MC-80 book Page 1 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

r

MC-80/mc-80ex micro composer

Bedankt voor en gefeliciteerd met uw keuze van de Roland MC-80 Micro Composer. We raden u aan om deze handleiding helemaal door te lezen. Op die manier ziet u geen enkele mogelijkheid van uw nieuwe aanwinst over het hoofd en kunt u er jarenlang plezier aan beleven. Vergeet vooral niet de voorzorgs- maatregelen (onder meer omtrent het gebruik van de disk drive) op blz. 2 te lezen. Ongeduldige mensen die een instrument recht uit de doos willen gebruiken (dat geldt waarschijnlijk voor de mees- ten onder ons) lezen best meteen “Aan de slag”. In dit hoofdstuk passeren de voornaamste functies van de MC-80 de revue, zonder dat daarbij op details wordt ingegaan. Die details vindt u wél in de overige hoofdstukken, waarin werkelijk iedere functie aan bod komt en u verder nog aanvullende informatie zoals MIDI-implementatie e.d. vindt. Opmerking: Als we het in deze handleiding over de bedieningstoetsen van de MC-80 hebben gebruiken we het woord “knoppen”. Op die manier vermijden we verwarring met de “toetsen” van het klavier dat u op de MC-80 aansluit. Opmerking: Een MC-80EX is in feite een MC-80 waarin een (ook los verkrijgbaar) VE-GS Pro Voice Expansion Board is geïnstal- leerd. In deze handleiding wordt met “MC-80” naar beide modellen verwezen. Als we het expliciet over de “MC-80EX” hebben gaat het om functies die enkel voor dat model beschikbaar zijn.

MC-80 book Page 2 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

MC-80 Handleiding

Voorzorgsmaatregelen

Voeding Behandeling van (Zip) diskettes • Schakel de MC-80 en de overige instrumenten altijd uit • Gebruik de drive nooit op vochtige plaatsen omdat een ho- voordat u ze op elkaar aansluit. ge vochtigheidsgraad de werking van de drive in de war kan • Sluit het netsnoer van de MC-80 nooit aan op een stopcon- brengen. Soms leidt dit zelf tot een beschadiging van de dis- tact waar andere apparaten, die brom of ruis veroorzaken kette. (b.v. dimmers, motoren enz.) of veel vermogen trekken, op • Wacht, wanneer u de MC-80 van een koude plaats (bv. een zijn aangesloten. auto) naar een warme brengt, ongeveer één uur voordat u • Let, bij het aansluiten van het netsnoer op het lichtnet, op de drive gebruikt. het voltage. • Verwijder de diskette nooit uit de drive wanneer de indica- • Plaats geen zware voorwerpen op het netsnoer en zorg dat tor van de drive oplicht. er niemand over kan struikelen. Trek, bij het verbreken van • Haal de diskette uit de drive voordat de MC-80 in- of uit- de aansluiting op het lichtnet, altijd aan de stekker zelf en schakelt. nooit aan het netsnoer om de draden niet te beschadigen. • Diskettes zijn heel gevoelig voor vet en stof. Raak daarom • Als u de MC-80 lange tijd niet wenst te gebruiken, ver- nooit het magnetisch oppervlak aan en open nooit zelf het breekt u best de aansluiting op het lichtnet. metalen klepje. • Het zou kunnen gebeuren dat de MC-80 niet naar behoren • Diskettes kunnen na verloop van tijd onleesbaar worden. werkt wanneer u hem onmiddellijk na uitschakelen weer Sla uw belangrijke data daarom altijd op twee verschillende inschakelt. Wacht dus telkens een paar seconden voordat u diskettes op en bewaar één van de twee op een veilige hem weer inschakelt. plaats. • Stel uw floppies nooit bloot aan temperaturen beneden de Plaatsing 10° en boven de 50°C. Voor Zip-diskettes mag het iets fris- • Om problemen te vermijden, dient u de MC-80 te bescher- ser: -22~51°C. men tegen direct zonlicht, hitte, vochtigheid en stof. • Kleef altijd de bijgeleverde sticker op de daarvoor voorziene • Plaats de MC-80 niet te dicht in de buurt van een neon- plaats en noteer er de inhoud van de diskette op om uw da- licht, een fluorescerende lamp, een TV-toestel of ander, ge- ta zo snel mogelijk terug te kunnen vinden. lijkaardig materiaal dat enerzijds ruis door interferentie, en • Zet het wisbeveiligingsnokje van diskettes best in de stand anderzijds allerlei fouten kan veroorzaken. “veilig” (schrijven niet mogelijk), zo voorkomt u dat u per • Stel de MC-80 niet bloot aan overmatige trillingen ter- ongeluk data wist. Kies de stand “beschrijfbaar” enkel wan- wijl de disk drive werkt. neer u data op de diskette wilt schrijven. Onderhoud • Gebruik, voor het reinigen van het instrument, enkel een zachte, droge of lichtjes bevochtigde doek. Om hardnekkig vuil te verwijderen, gebruikt u een neutraal reinigingsmid- Beveiligingsnokje del. Wrijf de MC-80 daarna droog met een zachte doek. "Schrijven" "Veilig" • Gebruik nooit oplosmiddelen zoals bv. verfverdunners want deze kunnen de behuizing beschadigen.

Andere voorzorgsmaatregelen ■ Paniek! • Behandel de MC-80 zachtjes. De Quick Play en Song Play pagina’s vormen het uit- • Laat geen voorwerpen (muntstukken, metalen draad enz.) gangspunt van alles wat u met de MC-80 kunt doen. of vloeistoffen (water, alcohol, sap enz.) in het inwendige Raakt u op een bepaald moment het noorden kwijt, terechtkomen. dan kunt u best terugkeren naar één van deze pagi- • Neem contact op met de dichtstbijzijnde Roland herstel- na’s en het even opnieuw proberen. Terugkeren kan dienst voordat u de MC-80 in het buitenland gebruikt. op twee manieren: 1. Druk herhaaldelijk op [EXIT], tot u in één van de • Als de MC-80 niet naar behoren werkt, schakel hem dan voornoemde pagina’s terechtkomt. U stapt dan in onmiddellijk uit en neem contact op met uw dealer of de achterwaartse volgorde door alle schermen die u Roland hersteldienst. hebt doorlopen om bij het “probleemscherm” terecht te komen. 2. Druk op [QUICK PLAY] of [SONG PLAY].

2

MC-80 book Page 3 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

Voornaamste kenmerken

Voornaamste kenmerken

Talloze nuttige voorzieningen ☛ Solo/Minus One ☛ Quick Play Met deze functies kunt u respectievelijk een partij los van de overige partijen beluisteren of de weergave De MC-80 kan songs rechtstreeks van diskette weer- van één partij uitschakelen en daar zelf iets voor in de geven. U hoeft ze dus niet eerst in het interne geheu- plaats spelen. gen te laden. ☛ Realtime transpose ☛ File Sort functie Hiermee kunt u een song zelfs tijdens de weergave U kunt in uw MC-80 een harde schijf of Zip drive naar een andere toonaard transponeren. (beide optioneel) inbouwen. Aangezien deze media enorme aantallen bestanden kunnen bevatten heb- ☛ Repeat Play ben we voorzien in een functie waarmee u bestanden Uiteraard kunt u een stukje in een lus weergeven, en songs volgens bepaalde criteria kunt rangschik- maar minder voor de hand liggend is dat u met een ken. voetschakelaar naar de eerste maat na de lus kunt ☛ Tap Tempo springen. Net zo eenvoudig kunt u van gelijk waar in de song terug naar de lus springen. Om het juiste tempo in te stellen volstaat het dat u in de maat op een knop tikt. ☛ Twee onafhankelijke MIDI-uitgangen Geschikt voor live-gebruik Dit betekent dat u 32 MIDI-kanalen apart kunt aan- ☛ Phrase Sequence sturen. Deze functie koppelt stukjes muziek aan toetsen op ☛ Compatibel met verschillende song-types uw klavier, zodat u loops, breaks enz. vlot en intuïtief De MC-80 kan overweg met songs uit een Roland kunt laten voorbijkomen. Want in de hitte van de XP-80/60/50 alsook uit een MC-50/300/500. Boven- strijd wilt u uiteraard niet door display-pagina’s lig- dien is het mogelijk om songs zowel te lezen als op te gen struinen! slaan in het SMF formaat 0 en 1. ☛ Arpeggiator ☛ Synchroniseren met Roland VS-hard disk recor- Hiermee maakt u van de akkoorden die u op het kla- ders vier speelt strakke arpeggio’s. Via MIDI kunt u uw MC-80 synchroniseren met de populaire VS-recorders van Roland. Op die manier Gebruiksvriendelijke opname-/ kan de VS instaan voor de “akoestische” partijen (zang enz.), terwijl de MC-80 de MIDI-partijen voor editfuncties zijn rekening neemt. ☛ Hoge resolutie (480:1) De MC-80 verdeelt iedere tel die hij opneemt in 480 stukjes. Dat betekent dat hij precies onthoudt waar u Flexibele weergavefuncties de noten hebt gespeeld en dat hij alle nuances kan ☛ Ononderbroken weergeven weergeven. De Chain Play-functie werkt ongeveer zoals de pro- ☛ Opnemen in een lus grammeerfunctie op uw CD-speler: u kiest de U kunt spoor na spoor opnemen zonder telkens de gewenste volgorde van de nummers en de MC-80 opname te moeten stoppen. Op die manier kunt u geeft ze zonder onderbreken weer. een ritmesectie opbouwen terwijl u “in de groove” ☛ Mark Jump blijft. Deze functie laat u bepaalde posities in een song ☛ Quantize markeren (“Mark”), zodat u er met één knopdruk Met Grid, Shuffle en Group Quantize beschikt u over naartoe kunt springen (“Jump”). Dat werkt uiterma- een palet krachtige werktuigen om de timing van uw te handig als u een bepaald fragment steeds opnieuw opnames “recht te trekken”. wilt weergeven of opnemen. ☛ Undo/Redo Hiermee maakt u de laatste wijziging die u hebt aan- gebracht ongedaan. Met Redo kunt u die wijziging

3

MC-80 book Page 4 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

MC-80 Handleiding

weer herstellen – voor/na vergelijkingen worden dus kinderspel.

Uitbreidingsmogelijkheden ☛ Voice Expansion Board voegt interne klanken toe Door een (los verkrijgbaar) VE-GS Pro Voice Expan- sion Board te installeren voorziet u de MC-80 van een interne klankbron die rechtstreeks is afgeleid van de SC-88 Pro (64 stemmen, 32 Parts). ☛ Mogelijkheid om harde schijf of Zip drive in te bouwen De MC-80 is intern voorzien op de inbouw van een 2.5” harde schijf (HDP-88 serie) of een Zip drive (ZIP-EXT-2S). De media kunnen enorme hoeveel- heden data bevatten. Bovendien kunt u nog meer opslagcapaciteit in stelling brengen door een (los verkrijgbaar) SCSI Board te installeren. Dat laatste is ook interessant als u backups wilt maken van de interne harde schijf. Opmerking: De MC-80 kan met harde schijven van gelijk welke capaciteit overweg, maar kan nooit meer dan 2.1 GB van de beschikbare opslagruimte gebruiken.

4

MC-80 book Page 5 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

Inhoud ,

Inhoud

Voorzorgsmaatregelen ...... 2

Voornaamste kenmerken ...... 3

Inhoud ...... 5

1.Voorzieningen op de panelen ...... 11 1.1 Frontpaneel...... 11 1.2 Achterpaneel ...... 13

2.Aan de slag ...... 14 2.1 Aansluiten en bedienen ...... 14 GM en GS ...... 15 MC-80 inschakelen ...... 15 Opgelet bij het uitschakelen ...... 16 MIDI-kanalen selecteren ...... 16 Navigeren binnen de MC-80 ...... 17 Contrast van het display aanpassen ...... 17 2.2 (Demo)songs beluisteren ...... 17 Song weergeven ...... 17 Tempo wijzigen ...... 19 Instrumenten uitschakelen ...... 19 2.3 Eerste opname ...... 20 Verschillende opnamemethodes ...... 20 Voorbereiding ...... 21 Drums opnemen (Realtime opname) ...... 21 Bas opnemen (stapsgewijze opname) ...... 23 Melodie opnemen ...... 25 Song opslaan ...... 25 Eenvoudige editfuncties ...... 26 2.4 MC-80 live gebruiken...... 28 Tempo intikken met de [TAP]-knop ...... 28 Tijdens het spelen de volgende song kiezen (Next Song) ...... 28 Transponeren tijdens de weergave ...... 29 Songs “uitfaden” ...... 29 Moeilijke riffs, licks enz. met één toets aansturen ...... 30 Naar een gemarkeerde maat springen (Mark Jump) ...... 31 Markeringen plaatsen ...... 31

3.Overzicht van de MC-80 ...... 32 3.1 Wat kan de MC-80? ...... 32 3.2 Hoe werkt een sequencer? ...... 32 Wat is een sequencer? ...... 32 Wat is een spoor? ...... 33 Wat is een Song? ...... 33 Wat is een MIDI-kanaal? ...... 33 Intern geheugen versus diskettes ...... 34 3.3 Bediening via het frontpaneel ...... 34 Display-pagina’s kiezen ...... 34 Parameterwaarden wijzigen ...... 34

5

MC-80 book Page 6 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

MC-80 Handleiding

3.4 Andere nuttige functies ...... 35 Undo/Redo ...... 35 Help-functie ...... 35 File Sort-functie ...... 36 Panic-functie ...... 36

4.MIDI-connectors en MIDI-kanalen instellen ...... 37 4.1 MIDI IN-connector selecteren ...... 37 4.2 MIDI OUT-connector/interne klankbron selecteren ...... 37 Enkel externe klankbronnen aansturen ...... 37 Externe en interne klankbronnen aansturen ...... 38 Enkel de interne klankgenerator aansturen ...... 38 4.3 Functie van MIDI THRU ...... 38 “Thru Select” ...... 38 “Soft Thru” ...... 39 4.4 MIDI-kanaal per spoor kiezen ...... 39

5.Weergavefuncties ...... 40 5.1 Basisinstellingen ...... 40 Metronoominstellingen ...... 40 Overzicht van de sporen ...... 40 5.2 Twee weergavemethodes ...... 41 Quick Play ...... 41 Song Play ...... 41 5.3 Songs of Patterns weergeven ...... 41 Voornaamste transportfuncties ...... 41 Songs weergeven ...... 42 Patterns weergeven ...... 43 Weergavetempo wijzigen ...... 43 Tempowijzigingen opnemen ...... 43 Weergave na het begin van de song starten (MIDI Update) ...... 44 5.4 Transponeren tijdens de weergave (Realtime Transpose) ...... 44 Transponeren ...... 44 Kanaal “vrijwaren” van transpositie ...... 44 5.5 Song laten “uitfaden” ...... 45 5.6 Herhaalde weergave (Repeat) ...... 45 5.7 Volgende song “klaarzetten” (Next Song) ...... 46 5.8 Sporen in- en uitschakelen ...... 46 Sporen uitschakelen (Track Mute) ...... 46 Spoor geïsoleerd beluisteren (Solo) ...... 46 Eén spoor uitschakelen (Minus One) ...... 47 5.9 Naar een gemarkeerde positie springen (Mark Jump) ...... 47 Marker plaatsen en er naartoe springen ...... 47 Marker wissen ...... 47 Marker verplaatsen ...... 47 Markers automatisch op de juiste plaats zetten ...... 47 “Muzikaal” springen ...... 48 5.10 Ononderbroken weergave van songs (Chain Play) ...... 48 Volgorde vastleggen ...... 48 Chains weergeven ...... 48 Chains bewaren ...... 49 Chains laden ...... 49 Plaats opzoeken van songs in een Chain ...... 49 Volgorde van songs in een Chain wijzigen ...... 49

6

MC-80 book Page 7 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

Inhoud ,

5.11 Song Info ...... 49

6.Opnamefuncties ...... 50 6.1 Basisinstellingen ...... 50 Metronoominstellingen ...... 50 Overzicht van de sporen ...... 50 6.2 Opname voorbereiden ...... 50 Song Initialize ...... 50 Maatsoort kiezen ...... 50 Aftel voor de opname ...... 50 MIDI-kanaal voor opname specifiëren ...... 51 6.3 Opnemen terwijl u speelt (Realtime) ...... 51 Realtime-opnameparameters ...... 51 Realtime opnemen ...... 53 Auto Punch In ...... 53 Manual Punch In ...... 53 Tijdens de opname naar een ander spoor gaan ...... 54 Even uit opname gaan om te oefenen (Rehearsal-functie) ...... 54 Data wissen tijdens het opnemen ...... 54 Tempowijzigingen opnemen ...... 55 Opname wissen (Undo/Redo) ...... 55 6.4 Stap voor stap opnemen ...... 55 Noten en rusten stapsgewijs invoeren ...... 55 Patterns gebruiken in een song ...... 56 Invoer annuleren (Undo/Redo) ...... 57 6.5 Songs bewaren op diskette ...... 57 Song bewaren ...... 57 Folder aanmaken ...... 58

7.Werken met Patterns ...... 59 7.1 Wat is een Pattern? ...... 59 7.2 Verschil tussen een Pattern-spoor en een Song-spoor ...... 59 7.3 Waarvoor zijn Patterns nuttig? ...... 59 Patterns in een song gebruiken ...... 59 Patterns in een Phrase Sequence gebruiken ...... 60 7.4 Patterns weergeven ...... 60 7.5 Patterns kiezen uit een lijst ...... 60

8.Frases met één toets aansturen (Phrase Sequence) ...... 61 8.1 Wat is Phrase Sequence? ...... 61 8.2 Voorbereidingen voor Phrase Sequence ...... 61 8.3 Phrase Sequences gebruiken ...... 62 8.4 Phrase Sequence-partijen opnemen ...... 62

9.Arpeggiator ...... 64 9.1 Wat is een arpeggiator? ...... 64 9.2 Eerste kennismaking ...... 64 9.3 Tempo van de arpeggio wijzigen ...... 64 9.4 Arpeggio-parameters ...... 64 9.5 Andere mogelijkheden ...... 67 Arpeggio’s laten doorklinken ...... 67 Arpeggio’s opnemen ...... 67

7

MC-80 book Page 8 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

MC-80 Handleiding

10.Songs en Patterns editen ...... 68 10.1 Song laden ...... 68 10.2 Instellingen per song ...... 68 Naam van de song ...... 68 Auteursgegevens toevoegen ...... 68 Naam van een Pattern ...... 69 10.3 Gedetailleerde wijzigingen aanbrengen (MICRO EDIT) ...... 69 Nootnummers als klaviertoetsen afbeelden ...... 69 Individuele nootcommando’s beluisteren ...... 70 Welke data ziet u in de MICROSCOPE-pagina? ...... 70 Enkel bepaalde types data afbeelden ...... 71 Data wijzigen ...... 71 Maatwijzigingen invoeren ...... 72 Tempowijzigingen invoeren ...... 73 Nieuwe data aanmaken (Create) ...... 73 Events wissen (Erase) ...... 74 Events verplaatsen (Move) ...... 74 Events kopiëren (Copy) ...... 74 10.4 Hele maten en sporen bewerken (Track Edit) ...... 75 Maten wissen (Erase) ...... 75 Maten verwijderen (Delete) ...... 76 Pauzes aan het begin van de song verwijderen (Truncate) ...... 76 Maten kopiëren (Copy) ...... 77 Maten invoegen (Insert) ...... 77 Maten transponeren (Transpose) ...... 78 Aanslagwaarden wijzigen (Change Velocity) ...... 78 Data naar een ander MIDI-kanaal sturen (Change Channel) ...... 79 Duur van de noten wijzigen (Gate Time) ...... 80 Twee sporen of Patterns samenvoegen (Merge) ...... 80 Data uit één spoor of Pattern over verschillende sporen of Patterns verdelen (Extract) ...... 80 Data verschuiven (Shift Clock) ...... 81 Overbodige data wissen (Data Thin) ...... 82 Sporen of Patterns uitwisselen (Exchange) ...... 82 Duur van de hele song aanpassen (Time Fit) ...... 82 Data converteren (Modify Value) ...... 83 10.5 Timing corrigeren (Quantize) ...... 83 Wat is Quantize? ...... 83 Grid Quantize ...... 84 Shuffle Quantize ...... 84 Groove Quantize ...... 85 SMF als User-sjabloon gebruiken ...... 87 SMF laden als groove-sjabloon ...... 88 User sjablonen in sets op diskette bewaren ...... 88 User Groove Template-bestand laden ...... 88

11.Huishouding ...... 89 11.1 Welke media kunt u in de MC-80 gebruiken? ...... 89 Diskettes ...... 89 Zip-schijven ...... 89 Harde schijven ...... 89 11.2 Bestanden opslaan (Save) ...... 89 Welke data kunt u opslaan? ...... 89 Song (.SVQ)/Standard MIDI File (.MID) ...... 90 Chain-bestanden (.SVC) ...... 90 User Groove Template-bestanden (.SVT) ...... 91 Configuration-bestanden (.SVF) ...... 91

8

MC-80 book Page 9 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

Inhoud ,

11.3 Bestanden laden (Load) ...... 92 Song (.SVQ)/Standard MIDI File (.MID) ...... 92 Chains (.SVC) ...... 92 User Groove Templates (.SVT) ...... 92 Configurations (.SVF) ...... 93 11.4 Songs van andere Roland-instrumenten laden ...... 93 Rechtstreeks laden ...... 93 Via SMF-omweg ...... 93 Fragment van een bestaande song laden ...... 93 11.5 Songs van de MC-80 op andere instrumenten gebruiken ...... 94 11.6 Functies die verband houden met bestanden en folders ...... 94 Bestanden en folders kopiëren (Copy) ...... 94 Bestanden en folders wissen (Delete) ...... 94 Bestanden en folders verplaatsen (Move) ...... 95 Nieuwe naam geven aan bestanden en folders (Rename) ...... 95 Nieuwe folder aanmaken (Folder) ...... 95 11.7 Functies die verband houden met opslagmedia ...... 96 Inhoud van een schijf bekijken (Disk Info) ...... 96 Andere naam geven aan een schijf (Volume Label) ...... 96 Schijf kopiëren (Disk Copy) ...... 97 Diskette formateren (Format) ...... 97 Schrijfbeveiliging in- en uitschakelen ...... 98 11.8 Interne of externe schijven toevoegen ...... 98 Extra schijf inbouwen ...... 98 Externe schijven ...... 99

12.Globale instellingen voor de MC-80 ...... 101 12.1 Opgelet bij het uitschakelen ...... 101 12.2 Contrast van het display aanpassen ...... 101 12.3 Wat is een Configuration-bestand? ...... 101 12.4 Voetschakelaars gebruiken ...... 102 Basisinstellingen ...... 102 12.5 MIDI-data filteren ...... 103 12.6 Metronoominstellingen ...... 103 Voorrang geven aan MIDI-kanaal 10 ...... 104

13.Werken met de interne klankgenerator (VE-GS Pro) ...... 105 13.1 VE-GS Pro installeren ...... 105 13.2 Demosongs van de VE-GS Pro beluisteren ...... 106 13.3 Structuur van de VE-GS Pro ...... 106 13.4 VE-GS Pro initialiseren ...... 106 13.5 Globale instellingen zenden ...... 107 Toonhoogte ...... 107 Transpositie ...... 107 13.6 Instellingen per Part ...... 107 Programmakeuze ...... 107 Volume ...... 107 Stereopositie ...... 107 Diepte van de Reverb ...... 108 Diepte van de ...... 108 Diepte van de ...... 108 Transpositie ...... 108 Parts uitschakelen ...... 108

9

MC-80 book Page 10 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

MC-80 Handleiding

13.7 Tones editen ...... 108 Afsnijfrequentie (TVF CutOff) ...... 108 Resonantie (TVF Reso) ...... 108 Attack Time (TVF&TVA Attack) ...... 108 Decay Time (TVF&TVA Decay) ...... 108 Release Time (TVF&TVA Release) ...... 109 Vibrato Rate (Vib Rate) ...... 109 Vibrato Depth (Vib Depth) ...... 109 Vibrato Delay (Vib Delay) ...... 109 13.8 Effecten gebruiken ...... 109 Effecten in- en uitschakelen ...... 109 Effecttype kiezen ...... 109 13.9 Instellingen van de VE-GS Pro bewaren ...... 110 13.10 VE-GS Pro als externe klankgenerator gebruiken ...... 111 Klankmodule met 32 Parts ...... 111 Klankmodule met 16 Parts ...... 111

14.MC-80 combineren met externe instrumenten ...... 112 14.1 Combinatie met MIDI-klavier en externe klankmodule ...... 112 MIDI-klavier zonder Local Control gebruiken ...... 112 Verbinden met twee externe klankmodules ...... 113 Verbinden met drie of meer klankmodules ...... 113 Instellingen van een externe module bewaren in de MC-80 ...... 113 14.2 Synchroniseren met een andere sequencer ...... 114 Externe sequencer volgt het tempo van de MC-80 ...... 114 MC-80 volgt het tempo van de externe sequencer ...... 114 14.3 MC-80 synchroniseren met recorders uit de Roland VS-serie ...... 114 Synchroniseren met songs die geen tempowijzigingen bevatten ...... 114 Synchroniseren met songs die temposprongen bevatten ...... 116 Synchroniseren met songs die continue tempowijzigingen bevatten ...... 116 14.4 MIDI Clock, MTC, MMC…? ...... 116 MIDI Clock versus MTC ...... 117 MMC? ...... 117 Parameters op de “SYNC”-pagina ...... 118

15.Appendix ...... 119 15.1 Mogelijke problemen ...... 119 15.2 Foutmeldingen ...... 121 15.3 Wat is SCSI? ...... 124 Aansluitingen en kabels ...... 124 Terminator ...... 124 SCSI ID ...... 124 15.4 MIDI-implementatie...... 125 15.5 Specificaties...... 126

Index ...... 127

10

MC-80 book Page 11 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

Voorzieningen op de panelen 1. Voorzieningen op de panelen

1.1 Frontpaneel

2 4 5 7

1 3 6 8 9 31

11 10 12 32 17 33 13 14 16 18 15

20 27 28 19 21 22 23

34 24 25 26 29 30

35 36

1) EXPANSION OUTPUT LEVEL-regelaar 4) [TRACK]-knoppen [1]~[16] Hiermee regelt u het volume van de interne klankge- Hiermee kiest u welke sporen u wilt opnemen of wel- nerator (enkel wanneer u een VE-GS Pro Voice ke sporen u al dan niet wilt horen tijdens de weerga- Expansion Board hebt geïnstalleerd (zie blz. 105). ve. 2) [TEMPO/BEAT]-knop 5) [SOLO]-knop Hiermee schakelt u het spoor waarop tempowijzi- Druk hierop om een spoor apart te beluisteren (zie gingen worden opgenomen (het “tempo-spoor”) in blz. 46). en uit. Tijdens het editen schakelt u hiermee tussen 6) [MINUS ONE]-knop het Tempo-spoor en het Beat-spoor (in dit laatste Druk hierop om de Minus One partij uit te schakelen worden veranderingen van maatsoort opgeslagen). (zie blz. 47). Opmerking: Na het inschakelen van de MC-80 licht deze 7) [ARPEGGIATOR]-knop knop steeds op. Aan het begin van een song bevindt zich Hiermee schakelt u de Arpeggiator in en uit (zie namelijk per definitie informatie over het tempo en de maat- blz. 64). soort. 8) [PHRASE SEQUENCE]-knop 3) [PATTERN]-knop Hiermee schakelt u de Phrase Sequencer-functie in. Druk hierop als u Patterns wilt weergeven, opnemen Deze knop heeft ook een functie bij het editen van of editen. parameters (zie blz. 61).

11 MC-80 book Page 12 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

MC-80 Handleiding

9) Display 23)[END]-knop Hierin worden de namen van Songs en Patterns afge- Druk op deze knop om naar het einde van een Song beeld. Tijdens het editen krijgt u bovendien nuttige of Pattern te gaan (zie blz. 41). afbeeldingen en teksten te zien. 24)[STOP]-knop 10)[TOOLS]-knop Druk hierop om de opname of weergave te stoppen Onder deze knop zitten de hulpfuncties, MIDI- en (zie blz. 41). disk-verwante functies en algemene instellingen. 25)[PLAY]-knop 11)[F1]~[F6] knoppen Hiermee start u de weergave van een Song of Pattern Deze knoppen kunnen verschillende functies heb- (zie blz. 41). ben, naar gelang de inhoud van het display. De 26)[REC]-knop namen van de huidige functies worden steeds onder- Hiermee start u de opname van een Song of Pattern aan in het display afgebeeld. (zie blz. 41). 12)[EXIT (UNDO/REDO)]-knop 27)[REPEAT]-knop Door één keer op deze knop te drukken keert u terug Druk hierop om de Repeat-functie te activeren (zie naar het vorige scherm. Blijft u drukken, dan komt u blz. 45). uiteindelijk terecht in het sequencer-scherm. 28)[SHIFT]-knop In combinatie met [SHIFT] wordt dit een Undo/ Bepaalde knoppen hebben een tweede functie, die u Redo-knop, waarmee u opnames/wijzigingen kunt aanspreekt door ze tegelijk met [SHIFT] in te druk- annuleren of herstellen (zie blz. 35). ken. 13)[SEQUENCER]-knop 29)MARK JUMP [1]~[4] knoppen Druk hierop als u songs wilt weergeven, opnemen en Hiermee kunt u posities markeren of naar gemar- editen. keerde posities springen (zie blz. 47). 14)[CHAIN PLAY]-knop 30)[TAP]-knop Hiermee gaat u naar de Chain Play-functie, waarmee Tik in de maat van de song op deze knop om het u kunt bepalen in welke volgorde de songs worden tempo in te stellen (zie blz. 43). weergegeven. 31)[CURSOR]-knoppen 15)[BEAT]-indicator Hiermee beweegt u de cursor in het scherm (zie Deze indicator knippert in de maat van de song. blz. 34). 16)[TRANSPOSE]-knop 32)[INC/+][DEC/-]-knoppen Druk op deze knop als u de song in een andere toon- Hiermee kunt u songs kiezen en parameterwaarden aard wilt weergeven. wijzigen. Druk op [INC/+] om een hogere waarde te 17)[TEMPO]-knop kiezen en op [DEC/-] om een lagere waarde te kiezen Druk hierop als u het tempo van de song wilt wijzi- (zie blz. 34). gen (zie blz. 43). 33)Numeriek toetsenblok 18)[SELECT]-knop Ook hiermee kunt u songs kiezen en waarden wijzi- Druk hierop als u songs of Chain Play-bestanden wilt gen. Vergeet niet op [ENTER] te drukken nadat u de kiezen. gewenste waarde hebt ingetikt (zie blz. 34). 19)[VALUE]-regelaar 34)[ENTER]-knop Hiermee kunt u snel waarden van parameters e.d. Hiermee voert u dus de waarden in die u met het wijzigen. Wilt u iets preciezer inregelen, dan kiest u numerieke blok hebt gespecifieerd (zie blz. 34). best voor de [INC/+][DEC/-]-knoppen. 35)Disk drive 20)[TOP]-knop Steek hier diskettes in die muziekdata bevatten (zie Druk hierop om naar het begin van een Song of Pat- blz. 89). tern te gaan (zie blz. 41). 36)Uitsparing voor drives 21)[BWD]-knop Hierin kunt u een Zip drive (ZIP-EXT-2S, los ver- Druk hierop om naar de vorige maat in een Song of krijgbaar) of een harde schijf (HDP-88, los verkrijg- Pattern te gaan. Als u één keer drukt gaat u één maat baar) installeren (zie blz. 89). terug; door de knop ingedrukt te houden spoelt u doorlopend terug (zie blz. 41). 22)[FWD]-knop Druk hierop om naar de volgende maat in een Song of Pattern te gaan. Als u één keer drukt gaat u één maat vooruit; door de knop ingedrukt te houden spoelt u doorlopend vooruit (zie blz. 41).

12 MC-80 book Page 13 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

Voorzieningen op de panelen

1.2 Achterpaneel

6 11 2 7 9 10

1 CAUTION8 3 4 5

1) [POWER]-schakelaar Opmerking: Microsaver en Kensington zijn geregistreerde Hiermee schakelt u de MC-80 in en uit. handelsmerken van Kensington Microware Limited. © 1999 Kensington Microware Limited. Opmerking: Schakel de MC-80 nooit zo maar uit – volg Kensington Microware Limited steeds de procedure zoals beschreven op blz. 101. 2855 Campus Drive 2) AC IN San Mateo, CA 94403 U.S.A. Verbind de bijgeleverde stroomkabel met deze www.kensington.com ingang (zie blz. 15). 3) MIDI IN 1/IN 2 connectors Sluit hier de uitgangen van externe MIDI-keyboards en -klankmodules op aan (zie blz. 37). 4) MIDI THRU-connector Deze uitgang levert een ongewijzigde kopie van het signaal dat via MIDI IN wordt ontvangen. 5) MIDI OUT1/OUT 2 connectors Verbind deze connectors met de MIDI-ingangen van externe klankmodules, samplers, hard disk recor- ders, enz. (zie blz. 37). 6) SCSI-slot Hierin kunt u de (los verkrijgbare) SCSI-aansluiting (VS4S-1) installeren (zie blz. 99). 7) FOOT SW-connector Hier kunt u een voetschakelaar (bijvoorbeeld een DP-2, los verkrijgbaar) op aansluiten (zie blz. 102). 8) CLICK LEVEL-regelaar Hiermee regelt u het volume van de metronoomklik. 9) OUTPUT (R/L (MONO))-connectors Als u een VE-GS Pro Voice Expansion Board hebt geïnstalleerd kunt u het geluid daarvan via deze con- nectors naar een mengtafel e.d. sturen (zie blz. 105). 10)PHONES-uitgang Hierop kunt u een hoofdtelefoon aansluiten, waar- mee u de metronoom van de MC-80 of het geluid van het VE-GS Pro Voice Expansion Board kunt beluisteren. Opmerking: Als u een hoofdtelefoon aansluit wordt het sig- naal van de OUTPUT (R/L (MONO))-connectors niet onderbroken. 11)Bevestiging voor veiligheidsslot Hierop kunt u een in de handel verkrijgbaar veilig- heidsslot (bv. Kensington) bevestigen. Deze aanslui- ting is compatibel met het Kensington Micro Saver systeem.

13 MC-80 book Page 14 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

MC-80 Handleiding 2. Aan de slag

In dit hoofdstuk nemen we u in sneltreinvaart mee langs de voornaamste functies van de MC-80, zodat u binnen de kortste keren een stukje muziek kunt opnemen en weergeven. We raden u echter aan achteraf ook tijd te maken voor de overige hoofdstukken, dan ontdekt u waarschijnlijk heel wat creatieve mogelijkheden die u op het eerste zicht niet had vermoed. Maar laten we eerst eens kijken hoe u één en ander moet…

2.1 Aansluiten en bedienen dule. De MIDI-data leggen dus de volgende weg af: klavier → sequencer (MC-80) → klankmodule. We gaan hier uit van een relatief simpele opstelling. Voor complexere scenario’s met veel MIDI-instru- Audiokabels menten verwijzen we naar blz. 112. U wilt uiteraard ook iets horen, daarom moet u de klankmodule middels audiokabels verbinden met Opmerking: Een standaardregel bij electronische apparatuur is dat u best alle volumes in de minimumstand zet en alle een versterker+luidspreker(s). instrumenten uitschakelt voor u aansluitingen maakt, veran- dert, enz. We raden u aan deze regel ook in het geval van de ■ Voorbeeld 2: U gebruikt een MIDI-klavier MC-80 toe te passen. (zonder interne klankgenerator) en de VE-GS Pro kaart ■ Voorbeeld 1: U gebruikt een MIDI-klavier (zonder interne klankgenerator) en een externe klankmodule MIDI-klavier (zonder klankgenerator)

MIDI-klavier (zonder klankgenerator)

MIDI OUT

MIDI OUT

Klank- AC IN MIDI IN1 OUTPUT module MIDI IN

AC IN MIDI IN 1 MIDI OUT 1

Actieve luidsprekers, hoofdtelefoon, enz. MC-80 naar stopcontact MC-80

Actieve luidsprekers, naar stopcontact hoodtelefoon, enz. MIDI-verbindingen De klankgenerator uit het vorige voorbeeld zit dit keer in de MC-80, dus hoeft u enkel het klavier met MIDI-verbindingen de MC-80 te verbinden. MIDI hebt u zeker nodig. Tenslotte wordt via deze VE-GS Pro installeren verbinding alles wat u op uw klavier speelt naar de Op blz. 105 laten we zien hoe u de VE-GS Pro moet MC-80 gestuurd. Bij de weergave stuurt de MC-80 installeren. Deze instructies vindt u overigens ook in de opgenomen data naar een klankbron; in het de handleiding die bij de VE-GS Pro wordt geleverd. bovenstaande scenario is dat een externe klankmo-

14 MC-80 book Page 15 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

Aan de slag

Opmerking: Een MC-80EX heeft reeds een VE-GS Pro aan GM en GS boord, daarbij hoeft u dus niets te installeren. ■ Wat is General MIDI System? Audiokabels General MIDI System (kortweg GM) is een aanvul- In dit geval moet u de OUTPUT L(MONO)/R-con- lende norm voor de MIDI-standaard, die door de nectors op het achterpaneel van de MC-80 verbin- Japanese MIDI Standards Committee en de Ameri- den met de versterker, luidsprekers, enz. kaanse MMA (MIDI Manufacturers’ Association) officieel wordt ondersteund. ■ Voorbeeld 3: U gebruikt een MIDI-klavier met Maar MIDI is toch al een algemene norm, denkt u interne klankgenerator nu? Het antwoord hierop is “ja en nee”. Natuurlijk worden de opgenomen MIDI-data door gelijk welke MIDI-klavier (met klankgenerator) klankbron aanvaard en uitgevoerd. Er is echter één belangrijk probleem. Vroeger hield iedere fabrikant Klaviergedeelte van muziekinstrumenten er een eigen geheugenin- Klankgedeelte deling op na, met als gevolg dat klankgeheugen 3 van

MIDI OUT MIDI IN het ene instrument een bas bevatte, terwijl dat bij een andere een trompet was. De specificaties van General MIDI zorgen echter dat u een sequence (een stuk dat u met een sequencer

AC IN MIDI IN1 MIDI OUT1 hebt opgenomen) op gelijk welk GM compatibel instrument kunt afspelen. Er zijn weliswaar nog ver- schillen tussen de geluiden onderling, maar er zijn geen (onaangename) verrassingen meer.

■ Wat is het Roland GS formaat?

MC-80 Het GS formaat gaat nog iets verder dan GM. Ook de functies voor het wijzigen van de parameters worden Actieve luidsprekers, namelijk gestandaardiseerd, net zoals de parameters naar stopcontact hoofdtelefoon, enz. voor het instellen van de effecten en de aard van de MIDI-commando’s die een GS-compatibel instru- ment moet kunnen uitvoeren. Ook hier kunnen we analogie met voorbeeld 1 nog In de regel kan een GS-compatibel instrument alle eens bovenhalen, zij het dat ditmaal de klankgenera- GM-commando’s aan. Vandaar dat op de behuizing tor in het klavier zit. Dat levert automatisch het vol- van een GS-instrument naast het GS logo ook het gende probleem op: het klavier en de klankgenerator GM logo pronkt (dat is bv. het geval op de MC-80). van het MIDI-keyboard zijn normaal intern met Bij de dingen die alleen in het GS formaat kunnen, elkaar verbonden, anders zou u niets horen als u horen parameters voor het editen van klanken en de speelde. Die verbinding kunt u bij de meeste instru- effecten (Chorus en Reverb) en ook een aantal gege- menten echter opheffen (we spreken dan van “Local vens i.v.m. de manier waarop een klankbron op Off” in tegenstelling tot “Local On”). Dat is in het MIDI-commando’s reageert. Elk instrument dat bovenstaande aansluitschema ook nodig, want voorzien is van het GS logo, kan natuurlijk ook anders krijgt de interne klankgenerator tweemaal sequences in het GS formaat weergeven (sequences dezelfde noten voor de kiezen: éénmaal vanuit het die speciaal voor GS-klankbronnen gemaakt zijn). klavier en éénmaal via de MC-80. De functie die ver- Instrumenten die van beide logo’s voorzien zijn antwoordelijk is voor het opheffen van de verbinding (zoals de MC-80) kunnen zowel GM als GS data zon- tussen klavier en klankgedeelte heet “Local Control” der problemen weergeven. of “Local Switch”. Zowel de precieze naam van de functie als de procedure om ze in te stellen verschil- len van fabrikant tot fabrikant, raadpleeg dus best MC-80 inschakelen even de handleiding van het instrument waarmee u werkt. Respecteer bij het inschakelen steeds de volgorde die we hieronder aangeven, anders riskeert u luidspre- Werkt u met een instrument dat niet over een “Local kers e.d. te beschadigen. Control”-parameter beschikt, zie dan blz. 112. 1) Controleer voor het inschakelen de volgende pun- ten:

15 MC-80 book Page 16 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

MC-80 Handleiding

• Zorg dat alle apparaten correct zijn aangesloten. 3) In het display verschijnt nu “The MC-80 may now • Zet de EXPANSION OUTPUT LEVEL-regelaar of be shut down safely”. U mag nu op de POWER- het volume van de aangesloten mixer in de mini- schakelaar drukken om de MC-80 uit te schakelen. mumstand. Opmerking: De Shut Down-procedure kunt u niet in gang • Zorg dat er geen diskette in de drive zit. zetten tijdens de opname of weergave. In voorkomend geval 2) Schakel eerst de externe klankgenerator in en ver- moet u eerst op [STOP] drukken. volgens de MC-80. Na enkele seconden komt u in de SONG PLAY-pagi- MIDI-kanalen selecteren na terecht. De data die de MC-80 verlaten doen dat via een Achterpaneel van de MC-80 bepaald MIDI-kanaal. Het nummer van dat kanaal bepaalt door welke aangesloten klankmodule de par-

Na enkele seconden tij wordt weergegeven. De meeste klankmodules kunnen tegenwoordig verschillende klanken op ver- schillende MIDI-kanalen weergeven. We spreken dan van multitimbrale instrumenten (ook de VE-GS Pro kaart behoort hiertoe). In de praktijk beschikt u dan over bv. 16 onafhankelijke klankbronnen in één 3) Schakel de versterker in. instrument. 4) Speel op het klavier of start een demosong (zie Laten we bij wijze van voorbeeld even aannemen dat blz. 17) en stel vervolgens een aangenaam luister- u een klankmodule gebruikt die op dit moment een volume in op de externe klankgenerator. pianoklank heeft klaarstaan op kanaal 1. Om die aan 5) Maakt u gebruik van de VE-GS Pro, kies dan met de te spreken moeten we de MC-80 op kanaal 1 laten EXPANSION OUTPUT LEVEL-regelaar het zenden: gewenste volume. Opmerking: De communicatie van het klavier naar de MC-80 gebeurt natuurlijk ook over een bepaald zendkanaal, maar daar houden we ons nu even niet mee bezig). Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op de TRACK- knop [1].

Opmerking: Kies steeds een redelijk luistervolume. Zo houd u uw buren te vriend en vermijd u schade aan versterkers, luid- Informatie over wat u speelt sprekers maar vooral aan uw oren!

Opgelet bij het uitschakelen

De MC-80 is geen instrument wat u zo maar op gelijk Klankgenerator welk moment mag uitschakelen door op de

[POWER]-schakelaar te drukken. U moet steeds de De data wor- Houd [SHIFT] inge- den ontvangen Piano hieronder beschreven procedure volgen, anders is drukt en druk op 1. op kanaal 1. het mogelijk dat u data verliest of de diskette/disk De data wor- Houd [SHIFT] inge- den ontvangen Bas drive beschadigt. drukt en druk op 2. op kanaal 2.

1) Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [STOP]. De data wor- Houd [SHIFT] inge- den ontvangen Gitaar Het display vraagt dat u uw keuze bevestigt. Druk op drukt en druk op 3. op kanaal 3. [F6 (SHUTDOWN)] om de procedure uit te voeren of op [F1 (CANCEL)] als u dat niet wilt.

Opmerking: Zip-diskettes worden bij het uitschakelen auto- De data wor- While holding down den ontvangen Piano matisch uitgeworpen. [SHIFT], press 16. op kanaal 16. 2) Zodra het display “Please remove the floppy disk” meldt drukt u op de uitwerpknop en neemt u de diskette uit de drive.

16 MC-80 book Page 17 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

Aan de slag

Navigeren binnen de MC-80 De SONG PLAY- en QUICK PLAY-pagina’s van de MC-80 vormen een soort uitvalsbasis van waaruit u de meeste functies kunt aanspreken.

Naam van de display-pagina 1 3 4 Bent u op een bepaald moment het noorden kwijt, dan kunt u steeds terugkeren naar deze pagina’s door 2 herhaaldelijk op [EXIT] te drukken. Vanuit sommi- ge pagina’s kunt u hiervoor ook de [SEQUENCER]- knop gebruiken. 1) Druk op [SELECT]. 2) Steek de bijgeleverde diskette met demosongs in de drive, zorg daarbij dat het label zich aan de boven- Contrast van het display aanpassen kant bevindt. Als u een “klik” hoort zit de diskette Als het display slecht leesbaar is heeft dat in de regel goed. te maken met de intensiteit en invalshoek van het omgevingslicht. In voorkomend geval kunt u het Uitwerpknop contrast van het display aanpassen door de [CHAIN Label PLAY]-knop ingedrukt te houden en aan het [VALUE]-wiel te draaien.

Na enkele ogenblikken verschijnt een lijst met songs op het scherm. 3) Kies met het [VALUE]-wiel de gewenste song 2.2 (Demo)songs beluisteren blz. 18. 4) Druk op [PLAY] om de weergave te starten. Song weergeven Hieronder ziet u wat u met de overige transport- knoppen kunt doen. Hieronder laten we zien hoe u de MC-80 songs kunt laten weergeven. Uiteraard geldt deze procedure niet Deze indicator geeft het tempo van de weergave aan. enkel voor de demosongs, maar het is wel handig om Hiermee gaat u naar Hiermee gaat u naar de die songs (op de bijgeleverde diskette) als “lesmateri- de vorige maat. volgende maat. Hiermee gaat u naar Hiermee gaat u naar aal” te gebruiken. het begin van de song. het einde van de song. De songs op de diskette werden opgenomen volgens de GM (General MIDI) specificaties. Het is dus wel

zo handig als u een GM-compatibele klankmodule Hiermee stopt u de Hiermee start u Hiermee kunt u opnemen. gebruikt om een en ander uit te proberen. Werkt u sequencer. de weergave. met een VE-GS Pro, SC-880 of SC-88 Pro dan is het helemaal feest, want de diskette bevat een aantal songs die speciaal op maat van deze instrumenten ■ Mogelijke problemen zijn gesneden (inclusief effectinstellingen e.d.). De externe klankmodule brengt geen geluid voort Opmerking: Meer details over de demosongs vindt u op • Hebt u alle MIDI-verbindingen correct aangesloten blz. 18. (blz. 14)? • Hebt u de klankmodule wel verbonden met een mixer, versterker, enz.? • Misschien gebruikt u een defecte kabel? • Staat het volume van de klankmodule, de mixer, ver- sterker enz. wel open?

17 MC-80 book Page 18 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

MC-80 Handleiding

De VE-GS Pro brengt geen geluid voort De klanken kloppen niet • Hebt u de VE-GS Pro op de juiste manier geïnstal- • Gebruikt u wel een GM/GS-compatibele klankmo- leerd (zie blz. 105)? dule? • Staat de EXPANSION OUTPUT LEVEL-regelaar • Hebt u in uw klankmodule de GM/GS-mode geko- misschien in de minimumpositie? zen?

■ Overzicht van de demosongs Nr. Song-naam Bestandsnaam Componist 1 Ac. Piano Solo 1 01PIANO1.MID Tohru AKI 2 Ac. Piano Solo 2 02PIANO2.MID Tohru AKI 3 Ac. Piano Solo 3 03PIANO3.MID Tohru AKI 4 Piano + Rhythm 04PIANOD.MID Idecs 5 Rhodes + Effect 05EPIANO.MID Idecs 6 Organ + Rotary 06ORGANA.MID Idecs 7 Organ + Rhythm 07ORGANB.MID Music Brains 8 Accordion Demo 08ACDION.MID Team-khy 9 Nylon Gtr. Solo 09NYLON1.MID Music Brains 10 Steel Gtr. Solo 10STEEL1.MID Music Brains 11 Guitar EFX Menu 11GT_EFX.MID Idecs 12 Distortion Gtr. 12DISTG1.MID Music Brains 13 Wah Guitar Demo 13WAH_G .MID Music Brains 14 Guitar 14FUNKG1.MID Music Brains 15 Jazz Guitar 15JAZZG1.MID Music Brains 16 Blues Guitar 16BLUSG1.MID Music Brains 17 Bass Demo 17BASS .MID Naoki Matsuura 18 Choir Demo 18CHOIR .MID Idecs 19 Strings Quart 19STRING.MID Team-khy 20 Str.s Ensemble 20STENS1.MID Team-khy 21 Orchestra 21OCHSTR.MID Team-khy 22 Alto&Tenor Sax 22SAX1 .MID Music Brains 23 TP & TB 23BRASS1.MID Music Brains 24 Samba & Salsa 24LATIN .MID Idecs 25 Japanese 25JAPAN .MID Idecs 26 Chinese 26CHINA .MID Team-khy 27 Lo-Fi Dance 27LOFI_D.MID Idecs 28 Lo-Fi Jazz 28LOFI_J.MID Idecs 29 Lo-Fi Synth 29LOFI_S.MID Music Brains 30 Synth+Humanizer 30SYN_H1.MID Idecs 31 Demo for VE-GS 31DEMO_A.SVQ Yuki Kato 32 Demo for GM 32DEMO_B.SVQ Yuki Kato 33 PhraseSeqDemoGS 33PSEQ_A.SVQ Yuki Kato 34 PhraseSeqDemoGM 34PSEQ_B.SVQ Yuki Kato

Nr. 1~34 : Copyright ©1999,

Opmerkingen • Nrs. 1~33 en 34 zijn demosongs die speciaal voor de VE-GS Pro werden geschreven (ook geschikt voor de SC-88 Pro). • Nrs. 32 en 34 kunnen door gelijk welke GM-compatibele klankbron worden weergegeven (met een polyfonie van 64 noten of meer). • De diskette bevat ook een “Chain-bestand” (VE-GSPRO.SCV), dat een volgorde van weer te geven songs bevat. Het gaat met name om alle VE-GS Pro songs op een rijtje gezet. Zie “Chains weergeven” op blz. 48. • Deze demosongs zijn enkel bedoeld voor uw persoonlijk gebruik. Publieke vertoning, verspreiding enz. van dit materiaal mag enkel mits uitdrukkelijke toestemming van Roland Corporation.

18 MC-80 book Page 19 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

Aan de slag

Tempo wijzigen apart uitschakelen, waardoor het geen deel meer uit- maakt van de weergave. Dat gaat als volgt: U kunt de MC-80 naar wens sneller of trager laten weergeven. Het leuke van een sequencer is dat niet – zoals bij een bandopnemer – gepaard gaat met ver- hoging resp. verlaging van de toonhoogte. Gebruikt 2 u de sequencer bijvoorbeeld als begeleiding bij het oefenen, dan belet niets u om aanvankelijk traag te spelen en het tempo op te voeren naarmate u de par- tijen in de vingers krijgt. Nog een mogelijke toepas- sing: u neemt een moeilijke partij traag op, zodat u ze makkelijker kunt inspelen. Achteraf geeft u ze aan het normale tempo weer.

3 1) Start de weergave van de “Demo for VE-GS” (zie 1 2 blz. 17). Gebruikt u geen VE-GS Pro, SC-880 of SC-88 Pro, kies dan de demosong “Demo for GM”. 2) Druk op de Track 10 (RHYTHM) knop. De weergave van de drums wordt uitgeschakeld. De 1) Druk op [TEMPO] om het tempo-venster te ope- indicator op de knop knippert. Door nogmaals op nen. deze knop te drukken schakelt u de weergave opnieuw in (de knop blijft branden). 2) Kies met het [VALUE]-wiel het gewenste tempo. 3) Druk op [EXIT] zodra u klaar bent (het tempo-ven- ■ ster wordt gesloten). Zelf een partij meespelen (Minus One) Bij Minus One wordt de weergave van een spoor uit- Opmerking: Deze waarde wordt mee opgeslagen als u een song op diskette bewaart (zie blz. 90). geschakeld, maar kunt u meteen met de klank van dat spoor zelf een partij meespelen op het klavier. Opmerking: Zolang u zich nog in het Tempo-venster bevindt Een voor de hand liggende kandidaat voor deze kunt u opnieuw het originele tempo kiezen door op [F6] te behandeling is uiteraard het melodiespoor, maar drukken. ook andere sporen zijn mogelijk.

Druk op [F6 (RESET)]. Originele tempo (toen de song werd geladen). 3 2

Instrumenten uitschakelen

■ Individuele partijen uitschakelen Een song in de MC-80 is doorgaans opgebouwd uit verschillende partijen (maximaal 16), die zich elk op een eigen spoor bevinden. Elk van die sporen kunt u

1) Start de weergave van de “Demo for VE-GS” (zie blz. 17). Gebruikt u geen VE-GS Pro, SC-880 of SC-88 Pro, kies dan de demosong “Demo for GM”. 2) Druk op de [MINUS ONE]-knop (de indicator licht op).

19 MC-80 book Page 20 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

MC-80 Handleiding

3) Druk op de knop van het spoor dat u wilt uitscha- 1) Start de weergave van de “Demo for VE-GS” (zie kelen. blz. 17). 4) Speel op het klavier dat u met de MC-80 hebt ver- Gebruikt u geen VE-GS Pro, SC-880 of SC-88 Pro, bonden. U hoort nu de klank van het uitgeschakel- kies dan de demosong “Demo for GM”. de spoor. 2) Druk op de [SOLO]-knop (de indicator licht op). Druk nogmaals op [MINUS ONE] als u de functie 3) Druk op de knop van spoor 10. U hoort nu enkel wilt uitschakelen (de indicator dooft). nog de drums. 4) Druk op de knop van spoor 2. ■ Spoor apart beluisteren (Solo) Nu hoort u enkel nog de bas. Zo kunt u uiteraard het Solo betekent dat u één spoor apart beluistert en de hele rijtje afgaan en de sporen één voor één beluiste- weergave van de overige sporen uitschakelt. Dat kan ren. Wilt u opnieuw het hele arrangement horen, handig zijn als u probeert uit te vissen welk spoor druk dan nogmaals op [SOLO]. welke klank weergeeft.

3 2

2.3 Eerste opname

Nu we kennis hebben gemaakt met de voornaamste transportfuncties kunnen we ons aan een eerste opname wagen.

Verschillende opnamemethodes De MC-80 kan op verschillende manieren opnemen. Alle beschikbare methodes komen in de onderstaande song aan bod, zo leert u meteen de mogelijkheden kennen.

2 De baspartij nemen we noot voor noot op.

3 De melodie kunnen we nu "live" inspelen omdat we intussen een begeleiding van drums en bas hebben.

4 De eerste maat blijft leeg omdat hier de klankkeuze-data voor de toongenerator worden opgenomen. De drums bestaan ten dele uit een herhalend patroon. Het volstaat dat we dit n keer opnemen en 1 achteraf kopi ren. Bovendien kunnen we individuele (foute) noten wissen, verplaatsen, enz.

20 MC-80 book Page 21 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

Aan de slag

Laten we, voor alle duidelijkheid, het verloop van plaatsen zorgt u dat bij de weergave automatisch de onze eerste opname even op een rijtje zetten: juiste drumset wordt gekozen. 1) We maken de nodige voorbereidingen. 2) We nemen de drums op. 3) We nemen de bas stap voor stap op. 3 4) We nemen de melodie op terwijl we naar drums en 5 bas luisteren. 4 5) We bewaren de afgewerkte song op diskette. 2 1, 8 6 7 9 Voorbereiding Opnemen doen we steeds vanuit de SONG PLAY- pagina. Daar komt u als volgt terecht: Laten we even stap voor stap bekijken hoe u zo’n programmakeuze-commando aan het begin van de 2 song plaatst: Ga naar de Microscope-pagina voor spoor 10 1 1) Druk op [SEQUENCER]. 2) Druk op [F4 (MICRO)] om naar de Microscope- pagina te gaan. 3) Druk op TRACK [10] (RHYTHM) om naar de pagi- na voor spoor 10 te gaan. Aangezien er nog niets is opgenomen blijft het 1) Druk op [SEQUENCER]. scherm voorlopig leeg. Waarschijnlijk bevindt u zich nu reeds op de SONG PLAY-pagina, u kunt dat zien in de linker bovenhoek van het display:

Voer het programmakeuze-commando in 4) Druk op [F1 (CREATE)] om naar de pagina te gaan 2) Blijkt er linksboven “QUICK PLAY” te staan, druk waarin u het type data kunt kiezen. dan op [F1 (INT SONG)] om naar de SONG PLAY- 5) Plaats de cursor op Program Change. pagina te gaan. 6) Druk op [F6 (EXECUTE)]. Hiermee voegt u een programmakeuze-commando Drums opnemen (Realtime opname) in op 1-1-0 (het begin van de eerste tel van de eerste maat). Beginnen met de drums is een logische keuze: zo q hebt u straks meteen een ritmische referentie waar- 7) Plaats de cursor op “ Prog” en kies met het over u de andere partijen kunt inspelen. [VALUE]-wiel “9”. U hebt nu een programmakeuze ingevoerd die “9[Room]” kiest. ■ Drum Set kiezen De meeste klankmodules hebben verschillende “drumkits” aan boord, gaande van een akoestisch jazz-setje tot de vette beats van een vintage drumma- chine. De MC-80 kiest deze sets op dezelfde manier als hij bv. een piano- of basklank kiest, namelijk mid- dels MIDI-programmakeuzecommando’s. Door het 8) Druk op [SEQUENCER] om terug te keren naar de relevante commando aan het begin van een song te SEQUENCER-pagina.

21 MC-80 book Page 22 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

MC-80 Handleiding

Zend de programmakeuze naar de klankgenera- Opmerking: Op dit moment zijn alle sporen nog gekoppeld tor aan het MIDI-kanaal met hetzelfde nummer, dus spoor 1 9) Druk op [TOP] en vervolgens op [PLAY]. aan kanaal 1 enz. We kiezen dan ook spoor 10 omdat GM/ GS-compatibele klankmodules de drums in de regel aan De song wordt nu vanaf maat 1 weergegeven en de kanaal 10 toewijzen. programmakeuze wordt naar de klankmodule gezonden. Als alles goed gaat merkt u nu dat deze 7) Maak de onderstaande instellingen. Plaats eerst de laatste Drum Set nr. 9 kiest. cursor op een parameter en kies vervolgens met het [VALUE]-wiel de gewenste waarde.

■ Voorbereidingen voor “realtime” opnemen Count in: 1 Meas Hiermee zorgt u dat er voor het begin van de opname n maat wordt afgeteld. Loop/Punch: Loop (4 Meas) Hiermee zorgt u dat er Ð vanaf maat 2 Ð vier maten worden herhaald, zodat u "in een lus" kunt opnemen. 3, 5

Tempo: Hiermee stelt u het tempo in. 6 Qntz: OFF Hiermee schakelt u de automatische timing-correctie (quantisering) uit. Rec Mode: Mix Hiermee specifieert u dat de nieuwe noten die u bij iedere herhaling speelt bij de vorige noten worden gevoegd, zodat bv. de basdrum niet wordt gewist door de snare-drum die u er bij het volgende "rondje" aan toevoegt.

7 1 ■ Realtime opnemen 2 Nu we de nodige voorbereidingen hebben getroffen 4 kunnen we gaan opnemen.

1) Druk op [SEQUENCER] om naar de sequencer- pagina te gaan. 2) Ga met [BWD] en [FWD] naar het begin van de tweede maat (we beginnen pas op te nemen vanaf 3 maat 2 omdat maat 1 de programmakeuze van 1 daarnet bevat).

1) Druk op [PLAY]. De metronoom telt één maat af, daarna mag u begin- nen drummen. Hieronder ziet u welke drumklanken volgens de GM/GS-standaard aan welke toetsen zijn 3) Draai de [CLICK LEVEL]-regelaar op het achterpa- toegewezen. neel naar de stand “0”. Gesloten Hi-Hat Open Hi-Hat Middentom

Hi-Hat Lage tom

THIS DEVICE COMPLIES WITH PART 15 OF THE FCC RULES. OPERATION IS SUBJECT TO THE FOLLOWING TWO CONDITIONS: (1) THIS DEVICE MAY NOT CAUSE HARMFUL INTERFERENCE, AND (2) THIS DEVICE MUST ACCEPT ANY INTERFERENCE RECEIVED, INCLUDING INTERFERENCE THAT MAY CAUSE UNDESIRED OPERATION. Snare

Basdrum Hoge tom CAUTION Snare Middentom Basdrum ATTENTION: Lage tom RISQUE DE CHOC ELECTRIQUE NE PAS OUVRIR Het staat u uiteraard vrij om een drumpartij op te 4) Druk op [REC] om de MC-80 klaar te maken voor bouwen zoals u dat het liefst doet, maar laten we opname. voor dit voorbeeld even beginnen met een basdrum- 5) Kies nu met de [CLICK LEVEL]-regelaar een aan- snare patroon. Niet vergeten op de metronoom te genaam metronoomvolume. letten! 6) Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op de TRACK Zoals u merkt keert u na het einde van maat 5 auto- [10] (RHYTHM) knop. matisch terug naar het begin van maat 2 en hoort u U hebt nu spoor 10 voor opname geselecteerd. Als u wat u daarnet hebt gespeeld. Dat geeft u de kans om nu op het klavier speelt zou u drumklanken moeten de… horen. 2) …hi-hat, toms enz. op te nemen.

22 MC-80 book Page 23 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

Aan de slag

Bij iedere herhaling kunt u een partij toevoegen, die Ga naar de Microscope-pagina voor spoor 2 bovenop de aanwezige partijen wordt gestapeld. 1) Druk op [SEQUENCER]. 3) Zodra de drumpartij naar wens is mag u op [STOP] 2) Druk op [TOP] om terug te keren naar het begin drukken. van de song. Hebt u een foutje gespeeld of bent u niet tevreden met de opname? Lees dan even verder, want hieron- 3) Druk op [F4 (MICRO)] om naar de MICROSCO- der leggen we uit hoe u fouten kunt corrigeren. Op PE-pagina te gaan. blz. 68 laten we bovendien zien hoe u een bestaande 4) Druk op TRACK [2] (BASS) om naar de pagina opname nog ingrijpend kunt wijzigen. voor spoor 2 te gaan. Aangezien er nog niets is opgenomen blijft het ■ Fouten corrigeren scherm voorlopig leeg. Misschien vindt u uw eerste drumpogingen maar niets en wilt u ze meteen wissen. Dat kan door [SHIFT] ingedrukt te houden en op [EXIT] te druk- ken. De [EXIT]-knop fungeert in dit geval als “Undo”-knop. Door nogmaals op [SHIFT]+[EXIT] te drukken herstelt u de opname die u net had gewist (Redo). In feite wisselt u dus steeds tussen de volgen- Voer het programmakeuze-commando in de scenario’s: 5) Druk op [F1 (CREATE)] om naar de pagina te gaan waarin u het type data kunt kiezen. Opnemen (of Redo) V r de opname Na de opname 6) Plaats de cursor op Program Change. 7) Druk op [F6 (EXECUTE)]. Hiermee voegt u een programmakeuze-commando [SHIFT]+[EXIT] (Undo) in op 1-1-0 (het begin van de eerste tel van de eerste maat). 8) Plaats de cursor op “q Prog” en kies met het Bas opnemen (stapsgewijze opna- [VALUE]-wiel “34”. me) U hebt nu een programmakeuze ingevoerd die “Fin- gered Bass” kiest. De baspartij van ons voorbeeld is relatief eenvoudig en strak, en is daarom bij uitstek geschikt om stap voor stap (Step Time) op te nemen.

■ Basklank kiezen Net als voor de drums zoeken we eerst een program- makeuze-commando dat aan het begin van de song 9) Druk op [SEQUENCER] om terug te keren naar de de juiste basklank oproept. Bij GM/GS-klankmodu- SONG PLAY-pagina. les zitten de bassen van nummer 33~40. Kies voor ons voorbeeld nr. 34, “Fingered Bass” (misschien Zend de programmakeuze naar de klankgenera- heeft dit nummer op uw GM/GS-module een iets tor andere naam, maar het gaat in principe om hetzelfde 10)Druk op [TOP] en vervolgens op [PLAY]. soort klank). De song wordt nu vanaf maat 1 weergegeven en de programmakeuze wordt naar de klankmodule gezonden. Deze laatste kiest nu “Fingered Bass” op MIDI-kanaal 2. 4 6 5 3 1, 8 7 2 9

23 MC-80 book Page 24 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

MC-80 Handleiding

■ Voorbereidingen voor stapsgewijs opnemen waarde waarmee de noot werd gespeeld (in het onderstaande voorbeeld is dat “100).

4 3 1 Hebt u zonet een foute noot ingevoerd, druk dan op 2 [F3 (BACK DEL)]. De laatst ingevoerde noot wordt daarmee gewist en u bevindt zich meteen op de juiste plaats om het nog eens te proberen. 1) Ga met [BWD] en [FWD] naar het begin van de Het volgende wat we op de partituur tegenkomen is tweede maat (we beginnen pas op te nemen vanaf een achtste rust. maat 2 omdat maat 1 de programmakeuze van daarnet bevat). 2) Houd [SHIFT] in gedrukt en druk op [REC] om de MC-80 klaar te maken voor opname. 3) Plaats de cursor op “Track” en kies “Trk 2”. Plaats e de cursor vervolgens op “Mode” en kies “Mix”. 3) Plaats de cursor op “Step Time” en kies 1/8 ( ). Aangezien het hier om een rust gaat, hoeft u hier ver- 4) Druk op [F6 (STEP REC)] om naar de gelijknamige der niets te specifiëren. pagina te gaan.

4) Druk op [F5 (REST)]. U komt nu terecht op positie 2-2-240; er werd dus ■ Stapsgewijs opnemen een achtste rust ingevoerd. De eerste noot van de baspartij is een kwartnoot op de toets G2.

Opmerking: Binnen één tel kan de MC-80 nog 480 verschil- 1) Plaats de cursor op “Step Time” en kies “1/4 (q )”. lende posities onderscheiden. We spreken daarom van een “resolutie van 480 tikken per tel”. Aangezien een achtste noot een halve tel beslaat, is het dus logisch dat de teller hierboven 240 tikken vooruitgaat. We zijn nu toe aan een koppel 16de noten (G2).

2) Druk op de G2-toets. De noot wordt ingevoerd en de teller springt één stap verder. Rechts van de nootnaam ziet u de aanslag- 5) Plaats de cursor op “Step Time” en kies 1/16 (x )”.

24 MC-80 book Page 25 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

Aan de slag

6) Druk twee maal op G2. 9) …druk dan op [STOP] om terug te keren naar de Hiermee voegt u twee G2 noten in en gaat u naar het SONG PLAY-pagina. begin van de derde tel (2-3-0). Opmerking: Stapsgewijs opnemen kan zelfs zonder MIDI- Vervolgens voeren we een halve rust in. klavier. Zie hiervoor blz. 56. 7) Plaats de cursor op “Step Time” en kies 1/2 (h )”. Opmerking: Ook bij Step Recording (de officiële naam voor 8) Druk op F5 (REST). stap-voor-stap opnemen) kunt u de volledige opname in één U komt nu terecht aan het begin van maat 3 (3-1-0). klap wissen m.b.v. de Undo-functie. Dat werkt op dezelfde manier als bij Realtime opnemen (zie blz. 23). U hebt nu gezien hoe het werkt – nu kunt u op eigen houtje de overige maten van de baspartij invoeren (tot en met maat 5). Bent u hiermee klaar…

Melodie opnemen Nu we de basis van bas en drums hebben afgewerkt kunnen we er een melodie aan toevoegen. Gebruik hiervoor de Realtime en Step technieken die u in het voorgaande hebt geleerd.

B3 G4 D4 C4 B3 A3 C4 A3 G3

B3 C4 D4 C#4

In het geval u Step Recording gebruikt zou h et resultaat er zo moeten uitzien:

Song opslaan Als u de MC-80 nu uitschakelt bent u alles wat we 1) Zet het wisbeveiligingsnokje van de diskette in de daarnet hebben gedaan kwijt. Het is daarom een stand “beschrijfbaar”. beter idee een en ander even op diskette te schrijven.

■ Diskette formateren Beveiligingsnokje Net zoals een computer houdt de MC-80 er zijn "Schrijven" eigen systeem van databeheer op na. Dat moet eerst "Veilig" even aan de diskette worden meegedeeld voor u er 2) Steek een diskette in de disk drive. songs e.d. op kunt schrijven. We noemen dit proces 3) Druk op [TOOLS], vervolgens op [F5 (DISKUTIL)] formateren. en tenslotte op [F6 (MENU)] om naar het DISK LET OP! tijdens het formateren worden alle op de MENU te gaan. Hierin kiest u [F4 (FORMAT)]. diskette aanwezige data gewist. Controleer dus U komt nu terecht in de “DISK UTILITY/9 FOR- steeds of de diskette die u wilt formateren geen MAT”-pagina. belangrijke data bevat! Het formateren gaat als volgt in zijn werk:

25 MC-80 book Page 26 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

MC-80 Handleiding

4) Druk op [F1 (DRIVE)] en kies de diskette (dit is 4) Druk op F6 (MC-80). enkel nodig wanneer u nog andere media, bv. harde De song wordt dan in het eigen formaat van de schijven, op de MC-80 hebt aangesloten). MC-80 opgeslagen. Kies [F4 (SMF 0)] of [F5 (SMF 1)] enkel als u bestanden met sequencers of compu- ters wilt uitwisselen, want bij deze opties wordt niet alle informatie opgeslagen die bij de “MC-80”-optie wél op de diskette belandt. 5) Geef de song een naam. Met de cursor stapt u door- heen de verschillende karakters en met het 5) Druk op [F6 (FORMAT)]. [VALUE]-wiel kiest u telkens het gewenste karak- 6) U moet de diskette een naam geven voor u ze for- ter. mateert. Met de cursor stapt u doorheen de ver- schillende karakters en met het [VALUE]-wiel kiest u telkens het gewenste karakter.

6) Druk op [F6 (OK)] zodra de naam volledig is. U komt nu terecht in een pagina waarin u de schrijf- bestemming kunt specifiëren. 7) Druk op [F6 (FORMAT)]. Het display vraagt nu of u wel degelijk de diskette wilt formateren: “Are you sure?” Druk op F1 (CAN- CEL) als u beslist toch niet te formateren. 8) Druk op [F6 (FORMAT)]. De diskette wordt nu geformateerd. In het display kunt u de geboekte vooruitgang volgen (van 0~ 7) Druk op [F6 (SAVE)]. 100%). Zodra de diskette is geformateerd meldt het De song wordt op diskette geschreven. Zodra dit is display “Completed”. gebeurd keert u terug naar de SONG PLAY-pagina. 9) Druk op [F6 (ACCEPT)].

■ Song wegschrijven

Eenvoudige editfuncties 4,6,7 3 De MC-80 biedt uitgebreide mogelijkheden om in een bestaande opname wijzigingen aan te brengen. 5 2 We laten u hier kennismaken met de twee voor- naamste, de rest komt in de overige hoofdstukken van deze handleiding aan bod.

1 1 ■ Fouten uit een opname halen (Micro Edit) We hebben tijdens onze eerste stap-voor-stap opna- 1) Steek een geformateerde (zie hierboven) diskette in me al kennisgemaakt met de Microscope-pagina, de de disk drive. pagina waarin de primaire gegevens voor iedere opgenomen noot staan afgebeeld. Al die gegevens 2) Druk op [SEQUENCER]. kunt u wijzigen, we spreken dan van Micro Edit. 3) Druk op [F5 (SAVE)] om naar de “FILETYPE”- pagina te gaan.

26 MC-80 book Page 27 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

Aan de slag

Om de mogelijkheden te illustreren gaan we enkele lijk kleine timing-afwijkingen “rechttrekken”, zodat foutjes uit een opname halen. alles ritmisch perfect zit.

5 4

4 7 2 5,6 6 3 3 1 1,7 2

1) Druk op de [SEQUENCER]-knop. 2) Druk op [F2 (QUANTIZE)]. 1) Druk op [SEQUENCER]. 3) Druk op [F1 (GRID)] om naar de “GRID QUANTI- 2) Druk op [TOP]. ZE”-pagina te gaan. 3) Druk op F4 (MICRO) om naar de Microscope- pagina te gaan. 4) Druk op de TRACK-knop van het spoor dat u wilt editen om naar de Microscope-pagina voor dat spoor te gaan. 4) Druk op de TRACK [10]-knop. Laten we de drums quantiseren. 5) Plaats de cursor op “Resolution” en kies met het

Maat, tel, tik Nootdata Aanslagwaarde Snelheid waarmee [VALUE]-wiel “1/16”, (playing force) de toets wordt losgelaten Als vuistregel bij het quantiseren geldt dat u steeds de Hoe lang de toets ingedrukt blijft kortste nootwaarde moet kiezen die in de partij voorkomt, in dit geval is dan een zestiende noot. 5) Plaats de cursor op de data die u wilt wissen. 6) Plaats de cursor op “Strength” en kies met het In de linkerkolom wordt de plaats van het geluid in [VALUE]-wiel “100%”, de song aangegeven. Zo betekent “2-3-0” dat dit Dit wil zeggen dat alle noten worden verplaatst naar geluid zich aan het begin van de derde tel van de de dichtstbijzijnde 16de nootwaarde. Blijkt dit een te tweede maat bevindt. mechanische feel op te leveren, kies dan een lagere 6) Door op [F2 (ERASE)] te drukken wist u de data die Strength-waarde. u met de cursor hebt geselecteerd. 7) Druk op [F6 (EXECUTE)] om de noten te quantise- ren. Bent u niet tevreden met het resultaat, dan kunt u de bewerking annuleren door [SHIFT] ingedrukt te houden en op [EXIT] te drukken. Dit was slechts een summiere kennismaking met de 7) Druk op [SEQUENCER] om terug te keren naar de Quantize-functie. Naast de hier gebruikte Grid SONG PLAY-pagina. Quantize bestaat er nog een Groove Quantize. Die trekt de noten niet zonder meer recht, maar kan een ■ Timing strakker maken (Quantize) bepaalde “feel” aan een partij verlenen door noot- waarden te verplaatsen. Verder zijn er nog mogelijk- De ene muzikant is technisch al wat beter onderlegd heden om slechts een beperkt aantal maten te quan- dan de andere, en soms is het moeilijk om een partij tiseren of om de gequantiseerde partij op een ander echt strak te spelen, terwijl die partij daar misschien spoor te schrijven. Meer over dit alles leest u vanaf wel om vraagt. In dergelijke gevallen kan de Quanti- blz. 83. ze-functie uitkomst bieden. Hiermee kunt u name-

27 MC-80 book Page 28 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

MC-80 Handleiding

2.4 MC-80 live gebruiken

We hebben de MC-80 heel wat functies meegegeven waarmee hij uitstekend zijn mannetje kan staan op het podium.

Hiermee kunt u de volgende song Met n toets kunt u complexe notenreeksen aansturen al selecteren terwijl u de vorige nog speelt

Hiermee kunt u tijdens de weergave transponeren.

Hiermee kunt u een song "uitfaden".

Hiermee kunt u meteen naar een bepaalde Door de maat op deze knop te tikken maat springen. kunt u het tempo instellen.

Tempo intikken met de [TAP]-knop Opmerking: Door op de [TEMPO]-knop te drukken gaat u naar de Tempo-pagina, waarin u de tempo-gegevens meer in Op blz. 19 hebben we al gezien hoe u het tempo kunt detail kunt bekijken. wijzigen met het [VALUE]-wiel. Dit kan echter ook intuïtiever, door in de maat op de [TAP]-knop te drukken. Tijdens het spelen de volgende song kiezen (Next Song) Stel: u wilt een optreden ten beste geven waarbij u niet van tevoren bepaalt in welke volgorde u de num- mers speelt, maar u wilt wél een strakke set met naadloos aansluitende songs. In dat geval biedt de “Next Song”-functie soelaas: hiermee kunt u tijdens de weergave van een song reeds de volgende song 1 2

1) Druk op [SEQUENCER] en start de weergave (zie blz. 17). 2) Tik in het gewenste tempo een vierkwartsmaat op de [TAP]-knop. U hoort nu hoe het tempo veran- dert naarmate u sneller of trager tikt.

28 MC-80 book Page 29 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

Aan de slag

opzoeken, zodat die straks meteen kan worden de MC-80 kunt u die song tijdens de weergave trans- gestart. poneren, tot u de passende toonaard hebt gevonden.

4 2 3 4 3 2 5 1) Start de weergave van een song. 2) Druk op [TRANSPOSE]. U komt terecht in de “Set- tings”-pagina. 1) Start de weergave van een song (zie blz. 17). 3) Kies met [INC/+][DEC/-] of met het [VALUE]-wiel 2) Druk op [SELECT] om naar de SONG SELECT- de gewenste transpositie. pagina te gaan. Transponeren gebeurt in stappen van een halve toon (positieve waarden transponeren omhoog, negatieve 3) Druk op [F1 (DRIVE)] om de diskette te selecteren. omlaag).

4) Plaats de cursor op de naam van de song die u als 4) Hebt u de gewenste transpositie gevonden, druk volgende wilt weergeven. dan op [EXIT] om terug te keren naar de SONG 5) Druk op [ENTER]. PLAY- of QUICK PLAY-pagina. De naam van de song verschijnt in het Next-venster, Opmerking: De transpositie-waarde wordt onthouden wan- zoals in de onderstaande afbeelding. neer u de song op diskette schrijft.

dit wordt de volgende song Songs “uitfaden” De MC-80 kan songs laten eindigen met een Wilt u de gemaakte keuze annuleren, druk dan op fade-out, net zoals op de plaat. [EXIT]. Opmerking: Het is mogelijk dat deze functie niet werkt in Opmerking: Wilt u toch van tevoren de volgorde van alle combinatie met niet-GS-compatibele klankmodules. songs vastleggen, gebruik dan de Chain Play-functie (zie blz. 48).

Transponeren tijdens de weergave 2, 5 Nog zo’n live-scenario: de zanger(es) is die dag niet 4 goed bij stem en de toonaard waarin u song x nor- maal speelt blijkt plots te hoog. Geen probleem, met

1) Start de weergave van een song. 2) Op de plaats waar u de fade-out wilt laten beginnen houdt u [SHIFT] ingedrukt en drukt u op [END]. De MC-80 start nu de fade-out.

29 MC-80 book Page 30 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

MC-80 Handleiding

3) Na 10 seconden hoort u niets meer. druk dan nogmaals op dezelfde toets of op de “stop”- toets (in dit geval is dat C2). 7) Voeg op dezelfde manier andere partijen toe. Zoals u uit de “7”-toetsen uit de onderstaande afbeelding kunt opmaken, zijn er – naast baspatro- nen – in deze song ook nog frases voor percussie, 4) Druk op [STOP] om de weergave te stoppen. orgel, blazers, enz. beschikbaar. Uitproberen is hier 5) Druk nogmaals op [SHIFT]+[END] om het origi- de boodschap! nele volume te herstellen.

Opmerking: Tijdens de weergave kunt u het originele volume Clav C4 niet herstellen. Backing EP Syn Lead Tamb Seq Shaker Hit Drum Fill 7. Bass Vari8 Moeilijke riffs, licks enz. met één Organ Bass Vari7 Mute TP toets aansturen 7. C3 Bass Vari6 Bass Vari5 Mute GT Bass Vari4 Naast volledige songs kunt u met de MC-80 ook kor- Filter Bass Vari3 Clean GT te frases, riffs, melodietjes enz. opnemen en aan een Bass Vari2 Bass Vari1 6. klaviertoets koppelen. Dat kan handig zijn voor par- Brass2 Bass Basic Brass tijen die u niet kunt spelen (wegens te weinig handen C2 of gewoon te moelijk). Bovendien is er ook nog een Stop-toets krachtige arpeggiator aan boord die u uw akkoorden omvormt tot notenreeksen. Opmerking: Vanaf blz. 61 komen nog meer mogelijkheden aan bod. Zo kunt u uw eigen frases maken en het klavier kie- zen van waaruit u de frases wilt aansturen. ■ Frases met één toets aansturen (Phrase Sequence) ■ Arpeggiator We demonstreren deze functie aan de hand van een De arpeggiator van de MC-80 vormt de akkoorden demosong. die u op het klavier speelt om tot gebroken noten- reeksen. Daarbij zijn er heel wat opties aangaande maatsoort, stijl, enz.

3 5 2 3 2 5 4 1 6 1

1) Steek de diskette met demosongs in de disk drive. 2) Druk op [SEQUENCER]. 1) Druk op [SEQUENCER] om naar de SONG PLAY- 3) Druk op [SELECT]. pagina te gaan. 4) Kies met het [VALUE]-wiel 2) Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op een TRACK- “33PhraseSeqDemoGS” (werkt u met een GM- knop. compatibele klankmodule, kies dan Door een spoor te kiezen kiest u meteen het overeen- “34PhraseSeqDemoGM”. komstige MIDI-kanaal. 5) Druk op [PLAY] om de drumbegeleiding te starten. 3) Druk op [ARPEGGIATOR] (de indicator licht op). 6) Stuur met de klaviertoetsen de basfrases aan. 4) Speel een akkoord op het klavier. Met de toetsen die hieronder naast “6” zijn afgebeeld U hoort nu hoe het akkoord wordt omgezet in een kunt u een reeks baspatronen weergeven. U hoeft de arpeggio. Laten we nu even kijken hoe we die arpeg- toets slechts kort in te drukken, het patroon gaat gio kunnen wijzigen. daarna vanzelf verder. Wilt u het patroon stoppen,

30 MC-80 book Page 31 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

Aan de slag

5) Druk op [TOOLS] en vervolgens op [ARPEGGIA- bevindt. In de onderstaande afbeelding ziet u welke TOR] om naar de ARPEGGIO-pagina te gaan. posities in de demosong zijn gemarkeerd. 6) Plaats de cursor op “Style” en kies met het [VALUE]-wiel een andere Style.

Hoofdthema van de song Einde 7) Druk nogmaals op [ARPEGGIATOR] om de arpeg- Tussenstuk met gio uit te schakelen (de indicator dooft). maatwijziging Herhaling van het hoofdthema

Opmerking: Gemarkeerde posities worden onthouden wan- Naar een gemarkeerde maat sprin- neer u de song opslaat (zie blz. 26). gen (Mark Jump) U kunt bepaalde posities in een song markeren en er Markeringen plaatsen dan met één knopdruk naartoe springen. Om dat te We gaan nu in de song van daarnet een markering demonstreren maken we gebruik van een demosong verwijderen (Mark 1 aan het begin van maat 14) en waarin reeds dergelijke markeerpunten zijn er op een andere plaats (aan het begin van het thema, geplaatst. maat 2) een nieuwe aanbrengen.

5 1 2 4 6 3 2 7 1 4 3

1) Druk op [SEQUENCER]. 1) Druk op [STOP] om de weergave te stoppen. 2) Druk op [SELECT]. Opmerking: U kunt ook tijdens de weergave markeringen 3) Steek de diskette met demosongs in de disk drive. plaatsen, maar hier beschrijven we hoe het werkt als u de 4) Kies met het [VALUE]-wiel “31Demo for VE-GS” weergave stopt. (werkt u met een GM-compatibele klankmodule, 2) Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op MARK JUMP kies dan “32Demo for GM”. [1]. 5) Druk op F6 (LOAD) om de song te laden. De indicator dooft om aan te geven dat deze marke- 6) Druk op [PLAY] om de weergave te starten. ring werd gewist. 7) Druk tijdens de weergave op MARK JUMP [1]~[4]. 3) Ga met [BWD] of [FWD] naar maat 2. Aan het einde van de huidige maat springt de weer- 4) Druk op MARK JUMP [1]. gave naar de plaats waarop het markeerpunt zich De indicator licht op om aan te geven dat deze posi- tie werd gemarkeerd.

Maat 2Maat 14 Maat 30 Maat 38 Maat 46

Als u nu tijdens de weergave op MARK JUMP [1] drukt springt u naar het begin van maat 2.

31 MC-80 book Page 32 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

Overzicht van de MC-80 3. Overzicht van de MC-80

In dit hoofdstuk maakt u kennis met een aantal basisbegrippen, werkwijzen, enz. die essentieel zijn voor de MC-80. Als u nog nooit met een sequencer hebt gewerkt is dit verplichte leeskost, anders raakt u in het vervolg van de hand- leiding mogelijk het noorden kwijt.

3.1 Wat kan de MC-80? 3.2 Hoe werkt een sequencer?

De MC-80 kadert in de rijke familietraditie van de Roland MC-serie, een serie die uitblinkt in betrouw- Wat is een sequencer? baarheid en veelzijdigheid. Dit zijn de voornaamste Een MIDI-sequencer onthoudt wat u speelt op uw eigenschappen van de jongste telg: MIDI-klavier, -gitaar, -drumstel, enz., inclusief de bewegingen die u uitvoert met modulatiehendels, ☛ Sequencer] pedalen, enz. Al deze informatie wordt opgeslagen in Uiteraard is de MC-80 in eerste instantie een sequen- de vorm van MIDI-commando’s. Bij de weergave cer, waarmee u muziek kunt opnemen, weergeven, wordt deze informatie opnieuw naar de aangesloten editen enz. klankmodules e.d. gezonden. Deze voeren de com- ☛ Creatieve begeleidingsfuncties mando’s uit en imiteren dus eigenlijk wat u tijdens Met de Phrase Sequencer en de Arpeggiator heeft de de opname hebt gespeeld. MC-80 goed nieuws in huis voor wie graag live speelt Voor een goed begrip: de MC-80 neemt geen geluid en improviseert. op, zoals een bandopnemer dat doet, maar enkel informatie. Dat heeft verschillende voordelen: infor- ☛ Eigentijdse opslagmedia matie is manipuleerbaar, dus kunt u achteraf nog Naast de vertrouwde floppy disk drive biedt de beslissen dat u een bepaalde partij liever met een MC-80 plaats aan een optionele Zip-drive (capaciteit andere klank hoort, het geheel liever wat sneller had 100 MB per schijf, equivalent aan ±70 2HD disket- (zónder de toonhoogte te wijzigen), graag een extra tes) of een harde schijf (capaciteit 1~2.1GB, equiva- refrein had tussengevoegd, enz. De mogelijkheden lent aan ±730~1460 2HDdiskettes). Bovendien kunt zijn eindeloos, en aangezien het geluid steeds uit de u via het (los verkrijgbare) SCSI-interface externe klankmodules komt gaat de geluidskwaliteit er niet Zip-drives of harde schijven aansluiten. bij iedere manipulatie op achteruit, zoals bij mag- Opmerking: De MC-80 herkent harde schijven van gelijk neetband wel het geval is. welke capaciteit, maar kan er maximaal 2.1 GB van gebrui- ken. MC-80 ☛ Optionele interne klankgenerator Via MIDI kan de MC-80 met externe klavieren, Weergave van de drumpads, gitaren, klankmodules enz. communice- MC-80 ren. Bovendien kunt u uw MIDI-sporen synchroni- seren met de audiosporen die u op uw Roland VS hard disk-recorder opneemt. Installeert u de VE-GS MIDI OUT 1 of 2 Pro uitbreiding, dan hebt u zelfs geen externe klank- bron meer nodig. Commando's vertellen welke toet- sen moeten worden ingedrukt enz.

Klank- module MIDI IN De klankmodule voert de commando's uit

32 MC-80 book Page 33 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

Overzicht van de MC-80

Wat is een spoor? Phrase Tracks 1~16, Tempo Tracks, Beat Tracks en Patterns. Een spoor (Track in het Engels) bevat een bepaalde partij: een melodische partij, een ritme, tempo- SONG (MC-80 formaat) informatie, enz. Sporen kunt u het best vergelijken

met muzikanten in een orkest: er is een bassist, een Spoor 1 drummer, enz. Eventueel een dirigent, die u als equi- Spoor 2 valent van het tempospoor zou kunnen zien. Spoor 3 De MC-80 maakt gebruik van verschillende soorten sporen:

Spoor 16 ■ Phrase Tracks 1~16 Tempo-spoor Deze 16 sporen bevatten instrumentale partijen Beat-spoor (noten dus). Dat kunnen zowel melodische als ritmi- sche partijen zijn. Elk van de 16 Phrase Tracks heeft een eigen knop, waarmee u de weergave van dat Pattern (1~100) Phrase Sequence spoor kunt in- of uitschakelen. Transpositie Track-knoppen Mark 1/2/3/4 Pattern 001 TRK INFO

¥De weergave van de song doet beroep op de sporen 1~16 en op eventuele Tempo- of Beat-sporen. ¥Patterns zijn losse patronen die in principe los van de song staan, maar desgewenst in n van de sporen 1~16 kunnen ■ Tempo Tracks worden geplaatst. Tempo-sporen sturen eventuele tempoveranderin- gen die u in de loop van de song wilt opnemen. Opmerking: Naast de hierboven vernoemde informatie wor- den in een song ook markeerpunten (zie blz. 47), Repeat- instellingen (zie blz. 45) en Track Mute-instellingen opgesla- Tempo/Beat-knop gen. Let wel: dit is enkel het geval wanneer u een song opslaat als MC-80 song. Gebruik u het Standard MIDI File-formaat, dan gaat deze extra informatie verloren.

Wat is een MIDI-kanaal? ■ Beat Tracks We hebben daarnet gezien dat de MC-80 volledige arrangementen kan onthouden, met voor ieder Dit spoor onthoudt de maatsoort van de song, en instrument een partij. Dat alles gaat via één MIDI- eventuele maatwijzigingen. kabeltje naar de klankmodules, synthesizers, enz. Gelukkig werkt MIDI met verschillende kanalen, op Tempo/Beat-knop die manier weten de klankmodules welke partij voor welk instrument bedoeld is. Zo wordt bijvoorbeeld de pianopartij op MIDI-kanaal 1 gezonden, de bas op kanaal 2, enz.

MIDI-kanaal

Wat is een Song? Dat een song in het Engels een “lied” betekent weet u waarschijnlijk wel. In MC-80 jargon is een Song de verzamelde informatie voor één muziekstuk van alle Als u wilt u kunt u ieder spoor data voor alle 16 MIDI-kanalen laten ontvangen. Mensen die vroeger reeds met een MC-50, MC-500 of MC-300 hebben gewerkt kunnen dus hun vertrouwde gang van zaken op deze instrumenten nabootsen (zie blz. 51).

33 MC-80 book Page 34 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

MC-80 Handleiding

Intern geheugen versus diskettes [F1]~[F6]. Door op zo’n functieknop te drukken gaat u naar de overeenkomstige pagina. Tijdens de opname bewaart de MC-80 data in zijn interne geheugen. Ook wanneer u songs die zich op diskette bevinden wilt editen moeten die eerst in het interne geheugen worden geladen. Het resultaat van uw werkzaamheden kunt u dan opnieuw op diskette schrijven. Druk op de functieknop voor Opnemen/Editen de pagina waar u naartoe wilt gaan.

laden schrijven

Parameterwaarden wijzigen Alle “variabelen” die u in de MC-80 kunt instellen Zip disk Diskette noemen we parameters. Alle pagina’s bevatten ver- schillende parameters, waartussen u kunt navigeren Opmerking: Haal de diskette nooit uit de drive terwijl de met de cursor. Plaats eerst de cursor op de parameter indicator op het frontpaneel nog knippert. die u wilt wijzigen en kies vervolgens de gewenste waarde. Om de cursor te bewegen gebruikt u de volgende knoppen: 3.3 Bediening via het frontpaneel Omhoog

Display-pagina’s kiezen Naar links Naar rechts Samenhorende functies zijn in principe gegroepeerd onder éénzelfde pagina, zodat u niet lang hoeft te Omlaag zoeken. Zo bevindt de naam van de song (Song Name) zich op de Setup-pagina van de Sequencer- Cursor functies:

F1 (SONG NAME) F2 (CPY RIGHT) F3 (PHRASE) F4 (ARPEGGIO) Om een waarde te wijzigen kunt u gebruik maken F5 (MARK JUMP) F6 (SONG INFO) van:

F1 (SETUP) F1 (GRID) F2 (QUANTIZE) F2 (SHUFFLE) ■ Het [VALUE]-wiel SEQUENCER F3 (TRK EDIT) F3 (GROOVE) F4 (MICRO) F5 (SAVE) F6 (TRK INFO)

Om de Song Name te bereiken drukt u dus eerst op [SEQUENCER] om naar de “basispagina” van de sequencer (dit is de SONG PLAY-pagina) te gaan. De verschillende functies die u vanuit deze pagina kunt Hiervoor kiest u best wanneer u grote waardespron- kiezen worden afgebeeld boven de functieknoppen gen wilt overbruggen. Door naar rechts (in wijzer-

34 MC-80 book Page 35 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

Overzicht van de MC-80

zin) te draaien verhoogt u de waarde, door naar links 3.4 Andere nuttige functies te draaien (tegenwijzerzin) verlaagt u ze.

■ [INC/+][DEC/-]-knoppen Undo/Redo De laatste waarde die u hebt ingevoerd of gewijzigd, of de laatste opname die u hebt gemaakt kunt u steeds annuleren door [SHIFT] ingedrukt te houden en op [UNDO/REDO] te drukken. Beslist u vervol- Deze zijn handig als u waarden stap voor stap wilt gens dat de situatie vóór u de “Undo” uitvoerde u wijzigen. Druk op [INC/+] om een hogere waarde te beter bevalt, druk dan nogmaals op kiezen en op [DEC/-]om een lagere waarde te kiezen. [SHIFT]+[UNDO/REDO]. In dat geval wordt de Houd de betreffende knop ingedrukt als u de waarde geannuleerde wijziging hersteld. doorlopend wilt verhogen resp. verlagen. Wilt u nog sneller door de waarden stappen, houd Voor de opname dan [INC/+] (of [DEC/-]) ingedrukt en druk tegelijk op [DEC/-] (of [INC/+]).

■ [0]~[9] knoppen (cijferklavier) Opname

Na de opname

Help-functie Gebruik deze knoppen als u precies weet welk waar- de u wilt invoeren. De Help-functie verschaft u uitleg bij de voornaam- ste functies van de MC-80. De verklaringen zijn Als u met de cijferknoppen een waarde intikt, wordt georganiseerd volgens trefwoorden. Het werkt als die eerst in een kadertje afgebeeld. Om de waarde volgt: effectief in te voeren moet u op [ENTER] drukken. 1) Druk op [TOOLS] (de indicator licht op) en vervol- gens op [F6 (HELP)]. U komt terecht in het onderstaande scherm:

Met [SHIFT]+[0] kunt u bovendien wisselen tussen positieve (+) en negatieve waarden (-). Enkele voorbeelden: Druk op [F1 (CANCEL)] als u wilt terugkeren naar → → Om 38 in te voeren: druk op [3] [8] [ENTER] de SONG PLAY- of QUICK PLAY-pagina. → → → Om -60 in te voeren: druk op [0] [6] [0] 2) Kies met [F2 (UP)] of [F3 (DOWN)] het gewenste [ENTER] trefwoord. Opmerking: Bij sommige parameters hoeft u niet op 3) Druk op [F6 (SELECT)]. In het display wordt nu de [ENTER] te drukken om de waarde in te voeren. uitleg voor het gekozen trefwoord afgebeeld. Opmerking: Zolang u nog niet op [ENTER] hebt gedrukt Opmerking: Door op [F1 (INDEX)] te drukken kunt u terug- kunt u nog steeds tussen + en - wisselen. keren naar de “HELP INDEX”. 4) Wilt u meteen naar de pagina met de parameters voor de gekozen functie, druk dan op [F6 (GO NOW)].

35 MC-80 book Page 36 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

MC-80 Handleiding

Opmerking: Als er geen corresponderende pagina is voor de gekozen functie verschijnt [F6 (GO NOW)] niet in beeld.

File Sort-functie Met deze functie kunt u in de SONG SELECT-pagina kiezen of u de afbeelding van de bestanden wilt rang- schikken volgens song-naam of volgens bestands- naam. 1) Druk op [SELECT] om naar de SONG SELECT- pagina te gaan. 2) Druk op [F2 (SORT)] om afwisselend “by song name” of “by file name” te kiezen.

Panic-functie In een MIDI-setup kan het al eens voorkomen dat er noten “blijven hangen”, d.w.z. dat ze niet ophouden wanneer u de weergave stopt. In dat geval kunt u met de Panic-functie Note Off en Hold Off MIDI-com- mando’s naar de aangesloten klankmodules zenden. 1) Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [TOP] om de genoemde commando’s te zenden.

36 MC-80 book Page 37 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

MIDI-connectors en MIDI-kanalen instellen

MIDI-connectors en MIDI-kanalen 4. instellen

Op de MC-80 vindt u twee MIDI IN- en twee MIDI 4) Druk op [EXIT] om terug te keren naar de vorige OUT-connectors. Elk van deze connectors kan 16 pagina. kanalen verwerken. In totaal beschikt u dus over 32 Opmerking: De instellingen in de MIDI SETUP-pagina wor- in- en uitgangskanalen. Hieronder laten we zien hoe den opgeslagen in de System Configuration File (zie blz. 101). u de juiste MIDI-connector en het juiste MIDI- kanaal kunt kiezen. In de praktijk bieden de twee ingangen u de moge- lijkheid om twee MIDI-stuurbronnen tegelijk aan te sluiten (MIDI-klavier, MIDI-gitaar, MIDI-percus- 4.2 MIDI OUT-connector/interne sie, enz.) en vervolgens tussen die twee heen en weer klankbron selecteren te schakelen. Twee uitgangen betekent dat u 32 MIDI-kanalen tegelijk kunt aanspreken, wat tegen- U kunt kiezen of u de informatie van de MC-80 naar woordig geen overbodige luxe is, aangezien de mees- externe klankmodules (via MIDI OUT), naar de te klankmodules 16 multitimbrale partijen kunnen interne klankbron (VE-GS Pro) of naar beide wilt verwerken. sturen. Als u de fabrieksinstellingen ongemoeid laat Opmerking: Als voorbeeld wordt in de uitleg hieronder een worden zowel interne als externe klankbronnen aan- verbinding met de VE-GS Pro gehanteerd. Als u die niet hebt gestuurd. geïnstalleerd zal de scherminhoud van uw MC-80 er uiter- Opmerking: Meer over de VE-GS Pro vindt u vanaf blz. 105. aard anders uit zien. Opmerking: De MIDI SETUP-instellingen die u maakt wor- den opgeslagen in de System Configuration File. Meer gede- Enkel externe klankbronnen aanstu- tailleerde informatie vindt u op blz. 101. ren Opmerking: De instellingen van de TRACK INFO-pagina Om enkel externe klankbronnen aan te sturen moe- worden mee opgeslagen wanneer u de song bewaart. ten we eerst de beide MIDI OUT-connectors active- Opmerking: Tijdens de weergave wordt in de TRACK INFO- ren. pagina “Now Playing” wordt afgebeeld. Wilt u informatie over de inhoud van de sporen zien, dan moet u de weergave 1) Druk op [TOOLS] (de indicator licht op) en vervol- eerst stoppen. gens op [F3 (MIDI)] om naar de “MIDI Setup”- pagina te gaan.

4.1 MIDI IN-connector selecteren

2) Kies voor MIDI OUT de optie “1&2” en voor To V- EXP “OFF”. Vervolgens kunt u voor ieder spoor de te gebruiken connector kiezen. 3) Laad de song waarvoor u instellingen wilt maken 1) Druk op [TOOLS] (de indicator licht op) en vervol- (zie blz. 92). gens op [F3 (MIDI)] om naar de “MIDI Setup”- pagina te gaan. 2) Plaats de cursor op MIDI IN. 3) Kies met het [VALUE]-wiel de gewenste connector: “IN1” als u uw MIDI-klavier, -gitaar, enz. op MIDI IN 1 hebt aangesloten, “IN2” als u voor MIDI IN 2 hebt geopteerd.

37 MC-80 book Page 38 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

MC-80 Handleiding

4) Druk op [SEQUENCER] en vervolgens op [F6 Zorg eerst dat er in de VE-GS Pro twee Part-groepen (TRK INFO)] om naar de “TRACK INFO”-pagina (A en B) actief zijn (meer over Part-groepen en hoe te gaan. u ze activeert vindt u op blz. 106). 1) Druk op [TOOLS] (de indicator licht op) en vervol- gens op [F3 (MIDI)] om naar de “MIDI Setup”- pagina te gaan.

5) Plaats de cursor op OUTPUT. Kies “1”, “2” of “1 2” naar gelang u het betreffende spoor naar MIDI OUT 1, 2 of beide wilt sturen. 2) Kies voor MIDI OUT de optie “OFF” en voor To V- Externe en interne klankbronnen EXP “A&B”. aansturen Vervolgens kiest u voor ieder spoor naar welke Part- groep van de VE-GS Pro wordt aangesproken. U kunt aparte instellingen maken voor de interne en 3) Laad de song waarvoor u instellingen wilt maken externe klankgenerators. (zie blz. 92). Opmerking: In het onderstaande voorbeeld is de externe 4) Druk op [SEQUENCER] en vervolgens op [F6 klankmodule met MIDI OUT 1 verbonden. (TRK INFO)] om naar de “TRACK INFO”-pagina 1) Druk op [TOOLS] (de indicator licht op) en vervol- te gaan.

gens op [F3 (MIDI)] om naar de “MIDI Setup”- Kies "1" om Part-groep A aan te sturen en "2" om Part-groep B pagina te gaan. aan te sturen.

5) Plaats de cursor op OUT. 2) Kies voor MIDI OUT de optie “1 Only” en voor To Kies “1”, “2” of “1 2” naar gelang u het betreffende V-EXP “B Only”. spoor naar Part-groep A, B of beide wilt sturen. Vervolgens kiest u voor ieder spoor de interne of externe klankgenerator. 3) Laad de song waarvoor u instellingen wilt maken (zie blz. 92). 4) Druk op [SEQUENCER] en vervolgens op [F6 4.3 Functie van MIDI THRU (TRK INFO)] om naar de “TRACK INFO”-pagina te gaan. “Thru Select” Kies"1" als u het spoor naar de MIDI OUT wilt zenden en "2" als u het naar de VE-GS Pro wilt zenden. De MIDI THRU-connector stuurt normaal de gege- vens die via MIDI IN worden ontvangen verder naar andere instrumenten. U kunt deze connector echter ook laten fungeren als MIDI OUT voor de VE-GS Pro. Vanuit de fabriek is voor “THRU” gekozen, omdat u deze instelling waarschijnlijk het meest zult gebruiken. 5) Plaats de cursor op OUT. Kies “1”, “2” of “1 2” naar gelang u het betreffende 1) Druk achtereenvolgens op [TOOLS], [F3 (MIDI)] spoor naar de interne, externe of beide klankgenera- en [F1 (SETUP)] om naar de MIDI SETUP-pagina toren wilt sturen. te gaan. 2) Plaats de cursor op “Thru Select”. Enkel de interne klankgenerator 3) Kies met het [VALUE]-wiel de gewenste waarde. aansturen THRU De connector fungeert als MIDI THRU. Volg de onderstaande procedure als u enkel de inter- De connector fungeert als MIDI OUT voor EXP OUT ne klankbron (VE-GS Pro) wilt aanspreken. De de VE-GS Pro. MIDI OUT-connectors blijven in dit geval werkloos.

38 MC-80 book Page 39 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

MIDI-connectors en MIDI-kanalen instellen

4) Druk op [SEQUENCER] om terug te keren naar de SONG PLAY-pagina.

“Soft Thru” Deze parameter hoeft u slechts in bepaalde gevallen in te stellen, bijvoorbeeld wanneer uw MIDI-klavier geen Local Off-functie heeft. Normaal mag u deze parameter op “ON” laten staan. 1) Druk achtereenvolgens op [TOOLS], [F3 (MIDI)] en [F1 (SETUP)] om naar de MIDI SETUP-pagina te gaan. 2) Plaats de cursor op “Soft Thru”. 3) Schakel het [VALUE]-wiel “ON” of “OFF”. 4) Druk op [SEQUENCER] om terug te keren naar de SONG PLAY-pagina.

4.4 MIDI-kanaal per spoor kiezen

Per spoor kunt het MIDI-kanaal definiëren waarop er data worden ontvangen. 1) Druk op [SEQUENCER] en vervolgens op [F6 (TRK INFO)] om naar de “TRACK INFO”-pagina te gaan.

2) Plaats de cursor op Ch. 3) Ga vervolgens met de ▲ ▼ cursorknoppen naar het spoor waarvoor u het MIDI-kanaal wilt instel- len. 4) Kies het gewenste MIDI-kanaal.

Het spoor ontvangt enkel data op het Ch1~Ch16 gekozen MIDI-kanaal. Het spoor ontvangt data op alle MIDI- ALL kanalen.

Opmerking: Bij de weergave worden de data ook op de hier- boven gedefinieerde kanalen gezonden.

39 MC-80 book Page 40 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

MC-80 Handleiding 5. Weergavefuncties

De MC-80 biedt heel wat mogelijkheden bij het weergeven van Songs en Patterns. Die leert u kennen in het nu vol- gende hoofdstuk. Voor zover we geen expliciet onderscheid tussen Songs en Patterns maken geldt de uitleg voor beide.

5.1 Basisinstellingen 1/8 achtste noot 1/12 achtste noot triool Metronoominstellingen 1/16 zestiende noot Opmerking: In de fabriek werd het volume van de metro- noom relatief hoog afgeregeld, opdat u hem ook tijdens het Beep (ON, OFF) spelen duidelijk zou kunnen horen. Desgewenst kunt u met de Hiermee schakelt u het interne metronoomgeluid [CLICK LEVEL]-regelaar een lager volume kiezen. van de MC-80 in (ON) of uit (OFF). Om naar de “METRONOME SETUP”-pagina te MIDI Output gaan drukt u achtereenvolgens op [TOOLS] en op Hiermee bepaalt u of de metronoomklik naar MIDI [F2 (METRONOME)]. Eens u de nodige instellingen OUT 1 of 2 wordt gezonden. hebt gemaakt kunt u op [F6 (OK)] drukken om terug te keren naar de vorige pagina. De klik wordt naar geen van beide MIDI-uit- OFF gangen gezonden. De klik wordt enkel naar MIDI OUT 1 1 Only gezonden. De klik wordt enkel naar MIDI OUT 2 2 Only gezonden. Dit zijn de parameters die u op deze pagina kunt De klik wordt naar beide MIDI-uitgangen instellen: 1&2 gezonden. Mode Hiermee bepaalt u wanneer de metronoom tikt. Channel (1~16) OFF De metronoom tikt nooit. Hiermee bepaalt u op welk MIDI-kanaal de klik wordt gezonden. De metronoom tikt enkel tijdens de PLAY Only weergave. Gate Time (1~5) De metronoom tikt enkel tijdens de Hiermee bepaalt u de duur van de metronoomtikken REC Only opname. (dus hoe lang de externe klankmodule bij iedere tik blijft doorklinken). De metronoom tikt enkel tijdens REC&PLAY opname en weergave. Note (0~127 (C-1~G9)), Velo (1~127) Hiermee kiest u het nootnummer (Note) en de aan- Interval slagwaarde (Velo) waarmee de klik in de externe Hiermee bepaalt u de nootwaarde van de metro- klankmodule wordt weergegeven. noomtikken:

De metronoom neemt de maatsoort van de Overzicht van de sporen geselecteerde song over. “Auto” wordt auto- Auto Het grote display van de MC-80 biedt plaats aan matisch gekozen als u een nieuwe song selec- handige overzichtspagina’s waarin u in één oogop- teert. slag de voornaamste gegevens voor een aantal sporen 1/2 halve noot kunt zien. Let wel: als u tijdens de weergave op [F6 3/8 gepunte kwartnoot (TRK INFO)] drukt wordt de aan- of afwezigheid van data op de sporen misschien niet aangeduid. U 1/4 kwartnoot

40 MC-80 book Page 41 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

Weergavefuncties

kunt hier een mouw aan passen door de weergave Quick Play even te stoppen. We gaan er van uit dat u de song die u wilt bekijken hebt geladen. Druk nu op [SEQUENCER], gevolgd door [F6 (TRK INFO)] om naar de “TRACK INFO”- pagina te gaan.

PLAY/MUTE Opnamekanaal Bij deze methode worden songs rechtstreeks van dis- kette weergegeven. Dat gaat dus snel (vandaar de naam…) – de song hoeft tenslotte niet in het interne geheugen te worden geladen – maar impliceert met- een dat editen en opnemen niet mogelijk is. Boven- dien kunt u de Marker en Repeat functies niet gebruiken. Dit is dan ook de aangewezen methode Geselecteerde Zijn er al dan niet data als u een song gewoon wilt weergeven, zonder er nog MIDI OUT-connector aanwezig iets aan te veranderen, bij op te nemen, enz. Mute: In deze kolom wordt aangeduid of het spoor is in- of uitgeschakeld. Ch: Hiermee kiest u op welk kanaal het betreffende Song Play spoor opneemt (zie blz. 40). Out: Hiermee kiest u naar welke MIDI-uitgang het spoor wordt gezonden. 1…8, 9…16: Deze kolom geeft aan voor welk(e) MIDI-kana(a)l(en) het spoor data bevat. Een ■ “ “geeft aan dat er data aanwezig zijn. Bij deze weergavemethode moet de song eerst in het Ex: Deze kolom dient om System Exclusive-data te interne geheugen van de MC-80 worden geladen. signaleren. Een “■“geeft aan waar deze data aanwe- Daar staat tegenover dat u in dit geval wel naar har- zig zijn. telust kunt editen en opnemen, en dat ook de Mar- Pt: Deze kolom dient om Pattern Call-commando’s ker- en Repeat-functies bruikbaar zijn. te signaleren. Een “■“geeft aan waar deze comman- Vooruit- en terugspoelen gebeuren bovendien snel- do’s aanwezig zijn. ler, aangezien de diskette niet hoeft te worden aange- sproken.

5.2 Twee weergavemethodes 5.3 Songs of Patterns weergeven De MC-80 kan weergeven op twee manieren – vol- gens twee methodes, zo u wilt. Welke van de twee u kiest hangt af van de toepassing die u voor ogen hebt, Voornaamste transportfuncties beide hebben namelijk specifieke voordelen. We Laten we even de transportknoppen overlopen: kunnen hier alvast verklappen dat Song Play-mode een stabielere weergave garandeert als de song erg veel data bevat of met een resolutie van 480 of meer werd opgenomen. Maar laten we even kijken wat het fundamentele verschil tussen de twee methodes is.

[TOP]: Hiermee gaat u naar het begin van de Song of het Pattern. [BWD]: Druk hierop om naar de vorige maat in een Song of Pattern te gaan. Als u één keer drukt gaat u één maat terug; door de knop ingedrukt te houden spoelt u doorlopend terug. Houdt u tegelijk ook de

41 MC-80 book Page 42 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

MC-80 Handleiding

[FWD]-knop ingedrukt, dan verloopt het terugspoe- 5) Plaats de cursor op de song die u wilt weergeven. len nog sneller terug. 6) Druk op [PLAY] als u de song rechtstreeks van de [FWD]: Druk hierop om naar de volgende maat in schijf wilt weergeven (Quick Play, zie vorige blz.). een Song of Pattern te gaan. Als u één keer drukt gaat Verkiest u de Song Play-methode (zie vorige blz.), u één maat vooruit; door de knop ingedrukt te hou- druk dan eerst op [F6 (LOAD)] om de song te laden den spoelt u doorlopend vooruit. Houdt u tegelijk en vervolgens op [PLAY]. ook de [BWD]-knop ingedrukt, dan verloopt het terugspoelen nog sneller terug. ■ Standard MIDI Files [END]: Druk op deze knop om naar het einde van De bovenstaande werkwijze kunt u ook gebruiken een Song of Pattern te gaan. In Chain Play (zie om songs in het Standard MIDI File-formaat (SMF) blz. 48) start u hiermee ook de weergave van de vol- te laden en weer te geven. gende song. SMF is een standaard-formaat, dat abstractie maakt [STOP]: Druk hierop om de opname of weergave te van merk- en type-gebonden sequencerfuncties. Dat stoppen. betekent dat u MC-80 songs, die u als SMF opslaat, [PLAY]: Hiermee start u de weergave van een Song of op zowat iedere sequencer kunt weergeven. Het Pattern. werkt ook in de andere richting: songs die u op gelijk [REC]: Hiermee start u de opname van een Song of welke andere sequencer als SMF “exporteert” kunt u Pattern. probleemloos op de MC-80 weergeven. [BEAT]: Deze indicator geeft de maat aan middels In feite onderscheiden we bij SMF’s nog twee “sub- rode en groene indicators. formaten”: formaat 0 en formaat 1. Dit is het verschil tussen de twee:

SMF Spoorverdeling in de Songs weergeven Aantal sporen Formaat MC-80 1) Steek een diskette in de disk drive. Alle MIDI-kanalen komen 0 1 spoor 2) Druk op [SELECT] om naar de “Song Select”-pagi- op 1 spoor terecht. na te gaan. Sporen worden één op één Opmerking: Door op [F3 (VIEW SW)] te drukken komt u 1 1~255 sporen naar de MC-80 gekopieerd. terecht in een pagina voor het selecteren van de bestandstypes die u in de “SONG SELECT”-pagina te zien wilt krijgen. Nadat u de cursor op een bestandstype hebt geplaatst kunt u Opmerkingen in verband met SMF Formaat 0 en 1 met [INC/+][DEC/-] kiezen of u dat type al dan niet wilt • Als u een song laadt die meer dan 16 sporen bevat, laten afbeelden (aangekruiste types worden afgebeeld). Druk op [EXIT] als u wilt terugkeren naar de “SONG SELECT”- dan worden alle spoornummers hoger dan 16 pagina. samengebracht op spoor 16. 3) Druk op [F1 (DRIVE)] om de drive te selecteren. • Bij de weergave van een SMF Formaat 1 song volgens de Quick Play-methode krijgt u spoor 17 en hoger 4) Als u een song wilt weergeven die zich in een folder niet te horen. U kunt deze sporen beschikbaar bevindt, plaats dan de cursor op die folder en druk maken door de song eerst te laden. op [F5 (OPEN)]. • Zoals gezegd komen bij een formaat 0 song alle data op spoor 1 terecht. Desgewenst kunt u deze data na het laden echter uitsplitsen over verschillende spo- ren. Zie “SMF uitsplitsen” op blz. 93. • Bij een QUICK PLAY-weergave van een formaat 0 song lichten alle spoorknoppen op. U kunt er in dit geval individuele MIDI-kanalen mee in- of uitscha- kelen. • Een correcte QUICK PLAY-weergave van SMF’s met een resolutie van 480 of meer is niet mogelijk op de MC-80. Dergelijke songs moet u eerst in de MC-80 laden en vervolgens weergeven (zie blz. 92).

42 MC-80 book Page 43 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

Weergavefuncties

■ Songs uit de XP-50/60/80 Onder “Tempowijzigingen opnemen” hiernaast Ook voor songs die met een instrument uit de laten we zien hoe u een bepaald fragment van de Roland XP-serie zijn gemaakt kunt u de bovenstaan- song sneller of trager kunt weergeven. de werkwijze volgen. ■ Tempo wijzigen in het Tempo-venster ■ Songs uit de MC-50mkII, ... Songs uit de Roland MC-50, MC-50mkII, MC-500, MC-500mkII en MC-300 (Super MRC-bestanden) kunt u niet zonder meer volgens de QUICK PLAY- 1) Druk op [TEMPO] om naar het “TEMPO”-venster methode weergeven. In stap 6 van de bovenstaande te gaan. procedure moet u de song dus eerst laden alvorens u hem weergeeft. Bewaart u de geladen song vervol- 2) Kies met het [VALUE]-wiel, de [INC/+][DEC/-] gens als MC-80 Song, dan kunt u hem achteraf wél knoppen of het cijferklavier het gewenste tempo rechtstreeks van diskette weergeven. (5~300). 3) Druk op [EXIT] om het venster te verlaten.

Patterns weergeven ■ Tempo tikken op de [TAP]-knop Iedere song kan tot 100 verschillende Patterns bevat- ten. Die Patterns worden steeds samen opgeslagen met de song waarin ze thuishoren. Om een bepaald Pattern weer te geven bent u dus verplicht eerst de bijbehorende song te laden. 1) Start de weergave van de song. Opmerking: Een Pattern neemt steeds de MIDI OUT-toewij- 2) (Druk op [TEMPO] om naar het “TEMPO”-ven- zing over van het song-spoor waarop het zich bevindt. ster te gaan.) Deze stap is in feite niet nodig, maar het is wel zo 1) Laad de song die het Pattern bevat dat u wilt weer- handig om de tempowaarde te zien terwijl u ze intikt. geven (zie blz. 92). 3) Tik een vierkwartsmaat op de [TAP]-knop. De 2) Druk op [SEQUENCER] en vervolgens op [PAT- intervallen die u tussen de tikken laat bepalen het TERN] om naar de “PATTERN PLAY”-pagina te nieuwe tempo, dat u meteen kunt aflezen in het gaan. Tempo-venster.

Tempowijzigingen opnemen Stel dat u aan een song werkt waarin u de strofes traag en slepend wilt houden, maar de refreinen tel- 3) Plaats de cursor op het Pattern-nummer: kens snel en geagiteerd wilt laten klinken. Het goede “PTN***”. nieuws is dan dat u de MC-80 opdracht kunt geven 4) Kies met het [VALUE]-wiel het gewenste Pattern. om vanaf een bepaalde maat naar een ander tempo te 5) Druk op [PLAY] om de weergave van het Pattern te gaan. Deze zogenaamde “tempowijzigingen” wor- starten. den opgenomen op het tempospoor. Net zoals de overige sporen kunt u dit spoor in detail bekijken op de “MICROSCOPE”-pagina. Weergavetempo wijzigen Dit doet u door de gewenste tempowaarde te speci- fiëren in het Tempo-venster. Nog makkelijker kan Tik Tempo het door gewoon in de maat op de [TAP]-knop te Maat Tel tikken. Wilt u opnieuw het originele tempo kiezen, druk dan in het Tempo-venster op [F6 (RESET)]. 1) Laad de song waarin u tempowijzigingen wilt aan- Als u op de bovenstaande manier het tempo wijzigt, brengen. geldt dat voor de hele song. Bovendien is deze wijzi- 2) Druk op [SEQUENCER] en vervolgen sop [F4 ging slechts tijdelijk. Slechts indien u de song met het (MICRO)] om naar de “Microscope”-pagina te gewijzigde tempo opslaat blijft de nieuwe waarde gaan. behouden. 3) Druk op [TEMPO/BEAT] om het tempospoor te selecteren.

43 MC-80 book Page 44 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

MC-80 Handleiding

Opmerking: Met de [TEMPO/BEAT]-knop kiest u afwisse- 2) Zorg dat de weergave gestopt is (tijdens de weerga- lend het Tempo-spoor en het Beat-spoor. ve kunt de MIDI Update-functie niet gebruiken). 4) Plaats de cursor op de maat, tik of tel-waarde. 3) Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [PLAY]. 5) Kies met het [VALUE]-wiel de plaats waarop u de Het display beeldt even “MIDI UPDATE…” af en tempowijziging wilt invoeren. vervolgens “Completed”. Daarmee geeft het aan dat 6) Druk op [F1 (CREATE)]. alle “overgeslagen” commando’s inmiddels naar de klankmodules zijn gezonden. 7) Plaats de cursor op de tempowaarde en kies het gewenste tempo. Opmerking: Als u een nieuwe globaal tempo kiest (zie “Weergavetempo wijzigen” hierboven) voor een song waarin tempowijzigingen zijn aangebracht, dan worden alle tempo’s 5.4 Transponeren tijdens de weer- in de song relatief verhoogd of verlaagd. Bv.: als u in een song met de tempo’s 90 en 110 het globale tempo met “10” ver- gave (Realtime Transpose) hoogt worden de nieuwe tempo’s 100 en 120. Opmerking: Patterns hebben geen eigen Tempo-spoor. Ze Transponeren volgen steeds het tempo van de song waarin ze zich bevinden. De MC-80 laat toe een andere toonaard te kiezen Opmerking: Op de positie 1-1-0 van de Microscope-pagina zonder de weergave te stoppen. Dat is bijvoorbeeld ziet u steeds het standaardtempo van de song. Dit is dus het handig als de zanger(es) die u begeleidt even enkele tempo dat wordt gekozen wanneer u in de TEMPO-pagina op [F6 (RESET)] drukt. toonaarden wilt laten langskomen tot hij/zij de juiste heeft gevonden. Opmerking: Op blz. 55 leest u hoe u tempowijzigingen in realtime kunt opnemen.

■ Tempowijzigingen tijdelijk opheffen U kunt het tempospoor even uitschakelen als u de song zonder tempowijzigingen wilt horen. 1) Druk op [TRANSPOSE] om naar de “TRANSPO- 1) Druk op [SEQUENCER] om naar de SONG PLAY- SE”-pagina te gaan. pagina te gaan. 2) Plaats de cursor op het “Value”-veld. 2) Zorg dat de weergave gestopt is (tijdens de weerga- 3) Kies met het [VALUE]-wiel de gewenste transposi- ve kunt het tempospoor niet uitschakelen). tie (-24~+24”. 3) Druk op [TEMPO/BEAT] (de indicator dooft). Iedere stap staat voor een halve toon. “+2” betekent Om het tempospoor weer in te schakelen drukt u dus een toon hoger; “-3” is anderhalve toon lager. nogmaals op [TEMPO/BEAT] (de indicator licht Opmerking: Door op [F6(CENTER)] te drukken kiest u op). opnieuw “0” (geen transpositie). 4) Druk op [EXIT] zodra u de nodige instellingen Weergave na het begin van de song hebt gemaakt. U keert dan terug naar de vorige starten (MIDI Update) pagina. Als u liever transponeert door meteen een nieuwe Naast nootinformatie bevat een song uiteraard nog toonaard te specifiëren, dan moet u stap 1~3 hierbo- heel wat andere MIDI-commando’s, bv. pitch- ven vervangen door het onderstaande trio: bends, klankkeuzes, enz. Als u de weergave ergens in het midden van een song start (door eerst vooruit of 1) Druk op [TRANSPOSE]. terug te spoelen) worden waarschijnlijk een aantal 2) Plaats de cursor op het “Transpose”-veld. van die commando’s overgeslagen. U hoort dan mis- 3) Kies met het [VALUE]-wiel de gewenste transposi- schien foute klanken, of de toonhoogte klopt niet, tie (-24~+24”. enz. Wilt u bijvoorbeeld van C naar F transponeren, kies De MIDI Update-functie van de MC-80 gaat even dan “C1->F1” of “C2->F2”. In het “Value”-veld ver- kijken welke commando’s er vanaf het begin van de schijnt dan automatisch “+5”. song tot aan de plaats waar u de weergave start zijn overgeslagen en stuurt deze commando’s alsnog naar de klankmodules. Kanaal “vrijwaren” van transpositie 1) Druk op [SEQUENCER] om naar de SONG PLAY- U kunt de transpositie voor ieder MIDI-kanaal apart pagina te gaan. in- en uitschakelen. Dat laatste werd in de fabriek

44 MC-80 book Page 45 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

Weergavefuncties

reeds gedaan voor kanaal 10, aangezien dat in de 1) Druk op [SEQUENCER] en vervolgens op [F1 regel voor drums en percussie dient. Zou u die trans- (SETUP)] om naar de “SONG INFO”-pagina te poneren, dan zou de basdrum bv. plots een hi-hat gaan. worden enz., wat weinig nuttig lijkt. 2) Plaats de cursor op “Fade out time”. In de onderstaande pagina kunt u zoals gezegd ook 3) Stel de gewenste duur (1~30) voor de fade-out in. voor andere kanalen de transpositie uitschakelen. 4) Druk op [EXIT] om terug te keren naar de SONG PLAY-pagina. Opmerking: Deze parameter kunt u enkel instellen voor songs die zich in het interne geheugen bevinden (zie blz. 41). Hij werkt dus niet in Quick Play.

1) Druk op [TRANSPOSE] om naar de “TRANSPO- SE”-pagina te gaan. 2) Plaats de cursor op de “On/Off”-rij onder “Trans- 5.6 Herhaalde weergave (Repeat) pose Switch”. 3) Kies achtereenvolgens de kanalen 1~16 en schakel Met de hieronder beschreven functie kunt u de vol- met [INC/+][DEC/-] de transpositie in (❍) of uit ledige song, of een deel ervan, herhaald weergeven. (_). 1) Druk op [SEQUENCER]. 4) Druk op [EXIT] om terug te keren naar de SONG 2) Ook deze functie werkt enkel voor songs die zich in PLAY-pagina. het interne geheugen bevinden. Indien nodig moet u de song dus eerst laden (zie blz. 92). Opmerking: Voor songs in het MC-80 formaat kunt u de ingestelde herhaling ook bewaren, zodat ze bij de volgende 5.5 Song laten “uitfaden” weergave automatisch wordt uitgevoerd.

Heel wat professionele opnames eindigen met een “fade-out”, waarbij het volume geleidelijk daalt. De a MC-80 biedt een functie waarmee u een song op b deze manier kunt laten eindigen. 1) Start de weergave van de song. 3) Plaats de cursor op “Repeat” en kies het gewenste aantal herhalingen. 2) Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [END]. Het volume daalt geleidelijk, tot u niets meer hoort. De song of het fragment wordt het gespeci- 1~99 Tijdens de fade-out kunt u enkel de [STOP]-knop fieerde aantal keren herhaald. gebruiken. De song wordt eindeloos herhaald, tot u OFF 3) Druk, zodra u niets meer hoort, op [STOP] om de “OFF” kiest. weergave te stoppen. 4) Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [END] om 4) Plaats de cursor op “a” (zie bovenstaande afbeel- opnieuw het originele volume te kiezen. ding) en kies het begin van het te herhalen frag- Opmerking: Ook als u op [TOP], [BWD], [FWD] of [END] ment. drukt wordt het originele volume herstel.d. 5) Plaats de cursor op “b” (zie bovenstaande afbeel- Opmerking: Als u een andere song kiest wordt het originele ding) en kies het einde van het te herhalen frag- volume herstel.d. ment. Opmerking: Deze functie werkt enkel op voorwaarde dat de Voor “a” en “b” kunt u enkel maten en tellen speci- aangesloten klankmodule “Master Volume”-commando’s fiëren. herkent. Dit commando hoort thuis onder de zgn. Universal 6) Druk op [REPEAT] (de indicator licht op). Realtime System Exclusive Messages. 7) Druk op [PLAY] om de weergave te starten. Het gespecifieerde fragment wordt hierbij herhaald. ■ Duur van de fade-out instellen Opmerking: Door tijdens de weergave op [REPEAT] te druk- Volg de onderstaande stappen als u de duur van de ken maakt u een einde aan de herhaalde weergave. Aanpas- fade-out wilt aanpassen. sen van andere Repeat-parameters gaat enkel indien u de weergave stopt.

45 MC-80 book Page 46 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

MC-80 Handleiding

Opmerking: De Repeat-instellingen worden mee bewaard als Opmerking: Bij de weergave van Patterns gelden boven- u de song opslaat in het MC-80 formaat (dat is dus niet het staande functies niet voor sporen, maar voor individuele geval als u voor het SMF-formaat opteert). MIDI-kanalen. Opmerking: Tijdens Quick Play-weergave kunt u enkel de Opmerking: Als u SMF Formaat 0-songs weergeeft lichten volledige song herhalen. Hebt u echter eerder een te herhalen alle spoorknoppen op, ongeacht of u ze had in- of uitgescha- fragment gespecifieerd en samen met de song (in MC-80 for- keld. Deze knoppen dienen in dit geval om individuele MIDI- maat) opgeslagen, dan wordt dat fragment ook tijdens Quick kanalen in of uit te schakelen. Op blz. 93 leest u trouwens hoe Play herhaald. Wilt u een nieuw fragment specifiëren, dan u de individuele partijen van zo’n SMF over verschillende moet u de song eerst in het interne geheugen laden (druk hier- sporen kunt uitsplitsen. voor op [F6 (LOAD)]. Sporen uitschakelen (Track Mute) Om de weergave van individuele sporen uit te scha- 5.7 Volgende song “klaarzetten” kelen gaat u als volgt te werk: (Next Song)

Tijdens de weergave van een song kunt u reeds kie- zen wat de volgende song gaat worden.

1) Druk tijdens de weergave van een song op 1) Druk op TRACK [1]~[16]. De indicators van spo- [SELECT] om naar de “SELECT”-pagina te gaan. ren die u op deze manier uitschakelt beginnen te 2) Plaats de cursor op de song die u hierna wilt weer- knipperen. geven. 2) Druk nogmaals op de knop van een “knipperend” 3) Druk op [ENTER]. spoor als u de weergave opnieuw wilt inschakelen. De naam van de geselecteerde song verschijnt in het Opmerking: Sporen waarvan de indicators niet oplichten “Next”-veld. bevatten geen data. Opmerking: De aan/uit-status van de sporen wordt onthou- den als u de song opslaat in het MC-80 formaat. Dat is niet het geval indien u opteert voor het SMF formaat.

Opmerking: Een dergelijke preselectie kunt u enkel tijdens de Spoor geïsoleerd beluisteren (Solo) weergave maken. “Solo” schakelt de weergave van alle sporen uit, Opmerking: Door op [EXIT] te drukken heft u de preselectie behalve van het spoor dat u selecteert. Deze functie op. kan bijvoorbeeld handig zijn als u in een arrange- Opmerking: Als u op [PLAY] drukt in plaats van [ENTER], ment een partij hoort maar niet zeker bent door welk dan stopt de weergave van de huidige song en wordt meteen spoor die wordt weergeven: u soleert dan gewoon de nieuwe song gestart. Dit heeft dan ook niets meer met pres- spoor voor spoor tot u de partij hebt gevonden. electie te maken, maar is de normale manier om een nieuwe 1) Druk op [SOLO] (de indicator licht op). song te selecteren.

5.8 Sporen in- en uitschakelen

U kunt voor ieder spoor de weergave in- en uitscha- kelen (Track Mute). Verder kunt u ieder gewenst 2) Druk vervolgens op de knop van het spoor spoor in isolatie beluisteren (Solo) en de bekende (TRACK [1]~[16]) dat u apart wilt beluisteren. Roland “Minus One”-functie gebruiken (waarbij u U hoort nu enkel het spoor waarvan u de knop hebt één spoor uitschakelt en vervangt door wat u zelf ingedrukt. Druk nogmaals op [SOLO] als u opnieuw speelt). Hieronder bekijken we al deze mogelijkhe- de overige sporen wilt horen. den in detail.

46 MC-80 book Page 47 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

Weergavefuncties

Eén spoor uitschakelen (Minus One) 4) Zodra het punt dat u wilt markeren voorbijkomt drukt u op een MARK JUMP-knop [1]~[4] waar- Met deze functie schakelt u de weergave van één van de indicator nog niet oplicht. spoor tijdelijk uit, zodat u hier zelf een partij voor in De indicator van de knop licht nu op om aan te de plaats kunt spelen. geven dat de positie werd vastgelegd. 1) Druk op [MINUS ONE] (de indicator licht op). 5) Door op een MARK JUMP-knop waarvan de indi- cator oplicht te drukken kunt u nu naar de positie springen die onder die knop is vastgelegd. Opmerking: Tijdens Quick Play of Chain Play kunt u de Mark Jump-functie niet gebruiken. Opmerking: Ook bij gestopte weergave kunt u Markers plaat- sen en er naartoe springen. 2) Druk vervolgens op de knop van het spoor (TRACK [1]~[16]) dat u wilt uitschakelen. Marker wissen Druk nogmaals op [MINUS ONE] om de functie te verlaten (het spoor wordt dan opnieuw ingescha- Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op de MARK keld). JUMP-knop van de Marker die u wilt wissen. De indicator van de knop dooft om aan te geven dat de Marker werd gewist. Opmerking: U kunt de gewiste Marker nog herstellen door [SHIFT] ingedrukt te houden en nogmaals op de Marker- 5.9 Naar een gemarkeerde positie knop te drukken. springen (Mark Jump) Marker verplaatsen Markers zijn merktekens die u aan iedere gewenste positie in een song (bijvoorbeeld het begin van stro- Ga als volgt te werk indien u een reeds gedefinieerde fe, refrein, enz.) kunt toekennen. De Jump-functie Marker wilt verplaatsen. laat toe om met één knopdruk naar zo’n Marker te 1) Druk op [TOOLS] (de indicator licht op) en vervol- springen. Met “positie” bedoelen we een combinatie gens op MARK JUMP [1]~[4]. van maat en tel, tikken kunt u in dit geval niet speci- Het maakt niet uit op welke van de vier knoppen u fiëren. Bovendien kunt u enkel Markers plaatsen in drukt, u komt in alle gevallen op de “MARK JUMP Songs, niet in Patterns. SETUP”-pagina terecht. In deze pagina worden de coördinaten van de vier markers afgebeeld.

Marker plaatsen en er naartoe sprin- Mark-nummer gen Maat - Tik - Tel De MC-80 kan vier Markers onthouden. Elke Mar- ker heeft een eigen MARK JUMP-knop (1~4). Knoppen waarvan de indicator oplicht bevatten reeds een Marker. Voor de onderstaande werkwijze moet u dus een knop kiezen waarvan de indicator nog niet oplicht. Uren, minuten, seconden, frames (enkel in het display)

2) Plaats de cursor achtereenvolgens op de coördina- ten van de Marker die u wilt verplaatsen en voer met het [VALUE]-wiel of [INC/+][DEC/-] de gewenste waarde in.

1) Druk op [SEQUENCER] om naar de “SONG PLAY”-pagina te gaan. Markers automatisch op de juiste 2) Laad de song waarin u Markers wilt plaatsen (zie plaats zetten blz. 92). Tijdens de weergave moet u uiteraard al nauw mik- 3) Start de weergave van de song. ken om een Marker precies aan het begin van een maat te plaatsen. Lukt dat niet zo goed, dan raden we u aan de “Mark Set Timing”-functie te activeren.

47 MC-80 book Page 48 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

MC-80 Handleiding

Deze plaats Markers automatisch op de dichtstbij- Volgorde vastleggen zijnde maat of tel. 1) Steek een diskette in de disk drive. 1) Druk op [TOOLS] (de indicator licht op) en vervol- 2) Druk op [CHAIN PLAY]. gens op MARK JUMP [1]~[4]. 3) Druk op [F6 (EDIT)] om naar de “CHAIN EDIT”- Het maakt niet uit op welke van de vier knoppen u pagina te gaan. drukt, u komt in alle gevallen op de “MARK JUMP 4) Plaats de cursor daar waar u een song wilt toevoe- SETUP”-pagina terecht. In deze pagina worden de gen. coördinaten van de vier markers afgebeeld. 5) Druk op [F3 (INSERT)] of op [SELECT] om naar de “SONG SELECT”-pagina te gaan. 6) Druk op [F1 (DRIVE)] en kies de drive waarop de gewenste song zich bevindt. 7) Bevindt de song zich in een folder, plaats de cursor 2) Plaats de cursor op “Mark Set Timing”. dan op de betreffende folder en druk op [F3 (OPEN)] om de inhoud van de folder af te beelden. 3) Kies de gewenste optie: 8) Plaats de cursor op de gewenste song. De marker wordt op de dichtstbijzijnde At Beat 9) Druk op [ENTER] om de song toe te voegen aan de tel geplaatst. Chain. De marker wordt op de dichtstbijzijnde Tijdens het samenstellen van een Chain kunt u met At Bar Line maatgrens geplaatst. de [F1], [F4], [F5] en [F6] knoppen een aantal han- dige functies aanspreken:

Hiermee roept u informatie op “Muzikaal” springen over de song waarop de cursor zich Deze functie zorgt het fragment waarnaar u met de bevindt. “FD:\LIVE” wilt bijvoor- F1 (INFO) MARK JUMP-knoppen springt automatisch op de beeld zeggen dat de song zich in de dichtstbijzijnde maat of tel terechtkomt. Op die “LIVE”-folder op de diskette manier blijft de muziek steeds “in de maat” en lijkt bevindt. het niet alsof de sequencer zich verslikt. Hiermee wist u de song waarop de F4 (DELETE) 1) Druk op [TOOLS] (de indicator licht op) en vervol- cursor zich bevindt. gens op MARK JUMP [1]~[4]. Hiermee wist u alle songs uit de Het maakt niet uit op welke van de vier knoppen u F5 (CLEAR ALL) Chain, zodat u overnieuw kunt drukt, u komt in alle gevallen op de “MARK JUMP beginnen. SETUP”-pagina terecht. In deze pagina worden de Hiermee last u een pauze in na de coördinaten van de vier markers afgebeeld. weergave van de song waarop de cursor zich bevindt. 2) Plaats de cursor op “Mark Jump Timing”. F6 (WAIT) 3) Kies de gewenste optie: (Deze functie doet hetzelfde als [F2 (WAIT)] in de CHAIN PLAY- De weergave van het gemarkeerde frag- pagina.) At Beat ment begint vanaf de volgende tel. De weergave van het gemarkeerde frag- In de “CHAIN SONG SELECT”-pagina zijn de vol- At Bar Line ment begint vanaf de volgende maat. gende functieknoppen vermeldenswaard:

Als u hierop drukt kunt u de songs F2 (SORT) naar keuze volgens song naam of bestandsnaam ordenen. 5.10 Ononderbroken weergave F3 (VIEW SW) Hiermee kiest u het display-type. Hiermee voegt u alle songs binnen de van songs (Chain Play) F6 (ADD ALL) geselecteerde folder toe aan de Chain. Net zoals de “Program”-functie op uw CD-speler laat Chain Play toe de weergavevolgorde van de songs vast te leggen en ze dan – ononderbroken – van Chains weergeven diskette weer te geven. Van diskette, dat betekent at 1) Druk op [CHAIN PLAY]. Chain Play enkel in Quick Play werkt. 2) Maak een nieuwe Chain (zie hierboven) of laad een Chain die u reeds eerder had gemaakt.

48 MC-80 book Page 49 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

Weergavefuncties

3) Kies met het [VALUE]-wiel de song waarmee u de 3) Kies met het [VALUE]-wiel de gewenste Chain. weergave wilt laten beginnen. 4) Druk op [F6 (LOAD)] om de Chain te laden. 4) Druk op [PLAY] om de weergave van de Chain te Opmerking: De bovenstaande werkwijze kunt u bijvoorbeeld starten. eens uitproberen op het “VE-GSPRO.SVC”-bestand op de In de Chain Play-pagina hebben de functieknoppen demodiskette. [F1]~[F5] de volgende functies: Bij gestopte weergave kunt u Plaats opzoeken van songs in een F1 (CHAINTOP) hiermee naar de eerste song in de Chain springen. Chain Zo kunt u kijken op welke diskette en/of in welke fol- Na de weergave van de huidige F2 (WAIT) song wordt de Chain onderbro- der een song uit een Chain zich bevindt. ken tot u op [PLAY] drukt. 1) Druk op [CHAIN PLAY]. Hiermee herhaalt u de Chain 2) Druk op [F6 (EDIT)]. F3 (ALL RPT) vanaf de eerste song. 3) Druk op [F3 (INFO)] om naar de “CHAIN INFO”- F4 (LOAD CHN) Hiermee laad u een Chain. pagina te gaan. 4) Kies met het [VALUE]-wiel de song waarover u F5 (SAVE CHN) Hiermee bewaart u een Chain. meer informatie wilt. Die informatie wordt prompt afgebeeld. Opmerking: Op de bijgeleverde demodiskette vindt u een 5) Druk op [F6 (OK)] als u genoeg hebt gezien. Chain-bestand dat alle demosongs voor de VE-GS Pro of de SC-88 Pro in volgorde weergeeft. 6) Druk herhaaldelijk op [EXIT] om terug te keren naar de “CHAIN PLAY”-pagina. De Chain onthoudt de diskettes of folder waarin de songs zich bevinden. Correcte weergave van een Chain is dus enkel mogelijk wanneer de songs zich Volgorde van songs in een Chain wij- nog op hun oorspronkelijk plaats bevinden. zigen In een bestaande Chain kunt u alsnog de volgorde Chains bewaren van de songs wijzigen. Om uw zelfgemaakte Chain op diskette te bewaren 1) Maak een nieuwe Chain (zie hierboven) of laad een doet u het volgende: Chain die u reeds eerder had gemaakt. 1) Druk op [CHAIN PLAY]. 2) Druk op [CHAIN PLAY] en vervolgens op [F6 2) Druk op [F5 (SAVE CHN)]. (EDIT)] om naar de “CHAIN EDIT”-pagina te gaan. Opmerking: Bevat de Chain geen songs, dan beeldt het dis- 3) Plaats de cursor op de song die u wilt verplaatsen. play “Chain Empty!” af. 4) Houd [SHIFT] ingedrukt en kies met het [VALUE]- U komt nu terecht in een venster waarin u de Chain wiel de nieuwe plaats voor die song. een naam kunt geven. Kies met de cursorknoppen en het [VALUE]-wiel de gewenste naam. 3) Zodra u de gewenste naam hebt gespecifieerd mag u op [F6 (OK)] drukken. 4) Druk op [F1 (DRIVE)] en kies de drive waarop u de 5.11 Song Info Chain wilt bewaren. 5) Wilt u de Chain in een folder opslaan, plaats dan de Op de volgende manier roept u een tekstblokje te cursor op de gewenste folder en druk op [F5 voorschijn met daarin de naam van de song, infor- (OPEN)] om deze te openen. matie over het auteursrecht, en de totale speelduur. 6) Druk op [F6 (SAVE)] om de Chain te bewaren. 1) Druk op [SEQUENCER] en vervolgens op {F1 (SETUP)] om naar de SONG INFO-pagina te gaan. Chains laden 2) Als u genoeg gezien hebt kunt u op [EXIT] drukken om terug te keren naar de SONG PLAY-pagina. Zo laadt u een Chain van diskette: 1) Druk op [CHAIN PLAY]. 2) Druk op [F4 (LOAD CHN)] om naar de “LOAD CHAIN”-pagina te gaan.

49 MC-80 book Page 50 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

MC-80 Handleiding 6. Opnamefuncties

6.1 Basisinstellingen Maatsoort kiezen Als u een song initialiseert of de MC-80 inschakelt wordt automatisch de maatsoort 4/4 gekozen. Des- Metronoominstellingen gewenst kunt u op de volgende manier een andere Zie “Metronoominstellingen” op blz. 40. maatsoort kiezen. Opmerking: Op blz. 72 leest u hoe u de maatsoort in de loop Overzicht van de sporen van de song kunt laten veranderen. 1) Druk op [SEQUENCER] en vervolgens op [F4 Zie “Overzicht van de sporen” op blz. 40. (Micro)] om naar de “MICROSCOPE”-pagina te gaan. 2) Druk herhaaldelijk op [TEMPO/BEAT] om “Trk Beat” te kiezen. 6.2 Opname voorbereiden

Waarschijnlijk wilt u noten spelen of stapsgewijs invoeren met een MIDI-klavier. Dat moet u dan om te beginnen even aansluiten. Hoe dat in zijn werk gaat kunt u nalezen op blz. 14. 3) Plaats de cursor achtereenvolgens op teller (1~32) en noemer (2, 4, 8, 16) en kies de gewenste maat- soort. Song Initialize 4) Druk op [SEQUENCER] om terug te keren naar de Als er reeds een song in de MC-80 is geladen moet u “SONG PLAY”-pagina. die eerst “leeg” maken, zodat u aan een nieuwe song Opmerking: Als u Patterns in een song gebruikt kunt u er best kunt beginnen. We noemen dit initialiseren. voor zorgen dat die dezelfde maatsoort hebben als de song 1) Druk op [TOOLS]. waarin ze thuishoren. Heeft de Pattern namelijk een andere maatsoort, dan krijgt die voorrang op de maatsoort van de 2) Druk op [F4 (CLEAR)]. song, en dan klinkt niet altijd even fraai… 3) Kies de gewenste initialisatiemethode:

U vertrekt van een volledig lege 1 NEW SONG song. Aftel voor de opname Als de partij die u wilt opnemen vanaf maat 1 begint Bij de initialisatie worden reeds hoort u waarschijnlijk graag een aftel, zodat u weet 2 GM SETUP de GM-standaardinstellingen aangemaakt. wanneer u moet beginnen spelen. Bij de initialisatie worden reeds 1) Druk op [SEQUENCER]. 3 GS SETUP de GS-standaardinstellingen 2) Druk op [REC] om naar de “REC STANDBY’-pagi- aangemaakt. na te gaan. De demosong voor de VE-GS 3) Plaats de cursor op “Count In”. 4 Demo for GS Pro Pro wordt geladen. 4) Kies de gewenste aftel.

De opname begint op het moment dat u OFF 4) Druk op [F6 (SELECT)]. op [PLAY] drukt. 5) Het display vraagt naar bevestiging. De metronoom telt 1 maat af voor het 1 Meas 6) Druk op [F6 (CLEAR)] om de initialisatie uit te begin van de opname. voeren. De metronoom telt 2 maten af voor het 2 Meas begin van de opname. De opname begint zodra u een noot op het Wait Note klavier speelt of een pedaal indrukt.

50 MC-80 book Page 51 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

Opnamefuncties

5) Druk op [PLAY] op de opname te starten. bewegingen die u uitvoert met speelhulpen (pitch- bend hendel, enz.). Laten we eerst even overlopen welke parameters u MIDI-kanaal voor opname specifië- kunt instellen voor u aan zo’n opname begint. ren Als u de fabrieksinstellingen ongemoeid laat neemt spoor 1 op via MIDI-kanaal 1, spoor 2 via MIDI- Realtime-opnameparameters kanaal 2, enz. Het staat u echter vrij om andere kana- Al deze parameters vindt u terug in de REC STAND- len te kiezen. BY-pagina, die u bereikt door achtereenvolgens te Opmerking: Het MIDI-kanaal maakt deel uit van de opge- drukken op [SEQUENCER], [REC] en tenslotte op nomen data. Na de opname kunt u de kanaaltoewijzing dan de TRACK-knop van het spoor waarop u wilt opne- ook niet meer wijzigen. men. Opmerking: De toewijzing van opnamekanalen wordt samen met de song opgeslagen.

Track Hiermee kiest u het spoor waarop u wilt opnemen. 1) Druk op [SEQUENCER] en vervolgens op [F6 Eens u de cursor op dit veld hebt geplaatst kunt u (TRK INFO)] om naar de “TRACK INFO”-pagina met [SHIFT]+TRACK [1]~[16] knoppen het te gaan. gewenste spoor kiezen. Wilt u in een Pattern opne- 2) Plaats de cursor in de “Ch”-kolom van het spoor men, druk dan op [PATTERN] en kies vervolgens dat u op een ander kanaal wilt laten opnemen. met het [VALUE]-wiel het gewenste Pattern. 3) Kies het gewenste kanaal. Count In Als u “Ch 1”~”Ch 16” kiest plaatst het betreffende Hiermee bepaalt u welke aftel u voor het begin van spoor alle opgenomen data op het gekozen kanaal. de opname wilt horen. Bijvoorbeeld: u kiest voor spoor 1 het MIDI-kanaal 3 De opname begint op het moment dat u en maakt een opname met een multitimbraal key- OFF board dat tegelijk op kanaal 4 en 5 zendt. Alle noten op [PLAY] drukt. die u op dat keyboard speelt komen op MIDI-kanaal De metronoom telt 1 maat af voor het 1 Meas 3 terecht. Wilt u dat de aparte informatie voor kanaal begin van de opname. 4 en 5 behouden blijft, kies dan “ALL” in de “Ch”- De metronoom telt 2 maten af voor het 2 Meas kolom. In dat gevallen neemt het betreffende spoor begin van de opname. informatie voor alle MIDI-kanalen op. In het voor- De opname begint zodra u een noot op het beeld van daarnet bevat spoor 1 dan data voor MIDI- Wait Note kanaal 4 en 5. klavier speelt of een pedaal indrukt. Opmerking: Voor mensen die nog met een MC-50mkII heb- ben gewerkt hebben waarschijnlijk al gemerkt dat de “ALL”- Rec Mode optie in feite het opnamegedrag van deze illustere telg van het Hiermee kiest u de gewenste opnamemethode: MC-geslacht emuleert. Bij deze methode worden aanwezige data op Opmerking: Patterns bestaan uit slechts één spoor. De boven- een spoor gewist wanneer u er nieuwe data staande pagina krijgt u dan ook niet te zien als u met Patterns Replace over opneemt. Dit is de aangewezen keuze als werkt. Wanneer een Pattern in opname-pauze staat kunt u u foutjes wilt corrigeren of als de eerste wél kiezen welke MIDI-kanalen al dan niet worden opgeno- opname u gewoonweg niet bevalt. men. Dit is de meest gangbare opnamemethode. Hierbij worden nieuwe opnames bij de bestaande data op een spoor gevoegd. Deze werkwijze kunt u bijvoorbeeld gebruiken om een drumpartij op te bouwen, waarbij u eerst 6.3 Opnemen terwijl u speelt Mix de basdrum speelt, vervolgens de snare, enz. (Realtime) Of wat dacht u van een strijkje waarbij u eerst de cello’s speelt, dan de altviolen, enz. Realtime opnemen wilt zeggen dat de MC-80 alles Nog leuker wordt het wanneer u bij deze precies onthoudt zoals u het speelt, inclusief de methode de Loop-functie activeert.

51 MC-80 book Page 52 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

MC-80 Handleiding

Measure Hierbij legt u de Punch-punten Hiermee bepaalt u vanaf welke maat u wilt beginnen van tevoren vast. De MC-80 gaat opnemen. Auto Punch In dan automatisch in opname zodra het Punch In punt wordt Beat bereikt. Hiermee wordt de gekozen maatsoort aangeduid. Die kunt u hier niet instellen, daarvoor moet u naar Hierbij drukt u een knop of een Manual Punch In pedaal in om afwisselend in en de “MICROSCOPE”-pagina (zie blz. 72). uit opname te gaan. Ch Hiermee bepaalt u op welk MIDI-kanaal dit spoor Loop opneemt. Bij Songs kunt u voor ieder spoor het Hiermee specifieert u de omvang van de loop in gewenste kanaal kiezen; Patterns gebruiken slechts maten en tellen (tikken kunt u niet specifiëren). De één spoor, dus kunt u ook maar één kanaal kiezen. bovenste coördinaat bepaalt het startpunt, de onder- Tempo ste het eindpunt. Deze coördinaten kunt u logischer- Hiermee kiest u het tempo. wijze enkel instellen indien u “Loop (Point)” of “Auto Punch In” hebt geselecteerd. De minimum- Loop/Punch omvang van een loop is één maat. Hieronder zijn een aantal opties gegroepeerd met Tempo Rec betrekking tot Loop-opnames en Punch-In/Out. Schakel deze optie in als u tijdens het spelen tempo- Loop wilt zeggen dat u een start- en eindpunt defini- wijzigingen wilt opnemen op het tempospoor. Door eert, waartussen ononderbroken wordt opgenomen. achtereenvolgens op [SEQUENCER], [F4 Bij iedere herhaling kunt u nieuwe partijen toevoe- (MICRO)] en [TEMPO/PATTERN] te drukken gaat gen. Bij Punch-In/Out definieert u ook een start- en u naar de “TEMPO TRACK”-pagina, waarin u de een eindpunt, alleen wordt er in dit geval niets her- opgenomen tempo-informatie kunt bekijken. haald, maar wordt er bij het startpunt automatisch in opname gegaan en bij het eindpunt automatisch uit Qntz (Quantize) opname. De Quantize-functie is een timing-correctie die de Dit zijn de mogelijke opties: noten die u speelt automatisch op hun mathema- tisch juiste positie plaatst (Grid Quantize) of uw par- OFF Er wordt geen Loop gebruikt. tij van een bepaalde feel voorziet (Shuffle Quantize). De Loop bevindt zich tussen het Let wel: we hebben het hier over quantiseren tijdens start- en eindpunt dat u hebt de opname. De correcties die hier worden uitgevoerd Loop(POINT) gedefinieerd. Die punten worden zijn dus onherroepelijk. Niets belet u om zonder ook afgebeeld. Plaats de cursor quantisering op te nemen en achteraf met deze func- erop als u ze wilt wijzigen. tie te experimenteren (zie blz. 83). De eerste maat vanaf het begin Loop(1 Meas) Dit zijn de beschikbare opties bij opname: van de opname wordt geloopt. Er wordt niet gequantiseerd tijdens de De eerste twee maten vanaf het OFF opname. Loop(2 Meas) begin van de opname wordt geloopt. Tijdens de opname wordt Grid Quantize Grid gebruikt. De eerste vier maten vanaf het Loop(4 Meas) begin van de opname wordt Tijdens de opname wordt Shuffle Quantize Shuffle geloopt. gebruikt. De eerste acht maten vanaf het Loop(8 Meas) begin van de opname wordt Voor beide quantiseringstypes kunt u nog een aantal geloopt. gedetailleerde parameters instellen: De eerste zestien maten vanaf het 1) Druk op [SEQUENCER] en vervolgens op [REC] Loop(16 Meas) begin van de opname wordt om naar de “REC STANDBY”-pagina te gaan. geloopt. 2) Houd [SHIFT] ingedrukt en kies met TRACK [1]~ Loop(ALL) De volledige song wordt geloopt. [16] het spoor waarop u wilt opnemen. Opmerking: Wilt u een Pattern opnemen, druk dan op [PATTERN] en kies met het [VALUE]-wiel het gewenste Pattern. Door de cursor op “Ch” te plaatsen kunt u ook nog het MIDI-kanaal specifiëren waarop het Pattern opneemt.

52 MC-80 book Page 53 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

Opnamefuncties

3) Kies de gewenste quantize-optie. Realtime opnemen Nu we alle voorbereidende instellingen hebben Voor Grid kunt u de volgende parameters instellen: gemaakt kunnen we ons aan de eerste “realtime” opname wagen. 1) Druk op [SEQUENCER]. Vergeet niet Song Initialize (zie blz. 50) te gebruiken als u een nieuwe song wilt beginnen, of de gewenste song te kiezen als u opnames aan een bestaande song Reso: Hiermee kiest u de resolutie. Kiest u bijvoor- wilt toevoegen. beeld 1/8, dan worden alle noten naar de dichtstbij- zijnde achtste nootwaarde verplaatst. Als vuistregel Wilt u een Pattern opnemen, druk dan op [Pattern], mag u er van uitgaan dat de resolutie niet groter mag plaats de cursor op het gewenste Pattern-nummer, zijn dan de kleinste nootwaarde in de partij die u en druk op [ENTER]. speelt. Speelt u bv. veel zestiende noten kies dan 1/16. 2) Druk op [REC] om naar de “REC STANDY”-pagi- Dit zijn de opties voor de Reso-parameter: na te gaan. 3) Plaats de cursor op “Track”, houd [SHIFT] inge- 1/32 Tweeëndertigste noot drukt en kies met TRACK [1]~[16] het spoor waar- 1/16T Zestiende noot triool op u wilt opnemen (gaat het om een Pattern, kies dan voor “Ch” het MIDI-kanaal waarop u wilt 1/16 Zestiende noot opnemen). De indicator van het gekozen spoor 1/8T Achtste noot triool licht op. 1/8 Achtste noot 4) Druk op [PLAY] om de opname te starten. De [REC]-indicator licht op. Bovendien knippert de 1/4T Kwartnoot triool BEAT-indicator (rood op de eerste tel, groen op de 1/4 Kwartnoot overige tellen). 5) Druk op [STOP] zodra u klaar bent met opnemen. Str (Strength): Hiermee bepaalt u de mate waarin de timing van de noten wordt gecorrigeerd. Kiest u 100%, dan wordt het begin van de noot exact op de Auto Punch In dichtstbijzijnde nootwaarde (afhankelijk van uw Zoals gezegd bakent u bij deze manier van “inprik- keuze voor Reso) geplaatst. Mindere procenten trek- ken” van tevoren waar u in en uit opname wilt gaan. ken de noot “in de juiste richting”, zonder ze perfect Wilt u bijvoorbeeld maat 1~16 van een song weerge- juist te plaatsen, wat soms een natuurlijker klinkend ven, maar enkel maat 5 opnemen, kiezen dan de resultaat kan opleveren. prikpunten “5-01-000~6-01-000”. Voor Shuffle kunt u de volgende parameters instel- 1) Volg stap 1~2 uit de werkwijze van hierboven om len: naar de “REC STANDBY”-pagina te gaan. 2) Plaats de cursor op “Loop/Punch” en kies “Auto Punch In”. 3) Specifieer begin (a) en einde (b) van de punch.

a Reso: Zie hierboven, alleen zijn hier enkel de opties 1/ b 8 en 1/16 beschikbaar. Rate: Hiermee bepaalt u volgens welke verhoudingen de afstand tussen de noten wordt bepaald, m.a.w. 4) Ga naar een maat die zich vóór het “a”-punt hoe de groove wordt gemaakt. Kiest u “50%”, dan bevindt en druk op [PLAY]. zijn de eerste en derde tel van de maat exact even ver Zodra het punt “a” voorbijkomt gaat de MC-80 in verwijderd van de tweede als van de vierde tel. Als u opname. Bij punt “b” gaat hij weer uit opname. andere percentages kiest worden deze afstanden one- venredig, waardoor de shuffle-feel ontstaat. 5) Druk op [STOP] zodra u klaar bent met opnemen.

Manual Punch In Bij deze manier van inprikken gebruikt u een knop of een pedaal om in en uit opname te gaan. Opteert u

53 MC-80 book Page 54 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

MC-80 Handleiding

voor een pedaal, lees dan eerst de instructies op 1) Druk tijdens de (Realtime) opname op [REC]. blz. 102 omtrent het gebruik van pedalen. De indicator begint te knipperen om aan te geven dat er op dat spoor even niets wordt opgenomen. 1) Volg stap 1~2 uit de werkwijze van hierboven om naar de “REC STANDBY”-pagina te gaan. 2) Druk nogmaals op [REC] als u opnieuw in opname wilt gaan. 2) Plaats de cursor op “Loop/Punch” en kies “Manual Punch In”. 3) Druk op [PLAY] om de weergave te starten. Data wissen tijdens het opnemen 4) Druk, op de plaats waar u wilt beginnen opnemen, Ook data wissen kan zonder dat u de Loop-opname op [F6 (PUNCH IN)]. stopt. Hebt u bijvoorbeeld net een hi-hat ingespeeld ● Rechtsboven in het display verschijnt “REC ” om die niet zo geslaagd blijkt, dan kunt u die verwijderen aan te geven dat de MC-80 intussen opneemt. zonder de opname te stoppen en zonder de rest van 5) Druk nogmaals op [F6 (PUNCH IN)] op het de drumpartij (die u wel bevalt) te beïnvloeden. moment dat u uit opname wilt gaan. Het staat u vrij om verderop in de weergave nog 1) Druk op [SEQUENCER] en vervolgens op [REC]. meedere keren in te prikken, telkens met de [F6}- 2) Plaats de cursor op “Rec Mode” en kies hiervoor knop. “MIX”. 3) Houd [SHIFT] ingedrukt en kies met TRACK [1]~ [16] het spoor waarop u data wilt wissen. Tijdens de opname naar een ander 4) Druk op [PLAY]. spoor gaan 5) Druk op [F6 (ERASE)] om naar de “REALTIME U kent dat waarschijnlijk wel: u begint met een een- ERASE”-pagina te gaan. voudig drumpatroontje en plots slaat de inspiratie toe, u hoort meteen passende partijen voor bas, pia- no, percussie, enz. in uw hoofd en u wilt die zo snel mogelijk opnemen. Voor dergelijke momenten biedt de MC-80 een interessante opnamemethode – we noemen ze Nonstop Loop Recording. Het komt er op 6) Wis de gewenste data. Dit kan op vier manieren: neer dat u opneemt in een lus (loop) en, zonder die • Wilt u enkel de noten wissen die met een bepaalde lus te onderbreken, vrij van spoor kunt wisselen. U toets werden gespeeld (denk bv. aan de hi-hat van kunt dus binnen een fragment partij na partij toe- daarnet), houd dan die toets ingedrukt. Zolang u dit voegen zonder de opname stil te leggen. doet worden alle noten voor die toets ingedrukt. Opmerking: Tijdens zo’n ononderbroken loop kunt u niet • Hetzelfde kunt u doen met een reeks toetsen door de tussen Patterns en Phrase Tracks wisselen. hoogste en laagste toets van de reeks ingedrukt te Opmerking: Als u voortdurend snel na elkaar van spoor wis- houden. selt kan dat tot storingen in de weergave leiden. • Zolang u [F4 (ALL NOTE)] ingedrukt houdt worden Om op deze manier op te nemen hoeft u geen specia- alle noten van alle toetsen gewist. le functie te activeren. Start gewoon een loop-opna- • Wilt u niet enkel alle noten, maar ook alle overige me (zie blz. 52) en kies met [SHIFT]+TRACK [1]~ MIDI-commando’s wissen, houd dan [F5 (ALLE- [16] telkens het spoor waar u naartoe wilt gaan. Bij VENT)] ingedrukt (Pattern Call-commando’s wor- de opname van Patterns kunt u geen sporen kiezen den hierdoor niet gewist). (Patterns gebruiken slechts één spoor). Als u de cur- 7) Druk op [F6 (DONE)] om de REALTIME ERASE- sor op “Ch” plaatst kunt u wel MIDI-kanalen kiezen. pagina te verlaten en terug te keren naar de opna- me. Even uit opname gaan om te oefe- Opmerking: Data worden enkel gewist op het MIDI-kanaal nen (Rehearsal-functie) dat u in de TRACK INFO-pagina (zie blz. 40) hebt gekozen. Hebt u “ALL” gekozen, dan wordt het kanaal waarop de data Stel dat u in het scenario van daarnet een drumpartij werden gezonden gekozen. hebt opgenomen, en daar nu een baslijn aan toe wilt Opmerking: Werkt u met een Pattern, dan worden data voor voegen. U wilt nog even experimenteren met par- alle MIDI-kanalen gewist. tijen en klanken, maar u wilt de opname niet stop- pen, want u zit nu net lekker “in de groove”. Door de Opmerking: Zolang u zich in de REALTIME ERASE-pagina bevindt kunt u geen ander spoor kiezen. MC-80 in “Rehearsal” te schakelen kunt u blijven spelen terwijl u de overige sporen hoort, maar er wordt even niets opgenomen.

54 MC-80 book Page 55 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

Opnamefuncties

Tempowijzigingen opnemen werkt wat omslachtiger, maar daar staat tegenover dat u geen virtuoos op MIDI-klavier, -gitaar, -drum, Net zoals u noten opneemt op de Phrase Tracks kunt enz. hoeft te zijn om superstrakke partijen neer te u tempowijzigingen in realtime opnemen op een zetten. tempospoor. Dat is enkel mogelijk voor songs, niet voor Patterns. Bovendien moeten de maten waar- voor u tempowijzigingen wilt opnemen ook noten Noten en rusten stapsgewijs invoe- bevatten op andere sporen. Tempowijzigingen ren opnemen in een “leeg” stukje song kan dus niet. 1) Druk op [SEQUENCER]. 1) Laad de song waarin u tempowijzigingen wilt 2) Laad de song waarin u wilt opnemen (zie blz. 92). opnemen (zie blz. 92). 3) Plaats de cursor op “Measure” en kies de maat 2) Plaats de cursor op “Measure” en kies de maat waarin u wilt beginnen opnemen. waarin de tempowijzigingen moeten beginnen. 4) Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [REC] om 3) Druk op [REC]. naar de “STEP REC”-pagina te gaan. 4) Plaats de cursor op “Tempo Rec” en kies “ON”. 5) Plaats de cursor op “TRACK” en kies het spoor 5) Plaats de cursor op “Count In” en kies de gewenste waarop u wilt opnemen. aftel (zie blz. 50). Misschien wilt u voor dat spoor meteen een ander 6) Druk op [PLAY] om de opname te starten. MIDI-kanaal kiezen; dat kunt u doen met de “Rec 7) Voer de gewenste tempowijzigingen uit. Ch”-parameter. U kunt nu op twee manieren werken: wilt u een plot- 6) Plaats de cursor op “Rec Mode” en kies de gewenste se temposprong, kies dan met [INC/+][DEC/-] het opnamemethode. nieuwe tempo en druk op de plaats waar u het wilt 7) Druk op [F6 (STEP REC)] om naar de “STEP REC”- invoeren op [ENTER]. Geleidelijk versnellen of ver- pagina te gaan. tragen kan door aan het [VALUE]-wiel te draaien. Tenslotte kunt u het nieuwe tempo ook invoeren door op de TAP TEMPO-knop te tikken. 8) Druk op [STOP] om de opname te stoppen. Opmerking: Hierboven hebt u gezien hoe u realtime tempo- wijzigingen kunt invoeren. Het kan echter ook iets preciezer, 8) Druk op [F1 (NOTE)]. in de MICROSCOPE-pagina. Zie blz. 43. 9) Plaats de cursor op “Step Time” en kies de gewens- te nootwaarde (hiervoor kunt u ook de cijferknop- Opname wissen (Undo/Redo) pen gebruiken). Vindt u het hele arrangement dat u zonet in realtime 10)Plaats de cursor op “Gate Ratio” en kies de gewens- hebt opgenomen eigenlijk maar niks, dan kunt u het te duur. in één klap wissen door [SHIFT] ingedrukt te hou- Ratio betekent “verhouding”; deze waarde staat dan den en op [UNDO/REDO] te drukken. Door nog- ook voor een percentage van de zonet gekozen noot- maals op deze combinatie te drukken herstelt u de waarde. Hoe lager deze waarde, hoe meer staccato de zonet gewiste opname. noten klinken. Hogere waarden gaan meer richting tenuto. Misschien zijn deze muziektermen u vreemd, maar als u even experimenteert met enkel percenta- ges hoort u meteen wat we bedoelen. 11)Plaats de cursor op “Velocity” en kies de gewenste 6.4 Stap voor stap opnemen aanslagwaarde. Als u “Real” kiest wordt gewoon de aanslagwaarde Op de voorgaande bladzijden hebben we ons bezig- gebruikt waarmee u zo meteen de toets indrukt. Wilt gehouden met realtime opnemen. Dit is de meest u bv. dat alle noten precies even hard klinken, dan is intuïtieve manier van opnemen, maar vereist tegelijk het waarschijnlijk handiger om hier een vaste waarde enige speeltechnische vaardigheid. Alles wordt (1~127) te specifiëren. Voor wie hier ook liever in immer exact opgenomen zoals u het speelt. Achteraf muziekjargon denkt de volgende vuistregel: 60=pia- kunt u weliswaar nog één en ander corrigeren, maar no, 90=mf (mezzoforte) en 120=f (forte). voor bepaalde moeilijke of uiterst strakke partijen is 12)Druk op de toets van de noot die u wilt invoeren. het misschien een beter idee om meteen voor staps- gewijze opname te opteren. Hierbij specifieert u voor iedere noot apart de toonhoogte, duur, enz. Het

55 MC-80 book Page 56 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

MC-80 Handleiding

In het display worden het MIDI-kanaal (Ch), de Bijvoorbeeld: om een gepunte kwartnoot in te voe- nootnaam (Note), de aanslagwaarde (Vel) en de ren begint u met een ongepunte kwartnoot. Daarna duur (Gate) van de noot afgebeeld. kiest u een Step Time van 1/8 en drukt u op [F4 (Tie)].

Noten wissen Door op [F3 (BACK DEL)] te drukken wist u de voorgaande noot. Wilt u een akkoord invoeren, druk dan alle noten van het akkoord in. Om een rust in te voeren drukt u op [F5 (Del)]. Patterns gebruiken in een song Hebt u geen MIDI-klavier aangesloten, kies dan het In plaats van een noot kunt u ook een volledig Pat- gewenste nootnummer en druk op [ENTER]. Wilt u tern op een “stap” plaatsen. In feite wordt dan niet u zonder klavier akkoorden invoeren, druk dan eerst het volledige Pattern zelf, maar een zogenaamd Pat- op [F6 (KEY HOLD)], specifieer de eerste noot van tern Call Event ingevoerd. Een verwijzend comman- het akkoord en druk op [ENTER]. Vervolgens spe- do dus, dat opdracht geeft om op die plaats het Pat- cifeert u de tweede noot van het akkoord en drukt tern weer te geven. nogmaals op [ENTER], enz. Alle noten die u op deze 1) Druk op [SEQUENCER]. manier invoert komen op dezelfde plaats terecht en vormen dus een akkoord. Eens u de laatste noot van 2) Plaats de cursor op “Measure” en kies de maat het akkoord hebt ingevoerd drukt u nogmaals op [F6 waarin u wilt beginnen opnemen. (KEY HOLD)] om naar de volgende positie te gaan. 3) Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [REC] om 13)Zodra u alle toetsen hebt losgelaten of op [ENTER] naar de “STEP REC”-pagina te gaan. (en eventueel op [F6 (KEY HOLD)] hebt gedrukt 4) Plaats de cursor op “TRACK”, houd [SHIFT] inge- springt u automatisch naar de volgende noot, in drukt en kies met de TRACK [1]~[16] knoppen het functie van de gekozen nootwaarde. Zo merkt u in spoor waarop u wilt opnemen. het onderstaande voorbeeld dat u op positie 1-2-0 5) Druk op [F2 (Pattern)]. (tweede tel van de eerste maat) terechtkomt. Dat is 6) Kies het nummer van het Pattern dat u wilt invoe- logisch want hierboven hadden we de nootwaarde ren. 1/4 gekozen. 7) Druk op [F6 (Put Ptn)]. Het voornoemde Pattern Call-commando wordt nu ingevoerd en u springt automatisch naar de volgende positie, die evenveel maten verder ligt als het Pattern lang is. Opmerking: Een leeg Pattern kunt u niet plaatsen. 14)Herhaal stap 8~12 voor de andere noten die u wilt invoeren. 15)Is de partij volledig, druk dan op [EXIT] of [STOP] om terug te keren naar de SONG PLAY-pagina.

Noten overbinden 8) Herhaal stap 7 en 8 als u nog meer Patterns wilt Kies eerst de nootwaarde (Step Time) voor de noten invoeren. die u wilt overbinden en druk vervolgens op [F4 Door op [F3 (DEL)] te drukken wist u het voorgaan- (Tie)]. De gebonden noot wordt ingevoerd en u gaat de Pattern. automatisch naar de plaats voor de volgende noot. Zodra u alle gewenste Patterns hebt geplaatst kunt u Bijvoorbeeld: u wilt een halve noot overbinden naar op [EXIT] of [STOP] drukken om terug te keren een kwartnoot. Voer eerst de halve noot in, specifieer naar de SONG PLAY-pagina. vervolgens de Step Time voor de kwartnoot en druk Opmerking: Patterns die u op de bovenstaande manier toe- tenslotte op [F4 (Tie)]. wijst volgen steeds de maatsoort van de song waarin ze terechtkomen. De maatsoort van het Pattern zelf wordt dus Gepunte noten genegeerd. Is dat een andere maatsoort dan die van de song, Voer eerst de ongepunte nootwaarde in en bindt dan “past” het Pattern misschien niet in de matenstructuur deze vervolgens over met een noot die de halve lengte van de song. In dat geval zit er niets anders op dan de maat- heeft. soort in het Beat-spoor aan te passen (zie blz. 50).

56 MC-80 book Page 57 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

Opnamefuncties

Opmerking: Achteraf een Pattern Call-commando verplaat- 1) Steek een diskette in de disk drive. sen kan, in de Microscope-pagina. Zie “Pattern Call” op 2) Druk op [SEQUENCER]. blz. 71. 3) Druk op [F5 (SAVE)]. Opmerking: Binnen één spoor kunt u slechts één Pattern 4) Kies met [F4]~[F6] het gewenste bestandstype: tegelijk weergeven. Wilt u verschillende Patterns tegelijk weergeven, voer dan Pattern Call-commando’s in op andere F6 MC-80 song sporen. F5 Standard MIDI File formaat 1 Opmerking: In een Pattern kunt u niet nog eens een Pattern Call-commando plaatsen, maar dat had u waarschijnlijk ook F6 Standard MIDI File formaat 0 niet verwacht. 5) Druk op [F6 (OK)]. Invoer annuleren (Undo/Redo) • Als dit de eerste keer is dat u deze song opslaat komt u nu terecht in een venster waarin u het bestand een Door [SHIFT] ingedrukt te houden en op [UNDO/ naam kunt geven. Hoe dat gaat leest u in stap 6 en 7 REDO] te drukken wist u de laatst toegevoegde data hieronder. (noot, Pattern Call-commando, enz.). U kunt deze • Hebt u deze song al eens opgeslagen, ga dan onmid- data herstellen door nogmaals op de combinatie dellijk naar stap 9. [SHIFT]+[UNDO/REDO] te drukken. 6) Plaats de cursor op het eerste karakter dat u wilt wijzigen en kies met [INC/+][DEC/-], het [VALUE]-wiel of de cijferknoppen het gewenste karakter. 6.5 Songs bewaren op diskette 7) Ga zo verder voor de overige karakters. Als de naam volledig is drukt u op [F6 (OK)]. Alles wat u in de MC-80 opneemt komt terecht in 8) Kies de folder waarin u het bestand wilt opslaan. een tijdelijke geheugenbuffer. Die wordt leegge- Linksboven in het display ziet u de naam van de gese- maakt wanneer u een andere song kiest of de MC-80 lecteerde folder. Had u deze song al eens opgeslagen, uitschakelt. Als u de opname wilt bijhouden moet u dan wordt de folder afgebeeld die u daarvoor hebt ze dan ook eerst op diskette, harde schijf, enz. schrij- gebruikt. U kunt nu twee dingen doen: ven. • Als u een subfolder van de geselecteerde folder wilt gebruiken, plaats de cursor dan op de folder en druk op [F5 (OPEN®)]. Song bewaren • Wilt u een niveau hoger gaan (dus naar de folder U kunt een song opslaan in het MC-80 formaat of in waarbinnen de geselecteerde folder thuishoort), het SMF-formaat. Zoals uit de onderstaande tabel druk dan op [F4 (√CLOSE)]. mag blijken, heeft dat implicaties voor de data die al dan niet worden opgeslagen.

MC-80 SMF Song Ja Ja Patterns in de song Ja *1 9) Druk op [F6 (SAVE)]. Marker-instellingen Ja Nee 10)Bestaat er reeds een bestand met dezelfde naam op de diskette, dan beeldt het display “File ‘(bestands- Repeat-instellingen Ja Nee naam)’ already exists!” af. Druk op [F6 (REPLA- TRACK INFO-instellingen Ja *2 CE)] als u het bestaande bestand wilt vervangen. Druk op [F1 (CANCEL)] als u dat niet wilt. Probeer Phrase Sequence-instellingen Ja Nee in het laatste geval het bestand nogmaals op te Transpositie-instellingen Ja Nee slaan nadat u het een nieuwe naam hebt gegeven. Het bestand krijgt automatisch de extensie “.SVQ” *1: In een SMF worden Patterns opgeslagen als mee (gaat het om een SMF, dan wordt de extensie gewone spoordata. “.MID” gebruikt). *2: Uitgeschakelde sporen worden in een SMF niet Opmerking: Sommige SMF’s zijn auteursrechtelijk opgeslagen. beschermd (zie blz. 68). Deze kunt u enkel in het MC-80 for- maat opslaan, niet als SMF. Opmerking: De aan/uit-status van het Tempo-spoor wordt in geen van beide formaten opgeslagen.

57 MC-80 book Page 58 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

MC-80 Handleiding

Folder aanmaken Desgewenst kunt u ook een nieuwe folder aanma- ken, wat nodig kan zijn als u een reeks samenhoren- de songs op dezelfde plaats wilt bewaren. 1) Druk op [TOOLS] en vervolgens op [F5 (DISKUT- IL)]. 2) Druk op [F6 (MENU)], kies “FILE MENU” en druk vervolgens op [F5 (FOLDER)] om naar de “DISK UTILITY/FOLDER”-pagina te gaan. Linksboven ziet u de naam van de folder waarin de nieuwe folder zal terechtkomen. Wilt u een andere folder kiezen, druk dan op [F5 (OPEN®)] om een subfolder te kiezen of op [F4 (√CLOSE)] om hoger in de hiërarchie te gaan. 3) Zodra u de juiste plaats voor de nieuwe folder hebt gevonden drukt u op [F6 (FOLDER)]. 4) U kunt nu de nieuwe folder een naam geven. Plaats de cursor op het eerste karakter dat u wilt wijzigen en kies met [INC/+][DEC/-], het [VALUE]-wiel of de cijferknoppen het gewenste karakter. 5) Ga zo verder voor de overige karakters. Als de naam volledig is drukt u op [F6 (OK)]. De nieuwe folder wordt nu aangemaakt. Opmerking: De folderhiërarchie van de MC-80 kan uit maximaal 9 niveaus bestaan. Opmerking: Folders die u aanmaakt op diskettes die u in de MC-80 hebt geformateerd worden herkend door Mac OS en Microsoft Windows.

58 MC-80 book Page 59 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

Werken met Patterns 7. Werken met Patterns

7.1 Wat is een Pattern? 7.2 Verschil tussen een Pattern- spoor en een Song-spoor Een Pattern is een stukje opname dat slechts één spoor gebruikt en dat over het algemeen gebruikt Algemene aanwijzigingen omtrent de opnamemoge- wordt om herhalende riffs, motiefjes, lijntje of hoe u lijkheden kunt u nalezen vanaf blz. 50. Hieronder het wilt noemen op te nemen. De voornaamste ver- gaan we dieper in op de specifieke verschillen tussen schillen met een song kunnen we als volgt samenvat- het opnemen van Patterns en Songs. ten: Pattern Play-pagina Patterns gebruiken slechts één spoor Op deze pagina komt u terecht door op [SEQUEN- Het is mogelijk om verschillende Patterns op ver- CER] en vervolgens op [PATTERN] te drukken. schillende sporen te plaatsen, maar binnen een Pat- Door nogmaals op [PATTERN] te drukken keert u tern kunt u niet meerdere sporen combineren. Een terug naar de SONG PLAY-pagina. Pattern kan wel informatie voor verschillende MIDI- kanalen (16 als het moet) tegelijk bevatten. Sporen Alle MIDI-kanalen komen op één spoor terecht. De U kunt maximaal 100 Patterns maken werkwijze voor het opnemen staat beschreven vanaf Binnen een song kunt u maximaal 100 Patterns aan- blz. 50. maken. Maatsoort Patterns worden samen met de song opgeslagen Net als voor de overige sporen kiest u de maatsoort Patterns bestaan niet onafhankelijk van songs. Ze in de MICROSCOPE-pagina van het Beat-spoor (zie worden steeds samen opgeslagen met de song waar- blz. 50). aan ze gerelateerd zijn. Het is dus niet mogelijk om een reeks losse Patterns op te nemen en apart op dis- Tempo kette te zetten – u moet ze allemaal samen opslaan bij de song waarin u ze hebt gemaakt. Pattern hebben geen eigen Tempo-spoor. Ze nemen steeds de tempo-informatie over van de song waar- Als u de song opslaat als SMF wordt de inhoud van toe ze behoren. de Patterns geconverteerd naar “gewone” spoordata. Als u die song in een andere sequencer laadt verschil- len deze data dus niet meer van de overige sporen. Bovendien worden Patterns die niet in een song aan bod komen niet opgeslagen in de SMF. 7.3 Waarvoor zijn Patterns nut- tig? Met de spoorknoppen schakelt u MIDI-kanalen in of uit Track Mute, Solo en Minus One werken in het geval Patterns in een song gebruiken van Patterns niet op sporen maar op MIDI-kanalen. Zoals gezegd worden Patterns doorgaans gebruikt Merk trouwens op dat zodra u een Pattern kiest alle voor korte, herhalende patronen. Zo kunt u bijvoor- spoorknoppen oplichten, of er zich nu iets op het beeld een drumpatroon van één maat in een Pattern overeenkomstige MIDI-kanaal bevindt of niet. opnemen en dit steeds laten herhalen. Op een ander spoor neemt u dan accenten, roffels enz. op die de overgangen (bv. strofe naar refrein) in de song accentueren. De voordelen zijn legio: u hoeft de basisbeat slechts één keer in te spelen en bovendien neemt het Pattern veel minder geheugen in beslag. Die geheugenbesparing wordt duidelijk als u de onderstaande afbeelding even bekijkt: het Pattern

59 MC-80 book Page 60 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

MC-80 Handleiding

spoor bevat slechts één maat “noten”. In de overige 7.4 Patterns weergeven maten wordt telkens een zogenaamd Pattern Call- commando geplaatst dat de MC-80 opdraagt het Dit gaat iets anders in zijn werk dan het weergeven betreffende Pattern nogmaals weer te geven. van songs. Ziehier de voornaamste verschillen: Enkel noten • De TRACK-knoppen werken als aan/uit-knoppen Maat 1 Maat 2 Maat 3 voor de verschillende MIDI-kanalen. • U kunt Patterns niet weergeven volgens de Quick Play-methode. 1) Druk op [SEQUENCER] om naar de SONG PLAY- pagina te gaan. Met Pattern Call-commando's 2) Wilt u een Pattern weergeven dat bij een song op Maat 1 Maat 2 Maat 3 diskette hoort, laad dan de betreffende song (zie Pattern 001 Pattern 001 blz. 92). 3) Druk op [SEQUENCER] (de indicator licht op) en Pattern 001 In iedere maat wordt een vervolgens op [PATTERN] om naar de “PATTERN Pattern Call-commando geplaatst PLAY”-pagina te gaan. 4) Plaats de cursor op het Pattern-nummer “PTN 000” en kies het nummer van het Pattern dat u wilt Patterns in een Phrase Sequence ge- weergeven. bruiken Met de Phrase Sequence-functie kunt u volledige “frases” (muzikale motiefjes) koppelen aan klavier- toetsen. Met andere woorden: door één toets in te drukken geeft u een volledig stukje muziek weer. Het 5) Druk op [PLAY] om de weergave te starten. materiaal voor die frases haalt u uit de Patterns aan Druk op [STOP] zodra u de weergave wilt stoppen. boord van de MC-80. Zo kunt u voor iedere toets specifiëren welk Pattern-nummer er wordt weerge- Opmerking: De overige transportknoppen werken op dezelfde geven. In de hitte van de strijd kunt u desgewenst manier als voor songs (zie blz. 41). verschillende Pattern tegelijk starten door verschil- lende toetsen in te drukken. De toetsverdeling zou er als volgt kunnen uitzien:

Voorbeeld 7.5 Patterns kiezen uit een lijst

Een handige manier om Patterns te kiezen is de vol- gende, waarbij een overzichtelijke lijst te voorschijn roept:

Pattern006 (Bass 2) 1) Wilt u een Pattern kiezen dat bij een song op dis- Pattern005 (Bass 1) kette hoort, laad dan de betreffende song (zie Pattern004 (Fill 2) blz. 92). Pattern003 (Fill 1) 2) Druk op [SEQUENCER] (de indicator licht op) en Pattern002 (Rhythm 2) vervolgens op [PATTERN] om naar de “PATTERN Pattern001 (Rhythm 1) Stop-toets PLAY”-pagina te gaan. 3) Druk op [F6 (PTN SEL)] om naar de “PATTERN SELECT”-pagina te gaan. 4) Kies met het [VALUE]-wiel het Pattern dat u wilt weergeven. 5) Druk op [F6 (SELECT)] om het Pattern te kiezen en terug te keren naar de “PATTERN PLAY”-pagina. Opmerking: In plaats van stap 5 kunt u ook rechtstreeks in de “PATTERN SELECT”-pagina op [PLAY] drukken om het Pattern weer te geven.

60 MC-80 book Page 61 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

Frases met één toets aansturen (Phrase Sequence)

Frases met één toets aansturen 8. (Phrase Sequence)

Met deze toets kunt u de weergave van 8.1 Wat is Phrase Sequence? STOP het Pattern stoppen Phrase Sequencing is een bijzonder interessante func- tie. Ze stelt u namelijk in staat om Patterns uit de Opmerking: Het display in het klavier geeft een overzicht van Pattern spoor van een song weer te geven door op alle toewijzingen. Op de toetsen waaraan een Pattern is toe- gewezen staat een “|”, de STOP-toets wordt aangeduid met vrij te definiëren klaviertoetsen te drukken. een “+”. Aan alle overige toetsen is geen Pattern toegewezen Zo zou u, om een slagwerkpartij te spelen, een (OFF). bepaalde Fill-in in een Pattern kunnen opnemen en 7) Plaats de cursor op “Playback Mode” en kies de deze Pattern in de Phrase Sequence-functie kunnen gewenste weergavemethode: registreren. Als u dan op het klavier zit te drummen kunt u met één toetsdruk die wereldse fill-in door de Het Pattern wordt herhaald zolang u de Loop1 luidsprekers laten knallen. toets ingedrukt houdt. U kunt maximaal acht Patterns tegelijk weergeven. Het Pattern wordt herhaald, ook nadat u Dat biedt u de mogelijkheid om Patterns op te de toets loslaat. Druk nogmaals op de nemen voor drums, bas, klavier, enz. en deze al spe- Loop2 toets waarmee u het Pattern hebt gestart lend te combineren tot een nieuwe song. Aangezien of op de STOP-toets om de weergave te de sequencer kan onthouden welke toetsen u indrukt stoppen. kunt u die song ook meteen opnemen! Het Pattern wordt slechts één keer weer- gegeven. Nadat u de toets loslaat gaat de One Shot weergave door tot aan het einde van het Pattern. 8.2 Voorbereidingen voor Phrase 8) Plaats de cursor op “Mute Group” en definieer de Sequence gewenste groepen:

Het Pattern wordt niet aan een Mute Eerst moet u natuurlijk de nodige Patterns opnemen OFF Group toegewezen. (zie blz. 50), deze aan klaviertoetsen toewijzen en het geheel opslaan als onderdeel van een song. Patterns die aan dezelfde groep zijn toe- gewezen kunt u niet tegelijk weergeven. 1) Druk op [SEQUENCER] om naar de “SONG Wilt u bijvoorbeeld dat een Pattern dat is PLAY”-pagina te gaan. toegewezen aan de toets C3 nooit samen 2) Wilt u met een song werken die zich op diskette 1~31 klinkt met een Pattern dat is toegewezen bevindt, laad dan eerst de song (zie blz. 92). aan G5, wijs dan C3 en G5 toe aan 3) Druk op [F1 (SETUP)]. dezelfde Mute Group (bijvoorbeeld “1”). Op die manier kunt u dus tot 31 groepen 4) Druk op [F3 (PHRASE)] om naar de PHRASE gebruiken. SEQUENCE-pagina te gaan. Maak de volgende instellingen voor iedere toets: Stel de volgende parameters voor het volledige kla- 5) Druk op de toets waarvoor u instellingen wilt vier in. maken. 9) Plaats de cursor op “Trigger Quantize” en kies de 6) Plaats de cursor op “Pattern” en kies het gewenste gewenste optie:. Pattern: De weergave van de Pattern begint Realtime Het Pattern met het nummer dat u kiest onmiddellijk als u een toets indrukt. PTN 1~100 wordt aan de toets toegewezen. De naam van het Pattern verschijnt tussen haakjes. Er wordt geen Pattern aan deze toets toe- OFF gewezen.

61 MC-80 book Page 62 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

MC-80 Handleiding

Als u tijdens de weergave van een Song maals op de toets te drukken waarmee u dat Pattern ergens in het midden van een tel op een in gang hebt gezet. At Beat toets drukt, wordt het corresponderende Opmerking: Als u de song in het MC-80 formaat opslaat ter- Pattern weergegeven vanaf het begin van wijl de Phrase Sequence-functie actief is, dan wordt de status de volgende tel. van de functie mee opgeslagen. Als u later deze song selecteert Als u tijdens de weergave van een Song kunt u dus meteen gebruik maken van de Phrase Sequence- ergens in het midden van een maat op functie. Bewaart u de song echter als SMF, dan wordt de sta- At Measure een toets drukt, wordt het corresponde- tus noch de Patterns van de Phrase Sequence-functie opgesla- rende Pattern weergegeven vanaf het gen. begin van de volgende maat.

10)Plaats de cursor op “Velocity Sens” en kies de gewenste optie: 8.4 Phrase Sequence-partijen op- Het Pattern wordt steeds weergegeven aan OFF nemen het volume waarmee u het hebt opgenomen. Het weergavevolume van de Pattern wordt in Alles wat u met Phrase Sequences uitvoert kunt u in LOW, toenemende mate afhankelijk van de kracht realtime opnemen. Die mogelijkheid is uiteraard MID en waarmee u de overeenkomstige toets aan- HIGH vooral interessant om snel een arrangement te bou- slaat. wen met een reeks Patterns die u van tevoren hebt opgenomen. 11)Druk op [EXIT] om terug te keren naar de “SONG Let wel: hier worden geen Pattern Call commando’s PLAY”-pagina. opgenomen (zoals bij Step opname), maar de Patte- 12)Druk op [PHRASE SEQUENCE] (de indicator licht rns worden omgezet in realtime opnamedata, alsof u op). dus alle noten e.d. uit zo’n Pattern daadwerkelijk zou 13)Druk op een toets waaraan een Phrase Sequence is spelen. toegewezen. 1) Volg de aanwijzigingen onder “Voorbereidingen Opmerking: Druk op [PHRASE SEQUENCE] (de indicator voor Phrase Sequence” op blz. 61 om de juiste dooft) als u de Phrase Sequence-functie niet langer wilt Phrase Sequence-instellingen te maken. gebruiken. 2) Volg de aanwijzigingen onder “Opnemen terwijl u speelt (Realtime)” op blz. 51 om de MC-80 klaar te maken voor Realtime-opnemen. 3) Start de opname 8.3 Phrase Sequences gebruiken Opmerking: De Count In-parameter (zie blz. 51) mag niet op “Wait Note” zijn ingesteld, want dan start de opname U kunt Phrase Sequences zowel bij gestopte als bij niet, zelfs niet wanneer u drukt op de toets waaraan het Pat- lopende weergave gebruiken. Bevinden de Phrase tern is toegewezen of op de STOP toets. Sequences zich in een song die u in het MC-80 for- Op de toetsen waaraan u geen Pattern hebt toegewe- maat op diskette hebt geschreven, dan kunt u ze zelfs zen (OFF) kunt u normaal spelen. Met de toets die u tijdens Quick Play weergeven. als STOP toets hebt gedefinieerd kunt u de weergave van alle Patterns stoppen. 1) Druk op [SEQUENCER]. 4) Druk op [STOP/PLAY] om de opname te stoppen. 2) Zorg dat u alle daarnet besproken parameters cor- rect hebt ingesteld. ■ Tips bij het gebruik van de Phrase Sequence- 3) Druk op [PHRASE SEQUENCE] (de indicator licht op). functie 4) Wilt u meespelen met de song, start dan de weerga- ☛ Neem enkel nootcommando’s op in een Pattern dat ve door op [PLAY] te drukken. u als Phrase Sequence wilt gebruiken 5) Druk nu op een toets waaraan een Pattern is toege- Als u ook nog andere commando’s opneemt (modu- wezen. latie, Pitch Bend e.d.), loopt de weergave van de Om de weergave van een Pattern te onderbreken noten misschien vertraging op. Niet-nootcomman- drukt u op de als “STOP” gedefinieerde toets. Hebt u do’s neemt u dan ook best op in een Phrase spoor. de Playback Mode-parameter op LOOP2 ingesteld, dan kunt u de weergave ook onderbreken door nog-

62 MC-80 book Page 63 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

Frases met één toets aansturen (Phrase Sequence)

☛ Patterns synchroon weergeven Dit kan enkel wanneer de weergave van de song loopt, aangezien de Patterns zich in dat geval richten naar de maatsoort (op het Beat spoor) van de song. Gaat het nu om een song waarbij er geen data op de Phrase sporen aanwezig zijn, dan kunt u geen Patte- rns synchroon weergeven. In dat geval kunt u best enkele lege maten opnemen op een Phrase spoor en deze vervolgens in een Loop weergeven.

63 MC-80 book Page 64 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

MC-80 Handleiding 9. Arpeggiator

9.1 Wat is een arpeggiator? 9.3 Tempo van de arpeggio wijzi- gen De Arpeggiator van de MC-80 vormt de akkoorden die u speelt om tot arpeggio’s (gebroken akkoorden). De arpeggio volgt steeds het tempo van de geselec- Speelt u bijvoorbeeld het onderstaande C majeur teerde song. Om de arpeggio te versnellen/vertragen akkoord, dan krijgt u een arpeggio te horen van de moet u dus het globale songtempo wijzigen: noten C3, E3, G3, C3, E3, G3… De arpeggio’s volgens steeds het tempo van de song. 1) Druk op [TE MPO]. Bovendien zult u hieronder merken dat de mogelijk- 2) Kies met het [VALUE]-wiel of met [INC/+][DEC/-] heden ver uitstijgen boven wat u van een arpeggiator het gewenste tempo. gewend bent. 3) Druk nogmaals op [TEMPO] om het Tempo-ven- ster te sluiten.

9.2 Eerste kennismaking 9.4 Arpeggio-parameters Misschien hebt u nog nooit met een arpeggiator gewerkt, daarom laten we u meteen even kennisma- ken. 1) Druk op [ARPEGGIATOR] (de indicator licht op) om de arpeggiator in te schakelen. 2) Speel een akkoord en luister hoe hiervan een arpeg- Er zijn in totaal zes parameters die u voor de Arpeg- gio wordt gemaakt. giator kunt instellen. De belangrijkste daarvan is de Laten we nu de arpeggio variëren. Arpeggio Style-parameter, want die heeft het meeste 3) Druk op [SEQUENCER], vervolgens op [F1 (SET- invloed op het soort arpeggio dat u te horen krijgt. UP)] en tenslotte op [F4 (ARPEGGIO)] om naar de Als u een Arpeggio Style kiest worden automatisch “Arpeggio”-pagina te gaan. de Accent Rate, Motif, Beat Pattern, en Shuffle Rate parameters ingesteld. Op die manier hebt u door een Arpeggio Style te kiezen al de meeste parameters ingesteld en hoeft u enkel nog het Tempo, de Octave Range enz. te bepalen. Vandaar dat u we u aanraden om eerst de Style te kiezen, dat is meestal de snelste 4) Plaats de cursor op “Style” en kies met het manier van werken. [VALUE]-wiel of met [INC/+][DEC/-] een andere Kunt u echter met de automatisch gekozen waarden stijl voor de arpeggio. niet tot het patroon komen dat u in gedachten had, Druk op [EXIT] om terug te keren naar de vorige wijzig dan ook de waarden van de vier basisparame- pagina. Druk nogmaals op [ARPEGGIATOR] als u ters. de arpeggiator wilt uitschakelen (de indicator dooft). U kunt dan opnieuw “normaal” op het klavier spe- len.

64 MC-80 book Page 65 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

Arpeggiator

Style We hebben daarnet al even gestoeid met de Style-parameter. Ziehier de uitgebreide waslijst opties die de MC-80 voor deze parameter biedt:

1/4 Het ritme wordt verdeeld in kwartnoten. 1/6 Het ritme wordt verdeeld in kwartnoot-triolen. 1/8 Het ritme wordt verdeeld in achtste noten. 1/12 Het ritme wordt verdeeld in triolen van achtste noten. 1/16 Het ritme wordt verdeeld in zestiende noten. 1/32 Het ritme wordt verdeeld in tweeëndertigste noten. PORTAMENTO A, B Deze Style maakt gebruik van een Portamento-effect. GLISSANDO Glissando stijl. SEQUENCE A~D Deze vier stijlen hebben veel weg van sequencerpatronen. ECHO Echo-achtige stijl. SYNTH BASS, HEAVY SLAP, LIGHT Met deze stijlen kunt u baspartijen spelen. SLAP, WALK BASS Dit zijn stijlen voor slaggitaar-partijen. Optie 2~5 moet u kiezen als u een akkoord RHYTHM GTR A~E van 3 of 4 noten indrukt. 3FINGER Om met drie vingers gespeelde gitaarpartijen na te bootsen. Deze stijl bootst het opwaarts of neerwaarts tokkelen van akkoorden op een gitaar STRUMMING GTR na. Aan te bevelen wanneer u akkoorden van 5 of 6 noten speelt. Zoals hun naam al doet vermoeden werken deze stijlen goed op klavierinstrumen- KBD COMPING A~E ten. C is een wals, D een swing-wals en E een reggae-stijl. PERCUSSION Een stijl die zich goed leent voor percussie-instrumentklanken. HARP Deze stijl bootst de speeltechniek van een harp na; SHAMISEN Deze stijl bootst de speeltechniek van een shamisen na; BOUND BALL Deze stijl heeft het gevoel van een op- en neerkaatsende bal. RANDOM Bij deze stijl worden de noten willekeurig geordend. Stijl met onmiskenbare bossa-nova gitaarlicks. Het beste resultaat krijgt u als u 3~4 BOSSANOVA noten ingedrukt houdt. Door het tempo op te voeren maakt u hiervan een samba. SALSA Typische salsa-stijl. Houd ook hier 3~4 noten aan voor een optimaal resultaat. MAMBO Typische mambo-stijl. Houd ook hier 3~4 noten aan voor een optimaal resultaat. Dit is een Rhythm Style waarbij latijns-amerikaanse percussie-instrumenten zoals LATIN PERCUSSION Clave, Cowbell, Clap, Bongo, Conga, Agogo, enz. de revue passeren. SAMBA Typische samba-stijl. Geschikt voor ritmische patronen of baslijnen. Typische tango-ritmes. Houd de grondnoot, terts en kwint ingedrukt voor het beste TANGO resultaat. Met deze stijl kunt u House-pianobegeleidingen spelen. Het beste resultaat krijgt u HOUSE door 3~4 noten ingedrukt te houden. Bij deze stijl kunt u de waarden voor de “Accent Rate”, “Motif”, “Beat Pattern”, en LIMITLESS “Shuffle Rate” parameters zelf instellen en ze ook als dusdanig opslaan.

65 MC-80 book Page 66 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

MC-80 Handleiding

Volgorde van de noten (Motif) Met deze parameter bepaalt u de volgorde waarin de Arpeggiator de noten van het akkoord weergeeft.

De noten worden één voor één weergegeven, te beginnen met de laagste noot die u op het klavier SINGLE UP indrukt. De noten worden één voor één weergegeven, te beginnen met de hoogste noot die u op het klavier SINGLE DOWN indrukt. De noten worden één voor één weergegeven, te beginnen met de laagste noot die u op het klavier SINGLE UP&DOWN indrukt, tot aan de hoogste en dan weer naar beneden. SNGLE RANDOM De noten worden één voor één weergegeven in een willekeurige volgorde. DUAL UP De noten worden twee per twee weergegeven, te beginnen met de laagste. DUAL DOWN De noten worden twee per twee weergegeven, te beginnen met de hoogste. De noten worden twee per twee weergegeven, te beginnen met de laagste noten die u op het klavier DUAL UP&DOWN indrukt, tot aan de hoogste en dan weer naar beneden. DUAL RANDOM De noten worden twee per twee weergegeven in een willekeurige volgorde. TRIPLE UP De noten worden drie per drie weergegeven, te beginnen met de laagste. TRIPLE DOWN De noten worden drie per drie weergegeven, te beginnen met de hoogste. De noten worden drie per drie weergegeven, te beginnen met de laagste noten die u op het klavier TRIPLE UP&DOWN indrukt, tot aan de hoogste en dan weer naar beneden. TRIPLE RANDOM De noten worden drie per drie weergegeven in een willekeurige volgorde. De noten worden weergegeven in de volgorde waarin u ze hebt ingedrukt. Door de toetsen in de NOTE ORDER juiste volgorde in te drukken kunt u melodieën maken. Dat kunnen zelfs behoorlijk complexe melo- dieën zijn, want de Arpeggiator kan tot 128 noten onthouden! De Arpeggiator speelt stijgende en dalende chromatische toonladders tussen de laagste en de hoog- GLISSANDO ste noot die u speelt. U hoeft dus maar twee noten in te drukken: de hoogste en de laagste. CHORD Alle noten die u speelt worden tegelijk weergegeven. De Arpeggiator geeft eerst de laagstgespeelde noot weer en vervolgens de overige noten als een BASS+CHORD1~5 akkoord. Hierdoor ontstaat een soort stride piano stijl (cf. Scott Joplin). De Arpeggiator geeft eerst de laagstgespeelde noot weer en vervolgens de overige noten als een BASS+UP 1~8 arpeggio. De Arpeggiator geeft eerst de laagstgespeelde noot weer en vervolgens de overige noten in een wille- BASS+RANDOM 1~3 keurige volgorde. De Arpeggiator geeft eerst de hoogstgespeelde noot weer en vervolgens de overige noten als een TOP+UP 1~6 arpeggio. BASS+UP+TOP U hoort afwisselend de hoogste+laagste noot die u indrukt en de overige noten.

Maatsoort (Beat Pattern) GUIRO, SAMBA AGO, SAMBA B, TANGO-B 1~2, Hiermee bepaalt u de maatsoort van de arpeggio. TANGO-ACD, TANGO-SNA, HOUSE P, HOUSE B Deze parameter beïnvloedt de lengte van de noten en Opmerking: De opties die u voor deze parameter hebt hangen de plaats van de geaccentueerde tellen en bepaalt op samen met de arpeggio Style die u kiest. Kiest u LIMITLESS, die manier de maatsoort en het “ritmische gevoel” dan kunt u gelijk welke Beat Pattern kiezen. Bij andere Style- van de arpeggio. keuzes zijn enkel de meest geschikte Beat Pattern-opties Opties: 1/4, 1/6, 1/8, 1/12, 1/16 1~3, 1/32 1~3, SEQ- beschikbaar. A 1~7, SEQ-B 1~4, SEQ-C 1~2, SEQ-D 1~8, ECHO Shuffle Rate (50~90%) 1~3, MUTE 1~16, STRUM 1~8, REGGAE 1~2, Met deze parameter kunt u de timing van de gear- REFRAIN 1~2, PERC 1~4, WALKBS, HARP, peggieerde noten verschuiven, zodat er Shuffle BOUND, RANDOM, BOSSA G, SALSA B, SALSA-P patronen ontstaan. Het instelbereik gaat van 50~ 1~3, MAMBO B, MAMBO BRS, CLAVE, REV CLA, 90%. Bij een waarde van 50% staan alle noten even

66 MC-80 book Page 67 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

Arpeggiator

“ver” van elkaar. Naarmate u een hogere waarde 1) Maak de MC-80 klaar voor Realtime-opname (zie kiest wordt het Shuffle effect meer uitgesproken. blz. 50). Accent Rate (0~100) 2) Druk op [ARPEGGIATOR] om de arpeggiator in te schakelen. Met deze parameter wijzigt u de sterkte van de accenten en de nootlengtes. Op die manier wijzigt u 3) Druk op [F5 (ARPEGGIO)] om naar de pagina te de “groove” of “Feel” van de arpeggio. Het instelbe- gaan waarin u de gewenste instellingen voor de reik gaat van 0~100. arpeggiator (zie blz. 64) kunt maken. 4) Start de opname. De arpeggio’s die u aanstuurt Octave Range (-3~+3) worden opgenomen. Hiermee bepaalt u over hoeveel octaven de Arpeg- 5) Druk op [STOP] als u klaar bent met opnemen. giator actief is.

De arpeggio wordt tot 3 octaven hoger +1~+3 getransponeerd. De arpeggio blijft beperkt tot het octaaf 0 waarin u het akkoord speelt. De arpeggio wordt tot 3 octaven lager -3~-1 getransponeerd.

Key Velocity Hiermee bepaalt u de aanslagwaarde waarmee de arpeggiator de noten weergeeft. Velocity staat voor de kracht waarmee de toetsen worden aangeslagen en heeft in de eerste plaats een invloed op het volume waarop de noten wordt weergegeven.

De arpeggiator neemt de aanslagwaarden REAL overwaarmee u de noten op het klavier aan- slaat. Alle noten worden met de gekozen waarde 1~127 weergegeven en de reële aanslagwaarde wordt genegeerd.

9.5 Andere mogelijkheden

Arpeggio’s laten doorklinken Als u een Hold- (of Sustain-)pedaal op uw MIDI- klavier hebt aangesloten kunt u de arpeggio’s laten doorklinken nadat u de toetsen loslaat. 1) Verbind een Hold-pedaal (DP-2, DP-6 of FS-5U, los verkrijgbaar) met de HOLD-ingang van uw MIDI-klavier. 2) Sla een akkoord en druk daarna het pedaal in. 3) Laat de toetsen los. De arpeggio blijft doorklinken tot u het pedaal loslaat.

Arpeggio’s opnemen U kunt de partij van de arpeggiator opnemen op één van de Phrase Tracks 1~16.

67 MC-80 book Page 68 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

Songs en Patterns editen 10.Songs en Patterns editen

In dit hoofdstuk maken we kennis met de uitgebrei- laadt, bijvoorbeeld met de melding “(C) 1998 de mogelijkheden die de MC-80 in huis heeft om Roland Corporation”. Namen van auteursrechtelijk opnames te bewerken. Voor we daarmee van start beschermde songs kunt u niet wijzigen. gaan, moeten we de song die we willen bewerken laden.

10.1 Song laden 1) Laad de song waarvan u de naam wilt wijzigen (zie blz. 92). 1) Steek de diskette waarop de song zich bevindt in de 2) Druk op [SEQUENCER], vervolgens op [F1 (SET- disk drive. UP)] en tenslotte op [F1 (SONG NAME)] om naar 2) Druk op [SEQUENCER] en vervolgens op de “SONG NAME”-pagina te gaan. [SELECT] om naar de “SONG SELECT”-pagina te 3) Plaats de cursor achtereenvolgens op de karakters gaan. die u wilt wijzigen en kies met het [VALUE]-wiel of 3) Druk op [F1 (DRIVE)] en kies de gewenste drive. de [INC/+][DEC/-] knoppen telkens het gewenste 4) Wilt u een song in een folder kiezen, plaats de cur- karakter. sor dan op die folder en druk op [F5 (OPEN ® )]. Karakters invoeren kan ook met de cijferknoppen: De inhoud van de folder verschijnt in het display: telkens wanneer u bijvoorbeeld op “1” drukt kiest u achtereenvolgens “1→ A→ B→ C→ 1…”. Als u [SHIFT] ingedrukt houdt kunt u bovendien met de cijferknoppen 1~5 het lettertype in de SONG PLAY- en PATTERN PLAY-pagina’s kiezen. Het gekozen lettertype blijft actief tot u de MC-80 uitschakelt. 4) Zodra de naam volledig is kunt u door op [F6 (OK)] 5) Plaats de cursor op de naam van de song die u wilt te drukken terugkeren naar de “SONG PLAY”- laden. pagina. 6) Druk op [F6 (LOAD)] om de song te laden. Auteursgegevens toevoegen Als u zelf songs maakt wilt u daar misschien graag 10.2 Instellingen per song informatie over het auteursrecht aan toevoegen. Dat kan als volgt: De onderstaande instellingen worden samen met de Opmerking: In de handel verkrijgbare SMF’s bevatten soms song op diskette bewaard. al auteursgegevens. Deze kunt u niet wijzigen. Auteursrechte- lijk beveiligde songs kunt u bovendien niet kopiëren naar een andere diskette of opslaan als SMF. Naam van de song 1) Laad de song waaraan u de auteursgegevens wilt Via de onderstaande stappen kunt u de song een toevoegen (zie blz. 92). nieuwe naam geven of de bestaande naam wijzigen. 2) Druk op [SEQUENCER], vervolgens op [F1 (SET- De MC-80 maakt een onderscheid tussen de naam UP)] en tenslotte op [F2 (CPYRIGHT)] om naar de van het bestand en de naam van de song. De “SONG NAME”-pagina te gaan. bestandsnaam is de naam waarmee de song op dis- 3) Plaats de cursor achtereenvolgens op de karakters kette wordt geschreven (zie blz. 90). Hij kan uit die u wilt wijzigen en kies met het [VALUE]-wiel of maximaal acht karakters bestaan. De song naam mag de [INC/+][DEC/-] knoppen telkens het gewenste iets langer zijn, tot vijftien karakters. Deze naam karakter. krijgt u te zien als u de song in de MC-80 bewerkt. Karakters invoeren kan ook met de cijferknoppen: Sommige SMF’s zijn auteursrechtelijk beschermd. U telkens wanneer u bijvoorbeeld op “1” drukt kiest u wordt daarop attent gemaakt wanneer u zo’n SMF achtereenvolgens “1→ A→ B→ C→ 1…”.

68 MC-80 book Page 69 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

Songs en Patterns editen

4) Zodra de gegevens volledig zijn kunt u door op [F6 Op de verschillende types data die u te zien krijgt (OK)] te drukken terugkeren naar de “SONG gaan we verder nog dieper in, maar laten we eerst PLAY”-pagina. even kijken hoe het werkt: 1) Laad de song die u wilt bewerken (zie blz. 92). Naam van een Pattern 2) Druk op [F4 (MICRO)] om naar de “MICROSCO- PE”-pagina te gaan. Ook de namen van Patterns kunt u wijzigen. Zo’n naam kan uit maximaal tien karakters bestaan. 3) Kies het spoor of het Pattern dat u wilt afbeelden. Sporen kunt u kiezen met de TRACK [1]~[16] knoppen. Om een Pattern te kiezen drukt u eerst op [PATTERN] om naar de “PATTERN SELECT”- pagina te gaan, vervolgens kiest u het gewenste Pat- tern-nummer. Wilt u het Tempo- of Beat-spoor bekijken, druk dan op [TEMPO/BEAT] tot u het 1) Druk op [SEQUENCER]. gewenste spoor (“Trk Tempo” of “Trk Beat”) te zien 2) Druk op [PATTERN]. krijgt. 3) Plaats de cursor op het Pattern-nummer en kies het 4) Met de cursor ▲ ▼ knoppen beweegt u op en neer Pattern waaraan u een naam wilt geven. door de lijst. ® 4) Druk op [F1 (PTN NAME)] om naar de “PATTERN Het “ ”-pijltje geeft aan welke data geselecteerd NAME”-pagina te gaan. zijn. Dit pijltje kunt u verplaatsen met het [VALUE]- wiel of de [INC/+][DEC/-] knoppen. Wilt u maat 5) Plaats de cursor achtereenvolgens op de karakters per maat vooruitgaan, plaats de cursor dan op de die u wilt wijzigen en kies met het [VALUE]-wiel of maatwaarde en ga met het [VALUE]-wiel of de de [INC/+][DEC/-] knoppen telkens het gewenste [INC/+][DEC/-] knoppen naar de gewenste maat. karakter. Zoals u zich misschien herinnert kunt u ook de 6) Zodra de gegevens volledig zijn kunt u door op [F6 [BWD] en [FWD] knoppen gebruiken om maat per (OK)] te drukken terugkeren naar de “PATTERN maat vooruit of terug te gaan. PLAY”-pagina. Stapt u liever tel per tel door de data, plaats dan de cursor op de tel en kies met [INC/+][DEC/-] of het [VALUE]-wiel de gewenste tel. 10.3 Gedetailleerde wijzigingen aanbrengen (MICRO EDIT)

We hebben al enkele keren kennis gemaakt met de MICROSCOPE-pagina. Het ging dan om het invoe- 5) Druk op [EXIT] om terug te keren naar de “SONG ren van programmakeuze-commando’s, tempowij- PLAY”-pagina. zigingen, enz.Daarbij hebt u al kunnen zien waar het Als u net een Pattern onder de loep nam in de Micro- in deze pagina om draait: per spoor worden hier een scope-pagina moet u twee keer op [EXIT] drukken gedetailleerde lijst van alle “gebeurtenissen” (in het om terug te keren naar de “SONG PLAY”-pagina, Engels wordt vaak de term events gebruikt) afge- want de eerste keer komt u in de “PATTERN PLAY”- beeld. Zo’n gebeurtenis kan een gespeelde noot zijn, pagina terecht. maar ook een ingedrukt pedaal en ga zo maar door. Niet alleen de gebeurtenis, maar ook het tijdstip Nootnummers als klaviertoetsen af- waarop die gebeurt en andere “randgegevens” zoals beelden aanslagwaarde (voor noten), controlenummer (voor speelhulpen) enz. worden afgebeeld. Als we er nog Een handige functie van de Microscope-pagina is de bij vertellen dat u al deze gegevens individueel kunt mogelijkheid om een klavier af te beelden waarop u wijzigen begrijpt u waarschijnlijk waarom deze pagi- de noten kunt aflezen. Als u dit principe al kent van na de Microscope-pagina wordt genoemd. software-sequencers weet u dat het vaak overzichte- lijker werkt dan een droge opsomming van nootna- men of -nummers. 1) Druk op [SEQUENCER] om naar de “SONG PLAY”-pagina te gaan. 2) Laad de song die u wilt bewerken (zie blz. 92).

69 MC-80 book Page 70 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

MC-80 Handleiding

3) Druk op [F4 (MICRO)] om naar de “MICROSCO- Polyfone Aftertouch PE”-pagina te gaan. Een aantal MIDI-klavieren zijn uitgerust met after- 4) Druk op [F6 (VIEW SW)] om naar de “VIEW SW”- touch: dat is de controlewaarde die aangeeft in welke pagina te gaan. mate u een toets verder indrukt, nádat u ze hebt aan- 5) Druk op [F1 (NOTE MAP)]. geslagen. Bovendien gaat het hier om polyfone after- Zoals u merkt verandert de waarde voor “Note Map” touch, dat is de variant waarbij de toetsdruk voor in “ON”. In het display wordt een klaviertje afge- iedere noot apart kan worden bepaald.

beeld. MIDI-kanaal Nootnummer Waarde 6) Druk op [EXIT] om terug te keren naar de “MICROSCOPE”-pagina. Het klaviertje blijft afge- beeld. Het MIDI-kanaal waarop dit com- MIDI-kanaal Opmerking: U kunt de afbeelding van het klaviertje op ieder mando werd opgenomen. gewenst moment in- en uitschakelen door [SHIFT] ingedrukt Toonhoogte van de noot waarvoor de Nootnummer te houden en op [F6 (VIEW SW)] te drukken. toetsdrukwaarde geldt. Waarde Mate waarin u de toets indrukt. Individuele nootcommando’s beluis- teren Controlecommando’s (Control Change) Het is u waarschijnlijk al opgevallen dat u, zodra u de Dit is een bonte verzameling MIDI-commando’s die cursor op een noot plaatst, die noot ook hoort. Dit modulatie, volume, enz. aansturen. bewijst bijvoorbeeld zijn nut als u een drumpartij Opmerking: Een uitgebreid overzicht van de verschillende bewerkt en even wilt controleren welke klank aan dit controlenummers en hun functies vindt u in de MIDI-imple- nootnummer is toegewezen. mentatie van de MC-80 (zie blz. 125; voor een uitgebreide Wilt u de noot waarop de cursor zich bevindt nog- implementatie verwijzen we naar de Engelstalige handlei- maals horen, druk dan op [ENTER]. ding). Controlenummer MIDI-kanaal (Naam van de functie) Waarde Welke data ziet u in de MICROSCOPE- pagina? Het MIDI-kanaal waarop dit com- MIDI-kanaal We hebben aan het begin van dit hoofdstuk beloofd mando werd opgenomen. dat we u in detail zouden uitleggen waar al die cryp- Welke controlefunctie wordt er Controlenummer tische letter en cijfers in de MICROSCOPE-pagina gebruikt. voor staan. Laten we die belofte nu maar meteen Welke waarde wordt voor deze nakomen – ziehier een overzicht van alle soorten Waarde muzikale events die u te zien kunt krijgen. functie gestuurd. Noten Programmakeuze (Program Change) MIDI noot-aan en noot-uit commando’s worden Met deze MIDI-commando’s worden klanken geko- opgenomen wanneer u een toets indrukt, respectie- zen. velijk loslaat. MIDI-kanaal Programmanummer (Tone-naam) Duur ("Gate Time") Nootnummer (Tel - tik) MIDI-kanaal On Velocity Off Velocity Het MIDI-kanaal waarop dit com- MIDI-kanaal mando werd opgenomen. Het MIDI-kanaal waarop deze noot MIDI-kanaal werd opgenomen. Nummer en naam van de gekozen Programma- klank. Hierbij wordt gebruik gemaakt Nootnummer Toonhoogte van de noot. nummer van diverse klankindelingen (zie On Velocity Kracht waarmee u de noot aanslaat. blz. 73). Tijd tussenhet moment dat u de noot Gate Time aanslaat en het moment dat u ze loslaat. Kanaal Aftertouch Off Velocity Kracht waarmee u de toets loslaat. Wat aftertouch is hebben we daarnet uitgelegd. Hier gaat het om de variant waarbij een globale waarde

70 MC-80 book Page 71 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

Songs en Patterns editen

voor alle noten van een bepaald MIDI-kanaal wordt ■ Data in het Tempo-spoor gezonden. In het tempo-spoor worden “tempo-commando’s”

MIDI-kanaal Waarde opgetekend. De hier vastgelegde waarde bepaalt het tempo waaraan de song wordt weergegeven.

Het MIDI-kanaal waarop dit com- ■ Data in het Beat-spoor MIDI-kanaal mando werd opgenomen. Beat Change Waarde Mate waarin u de toets indrukt. Met deze commando’s voert u maatwisselingen in op het daarvoor bestemde spoor. Pitch Bend Maatsoort Deze commando’s geven de bewegingen van de Pitch Bend-hendel door en sturen dus “buigingen” van de toonhoogte aan.

MIDI-kanaal Waarde Enkel bepaalde types data afbeelden Bij een gemiddelde opname komen grote tot enorme hoeveelheden data op de sporen terecht. Denk maar Het MIDI-kanaal waarop dit com- MIDI-kanaal eens aan de lange reeksen individuele waarden waar- mando werd opgenomen. uit een Pitch Bend- of aftertouch-beweging is opge- Waarde De waarde van de toonhoogte. bouwd. De MICROSCOPE-pagina wordt dan al snel onoverzichtelijk. Vandaar dat we een mogelijkheid Tune (Tune Request) hebben voorzien om slechts een bepaald soort data af Deze commando’s dienen om bepaalde modellen te beelden. analoge synthesizers te stemmen. 1) Ga naar de MICROSCOPE-pagina. 2) Druk op [F6 (VIEW)] om naar de VIEW SWITCH- pagina te gaan. Pattern Call Een Pattern Call-commando start de weergave van een bepaald Pattern in de loop van de song. Tussen haakjes staat de plaats aangegeven waar de weergave ophoudt.

Pattern nummer: Pattern-naam Einde van het Pattern 3) Plaats de cursor op “MIDI Ch” en kies het MIDI- kanaal waarvoor u data wilt kiezen. Wilt u alle data van alle kanalen afbeelden, kies dan Pattern-num- Welk Pattern moet worden weergege- ALL. Wilt u de data van slechts één kanaal afbeelden, mer ven. kies dan het nummer van het gewenste kanaal (1~ 16). Op deze plaats bevindt zich eventueel Einde van het het Pattern Call-commando voor het 4) Plaats de cursor op de naam van de gewenste data Pattern volgende Pattern dat moet worden en druk op [INC/+] als u die data wilt afbeelden (er weergegeven. verschijnt dan een “✔” voor de naam). Druk op [DEC/-] als u de data niet wilt afbeelden. Met de SysEx (System Exclusive) opties [F6 (ALL ON)] en [F5 (ALL OFF)] kunt u res- pectievelijk alle data selecteren of deselecteren. Hiermee kunnen heel wat uiteenlopende functies worden aangestuurd, die specifiek zijn voor een 5) Druk op [EXIT] om terug te keren naar de MICRO- bepaald merk of type instrument. Soms worden deze SCOPE-pagina. data niet regel voor regel afgebeeld. In dat geval ver- schijnt er een “>” rechts in het display. Data wijzigen Data Nu komen we tot de essentie van de MICROSCOPE- pagina: al die gedetailleerde gegevens kunt u niet enkel bekijken, maar ook wijzigen (met uitzondering van het Tune Request-commando, want dat heeft geen parameters).

71 MC-80 book Page 72 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

MC-80 Handleiding

1) Laad de song die u wilt bewerken (zie blz. 92). 2) Kies met de cursor ® knop de data die uw wilt wij- 2) Druk op [F4 (MICRO)] om naar de “MICROSCO- zigen. U komt automatisch in de “SYSEX EDIT”- PE”-pagina te gaan. pagina terecht. 3) Kies het spoor of het Pattern dat u wilt bewerken. Sporen kunt u kiezen met de TRACK [1]~[16] knoppen. Om een Pattern te kiezen drukt u eerst op [PATTERN] om naar de “PATTERN SELECT”- pagina te gaan, vervolgens kiest u het gewenste Pat- tern-nummer. Door [SHIFT] ingedrukt te houden en op cursor √ ® 4) Met de cursor ▲ ▼ knoppen beweegt u op en neer of te drukken springt u meteen naar het begin, door de lijst. respectievelijk het einde van de data. Het “®”-pijltje geeft aan welke data geselecteerd Opmerking: F0 en F7 geven het begin en het einde van een zijn. SysEx-commando aan en kunnen als dusdanig niet worden 5) Kies met de cursor √ ® knoppen de parameter die gewijzigd. Daarom komt u met de zonet beschreven cursorbe- wegingen steeds op de eerste data na F0 of de laatste data voor u wilt wijzigen en stel de gewenste waarde in. F7 terecht. 3) Kies de gewenste waarde. A~F kunt u invoeren door [SHIFT] ingedrukt te houden en op [0]~[5] te drukken. Om tussen F0 en F7 een waarde toe te voegen drukt u op [F3 (Insert)]. Aanvankelijk wordt dan 00 ingevoegd, maar u kunt daar uiteraard iedere gewenste waarde van maken. U kunt een waarde wissen door de cursor erop te plaat- sen en op [F4 (Delete)] te drukken. 4) Hebt u alle instellingen gemaakt, druk dan op [F6 (WRITE)] om het System Exclusive-commando vast te leggen. U kunt nu nog op [EXIT] drukken om de wijzigin- gen te annuleren en terug te keren naar de MICRO- SCOPE-pagina. Als de cursor zich aan het begin van het SysEx-commando bevindt kunt u de wijzigingen ook opheffen door op cursor √ te drukken. Opmerking: Overal waar noten moeten worden gespecifieerd (dus ook bij polyfone aftertouch) kunt u de waarde ook instel- Opmerking: Door op [F1 (CHECKSUM)] te drukken voert u len door op de overeenkomstige toets van het klavier te druk- een automatische berekening van de Checksum uit. Dit wordt ken of door [SHIFT] ingedrukt te houden en met de cijfer- aangegeven door “AUTO CSUM” bovenaan in het display. knoppen te werken. Wilt u dat de checksum niet automatisch wordt berekend, druk dan op [F1 (CHECKSUM)], zodat “AUTO CSUM” Opmerking: Ook de “On Velocity” en “Off Velocity” waar- verdwijnt. den kunt u wijzigen door de toetsen met de gewenste kracht aan te slaan resp. los te laten. Opmerking: Undo/Redo (zie blz. 35) werkt op alle wijzigin- Maatwijzigingen invoeren gen die u hebt uitgevoerd vanaf het moment dat u bent begin- Om in de loop van de song naar een andere maat- nen editen tot wanneer u de MICROSCOPE-pagina hebt verlaten. soort te gaan moet u op het Beat-spoor een maat invoegen met de nieuwe maatsoort. Hoe u een maat invoegt leest u op blz. 77. ■ System Exclusive-commando’s wijzigen Opmerking: Als een Pattern een andere maatsoort heeft dan Dit werkt iets anders als voor de overige comman- de song waarin hij terechtkomt, dan krijgt de maatsoort van do’s: de song voorrang. Dat leidt waarschijnlijk tot ongewenste rit- 1) Kies met de cursor ▲ ▼ knoppen het System mische afwijkingen (bv. een 3/4 Pattern weergeven in een 4/4 Exclusive-commando dat u wilt wijzigen. song). Wilt u dit Pattern in de originele maatsoort weergeven, voer dan een maatwisseling naar 3/4 in op het Beat-spoor.

■ Maatwijzigingen editen 1) Laad de song die u wilt bewerken (zie blz. 92).

72 MC-80 book Page 73 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

Songs en Patterns editen

2) Druk op [F4 (MICRO)] om naar de MICROSCO- Nieuwe data aanmaken (Create) PE-pagina te gaan. 1) Laad de song die u wilt bewerken (zie blz. 92). 3) Druk op [TEMPO/BEAT] om “Trk Beat” te selecte- 2) Druk op [F4 (MICRO)] om naar de “MICROSCO- ren. PE”-pagina te gaan. Telkens als u op deze knop drukt kiest u afwisselend “Trk Tempo” en “Trk Beat”. 3) Kies het spoor of het Pattern dat u wilt afbeelden. Sporen kunt u kiezen met de TRACK [1]~[16] 4) Kies met de cursor ▲ ▼ knoppen de maatwijziging knoppen. Om een Pattern te kiezen drukt u eerst op die u wilt aanpassen. [PATTERN] om naar de “PATTERN SELECT”- 5) Plaats de cursor met √ en ® rechts op teller en pagina te gaan, vervolgens kiest u het gewenste Pat- noemer en kies de gewenste maatsoort. tern-nummer. 4) Ga met de cursor ▲ ▼ knoppen naar de plaats ■ Maatsoort van een Pattern wijzigen waar u de data wilt invoegen. Ook voor ieder Pattern kunt u een maatsoort kiezen. Misschien wordt de gewenste plaats niet in het dis- Deze dient enkel als referentie bij het opnemen en play afgebeeld. Plaats in dat geval de cursor op een weergeven (in plaats van de maatsoort voor de song positie (maat - tel - tik) en kies met de cijferknoppen die is opgeslagen op het Beat-spoor). de gewenste coördinaten. Normaal heeft een Pattern de maat 4/4, maar door 5) Druk op [F1 (CREATE)] om naar de “CREATE de Pattern Beat-waarde te wijzigen kunt u een andere EVENT”-pagina te gaan. maatsoort kiezen. Deze waarde kunt u aan het begin van iedere Pattern instellen. U kunt hem niet wissen, verplaatsen of kopiëren. 1) Laad de song die u wilt bewerken (zie blz. 92). 2) Druk op [F4 (MICRO)] om naar de MICROSCO- PE-pagina te gaan. 6) Plaats de cursor op het type data dat u wilt invoe- 3) Druk op [TEMPO/BEAT]. ren. Kiest u hier Program Change, dan kunt u op [F5 4) Kies de gewenste maatsoort voor het Pattern. (LIST)] drukken om een overzicht van de klanken in Opmerking: De maatsoort kunt u niet in de loop van het Pat- de VE-GS Pro af te beelden. tern laten wijzigen.

Tempowijzigingen invoeren Zie “Tempowijzigingen opnemen” op blz. 43. Als u de cursor op een klank plaatst worden de over- ■ Tempowijzigingen editen eenkomstige bankkeuze- en programmakeuze-com- Als u een tempowaarde in het Tempo-spoor aanpast mando’s gezonden, zodat u de klank meteen op uw geldt de gewijzigde waarde slechts tot aan de volgen- klavier kunt spelen. Zodra u de gewenste klank hebt de tempowaarde. Om het globale tempo van de song gevonden drukt op [F6 (CREATE)] om de voor- te wijzigen wijzigt u beter de tempowaarde in de noemde commando’s in de partij te schrijven. “SONG PLAY”-pagina. In het venster met klanklijsten kunt u bovendien de 1) Laad de song die u wilt bewerken (zie blz. 92). volgende functies gebruiken: 2) Druk op [F4 (MICRO)] om naar de MICROSCO- Hiermee beeldt u de klankindeling [F3 (55 MAP)] PE-pagina te gaan. van de SC-55 af. 3) Druk op [TEMPO/BEAT] om “Trk Tempo” te Hiermee beeldt u de klankindeling [F4 (88 MAP)] selecteren. van de SC-88 af. Telkens als u op deze knop drukt kiest u afwisselend Hiermee beeldt u de klankindeling “Trk Tempo” en “Trk Beat”. [F5 (88 PRO)] van de SC-88 Pro af. 4) Kies met de cursor ▲ ▼ knoppen de tempowijzi- ging die u wilt aanpassen. Opmerking: Klanken waarvan de naam eindigt met een “:” ® q 5) Plaats de cursor met rechts van “ = “ en kies het zijn “legato”-klanken: als u gebonden noten speelt hoort u gewenste tempo. enkel bij de eerst noot de “attack”. 7) Druk op [F6 (EXECUTE)] om een Event in te voe- ren.

73 MC-80 book Page 74 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

MC-80 Handleiding

8) U komt terecht in de MICROSCOPE-pagina, waar- Als u [SHIFT] ingedrukt houdt worden alle events in u eventueel de parameters van het Event kunt waarover u de cursor beweegt geselecteerd. wijzigen. Zie “Welke data ziet u in de MICROSCOPE-pagi- na?” op blz. 70 voor een overzicht van de events die u kunt invoegen. Wat SysEx-commando’s betreft zijn er de volgende mogelijkheden: • Sys.Ex: Dit is een “aankondiging” dat er een System Exclusive-commando volgt. • Sys.Ex(GM ON): Hiermee initialiseert u de aangeslo- ten klankmodule volgens de GM-instellingen. • Sys.Ex(GM OFF): Hiermee verwijdert u de GM-stan- daardinstellingen. • Sys.Ex(GS Reset): Hiermee initialiseert u de aange- sloten klankmodule volgens de GS-instellingen. We moeten hier ook nog enkele opmerkingen 5) Druk op [F2 (ERASE)] om de data te wissen. omtrent Pattern Call-commando’s kwijt: • Een Pattern Call-commando kunt u niet in een Pat- tern plaatsen. Events verplaatsen (Move) • Als het einde van het Pattern dat u invoegt voorbij 1) Laad de song die u wilt bewerken (zie blz. 92). het einde van de song ligt wordt het gedeelte dat de 2) Druk op [F4 (MICRO)] om naar de “MICROSCO- song-grens overschrijdt verwijderd. PE”-pagina te gaan. • Er kan slechts één Pattern tegelijk door een Pattern 3) Kies een spoor of Pattern. Call-commando worden aangestuurd. Als u een Pat- Sporen kunt u kiezen met de TRACK [1]~[16] tern Call-commando plaatst voor het einde van een knoppen. Om een Pattern te kiezen drukt u eerst op ander Pattern, dan wordt de weergave van dat Pat- [PATTERN] om naar de “PATTERN SELECT”- tern onderbroken om plaats te maken voor het nieu- pagina te gaan, vervolgens kiest u het gewenste Pat- we Pattern. Bevinden er zich meerdere Pattern Call- tern-nummer. Wilt u het Tempo- of Beat-spoor commando’s op dezelfde plaats, dan wordt enkel het bekijken, druk dan op [TEMPO/BEAT] tot u het commando uitgevoerd dat het laatst in de MICRO- gewenste spoor (“Trk Tempo” of “Trk Beat”) te zien SCOPE-pagina wordt afgebeeld. krijgt. 4) Kies met de cursor ▲ ▼ knoppen het event dat u Events wissen (Erase) wilt verplaatsen. Als u [SHIFT] ingedrukt houdt worden alle events Met uitzondering van de eerste tempowaarde aan het waarover u de cursor beweegt geselecteerd. begin van het Tempo-spoor, alsook de eerste maat- 5) Druk op [F3 (MOVE)] om naar de “MOVE soort aan het begin van het Beat-spoor, kunt u alle EVENT”-pagina te gaan. Hierin wordt enkel het events individueel wissen. event dat u wilt verplaatsen afgebeeld. Gaat het om 1) Laad de song die u wilt bewerken (zie blz. 92). meerdere events, dan worden begin- en eindpositie 2) Druk op [F4 (MICRO)] om naar de “MICROSCO- van de reeks afgebeeld. PE”-pagina te gaan. 3) Kies een spoor of Pattern. Sporen kunt u kiezen met de TRACK [1]~[16] knoppen. Om een Pattern te kiezen drukt u eerst op [PATTERN] om naar de “PATTERN SELECT”- pagina te gaan, vervolgens kiest u het gewenste Pat- 6) Specifieer de positie (maat, tel, tik) waarnaar u het tern-nummer. Wilt u het Tempo- of Beat-spoor event wilt verplaatsen. bekijken, druk dan op [TEMPO/BEAT] tot u het 7) Druk op [F6 (EXECUTE)] om het event te verplaat- gewenste spoor (“Trk Tempo” of “Trk Beat”) te zien sen en terug te keren naar de MICROSCOPE-pagi- krijgt. na. 4) Kies met de cursor ▲ ▼ knoppen het event dat u wilt wissen. Events kopiëren (Copy) 1) Laad de song die u wilt bewerken (zie blz. 92).

74 MC-80 book Page 75 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

Songs en Patterns editen

2) Druk op [F4 (MICRO)] om naar de “MICROSCO- gewenste functie en druk op [ENTER] om deze te PE”-pagina te gaan. kiezen. 3) Kies een spoor of Pattern. De te bewerken data worden bij deze functies gespe- Sporen kunt u kiezen met de TRACK [1]~[16] cifieerd als een reeks maten. Bijvoorbeeld “Measure knoppen. Om een Pattern te kiezen drukt u eerst op 5, for 4” betekent: “bewerk de vier maten die begin- [PATTERN] om naar de “PATTERN SELECT”- nen bij maat 5”. Met andere woorden: maat 5~8 pagina te gaan, vervolgens kiest u het gewenste Pat- worden bewerkt. tern-nummer. Wilt u het Tempo- of Beat-spoor 1) Plaats de cursor op “Measure” en specifieer de eer- bekijken, druk dan op [TEMPO/BEAT] tot u het ste maat die u wilt bewerken. gewenste spoor (“Trk Tempo” of “Trk Beat”) te zien krijgt. 2) Plaats de cursor op “for” en stel het aantal maten in dat u vanaf de in stap 1 gekozen maat wilt bewer- 4) Kies met de cursor ▲ ▼ knoppen het event dat u ken. wilt kopiëren. Kies “ALL” als u alle maten vanaf de in stap1 gekozen Als u [SHIFT] ingedrukt houdt worden alle events maat tot aan het einde van de song wilt bewerken. waarover u de cursor beweegt geselecteerd. 5) Druk op [F3 (COPY)] om de selectie vast te leggen. 6) Kies met de cursor ▲ ▼ knoppen de plaats waarop Maten wissen (Erase) u de kopie wilt invoegen. Hiermee wist u de geselecteerde maten. De maten Misschien wordt de gewenste plaats niet in het dis- blijven leeg achter, met andere woorden: de song play afgebeeld. Plaats in dat geval de cursor op een wordt niet korter, enkel de data uit de geselecteerde positie (maat - tel - tik) en kies met de cijferknoppen maten worden gewist (niet de maten zelf). de gewenste coördinaten. Opmerking: De eerste tempowaarde en de eerste maatwaar- Wilt u de data naar een ander spoor of Pattern kopië- de (respectievelijk uit het Tempo-spoor en het Beat-spoor) ren, kies dan eerst het betreffende spoor of Pattern kunt u niet wissen. en specifieer vervolgens de positie. 7) Druk op [F5 (PLACE)] om de kopie uit te voeren.

10.4 Hele maten en sporen bewer- 1) Druk op [SEQUENCER] en vervolgens op [F3 ken (Track Edit) (TRK EDIT)]. 2) Ga met [F6 (MENU)] naar “MENU 1” en druk op Voor het bewerken (wissen, verplaatsen, kopiëren, [F1 (ERASE)]]. enz.) van grotere fragmenten in een song is het wer- Opmerking: U kunt ook gewoon de cursor op “1 Erase” plaat- ken met individuele events niet de meest handige sen en op [ENTER] drukken, of op de cijferknop [1] drukken, manier. Daarom kan de MC-80 ook hele maten of gevolgd door [ENTER]. sporen bewerken. 3) Kies voor “Track” het spoor of Pattern dat u wilt wissen. Als u een Pattern wilt kiezen moet u eerst op [PATTERN] drukken. Als u “ALL” kiest worden alle sporen, inclusief het Beat-spoor en het Tempo-spoor geselecteerd. Met “TRK 1”~”TRK 16” selecteert u enkel het betreffen- de spoor. Met “PTN 1”~”PTN 100” selecteert u één 1) Druk op [SEQUENCER] om naar de “SONG Pattern. PLAY”-pagina te gaan. 4) Kies voor “Measure” de eerste maat die u wilt wis- 2) Wilt u een song bewerken die zich op diskette sen en voor “for” het aantal maten vanaf die maat. bevindt, laad dan deze song. Ook een song die u volgens de Quick Play-methode weergeeft moet u 5) Plaats de cursor op “Status” en kies het type data eerst laden door op [F6 (LOAD)] te drukken. dat u wilt wissen. 3) Druk op [F3 (TRK EDIT)] om naar de “TRK EDIT ALL Alle data MENU”-pagina te gaan. Note Enkel noten Op deze pagina worden 15 functies afgebeeld die u op sporen kunt toepassen. Plaats de cursor op de Poly Aft Polyfone aftertouch CC Controledata

75 MC-80 book Page 76 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

MC-80 Handleiding

PC Programmakeuzes 3) Druk op [F1 (DELETE)]. 4) Kies voor “Track” het spoor of Pattern dat u wilt Ch Af Kanaal aftertouch verwijderen. Als u een Pattern wilt kiezen moet u P.BEND Pitch Bend-data eerst op [PATTERN] drukken. SysEx System Exclusive data Als u “ALL” kiest worden alle sporen, inclusief het Beat-spoor en het Tempo-spoor geselecteerd. Met TuneReq Tune Request-data “TRK 1”~”TRK 16” selecteert u enkel het betreffen- PTNCall Pattern Call-commando’s de spoor. Met “PTN 1”~”PTN 100” selecteert u één Pattern. Opmerking: Deze parameters kunt u niet selecteren indien u 5) Kies voor “Measure” de eerste maat die u wilt ver- het Tempo-spoor hebt gekozen. wijderen en voor “for” het aantal maten vanaf die Als u zonet Note, Poly Af, CC of PC hebt gekozen maat. mag u niet vergeten het bereik (Range) te specifiëren Opmerking: waarover u deze data wilt wissen. Om alle noten of 6) Druk op [F6 (EXECUTE)] om de data te verwijde- polyfone aftertouch-commando’s te wissen speci- ren. fieert u “0(C-1)~127(G9)”. Wilt u enkel C4 wissen, kies dan “60(C4)~60(C4)”, enz. Bij de controlenum- mers kunt u selecteren uit de reeks 0~127, bij de pro- Pauzes aan het begin van de song grammanummers is dat 1~128. Om bv. enkel pro- verwijderen (Truncate) grammanummer 4 te wissen specifieert u “4~4”; om Door het gebruik van de Copy-functie en dergelijke nummer 3~14 te wissen specifieert u “3~14” enz. zit u misschien plots met een aantal lege maten aan 6) Plaats de cursor op “Channel” en kies het MIDI- het begin van het spoor of het Pattern opgescheept. kanaal waarop u de data wilt wissen. De Truncate-functie verwijdert “lege ruimte” tussen Kies “ALL” als u alle data van alle kanalen wilt wis- het begin van de song en het eerste noot-aan com- sen. Wilt u enkel de data van een specifiek MIDI- mando. kanaal wijzigen, specifieer dan het betreffende kanaal. Opmerking: Van de aanwezige programmakeuze-, controle- en dergelijke commando’s wordt enkel het laatste commando Opmerking: Deze parameter kunt u niet instellen indien u voor het eerste noot-aan commando behouden. het Tempo-spoor als bestemming hebt gekozen of indien u voor de Status-parameter “SysEx”, “TuneReq” of “PTNCall” hebt gekozen. 7) Druk op [F6 (EXECUTE)] om de data te wissen.

Maten verwijderen (Delete) 1) Druk op [SEQUENCER] en vervolgens op [F3 Hiermee verwijdert u de geselecteerde maten. De (TRK EDIT)]. maten worden uit de song weggehaald, met andere 2) Ga met [F6 (MENU)] naar “MENU 1” en druk op woorden: de achterliggende maten schuiven naar [F2 (DELETE)]. voren en de song wordt korter. Opmerking: U kunt ook gewoon de cursor op “2 Delete” Opmerking: De eerste tempowaarde en de eerste maatwaar- plaatsen en op [ENTER] drukken, of op de cijferknop [2] de (respectievelijk uit het Tempo-spoor en het Beat-spoor) drukken, gevolgd door [ENTER]. kunt u niet wissen. 3) Druk op [F2 (TRUNCATE)]. 4) Kies voor “Track” het spoor of Pattern waarop u blanco’s wilt verwijderen. Als u een Pattern wilt kiezen moet u eerst op [PATTERN] drukken. Kies “TRK 1”~”TRK 16” of “PTN 1”~”PTN 100”. 5) De “From” en “To” velden geven de grenzen aan 1) Druk op [SEQUENCER] en vervolgens op [F3 waarbinnen data zullen worden weggehaald. (TRK EDIT)]. Opmerking: Het invullen van de From en To velden kan even 2) Ga met [F6 (MENU)] naar “MENU 1” en druk op duren. [F2 (DELETE)]. 6) Druk op [F6 (EXECUTE)] om de data te verwijde- Opmerking: U kunt ook gewoon de cursor op “2 Delete” ren. plaatsen en op [ENTER] drukken, of op de cijferknop [2] drukken, gevolgd door [ENTER].

76 MC-80 book Page 77 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

Songs en Patterns editen

Maten kopiëren (Copy) Ch Af Kanaal aftertouch De toepassingsmogelijkheden van deze functie zijn P.BEND Pitch Bend-data natuurlijk legio: een refreintje herhalen, de beste stukken uit verschillende solo’s samenplakken, enz. SysEx System Exclusive data Een leuk detail is dat u van een spoor naar een Pat- TuneReq Tune Request-data tern en vice versa kunt kopiëren. PTNCall Pattern Call-commando’s

Opmerking: Deze parameters kunt u niet selecteren indien u het Tempo-spoor hebt gekozen. Als u zonet Note, Poly Af, CC of PC hebt gekozen mag u niet vergeten het bereik (Range) te specifiëren. 1) Druk op [SEQUENCER] en vervolgens op [F3 Om alle noten of polyfone aftertouch-commando’s (TRK EDIT)]. te kopiëren specifieert u “0(C-1)~127(G9)”. Wilt u 2) Ga met [F6 (MENU)] naar “MENU 1” en druk op enkel C4 kopiëren, kies dan “60(C4)~60(C4)”, enz. [F3 (COPY)]. Bij de controlenummers kunt u selecteren uit de Opmerking: U kunt ook gewoon de cursor op “3 Copy” plaat- reeks 0~127, bij de programmanummers is dat 1~ sen en op [ENTER] drukken, of op de cijferknop [3] drukken, 128. Om bv. enkel programmanummer 4 te kopiëren gevolgd door [ENTER]. specifieert u “4~4”; om nummer 3~14 te kopiëren specifieert u “3~14” enz. 3) Kies voor “Track” het spoor of Pattern dat waaruit u wilt kopiëren. Als u een Pattern wilt kiezen moet 8) Plaats de cursor op “Channel” en kies het MIDI- u eerst op [PATTERN] drukken. kanaal waarop u de data wilt kopiëren. Als u “ALL” kiest worden alle sporen, inclusief het Kies “ALL” als u alle data van alle kanalen wilt kopië- Beat-spoor en het Tempo-spoor geselecteerd. Met ren. Wilt u enkel de data van een specifiek MIDI- “TRK 1”~”TRK 16” selecteert u enkel het betreffen- kanaal kopiëren, specifieer dan het betreffende de spoor. Met “PTN 1”~”PTN 100” selecteert u één kanaal. Pattern. Opmerking: Deze parameter kunt u niet instellen indien u 4) Kies voor “Measure” de eerste maat die u wilt het Tempo-spoor als bestemming hebt gekozen of indien u kopiëren en voor “for” het aantal maten vanaf die voor de Status-parameter “SysEx”, “TuneReq” of “PTNCall” hebt gekozen. maat. 5) Herhaal stap 3 en 4 voor het “DESTINATION”- 9) Plaats de cursor op “Mode” en kies de kopieerme- blok om de bestemming van uw kopie te specifië- thode: ren. De gekopieerde data worden toegevoegd aan • Wilt u dat de kopie na de laatste maat van de song Mix de reeds aanwezige data op de kopieerbe- terechtkomt, kies dan “END” voor de Measure- stemming. parameter. De aanwezige data op de kopieerbestemming • Hebt u voor SOURCE “ALL” gekozen, doe dit dan worden gewist en vervangen door de gekopi- ook voor DESTINATION. U kunt ook PTN 1~PTN Replace eerde data. Let wel: hierbij wordt enkel de 100 kiezen, in dat geval worden de data van zestien data op het gespecifieerde MIDI-kanaal ver- sporen samengebracht in één Pattern. vangen. • Als u voor SOURCE het Tempo-spoor hebt gekozen is dat ook voor DESTINATION de enige mogelijke 10)Druk op [F6 (EXECUTE)] om de data te kopiëren. keuze. 6) Plaats de cursor op “Times” en specifieer hoe vaak u het fragment wilt kopiëren. Maten invoegen (Insert) 7) Plaats de cursor op “Status” en kies het type data Hiermee plaatst u een nieuwe, lege maat op de gespe- dat u wilt kopiëren. cifieerde positie. Voor ingevoegde maten kunt u een andere maatsoort specifiëren, wat dit dus meteen ALL Alle data Note Enkel noten Poly Aft Polyfone aftertouch CC Controledata PC Programmakeuzes

77 MC-80 book Page 78 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

MC-80 Handleiding

ook de aangewezen functie maakt om maatwisselin- Als u “ALL” kiest worden alle sporen geselecteerd. gen te programmeren. Met “TRK 1”~”TRK 16” selecteert u enkel het betreffende spoor. Met “PTN 1”~”PTN 100” selec- teert u één Pattern. Uiteraard heeft het geen zin om het Tempo- of Beat-spoor te transponeren. 4) Kies met “Measure” en “for” de maten die u wilt transponeren. 1) Druk op [SEQUENCER] en vervolgens op [F3 5) Kies voor “Note Range” het nootbereik dat u wilt (TRK EDIT)]. transponeren en voor “Channel” op welk kanaal (ALL, 1~16) u dit bereik wilt transponeren. 2) Ga met [F6 (MENU)] naar “MENU 1” en druk op [F4 (INSERT)]. 6) Kies met “Bias” het aantal halve tonen dat u wilt transponeren. Opmerking: U kunt ook gewoon de cursor op “4 Insert” Bv. “-1” transponeert de song een halve toon lager, plaatsen en op [ENTER] drukken, of op de cijferknop [4] “+1” een halve toon hoger. drukken, gevolgd door [ENTER]. 7) Druk op [F6 (EXECUTE)] om de data te transpone- 3) Kies voor “Track” het spoor of Pattern waarop u ren. een maat wilt invoegen. Als u een Pattern wilt kie- zen moet u eerst op [PATTERN] drukken. ■ Als u “ALL” kiest worden alle sporen, inclusief het Voorbeelden Beat-spoor en het Tempo-spoor geselecteerd. Met “TRK 1”~”TRK 16” selecteert u enkel het betreffen- Bas één octaaf lager transponeren de spoor. Met “PTN 1”~”PTN 100” selecteert u één Typische situatie: u hebt een baspartij ingespeeld en Pattern. u kiest hiervoor achteraf een andere klank, die echter 4) Kies met “Measure” de maat waarna u maten wilt een octaaf hoger blijkt te klinken. Om die bas een invoegen en met “for” het aantal maten dat u wilt octaaf lager te doen klinken kiest u het volledige invoegen. nootbereik en stelt u de “Bias”-parameter op “-12” 5) Als u als Target “ALL” hebt gekozen kunt u desge- in. wenst de cursor op “Beat” plaatsen en een andere maatsoort kiezen. Andere slagwerkklanken kiezen 6) Druk op [F6 (EXECUTE)] om de maten in te voe- Aangezien slagwerksets volgens het klank-per-toets gen. principe zijn opgebouwd kunt u een slagwerkklank door een andere vervangen door één noot te trans- poneren. Stel bijvoorbeeld dat aan de noot D4 een Maten transponeren (Transpose) conga is toegewezen, en u wilt die voor de hele partij Hiermee transponeert u de geselecteerde data, over vervangen door een trommel, die zich op “C3” een bereik van 127 halve tonen. Een mogelijke toe- bevindt. Kies in dat geval de Note Range “D4~D4” passing is het laten moduleren van de song vanaf een en de Bias “-14”. bepaalde maat. Aanslagwaarden wijzigen (Change Velocity) U kunt de aanslagwaarden waarmee u een partij hebt ingespeeld achteraf wijzigen, waardoor het mogelijk wordt die partij harder, zachter, dynamischer of juist 1) Druk op [SEQUENCER] en vervolgens op [F3 strakker, enz. te laten klinken. (TRK EDIT)]. 2) Ga met [F6 (MENU)] naar “MENU 1” en druk op [F5 (TRANSPOSE)]. Opmerking: U kunt ook gewoon de cursor op “5 Transpose” plaatsen en op [ENTER] drukken, of op de cijferknop [5] drukken, gevolgd door [ENTER]. 1) Druk op [SEQUENCER] en vervolgens op [F3 3) Kies voor “Track” het spoor of Pattern dat u wilt (TRK EDIT)]. bewerken. Als u een Pattern wilt kiezen moet u eerst op [PATTERN] drukken. 2) Ga met [F6 (MENU)] naar “MENU 2” en druk op [F1 (CHG VELO)].

78 MC-80 book Page 79 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

Songs en Patterns editen

Opmerking: U kunt ook gewoon de cursor op “6 Chg Veloci- 7) Plaats de cursor op “Magnify” en kies de mate ty” plaatsen en op [ENTER] drukken, of op de cijferknop [6] waarin u de dynamiek (het verschil tussen de klein- drukken, gevolgd door [ENTER]. ste en de grootste aanslagwaarde) wilt verkleinen 3) Kies voor “Track” het spoor of Pattern dat u wilt of vergroten. bewerken. Als u een Pattern wilt kiezen moet u Door een waarde van 99% of lager te kiezen verkleint eerst op [PATTERN] drukken. u de dynamiek. Het hoorbare effect heeft wat weg Als u “ALL” kiest worden alle sporen geselecteerd. van de werking van een compressor: zachte signalen Met “TRK 1”~”TRK 16” selecteert u enkel het worden luider, terwijl de luidste pieken worden inge- betreffende spoor. Met “PTN 1”~”PTN 100” selec- perkt. teert u één Pattern. Uiteraard heeft het hier geen zin 8) Kies voor “Note Range” het nootbereik dat u wilt om het Tempo- of Beat-spoor te bewerken. transponeren en voor “Channel” op welk kanaal 4) Kies met “Measure” en “for” de maten die u wilt (ALL, 1~16) u dit bereik wilt transponeren. bewerken. 9) Druk op [F6 (EXECUTE)] om de aanslagwaarden 5) Plaats de cursor op “Curve” en kies volgens welke te wijzigen. curve u de aanslagwaarden wilt bewerken. Linear: alle aanslagwaarden worden in dezelfde mate verhoogd of verlaagd. Data naar een ander MIDI-kanaal stu- ren (Change Channel) Met de onderstaande functie kunt u bepaalde data uit een partij selecteren en deze naar een ander MIDI-kanaal sturen.

EXP1, EXP2: vooral gemiddelde waarden worden extra verlaagd.

1) Druk op [SEQUENCER] en vervolgens op [F3 (TRK EDIT)]. 2) Ga met [F6 (MENU)] naar “MENU 2” en druk op LOG1, LOG2: vooral gemiddelde waarden worden [F2 (CHG CH)]. extra verhoogd. Opmerking: U kunt ook gewoon de cursor op “7 Chg Chan- nel” plaatsen en op [ENTER] drukken, of op de cijferknop [7] drukken, gevolgd door [ENTER]. 3) Kies voor “Track” het spoor of Pattern dat u wilt bewerken. Als u een Pattern wilt kiezen moet u eerst op [PATTERN] drukken. Spline: hoge aanslagwaarden worden nog hoger, lage Als u “ALL” kiest worden alle sporen geselecteerd. aanslagwaarden nog lager. Met “TRK 1”~”TRK 16” selecteert u enkel het betreffende spoor. Met “PTN 1”~”PTN 100” selec- teert u een Pattern. 4) Kies met “Measure” en “for” de maten die u wilt bewerken. 5) Kies voor “Status” het type data waarvoor u een Loud 1, Loud 2: vooral lage aanslagwaarden worden ander MIDI-kanaal wilt kiezen: ALL (alle data), verhoogd, waardoor het geheel subjectief “luider” Note, Poly Af, CC, PC, Ch Af, P.Bend (zie blz. 70 gaat klinken. voor een beschrijving van deze types). Als u zonet Note, Poly Af, CC of PC hebt gekozen mag u niet vergeten het bereik (Range) te specifiëren waarover u deze data wilt bewerken. Om alle noten of polyfone aftertouch-commando’s te bewerken specifieert u “0(C-1)~127(G9)”. Wilt u enkel C4 6) Plaats de cursor op “Bias” en kies de mate waarin u bewerken, kies dan “60(C4)~60(C4)”, enz. Bij de de aanslagwaarden wilt verhogen of verlagen. controlenummers kunt u selecteren uit de reeks 0~ 127, bij de programmanummers is dat 1~128. Om

79 MC-80 book Page 80 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

MC-80 Handleiding

bv. enkel programmanummer 4 te bewerken speci- 9) Druk op [F6 (EXECUTE)] om de Gate Time van de fieert u “4~4”; om nummer 3~14 te bewerken speci- geselecteerde data te wijzigen. fieert u “3~14” enz. 6) Kies met “Channel” de gewenste MIDI-kanalen. Links van de pijl (“→ “) kiest u welk MIDI-kanaal u Twee sporen of Patterns samenvoe- wilt bewerken (ALL, 1~16). Rechts van de pijl speci- gen (Merge) fieert u het nieuwe kanaal waarop de data terechtko- Hiermee schrijft u de data van twee sporen of Patte- men (1~16, ALL is hier niet mogelijk). rns samen naar één spoor of Pattern. 7) Druk op [F6 (EXECUTE)] om het nieuwe kanaal toe te wijzen.

Duur van de noten wijzigen (Gate Ti- me) 1) Druk op [SEQUENCER] en vervolgens op [F3 Gate Time bepaalt de tijd tussen een noot-aan en een (TRK EDIT)]. noot-uit commando. Door deze parameter te varië- 2) Ga met [F6 (MENU)] naar “MENU 2” en druk op ren maakt u de geselecteerde noten korter, percussie- [F4 (MERGE)]. ver (meer staccato) of juist langgerekter (tenuto). Opmerking: U kunt ook gewoon de cursor op “9 Merge” plaatsen en op [ENTER] drukken, of op de cijferknop [9] drukken, gevolgd door [ENTER]. 3) Kies onder SOURCE het spoor of Pattern dat u wilt bewerken. Als u een Pattern wilt kiezen moet u eerst op [PATTERN] drukken. 1) Druk op [SEQUENCER] en vervolgens op [F3 Met “TRK 1”~”TRK 16” selecteert u een spoor. Met (TRK EDIT)]. “PTN 1”~”PTN 100” selecteert u een Pattern. 2) Ga met [F6 (MENU)] naar “MENU 2” en druk op 4) Kies onder DESTINATION het spoor of Pattern [F3 (CHG GATE)]. dat u wilt combineren met het vorige en dat meteen Opmerking: U kunt ook gewoon de cursor op “8 Chg Gate het resultaat van de combinatie zal bevatten. Als u Time” plaatsen en op [ENTER] drukken, of op de cijferknop een Pattern wilt kiezen moet u eerst op [PATTERN] [8] drukken, gevolgd door [ENTER]. drukken. 3) Kies voor “Track” het spoor of Pattern dat u wilt Met “TRK 1”~”TRK 16” selecteert u een spoor. Met bewerken. Als u een Pattern wilt kiezen moet u “PTN 1”~”PTN 100” selecteert u een Pattern. eerst op [PATTERN] drukken. 5) Druk op [F6 (EXECUTE)] om de sporen te combi- Als u “ALL” kiest worden alle sporen geselecteerd. neren. Met “TRK 1”~”TRK 16” selecteert u enkel het betreffende spoor. Met “PTN 1”~”PTN 100” selec- teert u een Pattern. Data uit één spoor of Pattern over 4) Kies met “Measure” en “for” de maten die u wilt verschillende sporen of Patterns ver- bewerken. delen (Extract) 5) Plaats de cursor op “Bias” en kies met hoeveel een- Hiermee selecteert u bepaalde data uit een spoor/ heden u de Gate Time wilt verhogen of verlagen. Pattern en verplaatst deze naar dezelfde plaats op een De waarde die u hier specifieert wordt bij de Gate ander spoor/Pattern. Deze functie kunt u ook Time van alle geselecteerde data opgeteld of er van gebruiken om de data van een Standard MIDI File afgetrokken. (SMF) formaat 0 uit te splitsen over verschillende 6) Met “Magnify” kunt u een proportionele vergro- sporen (zoals u weet worden bij SMF formaat 0 data ting of verkleining van de Gate Time specifiëren. voor alle MIDI-kanalen aanvankelijk op één spoor Door een waarde van 99% of lager maakt u alle Gate geschreven). Times proportioneel kleiner. Met waarden boven 100% maakt u ze groter. 7) Kies voor “Note Range” het nootbereik dat u wilt transponeren en voor “Channel” op welk kanaal (ALL, 1~16) u dit bereik wilt transponeren. 8) Kies met “Channel” het MIDI-kanaal waarop u Gate Times wilt wijzigen.

80 MC-80 book Page 81 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

Songs en Patterns editen

1) Druk op [SEQUENCER] en vervolgens op [F3 Opmerking: Data kunnen nooit vóór het begin van de song (TRK EDIT)]. terechtkomen. Probeert u ze toch zo ver terug te schuiven, dan 2) Ga met [F6 (MENU)] naar “MENU 2” en druk op komen ze helemaal aan het begin van de song terecht. Schuift u data voorbij het einde van de song, dan wordt er automa- [F5 (EXTRACT)]. tisch een extra maat aangemaakt waarin de verschoven data Opmerking: U kunt ook gewoon de cursor op “10 Extract” terecht kunnen. Deze maat heeft steeds dezelfde maatsoort als plaatsen en op [ENTER] drukken, of op de cijferknoppen [1] de rest van de song. en [0] drukken, gevolgd door [ENTER]. 3) Kies voor “Track” het spoor of Pattern dat u wilt bewerken. Als u een Pattern wilt kiezen moet u eerst op [PATTERN] drukken. Als u “ALL” kiest worden alle sporen geselecteerd. Met “TRK 1”~”TRK 16” selecteert u enkel het 1) Druk op [SEQUENCER] en vervolgens op [F3 betreffende spoor. Met “PTN 1”~”PTN 100” selec- (TRK EDIT)]. teert u een Pattern. 2) Ga met [F6 (MENU)] naar “MENU 3” en druk op 4) Kies met “Measure” en “for” de maten die u wilt [F1 (SHIFTCLK)]. bewerken. 5) Kies onder DESTINATION het spoor of Pattern Opmerking: U kunt ook gewoon de cursor op “11 Shift Clock” plaatsen en op [ENTER] drukken, of tweemaal op de waarnaar u de data wilt verplaatsen. cijferknop [1] drukken, gevolgd door [ENTER]. Als u “ALL” kiest worden de data van MIDI-kanaal 1 naar spoor 1 geschreven, die van MIDI-kanaal 2 naar 3) Kies voor “Track” het spoor of Pattern dat u wilt spoor 2, enz. Dit is dus de aangewezen optie om een bewerken. Als u een Pattern wilt kiezen moet u SMF formaat 0 “uit te splitsen”. Kiest u “TRK 1”~ eerst op [PATTERN] drukken. ”TRK 16” of “PTN 1”~”PTN 100”, dan worden de Als u “ALL” kiest worden alle sporen geselecteerd, data naar het betreffende spoor of Pattern verplaatst. inclusief het Tempo-spoor. Met “TRK 1”~”TRK 16” 6) Kies voor “Status” het type data waarvoor u een selecteert u enkel het betreffende spoor. Kies “Tem- ander MIDI-kanaal wilt kiezen: ALL (alle data), po” als u enkel het Tempo-spoor wilt bewerken. Met Note, Poly Af, CC, PC, Ch Af, P.Bend, SysEx, Tune- “PTN 1”~”PTN 100” selecteert u een Pattern. Req of PTNCall (zie blz. 70 voor een beschrijving 4) Kies met “Measure” en “for” de maten die u wilt van deze types). bewerken. Als u zonet Note, Poly Af, CC of PC hebt gekozen 5) Kies voor “Bias” het aantal tikken waarmee u de mag u niet vergeten het bereik (Range) te specifiëren data naar voor (negatieve waarden) of naar achter waarover u deze data wilt bewerken. Om alle noten (positieve waarden) wilt verplaatsen. of polyfone aftertouch-commando’s te bewerken 6) Kies voor “Status” het type data dat u wilt verplaat- specifieert u “0(C-1)~127(G9)”. Wilt u enkel C4 sen: ALL (alle data), Note, Poly Af, CC, PC, Ch Af, bewerken, kies dan “60(C4)~60(C4)”, enz. Bij de P.Bend, SysEx, TuneReq of PTNCall (zie blz. 70 controlenummers kunt u selecteren uit de reeks 0~ voor een beschrijving van deze types). 127, bij de programmanummers is dat 1~128. Om Als u zonet Note, Poly Af, CC of PC hebt gekozen bv. enkel programmanummer 4 te bewerken speci- mag u niet vergeten het bereik (Range) te specifiëren fieert u “4~4”; om nummer 3~14 te bewerken speci- waarover u deze data wilt bewerken. Om alle noten fieert u “3~14” enz. of polyfone aftertouch-commando’s te bewerken 7) Kies met “Channel” het MIDI-kanaal waarop u specifieert u “0(C-1)~127(G9)”. Wilt u enkel C4 data wilt bewerken. bewerken, kies dan “60(C4)~60(C4)”, enz. Bij de Opmerking: Deze parameter kunt u niet instellen als u voor controlenummers kunt u selecteren uit de reeks 0~ Status één van de opties SysEx, TuneReq of PTNCall hebt 127, bij de programmanummers is dat 1~128. Om geselecteerd. bv. enkel programmanummer 4 te bewerken speci- fieert u “4~4”; om nummer 3~14 te bewerken speci- 8) Druk op [F6 (EXECUTE)] om het nieuwe kanaal fieert u “3~14” enz. toe te wijzen. 7) Kies met “Channel” het MIDI-kanaal waarop u data wilt bewerken. Data verschuiven (Shift Clock) Opmerking: Deze parameter kunt u niet instellen als u voor Hiermee verschuift u de timing van data in stappen Status één van de opties SysEx, TuneReq of PTNCall hebt van 1 tik (1 clock). Op die manier kunt u partijen wat geselecteerd. meer “voor de tijd” of juist laid back laten klinken. 8) Druk op [F6 (EXECUTE)] om de data te verplaat- sen.

81 MC-80 book Page 82 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

MC-80 Handleiding

Overbodige data wissen (Data Thin) 9) Druk op [F6 (EXECUTE)] om de data te verplaat- sen. Bij aftertouch-, volume-, Pitch Bend-bewegingen enz. worden enorme hoeveelheden data gegene- reerd. Zo’n beweging is tenslotte opgebouwd uit een Sporen of Patterns uitwisselen (Ex- lange reeks individuele waarden. Data Thin haalt change) hier en daar enkele van die waarden weg. Dat heeft geen hoorbare gevolgen voor de beweging, maar Hiermee laat u hele sporen of Patterns van plaats scheelt wel een flinke hap intern geheugen! wisselen.

Opmerking: Hoeveel data u kunt weghalen valt niet in alge- 1) Druk op [SEQUENCER] en vervolgens op [F3 mene regels te vatten. Het is dus een kwestie van een beetje (TRK EDIT)]. experimenteren. 2) Ga met [F6 (MENU)] naar “MENU 3” en druk op 1) Druk op [SEQUENCER] en vervolgens op [F3 [F3 (EXCHANGE)]. (TRK EDIT)]. Opmerking: U kunt ook gewoon de cursor op “13 Exchange” 2) Ga met [F6 (MENU)] naar “MENU 3” en druk op plaatsen en op [ENTER] drukken, of op de cijferknoppen [1] [F2 (DATATHIN)]. en [3] drukken, gevolgd door [ENTER]. Opmerking: U kunt ook gewoon de cursor op “12 Data Thin” 3) Kies achtereenvolgens voor TARGET A en TAR- plaatsen en op [ENTER] drukken, of op de cijferknoppen [1] GET B de twee sporen of Patterns die u wilt uitwis- en [2] drukken, gevolgd door [ENTER]. selen. 3) Kies voor “Track” het spoor of Pattern dat u wilt 4) Druk op [F6 (EXECUTE)] om de data uit te wisse- bewerken. Als u een Pattern wilt kiezen moet u len. eerst op [PATTERN] drukken. Als u “ALL” kiest worden alle sporen geselecteerd. Met “TRK 1”~”TRK 16” selecteert u enkel het Duur van de hele song aanpassen (Ti- betreffende spoor. Met “PTN 1”~”PTN 100” selec- me Fit) teert u een Pattern. Hiermee kunt u de song in een van tevoren gespeci- 4) Kies met “Measure” en “for” de maten die u wilt fieerde totaalduur doen passen. Daar doet u bijvoor- bewerken. beeld uw voordeel mee als u muziek voor een recla- 5) Kies voor “Value” de mate waarin u data wilt uit- mespot e.d. maakt. dunnen. Hoe hoger deze waarde, hoe meer data er worden weggehaald. 6) Kies voor “Time” een hoge waarde als u met lange tijdsintervallen wilt uitdunnen, of een lage waarde als u liever korte tijdsintervallen gebruikt. 7) Kies voor “Status” het type data dat u wilt uitdun- 1) Druk op [SEQUENCER] en vervolgens op [F3 nen: ALL (alle data), Poly Af, CC, Ch Af, P.Bend (zie (TRK EDIT)]. blz. 70 voor een beschrijving van deze types). 2) Ga met [F6 (MENU)] naar “MENU 3” en druk op Als u zonet Poly Af of CC hebt gekozen mag u niet [F4 (TIME FIT)]. vergeten het bereik (Range) te specifiëren waarover u Opmerking: U kunt ook gewoon de cursor op “14 Time Fit” deze data wilt bewerken. Om alle polyfone aftertou- plaatsen en op [ENTER] drukken, of op de cijferknoppen [1] ch-commando’s te bewerken specifieert u “0(C-1)~ en [4] drukken, gevolgd door [ENTER]. 127(G9)”. Wilt u enkel C4 bewerken, kies dan “60(C4)~60(C4)”, enz. Bij de controlenummers 3) Kies met “Measure” en “for” de maten die u wilt kunt u selecteren uit de reeks 0~127. bewerken. 8) Kies met “Channel” het MIDI-kanaal waarop u 4) Kies voor “Time” de nieuwe totaalduur waarin de data wilt bewerken. song moet passen. Links van de pijl staat de originele speelduur van het Opmerking: Deze parameter kunt u niet instellen als u voor gekozen fragment. Rechts kunt u de nieuwe speel- Status één van de opties SysEx, TuneReq of PTNCall hebt duur specifiëren. geselecteerd.

82 MC-80 book Page 83 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

Songs en Patterns editen

Opmerking: Een song is uiteraard niet eindeloos “samen- cifieert u “0(C-1)~127(G9)”. Wilt u enkel C4 bewer- drukbaar” of “uitrekbaar”. Als u de limiet van wat haalbaar ken, kies dan “60(C4)~60(C4)”, enz. Bij de controle- is overschrijdt, verschijnt “Playback Tempo Range Over!” in nummers kunt u selecteren uit de reeks 0~127. het display. In dat geval wordt de dichtstbijzijnde “haalbare” 8) Plaats de cursor op “Channel” en kies het MIDI- waarde gekozen. kanaal waarop u data wilt bewerken. 5) Druk op [F6 (EXECUTE)] om de speelduur aan te 9) Druk op [F6 (EXECUTE)]. passen. Met SHIFT Data converteren (Modify Value) 10)Druk op [F2 (SHIFT)]. Hiermee kunt u verschillende bewerkingen. 11)Kies voor “Source” welke originele waarde u wilt wijzigen. 12)Kies voor “Destination” tot welke nieuwe waarde u de “Source”-waarde wilt converteren. 13)Kies voor “Status” het type data dat u wilt bewer- ken: Note, Velocity (aanslagwaarde van de noot), CC, PC, All Oct (de geselecteerde noot in alle octa- 1) Druk op [SEQUENCER] en vervolgens op [F3 ven) (zie blz. 70 voor een beschrijving van deze (TRK EDIT)]. types). 2) Ga met [F6 (MENU)] naar “MENU 3” en druk op Als u zonet Note, Poly Af of CC hebt gekozen mag u [F5 (MODIFY)]. niet vergeten het bereik (Range) te specifiëren waar- Opmerking: U kunt ook gewoon de cursor op “15 Time Fit” over u deze data wilt bewerken. Om alle noten of plaatsen en op [ENTER] drukken, of op de cijferknoppen [1] polyfone aftertouch-commando’s te bewerken spe- en [5] drukken, gevolgd door [ENTER]. cifieert u “0(C-1)~127(G9)”. Wilt u enkel C4 bewer- 3) Kies voor “Track” het spoor of Pattern dat u wilt ken, kies dan “60(C4)~60(C4)”, enz. Bij de controle- bewerken. Als u een Pattern wilt kiezen moet u nummers kunt u selecteren uit de reeks 0~127. eerst op [PATTERN] drukken. 14)Plaats de cursor op “Channel” en kies het MIDI- Als u “ALL” kiest worden alle sporen geselecteerd, kanaal waarop u data wilt bewerken. inclusief het Tempo-spoor. Met “TRK 1”~”TRK 16” 15)Druk op [F6 (EXECUTE)]. selecteert u enkel het betreffende spoor. Kies “Tem- po” als u enkel het Tempo-spoor wilt bewerken. Met “PTN 1”~”PTN 100” selecteert u een Pattern. 4) Kies met “Measure” en “for” de maten die u wilt bewerken. 10.5 Timing corrigeren (Quantize) Verder hangt het er nu van af of u met MODIFY of SHIFT# wilt werken. Wat is Quantize? Met MODIFY De Quantize-functie verplaatst de starttijd van de noten. Naar gelang de opties en instellingen die u 5) Druk op [F1 (MODIFY)]. kiest stelt u dat in staat uw muziek strak of juist los 6) Plaats de cursor op “TYPE” en kies de gewenste en swingend te laten klinken. optie. De MC-80 biedt drie soorten quantisering, die elk Deze optie laat u de waarde vermenigvul- een ander effect op de muziek hebben. Welk type u Compand digen met een factor 0.00~2.00. in een bepaalde situatie kiest hangt af van het soort Bij deze optie worden alle waarden rond muziek en het effect dat u wilt bereiken: Reverse een centrale waarde “gespiegeld”. ■ Grid Quantize 7) Kies voor “Status” het type data dat u wilt bewer- Grid Quantize verplaatst het startpunt van de opge- ken: Note, Velocity (aanslagwaarde van de noot) nomen noten naar het dichtstbijzijnde “stapje” in de Poly Af, CC, Ch Af, P.Bend(zie blz. 70 voor een resolutie waarmee u opneemt (dus bijvoorbeeld zes- beschrijving van deze types). tiende noten, achtste noten enz.). Als u zonet Note, Poly Af of CC hebt gekozen mag u niet vergeten het bereik (Range) te specifiëren waar- over u deze data wilt bewerken. Om alle noten of polyfone aftertouch-commando’s te bewerken spe-

83 MC-80 book Page 84 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

MC-80 Handleiding

■ Shuffle Quantize Met TRACK [1]~[16] kies t u het gewenste spoor. Shuffle Quantize is een type quantisering dat een Als u een Pattern wilt kiezen moet u eerst op [PAT- “swing” Feel aan de muziek geeft, door de tweede en TERN] drukken en daarna het gewenste nummer vierde tel van iedere maat te verschuiven. kiezen. 4) Kies met “Measure” en “for” de maten die u wilt ■ Groove Quantize bewerken. 5) Kies voor “Channel” op welk kanaal (ALL, 1~16) u Hierbij wordt gebruik gemaakt van een reeks “quan- data wilt bewerken. tiseringssjablonen”. Elk van deze sjablonen bevat andere timing- en velocity-instellingen en geeft u de 6) Kies voor “Note Range” het nootbereik dat u wilt mogelijkheid verschillende ritmische “Feels” aan een bewerken. U kunt dit eventueel doen door toetsen partij te geven. op het klavier in te drukken. 7) Kies de gewenste “Resolution”. Preview-functie Hiermee bepaalt u het tijdsinterval waarmee wordt gequantiseerd (dit is het kleinste “stapje” waarnaar De resultaten van uw Quantize-instellingen kunt u de noten worden verplaatst). De resolutie stelt u in reeds beluisteren terwijl u ze maakt. We noemen dit als een nootwaarde. de Preview-functie. 8) Kies de gewenste “Strength”. Opmerking: Preview is niet mogelijk voor Pattern Call-com- Met deze parameter bepaalt u in welke mate de mando’s. Ook sporen waarvoor de weergave is uitgeschakeld noten naar het dichtstbijzijnde interval (dat u met de (Mute) kunt u niet op deze manier beluisteren. resolutie-parameter instelt) worden verplaatst. Wilt 1) Druk op [SEQUENCER] en vervolgens op [F2 u dat de noten vlak op dit interval worden geplaatst, (QUANTIZE)]. kies dan 100%. Bij lagere waarden komt de noot 2) Ga met [FWD] en [BWD] naar het begin van het steeds verder van het dichtstbijzijnde timing interval fragment dat u wilt voorbeluisteren. te liggen. Als u 0% kiest wordt er helemaal niets Opmerking: In Grid Quantize en Shuffle Quantize worden, gecorrigeerd. ter voorbeluistering, steeds de volgende twee maten vanaf 9) Druk op [F6 (EXECUTE)] om de geselecteerde data deze positie herhaald. In Groove Quantize zijn dat vier te quantiseren. maten. Uiteraard hoort u niets als er in de betreffende maten niets is opgenomen. 3) Druk op [PLAY] om de voorbeluistering te starten. Shuffle Quantize 4) Druk op [STOP] als u de weergave wilt stoppen. Deze manier van quantiseren dient niet zozeer om een partij strak te maken maar net om er een losse, swingende feel aan te geven. Grid Quantize Aangezien hierbij alle noten op hun mathematisch “perfecte” positie worden geplaatst is dit de aange- wezen optie om een partij “superstrak” te maken. Opmerking: Een “te strak” gequantiseerde partij klinkt niet altijd even fraai, omdat onze oren de menselijke imperfectie 1) Druk in de “SONG PLAY”-pagina op [F2 (QUAN- van een mathematisch niet correcte timing missen. Wilt u iets TIZE)]. van die menselijke imperfectie behouden en toch de timing 2) Druk op [F2 (SHUFFLE)] om naar de “SHUFFLE van een Pattern corrigeren, kies dan een kleine resolutie of stel de Strength parameter op een relatief lage waarde in. QUANTIZE”-pagina te gaan. 3) Kies de gewenste “Resolution” (zie uitleg hierbo- ven). 4) Kies de gewenste “Rate”. Met deze parameter bepaalt u waar u de tweede en de vierde tel in de maat plaatst ten opzichte van de eer- ste en de derde tel. Een waarde van 50% betekent dat 1) Druk in de “SONG PLAY”-pagina op [F2 (QUAN- de even tellen zich in het exacte midden tussen twee TIZE)]. oneven tellen bevinden (waarbij u dus gewoon 2) Druk op [F1 (GRID)] om naar de “GRID QUANTI- binair, dus “niet-swingend” quantiseert, vergelijk- ZE”-pagina te gaan. baar met Grid Quantize). De waarde 0% plaatst iede- 3) Kies voor “Track” het spoor of Pattern dat u wilt re even tel steeds op dezelfde plaats als de voorgaan- bewerken. de oneven tel. Met waarden die voldoende afwijken

84 MC-80 book Page 85 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

Songs en Patterns editen

van 0% en 50% krijgt u een hele waaier aan ternaire, Bovendien kunt u 16 sjablonen van eigen makelij “swing Feel” quantiseringen. opslaan, bijvoorbeeld een toevallig goed geslaagde “feel” die u uit een eigen song hebt geplukt. l Als u quantiseert op achtste noten

0 240 0 240 0

1) Druk op [SEQUENCER] en vervolgens op [F2 (QUANTIZE)]. l ziet het bovenstaande patroon en bij Rate=50~67% z uit: 2) Druk op [F3 (GROOVE)] om naar de “GROOVE QUANTIZE”-pagina te gaan. 0 320 0 320 0 3) Kies voor “Track” het spoor of Pattern dat u wilt bewerken. Met TRACK [1]~[16] kies t u het gewenste spoor. Als u een Pattern wilt kiezen moet u eerst op [PAT- Naarmate de Rate-waarde dichter in de buurt van 67% komt begint het zaakje TERN] drukken en daarna het gewenste nummer meer te swingen. kiezen. l Achtste-noot triolen komen overeen met een Rate-waarde van ±67%) 4) Kies met “Measure” en “for” de maten die u wilt bewerken. 5) Kies voor “Channel” op welk kanaal (ALL, 1~16) u

0 320 0 320 0 data wilt bewerken. 6) Kies voor “Note Range” het nootbereik dat u wilt bewerken. U kunt dit eventueel doen door toetsen op het klavier in te drukken. 7) Kies voor “Template” het gewenste sjabloon. noten Op de volgende bladzijde vindt u een overzicht van de sjablonen waaruit u kunt kiezen. De Preset-sja- 5) Kies voor “Track” het spoor of Pattern dat u wilt blonen volgen de nummering “Preset 1”~”Preset bewerken. 71”, voor de User-sjablonen wordt dat “User 1”~ Met TRACK [1]~[16] kies t u het gewenste spoor. ”User 16”. Als u een Pattern wilt kiezen moet u eerst op [PAT- TERN] drukken en daarna het gewenste nummer Opmerking: Bij het inschakelen van de MC-80 bevatten de kiezen. User-sjablonen nog de standaardinstellingen. Vandaar dat ieder sjabloon op dat moment nog “Initial Template” heet. 6) Kies met “Measure” en “for” de maten die u wilt Om een set User-sjablonen effectief te gebruiken moet u die bewerken. eerst laden. 7) Kies voor “Channel” op welk kanaal (ALL, 1~16) u 8) Kies de gewenste “Strength Timing”. data wilt bewerken. Met deze parameter bepaalt u in welke mate de 8) Kies voor “Note Range” het nootbereik dat u wilt noten worden verplaatst naar het timing-interval bewerken. U kunt dit eventueel doen door toetsen van het sjabloon dat u kiest. De waarde 100% bete- op het klavier in te drukken. kent dat de noot perfect wordt gequantiseerd. Bij de 9) Druk op [F6 (EXECUTE)] om de geselecteerde data waarde 0% worden er geen noten verplaatst. te quantiseren. 9) Kies de gewenste “Strength Velocity”. Met deze parameter bepaalt u in welke mate de noten worden aangepast aan de aanslagwaarden van Groove Quantize het sjabloon dat u kiest. De waarde 100% betekent De MC-80 biedt 71 “quantiseringssjablonen”. Elk dat de aanslag exact gelijk wordt aan die van het sja- van deze sjablonen bevat andere timing- en velocity- bloon. Bij de waarde 50% krijgen de noten waarden instellingen en geeft u de mogelijkheid verschillende die het gemiddelde vormen tussen de originele aan- ritmische “Feels” aan een Pattern te geven. slag en die van het sjabloon. Bij de waarde 0% wor- den den aanslagwaarden niet gewijzigd. 10)Druk op [F6 (EXECUTE)] om de geselecteerde data te quantiseren.

85 MC-80 book Page 86 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

MC-80 Handleiding

U kunt kiezen uit de volgende Preset-sjablonen:

16Beat Dance

Kleine dynamiek Grote dynamiek Lichte swing Zware swing

Normal 001: 16 Norm. Dance L.Acc 002: 16 Norm. Dance H.Acc 003: 16 Norm. Dance L.Swg 004: 16 Norm. Dance H.Swg

Heavy 005: 16 Heavy Dance L.Acc 006: 16 Heavy Dance H.Acc 007: 16 Heavy Dance L.Swg 008: 16 Heavy Dance H.Swg

Pushed 009: 16 Pushed Dance L.Acc 010: 16 Pushed Dance H.Acc 011: 16 Pushed Dance L.Swg 012: 16 Pushed Dance H.Swg

16Beat Fusion

Kleine dynamiek Grote dynamiek Lichte swing Zware swing

Normal 013: 16 Norm. Fusion L.Acc 014: 16 Norm. Fusion H.Acc 015: 16 Norm. Fusion L.Swg 016: 16 Norm. Fusion H.Swg

Heavy 017: 16 Heavy Fusion L.Acc 018: 16 Heavy Fusion H.Acc 019: 16 Heavy Fusion L.Swg 020: 16 Heavy Fusion H.Swg

Pushed 021: 16 Pushed Fusion L.Acc 022: 16 Pushed Fusion H.Acc 023: 16 Pushed Fusion L.Swg 024: 16 Pushed Fusion H.Swg

16Beat Reggae

Kleine dynamiek Grote dynamiek Lichte swing Zware swing

Normal 025: 16 Norm. Reggae L.Acc 026: 16 Norm. Reggae H.Acc 027: 16 Norm. Reggae L.Swg 028: 16 Norm. Reggae H.Swg

Heavy 029: 16 Heavy Reggae L.Acc 030: 16 Heavy Reggae H.Acc 031: 16 Heavy Reggae L.Swg 032: 16 Heavy Reggae H.Swg

Pushed 033: 16 Pushed Reggae L.Acc 034: 16 Pushed Reggae H.Acc 035: 16 Pushed Reggae L.Swg 036: 16 Pushed Reggae H.Swg

8Beat Pops

Kleine dynamiek Grote dynamiek Lichte swing Zware swing

Normal 037: 8 Norm. Pops L.Acc 038: 8 Norm. Pops H.Acc 039: 8 Norm. Pops L.Swg 040: 8 Norm. Pops H.Swg

Heavy 041: 8 Heavy Pops L.Acc 042: 8 Heavy Pops H.Acc 043: 8 Heavy Pops L.Swg 044: 8 Heavy Pops H.Swg

Pushed 045: 8 Pushed Pops L.Acc 046: 8 Pushed Pops H.Acc 047: 8 Pushed Pops L.Swg 048: 8 Pushed Pops H.Swg

8Beat Rhumba

Kleine dynamiek Grote dynamiek Lichte swing Zware swing

Normal 049: 8 Norm. Rhumba L.Acc 050: 8 Norm. Rhumba H.Acc 051: 8 Norm. Rhumba L.Swg 052: 8 Norm. Rhumba H.Swg

Heavy 053: 8 Heavy Rhumba L.Acc 054: 8 Heavy Rhumba H.Acc 055: 8 Heavy Rhumba L.Swg 056: 8 Heavy Rhumba H.Swg

Pushed 057: 8 Pushed Rhumba L.Acc 058: 8 Pushed Rhumba H.Acc 059: 8 Pushed Rhumba L.Swg 060: 8 Pushed Rhumba H.Swg

Samba Tuplets 061: Samba 1 (Pandero enz.) 067: Triplets (triolen) 062: Samba 2 (Surdo/Timba) 068: Quintuplets (kwintolen) 069: Sextuplets (sextolen) Axe 070: 7 Against 2 QuaterNo 063: Axe 1 (Caixa) 071: Lagging Triplets (“slepende” triolen) 064: Axe 2 (Surdo)

Salsa 065: Salsa 1 (Cascala) 066: Salsa 2 (Conga)

86 MC-80 book Page 87 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

Songs en Patterns editen

Hoe kiest u het juiste sjabloon? vier keer dezelfde maat. Dat heeft consequenties voor de manier waarop u zo’n sjabloon best toepast. 1) Kies eerst een genre. Stel dat maat 1 van uw song geen muziek, maar enkel Zoals u kunt opmaken uit de tabellen zijn de sjablo- programmakeuzes e.d. bevat. De muziek begint dus nen onderverdeeld volgens de stijlen Dance, Fusion, vanaf maat 2. Start u nu de quantisering vanaf maat Reggae (deze sjablonen zijn onderverdeeld in zes- 1, dan komt de tweede maat van het sjabloon terecht tiende noten) en Pops, Rhumba, Samba, Axe en Salsa op de eerst maat van de muziek enz., en klinkt het (deze zijn onderverdeeld in achtste noten). sjabloon anders dan bedoeld. Dat kan verrassende en 2) Kies op de verticale as de gewenste “groove”. soms misschien interessante resultaten opleveren, Wilt u de feel van de opname behouden, kies dan maar over het algemeen valt het in voorkomend “Normal”. Wilt u dat de noten iets voor de tijd zit- geval toch aan te raden de quantisering vanaf maat 2 ten, kies dan “Pushed”. “Heavy”, tenslotte, moet u te starten. kiezen als u de noten iets na de tijd wilt laten klinken, • Deze sjablonen zijn bedoeld voor tempo’s tussen voor een laid back feel. 120~140 BPM. Wilt u ze met een sneller tempo 3) Kies op de horizontale as de gewenste variatie. gebruiken, zet dan de Strength-parameter op 100%. Dynamiek is het verschil tussen de zachtste en luidste Voor een trager tempo kiest u best een Strength noot. Wilt u dat alle noten ongeveer even hard klin- waarde onder 100%. ken, kies dan “kleine dynamiek”. Hebt u liever dat • Bij het gebruik van sjablonen die de muziek van een bepaalde accenten duidelijk luider klinken dan de “swing feel” voorzien moet u de sterkte van de quan- rest, kies dan “grote dynamiek”. tisering aanpassen aan het soort muziek. Een trage Bij de swing-opties gaat het van een milde swing tot jazz ballad mag u intenser bewerken als een snel be- werkelijk “uit de pan”. bop nummer. Een hoge intensiteit geeft bij snelle 4) De combinatie van genre en uw “verticale” en dansmuziek een “kaatsend” effect. “horizontale” keuze zou u bij het juiste sjabloon moeten brengen. Tik het nummer van dit sjabloon in met de cijferknoppen. SMF als User-sjabloon gebruiken Een praktijkvoorbeeld: u bent op zoek naar een Hoe zit het nu met die User-sjablonen, vraagt u zich Fusion-groove met een lichte swing, die een beetje na intussen misschien af. We houden u niet langer in de tel sleept. De aangewezen stijl is dan “16 Heavy spanning. Een User-sjabloon is in feite niets meer Fusion L. Swing”. Mag het iets jazzier, kies dan “16 dan een SMF die voor dat doel wordt gebruikt. Niets Heavy Fusion H. Swing”. Wilt u meer richting 70’s, belet u dus om een SMF te maken van een eigen song ga dan voor “8 Norm. Pops L.Acc”. met een goeie groove, om deze te “recycleren” als sja- bloon voor andere songs. Tips bij het gebruik van Groove-sjablonen Een tip: maak minstens één sjabloon voor de bas en • De muzikale genres in de bovenstaande tabel moet u één voor de drums, want deze tandem bepaalt uiter- louter als een richtlijn zien. Experimenteren levert aard voor het grootste deel de groove van de song. vaak interessante resultaten op! 1) Steek de diskette met de gewenste song in de disk • Bij een erg slordige timing kan Groove Quantize ook drive. niet veel meer goedmaken. Dan is het beter dat u de partij eerst “rechttrekt” met Grid Quantize en er ver- 2) Laad de song die u als User-sjabloon wilt gebrui- volgens met Groove Quantize weer wat leven in ken. brengt. 3) Kies de vier maten waaruit u het sjabloon wilt dis- tilleren en wis de overige maten (zie “Maten verwij- • Al deze sjablonen zijn bedoeld voor de maatsoort 4/ deren (Delete)” op blz. 76). 4. Als u ze op andere maatsoorten toepast leveren ze waarschijnlijk niet het gewenste effect op. 4) Druk op [F5 (SAVE)]. • Voor de sjablonen uit de categorieën Samba, Axe, 5) Druk op [F4 (SMF-0)]. Salsa en Tuplets kunt u geen “groove”- of “variatie”- Enkel SMF’s formaat 0 komen in aanmerking om als opties kiezen. groove-sjabloon te fungeren. • Groove Quantize werkt vooral goed op drums en 6) Geef het sjabloon een naam. √ ® bas, instrumenten die de “Groove” van een Song Kies met cursor de gewenste karakterpositie en bepalen. Als u de functie op andere instrumenten met het [VALUE]-wiel het gewenste karakter. toepast doet u dat best in mindere mate. 7) Druk op [F6 (OK)]. • Over het algemeen zijn de sjablonen patronen van 8) Kies de bestemming waar u het sjabloon wilt vier maten met een zekere dynamische opbouw. Met opslaan en druk op [F6 (SAVE)]. andere woorden: het gaat niet om een herhaling van

87 MC-80 book Page 88 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

MC-80 Handleiding

Als de bestandsnaam die u hebt gekozen reeds zo’n User Groove Template krijgen alle User-geheu- bestaat meldt het display “File Name duplicate. gens dus tegelijk een nieuwe inhoud. Overwrite?” Druk op [F6 (REPLACE)] als u het vori- 1) Steek een diskette in de disk drive. ge bestand met die naam wilt overschrijven of op [F1 (CANCEL)] als u bestaande bestand ongemoeid wilt 2) Druk op [SEQUENCER], vervolgens op [F2 laten en de operatie wilt afbreken. (QUANTIZE)] en tenslotte op [F3 (GROOVE)]. U hebt nu een SMF gemaakt die u als groove-sja- 3) Druk op [F5 (SAVE GRV)] om naar de “SAVE bloon kunt gebruiken. GROOVE TEMPLATE”-pagina te gaan.

SMF laden als groove-sjabloon We hebben daarnet een SMF gemaakt die als groove- sjabloon kan dienst doen. Voor we hem kunnen gebruiken moeten we hem in één van de User 1~16 4) Geef het User Groove Template een naam. geheugens laden. Kies met cursor √ ® de gewenste karakterpositie en met het [VALUE]-wiel of met [INC/+][DEC/-] het Opmerking: De User 1~16 geheugens worden gewist wan- neer u de MC-80 uitschakelt (als u opnieuw inschakelt heten gewenste karakter. ze allemaal “Initial Templates”). Wilt u de inhoud van deze 5) Herhaal stap 4 als u nog andere User Groove Tem- geheugens bewaren, schrijf ze dan op diskette (zie hieronder). plates wilt benoemen. Opmerking: Als u een SMF formaat 0 in een User-geheugen 6) Druk op [F6 (EXECUTE)]. De extensie .SVT wordt laadt zonder die eerst “op maat te snijden”, dan worden toegevoegd. automatisch de eerste vier maten van de song tot “sjabloon” Als de bestandsnaam die u hebt gekozen reeds gemaakt. Dat is vaak niet wenselijk, omdat er in die maten bestaat meldt het display “File Already Exists!” Druk bijvoorbeeld programmakeuzes, een intro-lijntje,… dus op [F5 (OK)] als u het vorige bestand met die naam allesbehalve “groove” zit. We raden u daarom toch aan om de wilt overschrijven of op [F6 (CANCEL)] als u werkwijze van daarnet te volgen om ee SMF voor Groove bestaande bestand ongemoeid wilt laten en de opera- Quantize doeleinden aan te maken. tie wilt afbreken. 1) Steek een diskette in de disk drive. 7) Druk op [EXIT] om terug te keren naar de “GROO- 2) Druk op [SEQUENCER], vervolgens op [F2 VE QUANTIZE”-pagina. (QUANTIZE)] en tenslotte op [F3 (GROOVE)]. 3) Druk op [F4 (LOAD GRV)] om naar de “LOAD GROOVE TEMPLATE”-pagina te gaan. User Groove Template-bestand laden Hiermee wijzigt u zoals gezegd in één klap de inhoud van de User 1~16 geheugens. 1) Steek een diskette in de disk drive. 2) Druk op [SEQUENCER], vervolgens op [F2 (QUANTIZE)] en tenslotte op [F3 (GROOVE)]. 4) Druk op [F5 (SMF)]. 3) Druk op [F4 (LOAD GRV)] om naar de “LOAD 5) Kies met het [VALUE]-wiel in welk User geheugen GROOVE TEMPLATE”-pagina te gaan. (1~16) u het sjabloon wilt laden en druk op [F6 4) Druk op [F6 (TEMPLATE)]. (SELECT)]. 5) Kies met de cursor het template dat u wilt laden. 6) Kies met het [VALUE]-wiel de SMF die u wilt laden. 6) Druk op [F6 (LOAD SVT)] om het User Groove 7) Druk op [F6 (LOAD SMF)] om het sjabloon te Template te laden. laden.

User sjablonen in sets op diskette be- waren U kunt de inhoud van alle User-geheugens (1~16) als een zgn. User Groove Template op diskette bewa- ren. De “set” sjablonen krijgt een eigen naam en wordt in een specifiek MC-80 bestandsformaat (met de extensie .SVT) opgeslagen. Ook bij het laden van

88 MC-80 book Page 89 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

Huishouding 11.Huishouding

11.1 Welke media kunt u in de Harde schijven MC-80 gebruiken?

Naast de klassieke floppy disk drive biedt de MC-80 ook plaats aan een interne harde schijf of Zip-drive. Bovendien kunt u een VS4S-1 SCSI-interface instal- leren, waarop u tot zeven externe media kunt aan- sluiten. HDP-88 serie Diskettes en Zip-schijven zijn verwisselbare media. Diskettes U kunt ook opteren voor een vast medium, in de vorm van een interne harde schijf (HDP-88 serie, los verkrijgbaar). De capaciteit hiervan kan variëren van enkele honderden Megabytes tot verschillende Giga- bytes. Her voordeel van een harde schijf is dat ze steeds in de MC-80 aanwezig blijft en u dus nooit naar het De ingebouwde floppy disk drive kan overweg met juiste schijfje hoeft te zoeken. Bovendien biedt zo’n 2DD (720 KB) en 2HD (1440KB = 1.4 MB) diskettes. schijf heel wat meer opslagruimte dan een diskette of Zip-schijf. Verwisselbare media hebben het voordeel dat u steeds een nieuw medium kunt kopen als het Zip-schijven oude “vol” zit. Ook als u veel data moet uitwisselen met collega-muzikanten biedt een verwisselbaar medium onmiskenbare voordelen. Hoe u de harde schijf moet installeren leest u op blz. 98. Opmerking: Hoewel in de handleiding van de HDP88 geen Een Zip-schijf is een relatief nieuw verwisselbaar gewag wordt gemaakt van de MC-80, kunt u deze harde medium dat niet veel groter is dan een gewone dis- schijven probleemloos in de MC-80 gebruiken. kette, maar wel een veelvoud van de data van deze laatste kan bevatten (100 MB). De MC-80 biedt plaatst aan een interne Zip-drive (los verkrijgbaar), maar u kunt ook een VS4S-1 SCSI-interface (even- eens los verkrijgbaar) installeren en hierop tot twee 11.2 Bestanden opslaan (Save) externe Zip-drives aansluiten (de beperking tot twee externe drives vloeit voort uit het feit dat Zip-drives enkel de SCSI ID’s 5 en 6 herkennen). Welke data kunt u opslaan? Opmerking: Voor specifieke details omtrent de installatie en Naast Songs kan de MC-80 ook Chains en User het gebruik van Zip-schijven neemt u best contact op met uw Groove Templates op schijf kwijt. Data worden Roland dealer. steeds op schijf gezet als een “bestand” (file in het Engels). Om de verschillende bestandstypes uit elkaar te houden wordt aan het einde van iedere bestandsnaam een “extensie” toegevoegd, bijvoor- beeld “.SVQ” voor een song. Dit zijn de bestandsfor- maten waarvan de MC-80 gebruik maakt: Song (.SVQ): Songs, inclusief alle bijbehorende Pat- terns, Marker-, Track Mute- en Repeat-instellingen. Standard MIDI File: (.MID): Dezelfde song, maar dan minus de typische MC-80 instellingen (Marker,

89 MC-80 book Page 90 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

MC-80 Handleiding

Mute, Repeat, …), zodat u hem ook in andere Hierbij kunt u handig gebruik maken van de F3 en instrumenten kunt weergeven. F4 knoppen.

Chain (.SVC): Chain Play-bestanden (zie blz. 48). Hiermee voegt u een karakter in op de [F3 (INSERT)] User Groove Template (.SVT): Sets van zelfgemaakte plaats van de cursor. User Groove Sjablonen (zie blz. 88). Hiermee wist u het karakter op de [F4 (DELETE)] Configuration (.SVF): Alle “algemene” instellingen cursorpositie. van de MC-80. Voor alle duidelijkheid laten we hier nog even zien 5) Zodra de naam volledig is mag u op [F6 (OK)] wat er wel en niet wordt opgeslagen wanneer u res- drukken. pectievelijk het MC-80 of het SMF formaat gebruikt. 6) Druk op [F1 (DRIVE)] en kies de drive waarin u het MC-80 SMF bestand wilt opslaan. Song Ja Ja 7) Kies de folder waarin u het bestand wilt opslaan. Linksboven in het display ziet u de naam van de gese- Patterns in de song Ja *1 lecteerde folder. Had u deze song al eens opgeslagen, Marker-instellingen Ja Nee dan wordt de folder afgebeeld die u daarvoor hebt gebruikt. U kunt nu twee dingen doen: Repeat-instellingen Ja Nee • Als u een subfolder van de geselecteerde folder wilt TRACK INFO-instellingen Ja *2 gebruiken, plaats de cursor dan op de folder en druk Phrase Sequence-instellingen Ja Nee op [F5 (OPEN®)]. Transpositie-instellingen Ja Nee • Wilt u een niveau hoger gaan (dus naar de folder waarbinnen de geselecteerde folder thuishoort), druk dan op [F4 (√CLOSE)]. *1: In een SMF worden Patterns opgeslagen als gewone spoordata. *2: Uitgeschakelde sporen worden in een SMF niet opgeslagen. Opmerking: De aan/uit-status van het Tempo-spoor wordt in geen van beide formaten opgeslagen. 8) Druk op [F6 (SAVE)]. Bestaat er reeds een bestand met dezelfde naam op de Song (.SVQ)/Standard MIDI File diskette, dan beeldt het display “File ‘(bestands- (.MID) naam)’ already exists!” af. Druk op [F6 (REPLACE)] als u het bestaande bestand wilt vervangen. Druk op Volg de onderstaande werkwijze om een song op dis- [F1 (CANCEL)] als u dat niet wilt. Probeer in het kette te bewaren. laatste geval het bestand nogmaals op te slaan nadat 1) Druk op [SEQUENCER]. u het een nieuwe naam hebt gegeven. 2) Druk op [F5 (SAVE)] om naar de “SAVE SONG”- Het bestand krijgt automatisch de extensie “.SVQ” pagina te gaan. mee (gaat het om een SMF, dan wordt de extensie “.MID” gebruikt). 3) Kies met [F4~F6] het gewenste bestandstype. Opmerking: Sommige SMF’s zijn auteursrechtelijk MC-80 formaat, waarbij ook de Patterns en beschermd (zie blz. 68). Deze kunt u enkel in het MC-80 for- MC-80 de Marker- en Repeat-instellingen worden maat opslaan, niet als SMF. onthouden. SMF-1 Meersporen Standard MIDI File. Chain-bestanden (.SVC) Standard MIDI File waarbij alle MIDI-kana- SMF-0 Chains kunt u bewaren vanuit de “CHAIN PLAY”- len op één spoor terechtkomen. pagina.

Nu moeten we het bestand nog een naam geven. 1) Druk op [CHAIN PLAY]. 4) Plaats de cursor achtereenvolgens op de karakters 2) Druk op [F5 (SAVE CHN)]. die u wilt wijzigen en kies met het [VALUE]-wiel of Opmerking: Bevat de Chain geen songs, dan beeldt het dis- de [INC/+][DEC/-] knoppen telkens het gewenste play “Chain Empty!” af. karakter. U komt nu terecht in een venster waarin u de Chain een naam kunt geven. Kies met de cursorknoppen en

90 MC-80 book Page 91 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

Huishouding

het [VALUE]-wiel de gewenste naam. Hierbij kunt u 3) Druk op [F6 (OK)]. De extensie .SVT wordt toege- handig gebruik maken van de F3 en F4 knoppen. voegd.

Hiermee voegt u een karakter in op de 4) Kies de folder waarin u het bestand wilt opslaan. [F3 (INSERT)] plaats van de cursor. Linksboven in het display ziet u de naam van de gese- lecteerde folder. Had u dit bestand al eens opgesla- Hiermee wist u het karakter op de [F4 (DELETE)] gen, dan wordt de folder afgebeeld die u daarvoor cursorpositie. hebt gebruikt. U kunt nu twee dingen doen: • Als u een subfolder van de geselecteerde folder wilt 3) Zodra u de gewenste naam hebt gespecifieerd mag gebruiken, plaats de cursor dan op de folder en druk u op [F6 (OK)] drukken. op [F5 (OPEN®)]. 4) Druk op [F1 (DRIVE)] en kies de drive waarop u de • Wilt u een niveau hoger gaan (dus naar de folder Chain wilt bewaren. waarbinnen de geselecteerde folder thuishoort), 5) Kies de folder waarin u het bestand wilt opslaan. druk dan op [F4 (√CLOSE)]. Linksboven in het display ziet u de naam van de gese- lecteerde folder. Had u dit bestand al eens opgesla- gen, dan wordt de folder afgebeeld die u daarvoor hebt gebruikt. U kunt nu twee dingen doen: • Als u een subfolder van de geselecteerde folder wilt gebruiken, plaats de cursor dan op de folder en druk 5) Druk op [F6 (SAVE)]. ® op [F5 (OPEN )]. Bestaat er reeds een bestand met dezelfde naam op de • Wilt u een niveau hoger gaan (dus naar de folder diskette, dan beeldt het display “File ‘(bestands- waarbinnen de geselecteerde folder thuishoort), naam)’ already exists!” af. Druk op [F6 (REPLACE)] druk dan op [F4 (√CLOSE)]. als u het bestaande bestand wilt vervangen. Druk op [F1 (CANCEL)] als u dat niet wilt. Probeer in het laatste geval het bestand nogmaals op te slaan nadat u het een nieuwe naam hebt gegeven.

6) Druk op [F6 (SAVE)]. Configuration-bestanden (.SVF) Bestaat er reeds een bestand met dezelfde naam op de Hiermee bewaart u alle instellingen die niet met een diskette, dan beeldt het display “File ‘(bestands- specifieke song verband houden maar voor de naam)’ already exists!” af. Druk op [F6 (REPLACE)] MC-80 in zijn geheel gelden. als u het bestaande bestand wilt vervangen. Druk op 1) Druk op [TOOLS}. [F1 (CANCEL)] als u dat niet wilt. Probeer in het 2) Druk op [F1 (SYSTEM)]. laatste geval het bestand nogmaals op te slaan nadat u het een nieuwe naam hebt gegeven. 3) Druk op [F5 (SAVE CFG)] om naar de “SAVE SYS- TEM CONFIG”-pagina te gaan. 4) Geef het Configuration-bestand een naam. User Groove Template-bestanden Kies met cursor √ ® de gewenste karakterpositie en (.SVT) met het [VALUE]-wiel of met [INC/+][DEC/-] het User Groove Templates kunt u bewaren vanuit de gewenste karakter. Hierbij kunt u handig gebruik “GROOVE QUANTIZE”-pagina. maken van de F3 en F4 knoppen. Hiermee voegt u een karakter in op de 1) Druk op [F5 (SAVE GRV)] om naar de “SAVE [F3 (INSERT)] GROOVE TEMPLATE”-pagina te gaan. plaats van de cursor. Hiermee wist u het karakter op de 2) Geef het User Groove Template een naam. [F4 (DELETE)] Kies met cursor √ ® de gewenste karakterpositie en cursorpositie. met het [VALUE]-wiel of met [INC/+][DEC/-] het gewenste karakter. Hierbij kunt u handig gebruik 5) Druk op [F6 (OK)]. De extensie .SVF wordt toege- maken van de F3 en F4 knoppen. voegd. Hiermee voegt u een karakter in op de 6) Kies de folder waarin u het bestand wilt opslaan. [F3 (INSERT)] plaats van de cursor. Linksboven in het display ziet u de naam van de gese- lecteerde folder. Had u dit bestand al eens opgesla- Hiermee wist u het karakter op de [F4 (DELETE)] gen, dan wordt de folder afgebeeld die u daarvoor cursorpositie. hebt gebruikt. U kunt nu twee dingen doen:

91 MC-80 book Page 92 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

MC-80 Handleiding

• Als u een subfolder van de geselecteerde folder wilt Met [F2 (SORT)] kiest u of u de bestanden volgens gebruiken, plaats de cursor dan op de folder en druk song-naam of bestandsnaam wilt ordenen. op [F5 (OPEN®)]. 4) Wilt u een song in een folder kiezen, plaats de cur- • Wilt u een niveau hoger gaan (dus naar de folder sor dan op die folder en druk op [F5 (OPEN ® )]. waarbinnen de geselecteerde folder thuishoort), De inhoud van de folder verschijnt in het display. druk dan op [F4 (√CLOSE)]. 5) Plaats de cursor op de naam van de song die u wilt 7) Druk op [F6 (SAVE)]. laden. Bestaat er reeds een bestand met dezelfde naam op de 6) Druk op [F6 (LOAD)] om de song te laden. diskette, dan beeldt het display “File ‘(bestands- U kunt ook meteen op [PLAY] drukken. In dat geval naam)’ already exists!” af. Druk op [F6 (REPLACE)] wordt de song weergegeven zonder dat u hem eerst als u het bestaande bestand wilt vervangen. Druk op in de MC-80 hoeft te laden (dit heet Quick Play, zie [F1 (CANCEL)] als u dat niet wilt. Probeer in het blz. 41). laatste geval het bestand nogmaals op te slaan nadat u het een nieuwe naam hebt gegeven. Chains (.SVC) Zo laadt u een Chain: 1) Druk op [CHAIN PLAY] om naar de “CHAIN 11.3 Bestanden laden (Load) PLAY”-pagina te gaan.

Laten we eerst even een overzicht geven van wat u allemaal kunt laden: Song (.SVQ): Songs, inclusief alle bijbehorende Pat- terns, Marker-, Track Mute- en Repeat-instellingen. Standard MIDI File: (.MID): In de handel verkrijgba- 2) Druk op [F4 (LOAD CHN)] om naar de “LOAD re SMF’s of songs die u in een andere sequencer CHAIN”-pagina te gaan. onder dat formaat hebt opgeslagen. 3) Druk op [F1 (DRIVE)] en kies de gewenste drive. Super MRC songbestanden: Dit is een formaat dat in 4) Wilt u een Chain in een folder kiezen, plaats de cur- de Roland MC-50, 300/500 serie werd gebruikt. sor dan op die folder en druk op [F5 (OPEN ® )]. Songs die u in één van deze sequencers als Super De inhoud van de folder verschijnt in het display. MRC-song hebt bewaard kunt u dus zonder meer in 5) Plaats de cursor op de naam van de Chain die u wilt de MC-80 laden. laden. Chain (.SVC): Chain Play-bestanden (zie blz. 48). 6) Druk op [F6 (LOAD)] om de Chain te laden. User Groove Template (.SVT): Sets van zelfgemaakte Opmerking: Als een bepaalde song uit de Chain zich niet op User Groove Sjablonen (zie blz. 88). de diskette bevindt, dan beeldt het display “NO SONG” af. Configuration (.SVF): Alle “algemene” instellingen Druk op de uitwerptoets van de disk drive om de diskette uit van de MC-80. te werpen en steek de diskette met de betreffende song erin. U kunt ook op [END] drukken om de ontbrekende song over te slaan en meteen naar de volgende song te springen. Song (.SVQ)/Standard MIDI File Opmerking: Chain-bestanden uit de XP-50/60/80 kunt u (.MID) niet in de MC-80 laden. Volg de onderstaande werkwijze om een MC-80 song of een SMF te laden. User Groove Templates (.SVT) 1) Steek een diskette in de drive. 1) Druk op [SEQUENCER], vervolgens op [F2 2) Druk op [SEQUENCER] en vervolgens op (QUANTIZE)]. [SELECT] om naar de “SONG SELECT”-pagina te Wordt de song weergegeven volgens de Quick Play- gaan. methode, dan vraagt de MC-80 u om die song te laden. Druk op [F6 (LOAD)] om de song te laden of op [F1 (CANCEL)] om ermee op te houden. 2) Druk op [F3 (GROOVE)]. 3) Druk op [F4 (LOAD GRV)] om naar de “LOAD GROOVE TEMPLATE”-pagina te gaan. 3) Druk op [F1 (DRIVE)] en kies de gewenste drive. 4) Druk op [F6 (TEMPLATE)].

92 MC-80 book Page 93 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

Huishouding

5) Druk op [F1 (DRIVE)] en kies de gewenste drive. SB-55, SD-35, MV-30, JW-50, G-1000, G-800, MT- 6) Wilt u een Template in een folder kiezen, plaats de serie, KR-serie, HP-serie, enz. ® cursor dan op die folder en druk op [F5 (OPEN De MC-80 kan geen songs laden van instrumenten )]. die niet in de bovenstaande lijst staan en die boven- De inhoud van de folder verschijnt in het display. dien geen songs als SMF kunnen opslaan. 7) Kies met de cursor het template dat u wilt laden. 8) Druk op [F6 (LOAD SVT)] om het User Groove SMF uitsplitsen Template te laden. Vergeet niet dat bij een SMF formaat 0 data voor alle MIDI-kanalen op één spoor zijn geconcentreerd. Configurations (.SVF) Wilt u die data “uitsplitsen” op een kanaal-per-spoor basis, doe dan het volgende: 1) Druk op [TOOLS}. 1) Druk achtereenvolgens op [TOOLS]-[F1 (SYS- 2) Druk op [F1 (SYSTEM)]. TEM)]-[F2 (OPTION)]. 3) Druk op [F4 (LOAD CFG)] om naar de “LOAD 2) Plaats de cursor op “SMF FORMAT 0 ch Extract SYSTEM CONFIG”-pagina te gaan. Switch”. 4) Druk op [F1 (DRIVE)] om de drive te kiezen waar- 3) Kies “ON”. van u het bestand wilt halen. 4) Laad de song in het SMF formaat0 (zie blz. 90). 5) Wilt u een bestand in een folder kiezen, plaats de cursor dan op die folder en druk op [F5 (OPEN ® )]. Bij een SMF formaat 1 zitten de data voor verschil- De inhoud van de folder verschijnt in het display. lende kanalen al op verschillende sporen, tenminste, voor de eerste 16 sporen. Bij een SMF die uit meer 6) Kies met de cursor of met het [VALUE]-wiel het sporen bestaat worden spoor 17 en volgende samen- bestand dat u wilt laden. geschreven op spoor 16 van de MC-80. Bovendien 7) Druk op [F6 (LOAD)] om het bestand te laden. worden vanaf spoor 34 alle data genegeerd.

Fragment van een bestaande song 11.4 Songs van andere Roland-in- laden strumenten laden Het is mogelijk om een deel van een bestaande song in de “interne” song van de MC-80 te laden. Op die manier kunt u bijvoorbeeld een toffe baslijn of een De MC-80 kan bepaalde songs van andere Roland- leuke drumgroove zonder al te veel omhaal in een instrumenten laden en weergeven. Voor zover dat nieuwe song gebruiken. Voorwaarde is wel dat de niet “rechtstreeks” kan, kunt u uiteraard nog altijd song waaruit u het fragment wilt halen in het MC-80 de “omweg” via SMF’s gebruiken. formaat of SMF formaat 0 is opgeslagen. 1) Steek een diskette in de disk drive. Rechtstreeks laden 2) Druk op [SEQUENCER], gevolgd door [SELECT] De MC-80 kan zonder meer songs laden van de vol- om naar de “SONG SELECT”-pagina te gaan. gende instrumenten. Let wel: specifieke instellingen 3) Druk op [F1 (DRIVE)] om de gewenste drive te zoals Markers en Repeats worden hierbij niet gela- selecteren. den. Met [F2 (SORT)] kunt u als vanouds kiezen tussen • XP-80, XP-60, XP-50, MC-500mkII, MC-50, MC- een rangschikking op song naam of bestandsnaam. 50mkII, JV-1000 4) Wilt u een song in een folder kiezen, druk dan op • MC-300, MC-500 (enkel Super MRC-bestanden). [F5 (OPEN)] om die folder te openen. 5) Plaats de cursor op de song waaruit u een fragment wilt laden. Via SMF-omweg 6) Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [F6 Songs uit de volgende instrumenten kunt u bewaren (IMPORT)] (zodra u [SHIFT] indrukt verandert F6 als SMF’s en in die vorm in de MC-80 laden. De lijst is niet exhaustief, bovendien zijn er ook heel wat instrumenten van andere merken die deze mogelijk- heid bieden.

93 MC-80 book Page 94 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

MC-80 Handleiding

van “LOAD” naar “IMPORT”) om naar de “LOAD Opmerking: Als u slechts één drive gebruikt is het niet moge- TRACK/PATTERN”-pagina te gaan. lijk om bestanden van verschillende schijven te kopiëren. 2) Druk op [TOOLS]. 3) Druk op [F5 (DISKUTIL)]. a 4) Druk op [F6 (MENU)] om naar het “FILE MENU” b te gaan. 5) Druk op [F1 (COPY)] om naar het selectievenster 7) Gaat het om een song in het MC-80 formaat, speci- te gaan. fieer dan het spoor (of het Pattern) dat u wilt laden 6) Plaats de cursor op het bestand of de folder dat/die (“a” in de afbeelding hierboven). Bij een song in het u wilt kopiëren. SMF-formaat hoeft u dit niet te specifiëren. Wilt u verschillende bestanden kopiëren, plaats dan 8) Kies voor “b” het spoor van de interne song waarop de cursor op het eerste bestand en druk op [ENTER]. u de data wilt plaatsen. Plaats de cursor nu op het volgende bestand en druk 9) Druk op [F6 (IMPORT)]. weer op [ENTER], enz. Alle bestanden die u op deze Als het spoor dat u in stap 8 hebt gekozen reeds data manier selecteert worden nu voorafgegaan door een bevat wordt u gevraagd of u die data wilt wissen. merkteken en zullen worden gekopieerd. Wilt u de Druk op [F6 (IMPORT)] als u de bestaande data wilt selectie van een bestand opheffen, plaats de cursor er vervangen door de nieuwe data of op [F1 (CAN- dan op en druk op [ENTER]. Wilt u opnieuw één CEL)] als u de bestaande data ongemoeid wilt laten. bestand kiezen, druk dan op [EXIT]. 10)Zodra alle data zijn geladen meldt het display 7) Druk op [F6 (COPY SRC)]. “Completed!”. 8) U komt nu in een venster waarin u de bestemming van de kopie kunt kiezen. Doe dat en druk vervol- gens op [F6 (COPY DST)] om de kopie uit te voe- ren. 11.5 Songs van de MC-80 op ande- In het onderstaande voorbeeld wordt de kopie in de re instrumenten gebruiken “LIVE”-folder geplaatst.

Als u een MC-80 song als SMF opslaat (zie blz. 90) kunt u hem laden in gelijk welke andere sequencer die met SMF’s overweg kan. • Het instrument moet dus wel degelijk compatibel Als de bestemming een bestand of een folder met zijn met het SMF formaat. dezelfde naam bevat, dan meldt het display “Path • De diskette waarop u de data schrijft moet van het Duplicate!” en wordt de kopie niet uitgevoerd. 2DD of 2HD type zijn en moet uiteraard door het instrument waarin u de data wilt laden kunnen wor- den gelezen. Bestanden en folders wissen (Dele- • Als u een song in de MC-80 opslaat als SMF, mag u te) hem niet in een folder onderbrengen. U kunt één enkel bestand of een volledige folder wis- sen. In dat laatste geval worden ook alle bestanden die deel uitmaken van die folder gewist. 1) Druk op [TOOLS]. 11.6 Functies die verband houden 2) Druk op [F5 (DISKUTIL)]. met bestanden en folders 3) Druk op [F6 (MENU)] om naar het “FILE MENU” te gaan. 4) Druk op [F2 (DELETE)] om naar het selectieven- Bestanden en folders kopiëren (Co- ster te gaan. py) U kunt één enkel bestand of een volledige folder kopiëren. In dat laatste geval worden ook alle bestan- den die deel uitmaken van die folder gekopieerd. 1) Steek de diskette met het bestand dat u wilt kopië- ren in de disk drive.

94 MC-80 book Page 95 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

Huishouding

5) Plaats de cursor op het bestand of de folder dat/die In het onderstaande voorbeeld wordt het bestand u wilt wissen. naar de “LIVE”-folder geplaatst.

Wilt u verschillende bestanden wissen, plaats dan de Als de bestemming een bestand of een folder met cursor op het eerste bestand en druk op [ENTER]. dezelfde naam bevat, dan meldt het display “Path Plaats de cursor nu op het volgende bestand en druk Duplicate!” en wordt de kopie niet uitgevoerd. weer op [ENTER], enz. Alle bestanden die u op deze manier selecteert worden nu voorafgegaan door een merkteken en zullen worden gewist. Wilt u de selec- Nieuwe naam geven aan bestanden tie van een bestand opheffen, plaats de cursor er dan en folders (Rename) op en druk op [ENTER]. Wilt u opnieuw één 1) Druk op [TOOLS]. bestand kiezen, druk dan op [EXIT]. 2) Druk op [F5 (DISKUTIL)]. 6) Druk op [F6 (DELETE)]. Een prompt vraagt dat u uw keuze bevestigt. 3) Druk op [F6 (MENU)] om naar het “FILE MENU” te gaan. 7) Druk op [F6 (DELETE)] om het bestand/de folder te wissen. 4) Druk op [F4 (RENAME)] om naar de “DISK UTI- LITY/4 RENAME”-pagina te gaan. 5) Druk op [F1 (DRIVE)] om de gewenste drive te kie- Bestanden en folders verplaatsen zen en ga vervolgens met [F4 (CLOSE)] en [F5 (Move) (OPEN)] naar de gewenste folder. Plaats tenslotte U kunt één enkel bestand of een volledige folder ver- de cursor op het bestand dat u wilt herbenoemen. plaatsen. In dat laatste geval worden ook alle bestan- 6) Druk op [F6 (RENAME)]. den die deel uitmaken van die folder verplaatst. 1) Druk op [TOOLS]. 2) Druk op [F5 (DISKUTIL)]. 3) Druk op [F6 (MENU)] om naar het “FILE MENU” te gaan. 7) Plaats de cursor op de gewenste karakterpositie en 4) Druk op [F3 (MOVE)] om naar het selectievenster kies met het [VALUE]-wiel of de [INC/+][DEC/-] te gaan. knoppen het gewenste karakter. 5) Plaats de cursor op het bestand of de folder dat/die 8) Druk, zodra de naam volledig is, op [F6 (WRITE)] u wilt verplaatsen. om de nieuwe naam vast te leggen. Wilt u verschillende bestanden verplaatsen, plaats dan de cursor op het eerste bestand en druk op [ENTER]. Plaats de cursor nu op het volgende Nieuwe folder aanmaken (Folder) bestand en druk weer op [ENTER], enz. Alle bestan- Met de “Folder”-functie kunt u nieuwe folder aan- den die u op deze manier selecteert worden nu voor- maken. Op die manier kunt u uw bestanden organi- afgegaan door een merkteken en zullen worden seren volgens een “boomstructuur”, met bv. voor gekopieerd. Wilt u de selectie van een bestand ophef- ieder genre een folder. Vooral wanneer u met media fen, plaats de cursor er dan op en druk op [ENTER]. zoals Zip-schijven of harde schijven werkt – die grote Wilt u opnieuw één bestand kiezen, druk dan op hoeveelheden data kunnen verwerken – blijkt deze [EXIT]. functie van onschatbare waarde. 6) Druk op [F6 (MOVE SRC)]. 7) U komt nu in een venster waarin u de bestemming kunt kiezen. Doe dat en druk vervolgens op [F6 (MOVE)] om de verplaatsing uit te voeren.

95 MC-80 book Page 96 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

MC-80 Handleiding

Zo maakt u een nieuwe folder aan: Volume Name: naam van de schijf. 1) Druk op [TOOLS]. Device Name: het type drive. 2) Druk op [F5 (DISKUTIL)]. Protect: status van de schrijfbeveiliging (aan of uit). 3) Druk op [F6 (MENU)] om naar het “FILE MENU” Size: beschikbare schijfruimte/totale schijfruimte. te gaan. Opmerking: Bij diskettes kunt u met [F6 (VERIFY)] een con- 4) Druk op [F5 (FOLDER)]. trole uitvoeren op beschadigingen. Als u na de controle “Completed” te zien krijgt weet u dat er niets mis is met de 5) Plaats de cursor daar waar u een nieuwe folder wilt diskette. aanmaken. In het onderstaande voorbeeld zal de nieuwe folder Opmerking: Bij Zip-schijven kunt u met [F5 (PROTECT)] de schrijfbeveiliging in- en uitschakelen. in de “LIVE”-folder worden aangemaakt. 6) Druk op [F1 (DRIVE)] en kies de drive die u wilt bekijken. 7) Als u genoeg hebt gezien kunt u op [SEQUENCER] drukken om terug te keren naar de “SONG PLAY”- pagina. 6) Druk op [F6 (FOLDER)]. 7) Geef de folder een naam. Plaats de cursor op de Andere naam geven aan een schijf gewenste karakterpositie en kies met het [VALUE]- (Volume Label) wiel of de [INC/+][DEC/-] knoppen het gewenste karakter. Hiermee geeft u een naam aan de volledige schijf. 8) Druk, zodra de naam volledig is, op [F6 (OK)] om 1) Steek de schijf waarvan u de naam wilt veranderen de nieuwe folder aan te maken. in de disk drive. Opmerking: Ook tijdens de procedure voor het opslaan van 2) Druk op [SEQUENCER] en vervolgens op een bestand bestaat er een mogelijkheid om een nieuwe folder [TOOLS]. aan te maken. 3) Druk op [F5 (DISKUTIL)]. 4) Druk op [F6 (MENU)] om naar het “DISK MENU” te gaan. 5) Druk op [F2 (LABEL)] om naar de “DISKUTILITY/ 11.7 Functies die verband houden 7 VOLUME LABEL”-pagina te gaan. met opslagmedia

Inhoud van een schijf bekijken (Disk Info) In dit venster kunt u de naam van de schijf en van het 6) Kies de drive waarvan u de naam wilt wijzigen. type drive zien, of de schrijfbeveiliging al dan niet is 7) Als u genoeg hebt gezien kunt u op [SEQUENCER] ingeschakeld, de capaciteit van de schijf en hoeveel drukken om terug te keren naar de “SONG PLAY”- ruimte er nog vrij is op die schijf. pagina. 8) Plaats de cursor op de gewenste karakterpositie en kies met het [VALUE]-wiel of de [INC/+][DEC/-] knoppen het gewenste karakter. Hierbij kunt u handig gebruik maken van de F3 en F4 knoppen.

Hiermee voegt u een karakter in op 1) Steek de diskette die u wilt bekijken in de disk dri- [F3 (INSERT)] ve. de plaats van de cursor. 2) Druk op [SEQUENCER] en vervolgens op Hiermee wist u het karakter op de [F4 (DELETE)] [TOOLS]. cursorpositie. 3) Druk op [F5 (DISKUTIL)]. 4) Druk op [F6 (MENU)] om naar het “DISK MENU” 9) Druk, zodra de naam volledig is, op [F6 (WRITE)] te gaan. om de nieuwe naam vast te leggen. Zodra dat is 5) Druk op [F1 (DISKINFO)] om naar de “DISKUTI- gebeurd meldt het display “Completed”. LITY/6 DISK INFO”-pagina te gaan. Hierin ziet u:

96 MC-80 book Page 97 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

Huishouding

Opmerking: Door op [F5 (FILELIST)] te drukken kunt u de bestanden die diskette bevat. Druk daarna op [F6 inhoud van de schijf bekijken. (OK)] om terug te keren naar de vorige pagina. 10)Druk op [SEQUENCER] om terug te keren naar de 9) Druk op [F6 (OK)]. “SONG PLAY”-pagina. 10)Er verschijnt een prompt die u attent maakt op het feit dat de inhoud van de diskette waarnaar u kopi- eert zal worden gewist. Druk op [F6 (DISKCOPY)] Schijf kopiëren (Disk Copy) om de kopie uit te voeren of op [F1 (CANCEL)] om Hiermee kopieert u een volledige diskette of Zip- de operatie te annuleren. schijf. Enkele belangrijke opmerkingen in dit ver- De data worden nu op de “bestemmings”-diskette band: geschreven. • Alle data op de schijf waar u naartoe kopieert worden Opmerking: Als het om erg veel data gaat is het mogelijk dat gewist. Controleer dus of er geen belangrijke bestan- u nog enkele malen diskettes moet wisselen. Het display den op die schijf staan. maakt u daarop attent met de prompts “Insert Source Disk” • Schijven met in de handel aangekochte SMF-data en “Insert Destination Disk”. Eens alles is gekopieerd krijgt u zijn auteursrechtelijk beschermd, die kunt u niet “DISK COPY Completed” te zien. kopiëren. 11)Druk op [F6 (ACCEPT)]. • U kunt enkel diskettes naar diskettes en Zip-schijven naar Zip-schijven kopiëren. Voor dat laatste hebt u Voor Zip-schijven trouwens twee of meer Zip-drives nodig. 6) Steek de Zip-schijf die u wilt kopiëren in de eerste • Kopieer een 2HD diskette steeds naar een ander Zip drive. 2HD diskette en een 2DD diskette naar een andere Bevindt de schijf zich al in de drive, druk dan op [F1 2DD diskette. (DRIVE)] om de juiste drive te kiezen. 1) Druk op [SEQUENCER] en vervolgens op Opmerking: U kunt op [F5 (FILELIST)] drukken om te zien [TOOLS]. welke bestanden de geselecteerde drive bevat. Blijkt het om de juist drive te gaan, druk dan op [F6 (OK)] om terug te keren 2) Druk op [F5 (DISKUTIL)]. naar de vorige pagina. 3) Druk op [F6 (MENU)] om naar het “DISK MENU” 7) Druk op [F6 (OK)]. te gaan. 8) Steek de Zip-schijf waarop u de kopie wilt plaatsen 4) Druk op [F3 (DISKCOPY)]. in de tweede Zip drive. 5) Druk op [F5 (FD)] als u een diskette wilt kopiëren Bevindt de schijf zich al in de drive, druk dan op [F1 of op [F6 (ZIP)] als u een Zip-schijf wilt kopiëren. (DRIVE)] om de juiste drive te kiezen. De rest van het verhaal ziet er iets anders uit naar gelang u diskettes of Zip-schijven kopieert. Opmerking: U kunt op [F5 (FILELIST)] drukken om te zien welke bestanden de geselecteerde drive bevat. Blijkt het om de juist drive te gaan, druk dan op [F6 (OK)] om terug te keren Voor diskettes naar de vorige pagina. 6) Steek de diskette die u wilt kopiëren in de disk dri- 9) Druk op [F6 (OK)]. ve. 10)Er verschijnt een prompt die u attent maakt op het De naam van de diskette wordt afgebeeld. Controleer feit dat de inhoud van de Zip-schijf waarnaar u of dit de diskette is die u wilt kopiëren. U kunt bij- kopieert zal worden gewist. Druk op [F6 (DISKCO- voorbeeld even op [F5 (FILELIST)] drukken om te PY)] om de kopie uit te voeren of op [F1 (CAN- zien welke bestanden die diskette bevat. Druk daarna CEL)] om de operatie te annuleren. op [F6 (OK)] om terug te keren naar de vorige pagi- De data worden nu van de ene naar de andere Zip- na. schijf geschreven. 7) Druk op [F6 (OK)]; de diskette wordt geladen. 11)Zodra alles is gekopieerd krijgt u “DISK COPY Opmerking: Als u om één of andere reden het laden wilt Completed” te zien. onderbreken moet u op [F1 (ABORT)] drukken. 12)Druk op [F6 (ACCEPT)]. Na enkel ogenblikken meldt het display “Insert Des- tination Disk”. 8) Steek de diskette in waarop u de kopie wilt plaat- Diskette formateren (Format) sen. Net zoals een computer houdt de MC-80 er zijn De naam van de diskette wordt afgebeeld. Controleer eigen systeem van databeheer op na. Dat moet eerst of dit de juiste diskette is. U kunt bijvoorbeeld even even aan de diskette worden meegedeeld voor u er op [F5 (FILELIST)] drukken om te zien welke songs e.d. op kunt schrijven. We noemen dit proces formateren.

97 MC-80 book Page 98 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

MC-80 Handleiding

LET OP! tijdens het formateren worden alle op de schijven werkt dit niet via een schakelaartje, maar diskette aanwezige data gewist. Controleer dus softwarematig: steeds of de diskette die u wilt formateren geen 1) Druk op [SEQUENCER] en vervolgens op belangrijke data bevat! [TOOLS]. Het formateren gaat als volgt in zijn werk: 2) Druk op [F5 (DISKUTIL)]. 1) Zet het wisbeveiligingsnokje van de diskette in de 3) Druk op [F6 (MENU)] om naar het “DISK MENU” stand “beschrijfbaar”. te gaan. 4) Druk op [F1 (DISKINFO)]. 5) Steek de Zip-schijf waarvoor u de beveiliging wilt in-/uitschakelen in de drive. Beveiligingsnokje "Schrijven" Aan de status van de Protect-parameter kunt u zien "Veilig" of de schrijfbeveiliging al (ON) dan niet (OFF) is 2) Steek een diskette in de disk drive. ingeschakeld. 3) Druk op [TOOLS], vervolgens op [F5 (DISKUTIL)] Opmerking: Als het display “Password” afbeeldt wilt dat zeg- en tenslotte op [F6 (MENU)] om naar het DISK gen dat er vanuit een ander instrument een beveiliging is MENU te gaan. Hierin kiest u [F4 (FORMAT)]. aangebracht die u met de MC-80 niet kunt verwijderen. U komt nu terecht in de “DISK UTILITY/9 FOR- 6) Druk op [F5 (PROTECT)] om de schrijfbeveiliging MAT”-pagina. in of uit te schakelen. 4) Druk op [F1 (DRIVE)] en kies de diskette (dit is 7) Druk op [SEQUENCER] om terug te keren naar de enkel nodig wanneer u nog andere media, bv. harde “SONG PLAY”-pagina. schijven, op de MC-80 hebt aangesloten).

11.8 Interne of externe schijven toevoegen

5) Druk op [F6 (FORMAT)]. Om de opslagcapaciteit van de MC-80 uit te breiden 6) U moet de diskette een naam geven voor u ze for- kunt u een Zip drive of harde schijf toevoegen. Dat mateert. Met de cursor stapt u doorheen de ver- kan zowel intern (instructies omtrent de installatie schillende karakters en met het [VALUE]-wiel kiest vindt u hieronder) als extern, via het los verkrijgbare u telkens het gewenste karakter. VS4S-1 SCSI-interface.

Extra schijf inbouwen

■ Zip drive 7) Druk op [F6 (FORMAT)]. Het inbouwen van een Zip drive is een klus voor de Het display vraagt nu of u wel degelijk de diskette Roland hersteldienst in uw buurt. wilt formateren: “Are you sure?” Druk op [F1 (CAN- CEL)] als u beslist toch niet te formateren. ■ Harde schijf 8) Druk op [F6 (FORMAT)]. De interne harde schijf (Roland HDP88 serie) kunt u De diskette wordt nu geformateerd. In het display zelf installeren. We laten u meteen zien hoe dat in kunt u de geboekte vooruitgang volgen (van 0~ zijn werk gaat. Eerst echter enkele belangrijke waar- 100%). Zodra de diskette is geformateerd meldt het schuwingen: display “Completed”. • Gebruik een kruisschroevendraaier met dezelfde 9) Druk op [F6 (ACCEPT)]. breedte als de schroeven, anders riskeert u het schroefkruis te beschadigen. Schrijfbeveiliging in- en uitschake- • Bevestig de harde schijf enkel met de schroeven die len we in de onderstaande aanwijzingen vermelden. • Zorg dat er geen schroeven in het inwendige van de Hoe u voor een gewone diskette de schrijfbeveiliging MC-80 terechtkomen. (des)activeert hebben we daarnet gezien. Voor Zip- • Raak nooit aan de connectors of de circuits.

98 MC-80 book Page 99 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

Huishouding

• Zorg dat u uw hand niet snijdt aan de opening van de 6) Gebruik de schroeven die u in stap 4 hebt losge- uitsparing voor de harde schijf. maakt om de harde schijf vast te schroeven. • Vergeet niet na de installatie het afdekplaatje 7) Klap de handgreep van de harde schijf naar binnen opnieuw over de uitsparing aan te brengen. en breng het klepje van het frontpaneel opnieuw aan. 1) Schakel de MC-80 en alle aangesloten instrumen- ten uit en verbreek alle kabelverbindingen. a. b. c. 2) Wikkel de kop van een platte schroevendraaier in een vod of iets dergelijks en schuif deze zachtjes in de uitsparing die op de onderstaande afbeelding wordt aangegeven.

a. Breng eerst het bovenste gedeelte in positie. Pro- beer het klepje zo verticaal mogelijk te houden, dan valt het makkelijker te installeren. b. Druk op de plaats van het pijltje. c. Klik het klepje op zijn plaats. 8) Initialiseer de harde schijf (zie blz. 97). 9) Schakel de MC-80 uit en weer in en controleer of hij normaal opstart. In dat geval moet u ook het icoon van de nieuwe harde schijf te zien krijgen:

Steek een platte schroevendraaier waarrond een vod is gewikkeld in de gleuf onder het klepje.

Opmerking: Wikkel steeds iets rond de kop van de schroeven- draaier, anders dreigt u de behuizing van de MC-80 te beschadigen. 3) Duw de schroevendraaier lichtjes naar beneden om het klepje te verwijderen. Externe schijven De (los verkrijgbare) VS4S-1 SCSI-kaart voorziet de Dwarsdoorsnede MC-80 van een SCSI-interface, waarop u een externe Zip drive kunt aansluiten. De installatie van de VS4S-1 moet u laten uitvoeren bij de dichtstbijzijnde Roland hersteldienst.

Wip het klepje omhoog Schroevendraaier met vod Opmerking over de handleiding van de VS4S-1 door de schroevendraai- rond de kop. er zachtjes naar Waarschijnlijk staat in de handleiding van uw beneden te drukken. VS4S-1 vermeld dat de kaart enkel geschikt is voor de Roland VS-840. Op het moment dat de handleiding voor de VS4S-1 werd geschreven was er namelijk nog 4) Verwijder de schroeven die we in de onderstaande geen sprake van een MC-80. Geen nood echter, de afbeelding hebben aangeduid (deze schroeven zul- VS4S-1 is zonder meer geschikt voor gebruik in de len in stap 6 dienen om de harde schijf te bevesti- MC-80. Bovendien heeft de uitleg in de handleiding gen). van de VS4S-1 betrekking op functies van de VS-840. Specifieke instructies voor de MC-80 vindt u hieron- der.

■ Wat hebt u nodig om de VS4S-1 te gebrui- ken? Uiteraard een Zip drive, maar niet te vergeten een SCSI-kabel met (mannelijke) DB-25 connectors 5) Steek de harde schijf zachtjes in de uitsparing, met (deze kabel wordt doorgaans bij de Zip drive gele- het label naar de bovenkant. Zorg dat de schijf vol- verd). ledig in de uitsparing zit.

99 MC-80 book Page 100 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

MC-80 Handleiding

Schakel de “Termination” op de achterzijde van de dan alle apparaten uit, controleer de verbindingen en Zip drive in (“ON”). probeer het nog eens.

■ Zip drive aansluiten 1) Schakel de MC-80 en de Zip drive uit. 2) Verbind de SCSI-connector van de VS4S-1 met die van de Zip drive. Vergeet niet de schroefjes vast te draaien, zodat de connector stevig op zijn plaats zit.

■ SCSI ID instellen Het SCSI ID is een identificatienummer dat de ver- schillende apparaten die u eventueel op de MC-80 aansluit uit elkaar houdt. Ieder apparaat in de keten krijgt namelijk een ander SCSI ID-nummer. Zip drives hebben hiervoor een speciale schakelaar, waarmee u het SCSI ID 5 of 6 kunt kiezen.

Achterpaneel (Zip drive)

Termination SCSI ID

Off - 0 6 On - 1 5

■ Zip-schijf formateren Zoals alle media moet u een Zip-schijf formateren voor u ze in combinatie met de MC-80 kunt gebrui- ken. Aangezien het om een verwisselbaar medium gaat, moet u dit bovendien doen voor iedere nieuwe Zip-schijf die u in gebruik neemt. We herinneren u er nog even aan dat tijdens het for- materen alle data op de schijf verloren gaan. Contro- leer dus even of er geen belangrijke data op de schijf staan. Voor de werkwijze, zie blz. 97.

■ Volgorde bij het inschakelen Bij het inschakelen moet u steeds de onderstaande volgorde respecteren, anders wordt de Zip drive niet herkend. 1) Schakel de Zip drive in. 2) Schakel de MC-80 in. Als de MC-80 de Zip drive herkent krijgt u het onderstaande display te zien. Let op het icoon in de rechter benedenhoek. Krijgt u dit niet te zien, schakel

100 MC-80 book Page 101 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

Globale instellingen voor de MC-80

Globale instellingen voor de 12.MC-80

12.1 Opgelet bij het uitschakelen Opmerking: U kunt het contrast ook bijregelen door [SEQUENCER] of [CHAIN PLAY] ingedrukt te houden en aan het [VALUE]-wiel te draaien. U mag de MC-80 nooit zomaar uitschakelen. Net als bij een computer moet u de MC-80 eerst even laten weten dat u hem wilt uitschakelen, zodat de interne huishouding nog even in orde kan worden gebracht. Zonder meer uitschakelen kan verlies van data en 12.3 Wat is een Configuration-be- beschadiging van de harde schijf tot gevolg hebben. stand? 1) Druk op [SEQUENCER]. 2) Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [STOP]. Dit bestand bevat een reeks instellingen die met de MC-80 in zijn geheel verband houden en dus voor 3) Het display vraagt om bevestiging. Druk op [F6 alle songs gelden. Zo’n bestand wordt dus niet samen (SHUTDOWN)] als u de MC-80 wilt uitschakelen. met de song opgeslagen, maar u kunt het wel apart Opmerking: Zip-schijven worden bij het uitschakelen auto- op een schijf plaatsen (zie blz. 91). Op die manier matisch uitgeworpen. kunt u instellingen bewaren die u nog ooit denkt 4) Als het display u aanspoort om de diskette uit te nodig te hebben. werpen (“Please remove the floppy disk”) mag u op Dit zijn de parameters die in een Configuration- de uitwerptoets drukken. bestand worden opgeslagen: 5) Schakel de [POWER]-knop pas uit nadat de mel- ding “The MC-80 may now be shut down safely” in OPTION-pagina het display verschijnt. ([TOOLS]-[F1 (SYSTEM)]-[F2 (OPTION)]) Opmerking: Tijdens een opname of weergave kunt u niet SMF Format0 Ch Extract Switch zonder meer aan bovenstaande procedure beginnen. Druk eerst op [STOP]. FOOT SWITCH SETUP-pagina ([TOOLS]-[F1 (SYSTEM)]-[F3 (FOOT SW)]) Foot SwL Mode 12.2 Contrast van het display aan- Foot SwL Polarity Foot SwR Mode passen Foot SwR Polarity

Als het display slecht leesbaar blijkt moet u het con- METRONOME SETUP-pagina trast aanpassen aan de hoek van waaruit u kijkt. ([TOOLS]-[F2 (METRONOME)]) 1) Druk op [TOOLS], vervolgens op [F1 (SYSTEM)] Mode en tenslotte op [F1 (DISPLAY)]. Interval 2) Kies met het [VALUE]-wiel het gewenste contrast. Beep MIDI Output Channel Gate time Accented Note Accented Note Velocity Naarmate u meer naar rechts draait wordt het con- Normal Note trast groter. Normal Note Velocity 3) Druk op [EXIT] om terug te keren naar de vorige pagina. MIDI INPUT SWITCH-pagina ([TOOLS]-[F3 (MIDI)]-[F2 (INPUT SW)])

101 MC-80 book Page 102 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

MC-80 Handleiding

Note Uiteraard kunt u het ook bij één voetschakelaar hou- PAf den, die u met een gewone mono-kabel aansluit. In PC dat geval zijn enkel de functies die we hieronder voor CAf FOOT SW 1 opsommen beschikbaar. PB 1) Stel de polariteitsschakelaar in zoals op de onder- SysEx staande afbeelding is aangegeven. CC Mod Polariteitsschakelaar Foot Volume Pan Exp Hold Voorkant van de FS-5U Sost Soft 2) Sluit de voetschakelaar(s) aan zoals op de onder- Breath staande afbeelding: Effect Kabel RPN/NRPN (PCS-31)

MIDI SETUP-pagina ([TOOLS]-[F3 (MIDI)]-[F1 (SETUP)]) Wit Rood MIDI Patch Mode SEQ MIDI IN Voetschakelaar 2 Voetschakelaar 1 SEQ MIDI Out (links) (rechts) SEQ To V-EXP Voetschakelaar Thru Select (FS-5U) Soft Thru 3) Druk achtereenvolgens op [TOOLS], [F1 (SYS- TEM)] en [F3 (FOOT SW)] om naar de “FOOTS- SYNC-pagina WITCH SETUP”-pagina te gaan. ([TOOLS]-[F3 (MIDI)]-[F3 (SYNC)]) Sync Mode MIDI Sync Out MTC Sync Out MTC Frame Rate MTC Offset Time 4) Druk op de voetschakelaar waarvoor u een functie MTC Error Level wilt kiezen: L(inks) of R(echts). MMC Mode 5) Plaats de cursor op “Mode” en kies met het MMC Output [VALUE]-wiel of de [INC/+][DEC/-] knoppen de gewenste functie.

Play/Stop Weergave starten en stoppen. In en uit opname gaan tijdens Punch In/Out 12.4 Voetschakelaars gebruiken manueel inprikken. Naar het begin van de song sprin- Met een BOSS FS-5U voetschakelaar (los verkrijg- Top gen. baar) die u aansluit op de FOOT SW-connector op Naar het einde van de song sprin- het achterpaneel kunt u bepaalde functies van de End MC-80 aansturen. gen. Repeat ON/OFF Herhalen in- en uitschakelen. Basisinstellingen Mark Jump 1 Naar marker 1 springen. Op de FOOT SW-connector kunt u in feite twee Mark Jump 2 Naar marker 2 springen. voetschakelaars aansluiten. U hebt daar wel de (los Mark Jump 3 Naar marker 3 springen. verkrijgbare) PCS-31 adapter voor nodig. Aan elke voetschakelaar kunt u een aparte functie toewijzen. Mark Jump 4 Naar marker 4 springen.

102 MC-80 book Page 103 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

Globale instellingen voor de MC-80

Fade Out Fade out starten. 12.6 Metronoominstellingen Tap Tempo instellen door te tikken. Opmerking: In de fabriek werd het volume van de metro- 6) Plaats de cursor op “Polarity” en kies “Standard”. noom relatief hoog afgeregeld, opdat u hem ook tijdens het spelen duidelijk zou kunnen horen. Desgewenst kunt u met de Sommige pedalen van andere merken hebben de [CLICK LEVEL]-regelaar een lager volume kiezen. omgekeerde polariteit van de Roland-pedalen. In dat geval moet u “Reverse” kiezen. Om naar de “METRONOME SETUP”-pagina te gaan drukt u achtereenvolgens op [TOOLS] en op 7) Druk op [EXIT] om terug te keren naar de “SONG [F2 (METRONOME)]. Eens u de nodige instellingen PLAY”-pagina. hebt gemaakt kunt u op [F6 (OK)] drukken om Opmerking: Zodra u één keer op [EXIT] drukt om naar de terug te keren naar de vorige pagina. vorige pagina te gaan wordt de nieuwe functie van de voet- schakelaar actief.

12.5 MIDI-data filteren Dit zijn de parameters die u op deze pagina kunt instellen: De MC-80 kan een reeks filters activeren waarmee u Mode de ontvangst van bepaalde MIDI-data kunt weren. Hiermee bepaalt u wanneer de metronoom tikt. Stel bijvoorbeeld dat u de enorme stromen aftertou- ch-informatie die uw klavier zendt niet nodig hebt, OFF De metronoom tikt nooit. dan kunt u geheugen sparen door deze data te laten De metronoom tikt enkel tijdens de PLAY Only negeren. weergave. 1) Druk achtereenvolgens op [TOOLS], [F3 (MIDI)] De metronoom tikt enkel tijdens de REC Only en [F2 (INPUT SW)] om naar de “SEQ MIDI opname. INPUT SWITCH”-pagina te gaan. De metronoom tikt enkel tijdens REC&PLAY 2) Plaats de cursor op het type MIDI-commando opname en weergave. waarvoor het filter wilt (des)activeren. 3) Druk op [INC/+] om de ontvangst van die com- mando’s te activeren of op [DEC/-] om ze te desac- Interval tiveren. Commando’s waarvoor de ontvangst is Hiermee bepaalt u de nootwaarde van de metro- geactiveerd worden voorafgegaan door een “✔”. noomtikken: Dit zijn de commando’s die u kunt filteren: De metronoom neemt de maatsoort van de Note geselecteerde song over. “Auto” wordt auto- Auto Poly Af (polyfone aftertouch) matisch gekozen als u een nieuwe song selec- PC (programmakeuze) teert. Ch Af (kanaal aftertouch) 1/2 halve noot PB (Pitch Bend) SysEx (system exclusive) 3/8 gepunte kwartnoot CC (controle): 0, 1, 2, 4, 7, 10, 11, 64, 65, 66, 1/4 kwartnoot EFFECTS (91~95), RPN/NRPN (101, 100, 98, 99, 6) 1/8 achtste noot Opmerking: Met “EFFECTS” schakelt u de controlenum- mers 91~95 tegelijk in of uit. 1/12 achtste noot triool Opmerking: Met “RPN/NRPN” schakelt u de controlenum- 1/16 zestiende noot mers 101, 100, 98, 99 en 6 tegelijk in of uit. 4) Druk op [EXIT] om terug te keren naar de vorige Beep (ON, OFF) pagina. Hiermee schakelt u het interne metronoomgeluid van de MC-80 in (ON) of uit (OFF).

103 MC-80 book Page 104 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

MC-80 Handleiding

MIDI Output Hiermee bepaalt u of de metronoomklik naar MIDI OUT 1 of 2 wordt gezonden.

De klik wordt naar geen van beide MIDI-uit- OFF gangen gezonden. De klik wordt enkel naar MIDI OUT 1 en 1 Only Part Groep A van de VE-GS Pro gezonden. De klik wordt enkel naar MIDI OUT 2 en 2 Only Part Groep B van de VE-GS Pro gezonden. De klik wordt naar beide MIDI-uitgangen en 1&2 beide Part Groepen gezonden.

Channel (1~16) Hiermee bepaalt u op welk MIDI-kanaal de klik wordt gezonden. Gate Time (1~10) Hiermee bepaalt u de duur van de metronoomtikken (dus hoe lang de externe klankmodule bij iedere tik blijft doorklinken). Note (0~127 (C-1~G9)), Velo (1~127) Hiermee kiest u het nootnummer (Note) en de aan- slagwaarde (Velo) waarmee de klik in de externe klankmodule wordt weergegeven. Maak deze instel- lingen zowel voor “Accent” (de eerste van de maat) als voor “Normal” (de overige tellen).

Voorrang geven aan MIDI-kanaal 10 MIDI is een serieel protocol. In gewone mensentaal betekent dit dat MIDI-commando’s steeds ná elkaar worden gezonden, dus nooit tegelijk. Dat gaat echter zo snel dat u in de praktijk de indruk hebt dat bv. de noten van een akkoord op precies hetzelfde moment worden weergegeven. Toch kunnen er bij een inten- sieve MIDI-datastroom hoorbare vertragingen optreden, in eerste instantie bij percussieve geluiden zoals drums. Aangezien drums in de regel op kanaal 10 worden gezonden heeft de MC-80 een functie aan boord waarmee u de commando’s voor dit kanaal “vooraan in de rij” kunt plaatsen. Hierdoor bent u zeker dat tijdkritische partijen geen last hebben van MIDI-vertraging. 1) Druk op [SEQUENCER] en vervolgens op [F1 (SETUP)] om naar de “SONG INFO”-pagina te gaan. 2) Plaats de cursor op “TRK10 High Priority Play Switch”. 3) Druk op [INC/+] om de functie in te schakelen. 4) Druk op [SEQUENCER] en om naar de “SONG PLAY”- of “QUICK PLAY”-pagina terug te keren.

104 MC-80 book Page 105 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

Werken met de interne klankgenerator (VE-GS Pro)

Werken met de interne 13.klankgenerator (VE-GS Pro)

De (los verkrijgbare) VE-GS Pro is een GS-compatibele uitbreidingskaart die de MC-80 van een interne klankge- nerator voorziet. De kwaliteit van de kaart valt te vergelijken met de SC-88 Pro. De VE-GS Pro biedt 32 Parts en kan in de praktijk dus als twee 16voudig multitimbrale klankmodules dienst doen. Dat is uiteraard goed nieuws voor wie complexe arrangementen componeert of live wilt uitvoeren.

13.1 VE-GS Pro installeren 2) Verwijder enkel de vier schroeven die hieronder worden aangegeven en neem de bodemplaat van de MC-80. In het onderpaneel van de MC-80 vindt u een uitspa-

ring (afgedekt door een verwijderbaar paneel) dat Onderpaneel plaats kan bieden aan de VE-GS Pro. Eigenaars van een MC-80EX kunnen de onderstaande uitleg laten voor wat hij is, want bij hun instrument is de VE-GS Pro al ingebouwd. Opmerking: De VE-GS Pro is het enige Roland Expansion Board dat u in de MC-80 kunt installeren. Kaarten voor de XP/JV-serie, de VS-serie of de TD-10 zijn in dit verband dus nutteloos. 3) Controleer of de plastic klemmen zich in de posi- ties bevinden die op de onderstaande afbeelding te Statische elektriciteit kan schade aan de interne com- zien zijn. Draai ze indien nodig naar de juiste posi- ponenten veroorzaken. Door bij het omgaan met de tie. uitbreidingskaart de volgende adviezen in acht te

nemen, minimaliseert u het risico op statische ladin- Onderpaneel gen. • Grijp, voor u de kaart vastneemt, een metalen voor- werp (zoals een buis van de waterleiding) beet, om eventueel bij uzelf aanwezige statische elektriciteit te ontladen. • Neem de kaart enkel bij de rand vast. Raak niet aan Plastic klem de electrische componenten of connectors. 4) Zorg dat de gaten in de kaart zich boven de klem- • Bewaar de originele verpakking van de kaart. men bevinden en steek de connector op de kaart Gebruik deze als u de kaart wilt opbergen of trans- zachtjes in de stekker op de MC-80. Controleer of porteren. de connector goed vastzit en of de drie houders door de gaten komen. Ga als volgt te werk om de kaart te installeren: 1) Schakel de MC-80 steeds uit en verbreek de verbin- Connector ding met het lichtnet voor u een uitbreidingskaart probeert te installeren.

Klem

Opmerking: Raak niet aan de geprinte circuits of aan de pinnetjes van de connectors.

105 MC-80 book Page 106 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

MC-80 Handleiding

Opmerking: Probeer de kaart nooit op haar plaats te force- ren. Lukt het niet van de eerste keer, verwijder dan de kaart VE-GS Pro en probeer het nog eens. Part-groep A Part-groep B 5) Gebruik de bij de kaart geleverde sleutel om de Part 1 Part 1 klemmen een kwartslag in wijzerzin te geven, zodat (Kanaal 1) (Kanaal 1) de kaart goed vast komt te zitten. Ga na het uitvoeren van de bovenstaande stappen Part 2 Part 2 nog eens na of alles goed vast zit. (Kanaal 2) (Kanaal 2)

(Als u ooit de uitbreidingskaart wilt verwijderen Part 3 Part 3 moet u de klemmen met de bijgeleverde sleutel een (Kanaal 3) (Kanaal 3) kwartslag in tegenwijzerzin draaien, en vervolgens de kaart optillen. Verwijder de kaart en breng de bodemplaat opnieuw aan.) 6) Maak de bodemplaat opnieuw vast met de vier Part 15 Part 15 schroeven die u in stap 2 hebt verwijderd. (Kanaal 15) (Kanaal 15) Part 16 Part 16 (Kanaal 16) (Kanaal 16)

13.2 Demosongs van de VE-GS Pro De MC-80 kan twee “blokken” van 16 MIDI-kanalen beluisteren aanspreken. Die mogelijkheid kunt u gebruiken om alle 32 Parts van de VE-GS Pro aan te spreken, of om 16 Parts (één Part-groep) van de VE-GS Pro en 16 1) Druk achtereenvolgens op [TOOLS] en op [F3 Parts van externe klankmodules te sturen (zie “MIDI (MIDI)]. OUT-connector/interne klankbron selecteren” op 2) Druk op [F6 (EXPBOARD)]. blz. 37). 3) Druk op [F6 (DEMOPLAY)] om de demosong te starten. 4) Druk op [F5 (DEMOSTOP)] om de demosong te stoppen. 13.4 VE-GS Pro initialiseren 5) Druk herhaaldelijk op [EXIT] om terug te keren naar de “SONG PLAY”-pagina. Misschien hebt u al wat in het wilde weg gestoeid met Opmerking: Alle rechten voorbehouden. Deze demosongs de VE-GS Pro en wilt u nu opnieuw de originele zijn enkel bedoeld voor persoonlijk gebruik. Ongeoorloofde distributie, onder welke vorm dan ook, kan strafrechtelijk instellingen laden om “serieus” aan de slag te gaan. worden vervolgd. Dat kan door een GM- of GS-initialisatie uit te voe- ren. Opmerking: Tijdens de weergave van de demosongs worden er geen data naar de MIDI-uitgangen gezonden. 1) Druk achtereenvolgens op [SEQUENCER], [TOOLS], [F3 (MIDI)] en F6 (EXPBOARD)] om naar de “EXPANSION BOARD”-pagina te gaan. 2) Druk op [F3 (GS RESET)] of op [F2 (GM SYSON)] 13.3 Structuur van de VE-GS Pro naar gelang u de VE-GS Pro volgens de GS- of GM- instellingen wilt initialiseren. 3) Druk op [SEQUENCER] om terug te keren naar de De VE-GS Pro is een klankmodule met 32 Parts, die “SONG PLAY”- of “QUICK PLAY”-pagina. qua opbouw vergelijkbaar is met een SC-88 Pro. Er De opdracht voor zo’n initialisatie kunt u ook aan wordt dan ook gebruik gemaakt van twee Part-groe- het begin van een song plaatsen. Op die manier bent pen, A en B, met elk 16 Parts. u – tenminste voor songs die van de GM/GS-klank- Voor wie niet zo vertrouwd is met Roland multitim- indeling gebruik maken – er zeker van dat alle klan- brale synthesizers: een Part kunt u vergelijken met ken op de juiste plaats zitten enz. Hoe u zo’n initia- een muzikant in een orkest. Iedere Part kan een eigen lisatiecommando moet programmeren valt na te partij weergeven met een eigen klank op een eigen lezen onder “Nieuwe data aanmaken (Create)” op MIDI-kanaal. Als we spreken over een multitimbrale blz. 73. Het specifieke SysEx-commando dat u voor klankmodule bedoelen we dat die module verschil- een GS Reset moet zenden ziet er als volgt uit: lende klanken tegelijk kan weergeven (in dit geval SysEx F0 41 10 42 12 40 00 7F 00 41 F7 dus 32).

106 MC-80 book Page 107 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

Werken met de interne klankgenerator (VE-GS Pro)

13.5 Globale instellingen zenden 13.6 Instellingen per Part

Naast een algemene “reset” kunt u ook globale waar- De SysEx-commando’s die we daarnet hebben den voor toonhoogte en transpositie aan het begin besproken gelden voor alle Parts. Het is echter ook van de song plaatsen. De commando’s die hieronder mogelijk instellingen voor individuele Parts in de aan bod komen kunt u trouwens ook voor externe song te plaatsen. Ook de commando’s die hier de GS-compatibele klankmodules gebruiken. revue passeren kunt u voor externe GS-compatibele klankmodules gebruiken. Opmerking: Voor gedetailleerde MIDI-specificaties van de Toonhoogte VE-GS Pro vraagt u best even bij de technische dienst van De toonhoogte kunt u aanpassen in stappen van één Roland Benelux de “VE-GS Pro MIDI-implementatie” aan. cent (dit is 1/100ste van een halve toon), door de vol- gende waarden te zenden: Programmakeuze Commando Waarde De VE-GS Pro bevat de klankensets van de CC #101 0 SC-55mkII, de SC-88 en de SC-88 Pro. Aangezien de CC #100 1 VE-GS Pro maar liefst 1117 klanken bevat schieten de programmanummers 1~128 duidelijk tekort om CC #38 x deze te kiezen. Het wordt wel mogelijk wanneer u CC #6 y bankkeuze-commando’s combineert met program- makeuze-commando’s. De toonhoogte wordt bepaald door de waarden voor Voorbeeld: u wilt St.Soft EP (programmanummer 5, x en y: banknummer 8) kiezen. In dat geval moet u de vol- gende commando’s zenden: Frequentie x y Commando Waarde 445.0 76 67 CC #0 8 444.0 74 3 CC #32 3 443.0 71 68 PC #6 5 442.0 69 3 441.0 66 66 De juiste CC#0 en PC nummers vindt u terug in het 440.0 64 0 klankoverzicht in de handleiding van de VE-GS Pro. Met CC#32 kiest u tussen de klankindeling van de 439.0 61 61 SC-55 (“1”), SC-88 (“2”), SC-88 Pro (“3”). 438.0 58 122 Opmerking: Als u een geheugennummer kiest waarin geen klank is opgeslagen hoort u uiteraard niets. Standaardwaarde: 440.0 (y=64, x=100) Instelbereik: -100~+100 Volume Hiermee kunt u voor iedere Part het volume instel- Transpositie len. De standaardinstelling voor alle Parts is “100”. GS-compatibele instrumenten kunt u transponeren Commando Waarde in stappen van een halve toon, door de volgende waarden te zenden: CC #7 0~127

Commando Waarde CC #101 00 Stereopositie CC #100 02 Hiermee kunt u iedere Part een plaats in het stereo- beeld geven. De standaardinstelling voor alle Parts is CC #6 x “64”.

Commando Waarde De waarde “x” bepaalt dus de transpositie. Het waar- debereik van x is 40~64~88 (-2 octaven~0~+2 octa- CC #10 0 (links)~64 (midden)~127 (rechts) ven). Als x=64 wordt er niet getransponeerd.

107 MC-80 book Page 108 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

MC-80 Handleiding

Diepte van de Reverb Opmerking: Als u voor x en yy geschikte waarden invoert en u drukt daarna op [F5 (ENTER)], dan berekent de MC-80 Hiermee kunt u voor iedere Part de intensiteit van automatisch de checksum. het Reverb-effect instellen. De standaardinstelling voor alle Parts is “40”.

Commando Waarde CC #91 0~127 13.7 Tones editen

Zoals we reeds aanhaalden kan iedere Part in de Diepte van de Chorus VE-GS Pro zijn partij met een andere klank weerge- Hiermee kunt u voor iedere Part de intensiteit van ven. Zo’n klank noemen we in VE-GS Pro jargon een het Chorus-effect instellen. De standaardinstelling Tone. Ook de klankinstellingen van zo’n Tone kunt voor alle Parts is “0”. u middels controlecommando’s wijzigen. Dat kan trouwens eveneens voor andere aangesloten GS- Commando Waarde compatibele klankmodules (hoewel voor sommige CC #93 0~127 klankmodules het instelbereik beperkter is).

Diepte van de Delay Afsnijfrequentie (TVF CutOff) Hiermee maakt u het geluid helderder of doffer: Hiermee kunt u voor iedere Part de intensiteit van het Delay-effect instellen. De standaardinstelling Commando Waarde voor alle Parts is “0”. CC #99 1 Commando Waarde CC #98 32 CC #94 0~127 CC #6 0~127

Transpositie Resonantie (TVF Reso) Commando Waarde Hiermee accentueert u de afsnijfrequentie, wat een F0 41 10 42 12 40 1x 16 yy cs F7 zie hieronder typisch “synthesizerachtig” geluid geeft: Commando Waarde • x bepaalt welke Part wordt getransponeerd: CC #99 1 1~9 (Parts 1~9) 0 (Part 10) CC #98 33 A~F (Part 11~16) CC #6 0~127 • yy bepaalt de mate van transpositie: 28~40~58 (-24~0~+24) Opmerking: Als u voor x en yy geschikte waarden invoert en Attack Time (TVF&TVA Attack) u drukt daarna op [F5 (ENTER)], dan berekent de MC-80 Hiermee bepaalt u hoe snel de maximale filter- en automatisch de checksum. volumewaarden worden bereikt:

Commando Waarde Parts uitschakelen CC #99 1 Commando Waarde CC #98 99 F0 41 10 42 12 40 1x 08 0y cs F7 zie hieronder CC #6 0~127

• x bepaalt welke Part wordt in/uitgeschakeld: 1~9 (Parts 1~9) Decay Time (TVF&TVA Decay) 0 (Part 10) Hiermee bepaalt u hoe snel de filter- en volumewaar- A~F (Part 11~16) den terugvallen naar een constant niveau: • yy bepaalt of de Part in (“1”) of uit (“0”) wordt geschakeld. Commando Waarde

108 MC-80 book Page 109 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

Werken met de interne klankgenerator (VE-GS Pro)

CC #99 1 kunt kiezen uit 64 uiteenlopende effecten om indivi- duele Parts op te smukken. CC #98 100 CC #6 0~127 Effecten in- en uitschakelen U kunt voor iedere Part kiezen of die al dan niet Release Time (TVF&TVA Release) gebruik maakt van het geselecteerde effect.

Hiermee bepaalt u hoe lang het geluid naklinkt (en Commando Waarde het filter geopend blijft) nadat u de toets loslaat: F0 41 10 42 12 40 4x 22 0y cs F7 zie hieronder Commando Waarde CC #99 1 • y bepaalt of het effect is in (1) of uit (0) wordt gescha- CC #98 102 keld. • x bepaalt de Part waarvoor u het effect in- of uitscha- CC #6 0~127 kelt: 1~9 (Parts 1~9) 0 (Part 10) Vibrato Rate (Vib Rate) A~F (Part 11~16) Hiermee bepaalt u de snelheid van het vibrato-effect: Commando Waarde Effecttype kiezen CC #99 1 Ziehier een overzicht van de 64 effecten waaruit u CC #98 8 kunt kiezen (voor een gedetailleerde beschrijving van de effecten verwijzen we naar de handleiding van CC #6 0~127 de VE-GS Pro). Ook de keuze van het effect wordt bepaald door een combinatie van de waarden xx en yy in het onder- Vibrato Depth (Vib Depth) staande SysEx-commando: Hiermee bepaalt u de intensiteit van het vibrato- F0 41 10 42 12 40 03 00 xx yy cs F7 effect: xx yy Commando Waarde Thru 00 00 CC #99 1 Stereo-EQ 01 00 CC #98 9 Spectrum 01 01 CC #6 0~127 Enhancer 01 02 Humanizer 01 03 Vibrato Delay (Vib Delay) Overdrive 01 10 Hiermee bepaalt u de tijd tussen het begin van de Distortion 01 11 noot en het begin van het vibrato-effect: Phaser 01 20 Commando Waarde Auto Wah 01 21 CC #99 1 Rotary 01 22 CC #98 10 Stereo Flanger 01 23 CC #6 0~127 Step Flanger 01 24 Tremolo 01 25 Auto Pan 01 26 13.8 Effecten gebruiken Compressor 01 30 Limiter 01 31 De VE-GS Pro is voorzien van dezelfde krachtige Hexa Chorus 01 40 effectprocessor als de SC-88 Pro. Dat betekent dat u

109 MC-80 book Page 110 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

MC-80 Handleiding

xx yy xx yy Tremolo Chorus 01 41 Chorus/Delay 11 00 Stereo Chorus 01 42 Flanger/Delay 11 01 Space D 01 43 Chorus/Flanger 11 02 3D Chorus 01 44 OD/OD2 11 03 Stereo Delay 01 50 OD/Rotary 11 04 Mod Delay 01 51 OD/Phaser 11 05 3 Tap Delay 01 52 OD/AutoWah 11 06 4 Tap Delay 01 53 PH/Rotary 11 07 Time Control Delay 01 54 PH/Auto Wah 11 08 Reverb 01 55 Gate Reverb 01 56 3D Delay 01 57 13.9 Instellingen van de VE-GS 2 Pitch Shifter 01 60 Pro bewaren Feedback Pitch Shifter 01 61 3D Auto 01 70 Heel het rijtje instellingen waarmee we daarnet heb- ben kennisgemaakt kunt u opnemen in een song en 3D Manual 01 71 opslaan op diskette. Dat is handig wanneer u een Lo-Fi 1 01 72 song samen met de bijbehorende klankinstellingen Lo-Fi 2 01 73 wilt bewaren. U zou echter ook een “lege” song kun- nen aanmaken, die u puur “misbruikt” als geheugen Overdrive → Chorus 02 00 voor VE-GS Pro klanken. Overdrive → Flanger 02 01 Via de MIDI THRU-connector kunt u de instellin- gen naar een extern instrument (bv. een ander Overdrive → Delay 02 02 sequencer) zenden. Die MIDI THRU dient normaal Distortion → Chorus 02 03 om de signalen van MIDI IN onveranderd door te Distortion → Flanger 02 04 geven, maar in het geval van de MC-80 heeft hij dus een speciale tweede functie: het zenden van VE-GS → Distortion Delay 02 05 Pro-instellingen. Dat laatste gebeurt wanneer de Enhancer → Chorus 02 06 VE-GS Pro een Dump Request-commando ontvangt van de MC-80 of van een externe sequencer. Enhancer → Flanger 02 07 Voor u de instellingen kunt opslaan moet u dus de Enhancer → Delay 02 08 functie van de MIDI THRU-connector aanpassen: → Chorus Delay 02 09 1) Druk op [SEQUENCER]. Flanger → Delay 02 0A 2) Druk op [TOOLS] en vervolgens op [F3 (MIDI)]. Chorus → Flanger 02 0B 3) Plaats de cursor op “Thru Select”. 4) Kies met het [VALUE]-wiel de optie “EXP OUT”. Rotary Multi 03 00 Opmerking: De bovenstaande procedure is overbodig als u de Guitar Multi 1 04 00 MIDI Patch Mode op “SOUND MODULE (32 Part)“ hebt Guitar Multi 2 04 01 ingesteld. Guitar Multi 3 04 02 Het eigenlijke opslaan van de instellingen gebeurt dan als volgt: Clean Guitar Multi 1 04 03 1) Verbind de MIDI THRU en MIDI IN van de MC-80 Clean Guitar Multi 2 04 04 met elkaar. Bass Multi 04 05 2) Druk in de “SONG PLAY”-pagina op [F4 Rhodes Multi 04 06 (MICRO)]. 3) Druk op [F1 (CREATE)] en kies “SysEx”. Keyboard Multi 05 00

110 MC-80 book Page 111 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

Werken met de interne klankgenerator (VE-GS Pro)

4) Voer het onderstaande SysEx-commando in: voor de begeleiding, de overige Parts gebruikt u voor F0 41 10 42 11 0C 00 00 00 00 00 00 74 F7 aanvullende partijen die u zelf op het klavier speelt. Nu kunt u data zenden 1) Druk achtereenvolgens op [TOOLS} en [F3 5) Maak een spoor klaar voor opname. Kies niet het (MIDI)]. spoor waarop u in stap 3 het SysEx-commando 2) Plaats de cursor onder “MIDI Patch Mode”. hebt aangemaakt. 3) Kies “SOUND MODULE (16 Part)”. 6) Start de opname. Bij het begin van de opname wordt het SysEx-com- 4) Druk op [ENTER]. mando uit stap 4 naar de VE-GS Pro gezonden. Deze 5) Plaats de cursor naast “SEQ MIDI IN”. reageert op dit commando door data te zenden, die 6) Kies “IN 1”. op hun beurt door de MC-80 worden opgenomen. 7) Plaats de cursor naast “ToV-EXP”. Een volledige “dump” van alle data neemt zo’n 40 8) Kies “A Only”. seconden in beslag. 9) Druk op [EXIT] om terug te keren naar de vorige 7) Wis het SysEx-commando dat u in stap 4 hebt pagina. gemaakt (zie “Events wissen (Erase)” op blz. 74). Nu kunt u de zestien Parts uit Part-groep A aanstu- 8) Bewaar desgewenst de song op diskette (zie ren via MIDI IN 1. Part-groep B luistert naar de blz. 90). sequencer, maar kan ook nog worden aangestuurd via MIDI IN 2.

13.10 VE-GS Pro als externe klank- generator gebruiken

Het meest voor de hand liggend is natuurlijk dat u de VE-GS Pro door de MC-80 laat sturen, maar niets belet u om de klankkaart als een externe klankgene- rator voor keyboards, sequencers, enz. te gebruiken.

Klankmodule met 32 Parts In dit geval gebruikt u MIDI 1 en 2 om twee groepen van 16 Parts/MIDI-kanalen aan te sturen. 1) Druk achtereenvolgens op [TOOLS} en [F3 (MIDI)]. 2) Plaats de cursor onder “MIDI Patch Mode”. 3) Kies “SOUND MODULE (32 Part)”. 4) Druk op [ENTER]. 5) Druk op [EXIT] om terug te keren naar de vorige pagina. Nu kunt u de zestien Parts uit Part-groep A aanstu- ren via MIDI IN 1 en de zestien Parts uit Part-groep B via MIDI IN 2. Opmerking: In tegenstelling tot de “SEQUENCER” en “SOUND MODULE (16 Part)” opties heft de bovenstaande keuze iedere verbinding tussen de MC-80 en de VE-GS Pro op.

Klankmodule met 16 Parts In dit geval worden 16 Parts aangestuurd door de MC-80, terwijl de overige 16 beschikbaar zijn voor een extern(e) sequencer/klavier. Dit is een handige optie voor live-situaties. De eerste 16 Parts zorgen

111 MC-80 book Page 112 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

MC-80 Handleiding

MC-80 combineren met externe 14.instrumenten

14.1 Combinatie met MIDI-klavier Om Soft Thru uit te schakelen doet u het volgende: en externe klankmodule 1) Druk achtereenvolgens op [TOOLS], [F3 (MIDI)] en [F2 (SETUP)] om naar de “MIDI SETUP”-pagi- na te gaan. Voor het juiste aansluitschema’s voor deze toepas- sing verwijzen we u naar blz. 14. Vergeet niet alle 2) Plaats de cursor op Soft Thru. instrumenten uit te schakelen voor u ze op elkaar 3) Druk op [DEC/-] om de functie uit te schakelen. aansluit. 4) Druk op [EXIT] om terug te keren naar de “SONG PLAY”-pagina.

MIDI-klavier zonder Local Control ge- Opnemen gaat in dit geval als volgt in zijn werk: bruiken 1) Zorg dat de klankgenerator in het klavier op het Aansluitvoorbeeld voor een klavier zonder Local Control gewenste kanaal ontvangt. MIDI-klavier (met interne klankgenerator) Deze stap mag u overslaan als uw klavier wél met

Klavier Local Control is uitgerust. Klank- generator 2) Druk op [REC] om naar de “REC STANDBY”-pagi- na te gaan. MIDI OUT MIDI IN 3) Kies met [SHIFT]+TRACK [1]~[16] het spoor waarop u wilt opnemen. Zorg dat dit gelijk is aan het kanaal dat u in stap 1 hebt gekozen. AC IN MIDI IN MIDI OUT 4) Druk op [PLAY] om de opname te starten. Opmerking: Als u stapsgewijs wilt opnemen moet u [SHIFT] ingedrukt houden en op [REC] drukken om naar de “MICROSCOPE’-pagina te gaan. Opmerking: Herhaal stap 1~3 voor ieder nieuw spoor dat u wilt opnemen. MC-80 Opmerking: Voor meer info over Local Control, zie blz. 15.

Naar stopcontact Versterker, luidsprekers, hoofdtelefoon

Zoals u misschien is opgevallen is dit scenario gelijk aan het aansluitvoorbeeld op blz. 15, met uitzonde- ring van de verbinding tussen klavier en klankgene- rator – die wordt hier intact gelaten. Aangezien het klavier niet over Local Control beschikt kunt u die verbinding namelijk niet opheffen. Bijgevolgd moet u in de MC-80 de “Soft Thru”-functie uitschakelen (volgens de fabrieksinstellingen is die geactiveerd). Deze functie zorgt namelijk dat alle commando’s die via MIDI IN worden ontvangen onveranderd naar MIDI OUT worden gestuurd. Dat zou in dit geval “dubbele noten” opleveren, aangezien de klankgene- rator twee keer wordt aangestuurd: één keer intern, door het klavier en een tweede keer via de MC-80.

112 MC-80 book Page 113 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

MC-80 combineren met externe instrumenten

Verbinden met twee externe klank- Instellingen van een externe module modules bewaren in de MC-80

Aansluitvoorbeeld met twee externe klankmodules Maak de volgende verbinding als u met de MC-80 instellingen van externe modules wilt opnemen.

Klavier (zonder klankgenerator) MC-80

MIDI OUT MC-80

MIDI IN1 of 2

Klankmodule MIDI IN 1

MIDI OUT

MIDI OUT 1 MIDI OUT 2 De meeste klankmodules kunnen een zgn. Bulk Dump uitvoeren. Dat wilt zeggen dat ze hun klank- gegevens via de MIDI OUT versturen. Als u die MIDI OUT met de MIDI IN van de MC-80 verbindt Klank- Klank- module A MIDI IN module B MIDI IN kunt u die data opnemen en bewaren op een diskette. Let wel: misschien is de MIDI OUT van de MC-80 MIDI THRU ook nog verbonden met de MIDI IN van de klank- module. Om problemen tijdens de Bulk Dump te Klank- module C vermijden moet u in dat geval de “Soft Thru”-functie even uitschakelen. Dat gaat als volgt: MIDI IN 1) Druk achtereenvolgens op [TOOLS] and [F3 (MIDI)] om naar de “MIDI SETUP”-pagina te In dit scenario spreekt het voor zich dat u MIDI gaan. OUT 1 met de eerste en MIDI OUT 2 met de tweede 2) Plaats de [CURSOR] op “Soft Thru.” klankmodule verbindt. Op die manier kunt u 32 Parts onafhankelijk aanspreken. 3) Kies “OFF”. Na de dump mag u Soft Thru weer inschakelen door “ON” te kiezen. Verbinden met drie of meer klank- Opmerking: Zie blz. 110 als u de instellingen van de VE-GS modules Pro wilt bewaren. De derde en volgende klankmodules kunt u via een Om een Bulk Dump naar de MC-80 uit te voeren klassieke THRU→ IN verbinding in het systeem gaat u als volgt te werk: integreren. Bekijk even de afbeelding hierboven: 1) Maak de MC-80 klaar voor opname (zie blz. 50). klankmodule C ontvangt dezelfde informatie als klankmodule A. Het is dus een kwestie van per 2) Kies met [SHIFT]+TRACK [1]~[16] het spoor MIDI-kanaal te beslissen voor welke module die waarop u de data wilt opnemen. informatie bestemd is en vervolgens de overeenkom- 3) Druk op [PLAY] om de opname te starten. stige filters te programmeren. Wilt u bijvoorbeeld 4) Zodra de “Measure”-teller “0001” aangeeft mag u dat kanaal 1 enkel door module A wordt ontvangen, de Bulk Dump op de klankmodule starten. dan blokkeert u de ontvangst van kanaal 1 in module Opmerking: Hoe u een Bulk Dump op uw klankmodule moet C, enz. u starten vindt u ongetwijfeld in de handleiding van dat instrument. 5) Zodra alle data zijn gezonden drukt u op de MC-80 op [STOP]. 6) Bewaar de data eventueel op diskette. Wilt u die gegevens ooit weer in de module laden, dan geeft u gewoon de song die u daarnet hebt opge- slagen opnieuw weer. Zorg daarbij dat de MIDI OUT van de MC-80 verbonden is met de MIDI IN van de

113 MC-80 book Page 114 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

MC-80 Handleiding

module en dat de song precies aan het tempo wordt MC-80 volgt het tempo van de exter- weergegeven dat u bij de opname hebt gebruikt. ne sequencer Uiteraard is ook knippen en plakken in de data van In dit scenario is de MC-80 slave en de externe een Bulk Dump uit den boze. sequencer master. Nu moet er wel één en ander wor- den ingesteld. Zorg dat de externe sequencer MIDI Clock-com- mando’s zendt (raadpleeg de handleiding). Maak 14.2 Synchroniseren met een an- voor de MC-80 de volgende instellingen: dere sequencer 1) Druk achtereenvolgens op [TOOLS], [F3 (MIDI)] en [F3 (SYNC)] om naar de “SYNC”-pagina te Met behulp van MIDI Clock-commando’s kunt u de gaan. MC-80 synchroniseren met een andere sequencer. 2) Plaats de cursor op “Mode” en kies “Slave (MIDI)”. 3) Maak de volgende verbinding: Externe sequencer volgt het tempo van de MC-80 MIDI Clock In het eerste scenario dat we bekijken is de MC-80 de MIDI OUT 1 MIDI IN baas, de “master” in het MIDIees. De externe sequencer is in dit geval de “slave”. Zoek in de handleiding van uw externe sequencer op welke instellingen u moet maken om het tempo van

MIDI Clock afhankelijk te maken. Externe sequencer Op de MC-80 hoeft u niets speciaals in te stellen, (Master) MC-80 (Slave (MIDI)) want die geeft gewoon weer. Laten we echter voor 4) Gebruik de transportknoppen van de externe alle zekerheid even controleren of alle parameters op sequencer om de weergave te starten/stoppen. de juiste waarden zijn ingesteld. Wilt u op de MC-80 opnemen terwijl hij het tempo 1) Druk achtereenvolgens op [TOOLS], [F3 (MIDI)] van de master volgt, plaats de MC-80 dan eerst in en [F3 (SYNC)] om naar de “SYNC”-pagina te opname-pauze en start vervolgens de weergave op de gaan. master. 2) Plaats de cursor eventueel op de volgende parame- ters en om de nodige instellingen te maken. Mode Master 14.3 MC-80 synchroniseren met Kies hier de MIDI OUT-connector MIDI Sync Out waarop u de andere sequencer hebt recorders uit de Roland VS-serie aangesloten. Hard disk recorders kunnen niet zonder meer op 3) Maak de volgende verbinding: MIDI Clock-commando’s reageren. Welke instellin- gen u precies moet kiezen om uw MC-80 te synchro- niseert met hard disk recorders uit de Roland VS- MIDI Clock serie hangt dan ook af van de manier waarop u tem- MIDI OUT 1 MIDI IN powijzigingen gebruikt.

Synchroniseren met songs die geen tempowijzigingen bevatten

Externe sequencer Als de song een vast tempo heeft kunt u de MC-80 op MC-80 (Master) (Slave (MIDI)) MIDI Time Code (MTC) commando’s uit de VS- recorder laten reageren. De VS en de MC geven dan 4) Gebruik de transportknoppen van de MC-80 om de synchroon weer, op voorwaarde dat u de opnames in weergave te starten/stoppen. de VS aan maten en tellen hebt gerefereerd. Met Wilt u op de slave opnemen terwijl hij het tempo van andere woorden: als u de opnames die u in de VS de MC-80 volgt, plaats de slave dan eerst in opname- maakt achteraf comfortabel met een sequencer wilt pauze en start vervolgens de weergave op de MC-80. synchroniseren moet u tijdens het opnemen de

114 MC-80 book Page 115 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

MC-80 combineren met externe instrumenten

metronoom van de VS gebruiken. Als u zonder Druk eerst op [PLAY] om de MC-80 klaar te maken metronoom opneemt kan de maatstructuur in de VS voor weergave. Vanaf nu worden alle transportfunc- nooit overeenstemmen met die van de sequencer. ties (starten, stoppen, enz.) gestuurd door de VS. Let wel: zelfs zonder metronoomreferentie lopen de Voor de meest stabiele weergave opteert u op de MC en de VS nog steeds synchroon – alleen kunt u MC-80 best voor “Song Play” (zie blz. 41). Laad niet meer knippen en plakken op maatgrenzen enz. eventueel de song (zie blz. 90) voor u de gesynchro- Stel bijvoorbeeld dat u een live-opname met een vol- niseerde weergave start. ledige band doet, waarbij drums en gitaren in de VS Opmerking: Als u niet zo vertrouwd bent met het jargon van worden opgenomen en uw keyboards in de MC, via MMC, MTC, enz.…, lees dan even de beknopte uitleg op MIDI. U gebruikt daarbij geen metronoomklik. Als blz. 116. u de MC volgende de onderstaande procedure hebt gesynchroniseerd met de VS zal de weergave net zo ■ Scenario 2: VS-recorder is slave, MC-80 is klinken als de opname – beide apparaten geven dus master synchroon weer. Alleen is knippen en plakken op maatgrenzen, synchrone arpeggio’s sturen enz. nu 1) Maak de volgende aansluitingen. niet mogelijk. Synchronisatiesignaal (MTC)

■ Scenario 1: VS-recorder is master, MC-80 is slave MIDI OUT 1 1) Maak de volgende aansluitingen.

Synchronisatiesignaal MC-80 (Master) (MTC) MIDI IN

MIDI IN

MC-80 (Slave (MTC))

MIDI OUT

VS-recorder (Slave (MTC))

2) Stel de VS in als “slave”. Hoe u dat doet leest u in de handleiding van uw VS-recorder. 3) Druk achtereenvolgens op [TOOLS], [F3 (MIDI)] en [F3 (SYNC)] om naar de “SYNC”-pagina te VS-recorder (Master) gaan. 4) Maak de volgende instellingen. 2) Stel de VS in als “master”. Hoe u dat doet leest u in de handleiding van uw VS-recorder. Mode Master 3) Druk achtereenvolgens op [TOOLS], [F3 (MIDI)] MMC Mode Master en [F3 (SYNC)] om naar de “SYNC”-pagina te Kies hier de MIDI OUT-connector gaan. MMC Output waarmee u de VS-recorder hebt ver- 4) Maak de volgende instellingen. bonden. Mode Slave (MTC) *1 Kies hier de MIDI OUT-connector MTC Sync Out waarmee u de VS-recorder hebt ver- MMC Mode OFF *2 bonden. Kies de waarde die u in de VS voor Frame Mode Kies de waarde die u in de VS voor deze parameter hebt gekozen. Frame Mode deze parameter hebt gekozen. *1: Als u “Slave (MTC)” kiest wordt het standaardtempo van de song gekozen. Dit tempo kunt u ook kiezen door een Tem- In dit geval moet u de transportfuncties (starten, po Reset (zie blz. 43) uit te voeren. stoppen, enz.) op de MC-80 gebruiken. De VS volgt. *2: Schakel de MMC Mode steeds uit als u “Slave (MTC)” kiest, anders riskeert u een onstabiele weergave.

115 MC-80 book Page 116 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

MC-80 Handleiding

Synchroniseren met songs die tem- 3) Maak de volgende instellingen. posprongen bevatten Mode Master We hebben het hier over songs die geen graduele Kies de MIDI OUT waarmee u de VS MIDI Sync Out tempowijzigingen bevatten maar plotse tempo- hebt verbonden. sprongen, bv. “vanaf maat 17 wordt het tempo 124”. Die temposprongen kunt u bekijken in de “MICRO- 4) Maak het sync-spoor van de VS klaar voor opname. SCOPE”-pagina. Ga daar dus naartoe (zie blz. 69), 5) Start de weergave op de MC-80. zoek de tempowijzigingen op en voer exact dezelfde De VS begint nu synchroon op te nemen. waarden op exact dezelfde plaatsen in voor de Tem- 6) De VS houdt automatisch op met opnemen zodra po Map van de VS-recorder. De overige instellingen de MC-80 klaar is met weergeven. zijn dezelfde als die onder “Synchroniseren met 7) Maak nu de volgende aansluiting: songs die geen tempowijzigingen bevatten”. Tempo-informatie van het VS sync-spoor naar de MC-80 zenden. Synchroniseren met songs die conti- nue tempowijzigingen bevatten Synchronisatiesignaal Onder “Tempowijzigingen opnemen” op blz. 43 (MIDI Clock) hebben we laten zien hoe u continue tempowijzigin-

gen kunt opnemen op het Tempo-spoor. Om de VS- MIDI IN recorder dit soort tempowijzigingen te laten volgen moet u de inhoud van het tempospoor kopiëren naar het Sync-spoor van de VS. Vervolgens maakt u van MC-80 (Slave (MIDI)) de VS de master en van de MC-80 de slave (de VS MIDI OUT kan in dit scenario niet als slave fungeren). Ga als volgt te werk om de tempo-informatie van de MC-80 te kopiëren naar het Sync-spoor van de VS- recorder en vervolgens synchroon weer te geven. 1) Maak de volgende aansluiting:

Opnemen op het Sync-spoor

VS-recorder (Master)

Synchronisatiesignaal (MIDI Clock) 8) Zorg nu dat de VS master is. Maak ook de nodige instellingen om het Sync-spoor MIDI OUT 1 van de VS naar zijn MIDI OUT wordt gezonden. Instructies hieromtrent vindt u in de handleiding

MC-80 (Master) van de VS.

MIDI IN 9) Maak voor de MC-80 de volgende instellingen. Mode Slave (MIDI)

Starten, stoppen, enz. moet u in dit scenario met de transportknoppen van de VS doen. De MC-80 volgt de tempowijzigingen van het sync-spoor, die over- eenkomen met de wijzigingen op zijn eigen Tempo- spoor.

VS-recorder (Slave (MIDI))

2) Druk achtereenvolgens op [TOOLS], [F3 (MIDI)] 14.4 MIDI Clock, MTC, MMC…? en [F3 (SYNC)] om naar de “SYNC”-pagina te gaan. De uitleg in de vorige stukjes is in feite bedoeld voor mensen die gewoon de boel synchroon willen krij- gen, en niet meteen willen weten waar al die termen

116 MC-80 book Page 117 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

MC-80 combineren met externe instrumenten

en parameters nu eigenlijk voor staan. Bent u wel soorten SMPTE-codes, en dus evenveel MTC-deri- geïnteresseerd in deze terminologie, lees dan vooral vaten: verder. Hieronder verklaren we de voornaamste ter- 30 frames per seconde, non-drop (zie hieron- men en geven een systematisch overzicht van alle der). Deze standaard wordt gehanteerd voor 30 parameters op de “SYNC”-pagina. analoge bandopnemers en voor zwart-wit video- beelden in het NTSC-formaat (USA en Japan). MIDI Clock versus MTC 29.97 frames per seconde, non-drop. Wordt 29N gebruikt voor kleur-videobeelden in het NTSC- MIDI Clock en MTC (MIDI Time Code) zijn twee formaat (USA en Japan). vormen van MIDI-timinginformatie. De MIDI-standaard was in oorsprong bedoeld om 29.97 frames per seconde, drop. Wordt gebruikt 29D voor kleurvideobeelden in het NTSC-formaat verschillende klavieren met elkaar te laten commu- (USA en Japan) voor omroeptoepassingen. niceren, en niet veel meer dan dat. Toen er geavan- ceerde sequencers op de markt verschenen werd aan 25 frames per seconde. Wordt gebruikt voor het MIDI-protocol een elementaire vorm van tem- 25 SECAM- en PAL- videobeelden, geluidstoepas- po-informatie toegevoegd, MIDI Clock. singen en film (o.a. in Europa). Professionele studio’s wilden uiteraard hun uitge- 24 frames per seconde. Wordt gebruikt voor 24 breide MIDI-setup synchroniseren met de analoge video, film en geluid in de USA. meersporenmachine. Er waren manieren om dat via MIDI Clock te doen, maar die bleken omslachtig, U merkt dat er voor de NTSC-videoformaten een onbetrouwbaar en weinig flexibel. Voor het synchro- onderscheid wordt gemaakt tussen “non-drop” en niseren van bandopnemers onderling maakte het “drop”. Bij non-drop wordt gewoon het gespecifieer- opnamewereldje al geruime tijd gebruik van een de aantal frames per seconde gebruikt. Een drop- techniek uit de filmindustrie: SMPTE-tijdcode. Deze code laat de eerste twee frames van iedere minuut code is gebaseerd op een absolute tijdsreferentie in vallen, behalve voor iedere tiende minuut. Waar is uren, minuten, seconden en frames. Dat werkt heel dat goed voor? Wel, bij SMPTE-toepassingen blijkt wat nauwkeuriger dan MIDI Clock, dus werd er de afgebeelde tijd op den duur iets af te wijken van de gezocht om deze techniek in een MIDI-omgeving te reële tijd. Door op gezette intervallen een frame te integreren. De oplossing heette MIDI Time Code laten vallen wordt gecompenseerd voor die discre- (MTC). MTC is in feite een “MIDI-vertaling” van pantie. Dat verklaart meteen waarom drop-formaten SMPTE, en dus ook op absolute tijdwaarden geba- worden gebruikt in omroeptoepassingen, waar de seerd. tijd op de klok uiteraard exact overeen moet komen Hard disk recorders zoals de Roland VS-serie kun- met de tijdcode in het display. Bij video- en audio- nen als dusdanig geen MIDI Clock zenden, maar toepassingen is dat minder kritisch en worden der- hebben wel een absolute “klok” die naar MTC kan halve doorgaans non-drop formaten gebruikt. worden vertaald. Vandaar dat u normaal MTC kiest als u een VS met uw MC-80 wilt synchroniseren. De VS-recorders hebben echter een speciaal spoor waar- MMC? op ze MIDI Clock-informatie kunnen opnemen. Bij MMC staat voor MIDI Machine Control. Daar waar de weergave daarvan lijkt het alsof de VS MIDI Clock MIDI Clock en MTC tijdsinformatie doorgeven, zendt, hoewel er in feite gewoon een opname wordt communiceert MMC enkel transportcommando’s: weergegeven. Het is echter een handige manier om start, stop, continue (ga voort), vooruit- en terug- de VS te synchroniseren met een song die veel tem- spoelen, enz. powisselingen bevat. MMC kan op die manier op afstand het transport sturen van bandopnemers, videorecorders, hard disk MTC-types recorders, enz. Net als bij synchronisatiesignalen is er We vertelden daarnet dat MTC is afgeleid van de hier sprake van een master, die de transportcom- SMPTE-code uit de film- en video-industrie. We mando’s zendt, en een slave, die ze opvolgt. Voor de maakten daarbij gewag van de onderverdeling in MC-80 maakt u deze keuze met de MMC Mode- uren, minuten, seconden en frames. Die frames staan parameter, die u in de “SYNC”-pagina vindt. Als u voor de individuele beeldjes in een videobeeld. Het van de MC-80 de master maakt moet u met de MMC aantal beeldjes per seconde noemen we de frame rate. Output-parameter kiezen of u de MMC-comman- Aangezien iedere industrietak er zo’n beetje zijn do’s niet (OFF), naar MIDI OUT 1 (OUT1) of naar eigen frame rate op nahoudt zijn er ook verschillende MIDI OUT 2 (OUT2) zendt.

117 MC-80 book Page 118 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

MC-80 Handleiding

Parameters op de “SYNC”-pagina Welke parameters moet u instellen als u MTC gebruikt? Alle parameters die te maken hebben met synchroni- satie zijn gegroepeerd op de “SYNC”-pagina. We hebben er op de voorgaande bladzijden al regelmatig mee te maken gehad, maar hier zetten we ze allemaal nog eens op een rijtje. De “SYNC”-pagina bereikt u door achtereenvolgens op [TOOLS], [F3 (MIDI)] en [F3 (SYNC)] te druk- Sync Out ken. Hiermee kiest u naar welke MIDI-uitgang de MC-80 (als master) synchronisatiecommando’s zendt.

De MC-80 zendt geen synchronisatie- OFF commando’s. De MC-80 zendt synchronisatiecom- MIDI OUT 1 mando’s naar MIDI OUT 1. Mode De MC-80 zendt synchronisatiecom- Hiermee bepaalt u of de synchronisatie gebeurt op MIDI OUT 2 mando’s naar MIDI OUT 2. basis van MTC of MIDI Clock.

Externe instrumenten luisteren naar de Master Frame Rate MIDI Clock van de MC-80. Master en slave in een synchrone setup moeten De MC-80 luistert naar MTC uit een steeds aan dezelfde frame rate werken. Als u een hard Slave (MTC) extern instrument. disk recorder zoals de VS wilt synchroniseren met de De MC-80 luistert naar MIDI Clock uit MC-80 maakt het niet uit welke frame rate u kiest, Slave (MIDI) een extern instrument. zolang u maar voor VS en MC dezelfde rate kiest. Wilt u synchroniseren met een videorecorder, dan De MC-80 luistert enkel naar MMC wordt het al iets kritischer, want voor die videoma- (transportcommando’s) uit een extern Remote chine kunt u de frame rate niet kiezen. Kies daarom instrument. Het tempo wordt nog steeds intern bepaald. in de MC-80 de rate die de videorecorder uitstuurt. Mogelijke waarden: 24, 25, 29N, 29D, 30 (voor meer uitleg, zie hierboven). Welke parameters moet u instellen als u MIDI Clock gebruikt? Offset Time Hiermee bepaalt u de afwijking van de tijdsafbeel- ding in het display ten opzichte van de reële SMPTE- tijd. Bijvoorbeeld: een song in de VS begint op “00h50m00s00f”. U wilt dat het display van de MC-80 begint te tellen op “00h00m00s00f”. Kies in dat geval een Offset-waarde van “00h50m00s00f”. MIDI Sync Output (“h” staat voor uren, “m” voor minuten, “s” voor Hiermee kiest u naar welke MIDI-uitgang de MC-80 seconden en “f” voor frames.) (als master) Clock-commando’s zendt. Mogelijke waarden: 00h00m00s00f~23h59m59s29f OFF De MC-80 zendt geen Clock-commando’s. Error Level De MC-80 zendt Clock-commando’s naar Hiermee bepaalt u hoe vaak de MC-80 controleert of OUT 1 MIDI OUT 1. er nog MTC wordt ontvangen uit het externe instru- ment. Als er grote hiaten in de ontvangst zitten De MC-80 zendt Clock-commando’s naar OUT 2 MIDI OUT 2. wordt de weergave gestopt. Mogelijke waarden: 1~10 (hoe hoger de waarde hoe De MC-80 zendt Clock-commando’s naar 1&2 groter het interval tussen de “controles”). MIDI OUT 1 en 2. Opmerking: Strikt gezien zorgen lagere waarden voor een betrouwbaarder resultaat. Een te rigoureuze controle kan echter tot “gaten” in de weergave leiden. Hogere waarden zorgen in dat geval dat fouten die toch geen merkbare invloed op de weergave hebben “over het hoofd worden gezien”.

118 MC-80 book Page 119 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

Appendix 15.Appendix

15.1 Mogelijke problemen ■ Vorige weergave gebeurde aan een ander tempo Lijkt uw MC-80 het soms “niet te doen”, overloop Een nieuw tempo wordt pas vastgelegd zodra u de dan in eerste instantie de onderstaande lijst. De kans song opnieuw wegschrijft. Controleer bij het weg- is groot dat u een kleine vergissing hebt gemaakt die schrijven (blz. 90) dus steeds even of u wel het juiste u aan de hand van de onderstaande informatie kunt weergavetempo hebt ingesteld. rechtzetten. Kunt u het probleem niet oplossen, neem dan contact op met de dichtstbijzijnde Roland ■ Markers zijn plots verdwenen hersteldienst. • Hebt u de song in het SMF 0 of 1 formaat opgesla- gen? Markers worden enkel bewaard wanneer u de ■ Geen geluid uit de externe klankmodule song in het MC-80 formaat opslaat (blz. 90). • Hebt u wel de juiste MIDI-verbindingen gemaakt • Geeft u de song weer in “Quick Play” (blz. 41)? Mar- (zie blz. 14)? kers kunt u enkel gebruiken als u de song in de • Hebt u de mixer, versterker enz. correct aangesloten MC-80 laadt. en zijn ze ingeschakeld? • Misschien werden er in de song lage waarden voor ■ Patterns blijken niet op de diskette te staan controlenummers 7 (Volume) of 11 (Expressie) • Hebt u de song in het SMF 0 of 1 formaat opgesla- gezonden. Controleer dat even in de MICROSCO- gen? Patterns worden enkel bewaard wanneer u de PE-pagina (zie blz. 69). song in het MC-80 formaat opslaat (blz. 90). • Hebt u de juiste MIDI OUT-connector geselecteerd • Geeft u de song weer in “Quick Play” (blz. 41)? Pat- (zie blz. 37)? terns kunt u enkel gebruiken als u de song in de • Hebt u de juiste MIDI IN-connector geselecteerd MC-80 laadt. (zie blz. 37)? • Gebruikt u misschien de Track Mute (blz. 46), ■ Bepaalde toetsen sturen volledige partijen Minus One (blz. 47) of Solo (blz. 46) functies? aan • Hebt u een fade-out geprogrammeerd die het volu- Waarschijnlijk hebt u de Phrase Sequence-functie me tot het minimum heeft herleid (blz. 45)? geactiveerd (blz. 61).

■ U hoort niet de klank die u op de externe ■ Geen geluid uit de VE-GS Pro module dacht te hebben gekozen • Hebt u de VE-GS Pro correct geïnstalleerd • Controleer de configuratie van de MIDI-connectors (blz. 105)? (blz. 38). • Hebt u de MIDI-uitgangen exclusief aan externe • Speelt u mee met een song? Die song bevat misschien klankmodules toegewezen (blz. 37)? programmakeuzes – vandaar de onverwachte klank- • Hebt u de juiste MIDI OUT-connector gekozen wisselingen. Even nakijken in de MICROSCOPE- (blz. 37)? pagina (zie blz. 69). • Misschien werden er in de song lage waarden voor • Misschien hebt u op de externe module niet de juiste controlenummers 7 (Volume) of 11 (Expressie) Part gekozen? gezonden. Controleer dat even in de MICROSCO- PE-pagina (zie blz. 69). ■ U kunt niet weergeven wat u hebt opgeno- • Misschien staat de EXPANSION LEVEL OUTPUT- men regelaar op het minimum. Kies hiermee een aange- Misschien hebt u opgenomen op een spoor waar- naam luistervolume. voor de weergave is uitgeschakeld. Kijk of dat zo is • Hebt u de mixer, versterker enz. correct aangesloten (blz. 46) en schakel desnoods de weergave opnieuw en zijn ze ingeschakeld? in. • Gebruikt u misschien de Track Mute (blz. 46), Minus One (blz. 47) of Solo (blz. 46) functies?

119 MC-80 book Page 120 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

MC-80 Handleiding

• Hebt u in de MIDI SETUP-pagina de juiste instellin- gen gemaakt (blz. 37)?

■ Sommige modules kiezen overwacht andere klanken De song bevat misschien programmakeuzes – van- daar de onverwachte klankwisselingen. Even nakij- ken in de MICROSCOPE-pagina (zie blz. 69). Con- troleer meteen of u die programmakeuzes wel op het juiste MIDI-kanaal hebt geprogrammeerd.

■ U krijgt bepaalde data niet te zien in de MICROSCOPE-pagina • Misschien hebt u de verkeerde sporen geselecteerd (zie blz. 69)? • Misschien hebt u een VIEW SW geprogrammeerd die de afbeelding van bepaalde data bewust tegen- houdt (blz. 71).

■ Synchronisatie is niet mogelijk • Is alles correct aangesloten (blz. 114)? • Hebt u wel de juiste MIDI-verbindingen gemaakt (zie blz. 14)? • Bent u zeker dat het externe instrument overweg kan met MTC en MMC? • Geeft u de song weer in “Quick Play” (blz. 41)? Laad de song in de MC-80 (blz. 92).

■ U vindt bepaalde songdata op schijf niet terug • Misschien zoekt u in de verkeerde folder (blz. 92). • Misschien hebt u niet de juiste schijf geselecteerd.

■ U kunt een song niet laden in de SONG PLAY- pagina Zoekt u wel op de juiste schijf en in de juiste folder?

■ U hoort de metronoomklik niet • Hebt u de juiste instellingen voor de klik gemaakt (blz. 40)? • Staat de [CLICK LEVEL]-regelaar op het achterpa- neel misschien in de minimumstand?

120 MC-80 book Page 121 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

Appendix

15.2 Foutmeldingen MIDI OFFLINE! De verbinding met MIDI IN werd verbroken. Als u probeert de MC-80 dingen te laten doen die → Controleer de kabels: misschien werd de kabel per niet mogelijk zijn maakt hij u daarop attent met een ongeluk uitgetrokken of gaat het gewoon om een foutmelding. Hieronder ziet u welke meldingen dat slechte kabel. kunnen zijn en hoe u er best op reageert. MIDI Communication Error! Chain Empty! Er is een intern probleem in de MC-80. De Chain bevat geen songs, dus kunt u ze niet bewa- → Neem contact op met de Roland hersteldienst. ren. REC PARAMETER ERROR! → Maak eerst een Chain die songs bevat en probeer U probeert een opname te starten binnen of voor een deze op te slaan. lus. Memory is Getting Low!! So You Cannot → Kies een andere plaats om de opname te starten. “UNDO”. Execute Anyway? SONG FORMAT ERROR! Het geheugen is bijna vol. De bewerking die u wilt Deze song is beschadigd. gaan uitvoeren is niet meer middels “UNDO” te her- → U kunt deze song niet meer gebruiken. ropen. → Druk op [F1 (CANCEL)] als u wilt afzien van de be- SONG NOT FOUND! werking of op [F6 (EXECUTE)] als u ze toch wilt uit- De geselecteerde song blijkt onvindbaar. voeren. DISK NOT READY! Empty Pattern! De schijf die u wilt aanspreken werd niet gevonden. U kunt dit Pattern Call-commando niet plaatsen DISK FULL! omdat het om een leeg Pattern gaat. De schijf zit vol. Folder Name Duplicate! → Maak ruimte vrij op de schijf door onnodige data te Er bestaan al een folder met deze naam. wissen of formateer een nieuwe schijf. → Geeft nieuwe folder die u wilt aanmaken een anderen FILE NOT FOUND! naam. Het bestand dat hiervoor nodig is blijkt onvindbaar. CHAIN PLAY MODE File/Folder Name Duplicate! Tijdens Chain Play kunt u niet doen wat u wilde Er bestaat reeds een bestand of folder met deze doen. naam. → Ga naar de Song Play-mode (blz. 41). → Overschrijf het bestaande bestand of geef het nieuwe QUICK PLAY MODE bestand een andere naam of sla het nieuwe bestand Tijdens Quick Play kunt u niet doen wat u wilde op een andere schijf op. doen. Improper Filename! → Ga naar de Song Play-mode (blz. 41). Het bestand heeft nog geen naam. You Cannot Quick-Play S-MRC Song! → Geef het bestand een naam voor u verdergaat. Een SuperMRC song kunt u niet weergeven in Quick FILE READ ERROR! Play. Dit bestand is beschadigd. → Sla deze song op in het MC-80 formaat als u hem in → U kunt dit bestand niet meer gebruiken. Quick Play wilt weergeven. You Cannot Erase This Message! SYSTEM ERROR #1 Dit commando kunt u niet wissen. Er is een storing van onbekende oorsprong opgetre- den. You Cannot Copy This Message! → Neem contact op met de Roland hersteldienst. Dit commando kunt u niet kopiëren. SYSTEM ERROR #2 You Cannot Move This Message! Er is een storing van onbekende oorsprong opgetre- Dit commando kunt u niet verplaatsen. den. → Neem contact op met de Roland hersteldienst. Data not found! Er ontbreken data om de bewerking uit te voeren.

121 MC-80 book Page 122 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

MC-80 Handleiding

Microscope Memory Full! PASSWORD PROTECTED, This Zip Disk is Er blijft te weinig geheugen over om de data te edi- Protected by Password! ten. Deze Zip-schijf is via een paswoord beveiligd tegen → Maak plaats vrij op de schijf door onnodige data te schrijven. Deze beveiliging kunt u niet in de MC-80 wissen. verwijderen. → Movable onto Bar Line Only. Verwijder de beveiliging in het apparaat (waarschijn- lijk een computer) waarmee ze werd aangebracht of Maatwisselingen kunt u enkel naar maatgrenzen ver- gebruik een onbeveiligde Zip-schijf. plaatsen. CHAIN STEP FULL MIDI, Buffer Full! U kunt geen stappen meer toevoegen aan deze Er worden te veel MIDI-data in één keer gezonden. Chain. DISK, Not Ready or Unavailable! → De enige manier waarop u hier nog stappen kunt Er is iets misgelopen met de diskette of de disk drive. toevoegen is door andere stappen te wissen. → Probeer het eens met een andere diskette. Lukt het EMPTY PATTERN, Pattern xxx (xxxxxxxxxx) dan nog niet, neem dan contact op met de Roland is Empty. You Cannot Edit This Pattern! hersteldienst. U kunt dit Pattern niet editen omdat het geen data DISK, Not Initialized! bevat. Deze schijf is niet geformateerd voor gebruik in de FILENAME DUPLICATE, FILE “(File Name)” MC-80. Already Exists! → Formateer de schijf. Er bestaat reeds een bestand met deze naam. DISK, Write Protected! → Overschrijf het bestaande bestand of geef het nieuwe De schrijfbeveiliging van deze schijf is ingeschakeld, bestand een andere naam of sla het nieuwe bestand daarom kunt u er geen data op kwijt. op een andere schijf op. → Schakel de schrijfbeveiliging uit of neem een andere CLEAR SONG, The Internal Song will be Clea- schijf. red. “(Song Name)” (File Name) Are You Memory No Room! Sure? De data kunnen niet meer worden verwerkt omdat De song in het interne geheugen zal worden gewist. het interne geheugen vol zit. Gaat u hiermee akkoord? → Wis onnodige data (blz. 74) om geheugenruimte vrij DISK FORMAT, All the Data on the Disk te maken. “(Disk Name)” will be lost. Are You Sure? IMPROPER DISK, This Disk is not for the Alle data op deze schijf zullen worden gewist. Gaat u MC-80. hiermee akkoord? Deze schijf is niet geformateerd voor gebruik in de Formatting the Disk will Take Approximately MC-80. 30 Minutes. → Gebruik een schijf die voor de MC-80 is geforma- Het formateren van deze schijf zal ongeveer 30 teerd of formateer de schijf. minuten in beslag nemen. DISK, Read Error! LOAD SONG, “(Song Name)” “(File Name)” Bij het lezen van deze schijf trad er een storing op. is not the Internal Song. Load anyway for → Deze schijf kunt u niet gebruiken. xxxxx. DISK, Write Error! Om deze bewerking te kunnen uitvoeren moet u de Bij het beschrijven van deze schijf trad er een storing song eerst laden. op. SHUTDOWN, Shutdown OK? → Deze schijf kunt u niet gebruiken. Wilt u de MC-80 uitschakelen? COPYRIGHT PROTECTED, Copyright Noti- ce Exists. U kunt deze song niet opslaan als een Standard MIDI File omdat de schijf auteursrechtelijk beveiligd is. → Sla de song op in het MC-80 formaat.

122 MC-80 book Page 123 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

Appendix

CLEAR CHAIN ALL STEPS, All the Chain Steps will be Cleared. Are You Sure? Alle stappen in deze Chain zullen worden gewist. Gaat u hiermee akkoord? DELETE, The File(s)/Folder(s) will be Deleted. Are You Sure? Alle bestanden en folders zullen worden gewist. Gaat u hiermee akkoord? SYSEX MODIFIED, System Exclusive Messa- ge Was Modified. Select F1='CANCEL' or F6='WRITE'. U probeert een venster te sluiten waarin u een SysEx- commando hebt gewijzigd. → Druk op [F6(WRITE)] als u de wijziging wilt behou- den of op [F1(CANCEL)] als u het commando in zijn originele staat wilt herstellen. Too Many Files in This Folder Het maximale aantal bestanden dat deze folder kan bevatten is bereikt. → Wis onnodige bestanden of sla het bestand op in een andere folder. Too Many Folders in This Folder Het maximale aantal folders dat deze folder kan bevatten is bereikt. → Wis onnodige folders of sla de folder op in een ande- re folder. Level Too Deep to Create Folder Het diepst mogelijke niveau in de folder-boomstruc- tuur is bereikt. → Maak de subfolder op een ander niveau aan. “You Cannot Use This Device!” Dit SCSI-apparaat kunt u niet in combinatie met de MC-80 gebruiken. → Verbind enkel een Zip drive met het SCSI-interface.

123 MC-80 book Page 124 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

MC-80 Handleiding

15.3 Wat is SCSI? seinen. Daarom moet u de laatste vrije SCSI-aanslui- ting (de SCSI connector waar u geen kabel op aan- sluit) voorzien van een – meestal bij de drive gelever- SCSI is de afkorting voor Small Computer System de – Terminator. Meer hierover vindt u in de hand- Interface. Deze interface werd een aantal jaren gele- leiding bij de drive. den in het leven geroepen om een massa’s data op heel korte tijd te kunnen verzenden. In de MC-80 Opmerking: Sommige drives zijn maar van één SCSI connec- kunt u een SCSI-interface installeren (VS4S-1, los tor voorzien. In dat geval bevatten ze een interne Terminator en moeten ze zich helemaal achteraan in het SCSI rijtje verkrijgbaar), waarop u een Zip drive kunt aanslui- bevinden. ten. Opmerking: Gebruik altijd een Terminator van degelijke kwaliteit. Aansluitingen en kabels Als u de SCSI-keten niet afsluit, zou het kunnen dat De SCSI standaard laat toe om maximaal 7 appara- het geheel misschien wel werkt, maar echt betrouw- ten met elkaar te verbinden. baar zal het niet zijn. Een Terminator is dus echt wel Er bestaan twee soorten SCSI kabels: enkelvoudig belangrijk. afgeschermde en dubbel afgeschermde. In de regel zijn de dubbel afgeschermde kabels betrouwbaarder ■ Actieve Terminators (maar ook duurder). De meeste SCSI opslagmedia Als u een externe terminator gebruikt opteert u best zijn met twee SCSI connectors uitgerust die beide als voor een actieve terminator. Gaat het om een disk in- en uitgang kunnen werken. Het maakt dus weinig drive waarbij u de voeding van de terminator kunt uit op welke connector u een kabel aansluit. Sluit de in- en uitschakelen, vergeet dan niet deze in te scha- externe SCSI apparaten op de volgende manier aan: kelen.

SCSI ID Elke drive van een SCSI keten moet een nummer MC-80 Disk drive1 Disk drive 2 hebben (0~7) dat u aan geen enkel ander apparaat (Zip drive) (Zip drive, Terminator On) van die keten gegeven hebt. Als twee SCSI apparaten namelijk hetzelfde nummer hebben, werkt de SCSI Vaak wordt de drive met een SCSI kabel geleverd. Is verbinding niet (of, als u geluk hebt, wordt er maar dat bij u niet het geval, dan moet u een kabel kopen één van de twee drives herkend). die geschikt is voor de gebruikte drive: Ook de MC-80 heeft een SCSI ID nummer dat bij Om de MC-80 met een Zip drive en die Zip drive levering 7 luidt. Meteen weet u dus dat alle andere eventueel met een tweede Zip drive te verbinden drives een ander nummer dan 7 moeten hebben. Zie moet u kabels van het DB-25 type gebruiken (stek- de handleiding bij de gebruikte drive(s) voor het kers met 25 pennen). instellen van het SCSI ID nummer. Let bovendien op de volgende dingen: • Gebruik altijd zo kort mogelijke SCSI kabels met een impedantie van 110Ω (±10%) die bovendien volle- dig afgeschermd zijn (zie hierboven). • De totale lengte van alle gebruikte SCSI kabels mag nooit groter zijn dan 6,5m. • SCSI aansluitingen mag u enkel maken/verbreken als alle apparaten uitgeschakeld zijn.

Terminator Een SCSI keten moet aan beide zijden worden afge- sloten met een zgn. Terminator. Om het aantal con- nectors tot een minimum te beperken is de MC-80 intern voorzien van een dergelijke Terminator (bij computers is dat ook het geval). SCSI drives zijn in de regel echter “open”, wat dus betekent dat ze via beide SCSI connectors signalen ontvangen c.q. door-

124 MC-80 book Page 125 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

Appendix

15.4 MIDI-implementatie

MICRO COMPOSER Date : Jan. 23, 1999 Model MC-80/80EX MIDI Implementation Chart Version : 1.00

Function... Transmitted Recognized Remarks

Basic Default All channel All channnel There is no specific Channel Changed X 1 — 16 basic channel.

Default X X Mode Messages X X Altered **************

Note 0 — 127 0 — 127 Number : True Voice ************** 0 — 127

Note ON O O Velocity Note OFF O O

After Key's O O *1 Touch Ch's O O *1

Pitch Bend O O *1

0, 32 O O *1 Bank Select 1 O O *1 Modulation 2 O O *1 Breath Type 4 O O *1 Foot Type 6, 38 O O *1 Data Entry Control 7 O O *1 Volume Change 10 O O *1 Panpot 11 O O *1 Expression 64 O O *1 Hold1 66 O O *1 Sostenute 67 O O *1 Soft 91 - 95 O O *1 Effects 1 - 5 98, 99 O O *1 NRPN LSB,MSB 100, 101 O O *1 RPN LSB,MSB 0 - 119 O O *1 Other Message

Program O O *1 Change : True # ************** 0 — 127

System Exclucive O O *1

: Quarter Flames O O System : Song Pos O O *2 Common : Song Sel O O *1 : Tune O O

System : Clock O *1 O *1 Real Time : Commands O *1 O *1

: All Sound Off O O : Reset all controllers O O Aux : Local ON/OFF X *2 X Message : All Notes OFF O *3 O (123 — 127) *3 : Active Sense O O : Sysyem Reset X X *1 O X is selectable. Notes *2 Not stored/transmitted when received, but can be created and transmitted using Microscope. *3 Mode Messages (123 Ð 127) are recorded and transmitted, after all currently sounding notes are turned off. The All Note Message itself is not recorded or transmitted. However, it can be created in Microscope and transmitted.

Mode 1 : OMNI ON, POLY Mode 2 : OMNI ON, MONO O : Yes Mode 3 : OMNI OFF, POLY Mode 4 : OMNI OFF, MONO X : No

125 MC-80 book Page 126 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

MC-80 Handleiding

15.5 Specificaties

■ Sequencergedeelte ■ Klankgenerator (enkel voor de MC-80EX) Sporen Parts Phrase-sporen (16 MIDI-kanalen per spoor): 16 32 Pattern-sporen (16 MIDI-kanalen per spoor): 1 Maximale polyfonie Tempo-spoor: 1 64 stemmen Beat-spoor: 1 Opmerking: Een song kan maximaal 100 Patterns bevatten. Intern geheugen Preset Tones: 1117 Songdata (intern geheugen) Rhythm Sets: 42 Songs: 1 Preset Patches: 128 Nootcapaciteit: ongeveer 120000 noten Lengte: 9998 maten Effecten Reverb (8 types) Opslagmedia: 3.5” diskettes (2DD/2HD) Chorus (8 types) Disketteformaat: 720 Kbytes, 1.44 Mbytes Delay (10 types) Nootcapaciteit: ongeveer 58000 noten (2DD), 2-bands equalizer 118000 noten (2HD) Multi-effecten (64 types) Songbestanden: 99 Resolutie ■ Andere 480 tikken per kwartnoot Display Tempo 320 x 80 beeldpunten LCD (achtergrondverlicht) Kwartnoot = 5~300 Aansluitingen Maatsoorten MIDI-connectors (IN x 2, OUT x 2, THRU) 1/6~32/16, 1/8~32/8, 1/4~32/4, 1/2~32/2 FOOTSWITCH-connector (stereo-jack) Opnamemethodes OUTPUT-connectors (stereo) Realtime, Step (stapsgewijs) PHONES-connector (stereo-jack) Maximaal aantal gelijktijdig opgenomen Stroomvoorziening noten (tijdens Realtime opnemen) AC 117V, AC 230V of AC 240V 64 noten Stroomverbruik Maximaal aantal gelijktijdig weergegeven 13 W noten Afmetingen 64 noten 358 (W) x 303 (D) x 88 (H) mm Songtypes die kunnen worden geladen Gewicht MC-80 songs (MC-80, MC-80EX) 3.3 kg MRC Pro (XP-80, XP-60, XP-50) Toebehoren Standard MIDI Files formaat 0 Standard MIDI Files formaat 1 Handleiding (Engels en Nederlands) SuperMRC songs (MC-50mkII, MC-50) Diskette met demosongs Stroomkabel Songtypes die kunnen worden opgeslagen Handleiding voor de VE-GS Pro (MC-80EX) MC-80 songs (MC-80, MC-80EX) Overzicht van de multi-effectparameters Standard MIDI Files formaat 0 (MC-80EX) Standard MIDI Files formaat 1 Optionele toebehoren Synchronisatiemethode Voice Expansion Board: VE-GS Pro MIDI Clock, MTC SCSI Board: VS4S-1 (MMC compatibel) Interne Zip drive: ZIP-INT-1A 2.5” interne harde schijf: HDP-88 serie Opmerking: Wijzigingen in de specificaties voorbehouden.

126 MC-80 book Page 127 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

Index

Index

A Delay, 108 Help, 35 76 94 67 Aanslaggevoeligheid, 85 Delete, , Hold, 94 Aanslagwaarden, 78 Folders, 17 Aansluitingen, 14 Demosongs, I 97 Accent Rate, 67 Disk Copy, ID, 124 2 Aftel, 50 Disk drive, Import, 94 96 Aftertouch, 70 Disk Info, , 35 2 89 Arpeggiator, 64 Diskettes, , Initialiseren Display Arpeggio Song, 50 Contrast 17 101 Style, 64 , , Initialize Display-pagina’s 34 Tempo, 64 , Song, 50 67 Attack, 108 DP-2, Inschakelen, 15 67 Auteursrecht, 49, 68 DP-6, Insert 117 Auto Punch In, 53 Drop frame, Measure, 77 Invoegen B E Maten, 77 68 Baspartijen, 65 Editen, 108 Beat, 62 Tones, J 109 Beat Change, 71 Effecten, Jump, 47 42 Beat Ptrn, 66 END, JV-1000, 93 BEAT-indicator, 42 Erase 74 Bestandstypes, 89 Events, 118 K Bulk Dump, 113 Error Level, 89 Kensington, 13 BWD, 41 Extensie, Extract, 80 Key Velocity, 67 Kopiëren C F Bestand/folder, 94 Chain Maten, 77 45 Bewaren, 90 Fade-out, Noten, 74 57 Laden, 92 Folder, Schijf, 97 58 Naam, 90 Aanmaken, Nieuw, 95 Chain Play, 48 L 48 FOOT SW, 102 Chains, Load, 92 49 Format, 97 Bewaren, Chain, 92 49 Formateren, 97 Laden, Chains, 49 48 Frame Rate, 118 Weergeven, Configuration, 93 79 Frases, 61 Change Channel, Song, 92 78 FS-5U, 67, 102 Change Velocity, User Groove Template, 92 108 Functieknoppen, 34 Chorus, Local Control, 15, 112 35 FWD, 42 Cijferklavier, Loop, 52 Click Level, 22 Configuration, 101 G Bewaren, 91 Gate Ratio, 55 M Laden, 93 Gate Time, 80 Maat Contrast, 17, 101 General MIDI, 15 Erase, 75 Control Change, 70 Glissando, 65 Maatsoort, 50 Copy, 94 GM, 15 Maatwijziging, 72 Disk, 97 Setup, 50 Mac OS, 58 Events, 74 Grid Quantize, 52, 84 Manual Punch In, 53 Folders, 94 Groove, 87 Mark Jump, 47 Measures, 77 Quantize, 84, 85 Mark Set Timing, 47 Count In, 50 Groove Quantize, 85 Marker, 41 Create, 73 GS, 15 Markers, 47 Cursor, 34 Setup, 50 Plaatsen, 47 Curve, 79 GS Reset, 106 Verplaatsen, 47 CutOff, 108 Wissen, 47 H Maten Wissen, 75 D 89 Harde schijf, MC-300, 43, 93 82 99 Data Thin, Extern, MC-50, 43, 93 99 124 98 DB-25, , Installeren, MC-500, 43, 93 108 89 Decay, HDP-88, MC-500mkII, 43, 93

127 MC-80 book Page 128 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

MC-80 Handleiding

MC-50mkII, 43, 93 Parts SCSI ID, 89, 100, 124 Measure, 62 Uitschakelen, 108 SCSI-interface, 89, 99 Media, 89 Pattern Shift Clock, 81 Merge, 80 Naam, 69 Shuffle, 84 Metronoom, 40 Pattern Call, 56, 74 Quantize, 84 Instellen, 40 PATTERN NAME, 69 Shuffle Quantize, 52, 84 MICRO EDIT, 69 Patterns, 59 Shuffle Rate, 66 MICROSCOPE, 43, 69 Samenvoegen, 80 Shut Down, 101 MIDI Selecteren, 60 Shutdown, 16 Data filteren, 103 Weergeven, 43, 60 Sjabloon, 85 MIDI Clock, 117 PCS-31, 102 Bewaren, 88 MIDI Machine Control, 117 Phrase Sequence, 60, 61 Laden, 88 MIDI OUT, 113 Pitch Bend, 71 Preset, 86 selecteren, 37 PLAY, 42 User, 87 MIDI Sync Output, 118 Playback Mode, 61 SMF, 93 MIDI THRU, 38, 113 Polariteit, 102 Formaat 0, 42, 46 MIDI Time Code, 117 Preview, 84 Formaat 1, 42 MIDI Update, 44 Program Change, 70 Uitsplitsen, 93 MIDI-kanaal Programmakeuze, 107 SMPTE, 117 Per spoor, 39 Punch In Soft Thru, 39, 112, 113 MIDI-kanalen, 51 Auto, 53 Solo, 46 MIDI-klavier, 112 Manual, 53 Song Minus One, 47 Punch In/Out, 52 Bewaren, 57, 90 Mix, 51 Laden, 92 MMC, 117 Q Naam, 68, 90 83 49 Modify Value, Quantize, 83 Song Info, 66 68 Motif, Grid, 52 SONG NAME, 41 Move Groove, 84, 85 Song Play, 95 Bestand/folders, Shuffle, 52, 84 Sporen 74 46 Events, Sjablonen, 86 Apart beluisteren, 117 46 MTC, Quick Play, 41 Inschakelen, Multitimbraal, 106 Samenvoegen, 80 Mute Group, 61 Uitschakelen, 46 R Staccato, 80 N Real, 61 Standard MIDI Files, 42 Realtime Transpose, 44 STEP REC, 55 Naam REC, 42 90 Step Time, 55 Chain, Rec Mode, 55 91 Stereopositie, 107 Configuration-bestand, REC STANDBY, 51 96 STOP, 42 Schijf, Redo, 35, 55 Song, 90 Strength Rehearsal, 54 85 User Groove Template, 91 Timing, Release, 109 Velocity 85 Next Song, 46 , Rename Style 64 65 Non-drop, 117 , , Bestand/folder, 95 Super MRC 43 93 Nonstop Loop Recording, 54 , , Repeat, 41, 45 85 Noten Swing, Replace, 51 118 Gepunte, 56 SYNC, Reso, 108 118 Overbinden, 56 Sync Out, Resolutie, 24 114 Wissen, 56 Synchroniseren, Reverb, 108 SysEx, 71, 107 GM OFF, 74 O S GM ON, 74 67 Octave Range, Save, 89 GS Reset, 74 118 Offset Time, Chain, 90 System Exclusive, 71 61 One Shot, Chains, 49 Opname Configuration, 91 T Realtime, 51 Instellingen van externe module, 113 43 Spoor wisselen, 54 TAP, SMF, 90 85 Stapsgewijs, 55 Template, Song, 57, 90 43 Voorbereiden, 50 Tempo, User Groove Template, 91 43 Wissen, 55 TAP, VE-GS Pro instellingen, 110 43 Opnemen Wijzigen, SC-55, 73 73 Data wissen, 54 Wijzigingen editen, SC-55mkII, 107 Wijzigingen opheffen, 44 SC-88, 73, 107 Wijzigingen opnemen, 43, 52, 55 P SC-88 Pro, 17, 73, 107 Tempo-spoor, 43 Panic, 36 SC-880, 17 Tenuto, 80 Part, 106 Schrijfbeveiliging, 98 Terminator, 100, 124 Part groep, 106 SCSI, 124 Thru Select, 38 ID, 124

128 MC-80 book Page 129 Wednesday, April 14, 1999 10:02 PM

Index

Time Fit, 82 XP-80, 93 Toonhoogte, 107 TOP, 41 Z 75 Track Edit, Zip-drive, 2 51 TRACK INFO, Zip-schijf, 89 41 Track Info, Zip-schijven, 2 Track Mute, 46 Transponeren Maten, 78 Transportfuncties, 41 Transpose Measures, 78 Transpositie, 44, 107, 108 Uitschakelen, 44 Trefwoord, 35 Trigger Quantize, 61 Truncate, 76 Tune Request, 71 U Uitschakelen, 16, 101 Undo, 35, 55 Undo/Redo, 35 User Groove Template, 88 Bewaren, 91 Laden, 92 V VALUE-wiel, 34 VE-GS Pro, 17, 105 VE-GS Pro Initialiseren, 106 Installeren, 105 Opbouw, 106 Velocity, 55 Velocity Sens, 62 Verplaatsen Noten, 74 Verwijderen Maten, 76 Vib Delay, 109 Depth, 109 Rate, 109 VIEW SW, 42, 70 Voetschakelaar, 102 Volume, 107 Volume Label, 96 VS4S-1, 89, 99 VS-serie, 114 W Wait Note, 50 Weergave, 40 Herhalen, 45 Methodes, 41 Patterns, 43, 60 Songs, 42 Volgorde vastleggen, 48 Windows, 58 Wissen Bestand/folder, 94 Noten, 74 X XP-50/60/80, 43, 93

129