Dorp Zuid-Beijerland
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
DORP ZUID-BEIJERLAND Gemeenteraad Korendijk Postbus 3780 3265 ZG Piershil Zuid-Beijerland, 28 januari 2015 Geachte leden van de raad, Betr.: Zienswijze op de Brede MER Windturbines Korendijk door de bureaus Tauw en Ecofys in opdracht van de gemeente Korendijk De Dorpsvereniging Zuid-Beijerland i.o. dient de volgende zienswijze in met betrekking tot zowel de totstandkoming als de uitkomsten van bovengenoemde vrijwillige Brede MER. 1. Verstrengeling en botsing van belangen Eneco Ecofys is een volle dochter van Eneco. Eneco heeft grote belangen als het gaat om de keuze van locaties voor het winnen van windenergie. Een onderzoeksbureau behoort altijd onafhankelijk te zijn. Bovendien was het bekend dat Eneco in onderhandeling was en is met diverse grondeigenaren in de gemeente Korendijk, terwijl de eigenaar van locatie 50 in de polder Klein Piershil sinds jaar en dag concrete afspraken heeft met een andere energieleverancier. Vanwege de aantoonbare belangenverstrengeling en ‘clashing interests’ had Ecofys deze opdracht niet mogen uitvoeren. 2. Onprofessionele en eenzijdig gestuurde aanzet tot het onderzoek Tijdens twee voorlichtingsavonden voor de bewoners van Korendijk werd een soort Idols-verkiezing gehouden om ‘dé bevolking’ ‘de beste locatie’ buiten de door de provincie Zuid-Holland aangewezen locatie 50 te laten kiezen. Er waren vrijwel uitsluitend bewoners van Nieuw-Beijerland en Piershil aanwezig, aangevuld met door de gemeente uitgenodigde bewoners van de overkant van het Spui, allen tegenstanders van locatie 50. Voor de bewoners van de andere kernen in de gemeente Korendijk had aanwezigheid geen prioriteit, omdat zij meenden geen ‘gevaar’ van windturbines te duchten te hebben vanwege de provinciale aanwijzing van locatie 50. Van een evenredige vertegenwoordiging vanuit de gehele Korendijkse bevolking was geen sprake. Bovendien zijn de meeste inwoners niet geëquipeerd om een afgewogen keuze te maken, omdat zij niet of nauwelijks bekend zijn met de gebieden buiten hun eigen woonplaats. ‘Not in my back-yard’ was troef. De verkiezing was populistisch, onprofessioneel en niet representatief, maar de uitkomsten waren wel de eerste aanzet voor de Quick Scan. Dit gold ook voor de enquête die tegelijkertijd is gehouden. Die voldeed niet aan de professionele eisen die aan een deugdelijke opiniepeiling worden gesteld, en de enquête was niet representatief voor de bevolking van de gemeente Korendijk. 1 3. Eenzijdige samenstelling Stakeholderspanel Eén van onze leden is op uitnodiging van de gemeente Korendijk toegetreden tot het Stakeholderspanel. Hij heeft gerapporteerd dat zowel de bewonersavonden als de enquête van tevoren tot discussie in het panel hebben geleid, maar dat de op- en aanmerkingen die in het panel zijn gemaakt om beide peilingen zo objectief mogelijk te maken, niet of onvoldoende zijn meegenomen. Ook het Stakeholderspanel was eenzijdig samengesteld. Het panel bestond voornamelijk uit activisten uit Piershil en Nieuw-Beijerland, waardoor een inhoudelijke en objectieve discussie over de door Tauw en Ecofys geleverde documenten erg moeilijk was. Het doel van het Stakeholderspanel: waarborgen van een objectief en degelijk opgezet onderzoek naar de minst slechte locatie voor windturbines in de gemeente Korendijk was hiermee niet gediend. 4. Rol gemeente Onze conclusie is dat tijdige en adequate voorlichting aan alle inwoners noodzakelijk is, en dat het vanzelfsprekend is dat bestuurders en raadsleden zich vroegtijdig op de hoogte stellen van wat er onder alle delen van de bevolking en in alle kernen leeft, maar dat inspraak via formele kanalen en procedures behoort plaats te hebben. Ook is het niet verstandig als raadsleden zich gedragen alsof zij tot de aanhang van welke actiegroep dan ook behoren. 5. De studielocaties zijn een politieke keuze en niet bepaald door een onafhankelijk onderzoek, zoals de bedoeling heette te zijn Uit de Notitie Reikwijdte & Detailniveau blijkt dat de gemeenteraad vooruitlopend op het ‘onafhankelijke en deskundige’ onderzoek zelf al de te onderzoeken studielocaties heeft geselecteerd. Die locatiekeuze is politiek bepaald, maar niet met feitelijke onderzoeksgegevens onderbouwd. Dit houdt ook in dat de afgevallen locaties niet verder zijn onderzocht. Bovendien valt niet uit te leggen dat de door de provincie aangewezen lijnopstelling op locatie 50 niet is onderzocht, terwijl de gemeente de provincie verwijt dat haar aanwijzing van locatie 50 ‘onvoldoende gemotiveerd is genomen, zonder dat een locatieafweging heeft plaatsgevonden’. 6. Subjectieve aanpassing en toepassing van de onderzoekscriteria Een aantal van de studielocaties voldoet niet aan de randvoorwaarden die voor de Hoeksche Waard zijn gesteld. Zo mag de openheid van de polders in de Hoeksche Waard niet worden aangetast, en dienen windturbines in lijnopstelling langs de randen van het eiland te komen. (Nota’s Windenergie en Nationale Landschappen, 2011 en Visie Ruimte en Mobiliteit, 2014). Ook zijn reguliere belemmeringen, zoals die van Natura 2000-gebieden, onder druk van de tegenstanders van locatie 50 gewijzigd van ‘hard’ naar ‘zwaar’. Het is onwetenschappelijk dat voor de meeste criteria dezelfde wegingsfactor is gehanteerd. Ook is niet duidelijk waarop de wegingsfactoren zijn gebaseerd. Meting van achtergrondgeluid is zowel op locatie E als op locatie F weldegelijk nodig, aangezien beide locaties in de geluidszone liggen van de rijksweg A29. 7. Gebrek aan kwaliteit en objectiviteit van het onderzoek Het enige doel van deze vrijwillige Brede MER is om de besluiten van de provincie Zuid- Holland inzake de locatiekeuze in de gemeente Korendijk te beïnvloeden. Door de haast die was geboden om de provincie zo snel mogelijk een alternatieve voorkeurslocatie te kunnen voorstellen, is de kwaliteit van het onderzoek aan de snelheid ondergeschikt 2 gemaakt. Ook de in punt 5 en 6 genoemde keuzes vooraf, aanpassingen en omissies hebben de kwaliteit en objectiviteit van het onderzoek negatief beïnvloed. 8. Het project Swaneblake wordt gebruikt om de windturbines uit de polder Klein Piershil te houden, zonder dat er zekerheid is of en hoe dit plan wordt gerealiseerd. Het is onjuist dat in de MER gesteld wordt, dat de provincie de gemeente heeft overvallen met de aanwijzing van een lijnopstelling langs het Spui in de polder Klein Piershil. Al vanaf 2006 (2de editie Nota Wervel) is duidelijk dat de provincie locatie 50 gewenst vond. De gemeenteraad is eerder zelfs formeel accoord gegaan met de aanwijzing van de lijnopstelling op locatie 50 door de provincie Zuid-Holland. Omdat in de polder Klein Piershil op papier een groot gebied is gereserveerd voor het project Swaneblake zijn in het resterende polderdeel de gevolgen van een clusteropstelling onderzocht, locatie G genoemd. Swaneblake bevindt zich na jaren nog steeds in de ontwerpfase. Of en hoe dit plan ooit wordt uitgevoerd is onzeker. Bovendien heeft de initiatiefnemer de omvang van het plan inmiddels al tot de helft teruggebracht. Desondanks is geweigerd in dezelfde polder de lijnopstelling langs het Spui (locatie 50) te onderzoeken, en derhalve kunnen geen onderzoeksresultaten met locatie G vergeleken worden. Van de aangekondigde objectieve en eerlijke vergelijking van locaties is op deze manier geen sprake. Doordat locatie G dichter bij het dorp Nieuw-Beijerland is gesitueerd dan locatie 50 en door de wijdere uitstraling van een clusteropstelling zijn de effecten voor de omgeving vanzelfsprekend groter. Het is dan ook niet verwonderlijk dat locatie G op de punten geluid, slagschaduw en landschap het slechtste scoort. 9. Kernkwaliteit ‘openheid van de Hoeksche Waardse polders’ wordt aangetast Bij de aanwijzing van locatie E in de polder Klein Zuid-Beijerland als ‘beste locatie’ is volledig voorbijgegaan aan het feit dat de openheid van de polders overal elders in Hoeksche Waard gerespecteerd wordt, omdat die openheid tot de kernkwaliteiten van ons nationaal landschap behoort. Het kan niet zo zijn dat er één polder in de Hoeksche Waard is, waar middenin en zichtbaar van alle kanten windturbines staan. In alle eerdere beleidsnota’s van hogere overheden wordt gesteld dat windturbines aan de randen van het eiland geplaatst dienen te worden, teneinde de openheid van de polders te sparen en de oevers te accentueren. Ook de turbines op locatie F staan binnendijks middenin het smalle oostelijke einde van de langgerekte schaalvormige Eendragtspolder en niet aan de oever. Zij vormen geen lijn met de rij bestaande kleine molens in de Westerse Polder te Numansdorp, die wel aan de oever langs het Haringvliet staan. De 180 meter hoge turbines vormen hier een buitenproportionele en vanuit het westen van verre zichtbare inbreuk op de openheid van de polder. 10. Er is voorbijgegaan aan bestaande cultuurhistorische waarden en normen voor het nationaal landschap Bij locatie E wordt de buurtschap Zuidzijde niet genoemd, terwijl dit nederzettingslint de polder Klein Zuid-Beijerland aan de noord- en westkant begrenst. Het dijklint is in de 16de eeuw ontstaan en wordt in provinciale en regionale cultuurhistorische waardenkaarten hoog gewaardeerd. Voor locatie F wordt niet onderkend dat zich langs de schaalvormige, oost-west gerichte Eendragtspolder vrijwel aaneengesloten lintbebouwing uitstrekt, vanaf ‘het Scheid’ met Numansdorp tot aan de grens met Piershil. Daarmee is Zuid-Beijerland het langste dijkdorp van de Hoeksche Waard, dat een eenheid vormt met de aanliggende 3 Eendragtspolder, waarop alle dijkhuizen hoog en vrij uitzicht hebben. De korte doorzichten van dijk tot dijk en het uitzicht over de buitendijkse