Utopie-serie

Gepubliceerd in Trouw op 31-12-2016

Auteurs: Romana Abels en Hans de Bruijn

Communicatiewetenschapper Romana Abels (1969) is politiek redacteur van Trouw.

Bestuurskundige Hans de Bruijn (1962) schrijft wekelijks de rubriek 'Framing' .

Romana Abels en Hans de Bruijn doen verslag vanuit Utopie Nederland anno 2023, na zes jaar alleenheerschappij door VVD, SP, CDA of PVV. Is het goed wonen in hun prachtige nieuwe wereld?

Let op: Alle personages, gebeurtenissen, plaatsen en entiteiten zijn fictief en verhouden zich op geen enkele manier tot de huidige werkelijkheid van bestaande personen, gebeurtenissen, plaatsen of entiteiten.

Utopie VVD ...... 2 Utopie SP ...... 5 Utopie CDA ...... 9 Utopie PVV ...... 13

Utopie VVD Eindelijk die grauwsluier weg

Milieu

René Leegte kiest voor innovatie

René Leegte denkt er nog wel eens aan, 'Loos Leegte', was de slogan. Milieuminnend Nederland was woest geweest toen premier Rutte hem, de conservatieve ijzervreter, benoemde tot minister van milieu. Een 'provocatie van Trumpiaanse omvang', noemde het.

Hij is nu zes jaar verder, en René Leegte kijkt in Elsevier naar de lijst van populaire ministers van het kabinet- Rutte IV. Hij staat tweede. 'Straalt dynamiek uit, is altijd op zoek naar mogelijkheden', is het commentaar van de journalist. Show not what has been done, but what can be, las hij als puber in 'De Naam van de Roos' van Umberto Eco. Hij zei het onlangs in een interview, waarin hij ook vertelde over een zweverige buurvrouw.' Voor iedere deur die dichtgaat, opent zich een andere', had ze hem voorgehouden. Destijds had hij het twee keer kul gevonden, nu zijn het zijn motto's.

Premier Rutte houdt hem vaak voor wat een verademing het voor veel mensen is, de lijn-Leegte. Al was het alleen al omdat het aantal beleidsmaatregelen met een factor 20 is gereduceerd. De redenatie van Leegte is simpel: de overheid verstrekt geen subsidie voor zon en wind. Als die niet uit zichzelf concurrerend zijn, dan moet de techniek beter. Innovatie is key, houdt hij de windboeren voor.

En dan de kolen. Hij was nog niet aangetreden of hij had het besluit van Kamp om de energiecentrales te sluiten de nek omgedraaid. Als die dicht moeten, smijt je miljarden euro's over de balk. En waarom? Steenkool is geen schaars goed. Als landen de kolen niet meer afnemen omdat ze centrales sluiten, gaat de prijs omlaag en zal de vraag dus alleen maar toenemen. "Wie per se wil sluiten, is dogmatisch." Leegte houdt niet van dogmatiek. "Met kernenergie kopen we tijd", zegt hij vaak. Fossiele brandstoffen en kernenergie handhaven we als 'tussenoplossing' - zolang de energievoorziening nog niet duurzaam is.

René Leegte koos in de strijd tegen de opwarming een andere approach route: die van technologie en ondernemerschap. Er zijn er die het visieloos noemen, maar hij vindt het een dijk van een visie: jaag de economie aan, geef jonge tech-ondernemers alle ruimte, en er ontstaan innovaties - ook innovaties die meer duurzaamheid brengen. En dat verwijt over zijn gebrek aan moreel leiderschap: Leegte heeft het liever over leadership at all levels. Ook bottom-up. Hij ziet dat het werkt. Hoe minder Den Haag doet, hoe meer het bedrijfsleven initiatief neemt. Dus reikt minister Leegte prijzen uit voor groene innovaties, organiseert hij beurzen en is voortdurend aan de technische universiteiten te vinden.

Gisteren, voor een spreekbeurt op een congres op de TU Twente, zag hij superkleine windmolentjes die evenveel megawatt opleveren als de kolossen van tien jaar geleden. "Gelukkig zijn we nooit gidsland geweest als het om windmolens gaat", zei hij in zijn toespraak. "We hebben gewoon gewacht tot er heel innovatieve molens waren. Daardoor hebben wij nu de modernste molens en de gidslanden de oude meuk."

Hij blijft graag dicht bij zichzelf. Gisteren in had hij het ook over zijn nichtje Annika van zeventien, die een tussenjaar heeft. Deze week ademt ze ijle lucht in Cusco, de vorige danste ze de tango in Buenos Aires. Hij zei dat hij dat stoer vindt, ongelofelijk belangrijk - ze moet zich kunnen ontplooien, andere culturen leren kennen, haar individuele kracht leren ontwikkelen. Van Leegte mag Annika zich niet schuldig voelen over het vliegen, die duizenden mijlen. "We gaan echt niet minder luchtkilometers maken met elkaar", zegt Leegte. Dus moet technologie vliegtuigen schoner maken.

Hij kijkt nog eens naar de populariteitspoll. "Leegte maakt dat je zin hebt om te leven", schrijft Elsevier.

Chauffeur Evert kijkt graag op zijn beleggings-app

Zelfs Evert, de chauffeur van de minister van economie en onderwijs, Eric Wiebes, kijkt iedere ochtend naar zijn beleggings-app. Bijna altijd start hij dan lachend de wagen. Wiebes ziet dat niemand het meer kan ontkennen: de economie loopt werkelijk als een tierelier. Het kabinet heeft eenvoudigweg de klassieke VVD-receptuur ingezet: minder overheidsuitgaven, lagere belastingen, minder regels. "Het is even eenvoudig als vanzelfsprekend", zegt Wiebes graag.

Evert was zes jaar geleden een stuk minder vrolijk geweest. Een boze, witte man - het symbool van het nationale chagrijn in die tijd. Tegenwoordig hoor je daar niemand meer over. Het liberale beleid, ziet Wiebes aan Evert, heeft ook de hearts and minds van de mensen veranderd. Er hangt een sfeer van optimisme in het land - alsof het is ontdaan van een grauwsluier.

Dat doet hem denken aan de jaren tachtig, toen hij in Delft studeerde, zei hij onlangs in Zomergasten. Iedere docent, iedere hoogleraar had PvdA gestemd. Je hóórde links te zijn. Maar opeens waren daar Ronald Reagan en Margaret Thatcher, die ingingen tegen de waarheden van de elite. En het werkte. Er kwam economische groei. Meer werk. Meer welvaart. Minder bureaucratie. Het communisme werd ten grave gedragen. Het was een heel bijzonder gevoel voor de jonge Wiebes, 'alsof de geschiedenis hun gelijk gaf'. "Dat gevoel heb ik nu weer. Dat de werkelijkheid, de geschiedenis ons gelijk aan het geven is."

In het begin had hij kritiek gekregen: dat zijn liberale beleid de onderkant van de arbeidsmarkt in de steek liet. Daar moet een grote groep mensen het hebben van slecht betaalde 'rommelbaantjes' in plantsoenendiensten, in kassen en bij schoonmaakbedrijven. Zo kwam hij drie jaar geleden, in 2019, op televisie bij Humberto Tan in botsing met de Rotterdamse Tiny, een alleenstaande moeder die haar kinderen per telefoon opvoedde. "Die banen zijn er nu eenmaal", was Wiebes' verweer. "Wat belangrijk is, is dat Tiny er niet te lang in blijft hangen. Het moet een opstap zijn."

Daarom moet de economie groeien, zegt hij steeds. Voor Tiny. Het VVD-filmpje uit de campagne van 2021, waarin hij samen met Tiny optreedt, is een van de mooiste momenten uit zijn politieke loopbaan geweest. Tiny werkt inmiddels bij de Hema, dankzij haar opstapbaan.

Ook de kritiek dat de middenklasse te weinig profiteert van de economische groei, is verstomd. Onderwijzers en leraren die daarover nog bij hem klagen, stuurt hij steevast per kerende post de onderwijsbegroting toe - de complete 476 pagina's. Dat de salarissen in het onderwijs zijn gestegen, staat op pagina 62. Zeker als het gaat om goede leraren, mensen die hun vak verstaan. Die kunnen dankzij het bonussysteem een mooi salaris verdienen.

Zelf had hij zo'n leraar geschiedenis gehad, vroeger in Delft. Een kanjer. Een schril contrast met zijn lerares Frans, die futloos haar dagen uitzat. Ook dat is verleden tijd: nu kunnen slechte leraren binnen een jaar worden ontslagen.

Dat het tegenwoordige snelle ontslagrecht relatief veel leraren wis-, natuur- en scheikunde trof, leek even een probleem - maar het bleek een oplossing. Steeds meer scholen nemen voor de basics van deze vakken online onderwijs af - in die modules leggen de beste docenten van Nederland een vak uit. Zo zijn er in die vakken minder 'gewone' leraren nodig. Dat heeft het onderwijs goedkoper gemaakt, beter. En de leraren verdienen meer.

Er is maar één nadeel: steeds vaker worden leraren weggekocht door het bedrijfsleven. Het gebeurt zó vaak, dat het kabinet komend jaar de salarissen nog verder zal verhogen. Maar dat mag Wiebes nog niet zeggen, want dat komt pas op Prinsjesdag naar buiten.

'Kan niet bestaat niet', zegt de wethouder van de meest gemiddelde gemeente

"Ik kom graag onder de mensen", had wethouder Ad van Beek gezegd, toen hij in 2012 voor het eerst wethouder werd in zijn woonplaats. Dat is, ook al nadert hij nu de 80, nog altijd zo. Van Beek mag graag zijn hele zaterdag doorbrengen in 'Bij van Dongen', het nieuwe multifunctioneel activiteitencentrum. Vroeger heette zoiets 'buurthuis', maar dat was vóórdat men doorhad dat een ondernemer zo'n gebouw het best kan runnen. Voordat ze begrepen hadden dat een dorpstheater overdag kan worden gebruikt voor balletles, dat het inzamelpunt voor petflessen (nodig sinds de afschaffing van het statiegeld) er ook kan zitten, en het obesitas-spreekuur naast de snackbar. En de hennepkas die na de legalisering van cannabis op het dak is gebouwd, profiteert van restwarmte.

Ad van Beek eet er graag een broodje bal. Dan vertelt hij de mensen die op hem af komen dat hij doet wat hij kan, maar dat hij van hen óók iets verwacht. "Je kunt wel zeggen dat er veel overlast is van hangjongeren op het plein om de hoek, maar waarom meld je je dan niet aan voor de buurtwacht?" - zo zegt hij dat. Desnoods helpt hij een handje mee.

'Kan niet bestaat niet', zegt hij ook graag. Wilde iemand een hotel openen, of een winkel vanuit huis beginnen, dan was de reactie nooit meer 'nee'. Van Beek stuurde die mensen tegenwoordig door naar het 'ondernemersloket' op het gemeentehuis, waar ze méédenken in plaats van tegenwerken.

Zelf accepteert het college ook geen 'kan niet' meer. Dat hadden scholen jaren gezegd als gevraagd werd of 's middag de lokalen voor opvang gebruikt konden worden, dat had de katholieke basisscholen vaak gezegd over samenwerking met christelijke of openbare, over het delen van gebouwen en voorzieningen. Het kan dus wel.

In een democratie met coalities sluiten utopieën steeds compromissen. Maar wat zou er gebeuren als een partij de meerderheid zou krijgen en Nederland zonder gepolder omtovert in haar droomland?

Utopie SP

Eindelijk verlost van dat winstdenken

Buitenlandse zaken

Minister houdt Russen te vriend

Hij moet het beeld dat hij vloeiend Russisch spreekt nog wel eens corrigeren. 'Spasiba' kan hij zeggen, 'dankuwel', maar dat is dan ook echt alles. Op sociale media circuleert de mythe dat het SP-kader ooit werd opgeleid door de Russische geheime dienst. Van Bommels prima relatie met zijn Russische collega Lavrov geeft steeds nieuw voer aan dat even ongefundeerde als hardnekkige gerucht.

Dat geld van de Gelderse mensen, Gemmink geeft het ze terug

'Wat bespreekt Van Bommel met Lavrov?', kopte Nu.nl gisteren, alsof de ontmoeting in Moskou geheim was. Men vindt het nog altijd spannend, denkt hij, omdat zijn politiek nieuw is. Welk kabinet er na de Tweede Wereldoorlog ook zat, het buitenlands beleid was vrijwel altijd in lijn met dat van voorgaande kabinetten geweest. Maar met het aantreden van de SP-regering heeft Nederland radicaal de koers verlegd.

Nederland steunt geen 'vredesmissies' meer - voor Van Bommel was dat altijd al een eufemisme voor 'oorlogsmissies'. Geen onnodige wapenwedloop, geen 'Koude Oorlog 2.0', zoals van Bommel zegt. Zo is Nederland plots de grootste lastpost in de NAVO en de EU geworden. Nederland besteedt het minst van allen aan Defensie, terwijl Harry van Bommel er persoonlijk voor zorgde dat de EU-sancties tegen Rusland zijn afgeschaft.

"Wat hadden we eraan?", argumenteert hij. Sinds Oekraïne eieren voor zijn geld heeft gekozen en zich heeft aangesloten bij Ruslands Euraziatische Unie heeft Europa politiek en militair een zorg minder. "Ik wil alle kansen op de-escalatie met beide handen aangrijpen. De sancties treffen Nederlandse boeren en tuinders en de Russische economie. Niets is zo gevaarlijk als een land dat militair sterk is en economisch zwak'. Dat het de Navo-partners ergert dat hij regelmatig overlegt met Lavrov, neemt hij voor lief. In zijn lange politieke loopbaan is hij niet anders gewend.

Hij doet het nu al een jaar of zes zo, en afgezien van een enkele suggestieve kop op Nu.nl ziet Van Bommel dat zijn opvattingen steeds minder apart worden gevonden. Hij heeft ook nogal een positie verworven: binnen Europa heeft zijn goede verhouding met Rusland hem een belangrijke speler gemaakt. Dat levert Nederland regelmatig wat op: aandacht op zijn minst, maar inmiddels ook twee Europese Commissarissen - geen enkel ander land heeft dat.

Vanochtend duwde een voorlichter een opiniepeiling onder zijn neus. Van Bommel heeft even triomfantelijk gegrijnsd: zelfs het bedrijfsleven is tevreden met hem - de door de sancties getroffen bedrijven voorop, die klaagden al jaren dat die dwangmaatregelen averechts uitwerken. "De haviken in Europa en de Navo maken van alles een prestigekwestie", zegt Van Bommel vaak in interviews. "Ze blokkeren de autonome status voor het Russisch-sprekende deel van Estland alleen omdat het dan lijkt of Poetin gewonnen heeft."

Van Bommel denkt niet in termen van strijd, in winnen of verliezen. Voor hem telt vrede en ontspanning. Natuurlijk is veiligheid belangrijk, afschrikking is dat niet. Dus stopt Nederland minder geld in zijn leger maar meer in cybersecurity. Ook dat is Defensie, zegt Van Bommel graag, die het bedrijfsleven ook hierin op zijn hand heeft. Eerst verguisden ze hem, de Navo-partners, maar nu komen ze stuk voor stuk eens kijken. Volgende week komen de Duitsers, de week daarna de Belgen.

"Decennialang was het paradigma dat we Rusland tegemoet moeten treden met militaire kracht", zegt Van Bommel dan. "Het vindt zijn kiem in de jaren dertig. Toen was Europa onder-bewapend. De foute les daarvan is dat Europa nu over-bewapend moet zijn. Immoreel", zegt hij dan: "Het leidt alleen maar tot meer kans op een gewapend conflict."

Hij kijkt weer even naar de opiniepeiling. Het blijkt dat die opvatting vooral bij de jongere generaties snel terrein wint.

Onderwijs

The Van Dijk model vindt internationaal weerklank

Op internationale conferenties laat minister graag showcases zien van de nieuwe Nederlandse werkelijkheid. Hoe in de zorg en het onderwijs managers en professionals weer naar elkaar toe gegroeid zijn. Hoe bescheiden salarissen niet alleen een meer bescheiden aantal managers opleverde, ook een meer bescheiden soort. Hoe bleek dat het voor die nieuwe managers weer aantrekkelijk is om ook in het primaire proces mee te doen; menig rector staat één of twee dagen voor de klas. Hoe de terugdringing van het aantal managers de professionals dwong om zichzelf te organiseren en zelfsturende teams in te richten. Met het verdwijnen van de managers, is volgens Van Dijk ook het rendementsdenken verdwenen. En zo kan Van Dijk eindeloos doorgaan met het opsommen van de voordelen van wat in Europa The Dutch model of The Van Dijk model is gaan heten.

Zijn voorganger, , had het altijd over het 'studievoorschot' gehad. Kranten schreven 'leenstelsel'. Kamerlid was hij destijds. Van Dijk had het meteen een 'schuldenstelsel' gedoopt - omdat studenten moesten

lenen om te kunnen studeren. Nadat Jasper van Dijk minister van onderwijs was geworden had hij dat schuldenstelsel subiet afgeschaft. De beurs was terug - peperduur, maar op de begroting van Defensie was gelukkig een flink overschot dat kon worden overgeheveld.

Van Dijk vindt het belangrijk dat dit kabinet iets voor jongeren doet. Zo presenteert hij zichzelf ook: op zijn website zegt hij dat hij de minister is die het 'voor de rechten van jonge mensen' opneemt. Die 'jonge mensen de best mogelijke start wil geven'. Met zijn komst verdween de rekentoets uit het voortgezet onderwijs, de citotoets uit het basisonderwijs. Klassen werden kleiner en een vmbo-scholier kon na zijn examen zó door naar de havo. De onderwijsvakbonden waren lyrisch. "Het wordt weer vrolijk in de klas", zei de voorzitter van de Algemene Onderwijsbond.

Er was in die eerste dagen eigenlijk maar één probleem: vrolijkheid en Van Dijk, dat ging niet makkelijk samen. Als Kamerlid had hij twee onderscheidende kenmerken gehad: zijn nogal chagrijnige uitstraling en zijn altijd zwarte kleding. Het vergde zelfs enkele dramalessen, maar inmiddels heeft Van Dijk geleerd vrolijker te kijken.

Op zijn gezicht staat nu een permanente glimlach. Ook het zwart verdween - hij draagt nu hagelwitte overhemden - boordje open, mouwen opgestroopt. "Vorm en inhoud zijn één. Zijn beleid en zijn persoon zijn meer in lijn met elkaar", zei een actrice onlangs bij RTL Late Night.

Met die witte opgestroopte mouwen trok Van Dijk ook ten strijde tegen de managementsalarissen in het onderwijs. 'Een schande', noemde hij het, dat een 'personeelschef' - hij bedoelde een HR manager - evenveel verdiende als een universitair hoofddocent, een directeur marketing evenveel als een hoogleraar. Van Dijk verlaagde het hele loongebouw voor niet-wetenschappelijke functies. "Besturen is een vak", had de voorzitter van de vereniging van universiteiten gewaarschuwd. "Dit zal de kwaliteit van bestuur en management ernstig aantasten."

Maar nu, twee jaar later, hoor je daar niemand meer over. De woede die een paar jaar geleden nog door bestuurlijke Nederland had geraasd, lijkt verdwenen. Hij verzint het niet, Van Dijk haalt het uit een nieuw onderzoek van het SCP. Eigenlijk hoefde hij alleen naar de titel te kijken: 'De gelukkige Nederlander'.

Ondertussen in Gelderland

Gedeputeerde Gemmink rijdt op twee sporen

De dag dat Maurits Gemmink gedeputeerde werd, stond er een auto met chauffeur voor zijn huis in Ulft. Gemmink moest er heel hard om lachen. Nu hij eindelijk de kans had om het openbaar vervoer in Gelderland te verbeteren zou hij er zelf niet in gaan zitten? Nee, Gemmink ging lekker met de bus en de trein. Een uur langer inderdaad, maar dé manier om te zien waar hij het voor doet.

Welke provinciebestuurder had anders geweten dat reizigers op station Doetinchem geacht worden na acht uur 's avonds niet meer te hoeven plassen? Gemmink vond het dermate idioot dat hij ook dáár weer in lachen uitbarstte. 'U kunt de sleutel halen bij cafetaria Alexsander', stond er op het toilet, terwijl bezoek ook nog 50 cent kostte. Was Alexsander dicht of had hij geen kleingeld, dan zocht de reiziger het dus maar uit. Gemmink heeft er op dag twee een einde aan gemaakt - dat toilet is gewoon altijd open, zoals alle stationstoiletten in Gelderland dat nu zijn.

Maurits Gemmink heeft een fijne baan, vindt hij zelf. Dat komt doordat hij kan investeren. Het provinciebestuur heeft zichzelf toegestaan om de ruim 4 miljard die op de bank staat, te investeren in voorzieningen. Het is geld dat Gelderland verdiende met de verkoop van energiebedrijf Nuon aan het Zweedse Vattenfall. Geld van de Gelderse mensen, vindt de SP, dat terug moet naar de Gelderse mensen.

Dus wordt er op dit moment gewerkt aan een dubbel spoor tussen Didam en Arnhem en tussen Zutphen en Winterswijk. Er wordt gegraven in het buitengebied, omdat alle inwoners breedband internet zullen krijgen. Er verrijzen telefoonmasten in plaatsen als Beek en Halle, waar nog altijd amper bereik was. In trein en bus, trouwens gratis voor kinderen en ouderen, is prima internet.

Het is ook in zijn eigen belang, als fervent wandelaar. "Mijn vrouw en ik hebben elkaar leren kennen op de Vierdaagse in Nijmegen", vertelt Gemmink graag. "Maar sinds ik bestuurder ben, moeten ze me altijd kunnen bellen. Aan die eis kon ik niet voldoen als ik ging lopen in de Achterhoek." En met het internet in trein en bus kan hij onderweg net zo goed werken.

Gemmink spaart ook geld uit. Zoiets als de start van de Giro d'Italia komt er in zijn Gelderland niet meer in. "We geven graag geld uit voor sport. Maar liever aan buurvrouwen die samen gaan zwemmen of 's avonds een balletje trappen, dan aan een clubje proffietsers in een roze pakje."

Utopie CDA

Eindelijk is Nederland weer van ons allemaal landbouw

Laop en Lederhosen van minister Geurts

Niemand had in 2016 kunnen bedenken dat Jacques Geurts, het Kamerlid landbouw, zeven jaar later hét gezicht van het CDA zou worden. En toch was het achteraf heel eenvoudig. Het begon destijds aan tafel in 'De Wereld Draait Door', waar Geurts als Kamerlid met Yvon Jaspers aan tafel zat. 'Boeren zijn zulke pure en eenvoudige mensen', zei ze. Het bruggetje was snel gelegd naar Geurts, die naast zijn Kamerwerk bijna elke dag nog op de tractor zat. De boodschap: ook Jacques Geurts is een pure en eenvoudige man.

De mensen begrijpen dat je hen niet serieus neemt met het gemakzuchtige verhaal

'Geurts is geen boodschap, Geurts is een gevoel', zei een GroenLinks Kamerlid onlangs. Hij bedoelde het als een verwijt, maar Geurts vatte het op als compliment. Het is dus gelukt. Want inderdaad: vanaf dat moment in 2016 was hij aan het bouwen gegaan aan een gevoel. Een puur, eerlijk, betrokken gevoel. Vanuit het eenvoudige imago was het zó veel makkelijker de CDA-boodschap te verkopen dan vanuit dat van de CDA-bestuurder.

"Nederland heeft de modernste landbouw ter wereld", zei Geurts met een wat aangezet accent, zodat het leek alsof hij dat niet oplas uit het verkiezingsprogramma. "We moeten onze landbouw koesteren. Ik vind dat - sterker, we hebben de morele plicht dat te doen. De wereld heeft steeds meer monden die moeten gevoed. Zonder de Nederlandse kennis en technologie gaat dat niet."

Geurts vertelt het altijd net iets anders, maar in de essentie legt hij steeds weer de link tussen traditie, vaderlandsliefde, de hardwerkende boer en de moderne technologie. Pas na een paar jaar wees iemand hem erop dat de Beierse CSU met dezelfde mix furore maakte: 'Laptop und Lederhose', heette de strategie daar die de moderne mens koppelde aan de traditionele, de stad aan het platteland, de hoger opgeleiden aan de lagere.

Als minister houdt Geurts wekelijks spreekuur op zijn boerderij. Het is een oude CDA-traditie, die hij in ere heeft hersteld. Aan zijn keukentafel ontvangt de veehouder-minister mensen, soms zelfs in overall. "Ik ben minister voor de mensen" zegt hij, niet andersom. Dus kan iedereen met vragen en problemen langskomen. Na afloop van het gesprek slaat hij direct aan het telefoneren om ze op te lossen.

Jaren had hij zich laten voeden met CDA-opvattingen. Hij kon ze dromen: rentmeesterschap, gespreide verantwoordelijkheid, publieke gerechtigheid, maatschappelijk middenveld. Mooie woorden, maar nogal abstract. "Dat interesseert de mensen echt niet. We moeten ze laten zien wie we zijn", zei hij graag op partijbijeenkomsten. "Dat we naast de mensen staan, dat iedereen elkaar een beetje helpt."

In het Agrarisch Dagblad zei hij zelfs "Ik heb een hekel aan politieke ideologieën, aan politici die alles zeker weten." Ook bij het CDA had hij die te veel gezien. "Je leeft maar kort, je leeft met elkaar en dus moet je proberen het samen zo goed mogelijk te maken."

Hij was er op gevoel mee begonnen en ging er op gevoel mee door. Maar het gevoel van Jacques Geurts bleek het gevoel waar Nederland naar snakte.

Premier

Premier Van Toorenburg en de ranglijst

Ze zal nooit toegeven dat ze het liever nooit gezegd had. Dat het fout was om te zeggen dat Nederland in de topvijf terecht moest komen. Premier was nota bene nog gewaarschuwd: , Commissaris van de Koning in Zuid-Holland, had het ooit op een ansichtkaart geschreven: "Maak je ambities nooit te concreet." Van Toorenburg had het opgevat als valse vrouwenraad - totdat einde dit jaar weer de lijstjes kwamen. De rankings, zeggen haar ambtenaren.

Nederland staat meestal wel in de toptien, maar vrijwel altijd op de zesde of zevende plaats.

• Basisonderwijs? Op 6. • Universitair? Ook op 6. • Zorg? Vooruit: op een gedeelde vijfde plaats. • Veiligheid: op 6. • Minste bureaucratie: op 5. • Werking belastingstelsel: op 6. • Sportinfrastructuur: ook op 4. • Ouderenzorg: op 5. • Privacybescherming: op 5. • Vrouwen in topfuncties blijft het ergst: daar staat Nederland nu op 15.

De oppositie had haar deze week opnieuw kletsnat bejegend. Onvoldoende ambities, was het verwijt, onvoldoende excellentie. "Ik woon in een land waar het gemiddelde de norm is", had VVD-Kamerlid Rutger de Ridder gezegd.

Van Toorenburg wist dat de kritiek zou komen, en had drie verdedigingslinies opgebouwd. Eerst natuurlijk even de rankings bagatelliseren - wat zeggen die nou helemaal? Neem Finland: altijd op 1 in de onderwijslijst, maar ook op 2 op de lijst van zelfmoorden. Dan haar mantra van de afgelopen jaren: de overheid is er voor iedereen. Háár overheid, háár CDA kiest voor een evenwichtige benadering. Ze wil niet uitblinken in het één ten koste van het ander. Ze wil goed onderwijs voor jonge mensen en goede ouderenzorg. Veiligheid én privacy.

De Ridder had geroepen dat dit de 'vlees noch vis'-benadering van Van Toorenburg was.

Dat ze altijd maar weer de 'kerk in het midden' wilde houden. Had gevraagd wanneer ze nu 'eindelijk eens strategische keuzes' ging maken. Van Toorenburg had haar ambtenaren een analyse laten maken van de twintig rankings van deze maand, zei ze. Maakte je daar één lijst van, dan kwam Nederland op 2, vlak achter Denemarken.

"Nederland is een van de beste landen in Europa", had ze De Ridder voorgehouden. "Dan lijkt het me dat we de goede strategische keuzes hebben gemaakt."

De kracht van de saaiheid

Partijleider en premier Van Toorenburgs toespraak voor het CDA-congres, 14 december 2023

"Laten we even terugkijken naar hoe Nederland er zes jaar geleden bij lag.

Het was een land waar de criminaliteitscijfers daalden - en waarin de mensen zich toch onveilig voelden.

Het was een land met een economie en met werkgelegenheid die groeiden - en waarin de mensen toch somber waren over de toekomst.

Het was een land met een van de beste zorgstelsels - en waarin velen, velen zich diepe zorgen maakten of zij, bij het ouder worden, goede zorg zouden krijgen.

Natuurlijk, wij hebben voor beleid gezorgd dat leidde tot meer veiligheid, meer werk en betere zorg. Maar in het Nederland van zes jaar geleden was veel meer nodig.

Die onveiligheid, en somberheid en onzekerheid kwamen ook voort uit het gevoel dat Nederland niet meer van ons allemaal was. Een versplinterd land, vol tegenstellingen. Tussen de groeiende stad en het krimpende platteland. Tussen Nederlanders die hier al vele generaties wonen en nieuwe Nederlanders. Tussen oud en jong, tussen kenniswerkers en wie met zijn handen werkt. Tussen de winnaars en de verliezers van de globalisering.

Wij hebben altijd gestaan voor een Nederland waarin niet de markt, niet de overheid, maar de samenleving centraal staat. Dat heeft zich ook vertaald in ons beleid. De overheid is er voor iedereen. En wij zijn een volkspartij, de enig overgebleven volkspartij in Nederland, wij zijn er voor iedereen.

Wij kiezen voor ondernemerschap, zijn altijd de partij voor ondernemers geweest. Maar dat betekent bij ons niet dat we lachen om milieuvraagstukken.

Wij dragen zorg voor de vluchteling, maar laten de bezorgde burger niet in de steek.

Wij kiezen voor de kenniseconomie, natuurlijk - wie zou dat niet doen. Maar wij maken het ook aantrekkelijk voor wie een ambacht uitoefent, wie met zijn handen werkt.

En ja, dus zijn wij misschien niet zo uitgesproken. Wat mij betreft noem je ons saai. Het is de kracht van onze partij. Als je het alleen maar voor ondernemers opneemt, ben je duidelijk. Als je alleen maar over milieu kunt spreken, ben je ook duidelijk. Wij durven de burger tegemoet te treden met die andere boodschap. Dat politiek nu eenmaal iets ingewikkelder is. Zoals het gewone leven van gewone mensen ook ingewikkelder is. Dat we het goede zoeken voor een Nederland dat van ons allemaal is. En dat dat betekent dat we samen iets moeten met milieu en economie. Samen iets moeten - vluchtelingen en bezorgde burgers. Samen iets moeten met de kennis- economie en de ambachten-economie.

We hebben de afgelopen jaren het vertrouwen in de overheid zien toenemen. En waarom? Precies vanwege dit verhaal. Wij verzetten ons tegen de politiek van het makkelijke en gemakzuchtige verhaal, of dat nu van populisten komt, of van de politici van de gevestigde partijen, die van hun communicatie-adviseurs hebben gehoord dat ze met twee of drie duidelijke kernboodschappen moeten komen. De mensen begrijpen dat dat te simpel is. Dat je hen niet serieus neemt met het gemakzuchtige verhaal. Dat het gemakzuchtige verhaal anderen uitsluit. Wel voor het milieu, geen respect voor ondernemers. Wel voor vluchtelingen, niet voor bezorgde burgers. Wel voor de kenniswerkers, niet voor wie een ambacht uitoefent.

Wij hebben de durf gehad om het verhaal van het midden te vertellen, waar je samen aan een betere samenleving bouwt. En de mensen herkennen dat verhaal - omdat het het fatsoenlijke verhaal is."

Utopie PVV

Eindelijk weer gidsland

Premier Wilders rijdt nog steeds tegen de elite

Geert Wilders vult het premierschap heel wat persoonlijker in dan zijn voorgangers, sinds zijn PVV in 2017 de absolute meerderheid haalde. De wekelijkse persconferentie van de premier, die onderonsjes tussen zuigende journalisten van de mainstream media en de macht, is afgeschaft. Wilders laat zich één keer per maand interviewen, door een journalist, blogger of vlogger die hij zelf uitkiest.

Almere, met het pretpark Duckstad, heeft het elitaire theater omgebouwd tot musicalhal

Hij laat vice-premier de vergaderingen van het kabinet leiden - 'technisch voorzitten' heet het - en zit vaak gespeeld ongeïnteresseerd en live twitterend naast Bosma.

Op bepaalde punten geeft hij duidelijk zijn ideologische instructie. Toch wat soepeler met gezinshereniging? Nee. Subsidie voor een orkest? Nee. Eigen risico zorg verder omlaag? Ja. Zijn ministers slikken het. Ze kennen de nieuwe spelregel: ministers krijgen heel veel vrijheid, maar in ruil voor die vrijheid moeten ze de instructies van de premier volgen. Dat geldt voor de PVV-ministers, maar zeker ook voor de vier niet-PVV'ers in het kabinet. Ben je niet loyaal aan Wilders, dan sta je op straat - zonder wachtgeld, want dat heeft het kabinet-Wilders afgeschaft.

Ook nieuw: Wilders kan een minister in het openbaar zwaar de oren wassen. Dat overkomt bijvoorbeeld regelmatig de minister van Binnenlandse Veiligheid, als zij weer eens niet hard genoeg optreedt, volgens Wilders.

"Verfrissend", oordeelt minister , "dat de cultuur van dekken en toedekken tot het verleden behoort." De Kamer vraagt zich iedere keer woedend af hoe het zit met 'de eenheid van beleid'. Maar Wilders trekt zich daar niets van aan: "Al gaat de hele Kamer op z'n kop staan, ik wijs ministers terecht als zij niet het beste doen voor Nederland. Het Nederlandse volk heeft mij een mandaat gegeven en dat voer ik uit."

Wilders is zo de premier-op-afstand. Fout beleid wordt toegerekend aan de verantwoordelijken - zijn ministers. Hij is, net als toen hij Kamerlid was, nog steeds de man die vecht tegen de elite - zijn ministers. Het zijn geen PVV- jaren, het zijn Wilders-jaren, dat is de essentie van de afgelopen zes jaar.

Het zijn kleine en grote dingen waar Wilders zich mee bemoeit. Toen de boetes voor verkeersovertredingen van euro's naar guldens moesten worden omgezet, besloot Wilders dat het bedrag in euro's het bedrag in guldens wordt. De facto is de boete dus gehalveerd. "Eurobedrag wordt guldenbedrag", twitterde Wilders. Pal na invoering van deze maatregel meldde de premier op twitter "Beboet. Terecht: 15 kilometer te hard gereden in bebouwde kom Ede. Bedrag: 102 GULDEN. Ontroerd en trots!"

Nederland heeft afgerekend met immigratiedruk. Gezinshereniging voor kansarmen is onmogelijk geworden. Het heeft geleid tot de 'België-route': je woont in België, laat je gezin naar België overkomen, maar werkt in Nederland. Asielzoekerscentra zijn omgedoopt in 'heenzendkantoren'. Nederland is zo onaantrekkelijk geworden voor immigranten, dat het gidsland is geworden: van Polen tot Australië, maandelijks melden zich in Den Haag parlementaire delegaties voor werkbezoeken.

Militairen die op vredesmissie waren, zijn teruggehaald en ingezet bij de grensbewaking. Minister Sietsma van vreemdelingen- en vertrekzaken heeft video's laten produceren die het beeld uitdragen en versterken: Nederland zegt 'nee' tegen immigranten. Hij en Wilders laten niet na om te herhalen: "Policor NL blaft tegen dit beleid, maar vindt het eigenlijk wel best dat de immigranten-tsunami is gestopt."

Nederland is verlost van de euro, maar over een Nexit hoor je Wilders niet meer. Hij luistert in deze kwestie ook naar het bedrijfsleven. Al die bedrijven die na de Brexit van Londen naar waren gekomen wilde niemand kwijt.

Wel herhaalt Wilders steeds zijn mantra dat Nederland in Europa vroeger het braafste, en nu 'het lastigste jongetje van de klas' is. Iedereen in Europa weet inmiddels wat 'knettergek' betekent. Zelfs de Franse president Le Pen had het onlangs in Brussel gezegd: 'Vous êtes complètement knettergek'.

De dwarse politiek is Nederlands plaats aan de Europese onderhandelingstafel zeer ten goede gekomen. De grote hervormingen van de EU (minder Brussel) kan Wilders bijschrijven op zijn eigen conto, en op dat van zijn euro-kritische ambt- en bondgenoten in Europa.

Europa is ook weer interessant geworden voor de kiezers. Wilders in Brussel, dat is theater dat je niet wilt missen. En Wilders zelf kan eigenlijk ook niet zonder de eeuwige vijand die EU heet.

'HET HAD ERGER GEKUND'

Commentaar in Trouw, december 2023

Deze website (en krant, voor de btw-verhoging op gedrukte media die ons de kop kostte), heeft Wilders' standpunten en beleid ten aanzien van immigratie en integratie steeds krachtig veroordeeld. Hij heeft met zijn roekeloze besluit om terug te keren naar de gulden en

zijn afkeer van Europese samenwerking de Nederlandse economie een flinke slag toegebracht. Wilders ontkent dat bij hoog en bij laag - maar de cijfers geven hem ongelijk. Zo wachten we nog altijd op de ruim 3000 gulden die iedere Nederlander er jaarlijks op vooruit zou gaan toen de euro werd afgeschaft. In de praktijk was er een achteruitgang van zeker 1000 gulden per jaar.

Wilders' aanhoudende populariteit is mede te danken aan de hernieuwde groei van de Nederlandse economie. En die is, anders dan Wilders wil toegeven, eraan te danken dat Nederland nog gewoon EU-lid is en profiteert van de economische voordelen van de EU. De omscholingsoperatie van buurtwerkers naar verpleeghuispersoneel had dan wel iets weg van dwangarbeid, maar heeft onmiskenbaar geleid tot een verbeterde zorg.

Wilders' grote kracht stoelt op zijn vermogen om steeds zijn standpunten te herzien, zonder dat het zijn populariteit aantast. Regelmatig laat hij de woorden 'toch wel' vallen. Bij RTL Boulevard zei Wilders dat de opwarming van de aarde 'toch wel' veroorzaakt wordt door de mens en dat daar 'toch wel' maatregelen tegen moesten worden genomen. Zijn omstreden opmerkingen in 2017, dat de AOW-leeftijd 'toch wel' op 67 jaar moest liggen, maakte hij in een interview met de Libelle over een heel ander onderwerp: de aanvraag bij Unesco om Zwarte Piet op de lijst van werelderfgoed te zetten.

Het is dezelfde stijl die Donald Trump liet zien in 2016 - hij ontving toen zelfs Al Gore, om met hem te spreken over opwarming. En iedereen herinnert zich natuurlijk de interland Nederland-Frankrijk, waarin de Marokkaans- Nederlandse voetballer Hammouti het winnende doelpunt maakte. Wilders zei desgevraagd na afloop dat sommige Marokkaanse Nederlanders een belangrijke bijdrage leveren aan de Nederlandse samenleving. Toch wel.

De verkoop van korans is verboden, maar veel moslims doen met succes een beroep op de clausule van 'wetenschappelijke bestudering'.

Hoe terecht ook het verwijt dat Wilders voortdurend 'draait', zijn kiezers rekenen hem dit niet aan. De tijd dat politici moesten waarmaken wat ze beloven ligt al ver achter ons - zo kijken veel kiezers niet naar de nieuwe generatie volkspolitici. Hoe meer bravoure voor de verkiezingen, hoe meer kiezers een afgezwakte versie van het beleid daarna voor lief nemen.

En dan is er nog iets. Veel Nederlanders waren geschokt door het aantreden van Wilders. Een Wilders die regelmatig over 'toch wel' begint, houdt de hoop levend dat het allemaal toch nog wel een beetje meevalt. En zo zit Wilders in een comfortabele positie: hij heeft een trouwe achterban die hem zijn 'gedraai' makkelijk vergeeft en krijgt af en toe het voordeel van de twijfel, mede ingegeven door het besef 'het had erger gekund'.

Ondertussen in almere

Wethouder Annette Raijer opeens 'bestuurselite'

Het was alsof ze zichzelf hoorde, maar dan vijftien jaar geleden. 'U laat de gewone mensen in de steek', hoorde ze, 'het is de wereld op zijn kop'. Raijer is als wethouder zorg degene met wie het ouderenparlement moet onderhandelen, maar als verantwoordelijke voor recreatie is ze ook degene die doordrukt er in Almere een pretpark komt in het Lumièrepark, waar ouderen op hun bankjes zo prettig van hun rust genieten. In 'Duckstad' kun je straks een duik nemen in Dagobert Ducks geldpakhuis vol onbruikbaar geworden euro's, en van de drie achtbanen - Kwik, Kwek en Kwak - roetsjen. Een krachtige economische impuls voor Almere, voorspellen de ramingen.

'Ik wil niet langer aan de zijlijn blijven roepen', had Annette Raijer zich in 2011 voorgenomen. Toen de kans zich voordeed om daadwerkelijk iets voor de burgers te dóen, toen ze de advertentie zag waarin de PVV kandidaten zocht voor de raadsfractie, had ze geen moment geaarzeld. De PVV sprak haar aan vanwege de vrijheid van meningsuiting: eindelijk een partij die zei waar het op stond. Een haatprediker is een haatprediker, een grootverdiener een grootverdiener.

Ze was destijds hartstochtelijk vóór meer inspraak voor burgers geweest, voor raadgevende referenda, voor de bevoegdheid van burgers om zelf de WOZ-waarde van hun woningen te bepalen. En daar stond ze nog steeds pal voor, ze wist nog heel goed hoe kwaad zij was geweest op politici die de uitkomst van een referendum naast zich neerlegden.

"Ik kan het onmogelijk iedereen naar de zin maken", zei Raaijer tot het ouderenparlement. "De PVV heeft in Almere veel voor u gedaan: gratis bussen voor 65-plussers, een nieuw verzorgingshuis, de verbouwing van het elitaire theater tot een musicalhal." Maar het referendum had klip en klaar uitgewezen dat het pretpark heel gewenst is, had Raijer aangevoerd. "Almere kent nu eenmaal meer jongeren dan ouderen." Nu was zij het die werd uitgemaakt voor 'bestuurselite'.