Uva-DARE (Digital Academic Repository)

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Uva-DARE (Digital Academic Repository) UvA-DARE (Digital Academic Repository) Miraculeus bewaard: middeleeuwse Utrechtse relieken op reis: de schat van de oud-katholieke Gertrudiskathedraal de Kruijf, A.C. Publication date 2011 Link to publication Citation for published version (APA): de Kruijf, A. C. (2011). Miraculeus bewaard: middeleeuwse Utrechtse relieken op reis: de schat van de oud-katholieke Gertrudiskathedraal. Walburg Pers. General rights It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Disclaimer/Complaints regulations If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible. UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl) Download date:03 Oct 2021 245 noten { 1 Tot deze enkelen moeten zeker Mart van der gekozen, gewijd, verheven, onzondig, sacraal, Sterre, pastoor J.V. Kinneging, Casper Staal en godvruchtig, vroom, glorierijk, verheerlijkt. can. J.N. van Ditmarsch gerekend worden. Voor een beschouwing over heiligheid, zie: 2 Kruijf 2008b, p. 63. Weinstein – Bell 1982, p. 141-164 en verder: 3 Visser 1933. Grijs 1983 en Kretzers 2003, p. 141-142. In 4 De objecten die werden aangetroffen in de laatstgenoemde publicatie wordt een heilige schat van de Gertrudiskathedraal zijn door mij omschreven als iemand, die nu in het hemels genummerd en verwerkt in een excelsheet. vaderland leeft, maar die eens op deze aarde Deze sheet maakt onderdeel uit van hoofdstuk om zijn/haar heldhaftige heiligheid van leven 5, zie H5 ‘Verantwoording inventarisatie’. Naar een uitmuntend ledemaat was van het mystiek de sheet wordt in deze studie verwezen door Lichaam van Christus en een levende tem- middel van ‘xls.’ en het bijbehorende nummer. pel van de Heilige Geest (p. 157). Zie ook: Lin- 5 Visser 1958. den 2002, p. XIII-XIV (inleiding door Charles 6 Voorbeelden van algemene opmerkingen en Caspers). casestudies: Heukelum 1877, Anoniem 1886, 13 Tot mystieke ervaringen worden onder andere Lagerwey 1932, Anoniem 1933, Lagerwey 1933, visioenen gerekend, maar ook het ontvangen Lagerwey 1934, Visser 1934a, Visser 1935, Dit- van stigmata, levitatie en bilocatie. Goede inlei- marsch 1992, Gruting 1992, Ditmarsch 2001 en dingen op het fenomeen mystiek zijn te vin- Ditmarsch 2004a. den in de publicatie van Langer 2004, die 7 SKKN-rapport 1994, te raadplegen op het vooral veel aandacht schenkt aan het ver- bureau van de SKKN, zie: www.skkn.nl. schil in de mystiek van de verschillende orden 8 Kruijf 2008b. (benedictijnen, dominicanen, maar ook begij- 9 Een deel van de relieken van de kathedrale nen) en de vierdelige serie The presence of God schat is, ter betere conservering, ondergebracht van McGinn 1992-2005. Jozef van Copertino in Museum Catharijneconvent. In de appendix (1603-1663) is een bekende levitant en Gerar- staat een catalogus van deze objecten (deze zijn dus Majella (1726-1755) bezat de macht van dus niet opgenomen in de excelsheet). Naar bilocatie. de catalogus wordt in deze publicatie verwezen 14 Voor een paar voorbeelden van recente heilig- door middel van ‘cat.nr.’ en het bijbehorende verklaringen, zie: Kruijf 2009c, p. 9. nummer. 15 Kruijf 2009c, p. 10-11, Weinstein – Bell 1982, 10 Voor Willibrord, zie: Visser 1933. Voor Oswald, p. 141-164. zie: Gruting 1992. 16 Onder paus Johannes Paulus II (1978-2005) 11 Voor het Servaaskapittel, zie: Koldeweij 1985a. werd opnieuw regelgeving omtrent heiligen- Voor het OLV-kapittel, zie: Kreek 1994. Voor verering geformuleerd, zie: Kretzers 2003, Roermond, zie: Dückers – Verheggen 2002a en p. 140-165. Voor de rol van relieken in de Dückers – Verheggen 2002b. moderne volksvroomheid, zie verder: p. 23, 12 Heiligheid, in de zin die hier bedoeld is, is een p. 157-158, p. 162-163 en p. 188-189. In het status die pas bereikt kan worden na de dood. kader hiervan is het artikel ‘Peerkes tweede ‘Heilig’ heeft veel verschillende omschrij- wonder’ over de redemptorist Petrus Donders vingen/synoniemen, bijvoorbeeld: door God (1809-1887) van de hand van Herman Vuijsje 246 miraculeus bewaard in de Volkskrant van 24 oktober 2009, p. 32-33 Deze ordening (inclusief index) ontstond voor interessant. dit onderzoek net iets te laat. Een klein licht- 17 Angenendt 1994, p. 152-158 en Cauteren 1985, punt in dezen was het zogenaamde Diarium p. 11. Voor een bondige uitleg van de functie Litterarum OBC, een zesdelige archiefinventaris van heiligenverering, zie: Pelikan 1978, p. 174- op de OBC-correspondentie, zie: Bruggeman 184. 1982-1991. 18 Angenendt 1994, p. 156, Taylor 2010, p. 45-47 29 Gruting 1992, p. 71 en Hoven van Genderen en Kroos 1985, p. 25-26. Zie ook: Cat.tent. 1997, p. 644 noot 6. Sint-Truiden 2009, p. 19. 30 Gepubliceerd archiefmateriaal is onder meer 19 Voor beknopte levensbeschrijvingen van de te vinden in: Heussen – Rijn 1725-1726, Dodt genoemde heiligen, zie: Linden 2002. Specifiek van Flensburg 1838-1848, Asch van Wijk 1846, over Maria Margaretha der Engelen, zie: Win- Rossum 1876, Muller 1879, Rossum 1879, gens 2001, Berlis 2005 en Kronenburg 1902, Vregt 1880, Brom 1900, Brom 1901, Knuif – dl. 2, p. 130-185. Smeets 1915, Séjourné 1919-1921, Visser 1933 20 Cauteren 1985, p. 12, Angenendt 1994, p. 214- en Visser 1934 a t/m d en h. 225 en Snoek 1989, p. 11. Voor de ontwikke- 31 Strydonck 2006. ling van de cultus rondom kruisrelieken, zie: 32 Dit aanbod deed hij naar aanleiding van een Frolow 1961 en Frolow 1965. Voor relieken van artikel over mijn reliekonderzoek in de Volks- Christus en Maria, zie: Taylor 2010, p. 599-609. krant (vrijdag 25 juli 2008, door Sjoukje 21 Over de lijkwade van Turijn zijn ontelbaar Budde). veel publicaties verschenen. Hier volsta ik met 33 Sumption 1975, p. 22-24 en Snoek 1989, slechts enkele voorbeelden: Wilson 1986 ver- p. 245-246. scheen naar aanleiding van natuurwetenschap- 34 Peeters 1969, p. 254-256. pelijke onderzoeken aan het eind van de jaren 35 Snoek 1989, p. 11-12, Peeters 1969, p. 170-175, ’70 van de twintigste eeuw en is rijk geïllus- Kötting 1965, p. 8 en Angenendt 1994, p. 23. treerd. Zie verder: Gruber – Kersten 1998 en Zie verder: Krautheimer 1980, p. 18-20 en Cormack 1997, p. 115-126. p. 24-28, Oryshkevich 2003, p. 16-23, Grijs 22 Over de huidige locatie van dit reliek, bestaat 1983, p. 13-14 en Constable 2000. veel onduidelijkheid, zie bijvoorbeeld: Dael 36 Snoek 1989, p. 15-16, Cat.tent.Keulen 1989, – Tummers 2009 en Badde 2007. Overigens p. 12-15, Krautheimer 1980, p. 80, Boeft 1988, zorgen andere doeken met een afdruk van Heydemann 2004, p. 4-5, Grijs 1983, p. 17-18, Christus’ gelaat voor constante twijfel over de Kötting 1965, p. 15 en Herrmann-Mascard authenticiteit van deze textielrelieken. 1975, p. 35 en p. 178-186. Het verbod gold 23 Dierkens 1989, p. 48 en Taylor 2010, p. 128-130 steeds minder strikt, zie hiervoor: Oryshke- en p. 740-742. Gregorius van Tours (circa 538- vich 2003, p. 43-62. Over de betekenis en het 594) wees al op de mogelijkheid van brandea. in gebruik raken van en de bedenkingen tegen Meegebrachte doeken die door pelgrims een elevatio, zie: Herrmann-Mascard 1975, nacht op het martelarengraf gelegd werden, p. 82-100. Tijdens het Tweede Concilie van wogen de volgende ochtend beduidend meer Nicea (787) werd vastgelegd dat een kerk omdat ze de virtus van de heilige hadden opge- gewijd moest worden met relieken, zie: Tanner nomen, zie: Angenendt 1994, p. 156. En ver- 1990, dl. 1, p. 145. der: Reudenbach 2005, p. 22, Herrmann-Mas- 37 Herrmann-Mascard 1975, p. 146-150 en p. 162- card 1975, p. 45-49, Kroos 1985, p. 26 en Snoek 168, Snoek 1989, p. 185-188, p. 209-211 en 1989, p. 13. p. 213-216. 24 Over onderscheid en relatie tussen reliekver- 38 Boeren 1962, p. 21-22, Lerou 2004 en Herr- ering en de eucharistie, zie: Snoek 1989, p. 1-9. mann-Mascard 1975, p. 58-61. Ter voorbeeld: in 25 Een uitgebreide lijst met patronaten is opgeno- het artikel van Smith 2000b is als appendix een men in: Linden 2002, p. 1097-1127. lijst van reliektranslaties in de periode 750-900 26 Respectievelijk: Visser 1933 en Gruting 1992. opgenomen. 27 ‘Reliekredder’ is geen officiële term. Het is 39 Dismembratio was echter niet wenselijk. Zelfs een door mij bedacht woord, dat ik in het ver- in het recente Directorium over volksvroomheid en volg van de tekst zal gebruiken. liturgie (Kretzers 2003, p. 158) wordt gewaar- 28 Tijdens mijn onderzoek werd gewerkt aan schuwd dat te ver doorgevoerde dismembratio als een uniforme catalogisering van dit materiaal. uiting van onwaardigheid gezien kan worden. noten 247 40 Boeren 1962, p. 22, Snoek 1989, p. 14 en Cau- jongere versies van deze ‘Heilig-Land-doosjes’ teren 1985, p. 8. In het oorsten geloofde men onder inv.nr. BMH v1575. eerder in de werkelijke aanwezigheid van de 47 Een aantal bursae is bewaard gebleven, bijvoor- heilige in zijn beeltenis dan in zijn lichame- beeld in het Kunstgewerbemuseum te Ber- lijke overblijfselen, zie: Cormack 1997, p. 24 lijn (Reudenbach 2005, p. 33), in de domschat en p. 112-115. De vraag van West-Europa en van Monza (Hahn 2005, p.
Recommended publications
  • Priests in the Military Orders
    RoMBeRT J. STapel pRIeSTS In THe MIlITaRy oRDeRS. a pRoSopoGRapHICal SURvey oF THe pRIeST-BReTHRen In THe UTReCHT BaIlIwICk oF THe TeUTonIC oRDeR (1350-1600)1 Introduction The most important mission of military orders was to fight heathens and those with other religious beliefs in the Holy land, on the Iberian peninsula or in the Baltic region. Many people therefore tend to view the weapon-bearing knight-brethren as their only real members. apart from the fact that the military orders did not just admit knights but also took on sergeant-brethren («frères sergeants») who were not members of the nobility for both military work and goods management, nearly all of the military or- ders also had a number of priests in their midst: the priest-brethren. This is understandable because without them they never have been able to combine their military existence with a spiritual way of life. The particularly dual identity of the military orders - military and spiritual under one roof - manifested itself in all three of the great military orders: the knights Templar, the knights of St John and the Teutonic order. we find both sorts of brethren among them, although the relationship be- tween them could vary greatly per order. whereas the knights Templar only had very few priest-brethren or order chaplains, something that came to light somewhat embarrassingly after the arrests of 13072, the Teutonic order had nearly two priest-brethren for each knight-brother in the bailiwicks (the or- 1 This article is a translation and revision of R.J. STapel, «Onder dese ridderen zijn oec papen» De priesterbroeders in de balije Utrecht van de Duitse Orde (1350-1600), in «Jaar- boek voor Middeleeuwse Geschiedenis», 11 (2008), p.
    [Show full text]
  • Amicorum Omnia Sunt Communia
    Amicorum omnia sunt communia De 34 brieven van Wouter van Gouthoeven aan Buchelius editie en beschrijving door Kees Smit eindredactie door Bart Jaski en Esther van de Vrie Universiteitsbibliotheek Utrecht 2017 1 Inhoudsopgave Inleiding p. 3 Leven en werk van Van Gouthoeven p. 3 De brieven van Van Gouthoeven aan Buchelius p. 4 Tussenpersonen en informanten p. 5 Zuidelijke Nederlanden p. 8 Persoonlijke aangelegenheden p. 10 Boekuitgaven p. 11 Beka en Heda p. 12 Editie (transcriptie met noten), UBU Hs. 1322 p. 13 Verantwoording; noot van de eindredactie p. 77 Literatuur p. 78 2 Amicorum omnia sunt communia De 34 brieven van Wouter van Gouthoeven aan Buchelius Inleiding Leven en werk van Van Gouthoeven Wouter van Gouthoeven (of, in zijn Latijnse brieven, Walterus of Valerius Gouthouvius) was geboren te Dordrecht in 1577 en werd daar ook begraven in mei 1623. Hij was de zoon van Arend Bartouts van Gouthoeven,1 dijkgraaf van Dubbeldam (gest. 1620) en Machteld Schrevel Ockersdr.2 Wouter studeerde te Utrecht (aan de Latijnse school?), Keulen, Leuven en Dôle,3 maar schijnt geen studie afgerond te hebben. Naar Dordrecht teruggekeerd kreeg hij een functie als dijktoezichthouder (waardsman), maar verdiende evenals zijn vader vooral de kost als administrateur van particulieren. Hij trouwde op 9 mei 1614 met Maria van Bemont (Beaumont) Jansdr.,4 uit welk huwelijk vijf kinderen geboren werden.5 Zij hertrouwde later met Adolf van de Graaf, commandeur van Ravestein. Van Gouthoeven schijnt in 1621 te Dordrecht op ‘Blijenburg’, het z.g. Reuzenhuis aan de Wijnstraat, gewoond te hebben.6 Hij was katholiek, waardoor zijn familie, hoewel oud en aanzienlijk, van de overheidsfuncties was uitgesloten.
    [Show full text]
  • Het Verworden Van Zegels Met De Tijd: Van Buchelius (1630) Tot Corpus Sigillorum Neerlandicorum (1925)
    Heraldicum Disputationes 25 (2020): 34-44. HET VERWORDEN VAN ZEGELS MET DE TIJD: VAN BUCHELIUS (1630) TOT CORPUS SIGILLORUM NEERLANDICORUM (1925) Anton C. Zeven, [email protected] www.antonzeven.nl Door de jaren heen kunnen archieven geheel of gedeeltelijk verloren gaan. Naast het verlies van handgeschreven en gedrukte woorden en afbeeldingen verdwijnen ook zegels of worden zij in mindere of meerdere mate beschadigd. (Zie hierna). Om de verwording van zegels met de tijd te bestuderen mogen we ervan uitgaan dat op het moment van afdrukken het zegel onbeschadigd was. Dit is niet altijd het geval want bij het afdrukken van hele grote zegels, bijv. met een middellijn van 12 cm kan men besluiten dat van een dergelijk zegel een deelafdruk voldoende is. Een leek zou nu aan een beschadiging kunnen denken. Aangezien vele zegelstempels verloren zijn gegaan kennen wij het zegelstempel alleen van één of meer afdrukken. Mochten er geen afdrukken zijn, dan zullen we ook niet weten hoe het zegelstempel eruit heeft gezien. Ongetwijfeld zal dat vaak het geval zijn. Na het ontstaan van een zegelafdruk kan ook het proces van verwording beginnen. Schade en complete vernietiging Schade aan archieven of volledige vernietiging ervan heeft op vele plaatsen door de eeuwen heen plaatsgevonden. Brand, slechte zegelwassamenstelling, slechte bewaaromstandigheden (vocht, insecten, schimmels, onachtzaamheid), oorlog, rebellie en baldadigheid zijn hiervan de oorzaak. Hierdoor zijn vele zegels verloren gegaan. Daarnaast werden zegels door “zegelknippers’ gestolen. (1) In andere landen is men aan het eind van de 19de eeuw overgegaan om van de zegels afgietsels te maken, en afgietsels van een zegel op meerdere plaatsen op te slaan.
    [Show full text]
  • Epigraphy and Blurring Senses of the Past in Early Modern Travelling Men of Letters: the Case of Arnoldus Buchelius
    chapter 14 Epigraphy and Blurring Senses of the Past in Early Modern Travelling Men of Letters: The Case of Arnoldus Buchelius Harald Hendrix Whereas early modern intellectuals all over Europe were deeply informed by the orientation on classical culture their breeding had presented as preferred cultural and civic model, their understanding and appreciation of heritage was far more flexible. Though maintaining and indeed cultivating attitudes and methodologies acquired in a scholarly formation focused on the antiq- uity, from the early sixteenth century onwards men of letters started to develop an interest in various kinds of heritage, old and recent, nearby and far away, sometimes aware of the distinctiveness of the various categories taken into consideration, but often not. This chapter intends to assess how particularly in the community of antiquarians programmatically oriented towards the heri- tage of the antiquity, medieval and even more recent heritage gradually came to attract an attention that in some instances even surpassed the focus on the classics. While doing so, it will illustrate that in this period a clear-cut distinc- tion between an orientation towards ancient and more recent heritage was not as sharp as conventionally assumed, which clearly holds some consequences as to the main issue addressed in this book. If the boundaries between the various categories of “past” that may be seen as appropriate were in fact rather blurred, one may ask if it is still possible to conjecture that some elements in the past were considered to be appropriate and others not, or – conversely – should we conclude that early modern culture appreciated all heritage as being appropriate, without distinction? To tackle this question, in this essay I focus not only on which past was being targeted by the antiquarians here presented, but also on the motivations that guided them to do so and the tools they used in their endeavours.
    [Show full text]
  • OVER DE'oudste OORKONDE': DE BILTS BEGIN in 1113? Dr
    Over de 'oudste oorkonde: De Bilts begin in 1113: OVER DE'OUDSTE OORKONDE': DE BILTS BEGIN IN 1113? Dr. Anne Doedens Vooraf: twijfel aan 1122 heraldiek van de oude Utrechtse geslachten. Zijn werk vormt een belangrijke historische Wie op de site van het Utrechts Archief de bron omdat veel van wat Van Buchel aantrof inventaris van het Biltse vrouwenklooster verloren is gegaan. De gegevens zijn over het bestudeert, kan daar lezen, dat dit klooster algemeen betrouwbaar. Bij Van Buchel las ik: naar de mening van de deskundige Utrechtse „Ludolf, eerste abt van Oostbroek, 1113".4 Ik archivaris CA. van Kalveen uit 1997 zou zocht verder en vond in een zeventiende-eeuwse zijn gesticht vóór het jaar 1113.' Drie andere bronnenpublicatie van Matthaeus5 inderdaad deskundigen (Damsté in 1978, Van Buijtenen een oorkonde uit 1113 waarin abt Ludolf van en De Meijer in 1990) reppen er niet over. De de abdij 'Nieuw Bethlehem' in het gebied lokale historicus en archivaris Meijer houdt het Oostbroek voorkomt, het klooster waaruit het in 1995 voor ondenkbaar, dat voor de stichting Vrouwenklooster voortsproot. In die oorkonde van het na Oostbroek ontstane Vrouwenklooster kan men (vertaald) lezen: in 1113 maatregelen zouden zijn genomen.2 Dit alles maakte me nieuwsgierig. Zou 1122 „Ludolf, door Gods Genade de eerste abt van de dan niet meer het jaar van 'het Bilts begin' gemeenschap van de heilige Laurentius in [het zijn? Ik ging op zoek. Mijn eerste 'halte' op de klooster] Nieuw Bethlehem. ... Nadat ik tot abt zoektocht was het handschrift De Monumenta was gekozen en uit Vlaanderen was geroepen, van Aernout van Buchel, dat men kan vinden ben ik naar deze plaats toegekomen.
    [Show full text]
  • Renaissance Quarterly Books Received January–March 2012
    Renaissance Quarterly Books Received January–March 2012 Adams, Alison, Stephen Rawles, and Alison Saunders. A Bibliography of Claude-Francois Menestrier: Printed Editions, 1655-1765. Travaux du Grand Siècle 40. Geneve: Librairie Droz, 2012. lvii + 516 pp. $122.40. ISBN: 978–2–600–01526–4. Aït-Touati, Frédérique. Fictions of the Cosmos: Science and Literature in the Seventeenth Century. Trans. Susan Emanuel. Chicago: University of Chicago Press, 2011. ix + 262 pp. $45. ISBN: 978–0–226–01122–6. Van Amberg, Joel. A Real Presence: Religious and Social Dynamics of the Eucharistic Conflicts in Early Modern Augsburg, 1520–1530. Studies in the History of Christian Traditions 158. Leiden: Brill, 2012. ix + 270 pp. $143. ISBN: 978–90–04–21698–3. Andretta, Elisa. Roma medica: anatomie d’un système médical au XVIe siécle. Collection de l’École française de Rome 448. [Rome]: École française de Rome, 2011. 648 pp. + 3 b/w pls. + 8 color pls. €80. ISBN: 978–2–7283–0898–9. De Angelis, Gilberto. Il Prognosticum astrologicum di fra’ Tommaso Campanella per la “congiunzion magna” del 24 dicembre 1603 e l’inaugurazione dell’Academia dei Lincei. Contributo critico allo studio di una “amicizia filosofica”. Museo naturalistico-preistorico dei Monti Lucretili “Federico Cesi” Quaderni 5. San Polo dei Cavalieri: Comitato promotore Parco naturale regionale Monti Lucretili, 2012. 52 pp. n.p. Arena, Antoine. Ad suos compagnones ... 1531: Édition bilingue. Ed. and trans. Marie-Joëlle Louison-Lassablière. Textes Littéraires de la Renaissance 9. Paris: Honoré Champion Éditeur, 2012. €55. ISBN: 978–2–7453–2303–3. Ariew, Roger. Descartes among the Scholastics. History of Science and Medicine 20.
    [Show full text]
  • Caspar Barlaeus – the Wise Merchant
    Barlaeus CasparCaspar BarlaeusBarlaeus The Wise Merchant Edited by Anna-Luna Post Critical text and translation by Corinna Vermeulen The Wise Merchant Caspar Barlaeus The Wise Merchant Caspar Barlaeus The Wise Merchant Edited by Anna-Luna Post Critical text and translation by Corinna Vermeulen AUP Cover illustration: Maria van Oosterwijck, Vanitas Still Life (1668), KHM-Museumsverband Cover design: Coördesign, Leiden Lay-out: Crius Group, Hulshout isbn 978 94 6298 800 2 e-isbn 978 90 4854 002 0 (pdf) doi 10.5117/9789462988002 nur 685 Creative Commons License CC BY NC ND (http://creativecommons.org/licenses/by-nc-nd/3.0) All authors / Amsterdam University Press B.V., Amsterdam 2019 Some rights reserved. Without limiting the rights under copyright reserved above, any part of this book may be reproduced, stored in or introduced into a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means (electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise). Contents Acknowledgements 7 Introduction: wealth, knowledge and prestige 9 Principles of this edition and translation 57 Mercator sapiens: text and translation 61 Bibliography 127 Index 133 Acknowledgements This publication of Caspar Barlaeus’ celebrated oration would not have been possible without generous funding from three different organizations and the help of several individuals. We would like to thank Utrecht University for funding the translation of the text into English – a good example of this institution’s continued dedication to the internationalization of higher education. The Vossius Center for the History of the Humanities and Sciences and the Thijssen-Schoute Foundation have both contributed generously to this publication. The researchers of Utrecht University’s Department of Early Modern Dutch Literature discussed an early version of the intro- duction, and Frans Blom, Dirk van Miert and Arthur Weststeijn commented on later versions.
    [Show full text]
  • Cover Page the Handle
    Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/29686 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Eekhout, Maria Francisca Davina Title: Material memories of the Dutch Revolt : the urban memory landscape in the Low Countries, 1566 – 1700 Issue Date: 2014-11-12 Marianne Eekhout Chapter 1 – Changing the urban memory landscape In 1744 town chronicler Thomas van Goor published a history of Breda in which he recorded the following about an important episode during the Revolt, a cunning attack executed by a peat barge One still sees today on the east side of that canal, near the back-court of the castle, some blue stones protruding from the wall, as a memorial, so people say, that the peat barge has lain at that place.93 In 1590 the city of Breda had been captured by the Dutch Stadholder Maurits, prince of Orange. The city’s garrison had been overpowered by a group of soldiers, who had entered the city while hiding in a peat barge. Despite other encounters with war during the sieges of 1625 and 1637, and the lack of involvement of the population, the story of the peat barge remained the most popular episode in Breda.94 As Van Goor described, several stones in the castle walls situated the Revolt at a specific location within the city. While the rudder of the barge was also put on display inside the castle, the castle and specifically this wall were a place of memory in their own right. Indeed, the stones became one of the tourist attractions of Breda.95 As the wall of the castle of Breda demonstrates, the Dutch Revolt was remembered not only in words or objects but also in lieux de mémoire in the most literal sense of the word.96 The wall symbolized the place where the soldiers entered the castle: it was a place of memory.
    [Show full text]
  • Recycling Reversed Studies in the History of Polyphony in the Northern Low Countries Around 1400
    Recycling Reversed Studies in the History of Polyphony in the Northern Low Countries Around 1400 Recycling Reversed Een verkenning van de geschiedenis van de polyfonie in de noordelijke Lage Landen omstreeks 1400 (met een samenvatting in het Nederlands) Proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor aan de Universiteit Utrecht op gezag van de rector magnificus, prof.dr. G.J. van der Zwaan, ingevolge het besluit van het college voor promoties in het openbaar te verdedigen op vrijdag 18 mei 2018 des middags te 2.30 uur door Eliane Andrea Fankhauser geboren op 24 juli 1986 te Winterthur, Zwitserland Promotor: Prof.dr. K. Kügle This thesis was accomplished with financial support from the Netherlands Organisation for Scientific Research (NWO). Acknowledgements My first encounter with the polyphonic fragments which are the subject of this study happened on an afternoon at the Special Collections of the Utrecht University Library. The fragments were presented during a general introduction into the Special Collection’s keepings of music manuscript and fragments. Immediately, I was fascinated by the frag- ments’ formats, notational features, and music and text scripts. That a research project about these fragments would be anything but a simple undertaking was apparent from the very deteriorated state of some of the fragment leaves. Nevertheless, I was eager to delve into them. If only I examined them closely enough, these—at first glance—random assemblies of fragment leaves will reveal more about their genesis and history of use, so I thought. This idea kept me going during the whole process of doing research. That it proved wrong may be a disappoint- ment at first sight but really this is one of the most important insights that I will take with me in my further career.
    [Show full text]
  • NAMENREGISTER VAN IAARGANG XXVI (19521 Borch
    NÀMENREGISTER VAN IÀÀRGÀNGxXVr (1e521 435 NAMENREGISTER VAN IAARGANG XXVI (19521 Borch. Wouborch v. d., suppriorin v. Cleerc, Cleercq. Gillis de, Hiërony- Sion te Oudenaarde, 749 n. miet te Gent, 166,170n, 185. Borluut-de Grutere. Elisabeth, 306. In dit register zijn niet opgenomen de namen van Karmelieten, voorkomend in Cleerck.Jan de, broederte Melle, 147. Bossche. Vincent van den, Hiërony- Clo_ckman. Hiëronymiet jaargang. Jacob, te de alphabetische lijst van blz. 63-104 van deze miet te Gent, 169. Gent, 168. 'i' t Bossuet,418. Cogk. Egidius de, Hiëronymiet te Bost of Bostius. Àrnold de, O. Carm., Acarie. Madame, Marie de I'Incarna- Baiole. Hi,ëron.,S. J.,29,30,31, 42,46. Gent, 169. tion, 320, 413, 4.17: Baius. Mich., 375. 283,284. Cocquyut. fan, 183. Acarie. Marguérite, 419 n. Balduinus a Duven, 64. Boudon.H. M., 31,64. Coello,228,235, M., 65, 85. Adornes. Arnold, 290. Barat. Jan, 170. Bouix. S.1., Coemans. Cecilia, zÍ. v. St. Barbara P., S.1., 65. Adornes. Margaretha, O. Cart., 290 Barbé. J. 8., 240-242. Bbuille. te Gent, 158. Bourgoing.Fr., 418. Coemans. Adriaan Jansz. v. Brouwershaven, O. Barbier,243. Jehanne,zr. v. St. Margar. Boytac. Nicasius, Hi,ëronymiet te te Deinze, 184. Cart., 288,293. Bartholomeus v. Tienen, 53. 'Gent, Aelst. Katelijne v., zÍ. v. St. Agnes Bartoli, 230, 234. 168,169. Coelins of Colins. Pieter, 148, 155. Brakel. Maria dict v., zr. v. St. Bar- Collaert. Àdr,, te Gent, 155. Bauters. Jacob, Hi,ëronymiet te Gent, 66, 88. Aelst. Matthys v., pr. v. St. Àgnes te 168. bara, Gent, 158.
    [Show full text]
  • Steengoed 56 Kromme Nieuwegracht 66 Domproost Van Mierop
    Nr. 56, april 2014 het huis van domproost Cornelis van Mierop Kromme Nieuwegracht 66, Utrecht Onderzoek naar de geschiedenis van perceel, bebouwing, eigendom en bewoning tot 1884 SteenGoed Afbeelding voorblad: de schoorsteenmantel en de bouwheer. Colofon Onderzoek en tekst: Frederike I. Kappers Uitgavebegeleiding en opmaak: Simon den Daas. Illustraties: Het Utrechts Archief: pagina’s 1 (de schoorsteenmantel), 5, 9, 10, 16, 17, 22, 23, 24, 26, 28, 29, 32, 33, 34, 41, 42, 44 (boven en linksonder), 45 (boven), 48 (boven) Dirk van Sichem: tekeningen op pagina’s 6 en 7 Frederike I. Kappers: foto pagina 45 (onder), 50 Simon den Daas: foto’s pagina 1 (uitsnede Van Mierop), 3, 21, 44 (rechtsonder), 48 (onder), 49 Universiteitsbibliotheek Utrecht: foto pagina 25 en achterpagina Druk: Graficiënt Printmedia, Almere. ISSN: 1383-0279 SteenGoed verschijnt drie maal per jaar en is een uitgave van Lange Nieuwstraat 53, 3512 PD Utrecht; 030 - 2311761; [email protected]; www.umf.nu; IBAN: NL70 RABO 0132 6471 68 Het Utrechts Monumentenfonds beheert en restaureert in Utrecht. Draagt u het UMF een warm hart toe? Als u begunstiger wordt, weet u niet alleen zeker dat u een waardevolle bijdrage levert aan het behoud van het oude Utrecht, u krijgt er ook nog wat voor terug. Zo ontvangt u de uitgaven van SteenGoed, het jaarverslag en een uitnodiging voor de jaarvergadering. Voor minimaal € 19,- per jaar of € 340,- ineens kunt u begun- stiger van het UMF worden. E 2 e Inleiding Het onderzoek naar de geschiedenis van huis en bewoning van het huis Kromme Nieuwegracht 66 te Utrecht is in 2005 uitgevoerd als vrijwilligerswerk voor de in voorbereiding zijnde collectiecatalogus van het Centraal Museum in Utrecht.
    [Show full text]
  • PDF Van Tekst
    Vaderlandsche historie. Deel 4 Jan Wagenaar bron Jan Wagenaar, Vaderlandsche historie. Deel 4. Isaak Tirion, Amsterdam 1750 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/wage004vade04_01/colofon.htm © 2010 dbnl 1 Vaderlandsche historie. Dertiende boek. Inhoud. I. De Hoeksche en Kabbeljaauwsche Tweespalt herleeft. II. Oproer te Haarlem. Willem van Lalaing wordt Stadhouder. Gozewyn de Wilde volgt hem op. III. Oproer te Leiden. De Hertog verandert de Regeering der Steden. IV. Plakaaten tegen de partyschap. Opkomst der Rederykers. Uitspraak over de vrye Heerlykheden. V. De Wilde afgezet en ter dood gebragt. Jan van Lannoi wordt Stadhouder. VI. Staat der Kerke, hier te Lande. Filips beteugelt de heersch- en geldzugt der Geestelyken. VII. Verrigtingen des Kardinaals van Cusa, in Holland. VIII. Kryg tegen de Gentenaars. IX. Bourdeaux, met hulp der Hollanderen en Zeeuwen, bemagtigd. X. Bedryf van Karel. Graave van Charolois. Regtspleeging over die van Haamstede. Maria van Bourgondie gebooren. XI. Stigtsche beroerte, om de verkiezing van Gysbrecht van Brederode. XII. De Kennemers en Westfriezen in de verbeurde Voorregten hersteld. XIII. David van Bourgondie wordt Bisschop van U- Jan Wagenaar, Vaderlandsche historie. Deel 4 2 trecht. XIV. Poogingen van Hertoge Filips, om 't gebied over Friesland te bekomen. XV. Oorlog met Frankryk. De Graaf van Charolois bekomt verscheiden' Heerlykheden. XVI. Togt naar Turkye voorgenomen. Kwaad vermoeden op Frankryk en Engeland. XVII. Graaf Karel handelt heimelyk aan 't Fransche Hof. XVIII. Toeleg om hem te vatten. Aanslag van Rubempré. XIX. Slag van Montlheri. Vrede van Constans. Luiksche Kryg. XX. Lasten van Holland. Verandering in de wyze van Scheepsbouw. Staat des Koophandels. XXI. Gesteldheid der Dyken en andere Zeeweeringen.
    [Show full text]