Grenzeloos Gelegitimeerd De Geschiedenis Van Het Nederlands Internationaal Cultuurbeleid Als Ideologisch Proces

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Grenzeloos Gelegitimeerd De Geschiedenis Van Het Nederlands Internationaal Cultuurbeleid Als Ideologisch Proces Grenzeloos gelegitimeerd De geschiedenis van het Nederlands Internationaal Cultuurbeleid als ideologisch proces Afbeelding 1: Standbeeld van Johan Rudolf Thorbecke, te Amsterdam Jim Verhoef Studentnummer: 5487196 Datum: 19 – 06 – 2015 Universiteit Utrecht Begeleider: Ann Coenen Masterscriptie: Politiek en Maatschappij in Historisch Perspectief Portfolio: B2 1 2 “Het is de euforie van de ontdekking dat iets klopt, dat alles op zijn plaats valt en daar betekenis krijgt voor het geheel. Ze is het grootst als je zelf iets maakt wat er niet eerder was, ook al is dat bedrieglijk, want de afzonderlijke elementen bestonden wel en zweefden in de geschiedenis, maar ze werden nooit eerder op deze wijze samengebracht. Samenbrengen, bijeenvoegen, het nieuwe zal altijd daaruit bestaan. Elke onverwachte samenvoeging levert een nieuwe interpretatie van de onderdelen op. Wat er bijeengebracht wordt en welke uitkomst dat heeft, verraadt de geest van degene die de originele ordening schept.”1 1 Connie Palmen, Lucifer, (Amsterdam 2007), 26. 3 4 Voorwoord De totstandkoming van een afstudeeronderzoek is geen solistisch proces. Voortdurend spiegelt de schrijver zijn gedachten aan die van andere. Reflectie is niet alleen een kwestie van tijd en een geestelijk vermogen, maar bestaat bij de gratie van deliberatie. Net zoals een kunstenaar vindt een onderzoeker zijn inspiratie buiten zichzelf. Interactie met de mensen om ons heen geeft de schepper het vermogen tot het verbinden van nieuwe kennis en de creatie van iets wat nog niet eerder aan de oppervlakte verscheen. Graag wil ik iedereen bedanken die met mij heeft meegedacht, een luisterend oor is geweest of mij nieuwe invalshoeken heeft aangereikt. In het bijzonder ben ik mijn stagebegeleider bij de Raad voor Cultuur, Monique de Louwere, buitengewoon erkentelijk voor haar toewijding. Samen hebben wij ons het afgelopen half jaar gebogen over het Nederlands internationaal cultuurbeleid. Tevens wil ik mijn scriptiebegeleider Ann Coenen bedanken. Zij heeft ruimschoots de tijd en aandacht genomen om deze studie te verrijken. In de hoop dat de inzichten die worden gepresenteerd in deze studie zullen bijdrage aan het wetenschappelijke debat eindig ik mijn studieperiode. 5 6 “Hoeveel geld de overheid uitgeeft aan kunst en cultuur is uiteindelijk een politieke keuze. Deze wordt bepaald door impliciete of expliciete, doorwrochte of oppervlakkige, plausibele of dwaze opvattingen over wat het betekent om een mens te zijn, wat een samenleving vormt en welke rol de kunsten in ons leven en samenleven kunnen of behoren te vervullen.”2 2 Hans Blokland, ‘Nederlands cultuurpolitiek drama’, S&D 4, (2012), 9 – 23, 19. 7 8 Inhoudsopgave 1. Inleiding 11 2. Politiek en de autonomie van de kunsten 15 2.1 Academisch debat 15 2.2 Ideologische invloed op beleid 15 2.3 Historische processen van depolitisering en ideologisering 16 2.4 Thorbecke adagium 18 2.5 Instrumentalization Debate 20 2.6 Theorieën cultuurlegitimatie 21 2.7 Internationale context 24 2.8 Conclusie 26 3. Depolitisering en ideologisering in het Nederlands cultuurbeleid 27 3.1 Nederlands cultuurbeleid 27 3.2 Geschiedenis cultuurbeleid: drie periodes 28 3.3 Analyse theorieën cultuurlegitimatie 35 3.4 Resultaten historische analyse cultuurlegitimatie 40 3.5 Conclusie 41 4. Proces van ideologisering in het Internationaal Cultuurbeleid 43 4.1 Internationaal Cultuurbeleid 43 4.2 Academisch debat 43 4.3 Historische analyse: Buitenlandbeleid 1970 – 1987 45 4.4 Historische analyse: Cultureel beleid 1987 – 2015 48 4.5 Analyse theorieën cultuurlegitimatie: Internationaal Cultuurbeleid 52 4.6 Ideologisering in het Internationaal Cultuurbeleid 54 4.7 Conclusie 55 5. Conclusie 56 6. Literatuurlijst 58 9 Lijst van tabellen en figuren Tabellen: - Tabel 1: Kevin Mulchay – Theorie cultuurlegitimatie 22 - Tabel 2: WRR – Theorie cultuurlegitimatie 23 - Tabel 3: WRR – Periode 1: Schoonheidsbeleving 36 - Tabel 4: Kevin Mulchay – Periode 1: Schoonheidsbeleving 37 - Tabel 5: WRR – Periode 2: Welzijnsbeleid 38 - Tabel 6: Kevin Mulchay – Periode 2: Welzijnsbeleid 38 - Tabel 7: WRR – Periode 3: Kwaliteit 39 - Tabel 8: Kevin Mulchay – Periode 3: Kwaliteit 39 - Tabel 9: Ideologische legitimeringen in de geschiedenis van het Nederlands cultuurbeleid 40 - Tabel 10: Kevin Mulchay – legitimatie Internationaal Cultuurbeleid 52 - Tabel 11: WRR – legitimatie Internationaal Cultuurbeleid 53 Figuur: - Figuur 1: Historische processen van depolitisering en ideologisering in het Nederlands cultuurbeleid 28 10 1. Inleiding Het ‘Huis der Historie’ zo benoemt Jan Marijnissen (SP) zijn wens in 2003 voor de oprichting van een nieuw nationaal museum. Drie jaar later betoogt ook Maxime Verhagen (CDA) de noodzaak voor de oprichting van het ‘Huis van de Geschiedenis’. In een Tweede Kamer debat in 2006 motiveerde Verhagen zijn wens door te stellen dat “in dit museum de gemeenschappelijke wortels en waarden van de Nederlandse samenleving [moeten] worden benadrukt” 3 . Tenslotte zegt Verhagen dat het museum moet worden opgericht om “daadwerkelijk [een gevoel te] aanvaarden van die nationale verbondenheid”4. De Tweede Kamer blijkt gevoelig voor deze woorden en stemt bijna unaniem in met de motie. Voormalig minister van Cultuur, Ronald Plasterk, kreeg de verantwoordelijkheid voor de totstandkoming van het ‘Nationaal Historisch Museum’. In 2007 stemde de Tweede Kamer in met de door Plasterk voorgestelde locatie en ontwerp. Erik Schilp en Valentijn Byvanck, beiden reeds museumdirecteur, werden respectievelijk benoemd als de algemeen en inhoudelijk directeur van het nieuwe museum. Eind 2008 presenteerden Schilp en Byvanck hun ideeën, waarin zowel inhoudelijk als qua locatie een verandering werd beoogd. Deze wijzigingen vielen slecht bij de Kamer, en sommige Kamerleden dreigden zelfs om tegen de plannen te stemmen. Plasterk deed een poging om de Kamer tot bedaren te brengen door te zeggen dat politici enkel de grote lijnen vaststellen en de professionals zelfstandig hun werk moeten doen. Ook beide museumdirecteuren reageerden geagiteerd. Zij waren van mening dat de Kamer zich niet inhoudelijk met het project behoorde te bemoeien.5 Uiteindelijk resulteerde de situatie in een nationale discussie over het museum waarbij politieke voorkeuren prevaleerden boven artistiek inhoudelijke beslissingen. Halbe Zijlstra besloot in 2010, als staatssecretaris van Cultuur, dat het museum definitief niet zou worden gebouwd.6 De discussie die naar voren komt bij de oprichting van het Nationaal Historisch Museum illustreert het voornaamste probleem in het Nederlands cultuurbeleid. Ten grondslag aan dit probleem liggen twee spanningen die het uitgangspunt vormen van deze scriptie. Ten 3 Handelingen van de Tweede Kamer der Staten Generaal, 95-5876. (Den Haag, 2006). 4 Handelingen van de Tweede Kamer der Staten Generaal, 95-5876. (Den Haag, 2006). 5 Dos Elshout, ‘Museale functies, politieke emoties en openbaar debat: naar een Nationaal Historisch Museum’, Boekman 81 Kunst en Politiek, (Amsterdam 2009), 84 – 89, 84 – 88. 6 Auteur onbekend, ‘Geen Nationaal Historisch Museum’, NRC Handelsblad. 29 – 10 – 2010. URL: http://vorige.nrc.nl/binnenland/article2637115.ece/Geen_Nationaal_Historisch_Museum, geraadpleegd op: 27 – 03 – 2015. 11 eerste laat de bovenstaande casus een spanning zien met betrekking tot zeggenschap en verantwoordelijkheid tussen de politiek en de kunstwereld. Ten tweede illustreert de casus een spanning met betrekking tot de achterliggende ideologische motieven van de overheid voor het investeren in kunst en cultuur. Worden cultuursubsidies verstrekt voor versterking van de kunstzinnige expressie (intrinsieke doeleinden) of vanwege de positieve effecten voor de samenleving die zouden voortkomen uit deze culturele praktijken (instrumentele doeleinden)? Het motief van Verhagen kan in dit verband worden beschouwd als een instrumentele legitimering. Het museum zou immers bijdragen aan sociale en maatschappelijke doelen met betrekking tot de vorming van de Nederlandse identiteit. Deze twee spanningen lijken zich op het eerste gezicht weinig tot elkaar te verhouden, maar in de praktijk zijn ze sterk vervlochten. Om de twee bovengenoemde spanningen te verzwakken of te versterken beroepen politici, culturele professionals en kunstenaars zich op het adagium van Johan Rudolf Thorbecke die in 1862, in de hoedanigheid van regeringsleider, een bekend geworden uitspraak deed in de Tweede Kamer: “De Regering is geen oordeelaar van wetenschap en kunst”7. In het verleden is zijn uitspraak vaak verkeerd geïnterpreteerd of toegeëigend voor opportune redenen. Het academische debat over de rol van de politiek in de cultuursector heeft sindsdien eveneens een vlucht genomen. In het verlengde hiervan ligt het Instrumentalization Debate, waarin onderzoekers de dichotomie tussen intrinsiek en instrumenteel cultuurbeleid onderzoeken.8 Beide discussies liggen echter ten grondslag aan een abstracter vraagstuk. Academici stellen dat door de dominantie van het Thorbecke adagium er in het cultuurbeleid sprake is van een proces van depolitisering. Hiermee wordt gerefereerd aan de geschiedenis van het Nederlands cultuurbeleid waar de scheiding tussen de politiek en de autonomie van de kunsten sterk is toegenomen. Dit resulteerde in een toenemende verzakelijking van het cultuurbeleid, waarbij de overheid enkel voorwaarden schept voor cultureel initiatief. Het Instrumentalization Debate maakt echter duidelijk dat het cultuurbeleid wordt gelegitimeerd door instrumentele doelstellingen die zijn gegrond in ideologische motieven. Door de dominante instrumentele
Recommended publications
  • Parliamentary Dimension Dutch EU Presidency
    Parliamentary dimension Dutch EU Presidency 1 January - 1 July 2016 Index parliamentary dimension dutch eu presidency Index Reflection During the first six months of 2016, it was the Netherlands' turn to assume the Presidency of Meeting of the 3 the Council of the European Union. Throughout this period the Dutch government was Chairpersons of COSAC responsible for efficiently guiding the Council negotiations. But the Dutch Presidency also had a 'parliamentary dimension' to it. This entailed that the Dutch House of Representatives and the Senate organised six conferences for fellow parliamentarians from EU member states. Stability, economic 5 coordination and governance The aim of these conferences was to encourage parliamentarians to work together towards a stronger parliamentary engagement in European decision-making. Particularly now that many important decisions are made at a European level, effective parliamentary scrutiny plays a Innovative & Inspiring 7 major role. And that is why it is essential that national parliaments and the European Parlia- ment join forces and work together. It was in this spirit that, during the six months of the Dutch Presidency, the House of Representatives and the Senate made it their goal to encourage cooperation between parliamentarians and so increase their joint effectiveness. Human trafficking in 8 the digital age This e-zine reflects on the parliamentary dimension of the Dutch EU Presidency and shows the highlights of the six interparliamentary conferences organised by the Dutch parliament on such themes as security and defence, economic and budgetary policy, energy and human trafficking. Energy, innovation and 11 circular economy It also features the special focuses that the Dutch parliament placed on the content and organisation of the meetings.
    [Show full text]
  • Unofficial Translation of the Letter from the Dutch Ministry of Foreign Affairs on the Eritrean Diaspora Tax in Europe Report
    Unofficial translation of the letter from the Dutch ministry of Foreign Affairs on the Eritrean diaspora tax in Europe report The original Dutch letter can be found here: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2017/09/18/kamerbrief-over-eritrese- diasporabelasting To: Chair of the second chamber of the Dutch Parliament Date: 18 September 2017 Subject: Eritrean diaspora tax in Europe Dear Chair, In a letter to your Chamber on 15 December 2016 (“Eritrea and the influence of Eritrea in the Netherlands”, kst 22831-125), the Cabinet stated that it would commission a study into the diaspora tax in several European countries. This study was requested by your Chamber as per the motion 119 of Parliament member Karabulut (Kst 22 813-119). The research has now been completed and the Cabinet hereby presents the research report, titled “The 2% Tax for Eritreans in the diaspora”.1 The DSP-research, background and methodology In 2016, several options were explored for investigating “the nature and extent of the diaspora taxation in the European context”, as was requested in the motion. Contact with the European External Action Service (EEAS) in Brussels and with the relevant EU member states showed that there was no political support, or a sense of priority, for a common European study into this subject from other member states. Following this, the Ministry of Foreign Affairs commissioned its own study in seven countries. This study was executed by the DSP-groep in Amsterdam in cooperation with European External Policy Advisors (EEPA) in Brussels and the Tilburg University. The DSP-groep has previously produced a qualitative study into the integration of Eritreans and issues in the Eritrean community in the Netherlands for the Ministry of Social Affairs and Employment.
    [Show full text]
  • Partij Van De Arbeid Inhoud
    ~RTIJ VAN DE ARBEID BE LEl DSVERSLAG OVER DE PERIODE 2005 - 200] e PARTIJ VAN DE ARBEID INHOUD Voorwoord 5 Hoofdstuk 1 De PvdA als democratische ledenpartij 7 6o-JARIG BESTAAN 7 PARTIJBESTUUR 7 CONGRES 8 PRESIDIUM 31 POLITIEK FORUM 32 ADVIESRAAD VERENICINGSZAKEN 33 PARTIJCOMMISSIES J WERKGROEPEN 33 DOELGROEPEN 36 REGIONALE STEUNPUNTEN 36 OPLEIDINGEN 37 HRMJSCOUTING 38 ADVIESTEAM MEDIATIONJKOMMER EN KWEL 39 LEDENWERVING EN LEDENBEHOUD Hoofdstuk 2 De PvdA als volkspartij 42 VERKIEZINGEN VERTEGENWOORDIGENDE LICHAMEN 42 VRIJWILLIGERSBELEID 44 Hoofdstuk 3 De PvdA als ideeënpartij 47 Hoofdstuk 4 De PvdA internationaal 51 PES DELEGATIE 59 Hoofdstuk 5 Financiën In memoriam 65 Tweede Kamerfractie Eerste Kamerfractie 75 PvdA- Eu rodelegatie 77 Jonge Socialisten in de PvdA OVER OE PERIODE 2005 · 2007 3 VooRwooRD Voor u ligt het beleidsverslag van de Partij van de Arbeid over de periode 1 oktober 2005 tot en met 6 oktober 2007. Dit beleidsverslag is een verantwoording van het gevoerde beleid van het partijbestuur. Twee gebeurtenissen waren van grote invloed op de partij zoals die thans (medio april 2008) functio­ neert. Ten eerste de vervroegde Tweede Kamerverkiezingen van november 2006, weliswaar met het zetelver­ lies, maar toch met als resultaat dat de PvdA op 22 februari 2007 zijn rol als oppositiepartij verwissel­ de voor die van regeringspartij. Per genoemde datum vormt de PvdA samen met het CDA en de Christen Unie het kabinet-Balkenende IV. Ten tweede de tussentijdse partijbestuurswisseling. Het in december 2005 gekozen partijbestuur trad in april 2007 vervroegd af. Op voorwerk van een interim-bestuur koos het PvdA-congres op 6 oktober 2007 een nieuw partijbestuur.
    [Show full text]
  • Wetenschap Van Gene Zijde Geschiedenis Van De Nederlandse Parapsychologie in De Twintigste Eeuw
    WETENSCHAP VAN GENE ZIJDE GESCHIEDENIS VAN DE NEDERLANDSE PARAPSYCHOLOGIE IN DE TWINTIGSTE EEUW SCIENCE FROM BEYOND HISTORY OF DUTCH PARAPSYCHOLOGY IN THE TWENTIETH CENTURY (WITH A SUMMARY IN ENGLISH) PROEFSCHRIFT TER VERKRIJGING VAN DE GRAAD VAN DOCTOR AAN DE UNIVERSITEIT UTRECHT OP GEZAG VAN DE RECTOR MAGNIFICUS, PROF.DR. G.J. VAN DER ZWAAN, INGEVOLGE HET BESLUIT VAN HET COLLEGE VOOR PROMOTIES IN HET OPENBAAR TE VERDEDIGEN OP DONDERDAG 18 FEBRUARI 2016 DES MIDDAGS TE 4.15 UUR DOOR INGRID ELS KLOOSTERMAN GEBOREN OP 21 OKTOBER 1983 TE FRANEKER PROMOTOREN: PROF. DR. W. KOOPS PROF. DR. J. VIJSELAAR COPROMOTOR: DR. J. BOS INHOUD OVERZICHT INTERVIEWS EN ARCHIEVEN 8 1 INTRODUCTIE 11 2 DE NATUUR GOOCHELT NIET: POGINGEN TOT PSYCHISCH ONDERZOEK 1888-1914 EEN MISLUKTE SEANCE 41 POGINGEN TOT PSYCHISCH ONDERZOEK 45 FREDERIK VAN EEDEN ALS OVERTUIGD SPIRITIST 48 HENRI DE FREMERY ALS KRITISCH SPIRITIST 63 CONCLUSIES 80 3 VERBORGEN KRACHTEN: VERENIGINGEN VOOR PSYCHISCH ONDERZOEK 1915-1925 TELEPATHIE VAN TONEEL NAAR LABORATORIUM 83 VERENIGINGEN VOOR PSYCHISCH ONDERZOEK 86 EEN VERENIGING VOOR TOEGEPAST MAGNETISME 89 DE STUDIEVEREENIGING VOOR PSYCHICAL RESEARCH 101 CONCLUSIES 122 4 DE BOVENNATUUR IN DE PRAKTIJK: ACADEMISCHE VERBINTENISSEN 1928-1940 DE STRIJD OM DE PARAPSYCHOLOGIE 125 ACADEMISCHE VERBINTENISSEN 128 DE EERSTE PRIVAATDOCENTEN 131 WETENSCHAPPELIJK TIJDSCHRIFT EN LABORATORIUM 143 CONCLUSIES 161 5 EEN BIJZONDERE PERSOONLIJKHEID: ACADEMISCHE INBEDDING IN UTRECHT 1940-1959 EEN INTERNATIONALE CONFERENTIE 163 ACADEMISCHE INBEDDING IN UTRECHT 167
    [Show full text]
  • Rondom De Nacht Van Schmelzer Parlementaire Geschiedenis Van Nederland Na 1945
    Rondom de Nacht van Schmelzer Parlementaire geschiedenis van Nederland na 1945 Deel 1, Het kabinet-Schermerhorn-Drees 24 juni 1945 – 3 juli 1946 door F.J.F.M. Duynstee en J. Bosmans Deel 2, De periode van het kabinet-Beel 3 juli 1946 – 7 augustus 1948 door M.D. Bogaarts Deel 3, Het kabinet-Drees-Van Schaik 7 augustus 1948 – 15 maart 1951 onder redactie van P.F. Maas en J.M.M.J. Clerx Deel 4, Het kabinet-Drees II 1951 – 1952 onder redactie van J.J.M. Ramakers Deel 5, Het kabinet-Drees III 1952 – 1956 onder redactie van Carla van Baalen en Jan Ramakers Deel 6, Het kabinet-Drees IV en het kabinet-Beel II 1956 – 1959 onder redactie van Jan Willem Brouwer en Peter van der Heiden Deel 7,Hetkabinet-DeQuay 1959 – 1963 onder redactie van Jan Willem Brouwer en Jan Ramakers Deel 8, De kabinetten-Marijnen, -Cals en -Zijlstra 1963 – 1967 onder redactie van Peter van der Heiden en Alexander van Kessel Stichting Parlementaire Geschiedenis, Den Haag Stichting Katholieke Universiteit, Nijmegen Parlementaire geschiedenis van Nederland na 1945, Deel 8 Rondom de Nacht van Schmelzer De kabinetten-Marijnen, -Cals en -Zijlstra 1963-1967 PETER VAN DER HEIDEN EN ALEXANDER VAN KESSEL (RED.) Centrum voor Parlementaire Geschiedenis Auteurs: Anne Bos Charlotte Brand Jan Willem Brouwer Peter van Griensven PetervanderHeiden Alexander van Kessel Marij Leenders Johan van Merriënboer Jan Ramakers Hilde Reiding Met medewerking van: Mirjam Adriaanse Miel Jacobs Teun Verberne Jonn van Zuthem Boom – Amsterdam Afbeelding omslag: Cals verlaat de Tweede Kamer na de val van zijn kabinet in de nacht van 13 op 14 oktober 1966.[anp] Omslagontwerp: Mesika Design, Hilversum Zetwerk: Velotekst (B.L.
    [Show full text]
  • BERT KOENDERS Assemblee Speakers Is the Official Booking Agent of Bert Koenders
    BERT KOENDERS Assemblee Speakers is the official booking agent of Bert Koenders. Contact Bert Koenders as keynote speaker at your event directly through Assemblee Speakers! Categorie Politics, Economy & Finance Type Expert | Thought leader, Politician Inzetbaarheid Keynote speaker, Debate Talen EN, NL Afkomstig van The Netherlands Biografie Career From 17 October 2014 until 26th October 2017, Mr Koenders has been Minister of Foreign Affairs. In the first half of 2016 the Netherlands held the Presidency of the Council of the European Union. From August 2011 to October 2014, Mr Koenders was Under-Secretary-General of the United Nations; from May 2013 he was head of the Multidimensional Integrated Stabilization Mission in Mali (MINUSMA). From August 2011 to July 2013, he was the Secretary-General’s Special Representative and head of the UN Operation in Côte d'Ivoire. Between 2010 and 2011 Mr Koenders worked in South Korea as a negotiator on economics and development for the Organisation for Economic 1 / 2 Co-operation and Development’s Busan Partnership agreement. From February 2007 to February 2010 Mr Koenders was Minister for Development Cooperation. He was also Visiting Professor of Conflict Management at Johns Hopkins University (SAIS) in Bologna from 2000 to 2002. From November 1997 to February 2007 Mr Koenders was a member of the House of Representatives for the Labour Party (PvdA) serving as spokesperson on foreign affairs, human rights, trade, corporate social responsibility and international financial institutions. Prior to this, he was employed at the European Commission in the field of European foreign policy and, from 1993 to 1994, by the United Nations in Mozambique, Mexico and South Africa.
    [Show full text]
  • Europe and the Vanishing Two-State Solution
    EUROPE AND THE VANISHING TWO-STATE SOLUTION Nick Witney ABOUT ECFR The European Council on Foreign Relations (ECFR) is the first pan-European think-tank. Launched in October 2007, its objective is to conduct research and promote informed debate across Europe on the development of coherent, effective and values-based European foreign policy. ECFR has developed a strategy with three distinctive elements that define its activities: •A pan-European Council. ECFR has brought together a distinguished Council of over two hundred Members – politicians, decision makers, thinkers and business people from the EU’s member states and candidate countries – which meets once a year as a full body. Through geographical and thematic task forces, members provide ECFR staff with advice and feedback on policy ideas and help with ECFR’s activities within their own countries. The Council is chaired by Martti Ahtisaari, Joschka Fischer and Mabel van Oranje. • A physical presence in the main EU member states. ECFR, uniquely among European think-tanks, has offices in Berlin, London, Madrid, Paris, Rome, Sofia and Warsaw. In the future ECFR plans to open an office in Brussels. Our offices are platforms for research, debate, advocacy and communications. • A distinctive research and policy development process. ECFR has brought together a team of distinguished researchers and practitioners from all over Europe to advance its objectives through innovative projects with a pan-European focus. ECFR’s activities include primary research, publication of policy reports, private meetings and public debates, ‘friends of ECFR’ gatherings in EU capitals and outreach to strategic media outlets. ECFR is a registered charity funded by the Open Society Foundations and other generous foundations, individuals and corporate entities.
    [Show full text]
  • Indodutch Relations a Great Year Past
    Articles 27/01/12 12:10 PM Issue 66 - 19th January, 2012 IndoDutch Relations A Great Year Past Trade and commercial relations between India and The Netherlands have seen a steady positive influx since 1940s with a further strengthening of mutual ties after India’s economic liberalisation in the 90s. 2011 too has seen an insurgence in bilateral relationships between India and The Netherlands in various areas like trade and investment, science and technology, information and communication technology, education and culture. Anuradha Gupta of the West Holland Foreign Investment Agency (WFIA) shares with us some important bi-lateral milestones of the year gone by, that firmly indicate that both India and The Netherlands see each other as strategic economic partners. The relationship between India and The Netherlands stretches as far back as 1602 when the chartered company, The Dutch East India Company was established and the States- General of the Netherlands granted it a 21-year monopoly to carry out colonial activities in Asia. This company flourished for almost two centuries but was finally dissolved due to bankruptcy as a result of corruption. Although the Dutch East India Company was no longer in existence since late 18th century, this was the start of an ongoing trade relationship that has evolved and strengthened through the centuries. Visions and missions Since the beginning of the year there have been several trade missions and business relations established between The Netherlands and India. A number of high-level official visits have taken place including visits by Dutch Minister of Infrastructure & Environment as well as by Mayors of Rotterdam and Amsterdam and Vice Mayor of The Hague with delegations.
    [Show full text]
  • European Parliament
    EUROPEAN PARLIAMENT ««« « « « « 1999 « « 2004 ««« Committee on Economic and Monetary Affairs PE/V/PV/03-06 MINUTES of the meeting of 22 April 2003, 11.00 am - 12.30 pm - 3.00 pm - 6.30 pm and 23 April 2003, 9.00 am - 12.30 pm BRUSSELS The meeting opened at 11.04 am on Tuesday 22 April 2003, with Christa Randzio-Plath, chairwoman, in the chair. 1. Adoption of draft agenda PE 323.153 The agenda was adopted. 2. Chairman's announcements The chair spoke about a letter addressed to President Cox, regarding the short deadlines given to the Committee to express its opinion on the 2003 BEPGs. Mention was made of the improved website of the ECON committee. Finally, she highlighted the confirmation hearing for the new member of the executive board of the ECB, on 29 April 2003. 3. Any other business There was no other business. 4. Appointment of rapporteurs and draftspersons - decisions on procedure Decisions of the Coordinators' meeting of 9/04/2003 in Strasbourg The decisions taken at the Coordinators' meeting of 09/04/2003 in Strasbourg were approved. 5. Approval of minutes PE 323.145 The minutes of the meetings in Brussels of 17 and 18 March 2003 were approved. 6. Prospectus to be published for securities (revision of Directives 80/390/EEC and 89/298/EEC) PV\495541EN.doc PE 323.176 Or. en EN EN ***II T07408 - ( COD010117 - A5-0072/02 ) ( COD010117 - C5-0143/03 ) Rapporteur: Christopher HUHNE Note was taken of the NEW COMMON POSITION RECEIVED. 7. The Broad Guidelines of the Economic Policies of the Member States and the Community for 2003 - Preparation of the decision on the Broad Economic Guidelines - Exchange of views with M.
    [Show full text]
  • Bezinning Op Het Buitenland
    Duco Hellema, Mathieu Segers en Jan Rood (red.) Bezinning op het buitenland Het Nederlands buitenlands beleid Zijn de traditionele ijkpunten van het naoorlogse Nederlandse buitenlandse beleid in een onzekere wereld nog up to date? In hoeverre kan het bestaande buitenlandse beleid van Nederland nog gebaseerd worden op de traditionele consensus rond de drie beginselen van (1) trans-Atlantisch veiligheidsbeleid, (2) Europese economische integratie volgens de communautaire methode, en (3) ijveren voor versterking van de internationale (rechts)orde en haar multilaterale instellingen? Is er sprake van een teloorgang van die consensus en verwarring over de nieuwe werkelijkheid? Recente internationale ontwikkelingen op veiligheidspolitiek, economisch, financieel, monetair en institutioneel terrein, als mede op het gebied van mensenrechten en Duco Hellema, Mathieu Segers en Jan Rood (red.) ontwikkelingssamenwerking, dagen uit tot een herbezinning op de kernwaarden en uitgangspunten van het Nederlandse buitenlandse beleid. Het lijkt daarbij urgent een dergelijke herbezinning nu eens niet louter ‘van buiten naar binnen’, maar ook andersom vorm te geven. Het gaat derhalve niet alleen om de vraag wat de veranderingen in de wereld voor gevolgen (moeten) hebben voor het Nederlandse buitenlands beleid. Ook dient nagegaan te worden in hoeverre de Nederlandse perceptie van de eigen rol in de internationale politiek (nog) adequaat is. In verlengde hiervan zijn meer historische vragen te stellen. In hoeverre is daadwerkelijk sprake van constanten in het
    [Show full text]
  • Países Bajos
    20 PAÍSES BAJOS NUEVO GOBIERNO El pasado 14 de octubre se formó y posó junto a la Reina Beatriz el nuevo Gabinete Rutte, de coalición entre el partido Liberal, VVD, y el partido Democristiano, CDA, que gobernará con el apoyo del Partido para la Libertad, PVV, de tendencia antimusulmana. Tras unas elecciones anticipadas, como consecuencia de la ruptura de la coalición gubernamental anterior, y tras muchos meses de negociaciones por el difícil tablero parlamentario que resultó de las urnas, por fin se alcanzaron unos acuerdos para formar un gobierno de derechas en minoría con el apoyo de un partido de tendencia antimusulmana. El Ministro Presidente es Marc Rutte, líder del partido más votado, el partido Liberal y actualmente bien valorado por la juventud y el Vicepresidente es Máxime Verhagen, líder del Partido Demócrata-Cristiano, CDA. El nuevo ejecutivo está integrado por 12 Ministros y 8 Secretarios de Estado. El número de miembros del gobierno se ha reducido a 20; anteriormente eran 27. Hay seis ministros del VVD y otros seis del CDA. Además, hay 8 secretarios de estado, cuatro de cada uno de los partidos de la coalición. El número de ministerios ha bajado de 13 a 11. Los Ministerios de Asuntos Económicos (EZ) y el de Agricultura, Naturaleza y Calidad Alimentaria (LNV) se han unido para formar el nuevo Ministerio de Economía e Innovación. Por otra parte se han fusionado el Ministerio de Transporte y de Regulación de las Aguas (MOT) y el Ministerio de Vivienda, Ordenación Territorial y Medio Ambiente, para constituir el nuevo Ministerio de Infraestructura y Medio Ambiente.
    [Show full text]
  • Ruimte Voor Beweging
    RUIMTE VOOR BEWEGING over de rol van de overheid bij de emancipatie van de mimesector in Nederland Universiteit Utrecht April 2007 Faculteit Letteren Opleiding Theater-, Film- en Televisiewetenschap Wanda Zoet studentnummer 0011487 (06) 20081720 [email protected] begeleiding Liesbeth Wildschut tweede lezer Toine Minnaert RUIMTE VOOR BEWEGING over de rol van de overheid bij de emancipatie van de mimesector in Nederland Afbeelding 1 voorkant: Brinkgreve, M. (1987). Caoutchouc. In: Donker, J. e.a. Zinnen op horizon. Amsterdam: Griftheater. p.48. 2 “Historisch is de mime een toegepaste kunst. Zo heeft hij zijn ups and downs gekend als modeverschijnsel, als stoplap, als geintje.” Will Spoor1 Voorwoord Met plezier heb ik Ruimte voor beweging geschreven. Het onderzoek heeft mij veel kennis van de mime én inzicht in het eigen werkproces opgeleverd. Het schrijven van deze scriptie was een leuke, maar ook een grote klus. Ik wil ieder bedanken die mij geholpen heeft. Familie, vrienden en huisgenoten voor hun steun, interesse en geduld. En voor het zetten van de vele kopjes ‘scriptiethee’. Liesbeth Wildschut bedank ik voor het begeleiden van het onderzoek. Ik ben blij met de vrijheid die zij mij liet. Dank ook aan tweede lezer Toine Minnaert, die mij heeft geholpen met de keuze van het onderwerp en mij ook bij het afronden aanwijzingen gaf. Zonder de hulp van de medewerkers van de bibliotheken zou ik het niet gered hebben. Zij wezen mij de weg in de archieven. Als laatste wil ik graag Ide van Heiningen, René van het Hof en Frits Vogels bedanken voor medewerking aan de interviews. Hun enthousiasme was heel motiverend! 1 Spoor, W.
    [Show full text]