W. Buschkens De opkomst van de Pochteca, een handelsklasse in het rijk der Mexica

In: Bijdragen tot de Taal-, Land- en Volkenkunde 121 (1965), no: 1, Leiden, 77-102

This PDF-file was downloaded from http://www.kitlv-journals.nl

Downloaded from Brill.com09/24/2021 05:37:28AM via free access DE OPKOMST VAN DE POCHTECA, EEN HANDELSKLASSE IN HET RIJK DER MEXICA

INLEIDING. Y I n de literatuur over het rijk der Mexica 1 wordt een opkomende JL stand van kooplieden vermeld, Pochteca geheten, die in deze maatschappij het monopolie van de buitenlandse handel bezat. Zijn positie in de Mexicaanse sociale structuur laat zich moeilijk vaststellen. In tegenstelling tot andere klassen van die maatschappij waardeerden de Pochteca particulier vermogen hoger dan ambtelijke, religieuze of militaire functies. Hierdoor vormden zij een ,,vreemd element" in de samenleving. De beschrijvingen van Acosta Saignes (1945), Chapman (1957), Krickeberg (1956), Schultze Jena (1952), Soustelle (1955) en Vaillant (1956) over de Pochteca zijn voomamelijk descriptief en geven geen analyse van de functie van deze klasse in het zich snel verande- rende rijk der Mexica. Het doel van dit artikel is een bijdrage te leveren tot een beter inzicht in de betekenis van deze klasse in het rijk der Mexica. Dit idoel stellen wij ons voor als volgt te bereiken: Nadat wij in hoofdstuk I een kort beschrijvend overzicht hebben gegeven van de Pochteca in de culturele context, gaan wij in de volgende hoofdstukken in op de veranderingen, die zich in het rijk der Mexica hebben vol- trokken, waardoor de Pochteca werden beinvloed. Neemt immers een klasse, in casu de Pochteca, in betekenis toe in een maatschappij, dan is dit alleen mogelijk als er veranderingen in de sociale structuur, het netwerk van sociale betrekkingen en sociale verhoudingen van die maatschappij optreden.

1 Barlow wees er in zijn artikel ,,Some Remarks on the term ,'" (The America 1945, I: 344-349) op het feit dat de term ,,het Azteekse rijk" een minder juiste benaming is, daar de Mexica — een verzamelnaam voor de twee stammen der Tenochca en Tlatelolca — deze naam al lang hadden afgeschaft voor de stichting van hun stad Tenochtitlan.

Downloaded from Brill.com09/24/2021 05:37:28AM via free access 78 W. F. L. BUSCHKENS.

In hun studie over sociale veranderingen wijzen Maclver en Page er op, dat de oorzaak van deze wijzigingen niet enkelvoudig is (Maclver en Page, 1959, 508 e.v.)- In hun betoog bespreken zij theorieen van schrijvers over dit onderwerp als Marx 2, Veblen 3 en Weber4, die getracht hebben sociale veranderingen voornamelijk tot factoren van een aard te determineren. Zo kwam Marx tot economische, Veblen tot technologische en Weber tot culturele factoren, die sociale veran- deringen teweeg brengen. Het werk van deze drie schrijvers heeft ondanks zijn — of eigenlijk juister: ten gevolge van een — mono- causaal karakter veel bijgedragen tot een inzicht in de werkelijke factoren, die de oorzaak zijn van veranderingen in de sociale structuur. Deze laatste verandert nanielijk door een complex van factoren met onderlinge wisselwerking, die door Maclver en Page zijn teruggebracht tot drie soorten, die zij naar hun aard genoemd hebben factoren van biofisische, culturele en technologische orde. Onder de eerste soort, die van biofisische aard, verstaan zij verande- ringen in de omgeving, numeriek aantal en biologische gesteldheid van een bevolking. Voor de factoren, die eveneens sociale veranderingen met zich mee brengen, namelijk die van culturele en technologische aard, hebben de genoemde auteurs, in navolging van Alfred Weber een onderscheid gemaakt tussen cultuur en civilisatie. Cultuur noemen zij alle door de mens in het leven geroepen elementen die als doel op zich zelf bestaan; het zijn zaken wier functie het is ons direct, en niet als intermediair, iets te geven wat we begeren of denken nodig te hebben. Het zijn elementen waarin we ons zelf kunnen uitdrukken. De waarde daarvan — bijvoorbeeld een religie, een kunstwerk, bepaalde waarden of een ideologic die in een maatschappij heerst — is onmeet- baar, niet in eenheden uit te drukken. In tegenstelling tot deze culturele zaken zijn de elementen, die tot de civilisatie behoren, wel meetbaar. Deze vormen tezamen het hele mechanisme en de organisatie, die de mens heeft uitgedacht in zijn streven naar beheersing der levensvoor- waarden. Zo vallen onder meer sociale organisaties, technieken, instru-

2 Karl Marx: Kritik der politischen Oekonomie, 1859 en Das Kapital, 1857. 3 T. Veblen, The theory of the Leisure Class, New York, 1922. 4 Max Weber, Gesammelte Aufsatze zur Religionssoziologie, Tubingen 1923, waarvan deel I vertaald is door T. Parsons als ,,The Protestantic Ethic and the Spirit of Capitalism", New York 1930. Om het uitgebreide oevre van Weber toegankelijker te maken voor de Anglo-Amerikaanse wereld bewerkte Reinhard Bendix het geheel in een handzaam werk getiteld, Max Weber, an Intellectual Portrait, New York 1960.

Downloaded from Brill.com09/24/2021 05:37:28AM via free access DE OPKOMST VAN DE POCHTECA. 79 menten, wetten en scholen hier onder. Dit begrip civilisatie is weer onder te verdelen in fundamentele technologie, die er op gericht is de mens in staat te stellen de natuurlijke verschijnselen te beheersen (bijvoorbeeld een bijl of een weefgetouw), en in sociale technologie, dat wil zeggen technieken, die er op gericht zijn het gedrag van de mensen te reguleren (bijvoorbeeld een staat, een economisch systeem, een familie of een clan). De sociale technologie is in sterkere mate dan de fundamentele technologie door culturele voorwaarden bepaald. Ter demonstratie hiervan denke men bijvoorbeeld aan het verschil van invloed in een bepaalde maatschappij door de religie uitgeoefend op de familie enerzijds en op het weefgetouw anderzijds. In weinig gedifferentieerde maatschappij en laat zich het onderscheid tussen wat tot het rijk der cultuur en wat tot het rijk der civilisatie of technologie behoort, moeilijk vaststellen. Utilitaire gebruiksvoorwer- pen hebben daar vaak een culturele waarde, doordat zij bijvoorbeeld artistiek bewerkt zijn en/of een religieuze functie hebben. Voor de bestudering van sociale veranderingen van de Mexica achten wij het onderscheid, dat Maclver en Page maken tussen zaken die tot een culturele en andere die tot een technologische orde behoren, zeer bruik- baar, daar de door ons bestudeerde maatschappij een zeer gedifferen- tieerd en gecompliceerd karakter vertoont.5 Ook door het duidelijke karakter van de methode van Maclver en Page voor het bestuderen van sociale veranderingen, hebben wij gemeend deze te moeten volgen bij onze studie van bepaalde sociale veranderingen in het rijk der Mexica, alhoewel wij ons er ter dege rekenschap van geven, dat ,,The problem of social and cultural change remains unsolved" (Bierstedt 1957, 540) en waarschijnlijk nooit door een waterdicht systeem ver- klaard zal kunnen worden. In de hoofdstukken II, III en IV gaan wij dan ook volgens de methode van Maclver en Page na in hoeverre in de maatschappij der Mexica door veranderingen van biofysische, culturele en technologische aard, de positie van de Pochteca te verklaren is, terwijl wij in een slotbeschouwing nog enkele opmerkingen geven over de door ons bestudeerde groep.

5 Tezatnen vormen overigens de begrippen cultuur en civilisatie hetzelfde als het begrip cultuur van de culturele antropologie, zoals dit voor de enthnologie het eerst in 1871 geforrmileerd werd door Edward B. Tylor in zijn ..Primitive Culture".

Downloaded from Brill.com09/24/2021 05:37:28AM via free access 80 W. F. L. BUSCHKENS.

I. KORT BESCHRIJVEND OVERZICHT VAN DE POCHTECA.

De culturele context.

Bij de komst van de Spanjaarden in 1519 vertoonde het rijk der Mexica een aanblik, die wel zeer verschilde van die der clans der Tenochca-stam, die er in het begin van de 14e eeuw de grondslag voor had gelegd. In het begin van de tweede helft van de 12e eeuw drong de stam der Tenochcas evenals haar voorgangers de Chichimeken vanuit het Noorden de vallei van Anahuac binnen. In deze vallei had tot ongeveer 1200 de beschaving van de Tolteken gebloeid, die gedeel- telijk werd voortgezet door de Chichimeken. Van 1100 tot 1300 ver- toont de vallei het beeld van een gebied waar door de verschillende invallers om de dominatie wordt gevochten. De stam der Tenochcas, die tenslotte de overwinning behaalde, stichtte omstreeks 1325 de stadstaat Tenochtitlan op armzalige eilandjes in het meer van Texcoco. De Tenochcas waren hier schatplichtig of aan Texcoco of aan Atzca- potzalco, totdat een oorlog tegen de laatstgenoemde Tepaneken-stad, waaraan de bewoners van Tenochtitlan tezamen met andere Nahua- stammen deelnamen, hun in 1428 de onafhankelijkheid bezorgde. Met Texcoco en Tlacopan (Tacuba) vormde Tenochtitlan later een Triple Alliantie waarin het vrij snel als dominerende partner naar voren trad. Na 1400 ving de verovering van grote delen van Midden Amerika door de Mexica aan. In 1519 bij de komst van Cortes heersten zij, die wij verder als de Mexica zullen aanduiden, over een groot deel van Mexico, van Tampico in het Noorden, langs het Chapala-meer en vandaar naar het Zuiden tot het Mayagebied toe. In de 200 jaren van de stichting van Tenochtitlan tot de verovering ervan door Cortes waren enorme veranderingen opgetreden in de sociale organisatie van de Mexica. In de begintijd voor de vestiging in Tenochtitlan bestond de stam der Tenochca uit patrilineaire clans, die zich alleen door verering van de God Huitzilopochtli verbonden voelden. Alleen priesters vormden een bindend element in de stam van de waarschijnlijk politiek autonome clans die van jacht, verzamelen en soms enige landbouw leefden. Na de vestiging in Tenochtitlan zien we de sociale organisatie veranderen, waarbij de clans zich in locale groepen, zgn. Calpollies, transformeren. In deze groepen hadden de leden de, bij de Calpollie behorende grond in gemeenschappelijk eigen- dom. Het saamhorigheidsgevoel in deze Calpollies ging langzamerhand meer berusten op een lotsverbondenheid t.a.v. de te bebouwen grond

Downloaded from Brill.com09/24/2021 05:37:28AM via free access DE OPKOMST VAN DE POCHTECA. 81 dan op een bij een clanorganisatie primair gestelde afstamming van een al of niet mythische gemeenschappelijke voorvader. Met de vroegere clanorganisatie bleven de Calpollies echter exogamie en patrilocaliteit gemeen houden. Kan men de oorspronkelijke Tenochca clans voor de vestiging in Tenochtitlan als politiek onafhankelijke eenheden beschouwen, de Calpollies werden dit snel steeds minder en vormden slechts een sociaal-economisch element van de staatkundige organisatie van het rijk der Mexica. Zo bezat de Calpollie in tegenstelling tot de clan geen jurisdictie; de rechtspraak was in het rijk der Mexica sterk gecentraliseerd (Krickeberg, 1956, 83 e.v.)- Wei had iedere Calpollie nog zijn eigen hoofd, de Calpullec, die door de bewoners voor het leven en bij voorkeur uit de zelfde familie werd gekozen, onder goed- keuring van de Keizer. De Calpullec werd bijgestaan door een Raad van Oudsten, de Ueuetque, waarvan waarschijnlijk de oudste en aan- zienlijkste familiehoofden deel uitmaakten. De voornaamste taak van de Calpullec bestond in het bij houden van het register der collectieve landerijen van de Calpollie, waarvan het vruchtgebruik der percelen aan de verschillende families werd toegewezen (Soustelle, 1955, 67). Onder de Calpullec stonden de functionarissen, belast met het toezicht op de belastingheffing, tenminste in theorie. — Men krijgt namelijk de indruk dat deze functionarissen in feite deel uitmaakten van een bureaucratisch bestuurslichaam, dat buiten de Calpullec omging. ,,Chef traditionnel, temoin d'une phase depassee, il se trouvait enserre dans les mailles d'une organisation administrative centralisee qui appartenait a l'etat et non aux communautes locales" (Soustelle, 1955, 68). Zo was in de Mexicaanse maatschappij de onafhankelijke clan veranderd in een locale groep, de Calpollie, die zich steeds verder in een groot staats- bestel incorporeerde en hiervan een belasting-betalende eenheid werd. Naarmate het rijk der Mexica zich uitbreidde en de macht door de Keizer werd gecentraliseerd en gemonopoliseerd nam de belangrijkheid van de Calpollies steeds meer af. We zien ook het verschijnsel optreden dat sommige Calpollies in plaats van landbouweenheden beroepsverbanden worden. Naarmate de Mexicaanse maatschappij zich verder ontwikkelde, ontstonden er namelijk meer beroepen dan alleen dat van landbouwer. De maat- schappij vertoonde bij de verovering door de Spanjaarden een zeer gedifferentieerd en gecompliceerd karakter. Ze was hierarchisch op- gebouwd uit verschillende standen. De hoogste functionaris, de , die wij verder als de Keizer Dl. 121 6

Downloaded from Brill.com09/24/2021 05:37:28AM via free access 82 W. F. L. BUSCHKENS.

zullen aanduiden, bekleedde het hoogste staatkundige en religieuse gezag. Nauwe verwanten van hem bekleedden de hoogste posten in het leger, de clerus en het staatsapparaat. Deze drie instellingen waren hierarchisch georganiseerd en vertoonden een ,,open" karakter, wat wil zeggen, dat ze toegankelijk waren voor alle leden der Mexicaanse maatschappij en dezen de mogelijkheid boden er van de laagste tot de hoogste rangen op te klimmen. De bekleders van de functies in deze drie instellingen vormden een ,,gentry". Alhoewel hun zonen maatschappelijk een groter voorsprong bezaten dan de zonen van niet- functionarissen, als het erom ging een soortgelijke post als hun vader te veroveren, moesten zij hun geschiktheid hiervoor toch door passende daden weten te bewijzen. Deze stand vormde derhalve geen erfelijke aristocratic De status, die zijn lidmaatschap gaf was meer ..achieved" dan ..ascribed" in Linton's zin (Linton, 1936, 115). Een stand van handwerkslieden genoot door de vaardigheid van zijn leden veel aanzien in de Mexicaanse maatschappij. Hun goudsmeed- kunst, juwelenbewerking en verenverwerking werden zeer gewaardeerd. Een vrije boeren en arbeidersstand (Maceualli) beoefenden voornamelijk de landbouw. Slaven, die prive eigendom waren, hoewel ze nog over enige rechten beschikten, vormden de laagste maatschappelijke laag. Een aparte stand, die moeilijk te plaatsen is in de sociale structuur van het rijk der Mexica, vormde tenslotte de Pochteca, een stand van kooplieden, die het monopolie van de buitenlandse handel in deze maatschappij bezat.

Bronnen voor de bestudering van de Pochteca. Het meest van het leven van de Pochteca 6 is bekend van vlak voor de verovering van Mexico door de Spanjaarden, de zgn. Conquista van 1519. Hierna verdween deze groep snel uit de Mexicaanse maat- schappij, omdat na de Conquista ,,the whole system of long distance trade suffered rapid disintegration,.... " (Chapman, 1957, 120). De franciscaner monnik Bernardino de Sahagun heeft in zijn kronieken over het oude Mexico een beschrijving in het Nahuatl 7 gegeven van

6 Sing: Pochtecatl. Een andere minder gebruikte term voor Pochteca is Oztomeca. Letterlijk betekent Pochteca — mensen uit Pochtlan, een calpollie van Tlatelolco, en Oztomeca — mensen uit Oztoman, eveneens een calpollie. 7 Fray Francisco de Toral, elected Provincial of the Franciscan order in 1SS7, ordered Sahagun to write in Nahuatl what he considered important for the conversion of the natives and the instruction of missionaries (Robertson, 1959, 168).

Downloaded from Brill.com09/24/2021 05:37:28AM via free access DE OPKOMST VAN DE POCHTECA. 83 het leven van de Pochteca. Deze beschrijving is vertaald en toegelicht door Leonard Schultze Jena (Schultze Jena, 1952, 165 e.v.). De hier volgende ethnografische gegevens baseren zich voornamelijk op deze vertaalde en toegelichte kroniek en op de beschrijvingen van Soustelle, Vaillant, Krickeberg, Acosta Saignes en Chapman.

Sociale organisatie van de Pochteca. In de vele stadstaten, die samen het rijk der Mexico vormden, waren de Pochteca georganiseerd in ,,gilden", waarvan het lidmaatschap be- paald was door geboorte of door toestemming van de vorst (Kohler, 1924, 29). Ze kwamen voor in Tenochtitlan, Tlatelolco, Texcoco, Azca- potzalco, Uitzilopochco, Uexotla, Cuauhtitlan, Coatlinchan, Chalco en Otumba. Aan het hoofd van een gilde stond de Pochtecatl-atoque, die het gilde naar buiten vertegenwoordigde en niet zelf meer aan handels- tochten deelnam. Het gezag van zulk een gildehoofd was zeer groot. ,,De Pochtecatl, die zijn leiding niet erkent, wordt door hem bestraft met koud water, brandnetels, stokken en stenen". Met andere vooraanstaande kooplieden waren de gildehoofden lid van een rechtbank, die de jurisdictie over de kooplieden uitoefende. Wanneer een Pochtecatl een misdaad beging, kon hij niet voor een gewone Mexicaanse rechtbank gedaagd worden, doch alleen voor die van zijn gilde. Deze rechtbanken kwamen bijeen in het koopliedenhuis, waar tevens een hoge regeringsfunctionaris aanwezig was, zodat het recht ook uit naam van de Keizer werd besproken. De rechtspraak was overigens in het Aztekenrijk sterk gecentraliseerd, met als enige uitzondering het privilege van de eigen rechtspraak van de Pochteca. Ook buiten de gilden golden de gildehoofden als vooraanstaande lieden. Aan het keizerlijke hof van Auitzotl en Monitecuma in Tenoch- titlan bezaten ze een gelijke plaats als de hoogste vertegenwoordigers van leger, clerus en het staatsapparaat. Na de gildehoofden golden als het hoogst in rang de slavenhande- laren. ,,Der Sklavenhandler gehort zu den Oberen der Kaufleute, ist Maisblute und Spitze der Handler; er laszt sich seine Sache angelegen sein" (Schultze Jena, 1952, 2). Deze slavenhandelaren, die zowel slaven invoerden als uitvoerden, vond men voornamelijk in Tlatelolco. Als zeer belangrijk golden ook de kooplieden, die voornamelijk voor de vorst van hun stad handel dreven, de zogenaamde teucunenenque. Tot een minder belangrijke rang behoorde de combinatie koopman- spion, naual-oztomeca geheten. Deze kooplieden gingen met de waren

Downloaded from Brill.com09/24/2021 05:37:28AM via free access 84 W. F. L. BUSCHKENS. van hun opdrachtgevers naar een nog niet verkend gebied, vermomden zich veelal als de bewoners daarvan, leerden de taal en trachtten handel te drijven met de bevolking en inlichtingen te verzamelen over dit gebied, die van militair belang konden zijn voor een eventuele latere verovering ervan door het Mexicaanse leger. Geheel onderaan de organisatie van de Pochteca stonden de jonge aankomende koop- lieden en de dragers van de handelswaren, die veelal slaven waren. De Pochteca woonden in de steden in bepaalde wijken. Een eerste vermelding van hun gilde vinden we in Tlatalolco. Op dit eilanden- stadje zou zich sedert het begin van de 15e eeuw een Calpollie met de handel zijn gaan bezighouden. Door het feit dat de Calpollies aan een bepaald stuk grond gebonden waren, is het mogelijkerwijze te verklaren dat de Pochteca-gilden, die zich uit de Calpollies ontwikkel- den, in bepaalde wijken van de steden gevestigd waren.

De handel van de Pochteca. De handel, die de Pochteca dreven met de gebieden buiten het Mexicaanse rijk, 8 berustte op ruil. Alhoewel het rijk een zekere vorm van geld kende, werd dit niet voor buitenlandse betalingen gebruikt. Vanuit het rijk exporteerden de Pochteca goederen als sieraden van goud, koper, obsidiaan,9 edelstenen, fraai bewerkte kledingstukken, konijnevellen, koperen bellen, naalden, kammen en messen van obsi- diaan, rode oker en cochenille,10 reukkruiden, aluin, vuurstenen en ook slaven. De goederen, die de Pochteca importeerden, bestonden voornamelijk uit kostbare veren,11 edelstenen en halfedelstenen, cacao, goud, dierenhuiden, waarvan vooral die van de rode jaguar zeer begeerd werden, en waaiers. De goederen werden in karavanen op de rug van dragers 12 (tamenes) vervoerd. De last, die de tamenes op een draagrek

8 Een uitzondering hierop vormde de handel met Xoconuscu, een enclave van het rijk, gelegen in het huidige Guatemala. Deze provincie van het rijk werd waarschijnlijk door de Pochteca veroverd. ' Obsidiaan is een verzamelnaam voor vulkanische glassoorten waaruit de Mexicaanse volkeren gebruiksvoorwerpen en wapens maakten. 10 Cochenille is een verfstof, verkregen uit de in Mexico inheemse Coche- nilleluis. 11 Kostbare veren werden verwerkt in kleding en in een soort van mozaiken, een typische Mexicaanse kunst, die na de Conquista grotendeels verloren ging. Zeer begeerd hiervoor waren de kostbare quetzal veren, die door de Pochteca geimporteerd werden uit het huidige Guatemala. 12 Mexico voor Cortes kende geen lastdieren. Al het vervoer geschiedde op de rug. Diffie merkt hierover het volgende op: ,,Commerce in America before the Conquest was greatly affected by the absense of pack animals, most of

Downloaded from Brill.com09/24/2021 05:37:28AM via free access DE OPKOMST VAN DE POCHTECA. 85 . droegen, bedroeg ruim 25 kilo, op een dagmars werd ongeveer een afstand van 25 kilometer afgelegd. De leden van gilden van verschillende steden gingen veelal verenigd op reis. De Pochteca dreven handel voor de vorst, die hen opdracht gaf zijn goederen voor andere te ruilen, ofwel voor eigen rekening. ,,Diese Habe, durchaus personliches Eigentum (Kaiser) Auitzotl's brachten die Kaufleute in das Kustenland. Es geschah aber, dasz die Kaufleute gleichzeitig mit ihrer eigensten Habe Handel trieben, dasz sie als ihre eigenen Herren reisten: mit hartem Gold handelten sie, wie es fur Fiirsten bestimmt ist,.... " (Schultze Jena, 1952, 175). Merkwaardig was, dat de Pochteca niet, zoals het meestal met han- delaren het geval is, achter de veroverende legers aankwamen, doch daaraan voorafgingen, om topografische, demografische en politieke gegevens te verzamelen. Was de door hun geexploreerde streek een- maal door het Mexicaanse leger veroverd, dan dreven zij er geen handel meer: het veroverde land werd dan geincorporeerd in het tribuutsysteem, dat het gehele Mexicaanse rijk omvatte. Zo kwamen de Pochteca voor Moctezuma Ilhuicamina in de provincie Tepeyacac; zo noemden ze hem de onmetelijke rijkdommen van de kusten van Cuetlaxtlan, Zempoalan en Quiahuixtlan; zo baanden ze de weg voor de legers van Ahuilizapan, Chichiquilan en Chalchiuhcuecan. Ook gingen ze andere grote veroveraars vooruit zoals Ahuitzotl en de tweede Moctezuma; voor de laatst genoemde overschreden ze de gebieden van de Mixteken (Acosta Saignes, 1945, 10). Het gebied, waarop de handelsactiviteiten van de Pochteca zich uitstrekten vlak voor de verovering door de Spanjaarden, strekte zich uit van de Mesa Central tot de zuidelijke Golfkust en de Mayalanden en de grenzen van het huidige Honduras, een afstand die hemelsbreed gemeten 1200 km bedraagt.

Gebruiken. Voor de Pochteca op reis gingen, bepaalden ze een gunstige vertrek- datum door de Mexicaanse astrologische kalender te raadplegen. Ze brachten offers aan de goden. Voor het vertrek zeepten ze hun hoofden in en schoren zich de haren af. Onderweg wasten ze nog slechts hun

America having none whatever. Only the Andes were endowed with the Llama, a pack animal capable of carrying a light load. In other regions goods were carried by men who served as beasts of burden. Even where the Llama existed men still acted as pack animals at times". (Diffie, 1947, 136).

Downloaded from Brill.com09/24/2021 05:37:28AM via free access 86 W. F. L. BUSCHKENS. hals, lieten hun haren groeien en vastten voortdurend. Bij de terugkeer van de Pochtecatl na een winstgevende tocht was het de gewoonte, dat hij de leden van zijn eigen gilde, vertegenwoordigers van andere gilden, ambtsdragers en militaire bevelhebbers een gastmaal aanbood, waarbij hij zich overdreven vrijgevig moest betonen en zijn gasten eer diende te bewijzen, door hen op een onderdanige wijze te bedienen, terwijl deze zich niet weerhielden hem op allerlei manieren te krenken.

Religie en magie. Als de belangrijkste functie van de religie zagen de Mexica door riten en offers, het aantrekken van de krachten, die gunstig voor de mens waren en het onschadelijk maken of gunstig stemmen van de onwelwillende krachten. Hiertoe hadden zij een groot gastvrij pantheon gevormd, waarvan de leden volgens een bestaande kalender werden vereerd, onder meer doordat hun mensen werden geofferd, waarvan het grote aantal de Spaanse veroveraars heeft geschokt. Binnen dit gecompliceerde syncretische pantheon werd door de Pochteca een aantal goden speciaal vereerd. Als hun belangrijkste godheid gold Yacatecutli, de godheid die de Pochteca op hun tochten leidde. Deze godheid werd in het hierogliefenschrift der Mexica afge- beeld als een Pochtecatl met de wandelstaf in de rechter hand. Waar- schijnlijk is Yacatecutli een vorm van de van de Tolteken overgenomen godheid Quetzalcoatl, de grote reiziger, die immer vereerd werd door hen die verre reizen maakten (Garibay, 1958, 170). In een andere vorm heet Yacatecutli Yacapitzauac. Als zodanig werd hij vereerd als be- schermgod voor reizigers op smalle wegen. Ook komt hij voor als Cohcochimetl, slaapagave. Door de aard van hun werkzaamheden was het de Pochteca niet mogelijk immer aan de uitgebreide riten in de steden deel te nemen. Derhalve namen zij hum godheid Yacatecutli (wat letterlijk betekent ,,de Heer van hen die gaan") met zich mee op reis in de vorm van een wandelstaf. Voordat de Pochteca een handelstocht begonnen, brachten zij brandoffers aan de goden, die zij hiertoe op papier hadden uitgebeeld. Dit papier werd met oker geverfd en met warm rubber beschilderd tot er een gelijkenis met de godheid ontstond. Deze afbeel- ding werd aan een wandelstaf bevestigd en verbrand. Op deze wijze brachten zij offers aan de Heer van het Vuur, Xiuhtecutli, die in de mond van de aardnavel woont, aan de Heer der Aarde, Tlaltecutli, en aan hun beschermgod Yacatecutli. Van deze laatste verbrandde

Downloaded from Brill.com09/24/2021 05:37:28AM via free access DE OPKOMST VAN DE POCHTECA. 87 men de beeltenis echter niet, doch deze wikkelde men om de wandel- staf, die de Pochteca op hun reis meenamen opdat ze gedurende hun tocht hun godheid konden vereren door voor de in de grond geplante wandelstaf bloed te offeren, dat de koopman aan zijn lichaam onttrok door met een agavedoorn zijn tong of oorlellen te verwonden. Ook brandden zij een soort van wierook voor hun godheid. Kwam de Pochtecatl gedurende een handelstocht om het leven, dan vervoerden zijn gezellen hem op een draagstel naar de top van een berg. Eerst stak men echter hem een met veren versierde staf tussen de lippen, verfde zijn oogleden zwart en zijn mond met oker rood en trok men over zijn oren strepen van witte aarde. Tevens werd hem een sjerp over zijn borst omgedaan. Op de top van de berg aangekomen bond men hem op het draagstel vast, dat daarna recht overeind gezet werd met behulp van een paal. Het zo geplaatste lichaam verging door ontbinding. De Pochteca meenden, dat de hun zo ontvallene niet ge- storven was, doch naar de hemel zou gaan en de zon daar zou begeleiden op haar dagelijkse tocht langs het zenith. Dit laatste was ook het lot dat krijgers beschoren was, die in de oorlog sneuvelden. Een omgekomen koopman werd dus gelijkgesteld met een omgekomen krijger. Bij het Panquetzalitztli-feest offerden voorname Pochteca slaven aan de belangrijke oorlogsgod der Mexica Huitzilopochtli. Deze offeranden vonden onder meer plaats in zijn tempel Vitzcalco in Tenochtitlan. Eerst nadat de krijgslieden de door hun buitgemaakte krijgsgevangenen door de tempelpriesters hadden laten offeren was het de beurt aan de Pochteca. De tempelpriesters namen de door hen te offeren personen in ontvangst, legden deze op het offerblok, sneden hen de borst open en rukten hun het nog kloppende hart uit het lichaam. Het lijk van de geofferde werd door dienaren van de Pochtecatl mee naar huis genomen, waar het ten dele werd gekookt. Met wat mals aten de koopman en zijn verwanten dan een deel van dit offer. Geen vermelding van mensenoffers aan de hoofdgod der Pochteca Yacatecutli werd door ons gevonden. Het is dan ook waarschijnlijk, dat deze god inderdaad een andere verschijningsvorm van Quetzalcoatl geweest is, daar van deze Toltekengodheid onder meer bekend is, dat hij geen mensenoffers wenste. Als een vorm van magie tenslotte kan men beschouwen de gewoonte om tijdens gastmalen een kwartel de kop af te snijden en op de grond te werpen. Uit de richting waarin het stuiptrekkende dier kwam te liggen meende men te kunnen opmaken wat het komende jaar zou brengen.

Downloaded from Brill.com09/24/2021 05:37:28AM via free access 88 W. F. L. BUSCHKENS.

De sociale waardering van de Pochteca in het rijk der Mexica.

Welke waardering ondervonden de Pochteca in de Mexicaanse maatschappij ? Door hun import van luxegoederen, die binnen het rijk niet verkrijgbaar waren, voorzagen zij stellig in een behoefte, die bij de rijken aan dergelijke goederen bestond. Ook het feit, dat zij militaire diensten leverden door in de door hun bereisde gebieden spionage te bedrijven werd hoog geschat. Tevens achtte men hen, omdat zij zo nodig zelf op hun tochten zich met wapenen op buit beluste aanvallers van het lijf wisten te houden. Keizer Auitzotl ver- leende de Pochteca voor een wapenfeit, waarbij een aantal van hen in het dorp Anahuac Ayotlan een belegering van vier jaar doorstonden en daaruit als overwinnaars te voorschijn traden, het recht om gouden sieraden en verentooi te dragen bij plechtigheden van hun gilde. Het dragen van deze sieraden was voor die tijd alleen aan hoogwaardig- heidsbekleders voorbehouden geweest. Het beoefenen van de krijgskunde en spioneren was echter bijkom- stig en per se niet het hoofddoel van de activiteiten der Pochteca. Zij waren er zeker niet op gericht de expansie van het rijk der Mexica te bevorderen. Hun voornaamste doel bleef het maken van winst, materiele verrijking dus. Aan de hand van de nagelaten geschriften van de Sahagun merkt Soustelle hierover op, dat er een radicale tegenstelling bestond tussen de levenswijze van de Pochtecatl en die van een lid van de heersende klasse. De laatste droomde slechts van prestige en het dienen van de staat, terwijl de eerste alleen maar zijn eigen verrijking nastreefde. De dignitaris droeg fier de verentooi en de geborduurde mantels, die zijn rang aangaven; de koopman Hep met veel vertoon van nederigheid in armelijke, verstelde kleren. Als men hem tegenkwam met zijn dragers, beladen met kostbare vracht, loochende hij serviel, dat hij de eigenaar van deze rijkdom zou zijn en beweerde voor rekening van een ander te werken. Wanneer hij terugkeerde van zijn tochten, gleed zijn boot steelsgewijs in de nacht over de lagune de stad binnen en hij sloeg zijn goederen heimelijk in een pakhuis op, onder de naam van een familielid of een vriend. Als een Pochtecatl een zekere welstand had bereikt, placht hij zijn superieuren en collega's een gastmaal te bieden. Maar hoeveel krenkende woorden kreeg hij dan te horen van de leiders van zijn gilde! Zij kwamen zijn waren inspecteren en wierpen hem ruwweg voor de voeten, dat hij ze gestolen had. Deze beledigingen moest hij

Downloaded from Brill.com09/24/2021 05:37:28AM via free access DE OPKOMST VAN DE POCHTECA. 89 met tranen en deemoed onderdanig over zich heen laten gaan. Tijdens het feest, dat hij betaalde, moest hij zich vrijgevig tonen, zozeer dat de gasten en zelfs alle bewoners van zijn wijk twee dagen lang konden eten en drinken en daarna nog meenemen wat er over was. Afgezien van deze bijzondere gelegenheden lieten de kooplieden zich niet op hun rijkdommen voorstaan; integendeel zij deden zich nederig en onaanzienlijk voor. Zij wensten niet voor rijk gehouden te worden, noch de reputatie van rijkdom te bezitten, traden deemoedig en met neergeslagen blik op en verlangden eer noch aanzien. Deze voorgewende nederigheid, dit streven naar onopvallendheid, was de prijs waarmee zij hun opkomst in de maatschappij betaalden. Het was een reden, waarom men hun hun ware positie, die van dag tot dag sterker werd, minder kwalijk nam. Want de regerende klasse duldde deze rivalen slechts voorzover zij vermeden haar openlijk te trotseren. Wanneer de Pochteca te zeer prat gingen op hun rijkdom, zocht de Keizer, uit haat tegen hun hoogmoed en aanmatiging, een of ander voorwendsel om hen ten val en ter dood te kunnen brengen, ook al waren zij vol- strekt niet schuldig, en hun bezittingen verdeelde hij als geschenken onder de militaire veteranen. De kooplieden dus, die de vergissing begingen om uit hun rol te vallen en hun rijkdom te etaleren, hing dood en confiscatie boven het hoofd (Soustelle, 1955, 90). Toch is het buiten kijf, dat de Pochteca een bevoorrechte klasse in het rijk der Mexica hebben gevormd. Hun monopolie voor het uit- oefenen van de buitenlandse handel, het recht tot het hebben van prive grondbezit, het recht voor hun kinderen om samen met de kinderen van de regerende klassen de Calmecac — de priesterschool — te bezoeken, en de gunst dat het aan enkele Pochteca was toegestaan bij bepaalde gelegenheden gouden sieraden en een verentooi te dragen, waren voldongen feiten. Hun maatschappelijke opkomst werd echter enerzijds belemmerd en anderzijds bevorderd door een aantal factoren, die wij in de volgende hoofdstukken zullen belichten.

II. DE VEEANDERINGEN VAN BIOLOGISCHE EN FYSISCHE AARD IN HET RIJK DER MEXICA EN HUN INVLOEDEN OP DE SOCIALE STRUCTUUR.

Als verandering van biologische aard noemen we hier de verandering in het bevolkingstal, die in de loop der geschiedenis der Mexica optrad ten gevolge van oorlog, migraties, pestilenties en veranderingen van voeding.

Downloaded from Brill.com09/24/2021 05:37:28AM via free access 90 W. F. L. BUSCHKENS.

Als veranderingen van fysische aard in het rijk der Mexica zijn vooral van belang de erosie en de uitputting van de bodem, beide in de loop van de Mexicaanse geschiedenis verschijnselen, die van grote invloed waren op het leven der Mexica. Door de genoemde veranderingen was de Mexicaanse beschaving meermalen gedwongen zich een andere organisatievorm te kiezen. In hoeverre deze organisatievormen gunstig of ongunstig waren voor de opkomst van de door ons bestudeerde handelsklasse, zullen wij in dit hoofdstuk trachten na te gaan.

Veranderingen in bevolkingstal der Mexica. Cook en Simpson schatten op grond van kronieken omtrent het aantal door Spaanse geestelijken tot de Christelijke religie bekeerden, op grond van ramingen van Spaanse militairen en op grond van andere schattingen, dat de bevolking van Centraal Mexico in 1519 omstreeks 11.000.000 inwoners bedroeg (Cook en Simpson, 1948, 38). Dit grote aantal was onder meer ontstaan, doordat sedert de 12e eeuw Chichi- meken, Nahua sprekende volkeren, waarvan de Mexica een onderdeel vormden, vanuit het Noorden Centraal Mexico waren binnengedrongen, waardoor dit gebied voortdurend dichter werd bevolkt. Een uitbreiding van een bevolking heeft te alien tijde de mens gedwongen zijn produktiemiddelen uit te breiden. Het produktiemiddel bij uitstek in een niet ge'industrialiseerde maatschappij is de bodem. Daar de hoeveelheid grond, die geschikt was voor bebouwing volgens de landbouwmethoden welke de Mexica bekend waren, beperkt was, is de voortdurende strijd om de bodem als produktiemiddel een belang- rijke factor van de geschiedenis van het rijk (Diffie, 1947, 26). De strijd om dit produktiemiddel was zeker des te heviger ten gevolge van de optredende erosie.

Erosie van de bodem. De reiziger, die thans Centraal Mexico bereist, zal stellig onder de indruk komen van de verlaten en vernielde aanblik, die het landschap hem biedt. In zijn studie om aan te tonen, dat er een correlatie bestaat tussen de grootte der bevolking en de vernieling van de bodem in Centraal Mexico concludeert Cook dat de vernieling van het landschap in Mexico niet dateert, zoals velen geneigd waren aan te nemen, van na de Spaanse verovering door o.m. de invoering van de ploeg met de erosie

Downloaded from Brill.com09/24/2021 05:37:28AM via free access DE OPKOMST VAN DE POCHTECA. 91 van dien, doch dat de erosie voornamelijk is ontstaan door het inten- sieve gebruik van de bodem door de dichte bevolking van Centraal Mexico voor de Conquista. De Spaanse landbouwmethoden, de ont- bossing en de begrazing door vee hebben het proces van erosie, dat de bewoners van Mexico van voor de Conquista teweeg hebben ge- bracht, slechts gecompleteerd (Cook, 1949, 1, 80 en 86).

Invloed op de so dale organisatie.

Het gebrek aan grond, gepaard gaande met een zich steeds uit- breidende bevolking moet de loop van de geschiedenis van het rijk der Mexica voortdurend be'invloed hebben. Zonder deze factoren doorslag- gevend te willen noemen, menen wij toch dat zij de organisatie van het rijk der Mexica sterk hebben beinvloed. Al in den beginne van hun beschaving, bij de stichting van Tenochtitlan, wordt de invloed, die het gebrek aan grond op de sociale organisatie had, goed geillus- treerd door het feit, dat zogenaamde Chinampas werden aangelegd, bij de eilandjes waarop het latere Tenochtitlan zou verrijzen. Door de aanleg van deze drijvende tuinen trachtten de Mexicanen hun grond- gebied op vreedzame wijze uit te breiden. Ze gingen hierbij als volgt te werk: van twijgen en riet werden enorme ovale manden gemaakt, die aan de kust van de eilandjes tot zinken werden gebracht doordat ze werden gevuld met modder, die men van de oever van het meer haalde. Op de kunstmatige eilandjes, die zo gevormd werden, plantte men bomen waarvan de wortels meehielpen de aarde bijeen te houden (Vaillant, 1956, 129). Het aanleggen van de Chinampas moest een organisatievorm met zich meebrengen, die een gedifferentieerder karakter vertoonde dan de clanorganisatie van voor de vestiging in Tenochtitlan. Een cooperatie van de clans was voor zulk een bodemwinning een vereiste. In deze periode zien we dan ook dat de clans hun autonomie gaan verliezen en in ,,calpollies" veranderen, die afhankelijke delen worden van de zich ontwikkelende jonge Mexicaanse staat. Verder is het gebrek aan grond ook zeker van invloed geweest op de vorming van het grote leger, dat de Mexica onderhielden om hun grondgebied uit te breiden en de onderworpenen te dwingen tribuut te betalen. Dit laatste riep op zijn beurt weer een organisatie van belastinggaarders in het leven. Ten gevolge van het gebrek aam grond zien we voorts het verschijn- sel optreden, dat sommige Calpollies zich met andere zaken dan alleen

Downloaded from Brill.com09/24/2021 05:37:28AM via free access 92 W. F. L. BUSCHKENS. de landbouw gingen ophouden. ,,Die Kaufleute, die urspriinglich nur in der kleinen Inselstadt Tlatelolco ihren Sitz hatten, deren Bevolke- rung schon lang vor den Azteken aus Mangel an anderen Erwerbs- moglichkeiten im groszten Maszstab Fernhandel betrieb, hieszen bei den Azteken Pochteca und Oztomeca " (Krickeberg, 1956, 88). Dit proces van het zich omschakelen van CalpoUies in beroepsverbanden zette zich in het rijk der Mexica voortdurend voort. Het gebrek aan grond, de zich uitbreidende bevolking en de mogelijk- heid door buitenlandse handel in het levensonderhoud te voorzien, moeten factoren geweest zijn, die in de Mexicaanse maatschappij hebben meegewerkt tot de ontwikkeling van een klasse, welke zich uitsluitend met handel bezig hield: de Pochteca.

III. DE VERANDERINGEN VAN TECHNOLOGISCHE AARD IN HET RIJK DER MEXICA EN DE INVLOED DAARVAN OP DE SOCIALE STRUCTUUR.

In de Inleiding onderscheidden wij aan het begrip civilisatie in de eerste plaats fundamentele technologie, die er op gericht is de mens in staat te stellen de natuurlijke verschijnselen te beheersen, de zoge- naamde ,,materiele cultuur", en in de tweede plaats sociale technologie, d.w.z. technieken, die er op gericht zijn het gedrag van de mensen te reguleren.

Veranderingen in de fundamentele technologie. Wij hebben in het rijk der Mexica geen grote veranderingen gevon- den in de fundamentele technologie. De ,,materiele cultuur" waarover de Mexica beschikten, namen zij voornamelijk over van de culturen die hen voorafgingen, zoals die der Tolteken en der Chichimeken. ,,By and large, mechanical inventiveness was not conspicuous in Aztec culture...." aldus de archaeoloog Vaillant over het vermogen der Mexica om hun fundamentele technologie uitte breiden (Vaillant, 1956).

Veranderingen in de sociale technologie. Zo weinig vindingrijk de Mexica waren ten aanzien van hun fun- damentele technologie, zo ingenieus toonden zij zich in het hervormen en reorganiseren van hun sociale technologie. Ter demonstratie hiervan is een bespreking van de sociaal economische organisatie van het rijk der Mexica gewenst, welke wij dan ook hier laten volgen.

Downloaded from Brill.com09/24/2021 05:37:28AM via free access DE OPKOMST VAN DE POCHTECA. 93

De economische organisatie. In tegenstelling tot onze Westerse economieen (behalve die van de Sovjetsfeer) zijn de meeste primitieve economieen niet volgens het marktprincipe georganiseerd. Terwijl volgens het Westerse markt- principe de prijs van goederen en arbeid door vraag en aanbod in een bestaand geldstelsel wordt uitgedrukt, waardoor alle delen van die economie onderling afhankelijk worden, is hiervan geen sprake in primitieve economieen. Het economische leven wordt daar gereguleerd door niet op een marktmechanisme gebaseerde integratiepatronen, zoals bijvoorbeeld het reciprociteitsbeginsel en/of herdistributieve systemen (Dalton, 1961, 14). Vooral dit laatste was in de beschaving der Mexica het regulerend economisch systeem. Om de economische organisatie der Mexica te kunnen begrijpen hebben wij hun economische geschiedenis in drie perioden ingedeeld, die elk een eigen karakter hebben. Het zijn de volgende: 1. De nomadiserende periode van voor 1325, de stichting van Tenoch- titlan. 2. De tribuutbetalende periode van 1325 tot 1428, de val van de Tepanekenstad . 3. De tribuutontvangende periode van 1428 tot de komst van de Span- jaarden in 1519.

De nomadiserende periode van voor 1325. De geschiedenis van de rondzwervende stam der Mexica wordt pas niet-mythisch vanaf het moment dat hij op zijn omzwervingen Tula, de oude hoofdstad van de Tolteken, bereikt. Na Tula definitief ver- laten te hebben bleef de stam voortdurend proberen de souvereiniteit over een gebied te verkrijgen om daar tot de landbouw over te gaan. Tot 1325 slaagde de stam er zelden in, een langere tijd een stuk grond in bezit te houden, omdat goede bouwgrond schaars was in de dicht- bevolkte vallei en alleen kon worden behouden door een volk dat door militaire macht er in slaagde de souvereiniteit in een bepaalde land- streek blijvend te verkrijgen. Het bestaan der Mexica is in deze periode semi-nomadiserend. Wan- neer ze opgejaagd werden, leefden ze voornamelijk van jagen en verzamelen; slaagden ze er echter in zich voor een korte periode te vestigen, dan gingen zij tot de landbouw over, een kunst die ze door contacten met sedentaire volkeren hadden geleerd. De opbrengst van de jacht bestond uit konijnen, hazen, herten en vogels. Ook slangen

Downloaded from Brill.com09/24/2021 05:37:28AM via free access 94 W. F. L. BUSCHKENS.

werden als voedsel gebruikt. Ze verzamelden de eetbare bladeren en vruchten van de vijgencactus, acaciavruchten, eetbare wortels en wilde bijenhoning. Hun kleding bestond uit dierenvellen. Gedurende hun omzwervingen bestond hun onderdak meestal uit holen of grotten, tenminste als die voorkwamen in de streek waarin ze zich ophielden. Wanneer de Mexica er gedurende hun omzwervingen er tijdelijk in slaagden zich te vestigen, gingen ze over op de verbouw van mais. Het jagen en verzamelen werd dan een minder belangrijke bron van inkomsten tot het moment, waarop ze weer van hun verblijfplaats verjaagd werden. Zo spreekt een aantal kronieken ervan, dat de Mexica van 1250 tot 1298 in Chapultepec gronden bezaten en er zelfs een kleine tempel bouwden. De lijst van stopplaatsen is zeer dubieus en de verschillende traditionele verhalen hierover stemmen niet overeen (Vaillant, 1956,98). In de semi-nomadiserende periode van de Mexica wordt ieder lid van de gemeenschap gedwongen in zijn eigen behoeften te voorzien. We zien dan ook een maatschappij met weinig onderlinge verschillen; alleen een leidinggevende groep van priesters begint zich langzaam af te tekenen. Het totaalproduct zal in deze periode sterk afhankelijk zijn geweest van het al dan niet gevestigd zijn, het geluk van de jacht en het verzamelen, de rijkdom van de doortrokken streek en het jaar- getijde. De verdeling ervan zal evenredig geweest zijn, met een moge- lijke kleine uitzondering van de opkomende priesterstand, die wellicht in de korte sedentaire perioden van een gering economisch overschot heeft geprofiteerd.

De tribuutbetalende periode van 1325 tot 1428.

Aan het zwervend bestaan van de Mexica kwam tenslotte definitief een einde toen zij zich vestigden op een aantal vochtige, onbewoonde eilandjes in het meer van Texcoco. Een van deze eilandjes heette Zoquitlan (Modderstad), een naam die de natuurlijke omgeving van de Azteken in deze periode duidelijk beschrijft. Ze leefden er aan- vankelijk van de producten van het meer en ruilden met de bewoners van het vasteland vis, kikkers, eenden en een soort van insecteneieren tegen steen, hout, kalk en vruchten. Niemand stoorde hen omdat ze in een niemandsland woonden, begrensd op het vasteland door Azca- potzalco in het noorden, Texcoco in het oosten en Culhucan in het zuiden. Geen van deze drie wilde de miserabele eilandjes claimen, daar het risico bestond hierdoor in oorlog te raken met de machtige naburen

Downloaded from Brill.com09/24/2021 05:37:28AM via free access DE OPKOMST VAN DE FOCHTECA. 95

(Peterson, 1959, 88). Daarbij komt dat de eilanden moeilijk te ver- overen zijn. Tenochtitlan bezat door haar ligging immer een gunstige strategische positie. Een aantal jaren na de vestiging splitste de jonge Mexicaanse beschaving zich in die van de Tenochca en die van de Tlatelolca. De Tenochcas bouwden de nieuwe stad Tenochtitlan, terwijl de Tlatelolca zich hier vlakbij vestigden in de al bestaande nederzetting Tlatelolco, dat Tenochtitlan in den beginne politiek en cultured domineerde. In deze tweede fase na hun vestiging op de eilandjes moest de stam der Mexica zich reorganiseren om zich te kunnen handhaven in de nieuwe omgeving. Het economisch leven moest gereguleerd worden daar alleen door samenwerking handhaving op deze armelijke eilandjes mogelijk was. We zien dan ook de clans langzaam veranderen in Calpollies, die voor het merendeel de landbouw op de Chinampas gaan uitoefenen en producerende eenheden worden, waaruit de jonge staat belastingen in natura wist te heffen. Ook gebruikte de staat de arbeid van de leden van de Calpollies om openbare werken uit te voeren, zoals de bouw van waterwerken, paleizen en tempels. Ook kon door deze vorm van belasting een staand leger worden onderhouden en voedselreserves worden aangelegd voor tijden van schaarste. Voor een deel moest de belasting ook gebruikt worden om tribuut te betalen aan de machtige naburen van het vasteland, de Tepaneken van Azcapotzalco. Er is niet veel bekend van de hoogte van het tribuut, dat de Mexica in deze periode moesten betalen. Evenmin weten wij hoeveel de stam in deze periode produceerde. Wei is bekend wat de stam produceerde op haar Chinampas, n.l. mais, bonen en tomaten. Verder leefde men van de producten van het meer, zoals vissen, kikkers, insecten en watervogels. De tributen, die de Mexica aan de Tapaneken moesten betalen werden volgens de legende sterk gereduceerd, nadat hun vorst Huit- zilihuitl huwde met Ayaucihuatl, een dochter van de Tepanekenvorst in Azcapotzalco. De Mexica behoefden toen jaarlijks alleen nog maar symbolisch een paar eenden, kikkers en insecteneieren te leveren. Ondanks deze gunstige betrekkingen hebben de Mexica echter niet geaarzeld zich bij een alliantie van Nahuastammen aan te sluiten, die in 1428 het machtige Azcapotzalco vernietigde. De tribuutbetalingen hidden toen op en de Mexicaanse beschaving ging over tot een tribuut- ontvangst periode, die tot de komst van de Spanjaarden heeft geduurd. In de tribuutbetalende periode is de verdeling van het totale product

Downloaded from Brill.com09/24/2021 05:37:28AM via free access 96 W. F. L. BUSCHKENS.

van de Mexica niet meer gelijk. Door middel van het belastingstelsel wisten de leidinggevende groeperingen, zoals de vorst, de priesters, de hoge militairen en ambtenaren, te profiteren van het economisch overschot van de stam, die in deze periode langzaam in een staat verandert.

De tribuutontvangende periode van 1428 tot de komst van de Spanjaarden in 1519. Zo weinig als ons bekend is van de twee voorgaande perioden, die zich veelal in mythen en legenden verduisterden, zoveel is ons bekend van deze bloeiperiode van de Mexicaanse beschaving. Onze kennis van de economische geschiedenis der Mexica spruit voornamelijk voort uit het feit, dat zij de gewoonte hadden nauwkeurig op papier volgens een pictografisch systeem aantekening te houden van wat jaarlijks aan tribuut van de onderworpen volkeren binnenkwam. Veel hiervan staat vermeld in de Codex Mendocino, die een van de allerbelangrijkste historische documenten is voor de bestudering van de Mexicaanse beschaving.13 Op grond van uit de Codex Mendocino verzamelde gegevens, schreef Molins Fabrega een artikel over de economie van Tenochtitlan, dat zeer bruikbaar is voor het verkrijgen van een goed overzicht over het economische leven van de Mexica in de tribuut- ontvangende periode (Molins Fabrega, 1954, 303 e.v.). Het doel van zijn artikel was tweeerlei. In de eerste plaats tracht de auteur een indruk te geven van de hoeveelheid tribuut, dat Tenoch- titlan gedurende een jaar van haar schatplichtigen ontving; in de tweede plaats wil hij aantonen, dat deze stad in het geheel niet in haar eigen behoeften kon voorzien. Om te kunnen bestaan was voor Tenochtitlan het ontvangen van tribuut een noodzaak. Een der belang- rijkste impulsen tot expansie van het rijk ziet Molins Fabrega dan ook in de economie, hoewel die niet als zodanig door de Mexica werd onderkend. Verder toont de auteur aan, dat niet al het tribuut in Tenochtitlan werd geconsumeerd, maar dat er dank zij het overschot een grote handel kon ontstaan, onder meer met gebieden buiten het

13 De Codex Mendoza werd op last van de Spaanse onderkoning Don Antonio de Mendoza door inheemse schrijvers samengesteld om aan Karel V gezonden te worden. Het schip, waarmede de Codex naar Spanje werd gebracht viel in handen van Franse kapers. Het document raakte zo in het bezit van Andre Thevet, de kosmograaf van de koning van Frankrijk. De Codex bevindt zich tegenwoordig in de Bodleian Library te Oxford en is uitgegeven te Londen in 1938 (Waterlow & Sons) door James Cooper Clark.

Downloaded from Brill.com09/24/2021 05:37:28AM via free access DE OPKOMST VAN DE POCHTECA. 97 rijk, welke handel het werkterrein werd van de Pochteca. Mede hier- door werd Tenochtitlan een van de belangrijkste economische centra van het rijk. De vraag dringt zich aan otis op, hoe de Mexica er in slaagden Mexico te gaan overheersen, zodat zij voornamelijk konden gaan leven van het tribuut der onderworpenen. Na de val van Azcapotzalco sloot Tenochtitlan een verbond met Texcoco en Tlacopan, de zogenaamde triple alliantie, die zijn heerschappij vestigde over de vallei en andere delen van Mexico. De Mexica en de Texcocoanen leverden de krijgers, terwijl de Tlacopanen als een soort van kwartiermeesters dienst deden door dragers en tortillas 14 te leveren. Met de val van Azcapotzalco vonden de Mexica, die alleen onafhankelijkheid gewenst hadden, zich plotseling in het bezit van een groot rijk (Peterson, 1959, 95). Door het binnenkomen van tribuut van door de triple alliantie onderworpe- nen, kwam men wellicht op het idee, zo zou men kunnen denken, dat het maken van veroveringen een economisch gunstig effect bezat. Als de belangrijkste reden tot expansie erkenden en onderkenden de Azteken deze rationele economische redenering echter niet. Zij zagen veeleer als het belangrijkste doel van de oorlog het maken van krijgs- gevangenen. Door deze te offeren en hun bloed, ,,het kostbare water" (Chalchiuatl) aan de goden aan te bieden meende men rampen en het einde der wereld te kunnen afwenden, daar volgens de Azteekse theologische speculaties zonder deze bloedoffers het universum, de regen en de vegetatie, kortom alle natuurkrachten, tot stilstand zouden komen. Vooral geleid door de wil om krijgsgevangenen te offeren breidt het Azteekse rijk zich in deze periode voortdurend uit. Het tribuut, dat een onderworpen volk moest betalen, berustte oor- spronkelijk op een afkoopverdrag. De overwinnaar, die in feite het onbeperkte beschikkingsrecht over de overwonnenen had, verklaarde zich bereid van een gedeelte daarvan af te zien in ruil voor een plechtige verbintenis. Zo begon na de gevechten het gemarchandeer over het te betalen tribuut. De overwonnenen trachtten uiteraard zo voordelig mogelijke voorwaarden te bedingen, terwijl de overwinnaars dreigden met voortzetting der vijandelijkheden als hun eisen niet werden in- gewilligd. Zo kwam men tenslotte tot een akkoord, waarbij de over- wonnenen jaarlijks of halfjaarlijks een hoeveelheid producten aan de hoofdstad moesten leveren, waarvan Tenochtitlan en Texcoco ieder twee vijfde kregen en Tlacopan een vijfde, althans in theorie, Tenoch-

14 Tortillas zijn uit maismeel bereide koeken. Dl. 121

Downloaded from Brill.com09/24/2021 05:37:28AM via free access 98 W. F. L. BUSCHKENS. titlan werd namelijk al snel de dominerende partner in de alliantie en het staat vast dat zijn vorst (keizer) en diens voornaamste dignitarissen het leeuwendeel van het tribuut in beslag namen. Zo ontving Tenoch- titlan jaarlijks volgens de Codex Mendoza, omgerekend in de huidige maten en gewichten, de volgende goederen:

Mais 6.993.000 liter = ± 7000 ton Frijol 4.99S.000 liter = meer dan 4000 ton Chian als Frijol Huauhtli 4.245.750 liter = ± 4000 ton Cacao 21.543 kilo Aji seco (droge 36.806 kilo spaanse peper) Miel de Abejas 1.500 kruikjes (bijenhoning) Miel de Maguey 2.112 kruiken (hidromiel) Katoenen dekens 2.079.200 stuks Dekens van hennep 296.000 stuks (hennequen) Losse katoen 1.012.176 kilo

en verder wapens, schilden, huiden, veren, hout, papier, cochenille-verf, aardewerk (chocoladekoppen), parfum (ocayetl) voor de mond, edel- stenen en goud.15 Waarschijnlijk was Tenochtitlan niet geheel en al afhankelijk van deze vorm van inkomsten. Er omheen bevond zich namelijk een gebied met een vergevorderde landbouw. Van alle goederen, die in Tenochtitlan binnenkwamen, kwam het grootste deel aan het hof toe. Het vermogen van de vorst was tegelijk de staatskas. In perioden van schaarste voorzag hij daaruit de bevol- king van voedsel. Ook gaven het hof en de hoge dignitarissen grote sommen uit, niet alleen voor eigen gebruik, doch ook voor het onder- houd van het personeel en de voeding van armen. Op deze manier kwam een groot deel van het nationaal inkomen aan het volk ten goede. Dit stelsel vormt in grote lijnen het distributieve systeem waarover wij in het begin van dit hoofdstuk spraken.

15 Een opsomming van het tribuut, dat per provincie binnenkwatn, treffen we aan in ,,The Extent of the Empire of the Culhua Mexica" door R. H. Barlow.

Downloaded from Brill.com09/24/2021 05:37:28AM via free access DE OPKOMST VAN DE POCHTECA. 99

De verandering van de economische organisatie en de invloed daarvan op de structurele plaats van de Pochteca. De opkomst van de Pochteca werd eerst goed mogelijk in de tribuut- ontvangende periode van de economische geschiedenis van het rijk. Daar niet al het ge'inde tribuut binnen het rijk werd geconsumeerd, was het de vorst mogelijk door middel van zijn Pochteca buitenlandse handel te drijven met het overschot van het ontvangen tribuut. Daar de zo verkregen luxe goederen binnen het rijk veel opbrachten, werd het voor de Pochteca aantrekkelijk om zelf in deze goederen te gaan handelen, waardoor zij zich echter ten dele buiten het door de staat geleide economische systeem van het rijk plaatsten. Mede hierdoor gingen zij steeds meer een subcultuur in deze maatschappij vormen.

IV. VEEANDERINGEN VAN CULTURELE AAED IN HET RIJK DER MEXICA EN DE INVLOED DAARVAN OP DE SOCIALE STRUCTUUR.

Van de veranderingen van culturele aard, die in het rijk der Mexica van invloed waren op de sociale structuur, noemen we vooral de ver- anderingen van heersende waarden, die in het rijk optraden. In 1956 op het Congres van Amerikanisten in Kopenhagen wees Soustelle erop, dat de waarden, die in het rijk der Mexica heersten, aan grote veranderingen onderhevig waren (Soustelle, 1956, 289 e.v.). Bestudering van de Mexicaanse cultuur leerde hem, dat het ideaal van de krijgsman in het begin van de 16e eeuw nog wel aanwezig was, doch dat het begon af te nemen. Men ging meer waarde hechten aan deugden van morele en religieuze aard dan aan het uitoefenen van het woeste krijgsambt. Men ging zelfs zover, dat men een poging deed om de geschiedenis te herschrijven door te verzekeren dat de vorsten van het verleden vroom en vredelievend waren, nederig en voorzichtig — hetgeen volkomen tegenovergesteld is aan dat wat de geschiedenis van Mexico in de 14e en 15e eeuw ons in feite leert. Men ziet in het rijk een accentverschuiving optreden van krijgsmans- deugden naar vredelievende deugden. De heersende ,,gentry" ging de succesvolle krijgsman onbekwaam achten om te regeren. Onder Moctezuma II kan men zelfs spreken van een aristocratische reactie. De heersende gentry tendeerde er naar, een gesloten eenheid te worden en een erfelijke stand te gaan vormen. Zijn rijkdom, die voornamelijk bestond uit het particulier bezit van landerijen in veroverde gebieden, bleef echter niet zijn prerogatief. We zien, dat ook rijke Pochteca door

Downloaded from Brill.com09/24/2021 05:37:28AM via free access 100 W. F. L. BUSCHKENS. koop prive-grond in bezit krijgen en trachten de gentry naar de kroon te steken. Hoge dignitarissen hadden wel dochters van Pochteca als bijvrouw (Soustelle, 1955, 92), waartoe zij waarschijnlijk overgingen om wille van het ,,kapitaal", dat een dergelijke verbintenis met zich bracht. De verhouding tussen de gentry, die voornamelijk pretendeerde het welzijn van de staat voor te staan en de Pochteca, die voornamelijk hun eigen welzijn nastreefden, was bij de komst der Spanjaarden nog asymetrisch. Ter bestudering van culturele veranderingen ontwikkelde Herskovits het begrip ,,Cultuurfocus" (Herskovits, 1952, 164), waar- onder hij de dominerende belangstelling verstaat, die een volk voor een bepaald deel van zijn cultuur heeft. Die cultuurfocus richtte zich in het rijk der Mexica op het religieuze van hun beschaving, waarmee nauw de staatkundige en militaire organisatie was verbonden. Zij, die hierin de hoogste functies vervulden, genoten het meeste prestige en werden maatschappelijk het hoogst gewaardeerd. Men kan het een algemeen verschijnsel noemen, dat zij, die het meest bijdragen tot het in stand houden van het cultuurfocus, maatschappelijk het hoogst aan- geslagen worden. De werkzaamheden van de Pochteca waren echter van dusdanige aard, dat ze weinig in overeenstemming waren met het culturele ideaal, dat weliswaar aan het veranderen was doch nog niet overeenstemde met het levensdoel der Pochteca, namelijk zich verrijken. Hun cultuur- focus was hierdoor anders dan die van de overige leden van de Mexicaanse maatschappij, hoewel zij toch ten dele aan het culturele leven dier anderen trachtten deel te nemen, zoals bijvoorbeeld bleek uit hun deelneming aan het Panquetzalitztli-feest, waarbij zij slaven offerden. Moore merkt op, dat het idee om de materiele consumptie te ver- groten, geen universeel verschijnsel is, doch een fenomeen, dat betrek- kelijk zeldzaam voorkomt (Moore, 1951, 305). Daar deze activiteit naar onze mening nu juist de cultuurfocus der Pochteca was, plaatsten zij zich enigszins buiten hun totale cultuur, die voor materiele ver- rijking weinig waardering bezat.

SLOTBESCHOUWING.

In de voorgaande hoofdstukken hebben wij getracht de lezer bekend te maken met het verschijnsel der Pochteca en deze klasse getoetst aan de veranderingen, die in het rijk der Mexica in de loop van hun geschiedenis zijn opgetreden.

Downloaded from Brill.com09/24/2021 05:37:28AM via free access DE OPKOMST VAN DE POCHTECA. 101

Bij de bestudering der Pochteca drong zich voortdurend de vraag aan ons op, of zij in zekere opzichten een parallel vormen met de Westeuropese bourgeoisie. Daar de opkomst van deze laatste klasse, ondanks het werk van Karl Marx en Max Weber en ondanks andere sociologische studies, nog steeds niet volledig verklaard is, hebben wij gemeend ons te moeten bepalen tot bestudering van de Pochteca in hun veranderende maatschappij, zonder naar voorwaarden te speuren voor de opkomst van handelsklassen in het algemeen. Het ontstaan en de aard van dergelijke klassen zijn naar onze mening tezeer gebonden aan de verschillende vormen, die de menselijke samenleving ons biedt.

W. F. L. BUSCHKENS

LITERATUUR Acosta Saignes, Miguel 1945 Los Pochteca. Ubicacion de los Mercaderes en la Estructura Social Tenochca. Mexico D. F. Juni 194S in: Acta Anthrapologica, Deel 1, 1945, nr 1. Barber, Bernard 1957 Social Stratification. New York 1957. Bierstedt, Robert 1957 The Social Order, New York 1957. Chapman, Anne M. 1957 Port of Trade Enclaves in Aztec and Maya Civilisations. In: Trade and Market in the Early Empires, ed. by Karl Polanyi e.o. Page 114_1S4. Illinois 1957. Cook, Sherburne F. and Simpson, Lesley Byrd 1948 The population of Central Mexico in the Sixteenth Century. In: Ibero Americana 31. Univ. of California Press 1948. Cook, Sherburne F. 1949 Soil Erosion and Population in Central Mexico. In: Ibero Americana34. Univ. of California Press 1949. Dalton, George 1961 Economic Theory and Primitive Society. In: American Anthropolo- gist, Vol. 63, nr 1, Febr. 1961. Diffie, Bailey W. 1947 Latin American Civilisation. Harrisburg, P. A., 1947. Francis, E. K. 1957 Wissenschaftliche Grundlagen Soziologischen Denkens. Dalp-Taschen- bticher. Bern 1957. Garibay, Angel Ma. 1958 Veinte Himnos Sacros de los Nahuas. Los recogio de los nativos Fr. Bernardino de Sahagiin, Franciscano. Los publica en su texto, con version, introduction, notas de comentario y apendices de otras fuentes por A. M. Garibay. Universidad Nacional Autonoma de Mexico Instituto de Historia: Semenario de Cultura Nahuatl, Mexico 1958.

Downloaded from Brill.com09/24/2021 05:37:28AM via free access 102 W. F. L. BUSCHKENS.

Herskovits, Melville J. 1952 The Processes of Cultural Change. In: The Science of Man in the World Crisis. Edited by Ralph Linton. Kirsten, Ernst 1956 Raum und Bevolkerung in der Weltgeschichte. In: Bevolkerungs- Ploetz, deel I, A. G. Ploetz Verlag, Wurzburg 1956. Kohler, J. 1924 El Derecho de los Aztecas. Mexico 1924. Krickeberg, Walter 1956 Altmexikanische Kulturen. Berlin 1956. Linton, Ralph 1936 The study of Man, New York 1936. Maclver, R. M. en Page, Charles H. 1959 Society. An Introductory Analysis. London 1959. Molins Fabrega, N. 1954 El Codice Mendocino y la Economia de Tenochtitlan. In: Revista Mexi- cana de Estudios Antropologicos, afl. XIV, eerste deel, Mexico D. F. 1954—'55. Moore, Wilbert E. 1951 Industrialization and Labor, Social Aspects of Economic Development, Ithaca and New York 1951. Peterson, Frederick A. 1959 Ancient Mexico. An introduction to the Pre-Hispanic Cultures. London 1959. Robertson, Donald 1959 Mexican Manuscript Painting of the Early Colonial Period. New Haven 1959. Schultze Jena, Leonhard 1952 Gliederungen des Alt-Aztekischen Volks in Familie, Stand und Beruf. Aus dem Aztekischen Urtext Bernhardino De Sahagun's iibersetzt und erlautert von Dr. Leonhard Schultze Jena. Stuttgart 1952. Soustelle, Jacques 1955 La Vie Quotidienne des Azteques a la Veille de la Conquete Espagnole. Librarie Hachette, 1955. 1956 Note sur certains aspects psychologiques de la societe Mexicaine au debut du XVIe siecle. In: Proceedings of the thirty second international congress of Americanists, Copenhagen 1956. Vaillant, George C. 1956 The of Mexico. Penguin Book — Pelican Books serie A 200, Bungay, Suffolk 1956.

Downloaded from Brill.com09/24/2021 05:37:28AM via free access