2010-2011 architectuur theater dans muziek 2010-2011 blauwe zaal grote podia deSingel Desguinlei 25 / B-2018 Antwerpen ma vr 10 19 uur / za 16 19 uur KOOR & ORKEST www.desingel.be [email protected] COLLEGIUM VOCALE T +32 (0)3 248 28 28 F +32 (0)3 248 28 00 GENT OLV. DO 18 NOV 2010

deSingel is een kunstinstelling van de Vlaamse Gemeenschap en geniet de steun van hoofdsponsor mediasponsors 2010-2011 VOCALE BAROK

KOOR & ORKEST COLLEGIUM VOCALE GENT OLV. PHILIPPE HERREWEGHE DO 18 NOV 2010

THE ENGLISH CONCERT OLV. HARRY BICKET DO 9 DEC 2010

L’ARTE DEL MONDO OLV. WERNER EHRHARDT ZA 29 JAN 2011

AKADEMIE FÜR ALTE MUSIK BERLIN & COLLEGIUM VOCALE GENT OLV. DANIEL REUSS DO 7 APRIL 2011

inleiding Diederik Verstraete / 19.15 uur / blauwe foyer begin 20.00 uur pauze omstreeks 20.50 uur einde omstreeks 21.45 uur teksten programmaboekje Diederik Verstraete coördinatie programmaboekje deSingel & Diederik Verstraete KOOR EN ORKEST COLLEGIUM VOCALE GENT PHILIPPE HERREWEGHE muzikale leiding , HANA BLAZIKOVA sopraan DAMIEN GUILLON altus THOMAS HOBBS tenor PETER KOOIJ bas

JOHANN SEBASTIAN BACH (1685-1750) Cantate ‘Jesu, der du meine Seele’, BWV 78 23’ voor sopraan, alt, tenor, bas, koor, traverso, 2 hobo’s, strijkers en basso continuo

CHRISTOPH GRAUPNER (1683-1760) Cantate ‘Ach stirb mein Herz’ 20’ voor sopraan, alt, tenor, bas, koor, 2 hobo’s d’amore, strijkers en basso continuo

pauze

gelieve uw GSM uit te schakelen in D, BWV 243 35’ voor 2 sopranen, alt, tenor, bas, koor, 3 trompetten, De inleidingen kan u achteraf beluisteren via www.desingel.be pauken, 2 traverso’s, 2 hobo’s, 2 hobo’s d’amore, Selecteer hiervoor voorstelling/concert/tentoonstelling van uw keuze. strijkers en basso continuo

Op www.desingel.be kan u uw visie, opinie, commentaar, appreciatie, … reageer betreffende het programma van deSingel met andere toeschouwers delen. & win Selecteer hiervoor voorstelling/concert/tentoonstelling van uw keuze. Neemt u deel aan dit forum, dan maakt u meteen kans om tickets te winnen.

Bij elk concert worden cd’s te koop aangeboden door ’t KLAverVIER, Kasteeldreef 6, Schilde, 03 384 29 70 > www.tklavervier.be

Grand café deSingel open alle dagen 9 > 24 uur informatie en reserveren +32 (0)3 237 71 00 www.grandcafedesingel.be drankjes / hapjes / snacks / uitgebreid tafelen ‘PER ASPERA AD ASTRA’: VAN PASSIEDRAMATIEK TOT ONGEBREIDELDE VREUGDE IN RELIGIEUS WERK VAN BACH EN GRAUPNER

Cantate ‘Jesu, der du meine Seele’, BWV 78

Johann Sebastian Bach componeerde de cantate ‘Jesu, der du meine Seele’ in 1724 voor de veertiende zondag na het Drievuldigheidsfeest (‘Tri- nitatis’). Zoals steeds zocht Bach naar inspiratie in de evangelietekst die op een bepaalde zondag werd gelezen – in dit geval het verhaal over Jezus’ genezing van tien melaatsen (Lucas hoofdstuk 17, vers 11-19). Bach opent zijn cantate met een immens lamento voor koor in sol klein, een muzikaal canvas dat de vergelijking met de openingskoren van zowel de Johan- nes- als de Mattheuspassie probleemloos kan doorstaan. Bach geeft het openingskoor de muzikale vorm van een passacaglia mee, met een chromatisch dalende baslijn als structurerend element. Bach neemt met andere woorden een muzikaal topos dat in de opera alom bekend was als de verpersoonlijking van tragiek en afscheid (denk maar aan het beroem- de lamento van Dido uit Purcells ‘Dido and Aeneas’) en hergebruikt het in een theologisch en retorisch kader. Bach was hiermee overigens niet aan zijn proefstuk toe, want twee vroege cantates, ‘Christ lag in Todesbanden’ en ‘Weinen, Klagen, Sorgen, Zagen’ delen met ‘Jesu, der du meine Seele’ een gelijkaardig opgebouwde opening. In de latere cantate valt de hard- nekkigheid waarmee de chromatisch dalende bas zich handhaaft nog extra op, omdat bij elke inzet van een koraalzin ook de bassen in het koor de passacaglia-bas zingen. Op die manier ontstaat er een voortdurende dialoog en zelfs uitgesproken spanning tussen de passacaglia-bas en de koraal-melodie die als een ‘cantus firmus’ ook doorheen het hele koor te horen is – de drie lagere koorstemmen (alt, tenor, bas) beperken zich nooit tot een begeleidende rol van de koraalmelodie, maar becommentariëren deze op alle mogelijke wijze, steeds met de grootste emotionele expres- siviteit. Een groter contrast dan tussen dit nobele openingskoor en het bijna frivo- le duet voor sopraan en alt dat volgt, is moeilijk in te denken. De solo-cello zorgt met een ‘moto perpetuo’ begeleiding voor echo’s van Purcell in zijn meest vrolijke ingesteldheid. Het helpen van Jezus bij zijn zorg voor de zie- ken geeft hier blijkbaar aanleiding tot veel, en aanstekelijk glimlachen. De verandering in sfeer is slechts tijdelijk: met het recitatief voor tenor keert Johann Sebastian Bach de thematiek van de melaatsen (die als symbool voor de zondige mens en –koor. Tijdens de eerste tien jaar in Darmstadt (waar hij zou wonen en gehanteerd worden door de anonieme tekstschrijver) volop terug. De werken tot zijn dood in 1760) concentreerde Graupner zich op de opera, vocale lijn is hier hoekig en onvoorspelbaar, de expressie opnieuw pijnlijk maar na 1719 richtte hij zich op de cantate, de orkestmuziek en diverse en de tekstzetting exemplarisch: een vergelijking met de passage uit de genres kamer- en klaviermuziek. ‘Johannespassie’ waarin Petrus berouw toont om zijn verloochening van Einde 1722 solliciteerde hij – met succes – voor de vrijgekomen positie van Christus, dringt zich op – waarbij het niet ondenkbaar was dat echo’s uit Thomascantor in Leipzig, maar de markgraaf weigerde Graupners ontslag die passage door Bachs hoofd speelden tijdens het werk aan de cantate, te aanvaarden en bood hem in de plaats een substantiële salarisverho- de ‘Johannespassie’ was immers slechts zes weken eerder voor het eerst ging, waarna Graupner besliste in Darmstadt te blijven. Door deze speling aan de gelovigen in Leipzig voorgesteld. Geheel volgens de theologische van de geschiedenis kreeg Bach de kans Thomascantor te worden, met logica, wijst Christus’ lijden, sterven en verrijzenis de weg naar de verlos- als gevolg een indrukwekkend religieus oeuvre dat algemeen beschouwd sing uit het aardse zondige bestaan – wat meteen het onderwerp van de wordt als het summum op het vlak van de barokke kerkmuziek. Graupner aria voor tenor vormt. Gelet op de tekst (een imaginair gevecht met de liet zich op hetzelfde domein – dat van de kerkcantate – echter ook niet krachten van de hel) zou je een martiale trompet-solo of toch minstens onbetuigd en liet zelfs een oeuvre na dat dit van Bach qua volume althans het strijkorkest verwachten ter ondersteuning van de tenor, maar Bach vele malen overtreft. Graupners opvallend goed bewaarde nalatenschap pakt het subtieler aan. Hij laat de gracieuze versieringen in de fluit-solo de telt immers niet minder dan 1418 cantates, een verbluffende hoeveelheid. menselijke zonden weggommen en laat een aanstekelijke dansmelodie Tel daarbij de verschillende opera’s en de vele honderden orkest- en illustreren hoe het geloof de ziel kan zuiveren en “het hart zich terug licht kamermuziekwerken, en Graupner kan zonder probleem meedingen naar laten voelen”. de titel van meest productieve componist aller tijden. Graupner kon tijdens De laatste twee delen voor het afsluitende koraal, zijn voor bas. Het ‘ac- zijn leven in elk geval op veel bewondering van zijn tijdgenoten rekenen – compagnato’ evolueert van een meditatie op Christus’ lijden en dood zo was Telemann een van zijn beste vrienden en verdedigers, en was ook naar een zich overleveren aan Christus’ wil als gevolg van zijn offer. Bach Mattheson vol lof over hem. Het gros van Graupners immense oeuvre is schrijft voor de snelle sectie (Vivace) voor dat de bas ‘con ardore’ – met echter lange tijd onbekend gebleven, en pas de jongste jaren is er sprake passie – moet zingen, een benadering die Bachs muziek sowieso steeds van toenemende belangstelling voor deze componist. ten goede komt! De laatste aria, in do klein, lijkt wel afkomstig uit een ver- De vele honderden cantates vormen grotendeels onderdeel van complete loren gegaan hoboconcerto, maar Bach integreert stem en hobo perfect jaargangen met cantates voor elke zon- en feestdag van het kerkelijk jaar, met elkaar. De eenvoudige afsluitende koraalzetting zet het imposante een onderneming waaraan Graupner zeer veel aandacht en zorg besteed- openingskoor nog eens extra in reliëf. de. De cantate ‘Ach stirb mein Herz’ is een werk voor de passietijd en lijkt alvast op formeel vlak sterk op de cantates van Bach: na het openings- koor volgen recitatieven, een aria, een duet en koraalzettingen. Graupner Christoph Graupner als componist van religieuze muziek gebruikt net zoals Bach een orkest dat naast strijkers ook beroep doet op enkele houtblazers, die voor extra kleur en reliëf in het klankbeeld zorgen. Tot voor enkele jaren leek het erop alsof Christoph Graupner een grote Graupners muziektaal valt in elk geval op door haar hoge expressiviteit en onbekende zou blijven, tenzij voor enkele specialisten en enthousiaste be- bij momenten zelfs gedurfd, bijna zelfs experimenteel karakter. Hij schuw- wonderaars. Graupner, geboren in Kirchberg in Saksen op 13 januari 1683 de de risico’s niet en was zeker geen “dertien in een dozijn”-componist. (dus slechts twee jaar ouder dan Bach) studeerde van 1696 tot 1704 aan de Thomasschule in Leipzig, met als leermeesters Kuhnau en Schelle. De daaropvolgende studies rechten aan de universiteit van Leipzig werden Bachs ‘Magnificat’: barokke feest-vreugde op haar best in 1706 plots onderbroken door een Zweedse invasie, waarna Graupner naar Hamburg trok. Daar werd hij al gauw klavecinist aan de beroemde In Bachs ‘Magnificat’ komt de andere kant van zijn meesterschap als com- Oper-Am-Gänsemarkt, een instelling waarvoor hijzelf ook vijf opera’s zou ponist van religieuze muziek naar voor: de kunst om uiting te geven aan schrijven en wellicht ook nog eens Reinhard Keiser assisteerde in drie ongebreidelde (religieus geïnspireerde) vreugde. De tekst van het Magnifi- andere. In 1709 nam Graupners leven een beslissende wending: op uitno- cat vinden we voor het eerst terug in het evangelie volgens Lucas (Lucas diging van Ernst-Ludwig, markgraaf van Hessen-Darmstadt, werd hij eerst I: 46-55), en wordt uitgesproken door Maria op het moment dat ze van vice-kapelmeester en later kapelmeester van het plaatselijke hoforkest Elisabeth te horen krijgt dat ze leven zal schenken aan Jezus, zoon van God. Het is daarmee een van de oudste teksten uit de katholieke litur- men. Bach hanteert in het vervolg van het werk een gelijkaardige opeen- gie en maakte onafgebroken deel uit van de vesperdiensten op enkele volging van contrasterende deeltjes, met telkens een zeer eigen karakter belangrijke feestdagen, met name Kerstmis en feestdagen die specifiek en vaak ook orkestratie. Een van de hoogtepunten is zonder twijfel het verband houden met Maria en haar moederschap. Geen wonder dat het trio ‘Suscepit Israel’, waarbij de hobo’s unisono een van de psalmtonen 'Magnificat' dan ook een van de religieuze teksten is die het vaakst op mu- intoneren waarop het ‘Magnificat’ in de vroegste tijdens was gezongen ziek zijn gezet, met als hoogtepunten de sublieme en volkomen pure a ca- (de melodie heeft mogelijk zelfs pre-Christelijke, Joodse wortels) – een pella zetting van Palestrina en – in sterk contrast hiermee – de bijzonder fraai voorbeeld van het feit dat Bach op de hoogte was van de geschiede- dramatische versie van Monteverdi, aan het einde van de ‘Maria-Vespers’. nis van de religieuze muziek in de voorgaande eeuwen. Deze psalmtoon Luther behield de tekst van het 'Magnificat' in de liturgie, maar vertaalde moduleert bovendien – iets wat hoogst uitzonderlijk is – en Bach volgt het het voor normaal gebruik wel naar het Duits. Tijdens Bachs leven werd het eeuwenoude voorbeeld op de voet en lanceert een nieuwe melodie in de 'Magnificat' in Leipzig echter nog steeds in het Latijn gezongen tijdens de stemmen, maar behoudt wel de regelmatige instrumentale bas. De frase vespers op Kerstavond, en het is voor die gelegenheid dat Bach de eerste ‘ad patres nostros’ in het daarop volgende koor bracht Bach op de idee om versie van zijn ‘Magnificat’ componeerde, in de toonaard mi-bemol groot een stijl te hanteren die zijn voorvaderen ook gebruikten, en dus neemt hij en met enkele Duitse kerstliederen als intermezzo’s tussen de Latijnse zijn toevlucht tot een ouderwetse a capella fuga voor stemmen en basso tekst in. Deze eerste versie werd voor het eerst uitgevoerd op 24 decem- continuo. Hierna pikt het afsluitende ‘Gloria’ terug de draad van het begin ber 1723 in Leipzig. Tien jaar later herwerkte Bach het stuk en maakte hij op, iets wat opnieuw ingegeven wordt door de tekst – Bach sluit zich het geschikt voor gebruik doorheen het jaar: hij transponeerde het werk hiermee aan bij een traditie die minstens tot Monteverdi, honderdtwintig niet alleen naar re groot, maar schrapte ook de passages die expliciet naar jaar eerder, terugging. de Kerstthematiek verwezen. Die definitieve versie, degene die ook te- genwoordig het meest regelmatig wordt gespeeld, was voor het eerst te horen op 2 juli 1733 in de Thomaskirche, naar aanleiding van het feest van de Visitatie van Maria, een feestdag die toen nog in juli werd gevierd. Het feestelijke karakter van het ‘Magnificat’ wordt al meteen duidelijk door de vrij uitzonderlijke bezetting ervan: Bach gebruikt het grootst mogelijke orkest dat hem toen ter beschikking stond, met naast strijkers ook tra- verso’s, hobo’s, trompetten en pauk (en uiteraard de obligate basso con- tinuo). Het koor is opgedeeld in vijf stemmen in plaats van de gebruikelijke vier, met twee sopraanpartijen, iets wat zich ook vertaalt in de solisten: twee sopranen, alt, tenor en bas. Het openingsdeel zet meteen de toon: het orkest krijgt een lange introductie, virtuoos, goed te vergelijken met de inzet tot de eerste cantate van het ‘Weihnachtsoratorium’. Die feestelijke sfeer – en voor een deel hetzelfde muzikale materiaal – zet zich nog door in de eerste aria, voor sopraan, ‘Et exsultavit spiritus meus’. Net zoals de meeste aria’s in het werk is deze korter dan een typische cantate-aria, bovendien vermijdt Bach hier expliciet het gebruik van de ‘da capo’-vorm (ABA’), om zoveel mogelijk drive in het werk te houden (en ook omdat de tekstfragmenten voor de individuele aria’s vaak op zich reeds zeer kort zijn). Voor de tweede aria, ‘Quia respexit humilitatem’, zorgt Bach echter voor het nodige contrast door middel van het adagio-tempo en vervangt hij het volledige orkest door een hobo d’more solo. Bach laat de gebruike- lijke herhaling van het openings-ritornello aan het slot vallen en lanceert meteen een levendig koor, dat het beeld oproept van mensenmassa’s die vanuit alle hoeken van de wereld toestromen om Maria gezegend te noe- 4. Aria: Tenor JOHANN Dein Blut, so meine Schuld durchstreicht, Macht mir das Herze wieder leicht SEBASTIAN BACH Und spricht mich frei. Ruft mich der Höllen Heer zum Streite, Cantate ‘Jesu, der du meine Seele’, BWV 78 So stehet Jesus mir zur Seite, Cantate voor de 14de zondag na Drievuldigheid (Trinitatis); Leipzig, 1724 Dass ich beherzt und sieghaft sei. Tekstdichter onbekend; 1 & 7: Johann Rist, 1641 5. Recitativo: Bas Die Wunden, Nägel, Kron und Brab, Die Schläge, so man dort dem Heiland gab, 1. Coro (Choral) Sind ihm nunmehro Siegeszeichen Jesu, der du meine Seele Und können mir verneute Kräfte reichen. Hast durch deinen bittern Tod Wenn ein erschreckliches Gericht Aus des Teufels finstern Höhle Den Fluch vor die Verdammten spricht, Und der schweren Seelennot So kehrst du ihn in Segen. Kräftiglich herausgerissen Mich kann kein Schmerz und keine Pein bewegen, Und mich solches lassen wissen Weil sie mein Heiland kennt; Durch dein angenehmes Wort, Und da dein Herz vor mich in Liebe brennt, Sei doch itzt, o Gott, mein Hort! So lege ich hinwieder 2. Aria (Duetto): Sopraan & Alt Das meine vor dir nieder. Wir eilen mit schwachen, doch emsigen Schritten, Dies mein Herz, mit Leid vermenget, O Jesu, o Meister, zu helfen zu dir. So dein teures Blut besprenget, Du suchest die Kranken und Irrenden treulich. So am Kreuz vergossen ist, Ach höre, wie wir Geb ich dir, Herr Jesu Christ. Die Stimmen erheben, um Hülfe zu bitten! 6. Aria: Bas Es sei uns dein gnädiges Antlitz erfreulich! Nun du wirst mein Gewissen stillen, 3. Recitativo: Tenor So wider mich um Rache schreit, Ach! Ich bin ein Kind der Sünden, Ja, deine Treue wird’s erfüllen, Ach! Ich irre weit und breit. Weil mir dein Wort die Hoffnung beut. Der Sünden Aussatz, so an mir zu finden, Wenn Christen an dich glauben, Verlässt mich nicht in dieser Sterblichkeit. Wird sie kein Feind in Ewigkeit Mein Wille trachtet nur nach Bösem. Aus deinen Händen rauben. Der Geist zwar spricht: Ach! Wer wird mich erlösen? 7. Choral Aber Fleisch und Blut zu zwingen Herr, ich glaube, hilf mir Schwachem, Und das Gute zu vollbringen, Lass mich ja verzagen nicht; Ist über alle meine Kraft. Du, du kannst mich stärker machen, Will ich den Schaden nicht verhehlen, Wenn mich Sünd und Tod anficht. So kann ich nicht, wo oft ich fehle, zählen. Deiner Güte will ich trauen, Drum nehm ich nun der Sünden Schmerz und Pein Bis ich fröhlich werde schauen Und meiner Sorgen Bürde, Dich, Herr Jesu, nach dem Streit So mir sonst unerträglich würde, In der süssen Ewigkeit. Und liefre sie dir, Jesu, seufzend ein. Rechne nicht die Missetat, Die dich, Herr, erzürnet hat! 6. Recitativo: Tenor CHRISTOPH GRAUPNER Wählt immerhin, ihr eitlen Seelen, Das Sündenleben dieser Welt, Cantate ‘Ach stirb mein Herz’ Mein Herz soll nicht so töricht wählen. Cantate ‘In Die Parasceve’; Darmstadt, 1738 Mein Heiland stellt mir dort ein besser Kleinod für, Und dies hat er durch seinen Tod erworben. 1. Coro Muss ich gleich hier des Todes Mara schmecken, Ach, stirb, mein Herz, dein Jesus ist gestorben, Dies kann mich nicht erschrecken, Stirb, aller Welt, stirb dir auch selbsten ab. Der lebt mit Jesus dort, der hier mit ihm gestorben. Was ists um dieses eitle Leben, 7. Coro Dem Jesus gute Nacht gegeben, Wer sein Leben lieb hat,der wird’s verlieren, Wo ich nur Angst, nur Not und Jammer hab. Und wer sein Leben in dieser Welt hasset, 2. Recitativo: Bas Der wird’s erhalten zum ewigen Leben. Ein eitler Mensch verstehet Jesus Tod Und sein Geheimnis nicht. Er denkt, er ist für mich gestorben, Nun hats mit Sünden keine Not, Gar recht, der Herr hat Leben, Trost Und Licht durch seinen Tod erworben, Doch solcher Trost geht nur die Herzen an, Die hier mit Jesus täglich sterben. PAUZE Bleibt jemand auf der Sünden Bahn, Der bleibt, ob Jesus gleichwol stirbt, Und alle Seligkeit erwirbt, Dennoch im höllischen Verderben. 3. Aria: Bas Mein Jesus stirbt, sollt ich der Sünde leben, Die meinen Freund ans Kreuz gebracht? Nein Jesu, mein Herz bleibt dir ergeben, Es stirbt mit dir, Welt, Wollust, gute Nacht. 4. Choral Ich will mich mit dir schlagen Ans Kreuz und dem absagen, Was meinem Fleisch gelüst; Was deine Augen hassen, Das will ich fliehn und lassen, So viel mir immer möglich ist. 5. Aria (Duetto): Alt & Bas Zeuch mich nach dir, du Fürst des Lebens, Ich opfre mich dir gänzlich auf. Mein Glaube soll sich an dich halten, Ich folge dir ganz willig nach. Ich Weiss, auf Tod und Schmach, Nimmst du mich dort zu dir hinauf. Interieur van de Thomaskirche in Leipzig. Gravure van O. Kutschera naar H. Kratz © Archiv für Kunst und Geschichte, Berlin. JOHANN SEBASTIAN BACH Magnificat in D, BWV 243 Eerste uitvoering: Leipzig, Kerstmis 1723; herwerkt ca. 1730

1. Coro 1. Coro Magnificat anima mea Domino. Mijn ziel prijst en looft de Heer. 2. Aria: Sopraan II 2. Aria: Sopraan II Et exsultavit spiritus meus in Deo salutari meo. Mijn hart juicht om God, mijn redder. 3. Aria: Sopraan I 3. Aria: Sopraan I Quia respexit humilitatem ancillae suae; Want hij heeft oog gehad voor mij, zijn minste dienares. Ecce enim ex hoc beatam me dicent En voortaan zullen mij gelukkig prijzen 4. Coro 4. Coro Omnes generationes. Alle geslachten. 5. Aria: Bas 5. Aria: Bas Quia fecit mihi magna qui potens est, Ja, grote dingen heeft de Machtige voor mij gedaan, Et sanctum nomen eius. heilig is zijn naam. 6. Aria (Duetto): Alt & Tenor 6. Aria (Duetto): Alt & Tenor Et misericordia a progenie in progenies Barmhartig is hij, van geslacht op geslacht, Timentibus eum. voor al wie hem vereert. 7. Coro 7. Coro Fecit potentiam in brachio suo, Hij toont zijn macht en de kracht van zijn arm Dispersit superbos mente cordis sui. en drijft uiteen wie zich verheven wanen. 8. Aria: Tenor 8. Aria: Tenor Deposuit potentes de sede et exaltavit humiles. Heersers stoot hij van hun troon en wie gering is geeft hij aanzien. 9. Aria: Alt 9. Aria: Alt Esurientes implevit bonis et divites dimisit inanes. Wie honger heeft overlaadt hij met gaven, 10. Aria (Terzetto: Sopraan I & II & Alt) maar rijken stuurt hij weg met lege handen. Suscepit Israël puerum suum recordatus 10. Aria (Terzetto): Sopraan I & II & Alt Misericordiae suae. Hij trekt zich het lot aan van Israël, zijn dienaar, 11. Coro 11. Coro Sicut locutus est ad Patres nostros, Zoals hij aan onze voorouders heeft beloofd: Abraham et semini eius in saecula. hij herinnert zich zijn barmhartigheid 12. Coro jegens Abraham en zijn nageslacht, tot in eeuwigheid. Gloria Patri, Gloria Filio, Gloria et Spiritui Sancto! 12. Coro Sicut erat in principio et nunc et semper Eer aan de Vader, eer aan de Zoon, En eer aan de Heilige Geest! Et in saecula saeculorum. Amen. Zoals het was in den beginne, en nu, en voor altijd, In de eeuwen der eeuwen. Amen. Collegium Vocale Gent gauw zijn uitzonderlijke benaderingswijze op en nodigden hem uit om mee Het Collegium Vocale Gent werd in 1970 opgericht op initiatief van te werken aan hun opnames van de verzamelde Bachcantates. Philippe Herreweghe. Als één van de eerste ensembles paste het de Al gauw werd Herreweghes levendige, authentieke en retorische aan- nieuwe inzichten inzake de uitvoering van barokmuziek toe op de vocale pak van de barokmuziek alom geprezen en in 1977 richtte hij in Parijs het muziek. Meteen toonden musici als Gustav Leonhardt, Ton Koopman en ensemble op, waarmee hij de muziek van de Franse belangstelling voor de frisse en dynamische aanpak Gouden Eeuw ten uitvoer bracht. Sedertdien creëerde hij nog verschil- van dit Vlaamse ensemble, wat resulteerde in een intensieve samenwer- lende andere ensembles, waarmee hij afzonderlijk, of in combinatie met king. Vanaf het midden van de jaren tachtig kreeg het ensemble interna- elkaar, een originele lezing wist te brengen van een repertoire lopende van tionale bekendheid en werd het uitgenodigd op alle belangrijke podia en de renaissance tot de hedendaagse muziek. Zo was er het Ensemble Vo- muziekfestivals van Europa, Israël, de Verenigde Staten, Rusland, Zuid- cal Européen, gespecialiseerd in renaissancepolyfonie, en het Orchestre Amerika, Japan en Australië. Het repertoire van het Collegium Vocale Gent des Champs-Elysées, opgericht in 1991 met de bedoeling het romantische behoort niet tot één specifieke stijlperiode. De grootste troef van het en- en klassieke repertoire opnieuw te laten schitteren op originele instrumen- semble bestaat erin om voor elk project een geoptimaliseerde bezetting ten. Met al deze ensembles bouwde Philippe Herreweghe in de loop der bijeen te brengen die toelaat zowel polyfone muziek uit de renaissance, jaren een uitgebreide en enorm gevarieerde discografie op met werken klassieke en romantische oratoria als hedendaagse muziek uit te voeren. van Josquin Desprez tot Arnold Schönberg. Recente opnamen bij Harmo- Barokmuziek, en meer specifiek het oeuvre van J.S.Bach en G.F.Händel, nia Mundi zijn onder andere Anton Bruckners Vijfde Symfonie, een nieuw staat centraal in de concertkalender van het ensemble. volume cantates ‘Jesu, deine Passion’ van J.S.Bach en de integrale van A capella of begeleid door het barokorkest van Collegium Vocale Gent of Ludwig van Beethovens symfonieën en Igor Stravinsky’s ‘Psalmensymfo- het Orchestre des Champs-Elysées, bouwde het ensemble onder leiding nie’ bij het label Pentatone. Steeds op zoek naar muzikale uitdagingen is van Philippe Herreweghe een omvangrijke discografie op met meer dan Philippe Herreweghe sinds enige tijd zeer actief in het grote symfonische 65 opnamen, voornamelijk bij de labels France en Virgin repertoire van Ludwig van Beethoven tot Gustav Mahler. Bovendien is hij Classics. Recente cd’s zijn onder andere de magistrale ‘Psalmi Davidis een veel gevraagd gastdirigent van orkesten zoals het Concertgebouw- Poenitentialis’ van Orlandus Lassus, Heinrich Schütz’ Opus Ultimum orkest Amsterdam, het Gewandhausorchester uit Leipzig of het Mahler ‘Schwanengesang’ of ‘Christus, der ist mein Leben’ met cantates van Chamber Orchestra. Sinds 1997 engageerde hij zich als muziekdirecteur J.S.Bach. In 2010 verschijnen bij het label Pentatone Igor Stravinsky’s van deFilharmonie (Royal Flemish Philharmonic). Sinds 2008 is Philippe ‘Psalmensymfonie’ en de Negende Symfonie van Ludwig van Beethoven. Herreweghe ook vaste gastdirigent van de Radio Kamer Filharmonie in Het Collegium Vocale Gent werkte samen met diverse barokorkesten en Nederland. Omwille van zijn consequente artistieke visie en volgehouden ensembles zoals het Freiburger Barockorchester en het Ricercar Consort engagement ten opzichte van de muziek werd Philippe Herreweghe op maar ook met traditionele symfonische orkesten zoals het Koninklijk Con- verschillende plaatsen onderscheiden. In 1990 werd hij door de Europese certgebouworkest Amsterdam, de Wiener Philharmoniker of deFilharmo- muziekpers uitgeroepen tot “Muzikale Persoonlijkheid van het Jaar”. In nie. Naast Philippe Herreweghe stond het ensemble al onder leiding van 1993 werd Philippe Herreweghe samen met het Collegium Vocale Gent heel wat toonaangevende dirigenten zoals Sigiswald Kuijken, René Jacobs, benoemd tot “Cultureel Ambassadeur van Vlaanderen”. Een jaar later Daniel Reuss, Philippe Pierlot, Paul Van Nevel, Bernard Haitink, Ivan Fischer, werd hem de orde van Officier des Arts et Lettres toegekend, en in 1997 Marcus Creed, James Wood of Peter Philips. werd Philippe Herreweghe benoemd tot Doctor honoris causa aan de Het Collegium Vocale Gent geniet de steun van de Vlaamse Gemeen- Katholieke Universiteit Leuven. In 2003 kreeg hij in Frankrijk de titel “Che- schap, de Provincie Oost-Vlaanderen en de stad Gent. valier de la Légion d’Honneur” toegekend. www.collegiumvocale.com Dorothee Mields Philippe Herreweghe De Duitse sopraan Dorothee Mields studeerde in Bremen bij Elke Philippe Herreweghe werd geboren in Gent en combineerde er zijn univer- Holzmann en in Stuttgart bij Julia Hamari. De muziek uit de zeventiende sitaire studies (geneeskunde en psychiatrie) met een muzikale opleiding en achttiende eeuw staat centraal in haar concertactiviteiten, hoewel ze aan het conservatorium, waar hij piano volgde bij Marcel Gazelle. In dezelf- zich regelmatig ook graag aan hedendaagse muziek wijdt. Na haar studies de periode begon hij ook te dirigeren en in 1970 richtte hij het Collegium begon Mields intensief samen te werken met de dirigenten Ludger Rémy Vocale Gent op. Nikolaus Harnoncourt en Gustav Leonhardt merkten al en Thomas Hengelbrock. Ze gaf vele concerten met het Telemann Kam- merorchester Michaelstein en het Balthasar-Neumann-Chor en Ensemble. La Grande Ecurie e.a. Hij zong solopartijen in cantates van Bach, 'Messiah' Daarop ontwikkelde Mields zich snel tot een veelgevraagde soliste voor van Händel, in motetten van Delalande en Lamentaties van Cavalieri en barokconcerten met dirigenten als Ivor Bolton, Martin Haselböck, Philippe Zelenka. Hij was te gast op grote barokfestivals als deze van Arques La Herreweghe en Gustav Leonhardt. Mields verleende haar medewerking Bataille, Beaune, Utrecht, Lissabon en Versailles. aan verschillende eerste opnamen van herontdekte barokopera's en -ora- toria, waaronder 'Demofoonte' van Joseph Schuster en 'Ariadne' van Thomas Hobbs Konradi. Verder is ze te horen op verschillende opnamen van Bachcan- Thomas Hobbs werd geboren in Exeter en studeerde geschiedenis aan tates met het Bach Collegium Japan onder leiding van Mazaaki Suzuki, het King’s College in Londen. Hij studeerde zang bij Ian Partridge en werd in Haydns 'Schöpfung' met Hengelbrock en in een opname met liederen toegelaten tot de Royal College of Music bij Neil Mackie waar hij de RCM van C.P.E. Bach samen met Ludger Rémy op pianoforte. Dorothee Mields Peter Pears en Mason studiebeurzen ontving. Daarnaast kreeg hij ook een koestert een grote voorliefde voor de laatromantische melodie. Zo gaf ze Susan Chilcott studiebeurs en werd hij Royal Philharmonic Society Young al recitals met liederen van Lili Boulanger en Debussy. Artist. Momenteel zet Thomas Hobbs zijn studies verder bij Ryland Davies aan de Royal Academy Opera met een Kohn Bach studiebeurs. Hij heeft Hana Blaziková gezongen en opgenomen met verschillende belangrijke ensembles zoals Hana Blaziková (°1981) werd geboren in Tsjechië. Zij studeerde aan het oa. The Cardinall’s Musick, , I Fagiolini, The Sixteen, conservatorium van Praag bij Jiriho Kotouce en studeerde af in het jaar Polyphony, Ensemble Plus Ultra en Ex-Cathedra. Hij vertolkte verschil- 2002. Verder studeerde zij musicologie en filosofie aan de universiteit lende rollen zoals oa. Acis in Händels ‘Acis and Galatea’, Ferrando in ‘Cosi van Karlovy en Praag. Momenteel specialiseert zij zich in de interpretatie Fan Tutte’, Ramiro in ‘Cenerentola’, Conte in ‘Il Barbiere di Siviglia’, Fileno in van middeleeuwse, renaissance- en barokmuziek. Zij volgde masterclas- Haydns ‘La fedelta premiata’ voor de Royal Academy Opera, en in Mon- ses bij oa. Poppy Holden, Peter Kooij en Monika Mauch. Hana Blaziková is teverdi’s ‘Poppea’ voor RCM. Hobbs maakte onlangs zijn debuut bij het in verschillende muziekensembles actief waaronder Sette Voci, Capella Kammerchor Stuttgart en Frieder Bernius op tournee in Duitsland en Oos- Regia, Collegium Marianum, Musica Florea, Collegium 1704, ea. Internati- tenrijk met Händels ‘Israel in Egypt’, hij zong in Brittens ‘Les Illuminations’ onaal concerteerde zij reeds in Duitsland, Italië, Nederland en Spanje. In in Cambridge en verleende meermaals zijn medewerking aan het Bach 2004 vertolkte zij de rol van Susana in Mozarts 'Le Nozze di Figaro' in het Cantata project aan de Royal Academy of Music. In mei 2008 was hij weer Karlovy Vary Theater. Verder was zij te zien in de rol van Zerlina in te zien in de Royal Academy Opera in de rol van graaf Alberto in Rossini’s Mozarts 'Don Giovanni' in het Estates Theater. Daarnaast is zij ook lid van ‘l’Occasione fa il Ladro’ en in 2009 stond hij samen met Louis Langrée en het ensemble Schola Benedicta olv. Peter Kooij. de Camerata Salzburg op het festival van Aix-en-Provence.

Damien Guillon Peter Kooij Altus Damien Guillon (°1981) deed vanaf 1989 zijn eerste muzikale ervarin- Peter Kooij begon op zesjarige leeftijd met zingen in het koor van zijn va- gen op bij La Maîtrise de Bretagne onder leiding van J.M. Noël. Als jongen der. Als jongenssopraan maakte hij reeds vele radio-, tv- en plaatopnames. zong hij sopraanrollen in werken als de Johannespassie van Bach, de Na zijn viool- en zangstudie aan het Utrechts Conservatorium behaalde Vespers van Monteverdi met de Académie Sainte Cécile en in 'Die Zau- hij het diploma zang aan het Sweelinck Conservatorium te Amsterdam, berflöte' van Mozart in de opera van Rennes. In 1998 zette Damien waar hij bij studeerde. Sindsdien brachten zijn vele Guillon zijn muzikale studies verder aan het Centre de Musique Baro- concertreizen hem naar de belangrijkste muziekcentra in de hele wereld que de Versailles. Hij werkte er onder meer met Noëlle Barker, Maarten zoals het Concertgebouw Amsterdam, Musikverein Wien, Carnegie Hall Koningsberger, Howard Crook en Jérôme Corréas en specialiseerde zich New York, Royal Albert Hall Londen, Teatro Colon Buenos Aires, Berliner verder in het barokrepertoire. Bovendien studeerde hij orgel bij Frédéric en Kölner Philharmonie, Palais Garnier Parijs, Suntory en Casals Hall Tokio, Desenclos en Véronique Le Guen. Hij behaalde een eerste prijs basso waar hij onder andere onder leiding van Philippe Herreweghe, Ton Koop- continuo en tevens een diploma klavecimbel aan het conservatorium van man, Frans Brüggen, Gustav Leonhardt, René Jacobs, Sigiswald Kuijken, Boulogne in de klassen van Frédéric Michel en Laure Morabito. Momen- Roger Norrington en Iván Fisher zong. Peter Kooij werkte mee aan meer teel werkt Damien Guillon als solist regelmatig samen met verschillende dan honderd cd's voor Philips, Sony en Virgin Classics, Harmonia Mundi, oude muziek ensembles zoals Le Poème Harmonique, A Sei Voci, Café Erato, EMI en BIS. Door dit laatste label werd hij uitgenodigd alle cantates, Zimmermann, Les Paladins, Les Musiciens du Paradis, Suonare Cantare, passies en verdere belangrijke vocale werken van J. S. Bach op te nemen met het Bach Collegium Japan onder leiding van . Naast zijn Muzikale leiding Philippe Herreweghe concertpraktijk is Peter Kooij artistiek adviseur van het Ensemble Vocal Europeen en is hij docent aan het Sweelinck Conservatorium in Am- sterdam en de Tokyo University of Fine Arts and Music. Verder geeft hij Collegium Vocale Gent regelmatig masterclasses in Duitsland, Japan, Finland, Frankrijk, Portugal, België en Spanje. sopraan I eerste viool www.peterkooij.nl Dorothee Mields* Amandine Beyer Zsuzsi Toth Baptiste Lopez Dominique Verkinderen Bénédicte Pernet sopraan II tweede viool Hana Blazikova* Caroline Bayet Aleksandra Lewandowska Adrian Chamorro Griet De Geyter Dietlind Mayer alt altviool Damien Guillon* Paul De Clerck Edzard Burchards Kaat De Cock Alexander Schneider cello Cécile Pilorger Ageet Zweistra tenor Harm-Jan Schwitters Thomas Hobbs* contrabas Malcolm Bennett Miriam Shalinsky David Hernandez José Pizarro orgel François Guerrier bas Peter Kooij* fluit Matthias Lutze Patrick Beuckels Robert van der Vinne Amélie Michel Bart Vandewege hobo Marcel Ponseele Taka Kitazato fagot Julien Debordes trompet Alain De Rudder Steven Verhaert Steven Bossuyt Pauk Peppie Wiersma

De zangers met een * zingen zowel de solopartijen als in het koor. binnenkort in desingel

KEN UW KLASSIEKERS Franz Liszt Kamerorkest Gabor Boldoczki trompet

A Vivaldi Sinfonia in G, RV 146 J S Bach Concerto in A, BWV 1055 (bewerking voor trompet) G F Händel Concerto grosso in a, opus 6 nr 4 G Torelli Trompetconcerto in D B Bartok Divertimento voor strijkers, Sz113 G Donizetti Concertino in G (bewerking voor trompet)

do 25 nov 2010 20 uur / blauwe zaal €20, 16 basis €16, 12 -25/65+ €8 -19 jaar Inleiding Gert Haelterman 19.15 uur / blauwe foyer 2010-2011 architectuur theater dans muziek 2010-2011 blauwe zaal grote podia deSingel Desguinlei 25 / B-2018 Antwerpen ma vr 10 19 uur / za 16 19 uur www.desingel.be [email protected] T +32 (0)3 248 28 28 F +32 (0)3 248 28 00

deSingel is een kunstinstelling van de Vlaamse Gemeenschap en geniet de steun van

hoofdsponsor mediasponsors