Natura 2000 Habitattypen in Gelderland
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Natura 2000 habitattypen in Gelderland R.J. Bijlsma J.A.M. Janssen R. Haveman R.W. de Waal E.J. Weeda Met bijdragen van: A.J.M. Koomen D.R. Lammertsma R. Loeb G.J. Maas Alterra-rapport 1769, ISSN 1566-7197 Uitloop 0 lijn 20 mm 15 mm 10 mm 5 mm 0 15 mm 0 84 mm 0 195 mm Natura 2000 habitattypen in Gelderland In opdracht van de provincie Gelderland. 2 Alterra-rapport 1769 Natura 2000 habitattypen in Gelderland R.J. Bijlsma J.A.M. Janssen R. Haveman R.W. de Waal E.J. Weeda Met bijdragen van: A.J.M. Koomen D.R. Lammertsma R. Loeb G.J. Maas Alterra-rapport 1769 Alterra, Wageningen, 2008 REFERAAT Bijlsma, R.J., J.A.M. Janssen, R. Haveman, R.W. de Waal & E.J. Weeda (met bijdragen van A.J.M. Koomen, D.R. Lammertsma, R. Loeb & G.J. Maas), 2008. Natura 2000 habitattypen in Gelderland. Wageningen, Alterra, Alterra-rapport 1769. 298 blz.; 21 fig.; 11 tab.; 154 ref. In de provincie Gelderland komen ruim 30 Natura 2000 habitattypen voor, verdeeld over 16 Natura 2000 gebieden. Dit rapport beschrijft de in Gelderland voorkomende habitattypen als dynamische vegetatiekundige eenheden in landschappelijke en historische samenhang, uitgaande van het landelijk profielendocument van LNV. In factsheets per habitattype komen o.a. aan de orde: Algemene kenschets & sleutel, Soorten, Verspreiding en relatief belang, Trends, Storende factoren en Ecologische vereisten. Nieuw is een methode voor kwaliteitsbeoordeling van habitattypen op grond van landschap & oppervlakte, structuur en flora & fauna. Deze methode is uitgewerkt voor elk habitattype waarbij lijsten zijn opgesteld van Kwaliteitssoorten en Bijzondere kwaliteitssoorten. Ook de beschrijving van de Abiotische uitgangssituatie (fysiotopen, moedermateriaal, bodem, grondwater & humusontwikkeling) is nieuw. De ruimtelijke en historische samenhang van habitattypen wordt voor de Veluwe en het rivierengebied afzonderlijk besproken. Trefwoorden: Gelderland, Natura 2000, habitattype, profielendocument, cultuurhistorie, historische continuïteit, natuurkwaliteit, kwaliteitsindicator. ISSN 1566-7197 Dit rapport is gratis te downloaden van www.alterra.wur.nl (ga naar ‘Alterra-rapporten’). Alterra vestrekt geen gedrukte exemplaren van rapporten. Gedrukte exemplaren zijn verkrijgbaar via een externe leverancier. Kijk hiervoor op www.boomblad.nl/rapportenservice. © 2008 Alterra Postbus 47; 6700 AA Wageningen; Nederland Tel.: (0317) 474700; fax: (0317) 419000; e-mail: [email protected] Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Alterra. Alterra aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit het gebruik van de resultaten van dit onderzoek of de toepassing van de adviezen. 4 Alterra-rapport 1769 [Alterra-rapport 1769/november/2008] Inhoud Woord vooraf 7 Samenvatting 9 1 Inleiding 11 1.1 Doelstelling 11 1.2 Uitgangspunten 11 1.2.1 LNV-documenten 11 1.2.2 Representativiteit en karteerbaarheid 14 1.3 Natura 2000 gebieden en habitattypen in Gelderland 15 2 Werkwijze: opbouw factsheets 19 2.1 Algemene kenschets en sleutel 19 2.2 Abiotische uitgangssituatie 21 2.3 CLAN-waarden 21 2.4 Soorten 21 2.5 Verspreiding en relatief belang 23 2.6 Trends habitattype 24 2.7 Storende factoren 24 2.8 Ecologische vereisten 24 2.9 Sleutelprocessen 25 2.10 Kwaliteit 26 2.11 Staat van instandhouding 26 2.12 Gelderse doelstelling 26 3 Kwaliteitsbeoordeling habitattypen: criteria en indicatoren 27 3.1 Uitgangspunten en criteria 27 3.2 Indicatoren 29 3.2.1 Criterium Landschap & oppervlakte 29 3.2.2 Criterium Structuur 30 3.2.3 Criteria Flora & Fauna 31 3.3 Beoordeling 32 4 Landschappelijke en historische samenhang van habitattypen 33 4.1 Veluwe 33 4.1.1 Geomorfologie en bodems 33 4.1.2 Korte historie landgebruik 34 4.1.3 Droge bossen 37 4.1.4 Heiden, schraalgrasland en vennen 43 4.1.5 Zandverstuivingen 49 4.1.6 Beken en beekbegeleidend bos 49 4.2 Rivierengebied 49 4.2.1 Fysiotopen en vegetatieontwikkeling 50 4.2.2 Habitattypen 53 Alterra-rapport 1769 5 5 Factsheets 55 5.1 Stuifzandheiden met Struikhei 55 5.2 Binnenlandse kraaiheibegroeiingen 63 5.3 Zandverstuivingen 68 5.4 Zwak gebufferde vennen 75 5.5 Meren met Krabbenscheer en fonteinkruiden 84 5.6 Zure vennen 91 5.7 Beken en rivieren met waterplanten (waterranonkels) 99 5.8 Beken en rivieren met waterplanten (grote fonteinkruiden) 106 5.9 Slikkige rivieroevers 110 5.10 Vochtige heiden (hogere zandgronden) 117 5.11 Droge heiden 124 5.12 Jeneverbesstruwelen 135 5.13 Stroomdalgraslanden 141 5.14 Heischrale graslanden 149 5.15 Blauwgraslanden 158 5.16 Ruigten en zomen 166 5.17 Glanshaver- en vossenstaarthooilanden 175 5.18 Actieve hoogvenen (heideveentjes) 183 5.19 Herstellende hoogvenen (incl. Actieve hoogvenen, hoogveenlandschap) 189 5.20 Overgangs- en trilvenen (trilveen) 197 5.21 Pioniervegetaties met snavelbiezen 202 5.22 Galigaanmoerassen 208 5.23 Kalkmoerassen 213 5.24 Beuken-Eikenbossen met Hulst 219 5.25 Eiken-Haagbeukenbossen (hogere zandgronden) 232 5.26 Oude eikenbossen 240 5.27 Hoogveenbossen 251 5.28 Vochtige alluviale bossen (zachthoutooibossen) 258 5.29 Vochtige alluviale bossen (Essen-Iepenbossen) 265 5.30 Vochtige alluviale bossen (beekbegeleidende bossen) 272 5.31 Droge hardhoutooibossen 280 Literatuur 287 Bijlage 1 Aansluiting van de Kaderrichtlijn Water op de typologie en kwaliteitsbeoordeling van habitattypen in Natura 2000 gebieden 297 6 Alterra-rapport 1769 Woord vooraf Dit rapport is bedoeld als ecologische bouwsteen voor de beheerplannen van Gelderse Natura 2000 gebieden. Het bevat een nadere en gebiedsspecifieke uitwerking van de profielen van alle Natura 2000 habitattypen in de provincie. Het project is in opdracht van de provincie Gelderland uitgevoerd onder supervisie van M. Rijken en C. Rövekamp. Binnen het Alterra-projectteam hebben R.J. Bijlsma, J.A.M. Janssen en R. Haveman concept factsheets opgesteld. Deze zijn door R.W. de Waal aangevuld met een paragraaf Abiotische uitgangssituatie. D.R. Lammertsma heeft per habitattype kwaliteitssoorten voor de fauna geselecteerd. R. Loeb heeft het Aquatisch Supplement op het Handboek Natuurdoeltypen verwerkt tot lijsten met kwaliteitssoorten voor de aquatische habitattypen, mede in relatie tot de Kader- richtlijn Water. P.F.M. Verdonschot heeft bijgedragen aan de selectie van kwaliteits- soorten macrofauna. Alle concept factsheets en inleidende hoofdstukken zijn van commentaar voorzien en aangevuld door E.J. Weeda. De projectleiding en eindredactie berustte bij R.J. Bijlsma. Parallel aan het project liep een ander Alterra-project in opdracht van de provincie Gelderland: Zoekgebieden voor heide, stuifzand en heischraal grasland op de Veluwe. Enkele resultaten uit dit project, met name de CLAN-waarden voor de Veluwe, zijn in overleg met de auteurs A.J.M. Koomen en G.J. Maas verwerkt in voorliggende rapportage. In de loop van het project is onder leiding van D. Bal (Ministerie van LNV, Directie Kennis) door de LNV-werkgroep ‘Natura 2000 doelen’ een besluit genomen over aanpassingen van de in 2007 vastgestelde definities van habitattypen. De factsheets in voorliggende rapportage zijn in overeenstemming met de aangepaste definitietabel vegetatietypen (versie 1 september 2008). Alterra-rapport 1769 7 Samenvatting De provincie Gelderland is initiërend bevoegd gezag voor het opstellen van beheerplannen voor habitatrichtlijngebieden in de provincie waaronder de Veluwe. Beschrijvingen van habitattypen en soorten waarvoor doelen zijn vastgesteld, zijn opgenomen in Natura 2000 profielendocumenten. Hierin wordt o.a. ingegaan op de interpretatie van habitattypen en de leefgebieden van soorten uit de Habitatrichtlijn en de Vogelrichtlijn. Doel van het project was het opstellen van factsheets van de habitattypen in Gelderland, uitgaande van het profielendocument van LNV, zodanig dat • habitattypen als dynamische vegetatiekundige eenheden in landschappelijke en historische samenhang worden beschreven • habitattypen in het veld kunnen worden herkend, afgebakend ten opzichte van andere typen en gekarteerd • de kwaliteit van habitattypen kan worden bepaald met praktische criteria en indicatoren. Hoofdstuk 1 geeft o.a. een overzicht van de ligging van de 16 habitatrichtlijngebieden in Gelderland en de verdeling van de ruim 30 habitattypen over de gebieden. Hoofdstuk 2 beschrijft de werkwijze en de indeling van de factsheets. Elk habitattype wordt beschreven op grond van de volgende 12 kenmerken: Algemene kenschets en sleutel (invl. tabel met representatieve vegetatietypen), Abiotische uitgangssituatie (op grond van het in SynBioSys gebruikte fysiotopenstelsel), CLAN-waarden voor cultuurhistorie, landschap, aardkunde en natuur (niet uitgewerkt; voor de Veluwe wordt verwezen naar referenties), Kwaliteitssoorten, Verspreiding en relatief belang (in Europa, Nederland en Gelderland), Trends habitattype, Storende factoren, Ecologische vereisten (uit KIWA-database), Sleutelprocessen, Kwaliteit, Staat van instandhouding en Gelderse doelstelling. Hoofdstuk 3 behandelt een hier ontworpen procedure voor kwaliteitsbeoordeling van habitattypen. De beoordeling werkt met 4 criteria die het mogelijk maken om verbetering van habitattypen in beeld te brengen, zoals verbetering van de ruimtelijke samenhang en/of uitbreiding van de oppervlakte (criterium Landschap en oppervlakte) en/of verbetering van de kwaliteit (criteria Structuur, Flora en Fauna). Er worden maximaal 3 indicatoren per criterium gebruikt. De indicatoren per criterium scoren als A-goed, B-voldoende of C-basaal.