1900 Jaargang 18 (Xviii)

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

1900 Jaargang 18 (Xviii) GENEALOGISCH-HERALDIEK GENOOTSCHAP 1)E NEIIERLANDSCHE LEEUW, 188 Jaargang 1900. INHOUD. 1900. Namen der nieuw benoemde leden . 1? 34, 65, 98, 131, 193.* Het, amoveeren der wapenborden in de Groote, Nieuwe en Kloxterkerk te ‘e-Gravenhage in 1795, door C. P. Gijsberti Hodenpijl. Met eene plaat . 1. Gegevens omtrent den burgerlijken stand van otficieren, in de 17e eeuw te 1 leus~leu in garnizoen en hinne tiuis~gezinneti, door Jhr. Mr. F. Beelaerts van Blokland . .’ . 15, 39, 86, 115. Fragment de Huybert van Kruiniugen in verband tot de Graven van Suffolk en de Baronnen van \4’ytlenkel~!er, door W. baron Snouckaert van Schauburg . 21. Een schipperszoon aan het hof van den Prins (M.aurits), door Xr. J. E. van Someren Isrand. 23. Geslaghtregister van twee gesusters Maerken ende Cornelia, medegedeeld donr Fred. Caland . 27. Geslacht Ruys(ch), door v. d. F. de 1,. en Jac. Anspach. 28. Familie Tinne, door M. 0. W. ; door A J. S. v. R. 29, 91. Hodshon, door IV. J. C. Moans . , . 29. Kwartierstaat van Ittersum, door J. J. Röell en 1. 1). Wagner . 25~. 61. Het wapen van .4ms:erdam, door W. S. v. S. , . 30. Sceanx armoriés des Pays l’as et des pays avoisinants par J. Th. de Raadt, door W. S. v. S. 31. Louis XVII, door J. C. Gijsherti Hodeupijl van Hodenpijl . 32. Bericht van het Bestuur. 33. Supplement-Catalogus, door J. C. Gijsberti Hodenpijl van Hotlenpijl . 33. Namen der Genootschappen waarmede het Genootschap is in ruil getreden . 34, 65, 98, 131. Boekwerken, enz. ontvangen voor de bibliotheek en het archief . 34. Een oud familieboekje met aanteekeningen door Anna Johanna Barnaart, geb. in 1719, medegedeeld door J. C. ti. ll. v. ll. 35. Een handschrift over de familie Rarchman Wuytiers (uit de XVIle eeuw) door A. F. van Beurden. Met een dllhbele plaat (farsimile van de 16 kwartieren van Sijmon Corneliszoon Bsrchman Wnytiers). _ . 4.6. Van Hoorn, vraag door W. ll. Croockewit. , . , 61. Meyvart, In de Betou, Botter en de Noyelles, vragen door Jhr. ll. J. 1:. T!I. LeysJius . 61. Zegelafdrukken, door E. E. Gewin . 61. Der \Vurtembergschen Ritterschaft St. Georgen Verein, Wappen-Kalender für tla; Jahr 1900, door J. C. v. tl. M. 61. Heraldischer Atlas van H. G. Ströhl, door J. C. V . d. M. , . 62, 91, 124. Bericht van den Redacteur . 65, 97. Algemeene Vergadering . 65. De bij in de wapenkunde, door G. de Vries van Doesburgh . , . 67. Roermondsche schepenzegels, door A. F. van Beurden, met 3 zegelplaten . 69, 123, 135. Geslacht Pruyn in Amerika en in de Nederlanden, door .lohn V. L. Pruyn !vervotg) . 70, 99, 143, 185. Van l’oppenhuiseo, vraag door Jhr. H. H. Röell . 90. Bastingius, vraag door J. F. van Beeck Calkoen. _ . 91. Nog eens het wapen van Amsterdam, door W. S. v. S. 91. Adelsgunsten. (Verheffing in den Nederlandschen Adel). 97. Wapens vastgesteld hij de diplomata uitgereikt naar aanleidin g der voorgaande Koninklijke besluiteu . 97. Kwartieren van Cornelia Anna Vleugels, door E. E. Gewin Jr. 119. Grafsteen der familie van Bleysnijk in de Oude Kerk te Delft en Kwartieren van Mr. Dirk Evertsz. van Bleyswijk door C. F. Gijsherti !iodenpijl, met vignet. 121. Van Zijl, door d. v. d. S . 123. Nog eens het wapen van Amsterdam, door Jhr. Mr. F. Beelaerts van Blokland c. s. 127. B. 1’. van den Bosch, in memoriam, door J. C. van der Muelen, met portret. 129. Genealogie der geslachten Coster en Rlom, door Jhr. H. 11. Röell . 131, 163. Hijdrage tot een geslachtslijst der maagschap Deym, door Mr. J. E. van Someren Brand . , . 13~. Het wapen der familie van der Lee, door W. M. C. Regt . - - - . - - - . 143. Van de Poel, vraag door W. Snouckaert v. S. 159. Rijshouwer, Antwoord, door H. J. Schouten . - . - . 159. Couck, Ilecker, van Heusden, vragen door Jhr. ti. G. L. Th. Leyssius . - . i . - 159. Aanvullingen genealogie Ramaer, door M. G. Wildeman . , . - . - 159. Vliedthoorn, door W. M. C. R. , , . .’ . 160. Van Erpecum, door W. M. C. R. .- . 160. Eene fabriek van familiewapens? door 8. , . I . 160. S. J. L. baron Creutz, in memoriam. 161. Prijsvraag. , . 161. Het tlof van Arkel te Tiel, door Jac. Anspack . 110. Het geslacht Gool, door Mr. J. E. van Someren Brand . , . - . + . 171. Een onderlinge levensverzekering, anno 1630-1719, door Mr. H. J. Koenen . , . 176. De familie Tinne , geslachtslijst met plaat, door W. M. C. Regt . - . 187, 193.* Rectificatie, door 0. F. Cr. H. ’ . , . 184. Gulden boek van Schiedam van ll. A. M. Roelants Jr., door J. C. V. d. &I. 195. Een familie-uitgave betreffende het geslacht Meyjes, door J. C. v. d. M. 197. Vrijthoff-Corstius, vraag door B. v. 13. 199. Van Arkel, vraag door H. 199. Bentinck en van Westerholt, vraag door P. Verhaegen. 200. Donker van der Iloff, vraag door R. S. ., . 200. Patijn, vraag door M. G. W. , . 200. De geslachten van Assendelft en van Varik, medegedeeld door Mr. J. B. Ridder de van der Schueren . 202. Van Sull, door G. 11. Gips en Fred. Caland , . 209. Aanteekeuingen over het geslacht Tromp en Piet Hein, door C. F. Gijsberti llodenpijl, met afbeelding van drie grafzerken. 212. Aanvullingen op het geslacht Hodshon, door Jhr. tl. H. Röell . , . 2 17. Geschied- en Stamboek der Familie Vis, van Zaandijk, door J. C. Gijsberti Hodenpijl van Hor!enpijl . 228. De Serière, vraag door M. G. Wildeman . * . 219. Elias, vraag door idem . 220. Von Schmidt auf Altcnstatlt, Mollerus, Steenberghe, vragen door Jhr. H. Li. Roëll . 220. Shngsble, vraag door C. J. A. Bredius . , . 221. Ramaer. door J. C. Ramaer. , . 222. Patijn, door v. tl. Minne. 222. De Pagniet, door Jac. Anspach. I . 224. Grafschriften te Malacca, door R. van Beuningen van Helsdingen . 225. Het geslacht Steenberghe, door Jhr. H. 11. Röell . 231. Van Hreugel, door H. J. Schouten . 234. Geslacht van Gemert, door Jhr. Mr. F. Reelaerts van Blokland. 235. Vrijthoff-Corstius, vraag, Struyk, antwoord door Jac. Anspach, Slingsbie, van Walraven, artnoord door U. v. LI. 237, 2318, 235. Van den Uroeck, vraag door C. L. C. 288. Hoff, vraag door Jhr. H. ti. Höell . 238. Van Vianen, vraag door v. d. K. , . 240. Jan Adriaan Koopmans, in memoriam, door J. C. v. d. M. 241. De Maastrichtsche familie Proenen (Pruyn) door John V. L. Pruyn . 243. Aanteekeningen betreffende het geslacht Snouck, door Mr. P. 8. N. S. van Menrs . 248. Kwartiereu behoorende bij de genealogie van het geslacht Lichtenbergh . 249. Adelsarchief, jaarboek van den Nederlandschen adel 1900, (boekbeoordeeling) . , 253. Adelskalender (boekbeoordeeling) . 254. Bladvulling, door J. C. G. H. v. H. 255. Hegeman (vraag), door J. C. Gijsberti tlodenpijl van Elodenpijl . , . 255. Aanvullingen voor een kwartierstaat, (vragen) door v. d. Minne . 255. VAh’ HET Genealogisch-heraldiek genootschap ,, De Nederlandsche Leeuw.” x- Aanvragen betreffende de bibliotheek Dit blad verschijnt omstreeks het midden l aan den Lieer J.C. tiI.JSRElLTI ~~OUESI'IJL van iedere maand en wordt alleen aan VAK ~~Oi~Ch'PIJL So]~hinklnli IS, te 'L GW- de leden van het genootschap gezonden. veitlrage. Rrievcn te zenden aan den Secretaris den I’enningmccster is dc Heer C. F. GIJS- Beer Jhr. Mr. C. II. C. FLUQI VAS EERTI HODESPIJL te Vn’jozbm bij Delft. ASPEILMOST, Groot,Hertogilalaelaalz 67. - Leden te ‘s Gravenhage betalen per Bijdragen en correspondentie betreffende Jan1 f 1000. het Maandblad aan den Heer W. Baron Zij die buite,; ‘s’Grav&ave wonen f6.00 SNOUCKAERTVANSCHAUBUILQ, Balistraat De vorige jaargaugen zijz voor leden ad 73, te ‘8 Gravenhage. f6 00 per jaargang verkrijgbaar Afzon- der!ijke nummers worden niet verstrekt. I- De redactie van het Xaandblnd wijst er nadrukkehjk op, dat zij niet na.usprakel$~ is voor de strekking of inhoud der onderteekende stukkeu. _...__-- No. 1 c=n 2. XVIIIe Jaargang. 1900. Tot lid is benoemd. of zoogenaamde kerkmeesteren zulks verkiezen, doch dat , daarop alleen de namen en sterfrijden, doch niet de Jhr. R. C. SIX te ‘s Grccredand. wapens zullen mogen blijveu, welke zoodra doenlijk zullen Mr. 0. J. 13. Graai’ VAN I&&J~cJ STIRUM 3 ‘s Gracenhage. worden uitgehakt, Art. G. Dat op de voorsz. nieuwe Begranfplants of Begraafplaatsen, door de Bezitters van Graven, zulks Het amoveeren der Wapenborden in dc tiroote, verkiezende, wcl Grafzerken ten hunnen koste gelegd Nieuwe en Kloosterkerk te ‘s Gravenhage mogen worden, en daar opgesteld de namen en sterftijden in 1795. der aldaar Begravcucn, doch zonder eenigc titels of Wapens. door Art. 9. Dat voor den 1 September 1795 alle Wapens C. F. C+I:SBERTI HODESPIJL. en Rouwkassq door of vanwege de Eigenaars derzelven ten hunnen koste, doch onder opzicht der respective (met een plaat.(l)) Kerkmeesteren, uit do kcrkcn zulleu mogen worden weggehaald, en dat de overblijvende, voor de maand Toen in lï95 de ijlende Revolutiekoorts kwam te October, ten behoeve der hrmcn of Iicrken van elke heerschen werden de adelgkc titels, het voeren van Plaats zullen worden geamoveerd. wapens en livrei, als strijdende tegen dc Rechten van den Mensch l en Burger afgeschaft. Art. 13. Dat dit cehter niet tocpnsscljjk is op Tombes, Opdat alle sporen der voormalige aristocratische Qden Gedrnkstukkcn van Kunst, of diergelijke Monumenten, zouden worden uitgewischt vaardigden de Provisioneele waardoor men de nngcdagtenis van Vaderlandsche Staats- Representanten van het Volk van Holland een publicatie mannen, Helden, Geleerden of Kunstenaars ‘t ceniger uit, waaruit we de voornaamste artikelen met betrekking op plaatse heeft willen vcrceren en vereeuwigen. het amoveeren der wapenschilden om hun belangrgkheid zullen overnemen. Art. 11. Dat mede voor den 1 September 1795 van de Voorgevels van alle Huizen, andere Gebouwen, alsmede Aan het hoofd van dit placaat voor de provincie Holland van alle koetsen. jachten cn andere Rij- of Vaartuigen, staat : Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap; a,an het door de respective Eigenaars zullen moeten worden einde: De Provisionecle Repraesentanten van het Volk wcggcnomcn of uitgchouwcn alle Wapenschilden cn van Holland, gedaen ouder het Kleinzegel vau den Lande, Ornamccten van heraldic op poene dat zulks in de voorz.
Recommended publications
  • Memorial Tablets*
    Memorial Tablets* Gregori Aminoff 1883-1947 Born 8 Feb. 1883 in Stockholm; died 11 Feb. 1947 in Stockholm. 1905 First academic degree, U. of Uppsala, after studying science in Stockholm. 1905 to about 19 13 studied painting in Florence and Italy. 1913 Returned to science. 1918 Ph.D. ; appointed Lecturer in Mineralogy and Crystallo- graphy U. of Stockholm. Thesis: Calcite and Barytes from Mzgsbanshiitten (Sweden). 1923-47 Professor and Head of the Department of Mineralogy of the Museum of Natural History in Stockholm. 1930 Married Birgit Broome, herself a crystallographer. see Nature (London) 1947, 159, 597 (G. Hagg). Dirk Coster 1889-1950 Born 5 Oct. 1889 in Amsterdam; died 12 Feb. 1950 in Groningen. Studied in Leiden, Delft, Lund (with Siegbahn) and Copenhagen (with Bohr). 1922 Dr.-ing. Tech. University of Delft. Thesis: X-ray Spectra and the Atomic Theory of Bohr. 1923 Assistant of H. A. Lorentz, Teyler Stichting in Haarlem. 1924-50 Prof. of Physics and Meteorology, U. of Groningen. Bergen Davis 1869-1951 Born 31 March 1869 in White House, New Jersey; died 1951 in New York. 1896 B.Sc. Rutgers University. 1900 A.M. Columbia University (New York). 1901 Ph.D. Columbia University. 1901-02 Postgraduate work in GMtingen. 1902-03 Postgraduate work in Cambridge. * The author (P.P.E.) is particularly aware of the incompleteness of this section and would be gratefid for being sent additional data. MEMORIAL TABLETS 369 1903 Instructor 1 1910 Assistant Professor Columbia University, New York. 1914 Associate Professor I 1918 Professor of Physics ] Work on ionization, radiation, electron impact, physics of X-rays, X-ray spectroscopy with first two-crystal spectrometer.
    [Show full text]
  • Zirconium and Hafnium in 1998
    ZIRCONIUM AND HAFNIUM By James B. Hedrick Domestic survey data and tables were prepared by Imogene P. Bynum, statistical officer, and the world production table was prepared by Regina R. Coleman, international data coordinator. The principal economic source of zirconium is the zirconium withheld to avoid disclosing company proprietary data. silicate mineral, zircon (ZrSiO4). The mineral baddeleyite, a Domestic production of zircon increased as a new mine in natural form of zirconia (ZrO2), is secondary to zircon in its Virginia came online. Production of milled zircon was economic significance. Zircon is the primary source of all essentially unchanged from that of 1997. According to U.S. hafnium. Zirconium and hafnium are contained in zircon at a Customs trade statistics, the United States was a net importer of ratio of about 50 to 1. Zircon is a coproduct or byproduct of the zirconium ore and concentrates. In 1998, however, the United mining and processing of heavy-mineral sands for the titanium States was more import reliant than in 1997. Imports of minerals, ilmenite and rutile, or tin minerals. The major end zirconium ore and concentrates increased significantly as U.S. uses of zircon are refractories, foundry sands (including exports of zirconium ore and concentrates declined by 7%. investment casting), and ceramic opacification. Zircon is also With the exception of prices, all data in this report have been marketed as a natural gemstone, and its oxide processed to rounded to three significant digits. Totals and percentages produce the diamond simulant, cubic zirconia. Zirconium is were calculated from unrounded numbers. used in nuclear fuel cladding, chemical piping in corrosive environments, heat exchangers, and various specialty alloys.
    [Show full text]
  • Alpha-Decay Half-Life of Hafnium Isotopes Reinvestigated by a Semi-Empirical Approach∗
    Alpha-decay half-life of Hafnium isotopes reinvestigated by a semi-empirical approach∗ O.A.P. Tavares a, E.L. Medeiros a,y, and M.L. Terranova b aCentro Brasileiro de Pesquisas F´ısicas- CBPF/MCTIC Rua Dr. Xavier Sigaud 150, 22290-180 Rio de Janeiro-RJ, Brazil bDipartimento di Science e Tecnologie Chimiche Universit`adegli Studi di Roma \TorVergata" via dela Ricerca Scientifica s/n, 00133 Roma, Italy 156{162;174;176 Abstract - New estimates of partial α-decay half-life, T1=2, for Hf isotopes by a semi- empirical, one-parameter model are given. The used model is based on the quantum mechanical tunneling mechanism through a potential barrier, where the Coulomb, centrifugal and overlapping components to the barrier have been considered within the spherical nucleus approximation. This approach enables to reproduce, within a factor 2, the measured T1=2 of ground-state to ground- state (gs{gs) α-transitions for the artificially produced 156{162Hf isotopes. Half-life predictions for α-transitions from the ground-state of 159;161Hf isotopes to the first gamma-excited level of 155;157Yb 16 isotopes are reported for the first time. The model also provides T1=2-values of (2:43 ± 0:28) × 10 a and (1:47 ± 0:19) × 1020 a for the naturally occurring 174Hf and 176Hf isotopes, respectively, in quite good agreement with a number of estimates by other authors. In addition, the present methodology indicates that 174;176Hf isotopes exhibit α-transition to the first gamma-excited level of their daughter Ytterbium isotopes which half-lives are found (0:9±0:1)×1018 a and (0:72±0:08)×1022 a, respectively, with a chance of being measured by improved α-detection and α-spectrometry methods available nowadays.
    [Show full text]
  • A Selected Bibliography of Publications By, and About, Niels Bohr
    A Selected Bibliography of Publications by, and about, Niels Bohr Nelson H. F. Beebe University of Utah Department of Mathematics, 110 LCB 155 S 1400 E RM 233 Salt Lake City, UT 84112-0090 USA Tel: +1 801 581 5254 FAX: +1 801 581 4148 E-mail: [email protected], [email protected], [email protected] (Internet) WWW URL: http://www.math.utah.edu/~beebe/ 09 June 2021 Version 1.308 Title word cross-reference + [VIR+08]. $1 [Duf46]. $1.00 [N.38, Bal39]. $105.95 [Dor79]. $11.95 [Bus20]. $12.00 [Kra07, Lan08]. $189 [Tan09]. $21.95 [Hub14]. $24.95 [RS07]. $29.95 [Gor17]. $32.00 [RS07]. $35.00 [Par06]. $47.50 [Kri91]. $6.95 [Sha67]. $61 [Kra16b]. $9 [Jam67]. − [VIR+08]. 238 [Tur46a, Tur46b]. ◦ [Fra55]. 2 [Som18]. β [Gau14]. c [Dar92d, Gam39]. G [Gam39]. h [Gam39]. q [Dar92d]. × [wB90]. -numbers [Dar92d]. /Hasse [KZN+88]. /Rath [GRE+01]. 0 [wB90, Hub14, Tur06]. 0-19-852049-2 [Ano93a, Red93, Seg93]. 0-19-853977-0 [Hub14]. 0-521-35366-1 [Kri91]. 0-674-01519-3 [Tur06]. 0-85224-458-4 [Hen86a]. 0-9672617-2-4 [Kra07, Lan08]. 1 2 1.5 [GRE+01]. 100-˚aret [BR+85]. 100th [BR+85, KRW05, Sch13, vM02]. 110th [Rub97a]. 121 [Boh87a]. 153 [MP97]. 16 [SE13]. 17 [Boh55a, KRBR62]. 175 [Bad83]. 18.11.1962 [Hei63a]. 1911 [Meh75]. 1915 [SE13]. 1915/16 [SE13, SE13]. 1918 [Boh21a]. 1920s [PP16]. 1922 [Boh22a]. 1923 [Ros18]. 1925 [Cla13, Bor13, Jan17, Sho13]. 1927 [Ano28]. 1929 [HEB+80, HvMW79, Pye81]. 1930 [Lin81, Whe81]. 1930/41 [Fer68, Fer71]. 1930s [Aas85b, Stu79]. 1933 [CCJ+34].
    [Show full text]
  • Paul Ehrenfest: De Leidse Onderzoekschool Van Een Fysicus in Diaspora
    Paul Ehrenfest: de Leidse onderzoekschool van een fysicus in diaspora He was […] the best teacher in our profession Albert Einstein Eind augustus 1932 ontving Philip Idenburg, secretaris van het curatorium van de Leidse universiteit, een verontrustende brief. De schrijver van het epistel was Albert Einstein, het onderwerp de geestesgesteldheid van de Leidse hoogleraar Paul Ehrenfest. Einstein sprak openlijk zijn zorg uit over Ehrenfest, die naar zijn zeggen gebukt ging onder zware depressies en zou spelen met de gedachte aan zelfmoord. Einstein drong krachtig aan op snelle maatregelen. De oorzaak van Ehrenfests gemoedstoestand moest volgens Einstein gezocht worden in de stormachtige ontwikkelingen binnen de theoretische natuurkunde, Ehrenfests vakgebied. De nieuwe opvattingen karakteriseerde Einstein als ‘heterogeen, verwarrend en logisch onbevredigend, maar door de feiten afgedwongen.’ In deze chaotische situatie was het een theoretisch natuurkundige niet langer mogelijk het vakgebied in zijn geheel te beheersen en aldus als ‘leider en wegwijzer’ te dienen voor de jonge generatie onderzoekers. Voor een veeleisend en gewetensvol leraar als Ehrenfest was deze toestand eenvoudigweg ondraaglijk. Volgens Einstein bestond er maar één uitweg uit dit dilemma: de eventueel tijdelijke aanstelling van een tweede theoretisch natuurkundige. Wellicht zou na een jaar of tien de situatie in de natuurkunde weer genormaliseerd zijn. Hij wees er daarnaast op dat een verdeling van taken in de experimentele natuurkunde reeds gebruikelijk was. Idenburg reageerde voortvarend. Maar ondanks de steun van het College van Curatoren slaagde hij er niet in het gewenste te bewerkstelligen. Het ministerie weigerde extra geld uit te trekken voor de Leidse natuurkunde. Ruim een jaar later werden Einsteins angstige vermoedens bewaarheid.
    [Show full text]
  • Download PDF Van Tekst
    Literatuur. Geschiedenis en bloemlezing. Deel 2. Omstreeks 1880 tot heden H.J.M.F. Lodewick bron H.J.M.F. Lodewick, Literatuur. Geschiedenis en bloemlezing. Deel 2. Omstreeks 1880 tot heden. L.C.G. Malmberg, 's-Hertogenbosch 1968 (22ste druk) Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/lode004lite08_01/colofon.php © 2017 dbnl / erven H.J.M.F. Lodewick 5 Voorwoord Wie de euvele moed heeft een literatuur-geschiedenis tot en met 19-NU te schrijven, zal op moeilijkheden stuiten die hij slechts ten dele voorzien had, en die hij slechts ten dele kan oplossen. Niet om van dit Voorwoord een klaagmuur te maken, maar omdat zekere moeilijkheden nu eenmaal consequenties meebrengen voor opzet en uitwerking van Literatuur II, willen wij enkele ervan hier aanstippen. Bij de indeling hebben wij ons laten leiden door de overwegingen dat 1. de leerlingen de grote lijnen moeten kunnen blijven zien. Wij boden dus - op een enkele uitzondering na - weerstand aan de verleiding bepaalde auteurs over meer dan één paragraaf te ‘verdelen’ (Couperus b.v. bij impressionisme, naturalisme en neo-romantiek), en vermeden al te veel met ‘generaties’ te werken (socialistische auteurs als Henriëtte Roland Holst en A. van Collem b.v. werden niet van elkaar gescheiden, evenmin realisten als Herman Robbers en Ina Boudier-Bakker); 2. uit de compositie van het geheel moet blijken hoe de literatuur van Noord- en Zuid-Nederland geleidelijk één onscheidbaar geheel gaat vormen. Dat Literatuur II veel meer geeft dan de leerlingen behoeven te weten is ons bekend. De uitvoerigheid is echter in dubbel opzicht van belang: voor de leraar doordat deze aldus in staat gesteld wordt een keuze te doen en dié auteurs te behandelen die hij het belangrijkst acht; voor de leerling (en elke belangstellende lezer) omdat Literatuur II ook een naslagwerk wil zijn, waarin men iets vindt over niet-zo-bekende of minder-belangrijke schrijvers.
    [Show full text]
  • Nobel Prize Awards in Radiochemistry
    Radiochim. Acta 100, 509–521 (2012) / DOI 10.1524/ract.2012.1953 © by Oldenbourg Wissenschaftsverlag, München Nobel Prize awards in Radiochemistry By J.-P. Adloff∗ University of Strasbourg, 63 Rue Saint Urbain, 67100 Strasbourg, France Dedicated to the memory of late Karl H. Lieser, Gerhard L. Stöcklin and Alfred P. Wolf with whom the author shared the editorial work of Radiochimica Acta from 1977 to 1995 (Received October 10, 2011; accepted in revised form January 19, 2012) (Published online March 26, 2012) Nobel Prize / Chemistry / Physics Summary. In 1996 the Editors of Radiochimica Acta brought out a special volume of the journal to celebrate the hundredth anniversary of the discovery of radioactivity [1]. On the occasion of the 50th anniversary of Radiochimica Acta, which follows closely upon the centenary of Marie Curie’s second Nobel Prize in 1911, the author has the privilege to informally review “Radiochemistry and Nobel Prize Awards”, including discoveries of radioelements and new fields in chemistry based on radiochemical methods. 1. The beginning The Nobel Prizes in Physics and Chemistry were estab- lished in 1901, six years after the discovery of radioactivity and three years after the discoveries of the elements polo- Fig. 1. Antoine Henri Becquerel (1852–1908). nium and radium. They are awarded by Kungliga Veten- skapakademien (the Royal Swedish Academy of Sciences) on the basis of proposals made by respective Committees rays when he thought the subject was exhausted. By the end on Physics and Chemistry, which receive recommendations of 1897 radioactivity was something of a dead horse: it was from Swedish and foreign scientists [2].
    [Show full text]
  • Preface and Acknowledgments
    PREFACE AND ACKNOWLEDGMENTS It seems to me that I have always known of Lise Meitner. As a child I must have seen her picture in Life, or in The New York Times, or perhaps in the Aufbau, the German refugees' newspaper that my parents and grand­ mother often read. In America just after World War II, Lise Meitner was a celebrity: the tiny woman who barely escaped the Nazis, the physicist responsible for nuclear fission, "theJewish mother of the atomic bomb"­ although she was aJ ew by birth, not affiliation, and she had refused to work on the bomb. When I was six, the details didn't matter. To me, she was a hero, like Eleanor Roosevelt. I came back to Meitner thirty years later, in the 1970s, by way of a class I taught at California State University, Sacramento. Then, as now, I was on the chemistry faculty at Sacramento City College, a community college. At the university, I was known as the woman the all-male chemistry department did not want to hire; under such circumstances one becomes, and remains, a feminist. When the women's studies board asked me to put together a "Women in Science" course, I accepted right away, although at that moment I could think of only two: Marie Curie (of course) and Lise Meitner. So successful was feminist scholarship, however, that I was sure I would find more women in science and perhaps even begin to answer the question, Why so few? As it turns out, they were not so few. Throughout history, everywhere, women have been active in science and mathematics and medicine.
    [Show full text]
  • Paul Ehrenfest. Worstelingen Met De Moderne Wetenschap, 1912-1933
    Paul Ehrenfest : worstelingen met de moderne wetenschap, 1912-1933 Hollestelle, M.J. Citation Hollestelle, M. J. (2011, February 17). Paul Ehrenfest : worstelingen met de moderne wetenschap, 1912-1933. Retrieved from https://hdl.handle.net/1887/16499 Version: Not Applicable (or Unknown) License: Leiden University Non-exclusive license Downloaded from: https://hdl.handle.net/1887/16499 Note: To cite this publication please use the final published version (if applicable). Paul Ehrenfest. Worstelingen met de moderne wetenschap, 1912-1933 Ontwerp omslag: Maedium, Utrecht Omslagafbeelding: Portret van Prof. dr. Paulus Ehrenfest, schilderij door Harm Kamerlingh Onnes, 1920 (Foto: Stedelijk Museum Amsterdam) Ontwerp binnenwerk: M.J. Hollestelle ISBN 978 90 8728 122 9 NUR 685 © M. Hollestelle / Leiden University Press, 2011 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voorzover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 jº het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden. Paul Ehrenfest. Worstelingen met de moderne wetenschap, 1912-1933 PROEFSCHRIFT ter verkrijging van de graad van Doctor aan de Universiteit Leiden, op gezag van Rector Magnificus prof.
    [Show full text]
  • The Many Faces of the Bohr Atom
    1 The many faces of the Bohr atom Helge Kragh The atomic model that Bohr proposed in 1913 constituted a break with all earlier conceptions of the atom. Keeping to the theory’s basic postulates – the stationary states and the frequency condition – he conceived the model as preliminary and immediately began developing and modifying it. Strictly speaking there was no single Bohr atom but rather a series of different models sharing some common features. In this paper I start with calling attention to some less well known aspects of Bohr’s early model of one-electron atoms the significance of which only became recognized after his death in 1962. I then briefly sketch how he abandoned the ring model for many-electron atoms about 1920 and subsequently went on developing the ambitious orbital model that he thought would unravel the secrets of the periodic system. Bohr’s model of 1921-1922 marked the culmination of the orbital atom within the old quantum theory, but it would soon be replaced by a symbolic and non- visualizable view of atomic structure leading to the atom of quantum mechanics. 1. Rydberg atoms and isotope effect Among the unusual features of the atom that Bohr presented in the first part of his trilogy of 1913 was that the hydrogen atom, and other atoms as well, did not have a fixed size. For the radius of a one-electron atom with nuclear charge Ze he derived the expression where = 1, 2, 3,… and the other symbols have their usual meanings. For a hydrogen atom (Z = 1) in its ground state = 1 he found the value a1 = 0.55 × 10-8 cm as compared to the modern value 0.53 × 10-8 cm.
    [Show full text]
  • George De Hevesy 1 George De Hevesy
    George de Hevesy 1 George de Hevesy György Hevesy Born 1 August 1885 Budapest, Hungary Died 5 July 1966 (aged 80) Freiburg, Germany Citizenship Germany Nationality Hungarian Fields Chemistry Institutions Ghent University University of Budapest Niels Bohr Institute ETH Zürich University of Freiburg University of Manchester Stefan Meyer Institute for Subatomic Physics Alma mater University of Freiburg Doctoral advisor Georg Franz Julius Meyer Doctoral students Max Pahl Known for • Hafnium • Radioactive tracer Notable awards Nobel Prize for Chemistry (1943) George Charles de Hevesy, Georg Karl von Hevesy, (1 August 1885 – 5 July 1966) was a Hungarian radiochemist and Nobel laureate, recognized in 1943 for his key role in the development of radioactive tracers to study chemical processes such as in the metabolism of animals. He also co-discovered the element hafnium. Biography Early years Hevesy György was born in Budapest, Hungary to a wealthy and ennobled Hungarian Jewish[1] family, the fifth of eight children to his parents Lajos (Louis) Bischitz and Baroness Eugenia (Jenny) Schossberger (ennobled as "De Tornya"). Grandparents from both sides of the family had provided the presidents of the Jewish community of Pest.[1] George grew up in Budapest and graduated high school in 1903 from Piarista Gimnázium. The family's name in the 1904 was Hevesy-Bischitz, and Hevesy later changed his own. George de Hevesy 2 De Hevesy began his studies in chemistry at the University of Budapest for one year, and at the Technical University of Berlin for several months, but changed to the University of Freiburg. There he came in contact with Ludwig Gattermann.
    [Show full text]
  • Discovery of Nuclear Fission in Berlin 1938
    Pramfi.na - J. Phys., Vol. 33, No. 1, July 1989, pp. 1-12. © Printed in India. Discovery of nuclear fission in Berlin 1938 D HILSCHER Hahn-Meitner-Institut Berlin, D-1000 Berlin 39, FRG Abstract. The story of the discovery of nuclear fission, one of the most exciting stories of how a scientific puzzle was finally solved and how the scientists involved were blind to many obvious indications, is described. Keywords. Nuclear fission; Discovery of neutron; transuranium puzzle; Hahn-Meitner collaboration; Lise Meitner. PACS No. 01 1. Introduction About 3 billion years after the earth formation the first known fission reactor (Neuilly et al 1972) burned on our planet in Oklo, Gabon, Africa. It took another 1.8 billion years until Hahn and Strassmann discovered nuclear fission in December 1938 in Berlin. More precisely Otto Hahn was sitting in his office at the Kaiser-Wilhelm Institute for Chemistry in Berlin at I 1 pm on Monday, December 19, 1938 writing a letter to Lise Meitner in Stockholm (Hahn 1975) in between reading off the counters and waiting for Strassmann to come in at 11:45 pm: But more and more we come to the frightful conclusion: our Ra-isotopes do not behave like Ra but like Ba. Thus nuclear fission was discovered. Three days later the manuscript containing this discovery was received by the journal Naturwissenschaften and shortly thereafter it was published on January 6, 1939 by Otto Hahn and Fritz Strassmann in Naturwissenschaften 27, 11 (1939). Why "frightful" conclusion? Was Hahn really aware what his discovery meant for mankind: that the most frightful weapon ever designed by mankind would be based on his discovery and as we have realized more recently that the peaceful use of nuclear power is also frightful to many people? I doubt that this was the reason why he used the word frightful.
    [Show full text]