'Huijse Oft Slot Harnasche'

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

'Huijse Oft Slot Harnasche' ‘Huijse oft slot Harnasche’ Een archeologische opgraving van een middeleeuwse vindplaats (MD22-22) in de Harnaschpolder van de gemeente Midden-Delfland Epko J. Bult (red.) Delftse Archeologische Rapporten Mens en landschap in de Delftse regio Deel IX 121 ‘Huijse oft slot Harnasche’ Een archeologische opgraving van een middeleeuwse vindplaats (MD22-22) in de Harnaschpolder van de gemeente Midden-Delfland Delftse Archeologische Rapporten 121 Colofon ISBN 978-90-8890-302-1 © 2014 Archeologie Delft Delftse Archeologische Rapporten wordt uitgegeven door Archeologie Delft in samenwerking met Sidestone Press, Leiden. www.sidestone.nl ‘Huijse oft slot Harnasche’. Een archeologische opgraving van een middeleeuwse vindplaats (MD22-22) in de Harnaschpolder van de gemeente Midden-Delfland. Mens en landschap in de Delftse regio, deel IX. DAR 121 - E. J. Bult Administratieve gegevens Opdrachtgever: Volker Wessels Vastgoed B.V. Contactpersoon: Dhr. N. van Ginkel Postbus 7317 2701 AH Zoetermeer Bevoegde overheid: Gemeente Midden-Delfland Beheer documentatie: Provincie Zuid-Holland Periode van uitvoer: 27 mei - 10 juni 2010 Type onderzoek: Definitieve opgraving Aanleiding: Stedenbouwkundige ontwikkeling Locatie: Gemeente Midden-Delfland, Harnaschpolder, ‘t Scharnier Coördinaten: 81580 x 447280 (centrumcoördinaat) Projectcode: MDHP16 CIS-code: 18112 Projectleider: drs. J.P. Bakx Status: Definitieve versie, december 2014 Autorisatie: drs. J.P.L. Bakx Postbus 78 2600 ME Delft 015-2197198 [email protected] www.erfgoed-delft.nl Samenvatting Archeologie Delft heeft van Volker Wessels Vastgoed B.V. in 2010 opdracht gekregen om een Inventariserend Veldonderzoek middels proefsleuven uit te voeren in het plangebied ‘het Oostscharnier’, gelegen in de Harnaschpolder ten noorden van de Woudselaan (projectcode MDHP22-15). Daarbij werden onder meer de sporen van een nederzetting uit de Late Middeleeuwen aan- getroffen. Op basis van de resultaten van het proefsleuvenonderzoek bleek dat de laatmiddeleeuwse sporen een behoudenswaardige vindplaats vormden. Om- dat behoud in situ niet of onvoldoende mogelijk bleek, is in overleg met de opdrachtgever beslist de behoudenswaardige vindplaats op te graven om daarmee de archeologische waarden middels een archeologische opgraving (behoud ex situ) veilig te stellen. Deze opgraving vond eveneens in 2010 plaats (projectcode MDHP16). In dit rapport wordt verslag gedaan van de opgraving van de middeleeuwse vindplaats die de code MD22-22 heeft gekregen. De nederzetting maakt on- derdeel uit van verscheidene nederzettingen in de Harnaschpolder die on- derling een gemeenschappelijke achtergrond en samenhangende ontwikkeling hebben doorgemaakt. De gemeenschappelijke deler is dat al deze vindplaatsen zijn gelegen op grondgebied dat oorspronkelijk deel uitmaakte van de Hof van Delft, een exploitatiemodel dat is gebaseerd op het eigendom van een stuk grond van een grondheer, in dit geval de graaf van Holland, die het land laat bewerken door boeren die in een afhankelijke positie van hem staan. Deze boeren zijn zogenaamde horige lieden die geen eigen boerderij of land bezaten en gedwongen werden om het land van hun grondheer te bewerken en tal van diensten voor hem te verrichten. In de loop van de tijd viel dit hofstelsel uiteen. Sommige stukken land en de daarop gelegen boerderijen bleven juridisch tot de Hof van Delft behoren, maar de status van de boeren veranderde geleidelijk van horige boeren naar pachters, die nog steeds verplicht waren om bepaalde hofdiensten te vervul- len. Andere stukken land werden verkocht of in leenverband weggegeven. In de Harnaschpolder komen alle drie de vormen van grondbezit in de 13e en 14e eeuw naast elkaar voor. Het historisch-geografisch onderzoek heeft duidelijk gemaakt dat de onderzochte vindplaats in 1325 is verkocht en uit het leenverband van de graaf is vervreemd. Daarvoor moet het land nog deel hebben uitgemaakt van de Hof van Delft. Of de bewoners van de onderzochte nederzetting aanvankelijk nog tot de hofhorige bevolking hebben behoord is niet duidelijk geworden. Wel heeft het historisch-geografisch onderzoek dui- delijk gemaakt dat in het midden van de 14e eeuw de nederzetting in handen was van welgeborenen die tevens als ambachtsheer voor het uit de Hof van Delft vrijgemaakte gebied optraden. De opgraving heeft aangetoond dat de aanvang van de bewoning in het begin van de 13e eeuw ligt. De kern van het onderzoeksterrein wordt gevormd door een erf (zone A) met een oppervlakte van tenminste 240 m2. Op het erf ligt een diepe waterput en enkele kleine kuilen. Het erf werd begrensd door een sloot met een toegang tot het erf aan de zuidkant richting de Woudselaan. Mogelijk is het erf van zone A opgehoogd geweest met grond uit de sloten die de zones begrenzen. Van een mogelijke ophoging is echter weinig aange- troffen. Op het erf zijn geen sporen van een gebouw waargenomen. Dit kan 3 zijn veroorzaakt doordat de ophoging later door egalisatie is afgevlakt waarbij de sporen zijn verdwenen, of zijn veroorzaakt doordat men heeft gebouwd met een ‘non-earthfast’ constructie, waarbij vakwerkbouw werd gefundeerd op liggers die op het maaiveld rustten. De sporen van de nederzetting laten zich in vier hoofdfasen indelen. In de vroegste fase (fase 1a) ligt er één sloot rondom zone A, met een diepe waterput op het erf waarvan het gebruikte hout van de bekisting tussen 1199 en 1211 is gekapt. Een deel van de sloot is vermoedelijk al spoedig gedempt, waarna het erf in zuidelijke richting werd vergroot (fase 1b). Op ongeveer 3,5 meter afstand werd een tweede sloot om het erf aangelegd, zodat het erf werd begrensd door een dubbele sloot met mogelijk daar tussenin een singel. Waarschijnlijk heeft fase 1 slechts kort geduurd. In fase 2 worden de sloten uit fase 1 gedempt en vervangen door een nieuw gegraven dubbele sloot om het erf, waardoor het erf verder werd ver- groot. De toegang tot het erf is gehandhaafd en de buitenste ringsloot maakt een haakse bocht om verder de toegang vanaf de Woudselaan tot het erf aan beide zijden te begeleiden. De breedte van het pad ertussen bedraagt onge- veer 4,5 meter. Het begin van deze fase dateert in het einde van het eerste kwart van de 13e eeuw. In fase 3 worden de sloten andermaal dichtgegooid en een nieuwe, brede sloot aan de oostzijde gegraven (fase 3a). Uit de datering van het aardewerk onderuit de slootbedding blijkt dat de aanvang van fase 3a nog in het tweede kwart van de 13e eeuw moet liggen en dat deze zeker tot in het derde kwart van de 13e eeuw in gebruik was. Daarna treedt er een hiatus in de bewoning op tussen het derde kwart van de 13e eeuw en het einde van het eerste kwart van de 14e eeuw. Daarna werd de bewoning weer hervat (fase 3b). Waarschijn- lijk werd aan het begin van de hervatting van de bewoning ook een deel van het huis in steen uitgevoerd, getuige verschillende fragmenten baksteen die uit die tijd dateren. In fase 4 zijn de sloten die het oorspronkelijke erf omgeven gedempt en te- kent zich een groot rechthoekig terrein af dat deels door een dubbele smalle sloot is omgeven. Een onderbreking voor een toegang is niet meer aanwezig. In de noordoosthoek van dit terrein ligt een klein rechthoekig perceel dat door een sloot is omgeven (zone B). Het is niet duidelijk of er nog op het grote erf (zone A) werd gewoond, of dat de bewoning in oostelijke richting is verplaatst naar het kleinere, door een sloot omgeven perceel. De grote hoeveelheid aardewerk in deze sloot maakt het vrijwel zeker dat daar in fase 4 bewoning op stond. Het aardewerk uit deze sloot dateert vanaf het derde kwart van de 14e eeuw tot omstreeks het midden van de 15e eeuw. Het oecologisch onderzoek heeft duidelijk gemaakt dat de nederzetting in een open, vrijwel boomloos landschap heeft gelegen, waarin zowel akkers als weilanden voorkwamen. De omgeving moet wel erg nat zijn geweest, gelet op het veelvuldig voorkomen van herik op de graanakkers. Waarschijnlijk is kwelwater vanuit de boezemwateren onder de kaden door daarvoor verant- woordelijk geweest. De landerijen werden gebruikt voor de teelt van emmer- tarwe, havergerst, vlas en zwarte mosterd en voor het houden van runderen, schapen, varkens en paarden. Runderen werden voor het vlees gefokt en in mindere mate voor levering van melk. Schapen werden vooral gehouden voor de productie van melk en wol. Van de melk werd waarschijnlijk de bekende ‘Harnaschkaas’ gemaakt, een streekproduct dat tot ver buiten de omgeving werd verhandeld. Paarden werden ook in de nederzetting gefokt, gelet op de aanwezigheid van een begraven veulen. In de laatste fase van de nederzettingen zijn er ook aanwijzingen dat en schapenhuid werd bewerkt tot leer. 4 Wanneer de sloten die tot en met fase 3 bestonden met elkaar worden verge- leken, is zichtbaar dat de breedte ervan in de loop der tijd wisselt. De smalste sloten bevinden zich in de vroegste fase. In de tweede fase bevinden zich in het cluster geen sloten meer onder de 2 meter breed en in de laatste fase is de breedte toegenomen tot bijna 6 meter. Ook de diepte van de sloten neemt in de loop van de tijd licht toe. Kenmerkend aan de sporen van de sloten is dat sommigen de afmetingen van een bescheiden gracht hebben. Het omringen van een huis met een gracht is een verschijnsel dat vooral wordt aangetroffen bij de behuizing van welgebo- ren lieden. In Holland worden dergelijke nederzettingen vaak aangeduid met de term ‘begraven hofstad.’ Uit analyse van historisch-geografische gegevens en historische bronnen is door eliminatie van de alternatieven zeer aannemelijk gemaakt dat de aange- troffen nederzetting het ’huijse oft slot Harnasche’ is dat in 1359 in de parochie van ’t Woudt stond. Dit huis was bezit van de welgeborene Jacob, heer van Spalandt ende Harnasche, die er waarschijnlijk ook verbleef. Via zijn erfdochter kwam het bezit in handen van de nazaten van Ghijsbrecht van Bronckhorst. Ook de Van Bronckhorsten en hun nazaten werden als welgeborenen be- schouwd.
Recommended publications
  • Rotterdam-Delft Bike Highway
    Rotterdam-Delft Bike Highway By David Steinberg Requirements for a Bike Highway ● Meant for long distance travel ● Absence of at-grade intersections with motor traffic ● Little to no interruption of the path ● Provides a better alternative for cyclists as opposed to cars Rotterdam-Delft South Route ● Along the Delfshavense Schie and Delftse Schie (two shipping canals) ● Placement along the canals is important/no accident ○ Bridges for motor vehicles to go over the canals allows the cyclists to travel under the overpass ○ This prevents cyclists from coming into contact with cars (especially at intersections) 16 Sections of the Route ● Assigned to sections 13-16 Sections 13 to 16 ○ Section 13: Southern approach to Zweth ○ Section 14: Zweth ○ Section 15: Zweth to Delft ○ Section 16: By a block of houses in Delft Section 13: Southern Approach to Zweth ● Challenges: Providing a safe transition between the rural environment and the village of Zweth ● Challenges met by: ○ Speed reduction for cars (60 km/hr to 30 km/hr) ○ Narrowing the road ○ Sleeping Cyclists Pavement markings indicating a change in speed Section 13: Southern Approach to Zweth Advisory lanes before the road narrows Road narrows for drivers Sleeping Cyclists Section 14: Zweth Parked ● Challenges: No more cycle tracks or advisory cars lanes, must make sure that vehicles go slow and that cyclists feel safe ● Challenges met ○ Road being narrow (executed by planters, sleeping cyclists, and parked cars) ○ Although traffic is two way, there is only room for lane, forcing cars to take
    [Show full text]
  • Verbeteren Van Ecologische En Recreatieve Verbindingen Rond Delft
    Verbeteren van ecologische en recreatieve verbindingen rond Delft Afstudeeropdracht Hogeschool Van Hall Larenstein Juni 2013 Marion Scherphuis Opdrachtgever Gemeente Delft Motto Water vormt het verbindend element dat alles aan elkaar koppelt Groen moet dichtbij en toegankelijk zijn Verbeteren van ecologische en recreatieve verbindingen rond Delft Opdrachtgever: Hof van Delfland Raad Gemeente Delft Diny Tubbing; stadsecoloog gemeente Delft Telefoonnummer: 06-13091372 Email: [email protected] Uitvoering: Marion Scherphuis Telefoonnummer: 06-30534771 Email: [email protected] Hogeschool Van Hall Larenstein Deeltijd Bos en Natuurbeheer, major Natuur en Landschapstechniek Afstudeerbegeleider Van Hall Larenstein: Ad Olsthoorn Telefoonnummer:026-3695530 Email: [email protected] Belanghebbenden: Hof van Delfland Raad, provincie Zuid-Holland, Gemeente Delft, Gemeente Rijswijk, Gemeente Den Haag, Hoogheemraadschap Delfland, omwonenden Trefwoorden: infrastructuur, ecologische verbindingen, natuur, ontwerp, gebiedsgerichte aanpak, meervoudig ruimtegebruik Foto omslag: M. Scherphuis Delft, juni 2013 Voorwoord Voor u ligt mijn adviesrapport “Groene Schakels”. Dit rapport is als afstudeeropdracht geschreven en het is een advies over hoe ecologische en recreatieve verbindingen tot stand kunnen komen tussen de steden Delft, Rijswijk en Den Haag. Het rapport is in opdracht van de gemeente Delft geschreven en is tevens bruikbaar voor de omliggende gemeenten Rijswijk en Den Haag. Het is een knelpuntenonderzoek in mijn directe woonomgeving, een gebied waarvan ik dacht dat ik daar goed thuis in was. Door verschillende terreinbezoeken ben ik toch anders gaan kijken, waar ik anders aan voorbij liep krijgt nu mijn aandacht. Ik hoop dat dit rapport zal bijdragen aan een beter evenwicht tussen het stedelijk gebied en het buitengebied. Ze zijn met elkaar verbonden en kunnen elkaar daardoor versterken.
    [Show full text]
  • Historie En Landschap Van De
    HISTORIE EN LANDSCHAP VAN DE KERKPOLDER, HET ZUIDELIJK DEEL VAN DE LAGE ABTSWOUDSCHE POLDER, HET WESTELIJK DEEL VAN DE ZUIDPOLDER VAN DELFGAUW EN DE AKKERDIJKSCHE POLDER HISTORIE EN LANDSCHAP VAN DE KERKPOLDER, HET ZUIDELIJK DEEL VAN DE LAGE ABTSWOUDSCHE POLDER, HET WESTELIJK DEEL VAN DE ZUIDPOLDER VAN DELFGAUW EN DE AKKERDIJKSCHE POLDER Opgesteld door de Stichting Midden-Delfland is Mensenwerk, n.a.v. veldverkenningen en historisch onderzoek door Epko Bult, Henk Groenendaal, Jacques Moerman, Pia van Oord en Frits van Ooststroom, april 2014 Contact: [email protected]; download: www.mdmw.nl © Stichting Midden-Delfland is Mensenwerk en de auteurs, cartografie Nicoline van der Kooij, fotografie Henk Groenendaal en Frits van Ooststroom. 2 Inhoud Kaarten 1. Begrenzing studiegebied ......................................... 5 1. Studiegebied ............................................................ 4 2. Typering gebied ....................................................... 7 2. Hoogtekaart .............................................................. 6 3. Geologie .................................................................. 9 3. Geologie ................................................................... 8 4. Bewoningsgeschiedenis ......................................... 13 4. Geologie en archeologie ......................................... 12 5. Waterstaatkundige situatie ..................................... 23 5. Geologie met boerderijen in 1712 ........................... 18 6. Oude landschapselementen ..................................
    [Show full text]
  • S-Gravenhage Telefoon 070-4416611 Samenstelling/Productie Mw
    COLOFON Uitgave Provinciaal Bestuur van Zuid-Holland Postbus 90602 2509 LP 's-Gravenhage telefoon 070-4416611 Samenstelling/Productie mw. drs. J. Bookelman mw. J. Chabinath mw. I. Ender mw. drs. M. Höfkens M. van Ingen mw. drs. S.R. Jonkergouw mw. drs. M.Keereweer drs. M. Koenders mw. drs. L.A. Nizet mw. drs. M. Polman mw. drs. C. Scheffer drs. A. Schuurman ir. M. Verwey Begeleidingscommissie D. Brouwer de Koning W. de Jong drs. W.B.J. Polman ir. D. van der Veen ir. J. G. Wegner Vormgeving Facilitaire Dienst, Bureau Vormgeving Druk Rooduyn vorm & druk 's-Gravenhage, november 1995 A. HISTORISCH-GEOGRAFISCHE BESCHRIJVING A. Schuurman mei 1993 B. STEDEBOUWKUNDIGE TYPOLOGIE M. Polman M. Keereweer december 1993 C. GEBIEDEN MET BIJZONDERE WAARDEN M. Polman M. Keereweer december 1993 D. INVENTARISATIE M. Keereweer M. Polman C. Scheffer 1993 -1- INHOUDSOPGAVE A. HISTORISCH-GEOGRAFISCHE BESCHRIJVING 1. INLEIDING 2. ONTWIKKELINGEN TOT CIRCA 1800 3. FYSISCHE GESTELDHEID 3.1. Bodem en reliëf 3.2. Afwatering 4. LANDSCHAPSSTRUCTUUR EN GRONDGEBRUIK 4.1. Ontginningen en agrarisch grondgebruik 4.2. Niet-agrarisch grondgebruik 4.3. Visuele karakteristiek 5. INFRASTRUCTUUR 5.1. Landwegen 5.2. Wateren 5.3 Dijken en kaden 5.4. Spoor- en tramwegen 5.5. Militaire infrastructuur 5.6. Nutsvoorzieningen 6. NEDERZETTINGEN 6.1 . Algemeen 6.2 De stad Delft 6.2.1. Functionele ontwikkelingen 6.2.1.1. Handel, markt en opslag 6.2.1.2. Nijverheid en industrie 6.2.1.3. Dienstensector en overheid 6.2.1.4. Ontwikkelingen na de Tweede Wereldoorlog 6.2.2. Stedebouwkundige ontwikkelingen 6.2.2.1.
    [Show full text]
  • Inventaris Archieven Akkerdijksche Polder 1616-1976 (1978)
    Inventaris Archieven Akkerdijksche polder 1616-1976 (1978) door J.D. van Tuyl Hoogheemraadschap van Delfland Delft, 1994 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding .................................................................................................................................. 4 1.1. Geschiedenis ...................................................................................................................... 4 1.1.1. Ontstaan als polder ....................................................................................................... 4 1.1.2. Bestuursinrichting tot 1858 ............................................................................................ 5 1.1.2.1. Burgerlijk-juridisch bestuur ...................................................................................... 5 1.1.2.2. Waterstaatsbestuur ................................................................................................. 6 1.1.3. Bestuursinrichting vanaf 1858 ........................................................................................ 7 1.1.4. Waterkeringen en wegen ............................................................................................... 8 1.1.4.1. Schiekade en Rotterdamseweg ................................................................................. 8 1.1.4.2. Zwethkade ............................................................................................................. 9 1.1.4.3. Akkerdijkseweg....................................................................................................
    [Show full text]
  • JAARBOEK Ontplooit De Historische Vereniging Delfia Batavorum, Opgericht in 1935, Verschillende Activiteiten
    Historische Vereniging Delfia Batavorum - Delft Activiteiten Om de belangstelling voor de geschiedenis van Delft te vergroten en te stimuleren JAARBOEK ontplooit de Historische Vereniging Delfia Batavorum, opgericht in 1935, verschillende activiteiten. De vereniging brengt een jaarboek uit met vaste rubrieken en historische artikelen. De leden ontvangen het jaarboek zonder extra kosten. DELFIA De vereniging kent de Delfia Batavorumprijs (de J.W. Blokpenning) toe aan een persoon of instelling die zich bijzonder verdienstelijk heeft gemaakt voor het bevorderen van de kennis van de geschiedenis van Delft. BATAVORUM Het Delfia Batavorumfonds subsidieert projecten, zoals onderzoeken en historische Delfia publicaties die betrekking hebben op Delft. Batavorum De vereniging reikt jaarlijks de Le Comteprijs uit voor een verfraaiing van het Delftse stadsbeeld. De Commissie Behoud Stadsschoon waakt voor het behoud en het herstel van cultureel erfgoed in Delft. Gemiddeld zes keer per jaar verzorgt de vereniging een lezing over veelal specifiek Delftse thema’s. Jaarlijks reikt de vereniging prijzen uit aan de leerlingen van het voortgezet onderwijs met de hoogste score voor hun eindexamen geschiedenis (mits het een 8 of meer is). De vereniging houdt leden op de hoogte van deze activiteiten door middel van het Cultuur Historische Bulletin Delf en een nieuwsbrief. De vereniging heeft een website: http://www.delfia-batavorum.nl. Lid worden 21 U kunt het werk van de Historische Vereniging Delfia Batavorum steunen door lid te 20 worden. U levert daarmee een bijdrage aan het behoud van het historische erfgoed in jaarboek Delft. Bovendien kunt U dan deelnemen aan de activiteiten van de vereniging. 11 Aanmelden kan bij het secretariaat: 21 2011 Delfia Batavorum, Kanaalweg 10, 2628 EC Delft, e-mail [email protected].
    [Show full text]
  • RAPPORT Natuurtoets Warmtelinq
    RAPPORT Natuurtoets WarmtelinQ Warmtetransportleiding Vlaardingen - Den Haag herziene versie Klant: LdM C.V. Documentnummer LdM LdM-T-409-RP-001 Referentie: BG3953WATRP2004011719 Status: Definitief/P4.0 Datum: 11-5-2020 Projectgerelateerd HASKONINGDHV NEDERLAND B.V. Laan 1914 no.35 3818 EX AMERSFOORT Water Trade register number: 56515154 +31 88 348 20 00 T +31 33 463 36 52 F [email protected] E royalhaskoningdhv.com W Titel document: Natuurtoets WarmtelinQ Ondertitel: Natuurtoets WarmtelinQ Referentie: BG3953WATRP2004011719 Documentnummer LdM LdM-T-409-RP-002 Status: P4.0/Definitief Datum: 11-5-2020 Projectnaam: Natuurtoets WarmtelinQ Projectnummer: BG3953 Auteur(s): Jobert Rijsdijk & Arend de Wilde Opgesteld door: Jobert Rijsdijk & Arend de Wilde Classificatie Projectgerelateerd Disclaimer Niets uit deze specificaties/drukwerk mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van HaskoningDHV Nederland B.V.; noch mogen zij zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor andere doeleinden dan waarvoor zij zijn vervaardigd. HaskoningDHV Nederland B.V. aanvaardt geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor deze specificaties/drukwerk ten opzichte van anderen dan de personen door wie zij in opdracht is gegeven en zoals deze zijn vastgesteld in het kader van deze Opdracht. Het geïntegreerde QHSE-managementsysteem van HaskoningDHV Nederland B.V. is gecertificeerd volgens ISO 9001:2015, ISO 14001:2015 en
    [Show full text]
  • Onderzoeksplan Damwanden Dorp De Zweth Document Nr
    Onderzoeksplan Damwanden dorp de Zweth Document Nr.: 1218-0085-000 Versie: 1.0 Datum: 22 februari 2019 ONDERZOEKSPLAN DAMWANDEN DORP DE ZWETH Opdrachtgever Hoogheemraadschap van Delfland Postbus 3061 2601 DB DELFT Opdrachtnemer Fugro NL Land B.V. Zekeringstraat 41A, Amsterdam Postbus 63 2260 AB Leidschendam T 020 651 0800 Projectleider Ing. J.J. de Boo Projectleider Civiel T *06-38076368 Versiebeheer 1.0 Initiële versie JBO JBO JBO 22-02-2019 Rev Omschrijving Opgesteld Gecontroleerd Goedgekeurd Datum Inhoud 1. TOELICHTING 2 1.1 Inleiding 2 1.2 Gehanteerde documenten 2 2. PROJECTOMSCHRIJVING 3 3. BENODIGDE ONDERZOEKEN 4 3.1 Algemeen 4 3.2 Benodigde onderzoeken 4 3.3 Aanvullende onderzoeken 4 1. TOELICHTING 1.1 Inleiding Op 16 november 2018 ontving de combinatie Kragten/Fugro van het Hoogheemraadschap Delfland te Delft de opdracht voor het project Damwand Dorp de Zweth (referentienummer 7002016). Deze opdracht betreft het voorbereiden en opstellen van een ontwerp van de stalen damwand als vervangende waterkering en het opstellen van een contract voor de uitvoering. Dit is een nadere opdracht binnen het Raamcontract Integrale Technische Adviesdiensten (ITA) 2016. In deze rapportage is het onderzoeksplan beschreven om te komen tot het aanbrengen van de damwand. Dit rapport bevat: ■ een korte projectomschrijving (hoofdstuk 2); ■ een overzicht van de uit te voeren onderzoeken (hoofdstuk 3). 1.2 Gehanteerde documenten De volgende project specifieke documenten zijn gehanteerd: [HHD 2016] Startdocument Planvorming onderhoud Weg op Kade in Dorp De Zweth, Hoogheemraadschap van Delfland, 1 november 2016. [HHD 2018] Damwand Dorp de Zweth, Nadere offerte-uitvraag Raamovereenkomst Integrale Technische Adviesdiensten 2016, projectnummer 702016, Hoogheemraadschap van Delfland, 5 september 2018.
    [Show full text]
  • From Futurama to Cittaslow
    MSC LANDSCAPE ARCHITECTURE AND PLANNING, SPATIAL PLANNING FROM FUTURAMA TO CITTASLOW Slowing Down in a Fast World Irina - Alexandra Panait MSc Thesis | Irina-Alexandra Panait 1 Master Thesis FROM FUTURAMA TO CITTASLOW: Slowing Down in a Fast World Student: Irina-Alexandra Panait MSc Landscape Architecture and Planning Spatial Planning Wageningen University, Netherlands Registration number: 870518640030 [email protected] Supervisor: Dr. Claudia Basta Land Use Planning Group Wageningen University, Netherlands [email protected] 2 FROM FUTURAMA TO CITTASLOW Acknowledgement This document represents the final report of my MSc Thesis, carried out as a compulsory component of the MSc landscape Architecture and Planning, specialization Spatial Planning, at the Wageningen University and Research Centre, The Netherlands. First of all, I would like to thank my supervisor at Wageningen University, Dr. Claudia Basta, for her patience, constructive and motivating feedback, helpful criticism and confidence. Secondly, a special thanks to Mr Arnoud Rodenburg, mayor of Midden- Delfland, for the kindness of providing me with valuable information on the current issues of slow cities and the municipality of Midden-Delfland. Last but not least, I would like to thank my family and loved ones, for supporting me through my hardest times and always believing in me. Irina-Alexandra Panait MSc Thesis | Irina-Alexandra Panait 3 Abstract Ever since the beginning of the 20th century, modern society came to be promoting sustainable development and environmental conservation, defined by speed as the ultimate form of progress. We are now living in a Cittaslow movement encourages societies to embrace a new, slow-paced globalized world, in which people and places are facing changes on an way of life and provides incentives to food production using natural and unprecedented scale, and at extraordinary rate.
    [Show full text]
  • Voortgangsrapportage Van De Integrale Ontwikkeling Tussen Delft En Schiedam (IODS)
    Voortgangsrapportage van De Integrale Ontwikkeling tussen Delft en Schiedam (IODS) Stand van zaken van het IODS-programma, november 2015 Opgesteld door de provincie Zuid-Holland op basis van input vanuit de projectverantwoordelijken 1 Inhoud 1. Inleiding ........................................................................................................................................... 3 2. Communicatie ................................................................................................................................. 3 3. Uitwerking kwaliteitsprojecten ....................................................................................................... 6 Project 1: Groenblauw Lint .................................................................................................................. 6 1. Nieuwe natuur (100 ha) .......................................................................................................... 6 2. Weidevogelpact ....................................................................................................................... 7 3. Ecopassages ............................................................................................................................. 9 Project 2: Saneren verspreid liggende glastuinbouw ........................................................................ 11 Project 3: Recreatieve Routestructuur .............................................................................................. 12 Project 4: Groen ondernemen .........................................................................................................
    [Show full text]
  • Gebiedsprofiel Midden Delfland COLOFON
    Gebiedsprofiel Midden Delfland COLOFON OPGESTELD DooR Bosch Slabbers Landschapsarchitecten; ir. Stijn Koole ir. Koen Bakker OPDRACHTGEVER Provincie Zuid-Holland DATUM maart 2012 VooR VRAGEN: [email protected] GEBIEDSPROFIEL MIDDEN-DELFLAND maart 2012 In opdracht van: • 4 • BOSCH SLABBERS 0 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING 07 2 KWALITEITSKAART 13 3 HISTORIE 17 4 GEBIEDSProfIEL KAARTEN 23 Herkenbaar waterrijk veen(weide) 25 Droogmakerij als herkenbare eenheid 35 Onderscheidend rivierengebied 39 Weg door stad en land 43 Doorsnijdend spoor, verdichte stationsomgeving 49 Water als structuurdrager 55 Kwaliteit in stads- en dorpsgebied 65 Kwaliteit van de stads- en dorpsrand 71 Linten blijven linten 79 Werkgebieden met karakter 89 Gevarieerd en verbindend vrijetijdslandschap 95 Identiteitsdragers van Zuid-Holland 105 Rust en stilte 113 A BIJLAGE: BRONNENLIJST 117 GEBIEDSPROFIEL MIDDEN-DELFLAND • 5 • INLEIDING INLEIDING 1 De provincie Zuid-Holland wil werk maken van de ruimtelijke kwaliteit in de ruimtelijke ordening. Met het opnemen van de kwaliteitskaart in de Provinciale Structuurvisie is hiertoe een eerste aanzet gedaan. Als uitwerking van deze kwali- teitskaart worden de komende jaren 16 gebiedsprofielen opgesteld. Dit betreft uitwerkingen van de kwaliteitskaart voor 16 specifieke gebieden. Voor u ligt het eerste profiel in deze reeks: Gebieds- profiel Midden-Delfland. Dit gebiedsprofiel omvat een beschrijving van karakteristieken (wat speelt er), uitgangspunten (waar willen we heen), kwaliteiten (wat is waardevol) en ambitie (hoe bereiken we de uitgangspunten) van het open agrarisch landschap van Midden-Delfland. Het biedt partijen handvatten om ontwikkelingen te initiëren zodanig dat kwaliteiten behouden blijven en waar mogelijk worden versterkt. Om de lokale expertise optimaal te benut- ten en het draagvlak te borgen is dit ge- biedsprofiel samen met overheidspartijen uit de regio opgesteld.
    [Show full text]
  • A4 Haaglanden-N14 Leidt Tot Beperkte Verslechteringen En Beperkte Verbeteringen Van Verschillende Aspecten
    A4 Haaglanden – N14 Deelrapport Ruimtelijke kwaliteit, Landschap, Cultuurhistorie t.b.v. (O)TB/MER A4 Haaglanden – N14 Deelrapport Ruimtelijke kwaliteit, Landschap, Cultuurhistorie t.b.v. MER en (O)TB Zaaknummer 31137311 Opdrachtgever: Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid 1 A4 Haaglanden – N14 Deelrapport Ruimtelijke kwaliteit, Landschap, Cultuurhistorie t.b.v. (O)TB/MER Samenvatting Het voorliggende rapport betreft het deelrapport Ruimtelijke kwaliteit, Landschap en Cultuurhistorie ten behoeve van het MER en (O)TB A4 Haaglanden – N14. Deze rapportage beschouwt voor deze thema’s de optredende effecten en geeft aan in hoeverre mitigerende en/ of compenserende maatregelen nodig zijn. Er is onderzocht wat de impact van de voorgenomen activiteit is ten opzichte van de referentiesituatie. Voor het thema ruimtelijke kwaliteit zijn de aspecten gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde onderzocht. Landschap is onderzocht aan de hand van de aspecten punten, lijnen en vlakken. Cultuurhistorie is beschouwd aan de hand van de aspecten historische geografie en historische stedenbouwkunde. Alle aspecten zijn kwalitatief beschouwd door middel van expert judgement. Het effectonderzoek brengt daarmee in beeld in hoeverre het project A4-N14 een bijdrage leveren aan de verbetering of juist aantasting van deze aspecten van de weg en zijn omgeving. Kort wordt ingegaan op het beleidskader. De belangrijkste stukken op het gebied van ruimtelijke kwaliteit en landschap worden aangehaald. Hier is geen wettelijk kader voor maar het beleid geeft richting aan de voorgenomen activiteit. Voor cultuurhistorie is er wel een wettelijk kader. Relevante zaken uit de monumentenwet en erfgoedwet worden beschreven. Op basis van het beleid en bijeenkomsten met omgevingspartijen is inzicht gekregen in ruimtelijke visies op het projectgebied.
    [Show full text]