Begroting 2020 6 3
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
1 1 / 142 2 2 / 142 Inhoudsopgave: Pagina: Algemeen 5 1. Inleiding 5 2. Uitgangspunten begroting 2020 6 3. Kerngegevens en indicatoren 8 4. Overzicht thema’s, programma’s en producten 13 Financiële begroting 2020 15 5. Financiële positie Peel en Maas 2020 – 2023 15 a. Baten en lasten 2020 – 2023 15 b. Toelichting op financiële positie 15 c. Overzicht algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien 18 d. Ombuigingsmaatregelen 19 e. Overhead en treasury 20 f. Investeringslijst en claims 2020 21 g. EMU saldo en geprognotiseerde balans 2020-2023 31 Beleidsbegroting 2020 33 6. Programmabeschrijvingen: 33 1 Thema Ruimte 35 1.1 Vitale leefomgeving 35 1.2 Beheer Fysieke leefomgeving 38 2 Thema Sociaal domein 41 2.1 Werk en inkomen 41 2.2 Zorg en ondersteuning 44 2.3 Jeugd en onderwijs 48 3 Thema Vitale gemeenschappen 52 3.1 Gemeenschapsontwikkeling 52 3.2 Onderwijshuisvesting 55 3.3 Sport en bewegen 56 3.4 Kunst en cultuur 60 4 Thema Economie 62 4.1 Economie 62 5 Thema Integrale veiligheid 64 5.1 Integrale veiligheid 64 6 Thema Bestuur, communicatie en dienstverlening 68 6.1 Bestuur, communicatie en dienstverlening 68 7. Paragrafen: 71 A. Weerstandsvermogen en risicobeheersing 72 B. Onderhoud kapitaalgoederen 82 C. Financiering 88 D. Bedrijfsvoering 91 E. Verbonden partijen 93 F. Grondbeleid 111 G. Lokale heffingen 116 H. Demografische ontwikkelingen 123 Bijlagen: 125 A. Overzicht baten en lasten 2020 op productniveau 126 B. Overzicht structureel begrotingsevenwicht 2020 - 2023 128 C. Overzicht reserves en voorzieningen 2020 – 2023 131 D. Specificatie algemene uitkering 2020 137 E. Overzicht baten en lasten 2020 op taakveldniveau 140 F. Overzicht baten en lasten 2018 en 2019 141 3 3 / 142 4 4 / 142 1. Inleiding In juli 2019 is de Kadernota 2020 vastgesteld die de basis vormt voor de voorliggende begroting. In financieel opzicht sluiten we aan op de begrotingssaldi uit de kadernota en geven aan waar deze zijn aangepast en geactualiseerd. Uiteindelijk sluit deze begroting met meerjarig positievere begrotingssaldi dan in de kadernota zijn genoemd. Bovendien zijn we in staat om meerjarig meer toe te voegen aan onze algemene reserve dan bij de Kadernota is geraamd. Deze begroting kent een opbouw die gelijk is aan de begroting van vorig jaar. In het eerste (financieel) deel van de begroting zijn de uitgangspunten voor de begroting opgenomen. Deze uitgangspunten zijn in de Kadernota 2020 vastgesteld en vormen de basis voor de begroting 2020. Verder zijn in het financiële deel van de begroting de kerngegevens en indicatoren terug te vinden. Uiteraard is een meerjarig overzicht van de verwachte begrotingssaldi met bijbehorende toelichting op diverse onderdelen opgenomen (Hoofdstuk 5). Ook de voorgestelde, en in de saldi verwerkte, investeringen en claims vindt u terug in dit hoofdstuk. Tot slot van het financieel gedeelte zijn de prognoses voor de balans in de jaren 2020 – 2023 opgenomen en het verwachte EMU saldo. In het beleidsmatige deel van de begroting zijn er zes thema’s die als het ware de kapstok van onze begroting vormen. Dan gaat het om de thema’s: • Ruimte; • Sociaal Domein; • Vitale Gemeenschappen; • Economie; • Integrale Veiligheid; • Bestuur, Communicatie en Dienstverlening. Onder deze thema’s ‘hangen’ programma’s die specifiek worden beschreven aan de hand van drie vragen: • Wat willen we bereiken? • Wat doen we ervoor ? • Wat mag het kosten? Voor beantwoording van bovenstaande vragen zijn de programmadoelen en uitvoeringsafspraken uit de kaderstellingen leidend. Daar waar zich ontwikkelingen voordoen stellen wij programmadoelen en uitvoeringsafspraken bij in dit beleidsmatige deel van de begroting. In deze begroting geven we ook aan welke taken tot het reguliere werk behoren. Dat vindt u terug onder het kopje “Wat doen wij verder nog binnen dit programma ?”. Verder wordt per programma aangegeven welke investeringen en claims er aan gerelateerd zijn en welke verbonden partijen bijdragen aan deze programma’s. Hiermee geven wij per programma inzicht in de ontwikkellijn, de productielijn en de kosten die daar tegenover staan. Het beleidsmatig deel van de begroting bevat ook de paragrafen die onderwerpen beschrijven die als het ware een dwarsdoorsnede vormen van de begroting. Dat zijn onderwerpen zoals risico’s en weerstandsvermogen, bedrijfsvoering, lokale lasten e.d. Tot slot zijn diverse bijlagen opgenomen waarvan veelal is voorgeschreven dat deze deel uitmaken van de begroting. 5 5 / 142 2. Uitgangspunten begroting 2020 De voorliggende begroting is gebaseerd op de uitgangspunten die zijn benoemd in de kadernota die afgelopen juli in uw raad werd behandeld. Verder zijn de onderstaande uitgangspunten van toepassing: Overhead Volgens de regelgeving BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) is voorgeschreven dat overheadkosten niet worden doorbelast naar de producten in de begroting. De overhead blijft als apart onderdeel (taakveld) zichtbaar in de begroting. Alleen de overheadkosten die samenhangen met investeringen en projecten worden nog doorbelast. Er is een algemeen overheadtarief berekend op basis van de totale overheadkosten en het verwachte aantal ‘productieve’ uren in 2020. In de paragraaf Lokale heffingen staat de exacte berekening en een nadere toelichting. Investeringen en kapitaallasten De nota activabeleid is door de gemeenteraad vastgesteld en vormt het uitgangspunt voor de wijze waarop we investeringen activeren en kapitaallasten berekenen. De onderstaande uitgangspunten met betrekking tot de waardering en afschrijving van de gemeentelijke eigendommen worden in acht genomen: - Er wordt geactiveerd voor investeringen boven de € 25.000. Investeringen onder de € 25.000 worden ten laste van de exploitatie in het jaar van aanschaf gebracht. Indien externe richtlijnen anders voorschrijven worden deze gevolgd. - Voor nieuwe investeringen wordt in principe uitgegaan van een lineair afschrijvingssysteem. - Bij de kapitaallasten wordt rekening gehouden met het moment van realisatie van de investeringen, zodat kapitaallasten naar rato worden opgenomen. In de begroting wordt voor het jaar van investering rekening gehouden met een bepaalde onderuitputting op basis van de verwachte datum van ingebruikname. - Voor het bepalen van de afschrijvingstermijnen gelden de volgende afschrijvingstermijnen tenzij anders is bepaald: Omschrijving Jaar Gebouwen 40 Verbetering aan gebouwen 25 Rioleringen 40 Vrachtwagens 10 Auto’s 6 Openbare verlichting 15 Wegen 40 Kunstwerken infrastructuur 25 Tractoren 10 Vuilnisauto’s 8 Bladvegers 8 Vorkheftrucks 10 Gladheidbestrijdingsmiddelen 12 Beveiligingssystemen 8 Centrale hardware automatisering 4 Software 4 Telefooninstallaties 8 - Voor de bepaling van het rentepercentage in 2020 over de boekwaarde van de nieuwe investeringen is het rentepercentage gesteld op 2,0% (afgerond) zijnde de gemiddelde rentelasten over onze leningen. - In de kadernota 2020 is aangegeven dat de vrije ruimte voor kapitaallasten van nieuwe investeringen in 2020 € 250.000 bedraagt. Naast de investeringen, waarvan de kapitaallasten ten laste van de vrije begrotingsruimte komen, zijn er ook investeringen mogelijk waarvan de kapitaallasten worden gedekt uit bestaande budgetten, reserves en voorzieningen of via direct aan de investering verbonden inkomsten. 6 6 / 142 De verwerking van de geactiveerde uren Uit de capaciteitsplanningen van de verschillende teams komt naar voren dat een deel van de uren besteed wordt aan investeringen en projecten. Deze doorberekende uren en kosten hebben dus geen directe invloed op het begrotingssaldo. In 2020 wordt een bedrag van € 956.732 (zijnde 8.033 uur) doorbelast naar investeringen en projecten. Reserves en voorzieningen In bijlage C wordt een meerjarig overzicht verstrekt van de aanwezige reserves en voorzieningen. In dit meerjarig verloop is uitgegaan van de op dit moment vastgestelde dotaties en onttrekkingen aan reserves en mutaties die met deze begroting worden voorgelegd. 7 7 / 142 3. Kerngegevens en indicatoren 01-01-2020 INWONERS PEEL EN MAAS 01-01-2014 01-01-2015 01-01-2016 01-01-2017 01-01-2018 01-01-2019 (verwacht) INWONERS PER LEEFTIJD Inwoners 0 – 3 jaar 1.512 1.469 1.476 1.476 1.456 1.489 1.500 Inwoners 4 – 16 jaar 6.492 6.387 6.183 6.063 5.907 5.795 5.750 Inwoners 17 - 64 jaar 27.306 27.191 26.940 26.788 26.717 26.510 26.430 Inwoners van 65 jaar en ouder 8.004 8.397 8.718 9.024 9.239 9.525 9.800 Inwoners totaal 43.314 43.444 43.317 43.351 43.319 43.319 43.480 INWONERS PER KERN Baarlo 6.623 6.548 6.498 6.540 6.502 6.510 6.520 Beringe 2.111 2.109 2.122 2.134 2.124 2.122 2.125 Egchel 1.141 1.169 1.177 1.224 1.235 1.268 1.290 Grashoek 1.707 1.704 1.682 1.683 1.661 1.649 1.655 Helden 6.156 6.186 6.185 6.138 6.185 6.227 6.265 Kessel 3.474 3.468 3.458 3.453 3.423 3.416 3.420 Kessel – Eik 807 805 795 805 795 794 795 Koningslust 1.218 1.227 1.222 1.227 1.199 1.229 1.230 Maasbree 6.542 6.600 6.561 6.519 6.522 6.520 6.530 Meijel 6.079 6.159 6.205 6.187 6.164 6.098 6.150 Panningen 7.456 7.469 7.412 7.441 7.509 7.486 7.500 43.314 43.444 43.317 43.351 43.319 43.319 43.480 50.000 45.000 40.000 35.000 Inwoners van 65 jaar en ouder 30.000 25.000 Inwoners 17 - 64 jaar 20.000 Inwoners 4 – 16 jaar 15.000 Inwoners 0 3 jaar 10.000 – 5.000 0 8 8 / 142 9 / 142 Indicatoren Gemeenten zijn (op basis van het BBV) verplicht om in de begroting en jaarstukken een aantal voorgeschreven prestatie-indicatoren op te nemen. Die indicatoren worden door de gemeenten niet zelf gevuld maar op landelijk niveau op uniforme wijze verzameld en gevuld. Op die manier zijn voor elke gemeente de indicatoren op dezelfde wijze samengesteld en gedefinieerd en is een betere vergelijkbaarheid tussen gemeenten mogelijk. Via de website www.