Jaarverslag 2019

Inhoudsopgave

1 Voorwoord 2 De Raad 3 De LCR van maand tot maand 4 (Wettelijke) overleggen 4.1 Ministerie van SZW 4.1.1 breed offensief 4.2 Ambtelijk overleg met het ministerie van SZW 4.2.1 ambtelijk breed offensief 4.3 VNG 4.4 UWV 4.5 Inspectie SZW

5 Activiteiten LCR 5.1 Bewerkstelligen onderzoek samenloop wisselende inkomsten uit werk en uitkering 5.2 Onderzoek Beschutwerk 5.3 ANW 5.4 Cliëntenbelang en ervaringskennis aan tafel 5.5 Wajong 5.6 Ondersteunen Klankbordgroep Banenafspraak 5.7 SyRI 5.8 Breed offensief Banenafspraak 5.9 Switchen in de Participatie keten 5.10 Armoede en schulden 5.11 Cliëntenparticipatie 5.12 Coalitie van Technologie Inclusie

6 Projecten 6.1 Schouders eronder 6.2 Borgen werk en inkomen cliëntenparticipatie

7 Congres LCR 8 Colofon

Bijlagen I. Missie en visie LCR II. Overzicht adviezen III. Deelname aan begeleidingscommissie, klankbordgroep, rondetafelgesprekken brainstormsessies, bijeenkomsten en Raad van Advies IV. Spreekbeurten/gespreksleider V. Overzicht Publicaties en artikelen LCR VI. De LCR in de media (geschreven pers, Radio en tv) VII. Ab Harrewijn-rede 2019 VIII. Juryrapport Cliënt in Beeld-prijs 2019 IX. Overzicht leden en plaatsvervangend leden LCR

1 Voorwoord

2019 was het jaar van de toename. De economie groeide en ook het bruto binnenlands product, huishoudinkomens, de consumptie, investeringen, de export en de werkgelegenheid en de krapte op de arbeidsmarkt. En in specifieke sectoren als de ICT en transport konden werkgevers hun vacatures steeds lastiger vervullen. De werkloosheid daalde tot 3,5 procent en kwam daarmee op het laagste niveau sinds 2001. Een op de vijf ondernemers had moeite met het vinden van personeel. Tegen de achtergrond van deze florissante gegevens zou je verwachten dat iedere Nederlander, in het bijzonder de cliënten in de sociale zekerheid, erop vooruit zou gaan en mee zou genieten van de toegenomen economische groei. Het tegendeel is waar. Op het moment dat dit voorwoord wordt geschreven zijn nog geen cijfers beschikbaar van de ontwikkelingen van de armoedecijfers in Nederland. Echter, op basis van de beschikbare cijfers over 2018 valt te verwachten dat de armoede in 2019 is gedaald, maar dat er nog steeds een aanzienlijk aantal Nederlanders kampt met armoede, schulden en werkloosheid. Zo stond ondanks de krapte op de arbeidsmarkt in 2019 de helft van het aantal mensen met een beperking nog steeds werkloos aan de zijlijn. Het was dan ook meer dan terecht dat bij de evaluatie van de Participatiewet hier kritische kanttekenen over werden geplaatst door het SCP en leefde ruim een half miljoen Nederlandse huishoudens in armoede. Dat is bijna 8% van alle huishoudens, waarvan ruim 3% langer dan 4 jaar in armoede leeft. Een minima gezin met twee opgroeiende kinderen kwam in 2019 elke maand structureel meer dan 180 euro tekort om van te leven. Zelfstandigen zonder personeel liepen het hoogste risico op armoede, verder bleek ook dat huishoudens van niet westerse komaf groter risico liepen op armoede dan Nederlandse huishoudens. Wanneer we kijken naar de ontwikkelingen van de schuldenproblematiek schetst dit ook een weinig florissant beeld. Meer dan een half miljoen huishoudens had in 2019 problematische schulden en hiervan werd slechts een klein deel bereikt door de schulddienstverlening en nog een kleiner deel werd ook daadwerkelijk geholpen na een traject en jaren op een houtje bijten. Tegen deze achtergrond heeft de Landelijke Cliëntenraad in 2019 aandacht gevraagd voor de arbeids- en inkomstenpositie van cliënten van de sociale zekerheid, armoede en schulden. Dit laatste deden we onder andere via deelname aan het programma Schouders Eronder en aan de Landelijke Armoedecoalitie. Onze primaire taak voeren we uit op basis van analyse van wetgeving, beleid en uitvoering vanuit het perspectief. Dit doen we in directe samenwerking met cliënten. Deze analyses vulden we namelijk aan met casusbeschrijvingen, klantreizen en storytelling. Dat was mogelijk doordat we ook in 2019 flink hebben geïnvesteerd in ons netwerk, relaties met cliënten en cliëntenparticipatie. Wat dat betreft is onze opdracht van het Ministerie onveranderd, maar wel de wijze waarop we dat invullen. Deze blijkt ook arbeidsintensief. Zonder onze betrokken raadsleden, lidorganisaties, contacten met lokale cliëntenraden door het hele land en enorm gepassioneerde bureaumedewerkers was dit nooit gelukt. Dat is dan ook de reden waarom wij in 2019 het gesprek met u zijn aangegaan over een mogelijke uitbreiding van ons krap bemande bureau van 3 fte. Dit gesprek heeft nog niet geleid tot de gewenste resultaten maar wij blijven hoopvol. We kijken vol tevredenheid terug op de samenwerking met onze partners in de SUWI- keten. Steeds vaker weten andere maatschappelijke organisaties de LCR te vinden, of het nu op het gebied van schulden, armoede of de Wajong ligt. We zagen in 2019 ook dat we steeds vaker werden betrokken en geraadpleegd door het Ministerie van Sociale Zaken om input te geven op wetsvoorstellen, wetswijzigingen en evaluaties. We realiseren ons dat de positie van cliënten in de sociale zekerheid alleen kan worden verbeterd als we de samenwerking met andere maatschappelijke organisaties opzoeken en aangaan. Het is ook in dat kader dat we de samenwerking hebben opgezocht met organisaties als Pakhuis de Zwijger en de Idealenfabriek. Beiden bieden een interessant podium en netwerk op aan de hand waarvan wij ons werk nog beter kunnen doen en het cliënt perspectief kunnen belichten en het inzichtelijker kunnen maken voor een breder publiek. Het behartigen van collectieve cliëntenbelangen vindt immers niet alleen plaats op de vierkante meter van politiek Den Haag, het Ministerie van Sociale Zaken of de vergaderkamers in het SER-gebouw waar de Raad eens in de zes weken bij elkaar komt.

De samenleving, het is immers daar waar we de cliënt tegen komen en diens verhaal horen. Wij hebben de volle overtuiging dat wij alleen op die wijze de opdracht die u ons gegeven heeft met verve kunnen uitoefenen en een toegevoegde waarde kunnen zijn voor het Ministerie en onze overlegpartners in de SUWI-keten.

Amma Asante Voorzitter Landelijke Cliëntenraad

1 LCR/20-0042

2 De Raad

In 2019 is de Raad 6 keer bijeengeweest. Naast de vaste agendapunten; agenda, besluitenlijst DB, in- en uitgaande post, actualiteiten ingebracht door de leden en rapportage van activiteiten van de LCR is onder andere gediscussieerd over de volgende inhoudelijke onderwerpen: - ANW; - Voortgang breed offensief banenafspraak; - Beschutwerk (Thermometer beschutwerk, Wel budget maar weinig plaatsen) - Effect dienstverlening WGA; - 3 rapporten van Inspectie SZW op basis van een enquête onder uitkeringsgerechtigden in de Wajong, WW en WIA/WGA; - Herbeoordelingen Kantoor UWV ; - Discussienota van de commissie regulering van werk over toekomstbestendig; arbeidsrecht, sociale zekerheid en fiscaliteit; In wat voor land willen wij werken? - Kennismaking met Rick Brink minister van Gehandicaptenzaken; - Individuele ondersteuning leden cliëntenraden UWV; - Begroting min SZW 2020. - Rapport Versterking en Borging Cliëntenparticipatie Werk en Inkomen; Vanzelfsprekend zijn ook de bestuurlijke en ambtelijke overleggen met UWV, SVB en het ministerie van SZW in de raadsvergaderingen voorbereid (zie verder hoofdstuk 4).

Nieuwe Voorzitter Op 28 april zat Gerrit van der Meer voor de laatste keer de raad voor. En nam hij afscheid van de raad. Hij treedt terug na ruim acht jaar voorzitterschap, de maximale twee termijnen van vier jaar. In de middag werd afscheid genomen van de achterban en de buitenwacht tijdens een minisymposium met het thema: Statushouders en de inclusieve arbeidsmarkt? Daarbij stond de stelling centraal: De weg naar een succesvolle participatie is voor veel vluchtelingen te lang. Aan het einde van de middag kwam ook staatssecretaris Van Ark afscheid nemen. Op 1 mei trad de nieuwe voorzitter aan.

Visiedagen Dit jaar zijn er geen trainingen voor de raad georganiseerd. In 2018 is besloten de trainingsdagen 2019 in te ruilen voor twee visiedagen. Eind augustus en eind september is de raad een dag bijeengeweest onder leiding Krijn van Beek, Suzanne de Visser, Martine van Ommeren en Henk Gossink van Policy Design Studio. De eerste dag startte met de vraag: Voor wie doen we het? Dat leverde een schat aan casuïstiek en gespreksthema’s op. Centrale thema: Bestaanszekerheid. In kleine groepen werden verschillende onderdelen van het thema bestaanszekerheid uitgediept. Met daarbij de vraag hoe wordt de LCR belangwekkend. De LCR, specialist in het doorgeven van cliëntervaringen en als brenger van mogelijke oplossingen (zie bijlage 1).

Werkgroepen Ter voorbereiding van verschillende adviezen en activiteiten zijn diverse werkgroepen binnen de LCR actief geweest. In werkgroepverband zijn adviezen voorbereid over:  Beschut werken, Thermometer beschut werk (zie 5.2);  ANW (zie 5.3);  Samenstelling LCR;  Armoede en schulden;  Onafhankelijke cliëntondersteuning;  Evaluatie Participatiewet;  Breed offensief banenafspraak.

Voor een overzicht van alle uitgebrachte wordt verwezen naar bijlage II. De werkgroep congres was actief met de voorbereidingen van het congres 2019 (zie hoofdstuk 7).

2 LCR/20-0042

Dagelijks Bestuur (DB) Ter bewaking van de voortgang van de werkzaamheden van de LCR en voorbereiding van de LCR-vergaderingen hebben 6 DB-vergaderingen plaatsgevonden. Deze vergaderingen vinden uiterlijk 14 dagen voorafgaand aan de raadsvergaderingen plaats.

3 LCR/20-0042

3. De LCR van maand tot maand

Januari - Partners Schouders eronder schrijven gezamenlijke brief over armoede en schulden aan de Tweede Kamer; - LCR brengt advies uit over stimuleringsregeling technologie en inclusie voor publiek private samenwerking via RVO.

Februari - Start aanmelding voor het congres, ontmoet elkaar op de kennismarkt.

Maart - LCR constateert arbeidsparticipatie van mensen met een beperking één van de laagste in Europa; - Landelijke bijeenkomst proeftuin cliëntenparticipatie W&I in kader van project beter borgen cliëntenparticipatie werk en inkomen. April - Congres LCR, thema: Kennisdelen; - Uitreiking cliënt in beeldprijs, met als thema “Rauwe werkelijkheid op tafel” En de winnaar van Publieks- en Juryprijs is: Wij Staan Op!; - Presentatie: Onderzoek: Wel budget, geen weinig beschutwerk plekken.

Mei  Aantreden nieuwe voorzitter van de LCR, Amma Asante;  De nieuwe voorzitter laat van zich horen, in interview met Sociaal Bestek over armoede en Schulden;  LCR brengt advies over ANW uit.

Juni - Cliëntentoets wijzigingen Participatiewet met 7 verhalen van ervaringsdeskundigen en een pleidooi voor de inclusietoeslag; - Oproep aan lokale cliëntenraden stel Kritische vragen over Beschutwerk.

Juli - E- Magazine ‘Aan de Slag’, komt uit.

Augustus - Internet consultatie wijziging besluit allocatie arbeidskrachten door intermediairs: neem ook beschutwerkers en mensen die onder de banenafspraak vallen in bescherming voor payrolling; - Internetconsultatie: Stapbudget beperkte eerste stap voor scholing voor uitkeringsgerechtigden.

September - Noortje van Lith biedt samen met de LCR petitie voor inclusietoeslag aan.

Oktober - LCR schrijft brief aan Tweede Kamer over wetsvoorstel harmonisering Wajong; - LCR vraagt aandacht voor onvoldoende dienstverlening voor werkzoekende in de internetconsultatie wijziging besluit SUWI; - Rechtszitting tegen Systeem Risico Indicatie (SyRI).

November - Thema cliënt in beeld prijs 2020 wordt bekend: Hoe dienstverlening beter kan? Dat weten cliënten wel! -

December - Fabian Franciscus laat weten dat hij op het congres in 2020 komt. 4 LCR/20-0042

4 (Wettelijke) overleggen

4.1 Ministerie van SZW Op 12 december vond er bestuurlijk overleg plaats met de LCR. Op de agenda stond:  De Algemene Nabestaandenwet De LCR is bezorgd dat steeds meer mensen niet (of beperkt) vallen onder de huidige dekking van de nabestaandenwet en regelingen in pensioenfondsen. Denk aan kwetsbare groepen zoals ZZP’ers, uitkeringsgerechtigden en nuggers. Naar aanleiding van de initiatiefnota van de Kamerleden Omtzigt en Bruins heeft de LCR een advies uitgebracht. Dat advies bevat een klantreis waarin is nagegaan wat de financiële gevolgen zijn voor burgers die nabestaande worden. De oproep van de LCR betrof in de eerste plaats om op korte termijn de informatievoorziening aan burgers/nabestaanden te verbeteren. Er is behoefte aan een centrale plek waar alle informatie over (financiële) gevolgen bij het overlijden van de partner bij elkaar komt. Het gaat dan om informatie van de Belastingdienst, pensioenfondsen en de SVB. De staatssecretaris gaf aan dat de minister in het debat over de SZW- begroting reageerde op een in onderdelen vergelijkbare oproep vanuit het Manifest Ruimte voor Rouw van de SGP/GroenLinks. Koolmees zei hiernaar te zullen kijken en op terug te komen. De staatssecretaris geeft aan dat de SVB open staat voor verbeteringen in de informatievoorziening en hierover graag met de Klantenraad in gesprek gaat. In de tweede plaats betrof de oproep om op langere termijn te streven naar de Anw als basisvoorziening. De LCR ziet hier graag een adviesaanvraag over aan de SER. De staatssecretaris geeft aan dat er op dit moment een adviesaanvraag over het nabestaandenpensioen bij de STAR-loopt. Daarnaast gaat de beleidsdoorlichting Nabestaanden met kabinetsreactie op korte termijn naar verwachting naar de Kamer. Het ligt niet voor de hand dat richting een basisvoorziening wordt bewogen. Maar het is nu wachten op het STAR-advies. Daarna komt het kabinet met een reactie.  Faciliteiten individuele cliëntenraadsleden bij UWV LCR vindt het onwenselijk dat het kunnen toetreden tot een cliëntenraad afhankelijk is van de gemeentelijke vrijheid om een voorziening te treffen. Het betreft een beperkt aantal gevallen per jaar. De staatssecretaris zegt toe dit punt te agenderen op haar eerstvolgende BO met UWV.  Versterking en borging cliëntenparticipatie W&I bij gemeenten De staatssecretaris ziet dat gemeenten op verschillende manieren cliëntenparticipatie inrichten. Er bestaan brede adviesraden, maar ook raden die puur bezig zijn met Werk en Inkomen. Die verscheidenheid past bij de decentralisaties, en volgt ook uit artikel 47 van de Participatiewet. Ze wil dat gemeenten die vrijheid behouden. Controle hierop ligt met name bij de gemeenteraden. Ook heeft ze begrip voor de omstandigheden, waarin momenteel bij jeugdzorg en WMO veel acute problemen zijn die op dit moment om veel aandacht vragen. Tegelijkertijd constateert ze dat gemeenten weliswaar veel vrijheid hebben, maar cliëntenparticipatie is niet vrijblijvend. De Participatiewet verplicht gemeenten om bij verordening een aantal zaken vast te leggen, zoals de manier waarop cliënten vroegtijdig worden betrokken bij besluitvorming, zodat zij gevraagd en ongevraagd advies kunnen geven. Ook moet worden vastgelegd hoe ondersteuning wordt vormgegeven. Ze is bereid in Nieuwsbrief Gemeenten een keer te verduidelijken in voorlichtende zin wat beoogd wordt met artikel 47.

4.1.1 Bestuurlijk overleg Breed offensief banenafspraak De Landelijke Cliëntenraad heeft deelgenomen aan expertgroepen, werkgroepen, praktijktafels, stuurgroepen en bestuurlijk overleg om een bijdrage (zie ook 5.8) te leveren vanuit het perspectief van de cliënt en ervaringsdeskundigen. (Stuurgroep, expertbijeenkomsten etc.)

Het bestuurlijk overleg vond plaats op 24 april.

4.2 Ambtelijk overleg met het ministerie van SZW

5 LCR/20-0042

Er hebben diverse ambtelijke overleggen over verschillende onderwerpen plaatsgevonden. Er is onder andere gesproken over: Wajong, UWV Monitor Arbeidsparticipatie, participatiewet, herbeoordelingen kantoor Groningen UWV, ondersteuning cliëntenparticipatie, SUWI, inclusietoeslag generieke werkgeversvoorziening, schuldhulpverlening.

4.2.1 ambtelijk overleg breed offensief banenafspraak Werkgroep breed offensief 13 maart en 16 september. Ambtelijke stuurgroep breed offensief 26 maart en 25 september. Daarnaast heeft de LCR ter ondersteuning van ervaringsdeskundigen deelgenomen aan twee bijeenkomsten met ervaringsdeskundigen, 31 januari en 20 maart.

4.3 VNG Er heeft al enige jaren geen bestuurlijk overleg meer met de VNG plaatsgevonden. Dit ondanks de pogingen van de LCR om het overleg te organiseren. In september heeft er een kennismakingsgesprek plaatsgevonden tussen de voorzitter van de commissie Participatie, Schuldhulpverlening en Integratie van de VNG en de voorzitter van de LCR samen met de ambtelijk secretaris. Er is gesproken over schuldhulpverlening, Participatiewet en cliëntenparticipatie. Afgesproken is de banden tussen LCR en VNG weer aan te halen.

4.4 UWV Op 11 juni 2019 vond bestuurlijk overleg plaats met de RvB UWV. Dit overleg werd in overleg met de CC UWV voorbereid. Het overleg met der CC UWV vond plaats op 8 april. Op de agenda van het overleg met de RvB UWV stonden de volgende agendapunten:  Ondersteuning t.b.v. individuele cliëntenraadsleden om te kunnen functioneren in de UWV-cliëntenraden Na besluitvorming van de RvB UWV dat cliëntenraadsleden voor voorzieningen voor hun vrijwilligerswerk (in een cliëntenraad) een beroep moeten doen op de WMO bij de Gemeente heeft de LCR dit voorgelegd aan Ministerie SZW (Koolmees/van Ark). Er is nog geen antwoord ontvangen op de brief die op 4 april jl.is verzonden. Door de LCR is nagevraagd wanneer een reactie verwacht kan worden. SZW heeft excuus aangeboden voor de vertraging, een reactie zit in het proces en de brief wordt spoedig verwacht. Ook vanuit UWV is navraag gedaan (door SBK) en zelfde antwoord ontvangen. We wachten het antwoord van de staatssecretaris af, de reactie van SZW zal helderheid moet scheppen.

Onbekendheid onafhankelijke cliëntondersteuning bij cliënten UWV In april 2019 liet de Inspectie SZW weten 3 onderzoeken gedaan te hebben naar bekendheid van OCO bij cliënten UWV. Daar is uitgekomen dat met name Wajong- cliënten hier onbekend mee zijn. Een deel van de cliënten gaf aan daar gebruik van gemaakt te hebben als het wel bekend was. De vraag van de LCR is onveranderd dat in brieven van UWV wordt aangegeven dat er OCO in de Gemeente beschikbaar is (dus een verwijzing). UWV zit er nog hetzelfde in. Een verwijzing in brieven opnemen zou te gemakkelijk zijn en klanten mogelijk juist in verwarring brengen. Bij verschillende Gemeenten zijn er wel veel vorderingen t.a.v. OCO, maar nog niet overal en ook sterk wisselend. Wel is UWV met het Departement aan het bezien of we op enige manier OCO kenbaar kunnen maken. Zo wordt er bezien welke informatie bijv. op uwv.nl kan worden opgenomen. Ook denkt SZW thans na over een landelijke campagne om hier bekendheid aan te geven.  Regionale cliëntenparticipatie Het onderwerp stond al diverse keren op de agenda. Het belang van regionale Cliëntenparticipatie is opnieuw naar voren gekomen (Wet SUWI). Gebleken is dat sociaal domein raden zich nauwelijks bezighouden met Werk en Inkomen. UWV geeft aan dat dit een ingewikkeld onderwerp is. Bij haar bezoeken aan de districtscliëntenraden UWV merkt zij dat zij daar ook zoekende zijn hoe aansluiting te 6 LCR/20-0042

krijgen in de regio’s. Er zijn diverse pogingen gedaan om in contact te komen, maar de uitgestoken hand wordt niet aangepakt. De UWV-raden willen wel en daar waar het kan wordt geparticipeerd (zoals regio Utrecht en Groningen). Er is gekeken wat UWV hieraan kan doen. De regiomanagers WERKbedrijf die in regionale werkverbanden participeren zijn aanspreekpunt voor de cliëntenraden. Zij kunnen worden uitgenodigd om (gezamenlijke) punten te bespreken. Vraag LCR kan er vanuit het management UWV meer druk worden uitgeoefend, bijv. voor een overleg met de VNG? Geantwoord wordt dat dit jaren geleden wel is besproken maar dat de VNG van mening is dat de Gemeenten dit zelf bepalen.  Publiciteit/mediaberichten over UWV De afgelopen periode is UWV vaak negatief in het nieuws gekomen en dat vindt de LCR zorgelijk, schaadt de reputatie en de sociale zekerheid. Vraag is hoe kan de LCR vroegtijdig geïnformeerd worden bij mediaberichten? UWV geeft aan dat in eerste instantie haar gesprekspartner de Centrale Cliëntenraad UWV is. De diverse thema’s (van de mediaberichten) worden vrij uitgebreid en openhartig besproken tijdens de structurele overleggen met de directies en de RvB (met José). LCR ontvangt telefoontjes over de mediaberichten UWV, het zou handig zijn als dit soort berichten eerder bij de LCR bekend zijn. UWV adviseert de LCR om door te verwijzen naar UWV.  SUWI-evaluatie Bij ontvangst van inspectierapporten zal UWV dit eerst met de CC UWV bespreken, waarna de CC evt. haar inbreng kan hebben in de LCR, aldus José.

4.5 Inspectie SZW Overleg over onderzoek Inkomensstromen en Wajong.

7 LCR/20-0042

5 Activiteiten LCR

5.1 Bewerkstelligen onderzoek samenloop wisselende inkomsten uit werk en uitkering Al jaren vraagt de LCR aandacht voor de problemen van mensen die te maken hebben met de samenloop van wisselende inkomsten uit werk en een uitkering. Via het onderzoeksprogramma van UWV werden we in staat gesteld een voorstel voor een onderzoek over dit onderwerp in te dienen. We wilden graag in kaart brengen om hoeveel mensen dit gaat, inzicht krijgen welke problemen dit bij hen oplevert en mogelijke oplossingsrichtingen voor het oplossen van de problemen. We hebben een notitie voor een onderzoeksvoorstel bij UWV ingediend. UWV heeft dit voorstel geaccordeerd en vervolgens is er een oproep aan onderzoeksbureaus uitgegaan om met een voorstel te komen. De LCR is betrokken geweest bij de keuze van het onderzoeksvoorstel. Het voorstel van een consortium van organisaties: Stimulansz, Muzes en Optimalistic kreeg de voorkeur van de selectiecommissie. Voor de zomer van 2020 wordt het onderzoek afgerond. Wordt vervolgd!

5.2 Onderzoek Beschutwerk

Op 18 januari opende Meldpunt Klachten van de Nationale Ombudsman. Dit meldpunt heeft een 50-tal klachten opgeleverd en verschillende signalen die zijn verwerkt in een intern (niet gepubliceerd werk document). Dit werkdocument is door de werkgroep van de LCR verder ingezet in belangenbehartiging en het delen en bespreken van ervaringen in het veld. De analyse heeft centraal gestaan in de voorbereiding van onze Analyse beschutwerk: wel budget, weinig werkplekken. Dit rapport is aangeboden op het LCR congres aan Staatsecretaris Van Ark.

Het onderzoek geeft inzicht in regionale realisatiecijfers en taakstellingen. Ook geeft het inzicht in welke regio’s het goed gaat en welke regio’s achterblijven. Een belangrijke bevinding is dat sinds cliënten zelf de mogelijkheid hebben gekregen om een indicatiestelling aan te vragen, dit ook massaal is gebeurd. De meerderheid van alle aanvragen zijn in twee jaar tijd door cliënten zelf gedaan. Aan de motivatie en wens tot werk ligt het dus niet. Het knelpunt lijkt aan het organiseren en financieren van de werkplaatsen te liggen. De LCR doet in dit onderzoek suggesties om dit te verbeteren.

De inzichten en analyses van de werkgroep beschut werk zijn ook gebruikt in het onderzoek van de Nationale Ombudsman naar klachten van arbeidsbeperkten.

5.3 ANW De LCR heeft in 2019 een advies uitgebracht over de Algemene Nabestaande Wet (ANW). Uit de Raad is de werkgroep ANW opgericht en met deze werkgroep zijn praktijkverhalen opgehaald van burgers die hun partner hebben verloren. De dood is een zekerheid. Dat de partner goed verzorgd achterblijft, is dat helaas niet. Veel nabestaanden krijgen bij het verlies van hun partner te maken met administratieve rompslomp en financiële zorgen. De Algemene nabestaandenwet is sinds 1996 flink versoberd. Rouwverlof is zeer beperkt. Onvolledige informatie van pensioenfondsen en de Belastingdienst zorgen voor onnodige problemen zoals naheffingen en terugvorderingen. Dit zijn de meest gedeelde ervaringen van ervaringsdeskundigen in het LCR-advies over de Algemene nabestaandenwet. De LCR heeft daarom een advies met aanbevelingen voor de korte én lange termijn naar de Tweede Kamer gestuurd. De LCR heeft veel signalen gekregen dat veel burgers in de problemen komen na het verlies van een partner. De LCR pleit voor een herstel van het eerste pijler pensioen. Uit een analyse bleek dat grote groepen burger en uitkeringsgerechtigden geen toegang hebben tot een nabestaande pensioen. Inzichten zijn gedeeld met de Stichting van de Arbeid die een advies voorbereid over het nabestaandepensioen als uitwerking van het pensioenakkoord. De LCR heeft haar advies ook aan de Stichting van de Arbeid aangeboden door ervaringsdeskundigen. Het advies van de LCR berust op een analyse van de cliëntreis van ervaringsdeskundige met SUWI- dienstverlening en andere betrokken instanties. Uit deze analyse blijkt er veel 8 LCR/20-0042

verbeteringen op korte en lange termijn mogelijk zijn. Met de KAR SVB (Cliëntenraad Sociale Verzekering Bank) is dit geagendeerd binnen de SVB. De LCR heeft haar ervaringskennis over het doen van cliënt reizen aangeboden. Een punt is dat niet alle nabestaanden voldoen aan de eisen van toegang van de ANW, maar wel zich wenden voor informatie tot de Sociale Verzekering Bank. In hun voorlichting zou hier meer rekening mee gehouden moeten worden.

5.4 Cliëntenbelang en ervaringskennis aan tafel De Landelijke Cliëntenraad is met cliënten in gesprek gegaan en heeft het perspectief van de cliënt op de bestuurlijke tafel gebracht. Door het mobiliseren, coachen en begeleiden van relevante ervaringsdeskundigen heeft de LCR de groep een stem gegeven. Bijvoorbeeld aan de praktijktafels in het kader van het breed offensief banenafspraak, de ervaringen van alledag voorzien van een context. Deze kennis is niet alleen mondeling ingebracht in diverse consultaties met cliënten, we hebben deze kennis ook samen met onze lid organisaties vast gelegd in brieven, internetconsultaties, cliënttoetsen. Tevens hebben we daar waar relevant constructieve uitvoerbare voorstellen ingebracht. Het aan tafel brengen van en ervaringsdeskundigen een stem geven heeft de LCR niet alleen gedaan in kader van breed offensief banenafspraak en de Wajong. Ook in ons advies ANW laten we de stem van de ervaringsdeskundige horen. En in de overleggen die naar aanleiding van dit advies volgden (STAR, SER, Tweede Kamer) zijn de ervaringsdeskundigen ook mee aan tafel gegaan. Het vergt veel inspanningen om dit te organiseren maar dat is het waard. Niet alleen voor mensen met een beperking geldt: niet over ons maar met ons, dat is de kern van cliëntenparticipatie.

5.5 Wajong Wajong harmoniseren? Ja, maar mét perspectief! Het is goed om een aantal onderdelen in de Wajong aan te pakken. Herziening van de studieregeling, Wajong als vangnet verbeteren prima. Het wegnemen van verschillende inkomensregelingen en het invoeren van een inkomensregeling is op zich een goed idee. Maar de voorgestelde regeling ontneemt jonggehandicapten met een uren beperking en een aanvulling op hun inkomen uit de Wajong de mogelijkheid op een inkomen op het wettelijk minimumloon (WML). Dat kan en moet echt anders, als het adagio ‘werk moet lonen’ wordt gehanteerd. Wajongers die inkomen hebben uit arbeid en een Wajong uitkering, moeten uit kunnen komen op minimaal het WML. Ze moeten ook in inkomen kunnen groeien. Extraatjes kunnen houden! Dat kan allemaal met een paar eenvoudige ingrepen. Zorg dat bijvoorbeeld een Wajonger die minder dan 20% van het WML verdient die inkomsten mag houden náást de uitkering. Ontwikkeling en een hoger loon moeten echt leiden tot een hoger inkomen. Voorkom dat er een garantieregeling moet komen. De voorgestelde garantieregeling voor Wajongers die er met de nieuwe inkomensregels op achteruitgaan is geen adequate garantieregeling. De LCR heeft door overleg met ministerie SZW, door lobby bij Tweede Kamer en het beïnvloeden van de maatschappelijke opinie geprobeerd om het wetsvoorstel aan te passen. Zo is er een filmpje gemaakt met jonggehandicapten die vertellen wat de Wajong harmonisatie voor hen betekent. De Tweede Kamer heeft enkele verbeteringen in het wetsvoorstel aangebracht. Maar een aanzienlijke groep jonggehandicapten gaat er met de nieuwe inkomensregelingen nog steeds ferm op achteruit. De garantieperiode is opgerekt naar 12 maanden maar ook dat is niet voldoende.

5.6 Ondersteunen Klankbordgroep Banenafspraak Het was een onrustig jaar voor de Klankbordgroep Banenafspraak. Er waren veel problemen in de onderlinge verhoudingen. Het jaar startte met een zoektocht naar een nieuwe coach. Deze zoektocht werd in februari afgerond. In de eerste vergadering van 2019 koos de klankbordgroep Jos Voppen als coach. Het herstellen van de onderlinge verhoudingen heeft veel van de coach en de LCR gevergd. Helaas heeft de KBG in juni afscheid genomen van zijn voorzitter. De Groep is in 2019, 7 keer bijeengekomen. De volgende inhoudelijke punten zijn besproken: Breed offensief banenafspraak, ervaringen met loonwaarde meting, ervaringen met samenloop inkomen uit werk en uitkering, voorbereiden bijeenkomst met ervaringsdeskundigen, beoordelen sectorplan hbo, schaduwrapportage VN-verdrag, geen 9 LCR/20-0042

stage geen diploma, Wajong en studieschuld, harmonisatie Wajong, evaluatie Participatiewet. Ook is er gesproken over werven nieuwe leden en er is een website ontwikkeld. In mei was er een ambtelijk overleg met ministerie van BZK over voortgang banenafspraak bij de overheid en de sectorplannen overheidswerkgevers.

5.7 SyRI De Stichting Platform Bescherming Burgerrechten, het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten (NJCM), Stichting Privacy First, Stichting KDVP en de Landelijke Cliëntenraad, daagde in maart 2018 het Ministerie van Sociale Zaken voor de rechter. Auteurs Tommy Wieringa en Maxim Februari, die zich eerder zeer kritisch uitspraken over SyRI, sloten zich op persoonlijke titel bij de procedure aan. In juli 2018 voegde ook FNV zich bij de coalitie. SyRI is volgens de eisende partijen een black box met grote risico’s voor de democratische rechtsstaat. Het is voor een burger die zonder aanleiding door SyRI kan worden doorgelicht volstrekt onduidelijk welke gegevens daarvoor worden gebruikt, welke analyses daarmee worden uitgevoerd en wat hem of haar al dan niet tot 'risico' maakt. Bovendien zijn burgers door de heimelijke werking van SyRI ook niet in staat om een onjuiste risicomelding te weerleggen. De rechtsgang en de daarbij horende procedures worden met de inzet van SyRI ondoorzichtig. SyRI ondermijnt daarmee de vertrouwensrelatie tussen de overheid en haar burgers; deze burgers zijn in feite bij voorbaat verdacht. De LCR en de andere partijen bij deze procedure zijn niet tegen het bestrijden van fraude door de overheid. Zij vinden alleen dat dit op grond van een concrete verdenking dient te gebeuren. Er mag niet middels sleepnetacties in het privéleven van niet-verdachte Nederlandse burgers worden gezocht naar mogelijke risico's op fraude. Deze disproportionele methode doet volgens de eisende partijen meer kwaad dan goed. Er bestaan betere en minder ingrijpende vormen van fraudebestrijding dan SyRI. Op 29 oktober diende rechtszaak in de rechtbank te Den Haag. Uitspraak 5 februari 2020, wordt vervolgd

5.8 Breed offensief Banenafspraak Het breed offensief banenafspraak heeft tot doe werk lonend te maken en knelpunten in wet en regelgeving weg te nemen. Het Ministerie van SZW heeft in het breed offensief de dialoog gekozen met een groot aantal organisaties, waaronder de Landelijke Cliëntenraad. Het breed offensief heeft een waardevolle dialoog opgeleverd en relevante nieuwe wetgeving voorbereid. Deze wetgeving heeft in de ogen van de LCR niet op alle onderdelen het beoogde resultaat opgeleverd. Zo is voor mensen met een beperking die in deeltijdwerken, werken niet lonend. De LCR heeft in dit verband een oplossing aangedragen, de Inclusietoeslag. Dit voorstel is niet geheel afgewezen maar bestempeld als op dit moment niet realiseerbaar. De Landelijke Cliëntenraad heeft naast het vereenvoudigen van de uitvoering van de verschillende socialezekerheidswetten aandacht gevraagd op investeringen in re- integratie, arbeidsparticipatie en investeringen in werkgelegenheid. Ongevraagd advies, Internationaal perspectief op werkzaamheid beleid, investeringsfonds technologie en inclusie en inclusietoeslag.

5.9 Switchen in de Participatie keten De LCR heeft deelgenomen aan het innovatieve aanpak van het Ministerie van SZW: Switchen in de participatieketen. Staatssecretaris van SZW stuurde eind 2018 de brief Simpel Switchen in de Participatieketen naar de Tweede Kamer. In deze brief beschrijft zij langs welke vier sporen hoe zij de verschillende overgangen van niet werken naar beschut werk of van een bijstandsuitkering naar deeltijdwerk wil verbeteren en versoepelen: - Vanuit de uitkering werken - en weer terugvallen; - Beter inzicht in de gevolgen van beginnen met werken; - Meedoen op de best passende plek; - Continuïteit in begeleiding en integrale ondersteuning.

10 LCR/20-0042

Deze thema’s staan centraal in de visie op dienstverlening en advisering van de Landelijke Cliëntenraad. De verrekening van inkomsten met uitkering, werk moet lonen, inkomenszekerheid en effectieve ondersteuning bij re-integratie zijn belangrijke thema’s voor de LCR. De bijeenkomsten en dialoog tussen onderzoekers, beleidsambtenaren van het ministerie, uitvoerende ambtenaren en cliëntenorganisaties was boeiend. De dialoog levert veel mensen in de uitvoering energie om de kwaliteit van dienstverlening te verbeteren, gezamenlijk te reflecteren over verbeteringen en te leren van innovaties in het land. Deze leereffecten inspireert ook de Landelijke Cliëntenraad in haar adviezen. Deelname en kennis uit dit netwerk heeft de LCR mede geïnspireerd tot haar adviezen op het terrein evaluatie Participatiewet en haar inbreng in expertgroepen.

5.10 Armoede en schulden Armoede en schulden staat hoog op de politieke agenda. Staatssecretaris Van Ark introduceerde in dit verband de brede schuldenaanpak. Het kabinet zet in op het voorkomen van problematische schulden, treft maatregelen om problematische schulden terug te dringen en maakt afspraken met gemeenten om meer mensen met schulden effectiever te helpen. De LCR volgt de aanpak en alle plannen van het kabinet vanuit cliëntenperspectief. De LCR was zwaar teleurgesteld over het uitstel van de verbetering van de beslagvrije voet. Verder heeft de LCR een gevraagd advies uitgebracht over Wijziging Wgs in verband met gegevensuitwisseling. Armoede en Schulden blijft een veelkoppig monster. Voor veel mensen staat de bestaanszekerheid op de tocht. Dat vraagt om een krachtige bestrijding van armoede. Krachtige beïnvloeding van beleid op het terrein van armoede en schulden, dat kan de LCR niet alleen. Daarom heeft de LCR zich aangesloten bij de Landelijke Armoede Coalitie. En in coalitieverband gewerkt aan het pamflet tegen armoede.

5.11 Cliëntenparticipatie Cliëntenparticipatie werk en inkomen staat onderdruk met de komst en het groeien van het aantal adviesraden Sociaal Domein. Dat is de reden voor het uitvoeren van het onderzoek versterking en borging cliëntenparticipatie werk en inkomen. Op de landelijke uitwisselingsbijeenkomst (6 maart) werden de proeftuinen in het kader van het onderzoek versterking en borging cliëntenparticipatie werk en inkomen afgesloten (zie verder 6.2).

Cliëntenparticipatie is niet altijd van zelfsprekend en cliëntenraden hebben het niet altijd makkelijk. Er vindt nog altijd samenvoeging van cliëntenraden in adviesraden sociaal domein plaats. Sommige cliëntenraden worden met opheffing bedreigt. Een cliëntenraad kan niet zomaar worden opgeheven, daar zorgt artikel 47 van de Participatiewet voor. Maar er lijkt een maas in de wet. Individuele leden van een raad worden niet beschermd door de Wet. Een cliëntenraad kan dus worden opgeheven door alle leden individueel te ontslaan. Dat deed de gemeente Alkmaar met zijn cliëntenraad. De LCR wil weten of dat echt kon en steunde deze cliëntenraad in zijn gang van bezwaar en beroep. De rechter die de vraag voorgelegd heeft gekregen heeft hierop in november 2018 ‘ja’ geantwoord. ‘Het lijkt erop dus op dat leden van cliëntenraden vogelvrij zijn’. De LCR steunde ook het hoger beroep en dat diende begin 2020. Wordt vervolgd.

5.12 Coalitie van Technologie en Inclusie De LCR is een van de leden van de Coalitie voor Technologie en Inclusie. Deze coalitie stimuleert, coördineert en ondersteunt de ontwikkeling en toepassing van technologie voor een inclusieve arbeidsmarkt. De coalitie zet zich in om het verhaal van de kansen van technologie voor inclusie te verspreiden, onder andere door het delen en identificeren van best practices. Zij ondersteunt initiatieven en start proeftuinen die de domeinen van technologie en werken met elkaar verbinden. De Coalitie heeft vorig jaar werkgevers, technologieontwikkelaars, werknemers en hun ondersteuners opgeroepen een voorstel in te dienen om technologie in te zetten op de werkvloer voor mensen met een beperking. Zeven voorstellen zijn geselecteerd en krijgen subsidie van UWV. De LCR volgt de voorstellen en vraagt aandacht voor het cliënten perspectief.

11 LCR/20-0042

6 Projecten

6.1 Schouders Eronder Het programma Schouders Eronder is gestart in 2017 en heeft een looptijd tot 2021. Het programma heeft als doel bij te dragen aan het professionaliseren van het vakmanschap van schuldhulpverlening. Schouders Eronder is een samenwerkingsverband tussen Divosa, Landelijke Cliëntenraad, NVVK, Sociaal Werk Nederland en VNG. Schouders Eronder is een landelijk programma, gesubsidieerd door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het project is ontstaan naar aanleiding van de evaluatie van de Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening. Deze evaluatie liet zien dat er nog veel te verbeteren was in de uitvoering. De LCR, Divosa, NVVK, Sociaal Werk Nederland en VNG zijn vervolgens gezamenlijk aan de slag gegaan om het project Schouders eronder te ontwikkelen. Inmiddels zijn we twee jaar op weg en is in 2019 de eerste fase van het project afgerond. De eerste resultaten zijn geboekt. Er is kennis gebracht, opgehaald en behoeften gepeild. Daarnaast zijn natuurlijk de nodige concrete middelen en tools, waaronder de quickscan gemeentelijke schuldhulpverlening, ontwikkeld. Er zijn vele bijeenkomsten met veel verschillende thema’s georganiseerd. Er is onderzoek gedaan en er zijn handreiking geschreven. De LCR heeft een bijdrage geleverd aan de handreiking, Leren van en met elkaar; Aan de slag met lerende praktijken, de opbrengsten tot nu toe van Schouders Eronder. Ter voorbereiding van fase II lerende praktijken heeft de LCR een plan van aanpak opgesteld voor cliëntenraden. In de tweede fase wil de LCR een bijdrage leveren om cliëntenraden een rol te laten spelen bij de lerende praktijk schuldhulpverlening. Daarbij willen we met de cliëntenraden zelf in een lerende praktijk aan de slag en cliëntenraden leren een rol te spelen bij de lerende praktijk in hun gemeenten. Dit traject was beoogd al in de tweede helft van 2019 te starten. Helaas bleek dat niet mogelijk maar het voorwerk is gedaan en dan kunnen we in 2020 snel van start.

6.2 Borgen werk en inkomen cliëntenparticipatie De inspraak en medezeggenschap van inwoners/cliënten verbeteren op het terrein van werk en inkomen. Dat was de uitdaging van het project Versterken Cliëntenparticipatie Participatiewet/Werk en Inkomen. Gemeenten, adviesorganen, Movisie en de LCR hebben daaraan gewerkt, onder andere in de vorm van drie proeftuinen. Op de afsluitende landelijke uitwisselingsbijeenkomst zijn we met de deelnemers uit de drie proeftuinen en gemeenten en cliënten-/adviesraden in gesprek gegaan over de ervaringen, de resultaten en het gebruik van de tools in dit project. Het leren van en met elkaar stond centraal om nog scherper te krijgen wat er nodig is om lokaal ook daadwerkelijk uitvoering te geven aan acties om cliëntenparticipatie op het terrein van werk- en inkomen te versterken en te borgen. De drie lokale proeftuinen speelden zich af in Kampen, Veenendaal en Zaanstad. Deze drie gemeenten hebben de inspraak en medezeggenschap op totaal verschillende wijze georganiseerd. Movisie heeft in het kader van dit project een quickscan ontwikkeld om in de lokale praktijk een foto (nulmeting) te maken van de situatie. Deze is zowel in de proeftuinen als op een aantal andere plekken ingezet door cliënten-/adviesraden en gemeenten. In de proeftuinen is er op basis van de uitkomsten van de quickscan, het ‘goede gesprek’ gevoerd en zijn er plannen en acties bedacht en deels ook uitgevoerd om cliëntenparticipatie werk en inkomen te versterken. Voor meer informatie wordt verwezen naar Eindrapport versterking en borging cliëntenparticipatie werk en inkomen.

12 LCR/20-0042

7 Congres LCR 2019: Kennis delen Het jaarlijks congres dit keer op 11 april stond in het teken van kennisdelen. Het laatste congres van de voorzitter Gerrit van der Meer en kennismaken met de nieuwe voorzitter Amma Asante. Ook staatssecretaris Van Ark was aanwezig. Ze kreeg uit handen van Gerrit van der Meer het eerste exemplaar van het rapport 'Thermometer Beschut werk - wel budget, weinig werkplekken' en reageerde direct: 'Gemeenten krijgen geld om mensen aan het werk te helpen. Je hebt recht op werk als je een indicatie hebt. Als mensen geen werk krijgen, moeten we dat bespreken.'

Kennis opdoen op de markt, bij kennissessies en de mensenbieb Naast de vaste plenaire onderdelen in de ochtend en middag, Ab Harrewijn-rede en Cliënt in Beeld-prijs, konden de deelnemers ’s ochtends en ‘s middags kiezen waar en welke kennis zij wilden halen en delen. Er kon worden gekozen uit een kennissessie of op de markt in gesprek aan diverse kennistafels naar keuze of de mensenbieb.

AB Harrewijn-rede Prof. dr. ir Gert van Dijk TIAS Governance lab Tilburg University 'Alles wat u voor mij doet, zonder mij, doet u tegen mij'. Daarmee zette Gert van Dijk de toon van zijn Ab Harrewijn-rede 2019. Hij vindt dat deze spreuk gebeiteld zou moeten staan boven de ingang van elke organisatie die zegt voor een bepaalde groep op te komen. 'Leden of cliënten moeten altijd het beginpunt, de kern en de doorslaggevende factor zijn binnen zo'n organisatie', zei hij. De voorwaarde voor democratie in een organisatie die opkomt voor de belangen van cliënten is dat mensen uit alle lagen komen en weten waarover ze praten. Bij de selectie pleit hij voor een soort sociale dienstplicht. En tenslotte zouden mensen in cliëntenraden een serieuze vergoeding moeten kunnen krijgen.

Cliënt in Beeld-prijs Wij Staan Op! wint publieks- en juryprijs. Alle vier de genomineerden hebben een mooie inzending voor de Cliënt in Beeld-prijs 2019 met het thema 'Rauwe werkelijkheid op tafel'. De Participatieraad , de Werkgroep Werk & Participeren van de Adviesraad VWI in Apeldoorn, de Cliëntenraad De Vallei en Wij Staan Op! hebben heel duidelijk gemaakt hoe beleid cliënten in het nauw drijft. Grote winnaar: Wij Staan Op!: ze kregen de juryprijs en - met een overweldigende meerderheid van stemmen - ook de publieksprijs van de Cliënt in Beeld-prijs 2019. Juryvoorzitter , wethouder in Utrecht, reikte beide prijzen aan Wij Staan Op! uit. Het juryrapport van de Cliënt in Beeld-prijs 2019 kan hier worden gedownload.

Keuze uit zes kennissessies 1. Kennissessie Leren van de monitor Participatiewet Uitvoering: Boukje Cuelenaere, hoofd Surveyonderzoek van CentERdata. Verantwoordelijk voor de onderzoeken onder gemeenten en cliëntenraden in het kader van de evaluatie van de Participatiewet. 2. Kennissessie: Een lokaal steunpunt nabestaanden– hoe realiseer je dat? Uitvoering: Ellis Heine, WijZ Welzijn 3. Kennissessie Het belang van cliëntenparticipatie en onderlinge samenwerking Uitvoering: Landelijke Cliëntenraad en Koepel Adviesraden Sociaal Domein 4. Kennissessie: Het belang van lokale cliëntenparticipatie op het terrein van werk en inkomen Uitvoering: Daan Bruijn en Karin Sok, Movisie 5. Kennissessie: Meldpunt Klachten Beschut Werk Uitvoering: Marianne Simons en Annemarie Tuzgöl; Nationale Ombudsman 6. Kennissessie benut ervaringen van cliënten bij cliëntenparticipatie Uitvoering: Wilma Kuiper (Stimulansz), Hans Bosselaar (VU) Hans van Grieken (cliëntenraad Den Bosch)

13 LCR/20-0042

Een markt met 21 kennistafels

1) Wat kan een zelfstandig bewindvoerder voor u betekenen? 2) Wat doet een zelfstandig mentor voor u als cliënt? 3) Wsw 2.0 4) Duurzame arbeidsparticipatie 5) Onafhankelijke cliëntondersteuning 6) Belangenbehartiging, wat is dat eigenlijk? 7) Lokale belangenbehartiging 8) ArboPositief 9) Meedoen begint met begrijpen waar het over gaat 10) Campagne Bejegening 11) Levendig inclusief 12) Technologie en inclusie 13) Digitale Overheid 14) Rechtspositie Beschut Werk 15) Werkgroep Beschut Werk 16) Armoede en Schulden 17) VN-verdrag in de gemeente 18) Onschuldig in de schulden 19) Campagne bejegening 20) Onbeperkt aan de slag 21) Onderbenutting toeslagen

Mensenbieb In de mensenbieb konden deelnemers in gesprek met: Conny Kooijman, Noortje van Lith, Ton de Vries en Mensenrechten mens 2018 Edo Paardekooper Overman, staatssecretaris Van Ark.

Afsluiting door Japke–d Bouma: ‘Over duidelijke taal en jeukwoorden’ Waarom en wanneer gebruiken mensen taal die niet zegt wat echt wordt bedoeld? Zoals 'je moet je rol pakken' of 'iemand in zijn kracht zetten'. Nog erger: 'Iets tegen je aanhouden', 'uit je comfortzone stappen' of 'ik hoor wat je zegt'. Uitdrukkingen die vaak verbloemen wat diegene werkelijk bedoelt. Japke-d Bouma ziet ze allemaal voorbijkomen en heeft er een sport én een tweede baan van gemaakt om ze bij te houden en te presenteren aan iedereen die het wil horen. Als afsluiting van het LCR-congres heeft ze de deelnemers geconfronteerd met dit taalgebruik. Jeukwoorden Het sociaal domein kent vele jeukwoorden. Japke presenteerde ze genadeloos: monitoren, zelfredzaamheid, participatie, maatwerk, eigen regie, de cliënt centraal. Een juweeltje als je er langer over nadenkt: breed offensief. Een hilarisch besluit van een dag vol kennis.

14 LCR/20-0042

8 Colofon

De Landelijke Cliëntenraad (LCR) De LCR is een overlegorgaan waarin landelijke cliëntenorganisaties, vertegenwoordigers van gemeentelijke cliëntenraden en vertegenwoordigers van de centrale cliëntenraden van SVB en UWV zitting hebben.

Samenstelling Landelijke Cliëntenraad Landelijke cliëntenorganisaties:  Vakcentrale voor Professionals (VCP)/Christelijk Nationaal Vakverbond (CNV);  Netwerk voor mensen met een beperking of chronische ziekte (Ieder(in))  Coördinatieorgaan Samenwerkende Ouderenorganisaties (KBO/PCOB);  Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV, publieke sector);  Vertegenwoordiger Organisaties van Minderheden (SMN/ IOT);  Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV, marktsector);  WijzijnMIND.

Vertegenwoordigers van de gemeentelijke cliëntenparticipatie:  Cliëntenraden G4;  Mobility;  COMO (Vertegenwoordiger van dak- en thuislozen).

Afgevaardigden van centrale cliëntenraden SVB en UWV:  Centrale Cliëntenraad UWV (3 zetels);  Klantadvies Raad SVB (3 zetels).

Onafhankelijk voorzitter: Amma Asante

15 LCR/20-0042

Bijlagen

I. Missie en visie LCR II. Overzicht adviezen LCR III. Deelname aan begeleidingscommissie, klankbordgroep, rondetafelgesprekken, brainstormsessies en Raad van Advies IV. Spreekbeurten/gespreksleider V. Overzicht Publicaties en artikelen LCR VI. De LCR in de media (geschreven pers, Radio en tv) VII. Ab Harrewijn-rede 2019 VIII. Cliënt in Beeld-prijs 2019 IX. Overzicht leden en plaatsvervangend leden LCR

16 LCR/20-0042

Bijlage I Missie en visie LCR

Motor van meer lawaai Rode draden uit de strategie sessie LCR.

17 LCR/20-0042

Missie LCR Het versterken van de positie van de burger in de rol van cliënt. Het perspectief van de cliënt is voor ons leidend. Wij streven ernaar dat dit perspectief in het beleid van de overheid en de uitvoeringsorganisaties nadrukkelijk wordt meegenomen zodat de cliënt in staat wordt gesteld om zijn verantwoordelijkheid te nemen.

Deze missie vertaalt zich in twee hoofdactiviteiten:

1. Collectieve belangenbehartiging richting overheidsbeleid, uitvoering en richting andere partijen in het speelveld van de sociale zekerheid; 2. Bevorderen cliëntenparticipatie (overzicht op vormgeving en realisatie van cliëntenparticipatie op zowel landelijk als decentraal niveau) en aanbevelingen doen over de gewenste vormgeving van cliëntenparticipatie).

Visie LCR 1. Als verzameling van belangenbehartigers in de sociale zekerheid doen wij als LCR ons werk voor- en met cliëntenraden en cliëntenorganisaties; 2. De LCR weet wat er speelt op het terrein van wet- en regelgeving én in het veld en bundelen de signalen over knelpunten daarin tot constructieve adviezen. Wij handelen proactief op actuele ontwikkelingen en wetgeving. Onze opvattingen kaarten we slagvaardig aan bij onze gesprekspartners. Output en behaalde resultaten worden breed gecommuniceerd; 3. De buitenwereld erkent de LCR als een van de deskundige vertegenwoordigers van burgers in de sociale zekerheid overlegorgaan. Wij zijn kritisch, constructief en oplossingsgericht en in de media hebben we een goede reputatie; 4. De samenwerking in de LCR is met respect voor elkaars meningen om als één geheel naar buiten te treden in het belang van de cliënt. Adequaat ondersteund door het bureau van de LCR wordt creatief, kritisch en in actieve werkgroepen gewerkt, op basis van een meerjarenbeleidsplan; 5. De LCR is representatief doordat raadsleden zorgen voor een goede dialoog met de achterban en de LCR streeft ernaar om een afspiegeling te zijn van de burgers die gebruik maken van de sociale zekerheid. We kennen een goede continuïteit van raadsleden; 6. Gesprekspartners kunnen inspirerende adviezen, zinvolle voorstellen met betrekking tot wetswijziging, voorstellen van wet, algemene maatregelen van bestuur, besluiten en uitvoeringsbesluiten, eigen initiatiefvoorstellen en adequaat overleg verwachten; 7. De LCR is een overlegorgaan binnen de sociale zekerheid, met een consistent verhaal. Mening en adviezen van de LCR doen ertoe en worden opgevolgd. Wij inspireren cliënten(raden) door de kwaliteit van ons werk.

18 LCR/20-0042

Bijlage II Overzicht adviezen

Ministerie SZW  Analyse contourennota vereenvoudigd systeem Wet Banenafspraak  Wijziging Wgs in verband met gegevensuitwisseling  Faciliteiten ten behoeve van cliëntenparticipatie UWV  Advies ANW  Klantonderzoek monitor Participatiewet  Derde meeting ervaringen gemeenten met de Participatiewet  Herbeoordeling 1.991 mensen met een IVA-uitkering UWV-kantoor Groningen  Inclusie toeslag  Generieke werkgeversvoorziening

Cliëntentoetsen  Wijziging Participatiewet

Tweede Kamer  Gezamenlijke brief (Divosa, VNG, NVVK, Sociaal Werk Nederland en LCR) armoede en schulden  Kabinetsstandpunt beleidsdoorlichting Wajong  Arbeidsongeschiktheid  Breed offensief Banenafspraak  Wijziging Participatiewet i.v.m. opheffen discriminerend onderscheid  Participatiewet  Armoede en schulden  Wijziging Wajong  Analyse antwoorden Wijziging Wet Wajong  Begroting min SZW

Eerste Kamer - Harmonisering Wajong

Inspectie SZW Feitencheck bij nota van bevindingen Uitvoering schuldhulpverlening nader bekeken

Internetconsultaties - Wet Inburgering - Wijziging besluit allocatie arbeidskrachten door intermediairs in verband met afwijking artikel 8a Waadi voor werknemers met een beperking - wijziging besluit SUWI i.v.m. werkgeversdienstverlening - Stapbudget

Overige - Schaduwrapportage VN-Verdrag aan Ieder(in) - In wat voor land willen wij werken aan commissie Borstlap - Startnotitie onderzoeksvoorstel samenloop inkomsten Uit werk en uitkering aan UWV - Pamflet Pak Armoede Aan

19 LCR/20-0042

Bijlage III Deelname aan begeleidingscommissie, klankbordgroep, rondetafelgesprekken, brainstormsessies, bijeenkomsten en Raad van Advies

Begeleidingscommissies Onderzoek Jonggehandicapten onder de Participatiewet– SEO Evaluatie Wet Taaleis Jobcoaching in cijfers – UWV Implementatietoets LKS – Divosa Eindevaluatie P-wet – SZW Jobcoachonderzoek – UWV Niet langer in de Wajong – SEO Monitoring en evaluatie P-wet – OCW Onderzoek succesvol uit de bijstand – SZW Dienstverlening laagopgeleiden – Instituut GAK Begeleidingscommissie Zinziz samenwerking GGZ in werk en inkomen Onderzoek samenloop (wisselende) inkomsten uit werk met een uitkering Effect sancties

Expertgroep Harmonisering instrumenten waaronder jobcoach Wajong

Klankbordgroepen Klankbordgroep en stuurgroep beleidsdoorlichting – SZW Succesvol uit de bijstand - Evaluatie SUWI – SZW Evaluatie onderzoek P-wet gemeenten – SZW Maatschappelijke heroverweging inclusieve samenleving – OCW Klankbordgroep Onafhankelijke Client Ondersteuning (VWS)

Raad van Advies PSO NvvA

Mini Symposium Statushouders en de inclusieve arbeidsmarkt? Afscheid bijeenkomst Gerrit van der Meer

Overige overleggen/brainstromsessies/bijeenkomsten/bijdragen Platform participatie jongeren in kwetsbare positie – NL Jeugdinstituut Stakeholdersbijeenkomst Weten wat werkt Maatwerkvoorziening ‘Een goed gesprek’ – inleiding CR in Oost Nederland Mini symposium loonwaardesturing Ambtelijke werkgroep werkgeversdienstverlening SZW Landelijk Netwerk Armoede en Schulden Onbeperkt aan de slag – SER Jobcoachonderzoek – UWV Werkgeversdienstverlening – vakbonden en cliëntenorganisaties Ab Harrewijnprijs Divosa collegereeks op 15 mei, 11 september, 9 oktober en 30 oktober Jaarcongres Divosa Brede schuldenaanpak – SZW PAKHUIS DE ZWIJGER Gesprek verkenning samenwerking Interview haalbaarheid sociale innovatie fonds op verzoek van ministerie SZW Interview SDU Emma at Work

20 LCR/20-0042

Idealenfabriek Werkconferentie SER Stakeholdersbijeenkomst vereenvoudiging Wajong Symposium toegang tot het recht – college voor de rechten van de mens Beoordelingscommissie onderzoeksvoorstellen samenloop wisselende inkomsten uit werk met uitkering Simpel Switchen in de keten Overleg wijziging SUWI – SZW Congres Kom uit je schuld – SZW Stakeholdersoverleg Wajong UWV Haalbaarheid Sociaal Innovatiefonds (namens SZW) Werkgroep beroepscompetentieprofiel – SZW WGA onderzoek – Verweij Jonker Rondetafelgesprek Beschut Werk – Nationale Ombudsman Bijdrage bijeenkomst Participatiewet FNV Bijeenkomst Samenwerkingsverband Brede Schuldenaanpak – SZW Studiemiddag Schulden – VNG Brainstormsessie SUWI Bijeenkomst tussenrekening Debat Armoede en Schulden Debat Pensioenen Debat Wajong Overleg met Zinziz in kader samenwerking Ggz en W&I Interview Nicolette van Gestel Onderzoek naar samenwerking in de arbeidsmarktregio in het kader van het EU H2020 project over Strategische vernieuwing van publieke organisaties (COGOV).

21 LCR/20-0042

Bijlage IV Spreekbeurten/gespreksleider

7 februari: Bijdrage leveren aan Lunchlezing bij min SZW over evidence based practice

23 juli: bijdrage aan Festival We make the City van Pakhuis de Zwijger

10 september: bijdrage aan bijeenkomst Schoon Schip (armoede en Schulden)

28 september: bijdrage aan bijeenkomst FemCity Diner Pakhuis de Zwijger

4 november bijdrage aan bijeenkomst FNV over de evaluatie Participatiewet

5 november: deelname aan bijeenkomst over de Brede Welvaart, Pakhuis de Zwijger

22 LCR/20-0042

Bijlage V Overzicht Publicaties en artikelen LCR

Publicaties LCR

 E-magazine Cliëntenraden aan de slag

 Het rapport Thermometer Beschut werk - wel budget, weinig werkplekken

Artikelen en bijdragen aan bladen

 LCR-voorzitter Amma Asante was de gasthoofdredacteur van de vierde editie van het magazine Doen. Doen is een uitgave van K!X Works, een programma van Movisie dat jonge nieuwkomers toerust en versterkt bij het vinden van werk of een opleiding. Amma Asante ontving het eerste exemplaar uit handen van de K!X Works-projectleider Jama Chrifi. In deze editie staan naast portretten ook artikelen over ambitieuze vrouwen in een K!X Works vrouwengroep, de krachtige elementen van het programma en een interview met drie organisaties over de 'kracht van vrouwen'.

 Twee bijdragen aan Sociaal Bestek: - Onderzoek beschutwerk; - Interview Amma Asante over armoede en schulden.

 Bijdrage aan Sprank; Interview in Sprank met Amma Asante over Armoede en Schulden.

 Bijdrage aan HandicapNL over de gevolgen van de Harmonisering Wajong.

 Artikel voor de Idealenfabriek met de titel: Een overheid die mensen weer op weg helpt en niet de afgrond instort. In 2020 zal de Voorzitter een inleiding verzorgen en bij een drietal bijeenkomsten van de Idealenfabriek als moderator optreden.

23 LCR/20-0042

VI De LCR in de media

Volkskrant 19 mei 2019 https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/afschaffen-armoedeval- heeft-succes-bijstandsmoeder-werkt-zichzelf-uit-de-uitkering~bcf1364a/

27 juni 2019 https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/afschaffen-armoedeval- heeft-succes-bijstandsmoeder-werkt-zichzelf-uit-de-uitkering~bcf1364a/

3 juli 2019 https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/rotterdam-stopt-omstreden- fraudeonderzoek-met-syri~becb336a/

29 oktober 2019 https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/rotterdam-stopt- omstreden-fraudeonderzoek-met-syri~becb336a/

30 oktober 2019 https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/rotterdam-stopt- omstreden-fraudeonderzoek-met-syri~becb336a/

NRC 7 november 2019 https://www.nrc.nl/nieuws/2019/11/07/tweede-kamer-stemt-in-met- wetsvoorstel-voor-vereenvoudiging-wajong-a3979514

29 oktober 2019 https://www.nrc.nl/nieuws/2019/10/29/geen-extraatjes-meer-voor- wajongers-met-een-studie-a3978470

ad

29-10-2019 https://www.ad.nl/rotterdam/rechtszaak-tegen-it-systeem-dat-burgers-als- riskant-aanmerkt-rotterdam-gebruikte-het-voor-wijken-op-zuid~a03ca1d0/

11 september 2019 https://www.ad.nl/roosendaal/noortje-22-uit-roosendaal-biedt- petitie-aan-voor-gelijke-behandeling-gehandicapten~a348c34a/

04-04-2019 https://www.ad.nl/economie/is-het-geen-tijd-om-alle-schulden-van- probleemgevallen-gewoon-kwijt-te-schelden~a8de2ccb/

Pauw

In december was Amma Asante te gast bij Pauw.

24 LCR/20-0042

Bijlage VII Ab Harrewijn-rede 2019

Door: Prof dr. ir Gert van Dijk is hoogleraar Social Venturing Economics & Cooperative Entrepreneurship aan het TIAS GovernanceLab van de Tilburg University.

Terug naar de Basis: De democratische potentie van de cliëntenraad

‘Alles wat u voor mij doet, zonder mij, doet u tegen mij.’

Midden Afrikaans spreekwoord.

INLEIDING

Een vermoedelijk midden-Afrikaans spreekwoord luidt: ‘Alles wat u voor mij doet, zonder mij, doet u tegen mij’. Ik heb dit adagium gekozen als motto van deze Ab Harrewijnrede omdat ik vind dat het gebeiteld zou moeten staan boven de ingang van elke organisatie die pretendeert voor een bepaalde belangengroep op te komen. Het impliceert namelijk dat de leden of cliënten altijd het beginpunt, de kern en de doorslaggevende factor moeten zijn binnen zo’n organisatie. En dat gaat – eerlijk gezegd – bepaald verder dan het wat mij betreft nogal denigrerende begrip ‘medezeggenschap’.

Als een organisatie bestaat ter wille van een bepaalde groep is de wil van die groep ook leidend. Een andere formulering is dat die groep de enige ‘eigenaar’ is van het betreffende belang of het probleem dat opgelost moet worden. Dat betekent met name dat de leden of de ontvangende partij volstrekt onafhankelijk moet kunnen bepalen waar het om gaat. En voor de meeste bestuurders of directies is dat een héél moeilijk aspect. Vanuit eigen professionaliteit, kennis van de buitenwereld en beschikking over de middelen zijn ze maar al te gauw geneigd zèlf te bepalen wat er nodig is. En andersom is de cliënt, het lid, de burger, al gauw geneigd zich passief op te stellen: ‘Ze zullen het daarboven wel weten’. En daarmee heb ik twee polen neergezet van mijn stelling dat cliëntenraden een kernfunctie kunnen vervullen in het herstel van onze democratie.

Mijn bewogenheid in deze ligt in mijn ervaring met coöperaties: bedrijven die over het algemeen werden opgericht door beroepsgenoten die gemeenschappelijke belangen willen bundelen om zich binnen de grote, vaak internationale markt te kunnen handhaven. De ledenraad van die (financierende) beroepsgenoten vormt daar vanzelfsprekend het hoogste (democratische) orgaan. En u kunt zich voorstellen dat de besluitvorming daar niet altijd gemakkelijk is, want elk lid is anders. Niettemin hebben talrijke coöperaties zeer betekenisvolle resultaten geboekt. Helaas met de kanttekening dat het democratisch karakter ernstig te lijden heeft gekregen door eenzijdige nadruk op bedrijfsmatige ‘professionalisering’.

EEN DEMOCRATISCHE COMMUNITY MET EEN COÖPERATIEVE ECONOMIE

Om aan te geven waar het me om gaat neem ik u even mee naar het noord-Spaanse Baskenland. Daar vormt de coöperatie Mondragon een succesvolle ‘streek-onderneming’. De leden wonen in Baskenland, werken bij de coöperatie of doen er zaken mee. De coöperatie creëert inkomen en banen. Collectief wordt bekeken hoe de regionale economie verantwoord kan worden afgeschermd tegen te veel globalisering. Natuurlijk acteert ook Mondragon op een wereldmarkt, maar voor de leden probeert ze als buffer te werken. Meer kan een democratie niet in deze wereld. Je kunt alleen proberen die ‘onzichtbare hand’ van de wereldeconomie bij te sturen ten behoeve van de sociale en economische ontwikkeling in eigen kring. Dat vergt inzicht in die internationale markt (de taak van het bedrijf, de directie) maar ook de voortdurende toetsing van de vraag hoe de leden, de Basken, daar in wensen te staan. En daarom is de directie nadrukkelijk óók geïnteresseerd in het dagelijks leven van de leden. Hun beslissingen thuis en de gemeenschappelijke waarden die daar een rol spelen. In het ondernemingsbestuur gaat

25 LCR/20-0042 het om cijfers, kengetallen en ratio’s, maar tegelijk moeten beide werelden met elkaar verband blijven houden. Anders schiet je als coöperatie aan je doel voorbij.

DEMOCRATIE OP PIRATENSCHEPEN BEGIN 18E EEUW Een heel ander curieus voorbeeld wordt beschreven in het boek The Invisible Hook: The hidden economics of pirate life van P. Leeson. Leeson laat zien hoe zee piraten rond 1700 zo succesvol konden zijn. In koopvaardij en militaire marine was de bemanning volstrekt ondergeschikt, maar op piratenschepen was het opvallend democratisch geregeld. De piraten wisten ook dat er samenwerking nodig was om succesvol te zijn. Alle regels waren democratisch vastgesteld. De kapitein werd gekozen door de bemanning, maar kon ook door die bemanning worden ontslagen. Zijn salaris was nauwelijks hoger dan van de andere bemanningsleden – het verschil was slechts een aandeel. En ook zijn slaapplaats was niet groter dan die van anderen. Maar: als er slag werd geleverd had de kapitein de volstrekte autoriteit. Punt. Want tijdens confrontaties gaat het om snelle beslissingen.

GEORGANISEERD VERTROUWEN IS OVEREENSTEMMING OVER FEITEN EN WAARHEID

Het is simplificerend, dit voorbeeld van piraten. Want een gemeenschappelijke vijand is altijd handig. Het spiegelbeeld daarvan is: wat maakt ons gemeenschappelijk? Hebben wij gedeelde waarden? Wat vinden wij waar en wat is niet waar? Dat is nog niet zo’n simpele. De ‘definition of the situation’ ontstaat in praktijk in het omgaan met elkaar. In die zin kunnen er verschillende ‘waarheden’ bestaan. Wat mensen als ‘waarheid’ zien is het resultaat van onderlinge communicatie. Communicatie in vertrouwen. Alleen in onderling vertrouwen kunnen wij dingen en gebeurtenissen van betekenis voorzien. Wat wij als werkelijk en waar zien hangt samen met hoe we in relatie met anderen dingen beleven. Zo ontstaan collectief erkende feiten. Let wel; dit veronderstelt vanuit het individu een actieve communicatieve houding. Zonder collectieve feiten verdwijnt het idee van gedeelde belangen en valt een samenleving uit elkaar.

Ik gebruik hier termen als waarheid en werkelijkheid en dat is gevaarlijk op het moment dat individuen dat claimen, al of niet met het argument dat ze weten wat ‘de burger’ wil. Maar ik heb wel een democratisch vertrouwen in de idee dat mensen tot (sociale) waarheid kunnen komen als ze wezenlijk met elkaar in discussie gaan en waarnemingen uit hun eigen beleving kunnen uitwisselen. Waar het om gaat is dat mensen die belevingen, die werkelijkheden, kunnen delen. Daarvoor is uitwisseling, confrontatie, gesprek nodig. We zijn ten onrechte gaan denken dat we in het bestaan van waarheid of werkelijkheid zelf geen rol meer hoeven te spelen. Onzin! Sociale interactie, ook met jou, is nodig om ‘de situatie’ in beeld te krijgen. Waar het om gaat is overeenstemming te krijgen over feiten en in vervolg daarop over belangen en/of problemen. Pas de laatste stap is hoe je daar strategisch mee om moet gaan.

VAN KONING KLANT NAAR DICTATOR KLANT

Politici en bestuurders krijgen het mandaat om belangen van hun achterban intern en vooral ook naar te buiten behartigen. Dat vergt kennis over de aspiraties van die achterban.

Steeds vaker wordt die kennisvraag ‘professioneel’ aangepakt. Burgers, leden, zorgvragers worden benaderd als individuele consumenten. Internetmarketing is daar het ultieme voorbeeld van. Je mag als individu zeggen wat je wilt. Behoeftekritiek, bijvoorbeeld uit naam van het collectief, bestaat niet. Integendeel je wordt verleid om vooral verder te gaan op de lijn van je individuele verlangens. De klant is koning en zo ga je je ook voelen: als klant en als koning. Niet als lid van een groter geheel. Er is geen gesprek, geen tegenwerping. Langzaam ga je je Dictator Klant voelen. Als je je zin niet krijgt beweer je dat er niet naar ‘de burger’ is geluisterd.

26 LCR/20-0042

DEMOCRATISCH BESTUUR BEGINT IN EIGEN KRING

Kernoorzaak is mijns inziens dat we geen ruimte meer maken voor gemeenschappen waar het vertrouwen wordt georganiseerd. Er ontbreekt werkelijke democratische besluitvorming. En dan zijn het niet speciaal de politici en de instellingen die falen, maar ook de leden, de cliënten, de burgers, die de betekenis van die gemeenschappen blijkbaar niet meer inzien. Niettemin ik wel dat het een uitdaging is voor de huidige bestuurders en directies – de mannen en vrouwen die iets doen ‘voor ons zonder ons’ – om de achterban wakker te maken. Een klassieke revolutie van onderop is wat mij betreft ook toegestaan.

Het punt dat ik wil maken is dat democratisch bestuur, van lokale club tot EU, onmogelijk is als er geen lokale basis is – geen plekken waar collectieve feiten en waarheden tot stand komen. Plekken waar vertrouwen tot stand komt; waar begrip ontstaat voor het collectief in samenhang met haar omgeving. Ik betoog dat ledenraden en cliëntenraden juist díe rol dienen te vervullen. Dat begint met het van onder naar boven brengen van de individuele beleving, de rauwe werkelijkheid, hoe subjectief die soms ook mag lijken. Laat betrokkenen die werkelijkheid in onderling gesprek beoordelen om daarmee een boodschap over te brengen aan directie of bestuur.

MEDEZEGGENSCHAP IS EEN MISLEIDEND BEGRIP

Naar mijn oordeel is medezeggenschap een misleidend begrip. Een ledenraad of een cliëntenraad moet gewoon erkend worden als het hoogste democratische orgaan. Daar moet uiteindelijk het vertrouwen uitgesproken worden. De spannende vraag is nu of je dat kunt organiseren.

Democratie is meer dan kiesrecht. Het vertegenwoordigen van leden in een leden- of cliëntenraad is ook niet meer dan een begin. Maar op grond van langjarig (praktijk- )onderzoek kom ik tot de voorzichtige conclusie dat het wel degelijk mogelijk is om democratie terug te brengen in belangenorganisaties.

VOORWAARDEN VOOR DEMOCRATIE IN BELANGENORGANISATIES

Ik noem tot slot een aantal voorwaarden om democratie in belangenorganisaties tot stand te brengen.

Representativiteit. --- Te denken valt aan leeftijd, geslacht, regio, en dergelijke. Opleiding kàn soms van belang zijn, maar het is niet zo dat je opgeleid moet worden om lid van de Raad te kunnen zijn. Want wie bepaalt dan de criteria? In bedrijfscoöperaties wordt vaak gemeend dat leden inzicht moeten hebben in dat grote bedrijf. Nee dus. Dat is juist wat ze hebben gedelegeerd. Waar het om gaat is dat dat grote bedrijf hun belangen behartigt. Leden moeten dus vooral verstand hebben van hun eigen belangen. Selectie---In veel raden worden de leden voorgedragen door directie, bestuur of Raad van Toezicht (RvC). Dit is principieel onjuist: de enige eis aan leden van de raad is dat zij leden vertegenwoordigen en dus bereid zijn tot gesprek met de mensen die zij vertegenwoordigen. Leden van de Raad zitten zonder last maar nadrukkelijk mèt ruggenspraak in de raad. Ik opteer daarbij voor loting uit representatieve groepen. Loting verkleint de psychologische afstand van leden tot de raad: ieder heeft gelijke kansen. Loting betekent ook dat de vrijwilligheid om lid van de raad te worden verdwijnt. Het is een soort dienstplicht. Daar staat tegenover dat je die niet heel lang hoeft te vervullen. Zittingsduur ---Vaak is de zittingstermijn bij (leden-)raden heel lang, tot zes of acht jaar. Leden zouden dan ‘inzicht in de organisatie krijgen’. Mijn waarneming is dat leden zich dan te gemakkelijk als adviseur, toezichthouder, of meedenker met de directie gaan opstellen – of eventueel als stokpaard-berijder - terwijl het juist gaat om hun rol als actuele thermometer van het ledenbelang. Een zittingsduur van twee jaar, eventueel drie, is mooi. Een korte zittingsduur versnelt roulatie en versterkt de eigenlijke taak: het organiseren van vertrouwen en eigendom of betrokkenheid.

27 LCR/20-0042

Onafhankelijkheid – De raad moet onafhankelijk zijn en een eigen agenda(-beleid) hebben. Om dit te realiseren is het essentieel dat er een onafhankelijke voorzitter is.

Het is naar mijn stellige oordeel uit den boze als de voorzitter tevens bestuurder, directeur of toezichthouder is. In die rollen heb je een andere verantwoordelijkheid. Als directie en/of Raad van Commissarissen een bepaald beleid voostaan zouden ze als voorzitter van de cliëntenraad/ledenraad per definitie een eigen opvatting inbrengen. En nogmaals: bij een onafhankelijke raad gaat het louter om het articuleren van het ledenbelang.

De voorzitter dient dan ook die onafhankelijkheid te bewaken. Hij of zij dient ook de agenda te beheren en te zorgen dat de kerntaak van de raad tot zijn recht komt. Met name moet voorkomen worden dat de agenda van de raad wordt volgeladen met stukken van de directie. Los van het feit dat de directie dan de agenda zou bepalen verleidt het de raad tot een rol als toezichthouder of Raad van Commissarissen. En dergelijke bedrijfseconomische taken heeft de raad niet. Toezicht en bestuur zijn elders belegd. Zo u wilt gedelegeerd.

Aan de onafhankelijk voorzitter is de taak om de Raad te laten functioneren in eigenheid – niets meer en niet minder. Hij bewaakt de regels (‘order!’) en waakt voor coherentie. Disciplinering is het woord. Zijn raad moet niet op de stoel gaan zitten van directie, toezichthouder of accountant en de directie moet niet ongevraagd interveniëren in de gedachtewisseling. Vreemd genoeg zijn de coöperaties die deze onafhankelijkheid waarborgen op de vingers van één hand te tellen.

DRIEDELING IN DE AGENDA VAN LEDEN- EN CLIËNTENRADEN

De agenda van de raad heeft drie onderdelen.

1. Het hoogste orgaan---Statutair gaat het over goedkeuring en decharge van de jaarrekening; benoemingen van externe accountant, bestuurders en toezichthouders; en statutenwijzigingen; en andere statutair aan de Raad voorbehouden onderwerpen. Sommige ledenraden hebben ook de goedkeuring van de begroting toegevoegd. Ik ben daarvan geen voorstander omdat het een commitment bij voorbaat impliceert aan het beleid. 2. Agendering---De formulering en het ter stemming brengen van punten ter agendering van de directie. De Raad kan aangeven dat de directie ergens expliciet aandacht aan moet besteden. In principe is dit ‘machtsmiddel’ niet nodig omdat de directie verondersteld wordt sowieso te reflecteren op wat de raad te berde brengt. In alle gevallen moet de voorzitter er bij voortduring op gespitst zijn dat de raad haar ideeën zodanig formuleert dat een directie er ook iets mee kan dat getoetst kan worden. Want uiteindelijk moet de directie toe kunnen lichten op welke wijze zij door de raad aangevoerde punten heeft aangepakt. Dit is een cruciale en zware taak voor een directie: ze moet daar de begrippenkloof kunnen overbruggen tussen de leden-beleving en het formele, veelal extern gestuurde bedrijfsmatige denken. Een zware taak, maar tegelijk de essentiële essentie – ik gebruik bewust een dubbelop-pleonasme – van waar het in leden-gedreven organisaties om gaat.

3. Toetsing---En tenslotte de kerntaak. De eigenlijke toetsende taak. De Raad zal toetsen (Eng: to examine) of het gevoerde beleid voldoet aan de doelstelling. De raad toetst dit allereerst door de zelf beleefde rauwe werkelijkheid van de leden of cliënten te articuleren. En dat in woorden en begrippen zoals die aan de basis gebezigd worden. Dus géén voortijdige vertaling in abstraherende beleidstaal die al te gemakkelijk versluierend kan werken. De directie moet weliswaar aanwezig zijn, maar dient zich in eerste instantie te onthouden van verdediging, commentaar of uitleg. Essentie is namelijk dat de raad zelf in onderlinge discussie de ongefilterde meningen en waarnemingen op haar merites beoordeelt en onderling afweegt. Dat debat is de crux. Juist in die afweging komt de collectieve, democratische verantwoordelijkheid van de leden tot uiting. Hierbij worden de waarden afgewogen, hier probeert men feiten van fictie te onderscheiden, en hier

28 LCR/20-0042 wordt men gedwongen stil te staan bij die cruciale vraag welke belangen er meer toe doen dan andere1. Met een individueel boodschappenlijstje komt hier niemand weg. Het is ook niet per se wenselijk dat zo’n discussie uitmondt in een stemming over een door iemand verzonnen ‘samenvatting’. De raad is er immers niet om te besturen maar om de door de leden gedragen werkelijkheid of werkelijkheden op tafel te krijgen. Want dáár moet de directie uiteindelijk iets mee doen. De raad dient dat vertrouwen te geven en niet op de stoel van de directie te gaan zitten. En zoals we gezien hebben heeft de raad in the end het machtsmiddel om de te boordelen of de directie dat vertrouwen al of niet heeft beschaamd.

Nog één ding: de vergoeding---In de cliëntenraad of ledenraad klopt het hart van de organisatie. Ze is de basis van de gezochte leden- of cliëntendemocratie. Het lidmaatschap is wat mijn betreft geen vrije keuze en staat ook los van individuele professionele ambities. Je hoort bij een club en dus kan er een beroep op je worden gedaan. Dat betekent dat dit werk ook een passende vergoeding behoeft. Er is een opkomstplicht en die opkomst dient ook beloond te worden. Tot mijn ergernis en ongenoegen wordt dit werk vaak afgekocht met een fooi in vergelijking met vergoedingen voor toezichthouders en bestuurders. Een vergoeding op het niveau van toezichthouder zou passend zijn.

TOT SLOT

Ab Harrewijn was politicus, lid van de Tweede Kamer en theoloog. Ik zou willen dat we meer mensen als hij in het parlement zouden hebben; in parlement, in sociale instellingen, in kerken, in universiteiten enz. Hoe anders zou bijvoorbeeld een debat in de Tweede Kamer worden gevoerd als de democratische uitgangspunten die Ab Harrewijn voorstond - en die ik heb geprobeerd hier te verwoorden en met methoden aan te vullen – zouden worden geëerbiedigd. De snelste weg daarnaar toe is mijns inziens de herpositionering van cliëntenraden en ledenraden. Ik hoop daartoe vandaag een duwtje in de goede richting te hebben gegeven.

1 Hierbij merk ik op dat de ervaring mij heeft geleerd dat de beschreven werkwijze uitstekende resultaten oplevert, hoewel de leden van ledenraden en cliëntenraden zelf nogal eens denken dat het niet belangrijk is wat zij doen. Bovendien lopen leden van cliëntenraden het gevaar dat ze stoppen met zelf te denken zodra iemand aan het woord is die zij als expert zien en die advies of richting geeft. Al in 2009 hebben hersenstudies dit effect aangetoond (Emory Univ. School of Medicine, USA). 29 LCR/20-0042

Bijlage VIII Juryrapport Cliënt-in-Beeldprijs 2019

De Landelijke Cliëntenraad (LCR) organiseert ieder jaar een landelijk congres over cliëntenparticipatie. Tijdens dit congres reikt de LCR de Cliënt in Beeld-prijs uit aan een cliëntenraad of lid daarvan die een bijzondere bijdrage heeft geleverd aan het bevorderen, verder vormgeven of verbeteren van cliëntenparticipatie. Deze prijs is bedoeld als aanjager van betere cliëntenparticipatie via het principe goed voorbeeld doet goed volgen. Cliëntenraden/-organisaties of personen uit voorgedragen cliëntenraden/-organisaties komen in aanmerking voor de prijs. Alle cliëntenraden (dus niet alleen voor werk en inkomen) kunnen meedingen naar de prijs. Het belangrijkste criterium is dat de inzending een voorbeeld is voor andere cliëntenraden en -organisaties. Onderliggende gedachte is: Geef goede voorbeelden van cliëntenparticipatie! Iedereen kan een cliëntenraad/organisatie of lid van een cliëntenraad/-organisatie voordragen die volgens hem/haar voldoet aan het jaarlijks vastgestelde thema. Cliëntenraden of leden kunnen ook zichzelf voordragen. Alle cliëntenraden (dus niet alleen voor werk en inkomen) kunnen meedingen naar de prijs. Het belangrijkste criterium is dat de inzending een voorbeeld moet kunnen zijn voor andere cliëntenraden.

Jury Voorafgaand aan het congres stelt de LCR een jury samen. De jury beoordeelt de ingezonden voordrachten en stelt vast of deze voldoen aan de criteria voor de deelname aan de prijs. De deelnemende voordrachten worden besproken en hieruit nomineert de jury een aantal kandidaten. Van alle genomineerde kandidaten wordt een korte film gemaakt. Tijdens het congres worden twee prijzen uitgereikt: de juryprijs en de publieksprijs.

Juryprijs De jury wijst één van de genomineerde voordrachten aan als winnaar. De winnaar ontvangt een bronzen beeld en een geldbedrag van € 2.500,- 2)

Publieksprijs Tijdens het congres worden de filmpjes van alle genomineerden getoond. De deelnemers aan het congres kiezen door stemming de winnaar van de publieksprijs. De winnaar ontvangt een glasobject en een geldbedrag van € 2.500,- 3)

Samenstelling jury

Voorzitter Linda Voortman Wethouder Utrecht (werk en inkomen, diversiteit publieksdienstverlening, personeel en organisatie wijk Zuidwest en wijk Noordoost) Lid Jeroen Meijerink Beleidsambtenaar ministerie VWS Lid Theo Nieuwenhuizen ArboPositief Lid Dennis van Rooijen EdLoket Lid Zina Louter EdLoket – ondersteunend, geen stemrecht Lid Bart de Bart Werkgroep congres LCR Adviseur Gerrit van der Meer Voorzitter LCR – geen stemrecht Secretaris Peter van Leeuwen Beleidsadviseur LCR – geen stemrecht Juryrapport Barbara Bosman Officemanager LCR

2 De geldprijs moet ingezet worden voor verbetering van de positie van cliënten. De winnaar laat de LCR weten wat de bestemming is geweest en de LCR besteedt hier op de eigen website meer aandacht aan.

3 De geldprijs moet ingezet worden voor verbetering van de positie van cliënten. De winnaar laat de LCR weten wat de bestemming is geweest en de LCR besteedt hier op de eigen website meer aandacht aan 30 LCR/20-0042

Thema

Het thema van de Cliënt in Beeld-prijs in 2019: ‘De rauwe werkelijkheid op tafel’

Dit thema is bekendgemaakt op de site van de LCR, via aankondiging in @ttenderingsberichten van de LCR en ook via de website en/of nieuwsbrief van de lid organisaties van de LCR en andere cliëntenorganisaties. De omschrijving van het thema op de site van de LCR t.b.v. uitnodiging tot het voordragen van kandidaten voor de prijs luidde: Cliënten die meedenken en adviseren over beleid en uitvoering; dat is cliëntenparticipatie. Hun ervaringen vormen hiervoor de bron. Wat doe je als raad om die bronnen aan te boren en aan je overlegpartij voor te leggen zodat het beleid en de uitvoering kunnen verbeteren? We hanteren 5 criteria:

Heeft de deelnemer een manier gevonden om de rauwe werkelijkheid op tafel te leggen? Heeft de deelnemer met die activiteit een innovatieve of originele methode gebruikt? Is de opzet van de aanpak en uitvoering degelijk? Heeft de deelnemer effect bereikt met het op tafel brengen van de rauwe werkelijkheid (dan wel is veelbelovend)? Is de aanpak van de deelnemer een voorbeeld waar cliëntenraden in de sector Werk en Inkomen van kunnen leren?

Voordrachten De LCR heeft vier voordrachten ontvangen voor de Cliënt in Beeld-prijs 2019.

Een overzicht van de voorgedragen kandidaten in willekeurige volgorde:

Wij Staan Op!

Participatieraad Amsterdam

Werkgroep Werk & Participeren van de Adviesraad VWI

Cliëntenraad De Vallei Regionale Cliëntenraad Werk en Inkomen Veenendaal, Rhenen en Renswoude

Winnaar Juryprijs

De jury heeft als winnaar van Client in Beeldprijs 2019 gekozen voor

Wij Staan Op!

Voorafgaand aan deze bekendmaking wordt een film getoond over alle vier de genomineerde voordrachten. Naar aanleiding van deze film kiezen de deelnemers aan het congres door middel van stemmen voor de winnaar van de Publieksprijs.

Winnaar Publieksprijs

Wij Staan Op!

Het volledige juryrapport treft u als separate bijlage aan.

31 LCR/20-0042

Bijlage IX Overzicht leden en plaatsvervangend leden LCR

Organisatie/orgaan Lid Plaatsvervangend lid Landelijke Cliëntenorganisaties Ieder(in) LG Dhr. J. Barendrecht Mevr. D. Zeggelaar Ieder(In) Mevr. M. van Beek Mevr. C. Kooijman Mind/LOC Dhr. E. Paardekooper Mw. M. Paalvast Overman VCP/CNV Dhr. B. de Bart Dhr. R. van Duyn KBO/PCOB Mevr. M. van der Horden Dhr. W. Jansen FNV (publieke sector) Mevr. T. Beukema Dhr. D. Metzler Vertegenwoordiger Dhr. S. Bouddouft Vacature Organisaties van minderheden

Cliëntenraden UWV en SVB CC UWV Mw. C van der Sel Dhr. H. Veerman CC UWV Dhr. R. van Waardenburg Dhr. Van Ewijk CC UWV Mevr. A. Hogendoorn Dhr. J. Atema CR SVB Mw. G.F.P. Baaij Dhr. H.P.G. van Roosebeek CR SVB Dhr. F. Maij Mevr. A. van den Bosch CR SVB Vacature Mevr. S.J. Querido Vertegenwoordigers Gemeentelijke Cliëntenparticipatie Cliëntenraden G4 Vacature Dhr. N. van Noort Mobility Dhr. J. Sprenkels Mw. W. Vincken Werkplaats Como Mw. S. van Laar Vacature

Onafhankelijk voorzitter: Amma Asante

Leden Dagelijks Bestuur Voorzitter : Mevr. A. Asante Vicevoorzitter/lid : Dhr. B. de Bart Penningmeester/lid : Dhr. E. Paardekooper Overman Secretaris : Dhr. J. Sprenkels

32 LCR/20-0042