Het Hiernamaals in De Speelfilm
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN FACULTEIT SOCIALE WETENSCHAPPEN DEPARTEMENT COMMUNICATIEWETENSCHAP HET HIERNAMAALS IN DE SPEELFILM Een cultuur-historische inhoudsanalyse over het beeld van het leven na de dood in de speelfilm Promotor : Prof. Dr. W. HESLING VERHANDELING Verslaggever : K. VAN DEN VONDER aangeboden tot het verkrijgen van de graad van Licentiaat in de Communicatiewetenschappen door Eva LAMONT academiejaar 2004-2005 Inhoud VOORWOORD 1 INLEIDING 2 I. SPEELFILMS OVER HET HIERNAMAALS 4 0. Inleiding 4 1. Der Müde Tod van Fritz Lang (1921) 7 1.1. Belangrijke productieaspecten 7 1.2. Receptie van de film 8 2. A Matter Of Life And Death van Powell & Pressburger (1946) 9 2.1. Belangrijke productieaspecten 9 2.2. Receptie van de film 10 3. Bröderna Lejonhjärta van Olle Hellbom (1977) 11 3.1. Belangrijke productieaspecten 11 3.2. Receptie van de film 11 4. Heaven Can Wait van Warren Beatty (1978) 13 4.1. Belangrijke productieaspecten 13 4.2. Receptie van de film 13 5. Beetlejuice van Tim Burton (1988) 15 5.1. Belangrijke productieaspecten 15 5.2. Receptie van de film 16 6. Ghost van Jerry Zucker (1990) 17 6.1. Belangrijke productieaspecten 17 6.2. Receptie van de film 17 7. City Of Angels van Brad Silberling (1998) 19 7.1. Belangrijke productieaspecten 19 7.2. Receptie van de film 19 8. What Dreams May Come van Vincent Ward (1998) 21 8.1. Belangrijke productieaspecten 21 8.2. Receptie van de film 21 9. Wandafuru Raifu van Hirokazu Kore-eda (1998) 23 9.1. Belangrijke productieaspecten 23 9.2. Receptie van de film 23 II. ELEMENTEN VAN HET LEVEN NA DE DOOD BINNEN DE FILM 25 0. Inleiding 25 1. Het sterven 25 1.1. Opvattingen rond de dood 25 1.1.1. De dood als maatschappelijk fenomeen 25 1.1.2. Toepassing in de speelfilm 27 1.2. Aanvaarden van het slachtoffer 37 1.2.1. De dood als vooruitzicht 37 1.2.2. Toepassing in de speelfilm 39 1.3. Verwerkingsproces van de nabestaanden 45 1.3.1. Leven met de dood 45 1.3.2. Toepassing in de speelfilm 47 2. De begeleiding naar het hiernamaals 52 2.1. Historische en religieuze achtergrond 52 2.2. Toepassing in de speelfilm 53 2.2.1. Het gezicht van de boodschapper 53 2.2.2. Persoonlijke band of afstandelijke relatie? 67 2.2.3. Overledenen of entiteiten op zich? 71 3. De reis naar het hiernamaals 74 3.1. Historische en religieuze achtergrond 74 3.2. Toepassing in de speelfilm 75 3.2.1. Toeval of fatalistische benadering? 75 3.2.2. Patronen binnen het verloop 80 3.2.3. Grens tussen leven en dood 88 4. Tussen leven en dood: de schaduwzone 92 4.1. Historische en religieuze achtergrond 92 4.2. Toepassing in de speelfilm 93 4.2.1. Concreet uitzicht 93 4.2.2. Tijdelijk verblijf of eeuwigheid? 96 5. De voorstelling van het hiernamaals 98 5.1. Historische en religieuze achtergrond 98 5.2. Toepassing in de speelfilm 101 5.2.1. Duidelijke contouren of vage mist: invloed van fantasie van het slachtoffer 101 5.2.2. Bewoners van het hiernamaals 110 5.2.3. Hemel of hel: invloed van manier van leven en sterven 114 5.2.4. Nieuwe eigenschappen 117 5.2.5. Contact met lotgenoten 120 5.2.6. Contact met de nabestaanden en wereld die men achterlaat 123 III. BESLUIT: TYPOLOGIE VAN HET HIERNAMAALS IN DE SPEELFILM 128 IV. REFERENTIELIJST 136 V. FILMOGRAFIE 144 VI. BIJLAGEN 146 VOORWOORD Voor ik met het zwaardere werk begin, wil ik graag even enkele mensen bedanken die, bewust of onbewust, hebben bijgedragen tot het totstandkomen van deze eindverhandeling. Eerst en vooral had ik graag mijn promotor, prof. dr. W. Hesling, bedankt om mij te steunen in de keuze van mijn onderwerp en voor de professionele richtlijnen die hij mij gaf tijdens het uitwerken van deze thesis. Zijn frisse aanpak, zijn enthousiasme en zijn persoonlijk contact met zijn studenten hebben mijn licentiejaren een flinke boost gegeven. Verder ook een grote dankjewel aan Frank De Groote van het Mediacentrum voor het verschaffen van Der Müde Tod van Fritz Lang, aan de mensen van het Filmarchief in Brussel voor de vele persmappen en aan videotheek Video Corner in Kessel-Lo voor hun ruime filmaanbod. Tot slot mijn ouders, die me de kans gegeven hebben deze studie te beginnen en – gelukkig – ook af te maken, mijn vrienden die mee films gekeken hebben, me gesteund hebben in die ene moeilijke periode en mijn tekst nagelezen hebben, mijn kotgenoten voor de onvoorwaardelijke steun en de enthousiaste aanmoedigingen en ten slotte mijn vriend die op tijd en stond achter mijn veren zat om aan het werk te gaan, mijn nachtelijke computeravontuurtjes en mentale crashes door de vingers zag en mij op zaken wees die ik zelf nooit zou gevonden hebben. Bedankt allemaal! 1 INLEIDING "Ik wil niet onsterfelijk worden door mijn werk, ik wil onsterfelijk worden door niet dood te gaan," heeft Woody Allen ooit gezegd (Van der Burg, J., 19.05.2004, z.p.). De mens heeft sinds zijn ontstaan altijd al een buitengewone fascinatie gehad voor het leven na de dood. Hij weigert te aanvaarden dat zijn bestaan zomaar abrupt ten einde komt wanneer hij sterft, wat tot uiting komt in een brede waaier aan opvattingen van de mens over het hiernamaals. Sinds de oertijd al speelt de omschrijving en de voorstelling van deze wereld na de dood een meer dan cruciale rol in de verschillende wereldgodsdiensten en de persoonlijke zingeving. Men kan zelfs stellen dat het geloof in het leven na de dood de belangrijkste pijler binnen de religie is, dat religies volledig rond dit thema zijn opgebouwd. Het is voor een godsdienst dan ook van belang een duidelijk, welomschreven en concreet beeld van dit hiernamaals te scheppen en zo het geloof te verstevigen. Doorheen de tijd zijn er dan ook ontelbare afbeeldingen, schilderijen, tekeningen en andere kunstwerken geproduceerd die de dood en het hiernamaals op een bepaalde manier weergeven, afhankelijk van de tijdsgeest, religie of overtuiging. De moderne ontwikkeling van de beeldcultuur in acht genomen, kan men verwachten dat ook de filmsector op dit vlak niet kan achterblijven. Bewegende beelden hebben het immers voor een groot deel overgenomen van de klassieke beeldende kunst en kunnen als geen ander een levendig en realistisch beeld scheppen van een bepaalde omgeving of een bepaald idee. Zoals de mens tot het einde van de 19de eeuw het leven na de dood schetste met potlood of met verf en kwast, zo zal hij het nu kunnen schilderen met een filmcamera. Sindsdien hebben verschillende voorstellingen van het hiernamaals het witte doek gesierd. Wat in dit werk onder meer van belang is, is de vergelijking tussen beide media. Het zijn natuurlijk verschillende types van beeldvorming, maar het is absoluut niet ondenkbaar dat de manier waarop het hiernamaals in beeld gebracht wordt in de speelfilm gelijkenissen vertoont met de uitbeelding ervan via andere beeldende kunsten doorheen de geschiedenis. Een mix van de cultuur-historische studie van de opvattingen rond en voorstellingen van het leven na de dood en een inhoudsanalytische en filmtechnische studie van verschillende speelfilms lijken de juiste basis om een typologie op te stellen die de verschillende manieren van het in beeld brengen van het hiernamaals omvat. De verschillende visies op het hiernamaals komen ongetwijfeld in zekere mate aan bod in de speelfilm en zullen tot op zekere 2 hoogte gerelateerd zijn aan een bepaalde tijdsgeest of een bepaald klimaat binnen de samenleving. Het onderwerp van deze eindverhandeling wekte mijn interesse in de eerste plaats omdat het een belangrijke cultuur-historische en maatschappelijke achtergrond heeft en ons misschien wat meer kan vertellen over de mens en hoe hij tegenover de samenleving staat. Het hiernamaals is immers in eerste instantie een creatie van de mens. Zo brengt dit werkstuk film en sociale wetenschappen als het ware samen in één thema en vormt bijgevolg een prima sluitstuk voor een opleiding Communicatiewetenschappen. Dat er nooit eerder iets over het onderwerp geschreven werd, is bizar in tijden als deze, waarin opnieuw aandacht wordt geschonken aan nieuwe vormen van zingeving en religie, en waarin de dood en het leven dat erop volgt geregeld aan bod komt in de film. Recente cinemasuccessen zoals City of Angels (1998) en What Dreams May Come (1998) tonen immers aan dat de menselijke fascinatie voor het hiernamaals nog niet uitgedoofd is en er nog steeds nood is aan een concrete voorstelling ervan. Dit alles vormt een extra motivatie om dit onderzoek uit te voeren. De probleemstelling kan dus als volgt worden omschreven: bestaan er daadwerkelijk overeenkomsten tussen de klassieke en de moderne beeldvorming rond het hiernamaals en zullen deze een voldoende basis bieden voor het creëren van duidelijk te onderscheiden types? Met andere woorden: is het überhaupt mogelijk een typologie van voorstellingen van het hiernamaals in de film op te stellen? In dit inhoudsanalytisch onderzoek wordt dus toegespitst op enkele films die een bepaalde visie menen te schetsen op hoe het hiernamaals eruit zou zien en deze worden met schilderijen en afbeeldingen met hetzelfde thema vergeleken. Enerzijds is dus een grondige maar beknopte studie van de opvattingen rond het hiernamaals door de eeuwen heen en binnen verschillende godsdiensten en culturen aan de orde. Op basis daarvan kunnen de voorstellingen in de speelfilm in een breder kader geplaatst worden, wat uiteindelijk tot een overzichtelijke, thematische typologie moet leiden. Verder is het ook niet onbelangrijk om de te bespreken speelfilms in hun ruimere maatschappelijke context te plaatsen, zodat externe factoren mee in rekening kunnen gebracht worden. Het is belangrijk hierbij de band met de schilderkunst en andere films nooit uit het oog te verliezen.