Housemuziek in Nederland
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Housemuziek in Nederland Een receptieanalyse van de jaren 1988 tot en met 2003 Naomi Beijer 3984311 Eindwerkstuk BA Muziekwetenschap Departement Media- en Cultuurwetenschappen Faculteit Geesteswetenschappen Universiteit Utrecht Begeleider: dr. Harm Langenkamp Blok 3, collegejaar 2015-2016 Datum: 23-05-2016 Inhoudsopgave Inleiding 3 Hoofdstuk 1: De komst en verspreiding van housemuziek in Nederland 6 Hoofdstuk 2: De receptie van housemuziek in Nederland 10 Conclusie 19 Bronnen 21 Bijlage A: Receptieanalyse van housemuziek in Nederland, 1988-2003 22 Bijlage B: Doorzochte kranten via Delpher 81 Bijlage C: Doorzochte kranten via LexisNexis Academic 82 2 Inleiding Op vrijdag 23 oktober 2015 vond de twaalfde editie van History of House plaats.1 De meeste bezoekers hadden een leeftijd van boven de dertig, droegen wijde broeken en kleurrijke T- shirts met psychedelische patronen en overal zag je smileys. Dj’s Dimitri, Joost van Bellen en Remy, boegbeelden uit de begintijd (de jaren tachtig) van de Amsterdamse Club RoXY, verzorgden deze avond de muziek. Het feest werd aangekondigd als “house van toen en nu door de generatie dj’s van toen en nu, binnen een klassieke intieme clubsfeer, met wisselende theatrale acts en verrassende extra’s.”2 Zowel in vorm als retoriek creëerde het evenement een nostalgie naar de housecultuur van eind jaren tachtig en begin jaren negentig. Al vrij snel na het ontstaan en de popularisering van housemuziek deed zich de tendens om haar te historiseren voor. Veelal werden de jubileumjaren aangegrepen om boeken en albums uit te brengen en feesten te organiseren. De titel van het hierboven beschreven evenement—History of House—verwijst naar een gelijknamige publicatie uit 1996, tien jaar na het ontstaan van housemuziek in Chicago.3 Musicoloog en Volkskrant-recensent Gert van Veen kwalificeerde deze bundel van interviews en artikelen uit vaktijdschriften als The Mix, Music Technology en Electronics and Music Maker destijds als “een van de beste werken die tot nu toe over dit onderwerp [is] verschenen.”4 Twee jaar later, in 1998, werd het tienjarige jubileum van acid house gevierd met het eerste complete groepsalbum, Alpha & Omega, op het A1-label en een comebacktour van de geestelijke vaders van de stroming die toen alomtegenwoordig was in de eigentijdse dansmuziek, de Britse groep PHUTURE 303.5 Vijftien jaar na het doordringen van housemuziek in Nederland publiceerden diverse kranten een artikel van muziekjournalist Mark van Bergen dat stilstond bij het feit dat housemuziek in Nederland was uitgegroeid tot een miljoenenindustrie die nog steeds in ontwikkeling was.6 Recentelijk tijdens het vijfentwintigste jubileum werden twee boeken over de geschiedenis van housemuziek in Nederland uitgebracht, namelijk RoXY en de houserevolutie (2013) van Job de Wit en Dutch Dance (2014) van Mark van Bergen. 1 Aankondiging History of House, TivoliVredenburg, 23 oktober 2015, geraadpleegd op 24 maart 2016, https://www.tivolivredenburg.nl/nl/agenda/detail/3621/History_Of_House_Dimitri_Joost_van_Bellen_Remy. 2 Ibid. 3 Chris Kempster, red., History of House (Londen: Sanctuary, 1996). 4 Gert van Veen, “Analoog gromt en kraakt het best,” De Volkskrant, 11 oktober 1996. 5 Gert van Veen, “Een legende zijn, levert geen cent op,” De Volkskrant, 26 oktober 1998. 6 Mark van Bergen, “Vijftien jaar housemuziek in Nederland,” De Stentor/Dagblad Flevoland, 17 april 2003; BN/De Stem, 18 april 2003; Eindhovens Dagblad, 19 april 2003; Dagblad Tubantia/Twentsche Courant, 28 april 2003; Rotterdams Dagblad, 22 mei 2003; Peter van Sparrentak, “Al vijftien jaar housen,” Provinciale Zeeuwse Courant, 23 april 2003. 3 Dat housemuziek vandaag de dag nog steeds een groot succes is, is te danken aan de zware strijd van de pioniers uit de jaren tachtig. In Nederland was dj Eddy de Clercq de man die housemuziek naar Nederland haalde. Vanaf de opening van de Amsterdamse club RoXY in 1987 draaide hij op vrijdagavond steevast housemuziek. Het publiek moest aanvankelijk echter niets hebben van de housemuziek en reacties als fluiten en weglopen van de dansvloer waren in de begintijd van de housemuziek geen uitzondering.7 Die beginjaren van de housemuziek in Nederland worden uitvoerig beschreven in de eerder genoemde jubileumboeken van De Wit en Van Bergen. Beide boeken beschrijven de introductie van housemuziek in Nederland als een moeilijk proces. Na het omslagpunt in de herfst van 1988 groeide de populariteit van housemuziek en sloeg het ook buiten Amsterdam aan. Van Bergen gaat na de beschrijving van deze beginperiode verder met een beschrijving van de ontwikkeling van housemuziek in Nederland tot aan de jaren tien van de eenentwintigste eeuw. Aangehaalde argumenten van de tegenstanders zijn veelal dat zij housemuziek niet begrijpen en van de voorstanders dat zij voelden dat housemuziek populair zou gaan worden. Zowel De Wit als Van Bergen gaan echter nauwelijks in op de argumenten van de verschillende betrokkenen. Van een diepgaande receptieanalyse is geen sprake. In dit eindwerkstuk wil ik een duidelijk overzicht creëren van de verschillende betrokkenen, belangengroepen en stemmen en achterhalen welke elementen van housemuziek mensen wel en niet aanspraken. Vervolgens wil ik deze argumenten inbrengen in het debat over de receptie van housemuziek in de secundaire literatuur. Voor dit onderzoek zal ik kijken naar housemuziek in Nederland in de periode van 1988 (het jaar van de doorbraak van housemuziek in Nederland) tot en met 2003 (het jaar waarin dj Tiësto een wereldpremière had door als eerste dj een soloconcert te geven8). De onderzoeksvraag die hieruit volgt, is de volgende: hoe verliep de receptie en de ontwikkeling van housemuziek in Nederland in de periode van 1988 tot en met 2003? Door middel van een receptieanalyse van kranten- en tijdschriftartikelen zal ik de argumenten van voor- en tegenstanders van housemuziek in kaart brengen. Voor deze receptieanalyse (zie bijlage A) maak ik gebruik van een nieuwe digitale databank waarin publicaties uit collecties van diverse wetenschappelijke instellingen, bibliotheken en erfgoedinstellingen zijn opgenomen, namelijk Delpher. Het is in Delpher mogelijk om teksten 7 Job de Wit, RoXY en de houserevolutie (Amsterdam: Fast Moving Targets, 2013), 59. 8 “Solo-concert van dj Tiësto in Gelredome,” Trouw, 31 januari 2003, geraadpleegd op 24 maart 2016, http://www.trouw.nl/tr/nl/4324/Nieuws/article/detail/1763871/2003/01/31/Solo-concert-van-dj-Tiesto-in- Gelredome.dhtml. 4 uit Nederlandse kranten, boeken en tijdschriften woordelijk te doorzoeken.9 Omdat Delpher geen jaargangen van kranten bevat van na 1995, gebruik ik daarnaast de internationale krantenbank van LexisNexis Academic. Zie bijlage B en C voor een overzicht van de binnen de gestelde tijdsperiode doorzochte kranten. Naast kranten, heb ik ook alle uitgaven van 1988 tot en met 2003 van het belangrijkste tijdschrift op het gebied van popmuziek in Nederland, OOR, doorzocht op artikelen over housemuziek.10 Het eerste hoofdstuk van dit eindwerkstuk bevat een beschrijving van de komst en verspreiding van housemuziek in Nederland aan de hand van een overzicht van housefeesten en –festivals per provincie, dat afgeleid is uit de receptieanalyse. Hoofdstuk twee is een uitwerking van drie thema’s die uit de receptieanalyse naar voren komen: ‘drugs, overlast en gabberhouse’, ‘housemuziek en religie’ en ‘popularisering en commercialisering van housemuziek’. In dit hoofdstuk zal de Nederlandse berichtgeving over housemuziek in relatie tot drugs en overlast vergeleken worden met receptieanalyses van de Chicago housescene en verschillende steden in Engeland. De Nederlandse berichtgeving gaat net zoals de berichten over de Chicago housescene in op overlast en de Engelse berichten in op het drugsgebruik bij de houseliefhebbers. Uniek voor Nederland is de specifieke groep protestantsgezinden die vanaf 1993 actie voerden tegen housefeesten. De opkomst en commercialisering van de housemuziek in Nederland wordt geduid met de vier fases van de rise-and-fall theorie van socioloog John Irwin, namelijk vorming, uitbreiding, corruptie en stagnatie.11 9 “Wat is Delpher,” Delpher, geraadpleegd op 24 maart 2016, http://www.delpher.nl/. 10 Alle jaargangen van OOR zijn te vinden in het archief van het voormalig Nationaal Pop Instituut, welke sinds 2013 zijn ondergebracht in de Bijzondere Collecties van de Amsterdamse Universiteitsbibliotheek. 11 John Irwin geciteerd in Ken Gelder, Subcultures: Cultural Histories and Social Practice (New York: Routledge, 2007): 44-46. 5 Hoofdstuk 1 De komst en verspreiding van housemuziek in Nederland Vanaf 1985 verschenen vanuit Chicago en Detroit de eerste houseplaten in platenzaken in Rotterdam en in Amsterdam.12 Een jaar later, in 1986, brak ‘Love Can’t Turn Around’ van Farley ‘Jackmaster’ Funk met Darryl Pandy als eerste internationale househit door. Chicago, New York, New Jersey en Londen waren toen al volkomen in de ban van housemuziek. Hoewel dit nummer in Nederland de top tien behaalde, liepen de Nederlandse muziekliefhebbers nog niet warm voor housemuziek. De Wit geeft in zijn receptieonderzoek aan dat de Nederlandse muziekliefhebbers in die tijd luisterden naar new wave, Amerikaanse collegerock en/of hiphop. Men vond house teveel op disco lijken en dat werd door de Nederlandse muziekliefhebbers niet als authentiek en origineel gezien.13 Een belangrijke uitzondering was De Clercq, die vanaf 1987 elke vrijdagavond housemuziek in de RoXY draaide. Deze avonden waren echter niet winstgevend voor de Amsterdamse club en spoedig raakten De Clercq