Beate Marie Virginis Brugs/Italiaanse Getijdenboeken Voor De Export?
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Masterscriptie Beate marie virginis Brugs/Italiaanse getijdenboeken voor de export? Wieke Reitsma 10248579 Universiteit van Amsterdam Boekwetenschap en Handschriftenkunde Begeleider: prof. dr J.A.A.M. Biemans Tweede lezer: dr P. Dijstelberge 31 oktober 2017 INHOUDSOPGAVE Inleiding 3 1 Brugge in de Middeleeuwen 7 1.1 Achtergrond 7 1.1.1 Geschiedenis 7 1.1.2 Religie 11 1.1.3 Kunst 14 1.1.4 Brugs boekbedrijf 17 1.2 Economie 21 1.2.1 Handel 21 1.2.2 Buitenlandse naties in Brugge 27 2 Italianen in Brugge 30 2.1 Handel en wandel 30 2.2 Le nazioni italiane 35 2.2.1 Venetianen 36 2.2.2 Genuezen 38 2.2.3 Luccezen 41 2.2.4 Florentijnen 44 2.3 Italianen in de omgang 48 2.3.1 Integratie en sociaal leven 48 2.3.2 Kunstpatronage 50 2.3.3 Italianen in het Brugse boekbedrijf 54 3 Getijdenboeken 56 3.1 Getijdenboek als genre 56 3.1.1 Ontstaansgeschiedenis 56 3.1.2 Inhoud 60 3.1.3 Teksten 61 3.1.4 Bezitters en utilitas 70 1 3.2 Decoratie 74 3.2.1 Verluchting en het doel ervan 74 3.2.2 Decoratieprogramma van een getijdenboek 79 3.2.3 Vlaamse verluchting 88 4 Brugs/Italiaans getijdenboek? 96 4.1 Corpus 96 4.2 Te onderzoeken elementen 100 4.2.1 Italianiserend schrift 101 4.2.2 Inhoud 110 4.2.3 Verluchting 112 4.2.4 Provenance 114 4.3 Het onderzoek 115 4.3.1 Italianiserende rotunda? 115 4.3.2 Inhoud 122 4.3.3 Verluchting 129 4.3.4 Provenance 151 Conclusie 161 Literatuurlijst 164 Bijlage 174 2 INLEIDING Mijn begeleider, Prof. dr Jos Biemans deed mij de suggestie dat ik mijn vooropleiding, een bachelor Italiaanse Taal en Cultuur, kon combineren met mijn huidige opleiding, een master Boekwetenschap en Handschriftenkunde. Hij wees mij op een artikel van zijn hand dat in Geschreven en gedrukt is verschenen, waarin hij een bepaald fenomeen benoemde: vijftiende en zestiende-eeuwse fraai verluchte getijden-en gebedenboeken, geproduceerd in de Zuidelijke Nederlanden, met Brugge als belangrijkste productiecentrum.1 Deze getijdenboeken, voorzien van Vlaamse verluchting, zijn echter niet opgetekend in het schrift dat men zou verwachten in Noord-Europa. Geen gotische noordelijke textualis, maar een italianiserend schrift, dat sterk lijkt op een Italiaans rotunda-schrift. Noordelijke Textualis Rotunda Italianiserende rotunda Brugge was in de Late Middeleeuwen een belangrijk internationaal handelscentrum en, zoals historicus Peter Stabel het verwoordt: “Waarschijnlijk was er in de Late Middeleeuwen in Noordwest-Europa geen stad met een meer cosmopolitisch karakter en met meer internationale uitstraling”.2 Niet alleen troffen handelaren uit de Nederlanden, uit Oost- Europa en van de Britse Eilanden elkaar in de stad, Brugge was ook de belangrijkste internationale ontmoetingsplaats buiten het Middellandse Zeegebied. De Duitse Hanze had vertegenwoordigers in de stad, alsmede kooplieden uit Frankrijk, van het Iberisch Schiereiland en, niet in de minste plaats, de verschillende Italiaanse steden. Italië was daar het beste vertegenwoordigd, met minstens vier nazioni, naties met een eigen consulaat. Het fenomeen van de combinatie van Vlaamse verluchting en italianiserend schrift roept vragen op, vragen waar tot nog toe nog geen antwoord op was gezocht, laat staan gevonden: 1 J.A.A.M Biemans (2004). Handschrift en druk in de Nederlanden rond 1500. In H. Pleij, J. Reynaert (e.a.). Geschreven en gedrukt: boekproductie van handschrift naar druk in de overgang van de Middeleeuwen naar moderne tijd. pp. 19-46. 2 P. Stabel (2001). De gewenste vreemdeling. Italiaanse kooplieden en stedelijke maatschappij in het laat- middeleeuwse Brugge. In: Jaarboek voor Middeleeuwse Geschiedenis 4 (2001), p. 189 3 werden deze handschriften geschreven en verlucht in Brugge? Werden ze geschreven in Italië, naar Brugge gestuurd om te worden verlucht en daarna teruggebracht naar Italië? Of waren de getijdenboeken niet bedoeld voor de export, maar voor gebruik binnen die grote Italiaanse gemeenschap in Brugge? Het onderwerp van alle kanten onderzoeken is onmogelijk in één masterscriptie. Dat zou namelijk ten eerste een speurtocht betekenen naar alle getijdenboeken in italianiserend schrift met Vlaamse verluchting. Voorts zou er onderzoek gedaan moeten worden naar export van (getijden-)boeken vanuit Brugge naar Italië en ook de andere kant op: onderzoek naar de import van (getijden-)boeken in Italië. Behalve dat dit al bijna drie scripties zou beslaan, doen zich nog enkele problemen voor. Ten eerste is er nog nauwelijks onderzoek gedaan naar (Brugse) handschriften met italianiserend schrift. Het fenomeen is slechts enkele keren gesignaleerd. Dat betekent dat elk handschrift afzonderlijk zou moeten worden onderzocht of het kenmerken van italianiserend schrift zou bevatten. Het tweede probleem is dat handgeschreven Italiaanse getijdenboeken ook nog nauwelijks zijn onderzocht. In feite zijn voornamelijk de vroegste getijdenboeken, die uit de dertiende of veertiende eeuw, onderzocht of er is slechts onderzoek gedaan gericht op iconografie en/of kunstgeschiedenis.3 Na de veertiende eeuw valt er een gat wat betreft de handgeschreven getijdenboeken, waarna Christina Dondi de Italiaanse getijdenboeken in gedrukte vorm oppakt.4 Kortom, het onderzoek naar handgeschreven getijdenboeken uit de vijftiende en zestiende eeuw is problematisch. Francesca Manzari vermeldt daarover: A differenza dei libri d’ore transalpine, quelli italiani sono stati a lungo trascurati dagli studi ed hanno cominciato a ricevere attenzione specifica solo negli ultimi decenni, inizialmente sono stati affrontati gruppi collegati dalla committenza, come nel caso dello studio dedicato da Annarosa Garzelli ai libri d’ore medicei, dalla realizzazione in uno stesso ambito.5 3 Voorbeelden hiervan zijn B.C. Stocks (1998). Text and image in the early Italian book of hours. PhD thesis, School of Fine Arts, Classical Studies and Archaeology, The University of Melbourne. Tevens heeft F. Manzari meerdere artikelen geschreven, zoals bijvoorbeeld Manzari (2010) Libri d’ore e strumenti per la devozione italiani e nordeuropei nel tardo medioevo: temi e aspetti della ricerca e della catalogazione. Manzari (2013). Italian Books of Hours and Prayer Books in the Fourteenth Century. En Manzari (2014). Funzione delle immagini nel libro miniato. Ten slotte noem ik nog een werk van M. Manion (1984). The development of Italian Books of Hours. 4 Dondi (2003). Books of Hours: the Development of the Texts in Printed Form. In Incunabula and Their Readers. Printing, Selling and Using Books in the Fifteenth Century (pp. 53-70). 5 Manzari. Libri d’ore e strumenti. p. 149 4 Vrije vertaling: In tegenstelling tot de getijdenboeken van boven de Alpen, zijn de Italiaanse getijdenboeken lange tijd onbestudeerd gebleven. Pas sinds enkele decennia hebben deze handschriften speciale aandacht gekregen. Ze zijn echter voornamelijk onderzocht in groepen, als collectief of als zijnde vervaardigd in een specifieke regio of kring. Een voorbeeld van een onderzoek naar een collectie is het onderzoek van Annarosa Garzelli naar de getijdenboeken van de familie De’ Medici. De stand van zaken is dus duidelijk: er moet meer onderzoek naar en kennis opgedaan worden over dit onderwerp. Feitelijk is deze scriptie een verkenning naar de eventuele bestemming van een groep handschriften. Deze handschriften zijn alle getijdenboeken, opgesteld in italianiserend schrift, met Vlaamse verluchting. Daarbij zal met name op basis van paleografische, codicologische en kunsthistorische aspecten gekeken worden naar aanwijzingen die ons meer te weten doen komen over de bestemming van deze handschriften. Aangezien het hier om een verkennend onderzoek gaat, houdt dat in dat er vaker sprake is van vermoedens, aanzetten tot antwoorden en eventueel meer of gerichtere vragen, dan van een definitief antwoord op de vraag naar de bestemming van deze getijdenboeken. Een definitief antwoord is vrijwel onmogelijk omdat het nog nauwelijks bestudeerde onderzoeksveld vooralsnog niet te overzien is. Ik beperk mijn onderzoek daarom tot de getijdenboeken met evident italianiserend schrift en Gent/Brugse verluchting. Hybride psalter-getijdenboeken, missaal-getijdenboeken of andere varianten zal ik dus niet opnemen in het onderzoek, tevens worden brevieren en gebedenboeken buiten beschouwing gelaten. Omdat de huidige verblijfplaatsen van de handschriften te wijdverspreid zijn om ter plaatse onderzoek te doen, maar ik me ook niet wilde beperken tot handschriften in het huidige Nederland of België, heb ik ervoor gekozen de handschriften alleen uit de literatuur of online te bezichtigen. Het doel van deze studie is daarmee met name meer inzicht bieden in het ontstaan / bestaan / ‘leven’ van deze handschriften. Ik hoop met dit onderzoek een handvat te bieden voor eenieder die dieper onderzoek wil gaan doen of gaat doen naar dit onderwerp. In het eerste hoofdstuk wordt ingegaan op de context waarin deze boeken ontstonden. Ik zal een beschrijving geven van Brugge zoals het er in de Middeleeuwen voorstond. In het eerste deel komt de achtergrondinformatie aan bod over de geschiedenis van de stad, hoe het religieuze leven er uitzag, het Brugse boekbedrijf en de kunst in die tijd. Het tweede deel wijdt ik aan de economie, de handel en de buitenlandse handelaren die in de stad verbleven. Het tweede hoofdstuk is gericht op de Italianen in Brugge. Wie verbleven eigenlijk in 5 de stad? Wat deden ze daar? Hoe stonden ze in het Brugse leven? Hielden ze zich bezig met het boekbedrijf en zo ja, op wat voor manier dan? Het derde hoofdstuk biedt inzicht in het getijdenboek als genre. Ik zal uitleggen wat het precies is, welke teksten een getijdenboek bevat, wie de gelukkige (beoogde) bezitters waren en hoe de handschriften verlucht werden. Ik zal daarbij dieper ingaan op de Vlaamse verluchting, de beroemde Gent-Brugse Stijl. Het vierde hoofdstuk staat dan in het teken van het onderzoek. Ik begin met een inzicht te geven in de vorming van het corpus, welke handschriften wel of niet in het onderzoek terecht zijn gekomen. Daarna zal ik toelichten welke elementen onderzocht zijn en waarom ik specifiek die elementen gekozen heb. Centraal in dit hoofdstuk staan natuurlijk de resultaten van het onderzoek.