Download Scans
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
- Vr.v.Munster - omwenteling GEMS E &M.COHEN•AMSTERE4M GESCHIEDENIS VAN NEDERLAND. GESCHIEDENIS VAN NEDERLAND DOOR A. M. KOLLEWIJN Nz., Leeraar aan het Gymnasium te Amersfoort EN M. J. KOLLEWIJN, Leeraar aan het Gymnasium te 's Gravenpage Van den vrede van Munster tot de Omwenteling. -eI11 .i t ir e c> ir cl. ---)-1 - 4----- ARNHEM—NIJMEGEN. G. E. % M. COHEN. INHOUD. Bladz DE GOUDEN EEUW. -- Wetenschap -- Taal en Letteren — Schouwburg — Schilderkunst — Beeldhouwkunst — Toonkunst -- Bouwkunst — Tul Huishoudelijke uitgaven — Zedelijk-penhandel -- leven — Werkmanstand — Tabak — Brievenver- voer — Nieuwsbladen — Uitlegging van Amsterdam — Herbergen — Doolhoven — Volksfeesten --- Het platteland — Amptsjonkers — Belastingen — Thee en koffie — Volksgeloof -- Heidens — Geleerden 1 KERKELIJKE TOESTANDEN, — De Katholieke kerk — De Joden — De Engelsche kerk — De Gereformeerde kerk — Labadisten. 56 HET STADHOUDERSCEIAP VAN WILLEM II. -- Aanwinst van grondgebied -- Streven naar een gezag van den Prins — Aanslag op Amster--hoofdig dam — Voogdij over zijn zoon. 70 EERSTE STADHOUDERLOOS BESTUUR. -- De groote vergadering — De eerste Engelsche Zee- oorlog — Zeeslag bij Dover — Opleiding van bevel- hebbers — Zeeslagen bij Plymouth, bij Portland, bij Bevesier, bij Elba, bij Livorno, bij Nieuwpoort, bij Ter Heyde . 88 Biadz. DE TIJD VAN JAN DE WITT. -- Vredesonder- handelingen en Acte van Seclusie — Binnenlandsche toestanden — Rentereductie — Twisten in de ge- westen — Voogdij van den Prins van Oranje — Buitenlandsche aangelegenheden — De Oostzee-oor- logen — Herstelling van de Stuarts in Engeland — Verhouding tot het Buitenland — Binnenlandsche aangelegenheden — Buitenlandsche politiek — Ver- bond met Frankrijk — Munstersche kwestie — Moeilijkheden met Engeland — De Engelsche vloot — De Nederlandsche vloot — Zeeslag bij Lowestoft — Inval van de Munsterschen — Prinsekwestie — Vier- daagsche en Tweedaagsche zeeslag — Verraad van Buat — Vredesonderhandelingen — Tocht naar Chatham — Vrede van Breda — Inval van Lodewijk XIV — Eeuwig Edict -- De Witt op het toppunt van zijn macht -- Vredebreuk met Frankrijk en Engeunnd . 119. PRINS WILLEM III. — Zijn verheffing tot stad gebroeders De Witt vermoord -- Be--houder — De vrijding van de Republiek — De Ruyter verdedigt de kusten en overwint bij Kijkduin — Vrede met Engeland — Regeeringsreglementen in Utrecht, Gel- derland en Overijsel — De oorlog met Frankrijk voortgezet — Vredesonderhandelingen — Binnen Zaken — Verhouding tot het Buitenland —-landsche Willem III verjaagt Jakobus II — Negenjarige oor- log — De Republiek tijdens de laatste regeeringsjaren van Willem III TWEEDE STADHOUDERLOOS BESTUUR. — Verandering van besturen in steden en gewesten — Buitenlandsche staatkunde — De Spaansche successie Tocht naar Cadix en Vigo -- Gevecht bij-oorlog — Ekeren en Orderen — Duinkerkers op zee — Slag bij Ilochstädt — Verovering van Gibraltar — Zeeslag bij Malaga -- Slag bij Ramilies — Slag bij Almanza — Woeling in Gelderland — Slagen bij Oudenaarde, bij Malplaquet en bij Denain — Vrede te Utrecht — . 356. Bladz. DE TIJD VAN POLITIEK VERVAL. — Vier- voudig verbond — Koop -, effekten- en termijnhandel — Nijverheid — Kerkelijke onverdraagzaamheid -=- 'Tegen en voor een stadhouder — 0.- en W.-I. maatschappij te Ostende — Regeling van de nalatenschap van Willem III — Eigenbaat van regenten — Paalworm — Vrijmetselaars --- Oostenrijksche successie-oorlog — Slagen bij Fontenai en Raucoux — . 090. I-ET STADHOUDERSCHAP VAN WILLEM IV. Woelingen in Zeeland — Macht van Willem IV — Slag bij Lafeld — Bergen-op-Zoom — Postmeester- schappen en ambten — Afschaffing van pachterijen — Volksbewegingen — Kerkelijke beweging — Handel en nijverheid — . 408. MINDERJARIGHEID VAN WILLEM V. — Lief- dadigheid jegens geloofsgenooten -- Landgenooten in slavernij bij de Barbarijsche zeeroovers — Hollandsche maatschappij der wetenschappen — BinnenlandscL bestuur — Zeeoorlog — .......... 446. STAI)HOUDERSCHAP VAN WILLEM V. Akte van consulentschap — Bloei van den handel — Verlies van staatkundigen invloed -- Patriotten — De Ame- rikaansche vrijheidsoorlog — Gewapende onzijdigheid — Vierde Engelsche oorlog — Twist met Jozef II — Krachtig optreden van de Patriotten — Achterlijkheid op velerlei gebied — Beweging in Hattem en Elburg — Vruchtelooze tusschenkomst van Pruisen en Frank- rijk — Omwenteling in de stad Utrecht — Aan de Prinses belet zich naar Den Haag te begeven — De Pruisen in 't land — Nieuwe omwenteling, door de Patriotten met behulp van de Franschen tot stand gebracht . 4 51. DE GOUDEN EEUW. Aan den naam van Frederik Hendrik is zeer nauw het tijdvak van onze geschiedenis verbonden dat men de Gouden Eeuw op het gebied van staatkundigen invloed, handel, nijverheid, zeevaart, beeldende kunsten, bouw letterkunde en wetenschap heeft genoemd. We-kunde, zagen reeds hoe aan dien bloeitijd krachtig is meegewerkt door Zuid -Nederlanders, wat den strijd voor geloofsvrijheid, wat handel, zeevaart en nijverheid betreft. Zij brachten niet alleen groote kapitalen naar I\oord-Nederland, ook hadden zij, zooals de Vlamingen Plancius en Stevin, hun aandeel aan de ontwikkeling van kunsten en weten werd predikant te Amsterdam en-schappen. Plancius bevoordeelde den handel op Indië?door zijn groote zeevaart- en aardrijkskundige kennis. Simon Stevin de wiskunste- naar en een vriend van Prins Maurits, was op het punt van kosmografie heel wat vooruit, zooals blijkt uit hetgeen zijn tijdgenoot Ubbo Emmius, de geleerde geschiedschrijver van Friesland, aan een vriend over hem schreef. Emmius, meldde, gelijk hij vernomen had, dat Stevin de onzinnigste meeningen verkondigde, zooals dat de Aarde draait en ook een planeet is, dat er op dè Maan nieuwe-Aarde en volle-Aarde wordt waargenomen, gelijk op Aarde nieuwe- Maan en volle-Maan, en meer van die praatjes. «Genadige God», zoo roept Emmius uit, «wat durft het ongeloof al a niet! Wat schroomelij kers kan het onderstaan tot om- «keering van al onze wetenschap en onze godsdienst. «Indien deze dingen waar zijn, dan is Mozes een leugenaar, «dan liegt de geheele Heilige Schrift ». KOLLEWUN III. Op de taal zijn echter de rechtzinnige godgeleerden van grootera invloed geweest «Noch Hooft, noch Huygens, noch Vondel, noch zelfs de populaire Cats», zegt Busken Huet, «zijn in zulke mate de taalmeesters van het Neder volk als de overzetters van den Staten- Bijbel.»-landsche Op de Dortsche Synode was het besluit genomen om den bijbel uit de grondtalen, het Hebreeuwsch en het Grieksch, in 't Nederlandsch te vertalen. Zes vertalers, waaronder de Leeuwarder predikant Bogerman, die te Dordrecht voorzitter van de synode was geweest, en twaalf herzieners hebben er van 1626 tot 1637 aan gearbeid. Hun was voorgeschreven, «dat zy zoo veel de klaerheid en de eigenschap onzer moedertale lyden kon, by den oorspron- kelyken tekst blyven, en de maniere van spreken der Hebreeuwen en Grieken behouden moesten », tevens hadden zij het gebruik van erkende bastaardwoorden te vermijden. Zij waren geen eigenlijke letterkundigen, maar uitnemend geleerd in 't Hebreeuwsch en 't Grieksch, en, zegt B. Huet, «zoo wij de kunst der gemeenzaamheid niet verstaan, en onze spreektaal met onze schrijftaal voortdurend in onmin leeft; het komt voor een deel doordat onze voorouders, gedurende een reeks van geslachten, te ijverig den Staten- Bijbel gelezen hebben. Zij leerden er goed Hollandsch uit; maar alleen de soort welke bij verheven aandoeningen en plechtige gelegenheden voegt » Evenwel niet uitsluitend het navolgen van de Hebreeuw- sche en Grieksche manier van zeggen, vooral ook de Latijn spraakkunst 1) is oorzaak geweest van het groote verschil-sche in woordkeus, zegwijze en verbuigen bij het spreken en schrijven van de Nederlanders. Het verschil in verbuiging dat mannelijk of vrouwelijk wordt genoemd, was in de 16e eeuw al zoo verloopen, dat men volgens de beroemde Twe-spraack vande Nederduitsche Letterkunst, ofte vant spellen ende eyghenscap des Nederduitschen taals (1584) evengoed kon schrijven «van den vrouw» als «van den man», «des vrouw» als «des mans». Al was uit de spreektaal het onderscheid tusschen M. en Vr. woord- 1) Zie Opstellen over Spelling en Verbuiging door dr. R. A. Kollewijn 3 geslacht zoo goed als verdwenen, in de schrijftaal wilde men het behouden, en daarom hebben spraakkunstmakers willekeurige regels verzonnen om aan niet onzijdige woorden een M. of Vr. geslacht toe te kennen. Men was de meening toegedaan dat het zoo mooi was, als een taal veel verbuigingsvormen bezat, zooals het Latijn, en zocht die in de schrijftaal met behulp van spraakkunstige voor te houden Daardoor werd de spreek-schriften in stand waarin die verbuigingen, reeds waren afgesleten,-taal, verwaarloosd. Dat met behulp van talrijke voorzetsels een gedachte duidelijker kan worden uitgedrukt dan door ver waarvan het aantal steeds meer be--buigingsuitgangen, perkt is, werd eeuwen lang niet ingezien. De Staten- Generaal hebben de vertalers en de herzieners van den Staten- Bijbel zeer ruim voor hun arbeid bezoldigd, maar wilden nu ook niet dat de vertaling voor een onder kerk zou doorgaan. Het op het titelblad-neming van de vernielde «op last Hunner Hoogmogende» moest doen uitkomen dat zij de machtiging tot de uitgaaf hadden verstrekt. De toenemende welvaart had bij velen de belangstelling in de wetenschap opgewekt. In 1585 stichtten de Friezen een hoogeschool te Franeker, welk voorbeeld in 1614 door Groningen werd gevolgd en nadat Amsterdam in 1632 het athenaeum illustre had gesticht, verrees in 1636 te Utrecht en in 1647 te Harderwijk een hoogeschool. Leiden telde verreweg