Honderd Jaar Scouting in Nederland
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Honderd jaar Scouting in Nederland “Als er weer een zondvloed komt, ga ik naar Holland, want daar gebeurt alles vijftig jaar later” zou de Duitse dichter en filosoof Heinrich Heine (1797 – 1856) gezegd hebben. Nu is vijftig jaar wat meer, maar drie jaar geleden werd het honderdjarig bestaan van de padvindersbeweging over de hele wereld uitbundig gevierd. Onder andere door het organiseren van een Jamboree in de buurt van Londen. En dit jaar is ook Nederland zover dit feest te vieren. Onder andere door het organiseren van een Nationale Jamboree, de JubJam, op een terrein aan de Maas bij Roermond. De JubJam in Roermond Samen met een vriend uit het verleden, we namen als achttienjarigen deel aan de Jamboree in Sutton Coldfield om het vijf- tigjarig bestaan van de padvinderij te vie- ren, bezocht ik op 28 juli 2010 de JubJam om eens te zien hoe de padvinderij in Ne- derland er inmiddels voorstond. Hein Timmermans, de vriend, en ik hadden el- kaar sinds 1957, het jaar van de JIM in Sutton Coldfield 1957.In het midden Hein en ik Engeland, niet meer gezien. Pas onlangs (met bril) Naast ons mensen die ons een dagje vonden we elkaar weer terug via het in- mee uit namen in hun Austin. ternet. Hein woont in Berg en Terblijt en ik in Maastricht. Onze tocht naar Roermond had dus aanzienlijk minder om de hakken dan destijds de reis naar Sutton Coldfield per trein, veerboot en weer de trein. In 1937, toen Nederland een Jamboree or- ganiseerde in Vogelenzang, was het heffen van entreegeld voor bezoekers een manier om uit de kosten te komen. Deze traditie Hein op de JubJam in Roermond bleek 73 jaar later nog niet vergeten; we betaalden € 7,00 per persoon entree. En dat was het geld meer dan waard. Jamborees hebben ook een traditie waarbij poorten gepionierd worden bij de entree van het jamboreeterrein en bij de ingang van de subkampen. Dat was ook in Roer- mond het geval. Verder was er een Plaza, waar een aantal instellingen een tent had- den met een tentoonstelling of een winkel. En er was horeca. 1 De hoofdingang van de JubJam in Roermond Plus-scouts Natuurlijk gingen we direct langs bij de tent van de plus-scouts in Nederland, want deze bezoekersdag stond in het teken van “Scouts4ever”. We kregen er een naamsticker en we wachtten op een rondleiding. Scouts van verschillende „jaargangen‟ konden elkaar in een tent ontmoeten en in een andere tent werd de video die bij het boek “De Geur van Kampvuur” 1 is inbegrepen vertoond. Die is gemaakt door Rien Adri- aanse. Hij was zelf aanwezig om zijn film te vertonen. Verderop stonden de Land Rovers van de Larostam; een groep explorers die in het bezit is van diverse ter- reinauto‟s waarmee ze evenementen bezoeken en as- sistentie verlenen bij dingen waarvoor Land Rovers handig zijn. 1 “De Geur van Kampvuur” 100 jaar Scouting in Nederland. Door Frank van Geffen. Trion Uitgevers BV, Baarn. In samenwerking met Scouting Nederland ISBN 978 90 5210 773 8 2 Gilwelltraining Als Gilwellian breng je natuurlijk ook een bezoek aan de stand van de Gilwelltraining in Nederland. Ik volgde in 1958 de training in Ommen op het Eerste Leiderveld van Gilwell Ada‟s Hoeve. “Terug naar Ommen” zongen we dan ook als we op het perron van station Ommen stonden voor de jaarlijkse Gilwell Reünie. En alle koekoeken van ooit die aan een reünie deelnamen kampeerden dan weer in hun patrouillehoek. Dit vereist enige uitleg. Gilwelltraining ging uit van het principe „learning by doing‟ . Wie de cursus volgde speelde het Spel van Verkennen als verkenner van een groep tij- dens de cursus. Op het Eerste Leidersveld, maar ook tijdens een tweedaagse hike. Als verkenner kregen zelfs een snoepje van een mevrouw. Zo hadden we ons met die verkennersrol vereenzelvigd. In 2007 bezocht ik Gilwell Park bij Londen. Dat maakte duidelijk hoe sterk de cursus op Ada‟s Hoeve geënt was op de training in Engeland. Daar had Baden-Powell aan- vankelijk sterk de hand in. Als hij op Gilwell Park verbleef in zijn caravan Eccles dan liep hij een paadje af dat naar de Training Ground leidde. Bij de ingang van het veld blies hij op een koedoehoorn om zijn komst aan te kondigen. Zo‟n koedoehoorn hing ook in de stand van de Gilwelltraining. Evenals een paar ex- treem grote Gilwellkralen. De training is tegenwoordig in Baarn op het centrum „Bui- tenzorg‟. De Gilweltrainers vertelden dat ze overwogen om de traditie van de Gilwell- reünie in ere te herstellen. Maar kunnen de oudjes onder ons dan weer “Terug naar Ommen” zingen? Of wordt het “In my dreams I‟m going back to Baarn”? 3 Op het terrein stonden schilderijen waarop padvindersactiviteiten waren afgebeeld. Hier de krans- legging op 4 mei op de Dam in Amsterdam Honderd jaar Scoutingtentoonstelling Op de Plaza bezochten Hein en ik de ten- toonstelling “Honderd Jaar Scouting”. We werden hartelijk ontvangen door een en- thousiaste medewerkster van het Haagse Scoutingmuseum, Marijke Corsmit - Van Geffen. Weliswaar zijn de Scoutingorgani- saties in 1973 gefuseerd, maar er zijn nog steeds drie afzonderlijke scoutingmusea. Het Nationale Museum van Scouting Neder- land in Baarn, het museum in Den Haag, Bezoekers van de tentoonstelling uit dat wel een collectie heeft maar geen vaste huisvesting, en het museum in Rotterdam. Hong Kong Deze musea werken wel samen, bij voor- beeld door het inrichten van deze tentoonstelling. Ik zag er bij ook een padvinders- hoed in een vitrine. Een hoed met vier deuken. Dat is lang geleden, de tijd dat ver- kenners die nog droegen. Zo lang dat de NRC van 27 juli 2010 niet meer van een hoed met vier deuken, maar van een gleufhoed sprak. 4 Klik op het artikel voor een grote versie De JubJam in de kranten Ter gelegenheid van de JubJam besteedden de landelijke kranten veel aandacht aan het spel van verkennen. In de al genoemde NRC las ik bij voorbeeld dat het aantal jeugdleden van Scouting Nederland in 10 jaar van115 000 jeugdleden toen was te- ruggelopen tot 87 000 nu. Een verlies dus van 28 000 leden. Dat is niet mis. De ver- klaring dat het zou gaan om gebrek aan accommodatie, troephuizen zeg maar, lijkt me niet voor de hand te liggen. 28 000 leden minder onder dak brengen kan toch niet het grootste probleem zijn. Dat er minder makkelijk leiding voor de groepen ge- vonden wordt lijkt me een betere verklaring. Al zou er ook eens kritisch naar het moderne spelaanbod gekeken kunnen worden. Dat gebeurt, maar de vraag is of je er meer nieuwe leden mee trekt op de manier waarop het nu gebeurt. De Volkskrant noemt de tegenwoordige padvinderij minder militaristisch. In plaats van een uniform kun je nu ook een T-shirt dragen schrijft de krant. Tja, een T-shirt droegen Hein en ik in Sutton Coldfield ook al. En bovendien maakt zo‟n shirt toch ook deel uit van een soldatenuniform. We noemden het overigens een frokje en het was eigenlijk een onderdeel van het zeeverkennersuniform. Op 5 augustus, toen JubJam voorbij was, plaatste de Volkskrant nog een interview met Kim Putters. Hij is bestuurslid van Scouting Nederland, hoogleraar Heath Man- nagement aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam en lid van de Eerste Kamer voor de PvdA. Hij wees erop dat de 1100 scoutinggroepen in Nederland het niet makkelijk hebben. Ze worden bedreigd door bezuinigingen en regelgeving zorgt vaak voor ja- ren durende vertragingen als er bij voorbeeld een clubgebouw verbouwd moet wor- den. Gezien de positieve bijdrage die deze scoutinggroepen aan de samenleving le- veren zou je wat meer steun voor die scoutinggroepen mogen verwachten. Putters 5 verbleef een week lang op het Jamboreeterrein en was onder de indruk van de posi- tieve manier waarop de scouts met elkaar omgingen. ‘Swappen’ Natuurlijk was er ook de tent van de Nederlandse Vereniging voor het Verzamelen van Scouting Objecten. Je kon er insignes „swappen‟ 2. Ik herinner me hoe we naar Engeland destijds eigenlijk allemaal een paar klompen meenamen om die tijdens de JIM te ruilen voor bijzondere dingen uit een ver land. Ik ruilde mijn houten stappers voor een indrukwekkend Bowie knife met een Amerikaanse verkenner. Tegenwoordig ruilen de scouts in hoofdzaak insignes. Niet de vaardigheidsinsignes uit vroeger da- gen maar fun badges of districtsinsignes. Voor zover ik weet spelen vaardigheidsin- signes tegenwoordig een ondergeschikte rol in het verkennen en zullen het wel niet van die gewilde ruilobjecten zijn. Wij konden onze vaardigheidsinsignes vroeger ove- rigens niet zo makkelijk ruilen. Je kreeg bij voorbeeld één insigne houthakker als je aan de houthakkerseisen voldeed. Dat ging op je uniform en dat was dat. Haalde je het eraf om het te „swappen‟ dan had je zo gauw nog niet een nieuw exemplaar. Voor de Jamboree in Engeland moesten we destijds maar liefst twee uniformen meenemen. Voor onze ouders een rib uit het lijf. Maar nog lastiger was het om aan een tweede stel insignes te komen. Daar deden ze in de ScoutShop destijds behoor- lijk lastig over. 2 Ina Mostert uit Vogelenzang schrijft me dat ze op de Wereldjamboree van 1937 nog van ‘changen’ spraken. 6 De ScoutShop De ScoutShop was er overigens ook op de Plaza. Voor de deur stond een tent, die je er nog steeds kon kopen. Die tent deed ons sterk denken aan de patrouilletenten waarin wij vroeger kampeer- den toen we nog verkenner waren. Er verandert veel in 50 jaar, maar soms blijft er toch ook iets hetzelfde. Ik kocht er een sculptuur dat Mark Brouwer van het atelier Artihove voor Scouting Nederland gemaakt heeft. Het is een herinnering aan 100 jaar padvinderij in Neder- land.