programma KOOR EN ORKEST VAN DE NEDERLANDSE BACHVERENIGING Bach Cantates

DESINGEL DONDERDAG 7 NOVEMBER 96 Bach Programma Koor van De Nederlandse Bachvereniging Barokorkest van De Nederlandse Bachvereniging Jos van Veldhoven, dirigent Leo van Doeselaar, orgel Barbara Schlick, sopraan Kai Wessel, ait Howard Crook, tenor Peter Kooij, bas

Johann Sebastian Bach (1685-1750) Unser Mund sei voll Lachens BWV 110 25' cantate voor eerste kerstdag solisten, koor, orkest

Geist und Seele wird verwirret BWV 35 35' cantate voor de 12e zondag na Trinitatis alt, orgel, orkest

pauze

Kommt, eilet und laufet BWV 249 (deel 1 t/m 3) 12’ uit: cantate voor eerste Paasdag ~Oster-Oratorium~ tenor, bas, koor, orkest

Auf schmetternde Töne BWV 207a 25' Dramma per musica zum Namenstage des Königs August III inleiding door Magda De Meester .19.15 uur. Foyer solisten, koor, orkest begin concert 20.00 uur pauze om 21.00 uur einde concert 22.00 uur teksten programma Jos van Veldhoven, Nederlandse Bachvereniging coördinatie deSingel druk Kopie Kopij J.S.Bach / schildri) door Elias Gottlob Hausemann, 1746 ol sie e slcnetn Not crjt i dabj zo­ daarbij hij schrijft Nooit soloconcerten. en suites zoals maar noten over, maar hij verandert en vult aan. vult en verandert hij maar over, noten maar orkestwerken ook cantates naast zich bevinden gebruikte oiis e ae. ne d cmoiis i Bc her­ Bach die composities de Onder com­ nieuwe maken. om te grepen posities muziek bestaande naar soms ten s e adr, ies patsh rdn wao componis­ waarom reden, praktische uiterst andere, een is muziek nooit meer zou kunnen worden uitgevoerd. Tijdnood Tijdnood uitgevoerd. worden kunnen zou meer nooit muziek en gelegenheid specifieke een voor hij schreef muziek Veel het zou verspilling van energie en kwaliteit zijn ais deze deze ais zijn kwaliteit en energie van verspilling zou het werk. Parodieëren noemt men deze techniek in de de in begrijpen. te nog­ muziek gemakkelijk techniek eigenlijk is kostelijke deze gebruiken zijn wilde maals men Bach Dat noemt muziekwetenschap. Parodieëren werk. reldlijke compositie (meestal een cantate) tot een geestelijk geestelijk een tot cantate) we­ een een (meestal daarbij hij compositie reldlijke bewerkte altijd Bijna gebruikte. keer de Het is algemeen bekend dat Bach vaak zijn muziek een twee­ een muziek zijn vaak Bach dat bekend algemeen is Het bewerker. de was zelf Bach op. koor een en solisten vocale de werken voor orkest (suites en concerten) duiken opeens opeens duiken concerten) en (suites orkest voor werken de etl mze bja etrikvrwnn Wn i beken­ in Want verdwenen. letterlijk instru­ bijna de is muziek vanavond mentale muziek van programma instrumentale het In niet. ermee: op bestond niet sprak speelde maar Men instrument zangers. de een van af timing, en culatie e htre, arok rkicezkn l rsrn, arti­ frasering, als zaken praktische ook maar rhetoriek, de selijke stem, met taal, met de kunst van het spreken. De De van hetgebied spreken. op het van de vaardigheden keken kunst de instrumentalisten met taal, met men­ de met stem, selijke verbonden immers was muziek Alle gegolden. Voor de tijd waarin Bach leefde heeft deze uitspraak zeker zeker uitspraak deze heeft leefde Bach waarin tijd de Voor I SRMETL MZE BSAT NIET. BESTAAT MUZIEK ENTALE NSTRUM GEIST UND SEELE WIRD VERWIRRET BWV 35

Aan het slot van zijn derde cyclus Leipziger cantates (in 1726) componeerde Bach in korte tijd maar liefst zes cantates waarin het orgel als soloinstrument een bijzondere rol speelt. Daarvoor was het slechts sporadisch voorgekomen dat dit 'instrument der instrumenten' in combinatie met stemmen en een orkest werd gebruikt. Toch was het orgel natuurlijk bij uitstek bestemd voor gebruik in de kerk, maar veeleer in een zelfstandige rol. In ensembles werd het meestal slechts gebruikt voor het basso continuo spel. Dat was ook wel be­ grijpelijk: het orgel was eigenlijk al een orkest in zichzelf met zijn vele registers en zijn grote volume en draagkracht. De cantates die Bach in 1726 componeerde waren in dit opzicht bijzondere werken. Bij de uitvoering ervan speelde Bach waarschijnlijk zelf de solopartij. Gewoonlijk zat Bach achter het clavecimbel bij de uitvoeringen van zijn cantates. Een tweede contuinuospeler assisteerde hem daarbij op orgel. De eerste en tevens laatste uitvoering (tijdens Bachs leven) van de cantate Geist und Seele wird verwirret was op 8 sep­ mm tember 1726. De tekst werd geschreven door Georg Christi­ to.v: > / ' j/xsy •> « W Ï-y & V ' an Lehms en al gepubliceerd in 1711 in de bundel 'Andacht auf den zwölfften Sonntag nach Trinitatis'. Het eerste en vijfde deel van de cantate waren hoogstwaarschijnlijk eens de hoekdelen van een concert voor hobo in d klein dat verloren is geraakt en stamt uit de tijd dat Bach in Cöthen werkzaam ' was. Het is heel goed mogelijk dat de eerste aria (nr.2) het

Het vorstelijkHet slot te Köthen, naar een gravure vanMerian, circa 1650 langzame deel is geweest uit dit concert. Geist und Seele wird verwirret (alt) sinfonia sinfonia aria recitatief Geist und Seele wird verwirret, Ach, starker Gott, laß mich Wenn sie dich, mein Gott, betracht'. Doch diese stets bedenken, Denn die Wunder, so sie kennet So kann ich dich Und das Volk mit Jauchzen nennet, Vergnügt in meine Seele senken. Hat sie taub und stumm gemacht. Laß mir dein süßes Hephata Das ganz verstockte Herz erweichen; recitatief Ach! lege nur den Gnadenfinger in die Ohren, Ich wundre mich; Sonst bin ich gleich verloren. Denn alles, was man sieht, Rühr auch das Zungenband Muß uns Verwundrung geben. Mit deiner starken Hand, Betracht ich dich, Damit ich diese Wunderzeichen Du teurer Gottessohn, In heilger Andacht preise So flieht Und mich als Erb und Kind erweise. Vernunft und auch Verstand davon. Du machst es eben, aria Daß sonst ein Wunderwerk vor dir was Schlechtes ist. Ich wünsche nur bei Gott zu leben, Du bist Ach! wäre doch die Zeit schon da, Dem Namen, Tun und Amte nach erst wunderreich, Ein fröhliches Halleluja Dir ist kein Wunderding auf dieser Erde gleich. Mit allen Engeln anzuheben. Den Tauben gibst du das Gehör, Mein liebster Jesu, löse doch Den Stummen ihre Sprache wieder, Das jammerreiche Schmerzensjoch Ja, was noch mehr. Und laß mich bald in deinem Händen Du öffnest auf ein Wort die blinden Augenlider. Mein martervolles Leben enden. Dies, dies sind Wunderwerke, Und ihre Stärke Ist auch der Engel Chor nicht mächtig auszusprechen. aria Gott hat alles wohlgemacht. Seine Liebe, seine Treu Wird uns alle Tage neu. Wenn uns Angst und Kummer drücket. Hat er reichen Trost geschicket. Weil er täglich für uns wacht. Gott hat alles wohlgemacht. KOMMT, EILET UND LAUFET BWV 249 Kommt, eilet und laufet, ihr flüchtigen Füße

sinfonia De cantate 'Kommt, eilet und laufet' was het eerste van de drie werken die Bach de naam oratorium meegaf. Het werk aria (tenor, bas) en koor is voor een groot deel samengesteld uit bestaande (wereld­ Kommt, eilet und laufet, ihr flüchtigen Füße, Erreichet die Höhle, die Jesum bedeckt! lijke) muziek. De originele cantate (BWV 249a) schreef Bach Lachen und Scherzen voor de verjaardag van hertog Christian van Saxen-Weis- Begleitet die Herzen, senfels en deze werd uitgevoerd op 23 februari 1723. Vrij Denn unser Heil ist auferweckt. kort erna hergebruikte Bach deze muziek voor een liturgisch werk, namelijk een cantate voor eerste Paasdag 1725. Op 25 augustus 1726 veranderde de bestemming opnieuw in een wereldlijke (BWV 249b), namelijk de verjaardag van graaf Joachim Friedrich von Flemming. De geschiedenis van het Oster Oratorium komt tot een einde als Bach tussen 1732 en 1735 de geestelijke versie opnieuw ter hand neemt en bewerkt. Het is pas bij deze laatste versie van de cantate dat hij het predicaat 'oratorium' geeft. Het volledige oratorium bestaat uit 11 delen. Vrijwel zeker zijn de eerste drie delen afkomstig uit een verloren geraakt concerto grosso, een van de velen die Bach in Cöthen moet hebben geschreven. Een cantate in Leipzig / Musikalisches Lexicon, 1 732 Auf, schmetternde Töne der muntern Trompeten is eigenlijk maar eigenlijk is Trompeten muntern der schmetterndeTöne Auf, A 207 BWV PETEN TROM zelf kan bij de uitvoering van cantate 207a niet aanwezig zijn ge­ zijn aanwezig niet 207a cantate van uitvoering de bij kan zelf suggereren duidelijk de viering van een naamdag of verjaardag. of naamdag een van viering de duidelijk suggereren 'Augustus' handreikingen: paar een biedt tekst de maar ven, partituurde geble­ Het bewaard isniet bekend. titelbladvan weing cantatede van bestemming de en ontstaansgeschiedenis de Over A terende geluk van zijn onderdanen. De mars deDe cantate die uitvóór zijnonderdanen. terendevan geluk weest.tijdstipdatverbleef Warschau.inDie op koning De aufführen'. unterthänigst Thore Grimmischen dem vor Garten Zimmermannischen im Illumination einer bey Music enne Musicum heuteeine Sachsen...das sol­ Abends BachischeCollegium in 1735 of 1736 is ontstaan. De naamdag van August III is bekend:is III August van naamdag De 1736is 1735ontstaan. of in Namenstag' hohen diesem 'bei en Schimmer' Namenstages ten aan toe! tenaan 1 hethet voor instru­derde deelConcert,maar van Brandenburgs e geschreven.Hij is vermoedelijk gebruikt bij de opkomst van de musici. de vorstenz.)het van en daaruit resul­ de excellente eigenschappen Elberivier de de Leipzig, stad de Wijsheid, de Oorlog, Vrede,de de de vier solisten (meestalof allegorische figuren zoals mythologische tusseningeklemd korenprijzentwee per musica': 'Dramma naamd de van redezoge­ een rechtsgeleerde van Kortte. GottliebLeipziger Er inaugurele issprake de van gelegenheid ter maakte 1726 in een Bachal die compositie muntern van Trompeten eenbewerking der Tone schmetterndeAuf, cantate de is na recitatieven drie Op PoleninChurfl.Durchl.zu Königl.Maj. und Nahmens-Taglhro hohen 1735: 'auf den 3over augustus De "Leipziger vermelden Zeitungen' 3augustus. mogelijk uit cantate wees de dat Papier-onderzoek handschrift en menteert het opnieuw en voegt er een vierstemmig koor en solis­ en koor vierstemmig eener voegt en menteerthetopnieuw hier­ gebruikt Bach kwaliteit: uitzonderlijke van meestwerk een is 'Auf,Het openingskoor schmetternde Tone der muntern Trompeten' 1735 in uitvoering de voor speciaal heeftBachwaarschijnlijk klinkt F SH TENE ÖE E MUNTERN DER TÖNE ETTERNDE SCHM UF,

Auf, schmetternde Töne der muntern Trompeten koor recitatief (sopraan, bas) Auf, schmetternde Töne der muntern Trompeten, Augustus' Wohl Ihr donnernden Pauken, erhebet den Knall! Ist der treuen Sachsen Wohlergehn; Reizende Saiten, ergötzet das Ohr, Augustus' Arm Suchet auf Flöten das Schönste zu finden, Beschützt der Sachsen grüne Weiden, Erfüllet mit lieblichem Schall Die Elbe nützt Unsre so süße als grünende Linden Dem Kaufmann mit so vielen Freuden; Und unser frohes Musenchor! Des Hofes Pracht und Flor Stellt uns Augustus' Glücke vor; recitatief (tenor) Die Untertanen sehn Die stille Pleiße spielt An jedem Ort ihr Wohlergehn; Mit ihren kleinen Wellen. Des Mavors heller Stahl Das grüne Ufer fühlt Muß alle Feinde schrecken Itzt gleichsam neue Kräfte Um uns vor allem Unglück zu bedecken. Und doppelt innre rege Säfte. Drum freut sich heute der Merkur Es prangt mit weichem Moos und Klee; Mit seinen weisen Söhnen Dort blühet manche schöne Blume, Und findt bei diesen Freudentönen Hier hebt zur Flora großem Ruhme Der ersten güldnen Zeiten Spur. Sich eine Pflanze in die Höh Augustus mehrt das Reich. Und will den Wachstum zeigen. Irenens Lorbeer wird nie bleich; Der Pallas holder Hain Sucht sich in Schmuck und Schimmer zu erneun. Die Linden wollen schöner grünen, Die Castalinnen singen Lieder, um uns mit ihrem Flor Die Nymphen gehen hin und wieder Bei diesem hohen Namenstagzu dienen. Und wollen hier und dort bei unsern Linden, Und was? den agenehmen Ort Ihres schönsten Gegenstandes finden. aria (sopraan, bas) Denn dieser Tag bringt allen Lust; Mich kann die süße Ruhe laben. Doch in der Sachsen Brust Ich kann hier mein Vergnügen haben, Geht diese Lust am allerstärksten fort. Wir beide stehn hier höchst beglückt. Denn unsre fette Saaten lachen Und können viel Vergnügen machen, aria (tenor) Weil sie kein Feind und Wetter drückt. Augustus' Namenstages Schimmer Verklärt der Sachsen Angesicht. Wo solche holde Stunden kommen, Gott schützt die frommen Sachsen immer, Da hat das Glücke zugenommen, Denn unsers Landesvaters Zimmer Das uns der heitre Himmel schickt. Prangt heut in neuen Glückes Strahlen, Die soll itzt unsre Ehrfurcht malen ritornelio Bei dem erwünschten Namenslicht. recitatief (ait) Mit heißer Ehrfurcht itzt verehren Augustus schützt die frohen Felder, Und unsre Wünsche mehren. Augustus liebt die grünen Wälder, Wenn sein erhabner Mut Ja, ja, ihr starken Helden, seht der Sachsen unerschöpfte Im Jagen niemals eher ruht, Kräfte Bis er ein schönes Tier gefället. Und ihren hohen Schutzgott an und Sachsens Rautensäfte! Der Landmann sieht mit Lust Itzt soll der Saiten Ton Auf seinem Acker schöne Garben. Die frohe Lust ausdrücken, Ihm ist stets wohl bewußt, Denn des Augustus fester Thron Wie keiner darf in Sachsen darben, Muß uns allzeit beglücken. Wer sich nur in sein Glücke findt Und seine Kräfte recht ergründt. Augustus gibt uns steten Schatten, Der aller Sachsen und Sarmaten Glück erhält, aria (alt) Der stete Augenmerk der Welt, Preiset, späte Folgezeiten, Den alle Augen hatten. Nebst dem gütigen Geschick Des Augustus großes Glück. O heitres, hohes Namenslicht! Denn in des Monarchen Taten O Name, der die Freude mehrt! Könnt ihr Sachsens Wohl erraten; O allerwünschtes Angedenken, Man kann aus dem Schimmer lesen. Wie stärkst du unsre Pflicht! Wer Augustus sei gewesen. Ihr frohe Wünsche und ihr starke Freuden, steigt! Die Pleiße sucht durch ihr Bezeigen recitatief (sopraan, ait, tenor, bas) Die Linden in so jungen Zweigen Ihr Fröhlichen, herbei! Der schönen Stunden Lust und Wohl zu krön'n Erblickt, ihr Sachsen und ihr große Staaten, Und zu erhöhn. Aus Augustus' holden Taten, Was Weisheit und auch Stärke sei. koor Sein allzeit starker Arm stützt teils Sarmatien, August lebe, Teils auch der Sachsen Wohlergehn. Lebe, König! Wir sehen als getreue Untertanen O Augustus, unser Schutz, Durch Weisheit die vor uns erlangte Friedensfahne. Sei der starren Feinde Trutz, Wie sehr er uns geliebt, Lebe lange deinem Land, Wie mächtig er die Sachsen stets geschützet, Gott schütz' deinen Geist und Hand, Zeigt dessen Säbels Stahl, der vor uns Sachsen blitzet. So muß durch Augustus' Leben Wir können unsern Landesvater Unsers Sachsens Wohl bestehn, Als einen Field und Siegesrater So darf sich kein Feind erheben In dem großmächtigsten August Wider unser Wohlergehn. Koor en Barokorkest van De Nederlandse Bachvereniging Leo van Doeselaar Sinds 1983 werkt De Nederlandse Bachvereniging met een eigen koor Leo van Doeselaar begon zijn orgel- en pianostudie bij Gerard Akkerhuis en Barokorkest, beide bestaande uit ongeveer twintig musici, die allen te Den Haag. Vervolgens studeerde hij aan het Amsterdams Sweelinck gespecialiseerd zijn in 17e en 18e eeuws repertoire. Conservatorium orgel bij Albert de Klerk en piano bij Jan Wijn. Naast De vaste leiding van het koor is in handen van Jos van Veldhoven, tevens beide solistendiploma's behaalde hij ook de Prix d'Exellence orgel. In artistiek leider van De Nederlandse Bachvereniging. Ongeveer de helft van 1980 werd hem de Toonkust-Jubileumprijs toegekend en in 1981 de Zil­ de jaarlijkse projecten wordt onder zijn leiding uitgevoerd. Koor en Ba­ veren Vriendenkrans van het Concertgebouw. Na zijn studie verdiepte rokorkest werken regelmatig met gastdirigenten. In de afgelopen jaren hij zich door middel van enkele cursussen in 'historisch' orgelspel, stu­ waren dat Gustav Leonhardt, Ton Koopman, Paul McCreesh, Jos van Immer­ deerde bij André Isoirorgelrepetoire en volgde fortepianolessen bij Mal­ sed, , Hermann Max, René Jacobs, Frans Briiggen, colm Bilson en Jos van Immerseel. Andrew Parrott, Monica Hugget, Roger Nonington, Ivan Fisher en Paul van Leo van Doeselaar trad als orgelsolist op met diverse orkesten onder Nevel. Veel van de spelers in het Barokorkest zijn verbonden aan één van dirigenten als Ernest Bour, Ricardo Chailly, Charles Dutoit, Claus-Peter Hor, de andere bekende ensembles voor oude muziek zoals h d Orkest van de Jean Fournet en David Zinman. Achttiende Eeuw, The Amsterdam Baroque Orchestra of La Petite Bande. Als continuospeler heeft hij gewerkt met uiteenlopende barokensembles Koor en Barokorkest van De Nederlandse Bachvereniging traden veelvuldig in West-Europa. Hij verleende zijn medewerking aan een groot aantal op tijdens binnen- en buitenlandse festivals. H d koor maakte concertreizen Oude Muziek Festivals in Europa en de Verenigde Staten. naar Frankrijk, Italië, Spanje, Portugal, Duitsland en Japan. Intensieve samen­ Sinds 1977 vormt hij samen met Wieneke Jordans een veelvuldig optre­ werking van het koor met The Amsterdam Baroque Orchestra onder lei­ dend pianoduo. Hij maakte als orgelsolist, continuospeler en pianist een ding van Ton Koopman heeft geleid tot vele gemeenschappelijke projec­ groot aantal opnamen voor diverse labels, waaronder de eerste integra­ ten. Ook met ensembles als Concerto Palatino, Sagittarius en I Ramminghi le opname van orgelwerken van Wilhelm Friedemann Bach en Georg had de Bachvereniging gemeenschappelijke projecten. Friedrich Händel en een opname van Hindemith s Kammermusik nr.7 Het koor van De Nederlandse Bachvereniging maakte onder leiding van met het Koninklijk concertgebouworkest onder leiding van Ricardo Chailly. Ton Koopman CD-opnamen van Bachs Matthäus Passionjohannes Pas­ Als hoofdvakdocent orgel is hij verbonden aan het Koninklijk Conserva­ sion en Mozarts Requiem, die wereldwijd grote waardering hebben ge­ torium te Den Haag. En sinds 1995 is hij in Berlijn werkzaam als orgelpro- kregen. Koor en Barokorkest maakten twee CD's met werken van Biber, fessor aan de Hochschule der Künste. Vails en Steffani onder leiding van Gustav Leonhardt. Peter Kooij Howard Crook Peter Kooij (1954) zong al als zesjarige in het koor van zijn vader. Vanaf De Amerikaanse lyrische tenor Howard Crook voltooide zijn studie met 1970 studeerde hij aan het Utrechts Conservatorium hoofdvak viool. Na een Master of Music' graad aan de Universiteit van Illinois. enige tijd verwisselde hij dit voor hoofdvak zan g omdat zijn voorliefde Sedert zijn vestiging in Nederland - na met succes te hebben meegedaan voor de vocale muziek steeds sterker werd. In 1980 behaalde hij zijn aan concoursen in onder andere Parijs en s Hertogenbosch - is hij een diploma uitvoerend musicus bij Max van Egmond aan het Sweelinck veelgevraagde tenor in binnen- en buitenland. Conservatorium te Amsterdam. Howard Crook heeft op de meeste festivals in Europa gezongen en naast De concertpraktijk van Peter Kooij voert hem door geheel Europa, naar zijn Bach-werk - hij maakte opnamen van alle belangrijke vocale werken Japan, Israël, Zuid-Amerika en de Verenigde Staten. van met Philippe Herreweghe - specialiseert hij zich Hij zong onder meer onder leiding van Philippe Herreweghe, Roger Nor­ in de operarollen van Mozart, de Franse Barok en het vroeg Romantisch rington, Gustav Leonhardt, Ton Koopman, Frans Bruggen en Sigiswald repertoire. Kuijken. De afgelopen jaren heeft Howard Crook meegewerkt aan het Stabat Mater Het omvangrijke repertoire omvat werken van Heinrich Schütz tot Kurt van Boccherini (met Les Arts Florissants), The Fairy Queen van Purcell (Lon­ Weill en wordt door een veelheid van opnamen gedocumenteerd. don Classical Players onder leiding van ), de Johannes Pas­ Naast zijn drukke concertpraktijk werkt Peter Kooij ook als hoofdvakdo­ sion (Concertgebouworkest onder leiding van Philippe Heneweghe). Hij had cent zang in Amsterdam en Hannover. Hij werd gevraagd voor het geven de titelrol in de Orfeo bij de Nederlandse en was Septimus in Theodo­ van masterclasses in Amsterdam, Gent, Leipzig Parijs en Lissabon. Bo­ ra van Handel bij De Nederlandse Bachvereniging. Hij werkt regelmatig met vendien is Peter Kooij artistiek adviseur van het Ensemble Vokal Europeen. De Nederlandse Bachvereniging recent nog in het Weihnachts Oratorium. Koor van De Nederlandse Bachvereniging Barbara Schlick sopraan Ghislaine van den Berg-van Opstal, Marjan van Giel, Barbara Schlick werd geboren in Würzburg, waar ze aan de Musikhoch­ Christine van 't Hof, Maaike Kitslaar, Hilde VanRuymbeeke, schule studeerde. Zij studeerde zang bij mevrouw Prof. Wesselmann in Essen. Barbara Schlick begon haar carrière bij het Barokensemble Adolf Colette Vodegel Matzen alt Harry Baas Becking, Mirjam Boers, Saskia Bouma, Scherbaum. Tegenwoordig geniet zij internationale bekendheid als vertolk­ ster van oude muziek. Zij geeft concerten over de hele wereld en treedt Marleene Goldstein, Marianne Ketel, Saskia Kruysse tenor Ton Edelbroek, Andreas Gisler, Gert M. Knepper, op tijdens bekende Europese festivals. Zij heeft gewerkt met dirigenten Antoine Peters, Richard Prada, Kees Terlouw als Frans Bruggen, William Christie, Michel Corboz, Reinhard Goebel, Phi­ lippe Herreweghe, René Jacobs, Jürgen Jürgens, Ton Koopman, Sigiswald bas Jan Carpentier, Peter Dijkstra, Michael van Ekeren, Han Linssen, Paul-Peter Polak, Yoel Sivan Kuijken, Jean-Claude Malgoire, Hermann Max, Helmut Müller-Brühl, Jos van Veldhoven en Michael Schneider. Barokorkest van De Nederlandse Bachvereniging Naast haar drukke concertbezigheden heeft Barbara Schlick zang gedo­ viool Johannes Leertouwer, Peter van Boxelaere, Pieter van ceerd aan de Musikhochschule in Würzburg en gaf ze, in samenwerking Dommeie, Elisabeth IngenHousz, Paulien Kostense, met verschillende centra voor Oude Muziek, cursussen in barokzang Antoinette Lohmann, Wanda Visser, Udewij van der Voort, onder andere in Bremen, Brugge, aan de Iternationale Bachakademie George Willms Stuttgart en tijdens het Early Music Festival York. altviool Wim ten Have, Lu van Albada, Jan Willem Vis Jos van Veldhoven cello Viola de Hoog Frank Wakelkamp contrabas Peter Rikkers Jos van Veldhoven studeerde Muziekwetenschap aan de Rijksuniversiteit orgel Leo van Doeselaar te Utrecht en koor- en orkestdirectie aan het Koninklijk Conservatorium davecimbel Siebe Henstra te Den Haag. Sinds 1983 is hij als artistiek leideren als dirigent werkzaam theorbe Fred Jacobs bij De Nederlandse Bachvereniging. In deze functie geeft hij regelmatig uitvoeringen in binnen- en buitenland van de grote werken van Johann traverso Marien Root, Doretthe Janssens hobo Martin Stadler, Kristin Unde, Abigail Graham Sebastian Bach en diens tijdgenoten. Sinds 1989 leidt hij eveneens het fagot Jane Gower solistenensemble Cappella Figuralis, een ensemble dat zich met name toelegt op de muziek uit de lZe eeuw. Sinds 19Z6 dirigeert hij bovendien trompet PO Lindeke, Susan Williams, Ralph Henssen pauken Peppie Wiersma het door hem zelf opgerichte Utrechts Barok Consort. In de afgelopen jaren heeft Jos van Veldhoven veelvuldig de aandacht getrokken met uit­ voeringen van nieuw’ repertoire binnen de oude muziek. Hij is als docent koordirectie en ensembletechniek verbonden aan het Sweelinck Conser­ vatorium te Amsterdam en het Koninklijk Conservatorium te Den Haag.

Kai Wessel Kai Wessel studeerde muziektheorie, compositieleer en zang en slaagde cum laude voor zijn examens aan de Musikhochschule in Lübeck. Te­ vens studeerde hij barokke uitvoeringspraktijk aan de Schola Cantorum te Bazel bij René Jacobs, die hij assisteerde bij het bewerken van opera’s voor onder andere de Internationale Festwoche der Alten Musik Inns­ bruck. Hij behaalde talrijke nationale en internationale prijzen en kreeg een beurs waarmee hij bij Peter Kooij zijn studie kon voortzetten. Hij heeft zich inmiddels grote bekendheid verworven die hem in staat stelt wereldwijd op te treden en samen te werken met bekende dirigenten en orkesten zoals Philippe Herreweghe (La Chapelle Royale, Collegium Vo­ cale), William Christie (Les Arts Florissants), Sigiswald Kuijken (La Petite Bande), Ton Koopman (The Amsterdam Baroque Orchestra), Michael Schneider (La Stagione Frankfurt), Jordi Savall (La Capella Reial) en ande­ ren. Hij maakte diverse radio- en CD-opnamen. "knack" ) DOETEBtttIK Q Gemeentekrediet Nationale6 Loterij ■KUNST. AGFA O De Morgen

deSingel wordt betoelaagd door de Vlaamse Gemeenschap en geniet de steun van de Provincie Antwerpen deSingel

HOOFDINCANC EN BESPREEKBUREAU Desguinlei 25.2018 Antwerpen tel. 03/248.38.00 . fax 03/248.28.28

ADMINISTRATIE 1 Jan Van Rijswijcklaan 155.2018 Antwerpen tel. 03/244.19.20 . fax 03/244.19.59