Quick viewing(Text Mode)

111 Jaar Welstandsadvisering, Deel 2

111 Jaar Welstandsadvisering, Deel 2

De Schoonheid van 2111 jaar welstandsadvisering 1940 – 1978 Uitgave in drie delen van de Commissie voor Welstand en Monumenten De Schoonheidscommissie 1940–1978

1940 1968 Johan Ringers wordt aangewezen als Het Frederiksplein wordt bestemd voor nieuwbouw De IJ-tunnel gaat open voor autoverkeer. Regeringscommissaris van de Wederopbouw (later van De Nederlandsche Bank. Het operagebouw De eerste bewoners nemen hun intrek in de Bijlmer. genoemd Algemeen Gemachtigde voor de wordt verwezen naar het terrein van de Oude Rai Het Plan Stadsspoor voor een metronet wordt door Wederopbouw). Invoering van een aan de Ferdinand Bolstraat. de gemeenteraad goedgekeurd. Besloten wordt met supervisorensysteem. Architectencommissies zijn de aanleg van de oostlijn te starten, voor een betere verantwoordelijk voor de architectenkeuze. 1959 Structuurplan van de Stadsrandcommissie voor de ontsluiting van de . zuidoostelijke stadsuitbreiding. Afdeling 1945 Een handtekeningenactie zorgt voor redding van het In Amsterdam zijn 5.000 woningen door houtroof en Stadsontwikkeling begint onder leiding van Siegfried Pintohuis aan de Sint Antoniesbreestraat, dat had sloop verloren gegaan. Het totale woningtekort Nassuth aan het stedenbouwkundig ontwerp. moeten wijken voor vierbaansweg. In 1975 opent de bedraagt rond de 24.000 woningen. 1961 koningin het gerestaureerde pand. 1949 Berghoef en Vegter, in 1939 de winnaars van een Wethouder Volkshuisvesting J.J. van der Velde prijsvraag voor het nieuwe raadhuis op het 1969 Kritisch congres in Arnemuiden over toekomst presenteert het ‘50.000-woningenplan’. Frederiksplein, maken een aangepast plan voor het welstandstoezicht. Waterlooplein. 1950 Eerste nota over de stadsvernieuwing: reconstructie van Besluit om voor acht gebieden in het centrum 1962 de oude wijken rond de binnen een wederopbouwplannen vast te stellen. Met de nieuwe Woningwet wordt een tijdsspanne van 50 jaar. Dit betekent totale sloop Wederopbouwwet geeft gemeente grotere welstandsbepaling in alle gemeentelijke (inclusief het stratenpatroon) en nieuwbouw. ‘Licht, bevoegdheid om in de binnenstad in te grijpen. bouwverordeningen verplicht gesteld. lucht en ruimte’ is nog steeds het adagium. 1951 Chris Nielsen volgt Merkelbach op als Tuindorp Frankendael (‘Jeruzalem’) is af: een stadsbouwmeester, hij bekleedt deze functie tot 1969. 1970 In de wordt de actiegroep De Sterke hovenstructuur met L-vormige bouwblokken met Arm opgericht. Het strijdpunt: betaalbare 360 duplexwoningen. 1963 De afbraak van Kattenburg begint. nieuwbouw in open gaten, binnen het bestaande In wordt de eerste paal voor 10.000 stratenpatroon. woningen geslagen. 1971 1952 Nota inzake welstandstoezicht kondigt Na een onderbreking tijdens de Tweede Welstandsberaad Binnenstad en een compendium Wereldoorlog wordt , waar werd met richtlijnen voor bouwen in de binnenstad aan. geëxperimenteerd met strokenbouw, als eerste Het komt niet tot uitvoering. onderdeel van het aup voltooid. Tweede nota over de stadsvernieuwing: Feestelijke ‘opening’ van de tuinstad Slotermeer verkeersdoorbraken in en rond centrum zijn van de door koningin Juliana. De wijk is pas in 1963 echt af. baan. Voor Nieuwmarktbuurt, en Westelijke Eilanden wil men nu combinatie van nieuwbouw en Cornelis van Eesteren wordt hoofd van de afdeling renovatie met behoud van het ruimtelijk patroon; Stadsontwikkeling. voor Kattenburg en de Dapperbuurt nog altijd 1953 grootschalige sloop en nieuwbouw. Start van de bouw van . De wijk is Plan van W.T. Duyff van Stadsontwikkeling om de voltooid in 1965.

F. weeda / stadsarchief amsterdam weeda / stadsarchief F. Dapperbuurt tegen de vlakte te gooien en te Vier samenhangende wederopbouwplannen worden vervangen door meanderende strokenbouw, met vastgesteld om de toegankelijkheid van de 1965 tussenliggend groen. binnenstad te verhogen en de doorstroming naar Stadsontwikkeling presenteert het plan voor de Het Okurahotel aan de Ferdinand Bolstraat gaat Amsterdam-Noord via de IJ-tunnel mogelijk te eerste 18.000 woningen in de zuidoostelijke open. In 1968 hadden Bijvoet en Holt voor deze plek maken: Jodenbreestraat, , stadsuitbreiding. een operagebouw plus hoteltoren ontworpen, maar Weesperstraat en . Ton de Gier volgt Jakoba Mulder op als hoofd van de na buurtprotesten ging het operaplan van tafel. 1954 afdeling Stadsontwikkeling. In 1979 wordt besloten opera en stadhuis te Het Waterlooplein wordt definitief de locatie voor combineren op het Waterlooplein. het nieuwe stadhuis. Het Frederiksplein komt vrij 1966 Nota van de raadsleden Brinkgreve, Nipperus en voor een operagebouw. 1973 Rossen: het welstandstoezicht in de binnenstad Jan Schaefer wordt staatssecretaris voor 1955 heeft gefaald. stadsvernieuwing. Nota binnenstad: verkeersdoorbraken en andere De gemeenteraad geeft groen licht voor de abn- maatregelen om de centrumfuncties in leven te 1975 nieuwbouw aan de Vijzelstraat. Het actiecomité Ban Het verzet tegen de komst van de metro en de houden staan op gespannen voet met de wens de de Bank wordt opgericht. afbraak van panden in de Nieuwmarkt bereikt zijn monumentale waarden van de binnenstad te hoogtepunt. De rellen gelden als hét omslagpunt in beschermen. De bouw van een ondergrondse De in Noord, een voorstudie voor de de strijd om behoud van de oude wijken. spoorweg wordt overwogen. Bijlmer, is voltooid: voor het eerst een scheiding tussen auto’s en overig verkeer via halfhoge wegen. wordt onafhankelijk. Veel Surinamers 1956 In de Bijlmer wordt de eerste paal voor de flat komen naar Nederland en vestigen zich in de Bijlmer. Ben Merkelbach wordt benoemd tot Hoogoord (plandeel A) geslagen. stadsbouwmeester. Europees Monumentenjaar. Gemeenten krijgen 1967 meer oog voor historische binnensteden. 1957 Openbare hearing over het welstandstoezicht in de De Sloterplas in de vormt een binnenstad. 1977 nieuw recreatiegebied. De dienst Publieke Werken wordt gesplitst in de Presentatie van plan-Jokinen met grootschalige dienst Stadsontwikkeling (de latere dienst De Commissie voor de Oude Stad wordt uitgebreid reconstructie van onder meer de en Ruimtelijke Ordening), de dienst Openbare Werken met een vertegenwoordiger van de oudheidkundige grote verkeersdoorbraken. en het Grondbedrijf. verenigingen (C.W. Royaards) en het hoofd van het Gemeentelijk Bureau voor de Monumentenzorg Na verbreking van de relatie met Berghoef en Vegter 1978 (R. Meischke). schrijft de gemeente een nieuwe internationale Derde nota over de stadsvernieuwing met radicale prijsvraag uit voor het stadhuis. Winnaar wordt de koerswijziging: in plaats van de ‘uiteengelegde stad’ 1958 Weense architect Holzbauer. (met overloopbeleid) moet Amsterdam als Jakoba Mulder volgt Van Eesteren op als hoofd van ‘compacte stad’ weer centraal komen te staan. de afdeling Stadsontwikkeling. 111 jaar welstandsadvisering (deel 2: 1940–1978) De Schoonheid van Amsterdam

Voor de tweede maal een katern over de geschiedenis van de Commissie voor Wel- Omslagfoto stand en Monumenten van Amsterdam, deze keer over de periode 1940–1978. Dit 24 woningen op een deel hadden we u verkeerd aangekondigd, het zou het laatste deel zijn. Maar dan winkelplint aan de Burge- deden we geen recht aan alle beelden, achtergronden en controverses die archiefon- meester de Vlugtlaan derzoek en gesprekken met betrokkenen opleverden. Daarom verschijnt dit najaar 131–137, ontworpen door P.J.M. Zeegers, 1958. nog een derde deel over de periode 1978–2009. Op de nieuwbouw in de De strijd om de westelijke Westelijke Tuinsteden Voor dit tweede deel is de verleiding groot om in kort bestek de naoorlogse geschie- stadsuitbreiding had het welstandstoezicht denis van Amsterdam te beschrijven. Dit is immers de periode waarin een groter deel niet veel invloed. van Amsterdam tot stand kwam dan in de ettelijke eeuwen daarvoor, en waarin een stadsarchief amsterdam welstandscommissie via haar adviezen een groot stempel op de stadsuitbreidingen had kunnen drukken. We beperken ons toch tot de commissie zelf–en zoals uit de geschiedenis van de suiker ook de geschiedenis van het kolonialisme en de macht van de voedselindustrie te begrijpen valt, zo geeft dit verhaal hopelijk meer inzicht in Amsterdam. Na de oorlog bestond er een dringende noodzaak tot snelle woningproductie, Supervisoren hadden het waardoor een stroom bouwplannen van de tekentafel rolde met grote aantallen van nakijken bij bouw Bijlmer dezelfde woningtypes. De druk op de woningmarkt duurde tot de jaren zeventig, toen de overloop naar de groeikernen in de omgeving van Amsterdam gestalte kreeg. Vooral in de jaren zestig domineerde de neiging om in het historische centrum ruimte te geven aan economische ontwikkeling en aan autoverkeer. Vele acties om de unie- ke schoonheid van de binnenstad te beschermen waren het resultaat. De verhouding tot het bestuur stond steeds op geheel eigen wijze onder druk; was er geen onvrede over het ontbreken van beleid of van een hoogbouwvisie dan bestond er wel onbegrip bij de politiek over de oordeelsvorming door de leden. Een Cityvorming een kans terugkerend thema in het welstandstoezicht is de discussie tussen voorstanders van of bedreiging? historiserend bouwen in de binnenstad en de pleitbezorgers van eigentijdse monu- menten. Van alle tijden is ook de roep om supervisie; de neiging van de gemeente pas advies in te winnen als alle plannen in kannen en kruiken zijn en dan geen enkel uitstel kunnen velen; het soms wijken voor die druk en daar door de buitenwereld op worden aangesproken. Maar gelukkig verdwenen is het verwijt van willekeur in de adviezen, omdat de beoordelingskaders nu politiek worden vastgesteld. De commis- sie is nu onafhankelijk, maar werd in de beschreven periode sterk beïnvloed door directeuren van diensten, die er een strijdtoneel vonden. Welstandstoezicht voor binnenstad onder vuur Sommige vragen horen bij de culturele activiteit die welstand is, en krijgen in iedere tijd een nieuwe beantwoording. In dit deel leest u over de grote naoorlogse uitbrei- dingen: de Westelijke Tuinsteden en de Bijlmer. Over de ingrepen in de binnenstad En verder van Amsterdam. Over de beginnende herwaardering voor de bestaande stad en hoe 16 Supervisie bij grote projecten deze toch tekortschoot bij de start van de stadsvernieuwing. Ik wens u wederom loopt nu beter veel leesplezier. 26 Torenhuizen en mammoetsteenkolossen Annemiek Rijckenberg 34 Vijzelbank: symbool van de Voorzitter Commissie voor Welstand en Monumenten Amsterdam cityvorming 37 Woningnood breekt wet… De Juliana van Stolberg- straat in (Bos en Lommer), 1937. Dit was het eerste experiment met half open bouwblokken, op initiatief van het bu- reau Merkelbach en Kar-

stadsarchief amsterdam stadsarchief sten.

2 | DE SCHOONHEID VAN AMSTERDAM Welstand onder druk door grote bouwstromen De strijd om de westelijke stadsuitbreiding Na de Tweede Wereldoorlog stond de westelijke stads uitbreiding bovenaan de agenda van het welstands toezicht. Voor de uitvoering van deze grote op- gave werd eindelijk het zo gewenste supervisorensysteem ingevoerd. Toch verdwenen eisen van welstand vaak naar de achtergrond door de woningnood en de druk om in hoog tempo veel woningen te bouwen.

DEEL 2: 1940–1978 | 3 links: ‘Achterzijde’ van bouwblok aan de Juliana van Stolbergstraat, 1943. In het ontwerp van de ge- vel waren voorzieningen voor de was opgenomen.

onder: Artikel uit 1939 in De 8 en Opbouw, vakblad van de modernisten, waarin men de kwaliteit in twijfel trok van de architecten waarmee particuliere bouwers in zee gingen.

bouwers wilden geen balkons, Stadsont- wikkeling juist wel, liefst voor en achter. Dat resulteerde dan soms in het compro- mis van de Franse balkonnetjes. Platte of hellende daken? Cornelis van Eesteren, de bedenker van het Algemeen Uitbreidings- plan, zei dat het hem niet zoveel uitmaakte, als het maar allemaal hetzelfde was. Er heerste een zekere berusting.

Kinderjuffrouw In 1939 wijdde De 8 en Opbouw, het vak- blad van de modernisten, een aantal arti- kelen aan de gebrekkige architectuur in

stadsarchief amsterdam stadsarchief Bos en Lommer. Men vond dat het wel- standstoezicht de zaak er alleen maar er- ind jaren dertig maakte de Com- zicht kwam, of beter, er was helemaal geen ger op maakte: door aan de bouwers voor- missie voor de Nieuwe Stad zich ern- achterkant meer. De schuurtjes, de was en stellen aan te reiken voor betere Estig zorgen over de uitvoering van de de gebruikelijke rommel op de balkons oplossingen verdoezelde men de onder- grote stadsuitbreiding in westelijke rich- zouden allemaal in het zicht komen, als maatse kwaliteit van de architecten. ‘Kin- ting volgens het Algemeen Uitbreidings- daarvoor geen oplossing in het bouwwerk derjuffrouw Schoonheidscommissie moet plan van 1935. Hoe kon de kwaliteit van de zelf bedacht werd. nu inpakken en plaats maken voor de plannen afdoende worden bewaakt bij Bij de Juliana van Stolbergstraat in Land- Montessorileidster Mej. beroepsbescher- zo’n grootschalige bouwopgave? Vooral ar- lust, aan de rand van Bos en Lommer, was ming,’ concludeerde een auteur. chitectlid Willem Dudok, daarin bijgeval- in 1937 het eerste experiment met half In plaats van haar biezen te pakken pro- len door andere commissieleden, hamer- open bouwblokken gerealiseerd op initia- beerde de Commissie voor de Nieuwe Stad de er steeds weer op dat hij de meeste tief van het bureau Merkelbach en Karsten. wegen te vinden om de controle op de ar- architecten niet capabel genoeg achtte De Commissie voor de Nieuwe Stad vond voor zulke belangrijke opdrachten. het resultaat nog niet bevredigend, maar In de Commissie voor de Nieuwe Stad ronduit negatief was ze over de eerste po- praatte men dan ook regelmatig over de gingen om strokenbouw in het oostelijk noodzaak van een supervisorensysteem en deel van Bos en Lommer te realiseren. Hier over de wenselijkheid van een gecontro- waren particuliere bouwers aan de slag ge- leerde architectenkeuze. Het waren juist gaan met zelfgekozen architecten, die zich de architectleden die daar het hardst om volgens de commissie geen raad wisten riepen, waarschijnlijk deels uit een ge- met deze verkaveling, terwijl bovendien de meend engagement, maar toch ook wel afstanden tussen de stroken uit financiële met hun eigenbelang in gedachten: zij be- overwegingen veel te krap waren geworden. hoorden tot de elite waaruit de architecten Er werd veel gemopperd in de Commis- en supervisoren gekozen zouden worden. sie voor de Nieuwe Stad, ook over de bouw- hoogtes, dakvormen en woningplattegron- Strokenbouw den, maar de onmacht om iets aan de Het toezicht op de uitvoering van de stads- slechte plannen te doen sprak uit elke be- uitbreiding was vooral urgent geworden na spreking. De commissie had weinig be- de introductie van de strokenbouw. Deze voegdheden en was bovendien erg bang verkaveling stelde andere eisen aan de ar- om de bouwers tegen zich in het harnas te chitectuur, omdat de achterzijde in het jagen door al te veel eisen te stellen. De

4 | DE SCHOONHEID VAN AMSTERDAM Overzicht van de ontwer- probeerden de niet-Joodse com- pers van bouwplannen en missieleden hun werk te blijven van de supervisoren in de doen, ook al werd dat werk in de tuinstad Slotermeer. loop der jaren minder. In 1940 kreeg de Commissie voor de Nieuwe Stad nog veel plannen te behandelen, maar in 1942 werd dat al een stuk minder en op 5 mei 1943 was de laatste vergadering van deze commis- sie. Het ging daarna alleen nog maar om kleine bouwaan- vragen die de architectleden zelfstandig afhandelden. Doorwerken kon alleen on- der de voorwaarde van het te- chitecten te vergroten en de stedenbouw- kenen van niet-Jood verkla- kundige eenheid te garanderen. Ze vroeg ringen eind 1940 en nog Van Eesteren of hij de leiding van de archi- eens voor de echtgenoten in tecten in Bos en Lommer op zich wilde ne- augustus 1942. Iedereen te- men, maar deze weigerde. Uiteindelijk is kende en L.S.P. Scheffer, toch een poging ondernomen om in een hoofd van de afdeling Stads- combinatie van bouwers, verenigd in Am- ontwikkeling, werd lid van stels Bouwvereniging, en de architecten de Kultuurkamer toen hij Ben Merkelbach en Mart Stam een supervi- met ontslag bedreigd werd. sorensysteem met gecontroleerde archi- Zijn baas W.A. de Graaf stadsarchief amsterdam tectenkeuze op te zetten. Dat was wat de stemde daarmee in, want het zou volgens Commissie voor de Nieuwe Stad steeds ge- hem ‘feitelijk geen betekenis’ hebben, al- nieuwe burgemeester Voûte, begunstigend wild had. Maar het liep in 1939 uit op een dus Scheffer in zijn memoires. lid van de Germaanse ss in Nederland. Vol- mislukking, volgens Merkelbach door te- De hele club, met uitzondering van archi- gens Scheffer verwachtte Gratama veel van genwerking van een deel van de bouwers, tect Johan Groenewegen die begin 1941 af- het naziregime wat betreft het ‘ordenend volgens de Commissie voor de Nieuwe trad, bleef in de oorlogsjaren zitten, ook optreden in esthetische zaken’. En als het Stad door de oorlogsdreiging. nadat het voltallige gemeentebestuur kort regime al niet ordenend was, dan was het na de Februaristaking van begin 1941 ont- wel Gratama zelf die zijn nieuwe positie ge- Oorlogsperiode slagen was. Jan Gratama, een van de langst- bruikte om de ingezonden bouwtekenin- Hoe verging het de welstandscommissies zittende leden van de Schoonheidscom- gen eigenhandig van rode krassen te voor- in oorlogstijd? Net als de hele ambtenarij missie, werd zelfs wethouder onder de zien om aan te geven wat er veranderd

Organisatie van het welstandstoezicht

Amsterdam kende sinds 1933 drie organen voor In de Commissie voor de Nieuwe Stad waren van een jungle van afwijkende bepalingen en het welstandstoezicht: de Schoonheidscommissie, daarnaast nog het Grondbedrijf, de bouwbedrijven handelwijzen. In Amsterdam mocht vanaf 1922 de Commissie voor de Oude Stad en de Commis- en de corporaties vertegenwoordigd. In de Com- volgens de bouwverordening niet meer gebouwd sie voor de Nieuwe Stad. Terwijl de Schoonheids- missie voor de Oude Stad participeerden vanaf worden als het stadsschoon werd geschaad, in commissie adviseerde over algemene vragen van 1957 een afgevaardigde van de oudheidkundige 1932 gewijzigd in de formulering dat het bouwen esthetische aard en als beroepscommissie fun- verenigingen en het hoofd van Bureau Monumen- moest beantwoorden aan redelijke eisen van wel- geerde, brachten de Commissies voor de Oude en tenzorg. stand. De in 1938 ingestelde staatscommissie- de Nieuwe Stad advies uit over afzonderlijke Een bijzondere positie hadden de architectleden. Frederiks en haar opvolger na de oorlog speelden bouwontwerpen, kunstwerken en plaatsing van Zowel in de Commissie voor de Oude als in die bij het ontwerp van de nieuwe woningwet in op bouwwerken op de monumentenlijst. voor de Nieuwe Stad hadden drie particuliere ar- de formele status die het welstandstoezicht in- De commissies overlapten sterk qua samenstel- chitecten zitting (behalve in de periode tot 1946, middels al had verworven. Dit resulteerde in 1962 ling. In alle drie zaten de directeuren van de ge- toen in de Commissie voor de Nieuwe Stad de in de bepaling in de gewijzigde Woningwet dat meentelijke diensten Publieke Werken, Bouw- en stadsarchitect Hulshoff een van deze plaatsen be- elke bouwverordening voorschrif ten voor het Woningtoezicht en de Woningdienst, alsmede het zette). Deze drietallen vormden elk een architec- bouwen of verbouwen van gebouwen diende te hoofd van de afdeling Stadsontwikkeling en de tencommissie die de esthetische beoordeling van bevatten, in ieder geval ‘over het uiterlijk zowel stadsarchitect (tot 1946 A.R. Hulshoff, daarna was plannen voorbereidde. Alle zes de architecten za- op zichzelf als in verband met de omgeving’, en de positie vacant, tot in 1956 B. Merkelbach als ten ook in de Schoonheidscommissie. dat de gemeenteraad een deskundig college stadsbouwmeester werd benoemd). Ook hadden De meeste gemeenten in Nederland hadden in diende aan te wijzen voor het schriftelijk uitbren- vertegenwoordigers van respectievelijk de burge- de jaren dertig een welstandsbepaling opgeno- gen van een advies. Het welstandstoezicht had rij en het bedrijfsleven zitting in alle commissies. men in hun bouwverordening, al was er sprake hiermee een wettelijke basis gekregen.

DEEL 2: 1940–1978 | 5 rechts: Pierenbadje in de Gibraltarstraat, in 1952 ontworpen door Jakoba Mulder. De waterspeel- plaats werd verhoogd aangelegd om te voorko- men dat hij als doorloop werd gebruikt en dat er straatvuil in waaide. onder: De waterspeel- plaats in de Gibraltar- straat in 2010.

moest worden. Scheffer en stadsarchitect A.R. Hulshoff bleven contact met hem hou- den, vooral over de strokenbouw in Bos en Lommer, waar hij niets van moest hebben. Na de oorlog werden de oude welstands- commissies van hun taak ontheven en nieuwe commissies opgetuigd. ‘Onvader- landslievende elementen’, zoals Gratama en de vertegenwoordiger van het bedrijfs - leven, werden eruit gegooid. Enkele archi- tecten, zoals A.J. van der Steur voor de Commissie voor de Nieuwe Stad, die in de oorlog te lang waren blijven zitten, werden echter wel opnieuw gekozen. stadsarchief amsterdam stadsarchief Supervisoren in Bos en Lommer Het was niet het naziregime dat de door sies die verantwoordelijk waren voor de ar- men om te overleggen over de organisatie Gratama en vele anderen zo gewenste orde chitectenkeuze. Hij benoemde zelf de su- van de woningbouw na de oorlog. Van ge- in het welstandstoezicht bracht. Het was de pervisoren, maar liet zich daarbij adviseren meentewege was toen voorgesteld om ook antinazistische, door het Nederlandse ge- door een Stedenbouwkundige Commissie. in de uitbreidingsgebieden, te beginnen zag benoemde Johan Ringers, die van 1940 Een van de leden was Scheffer, die zo van met het westelijk deel van Bos en Lommer, tot zijn internering in 1943 als Algemeen nabij kennismaakte met dit systeem. het supervisorensysteem in te voeren en te Gemachtigde voor de Wederopbouw de or- Op de eerste vergadering van de Commis- werken met een selectie van vakkundige ar- ganisatie van de bouw met straffe hand sie voor de Nieuwe Stad na de oorlog, op 18 chitecten. leidde. Ringers voerde landelijk het super- december 1946, meldde Scheffer dat Rin- Dit idee was in de oorlog helemaal uitge- visorensysteem in met architectencommis- gers in 1942 naar Amsterdam was geko- werkt in overleg tussen Ringers, het ge- meentebestuur en de gemeentelijke dien- sten. Overleg met de Commissie voor de Nieuwe Stad was volgens Scheffer toen niet mogelijk. Besloten werd dat de superviso- ren benoemd zouden worden door B en W. Voor het resultaat van hun werk zouden ze verantwoording schuldig zijn aan de Com- missie voor de Nieuwe Stad. De superviso- ren werden beschouwd als verlengstuk van de commissie en zouden zich daar ook moeten melden als er onenigheid was tus- sen hen en de architecten. De commissie zou achteraf de bouwplannen beoordelen. Dit idee was direct ten uitvoer gebracht. B en W hadden de supervisoren voor Bos en Lommer benoemd op voordracht van de Bond van Nederlandse Architecten: J. Groe- newegen voor het noordelijk deel, J.F. Berg- hoef voor het midden en A. Boeken voor het zuiden. Ondergronds werkende archi-

opmeer reports tecten hadden eerder al, in overleg met

6 | DE SCHOONHEID VAN AMSTERDAM Koningin Juliana op bezoek groot deel van de commissie er wel bij be- van de supervisoren bij de bespreking van bij de familie Reusch aan trokken: in elk geval de hoofden van de ge- de plannen. Kennelijk ondermijnde het de Walraven van Hallweg meentelijke diensten en zeer waarschijn- supervisorensysteem toch het bestaans- tijdens de feestelijke lijk ook de architectleden. En bovendien: recht van de commissie, die gereduceerd ‘opening’ van de tuinstad wat zou de commissie klagen, nu eindelijk leek tot een steunpilaar voor de superviso- Slotermeer op 7 oktober de voorwaarden geschapen waren die men ren in geval van conflicten met de architec- 1952. De tuinstad was pas in 1963 echt af. altijd gewenst had om een betere kwaliteit ten. Maar het systeem werkte wel: de Com- in de stadsuitbreiding te bereiken? Er wa- missie voor de Nieuwe Stad was over het ren nu over het algemeen goede architec- algemeen positief over de ingeleverde ten voor de woningbouw. De supervisoren plannen. konden ingrijpen in de uitbreidingsplan- nen, stelden zelf bebouwingsplannen op Geen frivoliteiten en waakten over de kwaliteit en samen- We maken een sprong van 1946 naar 1952, hang van de afzonderlijke ontwerpen. Hun wanneer in de eerste wijk van Nieuw-West, bevoegdheden reikten veel verder dan de Slotermeer, al de eerste woningen ge- Commissie voor de Nieuwe Stad ooit had bouwd en bewoond zijn. Er was een nieuw Ringers, richtlijnen voor de woningarchi- gehad. Maar was de commissie door het stedenbouwkundig plan voor een klein tectuur opgesteld. Deze werden in iets ge- supervisorensysteem niet overbodig gewor- deel van Slotermeer dat het vooroorlogse wijzigde vorm overgenomen als leidraad den? plan verving: de strokenbouw was omge- voor de architecten en bouwers in Bos en Al direct op de eerste vergadering van de werkt tot een meer gevarieerde verkaveling Lommer. Architecten waren volgens Schef- Commissie voor de Nieuwe Stad werd in met als belangrijke nieuwe vorm de door fer al bezig met het uitwerken van de plan- december 1946 een bouwplan in Bos en Jakoba Mulder in de oorlog ontwikkelde nen. En Berghoef had direct al laten zien Lommer ter beoordeling voorgelegd. Het hovenbouw. Opdrachtgever voor het me- waartoe een supervisor in staat was: op zijn ging om corporatiewoningen aan de Gi- rendeel van de woningbouwplannen was initiatief waren de gevelafstanden tussen braltarstraat, het plan waarvoor Jakoba de Woningdienst, ook voor de corporatie- de stroken vergroot van 20 naar 28 meter, Mulder van Stadsontwikkeling in 1952 een woningen. Het supervisorensysteem werd een belangrijke kwalitatieve verbetering. prachtige grote waterspeelplaats tussen de ook in Slotermeer toegepast, inclusief een stroken zou ontwerpen. Twee maanden la- lijst met ‘goedgekeurde’ architecten. Commissie Nieuwe Stad overbodig? ter kreeg de commissie meer woningbouw- In de Commissie voor de Nieuwe Stad Op het verhaal van Scheffer kwam in de be- plannen voor Bos en Lommer voorgelegd. was de sfeer veranderd. Dat kwam vooral wuste eerste vergadering van de Commis- Deze plannen, alle voor corporatiewonin- door de nieuwe directeur van de Woning- sie voor de Nieuwe Stad geen enkel com- gen, waren al in een zo ver gevorderd stadi- dienst, J.F.A. Alozerij, die steeds in de op- mentaar. Dat lijkt vreemd, want er was um dat er alleen details te bespreken wa- positie ging en probeerde zijn zin door te beslist over een taak van de Commissie ren. Het oordeel van de Commissie voor de drijven. Hij vond dat er te veel ‘getheoreti- voor de Nieuwe Stad, met buitensluiting Nieuwe Stad leek niet meer van belang. seerd’ werd en wilde dat de commissie van diezelfde commissie. Toch was een Kenmerkend daarvoor was de afwezigheid zich beperkte tot de uitspraak ‘wel of niet stadsarchief amsterdam stadsarchief

DEEL 2: 1940–1978 | 7 aanvaardbaar’. Alozerij drong telkens weer Ben Merkelbach vreesde als een van de was ook geen enkele reden te bedenken aan op snelheid en eenvoud, geheel in de supervisoren van Slotermeer gemangeld te waarom de conflicten in zo’n Kleine Com- lijn van zijn wethouder J.J. van der Velde. worden tussen de ruziënde gemeentelijke missie wel opgelost zouden worden. En De andere commissieleden probeerden diensten, vooral de Woningdienst en mocht men daar toch tot een eensluidend vaak een betere kwaliteit te bereiken, hoe- Stadsontwikkeling. Hij wilde plannen al standpunt komen, dan was dat nog niet wel de marges krap waren. Voorschriften veel eerder in de Commissie voor de Nieu- bindend. van het rijk en de subsidievoorwaarden we Stad brengen, zodat hij kon terugvallen stelden paal en perk aan zowel de woning- op daar genomen beslissingen. Alozerij Papier en praktijk grootte als aan enige frivoliteit in het uiter- voelde daar niets voor. De halfslachtige uit- Het bleef een onbevredigende situatie lijk. ‘Onnodige sprongen en ingewikkelde komst was de instelling van een wekelijks waarin de papieren organisatie en de prak- verbanden’ in de buitenwanden en in de overleg, de Kleine Commissie, waarin wel tijk van het bouwen in de stadsuitbreiding luifels boven de voordeuren waren niet toe- de gemeentelijke diensten maar geen ar- ver uiteenliepen. Formeel had er eerst een gestaan, en de verkaveling moest niet te in- chitecten vertegenwoordigd waren. De le- gedetailleerd uitbreidingsplan moeten zijn gewikkeld zijn. De Woningdienst overlegde den zelf verwachtten er niet veel van. Er met bebouwingsvoorschriften, dat goedge- als belangrijkste opdrachtgever recht - streeks met het ministerie over de woning- bouwplannen. Pas als daar goedkeuring was verkregen, werd een plan in de Com- Het Van Eesteren Museum missie voor de Nieuwe Stad gebracht. Dan was er vaak niets meer aan te veranderen. In hoog tempo verdwijnt sinds het eind van de lijk voor vier blokjes aan de Burgemeester Fock- vorige eeuw door de herstructurering het karak- straat en de architecten Evers en Sarlemijn te- Gemangeld teristieke stadsbeeld van de naoorlogse wijken kenden voor het beeldbepalende complex aan Over sommige belangrijke beslissingen in Amsterdam-West. Alle pleidooien voor een de Burgemeester de Vlugtlaan. Toch is het open- overlegde de directeur van de Woning- behoedzamer aanpak zijn tot nu toe tevergeefs luchtmuseum niet bedoeld om een staalkaart dienst in het geheel niet met de commissie. geweest, op één uitzondering na: een halve vier- van de architectuur uit deze periode te tonen. Ingrijpend was bijvoorbeeld de herhalings- kante kilometer, begrensd door de Ringspoor- Het gaat om de stedenbouwkundige opzet er- bouw, waarbij hele complexen uit een an- baan, de Burgemeester van Tienhovengracht, achter: de samenhang van woonvormen, de dere buurt overgenomen werden vanwege Burgemeester Eliasstraat en Burgemeester open verkaveling en de uitgekiende groenstruc- de lagere kosten en de tijdwinst. De super- Vening Meineszlaan, is in 2007 op initiatief tuur. Net als in de rest van de Westelijke Tuinste- visor en de afdeling Stadsontwikkeling van de stadsdeelraad Geuzenveld-Slotermeer den is het vele groen een onlosmakelijk deel van wer den daar dan plotseling mee gecon- benoemd tot het Van Eesteren Museum. Dit de ruimtelijke opzet. fronteerd en hadden vaak grote problemen gebied valt vrijwel samen met Buurt A, het Hoewel het gebied is aangewezen als gemeen- om zo’n complex stedenbouwkundig goed eerst gerealiseerde deel van de Tuinstad Sloter- telijk beschermd stadsgezicht, is sloop van een in te voegen. Het was ook Alozerij die, te - meer. aantal onderdelen van het Van Eesteren Muse- gen de wil van de overige commissieleden Sinds die tijd is er weinig veranderd aan de wijk, um en nieuwbouw in dezelfde footprint niet uit- in, het aantal etagewoningen wist te ver- waardoor de principes die ten grondslag lagen gesloten, als dit om programmatische of bouw- meerderen ten koste van eengezins wonin - aan het Algemeen Uitbreidingsplan van Van Ees- technische redenen noodzakelijk wordt geacht. gen. Dat ontlokte aan Scheffer de uitspraak teren nog goed te herkennen zijn. Kenmerkend is In 2009 presenteerde een aantal woningcorpo- dat men bezig was Slotermeer ‘af te bre- een grote variatie aan bebouwingstypologieën: raties plannen voor sloop/nieuwbouw, met ken’. Het is eigenlijk een wonder dat er in eengezinswoningen, gestapelde woningen en name voor alle karakteristieke Airey-woningen deze situatie toch nog verschillen in archi- middenstandswoningen. Aldo van Eyck en Jan aan de Burgemeester de Vlugtlaan en de Burge- tectuur ontstonden, zoals aan de Burge - Rietveld ontwierpen er bejaardenwoningen, meester Fockstraat. De sloopplannen leidden meester de Vlugtlaan, waar complexen van Berghoef zijn prefabwoningen op basis van het tot maatschappelijke onrust. Het laatste woord winkels en woningen met traditionalisti- Airey-systeem, Arthur Staal was verantwoorde- is er nog niet over gesproken. sche zuiltjes naast eenvoudig vormgegeven systeembouw kwamen te staan.

De Burgemeester Vening Meineszlaan in buurt A, het eerst gerealiseerde deel van de tuinstad Slotermeer, in 2007

benoemd tot het Van gool bma / han van Eesteren Museum.

8 | DE SCHOONHEID VAN AMSTERDAM opmeer reports

Rechts de prefabwoningen keurd was door de gemeenteraad. Op basis steld met veel beperktere bevoegdheden. op basis van het Airey- daarvan konden dan de woningbouwplan- In Slotervaart, de derde wijk van Nieuw- systeem van J.F. Berghoef nen gemaakt worden. Volgens de gemeen- West, werd de relatie tussen stedenbouw- aan de Hans Katanhof. telijke ‘Instructie voor supervisoren’ zou kundig plan en bebouwingsplan weer Links de blokken van de vervolgens de supervisor het uitbreidings- enigszins genormaliseerd en werd het su- architecten A. Evers en plan om moeten werken tot een volledig pervisorensysteem weer ingevoerd. Daar G.J.M. Sarlemijn aan de bebouwingsplan. De supervisor had bo- kwam meer particuliere bouw, waardoor Burgemeester de vendien de bevoegdheid wijzigingen in het de macht van de Woningdienst werd inge- Vlugtlaan. uitbreidingsplan voor te stellen en zich in perkt. overleg met de Commissie voor de Nieuwe Stad te bemoeien met de architectonische Commissie omzeild detaillering en de materiaalkeuze. Dat was Bekijken we in vogelvlucht de positie van ook ongeveer de praktijk in Bos en Lom- de Commissie voor de Nieuwe Stad voor, mer geweest, afgezien van het haperende tijdens en na de Tweede Wereldoorlog, overleg tussen supervisor en commissie. dan kan de conclusie niet anders zijn dan In Slotermeer echter liepen de woning- dat de commissie het in elke periode moei- bouwplannen vooruit op het stedenbouw- lijk heeft gehad. Voor de oorlog was de Begin jaren vijftig, toen de grote bouw- kundig plan, dat pas werd vastgesteld na- commissie er nog het slechtst aan toe, stromen op gang kwamen, was de situatie dat de bebouwing er al stond. In de latere toen zij totaal geen greep had op de plan- weer anders. Er ontstond gerommel in de wijken werden voorlopige stedenbouw- nen. En die plannen waren veelal slecht. Er commissie, omdat de Woningdienst de kundige plannen opgesteld, die eenvoudig werd voornamelijk gebouwd door particu- commissie verschillende malen met suc- aangepast konden worden aan de woning- liere bouwers en hun eigen architecten, ces omzeilde en discussies over kwaliteit bouwplannen. De gemeenteraad werd zo waarbij het moeilijk bleek om zelfs maar probeerde te smoren. Tegelijkertijd verlo- op een zijspoor gezet. De supervisor dreig- een balkon gerealiseerd te krijgen. ren de supervisoren als bewakers van de de als vooruitgeschoven post van de Com- De invoering van het supervisorensys- kwaliteit aan invloed. Onder druk van de missie voor de Nieuwe Stad in een bijrol teem leek een uitkomst: daardoor zou de woningnood kreeg de Woningdienst het gedrongen te worden. commissie een vooruitgeschoven post heb- gelijk vaak aan zijn zijde. De bouwproduc- In de eerstvolgende wijk na Slotermeer, ben met ruimere bevoegdheden dan voor- tie vaarde daar wel bij, maar het welstands- Geuzenveld, werd het supervisorensysteem heen. Maar het succes van dit systeem di- toezicht en de democratische besluitvor- zelfs helemaal niet meer toegepast: daar rect na de oorlog leek de commissie zelf ming door de gemeenteraad kwamen in de werd Merkelbach als coördinator aange- overbodig te maken. knel. n

DEEL 2: 1940–1978 | 9 Haast, bezuinigingen en ondermaatse plannen Supervisoren hadden het nakijken bij bouw Bijlmer Het is midden jaren zestig. De bevolking van Amsterdam groeide sterk. De uitbreidingswijken uit de wederop- bouwperiode, gebaseerd op het Algemeen Uitbreidings- plan van 1935, hadden de grenzen van hun opnamecapaci- teit bereikt. In de Bijlmermeerpolder werd nieuwe ruimte gevonden om woningen voor honderdduizend mensen te bouwen. Het moest een idylle worden.

10 | DE SCHOONHEID VAN AMSTERDAM De Bijlmermeer begin jaren zeventig. Leven zonder uit- laatgassen door de volle- dige scheiding van voet- gangers en verkeer. De kijktuinen hebben afge- daan; al het groen rondom de bouwblokken krijgt een recreatieve functie. Kinde- ren spelen niet meer op het

trottoir maar in het park. amsterdam stadsarchief

DEEL 2: 1940–1978 | 11 Koningin Juliana, burge- meester Samkalden en an- deren bekijken een ma- quette van de Bijlmermeer, 1971. De bouw begon in 1966, twee jaar later kwa- men de eerste bewoners.

Als supervisoren werden Frans van Gool, Evert Jelles en Dic. Slebos benoemd (deze laatste niet te verwarren met zijn neef D.J.H. Slebos, die in zijn functie van adjunct- hoofd van de afdeling Stadsontwikkeling als adviseur zitting had in de Commissie

spaarnestad photo / nfp spaarnestad voor de Nieuwe Stad en secretaris was van de Commissie voor de Oude Stad). Deze n 1965 presenteerde de afdeling zijn plan een stelsel van verhoogde wegen jonge garde stond vierkant achter de mo- Stadsontwikkeling een structuurplan met parkeergarages en een netwerk van derne ideeën van het Nieuwe Bouwen. In Ivoor de eerste 18.000 woningen in de voet- en fietspaden in het groen. Aanvanke- 1967 vulde de landschapsarchitect Nico zuidoostelijke stadsuitbreiding. Daarmee lijk waren de gebouwen in het ontwerp van Roorda van Eysinga het gezelschap aan. De was een einde gekomen aan de jarenlange Nassuth zes lagen hoog bovenop een souter- supervisoren hadden tot taak om de uitwer- discussies over dichtheden, bouwhoogtes, rain. Onder invloed van de door minister king van het uitbreidingsplan tot een volle- woningtypologie en verkaveling. Een com- Bogaers gestimuleerde industriële woning- dig bouwplan in de gaten te houden. Dat promisloze visie op het leven in De Stad van bouw werd na langdurige onderhandelin- betekende ook het beoordelen van de plan- Morgen kreeg zijn beslag: het ultieme voor- gen gekozen voor negen woonlagen boven- beeld van ruim wonen in het groen, volgens op twee lagen onderhuis. Al eerder was in de de principes van het ciam (Congrès Inter- Molenwijk in Amsterdam-Noord geëxperi- nationaux d’Architecture Moderne, een se- menteerd met hoogbouw in combinatie Nagel aan doodskist rie internationale conferenties over moder- met overdekte en hoger gelegen parkeerga- ne architectuur en stedenbouw, gehouden rages. In de Bijlmer zou het concept van Jakoba Mulder, hoofd van de afdeling Stads- tussen 1928 en 1959). ‘Licht, lucht en ruim- hoogbouw, afgestemd op de bereikbaarheid ontwikkeling, was het allesbehalve eens met te’ was het adagium van het ciam, in com- vanuit de garages, verder worden verfijnd. het hoge percentage hoogbouw in de plannen binatie met volledig gescheiden verkeers- van Siegfried Nassuth. De grote hoven met systemen. Boven het eerste plan, deel A, Jonge garde groen waren volgens haar te weinig stedelijk stond dan ook als titel: leven zonder uit- Direct na het vaststellen van het structuur- van karakter. Ondanks haar kritiek werd het laatgassen. plan werd een team van supervisoren inge- plan niet veranderd. In 1964 liet zij hoofdarchi- Al sinds de instelling van de Stadsrand- steld. Men vond het essentieel een verband tect Ouwerkerk een tegenplan ontwerpen: een commissie Amsterdam-Zuidoost in 1957 te leggen tussen de stedenbouwkundige kleinschaliger, meer tuinstad-achtig ontwerp werd een heftige discussie gevoerd over de uitgangspunten en de praktische uitvoering, met meer middelhoogbouw. grondslagen van de nieuwe wijk. De opvat- maar constateerde dat daarvoor nog geen Dit voorstel deed echter nauwelijks serieus tingen van Le Corbusier, een van de oprich- orgaan met voldoende bevoegdheden be- mee in de planvorming. De kaarten waren al ters van het ciam, over de moderne stad stond. In 1965 werd daarom een College geschud: de politiek, waaronder wethouder met een duidelijke functiescheiding wer- van Coördinerende Supervisie ingesteld. Joop den Uyl, had zich achter het plan van Nas- den als oplossing gezien en waren dé trend Dit college had niet alleen de supervisie suth geschaard en er waren al afspraken ge- onder jonge architecten en stedenbouwers. over het uitwerken van de plannen, maar maakt met een aantal systeembouwers. Er zat Siegfried Nassuth, een leerling van Van behartigde ook het welstandstoezicht. De voor Mulder niets anders op dan de jonge hon- Eesteren die nog maar sinds 1959 als jonge architectencommissie van de Commissie den ruim baan te geven om hun extravagante stedenbouwkundige bij de afdeling Stads- voor de Nieuwe Stad, die normaliter bouw- ideeën over stedenbouw in de Bijlmer uit te ontwikkeling werkzaam was, kreeg de op- plannen met een preadvies aan de plenaire proberen. Jaren later zou zij echter de Bijlmer dracht het plan te ontwerpen. vergadering voorlegde, was daarmee uitge- tot ‘een nagel aan mijn doodskist’ bestempelen. Nassuth stelde hoge woongebouwen voor, schakeld. Wel moest het supervisorenteam In de ontwerpen voor de Zuid-Bijlmer (onder in een zeshoek geplaatst, die negen groene de plannen verantwoorden voor deze ple- meer Holendrecht) werd in de jaren zeventig de binnenhoven omsloten en zo zouden beant- naire vergadering, waarin naast de archi- combinatie van halfhoge wegen en laagbouw woorden aan het uitgangspunt tot het creë- tectleden de directeuren van de gemeente- alsnog gerealiseerd. ren van collectiviteit. Daarnaast omvatte lijke diensten zitting hadden.

12 | DE SCHOONHEID VAN AMSTERDAM rechts: De ‘droogloop’: een met glas dichtgezette binnenstraat, breed ge- noeg voor de wagentjes van melkboer en broodbe- zorger. Hier zouden aller- lei voorzieningen komen.

onder: De geplande ver- bindingsstraat tussen twee woonblokken moest een belangrijke ontmoe- tingsplek worden. Van dit ideaal kwam niets terecht.

nen van de afzonderlijke architecten. Daar- naast moesten de supervisoren de totstand- koming bevorderen van een goed geheel in sociaal, stedenbouwkundig en architecto- nisch opzicht. Het team voerde overleg met de verschil-

lende partijen en gaf hun bindende richtlij- amsterdam stadsarchief nen. Daartoe hadden de supervisoren een eigen instructie opgesteld, een Nota van in- strokenbouw en ook de eengezinswonin- van Walraven (van 1955 tot 1969 directeur tentie. In feite fungeerde het team als een gen. van Publieke Werken), duidelijk zijn onge- trait d’union tussen de afdeling Stadsont- Bij de instelling van het supervisoren- duld. Wanneer zou de commissie eindelijk wikkeling, de architecten en de welstands- team was afgesproken dat men regelmatig iets te zien krijgen van de Bijlmerplannen? commissie. De supervisoren hadden de be- verantwoording zou afleggen aan de Com- slissende stem bij de keuze voor beton als missie voor de Nieuwe Stad. Dit liet echter Autostapelplaatsen bouwmateriaal voor zowel de infrastruc- enige tijd op zich wachten. Eind 1965 toon- Ruim een half jaar later, medio 1966, was tuur als voor de gebouwen: de torens, de de de voorzitter van de commissie, Albert het zover. Aan de hand van de eerste twee gemeentelijke voorlichtingsfolder, 1968

DEEL 2: 1940–1978 | 13 ingediende woningbouwplannen werd in Een discussie met de commissieleden over Luchtfoto met de eerste de plenaire vergadering uitgebreid over de de stedenbouwkundige uitgangspunten bebouwing van de Bijl- Bijlmer gesproken. Duidelijk werd dat de was dan ook noch aan de orde, noch zinvol. mermeer gezien in zuid- architectleden er moeite mee hadden dat Wel was er één groot zorgenkind dat Slebos westelijke richting, 1970. Vooraan de honingraat- de Bijlmerplannen direct door de supervi- aan de commissie wilde voorleggen: de par- flats Koningshoef en soren bij de plenaire vergadering waren in- keergarages. De ontwerpen voor de autosta- Grunder, daarachter Grub- gebracht, zonder een beoordeling vooraf pelplaatsen waren namelijk nog niet be- behoeve, dan Kruitberg en door de architectencommissie. Wat was kend, terwijl deze wel een duidelijke relatie Groeneveen, vervolgens dan eigenlijk nog zijn functie, vroeg archi- met de woongebouwen zouden krijgen. De Kikkenstein en Gooioord, tectlid Alexander Bodon zich af. supervisoren hadden geen idee wat er en helemaal op de achter- De commissie stelde zich wat weerbarstig ruimtelijk op dit punt ging gebeuren. grond de H-flats Hoge- op tegenover de vooruitstrevende plannen vecht, Hoog en Veld, Hof- en gaf blijk van scepsis over de moderne Pretentieloze uniformiteit geest en Hoogoord. stedenbouw. Bodon verwoordde deze scep- Ook in zijn toelichting op de concrete sis, toen de voorzitter aan de commissiele- bouwplannen gaf Slebos tussen de regels den vroeg of zij wel voldoende op de hoogte door te kennen dat het supervisorencollege waren van de moderne opzet voor de Bijl- in een lastig parket zat. De plannen lieten maar het is wel zodanig pretentieloos, dat mermeer en of het begrip ‘droogloop’ (de een uniform beeld zien: het resultaat van het moeilijk in overeenstemming te bren- overdekte wandelgang van garage naar wo- de stapeling van gelijke woningen, in com- gen is met de hooggestelde intenties waar- ning) bij hen bekend was. Bodon ant- binatie met de toepassing van systeem- mede het plan stedebouwkundig is opgezet. woordde dat hij wel iets van de plannen af- bouw. Wel waren de individuele woningen Er zijn te weinig stappen gedaan voor be- wist, maar niet wat daarvan ‘droom’ en wat met gemiddeld honderd vierkante meter wuste geleding van de woningen,’ aldus ‘werkelijkheid’ was. ongekend groot: een mijlpaal vergeleken een commissielid. Supervisor Slebos her- Dic. Slebos, lid van het supervisorenteam, met de naoorlogse driekamerwoningen in haalde dat de plannen al zover in voorberei- lichtte een tipje van de sluier op van de West. Maar de uniformiteit leidde tot kriti- ding waren dat de supervisoren zich niet complexe en wellicht onmogelijke taak sche reacties in de Commissie voor de met de verkaveling konden bemoeien. Het waarvoor de supervisoren stonden. Ener- Nieuwe Stad. supervisorencollege had de gelijke woon- zijds was het overleg met de opdrachtge- Er zou een verschil in woonvorm moeten vorm gesignaleerd en had dit aspect van de vers en architecten nog volop gaande, an- zijn tussen de verschillende verdiepingen, plannen ‘laten gaan’. derzijds waren een heleboel zaken op was de eerste reactie van de commissie. Dat de commissieleden nogal argwanend stedenbouwkundig niveau al afgekaart. ‘Men mag dit niet mensonterend noemen, stonden tegenover de toepassing van mo- Maquette van een Bijlmer- te adviseren. En ook de Commissie voor flat. ‘Men mag aannemen de Nieuwe Stad onderstreepte haar onge- dat in de komende jaren noegen daarover, maar ging schoorvoe- de beeldbuis niet meer het tend met plannen akkoord. Zoals bij de hele gezin de hele avond bespreking van een ‘aanloopcentrum’ in zal binden. Elk gezinslid mei 1967, waarbij de commissie er haar zal behoefte hebben zich met eigen hobby’s bezig verwondering over uitsprak dat de dienst te houden,’ schreef de ge- Publieke Werken ‘zo schromelijk in gebre- meente in een folder. Men ke is gebleven door het plan zo laat in te kwam tot zeven plaatsen dienen’. Een ander voorbeeld is een wo- waar ieder gezinslid zich ningbouwplan dat in hetzelfde jaar op de kon afzonderen. De indivi- agenda stond. De supervisoren gaven rui- dualisering was begonnen. terlijk toe dat de plannen ondanks hun pogingen om nog invloed uit te oefenen

niet waren verbeterd. De voorzitter van de amsterdam stadsarchief Commissie voor de Nieuwe Stad kon al- derne bouwsystemen, blijkt ook uit de reac- leen pragmatisch concluderen dat ‘het van het stedebouwkundig plan op te ko- tie van Bodon op de kritiek van architectlid geen elegant gebaar zou zijn om het plan men, zo hij die intenties al heeft onder- Herman Knijtijzer over de breedte van de af te keuren, aangezien morgen de eerste schreven.’ Bij de bouwers leek een gebrek entrees: met hun breedte van één meter paal geslagen wordt’. aan enthousiasme voor het stedenbouw- waren die onder de maat, zeker in verhou- kundig plan te bestaan, zo concludeerden ding tot de verder zo riante opzet, aldus Breekijzer de aanwezigen. Besloten werd over de on- Knijtijzer. Het is blijkbaar ‘nog niet zover Op een zeker moment werd het de super- vrede te rapporteren aan de wethouders dat de systeembouw zich kan aanpassen visoren toch te gortig en zochten zij hulp voor Publieke Werken en Volkshuisvesting. aan de wensen, maar omgekeerd dat men bij de Commissie voor de Nieuwe Stad. Zij Het zou niet tot verbetering leiden. zich moet aanpassen aan het systeem’, al- hoopten de commissie te kunnen gebrui- dus Bodon. ken als breekijzer in de richting van de Scheurtjes politiek. De kwaliteit van de plannen was De scheurtjes in het ideale Bijlmerbeeld Herhaling van zetten ondermaats, zo klonk het nu onomwon- werden steeds beter zichtbaar. De integrale Na deze eerste kennismaking met de Bijl- den, en de supervisoren vreesden dat het opzet kwam door de gescheiden verant- merplannen bleef de Commissie voor de onderliggende concept en het totaalbeeld woordelijkheden van gemeentelijke en par- Nieuwe Stad enigszins verward achter. De volledig zouden verwateren. Een ander be- ticuliere instanties in het gedrang, terwijl verschijningsvorm van het woningplan was langrijk pijnpunt was dat de verschillende het koppelen en stapelen van functies juist volgens haar niet aanvaardbaar en ‘de wo- gemeentelijke afdelingen die bij de aanleg een precieze afstemming vereiste. Niet al- ningen voldoen niet aan hetgeen in de van de Bijlmer betrokken waren, langs leen daardoor verschilde het kwaliteits - richtlijnen gesteld is’. Tegelijkertijd was de elkaar heen werkten. Dat wreekte zich bij- niveau van de diverse bouwopgaven nogal, zaak al beslist. Wellicht dat de gevoelens voorbeeld bij het ontwerp van viaducten: maar ook door de gescheiden financiering van de commissie het best onder woorden de dienst Publieke Werken had veel aan- van woningbouw, infrastructuur, openbare werden gebracht door architect J.A. Ban- dacht besteed aan de afwikkeling van het werken en collectieve voorzieningen. gert. Hij gaf te kennen dat hij nu voor het verkeer, maar was vergeten dat een open- Zo werd het als geheel ontworpen plan eerst de plannen voor de Bijlmer onder baar gebied met winkels tussen de beton- te veel een optelsom van niet op elkaar af- ogen had gekregen en dat hij het daardoor, nen pijlers was gepland. De hoge verwach- gestemde deelontwerpen. Dat wreekte zich ondanks zijn bezwaren, moeilijk vond om tingen die bij de publieke introductie van bijvoorbeeld bij het beheer en de bereik- kritiek te leveren. het plan voor de Bijlmermeer waren baarheid van de garages en winkelcentra. Om de relatie met de supervisoren niet te gewekt, konden op zo’n manier onmoge- De positieve mogelijkheden werden verstoren sloot de voorzitter de discussie af lijk in vervulling gaan, aldus de onvoldoende uitgebuit, waardoor juist met de conclusie dat weliswaar verschillen- super visoren. de nadelen die aan het stapelen van de detailpunten nader bezien moesten wor- Puntsgewijs–en in messcherpe bewoor- functies verbonden zijn, dominant werden. den, maar dat niets een principiële ontwik- dingen–ventileerden de drie supervisoren Doorfinanciële tegenvallers verdwenen keling van het plan in de weg stond. in de vergadering van de Commissie voor essen tiële onderdelen uit het plan, bijvoor- ‘Spreker weet van nabij, wat er voor moei- de Nieuwe Stad op 29 mei 1967 hun kri- beeld de intercoms bij de garages. Van lijkheden zijn. Spreker wenst de superviso- tiek op de gangbare procedures: ‘Omtrent winkels en voorzieningen in de binnen - ren op hun verdere moeilijke weg alle elk bouwplan dat tot nog toe is voorgelegd, straten kwam niets terecht. De onvoorziene goeds. Spreker meent dat de vergadering wordt geconstateerd dat a) de indiener in demografische ontwikkelingen in de wijk verheugd mag zijn dat een zo bekwaam de meeste gevallen werd gedreven door zo deden de rest. Twintig jaar later zouden drietal zich met de moeilijkheden in de grote haast dat bij voorbaat overleg of be- dan ook de eerste vernieuwingsplannen Bijlmer heeft beziggehouden,’ aldus de tac- denktijd discutabel leek te worden ge- in de Bijlmer op de agenda van de wel- tische slotwoorden van de voorzitter. steld; b) de indiener in veel gevallen wel standscommissie staan. Dat was inmiddels De daaropvolgende commissievergade- een plan ontwerpt doch erbij zegt te besef- de welstandscommissie van ringen lieten een herhaling van zetten zien. fen dat vermoedelijk de financiën om het geworden. n De supervisoren lieten doorschemeren dat te realiseren wel zullen ontbreken; c) de zij de plannen te laat te zien kregen, waar- indiener in bijna alle gevallen niet bereid

stadsarchief amsterdam stadsarchief door er te weinig tijd was om nog adequaat is duidelijk en overtuigd voor de intenties

DEEL 2: 1940–1978 | 15 Supervisie bij grote projecten loopt nu beter

at ging er mis ruim en licht, met grote fasen niet meer werden be- IJ-oever en was van 1997 tot Te duur plan bij de aanleg woningen. Het weerspie- waakt. De Bijlmer was van 2009 voorzitter van het Dirk Frieling was projectlei- Wvan de Bijlmer? gelde het optimisme van niemand meer, het enthou- kwaliteitsteam IJburg. Gaat der voor de Bijlmer namens Was het ontwerp te moder- begin jaren zestig.’ siasme verdween.’ het nu beter met de super- de Dienst Volkshuisvesting nistisch, of waren de bezui- Maar de opgave was ei- visie bij grote projecten? in de periode 1965 tot 1972. nigingen in de uitvoerings- genlijk veel te groot voor Machteloze ‘Bij de Bijlmer werd op af- Twee decennia later maak- fase de boosdoener? Eén de gemeente en de woning- supervisie stand aan vrij theoretische te hij de omslag weer van ding is zeker: de corporaties, constateert Het welstandstoezicht bij criteria getoetst. De rol van nabij mee, als voorzitter hoog gestemde idealen uit Rijnboutt. ‘Tienduizend de bouw van de Bijlmer de supervisor is nu veel pro- van de stuurgroep Vernieu- de beginfase waren losge- woningen ontwerpen in kwam niet goed uit de verf, actiever, namelijk gericht wing Bijlmer (1991–1992). In zongen van de werkelijk- vier tranches zouden we nu oordeelt Rijnboutt. ‘Vanaf op het stimuleren en bege- de tussentijd was hij als heid, zoals uit de terugblik- nooit meer doen. Boven- het begin was er een ver- leiden van architecten en hoofd van het Projectbu- ken van twee betrokkenen dien vond het rijk de grond- menging van rollen. De opdrachtgevers. De wel- reau Almere en vervolgens blijkt. kosten te hoog en ging al architecten onder de amb- standscommissie heeft nu als directeur van de Rijks- Kees Rijnboutt zag van snel bezuinigen. Dat leidde tenaren bij de Dienst Volks- ook een wettelijke positie dienst voor de IJsselmeer- nabij hoe de idealen ver- bijvoorbeeld tot een drasti- huisvesting mochten ook en brengt het uiteindelijke polders nauw betrokken bij kommerden. Hij begon zijn sche vermindering van het zelf ontwerpen. Het college advies onafhankelijk uit, de eerste ontwikkelingsfa- carrière als architect bij de aantal liften. Voor de toe- legde het toezicht op de dat is grote winst. Je zag se van Almere. Van 1993 tot gemeentelijke Dienst gezegde collectieve voor- plannen bij een groep su- vroeger steeds dezelfde cy- 2003 was hij hoogleraar Volkshuisvesting van 1964 zieningen was geen geld pervisoren. Zij kozen voor clus: bij bijzondere projec- stedenbouwkundig ont- tot 1975. Daarna trad hij toe gereserveerd. De prachtig een formalistische aanpak ten werd een speciale archi- werpen aan de tu Delft. tot de Architektengroep ontworpen viaducten en in een nota van uitgangs- tect aangesteld en grote Frieling ziet achteraf als vdl. Later was hij onder hellingbanen vraten al het punten, vol formules en af- locaties kregen een eigen kernprobleem van de bouw meer hoogleraar en rijks- geld op. Er werd bezuinigd kortingen, terwijl de bou- supervisor. De welstands- van de Bijlmer dat de rijks- bouwmeester. ‘Mijn betrok- op de drooglopen, de gara- wers en architecten met commissie voelde zich dan overheid het plan veel te kenheid bij de Bijlmer be- ges en de huismeesters, en heel andere kwesties bezig overbodig, maar wilde te- duur vond. ‘Het rijk was gon in 1964, toen ik net was er kwam geen zwembad. waren. De plannen werden gelijk niet alle macht uit van meet af aan tegen. Pla- aangesteld bij de Dienst De huren waren hoog en behandeld in de Commissie handen geven. Met het nologisch was het al veel Volkshuisvesting. Ik mocht noch de bewoners, noch de voor de Nieuwe Stad, waar wet telijke kader voor wel- eerder keurig geregeld, het zo’n elfhonderd woningen corporaties wilden voor de ook directeuren van de ge- standstoezicht en met de in structuurplan voor Zuid- gaan ontwerpen voor plan parkeervoorzieningen be- meentelijke diensten aan- Amsterdam gegroeide oost was al in 1959 goedge- A. De Bijlmer moest een talen. Toch ontstond er ook wezig waren, maar de echte werkwijze is nu wel een keurd door de provincie. snel antwoord geven op de een sfeer van pionieren, toets vond door de supervi- goede balans gevonden. De Amsterdam wilde steden- steeds langer wordende rij- vrijheid en creativiteit. Tot soren plaats. Die hadden ambities worden bij de start bouwkundig eens flink ex- en bij de Dienst Herhuisves- de vrijstaat door de drugs echter geen formele positie, helder verwoord, supervi- perimenteel uitpakken. Fi- ting. Er kwamen subsidies werd overgenomen… Op zoals de welstandscommis- soren geven tijdens de rit nancieel waren de plannen van het rijk, gekoppeld aan dat moment, in de jaren ze- sie nu wel heeft, en stonden begeleiding en de Commis- niet verantwoord, maar de de verplichting met sys- ventig, ging door de acties vaak machteloos. Boven- sie voor Welstand en Monu- berekeningen van het teembouw van bepaalde tegen sloop en verkeers- dien hadden de superviso- menten toetst en adviseert. Grondbedrijf werden in de aannemers te werken. In de doorbraken alle aandacht ren zich met hun keuze voor Maar je kunt geen mensen bekende diepe la gestopt.’ eerste jaren was er een ge- uit naar de oude stad. En beton, hét materiaal van de van 28 laten superviseren, Frieling ziet de bron van weldig idealisme en en- eind jaren zestig had de nieuwe tijd, ook erg vastge- het is geen startfunctie! De de problemen dus niet in thousiasme, zowel onder Dienst Volkshuisvesting de legd. De verplichte afname rollen en vaardigheden die het stedenbouwkundig vakgenoten als in de poli- strijd met Publieke Werken van systeembouw deed de nodig zijn vragen ervaring, plan, zoals vaak wordt ge- tiek. Eindelijk zou er een gewonnen. Dit betekende rest.’ en dat werd onderschat in steld. Het ging naar zijn veilige en groene wijk ge- dat de stedenbouwkundige Rijnboutt is sinds 1998 het idealisme van de jaren idee vooral mis in de uit- bouwd kunnen worden, uitgangspunten in de latere supervisor van de Zuidelijke zestig.’ voeringsfase, toen bleek

16 | DE SCHOONHEID VAN AMSTERDAM stadsarchief amsterdam stadsarchief

dat er niet genoeg geld was gebruik ging maken. Daar- berekend. Betaald parkeren stadsvorm niet goed aan, om het plan volgens de oor- door kwamen de verschil- was destijds ongehoord, de net zomin als de gemeente. spronkelijke bedoelingen te lende woonvoorzieningen bewoners verwijderden Die woongebouwen waren realiseren. ‘Vanaf het begin langs deze looproute in de meteen de slagbomen en zó enorm dat de exploitatie moest worden bezuinigd op versukkeling, omdat er on- betaald werd er niet. De po- over verschillende corpora- de kwaliteit van de woning- voldoende volk langskwam. litie houdt alleen toezicht ties verdeeld moest wor- bouwplannen. De gebou- De enorme flatgebouwen op de openbare weg, dus de den. Niet handig uit een wen kregen meer verdiepin- kregen ook geen conciërges, lange binnenstraten en de oogpunt van beheer, al die gen, liften werden zoals die in het Franse kolossale parkeergebouwen corporaties hadden eigen vervangen door galerijen, voorbeeld van Le Corbusier moesten het zonder politie- culturen, spelregels en rou- en de half verdiepte bergin- wel waren voorzien.’ toezicht doen. Kortom, het tines.’ gen bleken te duur en kwa- De experimentele opzet hele vraagstuk van het be- En waar waren de be- men op het maaiveld te- van de wijk zorgde ook in heer van de Bijlmer werd stuurders? ‘In de jaren ze- recht. Hierdoor werd de de exploitatie en het beheer een lange lijdensweg van ventig was iedereen bezig looproute naar de parkeer- voor onvoorziene proble- bezuinigingen, improvisa- met de bestaande stad. Pas gebouwen in plaats van een men. ‘Kilometers nutsvoor- ties en halfslachtige oplos- toen er enorme leegstand half verhoogd liggende zieningen lagen niet langer singen.’ in de Bijlmer ontstond, “droogloop”, open naar het in de straat, maar in de Wat was de rol van de daagde het besef dat er iets park tussen de woongebou- woongebouwen en tikten corporaties? ‘Tijdens de re- moest gebeuren. Toen is wen, een binnenstraat op door in de woninghuren. In gelmatige vergaderingen Gliphoeve opgeknapt en is éénhoog die met glas werd de naoorlogse stadsuitbrei- tussen de Dienst Volkshuis- een begin gemaakt met het dichtgezet. En deze aan- dingen bestaat ruwweg 70 vesting en de Amsterdamse saneren van de verwilderde vankelijk drukke looproute, procent van de grond uit federatie van woningbouw- groenvoorzieningen. Maar waar álle woningen via de openbaar gebied, in de Bijl- verenigingen werd er in mijn pas in de jaren negentig is lift op uitkwamen, werd nu mer was dat 85 procent. Op herinnering uitsluitend ge- het probleem door wethou- spaarzaam gebruikt omdat die extra beheerskosten mopperd. De corporaties der Louis Genet structureel iedereen van de galerijen waren de budgetten niet konden de experimentele aangepakt.’

DEEL 2: 1940–1978 | 17 Welstandscommissie verdeeld over modernisering Cityvorming een kans of bedreiging? Na de stagnatie tijdens de oorlog wilden veel bedrijven en instellingen in de jaren vijftig expanderen. Ze zochten naar uitbreidingsmogelijkheden in de oude stad, omdat dit nog altijd het beste vestigingsklimaat werd geacht. Waren moderne ontwerpen en grote bouwmassa’s toe- laatbaar in de historische kern? De welstandscommissie tobde er jarenlang over.

18 | DE SCHOONHEID VAN AMSTERDAM Het abn-gebouw aan de Vijzelstraat, ontworpen door M. Duintjer en J. Trapman, gold in de jaren zestig als hét voor- beeld van cityvorming. De felle protesten tegen de bouw mochten niet baten.

DEEL 2: 1940–1978 | 19 Jeugdherberg van W.A. Ul- rich en B.J.F. Kamphuis uit 1956 aan 32–34, algemeen gezien als een geslaagde integra- tie van moderne architec- tuur in een grachtenwand.

geval meer vrijheid worden gegeven dan in het andere? Konden op bepaalde plekken ‘torenhuizen’ worden toegestaan? Vooral de vraag of een modern gebouw dat ‘van een zuivere vormgeving getuigt’ in een grachtenwand aanvaard kon worden, of dat dit per definitie afbreuk deed aan het karakter van de oude stad, was aanlei-

opmeer reports ding voor verdeeldheid. Uitzonderingen daargelaten, zoals het ontwerp voor de et probleem dat anno 1959 in de niet nog meer verkeer aan te trekken. Een jeugdherberg op de Groenburgwal van binnenstad speelde, was volgens plan voor de vestiging van een bedrijf W.A. Ulrich en B.J.F. Kamphuis uit 1953, Hstadsbouwmeester Ben Merkel- mocht door de Commissie voor de Oude passeerde zelden een plan zonder moei- bach vergelijkbaar ‘met de ontwikkeling Stad niet beoordeeld worden zonder dat er lijkheden de Commissie voor de Oude van Wassenaar, waar zovelen zich in de na- een verkeerstechnische berekening aan Stad. De jeugdherberg zou later vaak tuur gevestigd hebben dat er geen natuur vooraf was gegaan. aangehaald worden als voorbeeld van een meer over is. Het toenemend aantal vesti- Een pijnlijk onderdeel van de binnen- geslaagde moderne invulling in een grach- gingen in de binnenstad zal de reden waar- stadsnota waren de wederopbouwplannen tenwand. om men zich daarin heeft willen vestigen, voor onder meer de Nieuwmarktbuurt en namelijk de sfeer van het kunsthistorisch de Jordaan, waar bedrijfsgebouwen, par- Administratiefabriek fenomeen, verloren doen gaan.’ keergarages en ‘hedendaagse woonvor- De architectleden die plannen–na soms Bovendien zat Amsterdam met zijn han- men’ zouden worden geïntroduceerd. Na langdurige begeleiding–met een pread- den in het haar hoe de ‘gordiaanse auto- deze cityspreiding zou de sanering van de vies inbrachten bij de plenaire vergadering, knoop’ moest worden opgelost. Het aantal negentiende-eeuwse wijken volgen: , waren meestal méér voorstander van de auto’s was harder gegroeid dan verwacht de Kinkerbuurt, Staatsliedenbuurt en ‘moderne stijl’ dan de rest. Voor sommige en bijna al het verkeer ging tot halverwege Dapperbuurt. Het stadsbestuur toonde collega’s koesterden zij openlijk bewonde- de jaren vijftig nog via de Munt. De hiermee een selectieve voorkeur voor ring, bijvoorbeeld voor Karel Sijmons die Utrechtsebrug en de Schellingwouderbrug geschiedenis. De binnenstad was een in oktober 1957 een plan voor nieuwbouw waren nog maar net gebouwd. De binnen- ‘kunsthistorisch fenomeen’, maar de op 467–469 had voorgelegd, stad kampte met een groeiende parkeer- historische structuren van volkswijken als een uitbreiding van de al op Herengracht nood en met een uitdijende hoeveelheid de Jordaan en de Pijp hadden geen waarde. 473–475 gevestigde Hollandsche Sociëteit vrachtverkeer dat de rijwegen blokkeerde. Ook de oudheidkundige verenigingen van Levensverzekeringen. vonden dat deze buurten dringend aan Unaniem verklaarden de architectleden Sanering van wijken sanering toe waren. Albert van der Steur, Piet Zanstra en Arthur Met de in 1955 vastgestelde nota De bin- Staal van meet af aan dat zij er alle vertrou- nenstad was het op grote schaal dempen Verdeeldheid wen in hadden dat Sijmons een dergelijke van grachten van de baan, maar een aantal De vraag hoe de modernisering van de bin- opgave tot een goed einde kon brengen. radiaalwegen zou worden opengebroken. nenstad ter hand moest worden genomen, Had hij dit niet al in 1952 met het kantoor- Doorbraken van de Weesperstraat en het leidde tot langdurig getob en verhitte dis- gebouw op de hoek van de Herengracht en IJ-tunneltracé stonden al in de planning, cussies binnen de Commissie voor de bewezen? De commissie de discussie over een metrolijn was begon- Oude Stad. Was een grote bouwmassa bin- moest vooral blij zijn met dit plan, ‘dat ook nen. Voor het langdurig parkeren werd een nen de schaal van de bestaande bebou- in schaal volkomen in het grachtenbeeld aantal parkeergarages in het vooruitzicht wing aanvaardbaar en aan welke eisen te aanvaarden is’. Hoewel voor het plan de gesteld. De vergroting van het vloeropper- moest deze voldoen? Was het nuttig om sloop van twee grachtenpanden nodig was, vlak van bedrijfsruimtes in de oude stad, daarvoor richtlijnen op te stellen, of werd moest de commissie zich bewust zijn van onder meer door het dichtbouwen van bin- daardoor de creativiteit te veel ingeperkt? ‘het gevaar, het werk van deze bijzondere nenterreinen, was voortaan ongewenst om Kon, afhankelijk van de locatie, in het ene architect af te breken en daardoor de kans

20 | DE SCHOONHEID VAN AMSTERDAM rechts: Ravage na een bombardement op de hoek van de Blauwburg- wal en de Herengracht, 11 mei 1940.

onder: Het kantoorge- bouw op de hoek van Blauwburgwal 17–19 en Herengracht 107 van Th.J. Lammers en K.L. Sijmons, 1952. Sinds 2007 is dit een gemeentelijk monument. stadsarchief amsterdam stadsarchief

op een zeer waardevol gebouw in de oude Schokbeton de grachten. Maar omdat de commissie stad te missen’, aldus de architectleden. Ook voor het ontwerp van C. de Geus en J.B. het plan in beginsel al had aanvaard, was De positieve benadering van de architec- Ingwersen voor 298–300, dat zij daar nu aan gebonden, concludeerde de tencommissie ontmoette regelmatig te- de architectleden Marius Duintjer en Piet voorzitter (in 2008 werd het pand opgeno- genwerpingen als ‘onacceptabel’ of ‘be- Elling in 1954 uiteindelijk met succes door men in de Amsterdamse Top 100 van het schamend’, uitgesproken door C.W. de vergadering hadden geloodst, had naoorlogse erfgoed). Royaards die langdurig de oudheidkundi- Royaards geen goed woord over, vooral Lijnrecht tegenover Royaards stond door- ge verenigingen vertegenwoordigde. Wat toen de uitwerking van het plan werd gaans Nijkerk, die eveneens langdurig het het kantoorgebouw van Sijmons op de gepresenteerd. Even leek het erop dat de bedrijfsleven vertegenwoordigde. Hij hoek van de Herengracht en Blauwburgwal meerderheid van de commissie terug wil- maakte er geen geheim van dat hij niet zo- betrof: dit bevestigde juist zijn twijfels of de komen op haar aanvankelijke goedkeu- veel op had met het al te behoudend om- met Sijmons bij de nieuwe ‘administratie- ring. Schande sprak Royaards ervan dat gaan met grachtenhuizen. Er was tenslotte fabriek’ aan de Herengracht wel een bevre- déze gevel op déze locatie door de Com- eeuw in, eeuw uit aan de grachten ge- digend resultaat bereikt kon worden. missie voor de Oude Stad als ontwerp was bouwd en vernieuwd, kon dat nu opeens aanvaard: schokbeton hoorde niet thuis op niet meer? En ook de bezorgdheid dat de stadsarchief amsterdam stadsarchief

DEEL 2: 1940–1978 | 21 links: Eerste ontwerp 428: een riskant plan voor Singel 428. Hoewel ze lof had voor de ‘be- weegelijke stoep’, vond de Gezien haar afkeer van al te moderne ontwerpen Commissie voor de Oude vertoonde de commissie een opmerkelijk enthou- Stad de gevel ‘verwerpe- siasme voor de maquette van een nieuw grach- lijk’ in het beeld van de tenpand aan Singel 428, die in 1964 op tafel stond. oude stad. Een eerdere Corbusiaanse versie was nog met de classificatie ‘verwerpelijk’ afgeserveerd. Toen onder: Ruim een jaar la- oordeelde stadsbouwmeester Chris Nielsen (op- ter lag er een geheel her- volger van de overleden Merkelbach) dat deze ar- zien ontwerp. Het in 1970 chitecten domweg nog te jong waren ‘om zich gerealiseerde pand staat voldoende te kunnen intomen om een bouwplan sinds 2008 in de Amster- damse Top 100 van het te ontwerpen, dat zich voegt in het beeld van de centrum stadsdeel pandenarchief naoorlogse erfgoed. oude stad’. Maar het trio, A. Cahen, J.P. Girod en J. Koning, uit naar herbouw van een elders gesloopt monu- kwam sterk terug. Hun herziene ontwerp was ment. woonbestemming in de oude stad het on- ‘een riskant plan’, aldus de architectencommissie, Het voorstel voor het kopiëren van een oude derspit zou delven, kon hij moeilijk delen, ‘doch tevens een bijzonder interessante en knap- stijl werd hem door de rest van de vergadering want ‘wie kán en wil er nog in wonen?’ De pe poging om op moderne wijze de architectoni- niet in dank afgenomen. Voor architect Frans toekomst was belangrijker, ‘de cityvor- sche elementen van de grachtenhuizen, namelijk van Gool, hoewel wat huiverig voor het ‘weinig ming gaat door; dat zal men onder ogen stoep en bekroning, te vertolken’. Een intelligent fraaie materiaal’, was dit geen optie. De charme moeten zien’. ontwerp, vond ook Nielsen. Maar het plan moest van het Amsterdamse stadsschoon was juist nog op een aantal onderdelen worden bijge- door de toevalligheid van particuliere impulsen Met grote omzichtigheid schaafd. en een samenspel van verschillende bouwstijlen De directeuren van de diensten Publieke Ruim een jaar later, in 1965, leverden ‘de jonge ontstaan. Volgens Gerrit Baas, directeur van de Werken, Bouw- en Woningtoezicht, het architecten’ weer een maquette en tekeningen Dienst Volkshuisvesting, was deze poging tot Grondbedrijf en de Woningdienst (vanaf aan. Het voorstel om de gevel in beton uit te voe- een eigentijdse architectuur de aardigste tot nu 1965 Dienst Volkshuisvesting) reageerden, ren gaf al voldoende stof voor discussie, maar toe. En Nielsen roemde het reliëf in de gevel en uitzonderingen daargelaten, vrij nuchter Zanstra (inmiddels Royaards opgevolgd als ver- had alle vertrouwen in de architecten. De meer- en hielden het vaak bij wat praktische op- tegenwoordiger van de oudheidkundige vereni- derheid viel hem ten slotte bij. merkingen. Cornelis van Eesteren, tot gingen) wilde bovendien terugkomen op het één Monumentenbeschermer Geurt Brinkgreve 1958 hoofd Stadsontwikkeling, trok van jaar eerder uitgesproken ‘in beginsel geen be- zou in 1997 over het pand Singel 428 schrijven: leer tegen commissieleden die zich wat al zwaar’. Dit experiment van jeugdige en onbeken- ‘Het gebouw is in tot bijna niet waar te nemen fi- te behoudend opstelden: men moest niet de architecten moest niet worden aangemoedigd, nesse doordacht en consequent. Nu, na ruim zo ‘bevreesd zijn om eens een andere ge- zeker niet op een voor het stadsschoon zo gevoe- dertig jaar, voegt het zich probleemloos, maar dachte tot uitdrukking te brengen’. lige plek. Hij pleitte voor een historiserende ge- individueel beschouwd met eigen schoonheid, in De vertegenwoordigers van de velbehandeling, maar zijn voorkeur ging eigenlijk de historische keten van bouwen aan de gracht.’ burgerij–eerst D.C. Roëll, hoofddirecteur van het Rijksmuseum, na een aantal jaren opgevolgd door T.H. Lunsingh Scheurleer, conservator bij datzelfde museum–namen in het geweld van het gevoerde debat een bescheiden positie in. De voorzitter, Albert van Walraven (van 1955 tot 1969 directeur van Publieke Werken), toonde soms open- lijk zijn ongeduld als de commissie niet tot een oordeel kon komen. Stadsbouwmees- ter Ben Merkelbach ten slotte probeerde vaak een brug te slaan tussen de voorstan- ders van modernisering en de meer behou- dende krachten binnen de Commissie voor de Oude Stad. De binnenstad mocht dan toe zijn aan een aantal stedenbouw- kundige ingrepen, deze moesten wel ‘met grote omzichtigheid ter hand worden ge- nomen’. Eigentijds bouwen door de nu le- vende architectengeneratie moest moge- lijk zijn, maar wel met behoud van de schaal, aldus Merkelbach.

Modernisme pur sang

bma / han van gool bma / han van Maar modernisme pur sang, zoals dat in 1958 in een plan van A. Warners (zoon van

22 | DE SCHOONHEID VAN AMSTERDAM rechts: Cornelis van Ees- teren en Jakoba Mulder. Van Eesteren was hoofd van de afdeling Stads - ontwikkeling vanaf 1952, Mulder volgde hem in 1958 op.

onder: Afbraak van Kei- zersgracht 287–291 in 1973, naast het al bestaande gat op de hoek met de Wolven- straat. Architect Warners jr. kreeg zijn bouwplan echter niet goedgekeurd. stadsarchief amsterdam stadsarchief

architect F.A. Warners) voor Keizersgracht Van Eesteren, bijgevallen door Nijkerk schijnt, verandert dit dat karakter niet.’ 293–305 en Wolvenstraat 30–32 tot uit- (de vertegenwoordiger van het bedrijfsle- Zijn betoog baatte niet. Ook de later voor- drukking kwam, ging bijna alle commis- ven), was het hier allerminst mee eens. gelegde gewijzigde plannen van Warners sieleden te ver. Hoewel het gebouw–een Herhaaldelijk was tenslotte in de loop der verkregen geen goedkeuring. transparante bovenbouw op een open par- tijden aan de grachten gebouwd en gewij- keerruimte–van bekwaamheid getuigde zigd, en het totale beeld had deze verande- Offer brengen en als vrijstaand gebouw in de nieuwe wij- ringen kunnen volgen. Dan kon men ook Al werd het opstellen van richtlijnen regel- ken aanvaardbaar was geweest, was het concluderen dat een modern pand toe- matig als mogelijke optie opgeworpen om hier aan de gracht niet op zijn plaats, vatte laatbaar was, aldus Van Eesteren. ‘Men zal de problemen in de binnenstad te lijf te Zanstra de mening van de architectencom- aan hervormingen in de binnenstad niet gaan, meestal werd het in één adem weer missie samen. De architect gaf zich onvol- kunnen ontkomen. In wezen worden de verworpen, vooral door de architectleden. doende rekenschap van ‘de sfeer van het grachtengordels geconserveerd; moet Richtlijnen zouden immers kunnen ont- stadsbeeld waarin hij bouwt’, vulde Staal daarom echter het nieuwe bouwen steeds aarden in een strak keurslijf, waardoor aan. in het oude keurslijf gebonden blijven? een rem werd gezet op nieuwe architec- Als hier en daar eens een nieuw object ver- tuurvormen. Alleen op één punt was de stadsarchief amsterdam stadsarchief

DEEL 2: 1940–1978 | 23 stadsarchief amsterdam stadsarchief commissie eensgezind dat het nuttig was gracht en de Wolvenstraat. De nv Amster- stad niet te vergroten en de woonfunctie te om richtlijnen op te stellen, namelijk ‘be- damsche Maatschappij tot Exploitatie van bevorderen. perkende bepalingen ten aanzien van de Etage woningen–in eigendom van twee In een speciaal voor dit onderwerp be- breedteontwikkeling van grotere objecten’ broers van Warners–had volgens de com- legde vergadering in 1959 met de wethou- in bestaande gevelwanden, vooral aan de missie het bouwterrein zo lang laten lig- der voor Volkshuisvesting, A. in ’t Veld, grachten. De vraag of zes panden wel door gen, dat ook de naastliggende panden in bracht Zanstra de zorgen van de commis- één groot pand vervangen konden worden, elkaar gezakt waren zodat de bouw van sie over dit soort grootschalige ontwikke- was voor het karakter van de stad van gro- één groot pand mogelijk werd en een zo lingen naar voren. Het antwoord van de tere betekenis dan de architectuur, aldus groot mogelijk rendement behaald kon wethouder was kort maar krachtig: hoewel architectlid Piet Zanstra. worden. Een dergelijke ontwikkeling was er bij B en W geen enkele twijfel bestond Herhaaldelijk uitte de commissie tegen- in flagrante strijd met de Nota binnenstad dat er alles aan gedaan moest worden om over de wethouder haar zorg over de stich- uit 1955, waarin uitdrukkelijk de wens de sfeer van de binnenstad te behouden, ting van grote panden, bijvoorbeeld in van B en W was verwoord om de sfeer van moesten ook de economische consequen- verband met het al genoemde plan van de oude stad te behouden, het vloerop- ties niet uit het oog worden verloren. Voor- A. Warners voor de hoek van de Keizers- pervlak van bedrijfsruimtes in de binnen- al van bedrijven die al jaren in de binnen- boven: Het kantoorpand Kei- zersgracht 285 van H. le Grand en P. Selle, 1973, bestemd voor de al in de panden 271–283 gevestigde Nederlandsche Credietverzeke- ringsmaatschappij (ncm). rechts: Maquette van Keizers- gracht 285 en de iets later gerea- liseerde nieuwbouw op de hoek van Keizersgracht en Wolven- straat, een verdere uitbreiding van de ncm. Het lijken individu- ele panden, maar intern is het één complex. ‘Karakterloos’,

oordeelde de commissie. centrum stadsdeel pandenarchief opmeer reports

24 | DE SCHOONHEID VAN AMSTERDAM rechts: Geveltekening Regu- liersdwarsstraat 14–22, onder- deel van de eerste uitbreiding van de Hollandsche Sociëteit van Levensverzekeringen naar Herengracht 467–469, naar ontwerp van K. Sijmons. onder: Het complex van de Hollandsche Sociëteit van Levensverzekeringen tussen Herengracht 259–275 en de Reguliersdwarsstraat werd in 1977 verkocht. Nu is hier het Gouden Bocht Complex gevestigd. pandenarchief stadsdeel centrum stadsdeel pandenarchief stad gevestigd waren en grote bedragen ringen op Herengracht 467–469 was ge- re dan architectonisch-stedenbouwkundi- hadden geïnvesteerd, kon moeilijk een realiseerd. ge redenen’ toch goedkeuring te verlenen. verplaatsing naar elders worden geëist. In 1961 werd de vrees van de commissie Aan de bouwmassa werd geen restrictie Soms moest daarvoor ‘een offer worden bewaarheid dat de verzekeringsmaat- gesteld. gebracht’. schappij het hier niet bij zou laten. Nu was In 1968 ten slotte annexeerde de maat- Herengracht 465 voor vervangende nieuw- schappij Herengracht 459–463. Even Percelen samengevoegd bouw aan de beurt, wederom met Sijmons overwoog de commissie om nu ‘strenger In de praktijk bleek het voor de Commis- als architect. Het pand liep opnieuw door te zijn dan onze voorouders’. Uiteindelijk sie voor de Oude Stad inderdaad lastig om tot aan de Reguliersdwarsstraat en was concludeerde ze dat dit niet noodzakelijk onder de druk van de economische om- ontworpen als annex aan de al gerealiseer- was, gezien ‘het geruststellende feit’ dat standigheden het samenvoegen van de nieuwbouw, zonder eigen toegang en het belendende pand, Herengracht 457, percelen en de schaalvergroting tegen te trappenhuis. In een brief waarschuwde de een monument was. Zo kon in ieder ge- houden, zelfs op de grachten. Dit bleek commissie B en W dat het nu hoog tijd val aan een eventuele verdere uitbreiding nadat de uitbreiding van Sijmons voor de werd om complexvorming te voorkomen. paal en perk worden gesteld. n Hollandsche Sociëteit van Levensverzeke- Het college besloot echter vanwege ‘ande-

DEEL 2: 1940–1978 | 25 Bizar schaakspel rond grote locaties Torenhuizen en mammoetsteenkolossen

Bij invullingen in bestaande straatwanden, en al helemaal in grachten- wanden, ontsnapte geen detail aan het welstandstoezicht. Hoe anders liep het regelmatig bij nieuwbouw op grote locaties. Hoewel deze plan- nen een grote invloed hadden op de aanblik van de oude stad, vielen de werkelijke beslissingen elders. En dat terwijl in de jaren vijftig en zestig juist de ene na de andere ‘mammoetsteenkolos’ van de tekentafels rolde. Het Frederiksplein met op a de stagnatie van de oorlogsja- gadigde voor dezelfde locatie in beeld. de achtergrond De Neder- ren hadden culturele instellingen, Deze instelling kon bij de bevolking op landsche Bank, een plek die bedrijven en de universiteit in de meer sympathie rekenen. nog steeds nostalgische N jaren vijftig nieuwe onderkomens nodig. herinneringen oproept aan Het was dringen geblazen. Voor een aan- Soepel door commissie het in 1929 afgebrande tal grootstedelijke functies, zoals het Was er geen andere locatie mogelijk? Het Paleis voor Volksvlijt. In 1991 werd de bank uitge- nieuw te bouwen stadhuis en de opera, tijdschrift Heemschut verkondigde dat een breid met een cilinder van kon maar moeilijk ruimte worden gevon- nieuw bankgebouw wel op zijn plaats was veertien verdiepingen, den. In zijn artikel ‘De Nederlandsche in de ‘dringend te saneren Pijp’. Deze wijk naar een ontwerp van Bank of het koekoeksjong’ constateerde was immers ‘architectonisch waardeloos’, Abma+Dirks+Partners. monumentenvoorvechter Geurt Brinkgre- aldus het blad, maar had door zijn centra- ve in 1956 dat de stadskern hierdoor al le ligging wel de potentie een geheel nieu- jaren ‘het toneel van een vreemd en maca- we waarde te krijgen. Even later kwam de ber spel’ was. De voornaamste spelers Bond Heemschut met een ander idee: op waren de Gemeente-Universiteit, het Stad- het Frederiksplein zou een ‘eigentijds huis, het Binnengasthuis, een groot monument’ niet in conflict komen met papierbedrijf en De Nederlandsche Bank. het stadsschoon. En zo geschiedde. Het Die laatste had het snode plan om als het stadsbestuur regelde een grondruil, waar- Binnengasthuis zou verhuizen, ‘dit ganse door de universiteit de beschikking kreeg terrein, op een smalle strook na die over het Binnengasthuisterrein, terwijl beschikbaar blijft voor de universiteit, De Nederlandsche Bank onbelemmerd teverwerven en leeg te slopen,’ aldus mocht gaan bouwen op het Frederiks- Brinkgreve. plein ‘in het kader der algemeen gewenste nieuwe cityvorming buiten de oude stad’. Mammoetsteenkolos Duintjer kende de locatie op het Frede- Inderdaad had De Nederlandsche Bank in riksplein goed. In 1936 had hij samen met 1954 een prijsvraag uitgeschreven voor Auke Komter een ontwerp ingezonden een nieuw bankgebouw aan de Oude Turf- voor een nieuw stadhuis op die plek. In markt, dat zich zou uitstrekken over een 1954 was echter na ampel overleg beslo- groot deel van het Binnengasthuisterrein. ten het stadhuis op het Waterlooplein te Aanvankelijk stemde geen van de inge- bouwen, waardoor het mogelijk werd het zonden ontwerpen tot volle tevredenheid, Frederiksplein voor een operagebouw te al behoorden prominente architecten als bestemmen. Nadat dit plan voor een Berghoef, Dudok en Duintjer tot de inzen- operagebouw–waarvoor Bijvoet en Holt ders. In tweede instantie won Duintjer al bezig waren met een voorlopig ont- met een gewijzigd ontwerp. Naar de me- werp–weer was verhuisd naar het terrein ning van de jury was hij er nu in geslaagd van de Oude Rai aan de Ferdinand Bol- een gebouw voor 1200 medewerkers te straat, kreeg Duintjer de opdracht een ontwerpen dat zich soepel voegde naar de nieuw ontwerp te maken voor een bankge- binnenstedelijke schaal. bouw op het Frederiksplein. Een jaar eerder had de Commissie voor Duintjers ontwerp kwam in 1960 soepel de Oude Stad nog negatief geadviseerd door de Commissie voor de Oude Stad. over de stedenbouwkundige uitgangspun- Hij had een lage randbebouwing gete- ten voor dit bouwplan. De architectleden kend rondom een binnenplaats, plus een bleken toen overigens verdeeld: Cornelis asymmetrisch geplaatste toren net uit de Wegener Sleeswijk meende dat zo’n groot as van de Utrechtsestraat. Wel lokte de nieuw kan toorpand de historische stads- hoogte van de toren discussie uit, vooral kern dood zou maken, terwijl Jan Snelle- toen Duintjer een verhoging voorstelde brand juist vond dat de binnenstad dit ge- van 55 naar 75 meter. Tegenover de vrees bouw nodig had, wilden bepaalde delen dat deze hoogte de maat van de oude niet afsterven. grachtenbebouwing zou gaan overheer- Over het ontwerp van Duintjer hoefde de sen, stond het enthousiasme van de archi- Commissie voor de Oude Stad zich niet tectleden van de commissie: zij zagen een meer uit te spreken. Onder de Amster- hogere toren juist als een winstpunt in damse bevolking ontstond onrust over de architectonisch opzicht. De grotere hoog- benodigde sloop van een aantal monu- te zou het omvangrijke plein meer span- mentale panden aan de Oude Turfmarkt ning geven. En wat het aanzicht uit de en vooral over de omvang van het bankge- binnenstad betreft, die was ‘zo picturaal bouw. Het zou een kolossaal kantoorge- en rijk aan schoonheid, dat een hoge bouw worden, ‘een mammoetsteenkolos, bouwvorm op dit punt daaraan geen af- een soort Rotterdams Handelsgebouw,’ breuk zal doen’, aldus architectlid Komter. waarschuwde Geurt Brinkgreve. Boven- Uiteindelijk werd de bouwhoogte vast -

stadsarchief amsterdam stadsarchief dien was nog steeds de universiteit als ge- gesteld op 72 meter.

DEEL 2: 1940–1978 | 27 links: Tweede ontwerp van M. Duintjer voor nieuwbouw van De Neder- landsche Bank op het Bin- nengasthuisterrein, 1954. Hij won hiermee de prijs- vraag, maar het gebouw kwam er niet.

onder: Het ontwerp van Van den Broek en Bakema uit 1958 voor de nieuw- bouw van Het Parool aan het , met een vijftig meter hoge toren.

Torenhuizen oplossing, waarbij de nu te herstellen drie was voor hoogbouw? Of kon de Paroolto- Intussen bleek ook dagblad Het Parool op perceeltjes zouden vervallen’. ren juist als uitgangspunt worden geno- zoek naar een nieuwbouwlocatie. In juni De commissie belandde in een levendige men voor een reeks van torens in de ring 1958 begaf de Commissie voor de Oude discussie over de aanvaardbaarheid van Centraal Station (waar al het Havenge- Stad zich naar de beoogde plek tussen Ro- dergelijke hoogbouw in de oude stad. Van bouw gerealiseerd was), , Rokin, kin en , waar archi- Eesteren, hoofd Stadsontwikkeling, en Vijzelstraat en Ferdinand Bolstraat, zoals tect Jaap Bakema een maquette toonde. Royaards als vertegenwoordiger van de architectlid Van der Steur voorstelde? Een Om een al te massieve bouwmassa te voor- oudheidkundige verenigingen kantten geheel andere optie, uitgaande van het komen was het plan opgebouwd uit een zich tegen elke hoogbouw in de oude stad. idee dat de oude stad zich niet leende voor vierkante grondvorm met bedrijfshallen, Andere commissieleden richtten zich op ‘torenhuizen’, was om de hoogbouw te situ- met daarboven een toren met kantoor- de vraag welke plekken geschikt konden eren langs de als een ring die ruimten. Aan de Oudezijds Voorburgwal zijn voor een hoog accent. De locatie voor de oude stad zou omsluiten. De commissie bleef op aandringen van Monumentenzorg het Paroolgebouw leek tamelijk willekeu- besloot een en ander in studie te nemen. een drietal percelen behouden, hoewel Ba- rig gekozen; moest men niet eerst bestude- kema persoonlijk zou ‘gevoelen voor een ren waar precies in de oude stad ruimte

28 | DE SCHOONHEID VAN AMSTERDAM de telegraaf, 19 mei 1962 de telegraaf,

Mastbos ketteerde een aantal commissieleden wel In mei 1962 verscheen in Twee jaar later, in 1960, zou de hoogbouw- degelijk met een toren aan de , de De Telegraaf een gete- discussie nog eens dunnetjes over worden discussie over dit hoogbouwplan werd defi- kende vogelvluchtkaart gedaan in verband met een ‘rank en slank nitief gesloten. van ‘Amsterdam over 25 jaar’. De kaart werd om- bouwlichaam’, ontworpen door Ingwerson lijst door tekeningen van voor de hoek van de Amstel en de Sarphati- Okurahotel en Stopera 24 bouwwerken die toen straat, schuin tegenover het Amstelhotel. Over het Paroolgebouw op het Rokin hoef- voorgenomen of in aan- Het plan was weliswaar al afgewezen door de de commissie zich niet meer te buigen. bouw waren. het gemeentebestuur, maar Ingwerson wil- Het krantenbedrijf had een locatie aan de de zich daar niet bij neerleggen. Deze loca- Wibautstraat gevonden. tie op de grens van de oude en nieuwe stad, In 1968 tekenden Bijvoet en Holt een gunstig gelegen aan een rivier en aan een nieuw plan voor een operagebouw aan de brede weg, was volgens hem een van de Ferdinand Bolstraat, ditmaal in combinatie weinige plekken waar hoogbouw gecombi- met een hoteltoren van 70 meter hoogte in neerd kon worden met voldoende ruimte opdracht van een Japans concern. Dit leid- eromheen. de tot felle protesten van de werkgroep De al helemaal niet toen in een later stadium Tijdens de bespreking in een gezamenlij- Pijp met Jan Schaefer (de latere wethouder) nog wijzigingen waren aangebracht. Con- ke sessie van de Commissies voor de Oude als gangmaker: op deze plaats was drin- trair aan het advies van de commissie ging en de Nieuwe Stad kantte Jakoba Mulder gend behoefte aan groen en aan ‘maat- het college hier toch mee akkoord. (inmiddels Van Eesteren opgevolgd als schappelijke en sociale outillage’. Het ope- Ook op andere locaties zag de commissie hoofd Stadsontwikkeling) zich tegen het raplan verdween in de ijskast, maar de zich geconfronteerd met steeds maar uit- plan. Ze sloot niet uit dat hier en daar in de hotelbouw bleef op de agenda staan. dijende bouwvolumes. Bijvoorbeeld aan oude stad een accent kon komen. Maar Schoorvoetend ging de Commissie voor de het Weesperplein: al was de aansluiting een hoog accent vraagt om ruimte en die Oude Stad akkoord met deze hoogbouw van de hoogbouw aan de Diamantbeurs was hier niet in voldoende mate aanwezig: voor het Okurahotel. ‘onbarmhartig’, toch werd besloten posi- de Amstel was in vergelijking met bijvoor- Niet alleen met de opera wilde het maar tief te adviseren. Aan het bouwvolume was beeld de Theems helemaal niet breed. En niet lukken. De onderhandelingen met het immers toch niets meer te doen. Net zo bovendien werd de toren ingekneld in de rijk over de financiering van een stadhuis verliep de besluitvorming over de nieuw- oude bebouwing; de toren ‘vermorzelt in op het Waterlooplein waren ook vast ko- bouwplannen voor de universiteit op het feite de naast liggende monumenten’. men te zitten. Om beide zaken vlot te trek- Roeterseiland. De belangen van machtige Eerst moest maar eens vastgesteld worden ken besloot de gemeente in 1979 het stad- opdrachtgevers wogen voor het gemeente- waar precies de hoge accenten konden ko- huis op het Waterlooplein samen te voegen bestuur zwaarder dan een welstands - men, aldus Mulder. Dat gold ook voor de met een muziektheater. Het gecombineer- commissie, die eerst een inhoudelijk Pijp. Er moest voorkomen worden dat ‘een de ontwerp van Wilhelm Holzbauer en debat wilde voeren over ingrepen in de mastbos van hoge bebouwing verschijnt, Cees Dam verdiende volgens de Commissie stad, maar telkens moest concluderen zoals in vele Amerikaanse steden’. Al ko- voor de Oude Stad geen schoonheidsprijs; dat zij achter de feiten aanliep. n

DEEL 2: 1940–1978 | 29 De uitbreiding van de Ko- ninklijke Nederlandse Academie van Weten- schappen aan de Klove- niersburgwal naast het Trippenhuis uit 1660 was volgens de raadsleden Brinkgreve c.s. een onbe- grijpelijke aanslag op het Amsterdamse stadsbeeld. ‘Duidelijk is wel dat het welstandstoezicht hier

opmeer reports compleet faalde.’

30 | DE SCHOONHEID VAN AMSTERDAM Groeiende protestbeweging tegen cityvorming Welstandstoezicht voor binnenstad onder vuur Het welstandstoezicht in de binnenstad had steken laten vallen, stelden drie gemeenteraadsleden in mei 1966. Lelijke nieuwbouw vormde op allerlei plekken een inbreuk op het stadsschoon. Een jaar later vlamde onder de stadsbevolking het protest op tegen het abn-gebouw in de Vijzelstraat. De cityvorming lag onder vuur en meteen ook het ondoorzichtige welstandstoezicht: op welke gronden bepaalde dit gezelschap oudere heren wat mooi was en wat niet?

DEEL 2: 1940–1978 | 31 links: De Spaarbank voor de Stad Amsterdam uit 1964 van K. Sijmons conflic- teerde volgens Brinkgreve c.s. met de oude Amster- damse bouwkunst. Sinds 2008 staat het pand in de Amsterdamse Top 100 van het naoorlogse erfgoed.

onder: Het kantoorpand Keizersgracht 298–300 van C. de Geus en J.B. Ingwer- sen, 1955. Brinkgreve c.s. stoorde zich aan de glas- en betongevel.

Er moesten dus richtlijnen komen voor het bouwen in de oude stad, als leidraad voor ontwerpers én als grondslag voor een objectief welstandstoezicht. Natuurlijk be- tekende dit een vrijheidsbeperking voor de architecten, maar een bouwmeester in de

opmeer reports oude stad moest dit maar aanvaarden als de spelregels ‘van deze zeer verantwoorde- n mei 1966 luidden de raadsleden Spaarbank voor de Stad Amsterdam van lijke arbeid’. Tot slot stelden de drie raads- G. Brinkgreve, H.J. Nipperus en Karel Sijmons aan het Singel ontbrak elk leden voor de welstandscommissies uit te ITh.B. Rossen de noodklok: het wel- Amsterdams karakter. breiden met meer vertegenwoordigers uit standstoezicht in de binnenstad had Hoe had het zover kunnen komen? Vol- de burgerij ‘die van hun belangstelling in gefaald. Zij wezen op een aantal voorbeel- gens de drie raadsleden was het kernpro- het stadsschoon hebben doen blijken’, en den waar het mis was gegaan. Het nieuwe bleem dat het welstandstoezicht geba- bovendien met enkele schilders en foto- gebouw van de Universiteitsbibliotheek seerd was op subjectieve maatstaven. Zij grafen die een scherp oog hadden voor de aan het Singel van J. Leupen doorbrak ‘op verdachten de Commissie voor de Oude karakteristieke schoonheid van de binnen- agressieve wijze het stadsbeeld door zijn Stad ervan dat deze zich liet leiden door de stad. kleur, zijn grove detaillering en zijn sil- doctrine ‘kunst past bij kunst’, waarbij houet’. Van het kantoorpand van Ingwer- men ervan uitgaat dat gebouwen van goe- Veel ongelukken voorkomen sen en De Geus aan Keizersgracht 298–300 de architectonische kwaliteit elkaar als bu- Begin 1967 reageerde de Schoonheidscom- was vooral de ‘pretentieuze glas- en beton- ren nooit kunnen schaden, ook al is er missie op verzoek van B en W op de kriti- gevel’ een steen des aanstoots. En aan de sprake van een groot stijlverschil. Wel- sche nota van de raadsleden. Zij vond dat standstoezicht lijkt dan op het optreden te veel aandacht uitging naar de onvermij- van een architectenjury die vrij baan geeft delijk insluipende mislukkingen, terwijl aan het werk van collega’s die als begaafd ook wel eens gewezen mocht worden op worden gezien, terwijl het werk van alle an- ‘de ontelbare hoeveelheid ongelukken’ die deren zo lang mogelijk wordt tegengehou- dankzij het welstandstoezicht waren voor- den. Volgens de raadsleden was bovendien komen. bij de commissie overduidelijk het verlan- In het invoeren van richtlijnen voor het gen aanwezig om ‘aan de eigentijdse vorm- bouwen in de oude stad zag de commissie geving de gevraagde vrijheid te geven’. geen enkel heil. Met een ‘architectenre- cept’ was het probleem niet op te lossen. Objectieve maatstaven Nieuwbouw was altijd een vraagstuk van De oplossing? Welstandstoezicht moest een incidentele situatie, waarbij de com- volgens Brinkgreve c.s. gebaseerd zijn op missie zich trouwens meestal wel degelijk objectieve maatstaven, die ontleend waren baseerde op de architectonische uitgangs- aan de specifieke kenmerken van de oude punten zoals Brinkgreve en zijn collega’s stad. Dan ging het om een beperkte per- die omschreven. Eén richtlijn wilde de ceelsbreedte, om gevels en gevelbekronin- Schoonheidscommissie wel opgenomen gen die aansloten bij de historische con- zien in bestemmingsplannen voor de oude text, om staande ramen (‘niet de stad, namelijk een beperking van de per- tegenwoordig toegepaste, vrijwel vierkante ceelsbreedte. Dat had ze zelf overigens al ramen uit één stuk in een smalle metalen in 1959 voorgesteld. sponning, die werken als gaten in de ge- Dat zij uitging van de doctrine ‘kunst vel’), om het typisch Amsterdamse dak en past bij kunst’–die haar ervan zou weer- ten slotte om passende kleuren en materi- houden om een ontwerp van goede archi-

stadsarchief amsterdam stadsarchief alen. tectonische kwaliteit af te wijzen, ook al

32 | DE SCHOONHEID VAN AMSTERDAM rechts: Geurt Brinkgreve in 1994. Gevreesde monumentenbeschermer

onder : De Universiteits- Geurt Brinkgreve (1917–2005) was van huis uit keerpunt in de strijd tegen een vierbaansweg bibliotheek aan het Singel beeldhouwer en medailleur. Hij werd echter door de Nieuwmarktbuurt. In 2006 stelden B en van architect Leupen vooral bekend als de grote voorvechter van mo- W de Geurt Brinkgreve Bokaal in als aanmoedi- ‘doorbreekt op agressieve numentenbescherming in Amsterdam–gevierd gingsprijs voor het creatief hergebruiken van wijze het stadsbeeld door zijn kleur, zijn grove de- én gevreesd. Aanvankelijk opereerde hij als ka- oude, monumentale gebouwen. taillering en zijn silhouet’, tholiek gemeenteraadslid, maar eind 1966 trad aldus de raadsleden hij demonstratief uit de raad uit protest tegen Brinkgreve, Nipperus en de bouw van de ‘Vijzelbank’. Hij was de drijven- Rossen. de kracht achter de oprichting van de Amster- damse Maatschappij tot Stadsherstel, Stichting Diogenes, Stichting West-Indisch Huis, Stich- ting Bethaniënklooster en de Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad. Daarnaast was hij paste dit qua stijl niet in de oude stad–was nog in allerlei andere verenigingen actief, zoals volgens de Schoonheidscommissie onzin. de Bond Heemschut en Amstelodamum. Ook herkende zij zich niet in de aantijging Brinkgreve voerde actie tegen verkeersdoor- dat ze vrij spel gaf aan eigentijdse vormge- braken en kaalslag en hij stond op de bres voor ving. Als men de aanwijzingen die zij bij behoud en hergebruik van historische gebou- bouwplannen gaf onder de loep nam, zou wen die verloren dreigden te gaan, zoals het

haar nog eerder een historiserende ten- Pintohuis aan de Sint Antoniesbreestraat: het ed suister / mai dens kunnen worden verweten. Helemaal verongelijkt was de commissie over de be- wering dat ‘de wijdvertakte collegiale ban- Vlammende betogen niet van afmaken. De stad zinderde inmid- den’ van de architectleden met hun vakge- B en W namen in maart 1967 het schrijven dels van de protesten tegen de ‘Vijzelbank’ noten een grote invloed uitoefenden op van de Schoonheidscommissie bijna let- en de cityvorming (zie kader op volgende beslissingen. Er was geen sprake van terlijk over in hun preadvies aan de ge- pagina). Alle commotie rond het wel- vriendjespolitiek of het bevoordelen van meenteraad over de nota van Brinkgreve standstoezicht resulteerde op 16 augustus beroemde collega’s. c.s. Maar zo makkelijk kon men er zich 1967 in een openbare ‘hearing’, waar stadsarchief amsterdam stadsarchief

DEEL 2: 1940–1978 | 33 De Vijzelbank: symbool van de cityvorming

oen de Vijzelstraat voering al gaande was, in 1926 verbreed bleek dat de opdrachtgever Twerd om ruimte te het bouwproject niet lan- scheppen voor de groei- ger kon dragen. Trapman ende verkeersstroom, ver- had, om te voorkomen dat rees tussen de Keizers- en de bouw stilgelegd moest een groot worden, in razend tempo flatgebouw van J.M. van voor een nieuwe opdracht- der Mey. In 1955 stortte dit gever, de abn, een nieuw pand deels in na een aanrij- plan ontworpen. Het ge- ding door een vrachtwa- bouw zou nu geheel tot gen. Zeven jaar later werd kantoor bestemd worden, het gesloopt. Architect J. met een uitbreiding van het Trapman kreeg opdracht vloeroppervlak van 15.000 een nieuw gebouw te ont- naar 18.000 vierkante werpen op de bestaande meter en met een grotere fundering, met ruimte voor verdiepings hoogte. winkels, kantoren en wo- De commissie kon er kort ningen. Na een jaar sleute- over zijn: het voorstel–en trapsgewijze afdaling naar van het herziene plan prees. voor het bankgebouw, on- len aan het ontwerp ge- vooral ook de bouwhoog- de gevelhoogte van de Gerrit Baas van de Dienst danks tientallen bezwaar- loofde de Commissie voor te–was onaanvaardbaar. grachten een ‘levendig sil- Volkshuisvesting daarente- schriften. Geurt Brinkgreve de Oude Stad niet meer in Een ‘droog zand-plan’ dat houet’ ontstaan, waardoor gen had geen goed woord stapte demonstratief uit een goed eindresultaat. niet in deze omgeving pas- de verhoging minder ver- over voor de ‘blokkendoos- de raad en een storm van Maar een samenwerking te, volgens architectlid Van werpelijk was geworden. architectuur’ en voor Zan - verontwaardiging stak op met architect Linsen bracht Rhijn. Al één maand later Architectlid Van Gool voel- stra was de vormgeving onder de stadsbevolking. verbetering: in februari lag er een gewijzigd bouw- de zich aangesproken door volstrekt onbegrijpelijk. In De ‘Vijzelbank’ werd hét 1964 kwam de verlossende plan, nu ontworpen door een ‘merkwaardige poëzie’ meerderheid adviseerde de symbool van de cityvor- uitspraak dat het ontwerp Duintjer samen met Trap- in het ontwerp, terwijl commissie echter positief. mingsgedachte, die op door de commissie aan- man. Hoewel de commissie commissievoorzitter Van Op 15 december 1966 gaf steeds meer afkeer kon re- vaardbaar werd geacht. nog steeds de bouwhoogte Walraven de ‘grote een- de gemeenteraad na een kenen. De protestbewe- In juli 1966, terwijl de uit- betreurde, was door de voud en bescheidenheid’ bewogen debat groen licht ging leidde tot de oprich- ting van het actiecomité Ban de Bank. Ook Provo, dat al eerder in een Subver- sieve brief van leer was ge- trokken tegen de plannen om de bevolking naar de buitenwijken te ‘deporte- ren’ en de binnenstad om te vormen tot een ‘amorfe betonwoestijn’, sloot zich bij de oppositiebeweging aan. In september 1967 vond de handtekeningen- actie ‘Amsterdaad’ plaats. In één week werden

stadsarchief amsterdam stadsarchief 114.000 adhesiebetuigin- De uitbreiding van de Koninklijke Nederlandse Academie van Weten- schappen aan de Klove- niersburgwal zorgde voor stevige discussie binnen de Commissie voor de Oude Stad in de vroege jaren zestig. Moest er gezocht worden naar meer aansluiting bij het Trippenhuis of juist naar contrastwerking? opmeer reports

gen ingezameld onder de architecten en kunstenaars, monumen- Getouwtrek om richtlijnen leuze ‘Ik vind dat de bin- tenbeschermers en buurtactivisten, als- Na de hearing wilden B en W van de nenstad van Amsterdam mede belangenbehartigers van het be- Amsterdamse Raad voor de Stedenbouw niet naar de bliksem mag drijfsleven vier uur lang hun hart luchtten weten of het welstandstoezicht niet toch gaan’. over het bouwen in de binnenstad en het moest worden aangepast, gezien deze Ondertussen had de welstandstoezicht. stortvloed van kritiek. De raad stelde een Commissie voor de Oude De meningen over hoe het met de bin- commissie samen met de architect A. Stad zich in februari 1967 nenstad verder moest liepen uiteen. Van Evers als voorzitter. De belangrijkste vraag nogmaals over de uitwer- de stelling dat de geplande vierbaansweg was of er gedetailleerde architectuurvoor- king van de plannen gebo- door de Nieuwmarktbuurt nu eenmaal schriften moesten komen. gen. Er werd waardering een van de dingen was die moesten gebeu- Nee, dat was niet wenselijk én niet mo- geuit voor het gevelont- ren–men kon tenslotte niet altijd aan het gelijk, rapporteerde de commissie twee werp met zijn horizontale, verleden vasthouden–,tot het voorstel om jaar later, in de zomer van 1969. Er moest donker gehouden banden de binnenstad tot beschermd stadsge- ruimte blijven voor creativiteit. Wel kon- en verticale kolommen die zicht te verklaren, tot één groot monu- den de karakteristieke elementen van het door hun lichte kleur dui- ment. In vlammende betogen moest het bouwen in de oude stad opgetekend wor-

stadsarchief amsterdam stadsarchief delijk een tegenwicht ga- welstandstoezicht het ontgelden. Volgens den in een compendium. Dit kon als code ven. Een pijnpunt bleef de Geurt Brinkgreve (na zijn vertrek uit de gelden voor iedereen die ontwierp en liet hoogte van het gebouw. raad nu woordvoerder van Maatschappij bouwen in de oude stad, alsmede voor de B en W hadden bij de bank Arti et Amicitiae) had de Schoonheids- ambtelijke en beoordelende instanties. aangedrongen op verla- commissie elk vertrouwen verloren na De architectencommissie voor de oude ging met één verdieping, haar instemming met de Vijzelbank. stad moest omgebouwd worden tot een maar de abn had dit afge- Stichting Diogenes, bij monde van J. Oran- ‘supervisorengroep-binnenstad’, zodat op- wezen. In de commissie je, richtte haar pijlen op de ambtenaren in drachtgevers en architecten beter begeleid stelden Zanstra en Slebos de welstandscommissie. Als die niet lan- konden worden. Samen met ambtelijke voor om nogmaals bij het ger het laatste woord hadden, zou men medewerkers, die het toezicht op kleine bankbestuur aan te drin- veel geruster op het resultaat kunnen zijn. verbouwingen konden doen, zouden deze gen op matiging van zijn En volgens Tj. Dijkstra, die optrad als ver- supervisoren dan het Welstandsberaad zakelijke belangen ten be- tegenwoordiger van het Genootschap Ar- Binnenstad vormen. De Commissie voor hoeve van het stadsschoon, chitectura et Amicitia, ontbrak het vooral de Oude Stad, uitgebreid met leken en onder verwijzing naar de aan visie op de toekomst van Amsterdam, kunstenaars, zou echter het eindoordeel verontrusting onder de of dat nu de overheid, de Schoonheids- over belangrijke plannen moeten vellen. Amsterdamse bevolking. commissie, het bedrijfsleven, de midden- Ondertussen had de commissie-Poelje In de zomer van 1967 stand of de architecten betrof. zich gebogen over het uitvaardigen van bleek de bankdirectie Van het beleid van het gemeentebestuur voorschriften voor de perceelsbreedte. alsnog bereid mee te wer- liet niemand iets heel. Het college voerde Nu gedeelten van de stad onmiddellijk ken aan de gevraagde ver- geen consistent beleid en probeerde al- bedreigd werden, kon een bepaling het laging. Tevreden consta- leen maar rampen te voorkomen. Een dui- beste aan de bouwverordening worden teerde Slebos dat het delijke visie op de binnenstad ontbrak. toegevoegd, aldus de commissie. Dan kon bankgebouw nu op enkele ‘Als er iets zonneklaar aan het licht is geko- zo’n bepaling het snelste rechtskracht punten zelfs lager werd men,’ schreef Het Parool, ‘dan is het wel krijgen. dan het eerst geplande dat de brede groep deskundigen uit de Dit laatste voorstel werd door de Com- flatgebouw van Trapman. Amsterdamse burgerij op niet mis te ver- missie voor de Oude Stad met grote in- De Commissie voor de stane wijze haar vertrouwen heeft opge- stemming begroet. Maar het rapport van Oude Stad besloot gunstig zegd in het tot dusver door de gemeente de commissie-Evers riep weerstand op. te adviseren over het uit- gevoerde binnenstadsbeleid.’ Leek het voorgestelde compendium niet gewerkte plan. te veel op het voorschrijven van bindende

DEEL 2: 1940–1978 | 35 Het kloostergebouw naast het Andrieshof op de Ege- lantiersgracht van archi- tect Peters gaf volgens de raadsleden Brinkgreve c.s. blijk van onverschilligheid jegens het karakter van de oude stad. Hier was sprake van ‘een opzette- lijk anders-willen-doen’. ‘Wie als architect op dat standpunt staat dient niet in de stad te bouwen.’ opmeer reports richtlijnen? Het kon een nuttig instrument had zij, na een stringente begeleiding door moest in de tweede helft van 1972 gereed zijn voor het registreren van kennis over een supervisorengroep, eigenlijk nog in te zijn. het bouwen in de oude stad, alsmede voor brengen? het prikkelen van de bewustwording bij Het tegenstribbelen baatte niet. In okto- Vertrouwenscrisis opdrachtgevers en ontwerpers. Maar het ber 1971 werd de Nota inzake welstandstoe- Maar het liep anders. Toen wethouder moest vrijblijvend zijn; nieuwe architec- zicht door de gemeenteraad vastgesteld. Louis Kuijpers in 1975 bij de Commissie tuurvormen die afweken van de histori- Hierin waren de aanbevelingen van de voor de Oude Stad informeerde hoe het sche standaarden moesten mogelijk blij- commissie-Evers overgenomen, alsmede stond met de uitvoering, bleek er nog niets ven. En in een herziene structuur van het het idee de bouwverordening aan te vullen te zijn gebeurd. Dankzij haar afwachtende welstandstoezicht had de Commissie voor met een voorschrift over de perceelsbreed- houding kreeg de commissie toch nog haar de Oude Stad al helemaal geen trek. Wat te. Het compendium met richtlijnen zin. In de opnieuw opgestarte discussie werd geconcludeerd dat een super visoren - groep en een Welstandsberaad Binnenstad Een ondemocratisch bolwerk overbodig waren. Ook het compendium met richtlijnen verdween van tafel: de ar- In de roerige jaren zestig, waarin de roep om in- standstoezicht–áls het al zou blijven bestaan– chitectleden en het secretariaat konden spraak en democratisering steeds luider klonk, op z’n minst volledig openbaar worden, zodat voldoende informatie geven aan ontwer- was de toch al gespannen relatie tussen wel- burgers konden meepraten over wat in hun pers over de te hanteren uitgangspunten. standscommissies en praktiserende architecten er woonomgeving aan architectuur werd neergezet. Ondertussen was de verhouding tussen niet op vooruitgegaan. Welstandscommissies wa- Hoewel in Arnemuiden de aanzet werd gege- het gemeentebestuur en de Commissies ren onderdrukkend en bevoogdend, zo klonk het ven tot de democratisering van het welstands- voor de Oude en de Nieuwe Stad er niet be- gemor. Op een congres in Arnemuiden in 1969 over toezicht, zou het 35 jaar duren voordat er iets ter op geworden. Steeds vaker werden ad- de toekomst van het welstandstoezicht barstte de fundamenteel veranderde. Pas met de wijziging viezen door B en W genegeerd, hetzij uit be- bom. Natuurlijk hadden de organisatoren, de Fe- van de Woningwet in 2003 zouden de wel- leidsoverwegingen, hetzij op basis van deratie Welstand en het Genootschap Architectu- standscommissies in Nederland een nieuwe weg esthetische opvattingen. De commissies ra et Amicitia, wel gerekend op oppositie. Ze had- inslaan naar transparantie, openbaarheid en vroegen zich openlijk af wat nog de zin was den willen bespreken hoe het welstandstoezicht helderheid van criteria. van al hun inspanningen. Volgens wethou- moest worden aangepast aan de veranderde Herman Hertzberger, 1979. der Kuijpers berustte de ontstane vertrou- praktijk van het bouwen. Maar in plaats daarvan wenscrisis op de misvatting bij de archi- ging het vooral over de vraag wat er moest gebeu- tectleden dat hun advies wel zou worden ren nadat het welstandstoezicht was afgeschaft. overgenomen, omdat een aantal ambtena- De jonge architect Herman Hertzberger was de ren zitting had in de commissies. Om dit felste vertolker van de kritiek. Hij noemde de wel- mechanisme uit te sluiten was het wense- standscommissie ‘een ondemocratisch bolwerk lijk de ambtelijke leden uit de commissies bij uitstek, waarbij een groep oude mannen be- terug te trekken, aldus de wethouder. paalt wat mooi is en wat niet’. Welstandstoezicht Pas zes jaar later, in 1981, zou dit idee was betuttelend en zinloos en leidde tot een ni- worden doorgevoerd. Volgens de nieuwe vellering van de veelkleurigheid van de samenle- Verordening welstandstoezicht Amsterdam ving. ‘Wat in de maatschappij leeft, moet zich vrij- werden de Schoonheidscommissie en de elijk kunnen uiten,’ aldus Hertzberger. En volgens Commissies voor de Oude en de Nieuwe Niek de Boer, directeur van de Provinciale Planolo- Stad omgevormd tot commissies van gische Dienst van Zuid-Holland, moest het wel- deskundigen, begeleid door ambtenaren zonder stemrecht. n

36 | DE SCHOONHEID VAN AMSTERDAM Grootschalige sanering in eerste fase stadsvernieuwing Woningnood breekt wet…

Rond 1970 was Amsterdam een verkrotte stad. Niet alleen de binnenstad, maar ook de negentiende-eeuwse ring was aan ernstige verwaarlozing ten prooi. De Dapperbuurt en Kattenburg stonden op de nominatie voor grootschalige sanering. Medio jaren zeventig echter kenterde het denken over stadsvernieuwing, ook binnen het welstandstoezicht.

et complex De Roomtuintjes Commissie voor de Oude Stad in juni 1972. De Roomtuintjes tussen de had de voorbeeldige start moeten Piet Zanstra, optredend namens de oud- Pontanusstraat (rechts) en zijn van de sanering van de Dapper- heidkundige verenigingen, wierp tegen dat de Zeeburgerdijk (onder- H aan) in 1978, uitgevoerd buurt. Architect Jacob Dunnebier ontwierp hij weinig waardering had voor het tuin- als eerste onderdeel van een plan met meandervormige flatblokken stad-achtige karakter. Waarom niet geko- het plan-Duyff uit 1971 voor voor het terrein dat vrijkwam na het vertrek zen voor een binnenstedelijke structuur? reconstructie van de van het Bodecentrum (een clustering van Maar hij stond alleen in deze kritiek. De Dapperbuurt. Buurtprotes- vrachtvervoerbedrijven). Diezelfde opzet rest van de commissie had wel enkele ten voorkwamen dat de zou worden aangehouden bij de recon- bouwkundige aanmerkingen en was ook rest van het plan werd structie van de rest van de buurt, zoals su- niet gelukkig met de keuze van de architect, uitgevoerd. pervisor Van Stigt verduidelijkte aan de maar ging toch akkoord met het plan. Het stadsarchief amsterdam stadsarchief argument woog zwaar dat de bouw van links: Tekening Corn. F. groot sociaal belang was gezien de woning- Janssen van wederopbouw- nood en daarom spoedig moest worden ge- plan ‘Nieuwmarkt’ en ‘Jo- realiseerd. Volgens de tegensputterende denbuurt’ uit 1956, met de verbrede Jodenbreestraat Zanstra kon dat geen reden zijn om een en een verkeersweg door plan goed te keuren: een advies kon alleen de Nieuwmarkt, met aan op esthetische overwegingen gebaseerd weerszijden kantoorpanden. zijn. onder: Nieuwbouw van het De Sterke Arm bureau Van Eyck en Bosch, De vraag of het bouwplan voor de Room- links aan de Palmdwars- tuintjes nog ter inspraak aan de buurt zou straat in de Jordaan (1972– worden voorgelegd, werd door directeur 1980), rechts aan de Sint Bouw- en Woningtoezicht Jan Nieuwen- Antoniesbreestraat naast weg als weinig relevant weggewoven. Hij het Pintohuis (1978). verwachtte dat de buurt vooral interesse had in een redelijke huur. De eind 1970 en Kattenburg. In de andere wijken wilde Het stedenbouwkundig plan was volgens opgerichte actiegroep De Sterke Arm had men het ruimtelijk patroon zoveel mogelijk de afdeling Stadsontwikkeling zo eenvou- inderdaad betaalbare nieuwbouw als handhaven en stond een combinatie van dig mogelijk gehouden om een maximaal strijdpunt, maar dan wel in open gaten nieuwbouw en renovatie op het program- aantal goedkope woningen te realiseren. bínnen het bestaande stratenpatroon. De ma. Essentieel voor een voldoende groot bouw- buurt zag niets in het plan van ir. W.T. terrein was het dempen van de Kattenbur- Duyff van afdeling Stadsontwikkeling uit Kaalslag op Kattenburg gervaart. Architectlid Evers vroeg zich af of 1971, dat uitging van volledige kaalslag Het wederopbouwplan voor Kattenburg een kleinschaliger bouwwerk in plaats van van de Dapperbuurt en nieuwbouw in me- was al in 1953 door de gemeenteraad goed- deze ‘herhalingsbouw van woningbouw in anderende bouwblokken, waarin de open gekeurd. Het verval was zo ver voortge- Amersfoort’ niet beter was, zo dicht bij de ruimten afwisselend bestemd waren voor schreden dat sloop/nieuwbouw als beste oude stad. Het plan leidde volgens hem overdekt parkeren en openbaar groen. oplossing werd gezien. In 1968 was Katten- niet tot een stadsbeeld ‘waarin men met Slechts de helft van de 5600 woningen zou burg een kale vlakte. Maar zo voortvarend vreugde zal rondlopen’. Maar het overgrote terugkeren. als de sloop werd aangepakt, zo langzaam deel van de commissie had waardering Gezien haar goedkeuring van de Room- kwam de nieuwbouw op gang. Pas in okto- voor het plan en had geen behoefte aan tuintjes vond de Commissie voor de Oude ber 1972 stond het eerste deel van de aansluiting bij de schaal van de oude bin- Stad het kennelijk gepast om, ondanks de nieuwbouw op Kattenburg op de agenda nenstadsbebouwing. Zij het met enige aar- groeiende opstand in de buurt, vast te hou- van de Commissie voor de Oude Stad. zeling omdat de ge- den aan de uitgangspunten van het plan- Duyff en daarmee aan de Tweede nota stadsvernieuwing uit 1971. Hierin hadden Griezelige stap terug in architectuur B en W onder publieke druk weliswaar af- stand genomen van de grote verkeersdoor- Kampioen productiviteit voor wat betreft het te bevredigen’. braken in en rond het centrum–inclusief bouwen op kleine locaties was ongetwijfeld het Recente voorbeelden daarvan waren er al, al- de vierbaansweg door de Nieuwmarkt- bureau Van Eyck en Bosch. Vanaf eind 1974 wer- dus architectlid Van Kasteel, duidend op een buurt–,van het saneringsplan voor de Jor- den tal van plannen voor de Jordaan en de plan in de Dapperbuurt dat in samenwerking daan en van een acute moderniserings- Nieuwmarktbuurt ingediend. De architecten- met toekomstige bewoners tot stand was geko- drift in de negentiende-eeuwse wijken commissie was enthousiast over de invullingen men: een ‘parodie op niet-waardevolle architec- zoals nog in de Eerste nota stadsvernieu- in de Jordaan, ook al week de vormgeving door tuurvormen uit het nabije verleden’, met als re- wing uit 1969 het uitgangspunt was. Op de betonnen schaaldaken en de hoge buitentrap- sultaat een bedenkelijke armoede en ‘een twee uitzonderingen na: de Dapperbuurt pen langs de gevel af van de traditie. Normaliter griezelige stap terug in de architectuur’. Met was dit voldoende aanleiding voor een negatief grote aarzeling was dit plan goedgekeurd, over- advies, aldus de architectencommissie, maar hier wegende dat het mede uit de koker van de be- was sprake van een zo hoog niveau dat zij er una- woners kwam. niem mee wilde instemmen. Kritischer stonden de architectleden tegenover een aantal invullingen van het bureau Van Eyck en Bosch in de Nieuwmarkt. Toegegeven, ze wa- ren met grote zorgvuldigheid uitgedacht, maar bij ‘deze oplossingen die vijftig jaar geleden had- den kunnen zijn ontworpen’, moesten toch wel enige vraagtekens worden geplaatst. Bovendien kon het als precedent werken; het gevaar be- stond dat dit ‘voor minder begaafde vakgenoten aanleiding zal zijn om middels maniertjes, in

plaats van met vakmanschap, het Volksempfinden amsterdam stadsarchief stadsarchief amsterdam stadsarchief

38 | DE SCHOONHEID VAN AMSTERDAM opmeer reports geerde. de adviezenvanhetwelstandstoezicht ne- kennisname, endathetgemeentebestuur te laatstadiumontving,minof meerter die kerendatdecommissieplannen ineen nog enigeinvloedmogelijkwas. plannen betrokkenwildeworden,zodat aan ineenvroegtijdigstadiumbijbouw- eraan toetevoegendatdecommissievoort- zen zullenkunnenwordengebouwd’.Om door ‘inplaatsvanwoonblokken,woonhui- binnenstad aangepasteverkaveling,waar- aangedrongen opeenkleinschalige,aande Kattenburg verwerpelijkwasendatwerd een voortzettingvandeontwikkelingalsop een berichtaandewethoudertesturendat zitter. Aandesecretariswerdopgedragen niet meerkonverhinderen,aldusdevoor- eventueel afwijzendadviesderealisatie de planvormingalzovergevorderddateen instemming vanhetgemeentebestuurwas een beoordelingdeedernietmeertoe.Met ligheid ‘eenwezensvreemdelement’. maar indebinnenstadwasdezegrootscha- nieuwbouw ineenuitbreidingsgebied, goed woordover. Wellicht pastezulke de commissievoorhetbouwplangeen nu gelukkigvandebaan,maarverderhad De dempingvandeKattenburgervaart was het woningbouwplanopdeagendastond. bleek dittoenin1974hettweededeelvan begon teneindetelopen.Nogduidelijker niem achterdeschaalvergrotingschaarde, Commissie voordeOudeStadzichuna- voorkeur verdiende.Hettijdperkdatde ger bouwenopdezeplekverrewegde ben. Zewasnuvanmeningdatkleinschali- tencommissie daargrotespijtvanteheb- Maar eenhalfjaarlaterbleekdearchitec- het planinbeginselgoed. dempt zouworden,keurdedecommissie Ditwasdannogmaardevoorbodevanal Hetbouwplanwasechtereenhamerstuk, Hamerstuk

stadsarchief amsterdam zien? mand nogwisthoedetoekomsteruitzou context vandeoudewijkenwaarvannie- was vastgelegd,watdanredelijkinde van welstand’ging,zoalsindeWoningwet den? Immers,alshetom‘redelijkeeisen dergelijke architectuurmoetenaanhou- zou decommissiebijbeoordelingvan haalbaar? Maarbovendien:welkenormen Welke architectonischewelstandisdaarbij en datkonalleenlukkenbijsoberebouw. opdrachten. Debevolkingeistelagehuren cate positievandearchitectbijzulkebouw- ten vlottetrekken. een extrasubsidieomvastzittendeprojec- kwam staatssecretarisJanSchaefermet mondjesmaat totuitvoering.Eind1973 bouwplannen kwamenechterslechts 1972 eenkredietbeschikbaartestellen.De gaten testimulerenbeslotenBenWin eeuwse wijken.Omhetbouwenindeopen zevenhonderd gatenindenegentiende- In 1972inventariseerdedegemeenteliefst ArchitectlidEversweesechteropdedeli- Boven ofonderrodestreep? waren beperkt;deVoorschriften enWen- oude wijkenvlottetrekken.Debudgetten Toch bleekhetlastigdewoningbouwin plan nietderodestreephaalde. bouwd uitindividuelepanden,dathet Jordaan, diezooverduidelijkwasopge- strook zo‘karakterbedervend’voorde vangen’. Inhetanderegevalwasdebouw- heid vanhetniet-parcellerenwerdonder- architectuur ‘zólevendigwasdatdesaai- legde parcellering,omdatbijvoorbeeldde inmiddels indebouwverordeningvastge- gauw bijneerdatafgewekenwerdvande ene gevallegdedecommissieerzichvrij dan nognetbovenderodestreep.Inhet standkoming vanwoningen’tildehetplan ale behoefteommeetewerkenaandetot- nische niveausomsvoordehand,‘soci- een afwijzingopgrondvanhetarchitecto- dies vanaf1974optafelkwamen.Allag plannen dieinhetkielzogvandezesubsi- streep’ bijdebeoordelingvantalloze gelmatig tussenwelofniet‘bovenderode Decommissieschipperdeinderdaadre- Intern gesteggel parkeergarage. (1973), methalfverdiepte Kattenburg, eerstefase onder architectencommissie. architectuur’, aldusde discutabele ‘koekplank- pen enschijningangen,een Een leugenmetschijnstoe- let metstudentenwoningen. menten vooreenbetonske- sloopte gevelsvanmonu- eind jarenzestig:eldersge- project’ Kattenburgerplein, links : Het‘camouflage- : Woningbouw op ken waarin alle kwaliteitseisen aan gesub- esthetische kwaliteit van een plan door het Plan voor oplossing van de sidieerde woningbouw waren vastgelegd, streven om technische en procesmatige verkeers- en parkeerpro- waren knellend. Voeg daarbij de richtin- problemen op te lossen het onderspit be- blemen in Amsterdam door genstrijd binnen de gemeentelijke dien- gon te delven. de Amerikaanse hoogleraar David A. Jokinen, in op- sten over de koers in de stadsvernieuwing, dracht van de Stichting het gesteggel over woningdifferentiatie, de Ongenoegen Weg (een vereniging van problemen rond de hoogte van de huren en Maar ook de kloof tussen wat volgens de transportondernemers). het vaak moeizame overleg met bewoners. commissie voldeed aan redelijke eisen van Tracé van de Zuidelijke Ci- Soms pas na jaren kwamen de gewijzigde welstand en wat de Commissie van Bij- tyweg, vanaf de Ceintuur- en uitgeklede plannen weer terug bij de stand van de gemeenteraad ‘wel of niet baan door een ‘gesaneerd Commissie voor de Oude Stad: pro forma, mooi’ vond, werd almaar groter. Het onge- gebied’ naar het Nieuwe met de mededeling dat op korte termijn noegen groeide dat het ‘lekenoordeel’ van Weteringcircuit, met o.a. met de uitvoering zou worden begonnen en de Commissie van Bijstand meer gewicht het Groothandelsgebouw dat ‘het aanbrengen van wijzigingen niet in de schaal legde bij het gemeentebestuur (3), de nieuwe Universiteit meer kan worden overwogen in verband dan het advies van een door dit bestuur in- (4) en de Opera (7). met optredende vertraging’. gestelde commissie van deskundigen. Niet Een vergadering van de Commissie voor alleen keurde de Commissie van Bijstand melding of deze al dan niet door de com- de Oude Stad, waar alle directeuren en geregeld plannen goed die de welstands- missies waren goedgekeurd, alsmede de hoofden van diensten vertegenwoordigd commissies van een negatief advies had- mate van instemming in verband met waren, was dé ideale plaats om het interne den voorzien, ook het omgekeerde kwam eventuele afkeuring door ‘de bevolking’. gesteggel voort te zetten of de gehele pro- vaak genoeg voor. De sfeer werd er niet beter op. In 1976 blematiek van een bouwplan na te lopen: In maart 1975 bereikte een brief van de koos architect Bart van Kasteel bij zijn af- voldeed het aan alle Voorschriften en Wen- wethouder Volkshuisvesting, Louis Kuij- scheid als lid van de Commissie voor de ken, hadden de plattegronden voldoende pers, de Commissies voor de Oude en de Oude Stad dramatische woorden. ‘Het af- kwaliteit, waren er nog procedurele proble- Nieuwe Stad. De adviezen van de commis- lossen van de welstandswacht geschiedt men? Of dit eigenlijk wel tot haar taak be- sies waren voor de wethouder onnavolg- bij onguur weer, gezien de stand van de hoorde, was voor de commissie zelf niet ge- baar. ‘Zwart op wit’ wilde hij geïnformeerd architectuur. De beoordeling van de arbeid heel helder. Maar in de praktijk veranderde worden over de normen die men toepaste van collega’s is niet altijd vriendelijk en een vergadering van de Commissie voor de bij de beoordeling. Ook verzocht hij om mild geweest. Het moet dat ook niet Oude Stad langzamerhand in een bouwbe- een overzicht van alle gerealiseerde bouw- worden, als het voorgestelde raad avant la lettre, waar een debat over de plannen uit de laatste vijf jaar, met een ver- architectuur niveau te laag is.’ n brochure stichting weg, geef de stad een kans, 1967 brochure stichting weg, geef de stad Colofon Tweede deel van een reeks extra katernen voor de In deel 3 (1978–2009) abonnees van nul20, tijdschrift voor Amsterdams woon- beleid, maart 2010. Deel 1 (1989–1940) kwam in november 2009 uit. Deel 3 (1978–2009) verschijnt najaar 2010. Naar objectieve

Uitgave Commissie voor Welstand en Monumenten Amster- welstandscriteria dam

Samenstelling Lisl Edhoffer en Anette van Dijk

Tekst Helma Hellinga (artikel 1), Anette van Dijk (artikel 2), Annemiek Rijckenberg (interviewkader bij artikel 2) enLisl Edhoffer (kader Het Van Eesteren Museum bij artikel 1, artikelen 3 t/m 6).

Eindredactie Hansje Galesloot

Beeldredactie Lisl Edhoffer en Anette van Dijk

Fotografie Opmeer Reports

Vormgeving Puntspatie [bno], Amsterdam

Druk Lenoirschuring, Amstelveen

Bronnen Archief van de Schoonheidscommissie en de Commis- sies voor de Oude en Nieuwe Stad, Stadsarchief Amsterdam. Het derde en laatste deel van deze uitgave belicht onder andere de radicale koerswijziging in 1978: in Beek, Marijke, Het aanzien waard? Geschiedenis van de plaats van de ‘uiteengelegde stad’ moest Amster- welstandszorg in Nederland. Deventer, 1985. dam als compacte stad weer centraal komen te Bouwfonds mab Ontwikkeling en Federatie Welstand, staan. Onder wethouder Jan Schaefer kreeg de Welstand in ontwikkeling. 75 jaar Federatie Welstand. stadsvernieuwing vaart. De Welstandscommissie Amersfoort/Amsterdam, 2006. was niet populair in die jaren, immers: ‘In geouwe- Brinkgreve, Geurt (red.), Alarm in Amsterdam of het lot hoer kun je niet wonen.’ In de jaren negentig kwam der oude binnensteden. Amsterdam, 1956. men tot het inzicht dat stadsvernieuwing en renova- Brinkgreve, Geurt, Wiek Röling en Max van Rooy, tiewerkzaamheden de kwaliteit van de 19de-eeuwse Amsterdam verdient beter. Bussum, 1997. wijken en de Gordel ’20–’40 hadden aangetast. De subsidieregeling ‘Beter Verbeteren’ beoogde recht Kessel, Ellen van en Froukje Palstra, De juffrouw van te doen aan de oorspronkelijke architectuur. het bos. Stedenbouwkundige en landschapsarchitecte ir. In 1995 brak een nieuw tijdperk aan voor het wel- Jakoba Mulder, 1900–1988. Amsterdam, 1994. standstoezicht. Na een fusie met de monumenten- Klusman, Erik, ‘De Bijlmermeer’, in: Helma Hellinga commissie kreeg de Commissie voor Welstand en e.a., Algemeen Uitbreidingsplan Amsterdam 50 jaar. Monumenten niet veel later een onafhankelijke Amsterdam, 1985. status. Met de eerste uitgave van ‘De Schoonheid Lavell, Barbera (red.), Koos Bosma, Niko Koers en van Amsterdam’ werd een welstandsbeleid in gang Frits Palmboom, Kanjers en knoerten. Grote bouwplan- gezet, waarbij de criteria voor de beoordeling nen in een historische binnenstad als die van Amsterdam. werden afgeleid uit een beschrijving van de karakte- Amsterdam, 1995. ristieken van de bestaande stad. Met de in 2004 Mentzel, Maarten, Bijlmermeer als grensverleggend stadsbreed vastgestelde welstandsnota’s en de in ideaal.Een studie over Amsterdamse stadsuitbreidingen. 2006 ingestelde actieve openbaarheid van de com- Delft, 1989. missie kregen de objectiviteit en transparantie van Projectmanagementbureau Amsterdam, Het gezicht de planbeoordeling definitief hun beslag. van Amsterdam. Amsterdam, 2000. Rooy, Max van en Bas Roodnat, De Stopera, een Amsterdamse geschiedenis. Amsterdam, 1986. Zoveel mogelijk is getracht te achterhalen wie de Architectleden van de rechthebbenden zijn op de afbeeldingen in deze uit- Commissies voor de gave. Wie meent nog rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht contact op te nemen met de Commis- Oude en de Nieuwe Stad, sie voor Welstand en Monumenten Amsterdam. 1946–1954.

stadsarchief amsterdam Monumenten Amsterdam Commissie voorWelstand en als klaar. goed op 19 december 1967:zo Duintjer, Frederiksplein, M.F. De NederlandseBankaanhet

stadsarchief amsterdam