Voortgangsrapportage ouderenhuisvesting 2017 Inhoudsopgave

1. Samenvatting ...... 2

2. Inleiding...... 7

3. Ouderenhuisvesting in planvorming en programmering...... 13

4. Verdeling en toewijzing van woningen...... 17

5. Stedelijk inzet zorghuisvesting ...... 21

6. Communiceren en samenwerken...... 25

7. Financiën ...... 28

8. Conclusies en opgaven nieuwe bestuursperiode ...... 29

1 1.Samenvatting

In 2015 is het programma Programma ouderenhuisvesting 2015-2018 ingesteld om aandacht te kunnen besteden aan de kwetsbare positie van ouderen op de Amsterdamse woningmarkt. Het aantal 65-plussers neemt toe van 12% naar 16% van alle Amsterdammers in 2030. Oudere Amsterdammers moeten hierdoor in toenemende mate concurreren op de krapper wordende woningmarkt. Omdat het klassieke verzorgingshuis is verdwenen, blijven zij langer thuis wonen, waardoor zij aangewezen zijn op zelfstandige woningen in de stad. Die zijn niet altijd geschikt om oud in te worden. Tegen deze achtergrond heeft het programma ouderenhuisvesting in 2017 prioriteit gegeven aan uitbreiding van aanbod in de bestaande voorraad en de nieuwbouw. Ook was de inzet om het bestaande zorgvastgoed te behouden voor ouderenhuisvesting. Bij dit alles is actief de samenwerking gezocht met ouderenorganisaties en partners in de stad.

De voortgangrapportage 2017 is zo ingedeeld dat de lezer de voortgang in het bereiken van deze doelen kan beoordelen. Achtereenvolgens komen aan de orde: de ouderenhuisvesting in planvorming en programmering, de verdeling en toewijzing, de stedelijke inzet zorghuisvesting, communicatie en samenwerking. De financiële paragraaf geeft inzicht in de bestedingen uit het budget van het programma ouderenhuisvesting. De rapportage besluit met een schets voor de opgave in de nieuwe bestuursperiode.

Ouderenhuisvesting in planvorming en programmering

In 2017 is het woningaanbod voor ouderen vergroot door de start van de bouw van 286 woningen, waarvan 247 woningen in de sociale huur. Dat is een aanzienlijke stijging ten opzichte van 2016, toen er in totaal 151 woningen voor ouderen in aanbouw werden genomen, waarvan 67 sociale huurwoningen. In 2017 is hierdoor ongeveer 16 % van de nieuwbouwproductie van sociale huurwoningen exclusief voor ouderen beschikbaar gekomen. Hiermee is ruimschoots voldaan aan de 5% norm, zoals gevraagd in een door de gemeenteraad in 2017 aangenomen motie (nr. 956) van raadslid Van Soest (Partij van de Ouderen).

Van de opgeleverde corporatiewoningen is ongeveer 91% aanpasbaar gebouwd. In 2016 was dit percentage 80%. Daarmee is de doelstelling om tenminste 90% van de woningen aanpasbaar te bouwen in 2017 gerealiseerd. In de marktsector is ongeveer 45% van de koopwoningen aanpasbaar gebouwd. Het percentage aanpasbaar gebouwde huurwoningen in de marktsector ligt op ongeveer 20%. Ter ondersteuning van het vergroten van geschikt woningaanbod voor ouderen heeft het programma in 2017 de brochure Ouderen wonen in de stad. Aandachtspunten voor het ontwerp in de ouderenhuisvesting uitgebracht en verspreid onder professionals en ouderenorganisaties.

Woningaanpassingen kunnen ouderen helpen langer zelfstandig thuis te wonen. Op basis van de nu beschikbare cijfers1 kunnen we concluderen dat hiervan in vergelijkbare omvang als in 2016

1 Het is niet mogelijk de cijfers over geheel 2017 in deze voortgangsrapportage op te nemen, aangezien

2 gebruik is gemaakt: Van januari t/m mei 2017 zijn ruim 1.300 positieve beschikkingen voor een woonvoorziening toegekend. Er zijn ongeveer 310 beschikkingen afgegeven voor trapliften en er zijn 375 verhuisindicaties verstrekt.

Op 31 oktober 2017 heeft het college van B&W een besluit genomen tot een verruiming van de verstrekking van woonruimteaanpassingen vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning. Er wordt geen onderscheid meer gemaakt in de soort woning of de etage waar men woont. Aanleg van trapliften is niet langer beperkt tot de 1e etage. De grens voor een afweging tussen “aanpassen of verhuizen” is vanaf 1 januari 2018 verhoogd van € 6.100 naar € 10.000.

Verdeling en toewijzing

Verdeling en toewijzing van geschikte woningen aan ouderen is een belangrijk instrument om ouderen langer zelfstandig te kunnen laten wonen in de stad. Er zijn 635 woningen uitsluitend aangeboden aan ouderen. Het gaat om seniorenwoningen in complexen waarvoor een minimale leeftijdsgrens geldt van 55, 60 of 65 jaar. Er zijn 510 woningen met voorrang aangeboden aan ouderen vanaf 65 jaar en bewoners met een fysieke beperking (Wmo-verhuisindicatie). Dit zijn woningen op de begane grond, één hoog of woningen met een lift. Omdat ouderen langer vitaal blijven is voor woningen met het seniorenlabel de minimale leeftijdsgrens verhoogd van 55 jaar naar 65 jaar. Het label ‘Voorrang Wmo/65+’ is opgenomen in de tweede wijziging van de nieuwe Huisvestingsverordening 2016.

Er zijn in 2017 ruim 800 woningen aan 65 plussers verhuurd. Dat is ongeveer 14% van het totaal aantal verhuringen in dat jaar.

Naast de voorrangslabels dragen de verhuisregelingen Van hoog naar laag (Vhnl) en Van groot naar beter (Vgnb) bij aan de woonmogelijkheden van ouderen. Het aantal gerealiseerde verhuizingen lag in de periode oktober 2016-november 2017 voor Vgnb op 52. Via Vhnl zijn in deze periode 50 verhuizingen gerealiseerd. Het betreft toewijzingen via WoningNet of via directe bemiddeling. Ten opzichte van het gebruik van de regelingen in de voorgaande jaren zijn er in 2017 essentiële stappen gezet. Er werd door ouderen nauwelijks gebruik gemaakt van de regelingen en de corporaties waren ook niet actief in het bekendmaken en toepassen ervan. De trend van niet actieve bekendmaking, toepassing en marginaal gebruik is omgezet naar actieve toepassing en substantieel gebruik.

Stedelijke inzet zorghuisvesting

Het aanbod van wonen met zorg is in de 64 Verpleeg- en verzorgingshuizen (V&V) in 2017 grotendeels onveranderd gebleven. De notitie Stedelijke Inzet Zorghuisvesting is op 17 januari 2017 door B&W vastgesteld. Op basis van de notitie zijn de regie en coördinatie op de transformatie van zorghuisvesting nader ingevuld. Er is een ‘werkgroep tijdelijke huisvesting bewoners V&V’ ingesteld, om overlast bij noodzakelijke verhuizing voor de soms kwetsbare bewoners te verminderen. De werkgroep gaat in 2018 haalbare oplossingen hiervoor uitwerken. Het deze pas eind januari 2018 beschikbaar komen.

3 programma ouderenhuisvesting was in het bijzonder betrokken bij de ontwikkelingen in de huizen Nellestein, Riekerhof, Ingenhouszhof en Geuzenhof. Nieuwbouw van het woonzorgcomplex LIFE is gestart in de . Vanaf 1 juni 2017 verhuurt zorgaanbieder Evean als toewijzingsexperiment zelfstandige sociale huurwoningen in het woonzorgcomplex Korthagenhuis (stadsdeel Noord) aan 65-plussers met een lichte zorgvraag.

Om het inzicht in de toekomstige kwantitatieve behoefte aan wonen met zorg te actualiseren en bij de geambieerde groei van de stad te laten aansluiten heeft het programma ouderenhuisvesting in 2017 een opdracht gegeven aan het bureau abf research. Hierdoor beschikt de gemeente nu over een actuele prognose van de vraag naar extramuraal wonen. De omvang wordt becijferd op 5.710 geclusterde woningen voor ouderen tot 2030. Dit komt overeen met eerdere aannames uit 2013. Deze geclusterde woningen kunnen zowel in de bestaande bouw (b.v. leegkomende V&V huizen) als in de nieuwbouw worden gerealiseerd. De behoefteprognose geeft een goede onderbouwing om in nieuwbouw en transformatie van o.a. zorgvastgoed, woonvormen te realiseren voor ouderen waarin kleinschaligheid, geborgenheid en sociale cohesie tussen (oudere) bewoners aandacht krijgt. Dit is gevraagd in de motie (nr. 919) van het raadslid Poorter van de PvdA (nieuwe woonhofjes voor senioren).

Communiceren en samenwerken

Na de start als pilot zijn in 2017 in alle stadsdelen 18 wooncoaches actief. In stadsdeel Centrum is de pilot Sluitende keten wooncoaching Centrum gestart. De gemeente heeft overlegd met het Netwerk Ouderenadviesraden (NOAR), Platform Ouderen Amsterdam (POA), Nederlandse Bond voor Migrantenouderen, Kenniscentrum Woonsaem voor migranten, Platform Wooninitiatieven Amsterdam (PWIA) en Cliëntenbelang Amsterdam. Met de Stichting Age Friendly Wonen Amsterdam is samengewerkt bij de presentatie van ouderenhuisvesting in het International Social Housing Festival. Samen met de Aanpak Eenzaamheid en Pakhuis de Zwijger is een lerend netwerk van professionals, wetenschappers en ouderen opgezet om te onderzoeken hoe via woonvormen de eenzaamheid van ouderen kan worden bestreden. Er is een stimuleringsbijdrage toegekend voor het behoud en verbetering van de voorzieningen in het Korthagenhuis. Er zijn daarnaast in 2017 drie kwalificerende aanvragen ingediend, die in 2018 zullen worden beschikt.

Conclusies en opgaven nieuwe bestuursperiode

De doelstelling is dat ouderen in Amsterdam zelfstandig kunnen wonen. Dit doel kan vanwege de voortgaande trend van vergrijzing van de stad niet binnen één bestuursperiode gerealiseerd worden. Bij de vaststelling van de Woonagenda 2025 in de gemeenteraad op 19 juli 2017 is als actie opgenomen een nieuw plan voor ouderenhuisvesting te maken. Het voorstel is als uitgangspunten voor dit plan de volgende prioriteiten te kiezen:

De basis op orde: onderzoek, verdeling en toewijzing

4 De basis van het programma is inzicht in ontwikkelingen in de woonsituatie van ouderen. Het belang van goed onderzoek is in 2017 duidelijk geworden door de recente prognose naar de behoefte aan wonen met zorg.

Prioriteiten:  Aanvullend behoefteonderzoek naar de woonsituatie van ouderen; in het bijzonder wonen met zorg  Inrichten van een actuele monitor ouderenhuisvesting  Vergroten van het gebruik van de verhuisregelingen.  Adequate en ook voor ouderen goed werkende labels in de verdeling en toewijzing.

Ouderenhuisvesting in de bestaande stad In veel gebieden in de stad zijn knelpunten aan het licht gekomen in de woonsituatie van ouderen. Gerichte, concrete actie om deze knelpunten te kunnen oplossen, vraagt om een goede samenwerking tussen het programma ouderenhuisvesting en de gebiedsteams in de stadsdelen, met actieve participatie van ouderen en ouderenorganisaties.

Prioriteiten:  Samenwerking programma ouderenhuisvesting en gebiedsteams in de stadsdelen  Impuls transformatie, aanpassing en ontsluiting/bereikbaarheid bestaande voorraad  Stimuleringsbijdrage ouderenhuisvesting handhaven.

Ouderenhuisvesting in de nieuwe stad Amsterdam Gemengde Stad is een uitgangspunt van het college van B&W. Dat vraagt ook om aandacht voor ouderenhuisvesting in de nieuwbouw. Er zal onderzocht worden of sociale investeerders in de markt bereid zijn om meer woonhofjes voor ouderen te realiseren waarbij rekening wordt gehouden met gewenste innovaties in woonzorgconcepten. Dit sluit aan bij het gevraagde van motie (nr. 919) van raadslid Poorter (PvdA).

Prioriteiten  Reguliere aanpasbaar gebouwde ouderenwoningen in de gebieden van Koers 2025 en de ontwikkelbuurten en minimaal 5% van sociale nieuwbouw voor ouderen.  Realisatie van innovatieve woonzorgconcepten.

Vragen van ouderen Zowel actieve ouderen als kwetsbare ouderen hebben veel vragen over hun wooncarrière. Actieve ouderen nemen zelf initiatief om geschikte woonlocaties te vinden. Ouderen met een migrantenachtergrond zijn door hun sociaaleconomische positie vaak kwetsbaar. Aanvullende actie lijkt nodig om aan hun specifieke woonwensen te kunnen voldoen. Er moet meer geïnvesteerd moeten worden in een samenhangend aanbod van informatievoorziening, begeleiding en coaching van ouderen in het zelfstandig wonen.

5 Prioriteiten:  Versterken van een samenhangend aanbod voor informatie, begeleiding en coaching van ouderen, zodat zij beter in staat zijn keuzes te maken om passend en naar wens te kunnen blijven wonen in de stad  Ondersteuning van wooninitiatieven van ouderen  Onderzoeken en bevorderen van specifieke woonvormen voor kwetsbare ouderen.

Wonen met zorg In 2017 zijn er goede afspraken gemaakt over een betere samenwerking tussen de gemeente, zorgaanbieders en woningcorporaties (als eigenaren van zorgvastgoed) over de stedelijke inzet zorghuisvesting. De door de gemeenteraad aangenomen moties over de realisatie van woonzorgcombinaties en het realiseren van maatschappelijke voorzieningen in de plint van zorghuisvesting zijn leidend. Het programma ouderenhuisvesting zorgt voor de regie en coördinatie vanuit de gemeente.

Prioriteiten  Bijhouden en actualiseren van ontwikkelingen zorghuisvesting in Zicht op zorghuisvesting  Uitwerken en uitvoeren gezamenlijke regie en coördinatie in de transformatie van zorghuisvesting  Behouden en vernieuwen Amsterdamse verzorg- en verpleeghuizen naar moderne vormen van wonen met zorg: flexibele woonzorgcombinaties en zorghuisvesting met maatschappelijke voorzieningen in de plint.

6 2.Inleiding

Voor u ligt de derde voortgangsrapportage van het Programma ouderenhuisvesting 2015-2018. Hierin rapporteert het programma over de behaalde resultaten in 2017. Bij de vaststelling van de Woonagenda 2025 in de gemeenteraad is besloten dat er in de volgende bestuursperiode een nieuwe plan ouderenhuisvesting moet komen. Deze rapportage kan een volgend college en gemeenteraad helpen om dit plan op te stellen. Daarom besteedt de rapportage ook expliciet aandacht aan de opgave voor de ouderenhuisvesting in Amsterdam in de komende periode.

Speerpunten in de ouderenhuisvesting Veel mensen wonen graag in Amsterdam. In de geschiedenis van Amsterdam is dat bijna altijd zo geweest, maar nu de stad na de crisis weer een periode van opbloei meemaakt, neemt de krapte op de woningmarkt toe. Vooral in de sociale huurmarkt moeten verschillende groepen bewoners met elkaar concurreren om een woning.

Ouderen wonen al in de stad, maar ook zij ondervinden in hun woonsituatie direct de gevolgen van de druk op de woningmarkt. Hun positie op de woningmarkt vraagt speciale aandacht. Daarom heeft de gemeente in 2015 het programma ouderenhuisvesting ingesteld. Het Programma ouderenhuisvesting 2015-2018 richt zich op Amsterdammers die 65-plus zijn. Twee belangrijke ontwikkelingen beïnvloeden hun huisvesting in het bijzonder:

 De toename van het aantal 65-plussers in Amsterdam van 12% tot 16% in 2030. Binnen deze leeftijdscategorie neemt de meest kwetsbare groep van 75-plussers ook zeer sterk toe (van 5% naar 7% van alle Amsterdammers in 2030).  Door de gewijzigde regelgeving en financiering van de zorg worden wonen en zorg steeds meer gescheiden. Het klassieke verzorgingstehuis met een huur- en zorgcontract in één verdwijnt langzaam maar zeker. Ouderen met een lichte zorgvraag kunnen niet langer terecht in een verzorgingshuis, maar zullen langer in hun eigen woning moeten blijven wonen dan wel op tijd moeten verhuizen naar een meer geschikte woning.

Vanwege deze ontwikkelingen is het belangrijk dat ouderen goed en langer zelfstandig kunnen wonen in de stad. De gemeente werkt samen met woningcorporaties en zorgaanbieders in de stad om dit mogelijke te maken. Het programma ouderenhuisvesting heeft structureel overleg met ouderenorganisaties en ondersteunt wooninitiatieven van ouderen.

De gemeente heeft zich er in deze bestuursperiode voor ingespannen dat er voldoende geschikte woningen voor ouderen in de stad zijn. Deze inspanning zal de komende periode voortgezet worden. Door de demografische ontwikkeling zien we nu al knelpunten in de oudere wijken van Amsterdam. Met name in stadsdeel Centrum en Zuid.

De regels voor verdeling en toewijzing geven ouderen toegang tot het aanbod van geschikte huurwoningen. De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) financiert aanpassingen in de woningen (zoals het aanleggen van een traplift), zodat een woning langer geschikt blijft voor een

7 oudere bewoner. Er zijn specifieke verhuisregelingen ingesteld – Van Groot naar Beter (Vgnb) en Van Hoog naar Laag (Vhnl) – die ervoor kunnen zorgen dat ouderen gemakkelijker kunnen doorstromen van een niet langer voor hen geschikte sociale huurwoning naar een woning in de bestaande voorraad die wél goed toegankelijk is en gelijkvloers. Wooncoaches helpen hun hierbij.

Het streven is nieuwe woningen aanpasbaar te laten bouwen, zodat ouderen met geringe aanpassingen aan deze woningen hierin kunnen blijven wonen, als zij geconfronteerd worden met mobiliteitsbeperkingen. De gemeente heeft met de woningcorporaties in Amsterdam afgesproken dat 90% van door hen gebouwde sociale huurwoningen aanpasbaar gebouwd wordt.

Nieuwbouw biedt kansen voor nieuwe woonvormen voor ouderen, zoals hofjeswoningen. De verzorgings- en verpleeghuizen (V&V) in Amsterdam zijn door het programma ouderenhuisvesting in kaart gebracht in de studie Zicht op Zorghuisvesting uit 2015.Veel gebouwen in de zorghuisvesting zijn aan vernieuwing toe. Dat biedt kansen voor zelfstandig wonen voor ouderen in combinatie met zorg en maatschappelijk voorzieningen in de plint van het gebouw of in de buurt. De gemeente heeft in overleg met de woningcorporaties en de zorgaanbieders besloten dat de huidige 64 V&V-huizen bij voorkeur de functie ouderenhuisvesting behouden. Dat sluit overigens niet uit dat er in zelfstandige woningen met zorg aantrekkelijke combinaties mogelijk zijn voor gemengd wonen met andere doelgroepen (zoals jongeren en studenten).

Moties In 2016 en 2017 zijn er in de gemeenteraad zeven moties aangenomen die betrekking hebben op ouderenhuisvesting. Per motie geven wij kort aan hoe de afhandeling plaatsvindt.

1. Bij de behandeling van de Voorsnota 2016 op 13 juli 2016 is motie 911 van raadslid Poorter (PvdA) Voorjaarsnota 2016 (transformatie zorgvastgoed) aangenomen. De motie vraagt:  in het kader van het Actieplan Woningbouw bij de transformatie van zorgcomplexen bij te dragen aan het creëren van algemene ruimtes en faciliteiten in wooncomplexen voor ouderen waarin mede door (buurt)bewoners activiteiten kunnen worden georganiseerd;  in de jaarlijkse voortgangsrapportage programma Ouderenhuisvesting 2015-2018 aan de raad te rapporteren over de resultaten.

De uitvoering van deze motie maakt deel uit van de gemeentelijke inzet bij de zorghuisvesting. Bij transformatie van zorgcomplexen treedt de gemeente in overleg met zorgvastgoedeigenaren en zorgaanbieders over mogelijkheden om algemene ruimtes en faciliteiten in vernieuwde wooncomplexen voor ouderen te creëren, die tevens geschikt zijn voor bewonersactiviteiten. Bij de vaststelling van de Woonagenda 2025 in de gemeenteraad op 19 juli 2017 is besloten een nieuw plan ouderenhuisvesting te maken in de bestuursperiode 2018 – 2022. In deze voortgangsrapportage 2017 worden de opgaven en prioriteiten voor dit nieuwe plan beschreven. Het gevraagde wordt eveneens in 2018 bij transformaties van zorgvastgoed uitgevoerd en opgenomen in het plan voor ouderenhuisvesting in de nieuwe bestuursperiode.

Het college beschouwt hiermee de motie als afgedaan.

8 2. Bij de behandeling van de Voortgangsrapportage 2016 programma ouderenhuisvesting 2015-2018 in de gemeenteraad 8 juni 2017 is motie 614 aangenomen van de raadsleden Poorter (PvdA), Hammelburg (D66), Van Soest (Partij van de Ouderen) inzake de voortgangsrapportage Ouderenhuisvesting 2015-2018 en de uitvoering van motie (919) van het raadslid Poorter inzake transformatie zorgvastgoed (bouwen woonhofjes voor senioren). Motie 614 draagt het college op:  Te onderzoeken hoe in Amsterdam meer hovenbouw voor senioren kan worden gerealiseerd, waarbij kleinschaligheid, geborgenheid en sociale cohesie tussen bewoners kunnen worden bevorderd  Deze seniorenwoningen te labelen als seniorenwoningen  Samen met de corporaties en andere investeerders hierover in gesprek te gaan, en hier ook ouderenorganisatie bij te betrekken.

In deze motie staan het onderzoeken en realiseren van meer kleinschalige, geclusterde woningen met zorg centraal, waaronder woonhofjes voor ouderen. Om die reden heeft het college van B&W gekozen voor een gecombineerde beantwoording van deze motie per brief van 31 oktober 2017 met de hieronder beschreven motie 975.

Beide moties zijn besproken en afgehandeld in de commissie Bouwen en Wonen van 22 november 2017.

3. Bij de behandeling van het actieplan Age Friendly City - Naar een levensloopbestendig Amsterdam in de gemeenteraad 28/29 juni 2017 is motie 975 aangenomen van de leden Boomsma (CDA) en Poorter (PvdA) inzake het actieplan Age Friendly City, getiteld: Naar een levensloopbestendig Amsterdam (meer aandacht voor woon-zorgcombinaties). Motie 975 vraagt het college:  Bij nieuwbouw actief rekening te houden met alternatieve woon-zorgcombinaties zoals kleinschalig wonen in groepswoningen, en moderne hofjes. Daarnaast worden mantelzorgwoningen, levensloopbestendig bouwen, kangoeroewoningen, thuishuizen, gemeenschappelijk wonen voor ouderen, harmonicawoningen en particuliere wooninitiatieven genoemd als mogelijke vormen.  Om bij plannen voor nieuwbouw van woningen moet worden vermeld voor welke woon- zorgcombinaties deze woningen geschikt zijn.

In de moties 614 en 975 staan het onderzoeken en realiseren van meer kleinschalige, geclusterde woningen met zorg centraal, waaronder woonhofjes voor ouderen. Om die reden heeft het college van B&W gekozen voor een gecombineerde beantwoording van beide moties per brief van 31 oktober 2017.

Beide moties zijn besproken en afgehandeld in de commissie Bouwen en Wonen van 22 november 2017.

9 4. Bij de behandeling van de Woonagenda 2025 in de raadsvergadering van 19 juli 2017 is motie 956 van raadslid Van Soest (PvdO) inzake 5% nieuwbouw sociale huur bestemmen voor ouderen aangenomen. In deze motie wordt het college van B&W verzocht:  ten minste 5% van de nieuw te bouwen sociale huurwoningen te bestemmen voor ouderen;  de raad hierover te informeren.

Afgesproken is in de jaarlijkse voortgangsrapportages ouderenhuisvesting dit aantal en het percentage gereguleerde huurwoningen dat toegewezen is aan ouderen te monitoren. Mocht dit percentage lager zijn dan 5%, dan is dit aanleiding om aanvullende maatregelen te treffen.

Deze motie is afgedaan met een verzamelbrief van het college van B&W van 26 september 2017.

5. Bij de behandeling van de Woonagenda 2025 in de raadsvergadering van 19 juli 2017 is eveneens motie 957 aangenomen van raadslid Van Soest (PvdO) inzake invoeren Amsterdamse seniorenmakelaar. In deze motie wordt het college van B&W verzocht:  in samenwerking met corporaties de seniorenmakelaar in te voeren in Amsterdam;  de raad hierover te informeren.

In Amsterdam is een seniorenmakelaar bekend als een functie bij woningcorporaties om oudere huurders, die niet passend wonen, te stimuleren om door te stromen naar een geschikte woning. Met de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties wordt besproken hoe de inzet van seniorenmakelaars een bijdrage kan leveren aan het passend wonen van ouderen. In stadsdeel Centrum wordt als pilot de samenwerking tussen seniorenmakelaars van woningcorporaties en wooncoaches van de stichting !Woon geïntensiveerd.

Deze motie is afgedaan met een verzamelbrief van het college van B&W van 26 september 2017.

6. Inzake de Begroting 2018 is motie 1259 aangenomen van de leden Poorter (PvdA), Bouchibti (VVD), Roosma (GroenLinks), Hammelburg (D66), Duijndam (SP) en Van Soest (PvdO) over Ouderenwoningen voor eerste generatie migranten. Motie 1259 verzoekt het college:  Te onderzoeken welke behoefte in de stad bestaat voor woonvormen voor migrantenouderen, mogelijk in de vorm van coöperatieve woonvormen  In overleg te treden met woningbouwcorporaties en investeerders om deze woonvormen te creëren;  Hiernaast te onderzoeken of het gespecialiseerde aanbod dagbesteding voor migrantenouderen kan worden uitgebreid.

Aan deze acties wordt uitvoering gegeven in 2018, in het kader van het huidige Programma ouderenhuisvesting 2015-2018. Er zullen gesprekken worden gevoerd met netwerken van migranten om de behoefte aan woonvormen te inventariseren. Met corporaties, zorginstellingen

10 en investeerders wordt overlegd om te kijken of er locaties kansrijk zijn. De resultaten worden verwerkt in het nieuwe plan ouderenhuisvesting 2018-2022.

Het college beschouwt hiermee de motie als afgedaan.

7. In de raadsvergadering van 29 november 2017 is motie 1506 aangenomen van de leden Van Soest (PvdO) en Duijndam (SP) inzake het beleid voor trapliften. Motie 1506 verzoekt het college:  met de woningbouwcoöperaties te overleggen om voor ouderen die langer zelfstandig in hun woning moeten blijven wonen, deze woningen aan te passen met een traplift, waarin de voorbereiding al reeds aanwezig is;  gelden die voor zorg bestemd zijn ook voor zorg te gebruiken;  de uitkomsten van dit overleg met de raad te delen in het eerste kwartaal van 2018.

In de motie wordt gesproken over trapliften, maar de strekking maakt duidelijk dat er wordt gedoeld op het plaatsen van een huislift. Dit zijn liften die in een trappenhuis of aan een appartementengebouw worden gerealiseerd en meer mensen tegelijk kunnen verplaatsen. Een traplift is een stoeltjeslift aan de zijkant van de trap, die één persoon tegelijk kan verplaatsen.

De gemeente heeft samen met woningcorporaties in 2015 in Oost en Centrum geïnventariseerd bij welke gebouwcomplexen in de bestaande stad het bouwkundig en kostentechnisch mogelijk is om een huislift te plaatsen. Uit deze inventarisatie blijkt dat het realiseren van een lift kostbaar en ingewikkeld is. Corporaties geven aan dat een lift alleen overwogen wordt als er sprake is van planmatig groot onderhoud of renovatie. In die gevallen wordt voor een gebouw bezien of de bouwtechnische ingreep gelijktijdig gecombineerd kan worden met het bijplaatsen van een lift. De uitvoering van motie 1506 wordt opgepakt in 2018, het laatste jaar van het Programma ouderenhuisvesting 2015-2018. In opvolging van de inventarisatie in 2015 overlegt het programma ouderenhuisvesting in federatieverband met de woningcorporaties over kansen om de bestaande woningvoorraad toegankelijk te maken en te houden voor een groeiend aantal ouderen. Daarbij zal onder andere worden gekeken waar het haalbaar en mogelijk is op gebouwniveau een lift bij te plaatsen. Het college beschouwt hiermee de motie als afgedaan.

In de tekst van deze voortgangsrapportage wordt naar de inhoud van individuele moties verwezen, wanneer deze aan de orde of relevant zijn.

Leeswijzer Er zijn in de voortgangsrapportage 2016 drie prioriteiten voor het programma ouderenhuisvesting in 2017 vastgesteld: woningbouwprogrammering, zorghuisvesting en verbinden en communicatie. De doelen van deze prioriteiten kunnen als volgt gespecificeerd worden:  Meer aanbod ouderenhuisvesting in nieuwbouw;  Meer aanbod ouderenhuisvesting in bestaande voorraad door transformatie en renovatie;  Voldoende woningen met bereikbare zorg in de zorghuisvesting (o.a. door transformatie V&V);

11  Meer kennis en vaardigheden bij ouderen en betrokkenen over zelfstandig wonen;  Betere aansluiting eisen en wensen van ouderen m.b.t. zorg, welzijn en de ruimtelijke omgeving op de wooneisen en wensen van ouderen.

De voortgangrapportage 2017 is zo ingedeeld dat de lezer de voortgang in het bereiken van de geschetste doelen kan beoordelen. Achtereenvolgens komen aan de orde: de ouderenhuisvesting in planvorming en programmering, de verdeling en toewijzing, de stedelijke inzet zorghuisvesting, communicatie en samenwerking. De financiële paragraaf geeft inzicht in de bestedingen uit het budget van het programma ouderenhuisvesting. De rapportage besluit met een schets voor de opgave in de nieuwe bestuursperiode.

12 3.Ouderenhuisvesting in planvorming en programmering

Om de voorraad geschikte woningen voor ouderen in Amsterdam te vergroten heeft het programma ouderenhuisvesting in 2017 veel aandacht besteed aan planvorming en programmering. De inzet heeft zich in het bijzonder gericht op:  Bevorderen realisatie exclusief voor ouderen bestemde woningen;  Bevorderen en monitoren van de realisatie van aanpasbaar bouwen; zowel in de sociale sector als in de marktsector;  Bevorderen van aanpassingen aan bestaande woningen;.  Opstellen van aandachtspunten in het ontwerp van de ouderenhuisvesting;  Gerichte advisering over plannen en projecten;

Zelfstandige woningen exclusief voor ouderen In totaal zijn er in 2017 1.544 reguliere sociale huurwoningen in aanbouw genomen (start bouw). Het aantal zelfstandige woningen dat in aanbouw is genomen (start bouw) en exclusief voor ouderen was bestemd bedroeg in 2017 286 woningen, waarvan 247 woningen in de sociale huur. Dat betekent dat ongeveer 16 % van de totale nieuwbouwproductie van sociale huurwoningen voor ouderen is bestemd. Hiermee is ruimschoots voldaan aan de 5% norm, zoals gevraagd in de motie (nr. 956) van raadslid Van Soest (Partij van de Ouderen).

Het aantal in aanbouw genomen woningen bestemd voor ouderen is in 2017 gestegen ten opzichte van 2016.

Woningen voor ouderen 2017 2016 Sociale huur 247 67 Middeldure huur 24 54 Vrije sector huur/koop 15 30 Totaal 286 151 Bron: Basisbestand Woningbouwlocaties gemeente.

Het betreft de volgende projecten:  De Roze Hallen (West) 15 koopwoningen  De Boeg (West) 66 sociale huurwoningen  Struikbuurt/Brouwerpad (Nieuw West) 30 sociale huur/12 middeldure huur  Ritzema Bosstraat 2-18 (Oost) 80 sociale huurwoningen  Ingenhouszhof 2-90 (Oost) 32 sociale huur/ 12 middeldure huur  Houthavens (Revaleiland) 39 sociale huur

.

13 Aanpasbaar bouwen De gemeente heeft met de woningcorporaties en huurders afgesproken dat 90% van de sociale huurwoningen volgens de richtlijnen aanpasbaar bouwen wordt gerealiseerd2. In het kader van de Uitwerking Samenwerkingsafspraken zijn de richtlijnen nader bezien, met name in verband met compactere woningplattegronden in de nieuwbouw. De Richtlijnen aanpasbaar bouwen 2017 zijn bij de Uitwerking Samenwerkingsafspraken vastgesteld op 12 december 2016.

Jaarlijks wordt er een kwaliteitsregistratie uitgevoerd van de opgeleverde woningen. Architecten en opdrachtgevers dienen aan te geven of de woningen aanpasbaar zijn gebouwd. Van de opgeleverde corporatiewoningen is ongeveer 91% aanpasbaar gebouwd3. Dat is een stijging ten opzichte van de gerapporteerde periode in de voortgangsrapportage 2016 (oktober 2015-oktober 2016).Toen was dit percentage 80%. De afspraak met de corporaties om tenminste 90% van de woningen aanpasbaar te bouwen is dus in 2017 gerealiseerd.

In de marktsector is ongeveer 45% van de koopwoningen aanpasbaar gebouwd. Het percentage aanpasbaar gebouwde huurwoningen in de marktsector ligt op ongeveer 20%. De richtlijnen voor aanpasbaar bouwen worden aan de marktsector niet verplicht opgelegd maar er wordt aan investerende partijen geadviseerd om zoveel mogelijk woningen te realiseren volgens deze richtlijnen.

Aanpassingen van woningen Veel ouderen willen hun vertrouwde huis niet verlaten, zelfs niet als zij veel moeite hebben gekregen met het lopen van de trappen of moeite hebben met het zich bewegen in de woning; bijvoorbeeld met een rollator. De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) voorziet in aanpassingen aan en in de woning. Een bewoner, die als gevolg van beperkingen problemen ondervindt in de woning, kan een aanvraag indienen voor een woonruimteaanpassing. Als aanpassen niet mogelijk is of als blijkt dat verhuizen de beste oplossing is, kan iemand die om medische redenen moet verhuizen aan aanvraag indienen voor een tegemoetkoming in de meerkosten van verhuizen.

Van januari t/m mei 2017 zijn ruim 1.300 positieve beschikkingen voor een woonvoorziening toegekend. Er zijn ongeveer 310 beschikkingen afgegeven voor trapliften. Als de kosten voor de benodigde woningaanpassingen te hoog worden, kan de bewoner in aanmerking komen voor een indicatie voor een verhuiskostenvergoeding vanuit de Wmo. Er zijn 375 verhuisindicaties verstrekt van januari 2017 t/m mei 2017. Het aantal beschikkingen voor woonvoorzieningen, trapliften en indicaties voor verhuiskostenvergoedingen is van een vergelijkbare omvang als de corresponderende periode in 20164.

2 De afspraak Aanpasbaar Bouwen is onderdeel van de Samenwerkingsafspraken 2015-2019, vastgesteld door de Gemeenteraad dd. 1 juli 2015 3 Bron: Kwaliteitsregistratie projectenboeken 2016-2017. Het % aanpasbaar gebouwd is gemeten over de eenlaagse corporatiewoningen minus jongeren- en studentenwoningen en collectief opdrachtgeverschap 4 Het is niet mogelijk de cijfers over geheel 2017 in deze voortgangsrapportage op te nemen, aangezien deze pas eind januari 2018 beschikbaar komen.

14 Belangenorganisaties van ouderen hebben bij het programma ouderenhuisvesting en bij de gemeentelijke afdeling Zorg aangegeven dat veel ouderen met fysieke beperkingen in de knel komen door de strakke toepassing van de regels voor trapliften en vanwege de kosten van woonruimteaanpassingen.

De raadsleden Duijndam, Roosma en Kaya (nr. 2016-1386) hebben een motie ingediend inzake de Begroting 2017. Het college wordt gevraagd te onderzoeken wat de sociale en financiële gevolgen zijn wanneer de gemeente ook trapliften verstrekt voor het bereiken van tweede en derde verdiepingen en tevens bij dit onderzoek na te gaan onder welke condities – zowel financieel, technisch en functioneel – het aanbrengen van een traplift over meerdere verdiepingen mogelijk is.

Op 31 oktober 2017 heeft het college van B&W een besluit genomen tot een verruiming van de verstrekking van woonruimteaanpassingen. De raad heeft op 30 november 2017 de nieuwe beleidsregels vastgesteld. De grens die de gemeente hanteert om de afweging te maken tussen “aanpassen of verhuizen” is vanaf 1 januari 2018 verhoogd van € 6.100 naar € 10.000.

Hierdoor worden meer woonruimteaanpassingen mogelijk gemaakt. Er wordt daarbij geen onderscheid gemaakt in de soort woning of de etage waar men woont. Bij alle aanvragen voor woonruimteaanpassingen en trapliften wordt in het onderzoek gekeken naar alle voorzieningen die noodzakelijk zijn om de woning langdurig geschikt te maken. Het kan zijn dat uit het onderzoek blijkt dat verhuizen tóch de beste oplossing is. In die gevallen kan men mogelijk in aanmerking komen voor een tegemoetkoming in de kosten van de noodzakelijke verhuizing. Dit betekent dat de mogelijkheden om met aanpassingen in het eigen huis te blijven wonen voor ouderen met fysieke beperkingen worden verruimd.

Aandachtspunten voor het ontwerp in de ouderenhuisvesting: Brochure ‘Ouderen wonen in de stad’ Ouderen blijven langer zelfstandig wonen en ouderen worden ouder. Een goed ontwerp draagt eraan bij dat ouderen daadwerkelijk langer zelfstandig thuis kunnen blijven wonen in een prettige omgeving met voldoende mogelijkheden voor contact en ontmoeting. Het programma ouderenhuisvesting heeft daarom een brochure ontwikkeld voor ontwerpers, ontwikkelaars, bouwers en bewoners voor een goede inrichting van woningen, gebouwen en de woonomgeving. De brochure is in samenspraak met professionals en ouderenorganisaties samengesteld. Hij is gepresenteerd op een thema-avond op 7 november 2017 in Pakhuis de Zwijger over ouderenhuisvesting zonder eenzaamheid. Daarna is hij breed verspreid onder alle doelgroepen. Hij dient als ondersteuning bij de advisering over het realiseren van ouderenhuisvesting in de bestaande stad, in de ontwikkelgebieden van Koers 2025 (Ruimte voor de stad) en in de ontwikkelbuurten.

Gerichte advisering over plannen en projecten In 2017 heeft het programma ouderenhuisvesting adviezen gegeven over verschillende nieuwbouwlocaties met als inzet ouderenhuisvesting een plek te geven in de planontwikkeling, woningbouwprogramma’s en tenders. Pas bij start bouw van deze projecten kan worden bepaald in hoeverre de adviezen daadwerkelijk tot de voorgestelde realisatie van ouderenhuisvesting hebben geleid.

15 Adviezen zijn onder meer gegeven over het Oostenburgereiland, de Nieuwe Uilenburgerstraat 29- 59, het Eenhoorngebied, het Centrumeiland van IJburg, de kop , de transformatie van het Revalidatiecentrum Reade, de Jan Evertsenstraat, het August Allebéplein, Sloterdijk Centrum, de transformatie van zorgvastgoed van Cordaan in Nieuw-West en Noord, het Hamerstraatkwartier, de Klaprozenweg, Rand Bijlmerpark, de E-buurt in Zuidoost, Amstel III en de transformatie van het verzorgingshuis Nellestein.

16 4.Verdeling en toewijzing van woningen

De cijfers van WoningNet geven een beeld van het aantal sociale woningen dat bij mutatie is aangeboden aan ouderen . Er zijn in 2017 bijna 3.500 sociale huurwoningen via WoningNet aangeboden. Dat was in 2016 bijna 3.200 woningen5. Het totale aanbod in WoningNet is dus enigszins gestegen.

Aanbod op WoningNet 2017 (jan-nov) Totaal aantal woningen 3.500 Uitsluitend aangeboden aan ouderen 635 Voorrang voor Wmo-verhuiskostenindicatie/ 65plus 510 Totaal actief woningzoekenden 73.788 Waarvan zoekende 65 plussers 3.406

 Er zijn 635 woningen uitsluitend aangeboden aan ouderen. Het gaat om seniorenwoningen in complexen waarvoor een minimale leeftijdsgrens geldt van 55, 60 of 65 jaar.  Er zijn 510 woningen met voorrang aangeboden aan ouderen vanaf 65 jaar en bewoners met een fysieke beperking (Wmo-verhuisindicatie). Dit zijn woningen op de begane grond, één hoog of woningen met een lift.

De vraag van ouderen naar een woning komt tot uitdrukking in het aantal actief woningzoekenden op WoningNet6. In 2017 waren er 73.800 actief woningzoekenden op WoningNet. In 2016 waren dat er 72.000. Dit is een stijging van bijna 2.000 actief zoekenden. Onder de 65 plussers zijn er 3.406 actief zoekenden. Dat aantal is bijna gelijk aan het aantal van 2016. Het percentage actief zoekende 65 plussers is 5% van het totaal aantal zoekenden. Dat is hetzelfde percentage als in 2016. De stijging van het aantal zoekende 65 plussers is vooral toe te schrijven aan bewoners van de stadsdelen Centrum en Zuid.

Er zijn in 2017 ruim 800 woningen aan 65 plussers verhuurd. Dat is ongeveer 14% van het totaal aantal verhuringen in dat jaar.

Actualisering voorranglabels In de Huisvestingsverordening Amsterdam en in WoningNet worden woningen gelabeld voor ouderen en mensen met een fysieke beperking. Zo wordt geregeld dat ouderen en mensen met een fysieke beperking op een deel van de woningen voorrang hebben. De gemeente heeft in de tweede wijzigingsverordening van de Huisvestingsverordening 2016 (vastgesteld door de Raad op 20 december 2017 ) twee onderdelen gemuteerd die betrekking hebben op de positie van ouderen op de sociale huurwoningenmarkt.  Voor woningen met het seniorenlabel is de minimale leeftijdsgrens verhoogd van 55 jaar naar 65 jaar. Ouderen blijven langer vitaal. Het programma ouderenhuisvesting richt zich daarom

5 Deze cijfers zijn exclusief nieuwbouw en bemiddeling, en aangeboden binnen 3 maanden. 6 Actief woningzoekenden hebben tenminste 1 keer per jaar op een woning gereageerd.

17 op 65 plussers en niet op 55 plussers. Daarmee is het logischer als bij de woningtoewijzing de leeftijd ook naar 55 plus gaat.  Het label ‘Voorrang Wmo/65+’ is opgenomen in tweede wijziging van de nieuwe Huisvestings- verordening 2016. Door het label ‘Voorrang Wmo/65+’ houden huishoudens met een Wmo- verhuiskostenbeschikking en mensen van 65 jaar en ouder hun voorrangspositie op een deel van de woningen op de begane grond, woningen met een lift en woningen met op 1 hoog.

Verhuisregelingen Van groot naar beter en Van hoog naar laag Naast de voorrangslabels dragen de verhuisregelingen Van hoog naar laag (Vhnl) en Van groot naar beter (Vgnb) bij aan de woonmogelijkheden van ouderen. De gemeente heeft met de corporaties en de Huurdersvereniging Amsterdam de regelingen Vhnl en Vgnb verbeterd. Dit is verwerkt in de Uitwerking Samenwerkingsafspraken 2015-2019.

Kern van de regelingen Van hoog naar laag Van groot naar beter 65 plussers op 2e etage of hoger zonder lift 65+ en 65- , klein hh.( -< 3 leden), in grote woning ( > 70 m2, 5 of meer kamers) Hoogste voorrang 65+ op benedenwoning , 1 Voorrang op alle woningen < 60 m2 of hoog of met lift in eigen stadsdeel seniorenwoningen in de hele stad Huur blijft gelijk (geen huursprong ) voor Huur blijft gelijk (geen huursprong) voor verhuisde 70 plussers. Als oude huur hoger is, verhuisde huurders. Als oude huur hoger is, wordt nieuwe huur afgetopt. wordt nieuwe huur afgetopt. Verhuiskostenvergoeding minimaal € 4.500 Nieuwbouw ook (oude huur niet meenemen) Nieuwbouw ook (oude huur niet meenemen)

Samenwerkende partijen hebben in 2016 afgesproken dat beide regelingen in een jaar elk minimaal 100 verhuizingen moeten opleveren. Het aantal gerealiseerde verhuizingen lag in de periode oktober 2016-november 2017 voor Vgnb op 52. Via Vhnl zijn in deze periode 50 verhuizingen gerealiseerd. Het betreft toewijzingen via WoningNet of via directe bemiddeling.

Het aantal gerealiseerde verhuizingen is daarmee achtergebleven bij de ambitie. Ten opzichte van het gebruik van de regelingen in de voorgaande jaren zijn er echter essentiële stappen gezet. Er werd door ouderen nauwelijks gebruik gemaakt van de regelingen en de corporaties waren ook niet actief in het bekendmaken en toepassen ervan. De trend van niet actieve bekendmaking, toepassing en marginaal gebruik is dus omgezet naar actieve toepassing en substantieel gebruik.

De samenwerking rond de uitvoering van de regelingen is sterk verbeterd. Concreet zijn de volgende acties gerealiseerd:  Er is een werkgroep verhuisregelingen opgezet. Het programma ouderenhuisvesting is trekker van de werkgroep. De medewerkers verhuur en beleidsadviseurs van de corporaties, de Federatie van woningcorporaties, enkele bewonersconsulenten van !Woon en de projectleider wooncoach nemen deel. Er worden aanpakken besproken om de doelgroep te benaderen.  Werkprocessen rond de uitvoering van de regelingen zijn verbeterd:

18 o Medewerkers binnen de corporatie zijn beter op hoogte van de regelingen. Er is informatie-uitwisseling tussen medewerkers van de contactcentra en de verhuurafdelingen. o Contacten en afstemming tussen de corporaties zijn verbeterd. Er wordt afgestemd over huurders die verhuizen tussen corporatiewoningen, om de nieuwe huurprijs op basis van de oude huur vast te stellen. o Contacten tussen corporaties en lokale teams !Woon en wooncoaches lopen veel beter. Er zijn vaste contactpersonen bij de corporaties waar wooncoaches/het lokale team een klant kunnen overdragen. Er wordt een bijeenkomst voor de verhuurmakelaars van de corporaties en de wooncoaches georganiseerd. o Contacten tussen de gemeente en corporaties over de betaling van verhuiskosten- vergoeding lopen goed. Een belangrijk verbeterpunt is de betaalprocedure aan Vgnb- kandidaten.

 Er zijn verschillende projecten en pilots in gebieden opgezet voor een intensievere aanpak van het benaderen en ondersteunen van ouderen , door maatwerk te leveren en persoonlijke aandacht te geven. Bijna alle corporaties hebben dit opgepakt in hun woningbezit. Wooncoaches van !Woon zijn aangehaakt. De gemeente heeft een faciliterende- en aanjagersrol. Enkele voorbeelden: o Eigen Haard en Ymere hebben 165 0uderen in grote woningen in de Vogelbuurt ( Noord) uitgenodigd voor een lunch. De opzet was een kleine setting om met ouderen te praten over hun motieven en wensen voor een betere woning. De opkomst was beperkt: 10 ouderen, met zoon of dochter mee. De regeling Vgnb vindt men aantrekkelijk als de verhuiskostenvergoeding omhoog zou gaan (nu bedraagt die € 4.500 voor 5 kamers, € 5250 voor 6 kamers en € 6.000 voor 7 of meer kamers). o Eigen Haard heeft een projectleider aangesteld om binnen Eigen Haard de regeling te optimaliseren en de mogelijkheden te onderzoeken om de regeling meer onder de aandacht van zijn huurders te brengen. o Ymere en Rochdale hebben in Amsteldorp (Oost) in het kader van Amsteldorp Actief een pilot gedaan met woningruil. Ymere en Rochdale hebben een wijkbeheerder aangesteld, als spil in de buurt en vraagbaak voor ouderen. o De Key is actief om via maatwerk oudere huurders te benaderen. Rochdale heeft een participatiemakelaar in Zuidoost aangesteld die 900 adressen waar ouderen wonen gaat benaderen. o Stadgenoot werkt met een eigen seniorenmakelaar. o De Alliantie betrekt de bewonerscommissies bij het informeren van de bewoners over de verhuisregelingen. Dit wordt in toegepast. o In Centrum start in januari 2018 een pilot met als inzet de keten rond wooncoaching van ouderen te optimaliseren. Betrokken partners zijn het stadsdeel , de wooncoaches van !Woon, de corporaties en de wijkzorgalliantiepartners. Het programma Ouderenhuisvesting faciliteert de pilot.

Conclusies Er is commitment bij de partijen om door te gaan met de regelingen. Het resultaat blijft weliswaar achter bij de ambitie van 100 gerealiseerde verhuizingen per regeling, maar de regelingen worden

19 steeds beter bekend bij ouderen; onder andere door de inzet van wooncoaches en door een grote inzet van medewerkers bij de corporaties om de doelgroep te benaderen. De partijen concluderen dat knelpunten de effecten van de regelingen verminderen. Daarom willen partijen in 2018 met elkaar onderzoeken welke verbeteringen mogelijk zijn om de effecten van de beide regelingen nog verder te vergroten.

Bij Vgnb zal de relatie gelegd worden met de doorontwikkeling van de huisvesting van kwetsbare groepen. Inzet is het vergroten van doorstroming uit grote woningen. Bij Vhnl zal nog nadrukkelijker worden ingezet op het actief benaderen en begeleiden van ouderen en het verbeteren van de voorwaarden, zodat er meer gebruik wordt gemaakt van de regeling om te verhuizen naar een geschikte woning.

Begin 2018 zullen de volgende voorstellen door de gemeente en de corporaties verder worden onderzocht:

Van groot naar beter (Vgnb)  Verruimen definitie grote woning tot een oppervlakte van minimaal 70 m2 met minimaal 4 kamers.  Betrekken van de nieuwbouw bij ‘geen huursprong’.  Uitbreiden werkingsgebied naar de regio.  Toepassen regeling via WoningNet of toepassen via maatwerk binnen corporatie.  Snellere uitbetaling van de verhuiskostenvergoeding van de gemeente.

Van hoog naar laag (Vhnl)  Samenhang en overlap bekijken tussen Vhnl en andere voorrangslabels (onder andere het voorrangslabel Wmo/65+).  De zichtbaarheid van de regeling en andere mogelijkheden op WoningNet verbeteren. Nu zijn die voor ouderen die een woning zoeken op WoningNet vaak onduidelijk.

De resultaten van het onderzoek worden met woningcorporaties en huurders besproken in het kader van de Samenwerkingsafspraken. Deze zullen tevens als input worden gebruikt voor de aanpak van de doorstroming bij de doorontwikkeling van de huisvesting van kwetsbare groepen .

20 5.Stedelijk inzet zorghuisvesting

In de studie Zicht op Zorghuisvesting uit 2015 zijn alle locaties van Verzorgings- en Verpleeg (V&V)- huizen in Amsterdam in kaart gebracht. Binnen het programma ouderenhuisvesting worden de actuele ontwikkelingen rond deze locaties gevolgd en met de partners in de zorghuisvesting besproken. Dit heeft geresulteerd in de notitie Stedelijke Inzet Zorghuisvesting, die op 17 januari 2017 in B&W is goedgekeurd en in maart 2017 is besproken in de Raadscommissie Bouwen en Wonen. De inzet van de gemeente is het behoud van zorghuisvestingslocaties voor ouderenhuisvesting, al dan niet met zorg. Nadere invulling hieraan wordt gegeven door de motie (nr. 911) uit te voeren van raadslid Poorter van de PvdA, van 14 juli 2016, inzake de Voorjaarsnota 2016 (transformatie zorgvastgoed). De motie draagt het college op om bij de transformatie van zorgcomplexen bij te dragen aan het creëren van algemene ruimtes en faciliteiten in wooncomplexen van ouderen, waarin mede door (buurt)bewoners activiteiten kunnen worden georganiseerd.

Ontwikkelingen zorghuisvestingslocaties In het merendeel van de 64 Verpleeg- en verzorgingshuizen in Amsterdam is het wonen met zorg onveranderd gebleven. De huizen leveren verpleeghuiszorg (zware zorg); daarnaast zijn er combinaties van wonen met zorg binnen het brede spectrum van wonen met een lichte zorgvraag. In 2017 is het programma in het bijzonder betrokken geweest bij de volgende locaties:  Nellestein, stadsdeel Zuidoost Ymere wil het verpleeg- en verzorgingshuis verkopen. Het huurcontract van Amsta eindigt november 2018. De aanleunwoningen blijven in bezit van Ymere, en worden momenteel verhuurd als seniorenwoningen. Het programma ouderenhuisvesting is samen met het stadsdeel rechtstreeks betrokken bij de planvoorbereiding en onderhoudt contact met de bewoners in de wijk Nellestein en de Ouderenadviesraad, die zich zorgen maken over het verdwijnen van de voorzieningen in het V&V complex.  Riekerhof, stadsdeel Nieuw West Dit verpleeg- en verzorgingshuis is eind 2016 verkocht. Zorgaanbieder Cordaan huurt het pand en biedt zorg aan bewoners die voor een deel intramuraal (80 appartementen) en extrumuraal (40 appartementen) in het complex wonen. Het programma ouderenhuisvesting is in overleg met het stadsdeel, zorgaanbieder en eigenaar over opties voor transformatie op basis van de uitgangspunten van de stedelijke inzet zorghuisvesting.  Ingenhouszhof, stadsdeel Oost Dit woonzorgcentrum is door Amsta verkocht aan AIG Care concepts / Bouwinvest. Er worden 80 zelfstandige zorgwoningen gebouwd en teruggehuurd door Amsta. Amsta is zorgaanbieder voor deze 80 woningen. Toewijzing is aan ouderen met een zorgindicatie. Daarnaast worden 44 huurwoningen gerealiseerd, 32 in de sociale sector en 12 in dure huursector. De oplevering van de nieuwbouw staat gepland in 2018.  Geuzenhof, stadsdeel Nieuw West De Alliantie (eigenaar) heeft samen met Philadelphia (zorg voor mensen met een verstandelijk beperking) een concept voor een ‘verzorgingshuis Nieuwe Stijl’ ontwikkeld. In Geuzenhof wonen senioren ‘gespikkeld’ met mensen met een beperking. De voorzieningen in de plint

21 leggen de relatie met de buurt. De Alliantie heeft een verzoek ingediend om een deel van de woningen toe te wijzen aan senioren en studenten die aantoonbaar bereid zijn ondersteuning te bieden aan de in het complex wonende aangewezen doelgroep.  Nieuwbouw Woningcomplex LIFE, Revaleiland, Houthavens In 2016 nam het programmateam ouderenhuisvesting deel aan de jury bij de tender voor dit woonzorgcomplex. LIFE is een plek met woningen voor bij voorkeur ouderen, zowel in de koop- als in de (sociale-) huursector. Woningcorporatie Habion heeft 39 sociale huurwoningen en 12 parkeerplaatsen gekocht. Bouwinvest investeert in 24 zorgappartementen in de vrije sector, 940 m2 aan voorzieningen: een restaurant, een apotheek, een gezondheidscentrum met huisartsen en fysiotherapeuten, dagbesteding en thuiszorg. Daarnaast huurt Cordaan langjarig 48 zorgstudio’s voor mensen met dementie. De bouw is eind 2017 gestart en is eind 2019 gereed.

Toewijzingsexperiment volgens de Huisvestingsverordening Amsterdam In het woonzorgcomplex Korthagenhuis in stadsdeel Noord loopt een experiment in de toewijzing van de sociale huurwoningen. De woningen worden verhuurd en aangeboden door de zorgaanbieder in plaats van de woningcorporatie. Voorheen intramurale woningen worden na een kleine renovatie nu als zelfstandige sociale huurwoning voor 65-plussers met een lichte zorgvraag verhuurd. Toepassing van artikel 2.5.2 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016 biedt ruimte voor dit experiment voor een periode van twee jaar.

Vanaf 1 juni 2017 is gestart met de eerste verhuur. In november 2017 zijn de eerste 10 woningen verhuurd. De verhuur gaat langzaam maar gestaag. De eerste bevindingen zijn dat 65-plussers de keuze om te verhuizen naar deze zorgwoningen lang uitstellen. Een verhuizing naar een woonzorgcomplex wordt ervaren als de laatste fase in iemands leven. Men komt wel kijken, maar wil toch nog niet verhuizen. Pas bij medische noodzaak wordt de keuze gemaakt. Het aanbod in Korthagenhuis blijkt wel direct interessant te zijn voor uitstroom uit een 1e lijnsopvang, als terugkeer naar de eigen woning (tijdelijk) niet meer kan. De hal en het restaurant zijn verfraaid, zodat de verhuur en toestroom naar de inpandige voorzieningen (door buurtbewoners) zal verbeteren. Evean en Eigen Haard investeren hierin , de gemeente heeft een stimuleringsbijdrage toegekend uit het budget van het programma ouderenhuisvesting.

Regie en coördinatie Om passende en aantrekkelijke zorghuisvesting te behouden voor oudere Amsterdammers werken de gemeente, zorgaanbieders, het zorgkantoor Zilveren Kruis, woningcorporaties en vertegenwoordigers van bewoners en gebruikers goed samen. Voor de transformatie van de zorghuisvesting zijn de volgende uitgangspunten voor de partners van kracht:  Een goede ruimtelijke spreiding van zorghuisvestingslocaties  Samenhang tussen zorgaanbod en huisvestingsaanbod voor ouderen  Monitoring van ontwikkelingen in de vraag naar wonen met zorg  Behoud van het huidige zorgvastgoed voor ouderenhuisvesting.

22 Op basis van deze uitgangspunten wordt er per locatie maatwerk geleverd. De voortgang wordt besproken in het Stedelijk overleg zorghuisvesting. In 2017 zijn de regie en coördinatie op de transformatie door het programma ouderenhuisvesting nader ingevuld. Kern is actieve informatie- uitwisseling over alle ontwikkelingen op stedelijke schaal en op locaties en samenwerking in de uitvoering van transformaties. Er is een ‘werkgroep tijdelijke huisvesting bewoners V&V’ ingesteld, om overlast bij noodzakelijke verhuizing voor de soms kwetsbare bewoners te verminderen. De werkgroep gaat in 2018 haalbare oplossingen hiervoor uitwerken.

Groei van de Stad, Ruimte voor Zorg en behoefteprognoses extramurale en intramurale woonvormen In Koers 2025 is de ambitie geformuleerd om de stad te laten groeien door het bouwen van 50.000 woningen.De themastudie Ruimte voor Zorg is een uitwerking van Koers2025. Nieuwe inwoners van Amsterdam hebben ook behoefte aan voorzieningen. Daaruit komt een zowel kwantitatieve als kwalitatieve opgave uit voort. De themastudie heeft het doel een kwalitatief hoogwaardige inpassing van zorg- en welzijnsvoorzieningen in de nieuwbouwgebieden te garanderen.

Het programma ouderenhuisvesting heeft in 2017 deelgenomen aan de Werkgroep Ruimte voor Zorg. Hierdoor zijn wonen met zorg en de veranderingen in de zorghuisvesting (van intramuraal wonen naar extramuraal wonen) opgenomen in de studie.

De gemeente hanteert een kwantitatief voorzieningenmodel bij haar programmering van nieuwbouwprojecten en gebiedsontwikkeling. Het voorzieningenmodel geeft een indicatie van het benodigde programma in voorzieningen. Het berekent op basis van kencijfers het benodigde aantal vierkante meters voor onderwijs, cultuur, jeugd, sport, zorg en welzijn. Het programmateam ouderenhuisvesting heeft input geleverd op de actualisering van het voorzieningenmodel, zodat rekening wordt gehouden met de extramuralisering van wonen met zorg.

Om het inzicht in de toekomstige kwantitatieve behoefte aan wonen met zorg te actualiseren en bij de geambieerde groei van de stad te laten aansluiten heeft het programma ouderenhuisvesting een opdracht gegeven aan het bureau abf research. Door de scheiding van wonen en zorg hield het programma ouderenhuisvesting tot heden rekening met een toename in de vraag naar extramuraal wonen. De actuele prognose komt in omvang goed overeen met eerdere aannames uit 2013. De behoefte aan geclusterde woningen voor ouderen tot 2030 wordt nu becijferd op 5.710.

23 De opgave voor Amsterdam samengevat (bron: abf Research) Intramuraal plaatsen / cliënten 2015 2015 2040 2040 opgave 2015-2040 aanbod lokale cliënten lokale ontwikkeling aantal totaal vraag totaal vraag totaal lokaal V&V: verpleging&verzorging 4.920 4.750 7.820 8.860 2.900 4.110 - Beschut wonen 1.460 1.500 40 - Beschermd wonen 3.190 5.850 2.660 - Intramuraal overig 270 470 200 GHZ: gehandicaptenzorg 1.710 3.770 1.570 4.860 -140 1.090 GGZ: geestelijke gezondheidszorg 960 380 700 350 -260 -30 Extramuraal huishoudens aantal woningen aantal woningen toename woningen 2015 2015 2030 2030 opgave 2015-2030 totaal hh65+ totaal hh65+ totaal hh65+ geclusterd 11.150 8.860 16.860 14.690 5.710 5.830 aangepast 20.290 10.870 30.940 19.620 10.650 8.750 nultreden 92.470 17.730 115.260 31.670 22.790 13.940 totaal geschikte voorraad 123.910 37.460 163.060 65.980 39.150 28.520

Een geclusterde ouderenwoning is gedefinieerd als een woning die deel uitmaakt van een complex of groep van woningen speciaal bestemd voor ouderen. Hiertoe behoren o.a. woonzorgcomplexen, aanleunwoningen en serviceflats. Nabijheid van 24 uurs aanwezige zorg is geen voorwaarde vanwege de mogelijke andere leveringsvormen van zorg. Feitelijk heeft echter circa 40% van de geclusterde woningen een zorgsteunpunt en heeft daarnaast circa 45% een gemeenschappelijke ruimte, receptie, huismeester, alarmering e.d.

Deze geclusterde woningen kunnen zowel in de bestaande bouw (b.v. leegkomende V&V huizen) als in nieuwbouw worden gerealiseerd. De prognose geeft aan dat de behoefte aan deze geclusterd woningen vooral voor de sociale huur aanwezig is. Aangepaste woningen zijn vooral nodig in de koopsector.

De behoefteprognose voor 5710 nieuwe geclusterde woningen onderbouwt de inzet van het programma ouderenhuisvesting om in nieuwbouw en transformatie woonvormen te realiseren voor ouderen waarin kleinschaligheid, geborgenheid en sociale cohesie tussen (oudere) bewoners aandacht krijgt. Dit is gevraagd in de motie (nr. 919) van het raadslid Poorter (nieuwe woonhofjes voor senioren). Het programma ouderenhuisvesting bevordert de condities voor deze realisatie en brengt deze opgave actief in als onderdeel van de stedelijke inzet zorghuisvesting en de advisering voor nieuwbouw en transformatie in de ontwikkelgebieden van Koers 2025. .

24 6.Communiceren en samenwerken

Of ouderen zelfstandig kunnen blijven wonen is niet alleen afhankelijk van de kenmerken van de woning. Als ouderen zorg nodig hebben in hun woonsituatie, dan zal die zorg daadwerkelijk ook thuis geleverd moeten kunnen worden. Als ouderen slecht ter been raken is het belangrijk dat de woning toegankelijk is en dat zij kunnen blijven bewegen in hun woning. Het is even belangrijk dat er in de straat niet al te veel obstakels zijn, zodat de buurtwinkel ook bereikbaar blijft.

Om de doelen van het programma ouderenhuisvesting te kunnen bereiken is daarom in 2017 actief samenwerking en afstemming gezocht met organisaties binnen en buiten de gemeente. Goed wonen is bepalend voor het leven van ouderen in de stad. Omgekeerd hebben daarom ook veel organisaties het contact gezocht met het programma ouderenhuisvesting. We vermelden de belangrijkste samenwerkingsrelaties en gemaakte afspraken in 2017.

Wooncoaches In Amsterdam kunnen ouderen die informatie willen over hun woonsituatie zonder kosten een gesprek krijgen met een wooncoach. Wooncoaches bieden ondersteuning bij het vinden van een nieuwe woning, maar ook kunnen de wensen en de mogelijkheden voor aanpassingen aan de huidige woning worden besproken. Er wordt informatie gegeven hoe ouderen gebruik kunnen maken van de verhuisregelingen in de sociale huur Van hoog naar laag en Van groot naar beter.

Wooncoaches zijn vrijwilligers die worden begeleid door stichting !Woon. Naast huisbezoeken geven wooncoaches ook voorlichting aan groepen ouderen. Bij ingewikkelde zaken wordt het steunpunt van !Woon in het stadsdeel ingeschakeld. Het werken met vrijwilligers heeft als voordeel dat mensen uit de eigen omgeving zich inzetten voor hun buurtgenoten.

Na de start als pilot in 4 stadsdelen in 2015 is in 2017 de inzet van wooncoaches doorontwikkeld. In alle stadsdelen zijn wooncoaches actief. In de periode januari – november 2017 waren dit er in totaal 18. Er zijn in totaal 555 contactmomenten geweest m.b.t.259 woningen. Van die contactmomenten waren er 144 huisbezoeken. Daarnaast zijn er 20 voorlichtingsbijeenkomsten gehouden, waarbij 546 bewoners aanwezig waren.

Door deze inzet van vrijwilligers hebben de bereikte ouderen meer besef gekregen van het belang om kritisch naar hun woning te kijken en zo nodig stappen te zetten om hun woonsituatie ‘toekomstbestendig’ te maken. De acties van ouderen variëren van het actief worden op WoningNet (inschrijven, kijken, reageren), informeren naar woonvoorzieningen via de Wmo, zelf aanpassingen (laten) doen, tot kennis hebben van of gebruik maken van de verhuismogelijkheden (Van groot naar beter en Van hoog naar laag). Of meer ouderen daadwerkelijk verhuizen als gevolg van de interventie van de wooncoach is moeilijk te meten. Een indicator kan zijn het aantal verhuurde woningen. Er zijn in 2017 ruim 800 woningen verhuurd aan 65 plussers. Dit zal in 2018 opnieuw worden gemeten.

25 Stadsdeel Centrum Aangezien huisvesting in de voor veel oudere Amsterdammers een prangend probleem is geworden hebben het stadsdeel centrum, het stedelijke programma ouderenhuisvesting, woningcorporaties, ouderenorganisaties en !Woon besloten meer aandacht te besteden aan de effectiviteit van wooncoaching. Dit heeft geleid tot de pilot Sluitende keten wooncoaching Centrum. Doel is de toeleiding van ouderen naar het schaarse voor hen geschikte woningaanbod te verbeteren door een betere samenwerking in de keten. De feitelijke start wordt in 2018 gemaakt. De resultaten van de pilot zullen gebruikt worden bij het uitvoeren van motie 957 van Van Soest (Partij van de Ouderen), inzake het invoeren van de Amsterdamse seniorenmakelaar.

Samenwerking met de stadsdelen Het programma ouderenhuisvesting werkt intensief met stadsdelen. Dit geldt in het bijzonder voor:  Planvorming voor nieuwbouwlocaties en plannen/tenders voor transformatie van locaties  Advisering en meedenken in gebiedsplannen m.b.t. knelpunten in de bestaande woningvoorraad In diverse gebiedsplannen is ouderenhuisvesting als prioriteit opgenomen. In 2018 zal er een gezamenlijke bijeenkomst van alle stadsdelen en het stedelijk programma plaatsvinden om de gezamenlijke acties te bespreken die nodig zijn om ernstige lacunes in de opgave voor ouderenhuisvesting in stadsdelen te dichten.

Overleg met Ouderenorganisaties Ouderenorganisaties die zich bezighouden met het wonen in de stad worden actief betrokken bij het programma ouderenhuisvesting. Naast de contacten in de uitvoeringspraktijk, organiseert het programma een stedelijk overleg met ouderenorganisaties. Deelnemers aan dit overleg zijn Netwerk Ouderenadviesraden Amsterdam (NOAR), Platform Ouderen Amsterdam (POA), Nederlandse Bond voor Migrantenouderen, Kenniscentrum Woonsaem voor migranten, Platform Wooninitiatieven Amsterdam (PWIA) en Cliëntenbelang. Het stedelijk overleg ouderenorganisaties heeft in 2017 twee keer plaatsgevonden.

Er zijn diverse gesprekken en overleggen gevoerd over ouderenhuisvestingsthema’s met ouderen in de stadsdelen:  Met de werkgroep ouderenhuisvesting Amsterdam Centrum is een keer per drie maanden overleg.  Met de het burgerinitiatief levensloopbestendig wonen (nu: Stichting Age Friendly Wonen Amsterdam) is samengewerkt bij een presentatie over ouderenhuisvesting in het International Social Housing Festival (20 juni 2017).

Wooninitiatieven In de stad zijn er diverse ouderengroepen die gemeenschappelijke vormen van wonen willen realiseren. In 2016 waren er ongeveer 12 initiatiefgroepen. In 2017 is zijn er enkele actieve groepen bijgekomen. Initiatiefgroepen zoeken een pand, of een corporatie of een particuliere investeerder die wil ontwikkelen. Vanuit het programma ouderenhuisvesting zijn dit jaar twee initiatiefgroepen gefaciliteerd door ze in gesprek te brengen met corporaties. Er zijn diverse wooninitiatieven die

26 met een corporatie in gesprek zijn over een locatie. Het gaat o.a. om Stichting OdenseThuis, Stichting Welzijn Doven Amsterdam (werkgroep dove ouderen), de coöperatieve vereniging Noorderzon en Stichting Ramses Shaffy Huis. In Nieuw West lopen gesprekken om een kleinschalige zorglocatie te bestemmen voor een wooninitiatief van een aantal migrantenouderen.

Ouderenhuisvesting zonder eenzaamheid Het programma ouderenhuisvesting heeft de samenwerking gezocht met de gemeentelijke Aanpak Eenzaamheid om te onderzoeken in welke mate woonvormen van ouderen een rol kunnen spelen in het bestrijden van eenzaamheid. Hiermee geeft het programma tevens uitvoering aan motie (nr. 919) Poorter (PvdA) en de motie (nr. 975) van de leden Boomsma (CDA) en Poorter (PvdA), die vraagt om meer aandacht voor woonzorgcombinaties Tijdens een thema-avond op 7 november 2017 in Pakhuis de Zwijger is de brochure Ouderen wonen in de stad gepresenteerd en een eerste stap gezet om het thema ouderenhuisvesting zonder eenzaamheid te bespreken. Hij markeerde de start van een lerend netwerk. In dit netwerk wisselen beleidsmedewerkers, wetenschappers en ouderen uit welke mogelijkheden er zijn om via woonvormen voor ouderen eenzaamheid te bestrijden. Het voornemen is de opbrengst van het lerend netwerk te gebruiken in het opstellen en uitvoeren van het programma ouderenhuisvesting in 2018.

Age Friendly City Het programma ouderenhuisvesting maakt deel uit van Age Friendly City Amsterdam. De brochure Ouderen wonen in de stad is afgestemd met de kernteamleden van Ruimte en Duurzaamheid in Age Friendly City, zodat deze goed aansluit bij de realisatie van levensloopbestendige routes. Het programma ouderenhuisvesting heeft een bijdrage geleverd aan het levensloopbestendig maken van routes op de Jan Evertsenstraat en de rand Bijlmerpark.

De uitvoering van het programma ouderenhuisvesting is opgenomen in de bestuursopdracht voor Age Friendly City. Deze is in 2017 vastgesteld. Tevens is het programma ouderenhuisvesting opgenomen in het Activiteitenplan van Age Friendly City. Dit is ook in 2017 vastgesteld.

27 7.Financiën

Programma Ouderenhuisvesting RvE Wonen Budget 2017 Besteed 2017 Programmamanagement € 200.000 € 190.491 Stimuleringsbijdrage € 100.000 € 27.000 Communicatie € 15.000 € 2.522 Onderzoek en advies € 10.000 € 11.943 Brochure advisering OHV € 10.000 € 9.881 Werkbudget € 15.000 € 234 Overige kosten/ophoging stimuleringsbijdrage € 50.000 € 520 Totaal € 400.000 € 242.591

Er is in 2017 (stand 8/12/2017) € 242.591 besteed aan programmakosten en aan projecten en activiteiten. Met de bestedingen aan diverse projecten uit het programma zijn knelpunten opgelost in het realiseren van de programmadoelstellingen. Een bedrag van € 157.409 is niet tot besteding gekomen. Dit heeft te maken met het uitblijven van aanvragen van nieuwe projecten van eigenaren van zorgvastgoed ten laste van het beschikbare budget voor stimuleringsbijdragen. Verwacht wordt dat het aantal aanvragen in 2018 zal stijgen.

De financiële verantwoording van het budget programma ouderenhuisvesting, als onderdeel van het Actieplan Woningbouw 2014-2018, wordt betrokken bij de jaarrekening 2017. Voor 2017 was een budget beschikbaar van € 400.000,-

Stimuleringsbijdrage Programma ouderenhuisvesting De ontwikkelingen rond de verpleeg- en verzorgingshuizen behoren tot één van de hoofdlijnen van het Programma Ouderenhuisvesting 2015-2018. Aandachtspunt hierbij is het behoud van het voorzieningenniveau en de aansluiting daarvan op de wensen van de bewoners (ontmoeten, eten, dagbesteding). Deze voorzieningen zijn belangrijk voor het welzijn en het tegengaan van vereenzaming van ouderen die in de aanleunwoningen of in de buurt wonen.

Evean heeft een aanvraag ingediend voor een stimuleringsbijdrage van € 27.000 voor het behoud en verbetering van de voorzieningen in het Korthagenhuis. Deze aanvraag beantwoordt aan de doelstellingen van het Programma Ouderenhuisvesting 2015-2018 en de notitie Stedelijke inzet zorghuisvesting. Het is tevens een goed voorbeeld van de invulling van motie 911 van 14 juli 2016 van raadslid Poorter.

Met de toekenning van een subsidie uit het stimuleringsbudget 2017 van het Programma Ouderenhuisvesting wordt vooruitgelopen op het inrichten van een subsidieregeling volgens de eisen van de Algemene Subsidieverordening Amsterdam2013 en het Amsterdamse subsidiebeheersysteem, op basis waarvan toekomstige aanvragen kunnen worden ingediend. De definitieve inrichting van de subsidieregeling vindt plaats in 2018. Hierin worden de criteria ter toetsing en een financieel plafond voor aanvragen geformuleerd.

28 8.Conclusies en opgaven nieuwe bestuursperiode

Sinds de start van het programma ouderenhuisvesting zijn er vorderingen gemaakt om te voorzien in de woonvraag van ouderen. Door de jaarlijkse rapportages over de voortgang van het programma is de opgave scherper in beeld gekomen en zijn we in staat de opgaven en prioriteiten voor de komende bestuursperiode te bepalen.

De doelstelling van het op 28 april 2015 door B&W vastgestelde programma ouderenhuisvesting 2015-2018 is als ondertitel opgenomen in het programmaplan: Zelfstandig wonen van ouderen in Amsterdam. De aan de gemeenteraad gezonden voortgangsrapportages over de jaren 2015, 2016 en de huidige voortgangsrapportage over 2017 maken duidelijk dat er veel bereikt is in het verschaffen van goede huisvesting aan ouderen. Amsterdam is de afgelopen jaren ‘grijzer’ geworden en zal in de komende 20 jaar verder vergrijzen. Dat betekent dat de doelen van het programma niet volledig binnen de huidige bestuursperiode bereikt kunnen worden. Er blijft een resterende opgave in de komende periode om de effecten van het demografisch proces van vergrijzing goed op te kunnen vangen. Er zijn verschillende acties ondernomen om de woningvoorraad geschikter te maken voor oudere Amsterdammers. Deze inspanning zal moeten worden voortgezet om ouderen daadwerkelijk goed in de stad te kunnen laten wonen. Daarom worden hieronder voorstellen gedaan voor prioriteiten waarop in de komende bestuursperiode ingezet zou kunnen worden.

De basis op orde: onderzoek, verdeling en toewijzing De basis van het programma is inzicht in ontwikkelingen in de woonsituatie van ouderen. Het belang van goed onderzoek is in 2017 duidelijk geworden door de recente prognose naar de behoefte aan wonen met zorg, die in opdracht van het programma is uitgevoerd. Er zullen in Amsterdam tot 2030 ruim 5.700 (geclusterde) woningen met zorg nodig zijn. Aanvullend onderzoek is nodig om vast te stellen hoe die behoefte zich verdeelt over de gebieden van onze stad. De aansluiting tussen aanbod en vraag moet worden gemonitord. Een goede monitor voor ouderenhuisvesting besteedt ook aandacht aan de feitelijke bewoning, verhuisgeneigdheid, zoekgedrag op WoningNet, aanpasbaar bouwen, verdeling en toewijzing (o.a. seniorenlabel en toekomstige labels m.b.t. wonen en zorg), wooncoaching en de transformatie van zorghuisvesting in de stad.

Mede door inzet van het programma ouderenhuisvesting zijn er verhuisregelingen gekomen waardoor ouderen langer zelfstandig in de stad kunnen wonen. In 2017 is er geïnvesteerd in het beter laten werken van deze regelingen. In de Woonagenda is de discussie gestart over labels die kunnen bijdragen aan een passende verdeling en toewijzing van geschikte en betaalbare woningen. De woonpositie van ouderen is hierbij een belangrijk ijkpunt.

Prioriteiten:  Aanvullend behoefteonderzoek naar de woonsituatie van ouderen; in het bijzonder wonen met zorg

29  Inrichten van een actuele monitor ouderenhuisvesting  Vergroten van het gebruik van de verhuisregelingen  Adequate en ook voor ouderen goed werkende labels in de verdeling en toewijzing

Ouderenhuisvesting in de bestaande stad In veel gebieden in de stad zijn knelpunten aan het licht gekomen in de woonsituatie van ouderen. Gerichte, concrete actie om deze knelpunten te kunnen oplossen, vraagt om een goede samenwerking tussen het programma ouderenhuisvesting en de gebiedsteams in de stadsdelen, met actieve participatie van ouderen en ouderenorganisaties.

Met name In de vooroorlogse panden in stadsdelen binnen de ring, waaronder plan Berlage, is de bereikbaarheid en toegankelijkheid van woningen een groeiend probleem. In de komende bestuursperiode is een impuls noodzakelijk om kansen voor het toegankelijk houden van de bestaande woningvoorraad voor een groeiend aantal ouderen beter te benutten. Een stimuleringsbijdrage voor knelpunten in de ouderenhuisvesting kan hieraan een financiële bijdrage leveren.

Prioriteiten:  Samenwerking programma ouderenhuisvesting en gebiedsteams in de stadsdelen  Impuls transformatie, aanpassing en ontsluiting/bereikbaarheid bestaande voorraad  Stimuleringsbijdrage ouderenhuisvesting handhaven.

Ouderenhuisvesting in de nieuwe stad Amsterdam Gemengde Stad is een uitgangspunt van het college van B&W. Dat vraagt ook om aandacht voor ouderenhuisvesting in de nieuwbouw. Het beleid voor aanpasbaar bouwen en de afspraken die hierover gemaakt worden met woningcorporaties werpen zijn vruchten af. Dit dient voortgezet te worden. Het is ook belangrijk dat er woningen worden gebouwd die speciaal bestemd zijn voor ouderen. In de nieuwbouw zijn er mogelijkheden om nieuwe woonzorgconcepten te ontwikkelen, die passen bij de ontwikkeling van de woonvraag van diverse groepen ouderen in de stad. Er zal onderzocht worden of sociale investeerders in de markt bereid zijn hieraan bij te dragen, in aansluiting op de motie (nr. 919) van Poorter (PvdA) om meer woonhofjes voor ouderen te realiseren.

Prioriteiten  Reguliere aanpasbaar gebouwde ouderenwoningen in de gebieden van Koers 2025 en de ontwikkelbuurten en minimaal 5% van sociale nieuwbouw voor ouderen.  Realisatie van innovatieve woonzorgconcepten

Vragen van ouderen Er is een duidelijk onderscheid tussen de vragen van actieve ouderen en kwetsbare ouderen. Er zijn veel actieve ouderen in Amsterdam die zelf wooninitiatieven nemen en op zoek zijn naar woonvormen die bij hen passen. In 2017 zijn diverse initiatiefnemers in gesprek geweest met woningcorporaties over mogelijke locaties. Door de grote druk op de woningmarkt lukt het niet altijd deze initiatieven te realiseren, terwijl ze wel een voorbeeldfunctie in de stad kunnen hebben.

30 Ouderen met een migrantenachtergrond zijn door hun sociaaleconomische positie vaak kwetsbaar. Aanvullende actie lijkt nodig om aan hun specifieke woonwensen te kunnen voldoen. De gemeenteraad heeft bij de behandeling van de begroting 2018 motie (nr. 1259) van de leden Poorter (PvdA), Bouchibti (VVD), Roosma (GroenLinks), Hammelburg D66), Duijndam (SP) en Van Soest (Partij van de Ouderen) aangenomen inzake ouderenwoningen voor eerste generatie migranten. Die heeft op een deel van deze woonwensen betrekking.

In de looptijd van het programma is duidelijk geworden dat veel ouderen niet bewust nadenken over de gevolgen van het ouder worden voor hun wooncarrière in de stad. Er moet meer geïnvesteerd moeten worden in een samenhangend aanbod van informatievoorziening, begeleiding en coaching van ouderen in het zelfstandig wonen. In 2017 is wooncoaching uitgebreid naar alle stadsdelen. Er zijn pilots gestart om ouderen beter te bereiken. Ook is een ‘lerend netwerk’ van wetenschappers, beleidsmakers en ouderen zelf gestart om de mogelijkheden van nieuwe woonvormen in de stad te onderzoeken die een rol kunnen spelen in het verminderen van eenzaamheid. Deze inzet zal in de periode 2018-2022 voortgezet moeten worden.

Prioriteiten:  Versterken van een samenhangend aanbod voor informatie, begeleiding en coaching van ouderen, zodat zij beter in staat zijn keuzes te maken om passend en naar wens te kunnen blijven wonen in de stad  Ondersteuning van wooninitiatieven van ouderen  Onderzoeken en bevorderen van specifieke woonvormen voor kwetsbare ouderen

Wonen met zorg In 2017 zijn er goede afspraken gemaakt over een betere samenwerking tussen de gemeente, zorgaanbieders en woningcorporaties (als eigenaren van zorgvastgoed) over de stedelijke inzet zorghuisvesting. De partners in de Amsterdamse zorghuisvesting kunnen hierdoor beter de totale stedelijke vraag aan wonen met zorg afstemmen op de invulling op individuele zorghuisvestingslocaties, binnen de kaders voor marktwerking en mededinging die van kracht zijn. Dat geeft richting aan de noodzakelijke vernieuwing en transformatie van de verzorgings- en verpleeghuizen in de stad, naar moderne vormen van wonen met zorg. De door de gemeenteraad aangenomen moties over de realisatie van woonzorgcombinaties en het realiseren van maatschappelijke voorzieningen in de plint van zorghuisvesting zijn leidend. Het programma ouderenhuisvesting zorg voor de regie en coördinatie vanuit de gemeente.

Prioriteiten  Bijhouden en actualiseren van ontwikkelingen zorghuisvesting in Zicht op zorghuisvesting  Uitwerken en uitvoeren gezamenlijke regie en coördinatie in de transformatie van zorghuisvesting  Behouden en vernieuwen Amsterdamse verzorg- en verpleeghuizen naar moderne vormen van wonen met zorg: flexibele woonzorgcombinaties en zorghuisvesting met maatschappelijke voorzieningen in de plint.

31 Colofon De Voortgangsrapportage Programma Ouderenhuisvesting 2017 is opgesteld door het programmateam. Het programmateam heeft vier leden:

Age Niels Holstein; programmamanager (RvE PMB) Batoul Alaz; assistent programmamanager (RvE PMB) Marian Koers; beleidsadviseur wonen (RvE Wonen) Iris Westerterp; beleidsadviseur wonen (RvE Wonen)

32