Een Zeeheld Tussen Lof En Laster De Waardering Van Isaac Sweers (1622-1673)
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Een zeeheld tussen lof en laster De waardering van Isaac Sweers (1622-1673) Marisa Debisarun Studentnummer: 10164111 Universiteit van Amsterdam Geschiedenis Masterscriptie Gouden Eeuw Begeleider: mw. dr. D. H. van Netten Tweede lezer: dhr. dr. J. Jansen 14 april 2020 De Roofzucht laat zich van geen vryezee bepaalen. Hier is voor ons of lof of laster te behaalen. Men krijgt geen lof dan door een onversaagdetocht. Wy hebben ’t lijf, tot dienst der zee, aan ’t Landt verkocht. Wie ’t lijf verkoopt moet zich in doodtsgevaar begeeven. Wy moeten winnen of voor ’t Recht van Neêrlandt sneeven. Wie eedelmoedig sterft zal leeven na zijn doodt. Maar wie voor vyandt wijkt, uit vrees voor zwaardt en loodt, Heeft voor het zwaardt en loodt van ’t Staatsch gerecht te vreezen. Wie krijgsdeugdt loont, moet ook met straf gewapent weezen.1 Jan Vos, Scheepskroon der Zeehelden van de Vrye Neederlanden (1666) pagina 121, regels 6-15. 1 Jan Vos, Alle de gedichten van den vermaarden Poëet Jan Vos, deel II. (Amsterdam 1671) 119-132, aldaar 121. 2 Inhoud Inleiding 4 1. ‘Kloek van hert’. Sweers in historiografisch perspectief 8 Journaals 10 Historiografie 12 Zeeheldencultus 14 2. ‘Houwde vrokken’. Beschuldigingen na de Tweede slag bij Schoneveld 18 Het conflict 19 Verklaringen 20 Verhoudingen op de vloot 23 Persoonlijk leed 25 3. ‘’t is Sweers: en dat ’s genoeg geschreven’. De representatie van Sweers in nieuws en opinie 29 Kranten en nieuwsbrieven 29 Pamfletten en poëzie 32 Zeekroon: het schip leert schimpers swijgen 37 4. ‘Een voorbeeld om na te volgen’. De representatie van Sweers in beeld en monument 42 Grafmonument 43 Functie 48 Omgeving 50 Portretten 52 Conclusie 58 Bijlage I: Gedichten 64 Bijlage II: Inscriptie 71 Literatuurlijst 72 3 Inleiding In de zeventiende eeuw beleefde de marine haar hoogtijdagen. In talloze zeeslagen, expedities en maar liefst drie zeeoorlogen tegen Engeland werd gestreden voor de handelsbelangen en de vrijheid van de Republiek. Mede dankzij de ‘gouden generatie’ mariniers werden veel successen behaald, waar met name Michiel de Ruyter vandaag de dag nog steeds om wordt geroemd. Een tegenwoordig minder bekende zeeman die in deze bevlogen tijd carrière heeft gemaakt en opklom tot viceadmiraal is Isaac Sweers. In 1649 monsterde hij aan bij de Amsterdamse admiraliteit. Dit was het begin van een avontuurlijke en succesvolle loopbaan. Tot zijn dood in 1673 vocht hij mee in een groot aantal belangrijke zeeslagen van de Engelse Zeeoorlogen die in het derde kwart van de eeuw werden gevoerd. Ook kruisen op de Middellandse Zee, expedities naar de Sont en de beroemde AAA tocht onder Michiel de Ruyter behoren tot zijn curriculum. Ondanks Sweers’ uitzonderlijke staat van dienst is zijn goede naam tijdens de Derde Engelse zeeoorlog (1672-1674) in opspraak geraakt. Luitenant-admiraal Cornelis Tromp beschuldigde hem na de slag bij Schoneveld, die op 14 juni 1673 plaatsvond, officieel van plichtverzuim. Tijdens de krijgsraad meldde Tromp dat Sweers zich afzijdig had gehouden tijdens het gevecht en daardoor zijn collega’s moedwillig in de steek had gelaten. Sweers, die zich van geen kwaad bewust was, verdedigde zich fel en het scheelde niet veel of de heren waren elkaar aangevlogen.2 Sweers’ vermeende laffe gedrag, waarop zware straffen stonden, valt moeilijk te rijmen met de glansrijke carrière die hij tot dat moment had doorlopen. In deze scriptie onderzoek ik wat er is voorgevallen tussen Sweers en Tromp en hoe dit conflict in de media werd besproken. Hebben de beschuldigingen de reputatie van Sweers beschadigd? En wat betekende een verdenking van lafheid voor een zeeheld in deze periode? Sweers zelf nam het voorval hoog op en gaf zowel in zijn journaal als in brieven te kennen dat hij verontwaardigd en gekwetst was. In een brief naar stadhouder Willem III, ondertekent op 24 juni 1673, schreef Sweers dat hij zich gedragen had zoals het ‘een eerlijck soldaet betaemt’ maar door Tromp was bejegend ‘als een der infaemste poltrons’.3 Meer dan twintig jaar had hij als kapitein, schout-bij-nacht en viceadmiraal de staat gediend zonder een smet op zijn naam te krijgen. Hij was duidelijk bang dat zijn zorgvuldig opgebouwde reputatie teniet gedaan zou worden. Hij verzocht de prins om niet toe te staan dat hij ‘voor de gemeene man voor infaem geacht en gereputteert’ zou worden en de zaak te disponeren. Willem III, de beschermheer van aanklager Cornelis Tromp, besloot anders en stelde een onpartijdig onderzoek uit tot na de zeecampagne.4 Een uitspraak in deze kwestie is er nooit gekomen: tijdens de eerstvolgende vijandelijke ontmoeting sloeg het noodlot toe. Op 21 augustus 1673 raakte Sweers bij Kijkduin in een hevig 2 J. Bruijn, De oorlogvoering ter zee in 1673 in journalen en andere stukken (Groningen 1966) 123. 3 Nationaal Archief, Den Haag, Admiraliteitscolleges XXVI Sweers, 1647-1722, nummer toegang 1.01.47.16, inventarisnummer 19, fo. 110. 4 R. Prud’homme van Reine, Sweers. Een zeevarende familie in de zeventiende eeuw (Leiden 1985) 70. 4 gevecht met de Engelse viceadmiraal Kempthorne. Na een uur strijd te hebben geleverd werd Sweers dodelijk getroffen door een 24 pondskogel ‘en ten deele in flentere geschooten’.5 Sommige bronnen melden dat hij in zijn buik werd geraakt, andere dat zijn benen en halve gezicht werden weggeschoten.6 Zwaargewond werd hij naar zijn kajuit gebracht, waar hij te horen kreeg dat zijn rivaal op de vlucht was geslagen. Hierop blies hij zijn laatste adem uit, aldus Isaac Sweers junior, die het scheepsjournaal van zijn vader heeft geordend en aangevuld. Sweers’ heroïsche dood was niet tevergeefs: de vloot behaalde een belangrijke, strategische overwinning. Het dreigende gevaar voor de Republiek – een inval van zowel Engeland als Frankrijk – was geweken. Sweers angst voor gezichtsverlies lijkt werkelijkheid te zijn geworden, althans in de literatuur wordt vermeld dat Tromp Sweers’ carrière en reputatie voorgoed zou hebben beschadigd. Zo schrijft Gerben Hellinga in Zeehelden (2006) dat Sweers de functie van luitenantadmiraal, de hoogste functie als vlagofficier, definitief zou hebben gekregen als hij niet was beschuldigd.7 Ook heeft Sweers nooit postuum eerherstel gekregen. Maar deze zelfde auteur schrijft ook dat de Staten-Generaal zich destijds niets van de aanklacht aantrok: Sweers kreeg een begrafenis en een prachtig grafmonument op kosten van de overheid.8 Ook De Ruyter, Nederlands meest geprezen zeeheld, zou partij hebben gekozen voor Sweers en dit in brieven aan de autoriteiten hebben laten weten.9 Er klonken dus destijds zowel positieve als negatieve stemmen over de viceadmiraal. De ‘eerkwestie’ leidde tot verschillende reacties, meningen en aannames over het gedrag en de reputatie van Sweers. Volgens dichter O.J. Coopman zouden Sweers daden nooit op waarde geschat. Hij opende in 1673 een lofdicht met de woorden: ‘Dit ’s Sweers, wiens Krijgslof noyt is na waerdy verbreyt’, waarmee hij de verdeeldheid tussen lof en laster benadrukt.10 Hij bezingt de lof en heldendaden van Sweers, maar beaamt tegelijk dat dit niet door iedereen werd gedaan. Om te achterhalen hoe Sweers door de tijd heen is gewaardeerd kijk ik naar de manier waarop hij in de historiografie aan bod is gekomen, maar ook naar de manier waarop contemporaine actoren zoals collega’s, de Staten-Generaal, dichters en verslaggevers zich hebben geuit over de viceadmiraal. Hoe reageerde men op de beschuldigingen? Welke informatie werd over het conflict verspreid en via welke media? En wat zeggen objecten zoals zijn grafmonument en portretten over zijn waardering? Het verloop van zeeslagen en het gedrag van zeehelden werd in allerlei zeventiende-eeuwse media zoals nieuwsberichten, pamfletten en gelegenheidsgedichten nauwgezet gevolgd. Alle ogen waren, soms letterlijk, gericht op de staatse vloot. Voor de kust bij Kijkduin had zich op 21 augustus 1673 een menigte gespannen toeschouwers verzameld.11 De Staatse vloot nam het in deze slag, die de 5 Bruijn, De oorlogvoering, 153. 6 R. Prud’homme van Reine, Zeehelden (Amsterdam 2005) 118-119. 7 G. Hellinga, Zeehelden. Nederlands trots overzee in de gouden eeuw (Zutphen 2006) 127. 8 Hellinga, Zeehelden, 132. 9 Prud’homme van Reine, Sweers, 69. 10 D. F. Scheurleer, Van varen en van vechten. Verzen van tijdgenooten op onze zeehelden en zeeslagen, lof- en schimpdichten, matrozenliederen, deel II 1655-1678 (Den Haag 1914) 476. 11 Prud’homme van Reine, Zeehelden, 7. 5 laatste zou zijn van de Derde Engelse zeeoorlog op tegen een veel sterkere tegenstander.12 Frankrijk en Engeland hadden hun vloten verenigd en probeerden via zee hun troepen aan de Hollandse kust te zetten. Wie de strijd niet kon zien kon hem wellicht horen: elf uur lang klonk in een groot gedeelte van Noord-Holland onophoudelijk kanongebulder.13 Dankzij het tactische inzicht van De Ruyter en de ervaring van zijn officieren behaalden de Nederlanders bij Kijkduin de overwinning. Het voortbestaan van de Republiek was dankzij deze vloot gewaarborgd. Door de cruciale rol die de vloot in de Republiek vervulde ontwikkelde zich in de loop van de zeventiende eeuw een zeeheldencultus. Vlagofficieren die zich in de strijd hadden bewezen, zoals Maerten en Cornelis Tromp, Witte de With, Jan van Galen, Johan Evertsen en uiteraard Michiel de Ruyter werden gezien als idolen. Hun lof werd geprezen in schilderijen, prenten, tekeningen en gedichten. Ter ere van een overwinning ontvingen ze medailles, sabels en gouden en zilveren bekers. Sommigen kregen een staatsbegrafenis en een marmeren praalgraf. Hun heldenstatus steeg bijna tot mythische proporties. Ze werden aanbeden zoals dat nu ook wel bij popsterren en topsporters voorkomt. Bij thuiskomst werden ze soms wel door duizenden mensen vreugdevol onthaald.14 Straatnamen herinneren ons vandaag de dag nog steeds aan deze populariteit. Sweers heeft de tand des tijds niet zo succesvol doorstaan als sommige van zijn collega’s. Behalve de woonachtigen op de Sweerslaan in Hilversum of de Sweersstraat in Nijmegen zullen weinig mensen tegenwoordig nog van zijn naam hebben gehoord, ondanks zijn rang als vlagofficier, zijn indrukwekkende prestaties in de vele zeeslagen en zijn grafmonument in de Oude Kerk te Amsterdam.