Kerngebied natte natuur De Vlietlanden worden ontwikkeld tot een kerngebied natte natuur, leefgebied voor de kleine karekiet,Noordse woelmuis en orchis.

Zoekgebied ecologische verbinding Groen-Blauwe Slinger Midden-Delfl and maakt deel uit van de Groenblauwe slinger. Deze verbindt de open weilanden rond Stompwijk via het gebied van Oude Leede en het gebied van Midden-Delfl and met de Nieuwe Waterweg. Binnen Midden-Delfl and vormt de verbinding tussen de Ackerdijkse Plassen en de Vlietlanden de zwakste schakel. Met het ontwikkelen van natte, extensief beheerde graslanden worden de Ackerdijkse plassen en Vlietlanden ecologisch sterker met elkaar verbonden.

Natuurkerngebied Broekpolder Het bos- en recreatiegebied Broekpolder bij ligt aanzienlijk hoger dan zijn omgeving. Binnen dit gebied is ruimte voor de ontwikkeling van een natuurkerngebied, als aanvulling op de talrijke natte milieus elders in Midden-Delfl and. Broekpolder

70 - MIDDEN-DELFLAND® 2025 De droge en natte randen van Midden-Delfl and Droge randen Bij Vlaardingen (Broekpolder), Schiedam (Kethel / Kandelaar) en in de Abtspolder ligt, in de overgang naar de stad, een aantal hoger gelegen, intensief ingerichte groengebieden. Hier is ruimte voor intensieve, droge vormen van recreatie. Daarbij kan worden gedacht aan struinbossen, speelbossen en golf, maar ook aan het organiseren van festivals en evenementen voor de regio. De hogere ligging en de draagkracht van de bodem maakt deze gebieden geschikt voor paardenactiviteiten.

Natte randen, beslot en Bij Vlaardingen, Schiedam en worden op de overgang naar de stad in de huidige recreatiegebieden ‘natte randen’ ontwikkeld. Deze randen worden gezoneerd opgebouwd, met waar wenselijk meer opgaande beplanting tegen de rand van de stad. Dit gaat over in meer open vegetaties op de rand van het land, om de weidevogels zo min mogelijk te verstoren. Binnen deze randen is naast opgaande beplanting ook ruimte voor water, moeras en open graslanden. Extensieve recreatie wordt gecombineerd met natuurontwikkeling en daar waar een kwantitatieve wateropgave ligt, met waterberging. Om de zichtlijnen naar het kerngebied open te houden, wordt de opgaande beplanting op enkele punten onderbroken.

Natte randen, open Op de overgang naar het Westland ontwikkelen we een waterrijke natuurrand. Hier wordt waterberging gecombineerd met de ontwikkeling van een kleinschalige afwisseling van rietlanden en graslandvegetatie. Hierdoor ontstaat een overgang van open polder naar glastuinbouwgebied. Het glastuinbouwgebied zal niet aan het zicht worden onttrokken, maar ruimtelijk minder dominant zichtbaar worden gemaakt.

Kamerschermen Rond de Woudsepolder wordt met smalle, hoogopgaande beplanting een effectieve ruimtelijke afzoming van het open landbouwgebied gerealiseerd. Deze wordt ontwikkeld op een 20 meter brede kade, aan weerszijde begeleid door een 6 meter brede sloot. Over deze kade voert een eenvoudig wandelpad, afwisselend door de bossingel en op de overgang naar de polder. Deze sloten dragen ook bij aan een uitbreiding van de waterberging.

Parel ’t Woudt Rondom ’t Woudt worden extra eisen gesteld aan behoud van de openheid en aan de beeldkwaliteit (van fietspad tot schuur) opdat ’t Woudt zich kan tonen als een parel in een open, agrarische setting.

ATLAS LANDSCHAPONTWIKKELINGSPERSPECTIEF MIDDEN-DELFLAND® 2025 - 71 Groene lopers, poorten en entrees Aantrekkelijke en sociaal veilige routes koppelen de steden met het land. Groen-blauwe lopers zetten zich vanuit het centrum van de stad voort tot ver in het landelijk gebied. Omgekeerd reiken zij vanuit het hart van het land tot diep in het stedelijk weefsel. Stad en land leggen als het ware hun groen-blauwe loper naar elkaar uit. Gekoppeld aan deze groen-blauwe lopers (ook wel groene vingers genoemd) worden poorten en ‘entrees tot het land’ ontwikkeld. Deze overgangen van stad naar land zijn goed ontsloten (per fi ets, OV en/of auto) en voorzien van voorzieningen met gebiedsinformatie en herkenbare routes naar het landelijke gebied. Afhankelijk van de locatie zijn er mogelijkheden voor aanvullende voorzieningen die passen bij het karakter van de omgeving: hoogwaardige parkeervoorzieningen overstappunten openbaar vervoer en fi ets, fi etsverhuur, verkoop van streekproducten en in een enkel geval horeca. Elke poort en entree krijgt, rekening houdend met een aantal uniforme uitgangspunten, een eigen karakter, afhankelijk van de stad, de plek en aanwezige voorzieningen.

De Gaag

72 - MIDDEN-DELFLAND® 2025 Gaag als recreatieve ruggengraat De Gaag is een route voor lokaal verkeer die echter gedurende grote delen van de dag veel door (boven)regionaal verkeer wordt gebruikt. Dit sluipverkeer leidt tot een verkeersintensiteit die uit het oogpunt van veiligheid niet acceptabel is. In het verleden is de wegbreedte herhaaldelijk aan de verkeersintensiteit aangepast. Het wegprofi el is hierdoor niet in overeenstemming met de historische kwaliteit en waarde van dit lint. Een verdere verbreding is geen optie, de rek is er letterlijk uit. De oplossing wordt gezocht in de omgekeerde weg: het omliggende wegennet wordt beter geschikt gemaakt voor de opvang van het regionale verkeer en de Gaag wordt weer ingericht als een weg voor lokaal verkeer. Dit betekent dat de Gaag wordt teruggebracht tot een smalle (klinker)straat met beplanting. Bovenlokaal verkeer herkent aan het wegprofi el dat op de Gaag geen tijdwinst valt te behalen.

Door deze herprofi lering herkrijgt de Gaag de ruimte zich te ontwikkelen tot recreatieve ruggengraat van het Midden-Delfl andgebied. Aan de Gaag zijn nu al toeristische trekkers als Op Hodenpijl en de Lickebaertshoeve te vinden. Gekoppeld aan deze recreatieve ruggengraat wordt ingezet op een uitbreiding van de verkoop van streekproducten en agrarische dienstverlening, waardoor het lint van de Gaag zich daadwerkelijk als een ‘streekboulevard’ kan manifesteren. Deze trekkers kunnen worden voorzien van aanlegplaatsen, zodat deze voorzieningen ook over het water zijn te bereiken.

Veranda aan de Nieuwe Waterweg Midden-Delfl and is een landschap aan de rivier. Teneinde de relatie met de rivier nieuwe kracht bij te zetten wordt aan de Nieuwe Waterweg een ‘veranda’ ontwikkeld. Een plek waar je van een royaal uitzicht over de Nieuwe Waterweg kan genieten en je tegelijkertijd verbonden weet met het eeuwenoude cultuurlandschap in de rug. Hier ervaar je de historische relatie tussen Midden-Delfland en de rivier. Deze veranda is met vaarroutes over de boezem en met fi ets- en wandelpaden gekoppeld aan het open weideland aan gene zijde van de A20.

Aan de ‘Veranda aan de Nieuwe Waterweg’ wordt een aanlegsteiger ontwikkeld voor de waterbus, die vanuit het centrum van via Vlaardingen en naar Hoek van Holland vaart.

Vismigratie Het waterpeil in de polders wordt beheerst met stuwen en gemalen. Voor vissen zijn deze stuwen en gemalen vaak onneembare barrières. Om vissen van buiten Midden-Delfl and, maar ook binnen Midden-Delfl and te laten migreren worden voorzieningen getroffen. Hierbij kan de vis vanuit het buitenwater naar de polders migreren en omgekeerd. Ten behoeve van de migratie van de paling en driedoornige stekelbaars worden in de Nieuwe Waterweg een zestal visinlaatplekken ontwikkeld. Ook relevante gemalen worden voorzien van voorzieningen voor de vismigratie.

ATLAS LANDSCHAPONTWIKKELINGSPERSPECTIEF MIDDEN-DELFLAND® 2025 - 73 Bijzondere openbare functies op historische gronden In de Groeneveldse Polder en in de Dorppolder hebben tot in de twintigste eeuw buitenplaatsen gelegen. Deze historische locaties kunnen worden ontwikkeld voor bijzondere openbare functies in de vorm van een landgoed.

Oost-westrelaties Midden-Delfl and wordt op een aantal plaatsen van noord naar zuid door infrastructuur (A4, A20, spoor, Schiekanaal) doorkruist. Hierdoor zijn voor mens en dier barrières in de oost-west relaties ontstaan. Op een aantal plaatsen worden de barrières voor mens en dier opgeheven door de aanleg van onder- en overdoorgangen.

Panorama’s Vanaf de randen van de hooggelegen recreatiegebieden bij Vlaardingen (Broekpolder) en Schiedam (Woudhoek, Sveaparken, Kethel / Kandelaar) geniet je van een welhaast on- Nederlands panorama over de lager gelegen weilanden. Vanaf dit hoger gelegen standpunt zie je tot ver in het open landschap. Deze panoramapunten worden verder ontwikkeld.

74 - MIDDEN-DELFLAND® 2025 Rode ontwikkelingen/ Nieuwe economische activiteiten Voor stedelijke ontwikkelingen is slechts ruimte voorzover zij reeds zijn vastgesteld. Bij het vrijkomen van agrarische gebouwen willen we deze benutten om de dominantie functies van Midden-Delfland te versterken. Kleinschalige horeca, recreatie, zorg en innovatieve bedrijvigheid kunnen zich hier vestigen. Voorwaarde is dat het karakter en de schaal van de activiteiten passen bij Midden-Delfl and. Nieuwe activiteiten mogen niet leiden tot een grotere druk op ruimte.

Maaslandse dam Op het snijpunt van de Oostgaag en de Westgaag wordt het verspreidliggende glas gesaneerd en komt er een bijzonder aantrekkelijk en voor Nederland tamelijk uniek buurtschap. Hier zullen zorg, diensten, educatie, horeca en bed & breakfast, kunst, cultuur en vrijetijdsbesteding elkaar versterken. Randvoorwaarde daarbij is dat de voorzieningen aansluiten bij het agrarische karakter van het gebied en zorgvuldigheid, verantwoordelijkheid en authenticiteit uitstralen (conform de Cittaslow fi losofi e).

Niet-agrarische ondernemers in het buitengebied Voor niet-agrarische ondernemers in het buitengebied is het mogelijk om de bestaande oppervlakte van hun onderneming uit te breiden. Daarbij geldt ondermeer als voorwaarde dat er sprake is van een goede landschappelijke inpassing. Mocht er sprake zijn van een schaalsprong dan zal de ondernemer op zoek moeten gaan naar mogelijkheden voor uitplaatsing van het bedrijf richting een passende locatie. De herbestemming van de vrijkomende gronden zal plaatsvinden binnen de gedefi nieerde ontwikkelingsmogelijkheden in het Midden-Delfl andgebied.

Openbaar vervoer Vanuit de treinstations voeren herkenbare, sociaal veilige, groene routes wandelaars en fi etsers naar het Midden-Delfl andgebied. Op de overgang van stad naar land worden OV-haltes ‘Midden- Delfrand’ ontwikkeld. Deze haltes onderscheiden zich in hun logo en aanduiding. Vanuit deze haltes voeren Midden-Delfrandroutes de bezoekers het gebied in, van ‘wei-rand naar wei-land’. Bij de uitbreiding of vernieuwing van OV-verbindingen zien we toe op de landschappelijke inpassing. Uitgangspunt is dat het landschap zichtbaar blijft en de oost-west verbindingen in stand worden gehouden. Waar mogelijk streven we naar nieuwe haltes midden in het open weidegebied van Midden-Delfland. Het zal om eenvoudige haltes gaan, die uit niet meer dan een plankier bestaan.

ATLAS LANDSCHAPONTWIKKELINGSPERSPECTIEF MIDDEN-DELFLAND® 2025 - 75 Paardenactiviteiten Vanuit de aanliggende steden (‘de gebruikers’) en vanuit de agrarische bedrijven en paardenhouderijen in het Midden-Delflandgebied is er vraag naar meer ruimte voor paardenactiviteiten. De draagkracht van de bodem van het open polderlandschap legt echter beperkingen op aan een uitgebreide ontwikkeling van paardenhouderijen en van ruiter- en menpaden. De veenweide ondergrond is relatief slap en nat, waardoor paarden snel schade aan het landschap en aan paden toebrengen. Voor ontwikkelingsmogelijkheden voor paardenactiviteiten maken wij een onderscheid tussen het landbouw kerngebied en de randen van het Midden-Delfl and gebied. De laatste zijn in het bijzonder de beheergebieden van het Recreatieschap plus de Broekpolder.

Uitgangspunten landbouw kerngebied Volwaardige paardenhouderijen zijn in Midden-Delfland alleen economisch voldoende draagkrachtig wanneer het zeer grootschalige, intensieve bedrijven zijn. Dit heeft hoofdzakelijk te maken met de relatief hoge grondprijzen en de ongunstige bodemkundige situatie voor paarden in Midden-Delfl and. Dergelijke grootschalige bedrijven gaan echter niet samen met het algemene uitgangspunt “koe in de wei”. Het is de melkveehouderij in het landbouw kerngebied die ook in de toekomst de agrarische identiteit van Midden-Delfland bepaalt. Kortom, de paardensector is geen alternatief voor de melkveehouderij als hoofdpijler van het landbouw kerngebied. Er is in het landbouw kerngebied dan ook geen ruimte voor ontwikkeling van zelfstandige paardenhouderijen. Bestaande paardenhouderijen kunnen hun huidige activiteiten op basis van hun bestaande rechten blijven continueren.

Een uitzondering hierop is het in deeltijd houden van een gemaximaliseerd aantal paarden als ondergeschikte activiteit op agrarische bedrijven. Nieuwe inrichtingen van erven voor deze activiteit dienen te geschieden volgens de ontwikkelingsprincipes boerenerven langs de Gaagweg en boerenerven langs de linten elders in Midden-Delfl and.

Mocht de agrarische functie (koe in de wei) komen te vervallen (een melkveehouder stopt met zijn bedrijfsvoering) dan komt ook het recht op het houden van paarden te vervallen.

Beheer Het houden van paarden en beheer van weidevogels kan vrij goed samengaan. Goed beheer en juiste afspraken zijn hierbij noodzakelijk. Daar waar paarden als ondergeschikte activiteit op agrarische bedrijven worden gehouden, zal met de betreffende agrariër worden bekeken welk beheer de weidevogelkwaliteit kan stimuleren. Dit beheer zal echter bij voorkeur niet worden toegepast in natuurgebieden. De ‘koe in de wei’ is ook hierbij weer leidend.

76 - MIDDEN-DELFLAND® 2025 Uitgangspunten Randen Midden-Delfland Ruimte voor paarden wordt binnen het LOP voornamelijk gegeven aan gebruiksgerichte paardenactiviteiten aan de randen van het gebied. Recreatieve doelstellingen kunnen worden gerealiseerd binnen de grenzen van de beheergebieden van het Recreatieschap plus de Broekpolder. Binnen deze grenzen is er ruimte om paardenactiviteiten te ontplooien. In de praktijk zal dit voornamelijk neerkomen op het uitbreiden van bestaande maneges en pensionstallingen. De vestiging van een enkel nieuw bedrijf op een passende locatie is ook mogelijk. Voor ontwikkeling van hippische activiteiten is eventueel ruimte in de Kandelaar, mits goed ingepast in de omgeving. Een andere mogelijkheid voor dit soort activiteiten is ter hoogte van de Veranda aan de Nieuwe Waterweg, waar de grondslag beter is.

ATLAS LANDSCHAPONTWIKKELINGSPERSPECTIEF MIDDEN-DELFLAND® 2025 - 77 78 - MIDDEN-DELFLAND® 2025 Ontwikkelingsprincipes

Voor een aantal van de maatregelen uit het Landschapontwikkelings­ perspectief Midden-Delfl and® 2025 hebben wij ontwikkelingsprincipes uitgewerkt. Deze principes zijn leidend bij de toekomstige ontwikkeling van:

- de herprofi lering van de Gaagweg

- de overgang van stad naar land

- het kamerscherm op de overgang van de glastuinbouw en het

polderlandschap

- de Dorppolderweg

- de overgang van de Broekpolder

- het landlopen

- de boerenerven

ATLAS LANDSCHAPONTWIKKELINGSPERSPECTIEF MIDDEN-DELFLAND® 2025 - 79 Herprofi lering Gaagweg In de loop der jaren is de verkeersintensiteit in en rond het gebied van Midden-Delfl and aanzienlijk toegenomen. De Gaagweg heeft zich van een lokale ontsluitingsweg ontwikkeld tot een drukke verkeersader, welke in toenemende mate ook wordt gebruikt door bovenlokaal verkeer. De Gaagweg heeft zich ontpopt tot een aantrekkelijke sluiproute.

Om de toegenomen verkeersdruk te bedienen is de Gaagweg herhaaldelijk aangepast. Hierbij is een overmaats profiel ontstaan wat sterk afbreuk doet aan het authentieke karakter van dit historisch boerderijlint. Met de aangepast van de Gaagweg is de aantrekkelijkheid van deze weg als sluiproute alleen maar toegenomen. De Gaagweg wordt steeds drukker.

Inmiddels zijn er geen mogelijkheden meer de weg te verbreden. Aan de ene zijde staan de boerderijen, aan de andere zijde ligt de Gaag. De rek is er letterlijk uit.

Door de weg te versmallen herkrijgt de Gaagweg het beeld van een lokale ontsluitingsweg en herkent het bovenlokale verkeer dat het op deze weg niets te zoeken heeft. Hier is geen

Nieuwe situatie

80 - MIDDEN-DELFLAND® 2025 tijdwinst te behalen. Het bovenlokale verkeer zal weer via het omliggend regionale wegennet worden afgewikkeld.

De herprofi lering van de Gaagweg zal zodanig gebeuren dat de bereikbaarheid van de aangelegen (agrarische) bedrijven en de gewenste verkeersveiligheid is gegarandeerd. Herprofi leren zal overigens alleen aan de orde zijn als het omliggende verkeersnetwerk op orde is.

Door de Gaagweg te versmallen ontstaat er ruimte voor groene bermen, voorzien van beplanting en nieuwe lichtarmaturen die passen in de geest van het landschap. De wegbreedte is weer in balans met het totale profi el. De streekbus die over de Gaagweg rijdt krijgt een eigen kleur zodat deze goed in de stad te herkennen is als de bus naar Midden-Delfl and. De haltes aan de Gaagweg krijgen een eigen karakter. Daar waar de haltes aan de Gaag liggen, wordt een dubbele functie gezocht als aanlegsteiger en bushalte.

De weg wint met al deze aanpassingen aan ruimtelijke kwaliteit en wordt weer aantrekkelijk als route om te fietsen en te wandelen.

Bestaande situatie

ATLAS LANDSCHAPONTWIKKELINGSPERSPECTIEF MIDDEN-DELFLAND® 2025 - 81 Profiel Gaagweg bestaand

82 - MIDDEN-DELFLAND® 2025 Profiel Gaagweg nieuw

ATLAS LANDSCHAPONTWIKKELINGSPERSPECTIEF MIDDEN-DELFLAND® 2025 - 83 84 - MIDDEN-DELFLAND® 2025 Van stad naar land We willen aantrekkelijke langzame verkeersverbindingen ontwikkelen die op een logisch vormgegeven manier vanuit het hart van de stad tot diep in het landelijk gebied reiken. En omgekeerd lopen ze vanuit het centrum van Midden-Delfl and tot ver in het stedelijk weefsel door. Daarnaast willen we dat de randen van de steden en dorpen, zich meer dan thans, op het landschap oriënteren. Ook willen we dat er een evenwichtige overgangszone tussen stad en land komt. De nabijheid van de stad willen we niet altijd ontkennen. Het mag echter ook niet zo zijn dat de stad overal dominant aanwezig is.

De verbeelding laat zien hoe stad en land met zichtlijnen en doorgaande routestructuren ruimtelijk en functioneel met elkaar kunnen worden verbonden. De verbeelding laat ook zien hoe de stad zich op het land kan oriënteren en hoe aantrekkelijke overgangen kunnen worden gemaakt. Overgangen in bebouwingshoogte, maar ook overgangen in beplantingsbeeld. Van hoog opgaand geboomte via bosschages, struweel en ruigtevegetaties naar het open weiland.

ATLAS LANDSCHAPONTWIKKELINGSPERSPECTIEF MIDDEN-DELFLAND® 2025 - 85 86 - MIDDEN-DELFLAND® 2025 Kamerscherm Op de overgang van het glastuinbouwgebied naar het open polderland van de Woudsepolder komen ‘kamerschermen’. Dit kamerscherm bestaat uit een smalle kade met aan weerszijde een brede watergang. De circa 12 meter brede kade wordt ingeplant met bosplantsoen. Door dit plantsoen slingert een eenvoudig wandelpad. Hier loop je beschut tussen de opgaande beplanting met af en toe een zicht op de polder, op ‘t Woudt en op Delft. Met de watergang voorkomen we dat bezoekers, of hun honden, het land in gaan. Deze watergangen zorgen ook dat het waterbergend vermogen van de polder substantieel toeneemt. Daarnaast creëren we een waterscheiding tussen het open agrarische deel en het glastuinbouwgebied.

ATLAS LANDSCHAPONTWIKKELINGSPERSPECTIEF MIDDEN-DELFLAND® 2025 - 87 88 - MIDDEN-DELFLAND® 2025 Dorppolderweg In de Dorppolder is recent veel grootschalig glas ontwikkeld. Vanaf de Dorppolderweg ontnemen brede rietkragen het zicht op het aanliggend open polderland. Vanaf de Dorppolderweg willen we meer doorzichten de open polder in ontwikkelen, gekoppeld aan een verbreding van het water. Door de koppen van de kavels wisselend iets in te korten ontstaat meer ruimte voor water en wordt de kavelstructuur sterker herkenbaar. Met de verbreding wordt het water meer zichtbaar, neemt het waterbergend vermogen toe. Ook ontstaat er ruimte voor een rijk geschakeerd, aan water verbonden ecosysteem, van modderkruiper tot lepelaar, van driedoornige stekelbaars tot blauwborst en kan er door het gebied worden gekanood.

ATLAS LANDSCHAPONTWIKKELINGSPERSPECTIEF MIDDEN-DELFLAND® 2025 - 89 90 - MIDDEN-DELFLAND® 2025 Overgang Broekpolder Vanaf de hooggelegen Broekpolder geniet je van een welhaast on-Nederlands panorama over de polders van Midden-Delfl and. Dit zicht willen we versterken door in de overgang van hoog naar laag de hoogopgaande beplantingen te verwijderen en aan de voet van de Broekpolder de Rijskade als wandelkade te ontwikkelen. De Rijskade is een eeuwenoud landschapstructuurelement (Cruquiuskaart 1712-1750). Ook hier willen we de koppen van de kavels wisselend iets inkorten. Hiermee wordt de kavelstructuur sterker herkenbaar, ontstaat er meer ruimte voor waterberging, worden door de inrichting als weidevogelgebied deze condities versterkt en ontstaan er mogelijkheden voor de ontwikkeling van een rijk geschakeerd, aan water verbonden ecosysteem, van kleine modderkruiper tot stekelbaars en watersalamander.

ATLAS LANDSCHAPONTWIKKELINGSPERSPECTIEF MIDDEN-DELFLAND® 2025 - 91 92 - MIDDEN-DELFLAND® 2025 Landlopen We willen meer mogelijkheden bieden voor wandelen dóór de polder, zonder daarmee de kwaliteiten van Midden-Delfl and als veehouderijgebied, rustgebied en weidevogelgebied aan te tasten Dit stelt eisen aan zonering en openstelling van deze paden. We zullen de aanleg van landlooppaden in nauwe samenwerking met de eigenaren en gebruikers van de betrokken percelen bevorderen. De landlooppaden zullen uitsluitend buiten het broedseizoen toegankelijk zijn en van noodzakelijke beheermaatregelen worden voorzien. Een simpel houten plankier, dat desgewenst verwijderd kan worden, kan er bijvoorbeeld voor zorgen dat tijdens het broedseizoen het landlooppad niet toegankelijk is.

Een landlooppad kan afwisselend over een smalle kade of langs de koppen van de kavels voeren. Vanaf deze paden beleef je de openheid van de polders ‘van binnen uit’. Zeer sporadische beplanting in de vorm van hakhout kan de kade begeleiden.

ATLAS LANDSCHAPONTWIKKELINGSPERSPECTIEF MIDDEN-DELFLAND® 2025 - 93 94 - MIDDEN-DELFLAND® 2025 Ontwikkeling boerenerven langs de Gaagweg

De Gaagweg ontwikkelt zich tot de recreatieve ruggengraat van Midden-Delfland, onder de voorwaarde van behoud van de authenticiteit en doorzichten op het achterland. De agrarische ondernemers aan de Gaagweg kunnen door verbreding van de bedrijfsvoering op deze recreatieve ontwikkeling inspelen. Daarbij is het mogelijk dat de opstallen, behorende bij vrijkomende bedrijven, een recreatieve herbestemming krijgen.

Bij onderstaande beschrijving is gekozen voor een fi ctieve weergave, een situatie zoals die thans aan de Gaagweg zou kunnen voorkomen.

De ‘huidige situatie’ toont een brede Gaagweg, waaraan op wisselende onderlinge afstand boerderijen staan. De boerderijen met bijbehorende opstallen volgen de kavelrichting. Aan de Gaagweg zijn twee zittende bedrijven. Aan de overzijde van de Gaag staan nog eens twee bedrijven. Tussen de boerderijen zijn doorzichten op het achterliggend open polderlandschap aanwezig. Soms zijn deze doorzichten smal, soms zijn ze verrassend breed. Ze tonen zich als vensters op het landschap, waarbij de boerenerven de omlijsting van het venster vormen.

ATLAS LANDSCHAPONTWIKKELINGSPERSPECTIEF MIDDEN-DELFLAND® 2025 - 95 96 - MIDDEN-DELFLAND® 2025 In ‘Ontwikkeling 1’ is de Gaagweg opnieuw geprofi leerd om de toenemende druk van het sluipverkeer te keren en de ruimtelijke kwaliteit van de weg te versterken. Eén van de twee agrarische ondernemers aan de Gaagweg besluit het bedrijf te beëindigen. De grond wordt overgedragen aan de zoon of dochter die hier een nieuw bedrijf wil beginnen. Het bedrijf bestaat, zoals zoveel bedrijven in Midden-Delfl and, uit een oud woonhuis met aangebouwde oude stallen, uit oudere vrijstaande stallen en uit later toegevoegde, relatief jonge bedrijfsopstallen.

Het ‘oude’ bedrijf kan worden herontwikkeld tot een ‘Boeren Brood en Bed’, aangevuld met een kleinschalige congresruimte, onder de voorwaarde dat: - de later toegevoegde schuren worden gesaneerd en de hierbij vrijkomende grond weer als weiland bij het agrarisch gebied wordt gevoegd - de ‘bed & breakfast (B&B) faciliteiten’ na een grondige restauratie, in de oude stalcomplexen worden gesitueerd - het parkeren achter op het erf wordt gesitueerd - het verkleinde erf van een krachtige erfbeplanting wordt voorzien - de recreatieve aantrekkelijkheid van het erf wordt versterkt, bijvoorbeeld door de aanleg van een moestuin en een boomgaard.

Naast het ‘moederbedrijf’ kan zoon of dochter een nieuw bedrijf starten, onder de voorwaarde dat: - het nieuwe bedrijf zich naadloos voegt binnen de bestaande verkaveling - het nieuwe bedrijf bestaande doorzichten op het achterland niet afsluit - het nieuwe bedrijf van meet af aan van een krachtige erfbeplanting wordt voorzien - de stallen zich achter op het erf bevinden - er wordt geïnvesteerd in de ruimtelijke kwaliteit van het woonhuis en het erf, waar deze zich op de Gaagweg oriënteren.

De twee bedrijven aan de overzijde van de Gaag ontwikkelen een tweede, recreatieve tak. Beide benutten hun bereikbaarheid over het water door aan de Gaag een aanlegsteiger aan te leggen. Beide bedrijven investeren in de ruimtelijke kwaliteit van het erf. Onder voorwaarde van een versterkte erfbeplanting is er ruimte voor kleinschalige nevenactiviteiten als ‘kamperen bij de boer’ of ‘B&B’.

ATLAS LANDSCHAPONTWIKKELINGSPERSPECTIEF MIDDEN-DELFLAND® 2025 - 97 98 - MIDDEN-DELFLAND® 2025 ‘Ontwikkeling 2’ laat zien hoe deze situatie zich op termijn kan doorontwikkelen. Ook de tweede ‘oude’ agrarische ondernemer aan de Gaagweg besluit zijn bedrijf te beëindigen. Hij verkoopt zijn opstallen aan een investeerder, die hier een recreatieve activiteit ontwikkelt. Bijvoorbeeld een uitspanning met een keuken waarin uitsluitend streekeigen producten worden verwerkt. Hier eet je producten uit eigen gaard, met zicht op het open polderland.

De jonge agrarische ondernemer uit ‘ontwikkeling 1’ profiteert van deze ontwikkeling door de vrijkomende grond na aankoop bij zijn bedrijf te voegen. Hierdoor kan hij zijn bedrijf aanzienlijk vergroten. De ruimte voor uitbreiding van de stallen vindt hij achter zijn bedrijf.

Ook aan de overzijde van de Gaag besluit een van de agrarische ondernemers zijn bedrijf te beëindigen. Deze agrarische ondernemer bouwt zijn verblijfsaccommodatie uit tot ‘Gasterij aan de Gaag’. Onder de voorwaarde dat hij zijn stallen sloopt mag hij zijn recreatieve functie uitbreiden. Dit past bij het geschetste ontwikkelingsprofi el van de Gaagzone. Hij doet zijn grond over aan zijn buurman, voor wie de recreatieve ‘tweede tak’ daadwerkelijk een nevenactiviteit blijft. Ruimte voor uitbreiding van de opstallen vindt hij aan de achterzijde van zijn bedrijf.

ATLAS LANDSCHAPONTWIKKELINGSPERSPECTIEF MIDDEN-DELFLAND® 2025 - 99 100 - MIDDEN-DELFLAND® 2025 Ontwikkeling boerenerven langs de linten elders in Midden-Delfl and

De Gaagzone kan zich ontwikkelen tot recreatieve ruggengraat van Midden-Delfland. In de rest van Midden-Delfland prevaleert de agrarische ontwikkeling. Dit betekent niet dat hier geen ruimte zou zijn voor recreatieve ontwikkelingen, zeker niet wanneer deze ontwikkelingen de agrarische hoofdfunctie ondersteunen.

In dit voorbeeld wordt ingegaan op de toenemende populariteit van paardenactiviteiten. De uitwerking laat zien wat de mogelijkheden zijn om de paardenactiviteiten in de bedrijfsvoering te incorporeren. Voor het grondgebied van de gemeente Midden-Delfland geldt hierbij uiteraard als randvoorwaarde dat wordt voldaan aan het recent opgestelde paardenbeleid (gemeente Midden-Delfl and, 2009).

In de ‘huidige situatie’ liggen de boerderijen in een lint langs de weg als ‘schijnbaar losse’ clusters in het land. ‘Schijnbaar los’ omdat deze boerderijen in werkelijkheid vrij nauwkeurig de ligging van de kreekrug volgen. De ‘huidige situatie’ toont ook een incidentele paardenbak aan het lint.

ATLAS LANDSCHAPONTWIKKELINGSPERSPECTIEF MIDDEN-DELFLAND® 2025 - 101 102 - MIDDEN-DELFLAND® 2025 ‘Ontwikkeling 1’ laat zien hoe een agrarische ondernemer zijn boerderij op de kreekrug sterk uitbreidt, waarbij hij de kreekrug volgt. Gekoppeld aan deze uitbreiding versterkt hij de erfbeplanting en herstelt hij de oprijlaan. Een andere agrarische ondernemer aan het lint behoudt de landbouw als hoofdfunctie, maar ontwikkelt daarbij een neventak op het gebied van paardenactiviteiten. Hij mag daartoe uitbreiden, onder de voorwaarde dat hij alle paardenfuncties op zijn erf integreert en de inrichting van het erf versterkt.

ATLAS LANDSCHAPONTWIKKELINGSPERSPECTIEF MIDDEN-DELFLAND® 2025 - 103 104 - MIDDEN-DELFLAND® 2025 ‘Ontwikkeling 2’ laat zien hoe ook een tweede agrarische ondernemer aan het lint een neventak op het gebied van de paardensport ontwikkelt. Aan de overzijde van het lint besluit één van de bedrijven zijn agrarische activiteiten te beëindigen. Onder de voorwaarde dat hij de opstallen saneert, mag deze ondernemer zich toeleggen op een recreatieve ontwikkeling. Bijvoorbeeld een streekrestaurant. Het naastgelegen bedrijf neemt de gronden over om zo de door hem gewenste schaalvergroting te realiseren. De nieuwe schuren worden wederom op de kreekrug gebouwd.

ATLAS LANDSCHAPONTWIKKELINGSPERSPECTIEF MIDDEN-DELFLAND® 2025 - 105 106 - MIDDEN-DELFLAND® 2025 Netwerkstructuren

Midden-Delfl and biedt de stedeling rust, ruimte, een authentiek landschap en natuur. De waarde van Midden-Delfland neemt voor de stedelingen toe naarmate het gebied beter is ontsloten. Per openbaar vervoer, over het water, met comfortabele, sociaal veilige fi ets- en wandelpaden en met ruiterpaarden.

Hierna geven wij aan welke ontbrekende schakels wij aan de diverse netwerken willen toevoegen om de relatie stad - land te versterken.

De betekenis van Midden-Delfl and voor de natuur neemt toe naarmate het gebied beter is ingebed in de ecologische structuren. Ook daartoe nemen wij maatregelen.

ATLAS LANDSCHAPONTWIKKELINGSPERSPECTIEF MIDDEN-DELFLAND® 2025 - 107

Het ecologisch netwerk

Landschapp elijk ec ologisch net werk Bij de versterking van de ecologische kwaliteit wordt een onderscheid gemaakt tussen boezem en polder. Op boezemniveau zullen, op basis van de Europese Kaderrichtlijn Water, ecologische verbindingen en duurzame natuurvriendelijke oevers zoveel als mogelijk langs watergangen worden gefaciliteerd. Dit is overigens in het landelijke gebied eenvoudiger te realiseren dan in de steden.

Om migratie van moerassoorten te stimuleren, is een ecologische moerasverbinding tussen de Ackerdijkse plassen en de Vlietlanden wenselijk. Deze verbinding komt aan de zuidrand van het gebied, binnen de bestaande contouren van het recreatiegebied. De aansluitingen van de polder en boezem op de Vlaardingervaart en bij de worden aangepast om een optimale overgang te creëren.

Voor kleine doelsoorten komt via de Slinksloot een nieuwe ecologische aquatische verbinding tussen de Ackerdijkse plassen en de Vlietlanden.

In het kader van IODS wordt 100 hectare natuur toegevoegd aan het Midden-Delfl andgebied. Deze natuur wordt ingericht ter versterking van weidevogels en is in het zoekgebied van de Groen Blauwe Slinger gepland. Potentiële gebieden liggen in de Holierhoekse en Zouteveensepolder, aan de Rotterdamseweg en in de Noord-Kethelpolder.

De ecologische verbindingszone tussen de Dijkpolder en de Oranjepolder wordt versterkt.

Ter bevordering van de weidevogelkwaliteit zullen in het ‘kerngebied weidevogels’ geen mogelijkheden zijn voor opgaande beplanting. Het maaibeheer zal zoveel mogelijk in de vorm van mozaïekbeheer worden gestimuleerd. Rond de Slinksloot krijgt het mozaïekbeheer een vast patroon voor de ontwikkeling van een aaneengesloten gebied.

Stedelijk ec ologisch net werk Daar waar we stad-land verbindingen versterken, leiden we het land de stad in. Deze groene en blauwe vingers vormen binnen het stedelijk weefsel een ecologisch netwerk. Dit netwerk verbindt de recreatiegebieden aan de randen van de stad met de groengebieden (parken, groenstroken, etc.) in de stad. Bestaande groenstructuren als bermen, parken en sloten kunnen worden gebruikt om een robuust ecologisch netwerk te creëren.

ATLAS LANDSCHAPONTWIKKELINGSPERSPECTIEF MIDDEN-DELFLAND® 2025 - 109

Openbaar vervoer netwerk

Vanuit Den Haag en Delft is het mogelijk om met tramlijn 1 en 19 tot aan de rand van het Midden-Delfl andgebied te komen. Dit is echter weinig bekend. In plaats van deze gebieden als eindhaltes te zien, worden zij beginhaltes van het Midden-Delfl andgebied. Deze haltes worden gemarkeerd als een Midden-Delfrand halte, met herkenbare routes naar het gebied.

Bij de vernieuwing van station Delft Zuid zal dit station de functie van Midden-Delfl andrand poort krijgen.

Op de spoorverbinding Den Haag – Rotterdam wordt bij Schiedam een nieuwe halte Midden- Delfrand gerealiseerd. Dit station wordt als poort naar het Midden-Delfl andgebied ingezet bij de versterking van de bereikbaarheid.

Van Delft naar Rotterdam komt direct langs de A13 een nieuwe HOV-lijn met een ‘halte Midden-Delfland’ in de vorm van een plankier ter hoogte van de Berkelse Zweth. Vanaf deze halte is het mogelijk door het Midden-Delflandgebied te wandelen en te fi etsen naar de Veranda aan de Nieuwe Waterweg en richting de Ackerdijkse plassen en Oude Leede. Verdichtende ontwikkelingen zijn hier uitgesloten.

Wanneer de Hoekse lijn wordt omgezet in een Light Raillijn, gekoppeld aan het Rotterdamse metronet, ontstaan er mogelijkheden voor een ‘halte wei’ tussen Vlaardingen en Maassluis. Een halte in de vorm van een ‘plankier’ in het open landschap die bezoekers vanuit Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen en Maassluis direct naar het hart van het gebied brengt. Verdichtende ontwikkelingen worden hier uitgesloten.

De HOV-halte station Maassluis Noord zal worden gebruikt om de toegang naar het Midden- Delflandgebied te versterken. Onder andere door de ontwikkeling van verschillende diensten.

2009 2025

ATLAS LANDSCHAPONTWIKKELINGSPERSPECTIEF MIDDEN-DELFLAND® 2025 - 111

Fiets- en wandelnetwerk

De versterking van de verbinding tussen de steden en het Midden-Delfl andgebied vindt vooral plaats door uitbreiding en verbetering van de fi ets- en wandelroutes op de overgangsgebieden tussen stad en land. Via aantrekkelijke en sociaal veilige routes door en langs de groene en blauwe vingers is het mogelijk om vanuit de steden aansluiting te vinden op de wandel- en fietspaden in het Midden-Delfl andgebied.

De oost-west verbindingen tussen de steden en het Midden-Delfl andgebied worden versterkt, onder andere door het invullen van ontbrekende schakels. Barrières in het wandel- en fi etsnetwerk als gevolg van grote infrastructurele verbindingen worden opgeheven.

ATLAS LANDSCHAPONTWIKKELINGSPERSPECTIEF MIDDEN-DELFLAND® 2025 - 113

ATLAS LANDSCHAPONTWIKKELINGSPERSPECTIEF MIDDEN-DELFLAND® 2025 - 115

Waternetwerk

Schiedam, Vlaardingen, Delft en Maassluis kennen schitterende historische binnensteden die door het water met het land in verbinding staan. Ook in Midden-Delfland zijn Maasland en Schipluiden via het water verbonden met hun landelijke omgeving. Nog altijd is het water als ‘weg’ door het landschap van belang voor de beroepsvaart (Schiekanaal) en voor de recreatievaart. De hiërarchie in watergangen maakt dat zij voor verschillende vormen van gebruik geschikt zijn.

Beroepsvaart (categorie I) Het Schiekanaal is van belang voor de beroepsvaart.

Grot ere rec reatievaart (categorie II) De grotere recreatievaart in de vorm van kajuitboten en (kleine) zeilboten kan terecht op de (Delftse) Schie, op de Gaag, op de Vlaardingervaart en op de Middel- en Noord-Vliet. Voor de grotere recreatievaart wordt een nieuwe verbinding tussen de Nieuwe Waterweg en de Noord- Vliet gecreëerd, zodat er kan worden rondgevaren. Er bestaan ideeën om de Delftse Vliet via Kerstanje over de Zweth met de Nieuwe Waterweg te verbinden.

Op de lange termijn kan eventueel worden gedacht aan een nieuwe oost-westverbinding tussen de Schie en de Vlaardingerkade. Er zullen geen ontwikkelingen plaatsvinden die deze verbinding voorkomen.

Kleinere rec reatievaart (categorie III) De kleinere recreatievaart kan vanaf de Delftse Vliet via Kerstanje en Look naar de Gaag. Vanuit Schipluiden kan er vanaf de Zijde via twee routes naar het Westland worden gevaren: via de Monsterwatering en de Groeneveldse Watering en via de Lee of Lierwatering.

Door de verbinding met de Poldervaart te herstellen (aansluiting via een nieuwe sluis) wordt het weer mogelijk om tot in het hart van Schiedam te komen. De fraaie oevers maken dit tot een aantrekkelijke route. Door het gebruik van sluizen kunnen hoogteverschillen worden overwonnen en blijft het water van een hoge kwaliteit.

ATLAS LANDSCHAPONTWIKKELINGSPERSPECTIEF MIDDEN-DELFLAND® 2025 - 117 Kano en fl uist erbot en (categorie IV) Door de uitbreiding van routes en kanoverhuur komen er meer mogelijkheden om per kano en fl uisterboot het gebied te verkennen. De Poldervaart wordt beter geschikt gemaakt voor de kanovaart. De fraaie oevers maken dit tot een aantrekkelijke route. Daarnaast wordt de cultuur-historisch waardevolle sluis met de Schie hersteld. De bevaarbaarheid van de Oostgaag, Zuidgaag en de Middelwatering wordt vergroot door bij herstel, vervanging of aanleg de bruggen passeerbaar te maken. De haven van Maassluis wordt voor fl uisterboten via de Zuidgaag verbonden met de Westgaag, wat een rondje Dijkpolder mogelijk maakt. De West- en Oostgaag en de Bonervliet komen via de Middelwatering met elkaar in verbinding te staan. Voor kano’s komt een betere aansluiting van de Berkelse Zweth op de Oude Leede. Op termijn kan ook de Lookwatering in Den Hoorn bereikbaar worden gemaakt.

Jachthavens In het Midden-Delfl andgebied zijn mogelijkheden voor nieuwe jachthavens. Bij Maassluis, in de Foppenpolder en bij Vlaardingen in de Broekpolder. Uitbreiding van bestaande havens zal plaatsvinden bij Schipluiden in de Duifpolder, bij de Porceleyne Fles in Delft en aan de Schie ten noorden van Rotterdam-Overschie.

Aanlegsteigers Om unieke punten en openbare functies langs de boezemwateren ook vanaf het water te kunnen bezoeken, komen op deze locaties mogelijkheden voor aanlegsteigers.

118 - MIDDEN-DELFLAND® 2025

M

M

M

M

M

M

M Bestaande manege

Bestaande ruiterroute

M

Ontbrekende schakel M

Nieuwe ruiterroute

Recreatieschap beheergebied; geen ontwikkelings­ ruimte voor paardenactiviteiten

Recreatieschap beheergebied; ontwikkelingsruimte voor paardenactiviteiten

Broekpolder; ontwikkelingsruimte voor paardenactiviteiten Ruiternetwerk

Aangezien we de paardenactiviteiten hoofdzakelijk aan de randzones van de steden willen laten plaatsvinden, ontwikkelen we het ruiternetwerk in deze gebieden. Daarbij zullen we eerst de bestaande routestructuren op orde brengen, vervolgens ontbrekende schakels aanvullen en daarna pas nieuwe routes ontwikkelen.

Bes taande routes tructuur Het huidige ruiternetwerk is matig van kwaliteit. Door de slechte grondslag (veen en klei) vereist het beheer en onderhoud veel aandacht en middelen. De eerste prioriteit ligt bij het verbeteren en aanpassen van de bestaande ruiterpaden. Voor de mensport zijn de huidige paden onvoldoende breed. Dit handhaven we. Dat betekent dat het gebied ook in de toekomst beperkt toegankelijk zal zijn voor de mensport.

Ontbrekende schakels Om de huidige onderdelen van de netwerkstructuur beter op elkaar te laten aansluiten, zien we ruimte voor één noord-zuid verbinding, welke de noordelijke schil bij Delft koppelt met de zuidelijke schil bij Vlaardingen / Maassluis, Schiedam. Hierdoor ontstaan mogelijkheden om langere en kortere ‘rondjes’ te rijden.

In de zuidelijke rand zien we mogelijkheden voor diverse verbindingen. Waar mogelijk kan een verbinding tussen routes ook via het stedelijk weefsel worden gerealiseerd.

De verbinding van Midden-Delfland met het gebied Ackerdijkse Plassen / Oude Leede, de gebieden westelijk en oostelijk van de A13 / Schie zullen we versterken. Hier streven we naar inrichtingsmaatregelen welke de barrièrewerking van de A13 en de Schie verminderen.

Nieuwe routes Slechts nadat de bestaande ruiterroutestructuur op orde is, zal sprake kunnen zijn van nieuwe routes. Deze zijn slechts mogelijk buiten het landbouw kerngebied op de aangegeven locaties in de gebieden van het Recreatieschap en de Broekpolder.

ATLAS LANDSCHAPONTWIKKELINGSPERSPECTIEF MIDDEN-DELFLAND® 2025 - 121