Vanagt 140X220 Pr.6:Vanagt 140X220 Pr.6 02-05-2008 14:47 Pagina 85

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Vanagt 140X220 Pr.6:Vanagt 140X220 Pr.6 02-05-2008 14:47 Pagina 85 VanAgt 140x220 pr.6:VanAgt 140x220 pr.6 02-05-2008 14:47 Pagina 85 4 De minister en de drie van Breda Minister van Agt. Dat deze brief anoniem is vind ik zelf heel erg, maar van u wil ik geen brief terug ontvangen. U denkt een menselijk werk te doen, maar u doet het meest onmense - lijke wat u zou kunnen doen, namelijk de weg vrij maken voor nieuwe po - groms. Met de o zo goede Nederlanders die juichend de vrijheid van de misda - digers zullen begroeten in de mening dat ze daarmee hun schuldige gewe - ten zullen ontlasten, heb ik diep medelijden! De grote stapel brieven vol van angst van mijn moeder, 80 jaar, broer, twee zusters met echtgenoten en hun negen kinderen waarin ze alle ellende die zij doorstaan moesten beschrijven, voordat ze allen in de gasovens gingen, heb ik bewaard, en dat is goed, want als één mens ze moet lezen, dan bent u het. Ik ben 75 jaar. Na mijn overlijden worden ze u gezonden, misschien dat u dan begrijpt welk verraad u heeft gepleegd aan honderdduizenden on - schuldige mensen en kinderen. De schrijver had zijn of haar davidster erbij gestopt ... De brief is er een uit duizenden. Vier verhuisdozen vol over hetzelfde onderwerp bevinden zich in het archief-Van Agt in Nijmegen: ‘De drie van Breda i, ii, ii i en iv’. Vrijwel alle brieven zijn geschreven in de maanden februari en maart 1972. De meeste zijn genummerd en zitten in mappen ‘pro’ en ‘contra’, soms met begeleidend ambtelijk schrijven of voorzien van de krabbel ‘niet beantwoorden’. Een deel bereikte Van Agt via minister-president Biesheuvel of was gericht aan koningin Ju - liana en meteen doorgestuurd naar Justitie. In de dozen zitten ook knipsels, tijdschriftartikelen en stapels brief - kaarten, gebundeld met elastiekjes. Veel brieven beslaan meerdere kant - jes en beginnen met: ‘Hoewel het niet mijn gewoonte is ingezonden brieven te schrijven ...’ of een variant daarop. Het aantal scheldbrieven VanAgt 140x220 pr.6:VanAgt 140x220 pr.6 02-05-2008 14:47 Pagina 86 86 Hoofdstuk 4 en bedreigingen is aanzienlijk. Aan sommige brieven zijn foto’s toege - voegd van slachtoffers van concentratiekampen. 1 Op 16 februari 1972 had Van Agt de Tweede Kamer laten weten dat hij van plan was de laatste gevangen Duitse oorlogsmisdadigers vrij te laten: Aus der Fünten, Fischer en Kotälla. De drie hadden levenslang, maar de minister meende dat verdere voortzetting van hun straf, na bij - na 27 jaar, ‘geen in onze strafrechtspleging erkend doel’ meer kon die - nen. Eerder die dag hadden Van Agt en Biesheuvel alle fractieleiders ge - vraagd een schatting te geven van het aantal voor- en tegenstanders in de eigen fractie. Een optelsom leerde dat een zeer ruime meerderheid van de Kamer achter het kabinet stond. 2 Bijzondere gratie Bijna twee jaar daarvóór, in april 1970, leverde student rechten Wim Nou - wen zijn eindscriptie in bij professor Van Agt: ‘Commentaar op de ant - woorden van acht gevraagden: Wat moet er met de “Drie van Breda” ge - beuren.’ De scriptie behelsde een analyse van een speciale aflevering van Achter het Nieuws , uitgezonden op 27 augustus 1969. Daarin was acht prominente Nederlanders gevraagd of ‘de drie’ moesten worden vrijge - laten. 3 Aanleiding voor de special was het bericht dat minister van Jus - titie Polak, Van Agts voorganger, de Tweede Kamer had gepolst over eventuele vrijlating. In de kantlijn staan potloodstreepjes van Van Agt en de opmerking: ‘Zou de Kroon geen gratie kunnen geven, als de bij - zondere rechter uitsluitend vergeldend heeft gestraft?’ In de slotzin stel - de Nouwen dat de werkelijke oorzaak dat ze nog vastzaten ‘in schaam - rood verzwegen’ werd. Nederlanders die in de oorlog passief waren geweest, zouden de eigen ‘schuld’ als het ware hebben afgeschoven op ‘de drie’. Vijf van de acht ‘gevraagden’ uit Achter het Nieuws waren overigens vóór vrijlating. Onder hen Jacques Presser, bekend van het boek On - dergang over de vervolging van de Nederlandse joden. Hij verklaarde, al - les afwegende, 51 procent vóór en 49 procent tegen te zijn. 4 Via de scriptie werd Van Agt direct geconfronteerd met het vraag - stuk van ‘de drie’. Levenslange gevangenisstraf vloekte met zijn ideeën over humanisering van het strafrecht. Een cijfer voor de scriptie is niet teruggevonden. Het was in elk geval een voldoende, want niet lang daar - na haalde Nouwen de meestertitel en twee jaar later – in 1972 – was hij al werkzaam als advocaat, onder anderen van ... Kotälla. 5 VanAgt 140x220 pr.6:VanAgt 140x220 pr.6 02-05-2008 14:47 Pagina 87 De minister en de drie van Breda 87 In de kantlijn refereerde Van Agt aan de bijzondere rechter en het geven van gratie door de Kroon. Het eerste sloeg op de vijf Bijzondere Gerechtshoven en de Bijzondere Raad van Cassatie, ingesteld na 1945 ter berechting van zware oorlogsmisdadigers – minder zware gevallen werden behandeld door negentien tribunalen. 6 Gratie wilde zeggen dat (een deel van) een opgelegde straf werd omgezet of kwijtgescholden. Gra - tie was geen recht, maar een ‘prerogatief van de Kroon’. Een veroordeelde moest daartoe een verzoek indienen bij de koningin. Zij verleende gra - tie als gunst, onder verantwoordelijkheid van de minister van Justitie. Van ‘herberechting’ was geen sprake. Het instrument beoogde pertinente onrechtvaardigheden op te heffen (kort na de oorlog werd men voor het - zelfde vergrijp veel strenger gestraft dan in de periode daarna), ondoel - matig straffen tegen te gaan en de toepassing van het strafrecht zo hu - maan mogelijk te laten zijn, bijvoorbeeld door rekening te houden met de leeftijd en de gezondheidstoestand van de gedetineerde. 7 Het probleem van deze ‘koninklijke genade’ was de aantasting van het rechtsgevoel van de slachtoffers en hun nabestaanden. Gratiëring, opjarenstelling – omzetting van levenslang in een vrijheidsstraf van eni - ge jaren – en vrijlating was de ene kant van de medaille; extra leed voor tienduizenden de andere. Verder was het onbevredigend dat gratie als het ware uit de lucht kwam vallen. Beslissingen werden achter de scher - men genomen. Het parlement werd er pas achteraf mee geconfronteerd. Waarom deelde Van Agt de Kamer op 16 februari 1972 dan mee dat hij ‘de drie’ wilde vrijlaten? Franz Fischer was schuldig aan de deportatie van 30.000 joden uit Den Haag naar Westerbork en de mishandeling van verdachten van hulp aan joodse onderduikers; Ferdinand aus der Fünten had deelgenomen aan de deportatie van Amsterdamse joden naar Westerbork en Polen, het op transport stellen van patiënten en staf van joodse psychiatrische in - richtingen en het onder dreiging van deportatie afdwingen van ‘vrij - willige’ sterilisatie. 8 Joseph Kotälla was een notoire beul uit kamp-Amers - foort, schuldig aan mishandeling en moord. Alle drie werden eind jaren veertig veroordeeld tot de doodstraf. Fi - scher en Aus der Fünten verzochten gratie, maar het kabinet wees dat af. Beide afwijzingen wachtten daarna op ondertekening door het staats - hoofd. In 1950 kreeg minister van Justitie Struycken van koningin Ju - liana te horen ‘dat zij ernstige gewetensbezwaren had tegen de doodstraf en moeite had door haar handtekening medeverantwoordelijkheid te ne - men’. De minister stemde er uiteindelijk in toe de doodstraf via gratie VanAgt 140x220 pr.6:VanAgt 140x220 pr.6 02-05-2008 14:47 Pagina 88 88 Hoofdstuk 4 om te zetten in levenslang. Een halfjaar later werd Kotälla verminderd toerekeningsvatbaar verklaard en gegratieerd: ook hij kreeg levenslang. 9 Struycken was ervan uitgegaan dat levenslang maximaal twintig jaar gevangenisstraf betekende. Een van zijn opvolgers doorkruiste dit door aan de laatste doodstrafgratiëring – van Willi Lages in 1952 – de voor - waarde te verbinden dat levenslang gestraften niet op jaren konden wor - den gesteld. Desondanks ontwikkelde zich in de loop van de jaren vijf - tig een consistent beleid waarbij oorlogsmisdadigers gelijkgesteld werden met gewone misdadigers wat betreft het regime van strafreductie en voorwaardelijke invrijheidstelling. Levenslang gestraften werden daar - na stelselmatig op jaren gesteld. Begin jaren zestig waren de zwaarste gevallen aan de beurt. De re - gering was niet onder de indruk van de toenemende protesten, totdat zij geconfronteerd werd met de ophef over een artikel waarin de hoog - leraren Van Bemmelen en Pompe vrijlating bepleitten. Dat artikel had een averechts effect. Eind 1964 werden de gratieverzoeken van de laat - ste ‘vier van Breda’ – de genoemde drie plus Lages – afgewezen. De vol - gende jaren werd de publieke opinie steeds gevoeliger voor het onder - scheid tussen goed en fout in de oorlog, mede onder invloed van De Bezetting , de televisieserie van Loe de Jong, en populaire boeken als Pres - sers Ondergang . De vier van Breda werden tot symbolen van de nazi - terreur. 10 In 1966 werd Lages de grens overgezet in het kader van een straf - onderbreking. Hij was ziek en zou niet lang meer te leven hebben. Na een operatie herstelde hij tóch. Lages stierf als vrij man in Duitsland op 2 april 1971 – een slag voor het ministerie van Justitie en veel Nederlandse oorlogsslachtoffers. 11 In 1969 wilde minister Polak de andere drie vrijlaten, maar de Hoge Raad gaf geen positief advies. Polak peilde vervolgens of hetzelfde kon worden bereikt via een nieuwe wettelijke regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling voor levenslang gestraften. Dat leidde tot een golf van publiciteit waarin voor- en tegenstanders over elkaar heen buitelden. De minister kreeg een meerderheid achter zich, maar vond de bezwaren van tegenstanders te groot en zag ten slotte van het plan af. kv p-Kamerlid Theo van Schaik nam het initiatief
Recommended publications
  • Opmaak Both/Definitief 02-08-2000 15:13 Pagina 1
    * From Indifference to 19-12-2003 17:26 Pagina 1 NORBERT BOTH NORBERT NORBERT BOTH Fr om Indifference to Entrapment to om Indifference The Yugoslav crisis represents a formidable foreign policy challenge to many Western and Islamic government bureaucracies. From Indifference to Entrapment deals with the question of how the Netherlands faced up to this challenge during the years 1990-1995. It was during this period that the crisis erupted into armed conflict and the single worst war crime in Europe since the end of World War II took place in the ‘safe area’ of Srebrenica. The role of the Netherlands is particularly interesting, as the country held the EC/EU Presidency during the recognition debate in 1991 and supplied the peacekeeping presence in Srebrenica. The questions addressed in this book include: Did early warning work? What role did the Dutch Presidency (July-December 1991) play in the recognition debate? What motiv- ated the Dutch opposition to the Vance-Owen Peace Plan? Why did the Netherlands become From Indifference entrapped, as symbolised through its isolated peacekeeping commitment to Srebrenica? Finally, what can this story tell us about the ability of small and medium powers to in- fluence international affairs? This study is based on interviews with key players, including former Cabinet Minis- ters, and on documents from the Netherlands Ministry to Entrapment of Foreign Affairs, made available under the Dutch ‘freedom of information act’. ISBN 90-5356-453-5 Dr. Norbert Both, formerly a research assistant The Netherlands for David Owen, now works at the Netherlands Ministry of Foreign Affairs.
    [Show full text]
  • Middle Powers Initiative Briefing Paper
    Middle Powers Initiative Briefing Paper A program of the Global Security Institute Middle Powers Initiative • 866 United Nations Plaza, Suite 4050 • New York, NY 10017 • Tel: +1-646-289-5170 • www.middlepowers.org A Global Undertaking: Realizing the Disarmament Promise of the NPT Briefing paper for the Atlanta Consultation III: Fulfilling the NPT January 21-22, 2010 THE MIDDLE POWERS INITIATIVE A Program of the Global Security Institute www.gsinstitute.org Through the Middle Powers Initiative (MPI), eight international non-governmental organizations (the Albert Schweitzer Foundation, Global Security Institute, International Association of Law- yers Against Nuclear Arms, International Network of Engineers and Scientists, International Peace Bureau, International Physicians for the Prevention of Nuclear War, Nuclear Age Peace Foundation, and the Women’s International League for Peace and Freedom) are able to work primarily through “middle power” governments to encourage and educate the nuclear weapons states to take immediate practical steps that reduce nuclear dangers and commence negotia- tions to eliminate nuclear weapons. MPI is guided by an International Steering Committee, chaired by Ambassador Henrik Salander of Sweden. www.middlepowers.org ACKNOWLEDGEMENT This Middle Powers Initiative Briefing Paper was prepared by Dr. John Burroughs, Executive Director of the New York-based Lawyers Committee on Nuclear Policy (LCNP). LCNP is the UN office of the International Association of Lawyers Against Nuclear Arms. www.lcnp.org FOREWORD As we begin the pivotal year of 2010, the Middle Powers Initiative is pleased to be making its contribution by hosting the Atlanta Consultation III – Fulfilling the NPT - at the Carter Center in January, aimed at helping to ensure a positive and forward-looking outcome for the May Review Conference of the Nuclear Non-Proliferation Treaty.
    [Show full text]
  • Affiches 170X220 Pr.1:Affiches 170X220 Pr.1 04-05-2009 09:29 Pagina 28
    Affiches 170x220 pr.1:Affiches 170x220 pr.1 04-05-2009 09:29 Pagina 28 1 29 Affiches 170x220 pr.1:Affiches 170x220 pr.1 04-05-2009 09:29 Pagina 29 1 De première: de Europese verkiezingen van 7 juni 1979 ‘Heb je nog een opa, stuur hem naar Europa.’ Deze in Duitsland gebruikte leus in de aanloop naar de eerste rechtstreekse verkiezingen van het Europees Parlement op 7 juni 1979 geeft aan dat deze verkie- zingen niet echt als dynamisch en uitnodigend werden beschouwd. In Nederland was het weinig anders. Het dagblad Trouw sprak na afloop van de verkiezingen over een uiterst saaie verkiezingscampagne: ‘geen flitsende debatten, geen zinderende spanning over de uitslag’.1 On- danks pogingen van de overheid en de politieke partijen het Neder- landse publiek te informeren over Europa en enthousiast te maken voor de verkiezingen, kwam de campagne nooit daadwerkelijk van de grond. Al in november 1976 was het Nationaal Comité Rechtstreekse Ver- kiezingen Europees Parlement opgericht, onder voorzitterschap van Anne Vondeling (pvda), die tevens voorzitter van de Tweede Kamer was. De achterliggende gedachte was dat de Nederlandse bevolking wel voorstander was van Europese integratie, maar dat de feitelijke kennis te wensen over liet. Het Comité, dat een budget van ongeveer zes miljoen gulden had, wilde de kiezers voorlichten en mobiliseren. Begin 1979 ging de publiciteitscampagne van start; advertenties verschenen in kranten en opiniebladen, er werden Postbus 51-spotjes uitgezonden en affiches verspreid.2 [1] De campagne van het Comité kreeg echter kri- tiek vanwege de eenzijdige, pro-Europese benadering. Volgens de Jonge Socialisten van de pvda zou het Comité geen melding maken van de ver- schillen tussen de deelnemende partijen en ten onrechte de suggestie wekken dat na de verkiezingen de invloed van het Europees Parlement zou toenemen.
    [Show full text]
  • Statement on the Passing Away of the First High Commissioner on National Minorities, Max Van Der Stoel
    PC.DEL/405/11 5 May 2011 Original: ENGLISH United States Mission to the OSCE Statement on the Passing Away of the First High Commissioner on National Minorities, Max van der Stoel As delivered by Chargé d’Affaires a. i. Carol Fuller to the Permanent Council, Vienna May 5, 2011 The United States would like to express its deep condolences to the family, friends, and colleagues of Max van der Stoel, who passed away on April 23, 2011, in The Hague. Max van der Stoel spent his life championing for the basic human rights of those who had been deprived of them. He set a high standard as the OSCE's first High Commissioner on National Minorities by effectively defending Roma, who he said faced discrimination across Europe; by mediating between combative Albanian and Macedonian communities; and by seeking to ease tensions in the Baltic countries — newly freed from the collapsed Soviet Union — with their ethnic Russian minorities. But he was much more than our first HCNM. As just one example, as the Netherlands’ foreign minister, he visited Prague in 1977, shortly after a band of "dissidents" had written and signed "Charter '77" which called for Czechoslovakia’s implementation of the 1975 Helsinki Final Act. He was struck by the courage of the dissidents. One day when he went back to his hotel, a member of Charter '77, Professor Jan Patocka, was waiting for him. Here was a foreign minister of a Western European democracy in effect recognizing an opposition movement to a Communist government. With the tape recorders rolling, he said a government was not allowed to interfere in the affairs of another state, but that the government of the Netherlands supported the implementation of the Helsinki Final Act in all respects and expected the government of Czechoslovakia to do the same.
    [Show full text]
  • 379Tn 380Tn 381 St 382Na 383TQ 384M 385M 386Tn 387Tn 388M
    COUNCIL OF THE EUROPEAN COMMUNITIES PRESS RELEASES PRESIDENCY: LUXEMBOURG JANUARY-JUNE 1976 Meetings and press releases January-March 1976 Meeting number Subject Date 379tn Agriculture 19-20 January 1976 380tn Foreign Affairs 20 January 1976 381 st Foreign Affairs 9 February 1976 382na Economics/Finance 16 February 1976 383TQ Agriculture 16-17 February 1976 384m Research 24 February 1976 385m Foreign Affairs 1-2 March 1976 386tn Agriculture 2-3 March 1976 387tn Economics/Finance 15 March 1976 388m Energy 25 March 1976 COUNCIL OF THE EUROPEAN COMMUNITIES GENERAL SECRETARIAT PRESS RELEASE 379th Council meeting - Agriculture - Brussels 1 19 and 20 January 1976 President: Mr Jean HAMILIUS, Minister for Agriculture of the Grand Duchy of Luxembourg 88 e/76 (Presse 5) ill/JM/jm 20.I.76 The Governments of the ~.!Jember States and the Commission of the European Communities were represented as follows: Belgium: Mr Albert LAVENS Minister for Agriculture Denmark: ~~r Foul DALSAGER Minister for Agriculture Germany: Mr Josef ERTL Federal ~inister for Agriculture Mr Hans-JUrgen ROHR State Secretary, JUnistry of Agriculture France: Mr Christian BONNET Minister for Agriculture mr Pierre r[ER.AIGNERIE State Secretary, Ministry of AgricUlture --··--Ireland: !VIr Mark CLINTON Minister for Agriculture and Fisheries Italy: Mr Giovanni Tl'l.ATICORA Minister for Agriculture Mr Arcangelo 10 BIANCO State Secretary 9 Ministry of Agriculture 88 e/76 (Presse 5) lat/COD/paz ••• /~•o ~ 3 - TJ:r JeE.n Hl'JHLIUS r,~inister for Agriculture T::Ir Albert BERCHEH St~:'..te Secretary, Ihnistry of Agriculture ·-Netherlands:- 1hnister for Agriculture and Fisheries United Kiw,·dom: -- _Q TUr Freclerick PK\RT T1·Iinister for Agriculture, Fisheries and Food ___Cow_rnission: " __ _ I,1r Frs.ngois-Xavier OTITOLJ · President L1r P., J.
    [Show full text]
  • De Liberale Opmars
    ANDRÉ VERMEULEN Boom DE LIBERALE OPMARS André Vermeulen DE LIBERALE OPMARS 65 jaar v v d in de Tweede Kamer Boom Amsterdam De uitgever heeft getracht alle rechthebbenden van de illustraties te ach­ terhalen. Mocht u desondanks menen dat uw rechten niet zijn gehonoreerd, dan kunt u contact opnemen met Uitgeverij Boom. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonde­ ringen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part ofthis book may be reproduced in any way whatsoever without the writtetj permission of the publisher. © 2013 André Vermeulen Omslag: Robin Stam Binnenwerk: Zeno isbn 978 90 895 3264 o nur 680 www. uitgeverij boom .nl INHOUD Vooraf 7 Het begin: 1948-1963 9 2 Groei en bloei: 1963-1982 55 3 Trammelant en terugval: 1982-1990 139 4 De gouden jaren: 1990-2002 209 5 Met vallen en opstaan terug naar de top: 2002-2013 De fractievoorzitters 319 Gesproken bronnen 321 Geraadpleegde literatuur 325 Namenregister 327 VOORAF e meeste mensen vinden politiek saai. De geschiedenis van een politieke partij moet dan wel helemaal slaapverwekkend zijn. Wie de politiek een beetje volgt, weet wel beter. Toch zijn veel boeken die politiek als onderwerp hebben inderdaad saai om te lezen. Uitgangspunt bij het boek dat u nu in handen hebt, was om de geschiedenis van de WD-fractie in de Tweede Kamer zodanig op te schrijven, dat het trekjes van een politieke thriller krijgt.
    [Show full text]
  • De Rote Armee Fraktion in Het Nederlandse Parlementaire Debat
    “Zoals bekend, zijn dat gewapende overvallers, misdadigers.” Infame Misdrijven: De Rote Armee Fraktion in het Nederlandse parlementaire debat Master Scriptie, History PCNI: Political Debate Niels Holtkamp S0954055 Begeleider: Prof. Dr. H. te Velde Universiteit Leiden 01 juli 2019 [email protected] +31654938262 Kort Rapenburg 6A 2311 GC Leiden 2 1 “Wer mit Ungeheuern kämpft, mag zusehn, dass er nicht dabei zum Ungeheuer wird. Und wenn du lange in einen Abgrund blickst, blickt der Abgrund auch in dich hinein.” - Friedrich Nietzsche, Jenseits von Gut und Böse (1886) 1 Titel naar uitspraak van Marcus Bakker (CPN), Handelingen Tweede Kamer 1973 – 1974, 4 september, 4604. ‘Infame misdrijven’ naar Theo van Schaik (KVP), Handelingen Tweede Kamer 1975 – 1976 12 februari, 2806. Afbeelding voorblad: Ton Schuetz/ANP. De ravage rond een telefooncel in Amsterdam Osdorp, waar bij een arrestatie in 1977 twee RAF leden en drie agenten gewond raakten, door vuurwapens en een handgranaat. 3 Inhoudsopgave “Zoals bekend, zijn dat gewapende overvallers, misdadigers.” .................................... 1 Afkortingen .................................................................................................................... 4 Deel 1 ............................................................................................................................. 5 De Rote Armee Fraktion en het Nederlandse parlementaire debat ................................ 6 Historiografie ............................................................................................................
    [Show full text]
  • Rondom De Nacht Van Schmelzer Parlementaire Geschiedenis Van Nederland Na 1945
    Rondom de Nacht van Schmelzer Parlementaire geschiedenis van Nederland na 1945 Deel 1, Het kabinet-Schermerhorn-Drees 24 juni 1945 – 3 juli 1946 door F.J.F.M. Duynstee en J. Bosmans Deel 2, De periode van het kabinet-Beel 3 juli 1946 – 7 augustus 1948 door M.D. Bogaarts Deel 3, Het kabinet-Drees-Van Schaik 7 augustus 1948 – 15 maart 1951 onder redactie van P.F. Maas en J.M.M.J. Clerx Deel 4, Het kabinet-Drees II 1951 – 1952 onder redactie van J.J.M. Ramakers Deel 5, Het kabinet-Drees III 1952 – 1956 onder redactie van Carla van Baalen en Jan Ramakers Deel 6, Het kabinet-Drees IV en het kabinet-Beel II 1956 – 1959 onder redactie van Jan Willem Brouwer en Peter van der Heiden Deel 7,Hetkabinet-DeQuay 1959 – 1963 onder redactie van Jan Willem Brouwer en Jan Ramakers Deel 8, De kabinetten-Marijnen, -Cals en -Zijlstra 1963 – 1967 onder redactie van Peter van der Heiden en Alexander van Kessel Stichting Parlementaire Geschiedenis, Den Haag Stichting Katholieke Universiteit, Nijmegen Parlementaire geschiedenis van Nederland na 1945, Deel 8 Rondom de Nacht van Schmelzer De kabinetten-Marijnen, -Cals en -Zijlstra 1963-1967 PETER VAN DER HEIDEN EN ALEXANDER VAN KESSEL (RED.) Centrum voor Parlementaire Geschiedenis Auteurs: Anne Bos Charlotte Brand Jan Willem Brouwer Peter van Griensven PetervanderHeiden Alexander van Kessel Marij Leenders Johan van Merriënboer Jan Ramakers Hilde Reiding Met medewerking van: Mirjam Adriaanse Miel Jacobs Teun Verberne Jonn van Zuthem Boom – Amsterdam Afbeelding omslag: Cals verlaat de Tweede Kamer na de val van zijn kabinet in de nacht van 13 op 14 oktober 1966.[anp] Omslagontwerp: Mesika Design, Hilversum Zetwerk: Velotekst (B.L.
    [Show full text]
  • Watergate 18802.Pdf
    WM34 SEP 2 3 1974 • Uneasiness in Europe Over Haig By John M.:C4oshko things military. Much of this U.S. Army, Air and Naval WashingtorrPost`Staff Writer anti military feeling springs personnel grouped in the BRUSSELS,—The contro- from the Vietnam war, European Command. versy in the United States which European youth Although no one will say over Gen. Alexander M. Haig equates with Mr. Nixon. so publicly, Haig's appoint- Jr.'s appointment \ as Su- As a result, the Nether- ment is clearly a bitter hill preme Allied Commander in lands government took the for many command officers. Europe has failed to spark position that Haig's appoint- His takeover of the com- an echo froth l'America's. al- ment was not exactly help- mand, scheduled for Nov. 1, lies in NATO. ful to its attempts to con- is the most talked-about sub- That does not mean there vince its domestic constitu- ject in U.S. officers' messes hasn't been considerable ency that Holland has a throughout Europe, and mil- criticism On this side of the vested interest in remaining itary sources say that the Atlantic about President within NATO. Yet, while all sentiment, particularly Ford's selection of Haig for the other European NATO among professional army of- both the top NATO military members have essentially ficers, is overwhelmingly post and the command of the same problem, they all hosile. U.S. forces in Europe. steered clear of the Dutch Their objection is de- The weight of press com- effort to mount a campaign scribe as being based not on ment in most NATO coun- against Haig's appointment.
    [Show full text]
  • Taxonomy of Minority Governments
    Indiana Journal of Constitutional Design Volume 3 Article 1 10-17-2018 Taxonomy of Minority Governments Lisa La Fornara [email protected] Follow this and additional works at: https://www.repository.law.indiana.edu/ijcd Part of the Administrative Law Commons, American Politics Commons, Comparative and Foreign Law Commons, Comparative Politics Commons, Constitutional Law Commons, International Law Commons, Law and Politics Commons, Legislation Commons, Public Law and Legal Theory Commons, Rule of Law Commons, and the State and Local Government Law Commons Recommended Citation La Fornara, Lisa (2018) "Taxonomy of Minority Governments," Indiana Journal of Constitutional Design: Vol. 3 , Article 1. Available at: https://www.repository.law.indiana.edu/ijcd/vol3/iss1/1 This Article is brought to you for free and open access by Digital Repository @ Maurer Law. It has been accepted for inclusion in Indiana Journal of Constitutional Design by an authorized editor of Digital Repository @ Maurer Law. For more information, please contact [email protected]. Taxonomy of Minority Governments LISA LA FORNARA INTRODUCTION A minority government in its most basic form is a government in which the party holding the most parliamentary seats still has fewer than half the seats in parliament and therefore cannot pass legislation or advance policy without support from unaffiliated parties.1 Because seats in minority parliaments are more evenly distributed amongst multiple parties, opposition parties have greater opportunity to block legislation. A minority government must therefore negotiate with external parties and adjust its policies to garner the majority of votes required to advance its initiatives.2 This paper serves as a taxonomy of minority governments in recent history and proceeds in three parts.
    [Show full text]
  • Braving Troubled Waters: Sea Change in a Dutch Fishing Community Ginkel, Rob Van
    www.ssoar.info Braving troubled waters: sea change in a Dutch fishing community Ginkel, Rob van Veröffentlichungsversion / Published Version Monographie / monograph Zur Verfügung gestellt in Kooperation mit / provided in cooperation with: OAPEN (Open Access Publishing in European Networks) Empfohlene Zitierung / Suggested Citation: Ginkel, R. v. (2009). Braving troubled waters: sea change in a Dutch fishing community. (Mare Publication Series, 4). Amsterdam: Amsterdam Univ. Press. https://nbn-resolving.org/urn:nbn:de:0168-ssoar-271720 Nutzungsbedingungen: Terms of use: Dieser Text wird unter einer CC BY-NC-ND Lizenz This document is made available under a CC BY-NC-ND Licence (Namensnennung-Nicht-kommerziell-Keine Bearbeitung) zur (Attribution-Non Comercial-NoDerivatives). For more Information Verfügung gestellt. Nähere Auskünfte zu den CC-Lizenzen finden see: Sie hier: https://creativecommons.org/licenses/by-nc-nd/4.0 https://creativecommons.org/licenses/by-nc-nd/4.0/deed.de 4 MARE PUBLICATION SERIES 4 Rob van Ginkel This ethnographic study is about Dutch fisher folk’s engagements with erratic marine Rob van Ginkel living resources, capricious markets and the vicissitudes of political interventions in the fishing industry from the early 18th century until the present day, with an emphasis on post-war developments. More specifically, it focuses on the owner-operators, deckhands, fishermen’s wives and others involved in the fisheries of Texel, an island in the north- western part of the Netherlands. Braving Troubled Waters Troubled Braving The book attempts to situate their occupational community at the interface of local and (supra)-national processes and aims to show how the latter affect the socio-cultural fabric of the island’s fishing villages and prompt particular responses in the fishermen’s perceptions and modes of action.
    [Show full text]
  • PDF Hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen
    PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/44001 Please be advised that this information was generated on 2018-07-07 and may be subject to change. Jaarboek Parlementaire Geschiedenis 2007 De moeizame worsteling met de Jaarboek Parlementaire Geschiedenis 2007 De moeizame worsteling met de nationale identiteit Jaarboek Parlementaire Geschiedenis De moeizame worsteling met de nationale identiteit Redactie: C.C. van Baaien A.S. Bos W. Breedveld M.H.C.H. Leenders J.J.M. Ramakers W.P. Secker Centrum voor Parlementaire Geschiedenis, Nijmegen Boom - Amsterdam Foto omslag: a n p - Robert Vos Omslag en binnenwerk: Wim Zaat, Moerkapelle Druk en afwerking: Drukkerij Wilco, Amersfoort © 2007 Centrum voor Parlementaire Geschiedenis, Nijmegen Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part ofthis book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher. isb n 978 90 8506 506 7 NUR 680 wvw.uitgeverijboom.nl Inhoud Ten geleide 7 Artikelen Dick Pels, De Hollandse tuin: of hoe de Nederlandse Leeuw worstelt met zijn iden­ 13 titeit Remieg Aerts, Op gepaste afstand. De plaats van het parlement in de natievorming 25 van de negentiende eeuw Charlotte Brand en Nicoline van der Sijs, Geen taal, geen natie.
    [Show full text]