architectuur theater dans muziek

MUZIEK BLAUWE ZAAL GROTE PODIA

Antje Weithaas Tanja Tetzlaff Gunilla Süssmann wo 19 okt 2011

T +32 (0)3 248 28 28 WWW.DESINGEL.BE DESGUINLEI 25 / B-2018 ANTWERPEN

WORD FAN VAN DESINGEL OP FACEBOOK

deSingel is een kunstinstelling van de Vlaamse Gemeenschap en geniet de steun van hoofdsponsor mediasponsors 2011-2012 Grandes Dames

Antje Weithaas . Tanja Tetzlaff . Gunilla Süssmann wo 19 okt 2011

Marie-Elisabeth Hecker . Louis Lortie wo 14 mrt 2012

Lisa Batiashvili & friends vr 18 mei 2012

inleiding Adeline Boeckaert / 19.15 uur / blauwe foyer begin 20.00 uur pauze omstreeks 20.50 uur einde omstreeks 21.40 uur teksten programmaboekje Adeline Boeckaert coördinatie programmaboekje deSingel Gunilla Süssmann piano Antje Weithaas viool Tanja Tetzlaff cello

Clara Schumann (1819-1896) Pianotrio in g, opus 17 30’ Allegro moderato Scherzo: Tempo di Menuetto Andante Allegretto

Lili Boulanger (1893-1918) D’Un matin de printemps 5’ D’Un soir triste 11’

pauze

Fanny Mendelssohn-Hensel (1805-1847) Pianotrio in d, opus 11 25’ Allegro molto vivace Andante espressivo Allegretto gelieve uw GSM uit te schakelen Allegro moderato

De inleidingen kan u achteraf beluisteren via www.desingel.be Selecteer hiervoor voorstelling/concert/tentoonstelling van uw keuze.

Op www.desingel.be kan u uw visie, opinie, commentaar, appreciatie, … reageer betreffende het programma van deSingel met andere toeschouwers delen. & win Selecteer hiervoor voorstelling/concert/tentoonstelling van uw keuze. Neemt u deel aan dit forum, dan maakt u meteen kans om tickets te winnen.

Bij elk concert worden cd’s te koop aangeboden door ’t KLAverVIER, Kasteeldreef 6, Schilde, 03 384 29 70 > www.tklavervier.be

Grand café deSingel open alle dagen 9 > 24 uur informatie en reserveren +32 (0)3 237 71 00 www.grandcafedesingel.be drankjes / hapjes / snacks / uitgebreid tafelen componist beschouwd die het genre, zowel voor de uitvoerders als voor Componistes in de de luisteraars, op een hoger niveau heeft getild. Zo breidde hij het aantal delen van het pianotrio uit tot vier, waarmee hij het pianotrio op gelijk ni- schaduw... veau plaatste als de ambitieuze genres zoals de symfonie, de pianosonate en het strijkkwartet. Nadien deinsden vele componisten ervoor terug om zich te meten met de legendarische pianotrio’s van Beehoven. Zo beklem- toonde Robert Schumann bijvoorbeeld in zijn muziekkritieken meermaals de compositorische moeilijkheid van dit genre. “Van iemand die een pia- “Ik geloofde ooit dat ik creatief talent bezat, maar ik heb die idee opgege- notrio schrijft”, zo stelde Schumann, “moet men verwachten dat hij beseft ven; een vrouw mag niet naar componeren verlangen – er is er nog nooit wat voor heerlijke composities er in dit genre reeds geschreven werden.” een in geslaagd. Hoe zou ik dan die ene vrouw kunnen zijn die het wel En, “laten we er vooral op letten dat ons tijdperk niet al te veel afsteekt kan?” tegenover het verleden.” Clara Schumann, 1839 Clara Schumann De muziekgeschiedschrijving en daarmee ook heel wat toelichtingen bij Pianotrio in g, opus 17 composities hebben doorgaans een sterke neiging om te fixeren op het Omdat Clara Schumann (1819-1896) zo druk in de weer was met haar biografische. Droog feitenmateriaal dat in sommige gevallen misschien in- schitterende carrière als pianovirtuose en niet te vergeten met de ver- teressant is, maar zelden iets wezenlijk bijbrengt over wat er nu eigenlijk in zorging van haar echtgenoot Robert Schumann en hun kinderen, wijdde een bepaald muziekstuk te horen valt, laat staan wat daar het esthetische ze relatief weinig tijd aan het componeren. Dit was ook te wijten aan belang van is. Kortom, biografische anekdotiek en de zuiver muzikale as- een gebrek aan vertrouwen hierin. De houding van Clara tegenover het pecten zijn doorgaans twee strikt gescheiden werelden. Maar wat gezegd componeren is altijd dubbelzinnig geweest. Zij werd veel gestimuleerd als het over vrouwelijke componisten gaat? Is er, zoals wel vaker beweerd door Schumann en deed meermaals haar best om hem, bij wijze van wordt, effectief een verschil hoorbaar tussen vrouwelijke en mannelijke verjaardagscadeau, een compositie aan te bieden. Maar of zij ook veel noten? Clara Schumann vond van wel. Of zoals haar echtgenoot Robert zou gecomponeerd hebben zonder zijn voortdurende stimulans en waar- Schumann het ooit verwoordde: “Clara heeft een aantal kleine stukken dering, is niet zeker. Op 2 oktober 1846, na de alom positieve reacties op geschreven, die zo een muzikale en gevoelige vindingrijkheid tonen, als haar pianotrio, schreef ze wel: “Er gaat toch niets boven het genoegen zij nog nooit heeft bereikt. Maar kinderen hebben, en een echtgenoot die zelf gecomponeerd te hebben en het dan te horen. Er zijn enkele aardige voortdurend leeft in een sfeer van verbeelding, dat gaat niet samen met plaatsen in het Trio, en ik geloof dat het ook in de vorm aardig is gelukt. componeren. Ze kan niet regelmatig werken, en ik ben vaak verontrust Natuurlijk blijft het altijd vrouwenwerk, waarbij het altijd aan kracht en hier bij die gedachte, hoe vele diepe ideeën verloren gaan, omdat zij ze niet en daar ook aan vindingrijkheid ontbreekt.” kan uitwerken. Maar Clara weet zelf dat haar belangrijkste bezigheid het Dit Pianotrio in g, opus 17 wordt alom beschouwd als haar belangrijkste moederschap is en ik geloof dat ze gelukkig is in de omstandigheden en compositie, het werd ook door haar tijdgenoten erg gewaardeerd en dik- ze niet veranderd hoeft te zien.” wijls uitgevoerd. Clara componeerde het tussen mei en september 1846. De compositie is relatief eenvoudig, maar steekt toch ingenieus ineen. Dit Op het programma van deze avond staan twee pianotrio’s van twee com- trio toont aan dat zij zeer bij de tijd was en de kenmerken van de nieuwste ponistes, Clara Schumann en Fanny Mendelssohn-Hensel, die in de scha- romantische muziek al in haar stijl had geassimileerd. Zo laat Clara in het duw van een beroemd mannelijk familielid werkten aan een bijzonder mu- openende Allegro met een verbluffende natuurlijkheid het smachtende zikaal oeuvre. Het pianotrio, in de bezetting voor piano, viool en cello, geldt hoofdthema uiteenvallen in diverse motiefjes, die vervolgens her en der ongetwijfeld als één van de meest stiefmoederlijk behandelde genres uit op strategische momenten terug opduiken. De twee middendelen van het de klassiek-romantische periode. De reden ligt voor de hand: het piano- trio zijn iets minder gewaagd, ook al steken ze vér boven de door Clara trio heeft zich pas vrij laat ontwikkeld tot een compositie waarin de drie zelf veronderstelde middelmaat uit. Het tweede deel, het walsachtige partners gelijkwaardig worden behandeld. Na schitterende voorzetten van Scherzo, klinkt eerder als een zacht, ietwat speels intermezzo. Hierop Joseph Haydn en Wolfgang Amadeus Mozart werd het pianotrio als genre volgt een zangerig Andante dat een meer romantische sfeer uitademt pas volwassen in de handen van Ludwig van Beethoven. Hij wordt als dé in de trend van de ‘Lieder ohne Worte’ van Felix Mendelssohn. Ook de Clara Schumann. Ingekleurde lithografie, 1840 © Archiv für Kunst und Geschichte Berlin vindingrijke fuga’s in het afsluitende en zweverige Allegretto tonen een bijzonder gewiekste en vakkundige componiste. In muziekrecensies sprak men vol lof over deze geslaagde kruising van contrapuntisch vernuft met melancholische noblesse.

Fanny Mendelssohn-Hensel Pianotrio in d, opus 11 Net als haar jongere broer Felix heeft Fanny Mendelssohn (1805-1847) het geluk gehad om genoeg materiële middelen en culturele bagage van thuis uit meegekregen te hebben om haar aangeboren talent tot volle ontwikkeling te laten komen. Ze was de oudste dochter van een joodse bankier in Berlijn, kleindochter van een beroemde filosoof, en kind van een cultureel sterk ontwikkelde moeder die haar kinderen hun eerste piano- lessen gaf. Bovendien organiseerde men ten huize Mendelssohn zondag- concerten waarop de meest vooraanstaande burgers en kunstenaars van Berlijn waren uitgenodigd. Maar... Fanny groeide op in een tijd waarin componeren een puur mannelijke aangelegenheid was en het niet geoor- loofd was dat een vrouw van stand met muziek geld zou verdienen. “De muziek wordt voor Felix misschien een beroep, maar voor jou zal het altijd een sieraad blijven. Het kan en mag nooit het fundament van jouw bestaan worden”, waren de beruchte woorden die vader Abraham Mendelssohn schreef toen zijn dochter vijftien was. Toch componeerde ze bijna 500 werken, vaak van een ongekend niveau. Het Pianotrio in d, opus 11 dateert uit 1846 en werd dus kort voor haar dood voltooid. Het is een virtuoos en volbloed romantisch meesterwerk. De pianopartij illustreert dat Fanny zelf een fenomenale pianiste moet zijn geweest. Het openingsdeel, het Allegro molto vivace, begint met een vloeiende pianobegeleiding, waarboven de strijkers een langgerekte, smachtende melodie spelen. Het prachtige tweede deel, een romantisch Andante espressivo, is meer terughoudend en eerder reflectief qua stemming. Fanny gaf het derde deel de ondertitel ‘Lied’, en inderdaad, een schattig klein Allegretto is een charmant lied in de trend van haar broers beroemde ‘Lieder ohne Worte’. De finale, Allegro moderato, begint met een solo voor piano vooraleer de strijkers na enkele maten uiteindelijk invallen. Het ietwat zware, zigeunerachtig klinkende thema geeft een me- lancholische sfeer aan het stuk. Als contrast poneert Fanny Mendelssohn een luchtiger tweede thema met een gesyncopeerde begeleiding. Het Pianotrio in d, opus 11 werd vlak na haar dood op vraag van haar familie bij Breitkopf en Härtel uitgegeven. Een beetje ironisch als men weet dat Fanny tijdens haar leven verboden werd om werk te publiceren. Slechts een dertigtal van haar liederen zijn tijdens haar leven in druk verschenen, wat maar ongeveer een tiende is van wat ze in dit genre geschreven heeft.

Fanny Mendelssohn-Hensel. Tekening van Wilhelm Hensel. Lili Boulanger grootschalige werken te componeren. Een ding is een feit: was zij ouder D’Un matin de printemps geworden dan vierentwintig, dan behoorde ze nu tot de grootste compo- D’Un soir triste nisten van de twintigste eeuw. Toen Lili Boulanger (1893-1918), de jongere zus en leerling van Nadia Boulanger, op 15 maart 1918 overleed was zij slechts vierentwintig jaar oud. Desondanks creëerde ze in haar korte leven een opmerkelijk oeuvre. In 1904 componeerde ze haar eerste werk, een lied met als titel ‘La lettre de mort’. Lili was op dat moment slechts elf jaar, maar toch is deze eerste compositie al doordrongen van smart en verdriet. Nadia Boulanger zei over haar zuster: “Die eerste aanraking met verdriet vormde de grond- slag van haar hele talent. Toen onze vader stierf was zij zes jaar oud. En op haar zesde begreep zij wat sterven inhield. Het verdriet dat je iemand overleeft waar je van houdt.” De ontwikkeling die Lili Boulanger onderging tussen 1911 tot haar overlijden in 1918 is indrukwekkend. Ondanks een ongeneeslijke ziekte nam haar wilskracht om te componeren en om zich te vernieuwen met de jaren alleen maar toe. Zeker nadat ze in 1913, als eerste vrouw in de muziek- geschiedenis, de prestigieuze Franse Prix de Rome won. Deze ultieme componistenprijs kreeg ze voor haar cantate ‘Faust et Hélène’, naar een passage uit ‘Faust II’ van Johann Wolfgang von Goethe. Het moderne en gewoonlijk als ‘typisch Frans’ beschouwde aspect van Boulangers werk ligt in de subtiele uitwerking van het harmonische en coloristische materi- aal. De parameter klankkleur is onlosmakelijk verbonden met de cyclische structuur die ze mogelijkerwijze in het werk van Gabriel Fauré en Claude Debussy had leren kennen. Gaandeweg ontwikkelde ze een eigen harmo- nieuze taal die soms al lijkt vooruit te lopen op Olivier Messiaen en meer direct aansluit op Albert Roussel, Ernest Bloch en Arthur Honegger. Er zijn verschillende manieren om ‘D’Un matin de printemps’ te brengen. Lili Boulanger componeerde een versie voor viool of fluit en piano, een andere versie voor pianotrio en tenslotte arrangeerde ze het werk voor orkest. De componist Jean Françaix, een leerling van haar jongere zus Nadia Boulanger, bewerkte deze compositie na haar dood ook nog eens voor twee piano’s. Op muzikaal vlak toont ‘D’Un matin de printemps’ een niet aflatende zoektocht naar harmonische schoonheid, schilderachtig instrumentaal coloriet, zangerige passages, sobere begeleidingsfiguren en opmerkelijke ritmes. Dit snelle en levendige stuk staat in schril contrast met het trage en eerder melancholische ‘D’Un soir triste’. De toonaard mi klein overheerst dit werk, maar aan het einde verschijnt plotseling de toonaard mi groot, die een vage belofte op een beter hiernamaals lijkt te brengen. Beide stukken vertonen enkele frappante reminiscenties aan de muziek van Debussy: impressionistische stemmingen, gelardeerd met en- kele muzikale uitbarstingen vormen de basis. Boulanger vermijdt in deze stukken pure virtuositeit ten voordele van een melodieuze en expres- sieve lyriek. Helaas was het haar niet gegeven om op dit niveau nog meer Lili Boulanger Gunilla Süssmann Ze maakt tevens deel uit van het succesvolle Arcanto Quartett met Tabea Na een reeks belangrijke debuutconcerten bij o.a. het Concertgebouw Zimmermann, Daniel Sepec en Jean-Guihen Queyras. Voor het label Amsterdam, Wigmore Hall London, Konzerthaus Dortmund en de Oslo Cavi-music maakte Antje Weithaas zeer geprezen opnamen van sonates Philharmonic, wist Gunilla Süssmann zich te profileren tot een van van Brahms en Mendelssohn, en van werken van Schubert, Saint-Saëns, de bekendste solopianisten uit Noorwegen. Verder concerteerde zij Ravel, Fauré, met Silke Avenhaus. Een tournee door Zuid-Amerika met reeds met de Bergen Philharmonic, Trondheim Symphony, Kristiansand de Camerata Bern en Angelika Kirchschlager, met optredens in Buenos Symphony, Norwegian Radio Orchestra, Royal Scottish Symphony, Aires, Montevideo, Sao Paulo en Rio de Janeiro, vormde het startschot Taipei Symphony, South Jutland Symphony, St. Gallen Symphony en van huidig seizoen. Als artistiek directeur van de Camerata Bern zal de Philharmonia of South Westphalia. In 2007-2008 was zij ook te ze met dit orkest verder nog optreden met Katia en Marielle Labèque, horen in Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Noorwegen, Zwitserland, Christoph Prégardien en Jean-Guihen Queyras. Verdere hoogtepunten van Taiwan en Groot-Brittannië. In januari 2009 debuteerde zij in de VS dit seizoen zijn concerten op het Edinburgh Festival en het Rotterdams met de Utah Symphony olv. Stefan Solyom. Naast het solorepertoire is Gergiev Festival, het ‘Triple Concerto’ van Beethoven met Lars Vogt en Gunilla Süssmann ook actief in kamermuziek. Zij werkte reeds samen Gustav Rivinius met het Rundfunkorchester Saarbrücken Kaiserslautern, met oa. Martin Fröst, Solveig Kringelborn, Tanja Tetzlaff, Lars Anders Bergs Vioolconcerto met het Johannesburg Philharmonic Orchestra, Tomter, Raphael Wallfisch en het Vertavo Quartett. Gunilla Süssmanns Sinfonia Viva Derby en het Stavanger Symphony Orchestra, Brittens eerste soloalbum onder het label NMA bevatte werk van Skrjabin en Vioolconcerto met het Orkest van het Oosten, Bruchs Vioolconcerto nr 1 Rachmaninov. Voor het label Naxos nam zij Geirr Tveitts concerto voor met het Nederlands Philharmonisch Orkest en Beethovens Vioolconcerto twee piano’s en orkest op samen met pianist Havard Gimse en het Royal met het Stavanger Symphony en de Camerata Bern. Weithaas combineert Scottish Symphony Orchestra olv. Bjarte Engeset. Deze opname werd haar concertactiviteiten met een lesopdracht aan de Hochschule für genomineerd voor de Cannes Classical Awards 2004 en kreeg de titel Musik ‘Hanns Eisler’ in Berlijn. Antje Weithaas bespeelt een instrument van ‘editor’s choice’ in zowel de Gramophone als het BBC Music magazine. Peter Greiner uit 2001. Met celliste Tanja Tetzlaff nam ze de cd ‘Malinconia’ op en met sopraan Solveig Kringleborn de cd ‘Romances’. Tanja Tetzlaff www.gunillasussmann.no Celliste Tanja Tetzlaff studeerde aan de Musikhochschule bij Bernhard Gmelin en aan het Mozarteum te Salzburg bij . Antje Weithaas Ze nam deel aan verscheidene internationale wedstrijden. Ze won Violiste Antje Weithaas studeerde aan de Hochschule für Musik ‘Hanns onder meer de eerste prijs op de eerste internationale muziekwedstrijd Eisler’ in Berlijn bij Werner Scholz. Ze won het Kreisler Concours in Graz in Wenen in 1992, de derde prijs op de ARD Wettbewerb in 1994, de in 1987 en het Bach Concours in Leipzig in 1988, evenals de Hannover Förderpreis Deutschlandfunk in 1998 en de Novartis-Förderpreis der International Violin Competition in 1991. Ze behoort tot de meest Kultur-Fördergemeinschaft der Europäischen Wirtschaft 1999/2000. Tanja gevraagde solisten en kamermuzikanten van haar generatie. Ze gaf Tetzlaff gaf concerten met het Tonhalleorchester Zürich, Sinfonieorchester concerten met de meeste radio-orkesten van Duitsland, het Deutsches des Bayerischen Rundfunks, Radio Symfonieorkest Moskou, Deutsche Symphonie-Orchester Berlin, de Bamberger Symphoniker en talrijke Kammerphilharmonie Bremen, Camerata Salzburg, Queensland Symphony internationale toporkesten zoals Los Angeles Philharmonic Orchestra, Orchestra Brisbane ea. met dirigenten als Lorin Maazel, Daniel Harding, San Francisco Symphony Orchestra, Royal Philharmonic Orchestra, Philippe Herreweghe, Sir Roger Norrington, Vladimir Ashkenazy en Paavo Philharmonia Orchestra, BBC Symphony Orchestra en toonaangevende Järvi. Haar liefde voor de kamermuziek deelt Tanja Tetzlaff met partners orkesten uit Nederland, Scandinavië en Azië. Weithaas speelde onder als , Lars Vogt, Mihaela Ursuleasa, Tabea Zimmermann, leiding van prominente dirigenten als Vladimir Ashkenazy, Sir Neville Martin Fröst, Antje Weithaas en met haar broer , met Marriner, Yuri Temirkanov, Frans Brüggen, Yakov Kreizberg, Sakari Oramo, wie ze ook het Tetzlaff Quartett heeft opgericht. Tanja Tetzlaff heeft de Tuomas Dausgaard, Carlos Kalmar, Andrej Boreyko, Christian Zacharias, Celloconcerti van Haydn opgenomen met het Wiener Kammerorchester. Bruno Weil en Hans Vonk. Ze is echter vooral actief op het gebied van de Op een portret-cd is ze te horen in het Celloconcerto van Robert kamermuziek. Met bevriende collegae-musici zoals Christian en Tanja Schumann met de Deutsche Kammerphilharmonie onder leiding van Heinz Tetzlaff, Clemens Hagen, Silke Avenhaus, Sharon Kam, Lars Vogt en Tabea Holliger en in solowerken van Bach, Kodály, Britten en Esa-Pekka Salonen. Zimmermann speelt Anje Weithaas in wisselende kamermuziekformaties. Tanja Tetzlaff bespeelt een cello van Giovanni Baptista Guadagnini uit 1776. Meer Antje Weithaas in deSingel Camerata Bern olv. Antje Weithaas viool Tabea Zimmermann altviool W A Mozart Symfonie nr 29 in A, KV201 Concertante symfonie voor viool, altviool en orkest in Es, KV364 A Glazoenov Concerto voor altsaxofoon en strijkorkest in Es, opus 109 (versie voor altviool D. Shallon) I Stravinsky Dumbarton Oaks

Antje Weithaas © Marco Borggreve vr 16 mrt 2012 blauwe zaal / 20 uur inleiding Gert Haelterman / 19.15 uur / blauwe foyer € 26, € 22, € 18 basis € 22, € 18, € 14 -25/65+ € 8 -19 jaar architectuur theater dans muziek

MUZIEK BLAUWE ZAAL GROTE PODIA

T +32 (0)3 248 28 28 WWW.DESINGEL.BE DESGUINLEI 25 / B-2018 ANTWERPEN

WORD FAN VAN DESINGEL OP FACEBOOK

deSingel is een kunstinstelling van de Vlaamse Gemeenschap en geniet de steun van

hoofdsponsor mediasponsors