Jaarverslag 1970
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
De heer J. BRIERS Directeur G.0:. Belgische Radio en Televisie Instituut der N ederlandse Uitzendingen JAAROVERZICHT 1 9 7 0 I TEN GELEIDE Met dit jaarverslag wordt de stap van de jaren zestig naar de jaren zeventig gezet. Het bevat zeer zeker gegevens die zich uitstekend lenen tot beschouwingen over de ontw ikkeling die de omroep in de nabije toekomst zal door- maken. In 1970 werd inderdaad de la a t s t e hand aan de voor bereiding van de start der kleurentelevisie gelegd. Het feit dat de meeste ons omringende landen ons op dit terrein ongeveer veertig maanden voor zijn geweest, biedt op zichzelf al voldoende sto f. Maar daarover le te r a llic h t meer in een volgend jaarrapport. Daar komt trouwens bij, dat het onder de gegeven omstandigheden nog erg moeilijk valt zinnige uitspraken te doen over de weerslag die de allernieuwste technische vindingen op het omroepbedrijf zuuden kunnen heb ben. Niemand ziet reeds klaar in het complexe probleem van videocassette en beeldplaat. De constructeurs nemen een afwachtende houding aan en schrikken om begrijpelijke redenen terug voor beleggingen waaraan nog al te grote risico's verbonden zijn. Ook op die kwestie zullen we te gelegener tijd moeten terugkomen. Tussen een ongetwijfeld boeiende maar erg onzekere toekomst en esn decennium waar van de voornaamste krachtlijnen zich toch reeds beginnen af te tekenen, tussen bespiegelingen en nuchtere vaststel lingen, gaat onze voorkeur naar het tastbare en concrets uit. In het eerste van de jaren zestig hechtte het Parlement zijn goedkeuring aan een nieuws omroepwet. De oude had, mede dank zij de oorlogsomstandigheden, dertig jaar stand weten te houden. De nieuwe, die sedert augustus 1960 wordt toegepast, verschijnt tien jaar later, in het licht van de algemene ontwikkeling., als een brck pioniers werk. De wetgever, wie deze wet trouwens esn belangrijkere plaats toewees dan de vorige, waarin vooral de rol van de uitvoerende macht opvalt, heeft hier doelbewust getimmerd II aan de weg die in de zomer van 1971 naar een consequent toegepaste en veralgemeende culturele autonomie zou leiden. In 1960 maakte de unitaire raad van beheer plaats voor twee raden : één voor ieder uitzendingsinstituut. Voor alle beraadslagingen over gemeenschappelijke aangelegenheden werden ze tot een overkoepelende algemene raad samengevoegd. Een kwarteeuw voordien was een allereerste, schuchtere stap in die richting gezet met de aanstelling van twee afzonder lijke directeurs-generaal. De sectoren die in 1960 op een u n ita ir e le e s t geschoeid gebleven waren, werden in 1970 insgelijks gesplitst op een cen tra le kern na. In te g e n s te llin g tot het technisch departement ging die scheiding voor de administratieve en financiële diensten met een overheveling naar de uitzendings- instituten gepaard. Hetzelfde geldt trouwens voor de B elgisch e dienst van de wereldomroep. Ondertussen heeft de BRT de waarschuwing dat culturele autonomie, zonder culturele integratie met Nederland, maar een halve maatregel i s , zeker niet in de wind geslagen. Ze houdt er in Hilversum-Bussum een permanente vertegenwoor diger op na. Diens aanwezigheid heeft de uitwisseling van programma's en het opzetten van gemeenschappelijke produkties uiteraard in de hand gewerkt. Dank zij die consequente politiek van samenwerking met een deelgenoot die ons nog steeds veel te bieden had, konden b ijv . de psychologische weerstanden bij de Vlaamse kijker tegen Noordnederlands tv-toneel geleidelijk aan overwonnen worden. Meer en meer Vlamingen zijn in de loop van die tien jaar beter vertrouwd geworden met de tongval van boven de Moerdijk. Dat proces werd trouwens in de hand gewerkt door de talrijke Hollandse kleinkunstenaars die Vlaanderen, samen met hun Zuidnederlandse kunstbroeders, in amper tien jaar tijd voor het lichte lied in de moedertaal ontsloten hebben. x x Ill De vaders van de nieuwe omroepwet hadden blijkbaar niet alleen de politieke tekenen des tijds goed begrepen. Door iedere voorafgaande ingreep van de uitvoerende macht in de actualiteitenrubrieken te verbiedun, hebben ze de omroep- journalisten tevens voldoende armslag gegeven om hun mede burgers een getrouwe tijdsspiegel voor te houden. Het is nog te vroeg om uit te maken of de rol van die communicators zich hiertoe beperkt heeft. In bepaalde omstandigheden zoals de Russische overval in Tsjecho s lovakije en de Parijse mei- rev o lte van 1968 kon een aandacntig waarnemer zich m o eilijk van de indruk ontdoen, dat de v erslaggever, vooral wanneer hij zijn toevlucht nam tot doorlopende, gelijktijdige ver slaggeving, aan de actualiteit een belangrijke dimensie ver mocht toe te voegen. Vaak vervult de tv. verm oedelijk meer dan een loutere spiegelfunctie maar speelt zij a.h.w. voor gangmaker van de gebeurtenissen. Het kan niet geloochend worden dat de beeldomroep de kijker in de jaren zestig, dank zij de communicatie satellieten en de mobiele camera, tot ooggetuige van alle belangrijke gebeurtenissen gemaakt heeft. Het voorlopige hoogtepunt van deze ontw ikkeling vormt wel de landing op de maan, een plaats die geen snkele reporter van het conven tionele type tot dusver heeft mogen betreden maar die het onbewogen cyclopenoog van een compacte camera voor m iljoenen mensen, over de gehele aardbol verspreid, visueel toeganke lijk gemaakt heeft. Samsn met een aantal voorzieningen van organisatorische aard, zoals de start van de dagelijkse Eurovisienieuwsuitwisseling in 1961, gevoed door de Oost- europese Intervisie en de Amerikaanse communicatiesatellieten, heeft de invoering van de magnetische beeldregistratie de dagelijkse beeldvers 1aggeving in journaalvorm gevoelig versneld. Enkele uitzonderingen niet te na gesproken, kan het nieuws van de persbureaus thans iedere avond geïllustreerd worden met het m ateriaal van de film agentschappen en de partners van de elektronische nieuwsuitwisseling. De over schakeling naar de magnetische registratie heeft het mogelijk gemaakt zelfs tijdens het tv-journaal beelden voor onmiddél- IV lijke uitzending met de magnetoscoop vast te leggen. In de achter ons liggende jaren heeft de elektronische journalis tiek zich er niet toe beperkt het publiek sneller en over vloediger voor te lichten. Er werd ook een ernstige krachts inspanning geleverd om de gemiddelde kijker en luisteraar in de wereldwijde doolhof van de actualiteit wegwijs te maken, door de feiten te duiden d.i. te situeren in een groter verband en te onderzoeken op hun mogelijke gevolgen. Hopelijk werd de permanente heroriëntering waaraan in een zo snel veranderende wereld nu eenmaal niet meer te ontkomen valt, op die manier in de hand gewerkt. Zo er omtrent de toepassing van het artikel uit de omroepwet waarbij regeringscensuur verboden wordt al eena m en in gsversch illen konden r ijz e n , dan hadden ze steeds betrekking op die vormen van duiding welke erop gerich t zijn latente spanningen en problemen aan het licht te brengen. Tot een open c o n f lic t is het hierover met de regering nooit gekomen. Zoals dat reeds voordien in het buitenland gebeurd was, heeft de aanwending van nieuwe technieken, eigen aan de tv-journa1istiek, wel aanleiding gegeven tot een rechtsgeding waarvan de uitspraak in hoger beroep nog steeds op zich laat wachten. De spanning tussen juridisch stevig verankerde persoonlijkheidsrechten, ook waar het om publieke personen gaat, en een vooralsnog slechts moreel gemeenschapsrecht op informatie, speelt in dit geding een voorname rol. De reeds vermelde samenwerking met Nederland heeft ons zeker geholpen om in een tij d van toenemende in te r n a tio n a le beïnvloeding een eigen geestesmerk te bewaren en het eigen erfgoed tot zijn recht te laten komen. Dat ongeveer 60 % van de zendtijd met eigen programma's kon gevuld worden, mag in dit verband onderstreept worden. Die zorg om het behoud en de verdere ontplooiing van het eigene omvatte zowel de meer volkse als de hogere uitingen van onze cultuur. Zo werd de memorabele Schipper-reeks op waardige wijze voortgezet met feui11etonseries die hun stof aan de werken van Ernest Claes ontleenden. Dat diens vertelkunst het hem ook op het kleine scherm deed, bewijzen de uitkomsten van het kijk- en V luisteronderzoek dat - het weze terloops gezegd - op het einde van de overschouwde periode eveneens op gang kwam, zij het dan met een achterstand op het buitenland die, gelet op de beperktheid van de beschikbare middelen, onvermijdelijk wordt. Dit onderzoek heeft ondertussen over de gehele linie de grote verknochtheid van ons publiek aan zijn programma's bevestigd. Tegenover deze gezonde, volkse feuilletons staan de tv-versies van klassieke literaire meesterwerken, zoals de Beatrijslegende, Carel ende Elegast, Mariken van Nieumeghen, toneel uit de Gouden Eeuw, Mijnheer Serjanszoon e.a.m. Twee v lieg en rret een klap sloeg de tv, toen ze ertoe besloot het hare bij te dragon tot de verdere opgang van onze filmkunst. Deze beleidsbeslissing heeft o.m, de verfilming van Johan Daisnes De man die zijn haar kort liet knippen en van Streuvels Teleurgang van de Waterhoek, mogelijk gemaakt. Eerstgenoemde prent won buiten de landsgrenzen menige onderscheiding terwijl het overweldigend kassucces van Mira in de hoofdstad iedereen nog steeds verbaast. Eveneens in het teken van de c u ltu r e le v errijk in g werd bij de radio met een derde programma van wal gestoken. Internationale erkenning voor dit onvermoeibaar kwaliteits- streven bleef de BRT niet onthouden. Haar medewerkers wonnen in totaal drie Italia-prijzen : twee voor tv en één voor r a d io . Een ander bewijs van het feit dat onze bekommernis - de start van de schooltelevisie buiten beschouwing gelaten - hoofdzakelijk naar de hoedanigheid en niet naar de hoeveelheid uitging, leveren de statistieken inzake zendtijd. In 1960 was de Vlaamse tv per week gemiddeld bijna 36 uur in de lucht. Meer dan 5 1/2 uur is daar in de loop van de tien volgende jaren niet bijgekomen I In deze samenhang dient een eresaluut gebracht te > worden aan degenen die van de BRT de motor van het F e stiv a l van Vlaanderen wisten te maken.