Beheerplan Leekstermeergebied Ruimte Voor Vogels
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Beheerplan Leekstermeergebied Ruimte voor vogels Definitief juli 2016 a Beheerplan Leekstermeergebied Ruimte voor vogels Vastgesteld door Gedeputeerde Staten van Drenthe op 5 juli 2016 Colofon Dit beheerplan is een uitgave van de provincie Drenthe Postbus 122 9400 AC Assen Tel. 0592-365555 www.provincie.drenthe.nl Opgesteld door: Prolander Postbus 50040 9400 LA Assen Tel. 0592-365500 www.prolander.nl Grafische verzorging – Docucentrum provincie Drenthe Fotoverantwoording – Alle foto’s Hans Dekker, tenzij anders vermeld © Provincie Drenthe, juli 2016 NW16061502-Beheerplan N2000 Leekstermeer Inhoud Samenvatting 8 1 Inleiding 14 1.2 Het Natura 2000-gebied Leekstermeergebied (19) 15 1.3 Doel en functie van het beheerplan 16 1.4 Status en vaststellingprocedure van het beheerplan 17 1.5 Uitvoering van het beheerplan 17 1.6 Leeswijzer 19 2 Instandhoudingsdoelen 20 2.1 Kernopgaven 20 2.2 Instandhoudingsdoelstellingen 20 2.2.1 A119 Porseleinhoen (Porzana porzana) 21 2.2.2 A122 Kwartelkoning (Crex crex) 22 2.2.3 A295 Rietzanger (Acrocephalus schoenobaenus) 24 2.2.4 A041 Kolgans (Anser albifrons) 25 2.2.5 A045 Brandgans (Branta leucopsis) 26 2.2.6 A050 Smient (Anas penelope) 27 3 Gebiedsbeschrijving 28 3.1 Herinrichting 28 3.1.1 Periode voor 2008 28 3.1.2 Herinrichting (2008-2012) 29 3.2 Geografie en eigendomssituatie 31 3.3 Abiotiek 33 3.3.1 Landschap 33 3.3.2 Geomorfologie 36 3.3.3 Bodem 37 3.3.4 Reliëf 38 3.3.5 Waterhuishouding 40 3.3.6 Kwantiteit oppervlaktewater 40 3.3.7 Kwaliteit oppervlaktewater 41 3.3.8 Grondwater 45 3.4 Biotiek 48 3.4.1 Mossen 48 3.4.2 Planten 48 3.4.3 Weekdieren 49 3.4.4 (Dag)vlinders 49 3.4.5 Libellen 50 3.4.6 Vissen 50 3.4.7 Amfibieën en reptielen 50 3.4.8 Vogels 50 3.4.9 Zoogdieren 52 3.5 Vogelrichtlijndoelen: broedvogels 52 3.5.1 Porseleinhoen (A119) 53 NW16061502-Beheerplan N2000 Leekstermeer 3.5.2 Kwartelkoning (A122) 53 3.5.3 Rietzanger (A295) 56 3.6 Vogelrichtlijndoelen: wintergasten 58 3.6.1 Kolgans (A041) 58 3.6.2 Brandgans (A045) 60 3.6.3 Smient (A050) 61 3.6.4 Behoud van draagkracht, omvang en kwaliteit van leefgebied 62 3.7 Historische ontwikkeling 63 3.8 Systeemanalyse 64 3.8.1 Broedvogels 65 3.8.2 Niet-broedvogels 65 4 Plannen, beleid en bestaand gebruik 67 4.1 Overzicht beleid en beheer 67 4.1.1 Europees beleid 67 4.1.2 Rijksbeleid 68 4.1.3 Provincie Groningen 74 4.1.4 Provincie Drenthe 78 4.1.5 Gemeentelijk beleid 84 4.2 Bestaand gebruik 84 4.2.1 Toetsmethodiek bestaand gebruik 84 4.2.2 Waterhuishouding 85 4.2.3 Recreatie en toerisme 87 4.2.4 Wonen en infrastructuur 92 4.2.5 Landbouw 93 4.2.6 Natuurbeheer 94 4.2.7 Faunabeheer 95 4.2.8 Gaswinning 96 4.2.9 Drinkwaterwinning 96 4.2.10 Militaire activiteiten 96 4.2.11 Luchtvaart 96 4.2.12 Onderzoek en monitoring 97 5 PAS-GEBIEDSANALYSE 98 5.1 Aerius 98 5.2 Stikstofgevoeligheid 98 5.3 Ontwikkelingsruimte 99 6 Visie en uitwerking kernopgaven en instandhoudingsdoelen 100 6.2 Maatregelen 101 6.2.1 Kwartelkoning 102 6.2.2 Brandgans, kolgans en smient 103 7 Uitvoeringsprogramma 106 7.1 Verantwoordelijkheid uitvoering maatregelen 106 7.2 Juridische kaders uitvoering beheerplan 106 7.3 Uitgevoerde maatregelen 107 7.3.1 Inrichtingsplan Herinrichting Peize 107 7.4 Uitvoering maatregelen 107 4 7.5 Monitoring 108 7.5.1 Inleiding 108 7.5.2 Overzicht bestaande monitoring 108 7.5.3 Overzicht monitoring ten behoeve van instandhoudingsdoelen 109 7.5.4 Opgave monitoring 111 7.6 Kosten en financiering 112 7.6.1 Financiering 112 7.6.2 Synergie is efficiënt en effectief 113 7.6.3 Provincie voert regie 113 7.6.4 Verwerving/functiewijziging 113 7.6.5 Inrichting en beheer 113 7.6.6 Subsidies 114 7.7 Communicatie 114 7.7.1 Communicatieplan 115 7.7.2 Borging uitvoering 115 7.8 Sociaal-economisch perspectief: richting geven aan ontwikkelingen 116 7.8.1 Sociaal-economische gevolgen van de maatregelen 117 7.8.2 Sociaal-economische gevolgen in relatie tot vergunningverlening: nieuwe activiteiten 117 7.8.3 De waarde van het gebied voor andere functies dan natuur 117 8 Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving 118 8.1.1 Bestaand gebruik en vergunningverlening 119 8.1.2 Drainage en beregening 120 8.1.3 Voorwaarden en kaders bestaand gebruik 120 8.1.4 Toekomstige activiteiten en vergunningverlening 121 8.1.5 Procedure vergunningverlening 122 8.2 Toezicht en handhaving 126 8.2.1 Reikwijdte 126 8.2.2 Regie 127 8.2.3 Maatregelen en middelen 127 8.2.4 Relatie met andere wet- en regelgeving 127 8.2.5 Doelgroepen 128 8.2.6 Betrokken instanties en organisaties 130 8.2.7 Nalevingsstrategie 131 8.2.8 Gebiedsspecifieke aandachtspunten 132 8.2.9 Monitoring en evaluatie 133 8.2.10 Contact 133 Bijlagen 135 1 Literatuurlijst 136 2 Verklarende woordenlijst 139 3 Gebruikte afkortingen 140 4 Toetsing bestaande activiteiten 142 6a Mossen Natura 2000-gebied Leekstermeergebied 152 6b Planten Natura 2000-gebied Leekstermeergebied 154 6c Dagvlinders Natura 2000-gebied Leekstermeergebied 158 6d Libellen Natura 2000-gebied Leekstermeergebied 159 6e Vissen Natura 2000-gebied Leekstermeergebied 160 6f Amfibieën en reptielen Natura 2000-gebied Leekstermeergebied 161 5 6g Broedvogels Natura 2000-gebied Leekstermeergebied (2012-2015) 162 6h Zoogdieren Natura 2000-gebied Leekstermeergebied 165 6i Groninger ganzenakkoord - 27 mei 2014 166 6 7 Samenvatting Wat is Natura 2000? Europa kent een enorm gevarieerde natuur. De Europese Unie is zich daarvan bewust. In de jaren negentig heeft zij een netwerk van natuurgebieden ontworpen om de belangrijkste natuur op haar grondgebied duurzaam te beschermen. Dit netwerk heet Natura 2000. In dit netwerk wordt de voor Europa kenmerkende natuur met haar landschappen, planten en dieren beschermd. De Natura 2000-gebieden zijn aangewezen op grond van twee Europese richtlijnen, de Habitatrichtlijn uit 1979 en de Vogelrichtlijn uit 1992. De eerste richtlijn is gericht op de bescherming van specifieke soorten natuur, planten en dieren; de tweede richtlijn beschermt een groot aantal vogelsoorten. Voor elk Natura 2000-gebied zijn specifieke doelen opgesteld. De verschillende Europese landen zijn verplicht om deze doelen te realiseren. In Nederland heeft het ministerie van Economische Zaken een lijst opgesteld van gebieden die in het Europese Natura 2000-netwerk zijn opgenomen. In de Europese Unie gaat het om bijna 26.000 gebieden, ongeveer 18% van het totale grondgebied van de lidstaten. In Nederland zijn 165 gebieden aangewezen (13,4% van ons land), waarvan 14 in Drenthe (8,3% van onze provincie). 8 Met het oog op de toekomst Het Leekstermeergebied is 1.582 hectare groot en aangewezen als Vogelrichtlijngebied vanwege bijzondere vogelsoorten zoals rietzanger, porseleinhoen en kwartelkoning. In de winter trekt het gebied veel kolganzen, brandganzen en smienten aan die op het Leekstermeer rusten en in de weilanden rondom het meer foerageren. In dit beheerplan staat welke maatregelen nodig zijn om de waardevolle natuur in het gebied duurzaam te behouden. Bovendien beschrijft het beheerplan hoe het gebied in elkaar zit en welke natuur er voorkomt. Ook recreatie, landbouw en infrastructuur krijgen aandacht. Het beheerplan is zes jaar geldig, waarna het gevoerde beheer tegen het licht wordt gehouden. Vervolgens wordt het plan geactualiseerd. In de eerste periode van zes jaar zijn de maatregelen vooral toegespitst op het tegengaan van verdere achteruitgang van de natuur. In de jaren daarop is het streven gericht op verbetering van de kwaliteit. Een belangrijk aspect van het beheerplan is, dat het wordt gebruikt als basis voor beslissingen als er vergunningen voor nieuwe activi- teiten in en om het gebied worden aangevraagd. Kennismaken met het Leekstermeergebied Het Natura 2000-gebied bestaat uit het eigenlijke Leekstermeer (335 ha) en de omliggende polders, boezemlanden en landbouwgebieden. Het ligt tussen de stad Groningen en de dorpen Roden, Roderwolde en Leek in de provincies Groningen en Drenthe. Het Natura 2000-gebied vormt het noordwestelijke deel van het natuur- en waterbergingsgebied De Onlanden, dat verder bestaat uit de Eelder- en Peizermaden. Dit laatstgenoemde deel ligt buiten de begrenzing van het Natura 2000-gebied. Het waterschap slaat in tijden van veel neerslag overtollig water tijdelijk op in de polders van De Onlanden zodat de inwoners van de stad Groningen droge voeten houden. Het Leekstermeer is ontstaan als natuurlijke verbreding van het Leeksterhoofddiep. Door afkalving van de venige oevers en afgraving voor het winnen van turf werd het meer steeds groter. De laaggelegen gebieden rondom het meer werden in de loop van de eeuwen ingericht als landbouwpolders. Door de inrichting als waterberging zijn de polders rondom het Leekstermeer tussen 2008 en 2012 drastisch van aanzicht veranderd. De veenweidegebieden met de vele poldersloten zijn grotendeels verdwenen. Daarvoor in de plaats kwamen grote rietmoerassen en forse oppervlaktes open water, die spontaan ontstonden door het opzetten van het waterpeil en het graven van twee afvoerslenken tussen het Peizerdiep en het Leekstermeer. Planten en dieren van het weidelandschap verdwenen voor een deel om plaats te maken voor aan moeras gebonden soorten. De recente verschijning van de otter bewijst dat de waterkwaliteit van het Leekstermeergebied sterk is verbeterd. Bijzonder is ook het voorkomen van de zeggekorfslak, een zeldzame en streng beschermde slakkensoort. In het moerasgebied komen bijzondere plantensoorten voor zoals grote boterbloem, veenreukgras en brede orchis. De groene glazenmaker is een zeldzame libellensoort die in het moerasgebied leeft. Door zijn eeuwenlange ontstaansgeschiedenis is het Leekstermeergebied cultuurhistorisch van groot belang. Daarvan getuigen onder andere de vele veenterpen uit de Middeleeuwen. 9 Natura 2000-doelen Het Leekstermeergebied is aangewezen ten behoeve van zes vogelsoorten: drie broedvogels en drie wintergasten.