Ed Nijpels: van snelle carrièremaker naar brokkenmaker, ruziezoeker en onbezonnen schooljongen

Een frameanalyse van in vier Nederlandse kranten

Noor de Kort Master Journalistiek en Media (Journalistiek) Faculteit der Geesteswetenschappen Universiteit van 2 maart 2020

Begeleider: Pauline van Romondt Vis Tweede lezer: Eline Huiberts Woordenaantal: 21.205 Inhoudsopgave Journalistiek verslag ...... 4 Inleiding ...... 6 Theoretisch kader ...... 9 Nieuwsframing ...... 9 Soorten frames ...... 10 Medialogica en personalisering ...... 12 Context ...... 16 De politieke situatie in de jaren 80 ...... 16 De verhouding tussen politiek en media ...... 20 De vier kranten in de jaren 80 ...... 22 De Volkskrant ...... 22 NRC Handelsblad ...... 23 Het Vrije Volk ...... 23 De Telegraaf ...... 24 Methode ...... 25 Methodologie ...... 25 Het corpus ...... 25 Kwalitatieve inhoudsanalyse ...... 28 Voor- en nadelen van de methode ...... 29 Resultaten ...... 31 De kranten ...... 31 De frames ...... 32 De frameanalyse ...... 35 Falende partijleider ...... 35 Té jong (subframe) ...... 38 Niet alleen Nijpels’ schuld (counterframe 1) ...... 40 Jong en beloftevol (counterframe 2) ...... 42 Ruziezoeker ...... 44 Mediageile aandachttrekker ...... 47 Voorvechter plaatsing kruisraketten...... 49 Celebrity politician ...... 51 Conclusie, discussie en mogelijk vervolgonderzoek ...... 53 Literatuur ...... 58 Bijlagen ...... 62 Bijlage 1: Codeboek ...... 62 Bijlage 2: Frames en bijbehorende codes ...... 64

2

Bijlage 3: Artikelen NRC Handelsblad ...... 65 Bijlage 4: Artikelen de Volkskrant ...... 172 Bijlage 5: Artikelen De Telegraaf ...... 265 Bijlage 6: Artikelen Het Vrije Volk ...... 329

3

Journalistiek verslag Ed Nijpels: van snelle carrièremaker naar brokkenmaker, ruziezoeker en onbezonnen schooljongen

Ed Nijpels, fractievoorzitter van de VVD in de jaren 80, wordt in kranten uit die tijd voornamelijk neergezet als een te jonge, onkundige politicus die vaak in de clinch ligt met andere politici en een grote behoefte heeft aan media-aandacht. Dat blijkt uit het afstudeeronderzoek van Noor de Kort, dat zij verrichte in het kader van de master Journalistiek en Media aan de Universiteit van Amsterdam (UvA).

De Kort deed onderzoek naar de framing van Nijpels in vier verschillende kranten: NRC Handelsblad, de Volkskrant, De Telegraaf en Het Vrije Volk. De onderzochte periode besloeg 1982 tot en met 1986: de jaren waarin Nijpels fractievoorzitter was. Uit het onderzoek kwamen in totaal zeven frames naar voren.

Het frame dat heel sterk aanwezig was in alle kranten is het falende partijleider frame. Hiermee wordt Nijpels neergezet als een politicus die veel politieke missers begaat, geen leiding kan geven en steeds minder populair wordt. Onder dit frame valt het subframe té jong, waarmee Nijpels wordt geframed als een politicus die niet niet genoeg (levens)ervaring heeft opgedaan om een succesvolle fractievoorzitter te kunnen zijn. Deze twee frames kwamen met name naar voren in de laatste twee onderzochte jaren: 1985 en 1986. Bij de framing van Nijpels als een falende partijleider brengen sommige journalisten de nuancering aan dat niet alles alleen Nijpels kan worden verweten. In die gevallen wordt gebruik gemaakt van het frame niet alleen Nijpels’ schuld.

Naast het falende partijleider frame en het subframe té jong vond De Kort nog twee negatieve frames: het ruziezoeker frame en het mediageile aandachttrekker frame. Aan het begin van zijn fractievoorzitterschap is de framing van Nijpels positiever. Vooral in 1982 wordt hij geframed als jong en beloftevol. Ten slotte ontdekte De Kort het voorvechter plaatsing kruisraketten frame. Hiermee wordt Nijpels neergezet als een politicus die zich ten tijde van de Koude Oorlog hard maakt voor de plaatsing van kruisraketten in Nederland, om tegenwicht te bieden aan de raketten van de Sovjet-Unie.

Een opvallende bevinding in het onderzoek was dat de positieve framing in tegenstelling tot negatieve framing sterk aanwezig was in NRC Handelsblad, terwijl dit bij de Volkskrant andersom was. De Kort schrijft in haar onderzoek dat dit mogelijk verklaarbaar is vanuit de (oorspronkelijke) politieke kleur van de twee kranten. Om hierover goed onderbouwde uitspraken te kunnen doen, is volgens haar echter vervolgonderzoek nodig.

4

Ook de veelvuldige aandacht voor de leeftijd van Nijpels, destijds begin 30 jaar, valt op. Deze uitkomst viel niet in de lijn der verwachting omdat aandacht voor persoonlijke eigenschappen van politici wordt gezien als een fenomeen van de laatste decennia. Ook uit eerder onderzoek naar de framing van politici van rond de 30 jaar blijkt dat aandacht uitgaat naar hun leeftijd. Sammie Peeters bestudeerde voor haar afstudeeronderzoek uit 2018 aan de UvA de framing van Jesse Klaver – bij zijn aantreden als fractievoorzitter 29 jaar. Ook zij ontdekte veel nadruk op zijn leeftijd. Om na te gaan of dit een tijdloos fenomeen is dat opduikt bij alle politici van ongeveer dertig jaar is volgens De Kort nader onderzoek nodig.

Voor dit onderzoek werden 291 artikelen uit NRC Handelsblad, de Volkskrant, De Telegraaf en Het Vrije Volk onderworpen aan een kwalitatieve inhoudsanalyse.

5

Inleiding ‘Hij neemt mensen voor zich in, hij leert snel, het is nog wel een jong veulen, maar dat komt wel goed.’ , net afgetreden als fractievoorzitter van de VVD, staat in april 1982 de media te woord (Gulmans & Van Run, 2010). Het ‘jonge veulen’ is Ed Nijpels, zijn opvolger. Nijpels is op dat moment 32 jaar, zit vijf jaar in de Tweede Kamer en is door Wiegel voorgedragen als nieuwe fractievoorzitter van de VVD. Niet alleen Wiegel benadrukt tegenover de pers de leeftijd van Nijpels. Elsbeth Tamboezer, gemeenteraadslid voor de VVD in , reageert op de verkiezing van Nijpels in NRC Handelsblad:

‘Is dan uitsluitend jeugd een kwalificatie voor leiderschap in deze partij? Mensen van kaliber plachten toonaangevend te zijn in de VVD; maar nauwelijks is de partij tweede van ons land geworden, of de politieke leiding ervan wordt zonder slag of stoot toevertrouwd aan een 32-jarige, die nog nergens heeft bewezen daartoe capabel te zijn[…]’ (Tamboezer, 1982)

Nijpels is niet de enige fractievoorzitter bij wie de leeftijd onderwerp is van gesprek. Ook Rob Jetten, in 2018 gekozen als fractievoorzitter van D66 en destijds 31 jaar, kreeg in de media steeds het etiket ‘jong’ opgeplakt. Naar aanleiding van de commotie rondom de leeftijd van Jetten, maakte Zondag met Lubach een video met de veelzeggende titel ‘Robje wordt de baas’ (Zondag met Lubach, 2018). Ook Jesse Klaver, die in 2015 als 29-jarige fractievoorzitter van GroenLinks werd, kreeg typeringen als ‘snotneus’ over zich heen. En hij werd niet incidenteel op zo’n manier gelabeld, blijkt uit het scriptieonderzoek van Peeters (2018), dat de framing van Jesse Klaver in de media belicht. Peeters (2018) ontdekte het onervaren en arrogant frame, met daarbinnen de categorie ‘te jong en onervaren’. Zij wijt de nadruk op dit soort persoonlijke eigenschappen aan een verschuiving van aandacht voor politieke partijen naar aandacht voor politici, en een toegenomen aandacht voor de persoon achter de politicus (Peeters, 2018). Deze conclusie veronderstelt dat in het verleden minder aandacht was voor politici en hun eigenschappen. Dat maakt nieuwsgierig naar de framing van Nijpels in de media: lag er begin jaren 80 inderdaad minder nadruk op de politicus, en meer op de politieke partij dan tegenwoordig? Of is de aandacht voor Nijpels en zijn persoonlijke eigenschappen vergelijkbaar met de aandacht hiervoor bij bijvoorbeeld Klaver?

De manier waarop journalisten politici neerzetten in hun artikelen, oftewel ‘framen’, heeft een grote maatschappelijke invloed. Bij verkiezingen baseren mensen hun stemkeuze immers onder andere op informatie uit de media over een partij en politicus. Vooral nieuwe politici zijn afhankelijk van wat de media over hen schrijven (Bos, Van der Brug & De Vreese, 2011). Desondanks bestaat er nog weinig onderzoek naar framing van politici. De meeste onderzoeken richten zich op framing van gebeurtenissen. De Vreese (2005) bespreekt in het overzichtsartikel ‘News Framing: Theory & Typology’ verschillende onderzoeken naar 6 nieuwsframing. Hierbij gaat het vooral om onderzoeken naar de framing van issues of gebeurtenissen. Hij noemt bijvoorbeeld Cohen en Wolfsfeld (1993), die onderzoek deden naar de framing van Intifada, en Patterson (1993) die het zogenoemde horse race frame onderzocht tijdens Amerikaanse verkiezingen tussen 1960 en 1992. Omdat naar framing van politici weinig onderzoek is gedaan, is nog onduidelijk of bestaande frames als het horse race frame ook inzetbaar zijn bij een persoon, of dat dit andere frames vereist. Om dit na te gaan, wordt een kwalitatieve inhoudsanalyse uitgevoerd op de berichtgeving over Nijpels. Met deze methode kunnen zowel bestaande als nieuwe frames worden gevonden.

In dit onderzoek wordt gekeken naar de berichtgeving over Nijpels gedurende meerdere jaren: 1982 tot en met 1986. Dat is een bewuste keuze. Op deze manier wordt namelijk duidelijk of frames binnen een medium in de loop der tijd kunnen veranderen. De periode 1982 tot en met 1986 is gekozen omdat Nijpels fractievoorzitter was van april 1982 tot en met juli 1986. De maanden hiervoor en hierna worden ook bestudeerd om na te gaan of de framing voor en na zijn fractievoorzitterschap anders is dan tijdens zijn fractievoorzitterschap.

Verder bestaat het corpus uit vier verschillende kranten: NRC Handelsblad, de Volkskrant, De Telegraaf en Het Vrije Volk - een krant die tegenwoordig niet meer bestaat. Waar NRC Handelsblad en de Volkskrant als kwaliteitskranten worden beschouwd, wordt De Telegraaf als en populaire krant gezien (Bakker & Scholten, 2011). Afgaande op het feit dat Het Vrije Volk is opgegaan in het Rotterdams Dagblad, dat weer is opgegaan in het Algemeen Dagblad, bevindt ook deze krant zich aan de populaire kant van het spectrum (Bakker & Scholten, 2011). Uit onderzoek van onder andere Semetko en Valkenburg (2000) en het scriptieonderzoek van Peeters (2018) blijkt dat de framing tussen kwaliteitskranten en populaire kranten verschilt. Mogelijk hebben de lezers van NRC Handelsblad en de Volkskrant dus andere informatie over Nijpels gekregen dan lezers van De Telegraaf en Het Vrije Volk. Door hiernaar te kijken, wordt bijgedragen aan de kennis over framing in kwaliteitsmedia en populaire media.

Dit onderzoek draagt ten slotte ook bij aan kennis over personalisering in de media. Verschillende onderzoekers onder wie McAllister (2007) en Zoonen (2005) stellen dat in de journalistiek de afgelopen decennia steeds meer aandacht is gekomen voor de politicus - in plaats van voor de politieke partij - en voor de persoon achter de politicus. Door te onderzoeken hoe een politicus een aantal decennia geleden werd geframed, kan worden nagegaan of dit past bij de theorie over personalisering.

Om het bovenstaande te onderzoeken, is de volgende hoofdvraag geformuleerd: Hoe is Ed Nijpels geframed in NRC Handelsblad, de Volkskrant, De Telegraaf en Het Vrije Volk in

7 de jaren 1982 tot en met 1986? Om deze hoofdvraag te beantwoorden, zijn drie deelvragen geformuleerd:

- Welke verschillende frames kunnen worden geïdentificeerd? - Hoe verschillen de frames tussen NRC Handelsblad, de Volkskrant, De Telegraaf en Het Vrije Volk? - Op welke momenten doen de verschillende frames hun intrede bij de vier kranten en wanneer verdwijnen deze eventueel weer?

Hierna zullen in het theoretisch kader het concept nieuwsframing en verschillende soorten frames worden besproken. Ook komen in dit hoofdstuk de concepten medialogica en personalisering aan bod. Vervolgens wordt in het contexthoofdstuk aandacht besteed aan de politieke situatie van de jaren 80, de verhouding tussen politiek en media in deze periode, en de vier onderzochte kranten gedurende de jaren 80. In de methodesectie wordt ingegaan op de samenstelling van het corpus en de onderzoeksmethode: de kwalitatieve inhoudsanalyse. Daarna zullen in de resultatensectie de gevonden frames met bijbehorende sub- en counterframes worden besproken. De gevonden frames zijn de hoofdframes falende partijleider, ruziezoeker, mediageile aandachttrekker en voorvechter plaatsing kruisraketten. Bij het falende partijleider frame horen het subframe té jong en de counterframes niet helemaal Nijpels’ schuld en jong en beloftevol. In de conclusie wordt uiteengezet welke bevindingen het onderzoek heeft opgeleverd. Deze worden gekoppeld aan bestaande literatuur en er worden aanbevelingen gedaan voor vervolgonderzoek.

8

Theoretisch kader In dit hoofdstuk wordt allereerst ingegaan op het concept nieuwsframing. Hierbij wordt aandacht besteed aan de betekenis van nieuwsframing en de bestaande soorten frames. Vervolgens komen de concepten medialogica en personalisering - die in eerder onderzoek naar de framing van politici een belangrijke rol hadden - aan bod.

Nieuwsframing Entman (1993) definieert framing als het selecteren van bepaalde aspecten van de werkelijkheid, om deze prominent te presenteren in een tekst. Op die manier wordt de aandacht afgeleid van andere aspecten en wordt de werkelijkheid via een specifiek frame belicht. Frames zijn volgens Van Gorp (2007) dan ook hulpmiddelen die mensen gebruiken om de werkelijkheid te duiden. Deze kunnen worden gebruikt om een probleem te definiëren, de oorza(a)k(en) van of verantwoordelijkheden voor een probleem vast te stellen, een moreel oordeel te vellen of een oplossing voor een probleem opperen (Van Gorp, 2007). In sommige zinnen komen volgens Entman (1993) meerdere vormen van framing voor, in andere zinnen zit geen enkele vorm van framing.

Frames zijn volgens Entman (1993) op vier verschillende plekken in de samenleving te ontdekken: bij een boodschapper, in een tekst, bij een ontvanger van deze tekst en in een cultuur. Bovendien zijn de teksten waarin frames voorkomen heel verschillend van aard. Frames komen bijvoorbeeld voor in een toespraak, een nieuwsbericht of een roman (Entman, 1993). In deze scriptie wordt specifiek ingegaan op frames in journalistieke teksten. Framing in de media wordt ook wel nieuwsframing genoemd. Hiervoor zijn in de literatuur verschillende definities in omloop. Volgens De Vreese (2005) is nieuwsframing het benadrukken van bepaalde aspecten van een onderwerp, om zo een manier te bieden om een gebeurtenis of issue te begrijpen.

Nieuwsframing verloopt volgens De Vreese (2005) in twee fases: framebuilding en framesetting. Door interactie tussen journalisten, elites en sociale bewegingen ontstaat framebuilding. De uitkomst hiervan zijn de frames die terug te vinden zijn in journalistieke teksten. De tweede fase, framesetting, behelst de interactie tussen de frames en de lezer of kijker van het journalistieke product. Frames kunnen namelijk het leren over, interpreteren van en evalueren van issues of gebeurtenissen beïnvloeden (De Vreese, 2005). Met nadruk op het woord ‘kunnen’, want de aanwezigheid van frames in teksten vormt geen garantie voor beïnvloeding van de lezer (Entman, 1993). In deze scriptie wordt framesetting niet onderzocht. De aandacht zal uitgaan naar de uitkomst van framebuilding: de nieuwsframes.

Bij de totstandkoming van frames - de fase van framebuilding - hebben verschillende actoren invloed. Allereerst is er de journalist, die informatie selecteert en construeert bij het

9 weergeven van een gebeurtenis. Hierbij maakt hij - bewust dan wel onbewust - gebruik van frames (Van Gorp, 2006). Binnen dit proces proberen anderen de keuze van de journalist te beïnvloeden. Dit zijn bijvoorbeeld woordvoerders van organisaties. Zij staan in contact met journalisten en proberen op die manier een bepaald frame in de media te krijgen (Gamson & Modigliani, 1989). Ook politici stellen zich regelmatig op als framesponsors, schrijft Entman (1993). Zij zijn namelijk altijd op zoek naar steun in de samenleving. Om die steun te verwerven, promoten ze een specifiek frame, in de hoop dat dit in de media belandt (Entman, 1993).

Aansluitend hierbij kan een onderscheid worden gemaakt tussen framing door media en framing via media. Wanneer een journalist zelf een frame kiest om een gebeurtenis weer te geven, heet dit framing door media. Framing via media betreft de frames in de communicatie-uitingen van framesponsors. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om de antwoorden die een politicus geeft op vragen van een journalist. Toch is hierbij ook regelmatig sprake van framing door media. Bij een geschreven interview beslist de journalist namelijk welke delen van een antwoord wel en niet worden opgenomen, en op welke plek in het artikel deze komen te staan (Van Gorp, 2006).

Soorten frames In dit onderzoek wordt een inductieve, kwalitatieve inhoudsanalyse toegepast. Dit betekent in het kort dat de artikelen over Ed Nijpels ‘met een open geest’ (Van Gorp, 2006, pp. 251) zullen worden geanalyseerd, om op die manier een aantal hoofdframes vast te stellen. Deze methode zal in de methodesectie verder worden toegelicht. De meeste, bestaande onderzoeken naar framing zijn echter deductief en kwantitatief van aard. Bij deze onderzoeken wordt nagegaan hoe vaak een aantal vooraf bepaalde frames in de media voorkomen. De theorie van het kwantitatieve, deductieve frameonderzoek past niet geheel bij het onderzoek van deze scriptie. Toch zullen een aantal concepten uit deze theorie worden toegelicht. Het is namelijk mogelijk dat ook met een inductieve methode frames worden gevonden die in de kwantitatieve, deductieve traditie al worden genoemd, of hiermee overeenkomsten vertonen.

Nieuwsframes zijn volgens De Vreese (2005) op te delen in twee categorieën: generieke frames en issue-specifieke frames. Issue-specifieke frames zijn alleen bruikbaar bij specifieke gebeurtenissen of onderwerpen. Zo vonden Shah, Watts, Domke en Fan (2002) bij hun onderzoek naar de framing van de laatste periode van het presidentschap van Bill Clinton onder andere het conservative attack scandal frame. Dit frame legt nadruk op de Lewinsky-affaire waarmee Clinton in deze periode te maken kreeg. Met dit frame wordt de affaire neergezet als een oneerlijke aanval van de conservatieven op Clinton (Shah et al.,

10

2002). Dit frame is specifiek inzetbaar bij de Lewinsky-affaire, en zal dus niet snel in framingonderzoeken met een ander onderwerp opduiken.

Generieke frames zijn daarentegen breed inzetbaar: bij verschillende onderwerpen, in verschillende culturen en in verschillende tijdsperiodes (De Vreese, 2005). Onderzoeken naar generieke frames zijn volgens De Vreese (2005) op te delen in twee groepen: onderzoeken naar generieke frames in politieke berichtgeving (en dan vaak specifiek rondom verkiezingen), en onderzoeken naar generieke frames in journalistieke berichtgeving in het algemeen. Binnen de eerste groep is een voorbeeld van een generiek frame het horse race frame, waarbij verkiezingen als een wedstrijd tussen kandidaten worden neergezet (De Vreese, 2005). Binnen de tweede groep worden onder andere het conflict-, human interest-, economic consequences-, morality- en responsibility frame onderscheiden, vastgesteld door Semetko en Valkenburg (2000). Het conflict frame legt nadruk op onenigheid tussen individuen, groepen of instituties om zo de aandacht van het publiek te trekken. Het human interest frame brengt de menselijke of emotionele kant van een kwestie of gebeurtenis naar voren. Bij het economic consequences frame worden de economische gevolgen van een gebeurtenis of probleem voor bijvoorbeeld individuen of groepen belicht. Het vierde frame, het morality frame, schetst de sociale regels of geloofsleer met betrekking tot een kwestie. Ten slotte kijkt het responsibility frame wie of wat verantwoordelijk is voor het ontstaan of de oplossing van een probleem (Semetko & Valkenburg, 2000).

Semetko en Valkenburg (2000) onderzochten in welke mate de genoemde generieke frames aanwezig zijn in verschillende Nederlandse media bij berichtgeving over de Europese top van 1997 in Amsterdam. Uit het onderzoek kwam naar voren dat in de onderzochte kranten - De Telegraaf, AD, de Volkskrant en NRC Handelsblad - het responsibility frame het vaakst voorkwam. Het conflict frame werd het meest gebruikt in NRC Handelsblad, en het minst in De Telegraaf. Het economic consequences frame werd vooral door NRC Handelsblad en de Volkskrant ingezet, terwijl het human interest frame juist meer aanwezig was in De Telegraaf. Het morality frame, ten slotte, kwam erg weinig voor in de vier kranten (Semetko & Valkenburg, 2000). Recenter keken Dirikx en Gelders (2010) naar de aanwezigheid van de vijf generieke frames in artikelen van onder meer de Volkskrant en NRC Handelsblad. De artikelen hadden als onderwerp de jaarlijkse klimaattop van de Verenigde Naties tussen 2001 en 2007. Ook Dirikx en Gelders (2010) vonden dat het morality frame weinig tot niet voorkwam. Daarna volgden het human interest frame en het conflict frame. Het responsibility frame en het (economic) consequences frame werden het meest gebruikt. De resultaten van Dirikx en Gelders (2010) zijn redelijk in lijn met die van Semetko en Valkenburg (2000): in beide onderzoeken kwamen het responsibility frame,

11 economic consequences frame en conflict frame vaak voor, terwijl het morality frame weinig werd gevonden.

Medialogica en personalisering In dit scriptieonderzoek komen media en politiek samen. Daarom is het van belang aandacht te besteden aan de relatie tussen media en politiek en de concepten die hierin een rol spelen. In het contexthoofdstuk zal de relatie tussen media en politiek in de jaren 80 uitgebreid aan bod komen. Echter, in deze paragraaf wordt extra aandacht besteed aan het concept personalisering omdat dit in eerder onderzoek naar framing van politici een belangrijke rol had. Omdat personalisering wordt gezien als een aspect van het concept medialogica zal eerst worden ingegaan op medialogica.

Wanneer wordt gekeken naar de verhouding tussen media en politiek door de jaren heen, onderscheiden onderzoekers verschillende fases. De huidige fase - die eind jaren 80 zou zijn aangebroken - wordt ook wel aangeduid met de term ‘medialogica’ (Van Praag & Brants, 2014). Een belangrijke aanleiding voor het aanbreken van deze nieuwe fase is de introductie van de commerciële televisie in 1989. Hierdoor neemt de concurrentie op de mediamarkt toe, met als gevolg dat deze geleidelijk van een aanbiedersmarkt verandert in een vragersmarkt. Kortom: er wordt steeds meer rekening gehouden met wat het publiek wil. Ook hangt de opkomst van medialogica samen met de overgang van een partijendemocratie naar een toeschouwersdemocratie (Van Praag & Brants, 2014). Waar de politieke partijen eerst veel macht hadden en het politieke debat domineerden met hun partijprogramma’s, ontstaat een steeds grotere rol voor de politieke leiders. Er komt meer aandacht voor hun imago, stijl en uitstraling. Bij deze uitstraling wordt veel belang gehecht aan authenticiteit. Een gevolg hiervan is het ontstaan van de zogenoemde ‘permanente campagne’ (Van Praag & Brants, 2014).

Hoewel de meeste onderzoekers het erover eens zijn dat er tegenwoordig sprake is van medialogica, bestaat er geen consensus over de betekenis. Onderzoekers kennen namelijk verschillende kenmerken toe aan het concept. In een advies van de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO) uit 2003 over medialogica, worden de volgende aspecten genoemd: ‘snelheid’, ‘framing’, ‘personalisering’, ‘meutevorming en hypes’, ‘kracht van herhaling’, ‘anchormen en interpretators’, ‘burger in beeld’ en ‘nieuwswaarde als criterium’ (Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling, 2003, pp. 33-36). Brants en Van Praag (2006) noemen als algemene kenmeken voor medialogica: de media laten zich in een concurrende vragersmarkt leiden door een sterke identificatie met het publiek dat wordt aangesproken als consument, de journalistiek heeft een dominante rol, de media bepalen de politieke agenda, de berichtgeving is cynisch en bevat strategie- conflict- en wedstrijdframes.

12

Takens, Van Atteveldt, Van Hoof en Kleinnijenhuis (2013) onderscheiden drie aspecten van medialogica: personalisering, wedstrijdverslaggeving en negatieve berichtgeving.

Personalisering wordt dus door verschillende onderzoekers genoemd als een aspect van medialogica. Volgens de RMO houdt personalisering in dat persoonlijkheden en hun emoties steeds vaker centraal staan in berichtgeving. Het is belangrijk dat de lezer of kijker zich kan identificeren met deze persoon. Hierbij kan het gaan om een onbekend persoon, maar ook om iemand met gezag zoals een politicus (Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling, 2003). Binnen het concept personalisering onderscheiden Van Aelst, Shaefer en Stanyer (2011) twee vormen: individualisering en privatisering. Individualisering betekent dat individuele politici steeds belangrijker zijn geworden in mediaberichtgeving, terwijl politieke partijen en overheidsinstellingen juist minder belangrijk zijn geworden. Oftewel: waar voorheen de politieke partij centraal stond in mediaberichtgeving, wordt de politiek in toenemende mate gepresenteerd als een domein waar individuele politici het tegen elkaar opnemen. Deze vorm van personalisering heeft volgens Van Aelst et al. (2011) niet per se een grote invloed op inhoud van berichtgeving: de individuele politicus is alleen prominenter aanwezig. De tweede vorm van personalisering - privatisering - heeft wel duidelijk invloed op de inhoud van de berichtgeving. Privatisering houdt namelijk in dat de persoon achter de politicus steeds meer aandacht krijgt. Deze wordt bijvoorbeeld neergezet als een toegewijde ouder of gepassioneerde muziekliefhebber (Van Aelst et al., 2011).

In eerder onderzoek naar de framing van politici speelden de concepten medialogica en personalisering een belangrijke rol. Peeters (2018) ontdekte tijdens haar scriptieonderzoek naar de framing van Jesse Klaver in vier Nederlandse kranten dat er veel aandacht is voor de leeftijd van Klaver. Hij wordt vaak ‘jong’ genoemd. Peeters (2018) wijt de nadruk op deze persoonlijke eigenschap onder andere aan de toegenomen aandacht voor de persoon achter de politicus van de afgelopen decennia - oftewel personalisering. Ook Kuipers (2019) schrijft in haar scriptieonderzoek over de framing van Thierry Baudet in vier Nederlandse kranten dat er veel aandacht is voor de persoon Baudet. Zij ziet medialogica als een mogelijke oorzaak hiervan. Het is interessant na te gaan of er in de periode van voor de opkomst van medialogica ook al aandacht was voor de persoon achter de politicus. Ed Nijpels werd begin jaren 80 fractievoorzitter en verschilt met zijn destijds 32 jaar qua leeftijd weinig met Klaver (destijds 29 jaar). Wellicht is bij de framing van Ed Nijpels ook veel aandacht voor zijn leeftijd. In dat geval zou het vermoeden worden gesterkt dat een specifieke vorm van framing niet per se te wijten is aan een toegenomen personalisering.

De verschillende onderzoeken naar personalisering zijn namelijk niet eenduidig over de kwestie of dit verschijnsel in de afgelopen decennia is toegenomen (Van Praag & Brants,

13

2014). McAllister (2007) stelt dat parlementaire democratieën gedurende de afgelopen vijftig jaar steeds meer zijn gepersonaliseerd. Vooral de aandacht voor politieke leiders zou zijn toegenomen. Bewijs hiervoor ziet de onderzoeker in de toename van het aantal keer dat politici, in plaats van politieke partijen, worden genoemd in nieuwsberichten over verkiezingen. In de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Oostenrijk en Frankrijk is deze toename gedurende de afgelopen decennia zichtbaar. Alleen in berichtgeving over verkiezingen in Canada, het vijfde onderzochte land, werd geen toename gevonden (McAllister, 2007). Ook andere onderzoekers, onder wie Kriesi (2011) en Takens et al. (2013), zien een verschuiving van aandacht voor politici in het algemeen, naar aandacht voor politieke leiders, ook wel ‘presidentialisering’ genoemd.

Ook Zoonen (2005) schrijft dat de individuele politicus steeds belangrijker wordt. Personalisering van de politiek wordt volgens haar vaak met argwaan bekeken, omdat dit inhoudelijke politiek in de weg zou staan. Zoonen (2005) schrijft echter dat personalisering niet per definitie apolitiek is, maar vooral het resultaat van een samenkomst van de populaire cultuur en politiek. Een politicus die in zijn performance op de grens van het politieke veld en zijn privéleven opereert, heeft volgens Zoonen (2005) grote kans op succes. Zij noemt dit een celebrity politician. Deze celebrity politician is een gewone, doorsnee jongen in wie het publiek zich herkent, die tegelijkertijd iets bijzonders heeft. Daarnaast is de celebrity politician een combinatie tussen een politieke insider en een politieke outsider: iemand die op politiek gebied vaardig is, maar die tegelijkertijd een outsider is. Margareth Thatcher was in de jaren 70 en 80 als lid van de Conservative Party een insider, maar tegelijkertijd als eerste vrouwelijke leider van deze partij een outsider (Zoonen, 2005). Tijdens dit onderzoek naar de framing van Ed Nijpels is gekeken of het beeld van de celebrity politician naar voren komt in de krantenartikelen.

Ook Enzlin (1998, pp. 67) zegt dat ‘de mens achter de politicus’ dominanter is geworden. Zij deed een kwalitatief, verkennend onderzoek naar de mening van Nederlandse kiezers over het uiterlijk van politici, en het idee dat zij hebben over een (ideale) politicus. Enzlin (1998) noemt niet de term celebrity politician, maar komt tot gelijksoortige criteria voor een succesvolle politicus. Uit de interviews die zij afnam, komt naar voren dat mensen vinden dat een politicus ‘menselijk’ moet zijn en tegelijkertijd overwicht moet uitstralen. Ook moet een politicus leiderschapskwaliteiten, charisma, een sterke persoonlijkheid en kennis van zaken hebben. Wat betreft dit laatste is het belangrijk dat een politicus niet te ver van de mensen afstaat: hij moet belangstelling tonen voor de kiezers, naar hen luisteren en zo mogelijk doen wat hem wordt verteld (Enzlin, 1998).

14

Over de opkomst van personalisering zijn andere onderzoekers minder overtuigd. Kriesi (2011) deed onderzoek naar personalisering in NRC Handelsblad en het Algemeen Dagblad rondom de verkiezingen van 1972, 1994, 1998, 2002, 2003 en 2006. Uit dit onderzoek kwam naar voren dat de mate van personalisering tussen 1972 en 1994 in zowel NRC Handelsblad als het Algemeen Dagblad was toegenomen. Hierna nam de mate van personalisering echter weer af (Kriesi, 2011). Ook uit andere onderzoeken over de periode vanaf 1998 blijkt geen toegenomen personalisering. Takens et al. (2013) keken naar personalisering in vier Nederlandse, landelijke kranten en twee landelijke tv-programma’s rondom de verkiezingen van 1998, 2002, 2003, 2006 en 2010. Uit dit onderzoek kwam naar voren dat de aandacht voor individuele politici tussen 1998 en 2010 afnam. Ook Vliegenthart, Boomgaarden en Boumans (2011) vonden geen eenduidig bewijs voor een toename van personalisering. Zij onderzochten het concept in de periode 1990-2007 in NRC Handelsblad, de Volkskrant en De Telegraaf. Waar zij voor De Telegraaf wel een stijging van personalisering constateerden, zagen zij bij NRC Handelsblad en de Volkskrant juist een afname (Vliegenthart et al., 2011). Ten slotte stellen Van Praag en Brants (2014) dat het privéleven van politici niet steeds meer aandacht krijgt in de media - simpelweg omdat de meeste politici privé en werk gescheiden proberen te houden.

15

Context In dit hoofdstuk komt eerst de politieke situatie van de jaren 80 aan bod, met extra aandacht voor de rol van de VVD en Ed Nijpels destijds. Ook wordt de verhouding tussen politiek en media tijdens de jaren 80 besproken. Daarna volgt een beschrijving van de vier kranten uit het corpus: NRC Handelsblad, de Volkskrant, De Telegraaf en Het Vrije Volk.

De politieke situatie in de jaren 80 In deze scriptie wordt gekeken naar de framing van Ed Nijpels in vier kranten gedurende de jaren 1982 tot en met 1986. Omdat deze framing onlosmaakbaar verbonden is met politieke gebeurtenissen in diezelfde periode, komen deze hieronder aan bod.

Voor de VVD is 1982 een jaar van verandering: het is het jaar van Tweede Kamerverkiezingen, nadat het kabinet Van Agt II vanwege een conflict over bezuinigingen is gevallen. Bovendien volgt Ed Nijpels Hans Wiegel op als partijleider van de VVD (Vermeulen, 2013). Nijpels is dan 32 jaar. Een bewuste keuze van de VVD, die met de relatief jonge Nijpels jonge kiezers hoopt te bereiken (Bosmans & Van Kessel, 2011). Dit blijkt ook uit de verklaring van Jan Kamminga, destijds voorzitter van de VVD: ‘Nee, hij was gewoon jong en we wilden nieuw elan. Het was de tijd van Van Agt, Den Uyl en Terlouw, allemaal oude mannen. We hadden ook nog de herinnering aan het nieuwe elan van de jonge Hans Wiegel in de jaren zeventig en dat was ons goed bevallen. En Nijpels was al hartstikke populair’ (Vermeulen, 2013, pp. 143). Wel is binnen de VVD-fractie discussie geweest over de benoeming van Nijpels. Meerdere fractieleden twijfelen of Nijpels genoeg ervaring heeft. Zo zou fractielid Broos van Erp, half grappend, gezegd hebben dat je een goede, maar jonge fles wijn niet te vroeg moet ontkurken (Vermeulen, 2013). Ook andere VVD-politici vinden de leeftijd van Nijpels een risicofactor. Zoals ook aan bod gekomen in de inleiding zegt Elsbeth Tamboezer - gemeenteraadslid voor de VVD in Wassenaar - in NRC Handelsblad dat het fractievoorzitterschap wordt toevertrouwd ‘aan een 32-jarige, die nog nergens heeft bewezen daartoe capabel te zijn’ (Tamboezer, 1982).

In aanloop naar de verkiezingen in september 1982 laten (CDA) en (PvdA), coalitiepartners uit het kabinet Van Agt II, beiden weten in een volgend kabinet niet meer samen te willen werken. De PvdA komt bij de verkiezingen in september 1982 als grote winnaar uit de bus. Het CDA verliest drie zetels en wordt daarmee de tweede partij. Onder leiding van Nijpels groeit de VVD met tien zetels en wordt zo de grootste partij na de PvdA en het CDA (Bosmans & Van Kessel, 2011). Deze winst heeft vooral te maken met ‘het na-ijleffect van de vertrokken Wiegel, het jeugdig elan van Ed Nijpels ('Alle vrouwen vielen voor hem,', zegt een oud-fractiemedewerker), gekoppeld aan het weinig inspirerende optreden van CDA en D'66 in het laatste kabinet’ (Vermeulen, 2013, pp. 144). Tijdens het

16 formatieproces kondigt Dries van Agt (CDA) aan niet meer terug te keren en wordt opgevolgd door . Hij wordt uiteindelijk premier in kabinet Lubbers I, bestaande uit CDA en VVD (Bosmans & Van Kessel, 2011).

Een van de belangrijkste onderwerpen gedurende de gehele kabinetsperiode is de financiële crisis in de jaren 80. Onder leiding van van Financiën wordt vanaf 1982 flink bezuinigd. Desondanks groeit het financieringstekort door tot 1984. Ook het aantal werklozen blijft stijgen. Pas vanaf 1984 wordt bij beide een daling ingezet. Volgens de oppositie, met onder andere de PvdA, is het bezuinigingsbeleid rampzalig voor Nederland. Kenmerkend voor Lubbers is dat hij kalm blijft onder deze kritiek. Hierdoor verstevigt de positie van de oppositie niet (Bosmans & Van Kessel, 2011).

Ondertussen is de verhouding tussen coalitiepartners VVD en CDA ook niet altijd optimaal, onder andere omdat fractievoorzitters (CDA) en Ed Nijpels (VVD) sterk verschillen wat betreft politieke stijl. De Vries - volgens Vermeulen (2013, pp. 148) ‘steil en dodelijk saai’ - kan slecht overweg met Nijpels die juist bekend staat om zijn bravoure. Ondanks de verschillen laten de coalitiepartijen zich niet door de oppositie uit elkaar spelen (Bosmans & Van Kessel, 2011). Deze zakelijke relatie tussen de coalitiepartijen is typisch voor de kabinetten Lubbers, schrijven Van Vree, Vos, Wijfjes en Bardoel (2003). Tijdens de ontzuiling in de jaren 60 en 70 had het politiek landschap een herindeling ondergaan. In deze periode wilden de gefuseerde en nieuwe politieke partijen zich volgens Van Vree et al. (2003) duidelijk profileren, wat als gevolg had dat zij verschillen met andere partijen sterk benadrukten. Als reactie op deze ‘polarisatiestrategie’ leggen partijen in de jaren 80 langzamerhand minder nadruk op de ideologische verschillen. Hierdoor komen samenwerkingen tussen politieke partijen die voorheen onmogelijk werden geacht, steeds vaker voor (Van Vree et al., 2003).

Een dieptepunt voor de VVD tijdens kabinet Lubbers I is de uitkomst van de parlementaire enquête naar het overheidsbeleid bij de ondergang van het scheeps- en machinebouwconcern Rijn-Schelde-Verolme (RSV). Na jaren van overheidssteun was dit bedrijf in 1983 toch failliet gegaan. In oktober 1984 volgt de uitkomst van de parlementaire enquête. Deze luidt dat (VVD), minister van Economische Zaken tijdens kabinet Van Agt I en vicepremier in het zittende kabinet, onverantwoordelijk heeft gehandeld en informatie voor de Tweede Kamer heeft achtergehouden. Uiteindelijk kan Van Aardenne aanblijven, maar zijn geloofwaardigheid is wel gekelderd (Bosmans & Van Kessel, 2011). De RSV-affaire is ook ‘het begin van het einde van de positie van Nijpels als fractieleider’ (Vermeulen, 2013, pp. 152). In de zomer van 1984 is hij nog erg populair: tijdens de verkiezingen voor het Europees parlement krijgt hij als lijstduwer 100.000

17 voorkeursstemmen. Maar in het najaar - wanneer de conclusie van de RSV-enquête bekend wordt - raakt Nijpels volgens voormalig VVD-voorzitter Kamminga het overzicht kwijt (Vermeulen, 2013).

Nijpels krijgt tijdens de gehele kabinetsperiode - naast de RSV-affaire - te maken met problemen en relletjes. En hoewel hij aanvankelijk heel populair is, verslechtert zijn positie hierdoor (Vermeulen, 2013). Al vlak na de verkiezingen in 1982 duikt in opinieweekblad De Tijd het verhaal op dat Tweede Kamerlid Jaap Metz (VVD) zijn zetel geregeld zou hebben door Nijpels te chanteren. Metz zou namelijk foto’s hebben van Nijpels in homoseksuele darkrooms. Iets waar in 1982 een taboe op rust (Vermeulen, 2013). Arie Kuiper, hoofdredacteur van De Tijd, zegt na de publicatie tegen Nijpels dat hij dit heeft gehoord van een fractielid. Hierop laat Nijpels zijn fractieleden schriftelijk verklaren of ze de bron waren, maar dat levert niets op. Uiteindelijk laat hoofdredacteur Kuiper - onder druk van de VVD - weten dat hij zijn informatie heeft van fractielid . Zij geeft vervolgens toe dat ze is gebeld door een journalist van De Tijd, en dat ze iets in die trant heeft gezegd, maar dat het verhaal is verdraaid (Vermeulen, 2013). Ed Nijpels zegt in Vermeulen (2013) over het artikel in De Tijd:

‘Ik was met mijn vriendin, met wie ik later ben getrouwd, in de Ardennen. Daar werd ik gebeld over dat artikel in De Tijd. Hij zou mij hebben gechanteerd met homofilie. Metz had niets te chanteren, want hij stond gewoon op de lijst. […] Maar ik begrijp wel dat sommigen mij in een bepaalde hoek wilden duwen. In de jaren ervoor was ik buitengewoon actief geweest voor de homorechten. Ik had met Annelies Kappeyne en Frits Portheine meegelopen in de eerste Gay Parade, ik had de homowerkgroep van de VVD opgericht, ik was woordvoerder op dit terrein in de Kamer en Henk Krol was mijn voorlichter. Hem had ik van Hans Wiegel overgenomen.’ (Vermeulen, 2013, pp. 161)

Dat Nijpels zijn fractiegenoten schriftelijk laat verklaren dat ze niet de bron waren, leidt bij sommigen tot irritatie. Zij vinden dat hij hen moet vertrouwen. Zijn populariteit binnen de fractie daalt ook omdat hij de gewoonte heeft impulsieve beslissingen te nemen en flink kan uitvallen tegen fractieleden (Vermeulen, 2013).

Een kwestie waar Nijpels in 1985 mee te maken krijgt, is de keuze van minister Eelco Brinkman van Cultuur (CDA) om de P.C. Hooftprijs niet uit te reiken aan schrijver Hugo Brandt Corstius, vanwege zijn scherpe columns. De VVD wil dat besluit van coalitiepartner CDA accepteren. Maar de PvdA doet - refererend aan het liberale gedachtegoed dat de overheid zich zo min mogelijk met de samenleving moet bemoeien - een poging de coalitie uiteen te drijven. De partij dient een motie in om de prijs alsnog uit te reiken. Drie VVD’ers,

18

Greetje den Ouden-Dekkers, Huub Jacobse en Jan Kees Wiebenga, stemmen uit principe voor de PvdA-motie. Ze zijn door partijvoorzitter Kamminga van te voren gewaarschuwd dat ze in dat geval niet meer welkom zijn op de kandidatenlijst van de VVD voor de verkiezingen in 1986. Jacobse en Den Ouden-Dekkers komen bij die verkiezingen inderdaad niet meer op de lijst (Vermeulen, 2013).

Ten slotte is er nog de zogenoemde ‘Playboyaffaire’. In maart 1986 staat Arnoud Cevaal (chef fractiepersoneel bij de VVD) met zijn vriendin Lorette Welter (persoonlijk medewerkster van VVD-fractielid Jaap Metz) in dat blad met pikante foto’s. Op een van de foto’s staat Cevaal met Welter in een lege vergaderzaal van de Tweede Kamer en legt hij een hand op haar blote billen. Kamervoorzitter ‘eist opheldering over dit misbruik van het parlementsgebouw’ (Vermeulen, 2013, pp. 171). Uiteindelijk wordt Cevaal geschorst, ontslagen en later geroyeerd als VVD-lid. Zijn vriendin Welter mag wel blijven (Vermeulen, 2013).

Kabinet Lubbers I staat, naast bezuinigingen, ook in het teken van de kernwapenoorlog. De NAVO besluit in 1979 dat in heel West-Europa zo’n zeshonderd kruisraketten moeten worden geplaatst om weerstand te bieden aan de raketten van de Sovjet-Unie. Daarvan moet Nederland er 48 plaatsen. Binnen de coalitie leidt dit tot verdeeldheid. Terwijl de VVD het besluit van de NAVO wil volgen, is het CDA intern verdeeld over de kwestie. Bovendien komt Lubbers steeds weer met andere mogelijke oplossingen voor de plaatsing, tot ergernis van de VVD. Op een gegeven moment waarschuwt de partij om deze reden zelfs voor een kabinetscrisis (Vermeulen, 2013). Ondertussen vinden meerdere demonstraties tegen de plaatsing plaats. Uiteindelijk komt Lubbers met een compromis: als Rusland het arsenaal raketten niet uitbreidt tussen juni 1984 en november 1985, plaatst Nederland de 48 raketten niet. Het aantal raketten wordt wel uitgebreid, dus besluit het kabinet op 1 november 1985 tot plaatsing van de raketten op Vliegbasis Woensdrecht. Zeker voor oppositiepartij PvdA, die principieel tegen plaatsing is, is dit een grote tegenvaller (Bosmans & Van Kessel, 2011).

Twee andere belangrijke onderwerpen tijdens Lubbers I zijn kernenergie en euthanasie. Het kabinet besluit in 1985 tot de bouw van twee kerncentrales, maar na de kernramp in Tsjernobyl in 1986 belandt het besluit opnieuw op de lange baan. Wat betreft het euthanasievraagstuk zijn CDA en VVD verdeeld: CDA is tegen wetgeving terwijl de VVD hiervoor openstaat. Oppositiepartij D66 komt met een initiatiefwetsontwerp, dat de VVD- fractie onder voorwaarden wil steunen, tot grote onvrede van het CDA. Fractieleider De Vries zegt zelfs in het volgende kabinet niet meer met de VVD te willen samenwerken (Vermeulen, 2013). Nijpels besluit uiteindelijk om het D66-voorstel eerst voor te leggen aan de Raad van

19

State. Hierdoor komt het vraagstuk terecht bij het nieuwe kabinet (Bosmans & Van Kessel, 2011).

In aanloop naar de verkiezingen in mei 1986 is duidelijk dat de VVD zetels gaat verliezen. Toch blijft Nijpels optimistisch: hij verwacht dertig zetels binnen te slepen (Vermeulen, 2013). Uiteindelijk wint het CDA er negen zetels bij, en de VVD verliest negen zetels. Dit wordt onder meer aan Nijpels zelf en zijn bravoure-stijl geweten. Tekenend is dat Theo Joekes, die op een onverkiesbaar geachte plek 40 staat, 285.000 voorkeursstemmen krijgt. Hij krijgt zijn stemmen van VVD’ers die genoeg hebben van het zogenoemde ‘Veronica-liberalisme’ van Ed Nijpels (Vermeulen, 2013). Tijdens de fractievergadering van de VVD, op de ochtend na de verkiezingen, uit uitgebreid zijn ongenoegen over de manier waarop Nijpels de fractie bestuurt. Hij heeft van te voren met verschillende VVD-fractieleden gesproken over hun visie op Nijpels’ functioneren. Nijpels accepteert de kritiek van Bolkestein, en er wordt besloten dat hij niet opnieuw fractievoorzitter wordt (Vermeulen, 2013). Dat wordt uiteindelijk . (VVD) wordt vicepremier in het nieuwe kabinet met CDA en VVD: Lubbers II (Bosmans & Van Kessel, 2011). Omdat Nijpels de kritiek van de VVD-fractieleden heeft geïncasseerd, wordt hij wel minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (Vermeulen, 2013).

De verhouding tussen politiek en media Om de verhouding tussen politiek en media in de jaren 80 te begrijpen, is het van belang allereerst kort uiteen te zetten hoe de relatie tussen beide in de decennia daarvoor was. Daarna komt de relatie tussen politiek en media in de jaren 80 aan bod.

Tot begin jaren 60 hadden bijna alle omroepen en kranten sterke banden met grote, levensbeschouwelijke of politieke stromingen. Het sociaaldemocratische dagblad Het Vrije Volk was bijvoorbeeld eigendom van de PvdA en lezers van het liberaal-conservatieve Algemeen Handelsblad stemden hoofdzakelijk op de VVD (Brants & Van Praag, 2006). De media maakten hun artikelen en uitzendingen voor hun eigen katholieke, protestante, liberale, dan wel socialistische achterban. Op deze manier werd gepoogd eenheid binnen de eigen gemeenschap te creëren (Van Vree et al., 2003). De media volgden bij hun berichtgeving bovendien de betekenis die door ‘hun’ politieke partij werd verspreid. Dat leidde ertoe dat de berichtgeving partijdig was: artikelen of items over gebeurtenissen buiten de eigen zuil waren vaak negatief, terwijl gevoelige onderwerpen binnen de eigen zuil meestal onbelicht bleven (Van Praag & Brants, 2014).

Tussen 1960 en 1980 raakten de media steeds meer los van de ‘zuil’ waar zij oorspronkelijk toe behoorden. Tijdens deze periode veranderde ook de houding van de journalistiek tegenover de politiek. Tussen 1960 en 1970 gingen de media zich minder

20 identificeren met een politieke partij, en meer met de samenleving. De journalistiek zag zichzelf steeds meer als ‘waakhond van de samenleving’. Hierbij was met name veel aandacht voor achtergestelde groepen. Ook konden autoriteiten en gezag - waaronder ook de politieke machthebbers - op een steeds kritischere benadering van de journalistiek rekenen (Van Vree et al., 2003). Vanaf 1970 raakten de omroepen en kranten verdeeld in linkse, meer progressieve media, en rechtse, meer conservatieve media. Deze twee kampen hadden gemeen dat ze zich actiever met de politiek gingen bemoeien. De politiek ging mee in deze nieuwe houding van de media: partijen vonden het steeds belangrijker hoe een lijsttrekker op televisie overkwam en publiciteit werd voortaan op strategische momenten gebracht (Van Vree et al., 2003). Halverwege de jaren 80 was het medialandschap dan ook flink veranderd ten opzichte van hoe het er begin jaren 60 uitzag, schrijven Brants en Van Praag (2006). De banden tussen de media en politieke partijen waren zo goed als verdwenen, journalisten waren onafhankelijk geworden en bij de berichtgeving stond informeren en waarheidsvinding voor de publieke zaak sindsdien hoog in het vaandel. Journalisten benaderden politici en politieke partijen met respect, maar wel vanuit een rol als waakhond van de samenleving (Brants & Van Praag, 2006). De media gingen het publiek in deze periode anders benaderen dan tijdens de verzuiling: het publiek werd niet meer bevoogdend aangesproken, maar er werd nieuws geselecteerd dat volgens de media geschikt was om geïnformeerd deel te nemen aan het publieke debat (Van Praag & Brants, 2014).

Als reactie op de steeds kritischere journalistiek veranderde het mediabeleid van de overheid in de jaren 80, zo schrijven Adriaansen en Van Praag (2010). Een belangrijke aanzet hiervoor was volgens de onderzoekers het rapport Heroverwegen Voorlichting Rijksoverheid uit 1984. Hierin worden public relations en voorlichting voor het eerst genoemd als functies van overheidsvoorlichting. Public relations draait om het beïnvloeden van de beeldvorming van een organisatie. Hierbij hoort ook personen adviseren die namens de betreffende organisatie in het openbaar spreken of handelen. Voorlichting heeft als doel om onder burgers draagvlak te creëren voor vastgesteld beleid, bijvoorbeeld door middel van een campagne (Adriaansen & Van Praag, 2010). Dat public relations in de jaren 80 belangrijker werd, blijkt bijvoorbeeld uit de manier waarop politieke partijen in deze periode met televisiedebatten omgingen. Zo schrijft Kaal (2014) dat de VVD Ed Nijpels voor deze debatten coachte met rollenspellen. PvdA-leider Joop den Uyl kreeg op zijn beurt training van communicatiebureau De Beuk om ontspannen over te komen. Hoewel de media in de jaren 60 en 70 waren losgeraakt van de politieke partij uit hun oorspronkelijke zuil, werden ze op een nieuwe manier afhankelijk van de politiek: journalisten kregen meer contact met

21 politici, voorlichters en ambtenaren over nieuws en de manier waarop dit werd geïnterpreteerd (Van Vree et al., 2003).

Dat de journalistiek zich meer ging bemoeien met de politiek, en de politiek meer controle wilde uitoefenen op de journalistiek, werd onder meer veroorzaakt door het groeiende aantal journalisten in de jaren 80 (Van Vree et al., 2003). In 1989 werd, zoals al kort genoemd, de commerciële televisie geïntroduceerd, waardoor de concurrentie tussen media onderling toenam (Van Praag & Brants, 2014). Ook de Haagse politiek zelf gaf aanleiding voor de uitdijende groep journalisten: er werd in deze periode steeds meer en langer vergaderd, er werden meer moties ingediend en Kamervragen gesteld, de parlementaire enquête werd opnieuw ingevoerd en Den Haag telde steeds meer ambtenaren. Om die reden kregen journalisten binnen Den Haag vaker een specifiek onderwerp of departement aangewezen om te volgen (Van Vree et al., 2003).

Door de toegenomen concurrentie tussen media veranderde het karakter van de mediamarkt eind jaren 80 opnieuw. Eerst had deze trekken van een aanbiedersmarkt: de media bepaalden voornamelijk zelf wat zij publiceerden of vertoonden. Maar deze veranderde geleidelijk in een vragersmarkt waarbij journalisten zich begonnen af te vragen wat het publiek leuk, interessant of spannend zou vinden, en hierop probeerden in te spelen. De rol van het publiek werd vanaf eind jaren 80 dus steeds dominanter (Van Praag & Brants, 2014).

De vier kranten in de jaren 80

De Volkskrant De Volkskrant verscheen voor het eerst in 1919 en had zijn oorsprong in de katholieke arbeidersvereniging. Na de Tweede Wereldoorlog, tijdens de jaren 60 en 70, kreeg de krant een progressiever karakter en het publiek bestond steeds meer uit jonge mensen. In deze periode werd ook steeds meer afstand gedaan van het oorspronkelijke, katholieke karakter van de krant. In 1965 verdween bijvoorbeeld de onderkop ‘Katholiek dagblad voor Nederland' (de Volkskrant, 2002).

Vanaf begin jaren 80 onderging de krant opnieuw grote veranderingen. De krant werd in deze periode onafhankelijker, zakelijker en professioneler. Zo verdubbelde de organisatie tussen 1970 en 1987 naar 135 redacteuren (Van Vree, 1996). Ook de oplage groeide flink in dit decennium. In 1980 had de krant een betaalde oplage van 236.900, tien jaar later was dat 331.100 (Van Vree, 1996). Inhoudelijk gezien werd de krant veelzijdiger, informatiever en pluriformer. Er werd over steeds meer gebieden bericht en het aantal rubrieken groeide. De Volkskrant ontwikkelde zich in deze periode tot een kwaliteitskrant, naast NRC Handelsblad, dat zichzelf al onder deze noemer schaarde. Toch waren de kranten nog steeds verschillend.

22

De Volkskrant richtte zich met name op een jong, hoog opgeleid publiek dat stemde op veelal progressieve partijen, en dat werkte in minder harde economische sectoren. NRC Handelsblad was meer een krant is voor academisch opgeleiden, met verschillende politieke voorkeuren. De verschillen wat betreft lezerspubliek waren ook terug te zien in de stijl van de kranten. Waar de Volkskrant ernaar streefde zo toegankelijk mogelijk te schrijven, deinsde NRC Handelsblad minder snel terug voor ingewikkelde artikelen (Van Vree, 1996).

Jan van der Pluijm was tot 1982 hoofdredacteur van de Volkskrant. Hij werd in dat jaar opgevolgd door Harry Lockefeer, die deze rol tot 1995 vervulde (Wikipedia, z.d.-a).

NRC Handelsblad NRC Handelsblad ontstond in 1970 uit een fusie tussen twee liberale kranten: het Algemeen Handelsblad (opgericht in 1828) en de Nieuwe Rotterdams(ch)e Courant (opgericht in 1844). De twee kranten verkeerden eind jaren 60 in financieel zwaar weer, waarna tot een fusie werd besloten. Bij de oprichting werden de beginselen van de krant vastgelegd. Belangrijk bij het maken en redigeren van de artikelen is allereerst een liberale en onafhankelijke houding. Hierbij moet eerbied zijn voor het individu, en verdraagzaamheid, redelijkheid en openheid zijn belangrijke uitgangspunten (NRC Handelsblad, z.d.).

Begin jaren 80 was André Spoor hoofdredacteur van NRC Handelsblad. In 1983 droeg hij het stokje over aan Wout Wolz, die tot 1990 hoofdredacteur zou blijven (NRC Handelsblad, z.d.). Zoals hierboven al genoemd was NRC Handelsblad in de jaren 80 een krant voor de academisch opgeleiden, met vaak ingewikkelde artikelen (Van Vree, 1996). De schrijfstijl van de krant was een van onderwerpen waar hoofdredacteur Wolz zich op stortte. Hij vond dat NRC Handelsblad ‘te institutioneel’ was ingesteld, en wilde daarom de verslaggeverij versterken (Blokker & Van Zwol, 1992). In de periode dat Wolz hoofdredacteur was, had NRC Handelsblad 175 redacteuren (Blokker & Van Zwol, 1992). De oplage van de krant steeg sterk in de jaren 80: de krant had in 1980 een betaalde oplage van 131.586, in 1990 was dit 232.800 (Van Vree, 1996).

Het Vrije Volk Het Vrije Volk werd opgericht in 1900 als partijblad van de Sociaal Democratische Arbeiderspartij (SDAP). Destijds was de naam nog Het Volk. Verheffing van de arbeidersklasse was een belangrijk thema in de berichtgeving. Na de Tweede Wereldoorlog ging de krant verder onder de naam Het Vrije Volk en werd het voorheen socialistische karakter van de krant ingeruild voor een sociaaldemocratisch karakter (Wikipedia, z.d.-b). Het Vrije Volk groeide uit tot grootste krant van Nederland in 1956 en 1957 (Maandag & Robijns, 1991). Echter, nadat het rooms-rode kabinet Drees III in 1958 was gevallen en de PvdA in 1967 de verbinding met de krant verbrak, daalden de abonneecijfers steeds verder.

23

Begin jaren 70 waren de redacties in Amsterdam, en verdwenen of overgenomen, en zat Het Vrije Volk alleen nog in . Sindsdien richtte de krant zich dan ook meer op de regio Rotterdam (Maandag & Robijns, 1991).

In de jaren 80 ging het nog steeds slecht met Het Vrije Volk. Om die reden ging de krant in 1984 een commerciële samenwerking aan met het Rotterdams Nieuwsblad. Ook dat baatte niet. In 1984 was de gezamenlijke oplage van de kranten 180.000, in 1990 was die 137.000 (Maandag & Robijns, 1991). In deze periode was Herman Antonius Wigbold hoofdredacteur. Hij probeerde de krant - tevergeefs - te redden door de redactie te herorganiseren en te experimenteren met nieuwe indelingen, koppen en rubrieken. De krant behield in deze periode - ondanks de dalende abonneecijfers - haar landelijke blik (Maandag & Robijns, 1991). Hoewel de relatie tussen Het Vrije Volk en de PvdA was verbroken, kwam de krant niet meer van het imago van arbeiderskrant af. Uiteindelijk ging de krant in 1991 op in het Rotterdams Dagblad (Maandag & Robijns, 1991).

De Telegraaf De eerste editie van De Telegraaf kwam uit in 1893. Tot in de jaren 70 van de 20e eeuw stond de krant bekend als een ‘onfris schandaalblad’ of ‘driftig vechterskrantje’ (Wolf, 2009). Vanaf begin jaren 80 veranderde de krant echter van karakter. De krant werd in die periode rustiger en begon de berichtgeving meer af te stemmen op het lezerspubliek, dat groot én heterogeen was. Want van de vier geanalyseerde kranten had De Telegraaf in de jaren 80 veruit de grootste oplage. In 1980 was de oplage 734.690, in 1990 was deze 761.600 (Van Vree, 1996).

Dat De Telegraaf in de jaren 80 minder snel de neiging had tot ‘schoppen’ dan voorheen had onder meer te maken met de politieke situatie (Wolf, 2009). Het rechtse karakter van de krant paste immers goed bij de kabinetten uit de jaren 80: onder andere Lubbers I en II (beide met CDA en VVD). De veranderingen binnen de hoofdredactie werkten versterkend ten opzichte van de meer voorzichtige koers. Begin jaren 80 was de redactiecultuur onder hoofdredacteur Henri Goeman Borgesius nog erg los. Dit kwam het hanteren van journalistieke principes als hoor-en-wederhoor niet ten goede en leidde verschillende keren tot blunders in de krant. Onder leiding van Hans de Haas werd de krant vanaf 1985 behoedzamer. Typerend zijn ook de verschillen tussen de politieke analyses van Jacques Fahrenfort in de jaren 70 en die van Kees Lunshof in de jaren 80. Waar Fahrenfort geregeld scherp uithaalde naar politici, stonden de analyses van Lunshof bekend om een afgewogen oordeel (Wolf, 2009).

24

Methode Hierna wordt toegelicht hoe antwoorden zijn gevonden op de hoofdvraag (Hoe is Ed Nijpels geframed in NRC Handelsblad, de Volkskrant, De Telegraaf en Het Vrije Volk in de jaren 1982 tot en met 1986?) en de bijbehorende deelvragen. Er wordt aandacht besteed aan de samenstelling van het corpus met artikelen uit NRC Handelsblad, de Volkskrant, De Telegraaf en Het Vrije Volk, en de frameanalyse die hierop is toegepast.

Methodologie Om de hoofdvraag en deelvragen te beantwoorden is een inductieve, kwalitatieve inhoudsanalyse uitgevoerd op een corpus van artikelen uit vier verschillende kranten. Dit houdt in dat het materiaal met een ‘open geest’ (Van Gorp, 2006, pp. 251) is geanalyseerd en geïnterpreteerd, om zo een aantal frames vast te stellen. Voor deze methode is gekozen omdat deze het mogelijk maakt nieuwe frames te ontdekken, het ontstaan van deze frames te bestuderen en na te gaan of bestaande frames in de literatuur voor dit onderzoek relevant zijn (Van Gorp, 2007). Er is niet gekozen voor een deductieve inhoudsanalyse omdat dan het risico bestaat dat sommige frames niet wordt ontdekt. Bij een deductieve methode wordt namelijk alleen gekeken naar een aantal - vooraf vastgestelde - frames (Van Gorp, 2006), en het is onzeker of deze toereikend zijn voor framing van politici. De bestaande frames komen namelijk vrijwel uitsluitend voor in onderzoek naar framing van gebeurtenissen.

Met de inductieve kwalitatieve inhoudsanalyse zijn alle beschrijvingen van Nijpels bestudeerd, om op die manier de framing zo goed mogelijk in kaart te brengen (Van Gorp, 2006). Uiteindelijk is - door datareducerende codering (Koetsenruijter & Van Hout, 2014) en categorisering - een aantal hoofdframes bepaald.

Het corpus Voordat de frameanalyse kon worden uitgevoerd, moest eerst het corpus worden bepaald. Er is een selectie gemaakt van artikelen over Ed Nijpels die verschenen in NRC Handelsblad, de Volkskrant, De Telegraaf en Het Vrije Volk. Qua periode werd het jaar 1982 tot en met het jaar 1986 aangehouden. Nijpels was fractievoorzitter van april 1982 tot juli 1986. De maanden hiervoor en hierna zijn ook meegenomen in de analyse om na te gaan of de twee genoemde momenten een verandering qua framing teweegbrachten. Uit het krantenoverzicht van Delpher - de online databank die wordt gebruikt voor dit onderzoek - bleek dat de jaargangen 1982 tot en met 1986 van NRC Handelsblad, de Volkskrant, De Telegraaf en Het Vrije Volk compleet aanwezig zijn (Delpher, z.d.-a). Dit was belangrijk, aangezien met dit onderzoek werd gepoogd een zo volledig mogelijk beeld te krijgen van de framing van Ed Nijpels.

25

In eerste instantie was het de bedoeling om artikelen uit het Algemeen Dagblad te analyseren, in plaats van artikelen uit Het Vrije Volk. Echter, het Algemeen Dagblad bleek nog niet beschikbaar in Delpher. Omdat bij een globale zoekpoging naar artikelen over Ed Nijpels in Delpher bleek dat Het Vrije Volk ongeveer evenveel resultaten had als NRC Handelsblad, de Volkskrant en De Telegraaf, is ervoor gekozen om het Algemeen Dagblad te vervangen door Het Vrije Volk.

Een andere reden om voor deze krant te kiezen, is dat bij de samenstelling van het corpus werd gepoogd om zowel ‘kwaliteitskranten’ als ‘populaire kranten’ op te nemen. NRC Handelsblad en de Volkskrant worden als kwaliteitskranten getypeerd, en De Telegraaf als een populaire krant (Bakker & Scholten, 2011). Het onderscheid tussen kwaliteitskranten en populaire kranten houdt in dat kwaliteitskranten meer (politieke) informatie brengen en populaire kranten meer amusement (Bakker & Scholten, 2011). Het Vrije Volk is uiteindelijk opgegaan in het Algemeen Dagblad, dat ook wordt geschaard onder de populaire kranten (Bakker & Scholten, 2011). Op basis hiervan is aangenomen dat Het Vrije Volk zich op het spectrum van kwaliteitskranten en populaire kranten aan de populaire kant bevindt.

Dat het corpus uit twee kwaliteitskranten en twee populaire kranten bestaat, was van belang omdat in dit onderzoek onder andere werd gekeken naar het verschil in framing tussen kwaliteitskranten en populaire kranten. Semetko en Valkenburg (2000) constateerden bij hun onderzoek naar nieuwsframes in berichtgeving rondom de Eurotop in Amsterdam in 1997 vooral verschillen in framing tussen populaire media en kwaliteitsmedia. Ook Peeters (2018) zag een verschil in framing tussen populaire media en kwaliteitsmedia: de negatieve frames kwamen vooral voor in de populaire kranten, de positieve in kwaliteitskranten. En ook onderzoek naar personalisering laat zien dat het onderscheid tussen kwaliteitskranten en populaire kranten een verschil kan opleveren. Zo ontdekten Vliegenthart et al. (2011) dat de mate van personalisering in De Telegraaf hoger was dan in NRC Handelsblad en de Volkskrant. Dit onderzoek beoogt bij te dragen aan de kennis over de verschillen tussen framing in kwaliteitsmedia en in populaire media.

De artikelen voor het corpus zijn zoals gezegd gevonden in Delpher, een online databank voor onder meer kranten van 1618 tot 1995. In deze databank is gezocht met behulp van de zoekterm ‘Nijpels’. Voor deze zoekterm werd gekozen omdat hiermee ook resultaten met ‘Ed Nijpels’ zouden worden gevonden. Natuurlijk is het ook mogelijk dat Ed Nijpels in een artikel is aangeduid met ‘Ed’, ‘Edje’ of een andere benaming. De verwachting was dat in die gevallen elders in het artikel zijn achternaam werd genoemd, waardoor deze artikelen alsnog zouden worden gevonden. Echter, het risico dat artikelen over Ed Nijpels niet zijn gevonden omdat zijn achternaam hierin niet voorkomt, is aanwezig. Helaas was het

26 binnen het tijdbestek van dit onderzoek niet mogelijk om ook te zoeken met bijvoorbeeld ‘Ed’ of ‘Edje’.

Wanneer in Delpher op ‘Nijpels’ werd gezocht, leverde dit ook artikelen op waarin hij slechts in een opsomming met andere Kamerleden voorkomt. Dit soort artikelen zijn niet opgenomen in het corpus. Artikelen die niet helemaal over Nijpels gaan, maar wel zinnen bevatten waarin hij wordt beschreven, zijn wel opgenomen in het corpus.

Delpher bevat scans van kranten, maar dankzij de OCR-software van de website is het ook mogelijk om de afzonderlijke artikelen in tekstvorm te downloaden. Bij dit onderzoek is hiervan gebruikgemaakt om de artikelen op woordniveau te kunnen onderzoeken. Hierbij is het wel belangrijk op te merken dat de OCR-software niet altijd even betrouwbaar is. Op de website van Delpher staat hierover: ‘Wetenschappers hebben ook belang bij een grote nauwkeurigheid van de OCR. Vaak moeten de digitaliserende instellingen keuzes maken. Als we veel willen digitaliseren, kan dat niet altijd op een hoog kwaliteitsniveau’ (Delpher, z.d.-b). Tijdens de samenstelling van het corpus voor dit onderzoek bleek inderdaad dat meerdere artikelen tekstueel incorrect waren. Vaak was echter nog wel herleidbaar wat er eigenlijk moest staan. Wanneer de tekstuele vertaling onduidelijk was, is de bijbehorende scan bekeken om het artikel alsnog te kunnen analyseren. Vanwege de beperkte tijdspanne voor dit onderzoek was het niet mogelijk alle artikelen handmatig over te schrijven.

Het corpus is na een willekeurige selectie tot stand gekomen. Aanvankelijk werd namelijk voor iedere krant ongeveer het viervoudige aan artikelen geschikt bevonden voor een analyse, maar dat was niet haalbaar binnen het tijdsbestek voor dit onderzoek. Er werd gekozen voor een willekeurige selectie van de artikelen, en niet op basis van genre (nieuwsbericht, interview etc.). In alle verschillende genres kan namelijk sprake zijn framing, en de lezer heeft ook toegang tot alle verschillende soorten artikelen. Door alle genres te bestuderen, is gepoogd de framing zo compleet mogelijk in beeld te brengen. Ook columns van vaste columnisten werden meegenomen in de analyse. Columnisten krijgen weliswaar veel vrijheid krijgen bij het schrijven van hun artikelen, maar deze columns bepalen - zeker door de relatief hoge frequentie waarmee deze verschijnen - mede de (politieke) kleur van een krant. Wel zijn ingezonden brieven buiten het corpus worden gehouden omdat eventuele framing in deze artikelen niet aan de krant zelf toe te schrijven is.

Tijdens de willekeurige selectie werden de gevonden artikelen allereerst in twee categorieën verdeeld: artikelen die helemaal over Nijpels gaan en artikelen die gedeeltelijk over Nijpels gaan. Vervolgens werd van elke categorie het vierde artikel geselecteerd. Toen bleven in totaal 291 artikelen over: 78 uit NRC Handelsblad, 68 uit de Volkrant, 74 uit De Telegraaf en 71 uit Het Vrije Volk.

27

Kwalitatieve inhoudsanalyse Om frames te reconstrueren via een kwalitatieve inhoudsanalyse zijn verschillende stappen doorlopen: het verzamelen van de teksten, het open coderen, het axiale coderen, het selectieve coderen en emanatie van frames en het toepassen van de geschiktheidstoets (Van Gorp, 2007). Hierna zal worden toegelicht wat deze stappen inhouden.

Wanneer een journalist een frame toepast, komt dit frame tot uiting in zogenoemde framing devices. Dit zijn tekstuele elementen zoals stereotypen, metaforen, slagzinnen en exemplarische gebeurtenissen (Van Gorp, 2006). Tekstuele elementen die hetzelfde overkoepelende idee ondersteunen, vormen samen een frame package, of framebundel. Een van de gevonden frames binnen dit onderzoek is het mediageile aandachttrekker frame, dat bijvoorbeeld wordt ondersteund door de framing devices ‘behendige mediabespeler’ (de Volkskrant, 3 september 1983) en ‘mediapoliticus’ (De Telegraaf, 15 november 1984). Een framebundel bevat ook zogenoemde reasoning devices. Dit zijn definities, oorzaken, morele uitspraken en oplossingen met betrekking tot het onderwerp, en deze kunnen zowel impliciet als expliciet aanwezig zijn (Van Gorp, 2006). Binnen het mediageile aandachttrekker frame is zo’n reasoning device bijvoorbeeld het oordeel dat dat Nijpels’ hang naar media-aandacht ten koste gaat van het bedrijven van inhoudelijke politiek. Tijdens de kwalitatieve inhoudsanalyse is zowel naar framing devices als naar reasoning devices gezocht.

Eerder is al uitgelegd hoe de artikelen uit de vier kranten zijn verzameld. Deze artikelen zijn gekopieerd uit Delpher en vervolgens in een Word-document geplakt. Bij de analyse - die hierna zal worden toegelicht - is gekeken naar het volledige artikel: kop, lead, intro, middenstuk, slot en eventueel kaders en streamers (tekstuele elementen die relatief groot zijn uitgelicht rondom het artikel). Zoals al eerder genoemd is met dit onderzoek gepoogd een zo compleet mogelijk beeld te krijgen van de framing van Ed Nijpels. Daarom was het van belang het volledige artikel te onderzoeken. Niet-tekstuele elementen zoals afbeeldingen zijn wel buiten beschouwing gelaten omdat de methode zich niet richt op beelden.

Nadat de artikelen in Word waren overgenomen en een willekeurige selectie had plaatsgevonden, volgde het open coderen met behulp van Atlas.ti, een programma voor kwalitatief dataonderzoek. Tijdens het bestuderen van de artikelen, werd gezocht naar elementen in de tekst over Ed Nijpels: de eerder genoemde framing devices. Vervolgens zijn aan deze tekstelementen met behulp van Atlas.ti zelfbedachte codes toegekend.

Daarna zijn de tekstuele elementen axiaal gecodeerd: er werd gezocht naar de overkoepelende ideeën achter de framing devices. Hiervoor werd gekeken naar verschillen en overeenkomsten tussen deze framing devices (Van Gorp, 2007). Afhankelijk van de

28 gevonden verschillen en overeenkomsten werden sommige codes samengevoegd tot één code, of kregen een meer passende naam. In deze fase is ook gekeken naar mogelijke reasoning devices. Ook deze werden geanalyseerd met behulp van codes in de kantlijn.

Door meerdere codes samen te voegen tot één code, bleven er al minder over dan in de fase van het open coderen. Dit waren er echter nog steeds te veel. Daarom werd in de fase van het selectieve coderen en de emanatie van frames gekeken welke codes bij elkaar pasten. Door codes te clusteren ontstonden uiteindelijk een aantal hoofdframes (Van Gorp, 2007). Deze stap werd uitgevoerd door in een Word-document verschillende hoofdframes te onderscheiden en hieronder bijbehorende codes te plaatsen. Zo werden bij dit onderzoek onder het mediageile aandachttrekker frame de codes ‘mediaman’, ‘wil de blits maken’, ‘sterke profileringsdrang’, ‘voert campagne’ en ‘voert toneelstukje op’ geplaatst (zie bijlage 2).

De gevonden hoofdframes moesten aan een aantal criteria voldoen (Van Gorp, 2006). Gedurende de analyse zijn de frames hierop getoetst. Allereerst moesten de gevonden frames met voldoende tekstuele elementen onderbouwd kunnen worden. Daarom is bijgehouden hoeveel framing devices en reasoning devices bij hetzelfde frame horen. Daarnaast moest met behulp van een frame betekenis kunnen worden gegeven aan een specifiek onderwerp. Er moest bijvoorbeeld kunnen worden benoemd wat het probleem is, en wie hiervoor verantwoordelijk is. Ook werd gepoogd de frames zodanig abstract te formuleren dat ze ook ingezet konden worden bij andere onderwerpen. Dit bleek echter niet altijd mogelijk. Een van de gevonden frames is bijvoorbeeld het voorvechter plaatsing kruisraketten frame. Dit frame hangt zo sterk samen met een specifieke discussie gedurende de jaren 80 in Nederland (de eventuele plaatsing van kruisraketten in Woensdrecht), dat dit frame niet snel in framingonderzoek met een ander onderwerp zal worden gevonden. Als vierde criteria moesten de framing devices en reasoning devices bij elkaar passen. De frames moesten daarnaast functioneel zijn: ze moeten helpen bij het verklaren van eventuele variatie en tegenstrijdigheden binnen de framebundel. Ten slotte was het belangrijk dat via de gevonden frames alle spelers in het publieke debat vertegenwoordigd waren (Van Gorp, 2006).

Voor- en nadelen van de methode De inductieve frameanalyse is zoals al kort genoemd heel geschikt om veel verschillende manieren te vinden waarop een kwestie wordt geframed. Echter, aan de methode zijn ook nadelen verbonden. Allereerst is deze vorm van onderzoek erg arbeidsintensief (Van Gorp, 2007). Daarnaast wordt bij een inductieve, kwalitatieve inhoudsanalyse een groot beroep gedaan op het analytisch inzicht en creatief denkvermogen van de onderzoeker (Van Gorp,

29

2007). Dit beroep op het analytisch inzicht en creatief denkvermogen maakt het onderzoek interpretatief. De onderzoeker moet tijdens de analyse veel stappen doorlopen en hierbij steeds beslissingen nemen, waardoor subjectiviteit niet de voorkomen is (Van Gorp, 2006). Dit heeft bovendien als gevolg dat een inductieve, kwalitatieve inhoudsanalyse moeilijk repliceerbaar is (Semetko & Valkenburg, 2000).

Toch is de inductieve methode voor dit onderzoek verkozen boven de deductieve methode. Een risico verbonden aan de deductieve methode - dat de eigenlijke frames niet worden gevonden - werd namelijk als een te groot nadeel beschouwd. Bovendien werd door het stapsgewijze en systematische karakter van de inductieve methode verwacht dat de gevonden frames daadwerkelijk in het corpus zijn vertegenwoordigd (Van Gorp, 2006). Wel is hierbij belangrijk om op te merken dat dit niet per se de enige ware frames zijn (Van Gorp, 2006). Om de betrouwbaarheid van de methode te vergroten, is goed bijgehouden hoeveel codes bij ieder gevonden frame horen. Daarnaast zijn de gevonden frames zoals hiervoor al besproken getoetst aan een aantal criteria. Ten slotte kunnen deze frames in vervolgonderzoek deductief worden getoetst.

30

Resultaten In dit hoofdstuk worden de resultaten van de kwalitatieve inhoudsanalyse besproken. In totaal zijn 291 artikelen uit NRC Handelsblad, de Volkskrant, De Telegraaf en Het Vrije Volk geanalyseerd. Allereerst wordt in een tabel uiteen gezet hoeveel artikelen van iedere krant per jaar zijn meegenomen in de analyse. Vervolgens zal worden ingegaan op de overeenkomsten en verschillen tussen de artikelen en de frames in de vier kranten. Daarna wordt besproken welke frames met behulp van de analysemethode zijn gevonden, waarna deze één voor één aan bod komen. Hierbij wordt uiteengezet wat een frame inhoudt, in welke periode en welke kranten het voorkomt en welke framing devices en reasoning devices het frame ondersteunen. Ook worden voorbeelden gegeven om de gevonden frames mee te illustreren.

De kranten Voor dit onderzoek zijn 78 artikelen uit NRC Handelsblad, 68 artikelen uit de Volkrant, 74 artikelen uit De Telegraaf en 71 artikelen uit Het Vrije Volk geanalyseerd. Wanneer het corpus wordt bestudeerd, valt op dat het aantal artikelen over Nijpels tussen 1982 en 1986 sterk toeneemt. Bij alle kranten verschijnen in 1986 veruit de meeste artikelen over Nijpels. Wel moet bij de toename tussen 1982 en 1986 worden opgemerkt dat het jaar 1985 bij alle kranten een dip vormt. Hieronder is in een tabel weergegeven hoeveel artikelen uit elke krant per jaar zijn geanalyseerd.

1982 1983 1984 1985 1986 Totaal NRC 13 13 17 9 26 78 Handelsblad de 10 10 18 12 18 68 Volkskrant De Telegraaf 11 11 18 11 23 74 Het Vrije 10 14 15 13 19 71 Volk

Wanneer wordt gekeken naar verschillen tussen de kranten, valt allereerst de lengte van de artikelen op. De artikelen in De Telegraaf en Het Vrije Volk zijn vaak korter dan die in NRC Handelsblad en de Volkskrant. Dit hangt samen met de aard van de artikelen. In De Telegraaf en Het Vrije Volk staan vaker korte nieuwsberichten dan in NRC Handelsblad en de Volkskrant. In de Volkskrant en NRC Handelsblad staan meer artikelen die Nijpels uitgebreid portretteren of analyseren. Toch is het niet zo dat dit soort artikelen niet voorkomen in De Telegraaf en Het Vrije Volk. Met name de politiek redacteuren Kees

31

Lunshof, voor De Telegraaf, en Frits van der Poel, voor Het Vrije Volk, schrijven politieke analyses waarin ook Nijpels uitgebreid aan bod komt.

De frames Met behulp van de frameanalyse zijn in totaal vier hoofdframes, één subframe en twee counterframes gevonden. De vier hoofdframes zijn het negatieve falende partijleider frame, het negatieve ruziezoeker frame, het negatieve mediageile aandachttrekker frame en het neutrale voorvechter plaatsing kruisraketten frame. Bij het falende partijleider frame hoort het negatieve subframe té jong. Daarnaast heeft het falende partijleider frame twee counterframes: het counterframe niet alleen Nijpels’ schuld, dat een stuk positiever is over Nijpels, en het counterframe jong en beloftevol, dat Nijpels uitgesproken positief neerzet. Welke codes de gevonden frames ondersteunen, is terug te zien in bijlage 2. In de bijlagen is ook een codeboek opgenomen, waarin te zien hoe vaak een code voorkomt, en in hoeveel kranten (zie bijlage 1).

De codes uit het codeboek zijn niet allemaal gebruikt bij het construeren van de frames. Reden hiervan was dat deze codes niet pasten bij een van de gevonden frames, of dat de framing devices dan wel reasoning devices onder één code te verschillend waren om een eenduidig frame te vormen. En zoals besproken is het van belang dat framing devices en reasoning devices binnen één frame bij elkaar passen (Van Gorp, 2006). Onder de code ‘Brabander’ vallen bijvoorbeeld het veel voorkomende framing device ‘’ (de woonplaats van Nijpels) en een enkele keer ‘carnaval’, maar deze lijken niet per se met elkaar samen te hangen. Ook wordt Nijpels vaak ‘jong’ of ‘een jonge hond’ genoemd, zonder dat duidelijk is of dit positief of negatief bedoeld is. Omdat een negatieve of positieve connotatie ontbrak, waren deze resultaten niet te vangen onder het jong en beloftevol frame of het té jong frame. Zie voor deze resultaten de codes ‘jong’ en ‘jonge hond’ in het codeboek (bijlage 1). Op de volgende pagina zijn de gevonden frames zichtbaar.

32

Wat betreft framing zijn geen grote verschillen te vinden tussen de kranten. De gevonden frames komen in alle vier kranten voor. Ook werd met dit onderzoek geen duidelijk verschil gevonden tussen framing in populaire kranten en framing in kwaliteitskranten. De gevonden frames vormen geen bewijs voor meer personalisering in populaire kranten dan in kwaliteitskranten, zoals Vliegenthart et al. (2011) wel ontdekten. Wanneer wordt gekeken naar resultaten die buiten de gevonden frames vielen, lijkt wel enig onderscheid in personalisering tussen kwaliteitskranten en populaire kranten zichtbaar. Zo schrijft De Telegraaf in vergelijking met andere kranten vaker en uitgebreider over het persoonlijke leven van Ed Nijpels. Deze krant besteedt bijvoorbeeld een apart artikel aan de verjaardag van Nijpels (De Telegraaf, 1 april 1983) en aan het feit dat Nijpels vader wordt (De Telegraaf 6 september 1986). Ook zijn vriendin - en later vrouw - Ingrid Pieters komt regelmatig in artikelen voorbij. Bovendien wordt dan veel persoonlijke informatie over Ingrid gegeven, zoals in het artikel ‘Ed heeft er nog zin in’ (De Telegraaf, 27 november 1984). Hierin vertelt Ed Nijpels dat Ingrid tijdens een vakantie in Turkije ziek is geworden, en dat ze graag hockeyt. In artikelen uit andere kranten komt persoonlijke informatie over Ed Nijpels korter en terloopser aan bod, of wanneer dat politiek relevant is. In Het Vrije Volk komt Ingrid Pieters bijvoorbeeld voor in een artikel over de commotie die is ontstaan nadat Nijpels haar heeft benoemd tot zijn secretaresse. Dit wordt namelijk gezien als nepotisme (Het Vrije Volk, 17 mei 1983).

33

Dat negatieve framing meer aanwezig is in populaire kranten dan in kwaliteitskranten, zoals Peeters (2018) ontdekte, komt ook niet uit dit onderzoek naar voren. Wel valt op dat het negatieve falende partijleider frame veruit het meest aanwezig is in de Volkskrant, terwijl NRC Handelsblad hier de een-na-laagste score heeft. Ook het negatieve subframe té jong komt het sterkst naar voren in de Volkskrant en het minst sterk in NRC Handelsblad. Daarentegen komt het counterframe jong en beloftevol juist het meest voor in NRC Handelsblad, en het minst in de Volkskrant. Wanneer wordt gekeken naar deze drie frames zet NRC Handelsblad Nijpels dus veel positiever neer dan de Volkskrant. Wat betreft De Telegraaf en Het Vrije Volk is bij de frames falende partijleider, té jong en jong en beloftevol geen voorkeur voor positieve of negatieve framing waarneembaar.

Daarnaast zijn alle gevonden frames sterker aanwezig tijdens het fractievoorzitterschap van Nijpels dan voor en na deze periode. Het falende partijleider frame en het subframe té jong komen vooral in 1985 en de eerste helft van 1986 voor. Het bijbehorende counterframe niet helemaal Nijpels’ schuld is met name aanwezig rondom de verkiezingen in 1986, waarbij de VVD zetels verliest. Het andere counterframe, jong en beloftevol frame, is vindbaar vanaf de eerste maanden van 1982 en is vooral aanwezig rondom Nijpels’ verkiezing tot fractievoorzitter en de verkiezingen in september 1982. Dit counterframe zwakt in 1983 af. Het ruziezoeker frame en mediageile aandachttrekker frame zijn allebei halverwege 1982 voor het eerst zichtbaar. Deze komen vervolgens gedurende de hele kabinetsperiode voor en zwakken af wanneer Nijpels is afgetreden als fractievoorzitter. Ten slotte komt het voorvechter plaatsing kruisraketten frame veruit het meest voor in het jaar 1984 - wanneer de discussie over kruisraketten op zijn hoogtepunt is - maar ook een paar keer in de laatste maanden van 1983, in 1985 en 1986. Op de volgende pagina is globaal weergegeven wanneer welke frames opkomen, en weer verdwijnen.

34

De frameanalyse

Falende partijleider Met het falende partijleider frame wordt Nijpels neergezet als een partijleider die veelvuldig blundert, onbesuisde en voorbarige uitspraken doet, niet weet om te gaan met de vele VVD- affaires, leiderschapskwaliteiten ontbeert, harde kritiek krijgt van zijn eigen VVD en ook onder kiezers steeds minder populair wordt. Het falende partijleider frame is niet in alle onderzochte jaren duidelijk aanwezig. Vanaf halverwege 1982 duikt het af en toe op, maar pas vanaf het najaar van 1984 is het frame veelvuldig in de artikelen vindbaar. Het falende partijleider frame komt in alle kranten veel voor, maar is veruit het sterkst aanwezig in de Volkskrant. Daarna volgen De Telegraaf, NRC Handelsblad en als laatste Het Vrije Volk.

Nijpels wordt in de kranten neergezet als een partijleider die politieke blunder na politieke blunder maakt. Met name in de Volkskrant wordt hij zo geframed. Binnen dit gedeelte van het falende partijleider frame passen framing devices als ‘fouten’ (De Telegraaf, 13 augustus 1985), ‘blunders’ (de Volkskrant, 24 november 1984), ‘zeperd’ (de Volkskrant, 10 maart 1986), ‘faux pas’ (Het Vrije Volk, 12 maart 1986), ‘brokkenmaker’ (Het Vrije Volk,

35

13 december 1986) en ‘geklungeld’ (NRC Handelsblad, 15 november 1985). In het volgende voorbeeld komt goed naar voren dat Nijpels aan de lopende band fouten zou maken:

‘Maar vanaf het begin van de huidige kabinetsperiode wordt het optreden van Nijpels getekend door blunders en fouten waarvan het gesol met het ministerschap van Binnenlandse Zaken een triest hoogtepunt is.’ (De Telegraaf, 11 maart 1986)

Bij het beeld van Nijpels als brokkenmaker passen negatieve eigenschappen die aan hem worden toegeschreven. Hij zou bijvoorbeeld ‘onbesuisd’ (De Telegraaf, 15 november 1984), ‘onbezonnen’ (NRC Handelsblad, 19 april 1983) en ‘wild’ (NRC Handelsblad, 2 februari 1985) handelen, en voorbarige uitspraken doen (oa. de Volkskrant, 9 november 1984).

Daarnaast komt in de artikelen naar voren dat Nijpels geen succesvolle leider is: hij zou er niet in slagen de eenheid binnen de VVD te bewaren, hij zou niet goed weten om te gaan met de vele affaires binnen de VVD, en de VVD-ministers zouden zijn gezag niet accepteren. Uit het fragment hierna blijkt dat Nijpels geen antwoord heeft op de problemen binnen de VVD. Bovendien toont de zin ‘ik ben dè VVD-leider’ dat Nijpels ondertussen krampachtig probeert om de macht in handen te krijgen:

‘Affaire stapelt zich op affaire. De paniek slaat toe. Nijpels –“ik ben dè VVD-leider”- krijgt geen greep op de zaak.’ (Het Vrije Volk, 7 maart 1985)

Zie ook het volgende voorbeeld, dat de relatie tussen Nijpels en de VVD-ministers toont:

‘Dat Nijpels de VVD-ministers aan een touwtje heeft, zoals hij in het begin van zijn carrière opmerkte, is nooit waar geweest. Nu lijkt het andersom. Met name Korthals Altes heeft Nijpels aan een touwtje.’ (Het Vrije Volk, 1 maart 1986)

In bovenstaande twee fragmenten komt impliciet een reasoning device naar voren. In deze, maar ook in andere fragmenten, wordt steeds weer benoemd dat Nijpels niet de leiding heeft over de VVD-fractie en VVD-ministers. De aandacht hiervoor is verklaarbaar vanuit de onderliggende gedachte dat Nijpels als fractievoorzitter wel de leiding zou moeten hebben. Het is dan ook mogelijk dit idee expliciet te maken in bijvoorbeeld het eerste fragment: ‘Nijpels -"ik ben dè VVD-leider"- krijgt geen greep op de zaak, terwijl hij deze wel zou moeten hebben.’ De betekenis van de zin blijft vrijwel hetzelfde, de onderliggende gedachte is alleen van impliciet expliciet geworden. Het idee dat een politicus leiderschapskwaliteiten moet hebben, leeft ook bij Nederlandse kiezers, zo blijkt uit het onderzoek van Enzlin (1998). Dit idee lijkt dus sterk aanwezig te zijn in de Nederlandse cultuur, en dat kan verklaren waarom media aandacht besteden aan het leiderschap van Nijpels.

36

Over Nijpels wordt ook vaak gezegd dat hij steeds minder populair wordt, zowel bij zijn eigen partij als bij de kiezers. De positie van Nijpels zou wankelen (De Telegraaf, 15 november 1984), hij zou zijn aantrekkingskracht op jonge kiezers hebben verloren (de Volkskrant, 26 januari 1985) en hij zou het slecht doen in de peilingen (Het Vrije Volk, 27 maart 1986). Voor de kritische geluiden over Nijpels in de VVD zelf worden framing devices gebruikt zoals ‘kritiek’ (De Telegraaf, 24 mei 1986), ‘onbehagen’ (de Volkskrant, 31 mei 1986) en ‘ongenoegen’ (Het Vrije Volk, 17 mei 1983). Uiteindelijk besluit Nijpels in mei 1986 - onder druk van de VVD-fractie - om terug te treden als fractievoorzitter. In deze periode wordt onder andere gesproken over ‘de politionele actie tegen Nijpels’ (Het Vrije Volk, 31 mei 1986), ‘de coup tegen Nijpels’ (NRC Handelsblad, 28 mei 1986) en ‘koningsmoord (lees: Nijpels)’ (De Telegraaf, 31 juli 1986). De kritiek van de VVD op Nijpels heeft in deze periode volgens de berichtgeving dus hardere vormen aangenomen. De vergelijking van het terugtreden van Nijpels met een koningsmoord komt niet alleen in De Telegraaf voorbij, maar ook in NRC Handelsblad:

‘Toen informateur De Koning met zijn werk begon gaf de VVD al met al het toneel te zien van een nogal bloederig slagveld met Nijpels in een rol die vergelijkingen met Shakespeareaanse koningsdrama's mogelijk maakte. Andere VVD’ers moesten zich met Brutus of Cassius laten vergelijken.’ (NRC Handelsblad, 16 juni 1986)

In bovenstaand fragment worden de gebeurtenissen bij het terugtreden van Nijpels als fractievoorzitter vergeleken met de gebeurtenissen uit het toneelstuk Julius Caesar van William Shakespeare. In dit toneelstuk - dat zich in 44 voor Christus afspeelt - smeden Romeinse senatoren een complot tegen de Romeinse generaal Julius Caesar. Zij vinden dat hij te machtig is geworden. Marcus Brutus - een vooraanstaande Romeinse edelman en goede vriend van Caesar - doet, aangemoedigd door Cassius, mee aan het complot. Uiteindelijk vermoorden de samenzweerders Caesar (Wikipedia, z.d.-c). De vergelijking van de gebeurtenissen bij het terugtreden van Nijpels met dit toneelstuk bestaat eruit dat een gedeelte van de VVD-fractieleden in het geheim met elkaar zou hebben overlegd over het functioneren van Nijpels, om gezamenlijk na de verkiezingsuitslag harde kritiek op hem te uiten (Vermeulen, 2013).

Na de aankondiging dat hij zal terugtreden als fractievoorzitter wordt Nijpels in de kranten neergezet als de beschadigde, gevallen leider. Een framing device dat regelmatig terugkomt is ‘de val van Nijpels’ (oa. NRC Handelsblad, 28 november 1986). Ook wordt hij genoemd in combinatie met termen als ‘beschadigd’ (de Volkskrant, 2 augustus 1986),

37

‘verzwakt’ (De Telegraaf, 2 juni 1986) en ‘vleugellam’ (de Volkskrant, 31 mei 1986). Ook in het volgende fragment wordt Nijpels geframed als een zieke:

‘Het CDA kijkt in die situatie de andere kant op en de oppositie lust hem rauw. Een veto van Lubbers zou echter betekenen dat het VVD-kaartenhuis opnieuw in elkaar stort. Voorlopig dus maar even kalm aan, de patiënt is nog wat zwakjes.’ (NRC Handelsblad, 28 juni 1986)

Té jong (subframe) Het té jong frame vormt een subframe bij het falende partijleider frame. Hiermee wordt Nijpels geframed als een politicus die nog niet genoeg ervaring heeft opgedaan om een goede partijleider te zijn. Dit frame vormt een subframe bij het falende partijleider frame omdat het falen van Nijpels vaak in verband wordt gebracht met zijn leeftijd.

Het té jong frame komt - net als het falende partijleider frame - vooral voor in de jaren 1985 en 1986. Het is ook een enkele keer vindbaar in december 1982, in 1983 en 1984. De leeftijd van Nijpels krijgt in de loop der tijd dus steeds vaker een negatieve connotatie. Het té jong frame is vooral te vinden in de Volkskrant, gevolgd door Het Vrije Volk en De Telegraaf. In NRC Handelsblad komt het frame het minst voor.

Om duidelijk te maken dat Nijpels eigenlijk nog niet klaar is voor het fractievoorzitterschap, wordt in de kranten meerdere keren gebruikgemaakt van beeldspraak. Zo wordt over hem gezegd: ‘een mooie fles wijn, maar helaas te vroeg opengetrokken’ (de Volkskrant, 16 maart 1985). In Het Vrije Volk wordt een uitspraak van VVD’er Molly Geertsma over Nijpels aangehaald: ‘Nijpels is doodgewoon te vroeg in het politieke diepe gegooid’ (Het Vrije Volk, 7 maart 1985). Ook wordt in verschillende kranten gesproken over de ‘rijpheid’ van Nijpels voor het vak van fractievoorzitter. Zo zegt (alweer) Molly Geertsma in de Volkskrant: ‘Hij heeft niet op elk punt de rijpheid die voor dat vak vereist is’ (de Volkskrant, 20 juli 1985). En een jaar later schrijft de Volkskrant opnieuw over deze ‘rijpheid’:

‘Zo is er reden tot afgrondelijke verbazing, wanneer top-VVD'ers Nijpels „ons grootste politieke talent” noemen, die even „de luwte” van het ministerschap moet opzoeken. Wellicht zelfs met het oog op meer gerijpt leiderschap.’ (de Volkskrant, 26 mei 1986)

Uit het zinsdeel ‘met oog op meer gerijpt leiderschap’ blijkt dat Nijpels op het moment van schrijven nog niet als ‘rijp’ voor de functie van fractievoorzitter wordt gezien.

Voor het té jong frame worden ook framing devices gebruikt die gerelateerd zijn aan kinderlijkheid. Zo wordt Nijpels onder andere ‘onbezonnen schooljongen’ (De Telegraaf, 31 augustus 1985), ‘overjarige scholier’ (Het Vrije Volk, 24 mei 1986) en ‘een blaag’ (de

38

Volkskrant, 16 maart 1985) genoemd. ‘Blaag’ betekent volgens het Van Dale online woordenboek ‘(lastig, brutaal), kind’ (Van Dale, z.d.-a). Daarnaast worden in de artikelen eigenschappen van de VVD-fractievoorzitter benoemd die verband houden met kinderlijkheid. Zo zegt premier Lubbers over Nijpels in De Telegraaf:

‘Soms vind ik hem charmant naïef, soms onmogelijk naïef. Dan zegt en wil hij dingen die echt niet kunnen.’ (De Telegraaf, 26 november 1983)

De eigenschap ‘naïef’ is te relateren aan kinderen en kinderlijkheid. Kinderen worden bijvoorbeeld vaak ‘naïef’ gevonden. En niet voor niets komt ‘naïef’ soms voor in combinatie met het bijwoord ‘kinderlijk’: ‘kinderlijk naïef’. In bovenstaand citaat wordt dus niet expliciet benoemd dat Nijpels kinderlijk zou zijn, maar het woord ‘naïef’ heeft wel die bijbetekenis.

Ook in het fragment hierna wordt Nijpels duidelijk neergezet als een politicus die (nog) te jong is voor het fractievoorzitterschap. In dit fragment komt de (inmiddels overleden) striptekenaar Peter van Straaten aan het woord, die iets vertelt over zijn ontmoeting met Ed Nijpels. Uit het fragment blijkt dat Van Straaten te doen heeft met Nijpels omdat hij het op dat moment politiek gezien moeilijk heeft. Van Straaten zegt aan het einde van het fragment over Nijpels: ‘Ach… jongen ga toch lekker in Bergen op Zoom hoepelen.’ In deze zin wordt Nijpels allereerst vergeleken met een kind door gebruik van het woord ‘jongen’. Ook de hobby ‘hoepelen’ - die vooral door kinderen wordt beoefend - past hierbij. Bergen op Zoom is ten slotte de woonplaats van Nijpels. Van Straaten zegt dus indirect dat Nijpels beter terug kan gaan naar Bergen op Zoom - in plaats van fractievoorzitter zijn in Den Haag. Zie hieronder het fragment:

‘Van Straaten is het pas overkomen dat hij voor een camera met Ed Nijpels in gesprek kwam. “Ik ben die uitzending bewust vergeten, want ik had zó met hem te doen. Dat is helemaal verkeerd voor een politiek tekenaar. Ik vond het zo’n schat.” Opland: “Ja? Om over 't koppie te aaien?” Van Straaten: „Ach ... jongen ga toch lekker in Bergen op Zoom hoepelen. Hij had het zo moeilijk.”’ (de Volkskrant, 17 mei 1986)

Uit bovenstaand fragment komt ook een reasoning device binnen het té jong frame naar voren. Zoals besproken wordt Nijpels te jong gevonden voor het fractievoorzitterschap. Hieraan ligt de gedachte ten grondslag dat je niet zomaar politicus wordt: daarvoor moet je eerst een bepaalde leeftijd hebben bereikt. Deze gedachte vloeit mogelijk voort uit de realiteit: volgens Zoonen (2005) is een doorsnee politicus een witte man, met een leeftijd ergens tussen de 48 en 70 jaar. Nijpels is wat betreft zijn leeftijd dus een outsider, wat de aandacht hiervoor kan verklaren.

39

Niet alleen Nijpels’ schuld (counterframe 1) Het niet alleen Nijpels’ schuld frame is een tegenhanger van het falende partijleider frame. Dit counterframe wordt ingezet om te benadrukken dat niet alleen Nijpels ergens schuld aan heeft, of dat de oorzaak van een (politieke) fout buiten hem ligt. Het wordt vooral gebruikt om duidelijk te maken dat naast Nijpels ook VVD-fractieleden en VVD-ministers fouten hebben gemaakt.

Het niet alleen Nijpels’ schuld frame is vooral vindbaar rondom de verkiezingen in mei 1986, wanneer VVD 10 zetels verliest ten opzichte van de verkiezingen in 1982. Hier komt het frame voor wanneer wordt gesproken over de kritiek van de VVD-ministers en VVD- fractieleden op Nijpels. Ook komt het een aantal keer in 1982 en 1985 voor. Eind 1982 wordt het frame gebruikt na onder meer de affaire Schwietert - hierover later meer. In 1985 komt het frame voor na de affaire rondom de uitreiking van de P.C. Hooftprijs, die in het contexthoofdstuk aan bod is gekomen. Hierbij weigert minister Eelco Brinkman (CDA) de P.C Hooftprijs uit te reiken aan schrijver Hugo Brandt Corstius. Nijpels gaat hiermee akkoord, maar daarna blijkt dat een deel van de VVD-fractie wil dat de prijs wel wordt uitgereikt, met de nodige commotie als gevolg (Vermeulen, 2013). In maart 1986 is het frame ook aanwezig. Aanleiding hiervoor is een rapport van de Algemene Rekenkamer waarin kritiek wordt geuit op een declaratie van één Kamerlid voor ongeveer 10.000 euro aan taxikosten tijdens de formatie in 1982. Dit Kamerlid blijkt Nijpels te zijn (oa. de Volkskrant, 26 maart 1986). Rondom de drie genoemde affaires wordt het niet alleen Nijpels’ schuld frame ingezet om hem als het ware in bescherming te nemen tegen de kritiek die hij te verduren krijgt.

Opvallend is dat het niet alleen Nijpels’ schuld frame - net als het falende partijleider frame - het sterkst aanwezig is in de Volkskrant. Deze krant zet Nijpels dus enerzijds negatief neer en plaatst anderzijds af en toe de nuancering dat niet alleen Nijpels fouten maakt of heeft gemaakt. In De Telegraaf komt het frame net zo veel voor als in de Volkskrant. In Het Vrije Volk en NRC Handelsblad is het minder vertegenwoordigd.

Framing devices die binnen dit frame passen, zijn onder andere ‘niet de enige die verantwoordelijk is’ (Het Vrije Volk, 31 mei 1986), ‘zelden direct bij betrokken’ (de Volkskrant, 16 maart 1985), ‘de schuld is over veel schouders gedrapeerd’ (de Volkskrant, 31 mei 1986) en ‘hij draait ook op’ (de Volkskrant, 2 maart 1985). Het fragment dat hierna wordt besproken, is een relatief vroeg voorbeeld van het niet alleen Nijpels’ schuld frame. Het komt uit een interview met Nijpels in de Volkskrant van 30 november 1982 waarin wordt gesproken over een aantal ‘affaires’ in de weken daarvoor. In het artikel wordt Nijpels bevraagd over zijn verantwoordelijkheid voor deze affaires. In zijn antwoord gaat Nijpels in op een van de affaires, de affaire Schwietert: nadat Charles Schwietert (VVD) is benoemd

40 als staatsecretaris van Defensie, blijkt dat hij heeft gelogen over zijn titel als doctorandus en over zijn functie als luitenant in diensttijd. Drie dagen na zijn benoeming treedt Schwietert af (Gulmans & Van Run, 2010). Nijpels zegt in het interview in de Volkskrant over deze affaire dat niet alleen hijzelf hieraan schuldig is:

‘Is dit soort dingen te vermijden? “Je kunt geen absolute garanties geven dat ze niet meer zullen voorkomen. Je hebt niet alles in de hand, zo is mij gebleken. Het is niet zo dat bij voorbeeld de voordracht van Schwietert voor het staatssecretariaat op Defensie zou zijn voortgekomen uit mijn haast de formatie maar zo snel mogelijk te laten verlopen. Die naam was al in de weken daarvoor gevallen. Bovendien hebben we er in de VVD in dat laatste etmaal met z’n vijven (Nijpels zelf, Van Aardenne, fractie-voorzitter in de Eerste Kamer Zoutendijk, Nijpels' vice-voorzitter in de fractie Evenhuis en per telefoon ook partij-voorzitter Kamminga) over gesproken. We waren het helemaal eens over het definitieve namen-lijstje, waarvoor ik uiteraard wel een eerste verantwoordelijkheid had.”’ (de Volkskrant, 30 november 1982)

Het frame komt zoals gezegd veel voor rondom de verkiezingen in mei 1986, als reactie op de kritiek vanuit de VVD op Nijpels. Ook in een column van Leo Derksen in De Telegraaf uit deze periode komt het niet alleen Nijpels’ schuld frame naar voren. De column gaat over VVD-fractielid Theo Joekes, een van de felste critici van Nijpels. Zoals besproken in het contexthoofdstuk staat Joekes tijdens de verkiezingen van 1986 laag op de kieslijst (plek 40), maar krijgt 285.000 voorkeursstemmen. Deze zijn afkomstig van VVD’ers die genoeg hebben van het zogenoemde ‘Veronica-liberalisme’ van Nijpels (Vermeulen, 2013). Columnist Derksen gaat in een van zijn columns zogenaamd in gesprek met Joekes, die zijn ongenoegen uit over het functioneren van Nijpels. Uit de reactie van de Derksen blijkt dat deze vindt dat Nijpels onterecht overal de schuld van krijgt:

‘Als hij nadenkt, gaat Joekie altijd met zijn lipjes smakken. Ik mocht dus aannemen dat hij bezig was na te denken. „Ed...,” begon hij. „Jaja,” onderbrak ik hem, „geef Edje maar weer de schuld. Edje heeft alles gedaan. Een fractieleider is net een voetbaltrainer. Als het elftal goed speelt, zijn het de spelers, loopt het fout, dan is het de trainer.”’ (De Telegraaf, 28 mei 1986)

In het fragment wordt Nijpels vergeleken met een voetbaltrainer, die van zijn spelers de schuld krijgt wanneer het team niet goed speelt. Het team staat hier voor de VVD, die in mei 1986 zetels heeft verloren, en de spelers vertegenwoordigen de VVD-fractieleden, voor wie Nijpels als fractievoorzitter verantwoordelijkheid draagt. Met het gebruik van deze metafoor wordt gezegd dat Nijpels van de VVD-fractieleden de schuld krijgt voor het

41 verkiezingsverlies. Bovendien blijkt impliciet uit deze vergelijking dat de auteur dit onterecht vindt. Succes wordt volgens deze vergelijking niet toegeschreven aan de voetbaltrainer (oftewel fractievoorzitter), maar aan de spelers (oftewel VVD-fractieleden), terwijl een nederlaag wel voor rekening van de trainer (oftewel fractievoorzitter) is.

Jong en beloftevol (counterframe 2) Het jong en beloftevol frame is de andere tegenhanger van het falende partijleider frame. Hiermee wordt Nijpels neergezet als een jong talent, met eigenschappen die in zijn politieke carrière van pas gaan komen. Ook zou hij populair zijn bij met name jonge kiezers. Het counterframe jong en beloftevol lijkt qua naamgeving wellicht eerder een tegenhanger van het subframe té jong, dan van het falende partijleider frame. Echter, het counterframe jong en beloftevol wordt ook ondersteund door framing devices die betrekking hebben op positieve eigenschappen van Nijpels en zijn populariteit. Deze framing devices gaan over het succes van Nijpels en contrasteren dus duidelijk met de framing devices binnen het falende partijleider frame. Uiteraard contrasteren framing devices binnen het counterframe jong en beloftevol óók met subframe té jong. Een subframe fungeert immers als ondersteuning van het hoofdframe.

Het jong en beloftevol frame komt vooral voor rondom de verkiezing van Nijpels tot fractievoorzitter in april 1982. Ook rondom de Tweede Kamerverkiezingen in september 1982 is het frame sterk aanwezig. Tot in het voorjaar van 1983 komt het regelmatig voor, daarna zwakt het af. In het 1985 en 1986 komt het nog af en toe voor, maar dan gaat het vrijwel altijd om een verwijzing naar het verleden waarbij de positieve start van Nijpels wordt afgezet tegen de negatieve ontwikkelingen daarna. In die gevallen komt het jong en beloftevol frame dan ook voor in combinatie met het falende partijleider frame of het subframe té jong. Het jong en beloftevol frame komt vooral naar voren in NRC Handelsblad en De Telegraaf, en minder in Het Vrije Volk en de Volkskrant.

Nijpels wordt in de kranten als een jong talent gezien, van wie in de toekomst nog veel mag worden verwacht. Framing devices die hiervoor worden gebruikt, zijn onder andere ‘talent’ (De Telegraaf, 15 november 1984), ‘snelle leerling’ (De Telegraaf, 21 april 1982) en ‘snelle carrièremaker’ (de Volkskrant, 17 januari 1982). Uit het volgende voorbeeld blijkt dat Nijpels wordt gezien als een talent, dat in de politiek snel succes boekt:

‘Nadat het fenomeen Wiegel het land verbijsterd achterliet, veroverde Ed Nijpels stormenderhand de politiek, niet minder jong en recht voor zijn raap.’ (De Telegraaf, 16 juni 1984)

Onder leiding van Nijpels boekt de VVD tijdens de verkiezingen in september 1982 tien zetels winst. Dit succes wordt in de kranten vaak toegeschreven aan Nijpels zelf: hij wordt

42 neergezet als een stemmentrekker die met name bij de jonge en vrouwelijke kiezers goed ligt. Maar volgens de artikelen is Nijpels niet alleen tijdens de verkiezingen bij deze doelgroep populair; hij heeft een schare jonge, veelal vrouwelijke fans. Zie bijvoorbeeld onderstaand fragment:

‘Handtekeningenjagers hebben in hem een nieuw object ontdekt. Bij optreden met de straatkar van de VVD — een imitatie-Tweede Kamer — wordt hij regelmatig bestormd door voornamelijk vrouwelijke belangstellenden, onder wie velen ver onder de kiesgerechtigde leeftijd.’ (NRC Handelsblad, 2 september 1982)

In bovenstaand fragment komt ook een reasoning device naar voren, namelijk dat Nijpels een soort superster is. Dit blijkt vooral uit de eerste zin, waarin wordt gezegd dat Nijpels een ‘nieuw object’ is van ‘handtekeningenjagers’. Het uitdelen van handtekeningen past bij het beeld van een superster. Het onderliggende idee van Nijpels als superster zit ook verstopt in de zin dat hij regelmatig wordt ‘bestormd door voornamelijk vrouwelijke belangstellenden’. Veel mannelijke filmsterren en zangers hebben namelijk vrouwelijke fans die hen ‘bestormen’. Nijpels wordt hier indirect vergeleken met dit soort sterren.

Nijpels krijgt ten slotte positieve eigenschappen toegedicht die aansluiten bij zijn populariteit. Zo zou hij charismatisch zijn en makkelijk een praatje aanknopen. Termen die binnen dit gedeelte van het frame passen, zijn bijvoorbeeld ‘flair’ (NRC Handelsblad, 2 september 1982), ‘Sexy Ed’ (De Telegraaf, 7 oktober 1982) en ‘een informele babbel’ (NRC Handelsblad, 2 september 1982). Het fragment hierna komt uit een reportage van NRC Handelsblad waarin jongeren die op de VVD hebben gestemd aan het woord komen. Hierin wordt benoemd dat Nijpels ‘heel natuurlijk en vriendelijk’ zou overkomen:

‘Christel verklaart net als alle andere ondervraagden in de eerste plaats op de partij te stemmen, en niet op de lijsttrekker. „Als Wiegel er nog zat, had ik ook VVD gestemd.” Toch erkent ze gecharmeerd te zijn van de jonge Nijpels: „Ik heb hem bij Veronica gezien. Bij Remmers ontmoet... Ik vond hem heel natuurlijk en vriendelijk overkomen. Niet zo’n politieke freak.”’ (de Volkskrant, 30 oktober 1982)

In het volgende voorbeeld wordt duidelijk dat de verwachtingen van Nijpels aanvankelijk hooggespannen zijn. Hij wordt zelfs genoemd als potentieel toekomstig premier van Nederland:

‘Toen de fractievoorzitter van de VVD Ed Nijpels aan president Herzog voorgesteld werd, zei ambassadeur Nechustan: „Dit is een man, van wie u nog veel zal horen.” “O”, zei president Herzog lachend, „is dat dan de toekomstige premier van Nederland?”’ (De Telegraaf, 19 september 1984)

43

Bovenstaand fragment komt uit september 1984. Daarna wordt de framing steeds negatiever, zoals is gebleken uit de behandeling van het falende partijleider frame en het bijbehorende subframe té jong.

Ruziezoeker Het ruziezoeker frame houdt in dat Nijpels wordt geframed als een politicus die regelmatig de confrontatie aangaat met anderen, en dit bovendien op harde toon of met grote woorden doet. In de vier kranten wordt veel geschreven over de aanvaringen tussen Nijpels en CDA- politici.

De conflicten worden onder andere beschreven omdat VVD en CDA samen in het kabinet zitten en de ruzies dus mogelijk gevolgen hebben voor het voortbestaan van de coalitie. Dit wordt onderstreept door Nijpels zelf, die regelmatig dreigt met een kabinetscrisis. Vooral de kruisrakettenkwestie is voor hem aanleiding om meerdere keren met een crisis te dreigen. De VVD is onder aanvoering van Nijpels namelijk voor plaatsing, terwijl het CDA lang verdeeld blijft over dit vraagstuk. Begin 1984 stelt Nijpels het CDA voor de keuze: plaatsen óf een kabinetscrisis (Vermeulen, 2013). Maar ook over andere kwesties wordt geschreven dat Nijpels op harde toon discussieert. Zo schrijft de Volkskrant met betrekking tot de RSV-enquête - die aan bod is gekomen in het contexthoofdstuk:

‘Rond de RSV-enquête en de positie van minister Van Aardenne (Economische Zaken) is een schimmige politieke rel opgebloeid. Ook hierbij meent VVD- fractieleider Nijpels de hoofdrol naar zich toe te moeten trekken, vooralsnog geen overtuigende rol.’ (de Volkskrant, 9 november 1984)

En over de medianota van minister Brinkman, schrijft dezelfde krant:

‘Minister Brinkman van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur waarschuwt de VVD bij het overleg over de medianota niet het onderste uit de kan te willen halen. „Beide coalitiepartners moeten geven en nemen. Maar ik vind het een beetje jammer dat de fractievoorzitter van de VVD het iedere keer weer nodig vindt bananeschillen op de weg van het kabinet te gooien. Ik raad de heer Nijpels aan straks in het parlement de discussie te voeren als de regering haar ei heeft gelegd.” In een interview in het blad van zijn partij, CD/Aktueel, dat deze week verschijnt, kiest de minister duidelijk stelling tegenover de VVD en Nijpels, die in het openbaar al felle kritiek op de uitgelekte medianota-ontwerpen heeft gespuid. „Ik heb het gevoel dat de heer Nijpels nog steeds denkt dat er een verkiezingscampagne in volle gang is, of dat hij er snel weer een wil hebben”, zegt Brinkman.’ (de Volkskrant, 29 april 1983)

44

Uit bovenstaand fragment komt de harde toon waarop Nijpels zich mengt in discussies naar voren uit de zinssnede ‘die in het openbaar al felle kritiek op de uitgelekte medianota- ontwerpen heeft gespuid’. Bovendien blijkt impliciet uit het zinsdeel ‘of dat hij er snel weer een wil hebben’ dat Brinkman vindt dat Nijpels aanstuurt op een kabinetscrisis. Hier zegt Brinkman namelijk dat er snel weer verkiezingen zullen zijn als Nijpels op deze manier doorgaat.

Het ruziezoeker frame duikt voor het eerst op in het najaar van 1982, wanneer Nijpels met het CDA over een nieuw kabinet onderhandelt, en houdt aan tot het einde van de kabinetsperiode. Wanneer Nijpels in de tweede helft van 1986 minister is geworden, is het ruziezoeker frame vrijwel verdwenen en komt het alleen nog een enkele keer voor in de vorm van een verwijzing naar het verleden. Zoals al genoemd zijn alle gevonden frames sterker aanwezig tijdens Nijpels’ periode als fractievoorzitter dan in de periodes waarin hij fractielid is (begin 1982) of minister (eind 1986). Dit lijkt deels veroorzaakt doordat er überhaupt meer over Nijpels wordt geschreven tijdens zijn periode als fractievoorzitter dan daarvoor of daarna. Mogelijk is dit te wijten aan de eerder genoemde ‘presidentialisering’, waarbij aandacht in de media verschuift van politici in het algemeen naar politieke leiders. Kriesi (2011) ontdekte namelijk een toename van presidentialisering in Nederland tussen de jaren 70 en jaren 90. Nijpels is als fractieleider van een regeringspartij een politieke leider, als fractielid is hij dit niet, en als minister vervult hij ook minder een leidersrol.

Het ruziezoeker frame komt het meest voor in Het Vrije Volk, snel gevolgd door NRC Handelsblad en de Volkskrant. In De Telegraaf is het frame ook te vinden, maar minder dan in de andere drie kranten. Een framing device dat wordt gebruikt voor het ruziezoeker frame is een metafoor van Lubbers voor Nijpels: ‘een bokser, die gewaagde klappen uitdeelt’ (De Telegraaf, 22 juni 1984). Ook elders komen vergelijkingen met vechtsporten voor om de politieke stijl van Nijpels te karakteriseren:

‘Het keiharde bezuinigingsbeleid en de “karate-politiek” van Nijpels zorgden voor menige deuk in ‘het (sociale) gezicht’ van de christen-democraten.’ (Het Vrije Volk, 7 maart 1985)

Bovendien wordt regelmatig benoemd dat de harde toon waarop Nijpels discussieert niet incidenteel is, maar echt bij hem hoort, zoals in het volgende voorbeeld:

‘Een vriendelijke kritisch-opbouwende Nijpels (op zichzelf al een psychologisch wonder) zal het veld grotendeels aan Lubbers moeten overlaten.’ (de Volkskrant, 26 januari 1985)

45

Nijpels wordt vooral neergezet als opponent van CDA-fractievoorzitter Bert de Vries, met wie hij volgens de berichtgeving regelmatig overhoop ligt. De ruzies tussen de twee fractievoorzitters worden door de kranten nauwlettend gevolgd. Ook komt soms impliciet naar voren dat de politici wel erg vaak ruzie hebben, zoals in onderstaande column, gericht aan premier Lubbers:

‘Krijg je daar nou niet de kots van, Ruud? Van dat geruzie tussen de “staatslieden” Nijpels en De Vries?’ (Het Vrije Volk, 3 november 1984)

Uit het gebruik van de woorden ‘dat geruzie’ blijkt dat de conflicten tussen Nijpels en De Vries als een bekend, terugkerend fenomeen worden gezien. Wanneer dat niet het geval was, was namelijk meer uitleg gegeven.

In bovenstaand fragment komt ook een reasoning device binnen het ruziezoeker frame naar voren. Dat Nijpels regelmatig in de clinch ligt met verschillende politici en hier bovendien op aan lijkt te sturen, wordt in de berichtgeving vaak negatief gepresenteerd. Dit blijkt ook uit bovenstaand fragment. Allereerst blijkt uit de zin ‘Krijg je daar nou niet de kots van’ dat de ruzies tussen Nijpels en De Vries worden veroordeeld. In de zin erna staat het woord staatlieden tussen aanhalingstekens, waaruit blijkt dat de auteur Nijpels en De Vries geen echte staatslieden vindt. Volgens het Van Dale online woordenboek betekent ‘staatsman’ (enkelvoud van ‘staatslieden’): ‘leidend politicus met veel ervaring en aanzien’ (Van Dale, z.d.-b). De auteur ziet Nijpels en De Vries dus niet als politici met ervaring en aanzien. Door de combinatie met het woord ‘geruzie’ komt naar voren dat dit soort conflicten ongepast worden gevonden voor politici van regeringspartijen. Maar niet alleen met De Vries, ook met premier Lubbers heeft Nijpels volgens de artikelen een moeizame, conflictueuze relatie, zoals uit onderstaand fragment blijkt:

‘Premier Lubbers en VVD-fractievoorzitter Nijpels zijn elkaar vrijdagavond in de haren gevlogen over de kwestie-Koning.’ (de Volkskrant, 8 juni 1985)

Het ruziezoeker frame vertoont overeenkomsten met het conflict frame van Semetko en Valkenburg (2000). Zowel bij het ruziezoeker frame als het conflict frame ligt nadruk op onenigheid tussen individuen of groepen. In de berichtgeving over Nijpels is veel aandacht voor zijn conflicten met CDA-fractievoorzitter Bert de Vries, premier Ruud Lubbers en het CDA in het algemeen. Het ruziezoeker frame is echter een specifiekere vorm van het conflict frame. Allereerst zegt het ruziezoeker frame duidelijk iets over een persoon, terwijl het conflict frame niet per se ingezet wordt om een persoon te framen. Bij het ruziezoeker frame is het daarnaast van belang dat de persoon die wordt geframed - in dit geval Nijpels - zelf uit lijkt te zijn op het ontstaan van een conflict. Bij het conflict frame is dit niet per se aan de orde; iemand kan ook in conflict raken zonder daarop aangestuurd te hebben.

46

Omdat het ruziezoeker frame overeenkomsten vertoont met het conflict frame, kan dit standaardframe helpen bij het duiden van sommige resultaten binnen het ruziezoeker frame. Uit onderzoek van Semetko en Valkenburg (2000) naar het conflict frame blijkt bijvoorbeeld dat dit vaak voorkomt bij discussies tussen politici. Een ingewikkelde politieke discussie wordt dan versimpeld weergegeven als een conflict tussen twee politici (Semetko & Valkenburg, 2000). Een van de onderwerpen waar Nijpels en De Vries over in conflict raken, is een wetsvoorstel over arbeidstoeslag. Ook bij de verslaggeving hierover is veel aandacht voor de ruziënde politici, en minder voor het onderwerp van de ruzie. Soms wordt er zelfs niets inhoudelijks meer gemeld. In onderstaand nieuwsbericht staat bijvoorbeeld alleen dat Nijpels en De Vries ruzie kregen over ‘de arbeidstoeslag’:

‘Nijpels en De Vries sluiten vriendschap DEN HAAG, donderdag. CDA-fractieleider dr. Bert de Vries en VVD-fractieleider drs. Ed Nijpels hebben weer vriendschap met elkaar gesloten. Na de daverende ruzie vorige week over de arbeidstoeslag hebben de beide heren de woordenwisseling bijgelegd. Beiden, zo blijkt uit een gezamenlijke verklaring, hebben vastgesteld dat er misverstanden zijn ontstaan, die geleid hebben tot wederzijdse irritaties. Tijdens een gesprek zijn deze misverstanden uit de weg geruimd en is de vertrouwensrelatie hersteld.’ (De Telegraaf, 8 november 1984)

Het conflict frame wordt volgens de literatuur ingezet om de aandacht van het publiek te vangen (Semetko & Valkenburg, 2000). Mogelijk verklaart dit waarom er zo veel nadruk ligt op de ruzies van Nijpels met De Vries en Lubbers.

Mediageile aandachttrekker Nijpels wordt in de kranten ook neergezet als een politicus die aandacht trekt door veel in de media te verschijnen. In de artikelen komt namelijk naar voren dat hij een sterke neiging heeft om zich te ‘profileren’ (de Volkskrant, 24 maart 1984), in de media uitspraken doet om te ‘scoren’ (Het Vrije Volk, 13 augustus 1983) en de indruk wekt met ‘een permanente verkiezingscampagne’ (Het Vrije Volk, 21 april 1983) bezig te zijn.

Het mediageile aandachttrekker frame komt voor vanaf de zomer van 1982, nadat Nijpels fractievoorzitter is geworden. Vervolgens duikt het gedurende de hele kabinetsperiode op, en zwakt halverwege 1986 af wanneer kabinet Lubbers II van start gaat. Daarna komt het nog slechts een paar keer voor. Net als bij het ruziezoeker frame is dit mogelijk veroorzaakt doordat media in de jaren 80 al meer dan in de jaren 70 aandacht besteedden aan politieke leiders dan aan politici in het algemeen (Kriesi, 2011). Het mediageile aandachttrekker frame komt het meest voor in NRC Handelsblad en de Volkskrant. In Het Vrije Volk is het minder vaak te vinden, en het minst in De Telegraaf.

47

Een framing device voor het mediageile aandachttrekker frame is het woord ‘profilering’. Deze term wordt vaak op zichzelf of in een samenstelling gebruikt. Nijpels wordt bijvoorbeeld een ‘profileringskunstenaar’ (NRC Handelsblad, 19 april 1983) genoemd. Ook komt het woord ‘profilering’ samen voor met bijvoorbeeld ‘behoefte’, ‘drift’ of ‘drang’, als eigenschap van Nijpels, zoals in het volgende voorbeeld:

‘En de tegenwerping dat iemand als Van Eekelen weliswaar zeer deskundig is, maar ook „te grijs” om als minister in Nijpels’ profileringsbehoefte te voorzien (zoals in VVD-kring te horen is), bevestigt helaas de verdrietige indruk slechts.’ (NRC Handelsblad, 6 november 1982)

Andere framing devices die binnen het mediageile aandachttrekker frame passen, zijn onder andere ‘dat hij de publiciteit liever aan Nijpels overlaat’ (de Volkskrant, 13 november 1982), ‘het publicitaire offensief van de VVD, en met name van haar fractievoorzitter’ (NRC Handelsblad, 18 februari 1984), ‘behendige mediabespeler’ (de Volkskrant, 3 september 1983) en ‘mediapoliticus’ (De Telegraaf, 15 november 1984). Ook beschrijvingen van de manier waarop Nijpels omgaat met de media, passen binnen het mediageile aandachttrekker frame. Onderstaand fragment komt uit een artikel in NRC Handelsblad over de verkiezingsuitslag in 1982. Op de locatie waar de VVD feestviert, een casino Den Bosch, komt die avond een bommelding binnen. In het fragment wordt benadrukt dat Nijpels zijn persconferentie - ondanks de bommelding - liever niet wil afbreken:

‘Nijpels gaf, zij het met grote tegenzin (“Ed, het is nu echt serieus”) een persconferentie op en liet zich ongeveer als laatste van zijn “feestje” verwijderen.’ (NRC Handelsblad, 9 september 1982)

Ook in het volgende fragment komt de hang naar media-aandacht van Nijpels aan de orde. Hierin wordt een persiflage van Nijpels van programmamakers Henk Spaan en Harry Vermeegen besproken. In deze persiflage wordt Nijpels volgens het fragment neergezet als iemand die graag op de foto gaat met bekende Nederlanders:

‘Zo op het eerste gezicht is de door Veronica betaalde humor iets minder ranzig geworden dan we de laatste tijd van Henk Spaan en Harry Vermeegen gewend waren. En ik moet eigenlijk vreselijk lachen om de vertolking van Ed Raket door eerstgenoemde komiek, poserend naast bekende Nederlanders en zingend in gezelschap van twaalf parelkettingen met hockeydas („Ed Raket/zegt soms plee voor toilet”).’ (NRC Handelsblad, 10 maart 1986)

Een reasoning device binnen het mediageile aandachttrekker frame is dat de hang naar aandacht ten koste gaat van de inhoudelijke kant van de politiek. Nijpels zou vooral bezig

48 zijn met leuk gevonden worden en op politiek vlak weinig bereiken. Dit wordt als negatief beschouwd, en deze reasoning device heeft dus de vorm van een moreel oordeel. In het onderstaande artikel uit de Volkskrant is deze reasoning device expliciet aanwezig:

‘De show heeft zich geheel losgezongen van de inhoud: alles wat moeilijk is, verveelt zijn doelgroep en waarschijnlijk hemzelf ook. Hij creëert een wereldje om hem heen dat meer aan Veronica dan het Binnenhof doet denken. Niet denken en zwoegen, maar de blits maken.’ (de Volkskrant, 13 november 1982)

Een reasoning device die pas vanaf halverwege 1984 opduikt binnen het mediageile aandachttrekker frame is het oordeel over de media-optredens van Nijpels dat deze voorgekookt en nep zijn. Waar hij eerst wordt neergezet als iemand die in de media onnadenkend uitlatingen doet, schrijven de kranten vanaf de zomer van 1984 vaker dat zijn media-optredens ingestudeerd zijn. In dit opzicht is hij volgens de berichtgeving dus veranderd. In het volgende citaat is het oordeel dat de media-optredens van Nijpels ingestudeerd zijn expliciet aanwezig:

‘Hij blijft concreet en elk antwoord is passend om zo door radio of tv verspreid te worden. Eerder pre-fabricated dan ter plaatse vervaardigd handwerk. Vroeger was hij een flapuit die alle Binnenhofse regeltjes en codes over off-the-record en on- the-record aan zijn laars lapte.’ (NRC Handelsblad, 2 februari 1985).

Uit de zin ‘eerder pre-fabricated dan ter plaatse vervaardigd handwerk’ klinkt een negatief oordeel door over de ingestudeerde media-optredens. Mogelijk is dit verklaarbaar vanuit het culturele idee dat een ideale politicus menselijk moet zijn. Uit het onderzoek van Enzlin (1998) blijkt namelijk dat kiezers dit heel belangrijk vinden. Ingestudeerde media-optredens passen mogelijk niet bij een menselijke politicus.

Voorvechter plaatsing kruisraketten Met het laatste hoofdframe, het voorvechter plaatsing kruisraketten frame, wordt Nijpels neergezet als een politicus die zich hardmaakt voor de plaatsing van kruisraketten in Nederland. Zoals besproken in het contexthoofdstuk besluit de NAVO in 1979 dat Nederland 48 kruisraketten moet plaatsen om weerstand te bieden aan de kruisraketten van de Sovjet- Unie. Wanneer de kwestie tijdens kabinet Lubbers I opspeelt, blijken de coalitiepartners niet eensgezind. De VVD - met Nijpels als fractievoorzitter - wil de NAVO in dit besluit volgen, maar het CDA is verdeeld over het vraagstuk (Vermeulen, 2013). Tijdens de besluitvormingsfase pleit Nijpels meerdere malen voor plaatsing. In de media wordt hij daarom geframed als een voorvechter van plaatsing.

49

Het voorvechter plaatsing kruiraketten frame is voor het eerst zichtbaar in het najaar van 1983, is vooral sterk aanwezig in 1984 en komt in de jaren daarna nog af en toe voor. Het frame is in NRC Handelsblad, de Volkskrant en Het Vrije Volk ongeveer evenveel aanwezig, en komt veel minder voor in De Telegraaf: slechts één keer.

Een framing device dat regelmatig voorkomt is ‘Ed Raket’ (NRC Handelsblad, 10 maart 1986) of ‘Edje Raketje’ (de Volkskrant, 14 juni 1984). Deze bijnaam van Nijpels duikt op tijdens de kruisrakettenkwestie en de daarmee gepaard gaande demonstraties tegen plaatsing. Daarna komt de naam soms ook voor in een context die niets met de kruisrakettenkwestie te maken heeft. Door het gebruik van de term ‘raket’ wordt steeds weer benadrukt - ook wanneer al lang een besluit is genomen in de kruisrakettenkwestie - dat Nijpels voor plaatsing is. Zie bijvoorbeeld het eerder besproken fragment over de persiflage van de programmamakers Henk Spaan en Harry Vermeegen:

‘Zo op het eerste gezicht is de door Veronica betaalde humor iets minder ranzig geworden dan we de laatste tijd van Henk Spaan en Harry Vermeegen gewend waren. En ik moet eigenlijk vreselijk lachen om de vertolking van Ed Raket door eerstgenoemde komiek, poserend naast bekende Nederlanders en zingend in gezelschap van twaalf parelkettingen met hockeydas („Ed Raket/zegt soms plee voor toilet”).’ (NRC Handelsblad, 10 maart 1986)

Bij andere framing devices heeft de context wel altijd betrekking op de kruisrakettenkwestie. Uit het volgende voorbeeld komt naar voren dat Nijpels zich hard maakt voor de plaatsing van kruisraketten:

‘Ooit heeft Nijpels gezegd dat 30% van zijn aanhang tegen die raketten was, maar dat heeft ’ie nooit meer herhaald. Geen signaal gekregen uit de achterban zeker. En nu is hij dan de schildknaap van Reagan.’ (Het Vrije Volk, 24 september 1983)

Het framing device ‘de schildknaap van Reagan’ impliceert dat Nijpels tijdens de Koude Oorlog de kant kiest van Ronald Reagan, toenmalig president van de Verenigde Staten. Door het gebruik van het woord ‘schildknaap’ komt bovendien naar voren dat Nijpels bereid is om als het ware mee te strijden tegen de Sovjet-Unie door in Nederland kruisraketten te plaatsen. Het woord ‘schildknaap’ impliceert ook dat Nijpels onderdanig is aan Reagan. Volgens het Van Dale online woordenboek betekent ‘schildknaap’ namelijk: ‘jongen die voor een ridder (buiten de strijd) het schild droeg’ (Van Dale, z.d.-c). Reagan wordt hier dus impliciet neergezet als een ridder, met Nijpels als zijn hulpje.

50

Ten slotte komt uit de artikelen naar voren dat Nijpels niet incidenteel, maar váák voor plaatsing van de raketten pleit, of het belang hiervan onderstreept. In het fragment over Nijpels dat hierna volgt, blijkt dit uit het gebruik van de woorden ‘nog eens’:

‘Deze heeft in de Amerikaanse hoofdstad nog eens duidelijk gemaakt dat, als er geen wapenbeheersingsakkoord komt in Genève, een neen van het CDA tegen plaatsing van kruisraketten in Nederland volgend jaar tot een kabinetscrisis zou leiden.’ (NRC Handelsblad, 14 september 1983)

Celebrity politician Zoals eerder besproken is tijdens dit onderzoek nagegaan of de framing van Ed Nijpels overeenkomsten vertoont met het beeld van een celebrity politician (Zoonen, 2005). Uit de gevonden framing blijkt dat dit aan het begin van Nijpels’ fractievoorzitterschap het geval is. Volgens Zoonen (2005) is een celebrity politican een politicus in wie het publiek zich kan herkennen, maar die tegelijkertijd heel bijzonder wordt gevonden. Dit komt bij de framing van Nijpels vooral tot uiting via het jong en beloftevol frame. Nijpels wordt enerzijds neergezet als een gewone, aardige jongen, die tegelijkertijd enorm populair is bij jongeren en vrouwen. In het fragment hierna, dat al eerder aan bod kwam, komt dit naar voren. Allereerst blijkt dat een kiezer ‘gecharmeerd’ is van Nijpels. Daarna wordt gezegd dat hij ‘natuurlijk en vriendelijk’ overkomt, en dat hij ‘niet zo’n politieke freak’ is. Met name uit ‘niet zo’n politieke freak’ blijkt dat Nijpels een politicus is met wie het publiek zich kan identificeren. Hieronder het fragment:

‘Christel verklaart net als alle andere ondervraagden in de eerste plaats op de partij te stemmen, en niet op de lijsttrekker. „Als Wiegel er nog zat, had ik ook VVD gestemd.” Toch erkent ze gecharmeerd te zijn van de jonge Nijpels: „Ik heb hem bij Veronica gezien. Bij Remmers ontmoet... Ik vond hem heel natuurlijk en vriendelijk overkomen. Niet zo’n politieke freak.”’ (de Volkskrant, 30 oktober 1982)

Uit een ander eerder besproken fragment blijkt dat het publiek Nijpels zo bijzonder vindt dat hij wordt behandeld als een soort superster:

‘Handtekeningenjagers hebben in hem een nieuw object ontdekt. Bij optreden met de straatkar van de VVD — een imitatie-Tweede Kamer — wordt hij regelmatig bestormd door voornamelijk vrouwelijke belangstellenden, onder wie velen ver onder de kiesgerechtigde leeftijd.’ (NRC Handelsblad, 2 september 1982)

Een celebrity politician is daarnaast een combinatie tussen een politieke insider en een politieke outsider, schrijft Zoonen (2005). Ook dit criterium lijkt op te gaan voor Nijpels. Hij is enerzijds politicus voor de VVD - een partij die al lang onderdeel uitmaakt van het politieke

51 veld - maar Nijpels wordt tegelijkertijd vanwege zijn leeftijd als een politieke outsider neergezet. Ook dit laatste komt met name naar voren uit het counterframe jong en beloftevol. Dat er steeds wordt benadrukt hoe jong Nijpels is, laat zien dat dit bijzonder wordt gevonden voor een politicus.

De framing van Nijpels vertoont niet gedurende de hele onderzochte periode trekken van een celebrity politican. Dit beeld hangt namelijk sterk samen met het counterframe jong en beloftevol, dat op een gegeven moment afzwakt. Het beeld van de gewone jongen die een grote populariteit geniet is vooral sterk aanwezig in 1982. In 1983 en 1984 komt het al veel minder voor en tijdens de laatste twee jaar is het vrijwel verdwenen. De framing van Nijpels is dan heel negatief, en dat past niet bij het beeld van een celebrity politician.

52

Conclusie, discussie en mogelijk vervolgonderzoek In deze scriptie is de framing van Ed Nijpels in vier verschillende Nederlandse kranten - NRC Handelsblad, de Volkskrant, De Telegraaf en Het Vrije Volk - onderzocht. Bij het onderzoek werd gekozen voor de periode 1982 tot en met 1986 omdat Nijpels in deze periode fractievoorzitter van de VVD was. Na een willekeurige selectie van artikelen uit het digitale krantenarchief Delpher zijn 291 artikelen onderworpen aan een kwalitatieve inhoudsanalyse. Op inductieve wijze werden de artikelen geanalyseerd. Hierbij werd gelet op zowel framing devices als reasoning devices. Na datareducerende codering en categorisering bleven uiteindelijk vier hoofdframes, één subframe en twee counterframes over. De analyse werd uitgevoerd om antwoord te geven op de volgende hoofdvraag:

Hoe is Ed Nijpels geframed in NRC Handelsblad, de Volkskrant, De Telegraaf en Het Vrije Volk in de jaren 1982 tot en met 1986?

Om antwoord te geven op de hoofdvraag, werden drie deelvragen geformuleerd:

- Welke verschillende frames kunnen worden geïdentificeerd? - Hoe verschillen de frames tussen NRC Handelsblad, de Volkskrant, De Telegraaf en Het Vrije Volk? - Op welke momenten doen de verschillende frames hun intrede bij de vier kranten en wanneer verdwijnen deze eventueel weer?

De vier gevonden hoofdframes zijn het falende partijleider frame, ruziezoeker frame, mediageile aandachttrekker frame en voorvechter plaatsing kruisraketten frame. Bij het falende partijleider frame werd het subframe té jong gevonden, en de counterframes niet helemaal Nijpels’ schuld en jong en beloftevol. Zoals besproken in de resultatensectie komen alle frames meer voor tijdens het fractievoorzitterschap van Nijpels dan ervoor of erna. Daarnaast wordt de framing gedurende de onderzochte periode steeds negatiever. Het counterframe jong en beloftevol komt dan ook vooral voor in 1982.

Uit dit onderzoek komt geen duidelijk verschil in framing tussen kwaliteitskranten en populaire kranten naar voren, wat uit eerdere onderzoeken wel bleek. Zoals benoemd in de methodesectie ontdekte Peeters (2018) in haar scriptieonderzoek dat negatieve frames meer voorkomen in populaire kranten dan in kwaliteitskranten. En Vliegenthart et al. (2011) vonden in populaire kranten meer personalisering dan in kwaliteitskranten. Bij dit onderzoek was bij het ene frame - zeer beperkt - een onderscheid tussen de krantentypen zichtbaar, maar bij het andere frame juist helemaal niet. Zo komt het mediageile aandachttrekker frame vooral voor in de kwaliteitskranten NRC Handelsblad en de Volkskrant, en minder in de meer populaire kranten Het Vrije Volk en De Telegraaf. Maar bij het jong en beloftevol frame is

53 deze tweedeling niet te zien: dit frame is in de ene kwaliteitskrant (NRC Handelsblad) het meest aanwezig, en in de andere kwaliteitskrant (de Volkskrant) het minst.

Resultaten die buiten de gevonden frames vielen, lijken een onderscheid in personalisering wel enigszins te bevestigen. De Telegraaf schreef zoals gezegd vaker over het persoonlijke leven van Nijpels zoals zijn vriendin en zijn verjaardag. Om het onderscheid in personalisering tussen kwaliteitskranten en populaire kranten beter te onderzoeken, zou in de toekomst deductief gekeken kunnen worden naar aandacht in de media voor het persoonlijke leven van een politicus.

Ook wanneer wordt gekeken naar positieve en negatieve framing is geen helder onderscheid tussen kwaliteitskranten en populaire kranten waarneembaar. De negatieve frames komen namelijk niet meer voor in populaire kranten dan in kwaliteitskranten. Zo valt op dat zowel het negatieve falende partijleider frame als het negatieve subframe té jong het meest voorkomt in een kwaliteitskrant: de Volkskrant. Het positieve counterframe jong en beloftevol is juist goed vertegenwoordigd in de populaire krant De Telegraaf, terwijl de Volkskrant hier het laagst scoort.

Bij deze drie frames valt de duidelijke tegenstelling tussen de Volkskrant en NRC Handelsblad op. Zoals gezegd scoort de Volkskrant hoog bij de negatieve frames, en laag bij het positieve frame. NRC Handelsblad heeft bij het falende partijleider frame juist de een-na- laagste score, bij het té jong frame de laagste score, en bij het counterframe jong en beloftevol de hoogste score. Een mogelijke verklaring voor de positieve framing in NRC Handelsblad tegenover de negatieve framing de Volkskrant zou gevonden kunnen worden in de politieke kleur van de twee kranten. Zoals aan bod gekomen in de contextsectie is NRC Handelsblad een liberale krant, die dus dezelfde politieke kleur heeft als Ed Nijpels. Daarentegen is de politieke kleur van de Volkskrant - ooit ontstaan uit de katholieke arbeidersvereniging - juist sterk verschillend van die van Nijpels.

Dat het verschil in framing veroorzaakt zou zijn door de politieke achtergrond van de kranten is echter geen voor de hand liggende verklaring. Zoals besproken maakten de media zich tussen 1960 en 1980 los van de zuil waar ze voorheen toe behoorden (Van Vree et al., 2003). Toch moet er rekening mee worden gehouden dat de verzuiling - weliswaar in veel mindere mate dan voorheen - begin jaren 80 mogelijk nog enige invloed had op de berichtgeving van de verschillende kranten. In een vervolgonderzoek zou dit nader onderzocht kunnen worden. Er zou bekeken kunnen worden of uit de politieke berichtgeving in de jaren 80 nog steeds een voorkeur blijkt voor politici van de zuil waar de kranten oorspronkelijk toe behoorden.

54

Daarnaast plaatst dit onderzoek vraagtekens bij een toename van personalisering in politieke verslaggeving gedurende de afgelopen decennia. Volgens onderzoekers onder wie Zoonen (2005) en McAllister (2007) is in de media gedurende de afgelopen decennia steeds meer aandacht gekomen voor individuele politici (in plaats van politieke partijen) en de persoon achter de politicus. Het concept ‘personalisering’ wordt in de literatuur genoemd als een aspect van medialogica, een ontwikkeling die eind jaren 80 zou zijn ingezet (Van Praag & Brants, 2014). Echter, onder onderzoekers bestaat hierover veel discussie - zoals besproken in het theoretisch kader. Sommigen, onder wie Vliegenthart et al. (2011) en Takens et al. (2013), vonden geen bewijs voor een toename van personalisering.

Wanneer wel wordt uitgegaan van een toegenomen personalisering, was in de berichtgeving van begin jaren 80 minder aandacht voor individuele politici en de persoon achter een politicus dan nu. Uit dit onderzoek blijkt echter dat in de krantenartikelen veel aandacht is voor Nijpels en zijn eigenschappen. Allereerst viel tijdens de analyse van de artikelen op dat er meer over Nijpels wordt geschreven wanneer hij fractievoorzitter is dan daarvoor (wanneer hij fractielid is) en daarna (wanneer hij minister is). Dit lijkt een voorbeeld van ‘presidentialisering’: een concentratie van aandacht bij politieke leiders, in plaats van bij politici in het algemeen (Kriesi, 2011; Takens et al., 2013). Kriesi (2011) ontdekte een toename van presidentialisering in Nederland vanaf de jaren 70 tot het eerste decennium van de 21e eeuw. Volgens Kriesi (2011) was dit fenomeen in de jaren 80 dus meer aanwezig dan in de jaren 70, maar nog steeds minder dan aan het begin van de 21e eeuw. Op basis van dit onderzoek naar de framing van Ed Nijpels kan worden geconcludeerd dat er meer aandacht is voor Nijpels als politieke leider dan voor Nijpels in een andere rol. Echter, op basis van dit onderzoek kan niet worden vastgesteld of de aandacht voor Nijpels als politieke leider minder, meer of gelijk is ten opzichte van de aandacht voor politieke leiders in latere decennia.

Uit dit onderzoek komt ook naar voren dat bij de framing van Nijpels aandacht is voor zijn persoonlijke eigenschappen. Met het counterframe jong en beloftevol wordt hij bijvoorbeeld neergezet als een charismatisch persoon en een makkelijke prater. En binnen het falende partijleider frame komt ‘onbesuisd’ naar voren als persoonlijke eigenschap. Uit dit onderzoek blijkt ook dat in de framing van Nijpels veel aandacht uitgaat naar een specifieke persoonlijke eigenschap: zijn leeftijd. Dit komt onder andere naar voren in het counterframe jong en beloftevol en het subframe té jong. Bovendien werden met de analyse ook tekstuele elementen als ‘jong’ en ‘een jonge hond’ (zie bijlage 1) gevonden die niet bij een van de gevonden frames pasten. Ook hiermee werd nadruk gelegd op de leeftijd van Nijpels.

55

Ook uit het scriptieonderzoek van Peeters (2018) naar de framing van Jesse Klaver - bij zijn aantreden 29 jaar - bleek dat er veel aandacht was voor zijn leeftijd. Om na te gaan of nadruk op deze persoonlijke eigenschap een nieuw fenomeen is, of iets van alle tijden, zou van meer politici van eind twintig, begin dertig jaar uit verschillende tijdsperiodes moeten worden onderzocht hoe zij worden neergezet in de media. Het zou bijvoorbeeld interessant zijn om ook te kijken naar de framing van Hans Wiegel. Hij werd in 1971 fractievoorzitter van de VVD en was destijds dertig jaar.

Een andere uitkomst van dit onderzoek is dat de framing van Ed Nijpels soms trekken vertoont van beeld van een celebrity politician (Zoonen, 2005). Nijpels wordt met het counterframe jong en beloftevol namelijk neergezet als een gewone, aardige jongen die ondertussen erg populair is. En als VVD-politicus is hij een politieke insider, maar tegelijkertijd een outsider vanwege zijn jonge leeftijd. Echter, het beeld van de celebrity politician hangt volgens Zoonen (2005) samen met de opkomst van personalisering, en zou dus iets van tegenwoordig zijn. Het beeld bevat namelijk ‘ingrediënten’ (Zoonen, 2005, pp. 72) uit de politieke performance, maar ook uit de huidige entertainmentcultuur. Toch lijkt deze entertainmentcultuur ook al - in ieder geval in enige mate - aanwezig in de framing van Nijpels. Met name de framing van Nijpels als een ster, met (vrouwelijke) fans die handtekeningen van hem willen, draagt hieraan bij. Opnieuw plaatst dit onderzoek dus vraagtekens bij de opkomst van personalisering.

Het beeld van de celebrity politician is vooral in 1982 sterk aanwezig. Daarna wordt de framing van Nijpels namelijk steeds negatiever. Deze negatieve framing heeft vaak als achterliggende reden dat Nijpels niet voldoet aan het beeld van een (ideale) politicus. Volgens Enzlin (1998) vinden Nederlandse kiezers dat een politicus onder andere leiderschapskwaliteiten moet hebben en menselijk moet zijn. Binnen het falende partijleider frame wordt Nijpels neergezet als een slechte leider, en binnen het mediageile aandachttrekker frame worden zijn media-optredens op een gegeven moment te ingestudeerd gevonden. Dit strookt dus niet met de vereisten aan een ideale politicus. Bovendien bleek in de resultatensectie dat binnen het ruziezoeker frame het idee aanwezig is dat een goede politicus niet constant ruzie maakt. En ook Nijpels’ leeftijd wordt neergezet als niet passend bij een politicus. Hij zou te jong zijn om een goede fractievoorzitter te zijn. Dit idee komt mogelijk voort uit het feit dat een politicus doorgaans ouder is (Zoonen, 2005).

Ten slotte heeft dit onderzoek een bijdrage geleverd aan de kennis over framing van politici, waar nog weinig onderzoek naar is gedaan. Zo komt uit de resultaten naar voren dat al bestaande standaardframes soms overeenkomsten vertonen met de gevonden frames die worden ingezet bij framing van een persoon. Bij de framing van Nijpels werd namelijk het

56 ruziezoeker frame ontdekt, dat veel overeenkomsten vertoont met het conflict frame. Bij beide frames ligt nadruk op onenigheid tussen individuen of groepen (Semetko & Valkenburg, 2000). Hoewel het ruziezoeker frame een specifiekere invulling van het conflict frame vormt, kan de literatuur over het conflict frame bij een gedeelte van de resultaten van het ruziezoeker frame als verklaring dienen. Ook voor vervolgonderzoek naar framing van personen is het dus interessant om te kijken naar de overeenkomsten en verschillen tussen de nieuwe frames en al bestaande frames.

57

Literatuur - Aelst, van, P., Schaefer, T., & Stanyer, J. (2011). The personalization of mediated political communication: A review of concepts, operationalizations and key findings. Journalism, 13(2), 203-220. - Adriaansen, M., & Van Praag, P. (2010). Nieuwe scheidslijnen en de turbulente relatie tussen politiek, media en burgers. In H. Dijstelbloem, P. den Hoed, J. W. Holtslag, & S. Schouten (Reds.), Het gezicht van de publieke zaak: openbaar bestuur onder ogen (pp. 241-272). (WRR verkenningen; No. 23). Amsterdam, Nederland: Amsterdam University Press. - Bakker, P., & Scholten, O. (2011). Communicatiekaart van Nederland. Overzicht van media en communicatie. Amsterdam, Nederland: Kluwer. - Blokker, B., & Van Zwol, C. (1992, 27 juni). 'De hoofdredacteur vergist zich nooit'; "Ik ben sarcastisch. Of sardonisch, hoger bied ik niet.' Geraadpleegd van https://www.nrc.nl/nieuws/1992/06/27/de-hoofdredacteur-vergist-zich-nooit-ik-ben- sarcastisch-7148044-a522163 - Bos, L. Van der Brug, W., & De Vreese, C. (2011). How the media shape perceptions of right-wing populist leaders. Politicial Communication, 28(2), 182-206. - Bosmans, J., & Van Kessel, A. (2011). Parlementaire geschiedenis van Nederland. Amsterdam, Nederland: Uitgeverij Boom. - Brants, K., & Van Praag, P. (2006). Signs of media logic half a century of political communication in the . Javnost-the public, 13(1), 25-40. - Cohen, A. A., & Wolfsfeld, G. (Reds.) (1993). Framing the Intifada: People and media. Norwood, United States of America: Ablex. - Delpher (z.d.-a). Krantenoverzicht. Geraadpleegd van https://www.delpher.nl/nl/kranten#krantenoverzicht - Delpher (z.d.-b). Over Delpher. Geraadpleegd van https://www.delpher.nl/nl/platform/pages/helpitems?nid=372 - de Volkskrant (2002, 20 november). De Geschiedenis van de Volkskrant. Geraadpleegd van https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/de-geschiedenis- van-de-volkskrant~b368c4dc/ - Dirikx, A., & Gelders, D. (2010). To frame is to explain: A deductive frame-analysis of Dutch and French climate change coverage during the annual UN Conferences of the Parties. Public Understanding of Science, 19(6), 732–742. - Entman, R. M. (1993). Framing: Toward clarification of a fractured paradigm. Journal of Communication, 43(4), 51-58.

58

- Enzlin, R. (1998). Het uiterlijk van politici in de ogen van kiezers. In J. van Holsteyn en G.A. Irwin (Reds.), De wilde frisheid van limoenen (pp. 65-86). Leiden, Nederland: DSWO Press. - Gamson, W.A., & Modigliani, A. (1989). Media Discourse and Public Opinion on Nuclear Power: A Constructionist Approach. American Journal of Sociology, 95(1), 1- 37. - Gorp, van B. (2006). Een constructivistische kijk op het concept framing. Tijdschrift voor de Communicatiewetenschap, 34(3), 246-256. - Gorp, van, B. (2007). Het reconstrueren van frames van inductieve inhoudsanalyse: uitgangspunten en procedures. KWALON, 12(2), 13-18. - Gulmans, M., & Van Run, G. (2010, 27 december). De VVD van Nijpels. Geraadpleegd van https://anderetijden.nl/aflevering/361/De-VVD-van-Nijpels - Kaal, H. (2014). De cultuur van het televisiedebat - Veranderende percepties van de relatie tussen media en politiek, 1960 – heden. Tijdschrift voor de geschiedenis, 127(2), 293-316. - Koetsenruijter, W., & Van Hout, T. (2014). Methoden voor Journalism Studies. Den Haag, Nederland: Boom Lemma. - Kriesi, H. (2011). Personalization of national election campaigns. Party Politics 18(6), 825-844. - Kuipers, L. (2019). Thierry Baudet: Buitenstaander, onruststoker én kundig politicus met visie. Een kwalitatieve framinganalyse van Thierry Baudet in vier Nederlandse kranten. Universiteit van Amsterdam. - Maandag, B. sr., & Robijns, R. (1991). …En niet vergeten. Herinneringen aan Het Vrije Volk. Amsterdam, Nederland/ Antwerpen, België: Veen Uitgevers. - McAllister, I. (2007). The personalization of politics. In R.J. Dalton, & H.D. Klingemann (Reds.), The Oxford handbook of political behavior (pp. 571-588). Oxford, United Kingdom: University Press. - NRC Handelsblad (z.d.). De geschiedenis van NRC. Geraadpleegd van https://www.nrc.nl/de-geschiedenis-van-nrc/ - Patterson, T. E. (1993). Out of . New York, United States of America: Alfred A. Knopf. - Peeters, S. (2018). Een akelig aandachtstrekkertje én de Redder van Links: Een kwalitatieve frameanalyse van Jesse Klaver in vier Nederlandse kranten. Universiteit van Amsterdam. - Praag, van P., & Brants, K. (Reds.) (2014). Media, Macht & Politiek. Diemen, Nederland: AMB.

59

- Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (2003). Medialogica. Over het krachtenveld tussen burgers, media en politiek. Geraadpleegd van http://docplayer.nl/11383101-Medialogica-over-het-krachtenveldtussen-burgers- media-en-politiek-advies-26.html - Semetko, H. A., & Valkenburg, P. M. (2000). Framing European politics: A content analysis of press and television news. Journal of communication, 50(2), 93-109. - Shah, D., Watts, M. D., Domke, D., & Fan, D. (2002). News framing and cueing of issue regimes. Explaining Clinton’s public approval in spite of scandal. Public Opinion Quarterly, 66(3), 339–370. - Takens, J., Van Atteveldt, W., Van Hoof, A., & Kleinnijenhuis, J. (2013). Media logic in election campaign coverage. European Journal of Communication, 28(3), 277-293. - Tamboezer, E. (1982, 5 mei). Nijpels. Geraadpleegd van https://www.delpher.nl/nl/kranten/view?objectsearch=nijpels&coll=ddd&resultscoll=dd dtitel&identifier=KBNRC01:000028289:mpeg21:p011&facets%5BtitleString%5D%5B %5D=NRC+Handelsblad&cql%5B%5D=%28date%3D%2205-05-1982%22%29 - Van Dale (z.d.-a). Betekenis ‘blaag’. Geraadpleegd van https://www.vandale.nl/gratis- woordenboek/nederlands/betekenis/blaag#.XlYxjqhKjIU - Van Dale (z.d.-b). Betekenis ‘staatslieden’. Geraadpleegd van https://www.vandale.nl/gratis- woordenboek/nederlands/betekenis/staatslieden#.XlYyCKhKjIU. - Van Dale (z.d.-c). Betekenis ‘schildknaap’. Geraadpleegd van https://www.vandale.nl/gratis- woordenboek/nederlands/betekenis/schildknaap#.XlzPjKhKjIU - Vermeulen, A. (2013). De liberale opmars. 65 jaar VVD in de Tweede Kamer. Amsterdam, Nederland: Uitgeverij Boom. - Vliegenthart, R., Boomgaarden, H., & Boumans, J. (2011). Changes in Political News Coverage. Personalisation, Conflict and Negativity in British and Dutch Newspapers. In K. Brants & K. Voltmer (Reds.). Political Communication in Postmodern . Challenging the Primacy of Politics (pp. 92-111). Londen, United Kingdom: Palgrave. - Vree, van F. (1996). De metamorfose van een dagblad. Een journalistieke geschiedenis van de Volkskrant. Amsterdam: Meulenhoff. - Vree, van F., Vos C., Wijfjes H., & Bardoel J. (2003). Het ontstaan van een politiek- publicitair complex 1960-2002. In Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (Red.) Medialogica. Over het krachtenveld tussen burgers, media en politiek (pp. 67-98). Den Haag, Nederland: Sdu Uitgevers.

60

- Vreese, de, C. H. (2005). News framing: Theory and typology. Information Design Journal & Document Design, 13(1), 51-62. - Wolf, M. (2009). Het geheim van De Telegraaf. Geschiedenis van een krant. Amsterdam, Nederland: Uitgeverij Boom. - Wikipedia (z.d.-a). de Volkskrant. Geraadpleegd van https://nl.wikipedia.org/wiki/De_Volkskrant. - Wikipedia (z.d.-b). Het Vrije Volk. Geraadpleegd van https://nl.wikipedia.org/wiki/Het_Vrije_Volk - Wikipedia (z.d.-c) Julius Caesar (toneelstuk). Geraadpleegd van https://nl.wikipedia.org/wiki/Julius_Caesar_(toneelstuk) - Zondag met Lubach (2018, 14 oktober). Rob Jetten. Geraadpleegd van https://www.youtube.com/watch?v=QUdX-3m4Wuc - Zoonen, L. (2005). Entertaining the Citizen. When Politics and Popular Culture Converge. Lanham, United States of America: Rowman & Littlefield Publishers Inc.

61

Bijlagen

Bijlage 1: Codeboek

Code Aantal kranten Aantal referenties Aan het lijntje van het CDA 4 14 Bedriegt kiezers 4 7 Betuigt spijt 4 9 Blijft ondanks tegenslagen 4 22 positief Blunderaar 4 72 Botst met CDA- 4 53 fractievoorzitter De Vries Brabander 4 32 Bravoure 4 23 Charismatisch 4 20 Conflictueuze verhouding 4 81 met CDA De gevallen leider 4 41 De mindere naast Wiegel 4 17 Doet voorbarige uitspraken 4 9 Eensgezind met CDA 4 18 Eigenzinnig 3 7 Geeft niet snel op 4 9 Geen volwaardige 4 5 onderhandelaar Geplaagd door VVD-affaires 4 40 Groot voorstander plaatsing 4 26 raketten Harde werker 3 5 Heeft gezag 4 12 Heeft ‘homofiele contacten’ 1 6 Heeft veel respect voor 2 3 Wiegel Inconsistent 4 14

62

Inhoudelijk sterk 1 2 Inhoudelijk zwak 4 12 Jeugdig 4 23 Jong 4 42 Jonge hond 3 7 Keuze Nijpels als 2 5 fractievoorzitter is een gok Krijgt kritiek van eigen VVD 4 96 Liegt 3 7 Lijkt op Wiegel 3 7 Links imago 3 5 Makkelijke prater 3 10 Mediaman 4 44 Niet alleen Nijpels’ schuld 4 25 Nieuwkomer 3 8 Onbesuisd 4 26 Onervaren 3 11 Ongeschikt als minister 2 4 Onverzettelijk 2 4 Populair 4 15 Potentieel toekomstig 2 9 minister Recht voor zijn raap 4 23 Reislustig 3 6 Relatie met Ingrid Pieterse 3 7 Risicofactor voor kabinet 4 17 Rustig 2 4 Ruziezoeker 4 73 Schendt afspraken 2 3 Slechte leider 4 47 Speelt politieke spelletjes 2 3 Staat voor een gigantische 3 5 opgave Steeds minder populair 4 53 Stemmentrekker 4 26 Sterke profileringsdrang 3 32

63

Talentvol 4 23 Té jong 4 23 Vaart andere politieke koers 4 5 dan Wiegel Vakbekwaam minister 2 2 Verfrissend politiek figuur 2 4 Voert campagne 4 18 Voert toneelstukje op 3 12 Vol van zichzelf 3 16 Wil de blits maken 2 9 Wil geen ruzie 2 6 Wil van VVD middenpartij 2 4 maken Zet zich in voor Irina 3 16 Grivnina

Bijlage 2: Frames en bijbehorende codes Falende partijleider  Blunderaar  Onbesuisd  Doet voorbarige uitspraken  Inconsistent  Inhoudelijk zwak  De mindere naast Wiegel  Risicofactor voor kabinet  Geplaagd door VVD-affaires  Slechte leider  Steeds minder populair  Krijgt kritiek van eigen VVD  De gevallen leider  Geen volwaardige onderhandelaar  Ongeschikt als minister

Té jong (subframe bij falende partijleider)  Te jong

Niet alleen Nijpels’ schuld (counterframe 1 bij falende partijleider)  Niet alleen Nijpels’ schuld

Jong en beloftevol (counterframe 2 bij falende partijleider)  Talentvol  Jeugdig  Charismatisch  Makkelijke prater

64

 Harde werker  Verfrissend politiek figuur  Populair  Stemmentrekker

Ruziezoeker  Ruziezoeker  Botst met CDA-fractievoorzitter De Vries  Conflictueuze verhouding met CDA

Mediageile aandachttrekker  Mediaman  Wil de blits maken  Sterke profileringsdrang  Voert campagne  Voert toneelstukje op

Voorvechter plaatsing kruisraketten  Groot voorstander plaatsing raketten

Bijlage 3: Artikelen NRC Handelsblad

Principieel debat over tolerantiegrens democratische staat Door onze parlementaire redacteur mr. B. C. L. Waanders Het opzettelijk in gevaar brengen van „het verkeer door mechanische kracht over een spoorweg" is een zwaar misdrijf, strafbaar krachtens artikel 164 van het Wetboek van Strafrecht. Dit was een der aspecten van het uren lange debat dat de Tweede Kamer deze week voerde over de op ernstige ongeregeldheden uitgelopen demonstraties tegen het vervoer van Amerikaanse munitie per trein door Nederland. Belangrijker nog was de principiële vraag waar de tolerantiegrenzen in een parlementaire democratie (moeten) liggen. In een voortreffelijk betoog maakte de socialistische minister van binnenlandse zaken, drs. Van Thijn, deze grenzen duidelijk: als de vrijheid van demonstratie omslaat in geweld kan de overheid niet tolerant zijn. „Demonstreren mag — het blokkeren van rijdende treinen is onaanvaardbaar". De communistische fractieleider Bakker beleefde niet het gelukkigste moment uit zijn parlementaire loopbaan, toen hij de blokkades ging vergelijken met de spoorwegstaking van januari 1903 (per abuis noemde hij het jaar 1905). Terecht interrumpeerde mr. Roethof (PvdA) dat het niet aanging de blokkades op één lijn te stellen met onschuldige sociale acties. De stakers van 1903 maakten zich niet schuldig aan ernstige strafbare feiten; de locomotieven bleven in de loodsen en gevaar voor het treinverkeer was niet te duchten. Bedenkelijk was verder de bewering van de communistische fractieleider, dat een parlement dat geen ruimte laat voor acties, zichzelf in de waagschaal stelt. Misschien mag in dit verband even worden herinnerd aan hetgeen de sociaal-democraat Troelstra zich in november 1918 in en tot het parlement liet ontvallen: „Het is niet alleen de vraag of gij de meederheid hebt bij een verkiezing, maar ook ... welke uw kwaliteit is". Belangrijk was wat premier Ruijs de Becrenbrouck toen — op 13 november 1918 — verklaarde: „Als men lang illegalen weg verbeteringen wil aanbrengen, dan vindt men de regering op zijn weg en dan wijkt de regering niet!" Zo hoort het inderdaad te zijn in een democratische rechtsstaat. Gelukkig bestond er deze week een wereld van verschil tussen 'klein links' en de regering, die zich in de spoorwegkwestie gesteund wist door het overgrote deel van de Kamer. De minister van justitie, mr. De Ruiter, hield een rustig en redelijk betoog over de handhaving van het strafrecht, maar af en toe klonken zijn woorden wel wat al te laconiek en te academisch. Te hard en dus: onwelluidend spreken, zoals dc jeugdige VVD'er

65

Nijpels deed in het spoorwegdebat en zoals ook de christen-democraat J. de Boer deed in de discussies over het Navo-deel van de begrotingen van buitenlandse zaken en defensie, maakt een onprettige indruk. De maidenspeech van de communist Schreuders, deze week gehouden ter gelegenheid van de begroting van buitenlandse zaken, bevatte een goede en overwogen woordkeus. Het buitenland is groot en Nederlandse politici weten daarover mee te praten. Minister Van der Stoel scheen wat dc spreektijd betreft even uit de mitella te springen, om een woord van de Kamervoorzitter, dr. Dolman, te bezigen. Groot nieuws hebben de deze week in de Eerste Kamer gehouden algemene politieke beschouwingen niet opgeleverd. De nieuwe fractieleider van het CDA, dr. Christiaanse, loste enige schoten voor de boeg inzake het vraagstuk van de middenschool, de VVD'er dr. Zoutendijk liet zich welwillend uit over 'nieuwe realisten' in de PvdA en minister-president Van Agt sprak relativerend over het financieringstekort dat niet te bruusk zou mogen worden gereduceerd. Een opmerking van de premier over de mogelijkheid dat het parlement een kabinetsformateur voordraagt aan het staatshoofd deed denken aan een motie van de KVP'er Kolfschoten, begin 1971, over een eventueel meerderheidsoordeel van de Tweede Kamer omtrent een formateur. De nieuw gekozen Kamer verwierp in mei '71 evenwel een voorstel van links om J. M. den Uyl als zodanig voor te dragen. In een uitgebreide commissievergadering van de Tweede- Kamercommissie voor volkshuisvesting over het onderdeel ruimtelijke ordening en bouwnijverheid oogstte staatssecretaris Langedijk-De Jong deze week zelfs lof van het oppositielid Scherpenhuizen (VVD). G. Schreuders (foto NRC Handelsblad/ Vincent Mentzel) Datum: 13 februari 1982

DRS. E. H. T. M. NIJPELS Van dartel veulen tot trekpaard van VVD Door onze parlementaire redacteur mr. B. C. L. WAANDERS Ofschoon woonachtig in Bergen op Zoom en bekend als stemmentrekker in de provincie Noord-Brabant is de nieuwe fractieleider van de WD, drs. E. H. T. M. Nijpels, niet in het rooms-katholieke zuiden geboren. Hij kwam ter wereld op 1 april 1950 in . Na het bezoeken van een hbs-A deed hij doctoraal examen rechten vrije studierichting en doceerde hij maatschappijleer aan een internaat en een atheneum. Verder was hij voorzitter van de Jongerenorganisatie Vrijheid en Democratie. Wat betreft het begin van zijn politieke belangstelling kan worden vermeld, dat zijn grootvader als KVP'er tientallen jaren in de gemeenteraad van Vianen zat en dat hij zelf in 1975 zijn vader afwisselde in de raad van Bergen op Zoom. In het verkiezingsnummer- 1977 van het partijblad van de WD wordt opgemerkt dat hij reeds als 16-jarige aan deze partij de voorkeur gaf, "omdat de WD de politieke stroming vertegenwoordigt waarvan ik vind dat zij de mensen zoveel mogelijk in hun eigen waarde laat". Over de functie van politicus verklaarde hij dit het mooiste beroep te vinden dat er is. In de Kamer Op 8 juni 1977 deed hij zijn intrede in de Tweede Kamer, waar hij zich ging bezighouden met onderwerpen op het gebied van justitie, politie en sociale zaken. Ook bij de Grondwetsherziening speelde hij een rol: zo kwam hij in februari 1981 met een eigen amendement om de doodstraf buiten het oorlogsstrafrecht grondwettelijk onmogelijk te maken. Dit amendement behoefde niet meer in stemming te komen, nadat een amendement van de PvdA tegen de zin van de regering (bij monde van minister Wiegel) met steun van een aantal VVD'ers was aanvaard. Nijpels is thans 32 jaar en dus twee jaar ouder dan zijn voorganger Wiegel in 1971, toen deze voor het eerst fractieleider werd. Anders dan destijds Wiegel maakt hij een wat minder "geposeerde" indruk. Hij heeft zich tot dusverre bewogen, zo leek het, als een enigszins dartel veulen in de parlementaire wei. Zijn spreektrant is wat sneller en wat minder afgewogen dan die van zijn voorganger. Uit de particuliere sfeer van Nijpels kan nog worden vermeld dat zijn hobby's de bouw van miniatuur-modelspoorbanen én het optreden als bekkenist in carnavalsorkesten zijn. Datum: 20-04-1982

HOLLANDS DAGBOEK

66

Ed Nijpels is de 32-jarige nieuwe politieke leider van de VVD. Hy begon zijn politieke loopbaan op zijn 23ste als gemeenteraadslid in Bergen op Zoom. Hy werd voorzitter van de liberale jongerenorganisatie JOVn en vervolgens, 27 jaar oud, lid van de Tweede Kamer. Nijpels is roomskatholiek. Hij is de opvolger van Hans Wiegel, met wie hy veel gemeen heeft maar wiens wijze van optreden hy niet zal imiteren. Nijpels is ongetrouwd. Hy leest Opzy; men kan hem — dag en nacht — wakker maken voor zeekralen en lamsoren. Dinsdag 20 april 1982 Wat is mooier dan op deze dag via de wekkerradio gewekt te worden door het zoetgevooisde stemgeluid van staatssecretaris Hedy d'Ancona? Ik probeer, nog halfslapend, te ontdekken waar zij het over heeft. Het blijkt een discussie over het kostwinnersbegrip tussen haar en CDA-vicefractievoorzitter De Graaf. Binnen de kortste keren vliegen allerlei technische begrippen om je oren. Arme luisteraar. De meest vreemde ideeën komen in mij op. Wat zou er bijvoorbeeld gebeuren als ik vandaag gewoon de hele dag in bed zou blijven? Of, als ik straks, wanneer de fractie definitief voor mij kiest, gewoon zeg, dat ik er geen zin in heb? Of, als mijn autc het onderweg zou begeven? Waarom heb ik eigenlijk voor de politiek gekozen? Had ik niet veel beter een paar jaar geleden wethouder in Bergen op Zoom kunnen worden? Het herhalingssignaal van mijn wekker verstoort mijn gedachten. De avond ervoor besloot ik mijzelf op deze ochtend op appelgebak te trakteren. Het hele diepvriesvak van mijn ijskast ligt vol met keurig ingepakte punten appeltaart. Voor een gedeelte speciaal voor mij gebakken door een goede kennis, voor een gedeelte het resultaat van mijn eigen primitieve pogingen in deze tak van de keukenkunst. Ik hoor mijn secretaresse Mirjam de voordeur dichtklappen en dat houdt in dat er binnen een kwartier koffie is. ■ ■--

67

Brandpunt zal mij de hele dag blijven volgen en ook dat went snel. 's Ochtends overleg met partij- en fractiesecretariaat, mijn secretaresse Mirjam uit Bergen op Zoom en onze "voorlichters. Voor de gemeenteraadscampagne neem ik alle spreekbeurten van Wiegel over. Al mijn zelf geplande spreekbeurten en andere afspraken moeten afgezegd worden. Ik spreek met onze ambtelijk secretaris en de voorlichters over hun taakverdeling en binnen een kwartier hebben wij volledige overeenstemming. Ans, de secretaresse van Hans en nu in Den Haag mijn steun en toeverlaat, vraag ik de oren van haar hoofd over de wijze waarop een aantal dingen wordt geregeld. Tegen een paar buitenstaanders betitel ik Ans als de secretaresse van Hans en noem ook consequent de kamer van de fractievoorzitter, de kamer van Hans. Oude gewoontes leer je niet snel af. De inrichting van de kamer van Hans houd ik precies zoals hij is. Alleen een paar luie stoelen moeten voorzien worden van nieuwe veren. Ik durf nog niet goed in de stoel achter het bureau te gaan zitten. Ik vind dat een soort heiligschennis, 's Avonds eet ik met journalisten in een restaurant in Bergen op Zoom. Daarna even naar mijn ouders, voor wat filmopnames. Bij mij thuiswacht de gemeenteraadsfractie voor overleg over de komende campagne. Op de kandidatenlijst, die is al ingeleverd, sta ik nummer één. Daar kan niets meer aan veranderd worden. In de loop van woensdag heb ik mijn ontslagbrief voor de raad verstuurd en heb dat ook medegedeeld aan de Westbrabantse pers. De Bergse kiezers weten dus dat ik straks een nieuwe zetel in de raad'niet zal innemen. De volgende dag tonen de plaatselijke afdelingen van PvdA en CDA volkomen begrip voor de wat vreemde situatie. Alleen D'66 verklaart dat het kiezersbedrog is. Nou ja... Met de gemeenteraadsfractie en de afdelingsvoorzitter stippelen wij een strategie uit. Een uur later, het loopt dan al tegen half twaalf, verschijnt de plaatselijke pers en wij geven in het kort de resultaten van het overleg weer. Ik bedank nog eens heel uitdrukkelijk het 'echtpaar Vlug; Alie Vlug acht jaar lang fractievoorzitter in de gemeenteraad, voordat ik haar opvolgde, Cees Vlug, twintig jaar lang afdelingsvoorzitter. Beiden hebben mij en andere jongeren in Bergen op Zoom de kans gegeven en "ons gestimuleerd om politieke bezig te zijn. Er komen steeds meer bekenden binnenvallen en om een uur 's nachts puilt de huiskamer uit. Na twee dagen wordt het mij plotseling te veel. Jammer genoeg is Linda in Den Haag. Ik voel mij opeens heel eenzaam. Gelukkig heeft niemand iets in de gaten. Donderdag Om 10 uur voor de Avro een tweegesprek met Maarten Schakel, een oud-parlementariër waar ik veel bewondering voor heb. Hij constateert terecht dat ik voor een geweldige klus ben gezet. Steekt mij een riem onder het hart. Ik haast mij van de radio-studio naar de Kamer, waar ik voor het eerst de BVD-commissie (bestaande uit de fractie-voorzitters van de vier grote partijen) bijwoon. Het is een overleg met Van Thijn over een paar vrij belangrijke punten. Het overleg kabbelt tot een uur door. Ik bestudeer op mijn gemak Lubbers, Meijer, Brinkhorst en Van Thijn. ledereen lijkt met zijn gedachten ergens anders te zitten. Ik kom voor de zoveelste keer tot de conclusie dat een goeie vent is. Met deze socialist is het goed zaken doen. Lubbers zit naast mij. Kan mij heel goed voorstellen dat velen hem een mysticus vinden. Lijkt mij toch niet ongeschikt. De rest van de dag wordt in beslag genomen door wat langere interviews. . Vrijdag Nog steeds niet het besef dat ik fractievoorzitter ben. 's Ochtends een plezierig interview met Elsevier. Tegelijkerheid wordt een raadslid uit Bergen op Zoom begraven. Het lukt mij niet de kerkdienst bij te wonen. Ik vind dat ontzettend naar. Besef weer even hoe ingrijpend het politie-' ke bedrijf kan zijn voor je persoonlijk leven. 's Avonds eet ik met mijn zus en haar dochtertje in „de Bloemkool". Ik vraag bij de gebakken paling wat' extra lamsoren. Dat is een groente, die net zoals zeekralen, groeit op de bodem van de Westerschelde en die alleen maar geplukt kan worden bij eb. Voor zeekralen en lamsoren kan men mij dag en nacht wakker maken. Bijles bij Gijs van Aardcnnc thuis. Aanwezig de hoogleraren Rietkerk, Koning, De Korte, Joekes en Van Aardenne en wetenschappelijk medewerker Robin Linschotcn. Gijs woont,in een fraai monumentaal huis aan de oude haven van . Aan de muren hangen antieke kaarten en prenten van Dordrecht en Rotterdam. Een op linnen geplakte schitterende oude plattegrond van Rotterdam trekt mijh aandacht. Ik mompel dat zo'n kostbaar oud bezit eingenlijk in een museum thuishoort. Theo Joekes vraagt of ik het over

68 hem heb. Als oudste lid van de fractie leidt hij de bijeenkomst. Ik verstoor de orde nog even door iets te vertellen oyer een droom die ik 's nachts heb gehad. Ik droomde dat ik zondag onverwachts in de Kamer wat vergeten papieren moest ophalen. Terwijl ik de gang inliep naar de kamer van Hans zie. ik opeens Dries van Agt wegschieten met het laatste meubelstuk van Hans op zijn rug. Tot mijn verbijstering blijkt Van Agt de hele kamer leeggehaald te hebben. Vertwijfeld vraag ik hem waar dat allemaal goed voor is. Met een ondoorgrondelijke glimlach kijkt hij mij aan, maar er komt geen woord over zijn lippen. Het gezelschap barst in lachen uit en begeeft zich vervolgens in speculaties over wat die droom wei kan betekenen. Theo grijpt de leiding en voor de rest van de dag houden wij ons bezig met serieuze zaken. Zondag 's Ochtends op bed op mijn gemak „Opzij" gelezen. Er staat een aardig verhaal van Renate Dorrestein in over het boek van Maarten 't Hart "De vrouw bestaat niet". Vorige week heb ik in Israël de eerste twintig pagina's gelezen. Ik besluit het vanavond verder uit -te lezen. Renate Dorrestein pakt het heel wat slimmer aan dan al die andere vrouwen die zich zo over het boek hebben opgewonden. Ik zou best graag eens Staatssecretaris belast met Emancipatiezaken worden. De rest van de dag breng ik door met afwassen, de was doen en een beetje nadenken over wat ik dinsdag zal gaan zeggen bij het debat over de brief van de Minister-President over de Voorjaarsnota. Dinsdag De eerste echte fractievergadering. Ik heb de pest aan lange vergaderingen en doe mijn best om het kort te houden. Hans zit recht tegenover mij aan het andere eind van de tafel naast Theo Joekes. Van tijd tot tijd schieten wij in de lach. Ik vraag mij af wat Hans ervan vindt. Om 12 uur zijn wij klaar. Tussendoor nog even bellen met Jan Kamminga in Gro-i hingen, onze partijvoorzitter. Heb mij vast voorgenomen om veel met hem samen te doen, goeie vent. 's Middags, maiden-speech als fractievoorzitter. Iedereen is tevreden, ikzelf niet. Ik vind dat ik toch weer te snel praat. Ben een beetje boos op mezelf. Na afloop van het debat haast ik mij met Linda naar de Ridderzaal, waar Hans al begonnen is met zijn afscheidsreceptie. Ik kom binnen en voel de blikken op mij gericht. Gelukkig komt de staf van de fractie op mij af, ik voel mij weer een beetje beschermd. » Woensdag 28 april 1982 Langzamerhand wordt het leven wat ordelijker, 's Avonds afscheid in de gemeenteraad van Bergen op Zoom. Mijn ontslagbrief dient als laatste punt op de agenda. Het is dan al tien over twaalf. De nieuwe liberale burgemeester Pieter Zevenbergen en mijn fractievoorzitter Kees van Kemenade spreken een kort woordje. Terwijl zij praten, geniet ik nog even van het feit dat de VVD Bergen op Zoom twee maanden geleden heeft veroverd op het CDA. Het dringt nu pas tot mij door: het is klaar met de lokale politiek. Gelukkig zal ik via mijn vader, die weer opnieuw met een plaatselijke lijst uitkomt, nog genoeg horen van iou: Bergen op Zoom. Jammer dat deze zeegroenten alleen maar in Bergen op Zoom en hier en daar in Zeeland te krijgen zijn. De rest van Nederland weet niet wat het mist. Datum: 1 mei 1982

Zomerkabinet laat oren goedgunstig naar Kamer hangen Door onze parlementaire redacteur mr. B. C. L. Waanders De parlementaire discussie over de regeringsverklaring, die niet zo heel veel verklaarde, betekende deze week in elk geval een hervatting van het plenaire Kamerwerk dat langdurig gestagneerd was geweest. Na de presentatie van het derde kabinet-Van Agt, het "zomerkabinet", kunnen weer enige zaken worden aangezwengeld, hoewel de zwengel op 8 september — de verkiezingsdag — weer min of meer zal blijven steken. Tot die datum zullen kabinet en Kamer volgens de minister-president in volle bevoegdheid functioneren en pas daarna zal weer een demissionaire toestand intreden, althans wat het kabinet betreft. Het blijft natuurlijk merkwaardig dat een Kamer aandringt op haar eigen ontbinding en liefst nog zo snel mogelijk ook, een wens waarnaar de regering, die het ontblndingsrecht heeft, tenslotte de oren laat hangen. „Wij hebben besloten het recht van ontbinding zo uit te oefenen dat wij de datum bepalen in overeenstemming met het gevoelen van de Tweede Kamer", verklaarde de heer Van Agt goedgunstig. De wereldschokkende vraag of er sprake is van een rechtsregel volgens welke een kabinet van anderssoortige samenstelling niet kan optreden zonder voorafgaande Kamerverkiezingen is, zo bleek ook weer uit het debat over de regeringsverklaring, niet voor unanieme beantwoording vatbaar. Naar de mening van de

69 premier is daarom niet de conclusie gewettigd dat zich wat dit betreft al een (ongeschreven) regel heeft gevestigd, maar zo'n regel is wel bezig zich te "ontkiemen". Misschien is dat nog wel de beste omschrijving van een vaag grensgebied tussen staatsrecht en politieke machtsverhoudingen. Kiezersmoeheid De door de leden Leerling (RPF) en Schutte (GPV) geuite bezwaren tegen drie verkiezingen (voor Tweede Kamer, Provinciale Staten en gemeenteraden) in 1986 — in 1982 trouwens ook — kwamen verder niet aan de orde. Op het verschijnsel van "kiezersmoeheid" behoeft blijkbaar niet teveel te worden gelet. In ruimere mate dan de fractieleiders van "de grote vier" konden de woordvoerders van "klein rechts" en "klein links" de vrijheid vinden om van dik hout planken te zagen; vooral de communist M. Bakker, die in september niet meer als fractieleider in het parlement zal terugkeren, liet zich op zijn bekende virtuoze, ofschoon niet steeds fijnzinnige, wijze gelden. Het simpele beeld van de door het CDA in het vorige kabinet als vloermat gebruikte PvdA deed het natuurlijk beter dan het ingewikkelde woordenspel, met veel financieel-economisch cijfergegoochel, tussen de fractieleiders Lubbers (CDA) en Meijer (PvdA) over de voorgeschiedenis van de breuk. De socialistische fractieleider was goed, redelijk en rustig op dreef, sneed geen toekomstige coalitiemogelijkheid af, maar reed ten slotte toch een eigenaardige schaats door met zijn fractie te stemmen voor de communistische afkeuringsmotie tegen het interim-kabinet. Zo ontstond even, heel even maar, een volksfrontje. Verder zal de PvdA-fractle het regeringsbeleid zakelijk beoordelen nu het gedogen door een meerderheid vaststaat... Slecht figuur De grote gedoger Nijpels (WD) toonde een niet te onderschatten mondelinge slagvaardigheid al werd hij wellicht wat tè overmoedig toen hij Lubbers en diens zieleroerselen kritisch bejegende in het vooruitzicht van de komende kabinetiformatie. Van Nijpels nu even naar Nypels, de nieuwe minister van volkshuisvesting, wiens dakloze gedrag tegenover het parlement deze week verbazing wekte, toen hem werd gevraagd een brief over zijn beleidsvoornemens aan de Kamer te zenden nu hij ook een persconferentie over deze voornemens had aangekondigd. Als minister Nypels niet over parlementaire ervaring had beschikt zou zijn zonderlinge houding misschien nog enigszins begrijpelijk zijn geweest, maar hij heeft jarenlang deel uitgemaakt van de fractie van D'66 en als oud- parlementariër had hij behoren te weten dat een minister zich heeft te onthouden van de vraag of de Kamer het al druk genoeg heeft; zoiets zal de Kamer zelf wel uitmaken. Een beter figuur sloeg deze week de nieuwe minister van onderwijs, Deetman, bij de behandeling van een wetsontwerp tot invoering van middelbaar dienstverlenings- en gezondheidszorg onderwijs, afgekort: MDGO. Een weinigzeggende afkorting volgens de GPVer Schutte, die in een motie vroeg om een "meer aansprekende naamgeving" van schoolsoorten die; niet leidt tot het veelvuldig gebruik van afkortingen. Bij het wetsontwerp kwam ook de grondwettelijke vrijheid van onderwijs ter sprake. De socialistische Kamerleden Van Ooijen en Schaapman zaten deze week ln de Tweede Kamer achter de re-. geringstafel voor de verdediging van een initiatiefwetje inzake overblijfmogelijkheden; het betrof hier niet de positie van een interim-kabinet, maar die van schoolkinderen in de middagpauze. Het aantal vrouwelijke parlementariërs steeg deze week door de intrede van de dames Moolhuysen (D'66) en Laning (CDA) in de Tweede Kamer. D. A. Th. van Ooijen Datum: 12 juni 1982

Van Agt in Brabant: vonken tussen 't bier 8 SEPTEMBER Verkiezingen Bijdragen: Mare Chavannes, Frans Kok. "Nog nooit heb ik een toespraak mogen houden in een bierton", zo pakte CDA-lijsttrekker Van Agt gisteravond vaardig de draad op toen hij eindelijk mocht spreken van achter het biertonachtige katheder in het gemeenschapshuis Den Domp te Haaren (N.Br.). De Belgische christendemocratische jongeren hadden hem tevoren langdurig de Tijl Uilenspiegelprijs 1982 uitgereikt wegens politieke moed. De verkiezingscampagnes beginnen aan temperatuur te winnen. Brabant was daarin door de CDA-campagneleiding goed gepland. Een stevige aanval op de socialisten gaat er hier wel in, terwijl — niet alleen

70 voor het evenwicht — ook naar de VVD een klauwtje kan worden uitgeslagen. Waarom wij met de VVD gemakkelijker zaken kunnen doen dan met de PvdA? Van Agts antwoord: "Het zijn inschikkelijker mensen, er zitten daar over het algemeen nogal wat voormalige christendemocratische kiezers, vooral veel exKVP'ers. Die zijn eigenlijk van ons, die zijn verdwaald, die wijzen wij vanavond de weg terug." Applaus. Waar hij Nijpels in zijn tekst had staan sprak Van Agt spottend over "het jong talent dat de VVD-fractie leidt". Maar de vurigste vonken richtte hij op zijn voormalige vice-premier Den Uyl, die zegt voor de sociaal zwakkeren op te komen, "maar weglopers zijn geen beschermers". "Met al zijn gefilosofeer over rechts en links beleid, eenmaal in de regering probeerde Den Uyl zich toch zo goed en zo kwaad als het kon aan te sluiten bij wat de werkelijkheid bleek te zijn. (..) Toen hij zichzelf weer van die verantwoordelijkheid had verlost, konden de geesten weer uit de fles: rechts beleid, Thatcheriaanse aanpak, geen gevoel voor sociaal zwakkeren. Met z'n allen tegen de rechtse vijand. En dat zijn wij dan, dames en heren," aldus Van Agt. Het was tegen enen vannacht nog druk in het gemeenschapshuis te Haaren, waar Van Agt van vrouwen en vendelzwaaiers hartelijke handen, bloemen en pakjes kreeg en het refrein luidde: "Samen in het Brabantse land, waar ons CDA ontstond.." (M.Ch.) Datum: 28 augustus 1982

Nijpels vermijdt eerste fout zorgvuldig Door onze redacteur KEES VAN DER MALEN DEN HAAG, 2 sept. — De bestuurder van de dragline stapt onverstoorbaar uit de cabine en laat zijn kletsnatte gastheren weten dat zoiets de beste kan overkomen. Zojuist heeft VVD-lijst-' trekker Ed Nijpels de directie van een bedrijf in Maassluis, waar hij het startsein voor een uitbreiding zou geven, van top tot teen onder de modder gezet. De ceremoniële daad op de dragline ging de jonge autoriteit even niet goed af — een hap grond viel door een overmoedige beweging net op het verkeerde moment uit de grijper — maar de veroorzaker van het bedrijfsongeval is daar allerminst van onder de indruk. Het was gewoon een kwestie van "negatieve kleef', onderhoudt hij zijn gehoor. Met dezelfde flair waarmee Nijpels tot nu toe snel en succesvol door de Nederlandse politiek beent, weet hij het incident te overmeesteren. De debuterende lijsttrekker doet dat geroutineerd, zich bewust dat iedere fout hem kan opbreken. Zijn jeugdig elan en een restant aan kwajongensstreken geven de Volkspartij voor vrijheid en democratie in de verkiezingscampagne een lijsttrekker met een extra dimensie. Tegelijk kan deze zelfde voorsprong — Nijpels is jonger en nieuwer dan zijn directe rivalen Van Agt, Den Uyl en Terlouw — ook zeer snel zijn achilleshiel blijken te zijn. Eén uitglijer, één blunder en het beeld van de jonge coming man is weg, en hij is in de beeldvorming gereduceerd tot een „jong broekje" dat het allemaal nog moet leren en dus de stem van de aarzelende kiezer niet krijgt. Tot een week voor de verkiezingen zijn die uitglijers en blunders uitgebleven. "Iedere avond kijk je wel even terug of er geen grote fouten gemaakt zijn. Dat kan geen enkele lijsttrekker hebben, maar Ed nu zeker niet", aldus een van zijn naaste medewerkers. De campagne van Nijpels heeft, vanuit die achtergrond, tol op grote hoogte een voorzichtig karakter. Proberen te houden wat je hebt — als het gaat om de voorspelde winst van 8 a 9 zetels — en uithalen als het kan, is de lijn. Voor Nijpels geldt dat uithalen vooral jegens de verdeeldheid binnen het CDA en de ongemakkelijke positie van D'66. De Democraten, als zekere leverancier van veel stemmenwinst voor de VVD, worden volgens het beproefde recept van Wiegel beurtelings sterk gekritiseerd („zij zijn extra verantwoordelijk voor de kabinetscrisis") en het graf ingeprezen („hun programma verschilt niet veel van dat van de VVD"). De echte confrontatie in de slotfase is echter die tussen CDA en de VVD. Met de dreigende doorbraak van de VVD in het zuiden en de extra nadruk die Nijpels zijn katholieke achtergrond geeft, ging Van Agt afgelopen vrijdag in de aanval. Ook hij, Van Agt, was katholiek („daar is die jeugdige Bergen-op-Zomer dus ook weer niet zo exclusief in") en alle voormalige ex-KVP'ers in de VVD „waren verdwaald" en „zijn van ons", blufte de lijsttrekker van het CDA. Als Nijpels een dag later de finale van de VVD-campagne inleidt, blijft ieder antwoord uit. In het campagneteam wordt wel een scherpe reactie voorbereid, maar ook die blijft achterwege als later blijkt dat zelfs in de katholiek georiënteerde media in het zuiden Van Agts aanval op het katholieke van de VVD-leider geen prominente aandacht heeft

71 gekregen. Middenschool Een tegenzet probeert Nijpels met een aanval op de middenschool. Sterke sentimenten tegen deze onderwijsvernieuwing maken het interessant de liberale vrijheid sterk aan te zetten. Nijpels eist in een regeercombinatie met het CDA alvast de post Onderwijs op en schildert CDA-minister Deetman met een verwijzing naar „socialistische stokpaardjes" zo ongeveer af als een halve Van Kemenade. In een strijd om de gunst van de aarzelende kiezer passen CDA en VVD van weerszijden exact dezelfde stemmingmakerij over voor het publiek gevoelige punten toe. Daar beide partijen op toekomstige samenwerking zijn aangewezen, worden echte kwesties overigens nauwgezet vermeden. Het VVD-publiek in zaal Kunstmin in Gouda ontmoet zo ongeveer een jonge Wiegel. Op zijn verkiezingstoernee langs eigen parochies stelt de debuterende lijsttrekker precies die onderwerpen centraal die zijn voorganger een belangrijk deel van diens furore bezorgden. Over de toenemende criminaliteit en onveiligheid op straat, een van Wiegels favoriete thema's, zegt Nijpels: „Het is te gek dat in sommige, delen van het land de mensen niet meer de straat op durven". Over de sociale uitkeringen: „Je hoort mij niet beweren dat het een vetpot is, maar het gaat niet aan te suggereren dat je ervan crepeert". En over de Atlantische relatie: „Het is een schande een land dat er zorg voor draagt dat ik hier vanavond in vrijheid kan spreken, zo te besmeuren als nu gebeurt". Het applaus dat volgt is steeds ovationeel. Met zijn campagneverhaal wijkt Nijpels op hoofdpunten niet echt af van zijn voorganger; het is meer de toon dan de inhoud die is veranderd. Waar Wiegel met zwaar aangezette dicties zijn statements de zaal inslingerde, zoekt Nijpels het meer in de geduldige uitleg. Bij het doortrekken van de lijnWiegel probeert Nijpels op onderdelen en voorzichtig een nieuwe aanpak uit te zetten. Een belangrijk punt vormt zijn intentie de VVD een socialer gezicht te geven. In Maassluis, de locatie van het „modderincident", pleitte hij vorige week voor een grotere betrokkenheid van werknemers bij het ondernemerschap. Meer ruimte voor overleg bij beslissingen die van belang zijn voor de continuïteit van de onderneming, zou noodzakelijk zijn. Het is buiten de VVD geen revolutionaire taal, maar binnen de partij zijn zulke ideeën nog allerminst gemeengoed. In de dagelijkse scholingscursus campagne voeren heeft Nijpels het „inpakken" inmiddels aardig onder de knie gekregen. Bij zijn optreden afgelopen dinsdag in Gouda mag de jeugdige lijsttrekker zich verheugen in de aanwezigheid van een groep punkers. De bijna-leeftijdsgenoten onderbreken zijn speech regelmatig totdat hij aanbiedt na de pauze in debat te gaan. „Of ze eerst geen biertje kunnen krijgen", komt van de andere kant een dringend verzoek. „Nou, daar wil ik best aan bijdrgen, maar je weet dat de VVD uitgaat van het profijtbeginsel", kaatst Nijpels terug. De zaal ligt plat en de ordeverstoorders zijn even stil. In de pauze zoekt Nijpels („laat wel je blazer uit Ed", adviseert een medewerker) de tegenstanders op. Op de achtergrond houden zenuwachtige afdelingsbestuurders al een krat bier achter de hand als argumenten niet overtuigen, maar Nijpels heeft de sussende hulp van de alcohol niet nodig. Een informele babbel slaat een brug tussen twee werelden en bezorgt de VVD verder een ongestoorde avond. De uitstraling van de jonge VVD-leider in de carr >agne is zo af en toe groot. Handtekeningenjagers hebben in hem een nieuw object ontdekt. Bij optreden met de straatkar van de VVD — een imitatie-Tweede Kamer — wordt hij regelmatig bestormd door voornamelijk vrouwelijke belangstellenden, onder wie velen ver onder de kiesgerechtigde leeftijd. In Bilthoven, eerder deze week, volgen enkele oudere dames het voorbeeld. Als de ergste drukte voorbij is willen ook zij een aandenken van hun nieuwe idool. Nijpels maakt niet de indruk dat hij deze weinig politieke interesse echt vervelend vindt. Declaraties Politicus genoeg schuwt ook Nijpels in de campagne enig opportunisme niet. In het straatcontact beklaagt een inwoner van Bilthoven zich over hoge declartie-uitgaven („maaltijden van dui-' zenden guldens") van een Utrechtse PvdA-wethouder en wat de VVD daar nou van vindt. Nijpels vindt het schandalig („ik denk dat we het daar met z'n allen over eens zijn") en dan volgt een verhaal uit een andere, meer sobere wereld: „De gemiddelde warme maaltijd in de Tweede Kamer kost 9.25 gulden. Kamerleden eten dus per dag voor nog geen tientje". De vragensteller is zichtbaar tevreden, maar hem is niet verteld dat het restaurantbedrijf van de Tweede Kamer een redelijk gesubsidieerde onderneming is. In een televisieportret van Veronica's 'Henri Remmers ontmoet televisiekijkend Nederland' kwam

72 gisteravond ook even de mens Nijpels aan de beurt. Die bleef voortdurend politicus want in vijf minuten over zesenzestig uiteenlopende onderwerpen als God, Van Agt, vrouwen en liefde een passende verklaring bij de hand te (willen) hebben is alleen politici gegeven. Ed Nijpels (foto NRC Handelsblad/Vincent Mentzel) Datum: 2 september 1982

Van Agt grijpt met 'opperbeste stemming' te hoog PvdA door onze redacteur MARJANKE SPANJER AMSTERDAM, 9 sept. — „Dat is dus het einde van Joop," verzuchten een paar oudere partijgenoten terwijl ze de Intomartpercentages van zeven uur nog eens langzaam uitwisselen: 30,1 procent voor het CDA; 29,2 procent voor de Partij van de Arbeid. Het is kwart voor acht. In de achterkamers van het gebouw De Meervaart in Amsterdam-Osdorp buigen de lijsttrekker en zijn vrouw, Liesbeth, zich met een aantal getrouwen — onder wie Burger — over een denkbeeldige routekaart voor deze avond en de volgende. Op het podium zingen De Havenzangers uit Arnhem over Vreugd vermengd met droefenis. Dan, om kwart voor negen, keert het tij: „De strijd tussen de prognoses en de werkelijkheid lijkt nu toch in het voordeel van de PvdA beslist," roept een opgetogen Bühne- babbelaar John Jansen van Galen. Van de stemmen is 21,3 procent geteld. Men verwacht nu voor de socialisten 47 zetels tegenover 46 voor het CDA. De Uyl heeft zich vastgebeten in zijn campagnerol en blijft als hij om kwart over negen uit zijn hok naar het publiek mag — "Jopie, Jopie", beantwoordend met "Het is wel goed zo, ja" — terughoudend. „Het blijft spannend, nee, nee, nog geen politieke conclusies". Toch, even later: „Een regering zonder of met de PvdA kan deze Ptij, deze gesterkte en zelfbewuste PvdA niet negeren." Op het grote tv-scherm begeleidt het duimen-in-de-lucht-blije gejoel in Den Bosch de bescheiden eerste publieke opmerkingen van Joop. Even vervreemdend is de Wij-zijn-de-grootste-stemming die zich langzaam van de zaal meester maakt tegenover die van het nuchter analyserend deskundigenkader in de wandelgangen. Lukt het niet om onmiddellijk in de formatie enige punten te scoren — "het verlies van D'66 betekent de verzwakking van een progressief perspectief," waarschuwde Den Uyl al — dan is het opnieuw vier jaar oppositie. Wie weet wat het CDA nu met Van Agt gaat doen, oppert iemand. Partijvoorzitter Max van den Berg, die eerder in een onbeantwoorde poging om in de ovatie te delen, voorzichtig zijn hand op Den Uyls schouder had gelegd, doet om kwart voor elf, terwijl de kopman zich inmiddels naar spoedt, zelf zijn muilkorf af: „47 zetels voor ons, 45 voor het CDA, Morgen nemen wij de leiding bij het vormen van een regering met de Partij van de arbeid." Het dundoek met nummer 2 wordt onder groot applaus vervangen door het lijstnummer 1. Vele ex-bewindspersonen (Van Kemenade, Van Thijn, Van der Louw, d'Ancona, Langedijk-De Jong, Dales) en de misschien toch weer kansmakende Hein Roethof staan om hem heen. Het is elf uur wanneer partijsecretaris Van Velzen een even abrupt als katterig einde aan de avond maakt. Ditmaal geen gijzeling zoals in 1977, maar een "serieuze bommelding". „Het was een leuke uitslag," zegt iemand nog, „maar om nou als een bom in te slaan..." CDA Door onze redacteur MARC CHAVANNES Utrecht, 9 sept. -— Geen persoonlijke nederlaag, wel een politieke teleurstelling. Zo karakteriseerde A. van Agt gisteravond de uitslag waarbij zijn CDA drie zetels verloor en er twee op de PvdA achterkwam. De "opperbeste stemming" die hij zijn partijgenoten, verzameld in de Jaarbeurs in Utrecht toedichtte, was te hoog gegrepen. Alleen de eerste Intomart-voorspelling van rond acht uur had het CDA de grootste zien worden, maar vanaf negen uur was het duidelijk dat op de affiches de volgende keer weer nummer 2 komt te staan.. „Er is een reële mogelijkheid van een CDA/VVD-kabinet. Dat die mogelijkheid bestaat is één van de mooie dingen van deze avond", sprak Van Agt uit zijn hart. Daarmee had hij het meeste moois wel gehad, want geen CDA'er in Utrecht voorzag gisteravond een snelle/makkelijke formatie. Volgens een De Hond-enquête in De Tijd van deze week geeft 71 procent van de CDA-kiezers de voorkeur aan samenwerking met de VVD. Dat percentage zakt tot 58 bij een uitslag zoals de werkelijke, namelijk met de PvdA als grootste en VVD plus CDA samen met een meerderheid in de Kamer. Pas wanneer Den Uyl en Van Agt van het toneel verdwijnen heeft 37 procent van de CDA-kiezers voorkeur voor een CDA/PvdA kabinet; 41 procent blijft daar ook dan tegen. Ondanks die gegevens en ondanks Van Agt's

73 meer dan voor het CDA gebruikelijke leunen naar de VVD-kant tijdens zijn campagne, gingen er gisteren in Utrecht geen hoorbare stemmen op die serieus onderhandelen met de PvdA onwenselijk of onnodig vinden. Van Agt ging wederom het verst in de VVD-richting toen hij zei "Het land heeft zo snel mogelijk een eensgezind en daadkrachtig kabinet nodig. Dat is de hoofdzaak, niet de breedte van de parlementaire steun." Overigens wacht men deemoedig de activiteiten van een PvdAinformateur af (waar ook de CDA-fractie wel voor zal pleiten). Zo'n informateur zal "naar geweten moeten nagaan of samenwerking tussen de twee overwinnaars PvdA en VVD tot de mogelijkheden behoort", opperde Lubbers met enig berekenend leedvermaak. Hoe ernstiger dat onderzoek hoe heilzamer het is voor "de eensgezindheid in het CDA" — een aanduiding die Van Agt gebruikte om de loyalisten een deel van het verlies toe te schrijven. Het CDA zal wel weer even z'n best moeten doen om door te regeren, maar het zou — zoals één fractielid somber overwoog — weieens de laatste keer kunnen zijn dat regeringsdeelname vanzelfsprekend is. Een echt opgaande lijn voor het CDA zit er de laatste jaren niet in. VVD Door onze redacteur KEES van der MALEN DEN BOSCH, 9 sept. — „De VVD is in het hele land definitief doorgebroken". Op de toppen van zijn overwinningsroes kondigde VVD-leider Ed Nijpels gisteren al vast aan dat de "historische" overwinning voor de VVD geen "eindstation" is, maar nog slechts een "tussenstation" vormt. Nijpels wees daarvoor op de nog groeiende aanhang van de VVD onder jongeren. Het merendeels zeer jeugdige publiek in het Casino in Den Bosch vormde voor zijn stelling het levende bewijs. De overheersende luidruchtige aanwezigheid van veel jeugd gaf de verkiezingsbijeenkomst ongeveer het karakter van een groot uitgevallen schoolfeest. De jeugdige partijleider behoorde er zelf al bijna tot de oudere garde en werd — als gold hij de populaire klasseleraar — gescandeerd toegejuicht en als een mascotte op de schouders rondgedragen. Aan de viering van een explosieve groei in het bomvolle casino kwam abrupt een einde toen een ernstig genomen bommelding tot ontruiming van de zaal leidde. Nijpels gaf, zij het met grote tegenzin ("Ed, het is nu echt serieus") een persconferentie op en liet zich ongeveer als laatste van zijn "feestje" verwijderen. De jonge VVD-leider had CDA en PvdA toen al ernstig gewaarschuwd. Hij zei dat als CDA en PvdA opnieuw de VVD bij de vorming van een nieuw kabinet zouden passeren, zij dat aan den lijve zullen ondervinden: „Mijne heren, als u wilt dat de VVD nog groter wordt, moet u dat doen". Eenmaal buiten deinde hij op een liberale mensenzee ("Edje, Edje") rond in het nachtelijk hart van Den Bosch waar een politiemacht vergeefse "laatste waarschuwingen" gaf dat iedereen zich wegens explosiegevaar moest verwijderen. Dat inmiddels de Partij van de arbeid de grootste partij was geworden en de pijnlijke nederlaag van het CDA de snelle vorming van een kabinet van CDA en VVD blokkeert, was op dat moment tot de feestende VVD-aanhang nog niet doorgedrongen. Door onze redacteur JAN HENDRIK WIGGERS ZWOLLE, 9 sept. — Wanneer eindelijk in de camera kijkt, schakelt de Nos weer terug naar Hilversum. „Stoppen maar", roept een man met een koptelefoon en een grote antenne onder zijn arm. Maar de lijsttrekker van Democraten '66 wil daar niets van weten. „Ik ben niet zo mediagevoelig, dat weet ik, maar ik mag hier toch wel mijn mensen toespreken". De eivolle Harmonie juicht; voor de trouwe aanhang gaat hun Jan nooit verloren. „Ondanks dit fikse verlies zie ik lichtpuntjes", vertrouwt Terlouw zijn „kader" toe. Een van die lichtpuntjes is dat na een verlies van elf zetels er in de toekomst een „optimistische avond" zal komen; „bij de volgende verkiezingen gaan we weer winnen". Wat D'66 nu zal gaan doen? „Daar beslist de fractie morgen over"... „Mijn ministerschap heeft niets met deze nederlaag te maken"... „Dit verlies trek ik me natuurlijk persoonlijk aan, maar dat betekent niet dat ik aan opstappen denk, wat dacht u wel"... Meer heeft Terlouw niet te zeggen. Nog één keer schakelt Hilversum kort over naar Zwolle. De zaal roept om stilte. „Wat een domme vragen", verzucht iemand uit het publiek. „Natuurlijk gaan we door, er is nog niets verloren. Wij blijven de vierde stroming in de Nederlandse politiek". Binnen vijftien maanden en na nauwelijks een jaar geregeerd te hebben, heeft D'66 meer verloren dan de partij in mei 1981 had gewonnen. Toen ging de partij van acht naar zeventien Kamerzetels. Gisteren gingen de Democraten terug naar zes. Niemand van de verleden jaar nieuw gekozen kamerleden komt terug. Een van de „ouwe hap": | „We zijn weer met ons oude

74 clubje. Wel gezellig, maar het wordt weer keihard werken". Rond twaalf uur stromen de drie verdiepingen van de Harmonie leeg. Een zeer gezellig feest gaat als een nachtkaars uit en het lijkt wel of het rond middernacht pas goed tot de trouwe aanhang is doorgedrongen welk een verlies er is geleden. In de studio van de Nos gaven de lijsttrekkers commentaar op de uitslag van de verkiezingen. Van links naar rechts Van Agt, Terlouw, Den Uyl en Nijpels. (Foto's NRC Handelsblad/Vincent Mentzel, Leo van Velzen en Ton Poortvliet) Terlouw en aanhang in de Zwolse Harmonie. Van Agt in de Utrechtse Jaarbeurs. Den Uyl in De Meervaart te Amsterdam-Osdorp. Nijpels vóór de ontruiming van het Bossche Casino. Datum: 9 september 1982

Koningin stapt niet in partijpolitiek spelletje van Nijpels en Den Uyl Nieuwsanalyse door Frans Kok DEN HAAG, 2 okt. — Wat iet harmonieuze begin had moeien vormen van een „hecht en laadkrachtig" kabinet tussen tDA en VVD, liep gisteren di|ect al uit op een stevig prestigejevecht tussen de twee onderhanlelaars Lubbers en Nijpels. BeiJen vonden kennelijk het moment ekomen om te tonen dat inschiklelijkheid niet hun grootste priofteit is. Al dagenlang had Nijpels van daken geroepen dat de VVD Jen eigen informateur naast Jteenkamp wilde zien. De VVD pu zelfs weigeren aan de coalitieesprekingen mee te doen, als de: wens door het CDA niet gehoereerd zou worden. Nijpels noemde zo'n weigering |cn teken van wantrouwen jegens VVD en sprak openlijk het Jermoeden uit dat het CDA geen |VD-pottenkijker wilde om de eur naar de PvdA open te kun|en laten. Het CDA, toch al niet gewend macht zomaar uit handen te leven, besloot dat dit een mooi koment was om Nijpels even teLg te voeren naar de jaren van de roentijd. Ervan overtuigd dat IvdA en D'66 ook het meest logithe advies van een informateur pn CDA-huize zouden volgen, leid men onverkort vast aan de lenoeming van één CDA-infor|iateur. Het CDA heeft echter pijnlijk eten ervaren dat sinds kort een Iternatieve meerderheid voorhanlen is van PvdA en VVD die, als ij willen, het CDA kunnen joverrulen". Den Uyl bleek na pntact met Nijpels niet wars van [lig vissen in troebel water en gaf Koningin het advies een informateur van VVD-huize te benoemen als de VVD daar zelf prijs op stelde. Een advies dat zonder meer als destructief gekenschetst kan worden, omdat.het slechts ten doel had de kansen van een CDA/ VVD-kabinet te verkleinen. Immers, een VVD-informateur die het zoveelste kabinet-Van Agt in de 'steigers moet zetten, is voor velen in het CDA een onverdraaglijke gedachte. Tegenstand De kans op slagen was dan ook gering voor de VVD-kandidaat die, na het slimme afhaken van Wiegel die al enige blikschade zag aankomen. waarschijnlijk Toxopeus of Vonhoff zou heten. In elk geval zou hij op flinke tegenstand van de CDA-fractie kunnen rekenen, waardoor de besprekingen verre van gladjes zouden verlopen. Nijpels nam dit bezwaar op de koop toe, althans maakte het ondergeschikt aan zijn wens Lubbers te laten blijken dat hij wel degelijk over sterke zenuwen beschikt. Lubbers legde zich daarop neer bij het monsterverbond van PvdA en VVD in de wetenschap dat als de Koningin zoals gebruikelijk de wens van de meerderheid zou volgen, hij daar toch niets aan kon veranderen. Toen Scholten gisteren aan het eind van de middag voor consultatie door de Koningin werd ontvangen, vermoedde men ook in het CDA niet dat het informateurschap uit de bus zou rollen. Men dacht aan een extra advies in verband met de -ingewikkeld geworden situatie. Kennelijk heeft de Koningin echter het partijpolitieke spelletje van Nijpels en Den Uyl niet mee willen spelen. Op papier bestond er dan wel een meerderheid voor een VVD-informateur, maar zeker het advies van de PvdA kon zij moeilijk au sérieux nemen, al zal niemand Den Uyl het recht ontzeggen de rest zoveel mogelijk te sarren. Sfeer De kortste weg naar een CDA/ VVD-kabinet is via de benoeming van een CDA-informateur en dat besluit is nu ook gevallen. Jammer voor Steenkamp, maar zijn* naam viel weg omdat zijn benoeming een te openlijke bruskering van Nijpels zou betekenen. Vandaar dat de keus op Scholten viel, op grond van zijn functie (helaas niet door de manier waarop hij die verwierf) een min of meer boven de partijen staand man, die mede

75 door zijn goede betrekkingen met de VVD in het verleden de juiste sfeer voor het overleg kan scheppen. Normaal wordt de vice-president van de Raad van State pas ingeschakeld als vele eerdere pogingen zijn mislukt of het land in nood zit. Door het weinig verheffende geblaf tegen elkaar hebben Lubbers en Nijpels echter zo'n gecompliceerde situatie laten ontstaan, dat de Koningin zwaar geschut kennelijk nodig vond om de kersverse en zo harmonieuze coalitie-partners in het gareel te dwingen. Datum: 2 oktober 1982

Bij reorganisatie rijksoverheid is de keuze: tact of durf Door onze redacteur CEES VAN DER MALEN Een VVD-fractieleider en een regeringscommissaris hebben de lopende kabinetsformatie aangegrepen om de slecht functioneren de rijksoverheid (departementen en ministerraad) aan te pakken. Hun werkwijze loopt sterk uiteen en het resultaat van beider activiteiten is in gelijke mate nog zeer onzeker. De fractieleider van de VVD in de Tweede Kamer, drs. E. H. T. M. Nijpels, werkt vooral met een breekijzer en veel bravoure; de regeringscommissaris voor reorganisatie van de rijksdienst, mr. H. DTjeenk Willink, bedient zich in de eerste plaats van diplomatieke tact en zoekt zijn kracht in doorwrochte voorstellen. Aan de onderhandelingstafel in de formatie heeft Nijpels ingrijpende voorstellen gedaan om de departementale verhoudingen sterk te wijzigen. Hij wil in de welzijnssector (CRM en Volksgezondheid) komen tot opheffing dan wel bundeling van taken en streeft in de economische sector naar het instellen van nieuwe ministeries (Buitenlandse handel met Ontwikkelingssamenwerking en Technologie). - Nijpels hanteert zijn breekijzer met een beroep op voorstellen van de commissie-Vonhoff, die vorig jaar als sluitstuk van een breed scala aan maatregelen voorstellen tot beperking van de ministerraad deed. Richting „hard" Voorlopig heeft de handelwijze van Nijpels weinig te maken met "Vonhoff" maar meer met — op zichzelf gerechtvaardigde — prioriteiten van VVD-politiek. Het scenario van Nijpels lijkt erop gericht om door afstoting van "zachte" overheidstaken "harde" taken meer gewicht te geven. Waar CRM en Ontwikkelingssamenwerking voor het CDA als bestaande grootheden goeddeels onbespreekbaar zijn en de VVDonderhandelaar intussen het bestaande aantal van vijftien ministeries wil handhaven, zou het resultaat van veel spierballerij zich weieens kunnen beperken tot verdeling van Volksgezondheid/Milieuhygiëne (Volksgezondheid naar CRM of Sociale zaken en Milieu naar Volkshuisvesting) met daartegenover de instelling van een ministerie of een aparte minister voor technologie. De uitkomst is dan dat het aantal ministeries gelijk blijft, een noodzaak, willen CDA en VVD de kabinetszetels in de gewenste verhouding van acht-zeven verdelen, terwijl het functioneren van de departementen niet wezenlijk is verbeterd. „Politieke rekenkunde" en „opportunisme", waarvoor de commissie Vonhoff al vreesde. hebben dan opnieuw de besluitvorming overheerst. Gericht op politici Tegenover de methode-Nijpels presenteerde regeringscommissaris Tjeenk Willink dinsdag een minder spectaculaire reeks aanbevelingen om vooral het zwakke functioneren.van de ministerraad te herstellen. Waar de politicus Nijpels het zoekt in ingrepen in de ambtelijke wereld, adviseert de onafhankelijke ex-ambtenaar Tjeenk Willink vooral voorstellen om politici beter te laten functioneren. Tjeenk Willink laat de ambtelijke factor als oorzaak voor het slechte functioneren van de rijksoverheid voorlopig buiten schot. Volgens de vroegere topambtenaar van Algemene Zaken is de laatste jaren al een zware wissel getrokken op het aanpassingsvermogen van ambtenaren. Een lijst van 41 lopende studies en plannen gericht op herziening van organisatie en beleid moet deze analyse bevestigen. De regeringscommissaris wijst opzichzelfstaande ingrepen in de departementale verhoudingen, zoals VVD-onderhandelaar Nijpels voorstaat, als verkeerd en ineffectief van de hand. Hij verwacht dat dergelijke geïsoleerde beslissingen onder ambtenaren tot grote onrust en binnen een kabinet tot verlammende competentiegeschillen zullen leiden, met als gevolg dat het functioneren van de rijksoverheid nog verder verslechtert. Zelf probeert tjeenk Willink de onderhandelaars bij de formatie, met diplomatiek geformuleerde aanbevelingen, te bewegen tot kleine, maar doordachte stappen die de politiek langzaam maar ze-i ker weer meester over het bestuur moeten maken. Opheffing van adviesorganen (om vertraging in de

76 besluitvorming weg te nemen), betere voorzieningen voor individuele ministers (om het functioneren van de ministerraad als eenheid te versterken) en instelling van een bestuursdienst voor topambtenaren (om de grenzen tussen departementen weg te nemen) zijn enkele van zijn aanbevelingen. Zij hebben gemeen dat zij niet hemelbestormend zijn, maar kunnen daarentegen wel makkelijker worden uitgevoerd. Waar de debuterende onderhandelaar Nijpels kiest voor een grootste aanpak die lijkt op een krachtig nieuw begin, gelooft Tjeenk Willink — na een tienjarige ambtelijke carrière in deze materie — enkel in de weg der geleidelijkheid. Snel of geleidelijk: voor beider aanpak geldt dat zij in even grote mate afhankelijk is van de waarde die een nieuw kabinet eraan wil toekennen. Datum: 13 oktober 1982

F. KORTHALS ALTES Oud-partijvoorzitter in een nieuwe positie Door onze redacteur C. M. VAN DER MALEN „Moge de partij zich blijven ontwikkelen en uitbreiden en als dat zo kan zijn, moge je er dan een actief aandeel in blijven hebben", schreef de moeder van mr. F. (Frits) Korthals Altes vorig jaar in een liber amicorum bij het afscheid van haar zoon als voorzitter van de VVD. Na een tussenstap in de luwte van de Eerste Kamer komt de oud-partijvoorzitter in een nieuwe positie, waarin hij vooral de uitbreiding van VVD-inbreng in het kabinet gestalte mag geven. Een langdurige loopbaan als VVD-bestuurder (achttien jaar, waarvan zes als voorzitter) is aan deze positie in het kabinet niet vreemd. Zijn kandidering door de VVD heeft zeker ook het karakter van een beloning. Na de van oorsprong a-politieke en uit de universitaire wereld afkomstige minister De Ruiter, krijgt het departement van justitie behalve een doorgewinterde partijpoliticus, een beroepsadvocaat met ruime ervaring in de advocatuur (sinds 1958) en het bedrijfsleven (als commissaris van de Nederlandse Dagbladunie, uitgever van onder meer Algemeen Dagblad en NRC Handelsblad). Korthals Altes manifesteerde zich in zijn positie van VVDvoorzitter als een bekwaam organisator. Hij gaf mede leiding aan het ontwikkelingsproces dat van de VVD een snel groeiende en ac;tieve politieke partij maakte. Onder zijn voorzitterschap werd het nieuwe beginselprogramma (Liberaal manifest) opgezet. De nieuwe minister van justitie liet zich in zijn voorzittersrol ruimschoots kennen als een scherp en handig debater. Binnen de VVD geldt hij als een vertegenwoordiger van de meer behoudende richting. Met de toenmalige politieke leider Wiegel staat hij sterk op één lijn. De nieuwe minister van justitie studeerde rechten in Leiden en vestigde zich in 1958 als advocaat in Rotterdam. Bij het vooraanstaande Rotterdamse advocatenkantoor Dutilh, Van der Hoeven en Slager is hij sinds 1970 firmant. In de rol van curator was hij dit jaar nog betrokken bij de afwikkeling van de Ogem-affaire. Korthals Altes (51), in eigen kring in de jaren zestig een van de angry young man die het tijdperk-Oud uitluidden, vormde met Wiegel en zijn inmiddels overleden voorganger - Downer de oudere garde. Het is nu juist de in de VVD doorgebroken jongere garde (fractieleider Nijpels en partijvoorzitter Kamminga) die hem als minister in een prominente positie brengt. Er zijn oud-partijvoorzitters die met minder genoegen moeten nemen. Datum: 3 november 1982

Profilering tussen het eerste en laatste woord Door J. M. Bik Schuin tegenover de trap van paleis Huis ten Bosch waar de juist beëdigde premier Lubbers met zijn ministers donderdag jl. de fotografen hun werk liet doen, stonden precies vijf jaar eerder twee boze KVP-politici: Van Agt cn partijvoorzitter Wim Vergeer, Zij gingen op een koude herfstdag op bezoek bij oud-premier P. J. S. de Jong, die toen nog in het Pieter- Posthuis woonde dat tot het paleiscomplex behoort. Op die vierde november 1977 stond de eerste fase van een lange kabinetsformatie voor de ontknoping. Er werd naar ministerskandidaten gezocht voor het (niet tot stand gekomen) tweede kabinetDen Uyl van PvdA en CDA. Ruud Lubbers, minister van" economische zaken in het eerste kabinet-Den Uyl ('73-'77), was als kandidaat voor dat ministerie gepasseerd door zijn mede-KVP'er Andriessen. Hem was gevraagd . Ontwikkelingssamenwerking te

77 gerd: "(,..)Het is niet goed voor een scheidende minister van economische zaken .die zozeer en zolang in het hart van de sociaaleconomische driehoek werkzaam en herkenbaar is geweest, nu een geheel andere post in het kabinet te bestemmen. Met de stijl waarin ik politiek gevoerd heb, wil ik ook zelfs de indruk vermijden dat er naar een andere post . gezocht moest worden. De waardering in onze samenleving voor de politiek wordt al genoeg op de proef gesteld". Wie de verhuizingen van CDAministers tijdens de formatie-Lubbers van 1982 toetst aan diens motieven om in '77 voor Ontwikkelingssamenwerking te weigeren voelt de lachspieren bewegen. Maar de lachspieren van Van Agt en Vergeer bewogen op 4 november '77 in het geheel niet. Want zij hadden bij geruchte vernomen dat het oud-premier De Jong was geweest die Lubbers had geadvische zaken naar Ontwikkelingssamenwerking. En zij wilden wel eens informeren wat er waar was van dat gerucht. Of de heren iets wilden drinken en of zij hun jassen uit wilden doen?, vroeg De Jong. Nou nee, de heren wilden alleen weten of het waar was dat De Jong aan Lubbers een negatief advies had gegeven. Ja, dat was eigenlijk wel zo. „Kom mee Wim, dan hebben wij hier niets meer te zoeken", riep Van Agt en maakte met Vergeer rechtsomkeert. Dat ontwikkelingssamenwerking niet de allerzwaarste post in een kabinet is, kan blijken uit een ander verhaal dat zich op dezelfde vierde november '77 afspeelde, in de avonduren. Er was inmiddels een andere kandidaat gevonden, die lid van de KVP was en telefoon had. Maar de man was niet thuis en zodoende kreeg de echtgenote van de kandidaat het verzoek haar man zo snel mogewerk deden, terug te bellen. Wie er echter ook belde, niet de kandidaat in kwestie. Dus werd diens nummer nog eens gedraaid. Weer kwam echtgenote aan de lijn. Neen, haar man was even thuis geweest, maar hij had weer moeten vertrekken. Goed nieuws had zij wel, want hij had haar gevraagd te zeggen dat hij beschikbaar was voor Ontwikkelingssamenwerking. In de veiligheids- en buitenlanddriehoek heeft de VVD, een partij met uitgesproken opvattingen in deze sector en met enkele sterke kandidaten voor ministersposten, in de zojuist geëindigde kabinetsformatie genoegen genomen met één ministerspost, nl. uitgerekend die voor ontwikkelingssamenwerking. Die functie zal worden vervuld door de op dit gebied onervaren mevrouw Schoo, een zo men wil slimme keus als rekening gehouden wordt met het feit dat feministische en Derde-Wereldperiodieken nogal wat dubbellezers kennen. Maar dat zal voor fractieleider Nijpels van de VVD wel geen rol hebben gespeeld. Wat mag Nijpels dan wèl voor ogen hebben gehad voor de ministeriële driehoek aan het Plein? Dat is snel gezegd, en het is door hemzelf niet weersproken: zo min mogelijk bestuurlijke betrokkenheid van de VVD bij het veiligheidsbeleid, want dat zou schadeli j kvoorhetpartijprofielon^ Een liberale minister op Defensie of — in iets mindere mate — op Buitenlandse zaken zou „vooroordeelbevestigend" kunnen werken, zo antwoordde Nijpels van de week op verbaasde vragen. Zo bezien lijkt het bijna een offer te zijn dat de VVD met de heren Van Eekelen (Europese zaken) en Schwietert (defensie, personeel) twee staatssecretarissen aan de beide ministeries heeft willen leveren. Het gebrek aan belangstelling van liberale fractieleiders op dit terrein is bijna traditioneel, maar dat tactische profileringsoverwegingen hier zozeer de voorrang krijgen boven rechtstreekse invloed op de beleidsbepaling, komt toch als een verrassing. En niet als een goede verrassing. Het excuus dat de ministeriabelen in de VVD-Tweede-Kamerfractie elkaar het leven wel eens zuur hebben gemaakt de afgelopen weken en zodoende de irritatie van hun leider hebben gewekt, bevredigt niet. En de tegenwerping dat iemand als Van Eekelen weliswaar zeer deskundig is, maar ook „te grijs" om als minister in Nijpels' profileringsbehoefte te voorzien (zoals in VVD-kring te horen is), bevestigt helaas de verdrietige indruk slechts. De socialist Ed van Thijn, een van de door het politieke lot teleurgestelde veertigers in de PvdA-fractie en een erkend sterke Het Parool (1 nov.). Hij betoogde daarin dat de wijziging in het regeerakkoord van CDA en VVD, waardoor het ingaan van de operationele fase ter voorbereiding van de eventuele plaatsing van kruisraketten nog slechts aan de Tweede Kamer zal worden gemeld, en niet meer uitdrukkelijk van haar instemming afhankelijk wordt gemaakt, het parlement van zijn recht op het laatste woord berooft. Eigenaardig stuk van Van Thijn, want het kabinet Van Agt II waarin hij zelf als minister zat, heeft in februari jl. in dezelfde zaak de Kamer niet meer dan tijdige informatie en daardoor gelegenheid tot een debat toegezegd. Toen, nu en straks geldt

78 dat als de Kamer het in meerderheid niet met het kabinet eens is, zij dat per motie kan uitspreken. Als het kabinet zich van zo'n motie niets zou willen aantrekken, kan de Kamer via een motie van afkeuring het allerzwaarste woord nemen dat te bedenken valt, nl.! vertrekt U maar. Het laatste woord is niet in het geding, veel meer de eerste woorden, en wel de woorden die in de ministerraad worden gesproken als het kabinet belangrijke standpunten op veiligheidsgebied gaat bepalen. Er zullen dan geen rechtstreeks verantwoordelijke VVD- ministers aan de discussie deelnemen. Maar zolang er geen microfoons of camera's in de Datum: 6 november 1982

Vertogen MINISTERS VAN FINANCIËN zijn nooit aan de linkerkant van hun partij of van hun kabinet te vinden. Maar zelfs met dat vertrouwde gegeven in het hoofd was het gisteren wel heel opmerkelijk te horen hoe de fractievoorzitter van de VVD in het debat over de regeringsverklaring de CDA-minister Ruding als zevende VVD'er in het kabinet inlijfde. De VVD én minister Ruding vinden dat verdere collectieve ombuigingen zijn afgesproken tot en met 1986 (namelijk niet 34 miljard maar 41 miljard) als de gewenste vrijwillige inkomensmatiging van 2% uitblijft. Het gaat hier niet om „een richtsnoer" maar om „harde afspraken", zo waarschuwde VVD-leider Nijpels minister-president Lubbers. Dat de jonge liberale voorman graag een zeker zelfvertrouwen etaleert, desnoods op kosten van zijn coalitiegenoten van het CDA bleek voorts uit zijn verzekering dat de VVD haar gelijk had gekregen nu het kabinet — op zichzelf terecht — heeft besloten de fiscale aftrekbaarheid van hypotheekrente niet te begrenzen. MEER DAN OOIT bestond het eerste deel van het debat over de regeringsverklaring eerder uit vertogen dan uit vragen van de kant van de deelnemende fracties. En dat dan terwijl het regeerakkoord en de daarop gebaseerde regeringsverklaring van premier Lubbers toch niet als monumenten van helderheid of precies kunnen worden gezien. Alternatieven voor het voorgestelde beleid werden wel ontvouwd, maar zij leken overwegend declamatoire betekenis te hebben. Het sterkste gold dat voor de kleine fracties ter linker- en ter rechterzijde. Wat minder gold dat voor de van enige aardige politieke plaagstoten voorziene bijdrage van oppositieleider Den Uyl, die overigens met zijn aanprijzingen van het zogenaamde scenario-Van Kemenade nog eens een station opzocht dat na de politieke mislukking van diens informatiepoging al was gepasseerd. Een plan dat mikt op 400.000 werklozen minder in 1986 is niet gering, maar de begrijpelijke angst bij CDA en VVD, dat bij de PvdA per saldo te weinig bereidheid tot financiële sanering bestaat zit te diep om een bespreking ervan over politieke grenzen heen mogelijk te maken. DE NIEUWE CDA-fractievoorzitter, eerder een gedegen spreker dan een voordrachtskunstenaar, maakte dat duidelijk met zijn oordeel over de voorstellen-Van Kemenade: „Financieel was een beleidspakket waarin voor 9 miljard gulden aan nieuwe ambities werd gepresenteerd niet in te passen in het kader van een beleid dat het financieringstekort terugdringt en verhindert dat de totale druk van belastingen en premies nog verder oploopt. In plaats van uitzicht op een hecht en daadkrachtig beleid bood het stuk daarom slechts uitzicht op een hervatting van de eindeloze discussies en de daarmee gepaard gaande besluiteloosheid die het kabinet-Van Agt II kenmerkten." VOORZOVER HET DEBAT over de regeringsverklaring — financieel gezien gevoerd met de rug tegen de muur — enige spanning vertoonde, betrof dat de inkomenspolitieke gevolgen van het voorgestelde kabinetsbeleid en de kernWapenpolitiek. De CD A-suggesties om de leden van huishoudens met meer dan één inkomen fiscaal zwaarder te belasten en de inflatiecorrectie nog wat verder te beperken om zo onder andere de aardgasprijsverhoging te kunnen uitstellen vallen, hoe voorzichtig zij ook werden gedaan, slecht bij de VVD. Hier is voor de oppositie nu of in de naaste toekomst wellicht enig garen te spinnen, al moet men zich van de inkomenspolitieke gevolgen van de voorstellen van de CD A-fractie geen grote voorstelling maken. In het kernwapenbeleid zullen spanningen in de coalitie waarschijnlijk pas op langere termijn echt blijken, namelijk als minister De Ruiter over ruim een half jaar zijn defensienota heeft gepresenteerd. Want het is onaannemelijk dat de regeringscoalitie zo kort na haar aantreden zichzelf van de mogelijkheid zou willen beroven om straks een meer samenhangend debat over de kernwapenproblematiek te hebben, hoezeer de oppositie ook poogt vooraf (negatieve) deelbeslissingen te forceren.

79

24 november 1982

WIEGELS NABESCHOUWINGEN DE OPEN ARMEN VAN EEN COMMISSARIS DES KONINGS Zolang de formatie duurde zweeg Wiegel over de Haagse politiek. In zijn actieve jaren placht hij zich flink te ergeren aan 'liberalen uit de periferie' die hem vanuit hun bestuurlijke fauteuil meenden te mogen voorhouden hoe hij het moest aanpakken. Nu het kabinet er zit, is NRC Handelsblad welkom. Het Orakel van Ljouwert wenst hij niet te worden. Maar een mening over een en ander, die heeft hij wel. I Frans Kok ] Tan dries en Eugenie' staat op het bloemstuk dat de eiken salontafel siert in huize-Wiegel. De commissaris heeft slechts enkele dagen geleden met zijn gezin zijn comfortabele huis betrokken in Giekerk, niet ver van . Zolang de verbouwing duurde bivakkeerde Wiegel in het boerderijtje in Ee, maar vol trots kan hij nu zijn definitieve stek laten zien. Over zijn troonopvolger Nijpels is Wiegel meer dan tevreden. De verkiezingscampagne was excellent. De basis voor het succes van de VVD op 8 september was natuurlijk voor een groot deel al gelegd, maar door zijn nieuwe aanpak en eigen stijl wist Ed Nijpels vooral onder de jongeren nog wat extra zetels te pakken. 'Wat ik vooral erg knap vond was het tv-debat met de lijsttrekkers van de andere grote partijen. Dat was toch de testcase. Hij werd geen moment kwaad en liet zich niet onder tafel kletsen. Soms speelde hij iets te veel de vermoorde onschuld, wat hij natuurlijk niet is, want hij is enorm uitgekookt. Maar hij kwam over zoals hij is: een hartelijke en open vent. Gewoon zichzelf, zegt Wiegel. Ook het moeilijke formatiespel heeft hij vrijwel vlekkeloos afgewerkt, al is het onvermijdelijk dat hij hier of daar een steekje laat vallen. Niet eens is Wiegel het met Nijpels' openlijke flirten met de PvdA voor de periode na 1986. 'Dat vind ik niet opportuun en ook niet verstandig. Ik ben in die dingen misschien wat ouderwets, maar als je regeert met een bepaalde partij moet je daar alle kaarten op zetten en daarmee basta. Daarna zien we wel weer verder. Het openlijk speculeren over andere combinaties werkt niet sfeerverbeterend en is daarom zakelijk ook niet zo verstandig. Sommigen in de partijleiding waren daar iets te wild in. 'Draai het eens om. Wat zouden wij zeggen als het CDA voortdurend riep: we regeren eigenlijk liever met de PvdA. Dat deden ze vroeger altijd en daar ergerde ik me groen en geel aan. Ik weet nog goed dat Dries van Agt minister van justitie werd in het kabinet-Biesheuvel, zo uit het bos weggehaald. Hij zei toen; deze samenwerking met de VVD is niet mijn eerste keus. Toen heb ik in de Kamer opgemerkt: 'Mijnheer, als dit niet uw eerste keus is, wie heeft u gezegd dat u in het kabinet zitting moet nemen. Zou het land in gevaar komen als u het niet deed?' 'Ik vind het wel nuttig dat het CDA nu eens een koekje van eigen deeg krijgt, dat zet ze misschien aan het denken. Of ik Nijpels geadviseerd heb wat minder hard tegen het CDA en tegen Lubbers aan te schoppen'? Nee, daar heb ik met geen woord over gesproken. Het kan heel verfrissend zijn om het CDA eens te attaqueren. Ik kon onder Biesheuvel ook heel sardonisch zijn tegen het CDA. Onder Van Agt was de politieke situatie anders en ik was toen ook vice-premier.' U hebt nauw contact onderhouden met Nijpels tijdens de formatie. 'Ja, dat is geen geheim. Ik vond het heel plezierig als hij 's avonds af en toe eens opbelde. Ik zeg er verder niks over, maar één ding is wel aardig. Hij vroeg me in de laatste fase van de formatie, toen het over de mannen en vrouwen ging: kun jij daar nog niet eventjes voor zorgen? Dat gaat namelijk heel moeizaam, je moet allerlei mensen meedelen: het gaat niet door. Geen sprake van, zei ik, ik zit hier goed, doe jij dat maar. Nee, ik heb hem daarin ook niet geadviseerd. Als hij mijn mening .vroeg over een kandidaat, heb ik die natuurlijk gegeven, zo van: die zou ik niet nemen of dat lijkt me een hele goeie.' Heeft u van Schwietert gezegd: die moet je nemen? 'Nee, wij werden door Charl gebeld, pas nadat hij door Ed Nijpels was gevraagd staatssecretaris te worden. Ik ken Charl natuurlijk heel goed van vroeger en daarom nam hij contact met me op. Het is vreselijk jammer dat het misgegaan is, omdat de laatste fase van de formatie daardoor vertroebeld is geraakt, althans het beeld van de VVD. Je krijgt toch een tik mee als partij. In wezen vind ik het voor Schwietert het ergst, al heeft hij dan misschien domme dingen gedaan. Maar het Nederlandse politieke bos is vol hyena's en zo gauw men ziet dat een van de dieren is gewond, stort de dappere meute zich op het slachtoffer. Dat spreekt mij nooit zo aan. Ook

80

Schwietert heeft de schuld trachten te geven aan de haat en nijd bij de pers, maar hij heeft zichzelf door die drie leugens toch gewoon de das om gedaan? 'Ja, en daarom was het verstandig van hem dat hij onmiddellijk zijn functie heeft neergelegd.' Horen de affaires waardoor de WD nu geplaagd wordt tot de groeistuipen van de partij? 'Dat hoeft niet. Ook iemand die geen of zeer kort lid is kan een goede bewindsman zijn, zie Langman, dat was een schot in de roos. 'Maar ja, hoe is het met de Kamerkandidaten. Het bestuur gaat dat zorgvuldig bekijken, zo tot en met de 35ste plaats. Dan is het inmiddels het eind van de middag en wil iedereen naar huis en laat het maar zo. Je hebt een aantal dingen niet in de hand. Je moet ook niet bang zijn risico's te nemen. Soms is iemand met ervaring een volstrekte mislukking en dan blijkt opeens een nieuweling een fantastisch succes. Neem nu Winsemius, dat is een onbeschreven blad, die weet niks van de partij. Toch is hij gevraagd. De politieke leiding heeft alles ongetwijfeld zorgvuldig bekeken en ingecalculeerd. Mevrouw Pais is ook een risico, maar het kan net zo goed fantas-, tisch gaan. Het is niet goed om steeds in platgetreden paden terecht te komen.' Maar er staan toch grote belangen op het spel. Een slechte minister kan veel schade aanrichten. Of bent u het eens met Mijpels dat tegenvallende bewindslieden zonder meer vervangen moeten worden? 'Dat is in zekere zin altijd zo geweest.' Maar met Van der Klaauw hebt u die regel niet toegepast. Op plechtige toon: 'Ik wenste de heer Van der Klaauw niet te vervangen.' Wilt u zeggen dat hij wél voldeed? 'Daar kun je inderdaad verschillend over oordelen. Ik wijs op uitlatingen van de vertrekkende woordvoerder Bertens van buitenlandse zaken. Die heeft de minister van een andere kant leren kennen. Ik kreeg ook vaak verslag van de minister-president over de reizen die hij samen met Van der Klaauw had gemaakt. Hoe Chris in het buitenland opereert, dat is gewoon klasse, vond die. In de Kamer, ja, daar ging het allemaal niet zo goed. De Kamer heeft daar een neus voor. Misschien is dat voor mij wel beslissend geweest. In het begin toen hij net in de Kamer was, ik geloof over UCN, ging het wat hakkelend. Toen dreef die meute met Brinkhorst voorop Van der Klaauw echt in het nauw. Op een niet chique manier. En ik peins er niet over dat soort lieden hun zin te geven, als het gaat om een karaktervolle man die zijn best doet.' Ook niet als aanblijven schadelijk is voor de partij? 'Nee, weet u dat er eens een onderzoek is geweest wie de meest geziene bewindsman was? Van der Klaauw! Het is wel zo dat als iemand objectief totaal onvoldoende functioneert, het beter is als hij opstapt. Maar dat is geen zaak van de fractievoorzitter alleen, ook van de premier. Want als die niet meewerkt, gebeurt het niet en blijft de man gewoon zitten.' Is het wel wijs om mensen zonder praktische politieke ervaring als Schwietert en Hoogendijk uit de mediawereld weg te plukken? 'Ik zeg van Hoogendijk dit. Hij loopt al lang mee in de journalistiek. hij loopt al lang mee in de VVD en hij runt een tent: Elseviers Magazine. Die tent draait goed en dat kan zeker voor een deel op het conto van de hoofdredacteur geschreven worden. Hij heeft dus bewezen dat hij iets kan. Het veto van Lubbers vindt u dus misplaatst? 'Ik ken de reden van het veto niet. Als het is omdat sommigert vinden dat hij reactionaire commentaren schrijft, vind ik dat onvoldoende. Dat is een waardeoordeel. Van der Louw is indertijd ook begonnen bij een opinieblad als Hitweek en die heeft het ver geschopt. Ik ben het ook niet altijd eens met de ideeën van de heer Lubbers, maar toch mag hij van mij minister-president worden.' Maar waarom is Ploeg voorgedragen terwijl hij vorige keer al geweigerd was op Defensie? 'Ik vind het schandalig dat Ploeg geweigerd is. En waarschijnlijk alleen omdat hij bepaalde opvattingen heeft. De andere staatssecretaris, Van Houwelingen, heeft in het verleden ook vaak dingen verkondigd waar vele VVD'ers het niet mee eens waren.' Wiegel onderschrijft de stelling dat een minister, met zijn staatssecretaris een goed team moet kunnen vormen, maar is ervan overtuigd dat De Ruiter en de kolonel best met elkaar hadden kunnen opschieten. 'Ploeg is een buitengewoon loyale, fijfie vent. Die geeft zijn mening, maar als de minister zegt: we doen het zo, dan doet hij dat, klaar'. Wiegel vindt het vooral jammer omdat er onvermijdelijk wat meesmuilend over je wordt gedaan na zo'n weigering. Ferm zegt hij: 'De heer Ploeg brengt binnenkort als bewindsman van Landbouw een bezoek aan en ik verzeker u dat hij hier door de commissaris des Konings met open armen ontvangen zal worden.' Het wordt schemerig tussen de hoge beukebomen in de tuin van Poelzicht, waar eens de gelijknamige Friese State stond. Terwijl de commissaris vergeefs probeert de nog vochtige

81 open haard met een prop kranten aan de gang te krijgen, komen zijn kinderen thuis. Ze zitten op de dorpsschool en zouden uit Friesland niet meer weg willen. Zoon Eric weet nu al dat hij boer wil worden en vindt dat zijn vader t.z.t. maar voor een boerderij moet zorgen, een idee dat deze bij gebrek aan koopkracht resoluut van de hand wijst. Dochter Annemarie heeft haar vroegere vriendinnen uit Amerongen meegedeeld dat ze uitsluitend nog Fries spreekt en dat logeren daarom nog maar weinig zin heeft. 'We hebben het hier uitstekend naar ons zin en zijn heel plezierig ontvangen. De baan is minder jachtig dan in Den Haag en wat prettig is, het weekeinde is bijna helemaal vrij. Mijn collega Kremers in Limburg moet zondags nog allerlei festiviteiten af; dat doet men hier niet. Nee, van weemoed is geen sprake. Ik heb geen moment terugverlangd naar Den Haag, al is het wel een vreemde ervaring om de Kamerdebatten op de televisie te zien of het debat voor de verkiezingen met Van Meekren, als je er 15 jaar hebt rondgelopen.' Het kan raar lopen in de politiek, stellen we vast bij een glaasje Plantenga. Als Van Thijn de beslissing over het commissariaat in Friesland enkele weken later had genomen was het kabinet Van Agt-Dén Uyl al gevallep en had Wiegel de landelijke politiek niet kunnen verlaten. 'Ik was dan nu vice-premier onder Lubbers geweest. Veel spijt heb ik er niet van, want het zou voor mij een herhalingsoefening zijn geweest. Ook veel saaier vergeleken met de periode-Van Agt toen we — tergend was dat — alles voor de Kamer moesten wegslepen. Spanning is in de politiek toch een van de meest aantrekkelijke punten.' Zou Van Agt als premier zijn aangebleven, als 11 weer beschikbaar was geweest voor het kabinet? 'Ik heb 'net hem niet gevraagd, maar inderdaad, misschien had hij wel gezegd, dan doe ik het ook nog een keer'. Zou u met l.ubbers een team hebben kunnen vormen? 'Het zou moeilijk zijn geweest, hij is me iets te inventief. Als de vijf' Zte5?e&-ministers op het Catshuis met grote moeite een compromis waren genaderd werden in die fase de hoge heren uit het parlement erbij gehaald. Met Lubbers was het dan zo dat na een gesprek van drie kwartier alle ballen weer in andere hoeken lagen. Dat vond ik wat onoverzichtelijk. Politiek had hij het niet makkelijk in zijn fractie, maar hij wilde zelf ook steeds weer wat anders, hè. Tussen ons bestaat niet die persoonlijke band als tussen Van Agt en mij. Persoonlijke verhoudingen zijn voor mij altijd zeer essentieel, maar ik denk toch dat we het met elkaar wel hadden kunnen vinden, hoor.' Wiegel vertelt dat hij per 1 januari voorzitter wordt van de bestuurscommissie Noorden des Lands en dan met zijn vriend Gijs van Aardenne in de slag möet. Die waarschuwt hij nu al dat alle oude toezeggingen, zelfs uit de verkiezingstijd, moeten worden gehonoreerd en dat hij bovendien extra wensen heeft, zoals betere verbindingen met de randstad, meer huizen en meer werk voor het Noorden. Wiegel zal dus regelmatig in Den Haag te vinden zijn. Hij verkneukelt zich er al op het samen met Van Agt als commissaris van Brabant lastig te maken. Die moet als voorzitter orde trachten te houden op de maandelijkse vergadering van de commissarissen van de Koningin. In elk geval mag Dries samen met voor de eerste keer aanwezig zijn bij de club van ex-bewindslieden uit zijn kabinet. Alleen non-actieven mogen komen, anders wordt het toch maar geroddel over hoe het nu in het kabinet toe gaat. Het voordeel dat Wiegel op zijn 40ste uit Den Haag weg kon is dat Friesland geen eindstation hoeft te zijn. Over een jaar of 10 a 12 wil hij wel weer terug naar de landelijke politiek. Buitenlandse Zaken? 'Het interesseert me hogelijk. U weet, ik ben weg van de Britten. Op een stout moment heb ik wel eens gedacht, wat zou het mooi zijn om daarna mijn carrière te kunnen eindigen als ambassadeur in Londen'. Dat zullen de beroepsdiplomaten leuk vinden, zo'n parachutist op een van de mooiste posten. 'Daarom kondig ik het ook tijdig aan, ha, ha. Ze zijn gewaarschuwd!' Terug naar de realiteit. Er is in de formatie, toen de stoelendans rond de informateur aan de gang was, één moment geweest dat Wiegel in het spel opdook. Hij liet via een door zijn kabinetschef doorgebelde boodschap aan het ANP weten niet beschikbaar te zijn als informateur. Is het niet ongebruikelijk om je publiekelijk af te melden voor een functie, waarvan de benoeming valt onder het geheim van Soestdijk, tegenwoordig Lange Voorhout? 'Ik had Nijpels laten weten dat hij eventueel mijn naam mocht noemen als .informateur. Ik vond het volstrekt redelijk dat VVD en CDA elk een informateur zouden leveren. Anders lig je direct een slag achter. Het is ook een van de functies die ik in mijn leven nog niet heb bekleed, dus dat leek me wel aardig. 'Het CDA wilde niet. Ook een aantal

82 mensen in de VVD-fractie bleek me liever niet als zodanig te zien. (Men was bang dat Wiegel te vriendelijk zou zijn voor het CDA — F.K.). Toen ik net op tijd hoorde van de partijpolitieke spelletjes om uiteindelijk op Scholten uit te komen, heb ik direct gezegd: nu wil ik niet dat mijn naam nog in het geheel betrokken wordt. Dat was niet tegen Nijpels gericht, ik wilde het gerucht bij voorbaat uit de wereld hebben. Maar goed, Scholten heeft het prima gedaan, hij was een uitstekende keuze. Maar Steenkamp en ik hadden het ook geklaard, denk ik.' ' De portefeuilles zijn zeer onorthodox verdeeld. Heeft Nijpels dat zelf verzonnen of was het uw meesterbrein? 'Dat etiket matig ik mij niet aan, het was geheel Nijpels' idee. Toen ik het hoorde, dacht ik, ja, zo kan het ook, waarom niet. Van Agt en ik hebben nog de klassieke verdeling gevolgd van elk een minister in elke sector. Ik vind wel dat de premier en de minister van financiën beiden van de grootste partij dienen te zijn, anders wordt de laatste snel de kop van Jut. Dat zag je met Witteveen onder de Jong, op wie Biesheuvel naar hartelust zijn schoten voor de boeg kon afvuren. 'Ik heb Nijpels wel voorgehouden dat hij Buitenlandse Zaken moest nemen als hij kon kiezen tussen die post of Defensie. Van de zomer heb ik Toxopeus gepolst voor Buitenlandse Zaken en ik had de stellige indruk dat hij beschikbaar was. Hij zou ook een geweldige aanwinst zijn geweest voor het kabinet wegens het grote politieke gezag dat hij inbracht. Enfin, het is anders gelopen. Maar in 1977 had hij toch al eens geweigerd? 'Dat is zo, maar ik heb de indruk dat hij en zijn vrouw daar achteraf een beetje spijt van hadden.' Wiegel weet niet zeker of Toxopeus heeft afgehaakt wegens de strakke politieke leiding die Nijpels wenste ten opzichte van de bewindslieden. Het zou kunnen, denkt hij, omdat Toxopeus beslist zijn eigen verantwoordelijkheid had willen nemen en zich niet ondergeschikt had gemaakt aan de fractievoorzitter. Die uitspraak van Nijpels vindt Wiegel niet verstandig. 'Als het politieke gezag in de partij inderdaad bij jou ligt, hoef je dat niet hardop te zeggen. Zo niet, dan heeft het weinig zin.' Valt het bovenstaande nog onder de noemer vaderlijke aanwijzingen, één uitlating van zijn pupil is bij Wiegel echt verkeerd gevallen. Ed meende in een interview te moeten opmerken dat de VVD-ministers Andriessen hadden moeten volgen, toen deze uit het kabinet-Van Agt stapte. 'Dat is een volstrekt verkeerde taxatie. De VVD was weggevaagd als we dat gedaan hadden. D'66 stond in de opiniepeilingen hoger dan wij, dat hadden we in een campagne van zes weken nauwelijks goed kunnen maken. Er was dan een kabinet gekomen van CDA en PvdA met tamelijk veel D'66'ers erin en daar hadden we geen antwoord op gehad. Het hoofdbestuur en de beide Kamerfracties vonden ook dat we moesten opstappen, maar ik heb voet bij stuk gehouden. Ik zeg u dit: als wij toen waren opgestapt, was D'66 niet verdwenen.' Dat het de vier politieke leiders zo zou vergaan had anderhalf jaar geleden bijna niemand gedacht. U was nog vice-premier. Den Uyl had de verkiezingen verloren. Terlouw en Van Agt stonden zeer sterk. En nu? Van Agt en Den Uyl samen in de Kamer, Terlouw helemaal verdwenen en u in Friesland. 'Ik heb op 8 september veel weddenschappen gewonnen. Ik had voorspeld dat de PvdA weer zou winnen en dat D'66 niet meer dan 6 zetels zou halen. Het wordt nu heel moeilijk voor D'66. Zo'n buitengewoon knappe come-back als van Terlouw toen is nauwelijks na te doen voor zijn opvolger. Zoals Gruijters eens zei: die truc van Lazarus lukte ook maar één keer. Met het snelle vertrek van Van Agt heb ik geen moeite. Of je nu net lijsttrekker bent geweest of niet, de beslissing ligt toch alleen bij jezelf. Het is wijs er een punt achter te zetten als de mensen het nog jammer vinden dat je weggaat. Sommigen gaan gewoon te lang door. Anderen komen in zo'n zwakke positie terecht dat ze geen andere weg meer hebben. Ja, het kan best zijn dat Den Uyl zijn opvolging nog wil regelen en wil wachten tot bij het FNV weg kan en de overstap kan maken. Maar er is bijna nooit een goed moment. Je moet zelf de knoop doorhakken en niet te lang wachten. Het klinkt misschien merkwaardig uit mijn mond, maar ik vind het mooi dat Den Uyl die goede uitslag heeft gemaakt op 8 september. Een enorme vechtjas. Plezierig voor hem dat zijn partij zich heeft hersteld. Ieder richt zijn leven op zijn manier in. Een ander zou zeggen op zijn 63ste, weet je wat, ik word nu tot mijn 70ste lid van de Raad van State. Dat is de enige functie die nog kan op die leeftijd. En als Den Uyl dat op een gegeven moment ambieert, gebeurt dat natuurlijk ook, gezien zijn staat van dienst.' 4 december 1982

83

Tactisch spel VVD rond kandidatuur-Van der Stoel Door J. M. Bik "Mijnheer de voorzitter! Mijn bijdrage aan dit debat wil ik aanvangen met de vraag of het ministerie van buitenlandse zaken nog v oor zijn taak berekend is. De vraag geldt niet de persoon van de minister, die voor zijn inzet en werkkracht waardering verdient. Het gaat mij om de coördinerende functie van Buitenlandse zaken om een samenhangend buitenlands beleid te bereiken." Van wie de/e tekst is? Van dr. Wi van Eekelen, de huidige staatssecretaris voor Europese zaken, vroeger ('78—'81) staatssecretaris van defensie en daarvoor o.a. chef van de toenmalige directie Navo en WEU-zaken van Buitenlandse zaken. Van Eekelen is ook korte tijd lid van de TweedeKamerfractie van de VVD geweest, laatstelijk in de periode van het tweede kabinet-Van Agt (sept. '81 tot mei '82) en het derde kabinet-Van Agt (mei-november '82). Niet iemand die zomaar complimenten uitspreekt. Wanneer deze tekst werd uitgesproken? Op 9 februari '82, toen de onder verantwoordelijkheid van het kabinet-Van Agt II (CDA, PvdA en D'66) vallende begroting van buitenlandse zaken werd behandeld. Drie maanden later zou dit kabinet door het uittreden van de socialistische ministers uiteenvallen. Aan welke minister adresseerde Van Eekelen zijn vriendelijke woorden? Aan de hem welbekende mr. M. van der Stoel, die na vier jaar afwezigheid weer als minister aan Het Plein werkte, en die drie maanden nadien met zijn geestverwante collega's zou aftreden. Een aftreden dat trouwens geen verband hield met een kwestie die iets met Van der Stoels beleidsterrein te maken had. Waarom deze vriendelijkheid namens de VVD-fractie nog eens geciteerd? Zo verrassend was zij toch niet nadat de liberale leider Wiegel zeker tien jaar lang Van der Stoel bij voortduring als lichtend voorbeeld aan andere socialisten had voorgehouden? Dat dan terwijl Van der Stoel vaak ineenkromp onder zulke politieke doodskussen. De lezer zal het zonder moeite hebben geraden. Als de VVDfractie in de Tweede Kamer elf maanden geleden, d.w.z. drie maanden voor Van der Stoel als minister afscheid moest nemen, nog zo aardig over hem dacht (of is lof voor "inzet en waardering" mager van de kant van de oppositie?), wat mag er dan nadien allemaal voor vreselijks gebeurd zijn dat de VVD-ministers in het kabinet-Lubbers dezelfde Van der Stoel de afgelopen weken eigenlijk niet geschikt genoeg vonden voor de functie van Nederlands permanent vertegenwoordiger bij de VN? Nu, er zijn tussen februari en mei '82 eigenlijk maar twee gebeurtenissen te bedenken die de waardering van de VVD voor Van der Stoel zo ernstig kunnen hebben aangetast als kennelijk het geval is. Ten eerste is te denken aan de dood van vier Nederlandse journalisten in El Salvador, 17 maart '82, en alles wat daarop in Nederland is gevolgd, zoals de kruisen voor het Amerikaanse consulaat in Amsterdam die daar langdurig bleven staan en waarover Van der Stoel eergisteren op deze pagina nog schreef. En ten tweede kan worden gedacht aan 's ministers stuurse voorstelling tijdens het bezoek van koningin Beatrix in april aan de VS, die vooral opviel doordat de Koningin het er zo goed afbracht. Zouden daarin dan de bezwaren van de VVD liggen, in deze of andere voorvallen tijdens de laatste drie maanden van Van der Stoels tweede ministerschap? Gisteren heb ik de vice-voorzitter van de VVD-fractie voor de zekerheid nog even gevraagd welke bezwaren er nu precies hadden beslaan. Hier komen zij: I) Van der Stoel is een vooraanstaand socialist, het gaat in New York om een politiek geladen functie, terwijl in Den Haag een coalitie van VVD en CDA regeert. Bovendien is hij in zijn tweede ministersperiode minder goed bevallen dan in zijn eerste ('73-'77), heet het voorts. Dat maakt het geciteerde compliment van Van Eekelen achteraf curieus ofwel — en dat is zeker zo aannemelijk — dit bezwaar heeft enigszins een gelegenheidsfunctie.) 2) de VVD heeft begrip voor de commotie die in de wereld van BZ is ontstaan nadat bekend werd dat niet de "eigen man" die op een benoeming hoopte maar Van der Stoel naar New York zou kunnen gaan. Over dat laatste bezwaar kan minister Van den Broek, de huidige minister van buitenlandse zaken, het beste oordelen. En als hij meent Van der Stoel te kunnen voordragen, dan zal het bijgevolg met die bezwaren of met het gewicht daarvan wel meevallen, dat is eerder deze week op deze pagina al in een hoofdartikel opgemerkt.

84

Inderdaad, oppositieleider Den Uyl heeft ten gunste van een kandidatuur-Van der Stoel bij premier Lubbers geïntervenieerd, maar dat betekent nog niet dat Van den Broek tegen zijn zin tot zijn voordracht is gekomen. Overigens: zomin als oud-ministers op bepaalde diplomatieke functies mogen of kunnen rekenen, zomin kunnen ambtenaren dat. Al met al maken zodoende de bezwaren van de VVD-bewindslieden en de liberale Tweede- Kamerfractie niet zo'n erg substantiële indruk. Kan het zijn - dit stuk staat vol vragen - dat nog andere motieven een rol hebben gespeeld? Het heeft er iets van dat de VVD hier een tactisch spel rond de kandidatuurVan der Stoel heeft gespeeld, wel wetend dat als de CDA- ministers in het kabinet (een meerderheid) voet bij stuk zouden houden de afloop toch zou vaststaan? Zoiets, en het vroege uitlekken van het nieuws omtrent Van der Stoels kandidatuur, zou passen bij de nieuwe en vrij hevige politieke profileringsdrift die de VVD van fractieleider Nijpels bezielt, zelfs al heeft diezelfde partij de portefeuilles van buitenlandse zaken en van defensie dan tot verdriet van eerdergenoemde Van Eekelen vrij makkelijk aan het CDA gelaten. In de affaire is nog iets te noteren dat de moeite van het overwegen waard is, zeker gezien de waardering die Van der Stoel in een lange reeks van jaren ook. vaak zelfs: juist, van de VVD heeft ondervonden. En dat is dat de VVD met haar nu 36 TweedeKamerzetels zo volstrekt toegetreden is tot de rij van 's lands grote politieke partijen dat zij, zonder dat op dit terrein dwingende regels gelden, zich iets gelegen moet laten liggen aan de "informele" regels die voor dergelijke partijen gelden. Die regels kunnen niet inhouden dat overtollig geworden brekebenen van andere grote partijen aan baantjes geholpen moeten worden. Maar wél houden zij in dat met gekwalificeerde kandidaten voor bepaalde diplomatieke en bestuurlijke posten voorzichtig moet worden omgesprongen, ook als het oud-ministers van een andere partij betreft. In een veel-partijenland als dit heeft zo'n informele gedragscode nog meer zin dan elders. Inmiddels is — en dat is een gelukwens waard — Van der Stoel gisteren door het kabinet voorgedragen en moet minister Van den Broek een van zijn ambassadeurs troosten. Die ambassadeur zal niet het gevoel hebben voor een brekebeen te zijn gepasseerd, en dat is maar goed ook. 22 januari 1983

Mogelijke deelname aan vredesdemonstratie van IKV Nijpels: CDA riskeert breuk met het kabinet Door onze politieke redactie DEN HAAG, 7 maart — VVD-fractieleider Nijpels vindt dat het CDA een breuk riskeert met het kabinet, als de partij deelneemt aan de vredesdemonstratie van het IKV eind oktober dit jaar. Volgens Nijpels zal dan ook een zeer ernstige situatie ontstaan in de samenwerking tussen CDA en VVD. De VVD-leider zei dat zondag voor de Avro-radio. Nijpels constateerde dat de leu7 en voor de vredesdemonstratie haaks staan op het regeerakkoord e n evenens op het eigen verkiezingsprogramma van het CDA. Volgens de fractieleider van de VVD wijken de leuzen niet af van die bij de grote vredesdemonstratie in het najaar van 1981 waaraan het CDA niet mocht deelnemen - n , u CDA-voorzitter Bukman beklemtoonde voor de Avro-radio dat het CDA-bestuur nog een definitieve beslissing over deelneming aan de vredesdemonstratie moet nemen. Hij meende dat de demonstratie voor het CDA acceptabel is, zolang onderhandelingen tot tweezijdige ontwapening, zoals het CDA nastreeft, voorop staan. Premier Lubbers zei afgelopen vrijdag al te menen dat IKV en CDA verschillende uitgangspunten hanteren en voorzag grote verwarring als het CDA aan de demonstratie zal deelnemen. Hij drong erop aan dat CDA en IKV nog eens samen overleggen over hun verschillende uitleg van de uitgangspunten van de demonstratie. Lege handen VVD-leider Nijpels verweet het CDA zaterdagavond op een VVDbijeenkomst in Assen dat het op vredes- en veiligheidsgebied een "zwabberend beleid" voert. Naast de opstelling van het CDA rondom de vredesdemonstratie baseerde hij zich op de eerdere verdeeldheid in de CDA-kamerfractie over de bevriezing van kernwapenarsenalen. Hij vroeg zich af hoe het mogelijk is dat er in het CDA mensen zijn die met de IKV- demonstratie willen meedoen, terwijl de uitgangspunten haaks zouden staan op regeerakkoord en CDA-verkiezingsprogramma. "Hoe kan het CDA nu instemmen met de leuze "Europa kernwapenvrij"? Betekent dat dan niet dat West-Europa met lege handen

85 staat, terwijl de Russische SS-20-raketten desnoods van echter de Oeral volop op ons gericht blijven staan. Wie laat zich hier nu eigenlijk beduvelen, het IKV of het CDA", aldus Nijpels. CDA-voorzitter Bukman zei dat hij het vanzelfsprekend vindt dat er CDA'ers aan de demonstratie meedoen, omdat atoompacifisme een erkende overtuiging is bij het CDA. 7 maart 1983

Rollenspel NA DE LAATSTE Tweede-Kamerverkiezingen, die van 8 september 1982, konden een aantal conclusies met betekenis voor de landelijke politieke verhoudingen worden getrokken. Enkele daarvan waren: de VVD had haar doorbraak naar het gezelschap van grote partijen definitief gemaakt (van 26 naar 36 zetels) en D'66 viel dramatisch terug tot de omvang van een kleine partij. Samenwerking van CDA en PvdA lag na de belevenissen van die twee partijen in de voorafgaande anderhalf jaar niet voor de hand, de mislukte korte informatie- Van Kemenade is wat dat betreft nauwelijks meer geweest dan de technische bevestiging van wat politiek nagenoeg vaststond. Nog steeds geldt dat een alternatief voor de huidige regeringscoalitie van CDA en VVD ontbreekt. Die notie wordt verhard door het feit dat de kiezers de laatste jaren al vaak naar het stemlokaal werden geroepen en het besef dat de financieel-economische situatie geen verdere politiek-bestuurlijke stagnatie kan velen. Maar er was nog een andere conclusie te trekken op 8 september vorig jaar. Die was dat het kiezersverkeer tussen CDA en PvdA zeer gering was geworden en dat het vergrijzende CDA en de onder jongeren populaire VVD eikaars voornaamste concurrenten op de kiezersmarkt waren. Die spanning en het zelfbewustzijn dat de VVD aan haar nieuwe omvang ontleende, zouden een rol gaan spelen in de coalitie van CDA en VVD, dat stond wel vast. WIE AAN DEZE spanning twijfelde, werd vrijwel onmiddellijk na het totstandkomen van het kabinet- Lubbers uit de droom geholpen door fractieleider Nijpels van de VVD, die in interviews duidelijk maakte dat zijn partij tegelijkertijd diende te regeren (met het CDA) en te concurreren (met het CDA), dat laatste dan vooral via voortgaande profilering op de kiezersmarkt. Nijpels leek aanvankelijk zelfs van mening dat hij als politiek leider van de dualistische VVD alletwee tegelijk zou kunnen doen, maar van dat misverstand is hij langzamerhand met hulp van de liberale vice-premier Van Aardenne bevrijd geraakt. De rolverdeling is intussen logischer geworden: de VVD-ministers regeren mee in een totnutoe redelijk homogeen kabinet en de jeugdige fractievoorzitter verzorgt naar eigen recept profileringsbijdragen. Dat laatste nu doet hij in toenemende mate tot irritatie van het CDA, dat aan zulke spanningen met de PvdA als coalitiepartner gewend was geraakt maar zoiets merkbaar moeilijk van de VVD aanvaardt. Nu moet worden gezegd dat de heer Nijpels zich in menig opzicht weinig gelegen laat liggen aan heersende coalitieconventies. Conventies die kunnen meebrengen dat een fractievoorzitter in het openbaar iets claimt waarvan hij en zijn coalitiepartners weten dat het in de beslotenheid van het kabinet reeds is besloten. De min of meer openbare discussie vooraf van de fractieleiders over de vandaag verschenen Voorjaarsnota gaf van dit verschijnsel voorbeelden te zien. DEZE WEINIG dualistische informele conventies voorzien echter niet in acties zoals Nijpels de laatste dagen heeft vertoond. Zonder vooroverleg met zijn collega-fractieleider De Vries, zo klaagt het CDA, heeft de liberale voorman nu alsnog een andere (betere) behandeling van de AOW-trekkers geëist dan in het Voorjaarsnotacompromis is overeengekomen. Nieuw dualisme. Dat oppositie-, leider Den Uyl de VVD vorige week bekwaam herinnerde aan wat die partij omtrent deze uitkeringen in haar verkiezingsprogramma heeft staan, zal daaraan evenmin vreemd zijn als het feit dat juist het afgelopen weekeinde het WD-congres bijeenkwam. Politiek delicater nog was daar Nijpels' aankondiging dat de VVD binnen enkele weken een eigen medianota zal plaatsen tegenover die van minister Brinkman. Over die laatste nota is inmiddels zoveel uitgelekt, vooral omtrent de onverminderde eis aan omroepverenigingen dat zij zich herkenbaar binnen bestaande godsdienstige, maatschappelijke of andere zuilen moeten plaatsen, dat de VVD zich met een stevige knipoog naar Avro, Tros en Veronica in de aanval heeft begeven. Gerekend naar de politieke geschiedenis, te denken is aan de val van het kabinet-Marijnen in '65, en het gewicht dat de profileringskunstenaar Nijpels nu juist aan deze kwestie geeft, is het goed de betekenis van deze aanval niet te onderschatten.

86

EEN INTERESSANTE vraag voor de naaste toekomst, zowel voor de politicus Nijpels persoonlijk als voor het kabinet-Lubbers, wordt het of de fractieleider van de VVD meester weet te blijven van de geesten die hij af en toe aan de fles laat ontsnappen. Want gehoopt moet worden dat hij geen slachtoffer is van het misverstand dat de nu gekozen rolverdeling tussen profileren en regeren ook zou meebrengen dat alleen de premier en zijn ministers over stuurmanskunst hoeven te beschikken. In dat geval zou Nijpels niet alleen een jeugdig maar ook een onbezonnen fractieleider blijken te zijn. 19 april 1983

Honderden mensen kunnen hun ei kwijt bij VVD'ers Door onze redacteur FRANS KOK DEN HAAG, 3 mei — Het eerste telefoontje dat Ed Nijpels aanneemt is van een kleine zelfstandige die net als Nijpels over een horecadiploma beschikt en zijn gram komt halen over al die kerkzaaltjes, kantines en buurthuizen die de gewone caféhouder met hun dumpprijzen het brood uit de mond stoten. De fractievoorzitter voelt met hem mee en betoogt dat de VVD intern de afspraak heeft niet "grijs" te vergaderen en dat bij de komende begrotingsbehandelingen in de gemeenten het probleem door de VVD aan de orde gesteld zal worden. Onafgebroken zijn de dertig telefoonlijnen tijdens het vragenuurtje dat de VVD op telefoon (070) 469763 had georganiseerd, bezet. Ruim voor zessen begonnen de telefoons in de fractiekamer al te rinkelen. De opbellers moeten nog even geduld hebben want niet alleen de band met de kiezers moet worden aangehaald, ook de fractieleden onderling moeten, onder het genot van een glaasje, zorgen het contact niet te verwaarlozen. Kamerleden en enkele bewindslieden wisselen elkaar af in het te woord staan van de kiezer. Emanuelle Opvallend veel mensen willen gewoon even hun hart luchten over misstanden in de maatschappij, over een geweigerde bouwvergunning in een dorp of over "al die buitenlanders die zomaar 1200 gulden bijstand krijgen, terwijl ik als weduwe van 100 gulden minder moet rondkomen". De AOW, waar de VVD zo nu en dan goede sier mee maakt, komt veel ter sprake. De Kamerleden zeggen allen dat de fractie er als een leeuw voor zal vechten. "Ach", zegt een mevrouw wat gereserveerd tegen Nijpels, "ik ben eigenlijk meer een Wiegel-fan, maar goed, als u zich nu maar aan het verkiezingsprogramma houdt, dan wil ik u ook wel steunen". Meer dan helft van degenen die reageerden zijn vrouwen, vaak met zakelijke problemen over hun boerenbedrijf, manege of de hoge energieprijzen. Een ander protesteert bij Nijpels tegen de uitzending op de tv van de film Emanuelle. "Dat is nu geestelijke verloedering, daar zouden de politici wat tegen moeten doen". Sommige opbellers zijn een moment beduusd als zij zomaar de minister van justitie aan de lijn krijgen. Het weerhoudt hen niet hun problemen toch voorte leggen. Minzaam staat Korthals Altes hen te woord en als het te technisch wordt noteert hij naam en nummer, opdat zij worden teruggebeld. Als iemand klaagt over het grote aantal buitenlanders en vluchtelingen, staat hij pal voor het asielrecht. Ook legt hij uit dat het aantal illegalen minder groot is dan wordt gedacht en dat het bovendien de werkgevers zijn die ze toch maar in dienst nemen teneinde goedkoper uit te zijn. Bij De Korte klaagt iemand uit hilversum dat hij in de eerste klas vaak moet staan omdat alle zitplaatsen door NS-personeel gratis bezet worden gehouden. Zijn suggestie: verbiedt dit tijdens het spitsuur. De Korte belooft het met de fractiespecialist door te nemen. Heksenketel In de heksenketel is het onmogelijk een overzicht te krijgen van de aard en het onderwerp van de vragen. Geen nood: alles wordt op kleine briefjes genoteerd en de komende tijd serieus geëvalueerd. De bedoeling is dat het contact met de achterban om de paar maanden wordt hernieuwd en niet alleen tijdens de verkiezingscampagnes, zoals sommige andere partijen doen. Het netto resultaat is dat enkele honderden mensen hun ei kwijt konden aan de meestal onzichtbare politici. Niet alleen de gewone kiezer blijkt behoefte te hebben aan contact. Het Kamerlid Dijkstal kreeg de dertienjarige zoon van minister Winsemius aan de lijn, die erin was geslaagd door de bezettoon heen te breken en aan zijn vader liet vragen hoe laat hij 's avonds dacht thuis te komen.

87

Onafgebroken rinkelden gisteren de telefoons in de fractiekamer van de VVD. Het was vragenuurtje. Achter de tafel links staatssecretaris Kappeyne van de Coppello, midden fractievoorzitter Nijpels, rechts de minister van justitie, Korthals Altes. (Foto NRC Handelsblad/Maurice Boyer) 3 mei 1983

Weinig verheffend BIJ HET DEBAT over de Voorjaarsnota in de Tweede Kamer werd de aandacht vooral getrokken door de openlijke en vrij gênante kibbelpartij tussen de regeringsfracties van. CDA en VVD. De leiders van beide fracties vonden dat dit debat meer was dan een normale discussie over de Voorjaarsnota. Daar hadden zij gelijk in, omdat niet alleen een tussenbalans over de begrotingsuitvoering ter discussie stond, maar er politieke kernvragen aan de orde waren. De ruzie tussen de heren De Vries en Nijpels had daar wel degelijk mee te maken. CDA en VVD zijn het immers fundamenteel oneens over zaken als het koppelingssysteem in de sociale zekerheid, de positie van de AOW'ers en over de vraag of het regeerakkoord al dan niet moet worden herzien in het licht van nieuwe (en slechtere) economische ontwikkelingen. Hun conflict brengt de coalitie overigens niet in gevaar. Het CDA heeft immers geen alternatief. De Vries liet er geen twijfel over bestaan, dat hij niets ziet in het expansieve beleid dat de Partij van de Arbeid voorstaat. Hij sprak van een 'onwerkbaar alternatief'. Hoewel ook hij vond dat de regering niet steeds de boot moet afhouden van een internationaal gecoördineerde actie ter stimulering van de economie, voelt de fractievoorzitter van het CDA er weinig voor dat ons land daaraan meedoet zonder rekening te houden met de precaire tópstand van de overheidsfinanciën. Dat sprak ook uit de rijkelijk genuanceerde motie waarin hij de regering vraagt te onderzoeken of een stimulerend beleid van de Europese landen mogelijk is. Ook werd duidelijk dat De Vries niet zozeer het regeerakkoord wil herzien, als wel de scenario's waarop dit is gebaseerd. De. minister van financiën, Ruding, was dit volmondig met hem eens. De economische vooruitzichten waar dit akkoord van uit ging, zijn immers veel slechter geworden. Ook voor De Vries moet het duidelijk zijn dat niet minder de nadruk kan worden gelegd op bezuinigingen, nu het financieringstekort nog steeds oploopt en de mogelijkheden om dit te financieren er niet beter op worden, zoals Ruding aantoonde met verontrustende cijfers over de weer stijgende rente. HELAAS ZIJN de bejaarden de speelbal geworden van een weinig verheffend politiek spel dat de VVD meende te moeten opvoeren en waarin ook de PvdA zich liet gelden. Het voorstel om de AOW'ers in een bevoorrechte uitzonderingspositie te plaatsen bij de korting op uitkeringen en voorziening voor 'echte minima', kan geen aanspraak maken op de term 'verdelende rechtvaardigheid' als blijkt dat de VVD de kosten daarvan wil verhalen op alle andere uitkeringstrekkers. Nijpels maakte ook duidelijk dat de VVD nu op het standpunt staat dat de sociale uitkeringen moeten worden losgekoppeld van het minimumloon en evenmin gekoppeld dienen te worden aan de ambtenarensalarissen. Het kabinet houdt nog steeds formeel vast aan de koppelingen, ook al is het van plan de uitkeringen op 1 oktober met 2 procent te korten, nu niet om budgettaire redenen zoals per 1 januari, maar om vooruit te lopen op de arbeidsduurverkorting. Voorwaarde is wel dat er overeenstemming wordt bereikt met de ambtenarenbonden en daarmee wordt toch de suggestie gewekt dat er een nieuwe koppelingsgrondslag wordt gezocht, ook al sprak premier Lubbers dat tegen. Minister De Koning wil het minimumloon als maatstaf voor de bepaling van het sociale minimum blijven beschouwen. De VVD vindt dat dit minimum een kwestie van beleidskeuzen moet worden, waarbij zij zelfs haar oorspronkelijke doelstelling, koppeling op afstand, laat vallen. De minister stelde dan ook vast dat hierover een principieel verschil van mening tussen hem en de VVD bestaat. IN FEITE STAAN de politieke beleidmakers onmachtig tegenover een situatie waarin stagnerende groei en dalende inkomens bijna elk beleid frustreren, dat bij de onvermijdelijke aanpassingen ook nog rekening wil houden met evenwichtige inkomensverhoudingen. Daar de maatregelen die in de Voorjaarsnota worden aangekondigd ontoereikend zijn om de door "tegenvallers" geslagen gaten op te vullen, komt er bij de opstelling van de begroting 1984 een ontzagwekkende bezuinigingstaak op de coalitie af. Die zal opnieuw pijnlijke offers vragen.

88

Vasthouden aan een parallelle inkomensontwikkeling tussen werkenden en uitkeringstrekkers zal dan geen automatisme zijn als iedereen maar bereid is in te leveren, zoals De Vries veronderstelde. Daar is meer eensgezindheid voor nodig tussen dé coalitiepartners dan tot nu toe is gebleken. 20 mei 1983

Politici en hun decor Politiek door Mare Chavannes „De groeimarkten liggen in de nieuwe elektronica, en de dienstverlening. Uitbreiding van de hogere opleidingsmogelijkheden, vooral op technisch gebied, geven jongeren die weten te reageren op deze nieuwe ontwikkelingen weer vertrouwen in de toekomst." Wie zei dit? D'66-minister Jan Terlouw in 1981? CDA-premier Lubbers in zijn Essay van de maand in het Mens en Bedrijfsupplement in april 1983? Nee, het was de conservatieve Engelse premier Margaret Thatcher op haar dagelijkse verkiezingspersfonferentie van de afgelopen donderdag. Zo dicht zijn de politieke klimaten van Engeland en Nederland elkaar genaderd. Waar Lubbers spreekt over "het schoon spuiten van kanalen, het bestuurlijk afslanken en het verbeteren van de kwaliteit van het overheidsoptreden", voert zijn Engelse collega op het ogenblik een campagne met het opheffen van grootstedelijke bestuursorganen die te veel belasting vragen en volgens haar onnodige bureaucratie produceren. Het zijn maar een paar vergelijkingen die zich opdringen in het laatste stukje op deze plaats over de Nederlandse politiek. Na vijf jaar Binnenhof zou ik dat deel van de wereld gaan beschrijven dat uit Londen waarneembaar is. Te veel vergelijkingen zal ik u daarbij trachten te besparen. Voor Nederlandse begrippen is er vrij veel gebeurd in die laatste vijfjaar. In 1978 was het CDA de grote winnaar van de provinciale statenverkiezingen waaruit zij ruim twee keer zo groot te voorschijn kwam als coalitiepartner de VVD. In de Tweede Kamer was W. Aantjes als fractievoorzitter van het CDA-in-wording de machtigste man. Met woorden als 'Urenco' en 'Zuid-Afrika' kon hij het kabinet buikpijn bezorgen. Het was de tijd van de verontwaardiging. Moreel geladen onderwerpen bepaalden het gezicht van de politiek. Daar was Van Agts nooit aangeslagen 'ethisch reveil' niet voor nodig. De minister van buitenlandse zaken was vaste gast in de Kamer, waar ook de koopsompolisaffaire, de Arabische boycot van met Israël verwante Nederlandse personen en bedrijven en niet te vergeten Aantjes' eigen lang verzwegen oorlogsverleden hielden de gemoederen bezig. In het centrum van het CDAspinneweb nam R. Lubbers plaats. Als jong christen-radicaal minister van economische zaken onder Den Uyl begonnen, ontwikkelde hij zich tot een energieke maar vaak letterlijk onnavolgbaar sprekende erfopvolger van Romme. Hij zei niet zulke radicale dingen, maar onder zijn leiding hield de CDA-fractie het kabinetVan Agt/Wiegel een heel eind van haar voor die tijd ingrijpend geachte economische saneringsplannen af. Van Agts tangverlossingen op de Taiwan-duikboten en het Navo- moderniseringsbesluit waren de eerste voortekenen van de nieuwe zakelijkheid die nu zo gewoon is geworden. De Partij van de Arbeid vocht in 1979 de strijd om haar voorzitterschap uit. Het verlies van Wim Meijer en de winst van Max van den Berg toen heeft de regeergeschiktheid van de PvdA tot op de dag van vandaag geminimaliseerd. Niet omdat de voorzitter van de PvdA zo'n centrale functie in het land heeft, maar omdat de onlangs hernieuwde steun van de PvdA voor een Machiavellist in democraten-kleren als Max van den Berg betekent dat de spraakmakende gemeente in die partij nog steeds compromis-schuw is. Een lastige omstandigheid in een land met alleen maar kleine en middelgrote partijen. De PvdA heeft zich alleen maar kunnen behoeden voor massale verlating door de kiezers door de zorgelijke regeringsverantwoordelijkheid van '81 - '82 te verruilen voor de veel minder kwetsbare oppositie. In de persoonlijke sfeer heeft die electroraal succesvolle strategie vrij dramatische gevolgen gehad. De onontbeerlijke eenheid naar buiten bleek alleen maar te bewaren achter de gekromde schouders van J. M. den Uyl, een man met het hart op de goede plaats en een zeldzaam verstand, maar ook een legende die door gebrek aan doortastendheid op sommige

89 vitale momenten zijn eigen voortbestaan verkoos boven dat van een jongere generatie. Duisenberg en Van Thijn zijn goed weggekomen, maar hoe moet het gaan met Meijer, Van Kemenade, Van Dam, Dales, Patijn? En hoe kan André van der Louw zijn onmiskenbaar stimulerende capaciteiten op de Maasvlakte ontplooien? In de jaren '78/'79 groeide een ontzuilende overeenstemming tussen PvdA en VVD. Niet-dogmatische liberalen en sociaal- democraten vonden elkaar steeds vaker wanneer het ging om democratisering van de vaak door het CDA beheerste werelden van welzijn en lager bestuur. Het is niet alleen de papieren rompslomp of de economische recessie die die ontwikkeling tot staan heeft gebracht. Een dominante stroming in het PvdA-kader wilde uiteindelijk niet met de VVD op één foto. Beeldvorming bleef belangrijker dan het bereiken van overeenstemming, zelfs als je daar een meerderheid voor kan krijgen. Een verklaring daarvoor blijft geldig: Max heeft geduld. Natuurlijk is er meer dan democratisering, abortus en die paar andere onderwerpen waarover VVD en PvdA het eens zouden kunnen zijn. Op de terreinen van defensie- en sociaal-economische politiek staan zij traditioneel verder uit elkaar. VVD-leider Wiegel symboliseerde die verschillen altijd graag, maar ook hij heeft het landelijk toneel verlaten. Zijn beweeglijker opvolger Nijpels heeft tot nu toe een VVD gestalte gegeven waarin ook elementen van de vrijzinnig democratische D'66- benadering soms een rol spelen. Juist daarop reagerend zou een flexibeler PvdA-opstelling meer echte discussie in de Nederlandse politiek mogelijk maken. Nu daar nog niet veel van blijkt is het in zekere zin gelukkig te noemen dat het decor achter de dames en heren politici vrij snel is gewisseld. Dat heeft bijvoorbeeld als interessant gevolg gehad dat een alweer vrij lang in het eerste meedraaiende speler als R. Lubbers beter uit de verf kan komen dan hij ooit heeft gedaan. De Nederlandse politiek verslijt mensen snel. De eeuwige coalitieverplichting geeft weinig kansen om iets blijvends tot stand te brengen, maar wie — zoals Lubbers — het geluk heeft een tijd mee te maken waarin zijn ware aard samenvalt met de geest van de tijd, kan tot enige hoogte stijgen. Een verstandig en gewetensvol jurist zoals Lubbers' partijgenoot De Ruiter maakt misschien een omgekeerde ministerscarrière mee: begonnen in een tijd en een functie (op Justitie) waarin zijn verlicht christendom bruggen kon slaan, is hij nu terecht gekomen in een klimaat en een politieke functie (minister van defensie) waarin bijna geen ruimte meer is voor zijn soort redelijkheid. Ook al is hij vanwege zijn integriteit een van de laatsten die men een mislukking zou toewensen. De economische nuchterheid en de wederopbouw-inspiratie bepalen in de politiek het beeld. Dat heeft één groot voordeel: het verband tussen woorden en daden is duidelijker dan het in jaren is geweest. Alleen al daarom zal ik ze missen, onze leiders op Binnenhof la. Hoewel, naarmate ik ze beter leerde kennen, en vaak waarderen, stond ik steeds wanhopiger op het rode potlood te bijten wanneer wij weer onze nationale gang naar het plaatselijke gymnastieklokaal mochten maken. Op den duur weet je te veel en begrijp je te weinig. 28 mei 1983

Nijpels en onze kruidenierswinkel e *er dagen door J. L. Heldring e ze maand heeft de Nos-radio uitzendingen gewijd aan het ■ma [> e koopman en de domi■ 'n de Nederlandse politiek". ' , ls Jammer dat de deelnemers e *e serie geen kennis hadden ( . en . nemen van de diepzinnige P f aken die drs. E. U. T. M. ;r5 ' fractievoorzitter van de I J n tweede Kamer, in een J ew met Elseviers Magaziau g.) heeft gedaan. "in! ' nlerv ' ew immers laat hij ) ^ sc hijrien over de motieiir>r,i aar ,rï° or h et Nederlandse i ins ■" beleid zich moet laTin ' ) "i eren ' en hij ontpopt zich 'du een ^ erm voortzetter derf j°°Pmanstraditie in de Sre.'o e P°'itiek. Een huweI in,,. naar Sri-Lanka, Bangkok, "fe 7 aiwan en E «yp te icht e W1 i s heid bijgeHet is natuurlijk toe te juichen dat zo'n belangrijk politicus als Nijpels, die, volgens eigen zeggen, meestal niet toe komt aan het buitenlands beleid — "of het moet zijn tijdens crises-debatten over Zuid-Afrika, het al dan niet stationeren van nieuwe kruisraketten en zo" (dat "en zo" is vooral goed!) — door reizen en gesprekken in het buitenland enige ervaring opdoet. Ook is er op zich zelf voor die koopmanstraditie wel wat te zeggen. Nederlands buitenlandse politiek

90 was, toen zij in handen was van de regenten-kooplieden ddf Hollandse steden, de slechtste nog niet. Nuchter, pragmatisch, met een goed oog voor het mogelijke en voor 's lands belangen, en die belangen vereenzelvigden zij niet altijd en uitsluitend met handelsbelangen. Een scheut van die traditie kan geen kwaad in een tijd dat de doninee op alle fronten lijkt te hebben overwonnen, dat wil zeggen: dat de buitenlandse politiek onder sterke druk is komen te staan van de ideologie (al dan niet geseculariseerd), onhaalbare eisen, getuigenisdrang en de behoefte zich als gids op te werpen zonder om te kijken of we wel volgelingen hebben. ★ Wanneer Nijpels zich dan ook keert tegen „al degenen die denken dat het bedrijven van buitenlandse politiek alleen een idealistische hobby is", dan kan dat op zich zelf een zeker evenwicht herstellen — mits hij niet naar de andere kant doorslaat. En dat doet hij wanneer hij zegt: „Eigenlijk moet de buitenlandse politiek van ons land voornamelijk handelspolitiek zijn." Heel bont maakt hij het wanneer hij, sprekend over wapenleveranties aan Taiwan (een "Chinese provincie"), zegt: „Voor mij zijn tijdens deze discussie de uitgangspunten: de volkenrechtelijke situatie en de economische belangen van ons land. Het laatste weegt voor mij het zwaarst." Dus hier blijkt Nijpels niet alleen het idealisme van wereldverbeteraars aan zijn laars te lappen, maar ook het volkenrecht. Hij verliest daarbij uit het oog — of heeft waarschijnlijk nooit in het oog gehad — dat het hooghouden van het volkenrecht voor een klein land als Nederland geen "idealistische hobby" is, maar een belang , en wel een levensbelang dat verre uitstijgt boven welk handelsbelang ook. ★ Als de Nederlandse buitenlandse politiek Nijpels' prioriteit zou volgen en voornamelijk handelspolitiek zou worden (volgens Elsevier heeft hij zelfs gezegd dat de buitenlandse politiek dienstbaar gemaakt moet worden aan de economische belangen van Nederland, maar dat is geen direct citaat), dan zou Nederland in beginsel in ruil voor een gunstige handelsverdrag met de SovjetUnie kunnen afzien van de stationering van raketten of — waarom niet? — zich weer neutraal kunnen verklaren. Ook dat zou niet in strijd zijn met een Nederlandse traditie, want een negentiende-eeuwse bewindsman heeft eens voorgesteld afstand te doen van Limburg in ruil voor een gunstig handelsverdrag met Duitsland. Ons bestaan, zo verdedigde hij zijn voorstel, is immers toch een "groote kruidenierswinkel". Het was een liberaal die dit zei. Ook in zoverre is Nijpels zijn geestelijke erfgenaam. Want het is een liberale traditie in Nederland zich weinig te bemoeien met buitenlandse politiek. Een andere negentiende-eeuwse liberaal drong elk jaar, bij de behandeling van de begroting van Buitenlandse zaken in de Tweede Kamer, aan op afschaffing van de diplomatieke dienst. Nederland had genoeg aan consuls, vond hij. Heeft Nijpels dat ook op het oog wanneer hij vindt dat de buitenlandse dienst moet worden gereorganiseerd? ★ Dat liberale gebrek aan belangstelling voor buitenlandse politiek heeft niet, zoals Nijpels denkt, te maken met het feit dat de VVD tot dusver een kleine partij was. ("We zijn nu zelf een grote partij, en er is daarom geen enkele reden ons op dit gebied bescheiden op te stellen.") Onder „klein links" zijn er enkele partijtjes die heel veel over buitenlandse politiek praten. Dat gebrek aan belangstelling heeft te maken met het feit dat de VVD eigenlijk nog altijd een koopmanspartij is, en kooplieden bemoeien zich, als het niet beslist nodig is, liever niet met buitenlandse politiek. Ook de grote regent-staatsman Johan de Witt deed dat liever niet: "Het interesse van desen Staet is daerinne gelegen dat allenthalve rust ende vrede zij ende dat de commercie onverhindert moge worden gedreven." En zijn ideaal van Nederlands buitenlandse betrekkingen was "een simpel tractaet van commercie ende marine, sonder obligatie tot eenige defensie". Helaas, die tijden zijn voorbij (en De Witt zelf besefte dat dat ideaal zelfs in zijn tijd niet verwezenlijkbaar was). Het Europees evenwicht, dat Nederland onder De Witt in stand hielp houden en waarvan Nederland in de 19de eeuw (tot 1940) profiteerde, is verdwenen. Nederlands handelsbelangen moeten niet meer uitsluitend tegen "idealistische hobbies" afgewogen worden, maar ook tegen zijn veiligheidsbelangen. Als Nijpels niet beter luistert naar zijn fractiegenoot Voorhoeve, die, blijkens zijn vele publikaties, dit uitstekend weet, kunnen we de komende "hete herfst" misschien nog rare dingen van hem verwachten.

91

30 augustus 1983

Spanning tussen leden Nederlandse delegatie in VS Door onze redacteur J. M. BIK WASHINGTON, 14 sept. — Stevige politieke spanningen zijn opgetreden in de Nederlandse parlementaire delegatie die op oriëntatiebezoek is in Washington. Fractievoorzitter De Vries (CDA) verwijt onder andere zijn collega's Den Uyl (PvdA) en coalitiegenoot Nijpels (VVD) dat zij "inzake het kernwapenbeleid zulke vastliggende standpunten hebben, dat het nut van de oriëntatiereis dubieus is. Dat blijkt volgens De Vries zowel in de besloten gesprekken met de Amerikaanse regeringsvertegenwoordigers als in de contacten met Nederlandse journalisten. „Als er geen beweging meer in je standpunt zit, wat doe je dan hier. Als je die instelling hebt, kan ik rustig de vraag opwerpen wat de zin van deze reis nog is," zei De Vries gisteren. De fractievoorzitter van het CDA kritiseerde vooral VVD-leider Nijpels. Deze heeft in de Amerikaanse hoofdstad nog eens duidelijk gemaakt dat, als er geen wapenbeheersingsakkoord komt in Genève, een neen van het CDA tegen plaatsing van kruisraketten in Nederland volgend jaar tot een kabinetscrisis zou leiden. „Ik heb niet de neiging om, zoals Nijpels, vanuit Washington met een kabinetscrisis te dreigen. Hij doet de laatste tijd twee dingen tegelijk: hij noemt de VVD de grote steunpilaar van het kabinet, maar anderzijds dreigt hij met een kabinetscrisis als de VVD haar zin niet krijgt," aldus De Vries. De fractievoorzitter van het CDA sluit niet uit dat zijn partijvolgend jaar ook na de door de geestverwante minister De Ruiter (defensie) als"uiterste termijn genoemde maand juni nog uitstel van een Nederlands besluit over de latere plaatsing van kruisraketten zal vragen. Hij opperde gisteren als mogelijkheid dat, na het begin van de stationering van nieuwe kernwapens in de Bondsrepubliek, Italië en Groot- Brittannië, voorshands in Genève verder wordt onderhandeld om pas later te bezien of plaatsing in Nederland in 1986 nog wel nodig is. „Als dat allemaal eigenlijk niet meer belangrijk is voor PvdA en VVD, zijn wij niet meer bezig als klein land effectief enige invloed uit te oefenen," zo zei De Vries. Pag. 3: Vervolg Ruzie binnen delegatie Vervolg van pag. 1 De Vries vindt de houding van de Amerikaanse regering genuanceerd. Zij wil in Genève op korte termijn met nieuwe voorstellen komen. Als die niets opleveren, wil zij beginnen met plaatsen. "Eigenlijk is dat eenzelfde opstelling als die van het CDA", zei hij. Zowel Nijpels als Den Uyl hebben in Washington een andere indruk gekregen, namelijk dat men er daar praktisch vanuit gaat dat eind dit jaar met de plaatsing in West-Europa moet worden begonnen om pas daarna kans op een overeenstemming met de SovjetUnie te krijgen. Nijpels wijst de kritiek van De Vries van de hand. Hij meent, dat het op dit stuk verdeelde CDA andere partijen niet moet verwijten dat zij een duidelijk standpunt over het kernwapenbeleid hebben. ' l Het Nederlandse voorbehoud sinds 1979 bij de plaatsing van kruisraketten heeft niet gewerkt", zei hij. Moties De liberale fractieleider is, op zijn beurt boos op De Vries en het CDA geworden nadat hem uit Den Haag was gemeld dat het Tweede-Kamerlid Couprle (CDA) daar eergisteren bij de behandeling van de zogenoemde, Contourennota (die gericht is 6p een sanering van het belastingsysteem) zonder vooroverleg met de VVD drie oppositionele moties had helpen indienen. Nijpels verwijt De Vries dat zoiets in strijd is met gemaakte afspraken. De Vries gaf dit toe, maar zei dat hij door Couprie niet was ingelicht over diens motie-' plannen en daardoor ook niet vooraf met Nijpels had kunnen overleggen. 14 september 1983

Politieke debatten in Kamer brachten niet veel nieuws Door onze parlementaire redacteur Mr. B. C. L. YVaanders De eerste dag van de eerste "echte" algemene politieke en financiële beschouwingen waarbij het nu elf maanden oude kabinet-Lubbers zich achter de, van verlengstukken voorziene, regeringstafel in de Tweede Kamer bevond heeft niet geleid tot veel nieuws dat inderdaad

92 nog nieuws mocht heten. In de samenleving mag dan wellicht sprake zijn van een "toegenomen instabiliteit van de relatiepatronen" — woorden van de socialistische fractieleider Den Uyl — in de vergaderzaal van de Tweede Kamer waren de onderlinge verhoudingen gisteren vrij stabiel. De regeringsgezinde fracties, gepresenteerd door de enigszins geremde De Vries (CDA) en de veel slagvaardiger Nijpels (VVD), bleven in het algemèen regeringsgezind en keerden zich tegen het alternatieve plan van de grootste oppositiefractie, de PvdA, om via een stimuleringsprogramma van vijf miljard gulden en een beperking van bezuinigingen met zeven miljard de investeringen aan te zwengelen en dc bestedingen op peil te houden. En zo zal het kabinet het jaar 1984 wel halen. De fractieleider van D'66, drs. Engwirda. noemde — overigens niet als enige — de vooruitzichten voor 1984 somber: stijgende werkloosheid, toenemende internationale spanningen wegens de rakettenkwestie, toenemende frustaties en onzekerheden bij ambtenaren, trendvolgers en uitkeringstrekkers alsmede toenemende onverdraagzaamheid vooral jegens de in ons land verblijvende buitenlanders. Deze onderwerpen vormden inderdaad wel zo ongeveer dc hoofdpunten van het Kamerdebat, dat althans tot dusverre een minder oeverloos karakter aannam dan bij vorige algemene beschouwingen wel eens het geval is geweest. Roeibootje Natuurlijk waren er ook thans geluiden buiten het algemene kader te beluisteren. De SGP'er Van Rossum stelde het kwaliteitsverlies van de mosselen aan de orde, de RPF-voorman Leerling nam het op voor een gezond gezinsleven en al genoemde fractieleider van D'66 vroeg aandacht voor het vraagstuk van de zure regen. De prijs voor wellicht de merkwaardigste beeldspraak van de dag komt vermoedelijk toe aan de brave, hoogstaande mevrouw Ubels (EVP), volgens wie het regeringsbeleid niet timmert aan de Ark van Noach om ons door het noodweer heen te helpen, maar dat knutselt aan een lek roeibootje dat dc overkant nooit zal bereiken. Hel sombere toekomstperspectief bracht velen tot beschouwingen waarin het historische element niet ontbrak. Drs. den Uyl wees erop dat velen thans zijn bevangen door herinneringen aan de jaren '30. In zijn breed opgezette en van veel kennis getuigende, maar kansloze aanval op het regeringsbeleid signaleerde hij "een bittere en historische wending in de opbouw en de ontwikkeling van onze samenleving". Naar zijn mening bestond vroeger van Talma (antirevolutionair) tot Drees (PvdA) cn van Van Houten (liberaal) tot Suurhoff (PvdA) het besef dat slechts in een grote mate van gezamenlijkheid het vangnet kon worden opgehouden ten behoeve van hen die dat nodig hadden. Jungle Ook de jeugdige cn goed op dreef zijnde, vaak adrem op interrupties reagerende drs. Nijpels ontwaarde een historisch keerpunt, maar dan in positieve zin: het stellen van orde op zaken in de op drift geraakte verzorgingsstaat. Liberalen voelen evenwel niet voor een junglemaatschappij; nog steeds geldt voor hen. aldus de fractieleider van de VVD. de uitspraak van de liberale voorman Goeman Borgesius uit 1887, behoefte te hebben aan een rechtssysteem dat het beginsel der gerechtigheid weer tot ere tracht te brengen door de zwakken te beschermen en de sterken te verhinderen eigen voordeel uitsluitend tot richtsnoer te maken Dc fractieleider van het CDA. de ernstige maar nog niet geheel in zijn functie gegroeide De Vries, maakte een minder handige indruk met dc opmerking dat de beoogde inkomensachteruitgang voor ambtenaren een minder dramatische klap is dan velen denken. Iemand als Den Uyl bestreed deze uitlating natuurlijk meteen. Erger was eigenlijk dat Dc Vries zich ook door Janmaat (Centrumpartij) min of meer in een hoek liet drukken toen hij werd uitgedaagd een definitie van racisme te geven. De fractieleider van het CDA tn zijn PSP-collega Van der Spek waren dc enigen die het woord "Centrumpartij" in de mond namen. Anderen waarschuwden meer in algemene termen tegen opvattingen die aan deze groepering worden toegeschreven. C. U beis-Veen 12 oktober 1983

Nijpels acht plaatsing raketten breekpunt voor coalitiepartners BRUSSEL, 18 okt. — Ed VVD in de Tweede Kamer, plaatsen van kruisraketten in VVD belangrijkste probleem tussen de coalitiepartners kan Nijpels, fractieleider van de beschouwt het al dan niet Nederland als het voor de , dat "tot grote problemen leiden".

93

Hij verklaarde in Brussel dat "Nederland zich niet kan onttrekken aan het plaatsen van een aantal kruisraketten" als in de Geneefse onderhandelingen geen oplossing wordt bereikt, maar dat het "niet verstandig" zou zijn nu al in te gaan op de mogelijkheid van een breuk in de coalitie. Nijpels, vice-premier Van Aardenne, partijvoorzitter Kamminga en buitenlandspecialist Voorhoeve voerden in het kasteel van Ham bij Brussel overleg over onder andere veiligheidsproblemen met de leiding van de Vlaamse Partij voor vrijheid en vooruitgang, die evenals in Nederland met christen-democraten een kabinet heeft gevormd. Nijpels verklaarde dat er binnen het CDA over vrede en veiligheid — voor de VVD het belangrijkste punt — "nogal wat verschillende inzichten bestaan", die, naar hij verwachtte "zich kunnen vertalen in meningsverschillen tussen bewindslieden van het CDA en, binnen de regering, tussen ministers van het CDA en de VVD". Voorlichting Hij leverde ook kritiek op de ministers van buitenlandse zaken en van defensie, Van den Broek en De Ruiter, beiden CDA, Nederland, aldus Nijpels, „is maar matig gebleven" bij het gevolggeven aan het besluit van de ministers van de Navo actieve voorlichting over vrede en veiligheid te geven. "Wij wachten al maanden", vooral nu in België een boek in grote oplaag is verschenen, maar als gevolg van stammenstrijd tussen Buitenlandse zaken en Defensie is het er in Nederland niet van gekomen". Beide ministers, aldus de liberale fractieleider, zouden actiever moeten zijn dan zij tot nu toe zijp geweest. In antwoord op de vraag of hij liever iemand anders op Defensie had gezien dan de huidige minister, verklaarde Nijpels dat minister De Ruiter „zich tot op heden in het openbaar terughoudend heeft opgesteld", afgezien van een interview in Trouw, „waar wij het voor 95 procent mee eens zijn". "Voorlopig", aldus Nijpels "spreken wij geen banvloek uit over welke minister dan ook". Hij wilde niet vooruitlopen op meningsverschillen "die naar voren kunnen komen" als de defensienota wordt gepubliceerd. (ANP) 18 oktober 1983

Geen privilege maar een last Politiek door Frans Kok De begrotingsbehandeling van Algemene Zaken, het minidepar•ement van de minister- president, 's de enige reguliere gelegenheid v .oor de Tweede Kamer om kwesties rond het Koninklijk Huis aan de orde te stellen. Vooral als zich \ragen voordoen rond de ministeriële verantwoordelijkheid, en dat ls het afgelopen jaar diverse keren gebeurd, biedt dit debat de kans helderheid te brengen in de nog steeds wat schimmige materie. Het enige Kamerlid dat zich deze week daartoe geroepen voelde was de PvdA'er Patijn. De rest had merkwaardigerwijs geen behoefte in de Kamer de discussie v oort te zetten die daarbuiten zo intensief is gevoerd. Te denken valt aan de positie van prins Claus en de ruimte die deze biedt op zinvol werk, het incident bij het bezoek van dominee Jackson en de plannen van de regering met een nieuw voorstel te komen tot regeling van het lidmaatschap van het Koninklijk Huis. Vooral de kwestie van het lidmaatschap is van belang en dan niet wegens de simpele vraag of de kinderen van Margriet er onder dienen te vallen. Het raakt dan de kern van de vraag die steeds rond de monarchie in deze tijd wordt gesteld: is het nog wel verantwoord om mensen blijvend in het keurslijf van de ministeriele verantwoordelijkheid te persen. Mag dat wel van ze gevraagd worden? De problemen van prins Claus maken deze vraag weer actueel en je zou verwachten dat de neiging van een aantal jaren geleden om zoveel mogelijk leden van de Koninklijke familie onder het staatsrechtelijke begrip Koninklijk Huis te laten vallen, zou zijn afgenomen. Het tegendeel is echter het geval, zoals ook uit het nieuwe voorstel blijkt. Waar gaat het om? Sinds 1972 bevat de Grondwet een bepaling dat de vraag wie lid is van het Koninklijk Huis bij wet geregeld dient te zijn. De gebeurtenissen rond het huwelijk van prinses Irene en de verwarring die toen ontstond rond de ministeriële verantwoordelijkheid waren de aanleiding. Pas na zeven jaar lukte het Van Agt en Wiegel met een voorstel te komen dat inhield: alle Oranjes die troongerechtigd zijn behoren tot het Koninklijk Huis, evenals hun echtgenoten en de Koning die afstand heeft gedaan. Het was de meest ruime kring die denkbaar was. Dit ondanks pleidooien van VVD

94 en PvdAkant om het aantal leden te beperken. Er waren inmiddels zeven prinsjes die onder de ministeriële curatele zouden vallen. Als zij en hun partners zich maatschappelijk en wellicht ook politiek zouden gaan ontplooien zou dat vroeg of laat onvermijdelijk tot problemen leiden, was de stelling Het kabinet-Van Agt/Wiegel was echter gezwicht voor de sterke wens van Koningin Juliana geen onderscheid te maken tussen de kinderen van Beatrix en Margriet. Zij was bang dat er A- en B-prinsjes zouden komen en dat de laatste categorie wegens de geringere status moeilijker toegang zou krijgen tot de buitenlandse vorstenhuizen. Het wetsvoorstel haalde het niet. Eerst bleek er een ruime meerderheid te zijn om het lidmaatschap te laten eindigen zodra iemand troongerechtigde-af was. Het kabinet had de kinderen van Margriet tot hun dood lid willen laten blijven, hoewel zij hun recht op de troon verliezen als Willem Alexander de troon bestijgt. Vervolgens stemde de Kamer met 70—68 stemmen voor een amendement-Brinkhorst, dat de kinderen van Margriet geheel van het lidmaatschap uitsloot. Vijf VVD'ers steunden het amendement. Gebelgd trok de regering daarop het hele wetsvoorstel in. Lubbers heeft nu de draad weer opgepakt. Hij bevestigde deze week dat een nieuw voorstel in aantocht is en dat hij al contact heeft gezocht met de fractievoorzitters van CDA en VVD, kennelijk om zich in te dekken en herhaling van 1980 te voorkomen. CDA en VVD hebben hun steun toegezegd, inclusief de dwarsliggende VVD'ers van toen: De Beer, Blaauw en Keja. Dat laatste is vreemd omdat de regering weliswaar nu een concessie doet en niet meer vasthoudt aan het lidmaatschap voor het leven van de kinderen van Margriet, maar de VVD'ers vonden dat drie jaar geleden niet ver genoeg gaan. Nu leggen ze zich erbij neer onder pressie van Nijpels die niet wars is van enige opschudding, maar kennelijk niet in deze zaak. Ook staatssecretaris Kappeyne, destijds de woordvoerder van de VVD-fractie, heeft zich geschikt. Het statussymbool blijft dus voor de kinderen van Margriet behouden, maar of dat een reden is in Apeldoorn de vlag uit te steken, is hoogst twijfelachtig. De suggestie wordt wel gewekt dat er privileges of andere voordelen verbonden zijn aan het lidmaatschap. Het tegendeel is het geval. Het is eerder een last, die men zo weinig mogelijk mensen zou toewensen. Het is best mogelijk dat de vier prinsen zulke oppassende lieden zijn en blijven dat geen ministerpresident naar hen hoeft om te kijken. Maar zij zullen zichzelf voortdurend moeten afvragen en daarover advies moeten vragen welke maatschappelijke speelruimte ze hebben en of ze niet tegen de politieke zeden in handelen. Dat varieert van de keuze van hun werkkring tot het praten met de pers en het bezoeken van manifestaties en het maken van reizen. Geen prettig vooruitzicht. Nu wordt wel sinds het advies van Drees en Oud uit 1965 gezegd dat er voor hen een afgeleide of indirecte verantwoordelijkheid bestaat, die minder is dan voor Beatrix en Willem-Alexander, maar dat begrip is niet goed bruikbaar. De ministers zijn verantwoordelijk of ze zijn het niet. Een tussenvorm kan op zich weer problemen geven. Lubbers leek het probleem niet echt te zien, toen hij zich afzette tegen de opmerking van Patijn dat eigenlijk nu al zou moeten vaststaan welke prinsen in volle vrijeheid hun leven kunnen inrichten. Wat is volle vrijheid, vroeg Lubbers zich af. De ministeriële verantwoordelijkheid vergroot juist de vrijheid van bijvoorbeeld de Koningin. Het is e.en goed hulpmiddel bij het uitoefenen van haar taak, stelde hij. Als schild tegen de publieke opinie vervult de verantwoordelijkheid natuurlijk goede diensten, maar aan mogelijke schade in de privésfeer gaat Lubbers geheel voorbij. Dit nadeel is in ons bestel onvermijdelijk als het Beatrix, Claus of Willem-Alexander betreft. Voor de anderen echter niet en er zou dan ook zo zuinig mogelijk mee omgesprongen moeten worden. Los hiervan sprak Lubbers volmondig uit dat er ook in ons systeem voor prins Claus voldoende ruimte is zinvolle bezigheden te vervullen en de gebruikelijke waarschuwing tegen mogelijke conflicten tegen diens functie als prinsgemaal liet hij achterwege. Claus zou zich kunnen spiegelen aan prins Philip van Engeland die in een interview met de Observer van 2 oktober uit de doeken doet welke problemen hij heeft ondervonden en hoe hij uiteindelijk zijn draai heeft gevonden. "Er is geen blauwdruk voor de baan van prinsgemaal", zegt Philip. Door allerlei activiteiten te ontwikkelen heeft hij toch voldoening gevonden. "En dat gaf me een identiteit, in de ogen van het publiek en in mijn eigen ogen. "Philip zegt van zichzelf dat hij geen bijzonder talent of

95 bijzondere ambitie bezit en dat hij daarom weinig last heeft van frustratie. Maar, luidt zijn boodschap, je moet een terrein vinden waar je nuttig kunt zijn en waar je niet te veel mensen tegen het hoofd stoot. Prins Claus heeft nu 'zitting' in de Raad van State maar dat is een formaliteit. Er valt eigenlijk geen reden te bedenken waarom hij niet lid zou kunnen worden, desnoods in buitengewone dienst, zodat hij mee zou kunnen doen aan het adviserings — en conflictoplossende werk van de Raad. Hij is dan onderdeel van een collectief waardoor ongewenste profilering op politiek terrein achterwege blijft. Zijn deskundigheid op de gebieden, waar hij zich voor de troonsbestijging van Beatrix bewoog, kan hij dan weer tot gelding brengen. 22 oktober 1983

Den Uyl: Te veel wensen, niets bereikt Door J. M. Bik Commentator NRC Handelsblad In Groot-Brittannië, België, Italië en het Europese Parlement was al gedebatteerd over het aanstaande begin van plaatsing van nieuwe middellange-afstandswapens in West-Europa. In al die recente discussies bleken tamelijk comfortabele parlementaire meerderheden het ermee eens dat, gezien de stand van de wapenbeheersingsbesprekingen in Genève, het begin van plaatsing conform het Navo-dubbelbesluit van december 1979 waarschijnlijk niet te vermijden valt. Volgende week mag een vergelijkbare afloop van een debat in de Westduitse Bondsdag worden verwacht. Vooraf gezien leek het debat in de Nederlandse Tweede Kamer over de plaatsingskwestie spannend, of in elk geval moeilijk, voor het kabinet-Lubbers te zullen worden. Maar wie gisteren luisterde en toekeek, kon iets heel anders constateren. Grote delen van het debat lang bleken niet de regeringspartijen maar juist de oppositiefracties in het defensief te zijn. En eigenlijk was het per saldo zo dat oppositieleider Den Uyl vermoedelijk als minst gelukkige het einde van de discussie beleefde. Veroordeling De oppositionele doelstellingen waren velerlei. In moties werd gemikt op (alsnog) uitstel van het begin van de plaatsing van kruisraketten en Pershings II in WestEuropa of tenminste op een daartoe strekkend initiatief van de Nederlandse regering. En — traditionele doelstelling — op het blootleggen van zoveel mogelijk verdeeldheid binnen de CDAfractie. Ook beoogde de oppositie het kabinet tot een oordeel, lees: een veroordeling, te krijgen van het begin van plaatsing in Groot-Brittannië, Italië en de Bondsrepubliek. De Nederlandse regering had immers in december 1979 bij het Navo- dubbelbesluit een voorbehoud gemaakt wat betreft de plaatsing van 48 kruisraketten op het eigen grondgebied. Daar dat voorbehoud nog steeds van kracht is, kon het kabinet-Lubbers toch in feite geen goedkeuring geven aan de plaatsing elders, zo was de al enkele weken met kracht uitgesproken stelling van de oppositie. Veel doelstellingen, en geen enkel gerealiseerd, zelfs niet die aangaande het Nederlandse stemgedrag in de VN inzake de jaarlijkse Freese-resolutie. Want het succes dat de oppositie hier met een vertraging van elf maanden boekte, nl. de duidelijke aankondiging van stemonthouding waar Nederland in december '82 nog tegen had gestemd, verloor zijn glans nu fractieleider Den Uyl van de PvdA dit keer op de valreep per (verworpen) motie om Nederlandse voorstemmen kwam vragen. Tegenstrijdig Soms wilden de oppositiefracties dan ook twee conflicterende dingen tegelijk. Voorbeeld daarvan was de poging om aan te tonen dat de Nederlandse regering zich door ondertekening van het Navo-communiqué van december 1979 wel degelijk medeverantwoordelijk had gemaakt voor het moderniseringsbesluit (dus voor de eventuele plaatsing van nieuwe kernwapens) en tegelijkertijd de poging om het als inconsistent aan te merken dat Nederland, ondanks zijn nog steeds geldige voorbehoud op plaatsing in eigen land, weigert de plaatsing elders te veroordelen. Wat dit laatste betreft, het had natuurlijk het een of het ander moeten worden, en hoewel een overigens tactisch-ingetogen opererende VVD-leider Nijpels nog wel even kwam onderstrepen dat Nederland medeverantwoordelijkheid draagt voor het gehele Navodubbelbesluit en dat het nationale voorbehoud inderdaad slechts de nationale plaatsing betreft, wist premier Lubbers toen nog vrij gemakkelijk dit historische dilemma te ontwijken. Sterker nog, Lubbers maakte er een aanval van. Zeker, de Nederlandse regering was in '79 voorstander van allereerst wapenbeheersingsbesprekingen geweest. Maar toen bleek dat de overige Navo-landen daar niet voor waren en werkelijk ook een moderniseringsdreiging in

96 het besluit wensten, was Den Haag de confrontatie uit de weg gegaan en had zich tot een eigen plaatsingsvoorbehoud beperkt. En hadden PvdA en D'66 in het tweede kabinetVan Agt dat dubbelbesluit niet als "feit en als onderhandelingsgrondslag voor Genève" geaccepteerd, zo herhaalden de ministers Lubbers, Van den Broek en De Ruiter en CDA-leider De Vries om strijd. Dat klopte. En voorts: wie naziet wat de zg. "voetnoot" van de PvdA-ministers van het regeerakkoord van september '81 inhield, nl. hun aftreden in geval van een positief Nederlands plaatsingsbesluit, kan niet ontkennen dat — ware dat tweede kabinet-Van Agt in leven gebleven — diezelfde PvdA-ministers in de nucleaire situatie van vandaag waarschijnlijk nog steeds ministers zouden zijn geweest. Want er is nog steeds geen positief Nederlands plaatsingsbesluit en van de "actieve voorbereiding" daarop, die ook een politiek breukpunt zou inluiden, is eigenlijk nog evenmin sprake. Opdoffers Kortom, steeds duidelijker wordt het — vorig jaar in de kabinetsformatie en nu weer in een debat als dat van gisteren — dat de politiek-operationele kwaliteit van de categorische afwijzing voor alle tijden en alle omstandigheden van het Navo-dubbelbesluit zich vaak vooral tegen de PvdA zelf keert. Want Den Uyl moest ook gisteren weer in wat vaak zijn parlementaire specialiteit is — het interruptiedebat — een paar flinke opdoffers incasseren als het om met deze categorische afwijzing samenhangende redenaties ging. Bijvoorbeeld in een debat met Nijpels over de vraag wie in Oost en West nu precies wanneer met de ontwikkeling, produktie en plaatsing van welke systemen is begonnen ("U zet als U het over Russische angsten hebt de zaak op zijn kop"). Of in een debatje met Lubbers en De Vries over het nooit aanvaarde Geneefse 'bosakkoord" (300 nieuwe kernkoppen aan weerskanten, geen Pershings II), waarvan Den Uyl zich weliswaar nog eens pleitbezorger toonde, maar desgevraagd opnieuw moest zeggen dat zijn partij er, in geval van verwerkelijking, toch geen deel aan zou kunnen hebben. De kwalificaties "grotesk" en "meelijwekkend" van premier Lubbers aan het adres van Den Uyl klonken zeer hard door 's Lands Vergaderzaal. En toen kwam er de bevestiging van de indruk dat de eenheid in de regeringscoalitie en bijvoorbeeld de verhouding tussen de CDA-ministers achter de regeringstafel en de VVD-fractie, thans wat groter is dan een paar maanden geleden. Geen uitstel van plaatsing elders, geen veroordeling van die plaatsing door Den Haag, geen Nederlands politiek initiatief thans in de Navo en niet elf maar zeven uitvallers (inclusief de heren Dijkman en Scholten) in de CDA- fractie. Voorts wellicht het meestzeggend van alles, waarneembare ontevredenheid in de PvdA-fractie over de voorstelling van de oppositieleider. Lubbers, wiens acteertalent („ik acht die opmerking van de heer Den Uyl beledigend") opnieuw niet zoveel minder bleek dan dat van zijn voorganger (Van Agt), kon navenant tevreden zijn. Tot volgend voorjaar, als Nederland zoiets als een plaatsingsbesluit moet gaan nemen en de Navo (in april) laat weten (tot schrik van het CDA) dat 1400 kernkoppen minder nog niet zoveel minder Nederlandse kernwapentaken betekenen, lijkt de wind weer geluwd. Oorvijg Die tevredenheid in het regeringskamp duurde trouwens niet zo lang. Want er wachtte minister Van den Broek, snelst gerezen CDA-ster, gisteravond een lelijke nederlaag, zijn eerste. Die leed hij in het zoveelste Zuid-Afrika debat, waarin hij dit keer een al te nuchtere vreemdeling in het Haagse Jerusalem bleek. Van den Broeks „eigen" CDA moest tijdens een bekwaam gevoerde interpellatie van de socialist Wallage „met spijt" vaststellen dat Nederland zich in de VN van stemming had onthouden jegens een resolutie-Siera Leone die een Zuidafrikaanse grondwetswijziging veroordeelde. „Met spijt", dat moet Van den Broek inderdaad als een oorvijg hebben getroffen, daar had de VVD'er Weisglas gelijk in. Zo hadden Den Uyl én Van den Broek samen een slechte dag. Wie zegt dat een dagje Tweede Kamer niet boeiend kan zijn? CDA-leider De Vries onderbreekt Den Uyl (Foto ANP) (Foto AP) 18 november 1983

Wonderlijk debat IN DE REISSCHEMA 'S van Nederlandse politici zal Taiwan voortaan minder vaak voorkomen. Want het ingelaste debat, gisteren, over het besluit van het kabinet om niet nóg eens vergunning voor de levering van duikboten aan die klant te verlenen mocht dan een

97 voorspelbaar verloop hebben, het was toch een historisch debat. Immers, wat onvriendelijk hier en elders de Taiwan-lobby wordt genoemd, zag de deur voor dergelijke leveranciers door kabinet en Kamermeerderheid krachtig in het slot geduwd. Of de Aziatische klant die via militaire leveranties mede naar politieke terreinwinst streeft nu nog veel belangstelling voor Nederland zal houden als leverancier van niet-militaire produkten, is zeer de vraag. In elk geval lijkt een weinig fraaie episode in het Nederlandse China-beleid geëindigd. Bij alle begrip voor de teleurstelling van de betrokken bedrijven/leveranciers, daar hoeft men niet rouwig om te zijn. Een naar zijn verloop voorspelbaar debat, een historisch debat en ook een wonderlijk debat was het gisteren. Op deze plaats is ooit het woord van de dichter Nijhoff - Kijk maar, er staat niet wat er staat - na een verwarrend Kamerdebat gevarieerd. Dat kan opnieuw. Nu zo: Kijk maar, zij stonden niet zoals zij stonden. Want veel van de deelnemers aan het debat van gisteren stonden, gerekend naar het standpunt dat zij uitdroegen, op hun hoofd. MINISTER VAN DEN BROEK (BUITENLANDSE ZAKEN) behoorde enkele jaren geleden nog tot het deel van de CDA-fractie dat pertinent een exportvergunning voor de toen bestelde twee duikboten voor Taiwan wilde geven. Nu was hij in het kabinet de grote tegenvoeter van de VVD'er Van Aardenne (Economische Zaken), die op zijn beurt gisteren een ander standpunt dan het zijne (nl. géén exportvergunning) moest verdedigen. Ook de fractiewoordvoerders Van Iersel (CDA) en Van der Hek (PvdA) moesten het debat langdurig in handstand meemaken. En premier Lubbers gaf desgevraagd toe dat hij lang heeft geaarzeld tussen de argumenten pro en contra van zijn ministers van BZ en van EZ. Het heeft er veel van dat pas nadat de premier uiteindelijk het parool een man een man, een woord een woord richting Peking uitgaf, de bakens voor de CDA-fractie waren gezet en een Kamermeerderheid tegen de levering van meer duikboten aan Taiwan vaststond. En het heeft er ook veel van dat voor het zover was wel degelijk door menig politicus bij Wilton- Fijenoord en andere belanghebbenden de indruk is gewekt, dat er een behoorlijke kans op exportvergunningen bestond. En dat levert dan een extra reden op, naast de contractuele verplichting en het belang van een reputatie als betrouwbaar leverancier, om de industrieel hooggekwalificeerde werf Wilton-Fijenoord nu niet in de steek te laten en in elk geval het afbouwen van de twee bestelde duikboten daar mogelijk te maken. ENKELE GELEGENHEIDSALLIANTIES van PvdA en CDA, gesloten tot verdriet van de gisteren nogal geïsoleerde VVD-fractie, leidden tot aangenomen moties waarin het kabinet werd gevraagd de werf hulp te bieden. Het bleef allemaal weinig concreet, wat het kabinet daarop te zeggen had. Er komt snel een onderzoek naar de totale reparatiecapaciteit in het Waterweggebied om vast te stellen wat de perspectieven voor de werf op dat terrein zijn. De nieuwbouwafdeling, die in de loop van de déconfiture van het RSV-concern ƒ 200 miljoen van Taiwans aanbetalingen zag verdwijnen (in het gat van het RSV-kolengraafproject), moet net quitte kunnen spelen met de afbouw van de twee duikboten. Garanties werden niet verstrekt, al beloofde het kabinet dan wel overleg met bewindvoerders en andere betrokkenen. En al zijn (lukratieve) extra orders in deze sector niet waarschijnlijk, als zij komen gaan zij naar WiltonFijenoord en niet naar de Schelde of de Rotterdamse Droogdokmij. Dat was het, niet meer. De niet aanwezige minister Ruding (financiën) zal het met evenveel genoegen hebben genoteerd als de Kamer het ten slotte mokkend accepteerde. BEHALVE DE TAIWAN-LOBBY en Wilton-Fijenoord kende het debat nog een verliezer: de VVD-fractie, die met niet minder dan vijf moties in eerste termijn blijk van haar ontevredenheid over het kabinetsbesluit gaf. Haar "onaanvaardbaars" en "absoluut onaanvaardbaars" vlogen door de ijle parlementaire lucht, maar eigenlijk alleen de kleine rechtse fracties wilden daarvan onder de indruk raken. De VVD-fractie heeft de kwestie niet goed aangepakt, en dat is geen verwijt aan haar woordvoerder van gisteren (de Amsterdammer Jacobse) maar vooral aan haar fractievoorzitter, de heer Nijpels. Van de luide publiciteit, afgelopen zomer na een reis naar Taiwan, naar de alweer" openbare mededeling om van de exportvergunning toch geen halszaak te maken tot de daarop volgende bittere kritiek op het kabinet (inclusief de arme liberale vicepremier) - het was allemaal niet sterk. Naar het ons voorkomt was deze aanpak ook niet in het belang van de zaak die de VVD-fractie meende te dienen. Bepaald pijnlijk voor Nijpels was het dat premier Lubbers, die vorige maand opvattingen van de oppositieleider in de Kamer al de kwalificaties

98

"grotesk" en "meelijwekkend" gaf, nu de fractievoorzitter van een regeringspartij aardig tegemoet trad door te zeggen dat hij deze afgelopen zomer niet al te hard had tegengesproken om hem niet in moeilijkheden te brengen. Waar Nijpels vorige maand lachte, deed de oppositieleider dat nu. Lubbers lachte beide keren, en dat geeft de huidige politieke verhoudingen in dit land aardig weer. 29 december 1983

Nijpels pakt autodief op Binnenhof Door onze politieke redactie DEN HAAG, 3 feb. — VVD-fractie voorzitter Nijpels heeft gisteren eigenhandig een dief in de kraag gevat die het gemunt had op de autoradio van zijn fractiegenoot Fransen. Nijpels en Fransen zaten tegen zes uur gistermiddag te praten op de kamer van de fractieleider toen de alarminstallatie van de auto in werking trad. Beide politici renden naar buiten. Nijpels door de uitgang van het Binnenhof. Nijpels, voorzitter van de vaste Kamercommissie voor de politie, overmeesterde de dief en bracht de man terug in het Kamergebouw, waar hij hem overdroeg aan de veiligheidsdienst van de Kamer. 3 februari 1984

Wie trapt het laatst op de rem? HET PUBLICITAIRE OFFENSIEF van de VVD, en met name van haar fractievoorzitter, tegen de parlementaire coalitiegenoten van het CDA lijkt weer even weggeebd. Na de scherpe openbare kritiek aan het adres van de CDA-fractie van begin deze maand heeft fractieleider Nijpels inmiddels al weer de wenkende perspectieven van langdurige samenwerking van CDA en VVD besproken. De bewegingen van de liberale leider zijn soms moeilijk te volgen, wat intussen niet betekent dat zij niet te verklaren zouden zijn. Van belang is het om in de mogelijke taxaties van de heer Nijpels en de zijnen een onderscheid te maken tussen de korte en de lange termijn. Op korte termijn, namelijk in het eerste halfjaar van 1984, staat de huidige coalitie voor enkele even moeilijke als ingrijpende beslissingen. Die betreffen onder andere het mediabeleid, de wijzigingen in het sociale-verzekeringsstelsel per i juli en — bovenal — het vraagstuk van de nucleaire bewapening met als politiek zwaartepunt een besluit over plaatsing van kruisraketten. Als het kabinet-Lubbers deze hindernissen weet te nemen heeft het, daarover zijn vriend en vijand het eens, een zeer behoorlijke kans 1986 ongeschonden te halen. Sterker nog: als het kabinet de komende maanden overleeft zullen ook politieke bakens gezet zijn die — te denken valt daarbij alweer aan de kruisrakettenkwestie — in 1986 van beslissende invloed kunnen zijn op de verkiezingscampagne in de kabinetsformatie. In navolging van partijvoorzitter M. van den Berg, en niet tot groot genoegen van alle leden van zijn TweedeKamerfractie, heeft oppositieleider Den Uyl onlangs al vast duidelijk gemaakt dat de PvdA in geen geval zal toetreden tot een kabinet dat een genomen positief plaatsingsbesluit handhaaft of, in de tweede helft van '86 akkoord gaat met de feitelijke plaatsing van kruisraketten in Nederland. Wat Den Uyl betreft zullen de verkiezingen van dat jaar zelfs functioneren als een soort referendum voor of tegen plaatsing. DUIDELIJK IS DAARMEE nu al geworden dat een positief plaatsingsbesluit van de huidige coalitiepartijen ook straks een bijna onneembare barrière tussen hen en de grootste oppositiepartij zou vormen. Of anders gezegd: de afloop van de eerstvolgende kabinetsformatie kan zeer nauw komen samen te hangen met de aard van het plaatsingsbesluit van de komende maanden. Hier zijn de belangen van de VVD op korte en op lange termijn dus zeer met elkaar verbonden. Hier ook weet het CDA dadelijk over méér te moeten beslissen dan alleen de plaatsing van kruisraketten. Beide regeringspartijen houden elkaar stevig onder druk. De VVD doet dat door met een crisis te dreigen, het CDA door een officieel stilzwijgen dat herhaaldelijk wordt onderbroken door officieuze individuele uitingen van bezwaar tegen een eventueel positief plaatsingsbesluit. De VVD zou zich na een crisis over deze kwestie voor een reeks van jaren in de oppositiebanken kunnen zetten, terwijl het CDA zich alsdan praktisch de gevangene zou weten van de PvdA. Het in 1982 gemeenschappelijk opgezette kabinetsbeleid kan dan worden vergeten. Voor beide regeringspartijen is een crisis dus niet aanlokkelijk, zij weten dat van elkaar. De situatie heeft wel iets van het niet ongevaarlijke spel van jonge

99

Amerikaanse automobilisten: wie trapt het laatst op de rem? De komende maanden zullen de opties zo lang mogelijk open worden gehouden, dat mag althans worden verwacht. Gezien het verband dat bestaat tussen de Nederlandse kernwapentaken en een plaatsingsbesluit zou het niet verbazen als het kabinet nog geruime tijd wacht met het consulteren van de Navo omtrent deze kernwapentaken of zelfs in het geheel niet gaat consulteren voor over de plaatsingskwestie is beslist. Wellicht ook zal het straks tot een zekere afruil van onderwerpen uit de veiligheidsdiscussie en het financieel-economisch sociale beleid komen. Intussen spreekt men elkaar door de open autoraampjes beurtelings boos en vriendelijk toe in het belang van de gewenste afloop. 18 februari 1984

'Verpakking van het besluit is eigenlijk onbelangrijk' Den Uyl ziet VVD-CDA op plaatsing afstevenen Door een onzer redacteuren DEN HAAG, 27 feb. — De politiek leider van de Partij van de Arbeid, drs. J. M. den Uyl, gelooft dat de coalitie VVD-CDA op weg is naar plaatsing van kernraketten. Hij zei dit zaterdag op een partijraad van de PvdA naar aanleiding van de eerdere uitspraken van CDA-fractieleider De Vries over .aantallen kernraketten. „De regering en de Coalitiepartners leiden de aandacht af van de essentie van het komende plaatsingsbesluit", aldus Den Uyl. Hij noemde "de verpakking" van zo'n besluit eigenlijk onbelangrijk. Onder "verpakking" moet worden verstaan het gaan schermen met aantallen raketten. De Vries zei vrijdagavond dat de plaatsing van 48 raketten voor zijn fractie onverteerbaar zou zijn. Den Uyl beklemtoonde dat een voorwaardelijk "ja" van het CDA erop neerkomt dat de kruisraketten er komen. De oppositie zal de essentie van het debat- komen er kernraketten, ja of nee? — nog duidelijker tot inzet van het debat moeten maken, aldus Den Uyl. Het CDA is nu met afleidingsmanoeuvres begonnen. Den Uyl wees er ook op dat het parlement de onderhandelingsvrijheid van de regering over een plaatsingsverdrag met de Verenigde Staten via een motie kan inperken. De politiek leider van de VVD, Ed Nijpels, heeft zaterdag in Maastricht geen uitspraak willen doen over aantallen kernraketten in ons land. Hij sprak op een congres van Europese liberalen ter gelegenheid van de komende verkiezingen voor het Europees parlement. Nijpels wil een samenhangende discussie met het CDA binnen de coalitie over het gehele terrein van de nucleaire bewapening. Dat betekent dat behalve de plaatsing van nieuwe raketten ook de zes bestaande nucleaire taken van de Nederlandse strijdkrachten binnen de NAVO ter sprake kunnen komen. Met zijn uitspraken van vrijdagavond had CDA- fractieleider De Vries willen aangeven dat er een kabinetscrisis komt als Nijpels onverkort vasthoudt aan de plaatsing van 48 raketten in ons land. Nijpels antwoordde zaterdag in Maastricht dat een kabinetscrisis een "ramp voor het land zou betekenen". Hij hamerde erop dat de twee coalitiepartijen zich tot het uiterste moeten inspannen om een oplossing voor het kernwapenvraagstuk te vinden. Tegengas Een groep kritische CDA'-ers, het Christen- democratisch beraad, heeft na een bijeenkomst zaterdag in Amersfoort gewaarschuwd tegen een discussie die zich op aantallen kernwapens zou concentreren in plaats van op de principiële vraag of er wel geplaatst moet worden. Van deze groep maken kamerleden zoals Buikema en Faber deel uit, evenals de vroegere fractieleider Aantjes. Fractieleider De Vries heeft zijn opmerkingen van vrijdag jl. van te voren besproken met de desbetreffende fractiecommissie van de Tweede Kamer. Ze waren in de eerste plaats bedoeld als tegengas voor Nijpels' uitspraken in een interview met het maandblad van het Interkerkelijk vredesberaad. 27 februari 1984

CDA vrijwaart lage inkomens bij bezuinigingen op ziektekosten Door een onzer redacteuren 's GRAVENDEEL, 20 maart — Het CDA stelt als 'keiharde voorwaarde' dat de lagere inkomens niet de dupe mogen worden van bezuinigingen op de ziektekosten. Dit zei de fractieleider van het CDA in de Tweede Kamer, B. de Vries gisteren op een spreekbeurt. Na premier Lubbers en VVDleider Nijpels nam De Vries daarmee afstand van de consequenties van de opzet voor bezuinigingen op de ziektekosten, zoals de

100 fractiespecialisten van VVD en CDA die vorige week openbaar hebben gemaakt. In zijn spreekbeurt keerde hij zich tegen de VVD-leider. "Wat Nijpels heeft gedaan, vind ik beneden peil. Zo laat je je eigen mensen niet vallen. Zo opereer je niet in een coalitie", aldus De Vries. Hij noemde het volstrekt onjuist dat Nijpels heeft gezegd dat zijn partij geheel buiten de bezuinigingsplannen voor de ziektekosten staat. De gesprekken tussen de fractiespecialisten zijn nog niet afgerond, maar zij zijn wel degelijk gehouden. Juist de VVD heeft volgens De Vries voorgesteld om meer te bezuinigen. VVD-leider Nijpels heeft op de verwijten van De Vries gereageerd door te laten weten geen behoefte te hebben aan gekissebis. "Het CDA had beter kennis kunnen nemen van de letterlijke tekst zoals Nijpels die zaterdag op het VVD-congres in Hattem heeft uitgesproken", aldus een woordvoerder van de VVD-fractie in de Tweede Kamer. 20 maart 1984

EEN KWESTIE VAN GELD E.H.T. M. NIJPELS, FRACTIEVOORZITTER: 'IK HEB GOED GELEERD HOE JE JE WAREN MOET AANPRIJZEN' Ooit zou hij best wel minister willen worden, zegt hij, maar op dit moment staat hij er nog niet om te springen. Drs. E. H. T. M. Nijpels uit Bergen op Zoom is op 1 april 34 jaar geworden. Sinds vorig jaar is hij getrouwd met Mr. Ingrid Pieters. Aan de wand van zijn werkkamer in het Binnenhof prijkt zijn collectie ingelijste originele cartoons waarop hijzelf, niet onverdeeld vleiend, is afgebeeld. Het eerste wat Ed Nijpels tegen mij zegt is: 'Ik ben geen 'ü', laten we dat even afspreken.' Vandaar dat ik de leider van de liberale fractie in de Tweede Kamer tutoyeer. | Harriët Spelberg~ Ben jij een impulsieve koper? Juist niet. Ik heb er een half jaar over gedaan om een nieuwe autoradio te kopen. Als ik iets graag wil hebben wacht ik met opzet juist lang voordat ik het koop om er des te meer van te kunnen genieten. Zo'n ultramoderne autoradio vind ik niet strikt noodzakelijk, dan vind ik dat ik me moet kunnen beheersen, ik dwing mezelf dan om er eerst voor te sparen. Ik kan hem natuurlijk ook in één keer kopen, maar dat vind ik niet leuk. Alle guldens die ik aan het einde van de dag nog in m'n broekzak heb, gooi ik dan in een 'guldenmeter', een glazen stolp die de VVD een keer tijdens de verkiezingscampagne heeft uitgedeeld. Intussen vergelijk ik de merken en de prijzen van de autoradio's en wacht rustig totdat ik ten slotte na een half jaar de elfhonderd guldens voor de aankoop heb. Jij past op de dubbeltjes? Geld geef ik niet makkelijk uit, ik ben behoedzaam met aankopen, een Pietje Precies, dat is wel de juiste omschrijving. Maar ik hou ook van mijn gemak. Ik vind niet dat je 's avonds om twaalf uur gehinderd moet worden door de ontdekking dat de koffie op is. Aan niets heb ik zo de pest als 's ochtends een la opentrekken en dan ontdekken dat ik geen sokken heb of dat de tandpasta op is. Ik heb dan ook vijfendertig paar sokken ineens gekocht, allemaal dezelfde, en als ik tandpasta koop, koop ik niet één tube, dan koop ik er tien tegelijk zodat ik nooit misgrijp. Alle huishoudelijke spullen koop ik in grote voorraden. Ik heb een kelder vol met dat spul, van afwasmiddel tot en met drank. Drank is dan nog vrij logisch, dat heb je altijd wel in huis, maar er staat ook een doos met kammetjes. Met die voorraad doe ik twee, drie jaar. Ik kam mijn haar maar één keer per dag maar als ik toevallig dat kammetje zou missen en mijn zakken binnenstebuiten moet keren, daar heb ik dan de pest in. Wat heb je tot nu toe uitgegeven vandaag? Ik heb nauwelijks tijd om geld uit te geven. Ik kom hier 's ochtends de Kamer in en ik ga er 's avonds laat weer uit. Als ik geld uitgeef is dat meestal in het weekeinde. Gooi je het weieens over de balk? Geld over de balk gooien, nee — dat nooit. Maar wanneer ik niet op geld let, wanneer het me niet zoveel uitmaakt, dat is met carnaval. Omdat je dan aan het feesten en het drinken bent? Er is één groot misverstand over carnaval: dat het alleen maar geslaagd zou zijn met veel drank en veel vrouwen en beide zaken hebben niets, maar dan ook niets, met carnaval te maken. Carnaval heeft te maken met het begin van de lente, de prikkeling die je krijgt als je ruikt dat het voorjaar gaat komen. De knoppen komen uit, het wordt lekker weer, dat geeft een bepaalde kriebel. Dat doet je wat. Dat maakt de wereld mooier. Daar kan ik van genieten, als van een bos dat net bezig is met uitlopen, dat vind ik schitterend, dat kan me ontroeren. Daarom is carnaval niet uit te leggen, het is een kriebel die je krijgt. Je maag begint te draaien. Op het moment dat de

101 prins zijn intocht doet, als je dan het geluid hoort van al die orkesten, je ziet al die verklede mensen, veertig-, vijftigduizend mensen die allemaal enthousiast zijn — dan kriebelt het. Dat is hetzelfde gevoel als wat ik had voor Ingrid, en wat ik nog steeds voor haar heb, dat is haast niet uit te leggen, verliefdheid, dat is het. Hoeveel zakgeld kreeg jij vroeger? Niet veel maar ik deed altijd wel iets waardoor ik er wat bijverdiende. Ik zag een keer een hypnotiseur aan het werk in de aula van onze school. Dat interesseerde mij. Ik ging het zelf proberen. Eerst op een zusje van me. Dat liep verkeerd af, niet dat zij er blijvende schade van heeft ondervonden, maar toch moest de dokter erbij komen, zij bleef maar trillen. De tweede keer, met een schoonzusje, ging het al een stuk beter en een week later vielen van de tien mensen die ik op een verjaardag hypnotiseerde er zes in slaap. Dat verspreidt zich snel in een klein stadje. Ik kreeg het verzoek of ik avondvullende voorstellingen wilde geven. Ik verdiende vijfentwintig gulden per optreden. Wat moest je voor dat geld doen? Ik hield het in de grappige sfeer. Ik gaf ze bijvoorbeeld de suggestie dat ze hun neus kwijt waren. Dan liepen ze zich suf te zoeken naar hun eigen neus en lag de zaal plat. Het is simpel, het lijkt geheimzinniger dan het is. Het is een fabeltje dat je met een hypnotiserende blik zomaar iemand zott»kunnen laten inslapen tijdens een gesprek of een debat. Dat kan alleen met iemand die je al eerder een keer gehypnotiseerd hebt. Als ik vriendinnetjes die ik al eens gehypnotiseerd had op een feestje, daarna op het hockeyveld zag lopen en ik zei: Slaap! — dan bleven zij inderdaad stokstijf op het veld staan. Het meest spectaculaire wat ik deed was iemand onder hypnose helemaal stijf laten worden. Heb je weieens geprobeerd om met je hoofd op de ene stoel en je hakkén op een andere stoel te gaan liggen? Nou, ik geef je de garantie dat je dan doorzakt maar onder hypnose kun jij dat wél. Dat deed ik met mensen op het toneel en als ze zo op twee stoelen steunden, dan ging ik bovenop ze staan. Dat kan onder hypnose. Maar men vond het wel een beetje griezelig. De schoolarts heeft het stante pede verboden toen hij het zag. Dat betekende het einde van mijn shows. Jammer, want die vijfentwintig gulden was een hoop geld voor een scholier in die dagen. De personeelsvereniging van de Kamer heeft mij een paar jaar geleden gevraagd of ik nog een voorstelling wilde geven maar dat lijkt me toch niet verstandig. Wat deed je met het geld dat je verdiende? Daar kocht ik een brommertje van en boekjes, veel uit de Bigglesserie en boeken over de politiek. Op alle mogelijke manieren verdiende ik geld voor dat soort dingen. Ik heb jarenlang 's zomers in de textielzaak van mijn vader gestaan, daar heb ik geleerd hoe je je waren moet aanprijzen. Ik heb, samen met een broer, ook een tijd een gladiolenveld geëxploiteerd, we maakten bossen bloemen en die verkochten wij dan langs de deur. Aan de deur verkopen, hoe deed jij dat? Met gladiolen ligt dat natuurlijk vrij simpel: mensen kopen een bos, of ze kopen een bos niet. Maar met een broer van mij ben ik ook 's met een lettertang langs de deuren getrokken om naamkaartjes voor de mensen te maken. Wij rekenden één gulden per stuk en als je de naam van je vrouw er achter wilde hebben was het één gulden vijftig. Uit zo'n rolletje van drie gulden haalden wij wel veertig namen. Wij verdienden daar best veel mee, alleen vóórdat je er tien verkocht hebt, heb je dertig keer "nee" gekregen. Dertig keer voor niks aangebeld, dertig keer voor niks je praatje gehouden. Daar moet je tegenkunnen, dat moet je kunnen volhouden, want de laatste vijf minuten kun je ineens een heleboel verkopen. Bij dat soort handel is dat altijd lastig Kon jij er tegen? Opgewekt trok ik dan van deur tot deur. M Heb jij dan een leuke verkoopbabi bel? Ik ben niet op m'n mondje gevallen. Als er iets verkocht moet worden, moeten de mensen van goeden huize komen willen ze bij mij met lege handen weggaan. Heb je weieens iemand geflest? In mijn studententijd had ik een winkeltje. Wat is er makkelijker dan in een oud pand een tafel voor het raam te zetten en daarop wat spulletjes uit te stallen. Ik ging naar veilingen, ik kocht potjes en vaasjes, ik kocht partijen oude bijbels op, dingen waarvan ik dacht dat mensen dat wel leuk zouden vinden en ik ging naar groothandels en ik kocht tin. Dat tin verkocht ik. Het leek net antiek maar ik vertelde er altijd bij: 'Mevrouw, u moet goed weten dat het niet antiek is, dat tin is oud gemaakt.' Ik maakte het oud door die tinnen spullen in de grond te stoppen, er met een hamer op te slaan, deuken er in te maken en het vervolgens een paar weken buiten te laten staan. Maar ik belazerde ze nooit. Zelfs als ze er niet om vroegen, vertelde ik erbij dat het eigenlijk spiksplinternieuwe

102 handel was. Dat gaf niet, ze vonden het mooi. Die dingen brachten hun geld dik op. Van wie zou jij zelf eerder een tweedehands auto kopen, van Lubbers of van Den Uyl? Vertrouwen in iemand hebben speelt bij zakendoen geen overheersende rol. Ik zou niet naar de verkoper kijken, maar naar het produkt. Het hangt af van de kwaliteit van hun auto. Toch ook van wie er voor jou in die auto heeft gereden? Dat kan van belang zijn. Ik zou de auto kópen van degene die er het voorzichtigste mee is geweest en als ik dan dit gezelschap overzie — Lubbers rijdt zelf geen auto en Joop, ik denk dat de versnellingsbak van Joop in slechtere staat is dan die van Ruud. Ik heb begrepen dat Joops kwaliteiten vooral niet in het autorijden liggen. Het is bekend dat Joop altijd vol zit met sigarenas en zoals hij met zijn sigaren omgaat zal hij ook wel met zijn auto omgaan, ik zou de auto van Ruud kopen, dat lijkt mij beter. Overigens koop ik überhaupt geen tweedehands auto's. Voordat de garantietijd om is lever ik hem meestal al weer in, dan neem ik altijd weer dezelfde auto, hetzelfde type, dezelfde kleur en dezelfde uitvoering. Zolang als ik in de Kamer zit, rij ik in dezelfde auto. Wat zou jij doen als je in geldnood zat? Dat kan ik me niet voorstellen. Ik denk altijd: als ik wil werken, is er altijd geld te verdienen. Ik zie zo'n situatie gewoon niet voor me. Ik kan me alleen voorstellen dat ik minder geld zou hebben maar dan zal ik me zien aan te passen. Ik zou dan bezuinigen op luxe zaken, zoals buitenshuis eten. Maar ik denk dat ik mij ook met weinig geld wel zal redden. Uiteindelijk moest ik dat ook in mijn studententijd doen. Zou geldgebrek je beangstigen? Ik vind geldgebrek onpraktisch, maar ik heb daarvoor geen angst. Angst kan heel ontregelend werken. Ik was bang in het donker vroeger, vooral als ik 's nachts in bed lag. Dat duurde tot mijn twaalfde. Dat heb ik overwonnen zoals ik ook het stotteren overwonnen heb. Tot mijn negentiende kon ik een woord als 'Massachusetts' niet uit mijn mond krijgen. Ik kon geen drie woorden fatsoenlijk achter elkaar uitspreken. Ik had onoverkomelijke problemen, leek het, maar met veel zelfbeheersing ben ik er toch vanaf gekomen. Af en toe krijg ik nu nog oefeningen van de logopediste om zelfdiscipline te krijgen en kalm en niet te snel te spreken. Maar ik ben altijd nog zenuwachtig voor een spreekbeurt. Daar hebben veel politici last van, met Hans Wiegel had ik het daar laatst nog over. Die spanning is niet slecht, die biedt je Concentratie, maar toch gebeurt het me, en dat vind ik slecht van mezelf, dat mijn gedachten gewoon afdwalen. Lig jij weieens wakker van zorgen over geld? Nooit. Ik lig überhaupt weinig wakker. Zodra ik in bed lig, slaap ik. Ik ben praktisch ingesteld. Zorgen en angsten zijn er om te overwinnen, dat stimuleert, daarmee heb je tenminste plezier in het leven. ■ 7 april 1984

Crisisvariant of crisis, uitstel uitweg uit impasse ? Door J. M. Bik Verwarring en verdeeldheid over het vraagstuk van de plaatsing v an kruisraketten in Nederland kenmerken 's land grootste regeringspartij eigenlijk al zo lang als het vraagstuk bestaat. Langzamerhand, nu het ogenblik van beslissen dichterbij komt, is daarbij gekomen een zekere radeloosheid die het vinden van een oplossing nog moeilijker maakt. De Navo wacht op Nederland, Nederland wacht op het CDA, het CDA wacht om de eenheid te houden. Voorbeeld: op 14 april stond in deze krant een interview met premier Lubbers afgedrukt dat op 10 april was gemaakt. In dat interview benadrukte de premier de politieke betekenis van het Navodubbelbesluit van december '79: (••) Kijk, er is een en andermaal uitgelegd dat de betekenis van de nieuwe kernwapens gezien moet worden in de context van de 'couPjing' met de VS en met een zo breed mogelijke spreiding in west-Europa. (..)" Enkele weken eerder (in de tweede helft van maart) was Lubbers echter al zeer geïnteresseerd geraakt in de zg. "crisisvariant" (de basis Woensdrecht min of meer gereedmaken maar de kruisraketten in een ander Navo-land laten bewaren voor een eventuele crisissituatie). De nationaal-politieke en internationale mogelijkheden van die variant waren behalve met de naastbetrokken ministers en ambtenaren ook besproken met onder andere CD A-voorzitter Bukman en oud- minister en oud-KVP-fractieleider Schmelzer. Dat Lubbers er tijdens het vraaggesprek geen behoefte aan had om gewag te maken van deze crisisvariant, verbaast niet. Wat verbaast is dat hij met zijn uiteenzetting over de politieke betekenis van het Navo-dubbelbesluit

103 tegelijkertijd al argumenten leverde tegen dezelfde crisisvariant waaraan achter de schermen zo werd gedokterd. Achteraf gezien roept dat het beeld van een zekere radeloosheid op. Ander voorbeeld: op 16 april lekte via het Algemeen Dagblad uit dat in het kabinet met zoiets als de crisisvariant werd gespeeld. Duidelijk was al spoedig niet alleen dat deze lekkage moeilijk aan enige CDA- politicus kon worden toegeschreven maar ook dat veiligheidsspecialisten in de CDA-fractie er eigenlijk weinig van wisten. Alleen zo is het immers te verklaren dat zij eerst (tot in de Waarheid toe) bits-afwijzend op deze variant reageerden — "gezochte constructie", "erg kostbaar" — en nadien veel genuanceerder werden. Zo zelfs dat zij nu de VVD verwijten dat zij dergelijke oplossingen mét de Navo-partners hardhandig verwerpt. Aannemelijk is dat fractieleider De Vries van het CDA via enig bijpraten voor deze nieuwe appreciatie heeft gezorgd. De radeloosheid van leidende CDA-politici, stilaan ook van premier Lubbers, blijkt ook wel enigszins uit de rol die De Vries speelt. Van een spreekbeurt deze week in Heilo viel niet zozeer op dat hij aandacht vroeg voor de internationale kanten van de plaatsingskwestie, maar vooral dat hij heel voorzichtig ruimte maakte voor het geval het kabinet niet voor 1 juli een oplossing weet te vinden. De tweede man van het CDA begon daarmee aan het opbouwen van een positie die het straks eventueel mogelijk moet maken dat de CDA-fractie het kabinet niet onder tijdsdruk plaatst. De vrij algemene conclusie dat de CDA-ministers en de CDA-fractie dus wel voor uitstel zouden zijn, een onjuiste conclusie, moet De Vries als risico op de koop toe hebben genomen. De plaats van De Vries in de discussie lijkt in vergelijking met die van zijn VVD-collega Nijpels bescheiden. Daarvoor zijn een aantal verklaringen te geven. De echte leider van het CDA is premier, en wel van een kabinet waarin de beide meest betrokken CDA-ministers het oneens zijn (Van den Broek en De Ruiter dus), terwijl Nijpels de politieke leider van de VVD is. In die functie is het, zo blijkt nu en dan, nodig dat hij „zijn" VVD-ministers duidelijk maakt wie de chef is en waar de grenzen liggen. En passant voorkomt hij daarmee trouwens ook dat Van den Broek (BZ) in eenzelfde soort politiek isolement raakt als de toenmalige CDA-minister Andriessen in het eerste kabinet-Van Agt. Wat dat betreft is de ergernis valk De Vries over sommige openbare optredens van Nijpels in zoverre misplaatst dat hij met dit verschil tussen de verhoudingen binnen het CDA en de VVD niet zo erg rekening houdt, maar dat terzijde. Er is nog een reden, zo mag best worden verondersteld, dat De Vries zich redelijk wel bevindt bij het uitgangspunt dat het kabinet, met de premier en de bewindslieden van BZ en van Defensie afkomstig uit het CDA, eerst maar eens met een standpunt in de kruisrakettenkwestie moet komen. En die reden is dat De Vries op goede gronden mag vinden dat juist zijn voorganger als fractieleider, Lubbers dus, eind '79 en daarna een zodanige rol heeft gespeeld bij het ontstaan van de huidige interne CDA-misère, dat allereerst de premier nu ervoor mag en moet zorgen dat alsnog een aanvaardbare oplossing wordt gevonden. Dat ook De Vries roept dat de NAVO-partners toch oog moeten hebben voor dc moeilijke positie van het Nederlandse kabinet (lees het CDA), is aardig maar doet geen recht aan het feit dat die positie niet .het gevolg is van een bewuste Nederlandse keuze, maar van volgehouden onmacht als gevolg van volgehouden interne CDA- verdeeldheid. Ach, riep de verdachte tot de rechter, mij wordt verweten dat ik mijn ouders heb vermoord, maar ik vraag om clementie, want ik ben wees. Maar goed, waar De Vries' communicatie met Van den Broek niet zo soepel verloopt en De Ruiter niet als grote communicator mag gelden, is de betrekkelijk sobere rol van de fractieleider van het CDA in dit verhaal al met al best te verklarlen. Er heerst nu een impasse in het kabinet rond het vraagstuk. Veel geprobeerd, niets gelukt. Discussie terug bij af, de VVD is aan zet en wil ook wel met een zet komen. Een wapenheersingsinitiatief gekoppeld aan de bereidheid ten principale om zonodig straks in Nederland kruisraketten te plaatsen, de hoofdzaken ervan hebben al in deze krant gestaan (vorige week vrijdag). Twee bezwaren zien sommige CDA'ers: de zet, die trouwens officieel nog niet is gedaan, zou van de VVD zijn en hij zou bovendien op de basis Woensdrecht veel meer nodig maken dan vlag en kerk voor niet aanwezige Amerikaanse militairen. Het eerste bezwaar kan minister Van den Broek ondervangen door met een dergelijk voorstel te komen, hij schijnt al aan het werk te zijn.

104

Maar of hij in plaats van premier Lubbers het tweede bezwaar kan opruimen mag worden betwijfeld. Zo goed als na Lubbers' crisisvariaties mag worden betwijfeld of het CDA tot veel meer dan een slecht verkleed neen tegen plaatsing bereid zal zijn, iets dat de VVD weer niet kan aanvaarden. Enig verder uitstel valt voor zo dadelijk bijgevolg niet uit te sluiten, want alternatieven voor de internationale-crisisvariant komen nationaal voorshands steeds in de buurt van kabinetscrisis. 5 mei 1984

Hink-stap-sprong naar neen tegen plaatsing Nieuwsanalyse door J. M. Bik In maart jl. werd diep in het CDA een oude gedachte om een oplossing te vinden voor het kruisrakettenprobleem nieuw leven ingeblazen. Uit de informatie-Scholten, die tot de vorming van het kabinet-Lubbers leidde (najaar '82), stamde een idee, de zg. crisisvariant, dat na een uitvoerige bespreking door o.a. premier Lubbers, fractieleider De Vries, partijvoorzitter Bukman, oud-minister Schmelzer, minister Van den Broek en minister De Ruiter tenslotte de moeite van verdere ontwikkeling waard leek. Wèl bouwen aan de basis Woensdrecht (flink bouwen als het aan Van den Broek lag, heel zuinig wat De Ruiter betreft), maar de kruisraketten pas in tijden van crisis laten invliegen — dat zou wellicht een uitkomst kunnen bieden voor het verdeelde CDA. Van den Broek, veronderstellend dat de Navo-partners deze Nederlandse variant wel zouden afkeuren, verklaarde zich er tenslotte mee akkoord dat zij ter beoordeling in Washington, Brussel en andere Navo-hoofdsteden zou worden voorgelegd. Hij kwam daartoe mede omdat de VVD-ministers Van Aardenne en Korthals Altes, de andere leden van de ministeriële vijfhoek die als Pentagijs wordt aangeduid, zich om dezelfde redenen niet tegen internationale sonderingen omtrent deze crisisvariant hadden verzet. Hun gedachte: waarom zou je je tegen iets verzetten dat zó afhankelijk is van de instemming van Navo-partners en die instemming van hen toch niet zal krijgen. Isolement Waar de beide VVD-ministers wellicht niet aan hadden gedacht is dat zij met deze houding tegelijkertijd Van den Broek, die voorstander van een positief plaatsingsbesluit is, in een zeker politiek isolement hadden gebracht. Voorts miskenden zij dat zij premier Lubbers de indruk hadden gegeven, terecht of ten onrechte, dat er tussen hun opvattingen en die van VVD-fractieleider Nijpels wel enige ruimte bestond. Hoe dat zij, de premier had de leden van de Pentagijs gevraagd over de crisisvariant voorshands het stilzwijgen te bewaren tegen de bevriende Kamerfracties, en dat werd afgesproken. Enkele dagen later bespeurden leden van de VVD-fractie dat in de CDA- fractietop werd gesproken over een nieuw idee: de crisisvariant. Wat daarna gebeurde is gedeeltelijk bekend. De variant lekte uit, VVD-leider Nijpels kraakte haar (o.a. in deze krant), terwijl aanvankelijk ook niet ingelichte fractieleden van het CDA dat deden. Maar er gebeurde nog iets: er volgde, nog vóór het kritische oordeel van de Navo-partners binnen was, een gesprek tussen de Pentagijsministers en de fractieleiders van CDA.en VVD met hun eerste assistenten. Vraag van VVD-kant aan de premier: hoe kan de fractieleider van het CDA, De Vries, weten wat wij niet weten? Antwoord Lubbers: dat komt doordat De Vries de crisisvariant heeft helpen aanreiken, zodoende kon de afgesproken zwijgplicht jegens hem niet gelden. Woede bij Nijpels was het resultaat, woede waarvan in daarna volgende interviews zou blijken. Beginnend sfeerbederf. Lubbers' plan om de crisisvariant op 27 april in de ministerraad te brengen, sneuvelde op tweede paasdag in de Pentagijs. Eigen voet Nadat intussen de VVD had duidelijk gemaakt wel tot eigen compromisvoorstellen bereid te zijn, maar die niet te zullen indienen zolang het interne overleg binnen het CDA en tussen de CDA-ministers Lubbers, Van den Broek en De Ruiter nog gaande was, kwam de CDA-top met iets nieuws. Nederland neemt tot '86 of liever nog '88 geen plaatsingsbesluit, maar stelt plaatsing van (minder dan 48) kruisraketten afhankelijk van een eventueel wapenbeheersingsakkoord dan. Als Moskou geen akkoord wenst beloont Nederland door niet te plaatsen, als het een akkoord over lagere aantallen kernwapens mogelijk maakt, wordt het met plaatsing (van 32 of 16 kruisraketten) bestraft. De schiet-in-de-eigen-voet- variant, klonk het spottend uit de VVD die begrijpelijkerwijs ook hiervan niet gediend was.

105

Langzamerhand kwam de maand juni dichterbij en groeide de irritatie van de ministers die niet bij het kruisrakettenoverleg betrokken waren maar dagelijks wel verhalen over allerlei meer of minder begrijpelijke varianten in de krant lazen. Vrijdag jl. werd op hun verzoek daarom een eerste discussieronde in het kabinet gehouden aan de hand van een notitie van premier Lubbers. In meerderheid bleken de ministers van beide partijen voor plaatsing in 1986 conform het Navo-dubbelbesluit geporteerd. Wat zij echter niet wisten was dat enkele kollega's (de premier en de naastbetrokken ministers Van den Broek en De Ruiter) in hun binnenzak alweer een nieuwe variant hadden die vorige week met fractievoorzitter De Vries van het CDA was ontwikkeld, strikt genomen trouwens zonder rechtstreekse bemoeienis van de premier (die wel was geinformeerd). Deze in de krant van gisteren weergegeven variant, een mengvorm waarin uitstel (tot '88), beperking van aantallen (32, 16 of 0) en elementen van de crisisvariant voorkwamen (eventueel in '88 slechts het invliegen van raketten als mogelijkheid aan de Navo aanbieden), was na interne CD A-massage tenslotte voor zowel Van den Broek als De Ruiter net genoeg aanvaardbaar gebleken om haar deze week nformeel aan de Navo-collega's in Washington voor te leggen. Voor de eerste keer leek de breuklijn in het kabinet niet langer tussen de twee eerstverantwoordelijke CDA-ministers te lopen. Een historisch ogenblik dat Lubbers zeer tevreden zal hebben gestemd. De VVD-top en CDA-ministers, die geen weet van deze ontwikkeling hadden gehad, merkten dus pas in het weekeinde (of zelfs pas eergisteren) dat Van den Broek in Washington zou gaan praten over het enige voorstel dat in de ministerraad van de vrijdag daarvoor nu juist niet in bespreking was (kon zijn) geweest. Woede en sfeerbederf opnieuw, en niet alleen bij de VVD. Het zou nog onaangenamer worden. Want nadat in het weekeinde was gebleken dat de VVD (ministers en fractie) niet met het laatste CDA-plan akkoord konden gaan, en liberale amendementen daarop door de premier niet werden aanvaard, werd afgesproken dat deze amendementen, alsook een nog ongepubliceerd VVDcompromisvoorstel (de aangepaste "Texelse variant", zie de krant van gisteren), eveneens door Van den Broek in Washington ter sprake zouden worden gebracht. Telefoon Maandagmiddag, vlak nadat Van den Broek voor de radio had verklaard dat Nederland moest pogen met zijn besluit de Navo "zo min mogelijk" schade toe te brengen, en vlak voor hij in het vliegtuig naar Washington zou stappen, bleek weer iets onprettigs. De minister zei er, desgevraagd van VVD-zijde, niet van op de hoogte te zijn dat hij in de Amerikaanse hoofdstad ook de liberale tegenvoorstellen in zijn sonderingen moest betrekken. Achtereenvolgens rinkelde de telefoon bij de premier en bij Van den Broek. In heel kleine liberale kring waren opnieuw verwijzingen naar Lubbers' voorganger, Van Agt, en Ignatius van Loyola, de oprichter van de jezuitenorde, te horen. Van den Broek nam alle VVD- voorstellen alsnog mee naar Washington, en voor de zekerheid werden zij ook nog eens naar alle leden van het kabinet gezonden. Mogelijk mede ter bevestiging van een inmiddels uitstekende sfeer. De meningsverschillen in het kabinet-Lubbers over de kruisrakettenkwestie kunnen deze week in Washington door de Navo-partners worden gesorteerd, rechtstreeks of via hun Haagse ambassades. Er lijkt nu zoiets als eenheid van opvatting van de meestbetrokken CDA-ministers te zijn, zij het dat het niet eenvoudig is om uit te leggen waarover. Een hink-stap-sprong naar neen in '88, dat lijkt het vooral. De vraag is nu of premier Lubbers zo dadelijk als voorzitter van de ministerraad zijn goeddeels drooggehouden kruit zal gebruiken voor een eindvoorstel, bijvoorbeeld als de voorspelbare Navo-kritiek op de jongste CDA-variant binnen is. Crisis En de vraag voor de VVD wordt dan of zij iets dat mogelijk in '88 (of toch '86?) een Nederlands neen gaat worden nu wil accepteren, dan wel nu méér eist en mogelijk een crisis krijgt. Een zo goed mogelijk verkleed en uitgesteld neen, met kans op straks iets meer, is voor die groep in de VVD die naar directe internationale effecten van de Nederlandse keuze kijkt, stellig te prefereren boven het forceren van een oplossing met de kans op crisis en neen nü. Die groep in de VVD die het CDA via een zo positief mogelijk beginselbesluit omtrent plaatsing alvast wil binden voor '86 en later, en die hevig geïrriteerd is door het gedrag van Andries Ignatius Lubbers, wil dat risico wel nemen en de dreiging met een crisis als wapen hanteren. Deze tactische richtingenstrijd in de VVD lijkt in volle gang nadat zij enigszins in het defensief is geraakt

106 sedert het weekeinde. De in de coalitie nu toch wel wat minder beminde Lubbers ziet toe of en hoe de grenzen van CDA en VVD elkaar naderen, zijn eindvoorstel zou heel dichtbij kunnen zijn. Drie hoofdrolspelers in het ingewikkelde spel rond de plaatsing van kruisraketten in Nederland. V.l.n.r. minister De Ruiter (defensie), premier Lubbers en minister Van den Broek (buitenlandse zaken), (foto NRC Handelsblad/Ton Poortvliet) 30 mei 1984

PvdA noemt plaatsingsbesluit 'schaamlap' CDA eist stappen van kabinet-Lubbers in wapenbeheersing Door onze politieke redactie DEN HAAG, 12 juni — De CDA-fractie in de Tweede Kamer wil dat de regering zowel naar de Sovjet-Unie toe als binnen de Navo stappen onderneemt om het proces van wapenbeheersing op gang te krijgen. De fractie wil daarnaast dat al in het najaar van 1985, samenvallend met de definitieve beslissing over de plaatsing van kruisvluchtwapens, ook een beslissing wordt genomen over de bestaande Nederlandse kernwapentaken. Deze eisen stelde CDA-fractievoorzitter De Vries vandaag in het debat in de Tweede Kamer over het regeringsstandpunt ten aanzien van de kruisraketten. Op beide punten overweegt de CDAfractie moties in te dienen als de regering aan de verlangens onvoldoende tegemoet komt. De Vries verlangt van de regering dat een bezoek wordt gebracht aan de Sovjet-Unie om het Nederlandse voorstel, geen plaatsing van kruisvluchtwapens in Nederland als de Sovjet-Unie zijn SS-20 arsenaal bevriest, te bepleiten. Daarnaast verlangt hij van de regering dat zij binnen de Navo actief zal zijn. "De regering kan de komende anderhalf jaar niet comfortabel achterover gaan leunen", aldus De Vries. De CDA-fractie wil een beslissing over de bestaande Nederlandse kernwapentaken in het najaar van '85 laten samenvallen met de evaluatie van het regeringsbesluit dat moet uitwijzen of Nederland al dan niet overgaat tot plaatsing van kruisvluchtwapens. De regering wil een beslissing over de bestaande kernwapentaken pas nemen in de loop van 1986, als een beslissing over de plaatsing al is gevallen. De CDAfractie vreest echter dat deze procedure ertoe leidt dat besluitvorming over de kernwapentaken pas na de Tweede-Kamerverkiezingen van 1986 genomen zal worden. PvdA-woordvoerder Stemerdink uitte scherpe kritiek op het kabinetsbesluit. Hij noemde de passage dat Nederland geen kruisraketten plaatst als de SovjetUnie haar aantal kernkoppen op 1134 bevriest "een schaamlap voor het CDA". Stemerdink: "Ik ben altijd benieuwd hoeveel CDA'ers achter één schaamlap kunnen". Pagina 3: vervolg. Hoorzitting kernwapens Vervolg van pagina 1 Nijpels (VVD) verklaarde dat zijn partij het kabinetsbesluit van 10 juni volledig steunt. Na jarenlange onduidelijkheid en onzekere koers van opeenvolgende kabinetten is er nu eindelijk een regeringsstandpunt zei hij. De lijdensweg die het Navodubbelbesluit in Nederland heeft moeten volgen geeft aan dat het jaren aan een duidelijk Nederlands beleid heeft ontbroken. De schimmige Nederlandse houding is, aldus Nijpels, in belangrijke mate veroorzaakt door de verdeeldheid binnen het CDA. De maatschappelijke onrust die is ontstaan is volgens hem het rechtstreekse gevolg van gebrek aan leiding en duidelijkheid. Het geschuifel met kernwapens sinds' 1979 heeft de twijfel en de tegenstand in ons land vergroot. Het kabinetsbesluit van nu houdt een opheffing in van het Nederlandse voorbehoud van december '79, en is dus in feite een dubbel ja tegen plaatsing, aldus Nijpels. Nijpels erkende dat CDA en VVD geen gelijkluidende opvatting hebben over de uitleg van het kabinetsbesluit, wat er dient te gebeuren als de Sovjet-Unie daadwerkelijk haar aantal raketten bevriest. Het CDA wil dat Nederland dan niet plaatst, de VVD wil de situatie dan nader bekijken. Volgens Nijpels gaat het daarbij echter om een volstrekt hypothetische situatie, zoiets als een twistgesprek tussen twee mensen die op weg zijn naar de Sahara en ruzie maken over de vraag of zij een paraplu of een regenjas moeten meenemen. Nijpels herhaalde dat het kabinetsbesluit zelf met geen woord rept over de houding die Nederland dient in te nemen als de SovjetUnie haar aantal raketten bevriest. De Vries riep VVD-leider

107

Nijpels op zijn interpretatie van dit onderdeel van het kabinetsbesluit achterwege te laten en zich te houden aan het "heldere regeringsbesluit". Stemerdink (PvdA) vroeg in een motie af te zien van het automatisme in de besluitvorming ingeval de Sovjet-Unie per 1 november '85 meer SS-20's heeft dan thans. Hij noemde dit werken met getallen "het introduceren van het telraam als instrument in de buitenlandse politiek". Ook vroeg Stemerdink hoe de andere Navo-landen hebben gereageerd op het idee van een 'NederlandsRussische freeze'. Volgens Stemerdink zal er toch vooroverleg met de NAVO-partners zijn geweest, ik neem tenminste niet aan dat Nederland de Navo een verrassing heeft bereid, zei hij. Hij meende dat CDA en VVD het kamerdebat nog voor de Europese verkiezingen wilden houden om degenen te demotiveren die zich hebben ingezet om plaatsing in Nederland en Europa te voorkomen. "Als je maar doordrukt wordt het wel geaccepteerd en dat zal dan een gunstige verkiezingsuitslag bewerkstelligen, zo is de opvatting van de regeringspartijen", aldus Stemerdink. Engwirda (D'66) meende dat het kabinetsbesluit in feite gewoon een positief plaatsingsbesluit is, waarvan de uitvoering wordt vertraagd en waar ten behoeve van het CDA wat wapenbeheersingselementen aan zijn toegevoegd. Hij noemde het besluit „intens jammer en droevig" omdat Nederland de bondgenoten loslaat en er niet meer voor terugkrijgt dan een vertraagde uitvoering van de plaatsing. D'66 stemt overigens in met gedeeltelijke plaatsing door Nederland als er via een akkoord tussen de VS en de Sovjet-Unie een reële vermindering van het aantal kernwapens tot stand komt. Met dat onderdeel van het kabinetsbesluit is D'66 het eens. 12 juni 1984

De politieke neus van de kiezer DE UITSLAG VAN de Europese verkiezingen van donderdag is nog slechts een prognose. Het voorlopige karakter blijkt wel uit het feit dat de voorspelling voor de zetelverdeling bij nader inzien moest worden bijgesteld. Ook om andere redenen is voorzichtigheid geboden bij het trekken van conclusies wat betreft het effect op de binnenlands-politieke krachtsverhoudingen. Allereerst de opkomst. Deze was ruim vijf procent lager dan bij de vorige verkiezingen van 1979, die toen de extra aantrekkingskracht hadden van een eerste rechtstreekse krachtmeting voor het Europese parlement. Op zich is het natuurlijk teleurstellend dat bijna de helft van de kiezers thuisblijft-, maar erg dramatisch hoeft men er ook niet over te doen. Het parlement in Straatsburg heeft nu eenmaal weinig bevoegdheden en in kwesties waar het parlement wel wat te zeggen heeft, zijn de politieke tegenstellingen tamelijk gering. De kiezer weet dat en geeft daarom niet van een overmaat aan belangstelling blijk. Uitbreiding van de bevoegdheden zou een remedie tegen de apathie kunnen zijn, kon men premier Lubbers donderdag horen zeggen. Hij voegde eraan toe dat het aan Nederland niet zou liggen. Dat moge zo zijn, maar de grotere Europese landen denken er blijkbaar anders over en tot zolang blijft het tobben. Met de lage opkomst moeten we leren leven. Ook al zou het parlement meer invloed krijgen, dan nog is geen massale opkomst te verwachten. Europa is nu eenmaal verder weg dan Den Haag of de plaatselijke gemeenteraad. DE OPKOMST IS NIET of althans niet merkbaar beïnvloed door de pogingen van vooral de Partij van de Arbeid om aan deze verkiezingen een sterk nationaal politiek tintje te geven. Dat is een bekend politiek gegeven en kan daarom maar het beste als feit worden aanvaard. Een louter Europese campagne zou de interesse van de kiezers in elk geval niet vergroten. Wat wel opvalt is dat deze poging om vooral de kwestie van de kruisraketten als een extra stimulans te benutten voor het uitoefenen van het stemrecht niet is gelukt. Dat pleit voor de politieke neus van de kiezer, die heel goed weet dat noch de Europese verkiezingen als zodanig, noch een eventueel "vertaalde" nederlaag voor het kabinetsbeleid daar enige invloed op heeft. ZIJN HARDE CONCLUSIES derhalve niet goed mogelijk, een enkele tendens op binnenlands terrein valt toch wel waar te nemen. De politieke verhoudingen blijken stabieler dan was verwacht. Van de aardverschuiving ten gunste van de PvdA is weinig terechtgekomen, netzomin als van het verwachte grote verlies voor het CDA. Opmerkelijk is de terugval van de VVD vergeleken met de Kamerverkiezingen van '82. Een verklaring kan zijn dat de nieuwgewonnen aanhang, zoals het verkiezingsonderzoek ook aangeeft, minder stabiel is dan bij andere partijen. Het VVD-

108 electoraat laat zich dus gemakkelijker op andere gedachten brengen. Waarom dat deze keer is gebeurd, is niet helemaal duidelijk. Wellicht dat de harde toon van Nijpels en zijn weinig omzichtig omspringen met CDA-gevoelens een deel van de vroegere CDA-kiezers, die de afgelopen jaren naar de VVD zijn overgegaan, weer in het oude nest heeft teruggebracht. Ook kan de koers van de CDA-fractie die, behalve lange tijd op kernwapengebied, minder zwalkend is dan vroeger, een positieve rol hebben gespeeld. CDA EN VVD hebben beide nog de meerderheid, stelden de voorlieden van deze partijen tevreden vast. Ook hun past daarbij wat meer voorzichtigheid, temeer daar de opiniepeilingen die een kleiner, maar breder scala van potentiële kiezers bestrijken, daarover minder stellig zijn. De nieuwe Nederlandse delegatie van 25 leden die nu gekozen is, inclusief voor het eerst vertegenwoordigers van Klein Links en Klein Rechts (een premie op samenwerking) kan nu binnenkort aan de slag. Ook zonder lage opkomst doen zij er goed aan zich in Straatsburg in te zetten voor meer politieke bevoegdheden voor het parlement en meer invloed op het beleid dat de burgers raakt dan tot dusver het geval was. 16 juni 1984

Blunders HET GEBEURT NIET VAAK dat de leider van een regeringsfractie vlak voor de algemene politieke en financiële beschouwingen in de Tweede Kamer de ministerpresident "psychologische blunders" verwijt. Helaas is er echter voor dat verwijt wel enige aanleiding. Wat op en sedert prinsjesdag al zo over de koopkrachtontwikkeling in 1985 van de (echte) minimuminkomens en de inkomens van ministers en hoge ambtenaren is gezegd en niet gezegd, is zo al niet onjuist dan toch ten minste zeer verwarrend geweest. Terecht heeft Nijpels gisteren niet zozeer de gevolgen van de kabinetsplannen op dit stuk gekritiseerd, want die konden bekend zijn, maar het gehannes daaromtrent in de geleverde informatie. Gehannes overigens waar de CDAfractie gisteren volop in deelnam door achtereenvolgens twee verschillende verklaringen uit te geven over de ontwikkeling van de ministerssalarissen in '85. Eerst; geen uitzonderingspositie voor ministers. Dan: goed dat hun salarissen volledig behandeld worden als die van het overheidspersoneel. Voor een kabinet dat zich in hoofdzaak ten doel heeft gesteld financieel-economisch saneringswerk te doen bestaat nu de kwade kans dat het zicht op hoofd- en bijzaken volgende week in de Kamer behoorlijk verduisterd kan raken. DISCUSSIES OVER de wenselijke inkomensontwikkeling van verschillende bevolkingsgroepen, en de uiteenlopende opvattingen die daarover kunnen bestaan, dreigen nu enigszins te worden tot discussies over al dan niet bewuste misleiding van verschillende bevolkingsgroepen. Spruitjeslucht en borreltafel zijn dan gevaarlijk dichtbij. Het kabinet zal volgende week niet om begrip moeten vragen, maar moeten proberen de discussie in heldere banen te krijgen, zodat verdediging en kritiek in hun zakelijke betekenis kunnen worden verstaan. Minder mag aan het Binnenhof niet. 5 oktober 1984

Opwinding gering tijdens beschouwingen in Tweede Kamer Door onze parlementaire redacteur Mr. B. C. L. Waanders De socialistische fractieleider Den Uyl had ongetwijfeld gelijk, toen hij in de laatste fase van de algemene politieke en financiële beschouwingen in de Tweede Kamer over de rijksbegroting voor het jaar 1985 verklaarde, het een goede zaak te vinden dat in overleg tussen regering en Kamer een regeling was gevonden voor het vraagstuk van de zogenaamde meerjarige echte minima, waarover de minister-president aan het einde van de middag een "belangrijke concessie" had gedaan. De aanvoerder van de grootste oppositiefractie, vroeger wel eens gekritiseerd als een slechte verliezer, deed op de valreep zijn best, een loyale oppositie te tonen. Afgezien dan van zijn enigszins theatrale waarschuwingen tegen een tweedeling in de samenleving als het kabinet de steven niet wendt en zijn vragen over eventuele geheime afspraken tussen kabinet en regeringsgezinde fracties. De door de minister-president. die op de laatste dag van het grote Kamerdebat een minder matte en ongeïnspireerde indruk maakte dan daags te voren, geformuleerde concessie inzake de koopkracht van de minima in combinatie met "ontdooide" dan wel

109

"bevroren" kinderbijslagen en een gereduceerde huurverhoging, vormde voer voor sociaal- economische rekenmeesters. Zelfs een intelligent man als dr. Engwierda, fractieleider van D'66, kon het aanvankelijk allemaal niet zo snel volgen. Genoegen In elk geval smaakte de christen-democratische fractieleider dr. De Vries het genoegen dat de door hem ingediende motie over de koopkracht van de "Mem" zo veel begrip ontmoette, dat hij deze kon intrekken. Het gememmer kon een einde nemen en de fractieleider van het CDA kon zich profileren zowel tegenover zijn partijgenoot Lubbers als tegenover de liberale fractieleider Nijpels, nog steeds een ietwat dartel veulen in de parlementaire wei. Een aanvankelijk door de CD A- fractieleider mede-ondertekende motie-Nijpels over verdere kostenbeperking in de gezondheidszorg, veroorzaakte vrij veel gedonderjaag. Het kan vriezen en dooien in de politiek, niet alleen figuurlijk maar ook letterlijk, want de verwarmingsinstallatie in het Tweede-Kamergebouw vertoont soms kuren, met als gevolg flinke temperatuurwisselingen; mevrouw Beckers (PPR) en drs. Den Uyl maakten een paar opmerkingen daarover. Ach ja, in de winter van Lubbers is zoiets niet onbelangrijk. Algemene politieke beschouwingen gedurende drie dagei^ betekenen voor een ministerr • president, of hij nu goed in vorm is of niet, een geweldige krachtsinspanning. De evangelische mevrouw Ubels sprak wat dat betreft haar respect uit voor de premier, ofschoon zij overigens veel verdriet had over de ellende in deze wereld. Euvel Het euvel van tientallen moties deed zich ook bij deze alge-': mene beschouwingen voor. Reeds eerder is dit verschijnsel wel eens getypeerd als "mótieinflatie", met alle begrip voor de neiging van het parlement invloed uit te oefenen op het regeringsbeleid los van de wetgeving in formele zin. Een van de aardigste moties die deze week werden aangenomen was afkomstig vn de communistische fractieleidster Brouwer, die zich — evenals velen -tr had geërgerd aan "verhullend taalgebruik, vreemde woorden en vakjargon". Bij dit alles behoort ook de kolder van de vele afkortingen. Wie bijvoorbeeld een bewindsman hoort spreken over i.h.s. denkt niet meteen aan individuele huursubsidie en; vermoedelijk ook niet aan "in hoe salus" — hierin ligt het heil. Nadat premier Lubbers aan het einde van de middag reeds, zijn concessie over de minima had gedaan, waardoor de spanning van het debat af was, duurde het nog tot na middernacht alvorens de Kamer ging stemmen. Èr zijn in het verleden algemene beschouwingen geweest met een heftiger en opwindender karakter dan die van de afgelopen week. Bloed is er niet gevloeid, hoogstens een paar druppels. C. Ubels 13 oktober 1984

De Vries kwaad op Nijpels Door onze politieke redactie HILLEGOM, 1 nov. — CDAfractieleider De Vries heeft VVDfractieleider Nijpels opgeroepen zich te onthouden van uitspraken als zou het CDA onbetrouwbaar zijn. Volgens De Vries tast de VVD daarmee de samenwerking binnen de coalitie sterk aan. Op een bijeenkomst van het CDA in Hillegom reageerde De Vries gisteravond op het verwijt van Nijpels dat het CDA inzake het wetsontwerp "tweeverdieners" terugkomt op eerder gemaakte afspraken tussen beide coalitie partners. De Vries zei hierover: "Ik word zo kwaad als de VVD ons beticht van het schenden van afspraken. Ik weiger door collega Nijpels het etiket van onbetrouwbaarheid opgeplakt te krijgen. Ik verzoek hem dan ook dringend dit soort beschuldigingen in het vervolg achterwege te laten". 1 november 1984

Verstandhouding regeringspartijen nog niet goed Coalitie tevreden met compromis arbeidstoeslag Door onze sociaal-economische redactie DEN HAAG, 6 november — Zowel de VVD als het CDA kan zich vinden in de oplossing van het kabinet voor het geschil over de "arbeidstoeslag" van het wetsvoorstel Tweeverdieners. Maar met het compromis is de verstandhouding tussen de coalitiepartners nog niet helemaal gerepareerd.

110

Dit blijkt uit de commentaren van de fractievoorzitters De Vries (CDA) en Nijpels (VVD) op het wijzigingsvoorstel dat het kabinet hen gisterochtend voorlegde. Het is door het kabinet opgesteld na een weekeinde van technisch overleg tussen ministers en sociaal-economische specialisten van CDA en VVD over vele varianten om de impasse over de arbeidstoeslag te doorbreken. Het CDA kwam vorige week bij de behandeling van het wetsvoorstel Tweeverdieners met een wijzigingsvoorstel om de arbeidstoeslag van mensen met betaald werk, 75 gulden te verlagen. Daarop dreigde de VVD haar steun aan het wetsontwerp in te trekken. De Vries spreekt in het CDAcommentaar op het compromis van een aanvaardbaar geheel in zakelijk opzicht. "Voor herstel van de goede samenwerkingsverhoudingen binnen de coalitie is het nodig dat ook de twijfel die is gezaaid over de integriteit van het CDA, wordt weggenomen". De Vries vindt dat eerst dan "het onverkwikkelijke incident tussen de regeringspartijen voor gesloten kan worden verklaard". De Vries doelt op de verwijten van onbetrouwbaarheid die van VVD-zijde op het CDA zijn afgevuurd voor en tijdens het gestrande Tweede, Kamerdebat over "de Tweeverdieners". Nijpels betitelde het CDA- voorstel tot verlenging van de arbeidstoeslag als een inbreuk op de "politieke binding" aan afspraken over de tweeverdienerskwestie. De twee voorzitters werden hoe langer hoe bozer, en kapten met hun wekelijks overleg. Nijpels zei gisteren dat het aan De Vries is te bepalen of hij het overleg weer wil hervatten. "De VVD is te allen tijde bereid verder te praten met het CDA over wat dan ook", aldus Nijpels. De VVD zegt in haar commentaar dat zij zich terecht kon beroepen op politieke gebondenheid van de regeringsfracties en kabinet aan de tweeverdienersvoorstellen. Zij wenst "in de toekomst gespaard te blijven voor het soort verrassingen", als de ontkenning van De Vries van politieke binding aan de arbeidstoeslag. Hoofdpunt van het compromis is verlaging van de arbeidstoeslag voor mensen met betaald werk van 425 gulden naar 387,50. Dat levert vijftig miljoen gulden meer belastinggeld op, half zoveel als het CDA met zijn versmade wijzigingsvoorstel over die toeslag wilde boeken. Hiervan wordt 25 miljoen gulden besteed aan verhoging van 150 tot 200 gulden van de vaste aftrek van inkomenstrekkers die geen baan meer hebben, zoals gepensioneerden en werklozen. Verhoging van de voorgestelde fiscale kindertoeslag voor tweeverdieners met betaald werk van 600 naar 750 gulden vergt eveneens 25 miljoen gulden. Compromis Een ander onderdeel van het kersverse compromis is een belastingverzwaring via een ingreep in de onderste sport van de loon- en inkomstenbelasting. Het bedrag waarvoor het laagste percentage — zestien procent — geldt wordt dertig gulden lager en komt op 9.750 gulden. Dat levert 25 miljoen op, waarvan tien miljoen ter bestrijding van het financieringstekort wordt besteed. En er gaat vijftien miljoen naar de post experimentele kinderdagverblijven van de begroting van WVC. Het compromis komt erop neer dat de belastingverlichting die de regering volgend jaar vooral mensen met werk wil toeschuiven, 25 miljoen lager uitvalt en op 460 miljoen gulden uitkomt. De gevolgen voor de koopkracht ten opzichte van het oorspronkelijke voorstel variëren van zes gulden minder voor de kostwinners op het minimum die op een besteedbaar inkomen van 18.717 gulden komen, tot 39 gulden voor de kostwinner met viermaal modaal die een besteedbaar inkomen zal hebben van 70.633 gulden. De tweeverdieners leveren over de hele linie wat meer in ten opzichte van het oorspronkelijke plan: zij die samen het minimum hebben (19.140 gulden) gaan er evenals de alleenverdieners en de tweeverdieners met "modaal" twaalf gulden op achteruit. De tweeverdieners met tweemaal en viermaal modaal gaan er als zij voor gelijke delen de kost verdienen, respectievelijk 36 en 60 gulden op achteruit. De PvdA-fractie meent dat beide regeringspartijen als verliezer uit "hun ordinaire ruzie" tevoorschijn zijn gekomen. De PvdA- fractie acht de essentie van het wetsvoorstel door het nieuwe compromis niet aangetast. Ze handhaaft daarom haar bezwaren tegen onderdelen van het plan. Haar grootste bezwaar is dat de arbeidstoeslag verschil brengt tussen werkenden en niet-werkenden. Spoedoverleg tussen minister Van Aardenne en staatssecretaris Koning over het compromisvoorstel inzake de tweeverdienersbelasting, gisteren tijdens een commissievergadering in de Tweede Kamer. (Foto John Steenhuis) 6 november 1984

111

Van Dijk herhaalt beschuldiging tegen Nijpels in RSV-zaak Door onze sociaal-economische redactie DEN HAAG, 10 nov. — Voorzitter Van Dijk van de parlementaire enquêtecommissie RSV blijft bij zijn beschuldiging dat VVD-fractieleider Nijpels vertrouwelijke voorlopige conclusies van de enquêtecommissie onder ogen heeft gehad. Volgens Van Dijk is behalve door de VVD-commissieleden Rempt en Korthals verder niet uit de enquêtecommissie geklapt. Nu beiden hem de stellige verzekering hebben gegeven voortaan hun mond te houden tegenover derden, is voor hem daarmee de kous af. Dit zei Van Dijk gisteren op een persconferentie waarbij hij de brief openbaarde die hij aan VVD- fractieleider in de Tweede Kamer Ed Nijpels heeft geschreven naar aanleiding van diens brief van afgelopen woensdag. Nijpels liet gisteren weten verder geen commentaar meer te willen geven op deze brief van Van Dijk. Voor zover er uit de commissie geklapt is is dat volgens Van Dijk gebeurd door de twee VVD-leden van de commissie, mevrouw drs. N. Rempt en mr. A. H. Korthals, "een indiscretie waarbij u partij bent geweest", schrijft hij aan Nijpels. "Er is dus een lek geweest en dat lek ontstond in uw werkkamer". Van Dijk zei dat tot zijn grote genoegen beide VVD-leden hem beloofd hebben voortaan te zullen zwijgen over wat er in de commis-. sie gebeurt. Hij had nu verder geen behoefte beiden te straffen. Nu niet in onzuivere verhoudingen hoeft te worden verder gewerkt, is volgens hem de onafhankelijkheid van de commissie weer gewaarborgd. Voorts verklaarde hij dat gedegen onderzoek hem had aangetoond dat er verder niet? uit de commissie was gelekt. Alle leden van de commissie had hij daarnaar persoonlijk gevraagd. Hij voegde daaraan toe dat er meer mensen op de hoogte waren van de conceptteksten dan de commissieleden, bijvoorbeeld "u meneer Nijpels en meneer Evenhuis", respectievelijk voorzitter en vice-voorzitter van de VVDfractie in de Tweede Kamer. Dat Nijpels in het bezit was van zulke teksten had Van Dijk uit zeer betrouwbare bron vernomen, daarbij doelend op de tweede vice-voorzitter van de enquêtecommissie, het VVD- Kamerlid Joekes. 10 november 1984

VVD-leider Nijpels trekt het boetekleed aan Door onze redacteur KEES VAN DER MALEN DEN HAAG, 15 nov. — "We hebben de afgelopen tijd als VVD-leiding en als Tweede-Kamerfractie fouten gemaakt. Ik heb er begrip voor dat u zich daar als liberalen aan heeft geërgerd. Ik denk dat ik in uw positie dezelfde ergernis gehad zou hebben. Maar ik kan u verzekeren dat wij van onze fouten hebben geleerd". VVD-leider Nijpels heeft het boetekleed aangetrokken als hij woensdagavond voor de afdeling Den Haag van zijn partij komt uitleggen hoe de partij toch zo in de problemen en in opspraak is geraakt. Geruzie over de PTTspreiding, geruzie over tweeverdieners en geruzie over de RSVenquête hebben in de partij voor verontrusting en verontwaardiging gezorgd. In de top van de partij is de schade al hersteld. Maandag heeft het hoofdbestuur vastgesteld dat de rijen gesloten moeten worden en rust in de partij nodig is. Dinsdag stelde de Tweede-Kamerfractie vast dat de verhouding met coalitiepartner CDA hersteld moet worden door middel van een terughoudende en zakelijke opstelling. Wat rest is het wegnemen van geschokt vertrouwen bij de achterban. Nijpels mag in Den Haag, bij de grootste afdeling van de partij, hoogstpersoonlijk de schade herstellen. De opkomst van de leden is weliswaar matig, de sfeer zeker niet geladen, maar de kritiek aan het adres van de partijleider is er niet minder fors om. Geklungel Afdelingsvoorzitter De Haze Winkelman houdt Nijpels voor dat er in de top van de partij "geklungeld" is, het "gekissebis" in de coalitie over de tweeverdieners door de achterban niet wordt begrepen en het onderlinge geruzie over de PTTspreiding de partij veel schade doen. Hij roept Nijpels op minister Smit-Kroes in bescherming te nemen. "Het moet afgelopen zijn om minister Smit- Kroes, die de meest vooraanstaande vrouw is in de VVD, aan te vallen", aldus de afdelingsvoorzitter. Zelf neemt deze het Kamerlid Joekes in bescherming in de kwestie van het 'RSV-lek'. Hij noemt Joekes als degene "die de partij waarschijnlijk voor veel ergs heeft behoed".

112

Voor de andere VVD'ers in deze zaak, Nijpels incluis, is er — hoewel zij niet met name worden genoemd — kritiek. Zij zouden de zaak nodeloos hebben opgeblazen, waardoor minister Van Aardenne, zo is de redenering, meer in discrediet is gebracht dan anders zou zijn gebeurd. Nijpels kiest in zijn weerwoord de voor hem ongewone, maar in deze situatie noodzakelijke rol van boeteling. Erkenning van fouten, begrip voor de onvrede en beloftes over beterschap, zijn de eerste ingrediënten van zijn verhaal. Slechts even kiest de leider de hem vertrouwde toon als hij oproept "dat het gedonderjaag in de coalitie afgelopen moet zijn". De toehoorders vergeten bijna dat Nijpels zo ook zichzelf toespreekt. Wat betreft de tweeverdieners erkent hij dat partijleiding en Kamerfractie fouten hebben gemaakt en zich bewust zijn dat zij de zaak te hoog hebben laten oplopen. "Wij mogen vechten voor onze visie, maar dat mag er niet toe leiden dat het land bijna geconfronteerd wordt met een kabinetscrisis". Over de RSV-kwestie houdt Nijpels zijn mond. De afspraak :is gemaakt dat pas na het verschijnen van het enquêterapport zal worden gereageerd. Nijpels wil dat de commissie, zo zegt hij, tot een "evenwichtig oordeel" kan komen en hoopt dat iedereen in de partij zijn mond houdt. Over de PTT-spreiding kapittelt Nijpels Vonhoff ("onverstandig"), verdedigt hij Smit-Kroes ("honderd procent vertrouwen") en vraagt hij de partij de discussie te stoppen en de rijen te sluiten. De Haagse afdeling laat zich overtuigen en wil de partijleider hernieuwd vertrouwen schenken. De afdeling heeft dan al de toezegging binnen dat de beloftes aan Den Haag over de stimulering van de werkgelegenheid "geen loze briefjes" zijn en dat na de PTT-spreiding de episode van verplaatsing van werkgelegenheid uit de randstad naar de regio definitief is afgesloten. E. Nijpels 15 november 1984

Gebruik enquêterecht in toekomst door beide Kamers bepleit DEN HAAG, 20 nov. — Wellicht verdient gebruikmaking van het parlementaire enquêterecht door beide Kamers gezamenlijk in de toekomst aanbeveling. Dit zei vandaag de fractieleider v&n het CDA in de Eerste Kamer, prof. Christiaanse, bij de algemene politieke beschouwingen in de senaat. Door onze parlementaire redacteur Christiaanse gaf verder in overweging het rapport van de Tweede-Kamercommissie inzake RijnSchelde-Verolme na verschijning ook op de agenda van de Eerste Kamer te plaatsen; staatsrechtelijk zou daartegen volgens hem geen bezwaar bestaan. Hij herinnerde er overigens aan dat de Grondwet aan beide Kamers het enqueterecht geeft, zowel elk afzonderlijk als in verenigde vergadering. Vooral voor laatstgenoemde mogelijkheid vroeg de CDAfractieleider vandaag aandacht. Wat de binnenlands-politieke situatie betreft meende Christiaanse dat de huidige coalitie binnen het kabinet goed werkt; met vroegere coalities was dat anders. Conflicten binnen een kabinet zijn het gevaarlijkst voor zijn voortbestaan. Staatkundig en politiek moet er naar de mening van Christiaanse ruimte zijn voor de beide regeringsgezinde fracties in de Tweede Kamer om zich te kunnen profileren, zonder afbreuk te doen aan de hoofdlijnen van het regeringsbeleid, zoals vastgelegd in het regeerakkoord. Over de onlangs bij hem, Christiaanse, thuis gehouden bijeenkomst van regeringsgezinde fractieleiders zei hij dat er geen tijdelijke wapenstilstand is gesloten tussen de heren De Vries en Nijpels en dat "zelfs het kristal" niet had gerinkeld. Bezwaar De fractieleider van de PvdA, drs. Vermeer, maakte vandaag in de Eerste Kamer bezwaar tegen "de wijze waarop het beleid door verschillende bewindslieden wordt gepresenteerd". Verder constateerde hij dat meer dan in enige andere naoorlogse regeerperiode de vertegenwoordigers van de coalitiepartijen in het parlement zijn gebonden aan het regeerakkoord en aan tussen fractievoorzitters en bewindslieden gemaakte afspraken over het beleid: "Zelden was de binding zo groot en de marge voor eigen opvattingen van en in de fracties zo klein", met als gevolg dat naar andere opvattingen soms helemaal niet wordt geluisterd en de kans bestaat op een "fikse zoal niet vulgaire ruzie". Dr. mr. De Gaay Fortman (PPR) noemde een aantal voorbeelden van cynisme in de politiek, waartoe volgens hem ook het optreden van de VVD-leider Nijpels jegens de parlementaire enquêtecommissie inzake RSV behoorde. Hij waarschuwde tegen een afglijden van ons dualistische bestel en tegen een door partijen gestuurde uitoefening van de staatsmacht.

113

Prof. Zoutendijk, fractieleider van de VVD, meende dat alleen door hernieuwde economische groei de onaanvaardbaar hoge werkloosheid blijvend kan worden teruggedrongen. Hij noemde het nodig tot verdere arbeidstijdverkorting te geraken, al kan dit proces de groei weer belemmeren, waardoor voorzichtigheid is geboden; het betreft hier bij uitstek een taak voor sociale partners. Verder uitte Zoutendijk bezorgdheid over "de veiligheid op straat, het toenemende vandalisme, de sterk stijgende criminaliteit en de agressie jegens medeburgers". Nodig noemde hij meer preventie, grotere pakkans, snellere berechting en strengere, snel ten uitvoer gebrachte straffen. Verder had hij de indruk dat de wetgever slordiger wordt. De fractieleider van de VVD, die het werk van de door de Tweede Kamer ingestelde parlementaire enquêtecommissie prees, vroeg aandacht voor enkele schaduwzijden van de enquête, zoals een overbelichting van bepaalde gebeurtenisen. "In het drama was de Tweede Kamer duidelijk partij: in de enquêtecommissie zitten personen die hetzij als minister hetzij als lid van de desbetreffende Tweede-Kamercommissie mede verantwoordelijk zijn geweeset voor althans een deel van het gevoerde beleid. De suggestie van rechter in eigen zaak dringt zich op". 20 november 1984

Ondanks politieke schade van afgelopen maanden is coalitie redelijk succesvol CDA en VVD voorlopig aan elkaar gekit Door J. M. Bik Commentator NRC Handelsblad Ruim twee jaar bestuurt het kabinet -Lubbers Nederland, morgen gaat het zijn voorlaatste kalenderjaar in. Als zomer '82 het CDA had vastgehouden aan z jjn voorkeur voor Kamerverkiez j n gen na prinsjesdag, in plaats van op 8 september, had het kabinet tot mei '87 kunnen blijven zitten. Wellicht zou menigeen in de regeringscoalitie van CDA en VVD daaraan nu de voorkeur hebben gegeven, want beide parijen maken in opiniepeilingen ee n redelijk gehavende indruk. Op een meerderheid van de kiezers mogen zij voorshands niet meer rekenen, er zal nog veel electoraal reparatiewerk te doen zijn, en daarvoor is tijd nodig. Het is heel verleidelijk het „no -nonsensekarakter" dat de heer Lubbers en zijn dertien collega -ministers al spoedig verstrekt werd te toetsen aan de politieke tegenslagen met soms meer dan incidentenwaarde van de afgelopen maanden. De verleiding is groot omdat de incidenten en interne coalitie-aanvaringen sinds prinsjesdag '84 daartoe aanleiding genoeg bieden. Tussen de ongelukkige, want onjuiste, opmerkingen die de premier de Koningin in de Troonrede liet maken over de koopkracht van minimuminkomens en de forse boetepredikaties van minister Brinkman van de afgelopen dagen tegen de omroepverenigingen hebben immers nog wel een paar kleinigheden de aandacht getrokken. Gaten Een greep: de CDA-fractie schoot tijdens de algemene politieke beschouwingen (begin oktober) enkele gaten in de regeringsplannen voor 1985, zulks tot irritatie van de VVD-fractie, al liet die zich wat de AOW-trekkers betreft zelf ook niet geheel onbetuigd. Minister Ruding (CDA, financiën) filosofeerde kort nadien in Het Vrije Volk over de lotgevallen van Jantje van Leiden in de zo kostbare verzorgingsstaat. Dat leverde een interpellatie, een kort geding en veel akelige publiciteit op. Dan was er de tweeverdienerstwist tussen CDA en VVD, opgevrolijkt door karakterstudies van VVD-leider Nijpels aangaande zijn brave CDA-collega De Vries, die wegens beweerde vergeetachtigheid van zijn jonge liberale vriend het predikaat onbetrouwbaar verkreeg. Onder seniorentoezicht, namelijk dat van de voorzitters van de Eerste-Kamerfracties van CDA en VVD, vielen De Vries en Nijpels elkaar tenslotte weer in de armen, al lieten zij in een gemeenschappelijk communiqué de vraag onbesproken wie van hen nu eigenlijk het beste geheugen heeft. Bij een glas sherry in Lubbers' torentje aan de Hofvijver effende Nijpels - „ is er soms iets aan de hand, Ruud?" - op vrijdag 2 november, na enkele uren antichambreren naast de Trèveszaal waar het kabinet vergadert, tenslotte de weg voor besloten specialistenoverleg. Het „principiële" fiscale geschil tussen de coalitiefracties over de behandeling van tweeverdieners (de arbeidstoeslag) werd daarin snel beslecht door het financiële verschil tussen de wederzijdse principes te halveren. Dat de CDA-specialisten in dat compromis achteraf met een nadere regeling voor de opvang van kinderen van werkende ouders ook nog staatssecretaris Kappeijne van de Coppello (VVD, sociale zaken)

114 een plezier hadden gedaan was de VVD-top aanvankelijk ontgaan, zodat na het weekeinde toch weer even politieke verwarring ontstond. Maar goed, de fractiewoordvoerster van de VVD kon nog tijdig worden ingelicht, zij herzag die maandag in een commissievergadering op! telefonisch commando in haast haar tekst en wees de fiscaal begunstigde kinderopvang niet langer af maar vroeg er juist om. Iedereen tevreden, kennelijk ook de premier, die die vrijdag vóór de sherry nog had opgemerkt dat hij de ministerraad niet langer kon voorzitten als de fractievoorzitter van de VVD zo halsstarrig bleef. Op die vrijdag (2 november) was in Den Haag ook een interne VVD-twist over de spreiding van PTT-diensten naar Groningen geëindigd. Staatssecretaris Scherpenhuizen was die dag enkele uren buiten functie maar trok zijn ontslag in na interne liberale massage en sloot vrede met zijn minister Smit-Kroes (verkeer en waterstaat, óók VVD). Buiten Den Haag bleek de betrekkelijke betekenis van de gesloten vrede al spoedig toen mevrouw Smit op haar beurt zeer zware verwijten van haar partijgenoot Vonhoff (commissaris der Koningin in Groningen) opliep, namelijk dat het met haar betrouwbaarheid maar matig gesteld was. De VVD-fractie en haar leider zwegen en hoorden de partijvoorzitter, de Groninger Kamminga, de bewindsvrouwe in bescherming nemen. Er zijn politieke primaten en regionale primaten, zo zit dat. RSV Aandacht, veel aandacht, kreeg begin deze maand uiteraard het verslag in zestien banden van de parlementaire enquêtecommissie RSV, mede doordat de meerderheid van de commissie de VVD'er Van Aardenne .misleidend en onaanvaardbaar gedrag jegens de Tweede Kamer verweet ten tijde van diens ministerschap in het eerste kabinetVan Agt ('77-'81). Of men nu vindt dat de commissie deze geladen kwalificatie had moeten overlaten aan haar opdrachtgever (de Tweede Kamer als geheel) of niet, vaststaat dat de politieke opportuniteit en het feitenvergarende onderzoek op elkaar gingen schuren zodra kwalificaties van dit type in zicht kwamen. Gevolg: Nijpels besprak de zorgelijke situatie vroegtijdig met een politiek bevriend commissielid en begon twee maanden geleden al aan een preëmptieve reddingsactie ten behoeve van „zijn" vice-premier Van Aardenne. Commissievoorzitter Van Dijk (CDA) liet zich niet afschrikken en handhaafde zijn judicium over Van Aardenne's gedrag, de VVD plaatste zich vierkant achter de vice-premier (en daarmee en passant nog sterker achter Nijpels als diens „chef"). Daarmee stond de CDA-fractie in het toen uiteraard spoedeisende Kamerdebat over de positie van de minister voor de keus tussen een kabinetscrisis en het afvallen van de enquêtecommissie, althans op dit punt. De oppositie scherpte het dilemma aan in een motie-Den Uyl die de conclusie van de enquêtecommissie letterlijk overnam. Het CDA reageerde inventief: de inhoud van de motie is goed maar de politieke strekking die de oppositie eraan geeft (de minister moet weg), deugt niet. En zodoende kreeg Van Aardenne "voorwaardelijk vertrouwen" van de CDA-fractie en kon blijven zitten. Nieuwe feiten, bekende klach'ten. Nijpels is Thorbecke niet, jriep de een. De Kamermeerderheid controleert niet goed genoeg, zij houdt veelal liever het kabinet overeind, riep de ander. Het lijkt beide keren waar, al weet niemand hoe Thorbecke de overtocht naar de tweede helft van de twintigste eeuw precies zou hebben doorstaan en al blijft de vraag ingewikkeld of de Kamer haar zwaarste wapen jegens een bewindsman in stelling moet brengen wegens wandaden - hoe ernstig ook - uit zijn vorig ministerieel bestaan. Dat de oppositie over dit vraagstuk anders denkt dan regeringspartijen is geen nieuwigheid. Schade Hoe dat alles ook zij, buiten twijfel staat dat zowel het kabinet-Lubbers als „de politiek" de afgelopen maanden stevige schade heeft opgelopen. Een andere kwestie is of het daarbij gaat om bestendige schade dan wel of de regerende coalitie in de zeventien maanden die haar nog resten deze schade kan repareren of wellicht zelfs kan komen tot winst. Bepalend daarvoor zal niet alleen een lagere incidentenfrequentie zijn, maar vooral een goede beleidsscore van het kabinet. En wat dat laatste betreft begint zich onmiskenbaar enig succes af te tekenen. Een succes dat maar weinigen dit kabinet hadden toegedacht, al was het maar in verband met het imago dat zijn naamgever ruim twee jaar geleden had, toen Van Agt de nationale politiek verliet nadat de coalitie van CDA en VVD een zekerheid was geworden. Want wie van najaar '82 nog eens drie jaar teruggaat komt in 1979 Lubbers als fractievoorzitter van het verdeelde CDA tegen. De man dus die, met een knikje in de richting van de loyalistische linkervleugel van

115 zijn fractie, discreet maar beslist de geestverwante minister van financiën uit het kabinet-Van Agt (Andriessen) de begrotingsopzet voor 1980 zo had laten veranderen (ten gunste van o.a. arbeidsplaatsenplannen en de kwartaire sector) dat oppositieleider Den Uyl zich erover beklaagde dat het gras hem wel erg voor d& voeten was weggemaaid. De man ook die, de jonge Neuman wees daar onlangs in zijn oratie op, in datzelfde najaar de Nederlandse kernwapendiscussie, verrijkte met de „vertrekpunten", het heterogene prioriteitenpakket namens de CDA-fractie dat het leven van Nederlandse ministers van buitenlandse zaken en van defensie sedertdien zo licht heeft gemaakt. De man ook die even later, zomer '81, met zijn geestverwant De Koning en de PvdA'er Van Thijn een informateurstrio vormde dat de basis legde voor het tweede kabinetVan Agt, een kortstondig vechtkabinet zonder weerga dat aan de eigen interne strijdlust bezweek. Van het economisch gedeelte van die basis, zo'n veertig vellen van de hand van Lubbers, wilde de toenmalige bankpresident Zijlstra, gepolst voor een eventueel premierschap, onder verwijzing naar de lengte en de schrijver destijds zelfs nauwelijks kennis nemen. Wat dit betreft is het bij het raden naar wat er toch met diezelfde Lubbers gebeurd kan zijn (in '82) goed tenminste drie factoren in rekening te brengen: Van Agt, wiens „koene keeper" hij was, vertrok, de economische wal was overduidelijk bezig het Nederlandse schip te keren en de politieke samenwerking van CDA en PvdA met hun langzamerhand zeer verschillende kiezersaanhang was niet zomaar dramatisch onvruchtbaar gebleken maar leek en lijkt langdurig onmogelijk voor een homogeen saneringsbeleid. Bijkomende factor, die aan gewicht heeft gewonnen sinds '82: een coalitie met de (weer grotere) PvdA sluit een CDA-premierschap nagenoeg uit en een hernieuwd premierschap van Den Uyl nagenoeg in. En zo'n coalitie, die andere beleidsaccenten zou (moeten) zetten, zou bovendien bijna zeker een einde maken aan het ministeriële leven van CD A-managers als Van den Broek, Ruding, Deet-rian, Brinkman e.t.q., terwijl passaDele vervangers voor ministers en staatssecretarissen in de CDA-fractie niet voor het opscheppen zijn. Ook dat is iets om voor nu en straks ('86) in gedachten te houden. Niet zonder succes Het kabinet-Lubbers is tot nu toe niet zonder succes geweest waar het werkte aan hoofddoelstellingen als de beperking van het financieringstekort, vermindering van de collectieve lastendruk en bijbehorende verbetering van bedrijfsrendementen, al is die dan ook het duidelijkst en het eerst te zien in de exportsector. De investeringen trekken aan, het aantal werklozen loopt niet op, zelfs iets terug. Nu kan men tegenwerpen dat veel van dit succes te danken is aan buitenlandse ontwikkelingen, en dat is waar, maar dat is bij een open, exportgevoelige economie als de Nederlandse vanzelfsprekend en neemt niet weg dat er van succes kan worden gesproken. Al geldt ook hier: hoe bestendig zal dat zijn? Het antwoord op die vraag zou, als de coalitiepartners hun incidentenmanie weten in te tomen, in het verkiezingsjaar 1986 wel eens beslissend kunnen worden. Een moeilijkheid van belang voor de regeringscoalitie blijft dat CDA en VVD hun veren moeten tonen op ruwweg dezelfde kiezersmarkt, waar zij eikaars concurrenten zijn. Dat feit lijkt, waar de eventuele glans straks wel eens vooral naar de CDApremier zou kunnen gaan, een invitatie tot hernieuwd vertoon van profileringskunst aan het adres van de VVD in te houden. Een andere moeilijkheid kan worden dat de CDA-fractie er binnenkort of over, zeg, een jaar vast weer behoefte aan krijgt haar „sociale gezicht" duidelijker aan de kiezers te tonen, wat zowel „bezuinigingsminister" Ruding als de VVD slecht zou bevallen. Daarvan zou over enkele maanden, bijvoorbeeld in de voorjaarsnotadiscussie, al kunnen blijken en anders uiterlijk in het debat over de begroting voor 1986. Als die laatste begrotingshorde genomen is, over een maand of tien, volgt de operatie-bisonkit voor CDA en VVD. Dan gaat het kabinet immers een besluit nemen, per 1 november, over de plaatsing van kruisraketten in Nederland in 1988. Als dat besluit positief uitvalt, en daarover wordt volgens het juni jl. bepaalde kabinetsstandpunt dat door een Kamermeerderheid bekrachtigd is eigenlijk slechts in Moskou en aan de onderhandelingstafel in Genève beslist, dan zijn CDA en VVD wel door zeer stevige coalitielijm voor de toekomst aan elkaar gekit. Tenzij de PvdA haar absoluut afwijzende standpunt jegens plaatsing voor mei '86 nog wijzigt, maar hoe onwaarschijnlijk dat is mocht tussen alle coalitie-incidenten van de afgelopen maanden ruimschoots blijken. Met andere woorden: als de coalitie van CDA en VVD de komende tien

116 maanden overleeft, ook de begrotingsbesprekingen daarbinnen, is de kans op het voortduren van die coalitie na mei '86 om alle bovengenoemde redenen aanzienlijk, al dan niet met een omweg via „Staphorst", waar de eventueel noodzakelijke klein-rechtse steun (SGP,RPF,GPV) wellicht te vinden zal zijn. Wat dat betreft is een ding zeker: Staphorst gaat een goede anderhalf jaar tegemoet wat de regeringspartijen betreft. Foto NRC Handelsblad/Vincent Mentzel 31 december 1984

DRS.E.H.Th.M.NIJPELS FRACTIEVOORZITTER ONRUST IN DE VVD ? HOEZO?? [ Frans Kok ] Bij de RSV debatten komende week is voor de VVD een sleutelrol weggelegd. Het gaat niet echt goed met deze partij; de opiniepeilingen wijzen in de richting van een fors zetelverlies als de val van het kabinet verkiezingen noodzakel^k maken. Fractievoorzitter Nijpels ziet de toekomst echter zonnig in. De coalitie blaakt van gezondheid, de VVD is een toonbeeld van harmonie. De 'nieuwe kalmte' van een behendig politicus. 0 P ZIJN BUREAU staat een grote, koperen scheepstoeter. Een geschenk voor Hans Wiegel, met wie hij vanavond bij verrassing geconfronteerd zal worden in een populair televisieprogramma. 'Met die scheepstoeter kan het Orakel van Ljouwert (Leeuwarden) nog beter zijn politieke adviezen naar Den Haag laten doorklinken', zegt Nijpels. Die adviezen komen zeker telkens neer op: 'Ed, kalm aan, niet zo wild!', veronderstellen wij. 'Helemaal niet, dat komt maar zelden voor. Wiegels stijl was inderdaad rustiger dan de mijne, maar hij had ook een andere positie. Hij heeft maar één jaar in dezelfde rol verkeerd als ik —onder het kabinet-Biesheuvel— namelijk fractieleider van een regeringspartij. Hij was de andere jaren öf oppositieleider óf vice-premier en tegelijk politiek leider van de VVD.' Een advies van 'kalmer aan' hoeft Wiegel trouwens niet meer te geven, want afgelopen maandag introduceerde Nijpels in Den Bosch een op het eerste gezicht geheel nieuwe koers van de VVD, die de plaats moet gaan innemen van de aanvankelijk zo succesvolle karate- of surprisetactiek. Normaal gesproken zou Nijpels zonder twijfel zijn CDAcollega De Vries in mootjes hebben gehakt na diens rare escapade rond de kleine tweeverdieners van vorige week, nu uit hij alleen enkele ironische woorden aan het adres van zijn mede-hoeder van het kabinet. 'Het wordt een kalm jaar', zei hij tot zijn wat verbaasde VVD-aanhangers in Den Bosch, die niet goed wisten hoe ze het hadden met de vroeger zo agressief opererende jonge leider. Hij somde maar liefst tien punten op die moesten aantonen dat het dankzij de gezamenlijke inspanning van CDA en VVD een stuk beter gaat met het land. 'Er liggen nog zware kwesties te wachten, zoals de bezuinigingen in de sociale zekerheid, de rakettenkwestie etcetera, maar niets wijst er op dat er tussen CDA en VVD nog grote meningsverschillen te verwachten zijn'. Het harmoniemodel als opmaat naar de verkiezingen van mei 1986? Op zich een logische stap, want de VVD scoort toch slecht in de opiniepeilingen; zou doorgaan op de oude weg van verkettering van het CDA de VVD volgend jaar niet flink kunnen opbreken? 'Absoluut onjuist. Er is geen sprake van ook maar enige koerswijziging', zegt Nijpels heel beslist. 'Ik heb gewoon willen constateren dat ik geen grote politieke problemen meer verwacht en dat aan de hand van de zes belangrijkste kwesties die in '85 op ons bordje komen te liggen.' Ook niet ten aanzien van de plaatsing van kernwapens, de bouw van kerncentrales en de bezuinigingen op de sociale uitkeringen, punten waarover het CDA, althans sommigen daarin, andere ideeèn hebben dan de VVD? 'Nee, van de CDA-top heb ik geen andere berichten vernomen dan dat men zich op al die terreinen nog steeds aan de gemaakte afspraken wil houden'. Goed, maar als in de Kamer een stuk of tien CDA'ers uit de boot vallen, is er een crisis. 'Dat zien we dan wel weer', zegt hij achteloos. 'Bovendien geloof ik niet dat het zover komt. Het betekent dat die CDA'ers dan hun eigen premier, politiek leider en lijsttrekker naar huis sturen. Dat is nogal wat.' 'Het beste voorbeeld zijn de kernwapens. Ik stel vast dat het CDA nog steeds vasthoudt aan het 1 juni- besluit en een vastberaden houding inneemt. In\ de Belgische CVP zijn allerlei bewegingen waar te nemen rond de kernwapens, maar dat is nog niet overgeslagen naar het CDA.' Het voortdurend attaqueren van het CDA blijkt niet langer kiezers binnen te brengen en als tegen

117 de verkiezingen het saldo van het kabinetsbeleid positief mocht uitvallen, is het zaak dat de VVD niet het succes volledig aan Lubbers laat, maar zelf ook in de eer deelt. Kortom, u moet daartoe vanaf heden meer de overeenkomsten dan de verschillen met het CDA gaan benadrukken en dat hebt u in Den Bosch dan ook met overgave gedaan. Het zou toch onverstandig zijn als u geen accentverschuiving zou aanbrengen? 'Onjuist', zegt Nijpels. 'Ten eerste, opiniepeilingen beïnvloeden ons gedrag op geen enkele wijze. In het najaar stonden we helemaal niet slecht, ook niet na de ruzie om de PTT en de tweeverdieners, maar iets van vier zetels verlies. Pas kort geleden is de grote klap gekomen met negen zetels verlies door het gedonder rond de RSV-enquête. Ik ben er zeker van dat het ook weer wegebt en die trend zit er, heel recent, al weer in. Onder het kabinet-Van Agt/Wiegel stonden we halverwege ook heel slecht, een verlies van 12 van de 28 toenmalige zetels, maar dat kan vlak voor de verkiezingen nog veranderen. Er blijkt ook structureel een steeds grotere groep kiezers te zijn, zo'n vijftien a twintig procent, die kort voor de verkiezingen nog geen idee heeft op welke partij ze zal stemmen. Wat Lubbers betreft, ik geef toe dat hij en daarmee het CDA de vruchten kan plukken van het feit dat hij als minister-president vereenzelvigd wordt met het beleid. Bovendien is hij iemand die het goed doet en de zaken publicitair handig aanpakt. Hij zal daarvoor wel extra winst opstrijken en de VVD krijgt het dan wat moeilijk. Maar daarover ga ik niet zitten miezemuizen, ik blijf er nuchter onder. Je kan wel stellen dat het CDA veel minder in de peilingen hoeft in te leveren voor het kabinetsbeleid dan de VVD.' De 'nieuwe kalmte' die u nu voor de VVD hebt afgekondigd, doet me sterk denken aan het 'nieuwe realisme' dat PvdA-voorzitter Van den Berg precies drie jaar geleden uitvond, eveneens in een poging de sombere opiniecijfers voor de PvdA als gevolg van de confrontatiepolitiek ten opzichte van het CDA wat op te kalefateren. Ook Van den Berg begon toen te wijzen op het feit dat het samen-regeren met het CDA ook wel gunstige resultaten had opgeleverd. Is 'strategisch realisme' misschien een goede term voor de nieuwe VVDkoers? Nijpels kan niet lachen om de vergelijking met Van den Berg. Een beetje bits mompelt hij dat liberalen altijd al realistisch zijn, omdat het voortvloeit uit hun nuchtere levensbeschouwing. En opnieuw bezweert hij met alle kracht dat er van enige koerswijziging geen sprake is en er zeker geen verband is met de opiniecijfers: 'Die waren pas drie dagen bekend. Je kunt toch in zo korte tijd je koers niet omgooien, kom nou.' En mocht de toon ten opzichte van het CDA misschien toch wat vriendelijker aandoen, zegt hij, dan is dat een uitvloeisel van de november-afspraak, gemaakt na het hooglopende conflict tussen De Vries en Nijpels over de tweeverdieners. Nijpels beschuldigde het CDA er toen van afspraken niet na te komen. De Vries was zo gebelgd over dit verwijt van onbetrouwbaarheid dat hij weigerde het periodieke overleg met Nijpels voort te zetten voordat deze beschuldiging van tafel was. In het bijzijn van de fractievoorzitters van CDA en VVD in de Eerste Kamer zijn Nijpels en de Vries daarna overeengekomen incidenten niet meer zo uit de hand te laten lopen omdat alleen de PvdA daar voordeel bij had. Was dit nu de grootste fout van Nijpels tot dusver in zijn functie als fractievoorzitter? Nijpels vindt van niet. Hij bestrijdt ook dat het zo is toegegaan in november en vindt dat De Vries zeker zoveel schuld had aan het incident. Zijn versie is aldus: De VVD fractie zat met zowel de eigen als met de CDAbewindslieden volstrekt op één lijn in de kwestie van de tweeverdieners en had alle eventualiteiten goed doorgesproken. Op het moment dat de CD A-fractie met een amendement kwam om de arbeidstoeslag te verlagen, waren we er zeker van dat (VVD-staatssecretaris) daarover het 'onaanvaardbaar' zou mogen laten horen van het kabinet. Toen opeens bleek dat De Vries zelf het amendement had mee-ondertekend, konden de CD A-bewindslieden niet meer akkoord gaan met een onaanvaardbaar over het wijzigingsvoorstel van het CDA. 'Als ik van tevoren ook maar één moment geweten had dat er geen onaanvaardbaar zou komen, had ik tegen de fractie gezegd, we zien er van af, het gebeurt niet. 'Ik heb De Vries ook nooit onbetrouwbaar genoemd. Ik heb op die donderdagavond voor de televisie alleen gezegd dat de VVD wenst vast te houden aan gemaakte afspraken, dat was alles. Ik heb zelfs helemaal niet in de richting van het CDA gesproken. Als u dus vraagt, was dat uw grootste fout, houdt dat in dat ik voor het ontstaan van het incident verantwoordelijk was. Dat ontken ik.' Als er dan helemaal niets gepasseerd is of bijna niets, waarom was het dan nodig die november-

118 afspraak te maken in de sussende aanwezigheid van twee wijze senatoren, een afspraak die - zie de al genoemde rede te Den Bosch - nogal verstrekkende gevolgen had? 'Ach, er waren wel meer incidenten geweest. We hebben toen afgesproken dat we meningsverschillen voortaan op een zorgvuldige wijze naar buiten zullen brengen, omdat ze anders de coalitie schaden. Dat geldt voor beide fracties. Het is dus de taak van De Vries en mij te zorgen dat de neiging van fractieleiders zich gaandeweg steeds meer te profileren, geen verkeerde vormen aanneemt.' Het rapport van de RSV-enquêtecommissie heeft de VVD onmiskenbaar schade gedaan. De harde conclusie aan het adres van Van Aardenne, de onenigheid tussen de VVD-commissieleden Korthals en Joekes en de aanvaring tussen Nijpels en Van Dijk over de vertrouwelijkheid, het leidde tot het al gememoreerde extra opiniepeiling-verlies van vijf zetels. Bovendien is de vice-premier politiek voorlopig vleugellam, zeker nu het CDA weigert het licht op groen te zetten voor het slotdebat tussen Kamer en kabinet in maart. Nijpels gelooft niet dat Van Aardenne's geschonden image doorwerkt in de machtsverhoudingen binnen het kabinet. Hij is een man die nooit het conflictmodel heeft gezocht, die altijd als verzoener optrad tussen collega-ministers. Hij zal er daarom nu ook geen last van ondervinden, meent hij. Wat er volgende week gaat gebeuren bij het RSV- debat? Nijpels wil er weinig over kwijt. De VVD zal zich zakelijk opstellen en kritiek op Van Aardenne niet schuwen. Maar wat Van Aardenne heeft moeten ondergaan door het rapport van de enquêtecommissie, daar is hij nog verontwaardigd over. 'Dat wens ik mijn ergste vijand nog niet toe. Ik hoop dat ook de andere partijen er een waardig debat van maken en het zullen hebben over de conclusies die de Kamer voor zichzelf aan het rapport moet verbinden.' Nu zit het CDA zout in de wond te wrijven door te blijven speculeren over een mogelijk aftreden van Van Aardenne. De Vries spreekt zich nog niet uit, Lubbers houdt angstvallig zijn mond en heeft nog geen woord ter verdediging van Van Aardenne aangevoerd en CDA'ers als Oostlander en Mateman zeggen zelfs dat hij weg zou moeten. Denkt het CDA misschien: ha, nu eindelijk de WD ook in de problemen, het kan geen kwaad dat nog even te laten voortsudderen? 'Wat u niet verwacht, zal ik nu doen: ik ga het CDA verdedigen. Er is geen sprake van een georganiseerde actie van de CDAtop. Die uitlating van Mateman was een eruptie, waar ik niet zo zwaar aan til.' Binnen een paar weken moeten alle VVD-bewindslieden en Kamerleden aan het hoofdbestuur laten weten of ze weer op de kandidatenlijst voor mei 1986 willen staan. Nijpels heeft het nog niet met Van Aardenne besproken, maar hij denkt dat Van Aardenne daarin wel zal toestemmen; bovendien is de bereidverklaring maar voorlopig, die kan je later nog intrekken. Dus Van Aardenne kan wat u betreft weer vice-premier worden in 1986? 'Daar heb ik nog geen oordeel over. Hij heeft zelf al gezegd dat hij dan ruim acht jaar minister is en dat hij zich goed moet bezinnen of hij nog een periode beschikbaar is. Maar het zoeken van kandidaten begint pas laat. Niemand is daarbij uitgesloten en niemand van de tegenwoordige bewindslieden is zeker van zijn post.' Niemand is uitgesloten, u zelf ook niet? Ietwat plechtig zegt hij: 'Ik behoor niet tot degenen die vinden dat hun politieke carrière alleen geslaagd is als ze minstens één keer de ministerssteek op hebben gehad. Verder ben ik best tevreden met mijn baan als fractievoorzitter, die veelzijdiger is dan het ministerschap. Het is trouwens de vraag of het verstandig is als politiek leider in het kabinet te gaan zitten. Kortom, ik sta niet te trappelen.' Maar iemand moet toch vice-premier worden in 1986. Komt Wiegel terug? 'Ik zou het heel vreemd vinden als Wiegel, die net twee jaar Commissaris van de Koningin is, dat ambt zou willen ruilen voor een hoogst onzekere toekomst hier. Voor alle duidelijkheid: Hans wenst dat zelf ook niet. Het speculeren daarover heeft alleen de bedoeling tweedracht te zaaien binnen de VVD. Het is in onze partij wel zo geweest dat mensen die een belangrijke rol hebben gespeeld, te snel werden vergeten. Ik vind dat je van hun ervaring gebruik moet maken. Daarom heb ik ook tijdens de formatie Toxopeus gevraagd voor Buitenlandse zaken als we dat zouden krijgen, maar hij wilde niet.' Dus Wiegel gaat wel een prominente rol vervullen in de verkiezingscampagne van de WD? 'We gaan over onze campagne pas eind december praten, maar ik denk dat we met iedere steun blij zullen zijn, ook die van Hans'. In zijn rede in Den Bosch ontbrak elke verwijzing naar immateriële punten, die vroeger toch ook tot het visitekaartje van de VVD behoorden.

119

Waarom geen kritiek op het nieuwe voorstel om abortus in een kliniek toch op andere wijze te betalen dan abortus in een ziekenhuis, of op de stagnatie rond de wet gelijke behandeling? 'Er is geen sprake van dat die punten bij de VVD op de achtergrond zijn geraakt', vindt Nijpels. 'De abortusregeling krijgt wetstechnisch zeker geen schoonheidsprijs, maar het doel waarvoor de VVD tien jaar strijd geleverd heeft, is bereikt. Abortus in een kliniek wordt via het ziekenfonds vergoed, zij het via een omweg.' Van het voorbeeld van de wet gelijke behandeling begrijpt hij helemaal niets, want het kabinet heeft daar nog met geen woord over gesproken, dus problemen zijn er ook niet. Is hij bang dat het wetsontwerp, waarmee CDA ongetwijfeld problemen krijgt wegens de rechtspositie van homofielen, voor de verkiezingen niet meer tot stand komt? 'Nee. Ik vertrouw erop dat het kabinet voor de zomer met een voorstel komt. Daarna is het aan de Kamer er echt haast mee te maken.' Als CDA en VVD in mei '86 geen meerderheid halen, zou de Staphorster- variant wellicht uitkomst kunnen bieden. Dat houdt wel in dat er van de immateriële zaken en een onderwerp als euthanasie helemaal niets terecht komt. Extra reden dus om daar nu spoed achter te zetten. Eigenlijk vindt Nijpels het onzin om over 'Staphorst' te speculeren. Hij is ervan overtuigd dat CDA en VVD wel een meerderheid halen. Maar goed, als het dan toch moet wil hij wel kwijt dat het zal afhangen van wat er programmatisch gaat gebeuren. 'We zijn niet bereid daarvoor onze^ liberale ideeën te verkwanselen', zegt hij. Hij beaamt dat een minderheidskabinet van CDA en VVD ad hoe steun van klein rechts op de hoofdpunten van het beleid ook een mogelijkheid is. Van Agt-Wiegel was in feite ook een minderheidskabinet door de aanwezigheid van de CDAdissidenten en het bleef ook overeind door de stemmen van klein rechts.' Nog even terug naar de WD zelf, want er zijn talloze conflicten geweest met het CDA, maar ook —en dat was een betrekkelijk nieuw verschijnsel— binnen de WD. De knallende ruzie tussen Vonhoff en Smit-Kroes over de PTT-spreiding leek de apotheose, maar nu begint Bolkestein weer Eegje Schoo in de gordijnen te jagen. Houdt het nooit op? 'Ruzie?, vraagt Nijpels verbaasd, 'er is tussen hen helemaal geen ruzie'. Nou, mevrouw Schoo was vorige week anders heel boos. 'Nu ja, Bolkestein had het beter niet kunnen zeggen, maar hij heeft het overigens anders geformuleerd dan in de krant is gekomen. U hebt wel gelijk als u zegt dat interne conflicten slecht zijn voor een partij. Ook tijdens de RSV-affaire en de tweeverdieners kreeg ik de meeste brieven over de PTT-spreiding. Maar wat moet ik? Ik kan moeilijk bovenop Vonhoff gaan zitten. Maar het is beslist niet zo dat er in de VVD een sfeer van ruzie bestaat. Het enige voorbeeld dat ik ken is de kwestie van de PTT-spreiding. 'Sinds ik fractievoorzitter ben verbaas ik me iedere keer weer over de snelheid waarmee mensen vergeten. De ene week is iets heel erg belangrijk en de volgende week volslagen vergeten. Dikwijls lossen de zaken zichzelf op. Bovendien, hoeveel impact gaat er van affaires nu uit op de betrokken politici? Over Lubbers en de firma R3 is een aantal jaren terug uitvoerig geschreven, maar het heeft voor hem nauwelijks gevolgen gehad. Datzelfde geldt voor Van Agt en de zaakMenten. Ik denk dat alles snel wegebt.' Nijpels praat het hele, ruim twee uur durend gesprek snel, zelfverzekerd en zonder ook maar een seconde naar een antwoord te hoeven zoeken. In spelen met ideeën of filosoferen heeft hij weinig trek. Hij blijft concreet en elk antwoord is passend om zo door radio of tv verspreid te worden. Eerder pre-fabricated dan ter plaatse vervaardigd handwerk. Vroeger was hij een flapuit die alle Binnenhofse regeltjes en codes over off-the- record en on-the-record aan zijn laars lapte. Bent u veranderd, voorzichtiger geworden? 'Ik heb wel een dikkere huid gekregen. Je ligt voortdurend onder vuur van journalisten. Je wordt een speelbal en vaak word je hard aangepakt. Maar ik heb er geen last van, ik slaap nog uitstekend, al is het kort. Kijk, als je niet kan slapen wegens een negatief hoofdartikel in de Volkskrant is het slecht met je gesteld.' Eerder in het gesprek had hij verteld hoe hij begin '82 op een zondagavond met de pont naar Amerongen overstak om van Wiegel, twee dagen voor zijn verkiezing tot fractievoorzitter wat raadgevingen te krijgen. Wiegel gaf hem toen tien adviezen. 'De eerste was dat je nooit in de val moet trappen je te laten vergelijken met je voorgangers, want van hen wordt toch altijd gezegd dat zij wijzer, rustiger en minder wild waren. Dat heeft Wiegel zelf ook ervaren.' Het antwoord op de vraag wat die andere negen adviezen waren houdt hij liever voor zich. Na afloop van het interview hebben we het idee er

120 althans één ontraadseld te hebben. Die zou geweest kunnen zijn: Laat je nooit verleiden tot een antwoord dat niet in het belang is van de partij* 2 februari 1985

VVD houdt vast aan ministerschap van Van Aardenne Door onze politieke redactie DEN HAAG, 11 febr. - De VVD houdt onverkort vast aan het ministerschap van vice-premier Van Aardenne. Volgens fractieleider Nijpels is er geen sprake van dat de minister overweegt vrijwillig af te treden. „Geruchten dat hij binnenkort zal aftreden zijn echt geruchten", aldus Nijpels „namens de minister" zaterdag voor de Vara- radio. De VVD-fractie is ongelukkig met uitlatingen van fractielid Jacobse als zou het denkbaar zijn dat Van Aardenne overweegt vrijwillig af te treden. „We zijn daar een beetje verdrietig over. De heer Jacobse heeft nadrukkelijk niet namens de fractie gesproken", zei vanmorgen de woordvoerder van de fractie. Fractieleider Nijpels zei dat het op zich zelf voorstelbaar zou zijn als Van Aardenne zich zou afvragen of hij na de, volgens Nijpels, „onrechtvaardige" behandeling van de Kamer door kan gaan. „Maar", zei Nijpels, „liberalen wensen te vechten en dat doet de heer Van Aardenne". Nijpels toonde zich ontevreden dat premier Lubbers tot nu toe geen publieke steun heeft verleend aan zijn vice-premier en minister van economische zaken. Lubbers zei afgelopen vrijdag overigens ongelukkig te zijn met de onduidelijkheid die de Tweede Kamer heeft gelaten over de positie van Van Aardenne. Nijpels toonde zich verder ontstemd over de kritiek die CDAfractieleider De Vries vorige week in het RSV-debat op Van Aardenne uitte. Hij wees erop dat Van Aardenne ten tijde van het kabinet-Van Agt-I door het CDA altijd is geroemd als een goed minister en Van Aardenne daarnaast steeds een bemiddelende rol moest spelen tussen de CDA-ministers Albeda (sociale zaken) en Andriessen (financien). Nijpels deelde de opvatting van VVDfractieleider in de Eerste Kamer, Zoutendijk, dat de kritiek van het CDA op Van Aardenne niet kan worden bestempeld als „christelijke naastenliefde". De VVD-fractieleider kondigde aan dat de VVD komende dinsdag waarschijnlijk de PvdA-motie zal steunen, waarin de conclusies uit het RSV-enquêterapport worden overgenomen. Nijpels noemde het van belang dat er Kamerbrede steun komt voor het rapport. De steun van de VVD noemde hij globaal en niet in tegenspraak met het feit dat zij het afkeurende oordeel over Van Aardenne afwijst. Pvd A- fractieleider Den Uyl meent dat de positie van Van Aardenne weer in het geding is zodra de Kamer de PvdA-motie aanvaardt. Volgens Den Uyl kan het niet anders zijn dan dat zo'n uitspraak van de Kamer „een heel indringende werking zal hebben op de positie van Van Aardenne". 11 februari 1985

De dagen van Wiegel en Nijpels Door J. M. Bik De commissaris van de Koningin in Friesland, H. Wiegel, heeft "et sinds een aantal jaren veel ■makkelijker dan vroeger. Hij gen 'et van zijn functie zoals hij zich voorgenomen had dat te doen, en ""J kreeg een paar weken geleden *an Avro's mevrouw Bouwman ^ en treffende gelegenheid om daarvan blijk te geven. In een ,"«it is uw leven"-achtig programT 13 waaronder menigeen als lijnd voorwerp radeloos zou bedijken, glom Wiegel de buis op heel zichtbaar genoegen. Er 7l Jn soms wel van die gebeurtenisSe n waarbij - op voorwaarde van er| ige persoonlijke aanleg - de gênaar binnen slaat en daarvana an de rug doet transpireren en de tong en het gezicht vastzet. Redden wat er te redden valt, weigeren is moeilijk, is dan het devies. Zo niet in die uitzending, waarin de gêne geen schijn van kans kreeg. Integendeel: met hulp van o.a. een bevriende slager en de schalks achter een kaars gezette oud-premier Van Agt, een Fries vrouwelijk Statenlid van een andere politieke denkrichting en het Tweede- Kamerlid E. Nijpels, Wiegels opvolger als leider van de 'VVD-fractie, zat de kijker goed voor een blik op de zo menselijke medemens voor de liberale politicus. Donderdag Elfstedenrit, weer zo'n feest voor de Friese commissaris, die zijn provincie voor één

121 dag echt de belangrijkste van het land weet. De dag zal het einde betekenen van het tijdelijke t.v.-profiel van Elfstedenchef Sipkema, die het ernstige nee van zondag op maandag omzette in ja. Dagje Breughel, dankzij NOS en BRT thuisbezorgd, sportverslaggevers bespreken onwennig het landschapsschoon en de topografie. De Tweede Kamer schorst de beraadslagingen even, de Konin'gin, de premier en staatssecretaris Van der Reijden staan aan de finish. De winnaar houdt prettig reikening met het sluitingsmoment van de krant. Heel Nederland kijkt, vooral naar die wedstrijdrijders die de grote klap van het schaatsseizoen hopen te maken. Boeren- en tuinderszonen vaak, de plaatsnamen van hun herkomst hebben veelal een agrarische klank, de Europese landbouwcommissaris, F. Andriessen, weet dat en stuurt een gelukstelegram. Grote Pier en Calvijn rijden vermomd mee door laag land bij de zee uit een geschiedenisboek, de motoragent op het ijs detoneert ook wat dat betreft. Uniek evenement, een Belgische deelnemer zegt verbouwereerd nog nooit zoveel aardige Nederlanders te hebben gezien. Slechte dag voor principiële sportverachters die veel sportief geweld te verduren hebben, de deur naar het cynische observatielokaal staat wijd open. Beste dag voor H. Wiegel, die 's avonds grappend door de epiloog van de NOS ging en vrijdagochtend in twee talen de lezers van het Algemeen Dagblad opriep zijn provincie nu de rest van het jaar niet meer te vergeten. In Den Haag maakt Wiegels politieke opvolger donderdag veel moeilijker uren door. Het geluk is zeer ongelijk verdeeld. Want voor VVD- leider E. Nijpels is er geen elfstedentocht maar een ingelaste en langdurige vergadering van de behoorlijk ongelukkige VVD-fractie in de Tweede Kamer. Thema vooral: de niet-toekenning van de P.C. Hooftprijs door het kabinet en het aandeel in dat besluit van de VVD. Achter het afgesproken zwijgen klinkt gemor. De liberale Kamerfractie bevestigt na enkele uren dat alleen de officiële woordvoerders of de fractieleiding de officiële opvatting over de kwestie naar buiten zullen brengen, het lijkt eerder praktisch dan liberaal. / Op tafel in de VVD-fractie lag leen discussiebijdrage van premier 'Lubbers, die in een interview met Vrij Nederland van deze week de besluitvorming in de ministerraad uit de doeken doet en meedeelt dat Brandt Corstius de prijs gekregen zou hebben als alle liberale ministers dat maar hadden gewild. Deze nieuwste variant op de openbaarheid van bestuur gaat in het vraaggesprek vergezeld van bespiegelingen over wat minister Brinkman eigenlijk had moeten doen, respectievelijk hoe de jury haar aanbeveling beter had kunnen formuleren. Eerder had de premier al doen weten hoe enkele oud-ministers hem desgevraagd (vertrouwelijk) hadden geadviseerd (De Gaay Fortman, mevrouw Klompé). Openbaarheid met een functie, dat is wel duidelijk. In de avonduren reageert Nijpels voor de Vara-televisie . Hij blijkt van dergelijke openbaarheid maar matig gediend . Als de premier nu eens vooraf had gezegd dat het kabinet anders had beslist als alle VVD- ministers dat hadden gewild, ja dan, dan was alles misschien anders gelopen. Zeg ons, mij en onze ministers, in zo'n geval toch op tijd dat we moeten vinden wat we vinden, was Nijpels' reactie zo ongeveer. Het werd er zo niet echt beter op. Moeilijke tijden voor de jonge fractievoorzitter. Sinds vorig najaar is onmiskenbaar een zekere erosie van zijn politieke gezag waar te nemen. Een ruzie met CDA-collega De Vries moest door bemiddeling van de fractievoorzitters van CDA en VVD in de Eerste Kamer uit de officiële wereld worden geholpen, de PTTspreidingsoperatie liet grote interne verdeeldheid in de VVD zien en horen en de perikelen rondom vice -premier Van Aardenne dreigen bestendige politieke schade te veroorzaken. Nu is er dan de kwestie van de niet toegekende literaire staatsprijs bijgekomen. Dat Nederland bij dergelijke gelegenheden over een ongemeen groot aantal kenners van het liberaal-staatkundige erfgoed blijkt te beschikken, veel deskundigen met een zachte g trouwens, zal Nijpels een schrale troost zijn. Als de jury één zin, die over het pausbezoek in '85 wil schrappen, kan het voor de VVD nog goed komen, zo wil het laatste nieuws, het kabinet moet het maar zeggen. Voor de interpellatie van volgende week moet de bal daarmee weer bij de heren Lubbers en Brinkman komen te liggen. Nieuw juryrapport, met een nieuw motto naar de dichter Nijhoff: kijk maar, er staat niet (meer) wat er staat. Fantastisch. Het kan bijna geen toeval zijn dat met de (tijdelijke?) schade aan Nijpels' politieke gezag sommige passagiers op het

122 stampende VVD-dek afwijkende bewegingen maken. Bewegingen die verband houden met een stuurmansvraagstuk. Voorbeelden. Onbesproken laat de VVD-fractie geruime tijd ernstige openlijke kritiek van de geestverwante commissaris in Groningen, Vonhoff, op de geestverwante minister Smit-Kroes. De voorzitter van de VVD, in die partij eigenlijk nooit een functionaris van heel groot gewicht, spreekt onbekommerd over „dat zooitje" aan het Binnenhof en bepleit verrassenderwijs een verbreding van de vredesbeweging. In de Kamer moet vervolgens worden uitgelegd wat die voorzitter bedoelde, namelijk - dat spreekt - iets heel anders. Oud-minister Geertsema, een vroegere fractieleidér van de VVD, raadt Van Aardenne aan af te treden. Het fractielid Jacobse zegt zich zoiets wel te kunnen voorstellen. Bijna tegelijkertijd verklaart Nijpels voor de microfoon dat van zo'n aftreden nu juist geen sprake kan zijn. In de komende vijftien maanden, dat wil zeggen tot de verkiezingen van mei volgend jaar, zal E. Nijpels vooral met premier Lubbers om de steun van de kiezers moeten concurreren. Het zou reuze helpen als hij het schip weer snel recht kreeg, want van muiterij is weliswaar nog geen sprake maar er dreigen wel wat passagiers overboord te slaan. 23 februari 1985

De regent die blijft j'olitiek door Frans Kok , „Zijn incasseringsvermogen is loog", zei premier Lubbers toen [ij woensdagavond na maanden ilzwijgen aanstalten maakte Van .ardenne te gaan verdedigen. ,ubbers ontkende dat de vertrouensrelatie van de vice-premier iet (de meerderheid van) de •weede Kamer was verstoord, al as de psychische belasting van ,e RSV-enquête voor Van Aarenne groot geweest. ; Het leek erop dat Lubbers wil;e suggereren dat de man, van ; ie bekend is dat hij over het geisugen van een olifant beschikt, pk de huid van dat dier bezit, iiderdaad lijken alle pijlen die de Igelopen maanden op Van Aar|snne zijn afgeschoten, op een iintser te zijn afgeketst. Uiterlijk iiverstoorbaar zat hij deze week :hter de regeringstafel en zal 'aar waarschijnlijk tot mei '86 'lijven. ★ I Wie is deze 55-jarige natuurkundige, die direct na zijn studie iït laboratorium verwisselde voor pt bedrijfsleven en de politiek? /einigen kennen hem goed. Over jjn privéopvattingen is bijna Iets bekend, aan interviews a la Bibeb heeft hij zich nooit gewaagd. Men zegt dat hij een brede belangstelling heeft voor onderwerpen ook buiten zijn vakgebied, maar in het openbaar zal hij daar nooit over uitwijden. Echt geliefd of populair is hij •niet. Gewaardeerd wordt hij wel, dat woord valt voortdurend als men VVD-collega's of leden van de oppositie vraagt wat ze van Van Aardenne vinden. Zijn PvdA-tegenspeler Van der Hek oordeelt mild over hem. „Ik vind dat het hem te veel ontbreekt aan visie en lange-termijndenken, maar in zijn beleid is hij consequent. Je weet wat je aan hem hebt." Wat opvalt is de houterige, in zichzelf gekeerde manier waarop bij zich in gezelschap beweegt. Die houterigheid verlaat hem nooit, ook niet te midden van zijn collega-bewindslieden met wie hij nu al jaren lang optrekt, zegt iemand die hem veel meemaakt. Hij lijkt alleen op zijn gemak als hij met zijn massieve gestalte vooroverhangend over de regeringstafel zijn beleid kan verdedigen. Zonder denkpauzes wikkelt hij in hoog tempo alle vragen en onderwerpen af. Hoe meer en ingewikkelder problemen de Kamerleden opwerpen, hoe liever het hem lijkt. In de VVD is zijn ster pas langzaam gaan rijzen. Lange tijd was hij een tamelijk onbekend Kamerlid dat eens per jaar namens de VVD-fractie met een tegenbegroting kwam en onder regie van Wiegel dan iets riep over puinruimen en bezuinigen. Zijn start in 1977 als bewindsman van economische zaken in het kabinet-Van Agt was ook niet overdonderend. Een maand geleden herinnerde De Vries er tijdens het tweede RSV-debat nog aan dat zijn beleid toen allerminst een succesnummer was. „Gijs is in het kabinet gehaald om de relatie met het bedrijfsleven te herstellen", zei men toen in VVD- kring. Dat was wel nodig, want de heren ondernemers hadden nog de schrik in de benen van de turbulente jaren onder Den Uyl en Lubbers, met als dieptepunt in hun ogen de Nijmeegse rede van Den Uyl, waarin hij zo ongeveer het einde aankondigde van de vrije ondernemingsgewijze produktie in ons land.

123

Gaandeweg de rit van het kabinet-Van Agt begon Van Aardenne echter andere, onvermoede kwaliteiten tentoon te spreiden. Hij groeide uit tot een bindende figuur, tot de compromiszoeker bij uitstek in dat door dissidenten en een overactieve CDA-fractieleider Lubbers geplaagd kabinet. Het was Van Aardenne die ondogmatisch en soepel de talloze conflicten tot bedaren bracht tussen Albeda en Van Agt, Andriessen en Albeda. Van der Stee en Pais etc.. Van Agt, niet goed thuis in sociaal-economische problemen vond het allang best. Die had samen met Wiegel genoeg aan zijn hoofd met de vraag: hoe maak ik de vier jaar vol en hoe overleven we de kwestie van de kruiraketten. Op de kandidatenlijst bungelde Van Aardenne altijd wat onderaan. Zijn kennis kon niet worden gemist, maar een stemmentrekker voor de VVD zou hij nooit worden. In 1981 klom hij wel wat op, maar stond in de meeste kieskringen toch achter mensen als SmitKroes, Nijpels en De Korte. Hoewel niet de politieke leider van de VVD en ook zonder de ambitie daartoe werd hij in 1982 toch de eerste man van de VVD in het kabinet. Nijpels bekende in die tijd wat raar aan te kijken tegen die wandelende computer met dat korte kapsel, maar na enkele uitvoerige gesprekken kreeg hij veel waardering voor zijn politieke inzichten en kennis. Of die waardering geheel wederzijds was, is niet bekend, maar in elk geval zal deze wat geslonken zijn na de ongelukkige uitlating van Nijpels dat hij de ministers in feite aan een touwtje had en na de lange reeks incidenten die Nijpels veroorzaakte en die Van Aardenne vervolgens mocht helpen sussen. Zijn image van onkreukbaarheid kreeg overigens een deuk toen in dat zelfde jaar uitlekte dat hij een truc had uitgedacht om zijn inkomen als commissaris van het bedrijf Holland Sea Search niet in mindering te hoeven brengen op zijn wachtgeld als oud-bewindsman. De regeling werd teruggedraaid, maar het was de eerste van de serie affaires die de vroeger altijd zo brandschone VVD zou gaan treffen. Een collega uit de gemeenteraad van Dordrecht heeft hem eens omschreven als een regent, zij het een moderne. ..Hij heeft wel oog en oor voor de minderbedeelden in de samenleving, maar in het menselijke vlak kan hij daar geen uiting aan geven. Het is geen figuur voor feesten en partijen. Drinkt geen glas te veel. Als je een mop vertelt kan hij daar hartelijk om lachen, maar zelf zal hij er nooit een vertellen. Anecdotes? Nee. ik zou er niet ?én kunnen bedenken." Zijn als wat eenzelvig omschreven karakter zou mede zijn bepaald door gebeurtenissen uit zijn jeugd. Als kind van vijf zat hij al op de lagere school maar was door ziekte veel thuis. Hij bouwde dan zijn eigen fantasiewereld van konijnenlanden, die oorlog met elkaar voerden, vrede sloten en wetten opstelden. Dat schreef hij allemaal op. Toen hij acht werd kreeg hij van een oom een vogelgids (nog steeds is de natuur zijn hobby). Binnen korte tijd kende hij alle latijnse vogelnamen uit zijn hoofd. Toen hij tien was brak de oorlog uit en hij was vijftien toen die eindigde. Op zijn negentiende stierf zijn vader, een Rotterdamse chirurg. Eigenlijk ging zijn meeste belangstelling uit naar geschiedenis, maar zonder veel animo ging hij wis- en natuurkunde studeren in Leiden. Pikant detail: aan dezelfde faculteit trok hij veel op met, zijn mede-corpslid Guus Zoutendijk. dezelfde die vorige week bijna de beslissende duw gaf om Gijs van Aardenne voorgoed de politieke afgrond in te sturen. De halfslachtige pogingen uit de VVD om hem tot vrijwillig heengaan te bewegen moeten hem natuurlijk diep hebben gekwetst. Hij heeft daarvan tol dusver niets laten blijken. Hij is er de man niet naar zijn hart daarover bij iemand uit te storten, laat staan bij Lubbers of Nijpels en nog minder bij de media. Zijn beslissing half december om in de Kamer openlijk zijn mea eulpa uit te spreken over zijn .misleiding" van de Kamer heeft hij in zijn centje genomen, net zoals hij zijn verklaring voor de Kamer eenzaam achter zijn bureau aan het Haagse Be/uidenhout opstelde. De oppositie beschouwde hem vorige week al als dood en begraven. Lubbers en de 'CDA-fractie staken geen hand uit om hem te helpen en zijn eigen club. de VVD. begon op de valreep opeens electorale schade te vermoeden en trok haar handen van hem af. Ondoorgrondelijk als altijd liet hij al'lcs over zich heenkomen en bleef, aangeschoten of niet, zitten waar hij zat. 2 maart 1985

Nijpels en Ter Beek niet welkom in Moskou voor bezoek dissidente

124

DEN HAAG, 29 juni — De voorzitter van de vaste Kamercommissie voor buitenlandse zaken Ter Beek (PvdA) en de fractievoorzitter van de VVD in de Tweede Kamer Nijpels hebben geen visum gekregen voor de Sovjet-Unie. De twee zouden zondag in gezelschap van dr. R. Jurrjens, hoogleraar internationale betrekkingen aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, afreizen naar de Sovjet-Unie waar zij waren uitgenodigd door de dissidente Irina Grivnina. Grivnina, die naar Nederland wil emigreren met haar man en twee kinderen, dreigt ieder moment gearresteerd te worden. Nijpels verklaarde gistermiddag tijdens een persconferentie • dat de Sovjet-Unie niet formeel visa aan het drietal heeft geweigerd. Even voor twaalf uur kreeg hij op de Sovjet Ambassade in Den Haag te horen dat men nog geen instructies uit Moskou had ontvangen. Tickets en een hotel in Moskou waren al gereserveerd evenals zeven plaatsen voor een optreden maandagavond in Moskou van het Nederlands Dans Theater. De drie hadden Grivnina en haar gezin daar aan verschillende Nederlanders willen voorstellen. De visumaanvrage is 13 juni persoonlijk aan de ambassadeur van de Sovjet- Unie in Den Haag, Dr. Anatoli Blatov, overhandigd. Daarbij is het doel van het bezoek uiteengezet, waarop de ambassadeur liet weten negatief over de visumaanvrage te zullen adviseren. Nijpels heeft reeds eerder een bezoek aan Grivnina gebracht en haar vervolgens uitgenodigd naar Nederland te komen. (ANP) 29 juni 1985

Den Uyl op partijraad: Grondwettigheid raketakkoord niet aangetoond poor onze politieke redactie ZUTPHEN, 30 sept. — PvdA-leider Den Uyl meent dat premier Lubbers nog steeds niet heeft aangetoond dat e en verdrag met de Verenigde Staten over het inzetten van kruisraketten vanaf Nederlandse bodem in overeenstemming is met de grondwet. Volgens Den Uyl komt de prebier niet verder dan dat de afspraken in een verdrag in overeenstemming zijn met de geldende procedures binnen de Navo. pen Uyl zei dit zaterdag op een partijraad van de PvdA in Zutphen. De PvdA-leider betoogde dat e en Nederlands plaatsingsbesluit op dit moment — enkele weken voor het ontwapeningsoverleg tussen de leiders van de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten - „het verkeerde signaal is op het verkeerde, moment". Hij noemde het verder „bizar en bij vlagen luguber" dat de Nederlandse regering vast blijft houden aan — wat hij noemde — het optellen en aftrekken van raketten om de plaatsingsbeslissing tot stand te brengen. Op de partijraad maakte internationaal secretaris Van Traa, als lid van het Komitee Kruisraketten Nee bekend dat bij het volkspetitionnement inmiddels twee miljoen handtekeningen zijn geteld. Hij noemde het petitionnement een „probaat" middel om de plaatsingsbeslissing te voorkomen. „Wij kunnen zo verhinderen dat er kruisraketten geplaatst .worden en dat er met de grondwet geschoven gaat worden", aldus Van Traa. Den Uyl critiseerde het kabinet verder over het werkgelegenheidsbeleid. Hij noemde het „onvergeeflijk" dat in de begroting voor 1986 de arbeidstijdverkorting is beperkt tot 1 procent. Hij sprak de hoop uit dat het kabinet een aanbod van de FN V aanvaardt om de voorgenomen verlaging van sociale premies gedeeltelijk ongedaan te maken en te benutten voor arbeidstijdverkorting. De partijraad van de PvdA vindt dat volgend jaar moet worden afgezien van iedere huurverhoging. Het partijbestuur wilde de mogelijkheid van een beperkte huurverhoging nog open houden. Binnen de PvdA-fractie wordt op dit moment de mogelijkheid onderzocht om bij de Algemene beschouwingen met voorstellen te komen dat het kabinet de sociale premies minder laat dalen, maar in verband met de koopkracht dan afziet van de voorgenomen huurverhoging van 2 procent. De partijraad riep de TweedeKamerfractie op snel met een initiatief te komen voor het realiseren van wetgeving tegen seksediscriminatie. De Tweede-Kamerfractie van de PvdA heeft in eerste instantie afhoudend gereageerd op de plannen van de VVD een brede wetgeving tegen discriminatie (onder meer ras en geloofsovertuiging) tot stand te brengen. PvdA-leider Den Uyl veronderstelde op de partijraad dat de VVD van het CDA geen toestemming krijgt samen met de PvdA een concreet initiatief tegen sekse-discriminatie in te dienen. „De heer Nijpels veroorzaakt veel ruis, maar zijn handelingsvrijheid tegenover dit kabinet wordt steeds meer die van het schoothondje van het CDA", aldus Den Uyl.

125

Stemming tijdens de PvdA-partijraad in Zutphen. (Foto ANP) 30 september 1985

Beschouwingen met weinig visie en zonder vuurwerk Door onze parlementaire redacteur mr. B.C.L. Waanders De vervelendste algemene politieke beschouwingen sinds jaren zijn weer achter de rug. Het kabinet-Lubbers, voor het laatst in zijn sinds 1982 bestaande samenstelling bijeen achter de regeringstafel in de Tweede Kamer, overleefde deze week met gemak de stemmingen over een serie moties. Iri elk geval bleven actieve en passieve euthanasie ten aanzien van het kabinet achterwege; het zal volgend jaar op natuurlijke wijze aan zijn eind komen ter gelegenheid van de verkiezingen in mei, of eerder, als nog voor die tijd een conflict uitbreekt. Zullen wij de fractieleiders allemaal volgend jaar om deze tijd weer als zodanig terug zien en vooral: horen - de talrijke fractieleiders die in de afgelopen week op vaak te gedetailleerde wijze het hunne zeiden over het algemene regeringsbeleid? De fractieleider van D'66, Engwirda, maakte deze week terecht bezwaar tegen het oprukkende „strategisch monisme", dat ongetwijfeld mede schuldig was aan de saaie verto- 1 ning die de algemene beschouwingen ditmaal opleverden. Mevrouw Ubels (EVP) was zo sportief, de redevoering die de minister-president in eerste termijn had gehouden „een fysieke en psychische prestatie" te noemen wat de duur betreft; met de inhoud van dit maar liefst vier uur in beslag nemende, doch niet erg inspirerende verhaal, was zij het uiteraard minder eens. De PSP'er Van der Spek maakte aan het adres van mevrouw Brouwer (CPN) een paar zure opmerkingen die neerkwamen op afwijzing van een structurele samenwerking tussen klein- linkse partijen. De SGPfractieleider Van Rossum kwam nog eens uiteen zetten dat zijn bezwaren tegen het regeringsbeleid niet zozeer van materiële als wel van principiële aard waren; hij drong onder meer aan op maatregelen tegen het vloeken. Ietwat praktischer en nuchterder toonde zich de GPV'er Schutte volgens wie de regering een te afwachtende houding inzake de werkloosheid zou aannemen. De liberale fractieleider Nijpels, waardiger en minder pueriel dan hij zich vroegerweleens voordeed, constateerde op de laatste dag van de algemene beschouwingen dat het kabinet de grens tussen passieve en actieve euthanasie was overgestoken-. Ook de socialistische fractieleider Den Uyl kwam tot deze conclusie, die overigens niet werd gedeeld door de premier. In elk geval was men het erover eens dat dit vraagstuk „zeer gevoelig" is. De christendemocratische fractieleider B. de Vries, eigenlijk een beetje de parlementaire zetbaas van Lubbers, riep zijn collega Den Uyl op, een motie van CDA en VVD betreffende de kinderbijslag mee te ondertekenen; intussen kwam van rer geringswege de toezegging (naar later bleek: bij wijze van doorgestoken kaart) dat de kinderbijslag volgend jaar niet wordt bevroren. Wat de CDAfractie aangaat moet verder nog worden vermeld dat twee leden •— Laning en Beinema — de zijde van de oppositie kozen bij de stemming over een motie die aandrong op uitstel van een plaatsingsbesluit inzake kruisvluchtwapens. Naar de mening van de vriendelijke mevrouw Beckers (PPR) zou de politiek weerkeen zaak van mensen moeten worden - ongetwijfeld een zeer toe te juichen opvatting, waarmee wij een punt zetten achter onze beschouwing over de recente algemene beschouwingen zonder veel visie en zonder veel vuurwerk, afgezien wellicht van een felle woordenwisseling tussen de ministers Ruding en Schoo aan de ene kant en fractieleider Den Uyl anderzijds over de bedragen voor ontwikkelingssamenwerking. Mevrouw Beckers (PPR) 19 oktober 1985

Image Strategies en het succes van mens, organisatie en produkt Door PATRICK MEERSHOEK ROTTERDAM, 23 nov. — Hoe reageert het bedrijfsleven op een bureau dat zich Image Strategies noemt en zegt te handelen in omzetstijging? Positief, zo lijkt het; in de zes maanden dat de imago-strategen nu op de Nederlandse markt opereren, hebben ze al een aanzienlijk aantal klanten weten te verwerven. En dat terwijl de boodschap van het bureau aan de klant in bijna alle gevallen luidt: U doet het al jaren

126 verkeerd. Het beeld dat een produkt bij de consument oproept is bepalend voor het succes van het produkt, zo menen Onno Gerritse en Ellen Luten, respectievelijk managing director en project manager van het bureau. Is het imago van een produkt verkeerd, dan heeft dat onvermijdelijk invloed op de verkoopcijfers. Daarom is het voor de producent van groot belang de marketing van een produkt volgens een zorgvuldig uitgestippelde strategie te laten verlopen. Image Strategies helpt fabrikanten met het uitstippelen van een dergelijk marketingbeleid. „Er zijn maar weinig produkten die een duidelijke „breinpositie" hebben, en zo een sterke marktpositie kunnen verwerven. Veel bedrijven rommelen maar wat aan", zegt Gerritse. „Ze schuiven dit soort zaken in handen van reclamebureaus, die echter zelden verstand hebben van marketing. Dat resulteert dan weer in uiterst knullige, weinig effectieve reklame-campagnes". Deze onkunde, zo is de stellige overtuiging van Gerritse en Luten, kan een goed produkt slecht doen verkopen of uiteindelijk zelfs doen floppen. „Mensen van het bedrijf zelf zien die onkunde niet vaak. En als het wordt gezien dan zwijgt men liever. Kritiek kan tenslotte de salarisverhoging in gevaar brengen. Vandaar dat Image Strategies van buitenaf opereert. Wij zeggen alles en zijn echt niet mild met onze kritiek", zegt Gerritse. „Maar dat wordt wel gewaardeerd door onze clienten. En daarbij, we zijn erg objectief', voegt Luten daar aan toe. Een goed imago kan eveneens een middelmatig produkt boven de rest doen uitstijgen. Gerritse vertelt hoe hij eerder aan het imago van een tandpasta werkte. „We mikten op de hogere inkomensklasse, mensen voor wie een goede lichaamsverzorging doorgaans erg belangrijk is. Samen met de fabrikant werd besloten slechts een klein deel van het budget in echte reklame te steken. Het merendeel ging naar wetenschappelijke onderzoeken en symposia voor tandartsen, waaruit naar voren kwam dat aminfluoride erg goed voor het gebit was. Onze tandpasta had dus aminfluoride, maar was verder echt niet veel beter dan andere merken", aldus de managing director. Een bescheiden reclame-campagne ( het ophangen van posters in wachtkamers) volgde en sorteerde optimaal effect. De tandpasta, die onmiskenbaar een „wetenschappelijke" sfeer uitstraalde, veroverde een vaste positie op de markt. Image Strategies beperkt zich overigens niet tot de imago's van produkten. Ook de uitstraling van mensen en organisaties kan worden bijgesteld, zo redeneert men. „Er zijn fabrikanten die bijvoorbeeld in de publiciteit willen komen", vertelt Gerritse. „Als je dat doet, moet je wel weten hoe je wilt overkomen en hoe je dat moet bereiken. De voorbeelden van hoe het niet moet zien we dagelijks op de televisie. Iemand als Ed Nijpels bijvoorbeeld. Als je die hoort praten zou je denken met de voorzitter van de JOVD te maken te hebben", aldus Gerritse. Er is overigens nog maar eenmaal op dit vlak een beroep gedaan op de diensten van het bureau. „Een van de clienten moet binnenkort naar Amerika voor een belangrijke bespreking. Hij wordt nu door ons een beetje getraind". En: „Zo bijzonder is het toch niet. Mensen willen zich nu eenmaal ook graag gunstig presenteren. Het zijn wat dat betreft net produkten". Luten en Gerritsen: Wij zijn heel objectief. (Foto NRC Handeisblad/Freddy Rikken) 23 november 1985

Gelijke behandelingeen smartelijk inzicht VOORZICHTIGER KON HET HAAST NIET. Met een „eerste concept van een mogelijk initiatief-voorstel" voor een Wet gelijke behandeling hebben drie leden van de VVD-fractie in de Tweede Kamer zich vorige week „voor overleg" gemeld bij de fracties van PvdA en CDA. Zij zouden graag zo snel mogelijk in het nieuwe jaar tot een gezamenlijk wetsvoorstel komen en onderstreepten dat hun concept „zich in voldoende mate leent voor discussie en wijziging". Vijf maanden voor de volgende Kamerverkiezingen, die zullen beslissen over de mogelijke voortzetting van een coalitie met het CDA, komt de liberale fractie nu behoedzaam met een dik „discussiestuk". Een voorstel voor een alomvattende antidiscriminatiewet dat tegelijkertijd - bijvoorbeeld in de sfeer van het'bijzonder onderwijs met zijn grondwettelijk vastgelegde vrijheden - weer uitzonderingen mogelijk maakt die vooral het CDA dierbaar zijn. Van de eerder min of meer aangekondigde „rangorde" van Grondwetsartikelen is geen sprake meer. Enkele weken geleden besloot de VVD-fractie in beginsel steun toe te zeggen aan een initiatiefwetsvoorstel-euthanasie van D66, ook een onderwerp waarover het kabinet

127 na lang intern beraad nog geen eensgezindheid heeft weten te bereiken. Dat VVD-besluit heeft tot grote irritatie in het CDA geleid. Premier Lubbers en de aanvoerder van de CDA- fractie in de Tweede Kamer, B. de Vries, lieten bij herhaling weten dat de bestaande coalitieband grenzen aan zulke zelfstandigheid stelt: men kan niet slechts een coalitie hebben voor sociaal-economische onderwerpen en overigens politieke vrijheid van handelen, was hun verwijt. DE PREMIER van het hieromtrent verdeelde kabinet liet onlangs in de Eerste Kamer met zulke waarschuwingen zelfs de zin van het parlementaire recht van initiatief bijna geheel verdwijnen achter coalitie-eisen. Hij leek vele vroegere christen- democratische arrangementen met de parlementaire oppositie te vergeten. En, erger nog, hij leek te vergeten dat in een verdeeld land met een coalitieverplichting om tot meerderheidsvorming te komen het parlementaire recht van initiatief een eigen betekenis heeft. Kennelijk heeft zo kort voor de verkiezingen de druk uit het CDA zijn uitwerking op de kleinere coalitiepartner niet gemist. Toch zou het verkeerd zijn het optreden van de VVD alleen aan de druk uit het CDA toe te schrijven. Men mag gerust aannemen dat de VVD- fractie intussen ook wat scherper is gaan inzien dat een onversneden „liberale" opstelling in belangrijke immateriële zaken toch grotere electorale bezwaren heeft dan oorspronkelijk werd gedacht. De VVD van vandaag, een volkspartij met 36 zetels in de Tweede Kamer, kan zich nu eenmaal minder gemakkelijk het ethisch liberalisme veroorloven dat haar waarmerk was in de dagen van, zeg, fractievoorzitter Geertsema die het met minder dan de helft van dat aantal Kamerzetels moest doen. Te sterker geldt dat vijf maanden voor de verkiezingen als enquêtes leren dat een flink aantal VVD-kiezers overweegt naar het CDA terug te keren. ONGETWIJFELD GAAT HET HIER voor de huidige fractieleider van de VVD, Nijpels, om een smartelijk inzicht, zijn persoonlijke historie als Kamerlid maakt een toelichting overbodig. Maar, smartelijk of niet, getoetst aan de eisen van politiek leiderschap geeft de koerswijziging van Nijpels' fractie nog iets te zien. Namelijk dat hij zijn hand enigszins had overspeeld, en dat zal dan weer andere kiezers opvallen. 30 december 1985

Politieke illusies over de toestand van 's lands financiën Drie misverstanden die verkiezingscampagne belasten Door J. M. Bik Commentator NRC Handelsblad Drie misverstanden met spookwaarde maken zich her en der op voor een reis door de komende verkiezingscampagne. En, wat erger is, de kans dat zij na de verkiezingsdag weer verdwijnen is klein. Want politici en partijen die tijdens de campagne zichtbaar innig gearmd met zo'n spook hebben gelopen, hebben het na de verkiezingen natuurlijk moeilijk met het afscheid daarvan. Op de verkiezingsdag verdwijnt het geheugen der kiezers immers niet. De drie misverstanden gelden de verhouding tussen collectieve en particuliere sector (weer een CDA probleem), het antwoord op de vraag hoe en op welke thema's partijen het beste kiezers kunnen werven (dit keer een VVD probleem) en de houdbaarheid van veiligheidsbeleid per gecamoufleerd ultimatum (een aangepast PvdA probleem). Het eerste misverstand betreft de toestand van 's lands financiën, die alweer aardig wordt besproken in een onmiskenbaar, na jaren weer opkomende sfeer van nationale financieel economische euforie. De rente daalt, de inflatie is laag, de consumptie stijgt daarentegen wat, het aantal faillissementen is sterk verminderd, de werkgelegenheid groeit iets en de doelstelling voor het financieringstekort van het regeerakkoord wordt dit jaar waarschijnlijk gehaald (7.4 procent of minder dus). En als de (extra) tegenvallende aardgasbaten de overheid in 1987 tot een eenmalige ombuigingsactie van, zeg, in totaal zo'n acht miljard zouden dwingen, zou een groot deel van het totale ombuigingspakket voor de periode tot 1990 gelijk achter de rug zijn. De lage olie- en dollarkoers zouden dan tegelijkertijd voor een gunstige economische injectie zorgen, die Nederland betrekkelijk goed overeind laat blijven in een eventueel verslappende internationale conjunctuur. Kortom: het kabinet Lubbers heeft het behoorlijk gedaan (zeggen CDA en VVD), respectievelijk het buitenland heeft ons goed geholpen al hebben we er dan nog onvoldoende gebruik van gemaakt (zegt de PvdA). We kunnen wel weer een paar veren wegblazen, wordt het niet weer tijd voor nieuw (liefst stimulerend)

128 beleid, voor nieuwe claims °P de schatkist? In elk geval kan het in komende jaren wel wat kalmer met die bezuinigingen, daarover lijken heel wat ministers, politieke partijen en pressiegroepen het eens. Straks mag minister Ruding van financiën zich wellicht zelfs weer, zoals in '82/'83, een „financieringstekort fetisjist" laten noemen als hij met een reductie van 0,5 procent per jaar niet tevreden zou zijn. Want heren als Ruding, bankpresident Duisenberg of prof. E. J. Bomhoff (Erasmusuniversiteit) mogen dan waarschuwen, de sfeer is merkbaar aan het kenteren. Economische groei Bomhoff schreef drie weken geleden (15 januari) een column in deze krant waarin hij aantoonde dat Nederland het vergelijkenderwijs de afgelopen jaren helemaal niet zó goed heeft gedaan als het om economische groei of het verminderen van het tekort gaat. Maar meer dan dat: Bomhoff wees erop dat de verhouding tussen nationaal inkomen en nationale schuld onverminderd is blijven verslechteren en dat de staatsschuld bij ongewijzigd beleid steeds zwaarder zal gaan drukken. En, wel te verstaan, niet alleen op de kinderen maar ook, binnen een paar jaar, op de lezer en zijn buren en kennissen. Ruding was Bomhoff trouwens in de Miljoenennota-'86 al voorgegaan. Daarin staat (pag. 55) vermeld hoe — toegegeven: bij een groei van slechts 2 procent en een dito prijsstijging — tussen '87 en '92 de financieringsbehoefte van het rijk bij een jaarlijkse tekortbeperking met 0,5 procent groeit van 39,5 miljard tot 65,5 miljard gulden (39,6 miljard aflossen, .30,9 miljard rente, samen dan 12,6 procent van het nationaal inkomen). Wat die financiering betreft: die zal straks moeilijk worden bij een lagere rentestand, want (internationale) kapitaalverschaffers zouden dan wel eens voorkeur voor risicodragende leningen boven obligaties kunnen gaan vertonen. Het is, zacht gezegd, niet zo dat de verkiezingsprogramma's tot 1990, die alle uitgaan van circa 2 procent groei, helemaal aan de omvang van dit probleem recht doen. Trouwens, is het huidige kabinet wel zo trouw aan zijn eigen uitgangspunten geweest? Anderhalf jaar geleden — toen hij de Miljoenennota-'85 aanbood — schreef Ruding de volgende omineuze zinnen op: „Alhoewel ook in structureel opzichf de keer ten goede onmiskenbaar is, is er nog een lange weg te gaan om de in de economie scheefgegroeide verhoudingen te herstellen. Door een jarenlang proces is er in de categoriale inkomensverdeling, de bestedingsstructuur en de verhouding tussen de marktsector en de collectieve sector een scheefgroei ontstaan, waarin nu weliswaar een kentering aan het optreden is, maar die nog lang niet is rechtgetrokken." Tegen het einde van de rit past de vraag of het kabinet Lubbers nu werkelijk steeds offensief, als het ware ideologisch-geinspireerd, in de weer is geweest om de verhouding tussen collectieve en marktsector te verbeteren of dat het eerder om „afgeleid beleid" ging. Dat wil zeggen: beleid dat zich eerder doelstellingen schiep uit bijvoorbeeld de ongewenste hoogte van het financieringstekort in '81/'82 dan dat het ten principale de zeer grote collectieve sector wilde terugdringen. Scherper gezegd: ging het niet meer om crisismanagement (niet niks, overigens), terwijl de wal het schip keerde, dan om een zelfuitgezette heel andere koers dus? Wie kijkt naar de heel bescheiden resultaten op terreinen van deregulering en privatisering (nee hoor, het staatsbedrijf DSM maakt eigenlijk teveel winst om te privatiseren), staat voor dezelfde vraag. Facit: de geldende lichte euforie is niet alleen financieel misplaatst, maar eigenlijk ook in politiek opzicht vreemd. Neemt de VVD, die het financieel economisch beleid van het kabinet Lubbers zó goed zegt te vinden dat zij om een eigen figuur te markeren immateriële geschilpunten met het CDA zwaar aanzet (euthanasie, wet gelijke behandeling), zichzelf hier eigenlijk helemaal serieus? En (het eerste misverstand) gaat het, gemeten naar de eigen opvattingen, werkelijk wel zo goed met de economie en het terugdringen van de collectieve sector? De recente harde kritiek van de vroegere politieke leider van de VVD, Wiegel, op de elektorale koers van de huidige eerste man, Nijpels, is verbazend en begrijpelijk tegelijk. Verbazend is zij niet alleen omdat partijgenoten zich in het algemeen onthouden van zulke openbare kritiek in verkiezingstijd, maar ook omdat het kabinet-Van Agt/Wiegel ('77'81) op het stuk van het beheersen van de collectieve sector nu toch werkelijk geen glansprestatie heeft geleverd, wat daarvan ook de redenen mogen zijn geweest. Begrijpelijk is de kritiek in zoverre dat Wiegel nu Nijpels ziet zondigen tegen wat altijd zijn logische eerste leerstuk is geweest: als je er eertijds confessionele kiezers bij wilt winnen (of als je die wilt houden),

129 zoek dan veiligheidspolitieke, fiscale en/of sociaaieconomische verschilpunten met het CDA, maar onthoud je van profilering op immateriële verschillen. Opiniepeilingen Nijpels c.s. (tweede misverstand van hierboven) doen op het ogenblik hoofdzakelijk andersom en Wiegel vindt de kwaliteit van zijn leerstuk voorshands bevestigd in de opiniepeilingen. Het derde misverstand ligt in de nieuwe kruisrakettenpositie van de PvdA. Of eigenlijk: in een positie die niet echt anders is, maar die kort voor het komende partijcongres een iets andere verpakking lijkt te gaan krijgen. Niet. langer immers, zo zeggen de laatste dagen vooraanstaande socialisten, wil de PvdA op grond van haar onvoorwaardelijke afwijzing van kruisraketten straks van haar eventuele coalitiepartners vragen mee te doen aan heronderhandelingen met de VS over een juist gesloten plaatsingsverdrag. Nee, de bedoeling is nu in een eventueel regeerakkoord met het CDA slechts een algemene veiligheidsparagraaf op te nemen en daarin weinig of geen woorden te besteden aan de kruisrakettenkwestie. Veiligheidsbeleid is meer dan 48 kruisraketten, riep fractiespecialist Ter Beek in het weekeinde vroom (en waar) voor de Varat.v., en dat mocht opmerkelijk heten in het licht van de bijdrage van zijn partij aan het rakettendebat van de afgelopen jaren. Maar wat de PvdA betreft: de raketten komen er (in '88) niet in en de VS zullen als de socialisten deel, uitmaken van een volgend kabinet wel begrijpen dat zij van hun verdragsrecht tot plaatsing beter geen gebruik kunnen maken. Want zij moeten immers niet plaatsen, zij mógen slechts, klinkt het als ging het om een grote nieuwigheid. Over het gereedmaken van de basis Woensdrecht, dat wil zeggen of dat kan doorgaan of niet, is nog geen nieuwe PvdA- tekst verschenen. Tja, dat de VS niet per verdrag een verplichting tot het plaatsen van kruisraketten in 1988 aangaan, of dat Nederland niet zo'n verplichting vraag, is alleen met het oog op de voortgaande wapenbeheersingsbesprekingen in Genève, en hun mogelijke resultaat, nogal wiedes. Ter Beek en andere PvdA'ers voegen aan hun vondst toe dat van hun partij na al die jaren niet verlangd kan worden dat zij nu of straks haar afwijzing van de kruisraket verandert. Van het CDA verlangen zij weliswaar ook geen handstand, zolang die partij er op termijn maar mee instemt dat Woensdrecht ook na '88 vrij van raketten blijft. U hoeft uw standpunt niet op te geven als u ons onveranderlijk tegenovergestelde standpunt tenslotte maar overneemt, is de gedachte. Dat is wel onwerkelijk veel verlangd van het CDA, dat zijn geldende, dadelijk per verdrag vastgelegde, standpunt na jaren pijnlijke interne worsteling getekend zag (op 1 juni '84) door „zijn" ministers Lubbers, Van den Broek en De Ruiter. De PvdA als kandidaat-regeringspartij verwacht hier ook onwerkelijk veel van het voorstellingsvermogen van de kiezer, tenzij deze natuurlijk graag bereid is zichzelf slachtoffer van zo'n misverstand te maken. Maar zelfs al zou het CDA op grond van de verkiezingsuitslag van 21 mei wel tot zoiets bereid zijn, dan nog blijft de jongste vondst van de PvdAtop au fond weinig anders dan een uitnodiging tot kiezersmisleiding in een van de politiek meest gevoelige naoorlogse kwesties. Want of nu het CDA dan wel de PvdA na 21 mei uiteindelijk anders handelt dan de kiezer voordien heeft gehoord, maakt wat dat betreft weinig uit. VVD-fractievoorzitter E. Nijpels Wiegels leerstuk verwaarloosd? Prof. E. J. Bomhoff Nederland heeft het helemaal niet zo goed gedaan 6 februari 1986

Enerverend slot van parlementaire week door houding VVD Door onze parlementaire redacteur mr. B.C.L. Waanders Na uitwisseling van alle argumenten die reeds eerder waren gebezigd en herhaald, heeft de Tweede Kamer zich deze week verenigd met het wetsvoorstel tot goedkeuring van de op 4 november 1985 tot stand gekomen briefwisseling tussen de Nederlandse regering en die van de Verenigde Staten „houdende een overeenkomst- inzake de stationering van een eenheid vanaf de grond te lanceren kruisvluchtwapens van de luchtmacht van de Verenigde Staten". De uitslag van de nachtelijke hoofdelijke stemming na urenlange debatten die vrijwel geen nieuwe gezichtspunten opleverden, was 79-70 of 7969, al naar gelang er sprake was van een afwezig Kamerlid dan wel van twee absenten. De opkomst van de Kamerleden was dus groot, de publieke belangstelling daarentegen was gering. Blijkbaar hadden velen het gevoel

130 gekregen' dat de zaak toch al was doodgepraat. Ook nu weer werd veel tijd besteed — betrekkelijk vruchteloos — aan de reeds talloze malen te berde gebrachte vraag of de plaatsingsovereenkomst al dan niet in strijd zou kunnen worden geacht met de Grondwet. Vooral het Kamerlid K.G. de Vries (PvdA) leverde aan het debat een omvangrijke, zij het grotendeels theoretische bijdrage, waaruit moest blijken dat er staatsrechtelijk gezien twijfel genoeg zou zijn om een meerderheid van twee derden te verlangen. Een door hem ingediend amendement wilde niet per se tot uitdrukking brengen dat volgens de Kamer de aanhangige overeenkomst afweek van de Grondwet, maar wel dat volgens de Kamer twijfel aan de grondwettigheid zou bestaan. De Kamermeerderheid deelde deze opvatting natuurlijk niet. Naar de mening van het Kamerlid De Boer (CDA) zouden het staatsrecht noch het internationale recht aanleiding geven tot afwijking van de hoofdregel dat beslissingen worden genomen met (gewone) meerderheid van stemmen. Zes leden van de CDA-fractie die tegen de plaatsingsovereenkomst als zodanig waren, hadden geen behoefte aan voorstellen die beoogden, de aanneming te laten geschieden met een gekwalificeerde meerderheid. Tussen minister De Ruiter (defensie) en de socialist De Vries ontstond onenigheid rondom een door laatstgenoemde overgelegd documentje van niet nader genoemde herkomst — op zichzelf al een vreemde zaak — over Navoprocedures. Twee al dan niet naast elkaar bestaande bevelslijnen, de een via de opperbevelhebber van de Navo-strijdkrachten, de ander via de Amerikaanse bevelhebber in Europa, allebei dezelfde persoon, maar met verschillende pet op. De minister betoogde dat het document zaken bevatte waarmee hij het niet eens was. De brave mevrouw Ubels (EVP) kwam nog eens een pleidooi houden voor een volksraadpleging, waarover, mevrouw Brouwer (CPN) later een, uiteraard kansloze, motie indiende. De CPN-fractieleidster sprak verder nog mooie woorden over „de grondbeginselen van ons nationale bestel". De tijd van de communistische Internationale lijkt lang geleden Meer sensatie dan het debat over de kruisvluchtwapens veroorzaakte deze week de in brede kring verbazing veroorzakende manoeuvre van de jeugdige fractieleider van de VVD in de Tweede Kamer, drs. Nijpels, ten aanzien van het vraagstuk van de euthanasie, waarover hij met Lubbers, lijsttrekker van het CDA, een compromis had bereikt. In zekere zin is hier sprake van „strategisch monisme" van een slechte soort: een handjeklap van een fractieleiderlijsttrekker en een regeringsleider-lijsttrekker, waardoor het parlementaire recht van initiatief als het ware wordt drooggelegd. Het gaat niet aan de Raad van State te gebruiken als een soort gordijn dat wordt neergelaten voor ee;n initiatief- wetsvoorstel — in dit geval het voorstel van mevrouw Wessel (D66) over de euthanasie — nog voordat de eindstemming daarover heeft plaatsgehad. Weliswaar heeft de grondwetsherziening van 1983 qle mogelijkheid willen openen dat de Tweede Kamer bij de Raad van State zelfstandig, dus ook zonder bemiddeling van regeringswege, aanklopt om advies over initiatief-wetsvoorstellen, maar het is de vraag hoe dit moet gebeuren. In een door Den Uyl, fractieleider van de PvdA, aangevraagd ordedebat sloeg Nijpels een pover figuur, niet in het minst door de wijze waarop hij verklaarde rekening te willen houden met een minderheid, namelijk het CDA. De dames en heren fractieleden van het CDA in de Tweede Kamer zaten er voldaan bij. Mevrouw C. Ubels-Veen (EVP). 1 maart 1986

Dees verdedigt VVDnederlaag euthanasie Door onze redacteur FRANS KOK DEN HAAG, 4 maart — Bijna een uur lang werd VVDwoordvoerder gisteren aan een kruisverhoor onderworpen. Hoe is het toch mogelijk dat de VVD-fractie die altijd zo pal achter het euthanasievoorstel van D'66 heeft gestaan op het laatste nippertje afhaakt. Welke politieke machinaties zitten daar achter? Wat voor zin heeft het om nu nog, vlak voor de eindstemming, de Raad van State in te schakelen? Welke garanties heeft de VVD van Lubbers losgekregen dat euthanasie in de formatie wel geregeld wordt? Dat waren enkele vragen die oppositie op hem afvuurde. Dees wond er geen doekjes om. De VVD-fractie was liever Wessel-Tuinstra blijven steunen maar dan was een kabinetscrisis ontstaan. De fractie heeft nu gebogen voor Lubbers maar tegelijk een viertal voorwarden gesteld, waardoor de kans groot is dat euthanasie in de

131 kabinetsformatie bevredigend geregeld wordt. Met een kabinetscrisis waren we nog verder van huis geweest, luidde zijn boodschap, of, met een minder gelukkige beeldspraak: „de zaak forceren zou een doodlopende weg zijn geweest". Koel Dees moest een ondankbare rol spelen. Over zijn hoofd heen was een politieke deal gesloten met „de heer Lubbers" zoals hij hem enkele malen uiterst koel betitelde. Maar niet Nijpels kreeg van de teleurgestelde linkse fracties de wind van voren maar Dees die de afgelopen tijd juist zo veel heeft gedaan om euthanasie voor de verkiezingen in het staatsblad te krijgen. Slechts even raakte hij geïrriteerd toen mevrouw Brouwer (CPN), die zich als enige in het progressieve kamp zich tot tegenstandster van wetgeving heeft bekeerd, hem op hoge toon ondervroeg over de interne situatie in de VVD. „Zeker aan mevrouw Brouwer, die zich met de hele voorbereiding van het wetsontwerp niet heeft bemoeid ben ik niet van plan rekenschap af te leggen", zei hij. In de wandelgangen toonde Dees zich tamelijk ontspannen en was bereid aan ieder die het horen wilde de voordelen van zijn nederlaag uiteen te zetten. Lubbers heeft zich nu vóór wetgeving verklaard, terwijl het CDA daar fel tegen is. Daar komen intern dus nog moeilijkheden genoeg over. Jammer vindt hij het wel dat de pers zich zo op de VVD concentreert, terwijl het CDA dat elke inhoudelijke discussie uit de weg gaat, buiten schot blijft, zegt hij. Bakzeil Toch blijft het moeilijk te omvatten waarom de VVD-fractie telkens weer met zoveel overgave voor het CDA door de knieën gaat. Het wordt wel de nederlagen strategie van Nijpels genoemd: je sterk profileren op een bepaald punt en vervolgens bakzeil halen, maar dan tegelijk de achterban duidelijk maken dat die nederlaag de schuld van het CDA is. Stem daarom VVD. Dees geeft min of meer toe dat het bij euthanasie ook zo is gegaan. Je moet wel heel hoog inzetten bij het CDA om nog ergens uit te komen. Doe je dat niet, dan sta je na afloop.van het gevecht helemaal met lege handen, zegt hij. Een extra complicatie vormt de houding van de VVD- bewindslieden, die op een heel andere lijn opereerden dan dip fractie. Tijdens het overigens warrige en nodeloos uitgespot £ nen debat van gisteren greep. Korthals Altes af en toe de mjf crofoon om een verhaal af te steken dat dwars door het bot»oog van Dees heen liep. Het dualisme in optima forma, maar wel tot schade van de VVD. Het treffendst werd het geïllustreerd toen Korthals Altes op een vraag aan Dees wanneer er met het contraseign was gewapperd, koeltjes meedeelde dat iedereen al op 17 januari (toen het kabinet het eens werd over de proeve) kon weten dat het kabinet Wessel-Tuinstra niet voor zijn rekening zou nemen. Met andere woorden, de jongeheer Nijpels (die toen nog op de terugreis was van zijn kerstvakantie) had kunnen weten hoe het kabinet er over dacht en had de zaak niet zo moeten opblazen. Aan Dees de taak het allemaal uit te leggen. VVD-Kamerlid Dees. 4 maart 1986

TELEVISIE-ACHTERAF Leerprocessen Door Henk van Gelder „Processen van cultuurvorming zijn leerprocessen. En leerprocessen duren lang", zei Jan Kassies dinsdagavond in een toegewijde aflevering van de ongelijksoortige serie Markant. „Dat is geen reden om niet direct aan te pakken, maar het is wel een reden tot een zekere bescheidenheid". Op dinsdag en woensdag vormt Nederland 2, dankzij het Nos-aanbod, al min of meer het derde net, dat de omroep in roerende eensgezindheid aan de ledenloze zendgemachtigden wil overlaten. Zoals de Nos het die twee dagen doet, zo ongeveer zou het dus worden. Het mag een heel behoorlijk vooruitzicht heten — merkwaardig dat het Nos-programma Nederland C gisteravond aan het Hilversumse plan geen aandacht schonk in een uitzending die geheel aan het derde net was gewijd. De beloofde documentaire over het voorspel tot Nederland 3 bleek slechts het excuus te zijn om nog wat aardige flarden te laten zien uit een tien dagen oude manifestatie van de Stichting het derde net, door Hans Keiler omschreven als „een redelijk wanhopige cultuurlobby". Ik mag Jan Blokker graag horen, maar het lang niet onfatsoenlijke Nos-plan voor dat derde net had niet geheel onbesproken mogen blijven. Cultuur- en besluitvorming zijn langdurige processen. Televisiebekendheid is daarentegen snel opgebouwd. In één dag heeft een aantal Friese gedeputeerden, al of niet ondertiteld, nationale roem verworven. Opeens verscheen de

132 werkplaats van de heer Wiegel in beeld en was het van belang te vernemen wat de geachte afgevaardigden te Leeuwarden te berde brachten. De pluriforme omroep dromde samen in de vergaderzaal en hield de commissaris der Koningin de microfoon voor. De race werd wat mij betreft gewonnen door Jan van Loenen van Vara's Achter hei nieuws , die de beste vragen stelde. Zeker, antwoordde Wiegel, het zou de VVD ten goede komen als hij naar Den Haag kwam. Inderdaad, bij het verzoek van Nijpels hadden „electorale overwegingen" een rol gespeeld. Tot zoveel eerlijkheid konden verslaggevers van het Nos- Journaal hem niet brengen. Maartje van Weegen deed gistermiddag nog haar uiterste best de heer Nijpels tot zo'rt uitspraak te dwingen, maar die' bleef onverstoorbaar het voor. geprogrammeerde propagandapraatje afdraaien. •Maurice de Hond wist in Achter hel Nieuws nu al dat een tijdelijk ministerschap van Wiegel geen electorale zoden aan de dijk zal zetten. De onderzoeker ontwikkelt zich steeds meer tot een orakel: hij meldt niet alleen wat het volk tegen zijn enquêteurs heeft gezegd, maar waagt zich ook al aan uitspraken over wat men in de toekomst zal zeggen. Nog even en dat dure onderzoekapparaat en al die computerberekeningen zijn niet meer nodig: Maurice de Hond kan het bij voorbaat op zijn vingers natellen. De partijpolitiek beheerste dinsdagavond zelfs een extra uitzending van het Humanistisch Verbond, dat bij zijn veertigjarig bestaat de lijsttrekkers van de grote partijen had uitgenodigd. De discussie, die had moeten gaan over de gelijkberechtiging der goddelozen, liéjj-' uit op een buitenparlementair botsing over de euthanasiewetgeving. En daarmee werd de zendtijd van het Verbond ge-' woon een extra lange Den Haatf Vandaag. Beide programma's liepen op de late avond mooi in elkaar over. Dat derde net moet er dus maar snel komen. 6 maart 1986

TELEVISIE-ACHTERAF Poëtisch Binnenhof „Ons Poëtisch Binnenhof" — heet een door Vroom & Dreesmann uitgegeven boekje, waarin 63 Nederlandse politici hun favoriete gedicht presenteren. Zes van hen mochten het zaterdagavond „Bij Koos" voordragen en bleken voor het merendeel niet verder te komen dan aforismen van twee of drie regels. Alleen Ed Nijpels, die graag iets anders zou zijn dan Veronica's favoriete jonge hond, koos een heus voorjaarsgedicht van Rutger Kopland. Door Hans Beerekamp Als de invloed van de televisie op de verkiezingsuitslag afgemeten kan worden aan het aantal aan een partij gewijde minuten, dan betekende dit weekeinde een triomf voor de VVD: Wiegels regionale standvastigheid, tegelijkertijd op alle netten in een korte, maar vele malen herhaalde verklaring, een bezadigde discussie tussen vijf heren over de toekomst van zijn partij in Het Capitool en wederom Nijpels die de meest komische gezichten trok bij het uitspreken van enkele Arabische woorden tot potentiële kiezers in een voor Aad van den Heuvels praatshow „gedane zaken" vervaardigde compilatie. Welke andere lijsttrekker had overigens bezwaren kunnen maken tegen het visualiseren van een kruisraket tijdens het debat door de leiders van de drie grote partijen aan de vooravond van de parlementsverkiezingen? Een kringgesprek bij Van den Heuvel leerde ons dat deze nieuwlichterij van de Nos ervoor zorgde dat de vetste verkiezingskluif bij een andere zendgemachtigde terecht kwam, namelijk de op dezelfde avond uitzendende NCRV, die bij monde van René Eijbersen een meer traditioneel vormgegeven discussie aan de campagneleiders beloofde. Dit alles valt natuurlijk in het niet bij de invloed van enkele minuten „Verona", het satirisch bedoelde programma dat bij de Vara nog „Pisa" heette. Zo op het eerste gezicht is de door Veronica betaalde humor iets minder ranzig geworden dan we de laatste tijd van Henk Spaan en Harry Vermeegen gewend waren. En ik moet eigenlijk vreselijk lachen om de vertolking van Ed Raket door eerstgenoemde komiek, poserend naast bekende Nederlanders en zingend in gezelschap van twaalf parelkettingen met hockeydas („Ed Raket/zegt soms plee voor toilet"). Zou zo'n op zichzelf vernietigend nummer nu voor of tegen Nijpels werken? Maurice de Hond moet daar maar eens zijn licht over laten schijnen. Op de Internationale vrouwendag ging Jef Rademakers in opdracht van Jan Nagel en Koos Postema ontbijten bij een marinevrouw in Anna Paulowna, die ernstige bezwaren koestert tegen het varen van haar man in gezelschap van vrouwelijke collega's. Vervolgens onthult De Hond dat 35 procent van de Nederlnders

133 achter haar staat. Elk land krijgt de politici die het verdient. Daarom is zo'n portret van Frankrijk aan de vooravond van de verkiezingen in VPRO's buitenlandrubriek Diogenes een verademing. De meest kleurloze Franse Kamerkandidaten, beleefd antwoordend op in belabberd Frans gestelde vraagjes, hebben meer gevoel voor poëzie dan het hele Binnenhof bij elkaar. 10 maart 1986

DE VVD MODERNISEERT! De verlate partij Stad en land heeft de politieke top van de VVD de afgelopen twee weken afgereisd. In de voetsporen van Hans Wiegel, de liberale bewindslieden en de fractieleiding volgden de mindere goden. De tomeloze reislust had tot doel de aanhang uit te leggen waarom het allemaal toch niet zo mis is gegaan als 'de pers' suggereerde. Maar was deze trektocht wel echt nodig? De partij lijkt allerminst op drift geraakt. Op plaatselijk niveau gaat men er enthousiast tegenaan alsof er niets aan de hand is. De schijnwerper op een voor Nederland nieuw type politieke partij: de VVD. I Hubert Smeets 1 IN DEN HAAG ging het niet goed met de VVD, en gaat het nog steeds niet goed met de VVD. Maar in de subcultuur van Uden heeft de partij de laatste jaren wel steeds vastere voet aan de grond gekregen. Ruim tweehonderd leden heeft de afdeling er Sinds een week. Tien dagen geleden werd op een grote openbare avond in café-restaurant Dn Vorstenburgh de tweehonderdste partijgenoot gepresenteerd in deze ooit door de KVP gedomineerde Noordbrabantse gemeente. 'Weer een lid geïncasseerd,' stelde afdelingsvoorzitter Dick van Beek, inwoner van Uden maar in het dagelijks leven topfunctionaris bij het grootste computerconcern van Amsterdam, tevreden vast. Met een bloemetje heette hij de nieuwe geestverwante welkom. Marjan Heins, een van de bijna 88.000 leden die de VVD nu herbergt, voelde zich die avond meteen thuis in het liberale milieu. Niet zozeer omdat haar verschijning — twinsetje, parels, knotje, plooirok en platte pennyshoes — zo harmonieerde met het belegen maar nog altijd opgeld doende cliché over het uiterlijk van de doorsnee liberaal, maar veeleer omdat de VVD in Uden een ambiance biedt die het zo 'leuk' maakt om aan politiek te doen. Een groot verschil met het CDA, van oudsher het establishment in Uden, en de PvdA, de partij die zelfs in eigen kring zo politiseert en polariseert. Ook in Uden vertolkt de VVD de gevoelens van de nieuwe elite die maatschappelijk niet te klagen heeft, optimistisch gestemd is over het licht dat aan het einde van de tunnel weer gloort maar nog niet beschikt over de geëigende politieke kanalen om te kunnen concurreren met de vermaledijde christen-democraten die er decennia lang alles naar hun hand hebben kunnen zetten. Wethouder en lijsttrekker Jan Coenen kon die sfeer als geen ander verwoorden. Hij mocht de 'weer geweldig gezellige avond' openen die zijn voorzitter Van Beek al had voorspeld: 'De VVD is nu een volkspartij, dat zeg ik met trots. Leven en laten leven. Onze huisstijl heeft niveau, klasse. Is chique, chic, sjiek. Je bent volkspartij of je bent het niet. Natuurlijk zitten er veel vertegenwoordigers van het militaire apparaat bij (van de vliegbasis Volkel, HS), maar ook een een accountant, een boerin, een kastelein... èn een voormalige jetvlieger. Hans, jongen, dat waren nog eens tijden!' Vier jaar is Coenen nu wethouder. Het is niet voor niets geweest. De VVD heeft in Uden geen 'stokpaardjes' bereden, niet voor 'Sinterklaas' gespeeld of 'koeien met gouden horens voorgespiegeld'. Nee, ze heeft, bijvoorbeeld als het ging om de openbare orde en veiligheid 'heel nadrukkelijk het voortouw genomen tegen dat vrouwenvredeskamp in Volkel'. Niet dat de li-| beralen in Noord-Brabant nie tolerant zouden zijn, maar hetl werd na al die jaren gewoon tijd 'paal en perk te stellen'. Wethou der Jan Coenen hield 'de ru recht' omdat het volgens hem nu] 'afgelopen moest zijn met die| flauwekul'. Geen ruzie De VVD in Den Haag kan de laatste maanden dan wel wat al te vaak in het zand te hebben gebeten, het politieke leiderschap mag dan wel door sommigen ter discussie zijn gesteld, de VVD'ers 'in het land' ervaren die opeenvolgende crises toch heel anders. Terwijl vèel andere politieke partij, vooral de linkse, hun kader steeds moeilijker vooruit kunnen branden, swingt de VVD in Uden, Echt of Ommen rustig voort op het oude vertrouwde glas bier en dixieland. Voor hen is de teloorgang van het vier jaar geleden nog stralende imago van de VVD vooral een Haagse aangelegenheid. Met honderden tegelijk

134 komen de VVD'ers en sympathisanten af op de openbare bijeenkomsten, luisteren naar de uitleg van een Nijpels, een Wiegel, een Korthals Altes, applaudiseren vervolgens voor de explicatie en sluiten daarmee de discussie. Alleen in de Randstad zijn de liberale partijgangers minder vreugdevol; daar komen de leden niet massaal naar de spreekbeurten. In Leiden bij voorbeeld wil een enkeling aan een Tweede Kamerlid als mr. Jan Kees Wiebenga nog wel een kritische vraag stellen over de beginselloosheid van de fractie rond de euthanasiewetgeving. Doorzagen, dat doet ook in deze universiteitsstad echter niemand. 'Het is eigenlijk verwonderlijk dat de leden zo reageren. Maar anderzijds: juist in moeilijke tijden hoor je de partij trouw te blijven,' heeft Wiebenga ervaren. 'Er wordt de laatste tijd wat ongelukkig geopereerd. Maar ruzie maken, dat doen we in de VVD niet,' is de verklaring daarvoor van de nieuwe voorzitter van de Leidse VVD, Erik Mackay. Vandaar dat de schuldvraag voor het verwachte verlies bij de komende raadsverkiezingen ook nog niet wordt gesteld. Klachtenlijst Op het eind van 1985 leek de lijst tragische vergissingen en miscalculaties van de partijleiding al schier eindeloos. Het begon V/i jaar geleden meteen al met de wel zeer kortstondige loopbaan van staatssecretaris Charl Schwietert die door Nijpels naar voren was geschoven om liet onstuimige karakter van zijn VVD te belichamen, een taak die — met uitzondering van minister Smit-Kroes — niet iedereen op het lijf geschreven leek. Daarop volgden een roemloze terugtocht van de fractie bij de behandeling van de Tweeverdienerswet, een publieke ruzie tussen Smit-Kroes en commissaris der Koningin Vonhoff over de spreiding van de PTT naar Groningen, een intern conflict in de fractie over de hand die de liberalen 'hun' Gijs van Aardenne ondanks het RSV-debacle boven het hoofd wilde houden, het onvermogen van de VVD om het CDA te dwingen tot trouw aan dezelfde minister van economische zaken (de 'grootste fout van de afgelopen kabinetsperiode', aldus een van de jeugdige fractieleden), een openlijke gang naar Canossa van de partijleiding toen de liberale ministers in het kabinet zich achter de weigering van de PC Hooftprijs aan Hugo Brandt Corstius bleken te hebben geschaard (een 'blrtnder'), vervolgens, alsof er iets moest worden goedgemaakt, een ongecontroleerde poging tot katharsis via staatssecretaris Henk Koning toen aan het licht kwam dat hij Avro-directeur Wibo van der Linde had geholpen bij diens belastingaangifte en tenslotte een schielijk ingetrokken voorstel om seksueel contact met minderjarigen niet a priori strafbaar te stellen. 'Het moet afgelopen zijn met het gedonderjaag. We moeten regeren,' liet Ed Nijpels in november 1984 reeds weten. Het mocht niet baten. Het jaar 1986 was koud op gang, de liberale leider was net terug van een korte vakantie of hij werd overvallen door de proeve voor een euthanasiewet die zijn eigen minister Korthals-Altes mede had opgesteld in een poging de impasse in het kabinet te doorbreken. De 'crisis' waarmee premier Lubbers dreigde als de VVD-fractie zou proberen haar eigen standpunt te realiseren, werd anderhalve maand later door Nijpels onthuld ter verdediging van de plotseling opgewelde 'extra zorgvuldigheidsronde' die hij wilde inlassen. Maar niet minder belangrijk was het verzet in eigen gelederen. Brieven van de 'kamercentrales' Limburg en Haarlem die de liberale parlementariërs dringend adviseren niet al te hard van stapel te lopen, kan men in de VVD nu eenmaal niet zonder kleerscheuren negeren. Elke VVD'er met gevoel voor verhoudingen weet dat Sjeng Derks, de satraap van Limburg, zich niet laat schofferen. De strijd om het kiezersvolk wordt in het zuiden immers op het scherpst van de snede uitgevochten. De jammerlijk mislukte poging om voorganger Hans Wiegel naar Den Haag terug te halen als minister van binnenlandse zaken was ook al een poging om de eigen achterban mild te stemmen. Officieel zei Nijpels hem gevraagd te hebben omdat er een ingewerkte bestuurder moest komen. Officieus waren er ook andere drijfveren die hem naar de telefoon deden grijpen. . Als alle voorzitters van alle kamercentrales menen de Friese commissaris van harte in de aandacht te moeten aanbevelen, dan is er wat aan de hand in de partij. Zo'n actie laat ook de echte top, het triumviraat van Nijpels-Kamminga-Zoutendijk (die voorzitter van de liberale Senaatsfractie die traditiegetrouw veel invloed heeft) niet koud. De voorlopige apotheose? Enkele strohalmen heeft de VVD nog vast. Als de architecte van het sociaal-economische kabinetsbeleid wil ze de verkiezingen in, ook al zijn de eerste uitvoerders daarvan allen CDA: Lubbers, Ruding en De Koning. Als beschermer van de rust in het onderwijs, onder het op

135

Adenauer's verkiezingsleuze lijkende motto 'Geen Experimenten', zal ze de om hun kinderen bezorgde ouders aanspreken. Maar veel meer rest er niet. Want ook op de criminaliteit heeft de VVD geen patent meer, nu niet alleen het CDA zich daarop profileert, maar ook de PvdA heeft aangekondigd Korthals-Altes als crimefighter te gaan hekelen omdat onder zijn bewind de misdaad allerminst tot staan is gebracht. Al deze 'taxatiefouten' waren niet louter incidenten. Ze zijn ten dele veroorzaakt door de wijze waarop de VVD de afgelopen jaren is geleid. De fractie heeft zich, aldus een van de leden, schuldig gemaakt aan 'opportunistische korte-termijnpolitiek'. Met de onervarenheid van de ooit tot 'jonge honden' bestempelde nieuwe lichting liberalen in de Tweede Kamer heeft dat weinig te maken. Hooguit met de mentaliteit van die jeugdige lichting, die nooit iets anders heeft gedaan dan 'doorleren voor de politiek'. Een ander punt van onvrede: er was de afgelopen vier jaar te weinig plaats voor creativiteit en generalisme. Onder voorzitter Hans Wiegel ging iedereen in de fractie nog zoveel mogelijk zijn eigen gang. Fractiecommissies om speciale onderwerpen voor te bereiden? 'Nieuwlichterij!' kon en mocht het lid mr. F. Portheine daarover toen nog zeggen. Alles werd in die jaren dat Wiegel de VVD groot maakte in de informele circuits geregeld. De partijleider zelf controleerde de verrichtingen van zijn collega's slechts achteraf. Met Nijpels als 'baas' deed het fenomeen organisatie echter zijn intrede. Uit het hoofd spreken, improviseren, dat was er niet meer bij. Voor een debat werd elk fractielid geacht zijn speech in hoofdlijnen op papier te hebben gezet en rond te sturen aan de collega's. Met journalisten mocht niet meer worden gesproken zonder medeweten en toestemming van de voorlichting. Een kwestie van 'coördinatie' zegt de een, 'centralisme en bureaucratie', bromt de ander. De laatste maanden is individueel converseren met de pers natuurlijk helemaal uit den boze. De VVD pastte zich na de eerste negatieve ervaringen weer aan het uit de tijd van Van Agt/Wiegel stammende 'monisme' aan. Het 'politiek overleg' met de bewindslieden — een ander woord voor een gesprek met een minister om een dreigend conflictje bij voorbaat uit de weg te ruimen, voor menig Kamerlid van de regeringscoalitie hét bewijs dat het parlement serieus wordt genomen — werd belangrijker gevonden dan een mooi beschouwend breder betoog. Vervolg op pagina 5 DE VVD MODERNISEERT! Vervolg van pagina 1 Maar ondanks dit conformisme bleven de 'communicatiekanalen' tussen kabinet en fractie op de kritieke momenten verstopt. Tweeverdienerswet, PC Hooftprijs, kinderseks en euthanasiewet illustreerden dat. De band tussen fractie en partij raakte niet verstoord. Maar partijvoorzitter Jan Kamminga, de laatste onbezoldigde voorzitter die de VVD zich heeft kunnen permitteren — zijn opvolger zal waarschijnlijk betaald gaan worden — moest vorig jaar wel besluiten nog even aan te blijven om de organisatie van de partij in het gareel te houden. Rapportcijfertjes Niet iedereen was het afgelopen jaar éven gelukkig met zijn organisatiedrift. Vroeger was een parlementariër eigen heer. De periodieke herverkiezing was niet echt een punt van discussie. Nu wel. In de 'verkiezingsraad' is vorig jaar harder dan ooit gelobby'd voor en door de kandidaten. Dit keer kregen alle 36 Kamerleden, na een 'evaluatiegesprek' ter voorbereiding van de kandidatenlijst voor 21 mei, zelfs een soort beoordeling van het duo Kamminga-Nijpels. Eén collega heeft dat niet willen afwachten: de Amsterdammer Huub Jacobse. Hij stelde zich niet herkiesbaar. De anderen die op de kandidatenlijst van de Tweede Kamer lager staan dan de zesentwintigste plaats, de gevarenzone, wachten liever rustig af. Als het fout gaat op 21 mei ligt er wel weer een andere baan in het verschiet of is een eigen 'consultancy-praktijk' een reëel perspectief. De VVD kent (nog) geen 'apparatsjiks' die met huid en haar zijn verbonden aan de partij. In de VVD doet het er allemaal net iets minder toe. Nijpels is en blijft in de ogen van menig liberaal buiten Den Haag gewoon dé politieke leider van de VVD. Al was het maar omdat er 'geen betere' is, zoals een partijgenoot uit Dedemsvaart het dilemma schetste. Hij was een van die bijna duizend mensen die zich afgelopen dinsdag met hun auto, variërend van een Uno tot een heuse Jaguar, naar café-restaurant De Huzen in Uden hadden begeven om te luisteren naar de Commissaris der Koningin Hans Wiegel. Prangende vragen Daar werd Wiegel ontnaald met een staande ovatie. Over de

136 jongste perikelen in de eigen partij sprak de voormalige vice-premier niet. Alleen in de pauze wilde de Friese commissaris nog wel enige kritiek laten doorklinken op zijn opvolger. Door er subtiel op te hameren dat hij pas vorige week dinsdagmorgen door Nijpels was gebeld over het ministerschap van binnenlandse zaken en dat hij dat eigenlijk eerst intern wilde regelen maar dat de fractievoorzitter het per se in het openbaar wilde spelen. Maar in de zaal kreeg hij daarover geen enkele vraag. Wat Wiegel ook had besloten, hij had kunnen rekenen op 'begrip' en 'respect'. Waarom er geen 'eerbied voor het leven' meer is, of de ambtenaren niet nog meer zouden kunnen inleveren, hoe de heer Wiegel tegen de overschotten in de landbouw aankijkt (Zijn repliek: 'de heer Van Riel heeft mij indertijd geleerd: als je vragen krijgt over landbouw, wees voorzichtig'), waarom het laatste schooltje in het dorp openbaar zou moeten zijn, of Wiegel het eens is met de douw die het Tweede-Kamerlid Joekes heeft gekregen ('als het waar zou zijn dat hij zo laag staat wegens zijn aandeel in de RSV-enquête, dan ben ik daar mordicus tegen') en wat hij vindt van Zuid-Afrika ('Zuid-Afrika? Dat is heel moeilijk. Dialoog! Zeggen dat we de apartheid niet accepteren, maar ook laten weten aan het regime dat we enigermate begrijpen met wat voor problemen het kampt'). Dat waren in Ommen de prangende vragen. Bij het standje van de Jongerenorganisatie voor vrijheid en democratie (JOVD), die zich laat voorstaan op haar onafhankelijkheid, deed een jeugdige VVD'er de commotie van de afgelopen weken lakoniek en enigszins arrogant af met de simpele constatering: 'De VVD maakt zo vlak voor de verkiezingen nu eenmaal altijd blunders.' Sommige kaderleden, zoals het gemeenteraadslid Marco Swart uit Enschede, hebben al hun kaarteQ gezet op de wervende kracht van het optimisme van Nijpels. Daarmee heeft hij vier jaar geleden ook 1,9 miljoen stemmen in de wacht weten te slepen. 'Er in blijven geloven, dat is het motto. Want de VVD is per slot van rekening enigermate een modeverschijnsel. Als je dan een losers-image aanneemt, kan je het helemaal vergeten.' Daar in Ommen werd weer eens duidelijk dat op het verstedelijkte platteland de VVD niet alleen een partij is van de burgerij, maar evenzeer van het agrarische deel der natie. De boeren, jonge ondernemers en middenstanders, die de basis hebben gelegd voor het succes van de VVD buiten de Randstad, hebben geen boodschap aan immateriële discussies. Die voelen zich aangesproken door de bread-and-butter-issues van de partij. En daarmee is tenslotte niets fout gegaan de afgelopen vier jaar. 'In het land' is de kracht van de VVD nog altijd dat ze dankzij haar ideologie van de 'terugtredende overheid' die twee hoekstenen, waar geen enkele grote politieke partij omheen kan, eenvoudig weet te verenigen. Met haar materiële visie bindt ze de massa van haar elecoraat. En haar kader is ook maar terloops geïnteresseerd in 'post-materialistische waarden'. Een groot verschil met een partij als de PvdA, een voordeel ook. De VVD is een anachronisme maar tegelijkertijd ook een modern fenomeen. 'Achterlijk' omdat de liberalen pas nu een partij op poten proberen te zetten, honderd jaar nadat de 'kleine luyden', arbeiders en katholieken daaraan begonnen. Modern omdat ze haar bestaansrecht niet slechts ontleent aan de behoefte van haar aanhangers om, tegen de stroom van de knellende verzorgingsstaat in, met behulp van de partij de emancipatie van de eigen groep na te jagen. De ruimte die de VVD de nieuwe sociale voorhoede biedt om in een 'club' gezamelijk die zo karakteristieke optimistische levenshouding te etaleren, dat is haar sterkste punt: de partij niet als 'instrument' maar als 'expressie', een trend die de Duitse politicoloog Joachim Raschke in heel West-Europa heeft waargenomen. En daarin doet de VVD zich dan voor als Nederlandse 'cultuurkritische' variant. VORMGEVING HENRY CANNON/EBBO CLERKX Enige 'kopstukken' op de VVDpartijraad vorig jaar. V.l.n.r. Winsemius, Vonhoff, De Korte Van Aardenne, en Evenhuis 15 maart 1986

Behoedzaamheid beheerst harde campagne Door J.M. Bik Commentator NRC Handelsblad Als altijd waren alle gevraagde politici gisteravond verheugd over de resultaten die hun partij bij de verkiezingen had geboekt. Winst of verlies, dat maakte in dit opzicht voor niemand

137 echt veel uit. Men kan, zoals sommige sprekers namens CDA of VVD deden, het eigen resultaat vergelijken met eerdere ongunstiger opiniepeilingen en vaststellen dat men weer in de lift zit. Menig gewipt raadslid zal dat met zeer gemengde gevoelens hebben beluisterd. Men kan ook, zoals de PvdA deed, de vergelijkbare vorige verkiezingsuitslag als maatstaf nemen voor tevredenheid. Menig nieuwgekozen raadslid zal het daar hartelijk mee eens zijn. Alleen de kiezer zal zich af en toe verbaasd afvragen of hij nu werkelijk iedereen heeft laten winnen. Toch hadden die landelijke politici, zeker die van de drie grote partijen, dit keer op hun eigen manier allemaal wel enigszins gelijk. De PvdA is onbetwist winnaar. Zij heeft zich immers, deels ten koste van de kleine linkse partijen, formidabel hersteld van de klap dje zij in 1982 bij de raadsverkiezingen kreeg, al zal zij een stemmenpercentage van circa 32 weilicht toch als licht teleurstellend ervaren na enquêtescores die al lange tijd hoger uitkwamen. Het CDA kwam na een paar jaar hard regeerwerk bijna uit op een score die volgens Lubbers c.s. min of meer de natuurlijke partij-omvang weergeeft: een derde van het electoraat. En namens de VVD bleek fractieleider Nijpels, de laatste moeizame maanden gelijkelijk geplaagd in de landelijke politiek en in opiniepeilingen, niet ontevreden over wat Lubbers ziet als de „normale" omvang van de VVD: tegen twintig procent (het was gisteren ruim 18) van de stemmen of iets als dertig Kamerzetels. De klap viel Nijpels gisteravond zichtbaar mee, al herzag hij in de loop van de avond om vermoedelijk tactische redenen zijn aanvankelijke heel opgeruimde commentaar. De bewoners van de zuidelijke provincies mogen in de campagne voor de Kamerverkiezingen op de volle aandacht van de drie grote partijen rekenen. De PvdA deed het daar in 1977 al eens heel goed onder eertijds confessionele kiezers. Ook toen, net als gisteravond, had PvdA-leider Den Uyl het over plaatsen waar zijn winnende partij vroeger slechts werd „geduld". In 1982 scoorden de thuisblijvers en Nijpels' VVD er zeer hoog. Kortom: als het ergens de moeite waard is om de kiezers in beweging te krijgen, is het daar. Er zullen de komende acht weken zodoende bovengemiddeld veel Noordnederlandse politici bij Zuidnederlandse schuttersfeesten en muziekconcoursen te zien zijn. Een zekerheidje. Grotere opkomst De uitslagen van de raadsverkiezingen geven de drie grote partijen hoop dat hun doelstellingen voor 21 mei niet kansloos zijn. De PvdA kan dan baat hebben bij de gewoonlijk grotere opkomst bij Kamerverkiezingen. En bovendien zal zij hopen dat de regeringspartijen tot dan nog net genoeg bezwarend beleid ontwikkelen om hun krappe meerderheid van gisteren te verspelen. Alleen daarin ziet de grootste regeringspartij de mogelijkheid om het CDA straks tot een andere coalitie te dwingen. Onderwerpen als mediapolitiek, euthanasie of de wet gelijke behandeling zijn wat hun eventuele afronding betreft al verdaagd tot na de verkiezingen. De zaak van de plaatsing van kruisraketten is wat Nederland betreft voorlopig nagenoeg afgerond, electoraal van minder gewicht geworden en voor de PvdA nauwelijks te hanteren zonder nog grotere risico's voor de tijd na de verkiezingen. Nu op 21 mei enkele Kamerzetels verschuiving tussen de beide rivaliserende blokken (CDA/VVD contra PvdA) beslissend kunnen zijn, zou de campagne zich zo dadelijk wel eens vooral kunnen gaan richten op de door het kabinet- Lubbersvoorgenomen herziening van het sociaal-zekerheidsstelsel en de manier waarop het rijk voor 1987 de tegenvallende aardgasbaten moet laten compenseren (en vooral: door wie, en in welke verhouding tussen burgers, bedrijfsleven en collectieve sector). Kort voor verkiezingen heeft het CDA van de eerste kwestie wat te vrezen (voor zijn „sociale gezicht"), hoe sterk de positie van Lubbers als lijsttrekkende premier overigens ook mag wezen. De VVD heeft van de tweede kwestie weinig goeds te verwachten, of zij nu dwars gaat liggen tegen lastenverzwaringen voor (ook) bedrijven en burgers dan wel die met tegenzin aanvaardt. Het zou niet verbazen als het CDA en VVD hier heel behoedzaam zullen zijn en wellicht definitieve beslissingen over beide kwesties uitstellen tot na 21 mei. Een nieuwgekozen Kamer krijgt daarover dan het laatste woord, mogelijk terwijl het CDA tijdens de kabinetsformatie in alle rust de inschikkelijkheid van kandidaat-coalitiepartners kan taxeren en vergelijken. Er komt een harde campagne aan, maar soms zal zij waarschijnlijk ongemerkt voorzichtig op de tenen worden gevoerd. Tekening Frits Müller

138

20 maart 1986

Premierschap krijgt imperiale trekjes Door H.A. van Wijnen Redacteur NRC Handelsblad De voorzitter van de Tweede kamer D. Dolman heeft geschreven dat het wekelijkse gesprek met de minister-president op de televisie tijdens de verkiezingscampagne van de politieke partijen zou moeten verdwijnen of tenminste zou moeten worden ingekrompen tot een verslag van de kabinetsbesluiten van die dag. Dolman vindt het „televisiepraatje van Lubbers" een inbreuk op het gelijkheidsbeginsel dat de verkiezingen behoort te beheersen, want het geeft de minister-president en de partij waarvan hij de lijsttrekker is een privilege dat de kandidaten van de andere partijen niet hebben. In de verkiezingstijd, aldus Dolman in zijn staatkundige rubriek in het dagblad Trouw „is een minister geen wezen van hogere orde dan andere kandidaten". Het argument van Dolman is zo steekhoudend dat het verbazing wekt dat de minder geprivilegieerde partijen (waaronder de VVD) niet veel eerder met zo'n voorstel zijn gekomen. (De Kamervoorzitter is overigens al op zijn wenken bediend, want de minister-president heeft intussen besloten in de maand mei niet meer op de vrijdagavond na het kabinetsberaad op de televisie te verschijnen). Zodra de verkiezingskaravaan in beweging komt, is het televisiegesprek met de minister-president op vrijdagavond — met of zonder de medewerking van de interviewers — een extra platform voor de verkiezingsboodschappen van de minister-president; extra zendtijd dus ook voor de partij van de premier. In normale tijden zorgt de hefboom van de kabinetseenheid er wel voor dat de minister-president namens het kabinet spreekt, maar in de verkiezingsstrijd wordt er op wat minder kabinetseenheid niet zo nauw meer gekeken. De verkiezingstijd geeft toch meestal het spiegelbeeld te zien van het oude christelijk-historische beginsel „Hoe dichter bij de kroon, hoe minder partijman". Volgens Dolman is het nu: „Hoe dichter bij de verkiezingen, hoe meer partijganger." Oorspronkelijke opzet De oud-minister van verkeer en waterstaat W. Drees heeft ooit een verdergaand voorstel gedaan. Volgens Drees kon het televisiegesprek met de ministerpresident in zijn tegenwoordige vorm beter helemaal verdwijnen, omdat het naar zijn mening ontaard was in een vertoning waarin te weinig recht werd gedaan aan de oorspronkelijke bedoeling „de burger bij de beleidsvorming te betrekken" . Het televisiegesprek wekte te veel de indruk dat het de minister-president is die in de ministerraad alles voor het zeggen heeft. Drees heeft daarover tijdens zijn ministerschap in 1972 al een nota aan het kabinet-Biesheuvel gezonden, waarin hij zijn bezwaren tegen die afwijking van het uitgangspunt (uit 1968) had samengevat. Een aantal bezwaren die Drees daarin naar voren brengt (later door hem uitgewerkt en geactualiseerd in Economische Statistische Berichten van 11 april 1984) zijn nog steeds relevant. Het bezwaar dat mededelingen over besluiten van de ministerraad het misverstand in de hand werken dat dit de essentiële fase in het wetgevingsproces is, gaat nog onverminderd op. Ook het bezwaar dat sinds er persconferenties na de vergadering van de ministerraad worden gegeven, de minister-president niet alleen besluiten presenteert, maar soms ook onbekookte mededelingen doet over onvoltooide discussies in de ministerraad, is niet zonder grond. Mededelingen in die laatste categorie leiden ertoe dat de media aan Kamerleden om reacties vragen, die op hun beurt weer uitspraken doen zonder de stukken van de ministerraad te kennen. „Zo ontstaat er buiten de vergaderdagen een rommelige discussie, zonder nauwkeurige voorstellen en zonder ontmoeting van de gesprekspartners", aldus Drees in ESB. Die losse mededelingen van de minister-president hebben intussen zoveel status gekregen dat de minister-president is uitgenodigd naar de Kamer te komen om te praten over actuele zaken, bijvoorbeeld naar aanleiding van de persconferentie na de ministerraad. Overheersende positie Het kernpunt in de bezwaren van Drees tegen de „ordeloze" persconferentie en het daaropvolgende televisiegesprek (waar journalisten in principe elke actualiteit aan de orde kunnen stellen) is de overheersende positie van de minister-president in het kabinet. „Mededelingen door de premier leiden ertoe dat velen denken dat hij alles regelt", aldus Drees. Drees vindt dat de persconferentie van de minister-president de positie van de overige ministers hinderlijk overschaduwt, maar ook een

139 zwaarder gewicht aan het premierschap toekent dan het staatsrecht toelaat. Op dit laatste punt is Drees' staatsrechtelijk purisme onmiskenbaar op gespannen voet geraakt met de ontwikkeling van de constitutionele praktijk. Vijftien jaar geleden — toen Drees minister was — was de minister-president nog de primus inter pares onder zijn ambtgenoten — zeker in de vijf-partijencoalitie van dat ogenblik. Sindsdien is de constitutionele positie van de minister-president echter sterker geworden. Den Uyl heeft aan die ontwikkeling krachtige impulsen gegeven, Van Agt heeft daar zelfs een „imperiaal" element ingebracht en Lubbers heeft die lijn — met al zijn soberheid — nog verder doorgetrokken. In het zojuist verschenen boek van de Vrij Nederland- redacteuren Joop van Tijn en Max van Weezei ( Inzake het kabinetLubbers) is een rijkdom aan bewijzen van een ontwikkelng in de richting van prime ministerial government opgetast. De schrijvers concluderen dat Lubbers „een vrijwel onbeperkte controle over zijn ministers en staatssecretarissen uitoefent".Het bezittelijk voornaamwoord zijn is zeker niet in overeenstemming met het Nederlandse staatsrecht, maar ook hier gaat het om spraakgebruik dat strookt met de feitelijke toestand. Praktisch alle door Van Tijn en Van Weezei ondervraagde ministers ( van wie de meesten een grote openhartigheid aan de dag leggen) erkennen min of meer een alleenheerschappij van Lubbers — niet alleen in zijn hoedanigheid van woordvoerder van het kabinet, maar ook als „regeringsleider". Dat is wezenlijk anders dan de constitutionele conceptie die Drees van het premierschap heeft. Minister Winsemius raakt zelfs door zoveel eerbiedigheid bevangen als het woord kabinetsbeleid valt dat hij daar geen woord over zegt, omdat dat het uitsluitende voorrecht van de minister-president is. De directeur van de Rijksvoorlichtingsdienst Van der Voet typeert met weinig preutsheid de werkelijkheid als volgt: „Als het over kruisraketten en euthanasie gaat, wil de pers van Lubbers weten wat hij daarvan vindt, en niet van Brinkman of zo. Brinkman of Korthal Altes hebben daar ook een mening over, maar die halen daar niet het nieuws mee". Alleen wijlen minister Rietkerk van binnenlandse zaken bezag de verhoudingen nog in het orthodoxe perspectief (waarmee we weer terug zijn bij Drees) en vertelde de schrijvers: „Lubbers heeft geen positie a la Mitterrand in Frankrijk. Hij heeft de neiging zich met erg veel te bemoeien, maar hij moet zich realiseren dat het in dit land niet zo is dat de minister-president alles regelt". Maar ook zijn partijgenoot Nijpels gaf — in de van hem bekende eigentijdse trant — de voorkeur eraan de feiten sterker te laten spreken dan de normen: de ministers lieten zich volgens Nijpels niet alles welgevallen, sommigen spraken ook wel eens flink van zich af, „maar uiteindelijk is Lubbers' wil toch wet". 24 april 1986

VVD-lijsttrekker Nijpels aarzelt niet: 'Met 76 zetels gaat deze coalitie door' 'Ik sta niet te trappelen om het vice-premierschap' Door Kees van der Malen en Hubert Smeets Redacteuren NRC Handelsblad Minister zijn of niet zijn, dat is de kwestie. Binnen en buiten de VVD wordt druk gespeculeerd over de kandidatuur van VVDfractievoorzitter Nijpels voor het vice-premierschap in een tweede kabinet-Lubbers. Als leider van de kleinste regeringsfractie kun je immers in het kabinet meer invloed doen gelden en is de relatie met de premier ook hechter, stelde Nijpels zelf onlangs publiekelijk vast. Geconfronteerd met zijn eerdere uitspraak nuanceert de lijsttrekker nu dat voornemen. Nee, er moet sprake zijn van een misverstand, zegt Nijpels. Hij staat niet te trappelen om vice-premier te worden. Sterker nog, zijn hart ligt bij de fractie en bovendien, zo weet hij inmiddels, een ministerschap is ook niet alles. Nijpels staat voor een dilemma: waar kan de leider van de VVD de meeste invloed uitoefenen, in de Kamer of in het kabinet? Nijpels: „Als politiek leider van de VVD word ik geacht het kabinetsbeleid te verdedigen, terwijl ik niet voortdurend in de keuken heb gezeten. Het is, ook voor het beeld naar buiten, heel wat anders of je een compromis verdedigt waarbij je zelf betrokken bent geweest of wanneer dat niet het geval is. Want als politiek aanvoerder word je verantwoordelijk gesteld voor het kabinetsbeleid, ook als je er zelf geen invloed op hebt. Je beweegt je tussen een aantal polen: Lubbers, De Vries die zaken moet doen voor de CD A- fractie, je eigen fractie en de bewindslieden. Je moet daar voortdurend tussendoor wandelen. Dat is een lastige positie." Wat geeft de doorslag bij de afweging straks? „Als

140 lijsttrekker moet je bereid zijn om het kabinet in te gaan én fractievoorzitter te worden. Mijn hart ligt bij de fractie omdat ik dat afwisselender werk vind, omdat dat, lijkt me, veel boeiender is dan het ministerschap. Het is de manier waarop je bent gebouwd. Ik heb altijd het meest genoten van het parlementaire leven. Toen ik nog geen fractievoorzitter was, had ik wat minder de kans om in de keuken van het kabinet te kijken. Nu zie ik ook de betrekkelijkheid van het ministerschap in. Ik weet nu dat ik als fractievoorzitter een boeiender bestaan heb." Mythevorming Telt niet eerder in welke positie de meeste invloed uitgeoefend kan worden? „Ja, dat is waar. Het gaat erom waar je op essentiële momenten de grootste invloed kunt uitoefenen. Als fractieleider van de kleinste regeringspartij heb je minder mogelijkheden om uit de Kamer het beleid bij te sturen. Maar de keuze tussen de twee functies valt pas na 21 mei. Ik sta absoluut niet te trappelen om in een kabinet te gaan zitten." Er zijn mensen in de partij die u de overstap hebben afgeraden? „Nee, nee, ik kan echt niet zeggen fiat het door menigeen is afgeraden. Sterker nog, ten tijde van de opvolging van Rietkerk is er door een aantal mensen gezegd: zou het niet verstandig zijn om nu in het kabinet te gaan? Dat vonden onder anderen Neelie Smit en Rudolf de Korte. Ik heb dat toen onmiddellijk afgehouden. In de fractie heb ik meteen gezegd dat er geen haar op mijn hoofd was die daarover peinsde." Er wordt gesuggereerd dat alleen al uw verhouding tot Lubbers het onmogelijk maakt toe te treden tot een tweede kabinetLubbers. „Dat is mythevorming. Dat zijn verhalen die deels zijn ingestoken door mensen die er belang bij hebben om de verhouding tussen Lubbers en Nijpels slechter af te schilderen dan die is..." Door wie? „Ik wil daar niet te specifiek over zijn. Maar ik kan me voorstellen dat mensen er belang bij hebben. De verhouding tussen Lubbers en mij is redelijk goed. In zaken waarbij Lubbers en ik, zonder bemoeienis van anderen, knopen moesten doorhakken, heeft het nooit geleid tot politieke strubbelingen. Het werd pas lastiger als je te maken kreeg met al die andere gremia." Nijpels heeft dus geen spijt van zijn besluit vier jaar geleden om als partijleider gewoon fractievoorzitter te blijven. Maar die positie buiten het kabinet bracht wel met zich mee dat het klassieke dualisme tussen parlement en regering zo nu en dan geweld moest worden aangedaan. De wakende borstbeelden van de liberale aarstvaders Thorbecke en Oud, die al sinds jaar en dag een aureool van historisch besef en traditie moeten geven aan de kamer van de fractieleider op het Binnenhof, ten spijt. Met het door hem gelanceerde begrip „strategisch monisme" heeft Nijpels zijn inmiddels versteende voorgangers in zijn werkkamer tot nu toe mild kunnen stemmen, hoewel de lijsttrekker voor het publiek graag even voordoet hoe hij soms het hoofd van Oud op zijn sokkel heeft moeten afwenden als hij vreesde te ver te gaan. Ondanks zijn positie buiten het kabinet is Nijpels tevreden over de resultaten die de VVD in de coalitie heeft geboekt. Vier jaar geleden gaf hij het kabinet- Lubbers bij zijn aantreden vier „boodschappen" mee. Er moest financieel en sociaal- economisch „orde op zaken worden gesteld". Er is na de Tweede Wereldoorlog geen kabinet geweest dat kan bogen op zulke goede resultaten als het huidige, constanteert de VVD- fractieleider. Op het vredes- en veiligheidsbeleid blikt Nijpels ook voldaan terug. „Na zeven jaar zwabberen omdat de PvdA tegen en het CDA tot op het bot verdeeld was, hebben we nu eindelijk onze normale positie in het bondgenootschap weer ingenomen." De derde en vierde boodschap die Nijpels het kabinet meegaf, zijn nog niet gehonoreerd. De bestrijding van criminaliteit en vandalisme en de ontmanteling van de bureaucratie van het overheidsapparaat vergen meer tijd dan één kabinetsperiode is gegeven. Maar de eerste aanzetten zijn gegeven, aldus Nijpels. Maar de criminaliteit is de afgelopen jaren toch allerminst afgenomen? „Criminaliteit wordt altijd in verband gebracht met dalende cijfers. Maar er moest op een aantal terreinen een enorme achterstand worden ingelopen. Korthals Altes (minister van justitie) heeft daar korte metten mee gemaakt. Hij heeft vrij fors ingegrepen, samen met Rietkerk. Er zijn zo 'n drieduizend politie-agenten aangetrokken, er komen tweeduizend cellen bij en de rechterlijke macht is met negenhonderd mensen uitgebreid. Het hele fundament is vernieuwd. Komende jaren wordt daar een nieuw gebouw op gezet. „Wat vijftien jaar lang in de samenleving fout is gegaan, mede door de verkeerde keuzes van voorgaande kabinetten, kun je niet in drie jaar herstellen. Bovendien is criminaliteit niet alleen een kwestie van geld maar ook van mentaliteitsverandering, niet alleen bij de burgers maar ook bij de overheid." Verantwoordelijkheid Heeft die mentaliteit, de

141 teloorgang van de sociale controle, niet iets te maken met dezelfde individualisering van de samenleving waaraan juist de VVD haar succes te danken heeft? „Ik bestrijd dat dat komt door de individualisering. De criminaliteit is zo gegroeid omdat we de overheid zo'n belangrijke rol hebben laten spelen: die professionalisering van het prachtige net van zorgzame instellingen dat we hebben opgebouwd. De mensen van wieg tot graf begeleiden. Daardoor was het helemaal niet meer nodig dat mensen zich ook met elkaar bezig hielden. Die professionalisering is voor een belangrijk deel verantwoordelijk voor de verkilling en verschraling van de samenleving." Het kabinet heeft, aldus Nijpels, reeds drastisch ingegrepen in de onbeweeglijkheid van het ambtelijke apparaat, vooral door de nadruk die is gelegd op deregulering. Hij vindt het „zorgelijk dat het CDA achterblijft in de strijd tegen bureaucratie en ambtelijke rompslomp." Het CDA heeft gewoon geen zin in eigen vlees te snijden. „Weet je waarom het CDA er problemen mee heeft? Omdat het een oneigenlijke koppeling heeft gelegd tussen de uitkeringen en de ambtenarensalarissen. Het CDA houdt de ambtenarensalarissen in een ijzeren klem. Daar is de VVD altijd tegen geweest. Ambtenaren zijn mensen die een arbeidsprestatie leveren. Dan past het niet om ze op dezelfde manier te behandelen als mensen die een uitkering hebben. Het kan toch nooit bedoeling zijn dat ambtenaren als 't ware de gegijzelden worden van de uitkeringsgerechtigden? Je ziet nu overigens dat zowel Lubbers als De Koning zich langzamerhand wat los maakt van die koppeling." Maar noemt u dan eens aantallen. Hoeveel ambtenaren moeten er verdwijnen? „Ik geloof niet dat het goed is om getallen te noemen. Dat bewaar ik tot de formatie. Bij de overheid is het natuurlijk verloop zo'n vijf a zes procent. Dat betekent dat er jaarlijks zo'n 35.000 ambtenaren op natuurlijke wijze vertrekken. Kortom, de ruimte is er. Maar dat betekent wel dat het salarisbeleid zoveel mogelijk moet aansluiten bij het bedrijfsleven. Het huidige leidt tot niet te rechtvaardigen verschillen en tot het weglopen van de kwalitatief betere ambtenaren. Kijk maar eens naar de ministeries van financiën en economische zaken. Zou het geen goed idee zijn om als aanzet de ambtelijke salarisschalen vanaf directeursniveau af te schaffen? Laat de departementen zelf bepalen of ze vier dan wel twee directeuren-generaal willen hebben. Als ze er vier willen, wordt de spoeling gewoon dunner. Als ze er twee willen, kunnen ze die meer betalen. Vanaf de top kun je dan naar de lagere rangen. Zo kun je de starheid in het salarisbeleid van de overheid doorbreken." Verzekeringspolis Niet alleen de ambtenarensalarissen zullen bij de komende kabinetsformatie een moeilijk gespreksonderwerp zijn. Het karakter van het gehele regeerakkoord dat de VVD na 21 mei met het CDA wil sluiten, staat ter discussie. Want de liberalen willen ook voor de komende vier jaar zeer strikte afspraken maken met de christen- democraten. De ondubbelzinnigheid van het huidige regeerakkoord is Nijpels goed bevallen. Want Nijpels mag dan wel geen wantrouwen meer koesteren jegens het CDA, blind vertrouwen heeft hij aan vier jaar samenwerking ook niet overgehouden. „Alles wat niet in het regeerakkoord wordt geregeld, kun je gevoegelijk op je buik schrijven. In de nieuwe kabinetsperiode gaat het regeerakkoord een nog belangrijker rol spelen dan de afgelopen vier jaar. Waarom? Komende periode is de helft minder ombuigingen nodig dan afgelopen vier jaar. Als je minder ombuigt, wordt de strijd om de extra middelen heftiger." Waarom wilt u het CDA aan de ketting leggen? „Laten we wel wezen. Het is nu eenmaal de natuurlijke neiging van het CDA om in de Tweede Kamer in de richting van de PvdA te kijken. Dat is afgelopen jaren wat minder geworden. Maar je weet niet hoe dat in de nieuwe CDA-fractie zal uitpakken. Voor de kleinste coalitiepartner is een strak regeerakkoord een soort verzekeringspolis. Als je tijdens de lopende regeerperiode afspraken moet maken, zal de VVD heel dikwijls het onderspit delven. De wet Gelijke behandeling werd in 1982 met één zin afgedaan: er zal ernstig rekening worden gehouden met de maatschappelijke kritiek. Punt. Gefeliciteerd ermee. In de discussie daarover in het kabinet kwamen we daar niet mee uit de voeten." Hoeveel zetels heeft u nodig om met het CDA weer een coalitie aan te gaan? „Bij 76 zetels hebben we een meerderheid. Dat betekent: doorgaan met dit kabinet. Daar hoef ik geen seconde over na te denken. Als deze coalitie geen meerderheid haalt, komt een kabinet van CDA en PvdA levensgroot op Nederland en zijn burgers af. Minderheidsvarianten zijn van later orde. Het is nooit nooit in de politiek, maar ik denk niet

142 dat het goed is dat Nederland wordt geregeerd door een minderheidskabinet." Dit kabinet heeft volgens u VVD-beleid uitgevoerd. De patiënt mag dan wel aan de beterende hand zijn. de arts lijkt er niettemin een beetje aan onderdoor te gaan. Trekt u daar persoonlijke consequenties uit? „Zo gaat het met medici: ze krijgen niet altijd de goede beloning. We hebben ons in 1982 heel goed gerealiseerd dat het een hele toer zou worden om die tien zetels winst vast te houden. We wisten dat er een hoop lucht zat tussen de zetels die we toen binnenhaalden. Ik was toen voor het eerst lijsttrekker en dan trek je altijd een aantal zwevende kiezers. Ik ga ervan uit dat deze coalitie een meerderheid haalt en dat de onderlinge krachtsverhouding niet te veel vershuift. Dat zou niet goed zijn voor de stabiliteit van het kabinet." Schone lei Over het karakter en de inhoud van het regeerakkoord van een toekomstige coalitie is Nijpels duidelijk en openhartig. Over zijn eigen positie is hij al wat voorzichten Over de samenstelling van het VVD-smaldeel is hij helemaal terughoudend. Als onderhandelaar wordt het voor hem op één punt straks wel gemakkelijker, wil hij slechts kwijt. „Voor de kabinetsformatie van '82 waren er geen keiharde beloften gedaan maar bij sommigen wel verwachtingen gewekt. Toen ik aantrad als fractievoorzitter werd ik daarmee geconfronteerd. Wij hebben nu in de partijtop, met de bewindslieden en de fracties, afgesproken dat niemand bij voorbaat iets kan claimen. Dat betekent dus een grotere vrijheid bij de keuze van personen. Niet dat je allerlei mensen opzij kan gaan schuiven, maar we beginnen nu wel met een schonere lei." De politieke loopbaan van Nijpels kende de afgelopen vier jaar scherpe curves. In 1982 als debuterend lijsttrekker boekte hij voor de VVD tien zetels winst. De formatie verliep succesvol, de eerste helft van de kabinetsperiode eveneens. Daarna werd het minder door een reeks conflicten en affaires. Nu staat de VVD op verlies en lijkt Nijpels aan aantrekkingskracht te hebben ingeboet. Is er sprake van slijtage? „Nee, dat niet. Maar als je voor de eerste keer lijsttrekker bent heb je een grote aantrekkingskracht op de zwevende kiezer. Als je drie, vier jaar in de politiek hebt gezeten, heb je geen onbezoedeld blazoen meer. Je bent dan voor de kiezers een deel van de gevestigde orde geworden. Bovendien straalt er van de problemen van een partij altijd iets op de politieke aanvoerder af, ook al ben je daar zelf niet bij betrokken." Nooit gedacht aan opstappen? „Het was af en toe niet makkelijk. Ons is werkelijk niets bespaard gebleven. De pech die wij hadden, voor een belangrijk deel buiten onze schuld, dat houdt je niet voor mogelijk. Het geloof in de partij, dat enthouasiame van al die mensen die sjouwen tot de tong op hun schoenen hangt, heeft me steeds op de been gehouden. Lubbers vroeg me laatst, toen we in het Torentje zaten, hoe ik zo opgewekt kon blijven. Maar ik beschik godzijdank over een opgewekte natuur. Anders had ik het de afgelopen jaren niet volgehouden." Was u misschien toch niet te jong om de leiding van de VVD op u te nemen? Uw leeftijdgenoot Brinkman verging het, als minister, ook niet al te best. Nijpels gaal niet direct op de vraag in. Hij ziet eerder een andere parallel. Hij heeft geen grijze haren gekregen van het fractievoorzitterschap. Maar een ministerschap, ontdekte hij, dat tekent een politicus pas echt. „Ik vind het beangstigend om, als ik op het departement van economische zaken kom, de portretten van oudministers als Den Uyl en Lubbers te zien. Wat zijn die mensen snel oud geworden!" Dit is het derde interview in een serie met de lijsttrekkers van de vier grootste politieke partijen. De vraaggesprekken met premier Lubbers en D66-leider Van Mierlo verschenen 26 en 29 april op deze pagina. Nijpels: 'Wat niet in het regeerakkoord wordt geregeld, kun je gevoeglijk op je buik schrijven' (Foto NRC Handelsblad/ Vincent Mentzel) 1 mei 1986

Lijsttrekker Den Uyl als PvdA zitting zou nemen in een nieuw kabinet: Lubbers mag meedoen op Buitenlandse Zaken Door Mark Kranenburg en Kees van der Malen Redacteuren NRC Handelsblad De redelijkheid van de Partij van de Arbeid kent geen grenzen. Premier Lubbers mag dan wel bij een forse verkiezingsoverwinning van de PvdA niet met Den Uyl in één kabinet willen, wat de PvdA betreft is de lijsttrekker van het CDA hartelijk welkom in een nieuw kabinet met de Partij van de Arbeid. Nee, niet als premier, maar bijvoorbeeld als minister van buitenlandse zaken. Dat is tenslotte in het buitenland wel vaker vertoond. De offerte is

143 afkomstig van PvdA-leider Den Uyl, zij het in diens door de verkiezingen gedomineerde rol van lijsttrekker. Vorige week verklaarde de CDAlijstrekker in deze krant dat hij „een kopje kleiner" is als de PvdA bij de komende Kamerverkiezingen 60 zetels behaalt. Lubbers laat het regeren dan over aan de Partij van de Arbeid en zal zijn oude positie in de Kamer weer innemen. Van regeren met de PvdA is, wat hem persoonlijk betreft, geen sprake. In twee, door grote haast gedomineerde, gesprekken geeft de PvdA-lijsttrekker zijn visie op de politieke situatie van dit moment, de verwachtingen voor de verkiezingen en de mogelijheden bij de formatie. De eerste keer is hij zeer vermoeid na een weekeinde met de start van de verkiezingscampagne en een zondagavonden nacht cultuur aan huis in Buitenveldert. Maar geen nood verzekert hij: „Ik zie ook kans te praten als ik slaap en kan dan zeer helder zijn." Bij het tweede gesprek, een dag later, wordt hij volop in beslag genomen door verklaringen over de reactor-ramp in Tsjernobyl en een spreekbeurt in Tilburg. Als altijd zijn de bezigheden te veelomvattend en is de tijd te kort. Wat vindt u van de uitspraak van Lubbers dat hij en kopje kleiner is als de PvdA 60 zetels haalt? „Ik vind het een erg angsthazerige reactie. Het betekent dat Lubbers pas opstapt als de PvdA dertien zetels wint, iets dat nog nooit vertoond is in de Nederlandse parlementaire geschiedenis. Lubbers moet al reden hebben zich een kopje kleiner te voelen als de PvdA acht a negen zetels wint." Hoeveel zetels heeft de PvdA nodig om te kunnen regeren? „Nou, ik heb altijd gezegd dat het van belang is dat CDA en VVD de meerderheid verliezen. En hoogstwaarschijnlijk heeft de Partij van de Arbeid 57 a 58 zetels nodig om die situatie te bereiken. Voor Lubbers geldt ongetwijfeld dat hij de neiging zal hebben door te gaan als CDA en VVD samen niet meer dan 76 zetels halen." Nijpels zegt het hardop: bij 76 zetels gaan we verder. Lubbers is voorlopig nog terughoudend. „Dat begrijp ik wel. Hij wil natuurlijk niet helemaal op één lijn met Nijpels komen te zitten, dat vindt hij natuurlijk niet aangenaam. Maar het is wel de hele ontwikkeling in zijn partij. Door de Bukmannen wordt hij toch een kant opgedreven waardoor hij weinig ruimte meer over heeft. Ik denk dat die al lang hebben uitgemaakt: als we 76 zetels hebben, dan regeren we door. Het moet voor Lubbers een nachtmerrie zijn met Nijpels als vice-premier te regeren. Dat is toch afschuwelijk voor die man. En hij weet ook dat doorgaan met Nijpels het CDA heel ver wegbrengt van de arbeidersvleugel, de vakbeweging en van het sociale gezicht." Twee concepties „Kijk, er zijn twee concepties. Je hebt de conceptie van de tweedeling: de PvdA op links en CDA met VVD op rechts. Dat kan natuurlijk nooit de conceptie zijn van een man als Lubbers, die van dicht van de PPR vandaan komt, in het kabinet-Den Uyl heeft gezeten, en dus de behoefte moet hebben aan een ander soort CDA. Een CDA dan ten minste net zo goed met de Partij van de Arbeid zou kunnen samenwerken." Bestaat het CDA zoals u het schetst nog wel? „Nee, eigenlijk niet. Dat is een beetje de tragiek van Lubbers: dat het CDA, zoals hij het zou willen, onder z'n handen wegglipt. Hij is heel machtig in het CDA, maar ziet geen kans de partij die kant op te sturen waar hij een toekomst voor haar ziet. Het CDA wordt in beslag genomen door de rechtervleugel, opgeëist, geclaimd, genaast. Er is nauwelijks meer sprake van de linkervleugel van weleer. En dat ziet Lubbers met lede ogen aan, maar hij kan het tij niet keren." Maar hij wil toch ook niet samen met de PvdA in een kabinet? „Ik vind dat een beetje de reactie van het verwende kind. Het CDA mag wel met de Partij van de Arbeid, natuurlijk, maar Lubbers zal daar geen deel van uitmaken. Nou, ik vind dat niet zo'n sterke positie." Lubbers noemt dat zelf een kwestie van zindelijkheid. Hij wil ook de situatie voorkomen dat hij als oud-premier in een volgend kabinet vanaf de zijlijn waakhond van de minister-president gaat spelen. „Nou, als hij dat vindt, moet hij het niet doen. Het hoeft natuurlijk niet. Maar er zijn wel mogelijkheden. Er is een zekere tradititie, kijk maar naar België, dat een oud-premier ook minister van buitenlandse zaken kan worden. We hebben het gezien met Harmei, later met Eyskens en nu met Tindemans." Wat maakt het gemakkelijk voor een gewezen premier minister van buitenlandse zaken te zijn. Het feit dat hij er vaak niet is? „Nee, het is vooral een statusaffaire. Een premier die minister van buitenlandse zaken wordt, dat komt herhaaldelijk voor. Een premier die later minister van sociale zaken wordt, dat is uitzonderlijk." De PvdA wil ondanks grote bezwaren tegen het CDA toch met deze partij samenwerken. U speculeert in feite op de

144 tweeslachtigheid van het CDA, die de PvdA steeds bestrijdt? „Wij begrijpen heel best dat het CDA niet vanwege onze blauwe ogen met de PvdA zal gaan regeren. Het is voor het CDA een afweging. Vier jaar verder met Nijpels betekent voor het CDA vrij definitief een keuze voor een rechtse partij die de tweedeling in de hand werkt." Maar voor een switch moet het CDA wel andere bewindslieden leveren. Of accepteert de PvdA mensen als Ruding en De Graaf? „We hebben ons aangewend en aangeleerd om niet van te voren al personen te gaan wraken. Het ligt voor de hand dat als er een PvdA-CD A-kabinet tot stand komt, er ook wat ander personeel opdraaft. Maar dat moet het CDA eerst zelf weten. Dat gaan wij niet dwingend voorschrijven." Raketten Je hoort er weinig meer over van PvdA-zijde. Maar er ligt natuurlijk nog een levensgroot obstakel op de weg naar een PvdA-CDA kabinet. En dat is de plaatsing van de kruisraketten. Hoe staat het er nu mee? Partijvoorzitter Van den Berg zegt dat de raketten bij een regering met de PvdA het land niet in komen, maar Den Uyl wijst op het reeds over de plaatsing gesloten verdrag met de Verenigde Staten. „Kijk als feit erkennen we het verdrag. We beschouwen het niet als een vodje papier. Maar het is natuurlijk dwaas om te denken dat, als wij fors winnen bij de verkiezingen, de Verenigde staten het standpunt van de PvdA kan negeren. Ik ga niet speculeren hoe dat precies loopt. In ieder geval verwacht ik niet dat de Verenigde Staten een goede bondgenoot wil frustreren. Zien de Verenigde Staten Nederland dan als een goede bondgenoot? „Zeker, we hebben een goede inbreng in de defensie van het Westen. Op allerlei manieren zijn wij een factor van betekenis, bijvoorbeeld strategisch. Er is geen enkele reden om met het koppie omlaag met de Amerikanen te spreken of te onderhandelen. Integendeel we hebben een vitale rol te vervullen binnen het bondgenootschap. Met de PvdA in de regering doen we dat." De PvdA staat te trappelen om te regeren. Dat betekent ook vertrouwen zien te krijgen bij ondernemend Nederland. Niet het bedrijfsleven verguizen, maar met ze praten. Ten behoeve van het rapport 'Werk maken' bezocht de partijtop een reeks van bedrijven. Voorzitter Van den Berg sprak enkele weken geleden bij de presentatie van het werkstuk zelfs van „het afleggen van een proeve van bekwaamheid". Hij leek hiermee bijna te suggereren dat de PvdA op dit terrein voordien geheel onbekwaam was. Volgens Den Uyl een groot misverstand: „Nieuw is niet de de lijn die in het rapport wordt getrokken, misschien wat accenten, maar nieuw is wel dat zo'n forse tournee is gemaakt langs ondernemingen. Er is een andere toonzetting waar het de benadering van de ondernemerswereld betreft." Een andere toon, maar desondanks blijven ondernemers afhoudend reageren. „Inderdaad, werkgeversorganisaties zoals het VNO en NCW reageren nog wat stijfjes op onze plannen. In de trant van: er kan nooit iets goeds uit komen. Dat komt ook door hun traditionele instelling. Ze hebben het gevoel dat ze in een strijdpositie zitten. Maar van de kant van individuele ondernemers is dat veel minder. Iemand als Rauwenhoff van Philips, daar hebben we herhaaldelijk contact mee. Ik zou zeker niet de suggestie willen wekken dat we op één lijn zitten, dat is onzin. Er blijven verschillen, maar ondernemers betrachten toch een grotere openheid naar de PvdA. En er is ook meer openheid van onze kant." De andere toonzetting in het PvdA-programma was dus blijkbaar wel nodig? „Ja, dat vind ik wel. In 1981 lag in ons programma de nadruk nog sterk op planning en sturing, verwikkeld in nieuwe structuren. Daar bestaat een zekere allergie tegen. Of dat helemaal gemotiveerd is, laat ik nu maar in het midden. Ik heb geen behoefte om de registers van die discussie open te trekken. Maar het zijn juist deze structuren die de crisis van 1980—1982 niet hebben overleefd. Het feit dat de invloed van de internationale economie op ons land heel groot is, dat wisten we, maar het is dubbel gebleken tijdens de crisisperiode. De ontwikkeling van de wereldhandel is in hoge mate beslissend voor wat Nederland kan doen. De chaos in de wereldeconomie is in velerlei opzicht veel meer de moeite van. het bestrijden waard dan wat zich in Nederland voltrekt. De strijd tussen overheid en marktmechanisme wordt niet primair in Nederland gevoerd." Dood stuk beleid Toch blijft er, ook in Nederland, een flinke taak voor de overheid weggelegd. Daarvan is Den Uyl overtuigd. Een actieve minister van economische zaken wordt volgens hem node gemist. „Van Aardenne is natuurlijk politiek dood. Het wachten is op een nieuwe minister die het structuurbeleid met enig elan gaat oppakken. Er is een geweldige behoefte aan iemand die een verbinding legt tussen technologie en de volstrekt noodzakelijke

145 veranderingen van de Nederlandse industrie en economie. En die dit weet te verbinden met het nog resterende subsidiebeleid. Nu hinken we hopeloos achterop. Van Aardenne is zeker geen man die in het verleden alles verkeerd heeft gedaan. Maar de meest noodlottige beslissing die het kabinet genomen heeft, is het laten aanblijven van Van Aardenne. Daardoor is een volstrekt dood stuk beleid ontstaan. Een actieve minister van economische zaken zou voorkomen hebben dat werkgevers contracten afsluiten buiten FNV en CNV om." Maar dat is toch geen taak voor de minister van economische zaken? „Nou, die speelt een grote rol! De werkgevers hebben normaal een sterke band met de minister van economische zaken. Ze worden door hem toegesproken en in de hand gehouden. Hij is hun vertrouwensman. Neem nu Philips. Normaal gesproken had een VVD-minister daar bovenop gezeten en gezegd: even uitkijken, wat hier gaat gebeuren kan ons lelijk opbreken. Nederland is nu het enige land in West-Europa dat met zeer ernstige stakingsacties zit. Dat komt door het doodvallen van het sociaal-economisch beleid en van het overlegklimaat. „Het kabinet is echt terecht gekomen in een fase van niet meer beslissen. Het is haast een beetje tragisch om te zien hoe het naar zijn eind gaat: struikelend, strompelend, uitgeregeerd. Van het voorzitterschap van de Europese Gemeenschap is toch ontzettend weinig gemaakt? Van den Broek is technisch heel bekwaam en intelligent, maar ook wel heel verkrampt. Hij brengt niet echt iets over. Je ziet ook Lubbers het antwoord zoeken. Hoe komt dat nou? De werkloosheid daalt iets, de economie gaat beter en niettemin blijft de coalitie maar zetels verliezen. Moet je nagaan wat de beeldvorming van het kabinet is." De PvdA-lijsttrekker heeft eerder verklaard dat de verkiezingen beslist zullen worden op het punt van de sociale zekerheid. De andere partijen hebben die boodschap goed begrepen. CDAstaatssecretaris De Graaf (sociale zaken) en CPN-fractievoorzitster Brouwer legden de afgelopen weken in de Tweede Kamer tijdens de debatten over de sociale zekerheid een opmerkelijke eensgezindheid aan de dag bij hun aanvallen op de PvdA. Als de PvdA van mening is dat het kabinet de afgelopen jaren op het terrein van de uitkeringen een afbraakbeleid heeft gevoerd, waarom garandeert deze partij dan niet dat alle maatregelen direct weer worden teruggedraaid als zij aan de macht komt? „Dat is niet doenlijk," zegt Den Uyl. „Je zit in een situatie waarbij je voorzichtig moet zijn met een stijging van de arbeidskosten, dus ook met een verhoging van de premies. Je kunt best een lijn uitzetten om de uitkeringen te verhogen van 70 naar 75 procent, maar niet van de ene op de andere dag. Geen harde garantie. Het is onze inzet. We willen er toe komen, maar het kan blijken dat als de economische groei zakt, of niet boven een bepaald percentage uitkomt, je toch weer in de problemen komt." Te snel Daarmee zit U op dezelfde lijn als Lubbers. Die zegt ook: de beste garantie voor sociale zekerheid is economische groei. „Dat is mij net iets té snel geconcludeerd. Natuurlijk, er is geen enkel stelsel te handhaven zonder groei van de arbeidsproduktiviteit. Maar ik doe niet mee aan de redenering van: eerst verlagen we de uitkeringen om de economie weer te laten groeien, dan verhogen we de lonen behoorlijk en misschien kan er later dan ook weer wat gebeuren met de sociale uitkeringen. De PvdA wil de koppeling tussen lonen en uitkeringen herstellen. Lubbers wil daarvan niet horen. Daar liggen de verschillen en die zijn heel reëel!" Lubbers bagatelliseert als hij zegt dat op dit punt de verschillen met de PvdA niet zo groot zijn? „Heel sterk. En met opzet. Er doemt toch een heel ander beeld van de samenleving op. Je ziet het nu al binnen de marktsector waar de verschillen weer vergroot worden. Accountants willen niet meer voor minder dan twee ton aan de slag. Na de marktsector volgen de ambtenaren en dan krijg je, althans in de VVD-filosofie, de uitkeringsgerechtigden die weer moeten achterblijven bij de ambtenaren. Die tegenstelling loopt er en de vraag is: wil je dat? Het CDA heeft dat gewild. En nu probeert het CDA in deze verkiezingstijd wel het sociale gezicht terug te vinden of terug te winnen, maar de maatregelen en de filosofie zijn jarenlang geweest: de inkomensverschillen moeten groter." Met wie krijgen andere partijen aan de onderhandelingstafel te maken, met U of met Kok? Den Uyl aarzelt even. „Uh, in eerste aanleg met Den Uyl. Welke vorm dat aanneemt zal nog moeten blijken. Dat ligt voor de hand. Na de verkiezingen ben ik zowel eerste woordvoerder als eerste onderhandelaar voor de PvdA. En de rest, vroeger of later moeten we dat allemaal maar zien." Vroeger sprak Den Uyl nauwelijks over een mogelijke opvolger. Nu die er in de persoon van Kok is, geldt de

146 terughoudendheid alleen nog voor het moment van opvolging. Voor alle zekerheid toch nog maar even geprobeerd. Eigenlijk loopt Kok loopt zich warm voor 1990? „Dat is een formulering die ik niet gebruik. Het is heel sterk afhankelijk van de verkiezingsuitslag, of de PvdA in het kabinet komt. Maar het kan ook betekenen dat het tot 1990 doorloopt. Dat is nu niet te zeggen." Den Uyl móet weg, vindt het zo wel voldoende en wil eigenlijk vertrekken. Nog één laatste vraag. Hoe doet Kok het? Even gaat de PvdA-lijsttrekker er nog voor zitten. Als het om de opvolger gaat telt tenslotte ieder woord. Den Uyl: „Ik vind dat Kok het prima doet, net zoals ik verwacht had. Er stond ergens: Den Uyl staat op het affiche alsof hij het jarenlang heeft voorbereid en bedacht. Nou dat is misschien wel exact het geval." Dit is het laatste deel van een reeks interviews met de lijsttrekkers van de vier grootste politieke partijen. De vorige afleveringen (met resp. Lubbers, Van Mierlo en Nijpels) verschenen afgelopen zaterdag, dinsdag en donderdag op deze pagina. Den Uyl: 'Hoe komt dat nou, de economie gaat beter en de coalitie blijft zetels verliezen' (Foto NRC Handelsblad/ Vincent Mentzel) 3 mei 1986

Veel voorkeurstemmen op 21 mei voor Kok, De Korte en Joekes Door J. Stapel Toen duidelijk werd dat de Partij van de Arbeid in wezen met twee lijsttrekkers op pad ging werd het interessant om na te gaan of dat ook tot voorkeurstemmen voor de zogeheten „lijstduwer" zou voeren. En of het niet stemmen op nummer één überhaupt veel voorkomt. Daarom vroeg het NIPO in een recente enquête: „Op het stembiljet staan onder iedere politieke partij een lange rij namen. De lijsttrekker staat nummer één. Sommige kiezers maken echter het hokje voor een andere naam lager op de lijst rood. Heeft u dat wel eens gedaan?" Dat de heer Luns destijds menige KVP-stemmer tot een hokje önder nummer één verleidde was bekend. Dat nu 45% van alle stemgerechtigde ondervraagden opgaven zoiets wel eens gedaan te hebben was een verrassing. Het komt overigens bij gemeenteraadsverkiezingen het meeste voor. Dan komt men op de lijsten kennelijk menigmaal vrienden of kennissen tegen. Na die inleidende vraag werd verder gegaan met: „Bij welke naam gaat u het hokje rood maken op 21 mei?" (De enquêteurs en enquêtrices werden met nadruk geïnstrueerd om hierbij geen namen te noemen). En jawel: van alle respondenten die al eerder hun voorkeur voor de PvdA uitspraken meldden nu een op de vijf dat zij het hokje bij Wim Kok gaan invullen. Andere PvdA-namen werden ook genoemd, waaronder ook die van waar dan vergeefs naar gezocht zal worden. Den Uyl kreeg wel de meeste stemmen van de PvdA-achterban, maar toch nog geen 60%. Bij de CDA-kiezers ligt dat anders. Lubbers wordt prompt door meer dan 80% hunner genoemd. Onder de D66-stemmers is het bijna uitsluitend Van Mierlo. De VVD doet het zonder officiële lijstduwers. Maar Nijpels doet het onder zijn aanhang niet veel beter dan Den Uyl bij de PvdA-kiezers. Veel VVD- kiezers noemen De Korte, mevr. Smit-Kroes en Joekes. Terwijl alle enquêtes er al op wijzen dat de opkomst op 21 mei groot zal zijn begint het er ook op te lijken dat er ongewoon veel voorkeurstemmen zullen worden uitgebracht. Kennelijk voeren de massamedia tot meer persoonsgebonden keuzen. De zichtbaarheidsfrequenties spelen daarbij ongetwijfeld een rol. En uiteraard hoe men op televisie en radio overkomt. Een ander stuk recent NIPOonderzoek wijst duidelijk in die richting. Daarbij worden een aantal namen voorgelegd en vervolgens gevraagd. „Sommige van deze namen staan straks laag op de partijlijsten. Is er iemand of zijn er mensen bij waarvan u vindt dat die toch beslist moeten terugkomen in de 2e Kamer? Wie? Buiten de lijsttrekkers scoorden de voorzitter en een der vice-voorzitters van de RSV-Enquête-commissie het hoogst: De andere niet-lijsttrekkers bleven onder de vijf procent. Wim Kok stond niet geheel terecht ook op deze lijst. Hij komt wel niet „terug", maar werd wel door meer dan dertig procent van alle PvdA-stemmers genoemd. Na 21 mei zou nauwkeurige analyse van de stemmen per kandidaat wel eens een nuttige oefening voor menige propaganda-afdeling kunnen zijn. Eén van hen die spontaan genoemd werd en volgens velen in de nieuwe Tweede Kamer niet zou mogen ontbreken heeft de

147 voorkeurstemmen dringend nodig om op zo'n ongemakkelijk groen bankje te kunnen blijven zitten. Kansloos lijkt Joekes zeker niet. De auteur is mede-oprichter van het NIPO en president van de Gallup International Association. Beslist terug in de Kamer moeten, volgens: Alle PvdACDA VVD ondervr. stemmers stemmers stemmers % % % % Joekes 12 13 12 20 Van Dijk 10 8 19 10 De Vries 8 1 23 12 De Korte 6 2 11 18 17 mei 1986

Opiniepeilingen: invloed campagne wordt overschat De verkiezingsdag is een geschikt moment om te bekijken hoe de MJorkeur van de kiezers in de loop van vier jaar is veranderd. Onderstaande analyse kwam tot stand met medewerking van dr. G. van der Eijck van de Universiteit van Amsterdam. Door onze redacteur PIETER MAESSEN DEN HAAG, 21 mei — De uitslag van de verkiezingen van vandaag is niet tijdens de campagne van de laatste weken bepaald, maar voornamelijk door ontwikkelingen in 1983 en 1985. Als CDA en VVD toch de meerderheid kunnen behouden, komt dat doordat het CDA erin is geslaagd net genoeg niet-kerkelijke kiezers te trekken. De eerste belangrijke verschuiving in de kiezersaanhang ten opzichte van de uitslag van 1982 vond plaats in oktober 1983. De PvdA groeide toen enkele procenten (elk procent is anderhalve Kamerzetel) van boven de 30 procent naar boven de 35 procent. Dat gebeurde in de weken nadat ™st kabinet zijn eerste „eigen" begroting had ingediend: de uitkeringen en ambtenarensalarissen w erden met drie procent gekort. Er werd een begin gemaakt met de stelselherziening sociale zekerheid. Begin 1985 had de PvdA zelfs een aanhang van veertig procent, maar dat is een tijdelijk succes geweest. De uitslag die de PvdA vandaag haalt ligt op het niveau dat zij in 1983 heeft bereikt en daarna niet meer heeft verlaten. De D66-aanhang is de afgelopen jaren zeer eenduidig geweest in haar gedrag. Zolang Van Mierlo in de partij geen rol speelde was de aanhang onder de kiezers niet meer dan een procent of twee, drie. Vanaf 15 juni 1985, de dag dat Van Mierlo bekend maakte de lijst te zullen trekken, veranderde dit in 4 a 5 procent. Pas de laatste weken is er nog verdere groei. Ook de aanhang van de VVD is zeer consequent: ze wordt in de loop van de periode heel geleidelijk kleiner. Echt verontrustend is dat voor de VVD niet, want de aanhang ligt vandaag op precies hetzelfde niveau als bij de verkiezingen van 1981. De enorme winst, die de VVD in 1982 maakte na het debacle van het kabinet-Van Agt 2, met bovendien een nog onbesproken lijsttrekker Nijpels, is zij langzaam kwijt geraakt. Terwijl de VVD doorging met verliezen, wist het CDA vanaf medio 1985 zijn daling om te buigen in een stijging. Van een niveau van 25 procent werd 30 procent bereikt. De groei van het CDA in de tweede helft van 1985 gaat gelijk op met snel stijgend vertrouwen van de burgers in economisch herstel, zoals uit en aantal onderzoeken is gebleken. Een peiling van het bureau NSS gaf aan dat het percentage Nederlanders met een positieve mening over het kabinetsbeleid-in-het-algemeen tussen augustus en december 1985 (dat waren ook de maanden van het kruisrakettenbesluit) van 20 naar 30 groeide. Rond de jaarwisseling groeide ook het vertrouwen van het publiek in de politicus Lubbers. Niet-kerkelijk Deze groei van het CDA is echt iets bijzonders. De Amsterdamse politicoloog Van der Eijck: „Traditioneel haalt het CDA zijn kiezers uit mensen met een godsdienstige of kerkelijke achtergrond. Die groep wordt echter steeds kleiner. Het CDA zou daarom zeker één tot anderhalve zetel ten opzichte van 1982 moeten verliezen, maar dat gebeurt niet. Het CDA wint waarschijnlijk een zetel of vier. Het is best een prestatie om tegen de stroom van ontkerkelijking in gelijk te blijven of zelfs zetels te winnen." Als het CDA er niet in was geslaagd die niet-kerkelijke kiezers te winnen, zou de uitslag vandaag veel duidelijker in het nadeel van de regeringscombinatie zijn geweest. Van der Eijck heeft de ontwikkelingen in de laatste maanden vóór de verkiezingen van 1981 en 1986 !met elkaar vergeleken. In beide gevallen ging het om „gewone" (geen vervroegde) verkiezingen na vier jaar CDA-VVD-bewind qn in beide gevallen deed D66 het relatief goed. Maar in 1981 verloor D66 aanhang in de laatste weken voor de verkiezingen, tijdens een zeer actiele campagne van Terlouw. Dat kon ook bijna niet anders want D66 stpnd begin

148

1981 op een „onnatuurlijk" hoog niveau, hoger dan de VVD. Nu doet Van Mierlo bijna niets (hij krijgt ook nauwelijks de kans op tv) maar wint week op week. Wat betreft de drie grootste partijen is het opvallend hoe weinig in 1981 en nu tijdens de campagnemaanden veranderde in de kiezersvoorkeur. Het enige verschil is dat de PvdA in de laatste weken voor de verkiezingsdag in 1981 een nogal spectaculaire groei boekte. Tsjernobyl Het Tsjernobyl-effect, dat vooral in de peilingen van 5 mei zijn weerslag moest vinden, lijkt bij VVD (daling) en D66 (stijging) wel zichtbaar. Op het CDA heeft de radioactiviteit kennelijk geen invloed gehad. Van der Eijck heeft wel het ongebruikelijke verschijnsel geconstateerd dat de aanhang van het CDA van week tot week sterker op en neer gaat dan die van de PvdA. Dat zou verklaard kunnen worden door het onzekere gedrag van de „nieuwe" CDA-stemmers, die hun keuze niet op basis van traditie maar van — bijvoorbeeld — de persoon van de partijleider maken. Onderzoekers hebben in het verleden tamelijk veel betekenis toegekend aan het NOS-Journaal dat immers voor heel veel mensen een belangrijke informatiebron is. Het geheel van de afgelopen vier jaar overziende, lijken de beslissende factoren voor de uitslag van vandaag te zijn geweest: • de groei van de PvdA in het najaar van 1983, die niet meer is verdwenen; • de stemmenwinst van het CDA bij niet- kerkelijke kiezers; • het terugzakken van de VVD naar haar „gewone" niveau van 1981; • de terugkeer van Van Mierlo als partijleider van D66. Peilingen kiezers aanhang grootste partijen sinds januari 21 mei 1986

Nijpels krijgt zetje om leiderschap op te geven Door onze redacteur HU BERT SMEETS DEN HAAG, 24 mei — Fractievoorzitter Ed Nijpels is niet geheel uit zichzelf op het idee gekomen dat hij zijn positie als politiek leider van de VVD mogelijk zal moeten opgeven. De suggestie dat Nijpels er wellicht goed aan zou doen om het vice-premierschap in het nog te formeren kabinet aan een andere partijgenoot over te laten, werd door andere VVD'ers geopperd in de speciale vergadering die de nieuwe liberale Tweede Kamerfractie eergisteren hield naar aanleiding van de verkiezingsuitslag. Toen anderen hem voorhielden dat het misschien „helemaal niet zo'n gek idee zou zijn als hij voortaan wat meer in de luwte van het kabinet zou gaan opereren", nam Nijpels deze gedachte over als een „bespreekbare optie". Maar daarmee ligt noch voor Nijpels noch voor de fractie vast dat de politiek leider van de VVD na de formatie inderdaad genoegen neemt met niet meer dan een gewone post in het kabinet. Want in de huidige fase van de formatie vindt de VVD het belangrijker om zoveel mogelijk invloed uit te oefenen op het regeerakkoord. „Het gaat nu om de formatie, de poppetjes komen later. Maar ondertussen denken we wel na", aldus partijvoorzitter Jan Kamminga, samen met senator dr. G. Zoutendijk (voorzitter van de Eerste Kamerfractie van de VVD), de enige buitenstaander bij de zeven uur durende vergadering van donderdagmiddag. „Het is voorbarig om nu al te spreken over een politiek- leider-af-op termijn", voegt een ander er aan toe. Onderwerp van deze marathon- bijeenkomst was de teleurstellende uitslag van de verkiezingen en de vraag hoe de VVD zich nu zou moeten opstellen jegens de coalitiepartner. In de evaluatie van de verkiezingen stond echter het beleid van de afgelopen vier jaar centraal. De meningen daarover van de 29 aanwezigen — onder wie de bewindslieden SmitKroes, De Korte, Bolkestein, Koning, Schoo, Ginjaar- Maas, Van Eekelen, Ploeg en Scherpenhuizen — waren allerminst eensluidend. Met name de vele communicatiestoornissen en ook conflicten tussen de fractie en de liberale bewindslieden in het kabinet passeerden de revu. Daarbij werden er, aldus een van hen, „flink wat harde noten gekraakt". „Er vielen inderdaad soms wat minder plezierige woorden", bevestigt een ander „maar dat is normaal, dat had veel eerder moeten gebeuren". De aankondiging van Nijpels dat hij wellicht terugtreedt als politiek leider was mede een antwoord op deze evaluatie. „Ik kan me wel voorstellen dat hij zich wellicht wat wil onttrekken aan de publiciteit en zich eens wil waarmaken als vakminister. Want wat hij ook deed, het pakte toch verkeerd uit", aldus een liberaal Kamerlid. De positie van Nijpels in de formatie-besprekingen was eergisteren niet in het geding. De fractie heeft

149 volgens Kamminga haar vertrouwen uitgesproken in haar voorzitter. Wel besloot ze, net zoals vier jaar geleden, om een „formatieteam" in het leven te roepen dat de onderhandelingen moet gaan voorbereiden en begeleiden. De samenstelling daarvan is echter nog niet aan de orde geweest. Aan het eind van de vergadering werd Nijpels op voorstel van Koning bij acclamatie herkozen als fractievoorzitter. Volgens een van de VVD'ers werd de daarbij door niemand als voorwaarde gesteld dat hij de mogelijke stap terug ook daadwerkelijk zal zetten. De fractie besloot wel om een absoluut stilzwijgen in acht te nemen. „Geen goed begin dat het een dag later al weer op straat ligt", verzuchtte gisteren een van haar leden dan ook. 24 mei 1986

Een tweede kabinet-Lubbers als dwangbuis voor de VVD? Door J.M. Bik Wat men de politiek leider van de VVD ook mag verwijten, in geen geval is het gebrek aan incasseringsvermogen of acteertalent. Dat mocht al worden geconcludeerd toen hij de laatste maanden ondanks politieke nederlagen, stevige kritiek van binnen en buiten zijn partij en dramatische verslechtering van de VVD in de polls betrekkelijk onverstoorbaar duimen omhoog bleef steken. Sinds de inderdaad slecht verlopen verkiezingen van woensdag is er gezien Nijpels' opgeruimde formatie-optreden en persconfereren van gisteren nog minder ruimte voor het verwijt van gebrekkig acteertalent. Donderdag immers, voor hij uiteindelijk bij acclamatie als fractieleider (en formatie-onderhandelaar) werd herkozen, was de bespreking van de verkiezingsuitslag in de nieuwe liberale Tweede Kamerfractie zodanig kritisch dat Nijpels de mogelijkheid wel wilde bespreken om op korte termijn Z'jn politieke leiderschap neer te 'eggen. En wel om daarna vervolgens niet als vice-premier maar naar „de luwte" van een gewoon ministerschap in het tweede kabinet-Lubbers te vertrekken. Of dat nu dreigend was bedoeld dan wel juist als een tegemoetkoming aan de critici (of zelfs als niet meer dan de „waardevrije" beschrijving van een mogelijke oplossing van een gerezen probleem), blijft een interessante vraag die Nijpels grotendeels zelf straks, tegen het einde van de formatie-onderhandelingen, mag beantwoorden. Een actie-Brutus zit er niet in, al was het maar om de schade die dat de VVD zelf zou bezorgen. Het ministerschap straks in zekere zin als „zelfgekozen" gifbeker? Het zou iets nieuws zijn maar toch nog hardhandig genoeg. Of vertrekt de bij acclamatie herkozen fractieleider na bewezen formatiediensten straks geheel uit de politiek? Als hij zelf ook met die mogelijkheid speelt, zouden de acteerprestaties de komende weken helemaal fenomenaal moeten zijn. De VVD-fractie kwam donderdag zwijgplicht overeen, maar het (toen nog) buitenlid Joekes bleek 's avonds al aardig geïnformeerd, al bracht hij zijn wetenschap voor de Nos-camera dan voorzichtig veronderstellenderwijs. De breed geslaagde voorkeurstemmenactieJoekes, zo niet overwegend dan toch mede te danken aan een stevig anti-Nij pelseffect, moet de interne vreugde van de juist herkozen fractieleider verder hebben beperkt. Het gelukstelegram aan Joekes is inmiddels gisteren verzonden. Premier Lubbers, tevens fractieleider van het CDA, deed gisteren geheel andere dingen. Hij zat de ministerraad voor, bezocht de Koningin voor het uitbrengenformatie- advies, en zag de opening van de formatie geheel volgens plan verlopen. De grote verkiezingswinnaar trof eergisteren een nieuwe, nu 54-koppige CDAfractie aan die hem het liefst zo snel mogelijk en met ontblote spierballen als formateur van een kabinet met de aangeslagen VVD had zien optreden. Maar Lubbers, die er op de avond van de verkiezingsdag al blijk van gaf liever wat behoedzamer met de geblesseerde liberale partner om te gaan, wist als tweede aanbeveling aan het staatshoofd de aanwijzing van een geestverwante informateur op te nemen. De VVD-fractie had zoiets ook als tweede mogelijkheid aangegeven. Dus kwam gisteravond de benoeming tot informateur van minister De Koning, de man die de premier al enkele jaren het naast staat van alle politici. Het informatiedossier en de kabinetsplannen voor de begroting-'87 en volgende jaren liggen dus voortdurend naast elkaar. Dat is handig, ook voor de VVD trouwens, want die partij heeft over de hoofdlijnen van deze begrotingsopzét kunnen onderhandelen bij andere krachtsverhoudingen, namelijk voor de recente

150 verkiezingsnederlaag. Handig is ook dat geslaagd informatiewerk De Koning ondanks eerder uitgesproken reserves weer wat dichter in de buurt van een hernieuwd ministerschap kan brengen. En, had Lubbers eerder gisteren al gezegd, in verband met het werk in het demissionaire kabinet en het Nederlandse EG-voorzitterschap (tot 1 juli), had hij B. de Vries verzocht namens de CDAfractie de formatie-onderhandelingen te doen. Voorlopig ziet de VVD Lubbers dus nog niet aan de formatietafel. Voor De Vries, tot woensdag deze week fractieleider en na de formatie wellicht weer, staan dan vooral op het gebied van het immateriële beleid (euthanasie, wet gelijke behandeling bijvoorbeeld) moeilijke weken te wachten. Als Lubbers van plan blijft om de VVD ook daar naar vermogen te ontzien, en De Koning overeenkomstige compromissen voorbereidt (iets als de euthanasieproeve van het nu demissionaire kabinet bijvoorbeeld), is het van betekenis dat De Vries en niet Lubbers zich zometeen aan zulke compromissen bindt. De premier hoort dan straks wel of dat ondanks enig knarsetanden van de CDA-fractie gelukt. Mocht dat zo gaan, dan kan De Vries vervolgens wegens gebleken succes maar het beste die fractie weer gaan leiden. Kortom: de boodschappen van Lubbers worden in de komende weken gedaan, maar niet door Lubbers zelf. Beter nog, dat gebeurt terwijl de VVD hem niet als informatiedeelnemer ziet en de komende fractieleider zich aan wellicht taaie programmatische compromissen mag binden. Als dat over een week of wat allemaal is geschied, en een al geagendeerde Europese top onder Nederlands voorzitterschap achter de rug, is de tijd voor Lubbers gekomen om het formateurschap op zich te nemen en de verdeling en bezetting van de ministersposten en staatssecretariaten met Nijpels te gaanbespreken. Dat tegen de achtergrond van de alsdan bereikte programmatische akkoorden. De VVD heeft nu zes demissionaire ministers die zij kreeg in '82 bij een verhouding in Tweede-Kamerzetels met. het CDA van 36-45. Die verhouding is sinds woensdag 27-54 geworden. Voor Nijpels is een probleem dat hij, als hij die programmatische besprekingen straks naar genoegen van de VVD-fractie heeft gevoerd, het CDA minder inschikkelijk zal vinden bij de verdeling van de posten. Dat wil zeggen: naarmate Nijpels zich als onderhandelaar politiek zou hebben hersteld wordt het er bij formateur en balloteur Lubbers niet gemakkelijker op. Voor de toekomst van de VVD wordt die portefeuilleverdeling in zoverre heel gewichtig dat een breuk in het kabinet politiek zeer riskant en ook als (intern) politiek pressiemiddel nagenoeg onbruikbaar wordt. En, aangenaam of niet, sinds '66 is geen kabinet meer in de Tweede Kamer gevallen, explosies kwamen alleen binnen de ministerraad voor. De kleinste partij mocht dan het kabinet verlaten en vervolgens als onverantwoordelijke „wegloper" de verkiezingscampagne in (DS'70 in '72, het CDA voorjaar '77, de PvdA voorjaar '82). In de afgelopen vier jaar (bij een 8-6verhouding in ministers) had de VVD bij meningsverschillen tussen een of meer CDA-ministers direct een sterke positie. Als zij vier ministers minder krijgt (bijvoorbeeld bij een verdeling 9-5 ten gunste van het CDA) wordt dat geheel anders. Dat wil zoveel zeggen dat de VVD, als zij over enkele jaren om electorale of programmatische redenen van een tweede kabinet-Lubbers genoeg zou hebben, zich slechts onder dreiging van grote risico's van het CDA zou kunnen „bevrijden". Of, nog anders gezegd, de VVD zal — ongeacht wie nu precies haar politieke leider is en waar deze zich ook bevindt — in zo'n kabinet in menig opzicht voor vier jaar de gevangene van het veel grotere CDA zijn. Wat dat in 1990 in de stembus zou betekenen, zal menig liberaal strateeg dezer dagen overwegen. 24 mei 1986

Motieven voor coup niet identiek Door onze redacteur FRANS KOK DEN HAAG, 28 mei — De coup tegen Nijpels van vorige week donderdag was eigenlijk al mislukt voor hij begonnen was. Toch zette staatssecretaris Bolkestein, de aanvoerder van de rebellen en beoogd opvolger van Nijpels als fractievoorzitter, door. De onvrede over Nijpels' leiderschap moest nu maar eens openlijk uitgesproken worden. Nijpels had op de avond van de verkiezingen al lucht gekregen van de plannen om hem de volgende dag als politiek leider te wippen. Snel mobiliseerde hij zijn aanhangers die zoveel mogelijk twijfelaars die niet tot een van de twee kampen hoorden, tot Nijpels' kant overhaalden. Uiteindelijk kreeg Bolkestein slechts zeven van de 27 fractieleden

151 achter zich. „Nijpels bleef overeind maar kreeg wel zoveel vernietigende kritiek over zich dat ik, in zijn positie, onmiddellijk was opgestapt," zegt een fractielid. Dat deed hij niet, maar hij vocht ook niet terug. Zo is nu de situatie ontstaan dat de oude politieke leider is beschadigd en er geen nieuw voorhanden is. Speelde Bolkestein de rol van Brutus, de Cassius in het stuk was 1 Korthals Altes. Hij was de man op de achtergrond, de auctor intellectualis van de rebellie tegen Nijpels, met wie hij het nooit goed heeft kunnen vinden. Korthals Altes, die niet op de lijst stond en dus niet bij de fractievergadering aanwezig was, kon zijn ministerschap in de nu komende periode wel vergeten. Als Bolkestein fractievoorzitter werd, zou hij als vice-premier het karwei samen met Lubbers kunnen afmaken. De coup mislukte niet alleen door onvoldoende steun of door de gebrekkige voorbereiding van de „Rotterdamse Maffia", zoals een zeer vooraanstaand VVD- lid de opposanten omschrijft. Ook de motieven van de samenzweerders waren niet identiek. De een was oprecht bezorgd over de koers van de VVD, de ander had een oude rekening te vereffenen, de derde dacht aan zijn eigen toekomst. De kritiek op Nijpels was daarom niet eenduidig. Gebrek aan politiek , culminerend in het mislukte aanzoek aan Wiegel om terug te komen naar Den Haag (waardoor Nijpels' claim op Binnenlandse Zaken ondermijnd zou worden) vormde de hoofdmoot. Ook het 'rode lampje' was een steen des aanstoots. Als Nijpels onbereikbaar wilde zijn voor belet vragende fractieleden of zelfs bewindslieden, ging de deur van zijn kamer hermetisch dicht en brandde het rode lampje. Het scherpste verwijt was echter dat hij onvoldoende vertrouwen in de VVD had weten op te bouwen om een samenbindende factor te zijn. Wat Wiegel als jongmaatje na zijn start in 1971 wel kon, lukte Nijpels ondanks zijn historische overwinning in 1982 niet, zegt een oudgediende. En een leider die het vertrouwen mist, moet verdwijnen, desnoods via een promotie tot minister. 28 mei 1986

Nijpels mag van CDA onderhandelaar blijven Door onze politieke redactie DEN HAAG, 2 juni — Premier Lubbers en waarnemend fractievoorzitter De Vries van het CDA vinden niet dat de VVD een andere onderhandelaar moet aanwijzen nu haar leider Nijpels heeft aangekondigd na de formatie terug te zullen treden. Lubbers en De Vries distantieerden zich gisteren van hun partijgenoot prof. dr. J.H. Christiaanse, voorzitter van de christendemocraten in de Eerste Kamer. Die had gisteren eerder op de dag voor de Avro-radio de VVD aangespoord om snel een nieuwe politieke leider te kiezen omdat het volgens hem voor het CDA „minder aantrekkelijk" is te moeten onderhandelen met iemand die niet meer de uitgesproken leider van zijn partij is. Christiaanse zei dat Nijpels het weliswaar niet heeft verdiend dat hij nu moet vertreken maar dat het CDA er desondanks belang bij heeft namens de VVD een eerste onderhandelaar opereert die zijn partij ook na de formatie daadwerkelijk kan binden aan het gesloten regeerakkoord. Lubbers heeft Nijpels gisteren telefonisch laten weten het niet met prof. Christiaanse eens te zijn. De Vries verklaarde dat de senator slechts op persoonlijke titel had gesproken. A.J. Evenhuis, vice-voorzitter van de VVD-fractie in de Tweede Kamer, keerde zich vanmorgen voor de NCRV eveneens tegen de christen-democratische senator. Nijpels blijft de eerste onderhandelaar, aldus Evenhuis. Informateur De Koning gaat gewoon door met de onderhandelingen met De Vries en Nijpels, zei de liberaal. Volgens Evenhuis zal de VVD zich door haar electorale verlies niet harder gaan opstellen in de formatie. „De VVD blijft de VVD zoals de VVD altijd is geweest: een degelijke partner", betoogde hij. Wederzijds „respect is zeer wezenlijk en betekent dat we onz niet met eikaars interne aangelegenheden moeten bemoeien", aldus Evenhuis. Zijn fractiegenoten mr. F. de Grave en mr. H.A. Koning, tevens demissionair staatssecretaris van financiën, hebben er in een strategienota voor hun partij voor gepleit het staatsrechtelijke prestige van de VVD weer op te vijzelen. In hun notitie, die vorige week maandag aan de fractie werd aangeboden, kritiseren De Grave en Koning het personeelsbeleid van de VVD in de afgelopen vier jaar. In 1982 is er niet zorgvuldig genoeg gehandeld toen er fractieleden, bewindslieden en medewerkers moesten worden aangewezen en aangetrokken. Ze doelen hierbij onder ander op het kortstondige staatssecretariaat van de journalist Ch. Schwietert, de conflicten rond het Kamerlid J. Metz

152 en de fotoreportage die fractiesecretaris A. Cevaal in april van dit jaar in soft-pornoblad Playboy deed publiceren. Ook als een politicus zijn partij in opspraak brengt (zoals in het geval van minister Van Aardenne) ondanks het vertrouwen dat de meerderheid van de Tweede Kamer in hem uitspreekt, dient hij daaruit de consequenties te trekken aldus de opstellers van de nota. 2 juni 1986

De Konings witte rook RUIM DRIE WEKEN IS DE demissionaire minister van sociale zaken, de CDA'er De Koning, intussen aan het werk als informateur. Na een ongewoon „duidelijke" verkiezingscampagne en een bevestiging van de regeringsmeerderheid van CDA en VVD bij de Kamerverkiezingen van 21 mei, volgde zijn benoeming op 23 mei. Voor het CDA onderhandelt sindsdien over een regeerakkoord, ook min of meer „namens" verkiezingswinnaar Lubbers (negen zetels winst), de vice-fractievoorzitter, B. de Vries. De heer Lubbers heeft alle formatiestukken binnen handbereik. Hij zit het demissionaire kabinet voor en zijn politieke vrienden De Koning en De Vries zullen geen belangrijke formatiestukken verzetten zonder zijn voorkennis of instemming. De nieuwe krachtsverhouding met de VVD (2-1) en de interne problemen binnen die partij maken het zelfs nodig dat Lubbers zijn zorgen ook enigszins uitstrekt tot de coalitiepartner. Want voor de VVD is E. Nijpels onderhandelaar, de man dus die op 21 mei negen zetels verspeelde van de tien die hij als lijsttrekker in '82 won. Was de verkiezingsuitslag zelf al een klap voor het politieke gezag van Nijpels, zijn positie werd verder ondergraven bij een aansluitende interne liberale afrekeningsactie. Tweeslachtige voorlopige uitkomst: Nijpels mag wèl de onderhandelingen doen maar vertrekt daarna als politiek leider, mogelijkerwijs om „gewoon" minister te worden in een tweede kabinet-Lubbers. Over wie hem opvolgt als politiek leider wordt pas dan beslist. TOEN INFORMATEUR De Koning met zijn werk begon gaf de VVD al met al het toneel te zien van een nogal bloederig slagveld met Nijpels in een rol die vergelijkingen met Shakespeareaanse koningsdrama's mogelijk maakte. Andere VVD'ers moesten zich met Brutus of Cassius laten vergelijken. Marcus Antonius is nog niet opgestaan. Het CDA had er een formatieprobleem bij: welk krediet heeft Nijpels bij zijn eigen groep precies en in hoeverre moet de kabinetsformatie ook dienen als politieke revalidatie van de VVD-onderhandelaar en zijn partij? En, als die revalidaties slagen, volgt Nijpels dan toch nog • op de ene of andere manier Nijpels op, al was het maar bij gebrek aan een alternatief? Hoe dan ook, dat informeren onder zulke omstandigheden behoedzaamheid vraagt, is duidelijk. Het gaat trouwens om extra behoedzaamheid, want net als in 1982 geven de beide kandidaat-coalitiepartners er de voorkeur aan om hun onderhandelingen in vuurvaste beslotenheid te voeren. Hun fractiespecialisten bereiden vertrouwelijke ontwerp- akkoorden op deelterreinen voor, voorshands hebljen alleen de informateur en de onderhandelaars (de onderhandelingsteams) en. naar men mag aannemen, premier Lubbers een totaaloverzicht. STRAKS MOETEN DE fracties van CDA en VVD de plussen en minnen van een dan vermoedelijk onamendeerbaar totaalpakket afwegen dat zij als ontwerp- regeerakkoord ontvangen. Als zij zo'n „package deal" van zeer ongelijksoortige programmapunten (euthanasie én het gewenste financieringstekort bijvoorbeeld) geslikt hebben, aan stikken denkt niemand, kan Lubbers als formateur aan de slag voor de portefeuilleverdeling en personenkeuze. Partij-organen, de belangstellende kiezer en de media, „verwend" door het „formeren op straat" van de jaren zeventig, bevinden zich voorlopig — en nu alweer enkele weken — in dezelfde positie als de talrijke dagjesmensen aan het Binnenhof. Het wachten is — nog twee weken? — op De Konings witte rook. Het is geen wonder, mede gezien de duidelijke verkiezingscampagne en de dito uitslag van 21 mei, dat hier en daar kritiek luid wordt op de op zichzelf wel verklaarbare superbeslotenheid van De Koning eri zijn gasten. Want het regeerakkoord dat hij voorbereidt mag dan bestemd zijn voor de tweede helft van de jaren tachtig, het ontstaat op een wijze die eerder aan de jaren vijftig doet denken. 16 juni 1986

153

De Korte aan de top van het VVD-kaartenhuis l'olitiek door I rans Kok Rudolf de Korte heeft het spel de macht in de VVD knap en ° e hendig gespeeld. Dat hij de nieuwe politieke leider zou woren > stond al enige tijd min of ■neer vast. Maar dat was voor niet genoeg. De Korte wilde het vice-premierschap, terwijl c fractie in de beste VVD-tradiles hem vanuit de Tweede Kamer wilde laten opereren. Zoals zo vaak was de procedure ? en goede bondgenoot. Niet de u nctie werd eerst ingevuld en '-rvolgens de naam. Nee, de fracle koos eerst De Korte tot opvol= er van Ed Nijpels en ging zich i° en bezighouden met de vraag of 'J fractievoorzitter moest worden a n wel vice-premier. Het was De , °fte die toen zijn voorwaarden kö n stellen. j, Hij gokte op alles of niets. Als , geen vice-premier mag worden, Cn 'k niet beschikbaar als fractie-voorzitter. Dan moeten jullie een nieuwe teamleider kiezen en word ik gewoon fractielid, zei hij. Voor dit dreigement is de fractie gezwicht. Slechts vier leden bleven hun dualistische opvatting trouw en spraken een voorkeur uit voor De Korte als fractieleider en Winsemius als vice-premier. Interessant is wat De Korte had besloten als hij toch tot fractievoorzitter was gekozen. Zou hij zijn pas verworven leiderschap schielijk hebben opgegeven en werkelijk als gewoon fractielid verder door het leven zijn gegaan? Het valt te betwijfelen, maar het antwoord blijft verborgen. ★ ★ ★ Een sterke stroming in de VVD vond het eigenlijk hoogst ongepast dat De Korte — slechts enkele maanden bewindsman — zulke hoge eisen stelde. Ook Wiegel waarschuwde vanuit Leeuwarden publiekelijk dat Rudolf moest oppassen. Als de partij dat van je verlangt, word je fractievoorzitter. Weiger je dat, dan loop je het risico dat je met lege handen achterblijft, zei Wiegel. De Korte nam dat risico en kwam precies uit op zijn geplande doel. Zijn positie is op papier nu nog sterker dan die van Wiegel destijds. Wiegel was door zijn natuurlijk gezag in de VVD de politieke leider en Rietkerk zijn uitvoerder. De Korte heeft nu onder druk van de malaise waarin de VVD verkeert, gedaan gekregen dat zijn leiderschap ook zwart op wit is vastgelegd. Het argument van De Korte was dat de VVD-leider beter in het kabinet kan zitten omdat ook de leider van het CDA daar vertoeft. Daar valt wel wat op af te dingen. Uit het oogpunt van efficiënt bestuur is het ongetwijfeld een goed idee om het duo Lubbers/De Korte alles te laten regelen en vervolgens de fracties met het resultaat te confronteren. Maar zal het gemiddelde VVDfractielid, dat zich ook wel eens in de schijnwerpers wil plaatsen, dat accepteren? En zullen de successen van dat beleid, net als in de vorige periode, niet voornamelijk op Lubbers afstralen? De politieke ruimte van Voorhoeve is door de nu gekozen constructie beperkt. Hij kan niet zelfstandig de koers bepalen en fractieleden het fiat geven desnoods de eigen bewindslieden te attaqueren. Sorry, maar eerst moeten jullie toestemming vragen aan oom Rudolf die in moeilijke tijden toch maar het offer heeft gebracht het leidersstokje van Ed Nijpels over te nemen. De Korte moet in zijn nieuwe positie niet alleen de lijn uitstippelen maar ook alle blessures en open breuken uit de afgelopen periode zien te helen. Is het dan wel verstandig om hem als een schaduw achter de Maradona van het CDA te laten sjokken in plaats 'van hem wat afstand te laten nemen en vanuit de fractie de VVD weer op poten te laten zetten? Het laatste lijkt waarschijnlijker, maar de VVD-fractie heeft anders beslist. Intussen hebben Korthals Altes en Winsemius spijt als haren op hun hoofd dat zij een half jaar geleden geen plaats op de kandidatenlijst van de VVD hebben ingenomen. Zij waren toen niet van plan Kamerlid te worden. Dat is hun goed recht, maar het beroofde ze wel van elke invloed op de machtsstrijd die de afgelopen weken is gevoerd. Zij vallen nu tussen wal en schip. Hun gezag als bewindsman zijn zij kwijt, want zij zijn demissionair en het beleid staat stil. Over het nieuwe programma hebben zij geen zeggenschap want zij hebben besloten geen Kamerlid te worden, in tegenstelling tot iemand als Ruding die dat, heel verstandig, wel heeft gedaan. Zij zullen nu De Korte als vice-premier en politieke baas moeten accepteren, of zij het leuk vinden of niet. Bewust heeft Nijpels als leider van het formatieteam Korthals Altes en Winsemius niet ingelicht, laat staan toestemming gevraagd, over de kandidatuur van De Korte. Als zij terug willen komen, zullen zij zich moeten schikken in het nieuwe leiderschap. Korthals Altes, die zich de afgelopen periode als dienaar van de Kroon weinig gelegen liet liggen aan de richtlijnen van zijn jeugdige fractievoorzitter in de Tweede Kamer, zal dan, zo

154 hoopt men in de VVD, zijn plaats weten. Zo niet, dan zal co-formateur De Korte helaas naar een andere geschikte kandidaat moeten uitzien. ★ ★ ★ Zou Lubbers overigens nog wel trek hebben z'n karwei af te maken samen met de VVD? Hij moet wel, maar de start van zijn kabinet zal minder overtuigend zijn dan in 1982. De uitputting nabij heeft de VVD nu voorlopig de interne strijd gestaakt, maar het kiezen van een nieuwe aanvoerder geeft nog geen garantie dat de spelers opeens meer op de bal gaan letten dan op elkaar. Lubbers als formateur en als voorstander van een sterke, uitgebalanceerde ploeg zal wel moeite hebben met het accepteren van Nijpels als bewindsman. Hoe goed deze ook de laatste vijf weken heeft onderhandeld, zijn gezag is danig aangetast. Geen departement staat te juichen om hem binnen te halen. Dreigen met aftreden (het politieke anker van elke bewindsman) kan hij niet want dan roept een deel van zijn eigen fractie: Goed idee! Het CDA kijkt in die situatie de andere kant op en de oppositie lust hem rauw. Een veto van Lubbers zou echter betekenen dat het VVD-kaartenhuis opnieuw in elkaar stort. Voorlopig dus maar even kalm aan, de patiënt is nog wat zwakjes. 28 juni 1986

DISCUSSIE BESLOTEN DE VVD OP ZOEK NAAR EEN NIEUWE STRATEGIE De VVD is bezig uit haar verkiezingsnederlaag van 21 mei de nodige lessen te trekken. Het geschonden blazoen moet worden opgepoetst. Erg inhoudelijk lijkt de discussie nog niet. En een publiek debat over het 'imago' wordt evenmin op prijs gesteld. Zou het laatste woord gezegd zijn met de val van drs. Ed Nijpels en de onstuimige opmars van 'teamleider' dr. Rudolf de Korte? Spelletjes liberaal stratego I Hubert Smeets ] m INISTER SmitKroes zal zich de komende maanden nog regelmatig verbijten. Als het aan de bewindsvrouwe ligt, wordt de discussie in de VVD nu gewoon gesloten. Er moet weer geregeerd worden. Aan interventies uit het noorden des lands heeft de partij geen behoefte, de commissarissen Wiegel en Vonhoff zouden er beter aan doen hun kritiek op Nijpels, dan wel het afglijden naar 'rechts' voor zich te houden. Terwille van de eenheid. Helaas voor mevrouw SmitKroes, exponent van het 'geen woorden maar daden-liberalisme', de politieke strijdbijl is nog niet begraven. Het politieke debat begint pas. Beoogd vice-premier De Korte, 'aanvoerder van het team', en zijn fractievoorzitter Voorhoeve mogen bij hun aantreden dan wel bezworen hebben dat het vertrek van Nijpels slechts kon worden opgevat als een persoonlijke wisseling van de wacht en niet als een politieke koerswijziging, menig partijgenoot maakt zich nu toch op voor een intensieve discussie over de strategie van de VVD. Staatssecretaris Bolkestein bijvoorbeeld, een van de critici die daags na de verkiezingsnederlaag van 21 mei de eerste nagels aan Nijpels' politieke doodkist sloegen. Zijn diagnose van de tumultueuze maand juni: 'Van inhoudelijke discussie was tot nu toe geen sprake, het was alleen persoonlijk gedonder. Met ideologie had dat niets te maken. Als deze rotzooi voorbij is, moeten we na de formatie intellectueel orde op zaken stellen. Als de kruitdampen zijn opgetrokken, moet de VVD haar eigen positie herdefiniëren.' Ook het niet herkozen Kamerlid , de oud-wethouder van Wassenaar die nu in de vestibule hoopt op zijn terugkeer aan het Binnenhof zodra het kabinet is gevormd, is er klaar voor: 'We zitten nu in een fase van zelfonderzoek en zelfkritiek. We kunnen niet zeggen: het is de schuld van Nijpels, we vervangen Ed dus, hup, probleem is opgelost. Zo eenvoudig is het niet. Nee, we hebben sinds de jaren zeventig gewoon geen antwoord meer op de ontwikkelingen. Als we het niet meer weten, gooien we er onze vier beginselen in: vrijheid, verantwoordelijkheid, verdraagzaamheid en sociale gerechtigheid. Kotsmisselijk word ik daar van. Over de ontwikkeling van de parlementaire democratie in deze tijd van communicatiemedia, over moderne bedrijfsvoering, de relatie tussen kapitaal, arbeid en management, daarover stammen onze ideeën nog uit de vorige eeuw.' Niet opportuun De strategiediscussie waarom zij vragen, zal losbarsten. Maar nog niet en plein public. Met derden buiten de eigen gelederen willen de voorlieden van de VVD thans niet van gedachten wisselen, met hen worden de gesprekken over de strategie van de partij uitgesteld dan wel afgezegd. 'Nu niets opportuun,' heet het. Er wordt vooralsnog een grote voorkeur' aan de dag gelegd voor de beslotenheid van de eigen kring, voor f de veiligheid van het

155

'vertrouwelijke' discussiestuk. Want politiek debatteren voor de bühne is de liberalen van oudsher niet op het lijf geschreven, dat was altijd een tijdverdrijf van links en protestant- christelijk Nederland. 'Koudwatervrees,' vindt directeur Groenveld van de Teldersstichting, het wetenschappelijk bureau van de partij. Wellicht is de angst om de degens te kruisen ingegeven door gebrek aan ervaring. Want het gedwongen vertrek van Nijpels is een novum in het 38-jarige bestaan van de partij. De huidige crisis roept hooguit herinneringen op aan het afscheid van de bij leven al legendarische prof. dr. P.J. Oud die na de teleurstellende provinciale statenverkiezingen van maart 1962 — de VVD verloor een onverwacht groot aantal kiezers — het veld moest ruimen, eerst als politiek leider en eind 1963 ook als partijvoorzitter. Maar toen was de VVD nog een kleine elite-club met slechts tien procent van de stemmen en niet meer dan 30.000 leden. Het tijdsgewricht der jaren zestig was de VVD nu eenmaal niet zo gunstig gezind. Nu is ze een echte partij met 90.000 leden, actieve afdelingen, heuse congressen, lange vergaderingen en bijna 17'/2 procent van de kiezers achter zich. In 1980 dreigde er ook even een kleine paleisrevolutie in de VVD, tegen vice-premier Wiegel nog wel, de man die de partij na Toxopeus en Geertsema in de vaart der volkeren omhoog had gestuwd. De hondetrouw aan coalitiepartner CDA kon ook te ver gaan, vonden zijn opponenten in eigen kring dat voorjaar. Wiegel had minister van financiën Andriessen, die net als de liberalen veel drastischer wilde bezuinigen dan zijn eigen partij, niet zomaar mogen laten gaan. Maar de kritiek werd gesmoord. Wiegel kon twee jaar later zelf zijn eigen opvolger zoeken. Toen deze Nijpels in 1982 tien zetels winst (23 procent) in de wacht sleepte, kon de partij haar geluk niet op. De Korte, toen nog gewoon Kamerlid, kende het geheim van het liberale succes. De VVD had altijd een 'standvastige koers' gevolgd, gericht op coalitievorming met de christendemocraten, dat was volgens De Korte de hoeksteen van de groei. Daar lag haar markt. Hoe het niet moest, toonde de in dit opzicht grillige Westduitse FDP aan. Samen regeren met de PvdA zou de VVD alleen maar in de 'dodelijke omarming' van de socialisten drijven, schreef De Korte in april 1983 in het blad Civis Mundi. Vertrouwen Maar het allerbelangrijkste, aldus De Korte, was toch wel het 'beeld van vertrouwen' dat de VVD uitstraalde. Een imago dat ongeschonden was omdat er geen 'politieke bonje en geruzie' in zijn partij viel waar te nemen, omdat de VVD in tegenstelling tot CDA en PvdA het 'toonbeeld van eensgezindheid en rust bleef. Hetgeen zich volgens de nieuwe 'aanvoerder' toen 'weerspiegelde in het algemeen aanvaarde politieke leiderschap van achtereenvolgens Oud, Toxopeus, Geertsema, Wiegel en Nijpels'. Zijn huidige rechterhand, de drie dagen jonge fractieleider Voorhoeve, concludeerde indertijd hetzelfde. In de VVD 'verlopen de interne politieke processen tamelijk soepel', concludeerde Voorhoeve'toen. Maar hij zag de bui wel hangen. Hij liet zich! in de roes na 1982 wat minder op sleeptouw nemen door de euforie van die dagen. Want 'de beperkte politiek-filosofische basis zou wel eens te weinig inspiratie en idealisme kunnen bieden om de nieuwe kiezers langdurig aan de VVD te binden'. De individualisering zou zich wel eens tegen de VVD kunnen keren omdat zij nu eenmaal niet de eerste partij is waarbij men de begeerde 'nestwarmte' zoekt. De preventieve remedie van Voorhoeve was dat de VVD geen 'ideologische luchtkastelen' moest bouwen maar wel de nadruk leggen op haar 'praktische idealisme' waarmee ze de problemen van de jaren tachtig 'doeltreffender weet aan te pakken' dan de andere partijen. Het is zijn partij niet gelukt. Nijpels heeft daarvoor de rekening gepresenteerd gekregen. Wat, Wiegel in de jaren zeventig had gezaaid, had Nijpels moeten oog-' sten. Nu betuigt Wiegel openlijk zijn spijt over deze keuze, nadat zijn come back , voorbereid door de politieke klasgenoten van vijftien jaar geleden, definitief de pas was afgesneden door de jonge lichting rond Nijpels, samen met de nieuwe ambitieuze middengroep. Maar ook de Friese commissaris der Koningin had de VVD anno 1986 niet kunnen redden. Wiegels tijdgeest is voorbij. In de jaren zeventig voelde het electoraat van de VVD zich nog in de verdrukking zitten. De nieuwe kiezers van de partij, met name buiten de Randstad, waren net los van kerk en zuil maar werden vervolgens getracteerd op de lasten van Den Uyls verzorgingsstaat. Geen loon naar prestatie maar solidariteit, dat werd als fnuikend ervaren. Nederland was een land geworden waar je met eerlijke arbeid niet meer rijk kon worden. Wiegel vertolkte de gevoelens van de middengroepen toen als geen

156 ander. Zijn anti-socialistische retoriek beroerde de snaar van die kiezers die zich eerst van het confessionalisme en nu van het socialisme wilden emanciperen. Altijd ter rechterzijde van het CDA blijven, de partij die zich als het er op aankwam te buiten ging aan geflirt met de PvdA, was het logische machtspolitieke axioma van Wiegel en zijn intellectuele alter ego mr. H. van Riel. De VVD had toen de allure van een protestpartij. De emancipatie van deze nieuwe VVD'ers, die voor het immaterieële gedachtengoed van hun partij altijd minder warm liepen dan voor het materiële, is nu volbracht. Het socialisme is op zijn retour, het liberalisme in brede kring gemeengoed. De VVD is daarvan de dupe geworden, ze is het slachtoffer van haar eigen ideologische succes. Voor anti-socialistisch tromgeroffel krijg je nu geen handen meer op elkaar, zoals ook boer Koekoek passé is. Staatssecretaris Bolkestein: 'We leven nu in feite in een liberale samenleving. Vijftig jaar lang, van 1930 tot 1980, was het socialisme de dominante ideologie in Nederland. Los van politieke macht, dat wel. Die filosofie is nu uitgewerkt, is gestuit op haar eigen interne contradicties: je] kan immers geen verzorgingsstaat bouwen op een economisch kerkhof en decentraliseren als je in wezen centralistisch denkt. Die ontwikkeling heeft geleid tot de second breath van het liberalisme in de jaren zeventig. 'Dat was het succes van Wiegel. Hij bracht tot uiting wat vele dachten maar niet durfden te zeggen. Hij verwoordde het kerende tij.' Toen Bolkestein tien jaar geleden uit Parijs terugkwam - hij was daar directeur van Shell - was zijn VVD nog in het offensief tegen de gezeten ideologie van PvdA en ander links. 'Politiek is saaier geworden. In 1976 was er sprake van ideeënstrijd. Nu is het de dood in de pot. Plus één procent of min één procent, dat is niet interessant. Behalve het CDA is iedereen op zoek naar zijn identiteit. We leven in een geëmancipeerde samenleving. Wat overblijft zijn beheersvraagstukken, problemen van behoorlijk bestuur. Zo blijft er geen inhoudelijke politiek meer over.' Als ideeëngoed mag het liberalisme krachtiger-zijn dan ooit, het socialisme kan dan wel plaats gemaakt hebben voor het liberalisme, maar het 'markeringsprobleem van de VVD' is er volgens Bolkestein ondertussen niet minder nijpend op geworden. 'De VVD is nog steeds een ideologische partij. Maar een ideologie die haar doeleinden heeft bereikt, verliest haar kracht. Er zijn, met uitzondering van de buitenlandse arbeiders, geen klassen meer. Er zijn alleen rijkere en armere mensen.' Polarisatie De keuze waartoe PvdA en VVD de christen-democratie tien jaar geleden nog dachten te moeten dwingen, een keuze voor een van beide zijden van het politieke spectrum, heeft het CDA dit keer eindelijk gemaakt. Beide kampioenen van de polarisatie - de VVD keerde zich er toen met haar tegendraadse maar aansprekende pleidooien voor een 'nationaal kabinet' dan wel pro forma tegen, hoewel ze in haar hart wel beter wist - moeten zich nu rekenschap geven van die strategie. Het CDA als Nederlandse variant van de Westduitse CDU, dat is plots het schrikbeeld geworden van zowel PvdA als VVD. Dit nieuwe angstvisioen heeft de discussie over de plaats van de VVD weer aangezwengeld. Jarenlang werd de vraag of de partij zich ter rechterzijde dan wel in het midden diende op te houden slechts gesteld door de spreekwoordelijke 'laatste liberalen' in de VVD, door hen die in het Haagse hotel Des Indes zo nu en dan mijmerden over samenwerking met de PvdA. Nu moeten meer VVD'ers er aan geloven. Vijf dagen na de desastreuze verkiezingen lag de knuppel al in het hoenderhok. Op een geheim gehouden plaats, het Promenadehotel in de residentie, kwam de fractie van de VVD weer bijeen, de eerste vergadering na die van 22 mei waar politiek leider Ed Nijpels zo was aangevallen dat hij de pijp aan Maarten moest geven. Onderwerp van het fractieberaad? De koers van de partij. Ter tafel lagen twee strategienotities. Een van staatssecretaris Koning, tussen 1977 en 1981 ook al bewindsman, toen onder minister Wiegel van binnenlandse zaken, en nu criticus van Nijpels, en een van het jonge Kamerlid . In de eerste klonk voorzichtige continuïteit door, in de tweede een verlangen naar iets nieuws. De fractie vormde een commissie van vijf waarin naast Koning en De Grave ook de fractiegenoten Hermans (lid van het fractiebestuur onder Nijpels), Wiebenga (ooit Neêrlands jongste burgemeester) en mevrouw Terpstra zitting namen. Verder dan 'vertrouwelijke notities' is de commissie nog niet gekomen. Twee perspectieven doemen echter wel op uit de met veel zwijgen omhulde interne discussie. Ten eerste de organisatorische consequenties waarover de commissie van vijf nu delibereert. De periode van het monisme van Wiegel en Nijpels, al dan niet vergoeilijkt met het adjectief 'strategisch'

157 zoals de laatste deed, moet volgens De Grave worden afgesloten. De positie van het parlement ten opzichte van de regering dient weer versterkt te worden, concludeerde de fiscale expert van de VVDfractie, en het overleg tussen bewindslieden en parlementariërs in ere hersteld. Frustaties 'Nijpels' trouwe compaan Hermans, die er twee weken geleden niet in slaagde zich met succes op te werpen als de nieuwe fractieleider omdat de vertrekkende man èn vice-voorzitter Evenhuis zich op het uur u bleken te hebben bekeerd tot Voorhoeve, betuigde zijn instemming. Een daad die vooral lijkt ingegeven door de frustraties over de relatie tussen parlementariërs en bewindslieden van de afgelopen vier jaar (tweeverdienerswet, PC Hooftprijs, euthanasie). Het eerste schot voor de boeg heeft de nieuwe 'aanvoerder van het VVD-team' van hen al gekrehet VVD-team' van hen al gekregen. Zo wil De Grave in ieder geval dat de nieuwe liberale bewindslieden nog voor hun beëdiging duidelijk wordt gemaakt dat 'affaires' (zoals de bliksemcarrière van staatssecretaris en journalist Charl Schwietert, de ontluistering van minister Van Aardenne en het fiscale advies van staatssecretaris Koning voor Avro-directeur Van der Linde) uit den boze zullen zijn. Aan dergelijke goede voornemens wil iedereen in de VVD wel lippendienst bewijzen. Als het om de politieke koers gaat, is de discussie daarentegen nog allerminst uitgekristalliseerd. Maar de VVD'ers uit Wiegels intellectuele school hebben wel wat terrein verloren, getuige De Graves onbeschroomde pleidooi voor een 'politieke heroriëntatie naar het centrum'. Ooit profileerden de liberalen zich als recht- door-zee, in tegenstelling tot het wankelmoedige CDA. Nu wil menig VVD'er in de Kamer af van de rol die de partij de afgelopen vier jaar speelde als dè standvastige sociaal- economische architect van het kabinet-Lubbers. Laten de premier en zijn minister van financiën Ruding komende jaren de kastanjes maar uit het vuur slepen. De VVD moet zich niet langer laten afschilderen ais het 'a-sociale boegbeeld' van het regeringsbeleid, spiegelde De Grave zijn partijgenoten voor. Zelfs als het gaat om Nederlandse buitenlandse beleid moet de VVD zich niet in de hoek van de 'havikken' laten drukken. De visie van de net 31-jarige De Grave, eens vertrouweling van Nijpels maar nu opmerkelijk autonoom opererend, moet partijgenoten als Bolkestein een gruwel zijn. Want volgens Bolkestein zijn juist het financiële en het defensiebeleid de essentialia uit de VVD-politiek. De klassieke strategen die tien jaar geleden groot werden, zijn wat in het defensief gedrongen. De onbesuisde angry young men eveneens. Wiebenga, die vooral weer 'politieke stijl, kortom, mildheid en staatsrechtelijke zuiverheid' in het VVD- vaandel wil schrijven: 'In de VVD hebben altijd twee zielen in één borst gehuisd, de meer behoudend geörienteerde mensen en de vrijzinnigen. Het populisme in de VVD is vooral een zaak van de nieuwe leden en kiezers, bijvoorbeeld van de liberalen, eh, VVD'ers in het Zuiden. Het is een dilemma in deze tijd van televisiedemocratie. Maar er moet een evenwicht te vinden zijn. Ik ga uit van een driedeling. De PvdA heeft sinds de oorlog 30 procent. Het CDA zakte van 50 naar 30 procent en ons potentieel is groter dan de twintig procent die we nu hebben. Ik voel voor de onderlinge uitwisselbaarheid van de stromingen. 'De PvdA maakte dat met haar standpunt over de kruisvluchtwapens onmogelijk. Maar als de coalities uitwisselbaar worden, betekent dat dat de VVD zich niet ter rechterzijde moet plaatsen. Het CDA is de conservatieve partij van Nederland. In Italië en West-Duitsland is dat toch ook zo'. Een nogal traditioneel liberaal spectrum, vergeleken bij het beeld van Bolkestein en Groenveld. Beiden willen zich laten inspireren door het Britse verlichte liberale erfgoed waarin niet zozeer oog is voor de rol die de staat in positieve zin kan spelen maar de nadruk ligt op de betekenis die een bescheiden 'nachtwakerstaat' kan hebben voor de bescherming van de materiële én immateriële vrijheden. Ook al leidt die inspiratie in de politiek van alledag niet altijd tot dezelfde opstelling. 'De VVD', aldus Bolkestein, 'is de partij van de arbeid van de jaren negentig. De PvdA is de partij van de mensen die afhankelijk zijn van overheid en regering. De VVD is van die mensen die iets willen bereiken. Die bi-polariteit laat het CDA nu bewust buiten beschouwing. Als het CDA dat kan blijven doen en Lubbers er in slaagt om van het CDA een CDU als in Duitsland te maken, dan is de VVD foetsie. Ik denk overigens dat hem dat niet zal lukken omdat er in Nederland nu eenmaal behoefte is aan bevindelijke politiek.' Groenveld ziet eveneens een tweedeling opdoemen, maar dan volgens Amerikaans model: twee losjes georganiseerde partijen, de een wat conservatiever en de

158 andere wat progressiever maar allebei met vleugels die elkaar overlappen. Een aantrekkelijk perspectief, want ook Groenveld wil niet gevangen raken in het typische prisoner's dilemma van het liberalisme, de onmogelijke keuze tussen de VVD als massapartij of als 'denkend deel der natie' a la Oud. Zijn bureau buigt zich nu over de consequenties. Zo zal een commissie, waarvan onder andere Bolkestein deel uitmaakt, dit 2 Waarin, Bridge, Besselaar, Scrypto, Café 3 Prof. Dr. A. Kortlandt: De mens in de aap 4 Het verschijnsel macht/1; Vreemdelinge 5 Juli 1886: Palingoproer in de Jordaan 6 Verslag van 3 jaar gevangenschap in Turkije 7 Boekenpagina: o.m. over prins Bernhard 8 Hollands Logboek, Montag, Donner Vervolg op pagina 8 DISCUSSIE BESLOTEN Vervolg van pagina 1 najaar een oordeel moeten vellen over de, volgens eigen zeggen 'conservatieve', staatsrechtelijke ideeën die wetenschappelijk medewerker Kinneging alvast heeft geventileerd. Partijen moeten zich van 'maatschappelijke strijdorganisaties' omvormen tot verkiezingsplatforms. De premier moet rechtsstreeks worden gekozen, de discipline in de Kamerfractie dient te worden versoepeld. Het ruikt naar D66 maar het zijn enkele gedachten die nu in de VVD aan de orde zijn. Groenvèld hoort dergelijke geluiden meer en meer in de partij: 'De VVD moet de liberale elementen versterken nu de distantie tot de politiek toeneemt. Er is iets aan de hand. Als we afglijden naar een meederheidsstelsel als in België, betekent dat dat het parlement nauwelijks meer hoeft te worden gehoord omdat de meerderheid zich toch wel weerspiegelt in het kabinet. Daar worden de regeerakkoorden gewoon gesloten door de partijvoorzitters.' Het lijkt zo abstract, maar is het niet. Het raakt de partij als organisatie. Eind november treedt partijvoorzitter Kamminga af, een man die zich de afgelopen vier jaar op bijna Belgische wijze heeft bekommerd om zijn partij. Doet zijn opvolger uit zichzelf een stapje terug? Als het aan Hermans ligt zal hij of zij als 'scheidsrechter' boven zichzelf moeten uitstijgen. Zijn Limburgse fractiegenoot Vaa Rey vindt in tegenstelling tot de Teldersstichting — 'daar zitten de wetenschappers, wij zijn de mensen uit de praktijk' — dat de partij 'professioneler' moet worden, net als CDA en PvdA in staat moet zijn haar 'markt' te veroveren, wil ze niet zo marginaal worden als de FDP in de Bondsrepubliek. Voorschotjes die het politieke profiel van het liberale leiderschap er in ieder geval nog complexer op maken. De strijd aan de top is hoe dan ook nog niet beslecht. Nijpels is ingeruild voor twee anderen, 'aanvoerder' De Korte en fractievoorzitter Voorhoeve. Hun rolverdeling ligt nog niet vast, hun intellectuele pretenties evenmin. En om de stoelendans voor een plaatsje in het leidinggevende kwartet compleet te maken: of senator Zoutendijk na de Eerste Kamerverkiezingen van volgend voorjaar terugkeert als fractievoorzitter wordt her en der ook al betwijfeld. Zijn onvoorwaardelijke steun aan Nijpels de afgelopen jaren werd zeker niet door alle liberale senatoren gedeeld. Er staat nog veel op het vuur in huize-VVD. ■ Hubert Smeets 12 juli 1986

De bollen ad interim Overstelpend leuk Door Hieke Jippes Wat was ü leuk de afgelopen week! Per telefoon, dat vooral, maar ook per telex en zelfs per telegram. Nadat maandag jl. de telefooncentrale bezweken was onder de honderden die een bolsuggestie wilden doorgeven — de correspondent te Kenia kon zijn verhaal niet kwijt, adverteerders waren briesend, zes redacteuren assisteerden Betty van Vliet — is er nu een bollenlijn. Met een snoer, een stekker en een stopcontact en dat leidt bepaald tot beheersbaarheid van de materie. Maar dankbaar zijn we. Voor de gretigheid waarmee u reageerde, voor de aanbevelingen bij uw suggesties en de wervende toon waarop u ze deed. 'Mevrouw, ik had hier gisteravond een stel intellectuelen op bezoek en daaronder was ook een arts en daarom heb ik nu wel een moeilijke, echt alleen voor intelligente mensen, maar ik dacht....' 'Ik heb hier: Wald Heim, dat slaat op Waldheim weet u wel? Maar dan met een streepje ertussen of een nieuw woord.' 'Meneer, hahaha, ik heb er een voor u Hahaha, Wald Heimat. Hahaha, die vindt u wel leuk zeker?' 'Ik wou voorstellen: Heim ins Wald,

159 begrijpt u wel? Wald en Heim dus, van Waldheim.' 'Hebt u deze al? Wald—heim!...' En wanneer die suggesties allemaal door pure slijtage aan de kant van het selectieteam afvielen, belden sommigen onder u na het verschijnen van de krant van die dag nog wel eens terug. Om te vragen of Betty van Vliet zelf die leuke suggestie over Wald— heim wel van ons had doorgekregen. Er waren bepaalde concentratiepunten waarop zich veel geestigheid richtte en naamgrappen gingen daarbij voorop. Waldheim, maar ook Sir Geoffrey Howe en diens mislukte missie naar ZuidAfrika leidden tot variaties als: 'How now Howe?' 'I don't know when, I know Howe.' 'Howe do...toch maar niet.' 'Know-Howe' 'Sir Geoffrey: Howe?' 'Thatcher: Howe hem thuis.' Talloos velen vonden ook inspiratie in hej nieuws over de privatisering van het Rijksinkoopbureau, afgekort RIB. 'RIB:RIP.'(21 keer) 'RIB:een rib uit het lijf.'(19 keer) 'Is het nu RIB of RIP?'(vaak) 'Rijksuitkoopbureau.' 'Rijksomkoopbureau.' In onze herinnering gegrift staan ook de twee geschreeuwde suggesties voor: 'Smit-KROESTÜ' En de voorstellen die we heledon't maar maal niet — of niet helemaal — begrepen, al durfden we dat niet te zeggen. Lezers die al bij voorbaat niet meer bijkomen van de lach bij teksten als: 'Wik of mik, slik of stik, potverdik'(?) ontmoedig je niet door te vragen: hoe bedoelt u precies? Euthanasie was ook een puur verstrooiend onderwerp: 'Eubortus of athanasie?' 'Na euthanasie geboorte kabinet.' 'Euthanasie: slikken of stikken.' Het treurige bericht over de terechtstelling van twee Australische drugssmokkelaars in Maleisië, leidde tot: 'In Kuala Lumpur krijgen ze het ook hardstickie-drug.' 'Hang them high.' 'Heroïne: als ze je daar mee pakken, dan hang je.' De kabinetsformatie was mede een geliefd onderwerp door de naam van de informateur. De leukste, naast tal van voorspelbare, waren in de ogen van het selectieteam: 'Is De Koning klaar, is de koningin met vakantie!' 'Daar gaat hij weer, ons zomerkoninkje.' Over Nijpels niet alleen veelvuldig: 'Ed Raket op Defensie.' Maar ook: 'Kabined.' Een geschikte naam had ook de ambassaderaad van de Nederlandse ambassade te Paramaribo, die wordt uitgewezen. Enkelen concludeerden: 'Klipp is klaar.' Bij de suggesties die het net niet haalden, waren: 'Wenen heeft er nu een Prater bij.' 'Out of Austria.' Naar aanleiding van de geboorte van de vijfmiljardste wereldburger: 'De vijfmiljardste: op de eerste vijf na allemaal nullen?' En nog één naamgrap: 'Joris Voorhoede.' De interim-bollenmakers die hun inzending zagen geplaatst mogen we wel van harte feliciteren. Hoezeer zij zich gesteund weten door onze appreciatie merkten we al meteen aan de hardnekkigheid waarmee ze zich een volgende keer opnieuw in de competitie wierpen. Zeggend: 'U spreekt met X. U weet wel, van de bol van gisteren...' 14 juli 1986

Antecedentenonderzoek ministers te lang in Nederland uitgesteld Door H.A. van Wijnen Redacteur NRC Handelsblad Bij de meeste grote ondernemingen in Nederland worden de (relatief) onmondige aandeelhouders tegenwoordig vrij nauwkeurig geïnformeerd over de belangenachtergronden van de commissarissen, waarbij niet alleen de nevenbelangen maar ook het aandelenbezit in de onderneming, indien aanwezig, worden vermeld. Zo kregen de aandeelhouders van de verzekeringsmaatschappij Nationale-Nederlanden N.V. het afgelopen voorjaar uitvoerig inzage in de financiële antecedenten van de commissarissen: hoofdfuncties, de belangrijkste nevenfuncties, de commissariaten elders, de belangrijkste vroegere functies en de omvang van het belang in de onderneming. De commissarissen drs. D. de Bruyne, P.J.S. de Jong, J. Lanser en drs. S. Orlandini bezaten op het moment van hun herbenoeming geen aandelen in Nationale Nederlanden, het lid van de raad van commissarissen P.E.E. Kleyn van Willigen daarentegen was, zoals uit de toelichting op de agenda bleek, „houder van 7240 aandelen in onze vennootschap". In het openbaar bestuur is de openbaarheid van nevenfuncties en neveninkomsten niet alleen nog altijd wettelijk niet geregeld, maar veroorzaakt het onderwerp nog steeds een verlegenheid die in het bedrijfsleven al jaren is overwonnen. Niet alle commissarissen der koningin zijn zo weigerachtig in de publieke verantwoording van hun neveninkomsten als H.J.L. Vonhoff („Dat gaat u niets aan"), maar zo open als Patijn en Roel de Wit daarover in NRC Handelsblad van jongstleden dinsdag, zijn ze evenmin. Waarom zouden de neveninkomsten van publieke ambtsdragers het Nederlandse publiek niets

160 aangaan? Waarom wel in Israël, dat de strengste openbaarheidswetgeving voor publieke ambtsdragers ter wereld heeft? Waarom wel in de Bondsrepubliek, waar vorig jaar de Nebentatigkeitsbegrenzungsgesetz, die nauwkeurig de beperking van nevenfuncties regelt, in werking is getreden? Register Waarom wel in Engeland, waar de leden van het Lagerhuis onder de parlementaire (zij het niet wettelijke) plicht staan om jaarlijks in het openbaar een opgave van hun zakelijke belangen te doen, die zowel een verantwoording van alle nevenfuncties en incidentele inkomsten zoals honoraria voorschrijft als van de betrekkingen die de Lagerhuisleden met belangengroepen onderhouden. Het Engelse Register of Members' Interest verplicht bovendien tot openbaarmaking van inkomsten uit grond, goederen of vermogen, alsmede tot een opgave van de vennootschappen waarin een lid van het Lagerhuis dan wel zijn of haar echtgenoot(note) aandelen bezit — ook die welke op naam van hun kinderen zijn gesteld. In de Verenigde Staten zijn de belangrijkste functionarissen van alle drie de staatsmachten aan enigerlei gereglementeerd antecedentenonderzoek onderworpen. Sinds de Watergate-affaire is dat onderzoek hoe langer hoe meer op belangenvervlechtingen gericht. Maar zelfs vóór Watergate — die de gedragscodes op alle politieke niveaus in de mode brachten — hadden de Courts of Appeal een gedragscode aangenomen waarin de bepaling voorkwam dat de neveninkomsten van leden van de rechterlijke macht voorwerp van publiek onderzoek zouden zijn en gemeld moesten worden aan de Judicial Conference of the United States. Bescherming In alle landen waar de openbaarheid van nevenfuncties van publieke ambtsdragers een wettelijke grondslag heeft, heeft de wetgever zich op het standpunt gesteld dat openbaarheid de beste waarborg biedt tegen eventuele verwikkelingen van politici in een conflict van belangen c.q. tegen ondemocratische beïnvloeding van de politiek. Openbaarheid van nevenfuncties en neveninkomsten is onredelijk noch onzedelijk, omdat het functies betreft die iemand verwerft dank zij en uit hoofde van het publieke ambt dat hij bekleedt, in het algemeen niet louter op grond van particuliere kwaliteiten. In de tijd van de vroegere Kamervoorzitter dr. (die zo goedgelovig was dat hij Nederlandse politici te fatsoenlijk vond voor een wettelijke gedragscode), bestonden er nog geen projectontwikkelaars, bouwbedrijven, organisatiebureaus, verzekeringsmaatschappijen en lobbyende multinationals die de wetgeving wilden beïnvloeden en daartoe de vriendschap zochten van politici. Maar sinds die bedrijven met eigen politieke lobbyisten proberen invloed uit te oefenen op de gang van zaken op het Binnenhof, gaat het niet meer aan om publieke vragen over nevenfuncties van publieke ambtsdragers a la Vonhoff te bestempelen als een inbreuk op de privacy van de ambtsdrager. Dat openbaarheid van nevenfuncties van politici ook een particulier belang kan zijn, is nooit pregnanter onder woorden gebracht dan door de Maastrichtse projectontwikkelaar Leon Melchior, die kort na het aantreden van het kabinet- Van Agt in het weekblad Vrij Nederland vrijmoedig meedeelde dat hij de KVP-politicus F.H.J.J. Andriessen (de minister van financiën in het kabinet-Van Agt) „zou hebben opgehangen" als hij had geweten dat het Kamerlid Andriessen in 1970 adviseur van (zijn concurrent) de projectontwikkelaar Wilma was geweest (Vrij Nederland van 18 maart 1978). Maar de meeste nevenfuncties van politici waren in 1970 nog geen voorwerp van'publieke belangstelling. Het kabinet-Den Uyl heeft de kwestie van de onverenigbaarheid van functies wettelijk willen regelen, maar Den Uyl wilde zoveel tot stand brengen dat de zaak intern verzet opriep en strandde. Het kabinet-Van Agt ontwierp in het spoor van de regeling-Den Uyl een code voor de onverenigbaarheid van belangen en functies voor bewindslieden, burgemeesters en commissarissen der koningin, maar Van Agt slaagde er niet in de regeling voor de burgemeesters en de commissarissen langs de oppositie van het ministerie van binnenlandse zaken te loodsen. Als Van Agt zich daarvoor niet gewonnen had gegeven en de commissarissen der koningin niet uit de regeling had laten verdwijnen, zou hem in zijn tegenwoordige ambt veel verlegenheid bespaard zijn gebleven. Na de Kamerdebatten over de regeringsverklaring van het kabinet-Lubbers is een code van kracht geworden die ministers en staatssecretarissen weliswaar niet verbiedt nevenfuncties aan te houden, maar die functies wel aan de controle van de Tweede Kamer onderwerpt. De kabinetsformateur/minister-president c.q. Lubbers heeft alle ministers en staatssecretarissen

161 van zijn kabinet bovendien ervoor gewaarschuwd dat niet gemelde persoonlijke financiële belangen die later aan het licht zouden komen, het hele kabinet in opspraak kunnen brengen. Letterlijk heeft hij hun de vraag gesteld: „Zijn er overigens gegevens met betrekking tot uw persoonlijke vermogenspositie die bij eventueel bekend worden u dan wel het kabinet in een gecompliceerde positie zouden kunnen brengen?" (Brief van de minister-president van 30 maart 1983 aan de voorzitter van de Tweede Kamer) Onder Lubbers is de geamputeerde onverenigbaarheidsregeling van het kabinet-Van Agt al een eind aangescherpt, maar de burgemeesters en de commissarissen vallen er nog steeds buiten, evenals de leden van de Algemene Rekenkamer en van de Raad van State. Er is nog steeds veel te zeggen voor de suggestie van de tegenwoordige president van de Nederlandsche dr. W. Duisenberg, die ooit in het weekblad Vrij Nederland het voorstel heeft gedaan voor alle politieke ambtsdragers een antecendentenonderzoek verplicht te stellen, naar analogie van het fiscale antecedentenonderzoek dat de minister van financiën bij zijn benoeming ondergaat. Maar het is evenzeer van belang het aandelenbezit — waarvan de regeling nu niet expliciet spreekt — tot voorwerp van onderzoek te maken. In het Londense oorlogskabinet is daarvoor al het voorbeeld gesteld door J.H. de Booy, de directeur,van de BPM, die zich pas tot minister liet benoemen nadat hij ontslag bij de Bataafsche had genomen en eerst al zijn aandelen had verkocht. Schermerhorn noemde dat „het mooiste voorbeeld van een dienst aan het vaderland". P.S. Op 7 mei 1986 is op deze plaats de liberale fractievoorzitter Nijpels geprezen omdat hij in Vrij Nederland had aangekondigd bij de kabinetsformatie een openbaar register van zakelijke belangen van politici tot stand te brengen. In het regeerakkoord is daarvan geen spoor te vinden. Nijpels heeft dus alleen maar een grote mond gehad. „Zijn er overigens gegevens met betrekking tot uw persoonlijke vermogenspositie die bij eventueel bekend worden u dan wel het kabinet in een gecompliceerde positie zouden kunnen brengen?"(Foto NRC Handelsblad/ Maurice Boyer) 31 juli 1986

'Het is allereerst onze taak de rust en een eensgezind VVD-profiel te herstellen' Rudolf de Korte: hoge prioriteit voor technologiebeleid Door Paul Friese Redacteur NRC Handelsblad Door J.M. Bik Redacteur NRC Handelsblad Het nieuwe kabinet mag dan dezelfde premier hebben, de vice-premier is nieuw. Het heeft enige voeten in de aarde gehad vóór dr. Rudolf de Korte (wis- en natuurkundige) als nieuw VVD-aanvoerder het ministerie van economische zaken bereikte. De VVD-fractie in de Tweede Kamer had immers in meerderheid liever gezien dat hij als fractieleider E. Nijpels zou zijn opgevolgd, maar De Korte zag dat anders: minister annex politiek aanvoerder of anders „gewoon" fractielid. Hij kreeg zijn zin in een van de belangrijkste vergaderingen in de VVD-geschiedenis, vier weken geleden, 's avonds en 's nachts, in het ministerie van verkeer en waterstaat van partijgenote/minister mevrouw Smit-Kroes. De nieuwe vice-premier is 50 jaar oud, hij maakte carrière in het bedrijfsleven en was directeur van de kaarsenfabriek -Emery in Gouda voor hij, in '77, in de Tweede Kamer kwam. Hij is secretaris en campagneleider van de VVD geweest, met nadruk meer bon chique bon genre als aanvoerder maar minder jong dan voorganger Nijpels. Een interview met de nieuwe eerste man in het liberale partijgebeuren. In geregeld wisselende volgorde: vice-premier. minister van economische zaken en politiek aanvoerder van een gehavende partij. Is de nieuwe minister van economische zaken geschrokken van de kritiek van ondernemingsorganisaties als VNO en NCW? Vlak voor de verkiezingen waren die nog heel positief over het beleid. Na de verkiezingen werd dat anders. De vakbeweging was in eerste reactie op het nieuwe regeerakkoord gematigd positief, maar werd later kritischer. Ik zou dat in die zin willen verwelkomen dat het nieuwe kabinet blijkbaar nu beter tussen de wensen van werkgevers en werknemers in staat. Ik vind dat nog niet zo'n slechte positie. Dat is een positie die het kabinet alleen maar goed kan doen, als je zo middenin de samenleving staat, zelfs al heeft de vakbeweging de oorspronkelijke zes plus dan veranderd in een zes min. Ik mag toch in vergelijking met het vorige kabinet van een

162 opmerkelijke verandering van toon spreken. Waarin zal het beleid van deze minister verschillen van die van zijn voorganger? Ik zal in elk geval te maken krijgen met andere omstandigheden. Allereerst moet EZ de komende vier jaar 500 miljoen gulden bezuinigen. Dat is niet gering. Verder heb ik tot taak, net als mijn collega's overigens, het aantal ambtenaren fors in te krimpen. Daar komt anderzijds gelukkig bij, dat het beter gaat met de economie. Wij zijn er nog lang niet, maar het gaat beter. Langzamerhand kunnen wij denken aan opheffing van sommige subsidies voor het bedrijfsleven. Verder zal ik aan het technologiebeleid een hoge prioriteit geven. Uit onderzoek van de Oeso blijkt immers dat Nederland in dit opzicht een achterstand heeft op het buitenland, een al maar groter wordende achterstand zelfs. EZ heeft in de afgelopen paar jaar nogal in de vuurlinie gelegen. Hoe denkt u het geschonden imago van het ministerie te herstellen? EZ zal zich in de komende jaren moeten aanpassen aan de nieuwe eisen van de tijd. Als EZ dat goed doet, zal het het beeld krijgen van een modern, zich aanpassend ministerie. Ik ben erop uit dat EZ een dynamisch ministerie is, dat modern denkt. Ik wil het economische proces in elk geval begeleiden, in de zin van de dynamiek in de economie bevorderen — meer kunnen wij niet. Is de reputatie van EZ daarbij een handicap? Wel als het wordt gezien als het ministerie dat eigenlijk nog lijdt onder het RSV-drama. Zo'n beeldvorming verdwijnt niet gauw. Je blijft daarmee een tijd lang belast. Anderzijds is er geen enkele reden om dat beeld nog als geldig te beschouwen, want EZ is gericht op offensieve taken en heeft niets meer te maken met de defensieve steun uit het verleden, zoals die aan RSV. Het departement is een heel andere weg ingeslagen. Dat is al onder Van Aardenne gebeurd. Daarvoor zou hij eigenlijk zeer geprezen moeten worden. Hij zou daarvoor ook geprezen zijn, ware het niet dat RSV telkenmale als een zware wolk boven zijn hoofd hing. Maar EZ heeft nog steeds met dat negatieve imago te maken, dat is waar. U staat bekend om het telkens lanceren van nieuwe plannen. Wat mogen wij van u de komende jaren verwachten? Ik begrijp niet dat ik daarom bekend sta. Het is toch altijd goed om te innoveren. Ik ben van huis uit ondernemer en als ondernemer heb ik geleerd dat, als je niet voortdurend vernieuwt. je dan verliest en er uiteindelijk onderdoor gaat. Wat ik vroeger als ondernemer deed, doe ik nog als politicus: steeds proberen te innoveren. Zo denk ik dat de afslanking van het ambtenarenapparaat een belangrijke stimulans heeft gekregen toen ik minister van binnenlandse zaken werd. Ik verzin niet steeds nieuwe plannetjes, ik probeer af en toe aan het verloop van dingen een nieuwe richting te geven. Het Technologie-instituut is ook zo'n voorbeeld? Dat moet ik uitleggen. Ik heb destijds bij de Kamerdebatten over RSV in een motie gepleit voor het wat meer op afstand van de overheid zetten van de praktische uitvoering van het offensieve stimuleringsbeleid. Om nieuwe RSV's te voorkomen. Secretaris-generaal Rutten liep met soortgelijke denkbeelden rond en die kwamen wonderlijk goed overeen met mijn ideeën. Maar de risico's zijn bij steun aan veelbelovende bedrijven toch niet zo groot als bij steun aan verlieslijdende bedrijven? De kans dat ambtenaren daarbij subjectief te werk gaan blijft vrij groot. In die zin is de kritiek op het oude steunbeleid nog steeds relevant. Als je een veelbelovend project vanuit EZ stimuleert weet je nooit of de Kamer vindt dat dit helemaal objectief gebeurt. Om die kritiek te ondervangen is het beter om de praktische uitvoering van het technologiebeleid in handen te leggen van een onafhankelijk opererend instituut. Of noem het liever agentschap, op afstand van de overheid, dat volgens objectieve criteria te werk gaat. Wat betekent dat organisatorisch voor EZ? Dat betekent dat dat heel goed kan samengaan met de taak om het aantal ambtenaren te verminderen. Wordt de directie algemeen technologiebeleid ingekrompen? Nee, want die zal juist nodig zijn voor het vormen en voeren van het beleid. Sommige uitvoerders zitten nu bij het directoraat-generaal voor industrie en regionaal beleid. Die uitvoering kan wellicht worden overgeheveld naar dat instituut. Wat omvat die uitvoering dan? De precieze lijnen zijn ons ook nog niet helder, daarvoor hebben wij nu de commissie-Dekker (vernoemd naar Wisse Dekker van Philips, p.f.) in het leven geroepen. Die gaat zich daarover zes maanden lang beraden. Wat wordt de taak van die commissie? In elk geval kijken naar de toekomstige organisatie van het instituut. Verder zal zij de bestaande subsidieregelingen onder de loupe moeten nemen, de relatie tussen technische vernieuwing en onderwijs en scholing bezien, de aankopen door de overheid, de

163 grote technologische instituten. Krijgt EZ ten aanzien van het wetenschapsbeleid een grotere vinger in de pap? Ach, zo moet u dat niet zien. De aspecten van het technologiebeleid zullen voortaan — als het om de praktische uitvoering gaat — nadrukkelijker onder het vaandel van EZ worden georganiseerd. Wij moeten oppassen te denken dat het instituut een soort groot laboratorium wordt dat allerlei werkzaamheden aan de samenleving opdraagt. In mijn visie gaat het om een agentschap dat geldstromen op basis van objectieve criteria zo zorgvuldig mogelijk toedeelt aan het bedrijfsleven, de wetenschap, de grote technologische instituten en TNO en dus straks de subsidieaanvragen rechtstreeks in behandeling neemt. Wordt het directoraat-generaal voor industrie (DGl) ingekrompen? Het DGI blijft een van de belangrijke pijlers onder EZ, maar EZ zal het, net als elk ander ministerie, met minder ambtenaren moeten doen en dat geldt dus ook voor het DG I. Welke taken zullen worden afgestoten? Kan ik nog niet zeggen. Wel dat een substantieel deel van de 500 miljoen gulden aan bezuinigingen zal worden gevonden door opheffen van bepaalde subsidiepotten. Daar hoeven wij niet zo treurig over te zijn. Economisch herstel is nu eenmaal het beste gediend met winstherstel door loonmatiging, met hoge investeringen en hoge uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling. Volgens het regeerakkoord zal extra geld voor technologie ten koste moeten gaan van de WIR? Dat betekent niet dat de premies zullen worden verlaagd. Het is voor het economisch herstel heel belangrijk dat de WIR geheel overeind blijft. Dat geeft rust en zekerheid aan ondernemers. Welke subsidiepotten zullen sneuvelen? Daarover zeg ik nu niets. Waarom gaat de vier miljard aan lastenverlichting die de VVD in haar verkiezingsprogramma had staan niet door? Als je een coalitie sluit moet je compromissen sluiten. Zo'n compromis is de afspraak dat de collectieve lastendruk tenminste stabiel moet blijven. Dat betekent bijvoorbeeld dat de extra maatregelen die wij nu treffen naast het pakket uit het regeerakkoord (verhoging van accijnzen op benzine e.d., PCF) straks ongedaan zullen worden gemaakt als de olieprijzen weer stijgen. Wat doet het kabinet als het bedrijfsleven met het oog op de lastenverzwaring de daling van de energieprijzen niet doorberekent aan de consument? De KLM heeft zoiets al aangekondigd. Dan lukt het u toch niet de koopkracht te handhaven? Op zichzelf niets, wij doen in dat opzicht niet aan prijsbeleid. Maar ik verwacht dat de concurrentie in het algemeen toch wel tot het doorgeven van het kostenvoordeel zal leiden. Wat maakt u, naar uw eigen oordeel, zo geschikt voor EZ, dat u per se dit departement wilde hebben en niet op Binnenlandse Zaken wilde blijven? Er is op een gegeven moment nog sprake van geweest dat de VVD Binnenlandse Zaken kon behouden, ook omdat ik daar zelf al zat, maar dan had dat tot resultaat gehad dat wij Economische Zaken hadden moeten opgeven. En dat werd in onze kring niet als een verantwoorde keuze gezien. Het is niet zo dat ik per se minister van economische zaken moest worden. Het is mij geadviseerd. Als vice-premier is het algemene beleid beter te overzien op Economische Zaken, zo is mij gezegd, dan als minister van binnenlandse zaken. Ik denk dat er zeker meer mensen geschikt voor'zijn. Winsemius was er ook uitstekend voor geschikt en er zijn andere mensen in de VVD die voor deze post in aanmerking kwamen. Het is een samenloop van omstandigheden geweest die maakte dat ik hier uiteindelijk terecht ben gekomen. Als de nieuwe politieke aanvoerder van de VVD het goed doet, als straks met recht van hel kabinet-Lubbers/De Korte wordt gesproken, is hij dan ook de volgende WD-lijsttrekker, althans eerste kandidaat daarvoor? Ik doe daar geen enkele uitspraak over, ik vind het onwijs om daar speculaties over te doen. Ik zit hier pas kort, ik denk dat het een hele inspanning van me vergt, ik moet me nog maar waarmaken. Dat is een begrijpelijk soort voorzichtigheid, maar er is juist over het vraagstuk van het leiderschap de afgelopen maanden opvallend intensief gediscussieerd binnen de WD. Ja, maar die ontwikkeling is beïnvloed door de gang van zaken zoals die zich nu eenmaal in ons partijgebeuren heeft afgespeeld. Degeen die in de verkiezingen de lijsttrekker was (Nijpels, j.m.b.) heeft een andere plaats opgezocht, de partij had daarvoor dus een oplossing te vinden. Nu, de oplossing kon gevonden worden door een aanvoerder te kiezen die plaats neemt in het parlement of een die naar het kabinet gaat. We hadden de ervaring van de constructie dat de aanvoerder in het parlement zat. De afgelopen

164 periode is er niet een waar we ons graag aan spiegelen en er was dus een reden om te zeggen laten we het eens anders doen. En dat heeft de doorslag gegeven, dat heeft ook bij mij de doorslag gegeven toen mij die vraag werd voorgelegd. Men had het ook anders kunnen kiezen, dat was ieders vrijheid maar uiteindelijk is deze keuze ook door de grote meerderheid gedeeld. Over acht maanden Statenverkiezingen. Die zorgen vaak voor onrust in een coalitie. Wat gaat de VVD, wat gaat u als aanvoerder, doen om dan zo goed mogelijk beslagen ten ijs te komen? De begroting-'87 heeft weinig moois te bieden. Ik denk dat mijn positie in het kabinet meebrengt dat ik mij zeer loyaal en constructief ga inzetten voor het realiseren van de kabinetsdoelen. Wat dat betreft heb ik dus vooral middellangetermijndoelen op het oog, want ik ben mij ervan bewust dat je niet onmiddellijk kunt scoren, ook niet bij het voortgaan en het uitbouwen van dit beleid. Dat zit er gewoon niet in. We zitten nog een tijd in de moeilijkheden, dus je kunt niet verwachten dat je onmiddellijk met mooie zaken voor de dag kunt komen. Dat kun je alleen in de loop van de komende periode bereiken door consistent te zijn en je niet door Provinciale-Statenverkiezingen en andere tussentijdse gebeurtenissen direct te laten beïnvloeden. Geduld, partijgenoten en kiezers, we kunnen de neerwaartse trend volgend voorjaar nog niet veranderen, maar raak daarvan niet in de war, gelieve tegenslagen op korte termijn als incidenten te zien, het wordt nog beter, alleen wat tater? Ik denk dat het allereerst onze taak is om de rust en een eensgezind VVD-profiel te herstellen, er is natuurlijk toch vrij veel gebeurd in de afgelopen tijd. De mensen zijn aan ons gaan twijfelen. Het herstel van eensgezindheid is duidelijk eerste doel als het gaat om het partijverband, zo ziet Joris Voorhoeve (de nieuwe fractieleider van de VVD, j.m.b.) het ook. En wij beiden zijn ervan overtuigd dat dat ook eigenlijk de belangrijkste aanzet is voor een beter resultaat bij de Statenverkiezingen. Nu heeft premier Lubbers wel eens gezegd: het natuurlijke electorale aandeel van de VVD is een vijfde of een zetel of dertig in de Tweede Kamer. Zegt de nieuwe aanvoerder van de VVD hetzelfde, dat wil zeggen: men moet niet denken dat een resultaat van 36 Kamerzetels als behaald in '82 onder zeer gunstige omstandigheden, want na het „vechtkabinet-Van Agt 2", er voor de VVD snel weer inzit. Is dertig zetels zo kwaad nog niet? Dat is in elk geval zo kwaad nog niet, dat is mijn eerste antwoord. Maar voor een completer antwoord moet ik terug naar de ontwikkeling van vlak na de oorlog. Als je kijkt hoe onze ontwikkelingsgang is geweest, dan moet je constateren, even herleid naar 150 zetels, dat wij zijn gestart met 12 Kamerzetels. Dat is op een gegeven moment zelfs gegroeid tot 36 en nu weer wat teruggevallen tot 27. Maar als je het over een zo lange periode beziet, dan is de conclusie duidelijk dat er een structurele groeilijn inzit. Anders dan bijvoorbeeld bij onze coalitiepartner. Daar kom je, als je weer herleidt tot 150 zetels, tot een aantal in de buurt van 90 waarvan zij vertrokken, vlak na de oorlog, en dan zitten zij nu op 54. Dan zie je dat zich daar dus een aanzienlijke daling heeft afgespeeld. De PvdA heeft eigenlijk een vrij constante lijn. Je ziet dat de VVD en het CDA zich in het verleden enigszins hebben gedragen als communicerende vaten, als je het zo per saldo beziet. Ik zie geen reden waarom die ontwikkeling plotseling helemaal weg zou zijn, er plotseling helemaal niet meer in zou zitten. We kunnen zeker nog verdere groei doormaken. Er zijn mensen in de WD, te denken is aan commissaris Vonhoff in Groningen en het met voorkeurstemmen gekozen Kamerlid Joekes, die zeggen: het soortelijk liberaal gehalte van de partij zou moeten stijgen en als daarvoor desnoods de prijs van een beperktere omvang moet worden betaald, dan mag dat. Goed idee, of niet zo erg? Ik denk dat je een goed compromis moet zoeken tussen aan de ene kant je omvang en aan de andere kant je ideologische gehalte. Er zijn mensen die zeggen: klein maar fijn, desnoods heel klein, als je maar puur liberaal van gehalte kunt zijn. Er zijn anderen die zeggen: onze doelstellingen zijn het waard om uit te dragen, en niet alleen uit te dragen, maar ook waar te maken. Dan zul je daarvoor een politieke machtsbasis moeten zien te vinden in de samenleving. Daar heb je Kamerzetels voor nodig. Dus zal het er altijd op aankomen dat je zowel het een als het ander in een gunstige mix met elkaar in harmonie brengt. Dat is mijn streven. Maar deze De Korte verloochent toch niet zijn familierelatie met de vroegere campagneleider van Hans Wiegel, die een sterke groei in omvang nastreefde en meemaakte? Een mens speelt in zijn leven natuurlijk verschillende rollen. Als je in een vroeg stadium van je politieke loopbaan een paar keer campagneleider bent geweest, dan heeft

165 dat als gevolg dat je je als zodanig presenteert. En dat je daarvoor ook de inzichten op tafel legt. Ik heb nu andere verantwoordelijkheden, ik heb ook andere inzichten. Ik denk niet dat ik die verworvenheden van vroeger naast me neerleg, maar ik heb ook nog aan meer dingen te denken, op dit moment. Maar die inzichten die gericht waren op versterking van de VVD en vergroting van haar invloed, die zijn toch gebleven, en die blijven toch geldig zolang de VVD geen ideologische schade oploopt? Precies, dat laatste is heel belangrijk om daarbij te onderstrepen. Maar daarvan is natuurlijk nog geen sprake, van ideologische beschadiging, want dan zou u geen politiek aanvoerder geworden zijn. In het verleden, toen ik in die positie was en de opkomst van Hans Wiegel meemaakte, hadden wij een grote achterstand. Ik dacht dat wij in potentie, als volkspartij, meer mensen achter ons konden verzamelen dan we toen deden. En een duidelijke, campagnematige aanpak was daarvoor nodig. Die is toen met name door Hans Wiegel uitgedragen, daar heb ik hem bij geholpen. We zijn nu veel groter, we zijn tegelijkertijd in een situatie dat we ons telkenmale moeten afvragen: wat is nu onze boodschap, waar zijn we mee bezig, waar richten we ons in de toekomst op. Belangrijker dan dat presentatieprobleem uit het verleden is het, dat we ons meer en stelliger als VVD met de inhoudelijke kant bezighouden. En ik denk dus dat het ook een opdracht voor de partij is om zich op korte termijn daar verder in te gaan verdiepen. Ik weet dat Joris Voorhoeve daar net zo over denkt, daarin vinden we elkaar bijzonder goed. De toekomst zal moeten leren wat we ervan maken. Blijft het instituut van het wekelijkse bewindsliedenoverleg gehandhaafd? En gaat u vooral daar werken aan coördinatie en herstel van eensgezindheid? Met een presentielijst om ervoor te zorgen dat behalve de partijvoorzitter en de fractievoorzitters alle bewindspersonen daar geregeld komen, dat schijnt in de vorige periode niet altijd zo te zijn geweest? Over dat laatste spreek ik me niet uit. Ik vind dat het bewindsliedenoverleg een heel nuttig instrument is voor onze contacten, ook naar de fractie toe. Het is heel goed als alle betrokkenen daarbij zo veelvuldig mogelijk aanwezig zijn en hun lopende zaken daar behandelen. Natuurlijk altijd weer met inachtneming van eikaars staatsrechtelijke verantwoordelijkheid. Ik zal me daar als voorzitter in elk geval houden aan een goede vergaderdiscipline en proberen te zorgen voor goede conclusies en afspraken. (Dan volgt bij wijze van politiek-filosofisch credo een afsluitende uiteenzetting over de VVD als partij die een typische dwarsdoorsnede van de Nederlandse bevolking is. En die met een principiële opstelling in vier centrale kwesties heel verschillende kiezers kan aanspreken: handhaving van de democratische rechtsstaat, de vrije-markteconomie, een loyale partnerpositie in de Navo en de sociale zekerheid meer 'als trampoline' waarvan mensen weer omhoog kunnen veren dan als vangnet waarin zij blijven liggen.) Ik voel het in het algemeen voor mezelf als een opdracht, juist nu we samenwerken met het CDA en daarmee veel beleidsdoelen gemeen hebben, om de liberale voedingsbodem onder die omstandigheden zo vruchtbaar mogelijk te maken. Als partij dus die meer dan enige andere staat voor de individuele zelfbepaling van mensen, die de individuele gezichtshoek als liberaal uitgangspunt koestert, terwijl het CDA veel meer kijkt naar grotere groepen in de samenleving. Vice-premier en Minister van economische zaken Rudolf de Korte (Foto NRC Handelsblad/Freddy Rikken) 2 augustus 1986

Nijpels van 'Edje Raketje' naar 'Edje Milieuwetje' Door onze redacteur REINOUD ROSCAM ABBING DEN HAAG, 28 aug. — De kleine ontvangstzaal in het ministerie van volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieubeheer (VROM) had gistermiddag wel iets weg van het perscentrum Nieuwspoort op een vrijdagmiddag. Maar niet de wekelijkse persconferentie van de minister-president was aanleiding voor de parlementaire pers om in brede samenstelling naar de permanente noodbehuizing van het ministerie te komen. „Hoewel minister drs. E.H.T.M. Nijpels geen onbekende voor de pers/RTV is ...", zo luidde haast verontschuldigend de uitnodiging van directeur voorlichting Schoenmakers van VROM om kennis te maken met de nieuwe „minister van luwte", zoals de gewezen leider van de VVD in de dagen van de formatie wel werd omschreven. Nijpels, jarenlang goed voor klinkende

166 krantekolommen en flitsende tv-beelden, leek die typering gisteren waar te maken. Wellicht tot teleurstelling van de gisteren aanwezige journalisten, die lang niet allemaal hun dagelijks brood verdienen met berichtgeving over VROM-zaken. Nog geen twee maanden geleden volgden zij Nijpels op de voet in de dagelijkse oversteek van Eerste (informateur) naar Tweede (fractie) Kamer in de hoop op nieuwe olie op de politieke golven. Nu stond de „kennismaking" met de nieuwe minister van VROM inderdaad in het teken van een informele ontmoeting en de transformatie van „Edje Raketje" in „Edje Milieuwetje". Zwijgen Het spraakmakende optreden van het circus-De Korte, een dag eerder op Economische zaken, werd gisteren niet herhaald op het ministerie waar de voormalige topman van de liberalen nu de scepter zwaait. „Een informele kennismaking", zo herhaalde Schoenmakers aan het begin van de bijeenkomst met enige nadruk zijn uitnodiging, en voegde daar veiligheidshalve aan toe: „dat betekent dat alles wat gezegd wordt off the record is, en als u dat niet wilt, moet u dat even tegen de minister zeggen, dan kan hij zwijgen". Geen toespraak dus, geen beleidsvoornemens, geen ministeriële pep-talk tijdens het eerste publieke optreden van Nijpels in zijn nieuwe rol. Dat moet gebeuren in de Tweede Kamer, waar de minister zeer binnenkort een deel van de erfenis van zijn voorganger Winsemius mag verdedigen. Op het departement wordt melding gemaakt van een ijverig in milieu- paperassen studerende Nijpels. Misschien is hij nog een vreemde eend in de bijt tussen de kippen die samen met de VROM-ambtenaren het terrein aan de Haagse Van Alkemadelaan bevolken, maar tijdens het samenzijn gisteren leek Nijpels weer even op het Binnenhof. Een glas bier, een praatje: ongezellig was het niet in de luwte van de Derde Dinsdag. 28 augustus 1986

De Vries (CDA) en de eerste honderd dagen van Lubbers-II 'Ik heb beseft dat het aftreden van Brokx zich tegen mij zou keren' □oor onze redacteuren KEES VAN DER MALEN en HUBERT SMEETS In '82 stond hij ineens aan het hoofd van de CDA-fractie. Nieuw en onbekend. Na de slimme Aantjes en de vindingrijke Lubbers kreeg het CDA een leider die vooral rechtlijnig en vasthoudend bleek. Meeslepend was hij zelden, dominant evenmin. Hij heette snel het „knechtje" van Lubbers, maar in die meester-knecht verhouding lijkt inmiddels verandering te komen. Zelf ziet Bert de Vries geen verschil met zijn eerste periode als fractievoorzitter. Natuurlijk, hij heeft meer ervaring en een grotere fractie achter zich, maar dat betekent niet dat hij in het overleg met het kabinet en de coalitiepartner nu ook een „grotere broek" aantrekt. „Nee, zo werkt dat niet. Je hebt altijd 76 Kamerleden nodig. Of er nou 54 of 45 CDA'ers hun vinger opsteken, de vingers van de VVD moeten ook omhoog. Ik hou er ook niet van om met m'n vuist op tafel te slaan. Zo verloopt zo'n samenwerking met het kabinet niet. Je moet kijken of je met elkaar door de wereld kunt. En daar zit de coalitiepartner ook nog bij". Vier jaar geleden was De Vries in de Kamer de onverwachte debutant onder de fractieleiders. Na de val van Nijpels en het vertrek van Den Uyl is hij de routinier. Hoe oordeelt hij over de nieuwkomers Kok en Voorhoeve? „Je kunt aan Wim Kok merken dat hij een man is van een andere generatie dan Den Uyl. Dat praat wat makkelijker. Je kunt openlijk en zakelijk met hem omgaan. Politiek heb ik het gevoel dat hij begonnen is met goede voornemens om zoveel mogelijk ruimte te maken voor een dialoog, maar na honderd dagen heeft hij kennelijk al moeite om dat goede voornemen vol te houden. Hij gaat erg sterk op de oppositionele toer, zonder de wezenlijke doelstellingen van dit kabinet tot zijn recht te laten komen. In dat opzicht begint hij steeds meer op Den Uyl te lijken". Over Voorhoeve is De Vries zeer te spreken. Nee, hij heeft niet aan de opvolger van Nijpels moeten wennen. „Voorhoeve heeft net als ik de neiging aan z'n opvattingen vast te houden. Dat heeft het voordeel dat je weet wat je aan elkaar hebt". Voorhoeve mag zich dan misschien bescheidener opstellen dan zijn springerige voorganger, maar De Vries onderschat hem beslist niet. „Ik wil niet de

167 indruk wekken dat de VVD onder Voorhoeve een speelpop is waarmee je naar believen kunt sollen. Dat gaat me ook wat ver". DEN HAAG, 21 nov. — De eerste honderd dagen van het tweede kabinet-Lubbers zijn geen onverdeeld succes geweest. Een reeks incidenten en affaires overschaduwde de start van het kabinet. Verantwoordelijk voor deze valse start waren vooral ministers van CDA-huize. Na de eclatante verkiezingsoverwinning kreeg het prestige van het CDA een forse deuk. Het begon met de minister van binnenlandse zaken, Van Dijk, die de inzet van ambtenaren in twijfel trok. Overheidsbonden, Tweede Kamer en de publieke opinie vielen over hem heen. Vervolgens Icwam het tot een openlijke confrontatie tussen minister Ruding van financiën en fractievoorzitter De Vries over de vraag of het terugdringen van het financieringstekort wel of niet de absolute prioriteit van het kabinet moest hebben. Minister Brinkman (WVC) moest kritiek en misprijzen incasseren, toen hij opriep tot „sociaal elan", een pleidooi voor de „zorgzame samenleving" waar het CDA op uit is. Kort daarna zat minister Van den Broek in de vuile wind. De Kamer en premier Lubbers dwongen de minister van buitenlandse zaken terug te komen op zijn ingrepen bij de toekenning van de Erasmusprijs aan de Tsjechoslowaakse schrijver Vaclav Havel. Vorige week was het de minister van landbouw en visserij, Braks, wiens naam in verband werd gebracht met het al jaren bestaande „grijze circuit" bij de visafslag. Maar bovenal was er de „affaire-Brokx", waarbij een regelrechte clash tussen De Vries en Lubbers tot het vertrek van de staatssecretaris van volkshuisvesting leidde. Morgen komt de partijraad van het CDA in Utrecht bijeen, voor het eerst sinds de beëdiging van het tweede kabinet-Lubbers medio juli. Eén van de sprekers in de Jaarbeurs is Bert de Vries, de fractievoorzitter die de afgelopen drie maanden plotseling meer zelfvertrouwen etaleerde dan de afgelopen vier jaar bij elkaar. Wie is er het meest beschadigd door de zaak-Brokx? Of heeft iedereen gewonnen? „Ik zou op die vraag geen antwoord kunnen geven. Ik weet ook niet of ik het een interessante vraag vind. Ik vind mijn handelswijze nog steeds juist, hoewel ik liever zou hebben gezien dat het lot niet was beslist door het uitlekken van een brief. Ik heb me gerealiseerd dat het aftreden van Brokx zich in eerste instantie tegen mij zou keren. Dat moet je accepteren. Het gaf een soort schokeffect en dan hebben de mensen de neiging om zich te solidariseren met degene die als slachtoffer wordt beschouwd. Scholten en Dijkman, die ik ook als fractievoorzitter heb mogen meemaken, gingen als grote helden weg. In eerste instantie is het sentiment dan: er wordt iemand de laan uitgestuurd onder druk van de fractievoorzitter. Maar vrij snel daarna wordt dan toch ook gezegd: eigenlijk had hij wel gelijk. Was het de moeilijkste beslissing uit uw vierjarige carrière? „Eigenlijk was het geen bewuste beslissing. Vanaf eind augustus groeide ik toe naar de overtuiging dat het politiek een onzalige situatie zou zijn als een bewindsman op zijn departement orde op zaken moest stellen en tegelijkertijd onderwerp zou zijn van een parlementaire enquête. Ik was er niet gelukkig mee dat Brokx en Lubbers tot een andere conclusie kwamen. Toen heb ik besloten om de druk wat op te voeren, in de verwachting dat we er voor de start van de enquête samen nog wel uit zouden komen. De zaak had niet anders aangepakt kunnen worden. Als je vier of vijf weken lang de zaak in vertrouwelijke gesprekken aan de orde stelt, zijn er na verloop van tijd vrij veel mensen op de hoogte. Het risico van lekken is vrij groot en dan zit je voor het blok". Maakt u zich niet ongerust. dat in zó korte tijd zoveel CDA-bewindslieden in opspraak zijn gekomen? „U vergeet Van Eekelen in uw opsomming. De meeste incidenten zijn rimpelingen die geen diepere sporen nalaten. Het zijn allemaal geen dingen waar je vrolijk van wordt. Maar het zijn geen zaken die in de onderlinge verhoudingen binnen het kabinet en tussen kabinet en regeringspartijen schade teweeg hebben gebracht, die doorwerkt. „Het kan op een gegeven moment natuurlijk ook solidariserend werken. In die zin dat een ploeg bewindslieden die daar zit, natuurlijk ook in deze tweede periode succes wil behalen en als het dan in het begin niet allemaal van een leien dakje gaat, kan dat ook in zekere zin als een waarschuwing gaan werken, zo van: we kunnen het ons zeker niet veroorloven om het makkelijker te nemen dan in de eerste periode". U bent eigenlijk blij dat het tegenzit? „Nee, maar ik heb liever dat aan het begin van de kabinetsperiode kabinet en coalitie even weer met de neus op de feiten worden gedrukt, want we kunnen ons niet veroorloven om achterover te gaan leunen. Dat dat nog eens

168 duidelijk wordt, heeft ook z'n positieve kanten". Het laat u koud dat het vooral bewindslieden van CDA-huize zijn? „Je kijkt er niet met vreugde naar. Niemand zal kunnen zeggen dat dit nou bevorderlijk is voor een goeie start en voor het prestige van het kabinet. Aan de andere kant ben ik toch steeds geneigd om vooral te kijken naar het beleid. Dat vind ik voor de toekomst van het kabinet veel belangrijker. En daarmee wordt tot nu toe redelijk voortgang geboekt". Visfraude Kan minister Braks binnenkort een brief van u verwachten in de zaak van de visfraude? „Ik ben tot dusverre, de stukken lezend, tot de conclusie gekomen dat de minister van landbouw wel degelijk in een vroege fase, toen zijn ministerie op de hoogte kwam van grijze circuits en tweede markten, maatregelen getroffen heeft. Sinds jaar en dag wordt in die sector tamelijk actief getracht orde op zaken te stellen via allerlei sancties en maatregelen, boetes en processen. U vreest niet voor een afbladdering van de minister van landbouw? „Nee, ik geloof niet dat het verhaal klopt dat de minister de Kamer onjuist geïnformeerd zou hebben. Want ook uit antwoorden op schriftelijke vragen en uit stukken blijkt dat de minister er geen geheim van heeft gemaakt dat zijn ministerie op de hoogte was. Bovendien, de Algemene inspectiedienst is voortdurend actief geweest. Je kunt je toch moeilijk voorstellen dat de inspectiedienst op visafslagen controleert, directeuren van visafslagen oppakt en tegelijkertijd actief meewerkt of toestemming geeft voor het houden van een dubbele boekhouding. Dat zou een innerlijk tegenstrijdig optreden zijn. Dus ik denk dat op dat punt minister Braks weinig tot niets te verwijten valt". Visie Aan incidenten heeft het kabinet geen gebrek, aan herkenning des te meer. In de samenleving klinkt de roep om een visie, in de Eerste Kamer vraagt CDA- fractieleider Christiaanse zelfs om een „masterplan". Wat het kabinet doet is duidelijk, waar het naartoe wil, is minder helder. Volgens de heer Oostlander, de directeur van het wetenschappelijk bureau van het CDA, kun je niet blijven bezuinigen zonder te zeggen waar je naartoe wilt. Het eerste kabinet was een saneringskabinet. Het tweede kan zich dat niet meer permitteren, zegt hij. „Brinkman heeft geprobeerd een visie te geven. Dat is niet bij iedereen even goed gevallen. Dat komt omdat elke redenering die wordt aangevoerd om de bezuinigingen te onderbouwen, als verdacht wordt ervaren. We hebben dat als CDA drie tot vier jaar geleden gemerkt met het rapport 'Van verzorgingsstaat naar verzorgingsmaatsehappij'. Dat werd ook met hoon ontvangen. Geleidelijk kom je ook in het linkse kamp mensen tegen, die verhalen schrijven die verdacht veel lijken op wat wij toen schreven, maar het mag niet zo heten. We moeten toe naar een nieuwe bezinning wat de mensen en hun organisaties zelf kunnen en wat de overheid moet doen. In de praktijk zal dat een kwestie zijn van uitproberen. „Als je dan het beleid bijstelt, wordt die visie die eraan ten grondslag ligt afgedaan als drogreden om een a-sociaal bezuinigingsbeleid te rechtvaardigen. In die zin ben je kwetsbaar. Daarom is het verstandig om die visie ingetogen uit te dragen, omdat je anders toch alleen maar wordt afgeschoten. „Het is een wat ondankbare taak voor Brinkman en voor de minister-president. Het komt als hypocriet over. Van de directeur van het wetenschappelijk bureau komt dat makkelijker over dan van de fractievoorzitter. Van mij wordt ook meteen gedacht dat ik alleen maar op zoek ben naar mooie verhalen om een wat pijnlijk beleid te versieren". Ruding De minister van financiën staat al een hele tijd in spreidstand met één been in Den Haag en één been in Washington. Duwt en trekt de fractievoorzitter nog ergens om een beslissing te bespoedigen? „Nee, op dit moment kan ik niet anders dan afwachten". Wat vindt u ervan dat het zo lang duurt? „Dat is jammer". Zegt dat ook niet iets over de kracht van Nederland in de internationale organen? „Die kracht is natuurlijk ook niet zo groot. Ik heb nooit een overdreven voorstelling gehad van de spierballen van Nederland. Nederland komt alleen in aanmerking voor dat soort functies als Nederland voldoende steun kan werven bij andere landen, dat wil zeggen bij andere Europese landen". Uw kritiek op de Miljoenenota van Ruding is een beetje in de mist blijven hangen. Wat verwijt u hem nou precies? „De achtergrond daarvan was dat er in de Miljoenennota 1987 nogal wat werd gezegd over de periode na 1990. Als het kabinet

169 het nodig vindt om in de Miljoenennota vergezichten te bieden en zegt dat de collectieve sector ook na 1990 verder moet worden verkleind, dan mag het op een reactie rekenen. Dat type samenleving — ik heb het een Amerikaanse genoemd — is niet wat mij voor ogen staat. „De minister van financiën functioneert natuurlijk als bewaker van de schatkist. Maar de minister had vanouds ook een zekere betrokkenheid bij de macro-economische effecten van de overheidsfinanciën, dus het functioneren van de economie in haar totaliteit. Die verantwoordelijkheid is tegenwoordig wat op de achtergrond geraakt. Dat vind ik niet goed. In mijn economische analyse verschil ik ook van de heer Ruding. Naar mijn mening heeft de heer Ruding wel eens wat te weinig oog voor de effecten van de overheidsfinanciën op de afzetmogelijkheden van het bedrijfsleven". Denkt u dat als de heer Ruding blijft, er de komende jaren ruimte komt voor uw benadering? „Naarmate we succesvoller zijn bij het beheersbaar maken van de overheidsfinanciën en het terugdringen van het financieringstekort, komt eerder het moment dat je daarover een echt reële discussie krijgt. De heer Ruding en ik zijn het erover eens dat het financieringstekort deze kabinetsperiode teruggebracht moet worden tot 5V* procent. Maar als daarna de vraag aan de orde komt hoever je nog moet gaan, verschillen we van mening". Hoe groter het succes hoe groter de kans op conflicten. „Ja, als er meer te verdelen valt, zal de stormloop op wat er extra te verdelen valt natuurlijk hevig worden. En dan zal de ene roepen dat het moet worden gebruikt om het financieringstekort nog meer te verlagen, de ander zal roepen dat het moet worden gebruikt om de belastingen te verlagen, weer een ander zal roepen dat het gebruikt moet worden om de koppelingen te herstellen en weer een ander zal roepen dat het gebruikt moet worden om meer aan vergrijzing en onderwijs te doen en zo kan ik nog wel even doorgaan. In zekere zin is het een luxe-discussie, maar wel een luxe-discussie die kan zorgen voor behoorlijke politieke spanning". Bert de Vries: „Kabinet en coalitie kunnen zich niet veroorloven achterover te gaan leunen". (Foto NRC Handelsblad/Leo van Velzen). 21 november 1986

Kamminga (VVD) kijkt terug op periode van 'onmacht en spanning' 'Nijpels moest wel van de trapeze vallen' Zaterdag neemt Jan Kamminga .afscheid als voorzitter van de VVD. In kiest de partij oud-minister dr. L. (Leen) Ginjaar als zijn opvolger. Na de dertiger Kamminga, bij zijn aantreden in 1981 een exponent van de nieuwe generatie VVD'ers, komt de leiding van de partij in handen van de vijftiger Ginjaar. Op één punt verlaat Kamminga de partij zoals hij haar als voorzitter aantrof. Toen hij in '81 aantrad, telde de partij zo'n 90,000 leden en nu hij vertrekt, zit de VVD weer op hetzelfde niveau. „Nee, ik ben voor de VVD geen winstgevende zaak geweest", moet de vertrekkende voorzitter — lachend — toegeven. Door onze redacteur K ees van der malen DEN HAAG, 28 nov. — „Een heel verdrietig half jaar van grote spanning en onmacht". Beknopt en zonder veel behoefte om nog om te zien, typeert Jan Kamminga de voor de VVD hectische maanden die zorgden voor een zware verkiezingsnederlaag, de val van Nijpels en een nieuw leidend duo. Kamminga leefde die periode sterk in twee werelden. In zijn directe omgeving in Groningen zei men „sla ze met de koppen tegen elkaar". In Den Haag probeerde hij zoveel mogelijk te bemiddelen >n de conflicten en rivaliteiten tussen fractievoorzitter en ministers, tussen fractie en fractieleiding en tussen ministers onderling. Als een brandweerman rende hij steeds met te weinig water 'angs steeds nieuwe brandhaarden. Soms wist hij het vuur tijdig te doven („er zijn veel meer conflicten geweest, dan gelukkig naar huiten is gekomen"), soms laaide het vuur hoog op voor hij erbij tan zijn., Zoals twee maanden vóór de verkiezingen bij de vroegtijdige aankondiging van Nijpels °ver een tijdelijk ministerschap v an Wiegel. Kamminga zat in Groningen, Nijpels deed zijn verhaal in Den Haag en Wiegel zat er in Leeuwarden tussen. Kamminga wil de precieze afspraak over de kandidatuur van Wiegel °ok zoveel maanden later niet prijsgeven. „Ik weet als enige wat er gebeurd is, maar ik sluit dat geheim in m'n hart". Scheve verhoudingen Kamminga spreekt over „momenten van bittere teleurstelling", als hij de episode overziet. Onmacht was er regelmatig, maar inspiratie ook. „Ik heb me vaak gesterkt

170 gevoeld door de partij die zich zo loyaal heeft opgesteld en die zo dapper overeind gebleven is. De tegenstellingen bestonden niet in de partij, ze bestonden ook niet in de Kamercentrales, de partij is steeds een eenheid gebleven. Dat heeft me zeer met de partij verbonden". De oorzaak voor de vele — sterk persoonlijke — conflicten binnen de VVD ligt volgens Kamminga in de „scheve verhoudingen" die najaar '84 ontstonden toen Van Aardenne als gevolg van de RSV-enquête als vice-premier en leider van de liberale ministers politiek vleuggellam raakte. „Er ontstond toen een onjuiste verschuiving in de krachtsverhouding tussen fractie en ministers. De formele verhoudingen waren niet langer goed meer. Van Aardenne miste het gezag om als leider van de ministers op te treden en Nijpels werd zo ongeveer de leider in het kabinet. Dat leidde tot spanningen tussen de VVD- bewindslieden en de fractieleider". Kamminga schetst die te grote invloed van de fractievoorzitter als volgt: „Op donderdagavond overlegde de fractieleider met de bewindslieden over het wekelijkse kabinetsberaad. Als de ministers er daarna op vrijdag niet uitkwamen, ging er een telefoontje naar de fractieleider en moest die eraan te pas komen. En als vervolgens Lubbers 's avonds de uitkomst bekend maakte, moest de fractieleider in de publiciteit nog eens vechten om het gelijk van de VVD binnen te halen. Zo'n snelle gedaantewisseling in 24 uur is niet vol te houden, dan moet je wel van de trapeze vallen", stelt Kamminga vast. De vele persoonlijke conflicten — de PTT-ruzie tussen Vonhoff en Smit-Kroes, de euthanasie-aanvaring tussen Nijpels en Korthals Altes en de onmin over de P.C. Hooftprijs tussen Nijpels en een minderheid in de fractie — ontstonden volgens Kamminga, omdat de aandacht in de partij tussen najaar '84 en voorjaar '85 te veel werd afgeleid door de RSVproblemen. „Daardoor zijn allerlei andere problemen ontstaan, mensen kregen persoonlijke conflicten en dan kom je in een spiraal naar beneden". Ter illustratie van zijn opvatting dat het de partij min of meer „overkwam", wijst Kamminga erop dat Nijpels drie maanden voordat de RSV-problemen begonnen bij de Europese verkiezingen nog met 100.000 voorkeurstemmen werd gekozen. Schoon schip Na de teleurstellende verkiezingsuitslag, de wisseling van de wacht en de formatie van het tweede kabinet- Lubbers heeft volgens Kamminga „het maken van schoon schip tot nieuwe en betere verhoudingen geleid". Hij neemt dat soms met een glimlach waar. „Het bijzondere is dat mensen die in het eerste half jaar tegenover elkaar stonden, in de nieuwe verhoudingen de beste vrienden zijn geworden. Dat is vermakelijk om vast te stellen". De scheidende voorzitter is tevreden hoe het nieuwe team Voorhoeve-De Korte functioneert. „Het is hun heilige opdracht om op basis van ieder zijn eigen verantwoordelijkheid samen te werken. Als voorzitter heb ik me zeer beijverd om beide betrokkenen daarvan te overtuigen en met succes. Tot dusver — en ik hoop dat het nog wel enige dagen zo doorgaat — heeft zich nog geen ontsporing voorgedaan". Wie van het liberale duo uiteindelijk de politieke leider wordt, laat Kamminga nu in het midden. Hij vindt dat geen ongezonde journalistieke belangstelling — „ook in de partij kijkt men met een vergrootglas hoe die verhoudingen nu precies liggen" — maar de beslissing daarover valt pas in 1989 bij de keuze van van een nieuwe lijsttrekker. Persoonlijk meent Kamminga dat Voorhoeve dan wel eens de beste papieren kan hebben. „Als fractievoorzitter kan Voorhoeve zich profileren als vertegenwoordiger van het VVD-standpunt. De Korte is nu eenmaal in een positie dat hij onder Lubbers compromissen met het CDA moet sluiten". Kamminga ziet, ondanks de sterke teruggval bij de Kamerverkiezingen, goede vooruitzichten voor de VVD. „Er zijn de afgelopen jaren in de samenleving veel van onze ideeën overgenomen. De noodzaak van criminaliteitbestrijding wordt nu in brede kring onderschreven en de individualisering is veel groter geworden. „De taak van de VVD is, nu de eigen kracht vaststaat, vooruit te denken. Het gaat er nu om dat de VVD niet langer met verbazing kijkt wat er gebeurd is, maar kijkt hoe de liberale uitgangspunten verder uitgebouwd kunnen worden". Kamminga 28 november 1986

Wim Kok volgens journalisten de politicus van 1986

171

Door onze politieke redactie DEN HAAG, 29 dec. — Fractievoorzitter Kok van de PvdA is in de ogen van de parlementaire journalisten in Nederland de politicus van het afgelopen jaar. Kok kreeg in de enquête die het weekblad De Tijd eind van het jaar traditiegetrouw houdt de meeste stemmen van de Haagse pers. De kwalificatie „slechtste politicus" viel vice-premier De Korte ten deel. Kok eindigde met 63 stemmen voor premier Lubbers, die die vorige jaar nummer één was maar dit keer slechts 41 stemmen kreeg. Volgens een van de ondervraagde journalisten is Kok „een linkse Lubbers in opmars". Kok en Lubbers werden op ruime afstand gevolgd door D66-fractieleider Van Mierlo. Vierde werd de gevallen VVD- fractievoorzitter, thans minister, Nijpels. Den Uyl kreeg van de parlementaire pers de vijfde plaats toebedeeld. Voor het eerst werd er in de enquête van De Tijd ook gevraagd om de slechtse politicus te kiezen. Na De Korte eindigde CDA-fractievoorzitter De Vries op de tweede plaats. Na hem volgden minister van binnenlandse zaken C. van Dijk, twee jaar geleden als voorzitter van de RSV-enquêtecommissie nog de politicus van het jaar, de afgetreden staatssecretaris voor volkshuisvesting Brokx en Nijpels. 29 december 1986

Bijlage 4: Artikelen de Volkskrant

WIEGEL NAM „ZEER ZWARE BESLISSING” „Friesland heeft steeds mijn voorkeur gehad” Van onze verslaggever AMERONGEN — „Een van de mooiste ambten van het land" noemt Hans Wiegel zijn nieuwe functie van commissaris van de koningin in Friesland. Afgelopen dinsdag nam hij de volgens hem „zeer zware beslissing". Vervolgens seinde hij de verantwoordelijke minister Van Thijn Van Binnenlandse Zaken in Wiegel over zijn twijfels van de afgelopen weken: „Zon kans krijg je maar een keer." De benoeming van Wiegel tot commissaris van de koningin kan niet echt als een verrassing worden gezien. Van de WD- leider is al lang bekend dat zijn aspiraties, na het verlies van zijn ministerspost, uitgingen naar een degelijke bestuurlijke functie en dan vooral een Waarbij uiterlijkheden en representatie niet al te zeer op de achtergrond worden gedrukt. Die kwaliteiten vond Wiegel tenslotte ook zo leuk aan zijn vorige functie, het ministerschap van Binnenlandse Zaken. Het ministertje spelen; zich met de koets laten vervoeren bij de sluiting van het parlementaire jaar, dat is Wiegel op zijn In dat licht bezien is zijn nieuwe functie alleen maar een logische stap in een zorgvuldig uitgezette carrière. Wiegel: „Een echt logische stap is «et misschien niet, maar we verheugen ons zeer op de gang naar Friesland. Die provincie heeft voor mij sltijd de voorkeur gehad." Waarom *oos Wiegel voor Friesland, terwijl bij daarmee van veel kanten weerstanden oproept? Volgend jaar komt immers een zelfde post in Gelderland vrij. „Gelderland is groter en machtiger maar ik houd erg yan Friesland." De gelukwensen stroomden vrijdag bij Wiegel binnen. De vele telefoontjes, bloemen en andere attenties (waaronder twee flessen wijn van de PvdA-fractie met een zeer bartelijke gelukwens) staken schril 'f bij de protesten in Friesland. ..Wiegel nea" stond er op een muur ln Leeuwarden. Een foto ervan was afgedrukt op de voorpagina van een Plaatselijke krant. De nieuwe commissaris daarover: '.Ik hoop dat degene die dat heeft geschilderd, volgend jaar iets anders schildert. Ik kan me voorstellen dat sommigen een ander wilden, *k ben nu eenmaal een politiek zeer üitgesproken man. Maar ik zou in <•« verband Thorbecke willen citeren: „Wacht op mijn daden". Wiegel citeert Thorbecke graag, "oor wijlen H. van Riel werd hij in 1973 als de „tweede Thorbecke" "etiteld. Van Riel doelde daarbij yooral op Wiegels vermogen de VVD weer omhoog te stuwen. „Ik *'e hem niet als wetgever of zoiets, daar is geen sprake van." Wiegel heeft Van Riels voorspelling in de praktijk bevestigd. De vvD groeide bij de jongste Statenverkiezingen tot ongekende hoogte en tijdens zijn ministerschap bewees Wiegel inderdaad geen grote wetgever te zijn. Het bestuurderschap heeft hij altijd wat interessanter gevonden dan het aanbrengen van daadwerkelijke politieke en wetgevende vernieuwingen. Een commissariaat van de koningin is daarom een uitgelezen functie voor Wiegel. Hij heeft vaak op zon benoeming gezinspeeld. In een interview in Het Parool, ruim een half jaar geleden, zei hij al vooral naar Zeeland of Limburg te willen, omdat

172 het commissariaat daar „nog echt wat is". Zijn voorkeur om graag de ouderwetse bestuurder te zijn met veel uiterlijk vertoon zou dan veel minder tot zijn recht komen. Het kabinet raakt nu in ieder geval een lastige opposant in de Tweede Kamer kwijt. Denkt Wiegel dat dit een rol heeft gespeeld bij de benoeming? „Dat zal misschien in de harten van sommigen meespelen. Ik weet zeker dat dat geen rol heeft gespeeld voor de minister van Binnenlandse Zaken. Bovendien heb ik er alle vertrouwen in dat mijn opvolger de lijn zal doortrekken." Wie hem moet opvolgen wil Wiegel niet zeggen. „Ik denk dat de Kamerfractie daarover in de loop van de volgende week wel zal beslissen." Wat vindt Wiegel van de 32-- jarige Ed Nijpels, net als Wiegel een snelle carrièremaker en evenzeer een vlot spreker in de Kamer? De nieuwe commissaris van de koningin hult zich in een stilzwijgen. Wiegel houdt van een formele opstelling. Het definitieve besluit over zjn benoeming viel vrijdagmiddag en toen de NOS-radio hem de avond tevoren opbelde met het bericht over de (toen te verwachten) benoeming waarschuwde Wiegel de betreffende journalist: „Pas op, dit is een canard". Ook minister Van Thijn speelde donderdagavond verbazing. Wiegel is trouwens dikke maatjes met Van Thijn. Geen gelegenheid heeft de WD-voorman voorbij laten gaan om zijn opvolger te roemen. Dit alles om het eigen carrièrepad te effenen? Wiegel: „Ik heb altijd een goede verhouding gehad met Van Thijn. We zijn al lang bevriend. Toen Van Thijn eind jaren zestig moest kiezen tussen het wethouderschap van Amsterdam of het Kamerlidschap heb ik gezegd: Jij hebt je jarenlang ingezet voor de partij in Amsterdam, nu moet je kiezen wat je zelf wilt doen." Wiegel heeft nu gekozen voor wat hij zelf zo graag wil doen. In het interview met Het Parool zei Wiegel over de toen al bestaande geruchten: „Mijn stoel hier van fractievoorzitter komt voorlopig niet vrij" en „mocht iemand ambities hebben voor mijn opvolging dan kan die dat snel vergeten". Maar in 1970 Wiegel al in De Telegraaf: „Een van mijn briljantste eigenschappen is dat niemand mij ooit door krijgt." Nog een uitspraak van Wiegel: „Ik hecht aan uiterlijkheden maar toch niet met een bloedige ernst." In zijn nieuwe functie krijgt hij alle ruimte om die voorkeur kenbaar te maken. Wiegel op de Friese meren („op mijn vijftiende zeilde ik landelijke wedstrijden"), Wiegel op de bres voor de Friese cultuur, Wiegel met het startpistool voor de Elfstedentocht in de hand. Eindelijk verlost van al die zwaarwichtigheid en belangrijke politieke keuzes. MARCEL VAN LIESHOUT Mevrouw Wiegel (links) draagt een bloemstuk aan dat na de bekendmaking van Wiegels benoeming bij zijn huis in Amerongen werd bezorgd. Rechts Wiegel en naast hem zijn kinderen Eric en Marieke. 17 januari 1982

KAMER GEPEILD: Nijpels nieuwe leider VVD-fractie Van onze correspondent DEN HAAG _ Waarschijnlijk wordt Ed Nijpels de opvolger van Hans Wiegel als voorzitter van de WD-fractie in de Tweede Kamer. De 32-jarige Nijpels zit sinds '77 in de Kamer en houdt zich vooral bezig met politie, justitie en sociale zaken. Algemeen wordt verwacht, dat de WD- fractie deze week de nieuwe voorzitter, die tevens politiek leider van de liberalen wordt, zal kiezen. WD-partijvoorzitter Kamminga en Wiegel (die in juni begint als commissaris van de koningin in Friesland) hebben gisteren een „peiling" gehouden onder de Tweede- Kamerleden van de WD. Daaruit blijkt, dat Nijpels op veel steun in de fractie kan rekenen. „Het zou me zeer verbazen als Nijpels het niet werd," zei gisteravond een liberaal parlementariër. De fractie bepaalt wie haar nieuwe voorzitter wordt. Zij is daarin volstrekt autonoom. Gezien het met het fractievoorzitterschap verbonden politieke leiderschap houdt met name het partijbestuur van de liberalen echter ook een oog in het zeil bij de beslissing van de kamerfractie. Daarom het gezamenlijk peilen door partijvoorzitter Kamminga en Wiegel, wiens mening zwaar weegt. Mocht Nijpels deze week inderdaad fractievoorzitter worden, dan zet hij een traditie bij de WD voort. Wiegel was dertig toen hij tien jaar geleden die post aanvaardde. 20 april 1982

De angsten van de kiezers

173

Van onze parlementaire redactie DEN HAAG — Nog geen half jaar geleden zat de PvdA in de diepste van alle putten (beneden de WD), maar nu lijkt de VUT-gerechtigde Den Uyl de electorale berg te bestormen als een hinde met voorwielaandrijving. Betere enquêtes, veel meer respons en vragen bij de snelle huis-aan-huisbezoeken (die de grote mode van deze campagne zijn) overal optimisme. En zelfs Wiegel voorspelde PvdA-succes, nu Den Uyl voor het eerst zijn eigen verhalen kan houden en geen partijproza. Zon man zegt dat niet voor zijn liberale 101. Voor die veranderde stemming in het land zijn gemakkelijker vermoedens dan verklaringen te vinden. Het keerpunt leek de kabinetsbreuk in mei. Toen was er een soort opluchting in de PvdA. Sindsdien begonnen de opiniecijfers en het zelfvertrouwen te stijgen. Maar in maart, op het dieptepunt (statenverkiezingen), waren er nauwelijks prominente PvdA'ers die een kabinetscrisis als uitweg zagen. Die is ook allerminst gekozen, getuige ook de vergaande moeite die de PvdA deed om voor Pasen tot een droefgeestig akkoord te komen met Van Agt en Terlouw. Een kabinetscrisis is electoraal riskant. Het is altijd maar zeer de vraag wat er van het geharrewar over de schuldvraag bij de kiezers blijft hangen. Buiten het regeerkasteel blijven of raken wordt door de kiezers zelden vriendelijk opgenomen, zoals de PvdA na 1977 had ervaren. Wellicht had het kabinet Van Agt-II al zon slechte naam bij de doorsnee-Nederlander dat het uitstappen (in werkelijkheid: eruit gejend worden) op zijn minst veel begrip opriep. „Desertie” Van Agt en Terlouw hebben sinds mei de situatie trachten uit te buiten met het verhaal, dat de PvdA voor de verantwoordelijkheid is gevlucht, een desertie voor de enorme problemen, waarvoor de kiezers „tuchtstraf' (Van Agt) in petto hebben. Van zon neiging tot tuchtigen is echter niets gebleken. Het verhaal werkt nauwlijks, wellicht by enkele hardnekkig overgebleven D'66-fans. Echte Van Agt-bewonderaars waren al lang blij met het oprotten van Den Uyl en diens makkers. CDA en D' 66 hebben het verantwoordelijkheidsverhaal even uitgeprobeerd, mede als inleiding tot triviale zelfheroïek rond het verder regeren in zwaar weer. Maar ze hebben het niet tot centraal campagne-thema durven verheffen. Vermoedelijk is tijdig begrepen dat de nog zwevende kiezers — de belangrijkste doelgroep van de campagne — er niet zeer stuk van zijn. Het zou te simpel zijn om dat af te doen met de verwijzing naar desinteresse, de normale klacht, ook in perioden voor verkiezingen. Er is weinig dat wijst op meer onverschilligheid dan anders, integendeel. Uit diverse partijen is te horen dat de ontmoeting met de kiezers soepeler gaat Er zijn veel vragen, vooral over werk, inkomen en uitkeringen. (,3rood en boter-kwesties" blijven nummer één, met kernwapens als goede tweede). Vermoedelijk is een inhoudelijke verschuiving aan de gang, die politieke sympathieën beïnvloedt. De passiviteit tegenover de opeenvolgende ronden van tegenvallers, bezuinigingsplannen en broekriemtreurnis lijkt meer om te slaan in angst en tegenzin. Bij velen kan een apathisch „men gelooft het wel" overglijden in een verbeten „men gelooft het niet meer". Spiraal Dan gaat het uiteraard niet zozeer om geloof in cyfers en beleidstechnieken. Een bepaalde bereidheid tot matigen is er sinds het ontstaan van de crisis steeds wel geweest, alleen moest de schokwerking niet overdreven worden (Ziektewet). Die passieve bereidheid lijkt nu wat meer aangetast te worden door de angst dat het niet uithaalt, dat het beleid van twee kabinetten-Van Agt meer op een spiraal naar beneden gaat lijken. Waarbij vooral het CDA niet veel meer te bieden heeft dan veel meer dan hetzelfde als oplossing. De VVD kan zich aan zon verschuiving wat gemakkelijker onttrekker, omdat de liberalen al anderhalfjaar geen uitvoerders van het beleid zijn en omdat Nijpels op dit punt een veel waziger imago heeft dan Wiegel had. Nijpels voert een handige a-politieke campagne, waarbij hij zich minder als aartsbezuiniger dan als beschermer van de bejaarden opwerpt. Dit laatste leidt wel tot de vreemde figuur dat de VVD de uitkeringen tot 65 jaar fiks laat dalen,' waarna een soort financiële promotie mag volgen. Zelden valt te peilen in hoeverre hoqg-intellectuele discussies over het beleid uitwerken op grote groepen en hun stemgedrag. Als bü voorbeeld steeds meer economen twijfel hebben

174 bij hernieuwde bezuinigingsronden, vermindering van binnenlandse vraag en het ontbreken van een actief stimuleringsbeleid zegt dat nog weinig over de politieke houding van. de zwevende kiezer. Korter werken Het laatste halfjaar is de arbeidstijdverkorting flink doorgebroken — althans in de officiële verhalen. De PvdA maakte er een centraal beleidsmiddel van en al spoedig volgde de FNV, in die wezenlijke zin dat ATV met evenredige inkomenskorting werd geaccepteerd — zonder dat blijft het een beleidsmatige illusie. Zelfs Terlouw — tegenwoordig minder dan ooit een nieuwlichter — sprak deze week uit dat werkgelegenheidsbeleid zonder ATV gerommel in de marge blijft. Het middel van deeltijdarbeid heeft kennelijk veel vertrouwen verloren. Het CDA werkt af en toe nog met varianten waarin alleen jongeren minder werken en verdienen moeten. „De PvdA heeft al sinds het midden van de jaren zeventig grote nadruk gelegd op de wenselijkheid en betekenis van ATV," schrijft Den Uyl in zijn deze week verschenen brochure „smalle marges, grote gevolgen" (meer een samenvatting dan een bron van ideeën). Dit riekt naar geschiedaanpassing achteraf. Den Uyl zelf kwam nogal eens met misprijzen in een lichtelijk Calvinistische toonzetting. En nog geen jaar geleden uitten diverse PvdAtoplieden de vrees dat een openlijke keus voor ATV met evenredig inleveren (later verzacht door premiedaling) onverteerbaar zou zijn voor het modale mannelijke vakbondslid en PvdA- stemmer. Dat nu PvdA en FNV wel die openlijke keus aandurven wijst op een kentering bij grotere groepen dan de officiële discussianten en beleidsmakers. „Het maatschappelijk passende antwoord op de chip is ATV," schrijft Den Uyl nu. Enige tijd geleden zei een functionaris van de industriebond FNV dat in zijn bond het besef groeide dat arbeidstijdverkorting urgent was om de opmars van robotten in de industrie op te vangen. Arbeidstijdverkorting dient dus niet alleen als enige middel van behoorlijke omvang om de onvermijdelijk langdurige bestaande werkloosheid te bestrijden. Maar ook om een automatisering en technologische vernieuwing maatschappelijk mogelijk te maken, die wel eens voorwaarde zou kunnen zijn voor economisch herstel op langere termijn. En een krachtiger bijdrage tot dat herstel dan de koers van vooral bezuinigen, ongericht geld in het bedrijfsleven pompen en hopen op het wonder van zelfherstel. Zulke ideeën zijn (nog) lang geen gemeengoed, maar wel is opmerkelijk dat de verwachte schrikreacties ten opzichte van arbeidstijdverkorting met evenredig inleveren vrijwel zijn uitgebleven. Wellicht is door de toppen van PvdA en FNV de tegenzin overschat. Mogelijk is ook dat de angst voor het alternatief—het beleid van Van Agt, Van der Stee en Terlouw — door de schokken van het laatste halfjaar nog groter is. (ATV als vlucht vooruit). Minst kwaad Of de PvdA echt goede verkiezingen behaalt (zelfs zodanig dat VVD en CDA niet aan een meerderheid komen en de PvdA als grootste partij sterk staat bij de formatie) wordt vooral beslist in de volksbuurten van de grote steden. Daar werd massaal succes gehaald in 1977 en daar werd massaal thuisgebleven in maart van dit jaar. Het vertrouwen in de beschermende functie van de PvdA was naar een dieptepunt gezakt. Herstel is waarschijnlijk meer te danken aan de angst die Van Agt heeft opgeroepen dan aan de daden van de PvdA of nieuwe beleidskeuzen in het program. Ook voor de kiezers is politiek het mikken op het minste kwaad. De neiging tot PvdA-herstel heeft in ieder geval de spanning teruggebracht in de race. De campagnes zijn inhoudelijk weinig opwindend, maar wilde slotoffensieven lijken bepaald niet uitgesloten. Zelfs als daarmee maar een beperkt aantal zetels verschuiven, kan dat beslissend zijn voor de aard van het echte politieke spel dat op 8 september om zeven uur 's avonds prompt begint. JAN JOOST LINDNER 28 augustus 1982

„Wens tot inkrimpen CRM borrelpraat van Nijpels” HAARLEM — Lijsttrekker Nijpels van de VVD kan zich beter bij de folklore van het carnaval houden. Dat gaat hem volgens minister De Boer van CRM beter af dan het doen van goedkope verkiezingsuitspraken over inkrimping van het ministerie van CRM.

175

De bewindsman reageerde daarmee tijdens een verkiezingsbijeenkomst van het CDA in Haarlem op de uitspraak van de VVD-leider in een televisie-uitzending. Nijpels noemde CRM daarin „een ministerie met een waterhoofd". Het departement zou volgens hem voor sanering in aanmerking komen. DÉ Boer wijst Nijpels erop dat de VVDer Vonhoff juist tot de conclusie is gekomen dat CRM bij de herstructureringyan de rijksdiensten een belangrijke rol moet worden toegekend. „Zou het misschien zo zijn dat de zorg voor de kwetsbaren de liberaal Nijpels een zorg is," vroeg De Boer zich*.. Hij typeerde de uitspraken van Nijpels als „gemakkelijke borrelpraat". 3 september 1982

TEN GELEIDE VVD-triomf T*VE uitzonderlijke WD-triomf van U woensdag is onmiskenbaar een oordeel van de kiezers over het kabinet- Van Agt 11, de breuk incluis. De enige grote partij die geen vuile handen aan deze machteloze tragedie van meer dan een jaar overhield, is zeer royaal beloond De kleine winst van de PvdA (maar groot in vergelijking met de statenverkiezingen) wijst op begrip voor de breuk van mei. Het aanblijven van D' 66 in dat kabinet en de manier waarop Terlouw zich heeft menen te moeten profileren, waren desastreus voor de juichende winnaars van vorig jaar. Ook het CDA kreeg van deze stemming een klein tikje mee maar christen-democratische kiezers blijken minder te schrikken van verrechtsing De wisseling van politiek leiderschap heeft ongetwijfeld ook in het voordeel van de WD gewerkt. Nüpels stak, met name ook voor de jongere kiezers, fleurig af tegen de drie topkemphanen van het gesneuvelde kabinet Hü deed (of was) op een prettige manier naïef, zonder ooit gebrek aan zelfvertrouwen te tonen. Een grotendeels a-politieke campagne zonder de uitgekiend aandoende welsprekendheid van Wiegel en deels zonder diens verbeten rechtse trekken. Handig en succesvol, maar de vraag is of zoiets zich leent voor herhaling. In totaal is er zeker een zetel verschuiving naar rechts, maar het is de vraag of dat het klimaat in het land weergeeft. Van Agt toonde zich veel meer de tegenhanger van Den Uyl inzake kernwapens, bezuinigingen en verantwoordelijkheid voor het regeren. De a-politieke volksheld van vroeger kon zich als polariserend Lijsttrekker met moeite handhaven, en werd in feite op eigen terrein fors overtroffen door de onbezoedelde Nijpels. Wellicht komen andere partijen in de verleiding om het de volgende maal ook met een onschuldig, nieuw gezicht te proberen. Vooral voor D' 66 zal de verleiding groot zün. Zelden werd een partij zo geforceerd door haar-leider en zelden werd dat zo vernietigend afgestraft door de kiezers. D '66 is te veel schuil gegaan achter Van Agt. De vroegere fout van verloren gaan achter de PvdA is ditmaal zo zorgvuldig vermeden dat de tegenovergestelde fout de pan uitrees. Het is bijna voorspelbaar dat D '66 het kronkelpad naar „normaal" zal gaan zoeken, maar dat zal bü de minstens zo voorspelbare inhoudelijke tweedeling tussen links enerzijds en CDA en VVD anderzijds niet meevallen. PvdA, PSP en Evangelische Volkspartij (EVP) hebben kennelijk enige beloning gekregen voor duidelijkheid inzake de kernwapens. De kleine linkse vooruitgang (D '66 is moeilijk nog in die sfeer te plaatsen) zal op korte termijn inhoudelijk weinig opleveren. Maar de nachtmerrie van maart is over. Het PvdA-herstel is ongetwijfeld een prestatie van vooral Den Uyl: na een defde plaats — een historisch dieptepunt — leidt tuj nu weer de grootste partü- Over deze verkiezingen valt ook de vale schaduw van een zetel voor de racistische Centrumpartij. Ver zal dit onfrisse gezelschap niet komen met het inspelen op bepaalde sentimenten en profiteren van een soort crisiswanhoop. Maar het is al erg genoeg dat deze geur zich ook in het parlement verspreidt en deze uithoek extra propaganda-mogelijkheden heeft verworven. Hopelijk stroomt de Tweede Kamer leeg bij de eerste racistisch getinte uitlating. 9 september 1982

CDA kan moeilijk ,nee’ zeggen Van onze correspondent DEN HAAG — Het'loopt toch weer een beetje anders dan menigeen verwachtte: informateur Van Kemenade zou de komende week braaf zijn opdracht voltooien en die zien mislukken, maar dat nu is juist onwaarschijnlijk geworden. De voorstellen die Van Kemenade heeft

176 gedaan, vooralsnog alleen op economisc h-politiek gebied, kunnen de christen-democraten van het CDA niet tot een onmiddellijke afwijzing brengen. Dat zal de komende week dus ook niet gebeuren. Wellicht gaat Van Kemenade in zijn eentje verder de mogelijkheden te onderzoeken van een kabinet dat is gebaseerd op een brede, dan wel zo breed mogelijke basis, zoals zijn opdracht luidt. Maar gegeven de omstandigheden (het redelijk vage voorstel van Van Kemenade kan door het CDA niet onmiddellijk van de hand worden gewezen) bestaat de kans dat een CDA- informateur by Van Kemenade wordt gevoegd. Voor een deel van het CDA is het voorstel van Van Kemenade niet alleen vaag, maar vooral redelijk. Er is al eerder op gewezen dat er in de kring van CDA-economen geen eenduidige opvatting bestaat over de bestrijding van de crisis. Het woord „verdeeldheid" wordt in de kring van Lubbers en de zijnen niet graag gehoord, maar er valt uit de opstelling die vooraanstaande en minder vooraanstaande lieden in de christendemocratie kiezen nauwelijks iets anders te destilleren dan onenigheid. Die kan naar verschillende kanten worden vertaald: de ene groep wil verder met de VVD en wilde dat eigenlijk altijd al, en de andere groep zoekt contact met de PvdA en dat is ook een oude wens. De tussengroep in het CDA, die samenwerking met de sociaal-democraten in het verleden niet schuwde, neigt nu meer maar rechts. Politiek-inhoudelijk is dat niet meteen het geval. Maar alleen al wegens de breuk die er in mei na een tamelijk onaangename ervaring in het tweede kabinet-Van Agt ontstond, is de PvdA daar ten dele afgeschreven. Men realiseert zich in die hoek nog niet of nauwelijks dat de VVD, die intussen echt tot de grote drie in het land behoort en maar weinig kleiner is dan het CDA en een heel andere machtsfactor vormt dan in de periode Van Agt-Wiegel Middenpositie De kritiek die de CDA-fractie deze week uitte op de Miljoenennota van het hele kleine kabinetje van CDA en D' 66, is niet zonder reden uitgelegd als een poging de positie ten opzichte van de VVD te versterken. Het CDA ziet zün machtsbasis onder de kiezers steeds verder ineenschrompelen, maar heeft het uit zün middenpositie nog wel steeds alles voor het zeggen. Het is dus niet uitgesloten dat de kritiek van het CDA op vooral de eigen bewindslieden in het kabinet mede werd ingegeven door het streven naar een betere uitgangspositie van het CDA ten opzichte van de VVD. Uitgaande van de gedachte, die alleszins voor de hand ligt, dat Van Kemenade een dezer dagen mislukt en zijn opdracht aan het staatshoofd teruggeeft, is er voor de christendemocraten alles aan gelegen om de liberalen te remmen. De vraag is in hoeverre de W D net zo meegaand is als bij de formatie van het kabinet-Van Agt-Wiegel. Bij kaarslicht accepteerde de toenmalige liberale leider bijna alle voorstellen die door het CDA waren ingebracht, in de wetenschap dat er niets van terecht zou komen. Het zal ook deze keer wel weer zo zün dat Wiegels opvolger, de jonge Nijpels, ijlings water in de wijn doet. De WD-soep wordt niet heet gegeten; talrijke typen zoals mevrouw Smit-Kroes, staan klaar om het pluche te bestijgen. In dat scenario passen harde eisen, ondanks tien zetels winst, niet erg. Discussie Niettemin tekent zich tussen vooraanstaande economen van CDA-huizen en WD- prominenten een duidelijk verschil van opvatting af. De VVD heeft zich nog nauwelijks laten horen, maar heeft altijd op de koers van de bezuinigingen gezeten. Het zou wel erg verwonderlijk zyn als ook in de VVD nu plotseling de gedachte postvatte dat te veel bezuinigen de economie kan schaden. Afgezien van professor Kuijpers zyn geluiden in die richting uit de VVD nog niet vernomen. Maar in het CDA is de discussie overduidelijk gaande. Discussie is het woord niet meer, men staat op het punt om slaande ruzie te krijgen, zo ver liggen de meningen uiteen. Het financieringstekort, de betekenis daarvan en het gevaar van onvoldoende vraag naar produkten door verderstrekkende loonmatiging (zonder enigerlei arbeidstijdverkorting) leiden tot volstrekt tegengestelde opvattingen. Dr. B. de Vries, die lid is van de Kamerfractie van het CDA wil hoe dan ook dat de economie uit het slop wordt gehaald, al zou het financieringstekort nog wat stijgen. Dit soort opvattingen zullen doorklinken in de reactie op het nogal globale stuk van Van Kemenade. Daarmee kan het

177

CDA onmogelijk meteen al „nee" roepen. Tenzij men in het CDA er voorkeur aan geeft alles en iedereen te trotseren, zoals eigen economen en de voorzitter van de christelijke vakcentrale CNV, Van der Meulen. Het CDA mag veronderstellen dat het geen keuze hoeft te doen, maar ook het achterwege laten van keuze op dit moment is een beslissing voor de langere termijn. Nietwaar, meneer van der Meulen? OSCAR GARSCHAGEN REDMAR KOOISTRA 25 september 1982

Je bent jong en wat wil je dan? Wat een verrassing: de Beweging van de Jaren Tachtig zijn de jongeren van de VVD. (Onder scholieren met 55 zetels de grootste partij in de Tweede Kamer.) „Als jonge kiezer zet je je af tegen de vorige generatie door conservatief te stemmen." Hoe dat zo? Hendrik-Jan: „De leraren hier zijn allemaal rood." Een reportage van John Wanders. Nlokaal elf van het Praedinius Gymnasium in Groningen zit een aantal vijfde klassers klaar om uit te leggen waarom zij zich tot de WD-aanhang I rekenen. De rector van de school jMm> heeft benadrukt dat zij dit doen op persoonlijke titel. Op Nanda en Hanneke na bestaat de groep uit jongens. Het merendeel is zestien jaar oud. Verschillende jongens zün uitgerust met een stropdasje. Robert gaat gekleed in driedelig donkerblauw. Hü zegt nog geen negatief commentaar op zün pak té hebben gehad. Binnert gaat staan en toont zijn broek; een beige corduroy van het formaat zoals je dat vooral aantreft in het studentencorps. „Zegt laatst een meisje in zon India-jurk tegen me: Die heb je zeker op de groei gekocht? Ik zeg: Nee, dat hoort zo; ik heb het toch ook niet over jouw soepjurk?" Lid van het studentencorps wordt hü in de toekomst zeker; dat is de hele groep van plan. De aanwezige gymnasiasten hebben unaniem grote bezwaren tegen de plannen om te komen tot een Middenschool. Dat de WD hier tegenstander van is, is voor ieder van hen een belangrijk motief om deze partü te steunen. Ruud: „Als je op het Gymnasium zit, leer je dat waarderen." Robert, alpha-klas, vreest het verdwijnen van de klassieke talen. Nanda is bang voor de school als eenheidsworst: „Waarom moet iedereen geluk zijn? Waarom mag iemand niet minder intelligent zijn dan een ander? lemand die wel goed kan leren, moet dan steeds aan iemand die het niet kan uitleggen hoe het moet." Hanneke: „En dat houdt de hele klas weer op." Hans maakt zich sterk voor het lager beroepsonderwijs: „Die krijgen op de Middenschool veel te weinig ruimte voor het ambachtelijke aspect. Bovendien, die mengelmoes van sociale typen; dat kan toch niet? Ons Gym heeft nog niet zo lang geleden samengewerkt met de huishoudschool van hiernaast. Dat werd dus ruzie." De groep beaamt dit. Voor niemand in de groep maakt het iets uit wie de lijst van de WD aanvoert. Hans, met een hoogst ernstig gezicht: „De WD is in de eerste plaats een partij. Als die partü een fractievoorzitter kiest, is dat een goede." Woorden uit de mond van zijn vader? Hans komt net als het merendeel van de groep uit een WD-nest. Alleen de ouders van Freek, Binnert en Marten stemmen op een andere partij, D' 66. Binnert geeft aan waar het verschil van mening ligt: „Mijn ouders hangen meer aan het milieu. Ik denk dat de investeringen in conflict komen met het milieu. Dan kies ik, in tegenstelling tot mijn ouders, voor de investeringen." Freek bevestigt dat het bij hem thuis net zo zit. trappen. Politie erbij...." Nanda meent dat er in Nederland te eenzijdig wordt gedemonstreerd: „Wel voor El Salvador, maar niet voor Afghanistan." Volgens de leerlingen sijpelt de indoctrinatie van de leraren door tot in de proefwerkopgaven en speelt de politieke kleur zelfs een rol bü de beoordeling van de opdrachten. Hendrik-Jan: ,Je vindt in de opgaven altijd wel iets negatiefs terug over bijvoorbeeld kernenergie. Bij Frans moeten we büvoorbeeld zinnen ontkennend maken, zodat er zou komen te staan dat je tegen kernenergie was. Dan moetje dat wel zeggen, want anders is de zin fout. Zo proberen ze hun mening aan je op te dringen." Peter zegt bang te zijn dat zün rijfers erop achteruit gaan wanneer hü recht voor -rijn mening uitkomt Is dat niet wat overdreven? Hendrik-Jan: „We kregen onlangs van een rode lerares de opdracht ergens een stuk over te schrijven. Met een nogal rechts ingestelde groep hebben we toen een rechts stuk geschreven. Mooi een onvoldoende, terwijl anderen die er naar mijn idee minder van gemaakt hadden, een zeven kregen."

178

Indoctrinatie De groep zet zich politiek gezien niet zozeer af tegen de opvattingen van de ouders maar veel meer tegen die van de docenten. Hendrik-Jan: „De leraren zün hier allemaal rood. We hebben zes communisten en de rest is PvdA. Ze zün behoorlijk intolerant en ze proberen je echt te indoctrineren." Hanneke komt met een voorbeeld. Begin dit jaar werd door de Werkgroep voor Gezag en Vrijheid een fakkeloptocht georganiseerd door de Groningse binnenstad. Via advertenties in het Nieuwsblad van het Noorden werd de bevolking opgeroepen mee te lopen met deze demonstratie, tegen wat genoemd werd: „demonstraties, vernielingen, geweldplegingen, krakeiven onveiligheid op straat". De oproep werd door de docent Nederlands uit de krant geknipt, op stencil gezet en in de klas verspreid, om vervolgens nauwkeurig op stijlen taalfouten te worden nagekeken. Hanneke: „Zo werd de tegendemonstratie al bü voorbaat enorm afgekraakt." Peter en Hans liepen mee in de fakkeloptocht. Peter: „Het was een goede demonstratie. Vijfduizend mensen en geen geweldpleging. Totdat er een tien tot vijftien krakers aankwamen. Die moesten direct een luidspreker in elkaar In kuif gepikt De reacties van de groep op het verhaal van Hendrik-Jan geven de indruk dat zijn voorbeeld geen uitzonderingsgeval is. Hanneke vindt dat je van de docenten geen kans krijgt om je mening te geven. „Dan voelen ze zich meteen in hun kuif gepikt." Peter weet nog een voorbeeld van intolerant gedrag van de kant van de leraren: „Als je hier rondloopt met een sticker Voor kernenergie, dan doen ze net alsof je iets schunnigs zegt" Ze moeten niets hebben van de idealen van de generatie van de jaren zestig. De ver doorgevoerde democratisering en de vernieuwde onderwijsmethoden roepen bü hen slechts weerstand op. Nanda noemt het projektonderwijs, het systeem waar binnen eenzelfde lesgroep in meerdere vakken tegelijk onderwijs gegeven wordt. Nanda: „Ik heb in de vierde een projekt gehad dat helemaal geen aansluiting had met het vervolg van mijn opleiding. Bovendien heb ik het gevoel dat ik er niets geleerd heb. We voerden geen reet uit. Ben je tegen het projektonderwijs, dan ben je ouderwets. Dan doen ze net alsof je weer terug wil naar de tijd dat je met een" liniaal op je vingers geslagen werd." De anderen zijn het roerend eens met Nanda. Binnert vindt het onzin dat je de leraar niet bij zijn achternaam mag aanspreken: „Het is niet meneer, maar Piet. Ik vindjdat niet goed. Een beetje afstand moet er toch zijn." Hans met een voorbeeld van een moderne onderwüsmethode: „Een van de docenten liet ons stemmen over de vraag of hü ons huiswerk zou overhoren of niet. De meerderheid was natuurlijk voor niet overhoren. Nu wordt er dus ook niets meer aan het huiswerk gedaan." Freek: „Er zijn ook leraren bij wie je zelf mag bepalen wat voor cijfer je op een proefwerk krijgt. Zoals laatst bij biologie; dat werden dus allemaal negens." De groep barst in lachen uit wanneer Hans er met sombere stem aan toevoegt dat hij zichzelf een tien gegeven heeft. Hendrik- Jan weet waarom leraren dit soort dingen doen: „Het is volgens hen goed voor je verant woordelij kheidsbesef." „Nijpels heeft een veel te grote bek!" Aldus een zestienjarige jongen uit de Atheneum-vijf klas van de Kamerlingh Onnes Scholengemeenschap ook in Groningen, de jongen heeft zich allereerst kenbaar gemaakt als PvdA'er, om vervolgens een heftig pleidooi te houden voor Marcel van Dam ak opvolger van Den Uyl. Om zijn opmerking over Nijpels te beargumenteren noemt hü het besluit van de liberalen om niet mee te praten in de informatieronde van Van Kemenade. Gea, Janpeter en Jack vinden dit wel een beetje stom van de fractievoorzitter van de WD, maar verder zün ze het volkomen met de WD- leider eens. Zestien jaar oud en zodra ze stemgerechtigd zijn wordt het de WD. „De WD komt als enige partij duidelijk over", vinden ze gedrieën als we bü Jack thuis nog even doorpraten over het onderwerp. Met deze opmerking verkondigen ze een gevoel dat onder veel jonge WD-kiezers leeft: bij alle ondervraagde scholieren keert deze uitspraak terug. Gea stoort zich aan de andere partijen „omdat die het altijd zo goed denken te weten." De WD zegt volgens haar dat ze haar best doet, maar dat ze niet kan garanderen dat het allemaal goed afloopt. Voor Janpeter is het van belang dat de WD tegen de inkomensnivellering is: „Als ik wist dat ik evenveel zou gaan verdienen als iemand met MAVO, dan ging ik meteen kierewiet, van deze school." Jack snuift vervaarlijk wanneer het kraken ter sprake komt. „Oeoeh Jack!", roept Janpeter, die blijkbaar op de hoogte is van de gedachten van zün

179 vriend over dit onderwerp. Wat de overheid aan de problematiek rond kraakpanden zou moeten doen? Grommend: „Dr uit rammen, he. Willen ze protesteren? Prima. Maar dan niet met andermans spullen. En als de rotzooi moet worden schoongemaakt, moeten wij dat betalen." .Gea: „Het zün gewoon relletjesschoppers, allemaal." Janpeter scandeert: „ME okay, klap op kop!" Jack vult aan: „Of erger." Tineke en Jan-Jaap zün negentien en twintig jaar oud. Ze volgen een HAVO-opleiding in Oost Groningen. Ze interesseren zich niet bijzonder voor politiek. Ze zeggen er te weinig van te weten. Ze stemmen WD, omdat hun ouders dit stemmen. Tineke: „Mijn vader heeft er goed over nagedacht. Hü weet wat hü doet. Hü heeft altijd het beste met mü voor gehad, dus stem ik op zijn partü en dat is de WD." Jan- Jaap: ,4k heb ntijn vader mijn stemkaart meegegeven en gezegd: Zoek maar uit pa." Op het Hoger Economisch en Administratief Onderwijs (HEAO) blijkt de WD vooral in trek vanwege haar opvattingen over de rol van het bedrijfsleven. Ruud (21): „De WD geeft het bedrijfsleven de ruimte en ze komt op voor de hogere inkomens." Hü hoopt, net als de meeste van zijn klasgenoten, op een goede baan in het bedrijfsleven. Frits (23): „Het liberalisme spreekt me ontzettend aan: jezelf ontplooien, veel werken en veel geld verdienen." Wybe (19) meent dat de WD als enige partij impopulaire maatregelen durft te nemen. Harold, een twintigjarige student aan de Pedagogische Academie kiest voor de WD, omdat hü „vrij militaristisch is ingesteld." Hij wil beroepsofficier worden, en de WD in de regering geeft hem de garantie dat het leger gehandhaafd zal blijven. Hij komt uit een PvdA-gezin maar zijn politieke keuze levert thuis geen strubbelingen op: „Van oorsprong dacht ik links, maar al vóór mijn diensttijd begon rechts in mij op te bloeien. Gedurende mijn dienstperiode is dat alleen maar toegenomen. Nu spoort mijn vader mij zelfs aan om de KMA te gaan doen. Hü wil dat ik een goede baan krijg." Zün jaargenote Christel is negentien. Zü kiest WD vanwege het defensiebeleid van die partij. ,Je moet vechten voor je vrijheid", vindt ze, „anders ben je die zo kwijt." Christel verklaart net als alle andere ondervraagden in de eerste plaats op de partü te stemmen, èn niet op de lijsttrekker. „Als Wiegel er nog zat, had ik ook WD gestemd." Toch erkent ze gecharmeerd te zijn van de jonge Nijpels: „Ik heb hem bü Veronica gezien. Bij Remmers ontmoet...' Ik vond hem heel natuurlijk en vriendelijk overkomen. Niet zon politie- VVD aan top Dat de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie onder jongeren veruit favoriet is, blijkt onder meer uit de resultaten van de dit jaar door Keesing Onderwijsbladen gehouden schaduwverkiezingen onder 85.000 scholieren van het middelbaar onderwüs. De VVD zou als het aan de scholieren lag met 55 zetels de grootste partü in de Tweede Kamer worden, op ruime afstand gevolgd door CDA en PvdA: respectieveüjk 29 en 23 zetels. Bij de stemgerechtigde scholieren is het verschil nog groter: 60 zetels voor de liberalen. Vorig jaar was dit aantal 39 en bü de schaduwverkiezingen van 1977 moest de VVD nog genoegen met een tweede plaats achter de Partij van de Arbeid Jan Vis, hoogleraar Staatsrecht aan de universiteit van Groningen, is van mening dat de populariteit van de WD onder jongeren een reactie is op de gevestigde patronen. Vis: „De gevestigde orde stamt uit de jaren zestig. Die is vrij progressief getint. Als jonge kiezer zet je je af tegen de vorige generatie door conservatief te stemmen." Vis gelooft niet in een Nijpels-effect: „De WD heeft er sinds Nijpels niet zoveel bü gewonnen. In vergelijking met de Statenverkiezingen (toen Hans Wiegel de WD-lijst nog aanvoerde -jw) slechts twee zetels. Ik denk dat Wiegel dat kleine beetje extra ook wel had kunnen maken." Met de slechte vooruitzichten moet er toch verandering komen in het stemgedrag van de jongeren? Vis: „Men moet de relatie tussen de persoonlijke levensontwikkeling en het stemgedrag niet overschatten. Ik denk dat een groot deel van de winst van de VVD voortkomt uit een zekere irritatie over het gekissebis in de politiek, zoals Wiegel dat altijd noemde. En uit een afkeer van bureaucratie en centralisatie. Het verband dat naar mijn idee bestaat tussen het zich willen afzetten tegen de omgeving en de aantrekkingskracht van de VVD noem ik het Veronicagevoel. Je bent jong en je wilt wat. Naarmate men ouder wordt, zal dit gevoel verbleken. Het is daarom op zichzelf voor een partij geen sterke positie om de jeugd te hebben. Jongeren vertonen een aanmerkelijk minder stabiel stemgedrag dan ouderen."

180

Femmeke Weide lid van de JO VD, de jongerenorganisatie van de WD, gelooft wel in een Nijpels-effect. „Ik ken veel voormalige Terlouw-fans die bij de laatste verkiezingen op Ed hebben gestemd." Volgens haar doet dit verschijnsel zich vooral voor bij vrouwelijke kiezers. ,Ja, zijn hele image, he. Zijn persoonlijkheid en dat hij zo jong is. Daar letten heel veel vrouwen op." , Jonge kiezers vinden in de WD een filosofie terug die hen aanspreekt", meent Ed Nijpels. „Samengevat komt die filosofie erop neer dat de VVD de mens meer verantwoordelijkheid geeft, de rol van de overheid wil terug dringen, goede prestaties beloont en bereid is om risico te nemen. Gezien die politieke idealen zie ik een grote groeikans voor de VVD. Ook na mogelijk zure regeringsjaren, want beloften heb ik niet gemaakt." Partijvoorzitter Jan Kamminga: „De heer Nijpels en ik, hij als fractievoorzitter en ik als voorzitter van de partij, hebben elkaar bezworen dat onze activiteit in de komende jaren voor een belangrijk deel zal uitgaan naar het uitleggen aan de kiezers van het wat, het hoe en het waarom van die moeilijke maatregelingen." Over het succes van zijn partij zegt Kamminga: „Er waart een golf van enthousiasme door de WD. Terwijl de mensen een paar jaar geleden nog voor de postbode niet wilden weten dat ze lid van de WD waren en we met moeite verkiezingsaffiches kwijt raakten, krijgen we nu aanmeldingen binnen van mensen die zeggen er trots op te zijn zich VVDer te mogen noemen. Dat is nu de echt grote winst van de WD." JOHN WANDERS 30 oktober 1982

De papieren bloemen van Nijpels Van onze parlementaire redactie DEN HAAG — Afgezien van het — overigens gebruikelijke — hilarische slot was het een gladde kabinetsformatie. Een jaar geleden was er bijna algemene wanhoop over kabinetsformaties in Nederland. Men had de trieste records van 1973 en 1977 in gedachten en 1981 was kwalitatief nauwelijks beter, te meer wegens het resultaat: een vechtkabinet dat voor de regeringsverklaring al zijn eerste crisis kende en daarna slechts voortgang boekte in de richting van de schroothoop. De politiek is ziek en kabinetsformaties rijn de koortspieken, zo werd gedacht en dit leidde zelfs tot de instelling van een Staatscommissie die het stelsel moet doorlichten. Met als een van de neventaken het referendum, maar dat werd meer als een hobby gezien van wat wereldverbeteraars — op het Binnenhof een suspect genre — en waanwjjze parlementariërs van het tweede plan, zoals Nijpels (destijds). D'66'ers lanceerden het wonderlijke plan dat informateurs aan een termijn gebonden moesten worden — met mislukking als soraf — wat er eigenlijk op neer kwam dat de minst toeschietelijke onderhandelaar van een partij beloond zou worden met een nieuwe kans. Bijna een garantie voor lange en moeizame formaties. Dat het nu wel soepel ging. is te danken aan de kiezer. In 1982 kregen WD en CDA een voldoende meerderheid (evenals in 1971 met DS'7O erbij). Dus konden de christen- democraten simpel de PvdA wippen en bijna rechtstreeks afstevenen op hun natuurlijke voorkeur, — nu zelfs publiek geuit — dus een rechts kabinet Het karwei van „Lub & Nijp" werd zelfs sneller geklaard dan door Van Agt en Wiegel eind 1977. Het leek toen alleen zo kort na de woestijnoorlog tussen CDA en PvdA sinds mei 1977. In de jaren zeventig gingen formaties dus goeddeels mis omdat partijen op elkaar aangewezen zijn die eigenlijk niet met elkaar willen. Vroeger waren christen-democraten en sociaaldemocraten soepeler ten opzichte van elkaar (uitzondering: 1956) dus werden formaties nooit als een groot probleem gezien. Een Staatscommissie kan de partijen niet veranderen. Wie soepele formaties wil, moet de verkiezingsuitslagen veranderen: districtenstelsel of een tamelijk forse kiesdrempel, maar het is de vraag of dat onnederlandse middel in de juiste verhouding staat tot de kwaal. De meeste recente formatie was eigenlijk klaar toen Lubbers en Nijpels het eens werden over glibberige cijfers voor het sociaal-economisch beleid. Toen besloot Van Agt ook zijn terugtreden bekend te maken. De rest was afspelen maar het werd wel een extra raar afspelen, gezien de bloksgewijze verdeling van departementen, het uiterst willekeurig aandoende schuiven met personen en de afspraak van Lubbers en Nijpels dat bewindslieden zonder veel politieke stofwolken vervangen kunnen worden. Op zich een

181 logisch gevolg van zulke maffe benoemingen. Echter, hier is iets nieuws aan de gang, dat wellicht toekomst krijgt Lubbers lijkt in hoofdzaak — en zeker na Van Agt — een traditioneel werkend politicus met als grootste afwijking een enorme rijkdom aan varianten, zonder veel gestadigheid. In onderhandelingen kan dat wel effectief zijn — niet voor staatsmanschap op langere baan. Het nieuwe kwam van Nijpels en hij is — op zich ook nieuw — er zeer openhartig over. Nijpels heeft niet gestreefd naar het maximum aan regeermacht zoals politici natuurlijkerwijs geneigd rijn te doen. Hij heeft ministers eerder op veilige posten willen zetten en ze bovendien nog onder zijn „gezag" gesteld: met geruisloze vervanging als dreiging voor opstandigen. Als Wiegel dit van Nijpels vanaf 1977 had toegepast was er met spoed uitgevlogen. Dualisme De WD-ininister hebben voor hun benoeming instemming moeten betuigen met Nijpels' verantwoordelijkheid voor hun doen en laten. Zelden werd het dualisme (gescheiden verantwoordelijkheden tussen ministers als dienaren van de Kroon en fracties) zon doodsklap toegediend als nu. En nog wel door de politiek leider van de WD! Oud draait zich om in zijn graf en Geertsema in zijn kasteel. In een openhartig en voortdurend bevreemdend interview in de NRC, twee dagen na de beëdiging van het nieuwe kabinet plaatst Nijpels het CDA rechts van de WD en kondigt voortzetting van de besprekingen met de PvdA aan. Het CDA wordt — ook in de personensfeer — met wantrouwen en soms dédain behandeld door de nieuwbakken leider van het centrum. Hetgeen daar uiteraard de nodige ergernis opwekte, onder meer van de nieuwe en ongeprofileerde fractieleider De Vries. (Diens benoeming met slechts achttien stemmen wekte Nijpels verbazing op, en terecht). Het CDA en heel Nederlad zullen nog moeten wennen aan het flapuiterige van Nijpels, kennelijk geen beginnersfout maar onderdeel van rijn wervings- en propagandatactiek De aardige, herkenbare jongen die zegt waar het op staat en daardoor alle oude en voorzichtige sokken met mijlen slaat in de gunst van de jonge kiezer (die vervolgens financieel door dit leuke baasje wordt uitgekleed, maar daar is Nijpels aanmerkelijk minder openhartig over). Nadat WD-voorritter Kamminga, ook zon frisse jongere, in het partijblad een traditionele babbel had gehouden over de zware verantwoordelijkheid van de VVD in het kabinet, maakt zijn politiek leider duidelijk dat de verantwoordelijkheid — en de macht — zoveel mogelijk naar het CDA moesten. De macht als Zwarte Piet dat is waarlijk geheel nieuw in de politiek. Folkloristisch Financiën? Nijpels had geen trek, toen hij in het CDA „wolkenpraterij waarnam" over het bezuinigingsbeleid. „Ik doe graag mee aan tradities (!) maar ik heb geen zin een liberale minister van Financiën op te offeren aan folkloristische gebruiken bij het CDA." Sociale Zaken moest maar uit hetzelfde nest komen als Financiën. „Anders hadden wij iedere keer de minister van Sociale Zaken ter verantwoording moeten roepen." (Dualisme!) Defensie? „Onze fractie (op drie na) vond dat wij niet de kastanjes van het CDA uit het vuur hoeven te halen." Het wekt de indruk dat Nijpels alles wat macht, verantwoordelijkheid en kastanjes oplevert, wil schuwen als melaatsheid. Als Lubbers van deze curieuze grondhouding had willen profiteren was een verhouding elf-drie haalbaar geworden. Nijpels wil wel laten zien dat de WD goed is voor de Derde Wereld en bovendien de samenleving „essentieel beïnvloedt" via „de wetgevende departementen Justitie en Binnenlandse Zaken". Later het de martiale agrariër Ploeg een ander licht op deze laatste voorkeur vallen: „De greep op de binnenlandse veiligheidsproblematiek." Dit klinkt meer plausibel. Nijpels kan met and order betere sier maken dan met kernwapens of lonen, uitkeringen en bezuinigingen. Dat laatste moet meer een CDA-zaak zijn, om niet „partijpolitiek in vreemde situaties te worden gemanoeuvreerd. De WD kan nu „een zakelijk oordeel" geven. Hoe parlementair is dit kabinet eigenlijk? Te grijs Nijpels wil geen poten branden en mikt vooral op de volgende verkiezingen, die van middel tot macht doel worden. Hij heeft liever showy benoemingen dan deskundigheid. De

182 bekwame Van Eekelen geldt als „te grijs". Een betere minister in de WD-optiek is een dame op Verkeer en Waterstaat die het goed doet bij de TROS, Veronica en de kwebbelpers. Ploeg is kleurrijk en moet dus meedoen. Journalisten van een bepaald genre, zoals Hoogendijk en Schwietert komen hoog op de lijst, tot treurnis van Lubbers (die al tijdens de formatie zei dat hij de publiciteit liever aan Nijpels overlaat — met een scheef lachje: toppunt van Lubberiaanse lol). TV-bekendheid is voor de VVD een betere norm dan drs of oud- officier voor Defensie. De WD kan, als het mis gaat op Defensie, beter een wat vreemde eend laten slachten dan een vooraanstaand partijgenoot. Deze week was de slacht zeer vroeg, maar de Wd heeft eenden zat. Het is zeer de vraag of een Nijpels, die zo op de jonge kiezers blijft mikken, erg zal aandringen op de plaatsing van de kruisraketten. Bij Van Agt was show het (oneigenlijke) middel bij uitstek tot machtsvorming. Nijpels gaat een stap verder. De show heeft zich geheel losgezongen van de inhoud: alles wat moeilijk is, verveelt zijn doelgroep en waarschijnlijk hemzelf ook. Hij creëert een wereldje om hem heen dat meer aan Veronica dan het Binnenhof doet denken. Niet denken en zwoegen, maar de blits maken. Niet sterk en doeltreffend willen zijn, maar tof. De opmars van de anti-politiek. Het opsteken van grote papieren bloemen, die na de onvermijdelijke stormen van het komend regeren lachwekkend-macaber verwaaid zullen zijn. JAN JOOST UNDNER 13 november 1982

VVD-FRACTIEVOORZITTER NIJPELS NA „AFFAIRES” IN ZIJN PARTIJ: „Ik moet nog voorzichtiger gaan opereren” Van onze correspondent DEN HAAG — Ed Nijpels, frac|tje-voorzitter van de VVD in de [Tweede Kamer, is de afgelopen |weken „een paar jaar ouder gemorden". De „affaires" (Schwietert, Van Aardenne, beroering rond zün uitspraak over de poliitieke verantwoordelijkheid van de fractie-voorzitter voor WDibewindslieden) zyn niet in zyn jkoude kleren gaan zitten. „Het heeft my geleerd, dat ik in de toekomst nog voorzichtiger moet opereren." Is de politieke schade groot? „Ik vind dat de Kamer zich vorige "week bij de algemene beschouwingen zeer netjes heeft opgesteld. Niemand heeft geprobeerd er politiek profijt uit te trekken. Met name voor het optreden Van Den Uyl heb ik grote waardering. Verder heb ik gezegd dat er fouten zijn gemaakt en dat de WD daarvoor niet Wegloopt Dat doe ik ook niet." Zijn die zaken nu tot uw tevredenheid geregeld? ,Je staat machteloos als het feitelijk gedrag van personen in strijd blijkt met Wat je mocht verwachten. Bij Schwietert was dat het uiteindelijk niet-doctorandus en niet-luitenant zijn. Bij Van Aardenne heb ik vragen gesteld en een Verkeerd antwoord gekregen. Dat is dan pech voor mij. Maar ik voel me er wel Politiek verantwoordelijk voor. Van Aardenne heeft die zaak (het commissariaat bij Holland Sea Search) vorige week rechtgezet. Dat had wat mij betreft ook wel eerder mogen gebeuren, maar die zaak is nu de wereld uit." Haast Is dit soort dingen te vermijden? ,Je kunt geen absolute garanties geven dat ze niet meer zullen voorkomen. Ie hebt niet alles in de hand, zo is mij gebleken. Het is niet zo dat bij voorbeeld de voordracht van Schwietert voor het staatssecretariaat op Defensie zou zijn voortgekomen uit mijn haast de formatie maar zo snel mogelijk te laten verlopen. Die naam was al in de weken daarvoor gevallen. Bovendien hebben we er in de WD in dat laatste etmaal met zn vijven (Nijpels zelf, Van Aardenne, fractie-voorzitter in de Eerste Kamer Zoutendijk, Nijpels' vice-voorzitter in de fractie Evenhuis en per telefoon ook partij-voorzitter Kamminga) over gesproken. We waren het helemaal eens over het definitieve namen-lijstje, waarvoor ik uiteraard wel een eerste verantwoordelijkheid had." U komt steeds terug op uw politieke verantwoordelijkheid. Hoe is dat nu precies geregeld met de WD-bewindslieden, die ten slotte een eigen verantwoordelijkheid hebben als minister? ; „Natuurlijk hebben ministers staatsrechtelijk een eigen verantwoordelijkheid. Die wil ik niet ontkennen. Formeel is er ook sprake van een dualisme met afzonderlijke verantwoordelijkheden van kabinet en Kamer. In de praktijk is er echter wel degelijk een politieke verantwoordelijkheid die berust bij de fractievoorzitter in de Tweede Kamer, die ook de politieke leider van de partij is. Er zijn misverstanden ontstaan, maar ik zal u de tekst van de afspraak letterlijk voorlezen." Stok

183

Op dicteer-snelheid begint Nijpels (overigens zeer ontspannen en geen sporen van aangeslagenheid vertonend) voor te lezen: „Deze binding (aan het regeerakkoord — 8.G.) houdt tevens in dat als in de loop van de tijd in het kabinet de wens of de noodzaak zou worden gevoeld om van het regeerakkoord af te wijken, tot een dergehjke afwijking niet zal worden besloten zonder voorafgaand overleg met de fractie. Aanvaardt deze de afwijking, dan blijft de fractie de politieke verantwoordelijkheid aanvaarden van dienovereenkomstig handelen van de ministers in het kabinet. Zo niet, dan draagt zij niet meer de politieke verantwoordelijkheid voor afwijkend handelen." Kortom, Nijpels heeft een stevige stok achter de deur in de relatie tussen Tweede-kamerfractie en VVD-ministers met het regeerakkoord als uitgangspunt. Spectaculair U kwam vorige week bij de algemene beschouwingen weinig toonaangevend naar voren. Had dat een speciale reden? „Kijk, het regeerakkoord met het CDA ging toch al een heel eind in onze richting. Lubbers heeft dat akkoord goed en duidelijk verdedigd. Dan is er voor ons weinig reden tot spectaculair optreden. Ik kan toch moeilijk vragen aan mezelf gaan zitten stellen. Als Lubbers zich zo keurig houdt aan de afspraken — evenals De Vries (fractievoorzitter van het CDA — 8.G.) — wie ben ik dan om daar nog eens doorheen te gaan fietsen. En het zou ook onverstandig zijn om steeds maar te zeggen: Premier, ik ben het geheel met u eens. Daarmee dwing je het CDA zich te gaan profileren terwijl de PvdA de coalitie-partners uit elkaar kan gaan spelen." „Nee. Ik heb in de Kamer gezegd, en het staat ook in het regeerakkoord, dat dat inkomensbeeld moet worden verbeterd. Het gaat dan om de verbetering van de inkomenspositie van de laagstbetaalden. Ik hoop zeer dat het overleg in de stichting van de Arbeid (werkgeversen werknemersorganisaties) daartoe zal leiden en ik wil op dat overleg niet vooruitlopen. Wel is het zo dat een aantal instrumenten om tot een betere inkomenspolitiek te komen, is versleten. Ook dat bijvoorbeeld de inflatie-correctie (via welke in de belastingtarieven rekening wordt gehouden met de geldontwaarding) een oneigenlijk instrument voor inkomensbeleid is." Maar bent u wel bereid te praten over een eventuele bijstelling naar beneden van die inflatie- correctie, die in het regeerakkoord op tachtig percent is gesteld, terwijl de WD honderd percent rechtvaardiger acht? Er is bij die algemene beschouwingen „Ik vind als je zegt dat het inkomensveel gesproken over het „inkomens- beeld moet worden verbeterd, dat dan plaatje" voor 1983 met de minimum- alles bespreekbaar moet zijn, ook de ininkomens op -4,5 percent, terwijl de flatie- correctie" hoogste inkomens niets hoeven in te Gaat de yyD het CDA nu echt links leveren. Is dat aanvaardbaar voor u? inhalen? Ach. Ik vond en vind dat de plaats van de WD in het politieke midden ligt. Als het CDA dat ook vindt, zien we wel verder. Maar wij zijn met onze eigen plaatsbepaling bezig en dat gebeurt onafhankelijk van wat anderen doen." Nijpels lijkt hierin niet alleen te staan. In de WD-fractie (waarin 19 van de 36 Tweede-Kamerleden nieuwelingen zijn) wordt een grote mate van zelfbewustheid aangetroffen, met name ook ten aanzien van het CDA. Nijpels lijkt in de toekomst nog wel eens „dempend" op te moeten treden om de verhouding met de christendemocratische coalitiepartner op kamertemperatuur te houden. Toch een laatste vraag voor de liberale fractievoorzitter: Blijft dit kabinet vier jaar zitten? „Wat ons betreft wel. En verder hangt dat af van wat het kabinet en de CDA-fractie gaan doen." BOB GROEN EP NIJPELS Foto Daniel Koning © de Volkskrant 30 november 1982

RUZIE MET NIJPELS LEIDDE TOT DREIGEMENT VAN METZ VVD ziet na incidenten uit naar reces

184

Van onze correspondent DEN HAAG — De Tweede Kamer behandelde deze week een reeks van ingrijpende bezuinigingsvoorstellen. De meeste leden van de VVD-fractie maakten zich echter drukker over de nasleep van het „Nijpels en het gerucht"-artikel dat het weekblad De Tijd onlangs afdrukte. Voor de VVD waren het roerige dagen, gevuld met roddel, ruzies, en verdachtmakingen. Een steekspel met het weekblad De Tijd, de plotselinge opkomst van mevrouw Terpstra als „de bron van het artikel", en emotionele en in allerbelabberdst Nederlands gestelde verklaringen van het kamerlid Metz, vormden een serie onverkwikkelijkheden, die in de WD onder leiding van Wiegel, Geertsema en Toxopeus voor onmogelijk werden gehouden. De leiding van de party en de fractie hebben nu besloten de hele zaak maar als afgedaan te beschouwen. „Zand erover," zei vice-fractievoorzitter Evenhuis woensdag tijdens een toelichting op de verklaring die het Kamerlid Metz moest verbroederen met rijn eigen partij. Metz was in de nacht van dinsdag op woensdag „over de rooie" gegaan. Hij vond de verklaring van het Kamerlid Terpstra en de reactie daarop van Nüpels en partijvoorzitter Kamminga onvoldoende. Metz vond dat de leiding van de VVD nadrukkelijk had moeten verklaren dat hij zich op geen enkele wijze schuldig had gemaakt aan chantage. Ook wilde hij een nadrukkelijke uitspraak van mevrouw Terpstra dat hij Nijpels niet gechanteerd heeft. Metz dreigde met juridische stappen als hü geen genoegdoening kreeg Platvloers Maar het merkwaardige was dat het nieuwe Kamerlid aanvankelijk wel had ingestemd met de open brief van mevrouw Terpstra, die „tot haar eigen verbijstering" de bron bleek van het verhaal in De Tijd. Een ongekend platvloers incident tussen Metz en Nijpels had de eerste echter van gedachten doen veranderen. Metz wilde dinsdagavond tijdens het traditionele kerstdiner in de Kamer de voorzitter van zijn fractie nog even spreken. Deze had hem echter met een wat arrogant overkomend handgebaar weggewuifd, waarop Metz in razernij ontstak en het diner verliet om alsnog een woedende eis tot genoegdoening op te stellen. Vice-fractievoorzitter Evenhuis en voorlichter Boesman trachtten hem van publikatie van het geschrift af te houden. Volgens Metz zou verspreiding van het voor de pers bedoelde bericht leiden tot zün verwijdering uit de fractie. Nadat de collega-fractieleden elkaar op hoge toon hadden toegesproken, en enkele malen krachtig deuren open en dicht waren geslagen, besloot Metz zijn verklaring alsnog te publiceren en beende naar het perscentrum Nieuwspoort Met alle gevolgen vandien. De oplaaiende ruzie met mogelijk politieke gevolgen werd woensdag weer gesust. Een lang gesprek tussen Kamminga en Metz resulteerde in een verklaring, waarin Metz zyn zin kreeg „Och, die Metz, dat is een jong en onervaren Kamerlid, die zich in een hoek gedrukt voelde", verklaarde vice-fractievoorzitter E venhuis woensdag „Natuurlijk hebben vdj niet gedreig. hem uit de fractie te zetten, dat heeft hij verkeerd begrepen. We hebben tegen hem gezegd dat het ongebruikelijk is als' fractieleden verklaringen publiceren die niet eerst in de fractie zijn besproken. Als hij dat toch deed zou hij zich buiten het discussieverband van de fractic plaatsen, dat hebben we gezegd, maar daarvoor was hy niet gevoelig," aldus Evenhuis. De een dag eerder zo spraakzame Metz wilde woensdag niets meer kwijt dan dat dat de kwestie wat hem betreft is geregeld. Eerder opgestelde verklaringen en het gedreig met „rechtsmaatregelen" dienen te worden vergeten. Na de affaires met — chronologisch — Schwietert, Van Aardenne, Metz (1), Terpstra (1), Terpstra (2) en Metz (2) ziet de WD reikhalzend uit naar het kerstreces. Nieuwe pogingen byvoorbeeld om van de hoofdredactie van De Tyd de bronnen van het omstreden „artikel te ontfutselen hoeven dan ook niet meer te worden verwacht. Het steekspel is vooralsnog geëindigd in mist. De Tijd ontkent noch bevestigt dat mevrouw Terpstra de bron is, tegelijkertijd laten redacteuren van het blad geen gelegenheid ongebruikt om te schrijven en te vertellen dat het niet om een vrouw in de fractie gaat, maar om een man. De WD heeft mevrouw Terpstra naar voren geschoven — waaraan rij zelf heeft meegewerkt — als een soort kop van jut. De verklaring vn de WD'ster diende er mede toe om het weekblad van uiterst onzorgvuldige journalistiek te beschuldigen. Wat de VVD betreft houdt nu iedereen rijn of haar mond, contacten met de pers mogen alleen via de voorlichters en ondanks de opeenstapeling van blamages blijft iedereen in functie. Vooral de voorzitter van de fractie is

185 gebaat bj afronding van dit incident. Het was deze week opvallend dat Nijpels zich geheel buiten het strijdgewoel heeft gehouden. Vice-fractievoorzitter Evenhuis en partijvoorzitter Kamminga diende de zaak af te wikkelen. In allereerste instantie wekte het al bevreemding dat Nijpels had meegewerkt aan het artikel in De Tijd. Het schijnt bij zijn politieke stijl te behoren om allerlei geruchten — onbewezen roddelpraat — publiekelijk te ontkennen om „er voor eens en altijd mee af te rekenen". Als dat ook echt zijn bedoeling is geweest, is hij daarin natuurlijk niet geslaagd. Nijpels, die zich zo gevoelig heeft getoond voor beeldvorming, had dat kunnen weten. In zü , jonge honderigheid" (in de WD wijten ze het daaraan) heeft Nijpels een schadelijk incident toegevoegd aan de bestaande reeks. Het zorgvuldig opgebouwde en vooral gekunstelde image (actief, doortastend, recht door zee, witte stranden, mooie vrouwen) kan een enorme valkuil blijken te zijn OSCAR GARSCHAGEN 23 december 1982

NIEUWE TEKORTEN NOPEN NO-NONSENSE KABINET TOT HERWAARDEREN AKKOORD Scheidslijn VVD en CDA tekent zich scherper af Van onze correspondent DEN HAAG — Na de voortvarende start van het no-nonense kabinet van premier Lubbers hjkt er in de daadkracht enige vertraging op te treden. Bewindslieden en regeringspartijen ervaren een weerspanniger werkelijkheid dan zich aanvankelijk het aanzien: zowel financieel-economisch als maatschappelijk doen zich tegenvallers voor. Daarop heeft het regeerakkoord van CDA en WD geen pasklare antwoorden. Premier Lubbers laat geen gelegenheid voorbij gaan om de samenleving op haar verantwoordelijkheden te wijzen. In beide regeringspartijen is het terugdringen van de rol van de overheid een gevierd thema geworden. „De overheid moet terug in haar hok", zei VVD- fractievoorzitter Nüpels zaterdag in zün feestende liberale groepering. Betutteling en regelzucht van de „uitdijende" overheid, dat zün de aanstootgevende oorzaken van de problemen. Scenario In hun kijk op die problemen lijken VVD en CDA tamelijk eensgezind. Anders wordt het als praktische politieke problemen opdoemen waarvoor op korte termijn beslissingen moeten worden genomen. Nu er financiële tegenvallers zijn van twee tot vier miljard gulden — de preciese omvang is onbekend — komt de scheidslijn tussen de coalitiepartijen weer aan het licht. In het regeerakkoord werd dat nog tamelijk zorgvuldig gemaskeerd. Lubbers is in de formatiebesprekingen onder leiding van informateur Scholten akkoord gegaan met het opnemen van een rampenscenario in het regeerakkoord. Dat rampenscenario zou in werking treden als de veronderstelde loonmatiging van twee percent per jaar zou uitblijven. Centrale doelstelling in het regeerakkoord was — is — immers dat het teort van de overheid wordt verminderd. Met die veronderstelde loonmatiging zou het kabinet kunnen volstaan met zeven miljard gulden bezuinigen per jaar. Zouden de lonen echter onvoldoende worden gematigd, dan zou tien miljard per jaar omgebogen moeten worden. Dat scenario werd terecht als „ramp" omschreven, omdat zulke omvangrijke bezuinigingen zeer ontwrichtend zouden werken. Nu doet zich voor dat het zicht op de veronderstelde loonmatiging ontbreekt en er bovendien forse financiële tegenvallers zün. Het kabinet had vlak na zijn aantreden de wind in de zeilen toen vakbeweging en ondernemers een akkoord sloten in de Stichting van de Arbeid over herverdeling van de arbeid en korter werken. Dat was in jaren niet gebeurd. Het kon ook ditmaal nauwelijks worden verwacht. Een centrumrechts kabinet had het voordeel dat het alleen al door de dreiging met een „adempauze", waarin vooral de lonen bevroren zouden worden, een akkoord tussen sociale partners zag ontstaan. Voortvarend In minder dan geen tijd wist het kabinet 3,5 miljard aan bezuinigingen door de Tweede Kamer te jagen. Het ging veelal om voorstellen die al door het tussenkabinetje van CDA en D' 66 waren voorbereid. Ze gaven het kabinet in ieder gavel het aanzien van een voortvarende ploeg. Forse botsingen met werk* gevers over lastenverlichting voor het

186 bedrijfsleven en met vakbeweging over de lastenverdeling bleven voor het kabinet zonder aanwysbare gevolgen. De regeringspartijen slaagden er in een verschil van opvatting over belasting voor tweeverdieners, waar de VVD uit een oogpunt van individualisering tegen is, tijdelijk uit de weg te gaan. De belasting voor tweeverdieners is intussen niet meer het enige geschilpunt tussen WD en CDA. Enkele andere conflictpunten, die op zichzelf niet onoplosbaar zullen rijn, leiden in toenemende mate tot irritaties. De fractievoorzitters van CDA en WD, De Vries en Nijpels, lijken bovendien nog weinig bedreven in het bezweren van conflicten. Beiden zün nogal geneigd hun positie te markeren en daarbij minder te letten op het gewicht dat hun oordeel wordt toegekend. Aan de standvastigheid die zij uitdragen lijkt het kabinet vooralsnog weinig boodschap te hebben. In het kabinet doen zich vergelijkbare verschijnselen voor. Minister Ruding (Financiën) heeft al verscheidene keren moeten toezien dat afgesproken bezuinigingen niet of slechts ten dele doorgaan. Eind vorig jaar moesten al voorzienin- gen worden getroffen voor ,de koopkrachtreparatie"; de afgelopen maand heeft Ruding een geringere bezuiniging op het gevangeniswezen moeten aanvaarden, grotere tekorten op het onderwijs dan hem voor ogen stond en uitblijven van de tolheffing op een aantal autowegen, terwijl die heffing in het regeerakkoord was afgesproken. Lekken Een aantal afgesproken bezuinigingen lekken weg, nieuwe tekorten dienen zich aan. De WD vindt dat voor die nieuwe tegenvallers aanvullende bezuinigingen moeten worden gevonden. Aan de doelstelling het financieringstekort te verminderen kan niet worden getornd, dus moeten de uitgaven evenredig omlaag. CDA-fractievoorzitter De Vries meent dat als de tegenvallers niet het gevolg rijn van te veel uitgaven, maar van teruglopende inkomsten (belastingen, aardgasbaten), het financieringstekort in een rustiger tempo moeten worden teruggebracht In deze opvatting is het financieringstekort geen absolute prioriteit meer en daar is de WD juist zo aan gehecht. Minister De Koning (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) ziet voor het kabinet al evenzeer problemen als de onderhandelingen tussen vakbonden en ondernemers over korter werken op niets uitlopen. Los van de vraag of twee percent prijscompensatie voor arbeidstijdverkorting loonmatiging is in de zin van het regeerakkoord (voor de bedrijven geen kostenmatiging), is uitbetaling van de prijscompensatie daarmee in ieder geval in strijd. Bovendien valt dan langs de hjn van korter werken voor de werkloosheid ook geen bijdrage te verwachten. Regelzucht De Koning denkt nu dan ook aan de mogelijkheid, die hü alleen in uiterste nood wil aangrijpen, arbeidstijdverkorting wettehjk af te dwingen. Het kabinet heeft zich van meet af aan verre gehouden van ingrepen en zag zelfs ai van de adempauze. Het houdt er nu rekening mee dat geen andere weg openstaat Een ingreep als nu wordt overwogen — zelfs het denken eraan roept bü de WD enorme weerstander, op. De liberalen hebben zich tot doe) gesteld de regelzucht van de overheid tot een minimum te beperken. En daar passen gedachten aan voorschriften niet in. Nüpels riep zaterdag nog dat hij met zün CDA-collega De Vries volledige overeenstemming over de Voorjaarsnota wil hebben voordat het stuk in de Tweede Kamer wordt behandeld. „Ik heb zeer zeker geen zin in een rondje vrü worstelen," aldus Nijpels. Het regeerakkoord is kennelijk aan een herwaardering toe. En dat soort besprekingen voltrekken zich meestal niet in de openbaarheid van 's lands vergaderzaal. REDMAR KOOISTRA 8 februari 1983

Het isolement van doe-het-zelver Ruding Van onze parlementaire redactie DEN HAAG — Drie jaar geleden tr ad oud-K VP-leider Andriessen af als jjünister van Financiën en verliet spoedig de Nederlandse politik voor Brussel. Hij vond het bezui?lgings en financieringsbeleid van J*et kabinet-Van Agt I te slap. Zijn torsere voorstellen haalden het niet, doordat het kabinet—Van Agt incluis *J" ten slotte de zijde koos van de gematigde Albeda. (Later is vaak gezegd dat Van Agt van een concurrent in de <-E>A-top afwilde).

187

Het bleef een „ministerscrisis"—vrij zeld??m in Nederland, waar zelfs notoir zwakke j- nnisters alleen met grote moeite vervangen Jannen worden — doordat de WD, zij het •«et pijn en moeite, de kabinetsmeerderheid *P»gde. De WD-firactie voelde veel voor het , «ndpunt van Andriessen, maar Wiegel koos j*et minste kwaad: doorregeren in plaats van met het eigen gelijk aan de kant te staan. Het werd een lichtelijk traumatische ervafjng voor de WD, waaraan nu menigmaal !?°rdt teruggedacht omdat alweer een steile ~DA.-minister van Financiën, zonder steun jan de premier, de zaak probeert te forceren, voor een herhaling van het geval- dwingt de WD tot grote behoed- in de strijd tegen een CDA-meernerheid om de extra bezuinigingen in 1983, °P te nemen in de Voorjaarsnota, eind april. , Na Andriessen kwam Van der Stee en de tussen Algemene Zaken en Financien werd hersteld. Het geldt al heel lang als «en vuistregel in Den Haag dat een minister •an Financiën zonder dekking van de minister-president te zwak staat tegenover de jjfPending departments" en hun ministers evenwijdige belangen. Van der Stee was r*epel en vindingrijk in het onderhandelen jnet mede-ministers, maar schafte voor pu- D«ek gebruik een krijgshaftig taalgebruik an — soms met hulp van de aspirant-politi- Cü* Schwietert. Pressiegroep I toPamDtenaren van Financiën gingen nder Van der Stee een soort politieke presjegroep vormen voor een scherp Colijn'aans beleid. Zij werden dikke maatjes met »an Agt zodat de term „Catshuisdub" ontl°nd. Den Uyl mopperde vorige week in, aeze krant over de scherpe voorwaarden die deze „club" in het regeerakkoord met de PvdA (najaar 1981) liet opnemen, onder meer met een verbod tot premieverhoging. Bij de formatie van het kabinet- Lubbers waren deze voorwaarden verdwenen. „Wat de rooien niet mogen, dat mogen zij wel." Lubbers en Ruding verhoogden de premies met zes miljard en nu zijn er alweer pleidooien voor een volgende ronde. Toen Ruding kwam was het afgelopen met de „circuits". Ruding kent maar een circuit en dat is zijn bevelscircuit Ambtenaren van Financiën durven hun minister niet eens meer te adviseren om zich wat tactvoller door de Haagse porseleinwinkels te bewegen, uit vrees afgebekt te worden. Ruding is een bijna complete „doe-het-zelf-minister". Hy leest alles wat los en vast zit, 's avonds, 's nachts en in de weekeinden en laat een stroom van opdrachten en vermaningen aan ambtenaren en collega's los. Van overleg houdt hij niet en nog minder van tegenspraak. Nog voordat Ruding beëdigd was, begon hij al eisen te stellen (ten aanzien van het regeerakkoord). Ervaren rotten in het regeringskamp wezen hem in de wandelgangen al gauw als de grootste risico-factor in de nieuwe ploeg aan. Zoveel steilheid, zo weinig inlevingsvermogen ten opzichte van de politiserende medemens, dat moet wel problemen geven, vooral in CDA-verband. Zonder tact en sjoemelen is regeren met CDA'ers en tegenover de CDA-fractie zoiets als het voortduwen van een kruiwagen vol kikkers. Gemopper Minister Winsemius zei deze week dat een van zijn „Haagse lessen" bestond uit het niet voor het hoofd stoten van Kamerleden, tenzij het belangrijk en onvermijdelijk was. Ruding heeft die les nog steeds niet geleerd, wat op het Binnenhof veel gemopper oplevert. Velen schilderen hem af als een hautaine bankier die het parlementair en ambtelijk voetvolk nauwelijks ziet staan. (Er waren overigens ook prettige bankiers die in de politiek verzeild raakten.). Het is zelfs de vraag of hij die les wel wil leren. Kamerleden die een tegendraadse opvatting hebben of niet genoeg opletten, worden hardhandig terechtgewezen. Interviewende journalisten met een ietwat kritische vraagstelling worden openlijk en bij herhaling gekleineerd. Zoals in Trouw, vorige week zaterdag waarbij Rudings eigen verhaal in de Kamer geen fraaie indruk maakte. Van diverse kanten werd hem „simplisme" verweten. Solisten hebben het moeilijk in de politieke slangenkuil. Regeerders die niet aan machtsnetwerken bouwen, raken snel geïsoleerd en dat breekt op bij grotere conflicten. Zolang ministers, staatssecretarissen en regeringsfracties bezig waren met de uitvoering van de precieze afspraken in het regeerakkoord, leverde Rudings houding nog geen grote problemen op. Maar sinds kort is het meer „vrij zwemmen". Vooral de strijd om de Voorjaarsnota is open en prompt staat Ruding alleen. Redder

188

Ook in de WD wordt geopperd dat Ruding zich te weinig aan maatschappelijke en politieke realiteiten gelegen laat liggen. Men gaat daar een heel eind mee met Rudings verlangen om het bezuinigingstempo niet te laten verslappen. Maar dat vergt tact en handigheid. Rudings stijl van een gedrevene die op zijn eentje het land komt redden, is bepaald geen WD-stijl. En distantie is te meer nodig om te voorkomen dat de WD meegesleurd wordt in een eventuele val. Men wil het Wiegel-scenario bij het aftreden van Andriessen kunnen aanhouden. De WD zit ook met een probleem-Rietkerk. De niet zeer fantasierijke, maar wel koppige minister van Binnenlandse Zaken voelt er niets voor om per 1 juli opnieuw in de salarissen van ambtenaren en trendvolgers te snijden, zoals Ruding en de ambtenaren van Financiën willen (voor twee en een half a drie percent). Hij heeft de ambtenarenbonden beloofd dat het voor dit jaar welletjes is. De plannen van Financiën werden dan ook uiterst koel ontvangen op Binnenlandse Zaken. Met zijn gewone openhartigheid liet Nijpels dit probleem blijken bij zijn pleidooi voor twee miljard bezuinigen (minder dan Ruding wil). De grote bulk moest maar van de sociale uitkeringen komen, want lastenverzwaringen pasten niet in het regeerakkoord, de ambtenaren horen ontzien te worden en tussentijds extra bezuinigen op de rijksbegroting zou vrijwel niet kunnen lukken. Aftellenderwijs kwam hij bij de uitkeringen. Want met de uitkeringstrekkers heeft niemand een afspraak. Beschaving Nu voelt het CDA al weinig voor een complete afbraak van de koppeling per 1 juli. Weijers kwam zelfs weer eens met zijn verhaal dat de koppeling met beschaving te maken heeft — zeer juist, maar in zijn stemgedrag heeft Weijers een beetje raar met de beschaving omgesprongen. Men heeft een breuk per 1 januari met moeite geaccepteerd, in de hoop dat het bedrijfsleven wel weer zou aankoppelen. Per 1 juli bestaat zelfs die hoop niet meer. En dan nog alleen de uitkeringen achterlaten en niet de overheidssalarissen, dat gaat nog verder. In WD-kring werd wat geschrokken gedaan over de accenten die Nijpels had gelegd en De Korte had in zijn verhaal bij de begroting van Sociale Zaken allerminst die sterke teneur op eenzijdig pakken van de uitkeringen. Er waren ook WD'ers die achter het gordijn een basisfilosofie onder Nijpels' verhaal schoven: de werkenden (dus ook de ambtenaren) hadden er nu wel genoeg van om steeds meer voor niet-werkenden te bloeden. Daar moest nu maar eens aan tegemoetgekomen worden. Een heel andere visie op beschaving dan die van Weijers. inmiddels is zelfs De Korte bekeerd tot warm voorstander van arbeidstijdverkorting. Het akkoord voor de metaal-CAO werd in Den Haag bijna binnengehaald als een overwinning voor het kabinet. Tegelijk begint de wat lakse rol van de overheid op dit terrein op te vallen, vooral in het eigen personeelsbeleid. Een reden te meer om niet per 1 juli te gaan snijden. Ook op dat punt gaat het solistische streven van Ruding steeds meer afwijken van de hoofdrichting. Lubbers behoort tot de gematigde bezuinigers. Hij staat meer frontaal tegenover Ruding dan Rietkerk en De Koning. Zijn redenering is — volgens bronnen op het Binnenhof—dat het kabinet zijn aandacht beter kan besteden aan grote stelselwijzigingen (sociale zekerheid, trendbeleid) met besparingen op langere termijn dan aan de periodieke korte termijngevechten om globale bezuinigingsronden. Op den duur levert dat meer op. Dat klinkt vrij logisch, maar grote stelselwijzigingen gaan zelden vlot. Men kan de scepsis op Financiën al ruiken en ditmaal met juist veel gevoel voor politieke realiteiten. Het kabinet is echt in de problemen gekomen. Soortgelijke problemen als bü het aftreden van Andriessen, maar het gaat nu. om grotere ingrepen terwijl het maatschappelijk klimaat dreigender is geworden. Geen goede tijd voor regeerders die vooral in hun eigen stokpaard geïnteresseerd zijn. JAN JOOST LINDNER 19 maart 1983

TEN GELEIDE VVD-branie

189

WIE als leider van een regeringsfractie het zware politieke wapen van dreigen met een kabinetscrisis hanteert, moet daarbij enige helderheid betrachten. Nüpels (WD) heeft bü diverse gelegenheden het einde van het kabinet-Lubbers aangekondigd, wanheer er geen extra bezuinigingen komen per 1 juli (via de Voorjaarsnota). Het klinkt als een ultimatum aan de CDA-fractie en aan diverse CDA-ministers die (terecht) grote moeite hebben met een forse nieuwe bezuinigingsronde midden in het jaar en die daarvoor ook weinig rechtvaardige, snel te realiseren mogelijkheden zien. Nijpels weet opperbest dat deze CDA'ers wel iets willen bezuinigen, onder meer voor tegenvallers in de sfeer van de rijksbegroting. Ook als de WD (samen met CDA-minister Ruding) de strijd om de Voorjaarsnota zou verliezen, wordt er in elk geval nog wel iets bezuinigd In dat geval kan Nijpels onder de letterlijke tekst van zijn politieke dreigement uit. Pas wanneer hij meer reëel zou aangeven wat de grenzen zijn van de VVD-tolerantie ten opzichte van het CDA, krijgt zijn woord echte politieke waarde. Zoals het nu is, lijkt de gespierde taal van de WD-fractieleider weinig meer dan branie en vertoon. Hü doet flink, zonder het echt te zyn. Hü suggereert een groot politiek spel te regisseren, terwül hü vooral lucht verplaatst Een goedkoop nummer dat aan politiek leiderschap eerder het tegendeel van prestige verschaft 25 maart 1983

BRINKMAN KRITISEERT OPSTELLING VVD-LEIDER: Nijpels voert met medianota soort verkiezingscampagne Van onze verslaggeefster DEN HAAG — Minister Brinkman van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur waarschuwt de WD bij het overleg over de medianota niet het onderste uit de kan te willen halen. „Beide coalitiepartners moeten geven en nemen. Maar ik vind het een beetje jammer dat de fractievoorzitter van de WD het iedere keer weer nodig vindt bananeschillen op de weg van het kabinet te gooien. Ik raad de heer Nijpels aan straks in het parlement de discussie te* voeren als de regering haar ei heeft gelegd." In een interview in het blad van zün partij, CD/Aktueel, dat deze week verschijnt, kiest de minister duidelijk stelling tegenover de WD en Nijpels, die in het openbaar al felle kritiek op de uitgelekte medianota-ontwerpen heeft gespuid. „Ik heb het gevoel dat de heer Nüpels nog steeds denkt dat er een verkiezingscampagne in volle gang is, of dat hü er snel weer een wil hebben", zegt Brinkman. „En dat in een tijd waarin het kabinet toch werkeüjk belangrijker zaken aan het hoofd heeft. Heus, ik zal erop letten dat bij het bepalen van het toekomstig mediabeleid ieder zoveel mogelijk tot zün recht komt. Laten we niet aan de kijkersmarkt met loven en bieden de zaken mooier voorstellen dan ze zün", zegt Brinkman aan het adres van de WD. Hü deelt ook nog een kat uit aan het adres van AVRO, TROS en Veronica, die zich als onafhankelijke omroepen presenteerden in een brief die zü onlangs publiceerden. „Mij is opgevallen dat deze drie .onafhankelijke omroepen, direct de steun kregen van onze coalitiegenoot de WD, een club die we toch rustig de representant van de liberale stroming in het Nederlandse volk mogen noemen. En omgekeerd leek deze drie omroepen juist die steun nogal welkom te zijn. Dat wekt de indruk dat het begrip onafhankelijk een bepaalde kleur heeft Ik ben daar niet helemaal uit, maar er zit naar mijn mening wel iets tegenstrijdigs in", aldus minister Brinkman. Hij bestrijdt dat hü de grote omroepen als AVRO, TROS en VOO wil opheffen: „De ben er niet op uit om dergelijke omroepen het leven zuur te maken. Maar als de wetgever in alle duidelijkheid regels stelt, dan moet daaraan worden voldaan. En verder niet alleen brood en spelen, niet alleen Dallas en Dynasty om maar eens wat te noemen. Er zijn in de Omroepwet meer taken aangegeven, en daar moet gevolg aan worden gegeven." Brinkman wijst erop dat de Kamer de wijziging in de Omroepwet, die voorschrüft dat omroepen representatief moeten zün voor een bepaalde maatschappelijke, culturele of godsdienstige dan wel geeselijke stroming, heeft aangebracht in een periode dat AVROvoorzitter Wallis de Vries staatssecretaris was van CRM. „Ik ben niet de conservator van het omroepmuseum", zegt Brinkman. „Omgekeerd moet de heer Nijpels ook met de rol van jonge dynamische politicus spelen, die bü deze gelegenheid vlug even het omroepbestel om zeep helpt omdat de kijkers dat in meerderheid zouden wensen. En als hü dat wel om zeep zou willen helpen,

190 hoe moet ik dan zün adhesie aan de AVRO/TROS/VOO verklaren. In het parlement is daarvoor vermoedeüjk geen meerderheid te vinden." Jurgens NOS-voorzitter mr E. Jurgens noemde donderdag de jammerklachten van AVRO, TROS en Veronica, waarin wordt gesuggereerd dat de minister van WVC deze drie omroepen de nek om te willen draaien, „demagogie". Ook hij wijst op een in 1980 in de wet opgenomen passage dat omroepen een achterban moeten hebben. „Als er sprake is van de aantasting van het bestaan van enige omroep, dan hadden we daarover in 1980 moeten praten. Maar blijkbaar zijn AVRO, TROS en Veronica er zelf van overtuigd dat ze in rook kunnen opgaan." 29 april 1983

TEN GELEIDE Gemiste kans HET Tweede-Kamerdebat over de Voorjaarsnota is per saldo een gladde aanvaarding door de regeringspartijen geworden van het nogal willekeurig samengestelde bezuinigingspakket dat het kabinet bovenop de begroting-1983 legde. Verrassend is dat niet, want de fractietoppen van CDA en VVD hebben ruim inspraak gekregen bij de samenstelling van het pakket. De parlementaire goedkeuring was een formaliteit. De bezwaren van de oppositie en andere mogelijkheden om de crisis aan te pakken werden alle met de overbekende, Colijns klinkende argumenten van tafel geveegd. De fracties van CDA en VVD, vooral de fractievoorzitters, hebben na het uitbrengen van de Voorjaarsnota levendig gekrakeeld over onderdelen, exegeses verricht en wat laat bedachte toevoegingen (zoals het sparen van de AOW'ers bij het snijden in de minimum-uitkeringen) gedaan. Deze ordinair aandoende burenruzie (met hengelen naar de kiezersgunst) werd tijdens het debat nog even voortgezet.' WD-fractieleider Nijpels zag de vele decibellen die hij de laatste tijd produceerde, niet omgezet in enig beleid. Volgens normale politieke maatstaven ging hij af als een gieter, maar de heer Nijpels lijkt erop te rekenen dat zijn fans niet zozeer zijn concrete daden wegen. Inmiddels gaat het snijden op alle uitkeringen per 1 oktober door en wordt de achterstand van niet-actieven groter. De mededeling van premier Lubbers dat het kabinet een evenwijdige inkomensontwikkeling tussen actieven en niet-actieven ziet' als een taakstelling, zou een lachertje zijn als het niet zo triest was. Dit kabinet heeft nog niet anders gedaan dan. die evenwijdigheid verstoren. En nog afgewacht moet worden hoe dit bij de veel grotere bezuinigingen voor de begroting voor 1984 zal verlopen. Voorpostengevechten over die hachelijke onderneming werden door kabinet en CDA zorgvuldig gemeden. CDA-fractieleider De Vries — die ook nogal luchthartig over de uitkeringen sprak — deed tijdens het debat een poging de regering tot een actiever internationaal optreden tot gezamenlijke stimulering van de — vooral Europese — economie te pressen. Lubbers hield zich op de vlakte en minister Ruding van Financiën strü> belde duidelijk tegen. De Vries liet zijn actie uitmonden in een uiterst slappe motie die de regering alle ruimte laat om in het Europees overleg hooguit wat loze bespie-" gelingen te leveren. Als de Nederlandse regering zelf weinig wil bieden in de sfeer van een stimulerend beleid, zal zij op de Europese collega's in Stuttgart wéinig indruk maken. Het optreden van de CDA- fractieleider was niet meer dan goedkope lippendienst en een gemiste kans op het afdwingen van een beleid dat de Europeanen en vooral de werklozen en jongeren meer hoop kan bieden Wie politieke moed en overtuiging mist, kan futiele gebaren beter achterwege laten. 20 mei 1983

STEENKAMP FILOSOFEERT MET MINISTERS OVER IDENTITEITSCRISIS CDA begint na te denken over gemis aan duidelijkheid en ontbreken kleur Van onze verslaggever DEN HAAG — „Federatie is door ons gezocht en blijft ons ook nu toelachen, maar fusie hebt ge steeds met alle beslistheid afgewe-2en, wyl fusie met langzame zelfmoord gelijk staat," zei in 1909 in zijn rede „Wij Calvinisten". Voor de christen-democraten van 1983 is deze filosofie van de voorganger der antirevolutionairen weer actueel gemorden. Precies drie jaar na de fusie van KVP, AR en

191

CHU staat **die éne grote christelijke partij" er slecht voor. In de polls blijven jjr nog slechts 40 zetels over voor

192 zetten de beide bewindslieden een aantal topics oftewel speerpunten op een rijtje die het CDA uit de huidige identiteitscrisis moeten halen. Gezin Het CDA moet terug naar de natuurlijke banden van het gezin, de school en de eigen vereniging. De economische spirit moet terugkomen, men moet niet bü de pakken neer gaan zitten. Werk moet boven inkomen gesteld worden, met andere woorden het met elkaar inleveren moet meer van harte gaan dan tot nu toe het geval is. Er is een herinrichting nodig van het stelsel van maatschappelijke en sociale zekerheid, het huidige stelsel kunnen we ons immers niet meer veroorloven. Uitgangspunt daarvan moet wel de bescherming van de sociaal zwakkeren en de welzijnszorg zijn omdat dit tenslotte het sociale gezicht van de toekomst van het CDA bepaalt. De profilering van de partij moet opgepoetst worden, alleen vragen velen zich af hoe dat moet bü een partij met een evangelische grondslag die over kwesties als kernwapens en abortus niet eens met een gezamenlijk standpunt voor de dag kan komen. Het spook van de afkalvende kiezersschare waarde woensdag ook rond in het Haagse hotel Babyion waar vooraanstaande CDA-economen, sociologen en ideologen zich tezamen met de verontruste partijtop bogen over een discussienota van het Wetenschappelük Instituut van het CDA met de veelzeggende titel „Werkloosheid en de krisis in onze samenleving; de samenhang tussen ekonomie, kuituur en politiek." Het stuk, waarin het rücksichtslose bezuinigingsbeleid van het kabinet-Lubbers nogal scherp wordt aangevallen, was van harte aanbevolen door Steenkamp. Hü waarschuwde dat het kabinet in een isolement raakt als het simpel terugdringen van het financieringstekort met harde hand wordt doorgezet. De nota wordt angstvallig bewaakt door het partijbestuur en zal worden aangepast aan de hand van de discussie in Babyion die tot laat in de avond duurde en waarvoor ook vier belangrijke CDA-bewindslieden — Lubbers, Ruding van Financiën en De Koning en De Graaf van Sociale Zaken en Werkgelegenheid — tijd vonden, ondanks de intensieve voorbereidingen voor Prinsjesdag. Volgens een lid van de CDA-fractie in de Tweede Kamer die de bijeenkomst büwoonde moeten alle 85 pagina's van de discussienota, ondanks de consensus dat het een goed en boeiend stuk was, worden herschreven. Ook in Babyion sloeg het „enerzijds-anderzijds" syndroom dus weer toe. WIO JOUSTRA P. STEENKAMP 3 september 1983

TEN GELEIDE VVD-bravoure VVD-FRACTIELEIDER Nijpels heeft weer eens toegeslagen. De voorbereiding van de begroting voor 1984 had in het kabinet afgehandeld kunnen zijn, ware het niet dat de wel zeer zelfbewuste liberale leider een veto door de ether slingerde. Het was uit de woorden van premier Lubbers vrijdagavond duidelijk geworden dat de VVD-ministers nog wel konden leven met een dekkingsplan zonder inflatiecorrectie. Het CDA wil liever geen inflatiecorrectie — een belastingmaatregel die ten gunste van de hoge inkomens werkt — om een betere inkomensverdeling te bereiken. Ook Nijpels had eerder een CDAmotie voor een rechtvaardiger inkomensverdeling in 1984 dan in het lopende jaar mede ondertekend. Maar sindsdien heeft hij zich voortdurend gedragen of hij het .tegendeel nastreeft. Twee weken geleden noemde hij op een spreekbeurt de afschaffing van de inflatiecorrectie over 1984 „onbespreekbaar". Die poging om ook zijn geestverwante ministers vast te zetten, is kennelijk matig gelukt. Nu moet Nijpels wel zelf doorgaan. Een bravourestukje waarmee hij de verhoudingen in de coalitie op scherp zet en het rechtsarrogante karakter van de huidige WD weer duidelijk etaleert. Vooral in de daden en de taal van Nijpels komt tot uiting dat de WD de harde lijn zoekt. Meer en fanatieker dan vroeger willen de liberalen de uitkeringstrekkers op achterstand zetten, de hogere inkomen bevoordelen en de buitenlandse politiek afstemmen op handelsbelangen en hondetrouw aan de NATO. Tegelijk wor*dt het CDA zonder enige subtiliteit ingewreven dat diens machtspositie is afgebrokkeld. Kom maar op, als je durft, roept Nijpels eigenlijk steeds tegen De Vries en Lubbers. Ook nu zal er wel weer met veel duwen, trekken en hergroeperen van cijfers een mouw aan gepast

193 worden. Met als resultaat dat het regeringbeleid weer wat opschuift in WD-richting. Het is verbazingwekkend dat de grove tactiek van Nijpels toch nog zo vaak effect sorteert. Het is bedroevend dat het hardste en sociaal meest kwalijke geschreeuw van een minderheid politiek wordt beloond. Hoe vaak nog zal het CDA timide en belabberd naar rechts buigen? 5 september 1983

Leegloop het grootst bij grootste partijen „Er zijn de laatste maanden nogal wat berichten in de media verschenen als zou in het CDA paniek zijn uitgebroken door slechte uitslagen van de opiniepeilingen". Zo begon CDA- voorzitter zijn wekelijkse column in de laatste CD/Actueel, het weekblad van het CDA. Van paniek is bij de grootste regeringspartij beslist geen sprake, maar ook Bukman geeft toe dat „verlies niet leuk is, zelfs niet als het verondersteld verlies is". Wat de christen- democraten niet lekker zit, is dat de kiezers kennelijk in drommen bij het CDA weglopen, terwijl ze bij regeringspartner VVD blijven hangen. Met andere woorden, het CDA draagt de last van het bij grote groepen Nederlanders weinig populaire kabinetsbeleid geheel alleen op de weliswaar brede schouders. Ook het verloop van het ledenbestand is hiervan een duidelijk bewijs. Het aantal nieuwe leden, dat zich dit jaar bij het CDA heeft aangemeld, bedraagt 3150. Daar staat echter een ledenverlies (bedankjes, overlijden, royement wegens wanbetaling) tegenover van 7500. Dat levert een nadelig saldo op van 4350, ofte wel drie percent van het totale ledenbestand van 144 duizend. De liberale cijfers steken daarbij zeer gunstig af: 4200 nieuwe leden in 1983 tegenover 4000 bedankjes op een ledenbestand van 97 duizend. Het enige addertje onder het gras is dat bij de VVD de wanbetalers blijkbaar tot in lengte van dagen op de ledenlijst mogen blijven prijken, dus geheel fair is deze vergelijking niet Overigens profiteert de PvdA in het geheel niet van de christen-democratische exodus. Op 1 september vorig jaar had de PvdA blijkens de partijcomputer 105.306 leden. Op 1 september dit jaar was dat cijfer geslonken tot 102.477. Misschien moeten zowel de grootste regerings als de grootste oppositiepartij ook eens wat hoger van de toren gaan blazen over hun aantrekkelijke kanten, è la Nijpels dus. (WJ.) 11 oktober 1983

DE VRIES NOEMT OPTREDEN VVDER NIJPELS PROVOCEREND Sovjet-Unie verwerpt alle kritiek op schending van mensenrechten Van onze verslaggever COR GROENEWEG MOSKOU — De Soyjet-autoriteiten wijzen elke kritiek op de schending van de mensenrechten in hun land op zeer harde wyze van de hand. Die conclusie trok de Nederlandse parlementaire delegatie, die donderdag een bezoek aan Moskou afsloot, na afloop van de laatste besprekingen. Met name VVD-fractievoorzitter Nijpels had de mensenrechten aan de orde gesteld in de gesprekken. Volgens delegatieleider Ter Beek (PvdA) stelden de Sovjets vast dat er onoverbrugbare verschillen in ideologie zijn, die niet mogen worden overgebracht op de bewapeningspolitiek. Nijpels zei na afloop van de reeks besprekingen dat vredespolitiek voor hem ook respect voor de mensenrechten inhoudt. Hij karakteriseerde de reacties van de gesprekspartners als een totaal gebrek aan begrip voor de kritiek en zelfs geïrriteerdheid. Als er namen van aangepakte dissidenten vielen, werd over hen denigrerend gesproken. Ze werden of spion, of gek, of crimineel genoemd, aldus Nijpels. Hij concludeerde dat er ook geen hoop bestaat op verp betering van de situatie. CDA-fractieleider De Vries kritiseerde Nüpels' opstelling. Hü vond dat de VVDer provoceerde. „Ik heb de mensenrechten niet al te nadrukkelijk aan de orde willen stellen, omdat duidelijk was dat onze gastheren verplicht waren zo te reageren. De kritiek had beter in de marge kunnen worden geuit", aldus De Vries. Hü zei zelf in die marge actief te zün geweest maar wilde dat niet toelichten, omdat de personen in kwestie daarmee niet gediend zouden zün. Totalitair PvdA-leider Den Uyl noemde de antwoorden over de mensenrechten „volstrekt onvoldoende" en zag hierin een „bevestiging van het totalitaire karakter van de Sovjet-staat". Maar hü zei ook niet de illusie te hebben gehad op dit punt in Moskou iets te kunnen

194 bereiken. Er is gewoon weer eens gebleken wat het verschil is tussen communisten en sociaal-democraten, aldus Den Uyl. Het gesprek donderdag met vice-president Koeznedsov leverde volgens de delegatie geen nieuwe gezichtspunten op. De Kamerleden registreerden opnieuw dat de Sovjet-kritiek zich puur op de Amerikaanse president Reagan richt en West- Europa daar buiten laat. De drie fractieleiders toonden zich tevreden met de opgedane informatie. Ook VVDer Nüpels, die het nut van een bezoek aan Moskou nauwelijks inzag en zich puur op de mensenrechten had willen richten. Den Uyl zei veel nuances te hebben bespeurd die aantonen dat er wel degehjk verschuivingen zijn in het Sovjetstandpunt over de onderhandelingen in Genève. Volgens Den Uyl zijn die verschuivingen de moeite waard. Het laatste Sovjet-voorstel noemde hij zodanig dat het onverantwoord zou zijn als de Amerikanen de onderhandelingen hierop laten springen. Nüpels constateerde juist een onwrikbare Sovjet-houding. CDA-leider De Vries hield zich zoals gewoonlijk op de vlakte. Zagladin Een van de gesprekspartners van de delegatie, het lid van het centraal comité van de communistische partij, belast met Europa, Zagladin, liet donderdag tegen de Nederlandse verslaggevers in Moskou doorschemeren dat de Sovjets mogelijk toch willen blyven onderhandelen als de eerste nieuwe NATO-kernwapens volgende maand geplaatst zijn. „Er komen wellicht nieuwe onderhandelingen, maar die zullen veel moeilijker zijn", aldus Zagladin. De delegatie heeft gemeld dat de Sovj et-gesprekspartners vasthielden aan de verklaring dat Moskou de onderhandelingen in Genève afbreekt als de plaatsing van nieuwe kernwapens in West- Europa is begonnen. De parlementaire delegatie in gesprek met vice-president Koeznetsov (tweede van links) en leden van de Opperste Sovjet. Geheel links voorzitter Ruben van de Opperste Sovjet. Aan de overzijde van de tafel de Nederlandse Kamerleden; van rechts af De Vries (CDA), een notulist, de PvdA'ers Ter Beek en Den Uyl, Nijpels (WD) en De Boer (CDA). 4 november 1983

ACOP CNOP Nu nog een worgwet, en de dagen van Kuyper en Colijn zijn terug DE AMBTENARENSALARISSEN SLUITPOST DER BEGROOTING! De rugnummers zijn anders en de getallen groter, maar verder lijkt alles hetzelfde. Hoor ze spreken: „De regeering heeft vol vertrouwen dat bij een vastberaden voortgaan... onder aanvaarding eener harde werkelijkheid..." Enzovoort, enzovoort. Loonsverlagingen voor ambtenaren en de acties daartegen, vanaf 1903. Harry van Seumeren vond treffende parallellen. Het wachten is op de genie die het treinverkeer overneemt en het leger dat het verzet gaat breken. En op een prinses die gaat verloven, want dan „doet de regeering aan alle gesteunde werklozen een uitkeering van f. 2,50." WAT hier plaats greep was een onbezonnen aanslag op den hoofdfactor voor de levensbeweging der maatschappij; een onduldbare belemmering de overheid aangedaan in * uitoefening van haar functiën, een opofferen van de welvaart van heel een volk aan zucht naar klasseinvloed, een machtsmiddel nu reeds geschikt geacht voor uitoefening van politieke dwingelandij. Het schip van Staat mag met met ons iedoogen geënterd worden. In het welbegrepen belang van alle partijen moet het vjettig gezag onverzwakt kunnen worden gehandhaafd". „Deze acties zijn niet redelijk, staan m geen verhouding tot de maatregelen waartegen actie gevoerd wordt, en wat heel. kwalijk is: ze worden soms gevoerd met materieel en eigendommen van de overheid. Bovendien zijn ze schadelijk voor het bedrijfsleven en voor mensen die er niets mee te maken hebben. Kortom ze moeten stoppen. Ons land en de mensen hebben er mi recht op dat de verwarring afloopt". De regering moet de rechter vragen een eind te maken aan de „ontwrichtende" ambtenarenacties. „Een snelle beëindiging van de acties zou een zegen voor het land zijn". om eUc verzet de kop te kunnen indrukken. Een krachtig bestuur, net wat u zegt. Een vergelijking met de stoere taal van de huidige WD- leider Nijpels dringt zich onweerstaanbaar op. Het heeft tot de jaren zeventig geduurd voor het stakingsverbod voor ambtenaren en spoorwegpersoneel werd opgeheven. En dan nog onder druk van een internationale uitspraak, het Europees Handvest. Een aanvuUende wet die het stakingsrecht regelt is er echter nog steeds niet. De politieke besluitvorming deinst

195 telkens terug voor de vertaling van het grondrecht in een wet. Omdat, zo blijkt, de regering zoveel uitzonderingen op dat recht wil maken dat hooguit de plantsoenarbeider buiten die uitzondering zal vallen. De werknemer in overheidsdienst is lange tijd rechteloos gebleven. Dat verklaart misschien waarom ambtenaren zich eerder organiseerden dan fabrieksarbeiders. In 1830 al werd opgericht het Genootschap van Leraren, in 1873 de Broederschap der Rijksontvangers. Men organiseerde per dienstonderdeel en zelfs per rang. Maar dat leidde vrijwel nooit tot harde optredens tegen de werkgever, de overheid, die volstrekt eenzijdig de arbeidsvoorwaarden en verdere rechtspositie van haar personeel regelde. Tussen beide uitspraken liggen precies tachtig jaar. Maar afgezien van het verschil in taalgebruik is de essentie ervan gelijk. De ambtenaar staakt niet, mag niet staken. En doet hij het wel dan zullen we hem met alle middelen straffen. Het eerste citaat is van minister- president Abraham Kuyper tijdens het debat in de Tweede Kamer op 25 februari 1903 over de spoorwegstaking. Het tweede citaat is van de WD-fractieleider Ed Nijpels, deze week tegenover de Volkskrant en donderdag in de Tweede Kamer tijdens het debat over de ambtenarenacties van 1983. De Nederlandse overheidsdienaar beschikt over een schier bovenmenselijk plichtsbesef en verantwoordelijkheidsgevoel. Nalezend in de historie hoe rechteloos zij waren en hoe schaamteloos zü werden behandeld, ga je je ook afvragen wat de ambtenaar aan extra genade van bijstand heeft dat hij zich zo lang heeft laten trappen. Of zouden er dan toch nog heiligen bestaan? IN 1961 belegden boze belastingambtenaren een demonstratieve vergadering. Dat werd als een heel zwaar pressiemiddel gezien. Een optocht houden mocht toen niet. En het gedenkboek van de Abva, Symbool van vertrouwen, meldt met gepaste eerbied dat de demonstratie van vijftigduizend ambtenaren op 6 februari 1973 (!) op het Binnenhof de eerste keer was sinds de oorlog dat ambtenaren de straat opgingen. Nog altijd geldt voor de ambtenaar de eenzijdige aanstelling. Een werknemer kent het arbeidscontract bij wet bekrachtigd en afdwingbaar voor de rechter. Zo niet bij de overheid. Die stelt de voorwaarden eenvoudig vast en moet alleen zien een meerderheid in het parlement te krijgen. Altijd, en het is nooit anders geweest, heeft het overleg tussen kabinet en vertegenwoordigers van de ambtenaren maximaal het karakter gehad van welwillendheid. De bonden mochten instemmen met het kabinetsbesluit, graag zelfs, want dat maakte het parlementaire debat zoveel eenvoudiger. Maar het hoefde niet. In 1914 verlaagde de regering de lonen van haar personeel. Loonsverhogingen lagen al vast in goedgekeurde begrotingen, maar dat was geen probleem. Een nieuwe, suppletoire begroting is voldoende. Nu waren loonsverlagingen voor fabrieksarbeiders ook schering en inslag. Maar die hadden, hoe beperkt ook, nog de mogelijkheid Op 9 januari 1903 brak er een staking uit onder de dokwerkers in Amsterdam, een actie gericht tegen loonsverlaging. »Toen spoorwegarbeiders werd gevraagd een aantal goederenwagons naar de vemen Waar werd gestaakt, te brengen, weigerden zij als stakingsbrekers op te treden, en zij bleven weigeren, ook toen de directie er op wees dat zh' als werknemers bij het openbaar vervoer volgens de wet verplicht Waren alle goederen te accepteren en te vervoeren". Opmerkelijke parallel: de acties van nu zh'n ook begonnen op het Amsterdamse CS, in de vroege morgen van 17 oktober. De spoorstaking van 1903 begon als uiting van solidariteit met de veemwerkers, maar het spoor had genoeg eigen grieven. Kennelijk gerechtvaardigd, want de spoordirecties willigden ze snel in. De regeringspartijen, waarvan de ARP van Kuyper de belangrijkte was, zagen de geslaagde staking als een ernstige bedreiging van het gevestigde gezag. En het gezag sloeg snel en genadeloos toe. Op 11 april 1903 al stonden de „worgwetten" van Kuyper in het Staatsblad. Een stakingsverbod voor personeel in openbare dienst en voor het spoorwegpersoneel, en de vorming van een spoorbrigade bij de genie om het treinverkeer te kunnen overnemen. Inmiddels had het kabinet politie en leger in staat van alarm gebracht zich te verzetten via stakingen. Al moet men zich daar niet al te veel van voorstellen in een tijd dat de levensstandaard te laag was om zich een staking te kunnen veroorloven — de honger was al elke dag te gast aan tafel—en in een periode dat de macht van de vakbeweging nog klein was. Voor staken was toen moed nodig. En die was er. In 1920 telde

196 men meer dan twee miljoen stakingsdagen. Vandaag is het aantal stakingsdagen door de huidige acties pas zestigduizend. Worgwet of niet, in 1920 staakte ook het personeel by de posterijen en bij de Haagse tram, toen een overheidsbedrijf. Maar acties van ambtenaren waren toen spaarzaam. Ondanks de doorzichtigheid van de argumenten van opeenvolgende kabinetten. Hoewel, tóen gebruikte men dezelfde argumenten en soms bijna dezelfde zinnen ak ministers nu bezigen om parlement en voüe te overtuigen van hun gelijk. Het volk wil bedrogen worden, en dus zijn de politici daarbij maar al te bereidwillig. Hoewel dus bruto-loonsverlagingen in de vorige en het begin van deze eeuw al schering en inslag waren, zijn die van de dertiger jaren het meest bekend..En het was toen niet Colijn die ermee begon, al heeft hn' de naam. In de ontwerp-begroting 1932 deelt het ministerie Ruijs de Beerenbrouck mee dat de salarissen van de ambtenaren verlaagd zullen worden met 5 percent. De minister van Financiën, jonkheer De Geer, legt uit Hij bespreekt maatregelen die het overheidstekort terugbrengen tot 49 miljoen. „Het spreekt vanzelf dat ook met een dergelijk tekort niet in zee kan worden gegaan. Door den voorgemelden maatregel (de vijf percents korting) zal het tekort tot ongeveer ƒ 42 millioen worden teruggebracht". En om geen illusie te wekken dat het daarmee afgelopen zal zijn: „De middelen zijn, als gewoonlijk, geraamd aan de hand van de laatst bekende uitkomsten en laten dus, waar de economische depressie nog allerminst teekenen van verbetering vertoont eer voor tegenvallers dan voor meevaUers plaats". De tekenaar Jordaan vertolkte het gevoelen van de ambtenaren: zij dragen de last van het begrotingstekort, zij zijn de sluitpost van de begroting. (Zie de prent uit 1931) Het is niet alleen de regering die de salarispost bepaalt aan de hand van de middelen. December 1931 stelt de gemeente Amsterdam haar begroting vast. „Een vermindering van de salarissen en loonen, die belangrijk kan bijdragen tot verlaging der uitgaven, zal niet kunnen uitblijven". En wat zegt de toenmalige socialistische voorman, SDAP-voorzitter Albarda op Eerste Kerstdag in het Concertgebouw? Loonsverlaging is een heel slecht middel. Want de industrie is meer en meer aangewezen op de binnenlandse markt. „Door verlaging der loonen zou de koopkracht nog meer afnemen". Het antwoord van de regering is ook toen identiek aan wat bijvoorbeeld Ruding nu als tegenargument aanvoert. „De regeering meent ernstig te moeten waarschuwen tegen het streven om de consumptie te stimuleren door op kunstmatige wijze koopkracht in volgden weg onder aanvaarding eener harde werkelijkheid, die, zij is daarvoor allerminst blind, van ons volk groote offers vraagt, en met afwijzing vïn experimenten, die wel eenig oogenblikkelijk soulaas, doch geen werkelijke verbetering kunnen verschaffen, gunstige resultaten voor volks- en staathuishouding niet kunnen uitblijven". Het is toch net Lubbers over het FNV-plan!? DE jaarlijkse eenzijdige verlagingen van de ambtenarensalarissen beginnen sommige politici te gortig te worden. „Komen de thans voorgestelde besparingen tot stand, dan zal het overheidspersoneel voor zover uit 's Rijks kas bezoldigd, sedert 1923 ruim 80 millioen hebben geofferd. Het huidige peil der salarissen laat voor de groote massa der ambtenaren nieuwe offers niet meer toe", aldus de oppositie in 1935. De regeringspartijen zijn onwrikbaar. Aalberse, RK Staatspartij: „In verschillende landen is afbreuk gedaan aan de werking van het parlementaire stelsel doordat de parlementen op den stoel der regeering wilden gaan zitten. Verkeerd ware het, als de Staten Generaal vooraf hun meening ten deze kenbaar maakten. Daarom behoort eerst de Kroon den maatregel nopens de salarissen vast te stellen". het leven te roepen". Dit zegt de minister van Financiën Oud en het is al 1936 geworden als het land nog dieper in de spiraal van neerwaartse bezuinigingen zit Toen zag hij ook wat Ruding nu ziet (maar geen van beiden deed/doet er wat aan): „Terwijl elk jaar het uiterste werd beproefd om door bezuiniging op de uitgaven een herstel van het begrootingsevenwicht te verkrijgen, werd het bereiken van een afdoend resultaat telkenmale opnieuw verhinderd door een voortgaande daling van de opbrengst der belastingmiddelen, gepaard gaande met een verhooging van uitgaven voor 'crisisdoeleinden." Het is al niet anders nu. Het parlement regeert niet en het kabinet kan dus zijn gang gaan. In 1932 gingen enkele fracties in de Tweede Kamer ertoe over om — op basis van vrijwilligheid

197

— eenzelfde korting op hun toelage te accepteren als de ambtenaren werd opgelegd. Meldt het verslag: „... hoewel er bij enkele fracties leden zijn, wien deze korting niet convenieert". Het waren niet alleen de salarissen die werden verlaagd. Meermalen betaalde de staat de pensioenpremie niet, om het overheidstekort te drukken. Op goede gronden. „De omstandigheden zijn zoodanig gewüzigd dat ernstige bezuiniging plicht is en een korting op de pensioenen, welke naar vroegere, hogere grondslagen zijn berekend, niet ongerechtvaardigd". Het bedrijfsleven is de motor van de economische activiteit Hoewel ir Ter Hart van de metaalwerkgevers tegenwoordig liever spreekt van het paard dat de kar moet trekken. En dan moet die kar lichter worden (ambtenaren eruit gooien), want anders loopt Bruin niet hard genoeg. Ruys de Beerenbrouck richtte zich op 19 juli 1932 „over beide zenders" tot het volk met een uitleg over de economische toestand. „Reeds is in onze dagen het gebied der overheidsbemoeiingen uitgegroeid tot een omvang, welke de redelijke vraag doet stellen, of een gewijzigde ordening niet tot een passende ontlasting van de staatstaak, met name van diens uitvoerende arbeid zou kunnen leiden". De uitgaven voor werkloosheid, steun en dergelijke nemen snel toe. „Dan kan geen redelijk beoordelaar ontkomen aan de klemmende noodzaak tot versobering en besnoeiing van de collectieve behoeften waarin moet worden voorzien". Niet verassend dus dat de regering-Colijn in 1936 de koningin in haar troonrede liet zeggen: „Wel zal worden zorg gedragen, dat in het bedrijfsleven onnoodig knellende banden zullen worden verwijderd". Nu hameren regering en Nederlandsche Bank er met monotone regelmaat op dat het financieringstekort echt naar beneden moet, omdat anders het buitenland het vertrouwen in ons verliest. En als dat gebeurt — het is nog niet zover, zeggen ze dan — dan is de ellende niet te overzien. Het tekort moet ook kleiner omdat de rente omlaag moet. Dreigen met rampspoed vanuit het heelal als de mensjes op aarde niet braaf en sober leven is heel oud. Machthebbers pasten die truc eeuwen lang met doorgaans veel succes toe. Ruys had toen, in 1932, net het rapport van de staatscommissie Welter gelezen, die onder andere voorstelde een verlaging van de werklozensteun met 15 percent, de tijdelijke kortingen voor ambtenaren en onderwijzers worden blijvend, een extra korting van 13 percent voor ongehuwden, van 8 percent voor gehuwden, en 12 percent van de ambtenaren ontslaan. De regering nam het advies grotendeels over. Hierover „is het overleg met de Centrale Commissie voor Georganiseerd Overleg geopend, zoodat wijzigingen alsnog mogelijk zijn", zei de regering toen net zo ernstig als zij het nu heeft over „open en eerlijk overleg". Ja, als je het regeerakkoord maar accepteert HOE onzeker toen de positie van de ambtenaar was blijkt onder meer uit de sterk toenemende gewoonte — in de dertiger jaren — om personeel aan te stellen op contract. Zij hadden bijvoorbeeld geen pensioenregeling en je kon arbeidscontractanten gemakkelijk ontslaan. Hetgeen een flexibel personeelsbeleid mogelijk maakte. In 1929 werkte 14 percent van het overheidspersoneel op contract in 1938 was het 29 percent. En dat raakte niet snel in onbruiik. Nog na 1945 maakte het bondsblad De Ambtenaar regelmatig melding van het 25-jarig jubileum van bondsleden als arbeidscontractant bij de overheid. Het Ministerie Colijn in 1936 ook. „Wil een lagere rentevoet, die voor het herstel van het economisch leven onmisbaar is, verwezenlijkt worden, dan dient echter in de eerste plaats elke twijfel aan het Staatscrediet buitengesloten te zijn. De regeering heeft vol vertrouwen, dat bij een vastberaden voortgaan op den tot dusver ge- Het was voor de oorlog al mogeüjk om een ambtenares te ontslaan als zij trouwde. In 1933 werd dit bh' wet ver-plicht. Vanaf 1937 werden gehuwde ambtenaressen en onderwijzeressen ontslagen. „Verzet tegen deze maatregel had overigens geen prioriteit bh' de bonden", meldt het gedenkboek van de Abva. Wat opvalt is de geringe verhulling van de aard van het beleid. In de troonrede van 1933 zei het kabinet Colijn: „Het streven is er voor alles op gericht dit (economisch) herstel te bereiken door aanzienlijke beperking der uitgaven. Die beperking zal ten deele worden verkregen door een redelijke verlaging van de salarissen en loonen van het Rijkspersoneel". En een pakketvergelijking was toen niet nodig. Het kabinet verkreeg meer greep op het beleid van de lagere overheid „mede met het doel uitwassen af te snijden en niet te rechtvaardigen

198 verschillen in de belooning van overheidspersoneel weg te nemen". Maar, ondanks de hardheid der tijden, bleef toen net als nu bij het CDA het gevoel van rechtvaardigheid. De Maasbode maakte zomer 1935 melding van het nieuwe beginselprogram van de RK Staatspartij, waaruit dit citaat: „...behoort aan de sociale rechtvaardigheid en de sociale liefde een allesbeheerschende plaats in het maatschappelijk leven te worden toegekend". Dus kon de minister van Sociale Zaken, mr M. Slingenberg, met gerust hart op 11 september 1936 in de Eerste Kamer meedelen „dat de regeering heeft besloten, naar aanleiding van de heugeüjke gebeurtenis der vorstelijke verloving, in de aanstaande week aan alle gesteunde werkloozen een extra-uitkeering te doen van ƒ 2.50" HARRY VAN SEUMEREN November 1983, FNV-demonstratie van ambtenaren in Groningen. 26 november 1983

TEN GELEIDE Lubbers terug GEEN profeet wordt in eigen land geëerd. Premier Lubbers wilde een privé-tripje naar Washington maken, maar toen bleek dat alle deuren, zelfs die van de president der Verenigde Staten, voor hem openvlogen. Bovendien werd hij in de Amerikaanse pers geprezen als een hardvochtiger staatsman dan Reagan of Thatcher. Lubbers bleek een Amerikaans succes, zoals een Nederlander dat nooit boekt. Toon Hermans en Herman van Veen schopten het bepaald niet ver. En Rutger Haver komt met andere middelen hoogstens in de buurt. Waar blijft nu de welhaast verplichte Haagse verheugenis? Minister Van den Broek van Buitenlandse Zaken voelt zich een tikje gepasseerd omdat de premier te veel in zijn straatje kwam. En allerlei lieden in het parlement achtervolgen de glorieuze premier in ettelijke ronden omdat ze een rijk staatsmannelijk verslag van de trip willen hebben. Lubbers schrijft wel briefjes terug, maar die zijn zo mager dat sommigen hem zo4n beetje van minachting van het parlement betichten. Behalve links doet ook Nijpels aan dat spel mee. Zelf heeft hij nooit een parlementair verslag gemaakt van zijn bezoek aan een Washingtonse disco, waar hij als te jong van de deur gezet leek te worden. Dat is wel jammer, maar niemand beschuldigde hem daarom ooit van minachting van het parlement. Dit parlement gaat nu Lubbers indringend aan de tand voelen en wel door middel van de inquisiteurs van de Vaste Commissie voor Buitenlandse Zaken. De premier verschuilt zich dan ongetwijfeld achter het vertrouwelijke en informele van zijn vele gewichtige besprekingen en achter de onmogelijkheid van concrete mededelingen, omdat er nog geen eenheid van regeringsbeleid is (de kruisraketten). Een ander en zelfs zeer plausibel argument zal hij niet willen gebruiken: dat zijn Washingtonse show geen inhoudelijk woord waard is. 3 februari 1984

Flauwekul Gelooft u in de ruzie tussen CDA en VVD? Dan gelooft u zeker ook dat in Toscane de ooievaars de kinderbijslag komen brengen. CDA dreigt met PvdA een meerderheidje te vormen om iets vervelends op televisie gedaan te krijgen. WD dreigt daarop met PvdA een ander meerderheidje te maken om iets anders stompzinnigs in de media te regelen. Een liberale onderknup- Pel riep zelfs dat het hele regeerakkoord op scheuren staat. Met die wisselende meerderheden zou de PvdA dus regeren zonder een PvdA'er in de regering. Socialisme zonder socialistische leiders, is dat niet de definitie van de Ware heilstaat? Gooi dat zand uit uw ogen. Lubbers en Nijpels gaan door tot de laatste gulden in de USA is belegd, en tot ons laatste grasveld is ingericht voor een raket die het Russische vliegtuig kan neerschieten dat onze kruisraketten kan neerhalen. Nederland wordt een vooruitgeschoven vesting ter bescherming van hun geld in Amerika. Waarom deze vertoning? Om het Broeiende gevoel dat onze democratie verkocht is te bestrijden. Massale werkloosheid plus inzicht in de rottende staatkunde zijn gevaarlijk voor de Rudings en Duisenbergs. Vandaar dit gekrakeel. Als u daar in trapt raad ik u aan in mei 1985 met vakantie naar Limburg te gaan. Stoker

199

16 februari 1984

,NIETS AFSTOTEN NA KOMST KRUISRAKET' Nijpels verwerpt verkleinen aantal nucleaire taken Van onze verslaggever DEN HAAG — Als het kabinet be- Jtoit tot plaatsing van kruisraketten berekent dat voor de WD nog niet dat ™ai» een aantal Nederlandse kernwapentaken kan worden afgestoten. „Er is Jjat dat betreft nauwelijks wisselgeld. we moeten niet denken dat we uitver£*>P kunnen houden", aldus WD- Jfactieleider Nijpels in een interview in ft« IKV-kernblad. , Hij erkent dat de WD in het kabinet fteeft laten vastleggen dat een besluit ?ver de kruisraketten moet worden gekoppeld aan een beslissing over het aantal Nederlandse nucleaire taken. Maar. de recente NATO-studie naar het kernwapenarsenaal dat in Europa nodig is '"e zogenoemde Shift-studie) heeft volgens Nüpels aangetoond dat er geen ruunte is voor afstoting van andere kernwapentaken. „De CDA'ers die daarop hun hoop gevestigd hebben moeten van een koude kermis zün thuisgekomen", aldus Nijpels. De enige ruimte die de Shift-studie volgens Nijpels overlaat betreft de vervanging van de atoomnüjnen door conventionele wapens. Maar daarover bestaat al lang geen verschil van mening meer, zo constateert de WD'er. Daarnaast wordt de nucleaire Nike-luchtafweer al vervangen door de conventionele Nike-raketten, die onlangs besteld zyn. Daarmee bhjven vijf atoomtaken over. Daarin zit volgens Nüpels verder geen wisselgeld. Beperking tot twee kernwapentaken noemt mj onder de huidige omstandigheden „uitgesloten". Nijpels herhaalt in het interview nog eens dat er wat de WD betreft een kabinetscrisis komt als het CDA in juni niet akkoord gaat met plaatsing van de kruisraketten. „Als het kabinet nee zegt, dan betekent dat het einde van dit. kabinet." Dat het kabinet zou besluiten tot verder uitstel van de beslissing lijkt Nijpels niet reëel, gezien de uitspraken van premier Lubbers en CDA- fractieleider De Vries dat er in juni beslist moet worden. „Ik denk ook dat het voor het lijfsbehoud van het CDA goed is nu door de zure appel heen te buten", aldus Nijpels. Herrie Als eenmaal besloten is tot plaatsing verwacht de WD'er daarover onder de Nederlandse bevolking weinig „herrie". In West-Duitsland en Engeland is dat ook niet gebeurd, zegt hy. „De vredesbeweging heeft de actiebereidheid op dit punt overschat." Ook van het CDA verwacht Nijpels na plaatsing weinig problemen. „Als er in de zomer een besluit valt, levert dat acties op en felle discussies, maar ik denk dat die discussie als een plumpudding in elkaar zakt en dat er een zekere mate van opluchting zal ontstaan, omdat men eindelijk weet waar men aan toe is", aldus Nijpels. PvdA-fractieleider Den Uyl sluit uitstel van een besluit over plaatsing „niet geheel uit". Hy zegt dit in een interview met Elseviers Magazine. Volgens Den Uyl wringt premier Lubbers zich in allerlei bochten om een eventueel positief plaatsingsbesluit zo te verpakken dat het toch weer geen positieve beslissing is. 23 februari 1984

Een politiek probleem zonder vluchtwegen Van onze politieke redactie DEN HAAG — Het probleem van de kruisraketten heeft een unieke zwaarte in de Nederlandse politiek. Het kan verkiezingsuitslagen veel forser omgooien dan de tien zetels winst of elf zetels verlies die sinds 1977 enkele malen voorkwamen. Blijkens de deze week gepubliceerde RVD-enquête komt 27 percent van de ondervraagden daadwerkelijk in actie, wanneer het parlement tot plaatsing zou besluiten. Museumplein, Malieveld en Zuiderpark zijn dan veel te klein, evenals het land. Het Indonesië-conflict, Nieuw-Guinea, de Drie van Breda, abortus, de huwelijken van Irene en Beatrix, de Lockheed-affaire, de Nacht van Schmelzer, allemaal kwesties met een grote potentiële lading. Maar ze konden gemakkelijker gesust en gedepolitiseerd worden. Hoe moeilijk de Haagse politiek zijn traditionele verzoenende rol kan vervullen met de kruisraketten blijkt al uit de wederzijdse crisisdreigingen van Nijpels en De Vries, aan het begin van de echte politieke onderhandelingen.

200

De Haagse nervositeit is enorm en de toppolitici hebben weinig tijd en belangstelling voor iets anders. Begrijpelijk, de coalitie hangt eraan, terwijl er nauwelijks een gezond regeeralternatief is. Het leiderschap — en de carrière — van minstens Lubbers en Nijpels staan op het spel en het CDA riskeert de grootste verkiezingsnederlaag uit de vaderlandse geschiedenis. Je moet wel erg van de kruisraket houden, om dit alles op je hals te halen. Maar het is vermoedelijk meer onderschatting van de politieke lading geweest, die Van Agt en Lubbers in 1979 tot het monteren van deze tijdbom heeft bewogen. Verzet Sindsdien heeft het onophoudelijk hameren van veel rechtse opinion leaders niet geholpen, het verzet is alleen maar groter geworden, zoals uit alle cijfers blijkt. Zelfs bij de VVD is 34 percent tegen. De tegenstanders van de plaatsing zijn bepaald geen Russofielen, zo blijkt uit de onderzoeken, maar ze geloven ook niet zo hard in een directe dreiging door de Soviet- Unie. Ze zijn voor het merendeel niet tegen de NATO, maar ze voelen ook niet voor een blinde trouw aan NATO-plannen die evenzeer als de handelingen van het Oostblok een krankzinnige nucleaire race in stand houden. De mentale instelling die Nederland in de jaren vijftig had inzake de Oost-West problematiek, is onomkeerbaar veranderd. Na Vietnam — waar de VS voor de Nederlandsejongeren van toen het basisvertrouwen wegbombardeerde — heeft iedere nieuwe nucleaire bewapeningsmogelijkheid weer groter verzet opgeroepen. Pogingen om het klimaat van de Koude Oorlog te herstellen (Afghanistan, Olympische Spelen in Moskou, neerschieten van het Koreaanse vliegtuig) zijn in wezen steeds mislukt. Het wantrouwen tegen het gevaarlijke spel dat de twee grootmachten met de wereld spelen is groter geworden dan de emotionele verbondenheid met een van die grootmachten. We „horen" nog maar tot op zekere hoogte bü Washington. Breuklijn De VVD heeft — de jonge „aanhang" van Nijpels uitgezonderd — die enorme mentale verschuiving niet meegemaakt. Het CDA deels wel en daar loopt nu de breuklijn Het CDA was waarschijnlijk nooit aan dit ook voor de eigen politieke toekomst levensgevaarlijke avontuur begonnen, als andere politieke evoluties — met name in de sociaal-economische denksfeer — niet tot een vergaande verbondenheid met de VVD hadden geleid. De WD vraagt nu de kruisraketten als prijs. Het is in wezen de vraag aan het CDA om zijn ziel en zaligheid aan de VVD te verkopen. Een vraag die dwaas zou zijn geweest als het CDA zelf niet al zo ver op dat pad was gegaan. Lubbers en De Vries kunnen moeilijk van de WD wegkoersen — en eigenlijk willen ze dat ook helemaal niet — maar zijn ook weer niet geneigd om hun carrière, de kansen van hun partij en de lieve vrede in het land op te offeren. Inderdaad een zeer naargeestig dilemma, te meer waar het beproefde compromisserig er tussenin rotzooien niet blijkt te, werken. Het sussen en depolitiseren lukt ditmaal niet, want je kunt geen halve kruisraketten plaatsen (zoals er ook niet half geaborteerd kan worden). Vroeger kon je „kwesties van leven en dood in de ijskast plaatsen", zoals een beroemde slogan tijdens een kabinetsformatie luidde. Met de kruisraketten kan dat niet zonder op de bondgenoten, die al geplaatst hebben, een hoogst ridicule indruk te maken. De gewone tactieken werken niet en het CDA moet dus heel scherp en pijnlijk kiezen. Dat valt niet mee, dat hebben ze nooit geleerd. Het recente gedonderjaag tussen WD en CDA (en in het CDA) is niet veel meer dan de verklanking van pijnkrampen, die wijzen op een langdurige en moeilijke bevalling. Nijpels belooft — via de prettige spreekbuis van het IKV — crisis als het CDA de kruisraketten weigert. Het CDA gelooft Nijpels maar half. Inderdaad, er zijn WD-ministers die liever — desnoods zonder kruisraketten — doorregeren en het moet maar bhjken of zij het, als het erop aankomt, verhezen van Nijpels en de jonge garde parlementariërs (een garde die wellicht zelf graag die ministerszetels overneemt). Aan de andere kant praat Nijpels zich — tot grote zorg van veel WD'ers — zo vast dat hij straks niet terugkan zonder enorm gezichtsverlies. Knaller Na Nijpels' dreiging meent De Vries te moeten terugslaan. Hü meldt dat keurig aan Lubbers — die weinig verrukt is — en overvalt Van den Broek en de rechtervleugel van zijn fractie

201 met de crisisdreiging wanneer het kabinet de in de NATO afgesproken 48 kruisraketten te Woensdrecht wil oprichten Vooral een publicitaire knaller die bedoeld is om het land en de CDA-aanhang te laten zien dat het CDA zich niet het initiatief uit handen laat nemen door de jongeheer Nijpels. Een nogal eigengereid optreden van De Vries, waarbij maandag nog zijn pleidooi — in Mierlo— kwam voor belastingverlaging in 1985 ter stimulering van de economie, in feite het aandragen van nieuwe conflictstof. Hoe hebben we het nu met de brave De Vries, vroeger door sommigen in Den Haag wel „een bloemetjesjurk" genaamd? Heeft hij gedacht, komaan, het is carnaval, laten we over de schaapswol eens een wolfspak aantrekken? Het leverde hem te Mierlo de „Orde van de Kersepit" op, een te zuinige waardering, temeer omdat Lubbers en Bukman in hun gewone kameleontische kloffie gelijkelijk beloond werden. De Vries lijkt iets zelfbewuster te worden, ook ten opzichte van de politieke CDA-leider Lubbers. De greep van Lubbers en andere ministers op de CDA-fractie lijkt wat te verslappen. Wellicht zit hier ook een breder besef in de CDA-top achter dat de vroegere slaafsheid van de fractie en het doodse parlementaire optreden naast een lawaaierige WD niet erg dienden. Compromis Wat de kruisraketten betreft wordt uiterst omzichtig omgesprongen met de individuele gewetens in de fractie. De rechtervleugel droomt wel eens over het bij de volgende verkiezingen verwijderen van iedere rebel die een keus van het kabinet voor plaatsing durft weg te stemmen. Maar in de praktijk blijkt nog niets van zware pressie. Begrijpelijk, want dat zou bij een kwestie als deze vermoedelijk het tegengestelde effect hebben Inhoudelijk was De Vries' crisisdreiging nogal eigenaardig. Velen concludeerden dat de CDA- top nu uit was op een compromis met bijvoorbeeld zestien kruisraketten en daarnaast afstoting van enkele verouderde kerntaken. Een beetje plaatsen en daarnaast wat weghalen. Een beetje NATO-trouw en een beetje ontwapenen en dan de achterban platpraten. Dat was de bedoeling van De Vries niet — en de ontkenningen waren niet van de lucht. Maar de uitspraak van Lubbers in december dat hij een plaatsingsbesluit voor zestien kruisraketten zo in de Kamer wilde verdedigen, was allerminst vergeten. Lubbers heeft die uitspraak niet herhaald en zou dat vrijwel zeker ook nu niet durven doen. Elke poging om de zaak te depolitiseren door van zestien kruisraketten iets heel anders te maken dan van 48 is tot mislukken gedoemd. Bijna alle commentaren wezen dit soort flauwe kul van de hand en in de daarvóór gehouden enquête bleek slechts tien percent van de tegenstanders enig gewicht aan dit verschil te hechten. Die sluipweg zal het CDA weinig tot niets opleveren. De andere sluipweg wordt gevormd door de bestaande kerntaken. Kabinet, CDA en WD maken een mooi groot pakket van de hele Nederlandse nucleaire problematiek, waarin ieder wel iets van zijn gading vindt. Dat pakket is nog helemaal in aanbouw en het dreigend roepen van Nijpels en De Vries was niet meer dan het knabbelen aan de randen van de onderhandelingsruimte. Mooi bedacht en het houdt de politieke clubs wat koester. Maar de publieke interesse voor de bestaande kerntaken is aanmerkelijk geringer dan voor de kruisraket. Hoe de kruisraket ook opgesierd wordt met anderssoortige concessies, straks zal het enkele feit van plaatsing volstrekt overheersen. En terecht, want die andere kerntaken kalven ook wel af zonder de connectie met de —ook militair veel verder reikende— kruisraket. Lubbers kan wriemelen en verpakken wat hij wil, het probleem is ditmaal te helder om het land zand in de ogen te strooien. Dus moeten ze in Den Haag echt met elkaar in de slag. Lubbers met de fractie, Nijpels met De Vries, Van den Broek met De Ruiter, De WD-ministers met hun fractie en de ideologen met de politieke rekenmeesters. Een verward slagveld, vol greppels, moerassen, manshoge struiken en drijfzand. Meer iets voor de infanterie dan voor de hooggezeten ruiters van de politiek. JAN JOOST LINDNER Tekening Janwiltem wan Vugt 3 maart 1984

202

De klad in de coalitie van CDA en VVD Van onze politieke redactie DEN HAAG — Sinds 1 januari lijkt niets meer te willen lukken bij het kabinet en in de coalitie. De fractieleiders van WD en CDA putten zich uit in de meest zeikerige ruzies. Van het mediabeleid en het volksgezondheidsbeleid wordt een hilarisch rommeltje gemaakt. De nervositeit over de kruisraketten is allerwege. Onthullingen over vrrje discussies op geheime kabinetszittingen tonen denkarmoede, borrelpraat en moedeloosheid van ministers. Bezuinigingsplannen van Ruding leveren portefeuillegerammel van andere ministers op. En Lubbers is nu meer de vaste begeleider van EG-fiasco's dan de vertrouwenwekkende figuur die in sombere tijden altijd een opbeurend woord bü zich had. In bestuurlijk-technisch opzicht deed het kabinet het tot voor kort niet slecht. Bij de ministers openbaarden zich minder stoethaspels en kreukelaars dan in Nederland gebruikelijk is. En men slaagde redelijk in wat men wilde, ook al wilde men meestal de verkeerde dingen. Het kabinet kreeg de naam van daadkracht en standvastigheid. Lubbers toonde zich veel geschikter voor zijn vak dan zijn voorganger. Winsemius en Korthals Altes werden snel goede ministers. De stroeve kracht van Van Aardenne, Van den Broek, Deetman en zelfs de bot docerende Ruding was niet te ontkennen. Bij Brinkman is steeds de vraag of hij zich niet vooral redt met bravoure. Tamelijk zwak doen alleen de aarzelaars Schoo en Rietkerk aan — naast staatssecretarissen als Scherpenhuizen en Korte-Van Hemel. Hete lucht Een nadeel voor het kabinet is dat de politiek leider van de VVD in de Tweede Kamer zit en Nijpels heet. Hij moet zich profileren, ook ten opzichte van een redelijk succesvolle premier. En omdat hij weinig anders te bieden heeft, profileert hij zich vooral met capriolen en hete lucht. Daar stond tegenover dat het kabinet met de CDA-fractie uitstekend uit de voeten kon — tot voor kort — zelfs zodanig, dat het parlementaire tegenspel meer ontbrak -an democratisch gezond is. Door dit alles kon een beleid worden gevoerd dat verstrekkend was en zelfs de smalles marges van de Nederlandse democratie met zijn compromiskabinetten overschreed. Het beleid was succesvol in die zin dat veel werd afgebroken en bezuinigd en vervolgens stand werd gehouden tegen maatschappelijke weerstanden (met als hoogtepunt de ambtenarenacties). Waar rechts het terugtreden van de overheid interessanter vindt dan hoge werkloosheid of een generatie jongeren die steeds meer vervreemdt van de samenleving, kon rechts tevreden zijn. Zijn de teleurstellingen van de afgelopen drie maanden een reeks ongelukkige incidenten die straks door nieuwe successen worden weggepoetst, of is er een kater na het feest? Het is wat vroeg voor een al te stellig oordeel, maar er zijn aanwijzingen dat de samenhang in de coalitie meer dan incidenteel is beschadigd en dat de — ideologisch bepaalde — gezamenlijke stootkracht van de ministers ver te zoeken is. Als dit allemaal juist is, wil dat niet zeggen dat het kabinet gedoemd is. Nederlandse kabinetten overleven soms zeer lang door ruzieachtig improviseren en de persoonlijke ambities van de deelnemers. Maar het echt mooie is er af en na een degradatie tot „gewoon" kabinet wil de teleurstelling wel eens doorschieten tot moedeloosheid. En dus tot minder weerstand in de onvermijdelijke testfases (kruisraketten). De onzekerheid over het lot van het kabinet in de beginnende zomer heeft op zich al een middelpuntvliedende werking op de coalitie. CDA en VVD stellen zich meer in op de eventualiteit van een crisis en opvolgende verkiezingen en worden wat ongeremder in het stellen van eisen aan het kabinet. Dit leidde al van de eerste week na het kerstreces tot heftige gevechten en incidenten in de Kamer. Het mislukken van een compromis over het politiek zo gevoelige tv-bestel is een sterke aanwijzing voor een verlies aan vertrouwen in de gezamenlijke toekomst. (Overigens is het de vraag of het wrakke compromis tussen PVDA en CDA ooit heel uit het politieke drijfzand komt). Maar zelfs al zou het kabinet er in slagen de problematiek van kruisraketten en NATOtrouw te overleven, evenals de enorme maatschappelijke onrust na plaatsing, dan is nog de vraag of de gezamenlijke doelgerichtheid kan worden hervonden. Want het meest wezenlijke bindmiddel — de Colijnse heilsleer — werkt niet meer. Fracties en ministers zijn duidelijk bezuinigingsmoe geworden. De waardering van economen voor het kabinetsbeleid is inmiddels vrijwel

203 afwezig. De nadelige effecten van allerlei te grove en willekeurige ingrepen komen nu duidelijker tot uiting. Er worden steeds dollere constructies verzonnen (ziekenfondsen) om maar aan de afgesproken bedragen te komen. Het julipakket ligt al half onderuit. Een nieuwe ronde willekeurig hakken op uitkeringen en ambtenarensalarissen lijkt zeer riskant en het feit dat het overheidspersoneel na afschaffen van het trendbeleid geen sociaal overlegmechanisme heeft, wekt — terecht — schaamte. Lastenverzwaringen Allerwege wordt in en rond de regeringscoalitie gepleit voor voorzichtig stimulerend beleid, maar de gedachte van een bescheiden belastingverlaging in 1985 steekt wat mal af tegen de lastenverzwaringen die al eerder verzonnen waren. Wil het CDA de bestedingen stimuleren en toch honderden guldens per jaar weghalen bij de mensen beneden de ziekenfondsgrens? Dat het vertrouwen in de Colijnse oplossingen echt aan het wegebben is, blijkt uit woorden en daden van ministers als Deetman en Brinkman, vroeger de ijverigste snijders en zelfs trots op hun destructieve lef. Deetman dreigt nu met aftreden, wanneer Rudings tien-miljard- plan wordt uitgevoerd. Brinkman heeft enige tijd geleden verhalen gehouden die als regelrechte ketterij tegen de Colijnse sekte gebrandmerkt dienen te worden: „Er zal voor het jeugdbeleid hoe dan ook geld op de plank moeten komen. Wat is nou belangrijker? Dat we tienduizenden jongeren aan het werk helpen met doorbreking van de bestuurlijke en principiële theorieën? Of dat we onze bestuurlijke en financiële theorieën overeind houden en ondertussen maatschappelijk naar de verdommenis gaan? Want zo is het feitelijk wel." (interview in de Haagse Post). Zon krachtige stellingname wijst op een omslag in het denken. Veel illusies over het probleemoplossend vermogen van de overheid zijn aan de kant geschoven — ook bij de PvdA — maar ministers als Brinkman stuiten nu op de harde grenzen van de terugtredingsideologie. De overheid kan niet passief toezien hoe de helft van een generatie doelloos aan de kant blijft staan. De filosofie — al aanwezig in Bestek '81 — dat de overheid het bedrijfsleven ruim baan moet geven, zelf vooral zijn financiën moet saneren en dat op den duur alles wel goed komt met investeren en werkgelegenheid, begint nu ook bij vroegere aanhangers tegenzin op te roepen. De gevolgen blijken te erg, zelfs de goedgelovigen verliezen hun geduld. Alleen Ruding is nog de onversneden hogepriester van de Colijnse afgodendienst, maar zijn eentonige preken galmen nu in een leeggelopen kerk. Dit betekent dat het kabinet zijn ideologische inspiratie heeft verloren. Het geloof dat bergen verzette is er niet meer. In het najaar moesten pragmatici als Lubbers en Van Aardenne, die wilden pacteren met de ambtenaren, het nog afleggen tegen de Colijnse ideologen. Nu is het overal compromissen zoeken en vechten voor elke centimeter beleidsruimte. De euforie is over, de ziel is eruit. Het kabinet zal weer met vele monden in vele talen spreken en we moeten zelfs vrezen dat de nieuwe Lubberiaanse helderheid zijn beste tijd heeft gehad. Het gevolg is ongetwijfeld dat het CDA en vermoedeüjk ook de VVD veel richtinggevoel zullen ontberen — zoals de PvdA na het wegvallen van vroegere illusies en het mislukken van het avontuur van 1981-1982 ook nog steeds zijn koers zoekt. Vroegere hobby's krijgen weer meer kans, wat overigens niet betekent dat het CDA een wezenlijke terugkeer naar het centrum zal nastreven (hoogstens wordt met verkiezingen in zicht die schijn opgehouden). Interessant is dat De Vries en Nijpéls ondanks alle desintegratie van de coalitie voortdurend roepen dat er geen regeeralternatief is. De PvdA — hoe gematigd, beschaafd en constructief ook, op het moment — is kennelijk minder geschikt voor het CDA dan in de tijden van Drees, Den Uyl-I en 1981. Zijn zulke uitspraken losse flodders van een tweederangsfiguur als De Vries — en dus ahistorisch — of geveri ze een wezenlijke verschuiving in het CDA-denken aan? Een verschuiving die losstaat van de aanzienlijke problemen met de VVD? Het CDA zoekt nieuwe maatschappijbeelden, zoals verwoord in een aantal partijrapporten en de rede van De Vries bij de algemene beschouwingen. Maar een meer politieke uitwerking van een „verzorgingsmaatschappij" met terugtreden van de overheid en het vertrouwen op allerlei leefverbanden, is nog niet in zicht. De PvdA zal van meet af aan een hinderpaal zijn voor zon evolutie, de VVD niet zolang de invulling van die leefverbanden met — onvermijdelijke — publieke regelingen achterwege blijft. Na de Colijnse tussenfase moet het CDA echt op zoek naar politieke inhoud en het is de vraag of het CDA tijdens dat zoeken als beslissende

204 machtsfactor overeind blijft. De tendens naar tweedeling in de Nederlandse politiek lijkt het sterkst, vooral omdat het CDA de laatste jaren ondoordacht aan die tendens heeft meegewerkt. JAN JOOST LINDNER 24 maart 1984

De Vries vindt uitspraak Van Nijpels platvloers ASSEN (ANP) — De „stoere taal" die WD-fractieleider Nijpels dit weekeinde in Leuven gebruikte om het belang van plaatsing in Nederland van de kruisraketten te onderstrepen is „platvloers". Fractieleider De Vries van het CDA zei dit maandagavond in Assen. Nijpels had gezegd dat er met de VVD op allerlei gebieden compromissen zijn te sluiten, maar dat de liberalen niet bereid zijn het op een akkoordje te gooien als het om de vrijheid gaat. „Wie zo spreekt maakt alle tegenstanders van plaatsing zonder meer uit voor mensen die het niet serieus nemen met de vrijheid. Het zal je maar gezegd worden als je behoort tot de dertig procent van de VVD-kiezers die tegen plaatsing zijn", aldus De Vries. Volgens hem is het noodzakelijk dat de politici uit hun „loopgraven" komen om samen te zoeken naar een oplossing die de bevolking samenbindt. 15 mei 1984

CDA ONTWIKKELT NIEUWE VARIANT Nijpels eist voor 14 juni besluit over kernraketten Van onze verslaggever DEN HAAG — WD-leider Nijpels wil dat het kabinet vóór de Europese verkiezingen van 14 juni een beslissing neemt over de kruisraketten. De liberale fractievoorzitter vindt dat het CDA lang genoeg heeft „getreuzeld" en tussen nu en drie weken „duidelijkheid" moet scheppen. Zowel fractieleider De Vries van het CDA als zijn collega van de WD hebben vrijdag gezegd dat door de rakettenkwestie het voortbestaan van het kabinet ernstig wordt bedreigd. „We moeten eerlijk zijn tegenover de kiezers en voor 14 juni knopen hebben doorgehakt. Als het om wat voor reden niet voor die datum zal lukken, zullen de WD-ministers de kwestie in het kabinet aan de orde stellen", aldus Nijpels vrijdag. Hij reageerde hiermee afwijzend op een nieuwe variant die is uitgebroed in de top van het CDA. De nieuwe CDA-variant is een mengeling van eerdere voorstellen en heeft als belangrijkste kenmerk dat het Nederlandse voorbehoud in de internationale politiek in stelling wordt gebracht. Alleen als er een akkoord komt over de vermindering van het aantal middellange-afstandswapens tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie, moet Nederland bereid zijn een aantal kruisraketten (in geen geval 48) te plaatsen. Blijkt een dergelijk akkoord niet af te sluiten dan zal Nederland niét plaatsen. De CDA-top (premier Lubbers, fractievoorzitter De Vries, partijvoorzitter Bukman en de ministers De Ruiter en Van den Broek) beraden zich over deze mogelijkheid en hebben daarover nog niet met de WD gesproken. Lubbers wilde er vrijdag na afloop van de wekelijkse ministerraad niet op ingaan, maar zegslieden in het CDA bevestigden dat er in deze richting wordt gedacht In het plan moet Nederland wel de basis Woensdrecht gereed maken voor plaatsing. De vraag of de raketten zullen worden geplaatst, is dan afhankeüjk van overleg tussen de VS en de Sovjet-Unie, dat op gang moet worden gebracht door de NATO. Komt het tot een akkoord over vermindering van de middellangeafstandswapens, dan moet Nederland — vrij vertaald — niet te beroerd zijn een aandeel voor zijn rekening te nemen. Geen akkoord, dan ook geen plaatsing, want dot is dan de enige weg die nog open is voor wapenbeheersing, is de redenering. Over het tijdstip waarop internationaal duidelijkheid moet zijn ontstaan, lopen de meningen uiteen: 1986 of 1988. In de tussenliggende tijd is Woensdrecht in ieder geval gereed gemaakt, zodat in geval van nood de VS de raketten kan aanvoeren. Volgens Nijpels bevat het plan een aantal aardige gedachten, maar is het uiteindelijk voor de WD onaanvaardbaar omdat de uitkomst van het plan voor de liberalen geen garanties biedt. „Er bestaat geen enkele zekerheid, het deugt niet. Eerst halen we de Sovjet- Unie naar de onderhandelingstafel, dan laten we ze een akkoord sluiten met de VS om ze vervolgens te bestraffen met plaatsing van kruisraketten. En andersom: als de Sovjet-Unie niet bereid is tot een akkoord dan worden ze beloond met niet-plaatsing", aldus Nijpels. Hij vindt het

205 ontwikkelen van initiatieven om de gesprekken tussen de Vernigde Staten en de Sovjet-Unie op gang te brengen het enige aantrekkelijke element in het plan. De WD-leider zei vrijdag dat zijn partij naar alle waarschijnlijkheid met een eigen voorstel zal komen als de WDministers de kruisrakettenkwestie in het kabinet aan de orde stellen. Dat voorstel heeft reeds de bijnaam Texelse variant meege'crtgen. Dat plan, waarvan de ast «uls m t bekend zijn, houdt in dat nu wordt besloten tot plaatsing en tot bouwen in Woensdrecht, terwijl de feitelijke stationering alleen maar kan worden uitgesteld als blijkt dat de Sovjet-Unie bereid is het aantal SS-20-raketten te verminderen. In een vraaggesprek met de Gemeenschappehjke Persdienst, een organisatie die voor een aantal regionale dagbladen werkt, verklaarde CDA-fractievoorzitter De Vries vrijdag dat de opstelling van de VVD enorme risico's voor het voortbestaan van het kabinet oplevert. Volgens De Vries is zijn voorlopige taxatie dat de zogenaamde crisisvariant (Woensdrecht ombouwen tot basis, maar de raketten alleen plaatsen in tijden van crisis) op dit moment het enig haalbare idee is voor het CDA. Nüpels ging vrijdagavond in op de uitspraken van De Vries over de risico's die het kabinet loopt. „Als De Vries die uitspraken meent, hangt het leven van het kabinet aan een zijden draadje." Hü zei dit vrijdag in het tv-programma Haagse Bluf. Volgens hem zün alle moeilijkheden veroorzaakt door het CDA. Driekwart "van de CDA- fractie in de Tweede Kamer is voor een positief plaatsingsbesluit, evenals alle CDA- ministers, aldus Nijpels. „Maar toch blijft een positief besluit uit. Het zou goed zün als in het CDA politiek leiderschap wordt getoond." Minister-president Lubbers heeft het intussen nogmaals opgenomen voor minister De Ruiter van Defensie die door secretaris-generaal Luns van de NATO scherp was gekritiseerd. Volgens de premier is Luns ver buiten zün boekje gegaan door uit vertrouwelijk beraad te „klappen" en door te proberen verdeeldheid te zaaien in het kabinet. Lubbers voegde eraan toe dat Luns beter had moeten weten. „De minister van Defensie moet juist gezien de Nederlandse verhoudingen, een sobere, terughoudende opstelling kiezen. De suggestie dat deze minister in gebreke blijft, moet sterk van de hand worden gewezen. Ik op nüjn beurt zou me zeer hebben verbaasd als de minister van Defensie wel duidelijke uitspraken had gedaan. De secrtetaris-generaal van de NATO moet zich eens in alle rust vergewissen van de afspraken die in Nederland zijn gemaakt over de manier van besluitvorming", aldus Lubbers. 19 mei 1984

KABINET ZAL WOENSDRECHT IN GEREEDHEID GAAN BRENGEN VVD krijgt de kruisraket alsnog „door de kerk” Van onze politieke redactie DEN HAAG — „Hoe luidt die slagzin van de vredesbeweging ook al weer? Liever een Rus in de keuken dan een raket in de tuin? Dat zal wel, maar dan moet die Rus natuurlijk wel kunnen koken!" Een terloopse reactie van WD-leider Nijpels begin deze week in de wandelgangen van het Binnenhof op krantenberichten dat de CDA-top zou neigen naar een „nee" tegen de plaatsing van kruisraketten in Woensdrecht. Een reactie die moest verhullen dat, ondanks de sfeerverbetering die in de. coalitietop was opgetreden na de even paternalistische als verzoenende rede van premier Lubbers op de CDA-partijraad in Hoogeveen, een regeringscrisis zeer nabij was. Een compromis tussen Lubbers en de eerstverantwoordelijke CDA-ministers Van den Broek van Buitenlandse Zaken en De Ruiter van Defensie, had de liberalen voor het eerst in de kruisrakettenkwestie op een zü'spoor gezet Het compromis, een mengeling van uitstel, wapenbeheersings-en crisisvariant, was voor de WD vooral onaanvaardbaar vanwege de „open-eind" formulering waarmee Lubbers, CDA- fractieleider De Vries en defensiespecialist Aarts de beide antagonisten op BZ en Defensie op een lijn hadden weten te krijgen. Tot 1988 wilde het CDA zich in ieder geval niet aan een positief plaatsingsbesluit binden en daarna zou eventuele plaatsing nog altijd af moeten hangen van een Nederlandse inschatting (evaluatie) van hernieuwde onderhandelingen over de middellange afstandsraketten tussen de supermachten. Broos

206

Het akkoord, waarover in de CDA-top zeer enthousiast werd gedaan, bleek echter een stuk brozer dan in eerste instantie werd verondersteld. De grote vraag was wie door de pomp was gegaan, De Ruiter of Van den Broek? Het antwoord is: beiden een beetje. Een typische CDA-oplossing: om de twee op een lijn te krijgen, werd de formulering zo vaag mogelijk gehouden en konden zowel Van den Broek als De Ruiter een eigen interpretatie aan het compromis geven. Tijdens de onderhandelingen had Van den Broek, die het meest leek te hebben ingeleverd, wel degelijk een voorbehoud, een soort voetnoot, geplaatst bij het compromis. Alleen als de bondgenoten hun fiat zouden geven, wilde hij definitief instemmen met het plan voorlopig geen kruisraketten op de basis Woensdrecht te stationeren. En verder wilde hij toch meer duidelijkheid over wat er in 1988 zal gebeuren als eventuele onderhandelingen niets hebben opgeleverd. Naar zijn mening zouden de bondgenoten dan een belangrijke rol moeten spelen bij Nederlandse besluitvorming. De rode draad die door deze voorstellen loopt is nu de politieke wil tot plaatsing uitspreken, maar de feitelijke stationering afhankelijk maken van vooruitgang in het Oost-West wapenbeheersingsoverleg. Bij het ontbreken van een akkoord in 1988 moet men opnieuw rond de tafel gaan zitten, maar dan moet men zich laten leiden door de bondgenoten, of beter: Washington. Dat lijkt gelijk te staan met plaatsing van alle 48 raketten. Ook het behoud van vijf van de zes bestaande nucleaire taken van Nederland maakt onderdeel uit van de WD-alternatieven. Voorlopig mag volgens die plannen alleen het Nike- luchtafweergeschut na 1987 worden ontmanteld. Kanttekeningen De WD, enige tijd onwetend van het voorbehoud van hun vertrouwensman Van den Broek, voelde zich met de rug tegen de muur geplaatst. Maar het benauwde gevoel dat het de „verkeerde kant" op zou gaan, verdween weer toen zh' doorkregen dat Van den Broek wel degelijk een aantal kanttekeningen had gemaakt. Vandaar dat de liberalen zich de afgelopen week vrh' rustig hebben gehouden. Nadat zij kennis hadden genomen van het CDA-plan toonden zij zich „pessimistisch". Wie bekend is met het het politieke taalgebruik van de WD, weet dat dit een tamelijk gematigde reactie is. Als het ze echt met bevalt, gaat de WD van Nijpels als regel veel harder te keer. De WD is er veel aan gelegen het financieel- economische beleid van deze ministersploeg voort te zetten. En de NATO is er misschien nog wel meer aan gelegen de PvdA voorlopig in de politieke wildernis van de oppositie te laten opereren. Uit de reacties van de bondgenoten op de crisisvariant — de raketten uit een ander stationeringsland pas in tijden van hoog opgelopen internationale spanning aanvoeren — was reeds duidelijk dat de NATO de uitzonderingspositie die Nederland sinds het voorbehoud van 1979 heeft ingenomen, best wilde respecteren. Na langdurig overleg met de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Shultz, lijkt Van den Broek er deze week in ieder geval in te zijn geslaagd een modus vivendi te vinden voor de bondgenoten. „Als onze grote broeders aan de overkant zeggen dat 't kan, lijkt 't me sterk dat Nijpels nog gaat spartelen", zo werd in regeringskringen het belang van de ontmoeting tussen Van den Broek en Schultz gekarakteriseerd. Ja-woord Het plotselinge vertrek van Van den Broek uit Washington, per Concorde naar Londen, van daaruit per speciale -charter naar Zestienhoven en naar huize-Lubbers om de premier op de hoogte te brengen van zijn besprekingen in Washington, werd uitgelegd als een .jawoord" van de Amerikanen. En uit een geïmproviseerde persconferentie vlak voor zijn vertrek uit de Amerikaanse hoofdstad, moet de conclusie worden getrokken dat de WD alsnog „de raket door de kerk" krijgt, zoals Van Aarden- Ne al eens voorspelde. De vraag is alleen nog hoe groot het gat in de kerkmuur wordt. Van den Broek heeft met grote stelligheid verkondigd dat Nederland geen „nee" zal zeggen tegen plaatsing. In ieder geval zal Nederland bereid zijn „proportioneel" (dus 16 of 32 in plaats van alle 48 kruisvluchtwapens) te plaatsen als de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie een akkoord sluiten over de beperking van de middellange afstandswapens in Europa. Dat klinkt heel fraai, maar zon akkoord is er nog lang niet. Tot na de Amerikaanse presidentsverkiezingen in november wordt er zelfs niet eens onderhandeld. Blijft de vraag

207 wat Nederland in die tussentijd gaat doen. In dat verband is de opmerking van Van den Broek dat het feit dat geen nee wordt gezegd „niet slaat op de situatie dat er nog geen akkoord is" belangrijk. Met die situatie moet het kabinet zich vandaag toch in hoofdzaak bezig houden. Helemaal met plaatsen als de Russen niet bereid worden gevonden tot lagere wederzijdse aantallen, de zogenaamde „schiet-in-eigen-voet" variant, is voor de NATO — en daarom ook voor de WD — onverteerbaar. Dat zou neerkomen op een „beloning" voor de halsstarrige houding van Moskou. Vandaar dat de regering ook in de huidige situatie, die van een impasse russen de supermachten, naast aandrang op een hervatting van de onderhandelingen weinig anders zal kunnen doen dan Woensdrecht voor stationering in gereedheid te brengen. De houding van De Ruiter — die zich gesteund weet door een aanzienlijk deel van de CDA- fractie — bepaalt hoe groot de concessies van Nederland aan de NATO-solidariteit zullen zijn. Lubbers zal vandaag of in de komende dagen in ieder geval zijn uiterste best doen de politieke wil tot plaatsing zodanig uit te leggen dat Nederland het voortouw neemt bij het beteugelen van de wapenwedloop tussen oost en west. OSCAR GARSCHAGEN WIOJOUSTRA 1 juni 1984

De CDA-glijbaan naar rechts Van onze politieke redactie DEN HAAG — Hoeveel verborgen regie achter Binnenhofse processen steekt wordt nooit echt duidelijk, maar ditmaal is het wel veel. Woensdagavond gaat de Tweede Kamer met een kleine meerderheid (dank zij folkloristisch rechts) akkoord met het kruisrakettenbesluit van Lubbers. Dan is plaatsing van 48 kruisraketten in 1988 zo goed als zeker. Dan is een coalitie van PvdA en CDA na de volgende verkiezingen — ongeacht de uitslag daarvan — vrijwel uitgesloten. Een zeer strategisch moment in de Nederlandse politiek dus. CDA- Kamerleden die eigenlijk niet zozeer voelen voor kruisraketten en ook niet al te vastgebakken willen zitten aan de Bende van Nijpels gaan toch en soms bijna juichend akkoord. Het lijkt een triomf voor „onze Ruud" die zo dapper de grote Russische beer tegemoet treedt. (Is het nu „niet welletjes" met die SS-20's?) En het lijkt bijna een afstraffing van de VVD, die pruttelt op onderdelen tegen een besluit dat volgens De Vries ook door veertien CDA-ministers genomen had kunnen zijn. Inderdaad. De VVD heeft nauwelijks eigen ministers nodig in een kabinet waarin Ruding en Van den Broek grote invloed hebben en De Ruiter op het beslissende moment bezwijkt. Het besluit is doelbewust verkocht als een triomf voor het CDA dat de enorme druk van de bondgenoten en de VVD had weerstaan. Uitstel, ook wat het bouwen in Woensdrecht betreft. Een eigen „vredesinitiatief' ten opzichte van Moskou. Lekker eigenwijs in de; NATO, je ziet De Vries glunderen. Terwijl de voorstanders van onverkorte plaatsing mopperden in alle media, was de CDA-fractie — een dag na het kabinetsbesluit al — in grote meerderheid plat. De Vries legde daarna meteen vast dat er een Kamermeerderheid voor het besluit was. Truc en afspel Menigeen liet zich bedotten door de schone schijn en de door Lubbers handig getoonzette propaganda. Dat Nijpels „dik tevreden" was (een bourgeois satisfait) werd niet zo zwaar genomen omdat Nijpels niet erkende dat de plaatsing helemaal niet doorgaat wanneer de Sovjet-Unie het aantal SS-20's bevriest. Dit meningsverschil komt voor de propaganda goed uit. Hier zal het CDA de poot krachtig stijf houden, want de illusie van niet-plaatsing houdt de IKV-achtigen in de achterban voorlopig zoet. In de publiciteit overheerste het element van „uitstel" en zelfs Mient-Jan Faber uitt;e zich aanvankelijk tamelijk tevreden over het kabinetsbesluit. Pas na het weekeinde kwam een kentering in de (geregisseerde) beeldvorming dat Lubbers voor het CDA een mooie slag had geslagen. Maar inmiddels was de CDA-fractie in voldoende mate gecomitteerd. De grote truc was in twee dagen gelukt, de rest is afspel. Maar ook het afspel moet verzorgd worden. Met hulp van Nijpels zorgde De Vries ervoor dat de Kamer snel beslist over de kruisraketten. Argumenten voor die haast had hij nauwelijks, maar duidelijk werd dat twijfelzuchtigen in de fractie niet veel tijd voor bezinning moest worden gegund. Een aantal uit-de-bootvallers is

208 nog wel goed voor het veelzijdige CDA-smoel, maar de zaak zelf mag niet in gevaar komen. Het zou bijzonder onaardig zijn wanneer Janmaat over het lot van het kabinet zou mogen beslissen. „Scheten in een netje” Dus een haast die de hoffelijkheidsregels van het parlement ten opzichte van minderheden in de Kamer met voeten treedt, en die wel heel wonderlijk afsteekt bij de onwilligheid van de fractie om eerder over de zaak zelfs maar te discussiëren. De instemming moet erdoor gejast worden en al enige tijd geleden is een offensief begonnen tegen de mogelijke dissidenten die geen officieel gewetensbezwaar hadden in 1982. De grove manipulator Bukman maande zulke parlementariërs „ten strengste" om de fractie- eenheid te bewaren. Al eerder is de suggestie gewekt dat free wheelers hun verdere carrière in het CDA wel kunnen vergeten. Kenmerkend voor de sfeer in het huidige CDA was ook de weigering van een onwelgevallig artikel voor het blad CDA-Aktueel, geschreven d00r... hoofdredacteur Hartkamp. Bukman wilde „radiostilte", het was immers tijd voor zwijgend manipuleren. Maar waar kiest het CDA nu eigenlijk voor? Het is een illusie dat de Sovjet- Unie zijn programma voor de SS-20-raketten plotseling afbreekt. Alleen een tactisch goochelaar op Lubbers-niveau weet met zon hersenschim nog zoveel politiek te bedrijven. Lang geleden zei de Franse reactionair Gustave Ie Bon: „De geleerde moet waandenkbeelden vernietigen; de staatsman moet zich ervan bedienen." Bijna even illusoir is de verwachting dat tussen de Amerikaanse presidentsverkiezingen en 1 november 1985 een akkoord tot stand komt over de middellange afstandsraketten in Europa (in welk geval Nederland „proportioneel" plaatst). Kortom, het kabinetsbesluit betekent voor meer dan negentig percent kansberekening dat Nederland op 1 november 1985 automatisch 48 kruisraketten zal plaatsen. Die naakte kern van het besluit is in de propaganda weggemoffeld maar daar komt de zaak op neer. Men kan zich afvragen wat een zelfopgelegd automatisme voor het CDA waard is; de historische woorden van indachtig dat afspraken met de confessionelen „scheten in een netje" zijn. Het CDA kan op 31 oktober 1985 crisis maken — ruim een halfjaar voor de verkiezingen geen doodwond, zelfs een klassieke manier om wat (tijdelijke) afstand van de coalitiepartner te nemen. Dan rijst de boeiende vraag of een demissionair kabinet mag besluiten tot plaatsen. Een controversiële daad, welzeker, maar eigenlijk ook de uitvoering van een eerder besluit. Een nog veiliger variant voor een CDA dat — inmiddels wijzer geworden— van de afspraken met de WD af zou willen is een kabinetscrisis in voorjaar 1985 en nieuwe verkiezingen vóór 1 november. Daarna de handen vrij. Dit soort trucs zijn alle al eerder vertoond en bepaald niet beneden de waardigheid van de christelijke politiek in Nederland. Lubbers is een wendbaar tacticus, maar zon coup om zijn huidige coup ongedaan te maken vergt toch wat veel van de fantasie. Zijn politiek prestige is vanaf nu goeddeels verbonden met zijn „oplossing" voor het onoplosbaar lijkende kruisrakettenvraagstuk. Dat weggooien en bovendien een succesvol ogend premierschap besmeuren, zulks gebeurt alleen in uitzonderlijke omstandigheden. Centrumpartij Kortom, zulke echte „crisisvarianten" komen alleen in aanmerking voor een CDA dat echt kiest voor de weg terug naar het centrum. Die weg terug is na komende woensdag veel moeilijker begaanbaar geworden. Dat is de meest essentiële betekenis van deze CDAkeus. Lubbers en de fractiemeerderheid kiezen voor de VVD op langere termijn door met ferventie en bijna juichend bruggen achter zich te verbranden. Zie met hoeveel ijver De Vries de zaak wil vastspijkeren. Hij sprak al van een verdrag met de VS (november 1985) met zo weinig achterdeurtjes dat een volgend kabinet er niet meer afkon. Welnu, de PvdA kan het zich in geen geval veroorloven om in een kabinet' te zitten dat met braaf automatisme zon verdrag uitvoert. Wanneer CDA en WD bij de volgende verkiezingen geen meerderheid halen, zal een PvdA-CDA-coalitie geblokkeerd zijn. Dan ligt een minderheidskabinet-Lubbers met gedoogsteun van klein rechts het meest voor de hand. De Staphorster Variant dus waarvan de stemming aanstaande woensdag een kleine voorafspiegeling is.

209

(De zaak wordt wel heel wrang wanneer CDA en VVD samen zoveel verliezen dat klein rechts niet toereikend is terwijl er ook geen linkse meerderheid zal zijn. Dat wil zeggen, wanneer de Centrumpartij met minstens een zetel of vijf op de wip zou zitten; dit als een der gevolgen van voortgaande politieke verloedering in Nederland.) Is het CDA rijp voor een consequente keuze voor rechts? Lang niet iedereen daar, maar tegenstribbelaars zijn met wat tactiek en Lubberiaanse woordenwolken gemakkelijk in het pak te naaien zoals nu blijkt. De linkervleugel brokkelt af en uit zich meestal zeer timide. Lubbers en De Koning lijken openlijker voor een rechtse tendens te kiezen. De demagogie waarmee een Ruding heel gematigde plannen van de PvdA de grond inboort wordt in het CDA nergens weersproken. Bukman kan ongestraft openlijker manipuleren dan christen- democraten vroeger zouden hebben toegestaan. Vroegere grootheden als en Aantjes worden vlotweg uit het partijbestuur gewipt. Rebellen als Van den Toorn krijgen er venijnig van langs en de vroegere collega's Scholten en Dijkman worden klakkeloos bij klein links ingedeeld. Het klimaat voor een echte keus voor rechts is er volop en nieuw gedachtengoed uit de Wijffels-hoek (inzake de „verzorgingsmaatschappij" met een sterk terugtredende overheid) leiden bij praktische uitwerking in dezelfde richting. Vanaf 1 januari dit jaar werd echter de „natuurlijke tendens" versluierd door ruzies met de VVD, een kritischer houding van de CDA-fractie — De Vries inbegrepen —en de onzekerheid over de toekomst met de VVD in verband met de kruisraketten. Die beletselen heeft Lubbers nu weggenomen met het besluit van 1 juni. De WD kan vooral „dik tevreden" zijn omdat het CDA de traditionele voorzichtigheid van de mogelijke weg terug heeft laten varen en dus structureel mogelijkheden van tegenspel verspeelt. Geen open eind, geen vrije keus meer, ook in algemeen-politiek opzicht. Het CDA zit vanaf komende woensdag op de zelfgekozen en - geconstrueerde gbjbaan naar rechts. Vanaf dat moment is de tweedeling in de Nederlandse politiek een feit. Lubbers heeft het centrum verlaten. JAN JOOST LINDNER Tekening Janwillem van Vugt li. 9 juni 1984

Binnenland WAT GAAT DE KAMERBODE STEMMEN? Lawaai als laatste wapen ingezet tegen raketten I ö Van onze verslaggever MARCEL VAN LIESHOUT DEN HAAG—Vroeg in de middag tijkt een vergelijking met de bijna genjknamige wielerklassieker onontkoombaar. Net als bij dé Omloop Het Volk (de openingsklassieker voor de beroepswielfenners) blijken bü de Omloop Van het volk (in zekere zin de afsluiting van talloze acties tegen het kernwapenbeleid van het kabinet) alleen de „sterksten" in de finale over te blijven. Terwijl het de bedoeling van de organisatie was dat vele duizenden mensen Woensdag urenlang een wandelmars 'ond en over het Binnenhof zouden Houden, blijken rond een uur of twee >tog maar enkele tientallen mensen zich strikt aan het „draaiboek" te houden. Ze lopen braaf voor de zoveelste maal! het enige honderden meters lange rondte Binnenhof-Hofweg-Lange Vyver- Wg-Korte Vijverberg- Binnenhof. De rest heeft zich inmiddels een vaste staanplaats op het Binnenhof verworven. Die „rest" wordt gevormd door enkele duizenden demonstranten. Samen liet de volhouders zijn zü naar de parlementsgebouwen gekomen in een laatste Poging om de leden van de Tweede Kaj lier duidelijk te maken dat Nederland onvoorwaardelijk „nee" dient te zeggen tegen de plaatsing van kruisraketten. Enkele duizenden demonstranten; duidelijk minder dan door het organiserende Komitee Kruisraketten Nee was verwacht. „Zo werkt de parlementaire democratie", verklaart een van de demonstranten de tegenvallende opkomst „Ze schorten besluiten maar op. Net zo lang tot de actievoerders moegestreden zijn." Met die moeheid valt het nogal mee. Het doorgaans zo rustige Binnenhof wordt door de demonstranten getransformeerd tot een soort collectieve oefenruimte voor amateur-musici. Met het „wapen van het lawaai" (geschreeuw, aanhoudend getrommel, snerpend saxofoon- geluid) wordt de Kamerleden duidelijk gemaakt met welke boodschap de menigte naar het Binnenhof is getogen. Een boodschap die verpakt is in de leus: „Achtenveertig nee, zevenenveertig nee, zesenveertig neenul, ja!" Kruisraketten dus. Goed toeven

210

„Ingehouden maar geladen." Zo typeert KKN-woordvoerder Gijs von der Fuhr de demonstratie op het Binnenhof. De hele dag hangt er een dreigende sfeer rond het Binnenhof, maar nooit komt het tot echte incidenten. Hoewel WD-fractievoorzitter Nijpels zijn uiterste best doet het vuurtje wat op te stoken. Rond een uur of half twee stelt hij zich pontificaal op achter de ramen van de koffiekamer van het Tweede Kamercomplex om minutenlang het bonte schouwspel op het Binnenhof te aanschouwen. „Edje Raketje" en andere — minder kuise — typeringen worden hem door de demonstranten toegevoegd. Het weerhoudt de WD-leider er niet van enkele partijgenoten naar het venster te lokken voor een nummertje „demonstrantje kijken". In het Kamergebouw is het voor WD-Kamerleden en andere voorstanders van plaatsing van kruisraketten goed toeven in de wetenschap dat enkele honderden politie-agenten het complex hermetisch hebben afgesloten. Dat is maar goed ook, want de WD'er die zich op een onbewaakt moment op het Binnenhof zou begeven, zou zeer waarschijnlijk (fysiek dan wel verbaal) hard met de betogers in botsing komen. Voor erkende tegenstanders van plaatsing onder de Kamerleden ligt dat heel anders. EVP-Kamerlid Übels wordt als een soort vredesgodin door de demonstranten onthaald. SGP-senator ds Abma vergaat het anders. Als hij zich een weg door de massa tracht te banen naar het gebouw van de Eerste Kamer, wordt hq herhaaldelijk door betogers aan het jasje getrokken. „En wat gaat U stemmen?" wordt hem gevraagd. Geheel naar waarheid (zoals dat in die kringen hoort) antwoordt de senator dat hq helemaal niet gaat stemmen. Maar dat antwoord blijkt de demonstranten geen genoegdoening te verschaffen. „U noemt zich toch christelijk, hoe kun je dan voor die kernwapens zijn", persisteert een betoger die en passant ook nog een arme Kamerbode (blauwe blazer plus stropdas, zou dus een Kamerlid kunnen zijn) naar diens stemgedrag vraagt Want daar gaat het tenslotte om: hoe zal de Kamer stemmen over de kruisraketten? Met luidsprekers worden de demonstranten op de hoogte gehouden over wat er zich in het Kamercomplex afspeelt Het lange wachten wordt enigszins draaglijk gemaakt door optredens van muziekbandjes of individuele acts van demonstranten. ' In de vroege avond wordt het een diender van de Haagse politie allemaal wat teveel. „Ik krijg koppijn van die gasten", verzucht hij, doelend op twee boeddhistische monnikken die met hun inderdaad erg monotone getrommel en gejammer de voorhoede vormen van de Binnenhof-demonstranten. „Weet je waar ik doodziek van word?", zegt een geheel in beschilderde beddelakens gehulde demonstrant. ,Je kunt bq wijze van spreken elke dag op het Binnenhof staan schreeuwen, maar die lui weigeren gewoon te luisteren. Daar word je moedeloos van." Om zijn betoog kracht bij te zetten begint hij demonstratief zijn spandoek en andere attributen bijeen te garen. Op naar het Malieveld. Daar is woensdagavond nog een afsluitend feest. Wat de uitslag van de stemming in de Tweede Kamer ook moge zijn. Omloop van het volk om het Binnenhof. Demonstranten tegen de kruisraketten verdwijnen door een poort van het Kamercomplex om volgens het „draaiboek" na een nieuwe ronde terug te keren. Aan twee kanten duwen tegen dranghekken. Tot echte incidenten tussen politie en demonstranten kwam het woensdag niet. Pardat voor de „laatste poging" het kernwapenbesluit van het kabinet terug te draaien. De opkomst voor de demonstratie viel enigszins tegen. 14 juni 1984

Binnenland DEN UYL ZIET BARSTEN IN COALITIE CDA­VVD „Standpunt over raketten zal PvdA niet isoleren” Van onze verslaggever AMSTERDAM — Volgens PvdA-fractievoorzitter Den Uyl is er Been sprake van dat de PvdA zich met haar standpunt over de kernwapens heeft laten isoleren. „Er is de laatste tijd veel gespeculeerd over voortzetting van de coalitie van CDA en WD na de huidige kabinetsperiode", aldus Den Uyl zaterdag op de partijraad in Amster**m. „De voorstanders van plaatsing dromen graag over een isolement y*n de PvdA. Maar de PvdA laat zich niet isoleren als ze strijdbaar en is. Het kernwapendebat vertoonde, nauwelijks onder de °Ppervlakte, een fors gespleten opstelling van CDA en WD."

211

Den Uyl haalde een recente uitspraak aan van CDA-fractievoorzitter De Vries, volgens welke diens WD-collega NU1 pels tijdens het rakettendebat in de Tweede Kamer „een bikkelhard koudeoorlogsverhaal" had gehouden. Den Uyl: „Dat is waar. Maar het CDA wilde toch zo graag met de WD regeren? Er was voor het kabinetsbesluit geen meerderheid onder de regeringsfracties. Klein rechts was nodig om het besluit binnen te loodsen." „Zon verbond wreekt zich. De Vries is geschrokken van de ideologische opwinding van Nijpels, die de solidariteit met de zwakken, met de Russische dissidenten en met het bondgenootschap onder eenzelfde noemer brengt: de kruisraketten moeten er komen. Van die schrik gaat De Vries plotseling weer praten over de mogelijkheid van samenwerking met de PvdA." De PvdA is daarvan echter „niet ondersteboven", aldus Den Uyl. In navolging van partijvoorzitter Van den Berg, die dat vrijdagavond bij de opening van de partijraad had gezegd, riep Den Uyl zijn partij op de kiezers bij de volgende Kamerverkiezingen voldoende te motiveren om er voor te zorgen dat de huidige coalitie niet langer op een meerderheid kan rekenen. „Wij willen een ander beleid en we zullen CDA en WD dan beoordelen op de mogelijkheid om op basis van een concreet programma tot overeenstemming te komen." Teleurgesteld Sprekend over de voorlopige uitslag in Nederland van de Europese verkiezingen, sprak de PvdA-leider er zijn spijt over uit dat een kans was gemist „een signaal naar de regeringscoalitie" te geven. Den Uyl gaf toe teleurgesteld te zijn over de uitslag, maar hij zag „geen enkele reden tot ontmoediging". „De PvdA boekte bijna 32 percent en wint per saldo fors van CDA en D' 66, iets minder maar toch nog funk van WD en het Groen Platform. Het verlies aan de Centrumpartij is gelukkig zeer beperkt gebleven. Onder de jonge kiezers is de PvdA weer veruit de grootste partij." Dat de voorlopige uitslag van donderdag voor de PvdA toch achterbleef bij eerdere opiniepeilingen, weet Den Uyl aan de lage opkomst, vooral „in de oude wijken van de grote steden, waar de PvdA hoog pleegt te scoren". Volgens hem was het dan ook zaak voor de PvdA om het Europees parlement echte bevoegdheden te bezorgen. „Slagen we daar niet in, dan behoren we ons af te vragen of we wel met het stelsel van rechtstreekse verkiezingen moeten doorgaan", betoogde Den Uyl. Hij voegde hier wel aan toe dat een keuze voor reële bevoegdheden van het Europees parlement de Nederlandse socialisten in conflict zou brengen met partijgenoten in Groot- Brittannië en Denemarken, die weinig willen weten van meer bevoegdheden. Dat conflict moeten we echter niet uit de weg gaan nu in Nederland vijf miljoen mensen zijn thuisgebleven, betoogde Den Uyl (die ook voorzitter is van de federatie van socialistische partijen in de EG). Lijsttrekker Op de partijraad zaterdag gebeurde verder weinig schokkends. Het partijbestuur zegde toe dat de procedure-afspraken voor het aanwijzen van een eventuele nieuwe lijsttrekker van de partij bij volgende algemene verkiezingen (gekozen door een verkiezingscongres na vaststelling van het verkiezingsprogram) ter kennis zal worden gebracht van alle partijgeledingen. Een actuele politieke motie, waarin het standpunt van de Kamerleden Van den Bergh en Stoffelen over de mensenrechten in Turkije en het toelaten van Turkse parlementariërs in de Raad van Europa werd „betreurd", werd ingetrokken. Het partijbestuur slaagde er slechts op eén punt niet in de partijraad te overtuigen. Dat was bij een motie over de dreigende verdwijning van kleine scholen op het platteland. Tegen de zin van het partijbestuur, dat de motie te voorbarig vond, nam de partijraad met ruime meerderheid een tekst aan waarin deze „dreigende kaalslag" werd afgekeurd. 18 juni 1984

Ansichten Als u of ik in Taiwan vakantie houden sturen we een prentbriefkaart "•« „een heerlijk land, leuk.afdingen °P de markt". En als we op een Turks s[rand liggen, schrijven we op de ans*cht: „een heerlijk land, aardige Mensen". Maar als de politicus Nijpels vakantie houdt meent hij ook echt dat onderzeeboten aan Taiwan moeten verkopen, of dat Turkije een

212 democratie is. Ik zou me er als Turks generaal £«et te blij om maken, want met die 'oiwanse duikboten haalde Nijpels °°k een zeperd. Ik begrijp nu wel waarom de WD de reis naar Rusland afzei: als Nij- Pels op het strand van de Zwarte Zee f&en dissidente gevangenen ziet, vergaart hij ook dat Rusland een demo- Cratie is, en dat de Russen er goed °-an deden Afghanistan binnen te vallen zoals de Turken Cyprus. Voor de Grieken zit er niet anders °P dan de reislustige politicus uit te 'Todigen voor een zomer aan een Grieks strand. Stoker 24 augustus 1984

Gelukkig Gelukkig krijgen sommige menden baan of hebben zij een partüie gaat verdienen", zei Lubbers r de echte minima toen hij ver- J dat ze echt volgend jaar echt J zullen inleveren om hem en de *re rijken een paar honderdjes ** te laten verdienen. Gelukkig krijgen sommige menden baan" — tegen het minimum ' natuurlijk. Maar daar staat te""er: ongelukkig verliezen andere *nige mensen een baan. Croupier *f>ers geeft troost uit dê roulette. : handig verdelen kan hij twee 'Oen armoelijers tevreden hou"elukkig hebben sommige menden partner die gaat verdienen" "> dat is inderdaad het verrukkel(e wat er bestaat: een partner die 1 verdienen. Lubbers schaft raad j>Je tijden. 't Lubbers en Nijpels de armen *xtra poot uitdraaien, dat was te fahten. Maar dat ze dat pas *en als anderen de Miljoenenno- WS eens narekenen, dat doet mij "igen naar de tijden dat zulke gewoon aan de hoogste landpalen werden opgehangen. et heeft allemaal niets te maken bezuinigingen. Ook al ging het fortuinlijk, Lubbers zou er in sla'tet meeste op te strijken. Nukkig komen sommige pre>s ten val of hebben zij een partje de verkiezingen verliest. Stoker 21 september 1984

NIJPELS EN SMIT-KROES TONEN GEBREK AAN KENNIS VAN ZAKEN VVD-politici blunderen over Amsterdam Van onze verslaggever AMSTERDAM — Amsterdam heeft zich er meermalen over beklaagd dat landelijke politici zich niet genoeg interesseren voor de problemen van de grote stad. Dezer dagen bleek dat de landelijke VVD-top zich dat verwijt heeft aangetrokken. Want zowel minister Smit-Kroes als haar politiek leider Nijpels hebben laten blijken dat Amsterdam hun warme belangstelling heeft. Toch heeft de gemeente weinig reden verheugd te zijn over deze interesse. Niet zozeer omdat de hooggeplaatste WD'ers scherpe kritiek hadden op het stadsbestuur. Het probleem was vooral dat de liberale politici bij hun publiekelijk optreden de elementaire regels van een goede discussie negeerden. Een van die regels luidt, dat uitgegaan dient te worden van-de feiten. Nijpels vergat dit, toen hij zaterdagmiddag te gast was bij de VARA-radio. Hij zei, dat B en W van Amsterdam pas na een dag vergaderen de politie had laten optreden tegen krakers uit de Ferdinand Bolstraat. De rest van Nederland weet via de media dat de Mobiele Eenheid binnen twee uur ter plaatse was. En misschien weet een aanzienlijk deel van de bevolking ook, dat twee pelotons ME, compleet met uitrusting, zich niet binnen drie minuten laten formeren. Vandaar dat burgemeester Van Thijn zaterdag per boze brief Nijpels verzocht voortaan „dit soort baarlijke nonsens" achterwege te laten. B en W heeft helemaal niet vergaderd over de Ferdinand 801, schreef van Thijn. „Op het moment dat ik erover geïnformeerd werd, heb ik opdracht gegeven zo snel mogelijk op te treden." Misschien nog bonter dan Nijpels maakte VVD-minister Smit-Kroes van Verkeer en Waterstaat het, toen zij vrijdag commentaar leverde op een Amsterdams plan voor het openbaar vervoer in Nederland. De Amsterdamse wethouder Van der Vlis (verkeer) had voorgesteld tram, bus en metro goedkoper te maken om meer klanten te trekken. Dat zou de minister geen cent extra hoeven te kosten, becijferde de gemeente. Openbaar vervoer In plaats van zakelijke argumenten tegen dit plan, formuleerde Smit-Kroes een tirade tegen Van der Vlis. Die moest de regering zijn „trouvailles" besparen en eerst maar eens orde op

213 zaken stellen .in zijn eigen „zieke" Gemeente Vervoer Bedrijf, meende de minister. Van der Vlis reageerde minzaam. „Ik geef de voorkeur aan een zakelijke discussie", zei hij. Zakelijk gezien is er inderdaad het een en ander aan te merken op het reilen en zeilen van het GVB. Maar dat geldt voor meer (overheids)instellingen binnen en buiten Amsterdam. En uit niets blijkt dat het Amsterdams openbaar vervoer zo slecht functioneert, dat Van der Vlis het morele recht moet worden ontzegd zich te buigen over de tarievenproblematiek. Integendeel: de verhogingen van de vervoerstarieven die Smit-Kroes heeft doorgevoerd, raken het functioneren van het GVB rechtstreeks. Politie lets soortgelijks kan worden gezegd van het politieoptreden in Amsterdam, waarover Nijpels lachwekkend struikelde. Met name rechts Nederland, vooral van buiten Amsterdam, beklaagt zich nogal eens over het lankmoedig optreden tegen ordeverstoorders, dat de Amsterdamse overheid zou kenmerken. Maar er zijn anderen, vooral Amsterdammers, die regelmatig vinden dat de politie te hard optreedt. Er is in elk geval geen reden om aan te nemen dat elders in het land een betere afweging wordt gemaakt tussen knuppel en tolerantie dan op het Amsterdamse stadhuis. Het is mogelijk, dat de WD-politici geïrriteerd zijn geraakt door de aanhoudende Amsterdamse kritiek op het beleid van de huidige regering Of het nu gaat over de prijzen van het openbaar vervoer, de kortingen op de uitkeringen, de kruisraketten, het volkshuisvestingsbeleid, de heroïne of de inkomens van de ambtenaren: Amsterdam ligt dwars. Menig „Haags" politicus en ambtenaar heeft zuchten geslaakt, als Amsterdam weer eens luidruchtig aan de bel trok met op- en vooral aanmerkingen. Maar de Amsterdamse kritiek komt niet uit de lucht vallen. Juist in de steden spitsen de problemen zich toe die bijvoorbeeld door de teruglopende economie worden geschapen. Het huidige regeringsbeleid maakt oplossingen dikwijls alleen maar moeilijker. De locale bestuurders hebben daar direct en dagelijks mee te maken. Niet voor niets kan Amsterdam zijn kritiek vaak ventileren in samenwerking met de andere gróte steden of met nog meer gemeenten, die lang niet altijd door linkse politici werden bestuurd. En de locale kritiek gaat doorgaans wel vergezeld van gegevens, al dan niet aanvechtbaar. Nijpels en Smit-Kroes hebben het echter niet nodig gevonden steekhoudende argumenten te gebruiken om Amsterdam de oren te wassen. In plaats daarvan hebben zij laten merken weinig te weten van wat zich in de stad afspeelt. Zij hebben zonder aarzeling meegezongen in het koor van hen die — niet gehinderd door kennis van zaken — menen dat het overal in Amsterdam een rotzooitje is. Dat die mening nogal eens te beluisteren valt in de (provinciale) VVD-achterban is natuurlijk niet vreemd aan het optreden van Smit-Kroes en Nijpels. Een nummer „Wat-erg-toch-in- Amsterdam" komt altijd van pas. In dit populisme past weglating van de juiste feiten en van argumenten heel goed. Bruskering van gemeentebestuurders kennelijk ook. ERIC HENDRIKS 16 oktober 1984

TEN GELEIDE Knoeipoker HET hoog opgejaagde politieke geschil tussen de fracties van VVD en CDA over de tweeverdieners is maandag opvallend snel opgelost. Waarna de kemphanen elkaar naar de kroon staken met tevredenheidsbetuigingen. Het moet wel een geniale oplossing zijn geweest die zoveel woedende ombuigzaamheid omtoverde in zoveel blije dank. En inderdaad. Met grote balanceerkunst heeft premier Lubbers tussen de 425 gulden toeslag voor werkenden van de VVD en de 350 gulden van het CDA-amendement de oplossing van 387 gulden en vijftig cents weten te vinden. Daarnaast kreeg elke fractie nog wat zalfjes en pleisters op de opgelopen schaafwonden (wat meer kinderopvang en wat minder belasting voor niet-werkenden en voor werkende ouders met jongere kinderen) en toen kon het wel weer. Nou niet meer ruziën, kinderen. Blijft de vraag wat VVD-fractieleider Nijpels heeft bezield om het triviale geschil zo krankzinnig hoog op te spelen, zelfs tot vlak bij crisisdreigingen. Om vervolgens dik tevreden te doen over de voor de hand liggende oplossing halverwege. Hij is er in ieder geval in geslaagd om zichzelf als onredelijke

214 ruziezoeker te etaleren en premier Lubbers als de betere politicus die niet wijkt voor zware druk en kalm de zaak sust en bemiddelt. We hebben niet de indruk dat dit nu het effect was dat Nijpels beoogde. Aannemelijker is dat hij een rondje blufpoker probeerde en wijselijk de aftocht blies toen de tegenpartij onvoldoende overdonderd bleek. En het was niet eens een goede bluf: de kans dat Nijpels — bij de huidige stand van de polls en met een mager verhaal om aan de kiezers te vertellen — het kabinet wegens deze zaak naar huis zou sturen, was miniem. Meer knoeipoker dus, een aanfluiting voor zijn partij en het niveau van de Nederlandse politiek. De CDA-voorliefde voor deze partner heeft vreemde trekjes. 6 november 1984

Schimmige rel ROND de RSV-enquête en de positie van minister Van Aardenne (Economische Zaken) is een schimmige politieke rel opgebloeid. Ook hierbij meent VVD-fractieleider Nijpels de hoofdrol naar zich toe te moeten trekken, vooralsnog geen overtuigende rol. De RSV- enquêtecommissie heeft hem terecht de mantel uitgeveegd over zijn voorbarige opmerkingen en beschuldigingen. Voor een politieke discussie over de wijze waarop Van Aardenne in een vorige kabinetsperiode met de RSVzaak is omgesprongen, is het te vroeg. Politici doen er beter aan om af te wachten met welke feiten en analyses de commissie straks komt. Nijpels' poging om de minister bij voorbaat — naar aanleiding van krantenpublikaties— in bescherming te nemen, lijkt niet doordacht. Hij zaait twijfel aan een onbevoordeelde WD-behandeling van de zaak wanneer de gegevens op tafel komen. Daarbij is de VVD-fractieleider er klakkeloos van uitgegaan dat de commissie voor het uitlekken van voorlopige conclusies gezorgd heeft Een beschuldiging die luj niet hard kan maken en die de indruk wekt dat hij de commissie bij voorbaat in discrediet wil brengen. Dit alles wordt nog eigenaardiger, nu blijkt dat enkele WD-leden van de commissie de zaak al vorige maand met Nijpels doorgenomen hebben. Wanneer minister Van Aardenne geen wezenlijke blaam treft is al dit gedoe van de WD-fractieleider overbodig. Maar wanneer de zaak wel scheef blijkt te zitten, dan zullen de vroege publicitaire stappen van Nijpels ook niet helpen. De heer Van Aardenne had zich een verstandiger beschermengel kunnen wensen. 9 november 1984

Schuld en boete in de politiek Van onze politieke redactie . OEN HAAG — De Nederlandse politiek-bestuurhjke cultuur kent vooral verbale agressie: grote woorden, hoge tonen, fikse beschuldigingen —liefst *n het gewaad van principes — en niet JJiinder heftige ontkenningen. Maar «et blijft bijna altijd in nietes-welles steken en al gauw vragen nieuwe incidenten de aandacht. Voordat iemand het boetekleed — dat naar liet woord van Kuyper de man niet ontsiert — aantrekt, moet er heel wat gebeurd zijn. En voordat er echt bloed vloeit (ontslagen, aftreden, buiten spel zetten) moet men ongeveer landverraad plegen of er met de kas vandoor zijn gegaan. Politici, bestuurders en topambtenaren ZÜn, buiten het verbale, zacht voor elkaar. De buitenwacht denkt dan gauw aan de doofpot en het elkaar dekken. Vaak met verbittering °nidat de overheid meestal niet zo zachtmoedig is voor heden buiten het circuit die een scheve schaats rijden. . Tekenend voor deze cultuur is de politieke afhandeling van het Walrus-schandaal deze week. Op eigen houtje heeft (een deel van) de •Uarinetop twee onderzeeërs van de Zwaard- omgebouwd tot (langere) Walrus- Sen» hetgeen een verdubbeling van de kosten °Pleverde: een half miljard extra. ïn september 1981 — terwijl de politici een Wel zeer weinig zeewaardig kabinet in elkaar sPÜkerden — wisten de admiralen en ambtenaren van een overschrijding van honderden poenen. Pas diep in 1983 kreeg de politieke i?P van het departement (nu De Ruiter en ,van Houwelingen) ervan te horen. Twee jaar 'ang complete eigenmacht en verkrachting •j* alle bestuurlijke en democratische princi, Stemerdink (PvdA en staatssecretaris in dat fT vreselijke kabinet Van Agt/Den ?yi) wilde een onderzoek naar allerlei projec*n Ui de drie krijgsmachtdelen. Bij de marine lu»tte hij op hevig verzet, met name van de man die volgend jaar de hoogste functie in de marine krijgt. De admiralen en hun bootslieden gingen zich zelfs beklagen bij minister Van Mierlo over een fiks rapport van

215

Stemerdink. Dit plan voor verscherpte controle verdween onder De Ruiter en Van Houwelingen in de la. Toen het Walrusschandaal in 1983 op het bureau van deze bewindslieden kwam hebben zü verzuimd: A. de schuldigen eruit te zwiepen; B. het parlement in te lichten. Pas in september van dit jaar kwam er een summiere brief aan de Kamer. Slap En pas nu is er uitvoerige rapportage, gevolgd door wel zeer slappe conclusies. Er wordt wat gereorganiseerd. Een admiraal en een schout-bh-nacht gaan pas volgend jaar op hun 55ste met pensioen, terwijl ze anders wellicht gevraagd werden nog wat te blijven. Bovendien ontkent Defensie nog verband met het schandaal. De minister wijst op de noodzaak van... continuïteit! Je wrijft je ogen uit. En de meeste Kamerleden van de grote fracties doen dik tevreden, de anders zo hanerige Van den Bergh (PvdA) voorop. Hier en daar wordt de slaphannes De Ruiter zelfs nog geprezen omdat hij de marine tegen de haren in durft te strijken. Terwijl hij de heren aan hun haren door de sloot had horen te sleuren. Twee jaar van wanbeheer, belazerij en Vierde-Machtsanarchie blijft vrijwel onbestraft. Het parlement laat zich béte grijnzend voor aap zetten. Hebben sommige parlementariërs in het achterhoofd dat ze straks wellicht zelf moeten samenwerken met de hooggeplaatste (en gepromoveerde) muiters? Hebben ze niet door dat dit eigenmachtig smijten met een half miljard heel vreemd aandoet in een politiek klimaat waarin op iedere sociale cent beknibbeld wordt? Het pohtiek- bestuurlijke systeem heeft — het blijkt hier overduidelijk — een tekort aan zelfreinigend vermogen. Als bijna alles ongestraft kan, is er weinig morele druk om zaken over de wat moeizamere weg van goed bestuur openbaarheid en parlementaire controle te leiden. Handjeklap Wanneer Van Aardenne door de massale WD-top, bij herhaling, alvast vrijgesproken wordt van nog niet eens uitgebrachte en toegelichte beschuldigingen van weinig parlementair gedrag inzake RSV, dan is er sprake van abject handjeklap. Het is verbijsterend dat de VVD daarmee, te midden van alle boetekleden en zelfbeschuldigingen wegens de blunders van de laatste weken, doorgaat: Kamminga, Zoutendijk, de jurist Polak. Kunnen de heren echt niet wachten tot de feiten op tafel liggen? De gezamenlijke expeditie van vooraanstaande liberalen naar Canossa (dat tussen het Groningse veen bhjkt te liggen) leek een gaaf voorbeeld van schuld en bijbehorende boete in de politiek. Enige vertedering lijkt op zijn plaats, al valt dat ten opzichte van de hand in hand strompelende pelgrims Vonhoff en Smit-Kroes niet mee. Vonhoff vindt de minister niet onbetrouwbaar meer, maar hij blijft haar PTT-beleid wantrouwen: een verzoening met de stiletto in de achterzak, wat in maffiakringen als verstandig geldt. Het heeft wel iets moois, zon Nijpels die rondborstig zegt dat hij een heleboel fout heeft gedaan en dat het niet meer zal voorkomen. Menige nijdige liberaal zal een brok in de keel hebben gekregen. Goeie regie ook, al was het een beetje raar dat voorzitter Kamminga ook het Kamerlid de Grave in de stoet naar Canossa voortduwde — Het is belachelijk om een gewoon Kamerlid te betrekken in een politieke dollemansactie van een fractieleider, die bijna een kabinet kostte. Theater Politiek is goeddeels theater, zij het dat de tekst door de spelers zelf voortdurend verdergebreid wordt (hetgeen de dramatische en compositoire kwaliteit niet immer ten goede komt). Het VVD-melodrama „Canossa" — ooral bedoeld voor de media en de rechtse kiezers — moet de beeldvorming van zakelijke en verstandige liberalen herstellen. Het strategische gevolg van Nijpels' onvoorstelbare geknoei —voorlopig een bescheiden inbreng en machtsontplooiing in de coalitie — zal geen onderdeel van het liberale patronaatstoneel uit gaan maken. Kunst is tenslotte kiezen. Publieke boetedoeningen zijn zeldzaam in de politiek, ook al is er mooi theater van te maken. Individueel komt het nog wel eens voor (minister Brinkman na zijn kwalijke VNinterview), maar dan eerder wegens verkeerd gevallen uitlatingen. Het „we hebben het stom gespeeld", hoor je eigenlijk nooit. PvdA-blunders in de vreselijke formatie van 1977 werden langdurig verscholen onder bittere verwijten aan het CDA. De gedachte dat voor en tijdens het kabinet Van Agt/Den Uyl niet erg zinvol geopereerd is, valt bij de PvdA alleen binnenskamers te beluisteren. Ook de christen-

216 democraten zijn altijd zuinig met het aanwijzen van eigen fouten: de compleet verkeerde taxatie bij het opblazen van het kabinet-Biesheuvel (ook door de WD); het, tot recent, bedekken van de kwalijke kanten van het Van Agt-regime. Vermoedelijk lenen slechts sommige fouten zich voor een uitstap naar Canossa. Wanneer de VVD de tweeverdienerszaak echt tot kabinetscrisis had opgeblazen, was het Hoogeveense drama ons bespaard gebleven. De VVD had dan haar morele gelijk opgepoetst tegen alle beter weten — ook van elke liberaal — in. Voorbij de point of no return houden schuld en boete op. Slechts na het ten halve gekeerd zijn komt een mea culpa in aanmerking — en dan is de schade ook minder. Biesheuvels blunder kostte hem pas driekwart jaar later de politieke kop — en zelfs dat was nog vermijdbaar geweest, wanneer deze meneer een minder harde kop had bezeten. Van Agt vertrok vrijwillig, terwijl de onvrede over hem in de CDA-subtop groeide (in complete stilte). Bij de PvdA werd alleen Reekman gedegradeerd. Op zichzelf is er iets voor te zeggen — vooral bij beginnend politiek leiderschap — om grote fouten niet meteen in vervanging om te zetten. Ook Wiegel was in het begin niet brandschoon en heeft daarna — naar Nederlandse normen — royaal opgehaald. Nijpels' blunders waren uitbundiger van karakter. Hij krijgt uiteraard het voordeel van de twijfel. Maar de vraag is of bij de VVD de twijfel groot genoeg zal zijn. Nijpels heeft op het punt van inhoudelijke leiderskwaliteiten nog niets laten zien. Maar hij mag waarschijnlijk blijven tot hij weer oorverdovend knoeit. Of een reeks zetels verspeelt. Gildekarakter Politiek, bestuurlijk en ambtelijk Nederland heeft het ondanks alle boze woorden tamelijk knus met zichzelf en elkaar. Het gildekarakter wordt bemanteld, maar is er onmiskenbaar. Middelmatigheid is, zoals Van Riel herhaaldelijk zei, eerder een aanbeveling. Morele zwakte leidt tot opgeheven vingertjes maar zelden tot uitstoting uit de sociëteit. Inefficienty en vertragingstactieken worden eindeloos getolereerd omdat men de medenotabel niet hard wil vallen. Zo blijft het bestel — bij gebrek aan ideeën, doorstroming en zelfreinigend vermogen — een stagnante, groenslijmige poel waaruit een lichte geur van verrotting opstijgt. JAN JOOST LINDNER Tekening Janwillem van Vugt 24 november 1984

„Gijs de Werfwurger” hoeder van zuiverheid Van onze politieke redactie DEN HAAG — Van bekwaam vakminister tot „aangeschoten wild". Binnen twee maanden is het prestige van Gijsbert Michiel Vredenrijk van Aardenne verpulverd. Woensdagavond heeft het politieke bestaan van een van de meest ervaren ministers in het kabinet-Lubbers urenlang aan een zijden draadje gehangen. Pas na lang nadenken en op aandringen van de VVD-top legde de vice-premier zich er bij neer dat hij door de grootste regeringspartij voorlopig alleen maar gedoogd wordt. De leider van het liberale smaldeel in het kabinet kreeg van CDA-fractieleider De Vries niet meer dan „een voorwaardelijk groen licht". Deze bittere pil was voor Van Aardenne, een minister die jarenlang juist in Kamerdebatten op zijn best was, nauwelijks te slikken. Het lag voor de hand dat hij in de Kamer voor zijn politieke bestaan zou vechten en zou proberen de stormen van de eerste echte crisis in zijn relatief rimpelloze politieke loopbaan te trotseren. In tegenstelling tot zo vaak in het verleden kwam Van Aardenne woensdagnacht zwaar gehavend uit het debat over zijn rol in de RSV- affaire te voorschijn. Het eens zo „zuinige baasje" is door de RSV-enquètecommissie betiteld als de allergrootste verkwister in het RSVdrama en wie het volumineuze rapport van de commissie heeft gelezen, weet wat dat betekent. De vertrouwensrelatie met de Kamer blijft nu in ieder geval tot en met het grote RSV-debat in februari zweven boven het politiek functioneren van de minister van Economische Zaken. Tot die tijd legt het voorwaardelijke groen van het CDA een zware hypotheek op het functioneren van Van Aardenne, zowel in het kabinet als in de Kamer. Regentengeslacht

217

De man die bijna voor de eerste ministerscrisis in het huidige kabinet zorgde is een grote, corpulente liberaal die er maar nooit in is geslaagd het adolescente imago van zich af te schudden. Van Aardenne, geboren in maart 1930 als zoon van een chirurg, is een telg uit een Dordts regentengeslacht. Het knapste jongetje van de klas die altijd als laatste overbleef bij het uitkiezen van de sportteams. Hij behaalde in 1955 zijn doctoraal wis- en natuurkunde in Leiden. Door het overlijden van zijn vader was hij enkele jaren tevoren al in sterke mate geconfronteerd met het reilen en zeilen van het Dordtse familiebedrijf (metaal) Penn & Bauduin. In 1957 aanvaardde hij daar een volledige dagtaak, werd in 1960 adjunct-directeur en was van 1967 tot 1970 een van de drie directeuren, In 1964 trad hij toe tot de Dordtse gemeenteraad. Zijn fractievoorzitter Brans sprak eens de historische woorden: „Er is niets, letterlijk niets op de mens Van Aardenne aan te merken." In 1970, toen Penn & Bauduin werd overgenomen, was hij een jaar wethouder van Dordrecht voordat hij in 1971 tot de Tweede Kamer toetrad. Zijn „vrind" en huidige premier Ruud Lubbers was zijn voorganger op Economische Zaken. Met hem was Van Aardenne niet altijd op voet van frère et compagnon. Hij botste onder meer met Lubbers over de ontmanteling van het Nederhorstconcern. De toenmalige minister van Economische Zaken laadde de schijn op zich staats- en privézaken met elkaar te vermengen, vond Van Aardenne in de Kamer. Het familiebedrijf van Lubbers, Hollandia Kloos, had namelijk belangstelling voor de overname van delen van het failliete Nederhorstconcern. Maar al voor de interventie van Van Aardenne had Lubbers zijn bemoeienissen met Nederhorst al overgedragen aan zijn collega Boersma van Sociale Zaken. Van Aardenne trad toen in de Kamer op als hoeder van de zuiverheid van het openbaar bestuur en eiste het hoofd van Lubbers. „Als overheidsdienaar kun je geen zaken met jezelf doen", oreerde hij. Ook dat zouden historische woorden worden. Ze werden tegen hem gebruikt toen bekend werd dat Van Aardenne een handige regeling had getroffen met het oliemaatschappijtje Holland Sea Search, waarvan hij president-commissaris was. Het imago van onkreukbaarheid liep een forse deuk op. Van Aardenne kon slechts blijven functioneren na de Kamer te beloven een voordeeltje van 36 duizend gulden te laten schieten. Loftuitingen Ondanks dit incident waren de loftuitingen over zijn functioneren als Kamerlid en bewindsman tot voor kort niet van de lucht. Zelfs van de kant van de oppositie oogstte hij veel waardering. De vakbeweging liet zich nimmer louter negatief uit over zijn beleid dat in de economische recessie vaak werd gekenmerkt door forse bezuinigingen (Bestek '81) en ontslagen. Van Aardenne was consequent, nauwkeurig, op de hoogte, op de man af, vernuftig, beschikte over een ijzersterk geheugen en over een goede kennis van de leer van de overheidsfinanciën. Zijn vaste tegenspeler in de PvdA-fractie Van der Hek merkte in een interview in deze krant in juli vorig jaar op: „Geen Kamerlid is in staat hem qua kennis en natuurlijke politieke wil tegenspel te bieden. Hn' levert af." Na zijn komst in de Kamer in 1971 bleek Van Aardenne ook niet het soort Kamerlid dat altijd volgzaam achter de club aanloopt. Ondanks alle roerende uitingen van loyaliteit in de afgelopen weken van VVD-leider Nijpels aan het adres van de liberale vice-premier is het nauwelijks een geheim dat Van Aardenne regelmatig in botsing is gekomen met de fractieleider van de VVD. Nijpels maakte bij het aantreden van dit kabinet duidelijk dat liberale bewindslieden, die in zijn ogen niet voldeden, konden opstappen. Van Aardenne hielp de nieuwbakken fractieleider uit de droom. De vice- premier liet fijntjes weten dat de macht van Nijpels zo ver niet reikte. Ook daarna bleek dat de „soepele pragmaticus" Van Aardenne zich in de beraadslagingen in het kabinet soms weinig gelegen liet liggen aan de wensen van Nijpels. In de zomer van 1983 ging Van Aardenne naar de mening van zijn fractieleider te ver door bij de begrotingsonderhandelingen akkoord te gaan met een beperking van de inflatiecorectie. Slechts via een doorzichtige omweg, waarbij de hogere inkomens tegen de verkiezingsbeloften van de VVD in toch een inkomensoffer brachten, werkte Nijpels deze „vergissing" weg. „Alleen de kleur van het pakpapier is veranderd, maar niet de inhoud", schamperde CDA-leider De Vries.

218

Ook tijdens het conflict over de arbeidstoeslag in de wet Tweeverdieners twee maanden geleden bleek dat Nijpels de koers van het liberale smaldeel in het kabinet onder aanvoering van „Ome Gijs" niet in de hand heeft. De liberale bewindslieden speelden het hoge sp*l van Nijpels slechts heel even mee. Toe? de zaak uit dreigde te lopen op een kat"' netscrisis trok Van Aardenne zijn conclusies. „Een dubbeltje per dagwas de vice-premier geen crisis waar" en onder zijn leiding schaarden de liberale ministers zich achter CDA-premi£f Lubbers. De crisis werd afgewend *e' koste van een smadelijke terugtocht va" Nijpels. De geleidelijke aftakeling van b?! RSV-concern heeft Van Aardenne aIUF achtervolgd. „Dat is historie en die ka? bijzonder interessant zijn. Maar politie* is heden", zei de bewindsman nog opo' mistisch na het uitkomen van het. raP i port van de enquêtecommissie. „Gijs d Werfwurger", zoals h« door RSV-wer" nemers in Rotterdam betiteld word* bleek er echter niet zo gemakkelijk af1 komen. Van Aardenne, de bewindsman die volgens het rapport „zijn greep op * gang van zaken bij RSV totaal verlof en znn beleid zag eindigen in een fin3'" ciële chaos", heeft met kracht zun imago als bekwaam minisl verloren. Desondanks sprak de donderdagmorgen, luttele uren nad het CDA hem halfhartig het politie" leven gered had, in een mondeling ove leg met de Kamercommissie voor £*, nomische Zaken over uitgerekend P steunbeleid aan individuele bedrijvej Ogenschijnlijk alsof er niets gebjj1* was. De politieke realiteit is wel ande Een vice-premier, die als aangescho' j wild door het leven gaat, omdat de V.. net niet dodelijk was, bevindt zich n e in een positie om zich al te hard verzetten tegen de wensen van zijn n tieleider. flf NICO GOEB#\ WIO JOUST*' Minister Van Aardenne wacht tot de fotografen klaar zijn met hun werk alvorens zijn optreden in de RSV-affaire in de Kamer toe te lichten. Foto Jan Everhard de Volkskrant 21 december 1984

Nijpels en het doe-denken Van onze politieke redactie DEN HAAG — 1985 wordt het jaar van de „doe-denkers", 20 voorspelt VVD-fractieleider Nijpels in zijn onbenullige partijblaadje. In de wel zeer summiere nieuwjaarsboodspraak wordt deze prikkelende nieuwe term niet nader toegelicht. Ook ontbreken voorbeelden van deze categorie, die het blijkbaar toch helemaal gaat maken. Nijpels vervolgt met de bekende riedel °ver de financiële en economische zegeningen van het kabinet, wat het vermoeden doet rijzen dat lieden als Lub- Van Aardenne en Ruding de helden - van het jaar worden. Van Aardenne zal voorlopig nog ruim in de ■"«langstelling staan, maar meer wegens zijn »doe-denken" in het verleden. Het CDA zal J?cm vrijwel zeker het politieke leven laten, "'aar hem wel zijn blunders en leugens inpeperen in het RSV-debat van februari. Daarna hij een schim van zichzelf op de Haagse y achtsbeurs. Het is niet waarschijnlijk dat de , "D voor een nieuwe periode nog veel met nem aandurft. Het CDA voert trouwens een wonderlijke 'scussie over deze zaak. Oprispingen van lieen die menen dat de VVD-vice-premier zelf ad moeten aftreden komen veel te laat. Men £ad zoiets bij het uitkomen van het RSVd PP°rt nog kunnen stellen, hoewel toen al £u'aehjk was dat de VVD het lot van het bind61 3an dat van Van Aardenne zou ver" h_?faiaruIla de door het CDA afgedwongen het V. 1 e "excuses" van de minister werd treH al onzinm8 om °P vrijwillig teruga]l~fen aan te dringen. Sinds Kerstmis was in f k Vraag Pohtiek relevant hoe het CDA ovo van de vice-premier zou vonnissen ver het totaal van zijn RSV- beleid. Vvn^"fractieleider De Vries doet alsof de van v glng niet wezenüJk is maar hij wil vr«» j Aardenne geen zondebok maken uit hond f ? aarna de hele RSV-zaak, ook invan u ' Ult het beeld verdwijnt. Directeur A rv .1 , wetenschappelijk CDA-bureau ■-1-wstlander stelt daartegenover dat na het vertrek van de minister juist de weg vrijkomt voor verdere kritiek en vooral zelfkritiek van de Kamer. Die redenering lijkt sterker, al zal het niet meevallen om die kritiek in veel concreets te laten uitmonden. Maar de angst van De Vries dat iedereen na een val van Van Aardenne er wel genoeg van heeft is erg overdreven. Bovendien is De Vries daar zelf levensgroot bij. Het moet voor een leider van een grote fractie toch mogelijk zijn om in een uitvoerig debat schuld, boete en inhoudelijke conclusies evenwichtig te doseren. Wanneer Van Aardenne

219 wordt ontzien zal de verdere kritiek noodzakelijkerwijs gering zijn en dus helemaal geen indruk maken. Een ternauwernood geredde Van Aardenne heeft geen schijn van kans om in de rest van 1985 op te halen tot het niveau van Nijpels' illlustere „doe-denkers". Met de kerncentrales (op welk punt hij inmiddels ook een democratisch weinig oogstrelende reputatie heeft, mede dank de openhartigheid van Wiegel over het VVD-cynisme in deze zaak) komt hij niet ver. Het CDA zal de zaak vrijwel zeker over de verkiezingen heen willen tillen. Nee, de grote „doe-denker" wordt eerder de komende CDA-lijsttrekker Lubbers (hoe weinig boeiends die ook de laatste maanden laat horen). Voor zover het kabinet succesvol is, kan hij dat vergaand naar zich toetrekken. Zelfs zodanig dat veel behoudende kiezers nu aan het CDA de voorkeur geven boven de VVD. Voor Nijpels die tevens zijn wonderlijke aantrekkingskracht op jongeren vrijwel kwijtgeraakt is (je kunt een grote groep mensen niet te lang belazeren), een punt van royale zorg. Hij heeft VVD'ers nodig die Lubbers als geslaagd „doe-denker" passeren en behoudende kiezers teruglokken. Wellicht geholpen door een ontwikkeling waarbij het CDA met meer sociaal vertoon de afkalving naar de PvdA probeert te stoppen. Kan Nijpels zelf zon rol spelen? Zijn pogingen in het najaar om de coalitie zijn'wil op te leggen en vooral in de concurrentiestrijd met Lubbers te scoren, zijn jammerlijk mislukt. Zelfs zodanig dat hij het boetekleed aantrok en zijn partij zakelijke gematigdheid beloofde. Maar daarop is zeker voor een parlementair leider geen strategie te bouwen die een enorme achterstand in de verkiezingsenquêtes goedmaakt. Een vriendelijke kritisch-opbouwende Nijpels (op zichzelf al een psychologisch wonder) zal het veld grotendeels aan Lubbers moeten overlaten. Het beleid wordt dan grotendeels geregeld tussen het kabinet en de CDA- fractie en vooral toegesneden op de komende CDA-verkiezingscampagne. Als Nijpels doe-denker wil spelen, moet hij, hoe hachelijk dat ook is, in de slag. Grotere bezuinigingen afdwingen, doorzetten met de kruisraket (ook al ontstaat in het najaar een situatie waarin op het punt van de Russische SS-20's niets aan te tonen valt) en andere acties die aantonen dat het CDA, Lubbers incluis, eigenlijk te slap en vaag is om een krachtig beleid ter opstuwing van de natie te voeren. Wensdenken Wie in het licht van deze/eitelijke politieke verhoudingen Nijpels' geleerd-doende beschouwing over regering en parlement in „Liberaal Reveil" leest, valt van de ene verbazing in de andere. Het „doe-denken" — wat dat ook moge wezen — blijkt hier uit te monden in een kinderlijk wensdenken, een zich afdromen dat nog potsierlijker wordt in het kitscherige gewaad van dure termen en staatsrechtelijke opschik. Een clowneske Thorbeckevertolking tussen de schuifdeuren. Het zou papierverspilling zijn om de vele meanders die de draad van het betoog moeten vormen in detail te volgen. Nijpels beweert dat er geen reden is voor de angst dat de regering het parlementte veel overheerst. De kritiek dat het parlement in deze periode monddood is omdat de regeringsmeerderheid braaf vasthoudt aan de details van het regeerakkoord is volgens hem onjuist. Zelfs het tegendeel .is het geval, zo suggereert de nieuwe Oud. Want juist via het regeerakkoord neemt het parlement — in de vorm van de regeringsmeerderheid — de leiding. Geen „monisme" (gebrek aan machtsevenwicht) ten gunste van de regering, maar eerder ten gunste van het parlement. Het parlement dwingt de regering tot een heldere koers, tot consistent beleid en voorkomt zo zig-zaggen. Dit bewonderenswaardige karwei wordt niet door het CDA geklaard (en nog minder dor de oppositie). Nee, het is vooral de politieke partner van het CDA die aldus de hoofdrol speelt tot nut en glorie van de natie. Nijpels dus. En zo moet het blijven, want de christendemocraten kunnen met hun dualisme (machtsevenwicht ten opzichte van het kabinet) altijd in het beleid rotzooien met tijdelijke hulp van de oppositie. Nijpels vindt deze toestand, die hij „Strategisch Monisme" noemt (de afkorting „SM" dringt zich op) opperbest. SM komt tegemoet aan feitelijke en normatieve (gewenste) ontwikkelingen en ontstaat in de huidige staatsrechtelijke verhoudingen, waaraan dan ook weinig veranderd dient te worden. Als Nijpels nog eens vice-premier zou worden (in dit land is alles mogelijk) wordt zijn opvolger als VVDfractieleider zon beetje de baas.

220

En toen partijleider Wiegel in het kabinet zat, zou Rietkerk eigenlijk de redder van het parlement moeten zijn, maar wellicht was SM toen nog niet zo in de liberale mode. (Bovendien is Rietkerk een dualist zoals bijna alle liberale politici waren tot Nijpels hen naar het nieuwe licht leidde.) Overschatting Het hele zelfverheerlijkende verhaal bevat een overschatting van de werking van een regeerakkoord. Zon akkoord wordt in een snel veranderende samenleving bijna per maand minder waard. Juist het vasthouden aan afspraken die beleidsmatig verouderd zijn, is een groot gevaar. Bovendien geldt dat christen-democraten zich aan afspraken houden zolang ze daar politiek zin in hebben. Zoals Romme (in zijn tijd meer strategisch monist dan welke vVDer ooit) bepaalde welke coalitiepartner in de trein meemocht en waar die zou uitstappen. Ook huidige christen-democraten zijn helemaal niet de dualisten die Nijpels veronderstelt. Sytze Faber heeft herhaaldelijk (en spijtig) vastgesteld dat de CDA-fractie tegenover een partijleider en succesvol premier als Lubbers weinig in te brengen heeft. En inderdaad: Lubbers gebruikt de CDA-fractie wanneer hij er niet voor voelt om een zeurende en opspelende Nijpels zijn zin te geven. Zo is strategisch monisme een ware SMbelevenis ten gunste van de leider van het kabinet en ten nadele van de VVD-leider in de Kamer. Nijpels had mazzel dat Lubbers en het hele CDA nog zo lang met het regeerakkoord uit de voeten konden, in het bijzonder in het diepst van het crisisdal. Nu die werking vermindert (door de economische opleving en de nadering van verkiezingen) kan Nijpels nog slechts vluchten in staatsrechtelijke luchtkastelen. Misschien hebben liberalen in nood wel behoefte aan mooie dromen. Als men niet zo goed weet wat te doen (om een historische terugval te voorkomen) is rozig denken een voor de hand liggend alternatief. Vooral als het met parmantige deftigheid gebeurt, wat op veel eenvoudige zielen van het dorp Binnenhof altijd weer indruk maakt. Maar van groter belang is of Nijpels als simpel politicus in niet geringe moeilijkheden er wat van bakt. Als de doener in hem het van de denker verliest, is het helemaal hopeloos. JAN JOOST LINDNER De Vries — aan de microfoon — en doe-denker Nijpels in de Tweede Kamer. 26 januari 1985

Deel VVD zal vragen P.C. Hooftprijs alsnog uit te reiken 4 Van onze verslaggever * DEN HAAG — Een aantal leden van (• 't VVD fractie zal volgende week voor 9 ten PvdA-motie stemmen om alsnog de " [j-C. Hooftprijs toe te kennen aan Hugo il "randt Corstius. Zij zitten in hun maag !" Jet het veto van het kabinet, waarmee 0 ffactieleider Nijpels al akkoord is gef Baan. Een meerderheid van de WD 'tcepteert de beslissing, op voorwaarde i Jat zon ingreep niet kan worden beril ""aald. fi ( . De WD-fractie wijdde donderdag een |f *nge discussie aan de kwestie. Unaniem r J*trd geconstateerd dat een ministeriële | 'tgreep in de toekenning van staatsprij*tn in de toekomst voorkomen moet j borden. Nu de minister die bevoegdheid r jjog heeft zijn de meeste fractieleden i "treid de ingreep te accepteren. Een j jjantal VVD'ers wil echter alsnog op toei kenning van de prijs aandringen. ! , Hoe groot de verlegenheid is in WDkring bleek donderdag ook uit Nijpels' Optreden in het VARA-programma Haagse Bluf. Daar gaf luj aan zelf geen Problemen te hebben met een prijs voor Brandt Corstius, omdat de overheid zich Jjan een inhoudelijk oordeel over kunst %nt te onthouden. Nijpels bleek wel te Sm gevallen over de laatste zin uit het juryrapport, die hij kwetsend acht voor llet katholieke volksdeel en die hij ge- had willen zien. Daarin wordt — bij wijze van grap — verband gelegd tussen de toeken""ig van de prijs en het bezoek van de Paus. Volgens PvdA-leider Den Uyl is tttze opstelling van Nijpels een uitvlucht JJ't het lastige parket waarin Itij zichzelf "?eft gebracht. In het kabinet waren ü,teindelijk twee WD-bewindslieden vóór toekenning. Volgens premier Lubbers zou de prijs **1 zijn uitgereikt indien alle WD-mi- J'sters daar op hadden gestaan. Hij zegt i jjat in een interview deze week met Vrij Nijpels bleek zich gestoten te hebben aan die uitlating. 22 februari 1985

De warboel van de VVD Van onze politieke redactie

221

DEN HAAG — Ogenschijnlijk hebben de ministers Van Aardenne en Brinkman hun verblijf in de parlementaire braadpan van deze week ongeschonden overleefd. Van Aardenne werd door de CDA-fractie geheel met rust gelaten en hoorde zelfs Lubbers „vertrouwen" in hem uitspreken. En Brinkman kon ongestraft arrogante grappen van matig allooi maken, terwijl een tandenknarsende VVD-fractie hem de — althans eenmalige — 10l moest gunnen om een staatsprijs te weigeren. De liberale fractie bood een deerniswekkende aanblik. Het liefst waren de dames en heren massaal naar de regeringstafel gesprint om de minister van Cultuur in de kleinste stukjes te scheuren. Maar het hogere spel tussen fractieleiding en eigen ministers in de wereldvreemde achterkamers had zulks bij voorbaat verhinderd. De VVD moest vluchten in een praktisch ja tegen de minister dat voor land en achterban eigenlijk als nee moest klinken. Voor een geoefend christen-democraat is dat wel te doen, maar de liberalen zijn er ondanks de langdurige coalitie met glibberpolitici niet in geslaagd de parlementaire paradox tot kunst der oppervlakkige geloofwaardigheid te verheffen. Dat vergt geoefend in- en uitpraten, een verbale slalomtactiek, waarbij de piketten van ja en nee in vloeiende bewegingen omzwierd worden. Dijkstal, de liberale woordvoerder, leek eerder een dronkeman die op zijn weg door de straat links en rechts geen harde lantaarnpaal overslaat. Vooral zijn stelling dat volgens de VVD de prijs aan Hugo Brandt Corstius wel uitgereikt had moeten worden, als de jury geen zinnetje over het bezoek van de paus in het rapport had opgenomen, was een peilloos dieptepunt van parlementaire redeneerkunst. De helle waanzin fladderde door de zittingszaal. Natuurlijk, de liberalen waren door voorafgaande blunders in een onmogelijk pakket geraakt, maar zon ongelofelijke smoes maakte het nog veel erger. Horlepiep Hoe kan toch iemand verzinnen en hoe kan een hele fractie van 36 man goedkeuren dat in een motie de overheid het beoordelen van kunst ontzegd wordt, terwijl de VVD-fractie het toekennen van een literaire staatsprijs wel mag laten afhangen van een klunzige grap in het juryrapport? Als Thorbecke zich wegens Brinkman en sommige liberale ministers omdraaide in zijn graf, moet hij daar woensdag door toedoen van zijn parlementaire nazaten ongeveer de horlepiep hebben gedanst. Het is begrijpelijk dat de linkse oppositie geen zin heeft een motie van zon VVD te ondersteunen. Maar toch is het beter om Brinkman en alle christelijk geïnspireerde kunstmoralisten snel op te zadelen met een regeling die iedere bemoeienis van ministers en kabinetten (zelfs al zouden die er ooit verstand van hebben) met de inhoud van kunst voorkomt. De VVD-lafheid is vreselijk, maar de echte vijand zit aan de christelijk-politiek gesteunde overzijde. Geen betere manier om Brinkman terug in zijn hok te jagen dan een snelle regeling die de huidige politieke handelwijze (ook van de VVD) tot een eenmalige abberatie maakt. Ook al sleept Dijkstal zijn motie erdoor; de parlementaire clown van het jaar blijft hij toch. Onthullingen uit de VVD-fractie deze week over de interne voorgeschiedenis van de affaire werpen een interessant licht op de wijze waarop de liberalen in bange dagen politiek scheppen. Zo kwam nu pas tot uiting dat Nijpels eind januari Lubbers min of meer heeft afgeraden de prijs aan Brandt Corstius te weigeren. Minister Korthals Altes zou in een wat later stadium het kabinet hebben voorgespiegeld dat de VVD-fractie toch wel met een weigering zou meegaan. Toen daarop het kabinet Brinkman de vrije hand gaf, heeft een geschrokken top van de VVD-fractie niet meer de moed kunnen opbrengen de eigen ministers en het kabinet tot de terugtocht te dwingen. Dat zou te veel politiek gelazer hebben gegeven (waarbij het gelazer van de gekozen variant schromelijk onderschat werd!) en niemand zou geloven dat Nijpels er niet de hand in had gehad, zo werd geredeneerd. Een ander motief voor deze „zonde der nalatigheid" werd niet genoemd, maar ligt zeer voor de hand: Nijpels wilde niet openlijk te kijk staan als de politiek leider die door zijn ministers wordt getruct. Niemand laat zich gemakkelijker belazeren dan degeen die bang is dat hij openlijk als gekke Henkie bekend komt te staan. Omdat Nijpels de schijn van politiek leiderschap wilde

222 ophouden, moest hij nu achter zijn slinkse „vrienden" in het kabinet aanhobbelen. Een boeiend geval van strategisch monisme. In de huidige verhalen (tenslotte is openhartigheid toch maar als het minste kwaad voor de VVD-leider gekozen) wordt veel schuld voor het liberale geknoei van de laatste vijf maanden op het bordje van eigenwijze, slinkse ministers geschoven, die enigszins coherent leiderschap van de fractievoorzitter onmogelijk maken. Kortom, de ministers erkennen het gezag van Nijpels niet en fietsen overal doorheen, tot voortdurende schade van de partij (ook in de polls). Anarchisme Een plausibel verhaal, dat de verwoestende werking van de tegenstelling tussen de gevestige AVRO-liberalen (niet alleen in het kabinet) en de jonge Veronica-liberalen, die menen al de baas te zijn, illustreert. De VVD gaat kapot aan een machtsstrijd die allerminst geluwd is door het politieke echec van de VVD-voorman in het kabinet. Van Aardenne. De verontwaardiging van de jonge liberalen in de fractie (die ook de gang van zaken met de mislukte crisisdreiging over de tweeverdieners betreft) is niet onbegrijpelijk. Maar Korthals Altes en de zijnen zijn er wel voortreffelijk in geslaagd om de blaam van alle affaires neer te laten komen op het hoofd van Nijpels. Deze verliest dus meer dan alleen de strijd om het gezag binnen de partij: hij draait ook op voor wat zijn tegenspelers bekokstoven. Dat deze teloorgang van politiek leiderschap tot een soort vrolijk anarchisme in de liberale gelederen leidt, is niet verwonderlijk. Op het moment dat Van Aardenne algemeen-politiek gered kan worden, komen allerlei VVD'ers vertellen dat hij eigenlijk toch beter weg kan gaan. Dat ging zo hard dat het voor CDA en PvdA niet eens meer interessant is om tegen de VVD- yicepremier aan te duwen. Meijer (PvdA) forceerde Lubbers in het (weinig aantrekkelijke) derde RSV-debat om duidelijk stelling te nemen ten opzichte van Van Aardenne. Natuurlijk kon de premier geen grote afstand nemen van zijn vice-premier, zeker nu het CDA de openlijke aanval heeft gestaakt. Maar Lubbers' bejegening van zijn naaste collega in het kabinet was nauwelijks hartelijk te noemen. Een beetje warm woord voor „de mens Gijs van Aardenne" werd slechts door Übels (EVP) opgebracht. Zij onttrekt zich enigszins moederlijk aan de hardheid der politiek. Lubbers wilde de fouten van Gijs in het verleden niet licht tellen — hij mocht zelf eens besmet worden — maar hij had geen staatsrechtelijke reden om aan de positie van de vice- premier te twijfelen. En anderszins? Lubbers: „De psychische belasting loopt over het incasseringsvermogen van betrokkene. En die is hoog." Gijs gered door zijn olifantshuid, gefeliciteerd. Ziekbed Nijpels kon niet nalaten om een oppervlakkig succesje te behalen. (Een bedelaar heeft iedere kruimel nodig.) Hij eiste van Lubbers dat deze openlijk vertrouwen in Van Aardenne uitsprak. En ja hoor, het hoge woord werd geboren — zij het met tangverlossing. Welke liberaal durft het nu nog aan om op het vertrek van Gijs te speculeren? Bijna iedereen, maar dan vooral binnenskamers. De notie dat Van Aardenne een nadeel is bij de verkiezingscampagne van volgend jaar wordt breed onderschreven. Zijn politieke redding is eindelijk gelukt, maar pas op een moment dat niemand meer erg naar die redding verlangt — anders dan voor de jaarwisseling. De operatie is geslaagd, maar de patiënt zal vermoedelijk niet meer van zijn ziekbed opstaan. Het RSV-debat kon de hongerende liberale harten niet echt verheffen. De enige die nog wat vreugde bracht, was de snedige De Korte — niet bepaald de favoriet van de jonge garde in de VVD — die woensdagmorgen vroeg in een handig en goed gecomponeerd politiek verhaal de PvdAmentaliteit van de jaren zeventig als de voedingsbodem van alle RSV- ellende aanwees. Hij noopte Den Uyl tot het herschrijven van diens rede en toen konden beide heren — als waren het fractieleiders van grote antagonerende partijen — een middag lang gezellig ideologisch bakkeleien. De Kortes optreden viel vooral op omdat het vrij lang geleden is dat een liberaal met een goed, zelfverzekerd verhaal overeind blijft en zelfs succes heeft. Hij greep zijn kans om boven modderende partijgenoten uit te stijgen met beide handen (en grote inzet). Waar moet dat heen? Economische Zaken of het fractieleiderschap?

223

De VVD is duidelijk „in disarray" (een warboel die een beetje normaal politiek functioneren onmogelijk maakt). Het is die toestand van onderling venijn, incoherentie en paniekbesluiten, die onder Wiegel en Geertsema steeds werd voorkomen — zij het wel eens met moeite — en die immer zeer moeilijk op te lossen is. (Soms is hulp van buiten nodig: Van Agt die de PvdA van kabinetsdeelname en interne strijd afhielp in voorjaar 1982, een daad van christelijke barmhartigheid.) Het CDA spint garen bij al deze liberale treurnis, voor zover een electorale concurrent overwonnen is. Maar de koersen van een behoudende politiek zijn sinds Prinsjesdag dramatisch gedaald en daar krijgt ook Lubbers het moeilijk mee. JAN JOOST LINDNER Tekening Janwillem van Vugt 2 maart 1985

Goedemorgen ernst*B woord aan mijn rooms- medeburgers: overdrijft u fye .e?n beetje? Als onder de gewone iqt erlanders het percentage mensen it ifWtanasie toestaat 85 percent is, %, et dan werkelijk nodig dat u, om \QUs en de bisschoppen te plagen, fc~ nog twee percent boven gaat Zn' \.M de levensmoeheid onder ka- echt zo groot zijn? Nee, we en hier te maken met de Wet van \fquete-Tegenspraak. Wie als ka\ ek geënquêteerd wordt, denkt fy ndsnel na. Wat vindt de paus er fliveer van? Dan zeg ik lekker Rendeel. \JWET zou ook in protestants en %

Binnenland AFFAIRES „Nu knikkende knieën krijgen, is verkeerd” Hans Wiegel stak hem onlangs nog een hart onder de riem. „Het is ongelooflijk wat jij te verstouwen krijgt", zei het orakel van Ljouwert. Slaat het noodlot toe voor VVDleider Ed Nijpels, liberaal pur sang sinds de Russische tanks in 1968 een einde maakten aan de Praagse lente? Oscar Garschagen en Wio Joustra in gesprek met „een blaag", een branie. Over de affaires, de coalitie, de tweeverdieners, de homofielen en de Heilige Schrift: het regeerakkoord. I "*- K ben geen kinderjuffrouw." Enigszins ««agiteerd herhaalt VVD-leider Ed Nijpels (35 »ar op 1 april) zijn antwoord op de vraag of een Politiek leider tot taak heeft zijn partij voor !"amages te behoeden. „Ik ben niet de kinder- Juffrouw van de VVD en zal het ook niet worj*n. Toe nou zeg!" Het glaswerk in het zeer Jkagse etablissement blijkt bestand tegen de Jnftige tikken, waarmee Nijpels zijn woorden °*pleid. „Ik ga echt niet als politiek leider leder interview van een minister, staatssecrej r's, of Kamerlid van te voren controleren. Ik ?rvvacht van mensen, zeker van degenen die lange ervaring hebben in de VVD, dat zij ""n verantwoordelijkheid voelen en dragen." N'jpels wordt geplaagd door de „affaires", *aarin de VVD sinds 1982 verwikkeld is ge,Ja, je zou bijna gaan geloven in astrolo?6> in een of andere hogere macht die eropuit !s het voor de VVD zo beroerd mogelijk te laten °Pen." Na een verkiezingsoverwinning zon- I r Neerga en een vlotte kabinetsformatie vie*n de affaires hem rauw op het lijf. „Wiegel pielde mij pas nog dat hij het in ruim veeren jaar niet zó voor zijn kiezen heeft gekreun als ik nu in nauwelijks een jaar tijd. Het is inBelooflijk zei hij, wat jij te verstouwen frÜgt. Je zou haast gaan geloven in het nood- Alle kwesties op deze plaats opsommen zou e veel ruimte in beslag nemen. De lijst is lang ? tamelijk bekend: van Schwietert tot en met Aardenne en P.C. Hooft. Feit is dat de prioden van interne rust in de VVD eerder dan regel zijn en dat roept de , op of Nijpels wel dé liberale leider is die jj'J 'n zichzelf ziet. „Een mooie fles wijn, maar "elaas te vroeg opengetrokken", wordt wel J*r hem gezegd. Eerder „een blaag" dan een Politieke voorman, valt in hem

224 vijandig gezine kringen te beluisteren. Typeringen die sugsereren dat het leiderschap van Nijpels in de »D onderwerp van discussie is. Boodschap «Ik kijk wat meewarig tegen die verhalen .a£", bekent de man in kwestie, „mijn positie s "elemaal niet in het geding." Bewijsmateri- J 3' Wordt direct geleverd. Afgelopen maandag het VVD-hoofdbestuur en de voorzitiers van de achttien liberale kamercentrales 'Jeen met het leidend trio Nijpels, Zoutendijk van de VVD in de Eerste Kamer) en j*amminga, de partijvoorzitter. „Meteen aan Jet begin van die bijeenkomst stond een van de oorzitters van de kamercentrales op en sprak e Verzamelde menigte toe. Zijn boodschap was 'nipel: we wensen hier vanavond over van "es te praten, maar één zaak is buiten de orde i dat is de positie van Nijpels. We staan allen entercnter Ed Nijpels. Dat zei die, het is dus niet ?*n de orde", ratelt de , jonge doctorandus", pais hij zo nu en dan door „ome Joop", opposi'eleider Den Uyl, wordt genoemd. Voormalig e'evisie-verslaggever Pieter Kronenberg, 'nds enkele maanden de woordvoerder van knikt bevestigend. , Maar Nijpels heeft de aanmoedigingen van *lJn zegsman niet nodig. In het gesprek zal hij herhaaldelijk terugkomen op deze kennelijk v.ltale bijeenkomst van het VVD-kader. „Dat ?'Jn de mensen die het dichtst bij de leden en de lezers staan. Ik hecht veel waarde aan wat zij joggen " Nijpels op zijn beurt heeft staande het laten weten dat „vanaf heden de teugels strak 2ijn aangetrokken". Alle liberalen die Politiek-verantwoordelijke posities bekleden <*n derhalve de VVD schade kunnen berokke**e > hebben een „vriendelijk doch dringend erzoek" gekregen zich twee keer achter het r te krabben alvorens zij en publique opinies over de VVD ventileren. Schadelijk »Nu is het moment aangebroken om te zeg*>en: die grote liberale vrijheid is natuurlijk Prachtig, maar we gaan het tóch wat verstandier doen. De teugels worden aangetrokken. Al die uitlatingen zijn bij tijd en wijle buitengewoon interessant", zegt Nijpels met zware ironie „maar voor de partij schadelijk". Anders gezegd: VVD-ministers, commissarissen der koningin, senatoren: koppen dicht, geen ruzies uitvechten in de media en je niet bemoeien met zaken die je niets aangaan (landbouw-staatssecretaris Ploeg over de Arme Frank Stichting en Geertsema over Van Aardenne). „Er mogen best harde politieke noten worden gekraakt, er mag stevig worden gediscussieerd, maar wel op de plaats waar dat hoort", roept de leider vastberaden. „Al die mensen die menen dat zij iets moeten zeggen, die teksten moeten uitspreken, zouden een voorbeeld kunnen nemen aan Hans Wiegel. Ruim tweeëneenhalf jaar weg uit de landelijke politiek, staat regelmatig in de krant, maar heeft nog nooit een opmerking gemaakt die tot commotie leidde. Hij heeft nog nooit iets gezegd dat mij ertoe noodzaakte hem te bellen met de vraag: God, dat had je nou beter niet kunnen doen." Nijpels erkent volmondig dat de VVD het laatste halfjaar schamele vertoningen ten beste heeft gegeven. Hij realiseert zich eveneens dat zijn politieke blazoen daardoor nogal is bezoedeld. „Eigenlijk is het meest ergerniswekkende van alles dat het niet om politiekinhoudelijke zaken is gegaan. Al die affaires hebben niets met politiek-wezenlijke punten te maken. Ik ben natuurlijk uiteindelijk verantwoordelijk, maar kan niet iedereen controleren. En ik voeg eraan toe dat als je alle zaken op een rijtje zet, het bijna allemaal kwesties zijn die buiten de Tweede-Kamerfractie om gaan. Ze zijn als het ware als een onweersbui over mij heen gekomen, ik ben er zelden direct bij betrokken. Pas in de fase van het scherven oprapen kom ik erbij. Het is heel teleurstellend voortdurend met zaken bezig te zijn die niets met inhoud en beleid te maken hebben." Talenten Hij voegt eraan toe dat in ieder geval de Tweede-Kamerfractie van de VVD uitstekend functioneert: „Geen wanklank, uitstekende sfeer, volgens mij de beste VVD-fractie tot nu toe. Ik wil dan ook niets van kritiek op de fractie horen." In die club heeft hij alle gelegenheid zijn samenbindende talenten te ontwikkelen. Anders ligt het echter voor de soms stroeve verhouding met de VVD-ministers. Van Korthals Altes is de uitspraak dat de fractie hoog en laag kan springen, maar dat het beleid in het kabinet wordt gemaakt, hetgeen duidt op gouvernementele eigenzinnigheid.

225

Vooral bij de P.C. Hooftprijs is duidelijk gebleken dat Nijpels geen greep heeft op het liberale deel van het kabinet. Waar hij in het begin van de kabinetsperiode sprak van „mijn ministers en staatssecretarissen", is het nu: „Het is in eerste instantie de taak van Van Aardenne om de eenheid onder de VVD-bewindslieden te bewaren." De relatie met de VVD-ministers is een probleem apart. Dikke tas „Het is ook erg lastig", zegt hij berustend, ,je bent niet bij de ministerraadsvergaderingen, krijgt niet iedere woensdag een dikke tas met stukken voor de ministerraad. Tijdens het wekelijkse overleg en ook op andere momenten krijg ik via de VVD'ers in het kabinet de stukken, maar ook niet alles. Er wordt een selectie gemaakt: je bent dus nogal afhankelijk van die selectie, want er worden wel eens verkeerde dingen uitgekozen." Zo kon het gebeuren dat het kabinet een besluit nam over de P.C. Hooftprijs, de VVD-ministers verdeeld waren en Nijpels van niets wist. „Ik leefde in de veronderstelling dat er geen problemen waren en dat Brandt Corstius die prijs zou krijgen, want Lubbers en Van Aardenne waren daar voorstander van." Bij onstentenis van Van Aardenne regelde Korthals Altes de zaken met het bekende resultaat. Niet voor niets legt Nijpels er ook de nadruk op dat „Van Aardenne nu ook de zaak strak in de hand dient te houden. Het is de taak van onze aanvoerder in het kabinet voor eenheid zorg te dragen." De informatie-achterstand speelt hem niet alleen parten in het beteugelen van de zeer individualistisch ingestelde VVD-ministers, maar ook in de permanente wedijver met „MP" Lubbers. „De communicatie met Lubbers marcheert uitstekend. Maar de discussie in het kabinet valt voor een deel buiten mijn bereik. Er is dus geen mogelijkheid tot beïnvloeding tijdens de ministeriële discussies, alleen maar vooraf heb ik mogelijkheden." Nijpels vindt dat in de toekomst de politieke leiders van de coalitiepartijen óf allebei in het kabinet, óf allebei in de Kamer moeten zitten. „En ik zit helemaal niet zo te wachten op een ministerie, want de afgelopen tweeëneenhalf jaar heb ik de betrekkelijkheid van het ministersschap iedere dag mogen meemaken. Wat mij betreft kent het politieke leven zijn hoogtepunten in het parlement. Mijn voorkeur gaat ernaaruit dat de politieke leider van het CDA ook in de Kamer komt te zitten, maar ik sluit een andere oplossing niet uit. Hieruit mag, zo wordt te verstaan gegeven, niet de conclusie worden getrokken dat er sprake is van wantrouwen en achterdocht in de verhouding Nijpels-Lubbers. „Ik geef toe: we werken voor een belangrijk deel op dezelfde kiezersmarkt, er zijn nogal wat overlappingen, maar ik zie Lubbers niet als mijn politieke tegenstander. In de komende verkiezingscampagne moeten we dan ook niet als eikaars opponenten te werk gaan, maar zij aan zij het kabinetsbeleid tot inzet maken." Dergelijke fraaie bespiegelingen laat Nijpels echter direct volgen door de opmerking dat niettemin „een stem op de VVD de beste garantie is dat dit kabinetsbeleid in de volgende periode wordt voortgezet". Waarom? De VVD-leider zegt het indirect, maar het komt er toch op neer dat de rechtse kiezer bij het CDA nooit helemaal zeker weet of er geen verbond met de PvdA wordt gesloten. Het Den-Uyl-in-het-Catshuis-syndroom. Nijpels: „We kregen in 1982 nogal wat stemmen van mensen die wilden voorkomen dat de PvdA in het kabinet kwam. Die mensen wilden zekerheid en stemden op de VVD. En zo zal het ook in 1986 gaan: de grootst mogelijke zekerheid dat er niet met de PvdA wordt geregeerd kan alleen de VVD bieden en niet het CDA." Uitzicht op samenwerking tussen liberalen en sociaal-democraten is er niet, dat mag duidelijk zijn. Even na middernacht, onder de koffie en likeur, kondigt Nijpels een onverwacht politiek nieuwtje aan. Na het leiderschap en de coalitieperikelen, komt het gesprek op de deregulering en privatisering, begrippen die hoog in het vaandel staan van de liberalen, maar waarvan dit „doortastende" kabinet nog bitter weinig terecht heeft gebracht. Nijpels spreekt wat de deregulering betreft liever van „een lichte teleurstelling", maar schroomt niet over de privatisering het woord „martelgang" in de mond te nemen. Toch zijn er in de Kamer nu zon honderd onderwerpen opgesomd, waarvan de wetgeving wordt versimpeld, verzekert hij. Hij komt tot een verrassend voorbeeld: „De kleine verbouwinkjes, zoals dakkapellen en duivenhokken. Daarvoor wordt de vergunningsplicht versoepeld. Eerst lag het CDA dwars,

226 maar later is men toch door de bocht gegaan. Het lijkt wellicht onbelangrijk, maar een heleboel mensen vinden dit, denk ik, belangrijker dan de discussie over de Kaderwet Specifiek Welzijn." Regelzuchtig Toch lijkt het een schrale oogst om in 1986 mee bij de kiezers te komen. Daartegenover staan allerlei regelingen — het meststoffenbesluit, de tweeverdienerswetgeving, de voordeurdelersregeling en de aanstaande vestigingsregeling voor huisartsen — die bij de kiezers juist het beeld opwekken van een regelzuchtige regering. Nijpels is zichtbaar blij vooral over de tweeverdienersoperatie „door u in de gelegenheid te worden gesteld nog een enkele opmerking te maken". Het heeft enige tijd gekost, maar de profilering ten opzichte van de coalitiepartner, het CDA, wordt een feit: „Ik denk dat bij de volgende kabinetsformatie de hele wetgevingsoperatie ten aanzien van de tweeverdieners volledig onder de loep moet worden genomen." Daarbij vergeleken valt de roep van CDAfractieleider De Vries vanaf zijn ziekbed om korte- termijnmaatregelen voor de kleinere tweede inkomens, inderdaad in het niet. Moet die operatie worden teruggedraaid of helemaal op de helling? Nee, onder de loep nemen en serieus nog wel. De volgende kabinetsformatie is volgens Nijpels de juiste gelegenheid „vast te stellen wat waar is van de verhalen, dat de hele operatie zowel uit fiscaal als uit emancipatieoogpunt een ramp is. Als jullie nu vragen ,is dat een goed voorbeeld van deregulering', dan zeg ik: ,nee\ het is een droevige gang van zaken waar wij een heel goeie les uit hebben geleerd." En dan toch weer even de branie; „Ik hoop dat CDA en PvdA die les ook zullen leren. Wat ons betreft ontmoeten we elkaar op 26 mei 1986, als we gaan sleutelen aan het tweede kabinet-Lubbers." Nijpels noemt de operatie „een perfect voorbeeld van hoe het parlement minder zorgvuldig met wetgeving is omgesprongen. Dan kun je de kop in het zand steken, maar de drie grote partijen kunnen zich ook achter de oren krabben en de beslissing terugdraaien, als blijkt dat die haar doel volkomen voorbij is geschoten." Dus toch! Discriminatie Een ander onderwerp waarop de WD zich ten opzichte van het CDA kan profileren, lijkt ons de wet gelijke behandeling. Van die suggestie wil Nijpels echter niets weten. „Van belang is niet dat de VVD zich kan profileren, maar of we discriminatie van homofielen willen bestrijden. En dat wil de VVD. Voor de zomer moet wat ons betreft de knoop worden doorgehakt." Hij wil het CDA wel toegeven dat er sprake is van „een spanning tussen enkele grondrechten", maar aan de andere kant kan zonder deugdelijke argumenten het ene grondrecht niet zo maar boven het andere worden gesteld. „Ik zou het nooit voor mezelf kunnen rechtvaardigen als mensen op basis van hun seksuele geaardheid worden gediscrimineerd", luidt dan toch nog zijn waarschuwing richting christen-democraten. „Het is voor mij duidelijk dat de VVD-fractie zoiets nooit zal accepteren. Op dat punt geen enkei misverstand." De CDA-partijraad aanvaardde in december een resolutie met een „ontsnappingsclausule" die in bepaalde gevallen de discriminatie van homofielen mogelijk maakt. Is het dan niet wishful thinking te voorspellen dat er met het CDA weinig problemen te verwachten zijn op dit punt? „Voor mij is het helemaal niet zeker dat de CDA-fractie die resolutie zonder meer over zal nemen", besluit Nijpels dit onderwerp. Van een „oogstjaar-syndroom" lijkt bij de liberale leider geen sprake. Als de door minister Ruding van Financiën voorgestelde bezuinigingsoperatie van negen miljard voor 1986 ter sprake komt, zegt hij: „Ik voel er niets voor de teugels te laten vieren, nu de verkiezingen eraan komen. Daar waar die geur tot mij komt, pak ik de spuitbus en probeer die geur te verdrijven. Het zou verkeerd zijn nu knikkende knieën te krijgen. Dat is ook de boodschap die ik aan de fractie en de bewindslieden heb afgegeven". Ook een nieuwe ronde generieke kortingen op de sociale uitkeringen wenst de „moedige" roerganger van de liberalen ruim een jaar voor de confrontatie met de kiezers, niet uit te sluiten. „Het kabinet heeft een grote klus te klaren", luidt het fijntjes. „En wat nüj betreft krijgen alle bewindslieden de komende weken van de heer Ruding het regeerakkoord mee om onder hun hoofdkussen te leggen. Van

227 gewapper met portefeuilles, zoals bij Brokx, Van der Reijden en Deetman, lig ik niet wakker. Er liggen kerkhoven vol met onmisbare mensen". OSCAR GARSCHAGEN WIO JOUSTRA Ed Nijpels, verzamelaar van politieke spotprenten van zichzelf: een mooie fles wijn, maar helaas te vroeg opengetrokken. Foto Hans Kouwenhoven 16 maart 1985

Nijpels geeft staatssecretaris Koning reprimande Van onze verslaggever DEN HAAG — WD-fractievoorzitter Nijpels heeft zijn partijgenoot staatssecretaris Koning van Financiën publiekelijk op de vingers getikt. De bewindsman houdt zich, zo vindt Nijpels, te veel bezig met de belastingzaken van individuele burgers. De VVD-fractieleider heeft Koning al tweemaal binnenskamers gewaarschuwd en hem bovendien gemaand de vaste Kamercommissie voor Financiën opening van zaken te geven. Dat is tot nu toe niet gebeurd. Nijpels heeft nu in het openbaar gezegd de handelwijze van Koning „buitengewoon onverstandig" te vinden. Nijpels zegt dat in het weekblad Vrij Nederland. Daarin wordt nog eens verhaald hoe staatssecretaris Koning na gesprekken met belanghebbenden de kloosterlingen en het Vaticaan fiscale voordelen gunde. Vrij Nederland onthult echter ook dat Koning de vroegere TROS-journalist en huidige AVRO-directeur Wibo van de Linde tegen de zin van zijn belastinginspecteur een vermindering op zijn aanslag van duizenden guldens verleende. De WD-fractie heeft „niets toe te voegen" aan het verhaal in VN, aldus een woensdag verspreide summiere verklaring. Daarin staat ook dat „wij erop rekenen dat de staatssecretaris zo spoedig mogelijk de vaste Kamercommissie voor Financiën zal inlichten". Bevoegdheden De PvdA vindt dat een onderzoek naar de wijze waarop de staatssecretaris gebruik maakt van zijn „al of niet bestaande" bevoegdheden gewenst is. Dat onderzoek zou door een Kamercommissie kunnen gebeuren. Daarnaast wil de grootste oppositiepartij een nadere uiteenzetting van staatssecretaris Koning over „hoe hij zijn bevoegdheden ziet". De voorzitter van de commissie, het WD-Kamerlid Joekes, heeft echter nog geen verzoek ontvangen de commissie bij elkaar te roepen. Joekes vindt het wel „vanzelfsprekend" dat de bewindsman het recht heeft om beslissingen te vellen over de belastingaanslagen van individuele burgers. „De bewindsman heeft het laaste woord. Het is onbestaanbaar dat hij zou moeten wijken voor het oordeel van zijn ambtenaren". Staatssecretaris Koning is —zacht uitgedrukt — buitengewoon onaangenaam getroffen door de uitspraken van Nijpels in VN. De bewindsman heeft er nooit een geheim van gemaakt dat hem staatsrechtelijk de bevoegdheid toekomt te beslissen in geschillen tussen belastingplichtigen en de inspecteur. Deze opvatting heeft duidelijk het ongenoegen opgewekt van de belastinginspecties in het land, die vinden dat de wet de staatssecretaris die bevoegdheid niet toekent. Al geruime tijd geven belastinginspecteurs voorzichtig uiting aan hun ongenoegen over de intensieve bemoeienis van staatssecretaris Koning met belastingaanslagen van individuen. Een jaar geleden bereikte Nijpels deze geruchten, waarna hij zijn partijgenoot waarschuwde. Een maand geleden stelde fractiespecialist De Grave zijn fractieleider opnieuw op de hoogte van geruchten die de ronde deden. Nijpels verwittigde WD-partijvoorzitter Kamminga en de voorzitter van de WD-fractie in de Eerste Kamer Zoutendijk. Enkele weken geleden raadde dit trio de bewindsman voor de tweede maal aan de feiten „over al die zaken" op tafel te leggen bij de Kamercommissie. De WD-fractie is vooral gevallen over de beslissing van Koning in het verschil van mening tussen Wibo van der Linde en zijn belastinginspecteur. Dat ging over de aanslag van Van der Linde over 1981. In dat jaar verdiende hij 58 duizend gulden als correspondent van Time/Life. Ruim 18 duizend gulden daarvan wilde hij toewijzen aan zijn meewerkende vrouw. De inspectie in Haarlem ging daar echter niet mee akkoord. Van der Linde benaderde de staatssecretaris, die na een gesprek tot de conclusie kwam dat de inspecteur afspraken niet was nagekomen. Er was sprake van „opgewekt vertrouwen", aldus de bewindsman, die de Haarlemse inspectie opdroeg Van der Linde de gevraagde

228 aftrek te verlenen. Dit uiteraad tot groot ongenoegen van de betreffende Haarlemse inspectie — op het departement de „rode" inspectie genaamd — die zelfs geruime tijd weigerde de opdracht uit te voeren- Nijpels vindt dat een staatssecretaris zich „buitengewoon terughoudend" moet opstellen als het gaat om individuele zaken. De WD-fractieleider zegt: „Het gaat mij om het principe: als je als staatssecretaris wordt geroepen om in een individuele zaak te beslissen, zeker als het gaat om bekende mensen, moet je daar zo ver mogelijk vanaf blijven. Je moet je uitsluitend baseren op het advies van je ambtenaren". Volgens een woordvoerder van Financiën is dat precies wat altijd gebeurt. „Staatssecretaris Koning beslist in dit soort zaken nooit alleen maar altijd met ambtenaren erbij en hij laat zich altijd adviseren". Alleen als een advies verdeeld is, zou de staatssecretaris vrijwel altijd de kant van de belastingplichtige kiezen, wat hem door de inspecties niet altijd in dank wordt afgenomen. Het geschil tussen Van der Linde en de belastinginspecteur is afgehandeld zoals „tientallen andere zaken", die bij de staatssecretaris op het bureau belanden. Deze zaken bereiken de bewindsman onder meer via de belastingdienst, die vraagt om een beslissing of via de Commissie voor de Verzoekschriften van de Tweede Kamer, die vele klachten over de belastingaanslag voorgelegd krijgt, maar ook doordat individuele burgers het departement of de staatssecretaris persoonlijk benaderen. Het ligt niet in de aard van de huidige staatssecretaris deze mensen te verwijzen naar de Commissie voor de Verzoekschriften of de belastingrechter. „Henk is daar gemakkelijk in", aldus een partijgenoot van Koning. Een ander: „Wij kennen Henk. Hij doet het voor iedereen. Hij is nu eenmaal zeer toegankelijk". 6 juni 1985

PREMIER STEUNT STAATSSECRETARIS Zaak-Koning leidt tot ruzie Lubbers-Nijpels Van onze verslaggever DEN HAAG — Premier Lubbers en VVD-fractievoorzitter Nijpels zjjn elkaar vrijdagavond in de haren gevlogen Over de kwestie-Koning. Lubbers verbijt Nijpels staatssecretaris Koning in verlegenheid te hebben gebracht. Voordat Nijpels zijn partijgenoot Koning Publiekelijk scherp kritiseerde over *ijn bemoeienis met de belastingaangifte van AVRO-directeur Wibo van de Linde, had hij de premier of minister Ruding van Financiën over de zaak »ioeten inlichten, vindt Lubbers. De premier staat geheel achter de in °Pspraak geraakte staatssecretaris. Hij Öng op zijn wekelijkse persconferentie Uitvoerig in op de kwestie- Koning. Lubbers nam de bewindsman in bescherming en verheelde niet dat hij weinig Waardering kon opbrengen voor de ma- Wer waarop Nijpels in deze zaak heeft geopereerd. VVD-fractievoorzitter Nij- Pels reageerde vrijdagavond via zijn Woordvoerder nogal bits op de uitlatin, 6en van de premier. „De WD is verheugd over de plotselinge positieve belangstelling van de politieke leider van het CDA voor WDbewindslieden. Dat is in het verleden Wel eens anders geweest." Daarmee doelde Nijpels op de manier waarop de premier zich opstelde in de affaire-Van Aardenne. De WD verweet de minister-president toen afzijdigheid Lubbers nam het vrijdag op voor Koning en kritiseerde Nijpels, die in Vrij Nederland de handelwijze van de VVDstaatssecretaris „buitengewoon onverstandig" noemde. „Als je tegen een journalist zulke mededelingen doet, maak je je kennelijk zorgen over de zaak. Nou, zeg dat dan. Spreek het dan even door. Dat voorkomt verrassingen", aldus Lubbers. „Of je vindt het niet belangrijk, maar dan praatje er ook niet over met journalisten." Nijpels was al geruime tijd van de zaak op de hoogte. Melding van de zaak aan Lubbers of aan Ruding is dan wel „het minste", aldus de premier. Nijpels liet weten dat hij het niet nodig heeft gevonden de premier op de hoogte te stellen.'„De VVD is zelf heel goed in staat een oordeel te hebben en uit te spreken over bewindslieden van de eigen politieke kleur. Overigens was minister Ruding al enige weken op de hoogte van de kwestie. Dit in tegenstelling tot wat de heer Lubbers suggereert." Lubbers en Koning troffen elkaar brj het kabinetsberaad, waar de staatssecretaris taart liet aanrukken omdat hij jarig was. Lubbers heeft vrijdag ook met Ruding de zaak besproken. „De minister van Financiën was net als ik niet op de hoogte van de zaak, zo is mij gebleken."

229

De premier wilde over de werkwijze van de staatssecretaris „geen kwalificaties als 'onverstandig' in de mond nemen". En:„Het is ontzettend gemakkelijk om achteraf te praten." Staatssecretaris Koning heeft niet anders gehandeld dan zijn voorgangers, is de indruk van Lubbers, maar het is het goed recht van de Kamer zich in de zaak te verdiepen. „Kennelijk is er wel aanleiding tot discussie", constateerde Lubbers. Het is de afweging van iedere bewindsman of hij met individuele personen gesprekken voert. „Bewindslieden zijn in de twaalf jaar dat ik in de politiek zit nu eenmaal een stuk toegankelijker geworden." De premier erkende dat die afweging „gevoeliger" kan zijn als het gaat om bekende personen. „Ik respecteer wat Henk Koning heeft gedaan." Hij voegde daaraan toe dat de staatssecretaris, gezien de publiciteit, kennelijk „risico's heeft genomen en zich kwetsbaar heeft gemaakt". De premier wil echter niet zo ver gaan te zeggen dat een bewindsman elk gesprek met een bekend individu over persoonlijke zaken moet vermijden. „Als zo iemand met een redelijke zaak komt, moetje dan weigeren hem te ontvangen?" Nieuwe stof De verwijtende uitlatingen van Lubbers aan het adres van Nijpels bieden nieuwe stof voor onderlinge irritatie, geen nieuw verschijnsel in de verhouding tussen de politieke leiders van de regeringspartijen. Vrij kort na de installatie van het CDA/VVD-kabinet kwamen die al aan het licht. Ongetwijfeld heeft dat te maken met het feit dat CDA en VVD voor een belangrijk deel op dezelfde kiezersmarkt opereren. De irritaties worden versterkt nu de Tweede- Kamerverkiezingen nabij komen, maar ook meer persoonlijke aspecten spelen een rol. Lubbers heeft enkele malen in vraaggesprekken duidelijk gemaakt Nijpels een Jonge, dollerige hond" te vinden. Op zijn beurt liet de VVD-fractieleider er geen misverstand over bestaan de minister-president niet altijd ten volle te vertrouwen. In het najaar van 1984 verweet Nijpels de premier het maken van „psyschologische blunders". Het ging toen over de kwestie van de ministerssalarissen en de passage in de Troonrede over de minima. LUBBERS 8 juni 1985

Mensen die niet op de VVD stemmen zijn mij worst ZELFS HET TROPISCHE weer vermag mr. Willem Jacob Geertsema niet uit het driedelige, donkergrijze kostuum te verleiden. Ook als gastheer in de grandeur van zün eigen villa Heeshoeve in de Wassenaarse diplomatenwijk blijft Molly\ zoals hü vanwege zijn corpulentie van jongs af is genoemd, every inch a gentleman. Een workaholic ook die „doodsbang is zich te vervelen". Hü heeft maar vier en een half uur slaap nodig en accepteert nagenoeg elk baantje dat hem geoffreerd wordt. „Alleen neem ik nooit dingen aan, waar geen problemen mee zün. Waar alles pais en vree is, zeg ik: je moet mij niet hebben", klinkt de stentorstem. De regent Geertsema is 's lands meest ervaren openbare bestuurder. Hü is gemeente- en rijksambtenaar geweest. Hü was gemeenteraadslid in Leiden en Den Haag, burgemeester van Warffum en Wassenaar en Commissaris der Koningin in Gelderland. Hü is lid geweest van de Tweede Kamer, fractievoorzitter van de WD en minister van Binnenlandse Zaken in het kabinet-Biesheuvel (1971 — '73). Momenteel is hü lid van de Eerste Kamer. Daarnaast bekleedt hij een groot aantal bestuurlijke en maatschappelijke functies, waarvan de commissie Locatiekeuze Opslagfaciliteit Radioactief Afval (LOFRA), de commissie Veiligheid van de KNVB en het Koningin Julianafonds de bekendste zijn. „Of ik voor deze functies ook inderdaad het meest geschikt ben, dat laat ik aan anderen over. De heb verstand van bestuurlijke processen", zegt hü met de zelfverzekerdheid van generaties geboren heersers. De liberaal Geertsema ijvert als voorzitter van het zogenaamde Des Indesberaad al jaren voor de totstandkoming van een 'monsterverbond' van VVD, PvdA en — eventueel — D' 66. Voorlopig acht hü die kans evenwel uitgesloten vanwege het extreme' kruisrakettenstandpunt van 'meneer Van den Berg' van de PvdA. Hü koestert een gezonde achterdocht tegen het CDA, voor het calvinistische denken en de Heidelberger Catechismus die ervan uitgaat dat de mens slecht en zondig is. Het imago van de bekakte Leienaar' lijkt niet te kloppen met de werkelijkheid. Geertsema is zon rechtlijnig denker dat het een volstrekt raadsel bluft hoe hü ooit met christen-democraten in een kabinet heeft kunnen zitten. Van relativeringen is geen sprake. Ongezouten uitspraken over actievoerders, krakers

230 en rellenschoppers brachten hem regelmatig in het nieuws. Maar ook de partü en partijgenoten slagen er nimmer in hem de mond te snoeren. „De mens is niet op de wereld om te doen wat anderen zeggen", zo begon hü de bijbel van de WD, het Liberaal Manifest. Hü heeft zelf in ieder geval ook nooit in die ondergeschikte positie hoeven te verkeren. WD- leider Ed Nijpels en vice-premier Güs van Aardenne hebben recentelijk moeten ervaren dat Geertsema, om in de termen van zün favoriete sport te spreken, 66 not out is. Een tour d'horizon met een liberaal pur sang, die spreekt alsof de rode loper over zün stembanden is uitgerold en die zelf het meest geniet van zün deftige, autoritaire act. — Is de WD eigenlijk niet veel meer een conservatieve partij, zoals de Tories m Engeland, dan een echte liberale partij? „Een van de grootste euvels in de Nederlandse politiek is dat er geen conservatieve partij is. Er zün dus een hoop conservatieven die een politiek onderdak moeten vinden en het ligt in de lijn der verwachting dat je ze nou niet speciaal bü de CPN zou tegenkomen. Ik denk dat je ze tegenkomt in de VVD en het CDA. Maar u mag niet zeggen dat de VVD een conservatieve partü is. Daarin zou u pas geluk hebben als die conservatieven zich ook bezig hielden met het uitstippelen van de lijn van de VVD. Naar mijn weten zijn er maar twee punten geweest waarop de conservatieven de hand in een wijziging van het beginselprogram van de VVD hebben gehad. Dat waren dingen waarover heen te komen viel. De conservatieven hebben de monarchie tot een liberaal beginsel gemaakt, wat onzin is want het liberalisme gedijt even goed in republieken. En ze hebben voorbeelden van zaken op grond waarvan niet gediscrimineerd mag worden, ras, taal, de hele reutemeteut, maar ook de seksuele geaardheid uit de beginselverklaring geschrapt. Dat euvel hebben we grotendeels kunnen herstellen door al die voorbeelden over te brengen naar het Liberaal Manifest." — Niettemin heeft de WD op het moment toch een conservatief imago. „Er zün politieke partijen en dan denk ik met name aan de PvdA, die proberen die gedachte ingang te doen vinden. Ik ben het daar niet mee eens. Ik vind de VVD goed liberaal." — Mag ik één voorbeeld noemen. Vond u het een goede zaak dat de VVD meeging in de weigering van de toekenning van de P.C. Hooftprijs aan Hugo Brandt Corstius? „Dat vond ik geen goede zaak. Maar dat heeft met conservatisme of progressiviteit niet veel van doen. Ik vind het verkeerd wanneer je iemands werk gaat beoordelen, dat is niet de taak van een minister. Ik vind dat men Brandt Corstius destijds had moeten vervolgen wegens majesteitsschennis, maar dat is heel wat anders. Een minister moet niet uitmaken, dat vind ik wel mooi en dat niet. Waar blijven we dan?" — Mag je juist op zon terrein niet van een liberale partij verwachten dat ze zich afzet tegen het moralistische CDA? „Wil je Nederland regeerbaar houden, moet je natuurlijk toch uitkijken met ruzie te maken tussen de enige twee partners die er nog te vinden zijn voor een coalitie." Toch heeft u de politieke leiding van uw partij enkele malen gehekeld het afgelopen jaar. „Nou, ik vond een aantal dingen onjuist. Volgens mij had Van Aardenne moeten opstappen in de RSV-zaak." — En de affaire-Koning? „Het enige waarover ik me heb opgewonden in de affaire-Koning is dat ik dacht dat, zonder mij te raadplegen, mijn belastingdossier aan de Kamercommissie ter beschikking was gesteld. Ik vond dat volstrekt onjuist. Nu heeft Koning my schriftelijk laten weten dat de commissie mijn dossier nimmer te zien heeft gekregen, doch slechts correspondentie. Ik kreeg een naheffing met boete omdat ik weigerde namen te noemen van mensen, die bü mij in Gelderland werk hebben verricht. De inspecteur wilde van mij een lijst met namen hebben. Dat deed imj te veel denken aan de Duitse tijd, dus dat heb ik niet gedaan. Toen werd de belasting op mij verhaald. De inspecteur heeft later de aanslag verminderd van 125 duizend naar 25 duizend gulden en die heb ik betaald. Ik heb een briefje aan de heer Koning gestuurd, maar die heeft geweigerd mij te ontvangen. Daarmee was die kous af. Mijn vrouw vond dat de VVD wel eens wat aan haar zorgen had kunnen doen en zegde haar lidmaatschap op. Ik ken de politiek goed genoeg om te weten dat ze dat nooit doen." — U hebt wel eens gezegd dat Nijpels als VVD-leider te vroeg in het diepe is gegooid. Bent u die mening nog steeds toegedaan? „Het zou voor hemzelf aanzienlijk plezieriger zijn geweest als hij meer tijd van voorbereiding had gehad. Hij heeft niet op elk punt de rijpheid die voor dat vak vereist is. Maar hü is zeker de allerbeste die we op het ogenblik voorradig hebben." — Er wordt veel geschreven over de jonge generatie in de VVD-fractie. Ziet u daartussen een leiderstalent rondlopen? „Het kan best zijn dat dat er op een gegeven moment uitkomt, maar op het

231 ogenblik is dat nog niet zichtbaar. Als Nijpels morgen onder de tram komt, zie ik nog geen potentieel opvolger. Dan moet je doen wat ik heb moeten doen toen ik zelf minister werd, een moesjewara houden." — Wat is het meest opvallende verschil tussen Nijpels en Wiegel? „Nijpels heeft meer gevoel voor de liberale beginselen dan Wiegel. Wiegel dacht sterk electoraal, net als Van Riel. Van Riel zei bijvoorbeeld: zet dat maar in het verkiezingsprogram. Al komen er honderdvijftig Kamerleden van de VVD, zullen we het nooit voor elkaar krijgen, maar het staat zo goed in het program. Wiegel is een soort discipel van Van Riel. Van Riel en ik mochten elkaar niet. Met Wiegel kon ik wel goed opschieten, maar we hebben nooit zo veel met elkaar te maken Nijpels hoort niet in het Catshuis gehad. Hij was fractievoorzitter en ik minister in de tijd dat het dualisme nog bestond, dus was er niet erg veel contact." — Er gaan wel eens stemmen op voor een terugkeer van Wiegel als VVD-leider. Bent u het daarmee eens? „Ik ben een realist en zeg het is volstrekt onmogelijk dat Wiegel na een paar jaar weer uit Friesland komt. Een provincie hoort geen duiventil te zijn. Maar ik denk dat ze het hem in Friesland zouden kunnen vergeven als hij gevraagd zou worden in een volgend kabinet als vice-minister-president. Ik weet echter niet of hij daar ja op zou zeggen." „De mens is niet op de wereld om te doen wat anderen zeggen", schrijft mr 'Molly' Geertsema in het Liberaal Manifest. Met gemak zijn de eerste drie woorden van deze zin te vervangen door: Ik ben. Want behalve een zeer ervaren bestuurder is hij vooral een eigenzinnig mens. — Nijpels maande begin dit jaar na de RSVaffaire en enkele andere weinig verheffende akkefietjes de partij tot rust. Hij doelde toen vooral op _. Er leek toen op zijn minst van enige wrijving sprake. „Nou, niet in het persoonlijke vlak. Maar ik ben Eerste Kamerlid en dat geeft mij het recht mij een oordeel aan te matigen over de politiek." — Dit kabinet heeft nog een grote hindernis te nemen op weg naar het einde van de rit, het 1-november besluit. Zou die zaak nog een kabinetscrisis kunnen veroorzaken? „Wat zou een kabinetscrisis op kunnen leveren nu de PvdA zich buitenspel heeft gezet? Met de extreme eisen van de PvdA op het terrein van de kruisvluchtwapens kan een geloofwaardig CDA toch niet meegaan." — U vindt die eisen extreem ondanks de steun die de PvdA hiervoor bij een groot deel van de bevolking ondervindt? „Volstrekt extreem ja, zoals meneer Van den Berg (partijvoorzitter van de PvdA - wj) ze formuleert. ledereen die probeert een enigszins gematigd geluid over de kruisraketten te laten horen wordt onmiddellijk teruggefloten door meneer Van den Berg. Als je zegt, zelfs als ze al geplaatst zijn en er een overeenkomst met de VS over is, gaan we ze weer weghalen, dat is dermate extreem " — Dat snijdt diep in uw liberale ziel? „Niet alleen mün liberale ziel, ook mijn behoefte aan vrede en veiligheid. Dat spijt me, want ik zou graag een coalitie mogelijk zien van PvdA en VVD, maar de PvdA isoleert zich volstrekt op dit punt." — De PvdA ziet in de opiniepeilingen het alibi om dit 'extreme' standpunt te handhaven. „Noch het CDA, noch de WD kan zo met de PvdA een coalitie vormen. CDA en VVD gaan met een bepaald verkiezingsprogramma in zee, dan kunnen ze toch niet achteraf zeggen, omdat de PvdA zoveel zetels haalt gaan wij ons programma wijzigen. We hebben geen referendum. Ik heb als VVDer met de wil van het Nederlandse volk geen klap te maken, ik heb alleen te maken met de mensen die hun stem hebben uitgebracht op het verkiezingsprogramma van de VVD en die andere mensen zijn mij worst. Je houdt toch je eigen beginselen." — De PvdA zou wel eens de enige onontkoombare regeringspartner kunnen worden in 1986. „Niemand kan je ooit dwingen tot een coalitie. Het gevaar bestaat dat Nederland onbestuurbaar wordt dankzij het extreme standpunt van de PvdA. Ik vind het vreselijk, maar dan krijg je een minderheidskabinet. Wio Joustra sprak met deze 'every inch a gentleman9. Van Aardenne had moeten opstappen, kernenergie is 'absoluut geen onverkoopbaar produkt', Nederlanders zijn onverdraagzaam en dichte zwembaden op zondag zullen hem een zorg zijn. „Waar alles pais en vree is, moet je mij niet hebben." Dat neigt erg naar de onbestuurbaarheid." — Een minderheidskabinet van CDA en VVD? „Dat neem ik aan. Maar dat moet vooral niet een afspraak maken met Staphorst (de drie kleine christelijke partijen - wj) voor gedoogsteun. Daar ben ik fel op tegen. Staphorst laat

232 zich betalen op een manier die voor elke liberaal onaanvaardbaar is." — De zwembaden op zondag dicht? „Dat zal me een zorg zijn, maar discriminatie!" — Kan een 'herboren' D' 66 onder Van Mierlo eventueel nog een rol spelen hij de formatie? „Oh ja! Ik denk dat ze daartoe ook wel bereid zullen zijn als naar hun mening de PvdA te extreme eisen stelt. Dan denk ik dat D' 66 zegt: inderdaad, de PvdA maakt Nederland onbestuurbaar, dus hebben wij de taak om het bestuurbaar te houden. Van Mierlo is minister van Defensie geweest, die zal misschien nog eerder dan ieder ander tot de conclusie komen dat datgene wat meneer Van den Berg en de zijnen willen, volstrekt irreëel is." — Een links meerderheidskabinet zou ook nog tot de mogelijkheden kunnen behoren. „Ik heb van de PvdA begrepen dat dat eens gekoesterde ideaal absoluut is losgelaten. Maar het zou een zegen zijn, omdat dat het einde zou zijn van zestig zetels voor de PvdA. Zodra er gezegd kan worden: PvdA en CPN is één pot nat, dan is dat het voorspelbare einde van het socialisme. — U kent alle drie bestuurslagen als geen ander. Deugt het systeem van de parlementaire democratie in Nederland? „Het systeem deugt best, alleen de manier waarop het wordt toegepast niet altijd. Ik vind bijvoorbeeld dat de Tweede Kamer zich veel te veel bezig houdt met de incidenten en te weinig met de grote lijnen. Wat ook heel snel aan het verslechteren is, is het wetgevingsproces. In onze tijd waren tien. amendementen heel gewoon, tegenwoordig komt het voor dat er tussen de honderd en honderdvijftig zijn bij een wetsontwerp. Daardoor is het onvermijdelijk dat er fouten insluipen. Kamerleden hebben niet de moed om actievoerders die met een of ander verlangen bij hen komen te zeggen dat is onzin, daar is het gat van de deur. In plaats daarvan zeggen ze: interessante gedachte, ik zal dr een amendement over maken. Vroeger kreeg elke heilige zn kaarsje, nu krijgt elke belangengroepering zn amendement. Op die manier kun je geen behoorlijke wetgeving tot stand brengen. En het is natuurlijk onzin, zodra meneer Ruding het heeft over tante Truus, dat de Kamer een paar dagen lang bij mekaar moet komen om daar over te vergaderen. Dan zeg ik, de Kamer kan wel nuttiger dingen doen." — Maar getuigde die opmerking niet van een soort Weltfremdheit van de heer Ruding? „Nou ja, dan moet je zorgen dat hij de volgende keer niet op die stoel komt. Maar een Kamerdebat houden! Daarom komen ze aan controle van de RSV niet toe, omdat ze alsmaar met incidenten bezig zijn. In mijn tijd was het aanzienlijk minder gericht op incidenten. Men mist specialisten. Ik heb het gevoel dat men nu bijvoorbeeld node goede praktijkjuristen mist. Maar het regionalisme overheerst in het systeem van kandidaatstelling van alle partijen. Dat vind ik een hele slechte zaak." — Wat vindt u van het strategisch monisme, zoals Nijpels dat in Liberaal Reveil heeft uitgewerkt? „Volstrekt verkeerd! Ik vind dat het de mogelijkheid van controle van het parlement op het werk van het kabinet aanzienlijk verzwakt. Het Catshuis is de allerlaatste plaats waar Nijpels als fractievoorzitter thuis hoort. Wiegel kwam alleen als er hele bijzondere dingen aan de hand waren, misschien twee keer per jaar. Nu zitten ze met zn allen bijmekaar en dan wordt er gezegd: gut jongens, en passant, we zijn niet van plan om Brandt Corstius de P.C. Hooftprijs te geven. Oh, zeggen dan de heren die verder niet de tijd hebben om hun deskundigen te raadplegen. Dan komt het besluit naar buiten, is iedereen kwaad en dan wordt er gezegd: ja jongens, we hebben het er nog over gehad en Maar 'n Kamerdebat over tante Truus! je hebt niet gezegd van nee. Dat soort dingen krijg je." — Het is toch niet voor het eerst dat het regeerakkoord als de Heilige Schrift wordt beschouwd? „Dat ze zo de uitgesproken wetten zijn voor de fracties is wel nieuw. Een regeerakkoord wordt langer naarmate er minder vertrouwen is tussen de partijen. Maar het breekt toch altijd op een punt dat niet in het regeerakkoord staat." — Waarom bent u zon fel tegenstander van een referendum op nationaal niveau? „Omdat het absoluut niet in overeenstemming te brengen is met ons systeem van de representatie-democratie en daarom de bijl legt aan de wortel van de parlementaire democratie. Bovendien heeft het buitenland, waar ze dit nare fenomeen wel kennen, bewezen dat de uitslag van referenda een monsterverbond pleegt te zijn. In Italië is bijvoorbeeld een abortus-wetsontwerp bij referendum verworpen door mensen die vonden dat het te ver ging en mensen die vonden dat het niet ver genoeg ging. Het is een stukje participatie-democratie in een representatie-democratie en dat past niet." —De Brede

233

Maatschappelijke Discussie vond u dus ook maar niets? „Ik heb direct gezegd dat de BMD een hele slechte zaak was van een parlement, dat vluchtte voor zn verantwoordelijkheid. Alle argumenten pro en contra kernenergie waren al lang bekend. Ik zou het ook het liefste zonder kernenergie doen, maar we hebben voor de concurrentie-positie van ons bedrijfsleven nog één generatie kerncentrales nodig tot zonne- en windenergie zo rond 2020 commercieel exploitabel zullen zijn." — Hoe staat het met de keuze voor een nieuwe opslagplaats voor kernafval? „We zitten nog op een stuk of zes, zeven gemeenten op het ogenblik. Er moet dus nog verder gepraat worden, voor 1 oktober zullen we met een aanbeveling komen van drie of vier. Het is absoluut geen onverkoopbaar produkt. De meeste gemeenten willen er best over praten op voorwaarde dat er van regeringswege bepaalde toezeggingen worden gedaan." — Twee leden van uw commissie zijn opgestapt uit de commissie vanwege de wel wat erg openlijke flirtation tussen het kabinet en het havenschap Moerdijk. Waarom is. dat voor u geen reden geweest om het bijltje er bij neer te leggen? „Omdat minister Winsemius uitdrukkelijk tegen de Tweede Kamer heeft gezegd dat de zaak nog volstrekt open is. Ik vind het jammer dat Troostwijk en Van Verschuer zijn opgestapt, al was het alleen maar omdat de rest nu harder moet werken." — Bent u de juiste persoon om de commissie voor de lokatiekeuze voor te zitten? Kunnen ze niet veel beter een kernfysicus of een ingenieur nemen? ,Je moet verstand hebben van ruimtelijke ordening en dat heb ik. Je hoeft geen snars verstand te hebben van het kernafval zelf, want er komt nog een milieu- effectrapportage." — Een stokpaardje van u is de wet Gelijke Behandeling. Het moet u droevig stemmen dat dit kabinet er niet uit dreigt te komen. „Ik vind het triest omdat het in het regeerakkoord staat en men daar op andere terreinen enorm aan vasthoudt. Als het niet lukt, moet het kabinet een brief schrijven aan.de Tweede Kamer en dan vind ik dat onmiddellijk PvdA, VVD en D' 66 een initiatief-wetsontwerp op tafel moeten leggen. Mijn opvatting, die ook niet in de WD door iedereen gedeeld wordt, is dat artikel 1 van de Grondwet boven alle andere staat. Dat is een nieuw artikel, dat zegt dat elke vorm van discriminatie is uitgesloten. Ik leid uit het feit dat er verder niets geregeld is af, dat het de bedoeling is dat artikel 1 inderdaad boven alles staat." — Een heilig huisje waarvan u op spreekbeurten vaak weinig heel laat is de tolerantie van de Nederlanders. Is het zo slecht gesteld met onze permissive society? „Het is uitermate begrijpelijk dat er een Centrumpartij kon ontstaan, omdat het Nederlandse volk van oudsher enorm discrimineert. Wij zijn een ontzettend onverdraagzaam volk, altijd geweest. U zou eens moeten kijken hoe we voor de oorlog de joden hebben behandeld. Het enige wat we niet deden, was ze doodslaan of in concentratiekampen zetten. Laat ik eens een Wassenaars voorbeeld nemen: als ze nou zeggen tegen meneer Wolff, een hele vooraanstaande zakenman, u mag geen lid van de Haagse Golf- en Countryclub worden omdat u jood bent. Vervolgens zei die meneer: dan maak ik van mijn eigen landgoed maar een golfclub. Na de oorlog moest de 'Haagse' verdwijnen voor de woningbouw en men speelt nu op het terrein van meneer Wolff in Wassenaar. Maar zo werd ook de toegang tot De Witte (een Haagse sociëteit - wj) de mensen geweigerd omdat ze jood waren. Een ander voorbeeld is Sydney van den Bergh, toch niet de eerste de beste. Er zou geen vooraanstaande Hagenaar zijn geweest voor de oorlog die hem ooit aan zijn tafel noodde. Dat dcc je niet, dat was een jood. Nou dan zeg ik, wij zün geen verdraagzaam volk." — In het buitenland staan we juist bekend om onze tolerantie. Relateert u onze verdraagzaamheid aan die van bijvoorbeeld de Belgen of de Duitsers? „Absoluut niet! Ik heb wat dat betreft alleen met het Nederlandse volk te maken. De doorsnee Nederlander is volstrekt onverdraagzaam. Niet eens alleen ten opzichte van mensen met een andere huidskleur. Als ik bijvoorbeeld zie wat er gebeurt op de Veluwe ten aanzien van het naakt zwemmen, dan is dat toch ook een voorbeeld van volstrekte onverdraagzaamheid. Het moet allemaal weggestopt worden hoor. Je moet hier in Wassenaar kilometers lopen door het zand als je naar een naaktstrand wil." — U bent voorzitter van het Koningin Julianafonds, een maatschappelijke instelling die nogal wat geld heeft verloren. Hoe is dat nu precies gekomen? „Het Koningin Julianafonds heeft altijd een wat agressieve beleggingspolitiek gevoerd die teweeg heeft gebracht dat van een heel klein vermogentje, wat er min of meer vanaf de stichting was, een vermogen is opgebouwd van een honderd miljoen. Dat is nu één keer misgelopen. Er is een meneer aangetrokken, ene Melton, die met de allerprachtigste

234 referenties uit het buitenland kwam, maar die toch minder geschikt bleek te zün dan iedereen dacht. Die is in de Amerikaanse opties verder gegaan dan eigenlijk zyn machtiging reikte en die heeft behoorlijk wat verliezen teweeg gebracht. Voor de doeleinden van het fonds gaat geen dubbeltje minder besteed worden dan wanneer dit verlies niet geleden was. — Vindt u niet dat het bestuur uit dat verlies gevolgen had moeten trekken, zoals u vond dat minister Van Aardenne de consequenties had moeten trekken uit de RSVzaak? „Wanneer een minister niet meer het volle vertrouwen heeft van het parlement, vind ik dat hij weg moet gaan. Op het moment dat ik niet meer het volle vertrouwen zou hebben van het bestuur van het fonds, vind ik ook dat ik weg moet gaan." WIO JOUSTRA 1 '■ . ■ i *»w. :■■'■■■ . k^:-*to3?^ W.J. Geertsema Foto Wim Ruigrok © de Volkskrant 20 juli 1985

VVD KLAMPT ZICH VAST AAN COALITIE Nijpels verwacht debat euthanasie vóór mei k Van onze verslaggevers HAAG — VVD-fractieleider t |?'s rekent er vast op dat nog voor van me' een iLjjJfasiewet door de Tweede Kamer U In een interview, vandaag ik * Volkskrant, schuift hij alle praktil(l' en procedurele bezwaren opzij. rekent erop dat het CDA zün r. fdvoerder Borgman volgt en de van een Kamermeerderheid C*. VVD en D' 66) niet zal dwarsbo- \x kabinet besluit rond 1 oktober of 'tj| e« nog komt met een wetsontwerp. de VVD- fractieleider kan die \ '{olijke weg" snel worden bewan- V' Laat het kabinet de zaak aan de jk *r over, dan ziet hü geen probleem ï. lel een initiatief-wetsontwerp in *Hg te zetten (al of niet door verbrean het wetsontwerp van D' 66 dat ,'igt). In beide gevallen vindt Nü*tl at er geen fractiedwang mag gell«>i *°dat euthanasie een „vrije kwesft>rdt. W!e «"gemene beschouwingen op 15 \l*t zal de VVD een „bescheiden" *l eisen op tafel leggen: vijftig müfijf *!ra vo°r het midden- en kleinbe- v>jftig miljoen verlichting in de Sensbelasting voor ondernemers \. en nog niet vastgesteld bedrag voor "^n bijscholing van langdurig werk- Mï' zet dit pakket tegenover de *i| vjan het CDA, dat geen bevriezing Nte e kinderbijslag (minder op- S)g Voor de schatkist: vijftig mil;rrL n een geringere verhoging van de \gPrijs (elke cent minder scheelt 1 Hij verwacht ''ike aDinet de coalitiepartners in S" mate tegemoet zal komen. „Ook op dit punt hebben we het eerlijk delen hoog in het vaandel." In het vraaggesprek gaat Nijpels uitvoerig in op de sombere electorale vooruitzichten voor zijn partij, nog eens extra geaccentueerd door het forse verlies van de WD bij de Statenverkiezingen deze week in de Flevopolder. Hij klampt zich vast aan de coalitie en meent dat zij nog voldoende uitzicht heeft op een meerderheid in 1986. „Alleen door de steun van de VVD heeft Lubbers dit beleid kunnen voeren." Dat wordt de inzet in de campagne waarmee de WD het dreigende verlies aan kiezers wil beperken. „Allerlei zaken waar de VVD in de jaren zeventig om werd verketterd, zij nu bespreekbaar. Alle grote partijen, inclusief de PvdA, zijn richting VVD gemarcheerd." Zie ook Het Vervolg 21 september 1985

Van onze politieke redactie Lubbers krijgt op zijn ziel !ÖEN HAAG — Lubbers, die WD-kie's meer vertrouwen inboezemt dan Nïj- is' kreeg deze week in de Tweede Ka- rr op zijn ziel van nummer 51 op de |prloPige CDA-kandidatenlijst, de heer H. Krajenbrink uit Bleiswijk. De pre- pr had eerder de problematiek van de rl Gelijke Behandeling tot een „vrije pstie" in de coalitie verklaard, waar- re hij de VVD meer politieke ruimte gaf r met de linkse oppositie te pacteren. vond dat „een politieke fout" en l .erhaling deed hij uitermate kribbig tegen de l>erde partijleider. Deze moest zelfs — naar een k'ekleed verwijzend — toegeven dat hij niet de CDA-fractie had kunnen spreken. f °en de Bleiswijkse minitijger — die man komt lo°P de lange duur wel — ook daarna bleef kreeg een voor zijn doen nogal geprik- L p Lubbers de neiging om het boetekleed weer | e trekken. Geen kledingstuk hangt zo lang op j nenhofse kapstokken als deze mantel, waarin e snit sinds Kuyper niet veranderd is. Zelfs i3 Aardenne heeft hem vorig jaar december Lar enkele ogenblikken gedragen en te krap Panden jgj®l was maar een klein incident, pal na hooglo- C ,de schriftgeleerde ruzies in het kabinet over F met de VS. Maar het Lpt een interessant licht op de verhoudingen langdurig bedoelde verbond tussen CDA en Lku n tevens op

235 mentaliteitsverschillen tussen r>°ers en de bulk van de CDA-fractie. J^langrijke verschilpunten tussen de VVD en L Verrechtst CDA betreffen immateriële zaken Wet Gelijke Behandeling en euthana- L P het punt van de omroep zijn CDA en PvdA H globaal eens, dus mag het CDA steeds door- maar bij de andere twee zaken vormen L° en links een meerderheid. Dan wordt — h?ls vroeger bij abortus en andere principiële De« gebruikelijk was — de WD voorgehouden JL Pacteren met de oppositie een inbreuk is op L\Juiste coalitiegedrag. (Krajenbrink had er 1 Wat bolle teksten voor). Kleine meerderheid j ° kan de eeuwige regeerpartner CDA ook als j. 'einentaire minderheid nooit verhezen. En in j. Seval is het een kleine meerderheid van het e als partij, die de Nederlandse politiek als i^ccleel tracht op te leggen dat confessionele orgalp ties het recht moeten houden om naar seksu- Seaardheid en burgerujke staat te discriminejP* School met den Bijbel moet volgens een , een homo of hokker kunnen j ren of ontslaan, op gronden die buiten het f ?cte werkverband liggen. De grondwettelijke 'Jheid van organisaties wordt belangrijker ge- J"1 dan de even grondwettelijke en voor ment ~veel wezenlijker vrijheid van levensstijl. Deze voor de vrijheid tot discrimineren Ujkt ;°ral een uiting van kleinzielige angst voor Leemde invloeden" in organisaties die kenne* tiiet al te stevig in hun ideële schoenen staan. Jfet kabinet kwam er niet uit — vooral door J verzet van Deetman en Brinkman tegen een , "« anti-discriminatiewetgeving — en daardoor Joelen de passages in het regeerakkoord op dit ,jt. Daarmee onstond automatisch de ruimte j*r de VVD om met PvdA en D' 66 wel een voüe JJ'tiatieOwet te maken (die wonderlijkerwijs v.B niet in concept is klaargelegd). Maar het CDA >dt de vrijheid om tegen de coalitiepartner h*1 politieke dreigingen te werken, wat pas niet >r het geval is, als de zaak officieel tot „vrije sstie" is verklaard. Lubbers heeft dat — alleen namens het kabinet! — wel gedaan. Dus zou de CDA-fractie in het uiterste geval een wetsvoorstel van WD, PvdA en D' 66 alleen kunnen stoppen met een opzegging van de coalitie in het parlement. En dat kort voor verkiezingen met de gevierde premier als lijsttrekker. Vermoedelijk hoopt het CDA dat de zaak gerekt kan worden tot een nieuw regeerakkoord (met nieuwe binding voor welke partner ook). WD en PvdA zijn inderdaad (onnodig) laat, maar zelfs al zou het maken èn behandelen van. een wetsontwerp voor mei 1986 mogelijk zijn,, dan is nog de vraag op de WD wel durft door te bijten. Elders in deze krant waarschuwt minister Korthals voor het bruskeren van de coalitiepartner. De WD-flinkheid ten opzichte van het CDA is ook onder Nijpels vooral verbaal. (WD-kiezers voelen haarfijn aan dat echte winners meer vertrouwen verdienen). Echt liberaal Daarnaast is een boeiende vraag of de WD wel echt zo liberaal is op deze bij uitstek liberale punten. In de kiezersstrijd met het CDA kunnen ze tweesnijdend werken. Behoudende mensen die in 1982 Nijpels prefereerden kunnen wel een teruggejaagd worden naar het CDA. Veel conservatieven moeten van homo's, hokkers en vrijere zeden in het algemeen weinig hebben, wat tijdens de abortusstrijd vooral in de Eerste Kamer dramatisch tot uiting kwam. Ook het CDA is in deze kwesties minder monolythisch dan het zich voordoet en met name de pragmatische en tolerante instelling van partijleider Lubbers kan nog heel wat interne problemen oproepen. Voor de premier was er geen enkele politieke noodzaak om het geschil over de antidiscriminatiewet tot „vrije kwestie" te verklaren. De woede van de CDA-fractie over dit cadeautje aan de paganistische vijand laat zich wel verklaren. Het was ook een beetje woede om de „paganist" Lubbers. Al in augustus heeft ex-Kamerlid Sytze Faber in een interview op dit verschil gewezen: „Lubbers is een man die volgens mij geen enkele affectie heeft met die wat fundamentalistische ethiek en met rechts in het CDA. Lubbers doet daar niet aan mee. Waar hij gelijk in heeft. De top van de partij houdt niet echt van Lubbers, daar ben ik van overtuigd. Mensen als Bukman, De Vries, Brinkman, Van den Broek, die hebben diezelfde hunkering als de gewone christen-mensen, als de bulk van het electoraat, mensen die het benauwd hebben, die zien dat hun kinderen gaan samenwonen, de oude tradities loslaten en die daarom verlangen maar een herstel van de oude verhoudingen. Lubbers denkt niet zo, Lubbers denkt onafhankelijk, staat veel meer met zijn beide benen in de jaren tachtig."

236

Een verhelderende analyse, afgezien van een getalsmatige overschatting van het restauratieverlangen. De strijd in de katholieke kerk — mede tot uiting komend bij het bezoek van de paus — doet vermoeden dat zon restauratie slechts een beperkt deel van „de gewone christen-mensen" aanspreekt, laat staan „de bulk van het electoraat". Wel een zeer spraakmakend deel, maar om electorale redenen moet het CDA voorzichtig zijn. Cadeautje Wat Lubbers meer speelruimte geeft ten opzichte van de benepen Buk-, Brink- en Deetmannen. Maar hij moet het niet te gek maken met een cadeautje voor de vijand. De politiek kent alleen geschenken in de vorm van spierinkjes die een geretourneerde kabeljauw doen verhopen. Wanneer Lubbers wat achteloos inbreuk maakt op dit soort zeden wordt de Firma Krajenbroekeman echt boos. Het traditioneel-denkende CDA gebruikt in kwesties van zeden en leefstijl zijn macht vooral defensief, wat gezien de minderheidsposities en het hanteren van coalitiedwang voor de hand ligt. Soms krijgt men het vermoeden dat een zekere afkeer van hokkers een rol heeft gespeeld bij het maken van regelingen voor tweeverdieners en voordeurdelers, hoewel ook heel honorabele motieven van eerlijke inkomensverhoudingen meewogen, i De zaak wordt moeilijker voor het CDA, wanneer uit politieke nood naar de Staphorster Variant gegrepen zou moeten worden, wat in elke vormgeving toekenning van echte invloed (en wel voor het eerst) aan de reactionair-folkloristische splinterpartijen zou betekenen. De prijs voor het mogelijk maken van rechts regeren, zonder dat CDA en WD een meerderheid, hebben, ligt ongetwijfeld op het vlak van leefstijl en zeden. Dit klemt te meer omdat CDA en WD het dan vooral moeten hebben van de zwartste club: het SGP. Die is getalsmatig wat groter, terwijl de anderen minder betrouwbaar zijn voor een kabinet. Schutte heeft af en toe bijna links* verhalen en komt erg onafhankelijk uit de ' .„. Terwijl Leerling een evangelisch bevlogen stuntpiloot lijkt, een Veronicaschreeuwer in EO- pak. Een beetje werkbare Staphorster Variant (altijd nog ridicuul genoeg) vraagt 73 zetels van CDA en VVD samen: meer dan in de recente polls, doch voldoende om na de kabinetsformatie de heer Krajenbrink weer in de Kamer te mogen begroeten. Het is de vraag of Lubbers er veel zin in zal hebben, maar als het om de macht van het CDA en de glans van diens leiderschap gaat, zal zijn wendbaarheid niet klein wezen. Ook voor de WD zal de macht wel een kerkdienst waard zijn. De „immateriële kwesties" gaan veel WD-Kamerleden (en met name de jongere) wel aan het hart, maar ze zijn electoraal riskant en zullen als het erop aankomt verbleken naast de sociaal-economische en NATO-buit. De Nederlandse politiek doet als geheel graag principieel en half-theologisch, maar dat is meer het zondagse pak van de koopman. De strijd om de anti-discrimatiewetgeving duurt al sinds 1978 (motie-Haas-Berger) en het einde is nog niet in zicht. Voor de Nederlandse politiek met het CDA als belangrijkste machtsfactor geen ongewone termijn. Maar als men beseft hoe klein eigenlijk de groep die het tegenhoudt en hoe vanzelfsprekend het optreden tegen deze vormen van discriminatie zou moeten zijn, dan is er reden om melancholiek of erg kwaad te worden. JAN JOOST LINDNER Staatssecretaris Kappeyne van de Coppello, premier Lubbers en minister Korthals Altes tijdens het debat over de Wet Gelijke Behandeling. Foto Jan .verhard 5 oktober 1985

BINNENLAND CDA-LIJSTTREKKER GEBREK AAN MOED VERWETEN Mijpels beticht Lubbers van mikken op coalitie met PvdA Van onze verslaggever FRANEKER — CDA-lijsttrekker Lubbers heeft „de deur naar een j°alitie met de Partij van de Arbeid geopend en op een kier gezet". Hibbers heeft bovendien „kenbaar gemaakt in de verkiezingscampag"* niet in eerste instantie voor het kabinetsbeleid verantwoordelijk te jjülen zijn". Zo reageerde VVD-fractieleider Nijpels maandagavond in 'Taneker op de jongste politieke manoeuvres van minister-president Uibbers. »De WD is hoogst verbaasd over de gallende politieke keuze van de CDA- vertelde Nypels aan het J°t van een eendaags werkbezoek aan J Provincie Friesland. Op de CDA-partyraad

237 in Bussurn zaterdag maakte Lub- Jjrs duidelijk dat voor hem voortzetting "P de CDA/VVD- coalitie niet zon vanafsprekende zaak is als andere tot nu toe deden voorkomen. .Plgens hem gaat het er in de verkie**lBsstrijd van 1986 vooral om het zo- M& mogelijk kiezers winnen voor het •pA-program en daar in een formatie *Jvccl mogelijk van gerealiseerd te krij- 'Voor Nijpels komt deze stellingname JJP Lubbers bepaald niet ongelegen. De pütiek leider van de VVD heeft einde- Jj* de ruimte gekregen zich enigszins %en Lubbers, zijn grote concurrent, af * zetten. Op zijn gebruikelijke felle s°» kon hij derhalve gewag maken van Jto „verbazing" en vooral „verontwaardiging". Hij verweet Lubbers „ge;* ek aan moed", het „creëren van ongelijkheid" èn „hét weglopen voor '"•antwoordelijkheid". .Volgens Nijpels staat; „Nederland aan *e vooravond van een vah de.zvyaatsste jftpagnes van na de Twéédéi-'Wereld- Jotlog", en daarom is riet -geven van duidelijkheid aan de kiezers an het grootste hij. Dat ''dt voor hem onomstotelijk tot de con,llJsie dat CDA en VVD volledig achter et kabinet moeten gaan staan omdat J*1 „herstelbeleid" ook na 1986 moet pTdep voortgezet. CDA-lijsttrekker doet dat niet, de VVD zal dat 'I doen, meldde Nijpels. Want: „De VVD brengt een moedige l 1 eerlijke boodschap, omdat het Neder-s>id nog steeds liefheeft." Nijpels' toe, )raak deed enigszins herinneren aan ;e tijd dat in liberale kring het CDA j,°°t „onbetrouwbaar" doorging. In paneleer ging de VVD-leider niet zo *> alhoewel hij met de uitspraak dat !'<*e opstelling van Lubbers het CDA I egvoert van het kabinetsbeleid" wel I* dié richting ging. De vaststelling van j-übbers dat de verkiezingsstrijd vooral ?Jl gaan tussen hemzelf en Den Uyl Nijpels terzijde: „Ik dacht dat we zo langzamerhand af waren van de mannetjesmakerij en dat het om de inhoud van het programmatisch beleid gaat. Jammer dat ik me kennehjk vergist heb." Kerntaken Nijpels efi VVD-vice-premier Van Aar.denne die vanuit Franeker naar Bonn vertrok om daarna naar Cape CanaveraT te vliegen om de lancering van Wuho Ockëls mee te irtaken spraken zeer terughoudend over het aanstaande besluit om een aantal kerntaken af te stoten. Het stoppen met een aantal kerntaken kan alleen „in goed overleg" met de NATO, zo betoogden zij. Het consulteren Van de NATO over het schrappen van nucleaire taken mag geen inhoudsloze procedure zijn; het moet werkelijk iets voorstellen en daarbij kan niet bij voorbaat vaststaan wat de uitkomst zal zijn, aldus het liberale duo. Beiden namen stelling tegen de manier waarop premier Lubbers het spreken onmogelijk werd gemaakt tijdens de slotactie van het volkspetitionnement. Zij noemden dat „scherpstelling". Van Aardenne: „We respecteren andersdenkenden, we respecteren degenen die het volkspetitionnement ondertekend hebben. We willen met hen in dialoog blijven. Velen van hen zullen zich echter geschaamd hebben voor het optreden van een groep in de Haagse Houtrusthaïlen. Door de rug naar de minister- president te wenden maakten zij duidelijk lak te hebben aan de argumenten van het kabinet. Dat is een heel bedenkehjke situatie. Kennelijk moet voor deze groep een democratische discussie wijken voor een totalitair systeem." In een reactie op-de verklaring van premier Lubbers dat de strijd bij de verkiezingen van mei 1986 vooral gaat tussen hem en PvdA-leider Den Uyl, zei Den Uyl maandag dat Lubbers blijkbaar afziet van een mogelijk samengaan van CDA en PvdA. „Als hü zegt dat de strijd tussen hem en mij gaat, wifhij blijkbaar ook namens de VVD spreken. .En hij noemt de WD niet eens.". NIJPELS 29 oktober 1985

Boekovski Stichting en Van den Bergh voeren straatgevecht Van onze verslaggever CEES ZOON AMSTERDAM — „Ze spannen zich in voor het goede doel, maar doen dat wel op een Sovjet-manier", zegt een Rus die al jaren in Nederland in ballingschap woont. „Het zijn hardliners, die in kringen van Rusland-kenners als ongenuanceerd te boek staan vanwege hun zwart-wit denken en hun totaal on-Nederlandse manier van optreden."

238

De Boekovski Stichting heeft het moeilijk. De komst van Irma Grivnina naar Nederland heeft de stichting in het middelpunt geplaatst van een discussie over misbruik en vermeend misbruik dat politici maken van Russische dissidenten. De WD monopoliseert Grivnina en de Boekovski Stichting laat zich voor dat karretje spannen, vindt PvdA- Kamerlid Van den Bergh. „Het wordt een WD-clubje", verklaarde Van den Bergh, „meer een anti- communistische dan een pro-mensenrechtenorganisatie." De stichting reageerde furieus. Van den Bergh werd terstond uit het comité van aanbeveling gezet, een reactie die de spiraal van aanvallen over en weer omhoog joeg. Stichtingleider Henk Wolzak heeft dinsdag nog de grootste moeite een reeks beschuldigingen aan het adres van Van den Bergh te onderbreken. In het informatiecentrum in Amsterdam, dat sinds twee jaar draait onder de naam Tweede Wereldwinkel, wil hij alleen de uitstoting van Van den Bergh relativeren: „Hij zat niet in het bestuur of zo, alleen maar in het comité van aanbeveling. Het schrappen van zijn naam heeft geen enkele juridische of formele status. Het is niet zoiets als uit de PvdA gestoten worden. In het comité word je niet benoemd, je kunt je er niet voor aanmelden. Je wordt gevraagd om met je naam reclame te maken voor onze zaak. Na de uitlatingen van Van den Bergh heeft de dagelijkse leiding, waarvan ik de eindverantwoordelijkheid heb, besloten geen reclame meer met zijn naam te maken." Het lijkt een wat overspannen reactie, die door de Russische balling „lachwekkend" wordt genoemd en die Van den Bergh de opmerking ontlokte: „Ik denk dat meneer Wolzak een beetje te veel heeft gekeken naar het land waar hij zich mee Bezig houdt." Wolzak vindt het onzinnig te stellen dat hij geen kritiek duldt: „ledereen mag kritiek leveren, maar zeggen dat wij er Sovjet-methoden op nahouden gaat te ver. Het zou een vorm van geestelijk masochisme zijn als we Van den Bergh het touw zouden leveren om ons op te hangen." Mensenrechten De freelance-journalist Wolzak publiceert sinds 1968 over Oost-Europa. In 1971 richtte hij het Boekovski Comité op, kort na de arrestatie van de dissident Vladimir Boekovski. De kleine groep mensen richtte zich op de mensenrechtensituatie in de Sovjet-Unie, vormde later de Boekovski Stichting en verzamelde voor het comité van aanbeveling een veertigtal namen onder wie Soetendorp, Wiesenthal, Ed van Thijn en de leiders van de grote fracties in de Tweede Kamer. Het verschaffen van informatie over de Sovjet-Unie hjkt nu even ondergesneeuwd door de rellerigheid in eigen kamp. De opgewonden rokende Wolzak raakt niet uitgepraat over Van den Bergh: „Twee weken geleden hebben we nog met hem gepraat, toen had hij geen kritiek. Wij hebben hem steeds bij onze acties betrokken, juist omdat we weten hoe gevoelig hij is. Maar we hebben weinig aan hem. In 1983 zou hij de hoofdspreker zijn op onze jaarlijks Sacharov-congres, maar hij kwam niet opdagen. Dit jaar zou hij de leiding van het congres hebben, kreeg hij weer alle kans in de schijnwerper te staan, maar hij zegde af. Toen hebben we mevrouw Van Heemskerk van de WD op het laatste moment gevraagd. Beweren dat we een VVD-club zijn is dan wel erg hypocriet." De bron van Van den Berghs uitlatingen is evident, aldus Wolzak: „Hij heeft toch een hele grote duim? De Boekovski Stichting zou zich volgens hem met de mensenrechten in de hele wereld moeten bezighouden. Dat is een staaltje onzindelijk denken. Wij verwijten het Zuidelijk Afrika Komité toch ook niet dat ze niets aan de Sovjet-Unie doen? Het is een typisch Nederlandse, dorpse discussie." Kruisraketten Niet alleen laat de Boekovski Stichting zich niet voor partijpolitiek misbruiken, volgens Wolzak heeft Ed Nijpels van de komst van Grivnina ook geen privé-show gemaakt, waarbij bijvoorbeeld CPN-fractieleider Brouwer werd buitengesloten: „Nijpels heeft zich zeer voor haar ingespannen. En op Schiphol was Dolman toch ook aanwezig? Van den Bergh moet de WD niets verwijten, de PvdA moet bij zichzelf te raden gaan. Kijk, ik wil niet de indruk wekken dat ik namens de VVD spreek, maar juist Nijpels en Voorhoeve hebben er steeds op aangedrongen dat de kwestie Grivnina Kamerbrede aandacht zou krijgen." Wolzak vindt het uitermate kwalijk dat Van den Bergh „de naam Grivnina heeft laten vallen in verband met de plaatsing van kruisraketten. Dat is misbruik voor partijpolitieke doeleinden".

239

Een opmerking waarover het Kamerlid op zijn beurt weer verbolgen raakt: „Nijpels heeft in een debatje Grivnina gebruikt als argument voor plaatsing. Ik wist niet wat ik hoorde. De Boekovski Stichting heeft nagelaten hierop te reageren. Maar de laatste anderhalf jaar bestaat in mijn fractie al veel ergernis over de opgewonden toon in publikaties van de stichting en over het feit dat ze niet ingrijpen in pogingen van de VVD dissidenten te monopoliseren." Het claimen van dissidenten, voor eigen politiek gewin, gebeurt niet in Nederland, zegt Wolzak. Zelfs Van den Bergh doet het niet, stelt hij met enige tegenzin vast: „Die houdt zich intensief bezig met Sjtsjaranski. Ik zeg toch ook niet dat hij er met Sjtsjaranski vandoor gaat?" De nu ontstane heibel lijkt veel op het rollebollen waarin landencomités dikwijls verzeild raken bij een intern conflict: beschuldigingen over en weer van ordinair gedrag. De schade voor de stichting is moeilijk te peilen, denkt Wolzak: „We hopen maar dat de mensen er een nuchter oordeel over hebben, dat ze begrijpen dat het geen fundamentele zaak is, maar een ordinaire, ondermaatse manier om Ons onderuit te halen. Het doet denken aan een straatgevecht." Van den Bergh: „Het is een hysterische reactie van Wolzak, die de aandacht van de zaak zelf afleidt." Het gedrag van de Boekovski Stichting past een beetje in de sfeer die sommige buitenstaanders al enige tijd bij de club menen te signaleren. De Russische balling: „Ze moeten met bepaalde boze geesten zaken doen en dat kan alleen op deze manier. Tegelijk hebben ze hier te maken met andere mensen en ze begrijpen niet dat je die niet met dezelfde intonatie tegemoet kunt treden. „Duidelijk is ook dat de mensenrechten geen paradepaardje alleen voor de PvdA meer zijn. Rechts vindt de dissidenten veel te mooi om alleen links daarmee aan de gang te laten gaan. Te meer daar dissidenten per definitie rechts zijn. Ik heb dat wel eens de tragische schizofrenie van de dissident genoemd: je kunt als balling niet met rechts praten, want die mensen zijn niet geïnteresseerd. Links is wel wat, maar daar kun je niet mee praten omdat je zelf niet links bent." Henk Wolzak: „ Het claimen van dissidenten, voor eigen politiek gewin, gebeurt niet in Nederland." Foto Dinand van der Wal 11 december 1985

★ Ook in Vrij Nederland luchtte DRS R. GROOTHOFF, VVD-fractievoorzitter in de Amsterdamse gemeenteraad, zijn hart over de landspolitiek. Ook hij was voor zijn functie op een onverkiesbare plaats gezet, ook hij richt zich in het bijzonder tot een persoon: landelijk VVD-fractievoorzitter Ed Nijpels. „Nijpels is zo langzamerhand dolgedraaid, naar ik verneem. Hij kan er, naar het schijnt, psychisch niet meer tegenop. Als het veel langer duurt, wordt hij dus echt gek. (...) Persoonlijk denk ik dat hij tegen een forse overspanning aanzit." Groothoff ziet wel parallellen met Salomons, al vindt hij dat zij zich 'grofstoffelijker' heeft uitgelaten. Verbaasd reageert hij op de vraag of hij niet wat fel was: „Vind u? Wie mij beter kennen vinden dat ik me nogal rustig heb gehouden. Ik krijg nog steeds reacties, schriftelijk en mondeling, en niet één was negatief. Burgemeester Van Thijn heeft mij persoonlijk gezegd dat hij het een uiterst chique manier van reageren vond, al weet ik niet of hij dat in de krant wil hebben. Van Nijpels heb ik niets gehoord. Hij heeft een bestuurslid uit ons district gevraagd mij te laten weten dat hij geïrriteerd was. Maar dat bestuurslid heeft Nijpels gezegd dat hij zelf de telefoon kon pakken. Dat heeft Nijpels niet gedaan." 4 januari 1986

TEN GELEIDE Gerommel IN HET TOCH al langademige politieke feuilleton over de euthanasiewetgeving heeft WD- fractieleider. Nijpels een nieuw hoofdstuk geopend- Een „verzoenend gebaar" tegenover Lubbers—door deze meteen als „constructief' geprezen — dat er vooral op neerkomt dat de WD-fractie niet meteen doorstoot naar de parlementaire aanvaarding van het D66- initiatiefwetsontwerp. Wat het CDA in ruil daarvoor moet doen, wordt niet erg duidelijk. Er is sprake van het afzien van politieke „blokkades", ook na de verkiezingen, en van een volle vrijheid voor individuele fractieleden te stemmen voor het wetsontwerp dat hun voorkeur heeft. Lubbers heeft echter bij alle vriendelijke taal over Nijpels' voorstel geen

240 beloften op dat punt gedaan en het is zeer de vraag of de WD-fractieleider daar een hard punt van maakt Een halfzacht rommelsfeertje dus, waarin Nijpels niet duidelijk maakt of hij nu een beetje of helemaal aan het capituleren is voor de ongehoorde druk die het CDA nu al vele weken op de WD uitoefent In ieder geval een knoeierige manier van politiek maken. Als de heren onnodige deals willen sluiten, laten het dan in ieder geval heldere en goed geformuleerde deals zijn. Nijpels deed zijn voorstel om de patstelling te voorkomen die zou ontstaan wanneer het kabinet — dus Lubbers — mede-ondertekening (het contraseign) zou weigeren van een door beide Kamers van het parlement aanvaarde D66-initiatiefwet Een curieuze redegeving. De WD-fractieleider laat bij voorbaat zijn pootjes har gen omdat de regeerpartner wel een democratisch zeer bedenkelijk zoi kunnen handelen. Nijpels is kennelijk bang bü he CDA al te zeer uit de gratie te raken en tegelijk voelt hij in zijn partij & druk van oudere liberale strategei die de WD-eigenzinnigheid van d< laatste maanden met klimmend onge noegen hebben gezien. Aan de ander* kant wil Nijpels kennelijk niet inhou delijk omzwaaien, na alle lof die ziji fractie bij herhaling over het D 66 initiatief heeft uitgesproken. De procedurele methode die NijpeL kiest wekt vooral de lachlust op. Hei D66-initiatief moet vóór de eindstem ming opnieuw naar de Raad van State terwül de overal afgewezen „proeve" van het kabinet een echt wetsvoorstel moet worden. Dit om het CDA te binden aan de wenselijkheid van wetgeving, en de schijn op te houden dat er straks gelijkwaardige alternatieven bü het parlement liggen. Daarna zal de VVD toch nog voor het D66-initiatief kiezen en dan maar, hopen dat het CDA bü de formatie geen blokkade uitoefent. Als dit alleen maar hoop blijft, is er sprake van een complete en beschamende WDcapitulatie op termijn, een bangelijke aftocht achter een procedureel rookgordijn Pas wanneer Nijpels harde beloften s krijgt van het CDA over de politieke e vrijheid van de WD-fractie na de ver-1 kiezingen, stelt zün „compromis" nog» iets voor. Maar zelfs in dat geval is het - een staaltje van politieke vervuiling r dat zonder inhoudelijk bezwaar ach- > terwege had kunnen bhjven. 28 februari 1986

TEN GELEIDE Wiegel VVD-leider Nijpels heeft zijn voorganger Wiegel voorgedragen als minister van Binnenlandse Zaken, ter opvolging van de overleden minister Rietkerk. Dit wordt een opzienbarende benoeming, nadat enige formaliteiten zijn vervuld. Want er is natuurlijk wat meer aan de hand dan dat de Friese commissaris van de koningin een paar maanden invalt om zijn bestuurlijke ervaring uit te lenen ten gunste van het departement en de begrotingsbesprekingen. Met grote nadruk wordt van alle liberale zijden ontkend dat hier sprake is van een terugkeer in de nationale politiek. Wiegel zou het retourtje Leeuwarden in de vestzak hebben. Maar het zou vreemd zijn wanneer Wiegel op 21 mei —nog niet eens halverwege de begrotingsbesprekingen— weer minister-af zou wezen. Een demissionair ministerschap tot het optreden van een nieuw kabinet ligt voor de hand. Welnu, de fysieke aanwezigheid in Den Haag van de ex-VVD-leider tijdens de verkiezingscampagne en met name tijdens de kabinetsformatie is al een politiek gegeven van aanzienlijk belang. Te meer nu Nijpels in de politieke strijd om de euthanasiewetgeving gedwongen is tot een meer CDA- gedienstige koers, zoals ook openlijk bepleit door Wiegel. Het ligt voor de hand dat Wiegel die koers gaat bewaken — daarbij tegelijk het fDA effectiever tegenspel gevend — en dat die bemoeienis zich in de formatie zal uitstrekken tot het hele WD-beleid. Een bemoeienis die te zwaarder zal zijn naarmate Nijpels' positie door de verkiezingsnederlaag nog verder zal zijn verzwakt. Wiegel in Den Haag betekent een WD in de lang ontbeerde teugels. Natuurlijk, Wiegel wil straks weer terug naar Leeuwarden, maar je weet nooit hoe er op het eind van een formatie grote behoefte kan bestaan aan een stevig liberaal vice-premierschap annex partijleiderschap dat het gezwabber van de afgelopen jaren beëindigt. De druk op Wiegel zou wel eens zo groot kunnen worden dat hij in gemoede het gedachte nationale belang zal moeten verkiezen boven het Friese. Zulke wendingen kunnen wel eens bij toeval ontstaan. Uiteraard is Wiegels komst naar Den Haag een beschadiging van Nijpels' lijsttrekkerschap.

241

Toch is het verstandig van de WD om — ook al zou het tijdelijk zijn — weer eens wat beter poÜtiek leiderschap naar Den Haag te halen. Want met het hilarisch gebroddel en het intern langs elkaar heen fietsen van de laatste jaren is (behalve wellicht de CDA-arrogantie) niets of niemand gediend. 5 maart 1986

TEN GELEIDE VVD-stoelendans NIET Wiegel (die koude voeten kreeg), maar VVD-Kamerlid De Korte wordt minister van Binnenlandse Zaken ter opvolging van de overleden Rietkerk. Een merkwaardige keus. De Korte is bepaald geen slecht politicus en zeker deskundig op financieel-economisch terrein, maar op de meeste belangrijke beleidsgebieden van Binnenlandse Zaken heeft hij zich niet of nauwelijks bewogen. De argumentatie die by de beoogde (tijdelyke) overstap van Wiegel gold, is nu ineens door de VVD verlaten. De partij beschikt naast Wiegel over een aantal ex- bewindslieden van Binnenlandse Zaken en over diverse parlementaire specialisten op dit terrein. Maar nu gaat het ineens om de financiële onderhandelingen met de ambtenaren en de begrotingsbehandeling. Een stoelendans met wisselende deuntjes. Dit onderstreept nog eens hoe partijpolitiek de hele manoeuvre met Wiegel was. De Friese commissaris van-de koningin moest de orde in de WD-tent herstellen en een belangrijke rol spelen by verkiezingen en vooral formatie. Nu dat niet doorgaat wordt dit ministerschap oneigenlijk gebruikt voor financieel-economische VVD-belangen in de coalitie. Een overschakeling naar opportunisme op kleinere schaal. Inmiddels hebben Nijpels èn Wiegel zich geblameerd met hun mislukte poging om het VVD-leiderschap tijdelijk te versterken terwijl het Leeuwardense fluweel onbezet moest blijven. Zij hebben zich vergist in de Friezen, heet het nu, maar zij hebben ook de bezwaren onderschat in Den Haag (Lubbers!) en in het land tegen minister worden èn de Leeuwardense post openhouden. Vermoedelijk was de switch nog wel te doen geweest. Wiegel had dan ontslag moeten nemen als commissaris van de koningin en moeten riskeren dat de minister van Binnenlandse Zaken in het volgend kabinet een ander benoemde — mede rekening houdend met Friese gevoelens. Want een Wiegel die als demissionair minister zichzelf te Leeuwarden herbenoemt, of enkele dagen eerder als minister aftreedt om vriend Korthals Altes dat te laten doen, zoiets was natuurlijk geen gezicht geweest. We mogen toch hopen dat de VVD by het stoelendansen niet alle schaamte voorbij is. Wiegel heeft zulke risico's niet willen lopen. Op zich begrijpelijk, maar dan was de hele operatie van meet af aan een uiterste wankele, waar de beide VVD- staatslieden op zyn minst veel tactvoller mee om hadden moeten springen. Nijpels is weer eens afgesprint op zyn volgende zeperd en Wiegel heeft een groot deel van de rit hygend meegedaan. Het is en blijft droef gesteld met het VVD-leiderschap. 10 maart 1986

Den Uyl: „Dit is een meeslepende en verrukkelijke avond” Van onze verslaggevers AMSTERDAM — De sociaaldemocraten hebben voor de gelegenheid het Stedelijk Museum in Amsterdam afgehuurd. De enige I°g te krijgen ruimte of een kwestie van cultuurgevoel? De PvdA niet bekend als een partij die ■Makkelijk een feest viert, maar Woensdagavond ging het als van*lf „Amsterdammers, dit is in 511 e opzichten een meeslepende eo verrukkelijke avond. Vier jaar kleden werd Nederland overspoeld door een rechtse golf. Dit is ?e dag dat de PvdA groot en sterk * teruggekomen", aldus een glorende Den Uyl. Om acht uur komt de uitslag van En- De PvdA wint er twaalf procent 80 komt in totaal op veertig. Een oudere ""n uit Enschede mag op de uitslag Hü noemt zichzelf „een van de textielstaking van J_|2". De kaholieken en liberalen heb-0611 hem toen in de hoek getrapt. Hü is !>°nnoemelük bhj met deze overwinning * de strijd tegen het kapitalisme". Maarten Van Traa ontpopt zich als waar entertainer die voor een groot ••"bliek de cüfers van een loting bekend ["ag maken. Hü probeert de spanning op te bouwen. Noemt eerst verliezers en jkbruikt veel tussenzinnen, voordat hü 116 cyfers van de PvdA onthult. Vooral als de verrassend hoge score *oor de sociaal-democraten in Maasfticht bekend wordt, komt lüj los. „Daar 111 bet zonnige zuiden, in Maastricht, v"aar gouverneur Kremers op twintig Pr°cent voor ons had gerekend, daar de PvdA büna veertien procent jonnen. We staan daar nu op 39,4 Procent."

242

De zaal reageert met applaus °P de cyfers. Van Traa glundert. , Rond negen uur komt lijsttrekker r°P den Uyl het StedeUjk binnen. Ook stelt handenwrijvend vast dat „de Gouverneur en zün volk" in Maastricht £« een aanmerkeüjk grotere PvdA£ ctie mdc raad te maken krügt. De die zün partij nu behaalt zal, *cent Den Uyl, „mits we geen stommi- !e»ten uithalen", zeker worden vastgehouden tot 21 mei. Uyl stelt zich terughoudend op r 5 de mogelijkheid ter sprake komt dat in Amsterdam en steden alleen zouden kunnen „regeren", als ze beschikken over absolute meerderheid. Den Uyl stelt U*1 dat „een zaak is die helemaal door de P'aatseUjke politiek moet worden betaald.'' Samenwerking met andere partijen, *ei brede basis, prefereert hij. „We kijken hoe we de jongenlui kun- gebruiken. Als je met de andere "•"tijen iets kunt bereiken, moet je het ***er niet laten". CDA: Polls kloppen ÜBN HAAG — Tijdens de campagne j/as het vooral holadijee, hoempapa, van Brabantse snit. De verkiezingsbijeenkomst van het CDA in het Haagse Pulchri (ongeveer zo groot als de toiletafdeling van de Brabanthallen) stak daar maar magertjes bü af. Zoveel reden tot gejubel was er dan ook niet. Het was wel druk in Pulchri maar niet gezellig druk, zoals dat dan heet. De vele blozende hoofden waren veeleer een gevolg van de opeenstapeling van menselijk vlees dan van de uitkomst van de stembusgang. De organisatie had büjkbaar al een beetje rekening gehouden met een dergeüjke atmosfeer. Het ingehuurde Balkan-strijkje zorgde voor stemmige huüerige vioolmuziek. Maar als de stemming dan werkehjk tot een dieptepunt Ujkt te zakken (hoewel, zo dramatisch is het verlies van het CDA ten opzichte van vier jaar geleden niet) is daar altijd nog Lubbers. Wanneer de CDA-üjsttrekker van Brouwershaven, Rumpt en Schoonlo, die naast al die beslommeringen nog tijd weet te vinden voor een premierschap, het pand aan het Haagse Lange Voorhout betreedt gaan de handen toch nog even op elkaar. Er is dan ook geen reden om te treuren, legt Lubbers aan de byna ingedommelde of door flauwtes overvallen pers uit. Om vervolgens op de hem bekende wyze een soort van cryptogram uit de hoed te toveren: „We hebben iets verloren maar ten opzichte van de Kamerverkiezingen van 1982 gewonnen. Waar zit dan die winst hè. De polls kloppen en gevoelsmatig zeg ik dat het in zekere zin verrassend is dat de polls bhjken te kloppen." ' Wat is Lubbers het meest opgevallen? „De PvdA is duideüjk een grote steden partij geworden. Verder vind ik het verrassend dat klein links zo ineen schrompelt". En terwül de premier met een half uur de verrichtingen van Juventus en Barcelona volgt: „De oppositie gedut niet zozeer dat de coalitie is weggespeeld. We zijn heel aardig op weg naar de doelstelling van 50 Kamerzetels voor het CDA en 30 voor de VVD. Ik voorspel een boeiende campagne. ledereen houdt de vaart erin want de PvdA zegt vanavond, prima, vtij zeggen ook, prima, en de VVD zegt, nou het valt nog wel mee". Alle zalvende woorden ten spijt, de CDA-voorman slaagt er niet in Pulchri nog in een bruisende parochiezaal om te toveren. Terwijl staatssecretaris Van der Reijden het bezoek met de ene na de andere anekdote vermaakt (het televisie-programma over de verkiezingen vermag hem zo te zien maar weinig boeien) staat partijvoorzitter Bukman wat zieligjes naar een pilsje te staren. Is het misschien mogelijk de partijvoorzitter enige woorden te ontlokken? „Straks, over een paar minuten, even de uitslagen beküken". Een kwartiertje later, kan het even? „Nog even zien hoe het landelijke beeld nu is". Een confessionele politicus bnjft altijd op het Godswonder hopen. Een paar jeugdige partijgenoten van Bukman niet. Hun rooie koppen steken prachtig af bü de felgele sweatshirts met daarop de tekst: ,Join the winners!" (een treffende samenvatting van de christen-democratische idealen). Een van hen: „Ik ga naar huis om me te verkleden". VVD: Valt mee AMERSFOORT — WD-fractievoorzitter Nüpels .is teleurgesteld over de verkiezingsuitslag maar hü constateert een trend omhoog als de cijfers worden afgezet tegen de laatste opiniepeilingen. In een voorlopige reactie — halverwege de verkiezingsavond — zei Nijpels dat het verlies van het CDA hem tegenvalt. „Dat is een tegenvaller voor de coalitie als geheel." Nijpels erkende dat de coalitie gevaar loopt de meerderheid te verhezen. „Dat

243 betekent dat de kiezer gewaarschuwd is. Als de coalitie de meerderheid verliest komt de regering met de Partij van de Arbeid en dat betekent dat de resultaten van het herstelbeleid naar de prullebak worden verwezen", aldus Nypels. Volgens Nüpels moet de kiezer wakker worden geschud want het risico dat de coalitie verliest is aanzienhjk. „Dit was de eerste krachtproef, de Tweede Kamerverkiezingen is de tweede en echt krachtproef." Nüpels vreest dat het beleid van het kabinet Partij van de Arbeid/CDA stukken zal afwijken van het huidige beleid. „En dat is desastreus". Waar Nijpels een nauwelijks aangeslagen indruk maakt, ziet een jonge fractiemedewerker van de VVD naar de eerste uitslagen die de televisie presenteert met verbijstering aan. „Valt mee, valt mee, valt mee, valt mee, valt mee", spreekt hij zichzelf moed in. Met de topjes van duim en wüsvinger tegen elkaar maakt hü het oké-teken. „Moeten we hierom huilen?", vraagt een Amersfoortse VVD-ster aan het Kamerlid Terpstra als de televisie een verhes van vü'f percent meldt. „Welnee meid, het valt reuze mee" en Terpstra baant zich een weg naar de bar. Tegen acht uur loopt Nijpels vluchtig door de gang naar een van de achterkamertjes. Hü is opgewekt. „De grote klapper blyft uit hè", roept hij over zijn rug naar een paar journalisten. Later op de avond zegt hij teleurgesteld te zyn, maar op zijn gezicht staat opluchting te lezen. Het had erger kunnen zyn. Niet de coalitie moet zich volgens hem gewaarschuwd weten, maar de kiezer. „We zün goed in de eindsprint", zegt het WD-Kamerlid Linschoten luchtig, zyn collega Franssen vmdt dat de WD zich twee opdrachten moet stellen: „De coalitie moet bü de Kamerverkiezingen minstens 79, 80 zetels halen. En de afstand tussen CDA en VVD kan niet te groot zün, want anders is de coalitie instabiel en dat is gevaarlijk voor een kabinet". Hoe groot de afstand in zetels maximaal mag zün, weigert Franssen aan te geven. „Laat ik dat maar niet doen". Om de büeenkomst op te fleuren is ook het Amersfoortse promotieteam van de VVD aanwezig: dertien jonge garnaaltjes („stoeipoezen" wordt aan de bar gemompeld), waarvan de meesten nog niet eens stemgerechtigd zijn. Ze zün gestoken zilverkleurige maan pakjes met de wervende VVD-tekst: Als je toekomst je hef is. „Die stickers kun je er later afhalen", vertelt de zestienjarige Tanja Hamringhausen uit Amersfoort. „En dan hou je een mooi pak over dat honderdtachtig gulden waard is." De meisjes kregen voor hun promotie-activiteiten, die meestal op zaterdag plaatsvonden, niet betaald. In De Flint toont WD-minister Winsemius zich uiterst rustig, op het flegmatische af. Dat fractievoorzitter Nijpels de kiezer voor de laatste keer gewaarschuwd heeft kan hij wel begrijpen. „Het kan met de landelijke verkiezingen kantje boord worden, maar als we een slagje beter scoren zijn we er." Hy vindt niet dat behalve de kiezer ook de coalitie zich gewaarschuwd moet weten. „Ik zit vrijdag heus niet onrustiger in de ministerraad. Gezien de opiniepeilingen van de afgelopen tijd is de uitslag best." D66: Wedergeboorte AMSTERDAM — In de Wintertuin van Hotel Krasnapolsky in Amsterdam begint het pas om kwart over negen een beetje op een verkiezingsbijeenkomst te lijken. Daarvóór wanen wü ons in een nieuw trendy Amsterdams etablissement Een jonge jazzy-funk band probeert vergeefs enige stemming te creëren. D66-fractievoorzitter in de Tweede Kamer Engwirda, de man op de achtergrond na Van Mierlo's come back, houdt voor de TV-camera een pep-talk: Een fantastische dag enzovoort. We waren büna nergens meer en nu dit resultaat. Van Mierlo rept later van een „wedergeboorte". En zet vervolgens de toon voor de komende verkiezingscampagne: „We worden geboycot en dat is een onderdeel van de politieke cultuur, waar tegen wü ons verzetten. Het is dus D 66 tegen de grote drie partijen". Tegen die tijd zün ook de stemmen van de eerste honderd Amsterdamse stembureaus, er zün er 450, geteld. Grote winst voor de Partü van de Arbeid, verhes voor het Progessief Akkoord, D 66 heeft 6,1 procent van de stemmen. Doorgerekend betekent dat één zetel meer in de raad. Beschaafd gejuich. De nieuwe lijsttrekker Riek ten Have glundert. Zyn voorganger, Wolffensperger, was al goed geluimd. Zyn overstap naar de Haagse politiek

244 lijkt zeker. De Wintertuin bruist alsof de partij zich heeft verdubbeld. Champagne open. Hup, ertegenaan, riep de band. Nijpels, Evenhuis en Winsemius (van links af) kijken hoe PvdA-kandidaat Kok op de tv commentaar geeft de verkiezingsuitslagen. De WD kwam bijeen in De Flint te Amersfoort. Foto Daniël Koning - de volkskrant Semeester Vos van Utrecht zit geknield op de grond om stemmen te tellen. Foto't Sticht PvdA-leider Den Uyl volgt op een televisiescherm de verkiezingsuitslagen. Foto Jan Evernard Voorzitter Kohnstamm van D 66, de Amsterdamse wethouder Wolffensperger en lijsttrekker Van Mierlo (van links af) luisteren op de radio naar de verkiezingsuitslagen. D 66 had een bijeenkomst in het Amsterdamse Krasnapolsky. Foto ANP 20 maart 1986

Rijk vergoedde Nijpels 10 mille aan taxikosten Van onze verslaggever DEN HAAG — WD-fractieleider Nüpels heeft tijdens de kabinetsformatie van 1982 tienduizend gulden aan taxikosten gedeclareerd bij het rijk. De Algemene Rekenkamer spuit in haar dinsdag verschenen jaarverslag kritiek op deze uitgavenpost van de overheid en vraagt zich af of hier wel sprake geweest is van gepaste zuinigheid. De Rekenkamer zegt in het jaarverslag dat tijdens de formatie van het kabinet-Lubbers in totaal achttienduizend gulden aan taxikosten is gedeclareerd door Kamerleden. Van die kosten nam één Kamerlid (van wie in het verslag de naam niet wordt genoemd) in een periode van vier weken tienduizend gulden voor zijn rekening. Nijpels is het enige Kamerlid dat precies vier weken bü de formatie betrokken is geweest. Dat was in de periode dat CDAer Scholten als informateur optrad. De WD-fractieleider was dinsdag niet bereikbaar voor commentaar. Zijn woordvoerder bevestigde echter dat Nijpels zich tijdens de formatie veelvuldig per taxi van zijn woonplaats Bergen op Zoom naar Den Haag heeft laten vervoeren. Van declareren is, zo zegt de woordvoerder van de WD-fractie, echter geen sprake geweest. Het vervoer per taxi was een door de informateur aan Nijpels ter beschikking gestelde faciliteit. Drs W. van der Zanden, secretaris van de Algemene Rekenkamer, hield echter staande dat de Rekenkamer wel degelijk op een declaratie was gestoten voor taxikosten ten behoeve van een Kamerlid. „Ik sluit niet uit dat dit Kamerlid faciliteiten zijn aangeboden. Daar zal best over zijn gesproken met de informateur. Maar dat wast niet weg dat er veel meer kosten in rekening zijn gebracht dan andere Kamerleden hebben gedaan", aldus Van der Zanden. De Rekenkamer heeft kritiek op de uitgaven, omdat zij voor een groot deel betrekking hebben op woon-werkverkeer. Dat is dubbel op, omdat Kamerleden voor deze onkosten al een vergoeding ontvangen. Van de door Nijpels gemaakte taxikosten van tienduizend gulden had 1100 gulden betrekking op reizen met anderen. Premier Lubbers zegt in zijn reactie op de opmerkingen van de Rekenkamer dat deze kosten, gelet op de werkwijze bij formaties, niet of nauwelijks beheersbaar zijn. Meer over verslag Rekenkamer op pagina 7 26 maart 1986

Dat is waar we eigenlijk naar streven: dat ze opkrassen Opland tekende de memoires van Gijs van Aardenne. Peter van Straaten maakte van het politieke bedrijf een gezellige gangstergeschiedenis. „Er komt echte penose in het dorp. Het dorp begint grote-stadsneigingen te krijgen." Ineke Jungschleger tussen twee tekenaars die het van hun kwaadheid moeten hebben. EN HET GESCHIEDDE in die dagen dat een kleine oligarchie van oliemannen, grutters en winkeliers in ijzerwaren en elektrische artikelen het in Nederland voor het zeggen had... En diverse lijsttrekkers door den lande trokken, al trekkend aan hun lijsten ... want er waren verkiezingen in zicht. Zo begint het zojuist verschenen boek Mijn memoires door Gijs van Aardenne, opgetekend door Opland. In dezelfde week arriveerde in de boekhandel Dejanboel (Een gezellige gangstergeschiedenis, opgetekend door Peter van Straaten ter ondersteuning van de verkiezingen in 1986).

245

Opland (57) tekent politieke prenten voor de Volkskrant en De Groene Amsterdammer, Van Straaten (51) voor Het Parool. Ze kennen elkaar — van Amsterdamse feesten en Amsterdamse café's — al dertig jaar. Küken bij het opslaan van de krant uiteraard meteen naar eikaars werk, licht bevreesd de vondst aan te treffen die net die dag in het eigen hoofd opkwam. Opland, die zijn eerste -politieke prenten maakte in 1947, herinnert zich hoe eenjaar of twintig geleden Peter van Straaten, die zijn brood verdiende als illustrator, op een feestje naar hem toekwam en hem meedeelde: „Ik ga me ook op jouw terrein bewegen". „Ik denk dat ik toestemming vroeg", zegt Van Straaten. Opland: „O, lag dat zo? Nou ja, ik vond het al heel wat dat je het meldde." — Waarom wordt iemand politiek tekenaar? Opland: „Ik denk dat wij zelf afgeleide politici zijn. Net zoals je zelf een schaker moet zijn om over schaken te schrijven." Van Straaten: „Ik was nooit van plan me met politiek te bemoeien, maar op een gegeven moment gebeurde het gewoon. Uit kwaadheid. Dat is de drijfveer om politieke prenten te maken: kwaadheid." Opland betuigt zijn instemming: „Zonder kwaadheid kan het niet." Mochten Joop den Uyl en de zijnen aan de macht komen, dan kunnen zy zich verzekerd weten van op zn minst twee scherpe waakhonden, zo begrijpen wij uit het door elkaar heen roepen van de beide heren. Peter van Straaten heeft lange tijd de politiek teruggebracht tot de kleinschaligheid van 'het dorp. De 'gezellige gangstergeschiedenis' die het politiek bedrijf van de laatste twee kabinetten opleverde, situeert hij echter in een stad. („De stad verloederde... Onder het welwillend oog van de opperkassier... werden de mensen één voor één uitgekleed, zonder dat zij het merkten... tot de crisis toesloeg"). — Waarom heb je de kleinschaligheid van het dorp losgelaten? Van Straaten: „Ik was het spuugzat. Ik vond het zo kinderachtig worden om steeds alles te vertalen. Een minister van Buitenlandse Zaken was dan weer de directeur van het VVV-kantoor... Bovendien was ik zo vreselijk op Van Agt uitgekeken. Ik werd echt gek van die man." Opland: ,Ja, je kan gek worden van het almaar weer moeten tekenen van die mensen die hun periode uitzitten. Zelf probeer je een kabinetsinelkaarvalling te forceren, maar dat lukt je helaas niet altijd als politiek tekenaar. Dat is toch waar we eigenlijk naar streven: ze alle poten onder hun lijf wegzagen." Van Straaten: „Zeker, het streven is om zon prent te maken dat ze niet anders kunnen concluderen dan: nu moeten we maar opkrassen." Opland: „Maar soms laten we ze ook zitten. Vanwege onze broodwinning kunnen we ze niet helemaal wegzagen." Van Straaten: „Ze worden vaak populairder door ons." Opland: „Dat is het tragische ook weer." Van Straaten: „Van Agt is door ons allemaal de lucht in getekend." Opland: „Is dat wel zo? Volgens mij heeft plaats van geholpen." Opland: „Dat wordt een reclametekst voor Nijpels. Daar ben ik tegen hoor, in de Volkskrant." De enige die zij beiden regelmatig tegenkomen is Van Mierlo, omdat hü in dezelfde café's komt als zy. Opland: „Hij biechtte mü eerlijk op dat hy het vreselijk vond om zo karikaturaal getekend te worden. Volgens mij komt dat bij een aantal anderen ook zo aan, maar bijten die liever hun tong af dan daar voor uit te komen." Van Straaten: „Van Mierlo heeft het tegen mij ook gezegd. Hij vond het bijna zondig, zei die." — Zondig? „Zondig ja, dat zei die. 'Ik vind het bijna zondig dat je een gezicht zo vervormt.' Zijn eerste reactie is: dat mag niet, dat mag niet." De spanning van de weken voor de verkiezingen is voor hen beiden inspirerend, maar ze zijn het er over eens dat 'de mensen' overvoerd worden met veel te gedetailleerde informatie in deze weken. „Het leeft lang niet zoals in '77", zegt Van Straaten. „In '77 bemoeide echt iedereen zich ermee. Nu zijn de mensen gelatener. Dat komt ook omdat de PvdA veel minder belooft. Ze staan nu inderdaad dichter bij het CDA. Ze zijn veel voorzichtiger geworden. Realistischer. In '77 hebben ze van alles en nog wat beloofd." hij het aan zijn lever en alles gekregen omdat jü hem zo afgrijselijk getekend hebt. Lubbers kan er tegen wanneer we hem als de meest smerige, zwartgallige donkeromlijnde vieze vileinigerd tekenen, want die neemt er afstand van. Van Agt leefde zó als acteur in zn rol, die was veel gevoeliger voor het al dan niet met een smerige roomse neus afgebeeld worden." Van Straaten: ,Ja?" Opland: „Volgens mü wel. Dat heeft hem echt iets heel geniepigs

246 bezorgd aan de lever of de maag. De maag vooral, het was toch de maag waarom hü ermee ophield?" Van Straaten: „De ergste zweer kwam toch van Den Uyl." Het bluft gissen, want rechtstreekse commentaren krijgen de heren zelden van de geportretteerden. Televisieprogramma's waarin kiezers met politici aan één tafel gezet worden, mijden zü als de pest. Als ze al eens een politicus ontmoeten, is het toeval of omdat ze niet goed naar de uitnodiging gekeken hebben. Van Straaten is het pas overkomen dat hü voor een camera met Ed Nijpels in gesprek kwam. „Ik ben die uitzending bewust vergeten, want ik had zó met hem te doen. Dat is helemaal verkeerd voor een politiek tekenaar. Ik vond het zon schat." Opland: ,Ja? Om over 't koppie te aaien?" Van Straaten: „Ach ... jongen ga toch lekker in Bergen op Zoom hoepelen. Hij had het zo moeilijk. En toen zei die ook nog gehelpt in Opland: „ledereen nieuwe veters in zn schoenen." — Wat was ook weer het belangrijkste item van de verkiezingen van '82? Opland: „Daar vraag je me wat... Daar moet ik mijn boek op naslaan. Ik zou zeggen: ongeveer hetzelfde als heden. Het zou nooit meer worden zoals het was vóór de oliecrisis. Daarom hadden wij ook het kabinet Wiegel- Van Agt nodig gehad: dat was het puinruimerskabinet. Tijdens hun bewind is het financieringstekort onnoemelijk groot geworden. Zy hadden gigantische gaten in hun handen, de heren Wiegel en Van Agt. Dus '82 stond ook in het teken van de crisis hè." Van Straaten:„lk heb nooit begrepen waarom Wiegel altijd als een groot staatsman wordt afgeschilderd. Volgens mij kan die man helemaal niks, behalve reclame maken voor zichzelf. In Friesland komt er toch ook niets uit zn handen?" Opland: „Toch wilden de ijsmeesters hem daar houden. Hij zit gevangen in Friesland. Dat vind ik wel een prettig idee. Als ie maar uit de buurt van Amsterdam blijft. In de weken voor de kroning van hare majesteit Beatrix heeft hij het gepresteerd om helicopters van het zwaarste materiaal hier boven de binnenstad te laten cirkelen. Ik werd gek... ledereen die in de binnenstad van Amsterdam woont werd knettergek van die dingen. De rotzooi die er toen gekomen is, heeft hij uitgelokt. Het was gewoon van: ik zal laten blijken wie hier het gezag vertegenwoordigt. Dat moet je nodig doen tegenover Amsterdam. Psychologisch inzicht nul komma nul." —De kernenergie is plotseling van belang geworden voor de verkiezingen. Wat vinden jullie daarvan? Van Straaten: „Het effect valt me tegen, of mee, hoe je het noemen wil. Ik dacht dat die kernramp het CDA echt zou gaan opbreken, dat het ze drie zetels ging schelen, maar volgens de laatste opiniepeiling van De Hondt is dat niet zo. Het zal op de lange duur wel effect hebben, dat denk ik zeker. Rechts heeft de neiging om te focussen op Rusland, terwijl links het aangrijpt om te zeggen dat de kernenergie niet deugt Dat vind ik ook juist. Die kernenergie zit me niet lekker." Opland: „Het is één van de kwesties waar we ons mee zullen bemoeien." Van Straaten: „Alles wat met technologie te maken heeft ligt me slecht. Ik blijf daar liefst een beetje van af. Ik ben niet te beroerd om zon ding af te schilderen als een doodshoofd hoor, maar dat is al vaker gedaan." Opland:, Je moet zuinig zijn met je doodshoofden, vandaag de dag. Een heel enkele keer ontkom je er niet aan. Maar je moet wel steeds denken: dat hebben mensen sinds zestienhonderdzoveel al gedaan." Wat zy beiden betreuren is het ontbreken van 'mooie oprechte rechtse tekenaars' in Nederland. Eppo Doeve was zo iemand, in Elseviers Magazine. „Was nog een aardige man ook", zegt Opland. We vragen ons af of het ontbreken van rechtse politieke tekenaars te wijten is aan het feit dat de contrasten in Nederland niet groot genoeg zijn, de politici niet slecht genoeg. „Het blijft allemaal Cloche Merle in Nederland", zegt Opland. „Het wordt nooit echt ernstig. Hoewel: ze proberen het no nonsense te maken." vuile handen krijgen voordat wij iets met hem kunnen beginnen." Opland: ,Je wordt pas menselijk als je slecht bent hè. Op zn minst een béétje slecht. Dan mag je meedoen in de Haagse politiek. Het klinkt heel cynisch, maar het is zo." Van Straaten: „Wat mij een beetje dwars zit is dat iedereen is vergeten dat Kok het Den Uyl waanzinnig moeiüjk heeft gemaakt in het kabinet Van Agt-II." Opland: „Dat vond ik juist zo leuk van hem, toen. Verdomd leuk. Hij heeft toen Den Uyl in het stof doen bijten als minister van Sociale Zaken met zijn ziektewettoestanden." Via het aftasten van de toekomstige functies van Wim Kok komen wij tot het speculeren over de formatie-mogelijkheden na 21 mei. „Ik weet niet door wie de koningin geadviseerd wordt", zegt Van Straaten, „maar als ze slim is, maakt ze Van Mierlo

247 informateur. Hij is de enige die Lubbers en Den Uyl uit elkaar kan houden en naar elkaar toe kan brengen, lijkt me. Via ingewikkeld taalgebruik. En ik weet zeker dat ze die kruisraketten dan ook nog weten uit te stellen, tot nader te bepalen datum. Dan tekenen wij weer allemaal een bom onder het kabinet..." Opland: „Precies, een kruisraket met een lont." De namen van de diverse affaires vallen: RSV, ABP. „Er komt echte penose in het dorp. Het dorp begint grote-stadsneigingen te krijgen." Peter van Straaten: „Ik kan me op het afgelopen kabinet heel kwaad maken. Niet alleen om wat ze gedaan hebben, maar ook omdat ze een sfeer hebben laten ontstaan van sjoemelen en niemand die er op let." Opland: „Ik ben het geheel met vorige spreker eens." Van Straaten: „Het was ook frappant wat Lubbers een dezer dagen deed in een uitzending van de KRO. De deelnemers moesten op een gegeven moment op een bord munten aanbrengen voor als ze door bezuininging geld over hadden. Ze kregen vier munten. Lubbers zette twee munten bij het item fraudebestrijding. Dat is toch werkelijk de brutaliteit ten top. Dat heeft ie altijd gedaan: alles naar zich toe halen en omdraaien." Beiden blijken ze deze omdraaiing van de werkelijkheid door Lubbers in een prent gesignaleerd te hebben. Met personen van onbesproken kwaliteit en gedrag, zoals Wim Kok, hebben zij het moeilijk. Van Straaten: „Hij moet eerst een beetje Van Straaten: „In ieder geval: we kunnen rustig zeggen dat een kabinet met de PvdA niet langer dan een jaar of anderhalf jaar bestaat. In '88 gaan we dan weer naar de stembus." Opland: „Dat denk ik ook." INEKE JUNGSCHLEGER DE NO-NONSENSE-GANG Opland en Peter van Straaten Foto Daniël Koning © de Volkskrant STEEDS V/AkE-KL U/EfcD R.UUD Op £JKA*T OtHüCDEM OM ££r>. WïriOE 17 mei 1986

Van onze politieke redactie Lubbers blijft de VVD plunderen DEN HAAG — De uitslag was woensdag vooral zon daverende verrassing omdat iedereen (als een Pavlovhondje) was geconditioneerd door de enquêtes. Die hebben weken lang een hoofdrol gespeeld in de televisiedemocratie. Geen omroep leek zonder te kunnen en om de enquêtes heen is zelfs een hele cultuur gebouwd („Bij Koos"), vaak tot meerdere glorie van wie de politieke werkelijkheid op zak meent te hebben. Pas vlak voor de verkiezingen — toen een en ander mis dreigde te gaan — werden de polls op een veel relativerender manier gebracht. In hoeverre de enquête-industrie zelf tekorten vertoont dient te worden nagegaan, maar dat de show en beeldvorming anders, dus veel bescheidener moeten, staat wel vast. Ten opzichte van de enquêtes is het CDA de zeer grote winnaar, terwijl PvdA en D 66 verhezen. Een pure vergelijking met de vorige Kamerverkiezingen levert een ander, en eigenlijk heel gematigd beeld op. CDA wint evenveel als VVD verliest, klein links (EVP incluis) verliest zes zetels, terwijl de PvdA er vijf wint. RPF en Centrumpartij verhezen een zetel. D 66 wint drie zetels, een mooi symbool van de middelpuntzoekende tendens in deze uitslag. Rechts verliest twee zetels aan wat links staat van Lubbers. Hetgeen opnieuw aangeeft dat de band tussen kiezersgedrag en regeringsvorming indirect is. Overigens: Nijpels heeft in zijn twee Verkiezingen een zetel gewonnen. Den Uyl heeft sinds 1977 een zetel verloren. Het CDA heeft de hoogste score gehaald die ooit een partij bij Kamerverkiezingen verkreeg: 54 zetels. Bij de Statenverkiezingen van 1978 scoorde het CDA 35 percent, dus net iets hoger. Maar toen was de opkomst veel lager. Plunderen Veruit het belangrijkste kenmerk van deze verkiezingsuitslag is dat Lubbers niet op zijn linkerflank verloor, terwijl hij (volgens verwachting) bij de WD royaal kon plunderen. Daar zit ook de eigenlijke en enorme prestatie in. Scherp rechts beleid, openlijke keus voor rechts doorregeren, daarvoor op rechts beloond worden. En dit alles zonder dat aan de andere kant de rekening betaald hoefde te worden. Op de PvdA werd zelfs netto een beetje gewonnen! Vakmatig gezien is Lubbers de enige topsporter van de Nederlandse politiek. Den Uyl was dat vroeger, maar eenzijdiger begaafd. Wiegel en Van Agt waren als politicus nog beperkter

248

— en die wisten eerder van ophouden. Veel a-politieke mensen hebben dat vakmatig excelleren van Lubbers herkend, wellicht een tikje geholpen door de Eijbersen-piepeltjes en kiftpartijen tussen Nijpels en Den Uyl. Het is in dit verband opmerkelijk dat Lubbers ook in steden als Rotterdam en Den Haag scoorde en bij jongeren. De PvdA heeft geen ernstige fouten gemaakt, maar was tegenover deze Lubbers gewoon niet goed genoeg. Een echt goede lijstduwer helpt niet er8 wanneer het slot van de campagne wordt overheerst door lijsttrekkers op de tv. Den Uyl heeft die duels tegen Lubbers op punten verloren 'het had nog veel erger kunnen zijn). Daarnaast heeft de PvdA zich aan het slot van de campagne te veel laten afleiden door de strijd teBen D 66 — voor de coalitievorming onbelangrijk. Bovendien hebben de stakingen waarschijnhjk harder aangetikt dan werd beseft: Nederland heeft buiten de vakbewegingssfeer geen goed klimaat voor stakingen. Linkse droefenis over verder rechts regeren wordt uiteraard vermengd met minstens zo grote droefenis van degenen die zelf de vruchten van meeregeren zouden plukken: de zelfgedroomde ministers, staatssecretarissen en onverkiesbare Kamerkandidaten die alsnog konden doorschuiven. Deze laatste categorie heeft nog een kansje, wanneer teleurgestelde oudgedienden in de PvdA-fractie alsnog een prettiger bestaan zoeken dan het oppositioneel bankjeszitten. De eerste tekenen van die vluchttendens zijn er al. De PvdA hoort daar krachtig tegen op te komen. Het gaat niet aan om zich te laten kandideren voor de Tweede Kamer met het idee daar weer zo snel mogelijk weg te zijn. Of als bewindsman, óf omdat men geen bewindsman wordt. Uitzonderingen mogen in het algemeen alleen voor lijsttrekkers gelden: Van Agt en Terlouw in 1982. En Den Uyl, mede omdat hij dat openlijk had aangekondigd op het Pvd A-congres. De andere gekozen PvdA'ers horen pas vrijuit te gaan (richting WAO) met een zeer overtuigende medische verklaring. Lubbers heeft zijn tweede kabinet verdiend en het land ook (maar dan voor straf). De uitslag van de formatie staat vast, niet echter het onproblematische, gladde karakter dat een met negen zetels verlies wel zeer bhje Nijpels vast eraan gaf. Al was het maar omdat dezelfde Nijpels meteen uittoeterde dat de VVD niet of nauwelijks hoeft in te leveren. Terwijl Lubbers zich al duidelijk opmaakt de gewijzigde machtsverhouding in de formatie te verzilveren. Het verschil tussen CDA en VVD is liefst achttien zetels gegroeid. Een vijf-vier verhouding in de Kamer is woensdag veranderd in twee-een. Met vijf van de veertien ministers in het nieuwe kabinet zou de VVD al overbedeeld zijn. Prachtakkoord Daarnaast werd in het CDA al geconcludeerd dat de liberalen op immateriële punten als euthanasie en gelijke behandeling vele tonen lager moeten zingen. Hoe zat het ook weer met dat prachtakkoord dat Nijpels met Lubbers over euthanasie had gesloten (maar Lubbers niet met Nijpels)? Een klassiek probleem in kabinetsformaties wordt gevormd door de verscheidene ambities en wankele machtsverhoudingen in deelnemende partijen. Met name in de jaren zestig, toen in menige partij een diadochenstrijd woedde, heeft dat menige formatie verziekt en (in)formateurs een veel groter speelruimte gegeven dan normaal. De huidige VVD heeft evenzeer een leidersprobleem van formaat. Het CDA niet, althans niet in directe zin, maar juist als leider van de partij-(sub)top is Lubbers tot nu toe het minst actief en overtuigend geweest. Het zou niet voor het eerst zijn wanneer een winnend leger onderling gaat ruziën over de verdeling van de geplunderde buit. Lubbers heeft vermoedelijk gewonnen ondanks de anti-rode kraaipartijen van de Bukmannen, Rudings en De Vriezen, die zich overigens de laatste week van de verkiezingen ineens veel meer koest hielden. Maar als de rechtse zeloten in het CDA minstens peetoom van de overwinning willen wezen, gaan ze het grote gelijk van een verrechtste partijkoers oppoetsen en als leidraad nemen voor het komend beleid. Rechts is pas winnend rechts als christen-democraten zich er meester van maken. Tegen die natuurlijke neiging in subtop en fractie staat geen remmende linkervleugel meer. De enige die kan afstoppen is Lubbers zelf, met een beroep op zijn gestegen prestige en op de gematigde toon van hemzelf in de campagne. Hij zou heel wat politici van minder kaliber ervan moeten doordringen dat de afgrendeling naar links, die nu geslaagd is, niet automatisch werkt voor de volgende verkiezingen. Rechtervleugel

249

Het is de vraag of heden in een overwinningsroes dat willen horen. En het is nog meer de vraag of zon correctie van de rechtervleugel in het karakter van Lubbers ligt. Wil hij wel echt partijleider zijn, of is hij meer het nuttige instrument van echt rechts: uitermate geschikt om kabinetten te leiden en kiezers bijeen te flemen, waarbij de persoonlijke glorie als beloning geldt? Of is hij toch meer een superieure voorman op de werkvloer, terwijl de eigenlijk beslissingen in de directiekamer vallen? De komende formatie kan op dit punt meer helderheid bieden. In de VVD is de directiekamer al lang een slagveld en de uitslag van woensdag zal de nominale leiding —Nijpels en zijn wilde wonderboys— geen goed hebben gedaan. Wie is en/of wordt de baas in de WD? Wat zullen de treurige resten van het „strategisch monisme" zijn, als Nijpels straks een veel kleinere fractie leidt, terwijl Lubbers zaken doet met de grote onbekende van nu: VVD-vice-premier mr X? (Mevrouw Neelie mag op dit punt buiten beschouwing blijven; zo erg is het ook weer niet met de VVD.) De enige grap die Lubbers zich in de campagne toestond was de term „kabinet Lubbers-Winsemius", dinsdag in de thuiswedstrijd bij de NCRV. En een nog aardiger grap was dat Lubbers dat woensdagavond een grap noemde. Een steviger hint aan goede buur Nijpels, dat deze beter kan thuisblijven was moeilijker denkbaar. En ook de suggestie dat Lubbers liever met zakelijke, pragmatische liberalen werkt, wijst al in een duidelijke richting. Winsemius, succesvol minister maar nauwelijks politicus, zou een goede keus zijn, die de vraag naar echt politiek leiderschap in de VVD nog even openlaat. Dat in samenhang met de grote vraag naar de toekomst van de WD: door het CDA rechts tegen de rand worden geduwd of oversteken naar het centrum en naar meer echt liberalisme. Maar in zon tussenfase wordt de eigenlijke dienst uitgemaakt door een paar ministers. Zelfs als Nijpels vice-premier zou worden, laat staan gewoon minister, is het zeer kwestieus of hij ook maar enige dominantie zal hebben over types als Korthals Altes en de vrolijke grootspreker De Korte. Het toedelen van posten wordt in elk geval een groot probleem. Terwijl al voor die tijd het formeren speelbal zal zijn van interne WD-tegenstellingen. Lubbers zal daar dankbaar gebruik van maken. JAN JOOST LINDNER Een vrolijke Lubbers op verkiezingsavond met in zijn armen de vrouw van minister de Koning (links) en zijn eigen vrouw. Foto ANP 24 mei 1986

TEN GELEIDE Nijpels' afgang NIJPELS TREKT zich terug als politiek leider van de VVD. ffij ambieert geen vice- premierschap maar stelt zich wel beschikbaar als „gewoon" minister in een kabinet-Lubbers 11. De terugstap wordt nu in de WD geprezen als moedig en verstandig. Het is met deze partij vreemd gesteld, wanneer het meest voor de hand liggende al zon lof krijgt. Een van de tekorten van de Nederlandse politiek is dat politieke leiders of ministers het wel heel bont moeten maken, voordat sprake is van terugtreden. Het voorbeeld van Van Aardenne ligt voor de hand. De straf voor wanbeleid en blunders komt meestal veel later. Het schenkt enige morele bevrediging dat Van Aardenne binnenkort uit de politiek verdwijnt en diens belangrijkste beschermer Nüpels het partijleiderschap verliest. Nüpels heeft als politiek leider büna over de hele linie gefaald. Weinig Nederlandse politici hebben in vier jaar zoveel blauwe plekken weten te verzamelen en zoveel onheü weten te stichten voor hun beweging. Dit alles met vooral talent voor vlerkerigheid. Uiteraard hebben veel VVD'ers daaraan meegewerkt, al was het maar door herhaalde bewuste besluiten om de wantoestand te laten voortduren. Falende leiders worden meestal met egards behandeld bü hun terugtreden; het was en is al erg genoeg, ook in menselijk opzicht. Maar men kan daarin ook te ver gaan. Zo is er reden tot afgrondelijke verbazing, wanneer top-WD'ers Nüpels „ons grootste politieke talent" noemen, die even „de luwte" van het ministerschap moet opzoeken. Welhcht zelfs met het oog op meer gerijpt leiderschap. Tenzij het nieuwe kabinet een minister van Luwte gaat kennen (natuurbehoud) laat zich moeilijk denken hoe de heropvoeding van het jonge talent valt te combineren met een effectieve aanpak van problemen op welke ministerspost dan ook. Het ministerschap mag geen parkeerplaats zün voor gesjeesde partijpolitici en geen gevolg van ergerlijk falen. Wat dit betreft heeft de VVD kennelijk nog zeer weinig lering getrokken uit de verkiezingsuitslag en de oorzaken daarvan: Van Aardenne, Joekes'

250 voorkeurstemmen en het recente gesjoemel met Binnenlandse Zaken. Bü al het potsierlijk gejuich over de verkiezingsuitslag nebben de liberalen het zeer moeilijk. In de formatie worden ze met de rug tegen de muur gedrukt door Lubbers en zijn twee handen: informateur De Koning en onderhandelaar De Vries. Tegelijk is de interne strijd gaande om nieuw leiderschap en de beste posten. Daarachter steekt het enorme probleem welke toekomstige ruimte de VVD nog heeft naast een CDA dat zich snel breed maakt op rechts. In zon situatie geldt meer dan ooit dat politieke en bestuurlijke kwaliteit het moet winnen van grote monden, show en de —afgestrafte— gemakzucht van rechts populisme. Als de WD geen inhoudelijk stevige tegenspelers voor Lubbers vindt, zal geen enkele politieke koersbepaling de neergang kunnen stoppen. Het CDA kan dan te onbelemmerd heersen. Ook op het punt van verscheidene immateriële kwesties, waarbij de christen-democraten als minderheid hun wil opleggen aan het land. 26 mei 1986

Van onze politieke redactie 't Eind van de VVD-lef DEN HAAG — Geen troebeler discus! sies en gevechten in de politiek dan over ; de schuldvraag. Maakt een partij slechte ! verkiezingen — en dat kan in het geval ! van de PvdA ook met vijf zetels winst — dan is zon partij daar in zijn geheel debet ' aan, maar men kan de verwijten niet als i pindakaas uitsmeren. De lijsttrekker I heeft er meer mee te maken dan alle [ anderen en dan zijn er ook nog lijstdu: wers, partijbestuurders, adviseurs in de | campagne, congressen met hun besluiten, ! de uitstraling van de fractie in de afgelopen periode, de ijver en effectiviteit van gewone leden, enz. De PvdA heeft het er in wezen gemakkelijker ! mee dan de VVD, en niet alleen wegens het ruime ' Verschil in de uitslag. Den Uyl stond al min of i meer op weggaan en zijn opvolger blijkt tot nu {oe een onverdeeld succes. De PvdA hoeft geen vice-premier en andere ministers te leveren. De sociaal-democraten kunnen „in de luwte" van de °ppositie zoeken naar aantrekkelijker en toekomstgerichter ideeën en dito presentatie. Na de ..ontjoping" — kennelijk ruim voor de statenverkiezingen — wellicht wat gemakkelijker. Bij de VVD is het echt en urgent donderen, wat rÜkehjk contrasteert met de opgestoken duimen en het leeghoofdig gebral van bierdrinkende blazers op de avond van 21 mei. Waar de PvdA op Punten een wedstrijd van Lubbers heeft verloren, is de VVD al vrij lang onbekwaam tot spelen, maar moet niettemin meteen het veld op in de kabinetsformatie. Waarbij slechts te hopen valt 'dat dank zü een restje teamgeest de lamme een Poging doet de blinde te helpen. Het WD-streven om de ruzie over de schuldvraag en de daarmee samenhangende machtsstrijd binnenskamers te houden, was gedoemd te Mislukken. Tegen zoveel opgekropt onbehagen 2°u na de verkiezingsdebacle zelfs de hoogste dijk van Neelie niet bestand zijn. Het uitlekken van is in de politiek onderdeel van die ruzie, donder publiciteit zou Nijpels niet in slowmotion j»evallen zijn, maar had hij via tijdwinst binnenskamers kunnen terugvechten. Juist door de pu- moesten Zoutendijk zondag en Kammin-88 maandag Nijpels' lot bezegelen. verwijten Pas daarna" kwamen de openlijke wederzijdse erwijten tussen de Veronica- en Avro- liberalen °s- Rotterdamse mafia versus de bende van Nij- P,els. Sweelinckgangers versus Nijpelianen. De puidhollandse conservatieven tegen de „echte "dralen". Jong tegen oud. Zedenliberalen tegen Kabinetsliberalen tegen fractie"oeralen. Uiteraard liggen de fronten niet duidelijk en er heel wat lieden zijn die even willen wach*n op de meestbelovende bandwagon. In de ver- w»tenstrijd gaat het duidelijk om twee groepen: e (min of meer onthoofde) Nijpelsclub en daartegenover de groep van Zuidhollandse VVD'ers, an wie de twee Fritsen (Korthals Altes en Bolketeui) de informele leiders lijken te zijn. Staatssecretaris Bolkestein leidde vorige week «onderdag de aanval op Nijpels, die niet onmid- slaagde. Maar ook niet faalde, omdat Nij- P*» hengelen naar steun in de nieuwe fractie •ttager beantwoord werd. Nijpels werd wel eerste nderhandelaar in de formatie, maar het politiek 'e'derschap in de VVD moest hij afstaan. Geen vice-premier of fractieleider. Zoutendijk blun«erde door over een ministerschap „in de luwte" (natuurbehoud, controle op sluiswachters?) voor Nijpels te gaan praten.

251

De leider is dus weg op — vrij korte — termijn, maar er is nog geen nieuw leiderschap. De discussie over de schuldvraag is natuurlijk onderdeel van het gevecht om de beste posten. Immers, als Nijpels wegens falen wegmoet, valt het leiderschap dan toe aan tegenstanders die ook gefaald hebben? Bij de VVD is minder sprake van een „coup" dan van een paleisrevolutie, gemaakt door lieden die nauw bij het oude regime betrokken waren. Schuld De schuld is over veel schouders gedrapeerd, zegt Nijpels en zijn aanhang praat het na. Zij doelen dan vooral op minister Korthals Altes, die inderdaad in tal van voor de VVD hoogst pijnlijke kwesties Nijpels voor de voeten liep, deze onvoldoende informeerde en zelfs rechtstreeks rebelleerde. Op beslissende momenten gingen de VVDministers (ook Smit- Kroes, ook Winsemius) hun eigen gang, daarmee Nijpels' toch al veel te pedante ideeën over strategisch monisme tot een grote lacher makend. Waar doet die discussie over schuld die gespreid ligt en het vermijden van zondebokken toch aan denken? Natuurlijk, het RSV- rapport van de parlementaire enquête-commissie en de politieke afhandeling daarvan, ook bij de VVD intern (Joekes). De meest opvallende schuldige moet in ieder geval weg, vindt de ene partij. Nee, zegt de andere partij, de schuld ligt gespreid, het is onrechtvaardig om een zondebok aan te wijzen. Waarna er dus niets gebeurt. In het geval van Van Aardenne was het zonneklaar, dat hij qua taxatiefouten, verkeerd beleid , en onware informatie aan het parlement hoog uittorende boven de vele andere spelers in het hele ellendige spel. Zoiets moet in een politiek bestel met zelfreinigend vermogen tot aftreden leiden. Ook Nijpels heeft bij alle WD-ellende, waaraan velen meewerkten, een voor de Nederlandse politiek uniek record aan blunders behaald, en dan nog wel wel als de leider van de partij. Dit hoort — ongeacht de schuld van anderen — tot terugtreden als partijleider te leiden, want geen partij kan zich prolongatie van zulk leiderschap veroorloven. Bovendien kan de Nederlandse politiek zich maar een bepaalde mate van incompetentie aan de top veroorloven. Dat een dergelijk falen wel tot aftreden als partijleider, maar ook tot een ministerschap leidt, geeft aan dat veel VVD'ers, Nijpels zelf incluis, slechter geschikt zijn om van eigen fouten te leren dan veel diersoorten en de volgende generatie computers. Van Aardenne valt door zijn fouten op (veel te) lange termijn af als minister. Nijpels degradeert door fouten van dezelfde orde tot minister. Hier schieten woorden tekort. De anti-Nijpelsgolf uit een deel van de partij had kennelijk bijbedoelingen, zoals een lobby voor Zuid-Hollandse liberalen op de bandwagon1 van de twee Fritsen. Maar de basisgedachte kon meteen op steun van een groot deel van de partij rekenen. Schijneenheid Al eerder is het onbehagen in de partij over het fungerend leiderschap met moeite onderdrukt door het bestuur. En zelfs nadat een poging om Wiegel te laten overnemen mislukte. Bij gebrek aan beter werd iedereen weer achter Nijpels gedreven. Een schijneenheid, die bij het volgende „incident" alweer aan scherven lag. Nijpels hanteerde als belangrijkste politieke instrument een showachtige grootbekkigheid, een simplistisch uitstralen van lef die door sommigen wel verbonden wordt met „rechts populisme". Hij was niet de eerste. Wiegel en Van Agt gingen hem voor en deze stijl heeft bij velen school gemaakt (Ruding, Bukman, Smit-Kroes en zelfs de harkerige B. de Vries). In zeker opzicht is het gelukkig dat Lubbers helemaal zonder die stijl succes boekt als leider die rechts wil (doorregeren. Wiegel combineerde die stijl nog met een grote dosis primaire politieke intelligentie en nuchterheid, erfenis van Van Riel. Hij maakte de VVD op rechts groot (28 zetels) daarmee de bourgeoise stijl van zijn voorgangers Toxopeus en Geertsema opzijschuivend. Bij Van Agt begon het maniertje al lelijk te verloederen, al kwam hij er aanzienlijk verder mee dan wanneer juist hij op gewone politieke vaardigheden had moeten drijven. Nijpels voltooide de verloedering. Hij moest het op alle fronten afleggen tegen de inhoudelijke kennis, de tactische vaardigheden en de fluweelzachte presentatie van Lubbers. En begon, toen hij dat besefte, rare wanhoopsoffensieven die de nederlaag alleen maar erger maakten. Korthals Altes en andere VVD-ministers reden hem inderdaad in de wielen, maar die wielen reden wel een voor de VVD verkeerde kant op. Hopelijk en vermoedelijk betekent Nijpels' ondergang ook het einde van de rechtspopulistische lefshow, al zullen dé Smit-Kroezen en de Matemannen het niet helemaal kunnen laten. Lubbers vergt inhoudelijke

252 tegenspelers. Bij de oppositie, maar evenzeer binnen de rechtse coalitie. Korthals Altes, maar ook Winsemius en De Korte zijn inhoudelijk veel sterker dan Nijpels. Achterban De vraag is in welke mate ieder van hen ook als typisch politiek leider getalenteerd is en voldoende kan uitstralen om de achterban te binden en zelfvertrouwen terug te geven. Waarbij het nieuwe VVD-leiderschap ook nog een moeilijke periode tegemoet gaat, waarin de discussie over de koers en de toekomstige kansen van de liberalen naast een breed- rechts CDA volop zal woeden. Eigenlijk is het raar dat een vleugellamme Nijpels nog als VVD-onderhandelaar fungeert, terwijl zijn vroegere bendeleden uit een begeleidend formatieteam zijn geweerd. En het zou nog maller zijn, als deze Nijpels de ruimte zou krijgen om samen met Lubbers de VVD-posten in het nieuwe kabinet te verdelen. Een koning die niet over zijn graf heenregeert, maar vanuit zijn graf. De VVD is zelf de grootste complicatie van deze kabinetsformatie. Het gaat er bij die formatie vooral om hoeveel mededogen het CDA voor verliezende, onderling ruziënde en leiderschap ontberende coalitiegenoten kan opbrengen. Zorgzaamheid voor weinig zelfredzame zwakken. Daar is het CDA de laatste jaren niet zo sterk in en in de politiek worden hoogst zelden brokken macht en beleid cadeau gegeven. JAN JOOST LINDNER Nijpels heeft schik om Verona's Ed Raket Foto Bert Verhoeff 31 mei 1986

Wankele postie Nijpels dwingt CDA tot grote voorzichtigheid Van onze verslaggevers DEN HAAG — Op de uiterste terughoudendheid die het CDA de ÏJt_elopen weken heeft betracht in fle informatie, wordt een extra £*aar beroep gedaan nu de onderhandelingen over kabinetsposten 6,1 dus onvermijdelijk ook over Personen gaan. De beoogde grootje coalitiepartner kan aan de van informateur De Koning veel plooien met de WD trachten Öad te streken, maar over één moet het CDA de oplos- geheel aan de VVD overlaten: jf* politieke toekomst van VVD- Nijpels. niet duideujk is wie in de WD rf* straks bereikte akkoord politiek Kat dragen, is grote voorzichtigheid het j-DA-parool. Voor de VVD is de personee invulling niet alleen van belang omrjt zü samenhangt met de keuze van jpn politiek leider, maar ook omdat voor een belangrijk deel het überale gezicht voor de komende jaren wordt bepaald. „De situatie is explo. e*", zo is de wat gelaten constatering * CDA-kring. Dus CDA-onderhandelaar De les zich bü de verdeling van de kabi- op de vlakte gehouden en 'echts een aantal algemene claims inge- sterke vertegenwoordiging in de driehoek (bü voorbeur Sociale Zaken en Financiën behou~*n), sterke vertegenwoordiging in de *ctor Buitenland en Defensie (BZ en ontwikkelingssamenwerking) en één van de bestuurlijke departementen (bij voorkeur Justitie). Die laatste voorkeur van het CDA zou Nüpels de gelegenheid geven zün beweerde tegenstrever in de partij, minister Korthals Altes, op zn minst naar een ander departement te laten verhuizen. In CDA-kring is hü welkom op Defensie. Officieel houdt het CDA- formatiteam het kruit nog droog, maar er wordt wel volop meegedacht en niet louter uit mededogen met de VVD. Het CDA is veruit de grootste en wil dat weten ook. Zo wordt op de lijstjes die intern de ronde doen in de fractie ook nog rekening gehouden met de mogelijkheid het departement van WVC weer op te splitsen in Volksgezondheid en Welzijn/Cultuur (voorheen CRM). In dat geval zou het CDA Volksgezondheid claimen en Justitie aan de VVD gelaten worden (vanwege de euthanasiewetgeving). De naam van Nüpels prijkt op CDA-ujstjes achter WC. De omzichtigheid bü het CDA spruit vooral voort uit de nog, volstrekt onvoorspelbare reactie van de VVD-fractie op Nüpels' onderhandelingsresultaat. Dat de liberalen programmatisch moeten inleveren voor deelname aan Lubbers II staat vast. Op sociaal-economisch terrein zal het regeerakkoord niet in de butrt komen van het VVD-program en zullen het wederom de CD A-bewindslieden zün, met Lubbers voorop, die de toon zetten bü de verdere invulling van het beleid. Ook de oplossing van een ander voor de WD gewichtig punt — de euthanasievetgeving — üjkt door procedureafspraken op zn minst vooruitgeschoven te worden. En op het terrein van

253 de media, onderwüs en gelijke behandeling liggen moeizame compromissen in het verschiet en is het maar zeer de vraag of de VVD echt aan haar trekken komt. Dat maakt dat de WD-fractieleden met extra belangstelling de onderhandelingen volgen over de verdeling van de portefeuilles in het kabinet. De VVDministers en -staatssecretarissen zullen immers, onder leiding van een nieuwe vice-premier, in belangrijke mate het aanzien van de partij bepalen en daarmee de kans dat de VVD electoraal weer kan terugkomen na de negen zetels verlies van 21 mei. De discussie op de dag na de verkiezingen over de nederlaag bracht aan het licht dat de fractie, waarvan de meeste demissionaire ministers en staatssecretarissen ook deel uitmaken, tot op het bot verdeeld is over de koers voor de komende jaren. De minderheid die het regeren met het CDA voorop stelt en daarom politieke risico's zoveel mogelijk wil voorkomen, wees lijsttrekker Nüpels aan als de grote zondebok. Het liefst ziet men de als wispelturig beschouwde Nüpels in deze kring geheel van het politieke toneel verdwünen, maar een positie als vakminister is hem nog net gegund. Pas toen hij verklaarde geen nieuw politiek leiderschap te ambiëren, werd Nüpels door de fractie aangewezen tot onderhandelaar voor de duur van de formatie. De Korte zou hem dan als fractieleider moeten opvolgen, maar die voelt persoonlijk meer voor continuering van zy'n pas verworven ministerschap (Binnenlandse Zaken óf Economische Zaken). Een natuurlijke opvolger voor Nüpels hebben zün opponenten dus niet voorhanden. En dat geeft de andere VVDvleugel, die een wat onafhankelijker koers tegenover het CDA predikt, de gelegenheid gaandeweg terrein terug te winnen. Ook al doordat Nüpels aan de onderhandelingstafel zün gedachten heeft ontvouwd over de posten die de VVD wil gaan bezetten, inclusief namen. Een aantal mogelijke kandidaten voor het fractieleiderschap zün daarmee al verdwenen. Sommige fractieleden spraken dinsdag dan ook hun ontstemming uit over het feit dat Nüpels al namen heeft laten vallen in de onderhandelingen. Ook het formatieteam (Bolkestein, Zoutendijk, Franssen, Voorhoeve en Kamminga) bleek daarvan niet op de hoogte. Nüpels verweerde zich volgens bronnen in de fractie enigszins geïrriteerd. Zijn humeur werd er niet beter op toen hü werd herinnerd aan uitspraken van WD-erelid Hans Wiegel die zich maandag via het Haagse dagblad Het Binnenhof aanbood als co-formateur (naast Lubbers) om de personele problemen in zün partij op te lossen. Wiegel wijst in dat interview met een beschuldigende vinger naar Nüpels en spreekt van verhoudingen in de VVD die „volkomen verziekt" zün. „Ik denk dat de wüze waarop Nijpels inhoud heeft gegeven aan het leiderschap voor een aantal mensen aanleiding is geweest zün functie als fractieleider ter discussie te stellen", aldus de oud-partijleider. Wiegel onthult ook dat hij De Korte heeft gewaarschuwd niet al zijn kaarten op een hernieuwd ministerschap te zetten. Volgens de woordvoerder van de VVD-fractie is de vraag of er straks een co-formateur benoemd moet worden nog niet aan de orde. Duidelijk is dat voor zon WD-functionaris ook weinig meer te doen valt als Nüpels erin slaagt een voor de fractie bevredigend akkoord te sluiten met het CDA over program èn zetelverdeling in het nieuwe kabinet. De geprikkelde stemming in WD-gelederen steeg dinsdagmiddag ten top toen de NRC meldde dat Nüpels bereid is minister op Defensie te worden. Volgens die courant zouden de overige WDbewindslieden (met uitzondering van Van Aardenne en Schoo) hun huidige posities kunnen houden. Via de voorlichter van informateur De Koning liet de geplaagde Nijpels, per kerende post, weten: „De fractievoorzitter van de VVD tekent hierbij aan dat het bericht over het ministerschap van Defensie uit de lucht is gegrepen en de tweede canard (journalistieke miskleun — red.) is na het staatssecretariaat voor politie" (hem eerder toegedacht door het Algemeen Dagblad — red.). De Koning liet ten overvloede weten via zijn voorlichter dat het kiezen van bewindslieden niet in de informatieperiode past. Het staat zelfs niet vast, aldus De Koning, dat de verdeling van de departementen over CDA en WD (volgens de sleutel 9:5) door de informateur wordt afgerond. OSCAR GARSCHAGEN HANS GOESSENS

254

CDA-onderhandelaar De Vries en zijn fractiegenoot Gerritse steken het Binnenhof over op weg naar informateur De Koning. Foto Anefo 25 juni 1986

„EEN LIBERALE PARTIJ IS EEN LINKSE PARTIJ” Vonhoff vindt VVD te veel naar rechts afgegleden Van onze verslaggever WIM PHYLIPSEN GRONINGEN — Een liberale partij als de VVD is een linkse partij of zou dat in ieder geval moeten zijn. De VVD — de laatste jaren „te veel naar rechts afgegleden" — zou weer het politieke midden moeten zoeken en niet moeten proberen het CDA rechts in te halen. Dat is de stellige overtuiging van de commissaris van koningin in Groningen en vooraanstaand VVDer Vonhoff. Vonhoff zou hierover in zijn partij een discussie willen losmaken, voor zover die nog niet gaande is. „Een liberale partij is een linkse partij. Waarom? Zon partij is niet confessioneel, niet dogmatisch en met zyn wortels feitelijk in de Franse revolutie", aldus Vonhoff. Volgens Vonhoff is de laatste jaren in de VVD te weinig discussie gevoerd over de eigen bestaansgrond: „De VVD was de afgelopen periode meer functiegericht dan ideegericht. Men had ook geen heldere conceptie met betrekking tot het CDA. De VVD was op het laatst bereid het CDA rechts in te halen. Het zou verkeerd zijn als de VVD het zou blijven zoeken op de rechtervleugel van het politieke spectrum waar het CDA zich nu bevindt. Wij moeten naar het politieke midden. Daar ligt een brugfunctie voor de VVD. Het herstel en de winst van D 66 zouden ons te denken moeten geven." Vonhoff zegt dat deze stelling „niet electoraal ingegeven" is, temeer omdat hij de mogelijkheid niet uitsluit dat de VVD aanvankelijk verder verliest aan het CDA als het politieke midden niet echt gezocht wordt. Zelfs Wiegel vond volgens Vonhoff in zijn Haagse jaren als politiek leider van de WD dat de discussie over de toekomst van de partij diepgaand gevoerd diende te worden. Dat terwijl Wiegel en Vonhoff in wezen verschillen over de richting waarin de VVD dient te gaan. Vonhoff ziet de VVD in de eerste plaats als een liberale party' en daarna als „liefst een zo breed mogelijke volkspartij". Wiegel maakte zich in zijn Haagse jaren juist sterk voor het uitbouwen van de VVD tot die brede volkspartij. Maar hoe krijg je een partij naar het politieke midden? „Door onder meer de Kamerfractie ruimte voor eigen verantwoordelijkheid te geven. Een kritisch standpunt in te nemen vooral ook op het punt van immateriële zaken", aldus Vonhoff. Hij vindt dat de VVD-fractie de laatste jaren te volgzaam is geweest en in ieder geval niet consequent genoeg in het uitgestippelde beleid. Het ging volgens Vonhoff mis voor de VVD bij de RSV-affaire, toen het Nijpels aan helder leiderschap ontbrak: „Toen. ook is er een sfeer van gerommel rond' de partij ontstaan." In de verkiezingscampagne heeft de WD volgens Vonhoff de fout gemaakt! meer „anti-socialistisch" te werk te zy'n gegaan in plaats van „pro-liberaal". Als. aanzet voor een verdere discussie over" de toekomst van de VVD is Vonhoff overigens niet ontevreden over de ont-' wikkeling van de laatste dagen. „Ik ben er gelukkig mee dat de heer De Korte het begrip politiek leider heeft geschrapt, dat er in de Wiegel-periode was; ingeslopen. Zon begrip hoort niet thuis in een liberale partij. Het is of je zoiets als een troonopvolging regelt," aldus Vonhoff VONHOFF 2 juli 1986

ZELFS LUBBERS KON NIJPELS NIET BUITEN HOUDEN De Korte gedegradeerd tot tweede garnituur Van onze politieke redactie DEN HAAG — Het Lijkt geen toeval dat de WD precies die posten in het nieuwe kabinet kreeg die Lubbers al weken geleden aan de kleinste coalitiepartner had toegedacht. Toch had het „plaatje" dat informateur De Koning vrijdag openbaarde er anders uit kunnen zien. Als de kandidatuur van de gevallen VVD-leider Nijpels geen roet in het eten had gegooid en als de door Lubbers van alle WD'ers veruit geprefereerde Winsemius wat meer souplesse had getoond. Maar de demissionaire minister van Volkshuisvesting en Milieubeheer had zijn zinnen gezet op Economische Zaken. Toen hij zag aankomen dat dat departement in handen ging vallen van de nieuwe WD-leider en vice-premier De Korte, gaf hij intern al te kennen weinig te voelen voor een hernieuwd ministerschap. Naar buiten toe werd dit dissidente gedrag

255 gladgestreken, maar in de volstrekt losgeslagen WD-gelederen maakte hij er zich niet populairder mee. De onderhandelaars De Korte en Voorhoeve lieten Winsemius' naam weliswaar braaf meedraaien in de caroussel van posten en kandidaten, maar van harte ging het niet. Korthals Altes moest in het kabinet blijven, dat gold ook voor Smit-Kroes, De Korte was evenzeer zeker van een post en Nijpels diende koste wat kost de „luwte" van het ministerschap geboden te worden. Toen Winsemius niet bereid bleek een post op Defensie of Verkeer en Waterstaat te aanvaarden, zelfs afzag van aanblijven op VROM, was het met hem gedaan. Terug naar het bedrijfsleven vermoedelijk. Vice-premier Mogelijk heeft de gevallen bewindsman zich iets te veel gekoesterd in de gunst van Lubbers, die hem al voor de verkiezingen tot vice-premier uitriep. Mogelijk ook heeft hü zü'n populariteit op het departement, in milieukring en bü het bedrijfsleven wat overschat en te weinig gerekend met de nieuwe machtsstructuur binnen de VVD na de val van Nijpels. Die had hem weliswaar nog voor de verkiezingen uitgeroepen als de enige minister wiens terugkeer verzekerd was, maar Nijpels op zn woord van dat moment geloven, getuigt niet van een groot politiek inzicht. Winsemius maakt op VROM nu plaats voor zün voormalig politiek leider. Ongetwijfeld niet de eerste keus van Nijpels, maar hij doet het ermee. Als Winsemius bereid was geweest zijn huidige departement te houden was de nieuwe VVD-leiding nog bereid Korthals-Altes naar Defensie door te schuiven en Nijpels voor Justitie te kandideren. Daar zou Lubbers ongetwijfeld nog meer moeite mee gehad hebben, maar de gevierde CDA-leider kon niet alles regelen. Winsemius binnen en Nijpels buiten houden èn voor het CDA de beste posten in de wacht slepen, bleek ook voor hem een brug te ver. Ook Lubbers moest zich neerleggen bü het onwankelbare quintet WD'ers dat voor de ministersposten gekandideerd werd. Maar mj slaagde er wel in de WD af te schepen met de minder aanzienlijke. portefeuilles in zijn kabinet, een lijstje dat hij van' meet af aan in zijn hoofd had. Bü de vorige formatie koos het CDA de minder aantrekkelijke posten, dat werd beloond bü de formatie en dus is er geen reden daarvan thans veel prijs te geven. Dus houdt de WD dezelfde posten die zij al had, zij het eén minder en met uitzondering van Binnenlandse Zaken. Daarvoor kreeg zij Defensie terug, uitgerekend nu ook dat departement niet langer is uitgesloten van bezuinigingen als de bodem van de schatkist onverhoopt in zicht komt Variant Lang is er donderdag heen en weer gepraat over een andere variant, waarbij Justitie en Onderwas aan de WD waren toegedacht. Maar daar wilde Lubbers uiteindelijk niet aan. Geen al te zware posten voor de WD, was het parool, met uitzondering van Economische Zaken en Defensie. Maar op dat laatste departement zijn de christen-democraten nooit zo verkikkerd geweest. In WD-kring wordt hoog opgegeven van de compensatie die werd verkregen voor de „uitgeklede" ministersploeg in aantal en zwaarte van de staatssecretariaten. Het werden er uiteindelijk vier voor de liberalen. De Korte, uitgerekend de man die mede adviseerde flink het mes te zetten in de club van staatssecretarissen, houdt twee „onderministers" op Economische Zaken. Hoe gevoelig de verhoudingen tussen Lubbers en de WD-coryfeeën thans liggen blijkt ook uit de ondergeschikte rol die hij De Korte in het staartje van de formatie heeft toebedacht. De WD-leider die zich zelf al als gedroomde coformateur zag, zodat in de annalen altijd gerept zou worden van het kabinet Lubbers/De Korte, moest vrijdag al genoegen nemen met de rol van „assistent" die door Lubbers volgens zün formatieopdracht slechts geraadpleegd moet worden. Maar hij werd helemaal tot tweede garnituur gedegradeerd toen bleek dat de formateur bü het aanzoeken van ministerskandidaten ook oud-informateur en beoogd minister van Sociale Zaken De Koning als vleugel-adjudant aan tafel had genood. De Koning was bovendien het eerst bü Lubbers ontvangen, ffij was er getuige van dat De Korte, te laat binnengekomen in de ministerskamer van de Eerste Kamer, van Lubbers een schrobbering ontving omdat hij eerst op het Binnenhof de pers uitgebreid te woord had gestaan.

256

Vanaf vrijdagmiddag was het een gezellig komen en gaan op het Binnenhof. Tientallen belangstellende toeristen verdrongen zich samen met wachtende journalisten rond de deur van de Eerste Kamer. Dienstauto's reden af en aan om de elf door Lubbers aangezochte kandidaat-ministers af te leveren. Reikhalzend werd uitgezien naar de twee grote onbekenden in het nieuwe kabinet, maar die kwamen nog niet langs. CDA-voorzitter Bukman, aangezocht voor Ontwikkelingssamenwerking, presenteerde zich innig tevreden aan de pers. Smit-Kroes, die bluft op Verkeer en Waterstaat, verkoos het haar dienst-BMW zelf te besturen, Napels (VROM) moest het nog even stellen met zün eigen auto waarmee hij met bekend bravoure het Binnenhof opreed. Dankzij de goede zorgen van Winsemius wordt hij straks loodvrij rondgereden. HANS GOESSENS Kandidaat-minister De Korte wordt omstuwd door de parlementaire pers op het Binnenhof. » Foto anp 12 juli 1986

Literatuur VAN MIERLO kreeg de zaal werkelijk plat met zn koningsdrama en zn „Graaf van Friesland". Zelf werd ik er nauwelijks vroüjker van. 's Avonds tegen sluitingstijd in de herberg onder vrienden, als de passus spontaan was opgeweld, had ik er misschien om meegelachen — maar je zag hem de satirische zinnen nu worlezen, dus hij had er minstens een oenend over nagedacht. En je kon uittekenen wat er van zou komen. „Zoek iemand die wel eens iets van Shakespeare heeft gelezen", fluisterde Voorhoeve zenuwachtig om zich heen, en gelukkig had Joekes de afgelopen weken de televisie nog al 's aangehad, dus die wist drie titels waarmee Joris de volgende dag zn rivaal van katoen kon geven. Volgens ntij schoof op het ogenblik van de fatale riposte gauw nog even een scherp citaat uit Mensje van Keulen van het maidenbankje naar zn voorzitter toe, maar vóór deze het had kunnen ontcijferen was het midden en kleinbedrijf al weer aan de orde, en toen kon Van Mierlo moeilijk nog een keer met Shylock komen aanzetten. Uitlokking tot hilariteit — daar zou Dolman nou eens paal en perk aan moeten stellen. Ik heb dus bijvoorbeeld drie dagen ademloos naar Bert de Vries geluisterd. Het is een kwelling, je wordt er krankzinnig van, je weet op 't laatst niet meer of je die man of jezelf moet opknopen, je wilt tenslotte het nummer van de psychiater van de ANWB-alarmcentrale draaien en bedenkt nog bijtijds dat je stom genoeg niet in Benidorm zit dus ook niet op een sleepauto hoeft te rekenen — maar het is wel de politieke vertaling van wat we kennelijk zijn, einders was zo iemand natuurlijk nooit ontstegen aan het bijkantoor van de boerenleenbank in Speuld. Lubbers is me trouwens ook weer goed bevallen — Lubbers en Kok: die zie ik tijdens de rit nog wel eens mekaars vice- premier worden. Het zou me bijvoorbeeld niets verbazen als dat hele debat — nou ja, debat — over de formatie tevoren tuSsen die twee was afgesproken. Nijpels als „cadeautje" lag allicht voor de hand — 't schaap wist niet beter of luj moest mee ginnegappen achter de deftige tafel. Natuurlijk heeft de premier van harte ingestemd met om te beginnen eén WD'er in zn ploeg die bü voorbaat tot 1990 geblameerd zou blijven. Maar waar hü in de vorige ronde bijna drie jaar op had moeten wachten — een aangeschoten wild — kreeg hü nu op zn allereerste werkdag van de oppositie thuisbezorgd. Het pruilbekje van Ekelmans had nog iets onkwetsbaars op het moment dat hü Kok aanhoorde, maar er kwam pas een trek van ernstige verwonding aan te pas zodra Lubbers zacht begon te heelmeesteren. „O broeder, laat mij los, ik sterf, 'k en kan niet meer", had hij waarschijnlijk in de interruptiemicrofoon willen roepen — maar ja, dat is Arend uit de Gijsbrecht van Vondel, en daar scoor je niet mee in het Nederlandse parlement. Maar het zal me benieuwen hoe Shakespeariaans Lubbers die resterende drie coalitiepartners nog onschadelijk krijgt (hilariteit). JAN BLOKKER 2 augustus 1986

Drukke dagen voor minister in de luwte Voor Kamerleden, ministers en staatssecretarissen die niet direct een rol spelen in het debat over de regeringsverklaring waren het stierlijk vervelende dagen, die moeten worden

257 uitgezeten. Alleen minister Nij pels van Milieu toonde zich de afgelopen dagen in de Tweede Kamer buitensporig yverig. Waar andere ministers en staatssecretarissen zich verdiepten in kranten en weekbladen of het plafond aan een grondige inspectie onderwierpen, zat Nijpels driftig te schrijven. Zodoende demonstrerend dat ook een minister in de „politieke luwte" behoorlijk hard moet werken. Wat voor werk? Bodes droegen voor de nieuwe minister loodgieterstassen vol met vloeiboeken aan. Nijpels blijkt de laatste weken te zün overspoeld met post naar aanleiding van de turbulentie in de WD, zijn aantreden als minister en het vertrek van zün voorganger Winsemius. Die brieven zyn voor hem verdeeld in een paar categoriën en voor iedere categorie is een standaardantwoord geconcipieerd. Maar die brieven moesten nog wel voorzien worden van een handgeschreven aanhef en een handtekening. Geen „management by speech" (het door Winsemius geïntroduceerde begrip), geen „management by signature" (zoals grappend werd geopperd), maar het wegwerken van een beschadigd imago dus. 2 augustus 1986

Heerma volgt Brokx waarschijnlijk op Van onze verslaggevers DEN HAAG — Staatssecretaris van Economische Zaken drs E. Heerma, belast met buitenlandse handel, wordt naar alle waarschijnlijkheid de opvolger van Brokx op Volkshuisvesting. Deze nam woensdagavond ontslag omdat de CDA-fractie het vertrouwen in hem had opgezegd. De CDA-top ziet in Heerma (41, afkomstig uit de ARP) een capabel bestuurder die in staat geacht kan worden zich het betrekkelijk vreemde terrein van Volkshuisvesting snel eigen te maken. Premier Lubbers wilde op zijn wekelijkse persconferentie alleen kwijt dat Heerma „een goede kandidaat is". Hij en CDA-fractieleider De Vries zullen zondag of maandag nader overleggen. De benoeming hangt af de opvolging van Heerma op buitenlandse handel. Wie zijn opvolger wordt is nog onduidelijk. Het staat vast dat die portefeuille aan de KVP- bloedgroep zal toevallen, waartoe ook Brokx behoort. Gedacht wordt aan het Europarlementslid mr (35). Maar ook worden de namen genoemd van de CDA- Kamerleden Aarts, Van Amelsvoort en Van lersel. Valt de keuze op Van Rooy, dan valt er een plaats open in de fractie die zou kunnen worden ingenomen door de afgetreden Brokx. Lubbers zei vrijdag niet in de eerste plaats een staatssecretariskandidaat in de CDA-fractie te zoeken met als doel een plek voor Brokx in de fractie te creëren. „Ik vindt dat niet zuiver", zei Lubbers. Hy zei allereerst te willen kijken naar de kwaliteit van de kandidaat en of het „klikt" tussen zo iemand en minister Nijpels van VROM. Niet zuiver Een ruil tussen Heerma en Brokx was in de CDA-fractie al overwogen als mogelijkheid om Brokx toch voor het kabinet te behouden. Hoofdbezwaar van fractieleider De Vries tegen het aanblijven van Brokx op VROM was dat hij niet geloofwaardig schoon schip kon maken op dat departement, zo bleek uit een woensdag openbaar gemaakte geheime brief aan Lubbers. De omstreden staatssecretaris zou dan kunnen overstappen naar een parkeerbaan op EZ en onbekommerd kunnen meewerken aan de parlementaire enquête naar misbruik van woningbouwsubsidies. Maar dat idee om Brokx te sparen werd verworpen als te gekunsteld. Heerma is politiek op de voorgrond getreden als wethouder economische zaken van Amsterdam. Acht jaar lang wierp de in Friesland geboren politicus zich op als pleitbezorger voor verbeterde relaties met het bedrijfsleven in de hoofdstad. Door zijn toedoen bleef de Amsterdamse droogdokmaatschappij (ADM) lange tijd open, een politiek staaltje dat hem landelijk sterk in de kijkert speelde. In het CDA wordt Heerma gezien als een bestuurder met grote politieke toekomst. Zyn overstap naar Volkshuisvesting betekent een promotie. Volkshuisvesting is — zeker onder de onervaren minister Nijpels— een volwaardig beleidsterrein, niet in de laatste plaats door

258 de inspanningen van Brokx. Als staatssecretaris op EZ mocht Heerma zich in het buitenland weliswaar minister noemen, onofficieel wordt hij dat nu binnenslands. Van Rooy kwam in 1984 in het Europees Parlement. Voor die tijd was zij een van de secretarissen van het Nederlands Christelijk Werkgeversverbond (NCW). Van Rooy was lid van de commissie voor externe economische betrekkingen in Straatsburg. Zij heeft zich bezig gehouden met het weren van goedkope imitaties van dure merkartikelen (truien en horloges) van de Europese markt. Pagina 3: Brokx vraagt strafrechtelijk onderzoek naar ABP-project Heydnahof in Rotterdam. HEERMA 25 oktober 1986

Liberalen in de winter Van onze politieke redactie DEN HAAG — Na de zomerse stormen jn de VVD werd het wonderlijk rustig. De liberalen zaten maar in hun hoek het kabinet te steunen en het CDA had verder Seen kind aan ze. De nieuwe fractieleider Voorhoeve maakte gymnasiale grapjes en legde verantwoord uit wat liberalisme in reincultuur betekent. En de hachelijke momenten waarop vice-premier De Korte microfoon en camera ontwaarde, leverden weinig meer op dan een gratuit optimistisch grijnzen. Op liberale bijeenkomsten konden we horen dat VVD'ers „de beste vrienden" van elkaar zün, Wat vooral iets zegt over vriendschappen met niet-VVD'ers. De begeleidende propaganda maakte ook voor de dommerdjes duidelijk dat hier van een herboren VVD sprake moest zün. Bezadigd, verstandig, Prettig samenwerkend met Lubbers en het CDA, Seen stuntwerk en fratsen. En de zegeningen van het „duolisme", de tandem De Korte/Voorhoeve, waarbü iedere gezeten burger zich prettig en veilig kon voelen. Subtiel werd af en toe gehint waar het CDA waar het helemaal niet zo lekker ©ng (affaire-Brokx). Liberalen lieten Gods water weer over Gods akker stromen, maar het zo duur mogelijk verkopen van die akker (volgens het aloude grapje van W- Drees jr) ging nog niet zo best: de WD staat in enquêtes op nog groter verlies dan de nederlaag van mei al opleverde. De maandenlange beeldvorming werd maandag en dinsdag in één klap vergruizeld. De Korte en Voorhoeve blunderden in commissie en Lubbers kreeg de kans om wederom WD- leiderschap de vernietigen. Hü deed dat niet zuinig. Nimmer werd een vice-premier zo afgedroogd door zün minister-president in een volle Tweede Kamer. Underdogs Na afloop kon allerwege liberaal gejammer beluisterd worden dat CDA-bewindslieden, en met JJjjme Lubbers zelf, overal partijpolitiek mochten "edrijven terwül de VVD daarvoor werd hevig gestraft. Liberale parlementariërs zün zelden de jneest vertederende underdogs. Bovendien sloeg de vergelijking nergens op. CDA-bewindslieden hebben zich nooit onsterfelijk gemaakt met publiekelijk speculeren op een niet te laat verscheiden van de Japanse keizer, dit in het kader van de nandelsbevordering. Dat De Korte en Voorhoeve deze hufterige tekst via de persdienst heten uitgaan, was de grofste blunder. Die kon 's avonds natuurlijk niet ongedaan worden gemaakt door verbale correcties in hotel Schimmel te Woudenberg. De tweede ojunder, ook bepaald niet mis, was dat juist de vice-premier dit ferme „partijpolitieke" (dus electorale) pleidooi tegen het staatsbezoek aan uitsprak. De eenheid van regeringsbeleid klemt volgens Haagse zeden nog iets meer wanneer het om het «sturen" van het staatshoofd gaat. Ook Lubbers Jpl wel eens -'t de ministerraad geklapt if *j~ Hooftprijs), maar dan na besluitvorming, t ~,.en de liberale leiders (versterkt met Zoutendijk) zondag Voorhoeve aangewezen als de electorale kampioen van de Japanse kampslachtotfers, dan was het politieke leed wat meer te overzien geweest. Maar ook dan bluft de derde jout: het überhaupt betreden van deze porseleinkast met „partüpolitieke" oogmerken. Grootbekkigheid Toen Lubbers dinsdag in de Kamer de voorzetten van oppositieleider Kok zo uitbundig benutte, was de verslagenheid bü de meeste liberalen enorm (niet iedereen is de „beste vriend" van Rudolf), evenals de uitgelatenheid in de rest van de Kamer. Leedvermaak is

259 vaak groot vermaak. Het leek alsof bijna iedereen al maanden op de eerste grote uitglijer van De Korte had zitten wachten en daar ieder moment van wilde genieten. Niet mooi, maar de liberale halfleider heeft het daar met te veel grootbekkigheid in het verleden wel enigszins naar gemaakt. Na dit ruwe feestvertoon rijst echter wel de vraag hoe het nu verder moet in de coalitie. Natuurlijk, de meeste politici zün geharde types en de ratio wint het meestal van hard feelings en zieleleed. Men kan zeggen, dit is het volgende incident, en nu maar weer braaf en zakelijk aan de slag met meetlat en zakjapanner over de centjes en de beleidsafbraak tot 1990. Dat lykt toch wat al te cerebraal gedacht. Ten eerste is het waarschijnujk dat de verhoudingen tussen toppen van CDA en VVD voorlopig stroever zullen zijn en meer bezwangerd met wantrouwen. Zelfs al blijven — dank zij aanzienlijke zelfsdiscipline — pogingen tot wederzijdse wraak uit, het klimaat om conflictstof losjes weg te vegen lijkt niet optimaal. En die conflictstof ligt hoog opgetast in het dossier Prioriteiten voor de Resterende Kabinetsperiode (inclusief Defensie). De VVD wil belastingverlaging en laat zich vermoedelük niet afschepen met enkele tientallen miljoenen om de invoering van de vereenvoudigingsvoorstellen van de Commissie-Oort te verzachten. Daarnaast wil de VVD extra geld voor de Patriot-raketten (geknoopt aan afspraken voor ruime Defensieplanning na 1990). Het CDA voelt daar allemaal niet voor, want dit betekent in de systematiek van het regeerakkoord extra bezuinigen en het gaat nu al zo lastig (zoals de firma Deet & Brink royaal zal bevestigen). Afslanking Bovendien ligt er nog een aantal beleidsmatige vuiltjes met financiële consequenties, zoals de invulling van de fraudebestrijding, de feitelijke uitgaven voor de stimulering van de werkgelegenheid (een fors CDA-punt), de tanende verwachtingen voor de afslanking van de rijksoverheid —de meeste ministers willen niet zo ver gaan als Van Dijk— en het probleem- Van de Scheur. Wat dit laatste betreft: het lukt onwaarschijnlijk dat het kabinet er tot 1990 afkomt met het uitdelen van „peanuts" aan de ambtenaren en trendvolgers. En zelfs die pinda's zün duur, omdat de sociale uitkeringen nog wel zün gekoppeld aan de trend voor de ambtenaren. (Het loslaten daarvan betekent voor het CDA het complete einde van de Weüerse beschaving). Het kabinet kan de inkomensverschillen tussen de drie hoofdgroepen in de samenleving niet domweg laten doorgroeien. Zelfs bü een complete loonstop voor het bedrijfsleven —tegen de filosofie van het kabinet in — zou partiële inhaal voor de andere groepen een forse morele eis zün. Het is duidelijk dat het financiële kader van het regeerakkoord op barsten staat. Dit maakt het komende overleg in het kabinet — driftig „begeleid" door de fractieleiders van de regeringspartijen — tot veel meer dan een invulling van witte plekken. Het is beslissend voor de politieke ambities van deze partijen onder het eerste en vermoedehjk enige kabinet Lubbers-De Korte. Die ambities moeten tot 1990 reiken, ook al zullen weinig Kamerleden hun pensioen willen verwedden op het uitzitten van de rit. De VVD moet voor de Statenverkiezingen scoren, want er dreigt een volgende ramp. Terwül het CDA niet gaarne een VVD-scoren ten koste van het CDA ziet. Een oud probleem, maar het CDA kan het nu wat harder spelen, uitgaande van de veronderstelling dat de VVD niet durft te breken en dat de VVD met de ticket van belastingverlaging en meer bezuinigen niet zon erge electorale bedreiging meer is. Broodvermenigvuldiging Er is veel te zeggen voor het vermoeden dat zelfs behoudende kiezers ietwat bezuinigingsmoe zijn. Het gaat hun beter en met name het hakken op onderwijs is voor niemand prettig. Daarnaast is het een electoraal veilige gedachte dat de VVD geen leiderschap heeft om bij verkiezingen terrein terug te winnen. Dat is nog veiliger wanneer een begin van VVD-leiderschap met bereidwillige CDA-hulp in de vernieling raakt. De VVD is in hoge mate de gevangene van het CDA. De liberalen hebben geen ander electoraal speelgoed in zicht dan genadebrood van het CDA, terwijl Lubbers kennelijk geen wonderbare broodvermenigvuldiging in de zin heeft.

260

De VVD heeft twee zware hoofdproblemen. 1. Haar leiderschap dreigt opnieuw in de zon van Lubbers weg te schrompelen. 2. Inhoudelijk heeft zij ten opzichte van het CDA weinig aanlokkelijks te bieden. Wat dit laatste betreft: meer wapens, lagere belastingen en nog straffere bezuinigingen op allerlei zaken die in de samenleving toch waardevol worden gevonden, zon pakket lijkt niet erg geschikt om minstens vüf zetels bij het CDA terug te halen. De seinen staan in Nederland nog wel op gematigd rechts, maar de super-Colünse truc werkt vrijwel zeker niet meer. De mensen zijn minder bang, dus dat tij is verlopen. Een betere kans om VVD-identiteit te herwinnen zou het oppoetsen van immaterieel liberalisme zijn: zedefijkheidskwesties, individuele vrijheid, strijd tegen culturele CDA- bedomptheid, ook leuk voor de jeugd. Edoch, op dat punt is Nijpels aan het eind van de vorige periode door alle manden gevallen, waarna de VVD bij de formatie een bij de nederlaag passend oor kreeg aangenaaid. De Korte en Voorhoeve lijken ook minder de types om dit soort liberalisme uit te dragen. Er is geen poging in die richting ondernomen. (Voorhoeves gemompel over „kleine stapjes" ten opzichte van het CDA inzake de euthanasie-wetgeving lijkt vooral ietwat pathetische naïviteit). Het miezerige beetje strategie dat de VVD sinds de zomer heeft opgebracht, ligt nu aan scherven. Het georganiseerde onbenul is weer terug bij nul. De race om de oppervlakkige publiciteit is De Korte slecht bekomen en wil bij lichtgewichten als Smit-Kroes en Nijpels maar matig lukken. Winsemius werd verspeeld, Korthals Altes houdt zich op de achtergrond en de houterige Van Eekelen lijkt eerder een last. Wordt het alweer tijd dat de Grote Usmeester te Ljouwert op toernee gaat? JAN JOOST LINDNER WD-leider Voorhoeve (midden) wordt omringd door journalisten na de opschudding rond de uitspraken van minister De Korte over het staatsbezoek aan Japan. Foto Jan Everhard 6 december 1986

Binnenland VOORHOEVE WIL MET KLEINE STAPPEN VVD WEER RESPECT LATEN AFDWINGEN „Sociaal-liberale kabinetten zijn nooit uit te sluiten” Van onze politieke redactie .DEN HAAG — De inrichting to de werkkamer is vrijwel on*randerd. De kop van Oud blikt steeds vanaf een zuiltje het *rtrek in. Er is een grotere verfdertafel bijgeplaatst en een flin- boekenkast, in stijl met het Sjieke interieur. Meer op het W Eeschreven van Joris Voorhoe- week 41 geworden), dan an zijn voorganger als VVD- frac«eleider, Ed Nijpels. *»aar Nijpels de wand achter zijn bu-7*u had behangen met originele kranr-artoons —uiteraard van zichzelf — yeft Voorhoeve zich omringd met boeï?' Hij nam afscheid als bijzonder "°gleraar Internationale betrekkin™ m Wageningen, maar het professojre altijd blijven. Als ontwikkefiseconoom en kenner van internatio*'e betrekkingen heeft Voorhoeve dat r'dieuze dat hem in het jachtige en jjPPervlakkige bestaan aan het Binnen™ tot een buitenbeentje maakt. Na Nijpels en diens geruchtmakende | J™"edens zocht en vond de VVD de rust ?" de studeerkamer. Minzaam, befs\tzaarn en vooral o zo voorzichtig Voorhoeve na zes maanden leirschap in de publiciteit. Drie spreek. Ul"ten op rij in de afgelopen weken, door een serie dagbladinter- datum 26 juni 1986 blijkt in zijn »-neugen gegrift. Om acht uur die £°nd arriveerde Joris Voorhoeve, als rj> van de 27 Kamerleden, bij het de- van Verkeer en Waterstaat jrl bolwerk van VVD-minister Smites) aan de Haagse Plesmanweg. Als ?jBe kwam Joris op de fiets, een glimnd sportmodel, met zyn tas onder de jjT1 de „nacht van Verkeer en Waterig3l" werden reputaties gemaakt én Sproken. De Korte werd aangewezen J° kandidaat-vice-premier, Voorhoeve politiek een bliksemcarrière zo' de afgezette fractieleider, Nijpels, tT31, de „luwte" van een ministerschap c n-, Na acht uur vergaderen, het was roddels vier uur 's nachts geworden, i ait- hy' naar buiten als de nieuwe j<-tievoorzitter. Hij fietst nog steeds, J?31" wordt nu soms ook verplaatst in n auto met chauffeur. LAerugkijkend op zes maanden fractieï(2 erscnap' zegt n^: "E 61"51 was »k gehoon buitenlandspecialist van de frac• Opeens werd ik op het spoor van de politiek gezet. Het afgelopen j*1 jaar heb ik bijna niets meer aan oude specialisme gedaan. Als speraust

261 besteedde ik ongeveer twee derde Jr1 -nijn tijd aan het eigen terrein. Nu jj?31 95 procent van nüjn tijd heen aan binnenlandse politiek en d „hts vijf procent aan buitenlandse on VVD-fractieleider Joris Voorhoeve maakt nog steeds gebruik van zijn glimmende sportfiets. Maar wordt af en toe ook verplaatst in een auto met chauffeur. De ene helft van de „duolistische" VVD-leiding begint na een half jaar stilte voorzichtig de publiciteit te zoeken. Een gesprek over (natuurlijk) de zaak-De Korte, Lubbers, euthanasie en de linksliberale samenwerking. Ruzies gr* Ornoeve kwam bepaald niet in een bedje. De ruzies in partij en jWrin'6 over het leiderschap van Nijpels de onderlingen verhoudingen Om aanBetast. Hij moest een vechtclub 2^vormen tot een homogene groep van v 'eden, inclusief een aantal ex- befndslieden. C.K oorhoeve: „Ik kwam terecht in een §rBewoeld bed. Dat heb ik weer netjes OrnHten °Pmaken. Het was tijdrovend, ik uitvoerig met alle fractiegenote i3?art neD Bepraat. Maar het was jvBelijk heel boeiend. Na de interne con'«4a ten leefde het gevoelen in de fractie >o ,ieen Dlad2Üde omgeslagen moest l rden, dat aan een nieuw hoofdstuk . sonnen moest worden." OnH°°rhoeve deed er alles aan nieuw ko g gekibbel in de fractie te voorri men. Zo heeft hij evaluatievergadet"iJlfen ingestela' na afloop van belang- e Politieke gebeurtenissen. In de tij. ,jen Van Nijpels kon de fractie slechts in Wandelgangen stoom afblazen wantj^6l" er iets was foutgelopen. „Ik hecht riil feed-back om geen kanalen te laten .^"slibben." cic • 'dr ir Joris J. C. Voorhoeve is pre. s in zijn verschijning. Kiest zijn woori met zorg, minzaam formulerend, •"enn in de om8an8- letwat doce- Sne ' °.°k over de terreinen die niet zijn !fr c,a'isme zijn. Als hij teksten van ! m * Ve die tekst zelf nad uitgespro- Uie_j hoefde zich immers niet belem•"onH lu voelen door n°g «-et afgenQe besluitvorming in het kabinet? „Ik was ervan op de hoogte dat De Korte die tekst in Woudenberg zou gaan uitspreken, maar ik heb hem niet tegengehouden." En na een lange stilte. „Laat ik het zo zeggen. Ik heb niet voorzien dat het zulke problemen voor Rudolf de Korte zou veroorzaken." Wederom stilte. „Had ik dat wel voorzien, dan had ik hem geadviseerd het anders te doen. Dat spreekt natuurlijk vanzelf." Twee of drie keer zegt hij niet veel over de kwestie kwijt te willen. „Ik heb geen behoefte de zaak op te rakelen. Maar ik wil wel zeggen dat de zaak heel anders had kunnen lopen, als het kabinet de beslissing over een bezoek eerder op de agenda had gezet. Dan had de VVD veel eerder op problemen kunnen wijzen." „Signaalfunctie” Ondanks het feit dat de zaak een voor de VVD onaangename wending nam (een dag na de Woudenbergse optreden van De Korte gaf Lubbers zyn vice-premier in de Tweede Kamer een ongekend ferme reprimande) is het doel bereikt. Voorhoeve: „Het had een signaalfunctie. Inhoudelijk heeft de VVD bereikt wat ze wilde. Het bezoek gaat niet door. Eerst schaarde de PvdA zich achter ons. Later het hele kabinet. „De schaduwzijde is dat de premier in de Kamer nogal hard tegen De Korte van stapel is gelopen. Dat had niet gehoeven. Het heeft gelukkig geen blijvende repercussies gehad voor

262 de verhouding tussen premier en vice-premier. Die relatie is nu weer goed. Van mijn kant gooi ik zand over de zaak." In de affaire-De Korte speelt het leiderschap van de VVD sterk mee. Een typisch Binnenhofse samenzweringstheorie wil dat Voorhoeve zijn vice-premier bewust niet heeft afgehouden van zijn Hirohito-teksten. De VVD-fractieleider doet dat af als „kwalijke nonsens". Maar zeker is dat De Korte aangeslagen is door de rel over het staatsbezoek en voorlopig even zijn mond moet houden. Als vanzelfsprekend kan Voorhoeve zich daardoor meer in de kijkert spelen. Uiteindelijk moet de VVD bij de volgende Kamerverkiezingen een keuze maken voor het lijsttrekkerschap: Voorhoeve of De Korte. Eenvoudig In het formele VVD-verhaal zweeft het leiderschap thans tussen beide heren. Voorhoeve introduceerde de term duolisme en vergeleek de top van de partij met een tandem. Maar de partij begint genoeg te krijgen van die onduidelijkheid en wil weten wie op de tandem de handen aan het stuur heeft en wie achterop zit. Voorhoeve weigert echter helderheid te verschaffen. Volgens hem is het —gezien het Nederlandse staatsbestel — allemaal heel eenvoudig. „In ons staatsrecht bestaat het begrip politiek leiderschap helemaal niet. De Korte en ik hebben andere verantwoordelijkheden. Hy' haalt de hete kolen voor de liberalen uit het vuur van het kabinet. Ik leid de fractie. Daaruit ontstaat een natuurlijke taakverdeling. Hoe kan een fractie nu toch door een vice-premier geleid worden en, omgekeerd, de VVD- bewindsliedenploeg door een fractievoorzitter. De competenties zijn vloeiend, afhankelijk van het onderwerp en het proces waar het zich afspeelt. Gecoördineerd dualisme, dat is toch de beste omschrijving." De VVD heeft te maken met drie andere grote partijen, waarin het leiderschap geen punt van discussie is. Het CDA heeft Lubbers, de PvdA heeft Kok en D 66 Van Mierlo. De VVD- campagneleiding liet het leidersduo de afgelopen maand drie keer gezamenlijk optreden in het land. Voorhoeve viel goed bij de achterban, De Korte scoorde matig. In de komende Statencampagne gaan zij gescheiden op pad, volgens Voorhoeve een kwestie van efficiency en taakverdeling. Maar hij erkent wel dat zijn rol gaandeweg meer uitgesproken wordt. En schetst de beperkingen waar de vicepremier tegenop loopt. „Interessant in ons staatsbestel is dat de positie van de premier zich heeft ontwikkeld. Zeker in het geval van Lubbers. Kort voor de verkiezingen was duidelijk dat hij moeiteloos de rol van premier combineert met die van CDA-leider. Een vice-premier is niet alleen maar de plaatsvervangend premier, maar voor 85 procent gewoon een vakminister die zeer door zijn departement in beslag wordt genomen. Terwijl Lubbers een heel departement ten dienste staat, met 360 ambtenaren, om alle beleidsterreinen in de gaten te houden. „Die kwestie met het staatsbezoek is tijdelijk even vervelend voor De Korte. Maar ik ga er vanuit dat hij het als vicepremier uitstekend zal doen. Het is niet aan mij om te bepalen wie straks de nieuwe lijsttrekker zal worden, dat beslist de partij. En dat duurt nog even, want ik ga er vanuit dat dit kabinet lang zit." Verzwakt De VVD keerde na de verkiezingen van 21 mei verzwakt terug in Kamer en kabinet. Negen van de 36 Kamerzetels gingen verloren, het aantal ministerszetels daalde van zes naar vijf. De Statenverkiezingen van maart moeten duidelijk maken of de partij zich tenminste op haar huidige niveau weet te handhaven of verder wordt opgeslokt door coalitiepartner CDA. De voortekenen zijn niet gunstig, de partij mist, ondanks Voorhoeves pogen, nog een duidelijk gezicht. Ook het kabinetsbeleid kent weinig punten waarmee de VVD zich kan profi- leren. Tijdens Lubbers-I maakte het CDA zich gaandeweg meester van de VVD-doctrine dat economisch herstel alleen mogelijk is door drastische bezuinigingen bij de overheid. Het waren en zijn vooral CDA-ministers die forse bezuinigingen en onsympathieke maatregelen voor hun rekening namen en nemen. Dat alles onder straffe regie van het CDA-fenomeen Lubbers.

263

De VVD wenste verlaging van belastingen en premies en maakte daarvan een punt bij de verkiezingen. Maar nu Lubbers-II vijf maanden op streek is, is zelfs de in het regeerakkoord beloofde consolidatie van de belasting- en premiedruk in gevaar. Voor 1987 werd al een „tijdelijke" verhoging van benzineaccijns en btw doorgevoerd. En de laatste CPB- berekeningen voorspellen een stijging over de gehele kabinetsperiode met circa 0,3 procent. Voorhoeve beseft dat ook op dit punt omzichtigheid geboden is. „We moeten niks willen beloven, wat we niet kunnen waarmaken. Geen leuke dingen nog voor de Statenverkiezingen. Eind volgend jaar is het moment om te bekijken of er wat van de belastingen en premies af kan. En dat kan wat mij betreft alleen als de economische groei flink doorzet óf de olieprijzen weer aantrekken. „Want extra ombuigen om wat aan die lastendruk te doen, daarvan ben ik geen voorstander. De Ópec-landen zijn nu akkoord om de olieprijs naar achttien dollar per vat te brengen. Niemand weet of dat lukt. Gebeurt dat wel, dan gaat ook ons financiële beeld door de aardgasinkomsten weer verbeteren. Maar, in alle eerlijkheid, het omgekeerde kan zich ook voordoen. Blijft de olieprijs op het huidige peil, dan komt dit kabinet aan het einde van de rit vijf miljard extra tekort. Langzamer „Ons belangrijkste argument voor verlichting van de lastendruk is de werkgelegenheid. Voor eenzelfde bedrag aan loonkosten kunnen elders in West-Europa, de Verenigde Staten en Japan meer mensen aan de slag. In Nederland gaat het creëren van nieuwe werkgelegenheid bij .economisch herstel veel langzamer. Vanwege die hoge lastendruk moet een bedrijf twee gulden op tafel leggen, voor elke gulden die een werknemer netto mee naar huis neemt." Die rekensom is standaard onderdeel van de voordrachten die Voorhoeve houdt, in en buiten de Kamer. Een gedegen maar ook bekend VVD-verhaal, dat daarom weinig publiciteit kreeg. In de aanloop naar de Statenverkiezingen moet de VVD het hebben van CDAmissers, maar de kans daarop is niet groot. En ook daarmee moet je uitkijken, zo weet nu ook De Korte. En om aan de ketenen van de coalitie te gaan rammelen, zoals Nijpels tot vervelens toe deed, daar is Voorhoeve het type niet voor. Dat blijkt ook uit zijn benadering van een al bijna klassiek geschilpunt tussen CDA en VVD: het euthanasievraagstuk. Tijdens de kabinetsformatie verbonden de liberalen en de christen- democraten zich de komende kabinetsperiode geen crisis te maken over euthanasie. En nu de Raad van State forse kritiek uitte op het in VVD-kring aangehangen initiatiefwetsontwerp van D 66, zit er voor de liberalen niet meer in dan een compromis. Hoe geliberaliseerd die wetgeving wordt, is nog volstrekt duister. Aantijgingen Voorhoeve lijkt doordrongen van die realiteit. En dus beperkte hij zich tot een publiek pleidooi voor enkele ondergeschikte wetswijzigingen die vermoedelijk ook door het kabinet zullen worden voorgesteld. In Weert weerde hij zich dapper tegen de aantijgingen dat de VVD- aanpak van euthanasie zou kunnen leiden tot zulke verderfelijke praktijken als tijdens het Derde Rijk werden toegepast. Voorhoeve: „Er wordt de politiek wel eens verweten onzorgvuldig te zijn. Maar in dit geval zijn het vooral de verhalen van niet-politici die grote beroering wekken. Met name de relatie die mevrouw Dessaur legt met de praktijken in nazi-Duitsland vind ik kwalijk. Het gaat nu om vrijwillige euthanasie, of beter: een barmhartige dood op eigen verzoek voor hen die ondraaglijk en uitzichtloos lijden. „Het advies van de Raad van State dat niets zag in het D66-voorstel of de proeve van het eerste kabinet-Lubbers heeft de discussie een stap verder gebracht. Het kabinet is nu aan zet, ik verwacht medio januari uitsluitsel van die discussie. Dan zullen wij in de fractie waarschijnlijk eind januari weer opnieuw over euthanasie praten." Aansluiting Veel Binnenhofse strategen, ook in de VVD, zien juist in immateriële onderwerpen als euthanasie een kans voor de VVD om zich te profileren en aansluiting te vinden bij een andere grote partij in de Kamer: de PvdA. De opvattingen over het sociaal-economische

264 beleid en vrede en veiligheid in beide kampen zouden immers niet meer zo ver uiteen liggen als weleer. Voorhoeve is terughoudend. „Zon VVD/PvdA-samenwerking kan pas aan bod komen na deze kabinetsperiode. CDA en VVD staan nu programmatisch dichter bij elkaar. Er is een aantal PvdA'ers —zoals Kombrink, De Kam en Kalma — dat kritisch staat tegenover de rol van de staat en de betaalbaarheid van veel overheid. Een oud liberaal thema: de overheid die haar beperkingen kent. „Wanneer die ontwikkeling in de PvdA niet alleen maar bij een discussie blijft, maar ook vertaald wordt in program en optreden van de fractie, dan verandert de zaak. Maar tot nu toe zie ik de PvdA nog steeds streven naar vergroting van de staatsinvloed. De verhouding tussen de collectieve en de particu- liere sector, daar meer evenwicht in brengen, daar gaat het ons om, ook in de jaren na 1990. „Vanuit ideologisch oogpunt zijn sociaal-liberale kabinetten natuurlijk nooit uit te sluiten. In West-Duitsland heeft de liberale FDP ook jarenlang met de sociaal-democraten samengewerkt. En programmatisch is er maar heel weinig verschil tussen de programma's van VVD en FDP. Bovendien, meer in de psychologische sfeer, sociaal-democraten en liberalen zijn meer hetzelfde type mensen die snel tot zakelijk afspraken kunnen komen. Kijk hoe onze fiscale specialisten elkaar herhaaldelijk weten te vinden." — Is de persoon Voorhoeve, als buitenlandspecialist een geharnast Atlanticus, een havik in de ogen van sommigen, geen struikelblok voor toenadering tot de PvdA? „Ik ben inderdaad een overtuigd Atlanticus. Maar juist daarom vind ik het slecht voor het bondgenootschap wat er nu in het Witte Huis gebeurt. Het leiderschap van de VS in de NAVO is in het geding, de politieke en morele rechtvaardiging daarvan staat ter discussie na de heimelijke wapenleveranties aan Iran. „In het algemeen is dat morele leiderschap in betere handen bij Democratische presidenten dan bij Republikeinen. De geloofwaardigheid van president Reagan is aangetast. Dat geldt ook voor de wapenleveranties aan de contra's in Midden-Amerika. De sandinisten in Nicaragua hebben hun beloften nog niet waargemaakt, maar die steun van Reagan aan de contra's draagt ook niet bij aan een democratische ontwikkeling in dat land." De stelling is betrokken, ook deze kleine stap gezet. In koor met buitenlandspecialisten van PvdA, D 66 en CDA pleit ook Voorhoeve voor een eigen Westeuropese identiteit in het bondgenootschap. Hij wil zich niet vastleggen op een vast percentage waarmee de uitgaven voor de krijgsmacht jaarlijks moeten stijgen na 1990 (thans twee procent). „Dat is een zaak van de partij bij het vaststellen van het nieuwe program. Als de bedreiging door het Warschau-pact dan niet zo ernstig is als nu, zou je denken dat het met minder kan. Maar ik zie niet dat we de uitgaven voor Ontwikkelingssamenwerking kunnen verminderen. Daar zie ik geen opbloei. Voor de stijging van de defensie-uitgaven houd ik even een slag om de arm. Ik hoop nog steeds op wapenbeheersing." HANS GOESSENS ERIK VAN VENETIË „Publicitair stuntwerk werkt vaak averechts. Bovendien houd ik daar niet van" „Ik kwam terecht in een losgewoeld bed. Dat heb ik weer netjes moeten opmaken" Voorhoeve: „Het afgelopen halfjaar heb ik bijna niets meer aan mijn oude specialisme gedaan." Foto's Wim Ruigrok - de Volkskrant 24 december 1986

Bijlage 5: Artikelen De Telegraaf

Wiegel vindt nieuwe VVDleider zó...! Van onze parlementaire redactie DEN HAAG, woensdag „De fractie en de partij hebben mij voor een onmogelijke opgave gesteld. Niemand kan en mag van mij verwachten dat ik op dezelfde wijze de partij zal leiden als Hans Wiegel heeft gedaan. Want daarvoor is Hans te uniek." Met deze hommage aan zijn voorganger en voorbeeld heeft Ed Nijpels gisteren het roer van Hans Wiegel, die per 1 mei aanstaande de Kamer verlaat, overgenomen. 22 van de 26 liberalen in de Tweede Kamer brachten hun stem uit op Ed Nijpels. De overige vier waren

265 verdeeld over mr. Henk Koning en dr. R. W. de Korte. Opvallend was dat oudstaatssecretaris Neelie Smit-Kroes geen enkele stem kreeg van haar collega's en dat terwijl zij bij de vorige kamerverkiezingen na Hans Wiegel op de tweede plaats stond. De nieuwe liberale voorman is geboren in Bergen op Zoom, studeerde rechten in Utrecht en zit sinds 1977 in de Tweede Kamer. Hij was voorzitter van de JOVD, de liberale jongerenorganisatie, en is lid van het hoofdbestuur van de AVRO. Het Binnen heeft hem In die vijf jaS| leren kennen als een wiekste redenaar op de reinen' waarmee hij belast: Justitie, Binnenlandse Zaken Sociale Zaken. /WJ Nijpels Met dc aanwijzing van drs. Ed Nijpels tot opvolger van Hans Wiegel heeft de WDfractie een begrijpelijke keuze gedaan. Dc kwaliteiten van de andere kandidaten niet tc na gesproken kan worden vastgesteld dat Nijpels in dc gunstigste uitgangspositie verkeert om het baanbrekende politieke werk van Wiegel voort tc zetten. Dc WD is dc afgelopen tien jaar uitgegroeid tot een cchtc volkspartij. Het zal dc taak van dc nieuwe politieke leider zijn deze winst veilig tc stellen cn mogelijk tc vergroten. Daarioor is een figuur nodig die Dvcr ccn goed politiek instinct beschikt cn die bovendien bewezen heeft stemmen tc kunnen trekken. De heer Nijpels lijkt aan deze vereisten te voldoen. In zijn betrekkelijk korte loopbaan heeft hij ccn verbluffende werkkracht ten toon gespreid. Zijn staat van dienst vermeldt ren bont assortiment maatschappelijke en politieke activiteiten. Enig stuntwerk heeft hij daarbij nooit geschuwd, met als gevolg dat zijn naam in brede kring bekend is. Zijn optreden is, getuige het aantal voorkeurstemmen dat hij heeft weten tc icrwerven, bij dc kiezers in goede aarde gevallen. Gemakkelijk zal de heer Nijpels het overigens niet krijgen, luist omdat hij, als jeugdig cn ambitieus politicus, zo sterk aan dc Wiegel van tien jaar geleden doet denken zal hij bij iedere stap die hij dc komende tijd zet met zijn voorganger worden vergeleken. Hij zal een rigen politieke stijl moeten zien tc ontwikkelen, waarbij hij enerzijds dc traditie van Wiegel 100rtzet, maar anderzijds dc schijn van Wicgcl-imitatic vermijdt. Gigantisch De gecompliceerde financieel-economische problemen vormen vormen nog geen open boek voor hem, maar Nijpels wordt alom getypeerd als een snelle leerling. De 32-jarige staat haast dan ook voor een gigantische opgave. Niet alleen moet onder leiding de VoorjaarsnoH| van het kabinet-Van de korrel worden — zijn eerste daad iH| nieuwbakken voorziet in het op de fli meragenda zetten van brief van premier Van VB over de Voorjaarsnota» maar ook zal hij de pagne voor de gemeenkjl raadsverkiezingen moetWwï leiden. jjfl „Hans Wiegel had een bisiM; tengewone uitstraling het is een geweldige kJïfl. om die uitstraling voor kiezers te evenaren. Ma^ra de mensen kiezen voor '«te WD omdat het liberalüfts; me hen aanspreekt. Ik beßg' er zeker van dat dit doo3TI zal gaan. Wat ik -als n9-_ grootste uitdaging zie, W? die categorie kiezers tliS~ huiverig tegenover da?' WD staat, en die vindjßj zowel bij de PvdA, D' 66 bij het CDA, naar onze pa*3 tij te lokken. . f »3:! Een spectaculaire koersveff .a andering staat het liberal®? electoraat de komende tijt**' niet te wachten. Wie ha®1* gehoopt op een toenadfjr* ring tot de PvdA moet deaßJ* verwachtingen nog opzouten. De huidige PvdA is eeiSSj stuurloos schip. De partijaP' voorzitter Max van de®®* Berg en de politiek leideß® minister Den Uyl vliegeßv' elkaar om de haverklap iSf* de haren. ly4 De een schaart zich achter

PvdA: zwaar verdeeld D'66: Deuk in image VVD: Wat doet Nijpels? CDA: Nu nog rust Grote partijen in onzeker vaarwater door Kees Lunshof DEN HAAG, zaterdag r .De politieke kaart van ons land dreigt de komende tijd ingrijpend gewijzigd te worden, nu binnen de PvdA een machts- en richtingenstrijd is uitgebroken, het beeld van D' 66 ernstig is aangetast, Ed Nijpels het leiderschap van de WD heeft

266 overgenomen en Van Agt zich heeft neergelegd bij het feit, dat het kabinet nog wel een tijdje zit V Waar dit alles op uitdraait, is lang niet zeker. Voorspellingen zijn niet te maken, het aantal variabelen is daarvoor te groot. Een ronde langs de vier belangrijkste politieke partijen maakt dat duidelijk. De PvdA is in een volstrekte machtsstrijd terecht gekomen. Inzet is de vraag wie verantwoordelijk is voor de achteruitgang van deze partij bij de laatste twee verkiezingen en het antwoord, dat daarop moet worden gegeven. Max v.d. Berg ' Heeft de realistische toegevendheid van Den Uyl de schrik bij de achterban teweeggebracht öf zijn het juist de eisen van partijvoorzitter Max van den Berg, dat het verkiezingsprogramma móet worden nagekomen, hoe irreëel dat ook is gezien de huidige economische omstandigheden. Voor de partijvoorzitter is het duidelijk. De oorzaak van de val in de kiezersgunst is het sjoemelen van Den UyL Het „onaanvaardbaar" tegen Den Uyls sociale politiek was dan ook al snel uitgesproken, voordat iemand op het idee kon komen, dat wellicht Van den Berg zelf mede de oorzaak van de crisis in de PvdA is. * Den Uyl moet dus weg. Van den Berg kon, op basis van uitlatingen van Haagse partijgenoten aan de top, weten, dat ook in die kringen het vertrek van Den Uyl de afgelopen maanden wenselijk werd geacht Menig PvdA-Kamerlid en -minister heeft dat uitgesproken. Niemand durfde echter de eerste pijl te schieten. Geen opvolger De enige man die dat niét kon doen, deed het wel: Max van den Berg. > Gedwongen door de opstelling van Van den Berg moest Den Ujrl, de tweede maal ln zUn politieke carrière het machtswoord „onaanvaardbaar" uitspreken aan het adres van zijn eigen linkervleugel De strijd Den Uyl versus Van den Berg Is van niet te onderschatten betekenis. Deze moet bepalen of de PvdA de partij wordt van de sociaal-realisten (Den Uyl c.s.) of sociaal-Idealisten (Van den Berg). Omdat het conflict vanuit het. midden van de partij wendt gevoerd en niet vanaf de flanken, zoals bij eerdere afscheidingen (PSP, DS'7O) is het een uiterst riskant gevecht voor de socialistische partij. Alleen een overgave van Van den Berg lijkt de C partij nog te kunnen redden. Winst voor Van den Berg betekent het einde van de coalitie. De kiezers zullen de PvdA echter afstraffen voor de kabinetscrisis, die de partij dan heeft veroorzaakt Een door velen gekoesterd verlangen, dat de heer Van den Berg opkrast, geeft problemen bij de linkervleugel. Een verlenging van de patstelling binnen de partij vergroot het afkalvingsproces. Voor D' 66 ligt het anders. Het image echter ook daar van een rustige partij. met een redelijk en alternatief beleid voor iedereen, is weg. Het redelijke lijkt daaruit te bestaan, dat de partij in het midden gaat staan tussen CDA en de Haagse PvdA-lijn. Het alternatief is er ook vanaf: de partij heeft nu net zoveel „schorem" in huis als elke andere partij. De ministers blijken niet beter of slechter te zijn dan een gemiddelde bewindsman. Lijsttrekker Terlouw heeft zijn glans verloren. De vraag voor D' 66: met welke argumenten moeten wij de weggelopen kiezers terugkrijgen en de bestaande houden. Die argumenten zijn er nauwelijks. In het duister De WD heeft een sprong in het duister gemaakt met de benoeming op krediet van drs. Ed Nijpels tot politiek leider. Van sociale en economische vraagstukken weet hij niets af. Hij is een jong, springerig veulen met een wat links imago (pornografie, abortus e.d.), maar met rechtse denkbeelden ten aanzien van de defensie. Nauwelijks iemand dus om de stap naar de PvdA te kunnen maken. Hij is een man die niet direct staat te trappelen om samen te werken met het CDA, een partij die hij in zijn Brabantse periode altijd hard heeft bevochten Rust alleen bij het CDA. Voor zolang dat duurt. De partij is thans gezegend met twee voormannen, bij wie de linker- en rechtervleugel zich thuisvoelen. Gezien Van Agts advies aan Wiegel om maar naar Friesland te vertrekken, omdat het kabinet toch nog wel een tijdje zit, kiest het CDA nu duidelijk voor een samenwerking met links, mits dat niet al te grote Invloed heeft. Hoelang een morrende achterban dat nog aanvaardt nu ook bijna alle CDA- doelstellingen vervliegen, is onzeker. Hoe weet de PvdA de eenheid te herstellen, of valt zij uiteen; zitten de democraten op de glijbaan naar beneden; gaat de WD met Nijpels het CDA

267 links passeren of blijft het de conservatieve partij die ook met Nijpels de gevestigde achterban weet te behouden; welke reactie geeft het CDA op deze ontwikkelingen? Deze onzekere factoren bepalen de kaart de komende jaren. Wat zeker is: de vaderlandse politiek is in een nieuwe fase terechtgekomen, zoals die er kwam na de oor'og (de periode-Drees), na 1958 (de PvdA uit het kabinet), de nacht van Schmelzer (1965) en de coup van Den Uyl in 1973. Een voorspelling over de uitkomst, behalve veel geroezemoes en geharrewar, is niet te geven. • Max van den Berg 1 mei 1982

Journaal Dringen geblazen Stan Huygens De Amerikaan Rex Blanchard heeft 3 1/2 jaar in Nederland gewerkt. Hij zorgde voor het wel en wee van General Electric Plastics in Bergen op Zoom, een dochteronderneming van General Electrics, een van de toptien bedrijven in de wereld. Zijn vertrek was de aanleiding voor een intiem feestje op Kasteel Oud-Wassenaar. Maar men had kennelijk op niet al te veel gasten gerekend, want de mooie grote zalen waren afgesloten en ons gezelschap bevond zich in twee piepkleine kamers. De hulde werd er weliswaar niet minder op, maar het .was een beetje dringen geblazen. ; Oud-minister Gljs van Aardenne vertelde, dat er nogal wat problemen rond de fabriek van General Electric Plastics waren gerezen. De fabriek die het Europese Hoofdkwartier vertegenwoordigt, en werkgelegenheid geeft aan 700 man, ligt op de grens tussen Bergen op Zoom en Halsteren. En het zijn de Halstenaren, die het niet zo prettig vinden "zo'n chemisch bedrijf aan de rand van hun kleine stadje te hebben. Maar Rex voelde zich desondanks prima in het Brabantse. Hij stevende altijd vrolijk met zijn cowboyhoed op het hoofd door het dorp, en de Brabanders konden niet nalaten hem J.R. te noemen. Geen onbekende voor wie de serie Dallas volgt. Op deze afscheidsreceptie was ook Jan Terlouw. „Af en toe bezoek ik een succesvol bedrijf," meldde Jan, „de slechte hoef ik namelijk niet te bezoeken, die komen vanzelf wel bij mij." WD-lijsttrekker Ed Nijpels kwam ook even een bliksembezoek afleggen, hij heeft nog jonge benen en kan dus nog van hot naar her rennen. De opvolger van Rex Blanchard, P.L. Dawson, stond het allemaalmaar een beetje te bekij-j ken. Hij was net op Schiphol aangekomen, en weett dus niet wat hem in Bra- i bant nog boven het hoofd hangt. . V.l.n.r. Jan Terlouw, P.L.Dawson, „JR" Rex Blanchard, Ed Nijpels en Gijs van Ardenne. 17 juli 1982

Zwak De lijsttrekker van de WD, Ed Nijpels, heeft geweigerd voor de TROS-televisie in debat te gaan met de leider van D' 66, Jan Terlouw. De heer Nijpels vindt een televisiedebat alleen zinvol indien ook de lijsttrekkers van de andere grote partijen daaraan deelnemen. Het is best mogelijk, dat een debat tussen de vier lijsttrekkers voor de deelnemers daaraan zinvoller en voor de kijkers interessanter zou kunnen zijn dan een discussie tussen twee politici. 'Maar dat kan natuurlijk nooit een argument zijn om zich te onttrekken aan een confrontatie met slechts één politieke tegenstander. Een confrontatie, die voor de kijkers ook best erg interssant zou kunnen zijn. Daar komt bij dat van een lijsttrekker mag worden verwacht, dat hij iedere kans om een debat aan te gaan en de ideëen van zijn partij uit te dragen dankbaar zal aangrijpen. iDe heer Nijpels heeft tot dusver getoond het debat niet te schuwen en niet bang te zijn op uitdagingen in te gaan. Het is dan ook onbegrijpelijk, dat hij door zijn — met een zwak argument onderbouwde — weigering om met Jan Terlouw jn debat te gaan, een andere indruk vestigt. 27 augustus 1982

De opmars van de VVD Het belangrijkste politieke ; feit dat zich gisteren heeft voorgedaan is de enorme winst van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie. Deze winst kan onmogelijk worden afgedaan als een toevallige uitschieter. Hier is duidelijk sprake van een stelselmatige ontwikkeling in de

268 voorkeur van de Nederlandse kiezers. Het is nauwelijks tien jaar geleden dat de WD met 16 zetels tot de middelgrote partijen mocht worden gerekend. In die tien jaar is dat zetelaantal meer dan verdubbeld. Deze vooruitgang is voor een aanzienlijk deel toe te schrijven aan de persoonlijkheid van Hans Wiegel, die een geheel nieuwe stijl van liberalisme introduceerde. Onder de energiev'ke leiding van Wiegel maakte de WD haar pretentie, een volkspartij te zijn, méér dan •waar. 0 Het nogal abrupte vertrek Wiegel blijkt geen nadelige invloed te hebben gehad op de «liberale opmars. Met de aanwijzing van de. jonge Ed Nijpels 'tot lijsttrekker leek de partij een gok te wagen. De verkiezingsuitslag heeft aan alle twijfel die er over deze , wisseling van het leiderschap mocht hebben bestaan een ein de gemaakt. Zo mogelijk nog belangrijker is het feit dat de VVD vooral bij de jongere kiezers over een zeer grote aanhang blijkt te beschikken. Dat betekent dat de WD ook een goede toekomst voor de boeg heeft en wat stemmen aantal betreft nog lang niet aan haar plafond zit. 9 september 1982

Vrijage VVD en CDA begint met gekibbel Van onze parlementaire redactie • DEN HAAG, vrijdag NOG voordat de eigenlijke onderhande- . lingen tussen CDA en WD zijn begonnen, zijn beide partijen elkaar in de haren gevlogen. Reden van het geharrewar is het aantal informateur» en hun politieke kleur. De WD eist bikkelhard dat er twee komen: één van CDAen één van WD-huize. Fractievoorzitter drs. Ed Nijpels zal dit vandaag aan de orde stellen bij zijn bezoek aan koningin Beatrix die, na het vertrek gisteravond van de heer Van Ke-1 ménade,. als inj formateur,. de fractievobrzit■ ters " van PvdA, CDA; WD en D' 66 bij zich heeft ontboden voor advies. De WD vindt het een teken van wantrouwep als het CDA een tweede WD-co- informateur afwijst Nijpels heeft dit gisteren op hoge poten CD A-fractievoorzitter, drs. R.F.M. Lubbers medegedeeld. Het CDA vindt één Informateur van CDA-huize wel genoeg. Eén kan, zo wordt ' gesteld, sneller werken dan ! twee. Bovendien heeft Ed Nijpels begin september nog twee informateurs afgewezen, omdat dat teveel tijd kostte; nu vraagt hij in verband met de snelheid om twee. Achtergrond van het verzoek van Nijpels is, dat deze zich nog niet erg zeker voelt in onderhandelingen met oude rotten als Lubbers en Steenkamp, welke laatste, naar algemeen wordt verwacht, als CDA-informateur wordt aangewezen. Deze heeft, in vroegere uitlatingen, zich overigens gekeerd tegen het idee van twee informateurs. Toegevend Als er al een tweede informateur uit WD-huize komt, dan zal dit waarschijnlijk niet Hans Wiegel zijn. Het CDA vreest dat dan teveel de sfeer ontstaat van een in restaurants samengesteld kabinet, terwijl bij de WD de angst leeft dat Hans Wiegel. te toegevend is tegenover het CDA. Andere kandidaten van 'de WD: de oud-ministers Geertsema, Vonhoff, Toxopeus, Langman, Van Aardenne en oud-fractievoorzitter Rietkerk. De PvdA wil in ieder geval geen twee informateurs. De socialisten neigen er toe de koningin een CD A-er voor $e stellen: dat geeft op het ogenblik de meeste narigheid tussen CDA en WD. D' 66 adviseert een CDA-er. Na een reeks van gesprekken met de vier fractievoorzitters kwam dr. J. van Kemenade gistermiddag tot de conclusie dat hij beter kon vertrekken. Hij zag geen mógelijkheid „thans wezenlijk andere voorstellen" te doen, zoals Lubbers had gevraagd. Formeel heeft hij Nijpels gevraagd of die nog met de PvdA wilde praten over een te vormen kabinet. Deze heeft dat „thans" afgewezen. Bij zijn afscheid als informateur maakte Van Kemenade van de gelegenheid gebruik enkele sneren uit te delen aan het adres van CDAfractievoorzitter drs. R.F.M. Lubbers. „Wat die in zijn brief schrijft, klopt totaal niet," aldus Van Kemenade. De oud-informateur is van mening dat het CDA voor ontkoppeling van lonen en' uitkeringen zou zijn. .. In een reactie op die vingerwijzing zei de heer Lui*- bers, dat hij het voor mogelijk acht, dat het structureel niveau van het minimumloon de komende tijd moet worden verlaagd, tenzij crp korte termijn ons stelsel van sociale zekerheid grondig wordt herzien. Alleen op die wijze is het volgens hem mogelijk de hoogte van de laagste uitkeringen en het minimumloon netto gelijk te houden. \ 'I Wordt dit voorstel van Lubbers werkelijkheid, dan wordt echter wel de band doorgesneden tussen de ontwikkeling van de lonen in het bedrijfsleven en die van hei minimumloon. Overigens heeft het kabinet-Van Agt een

269 dergelijke operatie voor* gesteld voor 1 januari 1983 en is indertijd het kabinet-Van Agt/Den Uyl eveneens met een dergelijke operatie akkoord gegaan. • Van Komanad• 1 oktober 1982

SETH BEZINGT SEXY ED... , VVD's fractieleider ED NIJPELS was zeer verrast toen hij tijdens een voorstelling van SETH GAAIKEMA's nieuwe show in het Haagse Diligentia bezongen werd door Seth. Seth introduceerde op deze avond een lied dat helemaal aan ED gewijd is en dat de veelzeggende titel SEXY ED heeft. •' Seth zei me: „Ja, Ed is toch een heel nieuwe figuur in onze politiek en ik wilde hem in mijn programma behandelen. Ik doe namelijk veel politiek in mijn show tegenwoordig". Ed was zeer vereerd met het lied en na afloop sprak hij nog lang na met de cabaretier en dronken zij in nachtelijk Den Haag ook nog een drankje. Seth Gaaikema zei: „Hij vatte het heel sportief op. De tekst van SETH's lied over Ed luidt als volgt: De VVD heeft een nieuw wapen Ingezet - SexyEd Z’n mond staat onweerstaanbaar koket - Sexy Ed Vroeger op de tennisbaan een keurige party beneden zekere loongrens hoorde je er niet bij – soms beschaafd gegiechel om een grap van Wiegel maar alles in het keurige hoe het ook zij vroeger was do WD betamlijk nu is ze zinnelijk en lichamelijk Sexy Ed, de VVD heeft een nieuw wapen ingezet" • EO NIJ PELS na afloop van de voorstelling van Seth Gaaikema in diens kleedkamer in . het Haagse Di- Rgentia. Exclusieve foto: JAAP BURGERHART 7 oktober 1982

Ed Nijpels overspoeld met bedden Van onze parlementaire Y. IBwimiliPW DEN HAAG, zaterdag WD-fractielelder drs. Ed 'Nijpels is gisteren overspoeld met * aanbiedingen van ledikanten en matrassen om een betere nachtrust te krijgen.; Aanleiding was de klacht van Ed Nijpels dat hij maar moeilijk ln Den Haag kon slapen, omdat er zo weinig bedden waren die geschikt zijn voor een persoon van 1,95. Inmiddels heeft de heer Nijpels een hotel gevonden naar zijn wensen. Het'is een zeer gerenommeerd gastenverblijf in het centrum van Den Haag. De eerste nacht heeft hij daar uitstekend geslapen. 16 oktober 1982

ED NIJPELS IN DE BOCHT door dr. P.F. Maas Gedurende de afgelopen formatie stal Ed Nijpels steeds de show door met bravour en eigenzinnig zijn gang te gaan. De politiek leider van het volksliberalisme peperde het CDA de gewijzigde machtsverhoudingen in, maakte zich los van de Wiegel-lijn en bevestigde, althans uiterlijk, zijn gezag in de WD. Zonder vooroverleg met Lubbers besloot Nijpels niet mee te werken aan de informatie-Van Kemenade, hetgeen hem noch door de Koningin noch door PvdA en CDA in dank werd afgenomen. Staatsrechtelijk viel hem niets te verwijten, aangezien hij handelde conform het uitgebrachte WD-advies. Dat PvdA en CDA anders adviseerden aan de Koningin was hun zaak. Staat* kundig riep deze stap vraagtekens op. Aanbod Nijpels wekte hiermee wantrouwen in CDA-kringen en negeerde het aanbod van informateur Van Kemenade om al die zaken, waarvoor in het parlement een PvdAWD-meerderheid bestond, nu eens vast te leggen. Na de jarenlange Des Indes-gesprekken, het loslaten van de wederzijdse uitsluiting en met het oog op de toekomst, had dit aanbod Nijpels welkom kunnen zijn. Na het afhaken van Nijpels viel er voor Van Kemenade geen eer meer te behalen, omdat in het CDA de politieke wil om met de PvdA tot een akkoord te komen

270 ontbrak, althans zolang niet eerst diepgaand met de WD gepraat was. Achteraf gezien had het CDA sterker gestaan indien begonnen was met een onderzoek naar een CDA-WD- combinatie. Winst Voor de PvdA was het optreden van Van Kemenade pure winst, omdat er nu een alternatief op tafel ligt voor het sociaal-economisch beleid van het kabinet-Lubbers. Hopelijk weet de PvdA Van Kemenade voor de politiek te behouden. Deze sociaaldemocraat van het zuivere soort, creatief en produktlef, heeft voldoende zedelijke moed om de PvdA op een constructieve koers te zetten en te houden. Na Van Kemenade betrad de vice-presldent van de Raad van State het formatietoneel. Nijpels had, na overleg met Den Uyl, een liberaal als informateur geadviseerd, mits dat Wiegel zou zijn. Nijpels wist evenwel dat Wiegel niet beschikbaar was. Een halfslachtige spelletje, dat zowel PvdA als CDA irriteerde. Nijpels ongelokkige uitlating over Scholten's benoeming getuigde van weinig subtiliteit. Scholten, blijkbaar voorbestemd om de Beel van de jaren tachtig te worden, werd naar mijn gevoel vroeg in de strijd gebracht,. terwijl bovendien de vraag rees of er geen sprake was van een ongewenste vereniging van functies, nu de adviezen van de Raad van State openbaar zijn. Duisenberg bedankte in 1981 om dergelijke redenen voor de eer. Lieveling Gedurende de Informatie- Scholten veranderde het politieke tableau geheel en onverwachts door het terugtreden van Van Agt, de lieveling van de WD, ten gunste van Lubbers. Nijpels moest zaken doen met de man, die hij eerder verantwoordelijk had gesteld voor het falen van Bestek '81 (Van Agt-Wiegel) en die bij de liberale achterban weinig vertrouwen genoot De sfeer van de onderhandelingen was soms bepaald stroef, anders dan in 1977, toen tussen Van Agt en Wiegel onmiddellijk iets moois opbloeide. Waar in 1967 het conceptregeerprogram van informateur ïüjlstra slechts enkele bladzijden besloeg, kwam er thans een stuk van bijna 100 pagina's, hetgeen stellig samenhangt met het geringe onderlinge vertrouwen. Overigens geeft een gedetailleerd regeerakkoord geen enkele garantie ten aanzien van de stabiliteit van 's lands bestuur. De zetelverdeling mag verrassend heten. Verleden Naar eigen zeggen liet Nijpels de profilering van de WD als middenpartij overheersen. In het recente verleden tamboereerde de VVD luide op de noodzaak van een ander financieel, sociaal, economisch en veiligheidsbeleid. Beide sectoren heeft Nijpels aan het CDA overgelaten, vooruitziend naar de komende Kamerverkiezingen. Partij-politiek gezien handig, maar niet moedig. Bij de persoonskeuze viel het op, dat de ondernemers en de vierde macht (ambtenaren) royaal aan hun trekken kwamen, terwijl de vakbeweging gepasseerd werd. De samenstelling van het kabinet-Lubbers doet sterk denken aan die van kabinetten uit de jaren dertig 0.1.v. Colijn. Met Neelie Smit- Kroes en Eegje Pais-Schoo leverde de WD liefst twee vrouwelijke ministers aan het kabinet, wat zelfs de PvdA nooit voor elkaar kreeg. Profiel Als emancipatiepartij won de WD hiermee aan profiel en geloofwaardigheid. Dat Nijpels alle bewindslieden verplichtte, verbaal, zijn leiderschap te erkennen, lijkt me een al te nadrukkelijke demonstratie van gezag. Bovendien wordt gebroken met het traditionele dualisme van de liberalen (Oud). Nuttig Het publiek maken van de afspraak om desgewenst tot tussentijdse vervanging van bewindslieden over te gaan, lijkt me evenmin de homogeniteit ten goede komen. Elke bewindsman kan zich hierdoor bedreigd wanen. Zo'n afspraak, hoe nuttig wellicht ook, dient binnenskamers te blijven. Tenslotte, Lubbers roomde de CDA-fractie zozeer af, dat het CDA het besluit om zich via de fractievoorzitter te profileren moest terugdraaien. Het lot van het CDA ligt thans in Lubbers beweeglijke handen, — zijn achterban kan de handen slechts vouwen. 12 november 1982

Ed als am btenaar

271

• „Dit is een vriendendienst. Rob en Ik kennen elkaar ala ainda onze studietijd." Dat zei VVD- fractieleider drs. Ed NlJpels zaterdagmiddag op de bruiloft van burgemeester Rob van der Heijden van het Groningse Sleen en Leids rechtenstudente Hanneke Couwer. Als bijzontier ambtenaar van de burgelijke stand had Ed Nijpels het paar even daarvoor in de echt verbonden. Het ja-woord ging bepaald niet onopgemerkt voorbij. Behalve huwelijksgasten waren er ook vele fans van de jonge VVD-er naar Sleen gekomen. Zij werden niet in de huwelijkszaal toegelaten, maar juichten hun favoriet en het nieuwbakken echtpaar na de plechtigheid toe. Op de receptie werd een en ander extra luister bijgezet door het Gronings burgemeesterkoor. 6 december 1982

Komende maanden beslissend voor carrière Nijpels door Kees Lunshof DEN HAAG, zaterdag Na een bliksemcarrière van ruim zes maanden, is WD-voorman drs. Ed Nijpels in de gevarenzone terechtgekomen. Komt hij daar de eerstkomende maanden goed doorheen, dan is voor hem een schitterende verdere levensloop in politiek Den Haag weggelegd, met als prijs tenminste het vice-premierschap en wellicht, als de politieke krachtsverhoudingen het toelaten, het premierschap. Dat hij nu in een gevarenzone zit, is overigens niets nieuws in de politiek en daarbuiten. Succes wordt na korte tijd altijd op de proef gesteld. Andere partijen hebben er belang bij om hem en de WD, die in de kiezersgunst het afgelopen jaar zo goed lag, een kopje kleiner te maken. Afgunst Ook binnen zijn partij is er de afgunst, de jaloezie en de strijd om de macht. Formeel is die strijd bij zijn aantreden gestreden, feitelijk moet deze nog definitief worden uitgevochten. In het begin van zijn politiek leiderschap had Wiegel dezelfde problemen. Hij moest in 1972 zijn partijvoorzitter, mevrouw Haya van Someren, trotseren. Ze dreigde naar DS'7O over te lopen als de WD niet zoals DS'7O het toenmalige kabinet-Biesheuvel zou verlaten. Wiegel was daar fel tegen. Na een harde interne strijd moest mevrouw Van Someren het opgeven. Bij de vaststelling van het lijsttrekkerschap voor de verkiezingen in 1972 probeerde zij achter de schermen Wiegel nog te wippen. Tijdens de kabinetsformatie 1972/1973 werd het Wiegel intern kwalijk genomen de WD buitenspel te hebben gezet. Pas als toen het kabinet-Den Uyl ging optreden verstomde de interne kritiek en werd Wiegel algemeen als partijleider aanvaard. Terlouw Minder gelukkig liep het af met de eveneens succesvolle partijleider van D' 66, Jan Terlouw. Elke foute stap die hij deed, werd door partijgenoten en tegenstanders buiten proporties opgeblazen. Dat hij als minister niet aan de verwachtingen voldeed, staat buiten kijf; maar de wijze waarop de PvdA, de VVD en ook partijgenoten hem met steun van de pers zijn fouten inpeperden, vooral als hij er zelf niet bij was, was vaak schromelijk overdreven. Nijpels zit nu in hetzelfde bootje: week in week uit laten tegenstanders voorzichtig, wat lacherig achter de hand, maar toch duidelijk genoeg dat iedereen het kan horen, de namen vallen van Schwietert, de jokkebrok, van Erica Terpstra, de brokkenrijdster, van Van Aarel enne, de geldtelier en van Smit-Kroes, die zo aardig baantjes voor haar familie kan regelen. Allemaal overdreven zaken, waar Nijpels, op het geval Schwietert na, niets aan kan doen, zaken echter die toch blijven hangen. Wie is de baas? Ook intern ligt het moeilijk voor hem: binnen de fractie zitten een aantal teleurgestelden voor wie geen plaats was in het kabinet. Nijpels is niet altijd even handig geweest in het aan zich binden van deze mensen. Wrok en achterklap gaan overheersen. Met de bewindslieden in het kabinet moet Nijpels ook nog een rondje vechten over de vraag wie uiteindelijk de baas is. De ministers, onder leiding van Van Aardenne, of de fractie, onder leiding van Nijpels. Tussen al deze molenstenen kan iemand gemakkelijk worden vermalen. Als op één plaats de stelling opgeld doet dat voorzichtigheid de moeder van de porseleinkast is, dan is het wel de politiek. Op dit punt speelt het karakter van de jonge hond, die Nijpels nog steeds is, hem wel parten. Hij zoekt menigmaal te snel de publiciteit, ook als het om politiek relevante zaken

272 gaat. Zijn publieke uitspraken zijn nc*' niet altijd even consistent, hetgeen een verwaterd beeld geeft van de WD. Haastige aanpak De keuze van zijn vrienden toont niet altijd aan dat de politieke voorman een overgrote dosis aan mensenkennis bezit Dit te zamen met de behoefte om snel en haastig de zaken aan te pakken hebben hem in de laatste week van de formatie parten gespeeld. Ondanks dit alles heeft Nijpels de potentie in zich om zich te ontwikkelen tot een vooraanstaand leider van een vooraanstaande partij. Het succes met de verkiezingen en de formatie-onderhandelingen wijzen daarop, enkele foutjes daargelaten. De komende tijd moet blijken of de politieke aanvoerder van nu de werkelijke politieke leider van de WD wordt. 18 december 1982

EINDE 1982

FANCLUB VOOR NIJPELS Journaal Twee ondernemende jongedames van elf jaar oud, Joyce Schiferli en Annemarie Krekels hebben een plannetje beraamd. Ze willen een fanclub voor Ed Nijpels oprichten. Men schreef een lange brief aan het idool, en keek toch wel wat verbaasd toen er zeer snel een brief terugkwam. Ed vermeldde dat er weliswaar meer fanclubs voor hem in Nederland waren, maar dat hij hun idee toejuichte. Ilij had Voor een interview niet zoveel tijd maar een kwartiertje ging er wel af. Hij adviseerde hen zelfs een fotocamera mee te ' nemen, dan kon zijn secretaresse foto's van hem en de heide dames maken. Nou en zo geschiedde. Waarom voor Ed Nijpels een fanclub? Joyce: „Omdat hij zo'n geinig koppie heeft. .We hebben hem een heleboel gevraagd. Wat hij was voor hij in de politiek ging." Nijpels: „Een blauwe maandag leraar." Annemarie: „Wie zijn beste vriend was bij de VVD." Nijpels: „Jan Kamminga." „En wat vond hij van de gastarbeiders." Nijpels: „Ze moeten hier in elk geval een ongehinderd leven-naar-hun-zin hebben. En daar moeten wij en zij hun best voor doen." Peren Joyce: „Hoe komt het dat zo veel jonge mensen op de VVD gestemd hebben?" Nijpels: „We hebben veel meer jonge mensen in onze fractie dan andere partijen en een jonge voorzitter. Verder is het zo dat de ouderen op het ogenblik een allerberoerdste tijd moeten meemaken om te voorkomen, dat de jongelui van nu later ook nog eens met de gebakken peren van het verleden komen te zitten. Dat hebben de jongeren blijkbaar goed in de gaten en misschien horen ze er thuis ook wel wat over. Dan is het ook nog zo dat we een bekend gezegde graag omdraaien. Wij geven de voorkeur aan: Wie de toekomst heeft, heeft de jeugd. En dat woord vrijheid in onze raam spreekt de jeugd van tegenwoordig natuurlijk ook wel erg aan." De staking van leraren vond Ed Nijpels rot maar hij kon er wel inkomen. Ed spaart oude prenten, en als hij gelegenheid heeft ontspant hij zich „heerlijk languit op zijn buik" met zijn treinenemplacement op zolder. Hij laat de wagens dan razen dat het een lieve lust is. „ Wat erg dat je zonder benzine zit. Maar er is gelukkig een , aardig hotelletje op tien minuten afstand." Krantje Joyce en Annemarie hebben intussen al mappen vol knipsels uit kranten en tijdschriften, foto's en niet te vergeten de nodige karikaturen. Daar willen ze dan gebruik van maken zodra er genoeg leden zijn om een eigen krantje uit te geven. Annemarie: „Hij vertelde ook nog dat hij niet zo lang in de politiek wilde blijven, en dat hij het liefst burgemeester van Ameland wordt." Wie mee wil doen aan de fanclub kan een briefje schrijven naar Jovce Schiferli, Apollolaan 189, 1Ü77 AV Amsterdam of naar Annemarie Krekels, Pauwenlaan 50, 2566 TK Den Haag. • Ed Nijpels met Joyce Schiferli (rechts) en Annemarie Krekels: ...liefst burgemeester van Ameland... 2 februari 1983

DS'70 ter ziele, D'66 zieltogend door dr. P. F. Maas

273

De woelige jaren zestig brachten zowel DS7O als D' 66 voort. De partij van Drees jr. hief zichzelve inmiddels op, terwijl D' 66 binnenkort de vraag onder ogen moet zien of dit voorbeeld geen navolging verdient. De verdienste van DS7O is stellig geweest, dat deze partij op een gewichtig moment de alarmklok luidde over zowel de radicalisering van de PvdA als over de toestand van 's lands financiën. Nadat Nieuw Links zich meester had gemaakt van de sleutelpositie's in de PvdA, gaf een belangrijk gedeelte van het PvdA-kader er de brui aan, omdat de nieuwe koers (polarisatie, radicalisering) te zeer afweek van de sociaaldemocratische tradities in ons land. Met Drees als lijsttrekker veroverde DS'7O in 1971 acht zetels, waardoor confessionelen en liberalen gedwongen waren deze partij in hun al voor de verkiezingen bekokstoofde coalitie op te nemen. Door voortdurend op beheersing van de overheidsfinanciën, inflatiebestrijding en beperking van de collectieve uitgaven te hameren, vormden Drees jr. c.s. meer een bedreiging voor de VVD dan voor de PvdA. Om die reden koos de WD in het kabinet Biesheuvel, dat met Nelissen op Financiën, doende was het grote potverteren te matigen, voor de harde lijn jegens Drees jr., hoewel programmatisch VVD en DS'7O veel dichter bij elkaar stonden dan WD en confessionelen. De val van het kabinet Biesheuvel was het gevolg hiervan en maakte de weg vrij voor het optreden van het kabinet Den Uyl, hetgeen juist WD en DS'7O uiterst onaangenaam was. In de jaren 1973-1977 verloor DS'7O zijn aantrekkingskracht. Regeringsverantwoordelijkheid matigde de PvdA, terwijl de VVD met Wiegel de oppositie tegen het kabinet Den Uyl min of meer monopoliseerde. Interne verdeeldheid versnelde het proces van onstuitbare neergang. DS'7O was overbodig geworden. Dagboek Als alternatief voor de gematigde PvdA-kiezers mislukte DS'7O door op z'n minst optisch naar rechts dóór te schieten. In de jaren 1977-1981 leek D' 66 de verzamelplaats te worden van gematigde sociaaldemocraten, progessieve liberalen en geseculariseerde confessionelen, met als gemeenschappelijk ideaal: doorbreking van het oude bestel en op zoek naar nieuwe wegen. Facelift Binnen een jaar veranderde het plaatje evenwel totaal. Terlouw werd in het kabinet Van Agt fijngemalen tussen de molenstenen CDA en PvdA, de WD onderging met Ed Nijpels een vernissende facelift,, de PvdA draaide een kwartslag naar rechts en D' 66 raakte intern hevig verdeeld over koers en beleid. Resultaat: van zeventien zetels terug naar zes. Jan Terlouw trok terecht de conclusie, dat zijn leiderschap gefaald had en bijgevolg verdween hij met Van Agt in de woestijn. Begin februari verschenen de dagboekaantekeningen van Terlouw in boekvorm. De vraag is of het voormalige D'66-idool er verstandig aan deed om zo kort na zijn ontluistering met „memoires" op de markt te komen. Elke uit de boot gevallen ex-minister voelt ae schier onbedwingbare behoefte zich door interviews of publicaties te rechtvaardigen. Verreweg de meesten zien daar uiteindelijk vanaf. Terecht. De recente ervaringen zijn immers nog nauwelijks verwerkt en doordacht en het beoogde effect wordt zelden bereikt. Bovendien zal in het geval van Terlouw niemand geloven dat het echt om min-of-meer „intieme" aantekeningen gaat. Oppervlakkig Aangezien onmiddellijke publicatie blijkbaar steeds in de bedoeling lag, bevat het dagboek- Terlouw weinig meer dan wat oppervlakkige apologie (verdediging), verwijten aan Brink* horst, „linkse" D' 66 kaderleden en de PvdA, vooral" Den Uyl. Voorzienbaar waren verzuchtingen lands belang en het bijbeho rende beleid door Terlouw verdedigd, maar door Rutten, topambtenaar op Economische Zaken, teerd. Kortom, de verongelijkte prima donna haalt gram door zogenaamde onthullingen, welke haar nog één keer voor het voetlicht brengen. Doorgaans gaat dat ten koste van het gezelschap, zodat D' 66 zich moet voorbereiden op verder afnemende populariteit. 10 februari 1983

De pantoffels van Molly

274

Toen zondagavond mr. in een gigantische ballon de lucht in ging, hoopte ik heel even dat het ding steeds hoger en hoger zou stijgen, om tenslotte geheel uit beeld te verdwijnen en uiteindelijk op de Melkweg te landen. Maar neen, het Lot besliste anders: Molly keerde weer behouden op de aarde terug; een liberaal was weer in ons midden. „Remmers ontmoet Geertsema" stond er op die ballon te lezen en daaruit mag je dan afleiden, dat Remmers belangrijker is dan Geertsema. Oftewel: dat het voor Geertsema een hele eer was dat Remmers hem wilde ontmoeten. Dit soort zaken kun je uitleggen zoals je dat wenst, maar één ding was niet voor uitleg vatbaar: hier vóór ons bewoog zich het prototype van de liberaal, zoals dat voortwoekert in de verbeelding van de Verworpenen der Aarde. En, verdraaid nog aan toe, het gelijk was aan hun zijde. Zodra de dramaturgen van de VARA een sociaal drama bakken en één van de personages is een liberaal, dan zien we telkens weer een wat gezet heer met een dikke sigaar, een hoed op en zó deftig sprekend, dat je de neiging krijgt op je knieën te gaan zitten uit eerbied en respect, want wie zo spreekt, kan slechts uit het Rijk der Hemelen zijn neergelaten om ons met welgevallen te bestieren. Deze uiterlijke tekenen zijn telkens weer de kapstok, waaraan socialisten het beeld van de feodale liberaal ophangen en niet zonder succes, het zij gezegd. Zo werd de liberale partij de partij van de rijken, de heersers om niet te zeggen de overheersers. (En wat je niet mag uitspreken: van de uitbuiters). Nu zegt zo'n uiterlijke verschijningsvorm natuurlijk niets. Zelfs de meest bekakte stem kan sociale bewogenheid uitdragen. En onder elke hoed zit een ander stel hersens, waarin ook kommernis voor de armen kan leven. Daarmee is dus niets gezegd, maar toch, oh toch... De wijze waarop Molly, pardon, mr. Willem Jacob, tot ons kwam, deed mij steeds dieper wegduiken in mijn stoel. En reeds had ik het telefoonnummer van het hoofdkwartier van de VVD gedraaid, toen hij in die ballon stapte en ik verwachtingsvol de hoorn maar weer op de haak legde. Alweer pech Het leven is niet eenvoudig. Maar terwijl ik, bijna met het schaamrood op mijn kaken, dit theater gadesloeg, moet het ledenaantal van de PvdA danig zijn gestegen en dat van de VVD onrustbarend zijn gedaald. De omgekeerde propaganda. Het boemerang-effect. Want hoewel de heer Geertsema ongetwijfeld een beminnelijk en sociaalvoelend man is, ademt hij niet bepaald de behulpzaamheid uit van een heilsoldaat en al evenmin de eenvoud van de kluizenaar, die zich slechts hult in een ruwharen kleed en op blote voeten door de tuin van kasteel Middachten dwaalt, op zoek naar wat onbespoten voedsel. Daar stond een heer. Een heer van stand. Ollie B. Bommel of zoiets. En was het daarbij gebleven, dan was er nog geen vuiltje aan de liberale lucht geweest, maar, lieve help, je mocht zijn kasteel bezichtigen en als je iets méér betaalde, mocht je zelfs zijn slaapkamer zien. Noteert u dat even? Pantoffels De slaapkamer van Molly' kunt u bezichtigen! En kijk, kijk dódr, daar staan nota bene zijn pantoffeltjes onder het bed. Ach jee toch... Even aan het kussen snuffelen hoe mr. Willem Jacob ruikt, maar wellicht kost dat ook weer een knaak extra. Zo stelt de heer Geertsema regelmatig zijn huis open voor het gewone voetvolk en het deert hem niet, wanneer er plotseling zo maar een man aan zijn bureau in zijn papieren zit te snuffelen. Een vreemde. Persoonlijk zou ik zo'n man vriendelijk verzoeken heen te gaan, maar de heer Geertsema zorgt er alleen voor, dat er geen "geheime stukken" op dat bureau lig-* gen. De kok laat goedmoedig even in zijn keuken kijken. De goochelaar opent zijn trucendoos. En dat alles getoonzet met een stem van een Leidse student op jaren. Het was allemaal niet on-' rustbarend, maar het was wel een tikje ontmoedigend. Wat Ed Nijpels met zijn "sopraan" opgebouwd heeft, geschraagd door jongensachtige onbevangenheid, werd daar door die verdraaide Remmers (zeker lid van de propaganda-commissie van de PvdA) weer afgebroken. Met een soort duivels genoegen moet hij daar in de privé-sauna van deze eenvoudige liberaal, (de enige Commissaris der Koningin, die in een kasteel woont) zijn camera gericht hebben op de blote, omvangrijke, lichtelijk uitgedijde gestalte van Molly: de naakte levende illustratie van het oude spookbeeld, dat liberalen zich dik eten ten koste van anderen. Hup, daar gingen weer honderden VVD-stemmen verloren! Natuurlijk: de heer Geertsema kan aan zijn eigen scheppingsbeeld weinig veranderen, maar kijk: juist als je de liberale beginselen aanhangt, dien je zo'n buik niet te etaleren voor een miljoenenpubliek,

275 waaronder ook je eigen kiezers. Dan hou je die buik even in of je zegt bij de deur van de sauna tegen die Remmers: „Even buiten blijven, jungske!" Persoonlijk begrijp ik trouwens toch niet hoe zogenaamde notabelen er toe komen dagenlang met Remmers op te trekken, voor hem in luchtballonnen te stappen, van duikplanken te springen, naast hun fiets door het bos te gaan wande.len, noem maar op, en daarbij al die tijd bespied te worden door een televisiecamera. Is dat ijdelheid? Wat kan het anders zijn? Remmers doet gewoon zijn werk en ook hij zal soms wel eens verbaasd gniffelen om de bereidwilligheid van zijn slachtoffers. Deze keer, evenwel, heeft hij de liberale beginselen schade toegebracht. Wie een liberaal wil filmen, neme een magere spichtige jongeitaan met jeugdpuistjes, een slechte huid van ondervoeding en een hoge stem,' waarme bij voorkeur plat Amsterdams wordt gespro-; ken. Van zo iemand gaat overtuigingskracht uit:' Wanneer zo iemand uitroept' dat het socialisme de onder-" gang van de natie betekent/ klinkt dat geloofwaardig. Maar als Molly Geertsema zijn pantoffels laat zienj loopt het nog slecht af met de VVD. 23 februari 1983

Proficiat v/j drs. ,Ed Nijpels de 1- april-mop van de VVD? Hij is jfl . ieder geval op die aag jarig. Ed wordt vandaag 33 •jaar.. „De ene helft kwam nooit -A*ar mijn verjaarsfeestje toe, omdat ze dachten dat het een •grap was en de andere helft •verzon de meest waanzinnige :«öno om mijn verjaardag •fjfife war te sturen," vertelde de liberale fractie-voorzitter mij.'Zo werd hij tijdens een kamer-reces voor dringend 'operleg naar Den Haag ontboden. Het was 1 april en zijn verjaardag. „Het was tijdens J\ét kabinet Van Agt-Wiegel én'het was inderdaad span- riénd. Ik reisde spoorslags naar Den Haag, bleek het een 'I'april-grap." r' Ed is niet getrouwd. \',Maar ik ben geen vrijgezel in de ware zin des woords. Ingrid en ik bewonen sinds , twee weken een beneden-huis in Den Haag en mijn huis in Bergen op Zoom hebben wij aangehouden. Dat is heerlijk voor het weekeinde of als ik een paar vrije dagen heb," aldus Ed. X J ryZijn voorganger Hans Wiegei heelt zich nog officieel verloofd, doch de nieuwe leider. van de ouderwetse VVD Woont gewoon samen. „Ja, de tijden veranderen," zo lacht Nijpels glunderend. Hij is wel van plan ooit te trouwen en dat wordt dan met mr. Ingrid Pieters. „Dat weet i)c. wel zeker," aldus Ed. '~Zijn verjaardag viert hij het liefst met Ingrid tijdens een paar vakantiedagen. Maar of die vakantie doorgaat, hangt van premier Lubbers af. „De fractie-voorzitters van de regeringspartijen moeten in de buurt blijven voor overleg over de voorjaarsnota. Maar misschien krijg ik van de heer Lubbers vandaag wel toestemming een paar dagen met Ingrid af tè reizen." 'Jln ieder geval, van harte aefeliciteera, Ed. En mocht U hem willen verrassen. Hij is dol op eigen gebakken appeltaart. ZONDER SPIJS. 1 april 1983

Harde les voor minister Ruding door dr. P. F.' Mass De minister van Financiën wilde bet financieringstekort met ƒ 3,5 miljard terugbrengen, maar moest genoegen nemen met ƒ 2 miljard, waarvan een groot deel dit jaar niet meer binnengehaald zal kunnen woroen. Ruding verkeerde tot nog toe in dezelfde positie als Duisenberg destijds. Ook Duisenberg (1973-1977) liet zijn politieke leidsman en minister- president Den Uyl de grenzen van het financieel-economisch aanvaardbare vaststellen totdat rapporten vano.a. de Centrale Economische Commissie (CEC) onomstotelijk aantoonden dat bij ongewijzigd beleid de collectieve sector de marktsector geheel zal oppeuzelen. Bij wijze van noodrem kwam Duisenberg twee jaar na aanvaarding van het ministerschap met de zgn. éénprocentsnorm, d.w.z. de collectieve lasten mochten jaarlijks met niet meer dan één procent van het nationaal inkomen stijgen. Zelfs deze wilde royale budgettaire norm werd via budgettaire sluipwegen ontlopen. Evenals bij de revaluatie van de gulden aanvaardde Ruding het leiderschap van Lubbers, omdat onervarenheid en gebrek aan politieke basis hem geen keuze lieten. Inmiddels heeft de minister van Financiën wel geleerd dat de sanering van de overheidsfinanciën in het CDA geen topprioriteit geniet en bepaald impopulair is. Gelet op zijn specifieke verantwoordelijkheid voor een evenwichtig overheidshuishouding, kan Ruding die sanering onmogelijk laten sloffen.

276

Uitweg Tegelijkertijd kan hij niet permanent op de VVD gaan leunen, zodat hem slechts één uitweg rest: hij moet de boer op om de CDA-partijtop te overtuigen van zijn gelijk. In plaats van zich van 's morgens vroeg tot 's avonds laat in zijn werkkamer op te sluiten met meters dossiers, dient Ruding invloedrijke CDA-politici te waarschuwen voor het gevaar dat het CDA om electorale redenen de problemen weer naar de toekomst gaat verschuiven. Dat zou bij herstel van de conjunctuur ons land definitief achterop kunnen stellen bij de overige industrielanden. Ik voorspel Ruding dat hij bij velen een willig oor zal vinden omdat recente uitlatingen van Lubbers voor de televisie over het financieringstekort onrust veroorzaakten bij de CDA-specialisten op financieel-economisch terrein en bij een deel van de bestuurlijke top. Blijkt Ruding niet over voldoende overtuigingskracht te beschikken, dan wordt hij óf de Witteveen van de jaren tachtig öf gaat hij Andriesen achterna. Witteveen verloor zijn greep op de overheidsuitgaven en Andriesen moest voortijdig afscheid nemen van de vaderlandse politiek. Het gekrakeel rond de Voorjaarsnota heeft in het regeringskamp alleen maar verliezers opgeleverd en dat voor een relatief luttel bedrag van ƒ 2 miljard nominaal. De voorjaarsnota met zijn tussentijdse ingrepen in de lopende begroting werkt destabiliserend, zowel politiek als maatschappelijk. Lubbers verloor het aureool van de Hercules die de financiële Augiasstal in korte tijd zou gaan reinigen. In zijn streven alles en iederen te regisseren, ook de publiciteit, doorbrak de premier op persconferenties de vertrouwelijkheid van de beraadslagingen in de ministerraad. Een bedenkelijk verschijnsel omdat het subtiele spel van loven en bieden bij toenemende openbaarheid snel ontaardt in een bewegingloze loopgravenoorlog. '4 CDA-fractievoorzitter De Vries wil blijkbaar de inkomensontwikkeling van de uitkeringsgerechtigden koppelen aan die van de ambtenaren. Een heilloze weg. De Vries zou er beter aan doen samen met Nijpels de voorgenomen herziening van het sociale verzekeringsstelsel te bespoedigen, zodat het hapsnap-beleid plaats maakt voor weloverwogen voorbereidings en overbruggingsmaatregelen. De WD-fractievoorzitter Nijpels vergeet voortdurend dat de verkiezingen voorbij zijn en dat hij de actualiteit via het Catshuis en niet via de media moet regisseren. Een staatsman gebruikt de media veeleer voor uiteenzettingen over de doeleinden op middellange en lange termijn. Stommetje De Vries en Nijpels sloe-; gen in de Tweede Kamer een pover figuur door gedurende Den Uyl's interpellatie stommetje te spelen, na eerst via de media elkaar luidruchtig de haren uitgetrokken te hebben. Wiegel en Nijpels wraakten immer het gekissebis tussen CDA en PvdA,' maar de WD maakt zich thans zelf aan dit euvel schuldig. Wat meer gevoel voor de eigenaardigheden van het verschijnsel CDA zou Nijpels sieren, tenminste als hij deze coalitie wil voortzetten. Zoals hij zelf voor de televisie zei, bestaat er geen alternatief, althans "... voor de VVD. Na de besluitvorming over de Defensienota geldt dat niet langer voor het CDA. Laat de stagnatie van de VVD-winst in de opiniepeilingen Nijpels een waarschuwing zijn. Geschrapt Keren we terug naar Ruding. In de uiterst moeilijke periode van herstel en wederopbouw na de oorlog, beheerde Lieftinck de schatkist. Eén keer per jaar lichtte hij op basis van gezond verstand de begrotingen van al zijn collegae grondig door op zoek naar „luxe" uitgaven. Dergelijke uitgaven werden onder luid protest van het slachtoffer zeer beslist geschrapt. Ruaing heeft op Lieftinck het voordeel van de Heroverwegingsrapporten, die hem een krachtig alibi verschaffen voor een soortgelijke handelwijze die in de Comptabiliteitswet bovendien een wettelijke basis vindt. Met de Voorjaarsnota viel geen eer te behalen. En des te. belangrijker is voor Ruding de voorbereiding van de Miljoenennota 1984. V 23 april 1983

Theater zonder lach LEO DERKSEN OP ZICHT Juist in de dagen, dat de Voorjaarsnota werd behandeld en de NOS ons af en toe goedgunstig een blik gunde' in de Tweede Kamer, miste ik boer Koekoek. Ineens besefte ik hoezeer de aroma van ons bestaan afgeschept was toen bleek, dat hij geen geachte afgevaardigde meer was. Van niemand meer. Een leegte achterlatend verdween hij weer naar het platteland om de strijd aan te binden met zijn pony's. Zonder Koekoek is' de

277

Tweede Kamer niets. Zonder Koekoek is het parlement een circus zonder clown, een sprookje zonder hofnar, een vlooientheater zonder koldervlo. De charme van Koekoek was, dat hij nooit de volle omvang begreep van datgene wat er werd behandeld, maar — in tegenstelling tot de andere geachte afgevaardigden — ook geen poging deed de indruk van het tegendeel te suggereren. Koekoek was gewoon tegen. Hij had het altijd al gezegd, zijn partij had er al jarenlang op gewezen en nu was het dan zover: het was misgelopen, want men had niet naar hem willen luisteren, maar als ze nu maar niet dachten dat hij, Koekoek, zo gek zou zijn thans vóór te stemmen. De genialiteit van deze standvastige houding is velen ontgaan, want Koekoek had een loper gevonden die op elk slot, en dus op elke deur, paste. Er was altijd wel iets mis en wie dan uitroept steeds geruime tijd daarvoor gewaarschuwd te hebben, kan zich nooit een buil vallen. Koekoek bezat de gave om, tijdens een debat over kernenergie, desnoods omstandig te beginnen over de toestand waarin zijn pony's door de plaatselijke politic waren aangetroffen, aldus de hele probleemstelling terugbrengend tot de juiste afmetingen: gekeuvel op de vierkante meter. Koekoek — de grootheid van de man is door iedereen onderschat — was een genie. In z'n dooie eentje toonde hij aan, dat reeds de lagere school voldoende was om "geachte afgevaardigde" te worden, zolang er maar genoeg bewonderaars zijn die hun stem op je uitbrengen. Deze man te moeten missen, is een ramp voor het parlementaire leven, want wat overblijft is een theater zonder lach. Wat Koekoek met grote vindingrijkheid consequent wist te vermijden, is precies datgene wat de meeste huidige kamerleden wèl doen: zichzelf en hun bedrijf serieus nemen. Niet zodra bestijgt de heer J. den U. te B. de kansel of daar komt hij weer aandraven met de "minst draagkrachtigen", die het "weer moeten verduren bij dit kabinet", alsof hij zelf als minister van Sociale Zaken niet de eerste was om de uitkering bij ziekte terug te brengen tot tachtig procent van het loon. Koekoek zou, met dat ontwapenende accent van hem, hoogstens hebben geroepen, dat hij dat allemaal allang had zien aankomen en dat hij verder zijn handen waste in onschuld, want Sien II moest nog kalven. Maar Koekoek is weg en dus zien we Bert de Vries van het CDA. Ontmoedigend is de ernst, waarmee de man zijn bedrijf uitoefent. De treurnis, die van zijn gezicht druipt, dat hoofd, dat geboetseerd lijkt ~ om altijd als Kop van Jut te moeten dienst doen, die ogen, die aan gindse einder al de totale ondergang lijken waar te nemen en die stem, gedragen door het noodlottig besef dat hij het . geweten van het CDA vertegenwoordigt — dit alles maakt zijn verschijning even beklemmend als',het spook van de opera. .«<, Zo dadelijk vinden ,%e links en rechts de lijken,van oppositieleden achter de groene gordijnen met daarnaast de lichamen van enkele opstandige WD'ers. De Vries, het is hem. helaas maar al te duidelijk aan te zien, ontbeert elke vonn van zelfspot. Niets heeft hij geleerd van zijn Grote Meester Dries van Agt, die rustig op de fiets klom om een tochtje over de Veluwe te maken, juist op het moment, dat er een belangrijk document ondertekend moest worden. Van Agt was de Koekoek van het CDA en Bert de Vries is een stukje van zijn erfenis. De Vries is de kleurloze nalatenschap van èeh clown, die zelf fluitend het Brabantse land nadat hij jarenlang weinig anders had gedaan dan de ernst, waarmee politici hun vak bedrijven, besprenkelen met het wijwater van zijn fijnzinnige spot. De Vries kan vermoedel lijk niet eens fietsen. En zeker zal hij Joop Zoétè? melk nooit in Parijs op beide wangen zoenen. De Vries staat daar stram, als door jicht geteisterd; de koerier van een boodschap, waaïj: van hij het heil ook niei inziet; ook fde AOW'ers moeten inleveren. En nooit springt Koekoek meer achter de interruptie-* microfoon om ons met èèn onbedoelde, kwinkslag 'de lachwekkendheid *• van... mt theater te tonen. Want zeM» Koekoek zou begrepen héby ben, dat een verzekerings-• maatschappij, die de zegde lijfrente, waarvóór.; dertig tot veertig jaar premie is betaald, ineens zou verminderen, omdat de .Vorige directie (lees J. den U,; te B.) wat slordig met .de bedrijfsfinanciën is omgér sprongen, waardoor >de maatschappij thans enigs-, zins in nood is geraakt, zelfs Koekoek zou beseft hebhèn', dat zo'n maatschappij qnn middellijk aan de schandpaal zou worden genageld. De Vries besefte dit niet'.'1 Zelfs niet toen Nijpels, dié. als een jonge hond om hèiji heen dartelde en hem sqmi| flink in de broekspijpen beet, hem daarop wees.-' Voor De Vries bestaat »ÖT enig verschil tussen a-sociaal gedrag van de overheid en dat van een partij;' liere onderneming, w?ni wat de overheid doet, ~is welgedaan. jn7l Koekoek redeneerde simpel: niets van wat de overheid deed was welgedaan; Slechts wat Koekoek deed was

278 welgedaan. En tlus stemde hij tegen, zonjè?, soms te weten waarover hpt ging. j n Stemde Ed Nijpels maar eens een keer tegen. Je kUht namelijk niet blijven blaffen; soms is het noodzakelijk te bijten, want beter een jonge hond in de vrije natuur dan een aan het lijntje, van De Vries. 33C. Hoewel dat vermoedelijk altijd nog beter is dan in dfe wei bij Koekoek. 21 mei 1983

Premiet Lubbers waarschuwt: „Ed Nijpels voert te veel campagne” Van onze parlementaire redactie DEN HAAG, vrijdag Volgens premier drs. R.F.M. Lubbers is de WD — en in het bijzonder de fractievoorzitter drs. Ed Nijpels — bezig met een permanente verkiezingscampagne. „Dat daar risico's aanzitten, is duidelijk." Volgens Lubbers is Nijpels echter tot nu toe, net als een bokser, elastisch genoeg geweest om terug te veren als iets niet kon. De premier stelt dit in een gesprek met het CDA-partijweekblad. Hij waarschuwt tegelijk zijn eigen partij ervoor, om niet te lichtgeraakt te reageren wanneer zij Nijpels weer eens in de krant zien staan. Het CDA roept hij in dat erop gericht die oorzaken geprek, op zo min mogelijk de nadruk te leggen op de tegenstellingen, en zich zo min mogelijk af te zetten tegen anderen. „Je moet één lijn trekken.". ■— Tevreden Over het kabinet is hij tevreden. „De ploeg functioneert goed. Er is geen eindeloos gerek in allerlei vergaderingen. Er is een goede dialoog met en een costructieve medewerking van het parlement." Voor het succes van het kabinet achtte hij het bepalend dat de ploeg het zelfvertrouwen bewaart en niet al te snel meebuigt. De concrete punten, de bananeschillen van grote of kleinere aard (van middenschool tot abortus al of niet in medische pakketten of van een euthanasiebeleid tot een mediadiscussie) zijn volgens Lubbers met conflictbeheersing op te lossen. Oppositie Over de oppositie van de PvdA heeft Lubbers weinig goeds over. „De PvdA is één in de kritiek op de bezuinigingen. Een eigen alternatief heeft zij echter niet gevonden. Ze is moe geworden van het zoeken daarnaar." De FNV-kritiek als zou het kabinet de werkloosheid niet weten op te lossen en er een onrechtvaardig sociaal beleid op na houden, wijst Lubbers ook van de hand. „De oorzaken van de werkloosheid zijn de hoge kosten van het bedrijfsleven, het te hoge financieringstekort en de internationale recessie. Ons beleid is weg te nemen." Herstel Volgens Lubbers biedt de begroting 1984 in economisch opzicht een aanzet tot herstel, maar nog geen herstel. „In sociale termen zal er sprake zijn van een schokeffect." Hij erkent, dat er waarschijnlijk geen gelijke ontwikkeling komt in de lonen in het bedrijfsleven en de publieke sector. „Dan is ingrijpen door de overheid in theorie mogelijk. Praktisch voorzie ik dat echter niet. Want overheidsingrepen in cao's: dat is afgelopen," aldus Lubbers, die op den duur een totaal veranderde samenleving voorziet. „Ik denk een hardere samenleving, waarin de sociale zorg — de welvaartsmaatschappij — zich op kernpunten terug gaat trekken en daarmee veel overlaat aan de mensen zelf." • Drs. Ed Nijpels • Premier Lubbers 22 juli 1983

„Als kabinet zo doorgaat, kan over enkele jaren worden geoogst” door Kees Lunshof VVD- fractievoorzitter Nijpels tevreden over politieke gang van zaken DEN HAAG, zaterdag „Premier Lubbers kijkt de laatste tijd wat te veel naar het CDA, terwijl hij als premier juist geen partijman moet zijn. Dat levert risico's op voor het kabinet." Aan het woord WD-fractievoorzitter drs. Ed „Lubbers speelt een belangrijke rol in het kabinet. Tot voor kort heeft hij het schip behoorlijk tussen CDA en VVD weten door te laveren. Dat moet zo blijven." Los van deze kritische noot maakt Nijpels de indruk een tevreden mens te zijn. „Als het kabinet de rit uitzit, dan kan het vat ons betreft inzet van de verkiezingen in 1986 worden. Wij zullen dan niet weglopen voor dat beleid. Voor het kabinet dreigt wel het gevaar dat het na

279 de „historische" begroting 1984 achterover gaat leunen. Juist nu moet het doorzetten en doorgaan op de uitgestippelde koers. Dan kan over enkele jaren worden geoogst." Verlangen Eén dwingend verlangen heeft de WD, als dat mogelijk is: „Het besluit over df plaatsing van nieuwe kruisvluchtwapens is voor ons gekoppeld aan een besluit over afstoting van bestaande kernwapcnlakcn. Bovendien mag die afstoting nooit gebeuren tegen de zin in van onze NATO-bondgenoten. ledere eenzijdige stap wijzen wij af. Dat betekent het einde van het kabinet. Daarover mag geen onzekerheid bestaan." Nijpels roemt verder de besluitvaardigheid van het kabinet. Zijn verhouding met de VVD-ministers noemt hij goed. „Voor vervanging komt niemand .in aanmerking. Ze doen het ieder op hun eigen manier, met hun eigen stijl even goed. De kritiek als zou ik hen voor de voeten lopen, is onzin. Ik overleg alles met hen." Over de fractie is hij ook tevreden. „De club is razendsnel eensgezind geworden. Ik geef ze de vrije hand, ben geen dictator. Dat heb ik van Wiegel geleerd, één van de beste politici die ons land na de oorlog heeft gekend." Karakter De verstandhouding met CDA-collega De Vries noemt hij eveneens goed. „De verdeelde CDA-fraetie en het feit dat de politieke leider van het CDA, Lubbers, in het kabinet zit, terwijl ik lid ben van de Tweede kamer, geeft wel eens spanningen. Daarbij speelt ook een rol dat fractievoorzitter De Vries en ik andere karakters hebben." Nijpels is goed op de hoogte van wat de Miljoenennota gaat brengen. „Het wordt een historische begroting. Voor het eerst gaan èn het financieringstekort èn de collectieve lastendruk omlaag." Dat er ten opzichte van het regeerakkoord wat vertraging is opgetreden in het tempo waarmee het financieringstekort omlaag gaat, vindt Nijpels niet zo'n probleem. „Het einddoel, terugbrenging van dat tekort van 11,7 procent van het nationaal inkomen nu naar ruim 7 procent in 1986 staat overeind." Nijpels, die van de Miljoenennota 1984 in de Tweede Kamer geen groot rumoer verwacht, blijft erbij dat ambtenaren en sociale uitkeringstrekkers bij bezuinigingen niet over één kam geschoren mogen worden. „Bij ambtenaren gaat het om mensen die werken, bij sociale uitkeringstrekkers, hoe triest dat ook is, niet." Ofschoon van de sociale uitkerinpstrekkers al meer offers worden gevraagd dan van de ambtenaren, had Nijpels liever gezien dat zij wat meer hadden moeten inleveren en de ambtenaren wat minder. „Maar het CDA wilde dat niet." Minder ambtenaren Hij acht het onmogelijk dat het inleveren door ambtenaren zo blijft doorgaan. „In plaats daarvan moet het aantal ambtenaren omlaag." Hij heeft er dan ook geen beswaar tegen ais de matiging van de ambtenarensalarissen in overleg met de ambtenarenbonden zelfs het volgend jaar al wat minder wordt dan de regering nu voorstaat. „Maar dan moet wel worden geschrapt in het aantal ambtenaren volgend jaar. De vakbeweging moet zelf die keus maar maken." De wens van de ambtenaren om gelijk te worden behandeld met de werknemers in het particuliere bedrijfsleven kan Nijpels ook thans niet inwilligen. „Dat kan alleen via een loonmaatregel. Als dat zou gebeuren, jaagt het kabinet de gehele vakbeweging tegen zich in het harnas. Bovendien is de omvang van het ambtenarenapparaat de laatste jaren enorm uitgebreid.". Een en ander leidt er wel toe dat de sociale uitkeringstrekkers de komende jaren nog wel eens moeten inleveren. „Er komt wellicht nog een ldap. Overigens moet niet worden vergeten dat de echte minima onder de uitkeringstrekkers geholpen worden door een eenmalige uitkering. Gaat het echter weer goed met de economie, dan kunnen de uitkeringen weer een stap vooruit maken en kunnen de koppelingen wellicht weer worden hersteld." Deregulering Niet alleen in de begroting 1984 heeft het kabinet zijn beloften waargemaakt. Nij* pels noemt ook de besluitvaardigheid van het kabinet In het algemeen, maar eveneens zaken als deregulering (het mes zetten in het oerwoud van regels) en het mediabeleid. Vriendelijke woorden ook aan het adres van Onderwijsminister Deetman. Hij houdt zich strikt aan de bezuinigingsafspraken, evenals aan de afspraken rond de Mid? denschool tot wier invoering dit kabinet niet mag en kan besluiten. Indien Deetman met voorstellen komt tot invoering van schoolgeld voor twaalf- tot zestienjarigen dan zullen wij hem daarin niet steunen. Wij voelen

280 ons aan een eventueel voorstel niet gebonden. Wc zullen als de minister doorzet zelf alterna: lieven aandragen," aldus Nijpels. - ' ■ Ed Nijpels: „Als het kabinet de rit uitzit, dan kan het wat ons betreft inzet van verkiezingen in 1988 worden." 3 september 1983

Kabinetsplannen politiek haalbaar door Kees Lunshof DEN HAAG, dinsdag Vandaag begint de Tweede Kamer het grote driedaagse debat over het beleid 1984. In dat debat staat overigens niet alleen dat beleid centraal. Ook de wijze waarop de politieke leiders met elkaar omgaan vraagt aandacht. Omdat de fractievoorzitters van CDA en WD nauw bij de voorbereidingen van de Miljoenennota waren betrokken, moeten zij de hoofdlijnen daarvan aanvaarden. Het bezuinigingspakket, inclusief de 3Vi% korting op ambtenarensalarissen en uitkeringen, wordt geslikt, evenals het belastingplan met zijn BTW- en accijnsverhogingen. Gevangene Het kabinet kan op deze hoofdpunten zelf niet terug. Indien het toegeeft bijv. aan de wensen van de vakbeweging, waardoor het financieringstekort toch stijgt, verliest het zijn geloofwaardigheid. Het maakt zich bovendien de gevangene van die vakbeweging. Over in verhouding minimale bedragen wordt door CDA en WD wat tegengesputterd. In het schoolgeldplan van het kabinet wordt wel gesneden. Ook moeten de woonlasten omlaag (ah het kabinet toezegt dat de huren volgend jaar nauwe» lijks omhoog gaan, wordt de drie cent aardgasprijsverhoging wel aanvaard). Er moet wat extra geld komen voor de grote steden. Die Kamer verwerpt het plan om de werknemers bij de sociale diensten, de ziekenfondsen en de NOS tot trendvolgers te maken. Verzet Gezien het ambtenarenverzet komt de vraag aan de orde of de voorziene ongelijke behandeling van ambte* naren, trendvolgers en uitkeringstrekkers enerzijds en werknemers in de particuliere sector anderzijds na 1984 kan worden voortgezet. Ondanks afspraken daarover in het regeerakkoord neigt de WD ertoe daar nee tegen te zeggen, voorzover het gaat om ambtenaren en trendvolgers. Het CDA neigt ook naar een nee, maar wil in tegenstelling tot de WD dat ambtenaren en uitkeringstrekkers gelijk worden behandeld. Niets dwingt dat vraagstuk nu al op te lossen. Hetzelfde geldt de invulling van de kortingen op de bovenminimale uitkeringen per 1 juli. Het CDA houdt t.a.v. de invulling nog een slag om de arm. Gezien de CDA-verdeeldheid over het defensiebeleid wordt de vraag of ons land voorstellen in de VN moet steunen gericht op bevriezing van het kernwapenarsenaal in de wereld, ook een punt. De linkse partijen en het linkerdeel van het CDA zijn voor, de rest inclusief minister , is tegen. Om te voorkomen dat de fractie op dit punt uiteenvalt, komt het CDA met een eigen voorstel dat een zo algemene strekking heeft dat waarschijnlijk president Reagan ermee kan leven. Eigen rol Tijdens het debat speelt iedereen zo zijn eigen rol. Omdat oppositieleider drs. J.M. den Uyl bij gebrek aan steun het kabinet niet letterlijk kan laten vallen, zal hij met woorden proberen het onderuit te halen. Verder zal hij pogen de twee regeringspartijen tegen elkaar uit te spelen. Het stoken binnen het CDA, bijv. op defensiegebied, is aan hem ook wel toevertrouwd. Via tegenvoorstellen wil hij vervolgens het publiek duidelijk maken dat hij een alternatief voor het kabinetsbeleid heeft. Den Uyl zal een en ander gieten in de vorm van „beheerste demagogie," beheerst omdat een schreeuwerige oppositie geen zoden aan de dijk zet, demagogisch, omdat Den Uyl het nu eenmaal niet kan: nalaten om de leider van een regering in ballingschap te spelen, die regeringsgetrouwe troepen voor de laatste maal waarschuwt dat zij nu echt ten onder gaan als zij niet naar hem overlopen. Laconiek Zijn CDA-tegenspeler, dr. B. de Vries, moet het niet van grote redevoeringen hebben. Hij is een laconieke zakelijke man die de cijfers goed kent, waardoor hij in staat is Den Uyl tegenspel te leveren. Met De Vries moet ook Nijpels het regeringsbeleid verdedigen. In het verleden ontweek Nijpels deze plicht wel eens, dat kan hij nu niet weer maken. Het gebeuren

281 rondom de Centrumpartij kan de fracties niet onberoerd laten. Het is te hopen dat ze eensgezind één lijn tegenover deze partij weten te vinden en elkaar niet in de haren vliegen over die partij. Gegeven de steun voor het kabinetsbeleid in de Kamer heeft premier Lubbers een niet al te moeilijke week voor de boeg, ofschoon de verdeeldheid binnen het CDA over defensie en tussen CDA en WD over het beleid 1984 hem wel wat grijze haren zullen bezorgen. Lubbers' vuurproef komt in de weken na het debat. Dan is de maatschappelijke haalbaarheid van de regeringsplannen aan de orde. De politieke haalbaarheid in de Kamer is geregeld. 11 oktober 1983

Premier Lubbers: Voor herstel is vertrouwen nodig; in het scheppen daarvan investeer ik „Je kunt nu geen risico's meer nemen met de economie" door Kees Lunshof DEN HAAG, zaterdag „Van publiek optreden geniet ik niet. Het liefst werk ik onder de bureaulamp met wat mensen om mij heen, jnijn collega's adviserend." Aan het woord Ruud Lubbers over zijn 'rol van premier van ,het Koninkrijk. „In Nederland is de minister-president een rare tussenfiguur. Ener- lEen jaar geleden legde premiej drs. R.F.M. Lubbers in de Tweede Kamer de regeringsverklaring af. Het kabinet kon van start. Een jaar later is dit kabinet, dat wel eens het medpt eensgezinde kabinet van na ere oorlog wordt genoemd, in don bikkelharde strijd gewikkeld met de vakbeweging. Het har Jste maatschappelijk conflict van na diezelfde oorlog. Daarover en over zaken als het CDA, de verhouding met de WD, de regeringsploeg, het perspectief en de defensie een gesprek met minister-president |a drs.ißuud Lubbers. zijds moet hij zorgen voor de eenheid van beleid; hij zit de ministerraad voor, maar mag niet op de stoel van andere ministers gaan zitten en dat probeer ik ook niet. De buitenwacht ziet de premier anders. Daar bestaat de behoefte de man te zien als regeringsleider. Die figuur kennen wij staatsrechtelijk niet. Je wordt in die rol gedwongen. In het eerste deel van mijn werk voel ik me uitstekend thuis. Dat is het boeiendste deel van mijn werk. Het andere, de publieke rol, moet echter ook gebeuren." Ondanks alle acties lijkt Lubbers een tevreden man, overtuigd van de juistheid en billijkheid van de uitgestippelde koers. „Het premierschap is eigenlijk niet zoveel anders dan ik dacht. Ik ben met zweet in de handen begonnen en dat is zo gebleven. Het regeerakkoord is een juiste weg, maar een moeilijke. Dat zat mij, meer dan bij anderen, al vroeg helder in het hoofd." Een grote persoonlijke meevaller voor hem is het functioneren van de ministerraad. „Het is een wonder dat we nauwelijks 's avonds moeten vergaderen: geen toestanden, geen rotzooi. Misschien dat we het zo houden." Hij wijst erop dat de ministerraad geen coalitie is van twee groepen, CDA en VVD. „Het is een team van individuele ministers, zeker met problemen, maar die lopen dwars door de partijen heen, niet langs de politieke scheidslijnen." Lubbers erkent volmondig dat hij sedert zijn optreden als premier duidelijker is geworden. „Dat heeft met een samenloop van een aantal punten te maken.' | Door mijn intellectuele scholing heb ik geleerd vragen te analyseren en alternatieven te bespreken. Dat brengt mensen in grote verwarring, dat bleek te riskant. Ik heb inmiddels geleerd dat diep gravende beschouwingen niet begrepen worden. Vandaar meer helderheid." Voor het beleid heb ik uit het verleden een aantal consequenties getrokken. Je kunt geen risico's meer ne'men met de economie, zoals vijf jaar geleden. Voor economisch herstel moet vertrouwen nodig zijn. In het scheppen van dat vertrouwen investeer ik. Niet in electorale overwegingen of inmedelijden." Lubbers geeft toe dat alleen die lijn niet genoeg is. „In en buiten het kabinet probeer ik duidelijk te maken wat aan de harde sociaal-economische lijn toegevoegd moet worden: een gericht sociaal beleid." Op de kritiek als zou hij zijn sociaal verleden verloren hebben, zegt Lubbers: „Op een aantal punten loop ik nog steeds voor de muziek uit. Als ik spreek over de echte minima, dan bedoel ik ook echt „lappen" voor de echte minima; daarover heb ik in de Stichting van de Arbeid van de kant van de vakbeweging te weinig gehoord, terwijl dat pas echt sociaal beleid is. Daar ging het toch weer over alle uitkeringsgerechtigden." „Ook op het punt van de bestrijding van de jeugdwerkloosheid wil ik vooruitlopen, de zaak in beweging krijgen. Op het punt van de kernbewapening ben ik niet veranderd. Ook daar gaat het erom: hoe kan ik de zaken het beste

282 beïnvloeden. Dat gold in 1979 en dat geldt nu nog." Lubbers vindt het jammer dat het eerste spoor van het kabinetsbeleid „herstel van 's lands financiën" in het politieke 'vlak te veel aandacht krijgt. Met het tweede spoor, herstel van de marktsector en verbetering van devinvesteringen, gaat het goed. Hij wijst daarbij op de dalende rente, de investeringen en de expört. „De ondernemers gaan in beweging komen. De uitkomsten zijn beter qan eerder geraamd door het Centraal Planbureau. Ik ben ronduit optimistisch." Is de verhouding met de VVD-ministers goed, «die met Nijpels laat wat te wensen over. „Ik zou graag wat nauwer met hem willen omgaan. De afstand tussen ons zint me niet. Niet om hem in te palmen; maar ik ken hem eigenlijk niet."Lubbers zegt intuïtief veel waardering voor Nijpels te hebben. „Hij werkt heel hard. Hij houdt zich op zijn manier aan de afspraken. Soms vind ik hem charmant naïef, soms onmogelijk naïef. Dan zegt en wil hij dingen die echt niet kunnen. Maar de totaalbalans is ronduit positief." „In het algemeen moeten de twee regeringsfracties elkaar wat meer waarderen. Er is nogal wat „vijand-denken" bij de VVD als het over CDA gaat. Er wordt daar te veel gedacht aan complotten, het|wegschuiven van dè zwarte piet. Dat is slecht en overstandig." Over }de ontwikkeling van zijn eigen partij ik Lubbers, ondanks de slechte verkiezingsonderzoeken, niet pessimistisch. „Het CDA, maar ook, zij het in mindere mate, de VVD, verliest de steun van een aantal mensen die met het beleid niet uit de voeten kunnen, omdat het hen persoonlijk treft. Daarnaast speelt bij het CDA een rol, dat het nieuwe — in de zin van één partij worden — eraf is. Ook profiteerde het CDA in het verleden van het 'dubbelloops geweer', het duo Van Agt/Lubbers. Dat had wel eens nadelen, maar gaf electoraal, bij de kiezers, een brede dekking. Er is nu maar één lijn, dat is een gegeven. Voor beleidswijzigingen ziet Lubbers geen aanleiding. Wel moet de partij zich wat actiever gaan opstellen. Daar is behoefte aan. Nieuwe wensen komen op, het bestaande moet opnieuw worden doordacht. Dat de CDA-fractie nu minder lastig is dan ten tijde van het kabinet Van Agt, toen Lubbers fractievoorzitter was, wordt volgens Lubbers veroorzaakt door de personen die nu aam het roer staan. „Fractie-voorzitter De Vries (een integere en deskundige politicus) en ik zijn beiden econoom. Dat was anders ten tijde van Van Agt en Lubbers. Wij waren toen meer complementair (aanvullend). Dat geeft een andere positie. Twee verschillende economen aan het roer, dat kari niet." Wel vindt Lubbers dat zijn fractie en zijn partij (naast de harde lijn, de lijn van bloed, zweet en tranen), een aantal punten in het bijzonder zou moeten koesteren. Even fanatiek als de minister van Financiën vecht voor het financieringstekort, moeten christen-democraten vechten voor de bestrijding van de jeugdwerkloosheid en moet worden opgekomen voor de echte minima. In de steden zouden CDA-ers burgercomités kunnen oprichten om af te dwingen dat er voor jongeren meer kansen komen, om af te dwingen dat met in Den Ilaag opgestelde regels plannen in de praktijk worden uitgevoerd; jongeren aan de slag helpen al is het maar tijdelijk of in stages; in bedrijven en daarbuiten, wat er voor nuttigs te doen is. Aan dat soort zaken, toevoegingen dus, is behoefte; niet aan beleidswijzigingen." "Het behoeft geen betoog dat de premier uiterst ongelukkig is met de acties van de ambtenaren. „Ik sta daar kritisch tegenover. Zij worden op twee punten gevoerd, die goed bestreden kunnen worden. Het beleid zou onrechtvaardig zijn en er zouden dictaten worden opgelegd." Beide verwijten wijst Lubbers af. „Het is onjuist ons beleid onrechtvaardig te noemen. Na de storm over het bedrijfsleven, raakt de economische crisis nu de overheid. Er moet nu gekozen worden tussen hetzij behoud van werkgelegenheid bij de overheid, hetzij behoud van loon aldaar. Je kunt die keuze niet uit de weg gaan. Het kabinet kiest nu voor werkgelegenheid boven loon." „Wie ons verwijt dat we niet overleggen en slechts dictaten afgeven, zet de zaak op zijn kop. We hebben niemand met ons beleid verrast. Het beleid van nu lag al vast in het vorig jaar afgesloten regeerakkoord. Wie nu tegen dat beleid is, had dat in het voorjaar moeten zeggen. Bovendien: er is geen alternatief voor het beleid. Het FNV-plan wordt lIRUUD LUBBERS: „Ik ben ronduit optimistisch." door de oppositie in de Tweede Kamer niet overgenomen. Het PvdA-alternatief — een groter offer in de marktsector — is ook door de vakbeweging afgewezen.. Dan kan de regering niet verweten worden dat zij het beleid waar geen alternatief voor is, verdedigt enldoorzet." „In begin november hebben we twee voorstellen gedaan om verder overleg, mogelijk te maken: vermindering van de - kortingen, waardoor iedereen tot ƒ 70.000 bruto in januari hetzelfde krijgt als in december en het

283 zoeken naar een regel waardoor ambtenaren niet de sluitpost van de begroting behoeven te worden en voor alle tegenvallers behoeven op te draaien. Maar ook dan blijft Van dé Scheur eisen dat onze voorstellen van tafel moeten." „Als de rechter ambtenaren en regering aan tafel roept om weer te onder-' handelen — hij spreekt over onderhandelen met name — over de jaren daarna en over beëindiging van de acties, dan eist Van de Scheur weer dat onze voorstellen voor 1984 van tafel moeten en gaat met acties gewoon door. En dan praat ik nog maar niet over de overdreven voorstelling van zaken die in het begin van onze voorstellen werd gegeven. Voor opgewonden, impulsieve tegenmaatregelen, waarom wordt gevraagd uit de maatschappij, maar ook bijvoorbeeld door VVD-fractievoorzitter drs. Ed Nijpels, voelt Lubbers niets. „We moeten bij al deze uitdagingen rustig blijven. We hebben geen wet die dit soort zaken regelt. De overheid is werkgever en hoedster van het algemeen belang. Ondanks die laatste positie moet zij niet te gretig zijn om de acties te breken, daar waar er geen wet is die dit soort zaken regelt." „Wel zijn daaraan grenzen. Het gebruik van bedrijfsmateriaal kan niet. Er zijn instructies uitgegaan om dat tegen te houden. Ook moet het duidelijk zijn of er gestaakt wordt of niet. Staking is een recht dat ook ambtenaren hebben, tenzij heel belangrijke diensten in het geding komen (politie)." „Maar het half-staken, zoals nu gebeurt, dat kan niet. Dan kan de overheid ook geen tegenmaatregelen nemen, als bijvoorbeeld inhouden van loon. Ik ben bereid om ver te gaan in het aanvaarden van acties. Maar dan wel echt staken en niet met een minimum aan middelen een maximum aan schade berokkenen. Dan krijgt de staking iets onwaarachtigs." Volgens Lubbers staan de acties ergens tussen acties tegen de werkgever en acties tegen de politiek. „De regering wordt bestookt met een uitputtingsslag." Volgens hem is het conflict oplosbaar. „De ambtenarenbonden minus die van het FNV hebben de korting van het volgend jaar als onvermijdelijkheid aanvaard. Het gaat nu om de jaren na 1984. Binnen het kader van het regeerakkoord vallen best afspraken te maken." Tot slot het vraagstuk van vrede en veiligheid. Lubbers hoopt dat alle partijen zeer zorgvuldig zullen reageren op het weglopen van de Sovjet-Unie uit het; INF-overleg. „Het moet een beheerst proces van weglopen zijn. Dan verwacht ik hervatting van de besprekingen op den duur." Volgens hem hebben de ontwikkelingen van nu in Gcnèvc geen invloed op het afgesproken schema dat ons land in juni een besluit neemt over eventuele stationering. Inmiddels is tot zeer grote tevredenheid van Lubbers de defensienota op het gebied van de conventionele bewapening rond 1 december klaar. In die nota komen geen specifieke beschouwingen ' en keuzes voor over de bestaande kernwapentaken en eventuele nieuwe. „Dat komt op een gepast punt later aan de orde," aldus Lubbers, tevreden lachend, dat dit probleem althans voorlopig weer is opgelost. 26 november 1983

Taiwan-affaire voor Nijpels grote nederlaag door Kees Lunshof Als een politicus wordt beoordeeld naar de mate waarin hij een door hem gesteld doel weet te bereiken, valt het oordeel over het gedrag van WD-voorraan Nijpels in de Taiwan-affaire negatief uit. Hij behaalde in die zaak zijn grootste nederlaag tot nu toe geleden. Na terugkeer van een gecombineerde zaken- en huwelijksreis onder meer naar Taiwan, zette hij hoog in: indien Taiwan opnieuw onderzeeboten wil hebben, dient ons land die te leveren. Zes maanden later besluit „zijn" kabinet dat geen oorlogsmaterieel ooit meer naar Taiwan verscheept mag worden. De VVD doet er goed aan de komende weken uit te zoeken hoe het mogelijk is dat zo'n politieke nederlaag kon worden geleden en waar de fouten zijn gemaakt. Dit geldt te meer daar het uiteindelijk doel van Nijpels, de bevordering van de werkgelegenheid voor duizenden mensen, op ieders sympathie mag rekenen. Onderschat De eerste fout maakte Nijpels door begin van de zomer publiekelijk aan te kondigen dat Taiwan opnieuw was geïnteresseerd in aankoop van onderzeeërs. Een kind in de politiek kan weten dat het overleveren van een zaak aan de publieke discussie de verwezenlijking daarvan niet naderbij brengt. Het heeft Peking tot forse dreigementen gedwongen, die het om gezichtsverlies te voorkomen nu wel hard moest maken. In de daarop volgende maanden heeft de VVD nagelaten een koers uit te stippelen hoe het gestelde doel te bereiken. Teveel werd er vanuit gegaan dat het kabinet wel ..ja" zou zeggen. De weerzin

284 tegen de nieuwe order van Lubbers en van het departement van Buitenlandse Zaken waar een heilig geloof heerst in een ~één-China-politiek" werd onderschat. Dat deed ook vice- premier Van Aardenne. Hij liet het initiatief geheel aan Buitenlandse Zaken waar ambtenaren hun minister Van den Broek op dit punt voor zich wisten te winnen. Als Economische Zaken buiten medeweten van Buitenlandse Zaken de missie naar Taiwan stuurt is het te laat. Geen eenheid Te snel liet Nijpels Lubbers weten dat de zaak hem geen kabinetscrisis waard was. Op zich terecht, maar Nijpels gaf daarmee te vroeg een stok achter de deur uit handen, waardoor Lubbers vrij spel kreeg. Ook liet Nijpels na de VVDministers tot een hechte eenheid te smeden. Hij ging er van uit dat dat vanzelf wel zou gebeuren, omdat geen van hen, op mevrouw Schoo na, zich tegen de order had verklaard. Minister Van Aardenne, voorstander van levering, vergat dat laatste ook. Dat leidde er toe dat in de kabinetsvergadering de vorige week minister Rietkerk wat losse opmerkingen plaatste, terwijl minister Korthals Altes wat vragen stelde over de volkenrechtelijke aspecten. Minister Winsemius bemoeide zich geheel niet met de zaak. Deze hield zich bezig met invoering van ~lawaaiheffing". Een stuk met argumenten pro levering kwam vijf minuten voor de ministerraadsvergadering binnen. Bovendien vergaten de voorstanders een prijskaartje te hangen aan een negatief besluit. Hadden zij dat wel gedaan, dan hadden ministers als Deetman, Brinkman en De Ruiter wellicht anders geoordeeld. Zij immers moeten straks ten dele voor de kosten opdraaien. Rechtsorde Nijpels' tegenspeler Lubbers, overtuigd van het eigen gelijk, kon in deze omstandigheden de politieke strijd gemakkelijk winnen. Wat precies zijn motieven waren is moeilijk te achterhalen. Een rol speelde dat hij geen grote problemen met de CDA-Tweede- Kamerfractie wilde. Hij wist van te voren dat de fractie hem bij een „nee" zou volgen, een ~ja" zou zeker verzet hebben opgeleverd. Ook speelde bij Lubbers mee dat hij in 1980 tegen was. Hij verklaarde toen publiekelijk „eens, maar nooit weer". Als hij nu zegt „een man een man, een woord een woord" slaat dat meer op hemzelf dan op uitspraken van het toenmalige kabinet. De publieke verdediging door het kabinet van de weigering was zeer matig. Er dreigde een conflict met Rood-China, waardoor de internationale rechtsorde zou worden aangetast. Een vreemde stelling omdat die er uiteindelijk toe leidt dat je ter wille van die rechtsorde maar alles moet doen wat Peking of een ander land wil. Ruilhandel Ook het vooruitzicht op betere handelsrelaties met Peking was weinig onderbouwd. China heeft uiteindclijk geen cent, bovendien is dat land alleen in ruilhandel geïnteresseerd en wil het alleen technologie in ons land kopen om daarmee vervolgens zelf concurrerende produkten te maken. In het debat hamerde Van den Broek er nogal op dat ook andere landen geen oorlogsmaterieel aan Taiwan leverden. Niet werd beargumenteerd waarom — nu de werkgelegenheid in ons land in het geding is — Nederland niet eens als gidsland zou mogen optreden. De duizenden werknemers, direct of indirect bij deze zaak betrokken, zullen Nijpels wel niet dankbaar zijn voor de gevolgde tactiek, noch Lubbers voor zijn keuze. Veel dankbaarheid jegens de PvdA behoeven zij ook niet te hebben. De socialisten wekten alleen maar verwachtingen dat er nog wel iets moois te vinden is om de werf Wilton- Fijenoord te redden. In het debat hebben zij dat echt"? niet waar kunnen maken. Ook de VVD heeft verwachtingen gewekt bij de arbeiders van de werf. door op luide toon compensatie te eisen voor de weggevallen orders. Opnieuw hoog spel van Nijpels die geen poot aan de grond kreeg, noch bij CDA, noch bij regering. Ligt zo niet een nieuwe nedei> laag voor hem in het verschiet? 31 december 1983

EINDE 1983

BRIEVEN ACTIE KAN IRINA GRIVNINA HELPEN: VOORKOM DE ARRESTATIE VAN EEN RUSSISCHE MOEDER v Van een speciale verslaggever MOSKOU/ DEN HAAG, v ".... 'maandag *.• :Het kritisch volgen van wat de autoriteiten doen en het aan de kaak Lstellen van (vermeende) :

285 misstanden levert in Nederland soms publiciteit 'en soms ook succes op. i In de Sovjet-Unie meestal straf. Een dergelijke gestrafte is de 38-jarige Irina Grivnina. Zij verblijft momenteel — zonder verblijfsvergunning *

286

6 februari 1984

Ed Nijpels ziet spoken door Kc*s Lunshof WD'er Ed Nijpels is de afgelopen dagen ten strijde getrokken tegen het CDA: op tenminste zeven punten was het CDA bezig te glijden. Bananeschillen noemde hij dat; elk afzonderlijk niet van groot belang. Het totaal bracht hem ertoe de betrouwbaarheid van het CDA in het geding te brengen. Aanleiding: uitspraken van CDA-Knmerleden over uitstel van een besluit tot plaatsing van kruisraketten; uitspraken over mogelijke uitvoering van inkomensafhankelijke kinderbijslag; de wens naar uitbreiding experimenten met middenschool; een vermeende samenbundeling met de PvdA om de Medianota onderuit te halen; bezuinigingen op de sociale werkplaatsen; de weigering van Lubbers een verslag over zijn bezoek aan de VS naar de Tweede Kamer te sturen en de uitgesproken afkeer van het CDA over een conceptnota over het emancipatiebeleid. Spoken Wie de punten één voor één tegen het licht houdt, komt tot geen ander conclusie dan dat Nijpels spoken ziet. Zijn gevecht de afgelopen dagen had veel weg van de strijd van Don Quicnotte tegen windmolens in plaats van het inslaan van een weloverwogen koers gericht op totstandkoming van een kabinetsbeleid met de maximale WD-inbreng. Het hanteren van een floret is daarvoor een beter middel dan de botte bijl. Terecht weigert premier Lubbers — in overigens ontactische bewoordingen — de Kamer verslag te doen van zijn gesprekken met VS-politici; een premier moet vertrouwelijk kunnen spreken, ook in het buitenland. Los van wat plagerijtjes vond zelfs de PvdA het verlangen van de CPN te ver. Het is een raadsel waarom Nijpels op hoge toon dat verslag eiste. Zo gaan coalitiepartners niet met elkaar om. Monddood De kritiek van Nijpels op uitspraken van CDA-Kamerleden over invoering van inkomensafhankelijke kinderbijslag en uitstel van een besluit over plaatsing van kruisraketten snijdt evenmin hout. De top van het CDA heeft beide verlangens allang weggewuifd. Nadat dat gebeurd was, was er geen aanleiding voor Nijpels het CDA op dat punt te bekritiseren. Waarom van CDA-Kamerleden te eisen, dat zij zichzelf monddood maken. Het debat in de Kamer over de Medianota is uiteindelijk goed verlopen. Op geen enkel punt heeft het CDA gemene zaak gemaakt met de PvdA. Op het hoofdpunt — een zelfstandige rol voor de omroepen op de abonnee-tv — stond het CDA in beginsel naast de WD en lijnrecht tegenover de PvdA. Dat het CDA nog verder wat wensen had is hen moeilijk kwalijk te nemen. De WD had die ook. Kietelen Het hameren op uitbreiding van een aantal experimenten met de middenschool door bet CDA behoeft geen schoonheidsprijs: het CDA wist daarmee boven op de tenen van de WD te staan. Anderzijds laat de WD ook niets na op dit punt het CDA te kietelen. Het gaat hier meer om een „pot verwijt de ketelaffaire", waarbij vooral persoonlijke tegenstellingen tussen Kamerleden een rol spelen. Ook van het gedoe rond de bezuiniging op de sociale werkplaatsen behoeft het CDA-geen prijs voor verstandig opereren. Maar het dreigen de gehele bezuiniging af te stemmen (met de PvdA, de partij waar het CDA van de WD nooit zaken mee mag doen) is het omtoveren van een mug in een olifant: de WD heeft zelf ook wel eens gaten in bezuinigingsvoorstellen geschoten. Uithollen De vraag is gewettigd waarom Nijpels zo optreedt. Er is nauwelijks een verklaring voor. te geven, hoogstens wat algemeenheden. De trauma's van het uithollen van het bezuinigingsplan tijdens het kabinet Van Agt/Wiegel door het CDA; het verliezen in de opiniepolls; het proberen via de media een sterke positie in het onderhandelingsproces te verkrijgen; pogen Lubbers te dwingen tot het innemen van tussenposities zodat hij minder als partijleider kan optreden; de angst dat het CDA het bezuinigingspakket per 1 juli, waartegen de WD overigens dezelfde bezwaren heeft als het CDA, onderuit gaat halen. Zelf geeft de politiek leider van de WD de rakettenkwestie als belangrijkste aanleiding aan. Het kabinet loopt inderdaad groot gevaar door aarzelingen van een aantal CDA'ers. Dat gegeven

287 kende de WD toen het regeerakkoord werd afgesproken. Daarop bij voortduring hard hameren kan averechtse gevolgen hebben. Het uitspreken van wantrouwen in de minister van Defensie die een voor de WD zeer aanvaardbare Defensienota heeft uitgebracht, werkt niet bevorderlijk voor Lubbers' pogingen deze minister op éen lijn te krijgen met de rest van het kabinet. Eenheid Ook uit electorale overwegingen is Nijpels' publieke onrust niet te begrijpen; Het CDA waar een ongekende eenheid aan de top heerst, heeft het beter door dat de kiezersaanhang van de twee partijen op rust is gesteld. Nijpels moet voorkomen zelf niet uit te glijden over bananenschillen van derderangs CDA'ers. 8 februari 1984

2 Ed Nijpels WD-fractieleider Ed Nijpels zit altijd goed in het pak. Hij verstaat de kunst om jeugdige jovialiteit en bravoure te combineren met kleding die je eigenlijk niet van een politicus verwacht. Hij weet de gulden middenweg te bewandelen. 31 maart 1984

Ed Nijpels dreigt met posten bij Sovjet- Ambassade door Chris Fernig DEN HAAG, zaterdag VVD-fractievoorzitter Ed Nijpels is bereid voor de Sovjet-ambassade te posten als de Russische autoriteiten in ons land blijven weigeren fatsoenlijk te reageren op de brieven die hij hen stuurt. Dat heeft Nijpels gisteren op een persconferentie over het lot van de Russi-, sche vrouw Irina Grivnina en de bemoeienissen van Nederlandse kamerleden te harer <•••••♦ »»*•>•-»••«* gunste gezegd. Nijpels, maar ook parlementariërs van andere partijen, spannen zich al enige tijd in om Irina Grivnina naar Nederland te krijgen. Aan de excuses die de zowel de autoriteiten in de Sovjet-Unie als de diplomatieke vertegenwoordigers in ons land bedenken om die komst naar Nederland steeds maar weer uit te stellen komt geen eind. De publiciteit, die het met zich mee brengt wanneer de fractievoorzitter van een niet onaanzienlijke partij in Nederland voor de Sovjet-ambassade gaat posten, moet de Russen toch onaangenaam voorkomen. \ Nijpels was een van de eerste Nederlandse kamerleden die tijdens een bezoek aan Moskou de computerprogrammeur Irina Grivnina bezocht. Mevrouw Grivnina werd in 1980 gearresteerd omdat zij lid was van de werkgroep tot onderzoek van het gebruik van de psychiatrie voor politieke doeleinden. - *w 'o ■ r o ■ Het komt in de Sovjet-Unie voor, dat psychiaters gezonde andersdenkenden psychiatrisch behandelen om dezen te bekeren. Grivnina placht de slachtoffers van deze behandelingen te helpen. Zij werd veroordeeld tot verbanning. Maar eer zij haar straf uitgezeten had, werd zij vrijgelaten, omdat zij een dochtertje had gekregen. Ze mocht echter niet terugkeren naar haar man en andere dochtertje in Moskou. Dat deed zij toch en ze woont daar nu illegaal. Als haar dochtertje één jaar is kan zij opnieuw gearresteerd worden, omdat zij geweigerd heeft een verklaring te ondertekenen, dat zij aéiet van politieke activiteiten. De brieven die Nijpels en andere kamerleden aan Sovjetleiders Andropov en Tsjernenko hebben gestuurd en aan de Sovjet-ambassadeur Beletski in Nederland hebben (nog) niets uitgehaald. Het laatste excuus, aat de Sovjetautoriteiten hebben bedacht om Irina Grivnina niet te laten gaan en haar dan op 17 juli, als haar dochtertje één jaar is, opnieuw te arresteren luidt als volgt: Afgelopen maandag bracht Irina een bezoek aan het emigratie- bureau in Moskou. Zij had de uitnodiging om naar Nederland te komen, waaronder Nijpels zijn handtekening had gezet, bij zich. Op het bureau werd van haar een officiële vertaling geëist van de brief, die moest worden gelegaliseerd door een officiële instantie in het gebied waar zij staat ingeschreven. Maar aangezien Irina nergens ingeschreven staat, is dat onmogelijk. Tot nog toe zijn de Nederlandse verzoeken aan Sovjetfunctionarissen om ten gunste van mevrouw Grivnina te interveniëren door de Sovjetautoriteiten genegeerd. • Nijpels • Belctsky 12 mei 1984

CDA en VVD Op weg tot 1990 door Kees Lunshof

288

Ofschoon de politiek weinig zekerheden kent, kan worden aangenomen dat het kabinet- Lubben/Van Aardenne het debat vandaag en morgen in de Tweede Kamer over het voorwaardelijk plaatsingsbesluit overleeft. Moties van wantrouwen van de oppositie of moties met vriendelijk gestelde vragen, die het kabinet vervolgens onaanvaardbaar benoemd, krijgen (tm»n mMrJrrhfid. ... Oppositie-moties om open einden in het besluit te brengen, zodat het onzeker blijft of een verdrag tussen ons land en de VS over de plaatsing van kruisraketten een meerderheid volgend jaar haalt, hebben alleen kans de meerderheid te krijgen zolang de kabinet er zijn lot niet aan bindt (een dergelijk verdrag komt najaar 1985 in de Kamer aan de orde, indien op 1 november 1985 de Soviet-Unie tenminste één SS-20-raket meer heeft dan de 378 van afgelopen 1 juni). Terwijl de PvdA in het debat uit is op het scheppen van die maximale zekerheid, willen de toppen van CDA, WD en kabinet dat niet wordt afgeweken van het kabinetsbesluit, zodat alles tot 1988 strak in een spoorboekje vastligt. Het hangt af van een aantal weifelende CDA'ers welke kant het uitvalt. Een WD-motie om betere voorlichting te krijgen, zal geen problemen opleveren; CDA-moties, gericht op afstoting van kernwapentaken na 1985 en ook nieuwe Nederlandse internationale initiatieven, evenmin. Sterke positie Tot zover het debat. Het kabinetsbesluit vraagt om een aantal andere redenei» nadere aandacht. Het bevestigt de sterke positie van Lubbers binnen het CDA, althans in die gevallen waarin andere CDA-hoofdrolspelers het met elkaar oneens zijn. Zijn die het wel eens (bijvoorbeeld de ministers De Koning en Ruding, als het gaat om het sociaal, economisch en financieel beleid), dan is het speelveld voor Lubbers aanzienlijk kleiner. Ook Nijpels heeft zijn positie versterkt. Voor en direct na het drama voor hem van het niet doorgaan van de verkoop van nieuwe onderzeeboten richting Taiwan, was het onduidelijk waar de echte macht binnen de WD lap: bij de ministers onder leiding van het duo Van Aardenne/Korthals Altes of bij de WD-fractie vast in Nijpels' hand. Nijpels De PTT-affaire, maar ook bet kruisrakettenbesluit, geeft het antwoord: bij Nijpels. Na de episode rond de crisisvariant, toen de WDministers zonder Nijpels' toestemming al iets te veel richting die oplossing waren gekropen, hebben rij noch Lubbers het opnieuw geprobeerd met iets akkoord te gaan zonder instemming vooraf van Nijpels. Ook die duidelijkheid is winst. Naar de toekomst is er nog meer duidelijkheid. Op straffe van verlies van zijn geloofwaardigheid en integriteit kan de partijtop van het CDA, inclusief Lubbers, niet meer af van het besluit. Dit gegeven gecombineerd met de harde afwijzing van het alternatieve PvdA-scenario financieel terrein, maar ook de totale afwijzing door minister De Ruiter van het PvdA-defensiebeleid, maakt het bijna onmogelijk dat het CDA na de verkiezingen mei 1986 richting PvdA draait. Daarbij komt dat voorlieden als Lubbers, De Vries en Bukman een regeerperiode van meer dan vier jaar met de WD nodig achten om 's lands financiën weer gezond te krijgen. Voor een herhaling van een Sinterklaas-politiek van Den Uyl, halverwege de jaren zeventig, nadat daarvoor de CDA-minister Nelissen 's lands financiën had gesaneerd, voelen de christen-democraten Niet zo erg Door deze basisinstelling zijn de voortdurende ruzies tussen de Kamerfracties van CDA en VVD niet zo erg voor coalitie. Het gedoe heeft de functie de verschillen tussen de twee aan het electoraal herkenbaar te maken. Bovendien is het geharrewar het resultaat van botsende karakters (niet alleen van De Vries en Nijpels; maar ook op deelgebieden wordt het geruzie vaak veroorzaakt door verschil in personen). Een derde verklaring voor de tweestrijd is het verschil van politiek bedrijven tussen de twee fracties. Heeft het CDA eenmaal een standpunt, dan is dat tot stand gekomen na moeizaam intern touwtrekken. Dat maakt het zeer moeilijk voor deze partij om met de WD dan weer compromissen te sluiten. Gevaarlijk voor de coalitie wordt het pas als het gekibbel gemene trekjes gaat vertonen of, zoals zo vaak gebeurt, dat het electoraat aat op rust uit is, het laat afweten. Afgelopen week was een week van gemene streken. Zonder overleg gaat het CDA pal staan voor de WWV'ers; de WD komt uit kwaadheid vervolgens op voor de WAO'ers, waarbij de liberalen een greep doen in

289 de kassa van minister Ruding, wiens ruimte voor concessies (ca. f 1 miljard van de ƒ 10 miljard bezuinigingen die hij voor 1985 voor ogen had) op dreigt te raken, na de verlaging van de bezuinigingstaakstelling tot {9,7 miljard en de aangeondigde belastingverlichting. Voor werkgevers en werknemers blijft zo erg weinig concessieruimte over. De PvdA zit in een lastig parket. Moet zij nu proberen een brug te slaan naar het CDA, in de hoop dat het in 1986 toch tot een samenwerking kan komen; of kan de PvAA. beter alle hoop opgeven en er zich op richten om samen met klein-links tenminste 76 zetels in de Kamer te krijgen? Kiest de partij voor het eerste, dan komt zij voor de vraag wanneer te herkennen dat het rakettenbeleid heeft gefaald. Wordt daarmee gewacht totdat een verdrag eind volgend jaar een feit is, dan resten nog slechts enkele maanden voor de verkiezingen, om de eigen achterban deze draai duidelijk te maken. Een haast onmogelijke opgave. Kiest de partij voor samenwerking met kleinlinks, dan dreigt zeker een nieuwe oppositieperiode. Na Lubbers mag Den Uyl het nu eens proberen de kwadratuur van de cirkel mogelijk te maken. Dat mag hij en kan hij niet aan een opvolger overlaten. 12 juni 1984

VAN DE JONGEHEER UNSCHOTEN ZIJN WE NOG NIET AF HET ZELFVERZEKERDE BROEKJE UIT DE KINDERKAMER VAN DE VVD door ROB HOOGLAND DE WD, DAT WAS DIE OUDE-MANNENCLUB. Behoudende meneren met driedelige grijze pakken, waarop de as van hun dikke sigaren. Dat is nu dus wel even anders. Nadat het fenomeen Wiegel het land verbijsterd achterliet, veroverde Ed Nijpels stormenderhand de politiek, niet minder jong en recht voor zijn raap. En in hun voetspoor klopten andere talenten uit de eigen kweek van de VVD aan de poorten der politiek. Zoals , de benjamin van het Binnenhof. Het jongste kamerlid, maar nu al een zakelijk en zelfverzekerd type. Het is duidelijk: deze jongeheer zal nog grootse daden verrichten voor het land. DRONTEN/DEN HAAG/DEVENTER, zaterdag Ooit een Tweede-Kamerlid een tafellaken zien uitschudden? Ik wel. Ik ben een paar minuten te vroeg op het woonerf van De Kaapstander in Dronten en kijk vanuit mijn auto stiekem door het raam. Daar zie ik Robin Linschoten in de achtertuin van zijn eensgezinswoning, met pijp in de mond en de rug kaarsrecht, dit huishoudelijke klusje geroutineerd opknappen. Vriendin Elsbeth staat af te wassen en moet zo weer naar haar kleuterklas. Robin, die behalve zijn rechten ook zijn plichten kent, helpt dus even een handje. Ik besluit deze consequentie van het tweeverdienersschap te verstoren en bel aan, zodat Elsbeth de rest in haar eentje moet doen. Want bij haar vriend gaan de zaken voor het tafellaken. Hij leidt me naar een stoel in de tuin, informeert naar de mate van mijn behoefte aan koffie, gaat na een bezoekje aan de keuken eveneens zitten en deelt mede dat ik het mag zeggen. Toon lef en zelfvertrouwen, laat zien dat je voor niemand bang bent, behoud het initiatief. Sinds Wiegel lijkt iedere jonge VVD'er zichzelf deze opdrachten in gebiedende wijs enkelvoud te hebben gegeven. Robin Lorenz Oscar Linschoten (27), Neêrlands allerjongste kamerlid, maakt er geen uitzondering op. Zoals hij daar zit, rechtop in zijn tuinstoel, met de al dan niet gemaakte grijns van de winnaar, doet hij aan Ed Nijpels denken, een indruk die nog wordt verstevigd door zijn koele en zakelijke manier van spreken. Het is een vergelijking die hij al eens eerder heeft gehoord. Trots: ~De nieuwe Nijpels, ik hoor die verhalen meer en ik vind ze verbazingwekkend. Persoonlijk hoor ik steeds vaker dat ik in mijn optreden meer op Wiegel lijk. Ik weet niet waarom men dat zegt, misschien omdat wij beiden in Amsterdam hebben gestudeerd en in die tijd nogal van ons deden spreken. Wiegel zie ik trouwens nog wel eens terugkomen in Den Haag, die gaat echt niet tot zijn 65e in Friesland zitten. Voor de politiek zou zijn come-back fiiet slecht zijn. Ik vind hem de beste debater die destijds in de Kamer zat. In een discussie was hij niet te verslaan." Twee jaar behoort Robin Linschoten nu tot de 36 leden van de WD-fractie in de Tweede Kamer. Hij behandelt de zware portefeuilles sociale zekerheid en ambtenarenzaken en haalde tot nu toe vaak de publiciteit. Nog nooit deed een groentje zo van zich spreken in de vaderlandse politiek en daarom is het geen wonder dat men hem een grote toekomst voorspelt, al wordt meer dan eens de kanttekening aangebracht dat hij moet proberen zijn arrogantie te verbergen. Zelf ontkent hij dat hij deze karaktertrek bezit. Lurkend aan zijn pijp: „De VVD is

290 momenteel inderdaad de partij van de jonge mensen. Dat is een heel verschil met het verleden, toen de WD werd gekenschetst als een partij van oude en bedaarde heren. Gelukkig is daar verandering in gekomen, eigenlijk sinds de opkomst van Wiegel. Hij maakte het pad vrij voor Nijpels en Hermans en die hebben op hun beurt voor de komst van Frank de Grave en mij gezorgd. Als Nijpels en Hermans hadden gefaald, had ik hier niet gezeten, begrijp je?" Serieus: „Ik heb een hele verantwoordelijkheid, hoor. Als je heel jong in die Kamer staat is de kans dat je uitglijdt veel groter. En als dat mij zou gebeuren, dan zou ik de markt voor de komende jongeren verzieken. Daar komt nog bij dat ik met mijn portefeuilles meteen in het diepe werd gegooid. Dat was meer noodzaak dan beleid, omdat zoveel belangrijke VVD-kamerleden naar het kabinet doorschoven. Mede daardoor zit bijna de helft van onze fractie voor het eerst in de Kamer." Gretig greep Robin Linschoten dus zijn kans. Voor degenen die hem wat beter kennen was het geen verrassing. Doortastend was deze zoon van een Nederlands Hervormde beroepsmilitair uit Ugchelen van jongs af aan („Mijn vader was onderofficier bij de marechaussee en soms streng, maar dat werd door mijn moeder gecompenseerd") en bovendien toonde hij reeds op het Apeldoornsc atheneum een meer dan normale belangstelling voor de liberale politiek. Hij sloot zich aan bij de JOVD, een soort voorportaal van de VVD. Huis-aan-huis aanbellen: „Goedemiddag, ik zoek een kamer" Glimlachend: „In feite was het een negatieve keuze. Ik deed het in eerste instantie omdat ik me af wilde zetten tegen de linkse sfeer op school, waar de PPR en PSP destijds zeer populair waren. Daar ergerde ik mij aan. Ik kan me zelfs nog een rel herinneren. In verkiezingstijd had ik een VVD-poster opgehangen, die op een gegeven moment door medescholieren werd weggescheurd. Toen heb ik een wit vel papier opgehangen met de tekst: Hier hing een VVD-poster totdat minder tolerante mensen hem weghaalden." Na zijn overgang van de vijfde naar de zesde klas besloot hij plotseling om staatsexamen te doen. Een jaar te vroeg dus. Het was een weddenschap met twee vriendjes. Hij won. Toen ging hij rechten studeren aan de VU in Amsterdam. „Niet bepaald een liberaal bolwerk." De kamerhuur wilde hij niet overlaten aan de Studentenvereniging („Al die CPN'ers en PSP'ers, ik wenste er geen lid van te worden"), waarna hij in de Churchill-laan huis-aan-huis aanbelde. „Goedemiddag, ik zoek een kamer," luidde dan de mededeling. Binnen drie uur had hij er eentje gevonden. Het is allemaal typerend voor de persoonlijkheid van Linschoten, die toen honkbalde bij Robur '58. Met de studie ging het goed, binnen een jaar versierde hij een part-time baan bij de Middenstandsbank om niet meer zijn hand te hoeven ophouden, en ook in de politiek hoorde men steeds meer van hem, zelfs in het buitenland. Toen werd hij aangenomen als persoonlijk medewerker van Tweede-Kamerlid Broos van Erp. Om die reden schoof hij de NMB aan de kant en werd vervolgens op verzoek van de toenmalige fractievoorzitter Koos Rietkerk wetenschappelijk medewerker. Een paar maanden later zat hij, amper 25 jaar oud, in de Kamer. Een snellere politieke carrière is, in het starre Nederland, nauwelijks mogelijk. Een van de gevolgen is dat de pedante politicus zich nog altijd geen meester in de rechten mag noemen, maar dat hoopt hij na het zomerreces te zijn: „Ik moet nog maar een paar tentamens doen." Zijn persoonlijke medewerkster Laila Jansen zal later zeggen: „Ja ja. Dat roept hij al twee jaar." Hij zal het niet doen, maar als reactie op deze kat zou de ambitieuze volksvertegenwoordiger kunnen aantonen hoe druk hij het heeft. Drie dagen per week vertoeft hij in Den Haag, twee avonden per week verzorgt hij een lezing. Voor de rest werkt hij thuis en ook dan maakt hij veel uren. Hij heeft er geen hekel aan. ~Ik heb een begrijpende vriendin en de Nederlandse tv vind ik toch waardeloos," verklaart hij, terwijl zijn paar maanden oude labrador Rover en zijn zwarte kater duelleren om wat aandacht. Met Rover wandelt hij in zijn paar vrije uurtjes graag in de polder en dan heeft hij óók nog tijd voor een schaakpartijtje en zijn modeltreintjes, in de logeerkamer. Voor al dat werk krijgt Robin Linschoten tussen de tachtig- en negentigduizend florijnen bruto per jaar. Voor een kamerlid zonder bijbanen („Die heb ik allemaal opgezegd toen ik in de fractie kwam") lijkt mij dat niet teveel, zeg ik tegen hem. Ik veronderstel dat het voor velen een belemmering kan zijn om te trachten in de Tweede Kamer verzeild te raken. „Dat wordt denk ik steeds problematischer," beaamt hij. „Er zijn nogal wat kamerleden die behoorlijk in inkomen zijn achteruit gegaan toen zij naar het Binnenhof verhuisden. Natuurlijk, ik krijg ook

291 nog een reis- en onkostenvergoeding, maar ik rijd zes- tot zevenduizend kilometer per maand. Ik heb dat geld dus hard nodig. De Nederlandse politici zijn trouwens te gevoelig voor de argumenten die buitenstaanders altijd gebruiken. Zo van: „Jullie willen wel dat wij inleveren, maar doen jullie dat zelf ook wel?" En dan moeten wij opeens extra inleveren, om een voorbeeld te stellen." „...zonder enige argumentatie. Dan denk ik: wét een niveau..." Het zal u inmiddels duidelijk zijn: de blonde angry young man mag graag zijn mening laten horen. Ook in zijn vrijetijdskleding — thuis — kan hij zich opwinden over bijvoorbeeld de bemoeizucht der overheid, die hij als jong doch trouw liberaal onverteerbaar acnt, en over de vakbonden, waarvan hij vindt dat zij zich te vaak met zaken bemoeien waarmee zij weinig tot niets te maken hebben: ~Ze gaan te ver." Uit hoofde van zijn functie heeft hij nogal wat met de ambtenarenbonden van doen en voor hen maakt hij geen uitzondering. Boos: „Die ambtenarenstakingen van vorig jaar wercen op een gegeven moment schandalig. Tegen redelijk actievoeren, ook dcor ambtenaren, heb ik geen bezwaar, maar toen liep het de spuigaten uit. De poststaking kostte 300 miljoen gulden! En het bedrijfsleven moest het weer opbrengen. Die meneer Van de Scheur, de voorzitter van de AbvaKabo, zó'n volstrekte demagoog heb ik nog nooit ontmoet. In de Rooie Haan heb ik eens een keer een discussie met hem gehad, maar die man zat alleen maar te schelden, zonder enige argumentatie. Dan denk ik: wat een niveau..." Om in de Weeskamer op het Binnenhof te komen dient men 84 stenen treden te nemen. Voor Robin Linschoten, die er moet zijn vanwege zijn lidmaatschap van de vaste kamercommissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, vormen zij geen onoverbrugbaar probleem, maar de bodes strompelen zachtjes vloekend op en neer. In de planning is een foutje gemaakt: men had beter een andere kamer kunnen kiezen. Een paar invaliden willen naar de Weeskamer en er is geen lift. En dus moeten ze met rolstoel en al naar boven worden getild. Tegenover de kamercommissie mogen diverse belangenorganisaties nog eens hun zegje doen over het roemruchte 1 juli-pakket. Vanaf één uur 's middags zijn ze in het schema ingedeeld, de bijeenkomst zal tot over achten duren. De FNV, het Landelijk WAO-Beraad, het CNV, de Landelijke Vereniging Belangengroepen Mensen Zonder Werk, de Nederlandse Gehandicaptenraad en nog veel meer groeperingen hebben zich voor deze openbare hoorzitting ingeschreven en krijgen allemaal een half uur de tijd. Het kan aan mij liggen, maar stuk voor stuk hebben ze niets nieuws te vertellen, al draaien de NOS-camera's gretig als Wim Kok zijn geroutineerde woordje komt doen. Linschoten, met z'n onvermijdelijke pijp, zit driftig te noteren en lijkt geconcentreerd. Ik houd het een uurtje uit en ga dan naar beneden, naar de werkkamer van de junior, die hij deelt met zijn fractiegenoot en maatje Frank de Grave, financieel en fiscaal expert van de VVD, die niet te beroerd is om de belastingpapieren van een VARA-medewerker in te vullen. Men fluistert dat Kombrink van de PvdA niet goed genoeg is. Dit is dus dc Kinderkamer, zoals de werkruimte van Linschoten en De Grave, die maar een jaartje ouder is, op het roddelzieke Binnenhof wordt genoemd. En wie moet er dan op die snotneuzen passen? „Ik," zegt Laila Jansen. Zij is behalve gemeenteraadslid in loeiden ook persoonlijk medewerkster van Robin, die inderdaad heel wat door haar laat regelen. ■ Robin mat zijn Elsbeth, die hij een begrijpende vriendin noemt. Wanneer hij met haar gaat trouwen, weet hij nog niet. Dan zal er toch eerst een hoop in de wetgeving veranderd moeten zijn. Foto's: JAN STAPPENBELD ■ Het landsbelang slorpt al zijn tijd en energie op, maar ook epn volksvertegenwoordiger ger moet wel eens op adem komen. Als het maar Aven kan, regelt Robin Linschoten dan de gang van zaken bij de modeltreinen in zijn logeerkamer. 16 juni 1984

Lubbers: Coalitie nu uit de zorgen Van onze parlementaire redactie DEN HAAG, vrijdag Premier Lubbers ziet geen echte crisispunten meer in de CDA-VVD-coalitie na het kruisrakettendebat van vorige week. „Er zijn nog wel wat kwesties, maar daarbij bestaat niet het idee dat je er niet uit kan komen," aldus Lubbers in het CDA-weekblad CD-Actueel. Volgens hem is Nijpels voor het kabinet

292 nog steeds een „risicofactor". Hij vergeleek de liberale leider met een bokser, die gewaagde klappen uitdeelt. „Dat is niet dodelijk, maar kan wel risico's met zich mee brengen." 22 juni 1984

Den Uyl valt over zetel Nijpels in Europees Parlement Van onze parlementaire redactie DEN HAAG, vrijdag De PvdA-fractieleider in de Tweede Kamer drs. J. den Uyl heeft gisteravond forse kritiek geleverd op het besluit van WD-leider Ed Nijpels, die zijn benoeming tot lid van het Europees Parlement niet heeft aanvaard. Nijpels stond weliswaar op een onverkiesbare 30ste plaats, maar werd toch met maar liefst 102.500 voorkeurstemmen gekozen. Hoofdbestuur Het hoofdbestuur van de WD en de Tweede Kamerfractie ontraadden Nijpels echter beide functies (fractieleider van de WD in de Tweede Kamer en lid van het Europees Parlement) te combineren, hetgeen Nijpels wel wilde. Den Uyl zei daarover in de Tweede Kamer: „De heer Nijpels heeft de kiezer gevraagd gekozen te worden, anders stond hij niet op de lijst. Hij moet daaraan dan ook gevolg geven als hij wordt gekozen. Zo niet dan houdt hij de kiezers voor de gek." Volgens Den Uyl deugt het besluit van de heer Nijpels van geen kant. De vice- fractieleider van de WD in de Tweede Kamer, A.J. Evenhuis, bracht daar tegenin dat juist de PvdA de Europese verkiezingen heeft aangewend om nationalistische politiek te bedrijven. 29 juni 1984

Nijpels liever in Profronde Van onze speciale verslaggever ZUNDER, woensdag WD-fractieleider Ed Nijpels is nog geen ministerpresident van ons land, maar in de wielrennerij is hij reeds in de voetsporen getreden van oud-premier Dries van Agt. In de Tour «le gaf Nijpels al blijk van zijn voorliefde voor de wielersport, toen hij enkele dagen het enerverende Franse wielerspektakel volgde. In de Profronde van Nederland maakte de WDvoorman ook zijn opwachting. „Ik vind het een leuke sport en bovendien gebeurt het vandaag in mijn streek, waardoor ik vind dat ik niet mag ontbreken. Gijs (Van Aardenne, de minister van Economische Zaken, red.) had een voorstel om meteen al te gaan vergaderen, maar het nut zag ik daar niet van in. Vandaar dat ik vandaag deze Profronde maar lekker volg." 22 augustus 1984

Toekomstige premier JOURNAAL Het bleef de vraag of er op de receptie ter ere van de president van Israël Chaim Herzog meer gasten of meer veiligheidsagenten aanwezig waren. Zelden of nooit was het Haagse Hotel Des Indes in zulk een bewaakte vesting omgetoverd. Maar dat zal dan wel nodig zijn geweest, want Chaim Herzog is niet alleen sinds maart "83 president van Israël, hij is ook nog in het Noordierse Belfast geboren. Later bezocht hij de Britse militaire academie Sandhurst en studeerde hij in Cambridge. Tijdens de oorlog werkte hij voor de Britse Inlichtingendienst en werd na de oorlog ingezet bij het Britse leger in Duitsland, waar hij menige nazi aan de tand moest voelen. Toen Israël in 1948 gesticht werd, vertrok Herzog naar Jeruzalem en heeft sindsdien zijn land op honderdeneen manieren gediend. Maar hij bleef ook nog zakenman en werkte voor de Engelse multimiljonair Sir Isaac Wolison in Londen. De president vertelde dat tijdens zijn verblijf in ons land, de geweldige ceremonies in Nijmegen waar operation Market Garden werd herdacht, de meeste indruk op hem hebben gemaakt. Zijn ambassadeur in Nederland, Jaacov Necbustan, stelde aan zijn president de gasten op de Haagse receptie voor. Premier Ruud Lubbers, die maandag niet naar Nijmegen kon gaan (hij stuurde minister Job de Ruytei), maakte hier voor het eerst kennis met de president van Israël en had later een privé-gesprek. Ook zou Herzog door de Koningin né Prinsjesdag ontvangen worden. Toen de fractievoorzitter van de WD Ed Nijpels aan president Herzog voorgesteld werd, zei ambassadeur Nechustan: „Dit is een man, van wie u nog veel zal horen." ~,o'\. zei president Herzog lachend, „is dat dan de toekomstige premier van Nederland?" Merkwaardig

293

Ed Nijpels vertelde, dat Israël altijd een merkwaardige rol in zijn politieke bestaan heeft gespeeld. „Ik bevond mij in een Israëlische kibboets, toen ik hoorde dat Hans Wiegel zou aftreden en dat ik hem als fractievoorzitter moest opvolgen. De volgende keer dat ik in Israël was, kreeg ik bericht over de' problemen rond Charles Schwietert. En nu, toen ik afgelopen week in Hongarije was, waar wij overigens de hele communistische partijtop de WD-das omdeden, kreeg ik te horen, dat ik in Israël gekozen was tot vicepresident van de Liberale Internationale tijdens hun congres daar." „Ik heb veel contacten in de Israëlische Likoed, de federatie van partijen, dat wil zeggen centrum-rechts plus liberalen, maar ook in de arbeiderspartij. Ik denk dat het voor president Herzog een mooi geschenk is, dat deze partijen nu samen voor de opbouw van Israël werken en dat er nu een echte nationale eenheid gekomen is," zei Nijpels. Hij is zeer bevriend met het Israëlische ambassadeurspaar sinds zij getooid in gordijnen naar een carnavalsviering in Bergen op Zoom kwamen. Ook de veiligheidsagenten waren toen In carnavalskledij gestoken. Stan Huygens ■ V.l.n.r. president van Israël Chaim Harzog, ambassadeur Jaacov Nechustan, en premier Ruud Lubbers Foto: Innet Ehrnrooth 19 september 1984

BUITENLANDSE ACHTERGRONDEN Russische dissidente: „publiciteit is onze redding" Van onze redactie buitenland AMSTERDAM, zaterdag In een uiterste poging om te ontkomen aan de greep van de Sovjet-bureaucratie, die haar verhindert gevolg te geven aan een uitnodiging naar Nederland te komen, heeft de Russische dissidente Irina Grivnina de Sovjet-autoritei* ten gevraagd haar haar staatsburgerschap te ontnemen. De 39-jarige vrouw, moeder van twee dochters, heeft onlangs in een interview de redenen uiteengezet, waarom rij haar land wil verlaten. Zij werd in 1980 gearresteerd, omdat zij lid was van een groep in Moskou, die het aanwenden van psychiatrische behandelingen voor politieke doeleinden aan de kaak wilde stellen. Van die tijd af werd haar het leven voortdurend zuur gemaakt. Zij werd verbannen, onder druk gezet om abortus te plegen en zij mocht na afloop van haar verbanning en na de geboorte van haar dochtertje Jana niet terug naar Moskou, waar haar man en oudste dochtertje woonden. Een Nederlandse vriendin, Anne Biegel, nodigde haar daarop uit om naar Nederland te komen. De fractievoorzitter van de WD, Ed Nijpels, ondersteunde de uitnodiging. Tot op heden hebben de Sovjet-autoriteiten Grivnina echter niet in staat gesteld te vertrekken. Omdat zij dissidente is en nu illegaal bij haar gezin in Moskou woont, hangt haar arrestatie boven het hoofd. Op de vraag „Waarom heb je besloten te emigreren?", antwoordt Irina: „Het is afschuwelijk te bedenken wat er met de kinderen gebeurt als mijn man en ik worden gearresteerd. Zélfs het beste kindertehuis kan een moeder niet vervangen. En in ons geval zullen ze al hun best doen om onze kinderen te vertellen dat hun ouders misdadigers zijn". . „Of, en dat is nog erger, ze zullen de kinderen bij mijn ouders onderbrengen. Mijn moeder weet precies hoe zij ze dan moet opvoeden: ze heeft mijn oudste dochtertje al eens verteld, dat haar moeder niet van haar houdt, omdat ze anders niet in de gevangenis zou zitten." „Waarom wil je juist naar Nederland, en niet naar de Verenigde Staten?" „Uit Nederland hebben we een uitnodiging gekregen van Anne Biegel. Later kwam Ed Nijpels naar de Sovjet-Unie. Hij heeft ons opgezocht en met mijn man en mij de problemen besproken. Toen hij weer thuis was heeft hij zijn uitnodiging bij die van Anne Biegel gevoegd. Hun steun is van onschatbare waarde. Dank zij hen is Holland voor ons als een eigen land geworden". Wat voor antwoord gaven de Sovjet-autoriteiten op jullie aanvragen om te mogen emigreren?" „We hebben ons met de uitnodigingen tot het emigratiebureau gewend. Daar hebben ze ons gezegd, dat de uitnodigingen gelegaliseerd moesten worden door de ambassade in Nederland. En bovendien konden ze de documenten niet aannemen omdat ik niet in Moskou ingeschreven stond." „Maar in Den Haag zeiden consul Gribanov en ambassadeur Beletski, dat voor legalisatie eerst vergunning uit Moskou nodig was en op andere momenten dat er helemaal geen legalisatie nodig voos. Onlangs heeft Beletski gezegd, dat mijn ouders geen toestemming voor mijn vertrek wilden geven. Toen Nederlandse vrienden mijn ouders opbelden, zeiden dezen van niets te weten en dat

294 het hen volmaakt onverschillig was of ik ging of niet". ,£>e autoriteiten hopen dat de publiciteit rond onze zaak op den duur zal verstommen en dat ze dan in alle stilte met ons af kunnen rekenen. Dat vermoeden is indirect bevestigd doordat een medewerker van de KGB tegen mijn moeder had gezegd, dat zij mij moest aanraden af te zien van mijn pogingen naar Nederland te emigreren, aangezien ze me toch niet zouden laten gaan en dat ze me, als ik die raad in de wind sloeg, zouden arresteren." . « „Hoe komt'het dat je illegaal in Moskou woont?". . „Ik heb niet gereageerd op een oproep van het Moskouse paspoortenbureau om te verschijnen en ik zal uitleggen waarom niet. Er bestaat namelijk een juridische formaliteit, dat zonder voorafgaande waarschuwing niemand gearresteerd mag worden op grond van het feit, dat hij geen woonvergunning heeft. Als ik was gekomen hadden ze mij die waarschuwing kunnen geven en daarna kunnen arresteren. " ,Jk wil er nogmaals de aandacht op vestigen, dat men ons niet durft aan te pakken zolang er over ons gesproken wordt Wij zijn alleen nog in leven dank zij de aandacht van uw parlementariërs en uw volk". • Irina Grivnina met dochtertje Jana. 27 oktober 1984

Sfeer tussen CDA en VVD op dieptepunt Crisis nadert over tweeverdieners Van onze parlementaire redactie DEN HAAG, vrijdag De zeer hoog opgelopen ruzie tussen de regeringsfracties in de Tweede Kamer over een betrekkelijk klein, maar psychologisch belangrijk onderdeel van het wetsvoorstel Tweeverdieners, dreigt te ontaarden in een crisis binnen het kabinet-Lubbers/Van Aardenne. De sfeer tussen de regeringsfracties is verder door de tweestrijd zo slecht geworden, dat de fractievoorzitters dr. B. de Vries en drs. Ed Nijpels bijna niet meer met elkaar praten. Beschuldigingen worden over en weer gewisseld. De staatssecretaris van Financiën, mr. H.E. Koning, heeft gisteren binnenskamers geëist dat het CDA-voorstel van tafel verdwijnt om de zogeheten belastingvrije arbeidstoeslag, die de regering werkenden vanaf volgend jaar bovenop hun belastingvrije voet wil geven, van ƒ 425 per jaar te verlagen naar ƒ 350. De bewindsman wordt bij zijn eis gesteund door de liberale ministers met alle politieke gevolgen vandien. Onbetrouwbaar Volgens mr. Koning moet de CDA-fractie dat voorstel zelf intrekken. Zo niet dan moet premier Lubbers zijn fractie daartoe dwingen. Koning stelt zich zo hard op omdat zijn VVD- fractie totaal niets van die verlaging wil weten. Wordt het CDA-voorstel met steun van links aangenomen, dan stemt de VVD tegen het gehele wetsvoorstel Tweeverdieners. Voor de staatssecretaris ontbreekt dan de politieke basis om verder te werken. Gisteren was de CDA-fractie niet bereid om aan de wens van de bewindsman tegemoet te komen. Daarbij speelt een rol het WD-verwijt dat het CDA een „aangegane politieke binding" heeft doorbroken met z'n tegenvoorstel. Het CDA ontkent dat in alle hevigheid en ziet in de liberale beschuldiging een ten onrechte uitgesproken verwijt van onbetrouwbaarheid. Over het al of niet bestaan van afspraken heeft het kabinet verklaard er van uit te zijn gegaan dat die er waren tussen beide regeringspartijen. • Premier Lubbers 2 november 1984

LUBBERS' DREIGING GAF POLITIEKE RUST door Kees Lunshof DEN HAAG, dinsdag De verhouding tussen de regeringsfracties in de Tweede Kamer was afgelopen week zo slecht dat premier Lubbers zelf moest dreigen het bijltje erbij neer te gooien en het kabinet op te blazen, om de ruzieënde fracties weer in het gelid te krijgen. Pas toen hij dat had gedaan, kregen hij en zijn kabinet van de fractievoorzitters van CDA en VVD de ruimte om in alle rust tijdens het weekeinde te werken aan een oplossing van het conflict over de tweeverdieners. CDA-fractievoorzitter De Vries kon moeilijk anders dan zijn politiek leider volgen. Maar ook Nijpels bleef geen andere weg open. Ook hij wilde niet echt van het kabinet af. Het vergroten van de afstand tussen de CDA-fractie en Lubbers en het politiek beschadigen van de politieke leider van het CDA is één ding; de oorzaak te zijn van een val

295 van het kabinet is iets anders, zeker als er geen garantie is dat een dergelijke val gemakkelijk wordt gerepareerd. En op verkiezingen zit Nijpels ook niet te wachten. Sprong Door zijn sprong naar voren beheerste uiteindelijk Lubbers de crisis. Gezien de steeds meer oplopende ruzie's tussen de fracties, zou elk compromisvoorstel in een eerder stadium op niets zijn uitgelopen. De heren de Vries en Nijpels zelf waren geheel niet in staat tot crisisbeheersing. Eerder het omgekeerde. Zelden zijn fractievoorzitters van regeringspartijen elkaar zo publiekelijk in de haren gevlogen, bijna tot de dood erop volgde. De aanleiding is bekend: de regering had voorgesteld met ingang van volgend jaar de belastingvrije sommen van werkenden te verhogen met ƒ 425. Pas in een vrij laat stadium eiste het CDA — dat principiële bezwaren had tegen die toeslag maar deze liet varen omdat de VVD er zeer aan hechtte — dat de toeslag omlaag moest. De christen-democraten stonden daarbij onnodig hard op de tenen van de coalitiegenoot. De wens om zich te profileren; wraak over de beledigingen aan het adres van Lubbers; het spelletje Nijpels- tarten: allemaal elementen die het gedrag van het CDA mede bepaalden. Bij de WD was weinig neiging zich soepel op te stellen tegenover het CDA: het grote beleidsdebat 1985 van afgelopen oktober had de CDA-fractie flinke politieke winst opgeleverd;! naar de eigen kiezers toe;; wilden de liberalen zich'' sterk tonen; de WD was al ongelukkig over het wetsontwerp. "Akkoord" De ruzie liep geheel uit de hand toen Nijpels plotseling beweerde dat er een „akkoord" over, een „politieke binding" van het CDA bestond met het regeringsvoorstel. Daarmee wierp hij het CDA onbetrouwbaarheid voor de voeten. En voor een CDA'er van niet-KVPhuize is niets zo erg als voor onbetrouwbaar te worden uitgescholden (de KVP'ers van weleer zijn daar aan gewend). Toen Nijpels in plaats van wat gas terug te nemen, ging doorborduren op dit thema, werd De Vries — begrijpelijk — kwader en kwader, te meer daar Nij-, pels het bewijs voor een, afspraak niet heeft kunnen leveren. Dat hij dacht dat er een afspraak was, is iets geheel anders dan de ring dat zo'n afspraak er daadwerkelijk ook was. Tegelijk gooiden de. woordvoerders van de fractie Van lersel (CDA) en De Grave (VVD) olie op het vuur door bijna in elke radio of televisierubriek met gebalde vuisten op te treden. Ook dat droeg niet bij tot de gewenste depolitisering van het conflict. Effect De in de Tweede Kamer uit de hand gelopen ruzie moest zijn effect hebben ook op het kabinet, ofschoon iedereen daar het geschil, gezien de zakelijke inhoud (een dubbeltje meer of minder belasting per dag), maar onzin vond. De liberale bewindslieden echter moesten van hun fractie het onaanvaardbaar laten horen tegen het CDA-voorstel. Daarmee; was de crisis in het kabinet een feit. C Dat vice-premier drs. G* van Aerdenne zijn fractie-" voorzitter in deze zaak, al-> thans vorige week, zo hard: steunde, wekte overigens' wel enige verbazing. twijfeld heeft die steun temaken met de moeilijke positie waarin deze bewinds-. man zich bevindt. Hij heeft, politieke rugdekking nodig' van Nijpels voor het geval' de RSV- enquête hem als. hoofdschuldige aanwijst irt; het RSV-drama. Ook heeft hij politieke steun nodig om het door hem gewenste kernenergiebeleid door het kabinet te loodsen waar hij onder meer zijn partijgenoot Winsemius op zijn weg vindt. Door al deze omstandig-, heden moest het kabinet"1 zelf wel de knoop doorhakken. Tevens kreeg het compromis van gisteren een „slikken of stikken"-karak-, ter. Wie zich dezer dagen daartegen keert, brengt het kabinet om zeep. Hoe ver-, velend de WD de inhoud van het voorstel op onderdelen ook kan vinden. Rest de vraag of dit kabi-v net in staat is de rit uit te zitten als er niets fundamenteels verandert in de onderlinge verhouding tussen de fractievoorzitters van CDA en VVD. Het antwoord, daarop luidt ondubbelzinnig nee. Geen kabinet kan func-, tioneren zonder onderling vertrouwen tussen de frac-, tics en in het bijzonder de: fractievoorzitters van de partijen waarop het steunLl Daaraan moet nu eerst ge-* werkt worden. 6 november 1984

Nijpels en De Vries sluiten vriendschap

296

•i DEN HAAG, donderdag CD A-fractieleider dr. Bert de Vries en VVD-fractieleider drs. Ed Nijpels hebben weer vriendschap met elkaar gesloten. Na de daverende ruzie vorige week over de arbeidstoeslag hebben de beide heren de woordenwisseling bijgelegd. Beiden, zo blijkt uit een gezamenlijke verklaring, hebben vastgesteld dat er misverstanden zijn ontstaan, die geleid hebben tot wederzijdse irritaties. Tijdens een gesprek zijn deze misverstanden uit de weg geruimd en is de vertrouwensrelatie hersteld. 8 november 1984

RSV-commissie eist uitleg van WD-leden ED NIJPELS VERDACHT VAN LEUGENS Vraagtekens Van onze parlementaire redactie DEN HAAG, vrijdag Bij leden van de RSV- Enquêtecommissie bestaan sterke vermoedens, dat WD-voorman drs. Ed Nijpels loog, toen hij afgelopen woensdag ontkende ooit een intern stuk van de commissie in handen te hebben gehad. Tevens worden vraagtekens gezet bij zijn bewering, dat hij nimmer met enkele VVD-leden uit de commissie heeft gesproken over de richting en inhoud van de eindrapportage van de commissie. De commissievoorzitter dr. C.P. van Dijk heeft hem dat verweten. Onaanvaardbaar De commissieleden worden in hun opvatting gesterkt door de verklaring gisteravond van de VVD-ondervoorzitter van de commissie Joekes, voor de tv-rubriek Den Haag Vandaag, dat reeds begin oktober door twee andere WD-leden conceptconclusies aan Nijpels zijn overgebracht en met hem besproken. Joekes, vol kritiek op Nijpels, had geen goed woord over voor zijn twee partijgenoten: „Mensen die dat soort situaties niet aankunnen moeten maar beter wat anders gaan doen." Volgens Nijpels was er in zijn — door de commissie gewraakte — gesprekken met de kamerleden mevrouw drs. L. Rempt en mr. B. Korthals door de laatsten alleen gemeld, dat zij overwogen in de commissie bezwaar aan te tekenen tegen een punt dat betrekking had op minister Van Aardenne, te weten dat deze de Kamer zou hebben „misleid en dat dat onaanvaardbaar is". Bij de commissie overheerst het gevoel dat Nijpels wel degelijk zijn mensen heeft willen beïnvloeden om te zorgen voor een milder oordeel over Van Aardenne, zodat hij niet slechter uit het onderzoek komt dan collegapolitici Den Uyl en Lubbers, die in de concept-conclusies ook zeer fors op de vingers worden getikt „evenals trouwens een aantal oud-politici als de oud-ministers Nelissen en De Geus, de RSV-bedrijfsleiding, de vakbeweging en de Tweede Kamer". Verdediging Dit oordcel van belangrijke leden van de commissie viel gisteren in commissie-kringen te beluisteren. Vandaag zal commissie-voorzitter dr. C.P. van Dijk pas officieel reageren op de verdediging van Nijpels, dat hij met de commissieleden alleen maar heeft gepraat om te bezien hoe op voortijdige persberichten te reageren en op Nijpels' herhaald verwijt „dat lekken uit de commissie het aanzien van de Parlementaire Enquête niet verhoogt". Tevens bepaalt de commissie vandaag, wat er gaat gebeuren met twee WD-leden, mevrouw Rempt en de heer Korthals. Zij hebben gisteren de opdracht gehad binnen 24 uur tekst en uitleg over hun gesprekken met Nijpels te geven. Pas daarna zou de commissie afhankelijk van de inhoud van hun antwoord bezien of zij moeten worden geschorst. Gebeurt dat dan kunnen zij niet meewerken aan het opstellen van de eindconclusies. Gisteren lieten de twee overigens weten, dat er wat hen betreft niets aan de hand is. • drs. L. Bempt • mr. B. Korthals 9 novembe 1984

De nederlagen van Nijpels Met Lubbcrs aan het hoofd trekt de CDA-karavaan verder onder escorte van een peloton loyale liberale kamcelruiters. De leden van de VVD-fractie lopen er als blaffende en keffende honden omheen. Telkens als Nijpels met zijn fractie tot de aanval besluit, loopt hij een

297 bloedneus op. Na de onbezonnen inmenging in het werk van de RSV-enquêtecommissie wankelt de positie van de politiek leider van de VVD. Succesvol kan het fractievoorzitterschap van Nijpels moeilijk genoemd worden. Al bij de formatie van het kabinet-Lubbers ging het mis. ledereen herinnert zich nog het fantasierijke optreden van Schwietert en de stoutmoedige ambities van Hoogendijk, die enige tijd later met zijn redactie overhoop lag. Uiteindelijk leverde de VVD een degelijke maar kleurloze ploeg bewindslieden. Aanvoerder Van Aardenne kwam onmiddellijk in opspraak over de wijze waarop hij na zijn ministerschap onder Van Agt zijn wachtgeld én een riant inkomen uit het bedrijfsleven had veilig gesteld. Nijpels verklaarde in een van zijn vele geruchtmakende interviews, dat hij Van Aardenne niet voor het ministerschap zou hebben voorgedragen indien hij op de hoogte was geweest van de wachtgeldaffaire. Van Aardenne liet op zijn beurt weten geen boodschap te hebben aan Nijpels' opvatting, dat de fractievoorzitter van de VVD als politiek leider ook voor de VVD-bewindslieden de dienst uitmaakt. Al snel bleek Van Aardenne zo verwikkeld in de RSV-affaire, dat hij voor de VVD eerder een probleem dan een speerpunt in het kabinet- Lubbers werd. Nederlagen Met een onthoofde VVDvertegenwoordiging in het kabinet moest Nijpels proberen om de VVD-politiek te profileren. Dat leverde veel loos -lawaai en vooral nederlagen op. Ik noem slechts de schermutselingen rond de echte minima, de tweeverdieners, de WAO, de AOW, de ziekenfondsplannen van Dees en Lansink, de medianota, de middenschoolexperimenten, de sociale werkplaatsen, het groot onderhoud, de Taiwanese onderzeeërs, de inflatiecorrectie, de weigering van de zetel voor het Europarlement, de samenvoeging van de departementale politiedirecties, de omvang van de ombuigingen, de kruisraketten, de overplaatsing van de PTT en recentelijk de RSV-enquêtecommissie. In al deze kwesties betrok Nijpels nogal onbesuisd en veelal voorbarig onhoudbare stellingen, die door Lubbers en De Vries probleemloos opgerold werden. Leiderschap Nu beeft Nijpels het niet gemakkelijk. Zonder enige ministeriële ervaring moet hij leiding geven aan een relatief onervaren fractie. De geschiedenis leert dat een politiek leider moeilijk zijn gezag kan vestigen zonder de ervaring en het aureool van het ministerschap. De - Kort (KVP), Bruins Slot (ARP), maar ook Burger (PvdA, slechts kort minister in een Londens kabinet) sneuvelden, onder meer door toedoen van de „eigen" bewindslieden. Schmelzer (KVP) bleef overeind door tegenstrever Cals te tackelen en door zich onmisbaar te maken voor het kabinet-De Jong, dat voortdurend in de gevarenzone koerste. Die kans heeft Nijpels niet. Het kabinet-Lubbers is zeer homogeen en wordt nauwelijks bedreigd door verdeeldheid in eigen kring, noch door de oppositie, noch door de vakbeweging. Steunpunt Bovendien heeft Nijpels geen echt steunpunt in het kabinet. Geen van de bewindslieden dankt de ministerssteek aan Nijpels. Veelal hebben zij een staat van dienst, waarbij die van Nijpels verbleekt. Momenteel heeft Van Aardenne Nijpels nodig om politiek te overleven, maar kan in het kabinet niet meer een vuist maken. Rietkerk denkt en handelt dualistisch en bewaart weinig aangename herinneringen aan zijn fracticvoorzitterschap onder Wiegel. Korthals Atles vult met verve het liberale vacuüm in het kabinet, maar deze kundige en bezonnen bewindsman speelt zijn eigen wedstrijd. Hij scoort voortdurend, maar trekt zich van de coach langs de lijn weinig aan. Neelie Smit-Kroes botste al veelvuldig met de voltallige Kamer en sleept de Pijlerdam achter zich aan. Zij zoekt niet langer het centrum van de machtspolitiek. Naar verwachting keert geen van deze liberale bewindslieden terug in een volgend kabinet. Kwaliteit In de VVD-fractie zit stellig veel kwaliteit, maar het geheel doet, vooral in deC leiding, te sterk denken l aan Sjors en de Rebellenclub. Dat brengt Wiegel periodiek tot vaderlijk-vermaan,; dat brengt Zoutendijk ertoe Nijpels een mediapoliticus te noemen en dat verleidt Vonhoff tot een ongeremde klotsbeweging in de WDporselein. > * Kortom, het rommelt In de VVD. Nijpcls kan zich troosten met de gedachte dat zelfs de legendarische Oud oppositie in eigen kring moest dulden. Bovendien is het geheugen van de kiezer zwak en veelal beperkt tot de

298 actualiteit. In die actualiteit zorgt Nijpcls steevast voor een eigen show. V •* De VVD zou een fatale vergissing maken als "zij voortijdig van paard wisselde. Nijpcls heeft talent'dat door studie en praktijk kan rijpen. Bij de volgende verkiezingen en de kabinetsformatie moet hij zijn eigen karavaan samenstellen,' die kan wedijveren met die van het CDA. 15 november 1984

Vonhoff en Smit-Kroes leggen ruzie over PIT bij VVD-top trekt boetekleed aan Van onze parlementaire redactie DEN HAAG, maandag VVD-partijleider drs. Ed Nijpels en partijvoorzitter Jan Kamminga hebben op de partijraad jongstleden zaterdag in Hoogeveen, erkend dat er de afgelopen weken fouten zijn gemaakt en dat de WD politieke problemen voortaan op een zakelijke manier moet oplossen. Nijpels gaf toe, dat de crisis tussen CDA en VVD over de arbeidstoeslag voor tweeverdieners had kunnen worden voorkomen. „Het was niet verstandig die zaak zo hoog te spelen. We hadden wijzer moeten zijn." Kamminga verdedigde de WD-woordvoerder, mr. Frank de Grave, door toe te geven dat deze te ver was gegaan in zijn verdediging van de arbeidstoeslag, maar dat „een voortreffelijk talentvol Tweede-Kamerlid in zijn eerste jaren fouten mag maken." De ruzie over de PTT-spreiding tussen VVDminister drs. N. Smit-Kroes en WD-commissaris van de Koningin Vonhoff noemde Nijpels „onnodig en jammer". Hoewel hun persoonlijke onenigheid volgens hem is opgelost en beiden hebben beloofd constructief aan een oplossing te willen meewerken, is er nog steeds sprake van een zakelijk meningsverschil. Kamminga sneed bovendien de RSV-affaire aan. Het feit dat Nijpels, vooruitlopend op de definitieve conclusies van de Enquêtecommissie, VVD-minister Van Aardenne al vast in bescherming heeft genomen, heeft „de VVD en vooral Nijpels geen goed gedaan", aldus Kamminga. „Het meest kwalijke is, dat de VVD hierdoor in de verdediging is gedrukt", aldus de partijvoorzitter. Discriminatie Soepeler ontslagregels voor jongeren vermindert de jeugdwerkloosheid niet, maar betekent daarentegen discriminatie van jongere ten opzichte van oudere werknemers. Dit vindt de partijraad van de VVD, die hiermee het voorstel van het hoofdbestuur afwees om jongeren tot 25 jaar zonder de gebruikelijke ontslagprocedure via het Gewestelijk Arbeidsbureau te kunnen ontslaan, zolang ze nog geen twee jaar in dienst zijn. Wel ging de partijraad akkoord met een verdere verlaging van de RWW-uitkering voor jongeren om het verschil tussen loon en uitkering te vergroten. De VVD bleek het eens over groeibanen voor jongeren van minimaal twintig uur per week. De beloning moet zodanig zijn dat jongeren met een deeltijdbaan beter af zijn dan met een uitkering. De arbeidskosten voor de werkgevers mogen hierdoor echter niet stijgen. • Het zakelijk meningsverschil tussen Vonhofi (tweede van rechts) en Smit-Kroes (tweede van links), was geen beletsel voor een vrolijk onderonsje. Rechts Nijpels en links Van Aardenne. 19 november 1984

Ed heeft er nog zin in „Met zo'n geweldige lunch, kan ik vanavond meteen doorstomen naar Zutphen, waar ik moet spreken," zei gistermiddag de fractievoorzitter van de VVD drs. Ed Nijpcls na de voortreffelijke Glzas-dis in het Haagse Promenade Hotel. „Hoewel ik betwijfel of er veel publiek aanwezig zal zijn, in verband met de tvuitzending gewijd aan Ethiopië. Maar ik ben daar niet zuur over, integendeel. Ik zou ook thuis blijven en dat precies gaan volgen. Wij gaan trouwens vanavond in de pauze geld inzamelen voor de slachtoffers van de hongersnood. Dat kan je niet zo aan je voorbij laten gaan." Hoewel sterk vermagerd, bruist Nijpels van energie. „Ja ik ben wat magerder geworden. Maar ik heb het met de recente moeilijkheden ook nog erg druk thuis. Mijn vrouw Ingrid is gelukkig weer herstellende van geelzucht, die zij tijdens onze vakantie in Turkije heeft opgelopen. En dan wil je toch het ene niet ten koste van het andere laten gaan. Allebei vraagt het aandacht. Ja, het gaat goed met haar. Ze heeft zelfs weer zin om te werken en staat letterlijk te popelen om weer te gaan hockeyen."

299

■ Drs. Ed Nijpels(l) heft het glas met de actrice Georgette Hagedoorn die op het ogenblik een mooie rol vertolkt in het stuk 'Evenaar* en daarmee op tournee door ons land trekt. Rechts Kick Stockhuyzen. 27 november 1984

EINDE 1984

Van kwaad bewust Rechtbankverslaggevers krijgen in hun loopbaan heel wat leed voorgeschoteld. En vaak schudden zij het wijze hoofd en vragen zich af, hoe het in godsnaam mogelijk is, dat iemand bijvoorbeeld in de verhalen van een oplichter gevlogen is. En bij geweldsdelicten noteren zij soms de foutieve reactie van het slachtoffer, waardoor alles alleen maar nog erger wordt en het leed verdubbeld. Fred Soetemaa (van deze krant) en Bob Birza (van de Kluwer-dagbladen) lieten het.niet bij het hoofdschudden. „We zouden eens een boek moeten schrijven vol tips en waarschuwingen voor de mensen, hoe veel ellende voorkomen kan worden en hoe ze in moeilijke situaties moeten reageren," zeiden ze tegen elkaar. . Ze spraken met een rijkspsychiater, met politiemensen en criminologen en schreven het boek van KWAAD BEWUST, raadgever voor uw persoonlijke veiligheid. (Teleboek, ƒ 21) Tijdens een goed verzorgde lunch in de Haagse sociëteit 't Jagertje boden zij gistermiddag drs. Ed Nijpels het eerste exemplaar aan. Nijpels zat er niet als de veelgeplaagde fractievoorzitter van de VVD, maar als voorzitter van de vaste Kamercommissie voor politie. En hij was zeer enthousiast over de raadgevingen der beide journalisten. „Alle leden van de commissie zouden dit boek moeten hebben," zo zei hij. En daar wordt nu alsnog voor gezorgd. Nijpels heeft als oppassend burger zijn sporen verdiend. Hij overmeesterde eens een autodief in de garage van het Kamergebouw en hield ook eens drie opgeschoten vandalen aan, die de straatverlichting stuk voor stuk aan het vernielen waren. In het boekje staat, dat vandalisme onze gemeenschap één miljoen gulden per dag kost. Bovendien heeft Nijpels stage gelopen bij de politie. „Maar van de politie kun je ook geen wonderen verwachten," zo zei hij. „De jongen die ik oppakte liep vier dagen later al weer bij ons rond te snuffelen. Hij bleek een drugsverslaafde te zijn. De politie zei, dat als men een rechercheur achter hem aan stuurde, die hem vier keer per dag kon arresteren." Lézen „Nee, wat mij zeer aanspreekt in dit boek, is de bewustmaking van de burger. Vaak met hele simpele dingetjes kan een inbraak of een roofoverval voorkomen worden. Het boek zit heel logisch in elkaar. Als de mensen het maar niet in de boekenkast zetten als een soort naslagwerk. Ze moeten het lezen en dan kan er veel schade voorkomen worden. Schade aan de mensen zelf en schade voor de gemeenschap, want uiteindelijk draaien wij er allemaal met elkaar voor op." Het boek gaat geen enkel probleem uit de weg: inbraken, verkrachtingen, oplichterij en autodiefstallen, straatgeweld en ontvoeringen, ontucht met kinderen, vandalisme en zakkenrollerij. Het bereidt de lezers voor op de „grote en de kleine criminaliteit." Nijpels is niet zo dol op dat onderscheid. „Inbraken worden tegenwoordig tot de kleine criminaliteit gerekend. Maar de mensen, die het overkomt erv aren het als heel bedreigend. Ze voelen zich vaak maanden niet meer veilig in hun eigen huis. Er is een enorme inbreuk gemaakt op hun privacy. Dat dient niet onderschat te worden." De schrijvers van het boek onderkennen de angst bij veel burgers. „Maar wij proberen de mensen duidelijk te maken, waarvoor ze angst hebben en vertellen dan, hoe heel veel misère voorkomen kan worden." ■ Ed Nijpels ontvangt van de schrijvers Alfred Soeteman (links) en Bob Birza het eerste exemplaar. 23 februari 1985

Moedig CDA-fracticlcidcr De Vries ziet weinig aanleiding volgend jaar meer te bezuinigen dan in het regeerakkoord is vastgelegd. Wie meer wil zal met goede argumenten moeten komen, aldus

300 de heer De Vries. De fractieleider van het CDA zet zich met deze uitspraak opvallend af tegen zijn partijgenoot minister Ruding (Financiën), die heeft becijferd dat volgend jaar ongeveer twee miljard gulden meer zal moeten worden bezuinigd om het uitgestippelde kabinetsbeleid consequent voort te zetten. Dat de CDA-leider zo opmerkelijk afstand neemt van extra bezuinigingen is duidelijk. Bezuinigen is een impopulaire zaak en het verkiezingsjaar nadert. Om de kiezers niet kopschuw te maken houdt de heer De Vries nog even een slag om de arm. In dit verband moet men meer waardering hebben voor WD-leider Nijpels. Ondanks alle moeilijkheden, die zijn partij de laatste tijd ondervindt, heeft hij zonder omwegen laten blijken dat indien de voortgaande sanering van onze economie dat noodzakelijk maakt, de WD verdere bezuinigingen — met pijn — zal aanvaarden. Dat is geen populair standpunt, maar wel eerlijk en moedig. 20 maart 1985

CDA-kamerlid Eversdijk is niet bang voor de roden en de liberalen „De VVD krijgt zeven magere jaren” door EMILE BODE Foto: WIM HOFLAND Tussen christelijke en liberale kamerleden botert het niet meer zo. Het hardnekkige gerucht gaat dat veel jongere liberalen het na de volgende verkiezingen wel met de PvdA willen proberen. Vreest de vice-fractieleider van het CDA in de Tweede Kamer, drs. Huib Eversdijk (52), de komst van een roodliberale coalitie? „Voor mij mogen PvdA en VVD het best eens proberen; velen in die partijen dromen ervan DEN HAAG, zaterdag Het kabinet-Den Uyl/ Nijpels in 1986! Alleen al bij de gedachte moet drs. Huib Eversdijk smakelijk lachen. „Ik zie het al! Het oude werkpaard Den Uyl en het jonge renpaard Nijpels samen voor de kar! Dat wordt een potsierlijke vertoning, dat duurt verschrikkelijk kort en zou voor de VVD dodelijk zijn." Maar met een wat ernstiger gezicht zegt hij: „De PvdA en vooral jonge VVD'ers hebben met elkaar gemeen de macht van het CDA te willen breken. Ook Nijpels reken ik daaronder. Bij een aantal liberalen bespeur ik zelfs een ware afkeer van het CDA. Dat werd bijvoorbeeld duidelijk toen Nijpels in de zaak rond de tweeverdieners het CDA onbetrouwbaar noemde. Dat heeft bij ons een diepe wond geslagen. Zo'n beschuldiging is gelijk aan wat oud-minister Gruijters (D' 66) jaren geleden zei: „Als ik een CDA'er een hand geef, tel ik altijd m'n vingers na!" Ik heb het altijd uitermate zwak gevonden van Nijpels dat hij nooit openlijk het woord onbetrouwbaar heeft teruggenomen. Onbetrouwbaarheid is het ergste dat je onze fractieleider Bert de Vries kunt verwijten. Hij was dan ook tot in zijn ziel geraakt." Het moge duidelijk zijn: Eversdijk heeft niet zoveel op met de jonge liberale leider. „Nijpels is verwend in de politiek. Gewend met succes te leven. Werd in 1977 zonder daar al te veel moeite voor te doen kamerlid en vijf jaar later, net dertig, lijstaanvoerder. Zijn partij won gelijk tien zetels en de liberalen kregen sleutelposities in dit kabinet. Maar let op mijn woorden: de zeven magere jaren komen nog voor de VVD. Ed Nijpels zou eens meer moeten denken aan een uitspraak van Wim Kan: „Succes is mooi, maar als je rustig wilt zitten om van het applaus te genieten, is het al weer voorbij." De zeven magere jaren verdienen enige uitleg. Zonder leedvermaak stelt Eversdijk vast dat de VVD knap in de problemen zit. „Binnen het CDA staat het als een paal boven water dat Ruud Lubbers weer lijsttrekker wordt, maar bij de VVD kan dat — wat Nijpels betreft — moeilijkheden opleveren. De glamour van de golden wonder boy is tanende. Voorts is Van Aardenne door de RSV-perikelen aangeschoten wild geworden en het valt nog te bezien of een stemmentrekster als Neelie Smit-Kroes ook na 1986 voor de politiek beschikbaar blijft. Dan hebben ze nog Hans Wiegel, maar naar wat ik hoor piekert hij er niet over de eerstkomende jaren Friesland te verlaten." Een levensgroot portret van de eerste leider van de CHU, jhr. A.F. de Savornin Lohman, siert de overvolle werkkamer van de vice- fractieleider van het CDA. Eversdijk was voor de totstandkoming van het CDA lid van de CHU. Het kamerlidmaatschap werd hem allesbehalve in de schoot geworpen. Eversdijk kreeg het in 1977, toen 43 jaar oud. Hij kan dus het beste reageren op de kritiek vanuit de huiskamer op het politieke gebeuren. Want dat het volk mokt, is evident. Zo in de trant van: in de Tweede Kamer zitten allemaal jonge gestudeerde mensen die een kapitaal verdienen, die interessant doen voor de televisie (of in de krant), maar vraag je ze waar de minima van moeten rondkomen, wat een heel wit kost of een pondje kaas, dan wordt er maar een slag

301 naar geslagen. Kortom: de gewone man en tante Truus zijn spoorloos verdwenen van het Binnenhof. „Ik kan die kritiek wel begrijpen, maar die is zeker niet altijd terecht," zegt het kamerlid. „Zelf ben ik helemaal onderop begonnen. Heb de prullenmanden leeggegooid en de schoenen van de directeur gepoetst, maar als ik dat jonge grut in de Kamer zo bezig zie, denk ik soms ook: het zou best goed voor je zijn geweest als je ook als jongste bediende was begonnen." Nu we het toch over politieke beginnelingen hebben, komen we automatisch weer bij de VVD terecht. Die fractie telt de meeste broekies. En als we sommige uitspraken van deze jonge liberalen op een rijtje zetten, spreekt daar weinig genegenheid uit voor het CDA. Zo zei Robin Linschoten driekwart jaar geleden in deze krant dat het best plezierig is dat het CDA veel oudere kiezers heeft, want die gaan het eerste dood. Nijpels koos een variant op dit thema. ~De afbraak van het CDA is nog een kwestie van tijd," zei hij eens. En Jos van Rey zei een half jaar geleden in deze krant dat het CDA in Limburg zaken doet die het daglicht niet kunnen verdragen. „Ik heb dat ook over onze partij gelezen en ik kan alleen maar zeggen dat ik het schandalig vind dat er zo denigrerend over het CDA wordt gesproken. Zulke uitspraken straffen zichzelf en zijn bovendien schadelijk voor de coalitie." Misschien zijn het slechts pesterijtjes, brengt de interviewer te berde. CDA en> VVD werken immers al weer 28 maanden samen in het kabinet-Lubbcrs. De lonkende blikken van sommige kamerleden naar de PvdA en omgekeerd ten spijt, is de samenwerking redelijk te noemen. Hier en daar een bui, maar tot op heden is het steeds opgeklaard. En als we de PvdA moeten geloven, zijn CDA en VVD zelfs één pol nat geworden. Sterker: het CDA is een VVD met een christelijk sausje geworden. Zo'n opmerking is voor Eversdijk ruimschoots voldoende om in de tegenaanval te gaan. „Het CDA is zeker geen christelijke VVD. Dat kan de PvdA wel beweren, maar dat is geen kunst als je comfortabel in de oppositie zit en met nietsdoen de ene na de andere zetelwinst uit de enquêtes sleept. Net als de PvdA is de VVD onze politieke tegenstander waar we nu mee samenwerken en dan is het altijd geven en nemen." Twee belangrijke verschillen tussen CDA en VVD wil hij benadrukken. „Ten eerste kloppen liberalen de waarde van het individu op. Dat leidt tot het gevaar van de IKmaatschappij. Ik zal niet zeggen: ikke, ikke, ikke en de rest kan stikke, maar bij de VVD is het wel ieder voor zich en — wat sommigen er niet eens meer aan toevoegen — God voor ons allen. De VVD heeft een groot vertrouwen in de mens. Het CDA zegt: de mens is van nature niet alleen geneigd het goede te doen. Wij hebben een minder optimistische kijk op de mens." Een tweede verschil heeft te maken met het gezin. Eversdijk: „Het gezin is volgens ons de hoeksteen van de samenleving. Dat houdt in dat je moet uitkijken dat gezinnen niet de dupe worden van maatregelen ten gunste van het individu. Ik denk trouwens dat bij veel jongeren het besef terugkeert dat we in onze samenleving niet zonder normen en waarden kunnen. Ik denk ook dat de VVD zich sterk vergist in absolute vrijheid, bijvoorbeeld op het gebied van abortus en euthanasie. Ik ken veel overtuigde liberalen die daar absolute tegenstanders van zijn. De VVD moet oppassen dat ze die mensen niet van zich vervreemdt." Drs. Huib Eversdijk — Zeeuw in hart en nieren — heeft een opmerkelijke carrière achter de rug. Op zijn twaalfde mocht hij bij de gratie Gods naar de MULO. Vier jaar later haalde hij het diploma en wilde het liefst doorleren, maar daar kwam niets van in. Hij moest als jongste bediende naar de fruitveiling, want daar werkte zijn vader als afslager. In zijn vrije tijd leerde Eversdijk echter door. In de politiek begon hij als gemeenteraadslid, was medeoprichter van het CDA in Zeeland en werd fractieleider van deze club in de Provinciale Staten van Zeeland. Als ver gevorderde dertiger ging hij planologie en sociale geografie studeren en op z'n 42ste mocht hij zich doctorandus noemén. Volgens Eversdijk vertonen FVdA en VVD op nietmateriële gebieden veel overeenkomsten. Hij noemt de standpunten over abortus, euthanasie, het gezin en de tegenstelling openbaar en bijzonder onderwijs. „Wat dat betreft kunnen ze zo samenwerken, ware het niet dat er ook grote verschillen bestaan. Ik noem alleen maar de kruisraketten, de kerncentrales, de sociale zekerheid en de verhouding overheid-bedrijfsleven. Die kloof overbrug je niet gauw. Ik vraag me trouwens ten zeerste af of de VVD-achterban een PvdAVVD coalitie op prijs zou stellen." Desalniettemin spreekt Eversdijk zich niet zo duidelijk uit voor een voortzetting van de huidige coalitie als zijn fractieleider Bert de Vries. „Voor mij mogen PvdA en VVD het best eens proberen. Velen

302 in die partijen dromen ervan. Al was het alleen maar vanwege hun gezamenlijke afkeer van het CDA. Persoonlijk denk ik dat het best leuk is een tijdje oppositie te voeren. Dan kun je keihard zeggen wat je wilt zonder altijd compromissen te moeten sluiten. Aan de andere kant is het CDA een echte regeerpartij en als je je idealen tot werkelijkheid wilt maken, moet je regeren." De opiniepeilingen geven echter, als er nu verkiezingen zouden worden gehouden, een geweldig verlies aan voor CDA en VVD. De PvdA daarentegen stevent regelrecht af op een historische verkiezingswinst. Eversclijk: „Het zou best eens kunnen dat de PvdA zo groot wordt dat ze het alleen willen proberen. Stel je voor dat zoiets gebeurt! Dan mag Den Uyl zelf de kastanjes uit het vuur halen en dat is heel wat moeilijker dan oppositie voeren en maar zeggen dat het niet deugt. Zo'n PvdAkabinet zou trouwens niet lang standhouden. Daar ben ik van overtuigd." Optimisme kan drs. Huib Eversdijk duidelijk niet worden ontzegd, getuige ook zijn slotuitspraak: „Lubbers heeft de moed het Nederlandse volk eerlijk te zeggen hoe de vlag erbij hangt. Soms wordt moed zelfs in de politiek beloond." ■ Drs. Huib Eversdijk: „Bij een aantal liberalen bespeur ik een ware afkeer van het CDA..." 30 maart 1985

Koning's aardigheid oorzaak affaire 5 door Kees Lunshot DEN HAAG, dinsdag' De affaire Henk Koning/Wibo v.d. Linde kan in zijn' beperktecontext worden bezien. Maar voor een goed begrip1 van de zaak is het zinvol, er een aantal andere elementen bij te betrekken als de ethiek van een journalist, het karakter van de staatssecretaris, het effect op deze zaak van vroegere WD-perikelen en de opstelling van respectievelijk CDA, PvdA en de belastinginspecteurs. De affaire in enge zin valt in drieën uiteen. Mag de bewindsman van belastingzaken zich met de belastingheffing van individuele burgers bemoeien? Zo ja, heeft hij dat, in het concrete geval op een rechtens en moreel juiste wijze gedaan? En ten derde: Was het wijsheid om zich met deze aangifte te bemoeien? Uit de commentaren blijkt, dat de bemoeienis van Koning met het dossierv.d. Linde rechtmatig is. Al jaren lang houden staatssecretarissen van Financiën zich bezig met individuele gevallen. Juridisch is er, op dit punt, niets aan de hand. Over de vraag of Koning in het onderhavige geval het belastingrecht juist heeft gehanteerd, werpt zich thans de vaste kamercommissie voor Financiën. Er is geen enkele reden te veronderstellen, dat Koning dwars tegen alle regels in v.d. Linde heeft bevoordeeld. Niet is echter uit te sluiten, dat de staatssecretaris in een zaak als deze, die niet duidelijk wit of zwart is, de partij heeft gekozen van de belastingplichtige, waar andere belastingdeskundigen tot een ander oordeel zouden zijn gekomen. Maar de basis van de redenering van Koning is, dat ook in belastingzaken het voordeel van de tijfel toekomt aan de belastingplichtige en niet aan de staat. Relatie Zolang het om burgers gaat, met wie de bewindsman geen enkele relatie heeft, beroepsmatig noch persoonlijk, is dat een te honoreren standpunt. Problematischer wordt het als die relatie er wel is, zoals in dit geval. Koning nam als een quasi-rechter een besluit in een zaak, waarbij één van de partijen (v.d. Linde) beroepsmatig met Koning van doen heeft. Die dubbelrol is Koning nu noodlottig geworden. Omdat hij van tevoren had kunnen weten, dat het publiek worden van deze zaak hem, zijn partij en de coalitie zal schaden, had hij wijzer moeten zijn. Hij had zijn handen van deze zaak moeten afhouden. Koning's tegenwerping, dat dat discriminatie van de burger v.d. Linde betekent, gaat niet geheel op: de wet verplicht de bewindsman immers niet in een conflict te treden. Anderzijds was het ook onjuist en onwijs van v.d. Linde zich bij Koning te melden. Een journalist, die o.m. tot taak heeft politici op de voet te volgen, mag zich nooit in een — schijnbaar —■. afhankelijke positie plaatsen ten opzichte van politici. En dat geldt ook omgekeerd. Dat geeft wel — ongewild en ten onrechte — voedsel aan het idee, dat alles in Den Haag één pot nat is en dat hoge heren alles kunnen regelen voor zichzelf. Karakter Bij het ontvangen door Koning van v.d. Linde, die elkaar overigens privé niet kenden, speelt ongetwijfeld het karakter van de bewindsman een rol. Hij wil gaarne aardig gevonden worden, is ook hartelijk en gunt iedereen het goede met inbegrip van belastingvoordelen

303 binnen de grenzen van de wet. Eigen gewin noch direct noch indirect speelt een rol voor Koning. Onderscheid maakt hij ook niet. Wie hem aanspreekt, wil hij helpen: bekenden en onbekenden, machtigen en onmachtigen. Een verwijt van vriendjespolitiek gaat totaal niet op. In de eerste reactie van Nijpels op het gebeuren ontbrak pijnlijk een veronderstelling van de goede trouw van Koning. Dat Nijpels zijn handen wat vrij moest houden (hij kon niet precies weten waar de zaak op uit zou draaien) is te begrijpen; maar een wat positievere grondhouding jegens Koning, een oud-gediende in de partij, was op zijn plaats. Toen deze 24 uur later alsnog afkwam, leek dat meer op een koerswending dan op een eerlijk gemeende loyali-, teitsverklaring. De WD-opstelling houdt, zeker verband met de verwijdering tussen Koning en de fractie, o.m. als gevolg van de Tweeverdienerswet en de generatiekloof binnen de VVD.- Henk moest eens op zijn vingers getikt worden", zo heet dat bij de WD. Na de veel bekritiseerde omarming van Van Aardenne na het RSV-rapport, voelde de fractie zich nu gedwongen precies het omgekeerde te doen. Hypocriet De PvdA vroeg wat afstandelijk om een onderzoek in een zaak, die deze partij ten-; minste uit geruchten allang kende. Een beetje hypocriet derhalve, om pas na publicatie om openbaarheid te vragen. Lubbers gooide, om nog niet veel duidelijke redenen, potten zout in de WD-wonden, wellicht om RSV-voorzitter Van Dijk voor te zijn, die straks als CDA'er het doorslaggevend eindoordeel moet geven over Koning. De belastinginspecteurs, de bron van verhalen naar het schijnt, maakten vervolgen? van de politieke storm gebruik om een versterking van hun positie op te eisen ten laste van de staatssecretaris. Als of de belastingplichtigen daarop zitten te wachten! Ervan uitgaande, dat het dossier v.d. Linde niets opzienbarends oplevert, loopt de affaire met een sisser af. Wat overblijft zijn de grappen en grollen, die nog lang over Henk Koning gemaakt zullen worden, en een stroom van brieven aan het departement van burgers, die ook een conflict met hun inspecteur hebben. 11 juni 1985

DADEN Kanttekening Wanneer de grote politieke partijen hun verkiezingsprogramma's bekendmaken, dan is het feest voor mij als bewuste kiezer. Immers doorgaans mag ik slechts eenmaal per vier jaar meedoen met het landelijk politiek bedrijf, dus maak ik daar wel even werk van. Het was de VVD die deze week met haar plannen voor de komende verkiezingen ' naar buiten kwam. Het onderdeel dat bij mij een bel deed rinkelen, ging over de inkomstenbelasting. Maar het was net alsof ik het al eerder had gehoord. Daarom keek ik voor alle zekerheid even in voorgaande verkiezingsprogramma's. En ja hoor, daar stond het: „Het . tarief van de inkomstenbe- 'X lasting moet beduidend worden verlaagd, onder gelijktijdige herziening van af-- trekregelingen." Daar is kennelijk niets i van terechtgekomen, want nu staat deze tekst er weer; dit keer met, wat de aftrek♦ posten betreft, als uitzondering de hypotheekrente. Natuurlijk, de WD regeert niet alleen. Ze moet \ rekening houden met haar"; coalitiepartner en derhalve«, compromissen sluiten. Bovendien zat het economisch tij in het begin tegen. Maar als kiezer wil je je toch ergens aan vast kunnen hou- > i den. ---v. Zo kan ik mij heel goed voorstellen dat iemand, die VVD heeft gestemd en nu — achteraf — nog eens zou nalezen wat de partij in 1981 in haar programma zette: „Ontplooiing, groei en ontwikkeling, en de belastingmoraal zijn gediend met een belastingstelsel dat doorzichtig, redelijk en rechtvaardig is", zich enigszins op het verkeerde been gezet voelt. Want als je dan be- - denkt dat de tweeverdienerswet tijdens deze kabinetsperiode tot stand kwaiti — notabene met een WD staatssecretaris als voornaamste architect — dan vr ■ staat het huilen je toch nader dan het lachen, ondanks , het feit dat men dit mon- — - strum in politiek, regeringsgezind Den Haag, een toonbeeld van heldere, fiscale wetgeving schijnt te vinden. En de mascara loopt helemaal door, wanneer je, met in het achterhoofd de voordeursdelersregeling, de volgende tekst onder ogen Krijgt: „Het optreden van de overheid jegens burgers en samenleving mag niet tot gevolg hebben dat een on- _ doorzichtig samenstel van wetten en regels ontstaat waarin de burger verstrikt raakt", omdat het hem een gevoel van machteloosheid t geeft,

304 waardoor bewuste burgerlijke ongehoorzaam- n heid kan ontstaan. Dergelijke passages noden tot verder lezen. Zo stond er in de inleiding „Naar 1985 en verder" dat het kabinet Van Agt-Wiegel de subsidies aan bedrijven zonder levensvatbaarheid had stopgezet. Een opmerking die enigszins i komisch aandoet nu we de miljardendans rond de RSV' kennen, temeer omdat tegen het eind van 1982, toen WD-minister van Aardenne al weer op Economische Zaken zat, nog eens ƒ 100 miljoen in die bodemloze put werd gesmeten en ook de ADM — niet bepaald een toonbeeld van levensvatbaarheid — nog steeds op miljoenensteun kon rekenen. Maar woorden zijn nu eenmaal gauw geschreven. De meeste partijen hebben het geluk dat de doorsnee kiezer niet de moeite neemt om na te gaan wat er precies werd beloofd en wat daarvan terechtkwam. Hij reageert voornamelijk op de v>oordelen of de pijn die het • zittende kabinet hem bezorgde en gaat vervolgens af op de persoon van de lijsttrek- , ker. Wat dit laatste betreft is de WD-er, sinds het vertrek < van Hans Wiegel, er niet op vooruit gegaan. Dat Nijpels grove fouten maakte en van bijzonder weinig mensenkennis blijk gaf, is nog tot daaraan toe. Wil hij echter als lijsttrekker enig appeal hebben op het kiezersvolk in 1986, dan zal hij wat aan , zijn imago moeten doen. Op de gewone tv-kijker komt hij namelijk over als een onbe-, * zonnen schooljongen die een* lesje van buiten heeft geleerd en dat op afroep op- t a dreunt. tn 4 G. BROUWER, 31 augustus 1985

Aantal afdelingen wil De Korte als lijsttrekker Nijpels is niet overal in VVD nummer één AMSTERDAM, dinsdag Een aantal afdelingen van de VVD heeft geweigerd fractieleider Ed Nijpels aan te wijzen als lijsttrekker voor de Tweede-Kamerverkiezingen in mei 1986. In veel gevallen geniet de financieel-economisch specialist van de Kamerfractie, Rudolf de Korte, de voor- keur bij die afdelingen. Deze afdelingen, zoals Heerenveen, waar de leden Rudolf de Korte voor een eerste plaats op de lijst aanwezen, Bloemendaal, waar het bestuur De Korte als nummer één voordroeg en Leiden, zijn niet te spreken over het beleid van VVD-leider Nijpels. Derde plaats Afdelingsvoorzitter Jetteke van den Berg van de afdeling Heerenveen: „Als bestuur waren we ervoor om Nijpels toch op de eerste plaats te zetten maar de leden bleken unaniem tegen. De motivatie was dat er niet genoeg vertrouwen is in het optreden van Nijpels. Men zag liever De Korte op die plaats. Nijpels staat bij ons op de derde plaats genoteerd." Zo'n 600 afdelingen moeten hun kandidaten voor de verkiezingen bij hun kamercentrales indienen. Bijna tweehonderd afdelingen hebben dat al bij negentien VVDkamereentrales gedaan. Daarvan hebben zeker veertien een andere lijsttrekker dan Ed Nijpels voorgesteld. VVD- voorzitter Kamminga: ~Op zich is het niet zo vreemd dat een aantal afdelingen Nijpels niet als lijsttrekker heeft gekozen. Vaak worden er plaatselijke favorieten gekozen. Voor ons staat echter, aan de hand van de gegevens die nu binnen zijn vast dat Nijpels lijsttrekker wordt, gevolgd door Smit-Kroes en De Korte." • Ed Nijpels ...toch lijsttrekker... , 17 september 1985

Dissidente wil naar Nederland Irina Grivnina moet Rusland verlaten Van o'Jpe verslaggevers AMSTEIfiDAM/DEN lIAAG, Si zaterdag De dissidente Irina Grivnitf18» die twee en een half jaari vergeefs heeft getracht nas r Nederland te emigreren, fci donderdag te horen gel< joegen, dat zij van haar staaf «burgerschap is ontheven en met haar man en twee kin • jeren voor 30 oktober de So moet hebben veria J ct}. ■ „Ik geli'o» "et pas als ik op Schiphol s\ta"» ze' Grivnina in het telefoongesprek met de Boekovski-\s'*chting in Amsterdam aan wie zij het nieuws gisteren meedeelde, v Enkele maanden geleden verklaarde het officiële Sovjet-persbureau TASS nog dat zij geen uitreisvisum zou krijgen omdat zij door haar werk kennis heeft van „staatsgeheimen". Wurm Qrtvnina naar ons bod koot is nog niet bekend. thbeth van de Sovjet-autoritdtan geen toestemming gekregen naar Nederlandte gaan, „omdat zij daar geen familie heeft". Wellicht komt zij nu via Wenen, een

305 doorgangsplaats voor Russische emigranten. „Dit is voor mij de mooiste dag van het jaar", zei gisteren fractieleider van de VVD in de Tweede Kamer, drs. Ed Nijpcls. s, Nijpels heeft Grivnina in Moskou bezocht en haar v bovendien politiek geadop.. teerd om haar opvang in Ne> derland te garanderen. „Als .• het bericht juist is en Irina ; komt spoedig naar ons land Ó dan ben ik in de zevende '• hemel. Jarenlang heb ik me !; hiervoor sterk gemaakt," al•; dus een geëmotioneerde Nij% pels. :• X Nijpels, andere politici en •: niet- politici hebben zich bijna y .drie jaar lang ingespannen '• .voor het verkrijgen van een •; .uitreisvisum voor de 40-jarige Grivnina die van 1980 tot •: 1983 een verbanningsstraf J uitzat, omdat zij lid was van :• een werkgroep die in de Sovjet-Unie het gebruik van de C; psychiatrie voor politieke : doeleinden onderzocht. i. Toen haar verbanning voorbij was, vestigde Irina •, Grivnina zich bij haar man 'v Vladimir Neplechovitsj en < 'oudste dochtertje in Moskou. J' Het ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag V heeft gistermiddag al laten \ weten, dat „als het bericht •. juist is, dat de Sovjet-Unie •; mevrouw Grivnina heeft toex gestaan het land te verlaten, <:• zij hier welkom is." * • Irina Grivnina ...eindelijk land uit... 19 oktober 1985

VARA-enquête: „Samen helft van de 150 Kamerzetels” CDA en VVD winnen aan vertrouwen Van onze parlementaire redactie DEN HAAG, maandag De regeringspartijen CDA en VVD winnen aan vertrouwen bij de kiezers. Wanneer er nu verkiezingen zouden worden gehouden krijgen ze samen de helft van de 150 Tweede Kamerzetels. Dit is in twee jaar niet voorgekomen, behalve kort na de algemene politieke beschouwingen in oktober jl. Het CDA zou 46 zetels krijgen, een meer dan in 1982. De VVD staat momenteel op een verlies van zeven zetels ten opzichte van de verkiezingen in 1982 (29 zetels). Vertrouwen De winst van het CDA komt door een toenemend vertrouwen bij de eigen achterban. Tachtig procent zegt nu CDA te stemmen tegen 60% enige maanden geleden. Eveneens wint het CDA stemmen van de VVD, die hernieuwde aantrekkingskracht op jongeren heeft. De IVdA staat op elf zetels winst ten opzichte van de vorige verkiezingen (58 zetels), de EVP verdwijnt en de CPN gaat terug van drie naar een zetel. Dit blijkt uit een VARA/Interview- enquête, die zaterdag bekend is gemaakt. Aanzienlijk Een TROS-enquête, eveneens van dit weekeinde, wijkt hier aanzienlijk van af. CDA en VVD zouden samen 67 zetels krijgen, waarvan het CDA 43 en de VVD 24. De PvdA zou 61 zetels krijgen en D' 66 negen (drie meer dan in 1982). Volgens de VARA/Interview-enquête verliest D' 66 een zetel. Uit een VARA/Interview enquête blijkt verder een grote populariteit van de voormalige VVD-vice premier Hans Wiegel, thans commissaris van de Koningin in Friesland. Van de Nederlanders heeft 54% vertrouwen in hem, waarmee hij hoger scoort dan minister- president Lubbers. Als vice-premier in een nieuw CDA/VVD kabinet verkiest 38% van de Nederlanders Hans Wiegel en 16% Ed Nijpels, de huidige fractievoorzitter. Moeilijk Zowel minister-president Lubbers als Hans Wiegel relativeerden de geringe voorkeur voor Ed Nijpels als toekomstig vice-premier. Beiden vinden dat hij het als fractievoorzitter geweldig moeilijk heeft gehad door het grote aantal nieuwe leden dat er na de winst van de VVD in 1982 in de Tweede Kamer kwam. Hun conclusie is dat hij het onder de omstandigheden goed doet. Lubbers liet weten na nog een kabinetsperiode als minister- president het wel genoeg te vinden „omdat je dan een beetje versleten bent". En Hans Wiegel wilde niet uitsluiten nog eens terug te komen in de landelijke politiek. Over de VVD- minister Van Aardenne (Economische Zaken) zei Wiegel een oude vriend trouw te blijven, ook al heeft hij een grote fout gemaakt door het parlement onvoldoende in te lichten over de gang van zaken bij RSV. Wiegel vindt dat Van Aardenne geen strobreed in de weg gelegd moet worden als hij wil terugkomen als minister na de verkiezingen. Wat betreft de onverkiesbare plaats die het VVD-Tweedelid Joekes (no: 38) ten deel is gevallen zei Wiegel leeftijd geen argument te vinden noch zijn onafhankelijke opstelling in de RSV- enquêtecommissie. leder Kamerlid heeft volgens Wiegel recht op een eigen mening.

306

25 november 1985

Vergelijking Nijpels en Wiegel onterecht POLITIEK door KEES LUNSHOF Het is langzamerhand een traditie in de Nederlandse politiek om voorlieden van de WD, zodra zij het Haagse politieke toneel hebben verlaten, heilig te verklaren. Vol heimwee wordt naar hun tijd teruggekeken, terwijl de nieuwe zittende aanvoerder overladen wordt met kritiek. Toen Geertsema in het begin van de jaren zeventig de kar trok werd zijn voorganger Toxopeus afgeschilderd als de laatste echte liberaal. Geertsema was een hooghartige heer uit Wassenaar, een conservatief, die zeker geen aansluiting zou weten te vinden met het volkse element in de WD. Was Toxopeus er nog maar! Trappen Zodra Geertsema vertrok en Wiegel de scepter overnam, rees de ster van Geertsema. Dat was een echte liberaal, die zijn zaakjes goed kende. Heel wat beter dan de jonge heer Wiegel, die eigenlijk alleen maar een schreeuwerige demagoog was. Hij kon alleen maar trappen tegen het kabinet-Den Uyl. Inhoudelijk stelde hij niets voor. Het ging iets beter met het aanzien van Wiegel, toen hij het CDA aan de WD wist te binden en vicepremier werd. Zijn opvolger als fractievoorzitter Rietkerk deugde daarentegen, conform de ontstane gewoonte, geheel niet. Dat was een saaie, dooie diender, die misschien de cijfertjes kende, maar wervend optreden kon hij absoluut niet. Inmiddels is het oordeel over hem, nu hij volgend jaar de politiek verlaat, wel wat beter. Hij heeft als minister zijn bezuinigingstaakstelling naar behoren gehaald. Zelfs Den Uyl roemde hem onlangs, omdat hij in 1978 de toen heersende „tijdgeest" zo goed aanvulde. Toen Wiegel in 1981 weer fractievoorzitter werd wist niemand goed hoe op hem te reageren. Maar eenmaal uit de politieke arena weg steeg zijn ster sterk. Hoe verder weg uit Den Haag, hoe meer kiezers in hem vertrouwen hebben. Zijn opvolger Nijpels wordt inmiddels op zijn beurt voor amateur uitgemaakt. Die een liberale partij heeft uitgeleverd aan het CDA en niets weet te bereiken. Dit spel rond WD-leiders wordt voornamelijk ingegeven door politieke tegenstanders van de WD. Maar ook WD'ers en in het bijzonder oud-WD-leiders zelf werken daaraan mee. Een heiligverklaring is nooit weg. Onrecht Door Wiegel zo scherp te zetten tegenover Nijpels wordt beiden onrecht aangedaan. Er is geen enkele reden om Wiegel bovenmenselijke staatsmaneigenschappen toe te kennen; evenmin is het juist om Nijpels totaal af te branden. Na alle ellende van vorig jaar heeft hij zich de afgelopen maanden, zoals beloofd, rustig en stabiel gedragen. Dat de WD in de schaduw van het CDA moet leven kan hém niet worden verweten. Het CDA is nu eenmaal groter, het levert een — populaire — premier en het heeft zich een aantal typische WD- issues eigen gemaakt, waardoor er voor de liberalen weinig te verdienen valt. Daarentegen had Wiegel te maken met een totaal verdeelde CDA-fractie, met een CDA-premier die liever bij hem dan bij zijn eigen fractie vertoefde en een zeer gehoorzame WD-fractie, zonder te veel jongelui. Een ander verschil tussen Wiegel toen en Nijpels nu is, dat de laatste zijn fractiegenoten in de Kamer meer inspraak geeft dan Wiegel ooit gedaan heeft. Die liet hen vaak uitpraten om vervolgens die conclusie te trekken die hij lang voor zichzelf had getrokken. Cabaret Ook het publiek opereren verschilt tussen hen. Wiegel doorspekte zijn redevoeringen met dreunen en kwinkslagen; zijn optreden had veel weg van politiek cabaret. Leuk, maar met de inhoud van het beleid had het vaak weinig te maken. Nijpels is veel inhoudelijker bezig. Zijn in vergelijking met Wiegel wat saaie redevoeringen passen veel beter in de huidige situatie politieke waar zakelijkheid de boventoon voert. Gegeven Wiegels karaktereigenschappen is het maar zeer de vraag of hij met Lubbers een even goede verhouding zou hebben gehad als hij had met Van Agt. Gezien de wijze waarop Lubbers politiek bedrijft en het politieke krachtenveld totaal wil beheersen lijkt het tegendeel het geval. Het is begrijpelijk, dat Nijpels niet al te gelukkig is met het publieke optreden van Wiegel de laatste weken. Dat lokt nu eenmaal voor hem vervelende vergelijkingen uit. Bovendien is Nijpels dagelijks bezig een

307 groot aantal zaken die het kabinet-Van Agt/Wiegel door de politieke omstandigheden van toen heeft laten liggen op te lossen. Het kruisrakettenvraagstuk, het probleem van de kerncentrales, de ellende van RSV, de harde bezuinigingsronden zijn daar voorbeelden van. Ook leidt een publiek optreden van Wiegel tot allerlei speculaties over zijn terugkeer. Deze wordt echter niet voor de jaren negentig verwacht. Terugkeer nu kan niet, omdat hij nog te kort in Friesland zit. Bovendien kan Wiegel Nijpels, die hij zelf als opvolger heeft uitgekozen, moeilijk opzij zetten. Terugkeer van Wiegel zal bovendien de partij te afhankelijk van een man maken. Overigens is er bij de WD ook geen plan om Wiegel naar Den Haag te halen, ofschoon een aantal individuele VVD'ers wel met die gedachte hebben gespeeld. Nijpels gaat volgend jaar het kabinet in. Wie over enkele jaren de partijleider wordt is nog niet aan te duiden. Maar wie het wordt moet wel iemand van zijn tijd zijn. Anders loopt het voor de betrokkene en de VVD-kiezers op een mislukking uit. 26 november 1986

Nederlandse volk laat Sinterklaas oordelen Door MARCELLA VAN DER WIEL i?: AMSTERDAM, D donderdag AT WORDT huilen vanèvond voor Joop den Uyl, Ed Nijpels en Gijs 'van Aardenne. Hen staat eén bestraffend woord van de Sint en de roe van Pieterbaas te wachten. 'Als de gocJheiligman tenminste luistert naar het Nederlandse volk, dat dit illustere trio het liefst vermanend toegesproken wil zien. j Uit een door Bureau Lagendijk uitgevoerde enquête ;blijkt dat 20% van de Nederlanders "Sinterklaas een Standje wil laten geiven aan Joop den •Uyl, 12% wil dat Nijpels in de hoek wordt gezet en 19% 'stuurt Van Aardenne in de zak naar Spanje. Kregen Den Uyl en Nijpels naast standjes ook nog jvan respectievelijk i 12% en 2% van de 'Nederlanders een pluim toebedeeld, over Van Aardenne 'wist niemand iets goeds te 'melden. Billekoek dus. Zoete koek wordt er gelukkig ook uitgedeeld. VVubbo Ockels, Joop Zoetemelk en Ruud Lubbers vinden vanochtend een goed gevulde ! schoen. Zij komen volgens de Nederlanders het meest in aanmerking voor een eervolle vermelding in het boek van Sinterklaas. Onze kersverse i ruimteheid krijgt van 12% een pluim en natuurlijk van j 'niemand een standje. De wereldkampioen onder de wielrenners wordt door 7% met een pluim bedacht en ook hij krijgt er niet één keer met de roe van langs. De premier krijgt van de dertig geprezen en verguisde Nederlanders het meeste aantal pluimen (31%) maar óók de meeste standjes (24%). Lubbers' saldo komt daarmee toch nog op +7 pluimen en dat is goed voor de derde plaats op de zoete kinderen ranglijst. Lagendijk Opinie-onderzoek heeft dit jaar voor het eerst Sinterklaas erbij gehaald om uit te maken welke Nederlander het populairst is. De anders bij dit bureau gebruikelijke „Nederlander van het Jaar "-verkiezing is hiermee in ieder geval voor 1985 komen te vervallen. Directeur P. Lagendijk: „Het voordeel van Sinterklaas is dat hij ook zwarte pieten kan uitdelen, zodat we nu niet alleen de liefste, maar ook de stoutste Nederlander kennen." Dat leverde een aantal aardige surprises op. Mevrouw Sinie Strikwerda blijkt bijvoorbeeld verrassend zoet te zijn geweest in de ogen van de Nederlanders. Ze staat op de zesde plaats (4% pluimen en 1% standjes), onmiddellijk na de al jaren in de populaire top-tien voorkomende koningin Beatrix en André van Duin (met 4% pluimen en 0% standjes op een gedeelde vierde en vijfde plaats). En dat terwijl Mient Jan Faber met evenveel pluimen als standjes (3%) met lege handen blijft staan op het heerlijk avondje! Een stroop-met-watten surprise ook voor Ed Nijpels met zijn één na laatste plaats. Zeker vergeleken met het +2% pluimen-strooigoed dat Hans Wiegel nog ten deel valt (9e plaats). „Uit eerdere opinieonderzoeken wisten wc al dat Wiegel veel beter 'ligt' dan Nijpels, maar dat het verschil zo groot zou zijn, is ook voor ons verrassend," aldus Lagendijk. Met de uitslag van de Sinterklaas-enquête kan de beroepscijferaar verder nog aantonen dat Lubbers van vriend èn vijand pluimpjes krijgt, maar dat Den Uyl alleen in eigen politieke kring lof wordt toegezwaaid. Daarbuiten wacht hem slechts de roe. ■JOOP ZOETEMELK ...niet één keer de roe... ■ RUUD LUBBERS I ... meeste pluimen...

308

■ GIJS VAN AARDENNE ■ WUBBO OCKELS I BED NIJPELS ...Wiegel 'ligt' beter... ■JOOP DEN UYL waardering in eigen kring. 5 december 1985

Ministersploeg komt grotendeels terug POLITIEK door KEES LUNSHOF Gesteund door de verkiezingsenquêtes gaat zowat iedereen in politiek Den Haag er vanuit dat CDA en VVD bij de Tweede Kamer-verkiezingen in mei opnieuw een meerder: beid behalen. Stapje voor stapje gaan zij te zamen vooruit, waarbij opvalt hoe CDA en VVD uit elkaar groeien. Het optreden van Lubbers — die inmiddels meer vertrouwen bij VVD-kiezers heeft, dan onder zijn eigen aanhang — mist zijn uitwerking niet: het CDA weet de eigen oude kiezers vast te houden, het ligt goed bij de jongeren en het haalt naar de WD weggelopen kiezers terug. De eerste omdat hij bij de (WD-) kiezers, terecht of ten onrechte, zeer weinig vertrouwen geniet na het RSV-drama. Inmiddels weet de VVD niet wat met hem te doen tijdens de verkiezingscampagne. Zolang Van Aardenne niet publiekelijk heeft gezegd niet terug te willen keren in het kabinet, kan de VVD moeilijk doen alsof hij al verdwenen is. Uitschieter De WD toont het tegenovergestelde beeld: de aantrekkelijkheid bij de jonge kiezers neemt af, oud-confessionele kiezers keren de WD de rug toe en een deel van de oude aanhang aarzelt. Desondanks moet de partij op rond de dertig zetels kunnen uitkomen, zodat de structurele groei van de VVD sedert het begin van de jaren zeventig wordt doorgezet. De zeer goede verkiezingsuitslag in 1982 was immers niet meer dan een uitschieter. Halen de twee meer dan 75 zetels, dan regeren zij zeker door. Top-CDA'ers maken daar geen geheim van. Dit betekent niet dat de kabinetsformatie na de verkiezingen kort wordt. De VVD wil die zaken in een regeerakkoord regelen waarvan ze bang is dat het CDA anders tijdens de rit gemene zaak maakt met de PvdA. Hetzelfde geldt voor het CDA. De hoofdlijnen van een regeerakkoord wijzen straks in de richting van voortzetting van het huidige kabinetsbeleid. Onvoorspelbaar is nu de zetelverdeling over de twee partijen. Is het verlies van de VVD en de winst van het CDA enige mate beperkt, dan blijft de zetelverdeling 8 CDA-6 WD. Wijziging In de zeteltoewijzing komen wel enkele verandetingen. De WD moet Ontwikkelingssamenwerking inruilen voor Defensie. De liberalen kunnen immers niet voor de tweede maal niet direct betrokken zijn bij het vredes- en veiligheidsbeleid. Ook raakt de WD waarschijnlijk Justitie kwijt aan het CDA. Het in één hand zitten van Justitie en Binnenlandse Zaken was een afwijking van de algemene regel dat dat niet moet gebeuren. Voor de VVD komt als Justitie wordt verloren dan hetzij Onderwijs hetzij WVC in aanmerking. De kabinetsformatie eindigt met het invullen van de posten met personen. Ook hier is voorzichtigheid geboden, ofschoon een aantal zaken vast lijkt te staan. Eerst de VVD. Daar komen niet terug de ministers drs. G. Van Aardenne en mr. J.G. Rietkerk. Traag Voor Rietkerk wordt naarstig gezocht naar een plaats in de Raad van State. Dat hij zijn bezuinigingstaakstelling zo mooi heeft gehaald wordt hem in dank afgenomen. Maar zijn wat traag en soms zeurderig en weinig vindingrijk optreden, maakt prolongatie van zijn ministerschap in VVD-ogen onwenselijk. Minister Eegje Schoo vertrekt zeker als' de VVD Ontwikkelingssa-4 menwerking verliest. Zeker blijven de minis-, ters mevrouw Neelie Smit-, Kroes (een post bij de KLM kan zij vergeten, on-< der meer door tegenstand van de CDA- commissarissen aldaar) en Pieter Win-; semius. Blijft over Korthals Altes, een geval apart. Hij is van de VVD'ers de meest politieke minister in het kabinet, fungerend vice-premier op tal van ter- ■ reinen, de grote tegenspeler van Lubbers. Maar hij leeft op voet van kleine oorlog met VVD-leider Ed Nijpels. Het laatste jaar hebben zij het voortdurend met el-' kaar aan de stok gehad over de inrichting van het politie-bestel. Korthals Al-' tes heeft verder geen goed woord over voor de wijze waarop Nijpels de partij leidt; daarentegen verwijt- Nijpels Korthals Altes te veel onderhorig te zijn aan het CDA. Of Korthals Altes terugkeert is nog niet

309 duidelijk. Hij voelt er weinig voor om onder vice-premier Ed Nijpels te dienen. De kans zelf vice-premier te worden is zo goed als afwezig. Kandidaten Naast Nijpels op Binnenlandse Zaken zijn er voor de openvallende .plaatsen twee tot drie kandidaten: Rudolf de Korte (Economische Zaken), Bolkestein (Defensie als Korthals Altes daar niet heen wil) en mogelijk partijvoorzitter Jan Kamminga, die nog aarzelt over een ministerschap. Bij het CDA blijven de vier katholieke ministers Lubbers, Braks, Van den Broek en Ruding. Gezien zijn populariteit onder;de CDA-kiezers kan Lubbers. als hij dat al zou willen,-, van de laatste moeilijk af. De oud CHU-minister drs.- Deetman blijft aan. Zijn collega van WVC, Brink-, man, moet het politieke, handwerk verder in de; Tweede Kamer leren. ~} Van de oud-antirevolu-* tionaire ministers heeft Jan de Koning aangekondigd weg te willen. Waarschijnlijk zal Lubbers met succes een dringend be-v roep op hem doen te blij-* ven op Sociale Zaken. t Blijft over De Ruiter, van] wie het misschien wat 'te! veel gevraagd is om weer naar Justitie te verhuizen. En partijvoorzitter Piet, Bukman, die gaat naar! Ontwikkelingssamenwer-" king. Het is nog vijf maanden' voor de verkiezingen. Dus nog veel onzckerhcdciu Voorspellingen hebbent maar een betrekkelijke waarde maar geven wel de sfeer aan hoe er nu in poli-' tiek Den Haag wordt gedacht en gepraat. ' 17 december 1985

EINDE 1985

VVD verwacht veel van komst Wiegel door Kees Lunshof Nogeven als commissaris.... DEN HAAG, woensdag Bij de Tweede-Kamerfractie van de VVD heerste gisteren grote opluchting toen bekend werd dat Hans Wiegel bereid was tijdelijk als minister in het kabinet- Lubbers naar Den Haag terug te keren. Na alle ellende van de laatste tijd (de kwestie van de euthanasie; de slechte cijfers in de enquêtes) was er eindelijk eens goed nieuws. De grote leider is weer terug, dt man die in de jaren zeventig van de VVD een grote volkspartij heeft gemaakt. Van hem wordt verwacht dat hij zoveel uitstralingskracht op de kiezers heeft dat hij de partij aan enkele zetels extra kan helpen bij de verkiezingen op 21 mei. Uit enquêtes is inmiddels gebleken dat het kiezersvolk een groot vertrouwen in hem heeft. Stokpaardjes Dat grote vertrouwen heeft hij overigens wel voor moeten vechten. Want als oppositieleider ten tijde van het kabinet-Den Uyl werd hij door menigeen niet als volwaardig bestempeld. Een demagoog werd hij buiten zijn partij genoemd, die op makkelijke manier bezig was stemmen te trekken. Maar inmiddels zijn de toen door hem bereden stokpaardjes gemeengoed geworden. Bijna ieder van rechts tot links deelt nu zijn kritiek van toen op het misbruik van de sociale verzekeringen, over de steeds toenemende macht van de overheid en ook de toenemende inkomensnivellering die elk enthousiasme om te werken doodt. Met verve voerde hij de tegenstanders aan van het kabinet-Den Uyl. De kans om zichzelf helemaal te bewijzen kreeg hij eind 1977 toen het CDA zich na maandenlang onderhandelen met de PvdA tot de VVD keerde. In ijltempo had hij met Van Agt een kabinet in elkaar gezet dat formeel op een meerderheid berustte van twee zetels. Zeer soepel zorgde hij er met Van Agt voor dat dat kabinet, ondanks kritiek vanuit het parlement — grotendeels vanuit de kant van Lubbers en van de CDAfractie maar ook vanuit zijn eigen partij — kon blijven doorregeren. Elkaar vasthouden en doorzwemmen was zijn motto. Mede dank zij zijn perfect ontwikkeld politiek gevoel kon hij het beheer van het departement van Binnenlandse Zaken gemakkelijk aan. Hij hield van regeren en besturen. Maar het succes in de politiek werd in 1980 ruw verstoord door het verdrietig lot dat hem toeviel toen zijn vrouw Jacqueline bij een auto-ongeluk om het leven kwam. Later trouwde hij haar zuster Marianne. In de verwachting dat de VVD een lange tijd veroordeeld was tot de oppositie, koos hij in 1982 voor een baan buiten de Haagse politiek. Zijn wens om meer aandacht te besteden aan zijn vrouw en kinderen die een immer afwezige man en vader ook niet alles vonden, speelde daarbij een rol. Omdat zijn partij en de door hem uitgekozen partijleider Nijpels het moeilijk hebben, kon hij een verzoek tot terugkeer niet afslaan. Maar hij stelde wel de voorwaarde daarbij dat het

310 een tijdelijke terugkeer zal zijn. Aan die tijdelijkheid wordt echter op het Binnenhof vooralsnog weinig geloof gehecht. Boventoon Wiegel in Den Haag terug. Formeel als gewoon VVD-minister. Maar feitelijk zal hij, niet meer gewend aan een tweede of derde plaats, in partij en kabinet de boventoon voeren. Met twee kapiteins op het schip loopt de VVD wel enige electorale risico's daar onduidelijkheid over het leiderschap slecht bij de kiezers ligt. Bovendien kan de aanwezigheid van Wiegel de positie van Nijpels naar het publiek toe verzwakken. Maar binnen niet al te lange tijd zal het duidelijk worden wie de echte VVD-kapitein wordt in de verkiezingsstrijd, in de daar op volgende kabinetsformatie en in het nieuwe kabinet. Pas als dat er zit krijgt Friesland echte zekerheid over wie haar commissaris dan zal zijn. . • Middelpunt van de landelijke politieke belangstelling, maar het werk als Commissaris der Koningin gaat d00r... Hans Wiegel ontving gisteren in Sexbierum de staatssecretarissen Van Zeil (m) en Scherpenhuizen (r) ter gelegenheid van de presentatie van een nieuwe postzegel, gewijd aan het windmolenpark bij dit dorp ten noordwesten van Franeker. 5 maart 1986

Wiegel: „Nee” aan Den Haag om belofte aan Friesland Beslissing goed voor politieke zuiverheid Van onze verslaggevers LEEUWARDEN/DEN HAAG, maandag De Friese Commissaris der Koningin, Hans Wiegel, is niet bereid zich kandidaat te stellen voor de opvolging van wijlen minister Rietkerk (Binnenlandse Zaken). In zijn plaats is nu voorgedragen dr. Rudolf de Korte, de financieel-economische specialist van de VVD-jractie in de Tweede Kamer. Waarschijnlijk zal hij morgen worden beëdigd. Belofte Wiegel deelde zijn besluit zaterdag mee tijdens een persconferentie in het provinciehuis te Leeuwarden. Hij wees op zijn oude belofte aan de Friezen een reeks van jaren in het Noorden te zullen blijven. „Mijn eerste loyaliteit ligt in Friesland. Dat heb ik beloofd, dat heb ik gewild en dat doe ik dus zo. Voor Friesland is dit het beste. Misschien ook wel voor de partij. En zeker voor de zuiverheid in de politiek," aldus Wiegel. Geen deuk Hij liet duidelijk merken dat het besluit hem zwaar was gevallen. Officieel ontkende Wiegel dat zijn gezin • Hans Wiegel tijdens de persconferentie in het provinciehuis te Leeuwarden. mede een rol heeft gespeeld. „Dat stond buiten mijn afwegingen". Verder zei Wiegel dat hij zich de teleurstelling in WDkring goed kon voorstellen. Volgens hem zal de VVD hierdoor echter geen deuk oplopen tijdens de verkiezingsstrijd. „Nijpels stelde het belang van de WD boven zijn eigen belang en daar toon ik respect voor. Ik zou tegen de VVD-kiezers en twijfelaars willen zeggen: sla de handen ineen en sta eensgezind achter die lijsttrekker." Wiegel vond alle opwinding rond zijn persoon overdreven. Als de gouverneur van Limburg in het zelfde schuitje zat dan zouden de Limburgers roepen: onze gouverneur moet het land redden. Daar zouden ze trots op zijn." Tenslotte noemde Wiegel het hoogst onwaarschijnlijk dat hij van het komende kabinet deel zal uit maken. 10 maart 1986

NIJPELS’ POLITIEKE! TOEKOMST ONZEKER POLITIEK door KEES LUNSHOF Hoe moet het nu verder met het leiderschap van Nijpels over de VVD. Deze vraag laat zich stellen — en niet alleért in de WD-fractie — na al het geharrewar de afgelopen' weken, eerst over de zaak van de euthanasie, vervolgens' over de opvolging van minister Rietkerk. Nijpels mag naarbuiten toe wel de indruk willen wekken, de zaak goed in de hand te hebben en te kunnen leven met tegenslagen, feit blijft dat nog nooit een partijleider vlak voor twee belangrijke verkiezingen zo verkeerd heeft gemanoeuvreerd als hij. Onder curatele Er was sprake van een totaal mismanagement van zijn kant, zowel in de afhandeling van het euthanasievraagstuk waar voor het eerst zijn fractie tegen hem rebelleerde, als in de Wiegelaffaire. Het vragen van Wiegel was op zich al een riskante zaak, omdat de verwijten

311 voor de hand lagen, dat de WD het ambt van minister van Binnenlandse Zaken op deze manier misbruikt om stemmen te winnen en om de haperende VVD-machine te oliën en dat Nijpels door het aantrekken van een oudpartijvoorman zich al dan niet vrijwillig onder curatele laat stellen. Daarvan uitgaande kon Wiegel alleen maar naar Den Haag komen als er snel zou worden gehandeld. Daarom had Nijpels de voorwaardelijke bereidheid van Wiegel om tijdelijk naar Den Haag te komen nooit publiekelijk mogen maken, voordat een gunstig resultaat vaststond. Doordat dat laatste niet het geval was, kregen de tegenstanders van Wiegels komst alle gelegenheid de stellingen te betrekken. Zou het de eerste fout van Nijpels zijn geweest dan was dat geen ramp. ledereen heeft recht op fouten. Maar vanaf het begin van de huidige kabinetsperiode wordt het optreden van Nijpels getekend door blunders en fouten waarvan het gesol met het ministerschap van Binnenlandse Zaken een triest hoogtepunt is. Daaruit volgt dat Nijpels niets heeft geleerd van zijn fouten uit het verleden. Een sombere conclusie voor een man die zichzelf in het volgende kabinet graag ziet zitten als vice-premier om vanuit die rol de VVD aan te voeren. De kans echter dat hij, gelijk de alleenheerser Wiegel ten tijde van het eerste kabinet-Van Agt, de spil kan blijven van het WD-smaldeel, neemt zienderogen af. Want het alleenvertoningsrecht waarop de voorman het patent moet hebben, lijkt hij kwijt te zijn geraakt. Mocht hij toch minister worden, dan kan hij het wel vergeten dat iedereen zich om hem schaart. De overige VVD-ministers zullen zich niet door hem de wet laten voorschrijven; de WD-fractie zal niet zo mak zijn om van Nijpels opdrachten in ontvangst te nemen. Nijpels zal derhalve straks in de volgende regeerperiode zijn macht met anderen moeten delen, bovendien in het voorzuitzicht van een vertrek op termijn uit de Haagse politiek. Een nieuw probleem doet zich dan voor voor de WD die niet begiftigd is met een duidelijke opvolger voor hem. Maar figuren als De Korte of Winsemius kunnen zich wellicht op termijn ontwikkelen tot leider. ir>; Daar waar het leiderschap van Nijpels toch al ter discussie stond, had Wiegel nooit mogen handelen zoals hij heeft gehandeld, ook al kon hij wellicht niets doen aan de voortijdige publikatie van zijn naam. Wiegel had moeten weten dat de publieke weigering van zijn kant de vraag naar het effectief leiderschap binnen de WD zou doen opwerpen. Onzekerheid Toegegeven moet worden dat Wiegel voor een uiterst moeilijke keuze stond. Het opgeven van het commissariaat in Friesland zou voor Wiegel, die geen absolute ga; rantie had dat de WD na dé verkiezingen weer gaat regeren, een grote onzekerheid voor de toekomst hebben betekend. Naast die onzekerheid wezen ook het advies van zijn familie en oude beloften aan Friesland naar het blijven irt zijn provincie, naast wellicht financiële overwegingen en gezondheidsargumenten. • ' Maar nu alles even op straat lag, was het besluit richting Den Haag te gaan noodzakelijk om te redden wat er nog te redden viel. j Inmiddels is door het gedoe de kans op een CDA/. WD-meerderheid bij de ko> mende Tweede Kamer- verkiezingen er niet groter op geworden. Want de affaire heeft niet alleen mogelijk electorale gevolgen voor de krachtsverhoudingen tussen CDA en WD maar ook voor de coalitie als geheel doordat kiezers uit kwaadheid óf direct naar links overlopen, óf dat potentiële kiezers thuisblijven hetgeen links evenzeer ten goede komt. . '4 i • M r Bij het CDA is men er zich van bewust dat die partij ef niets aan heeft als de derheid wordt verloren. Dat dwingt het CDA te moeten, gaan praten met de PvdA waar een voorkeur, zonder liefde overigens, is voor het doorregeren met de WD. Vandaar van de kant van het CDA geen arrogant leedvermaak. Dat zou uit den boze zijn voor een partij die in de jaren zeventig bijna constant zelf in de problemen zat en die zelf veel last heeft gehad van een arrogant optredende PvdA. 11 maart 1986

VVD wil zo snel mogelijk af van Playboy-tweetal DEN HAAG, vrijdag JDe WD-fractie in de Tweede' Kamer stelt alles in het wérk om hun bloot-medewerkérs Arnoud Cevaal en Lorette'Welter te ontslaan. Tevens wordt geprobeerd* Cevaal van de( kandidatenlijst voor de komende verkiezingen te schrappen. Hij staat weliswaar op een onverkiesbare plaats, maar volgens het dagelijks bestuur heeft Cevaal zijn geloofwaardigheid als kandidaat geheel verspeeld n.a.v. de reportage in' Playboy waarvoor beide medewerkers naakt hebben geposeerd. fn de zaak rond de declara- van ƒ 10.000 aan

312 taxikosten die aan Ed Nijpels wordt toegeschreven, heeft de hoofddirecteur van de RVD , Van der Voet, gisteren meegedeeld dat Nijpels „absoluut niets te verwijten valt". De beschuldiging van de Rekenkamer is volgens de RVD pertinent onjuist. Wat betreft de rel rond de 2 VyD'ers die voor Playboy uit de.kleren gingen, heeft vicefractievoorzitter Evenhuis namens de fractie zijn verontschuldigingen aangeboden aah kamervoorzitter Dolman. 28 maart 1986 door Emile Bode WINSEMIUS: WERKEN AAN WERELDKLASSE! De Joop Zoetemelk van het kabinet oogst lof bij vriend en vijand Doemdenkers en andere pessimisten opgelet! Knoop de boodschap van minister dr. in uw oren: het Nederlandse bedrijfsleven moet streven naar wereldklasse! Alleen wereldklasse brengt ons land er economisch rweer bovenop. Om in de geliefde beeldspraak van de minister te blijven: „Ons bedrijfsleven moet ?net zo worden als ons voetbalelftal in 1974 met een • Johan Cruijff als manager. Dit team had alle - kenmerken van excellent ondernemerschap: een • perfecte uitvoering, sterke teamgeest, een vastomlijnd maar flexibel plan, en een duidelijk en £; geloofwaardig leiderschap." DEN HAAG, zaterdag Winsemius laat de term wereldklasse vallen, terw ijl hij antwoord geeft op de vraag wat volgens hem de beste oplossingen zijn ter bestrijding van de jeugdwerkloosheid. Dat onderwerp ligt hem immers na aan het hart. Hij grijpt naar de boekenkast en toont een verhaal dat hij schreef toen niemand hem nog kende. „Streven naar wereldklasse", luidt de titel. Maar hoe word je de beste? In de eerste plaats moet de overheid daarbij een handje helpen door een betere scholing. Dat moet volgens de minister de komende regeerperiode alle aandacht krijgen. ..Als je op dat gebied geen grote dingen gaat doen, komt een groot deel van de jeugd nooit meer aan de bak. Neem onze computerkennis. Heel Europa ligt ver achter op Amerika en Japan. Het is zelfs uitermate beangstigend. Europa dreigt op het gebied van de communicatiegolf een tweede of derde wereldland te worden. De communicatiegolf is op ons afgekomen. Als zo'n golf op je afkomt, moet je als een klasse- surfer manoeuvreren. Maar wat doen wij? Wij onderschatten deze ontwikkeling op een ongelooflijke manier. Wij blijven stilstaan en worden panisch van angst. En dan loop je het risico dat je verdrinkt. Van dat behoudende word ik doodziek. Heel Europa is wat de nieuwe technologieën betreft, een stelletje brokkelaars." M Winsemius is de meest afgetrainde minister uit het kabinet. Hij is zelfs van een bedrieglijk soort magerheid. Wat dat betreft is de overeenkomst met Joop Zoetemelk frappant. Hij heeft met deze wielercrack ook gemeen dat hij niet spectaculair is. maar uiteindelijk toch een heleboel overwinningen boekt. Scholing Een ander voorbeeld van Winsemius: ...Mijn zoon zit in de vierde klas van het gymnasium. Ken keurige opleiding zou je zeggen, maar pas in de vijfde klas kan hij — huiten school 0111 — iets met computers gaan doen. Dan vraag ik je toch. waar zijn we mee bezig? Ons land levert een studiepakket af en geen student die een baan kan vinden. Ik vind dan ook dat de overheid de komende jaren veel meer geld in scholing moet stoppen." De minister krijgt de smaak te pakken: „Hoe moet ik het de kiezer tijdens spreekbeurten uitleggen dat er ruim 700.000 werklozen zijn. terwijl we voor tal van banen geen geschikte mensen kunnen krijgen. Het Rijk klaagt dat ze geen computerdeskundigen kan krijgen en als ze er zijn, lopen ze weg naar het beter betalende bedrijfsleven. Eigen schuld. Dan moet je meer banen scheppen, dan zakken de salarissen vanzelf." Winsemius meent dat scholing in de eerste plaats moet leiden tot goed opgeleide mensen voor het bedrijfsleven. Dan gaat het met het bedrijfsleven vanzelf beter. Dat leidt weer tot een sterkere economische groei en meer werkgelegenheid. Wereldklasse dus. Een andere manier om de werkloosheid te lijf te gaan is arbeidstijdverkorting of wel ATV. Over dit middel heeft de minister de nodige bedenkingen. ..In het verleden werd voor ATV gekozen omdat de mensen behoefte hadden aan extra vrije tijd. zoals de vrije zaterdag en de 40- urige werkweek. Dat is prima. maar nu wil men ATV als verdelingsmiddel. Dat vind ik verkeerd. We nemen dan dezelfde koek en die verdelen we onder meer mensen, zodat iedereen een kleiner stukje krijgt. Je kunt beter harder werken en

313 de wereldklasse bereiken zodat de koek groter wordt." Het ministerschap werd hem in de schoot geworpen. Op een oktoberdag in 1982 ging de telefoon. „Pieter Winsemius." „Met Ed Nijpels." „Wie?" „Ed Nijpels, fractievoorzitter van de VVD in de Tweede Kamer. Wilt u minister worden in het nieuwe kabinet?" Prima baan De minister moet er nog smakelijk om lachen. ~Ja, zo ging het ongeveer. Ken merkwaardig telefoongesprek. Ik kende Nijpcls niet, was niet eens lid van de VVD. Ik heb rustig over dat aanbod nagedacht — ik had immers een prima baan. Toen dacht ik: Pieter. je hebt altijd een grote mond, bewijs nu of je het kunt." • Het verhaal gaat, dat de VVD-fractie de politiek onervaren minister met argusogen aankeek. Hij werd immers vanuit het niets minister en dat leidt altijd tot scheve gezichten. Vooral van degenen die het toch nooit worden. Een lange politieke carrière ten spijt. Winsemius blijft vriendelijk: ~Ach, in het begin was men wat zenuwachtig. maar echte ruzies zijn er nooit geweest. Ik was dan ook verbaasd dat ik weieens in de krant las: Winsemius in conflict met eigen partij! „Dan dacht ik: Gut, heb ik een conflict? Daar weet ik niks van. Ik vergelijk die dingen met de televisieserie Loveboat. Dat schip vaart maar door. maar iedereen kijkt alleen naar wat er op het dek gebeurt." Ook vanwege de conflicten. dan wel vermeende conflicten vindt Winsemius het politieke bedrijf zo boeiend. Hij zegt: „Weet u nog dat conflict tussen CDA en VVD over de tweeverdieners? De ene partij wilde wat meer dan de ander. Er zou laaiende ruzie zijn. maar geen hond in ons goede vaderland die begreep waar het over ging. Met die aanvaringen is het net als blikschade. Veel lawaai, dikke deuken, een beetje uitdeuken en de auto rijdt verder." Hij begon als meest onbekende minister en is inmiddels opgeklommen tot het rijtje bekende Nederlanders. Valt daarmee te leven? ..Als ik hardloop heb ik m'n bril niet op en herkennen de mensen me niet. Ik hen trouwens ook niet. Ach, ze zijn best vriendelijk. Alleen na een uitzending van RUR waar ik inzat, riepen ze de volgende dag op straat: Hé Win-sémius! Dat was even vervelend. De één na de ander stond me met de vinger na te wijzen. Ook geen ramp hoor. Dan zet je je kraag wat overeind en jè verlegt je haar naar de andere kant." Voorrecht De afgelopen maanden wordt de minister zelfs de hemel ingeschreven. Dat voorrecht is momenteel weinig liberale bewindslieden gegeven. Daar komt nog bij dat links en rechts hem zo vreselijk aardig vinden. De minister wordt bijna verlegen van zoveel lof: ..Tja. wat moei ik daar nou op zeggen. Ik vind het prettig, dat zondermeer, maar je moet je er weinig van aantrekken." Na het weinig succesvolle optreden van Ed Nijpels in de laatste maanden wordt Winsemius in de wandelgangen zelfs genoemd als toekomstig leider van de VVD, dan wel als vice-premier. Winsemius merkt daarover op: „Ik hoor dat en neem er met stijgende verbazing kennis van. Ik zie dat echt niet zo vlug gebeuren. De politiek is vaak zo druk met zichzelf bezig. Ik heb geen tijd voor navelstaren. Volgens het Haagse wereldje ben ik al een paar keer bijna iets geweest wat ik zelf niet wist." Vooral in het kabinet werken CDA en VVD eendrachtig samen. ~De VVD-inbreng is volstrekt duidelijk. We hebben niets te klagen," aldus de minister. Niettemin strijkt Lubbers met de eer. Zijn partij, het CDA. staat in de opinies op winst en de VVD op fors verlies. Is dat niet om moedeloos van te worden? Winsemius zegt: ..Lubbers is een uitstekende voorzitter. Daar kan hij ook niets aan doen. Ik ben daar zeer dolgelukkig mee, al was het alleen maar omdat de ministerraden op vrijdag voor zessen zijn afgelopen. Ik denk dat bij een strak regeerakkoord wat wij hebben, een enorme rol is weggelegd voor de ministerpresident. En als het goed marcheert zitten ook De Vries en Nijpels en de oppositie erg moeilijk. Bovendien: wij voeren geen consumentvriendelijk beleid. Er zijn de nodige offers gevraagd. Dan verwacht je dat ook het CDA op verlies zou moeten staan. Dat is niet zo en dat is voor een deel aan Lubbers toe te schrijven. Nu zit de VVD in de hoek waar wel verlies wordt geleden, maar daar moet je niet nerveus over doen." Hoofdlijnen Wel erkent de bewindsman dat recente affaires (van euthanasie tot het touwtrekken rond Wiegel, de declaraties van Nijpels die geen declaraties bleken te zijn en de Playboy-affaire) de partij schade hebben gedaan. ~Dat is doodzonde, maar je kunt van de gewone kiezers

314 ook niet verwachten dat ze alleen maar naar de hoofdlijnen van het kabinetsbeleid kijken. Men kijkt toch eerst naar de dagelijkse dingen. En elke keer komt er weer iets nieuws wat in ieder geval een hogere amusementswaarde heeft dan die hoofdlijnen van beleid." Toch heeft de minister er alle vertrouwen in dat de CDA-VVD coalitie haar meerderheid behoudt. ..Als we 74 of 75 zetels halen, wordt het wel moeilijk, maar bij 76 zeg ik: dat is ook een meerderheid." Winsemius is de meest afgetrainde minister uit het kabinet. Hij is zelfs van een bedrieglijk soort magerheid. Wat dat betreft is de overeenkomst met Joop Zoetemelk frappant. Hij heeft met deze wielercrack ook gemeen dat hij niet spectaculair is, maar uiteindelijk toch een heleboel overwinningen boekt. Ziet de minister iets in deze vergelijking? „Dat vind ik niet zo'n gek beeld. Ik vind het ook vererend. Zoetemelk is een pure professional die zich optimaal verzorgt en zich mentaal voorbereidt. Dat doe ik ook door lange afstanden te lopen. Dan hoef je niet over politiek te praten, je hoeft helemaal niet te praten, want je bent met jezelf bezig. Het is de professionele benadering van Zoetemelk die me aanspreekt. Dat betekent ook, dat je nooit je handen in de lucht moet steken voordat de finish is gepasseerd. Zo'n Zoetemelk wint betrekkelijk weinig etappes, laat staan grote klassiekers, maar is wel steeds voorin te vinden en weet tenslotte de grote ronden te winnen. En hij werd wereldkampioen. Dat had niemand verwacht. Dat is nog het aardigste." 5 april 1986

VVD-congres als één man achter Nijpels na belofte keihard te vechten Van onze parlementaire redactie ARNHEM, maandag Het WD-congres is bereid zich als cén man op te stellen achter Ed Nijpels, nadat de VVD-leider afgelopen zaterdag het boetekleed had aangetrokken. Nijpels verklaarde tijdens zijn slottoespraak voor het partijcongres in Arnhem dat „de achterban zich terecht kapot heeft geërgerd over de talrijke incidenten in de . VVD." Hij vroeg de partij ondanks dit alles vertrouwen in zijn leiderschap te blijven stellen. „Ik zal u niet beschamen," aldus Nijpels, die beloofde keihard voor de VVD te zullen vechten. Hierop ontving hij een langdurig applaus. Hij erkende openhartig een beetje te hebben opgezien tegen het afgelopen congres in Arnhem. Achteraf bleek de kritiek hard mee te vallen. Verder sprak Nijpels zijn ergernis uit over de opstelling van de PvdA tijdens het debat over de stelselherziening sociale zekerheid. Volgens hem heeft de PvdA de afgelopen week herhaaldelijk willen suggereren dat het kabinet de gehele sociale zekerheid heeft afgebroken. Ook het verwijt dat de VVD geen sociaal hart zou hebben, is de VVD-leider in het verkeerde keelgat geschoten. Het pakket maatregelen, waartoe is besloten, zal volgens Nijpels nog geen drie procent afhalen van de ƒ 107 miljard, die we thans uitgeven aan de sociale zekerheid. „Het gaat niet aan dit af te schilderen als een afbraak. Dat pikt de VVD niet en dat zullen wc in de toekomst ook niet pikken," aldus Nijpels. Volgens hem maakte het alternatief dat de PvdA bood, maar weinig verschil uit. „Dat geeft aan dat die verwijten geen hout snijden. Anders waren ze wel met meer fundamentele wijzigingen gekomen." Nijpels herinnerde eraan dat dr. J. den Uyl als voormalig minister van Sociale Zaken een aantal van de voorstellen zelf nog heeft voorbereid. Tenslotte wil Nijpels de ambtenarensalarissen in een nieuwe kabinetsperiode loskoppelen van wat er bij de sociale uitkeringen gebeurt. De salarissen van het overheidspersoneel zouden op den duur meer moeten stijgen dan de uitkeringen. 21 april 1986

Grote nederlaag dreigt, maar WD-voorman overtuigd van 'zegevieren gezond verstand' Mijpels: „Ik heb te veel branden moeten blussen” door KEES LUNSHOF en EMILE BODE „Bij tweede kabinet Den Uyl is 'zieke patiënt Nederland' ten dode opgeschreven” , ,DEN HAAG, zaterdag -„Ik kan me echt niet Voorstellen, en ik zou het ook vreselijk onrechtvaardig vinden, als CDA en WD op 21 mei hun meerderheid verliezen. Wij hebben de moed gehad impopulaire maatregelen te nemen, maar daarmee hebben wë wel bereikt dat onze economie zich heeft hersteld. Ik ben ervan overtuigd dat de meeste mensen dat inzien. Gezond verstand zegeviert altijd."

315

Het is de laatste opmerking die WD-lijsttrekker drs. Ed Nijpels tijdens het gesprek maakt. Deze kabinetsperiode zijn de .moeilijkste jaren geweest in Nijpels' leven. Het begon zo fantastisch in 1982. Nijpels volgde Wiegel op en de VVD behaalde prompt haar grootste verkiezingswinst: van 26 naar 36 zetels. Het kan verkeren: over elf dagen dreigt volgens de opiniepeilingen de WD haar grootste nederlaag onder ogen te moeten zien. Nijpels is daar echter nog allerminst van overtuigd: „Hoeveel zetels wij halen? Het begint in ieder geval met een 3." "Zonder twijfel is de inbreng van de WD in het kabinet groot geweest, maar het werd ontsierd door allerlei gebeurtenissen die volgens Nijpels „als je het nuchter bekijkt buiten de Tweede Kamer om op ons dak zijn gekomen". Nijpels laat het gaarne aan anderen over om die gebeurtenissen de revue te,laten passeren: de benoeming van Charl Schwietert tot staatssecretaris, het RSVdrama, de liberale dorpsruzies over de PTT-spreiding, de tweeverdieners enzovoorts. "Nijpels: „Deze gebeurtenissen worden door het publiek h?t best onthouden. Die affaires hebben voor ons ook ont- Nederland gaat de kinderpornografie verder te o lijf. Met ingang van "woensdag 21 mei wordt v* een speciale wetgeving inzake kinderporno van kracht. De afkondiging door Den • Haag volgt op een publikatie in onze krant, enige Lï dagen geleden. Hierin V... stonden de resultaten _ van een onderzoek naar de mate waarin minderja. rigen het slachtoffer zijn 'van seksuele exploitatie. Met de conclusie van het onderzoek, dat het allemaal zo'n vaart niet loopt, is echter lang niet iedereen tevreden. regelend gewerkt. Ik vind het buitengewoon jammer, dat ik de afgelopen jaren te weinig met politiek kon bezig zijn en te veel tijd moest steken in het blussen van branden. Dat is vervelend werk en ik ben er ook niet voor ingehuurd. Hoewel ik mij als politiek aanvoerder niet aan de eindverantwoordelijkheid wil onttrekken, is het wel zo dat branden blussen de aandacht afleidt van de hoofdzaken van het VVD-beleid." Openhartig Wat heeft Nijpels van de aaneenschakeling van affaires geleerd? Hij zegt: „Ik heb geleerd dat ik wat minder aardig, minder openhartig en dus terughoudender moet zijn in het doen van uitlatingen. Voor openhartigheid moet je een prijs betalen en die prijs is hoog. Je krijgt zelden een beloning als je je vriendelijk opstelt." Nijpels vindt dat ondanks alle problemen het kabinetsbeleid succesvol is geweest. Hij somt op: „De werkloosheid daalt, het bedrijfsleven investeert weer volop en het financieringstekort is flink omlaag gegaan. De prijzen dalen, de rente zakt, de belastingen en sociale premies zijn verlaagd. Dit kabinet heeft ervoor gezorgd dat ons land een trouw bondgenoot van de NATO is geworden die de lusten en de lasten daarvan draagt. Dit kabinet is ook begonnen met het aanpakken van de bureaucratie en de criminaliteit." Wat de misdaadbestrijding betreft, zegt de VVD-voorman: „Het heeft wel te lang geduurd. Onze minister van Justitie moest elke gulden voor de poorten van de hel wegslepen. We zijn nu op de goede weg, maar we zijn er nog lang niet; in de komende regeerperiode is onze belangrijkste zorg de werkdruk en de demotivatie van het politie- apparaat wegnemen. Dat kan door meer banen en betere vergoedingen voor overwerk. Het is toch te dwaas dat een rechercheur om vijf uur 's middags naar huis moet, omdat overwerk niet mag worden uitbetaald. Misdaad houdt ook niet om vijf uur op." Dus meer salaris voor de politie? Nijpels: „Dat sluit ik zeker niet uit. De moeilijkheid is wel dat je dan voor één bepaalde groep iets doet en vervolgens 700.000 andere ambtenaren ook bij je komen aankloppen." Over zijn relatie met premier Lubbers en CDA-fractieleider dr. Bert de Vries is Nijpels „redelijk tevreden". „Maar als ik de samenwerking vergelijk met die tussen Van Agt en Wiegel dan zeg ik: in de vorige coalitie kregen de liberale ministers meer armslag. Van Agt nam meer afstand van zijn eigen partij dan Lubbers. Lubbers moet ook beseffen dat regeren soms net wielrennen is: kopmannen in de ploeg zorgen er ook voor dat hun knechten af en toe een overwinning behalen." De communicatie met Lubbers en CDA-fractieleider Bert de Vries is Nijpels wat tegengevallen. „Het zit in de politieke cultuur van het CDA opgesloten dat je altijd met beiden zaken moet doen. Dat kan vertragend werken." Coördinatie Nijpels vindt het ook vertragend werken dat hij als politiek leider niet in het kabinet zit.. „Temeer omdat de politieke coördinatie tussen de VVD-ministers in het kabinet en de

316 kamerfractie vooral in het begin te wensen overliet," aldus Nijpels. Hij wil dus vice-premier worden in een eventueel nieuw CDA-VVD kabinet! Dat zién wij echter verkeerd. „Ik sluit niets uit, maar het ministerschap is voor mij geen kroon op mijn carrière. De functie van fractieleider is veel aantrekkelijker," aldus Nijpels. Dan het favoriete onderwerp van Ed Nijpels: de PvdA. Deze partij lijkt af te stevenen op een klinkende overwinning. Nijpels: „Het is voor mij volstrekt onbegrijpelijk als deze ramp zich daadwerkelijk gaat voltrekken. De PvdA is met weinig nieuwe dingen gekomen. Altijd komen ze weer met die oude idealen van de overheid als centrale sturende rol in onze samenleving." Nijpels gaat er eens goed voor zitten om zijn gal te spuwen over de socialisten: „Neem defensie. Wat de PvdA wil is rampzalig en levensgevaarlijk voor de positie van ons land als NATObondgenoot. Den Uyl beweert dat een regering met PvdA niets verandert aan het loyale bondgenootschap van ons land. Maar hoe is dat te rijmen met het PvdA-verkiezingsprogramma, waarin staat dat er geen kruisraketten moeten komen, geen kerntaken en een verlaging van de defensie- uitgaven met twee miljard gulden! Bovendien heeft Den Uyl nog steeds niet gezegd wat de PvdA met de bouw van de basis in Woensdrecht gaat doen als zij het voor het zeggen heeft. Hoe kun je dan een geloofwaardig bondgenoot blijven? Dat zijn toch bedenkelijke en volstrekt onverantwoordelijke uitspraken van de PvdA. Daar komt bij dat Den Uyl beweert dat wij op defensie best kunnen bezuinigen, omdat de NATO ons — gezien onze strategische ligging — toch niet in de steek laat. Van dergelijke opvattingen krijg ik koude rillingen over mijn rug. De PvdA houdt het volk voor de gek! Socialisten in de regering betekent dat ons land van volwaardig NATO-bondgenoot weer dat bekende buitenbeentje wordt." Ook het inkomensbeleid dat de PvdA de komende jaren wil voeren vindt Nijpels rampzalig. „Als de PvdA gaat regeren, worden de middeninkomens voor de leeuwen geworpen. De bruto- inkomens gaan dan omlaag en de werkloosheid daalt alleen op papier. De PvdA veronderstelt immers een 32-urige werkweek in 1990, maar dat is onhaalbaar." Nijpels besluit zijn tirade in beeldspraak: „Nederland was vier jaar geleden een zieke patiënt, maar door de maatregelen van dit kabinet is deze aan de beterende hand. Bij een tweede kabinet Den Uyl is de patiënt ten dode opgeschreven." Wat gebeurt er na 21 mei? Nijpels: „Ik ga ervan uit dat CDA en VVD de meerderheid behouden. Een zetelaantal van 76 is al voldoende. In dat geval worden het behoorlijke onderhandelingen met het CDA. Ik vind namelijk dat er een breed regeerakkoord moet komen waar afspraken goed worden neergelegd. Niets is zo slecht als tussentijds ruzie krijgen over zaken die je van tevoren niet hebt geregeld." Belangrijke verschillen die CDA en VVD tijdens een formatie moeten overwinnen zijn behalve euthanasie en het mediagebeuren de ambtenarensalarissen en de belastingdruk. Nijpels: „Er is nu genoeg gekort op de ambtenarensalarissen. Zij moeten de lonen in het bedrijfsleven gaan volgen. Het CDA wil slechts koopkrachthandhaving en vindt dat de ambtena* rensalarissen gekoppeld moeten worden aan de sociale uitkeringen. Dat is verkeerd. Een tweede verschil: wij leg-, gen een groter accent op belastingverlagingen dan het CDA. Bovendien legt het CDA te weinig nadruk op denivellering. Het is fout dat 90% van de bevolkingsgroepen bijna evenveel verdient. De inkomensverschillen kunnen groter zijn door bezuinigingen op de inkomenssubsidies, zoals de huursubsidie en daarnaast algemene belastingverlaging." Echte moeilijkheden verwacht Nijpels niet met het CDA. „Het moet mogelijk zijn om voor 1 juli, dus in vijf weken, een nieuw kabinet te vormen. Met een snelle formatie is ook het landsbelang gediend." Oppositie Zijn de liberalen onder alle omstandigheden bereid mee te regeren? Nijpels zegt: „Als CDA en VVD gewoon hun meerderheid behouden; maar als de VVD slechts 26 of 27 zetels behaalt moeten wij ons toch echt afvragen of we dan niet beter in de oppositie kunnen gaan." Opiniepeilingen geven aan dat de ramp in Tsjernobyl de huidige coalitie weieens de kop kan kosten. Nijpels: „Die ramp geeft alle reden om bezorgd te zijn. Tot nu toe hebben tegenstanders van kernenergie moeten bewijzen dat het onveilig is; nu moeten voorstanders bewijzen dat het wel veilig kan zijn." ,Op PvdA-bijeenkomsten wordt gekscherend gedaan over de ramp. Cabaretier Freek de Jonge, die PvdA-campagnes „opvrolijkt", zei deze week: PvdA-buitenlandexperts zijn reeds in Rusland in onderhandeling getreden om een tweede

317 kerncentrale in de lucht te laten vliegen." Nijpels: „Het is smakeloos als daar grapjes over worden gemaakt." ■ Ed Nijpels: „Ondanks al die affaires denk ik dat we wel meer dan dertig zetels zullen behalen." 10 mei 1986

Joekes bijna zeker in Kamer door voorkeursstemmen Van onze parlementaire redactie DEN HAAG, vrijdag De actie van het VVD-Ka-3 nierlid Theo Joekes om voldoende voorkeurstemmen te ij halen om in de Tweede Ka; mer terug te keren, lijkt een < doorslaand succes te worden, wat zelden in de parlementaii' re geschiedenis is vertoond. ;•) Volgens VVD-voorzitter Jan Kamminga wijzen de eerste berichten uit dat Joekes in totaal vele honderdduizenden stemmen haalt, mogelijk zelfs rond de 500.000 stemmen. ~In de stad Groningen heeft Joekes een derde van alle stemmen gehaald oftewel 4.000 stemmen", aldus Kamminga. Ook in andere steden blijkt dat Joekes enorm scoort. Dit geweldige succes van Theo Joekes is een extra klap in het gezicht van VVD-fractieleider Kd N'ijpels, omdat een stem op de „onverkiesbare" Joekes kan worden uitgelegd als een stem tegen Ed Nijpels. 23 mei 1986

Lawine van kritiek op huidige VVD-leider ED NIJPELS NAAR DE ACHTERGROND door Emile Bode en Kees Lunshof DEN HAAG, zaterdag VVD-voorman drs. Ed INijpels is bereid na de kabinetsformatie terug te treden als politiek leider van de VVD. Dit is het gevolg van de voor zijn partij rampzalige verkiezingsnederlaag. Hij heeft officieel laten weten het vicepremierschap in een nieuw kabinet niet te ambiëren. Intern heeft hij bovendien gezegd na de formatie geen fractievoorzitter meer te willen blijven. Wel wil hij „gewoon" minister worden in een CDA/ VVD-kabinet. Dit komt in dc praktijk overeen met een vrijwillige afstand van het leiderschap, dat hij alle partijen altijd in handen is van hetzij de fractievoorzitter, hetzij de belangrijkste minister van een partij in het kabinet. Opvolgen Wie hem zal opvolgen is niet duidelijk. Niet uitgesloten is dat de leiding van de VVD tijdelijk in handen komt van zowel een' nieuwe fractievoorzitter als een nieuwe vicepremier. Pas in de loop van de komende nieuwe kabinetsperiode wordt dan duidelijk wie van de twee de beste papieren heeft om op den duur de echte politieke leider te worden. Genoemd worden de huidige ministers van Binnenlandse Zaken, dr. R. de Korte, en zijn collega van Milieubeheer, dr. P. YVinsemius. Aan experimenten met jongere fractieleden wordt niet direct gedacht. Ook zijn enkele liberalen er voorstander van om opnieuw een beroep te doen op de heer Wiegel om terug te komen naar Den Haag en het leiderschap volledig op zich te nemen. Dalende positie De dalende positie van Nijpels werd afgelopen donderdag duidelijk tijdens de eerste vergadering van de nieuwe VVD-fractie. i . Die dag wis- Jtên de liberalen de afgesproken geheimhouding nog vol,«ledig in acht te nemen. Giste- Jren werd echter duidelijk dat fractievergadering voor JNijpels uiterst pijnlijk was Een waslijst van jkritiek werd over hem uitgevgtort: zo zou hij onder meer te mensenkennis heb, ben, hij zou te hooghartig zijn hij zou te weinig ;voor de eenheid van de partij hebben gezorgd. < Al op de avond van de verkiezingsdag was door topvWD'ers bepaald, dat Nijpels niet direct gedwongen zou worden ontslag te nemen. Dat werd voor hem te pijnlijk gevonden. Toen Nijpels de bereidheid toonde op termijn te vertrekken, werd besloten dat hij nog wel kan aanblij. ven. Wel zal hij in de komende onderhandelingen met het CDA over een nieuw te vormen kabinet vergezeld worden door een fractiegenoot, naar alle waarschijnlijkheid dr. R.W. de Korte. 'Het totaal gebrek aan vertrouwen bij de kiezers in Nijpels is de oorzaak van de lèwine van kritiek. Zo verspeelde hij ten opzichte van de uitslag 1982 zo'n 500.000 kiezers die elders hun heil zochten. Ook kregen heel wat andere VVD'ers voorkeurstemmen, zoals bijvoorbeeld de heer Theo Joekes. Deze wist 284.000

318 proteststemmers op zich te verenigen. Ook de Kamerleden Rudolf de Korte en mevrouw Smit-Kroes kregen een groot aantal voorkeurstemmen. Uit deze optelling blijkt dat Nijpels dit jaar vele honderdduizenden stemmen minder heeft gekregen dan de vorige keer. 24 mei 1986

Theo Joekes komt terug in Kamer Van onze parlementaire redactie DEN lIAAG, zaterdag Theo Joekes, het "blok aan de heen" van de VVD is met een enorm aantal voorkeurstemmen in de Tweede Kamer gekozen. Hoewel de officiële uitslag van het centraal stembureau pas dinsdag bekend wordt, heeft Joekes 284.000 stemmen behaald en is mogelijk in drie van de negentien kieskringen (Haarlem, Den Helder en Den Haag) met voorkeurstemmen gekozen. Joekes had slechts één kieskring nodig. Wim Kok Verreweg de meeste voorkeurstemmen heeft echter YVim Kok behaald, de tweede op de PvdA-lijst. Hij wist bijna 600.000 of wel bijna 20% van de PvdA- stemmen in de wacht te slepen. Kok zou echter ook zonder voorkeurstemmen kamerlid zijn geworden en heeft ook geen persoonlijke actie gevoerd. Volgens PvdA'ers zegt het wel veel over de tanende populariteit van Joop den Uyl. Verlegenheid De terugkeer van Theo Joekes heeft de VVD in grote verlegenheid gebracht. Alom is men van mening dat een stem op Joekes, een stem tegen Nijpels is. Joekes werd immers door de VVD, waar Nijpels de politiek leider van is, op een "onverkiesbare" veertigste plaats gezet. Alleen Nijpels zelf is van mening dat de Joekes-actie geen effect heeft op zijn leiderschap. „Ik heet de heer Joekes van harte welkom in de VVD-fractie," aldus het éénregelige commentaar van Nijpels. Pikant is ook dat één VVDkamerlid nu plaats moet maken voor Joekes. Voor de hand zou liggen dat dit de nummer 27 op de VVD-lijst, mevrouw Rcmpt is. De VVD haalde immers 27 zetels. Verdwijnen Dit is echter niet het geval. In de kieskringen waar Joekes voldoende voorkeurstemmen heeft gehaald, zal nu een kamerlid moeten verdwijnen die uit die kieskring komt. Dat betekent, dat er waarschijnlijk geloot moet worden tussen de VVD-kamerleden De Beer, Franssen, De Grave, VViebenga of Rempt. Met name Franssen, De Grave en Wiebenga zijn vooraanstaande liberale kamerleden geworden. Derde keer Het is pas voor de derde keer sinds 1917 dat een kanierlid, die aanvankelijk op een onverkiesbare plaats stond, via voorkeurstemmen alsnog wordt gekozen. Uiteindelijk zal Joekes circa 17.5' a van alle VVD-stemmen halen. Ook WD'ers zoals Smit-Kroes en Rudolf de Korte behaalden relatief veel voorkeurstemmen. Normaliter is de lijsttrekker (in dit geval Nijpels) altijd al goed voor ruim 90';,' van de stemmen. 24 mei 1986

Liberalen willen duidelijke afspraken met CDA VVD sluit langzame formatie niet uit DEN HAAG, maandag Veel Tweede-Kamerleden van de WD verwachten dat de formatie van een nieuw kabinet langer en moeizamer zal verlopen dan aanvankelijk werd verondersteld. Vooral op het gebied van de euthanasie, de media, de wet gelijke behandeling en het voortgezet onderwijs sluit men tijdrovende onderhandelingen met het CDA niet uit. De uitspraak van de liberale leider drs. Ed Nijpels op de verkiezingsavond dat rond 1 juli een nieuw kabinet van CDA en VVD rond kan zijn, wordt door menig WD-kamerlid in twijfel getrokken. Bijwagen De WD is immers doodsbang dat het de komende regeerperiode de rol krijgt toebedeeld als bijwagen van het CDA. Volgens de voorzitter van de VVD in de Eerste Kamer, prof. G. Zoutendijk moeten de liberalen zich de komende jaren dan ook meer profileren ten opzichte van het CDA. „Het liberaal geluid moet in de formatie duidelijk tot uiting komen. De WD moet zich in het gehele programma kunnen herkennen," aldus Zoutendijk voor NCRV- en AVRO-

319 radio. Toch vindt de WD dat met het CDA best tot overeenstemming is te komen. Volgens kamerleden zijn beide partijen aan elkaar gebonden en moeten dus beiden water bij de wijn doen. De beslissing van Nijpels zich enigszins in de politieke luwte terug te trekken door niet het vice-premierschap noch het fractievoorzitterschap na de formatie op te eisen, maar genoegen te nemen met een „gewone" ministerspost wordt door de meeste WD-kamerleden een moedig besluit genoemd. Die beslissing werd Nijpels afgelopen donderdag min of meer afgedwongen na een pittig gesprek in de WDfractie over de oorzaken en de gevolgen van de desastreuze verkiezingsnederlaag. De WD-fractie vindt echter niet dat Nijpels als enige verantwoordelijk moet worden gesteld voor het slechte verkiezingsresultaat en voelen er dan ook niets voor hem als zondebok te slachtofferen. Om die redenen zal Nijpels, bijgestaan door minister R. de Korte, voor zijn partij de onderhandelingen over de coalitievorming leiden. Inmiddels heeft CDA-informateur drs. Jan de Koning het afgelopen weekeinde gebruikt om zich voor te bereiden op de gesprekken die hij vanaf vandaag gaat voeren. Hij moet onderzoeken welke problemen een voortzetting van de huidige CDA-WD coalitie in de weg staan. 26 mei 1986

Aftocht Na de enorme verkiezingsnederlaag heeft WD-lijsttrekker en fractievoorzitter drs. Ed Nijpels besloten geen kandidaat te zijn voor het vice-premierschap. Wel is hij bereid „gewoon" minister te worden. Dit besluit geeft aan dat Nijpels het politiek leiderschap van zijn partij op termijn heeft neergelegd. Hij zal dan ook na de kabinetsformatie niet terugkeren als fractievoorzitter. Dat honderdduizenden voorkeurstemmen zijn uitgebracht op kandidaten als de heren Joekes en De Korte en mevrouw Smit- Kroes, heeft ook bijgedragen tot zijn vertrek. Door zijn besluit heeft Nijpels alle schuld op zich genomen voor wat er de laatste jaren fout is gegaan binnen de VVD. Voor een deel terecht. Maar ook anderen hebben fouten gemaakt. Het is onzin om Nijpels, die in 1982 na de val van het tweede kabinct-Vati Agt nauwelijks de tijd heeft gekregen zich behoorlijk in te werken, tot de enige zondebok aan te wijzen. Inmiddels is er binnen de WD nu wel onduidelijkheid over het leiderschap. Het is dienstig dat deze onduidelijkheid zo spoedig mogelijk wordt weggenomen. Dat Nijpels de komende weken als onderhandelaar blijft optreden in de wetenschap dat hij na de beëdiging van de nieuwe regeringsploeg van het eerste plan verdwijnt, is onverstandig. De WD en de VVD- kiezers hebben recht op een volwaardige onderhandelaar. 26 mei 1986

MACHTSPOSITIE LEO DIRKSEN OP ZICHT Juist toen ik het buitenlicht wilde uitdoen, zag ik een schim wegvluchten door de tuin. Het leek een man. Ik besloot hem te vangen en zette de achtervolging in. Aan het eind van de laan kreeg ik hem te pakken: het was Joekes. „Nee maar!" kraaide ik verbaasd. „Neem me niet kwalijk," hijgde Joekes. „Maar ik dacht dat je Ed was." „Kom kom," corrigeerde ik hem streng. „Ed woont hier niet. Dat weet je donders goed. En als hij bij mij op visite komt, is hij altijd vermomd als Joop den Uyl dus je kletst maar wat." Zeldzame tor Ik sleepte hem mee naai huis en sloot zorgvuldig dc deur achter hem. Ineens kreeg ik weer dat gevoel dat ik als kind had, wanneer ik een zeldzaam torretje had gevangen. „Ga zitten," zei ik. „En iets te drinken krijg je niet, want dan zeg je weer dat je omgekocht wordt, dus ik kijk wel uit. Was je aan het loeren?" „Wat denk je?" wilde Joekes weten. „Sinds die RSVzaak kan ik het niet meer laten. Overal loer ik naar onrecht. Ik kom m'n bed niet meer in." Kijk eens aan. Hier zat de man die ineens het symbool werd van de rechtschapenheid. Hoe diep kan een volk zinken. Bijna moedeloos schudde ik mijn hoofd. „Vind je het niet een beetje rampzalig dat je met bijna driehonderdduizend voorkeurstemmen bent gezegend, omdat men verheugd is over het feit dat je gewoon gedaan hebt wat je plicht was om te doen?" wilde ik weten. Joekes keek mij niet begrijpend aan, maar dat had ik door. Als Joekes iets niet begrijpt, gaat hij ook kijken alsof hij het niet begrijpt, zodat iedereen denkt: hij houdt ons

320 voor de gek. Door zo te doen, denkt iedereen dat Joekes alles begrijpt en raakt men verrukt over hem. Integriteit „Ik bedoel," legde ik geduldig uit, „dat we integriteit, onkreukbaarheid, gewoon doen wat je plicht is, eerlijk zijn, de zaak niet bezwendelen, dat we dat als zó iets zeldzaams zijn gaan beschouwen, dat ze Joekes daarvoor belonen met driehonderdduizend voorkeurstemmen. En Joekes ben jij, zoals je weet." Daar had je het gedonder al weer. Als hij nadenkt, gaat Joekie altijd met zijn lipjes smakken. Ik mocht dus aannemen dat hij bezig was na te denken. „Ed...," begon hij. „Jaja," onderbrak ik hem, „geef Edje maar weer de schuld. Edje heeft alles gedaan. Een fractieleider is net een voetbaltrainer. Als het elftal goed speelt, zijn het de spelers, loopt het fout, dan is het de trainer." „Maar hij IS ook schuldig," wierp Joekie snel in het midden. „Luister eens," antwoordde ik, „Nijpels heeft intussen overal de schuld van gekregen, behalve van het feit dat hij vier jaar geleden tien zetels heeft gewonnen. Dat verwijt heb ik nog niemand horen maken aan zijn adres. Edje is met zijn VVD bijna weer precies daar, waar de VVD was toen hij de teugels in handen nam." „Onze positie is door Ed ernstig verzwakt," verzette Joekes zich. „Kletskoek," wees ik hem terecht. „Was de positie van Wiegel dan zo zwak in het kabinet Van Agt? En Wiegel had maar één zeteltje meer, als ik het me goed herinner. Degenen die zo leuteren, zouden graag wfllen dat de VVD aan gezag moet inleveren." Verzwakking „Moeten we dat dan niet? " smaalde Joekes. „Negen zetels noem ik niet niks. Dat betekent krachtverlies en verzwakking van de onderhandelingspositie." Geruime tijd keek ik hem verbaasd aan. Zat hier een man met zoveel politieke ervaring, dat hij niet gemist kon worden? Zat hier de grijze eminentie van de VVD? Zat hier de man die eens opgewonden door zijn eigen fabriek fietste omdat hij het met iets niet eens was? Zat hier de „gulden van Joekes? »» „Mag ik misschien ook weten, waarom je mij zo verbaasd aankijkt?" wilde Joekes tenslotte weten. „Dat zal ik je uHleggen," zei ik. „Wat was de verkiezingsleus van Lubbers? Juist: Laat Lubbers zijn karwei afmaken. Dat vonden de kiezers ook: ze schonken hem negen zetels winst." „Die wij verloren!" kraaide Joekie opstandig. „Rustig," maande ik hem. „Lubbers heeft dus van de kiezer de opdracht gekregen dat karwei af te maken. De kiezer heeft verstandig genoeg niet geluisterd naar de Magiër van Buitenveldert, want links heeft niet één zetel gewonnen: drie pikte de PvdA er van de CPN, één van de PSP en één van de EVP. De meerderheid van het volk sprak dus de wens uit dat Lubbers op dezelfde weg moest doorgaan. Maar kan Lubbers dat met de PvdA? Neen. Lubbers kan dat alléén met de VVD. De winst van Lubbers is een opdracht aan Lubbers, en die opdracht kan hij alleen uitvoeren met steun van de VVD. De VVD heeft dus, juist door de winst van Lubbers, een sterkere positie veroverd, want weliswaar heeft de partij negen zetels verloren, maar zonder VVD kan Lubbers zijn karwei niet afmaken." Joekes staarde mij verdwaasd aan. Zoveel politiek vernuft had hij niet bij mij verwacht, de tuinsluiper. „De VVD staat dus ijzersterk tijdens de onderhandelingen," riep hij verrukt. „Wij hebben een machtspositie." „Precies," zei ik. Hij dacht even na en versomberde toen. „Straks wil je nog zeggen," zei hij, „dat we Edje moeten feliciteren." „Laat hij staatssecretaris worden," zei ik. „Dat is het verstandigste. En ga nou maar gauw inderdaad Edje feliciteren, want hij is volledig geslaagd in zijn slimme opzet." Dit ging Joekes boven zijn pet. Maar een mens is nooit te oud om te leren. 28 mei 1986

OP ZICHT DE SLUIPSCHUTTERS LEO DERKSEN Ze hebben niet eens gewacht tot de kruitdamp was opgetrokken. Zelfs vóór het kruit verschoten was, kropen zij al besmuikt bij elkaar om in het diepste geheim de aanval voor te bereiden. Het is dat het kaarslicht ontbrak, de ramen niet verduisterd waren en er geen handlanger buiten op de uitkijk stond, anders zou je één moment gedacht hebben, dat de oude, spannende dagen van de anarchie herleefd waren.

321

Keurige heren waren het, die daar samenzwoeren. Ze ademden allen een geur van distinctie, van parmantige waardigheid, van lichtelijk muffe aristocratie. Maar gezamenlijk werden ze gedreven door één angst: de oude waarden dreigden ondermijnd te worden, het keurige streepjespak werd verdrongen door kleurrijke windjacks, het bekakte toontje werd overstemd door jolig geschreeuw. De Partij, eens een onberispelijk ogend gezelschapje sociëteitfiguren, verwaterde tot een echte volkspartij, waarin zelfs Jan Modaal zich kon gaan herkennen. In het partijbureau aan de Haagse Sweelinckstraat zwoeren zij dan ook de Jonge Hond, direct na de verkiezingen, als de nederlaag inderdaad zo groot zou zijn als de peilingen voorspelden, in zijn achterpoten te bijten en hem vervolgens te muilkorven. Hun kwade genius was : ééns partijvoorzitter (welke taak hij vervulde op zó'n slaapverwekkende wijze, dat zelfs bejaarden de vlucht namen voor zij in slaap vielen) thans minister van Justitie en als zodanig dodelijk bevreesd zijn baantje te zullen verliezen als de Jonge Hond weer de coalitie-onderhandelingen zou gaan leiden. Gemakshalve vergat men de triomfantelijke winst van tien zetels, die diezelfde Jonge Hond, direct na zijn aantreden, binnenhaalde, de succesvolle onderhandelingen met het CDA daarna èn het feit, dat de Partij nooit zonder die tien zetels winst in de regering zou zijn gekomen, omdat daardoor, samen met het CDA, een comfortabele meerderheid ontstond. „Succes," zei John Kennedy eens, „heeft veel familieleden. Mislukking is een eenzame wees!" Toen het CDA, voor het eerst in de geschiedenis van zijn bestaan (en we tellen de geschiedenis van de KVP daar voor alle duidelijkheid meteen even bij) reeds vóór de verkiezingen een voorkeur uitsprak, vonden al die kiezers, die vier jaar geleden van CDA naar de VVD waren gevlucht, hun weg weer terug naar het CDA. Voor het eerst was er duidelijkheid in de politiek. Van de tien zetels winst verloor de WD er weer negen. Roeptoeter De aanval, in het diepste geheim al maandenlang voorbereid, kon toen worden uitgevoerd. Vanuit hun hol aan de Sweelinckstraat zonden de samenzweerders hun roeptoeter: Frederik Bolkestein, de man die gezegend is met het charisma van een moeraskikkèr. In de eerste fractievergadering, de dag na de verkiezingen, begon hij te knagen aan de achillespees van de Jonge Hond, in wie u (zo moet ik zo langzamerhand toch gaan vermoeden) Ed Nijpels hebt herkend. Bolkestein prees Nijpels in hoge mate: diens optreden tijdens de televisiedebatten was bij vlagen zelfs briljant, niets had hij toen verkeerd gedaan. Wie zo spreekt, heeft meestal een mes achter zijn rug. Bolkestein had dat ook. Na Nijpels zijn graf in te hebben geprezen, stortte hij zich als een hyena op de fractieleider. Er deugde niets aan zijn leiderschap; hij had fout op fout gestapeld; hij had onbesuisd gehandeld; de partij had door hem schade geleden. Nijpels mocht nog blij zijn, dat hij al niet eerder in zijn bad was vermoord. De vertoning, die volgde was zo stuitend, dat de Franse Revolutie hierbij vergeleken een vrome kerkdienst was. De Bende van de Sweelinckstraat had keurig ingespeeld op wrokgevoelens en gevoelens van verongelijking bij de zwakke broeders in de fractie, waaronder Korthals (niet te verwarren met Korthals Altes) en Weisglas. In totaal zo'n zeven man keerden zich duidelijk tegen Nijpels, een ander gedeelte hield zich op de vlakte, loerend waar de grootste meute zich zou verzamelen en wéér een ander gedeelte stond achter de leider. Nijpels moest vallen! „Al was de Paus zelf," zo zei hij later, „lijsttrekker geweest dan zouden wij nóg verloren hebben." Maar het ging bij de opstandelingen niet eens meer om de feiten. Het ging zelfs niet meer om het belang van de partij: het ging om het behoud van het eigen baantje. Nergens brak bet besef door, dat het CDA zich, door die duidelijke belofte vooraf aan de kiezers, aan de VVD had vastgeketend en dat er dus geen sprake was van een verzwakte onderhandelingspositie. Symbool Nijpels, die het symbool was geworden van een verjonging onder de aanhang van de partij en die samen met Kamminga van de VVD een partij had gemaakt waarin niet alleen bekakte eigenheimers als Korthals Altes zich konden herkennen, maar ook Jan Modaal en de jeugd, moest onder de valbijl. Zelf was hij de laatste, die zou ontkennen dat hij in jeugdige overmoed fouten had gemaakt, maar de Bende van de Sweelinckstraat en de kreupele broeders in de fractie zochten met hun hyena-instinct een lijk en dat moest Nijpels worden.

322

Eerst luid geprezen, nu het graf in! Ook de schaduw van Joekes, die de schijn op zich heeft geladen een integer man te zijn, hing daarbij op irritante wijze over Nijpels heen. Maar schijn kan bedriegen; dat zal blijken. Voorlopig lijkt de samenzwering enig succes te hebben geboekt. Hoewel Barbertje niet bereid is zich te laten hangen, treedt hij even terug. Nadat hem zelfs de blunders van zijn eigen ministers (ook die van Korthals Altes in de euthanasiekwestie) in de schoenen waren geschoven, kan Nijpels thans zijn wonden gaan likken. Maar de sluipschuttersmentaliteit van de Sweelinckbende heeft de partij méér schade berokkend dan alle fouten, die Nijpels eventueel zou hebben gemaakt. 2 juni 1986

In verband met formatie CDA-senator adviseert liberalen Ed Nijpels met spoed te vervangen Van onze parlementaire redactie DEN HAAG, maandag CDA-fractievoorzitter in de Eerste Kamer, prof. dr. J. Christiaanse, wil dat de WD in verband met formatie-onderhandelingen op zeer korte termijn een nieuwe leider kiest. De senator, die zich hiermede in de interne aangelegenheden van de liberalen mengt, meent, dat het voor het CDA minder aantrekkelijk is onderhandelingen te voeren met iemand 'die niet de uitgesproken leider is'. Naar het oordeel van Christiaanse is de huidige WDfractievoorzitter in de Tweede Kamer, in verband met zij n aangekondigde terugtre-_ den, dermate 'ernstig gehandicapt', dat er nu reeds een opvolger voor hem moet worden gekozen, die 'ook de nieuwe VVD-fractie aan een nieuw akkoord kan binden'. Hij ging daarbij voor de AVKO-radio zelfs zo ver Nijpels te adviseren 'een vicefractievoorzitterschap te ambiëren, om van daaruit ook mee te sturen en gemaakte afspraken te bewaken'. Niet verdiend Christiaanse noemt de manier waarop Nijpcls terzijde wordt geschoven overigens 'heel ongelukkig en niet verdiend'. De verzwakte positie is naar zijn oordeel echter geen risicofactor voor dc formatie, omdat noch CDA, noch VVD een andere coalitiemogelijkhcid dan die van CDA met VVD zien. De senator meent, dat de voorliggende knelpunten bij de formatie te weten: de media, onderwijs, euthanasie en een Antidiscriminatiewet, niet tegen elkaar mogen gaan worden ingeruild, maar 'ieder op zich zullen moeten worden beschouwd'. De woordvoerder van de VVD-fractie in de Tweede Kamer verklaart in een reactie op de stellingname van Christiaanse ten opzichte van Nijpels: „Ed Nijpels is door de fractie aangewezen. In alle gesprekken van de laatste dagen is gebleken, dat de onderhandelingen op een evenwichtige wijze verlopen. De VVD-fractie heeft geen behoefte te reageren op uitspraken van individuele CDA-leden." 2 juni 1986

Tumult over Nijpels’ ministers Van onze parlementaire redactie DEN HAAG, woensdag In de VVD-Tweede Kamerfractie is gisteren tumult losgebroken, nadat duidelijk werd dat haar fractievoorzitter drs. Ed Nijpels buiten de afspraken om aan het CDA vijf VVDkandidaten bij naam heeft genoemd voor een ministerschap. ' Het ging hierbij om hemzelf en om de vier zittende bewindslieden, mevrouw drs. Neelie Smit- Kroes en de heren mr. F. Korthals Altes. dr. P. Winsemius en dr. RU'. de Korte. Nijpels heeft overigens daarbij niet gezegd op welk departement zij moeten komen. Informateur Dat kan ook moeilijk, omdat de toewijzing van de departementen aan het CDA en VVD nog niet rond is. Daarover is slechts een eerste gedat htenwisseling geweest. Mogelijk wordt dit pas afgerond als informateur drs. J. de Koning met zijn inhoudelijk werk klaar is (naar verwachting eind volgende week) en drs. R.F.M. Lubbors als formateur en beoogd premier het werk overneemt om de laatste touwtjes aan elkaar te knopen. De woede van een aanzienlijk deel van de fractie is tweeërlei. Nijpels heeft zonder overleg met het informatieteam van de VVD over personen gesproken. Bovendien heeft hij dat gedaan tijdens de informatieperiode. Afgesproken was, dat de fractie tijdens de overgang van de informatie- naar de formatieperiode zou bekijken of Ed Nijpels de spil blijft, die uiteindelijk uitmaakt wie waar terecht komt of dat een ander dat gaat doen. Hierbij is ook

323 gedacht aan oud-partijleider Hans Wiegel, die als co-formateur naast Lubbers zou kunnen bepalen wie welke functie krijgt. Door nu namen te noemen is Nijpels op de feiten vooruitgelopen. Een tweede reden voor boosheid is, dat Nijpels Rudolf de Korte voor het ministerschap heeft voorgedragen, terwijl juist zo goed als de gehele fractie hem wenst als fractievoorzitter. Dat hij en zijn vrouw daar niets voor voelen vinden de liberalen niet relevant. Hij moet gaan zitten waar de partij dat nodig vindt of anders met een ondergeschikte rol genoegen nemen, zo wordt gesteld. Nijpels' kandidaat voor het fractievoorzitterschap is drs. L. Hermans, een vertrouweling van hem. Aan zijn inhoudelijke deskundigheid op verschillende terreinen wordt door niemand getwijfeld, maar gezien zijn jonge leeftijd wordt hij teveel gezien als een Nijpels de Tweede. De komst van Wiegel naar Den Haag stuit overigens wel op enig verzet binnen de fractie, te meer daar hij al enkele malen al heeft laten weten, eerst intern, maar vervolgens ook publiekelijk, het een rotzooitje te vinden binnen de VVD, die juist hij zo groot heeft gemaakt. Dat Nijpels snel namen aan het CDA heeft genoemd is om te voorkomen, dat hij onder curatele van Wiegel wordt gesteld of dat de fractie of een deel daaruit hem de wet gaat voorschrijven. Nijpels 25 juni 1986

Nijpels verlaat strijdtoneel door Kees Lunshof DEN HAAG. zaterdag lets meer dan vier jaar na zijn komst als politiek leider verlaat Ed Nijpels de VVDtroon, even opgewekt ogend als toen hij begon. Hij lijkt totaal niet aangeslagen door de gebeurtenissen, alsof het de gewoonste zaak van de wereld is dat hij zijn leiderschap neerlegt, alsof er de laatste vier jaar niets is gebeurd. Psychologen zullen nog een harde dobber hebben uit te leggen hoe iemand, die vier jaar lang door een soort hel moet zijn gegaan, er nog zo zelfbewust en zelfverzekerd bijloopt en zelfs in staat is nog een regeerakkoord in elkaar te timmeren. Het leek vier jaar geleden allemaal zo mooi. Door een bijna unanieme partij werd Nijpels uitverkoren om als eerste de liberale beginselen in woord en daad uit te dragen. Bij de verkiezingen in september 1982 behaalde zijn partij tien zetels winst. Met Lubbers stelde hij een hecht en werkbaar regeerakkoord op. Dan gaat zowat alles mis wat er in een partij mis kan gaan. Vrienden blijken een slecht verleden te hebben, een minister vertelt niets over geheime inkomsten die hij later hoopt te genieten. Na twee dagen moet een staatssecretaris al verdwijnen. Hij krijgt ruzie met ..zijn" ministers die weigeren hem als baas te erkennen, terwijl ze het onderling zelf lang niet altijd eens zijn. Het CDA staat hij. vooral in het begin van de regeerperiode. voortdurend op de tenen. Her en der lanceert hij ideeën om ze even snel weer in te trekken als blijkt dat er geen meerderheid voor is: de RSV-affaire, de tweeverdienerswet. de spreiding rijksdiensten, de lijst van problemen is te lang om op te noemen. Hij kent de zaken inhoudelijk wel goed. te goed voor een fractievoorzitter die altijd moet waken te gedetailleerd te werk te gaan. Hij bemoeit zich met de kleinste details van bloemetjes op het bureau tot onbelangrijke wetgeving. De wat wildere jongens in de fractie .kan hij nauwelijks in toom houden, mensen die niet tot zijn kring behoren ziet hij niet staan. Hij had de potentie zich te ontwikkelen tot een goed partijleider. maar een aantal persoonlijke eigenschappen zaten hem in de weg: een zeker gevoel van superioriteit, het verwarren van het haalbare en het wenselijke, gebrek aan mensenkennis en het slordig omgaan met mensen. Het zijn uiteindelijk deze karaktertrekken geweest, die hebben voorkomen dat hij problemen die veel door anderen werden veroorzaakt, goed en soepel kon oplossen. En dat is nu juist de eerste taak van een politiek leider. 28 juni 1986

Drs. E. Nijpels Volksb uisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Ed Nijpels, lid van de VVD, 36 jaar, gehuwd. Doctoraal examen rechten (vrije studierichting). Was gemeenteraadslid in Bergen op Zoom en voorzitter van de JOVD, de Jongerenorganisatie van de WD. Nijpels werd in 1977, 27 jaar oud. kamerlid. In 1982 volgde hij Hans Wiegel op als voorzitter van de fractie in de Tweede Kamer. Bij de verkiezingen dat jaar behaalde de WO een winst van tien zetels. Nijpels' ster rees snel, .maar daalde nog sneller door allerlei affaires binnen de partij. Zijn partij verloor op 21 mei van dit jaar negen

324 zetels en Nijpels was niet meer beschikbaar voor het leiderschap. Als pleister op de wonde, ook al omdat hij de onderhandelingen goed heeft gevoerd, wordt Nijpels nu minister. 12 juli 1986

Wim Kok voorspelt grotere inkomensverschillen onder kabinet-Lubbers II Van onze parlementaire redactie DEN HAAG, donderdag De nieuwe PvdA-fractievoorzitter Wim Kok verwacht dat het kabinet op geen enkele wijze zijn belofte zal waarmaken dat de koopkracht van de mensen met de lage inkomens de komende vier jaren niet achteruit gaat. „Mensen die de afgelopen jaren steeds scherper hebben ervaren wat armoede is, blijven aan de verkeerde kant van de streep zitten. Anderen die goed voor zichzelf kunnen zorgen, krijgen het nog beter. De inkomensverschillen zullen groter worden. Nederland zal onder het kabinet-Lubbers II ongelijker en onrechtvaardiger worden," aldus Kok gistermiddag tijdens het debat in de Tweede Kamer over de regeringsverklaring. Hoewel het kabinet streeft naar koopkrachtbehoud voor alleinkomensgroepen (de netto- inkomens moeten over vier'jaar uitgesmeerd in de pas blijven met de prijsontwikkeling), verwacht Kok dat met name de laagstbetaalden toch- fors moeten inleveren. Volgens hem zijn namelijk tal van bezuinigingen niet in zogeheten koopkrachtplaatjes opgenomen. „Vooral mensen met een sociale uitkering, bejaarden, gehandicapten en werklozen die veel van deze voorzieningen'gebruik maken, merken dit In hun portemonnee," aldus Kok tijdens zijn eerste optreden in de Kamer. Ruzies Van Mierlo is zeer slecht te spreken over de rol van de VVD tijdens de kabinetsformatie en de ruzies binnen deze partij na de verkiezingen. „Het beeld dat deze partij de laatste maanden heeft opgeleverd had soms iets weg van de opvoering van een koningsdrama van Shakespeare in een drogisterij. Compleet met koningsmoord (lees: Nijpels) na de verloren slag en paniek in de gelederen als het gerucht de stad bereikt dat de Graaf van Friesland (lees: Wiegel) met zijn troepen dreigt op te rukken naar de residentie. Grote emoties in kleinbehuisdheid," aldus Van Mierlo. Kpk opende gisteren opnieuw de aanval op de nieuwe VVD-minister van Defensie, Yan Eekelen. „Hij is de verkeerde man op de verkeerde plaats," aldus Kok. Hij verwees naar de positie van „Van Eekelen die indertijd als staatssecretaris medeverantwoordelijk was voor de enorme kostenoverschrijdingen bij de bouw van de Walrus-onderzeeërs. • Wim Kok 31 juli 1986

Nijpels wordt vader Van een onzer verslaggevers DEN HAAG, zaterdag De kersverse minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieuhygiëne, Ed Nijpels, wordt vader. Zijn vrouw Ingrid Nijpels- Picters verwacht over ongeveer 4,5 maand haar eerste baby. „Wij zijn dolgelukkig", aldus Nijpels gisteren. Het echtpaar Nijpels, dat op 8 juni 1983 trouwde, heeft inmiddels een huis gekocht in Den Haag, vlak bij het ministerie waarover de vader in spé de scepter zwaait. Nijpels woont thans nog in een flat.' die hij door de week be-j woont, terwijl hij ook nog een < huis in Bergen op Zoom! heeft, dat hij zal aanhouden. J • Ingrid Nijpels. 6 september 1986

MILIEU-MINISTER NIJPELS: Resultaten van bestrijding bijzonder mager door EMILE BODE „Zure regen gaat nog meer geld kosten” „Ik moet er ook aan wennen dat ze me excellentie noemen” DEN HAAG, zaterdag De burgers en het bedrijfsleven zullen de komende jaren meer moeten betalen om de zure regen een halt toe te roepen. De nieuwbakken minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en vooral Milieubeheer, drs. Ed Nijpels zegt in zijn eerste interview als milieuminister: „De cijfers tonen aan dat de resultaten van het tegengaan van zure regen buitengewoon mager zijn. Van milieuverbetering is nog geen sprake. De bossen gaan verder achteruit. Dat houdt in dat wij ons op nieuwe maatregelen bezinnen.

325

Ook financiële offers zijn onvermijdelijk om de uitstoot van raffinaderijen, elektriciteitscentrales en auto's te verminderen. Het komt niet vanzelf. Ik heb geen toverstokje en een schietgebedje aan het einde van de dag helpt ook niet." Nijpels heeft twee maanden gewacht alvorens hij over het algemene milieubeleid een interview toestaat. Hij zegt: „Ik moest me toch eerst in de materie verdiepen. Ik ga nog steeds elke avond met vijf loodgieterstassen vol stukken naar huis." Nijpels minister! Hij zegt: „Ik moet er zelf ook aan wennen. Als ze me minister of excellentie noemen, heb ik nog steeds het gevoel: ben ik dat?" Dat hij het is geworden, is voor menigeen een verrassing. De verkiezingsnederlaag, zijn vertrek als fractieleider en de „burgeroorlog" in de VVD hebben immers de nodige reputaties gebroken en aspiraties van sommigen getemperd. Nijpels wil het liefst niet meer over deze periode praten. „De toekomst is er niet mee gediend deze dingen weer op te rakelen. Ik vind dat we nu alles op alles moeten zetten om de VVD weer eensgezind te laten overkomen." — Maar heeft u tijdens de interne conflicten nooit gedacht: zie maar, ik kap met de politiek? „Nee, dat zou ook volstrekt onjuist zijn geweest tegenover de kiezers. Ik heb circa 1200 brieven ontvangen — ook van vooraanstaande mensen in de partij. Allemaal spraken zij hun verontwaardiging uit over de gang van zaken. Zij moedigden mij juist aan door te gaan. Trouwens, het bijltje er bij neergooien ligt mij niet. Mijn kracht is vechten, zeker in moeilijke situaties." Volgens Nijpels is een groot deel van het geruzie in de VVD aan hem voorbij gegaan. „Na de verkiezingen ben ik meteen met de formatie begonnen. Ik was ongeveer de enige die toen aan het werk was en die zich niet bezig hield met dat gedoe. De formatie was voor mij een heel plezierige tijd." — U was zelfs zo opgetogen dat het gespeeld leek. „Nee, het was zeker niet gespeeld. Ik ben opgewekt van karakter. Daar kan ik ook niets aan doen. Dat hangt sterk af van wat ik in het verleden op jonge leeftijd heb meegemaakt. Mijn astma bijvoorbeeld. Een individuele ziekte die je alleen moet overwinnen. Zo was dat ook met het gekibbel in de VVD." Nijpels wist een paar maanden geleden net zoveel af van milieu als een leek van de beursberichten. Hij merkt daarover op: „Dat hoeft geen handicap te zijn. Er wordt ook beweerd dat je deskundigen geen minister op hun terrein moet maken, omdat zij zich te sterk met het werk vereenzelvigen." Rechtzaken Nijpels roemt zijn ambtenaren, vooral wegens de korte communicatielijnen, het informele contact en de werklust. — Werklust? Dus uw ~ ibtenaren zijn niet lui? „Alleen al het woord in de mond nemen, is ten aanzien van dit departement het bedrijven van zonde." Nijpels vindt het van zeer groot belang dat het milieubeleid bij de mensen blijft leven. „Het is niet uw, maar ons milieu. Daar moeten we met z'n allen aan werken. Dat betekent ook goed luisteren naar de oppositie en de milieubeweging. Het milieubeleid moet door iedereen worden gedragen. Er mogen geen verliezers zijn." De bodemverontreiniging is een groot probleem. Nijpels hoopt via rechtzaken en vrijwillige saneringen een deel van de kosten op de vervuilers te verhalen. Eind dit jaar zullen 25 rechtzaken zijn aangespannen. Het Rijk hoopt daarmee ƒ 300 miljoen van bedrijven binnen te slepen. Nijpels: „Recent heeft de rechter in een tussenvonnis inzake Philips Stadskanaal gezegd dat de bewijslast wordt omgekeerd. Philips moet nu bewijzen dat de gemeente op de hoogte was van cadmiumlozing. Dat is een heel belangrijke juridische stap. Philips heeft onzorgvuldig gehandeld door het zware metaal cadmium in een afwateringssloot te lozen." De burger die in een verontreinigde wijk woont, betaalt het gelag. Ook als de rotzooi is schoongemaakt, rust op zijn huis een vloek. De woning is onverkoopbaar. Sommige banken weigeren zelfs een nieuwe hypotheek te geven. Nijpels: „Dat is een slechte zaak. Ik vind dat hypotheekverstrekkers ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid hebben. Gelukkig heb ik vorige week bericht ontvangen van Westland Utrecht Hypotheekbank, die bereid is alle mensen die een nieuwe hypotheek afsluiten te helpen." Het regeerakkoord rept van verhoging van de maximumsnelheid van 100 naar 120 kilometer op plaatsen waar dat mogelijk is. Smit- Kroes (Verkeer) is vóór, haar collega Korthals Altes (Justitie) is alleen voor als zijn politiemensen dit kunnen handhaven en een milieu-minister moet per definitie tegen zijn vanwege de toenemende verontreiniging en geluidshinder. Uit Nijpels' antwoord blijkt dat het kabinet met die 120 in haar maag zit. Hij zegt: ~De zaak moet in ieder geval nog een keer binnen de EG

326 aan de orde komen. Als de handhaving bij 120 niet kan worden gegarandeerd, dan heeft verhoging geen zin." Kerncentrales In 1988 besluit het kabinet of het aantal kerncentrales al dan niet wordt uitgebreid. Nijpels: „Wij lopen risico's met kerncentrales, maar ook andere vormen van elektriciteitsopwekking hebben nadelen. Die gaan we nu in kaart brengen." — Nog een ramp a la Tsjcrnobyl en het is gebeurd met kernenergie? ~Je moet er niet aan denken dat nog zo'n ramp zich voltrekt. Uw vraag is ook volstrekt speculatief. Ik kan er nog niets over zeggen." — Maar na de ramp in Tsjernobyl veranderden CDA en VVD binnen een paar dagen van opvatting. „Dat is juist en als zich weer een ramp voordoet zal dit de besluitvorming over kernenergie zeker beïnvloeden." Nijpels is tevens minister van Volkshuisvesting, maar in de praktijk laat hij dit terrein over aan staatssecretaris Brokx, ook wel gekscherend co-minister genoemd. Over de ABP-affaire met de hoge subsidies voor premiehuurwoningen wil hij niets kwijt: „De staatssecretaris doet de mededelingen. Het is primair zijn zaak." Ook een afwerend antwoord op de vraag wat de liberalen moeten doen om de VVD-stemmers die naar het CDA zijn overgelopen terug te krijgen. „Het is niet aan mij, me daarover op dit moment al uit te spreken. Daar hebben wc Voorhoeve en De Korte voor." — Maar ik heb begrepen dat de VVD geen politiek leider heeft, en n bent toch nog steeds een vooraanstaand lid. „Wij hebben een duo De Korte-Voorhoeve. Dat mag ik van dichtbij gadeslaan en dat werkt goed." — Bent u bij de volgende t>erkiezingen weer beschikbaar als lijsttrekker? „Dat is niet aan de orde. Daar zijn genoeg liefhebbers voor en dat moet vooral zo blijven." — Als dit kabinet 1990 haalt, bent u pas 40 jaar. Wat dan? „Ach, als ik me dan met Den Uyl vergelijk, heb ik nog minstens 25 jaar te gaan. Er is nog van alles mogelijk." ■ Ed Nijpels: „Het milieubeleid moet door iedereen worden gedragen. Er mogen geen verliezers zijn." Foto: René Oudshoorn 4 oktober 1986

FATSOEN Hoogland Kringen Stoppen ze Nijpels ver weg op VROM, krijgè-ïè v dit weer op z'n boterham. Hei ' houdt ook nooit op voor die jongen. Helemaal naar Luxemburg mocht hij voor een ministerieel congres en toen moest-ie toch nog een avondje eerder terug. Kon hij niet eens even borrelen met al die echte ministers. Want Brokx zat in de problemen. Zijn eigen staatssecretaris. Trekt Edje het ongeluk aan of zo? Aan het vervolg had hij part noch deel hoor, daar niet van. En hij mag daar nog best trots op zijn ook. Wat zich . daarna immers te s-Gravénhage afspeelde — verdraaid dat ik dacht dat ze het Binnenhof hadden omgedoopt in Slangekuil. Eigenbelang enS egoïsme vormden de afgelopen dagen de belangrijkste motieven onzer politici. Dat is geen nieuws, moet ik toegeven, maar nu viel het wel heel erg op. Hoe een brief van een fractieleider aan een premier op het bureau van een redacteur ; terecht kan komen — tjongejonge, trat een raadsel zeg! En wat een toeval dat De Vries, , die Groningse angsthaas, al weken had getracht om van zijn goede vriend en collega Brokx af te komen, steeds weer op die eeuwige Lubbers stuitte en op 't laatst een wr- .> trouwelijke brief schreef, die' met 'Amice' begon, waarvan - het natuurlijk helemaaaaaal niet de bedoeling was dat hij uit zou lekken. Gerrit moet de weg vrijmaken voor een andere bewindspersoon, stelde hij daarin. Maar dat betekende nog niet dat de fractieleider, dat ook werkelijk wenste. Welnee, in de politiek wil men dat pas als zo'n brief in de krant komt. En laat dat ding nou toch in de krant komen!, Ja, en toen konden ze er niet meer omheen. , die toevallig toch al niet deugde, die doordeweeks aan steeds dezelfde tv-verslaggeefster diepte-interviews weggeeft en het gezin dus niet als de hoeksteen van de samenleving kan zien, die bij die enquête toch al op de schopstoel zou komen te zitten, die Gerrit Brokx kon maar beter zonder enige vorm van proces worden terechtgesteld en met de komende Statenverkiezingen had dat uiteraard niets te maken. Bovendien: zei De Vries niet dat hij altijd terug mocht komen als in de enquete zou blijken dat hij er óók niks aan kon doen? Waar praten we dan over. En steeds die vergelijking met Van Aardenne, ach, dat was toch heel iets• anders! Toen mocht de zaak toch niet al te persoonlijk worden gespeeld? Voor het goede fatsoen, want daar weten ze

327 binnen het CDA alles van, kwam de. fractie ook nog even bij elkaar. Vier uur maar liefst. Er schijnt wat af te zijn gepraat. Over het stormachtige weer denk ik, of over de nieuwe bril van Mateman, of over de manier waarop CDA-ministers Oosteuropese schrijvers ook in het vrije westen de mond kunnen snoeren, maar niet over Brokx, vermoed ik. Met de zo typerende christendemocratische vastberadenheid stelde men zich unaniem achter de leider op. Waar zijn toch de loyalisten gebleven? Die maakten er af en toe tenminste nog een lekker potje van. Maar nee: aüe eventuele rotte plekken zijn er bij het samenstellen van de lijst uitgesneden. Dat zal nog moeilijk zijn geweest, zo rond de vijftigste zetel. Toen waren ze natuurlijk op, maar uiteind delijk werden er in obscure uithoeken nog een paar ge-'" vonden. Meelopers, die ja eri amen knikken zodra de leiding dat wenst. Nee, dan de oppositie. Die leverde vuurwerk van hoog. niveau. Hoe had De Vries het gedurfd, vroeg men zich af, om zo zijn persoonlijke wil door te drijven? Had die arme staatssecretaris voorlopig niet moeten blijven zitten waar hij zat? De huichelaars. Er was maar één reden waarom ze de affaire in werkelijkheid betreurden. Ze hadden de kop van Brokx er het liefst zelf af willen hakken. 25 oktober 1986

Incidenten maken Kok geen premier POLITIEK door KEES LUNSHOF Na dagen van intensieve discussies over tal van onderwerpen, konden zaterdagmiddag de ministers elkaar een goede vakantie toewensen. Het karwei dat zij voor Kerstmis moesten afmaken, was voor het overgrote deel geklaard met alle daarbij behorende irritaties over en weer. Het bezuinigingsplan 1987-1990 is op een haar na rond; de operaties tot afslanking van de rijksoverheid en herziening van de loon- en inkomstenbelasting zijn gestart. Nota's over fraudebestrijding zijn opgesteld. Eerder al was de Mediawet afgehandeld en de begroting 1987 zonder al te veel problemen door het kabinet geloodst. Hetzelfde gold de Saoedische onderzeeboot-order. Veel rumoer Alle reden voor een kabinet om op een beleidsmatig vrij succesvol najaar terug te kijken. Veel is op de rails gezet. Maar toch heerst er bij de dame en heren een wat wrevelig gevoel: er waren het laatste halfjaar wel erg veel incidenten en verwikkelingen geweest. In willekeurige volgorde: het rumoer rond de Erasmusprijs, de mogelijke Japanreis van het koninklijk paar, de fraude rond de visafslag, het ontslag van staatssecretaris Brokx, publieke hatelijkheden over en weer tussen Lubbers, Ruding, Deetman en Bert de Vries, ruzietjes tussen de regeringsfracties over invulling van de bezuinigingen, het gedoe rond Rudings vertrek al cf niet naar het IMF en Van Dijks opmerkingen over de inzet van ambtenaren. Vooralsnog hadden en hebben die incidenten geen effect op de regeerkracht van het kabinet. Maar of dat zo blijft, is de vraag. Als de regeringsploeg en de coalitiepartijen niet uitkijken dan kan dat toch wel eens op den duur effecten hebben. De incidenten hangen in een aantal gevallen samen met de wat losse — en dus wat rommelige — wijze waarop de bewindslieden in het kabinet met elkaar omgaan en met de iets grotere afstand tussen het kabinet en de regeringspartijen en tussen de regeringspartijen onderling. Maar zolang de politieke hoofdrolspelers de wat minder strakke regie, ondanks de gevolgen daarvan, aanvaarden, is er wat het voortbestaan van het kabinet betreft nog niets aan de hand. Zeepverkoper Er is een belangrijk tweede verschil met het eerste kabinet-Lubbers en dat is de figuur van de vice-premier, Rudolf de Korte. Hij heeft met zijn voorganger, Van Aardenne, gemeen dat hij in weerwil van wat de VVD daarover zegt, niet de aanvoerder is van het toch al lichte liberale smaldeel in het kabinet. Maar hij mist de lange ervaring en kennis van een man als Van Aardenne, terwijl zijn ambities het veelvoud zijn van die van zijn voorganger. Dat maakt De Korte een onzekere factor in het kabinet en in de relatie tussen CDA en VVD. Bovendien wordt hij — terecht of onterecht — niet erg vertrouwd. Een zeepverkoper, iemand van wie je geen tweedehands auto koopt, zo wordt hij in politiek Den Haag getypeerd, een politieke scharrelaar. Dat beeld over hem zit vast in de hoofden, niet alleen bij de oppositie of bij het CDA, maar ook bij zijn eigen partij. Dat er na zijn onbezonnen uitspraken over een Japan- reis van het koninklijk paar nauwelijks iemand om hem heen ging staan, zegt boekdelen.

328

Machtsbalans Die uitspraken hebben uiteindelijk sterk in het voordeel gewerkt van WDfractievoorzitter Joris Voorhoeve. De machtsbalans tussen de twee aanvoerders is duidelijk ten voordele van Voorhoeve uitgeslagen, hetgeen overigens nog niet wil zeggen dat hij al de gekroonde koning bij de VVD is. Daarvoor is het nog te vroeg. Dat kan pas als het hem lukt het electorale verlies dat de VVD nog steeds lijdt (ze stond vorige week op 22 zetels in de verkiezingsonderzoeken, vier minder dan een half jaar geleden, veertien minder dan in de vorige parlementsperiode) te stoppen en twee grote politieke problemen (het euthanasievraagstuk, waarover de VVD verdeeld denkt en de gewenste belastingverlaging) op te lossen. Terecht heeft Voorhoeve er zich bij neergelegd dat er voor de VVD geen winst is te behalen door Lubbers te bestrijden. Pogingen in die richting van Nijpels — die zich inmiddels als een bekwaam vakminister ontwikkelt — hebben niet gewerkt. Maar het is wel opvallend dat het succes van het CDA in steeds grotere mate de afkeer opwekt bij VVD'ers. Bij een aantal neemt deze afkeer soms ziekelijke vormen aan. Nu geeft het CDA op enige terreinen (Onderwijs, Welzijn) wel enige reden tot wanhoop. Met zoveel elkaar op onderdelen bestrijdende figuren is het moeilijk kersen eten. Maar in het algemeen behoeft de VVD niet al te veel te klagen over het CDA. De fractie en haar voorzitter De Vries gedragen zich volgens de afspraken en dat is vroeger wel eens anders geweest. Daar waar het CDA vrijheid opeist tegenover het kabinet, laat het CDA terecht ook de WD die vrijheid. Flirts met PvdA Dit leidt ertoe dat de regeringsfracties of te zamen iets op het regeringsbeleid afdingen (overigens altijd wel binnen het regeerakkoord) of dat een van hen iets met de PvdA probeert te regelen, de ander er buiten latend. Dit is de laatste maanden aanzienlijk meer voorgekomen dan daarvoor. Dat moet ook mogelijk zijn. Maar de PvdA weet nog niet goed met deze flirts om te gaan. Een deel van de fractie, vooral de ouderen, zien er wel wat in. Het geeft hen een gevoel erbij te behoren. Anderen echter wijzen dat af, ze zitten meer nog op de polarisatielij n. De nieuwe fractievoorzitter Wim Kok zit daar wat tussen. Van nature is hij iemand die wil meedenken en meepraten. Anderzijds wil hij zich niet verwijderen van wat de meerderheid van zijn fractie wenst. Geen aangename positie. Dat tien PvdA-kamerledcn zich publiekelijk keerden tegen de eigen partij inzake de Saoedische onderzeeboot-order — een ongekend fenomeen in de PvdA — is daar wel het beste bewijs voor. Een premierschap voor Kok ligt nog ver weg, ondanks de incidenten rond het kabinet van dè' laatste tijd. 23 december 1986

Bijlage 6: Artikelen Het Vrije Volk

Wiegel vrij wel zeker naar 't Friesland V* (Van onze parlement» {'- ['''''- ■•',.' redactie) ;■; \ 'r'■■■ DEN HAAG — De voordracht van WD-leider Wiegel (40) tot commissaris van de koningin in Friesland is vrijwel i overal als een ■ complete verrassing ontvangen. Zelfs de huidige,'/ commissaris, :' mr." Rijpstra, (63), en de' vertrouwenscommissie van de Friese Provinciale Staten wisten-nog van niets tot gisteravond" dit nieuws: uitlekte, hoewel; de commissie gisteren nog ' een ontmoeting met minister 'Van Thijn (binnenlandse zaken) had gehad. Het kabinet beslist vandaag over de voordracht aan de koningin, die haar handtekening nog zou moeten zetten vóór zij maandag 3 haar' staatsbezoek aan de Verenigde Staten begint; .•..;.;'.;,/ ';>,■>■-:■..;: ;':■ -' ' Voornaamste kandidaat om Wiegel op te volgen als fractievoorzitter in de' Tweede Kamer Jijkt drs. Ed Nijpels (32), die sinds zijn intrede in de Kamer in 1977 snel aan gezag in de WD heeft gewonnen. Ook Henk Koning, staatssecretaris onder Wiegel toen deze minister van : binnenlandse - zaken was, is een kandidaat Mevr. Smit-Kroes, Kamerlid De Korte en ex-fractievoorzitter Rietkerk worden : ook ( genoemd, maar maken geen serieuze kans. Opmerkelijk is dat met gels benoeming | het 8 Friese commissariaat in handen van de WD komt, na van oudsher een v. christen- democratische post te zijn geweest.y-: -■■',';->;> 'fèj j Wiegel zou de knoop hebben

329 doorgehakt in een gesprek met premier Van ? AgV> na :<. zijn trouwdag,: een week 5 geleden. De WD-pollticus trouwde toen met \ zijn schoonzuster.'jiV? -! Hans Wiegel 16 april 1982

Nieuwe VVD-leider Nijpels: 'Elk vogeltje zingt zoals het gebekt is' (Van onze parlementsredactie) DEN HAAG — Als leider fan de grootste óppositiepar«i heeft Ed Nijpels gisteren 11 de Tweede Kamer zijn Jtste politieke daad gesteld. J°g voordat collega-Kameroen hem konden gelukwensen met zijn benoeming, be■toni hij het spreekgestoelte >D) een spoeddebat aan te "ragen over de bezuinigingsmaatregelen van het kabinet. De brief van premier Van * 'ft moet volgende week op de faaieragenda staan, eiste hij. S.van Agt dan in Amerika? Mts aan de hand. We nemen J°« graag genoegen met de viePremier Den Uyl. De dag '01> voor Nijpels (32) niet Jjeer stuk. Zijn voorganger "nel, die op 1 mei het parlement verlaat, keek vanaf de 'j-Merste bank minzaam ladend toe. Uidt er vanaf nu een "ande.£. 'iberaal de WD-fractie? "'JPels staat toch bekend als I jn minder conservatief type I « Wiegel. „Ach, ieder vogel- I *«ngt zoals het gebekt is", I Jn *e JonSe roerganger. "■•onze partij houden we niet ",van etikettenplakkerij. Wiegel is niet minder liberaal dan een ander." Maar Nijpels wordt door waarnemers toch geacht meer in zijn mars te hebben dan de man, die lange tijd het gezicht van de WD bepaalde. "Waarom nu? Wiegel was een groot kenner van de parlementaire historie. Hij beschikte over talenten, die ik bij mijzelf nog niet direct heb ontdekt. Op een onnavolgbare wijze heeft hij gestalte gegeven aan het liberalisme. Ik ben afgestudeerd in het staatsrecht op de universiteit, ja dat klopt. Maar wil dat zeggen, dat ik meer weet?" r.;-,. \ :r In 1866 zei de toenmalige minister van Financiën Van Bosse bij het afscheid van de liberale voorman Thorbecke: "Wij zijn de eersten om te erkennen dat het geene ligte taak zou zijn hem te willen vervangen". Nijpels beschouwt het ook als een "vrijwel onmenselijke opgave" om Wiegel op te volgen. "Schnabbel" Zijn lidmaatschap van ■de gemeenteraad van Bergen op Zoom heeft de nieuwe WDfractieleider met ingang van vandaag beëindigd. Dit maakt het voor zijn vader, die in deze gemeente met een eigen lijst uitkomt, gemakkelijker om een raadszetel te bezetten. Allerlei nevenfuncties zal Nijpels moeten opgeven. Maar van één "schnabbel" zal hij geen afstand doen: de oppositieleider blijft paukenist in het Bergse carnavalsorkest "Wa Summe Nou Ebbe". Zie ook pagina 4 focus Drs. Ed Nijpels ...paukenist... 21 april 1982

PvdA-congres van de bescheidenheid door Frits van der Poel Aan het congres van de Partij van de Arbeid in Amsterdam bijeen: ',,,".■■ 'i 1 Beste jongens en meisjes, 1 '",',,- Het is nog geen jaar geleden dat jullie je fiat gaven aan de blunder van de eeuw, de vorming van het Kabinet-Van Agt II. En het is maar iets meer dan een jaar geleden dat jullie het programma „Weerwerk" vaststelden. Ik herinner me nog dat ik toen met een variant op Vredelings „Congressen kopen geen straaljagers" opmerkte: „Congressen handhaven geen koopkracht". Het Kabinet-Van Agt II is uit elkaar geploft en de koopkracht is ook naar de knoppen. Enige bescheidenheid zou jullie dus wel sieren. Dat wil nou ook weer niet zeggen dat ik pleit voor het behoud van die kruiperige mentaliteit waarmee het Kabinet- Van Agt II werd ingegaan. Als iets weerzin wekt is het wel een partij zonder trots, maar enige te- i rughoudendheid over het eigen gelijk mag onderhand wel eens. Wat gaat het snel, hè op deze manier. Voor je het weet zitten we alweer met het vierde Kabinet-Van Agt opgescheept. Een jaar geleden koesterden jullie nog de droom van een linkse meerderheid, waarbij voor het gemak D'66 maar werd opgeteld. Nu staat zelfs de deur naar de WD open in de ontwerpstrategie-resolutie van het hoofdbestuur. * Niet dat ik daar iets op tegen heb, hoor. De VVD is niet veel rechtser dan het CDA van tegenwoordig, wel betrouwbaarder en in ieder geval voorlopig nog wat kleiner. Overigens zou ik me maar niet drukmaken over de vraag met wie de Partij van de Arbeid wel eens zou willen gaan regeren. Ik heb tenminste nog niemand ontmoet die met de PvdA wil

330 regeren. De jeugdige WD-lelder Nijpels zegt wel dat het goed zou zijn als eindelijk het CDA in de oppositie kwam, maar de blauwdruk voor het vierde Kabinet-Van Agt heeft hij al in zijn zak. '?"£££ Terlouw maakte er een halszaak: van dat D' 66 het regeren met CDA en WD niet uitsluit, geen hij dus wel erg graag zal willen. Dat straks in de formatie niemand meer de mening van de politieke leider van een snipper zal vragen ontgaat hem vermoedelijk. Over Van Agt kunnen we kort , zijn. Ik zou zeggen: een gewaarschuwde partij telt voor twee en '■ denk maar aan de ezel die zich geen twee keer stoot aan dezelfde steen. Het moet jullie inmiddels opgevallen zijn dat de man niet eens meer de schijn ophoudt dat hij weer wel met de PvdA wil regeren. Wat hij van de week zei over dekernrakettèn betekent toch . eigelijk gewoon een uitsluiten van de PvdA;:;-;;:.; . En dan dat gewapper met het . rapport Wagner. Ik neem toch . aan dat jullie nooit zullen meewerken aah de Amerikanisering van onze samenleving, zoals in dat rapport wordt bepleit Zo te zien ligt er een mooie oppositierol voor jullie weggelegd. "',: Polarisatie is een beetje uit, taboe haast, maar als er ooit reden was om te polariseren dan is die er nu wel. Ik geloof dat Den Uyl gelijk heeft als hij zegt dat de grote aanval op de verzorgingsstaat pas in opkomst is. Boven- - dien plaatsen CDA en VVD de kruisraketten. Reken maar. Kortom, de strategie-resolutie kunnen jullie voor kennisgeving aannemen. De strategie die er werkelijk toe doet is al lang bepaald door Van Agt, de zonnekoning. ''»■'■.'-'■'.■. Programmatisch valt er ook weinig te doen. Meer werk is „geactualiseerd" door dezelfde knappe koppen die altijd in formatie of kabinet het partij- programma actualiseren. Jullie 1 kunnen nog wat puntjes aanscherpen, maar dat heeft weinig \ zin. De scherpe kantjes gaan er. dan toch weer af in coalitie-onderhandelingen. Mijn advies: laat 't het congres van de bescheidenheid worden. Hou het kort (wilt u afronden?) en klap hard voor Joop den Uyl, want zijn zonden zijn jullie eigen zonden. Onvergeeflijk dat wel. Joop den Uyl: grote aanval op verzorgingsstaat komt nog. 10 juli 1982

De halve waarheid... DEN HAAG — Naarmate de verkiezingen dichterbij komen worden de leugens en halve waarheden die de heren lijsttrekkers spuien steeds opmerkelijker. Helemaal bont maakte deze week lijsttrekker Ed Nijpels van de VVD het. Op bezoek in Utrecht werd hij aangesproken door een inwoner van Bilthoven, die zijn beklag deed over de vele duizenden guldens die een Utrechtse wethouder heeft gedeclareerd voor maaltijden. Nijpels vond het ook te gek en wees er de klager op dat de Kamerleden in het restaurant van de Tweede Kamer eten voor rond een tientje de maaltijd. Wat hij er niet bij vertejde is dat dit mogelijk is. dank zij een gigantische jaarlijkse rijkssubsidie aan het Kamerrestaurant. Over op-eten gesproken . . . 4 september 1982

Zal 't weer 'ja mits' worden? Van Kemenade zet CDA voor het blok door Frits van der Poel Aan Hare Majesteits informateur professor dr. J. van Kemenade: .. Beste Jos, Nu je zon veertien dagen in het torentje op het Binnenhof zit moet je toch eens voor het raam gaan staan. Als je goed kijkt zie je Piet Steenkamp zich warm lopen voor de tweede helft van de wedstrijd om de macht. Hij schijnt al te zijn gepolst om het vierde Kabinet-Van Agt te maken, het zogenaamde Kabinet t. Van Agt-Van Aardenne. Gepolst,, niet door de koningin natuurlijk, maar wel door de CDA-top. De VVD wil hem zelfs laten vergezellen door Wiegel, maar dat zal het CDA wel al te opzichtig "vinden. Ook Steenkamp krijgt natuurlijk een ruime opdracht die veel op de jouwe zal lijken. Heb je nooit de behoefte gehad, de afgelopen dagen, om als Lubbers weer eens binnenkwam te vragen: "Wat kom je eigenlijk doen, Ruud?" Dan is die jongen van Nijpels wel een stukje eerlijker met zijn: "Aan die flauwekul doe ik niet mee." Dat zal best wel weer CDA- stemmen trekken. Toen je begon aan je rituele dans heb ik je al bezworen vooral geen illusies te koesteren, omdat het CDA in tegenstelling tot anders nu al vóór de verkiezingen voor de VVD had

331 gekozen. Daardoor hebben ze hun verlies aan de VVD beperkt kunnen houden. Als ze nu toch in een kabi- net-Den Uyl gaan zitten zal de nek-aan-nek-race van de verkiezingen van 1986 gaan tussen de Partij van de Arbeid en de WD, laten we zeggen tussen Wim Kok en Ed Nijpels. Het CDA kan dan vooral door de laatste worden : leeg gezogen. Dat beseffen ze allemaal in het CDA op een paar na die liever een christelijke dan een grote partij hebben. Dat wil nou ook weer niet zeggen dat je het ze niet uitermate moeilijk maakt. Nog nooit hebben ze zo'n redelijke vent van de PvdA ontmoet als jij schijnt te zijn. Nog hooit kregen ze zo'n redelijk stuk onder ogen als jij hebt gebrou- . wen.' . \->V-,-- En wat nog belangrijker is: :'■;"■ "Omdat je er zoveel CNV in hebt gedaan, dreigen ze bij een "nee" § tegen jouw voorstellen, de laat-.' ste resten werknemers van de oude KVP en ARP te verliezen. Dat zijn wel niet zoveel zetels, '.■'■' maar ze komen dan zo helemaal in de werkgevershoek te zitten. ' Zelfs de schijn is dan niet meer te vermijden. Ik denk ook niet dat ze woensdag als jij antwoord wil hebben al uit hun "nee" komen. Dat zal wel weer een "ja mits" of een "nee tenzij" worden. Ach ja, dé nieuwe kernwapens. Maar dat zal ook niet eenvoudig zijn voor het CDA. Niet meedoen aan een kabinet met de PvdA •;' omdat die partij geen nieuwe : kernwapens wil, terwijl je eigen achterban voor de helft die din- 5 gen ook niet wil. Je moet eens langs je neus weg aan Lubbers vragen of bij de oprichting van het CDA ook voorzien is in de oprichting van een ~ christelijke militie voor het ge- ■.'. . val het volk zich in eendrachtelijke burgelijke ongehoorzaam- ■ heid gaat verzetten tegen het beton storten voor de kruisraketten. De ME lijkt me dan niet vol-' doende. ... Ik denk Jos, dat het CDA toch liever een breekpunt zoekt in je sociaal-economische voorstellen. Ze zullen daar lang over doen, i maar uiteindelijk vinden ze wel wat. Ik denk dat ze zullen zeggen: "De PvdA laat het financierings-tekort te hoog," om vervolgens met de VVD te gaan rege-: ren en het financierings-tekort verder te laten stijgen, zoals onder het kabinet-Van Agt en Wie- , gel gebeurd is. - * Als je trouwens van de week i zag wat het CDA aan beleid presenteert of het het alleen voor het zeggen heeft (ik laat D'66 maar voor 'wat het was in het derde kabinet-Van Agt: De tuinkabouter in de tuin van het CDA), dan denk ik eigenlijk: valt er ooit nog wel wat te regeren met het CDA? Wie was er ook al weer voor de tweedeling in de Nederlandse politiek? Het CDA niet maar het verwerkelijkt haar wel. Rek het maar niet te lang Jos. Anders gaan ze nog zeggen: die Van Kemenade blijft maar doorzeuren. Dat past niet bij je imago. VdnKeménade, zie je Piet Steenkamp al lopen? 25 september 1982

Prof. dr. Rinus van Schendelen: 'De oude waarden keren overal terug' DE WD STAAT VOLGENDE MAAND — als er een centrumrechts kabinet tot stand zou komen — pas voor zijn echte vuurdoop. „Kan die partij de eenmaal gewekte verwachting waarmaken, dat hij wel eventjes zal optreden als de brandweercommandant van Nederland?" vraagt de Rotterdamse hoogleraar dr. M. (Rinus) van Schendelen zich in alle ernst af. , i De liberalen hebben bij de laatstgehouden verkiezingen een forse winst geboekt. Die is niet onverwacht gekomen. Sinds het eind van de jaren zeventig al ziet de hoogleraar politieke wetenschappen aan de Erasmusuniversiteit een toenemende verrechtsing. VVD- stemmers zijn volgens hem bepaald niet alleen afgegaan op de frisse verschijning van de jonge lijsttrekker Nijpels, die zich voor de tv-camera's uitgebreid liet portretteren als een vlotte bink op de surfplank. , ..Ik moet het overigens nog • »en," mijmert Van Schendelen, "ik moet het nog zien of een CDA-WD-coalitie er in slaagt «en succesvolle politiek te voeren waarbij sprake zal zijn van «en grotere economische vrij- , heid voor het bedrijfsleven. Waarbij rust en orde op straat tot hun recht komen en problemen rond buitenlanders worden opgelost." Veel van deze kwesties worden op plaatselijk niveau geregeld en onttrekken zich aan de blikken vanuit Den Haag. Het zal dus volgens de wetenschapsman óók de WD niet lukken dergelijke zaken centraal aan te pakken, die „de mensen in het land" kennelijk dagelijks verontrusten. De politieke gevolgen liggen L voor de hand: prof. dr. Van Schendelen ziet de WD in dat geval kiezers verliezen naar uiterst rechts, omdat de partij ondanks zijn beloften de gevoe-' lens

332 van onbehagen niet heeft kunnen wegnemen. De zich liberaal noemende club kan van de andere kant een toeloop vanuit' | het sociaal-democratische kamp verwachten. Tenzij de PvdA in staat blijkt wèl een helder alternatief te bieden en de toenemende onvrede op een verstandige manier sust. Drees senior Naar het oordeel van de Rotterdamse hoogleraar doet een „onvervalste SDAP'er" op het gebied van recht en orde (helaas!) niet onder voor extreem rechts denkende landgenoten. Voor de 'economische standpunten, die Drees senior in de jaren vijftig huldigde, hoeft thans geen WD'er zich te schamen. Daarom ook wil de prof uiterst zorgvuldig omspringen met het begrip 'verrechtsing'. Wat is dat, rechtser worden? „Is dat het bekende onderscheid tussen conservatief en vooruitstrevend? Tussen hoge en lagere inko- ,•,.. mens? Nee, er is sprake van een nieuwe tweedeling. We ervaren een ommekeer in het denken van mensen. De oude vertrouwde waarden tegenover vernieuwende denkbeelden." . Van Schendelen somt ze op: de roep om minder bemoeienis van de overheid met het economische verkeer, de vraag om een grotere eigen verantwoordelijkheid. ':• ::>iï'-;;'ïf fv V '"' Vooral de jeugd zou het zakelijk optreden van de vrije jongens Jacobse & Van Es, die in hun eigen auto hun eigen geld bijeenschraapten, sterk aanspreken. Verder is er het verlangen naar een klein en sterk staatsapparaat waarin het krachtdadig leiderschap model staat. Onderwijl, groeit dat enge na-. tionale gevoel, waarin het goede vaderlanderschap weer komt bovendrijven. „Koopt Nederlandsche Waar, dan helpen wij el- kaar!" De politicoloog constateert, dat dit type denken opnieuw overal de kop opsteekt. In alle rangen, standen en gezindten. Van links tot rechts en van hoog tot laag opgeleiden. STENEN DES AANSTOOTS De jongeren leveren aan deze culturele kentering hun niet geringe bijdrage: zij botsen het hardst op de stenen des aanstoots. „Ze willen een baan. Die is er niet. Een eigen zaakje beginnen is praktisch de enige mogelijkheid. Juist daar ontdek je de dikke staatsbemoeienis. Ze vragen om een woning. Maar bij het huisvestingsbureau wordt de rij vóór hen al deels gevuld door Creoolse krullenkoppen. Meer dan andere bevolkingsgroepen ervaren zij ook het lichamelijk geweld." ... t Of al deze problemen nu werkelijk bestaan of niet, of ze nu opgeklopt zijn of dat de mensen ze elkander'aanpraten, doet er 1 volgens Van Schendelen nauwelijks toe. „Zodra daarover in ruimere kring wordt gesproken, is het probleem er eenvoudig.. .. Maar geen redelijke Haagse politicus pakt het op. Ze laten het al zon tien jaar afweten onder het motto, dat de politiek haar eigen verantwoordelijkheid :' - heeft." Het publiek wil een overzichtelijk beleid, meent hij. „Maar wat hoort men? Alleen maar beschouwingen dat de ellende wordt veroorzaakt door andere partijen. Of dat we in een dal verkeren door internationale omstandigheden. Of dat het allemaal nog veel erger zou zijn geweest, als de eigen politieke voormannen niet zo hun best hadden gedaan... Stuk voor stuk pleidooien die maar weinig kiezers kunnen controleren." Het enige dat de burger werkelijk, ziet, zo besluit hij, is een toenemende ellende. Hoe gedraagt de jeugd zich daarbij? Rinus van Schendelen:,JJie vraagt inderdaad om een samenleving zon-j-ï der nonsens. Er is onder jongeren een sterke hang naar zon andere cultuur. Of je het nou leuk vindt of niet, maar daar zit de WD toevallig het dichtste bij." PROF. DB. SCHENDEL „Politici 'ku'. .% redeneren de emoties van de maninde straat weg." 16 oktober 1982

Ministers van VVD aan touwtje van Nijpels door Frits van der Poel In NRC/Handelsblad van za-. terdag „onthult" WD-fraktieleider Ed Nijpels dat hij met formateur-premier Lubbers de afspraak heeft gemaakt dat ministers die in het nieuwe „hecht en daadkrachtig" kabinet niet goed functioneren kunnen worden vervangen zonder dat die veryan- , ging tot een kabinetscrisis hoeft , te leiden. De afspraak staat niet op papier, maar Nijpels, zo zegt hij, 'vas wel gemachtigd een en ander mede namens Lubbers mee te delen. Wat is daar voor bijzonders aan? Niets, tenzij er iets anders bedoeld is dan Nijpels aan de ,' oenbaarheid prijs geeft. Er zijn wel eerder slecht functionerende ministers vervangen zonder dat er een

333 kabinetscrisis uitbrak. Defensie-minister Kruizinga bijvoorbeeld in het eerste kabinet Van Agt, hoewel aan zijn vertrek nog een politiek tintje zat, omdat Kruizinga had laten weten tegen kernwapens te zijn. Een duidelijker voorbeeld is het opstappen destijds van minister De Block van Economi- ■. sche Zaken uit het kabinet De Jong. Deze vertrok echt omdat hij te licht was voor zijn baan. Zelfs om redenen kon een minister wel eens vertrekken zonder dat er een kabinetscrisis uitbrak. Het duidelijkste voorbeeld is het afscheid van de overigens bekwame minister van financiën van het eerste kabinet Van Agt, Andriessen. Dat kon zo gemakkelijk omdat de WD-ministers, die het met Andriessen eens waren niet bereid waren hun portefeuilles voor een CDAer ter beschikking te stellen en de CDA-ministers, plus de CDA-fraktie de zijde van Albeda - kozen. Als ministers alleen komen te staan kunnen ze altijd geruisloos verdwijnen. Nieuw zou geweest zijn als Nijpels en Lubbers hadden afgesproken dat de premier zelf naar eigen goeddunken ministers mag vervangen, zoals dat in Engeland het geval is. Dat blijkt niet uit Nijpels zijn verhaal. Het is in de Nederlandse coalitieverhoudingen oök niet erg denkbaar dat premier Lubbers bijvoorbeeld de minister van binnenlandse zaken Rietkerk zou vervangen door . Vonhoff, zonder instemming van deWD. Uit het vervolg van het inter- . view met Nijpels blijkt dat er ■ , iets anders bedoeld is. Nijpels heeft zijn kandidaat bewindslieden voor hij ze voordroeg aan de koningin, haarscherp laten weten dat hij de politieke verant- . woordelijkheid draagt- voor hun doen en laten. Met andere woorden, als de VVD-ministers te ver van het standpunt van de WD-fractie af geraken, zal hij ze uit het kabi- ; net halen. Een soort terugroepingsrecht voor de fraktieleider dus. Hij heeft de ministers aan . een touwtje. „Formeel hebben we dualisme (tussen kamer en regering) maar ik wil wel zeggen dat dat dualisme in de praktijk beperkt van aard zal zijn," zegt hij veelbetekenend.;';,'.',,V De afspraak met Lubbers kan zijn dat Nijpels WD-ministers ;. mag terugfluiten, ook al vindt Lubbers dat ze moeten blijven. Van zijn kant zal Lubbers dat , dan wel geèist hebben voor het CDA. Stel dat de kersverse minister van financiën (CDA) over een, jaar uit de gunst is van CDAcollega's en CDA-fraktie, bijvoorbeeld omdat hij de reinste VVDopvattingen heeft, dan mag zijn . ontslag niet leiden tot een breuk met de WD. Moest dat zo nodig vastgelegd worden na de ge-. '<■ ■■ schiedenis met Andriessen? Nijpels... aan een touwtje. 9 november 1982

Van Aardenne: VVD-ministers niet aan hand van Nijpels (Van onze parlementsredactie) DEN HAAG — De WD-be«lndslieden in het kabinet- Uibbers behouden volgens WD-minister Van Aardenne volledig hun eigen verantwoor- Itlijkheid voor hun doen en la:en. Zij lopen niet aan de leiiand van hun politiek leider, yVD-fractieleider drs. E. Nijpels. Deze had onlangs iets tergelijks gesuggereerd in een iterview. Van Aardenne, die ook vicejremier is, heeft dit j geant«oord op schriftelijke vragen van het Tweede-Kamerlid Wa;enaar (RPF). Wagenaar had 'ta Aardenne en zijn vijf colegaministers van de WD letterlijk gevraagd: „Is het waar iat u voor uw beëdiging als umister hebt moeten instem■nen met het gegeven, dat de volledige verantwoordelijkjtid voor uw doen en laten berust bij de fractieleider uwer partij in deze Kamer?" Van Aardenne antwoordde hierop kortweg: „Neen". ■ Verdere vragen waarin Wa;enaar zijn verontrusting uitte mr het door elkaar lopen van fe eigen verantwoordelijkheien van regering en volksvertegenwoordiging achtte Van Aardenne niet meer van belang na beantwoording van de eerste vraag. 17 november 1982

VVD zoekt 'verklikker' (Van onze parlementsredactie) DEN HAAG — De Tweede Kamer-fractie van de WD is koortsachtig' op zoek naar de "prominente VVD-er" die tegen het weekblad De Tijd zou hebben verklaard dat fractieleider Ed Nijpels is gechanteerd. Volgens een verhaal in het. periodiek zou het fractielid Jaap Metz hebben gedreigd met het wereldkundig maken van homofiele contacten , die Nijpels zou hebben onderhouden. Dat zou gebeurd zijn in de tijd dat het erop leek dat Metz niet tot de fractie zou worden toegelaten. Een nader onderzoek binnen de WD-fractie heeft er niet toe geleid dat de bron is

334 gevonden. Daarom is een delegatie naar Tijd-hoofdredacteur Arie Kuiper gestapt. Maar die wil geen namen noemen. Voor de radio vertelde Kuiper vanochtend wel dat zijn 'contact' in de WD hem zelf heeft' gebeld. met de mededeling dat hij om zichzelf niet te verraden de gezamenlijke verklaring van de fractie had ondertekend. De WD'er wil De Tijd i ook houden aan de afspraak dat zijn naam niet wordt gepubliceerd. 21 december 1982

Erica praatte mond voorbij DEN HAAG — Het Kamerlid Erica Terpstra is degene die tegenover het weekblad De Tijd "het gerucht" over de homoseksuele contacten van VVD-fractieleider; Nijpels heeft _ bevestigd. Mevrouw Terpstra erkende dit gisteren en vertrok onmiddellijk voor een maand met vakantie naar het buitenland. .. - v*j;• -^\ Tegelijkertijd onthult het, blad; Nieuwe Revu deze week' dat het Kamerlid Jaap Metz, die de vermeende homoseksualiteit gebruikt zou hebben als chantagemiddel om in de Kamer te komen, "omkoopgeld" heeft aangenomen van de inmiddels failliete Amsterdamse onroerendgoed-firma F&S-properties. ■. De Tijd van vorige week siert de omslag met een verhaal over "het gerucht" omtrend de seksuele geaardheid van Nijpels en - de manier waarop Metz hem hierme onder druk gezet heeft. Het weekblad'beroept zich op "een prominent VVDer" als bron en zegt dat de zaak bevestigd is doori"een gerenommeerd fractielid van de WD". Mevrouw Terpstra verklaarde dinsdag tot haar verbazing te zijn opgevoerd als bron in het verhaal over Nijpels en het gerommel door Metz. „Ik heb bevestigd dat enkele geruchten mij ter ore waren gekomen en dat de waarheid maar eens aan het licht moest worden gebracht. Een interview heb ik geweigerd." Metz wordt in de Nieuwe Revu door de onlangs gearresteerde speculant Ton Pagel (van F&S-properties) beschuldigd van het aannemen van smeergeld. Fagel: "De 64.000 gulden die Metz kreeg, zogenaamd om publiciteits-adviesen te geven voor het racingteam van de firma, was gewoon bedoeld als omkoopgeld. Jaap Metz moest zijn niet geringe invloed bij De Telegraaf aanwenden om F&S positief in deze krant te houden en negatieve publiciteit te weren. Zo hield hij ten minste driemaal een rot-artikel voor F&S uit De Telegraaf. Daarvoor ontving hij ook 7.500 gulden zwart geld." Een andere onroerendgoedspeculant beweert dat hij de oud-Telegraaf-journalist Metz geld heeft gegeven om "een gigantische belastingfraude" uit de krant te houden. Ook zou de adjunct-hoofdredacteur: van De Telegraaf, Anton Witkamp, na bemiddeling van Metz zijn huis voor veel meer dan de werkelijke waarde aan F&S hebben kunnen verkopen, om deze krant gunstig te stemmen. „Dat wist ik vantevoren," aldus Fagel. „Maar ik gunde Witkamp wel wat. Dat kon ook belangrijk voor me zijn." Het gejd dat Metz kreeg voor zijn "publiciteitsadviezen" ■, werd gestort op rekening van zijn 8.V., 'Jaap Metz en partners. - Partijbestuur Uit beweringen in ■ WDkring valt op te maken dat niet Metz, maar een ■ medewerker van het WD-partijbureau het verhaal over de seksuele voorkeur van Nijpels naar buiten heeft gebracht. Mevrouw Terpstra zou als bron door De Tijd zijn misbruikt. Zij zou alleen verklaard hebben dat "de waarheid over de geruchten maar eens aan het licht moest komen". ': • ■ In het Tijd-verhaal wordt beweerd dat Metz zich de Kamer in gechanteerd zou hebben. Toen een onderzoek naar zijn bindingen met de Amsterdamse onroerendgoedmaffia werd ingesteld, zou Metz Nijpels gedreigd hebben met openbaar making van de details van diens privé-leven. Metz werd, ondanks alle kritiek, als Kamerlid toegelaten. "Chantage" suggereert de Tijd die het verhaal, ophangt aan de ontkenning van Nijpels. ~ \ "Geen commentaar," zegt Metz nog voordat hem \ een vraag gesteld is. Na enige aandrang noemt hij de beschuldiging "pure laster" en gaat in de tegenaanval. „Ik eis volledige rehabilitatie door de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie. Jaap Metz heeft Kd Nijpels niet onderdruk gezet." En de ex-journalist vervolgt: „Ik praat voorlopig niet met journalisten. Neem maar contact op met mijn advocaat Wouterse." .'.'./,-•.•'' Valsheid ' Na de aantijgingen in De Tijd besloot Nijpels zijn fractie voor het blok te zetten. Hij eiste van de kamerleden de verzekering dat zij niet "de bron" van het Tijd-verhaal waren. Allen, inclusief Erica Terpstra, ondertekenden tijdens het bezinningsweekeinde'. van 3| de WD

335 enkele dagen gelegen, een verklaring. „Valsheid in geschrifte van Erica," wil Metz hierover nog wel kwijt. „Ik heb me nooit kunnen verdedigen. De mensen zijn de geruchten, de politieke verklaringen en de Haarlemmerdijkies beu," aldus Metz, die toelicht met 'Haarlemmerdijkies' onwaarheden te bedoelen. „Ik heb Erica Terpstra als eerste hulp geboden toen zij een paar weken geleden met haar autootje tegen een paal reed. Maar ik heb nog nooit een hand van haar gehad, laat staan excuses." .■.-.. - '~ ;',( »■',;..'.''.■' : In de gisteren . uitgegeven verklaring, biedt Terpstra I excuses voor haar gedrag aan WD- voorzitter Kamminga en fractieleider Nijpels aan. De excuses aan Metz werden pas later aan het persbericht toegevoegd. IDe WD-top vindt, ondanks het lekken, dat de exzwemkampioene "grote kwaliteiten" bezit en "niet voor de politiek verloren mag gaan." Niet storen Volgens Metz heeft Nijpels aangekondigd „de bron" uit de fractie te stoten en als lid van de WD te royeren. Voor officieel commentaar verwijst hij voortdurend naar de voorlichters van de WD-fractie. Die. blijken de hele dinsdagmiddag niet telefonisch bereikbaar. Aan de deur van hun kamer hangt, evenals aan die van Nijpels, een groot bord: Niet storen., Uiteindelijk. wil voorlichter Gerjof Boosman van de WD wel kwijt dat hij zich niet met de zaak wil bemoeien. Erica Terpstra wordt door de WDtop in bescherming genomen. De WD heeft voor de benoeming van Metz tot .Kamerlid een onderzoek naar diens omstreden verleden ingesteld. Werpen | de..- beschuldigingen van Nieuwe Revu een ander licht op de zaak? ' ; Boosman: „Dat zou wel kunnen, maar dan moet je er dieper in duiken.! En dat doe ik dus niet. Fagel is natuurlijk niet de meest frisse en betrouwbare bron." Nadat hij de feiten in het weekblad heeft gelezen zegt de voorlichter: „Als de beschuldigingen waar zijn, zal Metz wel voor de rechter komen." . % ' Metz wil later op de avond wèl reageren. „Ik heb nul komma nul gedaan. Ik. heb m'n smoel gehouden tegen De Tijd. Metz heeft Nijpels niet gechanteerd en degenen die dat beweren zullen met rechtsmaatregelen rekening moeten houden." Verwijzend naar de beschuldigingen van huizenhandelaar Fagel zegt hij: „Ik zal niet schromen de> onderste steen boven te halen. Als. ze een mijnheer uit donker Amsterdam geloven en niet een gewone Amsterdamse jongen; waar zijn we dan mee bezig." Goede trouw Partijvoorzitter Kamminga neemt de ï volledige verantwoordelijkheid van de affaires op zich. Terpstra heeft "niet voorzichtig gehandeld", maar. „wij zijn overtuigd van haar goede trouw en zijn niet van plan verdere stappen te ondernemen." Ook Metz wordt in bescherming genomen. Kamminga: „Ik heb zelf de besprekingen met Metz gevoerd. Hij was nummer"'vijfenveertig op de lijst en bleek door:onze grote winst verkiesbaar te zijn. Jaap heeft recht op zijn zetel en wij gaan als partij achter hem staan.". \ Arie Kuiper, hoofdredacteur van het - gewraakte weekblad De Tijd, is aanmerkelijk minder te spreken over de gang van zaken. Hij noemt de verklaring van Terpstra en de WD-top "zeer ongeloofwaardig". „Ik sta voor honderd percent achter ons | verhaal. We hadden twee bronnen en één (Terpstra, hb) heeft zich gemeld. De schrijver van het "roddel en achterklap- verhaal". Tijdjournalist Gerard Driehuis houdt vol dat Erica Terpstra "heel spontaan" met de beschuldigingen aan het adres van Nijpels gekomen is. „De verklaring bevat feitelijke onjuistheden," aldus .;. Driehuis. Hij zegt haar zelfs later nog eens gebeld te hebben om de zaak opnieuw te checken. „Ik heb haar niet overvallen toen zij met haar familie pakjes-, avond vierde," spreekt Driehuis de beschuldiging van Terpstra tegen. „Ze, is er niet ingeluisd". Na de ontwikkelingen van de afgelopen dagen blijft ee,n aantal , vragen open. Ten eerste:! Dekt de beetje-schuldbekentenis van Erica Terpstra de wer-) kelijkheid?/ Ten tweede:- Is Metz omgekocht door de speculanten van F&S?,En niet te vergeten: Wie is de prominente WD'er die het verhaal over de vermeende homoseksuele relaties van Nijpels aan het rollen heeft gebracht? De liberalen hebben de geruchtenmachine nog niet stil kunnen zetten. Erica Terpstra (l): excuses; Jaap Metz: smeergeld? 22 december 1982

Hofplein

336

Praktisch voorbeeld: Het zou goed zijn als jongeren een tijdje zouden meelopen op arbeidsplaatsen. Als ik het Hofpleinlijntje neem naar Den Haag zit ik wel eens bij de machinist op de bok. Naast die man staat een stoeltje. En als ik vraag voor wie dat is, dan zegt hij:. „Daar zat vroeger een jaar lang een leerling op, om het vak te leren. Nu hebben ze ontdekt dat het met een spoedcursus op school ook kan en is het stoeltje leeg. Maar eigenlijk was dat systeem toch heel goed. . Ik ben nog niet zo oud. Maar vroeger was het veel normaler dat jongeren meeliepen. In het bedrij f . waar ik uit. voortkom, liep een aankomend i jzervlechter of lasser, een tijd mee, voordat hij als volwaardig arbeider beschouwd werd. Maar als je dat weer wilt, zie ik niet de wet voor me die zoiets regelt. Dat moet opgepakt worden in de bedrijven, in de samenleving. ■.-.: \ Na honderd dagen de balans opmakend: Het eerste spoor loopt, hoewel we dat niet moeten overdrijven. Het was voor een deel ook een achterstand in wetgeving. Aan het tweede spoor wordt gewerkt, maar er moet nog een hoop gebeuren. En van het derde spoor blijkt al na honderd dagen hoe moeilijk,het is, maar daar móeten we niet moedeloos van worden." Het kabinet is tot nu toe vooral opgevallen door bezuinigingen die banen kosten. „Dat kun je alleen voorkomen als je zegt: bezuinig maar niet. Die filosofie hangen wij niet aan. En door het verschuiven proberen we de pijn zo eerlijk mogelijk te verdelen." ;- > t, Maar er is toch een verschil tussen geen cent bezuinigen en dertien miljard snoeien, nog even los van de manier waarop je het doet? Koopkracht „Ik heb niet de indruk dat wij bovenmatig omgebogen hebben. Bovendien: de*prijs van de recessic wordt nog steeds scherp op de overheid afgeschoven. Gezien de laatste prijscijfers is de koopkrachtachteruitgang beduidend minder dan we vorig jaar aannamen; betrekkelijk gering. Maar de tekorten van de overheid dreigen veel hoger uit te vallen. Als je dan zegt dat het kabinet het land bovenmatige ombuigingen oplegt, is dat irreëel. Een voorbeeld: De uitgaven voor de individuele huursubsidie nemen nog steeds toe, ondanks de bezuinigingen die er worden doorgevoerd." Er komt al weer een nieuwe tegenvaller' van vier miljard aan. Dat worden dus extra bezuinigingen in de Voorjaarsnota? .b- .■■ */.;: , -__ / „Het regeerakkoord zegt duidelijk dat uitgavenoverschrijdin» gen gecompenseerd moeten worden. Maar het zegt niet — dat is een wijd verbreid; misverstand — dat iedere tegenvaller aan de inkomstenkant, bijvoorbeeld bij de belastingen, zich automatisch moet: vertalen in een dienovereenkomstige extra ombuiging. - Nee, dat vergt een afzonderlijke afweging. Er zijn vier mogelijkheden. In willekeurige volgorde: Toch ombuigen, het financieringstekort langzamer terug! dringen, de belastingen verhogen en minder doen aan schone nieuwe plannen, inclusief lastenverlichting: Daar moet het kabinet straks over beslissen." ' Het zou wel eens niet kunnen gaan over het minder snel terugdringen van het tekort, maar over de mate waarin het j gaat oplopen dit jaar. „Een nog verdere stijging van het tekort mag niet, is niet verantwoord. We hebben ■ het beeld nog niet compleet, maar duidelijk is wel dat het grootste deel van het probleem zit aan de inkomstenkant. In de aardgas- en belastingopbrengsten. Hoe S vangen we dat op? Het belangrijkste is dat de maatregelen doorwerken naar komende jaren. De Voorjaarsnota lijkt -alleen te gaan over de financiële problematiek voor 1983, maar dat is niét zo.' ■■ ■ii'i'~}li. Nu zich zulke grote tekorten voordoen ligt belastingverlichting in ieder geval niet voor de | hand. Als de economie toch al zo zwak is moet je echter ook' oppassen tegenvallende, inkomsten om te zetten in extra bezuinigingen, s Mijn politieke lijn is deze: Het kabinet moet zichzelf serieus nemen op het punt van de afgesproken - ombuigingen, waarvan we pas een beperkt deel hebben gehad in de Kamer. Het overgrote deel moet nog komen en ik hoop dat dé regeringspartijen daar aan mee zullen werken. Als we dat allemaal gehad hebben; als dat is afgewerkt op een ordelijke manier, dan moeten er bijzondere redenen zijn om nieuwe ombuigingen te realiseren." „Het is veel beter dat een coalitie zich aan afspraken over in het regeerakkoord opgenomen ombuigingen houdt, dan dat je, in een soort poging van: nou, ombuigen is het allermooiste wat er op de wereld bestaat, de ene bezuiniging op de andere-blijft stapelen. Wat in het verleden te veel gebeurde, was iedere keer weer andere cijfers in de krant. Zus miljard, zo tegenvaller. Dat ontregelt ' je bestuurlijk functioneren. Daardoor bleven het papieren ombuigingen." : Heel anders dus dan het beleid Van Agt-Van der Stee? „Op dit punt ja. Ik houd er niet van. over ,

337 vorige kabinetten te spreken,, maar ik was er zelf in een andere kwaliteit bij betrokken. Daarom wil ik er iets van zeggen. Er is op den duur iets gekomen dat de zaak begon te overspoelen.. ledere keer nieuwe cijfers, , nieuwe ombuigingen. Voor zover ze hard zijn, moet je er natuurlijk niet je kop voor in het zand steken. Maar ik heb wel geleerd dat het in de krant zetten van ,weer nieuwe tegenvallers via het uit laten lekken van notities het ■ noodzakelijk ombuigingsproces helemaal niet dient"... ■~,.;-■, Voor wat betreft de tegenvallers in de Inkomsten, de boeken dicht in 1983? Nee, zoyer ga ik zeker niet. We zullen moeten wikken en wegen. Ik houd het'goed voor mogelijk dat je van de inkomstentegenvallers ook een deel zult moeten opvangen door ombuigingen, maar dat mag geen automatisme zijn." V bent het eigenlijk met De Vries (fractieleider CDA) eens? „Ik vind de opmerking van De Vries op één punt gevaarlijk. Hij wekt de suggestie alsof we het ombuigingsprogramma al behandeld' hebben in de Tweede Kamer. We staan nog maar aan het' begin. Straks zeggen misschien mensen als er weer een maatregel komt: wat hebben we nou, mijnheer de Vries heeft toch gezegd dat het welletjes is. Gevaarlijk Ik ben het met hem eens. als hij zegt: stapel niet alles op elkaar, iedere keer weer. Op de keeper beschouwd heeft hij een goed stuk gelijk. In politieke zin is het toch een gevaarlijke uitlating". Maar zult u niet meer moeilijkheden krijgen met de WD? Die zit toch meer op de toer van nieuwe ombuigingen? „Ja... Hier is iets merkwaardigs aan de gang. Als je honderd dagen zit en ik ga turven als voorzitter van de ploeg —"let wel, beide poten zijn me even lief — en ik neem de invalshoek financieringstekort en ik kijk wat fracties van WD en CDA opmerken in het parlement en dreigen dingen anders te laten gaan dan het kabinet zich had voorgenomen, dan stelt de WD meer wijzigingen voor die leiden tot een hoger financieringstekort .. dan het CDA." Ii Wellicht heeft dat iets te maken met het feit dat de politieke beweging WD vindt dat er nog zo gemakkelijk kan worden bezuinigd bij de. overheid. Maar ook liberale bewindslieden ondervinden keer op keer hoe moeilijk het is daadwerkelijk te bezuinigen. . De clash tussen Nijpels en De Vries zal wel meevallen. Als Nijpels zijn zaken uit het recente verleden nog eens bestudeert, zal hem blijken dat hij het punt financieringstekort bij voortduring enigszins relativeert. .-? En anderzijds ken ik De Vries als een uiterst solide parlementariër. Als puntje bij paaltje komt en hij is er van overtuigd dat er dingen moeten gebeuren zal hij er ook vierkant voor gaan staan. Kijk maar eens naar de fysionomie van beide heren™" Hoe bedoelt u? . „Nijpels heeft een hele stijl over zich. leder zingt zijn lied op zijn manier. De Vries heeft toch een veel drogere manier van optreden dan de uitbundige Nijpels. Maar brokken zie ik ze niet maken. Ik weet niet of ik u daarmee gerust stel of teleur stel." 55 Nou, zo snel hoeft het kabinet nou ook weer niet te vallen. ':; >■:■; Lubbers schatert. ■;.-, De werkloosheid neemt gigantisch toe, de belastinginkomsten vallen telkens tegen. De spiraal naar beneden waar velen voor gewaarschuwd hebben Is in volle werking. a „Dat is al een paar jaar aan de gang. Belastingen en premies Staan onder druk vanwege de economische recessie. Voeg daarbij de energieprijsdaling. Goed voor de Nederlandse economie en plezierig voor de consument, maar het betekent tekorten voor de rijksoverheid door minder opbrengst van het gas. Derde element is de informele economie, het grijze circuit. Dat neemt toe." Eigenlijk zegt u dat het wel meevalt met de neerwaartse spiraal. Lubbers: 'Lijnen strakker aanhalen en knopen doorhakken. 12 februari 1982

Allemaal in de bijstand, lijkt kabinetbeleid door Frits van der Poel Allemaal naar de bijstand, ja. gezellig. Dat lijkt de filosofie van het kabinet te worden. Wat die , staatssecretaris van Sociale Zaken en nota bene afkomstig van het Christelijk. Nationaal Vakverbond, nu alle-, maal voorstelt is toch bijna niet te geloven. Hij wil niet alleen alle uitkeringen' krachtens de werkloosheidswet, de' wet werkloosheidsvoorziening en de wet arbeidsongeschiktheid (om de WW, de WWV en WAO maar eens voluit te noemen) verlagen, j alsof; je daar niet steeds hogere premies voor

338 betaalt; hij wil die uitkeringen ook korter laten duren. Zo snel mogelijk naar de bijstand, is het devies, r;- Wie gedacht heeft uit te kunnen zieken dank zij de WAO tot aan de AOW, heeft zich verkeken op de christendemocratie en zal zich spoedig moeten melden bij de sociale dienst van zijn of haar woon-of verblijfplaats. .v« ' : De bijstandsmoeders krijgen gezelschap, hetgeen een mevrouw in het programma "Kijk haar" verlokte tot de uitspraak: „Als er zoveel mannen In de bijstand komen, zullen we de strijd om de verhoging van de bijstand wel winnen." Mevrouw, vergeet het maar. Ook bijstandsmannen kunnen in een maatschappij, waarin de solidariteit niet bijster gedijt, geen vuist maken. En weet u wat het is mevrouw: er moet afstand geschapen worden tot het minimumloon, ontkoppeling heet dat, anders verdwijnt de prikkel tot werken. Ja heus, over die prikkel hebben ze het nog steeds, ook al nadert het werklozengetal de 1 miljoen. Allemaal mensen die de prikkel missen zeker. ; yp'i ■ . „We moeten wennen aan het geen werk hebben", zei Nijpels (WD) vorige week op zijn partijraad. Die jongen heeft nog nooit nagedacht, nadat hij zijn laatste stripboekje heeft dichtgeslagen. De leider van een regeringspartij: we kunnen er niks aan doen, we moeten er maar aan wennen. Je houdt het toch niet voor mogelijk. De Graaf doet er nog een schepje bovenop. In feite zegt hij: we moeten er maar aan wennen geen uitkering te hebben. Als hij zijn zin krijgt, levert zijn "operatie" een bezuiniging op van vier miljard. Dan kan de minister van Financiën weer mooi de vennootschapsbelasting verlagen. Ja.' die De Graaf, te licht bevonden om minister te blijven (dat is-ie even geweest In het derde kabinet Van Agt) mag hij zijn krachten wijden aan de afbraak van de sociale zekerheid. Hoe, dat doet er niet toe, als hij maar zijn miljarden inlevert. En zon man doet dat dan nog ook, bang anders standjes te krijgen van de minister van Financiën, Een naar voorbeeld van De Graafs blinde; bezuinigingsdrift is zijn voorstel om buitenlandse' werknemers van wie de kinderen' nog in het thuisland wonen, minder kinderbijslag te geven. Hoe kom je er op? . De argumentatie — want bij elke bezuiniging wordt wel een argument gevonden — is de volgende: de levensstandaard in landen als Marokko en Turkije is beduidend lager dan in Nederland, dus kunnen de kindertjes die daar zijn achtergebleven wel met minder kinderbijslag toe. De staatssecretaris van wat nog steeds heet "sociale zaken" heeft niet begrepen dat die buitenlandse werknemer wel hier onze hoge premies en belastingen betaalt en dus ook recht heeft op dezelfde vruchten. De staatssecretaris heeft ook niet begrepen dat de overheid zich niet heeft; te bemoeien met de plaats waar je je kinderen laat. De staatssecretaris • ziet ook niet dat deze kinderbijslag een mooie doeltreffende vorm van ontwikkelingshulp is en hij heeft er kennelijk niet bij stilgestaan wat het een vader, die in Nederland werkt, kost als hij bij voorbeeld twee keer per jaar zijn kinderen wil zien. De staatssecretaris heeft alleen maar begrepen dat hij zo weer een luttel bedrag kan aanbieden aan zijn baas, Ruding. Alstublieft meneer Ruding, jazeker meneer Ruding, ik zoek nog verder, meneer Ruding. De heer' Janmaat heeft het voorstel al toegejuicht. De sukkel heeft niet, eens door dat de maatregel tot de overkomst van nog meer lieve buitenlandse kindertjes kan leiden. God lof. Het CDA schijnt er bezwaar tegen te hebben. ■ :.;.,'.• :r- 3-tj:>v .;-■•,/; Waar zijn we toch mee bezig? Kinderbijslag van : buitenlandse werknemers afpakken, WAO- uitkeringen, WW-uitkeringen verlagen, enzovoorts, enzovoorts. -~"^ Ik begrijp nu pas dat Lubbers het echt meende toen hij na zijn bliksembezoek aan Londen zei: "Die Thatcher doet het nog zo slecht niet." Half maart gaat hij naar Washington. Hou je hart maar vast, als je weet wat Reagan in Amerika uitspookt. In het rijkste land van de wereld eten wel mensen uit vuilnisbakken. Wie weet zegt Lubbers na terugkomst op Schiphol: "Die Reagan doet het nog zo slecht niet." *'■ ; Ik weet één ding: Die Lubbers doet het nog zo best niet. 5 maart 1983

339

VICE-FRACTIEVOORZITTER VAN PvdA, WIM MEIJER: 'Wij houden rekening niet langdurige oppositie' door Frits van der Poel en Henk Brons „Er is natuurlijk geen zekerheid dat er niets gaat gebeuren met de coalitie, maar de PvdA houdt rekening met een langdurige oppositie. De VVD heeft zich voor deze kabinetsperiode vastgeklonken aan het CDA. En het CDA kan geen stap terug, houdt de club ook veel overtuigder overeind dan ten tijde van het kabinet Van Agt I." Wim Meijer, vice-voorzitter van de Partij van de Arbeid-fractie, rekent er niet op dat zijn partij weer snel in het Catshuis zal zitten. In een woensdag verschenen werkplan van de fractie wordt dit ook ronduit gezegd. Het plan zal in juni aan de Partijraad van de PvdA worden voorgelegd en is bedoeld om aanvaringen — zoals tijdens de formatie van 1977 — te voorkomen. „Het is natuurlijk een kwestie van inschatting. Dat het eerste kabinet Van Agt de rit zou uitzitten geloofde niemand. Dat had een zeer wankele parlementaire basis. De positie van het kabinet Lubbers verschilt daarvan hemelsbreed," aldus Meijer. „Deze keer kan het kabinet, met klein rechts mee, rekenen op negentig zetels. Dat maakt de reikwijdte van de oppositie geringer dan onder het kabinet Van Agt. En in de huidige verhouding is het moeilijker een tegenmacht te vormen." In het fractiewerkplan wordt geconstateerd dat het CDA verrechtst en dat niets er op wijst dat de VVD bezig is naar het midden door te stoten. De PvdA is dus in de hoek gedrukt, zit in een isolement? „Ja, maar of dat zal leiden tot een langdurig isolement is onzeker. Dat. hangt af van de vraag of we naar een echte tweedeling in de Nederlandse politiek gaan. Dat zie ik niet. Voor ons zijn CDA en VVD niet één pot nat. Het CDA lijkt wel gesloten als partij, maar' er zijn toch heel wat spanningen. Met het CNV, de vredesbeweging en de kesken. Hoe dat zal uitwerken is niet te voorspellen." Dus de PvdA blijft nog steeds haar kaarten op net CDA zetten? ■•■'•'•; ...;'. „Officieel hebben we geen voorkeur en sluiten we niemand uit. Maar samenwerking met het CDA is altijd nog makkelijker dan met de VVD. De VVD heeft niks waargemaakt van de beloof-1 de koers richting centrum. Maatregelen waarin de VVD geïnteresseerd is zijn: De bezuinigingen, het beschermen van de hoge inkomens, maatregelen voor huizenbezitters en het plaatsen van kernwapens. Ze accentueren dfe punten die de verschillen met de PvdA vergroten." Fractieleider Den Uyl zei tijdens de presentatie van het werkplan dat de VVD het kabinet wel eens zou kunnen opblazen, als de liberalen op flinke winst staan in de opinie-peilingen, j , „Natuurlijk is het zo dat de VVD zich bewust is dat ze doorstoot naar een groter deel van het electoraat. Elke partij wil dat op een gegeven moment verzilveren. En Nijpels wekt de indruk met een permanente campagne bezig te zijn. Toch kan ik geen moment noemen dat het in de Tweede Kamer èèn keer .moeilijk geweest is. Nog nooit zijn de regeringspartijen een bedreiging geweest voor het kabinet." Als u uitgaat van een niet kortstondige oppositie, bedoelt u dan langer dan èèn kabinetsperiode? . „Nee. De VVD handhaaft zich, het CDA brokkelt verder af. Nu weer drie zetels. Dat proces zie ik versneld doorzetten. Dat betekent dat, tenzij de WD beduidend gaat winnen van andere partijen dan het CDA, dit soort coalities straks niet meer kunnen. Het hangt er ook vanaf of de PvdA de groei van de laatste tijd kan vasthouden. En of D' 66 zijn rol weer opneemt en mensen gaat trekken die dit beleid niet willen en toch niet op de PvdA stemmen. Als de PvdA boven de 55 zetels komt, kan zij niet meer genegeerd worden. En wat dacht u van het psychologische effect als het CDA onder de 40 zetels zakt?" :. Ais u er vanuit gaat dat de PvdA lang in de oppositiebanken zal zitten, dan gaat u er ook vanuit dat de kernwapens gewoon geplaatst'zullen worden. De VVD zal immers nooit toestaan dat er niets gebeurt. ,V „Als het' CDA meewerkt aan plaatsing, zullen de barsten niet meer te helen zijn. Maar ik ben bang dat ze de voorbereidingen rekken en daarmee een plaatsingsbesluit tof eind 1985 zullen ontlopen." In het werkplan staat: „Pas als de oppositie aantoont over een betere aanpak te beschikken is harde kritiek op het regeringsbeleid geoorloofd." Heeft de PvdA die betere plannen wel in huisi fis- . ■ \ï „Sommige zaken liggen heel duidelijk. Bijvoorbeeld hoe het kabinet de lasten verdeelt. Dat vinden we heel oneerlijk en we komen ook met plannen hoe dit beter kan* Ook op het terrein van de kernwapens bestrijden we met kracht van argumenten dit kabinet." ' Maar zijn er ook alternatieven voor het bezuinigingsbeleid van dit kabinet? „Bij andere onderwerpen . ligt ; het inderdaad veel j ingewikkelder. Je kunt niet roepen: wij lossen de werkloosheid wel even op.

340

Of: wij handhaven de sociale zekerheid zonder problemen. Onze alternatieven moeten te realiseren zijn. in dezelfde belabberde economische omstandigheden als waarin het kabinet moet opereren. Ze moeten geloofwaardig zijn. Bezuinigingen zijn nodig, ook in onze opvatting over herstel." Waar? „Onder meer in het stelsel van sociale zekerheid. Als je een forse herverdeling van arbeid bepleit met inlevering van loon, werkt dat door naar de ambtenaren en de uitkeringen. En als het gaat werken, zullen er.ook minder mensen een beroep op' een uitkering hoeven te doen. En we hebben in het verleden al gepleit voor het korten op de kinderbijslag van hoge inkomens en het beperken van hoge uitkeringen." Maar daarmee haalt u de grote klappen natuurlijk niet binnen. „De PvdA-fractie zal moeten blijven nadenken over dit soort bezuinigingsvoorstellen. Die moeten we blijven ontwikkelen. Al mag je best tactische overwegingen mee laten spelen. De oppositie hoeft niet voorop te lopen, op de' stoel van de regering te gaan zitten." . Komt de fractie met een alternatieve Voorjaarsnota tijdens de debatten over de plannen van de regering? „Nee, we zullen wel duidelijk aangeven welke maatregelen we wel en niet steunen. De verlaging van de uitkeringen per 1 oktober is voor ons niet aanvaardbaar. Het uitkleden van de Volkshuisvesting ' zullen we ook bestrijden..." ■ ■■■ ."■■-• En welke bezuinigingen zet de PvdA hier tegenover? Ook de socialisten vinden dat het financieringstekort niet mag blijven oplopen. '":.'' '-'AS.-;■:'■-: ;C':> '. „Als de Voorjaarsnota leidt tot 15.000 extra werklozen, kost dat honderden miljoenen meer aan uitkeringen. Het tekort blijft dus toch toenemen.',"''' Een beleid van eenzijdige bezuinigingen brengt het financieringstekort - niet. terug. Voordat dat lukt heb je je allang kapot bezuinigd. Op een of andere manier zul je het herstel van de economie moeten stimuleren, an: ders krijg je de zaak nooit in de hand. Ook op dit punt heeft de PvdA drie weken geleden voorstellen gepresenteerd.". Wim Meijer: ,Nijpels wekt de indruk met een permanente campagne bezig te zijn. 21 april 1983

Nijpels benoemt vriendin FOCUS OP DEN HAAG OP FOCUS In de VVD-burelen van het, Binnenhof heerst nogal wat ongenoegen over het personeelsbeleid van fractieleider Ed Nijpels. Hem wordt zelfs nepotisme verweten. Nijpels heeft namelijk zijn nieuwste vriendin, de van D' 66 afkomstige mr. Ingrid Pieterse, een baantje gegeven op kosten van het fractiesecretariaat. ■ Dat zit zo. Kamerleden hebben doorgaans een zogenoemde 'bikker' (bik betekent: bijstand individueel kamerlid). Die bikkers zijn meestal studenten die voor een laag bedrag, dat het kamerlid zelf betaalt, een paar dagen in de week hand- en spandiensten verrichten voor de politicus. -, i .'. Toen Nijpels nog gewoon kamerlid was, had ook hij zon bikker, zij het niet op het Binnenhof, maar thuis in Bergen op Zoom waar zij zijn archief bijhield. Toen Nijpels fractieleider werd na het vertrek van Wiegel, vroeg hij zijn bikker naar Den Haag te komen, maar daar had deze geen zin in. Bovendienmerkte Nijpels al spoedig dat hij in Den Haag als fractieleider wel kon steunen op het fractiesecretariaat. ■ Onlangs vroeg hij zijn vriendin voor hem in Bergen op Zoom het archief bij te houden, maar dan niet als bikker," maar via de loonlijst van het fractiesecretariaat. , Dat kon des te gemakkelij.ker, omdat hij eerst de secretaresse van Wiegel op een zijspoor had gezet. Inderdaad een* staaltje van nepotisme. Van Agt Het is dan zover. Van Agt naar Brabant als commissaris van de koningin. I Gekozen als lid van de Tweede Kamer, als lijsttrekker nog wel. van het CDA en binnen het jaar al weg. Er was nog even het gerucht dat hij liever Gelderland had, omdat hij dan in zijn huis op de Heilige Landstichting zou kunnen blijven wonen. Dat gerucht drong zelfs door tot het CDAbestuur, waar Bukman uitriep: „Niks ervan. En wij Brabant zeker weggeven aan de WD?" „Ach," vertelde' een CDAer, „Van Agt zal zelf dat gerucht wel de wereld in geholpen hebben en het Algemeen ; Dagblad is stom genoeg om het te verspreiden. Je weet hoe hij is. Hij wil geroepen worden door Brabant." Maar Brabant riep niet om Van Agt. Ze hadden daar liever een commissaris die het ambt niet ziet als een rustplaats na gedane vermoeiende arbeid in Den Haag. Brabant krijgt hem wel, opgedrongen. : Koningin geen kaasmeisje

341

In het boek "Tussen droom en daad" van Joris Backer (interviews met D'66-bewindslieden) komt ook de ex-staatssecretaris van exportbevordering, Wim Dik, aan het woord. Een stuk over Holland Promotion ' en Hollandse kneuterigheid willen wij u niet onthouden. „We hebben een reis naar dé Verenigde Staten moeten organiseren, waarbij het van belang was dat je in het kielzog van de koningin voer. De koningin riep af en toe: „Ik ben geen kaasmeisje." >'•',''•■,": Ik heb het de koningin zo uitgelegd. Ik heb gezegd: als je als marketer een goed item hebt om je verkoop te ondersteunen dan is het allerstomste wat je kunt doen dat item kapot.maken. Het is dus van belang voor de verkopers zelf dat het instituut majesteit volstrekt onaangetast blijft. Dus u hoeft niet bang te zijn dat u als kaasmeisje wordt gebruikt, want daar heeft niemand belang bij.' Dus de koningin gaat naar Amerika en het bedrijfsleven en B.Z. varen

CDA en VVD bekvechten om 't hardst (Van onze parlements redactie) DEN HAAG — Het al maanden woedend ongenoegen tussen de fracties van CDA en WD is dinsdag tijdens het debat over de Voorjaarsnota in volle omvang naar buiten gekomen. In ellenlange interruptiedebatten vlogen de verwijten over en weer en liepen de gemoederen hoog pp. Het . gekrakeel begon toen CDA-fractieleider De Vries zijn WD-collega Nijpels verweet dat het eerste half jaar van het kabinet Lubbers niet geheel vlekkeloos is verlopen. „Vanwege de permanente verkiezingscampagne die de WD voert. Die campagne munt niet uit door realiteitszin en samenhang. De fractie van de WD komt aan j de lopende band. met voorstellen die haaks staan op de beperking van de lastendruk en de terugdringing van het financieringstekort. Twee doelstellingen die altijd het handelsmerk van de VVD zijn geweest." Nijpels vroeg op hoge toon om voorbeelden en vervolgens ontspon zich een langdurig welles-nietes-spelletje, waarbij alle frustraties breed werden uitgemeten. Haarkloverij over

342 bezuinigingen, uitkeringen, de AOW, de juiste uitleg van het regeerakkoord; alle (vermeende) spaken die door christen-democraten en liberalen de afgelopen maanden in de wielen van het kabinet zouden zijn gestoken, passeerden de revue. Van achter de regeringstafel zag premier Lubbers zijn "steunpilaren" met gemengde gevoelens bekvechten. En oppositieleider Den Uyl raakte er met hulp van partijgenoten van doordrongen dat een gang naar de interruptiemicrofoon weinig zinvol was. 18 mei 1983

Ed Nijpels dol op spoortreintjes DEVENTER — VVD-leider Ed Nijpels heeft gisteren als verwoed verzamelaar van oude - speelgoedtreinen, het speelgoed- en blikmuseum in Deventer geopend. Als eerste bezoeker mocht hij uitge- -. breid zijn hobby botvieren op de treinentafel waar antiekeen moderne treintjes rijden. Het museum in de Deventer binnenstad, een samenvoeging van het museum "De Drie Waringen" en het Museum voor Mechanisch Speelgoed, heeft onder meer miniatuurkamertjes, poppenhuizen, buiten- speelgoed, tot in details nagebouwde kermisattracties, constructiespeelgoed, kinderboeken en prenten, maar toont ook het interieur van kinderkamers in vroeger tijden, vliegtuigmodellen, stoommachines en auto's met veermechaniek. Het museum met de grootste openbare collectie speelgoed van ons land heeft dankzij bijdragen van het bedrijf Thomassen, Drijver Verblifa ook een overzicht kunnen samenstellen van door de tijden heen geproduceerd blik. Dat loopt vanaf de achttiende eeuw toen blik voor 't eerst (voor de sier) werd gebruikt. Keizer Napoleon bepaalde later dat blik ook mocht worden toegepast voor het conserveren van levensmiddelen. 21 juni 1983

Nijpels: Aanvallen CDA 'onverstandig' SCHIPHOL —De aanvallen van bepaalde CDA-politlci op de VVD zijn onverstandig', meent,, VVD-fractieleider Ed Nijpels. Bij terugkeer op Schiphol na zijn huwelijksreis zei hij gisteren dat het hoog 'tijd wordt te stop- V pen met dit soort verhalen van de regeringspartner, zeker nu er maatregelen 'met een schrikeffect' op komst zijn. De soms tegenstijdige uitspraken van CDA-zijde duiden volgens Nijpels op onenigheid binnen die partij over de strategie tegenover de VVD. Het CDA moet wennen aan de nieuwe positie van de VVD, aldus. Nijpels. 'We blijven zo opereren. In een coalitie worden ;-,'-. compromissen gesloten, maar we zullen niet verhullen wat we eigenlijk •■■■■• wilden. De kiezers verdienen dat soort duidelijkheid.' Lubbers' uitlating dat Nijpels voor het huidige kabinet een risicofactor vormt, vindt de VVD- leider niet erg. De vraag waarop Lubbers het gewraakte antwoord gaf was volgens hem 'vaag' en bovendien is Lubbers behalve premier ook nog partijman. Taiwan Nijpels, die tijdens zijn reis onder meer een week in ; Taiwan was, vindt dat Nederland moet ingaan op eventuele nieuwe orders uit dat land. Het gaat daarbij . om één of meer onderzeeërs en andere marinevaartui- gen. Politieke be- *n letsels zullen vol- g gens de VVD-leider« ondergeschikt 5J moeten worden ge-'- maakt aan de grote economische voor- ■■*» delen die er voor 7i Nederland aan zit- JJ ten. . .: U. Nijpels was in Tai- Jj wan op uitnodiging * van de regering , *J daar en heeft er « gesproken met ver-£ schillende mensen » uit de regering en JJ met Nederlandse «■ zakenlieden op het * eiland. Van span- -« ning tussen en communistisch »• China, wat het te argument tegen =* wapenleveranties 2 is, is volgens hem jjj geen sprake. Samen met zijn vrouw keerde Ed Nijpels gisteren op Schiphol terug. 10 augustus 1983

Bukman: ingreep kàn DEN HAAG — CDA-voorzitter drs. Piet Bukman vindt dat het kabinet de komende weken - ondanks de tegenwerking van de VVD - maatregelen moet nemen om te zorgen dat de hoge

343 inkomens in 1984 meer inleveren dan de lagere. "Er ligt een duidelijke motie van CDA en WD," aldus Bukman. "Die kan het kabinet niet zomaar opzij schuiven. Een eerlijke lastenverdeling is voor het CDA een ontzettend hard punt." In een vraaggesprek met Het Vrije Volk pleit de CDA-voorzitter verder voor een loonmaatregel als er een te groot 'gat' komt tussen inkomens in het bedrijfsleven, ambtenarensalarissen en uitkeringen. Bukman: "Ik.vind dat het kabinet wel erg boud is geweest met de uitspraak: nooit een looningreep. Het kan best eens nodig zijn." Bukman waarschuwt ook dat de WD niet door moet gaan met pogingen via de publiciteit van het CDA kiezers te winnen. ■■•-.■• pEN HAAG — „Een Kameruitspraak die zo krachtig is, kan door de vice-premier niet zomaar afgedaan worden met de mededeling: Het spijt me, het lukt niet. Inkomensplaatjes zijn altijd recht te maken. Het is alleen de vraag of je ook een eerlijke inkomensverdeling wilt. Maar als de politieke wil er is, dan kan het." CDA-voorzitter drs. Piet Bukman reageert fel op de uitspraak van vice-premier Van Aardenne (WD) dat het onmogelijk is te .zorgen dat de zwaarste lasten volgend jaar op de sterkste schouders terecht komen. En het kabinet, dat volgende wee.k in het kadervan de begroting 1984 over koopkrachtoffers gaat praten, kan er maar beter rekening mee houden dat dit voor het CDA „een ontzettend wezenlijk punt" is. Bukman: „De wil iets aan een verdeling van inkomens te doen zal bij de WD geringer zijn dan bij het CDA. Maar er ligt een duidelijke motie van de fractieleiders De Vries en Nijpels, aangenomen tijdens het debat over de Voorjaarsnota. Die kan het kabinet niet zomaar opzij zetten. Het mag niet nog een keer zoals dit jaar. ".'.''; Je kunt altijd de inflatiecorrectie (het aanpassen van de belastingtarieven aan de gestegen prijzen, red.) afschaffen. Het invoeren van een solidariteitsheffing, waardoor hogere inkomens méér inleveren, behoort tot de mogelijkheden. En via verschuivingen tussen verschillende belastingen zijn zaken recht te trekken. Het is een kwestie van rechtvaardigheid, dat de zwaarste lasten op de sterkste schouders terecht komen." Getroffen Nijpels heeft die motie wel ondertekend. Maar hij roept nu al dat niet het onmogelijke van het kabinet verlangd mag warden. Op zn best vindt hij dat iedereen evenveel moet inleveren. Bukman: „Dat ben ik dan niet met hem eens. Ik schaar mij achter CDA-fractieleider De Vries, die eist dat hogere inkomens meer bijdragen dan lagere." Na het doorbreken van de koppeling tussen lonen en uitkeringen, heeft het CDA een 'hard punt' gemaakt van de gelijke behandeling van ambtenaren en uitkeringstrekkers. Daar komt, gezien de plannen van het kabinet, niet zoveel van terecht. Volgend jaar misschien nog een beetje, maar in de jaren daarna zeker niet meer. Bukman: „Nee hoor, dat blijft overeind. Ambtenaren en uitkeringstrekkers worden gelijk getroffen door de korting van drie percent per 1 januari aanstaande." '■$ Maar door de herziening van het stelsel van sociale zekerheid gaan groepen uitkeringstrekkers er toch veel meer op achteruit? Bukman: „Ja, door de stelselherziening ontstaan flinke verschillen, maar die mag je niet mee tellen. Dat laat de gelijke behandeling bij algemene kortingsmaatregelen onverlet. En we zullen er alles aan doen om te zorgen dat dat zo blijft." Bukman is er niet gerust op dat het bedrijfsleven de matiging in de collectieve sector voldoende zal volgen. „We zullen de particuliere sector er van moeten overtuigen dat ze de overheid moeten volgen. Tot op heden is dat aardig gelukt, maar de weerstanden lijken toe te nemen." Looningreep „Als dat niet meer lukt, beland je bij het hoofdstuk looningrepen. Ik ben daar zeker geen voorstander van, maar het zou wel eens onontkoombaar kunnen zijn. De inkomens die van de overheid afhankelijk zijn en de lonen in het bedrijfsleven moeten zich in grote lijnen gelijk . ontwikkelen. Als het 'gat' te groot wordt, kun je niet om een loonmaatregel heen.' Het kabinet is naar mijn gevoel erg boud geweest met de uitspraak: loonmaatregel, aan me nooit niet. Het kan best eens nodig zijn. De komende jaren zal de vraag ieder half jaar nadrukkelijk op tafel komen." En hij voegt er aan toe: „Een looningreep kan niet alleen nuttig zijn voor een parallelle inkomensontwikkeling, maar ook voor een eerlijker inkomensverdeling."

344

Bij een toenemend aantal CDA-fractieleden, niet alleen bij de erkende dwarsliggers, bestaat de vrees dat het CDA haar sociale gezicht aan het verliezen is. De slechte resultaten in de opiniepeilingen zouden dit nog eens onderstrepen. ! ,'.:-;>■;...•••; Bukman: „Wat we willen, kan niet meer. We moeten wel zaken terug draaien. Het is onmogelijk een sociaal gezicht te trekken zoals we dat de afgelopen twintig jaar hebben gedaan, telkens iets meer en iets beter. Naar mijn mening zijn de harde maatregelen van dit moment niet on-sociaal, want we zijn bezig de fundamenten te redden." Compromissen „Maar enfin, dat zo zijnde moet je héél, héél goed letten op de gevolgen voor de inkomens, "t Is een kwestie van rechtvaardigheid — en niets anders — de sterkste. schouders de zwaarste lasten te laten dragen. Daarom pleiten wij voor het extra belasten van dubbele en hoge inkomens. Onze coalitiepartner kijkt daar wat anders tegenaan en we zullen dus compromissen moeten sluiten. Een vereiste is dat de visie van het CDA daar wel herkenbaar in blijft." En na een korte pauze: "Ons bestaansrecht hangt inderdaad nauw samen met ons sociale gezicht. Dat merk ik tijdens werkbezoeken in het land heel goed; hoe zwaar dat ligt in de partij. Maar dat betekent natuurlijk niet dat je meer moet doen dan je kunt, of minder moet terugdraaien dan noodzakelijk is." Zomerruzie "Ach ja, die zomerruzie," bagatelliseert Bukman als de toenemende spanningen in de coalitie van CDA en WD ter sprake komen. "Dat moeten we niet j dramatiseren; terugbrengen tot de juiste proporties. Politieke stromingen houden nu eenmaal niet op door ze in een coalitie onder te brengen. De regeringsfracties zullen - dat is hun natuurlijke rol - pogen dingen in de geest van hun eigen program bij te buigen. De spanning die dat veroorzaakt is logisch." Zelf heeft u VVD-voorman Nijpels al eens een specialist hol Ie waaien genoemd. Dat is toch niet direct een liefdesverklaring. Bukman: "Een coalitie 'is geen liefdesverhouding, maar een zakelijk-politieke overeenkomst ' tussen " partijen. De WD-fractie gooit bij monde van de voorzitter Tegelmatig dingen in de publiciteit, trekt daarmee de aandacht en gaat vervolgens soepel door de bocht. (...) Maar zijn er de laatste maanden dingen geweest?" vraagt Bukman. K De afgelopen maanden was Nijpels 5 met vakantie, herinnert de verslaggever. En toen hij terug kwam riep hij meteen dat we meer spullen aan Taiwan zouden moeten leveren. ■■ "Oh' ja. Vanuit de regering zal hij erop gewezen moeten worden dat dit niet de lijn is van onze buitenlandse politiek." Dat is tenminste een wens die premier Lubbers met voorbeeldige snelheid heeft gehonoreerd. Oppositie Het Kamerlid Steef Weijers heeft de verhoudingen in de coalitie bar slecht genoemd. Hij vindt het een bloedeloze club en verlangt zelf naar de voor het CDA unieke oppositiebankjes. Dat moet u als voorzitter toch te denken geven? :■ .;,'.;,, Bukman: "Een partijvoorzitter schrikt niet zo snel, maar ik neem het wel serieus hoor. Weijers kan niet gedoeld hebben op de verhoudingen in het kabinet, want die zijn prima. Maar tussen de fracties: bar slecht.' bloedeloos? Dingen moeten in rap tempo op vrij forse, wijze worden rechtgezet. Dat maakt een zakelijke, technocratische indruk; dat wel. (...) In ieder geval verlang ik niet naar een oppositierol." En hij verzucht: "Ach,1" het politieke bedrijf hangt j van uitspraken, en opgeblazen zaken aan elkaar." v;. Vlce-fractlevoorzltter Eversdijk noemt de VVD lawaaierig en zelfbewust, vaak op het arrogante af. Nijpels reactie was: "Het CDA moet niet zeuren. De VVD is, nu : eenmaal groot. En ik ben niet van plan mijn stijl van politiek bedrijven te veranderen." Ijzersterk Een groot aantal fractieleden baalt er van dat er alleen maar I 'invuloefeningen' ■ gemaakt mogen worden voor Lubbers. Terwijl de leider van de VVD in de Kamer zit en volop kan scoren. Bukman: "Dat geloof ik niet. De speelruimte van goede regeringspartijen is altijd klein. Je zet je poot onder een regeerakkoord van vele tientallen pagina's. Daarmee is het kader aangegeven. Regeringsfractie zijn, betekent een steunende rol vervullen. Weinig

345 spectaculair; maar wel nodig en nuttig. f, Ook het feit ' dat we een ijzersterke premier hebben, als leider van eerf zeer hecht kabinet, beperkt de speelruimte van de fractie. Als het kabinet vechtend over het Binnenhof rolt, valt er meer bij te stellen. Maar een hecht kabinet is in deze tijd prioriteit nummer één. Dat vergt enige aanpassing van de mensen in het parlement. Nou, dat is dan zo." Piet Bukman. 'Ik verlang niet naar s een oppositierol.' 13 augustus 1983

DE POLITIEKE AANVARINGEN VAn ED NIJPELS Reis naar Washington leek soms wel een klucht (Van onze verslaggever RIJK TIMMER ï WASHINGTON — Er gebeuren gekke dingen als de politieke leiders van een klein land zich in de grote wereld storten. Neem de reis van de Nederlandse parlementaire delegatie naar Washington, Waar de problemen rond de kruisraketten werden besproken. Er werd veel en lang gesproken, en ook heel serieus, maar er ging ook verschrikkelijk veel fout. De problemen met de kruisraketten mogen een drama zijn, de reis van de fractieleiders Den Uyl, De Vries en Nijpels had vaak veel weg van een klucht. Het PvdA-Kamerlid , die als voorzitter van de ' vaste kamercommissie voor Buitenlandse Zaken de delegatie leidde, sprak van een fact-finding-mission: een reis om zoveel mogelijk informatie te verzamelen. In wezen werd het een staaltje krachtpatsen van de jonge liberale leider Ed Nijpels, die de trip leek te benutten om CDA-fractieleider Bert de Vries het leven zo zuur mogelijk-te maken. Als het om de kernwapens gaat kan Nijpels nog wel wat rechtse kiezers van het CDA aftroggelen, nietwaar? De reis viel al voor de helft in het water nog voordat hij was begonnen, min of meer door toedoen van dezelfde Nijpels. Nadat bekend werd dat de Russen een Zuidkoreaans verkiezingsvliegtuig hadden neergeschoten riep Nijpels geheel voor zijn beurt dat hij er weinig voor voelde om onder deze omstandigheden naar Moskou te gaan, zoals de be-. doeling was. Hij zette Den Uyl en De Vries daarmee voor het blok. Die wilden namelijk mét 'de WD bepraten hoe de delegatie moest reageren op het incident. Na een weekeinde vol vergaderen werden de heren het eens over uitstel van het bezoek aan Moskou. Na het beëindigen van de bezoeken aan Washington en Bonn zou er alsnog beslist worden over Moskou. De Kamerdelegatie op Schiphol. Voorop delegatieleider Ter, Beek met- naast hem het CDA- Kamerlid De Boer. Links achter ; de fractieleiders Den Uyl, De Vries en Nijpels. Geheel links Liesbeth den Uyl, die haar man komt ophalen. Gedoe In Washington doorkruist Nijpels die afspraak. Via het grootste ochtendblad van Nederland laat hij de natie weten helemaal niet meer naar Moskou te willen. In het hotel waar de delegatieleden logeren leidt dat bericht tot een openlijke ruzie tussen De Vries en Nijpels. De CDA-fractievoorzitter roept zijn coalitiegenoot toe dat hij "dat gedoe zat" is, waarop Nijpels • terugroept: "Dat moet jij zeggen. In de Kamer heeft die Couprie van jou zojuist de contourennota onderuit gehaald." Nijpels gaat die ochtend maar niet mee naar de in Washington geplande besprekingen. Hij stelt een verklaring op voor de pers, waaruit moet blijken dat zijn woorden niet goed zijn weergegeven in De Telegraaf. Hij wenst af te zien van de reis naar Moskou zolang de boycot van verkeersvliegers tegen de Sovjet-Unie van kracht is. 's Middags zit hij weer in het minibusje waarmee de delegatieleden in Washington worden vervoerd. Hij vertelt zijn collega's dat hij contact heeft gehad met Den Haag en dat in Nederland het volgende beeld is ontstaan van de reis. PvdA en WD hebben een duidelijk standpunt, maar het CDA blijft maar vaag over de kernwapens, ook in Washington. Ter Beek en Den Uyl maken wat grappen om te voorkomen dat het busje uit zijn voegen barst. Ed Nijpels aan het werk. De portier van discotheek "Déja Vu" in Washington gelooft het over tien jaar nog niet, als hij het al te horen zou krijgen. Daags tevoren heeft die portier Nijpels de toegang tot zijn zaak ontzegd, omdat hij hem te jong voorkwam. In de Verenigde Staten moet je 21 zijn om je in alcoholhoudende avonturen te mogen storten.

346

De ten onrechte voor onvolwassen versleten -WD.-er slaagt er na enig heen en weer praten toch nog in toegang te krijgen tot de discotheek. De volgende dag is hem dat aan te zien. Slaap is het laatste wat de delegatieleden kunnen missen tijdens hun' drukke programma in Washington, waarbij Nijpels zich zeker niet onbetuigd laat. Onbewaakt Vergeten zijn de begindagen van zijn fractieleiderschap, waarin hij op een onbewaakt moment riep dat er ook binnen de WD mensen zijn die moeite hebben met de plaatsing van kruisraketten in Nederland. Nijpels is er nu wel achter dat zulks in het geheel niet het geval is. Zijn taak is het om in Washington die mensen te vertegenwoordigen, voor wie het vanzelfsprekend is dat de raketten er komen. "Gesteld natuurlijk dat de onderhande- lingen in Genève niets opleveren." ..' '<}fj: ;f ..:■•'.'• Na twee dagen van besprekingen verklaart hij tegenover de pers en in aanwezigheid van Bert de Vries het Nederlandse voorbehoud op de plaatsing van raketten morsdood. "De WD heeft er nooit in geloofd", zegt hij, terwijl De Vries ineenkrimpt. Premier Lubbers heeft toch namens de gehele regering gezegd dat het voorbehoud een rol moet spelen in de onderhandelingen in Genève? "Mijn conclusie is dat het voorbehoud niet gewerkt heeft in de onderhandelingen," zegt Nijpels. Voor het begin van de reis naar Washinton bekent Nijpels dat dit zijn tweede buitenlandse reis wordt als politicus. "Ik ben recordhouder in de fractie," zegt hij, "want een beetje Kamerlid maakt vijf buitenlandse reizen per jaar.", Zijn vorige reis was een gecombineerde huwelijks- en zakenreis naar Taiwan en ook in Washington voelt de WD-er zich als een vis in het water. Voor alle gesprekspartners in Washington heeft hij eigenlijk maar één belangrijke vraag op zak, die dan ook in elk gesprek terugkeert: wat gebeurt er als bepaalde landen in West- Europa weigeren raketten te plaatsen? Onnodig te zeggen dat de vertegenwoordigers van de Amerikaanse regering een somber beeld schetsen in antwoord op die vraag. Het steeds weer opduiken van de vraag van Nijpels wordt PvdA-leider Joop den Uyl op een gegeven moment teveel. In één van de gesprekken maait hij de WD-er het gras voor de voeten weg en stelt hij zelf maar die vraag. Nijpels doet er vervolgens het zwijgen toe. Delegatieleider Relus ' ter Beek komt in aanvaring met Nijpels op een persconferentie ha r afloop van de eerste gesprekken. De WD-leider plaatst dan in het openbaar vraagtekens bij de samenvatting die Ter Beek geeft. De delegatieleider benadrukt volgens Nijpels onvoldoende hoezeer de Amerikanen hebben gewaarschuwd voor de negatieve gevolgen van de Nederlands nee tegen de raketten. Ter Beek laat weten dat hij zo niet meer wenst te werken. Hij verzorgt de samenvatting en de politieke kanttekeningen van de fractieleiders komen pas later aan de beurt. Groenland . Nijpels heeft ook een kat bij zich voor de niet eens in Washinton vertegenwoordigde fractie van D' 66. Na afloop van enkele besprekingen vragen journalisten hem of in Washington de motie-Engwirda nog aan de orde is geweest. Dat is een uitspraak van de Tweede Kamer, die zegt dat de Britse en Franse kernwapens betrokken moeten worden bij de onderhandelingen in Genève. "Ze denken hier toch dat Engwirda de hoofdstad is van Groenland," zegt Nijpels. Deri Uyl concludeert na een gesprek met de tweede man op Buitenlandse Zaken! in Wash-, ington, Kenneth Dam, dat men zich in de Amerikaanse hoofdstad niet teveel verdiept in de Europese problemen. De onderminister blijkt namelijk niet te weten dat Nederland een voorbehoud heeft gemaakt op de plaatsing van raketten in eigen land. Deze opmerkingen en de vele publiciteit rond het geruzie in de delegatie alarmeren het thuisfront, 's Nachts rinkelen de telefoons in de hotelkamers van de heren. Gas terugnemen luidt de boodschap. De interventie brengt Relus ter Beek in en lastig parket, dat met politiek hoegenaamd niets van doen heeft. Hij krijgt een telefoontje van'de secretaris buitenland van de PvdA, Maarten van Traa, op het moment dat hij naar bed wil gaan. Slechts gekleed in onderbroek staat hij Van Traa te woord, die ook nog even met .Den Uyl wil spreken. . '- „Joop zit in de kamer hier tegenover," zegt Ter Beek. „Ik roep hem wel even." Hij sprint in slip de gang over en laat in de haast de deur van zijn eigen kamer achter zich in het slot vallen. De sleutel ligt uiteraard binnen. Ter Beek denkt er nog gunstig af te komen, omdat de deur van

347

Den Uyl's hotelkamer openstaat. Hij stuift naar binnen,' om te ontdekken dat zijn fractieleider is vertrokken en met de hem immer toegedichte slordigheid de deur eenvoudig heeft laten openstaan. Via de telefoon in de kamer van Den Uyl moet hij het hotelpersoneel bellen, dat het vrijwel ontklede Kamerlid weer zijn eigen kamer in helpt. Van Traa, heeft dan al opgehangen. Niet-gemist Het allergekste incident van de reis doet zich voor op de terugreis vanuit Washington. Het vliegtuig komt met vertraging aan in New Vork, waar de heren het toestel naar Amsterdam missen. Den Uyl begrijpt daar niets van. Het vliegtuig zou om zeven uur 's avonds vertrekken en de delegatie meldt zich om vijf voor zeven bij de KLM-balie. Dan heb je het toestel dus niet gemist, redeneert hij. Jawel, zegt het grondpersoneel, want u moet nog inchecken en dat duurt langer dan vijf minuten. „Dan wordt er niet i ingecheckt", beslist Den Uyl, en zet met een wapperende ticket in de hand een sprint in, richting vliegtuig. De hele meute rent achter hem aan en wordt gestopt bij de laatste controle voor het vliegtuig, want er is immers niet ingecheckt. Beschaving Later blijkt dat de KLM, zelfs met de beste wil van de wereld, de delegatie niet had kunnen toelaten in het vliegtuig." Geheel volgens de regels waren de overgebleven stoelen in het vliegtuig bezet met passagiers, die zich een half uur voor de start hadden gemeld. Bij de afsluiting van het bezoek' aan Washington tracht delegatieleider Ter . Beek de spanningen rond de reis wat in te dammen. Hij zegt: „Wanneer men zou willen filosoferen over het belang van dit bezoek en het belang datde Amerikanen eraan hechten, zou ik erop willen wijzen dat, de delegatie op hoog niveau is ontvangen, bij de smaakmakers van de regering hier." . >,"■ '~ Nijpels doet ook een duit in het-zakje. Walter Mondale, de vroegere vice-president en nu presidentskandidaat; van de Democraten, heeft tegen de delegatie gezegd: een land dat een parlementaire delegatie kan afvaardigen die politiek zo verschillend is samengesteld, moet wel de hoogste vorm van beschaving hebben j bereikt. Een journalist barst spontaan in bulderend gelaöh uit. „Mondale heeft jullie de afgelopen dagen duidelijk niet' aan het werk gezien," roept hij. 21 september 1983

CDA IS GEEN HAAR BETER DAN VVD door Frits van der Poel iDe Vries en Nijpels, u weet wel, die kale van het CDA en die lange losbol van de WD, mogen dan vechtend over.de internationale vliegvelden rollen, over de Miljoenennota zijn ze het aardig eens. De onrechtvaardigheden die tegelijk met het militair vertoon van Prinsjesdag over ons zijn uitgestort, zijn voor De Vries "de voorboden van een prille' lente" en voor Nijpels zelfs "een historisch keerpunt". (Het gebruik van het woord "keerpunt" vind ik wel een aardige vondst van Edje. Zo heette tenslotte het programma waarmee de PvdA het "eerste" kabinet-Den Uyl instapte). : "*.'., Ze vinden ook alletwee dat het bezuinigingsbeleid enkele jaren moet voortduren om succes te .hebben. (Welk succes, vraag ik me af: het financieringstekort omlaag en de werkloosheid omhoog?). Geen wisseling van partners dus, geen kabinetscrisis; "verander nooit een winnend team". Een hechte coalitie. Het "wij houden-elkaar-vast", hetgeen dan niet klopt*met de beelden van het snoepreisje, ofschoon je elkaar natuurlijk ook vasthoudt als je vechtend over een vliegveld rolt. Het besluit tot plaatsing van Amerikaanse kruisraketten kan inderdaad de prille lente woren voor links of het historisch keerpunt van Nijpels, maar de rest niet. Er is wel gezegd en geschreven dat deze Miljoenennota een WD-begroting was, overgoten met een CDA-saus in de Troonrede. Ik ben het daar niet mee eens. De heer Lubbers zit niet in het verkeer.de kabinet, zoals Den Uyl in zijn hang naar een coalitie met het CDA suggereert. De uitkeringstrekkers worden gepakt, gekort, gesnoeid, door een CDA-minister en een CDA-staatssecretaris met de zegen van Lubbers.

348

De ambtenaren worden,gediscrimineerd ten opzichte van werknemers in het bedrijfsleven door een WD-minister, maar wel één die een duidelijke opdracht had van de CDAminister van •. ■ Financiën. Schoolgeld wordt ingevoerd door een CDA-minister. De meeste trendvolgers worden gepakt door een CDA-minister van WVC. Saus Zeker, de Troonrede is een saus uit de CDA-keuken. Ik citeer één zin: "Het gevoel van onzekerheid en gebrek aan geborgenheid, en soms het gevoel van stuurloosheid zijn zeker niet alleen te wijten aan de economische teruggang. Daarom is het zo belangrijk het weefsel van de samenleving, van gezin tot wijk, van eigen vereniging tot rijk geschakeerde media, waarmee men zich verwant kan weten, waar men zich thuis voelt". Zon zin kan alleen maar een CDA-er verzinnen en liefst nog één met een "positieve grondhouding" tegenover zijn eigen wijk, het Rotterdamse Kralingen. Maar om dan de rest' maar tot .WD-beleid te verklaren waaraan dat arme CDA concessies moest doen om het land regeerbaar te houden, is hypocriete onzin. S - ; Nijpels mocht de inflatiecorrectie houden,-die zijn tegenspeler Van Aardenne zelf. al had weggegeven, en Nijpels moest daarvoor in de plaats wel de verhoging van de, inkomstenbelasting , accepteren. Dat is toch nooit een VVD-actiepunt geweest. Remmend Wellicht had hij liever de uitkeringen nog meer dan met 3,5% gekort en heeft het CDA daarop remmend gewerkt, maar dat is dan ook alles wat van enig christelijk sociaal gevoel is overgebleven. Het CDA, is in hoge mate verantwoordelijk, de meerderr heid in het kabinet notabene, voor wat er nu gebeurt. De Vries, fractieleider van het CDA, ontkent dat trouwens niet. Hij heeft zich al in juli neergelegd -bij de voornemens van zijn partijgenoten Ruding en Lubbers. Het is van belang dit vast te stellen,' omdat sommigen in de PvdA nog steeds denken dat het CDA een haar beter is dan de WD. In sociaal-economisch opzicht is dat nog nauwelijks aanwijsbaar, en op andere gebieden is de WD zoals we weten wat linkser. V; '_;ï • Merkwaardig is dat het CDA op zn minst aarzelt over. de plaatsing van kruisraketten en de WD ze liever morgen dan overmorgen in Woensdrecht lijkt te willen stallen. De aarzeling van het CDA begrijp ik wel, maar het totaal ontbreken van aarzelingen, van discussie binnen de WD, snap ik niet. Er is toch niets liberaals aan om die dingen wel of niet te zetten? Ooit heeft Nijpels gezegd dat 30% van zijn aanhang tegen die raketten was, maar dat heeft 'ie. nooit meer herhaald. Geen signaal gekregen uit de achterban zeker. En nu is hij dan de schildknaap van Reagan. Uitstel Het kan zijn dat Nijpels het CDA uit elkaar wil spelen en wil breken op de raketten. Maar dan moet ik hem toch waarschuwen dat nog heel veel uitstel mogelijk is-'V-MK: i! In juni, moet weliswaar de aanbesteding plaatsvinden van het beton storten" in Woensdrecht, maar zal die aanbesteding het uur van de waarheid voor het CDA zijn? Ik geloof er niets van. De raketten zelf komen pas in 1986 en dat beton kun je wel gebruiken voor zomerhuisjes. De familie van oud-KVP-leider De Kort wil ze wel verhuren. Dat verzin ik niet. Lubbers heeft dat al lang bedacht. 24 september 1983

Nijpels wil kortingswetten snel behandelen Van onze parlementsredactie DEN HAAG — WD-leider Nijpels wil volgende week al de kortingswetten voor ambtenaren en uitkeringstrekkers in de Kamer behandelen. De WD- fractieleider denkt' daarmee een einde te maken aan de stakingsacties. Zodra de wetten door het parlement zijn aanvaard, kan de rechter de acties verbieden omdat het "politieke" acties zijn. ' FNV-voorzitter Kok, die gisteren probeerde de VVD ervan te overtuigen dat de korting op de uitkeringen onrechtvaardig is, nam direct stelling tegen "het erdoorheen jassen van de wetten." Kok noemt het "hoogst onverstandig" te denken dat daarmee, het maatschappelijk | verzet tegen de kortingen kan 'worden stilgezet. - ':vv •-;■ •• '

349

Kok wilde niet zéggen of de acties Inderdaad ophouden als de Kamer de wetten heeft aanvaard. „Je kunt verzet niet met een druk op de knop stopzetten. -De : veenbrand woedt voort, ook als de kortingen wettelijk zijn." Weinig illusies FNV-vice-voorzitter ; Bode zei na afloop van het gesprek met de WD "weinig illusie te hebben dat de jongeheer Nijpels het kabinet de oren zal wassen over de oneerlijke manier waarop uitkeringsgerechtigden worden behandeld." Hij verklaarde dat de FNV "de verantwoordelijkheid neemt voor - een mindere verlaging van de premies om de uitkeringsgerechtigden gelijk te behandelen, en om via een versnelde arbeidstijdverkorting te komen tot; 10 percent; korter werken in 1986." Daarvoor zullen de werknemers ook extra moeten inleveren, aldus Bode. De FNV vindt dat de overheid het goede voorbeeld moet geven. Bode wilde zich niet uitlaten over het inmiddels al niet meer actuele tussenvoorstel van de FNV-centrale ACOP om bij de overheid volgend jaar slechts 25 percent van de vrijgekomen banen opnieuw te bezetten. Debat i De PvdA zal zoals verwacht, in het debat komende donderdag het aanbod van de vakcentrales "met verve" verdedigen. PvdA-fractieleider Den Uyl probeerde : gisteren het debat donderdag te beperken tot het stukgelopen overleg in de Stichting van de Arbeid. Over het opgelopen conflict met de ambtenarencentralcs wil hij apart debatteren. WD en CDA bleken daar echter weinig voor te voelen. Vanavond besluit de Kamer officieel of morgen ook over de ambtenaren wordt gepraat. Algemeen is de verwachting dat de positie van ambtenaren en trendvolgers hoe dan ook aan de orde komt. 23 november 1983

EXTRA Ed Nijpels: ’n interview De christen-democraten worden er knap zenuwachtig van: de blauwe blazers van de VVD spotten ongeveer met alles wat hun leven vroeger zo draaglijk maakte. Ze spreken openlijk over "pesten" en verwijten VVDleider Ed Nijpels "een gebrek aan beschaving". Bovendien buigen ze heel duidelijk naar rechts. Onder aanvoering van premier Lubbers trekt nu een CDA-karavaan door het land om de "beschadiging" een halt toe te roepen. «.''. Drijft Nijpels het kabinet-Lubbers door zijn manier van optreden naar een crisis? Kunnen zijn partijgenoten-bewindslieden hem nog wel volgen? En denkt hij nog wel eens aan een coalitie met de PvdA, waar hij in vroeger tijden zo actief mee bezig was?^« HVV-verslaggevers RIEN ROBIJNS en HENK BRONS praten daarover met de man, die CDA-ers vroeger "onbetrouwbare lieden" noemde. De handen van Ed Nijpels tellen allbei nog steeds vijf vingers, hoewel hi] er de. patste anderhalf jaar vrijwel'dagelijks die van CDA-ers mee. leeft moeten schudden. !*De risicofactor" (Lubbers), "die ■zichzelf en het kabinet naar &n crisis profileert" (Van 4jrt) door "ballonnen op te laten, die met een luide knal uit-, inspringen" (andere christendemocraten) vouwt re ontmannen over zijn knie, wan- Meer we hem onder meer spreken over zijn brandbare verhouding met zijn coalitiepartner. Hij lacht breed, wanneer we beginnen uitlatingen van 'jiem van een paar jaar geleden .je citeren over "CDA-ers, die [trucs toepassen, sociaal-economisch glibberig zijn en verder ■,jn hoge mate onbetrouwbaar." •JJa," constateert de liberale'voorman monter, "daar heb ik l'èen zekere faam in opgebouwd, Ijn dat soort uitspraken. We hadden toen ook nogal wat bezwaren, maar nu," hij gaat er even goed voor zitten, "nu gaat het toch een stuk beter". En -dat meent hij echt? "Jawel, zeker, ze moeten alleen vaak nog wat wennen, als ze horen waar het op staat." Wanneer we hem spreken' heeft hij net 's morgens zijn wekelijkse bijeenkomst met Lubbers, Van Aardenne en De Vries ("de problemen doornemen, hè") op het Catshuis achter de rug, waarna hij een vorkje heeft geprikt op de Engelse ambassade. Vlak voordat we bij hem binnen worden gelaten zien we hoe enkele geestverwanten ("anderhalve minuut, meer is niet nodig") nog even bij hem binnenslippen teneinde hem van nuttige wenken te voorzien om ons land bestuurbaar te houden. Nijpels biaakt echter vervolgens de indruk, dat hij de zaak desondanks toch wel in de knip lieeft. Op korte termijn althans, zo openbaart hij ons

350 grijnzend, "met de lange tertnijn is het moeilijker te bekijken, dat zei de grote roerganger uit Leeuwarden (Wiegel, réd.) ook altijd." Wanneer hij Ons wat ongemakkelijk ziet reageren voegt hij er meteen aan toe: "Hetgeen niet wil zeggen dat we niet steeds over de lange termijn blijven nadenken, zeker niet." zijn royale werkkamer ■prijken boven zijn hoofd talloze 'ingelijste spotprenten, waarop hij figureert. De cartoonisten hebben hem in de 'meeste gevallen niet al te .Vleiend uitgebeeld, wat ons weer herinnert aan termen als '„brutale blaaskaak", ~ die !„ïnaar hollewaait", waarmee ïijn coalitiepartners hem met •geprangd gemoed wel eens afschilderen. Doch de striplief- Jiebber Nijpels kijkt er vertederd naar. „Een hobby, als ik er weer een in de krant zie bel ik meteen de tekenaar, of ik Ihet origineel mag hebben," aldus de „Kuifje van de Lage Landen". Knarsetandend 'Maar terzake. De verhouding met het CDA. In de wandelgangen wil Nijpels er zich ilog wel eens voor op de borst ;kloppen, dat hij het tenminste 'is, die de christen-democraten 'na zovele jaren eindelijk af en toe eens de waarheid zegt. Dat ;heeft de PvdA immers nog zó gedurfd. En inderdaad: een korte inventarisatie .brengt al snel aan het licht, dat het CDA zijn handel en wandel meer dan knarsetandend volgt. Tot groot genoegen ;weer van de vernieuwde VVDfraktie: „Als ze nu een rotstreek uithalen krijgen ze lik op stuk. Ze haten ons als de pest." En: „Vroeger werd er geritseld. Je was blij als je imet een CDA-er had gepraat. ;Als je verloor verdedigde je de Compromissen. Ed speelt het 'bikkelhard. De hele fraktie istaat daarachter." (de WD;parlementariër Keja). Niet jyoor niets trekt een CDA-kara- Ivaan onder aanvoering van •premier Lubbers zelve door de vaderlandse dreven om het geschonden image proberen op te poetsen.: „Wij heben het CDA ook het 'leven zuur gemaakt," zei PvdA-yice-fractievoorzitter Wim Meijer dezer dagen tegen Vrij Nederland, „maar nu krijgen ze van de WD elke dag de spijker op de kop." Nijpels lacht zonnig bij het horen van dergelijke uitspraken. „Vanaf het begin," zegt hij, %:is de verhouding tussen CDA en VVD zakelijk redelijk geweest. Maar ze moeten inderdaad wennen aan de vernieuwde WD. Meer dan de helft nieuwe fraktieleden, een andere generatie politici, geen mensen meer die al blij zijn, als ze alleen maar mogen aanschuiven aan de regeringstafel. Jongens als De Grave en Unschoten kijken heel anders tegen het bedrijven van politiek en coalitieverhoudingen aan. Ze gedragen zich anders. Maar aan'de andere kant: ook het CDA vaart een andere koers, die het voor ons plezieriger maakt met hen samen te werken dan vroeger." Dat weerhoudt u niet van een „karate-politlek" ten opzichte van het CDA, zoals Keja het laatst noemde. Nijpels: „Dat is een overdreven beeldspraak Ik houd van plastische uitdrukkingen, maar dit is wat té. Nee, de verhouding is echt beter. Die lijn van vroeger, toen Lubbers nog fraktievoorzitter was, om voortdurend af te dingen op allerlei plannen van de regering nebben we de laatste tijd veel minder gehad. Neem de Algemene Beschouwingen, de debatjes over de drie-percentskorting, daarin gaf De Vries geen krimp. In het verleden was het zo dat men bij de algemene beschouwingen de poot nog wel stijf hield, maar dat men bij de debatten, die volgden, toch weer toegaf.Nu worden compromissen gesloten en ronduit verdedigd. Men probeert er niet steeds onderuit te komen. Zie de defensienota. Nee, dan vroeger... Rietkerk keerde als fraktievoorzitter nog wel eens vertwijfeld terug naar de fraktie, als hij had overlegd met de coalitiepartner." Deurmat Rietkerk was een soort deurmat, waaraan het CDA de voeten afveegde? Dat wilde u voorkomen? Nijpels: „Nou, nou, deurmat... Maar er bestaat geen twijfel over dat de samenwerking in het eerste kabinet-Van Agt niet altijd een lolletje was. Nu kun je afspraken maken. Het CDA stelt zich voor het eerst in zijn bestaan vierkant achter het gevoerde kabinetsbeleid." Toch barstte De Vries tijdens de befaamde reis van de drie grote partijen naar Washington verschillende malen van woede uit zijn maatpak, omdat u hem dwarszat?

351

Nijpels: „Hm, zou De Vries een maatpak dragen? Maar buiten dat: zoiets wil niet zeggen dat we het niet goed met elkaar kunnen vinden. Ik zou alleen ook tobben als ik met zon fraktie als hij heeft werd geconfronteerd. Als je voordat een stemming plaatsvindt niet precies weet hoeveel fraktiegenpten een motie steunen, die je zelf hebt ingediend... .. - Ik kan me voorstellen dat je daar grijze haren van krijgt. Maar dat is voor ons een reden om ervoor te zorgen, dat hij er niet nog eens extra grijze haren bijkrijgt. Tenzij het om politieke punten gaat, die het waard zijn, natuurlijk." , In ieder geval lijkt Lubbers nu voor zijn kiezen te krijgen, waar hij tijdens het eerste kabinet- Van Agt als fraktievoorzitter steeds op afdong? Nijpels: "Lubbers heeft als fraktievoorzitter ervaring opgedaan. Dat is ook heel goed, voordat je premier wordt. Lubbers heeft aan de andere kant van de streep gekeken. Daarom wil hij zich nu vantevoren verzekeren van de steun van de regeringsfrakties.' Zijn ervaringen als fraktievoorzitter werken verrijkend voor zijn optreden als premier. Hij weet hoe het in de Kamer kan gaan, als je geen afspraken maakt. Hij wil als premier niet meemaken, wat hij vroeger als fraktievoorzitter heeft veroorzaakt. Dat de Kamer dus voortdurend door zijn plannen heenfietst. Geen zuiver dualisme dus, in redelijke mate steun organiseren." - Maar dan krijg je dat vier heren op woensdagmorgen in het Catshuis In Nederland de dienst uitmaken, slaafs gevolgd door zon kleine tachtig anderen? Dat is het beeld: de kamer min of meer buitenspel. Nijpels: "Nee, hoor. De dingen worden inderdaad voorbesproken, maar ze komen uiteraard wel in de Kamer. Er is veel overleg tussen de fraktievoorzitters en de bewindslieden, dat is waar, maar is het slecht, dat er wat word( voorbesproken? Het is precies wat de PvdA altijd doet, wanneer zé in een kabinet zit. Het gaat zo: wij leggen ons vast op de bedragen en de sfeer, waarin een oplossing gevonden ] moet worden. Daarbinnen kan men nog schuiven, maar geen gaten, schieten nee. Dat trauma hebben we van de vorige coalitie overgehouden. Dat willen we niet meer." Zonnetje in de nek We zien het toch voor ons: vier heren in het Catshuis, kopje koffie, zonnetje in de nek, de sfeer van ons-kent-ons, even gezellig pokeren met de macht. In de veilige wetenschap dat de frakties — want die kennen de verkiezingspolls ook — wel meebuigen. In zon sfeertje lijken bepaalde beslissingen toch al gauw lang niet zon ramp als ze in werkelijkheid zijn? Nijpels: "Zo is het heus niet. Het gaat allemaal niet zo even tussen neus en lippen en een kopje koffie door. Tot In,den treure worden maatregelen doorgeëxerceerd. Je overlegt met je fraktiespecialisten, je pendelt tussen het Catshuis en de fraktie. Of tussen De Vries en je fraktie. Als je al wat afspreekt moet je dat in het parlement wel op je nek nemen. Niks gebeurt in een vloek en een zucht." Dat klinkt mooi, maar wat wordt er in wezen tot in den treure doorgeëxerceerd, als fraktlegenoot De Korte steeds 'op de achtergrond met zijn zak-Japannertje klaarzit om te vertellen dat lets financieel niet kan? Zelfs uw oudste fraktielld Joekes vond dat niet deugen? Nijpels: "Joekes zit nu al zon twintig jaar in de kamer. Hij moet inderdaad ook aan die dingen. wennen. De regeringsfracties worden ' inderdaad nauwer bij het beleid betrokken. ' Het kabinet ' komt naar de frakties toe en wil zekerheden hebben. Dat geldt in tachtig percent van de gevallen. Vroeger, toen Joekes begon, kwam een minister een keer per jaar naar de fraktie, maar die tijd is voorbij. Als er geen overleg is geweest zijn we vrij tegenover dat beleid. En dat risico wil deze regering niet nemen." Prullenbak t Is nu: het regeerakkoord is gesloten, verder geen gezeur, regeren. Goede alternatieven? .Niet praten, doorgaan. Nijpels: "Het regeerakkoord werd vroeger geschreven en vervolgens in de eerste de beste la opgeborgen, als het al niet de prullenbak inging. Het bestond dan niet meer. Nu wordt het akkoord gewoon uitgevoerd. Eindelijk gaat het zo. Om het beleid dat nu wordt uitgevoerd hebben we jarenlang gevraagd. Na het opstellen van het regeerakkoord hebben we ons allemaal achter de oren gekrabd onder de uitroep: hoe is het toch mogelijk dat we zon regeerakkoord uit hebben kunnen slepen. En wat zien we nu: het wordt nog uitgevoerd ook. Nee, wat het beleid betreft hebben we niet te klagen. Ik wil niet zeggen dat het

352 regeerakkoord de opperste wijsheid is, maar tot nu toe heb ik geen alternatief gezien dat de problemen beter aanpakt." | Veel CDA-ers zijn met name verbitterd op u, omdat u hen niet eens de eer van enige profilering gunt. Als zij een motie willen indienen staat u al weer met de vulpen klaar om die zwierig mee te ondertekenen, zodat die profilering meteen verloren gaat. Het CDAkamerlid Dien Cornelisse noemde dat: "De WD tekent even mee .en dan wordt er .weer gezegd: het CDA kruipt naar de VVD toe." \ Nijpels: "Je kunt er van alles achter zoeken. Ze hebben dat ook al een dodelijke omhelzing genoemd. Het CDA moet goed in de gaten houden dat je je er helemaal niet' voor hoeft te schamen het met de WD eens te zijn. Wij hébben heel respectabele standpunten. Uitgedragen door Hans Wiegel vanaf 1972. En die worden nu in de praktijk gebracht. Dat vergt een psychologisch aanpassingsproces van het CDA, dat zal wel. Maar wat is er op tegen als ik de eensgezindheid in de coalitie zo onderstreep?" Toch noemde Lubbers u enkele maanden geleden "een risicofactor" en Van Agt zag u zelfs het kabinet naar een crisis profileren. . Nijpels, schouderophalend: "Wat de laatste betreft, dat is zeker overdreven. Mensen die iets dichter bijv de zaak staan weten wel beter hoe de verhoudingen liggen." Lubbers zei laatst in de Telegraaf dat hij u wel iets beter begon te begrijpen? • Nijpels, koel: "Dat wordt dan tijd." Geen vriend van je blijkbaar, Lubbers? Nijpels: "Ik zit niet in de politiek om vrienden te maken, maar om zoveel mogelijk dingen te realiseren die de WD graag geraliseerd wil zien. En als ik daarbij vrienden.maak is dat mooi meegenomen. Het is überhaupt mijn karakter niet om vijanden te maken." Surprisepolitiek Wat de verhouding met het kabinet betreft: naar we vernamen zou vlce-premier Van Aardenne ook . vinden dat u surprise-politiek voert. Botert het niet altijd tussen de Jeugdige blauwe blazers met nieuwe coalitiegebruiken en de oude driedelige pakken, die weten hoe het als heren onder elkaar moet gaan? , Nijpels: "Daar is absoluut geen sprake van. Surprise-politiek? Alles wat ik zeg en waar commotie over ontstaat spreek ik van tevoren door met Van Aardenne. De verhouding met hem is juist heel goed.' We stemmen alles op elkaar ai. Al .anderhalfjaar." _' • Toen u begin dit jaar op een WD-congres uw heilsplannen voor de AOW-ers lanceerde, waarmee u later zo de mist in bent gegaan, wisten Van Aardenne es. naar verluidt van niets? Ze hadden zelfs in het kabinet al heel andere afspraken gemaakt? - Nijpels: "Oh nee, het is nog veel sterker. Die AOW-voorstellen hebben we met de hele partijtop besproken. Daar zat Van Aardenne bij. 't Ging er alleen om wie het naar buiten zou brengen. Ik kreeg die opdracht. Het was een' hele bewuste keuze. Het is niet zo dat ik onderweg naar een spreekbeurt ineens een inval krijg en vervolgens meteen maar wat ga roepen. Alle zware politieke punten worden doorgesproken, zeker met Van Aardenne. Het is nooit zo dat Van Aardenne de radio of de tv aanzet en dan tot de conclusie komt: hé, wat hebben we nu weer. Lubbers is natuurlijk wel eens verrast. Van Aardenne neemt niet alles wat ik met hem door heb genomen met de premier door. Dat zal andersom ook wel zo zijn. Maar bij de echte zware punten stel ik ook de;coalitiepartnèr vooraf op de hoogte." Maar twee weken geleden, toen de ambtenarenacties nog bezig waren, zou u persoonlijk hebben voorkomen, dat de regering — met steun van Van Aardenne en Rietkerk — toch nog een nieuwe opening naar de ambtenaren maakte? Dat deed u door zich vierkant namens de f raktie achter Ruding op te stellen? Nijpels: "Volstrekte kwatsch. Natuurlijk hebben we Ruding gesteund. Net als de vorige keren. Maar Van Aardenne en ik waren het volkomen eens dat Ruding gesteund moest worden. Er was voor ons geen halve minuut voor nodig om te concluderen dat Ruding het ook, deze keer bij het rechte eind had." Met PvdA Eens zat u in de zogeheten Des Indes-groep, 'waarin PvdA-ers en VVD-ers elkaar troffen om over mogelijke samenwerking te praten. Toen u als fraktlevoorzitter begon werd u als een D'66-er binnen de VVD beschouwd, die die opening wel eens zou kunnen maken. Dat lijkt heel erg verleden tijd? Nijpels: „Waarom? De verschillen zijn, ondanks alle lawaai dat er omheen wordt gemaakt, veel minder groot dan iedereen denkt. In haar eigen plan hoest de PvdA toch al

353 zon zes miljard aan bezuinigingen op. Dat was tijdens het tweede kabinet-Van Agt volstrekt ondenkbaar, onmogelijk zelfs. We hebben nog een paar grote kwesties de komende jaren. De herziening van de sociale zekerheid. Hoe gaan we het beleid van de ambtenaren bepalen..Maar op sociaal-economisch terrein is ook al een groot aantal hobbels genomen. En ja, de veiligheidskwestie, de raketten, dat blijft een heel groot knelpunt. Samenwerking. .'. Ik denk eigenlijk dat het in belangrijke mate afhangt van de vraag wie binnen de PvdA straks Joop den Uyl gaat opvolgen. Dat is bepalend voor de vraag of er in de toekomst samenwerking tussen PvdA en WD kan plaatsvinden." Onder Den Uyl acht u dat dus volstrekt uitgesloten? Nijpels: „Uitgesloten, ja. Ik mag hem heel graag, maar de generatie waar hij voor staat kan het gevoelsmatig niet aan met de WD rond de tafel te gaan zitten. Ik heb hem tijdens de reizen naar Washington en Moskou beter leren kennen, maar die psychologische barrière zie ik hem niet overgaan. Misschien is zijn achterban er al meer aan toe dan hij. Het hangt ook af van de verkiezingsprogramma's en hoe dit kabinet de rit uitzit. Maar dan krijgt de PvdA toch ook de volgende vraag te beantwoorden: als je een coalitiepartner kiest, is er dan nog zoveel verschil tussen CDA en WD, wat zé altijd dachten? Als dit kabinet zo doorgaat zijn de verschillen tussen CDA en WD toch veel kleiner dan menigeen nog wil doen geloven." \\ ' Met wie zou u van de PvdA wel kunnen samenwerken? -~ Nijpels: „Oh, met een heleboel. .. Relus ter Beek, die ik heb leren kennen als voorzitter van de delegatie naar Washington en Moskou. Ik vind dat die man uitstekend heeft geopereerd en heel redelijke standpunten heeft. lemand als Kombrink, daar zijn denk ik ook compromissen mee te maken. Met Marcel van Dam is, denk ik, 'zakelijk ook heel voortreffelijk te opereren. De man heeft zn imago naar alle waarschijnlijkheid tegen. Hij is voor de meeste mensen te rauw. Maar ik houd wel van mensen, die vrij precies vertellen wat ze ergens van vinden. Voor mij staat echter voorop met wie ik het verkiezingsprogram van de WD het best kan realiseren. En ik constateer dat het nu met het CDA voortreffelijk gaat, al vindt men dan dat ik wel eens een te duidelijk standpunt heb. Maar het hebben van duidelijke standpunten, daar staat in de politiek niet de doodstraf op." Colijn En zo werkt u rustig mee aan het zesde kabinet Colijn, wachtend op andere tijden? • Nijpels: „Ach, die vergelijking met Colijn, het lijkt aardig om vergeleken te worden met voorgangers van de heer Lubbers. Maar in werkelijkheid gaat het om volstrekt onvergelijkbare situaties. We hebben nu een hogere welvaart. De overheid is enorm uitgebreid. Het is wel opvallend dat een aantal argumenten van vroeger toch op dezelfde manier wordt gehanteerd." Toen werkte het recept duidelijk verkeerd, vindt u dat daar geen lessen uit hoeven te worden getrokken? Nijpels: „Los van het recept: iedereen is het erover eens dat er gesaneerd moet worden, dat er sowieso iets moet gebeuren. En zij denken dat dat ook nog eens heilzaam is voor de economie. De PvdA vindt nu toch ook dat de overheidsfinanciën gesaneerd moeten worden. In dat opzicht is de situatie met Colijn al niet vergelijkbaar. Nu vindt iedereen saneren noodzakelijk." Maar niet zo hard? Nijpels: „Het is de vraag of het wel zo hard gaat. Trouwens, ik heb altijd gezegd dat het regeerakkoord voor mij niet heilig is. ledereen die mij aan de hand van harde cijfers kan aantonen dat er betere oplossingen zijn mag mij altijd uit mijn bed bellen." ,;, De CPB-cljfers over het PvdA-plan, het FNV-plan? ~. Nijpels: „Daar kom ik mijn bed niet voor uit, die wijzen uit dat de staatsschuld groeit.".:.. Behalve dat financieringstekort laat alles u verder blijkbaar koud? Nijpels: „Wat een onzin, natuurlijk niet. Er moeten 800.000 mensen - rondkomen van een WW-uitkering, de helft jongeren. Dat laat je niet koud. Of ambtenaren, die verplichtingen zijn aangegaan en nu in de problemen komen... Geen zinnig mens kan juichen over dit beleid. Maar ik denk dat het wel noodzakelijk is. Ik steek alleen echt de vlag niet üit voor de maatregelen,' die worden genomen. Maar ik heb nog niet het recept gehoord dat mij doet zeggen: het regeerakkoord gaat nu de prullenbak in, we gaan verder met een ander beleid.” Nijpels met Lubbers: "Ik zit niet in de politiek om vrienden te maken.” Met CDA-fraktievoorzitter Bert de Vries: "Ik zou ook tobben als ik zon fraktie had als hij." Ed Nijpels: "Samenwerking met de PvdA hangt af van de vraag, wie Den Uyl gaat opvolgen." 7 december 1983

354

De coalitie van blauw en schaamrood Door FRITS VAN DER POEL : Aan de uitkeringsgerechtigden van Nederland. ■ Beste mensen, '•• Donderdagavond laat wat het zo ver. De Volkspartij voor Vrijheid en Democratie — "waar het woord "volks" op slaat is niet duidelijk — en de christen-democraten — waar het woord "christen" op slaat is niet duidelijk — besloten dat u voortaan '3% minder krijgt. Ze kregen daarbij de steun van de vertegenwoordigers van de zwarte kousen-kerken. Dat het geen 3,5% is geworden hebt u te danken aan de ambtenaren die niet eens meer de post bezorgden. Stel je voor: geen post, het vuilnis op de stoep, daar heeft het kabinet nog wel een half percent voor over. Dat is mooi meegenomen voor u, want voor u zelf hebben ze echt helemaal niets over. Ik zou tenminste mijn hart maar vasthouden als ik u was. Kijk, zon ambtenarenaktie willen ze niet nog eens een keer. Na een hete herfst nog een hete juli is echt te veel van het goede. Ook Ruding zal het dan niet meer wagen te spreken van een "lichte rimpeling" en het kan zelfs zijn dat Rietkerk inmiddels heeft geleerd"'zijn poot ' strak te houden in het kabinet. Des te erger voor u, want ze zullen het geld toch ergens willen halen en het motto: "De zwaarste lasten op de sterkste schouders" hebben ze alleen maar in de verkiezingscampagne gebruikt. Vergeet het maar. U als uitkeringsgerechtigden, uitkeringstrekker" zeggen sommigen, zult de sluitpost van de begroting worden. Velen van u zullen in juli wellicht 10% inleveren. Ze hebben daar al • een ' versluierende naam voor bedacht:. "Stelselwijziging." r- Het CDA heeft u eerst losgekoppeld van de werkers in het bedrijfsleven; het zal u straks ook nog loskoppelen van de ambtenarensalarissen. Alleen omdat de ambtenaren •: het maatschappelijk leven stil kunnen leggen. U niet, omdat u zelf al stilligt. . De WD vond van het begin af aan al dat u een flinke stap achteruit moest. Er moest immers een groot verschil zijn tussen mensen die werken en mensen die niet meer werken, alsof u er wat aan kunt doen dat u niet meer kunt werken. Nijpels wilde nog een uitzondering maken voor de bejaarden, want "die hadden tenslotte onze maatschappij na de oorlog opgebouwd", zo zei hij, maar ook daar hebben we niks meer van vernomen.: Ook de-AOW wordt 3% gekort. | Nou goed, u weet hèt, er is een regeerakkoord gekomen, een monsterverbond . tussen niet sociaal voelende liberalen en o zo sociaal bewogen pratende christenen. "In wezen is het geen monsterverbond natuurlijk, want, zo noem je een verbond tussen twee monsters niet. De eersten zijn niet echt liberaal, want ze laten u'niet vrij, maar verklaren u vogelvrij en de anderen kunnen zich niet zonder schaamrood christenen noemen, en met die coalitie van blauw en schaamrood zullen we het nog een tijdje ;moeten stellen, vrees iki C;~;.-j': :< Alles moet overgelaten worden aan > het vrije spel der maatschappelijke krachten, l maar dat lijken steeds meer ; onmaatschappelijke krachten te worden. Heus, bij die 3% ; blijft het niet. Ze brengen u terug naar de viskoppen van Colijn, zoals Wim Kok, die het nog voor u opneemt, van de week uitriep. . • .'■;■ ' . Tenzij u zelf iets doet natuurlijk, wat de ambtenarenakties doet verbleken./Ik weet zo gauw niet wat, maar u hoeft het niet te nemen, want u bent geen uitkeringstrekker maar uitkeringsgerechtigde. | Laten we nou wel wezen, die drie miljard of daaromtrent die u moet opleveren, worden moeiteloos uitgegeven aan acht .fregatten. Dat zijn schepen 'die uw recht op armoe moeten verdedigen. Het gaat toch 5 gewoon om prioriteiten van beleid,, meer niet. Dat moeten we toch met zn allen kunnen veranderen. :• Anders is die democratie van ons geen knip voor de neus waard, laat staan de prijs van een fregat. 17 december 1983

Een vol jaar Lubbers Door FRITS VAN DER POEL JANUARI Het jaar 1983 was het eerste volle jaar van het kabinet-Lubbers. Het jaar waarin het kabinet hard ingreep in vooral de inkomens van de mensen die het toch al moeilijk hebben. Ver- ' lichting voor het bedrijfsleven en terugdrin-. ging van het financieringstekort stonden / daarbij voorop. Een beleid dat sterk herinnert aan dat van Colijn in de jaren Dertig. Een (niet volledig) jaaroverzicht van onze binnenlandse politiek. Januari Het jaar begon rustig met zacht gekrakeel binnen de Partij van de Arbeid over "burgerlijke ongehoorzaamheid". Wat te doen als straks een Kamermeerderheid zou besluiten de nieuwe kernraketten te plaatsen? En hoewel een partijraad alleen maar besloot een

355 studiecommissie in te stellen weerhield dat de nog verse CDA-leider Bert de Vries niet om eens flink uit te halen. Via de radio toeterde hij: "de geschiedenis van de jaren Dertig leert maar al te duidelijk dat tijden van economische crises ook tijden zijn waarin de parlementaire democratie onder druk komt te staan". Een grove insinuatie aan het adres van de grootste democratische partij van het land. Intussen had De Vries het moeilijk met de ongehoorzaamheid zijn fractie. Besloten werd dat de minderheid zich voortaan altijd zou neerleggen bij de meerderheid. Tijden van economische crises zijn immers ook tijden waarin gemakkelijk kadaverdiscipline kan ontstaan zoals de jaren Dertig ons geleerd hebben. In de Tweede Kamer kondigde minister Neelie Smit Kroes een forse verhoging van de tarieven van het openbaar vervoer nadat ze eerder opzien had gebaard met de onzin: "dan stappen ze maar een halte eerder uit. FEBRUARI Het bewind-Lubbers bestaat honderd dagen, maar de heilige koe van het regeerakkoord, de terugdringing van het financieringstekort, blijkt nog geen melk te geven. Met de voorjaarsnota op til heeft Ruding al laten weten dat er een tegenvaller van vier miljard aan zit te komen. De werkloosheid blijft stijgen. en dus de uitgaven voor de uitkeringen. Bovendien komt er minder binnen aan loonbelasting, nu zovelen geen loon meer ontvangen. Degenen die gewaarschuwd hebben voor de "neerwaartse spiraal" lijken gelijk te krijgen. De vraag kan gesteld worden of het kabinetsbeleid na honderd dagen eigenlijk al niet mislukt is. Het kabinet weet overigens van geen wijken. Het stijfste jongetje van de klas, zo èèn die het allerlaatst gekozen werd als er .elftallen moesten worden samengesteld, neemt als minister van Onderwijs wraak op zijn gymnastiekleraren. Het is nog maar een klein onderdeeltje van de dramatische bezuinigingen in het onderwijs dat duizenden banen kost. MAART Nadat staatssecretaris De Graaf had laten weten welke afschuwelijke ~' plannen hij koestert met de uitkeringen aan werklozen en arbeidsongeschikten onder het motto: iedereen zo snel mogelijk de bijstand in, laat minister Ruding weten dat hij toch wel erg veel aan inkomen heeft ingeleverd toen hij minister werd. Zoveel zelfs dat j zijn vrouw nu zelf het binnenschilderwerk van hun stulpje in Wassenaar ter hand moet nemen. In hetzelfde : vraaggesprek merkt de minister van Financiën ook nog op dat mensen die tegen de komst van kernraketten zijn maar moeten emigreren, maar zegt hij ook nog: "aan de hogere inkomens moeten we niet meer komen, die gaan anders echt naar het buitenland". In deze maand speelt ook het RSV-drama' met de geboorte nog wel van eindelijk weer eens een parlementaire enquêtecommissie. CDA en VVD gaan met de instelling ervan schoorvoetend akkoord "als Van Dam maar geen voorzitter wordt". Die wordt dus ondervoorzitter. Een kleinzielig spelletje aan de rand van een ernstig toneelstuk. APRIL Veel trammelant in en om 't Catshuis over de voorjaarsnota. Ruding wil meer bezuinigen dan het CDA wil en dus roept de WD voor, de zoveelste keer: "wij staan achter de minister van Financiën, maar de bezuinigingen lijken toch wat minder te worden dan Ruding wilde. Een ding staat vast: de uitkeringen zullen per 1 oktober omlaag gaan met twee procent. De koppeling aan de lonen in het bedrijfsleven wordt definitief verbroken. Dit verraad van het CDA aan de uitkeringsrechtigden vindt - ironie - plaats op Witte Donderdag, de dag waarop het verraad van Judas van Christus herdacht wordt. De Vries stelt er een koppeling van de uitkeringen aan de ambtenarensalarissen voor. in de plaats, zodat die •■ ook. verlaagd moeten worden. Ook de AOW-ers worden niet uitgezonderd, zoals Nijpels van de WD beloofd had. In een Kamerdebat beschuldigt Den Uyl Nijpels dan ook van "woordbreuk", maar de liberale leider blijft gewoon in zijn bankje zitten. MEI De minister van Buitenlandse Zaken, Hans van den Broek (CDA) brengt een bezoek aan het moordenaarsbewind van El Salvador en CDA-leider Bert de Vries ontraadt zijn fractiegenoten een bezoek te brengen aan de bisschop van Chicago die voor een bevriezing van alle kernwapens is. Scholten en Dijkman gaan toch en stemmen overigens ook met de oppositie mee tegen het bezoek van Van den Broek aan El | Salvador. De WD-fractie '>

356 dient.- een \ eigen medianota. in," terwijl toch»in het regeerakkoord!,was'?afgesproken J dat, het j kabinet daar mee zou komen. De betrekkingen tussen 'CDA-fractie en VVD-fractie worden :. slecht, maar het kabinet merkt daar .weinig van.I3J *', ,J~]ti ■:.■ De sfeer tussen de.twee geringsfracties wordt nog beroerder als VVD Nijpels tijdens het debat over de,voorjaarsnota een motie indient om zijn bejaarden te sparen, terwijl hij van tevoren weet dat hij die motie toch verworpen wordt. De Vries: „de coalitie is geen speelgoed", maar de AOW is het wel voor de WD. JUNI Stef Dijkman wordt in de tang genomen in de CDA-fractie. Hij heet het woningbouwbeleid van het kabinet "a-sociaal" genoemd en mag geen woordvoerder meer zijn van zijn ; fractie. De Vries noemt hem "de ergste zondaar". , De Nederlandse bisschoppen schrijven een brief tegen ,de kernwapens, maar. Lubbers voelt zich "bemoedigd" door die brief. Bisschop Ernst van Breda zegt dat de bisschoppen "duidelijk nee hebben gezegd .- tegen de plaatsing van nieuwe kernraketten", maar andere bisschoppen wekken daar weer twijfels over. ■ De bisschop van Breda moet nog meemaken dat juist Woensdrecht in zijn" bisdom wordt aangewezen als de toekomstige • Amerikaanse : kruisrakettenbasis. ; Minister de Ruyter noemt de aanwijzing in de Tweede Kamer slechts "een technische kwestie", maar niemand gelooft dat. JULI/AUG. . Zijn ogenschijnlijk politiek dode maanden, maar vooral in augustus wordt achter *de schermen druk gewerkt aan de kabinetsplannen voor 1984. , SEPTEMBER Troonrede en miljoenennota worden ingediend op de derde 'dinsdag van september. Het is van een droefheid die sinds het laatste kabinet-Colijn niet meer is voorgekomen. ■ Vlak daarvoor had de koningfin tegen de Amerikaanse dominee en presidentskandidaat Jackson verteld dat zij tegen de plaatsing van Amerikaanse raketten in Nederland is, maar in de Troonrede is : daarvan uiteraard niets terug te vin-! den.: CDA-leider. De Vries vindt de plannen van het kabinet „de voorboden van een prille lente", de hete herfst die nadert ziet hij nog niet, EnfWD-leider Nijpels spreekt van een "historisch ~ keerpunt".":' Overigens'rollen beiden vlak daarna vechtend over de internationa-' Ie vliegvelden, tot groot vermaak van de journalisten die meegingen op de rakettenreis van een parlementaire delega-: tier""": -• ■ •"/'"-; ->:.rj De kortingen van drie en een half '•* procent •" zijn inmiddels aangekondigd' en werpen'hun schaduwen vooruit.' • n'*s.-3n~ OKTOBER : Aan de vooravond van de Algemene Beschouwingen pleit' men voor de plaatsing van de middellange afstandsraketten. Op de eerste rij de minister president, de minister van Buitenlandse Zaken en de minister van Defenie. : In de algemene beschouwingen blijkt het regeerakkoord dat CDA en WD afsloten een soort volmacht te zijn aan hét kabinet, dat dan ook op zijn Belgisch regeert. De _ regeringsfracties sturen nauwelijks iets bij. , „De staat moet terughoudender" zijn, zei de CDA-staatsman, de Vries, maar hij bedoelde alleen "terugpakkend".' Afpakken van wat ooit beloofd . was aan uitkeringsgerechtigden. ;y De eerste boosheid van de ambtenaren doet zich voelen tegen de schenen van Lubbers die bijna niet ongestraft het SER-gebouw in kan gaan. De maand , eindigt. met de grootste demonstratie ooit in Nederland gehouden. In Den Haag, ondanks stiptheidsacties bij de spoorwegen, ruim vijfhonderdvijftigduizend mensen' op de been tegen de kernraketten. Lubbers slaat het vanuit het torentje, op het Binnenhof gade, maar trekt geen conclu- NOVEMBER Vrijdag vier november bestond het kabinet-Lubbers precies een jaar en wat een rotzooi was het inmiddels niet in Nederland. Het vuilnis stapelde zich op in de steden, de treinen reden niet meer op tijd, bussen staakten, en de post werd niet meer bezorgd. Wat volgens minister Ruding niet meer dan een "rimpeling" zou zijn werd een echte "hete herfst". •.' Van de drie en een half procent ging een half procent af, maar iedereen bleef „boos op Koos." De meerderheid in de Kamer bleef het kabinet steunen, ook al daalden de opiniecijfers van zowel CDA als WD. Toch was het de rechter die een einde aan de

357 stakingen maakte 'en niet het kabinet zelf." Nederland had er na'de oorlog nog niet zo triest bij gelegen. DECEMBER . Er, was niets meer aan te doen. De kortingswetjes wer-h den aangenomen door de meerderheid van de Tweede Kamer. De uitkeringen omlaag, de tarieven omhoog, het lijkt'een heel harde winter van Lubbers te worden, die Jan Splinter niet meer ongeschonden doorkomt. Intussen baarde het CDA een dertiende fractie in de Kamer.' Scholten en Dijkman, weggepest, weggetreiterd, besloten alleen met zijn tweetjes in de Kamerbankjes te gaan zitten. Aan het eind van het jaar besluit het kabinet eindelijk toch maar geen duikboten aan Taiwan te leveren. Het jaar zit erop. Het kabinet-Lubbers nog niet. 29 december 1983

Nijpels pakt autokraker (Van onze parlementsredactie) DEN HAAG — WD-leider Ed Nijpels heeft donderdag niet gewacht tot zijn partijgenoten in het kabinet bereid zijn „een blik agenten open te trekken". Hij trad zelf op als politieman en betrapte op heterdaad een Haagse knaap die probeerde in te breken in de auto van Nijpels' fractiegenoot . Vanuit zijn werkkamer aan de straatzijde van het Binnenhof hoorde Nijpels 's avonds het indringend piepen van een alarminstallatie. Hij zag een jongen aan een: geparkeerd staande auto morrelen, sprintte naar buiten en greep de vluchtende dader in zijn kraag. . , Franssen had in zijn wagen een noodsein laten aanbrengen, nadat eerder tot twee keer de radio uit zijn auto was gestolen. ; ■ •.?.ƒ• .\ .•■; Via de veiligheidsdienst van de Tweede Kamer is de jongen overgedragen aan de politie van Den Haag. Ed Nijpels 3 februari 1984

Den Uyl: aantallen bijzaak Nijpels voorziet raketcompromis (Van onze parlementsredactie) DEN HAAG — VVD-leider Ed Nijpels verwacht een compromis te bereiken met het CDA over de plaatsing van kruisraketten in Woensdrecht. Oppositieleider Den Uyl meent dat het CDA op weg is uiteindelijk "ja" te zeggen tegen de plaatsing. Dat viel op te maken uit de belangrijkste reacties dit weekeinde op de , uitlatingen van CDA- fractieleider De Vries afgelopen vrijdagavond in VARA's Haagse Bluf. De Vries verklaarde dat zijn partij tegen de plaatsing van alle 48 kruisraketten is en desnoods een kabinetscrisis wil accepteren. 'Ramp' De Vries reageerde daarmee weer op dreigementen van Nijpels eerder vorige. week. Nij.-. ■ ■ •■■: .' ■<■«' i t ■■-•' ■•'•' :.,:•. pels stelde i het CDA voor de keuze: óf dé plaatsing van.de 48 raketten aanvaarden,- óf een crisis. ",';'.' ■" 't.; . j.r.".::. . Nijpels zei zaterdag op een congres van Europese liberalen in Maastricht dat een crisis een ramp voor het land zou zijn. Daarom moeten WD en CDA zich volgens hem tot het uiterste inspannen om uit de kernwapendiscussie te komen. „Als beide partijen de loyaliteit aan de NAVO als uitgangspunt nemen en de wil hebben om het kabinet in stand te houden, moeten zij gezamenlijk tot een: redelijk .compromis kunnen komen," aldus de VVDvoorman. . Eerder had Nijpels al verklaard dat over minder dan 48 kruisraketten met de WD te praten valt, als er maar geplaatst wordt. Bij het rechtse deel van de CDA-fractie zijn de uitlatingen van voorzitter De Vries slecht gevallen. De rechterflank verwijt De Vries voor zn beurt te' hebben gesproken. (De linkerzijde van het CDA staat wel achter de uitspraken van de CDA- fractieleider. | PvdA-leider Den Uyl is van mening dat CDA en WD met hun . discussie: over aantallen kernwapens de aandacht afleiden van de essentie van het komende plaatsingsbesluit. De vraag of er 48 dan wel 16 kruisraketten in Woensdrecht moeten komen, noemde. Den Uyl zaterdag op een vergadering van de partijraad van de PvdA "onbelangrijke" verpakking". :.-.•, ",: ..-.•'.-*

358

I Een voorwaardelijk "ja" komt erop neer dat de kruisraketten er toch komen, aldus Den Uyl. „De vraag is niet 48, 32 of 16 kruisraketten, maar of het CDA wil luisteren naar al diegenen binnen het CDA die ageren tegen kernwapens," voegde PvdA-voorzitter Max van den Berg daar zaterdag aan toe. ' -X:Vv. . .': r. Van den Berg hoopt en verwacht dat de vakbeweging in de week van het Kamerdebat over de plaatsing van nieuwe kruisraketten . werkonderbrekingen zal organiseren. 27 februari 1984

Ruzie tussen CDA-VVD duurt voort Kok blijft snoeien ziekenfonds vrezen (Van onze parlementsredactie) DEN HAAG — FNV-voorzitter Wim Kok is er niet gerust op dat de CDA-VVD-plannen om het ziekenfondspakket drastisch te beperken ook echt zullen worden ingetrokken, ook al lijken de partijen flink geschrokken van de reacties op het plan. Vanavond,; wanneer de vakbeweging praat met' een kabinetsdelegatie over de aantasting van de sociale uitkeringen per 1 juli, zal de FNV dat fondspakket ook ter sprake brengen. De vakcentraJLejyi.l jyan Jjet, kabinet, zekerheid dat derpositie van de fondspatiënten niet riög meer' vérsl^hiEértT g Intussen duurt de ruzie tussen CDA en VVD onverminderd voort. I CDA-fractievoorzitter De Vries haalde gisteravond tijdens een spreekbeurt in het Zuidhollandse s-Gravendeel fel uit naar zijn VVDcollega Nijpels. Hij hekelde de manier waarop Nijpels ij dit weekeinde afstand nam van de voorlopige plannen | van de fractiespecialisten van beide partijen. Beneden peil "Wat WD-fractielelder Nijpels zegt is bezijden de waarheid," aldus De Vries. "Wat hij heeft gedaan vind ik beneden peil. Zo laat je je eigen mensen niet vallen. Zo opereer je niet in een regeringssamenwerking." : n. Volgens De Vries Is het volstrekt onjuist dat de WD buiten deze plannen staat, zoals Nijpels deed voorkomen. Volgens de CDA-er wilde de VVD juist nog meer bezuinigen op de ziektekosten. De Vries zei niet te weten hoe het nu verder moet na het merkwaardige gedraai van de heer Nijpels." Koel Op zijn beurt reageerde de WD-leider koel. Hij zegt "geen enkele behoefte te hebben aan gekissebis over een zo belangrijke zaak als de volksgezondheid." Nijpels zegt j het "in hoge mate te betreuren dat de discussie over een; aantal belangrijke punten in de volksgezondheid nu gepolariseerd dreigt te worden in plaats van dat de partijen op zakelijke wijze kijken of ze het met elkaar eens kunnen worden." Het CDA had er volgens Nijpels verstandig aan gedaan nauwkeurig kennis te nemen van de letterlijke tekst zoals hij die zaterdag op de WD-bijeenkomst heeft uitgesproken. "De overtrokken reactie van het CDA was dan onnodig geweest." , • Zie ook pagina 4 Focus. 20 maart 1984

Focus op Den Haag HUWELIJK KRAAKT \ Het gaat niet goed in het huwelijk van CDA en WD, al schrijft CDA-fractieleider De Vries in zijn partijblad vergoelijkend: „Tussen echtelijke twist -en echtscheiding ligt een wereld van verschil". Beschuldigde onlangs het WD-Kamerlid het CDA nog van overspel, omdat Piet van der Sanden, nota bene een vertegenwoordiger van de rechtervleugel, het op een akkoordje gooide met de PvdA over een derde televisienet, nu zijn de rollen omgekeerd, v Ad Lansink, een man uit het midden van het CDA, uitkleder van het ziekenfondspakket, beschuldigt WD-fractieleider Nijpels 'van niet minder dan „politiek bedrog". En daar zit wel iets in. Lansink had met de gezondheidsspecialist van de WD, de apotheker Dees, een akkoord bereikt over zijn ziekenfondsplannen, . maar de vraag blijft natuurlijk of Nijpels daar wel voldoende van op de hoogte was. Overigens lijkt het er wel op dat Nijpels geschrokken is van de vernietigende reacties uit zowat de gehele maat-" schappij, zelfs uit zijn eigen WD- congres en van de lauwe reactie van het kabinet.'

359

Dus stelde Nijpels zijn congres gerust met de mededeling dat Lansink „voor zijn beurt" had gesproken. Lansink woedend. INu nog een goede aanvaring vanuit de linkervleugel van het CDA, voor zover die bestaat, over de kruisraketten en het huwelijk van CDA en WD kan worden opgebroken. 12 april 1984

Jongerenjournaal Het Vrije Volk Nettie en Sonja "Snapt Ed dan niet dat het om onze toekomst gaat. Wij willen graag leven. Die kruisraketten kunnen alles vernielen; de mensen, de natuur, het milieu, kortom de hele aarde. Ed trekt zich daar kennelijk niets van aan. Het enige wat hij belangrijk schijnt te vinden is zijn eigen werk. Wij laten ons door niemands visie misbruiken, wij willen er wat aan doen. Al of niet met vakbondsbestuurders en helaas zonder Ed Nij* pels. Kernwapens wat moe" ten we er mee? We kunnen ons land ook op een andere manier verdedigen." 11 mei 1985

Lubbers houdt vast aan crisis-variant Van onze parlementsredactie HOOGEVEEN — Premier Lubbers vindt de crisis-variant, de kernwapens in principe wel plaatsen maar ze pas overvliegen in tijden van crisis, nog steeds „het overwegen waard." Volgens Lubbers is het niet in strijd met het NAVO-dubbelbesluit om „met een beperkt aantal wapens de afschrikking in crisistijd te vergroten." Hij zei dit zaterdag op de CDA-partijraad te Hoogeveen. De crisis-variant is tot nu toe door de NAVO-top en WDfractieleider Nijpels van de hand gewezen. CDA-fractieleider De Vries zei eind vorige week dat deze variant voor hem het maximaal haalbare is. Voor de AVRO-radio vertelde CDA-minister Van den Broek echter zondag dat die mogelijkheid niet eenzijdig kan worden uitgevoerd. Gezien de bezwaren van de NAVO, is die variant dus onuitvoerbaar en wat hem betreft van tafel. Als andere mogelijkheid noemde Lubbers dat de NAVO in totaal minder raketten plaatst dan de afgesproken 572. In zon geval zou Nederland zijn aandeel juist wel voor zijn rekening nemen, aldus de premier. Spelbederf Zonder hem met name te noemen verweet Lubbers de WD-fractieleider Nijpels „spelbedeff". Nijpels zei vrijdagavond dat het leven van het kabinet aan een zijden draadje hangt. Lubbers herinnerde eraan dat de WD bij de kabinetsformatie geen minister van Defensie wilde leveren. „Wij zijn beiden te jong voor geheugensteuntjes," zo sprak hij Nijpels toe. „Jij wilt het probleem bij het CDA houden, laat het maar bij ons." Lubbers zei dat de WD ervan op aan kan, dat het WDstandpunt in het uiteindelijke kabinetsbesluit herkenbaar zal zijn. De WD is zoals bekend voor plaatsing. De premier legde er de nadruk op dat Nederland zich tot nu toe keurig aan de NAVO- afspraken heeft gehouden en bij de modernisering van conventionele wapens zelfs vóór loopt op de ons omringende landen. Nederland loopt bovendien precies in de pas met het plaatsingsschema. Van uitstel is tot nu toe geen sprake geweest. Luid applaus Opvallend veel argumenten vóór plaatsing somde CDAfractieleider De Vries op in zijn rede voor de Partijraad. Hij betoogde dat „wij bij onze beslissing ook heel nadrukkelijk rekening moeten houden met de internationale politieke gevolgen van die beslissing. Of, er in Nederland wel of geen' kruisraketten komen is voor onze veiligheid niet zo belangrijk. Daarvoor is alleen"' belangrijk wat er in Europa als totaal gebeurt en wat er in de verhouding tussen Amerika en Rusland gebeurt," aldus De Vries. ,"■".'■ Sommigen menen dat niet plaatsen voor de Sovjet-Unie een beloning is voor het weglopen van de onderhandelingstafel. „Daarop heb ik geen antwoord," aldus De Vries onder luid

360 applaus. Een ruime meerderheid van de Partijraad wekte de indruk vóór plaatsing van de kruisvluchtwapens te zijn. De Partijraad nam een resolutie aan om zo snel mogelijk een besluit te nemen over wel of niet plaatsen. Fractieleider De Vries onderschreef deze wens, al liet hij zich niet uit over de eis van WD-leider Nijpels dat zon besluit voor 11 juni moet vallen. Op deze datum worden de Europese verkiezingen gehouden. De Vries maande Nijpels voorlopig zijn mond te houden inplaats van de spanning op te drijven. Pogingen van een deel van de Partijraad om nadat het kabinetsbesluit ,is gevallen eerst te vergaderen voordat de Kamerfractie een oordeel geeft, werden door CDA-voorzitter Bukman hard afgewezen. Ook De Vries bleek er niets voor te voelen. Een meerderheid van de Partijraad sloot zich uiteindelijk bij De Vries en Bukman aan. Pax Christi De katholieke vredesorganisatie Pax Christi heeft zaterdag een dringend beroep gedaan op de Tweede Kamerleden van het CDA om met geen enkel kabinetsbesluit in te stemmen dat plaatsing van kruisraketten i&houdt of de mogelijkheid daartoe openhoudt. Afwijzen zou volgens Pax Christi een duidelijk signaal aan de supermachten zijn dat in de samenleving, in Nederland en daarbuiten, diepe onrust bestaat over de huidige politiek van beide landen. Wél plaatsen zou bovendien het vertrouwen van talloze mensen in de politiek en in de zin van een actieve deelname aan de politiek aantasten. Minister Van den Broek van Buitenlandse Zaken discussieerde op straat met demonstranten tegen de komst van kruisraketten. 21 mei 1984

Lubbers en Nijpels ruziën over besluit Klein rechts moet de kruisraketten redden Van onze parlementsredactie DEN HAAG — Het kabinet is voor zijn besluit over de kruisraketten in de Tweede Kamer aangewezen op steun van de kleine christelijke partijen. Zeker vijf leden van de CDAfractie zijn tegen het besluit om voor eind '88 kruisraketten te plaatsen, tenzij de Sovjetunie stopt met het plaatsen van SS-20-raketten. Het afvallen van tenminste vijf CDA-ers betekent dat maar 74 van de 79 CDA-ers en WD-ers in de Kamer vóór zullen stemmen. De steun van SGP, GPV en RPF is echter vrijwel zeker. Na afloop van een vier uur durende fractievergadering van het CDA zei fractieleider Bert de Vries zaterdagmiddag dan ook „dat er een parlementaire meerderheid is te vinden voor het besluit." Drie CDA-ers hebben een officieel en erkend voorbehoud gemaakt tegen de raketten. Dat zijn mevrouw Laning en de heren De Kwaadsteniet en Faber. Buiten hen zijn er nog eens vier CDA-ers die ernstige twijfels hebbend-allen voormalige "loyalisten." Twee r van hen, Couprie en Buikema, hebben gezegd tegen te zullen stemmen omdat het kabinetsbesluit geen afwijzing inhoudt van de raketten. Afgelopen weekeinde is premier Lubbers stevig in aanvaring gekomen met de fractieleider van de WD, Ed Nijpels, omdat deze een eigen uitleg geeft aan het besluit. Volgens Nijpels vloeit uit het kabinetsbesluit niet automatisch voort dat er niet wordt geplaatst als de Russen stoppen met de plaatsing van SS-20's. Lubbers liet zaterdag via de Rijksvoorlichtingsdienst een officieel communiqué uitgeven waarin staat dat het akkoord „niet voor tweeërlei uitleg vatbaar is." Wanneer de Sovjetunie stopt met verder installeren van SS-20-raketten zullen er in ons land geen kruisvluchtwapens worden geplaatst, aldus het bericht. Nijpels reageerde daarop met te zeggen dat premier Lubbers "uitlegproblemen veroorzaakt." De opvattingen van de premier hebben bij Nijpels en de WD-ministers voor "volledige verbazing" gezorgd, aldus de WD- fractieleider. 4 juni 1984

Demonstratie van onmacht, tot boven op de tafel toe Van onze verslaggever HENK SCHAAP DEN HAAG — Het boerinnetje dat met haar klomp een raket wegschopt, zal het goed doen in de export van de vredesgedachte. Puur Hollands, deze zus van Frau Antje: Tot ver over onze grenzen bestaat verbazing, voldoening dan wel ergernis over het uitstel van de beslissing om in Woensdrecht al dan niet 48 Tomahawks te plaatsen. Maar ook wil het

361 buitenland alles weten over de vastberadenheid van de vredesbeweging, die volgens velen een niet te verwaarlozen invloed heeft gehad op dit kabinetsbesluit van "nu-nogniet-maar- misschlen-overanderhalf-jaar." anderhalf-jaar." Na de Hollanditisdag zijn de vredesgroepen woensdag echter niet meer in staat een brede massa op de been te brengen. De enige tienduizenden betogers waarop was gerekend, zijn niet gekomen. Slechts enige duizenden wandelen rondom het Binnenhof mee in de Omloop van het Volk, als troepen die Jericho omsingelen. Het kabaal dat een dag lang wordt gemaakt op het plein voor de Ridderzaal, doet vermoeden dat een hedendaagse Joshua de muren van de parlementsgebouwen wil slechten. De aanwezigheid aan de buitenzijde van 's lands ver- gaderzaal is overigens ook een demonstratie van grote onmacht. Geen vredesactivist is meer in staat de zaken te keren. Bingel, een bekende verschijning in de hoofdstedelijke krakerswereld, is wel naar de Redidentie gereisd in een laatste poging nog enige invloed uit te oefenen. Hij heeft zijn tentje opgezet op het Malieveld, waar uw verslaggever 's avonds als enige voor een omvangrijk podium naar electronische muziek staat te luisteren. De slotmanifestatie is op die plek een eenzaam en winderig gebeuren. "Voorzitter Sienie Strikwerda van het Komitee Kruisraketten Neen legt in arren moede op het Buitenhof een verklaring af. "Dit uitstel zullen we gebruiken om tot afstel te komen," zo bemoedigt zij de demonstranten die daar, op het trottoir gezeten, al'de hele dag via luidsprekers het Kamerdebat hebben kunnen volgen. Op de tafel De bespreking van het kabinetsplan heeft haar teleurgesteld. Aan de wil om de kernwapens werkelijk terug te dringen, is volgens Sienie absoluut geen recht gedaan. Zij voelt zich "te netjes" om zomaar op de regeringstafel te springen en dit Lubbers onder de neus te wrijven. Bingel uit Amsterdam besluit wel tot zon niet mis te verstane daad. Hij had 's middags liet gevoel gehad voor schut mee te wandelen in de Volksomloop. "Ik wil er écht bij zijn," meent hij daarna. Hij vindt een weg die hem de toegang verschaft tot de vergaderruimte. Onverwacht bevindt hij zich achter de groene gordijnen. "En die Nijpels stond daar, als een symbool van domheid en leegheid te raaskallen. Niets dan woorden, woorden, woorden. Dit was een theaterstuk, een Festival of Fools. De - zaak leek al bekonkeld," konden Amsterdammers hun stadgenoot vanochtend in een uitzending van de lokale radio horen uiteenzetten. "Ik werd opeens zó kwaad,. vanwege die voortdurende minachting voor mensen die al 8 jaar strijden tegen de kernraketten." Wat daarna gebeurde, heeft menigeen kunnen aanschouwen. Hij sprong voor het oog van een verbijsterd parlement op de tafel voor Lubbers en diens ministers De Ruiter en Van de Broek. "Wat heb je aan een recht op demonstreren, als er geen plicht tot luisteren Is", hield hij de volksvertegenwoordigers voor. Na door kamerbewaarders te zijn afgevoerd, heeft deze ontevreden kiezer — die als eerste in de parlementaire geschiedenis was doorgedrongen tot het centrum van politieke macht — 'huilend zijn daad verklaard. "Het was een . emotionele bevlieging." Naderhand, in zijn tentje op het Malieveld, merkt hij luchtiger op: "Ach, ik vond het ook so'n saai debat..." ME-actie Dit kan mevrouw Strikwerda toch niet bedoeld hebben, toen zij vaststelde, dat "onder druk het beste in de mens naar boven komt." Evenminals haar comité kan hebben gewild dat de vredesactie na haar vertrek een grimmiger karakter zou krijgen. De bezorgde aanhang van Kruisraketten Neen besluit de manifestatie te laten voor wat zij was. Prompt wordt de barricade door andere typen demonstranten bevolkt. Met stalen pijpen en bakstenen slaan zij uren achtereen een monotoon ritme op de dranghekken. Totdat de Haagse politie' het welletjes vindt. Een actiemeisje krijgt een megafoon in de hand gedrukt met het verzoek de betogers vanaf de rand van de Binnenhoffontein op te roepen de zaak te beëindigen. Politie en ordediensten zijn bevreesd voor een minder prettig slot als de uitslag van de stemmingen in de Kamer eenmaal tot het publiek door'dringt. Maar vanachter het dranghek wordt haar ijle geluid als een zeepbel weggeblazen. De enkele honderden actievoerders laten zich niet met kluiten in het riet jagen. Zij blijven. Een terzijde wachtende brigadier ruikt de 'geur van een op handen zijnde rel. Nadat volgens de politie vechtpartijen zijn uitgelokt, voeren twee peletons ME-ers kort voor middernacht een snelle en harde charge uit. De patatbakker op het

362

Binnenhof sluit razendsnel het luik van zijn wagen. De laatste christenen, die in de zuilengalerij hun tweedaagse vastenactie hebben gehouden, duiken angstig ineen. Jubileum Vandeze uitbarsting zijn de 73-jarlge Annle en haar echtgenoot Agur Sevink ("ik ben vernoemd naar de eerste christen-socialist") allang geen getuigen meer. Het Deventer echtpaar had reeds in 1959 meegelopen in Ban-de- Bommarsen. Zij vieren deze week bij het kernwapendebat hun zilveren demonstratiejubileum. "Tot je laatste snik moet je meedoen", meent Agur. "Domweg volhouden. Als we daarmee destijds niet begonnen waren, zouden de Amerikanen nu nog in Vietnam gezeten hebben." Voor iemand er erg in had, stond-ie al op de regeringstafel. De bodes brachten hem met zachte drang weg en stelden hem met koffie en broodjes weer een beetje op zijn gemak. 14 juni 1984

Nijpels kan naar Eur. Parlement n (Van onze xi parlementsredaetie) * DEN HAAG — WD-fractieinf «zitter Ed Nijpels, met M ïrkeurstemmen gekozen In A !t Europees parlement, houdt I ' mogelijkheid nog open dat r] I inderdaad naar Straats-11 j -'S zal gaan. Nijpels was tol y verrast door het aantal e i • 102.500 voorkeurstemmen, at Jw tien procent van alle 'M *mmen die de WD vorige '9 !«k bij de Europese verkielg 'Een kreeg. Nijpels stond als «j ?tste op de lijst voor de e: e^aar afgesproken het P] Jt ïo ver te laten komen. Bin»1 !li PvdA, CDA en WD gaan de laatste tijd echter stemmen op om een dubel lidmaatschap weer wél toe te staan, juist om de nu nogal slechte communicatie tussen Kamerleden en Euro-parlementariërs te verbeteren. 22 juni 1984

Lubbers kan beter op zijn CDA kotsen Door YVONNE ZONDEROP j Toch jammer dat de persconferentie van minister-president Lubbers afgelopen vrijdag niet integraal door de televisie werd uitgezonden. Miljoenen kijkers moesten nu missen hoe de premier uitdrukking gaf aan zijn woede. "Kots, kots, kots," werd hij ervan, en dat is voor de regeringsleider bepaald geen gangbaar taalgebruik. Vanwaar nu Lubbers' lichamelijke ongesteldheid? • ,De . kranten. hadden geschreven dat ministers en staatssecretarissen er van alle inkomenstrekkers ' volgend jaar het meest op vooruit gaan. Daar waar de echte minima vooralsnog 1,5 tot 3 percent inleveren, krijgen de bewindslieden 2,3 percent méér. Dit feit was tot nu toe buiten de publiciteit gebleven.'Minister Rietkerk van Binnenlandse Zaken had namelijk een heel ander . inkomensbeeld : geschetst. Volgens hem gingen de hoogste ambtenaren, en dat ' zijn dus ministers, er volgend jaar "maar" 0,8 percent op vooruit. De bewindsman "vergat" te vermelden dat het vakantiegeld voor hogere ambtenaren volgend jaar hoger is en dat ze er dik op vooruit gaan. \ Een verslaggever van dagblad Trouw vestigde hier de aandacht op. Vervolgens konden alle kranten met eigen rekenwerk aantonen dat de ministers wel degelijk- méér in koopkracht krijgen dan iedere andere werknemer. - - Verontwaardiging was dus op zn plaats. Alleen, niet de parlementaire pers maar minister Rietkerk was de zondebok. Hij had immers de zaken verkeerd voorgesteld. Maar Rietkerk trof volgens Lubbers geen blaam. Zijn onpasselijkheid werd veroorzaakt doordat de indruk kon ontstaan dat ministers stiekem voor zichzelf een gunstige regeling hadden getroffen. Dit was niet zo, en dat had ook geen enkele krant geschreven. Lubbers, kortom, was bo-r zer over de aantasting van zijn "goede naam" dan over het feit dat hij erop/vooruit, gaat terwijl de armste huishoudens volgend jaar inleveren. Zuur Geen wonder dat de premier "zuur" was over de opmerkingen van WD-lelder Nijpels. Deze omschreef de hele affaire als de "tweede psychologische blunder" van de premier. Eerst verzweeg Lubbers dat de echte minima volgend jaar inleveren, en nu hield hij geheim dat de

363 bewindslieden er volgend jaar zo gunstig vanaf komen. De blunders doen het "no- nonsense"-imago van het kabinet geen goed. ; '■ Nu heeft ook Nijpels een kilo boter op' zijn hoofd. Juist de VVD drong er vorig jaar op aan' dat hogere ambtenaren weer een volledige vakantieuitkering krijgen. Tegen het onrechtvaardige ' koopkrachtplaatje zélf heeft Nijpels dus geen enkel bezwaar. Bovendien zou de WD vooral minister Rietkerk onvolledige voorlichting moeten verwijten. Maar Rietkerk is WD-er, en daarom speelde Nijpels het over de boeg van de CDA-premier, in de hoop op politiek gewin. Niettemin: de WD-fractie wist donderdag tenminste wat er aan de hand was, evenals de PvdA-kamerleden. Zo niet het CDA. Deze fractie bleek donderdag weer eens van toeten noch blazen te weten. Zo eiste CDA-fractieleider De Vries aanvankelijk opheldering over een besluit waarmee zijn eigen fractie een jaar eerder zelf akkoord was gegaan. Pas toen minister Rietkerk een toelichting verstrekte, bond het CDA in. Verwijt CDA-kamerleden valt dus eerder iets te. verwijten • dan journalisten die hun lezers volledig voorlichten. De CDAfractie zit louter en alleen in Den Haag om het kabinet te controleren. — Als: dan voor de zoveelste keer blijkt dat de volksvertegenwoordigers niet weten wat ze zelf besloten hebben, is dat een reden tot verontwaardiging. Maar over zijn partijgenoten rept Lubbers met geen woord. ledereen krijgt de schuld, behalve minister Rietkerk en de CDA- fractie, die nu juist het meest tekort schieten. De premier mag dan "kots" worden omdat zijn naam is aangetast, misschien begrijpt hij dat anderen in het land misselijk worden van de politieke spelletjes die de afgelopen dagen zijn opgevoerd. 9 oktober 1984

'Ziet hoe zij elkaar liefhebben' CDA stemt tegen eigen motie... (Van onze parlementsredactie) j DEN HAAG — Dat een commissie de mogelijkheden zou moeten bekijken om na volgend jaar verder te bezuinigen in de Volksgezondheid, vindt het CDA nog niet zon gek idee. Maar. dat regeringspartner VVD daaraan deze week de indruk verbond als zou het beleid van de huidige staatssecretaris Van der Reijden niet deugen, gaat het CDA ;tever.\ 'ïl*£ Vanwege de krakende toon waarmee de liberale fractieleider Nijpels een toelichting op dat plan gaf, weigerde zijn 'christen-democratische collega De Vries donderdag nog langer mee te werken aan zon onderzoek. De leider van de ; kleinste regeringspartij moest toen prompt twee woorden laten schrappen onder de motie, die hij eerder mede namens het CDA had ingediend. Die woorden waren: "De Vries". | Op dat moment was het geen gezamenlijke motie meer en kon het CDA ook tegenstemmen, zodat de motie het niet haalde. "Ziet hoe zij elkander liefhebben," werd tijdens het debat gefluisterd in de oppositiebanken, toen Nijpels en de Vries elkaar in de haren vlogen. 'Magere aanzet' De jonge WD-leider ontkende stellig enige kwade bedoeling, te hebben gehad met zijn opmerkingen, dat er tot nu toe maar een "magere inzet" was gegeven. Volgens De Vries had het kabinet al veel meer werk verzet in de gezondheidszorg. Hij weigerde deze VVD-kritiek voor zijn rekening te nemen. . De motie slaat echter op het beleid, dat wij voor de langere termijn uitgestippeld willen zien, hield Nijpels vol, en doet de huidige staatsscretaris beslist geen onrecht. "En dat u er zo laat achter komt, dat beleid op korte termijn gevolgen heeft voor. later, kan ik ook niet helpen," beet hij De Vries toe. Geen steun Op dat moment waren de rapen gaar. De CDA-fractievoorzitter kondigde aan, zijn steun aan . het plan te onthouden. Maar ook premier Lubbers zei naderhand, weinig te voelen voor een commissie. Het instellen van zon club onafhankelijke deskundigen is volgens de premier al te vaak een excuus om iets vooral niet te hoeven doen, onder het motto: je benoemt ze en je kunt voorlopig weer voort.

364

VVD-leider ' Nijpels (rechts) tot zijn CDA-collega De Vries (uiterst links op de rug gezien): "Dat u er zo laat achter komt, kan ik ook niet helpen". 12 oktober 1984

Het dubbeltje van Ruud Lubbers Aan de minister-president, drs. R. Lubbers: Beste Ruud, „De zomer en de late rozen zijn zacht ontbladerend uitgebloeid. Het bloedend vuur, het hete blozen tot oud oktobergoud vergloeid" (Marsman). Ik bedoel maar: de fleur is eraf, van dat kabinet van jou. No-nonsense tot eenvoudige nonsens teruggebracht. Crisisgeruchten over een "dubbeltje per dag" meer of minder voor mensen die gewoon nog werk hebben. Zijn jullie nou helemaal gek geworden? Het "kwartje van Romme" (maar dat was nog voor werklozen) opgevolgd door het "dubbeltje van Lubbers" (voor werkenden). Ik weet dat je niet voor een dubbeltje geboren bent, maar zo word je natuurlijk nooit een kwartje. Krijg je daar nou niet de kots van, Ruud? Van dat geruzie tussen de "staatslieden" Nijpels en De Vries? Weet je dat die twee niet eens meer met elkaar praten? Ja echt, De Vries heeft Nijpels van de week een brief geschreven dat hij er geen enkele behoefte meer aan heeft wekelijks te praten over actuele politieke zaken, "want dat leidt toch maar tot verwijten dat ik me niet aan afspraken houd". Nijpels denkt natuurlijk dat De Vries net zo'n jezuletenleerling is als jij, omdat hij nu eenmaal ooit heeft gelezen dat het CDA een voortzetting van de KVP is. Op zich heeft Nijpels daar geen ongelijk in, zoals jij beter weet dan ik, maar hij had wel eens kunnen bedenken dat De Vries een vrij steile protestant is. Waarmee ik overigens niet wil zeggen, dat protestanten per definitie te vertrouwen zijn. Van die Van lersel (KVP) die zo in botsing kwam met De Grave (WD) zou ik overigens ook niet overhaast een tweede handsauto kopen. Het vervelende Ruud, is dat ik niet kan controleren of het CDA echt onbetrouwbaar la en afspraken heeft geschonden. In mei of juni is er kennelijk een onderonsje - geweest tussen fractiespecialisten en staatssecretaris Koning. Wat ik wel gek vind is dat jij tijdens de algemene beschouwingen zei dat er wel enige ruimte in die tweeverdienersarbeidstoeslag zat en dat Koning nu zegt dat er wèl politieke afspraken zijri gemaakt over de hoogte van dat bedrag. Koning zei te spreken namens het kabinet. Houdt dat dan niet in dat de WD ook bedoelt dat niet alleen Van lersel en De Vries, maar ook jij volstrekt onbetrouwbaar bent? Toch gek hoe zo'n dubbeltje kan rollen. Vreemd ook dat de WDfractie officieel laat weten „dat de WD-ministers de indruk hebben dat hun CDA-collega's bezig zijn wegen te vinden om de aftocht te blazen." Ja echt, letterlijk. Zoiets is toch nog nooit vertoond? Kom nou! Ten eerste kletsen uit het kabinet. Dat mag jij toch alleen maar. En dan nog een soort praat die iedere CDA-er met nog enig gevoel voor eigenwaarde In de gordijnen moet jagen. Ik vind het hoogst vermakelijk, maar voor Jou moet dat toch vreselijk zijn. Laten we eerlijk zijn, Ruud. Volgens mij heb jij deze zaak ernstig onderschat. Je ging maar gewoon naar Koeweit om mijnenvegers te verkopen en Israël nog eens op de ziel te trappen en ondertussen laat je toe dat enige blaaskaken je kabinet bijna opblazen. Wou jij die Koning dan gewoon laten vallen? Dan heb je niet begrepen dat Koning geen Seherpenhuizen is, niet zomaar een staatssecretaris van WD-huize. En kijk, die Van Aardenne moet ook wel achter hem en de fractie blijven staan, anders staat er straks niemand meer achter Van Aardenne. Je weet maar nooit hoezeer dat nodig is. Er gaat zelfs een gerucht dat hij bij het verschijnen van het RSV-rapport de steun van de WD-fractie niet ontberen kan. Heb je nou nog niet in de gaten dat er geen hete herfst komt, maar een doodgewone echte herfst. Het natuurlijke rottingsproces dat jouw kabinet al ernstig heeft aangetast. „De zomer en de late rozen..." enzovoort. Lubbers: de fleur is eraf.

365

3 november 1984

Verloedering Commentaar Het Vrije Volk In zijn ijver de heer Van Aardenne te beschermen blijkt de fractieleider van de VVD, de heer Nijpels, te hebben gelogen. Woensdagavond verklaarde hij zijn toch al voorbarige interventie ten gunste van Van Aardenne nog met berichten die in kranten waren verschenen. Maar gisteravond verklaarde de ondervoorzitter van de parlementaire enquêtecommissie, de heer Joekes, zelf: VVD-lid, dat twee VVD-leden van de commissie al in oktober met Nijpels hadden gesproken over de voorlopige conclusies uit het rapport die zeer belastend zouden zijn voor minister Van Aardenne. Wat bezielt de VVD toch? Eerst het zogenaamde vastberaden optreden in het debat over de tweeverdieners waarbij men later toch gedwongen wordt bakzeil te halen. Nu weer twee VVD-leden die zich niet houden aan het reglement van de enquêtecommissie en hun mond voorbij praten. En een fractieleider die liegt. De verloedering van de maatschappij blijkt niet bij de deur van de fractiekamer van de VVD op te houden. 9 november 1984

Nijpels zet Vonhoff ook voor 't blok DEN HAAG — Binnen de WD-top blijft het ruziën. Noemde WD-coryfee Vonhoff zijn partijgenote minister' Smit-Kroes onbetrouwbaar en deloyaal en haalde zij op haar beurt naar Vonhoff uit, nu bemoeit fractieleider Nijpels zich ermee. "Wat Vonhoff heeft gedaan, dat kan niet," aldus Nijpels in Elseviers Magazine. Over het geruzie met het CDA "Het moet nu eindelijk afgelopen zijn met het gedonderjaag' 15 november 1984

Treed maar af, Gijs Door FRITS VAN DER POEL Aan de minister van Economische Zaken en vice minister president, drs. G. van Aardenne: Beste Gijs, Jammer dat je van Lubbers niet onmiddellijk, zoals gebruikelijk, mag terugschrijven, want het liegt er niet om zeg, dat rapport van de RSV-commissie. Zeker, dank zij de briljante voorbarigheid van Nijpels wisten we wel dat er iets onaangenaams over je in zou staan, maar dat het zo vernietigend zou zijn... nee, dat had ik toch niet vermoed. De vraag rijst nu immers: waarom kon zo iemand als jij minister van Economische Zaken worden en waarom blijft hij het? Natuurlijk, je bent de enige schuldige niet. De top en de organisatie van het concern deugde niet, de Tweede Kamer heeft geslapen, je voorgangers Lubbers en Nelissen begingen ook blunders, maar je bent wel de hoofdschuldige. „Jouw trefzekerheid van de prognoses en de kwaliteit van je kostencalculaties waren zo mogelijk nog slechter dan die van RSV", zo lees ik. Ik citeer nog maar een zin om boven je bed te hangen: „De minister (dat ben jij dus) verloor zijn greep op processen die hij wel mocht financieren, gaf ten slotte ook de financiële beheersing uit handen en zag zijn beleid eindigen in chaos". Hoe kon je toch zo stom zijn een blanco cheque uit te geven, de verliezen voor rekening van de staat te laten komen? Dan heb je toch wel de belangen van de staat te licht gewogen, Gijs, hetgeen onvergeeflijk is voor een dienaar van de Kroon. Nog een zin — en de rest lees je zelf maar —: „Ronduit misleidend, en daarom onaan- vaardbaar, was de informatie die minister van Aardenne de Kamer in april 1980 verstrekte over de afwikkeling van de ROS-verliezen." „Ronduit misleidend". Het is die kwalificatie waartegen je nieuw partijgenootje Korthals bezwaar maakt, maar niet de oude VVD-rot Joekes. Dus dat helpt je ook niet veel verder. Ér zijn eigenlijk „maar" twee dingen die de comissie je verwijt: onbekwaamheid en minachting van het parlement. Dat is niet niks, Gijs. In elke andere democratie, die niet zoals de onze beheerst wordt door min of meer wankele coalities, zou je tot aftreden worden gedwongen. Zoals bijvoorbeeld Lord Carrington in

366

Engeland die de Falklandoorlog niet had zien aankomen. Hier zal dat wel niet gebeuren, want als de VVD achter je blijft staan zou het kabinet vallen en aangezien het CDA dat niet wil, haalt een motie van wantrouwen het niet. Trouwens wie van die slapers uit voorbije jaren zou zo'n motie durven indienen? Toch zou het wel moeten, vind ik. Om de eenvoudige redenen dat een parlement zich niet mag laten minachten en in de tweede plaats omdat dit land uit een economische inzinking moet worden getrokken. En daarvoor heb je iemand nodig die nog niet eerder „zijn beleid heeft zien eindigen in chaos". Er is wel een chique oplossing. Houd de eer aan jezelf en treed af. Het zou niet meer zijn dan een ministerscrisis. Ik weet wel: je bent geen Lord en het is dus niet de adel die je verplicht. We kenden je voor dit RSV-drama in hoofdzaak van het gentlemans-akkoord. Maar ook een gentleman heeft toch eergevoel? 10 december 1984

Oplossingen voor liberale verdriet zijn er niet Door FRITS VAN DER POEL De WD-fractie plus de partijtop hebben hun bezinningsweekend gehouden in, de Vemwse bossen omdat men door de bomen het bos niet meer zo goed zag. Tot diep in de nacht schijnt men zich bezig gehouden te hebben met vragen als: noe komt het toch dat we op M'n negen zetels verlies staan in de opiniepeilingen en vooral: hoe moeten we omgaan met net CDA? En dat alles speelde ach af in de schaduw van Gijs rcv' Aardenne die sinds 'de «SV- enquête als "aangeschoten wild" te boek staat. Maar al zou de WD een hele jnaand op de Veluwe gaan zitten, oplossingen voor het liberale verdriet zijn er niet. Daar- v°or zijn er teveel fouten gemaakt. Bij de formatie van het Kabinet Lubbers bijvoorbeeld wen onderhandelaar Nijpels «ie beleidsbepalende departementen op economische zaken «a m handen gaf van het CDA. Misschien heeft men nog gejacht de eerste man van.de •YD in het kabinet, Gijs van"Maenne, te kunnen verkopen su architect van een herleide economie.maar dat kan men nu wel vergeten. De vice- Premier speelde toch al niet de «« aie' Wiegel zo bekwaam onoer Van Agt uitvoerde, door de «»v-commissie, de ■ oppositie m, i is hiJ z° ernstig bei «hadigd , dat het zelfs de Jj**S is of de VVD er verstanzettaandoet hem °P de hist te (Waarschijnlijk houdt Van ««aenne op termijn nog de ««'aan zichzelf. Niet door af ~ weden, maar door zich niet meer beschikbaar te stellen v°« de Kamer). J?,°g Mozénd van de gezonde. WMucht verklaarde- Ed Nij-1,613 na het weekend dat er niet veel aan de hand was met de coalitie.'Het laatste jaar van -' het. kabinet-Lubbers zou rustig ) verlopen. ■ Zelfs de kruisraketj ten zouden geen problemen op■ roepen. Hij, Ed Nijpels zelf, zou het in ieder.geval rustig houden. De bedoeling zal wel zijn "de i zegeningen" van het kabinets-, i beleid zoveel mogelijk te/an-' : nexeren al .< zal het toch' niet ; meevallen straks tegen lijst-. i trekker Lubbers te ' concurreren. In feite heeft de WD zich } nu; uitgeleverd ' aan het CDA; i Bij elke,liberale oprisping' zal men van CDA-kant roepen: hé, ; jullie . zouden het toch rustig houden? Hoe weinig het CDA zich nog aan zijn coalitiepartner' gelegen laat liggen bleek van de week heel duidelijk toen het ging om de AOW. Door even snel zaken 'te doen met ide PvdA hield de jeugdige ,WDer Linschoten alleen het nakijken over. En hij had nog wel zon principieel betoog gehou-. den tegen het voorstel van het kabinet. Nou was dat voorstel medeondertekend d00r,;,; de WD-staatssecretaris Kappeyne van de Coppello,'.' hetgeen het principiële betoog van Linschoten iets , onwaarachtigs gaf. Als er nou werkelijk WDprincipes in het geding waren waarom dan niet de strijd binnen het kabinet begonnen? Zo annexeer je natuurlijk ook geen kabinetsbeleid en in feite week Linschoten dus al af van de door Nijpels'uitgezette lijn. Zo niet.,. zijn fractiegenoot Rudolf de Korte ' die onbeschaamd tegen het CDA aan: schurkte toen daar het plannetje opkwam een deel.van de lastenverlichting voor het bedrijfsleven, "afgesproken in het regeerakkoord, in het verkie: zingsjaar ■; 1986. te gebruiken .voor. een belastingverlaging voor de burgers. De Korte die nog onlangs uitriep dat de las-! tenverlichting voor. het bc-" drijfsleven * door - moest gaan „en het CDA! zich i niet moest -verkijken op de winst van de multinationals" ■■ haastte ■ zich het CDA-voorstel te 5 steunen. .Verbeeld je ook dat de WD de verkiezingen in zou moeten als tegenstander -

367 van een . belas-) tingverlaging. ■ <'■■'.: 1. ,'" Overigens een cynische grap' om na alle bezuinigingen ten' koste | van de I sociaal zwakkeren in het,verkiezingsjaar een cadeautje '■■. te}; geven 1 aan de > mensen die nog werk hebben. De , : onbeschaamdheid , kent geen grenzen in de CDA-WDcoalitie. Ed Nijpels — Niets: aan de hand 7 februari 1985

Focus op Den Haag Agenda WD-leider 1 Ed, <- Nijpels heeft ooit eens een poging ge-, waagd een soort Carnavalsbesef in te voeren, maar bc. halve van een paar zuiderlingen kreeg hij er geen handen voor op f elkaar jen de Fries Vondeling had er al helemaal geen begrip voor. :..■ ■~.-•'. ; i. Deze week «Jus gewoon een 'I volle Kameragenda, die ongetwijfeld in gedeeltelijke af-, wezigheid (van £ Nijpels ,; zal' worden afgehandeld. Belang-, rijkste j agendapunt i zijn de kabinetsvoorstellen I met betrekking, tot : de > Ziektewet.' Eens -(liep de vakbeweging; daartegen. te hoop, i maar jnu schijnt men.de strijd'vooral'i met de werkgevers uit té wil»; len vechten.

VVD toch geschrokken van zichzelf door FRITS VAN DER POEL Het rommelt nu toch een beetje in de WD. Niet omdat Wiegel plotseling onverstaanbaar is geworden sinds hij een paar.!- "-f zinnen Fries van buiten heeft geleerd, maar omdat zijn opvol- :' ger wat al te snel zaken doet met onliberale bewindslieden. Het gaat natuurlijk nog steeds - om de staatsprijs die van Brinkman en de meerderheid van het. kabinet niet naar Hugo Brandt Corstius mocht, want hij is de eerète columnist die langer dan een week over blijft staan. ~, •■',. Nijpels had Brinkman het groene licht gegeven, al kun je in het verband van het stoppen van een prijs beter spreken van rood licht. Dat nu zint een deel. E van de VVD-fractie niet. Een ;.:; aantal WD-Kamerleden wil . zelfs een PvdA-motie steunen om Brinkman te verplichten de prijs alsnog toe te kennen. Zij . zullen zich daarbij beroepen op de aartsvader van de liberalen,: Thorbecke, die al in de vorige eeuw opmerkte dat de staat geen oordeel over kunst toekomt. Nu heeft het kabinet ook niet '•' geoordeeld over kunst. De boeken die voor de jury de aanleiding tot de bekroning waren ■ heeft het niet gelezen. Lubbers ■ geeft dat in een interview in Vrij Nederland ruiterlijk toe. Het kabinet kende alleen de hatelijke stukjes, die Brandt Corstius ~ ook schrijft en waarin hij het. kabinet Lubbers-van Aardenne .consequent het "kabinet zwen; delaar-leugenaar" noemt. "Een klein beetje speelt het natuurlijk in je hoofd bij zon dossier," zegt Lubbers dan. Een klein beetje? Kom nou.' | ' Lubbers laat ook merken dat hij verrast was dat ook drie -VVD-ministers, namelijk Korthals Altes, Smit-Kroes en Riet' kerk, tegen de toekenning van I de staatsprijs waren. Hij zegt zelfs dat als alle VVD-ministers het niet met Brinkman eens wa- ' ren geweest, de prijs gewoon uitgereikt zou zijn. Een merkwaardige ontbezoeming. De '■;?', christen-democratische "onver- • draagzaamheid had kennelijk' een liberaal steuntje nodig. ' Dat nu ziet een deel van de VVD-fractie ook wel in en van- ' daar dat het rommelt in de liberale gelederen. Terecht. En bovendien kan ook niet ledereen die zijn Kamerlidmaatschap serieus neemt er blij mee zijn dat fractieleider Nijpels op zijn piere eentje op deze wijze vanachter de groene gordijnen meeregeert. : './:•'-■ Overigens blijft het een hoogst komische zaak. Ging het Brinkman eerst nog om "het kwetsen als instrument", nu wordt er zelfs de paus nog bijgehaald. De minister-president lijkt grote moeite te hebben met de volgende zin In het juryrapport: "Tenslotte acht de jury het geen toeval dat de P.C. Hooft- :,.: prijs aan Brandt Corstius wordt toegekend in het jaar dat de : paus Nederland bezoekt." Lubbers: "Wat in het kabinet over de tafel ging was: wat , voegt die zinsnede nu eigenlijk toe aan de waarde van het literaire werk? Wat is het dieperliggende motief van deze finale in het juryrapport. Waarom dat' nu speciaal?" Ik zou het antwoord ook niet weten, maar ik kan me toch niet voorstellen dat de protestant Brinkman nou juist over die zin van het juryrappport is gevallen. Trouwens die zou in goed overleg nog wel te

368 schrappen zijn geweest. Het lijkt er meer op, dat er nu van ' alles wordt aangesleept om maar niet te hoeven toegeven dat de heren gewoon op hun . teentjes zijn getrapt. De ijdelheid gekwetst en de arrogantie aan de macht. 23 februari 1985

Door HENK BRONS Boosheid en oproer in VVD na blunders Nijpels krijgt geest niet in de fles ( "Een mooie fles,'' maar; helaas veel te vroeg opengetrokken". Met deze woorden plaatste een WD-fractieiid. in 1982 vraagtekens bij de kroning van drs. E.H.Th.M. Nijpels tot liberaal leider. Voor: de overgrote meerderheid : was ,i het duidelijk dat Ed degene j was die het roer moest overnemen van Wiegel, die toen begon met het voorbereiden van' de 1 Elfstedentocht. Ze leken gelijk te krijgen. De "jonge hand" kefte zesendertig WD-ers de Tweede Kamer ih. En de liberalen gingen weer regeren. ~ » Nog geen drie jaar later lijkt de cynicus die de kurketrekker tog even in de la wilde houden alsnog gelijk te krijgen. Affaire stapelt zich op affaire.,De paniek slaat toe. Nijpels -"ik ben dè WD-leider"-" krijgt geen greep op de zaak. In de opiniepeilingen maken de liberalen een vrije val. Een kwart van de aanhang houdt het voor gezien. Zelfs de'oh zo keurige afdelingen beginnen, te, morden; teken dat de zeeën hoog gaan. En de uitgangspunten voor herstel zijn beroerder dan poit.Lubbers heeft ze I Wie het slagveld overziet wrijft zich de ogen uit. Een jaar geleden zat het CDA als een kat in het nauw. Het keiharde bezuinigingsbeleid en de "karate-politiek". van , Nijpels zorgden voor menige deuk in' het (sociale) gezicht' van de christen-democraten. De WD wist zich daarentegen aardig te handhaven in de peilingen. ,iZe moeten maar wennen aan de vernieuwde, zelfbewuste VVD", zei Nijpels toen minzaam tegen HW. „Op duidelijkheid staat'; in de politiek niet de doodstraf." ~:'.... ' ■■~' ' j De 'knik' kwam ergens in de zomer. In juni was Nijpels nog goed voor 102.500 voorkeurstemmen bij de verkiezingen' voor het Europese Parlement.' Op Prinsjesdag ' scoorde de VVD min vijf. En toen begon het echt mis te gaan. Minister. Smit-Kroes en ;: commissaris van de koningin Vonhoff sloegen elkaar en publique bijna de hersens in tijdens !de rel rond de PTT-spreiding. (Pikant dat juist Smit vorige week met een vurig'pleidooi kwam om de vuile was binnen te houden!) Bij de behandeling van de Wet-tweeverdieners —, een identiteitsgevoelig punt voor de WD — speelde Nijpels hoog spel. En verloor. In de affaire Brandt Corstius liet de WD-voorman zich op het verkeerde been I zetten j door 'zijn' ministers. (Een treffend bewijs dat hij ze niet aan een touwtje heeft, zoals bij dé "start van het kabinet trots werd beweerd.) Zd kwamen Me liberalen te kijk te staan als betuttelaars van de kunst en wegbereiders voor de paus.;?: ,■■: De ellende werd onstuitbaar: dor Nijpels'i strategie t in | de RSV-zaak. Nog.voor,;het verschijnen vam het f eindrapport kraaide hij crisis,'pp'basis van informatie die"; partijgenoten uit de commissie hadden laten lekken. Daarmee werd hij de architect van de Van Aardenne- affaire. Alle ogen waren ge' richt, op Kwatta. ,En erger: zoals altijd wanneer Nijpels iets roept voor hij heeft nagedacht, verhief hij deze wijsheid tot onaantastbare beleidslijn. Stand in de opiniepeilingen van december: negen zetels verlies. Vacuüm *Na een aanvankelijk; milde reactie werd CDA-fractieleider De Vries gedwongen Van Aardenne wat harder aan te pakken. Dat resulteerde |in een. ''voorwaardelijk groen licht"; een vice-premier die in een politiek vacuüm bleef bungelen. Toen bleek dat deze zig- zagkoers de christen-democraten electoraal geen windeieren legde, kreeg men de smaak te pakken. Je zou Lubbers beledigen door zijn rol daarbij te onderschatten. De WD ging van de weeromstuit | als één man óta Gijs heen staan. De kans om via een 'chique' ministerscrisis uit de problemen te komen was voorgoed verkeken. Ê Op het moment dat het CDA het licht wat langer op groen zette, begon bij de liberalen in-, tem de twijfel toe te slaan. De ene |na de andere woordvoer: der ] werd het strijdperk ingestuurd : — handig. toch, zon fractie — om even later afgebrand terug te keren. Nijpels, die zich zo graag presenteert als de enig echte leider, slaag' de er niet in de geesten in de fles te krijgen. Niet in het door, Lubbers. gedomineerde kabinet. Niet in het parlement. Niet in de media en dus niet in het land. En zelfs niet in zijn eigen partij.'.. '. .",'.'.ï '>"'"" ; "h. Toen: Van , Aardenne bijna 'veilig' was, sloegen de stoppen door. Prominente, WD-ers kwamen tot het besef .Van Aar-, denne beter

369 kwijt'dan rijkste kunnen zijn, nu de stembus in zicht -. komt. Ze ; realiseerden zich echter niet, dat ze daar op dit moment beter, publiekelijk hun mond over zouden kunnen houden." De I ramp was ! compleet.' Beschadigd Al met al is Nijpels door de gang van ! zaken minstens zo beschadigd geraakt als zijn in een olifantshuid gestoken eerste man in het kabinet.'ln-de fractie gist I het.; j Logisch:, tien zetels verlies plus elf terugkerende § bewindspersonen jg betekent, zeker als de ,WD in jde oppositie terecht '■'■ komt,'- veel brodeloze ■.'■ Kamerleden. De WD-afdelingen,; die veel weg hebben van gezelligheidsverenigingen,'-' beginnen ': zich I te. roeren. De afdeling der. afdelingen. Wassenaar, uit "grote ongerustheid" in een brief aan de partijtop. Een Amersfoorts lid zegt tegen het dagblad NRC: "Nijpels is een blaag van wie ik niet meer zo wild ben. Hij moet net als Van Aardenne opstappen." Op! het - partijbureau is men vooral druk met het noteren van opzeggingen., Zover is oud-minister: en oud-commissaris ' van '. de . ko-. ningin . mr'.\; W.J. '-••' ('Molly') Geertsema niet, j maar in (het blad De Tijd van deze week rafelt hij wel Nijpel's werkwijze uiteen en levert hij daarop felle kritiek.' | "Nijpels is! doodgewoon te vroeg in het' politieke diepe gegooid". 'Dimmen' Van. de veel geroemde pers-' vriendelijkheid van' de ,VVD is inmiddels weinig meer! over. ,Nijpels,' die j prat gaat \op het gemiddeldei van één vraaggesprek per dag,,laat 'via; zijn even te dimmen". -De ' partijvoorzitter, j; makelaar ...jan Kamminga,' komt met een merkwaardige reactie: „Ik heb ■ geen f enkele behoefte | een '■ bij-1 drage aan tisi papégaaien-circuit te leveren." Lijkt een uitspraak vanuit de VVD-top hem dan niet de beste manier om - de 1 elkaar I napratende -. papegaaien' de bek ,te:' snoeren?, Kamminga: „Dat kan zo,zijn, maar we hebben'er geen enkele behoefte aan. Afgesproken is een tijdje wat terughoudend te zijn." ■ | .Albert-Jan Evenhuiè, de,vice-voorzitter van de VVD-frac- ■ tic, wil na enige aandrang wel een poging, 3 wagen. IDe lepe Drent, opgetrokken uit'.türf, je- • never j en. achterdocht! (een ty- \ pering van •de • CDA-er,t Faber) ziet „geen enkele reden tot pa-1 niek". ;,Toen wij in 1982 het regeerakkoord-sloten wisten ,we dat het. niet gemakkelijk zou worden. De ontwikkeling Jn de: opiniepeilingen ,is' bijna .symmetrisch aan die in de periode !Van Agt I. Heus, we ■ zijn vol vertrouwen." - Een j variant | op het standaard-antwoord, waar-,; mee Nijpels de problemen probeert af te doen: „De WD . heeft er, ■ als . regeringspartij ; wel'; vaker j beroerd.' yoorge-; staan."-'*, >.'•''■■'■ '.-'■'..'.';';"';> J"-*'-<'*S; ~ Dat valt 5 inderdaad niet te: ontkennen. I Het; absolute diep- j tepunt ■ in ide kiezersgunst be-' leefde de WD in de zomer van 1980. Slechts 13,5 percent van de kiezers stond achter Wiegel. Die uitslag zou goed zijn voor twintig zetels; een verlies van ' acht. Negen maanden voor de I verkiezingen zag de toekomst' er somber,uit. D' 66 was in de peilingen groter dan de VVD. I Maar Van' Agt bood zijn con-' i frere Wiegel alle kans zich te- I rug te vechten. (Voor de.WD moet gevreesd worden/dat -Lubbers toch een tikje anders in elkaar zit.) En de toenmalige WD-leider had de verfoeij de 'dissidenten' in het CDA om, .) zich tegen, at te) zetten.»(Di.ev | zijn bijna allemaal weggepro-j I moveerd naar burgemeesters-/ j posten of andere ongevaarlijke luxe-baantjes.) Bij. de; verkie- I zingen van mei '81 wist Wiegel' ;' de schade' beperkt [te 'houdend : tot twee zetels." Open doel ... „„., _~. m Niettemin verloor de.'groen-j blauwe', coalitie, de i meerder-j heid. Het CDA móest gaan re-H geren' met PvdA ■en I D' 66. Dit 'ramp-kabinet' gaf Wiegels op-,• volger Nijpels een gedroomde: kans voor open doel. Met D' 66 hoefde hij niet af te rekenen; dat deden jde democraten ■ on- j der. elkaar wel. Bovendien wist Nijpels. de : jonge ;kiezers,,!de Veronica-liberalen,' aan zich te' binden. En hij had de christen- j democraten ■. die ,j zeker wilden zijn dat het uit was met | uitstapjes over, links i maar I voor het oprapen. Deze combinatie van factoren"— het Nijpels-ef-' fect,— was in 1982 goed voor tien zetels winst. Hoeveel' dit met;de verpakking.te:maken had en hoe weinig met de hv. houd, blijkt nu...; • ,'," ''■■•.•' - ;

370

De tien zetels winst zijn verloren gegaan. De jongeren van. 16 en 17 jaar hebben hun aandacht verlegd" van : de - jonge drs. naar de jonge dr. De voor-:, keur voor Nijpels is teruggelo-' pen van 37, tot 28 percent. Den Uyls PvdA is koploper met 40; pet. (Een kwart van de' WD;; kiezers geeft inmiddels de. voorkeur aan een andere par-: tij. De computers orakelen dat CDA ■en , VVD nu samen even groot zijn als de PvdA. Maar liefst 41 pet. van de VVD-aanhang is door de affaires minder, positief tegen' de 'partij gaan aankijken. Ruim een vierde vindt dat Nijpels plaats moet maken voor een ander. V'; VVD-érs op verantwoordelijke posten zwijgen, of ren— niet zelden niet. overslaande stem — dat. er: niets aan de hand is. Evenhuis: „Die kwalificaties . die . sommige kranten aan Nijpels geven; dat zijn momentopnamen.", w,,vc{ ,' Dat waait .wel overf denkt ü?j % „Ja.." Nêé, nöézo overwaaien." Ik praat niet over overwaaien. Men zoekt'gewoon problemen waar ze niet zijn." .'..-. .rDe;WD ziet ook niet op tef-; gen 'het: op sleeptouw nemen van de zwaar beschadigde Van Aardenne?™'''— >" ' „Die RSy*e?feriis+van vorige hu pöiitiek"op: ons:bordje'gelegd. Het blijven' benadrukken {van \de rol van Van Aardenne is niet lang vol te houden. ■De oppositie moet nu maar de hand in eigen boezem steken."' Nog even' afgezien van • het feit dat het voor een flink deel gaat, om \ het | afwikkelen van een yVD-testament; Evenhuis rekent | blijkbaar voor het gemak hét CDA ook even tot de' oppositie.' '£ Zeker, het \ CDA j wenst nu "een punt j achter de I zaak té zetten. Maar dat heeft minder te maken met overtui-, ging dan met het feit dat aan-'' geschoten wild makkelijker.in de gaten té houden is dan een' huppelende haas. En de verdediging van Lubbers, waar Van Aardenne zich zo krampachtig aan S vastklampt, I wordt toch hét best getypeerd met 'weinig royaal. ;,;; • •'.'. '■. ..''"'. Met- ieder schouderklopje tikte de minister-president zijn vice-premier,vorige week verder het moeras in. Het woord vertrouwen kreeg hij pas over de lippen na'aandrang vanuit de PvdA en door zeuren• van Nijpels. •: Hij-'verschafte .Van' Aardenne geen alibi om te vertrekken, maar daar is ook alles mee gezegd.' (Jammer.voor de'WD, die nog even speelde met de gedachte Gijs te dum■ pen en alle schuld op de schouders van het CDA te schuiven.) Lovende woorden had Lubbers alleen maar voor het incasse. ringsvermogen van Van Aar; denne,'; die hem'; als ■ een sfinx achter: de regeringstafel flan-" keerde. , Lubbers legt als een souverein vorst CDA èn VVD zijn wil op.'.Van Aardenne is nog immer vleugellam; en telt de knopen van zijn vest in de tenschap datz'n politieke leven . > niet V langer duurt dan uiterlijk; tot de komende .verkiezingen. Nijpels voornaamste zorg is uit het defensief te komen. Aan de aanval hoeft hij voorlopig niet te \ denken. Het; afslaan van aanvallen op zijn, eigen persoon zou de komende tijd wel; eens: een flinke ■ klus' kunnen "worden. = Hij heeft' alleen mee dat een leider het in de WD wel heel erg bont moet maken, wil hij aan de kant gezet worden."Daar is de partij-' ; cultuur:, niet' naar.; Bovendien . zijn de 'kroonprinsen' niet dik gezaaid. ,i (Al zal Nijpels - het niet,'•; prettig . vinden dat V de' naam Vonhoff in de wandelgangen • steeds. nadrukkelijker genoemd wordt.) , ■'. In De Tijd constateert Geertsema dat de partij niets doet aan | kwaliteitsbewaking in de Tweede Kamer-fractie. Bij het | stijgen; op de ladderN; wordt slechts gekeken naar aantallen toespraken,; kamervragen en dergelijke. .'.Het is het grootst mogelijke toeval als er een geschikte politieke leider in de fractie blijkt te zitten." ." Al. met; al' is het positieve „Ed moei het doen" omgeslagen ;in "'„we' hebben' niemand anders". Evenhuis ziet het anders. „We gaan rustig,, fullspeed 'op de verkiezingen | af. Ons oogmerk is de rit uitzitten. En er is genoeg dat ons van het CDA onderscheidt; over de campagne maak ik me niet bezorgd." Identiteitscrisis Het, PvdA-Kamerlid. Wim Meijer, woordvoerder'i tijdens ie RSV-debatten,,ziet Nijpels 'rustig, full-speed" de vernieling ingaan als hij zich telkens blijft schikken. "Hij moet van lat hollen •; of'■ stilstaan afkomen, dan ; geef ik : hem een pfoeie kans.' De WD verkeert' in een identiteitscrisis met de achterban en die zal hoe dan ook gekeerd moeten. worden. Grote vraag:'ls Nijpels bereid' en in staat,'heeft hij de kracht en- de' macht om een' keer eeri'? streepte trekken? Daar zit na-: tuurlijk altijd risico aan, maar de kans om te winnen is groot. Hij, staat voor, de keuze: lang— zaam afkalven, of een keer 'ho'| roepen. Nee,; dan heb, ik j het. niet. ;over.( datrspeelseltzelfbe,i-. wustzijn „van,. vroeger, k maar over berekend zelfbewustzijn." | '{■■.Nijpels heeft volgens Meijer'; zicht op.• succes, ■ omdat ' het CDA er telkens blijkt van geeft deze coalitie nog steeds zeer te willen.;" Logisch dat het CDA beducht

371 is brokken te maken. Hoe krijgen ze ooit weer zoveel ministers,'zoveel macht?, Wat dat betreft is er nu een optimum. Ze zitten met de armen over elkaar, en kijken rustig hoever: ze' kunnen gaan." ;De 'geen-paniekverhalen' zijn totaal misplaatst, vindt Meijer.' "De aanhang was rond 25 pet., nu loopt het naar 17 pet. Zeg maar van één op vier naar één op' zes. Dat mag voor een auto de goeie richting zijn, voor een politieke partij allerminst." ;;■ De Gijs- affaire en andere po-; litieke; blunders : hebben in ■de WD in korte tijd paniek veroorzaakt, van het. soort 'dat vlak voor hét einde in de RSVburelen geheerst moet hebben. De WD komt de eer toe van de enquêtecommissie een gro-. ter succes te hebben gemaakt dan van de enquête. Maar wie weet krijgt het onderzoek dat niet de gevolgen had die waren' verwacht zo nog;een staartje waar niemand op rekende. De manier waarop Nijpels Van Aardenne óp zijn zetel hield heeft, ook bij prominente VVD'ers, verbazing en ontzetting gewekt. 7 maart 1985

Nieuwe botsing over Tweeverdienerswet (Van onze parlementsredactie) DEN HAAG — CDA- i en VVD-fractie in de Tweede Kamer botsen opnieuw over! de Tweeverdienerswet. .- • > • VVD-leider Nijpels heeft laten weten de wet zowel belastingtechnisch als uit een oogpunt van emancipatie 'een ramp' te vinden. De VVD zal in het verkiezingsprogramma opnemen dat de wet nog eens goed onder de loep moet worden genomen en op een aantal punten gewijzigd. Bij de volgende kabinetsformatie zal de wet dan weer ter discussie moeten staan. CDA-Kamerlid Van lersel is net daar volstrekt niet mee eens. Hij bestrijdt dat de wet een ramp is en meent juist dat de Tweede Kamer zorgvuldig met de hele materie is omgesprongen. Dé nu vastgestelde wetgeving past 'in de maatschappelijke ontwikkeling, aldus Van lersel, al geeft hij toe dat enkele nadelige effecten voor tweeverdieners die een klein tweede inkomen hebben uit de wet moeten worden verwijderd. Hij noemde de uitlatingen van Nijpels zaterdag nogal ondoordacht. Arbeidstoeslag Vorig najaar, toen de laatste fase van de wet in de Kamer werd behandeld, ontstond een laaiende ruzie tussen : beide partijen over de zogeheten arbeidstoeslag. Die . ruzie liep toen zo hoog op dat de fractieleiders Nijpels en De Vries een tijdje volstrekt niet meer met elkaar wilden praten. 18 maart 1985

Focus op Den Haag Paaien kiezers begint ledere | keer weer is het frappant te zien hoe in de politiek ' principes en heilige koeien overboord worden gegooid als de verkiezingen naderen. Deze keer. beginnen sommigen, wel heel. vroeg van : hun geloof te vallen, waar het.nog meer dan een jaar duurt voordat we naar de stembus mogen. Neem nu de VVD. Die heeft zich kennelijk voorgenomen er deze keer een marathonverkiezingscampagne van te maken. In nog geen twee weken tijd heeft Nijpels een tweetal typische VVD-ideeën over 's lands economie als een baksteen laten vallen. Eerst gebeurde dat met de echte minima. Nadat CDAfractieleider Bert de Vries had geroepen dat het CDA dit jaar 150 gulden extra wil geven aan de | mensen die al meer dan een jaar van één minimum-inkomen moeten rondkomen, kwam ook Nijpels : een ' duit' in het zakje doen. Vanzelfsprekend \ wilde ook hij die g armoedzaaiers een extraatje geven om hun geschonden koopkracht wat op te krikken.' ■. l'■ u'a "De WD die opkomt voor de belangen van de minima: het is in de eerste drie jaar van het kabinet-Lubbers wel eens anders | geweest., Maar. natuurlijk : wil : Nijpels niet dat de kiezers zich dat in mei '86 zullen herinneren, dat het CDA toch maar mooi voor de minima is opgekomen en dat de.VVD hen heeft laten stikken., ~ ■ . ,-J, i' Il ' Een ■'. tweede opmerkelijk voorbeeld van een koersverandering van 180 graden is de lastenverlichting voor de bedrijven, een punt' Waarvoor de WD; zich altijd zo sterk heeft

372 gemaakt en waardoor ze ook zo herkenbaar was. Nijpels zei; zaterdag op de partijraad van de WD dat tweederde van de lastenverlichting die de bedrijven volgend jaar is toegezegd (ƒ1,5 miljard) maar naar de werknemers moet worden gesluisd. *,

Lubbers valt Nijpels aan (Van onze parlements redactie) DEN HAAG — Premier Lubbers en WD-leider Nijpels zijn met elkaar in de clinch geraakt over de affaire rond staatssecretaris Koning. Deze VVD-bewindsman gaf onlangs een belastingvoordeel aan AVRO-directeur Wibo van der Linde. Lubbers neemt het Nijpels kwalijk dat deze Ruding noch Lubbers zelf | heeft ingelicht over de kritiek in VVD-kring op Koning. „Als je daar bezorgd over bent, zorg je toch als eerste dat je Ruding of mijzelf waarschuwt," aldus de premier gisteren na afloop van de ministerraad. Nijpels vertelde tegen Vrij Nederland dat de VVD-partijtop zich al eerder bij Koning had beklaagd over diens functioneren. Volgens Lubbers heeft Nijpels de staatssecretaris hiermee in grote verlegenheid gebracht. „Voor Koning is het niet leuk, en dus indirect voor al zn collega's ook niet," zei de premier Lubbers. Nijpels beweert dat hij minister Ruding wel degelijk enkele weken geleden heeft ingelicht. Via zijn voorlichter reageerde hij gisteravond geïrriteerd op de kritiek van Lubbers. „De VVD is verheugd over de plotselinge politieke belangstelling van het CDA voor een VVD- bewindsman. Dat is in het verleden wel eens anders geweest. De VVD is heel goed in staat een oordeel te hebben en uit te spreken over bewindslieden, ook van eigen politieke kleur." I Overigens heeft |de .VVDfractie donderdagavond plotseling Koning weer. in bescherming genomen, door er op te wijzen dat dé bewindsman wel degelijk bevoegd was om Van der Linde een belastingvoordeel te geven ook al was de betreffende inspecteur: het daar niet mee eens.-, :, .'"..:/'i::&;;' Ook minister-president Lubbers meent dat de affaire geen gevolgen heeft voor de positie van Koning/ „Ik zit. hier Koning. niet Ite f bekritiseren:; Ik vind het! te gemakkelijk fom achteraf te zeggen dat hij hét gesprek met Wibo van der Lm de niet had moeten voeren," zo zei hij. . , . y Wel vindt hij dat bewindslieden "grote terughoudendheid" moeten betrachten bij het zaken doen met mensen die men uit hoofde van de functie vaak tegenkomt. „Als Henk Koning nu wordt bekritiseerd om zijn gesprek I met : Van' de Linde blijkt hieruit - zijn ■ kwetsbaarheid," aldus Lubbers.,: ,'.->•' *•" .Dè premier is er van overtuigd dat vroegere bewindslieden eveneens knopen doorhakten jin individuele geschillen. Tevens vertrouwt hij er op dat Koning voldoende zorgvuldigheid heeft betracht. .•,.■;>; „Ik ga niet zo ver dat je ieder gesprek met een bekende moet weigeren als je bewindsman bent." 8 juni 1985

CDA/VVD MINDERHEID VVD zou tien zetels verliezen Door FRITS VAN DER POEL. : De coalitie van CDA en WD is nog steeds zijn meerderheid kwijt. De trend van de afgelopen maanden blijft zoals hij was, zij het dat het CDA op slechts licht verlies is gekomen en de WD op forser. Dat blijkt uit het onderzoek van het Bureau

373

Interview van Maurice de Hond, dat wij hier publiceren. •; ■ t De coalitie zou maar zeventig zetels halen als er vandaag verkiezingen zouden worden gehouden. Zes te weinig voor de helft plus een. Wel is er een Rechtse meerderheid. De kleine rechtse christelijke partijen houden immers hun zes zetels. Als Lubbers de reis naar Staphorst wil maken kan hij dus rustig doorregeren." •' De Partij van de Arbeid zou nog steeds de beste verkiezingen maken uit zijn geschiedenis met een winst van twaalf zetels, maar voor de j zomer scoorde de PvdA toch nog iets hoger. De "veertig-procentspartij", waar Den Uyl het wel eens over had is er nog niet. Meer dan 38, 1 procent zit er vandaag niet in. Het verlies van de WD is dramatisch. Tien zetels. Aan te nemen valt dat deze tien zetels niet rechtsstreeks naar de PvdA zijn gegaan, maar via het CDA. Het CDA zou het verlies aan de PvdA bijna geheel goed maken door de winst op de VVD, maar daar schiet de coalitie natuurlijk niets mee op. L D' 66 is terug op het niveau van ". de Kamerverkiezingen van 1982, zes zetels. Waarschijnlijk is, dat als de campagne met Van Mierlo l gaat draaien, daar nog wel wat bijkomt. Hoezeer de WD in de problemen zit blijkt ook nog uit het onderzoek naar de populariteit van - de • lijsttrekkers.,: Hoewel 1 men Nijpels niet laat vallen is de aantrekkingskracht van Lubbers toch het grootst bij de WD-aanhang. Uit-. het onderzoek naar eventuele keuze, waarbij men dus antwoordt wat men eventueel zou kunnen gaan stemmen, blijkt dat bijna de helft van de WD-kiezers uit 1982 het helemaal niet gek zou vinden deze keer eens op het CDA te ' stemmen. Is; er daarom nooit meer een kwaad woord van Nijpels. over het CDA op te tekenen? Of zou hij juist dwarser moeten liggen? j Dat'lijkt me het grote dilemma van de WD- campagne. In| tussen weet 56 procent nog niet dat er in mei volgend jaar verkiezingen worden f gehouden, maar dat percentage zal ongetwijfeld dalen in de. komende maanden. , Van plan om te gaan stemmen zijn vrij veel mensen. Een ■ gunstige uitslag. „Tegen | echte verkiezingen kan" ook | ons onderzoek naar' "de stemming" ; niet aan. 3 oktober 1985

Focus op Den Haag Luister toch De leiders van de drie grote partijen verwijten elkaar in toenemende mate een on- hebbelijke gewoonte: ze luisteren zo slecht als een ander iets te berde wil brengen. Het is CDA-fraktieleider De Vries het eerst opgevallen dat . PvdA-voorman Den; Uyl zaken anders . uitlegt; dan De Vries had bedoeld. Zodra Den i Uyl zijn eigen interpretaties . geeft • van de woorden van zijn tegenstander, loopt deze steevast naar. de interruptiemicrofoon en , plaatst; dan , steeds / dezelfde :. opmerking: i „Meneer • de --. voorzitter, de heer Den Uyl kan, kennelijk slecht luisteren...";, en volgt een herhaling van een eerder , gehouden betoog. Maar ook de jonge liberaal :, Nijpels luistert, slecht naar. (wat' zijn opponenten aan de , overkant. van de ; vergader* zaal te melden hebben. - Dit leidde bij de algemene beschouwingen tot een wijd lopend betoog van Den Uyl. Toen de WD-leider daarna nog niet wilde inzien wat de sociaal-democraat -bedoelde zei hij: „Het wordt nu echt tijd dat de heer Nijpels leergeld gaat betalen". Eenmaal dacht de WD-er een tegenpunt te kunnen scoren. Ook hij riep geërgerd in de | microfoon: i „Luistert U dan toch eens". . Die uitval schoot Den Uyl —, oudste en meest ervaren Kamerlid — duidelijk in het verkeerde keelgat. - Hij reageerde: „Ja,, zeg dat kunt U wel tegen het CDA zeggen, maar tegen mij hoeft U zon toon niet aan de slaan". Den Uyl zal gedacht hebben: wat denk je wel snotneus. Ik heb je hier nog in je korte broek zien binnenkomen toen ik minister-president was. 22 oktober 1985

Van onze verslaggever HENK SCHAAF Wachten op Lubbers: we halen zes uur ook niet... DEN HAAG — Nederland ligt weldra in de vuurlijn van de SS-20. En dat is „heel vervelend", om maar eens het woordgebruik van het NOS- Jeugdjournaal over te ne-, men. Elk half uur uitstel dat de beslissende persconferentie van premier Lubbers vrijdag kreeg, leidde niet tot een uitstel van de beslissing tot plaatsing van „onze" kruisraketten. ; -.•'■ —Via beide televisienetten kijkt de minister-president -uiteindelijk om acht minuten :bvër half negen *s avonds de bevolking recht in 'de ogen. Bleek, rode ogen. Vermoeide Ctfêkken op het gezicht. De jWD-ministers hebben urenlang dwars, gelegen bij het /plan om een aantal

374 kerntaken van het leger af te stoten. i', Pas na een uitleg van zon twintig: minuten raakt Lubbers iets meer ontspannen. Dan bewegen ook pas voor het eerst zijn handen. Zijn ;duim en wijsvinger geven de maat der dingen aan. Een uitgestrekte arm duidt op tijdvakken en termijnen die nog achter de horizon liggen. — Het uitgaansavondje voor de thuisblijvers wordt aardig verziekt naarmate de premier zijn rechtstreeks uitgezonden uitleg vervolgt. De Jcafdinale mededeling wordt gedaan: „Eind 1988 zullen we tot plaatsing van de kruisvluchtwapens overgaan." ■.-':'...■:,. \Er gaat niet eens een rilling langs de ruggen van de honderd aanwezige journalisten. Al tijdens de wachttijd vermoedde iedereen | welke ikant de zaken dreigden op te gaan. Oppositieleider "Den Uyl is evenmin" verrast. Hij' heeft zijn commentaar op de /boodschap van Lubbers al laten stencillen eer deze is uitgesproken. -.-- % ;ri/; ;•..'■>.., [■■ Hongerstaking .Op het Haagse Binnenhof staat geen enkele demonstrant meer, die op dat ogenblik van zijn afschuw blijk kan geven.-Hooguit klinkt een licht gezucht in de caravan op het Plein, vlak om de hoek van het Torentje waar de minister-president zetelt. In die caravan houden.,drie ■ Brabantse vrouwen al 24 da! gen een hongerstaking. Zij weten zich 's middags nog • gesteund door enkele honderden jongeren die tijdens de scholierenstaking even een bloemetje, een kaartje en een „houdt vol!" komen brengen. „Hartverwarmend," noemt actievoerster Bep de Kruijff dit medeleven. „Om de toe. komst van die jeugd gaat het tenslotte. Zij moeten ons protest ééns overnemen." J 39* •De kampeerwagen waar looizuurarme thee en bouil-. lon op een klein petroleumstel warm blijven, heeft zij vorige week even verlaten om plaats te nemen op de tribune in de Tweede Kamer. Toen ook kon zij haar emoties niet langer bdwingen: „Meneer De Ruiter," riep mevrouw ] De Kruijff vanuit de hoogte de Defensieminister toe, „ik smeek u: plaats niet!" Een diender voerde haar prompt weg. Tromgeroffel ' De Ruiter heeft niet- geluisterd. Ook niet naar de man die deze week nog ziedend vanaf diezelfde, tribune schreeuwde, zich te schamen dat hij Nederlander was: „Gvd, jullie belazeren de boel," was de duidelijke boodschap richting kabinet en regeringspartijen. Het angstaanjagend sirene- \ gehuil dat de VPRO een dag lang uitzendt, heeft het kabinet evenmin gehoord. En ook niet het dreigend tromgeroffel dat jonge , slagwerkers vrijdagmiddag in de zuilen:; galerij van de Eerste Kamer laten weerklinken. De ramen van de Trèveszaal daarboven zijn potdicht gesloten. ...jj Terwijl; het kabinet daar bijeen is, kan een woordvoerder van; Rijksvoorlichtingsdienst maar heel . be-. perkt; voorlichten: "De persconferentie zal om zes , uur beginnen." Zo heet dat nog omstreeks half vijf. Anderhalf uur later: > "Zoals; jullie merken, halen we zes uur dus ook al niet..." Op dat moment.. komen twee politiemannen voor de ingang van de RVD-zaal tot de ontdekking dat zij helemaal op de verkeerde plaats staan. Er is gerotzooi in Rot. terdam en Arnhem,,meldt de ene hoofdagent de andere. Op het Binnenhof hebben zich tot dan slechts enige lichte schermutselingen afgespeeld met demonstranten die Lub: bers een moordenaar noe. men. ■ ...- ; ■> , ~■>■ ,> ' „*r-~y. Om zeven uur wordt alleen het water ververst in de karaf waaruit de premier zich tijdens zijn uiteenzetting zou kunnen laven. Verslaggevers strekken de benen, gaan nog even een 'rondje om< maar maken toch korte omtrekkende bewegingen. Want de laatste mededeling , van! de '. woordvoerder luidt: "Ik raad u toch aan, in de buurt te blijven." Elke keer blijkt bij terugkeer in de conferentiezaal, dat de regels om te worden toegelaten zijn verscherpt. Een Nederlandstalige BRT-, verslaggever wordt plotse-' ling verwezen, naar, de gelstalige bijeenkomst,'.'. die minister Van den Broek derhand voor buitenlandse journalisten zal houden. i De wachtenden blijven opvallend geduldig. Steeds. als er. enige beweging in de centrale hal te bespeuren . valt, gaan de tv-lichten aan en beginnen camera's te snorren. Maar ;de informatie .. blijft summier: '.'ze zijn er nog niet uit...':iffijfflffij;-;.. ■ In menig, notitieblok staat bovenaan op verder maagdelijk papier één,woord: "Lubbers, 5 dubbele punt, aanhalingstekens openen." De pen blijft in de aanslag. ■■ Er , worden, grappen gemaakt om de verveling te verdrijven. . Straks zit die Lubbers al hoog en breed thuis in Kralingen bij zn Ria en ■ herinnert hij zich rond half negen

375 onverwacht dat 'ie nog' een afspraakje met de pers had... Nog even en wé kunnen spreken , van een Twéé j November-besluit,: behalve in : Washington waar het na > middernacht: nog steeds één november is. Tijdrovend Een "belangrijk deel" van het kabinet, zo legt Lubbers tenslotte na zijn lang verbeide komst: uit, heeft de hele dag i zitten aanhikken tegen een beperking van de bestaande kerntaken. Een paar systemen minder, "is dat niet te veel van het goede?" vroegen met name de liberale bewindslieden zich af. ,]SJPB Hij moet bovendien erkennen dat niet iedere minister nu precies begreep waar het allemaar. om draaide. "Dat maakte de zaken wat tijdrovender, je zit niet met alleen ingewijden. Dat vereiste enige, uitleg." VVD-leider Nijpels- toont zich op zijn eigen persconferentie aan het einde van de vrijdagavond opgelucht. Tot vijf maal toe rept hij over de jarenlange verdeeldheid binnen het CDA, die een finaal besluit maar steeds onmogelijk heeft gemaakt. Zelfs vlak voor de sluitingstijd van alle zaterdagkranten moet de liberale lijsttrekker even demonstreren dat de verkiezingen nabij zijn. De politie voert een charge uit .om demonstranten van het Binnenhof te verjagen. 2 november 1985

Tante Truus in de VS FOCUS OP DEN HAAG Je kunt minister Ruding van Financiën van een boel betichten, maar sociaal voelendheid of • begaanheid met zwakkeren I horen daar niet bij. Wat zei de. bewindsman onlangs weer eens? „De Nederlanders hebben kennelijk iets in hun volksaard. Solidariteit heet dat: Het betekent dat de regering sociaal en economisch zwakkeren moet ondersteunen. Ik , vind; dat niet leuk, maar ik leg me erbij neer." U had die uitspraak nog niet eerder in uw krant aangetroffen? Dat klopt. Minister Ruding zei dit namelijk tegen een verslaggever van de New Vork ; Tïmes. Het duurt nu eenmaal enige tijd voordat Amerikaanse kranten Nederland bereiken.' En bovendien, om het. nog ingewikkelder, te maken, de versie van het verhaal dat Nederland bereikte, bevatte bovenstaande pikante, ;..uitspraak niet. Wij in Nederland kunnen wel denken dat minister Ruding weer eens flink over de schreef gaat. Wij zien hierin het bewijs dat de schatkistbewaarder nog immer denkt in termen van Tante Truus en Jantje van Leiden. . Maar de Amerikanen vinden een dergelijke uitspraak niet meer dan logisch. Vandaar dat de uitspraak ont-" brak in de samenvatting van het New Vork Times-artikel dat werd : afgedrukt in de hier wel dagelijks verkrijgbare International Herald Tribune. En vandaar dat een eerdere rel uitbleef. Met enige vertraging komt de waarheid niettemin boven tafel.'Minister Ruding heeft nog geen centje geleerd van de : Tante Truus-affaire,r of het moest zijn dat hij zulke uitspraken niet meer doet te; genover Nederlandse journalisten. Zijn wereldbeeld is geen spatje veranderd. Al moeten we de New Vork Times erbij halen, het is toch nuttig om te weten dat Nederland momenteel door dit soort lieden wordt geregeerd. Onder het motto "we hebben geen verstand van politiek maar wel van keukens, leveren wij een stijlvolle Oudhollandse keuken bij '■ de heer Ed Nijpels. Ook u scharen wij graag tot onze tevreden klanten". '■> I Dit erbarmelijke Nederlands is te vinden in een paginagrote advertentie in het Dordtse advertentieblaadje „de Stem van 'Dordrecht". Tweederde van de advertentie en daardoor van de pagina wordt in beslag genomen door een foto van de fractieleider van de WD in de Tweede Kamer, drs. E. Nijpels. De politicus poseert breed en glimlachend, staan-' de in genoemd geloogd eiken keuken, es ,■;-" > >■■ : „De heer Ed Nijpels, wonende te Bergen op Zoom en werkzaam in Den Haag, hoorde tot de tevreden klanten in Zwijndrecht", zo luidt in grotere letters het "excuus" voor Nijpels' f oponthoud op zijn weg naar huis vanuit Den Haag. . Op de vraag of Nijpels' lachen hem een keuken heeft opgeleverd. öf de WD een storting in het verkiezingsfonds, laat Nijpels weten dat hij "via een kennis van een kennis" bij het bedrijf is beland, op zoek naar een keuken. Tot een aankoop is het echter niet gekomen. Wel is

376 hem gevraagd of hij er bezwaar tegen had dat er een foto van hem werd gemaakt "voor intern gebruik", zo luidde het verzoek. Over het gebruik van de foto in de advertentie zegt Nijpels „dit niet prettig te vinden". Hij is evenwel niet van plan „de middenstand te dwarsbomen" door . ■ een klacht in te dienen. „Laten we het maar een vooruitstrevende manier van particulier initiatief noemen", aldus Nijpels. De WD-fractieleider lijkt hiermee definitief het licht op groen te zetten voor onbelemmerd gebruik van zijn portret. Al drie keer eerder blijkt hij zich op deze manier te hebben laten gebruiken. Tijdens een vakantie op Gran Canaria werd eens een foto van hem gemaakt in een restaurant die vervolgens werd aangetroffen in een folder over dat vakantieparadijs.'Ook paradeert hij een keer in een advertentie voor het spelletje "Triviant". En "vers" in het geheugen ligt de tekst "wat geeft Ed Nijpels zijn moeder morgen voor moederdag?" in 1,2 miljoen folders van de keurslagers."-. Zou de middenstand, hoe WD-erig zelf ook, niet kunnen begrijpen dat Nijpels ook klanten kan kosten? .; Drs. E. Nijpels temidden van het geloogd eikfin 19 november 1985

G. L. van Lennep waakt over fatsoen Gerard L. van Lennep (55) genoot ooit landelijke faam als autocoureur en voorziet tegenwoordig in zijn levens„ ónderhpud als zaken- man, manager (o.a. voor Adriaan van Dis) en publicist. Voor het tijdschrift Casino schrijft hij over een van zijn geliefde bezigheden/het gokken; in het weekblad Haagse Post geeft hij de lezers Jadviezen over fatsoen, kler ding, stijl en wat dies meer zij. :,:,'" In het om zijn genoeglijke atmosfeer bekendstaande café restaurant Keijzer in zijn woonplaats Amsterdam, praat Van Lennep over de lamswollen trui i*ën Nijpels, de marine'"kistjes van Luns, het ' & blauwe overhemd van fßernhard, de bril van 'Lee Towers en de functie van de open haard idnEde woonstede van de koninklijke familie. i3ii*,Er is kennelijk weer f behoefte aan duidelijkheid over kleding, stijl 'j£,en manieren. Ik had mijn rubriek nooit over het kweken van onderwaterbloemen kunnen schrijven, dat ben ik : •l met u eens." U schrijft een wekelijkse rubriek voor de Haagse Post over 5 fatsoen. Waaróm? " Ontbreekt het 'ons 'Nederlanders echt aan goede.manieren?'."' ■ . Van Lennep: „Nou nee, hoor. Dat;valt;wel mee. Mijn stukjes -zi jnf ook niet zo i belerend | bedoeld. Het is eigenlijk meer divertissement:'-; Over ■ het i algemeen gaat het er in Nederland behoorlijke netjes: v aan:"> toe. ledereen is hier best vriendelijk voor elkaar. Onze agenten zijn aardig, de postbodes gappen je "brieven niet; onze misdadigers ' worden keurig gestraft, er wordt niet gemarteld, de Staat brengt niemand ter dood, honden krijgen geen schoppen, kinderen worden prettig behandeld. Het valt dus allemaal reuze mee." ■ U ergert zich niet zo gauw*. „Absoluut niet. Jaaah, ik kan me wel heel kwaad maken over ; lompheid. ' Wanneer iemand je bij het instappen in de tram met zijn elleboog tegen de klapdeuren aan duwt, dan word ik weleens boos. Aan de andere kant, onbeleefdheid kan ook héél:. amusant zijn. Kent u de anekdote over het bezoek dat sir Ralph Richardson in 1939 met zijn vriendin aan Laurence Olivier bracht? Nee? Wel, Olivier had net zijn nieuwe huis ingericht en besloten geen housewarming party té geven, maar zijn vriend Richardson voor een diner uit te nodigen. Bij het toetje kondigde die laatste aan voor een kleine verrassing te hebben gezorgd, waarop hij naar de tuin loopt en daar een vuurpijl ontsteekt. Ongelukkigerwijs schiet die pijl door het vensterraam de eetkamer binnen. Er ontstaat brand en in de paniek "sneuvelt een groot deel van het, servies. Wanneer Richardson de ontsteltenis op de gezichten van Olivier en diens: partner Vivian Leigh ziet, zegt hij tegen Muriël, zijn vriendin: 'Kom Mv, deze mensen begrijpen onze humor niet. We vertrekken onmiddellijk.' Bij het weggaan trekt Sir Richardson dan,ook nog de knop van de deur. In zijn memoires schrijft hij, dat hij pijnlijk getroffen was door de houding, van Olivier. Zelfs de volgende ochtend belde deze hem niet op om hem te

377 bedanken voor het geweldige vuurwerk, dat zijn gast had verzorgd. (Lachend:). Dat was natuurlijk niet zo fatsoenlijk van sir Richardson, maar het is wel grappig." TT wijdt in uw column nogal eens uit over de relatie tussen iemands uiterlijk en het milieu waaruit hij of zij komt. Is die relatie vandaag de dag nog zo duidelijk? ;\ „Nee, door de bank genomen niét. Vroeger wist je door de .kleding die mensen droegen met wie je te maken had. Een schoenmaker kon je op een mijl afstand als zodanig herkennen. Zon man haalde het niet in zijn hoofd om er ook eens als zijn baas bij te gaan lopen. Ik had ooit een betrekking' als haveninspecteur ~ in Engeland en maakte toen de fout om met een bolhoed op naar' mijn werk te gaan. Ik werd daarvoor berispt. Een reder kon een, bowlerhead ■ dragen, een haveninspecteur niet. Ik zat destijds ook in de verkeerde kostuums -op!kantoor. Ik verscheen ten burele in een tweed jasje, wat dus helemaal niet kon. Men vroeg mij of ik soms van - plan was naar de paardenraces of het voetballen te gaan. Je kon nou eenmaal niet in sportkleding op kantoor zitten. Dat hóórde niet. .' 'iïiS 4Tegenwoordig mag je aan-, trekken wat je, wilt; ofschoon men ;'* in *'- sommige. H beroepen toch, wel vasthoudt aan een eigen stijl van kleden." 5 Noemt u er eens één? „Vrachtwagenchauffeurs hebben een eigen manier van kleden, drukkers óók, en niet te vergeten cameramensen." jj, \i Hoe ziet een cameraman er in godsnaam uit? „Die draagt i een spijkerbroek, één groot los jack, een overhemd van ruwe stof dat buiten zijn broek hangt, en een t-shirt daaronder. De 'oudere cameralieden hebben een soort sloffen aan, de jongeren lopen op gympies. Dat is toch zon beetje hoe ze er uitzien?! Ik zou echt steil; achterover vallen wanneer ik een cameraman in college-look zou ontmoeten!'.; ";" Krakers * hebben' eveneens een eigen stijl, dunkt me, al zit daar sinds een paar jaar wel flink de klad in. Je ziet krakers ook al gehaakte gordijntjes voor hun panden hangen \en met kinderwagens over straat gaan. Het; is nog net niet zó ver, dat ze hun standpunten al laten i verwoorden door een frisgekapte jongeman in een blauwe blazer. Misschien zou-' den ze die stap' wel moeten maken. Het zou de beweging hoogstwaarschijnlijk goed doen. De 'geloofwaardigheid van de krakers . zou er misschien op vooruit gaan." Beter geklede, linkse politici zouden dan ook geloofwaardiger moeten overkomen? . . „Ik weet het niet, ik betwijfel het. Wellicht dat kleding een doorslaggevende rol voor kiezers zou kunnen spelen, maar je kunt vari Den Uyl niet meer verwachten dat hij bij de So-_ ciety'Shop aanklopt voor een scherpgesneden colbertjasje. In het geval van Den Uyl werkt het volgens mij het best wanneer hij zich zo gewoontjes mogelijk blijft kleden. Des te beter luisteren' de mensen naar wat hij te vertellen heeft. Als linkse politici ineens op chique gaan, zal dat door hun achterban niet bijzonder worden geapprecieerd. ;:-.. Dat'wil echter geenszins zeggen, dat linkse politici zich niet wat meer aan de eisen van deze tijd zouden kunnen conformeren, hoor. Hier in' Am-' sterdam hebben we een wet-' houder die zich kleedt alsof hij1 uit schilderen gaat. Hij verplaatst ï zich ook: op een oud brommertje. Dat wordt. door niemand meer gewaardeerd. Het is een beetje een viezig gezicht, zon man. Door dat uiterlijk ga je eraan twijfelen of zo iemand wel een goede wethouder is., Tien, vijftien jaar geleden vond je iemand al overdressed als hij zijn haar had gewassen of zijn stoppels had afgeschoren, maar nu gelden er toch andere regels." ■Wie gaan er nou wel goed gekleed in Nederland? ' - „Ach, dat kan je zo niet stellen, denk ik. Je kunt wel vragen > welke personen. zich kleden in de stijl, die ze ook op andere , manieren'■-■ uitdragen. ■ Nou, Van Mierlo wordt wat dat "■ betreft■.. goed gecoached, Ed Nijpels idem dito. Die gestreepte overhemden zijn be-1 dacht, hoor. Men heeft Nijpels ' gezegd: ,Moet u eens luisteren, , het is binnen de WD gebruikelijk, om die en die kleren "te .dragen, dus wilt u zich daar alstublieft maar aan houden." Maar Nijpels laat geen gelegenheid voorbij gaan om te melden, dat hij zn lamswollen trui en spijkerbroek zo heerlijk vindt om te. dragen? „Dat is voorgekookt imago. Mensen als Nijpels zullen ook niet nalaten te vertellen, dat ze zich zo lekker ontspannen door met de hond langs het strand te wandelen, uitwaaien heet

378 dat. Het is allemaal bedacht.' Zoals het spijkerpak van ook niet uit de lucht is komen vallen.'lflHÉM Lee Towers . heeft ook een eigen stijl. Hij gaat precies zo gekleed als hij zingt, zijn bril past, er ook al uitstekend j bij. Luns heeft van die hele grote zwarte, schoenen, van die schuiten, die zijn imago.vervolmaken. Het zijn van die kisten, die je vermoedelijk alleen bij de marine kunt kopen. Luns en zijn schoenen zijn. onafscheidelijk. Die man zul je nooit op bruin suède zien. Bernhard gaat ook niet slecht gekleed. De prins kijkt goed om zich heen. In de kringen waarin hij zich beweegt, is hij zonder meer avant-garde. Hij heeft ooit een gehoor toegesproken in een kostuum met een blauw overhemd. Nou, dat was wat. Ja, nu is het onder captains of industry uiterst modieus om je in een blauw overhemd te steken, maar toen Bernhard dat deed durfde niemand uit zijn milieu dat. . Minister Brinkman is ook goed gekleed, die man heeft een vóórkomen, die denkt erover na. Harry Mulisch kleedt zich zeer zorgvuldig, Wim Crouwel is een man die ontzettend goed op kleur, op combinaties let. Willem Duys kleedt zich.'.- zeer weloverwogen. In zijn uitspraken, zijn voorkeuren en zijn pakken wil hij gemiddeld-Nederlands zijn, , dat .is een ijzeren wet voor hem, en hij ~ slaagt ■ er wonderwel in. Kunt u zich voor de geest halen wat voor kleding Willem Duys normaliter draagt? Nee, hè! Dus dat doet hij dan zeer' weloverwogen, fj, En vrouwen? ''■ '„Vrouwen zijn een hoofdstuk apart. Het is onaardig om te zeggen, maar vrouwen kampen toch met één. grote handicap bij het goed gekleed gaan en dat is hun lichaamsvorm. Alles wat ze aantrekken, steekt af. Zon minister Schoo, die kan zich echt niet kleden. Het is te opzichtig. Dat wordt niet gewaardeerd door de inwoners van de • ontwikkelingslanden waar ze op bezoek gaat, en zê-[ ker niet: door de mensen; die daarvoor het • geld bijeen dienen te brengen. In de politiek valt het op, dat de PvdA-vrou-j wen zich tegenwoordig beter! kleden dan hun collega's van de WD. Die zijn; te veel op Margaret Thatcher gaan lij-| ken, heel truttig." ■ ! Een truttige stijl van kleden is toch weer erg in trek bij zowel mannen als vrouwen? „Ja, voor sommige groepen in de samenleving is dat inderdaad zo. Vandaar ook de populariteit van de college-look, het merk Burberry's (het ] Brabants bont van, gedegen rechts) en de merkenmode in •het algemeen.. Mensen s lopen het liefst met de bankbiljetten op hun kleding ■;■ gespeld ,om maar te kunnen laten zien, hoe veel geld ze eraan hebben gespendeerd. Kinderen worden ' liever dood aangetroffen, dan dat ze een trui van een verkeerd merk of in afwijkende kleuren aan hebben" ■ Stuit u dat niet tegen de borst? Met goede smaak heeft het immers niets te maken? „Oh nee, daar kan ik me helemaal niet druk om maken. Het is altijd zo geweest, dat mensen kleren dragen waarmee ze het geloof in zichzelf uitdrukken." Maar het heeft weinig meer met echte stijl te maken; een fenomeen waaraan u waarde hecht?, . „Moet u eens horen, een open haard met elektrisch verlichte houtblokken is ook een afgeleide van een echte, knappende, romantische open haard. Maar er zijn mensen die er blij mee zijn, dus wie ben ik om er wat over te zeggen. . Het schijnt zelfs zo te zijn, dat de Belgische koninklijke familie in de haard de kleurentelevisie heeft gezet. Raar, zult u zeggen, maar - dat gezin vindt, het klaarblijkelijk helemaal niet belachelijk." Maar uw rubriek is er, toch voor om dat soort zaken aan de kaak te stellen? „Goed,' er is kennelijk weer behoefte aan duidelijkheid over kleding, * stijl en manieren. Ik had mijn rubriek nóóit over het kweken van onderwaterbloemen kunnen schrijven, dat ben ik met u eens.” "Ik kan me wel heel kwaad maken over lompheid. Wanneer iemand je bij het instappen in de tram met zijn elleboog tegen de klapdeuren aan duwt." 21 december 1985

Als nu gestemd zou zijn... CDA-VVD: de helft plus één Door FRITS VAN DER POEL 3' ' De regeringscoalitie ; van CDA en VVD, die in ' de peiling van januari voor het eerst aan een meerderheid kwam, moet ' nu! weer een zetel inleveren en staat nu op precies' de helft

379 plus een. Het CDA moest van zijn winst een zetel prijsgeven. De VVD blijft de grote verliezer, de PvdA de grote win• naar. D 66 komt een zetel hoger uit dan in januari., ï ;■; Dat is de belangrijkste .. '~„uitkomst ~vah . het j onder-" ■ zoek dat het Bureau Inter- i J view : van Maurice de '! Hond - uitvoerde in iop■ ..dracht van Het Vrije Volk : en Achter Het Nieuws van' \ de VARA naar "de stem. -s;ming"- in het land: %V": \ ■• ■ ■A-..,,:.:,-„'-V'..v.r:'.:'- CDA en VVD hebben nu precies de helft plus één. Eén zetel minder dan de vorige maand omdat de winst van het CDA iets is teruggelopen. De PvdA blijft op negen zetels winst staan, de VVD op negen zetels verlies. D 66 krabbelt terug naar het niveau van het huidige aantal Kamerzetels (6). Onaangetast J De populariteit van ■] Lubbers; inmiddels 'lijst-, ''i trekker: r..vari7.:ihët. CDA, j blijft'onaangetast. Als fa;*; yöriète" premier komt hij zelfs in één maand enkele procenten hoger. Den Uyl < ziet het' vertrouwen in.;: " hem op hetzelfde niveau als vorige maand, maar|> in een tweede kabinet-Den " Uyl ziet nog maar negen procent iets.: Wim Kok, die nota bene geen lijsttrekker is, gaat Den Uyl op de vraag wie er minister-president, moet - worden zelfs vier procent - voorbij. Ook de eigen PvdA-aanhang ziet meer in een kabinet- Kok dan in. een kabinet-Den Uyl. Misschien toch eens - iets om over na te denken ,bij de campagne-leiding.' Nijpels beter ,it.;Over populariteit gesproken: Nijpels gaat het, . plotseling beter doen bij zijn eigen VVD, hoewel ook bij zijn achterban Lubbers voorop gaat, al- , thans bij zijn voormalige achterban. Juist in de populariteit , van Lubbers zou V- immers "' het . nog ' steeds grote verlies' van'\J . de VVD kunnen zitten. \;/ f ■<: De populariteit, van Van Mierlo: is: een constante,y |- . maar opmerkelijk is, dat -, r i het vertrouwen in hem bij " PvdA-kiezers na het con- L gres van D 66 is gedaald. r Of dat met' zijn raketten-, standpunt te maken heeft ;of l met de vrees dat hij straks: misschien CDA■ VVD aan een /meerderheid helpt, komt uit de cij: , ■ fers niet te . voorschijn." = Het zou trouwens ook bei-, de kunnen zijn. 6 februari 1986

Gevaar voor SS-20 blijkt Grote Smoes Nederland dwarsboomt verwijdering raketten Door HERMAN WIGBOLD Aan de vooravond van het debat over het verdrag waarbij Nederland zich verplicht 48 kruisraketten te plaatsen, blijkt dat de voorstanders van plaatsing de publieke opinie grotelijks • hebben belogen. Want waarom moesten we ook al weer die kruisraketten plaatsen? Omdat de Sovjetunie almaar doorging SS 20-raketten te plaatsen en de NAVO dat niet over zijn kant kon laten gaan. Vandaag weten we dat dit een Grote Smoes is geweest. - Immers, de Sovjet-Unie heeft voorgesteld alle SS 20-raketten uit Europa weg te halen als het Westen bereid is hetzelfde te doen met de Pershings en kruisraketten. Dat is altijd het zogenaamde doel van de NAVO geweest. Zij geen raketten in Europa en wij geen raketten. | Dat was een aanzienlijke concessie van de Sovjet-Unie. Vanaf begin van de zestiger jaren heeft de Sovjet-Unie altijd honderden SS 4- en SS 5-raketten op West-Europa gericht gehouden zonder dat de NAVO daarin ooit reden heeft gezien zelf raketten te plaatsen. Pas toen de Sovjet-Unie die verouderde raketten ging vervangen door SS 20-raketten kwam de NAVO in het geweer. Carters toponderhandelaarmet de Russen, Warnke, erkende dan ook dat het Westen best van plaatsing kon afzien als de Sovjet-Unie het aantal SS 20-raketten tot 150 zou beperken. De Nederlandse regering deed hetzelfde: zij verklaarde zich bereid af te zien van de plaatsing van kruisraketten als de Sovjet-Unie, zij het als eerste stap, bereid was het aantal.SS 20-raketten tot 378 te beperken. " De Amerikanen waren dan ook oprecht verbaasd over het Russische voorstel. Zelfs de regering-Reagan — en is er ooit een Amerikaanse regering geweest die zo weinig geneigd was tot wapenbeheersing? — was bereid in te stappen op de Russische plannen. Had Reagan zelf niet een paar jaar geleden voor een nul-optie gepleit? Toen gebeurde er iets dat ook de Amerikanen niet hadden verwacht. De Westeuropese bondgenoten lagen dwars. In de eerste plaats Engeland en Frankrijk. Weliswaar was

380

Gorbatsjov voor de eerste maal bereid de Britse en Franse kernmacht buiten beschouwing te laten, maar hij verbond er wel de — zeer redelijke — voorwaarde aan dat die dan niet nog eens moesten worden uitgebreid. Maar ook andere Westeuropese landen begonnen te aarzelen. Hadden ze niet tegen een belangrijk deel van de publieke opinie in de plaatsing van raketten doorgedreven? Hadden ze de vredesbeweging niet monddood gemaakt? En zouden ze dan nu die raketten misschien weer moeten terugsturen? Van den Broek Maar de Amerikanen konden toch zeker wel rekenen op Nederland, dat nog maar een jaar geleden had gezegd geen kruisraketten te plaatsen als de Sovjet-Unie het aantal SS 20- rak|:uen zou bevriezen op 378? Maar dan kent u minister Van den Broek niet, die zich al eerder alle moeite had gegeven het voorstel van zijn eigen regering te torpederen. Ook Nederland sprak zich in Brussel voor het. behoud van een aantal raketten uit. ..-.-- Het Britse zondagsblad Sunday Times' citeert : een j Westduitse vertegenwoordiger ;bij de NAVO die zei: „Het zou een grote opschudding geven als het Nederlandse publiek dat zou weten. Maar de Nederlandse regering heeft het gevoel dat ze zich zoveel moeite heeft gegeven om de plaatsing aanvaard te krijgen dat ze nu niet de schijn wil wekken dat ze op die beslissing terugkomt." Van den Broek, nauwelijks gecontroleerd door zijn regering, laat staan door het door de CDA-WD-meerderheid gedomineerde parlement, hoefde zich slechts bij anderen aan te sluiten om de Amerikanen tot een minder soepel antwoord te dwingen. Hij verschool zich allereerst achter Engeland en Frankrijk. Thatcher en Mitterand hadden laten weten dat ze er niets voor voelden- de uitbreiding van hun kernmacht op sterk water te zetten. Met name de houding van Thatcher bracht Reagan in een moeilijke positie. Thatcher wil de Polaris- raketten met één kernkop op de Britse onderzeeërs vervangen door Amerikaanse Tridentraketten — uitgerust met acht kernkoppen. Moest Reagan nu zeggen: „U krijgt die raketten niet van ons?" , Van den Broek verschool zich verder achter de Westduitse vertegenwoordiger (of was het misschien anderssom?). Gorbatsjov had gesproken over de verwijdering van alle SS 20- raketten in Europa, maar hoe zat het met de SS 20-raketten in Azië? Weliswaar heeft de NAVO niets met Azië te maken, weliswaar moet iedereen het recht van de Sovjet-Unie erkennen om zich tegen China te beschermen, weliswaar staat hooguit een derde van alle raketten in Azië, maar wie een hond wil slaan, kan altijd wel een stok vinden. Obstakels .'4' Van den Bróèk hielp dan ook mee" allerlei..obstakels '.op té werpen om te verhinderen dat de indruk werd gewekt dat het Nederlandse plaatsingsbesluit eigenlijk niet nodig is. Konden we het Japan — weliswaar geen Navo-lid, maar toch — aandoen dat er nog raketten in Azië zouden staan? Konden we dat niet eerst ter sprake brengen? En konden we ook niet zeggen dat Engeland en Frankrijk zelf maar moesten beslissen of ze hun kernmacht wel of niet willen uitbreiden? Het verzet van de Europese landen, inclusief dus Nederland, tegen de aanvankelijke Amerikaanse plannen had succes. De Amerikanen hadden geen zin — en wie kan het hun kwalijk nemen? — met voorstellen te komen en vervolgens kritiek te ' van > hun Europese bondgenoten. Reagan gaat daarom in zijn antwoord op de • voorstellen van .' Gorbatsjov aanzienlijk minder. ver dan het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken aanvankelijk van plan was. Hij wijst de suggestie om de Britse en Franse kernmacht op het huidige peil te bevriezen van de hand en verbindt aan de terugtrekking van de SS 20-raketten uit Europa een gelijktijdige vermindering van het aantal raketten in Azië. De kans op een spoedige vermindering van het aantal raketten in Europa is daarmee voorlopig de grond ingeboord. Minister van den Broek kan dus weer rustig gaan slapen. Hij rekent erop dat iedereen inmiddels zo moe is geworden van de rakettenkwestie dat men is vergeten dat de verwijdering van de SS 20-raketten uit Europa ooit de reden is geweest om in Nederland

381 kruisraketten te plaatsen. De heren De Vries en Nijpels zullen hem er zeker niet aan herinneren. Gewoon "raketten plaatsen, of ze nu nodig zijn of niet. 25 februari 1986

Nijpels capituleert voor Lubbers door FRITS VAN DER POEL Het was me het weekje wel.' Zelfs de goedkeuring van het verdrag waarbij Nederland de Verenigde Staten machtigt 48 kruisraketten met atoomlading te . plaatsen, • moest even onderbroken worden voor de kapitulatie van Nijpels voor het CDA. De overgave van de WD- lijsttrekker aan de lijsttrekker van het -CDA mocht natuurlijk niet zo heten. Anders dan in de Elfstedentocht, kom je er in de politiek niet voor uit dat je op je knieën valt. Het werd dus "verzoeningspoging". Niet verlegen om het juiste woordgebruik, legde Nijpels uit dat euthanasie "op een doodlopende weg" was geraakt. Immers, in de Kamer is er (dankzij de WD) een meerderheid voor het voorstel van D 66, maar het Kabinet-Lubbers (waarin de WD- ministers ook al gecapituleerd hadden voor het CDA) zou de D66-wet niet accepteren. Het contraseign (de handtekening die ministers onder een wet moeten zetten) zou geweigerd worden. - Om uit deze "impasse" te ko. men, had Nijpels bedacht dat I de Kamer gewoon het wetsvoorstel zou afhandelen; ammendementen aannemen enzovoorts, maar de Kamer zou er niet meer over stemmen. „Eerst moest het voorstel van mevrouw Wessel (D 66) naar de Raad van State, gelijk met de "proeve" van het Kabinet. Als lijsttrekker van de WD had hij met de lijsttrekker van het CDA afgesproken dat ze geen blokkades zouden opwerpen. Betekende dat dan dat Lubbers zich verplichtte na de verkiezingen wel het contraseign te geven aan een dan aan te nemen wet-Wessel? Die indruk wekte Nijpels in het door Den Uyl aangespannen ordedebat tussen het rakettenverdrag door. Dat debat begon donderdagavond om half negen. Een dodelijk tijdstip voor de jeugdige VVD-leider, want om acht uur had Lubbers via het NOS- Journaal laten weten dat dat natuurlijk onzin was. ledereen behield zijn vrijheid. En hij, Lubbers, kon natuurlijk niet "de dan zittende ministers" binden. Hij wilde niet garanderen ' dat een kabinet altijd maar uitvoert wat de meerderheid van de Kamer wil. Wat had Nijpels met zijn "verzoeningspoging" dan gewonnen? Dat de kwestie over de verkiezingen heen • getild wordt? Nee,' want dat was al zo. De Eerste Kamer had al laten weten het voorstel niet meer vóór de verkiezingen te behandelen. :De kwestie van het contraseign zou dus in deze kabinetsperiode 'helemaal niet spelen. Dat zou hoogstens een kluif worden voor de kabinetsformatie, maar dat wordt het nu ook. Electorale motieven? Angst voor kiezersverlies in het zuiden? Ach, de meeste overlopers vanuit het CDA van 1982 zijn al lang weer terug achter de slippen van Lubbers. En trouwens, uit ons opinieonderzoek van een maand geleden bleek dat CDA-kiezers heel wat genuanceerder over euthanasie denken dan CDA-woordvoerder Borgman. Nu heeft Nijpels ook nog verlies te vrezen aan de echte liberale kant: van zijn partij. Druk uit. der partij? -Niet; waarschijnlijk, 'want zowel: partijvoorzitter Kamminga als Eerste : Kamer-fractieleider, Zoutendijk vonden dat de. Tweede Kamerfractie nu maar: eens flink moest blijven. Alleen het orakel van Leeuwarden vond "de tijd niet rijp". Druk van de eigen ministers? Ongetwijfeld. Dat Nijpels de WD-ministers aan een touwtje heeft, zoals hij in het begin van zijn carrière opmerkte, is nooit waar geweest. Nu lijkt het andersom. Met name Korthals Altes heeft Nij: pels aan een touwtje. Druk vanuit het gehele kabinet? Zeer waarschijnlijk. Misschien wel chantage met kabinetscrisis, hoewel dat in zon vroeg stadium van wetgevende arbeid nauwelijks een formele basis kan vinden. . Het zou me overigens niet verbazen als het ideerNijpels verzonnen is door Lubbers. Het heeft ' duidelijk Lubberiaanse trekken. '■'HIBwiTBrH BEüSHHÏI Heeft Nijpels dan niet gewonnen? Ja hoor. De sfeer in de coalitie is verbeterd (die in zijn eigen -fractie verslechterd). Typerend is dat het CDA niet meedeed aan het debat van donderdagavond. De CDAfractie leunde tevreden achterover. De minderheid had het land weer eens zijn wil opgelegd en de scalp van Nijpels aan de gordel bevestigd. Even later werd iets wat nu echt over de verkiezingen had moeten worden getild, het rakettenverdrag, aangenomen. Opnieuw met de onontbeerlijke steun van Janmaat en Staphorst. Een beschamende parlementaire week.

382

1 maart 1986

Wiegel tussen Leeuwarden en Den Haag Door FRITS VAN DER POEL -fAan de Commissaris van de Koningin in Friesland, H. Wiegel: Beste Hans, /ilk zou het niet doen als ik jou was. Blijf maar rustig in Leeuwarden kop en schotels uitdelen aan gouden bruidsparen, want het volgende kabinet, van welke samenstelling ook, zit toch de rit niet uit. Over twee of drie jaar kun je dan op een wat sjiekere manier terugkeren in de landspolitiek als je dat dan nog wilt. Jammer hè, dat het opzetje, drie maanden minister om de WD te redden en dan gewoon weer terug naar, Friesland, overigens een oud- en toekomstig minister van Binnenlandse Zaken onwaardig, niet door kon gaan. Woensdag moet een zwarte dag in je geschiedenis zijn geweest. Eerst die heerlijk heldere Provinciale Staten van Friesland over je heen met de unanieme mening „als je gaat hoef je van ons niet terug te komen". Of zoals de | PSP/ PPR-fractie het uitdrukte: „We hebben geen bezwaar tegen het verlenen van een uitreisvisum, maar een . inreisvisum wordt wat ons betreft alleen verleend voor vakantie-' en rekreatiedoeleinden." r En dan 's avonds in de Keizerskroon te Apeldoorn doet Lubbers het nog eens dunnetjes over. Zelf heeft hij even weinig begrip voor wat staatsrechterlijk fatsoenlijk is als jij, maar gewaarschuwd door Den Uyl, Van Mierlo en mensen als De Gaay Fortman kon hij al opzien tegen een Kamerdebat over jouw " voorwaarde. Dus liet hij je maar even weten dat van ' een terugkeer naar Leeuwarden geen sprake: kon zijn. Hij was nog zo netjes dat te verpakken in het oordeel van de Provinciale Staten. Op dat moment had je al gewoon nee moeten zeggen tegen de post in Den Haag, maar je gaf er de voorkeur aan te blijven aarzelen. „Dit wordt de moeilijkste beslissing in mijn bestuurlijke loopbaan," en dat soort onzin. ■>' :■•<-. " Wat nou moeilijk? Het is alleen maar moeilijk als je je eigen eerdere uitspraken niet serieus neemt. Je had toch gezegd: „Ik doe het alleen voor een paar maanden en dan ga ik , terug naar ' Friesland." Je had toch gezegd: „Leeuwarden is geen duiventil." Nou dan. pieker niet. Een man een mail, een woord een woord. ■ . Maar goed, je aarzelt nog en dus neem je je eigen woorden !terug, hetgeen natuurlijk kan als je zegt dat je je hebt vergist. ' Dan zeg je - gewoon: „Friesland is niet belangrijk en het commissarisschap van de Koningin is slechts ' een eindstation voor mensen met een concrete .-'■ doodsverwachting of een wachtkamer voor mensen met een concrete politieke verwachting." i ■.-.s; :;.< Daarom zal ik je nog een paar argumenten geven om het niet te doen. Als je nu, nadat je je claim op Leeuwarden hebt laten vallen, nog ja zegt tegen Nijpels (die waarschijnlijk liever heeft dat je nee zegt) en ja tegen Lubbers, dan kom je echt terug in de landspolitiek. Dan kun je inderdaad vice-premier worden in het volgende kabinet ~ Lubbers. Mits, Hans, de WD door een verkiezingsnederlaag van de coalitie niet buiten de boot valt. Wat moet je in dat geval? Je staat niet eens op de kamerlijst, dus lekker oppositie voeren is er niet bij. Leeuwarden kun je vergeten en de WD komt net zo met jou in de maag te zitten als nu de PvdA met André van der Louw.. Geen leuk vooruitzicht hoor. • 'Je denkt misschien de WD op te kunnen stoten in de vaart der volkeren. Ik zou daar niet zo zeker van zijn. Het gesjoemel van van de week is al niet goed geweest voor je imago en bovendien, Hans, niemand kan het vakje voor je naam rood maken in het sternhokje. •De WD'ers zullen toch op Nijpels moeten stemmen, een jongen die juist verbleekt. bij ■■ jouw komst in hêt kabinet. Daar komt bij dat de WD vrijwel uitsluitend kan winnen ten koste van het CDA, zodat het voor de coalitie geen moer uitmaakt.' ;;-,V • - - :■'"'■ :■;•"; Ik heb nog een argument om het niet te doen — je ziet, ik wil je echt helpen in deze carrière- crisis. Stel dat de coalitie wel haar. meerderheid behoudt, al of niet dank zij jou. Dan wordt jij vice-premier in het tweede kabinet-Lubbers. Je bent het al geweest in het eerste kabinet-Van Agt. Dat is onvergelijkbaar, Hans. Lubbers heeft nooit diarree. Die man is er altijd, kent alle stukken en zal jou wegspelen zoals hij Van Aardenne heeft weggespeeld. Kortom, Hans, ik zou het niet doen als ik jou was. En dan praat ik niet eens over inkomensachteruitgang. 8 maart 1986

383

Euthanasie: de VVD nog verder in de citroenpers Door BEN HERBERGS De knoeiboel met de euthanasiewetgeving is I nog groter dan het zich eerst liet aanzien. Staatsrechtelijk heeft CDApremier Lubbers zich met de veelgeplaagde I collega-lijsttrekker Nijpels en de WD al langs de afgrond begeven door via een buitenparlementair soort handjeklap een politiek gevoelige zaak tijdelijk in een grote Haagse ijskast te parkeren. De geschiedenis leert dat niets zich ertegen verzet wanneer een kabinet zich bij een initiatief tot wetgeving vanuit het parlement in de discussie mengt, maar wel dat het zéér uitzonderlijk is dat een regering die eerst zelf niets ondernam op de valreep zon wetsvoorstel vanuit de Kamer torpedeert. ■ Na I het aanvankelijke gejuich over; het gebaar in de richting van de oppermachtige christendemocratische : coalitiepartner komen er uit het liberale kamp nu ook andere geluiden over de faux pas van WD-leider (of moet je zeggen: lijder) E. Nijpels. WD-prominent en commissaris der! koningin in Groningen, > , draaide er zondag in het NOS- televisieprogramma Het Capitool niet omheen: volgens hem is de top van. de WD- Kamerfractie te vroeg met het 'verzoeningsgebaar' naar het CDA toe gekomen. Vonhoff vindt dat premier Lubbérs: eerst; maar zijn .'onaanvaardbaar' openlijk in' het parlement had moeten laten klinken, zodat iedereen duidelijk was geworden waar de verantwoordelijkheid ligt voor het uitblijven van wetgeving in de euthanasiekwestie. De zaak is volgens Vonhoff ','te zeer afgedaan - in de "' ohderhandelingssfeer buiten .'■ het parlement". De WD- commissaris vindt: dat * "niet' onbehoorlijk,' wèl jammer". ''- Door het achterkamertjesakkoord van Nijpels en Lubbers zal de WD de komende dagen het' kabinet ' nu ; dus *, moeten smeken; het' ooit • zo' kansrijke D66-wetsvoorstel s( en 3de s aanzienlijk zwakkere 'proeve' van het kabinet voor een rondje ad-' vies op te sturen naar de Raad van State. Irritatie over deze vertragingstruc bij dit hoogste regeringsadviesorgaan is . al j enigszins naar buiten gesijpeld en waarschijnlijk zullen de da;■ mes en heren leden van dit achtenswaardige raadscollege ' te zijner tijd via beschaafde teksten nog wel laten merken dat ze niet graag voor politieke karretjes worden ge-, spannen. En zo eindigt dus dezer dagen — voortijdig — "een van de belangrijkste debatten van deze eeuw" (de reformato-' rische fractieleider I Meindert Leerling).'Of om met Nijpels zelf te spreken: de behandeling van, "één van de■'. vijf belangrijkste naoorlogse wetsvoorstellen". De tragiek wil dat het juist déze Nijpels.was die ja- "" ren geleden al weer,; nog als "gewoon" WD-Kamerlid, via een artikel ■■'.'■ het -parlement maande haast te maken met een : euthanasiewet. Onze ! Ed had ■ toen alleen nog niet zon last van zwakke knieën. .'; De tragiek wil trouwens ook dat WD-minister Korthals Al-; tes (Juistltie) begin deze week in de Tweede Kamer duidelijk maakte dat onze Ed < zich on-" langs bij onze Ruud werkelijk volledig met lege handen heeft laten wegsturen. Want de WD- hoop dat het verzoeningsrondje Raad van State na de verkiezingen van mei automatisch wél leidt tot een euthanasiewet is de zoveelste liberale misrekening, zo kon de goede verstaander uit de woorden van de minister afleiden. Als het kabinetscompromis eventueel van hogere adviezen , voorzien terugkomt . belandt het namelijk niet automatisch weer bij de Tweede Kamer. .1 Het kabinet zal zich dan, in tegenstelling tot de gebruikelijke : gang' van zaken, eerst weer met de heikele zaak moe, ten' bezighouden voordat; vol-' gens'. Korthals /Altes i "de * volgende zet" wordt' gedaan. En dat politieke stratego kon wel eens aanzienlijk langer gaan' duren dande'WD in haar ; naïeviteit tot nog toe aannam. : ■ Tik twee die Korthals Altes; nog aan zn eigen Ed uitdeelde \ was het betoog waaruit — andermaal voor de goede ■ verstaander — op te maken viel; [ dat j de 't CDA-ministers wel: in ;een erg vroeg stadium aan de noodrem; getrokken hebben., f „Hun '■ goed ; recht - overigens'Y zei. de WD-bewindsman er nog tolerant bij. Gewoonlijk • wordt gedreigd met het weigeren van een ministeriële handtekening onder een wetsvoorstel, wanneer alle parlementaire wegen zijn bewandeld: dus tot en met de behandeling door de Eerste Kamer. Bij het euthanasie-initiatief van D 66 viel het machtswoord al véélèer-. der. Omdat het D66-initiatief de overkant van het Binnenhof toch niet meer zou halen voor de verkiezingen zou het probleem van het contraseign onder die wet zich waarschijnlijk dus ook';. niet " meer hebben voorgedaan onder dit kabinet. Met andere woorden: voor een kabinetscrisis' over de euthanasiekwestie hadden Lubbers c.s. eigenlijk niet eens de tijd gekregen. De WD is gewoon royaal

384 voorbarig.'. door de pomp gegaan! ,' Dat er nu nog altijd geen duidelijke euthanasieregels zijn zal voor de medische praktijk voorlopig nog niet zo veel uitmaken. De al langer bestaande normen voor artsen en ook de rechtspraak blijven gewoon gelden, het partijpolitieke geharrewar van de laatste maanden kan nooit als excuus dienen voor wat dan ook. Als euthanasiewetgeving ■'■ onder een volgend kabinet te lang op zich laat wachten is het gevaar. van "grensverleg. gende" activiteiten echter zeer reëel. Wanneer de politici | het I definitief laten afweten j wordt' de verleiding bij de. praktijk ! nog groter die grenzen; dan maar zelf vast te stellen. , Aan dit soort nuchtere overwegingen is het CDA nog niet toe.. ; Vooralsnog ; / overheerst ] daar de triomf, niet alleen van het;. eigen c' (beperkte) gelijk, • : maar ook | triomf over zoveel * ■ foute kansberekening < bij '». de j !kleinste regeringspartij en zo-- i veel liberale' zelfbeschadiging. In I kringen . van. CDA-bewinds' lieden werd enkele dagen geleden tijdens; een' haastige verkiezingsmaaltijd luid gelachen om deze opmerking: „Moet de ; WD; nog verder, door; de citroenpers? Natuurlijk,'ook diel : laatste' paar druppels zullen > ! we er nog uit halen. De laatste druppels zuur.".1:; V Nijpels Korthals Altes 12 maart 1986

Zoutendijk dekt Nijpels De voorzitter van de Eerste Kamerfractie van de , WD, dr. Zoutendijk, neemt het op voor zijn collega in de Tweede Kamer Ed Nijpels en deelt tegelijk een paar tikken uit naar ■>. de WD- ministers. Hij doet dat in een interview in een aantal provinciale ■ dagbladen. ■ ' ,'", • ',; > Over de relatie tussen de WD-Tweede Kamerfractie en de WD-bewindslieden zegt Zoutendijk: „Ik geef toe dat die communicatie niet optimaal is. Ik ben het met Wiegel eens dat er geen licht mag zitten tussen wat fractie en ministers willen. Maar bij de euthanasie . ligt de schuld voornamelijk bij de ministers. Zij hebben bij de laatste onderhandelingen i over „de proeve" geen overleg met de fractie gevoerd.? Dat dit ligt aan het feit dat Nijpels geen gezag zou hebben bij zijn ministers, wijs ik van de hand. De ministers hebben hem al eerder geconfronteerd met voldongen feiten. Kijk maar naar het gedoe rond het niet toekennen van de P.C. Hooft-prijs aan Brandt Corstius. Daar waren ze in het kabinet ook al overstag gegaan voor hét CDA. : Dat het met dié communicatie niet loopt zoals -het moet,, is met name te wijten aan het functioneren van de.' vice-premier. Van Aardenne heeft, vele kwaliteiten, maarleiding geven aan een'ploeg' ministers' hoort daar minder bij. Bovendien zijn er mensen bij die gewend zijn de eerste viool te spelen. Rietkerk is fractievoorzitter geweest, Korthals Altes partijvoorzitter. Maar Rietkerk is altijd loyaal geweest. Korthals Altes heeft daar soms meer moeite mee." Aldus WD-senator Zoutendijk. 18 maart 1986

Kritiek op hoge taxirekeningen Rekenkamer: Nijpels declareerde dubbel PEN HAAG — VVD-fractieleider Ed Nijpels is iet Kamerlid dat tijdens de afgelopen kabinetsf ornatie voor ruim tienduizend gulden aan taxiritten verreden. Nijpels is de enige parlementariër ie precies dertig dagen lang bij de formatiebeprekingen was betrokken. De Algemene Rekenkamer itte op haar gisteren verscheen jaarrapport ferme kritiek p. een Kamerlid dat in vier 'eken tijd voor ruim tienduiend gulden aan taxi-kosten ad gedeclareerd. Alle andere imerleden die in 19?2 aan de irmatie meededen waren aiizienlijk korter of aanzienjk langer bij het proces beokken dan de door de Rekenamer genoemde vier weken, frijpels verblijft op dit mo-1 ïènt in het' buitenland en is ièt voor commentaar' be- chikbaar. De- voorlichter van e' WD-fractie " erkent, dat Nijpels best voor tienduizend uiden aan taxi-ritten kan heben verreden.-Dat.is heel wel. ïogelijk." ' ' :" De declaraties zijn , echter igt door i Nijpels/ persoonlijk ïgediend,' aldus: de yóorlich-3E De kabinets (in) formateur éeft de taxiritten ter beschik-

385 ing gesteld aan alle betrokkeen bij de formatie. „Als je an vaak heen en weer moet aar Bergen op Zoom (Nijpels' raonplaats), kan ik me indenen dat zoiets oploopt," aldus e voorlichter. - De secretaris van de Algenene Rekenkamer, W. van der landen, houdt echter vol dat Ie declaraties van Nijpels exreem hoog waren. In totaal rerd er tijdens de formatie oor achttienduizend gulden an taxiritten bij het ministeie van Algemene Zaken in re;ening gebracht. Ruim tienduizend gulden daarvan werden door Nijpels geconsumeerd. „Een dergelijk bedrag zijn we nog nooit eerder tegengekomen. Wij zien niet in waarom de enë betrokkene wel zoveel kosten maakt en de andere niet. Als je hier niets van zegt is het hek van de dam.' Daar komt bij dat de Tweede Kamerleden een vergoeding ontvangen voor hun reiskosten. In feite heeft het betreffende Kamerlid dubbel gedeclareerd",' aldus Van der Sanden. Uitwassen De Rekenkamer vindt dat de minister van Algemene Zaken,. dat; wil zeggen premier Lubbers,~ regels' moet 'stellen om | uitwassen tij een volgende formatie te voorkomen.- Lubbers liet eerder. weten dat hij 'de kosten bij een formatie/moeilijk beheersbaar acht. ''■";■.T- '":?■ Een woordvoerder van de premier meent dat regels ter.be-. hering van de kosten „niet goed mogelijk zijn. Als iemand wordt gevraagd om een stuk te halen of een persoon te. raadplegen, dan kan de formateur toch niet zeggen: ga maar met de tram?" De woordvoerder vindt het ook niet terecht dat Nijpels door de Rekenkamer van dubbele declaraties wordt beticht. „Tijdens een kabinetsformatie zit je met woeste en onregelmatige tijden. Dan kom je voor extreme kosten." 26 maart 1986

DE STEMMING Door Frits van der Poel i ' De coalitie van CDA en VVD blijft op precies de helft van het totale aantal Kamerzetels ; steken, 75. . Het CDA wint vier zetels,; de VVD verliest er tien. De PvdA wint tien zetels en D 66 'boekt een zetel..,.; - winst. • i&l ï'i.y; Dat is de belangrijkste uitkomst van het onderzoek dat het Bureau Interview van Maurice ■■■ de Hond • uitvoerde -< in opdracht van Het Vrije Volk • en VARA's Achter Het . Nieuws naar de „stemming" in het land. De, cijfers' verschillen : weinig van die van de af - | gelopen ;»,,•' maanden, "\ al ;' 1 scoort jde Partij van de 1 Arbeid twee. zetels minder ij, dan; veertien dagen gele- I denvOok de uitslag van de I gemeentëraadsverkiezin-' gen is er goed in terug.te vinden. Wel haalde de . : PvdA bij die verkiezingen i : wat minder* dan in deze peiling, hetgeen volgens , Maurice de Hond te maken heef t met de hogere . score van Klein Links bij de dan . verwacht, kan worden bij '•' Kamerverkiezingen.;. Ook' de lagere • opkomst bij de raadsverkiezingen dan 'bij Kamerverkiezingen verwacht kan worden, zal; een . rol'hebben -ge-, i speeld. Uit een apart onderzoekje blijkt, dat. juist de mensen die vorige keer CDA gestemd hebben het trouwst zijn opgekomen. j Dat heeft weer te maken met het feit dat het CDA | | relatief slecht is •./ . woordigd in". de grotere steden, waar de opkomst nu eenmaal altijd lager is;. dan in de kleinere plaatsen. De PvdA . zal in de campagne dan ook wel wat aan opkomstbevorde-, ■■ ring willen doen. ■<;; Intussen blijft de spanning erin met een coalitie die zowel door CDA als v VVD tot inzet van de verkiezingen wordt gemaakt, I maar die'al, een hele tijd niet aan de vereiste meer-, derheid komt.\ï^ In schril contrast daar-./; mee 'blijft: de populariteit ;van: [ Lubbers:, zeer groot. Vergeleken met veertien dagen'geleden is die wel 'wat 'gezakt (en die 'van:' Den ; Uyl. gestegen) maar .f, ' hij blijft toch veruit de favoriet . van velen. Bij de : WD- aanhang scoort.Lubbers zelfs. 23, procent hoger dan de VVD-leider Nijpels zelf. De laatste bevindt zich. als: leider . van'■ i " "een grote partij eigenlijk, in een deerniswekkende ; positie. Slechts iets; meer/; dan de helft van zijn aan-;';, hang heeft, vertrouwen. in -':' hem.. .' -~/.' D'66-leider.' Van' Mierlo blijft bij de ■ aanhang van de drie , grote.: partijen" goed in de; markt: liggen. Dat! gevoegd. bij' de'-. lichte . .stijging 'van -zijn partij ; ;"; vergeleken;" met • veertien ■ dagen . geleden en ;de f re;. delijke raadsverkiezingen; ■ moet ', toch , tot - enig optiï misme bij de democraten.'

386

27 maart 1986

VVD: Weg met de koppeling Van onze parlementsredactie • ARNHEM — Ambtenaren-; \ salarissen ' en sociale.- uitke-. ■ ringen moeten de komende; ', vier jaar niet gelijk op gaan. ] De VVD zal zich tijdens de'- ] formatie sterk \ maken voor. het loslaten van deze koppe-.. \ ling. Dit: zei WD-fractielei- , der, Nijpels zaterdag tijdens \ de ; algemene ': ledenvergade- , ring van zijn partij.'Nijpels , neemt hiermee afstand van . coalitiepartner CDA, dat fel j tegen 'ontkoppeling' is. . : J : Met de verkiezingen in het' s vooruitzicht en een weinig rooskleurige stand in de opiniepeilingen, schaarden/ de i WD'ers zich eensgezind achter lijstaanvoerder Nijpels., Hij merkte op dat veel.VVDleden zich de' afgelopen tijd „terecht kapot geërgerd hebben" aan de golf van inciden-: ten in de partij. Nijpels ver-' trouwt er op dat zijn' partij nu weer met gesloten gelede- / ren de verkiezingen, in kan gaan. Hij: rekent ■; op", brede ■ steun in de campagne. Deze , oproep werd beloond met een staande ovatie.' 21 april 1986

Opdracht dé'NCRV-foyer, "stuift * WD-fractieleider Ed Nijpels zenuwachtig heen en weer. De campagneleiding heeft hem opzettelijk in een fraai blauw kostuum gestoken, dat mooi kleurt tegen de grijze; wanden in de studio. De fractievoorlichter knikt instemmend als de camera's op Nijpels inzoemen: de liberale lijsttrekker maakt een prachtig "plaatje". ; -■■"■■;• Nijpels is voorzien van een duidelijke opdracht: Joop den Uyl waar mogelijk afbranden. Geen kans mag hij onbenut laten om de levensgrote verschillen tussen PvdA en- WD te onderstrepen. De WD-campagneleiding heeft het gemunt op de rechtse kiezer die neigt naar het CDA, maar gruwt bij de gedachte dat déze partij straks noodgedwongen met de PvdA in één kabinet gaat zitten. De kiezer, die een waas ' voor ogen krijgt zodra Den Uyl zijn hoofd laat zien,'-moet worden overgehaald WD te stemmen. Het ■ draaiboek is terdege doorgesproken. Het debat moet nog beginnen, maar de campagneleiders verheugen zich nu al op de frontale aanval die Ed Nijpels straks op Den Uyl zal lanceren. Staatsman . Hoe anders : zit / premier Lubbers erbij. Geen donkerblauw pak, zoals Den Uyl en Nijpels,: maar I een antraciet kostuum geeft 1 ï hem het aureool van wijze staatsman die ver boven :de. partijen staat. Ook Lubbers' rol ligt vast, zelfs ; té. vast,. meent CDA-campagneleider -.< Ries Smits. „Ik wou dat Lubbers zich wat meer als partijman zou profileren," erkent hij met spijt in zijn stem." Maar de minister- president is; niet van plan ook, maar • eenmaall van ,kleur., te : ver-' schieten. Lubbers is de redeli-: jke man van het midden, die1 overal begrip; voor. heeft en; nergens polariseert. De juiste iman, kortom,'voor de kiezer! die echt niet weet aan wie hij f zijn stem nu zal geven.; Slechts zijn zuinige', mond ■ verraadt ' dat 1 ook • Lubbers zich realiseert hoeveel- afv hangt van dit vijf kwartier.: durend televisiedebat. Ogen-; schijnlijk is hij de rust zelve. -: Oppositieleider Den Uyl bijt om half tien enigszins zwabberend het spits af. Bij CDA en WD is de werkloosheids-, ; bestrijding niet in goede han; den, betoogt hij," en tovert een 'nieuw getal van 300.000 werklozen' tevoorschijn, '•■ waar -de PvdA in ■ 1990 op • mikt.- Den Uyl praat! weloverwogen,' delijk, felle i woorden ■■ blijven " uit, ■ maar: zijn' ogen i spuwen . vuur en zijn vuist balt onver-; 'mijdelijk als Nijpels zijn eer;'. i'.ste. aanval inzet op de plannen die de; PvdA rondom ar-, beidstijdverkorting koestert. Even. dreigt de discussie te verzanden in cijfergepriegel, maar Lubbers bedaart de gemoederen. „Na de ruwbouw is. het nu tijd I voor horlogemaker'swerk,"* zegt'rhij.' Nijpels noch Den Uyl; "spreken het hem tegen.' ' Pravda Orerend over vrede en veiligheid bereikt de premier een hoogtepunt in zijn optreden als staatsman.' „Ik vind het' een winstpunt dat de PvdA als kritisch bondgenoot in de NAVO wil werken," zégt hij zonder spoor van ironie. Den Uyl ' heeft zojuist een hartstochtelijk pleidooi gehouden voor een actief beleid gericht op ontwapening. Nijpels verklaart er „koude rillingen" van te krijgen, zoniet Lubbers.' „Er is enige aanleiding voor zorg" luidt ongeveer de hardste uitspraakdie de ' CDA-kandidaat richting PvdA maakt.

387

Als het. gesprek vervolgens overgaat op het onderwerp „kernenergie" schiet Lubbers even door dé rem. De Sovjetunie wil gewoon - doorgaan met de bouw van nieuwe centrales, zo meldt hij. „De Pravda.van vanochtend was daar heel duidelijk over", alsof de premier deze Russische krant dagelijks bij het ontbijt even doorneemt. - De - aanwezigen barsten uit in gegniffel, maar de geluidsmensen van de NOS weten het kunstig buiten de uitzending te houden. De lijst■ trekkers vertrekken geen spier.. Kernenergie is ■ het punt waarop Den Uyl moeiteloos kan scoren. Het CDA mag - dan nog zozeer besloten heb-. ben tot een „fundamentele herbezinning", niet vast staat. 1 zij' de ; bouw 'van nieuwe "centrales een ' definitief halt" toe roepen. Rustig, bijna minzaam zet de . PvdA-lijsttrekker zijn bezwaren .uiteen. Hij l heeft het pleit al tójjna gewoh, nen als, Nijpels, roet. in. het.. . eten komt gooien. öjidèMifiuioWoi .-,' e'isj- i •'■■;:miot, uu.< 'ÏJ? ;,Dë.'PvdA heeft geprobeerd1 politieke munt te slaan uit de ramp in Tsjernobil," zegt Nijpels. Achter de camera gaan twee duimen omhoog. Ze behoren toe aan de WD-fractievoorlichter, die blij is dat Ed dit van tevoren afgesproken verwijt inderdaad plompverloren . maakt. Den Uyl | verschuift naar het puntje van zijn stoel. Met een vernietigende : blik richting ' Nijpels zegt hij : j.Dit is zeer onfatsoenlijk, ver onder de gordel.. Ik zie dat u dit terugneemt." Maar Nijpels piekert daar niet over. Als Eijberse Lubbers het woord geeft kiest de premier de zijde van Den Uyl. „Dit is een onverkwikkelijke discussie," zegt hij, en hervat zijn betoog over de internationale aspecten van deze materie. Winsemius ( Nog eventjes wordt het leuk als de lijsttrekkers I moeten verklaren niet wie ze straks in zee gaan. Lubbers ziet het al helemaal zitten met WDbewindsman Winsemius als vice-premier. „Een kabinet Lubbers-Winsemius heeft een voorkeur boven een kabinet Den : Uyl-Van Mierlo," • zegt hij. Nijpels kan een baan naast Lubbers dus wel vergeten, zegt de premier met zoveel woorden. De WD-leider kijkt boos voor zich uit en houdt zijn mond. Een kabinet CDA- PvdA behoort al evenmin tot de wenselijkheden, - verklaart Lub-, bers tegen een zorgelijk kijkende Uyl; i Deze realiseert "zich tijdig dat veel kijkers er niet aan moeten denken dat hij opnieuw het land gaat leiden. „Of dat kabinet van CDA en PvdA nu het kabinet Kok, Lubbers of Den Uyl gaat. heten doet niet terzake,',';-zegt hij, in het voorbijgaan Lubbers het -. premierschap van een PvdA-CDA-kabinet aanbiedend. Maar de tijd is om, en Lubbers gaat er niet op in. De camera's zijn nog niet gestopt, of de heren verlaten in ijltempo, het gebouw. De monitor toont inmiddels D66-fractieleider Van Mierlo, die bij Den Haag Vandaag zijn oordeel over het debat mag vellen. „Dit is verouderde- politiek. Het schrikbeeld van de ander is inzet," zegt hij. In de foyer wisselen dè direct betrokkenen hun indrukken uit. „De uitslag is nul-nul-nul," meent een omroepmedewerker. Anderen houden het op winst voor Nijpels of Den Uyl! -Een half uur later spreekt het NIPO het „verlossende woord". Een razendsnelle peiling leert'dat de helft van de kijkers Lubbers als winnaar aanwees.. De 'redelijkheid' heeft het gewonnen van de woordenwisselingen tussen Nijpels en Den Uyl. De campagneleiders - ' halen hun schouders er over op. Over 24 uur zal pas echt duidelijk zijn welke invloed het grote debat heeft gehad op de samenstelling van-het parlement, en -bijgevolg het kabinet. 21 mei 1986

Lubbers laat karwei liever plaveien AFMAKEN... door FRITS VAN DER POEL Aan de demissionaire maar weer beoogde mi-, nister-president, drs. R. F. M. Lubbers: Beste Ruud, Gefeliciteerd nog met je zegetocht door de WD-gelederen, want jij zult inmiddels ook wel weten waar je triomf vandaan is gekomen. Niet van de bevlogen christenheid zo te zien. Maar goed, een knappe prestatie van je dat je ondanks Bukman, De Vries, Ruding enz. zoveel kiezers aan je hebt weten te binden. Dat je het sternvee naar buiten hebt gekregen vlak nadat het gewone vee naar binnen moest. Jou persoonlijk gun ik het eigenlijk wel, maar het vervelende is, dat je zon hele stoet conservatieven aan de slippen van je jas de Tweede Kamer binnenvoert. Dat is niet goed voor de mensen die te weinig hebben om veel te willen behouden. Wat zullen zij niet weer in moeten leveren om de aandelen op de beurs nog verder omhoog te stuwen?

388

Intussen moet ik wel lachen als ik zie hoe slim je weer aan het opereren bent. De CDAfractie, de winst in de bol geslagen, wilde dat jij zo snel mogelijk formateur zou worden. Dat maakt naar buiten de flinkste indruk. Gewoon doorgaan. Lubbers moest het karwei toch afmaken. Jij had daar geen zin in. Ik geloof niet dat je nou bang was dat je hetzelfde zou overkomen als die andere winnende premier, die onmiddellijk formateur werd. (Den Uyl in 1977). Nee, heb je waarschijnlijk gedacht, laat een ander, een goed vriendje van me, Jan de Koning, eerst. de plooien met de VVD maar rechtstrijken dan kan ik onderwijl het voorzitterschap van Europa afmaken. Tegen die tijd is de informateur wel klaar (eind juni) en dan zet ik de mannetjes wel neer. Het voordeel is dat het regeerakkoord door een ander wordt gemaakt (de onderhandelingen mag ook al een ander doen, Bert de Vries), zodat ik me er als minister-president ook iets gemakkelijker van kan distantiëren als dat zo eens te pas komt. Maar ja, je moest nog wel naar de koningin met het fractie-advies. Wat zei je dus tegen de koningin? Ik stel me dat zo voor: „Majesteit, ik moet u van mijn fractie een formateur van CDA-huize aanbevelen, namelijk mijzelf, maar als u in uw wijsheid rekening wenst te houden met de opvattingen van de beoogde coalitiegenoot, dan hebben wij geen bezwaar tegen een informateur van CDA- huize, het liefst mijn vriend Jan de Koning". ÜC- Slimme vos, je wist natuurlijk dat even later Nijpels zou pleiten voor een CDA-informateur. De fractie zal je niet corrigeren, te veel zetels zijn aan jou te danken. Als was in je handen zijn ze. En op een persconferentie zeg je gewoon „dat de koningin toch enige keuzemogelijkheid moet hebben". Bert de Vries laten onderhandelen met Nijpels en de informateur is ook heel slim bedacht. Zowel bij de informateur als bij Bert kun je over de schouder i meekijken. Nijpels komt dan in de positie van 1 tegen 3. En wat misschien nog belangrijker is, de CDA-fractievoorzitter is gebondener dan ooit en jij bent uiteraard ook wel gebonden, maar toch ietsje minder. Je kunt over een jaartje best eens zeggen: „Ja, wat de heren daar gebakken hebben daar kan ik bij nader inzien toch niet helemaal mee uit de voeten". Dat kun je van eigen baksel nooit zeggen. Wel leuk dat die Jan de Koning, die aan de wieg stond van het miserabelste kabinet uit onze geschiedenis, op het vijfde kabinet Colijn na, het kabinet Van Agt-Den Uyl-Terlouw, nu het pad mag effenen voor de voltooiing van wat jij je karwei noemt. Jammer dat door jouw karwei zoveel mensen geen karwei meer hebben. Maar ik neem aan, dat je nu aftreedt als het werklozencijfer niet beneden de 500.000 komt- ;"' J' ~; . Nog één ding Ruud. Als je straks formateur wordt: geen Nijpels in je kabinet hè. Ja zeg, dan weet ik ook nog wel een paar overjarige scholieren. Wat dacht je van Schwietert? Zonder gekheid Ruud, dit land moet geregeerd worden. Niet beblazen. 24 mei 1986

Ed Nijpels politiek leider àf (Van onze parlementsredactie) DEN HAAG — WD-fractieleider Nijpels heeft te kennen gegeven dat hij na afloop van de formatie geen politiek leider meer wil zijn. Aan zijn mede-fractiegenoten heeft hij laten weten dat hij geen vicepremierschap begeert. De fractieleider wil een "gewone" ministerpost. Dit betekent dat de WD een nieuwe politieke leider moet zoeken. Het is traditie in de WD dat de politieke leider de fractie in de Tweede Kamer aanvoert. Nijpels' mededelingen zijn door zijn fractiegenoten voor kennisgeving, aangenomen. Men deed geen beroep op hem aan te blijven. Nijpels maakte zijn besluit bekend nadat de fractie enkele harde noten had gekraakt over het bedroevende verkiezingsresultaat. Over de vraag wie hem moet. opvolgen is nog geen besluit gevallen. Nijpels'. positie 'in de kabinetsformatie wordt aanzienlijk verzwakt, nu bekend is geworden dat hij straks politiek leider af is. Enkele liberale Kamerleden vrezen dat de WD nu nog meer van haar wensen op levensbeschouwelijk terrein moet inleveren. 24 mei 1986

DE VVD-WEEK DER LANGE MESSEN — door HERMAN WIGBOLD

389

Wie had ooit gedacht dat de WD nog eens een Week der Lange Messen zou beleven? Wie had ooit kunnen vermoeden dat de WD al haar zonden als vurige kolen op het hoofd van één man zou stapelen? Wie had ooit kunnen dromen dat de WD haar fractieleider de woestijn in zou sturen, nagestaard door de Engelen des Wraaks.? Jazeker, Nijpels heeft vele fouten gemaakt. Het begon al met het • aantrekken : van Schwletert :.;en Hoogendijk, twee mensen van wie je al op een afstand ruikt dat ze niet deugen. [ Het > was' natuurlijk heel onverstandig om te doen of hij de WD-ministers aan een touwtje had. En hij had natuurlijk veel te laat in de gaten dat Lubbers de WD had gegijzeld. En zo .kunnen we nog een poosje doorgaan. Tot en met de .verkiezingsavond, toen hij zich .niet distancieerde van de blazer dragende en bier zuipende jongelui die juichten alsof de VVD een verkiezingsoverwonning had behaald. Nee, hij was niet de gedroomde fractieleider. Maar hij is toch niet enige die verantwoordelijk is voor het falen? Waar waren in de afgelopen jaren dan al die andere ge- droomde WD-kopstukken? Was het 't Kamerlid Korthals, dat als een schooljongen uit de RSV-commissie klikte en aldus de poten onder de stoel van Joekes vandaan zaagde? Was het staatssecretaris Koning, die uit behaagzucht zich persoonlijk met belastingaangiften bemoeide om Wibo van der Linde te gerieven? Was het mevrouw Smit- Kroes, die met partijgenoot Vonhoff over straat rollebolde en busreizigers het advies gaf maar een halte verder te lopen? ... ~ .*,', ■ ■ ■, .■ :•;'. Of was het misschien minister Korthals Altes, die in de kabinetzitting het hoogste woord voerde om Brandt Corstius de P.C.-Hooft-prijs te onthouden; die een uiterst slordig rapport over RSV-topman De Vries met zijn naam dekte; die van het kruisrakettendebat gebruik i maakte om snel een wetsontwerp — waarbij seksueel contact met minderjarigen niet langer strafbaar werd gesteld — door het kabinet te loodsen,' om dat vervolgens schielijk in te trekken; die stiekem een compromis met Brinkman sloot over euthanasie en zodoende Nijpels en de WD-fractie onderuit haalde? Waren het dan misschien de voorzitters van de kieskringen die dinsdagavond het doodvonnis van Nijpels tekenden? Maar waren zij het niet die Joekes op een onverkiesbare plaats zetten en door 261.000 WD-stemmers (plus degenen die niet meer op de WD stemden) in hun hemd werden gezet? Waren het dan de WD-excellenties die Nijpels maar lieten spartelen en hem nauwelijks informatie j gaven? Die zich alle moeite gaven het gewonde dier Van Aardenne binnen de boot te houden en zelfs bereid waren daarover met een kabinetscrisis te dreigen? Of was het misschien de gedroomde staatsman Wiegel, die nog graag even in Den Haag wilde schitteren maar vergat te informeren wat de Friese Staten daar 'wel ' van vonden en toen Nijpels op zijn gezicht liet vallen? Had het dan niet meer voor de hand gelegen dat .al die WD-kopstukken na de verkiezingen tegen elkaar hadden gezegd: "Jongens, we hebben het niet goed gedaan. Laten we er nu samen voor zorgen dat het de volgende vier jaar beter gaat"? ' Had het niet vanmeer zedelijke moed getuigd als zijn gezamenlijk verantwoordelijkheid hadden genomen voor de misslagen uit het verleden? Maar nee, de messentrekkers konden niet wachten. De stemmen waren nauwelijks geteld of het prijsschieten op Nijpels begon. Het kon niet schelen dat daarmee ook de onderhandelingspositie van de WD aan flarden werd geschoten, als Barbertje maar zou hangen. Het verstand werd opgeofferd aan de wraakzucht. Nijpels werd de woestijn in gestuurd zonder dat men ook maar een ogenblik had gepraat over wie hem moest opvolgen. Daarmee maakten Nijpels' tegenstanders dezelfde fout die men hèm zo kwalijk had genomen: onbezonnenheid, dingen doen zonder na te denken over de mogelijke consequenties. . De bloedspatten trachtte men onzichtbaar te maken met het . slechtste ontvlekkingsmiddel dat in de politieke winkel te koop is. Nijpels moest dan maar minister worden. Voor welke post dan wel? Voor justitie en Binnenlandse Zaken heeft de WD beter gekwalificeerde kandidaten. En is, wat niet goed genoeg is voor de WD, dan wel goed genoeg voor het land? Welke merkwaardige staatsrechtelijke ideeën leven er toch onder de nazaten van Oud en Thorbecke? Eerst het gesjoemel met Wiegel en nu weer met Nijpels. Partijen horen hun problemen toch niet af te schuiven op het landsbestuur?

390

Een van de keurige liberalen, niet besmet door de huidige machtsstrijd, prof. Zouten* dijk, zei deze week in het rooi dat hij er zijn hand niet voor in het vuur durfde te ste« ken dat men verstandig genoeg is verdere escalatie te vermijden en de eigen ambities ondergeschikt te maken aan de WD. Hij is misschien te pessimistisch. Ook in de VVD staat men nu geschrokken bij de puinhoop die men deze week heeft aangericht. De WD is van oudsher een partij die de vuile was graag binnenhoudt: Ongetwijfeld zal nu de roep klinken de rijen te sluiten. Zal dit lukken? 'w Onder de persoonlijke gë{ schillen ligt ook een politiek' conflict. Globaal gezien met alle uitzonderingen van dient tussen de jonge Turken die vinden dat de WD haar eigenidentiteit moet bewaren "én de bestaande en komende excelj lenties die de nederlaag van de WD minder belangrijk vinden dan dat ze, dank zij de ovef({ winning van Lubbers, verder kunnen regeren. Het is niet toevallig dat voortdurend de naam van Korthal Altes opduikt als geschreven wordt over de politionele actie tegen Nijpels. Wie wint er? Wie wil wedden, kan het beste op de laatste groep inzetten. Nijpels: vele fouten gemaakt. (Foto ANP) 31 mei 1986

CDA-er bepleit vervanging Nijpels DEN HAAG — De WD moet ■actieleider Nijpels als onderandelaar in de formatie verangen. Hierop heeft de fraceleider van het CDA in de erste Kamer, prof. Chrisaanse, zondag voor de AVROidio aangedrongen. Het was de eerste keer dat :n prominent christen-demoaat zich in het openbaar krisch uitliet over de wankele Dsitie van de WD-voorman. hristiaanse vindt het "minjr aantrekkelijk" dat zijn irtij moet onderhandelen iet iemand die niet meer de tgesproken leider van zijn irtij is en die straks zijn actie niet kan binden aan een :geerakkoord. CDA-fractievoorzitter Lubbers en onderhandelaar De Vries hebben zondag formeel afstand genomen van de uitlatingen van Christiaanse. De senator zou de uitspraken voor eigen rekening gedaan hebben en niet namens het hele CDA. Nijpels gaat gewoon door met onderhandelen, verzekerde vlce-fractievoorzitter Evenhuis vanmorgen. De bezetting van functies komt pas weer aan het eind van de formatie aan de orde. „Er is geen enkele reden daar nu tussentijds doorheen te gaan fietsen." In een notitie die het VVD- Kamerlid De Grave en de liberale staatssecretaris Koninghebben opgesteld, wordt er voor gepleit het beeld van de WD als een betrouwbare partij, die de staatsrechtelijke zuiverheid hoog in het vaandel voert, te herstellen. Bij 'het aantrekken van fractieleden en -medewerkers moet de leiding zorgvuldiger optreden dan in 1982 het geval was. .. ~„.- 'r.,\. Mochten zich toch incidenten voordoen, dan dienen betrokkenen snel op te stappen. 2 juni 1986

Nijpels af, Voorhoeve fractieleider De Korte 't nieuwe gezicht van VVD DEN HAAG — Vanmorgen om vier uur heeft de WD-fractie besloten dat Rudolf de Korte "het gezicht van de VVD" moet worden. Hij wordt de nieuwe vice-premier en zal naast Lubbers als coformateur de formatie afronden. Joris Voorhoeve, tot nu toe buitenland-specialist van de VVD, is gekozen tot nieuwe fractieleider. Dat gebeurde overigens met een minieme meerderheid. Hij kreeg vijftien stemmen, zijn op: pqnent .-■.. staatssecretaris Koning van Financiën behaalde er tien. Nadat de voltallige WDfractie op staatssecretaris Van Eekelen na om acht uur gisteravond bijeen was gekomen in het gebouw van het ministerie van Verkeer en Waterstaat, is er vrijwel onafgebroken vergaderd. Daarbij is grote druk uitgeoefend op Rudolf de Korte om fractieleider en daarmee politiek leider te worden. De Korte bleef zelf echter hardnekkig vasthouden aan een ministerschap. Dit alles betekent dat de huidige fractieleider Ed Nijpels nog hooguit anderhalve week in zijn functie zal blijven. Zodra de informatie is afgerond met een regeerakkoord zal hij, zo verklaarde hij vanmorgen om half vijf op een persconferentie in Den Haag, aftreden.

391

.„Hiermee is een hele grote en dikke, vette streep gezet onder alles wat er in de afgelopen maanden is gebeurd," aldus Nijpels. Er zijn, zei hij, dingen gebeurd „die te betreuren waren, er is schade berokkend aan de partij, er zijn dingen gepasseerd die je mensen eigenlijk niet zou mogen aandoen". '-

392 geworden hoe de kaarten zouden zijn geschud. Nijpels deed er tijdens zijn persconferentie ineens heel ontspannen over. Ook voor de VVD is het nu het besluit is gevallen over het vice-premierschap en de fractievoorzitter niet meer van het grootste belang. Nijpels liet nog in het midden of de. kwestie wel of niet in de komende twee dagen ter sprake zal komen. Volgens de woordvoerder van de informateur zijn op dit moment de akkoorden rond over de Wet Gelijke Behandeling en de Media. Het is echter nog de vraag of de fracties van CDA en WD er hun fiat aan zullen geven. De Wet Gelijke Behandeling zal, zo is in de afgelopen 24 uur beslist, alsnog een aparte wet worden en niet, zoals eerder deze week' was overeengekomen, worden . beperkt tot een wijziging van het Burgerlijk Wetboek. Prof. dr. ir. Joris Voorhoeve (links) gaat de liberale fractie aanvoeren. Dr. Rudolf de Korte wordt vice-pre- % V; mier en eerste man. (Foto ANP) UéSS | kandidaat-voorzitter 'van J. Voorhoeve arriveerde gisteravond bij het ministerie van Verkeer en Waterstaat voor het liberale leidersoverleg. (Foto ANP.) 27 juni 1986

'Jammer dat zo'n goeie vent weggaat' Door ALY KNOL en YVONNE ZONDEROP DEN HAAG — Zo blij als een peuter, die zojuist zijn eerste uitstapje heeft gehad, rijdt Piet Bukman het Binnenhof ai. Hij weet dat dit de laatste keer zonder chauffeur zal zijn. .De toeristen, die al uren rondom de ingang van de Eerste Kamer drommen om een glimp van de niéuwe macht op te vangen, herkennen in hem nog niet de nieuwe minister van Ontwikkelingssamenwerking. Geheel in zijn eigen tomeloze vreugde verzonken, rijdt hij opgewekt de Ridderzaal voorbij, terug naar Voorschoten. Van den Broek, Bukman en Braks zijn de eerste drie ministers-in-spé die op deze broeierige vrijdagmiddag hun opwachting maken bij formateur Lubbers, hun nieuwe baas. Mee aan tafel zitten de beoogd vice-premier en minister van Economische Zaken De Korte (WD) en oud-informateur en toekomstig minister van Sociale Zaken De Koning (CDA). De Korte had er graag als coformateur gezeten, maar durfde dat er niet bij de koningin door te drukken. Nu heeft hij tot zijn stomme verbazing behalve de . nieuwe leider ook diens beste maatje tegenover zich zitten. Als De Koning 's morgens om elf uur . zijn eindrapport aan de pers voorlegt, weet zelfs hij nog niet dat Lubbers hem „uit eigener beweging" als adviseur bij de formatiebesprekingen zal roepen. Wat bezielt dan ineens de man die voor Nederland het wel even zou afmaken? Wil hij door middel van De Koning. „het evenwicht herstellen", zoals iemand < uit. de. naaste omgeving van de formateur weet te melden? -, Een dubbelloops ' geweer tegen een waterpistool? Het geeft in ieder geval te denken over de manier, waarop de minister- president straks met zijn vice denkt samen te werken. Bedrukt Terwijl op het Binnenhof de auto's af en aan rijden, de ijscoman de eerste aanzet krijgt tot verdere economische groei en de NOS-camera's lustig zoemen, heerst elders in Den Haag een bedrukte stemming. Tegen half drie.is op het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu bevestigd, wat tot dan een boosaardig gerucht leek. Minister Pieter Winsemius van VROM zal niet in het nieuwe kabinet terugkeren. „Ik geloof dat we ons nog niet realiseren wat; er gebeurt," verzucht een. WDambtenaar. „Het is ontzettend jammer dat 'zon goede vent weggaat. Het is heel triest voor al die mensen, die zo actief, intensief en creatief met hem hebben ■". gewerkt." Een loyaal overheidsdienaar laat zich natuurlijk niet over de nieuwe bewindspersoon. op _VROM uit, maar de condoleances zijn met begrip ontvangen. Winsemius heeft, laat hij later op de middag weten, „vanwege het' verschil van inzicht over de. zetelverdeling • en" de personele, invulling" geen zitting willen nemen in het nieuwe kabinet., Dat hij, aldus beoogd.vice De Korte, voor verschillende posten is gepolsd, heeft niet mogen baten. Die posten hoefde hij niet. Zoals het ministerie. van Defensie dat, aldus de verklaring van Winsemius, „buiten mijn persoonlijke : ambitie-terrein ligt". Economische Zaken was okay geweest, maar daar moest en zou De Korte naar toe.' Aanzoek

393

Om half zes komt zijn opvolger aanscheuren in zijn auto en roept alvast dat die „milieuvriendelijk op LPG" rijdt. Nijpels noemt het voor.de vorm „heel erg ] jammer dat Winsemius niet meer beschikbaar is, want hij was één van de beste ministers", "; maar verdwijnt dan ras naar. binnen om het aanzoek van, Lubbers te ■ ontvangen." Nog geen uur later ; is de zaak gepiept. De nieuwe minister van VROM, drs. E. Nijpels, is een feit. Niet geplaagd door enige .bescheidenheid .'verklaart hij: „Ik besef dat het opvolgen van een heel populair minister bijna net zo moeilijk is als het opvolgen van een populair fractieleider". Voordat hij weer door een van de poortjes van het Binnenhof ; kan verdwijnen, geeft een radioverslaggever hem nog de raad mee: „Rechts rijden, hoor en niet harder dan honderd". Dat Winsemius alleen is gestruikeld over zijn ,wens. om het ministerie van Economische Zaken te bezetten, gelooft allang niemand meer. Hij had tenslotte rustig op VROM kunnen blijven zitten, ware het niet dat de WD één departement moest afstaan, één nieuwe minister (Nijpels) wilde benoemen en Winsemius zich in de afgelopen weken iets te opstandig toonde tegen; de beoogd vice. Rimpelloos .'. Het vertrek van drie andere ministers uit het Eerste kabinet Lubbers, Schoo (Ontwikkelingssamenwerking); De Ruiter (Defensie) en Van Aarden- Ne (Economische Zaken) gaat vrijwel, zonder rimpelingen voorbij. Gefronst wordt er nauwelijks. Dat Van Aardenne zou verdwijnen, wist iedereen. De Ruiter had al enige tijd niet zoveel behoefte meer en Schoo was nooit, voor zover het al gebeurde, door een voortreffelijke uitvoering van haar ambt, opgevallen./*.- ' Van de eventuele nieuwe bewindslieden in het' Tweede kabinet Lubbers komt deze middag alleen Bukman breedgrijnzend voor het publiek. Over zijn instemming met het aanzoek hoeft niemand te twijfelen. En of hij het „hoge ambt" heeft verdiend, zegt hij, maakt niet hij maar de formateur uit. Maar dat de formateur het bij het rechte eind heeft, ■ daarover bestaat geen twijfel natuurlijk. Wie "de voor Binnenlandse Zaken kennelijk aangezochte mevrouw D. De Graaf-Nauta is, weet in Den Haag niemand, maar in Friesland iedereen. De zus van de vroegere PvdAideoloog Lolle Nauta, een moeder van twee kinderen, afkomstig uit de in het CDA opgegane CHU en al jarenlang bijzonder actief in de politiek; ze is 56 jaar en heet Dieuwke Ytje Willemke. Fries In Friesland zouden ze het met haar wel zien zitten. Immers, wie Binnenlandse Zaken beheert, beheert ook de toekomst van het Fries en daar weet mevrouw De Graaf „de waarde aan te hechten die het verdient". . : ' In i bestuurlijke zaken heeft ze als wethouder in Sr.eek, als fractievoorzitter van het CDA in de Friese Staten en de laatste jaren . als . Gedeputeerde flink: wat ervaring opgedaan.; „Ze is rechtlijnig," zegt; één' van Jiaar; opposanten • uit\ de£ Friese Staten, „en heeft haar; sporen verdiend. Maar'; het is niet een persoon voor daverende ïor. Piet Bukman, zo blij als een kleuter, de laatste keer zonder chauffeur (Foto: nfp):*:'. 12 juli 1986

VROM Met de benoeming van Nijpels tot minister van VROM komt een eind aan de speculaties over de vraag welk departement "in de luwte" de mislukte WD-leider krijgt toebedeeld. Overladen met kritiek na het verlies van negen zetels voor de liberalen, moest Nijpels het fractievoorzitterschap overdragen aan Voorhoeve, terwijl het politiek leiderschap in handen van De Korte kwam. De nu 36-jarige Ed Nijpels boekte vier jaar geleden als opvolger van Wiegel een forse verkiezingsoverwinning, maar - is als liberale leider nooit uit de problemen gekomen. Op zijn nieuwe werkterrein heeft Nijpels geen enkele ervaring. Hij staat bovendien voor de ondankbare taak zijn zeer popu.laire en deskundige voorganger Winsemius te doen vergeten. drs. E. H.T. M. Nijpels 14 juli 1986

394

Lubbers reduceert CDA en VVD tot requisieten door ALY KNOL en YVONNE ZONDEROP Lubbers reduceert CDA en VVD tot requisieten Het ontglipte hem niet zomaar, toen Lubbers bij het begin van het debat over de regeringsverklaring verzuchtte: „Daar , gaan •we weer." Als'er iemand was, die liet blijken dat het kabinet-Lubbers II .de dadendrang, het elan en het lef ontbeert van het kabinet-Lubbers I, dan was het wel Lubbers zelf. Je hoort mij niet. zeggen dat we de rit uitzitten, zei hij met zoveel woorden. Letterlijk: „Over een paar maanden zou kunnen blijken, dat we het fors met elkaar oneens zijn." En ook: „Ik wil absoluut niet de zekerheid geven dat dit kabinet vier jaar lang blijft zitten." . Waar Bert de Vries gewoon op de oude voet voortging en zijn steun aan het kabinet als een bekend lesje opdreunde, waar Joris. Voorhoeve verzuimde ogen en mond te tekenen in het nieuwe gezicht van de VVD, kon Lubbers zijn verveling steeds moeilijker . verbergen. Hij veerde pas op de laatste dag van het debat weer op. Niet door zijn eigen partij: geïnspireerd,' maar door de nieuwe fractieleider van de PvdA Kok, ook al typeerde deze de juist gestarte ploeg uiteindelijk als „het kabinet van de laatste loodjes". Het regeerakkoord biedt voor enkele brandende problemen geen oplossing; vermeldt slechts . procedure-afspraken dat het kabinet er in ieder geval niet door onderuitgehaald mag worden. Er worden bezuinigingen aangekondigd, maar het hoe en het wanneer zijn oningevuld. De hoofddoelstelling van het kabinet, de bestrijding van de werkloosheid, , wordt vrijwel in handen gelegd van derden, namelijk de sociale partners. Lubbers beloofde tijdens de verkiezingscampagne weliswaar dat hij zijn karwei wou afmaken. Na een week debatteren luidt de vraag: over welk karwei had hij het toen eigenlijk? . Het karwei soms, om de naam van Lubbers als staatsman definitief te vestigen? Een minister-president „van allen voor allen" als het ware? Premier Lubbers gaat, zo bleek deze week, inderdaad het liefst zijn eigen gang. De coalitiepartijen, die het kabinet in feite mogelijk maken, werden bijkans gere-; duceërd tot vanzelfsprekende; requisieten,' • die i nu eenmaal ook tot het toneel behoren. Geroffel Pijnlijk was het voor CDAfractieleider :De Vries, dat Lubbers hem middenin een betoog' onderbrak, om even partij te kiezen voor oppositieleider Kok. De' Vries was druk bezig j met een; heftig 'verweer i tegen 'een' vastomlijnd' tijdpad'voor de 'daling van de werkloosheid, toen Lubbers bij interruptie verklaarde juist veel voor zon tijdpad te voelen en de wens van Kok te willen honoreren. De Vries mocht af door de coulissen. Nog geen tien minuten later haalde Lubbers dezelfde streek uit. Opnieuw stopte hij De Vries middenin zijn woorden om Kok nog even iets uit de doeken te doen over de bezuinigingen. De CDA-fractieleider reageerde getergd. „Ik begrijp dat Lubbers staat te trappelen om zijn tweede termijn te beginnen, maar is het goed als ik eerst de mijne af maak?" De christendemocratische figuranten-schaarden zich achter De Vries met het enige middel dat hen nog restte: morrend geroffel op de bankjes. Ook Joris Voorhoeve werd een afgang niet bespaard, al had hij het geheel aan zichzelf te wijten.' De nieuwe WD-fractieleider deed geen mond open, toen Lubbers het laatste . y sprankje , liberale hoop op' een verhoging van de ! ambtenarensalarissen deed vervliegen. 'Hoewel de interruptie-microfoon '. voor het grijpen stond, liet hij premier Lubbers goeie sier maken in de richting van de oppositie, die meer arbeidstijdverkorting bij de overheid wil realiseren. \Voor Bert de Vries kon de aanschouwing van „De Denker" Voorhoeve, die zwijgend als een albasten standbeeld voor zich uit zat te staren, een nauwelijke aanlokkend toekomstperspectief verpersoonlijken. Nijpels had natuurlijk zijn . nukken, maar hij deed op zn minst zijn mond open. Door zijn stilzwijgen stemde Voorhoeve niet alleen toe, hij liet tegelijkertijd het mysterie voortduren over de vraag wat er de komende tijd nu eigenlijk van de WD-fractie mag worden verwacht. Bijbelse haan De CDA-fractie, die tenslotte de grootste is in de Tweede Kamer, zal zich overigens een behandeling door Lubbers, zoals die vrijdagochtend plaatshad, niet nog een tweede keer

395 laten welgevallen. Daarvoor.was het roffelen op de bankjes toch iets te luid. Lubbers . is;r bovendien nog niet zozeer onthecht, van zijn eigen partij, dat hij de tekenen aan de wand niet ziet. Tot driemaal toe maakte hij later op de dag zijn excuses aan Bert de Vries, al deed de associatie met Petrus en de bijbelse haan allerwegen opgang. Ook aan het stilzwijgen van Voorhoeve zal eens een einde moeten komen. Als de liberalen op een dag hun eenheid weten te herwinnen, zullen ze hun portie van de macht ongetwijfeld gaan opeisen. Lubbers is zich ervan bewust dat de VVD voorlopig nog een veiligheidsrisico vormt. . Bert de Vries mocht ..dan over ; een verstandshuwelijk! praten, zelfs van maar een'begin van skmenhang tussen de twee regeringspartijen viel deze week niets te bespeuren. Ook de ploeg nieuwe ministers, die zich deze week in dagelijks wijzigende tafelschikking presenteerde, maakte niet bepaald een solide en 3 vertrouwenwekkende indruk. Nijpels moet nog maar bewijzen dat hij de erfeniS; van Winsem.ius kan heheren. De, Korte heeft nu wel: iswaar de beschikking ■ over alle door hem gewenste titels, maar of hij boven zijn eigen eer en glorie zal uitstijgen en het liberale rustpunt in de coalitie zal worden, moet nog blijken. WD-minister Van Eekelen heeft de curieuze onderscheiding weliswaar geen aangeschoten (zoals Van Aardenne), maar dan toch gelouterd wild te zijn. Het hijgend hert, der jacht ontkomen. Veteraan Waar de regering zijn bestaansrecht nog moet bewijzen, deden de twee nieuwe gezichten 5 van de oppositie dat deze ','..week schijnbaar moeiteloos. Wim Kok voerde het debat, alsof hij een parlementaire veteraan was. Hij wist precies de toon te treffen, waar de fractie van de PvdA al enige tijd reikhalzend naar uit | keek. Geen, zoals Hans Pont van de FNV het zei, "chronisch gekanker op alles wat Lubbers doet", een heldere,'zakelijke woordkeuze, waarmee hij menige tegemoetkoming van Lubbers wist los te krijgen. ._ De premier had zichtbaar plezier in het professionele en zelfbewuste tegenspel, dat Kok, maar : ook D66-leider Van Mierlo, hem bood. Gemeten aan de aandacht en spreektijd die Lubbers uittrekt voor de beantwoording van de oppositie-woordvoerders, zou je bijna gaan denken dat hij liever een kabinet van andere samenstelling had voorgezeten. CDA-fractieleider De Vries was vooral overdonderd door het verbale geweld . van -de overzijde van de Kamer. Minnetjes reageerde hij op een gegeven moment op een betoog van Kok, dat deze een procedure-fout maakte, die alleen beginnelingen overkomt. Daarop liep Kok zonder aarzelingen naar de interruptie-microfoon en gaf De Vries terug: „Gaat u nu nog in op mijn inhoudelijke argumenten, of laat u het bij het feit dat ik hier pas enkele dagen zit?" Velen klapperden met de oren. Dit soort direktheid is jarenlang node gemist. Zalvend Misschien was het niet zo verwonderlijk, dat Lubbers deze drie dagen vooral tegen de oppositie aanleunde. De premier is een persoonlijke kruistocht begonnen om .het werklozental onder de 500.000 te brengen en in eigen kring ontmoet hij daarvoor tot nu toe weinig enthousiasme. Waar CDA-fractieleider Dè Vries zich tegen een „tijdpad" voor de daling van de werkloosheid verzette met het argument van een „schijnexactheid", had Lubbers een houding van geen middel schuwen om dit doel te bereiken. Hoe zalvend zijn teksten ook klonken over „het als het ware opzoeken van de werkloze", hij meende het wel „voluit". Zoals hij het vermoedelijk ook „voluit" meende, toen hij aan het slot van de debatten een klamme molton deken uitspreidde over de Nederlandse bevolking, die moet luisteren naar elkaar en behoedzaam met de anderen moet omspringen. De staatsman Lubbers leek even vergeten te zijn, dat niet die hele Nederlandse bevolking op hem had gestemd en dat het gemakkelijker is de door hem zo bezongen waardigheid te behouden als je niet wordt bedreigd in je koopkracht, als je je baan bij de overheid, niet kwijtraakt en geen bejaardenhulp hoeft te missen. ~.".".' '~ '..,''. Het depolitiseren, dat Lubbers,als man boven.de partijen sinds de verkiezingscampagne met graagte bedrijft, verheelt het feit dat zijn ministersploeg — hoe onsamenhangend ook — straks opnieuw talloze burgers onevenredig"'zal pakken.' De fracties van CDA en VVD hebben ■'. daar, hóe schamel hun optreden ook,' medeverantwoordelijkheid voor genomen.

396

In een bomvolle Tweede Kamer presenteerde premier Lubbers deze week het beleid van zijn tweede kabinet. (Foto: Tieleman van Bijnberk) 2 augustus 1986

'Premier vertrouwt eigen ministers niet' DEN HAAG — „De ministerpresident stuurt nu al mannen met bandrecorders het land in om uitspraken van mede-bewindslieden vast te leggen, vooral van zijn vice-premier De Korte. Inkomende telegrammen van ambassadeurs moeten naar de premier worden gebracht. De premier ver- trouwt zijn ministers kennelijk niet meer." . Dat oordeel velde PvdA-fractieleider Wim Kok vanmorgen in Nijverdal op een bijeen- komst van zijn partij. „We rollen van incident naar incident," aldus Kok. Snerend ging hij voort: „Wie had eigenlijk kunnen vermoeden dat we na 5 maanden Lubbers- ll zouden vaststellen dat Ed Nijpels er zo ongeveer als enige minister in is geslaagd nog geen groot publiek rumoer te veroorzaken? Dat zegt iets over zijn collega's." Bij de VVD moest na de 'brokkenmaker' Nijpels het „duo rust en orde, Voorhoeve en De Korte". schoon schip maken. Kok: „Van dit duo is rust rustig, maar orde is niet in orde." Voor al het gekibbel in het kabinet betalen de werklozen de prijs, betoogde de PvdA-leider. „Het kabinet heeft allerlei papieren plannetjes een cijfer meegegeven, buizend werklo-' zen minder hier, een paar duizend daar. Het laat intussen na de basis te leggen voor duurzame werkgelegenheid, het proces van herverdeling van arbeid nieuwe impulsen te geven. De politieke agenda van het kabinet wordt zodanig beheerst door gekibbel en incidenten dat het hoofddoel van beleid in volstrekt onvoldoende mate aandacht krijgt." 13 december 1986

397