Programma KOOR EN ORKEST VAN DE NEDERLANDSE BACHVERENIGING Bach Cantates

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Programma KOOR EN ORKEST VAN DE NEDERLANDSE BACHVERENIGING Bach Cantates programma KOOR EN ORKEST VAN DE NEDERLANDSE BACHVERENIGING Bach Cantates DESINGEL DONDERDAG 7 NOVEMBER 96 Bach Programma Koor van De Nederlandse Bachvereniging Barokorkest van De Nederlandse Bachvereniging Jos van Veldhoven, dirigent Leo van Doeselaar, orgel Barbara Schlick, sopraan Kai Wessel, ait Howard Crook, tenor Peter Kooij, bas Johann Sebastian Bach (1685-1750) Unser Mund sei voll Lachens BWV 110 25' cantate voor eerste kerstdag solisten, koor, orkest Geist und Seele wird verwirret BWV 35 35' cantate voor de 12e zondag na Trinitatis alt, orgel, orkest pauze Kommt, eilet und laufet BWV 249 (deel 1 t/m 3) 12’ uit: cantate voor eerste Paasdag ~Oster-Oratorium~ tenor, bas, koor, orkest Auf schmetternde Töne BWV 207a 25' Dramma per musica zum Namenstage des Königs August III inleiding door Magda De Meester .19.15 uur. Foyer solisten, koor, orkest begin concert 20.00 uur pauze om 21.00 uur einde concert 22.00 uur teksten programma Jos van Veldhoven, Nederlandse Bachvereniging coördinatie deSingel druk Kopie Kopij INSTRUMENTALE MUZIEK BESTAAT NIET. Voor de tijd waarin Bach leefde heeft deze uitspraak zeker gegolden. Alle muziek was immers verbonden met de men­ selijke stem, met taal, met de kunst van het spreken. De instrumentalisten keken de vaardigheden op het gebied van de rhetoriek, maar ook praktische zaken als frasering, arti­ culatie en timing, af van de zangers. Men speelde niet op een instrument maar sprak ermee: instrumentale muziek bestond niet. In het programma van vanavond is de instru­ mentale muziek bijna letterlijk verdwenen. Want in beken­ de werken voor orkest (suites en concerten) duiken opeens vocale solisten en een koor op. Bach zelf was de bewerker. Het is algemeen bekend dat Bach vaak zijn muziek een twee­ de keer gebruikte. Bijna altijd bewerkte hij daarbij een we­ reldlijke compositie (meestal een cantate) tot een geestelijk werk. Parodieëren noemt men deze techniek in de muziekwetenschap. Dat Bach zijn kostelijke muziek nog­ maals wilde gebruiken is eigenlijk gemakkelijk te begrijpen. Veel muziek schreef hij voor een specifieke gelegenheid en het zou verspilling van energie en kwaliteit zijn ais deze muziek nooit meer zou kunnen worden uitgevoerd. Tijdnood is een andere, uiterst praktische reden, waarom componis­ ten soms naar bestaande muziek grepen om nieuwe com­ posities te maken. Onder de composities die Bach her­ gebruikte bevinden zich naast cantates ook orkestwerken zoals suites en soloconcerten. Nooit schrijft hij daarbij zo­ J.S.Bach / schildri) door Elias Gottlob Hausemann, 1746 maar noten over, maar hij verandert en vult aan. GEIST UND SEELE WIRD VERWIRRET BWV 35 Aan het slot van zijn derde cyclus Leipziger cantates (in 1726) componeerde Bach in korte tijd maar liefst zes cantates waarin het orgel als soloinstrument een bijzondere rol speelt. Daarvoor was het slechts sporadisch voorgekomen dat dit 'instrument der instrumenten' in combinatie met stemmen en een orkest werd gebruikt. Toch was het orgel natuurlijk bij uitstek bestemd voor gebruik in de kerk, maar veeleer in een zelfstandige rol. In ensembles werd het meestal slechts gebruikt voor het basso continuo spel. Dat was ook wel be­ grijpelijk: het orgel was eigenlijk al een orkest in zichzelf met zijn vele registers en zijn grote volume en draagkracht. De cantates die Bach in 1726 componeerde waren in dit opzicht bijzondere werken. Bij de uitvoering ervan speelde Bach waarschijnlijk zelf de solopartij. Gewoonlijk zat Bach achter het clavecimbel bij de uitvoeringen van zijn cantates. Een tweede contuinuospeler assisteerde hem daarbij op orgel. De eerste en tevens laatste uitvoering (tijdens Bachs leven) van de cantate Geist und Seele wird verwirret was op 8 sep­ mm tember 1726. De tekst werd geschreven door Georg Christi­ to.v: > / ' j/xsy •> « W Ï-y & V ' an Lehms en al gepubliceerd in 1711 in de bundel 'Andacht auf den zwölfften Sonntag nach Trinitatis'. Het eerste en vijfde deel van de cantate waren hoogstwaarschijnlijk eens de hoekdelen van een concert voor hobo in d klein dat verloren is geraakt en stamt uit de tijd dat Bach in Cöthen werkzaam ' was. Het is heel goed mogelijk dat de eerste aria (nr.2) het Het vorstelijkHet slot te Köthen, naar een gravure vanMerian, circa 1650 langzame deel is geweest uit dit concert. Geist und Seele wird verwirret (alt) sinfonia sinfonia aria recitatief Geist und Seele wird verwirret, Ach, starker Gott, laß mich Wenn sie dich, mein Gott, betracht'. Doch diese stets bedenken, Denn die Wunder, so sie kennet So kann ich dich Und das Volk mit Jauchzen nennet, Vergnügt in meine Seele senken. Hat sie taub und stumm gemacht. Laß mir dein süßes Hephata Das ganz verstockte Herz erweichen; recitatief Ach! lege nur den Gnadenfinger in die Ohren, Ich wundre mich; Sonst bin ich gleich verloren. Denn alles, was man sieht, Rühr auch das Zungenband Muß uns Verwundrung geben. Mit deiner starken Hand, Betracht ich dich, Damit ich diese Wunderzeichen Du teurer Gottessohn, In heilger Andacht preise So flieht Und mich als Erb und Kind erweise. Vernunft und auch Verstand davon. Du machst es eben, aria Daß sonst ein Wunderwerk vor dir was Schlechtes ist. Ich wünsche nur bei Gott zu leben, Du bist Ach! wäre doch die Zeit schon da, Dem Namen, Tun und Amte nach erst wunderreich, Ein fröhliches Halleluja Dir ist kein Wunderding auf dieser Erde gleich. Mit allen Engeln anzuheben. Den Tauben gibst du das Gehör, Mein liebster Jesu, löse doch Den Stummen ihre Sprache wieder, Das jammerreiche Schmerzensjoch Ja, was noch mehr. Und laß mich bald in deinem Händen Du öffnest auf ein Wort die blinden Augenlider. Mein martervolles Leben enden. Dies, dies sind Wunderwerke, Und ihre Stärke Ist auch der Engel Chor nicht mächtig auszusprechen. aria Gott hat alles wohlgemacht. Seine Liebe, seine Treu Wird uns alle Tage neu. Wenn uns Angst und Kummer drücket. Hat er reichen Trost geschicket. Weil er täglich für uns wacht. Gott hat alles wohlgemacht. KOMMT, EILET UND LAUFET BWV 249 Kommt, eilet und laufet, ihr flüchtigen Füße sinfonia De cantate 'Kommt, eilet und laufet' was het eerste van de drie werken die Bach de naam oratorium meegaf. Het werk aria (tenor, bas) en koor is voor een groot deel samengesteld uit bestaande (wereld­ Kommt, eilet und laufet, ihr flüchtigen Füße, Erreichet die Höhle, die Jesum bedeckt! lijke) muziek. De originele cantate (BWV 249a) schreef Bach Lachen und Scherzen voor de verjaardag van hertog Christian van Saxen-Weis- Begleitet die Herzen, senfels en deze werd uitgevoerd op 23 februari 1723. Vrij Denn unser Heil ist auferweckt. kort erna hergebruikte Bach deze muziek voor een liturgisch werk, namelijk een cantate voor eerste Paasdag 1725. Op 25 augustus 1726 veranderde de bestemming opnieuw in een wereldlijke (BWV 249b), namelijk de verjaardag van graaf Joachim Friedrich von Flemming. De geschiedenis van het Oster Oratorium komt tot een einde als Bach tussen 1732 en 1735 de geestelijke versie opnieuw ter hand neemt en bewerkt. Het is pas bij deze laatste versie van de cantate dat hij het predicaat 'oratorium' geeft. Het volledige oratorium bestaat uit 11 delen. Vrijwel zeker zijn de eerste drie delen afkomstig uit een verloren geraakt concerto grosso, een van de velen die Bach in Cöthen moet hebben geschreven. AUF, SCHMETTERNDE TÖNE DER MUNTERN TROMPETEN BWV 207 A Over de ontstaansgeschiedenis en de bestemming van de cantate Auf, schmetternde Töne der muntern Trompeten is eigenlijk maar weing bekend. Het titelblad van de partituur is niet bewaard geble­ ven, maar de tekst biedt een paar handreikingen: 'Augustus' Namenstages Schimmer' en 'bei diesem hohen Namenstag' suggereren duidelijk de viering van een naamdag of verjaardag. Papier- en handschrift onderzoek wees uit dat de cantate mogelijk in 1735 of 1736 is ontstaan. De naamdag van August III is bekend: 3 augustus. De "Leipziger Zeitungen' vermelden over 3 augustus 1735: 'auf den hohen Nahmens-Taglhro Königl.Maj. in Polen und Churfl.Durchl.zu Sachsen...das Bachische Collegium Musicum heute Abends eine sol­ enne Music bey einer Illumination im Zimmermannischen Garten vor dem Grimmischen Thore unterthänigst aufführen'. De koning zelf kan bij de uitvoering van cantate 207a niet aanwezig zijn ge­ weest. Die verbleef op dat tijdstip in Warschau. Op drie recitatieven na is de cantate Auf, schmetternde Tone der muntern Trompeten een bewerking van een compositie die Bach al in 1726 maakte ter gelegenheid van de inaugurele rede van de Leipziger rechtsgeleerde Gottlieb Kortte. Er is sprake van een zoge­ naamd 'Dramma per musica': ingeklemd tussen twee koren prijzen de vier solisten (meestal mythologische of allegorische figuren zoals de Vrede, de Oorlog, de Wijsheid, de stad Leipzig, de rivier de Elbe enz.) de excellente eigenschappen van de vorst en het daaruit resul­ terende geluk van zijn onderdanen. De mars die vóór de cantate uit klinkt heeft Bach waarschijnlijk speciaal voor de uitvoering in 1735 geschreven. Hij is vermoedelijk gebruikt bij de opkomst van de musici. Het openingskoor 'Auf, schmetternde Tone der muntern Trompeten' is een meestwerk van uitzonderlijke kwaliteit: Bach gebruikt hier­ voor het derde deel van het 1 e Brandenburgs Concert, maar instru­ menteert het opnieuw en voegt er een vierstemmig koor en solis­ Een Een cantate in Leipzig / Musikalisches Lexicon, 732 1 ten aan toe! Auf, schmetternde Töne der muntern Trompeten koor recitatief (sopraan, bas) Auf, schmetternde Töne der muntern Trompeten, Augustus' Wohl Ihr donnernden Pauken, erhebet den Knall! Ist der treuen Sachsen Wohlergehn; Reizende Saiten, ergötzet das Ohr, Augustus' Arm Suchet auf Flöten das Schönste zu finden, Beschützt der Sachsen grüne Weiden, Erfüllet mit lieblichem Schall Die Elbe nützt Unsre so süße als grünende Linden Dem Kaufmann mit so vielen Freuden; Und unser frohes Musenchor! Des Hofes Pracht und Flor Stellt uns Augustus' Glücke vor; recitatief (tenor) Die Untertanen sehn Die stille Pleiße spielt An jedem Ort ihr Wohlergehn; Mit ihren kleinen Wellen. Des Mavors heller Stahl Das grüne Ufer fühlt Muß alle Feinde schrecken Itzt gleichsam neue Kräfte Um uns vor allem Unglück zu bedecken.
Recommended publications
  • Liturgical Drama in Bach's St. Matthew Passion
    Uri Golomb Liturgical drama in Bach’s St. Matthew Passion Bach’s two surviving Passions are often cited as evidence that he was perfectly capable of producing operatic masterpieces, had he chosen to devote his creative powers to this genre. This view clashes with the notion that church music ought to be calm and measured; indeed, Bach’s contract as Cantor of St. Thomas’s School in Leipzig stipulated: In order to preserve the good order in the churches, [he would] so arrange the music that it shall not last too long, and shall be of such nature as not to make an operatic impression, but rather incite the listeners to devotion. (New Bach Reader, p. 105) One could argue, however, that Bach was never entirely faithful to this pledge, and that in the St. Matthew Passion he came close to violating it entirely. This article explores the fusion of the liturgical and the dramatic in the St. Matthew Passion, viewing the work as the combination of two dramas: the story of Christ’s final hours, and the Christian believer’s response to this story. This is not, of course, the only viable approach to this masterpiece. The St. Matthew Passion is a complex, heterogeneous work, rich in musical and expressive detail yet also displaying an impressive unity across its vast dimensions. This article does not pretend to explore all the work’s aspects; it only provides an overview of one of its distinctive features. 1. The St. Matthew Passion and the Passion genre The Passion is a musical setting of the story of Christ’s arrest, trial and crucifixion, intended as an elaboration of the Gospel reading in the Easter liturgy.
    [Show full text]
  • Frederic Albou, Bass-Baritone
    Frederic Albou, bass-baritone 0033 1 46 63 88 19 0033 6 80 12 63 99 http://www.fredericalbou.com/ [email protected] After graduating in literature, musicology and conducting, and receiving an award from the CNR of Reims in clarinet, Frédéric Albou started to study singing with Christiane Patard, and worked with such coaches as Janine Reiss, Marie-Jeanne Serero, Olivier Reboul, Erika Guiormar, Jory Vinikour and Brigitte Clair. He also improved his mastery under the advices of Jorge Chamine, Teresa Berganza, Ruggero Raimondi, Alain Fondary, Sergei Leiferkus, Eva Märtson, Anna Ringart, Russel Smythe and Howard Crook. He has been trained as an actor by Ruth Ortmann, Roberto Maria Grassi and Catherine Riboli, and practises Chinese martial arts with Master Tien Shue. His is a passionate and committed path dedicated to a wide repertoire. Thus since 1999 he is a member of the Ensemble Kerylos, devoted to Ancient Greek musical scores, founded and conducted by Annie Bélis, with whom he has premiered several works (Medea by Karkinos, Hymn to Lemnos, by Euripides, Abstract from Theseus by Sophokles, Nequia from the Oslo Papyrus, Hymn to Apollo from the Yale Papyrus), and has performed in such renowned venues as the Grand Amphitheatre de la Sorbonne, the Auditorium du Louvre, or Lyon’s Archaeological Museum. Together with that band he also recorded several radio and television broadcasted programmes, and is to prepare a new double CD. He has also performed Renaissance polyphonic music, particularly with the Huelgas Ensemble, conducted by Paul Van Nevel, with whom he sang in various European festivals (Saintes, Noirlac, Tongeren), and recorded the CD Sommets de la polyphonie flamande (Harmonia Mundi).
    [Show full text]
  • Berlioz's Les Nuits D'été
    Berlioz’s Les nuits d’été - A survey of the discography by Ralph Moore The song cycle Les nuits d'été (Summer Nights) Op. 7 consists of settings by Hector Berlioz of six poems written by his friend Théophile Gautier. Strictly speaking, they do not really constitute a cycle, insofar as they are not linked by any narrative but only loosely connected by their disparate treatment of the themes of love and loss. There is, however, a neat symmetry in their arrangement: two cheerful, optimistic songs looking forward to the future, frame four sombre, introspective songs. Completed in 1841, they were originally for a mezzo-soprano or tenor soloist with a piano accompaniment but having orchestrated "Absence" in 1843 for his lover and future wife, Maria Recio, Berlioz then did the same for the other five in 1856, transposing the second and third songs to lower keys. When this version was published, Berlioz specified different voices for the various songs: mezzo-soprano or tenor for "Villanelle", contralto for "Le spectre de la rose", baritone (or, optionally, contralto or mezzo) for "Sur les lagunes", mezzo or tenor for "Absence", tenor for "Au cimetière", and mezzo or tenor for "L'île inconnue". However, after a long period of neglect, in their resurgence in modern times they have generally become the province of a single singer, usually a mezzo-soprano – although both mezzos and sopranos sometimes tinker with the keys to ensure that the tessitura of individual songs sits in the sweet spot of their voices, and transpositions of every song are now available so that it can be sung in any one of three - or, in the case of “Au cimetière”, four - key options; thus, there is no consistency of keys across the board.
    [Show full text]
  • Le Temple De La Gloire
    april insert 4.qxp_Layout 1 5/10/17 7:08 AM Page 15 A co-production of Cal Performances, Philharmonia Baroque Orchestra & Chorale, and Centre de musique baroque de Versailles Friday and Saturday, April 28 –29, 2017, 8pm Sunday, April 30, 2017, 3pm Zellerbach Hall Jean-Philippe Rameau Le Temple de la Gloire (The Temple of Glory) Opera in three acts with a prologue Libretto by Voltaire featuring Nicholas McGegan, conductor Marc Labonnette Camille Ortiz-Lafont Philippe-Nicolas Martin Gabrielle Philiponet Chantal Santon-Jeffery Artavazd Sargsyan Aaron Sheehan New York Baroque Dance Company Catherine Turocy, artistic director Brynt Beitman Caroline Copeland Carly Fox Horton Olsi Gjeci Alexis Silver Meggi Sweeney Smith Matthew Ting Andrew Trego Philharmonia Baroque Orchestra & Chorale Bruce Lamott, chorale director Catherine Turocy, stage director and choreographer Scott Blake, set designer Marie Anne Chiment, costume designer Pierre Dupouey, lighting designer Sarah Edgar, assistant director Cath Brittan, production director Major support for Le Temple de la Gloire is generously provided by Philharmonia Baroque Orchestra & Chorale supporters: David Low & Dominique Lahaussois, The Waverley Fund, Mark Perry & Melanie Peña, PBO’s Board of Directors, and The Bernard Osher Foundation. Cal Performances and Philharmonia Baroque Orchestra & Chorale dedicate Le Temple de la Gloire to Ross E. Armstrong for his extraordinary leadership in both our organizations, his friendship, and his great passion for music. This performance is made possible, in part, by Patron Sponsors Susan Graham Harrison and Michael A. Harrison, and Francoise Stone. Additional support made possible, in part, by Corporate Sponsor U.S. Bank. april insert 4.qxp_Layout 1 5/10/17 7:08 AM Page 16 Title page of the original 1745 libretto of Le Temple de la Gloire .
    [Show full text]
  • L'air Français, Un Art Intime
    ©Denis Rouvre ©Philippe Parent Les Arts Florissants – William Christie L’air français, un art intime Conciertos en seis ciudades de América Latina Les Arts Florissants presentan su primera gira en América Latina desde 2004: L’air français, un art intime El aria francesa, un arte íntimo Al final del reinado de Louis XIV; cambia el estilo de vida aristocrático, y el desarrollo de los salons da como resultado una vuelta de la sociedad elegante desde Versalles a París. Este fue el inicio de una nueva era socio-cultural: en música, esto provocó una evolución en la ambición y el formato. Aunque las formas a gran escala, sobre todo la Tragedia – lírica, continuaron siendo los modelos más avanzados para el entretenimiento de la corte, un arte más confidencial se desarrollaba, favoreciendo formas más modestas, como la sonata. En el ámbito de la música vocal, el air de cour se había vuelto muy popular desde el siglo XVI, y se le unió, a principios del XVIII, un nuevo género: La cantate. Esta forma se extendió a través de los círculos musicales franceses, coexistiendo con la más Antigua y muy en boga: cantata Italiana. La cantate francesa se distinguía de su prima italiana por su estilo, heredado de la tragédie lyrique, y en particular por la atención puesta en el texto. Estas obras eran la quintaesencia de “el buen gusto francés”, combinando los delicados ritmos de elocuencia poética con graciosas melodías. Estas arias à la française eran cantadas por uno o dos cantantes, acompañados de un clave, al que se le podían unir varios instrumentos: flauta, violín, viola, por ejemplo.
    [Show full text]
  • A Performance of Biblical Proportions News of the Society by Reba Wissner President’S Message
    The Newsletter of the Society for Seventeenth-Century Music Vol. 21, No. 2, Spring 2012 AMS 2011: A Tasting Menu by Virginia Christy Lamothe an Francisco is a city that reflects a provided an exciting setting for the seventy- provide a taste of the exciting goods on confluence of cultures, especially in seventh annual meeting of the American offer in San Francisco. Smusic. The 1920s saw the beginnings Musicological Society, November 10–13, On Thursday afternoon, a session of the city’s first opera company, now the 2011. Presentations capturing the diversity dedicated to French music included a second largest in North America. In the of seventeenth-century music and scholarly presentation by Rebekah Ahrendt that 1960s, the City (as it is known in the Bay approaches to it were heard throughout offered a unique view of the “chanson à Area) became a hub for counter-cultural the conference. Continuing a recent trend danser” as a vehicle for acting out different music of the “hippie” generation. Today toward avoidance of chronological “ghet- social classes through speech, music, and music from around the world in every tos” in favor of topic-based, mixed-period dance. That evening, a panel sponsored genre can be heard at historic venues, sessions, the papers relevant to the Society by the Committee on Women and Gender including the Fillmore, the Great American were scattered throughout the program, investigated conformity in aspects of gender, Music Hall, the Palace of Fine Arts, and the often appearing in simultaneous sessions. racial, and class differences. On this panel, War Memorial Opera House.
    [Show full text]
  • Bach En Sept Paroles VI – Voici L’Homme Samedi 31 Mars 2018 – 20H30
    Bach en sept paroles VI – Voici l’homme Samedi 31 mars 2018 – 20h30 GRANDE SALLE PIERRE BOULEZ – PHILHARMONIE WEEK-END FLASH BACH Alors que le consensus général sur le génie et la grandeur de Bach aurait pu générer chez les musiciens d’aujourd’hui une sorte de déférence pétrifiée, il n’en est rien. L’une des figures majeures de l’interprétation historiquement informée, Nikolaus Harnoncourt, expliquait que sa démarche dépassait le travail de reconstitution archéologique pour élaborer une façon nouvelle, moderne finalement, d’aborder aujourd’hui la musique d’hier en général, et celle de Bach en particulier. Celle de Jordi Savall à l’égard de la Passion selon saint Marc participe de cette même logique lorsqu’il se fonde sur l’habitude de Bach de réutiliser ses propres œuvres pour proposer, en ravaudant les sources dont il dispose, sa version de cette Passion dont il ne nous est resté que le livret. Raphaël Pichon, lui, à l’heure de tracer son chemin dans l’œuvre sacré de Bach, décide de suivre sept « paroles » – la référence aux sept paroles du Christ n’aura échappé à personne – pour élaborer son choix. Ici, c’est la Passion selon saint Jean, dont il se remémore le choc de la découverte. Bertrand Couderc, familier de l’exercice, vient apporter sa mise en lumière dans un dialogue fécond. Quand Bernard Foccroulle consacre l’intégralité de son récital d’orgue au cantor de Leipzig, Paul Agnew, lui, croise à la tête des Arts Florissants l’univers des motets de Bach avec celui de ses prédécesseurs plus proches, membres de sa famille ou non.
    [Show full text]
  • Castor & Pollux
    Si Hippolyte &AriciewÀt signé l'acte de décès Id ddI de la tragédie lyrique lulliste, Castor & Pollux durée mm inaugura le 24 octobre 1737 un nouveau modèle wmnw JEAN-PHILIPPE RAMEAU d'opéra français. Véritable manifeste de (1683-1764) l'esthétique "tamiste", cette production fit naturellement scandale mais connut un succès durable, voire légendaire. Castor & Pollux L'interprétation de William Christie et des Arts Florissants en révèle l'audace tant orchestrale que Tragédie lyrique en un urologue et cinq actes structurelle et rétablit Castor&Polluxàh, place Chœurs et danses - Choruses & Dances d'honneur que cet opéra méritait dans la Ouverture - Chœur "Vénus, ô Vénus" discographie. Chœur "Que (ouf gémisse" Télaïre "Tristes apprêts, pâles flambeaux" JfHippolyte et Aricie signed the death warrant Symphonie guerrière - Télaïre "Eclatez, Hères trompettes" of the Lullian tragédie lyrique, on 24 October Air "Voici des Dieux". Entrée d'Hébé i737Castor et Pollux inaugurated a new era in Phébé "Sortez d'esclavage" -1* Air des Démons the French opera. A veritable manifesto of the Chœur "Brisons tous nos fers" 2* Air des Démons Ramellian aesthetic, this production naturally Castor "Séjour de l'éternelle Paix" - Air pour les Ombres caused a scandal, but was to bave an enduring Une Ombre "Ici se lève l'aurore" indeed a legendary, future. Chœur "Revenez, revenez sur les rivages sombres" William Christie's performance with Les Arts Entrée des Astres - Une Planète "Brillez brillez, Astres nouveaux" Florissants reveals its orchestral and structural Chœurs "Que les deux, que la Terre et l'Onde" daring and restores Castor et Pollux to the place it deserves in the discography of Baroque opera.
    [Show full text]
  • Classical New Releases
    harmonia mundi UK APRIL 1 Classical new releases available April 1st 2016, call-off March 25th 2016 BBC Music Magazine, April DISC OF THE MONTH Orchestral Choice RECORDING OF THE MONTH harmonia mundi HMC902216 Handel Water Music Akademie für Alte Musik Berlin Gramophone Editor’s Choice, March Wigmore Hall Live WHLIVE0080 Tippett String Quartets Heath Quartet Gramophone Editor’s Choice, March Glossa GCD923507 Bach Six Sonatas BWV1014-1019 Leila Schayegh, Jörg Halubek RELEASE DATE 1ST APRIL 2016 SCHUMANN: Cello Concerto, Piano Trio No. 1 Jean-Guihen Queyras / Isabelle Faust / Alexander Melnikov Freiburger Barockorchester / Pablo Heras-Casado This final instalment in our trilogy devoted to the complete concertos and trios of Schumann spotlights the cello of Jean-Guihen Queyras. The Cello Concerto, though energetically championed by Clara Schumann, suffered from delays in publication and was not premiered until after the composer’s death. Interpreted in the same poetic spirit as its two predecessors, this third volume concludes an adventure that has changed for ever the way we listen to Schumann. "The idea for this CD project arose during a tour on which we performed Robert Schumann’s Trio Op.80. As passionate admirers of the composer, we conceived the desire to place his works for piano, violin and cello in a broader context and to illuminate them mutually in order to allow listeners to gain a deeper understanding of his music. We soon agreed to play the pieces for this recording on a historical piano and stringed instruments with gut strings, using orchestral forces to match. Thanks to this, we expected our playing to be better balanced, better articulated, and more open-minded.
    [Show full text]
  • LULLY Armide
    660209-10 bk Lully 8/15/08 2:18 PM Page 20 Also available: 2 CDs Jean-Baptiste LULLY The Tragedy of Armide Houtzeel • Getchell Loup • Sharp Monoyios • Dubrow Boutté • Perry McCulloch • McCredie Opera Lafayette 8.557993 Ryan Brown 8.660209-10 20 660209-10 bk Lully 8/15/08 2:18 PM Page 2 Jean-Baptiste LULLY Also available: (1632-1687) The Tragedy of Armide Libretto by Philippe Quinault (1635-1688) Edition for the Œuvres complètes by Lois Rosow Publisher: Verlag Olms, Hildesheim • Distribution: Barenreiter Armide . Stephanie Houtzeel, Mezzo-soprano Renaud . Robert Getchell, Tenor Hidraot; Ubalde . François Loup, Bass Artémidore; La Haine . William Sharp, Baritone Phénice; Lucinde . Ann Monoyios, Soprano Sidonie . Miriam Dubrow, Soprano Le Chevalier danois; Un Amant fortuné . Tony Boutté, Tenor Aronte . Darren Perry, Baritone Une Bergère héroïque . Adria McCulloch, Soprano Une Naïade . Tara McCredie, Soprano 8.660118-19 Opera Lafayette • Ryan Brown Opera Lafayette would like to thank The Florence Gould Foundation, The Marpat Foundation, Areva, Inc., Pernod Ricard USA, Jerald and Alice Clark, Bill and Cari Gradison, and the Clarice Smith Performing Arts Center for their help in making this recording possible. Opera Lafayette is also deeply grateful to Marie-Hélène Forget for her extraordinary efforts to help bring music of the French Baroque to the United States. 8.660196-97 8.660209-10 2 19 8.660209-10 660209-10 bk Lully 8/15/08 2:18 PM Page 18 Des portions de ce commentaire sont parues pour la ordonne aux démons de se transformer en zéphyrs et de CD 1 55:33 Act II première fois dans les Œuvres complètes de J.-B.
    [Show full text]
  • Concert Program
    Boston Early Music Festival in partnership with The Morgan Library & Museum presents Ensemble Correspondances Sébastien Daucé, conductor Lucile Richardot, mezzo-soprano Perpetual Night 17th-century Ayres and Songs Care-charming sleep Robert Johnson (ca. 1583–1633) Go, happy man John Coprario (ca. 1570/80–ca. 1626) Whiles I this standing lake William Lawes (1602–1645) O precious time Martin Peerson (1571/73–1651) Music, the master of thy art is dead Lawes No more shall meads Nicholas Lanier (1588–1666) Suite No. 2 in C major Matthew Locke (1621/23–1677) Pavan Give me my lute John Banister (1624/25–1679) Howl not, you ghosts and furies Robert Ramsey (d. 1644) Britanocles the great and good appears Lawes Suite No. 1, Consort of 4 parts Locke Ayre — Courante Powerful Morpheus, let thy charms William Webb (ca. 1600–1657) Rise, princely shepherd John Hilton (1599–1657) Amintas, that true hearted swain Banister Poor Celadon, he sighs in vain (Loving above himself) John Blow (1649–1708) When Orpheus sang Henry Purcell (1659–1695) Phillis, oh! turn that face John Jackson (d. 1688) Epilogue: Sing, sing, Ye Muses Blow Saturday, April 24, 2021 at 8pm Livestream broadcast Filmed concert from Théâtre des Bouffes du Nord, Paris, France BEMF.org Ensemble Correspondances Lucile Richardot, mezzo-soprano Caroline Weynants & Deborah Cachet, soprano Davy Cornillot, tenor Nicolas Brooymans, bass Lucile Perret, recorders Béatrice Linon & Josèphe Cottet, violin Mathilde Vialle, Étienne Floutier & Mathias Ferré, viola da gamba Thibaut Roussel & Diego Salamanca, theorbo & lute Angélique Mauillon, harp Arnaud de Pasquale, virginal Sébastien Daucé, organ, virginal & conductor Vincent Huguet, artistic collaboration Ensemble Correspondances is in residence at the Théâtre de Caen.
    [Show full text]
  • Il Ritorno D'ulisse in Patria
    Thursday, October 19, 2017, at 7:00 pm Pre-concert lecture by Ellen Rosand at 5:45 pm in the Stanley H. Kaplan Penthouse Monteverdi: The Birth of Opera Il ritorno d’Ulisse in patria Music by Claudio Monteverdi Libretto by Giacomo Badoaro , after Homer Monteverdi Choir English Baroque Soloists Sir John Eliot Gardiner , Conductor Furio Zanasi , Ulisse Marianna Pizzolato , Penelope Krystian Adam , Telemaco Hana Blažíková , Minerva / Fortuna Gianluca Buratto , Tempo / Nettuno / Antinoo Michał Czerniawski , Pisandro Gareth Treseder , Anfinomo Zachary Wilder , Eurimaco Anna Dennis , Melanto John Taylor Ward , Giove Francesca Boncompagni , Giunone Robert Burt , Iro Francisco Fernández-Rueda , Eumete Carlo Vistoli , Umana Fragilità Silvia Frigato , Amore Francesca Biliotti , Ericlea John Eliot Gardiner and Elsa Rooke , Co-Directors This performance is also part of Great Performers. (Program continued) Monteverdi: The Birth of Opera is made possible in part by The Gladys Krieble Delmas Foundation. This performance is made possible in part by the Josie Robertson Fund for Lincoln Center. Alice Tully Hall, Starr Theater Please make certain all your electronic devices Adrienne Arsht Stage are switched off. WhiteLightFestival.org Support for Great Performers is provided by Rita E. UPCOMING WHITE LIGHT FESTIVAL EVENTS: and Gustave M. Hauser, Audrey Love Charitable Foundation, Great Performers Circle, Chairman’s Friday, October 20 at 7:30 pm at Gerald W. Lynch Council, and Friends of Lincoln Center. Theater at John Jay College Saturday, October 21 at 3:00 pm and 7:30 pm Public support is provided by the New York State Dancing Voices Council on the Arts with the support of Governor Meredith Monk , voice, composer, and director Andrew M.
    [Show full text]