Religie, Binding En Polarisatie
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Religie, binding en polarisatie De reacties van de leiding van levensbeschouwelijke organisaties op islamkritische uitingen Sipco Vellenga Gerard Wiegers Religiestudies Faculteit der Geesteswetenschappen September 2011 © Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum, Ministerie van Veiligheid en Justitie, september 2011 Postbus 20301 2500 EH Den Haag Telefoon: +31-70-3706561 Fax: +31-70-3707948 2 Inhoudsopgave Woord vooraf 5 Samenvatting 7 Summary 18 1. Inleiding 27 1.1 Onderwerp 27 1.2 Vraagstelling 28 1.3 Methoden van onderzoek 32 1.4 Opzet 34 2. Context, uitingen en kader 35 2.1 Maatschappelijke context 35 2.2 Levensbeschouwelijke context 42 2.3 Vijf uitingen 44 2.4 Het kader 51 3. Islamitische organisaties 61 3.1 Inleiding: onderzochte islamitische organisaties 61 3.2 Unie van Marokkaanse Moskeeorganisaties in Nederland 64 3.3 Islamitische Stichting Nederland 73 3.4 Stichting Islamitisch Centrum Nederland 80 3.5 Nederlandse Islamitische Federatie 87 3.6 Overkoepelende Sjiitische Vereniging 93 3.7 Al Nisa 99 3.8 Stichting Islam & Dialoog 105 3.9 HAK-DER 111 3.10 Federatie Islamitische Organisaties Nederland 117 3.11 Unie van Lahore Moslim Organisaties Nederland 128 3.12 Resumé 134 4. Christelijke organisaties 137 4.1 Raad van Kerken 137 4.2 Rooms-Katholieke Kerk 146 4.3 Protestantse Kerk in Nederland 155 4.4 Christelijke Gereformeerde Kerken en Stichting Evangelie & Moslims 163 4.5 Samen Kerk in Nederland 169 4.6 Resumé 173 5. Overige organisaties 175 5.1 Nederlands - Israëlitisch Kerkgenootschap, Nederlands Verbond voor Progressief Jodendom en Centraal Joods Overleg 175 3 5.2 Hindoe Raad Nederland 185 5.3 Boeddhistische Unie Nederland 192 5.4 Humanistisch Verbond 198 5.5 Resumé 206 6. Analyse en balans 207 6.1 Patronen en factoren 207 6.2 Factoren: een overzicht 216 6.3 De zaak Fitna 219 6.4 Effecten van de reacties 221 6.5 Tot besluit 225 Bibliografie 228 1. Gedrukte literatuur 228 2. Perspublicaties en artikelen in kranten en weekbladen 241 3. Persberichten, ongepubliceerde documenten, documenten op websites van levensbeschouwelijke organisaties, overheid en overige instellingen 243 4. Websites met uitingen van islamkritiek 251 Bijlagen 252 1. Gegevens over respondenten 252 2. Onderwerpenlijst interviews 256 4 Woord vooraf Dit rapport gaat over de reactie van de leiding van islamitische en niet-islamitische organisaties in Nederland op islamkritische uitingen. In de jaren zestig van de twintigste eeuw heeft de islam zich in Nederland gevestigd en sindsdien is deze religie sterk gegroeid. De toenemende zichtbaarheid van de islam roept verschillende reacties op. Eén daarvan is die van islamkritiek, of, in zijn radicale vorm, van anti-islamisme. In deze studie staat de reactie van de leiding van een groot aantal levensbeschouwelijke organisaties op diverse uitingen van islamkritiek gedaan in de periode 2004-2009 centraal. Het is ons een aangename plicht bij de voltooiing van dit rapport alle personen te danken die bij de totstandkoming ervan een belangrijke rol hebben gespeeld. In de eerste plaats danken wij graag de leden van de begeleidingscommissie, die ons met hun grote kennis van verschillende aspecten van het onderzoeksterrein terzijde hebben gestaan: Prof. Dr. Andy Sanders (Rijks Universiteit Groningen), voorzitter, en de leden Prof. Dr. Dick Douwes (Erasmus Universiteit Rotterdam), Drs. Paul Abels (Ministerie van Veiligheid en Justitie, Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding), en Drs. Jürgen Wander (Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Directie Inburgering en Integratie, Integratie en Rechtsstaat). Wij willen in het bijzonder onze dank uitspreken aan Dr. Hendrien Kaal (Ministerie van Veiligheid en Justitie, Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum, Afdeling Extern Wetenschappelijke Betrekkingen), die ons als projectbegeleider steeds met raad en daad terzijde stond. In de tweede plaats willen we onze grote dank uitspreken aan de projectmedewerkers van de Universiteit van Amsterdam, drs. Anneke Klein, die, tot ziekte dit onmogelijk maakte en zij haar medewerking helaas moest beëindigen, zich met grote toewijding heeft ingezet in de eerste fase van het onderzoek, en research master student religiestudies Susanne van Esdonk, die ons in de laatste fase met veel inzet terzijde heeft gestaan. In de derde plaats willen de medewerkers van de afdeling Onderzoek van de Universiteit van Amsterdam bedanken, Drs. Gea Lindeboom en Drs. Hotze Mulder, die ons met hun beleidsexpertise vanaf de voorbereidingsfase van het onderzoek steeds hebben bijgestaan. Tenslotte zijn wij zeer veel dank verschuldigd aan de respondenten, die zo vriendelijk waren tijd vrij te maken om met te werken aan een interview en bereid waren openhartig te antwoorden op onze aanvullende vragen. Ook was een ruime meerderheid van hen bereid en in staat om de concept-onderzoeksresultaten die wij hen vervolgens voorlegden van commentaar te voorzien. Zonder hun medewerking had dit onderzoek zeker niet kunnen worden voltooid. Aan hen allen betuigen wij hierbij van harte onze grote dank. Amsterdam, september 2011, Dr. Sipco Vellenga Prof. Dr. Gerard Wiegers 5 6 Samenvatting In dit explorerende, religiewetenschappelijke onderzoek wordt nagegaan hoe de leiding van levensbeschouwelijke (islamitische en niet-islamitische) organisaties in Nederland heeft gereageerd op islamkritische uitingen en welke factoren op deze reactie van invloed zijn geweest. Daarbij gaat de aandacht uit naar de reactie op de volgende vijf islamkritische c.q. anti-islamitische uitingen: - de film Submission van de cineast Theo van Gogh en de politica Ayaan Hirsi Ali (augustus 2004), - de Deense Cartoon affaire (september 2005 - 2006), - de film Fitna van de politicus Geert Wilders (maart 2008), - de internet film An Interview with Mohammed van Ehsan Jami (december 2008), - het Zwitserse minarettenverbod (november 2009). In de reactie van de leidinggevenden op deze uitingen kunnen twee typen reacties worden onderscheiden: hun reactie op die uitingen in de publieke arena en hun reactie naar aanleiding van die uitingen ten opzichte van elkaar, of, kort gezegd, hun publieke reactie en hun inter- levensbeschouwelijke reactie. De vraag is of de leidinggevenden zich over de betreffende uitingen publiekelijk hebben geuit en of zij naar aanleiding van die uitingen de onderlinge banden hebben versterkt of dat daarvan geen sprake is. In dit verband is het concept ‘sociaal kapitaal’ van belang. Volgens de Amerikaanse socioloog Robert Putnam verwijst de term ‘sociaal kapitaal’ naar de relaties tussen mensen (vrienden, buren, vreemden), groeperingen, organisaties en de normen van wederkerigheid en het vertrouwen in anderen die daaruit voortvloeien. Putnam maakt een verhelderend onderscheid tussen samenbindend (bonding) sociaal kapitaal en overbruggend (bridging) sociaal kapitaal. In dit onderzoek concentreren we ons op bridging: de sociale band tussen levensbeschouwelijke instellingen. Aan die band kunnen tenminste twee dimensies worden onderscheiden: participatie en vertrouwen. In deze studie beperken we ons tot de dimensie van participatie, dat wil zeggen van contacten en samenwerking. We onderzoeken of de islamkritische uitingen gevolgen hebben gehad voor de contacten en samenwerking tussen levensbeschouwelijke organisaties en waaraan die zijn toe te schrijven. In het eerste, inleidende hoofdstuk wordt de vraagstelling verder uitgewerkt en de methoden en opzet van het onderzoek nader omschreven. Bij de selectie van de levensbeschouwelijke organisaties hebben de volgende criteria een rol gespeeld: - opererend op landelijk niveau, - contact met de overheid, - etnische spreiding, - religieuze diversiteit, - balans tussen islamitische en niet-islamitische organisaties. Mede op basis van deze criteria zijn eenentwintig organisaties geselecteerd, te weten tien islamitische organisaties, vijf christelijke, drie joodse, een hindoeïstische, een boeddhistische en een humanistische organisatie. De organisaties zijn: de Unie van Marokkaanse Moskeeën in Nederland (UMMON; respondent dhr. Driss El Boujoufi), de Islamitische Stichting Nederland (ISN; dr. Bülent Șenay), de Stichting Islamitisch Centrum Nederland (SICN; dhr. Fikri Demirtaș), de Nederlandse Islamitische Federatie (NIF; dhr. Mehmet Yaramiș), de Overkoepelende Sjiitische Vereniging (OSV; mw. Zainab al-Touraihi), Al Nisa (mw. Leyla Çakir), de Federatie van Alevitische verenigingen in Nederland, HAK-DER (dhr. Fethi Killi), de Unie van Lahore Moslim Organisaties Nederland (ULAMON; dhr. Haroen Badloe), de Stichting Islam & Dialoog (dhr. Alper 7 Alasag), de Federatie Islamitische Organisaties Nederland (FION; dhr. Yahya Bouyafa), de Raad van Kerken in Nederland (RvK; ds. Klaas van der Kamp), de Rooms Katholieke kerk (RK-Kerk; drs. Berry van Oers), de Protestantse Kerk in Nederland (PKN; dr. Arjan Plaisier), Samen Kerk in Nederland (SKIN; drs. Paul The), de Christelijke Gereformeerde Kerken en de Stichting Evangelie & Moslims (ds. Geurt van Roekel, dhr. Herman Takken), het Centraal Joods Overleg (CJO; dhr. Ruben Vis, drs. Willem Koster), het Nederlands – Israëlitisch Kerkgenootschap (NIK; dhr. Ruben Vis), het Nederlands Verbond voor Progressief Jodendom (NVPJ; drs. Willem Koster, drs. Harry Polak), de Boeddhistische Unie Nederland (BUN; dhr. Varamitra), de Hindoe Raad Nederland (HRN; drs. Bikram Lalbahadoersing) en het Humanistisch Verbond (HV; drs. Rein Zunderdorp). Hiernaast is gesproken met een vertegenwoordiger van FORUM (dhr. Halim El Madkouri) en van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTb; drs. Peter