Uva-DARE (Digital Academic Repository)
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Miraculeus bewaard: middeleeuwse Utrechtse relieken op reis: de schat van de oud-katholieke Gertrudiskathedraal de Kruijf, A.C. Publication date 2011 Link to publication Citation for published version (APA): de Kruijf, A. C. (2011). Miraculeus bewaard: middeleeuwse Utrechtse relieken op reis: de schat van de oud-katholieke Gertrudiskathedraal. Walburg Pers. General rights It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Disclaimer/Complaints regulations If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible. UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl) Download date:03 Oct 2021 245 noten { 1 Tot deze enkelen moeten zeker Mart van der gekozen, gewijd, verheven, onzondig, sacraal, Sterre, pastoor J.V. Kinneging, Casper Staal en godvruchtig, vroom, glorierijk, verheerlijkt. can. J.N. van Ditmarsch gerekend worden. Voor een beschouwing over heiligheid, zie: 2 Kruijf 2008b, p. 63. Weinstein – Bell 1982, p. 141-164 en verder: 3 Visser 1933. Grijs 1983 en Kretzers 2003, p. 141-142. In 4 De objecten die werden aangetroffen in de laatstgenoemde publicatie wordt een heilige schat van de Gertrudiskathedraal zijn door mij omschreven als iemand, die nu in het hemels genummerd en verwerkt in een excelsheet. vaderland leeft, maar die eens op deze aarde Deze sheet maakt onderdeel uit van hoofdstuk om zijn/haar heldhaftige heiligheid van leven 5, zie H5 ‘Verantwoording inventarisatie’. Naar een uitmuntend ledemaat was van het mystiek de sheet wordt in deze studie verwezen door Lichaam van Christus en een levende tem- middel van ‘xls.’ en het bijbehorende nummer. pel van de Heilige Geest (p. 157). Zie ook: Lin- 5 Visser 1958. den 2002, p. XIII-XIV (inleiding door Charles 6 Voorbeelden van algemene opmerkingen en Caspers). casestudies: Heukelum 1877, Anoniem 1886, 13 Tot mystieke ervaringen worden onder andere Lagerwey 1932, Anoniem 1933, Lagerwey 1933, visioenen gerekend, maar ook het ontvangen Lagerwey 1934, Visser 1934a, Visser 1935, Dit- van stigmata, levitatie en bilocatie. Goede inlei- marsch 1992, Gruting 1992, Ditmarsch 2001 en dingen op het fenomeen mystiek zijn te vin- Ditmarsch 2004a. den in de publicatie van Langer 2004, die 7 SKKN-rapport 1994, te raadplegen op het vooral veel aandacht schenkt aan het ver- bureau van de SKKN, zie: www.skkn.nl. schil in de mystiek van de verschillende orden 8 Kruijf 2008b. (benedictijnen, dominicanen, maar ook begij- 9 Een deel van de relieken van de kathedrale nen) en de vierdelige serie The presence of God schat is, ter betere conservering, ondergebracht van McGinn 1992-2005. Jozef van Copertino in Museum Catharijneconvent. In de appendix (1603-1663) is een bekende levitant en Gerar- staat een catalogus van deze objecten (deze zijn dus Majella (1726-1755) bezat de macht van dus niet opgenomen in de excelsheet). Naar bilocatie. de catalogus wordt in deze publicatie verwezen 14 Voor een paar voorbeelden van recente heilig- door middel van ‘cat.nr.’ en het bijbehorende verklaringen, zie: Kruijf 2009c, p. 9. nummer. 15 Kruijf 2009c, p. 10-11, Weinstein – Bell 1982, 10 Voor Willibrord, zie: Visser 1933. Voor Oswald, p. 141-164. zie: Gruting 1992. 16 Onder paus Johannes Paulus II (1978-2005) 11 Voor het Servaaskapittel, zie: Koldeweij 1985a. werd opnieuw regelgeving omtrent heiligen- Voor het OLV-kapittel, zie: Kreek 1994. Voor verering geformuleerd, zie: Kretzers 2003, Roermond, zie: Dückers – Verheggen 2002a en p. 140-165. Voor de rol van relieken in de Dückers – Verheggen 2002b. moderne volksvroomheid, zie verder: p. 23, 12 Heiligheid, in de zin die hier bedoeld is, is een p. 157-158, p. 162-163 en p. 188-189. In het status die pas bereikt kan worden na de dood. kader hiervan is het artikel ‘Peerkes tweede ‘Heilig’ heeft veel verschillende omschrij- wonder’ over de redemptorist Petrus Donders vingen/synoniemen, bijvoorbeeld: door God (1809-1887) van de hand van Herman Vuijsje 246 miraculeus bewaard in de Volkskrant van 24 oktober 2009, p. 32-33 Deze ordening (inclusief index) ontstond voor interessant. dit onderzoek net iets te laat. Een klein licht- 17 Angenendt 1994, p. 152-158 en Cauteren 1985, punt in dezen was het zogenaamde Diarium p. 11. Voor een bondige uitleg van de functie Litterarum OBC, een zesdelige archiefinventaris van heiligenverering, zie: Pelikan 1978, p. 174- op de OBC-correspondentie, zie: Bruggeman 184. 1982-1991. 18 Angenendt 1994, p. 156, Taylor 2010, p. 45-47 29 Gruting 1992, p. 71 en Hoven van Genderen en Kroos 1985, p. 25-26. Zie ook: Cat.tent. 1997, p. 644 noot 6. Sint-Truiden 2009, p. 19. 30 Gepubliceerd archiefmateriaal is onder meer 19 Voor beknopte levensbeschrijvingen van de te vinden in: Heussen – Rijn 1725-1726, Dodt genoemde heiligen, zie: Linden 2002. Specifiek van Flensburg 1838-1848, Asch van Wijk 1846, over Maria Margaretha der Engelen, zie: Win- Rossum 1876, Muller 1879, Rossum 1879, gens 2001, Berlis 2005 en Kronenburg 1902, Vregt 1880, Brom 1900, Brom 1901, Knuif – dl. 2, p. 130-185. Smeets 1915, Séjourné 1919-1921, Visser 1933 20 Cauteren 1985, p. 12, Angenendt 1994, p. 214- en Visser 1934 a t/m d en h. 225 en Snoek 1989, p. 11. Voor de ontwikke- 31 Strydonck 2006. ling van de cultus rondom kruisrelieken, zie: 32 Dit aanbod deed hij naar aanleiding van een Frolow 1961 en Frolow 1965. Voor relieken van artikel over mijn reliekonderzoek in de Volks- Christus en Maria, zie: Taylor 2010, p. 599-609. krant (vrijdag 25 juli 2008, door Sjoukje 21 Over de lijkwade van Turijn zijn ontelbaar Budde). veel publicaties verschenen. Hier volsta ik met 33 Sumption 1975, p. 22-24 en Snoek 1989, slechts enkele voorbeelden: Wilson 1986 ver- p. 245-246. scheen naar aanleiding van natuurwetenschap- 34 Peeters 1969, p. 254-256. pelijke onderzoeken aan het eind van de jaren 35 Snoek 1989, p. 11-12, Peeters 1969, p. 170-175, ’70 van de twintigste eeuw en is rijk geïllus- Kötting 1965, p. 8 en Angenendt 1994, p. 23. treerd. Zie verder: Gruber – Kersten 1998 en Zie verder: Krautheimer 1980, p. 18-20 en Cormack 1997, p. 115-126. p. 24-28, Oryshkevich 2003, p. 16-23, Grijs 22 Over de huidige locatie van dit reliek, bestaat 1983, p. 13-14 en Constable 2000. veel onduidelijkheid, zie bijvoorbeeld: Dael 36 Snoek 1989, p. 15-16, Cat.tent.Keulen 1989, – Tummers 2009 en Badde 2007. Overigens p. 12-15, Krautheimer 1980, p. 80, Boeft 1988, zorgen andere doeken met een afdruk van Heydemann 2004, p. 4-5, Grijs 1983, p. 17-18, Christus’ gelaat voor constante twijfel over de Kötting 1965, p. 15 en Herrmann-Mascard authenticiteit van deze textielrelieken. 1975, p. 35 en p. 178-186. Het verbod gold 23 Dierkens 1989, p. 48 en Taylor 2010, p. 128-130 steeds minder strikt, zie hiervoor: Oryshke- en p. 740-742. Gregorius van Tours (circa 538- vich 2003, p. 43-62. Over de betekenis en het 594) wees al op de mogelijkheid van brandea. in gebruik raken van en de bedenkingen tegen Meegebrachte doeken die door pelgrims een elevatio, zie: Herrmann-Mascard 1975, nacht op het martelarengraf gelegd werden, p. 82-100. Tijdens het Tweede Concilie van wogen de volgende ochtend beduidend meer Nicea (787) werd vastgelegd dat een kerk omdat ze de virtus van de heilige hadden opge- gewijd moest worden met relieken, zie: Tanner nomen, zie: Angenendt 1994, p. 156. En ver- 1990, dl. 1, p. 145. der: Reudenbach 2005, p. 22, Herrmann-Mas- 37 Herrmann-Mascard 1975, p. 146-150 en p. 162- card 1975, p. 45-49, Kroos 1985, p. 26 en Snoek 168, Snoek 1989, p. 185-188, p. 209-211 en 1989, p. 13. p. 213-216. 24 Over onderscheid en relatie tussen reliekver- 38 Boeren 1962, p. 21-22, Lerou 2004 en Herr- ering en de eucharistie, zie: Snoek 1989, p. 1-9. mann-Mascard 1975, p. 58-61. Ter voorbeeld: in 25 Een uitgebreide lijst met patronaten is opgeno- het artikel van Smith 2000b is als appendix een men in: Linden 2002, p. 1097-1127. lijst van reliektranslaties in de periode 750-900 26 Respectievelijk: Visser 1933 en Gruting 1992. opgenomen. 27 ‘Reliekredder’ is geen officiële term. Het is 39 Dismembratio was echter niet wenselijk. Zelfs een door mij bedacht woord, dat ik in het ver- in het recente Directorium over volksvroomheid en volg van de tekst zal gebruiken. liturgie (Kretzers 2003, p. 158) wordt gewaar- 28 Tijdens mijn onderzoek werd gewerkt aan schuwd dat te ver doorgevoerde dismembratio als een uniforme catalogisering van dit materiaal. uiting van onwaardigheid gezien kan worden. noten 247 40 Boeren 1962, p. 22, Snoek 1989, p. 14 en Cau- jongere versies van deze ‘Heilig-Land-doosjes’ teren 1985, p. 8. In het oorsten geloofde men onder inv.nr. BMH v1575. eerder in de werkelijke aanwezigheid van de 47 Een aantal bursae is bewaard gebleven, bijvoor- heilige in zijn beeltenis dan in zijn lichame- beeld in het Kunstgewerbemuseum te Ber- lijke overblijfselen, zie: Cormack 1997, p. 24 lijn (Reudenbach 2005, p. 33), in de domschat en p. 112-115. De vraag van West-Europa en van Monza (Hahn 2005, p.