De Literaire Almanak Als Standmeter Van De Nederlandse Poëzie

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

De Literaire Almanak Als Standmeter Van De Nederlandse Poëzie UvA-DARE (Digital Academic Repository) De literaire almanak als standmeter van de Nederlandse poëzie. Gedemonstreerd aan de Nederlandsche Muzen-Almanak (1819-1840) Eijssens, H.J. Publication date 2016 Document Version Final published version Link to publication Citation for published version (APA): Eijssens, H. J. (2016). De literaire almanak als standmeter van de Nederlandse poëzie. Gedemonstreerd aan de Nederlandsche Muzen-Almanak (1819-1840). General rights It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Disclaimer/Complaints regulations If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible. UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl) Download date:11 Oct 2021 De literaire almanak als standmeter van de Nederlandse poëzie - Henk Eijssens De literaire almanak als standmeter van de Nederlandse poëzie Gedemonstreerd aan de Nederlandsche Muzen-Almanak (1819-1840) Henk Eijssens De literaire almanak als standmeter van de Nederlandse poëzie. Gedemonstreerd aan de Nederlandsche Muzen-Almanak (1819-1840) De literaire almanak als standmeter van de Nederlandse poëzie. Gedemonstreerd aan de Nederlandsche Muzen-Almanak (1819-1840) ACADEMISCH PROEFSCHRIFT ter verkrijging van de graad van doctor aan de Universiteit van Amsterdam op gezag van de Rector Magnificus prof. dr. ir. K.I.J. Maex ten overstaan van een door het College van Promoties ingestelde commissie, in het openbaar te verdedigen in de Aula der Universiteit op woensdag 28 september 2016, te 13.00 uur door Hendricus Jacobus Eijssens geboren te Amsterdam Promotor: prof. dr. J.T. Leerssen Universiteit van Amsterdam Copromotor: prof. dr. M.T.C. Mathijsen-Verkooijen, emeritus Universiteit van Amsterdam Overige leden: prof. dr. E.M.P. van Gemert Universiteit van Amsterdam dr. L.E. Jensen Radboud Universiteit Nijmegen prof. dr. E.A. Kuitert Universiteit van Amsterdam dr. P.A.W. van Zonneveld Universiteit van Leiden prof. dr. W. van den Berg, emeritus Universiteit van Amsterdam Faculteit der Geesteswetenschappen Woord vooraf Dit proefschrift is er toch gekomen. Velen hebben eraan getwijfeld, ikzelf niet in de laatste plaats. Mijn belangstelling voor literaire almanakken ontstond in mijn studietijd. De eerste kocht ik op 30 december 1976, een doorleefd exemplaar van de Nederland- sche Muzen-Almanak voor 1826. Hij zou nog door vele andere gevolgd worden. Van de literaire almanakken sprak vooral het jaarboekje Aurora mij aan. Mooi uitgevoerd en met medewerkers die mij al bekend waren van hun eigen afzonderlijke publicaties. Het was dan ook aanvankelijk mijn bedoeling ‘iets’ met de Aurora te doen, een almanak die vanaf 1849 dertig jaar lang een belangrijke rol in het literaire leven speelde. Dat ‘iets’ concretiseerde ik tot een onderzoeksvoorstel en in 1988 werd prof. dr. W. van den Berg mijn promotor. Zijn promovendi troffen elkaar geregeld in de bijeenkomsten van de Montanusgroep waarin zij verslag deden van de stand van haar of zijn onder- zoek. Van 1988 tot 2004 maakte ik er deel van uit maar van een promotie kwam het niet. Werk en andere bezigheden stonden te vaak in de weg. Een enkel artikel en een drietal onderzoeksverslagen voor de Montanusgroep, daar bleef het bij. In 2004 nam prof. dr. M.T.C. Mathijsen-Verkooijen het stokje over. De Aurora ver- dween naar de achtergrond. Bij het onderzoek naar de voorgeschiedenis van de Aurora was ik opnieuw met de Nederlandsche Muzen-Almanak in aanraking gekomen. Opnieuw, want mijn doctoraalscriptie was een editie van de brieven van de Rotterdamse dichter Jan van Harderwijk Rzn. aan Johannes Immerzeel Junior, de uitgever van de Neder- landsche Muzen-Almanak. Professor Mathijsen had deze scriptie in de jaren 1978-1980 begeleid en wij werden het er spoedig over eens dat ik mijn onderzoeksvraag zou toe- spitsen op de Nederlandsche Muzen-Almanak. Een aangepaste vraagstelling was snel geformuleerd en ik kon aan de slag. Maar opnieuw: werk en andere bezigheden ston- den te veel in de weg. Aan professor Mathijsen heeft het niet gelegen - zij bracht mijn onderzoek uiteindelijk op snelheid en hield het tempo erin - maar in 2015 moest ik toch op zoek naar een nieuwe promotor. Professor Mathijsen introduceerde mij bij prof. dr. J.T. Leerssen en onder hun begeleiding slaagde ik erin mijn proefschrift in 2016 te voltooien. Aan velen ben ik dank verschuldigd. Mijn drie promotoren noemde ik hierboven al, maar ook de leden van de Montanusgroep mogen niet ongenoemd blijven. Zij be- stookten mijn onderzoeksverslagen vaak met goed bruikbare kritiek. Sommigen toonden niet alleen belangstelling maar gaven ook praktische ondersteu- ning. Dr. B.P.M. Dongelmans promoveerde op de uitgever Johannes Immerzeel Juni- or. Voor zijn onderzoek had hij de bewaard gebleven correspondentie aan Immerzeel volledig doorgenomen en alle brieven kort samengevat. Ik kreeg dat bestand van hem en ik heb deze toegang op de vele honderden brieven vaak gebruikt. Het ontwerp van de eerste database waarin ik mijn almanakgegevens kwijt kon dank ik aan mijn helaas veel te vroeg overleden treinvriend Lex Lijsten. Met hem besprak ik de opzet en hij maakte er een goed bruikbare toepassing voor. Helaas veroudert soft- ware na een paar jaar. Gelukkig kon ik voor de conversie naar een nieuw programma een beroep doen op mijn collega-archivaris Rob Huijbrecht. Dankzij Rob kwamen mijn vastgelopen bestanden weer tot leven. Voor de correctie van de tekst ben ik veel dank verschuldigd aan Dick Welsink, mijn oudste studievriend, die drie versies van mijn proefschrift corrigeerde en aan dr. B.M.A. de Vries die haar scherpe blik over de voorlaatste versie liet gaan. Arina Overkleeft was van groot belang voor de lay-out van mijn proefschrift. Ik kon rekenen op haar deskundige hulp bij het omzetten van het formaat van het boek en de afwerking van de illustraties. Daarnaast gaf zij nuttige tips over de tekstverzorging en ontwierp zij het omslag. Voor hun altijd vriendelijke hulpvaardigheid bedank ik de medewerkers van de afde- lingen Bijzondere Collecties van de Koninklijke Bibliotheek en de Universiteitsbiblio- theken van Amsterdam en Leiden. Ook in het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum, de Bibliotheek Arnhem en de locatie Arnhem van de Rijn- brinkgroep voelde ik mij altijd welkom. Gedurende de bijna 28 jaar dat ik met dit proefschrift bezig ben geweest heb ik nog van veel anderen belangstelling ondervonden. Zij hebben recht op mijn dankbaarheid omdat zij er met hun vragen naar de stand van zaken voor gezorgd hebben dat ik zonder gezichtsverlies niet meer kon stoppen met mijn onderzoek. Ook mijn ouders mag ik niet vergeten te noemen, zij hebben de voltooiing van mijn onderzoek niet kunnen meemaken maar hebben altijd in de goede afloop geloofd. Twee mensen hebben voor mij een speciale rol vervuld op het vakgebied. Dr. P.C.A. van Putte, mijn leraar Nederlands op de middelbare school, is er verantwoor- delijk voor dat ik belangstelling kreeg voor de neerlandistiek, professor Mathijsen heeft ervoor gezorgd dat ik die belangstelling niet kwijt ben geraakt. De lessen van dr. van Putte waarin hij aan een klas H.B.S.-A-ers enthousiast over zijn promotieonder- zoek naar Heijmen Dullaert vertelde maakten een diepe indruk op mij. Ik wist daar- door wat ik wilde: Nederlands studeren. Het doet mij veel plezier dat hij het resultaat van mijn onderzoek kan lezen. De colleges van - toen nog - drs. Marita Mathijsen in de jaren zeventig hebben mij ervan weerhouden met de studie Nederlands te stoppen. Ik zocht tot dan toe tevergeefs naar onderwerpen die aansloten bij mijn belangstelling voor de negentiende eeuw. Marita bracht daar verandering in en gaf ook nog eens alle ruimte voor het soort onderzoek waar ik mij graag mee bezig hield. Uit onze gezamen- lijke belangstelling voor de negentiende eeuw is in de loop der jaren een vriendschap ontstaan waar ik veel waarde aan hecht. Het is gebruikelijk het voorwoord van een dissertatie te besluiten met een dank- woord aan de partner van de promovendus. Ik sluit mij graag bij die gewoonte aan. Zonder de voortdurende steun en belangstelling van Bastienne had dit proefschrift nooit het licht gezien. Veel te veel uren hebben wij elkaars gezelschap moeten ontbe- ren. Wanneer er gekozen moest worden tussen een plezierige gezamenlijke activiteit of mijn onderzoek koos ik vrijwel altijd voor het laatste en die keus werd door haar altijd als iets vanzelfsprekends geaccepteerd. Ik ben daar heel dankbaar voor. Ik verheug mij erop voortaan veel tijd samen te kunnen doorbrengen. Inhoudsopgave Gebruikte afkortingen v Inleiding 1 Conflict om een almanak 1 De almanak in de eenentwintigste eeuw: Enkhuizer en Snoecks 2 Definitie literaire almanak 3 De Nederlandsche Muzen-Almanak 5 Vraagstelling 6 Opbouw van het proefschrift 7 Werkwijze 8 Hoofdstuk 1 De literaire almanak in de literatuurgeschiedschrijving 11 1.1 Vroege letterkundige geschiedschrijving 11 1.2 De nieuwe generatie
Recommended publications
  • Over Multatuli. Jaargang 35. Delen 70-71
    Over Multatuli. Jaargang 35. Delen 70-71 bron Over Multatuli. Jaargang 35. Delen 70-71. Bas Lubberhuizen, Amsterdam 2013 Zie voor verantwoording: https://www.dbnl.org/tekst/_ove006201301_01/colofon.php Let op: werken die korter dan 140 jaar geleden verschenen zijn, kunnen auteursrechtelijk beschermd zijn. i.s.m. 2 [Nummer 70] ‘Want Wouter was koning in al dat veroverde land. Koning, en... Femke koningin!’ Multatuli onttroond? In dit nummer moet Multatuli nogal wat persoonlijkheden naast zich dulden die de aandacht opeisen. Het gaat niet zozeer om de Hallemannetjes: ‘De Hallemannetjes... nu ja, die kinderen ontvingen hoger toelaag, maar ze dachten gelukkig niet aan Afrika. Voorlopig vreesde hy hun concurrentie niet, doch wel dat misschien hier of daar 'n ander kind, iets nader aan 't groot-zyn dan hy, hem den pas zou afsnyden.’ Maar Multatuli moet het allereerst behoorlijk afleggen bij Willem Bilderdijk. De eerste twee bijdragen zijn een weerslag van de najaarsbijeenkomst van het Multatuli Genootschap, waarvoor de leden van de Vereniging Het Bilderdijk-Museum uitgenodigd waren en uitgedaagd om Multatuli's kritiek op Bilderdijk te pareren. Honings betwijfelt of Multatuli Bilderdijk wel goed gelezen heeft en sluit zich aan bij de critici van Multatuli, die Bilderdijk onterecht zou neerhalen. Multatuli's Bilderdijk bashing - Honings woorden - ziet hij als het terugkerende element in de literatuurgeschiedenis dat auteurs van de nieuwe generatie zich afzetten tegen hun voorgangers. In het betoog van Gert-Jan Johannes wordt het beeld van Multatuli als groot Denker und Dichter eveneens danig gerelativeerd. Multatuli was volgens hem geen origineel denker, maar een begaafd volger en propagandist van reeds bestaande ideeën.
    [Show full text]
  • Prolegomena to Pastels & Pastellists
    Prolegomena to Pastels & pastellists NEIL JEFFARES Prolegomena to Pastels & pastellists Published online from 2016 Citation: http://www.pastellists.com/misc/prolegomena.pdf, updated 10 August 2021 www.pastellists.com – © Neil Jeffares – all rights reserved 1 updated 10 August 2021 Prolegomena to Pastels & pastellists www.pastellists.com – © Neil Jeffares – all rights reserved 2 updated 10 August 2021 Prolegomena to Pastels & pastellists CONTENTS I. FOREWORD 5 II. THE WORD 7 III. TREATISES 11 IV. THE OBJECT 14 V. CONSERVATION AND TRANSPORT TODAY 51 VI. PASTELLISTS AT WORK 71 VII. THE INSTITUTIONS 80 VIII. EARLY EXHIBITIONS, PATRONAGE AND COLLECTIONS 94 IX. THE SOCIAL FUNCTION OF PASTEL PORTRAITS 101 X. NON-PORTRAIT SUBJECTS 109 XI. PRICES AND PAYMENT 110 XII. COLLECTING AND CRITICAL FORTUNE POST 1800 114 XIII. PRICES POST 1800 125 XIV. HISTORICO-GEOGRAPHICAL SURVEY 128 www.pastellists.com – © Neil Jeffares – all rights reserved 3 updated 10 August 2021 Prolegomena to Pastels & pastellists I. FOREWORD ASTEL IS IN ESSENCE powdered colour rubbed into paper without a liquid vehicle – a process succinctly described in 1760 by the French amateur engraver Claude-Henri Watelet (himself the subject of a portrait by La Tour): P Les crayons mis en poudre imitent les couleurs, Que dans un teint parfait offre l’éclat des fleurs. Sans pinceau le doigt seul place et fond chaque teinte; Le duvet du papier en conserve l’empreinte; Un crystal la défend; ainsi, de la beauté Le Pastel a l’éclat et la fragilité.1 It is at once line and colour – a sort of synthesis of the traditional opposition that had been debated vigorously by theoreticians such as Roger de Piles in the previous century.
    [Show full text]
  • Van Gogh Museum Journal 1995
    Van Gogh Museum Journal 1995 bron Van Gogh Museum Journal 1995. Waanders, Zwolle 1995 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_van012199501_01/colofon.php © 2012 dbnl / Rijksmuseum Vincent Van Gogh 6 Director's Foreword The Van Gogh Museum shortly after its opening in 1973 For those of us who experienced the foundation of the Van Gogh Museum at first hand, it may come as a shock to discover that over 20 years have passed since Her Majesty Queen Juliana officially opened the Museum on 2 June 1973. For a younger generation, it is perhaps surprising to discover that the institution is in fact so young. Indeed, it is remarkable that in such a short period of time the Museum has been able to create its own specific niche in both the Dutch and international art worlds. This first issue of the Van Gogh Museum Journal marks the passage of the Rijksmuseum (National Museum) Vincent van Gogh to its new status as Stichting Van Gogh Museum (Foundation Van Gogh Museum). The publication is designed to both report on the Museum's activities and, more particularly, to be a motor and repository for the scholarship on the work of Van Gogh and aspects of the permanent collection in broader context. Besides articles on individual works or groups of objects from both the Van Gogh Museum's collection and the collection of the Museum Mesdag, the Journal will publish the acquisitions of the previous year. Scholars not only from the Museum but from all over the world are and will be invited to submit their contributions.
    [Show full text]
  • Lorentz – Function Follows Form and Theory Leads to Experiment
    Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22522 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Weiss, Martin Paul Michael Title: The masses and the muses : a history of Teylers Museum in the Nineteenth Century Issue Date: 2013-11-27 The Masses and the Muses A History of Teylers Museum in the Nineteenth Century Front cover: The Oval Room, drawing by Johan Conrad Greive, 1862 (Teylers Museum, Haarlem, DD042b) Back cover: The First Art Gallery, drawing by Johan Conrad Greive, 1862 (Teylers Museum, Haarlem, DD042d) The Masses and the Muses A History of Teylers Museum in the Nineteenth Century Proefschrift ter verkrijging van de graad van Doctor aan de Universiteit Leiden, op gezag van de Rector Magnificus prof. mr. C.J.J.M. Stolker, volgens besluit van het College voor Promoties te verdedigen op woensdag 27 november 2013 klokke 15.00 uur door Martin Paul Michael Weiss geboren te Hannover in 1985 Promotiecommissie Prof. Dr. F.H. van Lunteren (promotor, Universiteit Leiden) Prof. Dr. D. van Delft (Universiteit Leiden) Prof. Dr. P.J. ter Keurs (Universiteit Leiden) Dr. D.J. Meijers (Universiteit van Amsterdam) Prof. dr. W.W. Mijnhardt (Universiteit Utrecht) Prof. Dr. H.J.A. Röttgering (Universiteit Leiden) Prof. Dr. L.T.G. Theunissen (Universiteit Utrecht) Dr. H.J. Zuidervaart (Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis) Prof. Dr. R. Zwijnenberg (Universiteit Leiden) Acknowledgements This PhD was not written in isolation. Throughout the course of this project I received an unquantifiable amount of support – intellectual, financial and moral – from innumerable colleagues and friends. Some of them I hope to be able to acknowledge here.
    [Show full text]
  • Rijks Museum Jaarverslag 2016 Jaarverslag 2016
    JaaRveRSlag 2016 rijks mUSEUm JaaRveRSlag 2016 Rijks muSeum JaaRveRSlag 2016 Taco Dibbits, per 15 juli 2016 de nieuwe hoofddirecteur van het Rijksmuseum, in de Nachtwachtzaal bij de portretten van Marten Soolmans en Oopjen Coppit pp. 2/3 In 1634 werden Marten Soolmans en Oopjen Coppit door Rembrandt ten voeten uit geportretteerd, een jaar na hun huwelijk. In 2016 verwierven Nederland en Frankrijk de beide portretten die afwisse- lend in het Rijksmuseum en het Louvre zullen worden getoond. Rembrandt van Rijn, Portret van Marten Soolmans (1631–1641) en Portret van Oopjen Coppit (1611–1689), gezamenlijke aankoop van de Staat der Nederlanden en de Republiek Frankrijk, collectie Rijksmuseum/collectie Musée du Louvre Inhoud BegunStIgeRS 7 PatRonen 14 SchenKeRS en legatoRen 21 VeRSlag van de dIRectIe 26 BeRIcht van de Raad van ToezIcht 46 PublIeK en medIa 56 TentoonStellIngen en pReSentatIeS 58 BRuIKlenen 60 AanwInSten 64 ConSeRveRen en ReStauReRen 92 PublIcatIeS 108 PublIcatIeS van medeweRKeRS 112 PReSentatIeS en lezIngen dooR medeweRKeRS 119 ExteRne actIvIteIten van medeweRKeRS 132 oRganogRam 141 PeRSoneel 142 FInancIeel veRSlag 150 5 Opening van de beeldententoonstelling gewijd aan Giuseppe Penone – de Summer Garden Party, 10 juni 2016. De tentoonstelling werd mede mogelijk gemaakt door de deelnemers van de BankGiro Loterij en de Rijksclub 6 BEGUNSTIGERS Holland America Line, sponsor • Algemene bijdrage • Rijksmuseum at Sea Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ING Bank, hoofdsponsor Royal Philips Electronics, founder • Partner
    [Show full text]
  • Joseph Hartogensis (1822-1865) En Johannes Tavenraat (1809-1881) En Hun Contacten Met Duitse Tijdgenoten
    Joseph Hartogensis (1822-1865) en Johannes Tavenraat (1809-1881) en hun contacten met Duitse tijdgenoten ‘Hoevele proeven van miskenning van oorspronkelijke opvatting levert de kunstgeschiedenis niet op, waaraan door de waarheid eerst in later tijd verdiende hulde gebragt wordt.’ * Jacqueline Eschbach, 3159221 Masterscriptie, Universiteit Utrecht 25-01-2013 A.M.E.L. Hoogenboom H. Lootsma * Christiaan Kramm, 1861. In R. de Leeuw, Johannes Tavenraat 1809-1881 , tent. cat. Kleef (Städtisches Museum Haus Koekkoek) Dordrecht (Dordrechts Museum) en ’s Gravenhage (Pulchri Studio) 1981-1982, p. 7 Inhoudsopgave Inleiding 4 Hoofdstuk 1: Nederlandse schilders in Duitsland, 1770-1870 1.1 Overzicht van Nederlandse schilders die naar Duitsland trokken 8 1.2 Beweegredenen om naar Duitsland af te reizen 11 1.3 Reizen in de 19 de eeuw 15 Hoofdstuk 2: De Nederlandse en Duitse kunstmarkt 2.1 De Nederlandse kunstmarkt 17 2.2 De Duitse kunstmarkt 23 Hoofdstuk 3: Joseph Hartogensis (1822-1865) 3.1 Hartogensis in Nederland 29 3.2 Hartogensis in Duitsland 37 3.3 Hartogensis en de invloed van Duitse tijdgenoten op zijn werk 40 Hoofdstuk 4: Johannes Tavenraat (1809-1881) 4.1 Tavenraat in Nederland en België 45 4.2 Tavenraat in Duitsland 52 4.3 Tavenraat en de invloed van Duitse tijdgenoten op zijn werk 56 Conclusie 58 Bibliografie 61 Afbeeldingenlijst 68 Bijlagen Bijlage 1: Overzicht van Nederlandse schilders die in de periode van 1770 tot 1870 een reis naar Duitsland hebben gemaakt 70 Bijlage 2: Beknopte levensloop van Joseph Hartogensis (1822-1865) 76 Bijlage
    [Show full text]
  • A Concise Financial History of Europe
    A Concise Financial History of Europe Financial History A Concise A Concise Financial History of Europe www.robeco.com Cover frontpage: Cover back page: The city hall of Amsterdam from 1655, today’s Royal Palace, Detail of The Money Changer and His Wife, on Dam Square, where the Bank of Amsterdam was located. 1514, Quentin Matsys. A Concise Financial History of Europe Learning from the innovations of the early bankers, traders and fund managers by taking a historical journey through Europe’s main financial centers. Jan Sytze Mosselaar © 2018 Robeco, Rotterdam AMSTERDAM 10 11 12 13 21 23 BRUGGE 7 LONDON 14 19 DUTCH REPUBLIC 15 8 ANTWERP 16 18 20 17 PARIS 22 24 25 9 VENICE GENOA 2 5 PIsa 1 3 FLORENCE 4 SIENA 6 25 DEFINING MOMENts IN EUROPeaN FINANCIAL HIstOry Year City Chapter 1 1202 Publication of Liber Abaci Pisa 1 2 1214 Issuance of first transferable government debt Genoa 1 3 1340 The “Great Crash of 1340” Florence 2 4 1397 Foundation of the Medici Bank Florence 2 5 1408 Opening of Banco di San Giorgio Genoa 1 6 1472 Foundation of the Monte di Paschi di Siena Siena 1 7 1495 First mention of ‘de Beurs’ in Brugge Brugge 3 8 1531 New Exchange opens in Antwerp Antwerp 3 9 1587 Foundation of Banco di Rialto Venice 1 10 1602 First stock market IPO Amsterdam 5 11 1609 First short squeeze and stock market regulation Amsterdam 5 12 1609 Foundation of Bank of Amsterdam Amsterdam 4 13 1688 First book on stock markets published Amsterdam 5 14 1688 Glorious & Financial Revolution London 6 15 1694 Foundation of Bank of England London 6 16 1696 London’s
    [Show full text]
  • Catalogue 116 ‘T Goy 2019 Antiquariaat FORUM & ASHER Rare Books
    Catalogue 116 ‘t Goy 2019 antiquariaat FORUM & ASHER Rare Books Catalogue 116 ‘t Goy 2019 catalogue 116 Extensive descriptions and images available on request. All offers are without engagement and subject to prior sale. All items in this list are complete and in good condition unless stated otherwise. Any item not agreeing with the description may be returned within one week after receipt. Prices are in eur (€). Postage and insurance are not included. VAT is charged at the standard rate to all EU customers. EU customers: please quote your VAT number when placing orders. Preferred mode of payment: in advance, wire transfer or bankcheck. Arrange- ments can be made for MasterCard and VisaCard. Ownership of goods does not pass to the purchaser until the price has been paid in full. General conditions of sale are those laid down in the ILAB Code of Usages and Customs, which can be viewed at: <http://www.ilab.org/eng/ilab/code.html> New customers are requested to provide references when ordering. Tuurdijk 16 Tuurdijk 16 3997 ms ‘t Goy – Houten 3997 ms ‘t Goy – Houten The Netherlands The Netherlands Phone: +31 (0)30 6011955 Phone: +31 (0)30 6011955 Fax: +31 (0)30 6011813 Fax: +31 (0)30 6011813 E-mail: [email protected] E-mail: [email protected] Web: www.forumrarebooks.com Web: www.asherbooks.com front cover: no. 224 on p. 118. inside front cover: no. 128 on p. 68. title page: no. 29 on p. 18. inside back cover: no. 6 on p. 5. back cover: no. 82 on p.
    [Show full text]
  • Acquisitions Paintings
    92 the rijks museum bulletin Acquisitions Paintings • josephina de fouw, jenny reynaerts, matthias ubl, gregor j.m. weber and lisanne wepler • 1 jan jansz mostaert (Haarlem c. 1474­1552/53 Haarlem) Landscape with an Episode from the Conquest of America, c. 1535 Oil on panel, 86.5 x 152.5 cm ‘There is a landscape as well, a scene in the West boulders, the other has halberds, cannon and Indies with many naked people and a craggy rock muskets. A shot has just been fired, there is a flash and strange architecture of houses and huts; but at the end of the barrel and a native falls dead on it was left unfinished.’ It was thus that the famous the rock. Strikingly, the native population occupies Dutch artists’ biographer Karel van Mander far more space than the attackers. This is not a described this painting in 1604, in his biography picture of a glorious victory, it is a record of the of the Haarlem painter Jan Jansz Mostaert. At that brutal violation of a peaceful society in a recently time the work belonged to Mostaert’s grandson discovered idyllic ‘New World’. It is only at second Nicolaes Suycker. It is the painting now known as glance that we realize this has to be an exotic land­ Landscape with an Episode from the Conquest of scape. At first sight the world Mostaert created America that the Rijksmuseum was able to acquire is one of cattle, sheep, hares and other animals in 2013. that belong in a Northern European landscape. After Van Mander saw and described it, the By adding specific details including a monkey, a painting did not resurface until 1900, since when porcupine and several parrots, he endeavoured it has had a turbulent journey.
    [Show full text]
  • Cover Page the Handle
    Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22522 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Weiss, Martin Paul Michael Title: The masses and the muses : a history of Teylers Museum in the Nineteenth Century Issue Date: 2013-11-27 Chapter II: The Birth of a Musaeum I The Museum’s Pre-History 1. Martinus van Marum & the Beginning of the Age of Museums In a letter to the Dutch minister of the interior Anton Reinhard Falck posted in July 1819, the ornithologist and collector Coenraad Jacob Temminck left no doubt as to what he thought two of his colleagues really wanted to do to him, if the opportunity ever presented itself: “Both”, he wrote, “would stop at nothing to clear me out of the way”.1 He was referring to Sebald Justinus Brugmans, professor of botany and director of the botanical gardens in Leiden, and Martinus van Marum, the director of Teylers Museum and secretary of the Holland Society of Sciences in Haarlem. This was more than just a letter of complaint. Temminck himself was no angel, and at the time was in fact pursuing his own political agenda. He had dined with Falck just a few days earlier, and the two men had discussed the establishment of a national museum of natural history in the Netherlands – of which Temminck was to be handed the directorship. Just 13 months later, Temminck’s highly valuable and widely recognised personal ornithological collection, consisting of more than 4000 stuffed birds, had indeed been merged with both the University of Leiden’s natural history collections and the former Royal Cabinet of Natural History in Amsterdam, to form the new National Museum of Natural History (Rijksmuseum van Natuurlijke Historie) based in Leiden.
    [Show full text]
  • Uva-DARE (Digital Academic Repository)
    UvA-DARE (Digital Academic Repository) 'Het karakter onzer Hollandsche school'. De Koninklijke Akademie van Beeldende Kunsten te Amsterdam, 1817-1870 Reynaerts, J.A.H. Publication date 2000 Link to publication Citation for published version (APA): Reynaerts, J. A. H. (2000). 'Het karakter onzer Hollandsche school'. De Koninklijke Akademie van Beeldende Kunsten te Amsterdam, 1817-1870. in eigen beheer. General rights It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Disclaimer/Complaints regulations If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible. UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl) Download date:01 Oct 2021 Illl 'Van batterei veranderd' Koerswijzigingenn omstreeks 1840 1.. Emancipatie van kunstenaars Opp 9 september 1839 werd in Amsterdam het nieuwe gebouw van de één jaar oude dierentuinn Natura Artis Magistra feestelijk geopend. Onder de genodigden bevonden zich driee nieuwe directeuren van de Koninklijke Akademie van Beeldende Kunsten, Jan Adam Kruseman,, de directeur bouwkunst Martinus Tetar van Elven en de graveur André Taurel.
    [Show full text]
  • The Amsterdam Civic Guard Portraits Within and Outside the New Rijksmuseum, Pt
    Volume 5, Issue 1 (Winter 2013) The Amsterdam Civic Guard Portraits within and outside the New Rijksmuseum, Pt. I D.C. Meijer Jr. (Tom van der Molen, translator) Recommended Citation: D. C. Meijer Jr., “The Amsterdam Civic Guard Portraits within and outside the New Rijksmuseum Pt. I,” trans. Tom van der Molen, JHNA 5:1 (Winter 2013) DOI:10.5092/jhna.2013.5.1.5 Available at https://jhna.org/articles/amsterdam-civic-guard-portraits-within-outside-new-ri- jksmuseum-part-i/ Published by Historians of Netherlandish Art: https://hnanews.org/ Republication Guidelines: https://jhna.org/republication-guidelines/ Notes: This PDF is provided for reference purposes only and may not contain all the functionality or features of the original, online publication. This is a revised PDF that may contain different page numbers from the previous version. Use electronic searching to locate passages. This PDF provides paragraph numbers as well as page numbers for citation purposes. ISSN: 1949-9833 JHNA 5:1 (Winter 2013) 1 THE AMSTERDAM CIVIC GUARD PORTRAITS WITHIN AND OUTSIDE THE NEW RIJKSMUSEUM, PT. I D.C. Meijer Jr. (Tom van der Molen, translator) 1 lmost one-and-a-half years ago, we stood at the grave of A. D. de Vries Az.,1 the tireless fighter for truth and beauty, the scholarly friend of the arts, for whom a lie was a horror, in whichever form or for whatever goal. His incorruptible diligence, alongside his excep- Ational memory and his sharp analytic skills, made him an art historian of the first rank. When- ever these extraordinary gifts were employed together with his restless diligence and enduring patience, made this son of one of Amsterdam’s most influential art-loving families easily triumph over all kinds of small difficulties.
    [Show full text]