1984 Hgt Jaargang 2
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Roderwolde,een Drents 'wolddorp' Bert Michel In de noordelijke tip van de provincie zaakt door holocene kleigronden die uit- Drenthe, westelijk van de Hondsrug, wiggen over delen van het voormalige ligt een betrekkelijk klein "woldgebied" woldgebied. op de overgang naar de provincie Gronin Roderwolde is het oudst dateerbare 'wold gen (afbeelding 1). Het toponiem -wold(e)" dorp' in het Noorddrentse woldgebied. komt er meermalen voor. Bij de aanvang Het ligt noordelijk van de veel oudere van de 11e eeuw werd deze "veenwildernis" zandnederzetting Roden, het moederdorp doorsneden door afwateringsstroompjes van Roderwolde. In 1139 worden beide die afkomstig waren van het Drents dorpen, "Rothen" en "Roterwolde", voor plateau, bijvoorbeeld de Leek, Peizerdiep, het eerst genoemd1. Het kerkdorp Roder Eelderdiep en Drentse Aa. In die tijd wolde is vermoedelijk in de 11e eeuw was het gebied nog niet of nauwelijks als een afsplitsing van het moederdorp ontsloten. De Noorddrentse woidzone Roden ontstaan. maakte deel uit van de zeer uitgestrekte In oorsprong dateert de huidige bewonings- woud- en woldstreken in Friesland en vorm uit de 19e eeuw. Tussen de 'nieuwe' Groningen. In hun meest noordelijke begren kerk (1831) en de molen "Woldzigt" (1852) zing strekten de Noordnederlandse wouden is langs de hoofdstraat een meer of minder of wolden zich uit aan weerszijden van geconcentreerde bebouwing ontstaan, de as Leeuwarden-Groningen-Nieuweschans. zij het dat de lineaire grondvorm nog goed herkenbaar is. Daarom wordt veelal In bodemkundig opzicht gaat het in Noord- gesproken van het lijnvormige "wegdorp". Drenthe thans om een typisch overgangs Het gaat hier evenwel om het 'nieuwe' gebied. Het oppervlaktereliëf wordt ge dorp. vormd door zowel pleistocene als holocene De relatie met het oude, middeleeuwse gronden. Het betreft een bonte scha dorp werd rond het midden van de 19e kering van laaggelegen veen-, zand eeuw als volgt weergegeven. "De stand en kleigronden. van het water schijnt ook hier na verloop Deze woidzone grenst in het zuiden aan van jaren steeds hooger te zijn geworden, de hogere pleistocene gronden die zich waarom de huizen gestadig naar den als onderdelen van ruggen of als inciden hoogeren zandgrond nagenoeg 20 minuten tele opduikingen manifesteren (rondom verder zuidelijk zijn verplaatst, doch Roden, Peize en Eelde). Een even grillig de kerk tot 1831 en de pastorij tot 1830 grensverloop in het noorden, op de grens op hunne oude eenzaam geworden plaats met de provincie Groningen, wordt veroor- zijn gebleven" (Romein, 1861, p. 101). Figuur 1. De Noorddrentse woidzone In de literatuur wordt Roderwolde steeds een 'wegdorp' of 'streekdorp' genoemd. Deze kwalificatie wordt toegekend op grond van verschillende criteria die hier goeddeels buiten beschouwing blijven. Recent historisch-geografisch onderzoek naar de occupatievorm van het middel eeuwse Roderwolde heeft aangetoond (Michel, 1982), dat het hier gaat om een 'strokenverkaveling met bewoning op de kavels". De nauwe relatie tussen de oorspronkelijke bewonings- en perceels- vorm is in het huidige cultuurlandschap nog gedeeltelijk traceerbaar. Enkele aspecten betreffende de wordingsgeschie denis van het oude dorp worden hieronder nader uiteengezet. De kolonisatie van het "Roderwold" De 11e eeuw werd in algemene zin geken- 65 Roderwolde, Drents wolddorp merkt door een toenemende bevolkings de Utrechtse kerk zich in die tijd bezig druk en het aantrekken van de ekono- met de systematische openlegging van misch-agrarische konjunktuur. Voor Dren de zogenoemde veenwildernissen. Door the kwam daarbij de opkomst van een de stichting van nederzettingen verkreeg nieuw landsheerlijk gezag. De bisschop de kerk een nieuwe bron van inkomsten van Utrecht kreeg in de begintijd veel in de vorm van novale tienden, ofwel invloed, vooral in de periode van onge de tienden van nieuw ontgonnen landen. veer 1025-1050. Een dergelijke gelegenheid deed zich De aanzet mag weliswaar krachtig zijn wellicht ook voor ten aanzien van het geweest, nooit heeft de Utrechtse kerk 'Roderwold', grenzend aan de Ommelan- in Drenthe een effektief gezag in wereld der ("Fries-Groningse") parochie Lieuwer- lijke zaken kunnen bewerkstelligen. Toch derwolde (Hoogkerk, Leegkerk en Dork- is het niet ondenkbaar dat de bisschop werd), die reeds voor het jaar 1000 was van Utrecht, juist in genoemde periode, gesticht. Lieuwerderwolde vormde de al dan niet direkt, een rol heeft gespeeld Groninger grensstreek ten opzichte van bij de agrarische kolonisatie van het de Noorddrentse dorpen Groningen en 'Roderwold'. Meerdere gegevens pleiten Roden. Bij de -systematische- aanleg in deze richting. Het is bekend dat met van het dorp Roderwolde ging het op name in de 11e eeuw de door het Duitse deze plaats waarschijnlijk om de mate rijk aangestelde bisschoppen uitgebreide riële afbakening van zowel het Utrechtse gezagsrechten kregen, op grond van het bisdom als het Utrechtse graafschap rijks-kerkelijke regeerstelsel (het zoge Drenthe. In 1139 (en mogelijk eerder heten Ottoonse stelsel). "Het streven in de periode tussen 1114 en 1127) werden was kennelijk de wereldlijke gezagsrechten door de Utrechtse bisschop inkomsten van de bisschoppen te doen samenvallen uit de opbrengst van het altaar verhandeld . met hun diocees" Dansen, 1977, p. 129) Daaruit blijkt dat de Utrechtse bisschop De noordelijke tip van Drenthe was een direct betrokken was bij de kerk van uitgesproken grensgebied, zij het dat Roderwolde, een betrokkenheid die moge het Noorddrentse territoir in de 11e lijk al van de kerkstichting dateerde. eeuw uitgestrekter was dan thans het Het vermoeden dat -behalve de kerk- geval is. Ook de 'villa' (dorp) Groningen ook de ontginning waarin zij is gelegen met het omliggende Gorecht behoorde in verband staat met activiteiten van tot Drenthe. De noordwestelijke uithoek de Utrechtse kerk, ligt dan ook voor van Drenthe werd gevormd door de aan de hand. grenzende dorpsgebieden van Groningen ('de vlek Groningen in het graafschap De oorspronkelijke dorpsplattegrond Drenthe'), Eelde, Peize én Roden. In 1040 schonk koning Hendrik III aan We gaan uit van de veronderstelling dat de Utrechtse bisschop Bernold bepaalde het dorp Roderwolde omstreeks 1050 goederen in de 'villa Cruoninga', waaronder werd gesticht, mede namens of zelfs een aantal hoogheidsrechten. Bovendien onder begeleiding van de Utrechtse kerk. kwam het wereldlijke gezag over de Een groep kolonisten maakte een begin graafschap Drenthe in 1046 definitief met de ontginningswerkzaamheden in aan de Utrechtse kerk, na eerdere -minder het ruige woldgebied. Een systematische effektieve- schenkingen in 1024 en 1025. en kollektieve aanpak was noodzakelijk, De noordelijke tip van Drenthe -met bijvoorbeeld ten aanzien van de ontwate het strategische punt Groningen- kon ring. Bovendien was dit -voor beide par aldus uitgroeien tot een belangrijke U- tijen, te weten de buren van Roderwolde trechtse voorpost: omringd door de Om- en de Utrechtse kerk- de meest rendabele melander boerenrepubliekjes in het Munster- ontginningswijze. se bisdom. De aktiviteiten van bisschop Bij de aanleg van het dorp is uitgegaan Bernold (1027-1054) in en om het dorp van een min of meer rechte bewonings- Groningen lijken deze ontwikkeling te as op de lijn Sandebuur -het kerkhof bevestigen. Zo liet hij vermoedelijk de (waar tot 1831 de kerk heeft gestaan)- imposante St.Waiburgkerk in Groningen het ( grote ) Waal ( afbeelding 2 ). Deze (-stad) bouwen. Elders in het Sticht hield bewoningsas, die tevens de basis was 66 Roderwolde, Drents wolddorp plaatsen (inclusief de nog bestaande 'Waal borg') lagen buiten, of in het verlengde van de 'primaire verkavelingseenheid'. Dat het om een strokenverkaveling gaat blijkt uit vroeg-19e eeuwse topografische gegevens (afbeelding 3) en ook uit oude kerkelijke bronnen. Zo wordt in 1608 gesproken van de "opgaende grasen. Over de oorspronkelijke breedte van de afzonderlijke hoeven is niets met zeker heid te zeggen. Uit kadastrale gegevens van omstreeks 1830 kan een gemiddelde breedte van circa 175 meter worden af geleid, waarbij is afgezien van de toen reeds zeer ver doorgevoerde perceiering per gebruikseenheid. De totale lengte van de bewoningsas bedroeg ongeveer 2500 meter, waarbij de kerk op een cen Figuur 2. Het middeleeuwse dorpsgebied van traal punt, in dit geval halverwege het Roderwolde lineaire dorp, was gelokaliseerd. Aan weerszijden van de oude kerk (afbeel gearceerd: de "primaire verkavelings- eenheid" ding 't) zijn -en worden- langs de be . = de oude bewoningsas woningsas steenresten van huizen aangetrof v = de globale ligging van de (groepen fen en is het bestaan van oude voetpaden van) "veenterpjes" bekend. Het zijn waarschijnlijk delen 1 = het kerkhof (lokatie van de voorma van deze bewoningsas die in 1608 worden lige kerk) aangeduid als de "gawe". Het gaat hierbij 2 = de "nieuwe" kerk om de 'ga-weg', die veelal overeenkomt 3 = de "es van Roderwolde" met de oorspronkelijke bewoningsas en de daarlangs gelegen sloot (Schönfeld, 1955). voor de inrichtingsaktiviteiten, is naar De buurschap Sandebuur vormt tot op alle waarschijnlijkheid evenwijdig aan heden een kenmerkend lijnrelikt van de natuurlijke voorganger van de Mat- de oude bewoningsas. Het voormalige sloot uitgezet. Het deel van het 'Roder- dorpsdeel ligt op een ruim één meter wold' waar de ontginningsaktiviteiten boven N.A.P. liggende zandondergrond. het eerst op werden gericht was gelegen De veengronden aan weerszijden liggen tussen de bewoningsas en de Matsloot. gemiddeld 1,5 meter lager.