University of Groningen Voor Revolutiën Gebooren Huisman, Gerda C.; Bosscha, Johannes
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
University of Groningen Voor revolutiën gebooren Huisman, Gerda C.; Bosscha, Johannes IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document version below. Document Version Publisher's PDF, also known as Version of record Publication date: 2001 Link to publication in University of Groningen/UMCG research database Citation for published version (APA): Huisman, G. C. (editor), & Bosscha, J. (2001). Voor revolutiën gebooren: brieven van Johannes Bosscha aan Gerard Tjaard Suringar, Parijs, 1788-1793. s.n. Copyright Other than for strictly personal use, it is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), unless the work is under an open content license (like Creative Commons). The publication may also be distributed here under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license. More information can be found on the University of Groningen website: https://www.rug.nl/library/open-access/self-archiving-pure/taverne- amendment. Take-down policy If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim. Downloaded from the University of Groningen/UMCG research database (Pure): http://www.rug.nl/research/portal. For technical reasons the number of authors shown on this cover page is limited to 10 maximum. Download date: 29-09-2021 VOOR REVOLUTIËN GEBOOREN VOOR REVOLUTIËN GEBOOREN BRIEVEN VAN JOHANNES BOSSCHA AAN GERARD TJAARD SURINGAR PARIJS, 1788-1793 uitgegeven door GERDA C. HUISMAN copyright etc. 5 Inhoud Voorwoord 7 Lijst van illustraties 9 Inleiding 11 Opmerkingen over de uitgave 45 Brieven 1. 16 november 1788 47 2. 25 januari 1789 54 3. 19 augustus 1789 62 4. 26 oktober 1789 70 5. 20 februari 1790 74 6. 25 juli 1790 81 7. 1 november 1790 89 8. 7-18 november 1790 91 9. ongedateerd 104 10. 20 maart 1791 105 11. 3-19 juli 1791 115 12. 23-26 februari 1792 129 13. 9 juli 1792 137 14. 23 september 1793 141 Vertalingen 145 Geraadpleegde literatuur 161 Register 165 7 Voorwoord Tijdens warme zomers blijken in bibliotheken opvallend vaak dringende werkzaamheden in de koele kluis te moeten worden verricht. Op die manier kwam enige jaren geleden in de Universiteitsbibliotheek te Groningen een verzameling brieven te voorschijn die daar al meer dan vijftig jaar bewaard werd, maar niet geïnventariseerd bleek te zijn. De belangwekkendste vondst in dit archief-Suringar waren wel de brieven die tijdens de jaren van de Franse Revolutie in Parijs werden geschreven door een Fries ‘om utens’, Johannes Bosscha uit Leeuwarden. Bij de bewerking ervan toonden velen hun belangstelling. Enkelen wil ik in het bijzonder bedanken: de heer en mevrouw D.P. Bosscha Erdbrink stelden mij in de gelegenheid de brieven van Johannes Bosscha aan zijn broer Herman en aanvullend materiaal in het familiearchief-Bosscha te raadplegen, prof. dr. A.H. Huussen en dr. C.A.A. Linssen lazen de tekst kritisch door, drs. J.R. Kuiper stelde zijn gegevens over Leeuwarder patriotten beschikbaar, dr. A.H. van der Laan identificeerde en vertaalde de Latijnse citaten en drs. X.J. Ophof gaf adviezen over de vertalingen van de Franse briefgedeelten. 9 Lijst van illustraties Portret van Johannes Bosscha: physionotrace door G.-L. Chrétien (familiearchief-Bosscha) 000 Portret van Johannes Bosscha: physionotrace door E. Quenedey (familiearchief-Bosscha) 000 Silhouetportret van Gerard Tjaard Suringar 000 (foto: Iconografisch Bureau, Den Haag) Portret van B.E.Abbema: physionotrace door E. Quenedey 000 (foto: Iconografisch Bureau, Den Haag) Tekening van Petrus Groenia in het album amicorum van Johannes Bosscha (familiearchief-Bosscha) 000 Eerste bladzijde van de brief van 19 augustus 1798 van J. Bosscha aan G.T. Suringar 000 Kaartje van Parijs ten tijde van de Revolutie 000 De volgende illustraties (getekend door Jan Bulthuis, gegraveerd door Reinier Vinkeles en Daniel Vrijdag) zijn ontleend aan: M. Stuart en J. Konijnenburg, Tafereelen van de Staatsomwenteling in Frankrijk, inhoudende de belangrijkste gebeurtenissen welke van de oorsprong der monarchij tot de groote staatsomwenteling zijn voorgevallen, 28 vols., Zaltbommel 1824-18272 (eerste druk: Amsterdam 1794-1809). Bestorming der Bastille, op den 14den van Hooimaand 1789. 000 Uitbundige vrolijkheid van de voormaalige Lijf-wachten des Konings, op het Tooneel van de Opera, te Versailles, den Eersten van Wijnmaand 1789. 000 De koning, komende met zijn Gezin, te Parijs, verzeld door meer dan dertig duisend zielen, den 6den van Wijnmaand 1789. 000 De Broeders Agasse worden, door hunne waapenbroeders, in onderscheiden posten bevorderd. 000 Algemeene verbroedering der Franschen op het Veld van Mars, op den 14den van Hooimaand 1790. 000 Heldendaad van den Onder-Luitenant, Desilles, bij het inrukken der Troepen te Nancij, op den 31sten van Oogstmaand 1790. 000 Voorvallen te Vincennes, op den 28sten van Sprokkelmaand van 1791. 000 Vlucht van Lodewijk XVI, op den 20sten van Wiedemaand 1791. 000 10 Lijst van illustraties Aanhouding van Lodewijk de XVIde te Varennes, op den 22sten van Wiedemaand 1791. 000 Lijk-staatsie van Mirabeau, op den 4den van Grasmaand 1791. 000 Het gemeen dringt in het Koninglijk Palleis, op den 20sten van Zomermaand 1792. 000 11 Inleiding ‘Om mij in stilte in Frankrijk aan mijne studiën en pligten over te geven,’ schreef Johannes Bosscha om te verklaren waarom hij in oktober 1788, eenentwintig jaar oud en pas afgestudeerd in de letteren en de rechten, het Friese Franeker voor het Franse Parijs had verruild. Nadat eerder in dat jaar zijn sollicitatie naar het rectoraat van de Latijnse school te Dokkum was mislukt, had Bosscha een aanbod aanvaard om in de Franse hoofdstad als huisonderwijzer bij een Nederlandse familie in dienst te treden. Parijs bleek echter niet voor lang een plek van stilte te zijn. Nog geen jaar later was de stad het middelpunt van de Franse Revolutie. In uitvoerige brieven aan familie en vrienden heeft Bosscha een zeer levendig ooggetuigeverslag gegeven van het politieke en sociale leven in Parijs tijdens de Franse Revolutie. Hij had grote belangstelling voor politiek, literatuur, geschiedenis en het leven om zich heen. Immers, hij vertelt hoe hij de stad leert kennen, zijn opwachting maakt bij leden van de Republiek der Letteren, schouwburgen, parken en bibliotheken bezoekt, colleges volgt en politieke bijeenkomsten bijwoont. Nieuws en nieuwtjes over actuele gebeurtenissen, recente boeken, interessante ontmoetingen, vrienden en kennissen in Franeker en Leeuwarden worden besproken; anecdotes en sterke verhalen worden met veel plezier opgedist en afgewisseld met filosofische bespiegelingen. Van Hollandse en Friese patriotse bannelingen die zich na de omwenteling van 1787 in Noord-Frankrijk hadden gevestigd, zijn slechts enkele autobiografische geschriften in druk verschenen. De meeste daarvan zijn echter pas achteraf, soms zelfs vele jaren later, aan het papier toevertrouwd.1 De brieven van Johannes Bosscha 1 Een contemporaine bron is het reisverslag van Bicker, uitgegeven door M.N. Bisselink en A. Doedens, Jan Bernd Bicker. Een patriot in ballingschap 1787-1795 (Amsterdam 1983); verder citaten in J. Dirks, ‘De uitgewekenen uit Nederland naar Frankrijk’, Vaderlandsche Letteroefeningen 2 [1868], J.A. Sillem, Het leven van mr. Johan Valckenaer (1759-1821) (2 vols., Amsterdam 1883), Chr. Kroes- 12 Inleiding zijn echter contemporain. Hij had geen redenen om zijn belevenissen anders of mooier te beschrijven dan hij ze heeft ervaren. In vergelijking met de meeste emigranten uit de Republiek verkeerde hij in zeer goede omstandigheden: hij woonde niet in een klein dorp, maar in Parijs, hij was voor zijn levensonderhoud niet afhankelijk van financiële bijstand van de Franse regering, maar woonde bij een rijke familie, en bewoog zich niet alleen in de kringen van aanzienlijke Nederlandse patriotten, maar ook in het Franse geleerde en politieke milieu. Van Bosscha’s brieven zijn twee verzamelingen bekend. De Bibliotheek van de Rijksuniversiteit Groningen bezit veertien brieven die in de jaren 1788-1793 zijn geschreven aan Gerard Tjaard Suringar2 te Leeuwarden. In privébezit bevindt zich de veel omvangrijkere correspondentie die Johannes in de periode 1786- Ligtenberg, ‘Hollandse patriotten op het château de Watte’, in: De Nieuwe Stem 8 (1953), 591-603 en R. van Gelder, Patriotten in ballingschap. Nederlandse politieke vluchtelingen in Noord-Frankrijk (1787-1795) (Amsterdam 1976, doctoraalscriptie UvA). Achteraf genoteerde herinneringen zijn te vinden in bijvoorbeeld Gerbrand Bruining, Herinneringen met betrekking tot de omwentelingen in staat en kerk, gedurende zynen levensloop (Dordrecht 1830), N. Japikse, ‘Een onuitgegeven levensbericht van Johannes Lambertus Huber’, in: Bijdragen voor Vaderlandsche Geschiedenis en Oudheidkunde, 5e reeks, 10 (1923), 41-79 en 227-248, en A. Doedens, ‘Patriotten in diaspora’, in W. Bergsma e.a. (red.), For uwz lân, wyv en bern. De patriottentijd in Friesland (Leeuwarden 1987), 168-172. Voor verdere verwijzingen zie Joost Rosendaal, ‘”Parce que j’aime la liberté, je retourne en France”. Les réfugiés bataves en voyage’, in: Willem Frijhoff en Rudolf Dekker (red.), Le voyage révolutionnaire. Actes du colloque franco-néerlandais du Bicentenaire de la Révolution française (Hilversum 1991), 37-47. 2 Gerard Tjaard Suringar (1761-1827), geboren te Leeuwarden, studeerde vanaf 1775 rechten en oude talen te Franeker en promoveerde daar in de rechten in 1781. Tot zijn benoeming in 1783 als conrector aan de Latijnse school te Leeuwarden werkte hij als leraar in Haarlem. Op zijn weigering in 1796 om de eed van trouw aan de Bataafse Republiek af te leggen, volgde ontslag. Van 1802- 1820 was hij werkzaam aan de Latijnse school en de Illustre School in het Duitse Lingen, waar zowel zijn vader als zijn jongere broer Lucas zich al eerder hadden gevestigd. Na zijn pensionering woonde hij enige jaren in Leeuwarden en verhuisde vervolgens naar Beetsterzwaag, waar hij in 1827 overleed. Suringar publiceerde enige oraties, gedichten en commentaren op Latijnse dichters.