Open Monumentendag 2013 'Het Beste Van 25 Jaar'

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Open Monumentendag 2013 'Het Beste Van 25 Jaar' STAD BRUGGE OPEN MONUMENTENDAG 2013 ‘HET BESTE VAN 25 JAAR’ zaterdag 7 september 2013 zondag 8 september 2013 STAD BRUGGE OPEN MONUMENTENDAG 2013 ‘Het Beste van 25 jaar’ ZATERDAG 7 SEPTEMBER 2013 ZONDAG 8 SEPTEMBER 2013 3 OPEN MONUMENTENDAG 2013 | HET BESTE VAN 25 JAAR Woord Vooraf Op zaterdag 7 en zondag 8 september 2013 vieren we de 25ste verjaardag van Open Monumentendag! Het wordt een feesteditie. In een kwarteeuw tijd is Open Monumentendag uitgegroeid tot het belangrijkste en meest succesvolle culturele evenement van Vlaanderen. Op een kwaliteitsvolle manier maakt de bezoeker kennis met het onroerend erfgoed en de verhalen die eraan verbonden zijn. In tegenstelling tot de rest van Vlaanderen stellen we in Brugge al jarenlang een heel weekend de monumenten open. Het zilveren jubileum wordt op een bijzondere manier in de verf gezet. Aansluitend bij het jaarthema ‘Het beste van Open Monumentendag’ werd uit de brede waaier opengestelde panden van de laatste 24 jaar een soort ‘best of’ geselecteerd. Het gaat om een keur van de ‘beste’, meeste boeiende, de populairste, interessantste of bekoorlijkste panden die nu opnieuw worden opengesteld. De Bruggeling kon mee de keuze bepalen. De OMD-bezoeker kan op 7 en 8 september niet minder dan 33 totaal verschillende sites ontdekken en kiezen tussen 18 activiteiten. De keuze wordt bijzonder moeilijk. Monumenten, exclusieve openstellingen van woonhuizen, stadsgroen, themawandelingen en -fietstochten, boottochten, tentoonstellingen, en lezingen zorgen voor een bijzondere kijk op het verleden en het heden én vooral de toekomst van het erfgoed. Op deze editie gaat opnieuw speciale aandacht naar panden die op dit moment gerestaureerd en herbestemd worden. In de werelderfgoedstad Brugge hebben we iedere dag aandacht voor het architecturale erfgoed maar het is voor ons een aangename plicht om dit ieder jaar een weekend lang voor iedereen en speciaal voor de Bruggeling in de kijker te plaatsen op Open Monumentendag. OPEN MONUMENTENDAG 2013 | HET BESTE VAN 25 JAAR 4 Wij danken van harte de deelnemende eigenaars en organisaties, de erfgoedpartners in Brugge, de vrijwilligers en de medewerkers van de Dienst Monumentenzorg. We hopen dat de 25ste editie een geslaagd en veelzijdig erfgoedgebeuren wordt voor iedereen. Echte ‘monumentale’ feestdagen! Franky Demon Renaat Landuyt Schepen voor Burgemeester Ruimtelijke Ordening, Monumentenzorg, Huisvesting, Jeugd en Brugge studentenstad 5 OPEN MONUMENTENDAG 2013 | HET BESTE VAN 25 JAAR INLEIDING OPEN MONUMENTENDAG 2013 | HET BESTE VAN 25 JAAR 6 De 25ste jaardag, een terugblik Op zaterdag 7 en zondag 8 september 2013 is het voor de 25ste keer Open Monumentendag. Een belangrijke verjaardag en een moment voor reflectie. De medewerkers van de stedelijke Dienst Monumentenzorg, organisators van de OMD voor de Stad Brugge, hebben deze kwarteeuw onafgebroken en met veel enthousiasme het culturele evenement voorbereid. Dit met de bedoeling de stadsbewoners en de bezoekers maximaal mee te laten genieten van het erfgoed en al ‘het moois’ dat Brugge te bieden heeft achter de gevels en achter het zogenaamde ‘postkaartimago’ van onze stad. Er was eens … Op 10 september 1989 vond de allereerste Open Monumentendag ooit in Vlaanderen plaats. Het was dadelijk een schot in de roos, ook in Brugge. Vijfhonderdduizend deelnemers gingen in Vlaanderen op stap om de monumenten op deze nieuwe manier te ontdekken en te bewonderen. Deuren die altijd toe waren gebleven, gingen voor het eerst open. Monumenten verschenen bovenaan politieke agenda’s. Toen was OMD het enige dagevenement in zijn soort. Het exclusieve van het gebeuren is al lang weggedeemsterd door de opkomst van een Erfgoeddag, de Dag van de Architectuur, de Dag van het Park, de Open Bedrijvendag … maar inhoudelijk is OMD professioneler geworden en beter onderbouwd. In 1989 vulden we in Brugge het dagprogramma in met één themawandeling in de Ezelstraat. In de loop van de jaren werd het aanbod (veel) groter, gevarieerder, kwaliteitsvoller en innovatiever. Alle erfgoedsectoren met archeologie en het groene erfgoed als bijkomende vaste partners werkten mee aan de invulling van het culturele gebeuren. Er werd geleidelijk aan naar een holistische benadering toegewerkt om geen enkel facet van het erfgoed te negeren en het verhaal af te ronden. OMD stelt uiteraard blijvend het onroerend erfgoed voorop. In 2001 werd een werkgroep OMD opgericht met culturele partners binnen en buiten de stedelijke diensten. Dit betekende een verrijking voor het denkproces en voor de samenstelling van het programma. Het werd vanaf 1995 ook belangrijk om de geschiedenis achter de gevel te achterhalen en ‘toe te voegen’ aan de begeleiding van de openstelling. Dankzij deze methode, ontwikkeld door de ‘Brugse Huizengeschiedenis’, werd elk pand historisch geduid met zijn eigenaars en bewoners, die er vaak een architecturale laag aan toevoegden. Wie 7 OPEN MONUMENTENDAG 2013 | HET BESTE VAN 25 JAAR woonde er en wanneer en waarom op die plaats? Wie gaf vorm aan het huis of gebouw? Welke architect ontwierp het gebouw en waarom in die bepaalde stijl? Het louter openstellen van een gebouw is immers maar één aspect van de ontsluiting van het bouwkundig erfgoed waar met Open Monumentendag naar werd gestreefd. Dit is weinig betekenisvol als het niet met een ‘kennisoverdracht’ gepaard gaat. Monumenten vervullen de fundamentele behoefte aan geschiedenis die iedereen van ons voelt en geschiedenis hoeft helemaal niet saai te zijn. De Antwerpse architect Joseph Schadde, ontwerper van vele kastelen in Brugge, zei in 1870 dat monumenten of historische gebouwen voorbeelden zijn van ‘sprekende architectuur’ en iets te vertellen hebben over de geschiedenis en de mens en juist daarom waardevol en boeiend zijn. Deze verhalen helpen om het erfgoed dicht bij het publiek te brengen en te houden. OMD biedt daartoe ieder jaar opnieuw op een zeer laagdrempelige manier een grote kans waar we in Brugge ten volle van gebruikmaken. Hoofddoel is de bewustmaking en de solidariteit rond erfgoed en erfgoedzorg vergroten. Het lijkt een vanzelfsprekendheid om te investeren in behoud, (her)bestemming en toegankelijkheid van het erfgoed. Maar blijft dat ook zo in economisch moeilijke tijden? Sensibilisering en een draagvlak creëren, zijn en blijven broodnodig. Het verleden vasthouden en koesteren, ontneemt niet de mogelijkheid om naar de toekomst te kijken. In Brugge heeft de erfgoedzorg zich overduidelijk vertaald in de groeiende internationale interesse voor de stad met jaarlijks miljoenen bezoekers en de uitzonderlijke erkenning als werelderfgoedstad. Dit vraagt een onafgebroken inzet, zorg en alertheid. OPEN MONUMENTENDAG 2013 | HET BESTE VAN 25 JAAR 8 Daarnaast was OMD Brugge jarenlang baanbrekend door de werking van het Jongerenproject OMD dat in 1992 werd opgericht, een pioniersproject met jongeren tussen 14 en 18 jaar dat zich ieder jaar opnieuw een originele weg door het monumentenprogramma baande met schitterende resultaten als gevolg. Het was van bij aanvang van Open Monumentendag Vlaanderen duidelijk dat het evenement geen jonge mensen aantrok, net als andere culturele manifestaties. De Koning Boudewijnstichting, toen nog organisator van OMD, trok al in 1991 aan de alarmbel. De Dienst Monumentenzorg, aangespoord door wijlen Carry Corné, leraar van het Koninklijk Atheneum Brugge, en gesteund door tal van enthousiaste vrijwilligers (kunsthistorici, leraars, gidsen, huismoeders, muzikanten, kunstenaars,..) lanceerde een project in Brugge om het tegenovergestelde aan te tonen. ‘Jonge mensen kunnen wel geboeid worden door erfgoed, maar het moet op de juiste manier worden aangebracht’. Jongeren met verschillende achtergronden en opleidingen werden uit Brugse scholen’ gerekruteerd’ en op een innovatieve manier aan het werk gezet. De eerste jaren was de werkmethode traditioneel met workshops, lezingen, bezoeken aan musea en gidsbeurten om architecturale details te leren opmerken. Origineel was wel dat de jongeren elk jaar een monument kozen en op OMD hun interpretatie ervan toonden. De totale ‘carte blanche’ gaf opvallende resultaten. De jongeren namen gaandeweg het project in handen. Vanaf 1995 moedigde de Koning Boudewijnstichting onafgebroken andere steden aan om het Brugse voorbeeld te volgen. Het project culmineerde in ‘2002, Brugge Culturele hoofdstad van Europa’ met het Europese Frontsid(t)e initiatief waarbij acht Brugse gevels onder handen werden genomen door Brugse jongeren. Dat deden ze samen met Griekse, Letse, Zweedse, Deense en Slowaakse leeftijdsgenoten. Het Jongerenproject (ondertussen omgedoopt tot Erfgoedjongeren vzw) stierf vanaf 2005 een stille dood, maar niet zonder een belangrijke erfenis na te laten met TapisPlein vzw (een projecthuis voor erfgoed en actuele cultuur), waar jonge erfgoedpioniers zich verenigden. TapisPlein won in 2007 de Vlaamse Cultuurprijs en is een landelijk expertisecentrum voor het cultureel erfgoed. Het Jongerenproject is iets om fier op te zijn. Het succes werd nooit bestendigd omdat er geen blijvende structurele werking en financiële middelen waren ingezet. Ondertussen was wel bewezen dat jongeren erfgoed-genegen waren. De laatste jaren worden met de hulp van de Brugse musea en Bruggeplus vzw OMDJunior projecten uitgewerkt (in 2013 ‘Op zoek naar kasteeldame Petronilla’), die zich vooral richten op gezinnen met kinderen. 9 OPEN MONUMENTENDAG 2013 | HET BESTE VAN 25 JAAR Sinds 1997 is Brugge uniek, en dat mag onderstreept worden, in het organiseren van een Open Monumentendagweekend. De stad is het met haar grote erfgoedtraditie aan haar
Recommended publications
  • Bruges Through the Eyes of a Child
    CITY WALKS Bruges through the eyes of a child The city centre in four walks Explore Bruges; discover the known and less well-known tourist attractions in a child-friendly way intr od u c t i o n Dear Sir/Madam, We are proud to present this child-friendly guide that was published to mark the 20th anniversary of our local childcare advisory council in Bruges. With the four proposed walks in this brochure, we particularly want to offer children and families a playful introduction to our city. The guide is also suitable for group activities (with or without parents) organised by childcare initiatives, schools, youth movements and other organisations. Bruges has a lot to offer for young children and families. There are plenty of hidden parks, playgrounds, child-friendly museums and catering establishments that are worth discovering. We hope that with this guide, you will discover our beautiful city in an unforgettable and playful way. Pablo Annys, Alderman for Social Affairs Dirk De fauw, Mayor 3 Put on your walking boots Sharpen your senses And have a great walk ma nu a l This guide will take you on four fun and active walks in Bruges. On each walk, there are different assignments that you can carry out together with the children (ages 4 to 12). Finding the way We always mention the starting point. You can follow the route on a map. The photos next to the assignments show you the way. You carry out the assignments as you make your way round. The box texts contain more details.
    [Show full text]
  • Local Romanesque Architecture in Germany and Its Fifteenth-Century Reinterpretation
    Originalveröffentlichung in: Enenkel, Karl A. E. ; Ottenheym, Konrad A. (Hrsgg.): The quest for an appropriate past in literature, art and architecture, Leiden 2019, S. 511-585 (Intersections ; 60) chapter 19 Translating the Past: Local Romanesque Architecture in Germany and Its Fifteenth-Century Reinterpretation Stephan Hoppe The early history of northern Renaissance architecture has long been pre- sented as being the inexorable occurrence of an almost viral dissemination of Italian Renaissance forms and motifs.1 For the last two decades, however, the interconnected and parallel histories of enfolding Renaissance humanism have produced new analytical models of reciprocal exchange and of an ac- tively creative reception of knowledge, ideas, and texts yet to be adopted more widely by art historical research.2 In what follows, the focus will be on a particular part of the history of early German Renaissance architecture, i.e. on the new engagement with the historical – and by then long out-of-date – world of Romanesque architectural style and its possible connections to emerging Renaissance historiography 1 Cf. Hitchcock H.-R., German Renaissance Architecture (Princeton, NJ: 1981). 2 Burke P., The Renaissance (Atlantic Highlands, NJ: 1987); Black R., “Humanism”, in Allmand C. (ed.), The New Cambridge Medieval History, c. 1415–c. 1500, vol. 7 (Cambridge: 1998) 243–277; Helmrath J., “Diffusion des Humanismus. Zur Einführung”, in Helmrath J. – Muhlack U. – Walther G. (eds.), Diffusion des Humanismus. Studien zur nationalen Geschichtsschreibung europäischer Humanisten (Göttingen: 2002) 9–34; Muhlack U., Renaissance und Humanismus (Berlin – Boston: 2017); Roeck B., Der Morgen der Welt. Die Geschichte der Renaissance (Munich: 2017). For more on the field of modern research in early German humanism, see note 98 below.
    [Show full text]
  • De Positie Van De Adornes in Brugge Aan De Hand Van Hun Huwelijken En Enkele Kennissen (Eind 13De Eeuw- Ca.1512)
    KU LEUVEN FACULTEIT LETTEREN BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS 3301 3000 LEUVEN, BELGIË De positie van de Adornes in Brugge aan de hand van hun huwelijken en enkele kennissen (eind 13de eeuw- ca.1512) Sarah Kesteloot Masterproef aangeboden binnen de opleiding master in de Geschiedenis. Promotor prof. dr. P. Trio Academiejaar 2014-2015 ca. 250.000 tekens VOORWOORD Deze masterproef zou niet mogelijk geweest zijn zonder de hulp van heel wat mensen. Graag had ik dan ook de gelegenheid te baat genomen om hen te bedanken. In het bijzonder gaat mijn dank uit naar mijn promotor, professor Trio, voor zijn goede raad en suggesties. Al tijdens de eerstejaarsoefening liet hij me kennismaking met de Adornes. Dat ik mijn studie met de familie kan eindigen, zorgt dan ook voor een mooi eindpunt van mijn opleiding. Daarnaast verdienen ook de begeleiders en medestudenten van het masterseminarie een welgemeende dank voor hun vele tips. Tijdens de zoektocht naar literatuur en bronnen hebben tal van mensen mij bijgestaan. De medewerkers van het stads- en rijksarchief in Brugge stonden steeds klaar om mij te helpen. Hun geduld en toewijding zal mij nog lang bijblijven. Uiteraard moeten ook medewerkers van andere instellingen vermeld worden. Ook in het stadsarchief te Gent en het Algemeen Rijksarchief te Brussel ben ik steeds warm onthaald geweest, alsook in de verschillende universiteitsbibliotheken. Tot slot zou ik mijn familie en vrienden willen bedanken, in het bijzonder mijn ouders en grootouders. Zonder hun onvoorwaardelijke liefde en steun zou ik deze opleiding nooit hebben kunnen voltooien. Aan iedereen, mijn welgemeende dank. Inhoudstafel Inhoudstafel 1 Lijst met gebruikte afkortingen 3 Inleiding 4 1.
    [Show full text]
  • Local Romanesque Architecture in Germany and Its Fifteenth-Century Reinterpretation
    chapter 19 Translating the Past: Local Romanesque Architecture in Germany and Its Fifteenth-Century Reinterpretation Stephan Hoppe The early history of northern Renaissance architecture has long been pre- sented as being the inexorable occurrence of an almost viral dissemination of Italian Renaissance forms and motifs.1 For the last two decades, however, the interconnected and parallel histories of enfolding Renaissance humanism have produced new analytical models of reciprocal exchange and of an ac- tively creative reception of knowledge, ideas, and texts yet to be adopted more widely by art historical research.2 In what follows, the focus will be on a particular part of the history of early German Renaissance architecture, i.e. on the new engagement with the historical – and by then long out-of-date – world of Romanesque architectural style and its possible connections to emerging Renaissance historiography 1 Cf. Hitchcock H.-R., German Renaissance Architecture (Princeton, NJ: 1981). 2 Burke P., The Renaissance (Atlantic Highlands, NJ: 1987); Black R., “Humanism”, in Allmand C. (ed.), The New Cambridge Medieval History, c. 1415–c. 1500, vol. 7 (Cambridge: 1998) 243–277; Helmrath J., “Diffusion des Humanismus. Zur Einführung”, in Helmrath J. – Muhlack U. – Walther G. (eds.), Diffusion des Humanismus. Studien zur nationalen Geschichtsschreibung europäischer Humanisten (Göttingen: 2002) 9–34; Muhlack U., Renaissance und Humanismus (Berlin – Boston: 2017); Roeck B., Der Morgen der Welt. Die Geschichte der Renaissance (Munich: 2017). For more on the field of modern research in early German humanism, see note 98 below. The following works may serve as examples of the current art historical debate that seek a more nuanced understanding of the exchange processes between the Renaissance arts outside Italy: Belozerskaya M., Rethinking the Renaissance: Burgundian Arts across Europe (Cambridge: 2002); Smith J.C., The Northern Renaissance (London: 2004); Nußbaum N.
    [Show full text]
  • Coombs2013vol1.Pdf (5.079Mb)
    This thesis has been submitted in fulfilment of the requirements for a postgraduate degree (e.g. PhD, MPhil, DClinPsychol) at the University of Edinburgh. Please note the following terms and conditions of use: This work is protected by copyright and other intellectual property rights, which are retained by the thesis author, unless otherwise stated. A copy can be downloaded for personal non-commercial research or study, without prior permission or charge. This thesis cannot be reproduced or quoted extensively from without first obtaining permission in writing from the author. The content must not be changed in any way or sold commercially in any format or medium without the formal permission of the author. When referring to this work, full bibliographic details including the author, title, awarding institution and date of the thesis must be given. 'Distantia Jungit': Scots Patronage of the Visual Arts in France, c.1445 – c.1545 Volume 1 Bryony J Coombs Ph.D. History of Art The University of Edinburgh 2013 'Distantia Jungit'1 1 'Unites things distant,' or 'joins things that were apart'. Bérault Stuart d'Aubigny's motto referring to his role as the 'buckle' between the kingdom of Scotland and the kingdom of France. Giovio, 1559, 92. DECLARATION I hereby declare that this thesis is my own work and has not been submitted for any other degree or professional qualification except as specified. Signature:....................................................................... Date:......................... iii ABSTRACT This thesis examines interest in the visual arts by patrons of Scottish descent, active in France, c.1445 to c.1545: the Monypenny family, Bérault and Robert Stuart d'Aubigny, and John Stuart, Duke of Albany.
    [Show full text]
  • Geniale Vernieuwingen of Voortzetting Van Bestaande Ideeën
    RADBOUD UNIVERSITEIT Geniale vernieuwingen of voortzetting van bestaande ideeën De aansluiting van ‘De stigmatisatie van Sint- Franciscus’ in Philadelphia en Turijn op de ontwikkelingen in de Franciscusiconografie Sid Pubben S4829026 Pre-master Kunstgeschiedenis Bachelorscriptie Begeleider: Prof. dr. A.M. Koldeweij Tweede beoordelaar: Dr. A.R. de Klerck 1 Inhoudsopgave Inleiding.............................................................................................................................. 3 Historiografisch overzicht .................................................................................................. 6 Jan van Eyck ................................................................................................................... 6 Franciscusiconografie ..................................................................................................... 9 De stigmatisatie van Sint-Franciscus in Turijn en Philadelphia ....................................... 12 De serene Franciscus en de slapende Leo .................................................................... 12 Iconografische opvallendheden van de twee panelen ................................................... 13 Franciscusiconografie en beeldtradities ........................................................................... 17 Mystiek en de glorificatie van Franciscus .................................................................... 17 Imitatio Christi en de vroege renaissance ....................................................................
    [Show full text]
  • Hugo Van Der Goes's Adoration of the Shepherds
    Volume 6, Issue 1 (Winter 2014) Hugo van der Goes’s Adoration of the Shepherds: Between Ascetic Idealism and Urban Networks in Late Medieval Flanders Jessica Buskirk Recommended Citation: Jessica Buskirk, “Hugo van der Goes’s Adoration of the Shepherds: Between Ascetic Idealism and Urban Networks in Late Medieval Flanders,” JHNA 6:1 (Winter 2014), DOI: 10.5092/jhna.2014.6.1.1 Available at https://jhna.org/articles/hugo-van-der-goes-adoration-of-the-shepherds-between-ascetic-idealism-ur- ban-networks-late-medieval-flanders/ Published by Historians of Netherlandish Art: https://hnanews.org/ Republication Guidelines: https://jhna.org/republication-guidelines/ Notes: This PDF is provided for reference purposes only and may not contain all the functionality or features of the original, online publication. This is a revised PDF that may contain different page numbers from the previous version. Use electronic searching to locate passages. This PDF provides paragraph numbers as well as page numbers for citation purposes. ISSN: 1949-9833 JHNA 6:1 (Winter 2014) 1 HUGO VAN DER GOES’S ADORATION OF THE SHEPHERDS: BETWEEN ASCETIC IDEALISM AND URBAN NETWORKS IN LATE MEDIEVAL FLANDERS Jessica Buskirk Recent interpretations of Hugo van der Goes’s Adoration of the Shepherds altarpiece have taken the painter’s withdrawal to a monastery associated with the Devotio Moderna movement as a departure point, describing the painting as a rejec- tion of the sensual world and the techniques of illusionism used to represent it. The painting’s muted coloring seemed to support this reading, but restoration of the Adoration has provided new visual evidence, revealing the image to be bright and exuberantly illusionistic.
    [Show full text]
  • Beate Marie Virginis Brugs/Italiaanse Getijdenboeken Voor De Export?
    Masterscriptie Beate marie virginis Brugs/Italiaanse getijdenboeken voor de export? Wieke Reitsma 10248579 Universiteit van Amsterdam Boekwetenschap en Handschriftenkunde Begeleider: prof. dr J.A.A.M. Biemans Tweede lezer: dr P. Dijstelberge 31 oktober 2017 INHOUDSOPGAVE Inleiding 3 1 Brugge in de Middeleeuwen 7 1.1 Achtergrond 7 1.1.1 Geschiedenis 7 1.1.2 Religie 11 1.1.3 Kunst 14 1.1.4 Brugs boekbedrijf 17 1.2 Economie 21 1.2.1 Handel 21 1.2.2 Buitenlandse naties in Brugge 27 2 Italianen in Brugge 30 2.1 Handel en wandel 30 2.2 Le nazioni italiane 35 2.2.1 Venetianen 36 2.2.2 Genuezen 38 2.2.3 Luccezen 41 2.2.4 Florentijnen 44 2.3 Italianen in de omgang 48 2.3.1 Integratie en sociaal leven 48 2.3.2 Kunstpatronage 50 2.3.3 Italianen in het Brugse boekbedrijf 54 3 Getijdenboeken 56 3.1 Getijdenboek als genre 56 3.1.1 Ontstaansgeschiedenis 56 3.1.2 Inhoud 60 3.1.3 Teksten 61 3.1.4 Bezitters en utilitas 70 1 3.2 Decoratie 74 3.2.1 Verluchting en het doel ervan 74 3.2.2 Decoratieprogramma van een getijdenboek 79 3.2.3 Vlaamse verluchting 88 4 Brugs/Italiaans getijdenboek? 96 4.1 Corpus 96 4.2 Te onderzoeken elementen 100 4.2.1 Italianiserend schrift 101 4.2.2 Inhoud 110 4.2.3 Verluchting 112 4.2.4 Provenance 114 4.3 Het onderzoek 115 4.3.1 Italianiserende rotunda? 115 4.3.2 Inhoud 122 4.3.3 Verluchting 129 4.3.4 Provenance 151 Conclusie 161 Literatuurlijst 164 Bijlage 174 2 INLEIDING Mijn begeleider, Prof.
    [Show full text]
  • Inventory Acc.12135 Dorothy Dunnett
    Acc.12135 January 2014 Inventory Acc.12135 Dorothy Dunnett National Library of Scotland Manuscripts Division George IV Bridge Edinburgh EH1 1EW Tel: 0131 623 3876 Fax: 0131 623 3866 E-mail: [email protected] © 2013 Trustees of the National Library of Scotland Literary and personal papers, 1935-2001, of Lady Dorothy Dunnett (1923-2001), novelist and portrait painter. These papers include research notes, typescripts and proofs of her novels, correspondence, and papers concerning her involvement in various cultural and business organizations. Lady Dunnett (née Halliday) was born in Dunfermline and educated at James Gilliespie‟s School in Edinburgh. After school she embarked on a career as a civil servant, working for the Scottish Office in Edinburgh and for the Board of Trade in Glasgow. She married Alasdair M. Dunnett in 1956. While working as a portrait painter and writer, she served on the boards of a number of organizations: the Scottish National War Memorial (1962-1996), Scottish Television plc (1979-1992), the National Library of Scotland (1986- 2001), and the Edinburgh International Book Festival (1990-1995). She was awarded the OBE in 1992. This archive includes papers relating to the following published works: Games of Kings (1961) Queens‟ Play (1964) The Disorderly Knights (1966) Dolly and the Singing Bird (1968) Pawn in Frankincense (1969) Dolly and the Cookie Bird (1970) The Ringed Castle (1971) Dolly and the Doctor Bird (1971) Dolly and the Starry Bird (1973) Checkmate (1975) Dolly and the Nanny Bird (1967) King Hereafter (1982) Dolly and the Bird of Paradise (1983) Niccolo Rising (1986) The Spring of the Ram (1987) Race of Scorpions (1989) Moroccan Traffic (1991) Scales of Gold (1991) The Unicorn Hunt (1993) To Lie with Lions (1995) Caprice and Rondo (1997) Gemini (2000) Bequeathed, 2002.
    [Show full text]
  • Fifteenth-Century Burgundy and the Islamic East
    Fifteenth-Century Burgundy and the Islamic East Darren M. Smith 2016 A thesis submitted in partial fulfilment of the requirements for the degree of Diploma of Arts (Hons) in History, University of Sydney 1 2 Acknowledgements I was fortunate to have had two supervisors across my project, albeit each for half a year. First was Dr John Gagné, for whose enthusiasm, ever-inspiring lectures, creativity, and encouragement to look deeper I am most grateful. Second was Dr Hélène Sirantoine, whose classes on medieval Iberia and Mediterranean first introduced me to the possibilities of cross- cultural perspectives on the Middle Ages. Her guidance in navigating Christian–Muslim relations in the Middle Ages was valuable, as was her enthusiasm for the topic. I acknowledge the assistance of Associate Professor David J. Wrisley (American University of Beirut) for his advice on accessing a dissertation by Yvon Lacaze relating to one of my sources, as well as his own contributions to the field this thesis covers. I also acknowledge Dr Andrew Brown (Massey University, New Zealand) for forwarding his article on Castilians in Bruges, as well as Noel Geirhardt (Head Archivist, City of Bruges and curator of the Adorno Family Estate in Bruges) for his assistance accessing a source. Many thanks too to Dr Julie Smith (University of Sydney) for her valuable feedback on my thesis prospectus. One of the challenges of working in a non-anglophone historical context, and dealing with non-anglophone sources and scholarship, is accessing primary and secondary material, much of which is located in the northern hemisphere. I want to give special mention to Aleksandra Nikolic, Tam Dao, and others in Fisher Library team who helped track down materials outside the library’s own collection and overseas.
    [Show full text]
  • Honour, Community and Hierarchy in the Feasts of the Archery and Crossbow Guilds of Bruges, 1445–81
    This is a repository copy of Honour, community and hierarchy in the feasts of the archery and crossbow guilds of Bruges, 1445–81. White Rose Research Online URL for this paper: https://eprints.whiterose.ac.uk/75053/ Version: Submitted Version Article: Crombie, Laura orcid.org/0000-0001-5235-5338 (2011) Honour, community and hierarchy in the feasts of the archery and crossbow guilds of Bruges, 1445–81. Journal of Medieval History. pp. 102-113. ISSN 0304-4181 https://doi.org/10.1016/j.jmedhist.2010.12.008 Reuse Items deposited in White Rose Research Online are protected by copyright, with all rights reserved unless indicated otherwise. They may be downloaded and/or printed for private study, or other acts as permitted by national copyright laws. The publisher or other rights holders may allow further reproduction and re-use of the full text version. This is indicated by the licence information on the White Rose Research Online record for the item. Takedown If you consider content in White Rose Research Online to be in breach of UK law, please notify us by emailing [email protected] including the URL of the record and the reason for the withdrawal request. [email protected] https://eprints.whiterose.ac.uk/ Journal of Medieval History xxx (2011) 1–12 Contents lists available at ScienceDirect Journal of Medieval History journal homepage: www.elsevier.com/locate/ jmedhist Honour, community and hierarchy in the feasts of the archery and crossbow guilds of Bruges, 1445–81 Laura Crombie Department of Medieval History, University of Glasgow, 10 University Gardens, Glasgow G12 8QQ, UK abstract Keywords: Bruges Archery and crossbow guilds first appeared in the fourteenth Guilds century in response to the needs of town defence and princely Confraternities calls for troops.
    [Show full text]
  • Crowns, Wedding Rings, and Processions: Continuity and Change in the Representations of Scottish Royal Authority in State Ceremony, C
    Crowns, Wedding Rings, and Processions: Continuity and Change in the Representations of Scottish Royal Authority in State Ceremony, c. 1214 – c. 1603 Lucinda Hazel Stewart Dean This thesis is submitted to the University of Stirling for the degree of Doctor of Philosophy Division of History and Politics School of Arts and Humanities 2013 i Abstract This inter-disciplinary thesis addresses the long term continuity and change found in representations of Scottish royal authority through state ceremonial bridging the gap between medieval and early modern across four centuries. Royal ceremony in Scotland has received very haphazard research to date, with few attempts to draw comparisons that explore how these crucial moments for the representation of royal authority developed over the course of a number of centuries. Three key royal ceremonies – inaugurations/coronations, funerals and weddings (with consort coronations) – form the core of this study of the Scottish monarchy from c.1214 to c.1603, and were chosen due to their integral position in the reign of each monarch. The issues of succession and security of hereditary monarchy dictate that the ceremonies of death and accession are inescapably intertwined, and funerals and coronations have been studied in unison together for other European comparators. However, the frequency of minor accessions, early and violent deaths, absentee kingship and political upheaval in Scotland across the time period determined from an early stage that weddings – often the first occasion for Scottish monarchs to project their personal adult authority and the point at which Scotland had the widest European audience for their display – were essential to forming a rounded view of developments.
    [Show full text]