Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

Aanbod, gebruik, waardering en beleving

Stichting

Kennis en Innovatiecentrum Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

colofon

© Stichting Recreatie, november, 2005 Auteurs: Marije Veer, Ruben Abma, Rob Berkers Foto’s: Hans Breeveld, Staatsbosbeheer Kaarten: Staatsbosbeheer, Stichting Recreatie - Doede de Jong, Willem Hoffmans In opdracht van: Staatsbosbeheer regio Oost, contactpersonen Feitze Boersma, Guido Stooker Uitgever: Stichting Recreatie, Kennis- en Innovatiecentrum Raamweg 19 2596 HL Den Haag telefoon 070-427 54 54 fax 070-427 54 13 e-mail [email protected] website: www.stichtingrecreatie.nl

Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

INHOUDSOPGAVE

Samenvatting 5

1 Inleiding 9 1.1 De Oostvaardersplassen in historisch perspectief 9 1.2 Evaluatie 10 1.3 Opzet 10 1.4 Leeswijzer 12

2 Recreatieve inrichting en aanbod 13 2.1 Recreatie in de eerste jaren (tot 1996) 13 2.2 Recreatie vanaf 1996 14 2.3 Beleving en toegankelijkheid 15 2.4 Recreatieve inrichting, voorzieningen en activiteiten 17 2.5 Achtergronden 25 2.6 Toekomst en toekomstwensen 28

3 Concepten voor recreatie in begeleid-natuurlijke gebieden 31 3.1 Historie 31 3.2 Concepten Stichting Recreatie 31 3.3 De Oostvaardersplassen en de concepten 34

4 Gebruik en waardering – bestaande gegevens 37 4.1 Een algemene indruk 37 4.2 Recente gegevens 39

5 Enquête gebruik, waardering en beleving 45 5.1 Inleiding 45 5.2 Resultaten basisenquête 46 5.3 Resultaten aanvullende vragen 59

6 Natuurbeleving in de Oostvaardersplassen 71 6.1 Inleiding 71 6.2 Profiel van de geïnterviewden 72 6.3 De meerwaarde van het bijzondere karakter van het gebied 72 6.4 Recreatieve toegankelijkheid 73 6.5 De beleving van ‘natuurontwikkeling’ 75 6.6 Grote grazers 77

7 Conclusies en reflectie 79

BIJLAGE 1 De Enquete 85 BIJLAGE 2 Bronnen 92

Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum 3

Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

SAMENVATTING

In 2005 evalueert Staatsbosbeheer het beheer van de Oostvaardersplassen van de afgelopen 10 jaar. De Stichting Recreatie evalueerde daartoe de recreatiefunctie, maar geeft in het laatste hoofdstuk van de rapportage ook enkele onderwerpen in overweging. Ook komen bestaande toekomstplannen aan bod.

Dit rapport heeft betrekking op de Oostvaardersplassen mét de omliggende gebieden Oostvaardersveld, Fluitbos, Kotterbos en Hollandse Hout. Vooral de aspecten aanbod, gebruik, waardering en beleving krijgen aandacht. Methoden van onderzoek waren literatuurstudie, interviews en een enquête onder recreanten, een analyse van reacties in een ‘gastenboek’ en interviews met medewerkers van Staatsbosbeheer.

Hoofdconclusies Veel bezoekers zijn erg enthousiast over de Oostvaardersplassen. Eenderde noemt een bezoek aan het gebied een unieke belevenis, vrijwel alle andere bezoekers vinden de Oostvaardersplassen ‘gewoon’ een mooi natuurgebied. Tijdens interviews en in het gastenboek waren uitspraken als ‘indrukwekkend’ en ‘overweldigend’ geen uitzondering. Het zijn vooral de vogels, de ongereptheid/wildernis en de grote grazers die bijzonder worden gevonden. Voor bijna de helft van de respondenten speelt de bijzondere aard van het gebied een grote rol voor het bezoek.

Resultaten op een rijtje

• Waarde: De Oostvaardersplassen is een uniek en als zeer waardevol erkend natuurgebied van voor Nederlandse begrippen zeer grote omvang en uitgestrektheid. De natuur- en landschapswaarden hebben de recreant (potentieel) veel te bieden. Het gebied ligt tussen twee van de snelst groeiende steden van Nederland en aandacht van Staatsbosbeheer voor de recreatiefunctie is dan ook van groot belang (Natuur bij de Stad).

• Recreatiebeleid: Het beheer van de Oostvaardersplassen ligt maatschappelijk gevoelig. Er is veel overleg nodig tussen beheerders, ecologen, mens- en maatschappijgerichte partijen en de bestuurlijke omgeving. Dat heeft invloed op (het tempo en aard van) de ontwikkeling van de recreatieve functie. Wijzigingen in beheer en inrichting worden vooral stapsgewijs en voorzichtig doorgevoerd.

• Recreatieconcept: Een groot deel van de Oostvaardersplassen kan niet zelfstandig bezocht worden door recreanten. Toegang onder begeleiding en beleefbaarheid vanaf de randen spelen de hoofdrol. In 1997 zijn door de Stichting Recreatie drie concepten ontwikkeld voor recreatie in ‘wilde’ natuurgebieden: Kijknatuur, natuurpark en zwerfnatuur. Aan het eerste concept is door Staatsbosbeheer uitgebreid invulling gegeven. Voor het tweede concept zijn al veel inrichtingsmaatregelen uitgevoerd en/of zijn vergevorderde plannen. Aan het zwerfnatuurconcept kon, vanwege juridische aspecten, tot op heden nog weinig invulling gegeven worden.

• Zonering: De gebieden om de Oostvaardersplassen heen zijn (of worden) ingericht voor de opvang van recreanten. Vrijwel alle recreatievoorzieningen liggen daar en langs de randen van de Oostvaardersplassen. Verdere recreatieve ontwikkeling van deze gebieden is voorzien. Verder beschouwt Staatsbosbeheer de Oostvaardersplassen samen met de bossen in en om en als een totaal-concept en wil deze gebieden daarom ook als zodanig zoneren, inrichten en beheren.

Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum 5 Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

• Bezoekersprofiel: Bijna de helft van de bezoekers komt uit ; 1/3 deel komt uit West-Nederland. Het merendeel van de respondenten (87%) komt vanuit de eigen woonplaats. Soms worden voor een bezoek grote afstanden afgelegd. Het bezoek is uitgesmeerd over het gehele jaar. Het merendeel (3/4) van de bezoekers komt alleen of met zijn tweeën naar het gebied. Een vrij groot deel van de bezoekers is geïnteresseerd, betrokken en weet veel van de specifieke natuurwaarden en het gevoerde beheer.

• Bezoekintensiteit: De Oostvaardersplassen trekt jaarlijks circa 200.000 bezoekers. Het herhalingsbezoek is hoog. Een op de drie respondenten komt minimaal een keer per maand, waarvan 10% (vrijwel) wekelijks. De gemiddelde verblijfsduur bedraagt 2,5 uur: 2/3 deel van de bezoekers blijft 1-2 of 2-4 uur in het gebied.

• Bereikbaarheid: De Oostvaardersplassen is met het openbaar vervoer slecht bereikbaar. Ruim 2/3 van de bezoekers komt met de auto en ruim 1/4 met de fiets. Deze laatste groep bestaat vooral uit bezoekers van lokale herkomst.

• Openstelling: Het kerngebied van de Oostvaardersplassen is niet of slechts onder begeleiding toegankelijk. De belangrijkste redenen daarvoor zijn de begaanbaarheid, het voorkómen van verstoring van fauna en veiligheids- en aansprakelijkheidskwesties bij publieksinteractie met grote grazers. Circa 90% van de bezoekers is op de hoogte van de beperkte openstelling. Een grote meerderheid (circa 90%) staat er positief tegenover. Men heeft vooral begrip voor de argumenten of men vindt dat dit het gebied juist bijzonder maakt.

• Recreatieactiviteiten: Naast ‘van het uitzicht genieten’, zijn wandelen, fietsen en natuurstudie (‘vogels kijken’) de belangrijkste recreatieve activiteiten. Met 17 locaties bezit het gebied een relatief zeer hoog aantal observatievoorzieningen (kijkhutten, -schermen, -heuvels). Bijna 2/3 deel van de bezoekers gebruikt de uitkijkpunten. Een gelijk aandeel van de respondenten vind dat er voldoende ‘kijkgelegenheid‘ is en dat deze van voldoende kwaliteit is.

• Excursies: Elk jaar worden zo’n 300 à 350 excursies georganiseerd voor 6000 à 8000 bezoekers. De excursies zijn merendeels voor het publiek, maar ook excursies voor bestuurders, beleidsmakers en internationale relaties nemen een belangrijke plaats in.

• Informatievoorziening: Het huidige (verouderde) bezoekerscentrum trekt jaarlijks circa 25.000 bezoekers. Bijna 2/3 van de respondenten kwalificeert het als goed. Velen vinden ook dat zij voldoende en goede informatie krijgen via de informatiepanelen. Voor informatie over het gebied en de activiteiten maakt men gebruik van vele bronnen. De bezoekers betrekken de algemene informatie over het gebied vooral van vrienden/familie, uit regionale/lokale kranten of via tijdschriften. Staatsbosbeheer is hier voor slechts een klein deel een bron. Op het verkrijgen van gerichte informatie (wat, waar en wanneer) en voorlichting over het beheer is de informatievoorziening door Staatsbosbeheer (infocentrum, boswachters) wel de belangrijkste bron.

• Waardering: De bezoekers hebben een grote waardering voor het unieke karakter van het gebied. De vogelrijkdom, het natuurlijke, ongerepte, ruige karakter, de rust en weidsheid van het gebied en de grote grazers worden erg gewaardeerd. De bijzondere aard van de Oostvaardersplassen is voor ruim 2/3 van de bezoekers reden om het gebied te bezoeken. Ongeveer 25% gaf aan dat het gebied ‘gewoon in de buurt ligt’, dus de Oostvaardersplassen als uitloopgebied te beschouwen vanuit hun woonplaats.

6 Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

• Tevredenheid: Vrijwel alle kwaliteitsaspecten scoren (ruim) boven de tevredenheidsnorm (hierin zijn zowel belang als waardering meegenomen). Het hoogst scoren de bereikbaarheid, de afwisseling tussen bos en open ruimte en de veiligheid. De laagste tevredenheidscore is er voor het omgevingslawaai, het aantal andere mensen dat men tegenkomt en het aantal en de kwaliteit van de zitbanken. Belangrijke aandachtspunten voor de toekomst derhalve.

• Beheer: Het overgrote deel van de respondenten (86%) weet dat in de Oostvaardersplassen de natuur zoveel mogelijk haar eigen gang kan gaan (‘natuur op eigen benen’). Ongeveer 1/3 deel vindt de Oostvaardersplassen een unieke belevenis, die men nergens anders in Nederland kan ervaren.

• Grote grazers: De meeste bezoekers kijken positief aan tegen de aanwezigheid van grote grazers in de Oostvaardersplassen: zo’n 60% van de bezoekers geeft aan dat dit goed is voor de natuurontwikkeling, de meerwaarde voor de natuurbeleving wordt door circa 30% genoemd. Een groot deel van de respondenten zou graag tussen de grazers willen wandelen of fietsen: op eigen gelegenheid (ca 50%) of alleen onder begeleiding van een gids (30%). Bijna 80% van de geënquêteerden weet dat de grazers de ruimte krijgen om op natuurlijke wijze te leven en te sterven. Bijna 3/4 vindt het goed voor de natuur of passend dat kadavers van edelherten blijven liggen.

Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum 7 Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

8 Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

1 INLEIDING

Figuur 1.1 De Oostvaardersplassen

1.1 De Oostvaardersplassen in historisch perspectief

Toen in 1968 de Flevopolder werd drooggemalen, bleef het laagst gelegen deel in eerste instantie ongebruikt en onontgonnen. Vanwege de lage ligging, de vele voormalige zandwinputten en vanwege de bestemming als industrieterrein had ontginning ook geen haast: het pas aangelegde Lelystad moest nog groeien en Almere bestond alleen nog op papier.

Het gebied had de bestemming industriegebied, maar het was de natuur die haar kans greep. Moerasandijvie, riet en lisdodde schoten op. Meteen kwamen er ganzen en moerasvogels op af, zelfs soorten die al eeuwen in ons land waren uitgestorven. Tot verbazing van velen ontwikkelde het gebied zich binnen enkele jaren tot een – gemeten naar internationale criteria – zeer belangrijk wetland, dat op het gebied van natuurontwikkeling een voortrekkersrol vervult. Op dit moment is het gebied belangrijk voor het soortbehoud van minstens 25 vogelsoorten.

Begin jaren zeventig werden de werkzaamheden rond het gebied stopgezet om droogvallen te voorkomen. De Oostvaardersplassen zijn vervolgens een feit als wordt besloten om de 3.600 ha moeras voorlopig te handhaven. In 1975 worden voorlopige grenzen getrokken en de eerste natuurbouwmaatregelen getroffen. In 1982 viel het besluit om het oude spoorlijntracé te verleggen en 2.000 ha ‘droog’ – deels al ontgonnen – gebied toe te voegen aan de 3.600 ha moeras.

Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum 9 Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

Vanaf 1983 wordt in het gebied geëxperimenteerd met jaarrondbegrazing, eerst met Heckrunderen en later worden ook Konikpaarden en edelherten uitgezet. Geleidelijk ontwikkelde het beheer zich naar een vorm waarin steeds meer aan de natuur zelf werd overgelaten. Tot 1996 was Rijkswaterstaat de beheerder van het gebied. In 1996 is het beheer overgedragen aan Staatsbosbeheer. De Oostvaardersplassen ligt in het grondgebied van de gemeentes Lelystad en Almere. Nu, in 2005, beheert Staatsbosbeheer het gebied als ‘natuur op eigen benen’: een natuurgebied met een grote mate van zelfregulering, waar natuurlijke processen en dynamiek volop de ruimte krijgen. In 1999 ontving het gebied van de Raad van Europa de onderscheiding ‘Europees Diploma voor Natuurbeheer’. In 2004 werd dit verlengd, met de kanttekening dat de ontwikkeling van Vliegveld Lelystad een aandachtspunt vormt.

Het Oostvaardersplassengebied is met name door de vele soorten zeldzame water- en moerasvogels, de duizenden ‘grote grazers’ (runderen, paarden en edelherten) en de ongereptheid een aantrekkelijk gebied voor bezoekers. Staatsbosbeheer vindt het belangrijk dat recreanten van het gebied kunnen genieten en heeft gezocht naar een vorm van inrichting en beheer waarbij dit genieten mogelijk wordt maar waarbij tegelijkertijd de natuurwaarden worden behouden en de veiligheid van de bezoeker kan worden gewaarborgd.

1.2 Evaluatie

In 2005 evalueert Staatsbosbeheer het beheer van de Oostvaardersplassen van de afgelopen 10 jaar. Vanwege het belang dat Staatsbosbeheer hecht aan recreatie, wordt recreatie volwaardig meegenomen in deze evaluatie. Staatsbosbeheer vroeg de Stichting Recreatie, Kennis- en Innovatiecentrum, dit onderzoek uit te voeren. Het onderzoek vond plaats in de zomer van 2005.

De evaluatie is in eerste instantie bedoeld als een verantwoording naar het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Ten tweede is inzicht in waardering en natuurbeleving door recreanten voor Staatsbosbeheer expliciet interessant: de uitkomsten kunnen worden gebruikt bij het maken van toekomstplannen voor recreatie voor het beheer van de Oostvaardersplassen, dat immers bij uitstek een gebied in ontwikkeling is. Het past in het huidige recreatiebeleid van de organisatie om te zoeken naar mogelijkheden voor de Nederlandse bevolking om van de natuur in eigen land te kunnen genieten. Tot slot is Staatsbosbeheer ook geïnteresseerd in de uitkomsten in verband met een mogelijke toepassing van het beheersconcept ‘natuur op eigen benen’ in andere gebieden.

1.3 Opzet

Het onderzoek kent drie onderdelen:

1. Aanbod: Wat biedt Staatsbosbeheer de recreant in de Oostvaardersplassen? Hoe zijn eerder geformuleerde recreatieconcepten voor ‘recreatie in begeleid- natuurlijke gebieden’ in de praktijk uitgewerkt?

2. Gebruik en waardering: Wat vindt de recreant van de recreatiemogelijkheden in de Oostvaardersplassen? Welke terreinkwaliteiten worden het meest gewaardeerd? Hoe staat de bezoeker tegenover de beperkte toegankelijkheid?

3. Beleving: Voegt het ‘natuur op eigen benen’ beheer iets toe aan de (natuur)beleving van bezoekers? Hoe staat de bezoeker tegenover de spontane natuurontwikkeling en gebruikte beheersmethoden?

10 Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

Aanbod

Dit onderdeel van het onderzoek gaat in op het recreatieaanbod: openstelling, zonering, inrichting, voorzieningen, activiteiten e.d. De recreatiemogelijkheden die de Oostvaardersplassen bieden, worden in kaart gebracht en besproken. Hierbij vindt een terugkoppeling plaats naar een eerdere studie over recreatie in begeleid- natuurlijke gebieden. In deze studie worden drie inrichtings- en beheerconcepten onderscheiden: ‘kijknatuur’, ‘natuurpark’ en ‘zwerfnatuur’. In deze concepten komt de mate van toegankelijkheid tot uitdrukking. In dit onderdeel beschrijven wij in welke mate en hoe Staatsbosbeheer deze visie op recreatie in grootschalige natuur in de Oostvaardersplassen heeft toegepast en in hoeverre hierbij een relatie kan worden gelegd met de genoemde concepten. Dit eerste onderdeel wordt behandeld met behulp van bestaande literatuur en de resultaten van interviews met de lokale beheerders en het management.

Gebruik en waardering

Voor het onderdeel gebruik en waardering van bezoekers van de recreatiemogelijkheden in de Oostvaardersplassen wordt gebruik gemaakt van een enquête. Hierbij is uitgegaan van de bestaande systematiek voor de basismonitoring met bijbehorende vragenlijst van Staatsbosbeheer. In deze bestaande systematiek wordt aan de hand van een aantal items (zoals afwisseling en beleving van drukte) naar de kwaliteit van de voorzieningen en de omgeving gevraagd. De vragenlijst gaat zowel in op het belang van een item voor de bezoeker als op de waardering ervoor. De vragenlijst gaat verder in op bezoekredenen, activiteiten die de respondent er verricht heeft en voorzieningen die hij/zij gebruikt heeft. Deze basisvragenlijst is uitgebreid met vragen over specifieke kenmerken van de Oostvaardersplassen zoals de beperkte recreatieve toegankelijkheid van het gebied, de vele vogels en de grote grazers en kennis over het beheer.

Beleving

De Oostvaardersplassen is een grootschalig, ‘wild’ en dynamisch natuurgebied. Er is een grote mate van zelfregulering. Natuurlijke processen worden veelal de ruimte gelaten en grote grazers zijn voor een groot deel verantwoordelijk voor het beheer dat er plaatsvindt, ofwel: ‘natuur op eigen benen’. De Oostvaardersplassen is in Nederland één van weinige voorbeelden van een groot natuurgebied met dit ‘begeleid- natuurlijke’ karakter. Voegt dit speciale karakter iets toe aan de beleving van de bezoekers? Welke rol speelt het karakter bij de keuze van de bezoeker voor het gebied? Ervaart de bezoeker de Oostvaardersplassen (en vergelijkbare natuurgebieden) als meerwaarde voor het recreatief product in de regio en in Nederland, en is het een meerwaarde voor het product van Staatsbosbeheer? Of is het gebied vooral een leuk groengebied nabij de stad en zou een andersoortig gebied op dezelfde plek eigenlijk net zo waardevol zijn? Deze vragen staan centraal in dit onderdeel.

Het onderdeel beleving is ten eerste aan de orde gekomen in de enquêtes. In dit onderdeel wordt het onderwerp aan de hand van interviews met bezoekers en een ‘aangekleed’ gastenboek behandeld. De interviews zijn bedoeld als een inhoudelijke verdieping (en illustratie) van de enquêtevragen, met name op de thema’s beleving, recreatieve toegankelijkheid en grote grazers. Ook wordt in de gesprekken gevraagd of mensen de natuur/ het landschap van de Oostvaardersplassen hebben zien veranderen en of ze verwachtingen hebben hoe het gebied zich verder zal ontwikkelen. Daarmee wordt duidelijk of bezoekers van het gebied de ontwikkeling ook daadwerkelijk beleven.

Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum 11 Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

Het onderzoek is uitgevoerd in de periode juli – september 2005. Voor de enquête en het bijbehorende veldbezoek heeft de Stichting Recreatie gebruik gemaakt van de diensten van Dimensus Beleidsonderzoek. In samenwerking met dit bureau werd de enquête opgesteld. Dimensus zorgde voor de uitvoering van het veldwerk, voor de data-invoer en – in samenwerking met de Stichting Recreatie- voor de analyse van de gegevens. De methodiek van de verschillende onderzoeksonderdelen komt uitgebreider aan bod in de betrokken hoofdstukken. Wat betreft het onderzoek naar de waardering van de Oostvaardersplassen dient te worden beseft dat het gaat om bezoekers en dat de niet-bezoekers buiten beeld blijven. De bezoekersgroep is ook niet representatief voor de Nederlandse bevolking.

1.4 Leeswijzer

Het rapport volgt in grote lijnen de driedeling die in paragraaf 1.3 is gemaakt.

Hoofdstuk 2 en 3 gaan in op de aanbodszijde; hoofdstuk 2 gaat in op de huidige inrichting, hoofdstuk 3 besteed aandacht aan de wijze waarop de recreatieve concepten voor begeleid-natuurlijke gebieden zijn terug te vinden in het huidige aanbod.

Hoofdstuk 4 en 5 concentreren zich op het recreatieve gebruik van de Oostvaardersplassen en de waardering. Zowel bestaande bronnen (hoofdstuk 4) als de resultaten van de huidige enquête (hoofdstuk 5) komen hierin aan de orde.

Het onderdeel beleving komt in de hoofdstukken 4 en 5 ook al aan bod, maar dit aspect wordt met name besproken in hoofdstuk 6, waarin de resultaten van de interviews en het fotoboek aan de orde komen.

Het rapport sluit af met een hoofdstuk (7) waarin een totaaloverzicht wordt gegeven en reflectie plaatsvindt op de analyses in de voorgaande hoofdstukken.

12 Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

2 RECREATIEVE INRICHTING EN AANBOD

In dit hoofdstuk belichten we de aanbodzijde van de recreatie in de Oostvaardersplassen. Wat heeft het gebied en - vooral - wat heeft de beheerder (Staatsbosbeheer) de recreant te bieden? Daarbij kijken we ook naar de achterliggende gedachten bij de huidige toegankelijkheid en inrichting. Ondanks het feit dat de nadruk in deze rapportage ligt op de huidige situatie en de ontwikkeling in het verleden, komen ook de ideeën voor de toekomst in dit hoofdstuk kort aan bod.

De Oostvaardersplassen bestaan in feite uit de Oostvaardersplassen en het Oostvaardersveld (Praamlanden), maar ook het Kotterbos, Fluitbos en de Hollandse Hout kunnen tot het gebied worden gerekend. Daarom betrekken wij deze gebieden ook in de beschouwing. De nadruk ligt echter veelal op de Oostvaardersplassen en Oostvaardersveld.

In hoofdstuk 3 krijgen de concepten voor de recreatieve inrichting van de Oostvaardersplassen speciale aandacht. We kijken daarbij in het bijzonder naar de mate waarin de in 1997 -op verzoek van Staatsbosbeheer door de Stichting Recreatie ontwikkelde- inrichtingsconcepten voor grootschalige begeleid-natuurlijke gebieden in de huidige inrichting terug te vinden zijn. Voor de hoofdstukken 2 en 3 maakten we gebruik van bestaande rapporten en notities en gesprekken met beheerders en management.

2.1 Recreatie in de eerste jaren (tot 1996)

Figuur 2.1 Een overzichtskaart van de Oostvaardersplassen

Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum 13 Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

In de begintijd van de Oostvaardersplassen werd er geen publiciteit gegeven aan het bestaan van de Oostvaardersplassen en wat er te beleven viel. In deze tijd was Rijkswaterstaat de beheerders. Recreatie werd niet gestimuleerd, het gebied werd er eerder tegen afgeschermd. Door de beheerders werd recreatie vooral als bedreiging gezien bij het ‘natuurexperiment’ dat werd uitgevoerd. Het was een gebied voor kenners. Slechts weinigen wisten het gebied te vinden.

In de loop der tijd is hier verandering in gekomen. Er kwamen meer bezoekers en de beheerder Rijkswaterstaat (en later Staatsbosbeheer) realiseerde meer voorzieningen en zorgde voor publiciteit. Daarbij speelde een rol dat de publieke belangstelling voor natuur toenam en dat terreinbeheerders meer doordrongen raakten van het feit dat publiek en politiek-bestuurlijke draagvlak voor natuurontwikkeling van groot belang is. Belanghebbenden en deskundigen discussieerden vooral in de eerste helft van de tachtiger jaren stevig over de combinatie natuurbescherming en openluchtrecreatie (hierover meer in 1.4). Toch is de openstelling van de Oostvaardersplassen tot en met begin jaren negentig altijd erg beperkt geweest.

Een eerste observatiehut werd gerealiseerd in 1974. Deze hut werd al snel een trekpleister. Geschat wordt dat zo’n 10.000-15.000 bezoekers per jaar de hut bezochten. De belangstelling voor observatie nam steeds meer toe. Zo vormden op een gegeven moment de aalscholvers een trekpleister. Er kwam toen een extra hut. Hier werden ook de eerste excursies op aanvraag gehouden. Begin jaren tachtig werd ‘de Trekvogel’ gerealiseerd, een voorloper van het huidige informatiecentrum. De komst van de grote grazers omstreeks dezelfde tijd zorgde voor een impuls in het bezoek. De beheerders gingen ook groepen rondleiden met busjes het gebied in. Later waren er ook combinatie-excursies Oostvaardersplassen-Bataviawerf (reconstructie VOC-schip), maar de belangstelling daarvoor bleef gering, waarschijnlijk omdat beide typen ‘attracties’ zich niet goed laten combineren. In 1996 volgde overdracht aan Staatsbosbeheer. Ter ere van het afscheid van Rijkswaterstaat werd er een grote en vrij luxe observatievoorziening ‘de Zeearend’ gerealiseerd (met onder andere telescopen) met een stuk ingericht terrein eromheen.

2.2 Recreatie vanaf 1996

In 1996 kwam de Oostvaardersplassen in bezit van Staatsbosbeheer. In die tijd was Staatsbosbeheer zich nog maar beperkt bewust van de enorme waarde van de Oostvaardersplassen. In de jaren die volgden werd steeds duidelijker hoe belangrijk het gebied was voor natuurbescherming én natuurbeleving. Voor Staatsbosbeheer stond vanaf het begin af aan wel voorop dat zij de natuurontwikkeling in de Oostvaardersplassen – anders dan Rijkswaterstaat had gedaan- sterk wilden ‘vermaatschappelijken’. Sinds de overdracht zijn er daarom ontwikkelingen geweest op het gebied van de recreatieve openstelling. Er kwamen meer observatiepunten en er werden voortaan meer excursies georganiseerd. Een eerste terreindeel van het gebied werd opengesteld voor een wandelroute. Op plaatsen waar natuurbeleving een grote rol speelt, zoals bij observatiehutten, creëerde Staatsbosbeheer soms ‘eilandjes’ waar vogels op kunnen foerageren en daardoor beter zichtbaar zijn. De laatste paar jaar hebben er aan de Almere-zijde veel (her)inrichtingsmaatregelen plaatsgevonden zoals extra uitkijkbulten. Voor de nabije toekomst zijn meer maatregelen gepland, zoals de realisatie van een natuurbelevingcentrum in combinatie met een ‘natuurboulevard’. O.a. het gebiedsgericht beleid (OPAL: Oostvaardersplassen- Almere) en de bijbehorende subsidie spelen bij deze ontwikkelingen een stimulerende rol.

Omdat de Oostvaardersplassen als gebied zo bijzonder en zo belangrijk is, paste een standaard recreatiebenadering voor het gebied niet. Daarom is er veel nagedacht en gesproken over de invulling van de recreatie in de Oostvaardersplassen. Binnen

14 Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

Staatsbosbeheer bestaat er discrepantie over wat er zou kunnen en passen in het gebied; tussen beheerders, ‘ecologen’ en maatschappelijk-georiënteerden. Ook neemt Staatsbosbeheer de externe (bestuurlijke) wensen de laatste jaren mee. Dit heeft er de afgelopen jaren in geresulteerd dat de recreatieontwikkelingen vooral stap-voor-stap en vrij voorzichtig plaatsvinden. De achtergronden voor de recreatieve invulling komen nader aan bod in paragraaf 2.5.

De managementplannen voor recreatie in het Oostvaardersplassengebied waren vanaf het begin vrij ambitieus. Maar voorlopers hebben het vaak moeilijk en dat bleek ook hier. Veel overleg en planvorming met bijbehorend onderzoek nam aanzienlijke tijd in beslag. Inmiddels is er meer regelgeving gekomen waardoor verdere uitvoering en ontwikkeling van plannen soms lastiger wordt.

De volgende paragraaf (2.3) belicht de feitelijke recreatieve openstelling en toegankelijkheid zoals die onder het beheer van Staatsbosbeheer vorm hebben gekregen. Daarna gaan we meer specifiek in op de inrichting en de voorzieningen (2.4). Paragraaf 2.5 gaat in op achtergronden van de recreatieve invulling en paragraaf 2.6 gaat in op toekomstige ontwikkelingen.

2.3 Beleving en toegankelijkheid

Basis voor de recreatiemogelijkheden in de Oostvaardersplassen zijn de natuur- en landschapswaarden. Daarbovenop zijn de toegankelijkheid, belevingsmogelijkheden en de recreatieve inrichting, zoals die door Staatsbosbeheer worden aangeboden, van belang.

Belevingswaarde

Wat heeft het gebied – los van de voorzieningen – de recreant te bieden? Dat is niet weinig. Niet voor niets worden het karakter en de schoonheid van het gebied wel het

Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum 15 Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005 sterkste punt van het recreatie-aanbod genoemd. Vier belangrijke kenmerken lijken hier een hoofdrol te spelen:

• Grootste aaneengesloten (spontane) moerasgebied van Nederland • Uitgestrektheid en openheid • Ruige en natuurlijke karakter • Fauna, met de nadruk op: Vogels Grote grazers

De Oostvaardersplassen is een gebied van een voor Nederlandse begrippen haast ongekende uitgestrektheid en omvang, dat door de openheid en de aanwezigheid van hoog gelegen dijken - waar vanaf recreanten het gebied kunnen bekijken - goed te overzien en te beleven is. Het gebied kent een grote eenheid en samenhang in verschijningsvorm/landschap. De omliggende bosterreinen verschillen van karakter met de Oostvaardersplassen, maar bieden daardoor ook afwisseling. Een ander hoofdkenmerk is de ruigte van het moerasachtige landschap, met bijvoorbeeld plassen, rietvelden en wilgenbossen, en de ongereptheid en natuurlijkheid van de natuur die zijn gang kan gaan. Ten slotte speelt de grote hoeveelheid fauna een grote rol. Vogels en grote grazers zijn de opvallendste aanwezigen. Vogels zijn er in zeer grote aantallen, bovendien is de verscheidenheid aan soorten groot en komen er ook diverse bijzondere en zeldzame soorten voor. De vogels zijn er ook het hele jaar: standvogels, winter- en zomergasten. Trekpleisters zijn bijvoorbeeld de lepelaars, ganzen en roofvogels (arenden en enige tijd zelfs een monniksgier). De grote grazers zijn er ook in grote aantallen en door de openheid van het landschap goed beleefbaar: ca 700 runderen, 1500 edelherten en 900 paarden. De grote kuddes laten het droge deel van de Oostvaardersplassen haast een Afrikaanse savanne lijken. Ook de veelvuldig waarneembare aanwezigheid van de vos is voor veel bezoekers een attractie. Naast de bovengenoemde belevingswaarden zijn de rust en stilte aantrekkelijke kenmerken van het gebied.

16 Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

Toegankelijkheid/openstelling

De toegankelijkheid van de Oostvaardersplassen is beperkt: bij het bezoekerscentrum is een rondwandeling mogelijk, datzelfde geldt voor het Oostvaardersveld. De Oostvaardersplassen is verder voornamelijk vanaf dijken en fietspaden rondom het gebied te bekijken.

Op verschillende plekken zijn vogelkijkhutten of – schermen geplaatst om de beleving van de natuur vanaf de randen van het gebied goed mogelijk te maken. Voor Nederlandse begrippen een aanzienlijk aantal. Deze hutten liggen meestal een stukje het gebied in, en zijn dan met een wandelpad te bereiken. Ook veel andere delen van het gebied zijn te bezoeken, maar dan onder begeleiding. De toegang onder begeleiding (diverse excursies, daarover verderop meer) speelt samen met beleefbaarheid vanaf de randen (‘vogelboulevards’) op dit moment de hoofdrol in de Oostvaardersplassen wat betreft het bedienen van recreanten. In de kern van het plassengebied komt het publiek niet, ook niet onder begeleiding.

Daarnaast is er in de Oostvaardersplassen sprake van tijdelijke afsluitingen en beperkte toegankelijkheid van normaal wel opengestelde terreindelen, wanneer de situatie daarom vraagt. Dat speelt vooral in de winter, wanneer de dieren te maken hebben met voedselgebrek en zich terugtrekken in bosdelen waar nog wel voedsel te vinden is. Staatsbosbeheer wil de dieren dan rust gunnen en sluit die bosdelen dan af.

Het natuurgebied de Oostvaardersplassen bestaat in feite uit de Oostvaardersplassen en het Oostvaardersveld, maar ook het direct aangrenzende Kotterbos (omvang ca 350 ha) en de Hollandse Hout (omvang ca 900 ha) worden tot het gebied gerekend. Deze twee bossen zijn goed toegankelijk voor recreatie. Tussen Almere-Buiten en de Oostvaardersplassen ligt een kleinere toegankelijke groenzone: het Fluitbos (ca 140 ha). Overigens liggen er rondom Almere en Lelystad verschillende goed toegankelijke recreatie- en groengebieden, zoals Pampushout, Almerehout, Gelderse Hout, Hollandse Hout en Zuigerplasbos.

2.4 Recreatieve inrichting, voorzieningen en activiteiten

Allereerst gaan we in deze paragraaf in op de allocatie van de recreatiedoeltypen in de Oostvaardersplassen. Vervolgens gaan we in op de verschillende voorzieningen en de vormen van recreatie die hier gebruik van kunnen maken. Naast voorzieningen biedt Staatsbosbeheer ook activiteiten aan. Ook deze bespreken we.

Recreatiedoeltypen

Staatsbosbeheer hanteert voor zijn gebieden recreatiedoeltypen. Deze bestaan uit een algemene beschrijving, doelen (openstelling en kwaliteit) en terreincondities. Er zijn normen opgenomen voor voorzieningen en bezoekintensiteit. Recreatiedoeltypen worden aan (delen van) natuurgebieden toegewezen.

Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum 17 Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

Tabel 2.1 Recreatiedoeltypen in de Oostvaardersplassen en omliggende terreinen (ha)

Recreatiedoeltypen Oostvaarders plassen Oostvaarders veld Hollandse Hout Kotterbos Fluitbos totaal Geen recreatiedoelstelling 1,57 1,57 Afgesloten, niet beleefbaar 1628,55 1628,55 Beleefbaar 3026,25 3026,25 Tijdelijk opengesteld 745,60 745,60 Opengesteld, laag niveau 127,72 127,72 Opengesteld, basisniveau 824,35 252,54 1076,89 Opengesteld, niveau ‘plus’ 280,06 245,52 84,10 140,86 750,54 Natuurkampeerterrein 4,46 4,46 Groepskampeerterrein 4,77 4,77 Bezoekerscentrum 2,14 69,39 71,53 Totaal 5682,6 373,24 893,74 347,44 140,86 7437,88

Figuur 2.2 Oostvaardersplassen en recreatiedoeltypen

De Oostvaardersplassen zelf is opgedeeld in een aantal recreatiedoeltypen. Het grootste gedeelte van het gebied is niet opengesteld voor recreatie: doeltypes ‘afgesloten, niet beleefbaar’ en ‘beleefbaar’. Langs de randen (alle kanten) is een groot deel van het gebied te overzien en te beleven, bijvoorbeeld vanaf de hoog gelegen dijken en de observatieheuvels. Voor het doeltype ‘Beleefbaar’ geldt het minimumaantal van 2 informatiepanelen/500 ha, 1 observatiepunt /1500 ha en 2 excursies/jaar/500 ha (doelcomponenten). De observatiepunten zijn aanwezig. Ook zijn er excursies in dit gebied: (vooral) naar de Schollevaar.

18 Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

Bijna 800 ha is gealloceerd als doeltype ‘tijdelijk opengesteld’. Dit is het deel waar de meeste excursies gegeven worden door Staatsbosbeheer. Bijna 300 ha is volledig opengesteld, niveau plus. Dit betreft het gebied met de wandeling bij het bezoekerscentrum (de driehoek). De toewijzing ‘niveau plus’ lijkt wat betreft aantal en soort voorzieningen niet overeen te stemmen met de praktijk. Aard en omvang van de voorzieningen zijn op dit moment eigenlijk nog te beperkt om van niveau plus te kunnen spreken.

Het Oostvaardersveld heeft een deel ‘opengesteld, laag niveau’ en rond de Praamweg een deel ‘opengesteld, niveau plus’. De toewijzing ‘niveau plus’ stemt ook hier niet overeen met de huidige praktijk, maar zal bedoeld zijn in verband met de recreatieve ambities.

Het Fluitbos (Almerezijde) heeft het doeltype opengesteld, niveau plus. De Hollandse Hout is voor het merendeel ‘opengesteld, basis niveau’. Het Kotterbos heeft naast de recreatiedoeltypen ‘opengesteld, basisniveau’ en ‘niveau plus’ ook nog de typen natuurkampeerterrein en groepskampeerterrein.

De voormalige Staatsbosbeheer regio Flevoland-Overijssel koos in het verleden voor een labelling van terreinen met belevingen als label. De Oostvaardersplassen is toen ook als volgt ingedeeld: ‘respect en verwondering landelijk’ voor het afgesloten en beleefbare deel, ‘bezinning’ voor het tijdelijk opengestelde deel en ‘attractief landelijk’ voor het opengesteld, niveau plus gedeelte (Uitwerkingsplan Oostvaardersplassen 2000-2010).

Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum 19 Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

De recreatievoorzieningen en activiteiten

De belangrijkste voorzieningen in de Oostvaardersplassen staan hieronder opgesomd.

• Bereikbaarheid: parkeerplaatsen, ingangen en toevoerwegen • Uitkijken: dijkpaden, uitkijkpunten / observatieheuvels • Observatie: Observatieschermen en -hutten • Fietsen en wandelen: fiets- en wandelpaden, routes • Informatie: informatiepanelen, informatiecentrum • Basismeubilair: zitbanken, vuilnisbakken e.d. • Verblijfsrecreatie: kampeerterrein(en)

In de directe omgeving is de recreatieplas ’t Bovenwater (Waterschap Zuiderzeeland) gelegen aan de noordzijde tegen de Oostvaardersplassen aan.

De Oostvaardersplassen (kerngebied) ligt tussen de Oostvaardersdijk en de spoorlijn Almere-Lelystad. Aan de andere kant van het spoor bevinden zich het Kotterbos en het Oostvaardersveld. De Hollandse Hout ligt tussen de Oostvaardersplassen en Lelystad.

Bereikbaarheid (parkeervoorzieningen, ingangen en toevoerwegen)

Figuur 2.3 Bereikbaarheid, ontsluiting

20 Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

De steden Almere en Lelystad, beide behorende tot de snelst groeiende steden in Nederland, liggen tegen de Oostvaardersplassen aan. Ook Amsterdam en het Gooi liggen redelijk in de nabijheid van de plassen. Aan de kant van Lelystad lopen de Buizerdweg en de Torenvalkweg het gebied in en kan men bovenlangs via de Oostvaardersdijk het gebied in. Aan de kant van Almere kan men de groenzone tegen de Oostvaardersplassen in (Fluitbos) en start het fietspad om de Oostvaardersplassen heen. Daarnaast leidt de Aakweg het Kotterbos in. Vanuit het zuidoosten komen enkele verharde wegen samen bij de Grote Praambult, vanwaar de bezoeker de Praamweg op kan. De Oostvaardersdijk, de provinciale weg die langs het Markermeer loopt, is sinds 2003 wegens werkzaamheden voor enkele jaren afgesloten geweest, maar inmiddels weer open.

Bij het bezoekerscentrum is een redelijk grote parkeerplaats (20 plaatsen). Verder zijn er nog enkele kleine parkeergelegenheden aan de Knardijk, Praamweg en in Kotterbos en Hollandse Hout (2 -5 plaatsten).

De bereikbaarheid met openbaar vervoer is slecht. Er komen geen bussen direct in de buurt van de Oostvaardersplassen. Vanuit de regio zijn Almere (Almere-buiten) en Lelystad goed te bereiken met de trein, maar vanaf die punten is het gebied niet gemakkelijk te bereiken. De beste mogelijkheid voor deze recreanten is om fietsen te huren op het station.

Uitkijken

Figuur 2.4 Uitkijkpunten, observatiehutten en observatieschermen in de Oostvaardersplassen

Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum 21 Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

Over de hooggelegen dijken (Knardijk en Praamweg) kan gereden worden met gemotoriseerd verkeer. Op deze dijken kunnen recreanten ook fietsen en wandelen. Op acht verschillende plekken zijn uitkijkpunten cq observatiebulten gerealiseerd, zoals de Grote Praambult en de Jan van der Bosbult. Deze kennen eenvoudige voorzieningen, voornamelijk zitgelegenheid en informatiepanelen. De dijken en uitkijkpunten bieden uitzicht over het terrein. Een aandachtspunt hier is het handhaven van het zicht: op sommige plaatsen (Knardijk) neemt de opkomende begroeiing op dit moment zicht weg. Rijkswaterstaat heeft voor de vernieuwing van de Oostvaardersdijk ook oog gehad voor de recreatieve functie. Naast verscheidene parkeerhavens en uitkijkpunten, heeft zij ook drie uitkijkbulten met verrekijkers gerealiseerd. Tevens is er een fietspad aangelegd.

Observatie Naast de observatieheuvels kent het gebied nog zeven vogelkijkhutten (zie figuur 2.4): De Zilverreiger, de Grauwe Gans, Schollevaar, de Zeearend, de Kluut, de Poelruiter en de Krakeend. Deze laatste twee liggen in het Oostvaardersveld. De Kluut ligt direct bij het informatiecentrum. Deze hut is tevens goed toegankelijk voor mindervaliden. De hutten zijn bereikbaar via wandelpaden. Honden zijn hier niet welkom. De hut de Schollevaar is alleen te bezoeken met excursies. Naast hutten heeft Staatsbosbeheer ook drie kijkschermen aangelegd in het gebied bij het informatiecentrum. De hutten liggen alle in het noordoostelijke deel (Lelystadzijde). Aan de Almerezijde bestaat geen mogelijkheid via een korte wandeling het gebied in bij een observatiehut terecht te komen.

Figuur 2.5 Fietsroutes

22 Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

Fietsen Er is één belangrijk fietspad om het gebied heen (Jan van den Boschpad) (figuur 2.5). Het is mogelijk een volledig rondje te fietsen, omdat ook op de Oostvaardersdijk een fietspad is aangelegd. Dit is een route van ca 35 km. Daarnaast voert er een rondgaand fietspad door de Hollandse Hout van ca 10 km. In het Kotterbos loopt een (gemarkeerde) ATB-route.

Wandelen Wandelvoorzieningen zijn er buiten de drie bosgebieden weinig. Vanaf het Informatiecentrum loopt een gemarkeerde wandelroute van 5 km. Verder kan men via wandelpaden lopen naar de kijkhutten. Ook door het Oostvaardersveld lopen een paar wandelpaden. Deze geven de mogelijkheid voor een circa 5 km lange rondwandeling langs de beide hutten die er liggen. Ook bij de Grauwe Gans is een klein rondje mogelijk. Het Kotterbos en de Hollandse Hout tellen elk twee gemarkeerde wandelroutes, van zo’n 3 en 5 km. De maximale lengte van de gemarkeerde wandelroutes is 5 km.

Figuur 2.6 Wandelroutes in het Oostvaardersplassengebied

Informatiecentrum/bezoekerscentrum Verspreid over het gebied zijn verschillende informatiepanelen te vinden, veelal bij de uitkijk- en observatievoorzieningen en/of de paden die daarheen leiden. Aan de zijde van Lelystad heeft Staatsbosbeheer een bezoekerscentrum gevestigd van bescheiden omvang. Het is een informatiecentrum met een eenvoudig karakter. In het centrum is veel informatie te vinden over de Oostvaardersplassen en zijn bijvoorbeeld folders te verkrijgen met fiets- en wandelmogelijkheden. Vanuit het informatiecentrum is direct zicht op één van de grotere plassen. Het centrum is alleen op maandagen gesloten.

Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum 23 Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

Basismeubilair De aanwezigheid van basisvoorzieningen zoals banken, picknickbanken en prullenbakken in de Oostvaardersplassen is beperkt. Deze voorzieningen bevinden zich voornamelijk op de locaties van de uitkijk- en observatievoorzieningen.

Horeca en verblijfsrecreatie In het gebied liggen geen horecavoorzieningen. Wel zijn in het informatiecentrum versnaperingen te koop. In het Kotterbos heeft Staatsbosbeheer een natuurkampeerterrein. Dit terrein heeft 25 plaatsen. Voor overnachting dient de bezoeker te beschikken over een Natuurkampeerkaart. Ook beheert Staatsbosbeheer er een groepskampeerterrein. Tevens is er in het Kotterbos een outdoorcentrum gelegen. Bij ’t Bovenwater in de Hollandse Hout ligt een private camping (Het Oppertje) met 20 seizoensplaatsen en 70 toeristische plaatsen. Ook is hier een kleine B&B in de buurt gelegen (het Boshuys).

Gezien de (internationale) belangstelling voor het natuurgebied kunnen de overnachtingsmogelijkheden in de directe nabijheid wellicht als beperkt beschouwd worden. In Almere en Lelystad is nog een (beperkt) aantal hotels, pensions en campings aanwezig. Er zijn geen bungalowparken in de nabije omgeving. Staatsbosbeheer heeft in de Almeerderhout ook een natuurkampeerterrein.

Overig Voor paardrijden zijn er geen voorzieningen in de Oostvaardersplassen. De aanwezigheid van de kuddes Konikpaarden maken paardrijden onmogelijk. In de Hollandse Hout, waar op dit moment geen paarden rondlopen, zijn ook geen ruiterpaden. Er is wel een manege aan de noordzijde van het gebied gelegen.

Waterrecreanten kunnen niet in de Oostvaardersplassen terecht. Wel ligt er aan de kant van Lelystad direct tegen de Oostvaardersplassen aan het Bovenwater, een recreatieplas van circa 125 ha groot, waar water- en oeverrecreanten terecht kunnen. Zwemmen, zeilen en surfen zijn er geliefde activiteiten. Gemotoriseerd varen is er niet toegestaan. Het Bovenwater is geen terrein van Staatsbosbeheer. ‘s Winters mag er geschaatst worden in de Oostvaardersplassen, ook in gebiedsdelen die normaal gesproken zijn afgesloten. Voor schaatsen zijn geen speciale voorzieningen aangelegd.

In 2005 vindt een herinrichting van het Kotterbos plaats, tezamen met de strook tussen het Kotterbos en de groenzone in de Almere-hoek. Deze herinrichting richt zich zowel op de recreatievoorzieningen als op de ontsluiting. Hierbij hoort ook een nieuw observatiepunt aan de rand. Het Kotterbos krijgt het accent ‘sportief’, voor de tussenzone geldt het accent ‘educatie’ (toekomstig natuur- en milieueducatiecentrum) en bij het Fluitbos heeft kijknatuur met diverse uitkijkbulten verder vorm gekregen.

Activiteiten Staatsbosbeheer organiseert – veelal vanuit het bezoekerscentrum- excursies het gebied in. Het gaat zowel om excursies voor groepen als om excursies voor individuele deelnemers. Sommige excursies zijn tevoren door Staatsbosbeheer georganiseerd, andere vinden op aanvraag plaats. Groepsexcursies komen het meeste voor. Er zijn diverse thema-excursies, zoals fotografie-excursies, bronst-excursies en nachtexcursies. De meeste excursies zijn excursies met een wagen het gebied in: Voor deze excursies gebruikt Staatsbosbeheer een soort bolderkar, met een capaciteit van 50 mensen. Voor kleine groepen is er ook een 4WD-busje. Soms gaan groepsexcursies met eigen vervoer het gebied in. Ook zijn er excursies te voet (bijvoorbeeld naar de Schollevaar). Een lokale ondernemer (Boerderij de Huif) organiseert huifkarexcursies in de Hollandse Hout.1

1 Educatieve Boerderij De Huif / Stichting de Verborgen Bron: Dhr. Bremer, Lelystad. http://www.boerderijdehuif.nl/index.html

24 Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

Het aantal excursies bedraagt zo’n 300-350 per jaar. Ze vinden plaats in alle seizoenen. Over het algemeen wordt het principe gehanteerd van maximaal twee excursies per dag. De kosten voor excursies zijn ‘commercieel’: zo kost een rit met de bolderkar in 2005 voor volwassenen 12,50 euro, een wandelexcursie 7,50 euro (de korte variant is 3,75), en de burlende edelherten zijn te bezoeken voor 23 euro. Voor kinderen zijn er gereduceerde tarieven. Staatsbosbeheer werkt wat betreft inschrijvingen samen met VVV Lelystad.

Andere activiteiten die de laatste jaren hebben plaatsgevonden zijn Doe- en Kijkdagen en de Grootouder-Kleinkinddagen. De laatste jaren wordt de eerste niet meer in de Oostvaardersplassen zelf georganiseerd, maar in Almere. De laatste 2 jaar (2004, 2005) wordt er een in samenwerking met de Vogelbescherming en SOVON een groot Vogelfestival georganiseerd, dat over twee dagen circa 10.000 bezoekers trekt. Bij dit festival werd ook een vaarexcursie aangeboden over de kanalen in het gebied.

2.5 Achtergronden

Waarom beperkte toegankelijkheid?

Zoals we hierboven hebben gezien is de mate van openstelling van de Oostvaardersplassen beperkt. Deze paragraaf gaat wat dieper in op de achtergronden van de recreatieve toegankelijkheid. De belangrijkste redenen voor Staatsbosbeheer om de mate van openstelling beperkt te houden, zijn:

1. Bewuste keuze ‘natuur heeft het primaat’ 2. Terreingesteldheid (water, rietvelden, moeras, slappe bodem): dit zorgt voor onbegaanbaarheid. Betreding kan onveilige situaties opleveren. De omvang en de onoverzichtelijkheid van het gebied versterken dit. 3. Natuurwaarden - Rust voor fauna is belangrijk (vooral vogels), verstoring moet worden vermeden. - Wettelijke verplichtingen in dit kader (zoals Flora- en Faunawet) 4. Aanwezigheid van de grote grazers (veiligheid en aansprakelijkheid)

De natuur heeft van Staatsbosbeheer in de Oostvaardersplassen het primaat gekregen. In dit gebied streeft de beheerder naar spontane en zoveel mogelijk ongestoorde natuurontwikkeling.

Met voertuigen is toegang van de natte delen praktisch gezien niet aan de orde, wel kunnen er wandelpaden naartoe leiden. Op dit moment bevinden zich aan de randen van het water enkele hutten en zijn er enkele paden. Bij waterrecreatie is de kans op verstoring hoog, bovendien zijn de plassen op de meeste plaatsen te ondiep en is er vaak sprake van dichte rietbegroeiing.

De Oostvaardersplassen is in de eerste plaats een belangrijk gebied voor vogels. Veel vogelsoorten en –kolonies zijn gevoelig voor verstoring. Het open karakter van het terrein vergroot de zichtbaarheid van mensen en daarmee de mogelijkheden voor verstoring. Ook de rust voor de grote grazers is belangrijk, vooral in het winterseizoen wanneer er weinig voedsel is en de dieren al hun krachten nodig hebben. Bovendien geldt dat confrontaties van recreanten met grote grazers gevaarlijke situaties kunnen opleveren. Vanwege de kuddes paarden is paardrijden in de Oostvaardersplassen uitgesloten, maar ook interactie tussen wandelaars en – met name- Heckrunderen is een potentieel risico. Daarnaast kan een ongeval de beheerder problemen opleveren met aansprakelijkheid. Voor Staatsbosbeheer is verdere

Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum 25 Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005 openstelling voor vrije recreatie (wandelen, struinen) wel een gedachte, maar (nog) geen optie, tenzij de aansprakelijkheidskwesties juridisch afgedekt zijn en het risicovol wandelen door het publiek geaccepteerd wordt.

Het gebied is vanwege de hoge natuurwaarden en het bijzondere karakter een nationaal beschermd natuurgebied en een Habitatrichtlijn- en Vogelrichtlijngebied. Het is een internationaal vermaard wetland, dat tevens is opgenomen op de Ramsar- lijst: dus een gebied dat in de Ramsarconventie (internationaal Verdrag over de bescherming van wetlands, 1971) waarin Nederland participeert als internationaal belangrijk is aangeduid. Het is tevens een provinciaal stiltegebied. De toekenning van de bijzondere status zorgt ervoor dat er wettelijke verplichtingen liggen om de natuurwaarden te beschermen. Ook om die reden moet een te sterke verstoring door recreatieve activiteiten zoveel mogelijk vermeden worden.

Overig Beleving van de natuur speelt een hoofdrol wat betreft recreatie. Ook om de kwaliteit van de beleving hoog te houden, is het nodig zorgvuldig de mogelijkheden voor recreatie te bekijken. Door verstoring kan de zichtbaarheid van dieren afnemen en zicht op andere mensen kan de beleving van een recreant aantasten. Overigens is er bij (sommige) dieren ook gewenning aan recreatie mogelijk. Een bepaalde mate van ‘contact’ kan de zichtbaarheid van dieren dan ook soms vergroten.

Ten slotte: de Oostvaardersplassen is een groot natuurgebied. Openstelling van de verder weg gelegen delen van het terrein voor de vrije recreatie zou waarschijnlijk niet beantwoorden aan een grote vraag: de afstanden die men zou moeten afleggen (te voet) worden dan erg groot. Voor langeafstandswandelaars is het wel interessant. Voor fietsen is openstelling van verder weg gelegen delen vanwege de grotere actieradius interessanter (voor de aanleg van een goed fietspad dieper het gebied zijn sommige terreindelen te nat). Gemotoriseerd zijn die afstanden wel af te leggen, maar niet mogelijk omdat het terrein naar het midden toe te nat is (en om redenen van verstoring).

26 Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

Huidig ‘recreatieconcept’

Het huidige recreatieconcept richt zich sterk op beleving en beleefbaarheid van bijzondere natuur: beleving vanaf de randen en met excursies. Vogels, maar ook grazers en de weidsheid, natuurlijkheid en rust in algemene zin vormen de kernwaarden voor de beleving. Er is ook een wisselwerking: door de lage toegankelijkheid is er weinig verstoring, waardoor de vele vogels rust kunnen vinden en goed te observeren zijn. Dat is ook één van de redenen waarom de excursies met de bolderkar niet te vaak per dag plaatsvinden. Dit zou de beleving vanaf de dijken voor andere bezoekers kunnen verstoren. Winteractiviteiten worden beperkt gehouden omdat er dan sprake kan zijn van tijdelijke afsluitingen en eventueel beheersafschot van grote grazers.

Bij de recreatie in de Oostvaardersplassen is zonering een belangrijk uitgangspunt. Delen kunnen opengesteld worden en omliggende gebiedsdelen moeten in belangrijke mate de (toenemende) recreatieve druk vanuit de omgeving en recreatieve behoeftes die niet in de Oostvaardersplassen zelf bevredigd kunnen worden, opvangen. De Hollandse Hout bijvoorbeeld moet de opvang vanuit Lelystad verzorgen en in het Kotterbos krijgen behoeften aan sportieve recreatie een plek. Voorlichting en toezicht zijn belangrijke sturingsmiddelen. Natuurlijke middelen zoals water kunnen goed als afscheiding werken. De noordoostzijde van de Oostvaardersplassen richt zich op het grote en internationale publiek. De Almere-zijde is vooral bedoeld voor de inwoners van Almere.

Bij de inrichting van de Oostvaardersplassen heeft Staatsbosbeheer zich gericht op meerdere doelgroepen: van internationale bezoeken tot Nederlandse vogelliefhebbers tot stedelingen uit Almere en Lelystad. Naast boegbeeld voor natuurontwikkeling en internationaal wetland is het dan ook tevens ‘natuur bij de stad’. Er is door Staatsbosbeheer altijd een sterke relatie gezocht met de omgeving (Almere en Lelystad). Vooral wat betreft Almere is dit in samenwerking met de gemeente vrij goed uitgewerkt en uitgevoerd. Zo ziet Staatsbosbeheer de Almeerderhout als eerste stap en kennismaking voor de inwoner met natuur. De stadsnatuur van Almere vormt als het ware een tweede zone, een overgangszone naar de ongerepte natuur van de Oostvaardersplassen. De Kemphaan, het natuureducatiecentrum in de Almeerderhout is dan ook een belangrijke voorziening voor Staatsbosbeheer. Vanuit Almere is er veel belangstelling omdat het vele groen ook gezien wordt als kwaliteit waarmee de stad zich kan onderscheiden. Met de gemeente Lelystad wordt momenteel ook de samenwerking verder vormgegeven.

Het Oostvaardersveld fungeert voor een deel als een soort ‘etalage’ voor de Oostvaardersplassen. Hier is de toegankelijkheid groter, kan en mag de bezoeker recreëren en de sfeer van de Oostvaardersplassen beleven. Het is landschappelijk een redelijk vergelijkbaar gebied. Er zijn vrij grootschalige toekomstplannen (zie 2.5) om deze etalagefunctie van het Oostvaardersveld sterker uit te werken: meer beleefbare grote grazers die er los lopen en meer plassen en openheid in de begroeiing. Ook de Hollandse Hout moet meer dan nu zo´n etalagefunctie gaan vervullen.

Is er meer mogelijk?

Uiteraard komt regelmatig de vraag op in hoeverre recreatie verstorend kan werken op de fauna en of er niet meer mogelijk is. Vanwege de hoge natuurwaarden en het belang is voor de natuurbeheerder het voorzorgsprincipe belangrijk: niets doen tenzij zeker is dat er geen (onacceptabele) schade of verstoring zal zijn. Want, stel dat er meer recreatiemogelijkheden geboden worden en deze toename van de openstelling tot schade en verstoring leidt, dan zal het lastig worden terug te keren naar de oude

Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum 27 Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

situatie. Mensen accepteren een afname van openstelling over het algemeen slecht. Een ander aspect wat in de discussie meespeelt, is de vraag welke recreatievormen en –voorzieningen in een type natuurgebied als de Oostvaardersplassen passend zijn. Ten slotte, voor de productontwikkeling is ook capaciteit en creativiteit nodig.

Staatsbosbeheer denkt voortdurend na over de mogelijkheden die zij de recreant kan bieden en de manier waarop beleving te optimaliseren is. De mogelijkheden (observatiepunten, toegang onder begeleiding) ontwikkelen zich dan ook, maar voorzichtig. Vooral wat betreft excursies heeft zich langzamerhand een uitgebreid en divers aanbod ontwikkeld. Ook over de uitkijkbulten bestaat al veel tevredenheid. Daarnaast zijn er de afgelopen jaren plannen ontwikkeld voor een etalage-gebied, om de recreant meer kijk te bieden in en op het gebied. Een aandachtspunt is de capaciteit voor gastheerschap en toezicht bij uitbreiding van recreatiemogelijkheden. Over de toekomstplannen in de volgende paragraaf meer.

Het management van de regio sluit niet uit dat er meer en andere excursies gehouden kunnen worden. Het gaat dan vooral om een uitbreiding van excursies in andere seizoenen dan het ‘hoogseizoen’, met name de winter, en uitbreiding van thema- excursies, met name de bronstexcursies, en exclusievere safari´s. Er kunnen wellicht excursies tegelijk verspreid over het gebied plaatsvinden. Ook is het de moeite waard om mogelijkheden voor variatie binnen de bestaande excursies te onderzoeken. Een knelpunt tot op heden is dat er geen goede accommodatie is voor opvang van groepen. Ook de capaciteit voor begeleiding is een aandachtspunt. Met het geplande natuuractiviteitencentrum aan Almere-zijde ontstaan nieuwe kansen voor spreiding van excursies en opvang van groepen.

Aandachtspunt is verder niet zozeer de recreatiekwantiteit als wel de recreatiekwaliteit, de kwaliteit van de natuurbeleving. Gezien de nadruk op beleving en beleefbaarheid is de beleving vanaf de dijken en de andere uitkijkpunten (heuvels en hutten/schermen) belangrijk: vrij zicht en zichtbaarheid van vogels op bijvoorbeeld drooggevallen plekken en ‘eilandjes’ is belangrijk. Sommige hutten of bulten zijn niet optimaal gelegen en van enkele hutten of schermen is de kwaliteit of onderhoudstoestand matig. De vervoermiddelen die gebruikt worden voor de excursies zouden beter afgestemd kunnen worden op de natuurbelevingservaring.

2.6 Toekomst en toekomstwensen

De grazers schillen de bast van bomen, waardoor deze sterven. Andere oorzaken van sterfte zijn ziekte (wilg) en ouderdom (vlier). Verjonging van bomen en struiken wordt opgegeten. Een deel van de bosopslag in de Oostvaardersplassen zal hierdoor verdwijnen wat effect kan hebben op de recreatieve beleving. Aan de andere kant vindt ook verruiging plaats met bijvoorbeeld riet. Andere grote veranderingen zijn niet te verwachten. Voor het Oostvaardersveld zijn landschappelijke inrichtingsplannen aanwezig. Voor de belevingswaarden in de toekomst zijn de ontwikkelingen rondom vliegveld Lelystad een punt van zorg. Toename van het vliegverkeer zal tot meer geluid leiden.

In het beleid van Staatsbosbeheer neemt recreatie een belangrijke plaats in. Ook al staat de natuur in de Oostvaardersplassen voorop, Staatsbosbeheer denkt sterk na over verdere invulling van de recreatiemogelijkheden in de Oostvaardersplassen. Hierbij is bijvoorbeeld sprake van een eenvoudige natuurkampeervoorziening in de Hollandse Hout en ‘safarilodges’. Vermaatschappelijken en vermarkten moeten een belangrijke rol gaan spelen. Capaciteit en kwaliteit moeten eerst op orde zijn, dan moet er meer aandacht komen voor het nationaal en internationaal verkopen van het merk ‘Oostvaardersplassen’. Staatsbosbeheer heeft de wens om voor de recreatie in

28 Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005 het gebied meer dan in het verleden vanuit één totaalvisie, één totaalconcept te werken.

Etalagegebieden Om de recreatieve waarde en het gebruik van de Oostvaardersplassen te verhogen, werkt Staatsbosbeheer aan zogenaamde etalagegebieden in de randgebieden van de Oostvaardersplassen. Gebieden grenzend aan de Oostvaardersplassen, die een beeld geven van wat er in de Oostvaardersplassen gebeurt en een vergelijkbare beleving biedt.

De belangrijkste plek voor zo’n etalage is het Oostvaardersveld ten oosten van de Oostvaardersplassen (Praamweg/Praambosgebied). Dit gebied heeft een oppervlakte van ongeveer 260 ha. In de zonering is bewust gekozen voor de Lelystadse kant, waar de beschikbare ruimte en capaciteit groter is, als ‘concentratiegebied’. Het Oostvaardersveld dient te worden ontwikkeld tot de Etalage van de Oostvaardersplassen waar de bezoekers de Oostvaardersplassen kunnen beleven, zien hoe bijzonder het gebied is en waar het ‘Oostvaardersplassengevoel’ heerst. De in de Oostvaardersplassen voorkomende flora en fauna, evenals de verschillende landschapstypen zullen zoveel mogelijk worden geïntegreerd in het Oostvaardersveld. De etalage heeft een functie voor voorlichting, natuurbeleving en recreatie. Belangrijke voorzieningen zouden een horecavoorziening, een natuurwinkel en een uitgebreide informatievoorziening moeten zijn. In of nabij het etalagegebied moet daarom ook een nieuw bezoekerscentrum of Natuur Activiteiten Centrum (NAC) komen en wel een centrum met een (inter)nationale uitstraling. Hiervoor is een conceptontwerp gemaakt: een uitkijktoren van circa 35 meter hoog. In het gebied zal vrij kunnen worden gewandeld.

De plannen voor de toekomst spelen al langere tijd en zijn sterk onderhevig geweest aan discussies. Er zijn verschillende ideeën herroepen. Zo speelt onder andere het infrastructuur- en bereikbaarheidsaspect in de discussies een rol. Ook de vraag in hoeverre de natuur nog het primaat heeft in de plannen blijft een rol spelen. Staatsbosbeheer heeft in de visie-ontwikkeling en –uitwerking overleg gevoerd met de lokale betrokkenen en diverse externe deskundigen.

Wanneer (een deel van) de Hollandse Hout ook meer bij het gebied betrokken zou worden door bijvoorbeeld grote grazers (edelherten) toe te laten - een idee dat ook al langer speelt - zal dat gebied ook een soort etalagefunctie krijgen; zij het minder en anders dan het Oostvaardersveld vanwege het verschillende landschappelijke karakter. Bij de buitenwereld bestaat er soms angst dat verdergaande integratie van de gebieden de recreatiemogelijkheden in de Hollandse Hout zal beperken. Dit hoeft echter niet zo te zijn: het kan en moet de gebruikswaarde behouden en de attractiewaarde juist verhogen. Voor de toekomst van de Hollandse Hout streeft Staatsbosbeheer naar gebruikersparticipatie met bewoners en recreanten. Deze blijkt echter moeilijk van de grond te komen.

Voor de Almere-zijde geldt dat ook hier de sfeer van de Oostvaardersplassen meer naar buiten zal worden getrokken. Het gebied moet geen ‘groene muur’ zijn, maar een overgangsgebied. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor de nieuwe woonwijk, die visueel verbonden zal moeten zijn met de Oostvaardersplassen. Deze ontwikkelingen zijn met verschillende maatregelen al ingezet.

Voor de Almere-zijde is de laatste jaren in samenwerking met de gemeente Almere veel aandacht. Plannen zijn opgesteld en voor een deel ook al uitgevoerd. Het Gebiedsgericht Beleid speelde hierbij een positieve rol. De ‘natuurboulevard Almere’ moet in de nabije toekomst nog meer gestalte krijgen. Daarbij zijn er plannen voor een kleinschalig natuurbelevingscentrum dat vooral ingezet moet worden voor educatie van de schooljeugd (en lokale bevolking) van Almere.

Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum 29 Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

Relatie met de omgeving Tussen de Oostvaardersplassen en het eveneens in Flevoland gelegen grote bosgebied het Horsterwold wil Staatsbosbeheer in samenwerking met andere organisaties een robuuste verbindingszone realiseren. Dit om de Ecologische Hoofdstructuur, die alle natuurgebieden in Nederland verbindt, en vooral ook Natura 2000, het Europese netwerk, verder vorm te geven. De zone zou zelfs doorgetrokken kunnen worden richting de , het rivierengebied en Duitsland. Bij de realisatie daarvan zal de recreatiefunctie ook aandacht krijgen: zowel routegebonden recreatie als mogelijk ook verblijfsrecreatiemogelijkheden aan de randen. Daarbij is aandacht voor wensen van potentiële gebruikers, mogelijke conflicten tussen verschillende typen bezoekers en het samengaan van natuur met recreatie belangrijk. De toekomstplannen zullen effect hebben op de recreatieve invulling van het Kotterbos, dat zeer waarschijnlijk in de verbindingszone zal zijn gelegen. Bij de recente herinrichting is hier al rekening mee gehouden.

30 Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

3 CONCEPTEN VOOR RECREATIE IN BEGELEID NATUURLIJKE GEBIEDEN

3.1 Historie

De afstemming van natuurbehoud en recreatie in de Oostvaardersplassen is in het verleden een onderwerp van stevige discussie geweest. Zo vroegen de Stichting Recreatie, Stichting Natuur en Milieu en Staatsbosbeheer (toen nog geen beheerder van de Oostvaardersplassen) in 1983 gezamenlijk aandacht voor dit onderwerp. Dit deden zij onder andere in het kader van de toenemende belangstelling voor natuur en recreatie in de natuur, en de groei van Lelystad en Almere. De organisaties pleitten voor natuurgerichte recreatie in en om een gebied dat zich daar volgens deze organisaties bij uitstek voor leent, en verkenden vooral de mogelijkheden voor een recreatieve overgangszone.

Na dit pleidooi volgden op verzoek twee (studenten)onderzoeken onder leiding van de Werkgroep Recreatie van de toenmalige Landbouwhogeschool Wageningen en een integratie van deze studies in een concluderende brochure (1987). In deze onderzoeken werden drie typen natuurgerichte recreanten onderscheiden: de natuurvorsers, de natuur- en landschapsgenieters en de natuurvermaakzoekers. De bezoekers van de Oostvaardersplassen op dat moment bestonden veelal uit de eerste groep. Voor deze groep zijn weinig voorzieningen nodig. Voor de twee andere groepen werd uitbreiding van het aanbod mogelijk en wenselijk geacht.

Uitgangspunt voor de gecombineerde ontwikkeling van natuur en recreatie was dat ook voor de natuurgerichte recreatie behoud van de natuur essentieel is. Zonering, gevarieerde mogelijkheden voor recreantentypen, natuureducatie en natuurbouw (inrichting van omliggende terreinen, dit terrein laten aansluiten qua karakter en daar recreatiemogelijkheden bieden) van de Oostvaardersplassen speelden de hoofdrol in de ontwerpen. Zo komt de Werkgroep Recreatie met een opzet voor een voorzichtige openstelling van (delen van) de Oostvaardersplassen: enkele routes voor wandelen, fietsen en excursies, uitkijkpunten, hutten en informatiepanelen, een heempark in het Praambos en een natuurpark met natuurstudiecentrum (aan de Oostvaardersdijk bij Almere).

3.2 Concepten Stichting Recreatie

In 1997 vroeg Staatsbosbeheer de Stichting Recreatie om een visie en inrichtingsconcepten te ontwikkelen voor recreatief medegebruik van grootschalige ‘wilde’ natuurgebieden (begeleid-natuurlijke gebieden). Dit was vooral met het oog op de Oostvaardersplassen, één van de weinige gebieden in Nederland van dit type natuur. De studie resulteerde in het rapport ‘Nieuwe wildernis: uitdaging of gevaar?’ Hierin vinden we verscheidene van bovenstaande ideeën in meer of mindere mate terug.

De natuurkracht wordt in de visie van de Stichting Recreatie centraal gesteld bij de inpassing van recreatie in deze grootschalige begeleid-natuurlijke gebieden. Het bijbehorende streefbeeld is ‘harmonie tussen mens en natuur’, waarbij de natuurkracht zichtbaar wordt gemaakt aan de bezoeker. De bezoeker komt er in aanraking met het dynamische en ruige karakter van de natuur. De beheerder treedt op als gastheer en geeft bezoekers informatie. De bezoekers gedragen zich zelfstandig en verantwoordelijk, gestimuleerd door de voorlichting van de beheerder. Het gebied is in principe vrij toegankelijk, maar alleen mensen met voldoende kennis komen op

Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum 31 Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

de meest interessante plekken. De zichtbare invloed van de mens wordt tot een minimum beperkt. Een belangrijk basisprincipe is dat er zowel voor dieren als voor mensen een geschikte gebruiksruimte moet zijn. Op deze wijze kan er een centraal deel ontstaan dat ‘uitdagender en gevaarlijker’ is dan de zone direct rondom de entree(s). Grote gebieden lenen zich beter voor het ontwikkelde streefbeeld dan kleine gebieden. Voor het bepalen van de mogelijkheden tellen enkele veronderstellingen mee: slechts de helft van het terrein mag behoren tot de actieradius van de gemiddelde wandelaar, 50% van het gebied blijft over voor de dieren. De actieradius van de gemiddelde wandelaar is 2,5 km (5 km lange wandeling) en concentreert zich bij de ingangen: deze ingangen liggen bij voorkeur bij hoekpunten. Met deze gegevens kan de verhouding gebruiksruimte dier/mens voor een bepaald voor recreatie in te richten natuurgebied berekend worden. De gebruiksruimte voor de mens bestaat zoveel mogelijk uit weinig verstoringsgevoelige natuur.

Kijknatuur, natuurpark en zwerfnatuur

De Stichting Recreatie werkte het streefbeeld met de bijbehorende basisprincipes en veronderstellingen uit in drie inrichtings- en beheerconcepten:

• Kijknatuur • Natuurpark • Zwerfnatuur

In deze concepten krijgt het verschil in mate van zelfstandigheid van de bezoeker uitdrukking (van afhankelijk tot autonoom).

Bij het concept ‘kijknatuur’ is de kwetsbaarheid van het systeem te groot en zijn schaal en omvang van het terrein te klein om mensen toe te laten (geen mogelijkheid voor zowel gebruiksruimte voor recreant en natuur). De bezoeker kan het gebied vanaf de randen visueel beleven. Een goede inrichting van de randen is essentieel. De andere twee concepten bieden wel recreatiemogelijkheden in het gebied.

Figuur 3.1 Het concept ‘kijknatuur’ schematisch weergegeven voor een fictief gebied.

In het ‘natuurpark’ mag de bezoeker zelfstandig de entreezone bezoeken. In het centrale deel kan hij alleen onder begeleiding komen. De entree heeft de sfeer van het centrale deel van het gebied.

32 Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

Figuur 3.2 Het concept ‘natuurpark’ schematisch weergegeven voor een fictief gebied. Toelichting: biotoop van een Heckrund (H), edelhert (E), wandelaar (W), geheel rechts: ontsluitingspunt.

In ‘zwerfnatuur’ kan de natuurkracht het best worden ervaren. De bezoeker mag ronddwalen en kan op de uitdagende en soms gevaarlijke elementen stuiten. De entreezone fungeert ook hier als gebied waar de meeste activiteiten kunnen plaatsvinden en waar de meeste bezoekers zich op zullen houden. Liefhebbers zullen zich verder het gebied in wagen. Vanuit de uitgangssituatie van het begeleid- natuurlijke natuurgebied zou een ontwikkeling op gang moeten komen die uiteindelijk leidt tot het concept ‘zwerfnatuur’. Dit concept past het best bij het streefbeeld. De mensen kunnen echt genieten en ervaren wat het is om door wilde en ruige natuur te trekken. Dat is wat de schrijvers voor ogen hebben met het begeleid- natuurlijk concept: de mens in harmonie met de natuur.

Figuur 3.3 Het concept ‘zwerfnatuur’ schematisch weergegeven voor een fictief gebied. Toelichting: biotoop van een Heckrund (H), edelhert (E), wandelaar (W), geheel rechts: ontsluitingspunt.

Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum 33 Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

Voor de gebieden komen de schrijvers van het rapport uit 1997 ook met suggesties als observatiecamera’s in het terrein (thuis op TV of via het Internet lepelaars kijken), excursies met overnachting, vrij paardrijden (buiten de paden) en speelnatuur.

In de studie wordt het concept natuurpark geïllustreerd aan de hand van de Oostvaardersplassen. De schrijvers richten zich allereerst op actualiseren en sterker inzetten van de voorlichting en educatie. Tevens presenteren zij drie alternatieve ingangen voor de entreezone (Almerezijde, Lelystadzijde en Grote Praambult). Vanuit de ingang(en) zouden de bezoekers met de actieradius van 2,5 km ver het droge deel van het gebied in kunnen trekken. Met één ingang op één van de voorgestelde punten (overigens geen hoekpunten van het gebied maar ‘halverwegpunten) levert dat zo’n 17% gebruiksruimte op voor de mens. Aan de Lelystadzijde zou een groot deel daarvan onbegaanbaar zijn (water).

Het rapport geeft aan dat de drie concepten ook zijn toe te passen in een soort combinatiemodel. De historie van een gebied is niet altijd gunstig voor de implementatie van de door ons beschreven concepten. Ook kan het voorkomen dat de biotische en abiotische uitgangssituatie het niet mogelijk maken om een duidelijke keuze voor één van de modellen te maken. Een combinatiemodel waarin meerdere concepten zijn verwerkt moet dan tot de mogelijkheden behoren.

Figuur 3.4 Alternatieven voor de situering van de ingang naar/entreezone van de Oostvaardersplassen (Stichting Recreatie, 1997)

3.3 De Oostvaardersplassen en de concepten

Hoe vinden we een en ander terug in de huidige situatie? Het is duidelijk dat de Oostvaardersplassen geen ‘zwerfnatuur’ vormen. De bezoeker kan het kerngebied namelijk niet zelfstandig bezoeken. Voor zwerfnatuur had Staatsbosbeheer het voornemen aan de Almere-zijde, maar deze hebben tot op heden nog geen doorgang gevonden vanwege de kwesties rondom begrazing. Het concept ‘kijknatuur’ is in de Oostvaardersplassen, waar de beleving vanaf de randen een hoofdrol speelt, sterk vormgegeven. Het natuurgebied is echter wel méér dan ‘kijknatuur’. In de laatste jaren zijn er meer mogelijkheden voor recreatie gekomen

34 Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005 dan alleen de beleving vanaf de randen: met name diverse soorten excursies in het natuurgebied. En naast kijken vanaf de randen en excursies hecht Staatsbosbeheer waarde aan een entreegebied. De grote omvang van de Oostvaardersplassen zou ook geen belemmering moeten zijn om meer recreatiemogelijkheden te creëren dan in dit concept ‘Kijknatuur’ volgens de door de Stichting Recreatie opgestelde visie. De kwetsbaarheid van het natuurlijk systeem kan dat wel zijn.

In de huidige inrichting is net als in de uitgangspunten van het ‘natuurpark’ sprake van een entreezone aan de Lelystadzijde, met als belangrijk onderdeel het informatiecentrum. Staatsbosbeheer wil de recreant meer bieden dan alleen observatie vanaf de randen. Wat dit betreft kunnen we in de Oostvaardersplassen spreken van een combinatiemodel tussen ‘kijknatuur’ en ‘natuurpark’. Bij het informatiecentrum leidt een wandelroute van 5 km het gebied in. Het Praambos/Oostvaardersveld aan de andere kant van het spoor, waar wandelen ook mogelijk is (en er is een gemarkeerde route van 5 km), vormt als het ware de rest van de gebruiksruimte. Het water is niet toegankelijk. De voorzieningen in de gebruiksruimte en aan de randen van het gebied zijn eenvoudig, kleinschalig en in beperkte mate aanwezig, wat overeenstemt met het idee dat de invloed van de mens minimaal zichtbaar moet zijn en de doelgroep de natuurgerichte recreant is. Voor de gebruiksruimte zijn de mogelijkheden voor verschillende activiteiten in vergelijking met het concept vrij beperkt. De entreezone komt in sfeer redelijk overeen met het kerngebied; maar het betreft vooral droge gedeelten en de grote grazers lopen er in veel minder mate. De rest van het gebied is afgesloten, maar wel te bezoeken onder begeleiding met georganiseerde excursies of excursies op aanvraag. Voor het concept natuurpark kan de oppervlakte die onder begeleiding te bezoeken is wellicht wat beperkt genoemd worden. Beleving van de ongerepte natuur vormt een kern van de excursies. Voorlichting en educatie hebben absoluut een vlucht genomen: er zijn volop excursies, informatiepanelen en er is een eenvoudig informatiecentrum en er wordt veel aandacht aan dit aspect besteed.

Ideeën als observatiecamera’s, excursies met overnachting, vrij paardrijden (buiten de paden) en speelnatuur hebben (nog) geen plek in het recreatieaanbod van Staatsbosbeheer in de Oostvaardersplassen. Paardrijden zal in verband met de Konikpaarden nooit mogelijk zijn. Zoals in hoofdstuk 2 ook al naar voren kwam: Staatsbosbeheer speelt wel met de gedachte aan verdere openstelling voor vrije recreatie (wandelen, struinen) maar dit is vooral in verband met de aanwezigheid van de grote grazers nog geen optie, tenzij de aansprakelijkheidskwesties afgedekt zijn en het risicovol wandelen door het publiek geaccepteerd wordt.

Beleving als label In de concepten van de Stichting Recreatie spelen de natuurbeleving en hoe de behoeftes daarbij verschillen tussen mensen een grote rol. De voormalige regio Flevoland-Overijssel werkte ook deze benadering verder uit en koos voor haar gebieden voor een labelling van terreinen met belevingen als label. Het ging de regio om een match tussen beleving en de verwachtingen van mensen te maken. De recreatiedoeltypen voor de Oostvaardersplassen worden daarom ook als volgt voorgesteld: ‘respect en verwondering landelijk’ voor het afgesloten en beleefbare deel, ‘bezinning’ voor het tijdelijk opengestelde deel en ‘attractief landelijk’ voor het opengesteld, niveau plus gedeelte (Uitwerkingsplan Oostvaardersplassen 2000-2010).

Toekomst Voor de toekomst bestaan er plannen voor een duidelijk etalagegebied (Oostvaardersveld, zie hoofdstuk 2). In deze plannen wordt het concept ‘natuurpark’ sterker uitgewerkt dan in de huidige situatie. Bij deze toekomstplannen voor de Oostvaardersplassen leven bij Staatsbosbeheer ook ideeën voor onder andere excursies met overnachting, ‘safarilodges’ en vaarexcursies. In het “Kader recreatieve ontwikkeling Oostvaardersplassen, 2003-2005” (Staatsbosbeheer, 2003) geeft

Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum 35 Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

Staatsbosbeheer aan dat in beginsel alle drie de recreatieve concepten toepasbaar zijn in het gebied. Voor zwerfnatuur (‘wandelen tussen de grazers’) zou dat op termijn het gesloten buitenkaadse middengebied zijn (Almere-zijde). Wandelen tussen grazers (edelherten) is in de toekomstplannen ook mogelijk in de Hollandse Hout. Vooral onder begeleiding zou struinen door het gebied mogelijk moeten zijn (deze beperking valt overigens niet onder zwerfnatuur in de SR-concepten). Gezien de onbekendheid met deze recreatievorm, vooral in relatie tot de risico’s met grote grazers (en bijbehorende regels en beleidslijnen), wordt een ontwikkeling in deze richting zorgvuldig en stapsgewijs ingezet. Een aandachtspunt is de natuurbeleving van de overige recreanten: de dichtere delen van de Oostvaardersplassen worden daarom beter geschikt geacht voor eventuele struinmogelijkheden.

Figuur 3.5 Toekomstbeeld voor de Oostvaardersplassen in recreatieconcepten

36 Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

4 GEBRUIK EN WAARDERING – BESTAANDE GEGEVENS

In dit hoofdstuk presenteren we de relevante recreatiegegevens uit oude onderzoeken. In hoofdstuk 5 volgen de resultaten van de enquête zoals in 2005 afgenomen.

4.1 Een algemene indruk

Historie In het begin was de Oostvaardersplassen echt een gebied voor kenners, omdat er aan het gebied wat recreatieve beleving niet of nauwelijks publiciteit werd gegeven. Later zorgde het voorkomen van bepaalde vogelkolonies/-soorten voor toename van de belangstelling voor het gebied, met name voor vogelliefhebbers. Een echte impuls aan het bezoek werd gegeven door de introductie van de grote grazers in de loop van de jaren tachtig. De belangstelling van het grote publiek nam erg toe.

Activiteiten De indruk van de beheerders die we in verband met deze rapportage spraken is dat fietsen en uitkijken (uitzicht en faunaobservatie) de belangrijkste activiteiten in de Oostvaardersplassen zijn. Fanatiek vogelen is een geliefde bezigheid, maar ook de belangstelling voor de grote grazers is groot. Mensen komen wandelend en lopend naar het gebied om te recreëren, maar ook veel met de auto of motor. Motorrijders die komen toeren en genieten van het uitzicht op een uitkijkpunt komen relatief veel voor. In tegenstelling tot veel andere natuurgebieden wordt er niet zoveel gewandeld. De mogelijkheden daarvoor zijn ook beperkt. In de Hollandse Hout, dat gelegen is naast de Oostvaardersplassen en als onderdeel van het gebied kan worden gezien, wordt wel veel gewandeld en gefietst. Het bezoek aan de Oostvaardersplassen is niet alleen overdag, maar ook wel ’s ochtends vroeg (vogelaars). In de herfst zijn ook de avonden populair in verband met de burlende herten. Dit natuurverschijnsel is te bewonderen vanaf de dijken en uitzichtpunten en met avondexcursies.

Belangstelling en bezoekersaantallen Almere en Lelystad hebben momenteel bij elkaar circa 250.000 inwoners, dus potentiële bezoekers. Amsterdam is ook op een half uur rijden gelegen. Ook vanuit daar komt regelmatig publiek. Er is volgens de beheerders veel herhaalbezoek. Op mooie dagen zijn er honderden mensen per dag in de Oostvaardersplassen op bezoek, zo schatten de beheerders. De excursies (ca 300-350 per jaar) trekken ca 6.000- 8.000 mensen per jaar, gedurende het hele jaar. Vooral de bronstexcursies trekken veel mensen. Het grootste deel van de excursies betreft rondleidingen voor groepen, excursies georganiseerd voor individuele deelnemers vinden in mindere mate plaats. De georganiseerde activiteiten (excursies) worden over het algemeen goed bezocht. De jaarverslagen VPR laten zien dat van de individuele excursies elk jaar een deel niet doorgaat. Publiciteit wordt hier aangegeven als verbeterpunt. De excursies naar de Schollevaar kennen volgens de beheerders de laatste jaren een wat magere bezetting. De belangstelling van mensen is steeds meer gericht op de grazers en daar richt deze excursie zich niet op. Bovendien is de loopafstand vrij groot.

Een schatting voor het bezoek aan het bezoekerscentrum is zo’n 20.000-25.000 mensen per jaar (jaarverslagen VPR 1998 t/m 2003). Voor het totaal jaarlijks bezoek wordt door de beheerders een schatting gegeven van 200.000. Er zijn overigens weinig harde gegevens over bezoekersaantallen.

Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum 37 Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

Waardering door de recreant In de ervaring van de beheerders is er bij de bezoekers een grote waardering voor de Oostvaardersplassen. De beperkte toegankelijkheid is volgens de beheerders nooit echt een issue geweest voor bezoekers. Er is best wel begrip voor. Wel vindt men het belangrijk dat de zichtmogelijkheden goed zijn. Hoe een en ander zit voor potentiële bezoekers en niet-bezoekers is onduidelijk. Politiek–bestuurlijk (Almere, Lelystad) is de beperkte toegankelijkheid wel een issue. Illegale betreding komt niet of nauwelijks voor. Het gebied is ook nooit opengesteld geweest, waardoor mensen de situatie zo gewend zijn. Wel komt er nog wel eens de vraag naar toegangsmogelijkheden voor kanoën. De meeste klachten horen de beheerders over de begaanbaarheid van de paden, vooral voor rolstoelers.

Toekomst Volgens de verwachting voor de toekomst van de beheerders zullen de bezoekersaantallen nog wel stijgen. Aan de kant van Lelystad worden veel nieuwe woningen gebouwd bij de Oostvaardersplassen. Ook vanuit de verder gelegen nieuwe wijken van Almere en Lelystad kan extra bezoek verwacht worden. De bevolkingsomvang van beide steden neemt toe: voor Almere ligt een enorme bouwopgave (van 170.000 naar 450.000 inwoners in 2030 – 65.000 woningen erbij). Lelystad moet groeien tot ca 250.000 inwoners.

38 Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

4.2 Recente gegevens

Recreatieonderzoek 2002

Staatsbosbeheer monitort de kwaliteit van de recreatie in de natuurterreinen door middel van een bezoekersenquête. In 2002 is er voor het eerst een basiskartering recreatie uitgevoerd in de Oostvaardersplassen. Tegelijk is ook in het Fluitbos (bufferzone bij Almere) een bezoekersonderzoek uitgevoerd. In 2001 is in het Praambos (Oostvaardersveld) geënquêteerd, hier vulden de respondenten de antwoorden vaak in als betrof het de Oostvaardersplassen, wat door de onderzoekers niet bedoeld was. Dit lijkt een aanwijzing dat de gebieden voor de bezoekers bij elkaar horen. In 2002 werden 522 formulieren uitgereikt en 451 teruggestuurd (respons 86%).

50% van de bezoekers kwam uit Flevoland, waarvan het merendeel uit Lelystad en Almere. Daarnaast kwam er nog een aanzienlijk deel (18%) uit Noord-Holland, Gelderland en Utrecht volgen. Bij deze drie provincies ging het vooral om mensen uit gemeenten langs IJsselmeer en Randmeren, zoals Amsterdam en Harderwijk. Verreweg de meeste mensen kwamen met de auto naar het gebied. De verblijfsduur was voor de meeste bezoekers 2 uur of meer. 43% van de bezoekers bezochten de OVP 2-9 keer per jaar, 30% kwam voor het eerst (dat jaar). 22% komt 10-49 keer. 2% gaf aan meer dan 50 keer of zelfs 100 keer per jaar het gebied te bezoeken. Lang wandelen en natuurstudie waren de meest genoemde ondernomen activiteiten. 56% maakte gebruik van de parkeerplaatsen, 49% van wandelroutes, maar ook de fietsvoorzieningen, zitbanken en infopanelen werden veelvuldig gebruikt. De observatievoorzieningen en het infocentrum zijn niet apart als categorie opgenomen, maar vielen onder ‘overig’. Ook hierop werd goed gescoord.

De Oostvaardersplassen werd door de respondenten met name als ongerept natuurgebied en vogelgebied gezien. Bijna eenderde gaf bij reden om het gebied te bezoeken ‘vogels kijken’ aan. Van de 15 items over belang van en waardering voor voorzieningen, gecombineerd tot een tevredenheidsscore, scoorden er vier onder de door Staatsbosbeheer gestelde norm voor tevredenheid (1): mensen tegenkomen, zitbanken, dagrecreatieterreinen en stilte. Hoge scores behaalden de bereikbaarheid, afwisseling bos/open en de afwezigheid van hondenoverlast (respectievelijk 3.6, 3.2 en 2.7). Afwisseling boom- en plantensoorten, wandelmogelijkheden en fietsmogelijkheden scoorden daarna tussen de 1.6 en 1.9. De respondenten waren verder erg positief. Minder dan 25% gaf het gebied een rapportcijfer lager dan 8. Veel van de extra opmerkingen betroffen diverse complimenten over de natuur en de notie dat mensen in het gebied tegen een uitbreiding van voorzieningen zijn.

Oostvaardersveld (2001): niet duidelijk was dat de monitoring bedoeld was voor alleen het Praamweggebied. De enquête is tegen de bedoeling van het onderzoek in veelal ingevuld met betrekking tot de Oostvaardersplassen en het Oostvaardersveld als een gebied. De uitkomsten waren sterk vergelijkbaar met de uitkomsten voor de Oostvaardersplassen uit 2002.

Voor het Fluitbos (2002, apart onderzocht) gold een korte verblijfsduur. Ondernomen activiteiten waren met name een korte wandeling, hond uitlaten en fietsen. Het aandeel herhalingsbezoeken was erg hoog. Opvallend was dat maar liefst 17% het gebied 100 keer of meer per jaar bezocht. Veel van de kwaliteitsaspecten scoorden onder de norm voor tevredenheid. Toch scoorde het gebied hoge rapportcijfers, wat zou kunnen liggen aan de verwachtingen die men heeft voor een stadsuitloopgebied.

Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum 39 Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

Informatiecentrum van de Oostvaardersplassen In 2005 (mei t/m augustus) voerde Staatsbosbeheer Oost een achtergronds- en tevredenheidsonderzoek uit wat betreft bezoekerscentra in de regio. De resultaten dienen het opstellen van nieuw marketingplannen te ondersteunen.

De respondenten komen vooral uit (of wonen daar dichtbij) 1) Lelystad, 2) Amsterdam en 3) Almere. De leeftijden liggen vooral tussen de 30 en 70. Het opleidingsniveau is vooral MBO, HBO of in iets mindere mate universitair en het inkomensniveau vooral modaal en boven modaal. Dit stemt in grote lijnen overeen met de respondenten in de overig onderzochte bezoekerscentra. De respondenten komen vooral met partner of vrienden naar het gebied. In de andere centra spelen familie- en gezinsverband een groter rol dan in de Oostvaardersplassen. De belangrijkste bron voor informatie over het bestaan van het centrum zijn familie, vrienden en kennissen. 45-50% van de respondenten geeft aan niet eerder in het bezoekerscentrum te zijn geweest. Voor zo’n 15% is het bezoek niet gekoppeld aan een bezoek aan het gebied, voor ca 85% wel: voor een groot deel van deze mensen aan wandelen in het gebied, maar ook fietsen, vogels kijken en fotograferen spelen een rol. Het bezoekerscentrum krijgt een 8 als rapportcijfer, de activiteiten een 8-min en de winkel ruim een 7,5. Er wordt een groot aantal positieve punten genoemd. De hoeveelheid informatie, goede faciliteiten, netheid en gastvrijheid worden regelmatig genoemd. Enkele minpunten die meerdere keren genoemd worden, zijn: klein gebouw en noodgebouw met weinig uitstraling. Zowel bij de minpunten als bij de aanvullende opmerkingen die men kon geven, komt de bewegwijzering naar en ‘vindbaarheid’ van het bezoekerscentrum en het natuurgebied regelmatig naar voren. Overigens scoort het infocentrum van de Oostvaardersplassen in alle drie de categorieën een lager rapportcijfer dan de centra in de andere drie gebieden, hoewel het maar kleine verschillen betreft.

Jaarverslagen voorlichting/recreatie De jaarverslagen gaan in op het aantal excursies dat gehouden is, de typen excursies en de deelname. De resultaten hiervan zijn wanneer relevant in de tekst van dit rapport opgenomen. Verder gaan de verslagen in op public relations en belangrijke media-uitingen die aan de orde zijn geweest.

40 Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

Afstudeeronderzoek Linda Schuiling (2004) Schuiling onderzocht de wensen van recreanten voor recreatievoorzieningen en type natuur voor de nieuw aan te leggen verbindingszone tussen de OVP en het Horsterwold. De focus lag op het gebied bij Almere. Enquêtes zijn verspreid in Almere- Buiten. 89 respondenten hebben een enquête ingevuld. Dit onderzoek gaat dus niet over de Oostvaardersplassen zelf. De resultaten betreffen wel inwoners van Almere- Buiten dat nabij Oostvaardersplassen ligt en wensen van deze mensen kunnen ook te maken hebben met hun visie op en ervaring met de Oostvaardersplassen. Een groot deel van de respondenten is positief over de plannen. Vooral het positieve effect op flora en fauna komt aan de orde. Respondenten zien graag een natuurgebied met veel afwisseling in begroeiing, dichtbij en goed bereikbaar via aantrekkelijke routes, en kronkelige paden. De wensen wat betreft activiteiten zijn niet verrassend. Men wil vooral een eindje om kunnen en een flinke wandeling of fietstocht kunnen maken. Voor voorzieningen geldt hetzelfde; er is veel belangstelling voor met name wandelroutes, fietspaden, bankjes en informatieborden.

Belevingsonderzoek Ruben Abma (2003) ‘de recreant als subject – over natuurbeleving als basis voor de beeldvorming van natuur In een studie van Abma (2003) wordt onderscheid gemaakt tussen een gebied als de Oostvaardersplassen beschouwen als een wildernis, of hetzelfde gebied ervaren als een wildernis. Cruciaal bij dit onderscheid is de rol die de ratio speelt in de beleving. Uit de studie blijkt dat bij het grootste deel van de mensen (ongeveer 2/3) de ratio een zekere rol speelt in hun natuurbeleving. Voor een klein percentage (6%) is deze rol zelfs dominant. Zij zijn in zekere zin ‘toeschouwer’ van de natuur. Maar voor de resterende éénderde van de bezoekers geldt dat juist niet. Zij zijn eerder als deelnemer aan de natuur te typeren. En hun beleving wordt daarmee volledig gevormd door het ‘zijn in de natuur’ en alle handelingen en waarnemingen die daarmee gepaard gaan.

De rol van de ratio in de natuurbeleving van recreanten is interessant bij een gebied als de Oostvaardersplassen. Het is een gebied met een verhaal, namelijk het verhaal van de ongereptheid en het nagenoeg natuurlijk ecosysteem. Het vrijwel ontbreken van menselijk ingrijpen (op kuddebeheer en waterstanden na) wordt helder en nadrukkelijk gecommuniceerd door Staatsbosbeheer. De Oostvaardersplassen wordt daarmee een stukje ‘wildernis’ in Nederland.

Als het verhaal/ de achtergrondkennis een belangrijke rol speelt in je beleving is het waarschijnlijk dat je de Oostvaardersplassen ook als een wildernis ervaart. Echter als het verhaal/ achtergrondkennis geen rol speelt in je natuurbeleving – zoals voor een deel van de bezoekers geldt – dan ervaar je de Oostvaardersplassen helemaal niet als een wildernis. De inrichting van de Oostvaardersplassen dwingt de bezoeker eerder in een rol als toeschouwer. Er zijn geen mogelijkheden voor ‘opgaan in de natuur’, spanning, verdwalen en emoties. Daarvoor is het gebied teveel afgesloten voor publiek. Mogelijk dat het bij excursies anders is, omdat je daarbij verder het gebied in trekt en ook grote grazers tegenkomt. Maar voor excursies geldt evengoed dat het groepsgebeuren een wildernisbeleving - van opgaan in de natuur – in de weg staat. De mensen die in de Oostvaardersplassen op zoek zijn naar een wilderniservaring worden in de Oostvaardersplassen niet ‘bediend’.

Gemiddeld is ongeveer 13% van de bezoekers georiënteerd op een wildernisbeleving. Dat is gebaseerd op een enquête die is uitgezet onder 300 bezoekers in vier verschillende natuurgebieden. Voor de Oostvaardersplassen is dat percentage met 16% nog iets hoger. Ook het aandeel bezoekers dat op natuurstudie is georiënteerd (met een nadruk op beschouwen en achtergrondkennis) ligt voor de Oostvaardersplassen hoger dan het gemiddelde.

St. Natuur en Milieu – Nederland kan zo mooi zijn (2005) Deze publicatie van de Stichting Natuur en Milieu wil niet alleen laten zien hoe mooi

Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum 41 Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005 en bijzonder de natuur in bijvoorbeeld de Weerribben of het Dinkeldal is, maar ook of het er rustig en stil is, of je er goed kunt wandelen en fietsen, of het water er schoon is en of er sprake is van veel horizonvervuiling. Op basis van al deze aspecten krijgt het gebied één tot vijf sterren toebedeeld. Voor het beoordelen van de gebieden en het toekennen van de sterren zijn onafhankelijke regionale inspecteurs ingeschakeld. Mensen met kennis van natuur en landschap, en van cultuurhistorie. Daarnaast is de mening van omwonenden meegewogen. Een zeskoppige landelijke hoofdinspectie kende de uiteindelijke sterren toe. Honderd gebieden komen aan bod.

Ook de Oostvaardersplassen zijn beoordeeld. Het oordeel dat gegeven is: 3 sterren (maximum is 5 sterren). Elementen uit de beoordeling zijn:

- Een uniek gebied door zijn ontstaansgeschiedenis. - De natuur in dit gebied is bijzonder rijk. - Er komen veel verschillende watervogels voor. - Het gebied is aantrekkelijk en de vele grote zoogdieren geven de beleving een extra dimensie. - Het gebied is recent ontstaan, de cultuurhistorische betekenis is dus niet groot. - Het gebied is niet zo geschikt voor een bijzonder dagje uit, behalve voor vogelaars. - Stil is het gebied niet, met ‘dank’ aan vliegveld Lelystad (bijvoorbeeld hinder van sportvliegtuigjes).

Ook melden de inspecteurs het volgende:

‘Verder liggen er plannen om het gebied beter te ontsluiten voor bezoekers. Het terrein wordt steeds een beetje verder opengesteld: er verschijnen meer paadjes en vogelkijkhutten, en Staatsbosbeheer organiseert meer excursies in het afgesloten deel. Dat is een positieve ontwikkeling. Grotere toegankelijkheid – waar de natuur het kan hebben! – draagt bij aan het draagvlak voor natuurbehoud in ons land.’

Natuurlijk vermogen (SEO, 1998) SEO deed in 1998 onderzoek naar economische, individuele en maatschappelijke waarde van natuur in het algemeen en de Oostvaardersplassen in het bijzonder. In het kader van dit onderzoek werd een enquête uitgevoerd met 545 respondenten uit Flevoland en 239 uit ‘overig Nederland’. De maatschappelijke waarde is berekend als 600 miljoen gulden (circa 275 miljoen euro): 65% gebruikswaarde (bereidheid te betalen via entreegelden en/of excursies) en 35% indirecte niet-gebruikswaarde. Uit het onderzoek blijkt verder dat bij de waardering van het gebied de aanwezigheid belangrijker is dan het feitelijke gebruik ervan.

In Flevoland blijkt bijna iedereen wel eens van de Oostvaardersplassen te hebben gehoord: 95%. Voor ‘overig Nederland’ is dit 61%. Het is dus een vrij bekend natuurgebied. De meeste Flevolanders kennen het gebied omdat ze in de buurt ervan wonen. De rest heeft voor het eerst van de Oostvaardersplassen gehoord vooral omdat ze er over hebben gelezen of er langsgereden zijn. Er is een verschil tussen gehoord hebben van en kennen: 91% kent de Oostvaardersplassen, en voor de rest van Nederland is dat 40%.

35% van de ondervraagde Flevolanders geeft aan er zelden of nooit te komen, 33% halfjaarlijks en 22% maandelijks. Zo’n 8% bezoekt wekelijks het gebied. Van ‘overig Nederland’ komt het merendeel zelden/nooit. SEO komt op basis van de bezoekfrequentie en bevolkingsaantallen tot een 2,1 miljoen bezoeken per jaar aan de Oostvaardersplassen door inwoners van Flevoland, 4,6 miljoen door overig Nederland. Dit lijkt een zeer forse overschatting. Waarschijnlijk is enerzijds een overschatting van de bezoekfrequentie gemaakt door de respondenten, anderzijds door de onderzoekers de bezoekfrequentie-categorieën minder handig gekozen en voor de

42 Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005 berekening te hoog ingezet.

Op de vraag hoe erg men het zou vinden – ook al is men er nooit geweest - als de Oostvaardersplassen gehalveerd zouden worden of verdwijnen, vindt ruim 90% van Flevolanders het erg tot heel erg als ze zouden worden gehalveerd en 96% bij geheel verdwijnen. Voor ‘overig Nederland’ is dat 78% en 89%. Gevraagd naar de waardering voor de Oostvaardersplassen geven de Flevolanders als persoonlijke waardering een 8.4, als cijfer voor het nut voor Nederland/Flevoland geven zij een 8.9. Vooral de rust/frisse lucht/schoon water, dieren observeren en de ongerepte natuur worden erg gewaardeerd. Wandelpaden, fietspaden en een grotere diversiteit aan planten en dieren zijn belangrijke aanpassingen die de OVP voor de mensen aantrekkelijker zouden kunnen maken. Een groter deel toegankelijk maken wordt aanzienlijk minder vaak genoemd. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor zwem- en kanomogelijkheden. De belangrijkste redenen om de Oostvaardersplassen niet te bezoeken zijn gebrek aan tijd, matige bereikbaarheid en de beperkte recreatiemogelijkheden (er is voor hen weinig te doen, en/of men vindt de faunaobservatie niet interessant). Voor ‘overig Nederland’ speelt de afstand en de onbekendheid met het gebied (niet van gehoord) een grote rol.

Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum 43 Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

44 Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

5 ENQUÊTE GEBRUIK, WAARDERING EN BELEVING

5.1 Inleiding

Vragenlijst

Uitgangspunt bij het veldonderzoek in de Oostvaardersplassen is de bestaande systematiek voor de Basismonitor Recreatie van Staatsbosbeheer (IK-monitoring). De vragenlijst (15 vragen) gaat in op herkomst, reis- en verblijftijd, bezoekredenen, activiteiten en gebruik van voorzieningen. Een belangrijk onderdeel is de recreatiekwaliteit. Kwaliteit wordt bekeken aan de hand van items, die refereren aan de kwaliteit van de voorzieningen en de omgeving (zoals afwisseling en beleving van drukte). Daarbij telt zowel het belang voor de bezoeker als de waardering. Een aandachtpunt is het feit dat dit recreatieonderzoek alleen plaatsvindt onder bezoekers van het natuurgebied. Niet-bezoekers/potentiële bezoekers komen niet aan bod.

Het is geen onderzoek naar bezoekersaantallen en andere kwantitatieve gegevens. Vanwege de kosten van dergelijk onderzoek voert Staatsbosbeheer in principe dergelijk onderzoek niet uit. Voor het inzicht in het recreatieve belang van een gebied als de Oostvaardersplassen en het recreatiebeheer zijn dergelijke gegevens wel erg nuttig.

Op verzoek van en in samenwerking met Staatsbosbeheer hebben de Stichting Recreatie en Dimensus Beleidsonderzoek 15 extra vragen aan de vragenlijst toegevoegd. Deze gaan voornamelijk in op specifieke kenmerken van de Oostvaardersplassen, zoals de beperkte recreatieve toegankelijkheid en de aanwezigheid van de grote grazers en de vele vogelsoorten.

Uitvoering

Het veldwerk vond plaats in juli en augustus. Het veldwerk werd gecoördineerd door Dimensus Beleidsonderzoek. Medewerkers van Dimensus deelden op 7 dagen (merendeel zondagen en woensdagen) enquêtes uit onder bezoekers. De belangrijkste uitdeellocaties waren de Grote Praambult en de Jan van der Boschbult. Buiten deze dagen om lagen er ook enquêtes in het bezoekerscentrum en zijn enkele keren bij excursies enquêtes uitgedeeld.

Bij de enquête zat een begeleidende brief van Staatsbosbeheer. De bezoekers kregen het verzoek de vragenlijst thuis in te vullen en terug te sturen. De veldwerkmedewerkers hebben score-formulieren bijgehouden waarop bezoekers en het aantal uitgezette enquêtes geteld werden.

De resultaten van de enquête volgen in paragraaf 5.2 en 5.3. In 5.2 komen vooral de uitkomsten van de basisenquête aan bod. In paragraaf 5.3 volgen de extra vragen. Voor de meeste vragen geldt dat de uitkomsten in een figuur zichtbaar zijn gemaakt, aangevuld met de belangrijkste punten in een toelichting.

Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum 45 Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

5.2 Resultaten basisenquête

Tellijsten en respons

Tijdens de enquête-uren is op tellijsten bijgehouden hoeveel (groepen) bezoekers er zijn gepasseerd, hoe groot de groep was en welke activiteit men ondernam. Ook is aangegeven aan hoeveel groepen enquêtes zijn uitgereikt.

In totaal zijn er tijdens de ruim 110 uren dat er is geënquêteerd 633 groepen bezoekers geteld, verdeeld over 7 enquêtedagen. Aandachtspunt is dat er gedurende de onderzoeksperiode en juist op de enquêtedagen weinig sprake is geweest van mooi weer.

Figuur 5.1 Groepsgrootte, in procenten

1 persoon 27

2 personen 50

3 personen 10

4 personen 9

5 of meer personen 4

0 20 40 60 80 100

Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2005

Het merendeel van de bezoekers komt alleen (27%) of met zijn tweeën (50%) naar de Oostvaardersplassen, een kleine 20% komt in een groep van 3 of 4 personen. De gemiddelde grootte van de groep bedraagt 2,2 personen.

Figuur 5.2 Enquêtes verspreid, in procenten

enquête afgegeven 72

geen enquête afgegeven 17

weigering 11

0 20 40 60 80 100

Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2005

Aan bijna driekwart (72%) van de passerende groepen is één enquête afgegeven, 17% heeft geen enquête gekregen en 11% wilde niet aan de enquête meedoen. Daarnaast zijn er enquêtes uitgereikt bij het informatiecentrum.

Respons Uiteindelijk zijn er 412 enquêtes ingevuld teruggestuurd.

46 Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

Herkomst

De volgende figuur geeft de herkomst van de bezoekers (respondenten) aan. In de enquête gaven respondenten dit aan met behulp van postcode.

Figuur 5.3 Herkomst van de bezoekers (postcode thuisadres)

Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum 47 Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

• Bijna de helft (45%) van de bezoekers komt uit de provincie Flevoland • Daarnaast is eenderde van de bezoekers afkomstig uit West Nederland (provincies Noord- en Zuid-Holland en Utrecht). De regio Amsterdam / het Gooi en de provincie Utrecht nemen daarvan het grootste deel in beslag. • Circa 12% is afkomstig uit Oost-Nederland (Gelderland of Overijssel) • Zuid- (4%) en Noord-Nederland (3%) leveren samen 7% van de bezoekers.

In 2002 kwam een vergelijkbaar beeld naar voren.

Vanuit de woonplaats • Het merendeel (87%) van de bezoekers van de Oostvaardersplassen is vanuit de woonplaats naar het gebied gekomen. • Van de bezoekers uit Flevoland is dat vrijwel iedereen (97%), van de bezoekers uit West Nederland 82% en vanuit Oost Nederland 74%. • Van de bezoekers die uit Zuid-Nederland (68%) of Noord-Nederland (69%) naar de Oostvaardersplassen zijn gekomen, is het aandeel dat vanuit het woonadres is vertrokken het laagst, maar nog altijd meer dan tweederde.

Vervoermiddel

In de enquête is ook gevraagd welk vervoersmiddel de bezoeker heeft gebruikt om naar de Oostvaardersplassen te komen. Daaruit blijkt dat de auto verreweg het belangrijkste vervoermiddel is.

Figuur 5.4 Herkomst en vervoermiddel van de bezoekers, in procenten

Flevoland 48 45 7

West Ned. (Zh, Nh Ut) 87 7 6

Oost Ned. (Gld, Ov) 86 12 2

Noord en Zuid Nederland 75 18 7

totaal 69 26 6

0% 20% 40% 60% 80% 100%

auto fiets overig

Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2005

• Meer dan tweederde (69%) van de bezoekers is met de auto naar de Oostvaardersplassen gekomen, een kwart met de fiets, 2% te voet, 2% met de motor en 2% op een andere manier. Genoemd zijn het openbaar vervoer, de boot en skates. • Bezoekers uit Flevoland komen in verhouding vaker (45%) met de fiets, de overige bezoekers vaker met de auto. • Van de bezoekers uit Noord- en Zuid-Nederland komt 18% met de fiets. Dit zijn bezoekers die niet rechtstreeks van huis komen.

Een andere vraag in de enquête heeft betrekking op de bereikbaarheid. We zetten de mate waarin de respondent het eens is over de stelling dat het gebied goed bereikbaar is (zie verderop in dit hoofdstuk) af tegen het vervoersmiddel. Bezoekers die met de

48 Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

auto zijn gekomen zijn iets minder tevreden over de bereikbaarheid (86% is het (zeer) eens met de stelling) dan bezoekers die met de fiets zijn gekomen (94% (zeer) eens).

Aankomsttijd en bezoekduur

Figuur 5.5 Aankomsttijd bezoekers in Oostvaardersplassen, in procenten

voor 10.00 uur 10

vanaf 10.00 t/m 12.00 uur 31

vanaf 12.00 t/m 14.00 uur 35

na 14.00 uur 24

0255075

Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2005

• Tweederde van de bezoekers is tussen 10 uur ’s ochtends en 2 uur ’s middags aangekomen in het gebied. • 10% is eerder aangekomen en een kwart na die tijd.

Daarnaast ging de enquête in op de verblijfsduur. Voor meer dan de helft van de bezoekers blijkt die 2 uur of meer te zijn.

Figuur 5.6 Tijd die men heeft doorgebracht in de Oostvaardersplassen,, in procenten

minder dan 1 uur 17

1 tot 2 uur 29

2 tot 4 uur 35

4 tot 6 uur 12

6 uur of meer 8

0255075

Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2005

• De meerderheid heeft 1 tot 2 uur of 2 tot 4 uur in het gebied doorgebracht: • 8% van de respondenten heeft een forse tijd in het gebied doorgebracht (meer dan 6 uur). • De gemiddelde bezoekduur bedraagt 2,5 uur.

Bezoekfrequentie en bezoektijden

De bezoekers is ook gevraagd aan te geven hoe vaak zij de Oostvaardersplassen het afgelopen jaar bezocht hebben. Dit blijkt flink te variëren. Duidelijk is wel dat er veel sprake is van herhaalbezoek, wat ook in het onderzoek in 2002 naar voren kwam.

Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum 49 Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

Figuur 5.7 Frequentie waarmee de respondenten de Oostvaardersplassen bezoeken, in procenten

1 of 2 keer 20

3, 4 of 5 keer 28

6 t/m 11 keer 19

12 t/m 40 keer 23

50 keer of meer 10

0255075

Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2005

• Eén op de vijf respondenten heeft het afgelopen jaar de Oostvaardersplassen slechts één of twee keer bezocht. Een kwart heeft dit iets vaker gedaan (drie, vier of vijf keer). • Een op de drie respondenten komt minimaal een keer per maand, waarvan 10% (vrijwel) wekelijks.

Figuur 5.8 Seizoenen waarin met de Oostvaardersplassen bezoekt, in procenten

alle seizoenen 67

zomer 32

lente 12

herfst 9

winter 2

0 20 40 60 80 100

Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2005

• Tweede van de respondenten bezoekt de Oostvaardersplassen gedurende alle seizoenen van het jaar. • Als men al een voorkeur heeft voor een bepaald seizoen dan is het voornamelijk de zomer. Eenderde van de respondenten heeft aangegeven vooral in dit seizoen een bezoek te brengen aan de Oostvaardersplassen. Dit zijn vooral bezoekers die slechts één of twee keer de Oostvaardersplassen het afgelopen hebben bezocht.

Ondernomen activiteiten in de Oostvaardersplassen

Uiteraard is het een interessante vraag welke activiteiten mensen in het gebied verricht(t)en. Bij deze vraag was het mogelijk meer dan één antwoord aan te kruisen. Van het uitzicht genieten blijkt de populairste activiteit te zijn.

50 Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

Figuur 5.9 Activiteiten waarvoor men de Oostvaardersplassen heeft bezocht, in procenten (meerdere antwoorden mogelijk)

van uitzicht genieten 50

toerfietsen 29

wandeling langer dan 1 uur 28

natuurstudie 26

wandeling korter dan 1 uur 17

luieren / zitten / zonnen 12

picknicken 5

vissen 3

excursie 3

ATB-/mountainbike-fietsen 3

trimmen/joggen 2

hond uitlaten 2

racefietsen 1

anders, namelijk 8

0255075

Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2005

• De Oostvaardersplassen worden vooral bezocht om van het uitzicht te genieten. De helft van de respondenten geeft aan dat men vanwege het uitzicht de Oostvaardersplassen bezoekt. • Ook lijken de Oostvaardersplassen heel geschikt om te wandelen. Bijna de helft van de respondenten (45%) wandelt in dit gebied, waarvan de meeste een wandeling maken die langer dan één uur duurt (28%). • Andere activiteiten die veel bezoekers ondernemen, zijn: toerfietsen (29%) en natuurstudie (26%). Ook luieren, zitten of zonnen is redelijk vaak naar voren gebracht (12%). • Slechts 3% van de respondenten nam deel aan een excursie (3%). • Bij anders, namelijk …. is een groot aantal verschillende activiteiten naar voren gebracht, waaronder vogels kijken en fotograferen. Deze activiteiten werden meerdere keren genoemd.

In vergelijking met het onderzoek uit 2002 zijn de categorieën ‘van uitzicht genieten’ en ‘excursies’ aan de antwoordopties toegevoegd. Zonder deze toevoeging waren lang wandelen en natuurstudie in 2002 de populairste activiteiten. Fietsen eindigt nu hoger.

Gebruikte voorzieningen in de Oostvaardersplassen

De volgende vraag was van welke voorzieningen de bezoeker gebruik heeft gemaakt. Ook hier kon men weer meer dan één antwoord aankruisen.

Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum 51 Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

Figuur 5.10 Voorzieningen waarvan men in de Oostvaardersplassen gebruik heeft gemaakt, in procenten (meerdere antwoorden mogelijk)

uitkijkpunt 65

parkeerplaats 61

fietspad 37

zitbank 32

observatiehut of -scherm 30

informatiecentrum 25

informatiebord/-paneel 25

gemarkeerde wandelroute 23

picknickbank 11

anders, namelijk 5

0255075

Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2005

• De uitkijkpunten zijn de meest gebruikte voorziening in de Oostvaardersplassen. Tweederde van de bezoekers heeft hiervan gebruik gemaakt. Ook de parkeerplaats is door een groot aandeel bezoekers gebruikt (61%), terwijl een groter aandeel bezoekers met de auto is gekomen (69%). • Andere voorzieningen die door ongeveer één op de drie respondenten zijn gebruikt zijn: fietspad, zitbank en observatiehut of –scherm. • Het informatiecentrum is die dag door één op de vier respondenten bezocht.

In vergelijking met het onderzoek uit 2002 zijn de voorzieningen ‘uitkijkpunten’ en ‘observatievoorzieningen’ specifiek aan de antwoordopties toegevoegd. Zonder deze toevoeging waren in 2002 de parkeerplaatsen en wandelroutes de meest gebruikte voorzieningen. Deze laatste komt in het huidig onderzoek beduidend minder hoog terecht.

Redenen om de Oostvaardersplassen te bezoeken

De enquête bevat ook een open vraag naar de belangrijkste reden waarom men de Oostvaardersplassen bezoekt. Respondenten antwoorden het vaakst dat dit samenhangt met het mooie natuurgebied.

52 Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

Figuur 5.11 Belangrijkste reden waarom mensen de Oostvaardersplassen bezoeken, in procenten (open vraag)

mooi (natuur)gebied 30

vogels 27

rust/stilte 22

(wilde) dieren 10

genieten van het uitzicht/de 9 (ongerepte) natuur

fietsen 6

wandelen 4

ontspanning 4

bereikbaarheid/ligging/dichtbij/doorreis 4

ruimte/weidsheid 4

fotograferen 3

runderen/herten 3

flora/fauna 3

vissen 2

over gehoord/wilde het zelf zien 1

overig 6

02550

Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2005

• Bijna eenderde van de respondenten geeft aan het mooie natuurgebied de belangrijkste reden voor bezoek is. Voor iets meer dan een kwart van de respondenten (27%) betreft dit de (vele soorten en bijzondere) vogels in het gebied. Ook de rust en de stilte trekt een groot aantal bezoekers aan (22%). • Andere redenen die vaak naar voren zijn gebracht zijn de (wilde) dieren (10%) en het genieten van het uitzicht en/of van de (ongerepte) natuur (9%). • Daarnaast wordt het gebied (in mindere mate) speciaal bezocht om er te fietsen of te wandelen, ter ontspanning, vanwege de goede bereikbaarheid/nabije ligging, de ruimte/weidsheid van het gebied, om er te fotograferen, specifiek vanwege de runderen of de herten, de aanwezige flora en fauna, de mogelijkheden om te vissen of omdat de nieuwsgierigheid is gewekt omdat men erover had gehoord maar het gebied met eigen ogen wilde gaan bekijken.

Bij de vragen die wij aan de basisenquête van Staatsbosbeheer toevoegden, was een vraag welke rol de bijzondere aard van de Oostvaardersplassen speelde bij de keuze voor een bezoek aan het gebied. Speelde dit een grote rol of speelden vooral andere redenen een rol, zoals de ligging nabij huis?

Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum 53 Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

Figuur 5.12 Rol van de bijzondere aard van de Oostvaardersplassen bij de keuze voor een bezoek aan de Oostvaardersplassen, in procenten

grote rol 47

enigszins een rol 21

het gebied is gewoon bij mij in de buurt 26

de keuze voor de OVP is willekeurig 7

0255075

Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2005

• De bijzondere aard van de Oostvaardersplassen speelt voor bijna de helft van de respondenten een grote rol bij de keuze het gebied te bezoeken. Eén op de vijf respondenten geeft aan dat dit enigszins een rol speelt. In totaal gaat het om tweederde van de respondenten die vanwege de bijzondere aard van het gebied een bezoek hieraan brengen. • Een kwart geeft aan dat het gebied in de buurt is en dat men om deze reden de Oostvaardersplassen bezoekt. • Voor slechts een klein deel van de respondenten is de keuze voor de Oostvaardersplassen willekeurig.

Waardering van het gebied en de voorzieningen

Het is erg belangrijk om te weten hoe de bezoeker oordeelt over de verschillende kwaliteitsaspecten die Staatsbosbeheer heeft onderscheiden. Daartoe wordt in de basisenquête gevraagd naar het belang dat mensen aan een aspect toekennen in het algemeen en vervolgens hoe ze de kwaliteit van dat aspect waarderen in de Oostvaardersplassen in het bijzonder. Een oordeel over wandelpaden en fietspaden is alleen voorgelegd aan respectievelijk wandelaars en fietsers.

54 Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

Figuur 5.13 Waardering/belang van verschillende aspecten van een bos en natuurgebied in het algemeen, in procenten

Voldoende wandelmogelijkheden 38 49 7 4 3

Geen overlast van omgevingslawaai 60 27 8 33

Voldoende fietspaden 41 44 10 32

Geen overlast van loslopende honden 61 22 6 5 6

Goede fietspaden 47 36 11 4 3

Afwisseling in bos en open ruimte 30 51 10 7 2

Afwisseling in boomsoorten, struiken en planten 26 52 16 4 3

Goede bereikbaarheid van een bos- of natuurgebied 31 44 11 11 3

Goede gemarkeerde wandelpaden 32 39 13 10 5

Weinig mensen tegenkomen in een bos- of 29 40 20 9 3 natuurgebied

Voldoende veiligheid in een bos- of natuurgebied 30 38 20 7 5

Informatie via panelen over het terrein dat wordt 17 49 20 9 6 bezocht

Voldoende parkeergelegenheid 13 50 20 12 6

Voldoende zitbanken 19 39 20 17 6

Goede zitbanken 20 33 21 18 8

0% 20% 40% 60% 80% 100%

zeer belangrijk belangrijk geen oordeel onbelangrijk zeer onbelangrijk

Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2005

• Opvallend is dat veel aspecten door een groot aantal respondenten als belangrijk tot zeer belangrijk wordt ervaren in een bos- en natuurterrein. Het hoogst scoren: voldoende wandelmogelijkheden (87% (zeer) belangrijk), geen overlast van omgevingslawaai (86% (zeer) belangrijk), voldoende fietspaden (85% (zeer) belangrijk), geen overlast van loslopende honden (83% (zeer) belangrijk), goede fietspaden (83% (zeer) belangrijk) en afwisseling in bos en open ruimte (81% (zeer) belangrijk). • Als meest belangrijk worden ervaren: geen overlast van loslopende honden (61% zeer belangrijk) en geen overlast van omgevingslawaai (60% zeer belangrijk). • Goede zitbanken (53% (zeer) belangrijk) en voldoende zitbanken (58% (zeer) belangrijk) blijken het minst belangrijk te zijn. Circa een kwart vindt deze aspecten (zeer) onbelangrijk.

Waardering van verschillende aspecten van de Oostvaardersplassen Vervolgens is een aantal stellingen voorgelegd met betrekking tot de verschillende

Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum 55 Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005 kwaliteitsaspecten in het specifieke geval van de Oostvaardersplassen. Aan de basislijst met items zijn de volgende aspecten toegevoegd: informatiecentrum, excursies, uitkijkpunten en observatievoorzieningen. Dit omdat juist deze voorzieningen in de Oostvaardersplassen een zeer belangrijke rol spelen.

Figuur 5.14 Waardering van verschillende aspecten van de Oostvaardersplassen, in procenten

Ik voel me voldoende veilig in dit gebied. 28 61 8 21

Dit gebied is vanuit mijn vertrekplaats goed bereikbaar 43 46 7 23

Er is in dit gebied voldoende afwisseling in bos en 29 60 6 51 open ruimte

Ik heb in dit gebied geen last van loslopende honden 31 47 13 7 3

Er zijn in dit gebied goede fietspaden 21 51 20 5 2

Dit gebied heeft voldoende afwisseling in 18 54 16 11 1 boomsoorten, struiken en planten

Ik krijg voldoende informatie via panelen over dit 14 56 20 7 2 gebied.

Er is in dit gebied voldoende parkeergelegenheid 18 52 22 7 1

Er zijn in dit gebied goede uitkijkpunten, 17 51 21 9 2 observatiehutten en -schermen

Er zijn in dit gebied voldoende wandelmogelijkheden 13 55 16 14 2

Er zijn in dit gebied voldoende uitkijkpunten, 15 52 18 12 3 observatiehutten en -schermen

Ik heb in dit gebied geen last van omgevingslawaai 15 46 13 22 4

Er is dit gebied een goed informatiecentrum 20 42 28 8 3

Er zijn in dit gebied goede gemarkeerde wandelpaden 14 47 27 10 2

Er zijn in dit gebied voldoende fietspaden 17 42 21 16 3

Ik vind dat ik in dit gebied weinig mensen tegen kom 10 47 26 15 2

Goede zitbanken 10 36 41 11 3

Er zijn in dit gebied voldoende zitbanken 10 36 35 16 4

Er zijn in dit gebied voldoende excursies 6 18 68 5 2

Er zijn in dit gebied goede excursies 6 16 72 5 2

0% 20% 40% 60% 80% 100%

zeer eens eens geen oordeel oneens zeer oneens

Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2005

56 Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

• Het meest te spreken zijn de respondenten over de veiligheid in het gebied (89% (zeer) eens met de stelling: ik voel me veilig in dit gebied). Ook is men van mening dat het gebied goed bereikbaar is (89%) en dat er voldoende afwisseling is in bos en open ruimte (88%). Met ‘een goede bereikbaarheid’ is zelfs 43% het zeer eens. Ook over de (geringe) mate waarin men last heeft van loslopende honden is nog meer dan driekwart van de bezoekers het eens. • Voor het omgevingslawaai is het aandeel mensen dat het oneens is met de stelling dat men in dit gebied geen last heeft van omgevingslawaai het grootst (26%). Andere aspecten die minder goed scoren zijn het aantal zitbanken, het aantal fietspaden (de kwaliteit van de fietspaden scoort wel hoog) en de mate waarin men mensen tegenkomt. Overigens is wat betreft het omgevingslawaai nog ruim 60% het wel eens met de stelling, terwijl dit aandeel goede waarderingen voor de zitbanken (kwaliteit en aantal) beduidend minder is. • Circa tweederde is het (zeer) eens met de stelling dat er goede en voldoende uitkijkpunten en observatievoorzieningen zijn. • Over de excursies heeft een groot deel van de mensen geen mening. Deze mensen zullen vaak nog nooit aan een excursie hebben deelgenomen en/of slecht op de hoogte zijn van de mogelijkheden.

Wanneer wordt gekeken naar aspecten die men belangrijk vindt in een natuur- en bosgebieden in het algemeen en het oordeel dat men hierover heeft ten aanzien van de Oostvaardersplassen dan kan worden opgemerkt dat men het heel belangrijk vindt om geen last te hebben van omgevingslawaai terwijl een kwart over dit aspect minder tevreden is.

Tevredenheid Op basis van het belang dat wordt gehecht aan verschillende aspecten van een natuurgebied in relatie tot de waardering die men heeft voor deze aspecten in de Oostvaardersplassen kan een tevredenheidsscore worden berekend. De combinatie van de antwoorden per item leveren scores’ op van –8 tot + 8, waarbij + 8 staat voor de combinatie ‘zeer belangrijk’/’zeer eens’ en –8 voor de combinatie ‘zeer belangrijk’/’zeer oneens’ (zie schema).

De te behalen tevredenheids-score van deze items dient per item groter dan 1 te zijn, d.w.z. dat geldt in ieder geval voor de items die als belangrijkst geselecteerd zijn in een recreatiedoeltype.

Belang Zeer Onbelangrijk Geen Belangrijk Zeer onbelangrijk oordeel belangrijk Waardering 1 2 3 4 5 Zeer oneens 1 1 2 4 6 8 Oneens 2 0 1 2 3 4 Geen oordeel 3 0 0 0 0 0 Eens 4 0 1 2 3 4 Zeer eens 5 1 2 4 6 8

Dit leidt tot het volgende beeld.

Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum 57 Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

Figuur 5.15 Tevredenheidsscores over verschillende aspecten met betrekking tot bos en natuurterreinen

Goede bereikbaarheid van een bos- of natuurgebied 3,7

Afwisseling in bos en open ruimte 3,5

Geen overlast van loslopende honden 3,2

Voldoende veiligheid in een bos- of natuurgebied 3,1

Goede fietspaden 3,0

Afwisseling in boomsoorten, struiken en planten 2,4

Informatie via panelen over het terrein dat wordt 2,1 bezocht

Voldoende parkeergelegenheid 2,1

Voldoende wandelmogelijkheden 2,1

Goede gemarkeerde wandelpaden 1,9

Voldoende fietspaden 1,8

Geen overlast van omgevingslawaai 1,6

Weinig mensen tegenkomen in een bos- of 1,4 natuurgebied

Goede zitbanken 1,0

Voldoende zitbanken 0,7

012345

Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2005

• Uitgaande van een minimaal benodigde score van 1 kan worden geconcludeerd dat men over vrijwel alle aspecten in de Oostvaardersplassen voldoende tevreden is. Het aantal zitbanken scoort onder de tevredenheidsnorm. • Het meest te spreken is men over de goede bereikbaarheid van het gebied (3,7). Ook over de afwisseling in bos en open ruimte (3,%), de mate waarin men last heeft van loslopende honden (3,2), de veiligheid in het bos- en natuurgebied en de kwaliteit van de fietspaden (3,0) is men zeer tevreden. • Aspecten waarover men in de Oostvaardersplassen minder tevreden is zijn het aantal zitbanken (0,7), de kwaliteit van de zitbanken (1,0), het aantal mensen dat men tegenkomt in het bos- en natuurgebied (1,4), de mate waarin men overlast ondervindt van omgevingslawaai (1,6), het aantal fietspaden (1,8) en de kwaliteit van de gemarkeerde wandelpaden (1,9).

In 2002 scoorden vier items onder de norm: mensen tegenkomen, zitbanken, dagrecreatieterrein en stilte/lawaai. Voor de drie die in dit onderzoek ook voorkomen geldt dat mensen tegenkomen en omgevingslawaai nu wel boven de norm scoren, maar nog steeds onderaan eindigen in de rangorde. De tevredenheids- top 3 in 2005 is geheel hetzelfde als die in 2002.

58 Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

5.3 Resultaten aanvullende vragen

Toegankelijkheid en beperkingen

Een belangrijk thema bij de vragen die aan de basisenquête zijn toegevoegd, is de recreatieve toegankelijkheid van de Oostvaardersplassen. Een groot deel van het gebied is afgesloten voor recreatie, waarvan een deel wel te bezoeken is met excursies. Allereerst stelden wij de vraag in hoeverre de respondent het in het algemeen belangrijk vindt dat hij/zij overal mag komen in een natuurgebied. Uit de resultaten blijkt dat de meerderheid (67%) dat niet zo heel belangrijk vindt, althans, begrip heeft voor afsluiting.

Figuur 5.16 Mate waarin men het belangrijk vindt dat men overal mag komen in een natuurgebied, in procenten

niet zo belangrijk, natuur moet soms met rust worden 55 gelaten

heel belangrijk, vind dat de natuur niet afgesloten 24 hoort te worden voor de mens

niet zo belangrijk, als ik op een aantal plaatsen kan 12 recreëren in het gebied ben ik tevreden

heel belangrijk, wil alles zien en veel 10 recreatiemogelijheden hebben

0255075

Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2005

• Tweederde van de respondenten vindt het in het algemeen niet heel belangrijk dat men overal mag komen in een natuurgebied. Dit oordeel komt vooral naar voren omdat men vindt dat de natuur soms met rust moet worden gelaten (55%). Een veel kleiner aandeel geeft aan dat als men op een aantal plaatsen kan recreëren men tevreden is (12%). • Eenderde vindt het wel belangrijk dat men overal mag komen. Zij zijn deze mening vooral toegedaan omdat men vindt dat de natuur niet afgesloten hoort te worden voor de mens (24%). Een algemeen principiële reden dus. Voor een op de tien respondenten spelen vooral de recreatiemogelijkheden een rol.

Vervolgens ging de enquête in op de openstelling van de Oostvaardersplassen in het bijzonder. Is men op de hoogte van de recreatieve (on)toegankelijkheid van het gebied en wat vindt men ervan? En wat vindt men van de tijdelijke afsluiting van overigens opengestelde gebiedsdelen die soms plaatsvindt? In de enquête is een korte uitleg gegeven over de situatie.

Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum 59 Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

Figuur 5.17 Mate waarin men op de hoogte is van het feit dat grote delen van de Oostvaardersplassen zijn afgesloten voor recreatie, in procenten

op de hoogte 90

niet op de hoogte 10

0 25 50 75 100

Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2005

• De respondenten zijn over het algemeen goed op de hoogte van het feit dat grote delen van de Oostvaardersplassen zijn afgesloten voor recreatie, althans niet zonder begeleiding (excursies) kunnen worden bezocht.

Figuur 5.18 Mening van de respondenten over het afgesloten zijn van grote delen van de Oostvaardersplassen voor recreatie, in procenten

ik heb begrip voor de argumenten van 32 Staatsbosbeheer

dat maakt het gebied juist bijzonder 25

ik ben tevreden met de huidige recreatiemogelijkheden 21

hierdoor zijn bijzondere excursies en 10 observatiemogelijkheden mogelijk

anders, namelijk 5

mogelijkheden tot recreatie zijn hierdoor beperkt 4

geen mening 3

0255075

Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2005

• De respondenten staan over het algemeen positief tegenover het feit dat grote delen zijn afgesloten. Slechts 4% is van mening dat hierdoor de mogelijkheden tot recreatie zijn beperkt en 3% heeft geen mening. • Men heeft vooral begrip voor de argumenten van Staatsbosbeheer (32%). Verder vindt een kwart dat deze situatie het gebied juist bijzonder maakt.

Er is gekeken naar het verband met de eerdere vraag naar het belang van recreatieve toegang in het algemeen: • Respondenten die het in het algemeen heel belangrijk vinden dat men overal mag komen in een natuurgebied zijn iets vaker van mening dat het afsluiten van delen van de Oostvaardersplassen de recreatiemogelijkheden beperkt (10%). Daarnaast is men minder vaak van mening dat dit het gebied juist bijzonder maakt (13%). • Opvallend is dat van deze mensen 37% begrip heeft voor de argumenten van Staatsbosbeheer. • Ondanks het algemene belang dat 24% van de respondenten hecht aan dat men overal in een natuurgebied mag komen om ‘principiële redenen’, zijn er voor de afsluiting van de Oostvaardersplassen relatief meer positieve geluiden.

60 Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

In het Oostvaardersplassengebied worden delen die normaal gesproken wel opengesteld zijn voor recreatie tijdelijk voor het publiek afgesloten. Dit geldt bijvoorbeeld in barre winterse omstandigheden zodat de dieren zich kunnen terugtrekken om voedsel te vinden. Ook wat betreft deze tijdelijke afsluitingen blijkt dat de respondenten hier positief over oordelen.

Figuur 5.19 Mening over het tijdelijk afsluiten van gebieden, in procenten

goed, de dieren hebben ook recht op hun rust 94

slecht, deze delen moeten te allen tijde toegankelijk 3 blijven voor recreatie

maakt mij niet uit 1

anders, namelijk 1

0 25 50 75 100

Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2005

• Vrijwel iedereen is het eens met de maatregel van Staatsbosbeheer om delen die normaal opengesteld zijn, tijdelijk af te sluiten voor publiek. Ook hier blijkt dat er veel begrip en gevoel is voor de natuur-argumenten. • Slechts 3% geeft aan dat men dit slecht vindt.

Oordeel over de kenmerken van het gebied

Het volgende onderdeel van de enquête ging in op het type natuurgebied en het beheer van Staatsbosbeheer. Over ongerepte natuur, grote grazers als natuurbeheerders en het voorkomen van vele bijzondere vogelsoorten. De eerste vraag ging over de bekendheid van de respondent met het ‘natuur op eigen benen’ beheer in de Oostvaardersplassen.

Figuur 5.20 Bekendheid met de mogelijkheid dat de natuur zoveel mogelijk haar gang kan gaan in het gebied zonder menselijk ingrijpen, in procenten

ja, helemaal bekend 86

niet echt bekend, maar wel 12 eens iets over gehoord

nee, helemaal niet bekend 3

0 25 50 75 100

Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2005

• Een overgrote meerderheid (86%) is bekend met het feit dat in de Oostvaardersplassen de natuur zoveel mogelijk haar gang kan gaan zonder menselijk ingrijpen. Slechts 3% is hiervan niet op de hoogte. De overige respondenten hebben hier wel eens iets over gehoord.

Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum 61 Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

Figuur 5.21 Omschrijving die volgens de respondent het best past bij de Oostvaardersplassen, in procenten

mooi natuurgebied 64

een unieke belevenis, dit vind je nergens anders in 33 Nederland natuurgebied waar weinig te beleven valt i.v.m. de lage 2 toegankelijkheid een weinig bijzonder natuurgebied, gewoon een 1 gebied om te kunnen recreëren

0 25 50 75 100

Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2005

• Wanneer de respondenten moeten kiezen tussen een aantal omschrijvingen die volgens hen het meest past bij de Oostvaardersplassen, dan kiest bijna tweederde voor een mooi natuurgebied. Eenderde is van mening dat de Oostvaardersplassen een unieke belevenis is, die je nergens anders in Nederland vindt. • Vrijwel niemand is van mening dat er weinig te beleven valt vanwege de lage toegankelijkheid of dat het een weinig bijzonder natuurgebied is.

Wanneer de respondenten moeten aangeven wat de Oostvaardersplassen voor hen bijzonder maakt dan worden meerdere aspecten aangegeven.

Figuur 5.22 Het meest bijzondere van de Oostvaardersplassen, in procenten

vogels 34

wildernis, ongereptheid, echte natuur met weinig 27 ingrepen mens

grote grazers (runderen, paarden, edelherten) 18

groot(s)heid, weidsheid 11

plantensoorten 1

anders, namelijk 10

0255075

Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2005

• De vogels in het gebied scoren het hoogst. Voor eenderde van de respondenten is dit het meest bijzondere van het gebied. Eerder zagen we al dat de vogels als bezoekreden een zeer belangrijke rol speelt. • De wildernis en ongereptheid maakt het gebied voor ruim een kwart van de respondenten bijzonder. De grote grazers zijn voor een kleiner deel het meest bijzonder van het gebied. Ook de groot(s)heid, weidsheid speelt een minder grote rol. • Daarnaast heeft één op de tien respondenten zelf nog een aspect naar voren gebracht. Driekwart van hen geeft aan dat het de combinatie is van meerdere of alle aspecten. Voor één op de zes respondenten die zelf een andere reden naar voren heeft gebracht zijn de vismogelijkheden in dit gebied vooral bijzonder.

62 Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

• Respondenten die hebben aangegeven de Oostvaardersplassen een unieke belevenis te vinden (omschrijving Oostvaardersplassen) wijzen nog vaker dan gemiddeld op de vogels die het gebied bijzonder maken (42%).

Figuur 5.23 Bekendheid met het feit dat de Oostvaardersplassen vooral voor water en moerasvogels een zeer belangrijk gebied is dat internationaal hoog staat aangeschreven, in procenten

daar ben ik van op de 86 hoogte niet echt, maar wel eens 10 iets over gehoord helemaal niet van op de 4 hoogte

0 25 50 75 100

Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2005

• De overgrote meerderheid van de respondenten is op de hoogte van het feit dat de Oostvaardersplassen vooral voor water- en moerasvogels een zeer belangrijk gebied is dat ook internationaal hoog staat aangeschreven.

De grote grazers en de houding van het publiek hierbij zijn voor Staatsbosbeheer een belangrijk en interessant aspect. Daarom is de enquête hier expliciet op in gegaan.

Figuur 5.24 Wijze waarop men aankijkt tegen de aanwezigheid van vele ‘grote grazers’ in de Oostvaardersplassen, in procenten

Goed voor de natuurontwikkeling 58

Interessant voor bezoekers, voegt iets toe aan de 32 natuurbeleving Jammer, het is kunstmatig, het geeft een beetje een 3 ‘dierentuingevoel’ Jammer, hierdoor is de toegankelijkheid beperkt (om 3 risico's te vermijden)

Maakt mij niet uit 2

Vervelend, want is schadelijk voor de natuur (bomen 1 e.d.)

Ik vind deze dieren gevaarlijk/eng

Anders, namelijk 1

0255075

Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2005

• Op de vraag hoe men aankijkt tegen de vele ‘grote grazers’ in de Oostvaardersplassen die zorgen voor een natuurlijke begrazing waarmee ze grote stukken van de natuur openhouden en voor een afwisselend landschap zorgen, geeft ruim de helft van de respondenten (58%) aan dat men dit goed

Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum 63 Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

vindt voor de natuurontwikkeling. De meerwaarde voor de natuurbeleving is ook voor veel mensen interessant. • Slechts een klein deel van de respondenten oordeelt minder positief over de aanwezigheid van grazers in de Oostvaardersplassen om verschillende redenen (7%).

Figuur 5.25 Mate waarin men gebruik zou willen maken van de mogelijkheid om tussen de ‘grote grazers’ te wandelen/fietsen, in procenten

ja 48

alleen onder begeleiding 29 van een gids

nee 23

0255075

Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2005

• Iets meer dan driekwart van de respondenten zou graag de mogelijkheid willen hebben om tussen de ‘grote grazers’ te wandelen/fietsen, ook al betekent dat dan dat er beperkte risico’s zijn op onberekenbaar gedrag van deze dieren. Ruim een kwart zou dit alleen onder begeleiding van een gids doen, bijna de helft zou dit zelf willen doen.

• Respondenten die het jammer vinden dat de toegankelijkheid van de Oostvaardersplassen is beperkt of die de dieren gevaarlijk of eng vinden geven beduidend vaker aan geen behoefte te hebben om tussen de ‘grote grazers’ te wandelen of te fietsen (36%). Ook de behoefte om dit onder begeleiding van een gids te doen ligt lager bij deze groep (18%).

De grote grazers krijgen in de Oostvaardersplassen zovel mogelijk de ruimte om natuurlijk te leven en te sterven. Dit betekent dat Staatsbosbeheer alleen in barre omstandigheden ingrijpt door dieren af te schieten om lijden te voorkomen. Kadavers van dode dieren (alleen edelherten) blijven liggen.

Figuur 5.26 Bekendheid met het feit dat de ‘grote grazers’ in de Oostvaardersplassen zoveel mogelijk de ruimte krijgen om natuurlijk te leven en te sterven, in procenten

daar ben ik van op de 79 hoogte niet echt, maar wel eens 10 iets over gehoord helemaal niet van op de 11 hoogte

0 25 50 75 100

Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2005

• Ruim driekwart van de respondenten (79%) is op de hoogte van het beheer van Staatsbosbeheer ten aanzien van de grote grazers. • 11% was hiervan helemaal niet op de hoogte.

64 Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

Figuur 5.27 Wijze waarop men aankijkt tegen het laten liggen van kadavers van edelherten, in procenten

goed 72

maakt mij niet uit 20

slecht 8

0 25 50 75 100

Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2005

• Bijna driekwart van de respondenten (72%) vindt het goed dat kadavers van edelherten blijven liggen. Eén op de vijf respondenten maakt het niets uit. De overige respondenten vindt dit slecht.

En waarom vindt men dit dan goed of slecht?

Figuur 5.28 Wijze waarop men aankijkt tegen de aanwezigheid van kadavers van edelherten in de Oostvaardersplassen, in procenten

Het is belangrijk voor het ecosysteem, er komen 62 bijzondere soorten op af (bijvoorbeeld vossen, 73 grote roofvogels) 6

Het hoort bij de natuur en de beleving van de 28 27 natuur 0

Dergelijke natuur en natuurbeleving past niet 2 (meer) in Nederland 25

Het is gevaarlijk voor de gezondheid van 2 bezoekers 19

Het is gevaarlijk voor de gezondheid van andere 2 dieren 22

2 Het ziet er vies uit en/of het stinkt 19

2 Anders, namelijk 9

0 25 50 75 100

slecht goed totaal

Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2005

• Bijna tweederde van de respondenten vindt de aanwezigheid van kadavers van edelherten belangrijk voor het ecosysteem, waar bijzondere diersoorten op afkomen. Ruim een kwart van de respondenten (28%) wijst erop dat dit bij de natuur en de beleving van de natuur hoort. De andere argumenten spelen slechts een beperkte rol.

Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum 65 Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

• Respondenten die het goed vinden dat de kadavers blijven liggen zijn iets vaker van mening dat dit belangrijk is voor het ecosysteem (73%). Voor de overige hoort het bij de natuur. • Respondenten die het slecht vinden dat deze kadavers blijven liggen (8% van de totale groep), hebben hiervoor verschillende redenen. Men vindt dat dergelijke natuur niet (meer) in Nederland past (25%), dat het gevaarlijk is voor de gezondheid van andere dieren (22%), dat het gevaarlijk is voor de gezondheid van de bezoekers (19%) en dat het er vies uitziet en/of dat het stinkt (19%).

Informatie

Ten slotte is de enquête ook ingegaan op de informatievoorziening over de Oostvaardersplassen. De respondent kon telkens meerdere antwoorden aankruisen. De respondenten hebben verschillende bronnen gebruikt om aan informatie over het gebied te komen.

Figuur 5.29 Wijze waarop men aan algemene informatie over het gebied is gekomen, in procenten

vrienden/kennissen/familie 28

regionale en lokale kranten 27

tijdschriften 26

websites/internet 24

regionale en lokale TV 18

eigen ervaring/zelf ontdekt 9

landelijke TV 8

Vogelbescherming/vogelwerkgroep 3

Flevolandschap 2

Staatsbosbeheer 2

Infocentrum 1

Natuurmonumenten 1

anders, nl 9

heb ik niet 9

02550

Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2005

• Veel algemene informatie over het gebied komt via vrienden, kennissen of familie (28%), regionale en lokale kranten (27%), tijdschriften (26%) en websites of het internet (24%). Ook de regionale of de lokale TV spelen nog een rol van betekenis in de informatievoorziening. Eén op de tien geeft aan dat men uit eigen ervaring aan deze informatie is gekomen doordat men er woont of men het zelf heeft ontdekt. De landelijke TV is de bron voor 8% van de respondenten. • Daarnaast heeft een groot aandeel respondenten zelf nog andere bronnen naar voren gebracht zoals de vogelbescherming of vogelwerkgroep, Flevolandschap,

66 Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

Staatsbosbeheer, het Informatiecentrum en Natuurmonumenten. Het lage percentage voor directe informatie van Staatsbosbeheer kan opvallend genoemd worden. • Circa één op de tien respondenten geeft aan niet over algemene informatie van het gebied te beschikken.

Figuur 5.30 Wijze waarop men aan informatie is gekomen over wat er zoals is te doen en wanneer, in procenten

kranten 30

informatie van Staatsbosbeheer in het gebied zelf 28 (infocentrum, boswachters etc)

websites/internet 23

tijdschriften 23

TV 13

vrienden/kennissen/familie 13

anders, nl 8

heb ik niet 24

02550

Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2005

• Ook voor de informatie over wat er in het gebied zoal is te doen en wanneer worden verschillende bronnen gebruikt. De kranten zijn de belangrijkste bron, gevolgd door informatie van Staatsbosbeheer in het gebied zelf. • Een kwart van de respondenten heeft aangegeven hierover geen informatie te hebben. Dit aandeel ligt een stuk hoger dan bij de informatie over het gebied in het algemeen.

Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum 67 Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

Figuur 5.31 Wijze waarop men aan informatie is gekomen over hoe Staatsbosbeheer het gebied beheert, in procenten

informatiecentrum van Staatsbosbeheer 30

tijdschriften 25

kranten 24

infopanelen in het gebied 19

websites/internet 17

TV 14

tijdens excursies of gesprekken met medewerkers van 12 Staatsbosbeheer

vrienden/kennissen/familie 8

anders, nl 5

heb ik niet 28

02550

Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2005

• Voor de verkregen informatie over de wijze waarop Staatsbosbeheer het gebied beheert zijn wederom verschillende bronnen gebruikt. Het Informatiecentrum van Staatsbosbeheer is daarbij het meest genoemd (30%). Ook tijdschriften en kranten spelen een belangrijke rol. De informatiepanelen in het gebied heeft 19% van de respondenten voorzien van informatie hierover. • Ruim een kwart van de respondenten (28%) beschikt niet over informatie over de wijze waarop Staatsbosbeheer het gebied beheert.

Wanneer een relatie wordt gelegd tussen de mate waarin de respondenten weten dat grote delen van de Oostvaardersplassen zijn afgesloten voor recreatie, dat de natuur zoveel mogelijk haar gang kan gaan in dit gebied, dat het gebied zeer belangrijk is voor water- en moerasvogels en dat de ‘grote grazers’ zoveel mogelijk de ruimte krijgen om natuurlijk te leven en te sterven, dan blijkt dat de respondenten die van al deze zaken op de hoogte zijn vaker gebruik maken van tijdschriften, regionale en lokale kranten, regionale en lokale TV, informatie van Staatsbosbeheer in het gebied, het Informatiecentrum en excursies in het gebied. Respondenten die redelijk op de hoogte zijn hebben hun algemene informatie over het gebied beduidend vaker van vrienden, kennissen en familie.

Respondenten die goed zijn geïnformeerd/op de hoogte zijn, geven vaker aan dat de afsluiting van grote delen van het gebied voor recreatie dit gebied juist zo bijzonder maakt (29% tegenover 19% van de respondenten die redelijk zijn geïnformeerd).

De aanwezigheid van ‘grote grazers’ wordt door de respondenten die goed zijn geïnformeerd vaker gezien als goed voor de natuurontwikkeling (63% tegenover 49% van de respondenten die redelijk zijn geïnformeerd). Respondenten die redelijk zijn geïnformeerd vinden het vaker interessant voor de bezoekers omdat het iets toevoegt aan de natuurbeleving (42% tegenover 26% van de respondenten die goed zijn geïnformeerd).

68 Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

Het laten liggen van kadavers van edelherten vinden de respondenten die goed zijn geïnformeerd vaak goed vanwege het belang voor het ecosysteem (68% tegenover 50% van de respondenten die redelijk zijn geïnformeerd). Respondenten die redelijk zijn geïnformeerd geven vaker aan dat dit bij de natuur en de beleving van de natuur hoort (34% tegenover 25% van de respondenten die goed zijn geïnformeerd).

Overige opmerkingen?

Van deze mogelijkheid in de enquête hebben 126 respondenten gebruik gemaakt. De opmerkingen zijn zeer divers. Aspecten die meermalen naar voren zijn gebracht zijn:

• Gebied houden zo / mooi gebied - circa 15 keer • Bewegwijzering mag beter, is niet goed - circa 10 keer • De begroeiing moet in de hand worden gehouden, vaker snoeien i.v.m. uitzicht - circa 10 keer • Afvalbakken plaatsen - circa 5 keer • Lengte van de wandelpaden zijn niet weergegeven - circa 5 keer • Geluidsoverlast door met name vliegtuigjes maar ook speedboten - circa 5 keer • Meer banken plaatsen - circa 5 keer • Dieren afschieten - circa 5 keer • Recreatie niet verder activeren, rustgebied behouden - circa 5 keer

Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum 69 Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

70 Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

6 NATUURBELEVING IN DE OOSTVAARDERSPLASSEN

6.1 Inleiding

Interviews Aansluitend op de enquêtevragen die zijn ingegaan op natuurbeleving en toegankelijkheid zijn er interviews afgenomen met bezoekers van de Oostvaardersplassen. Deze gesprekken richtten zich nadrukkelijk op deze onderwerpen. Als leidraad van de gesprekken is een viertal thema’s gehanteerd; het belang van het bijzondere karakter van het gebied, de ontwikkeling van natuur en landschap, de beperkte recreatieve toegankelijkheid en de grote grazers (vooral gericht op de huidige situatie).

In het veld hebben wij 20 interviews afgenomen. Dit betrof soms individuen, soms groepjes van twee/echtparen. Daarnaast zijn 8 telefonische interviews gevoerd met mensen die recentelijk aan excursies hebben deelgenomen. De interviews vonden plaats op de Praambult, de Jan van den Bosbult, in het infocentrum, op de wandelroute naar de observatiehut ‘De Zeearend’ en in de observatiehut ‘De Kluut’. Het ging om gesprekken die varieerden van 10 tot 25 minuten. De meeste mensen vonden het geen probleem en vonden het zelfs erg leuk om mee te werken aan het onderzoek. Veel mensen gaven ook aan geïnteresseerd te zijn in de resultaten van het onderzoek.

Fotogastenboek In het informatiecentrum is een aantal weken een boek neergelegd: een soort gastenboek met vele foto’s, stellingen en discussiethema’s ter inspiratie. De opzet was om op informele wijze bezoekers reacties te ontlokken over hun natuurbeleving in de Oostvaardersplassen en hun mening over ontwikkelingen in het gebied. Het boek kende vier thema’s: de ontwikkeling van het landschap, de grote grazers, vogels en de beperkte recreatieve toegankelijkheid. Van het boek is vrij weinig gebruik gemaakt. In dit hoofdstuk staan in citaatvorm enkele reacties (aangevuld met uitspraken uit de interviews).

Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum 71 Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

6.2 Profiel van de geïnterviewden

Veel geïnterviewden komen regelmatig in het gebied en bezoeken het al jarenlang. Een aantal komt er beperkt of voor de eerste keer. Dit betreffen vooral mensen voor wie de afstand groot is. Ook enkele mensen die in Almere of Lelystad wonen, waren er nog maar weinig geweest. Deze mensen recreëren minder vaak in de natuur en geven aan dat het er gewoon niet van komt.

Het grootste deel van de geïnterviewden in het veld gaf aan vooral voor de vogels naar de Oostvaardersplassen te komen. Zeker de mensen die in het gebied zelf zijn geïnterviewd. Mensen die op de Praambult en de Jan van den Bosbult werden aangesproken gaven ook aan voor rust, ruimte en (fiets)recreatiemogelijkheden te komen. Sommigen deden de fietsroute van 35 km om het gebied heen. Ook van de wandelroute ‘Pionierspad’ werd gebruik gemaakt. Deze loopt langs de Oostvaardersplassen. Bij de geïnterviewde excursiegangers waren verschillende mensen die nog nooit eerder in het gebied geweest waren en speciaal op de excursie af waren gekomen. Vooral de grote grazers spelen hier in eerste instantie een rol, hoewel ook de vogels op veel belangstelling konden rekenen toen men er eenmaal was. Andere excursiegangers komen vaker, soms voor een excursie, soms om te wandelen, fietsen of uit te kijken. Over het algemeen hebben deze mensen een brede belangstelling; voor landschap, grazers, vogels. Voor de meeste van deze mensen die uit de nabije omgeving komen, geldt dat ze niet alleen regelmatig naar de Oostvaardersplassen gaan, maar ook met veel plezier gebruik maken van de andere groene gebieden rond Almere, Lelystad en bijvoorbeeld het Horsterwold bij Zeewolde.

‘Wij komen helemaal uit Rotterdam. We werden op een verjaardag geattendeerd op de leuke excursies in de Oostvaardersplassen.We zochten het op Internet op en schreven ons in’

De vogelaars zijn vaak behoorlijk deskundig wat betreft vogels. Ze weten veel over de verschillende vogelsoorten die ze in het gebied kunnen verwachten, over de plek in de voedselketen, of het een stand- of trekvogel is, etc. Sommige vogelaars zijn meer ‘genieters’.

“Ik ben een groot fan van de Botaurus Stellarus, de Roerdomp! Maar ik heb hem helaas nog nooit (levend) gezien”.

En hoewel ze zich bescheiden opstellen, zijn veel van de geïnterviewde bezoekers van de Oostvaardersplassen vrij deskundig als het over natuur gaat, ook over andere aspecten dan vogels. Dit geldt zeker voor de vogelaars. Zijdelings zijn zij ook geïnteresseerd in het beheer van het gebied, waarvan de grazers een belangrijk onderdeel vormen. Mensen die minder deskundig zijn, gaven regelmatig aan wel veel belangstelling te hebben voor de verhalen over de natuur en het beheer van Staatsbosbeheer. Er blijkt in ieder geval vaak een grote betrokkenheid.

6.3 De meerwaarde van het bijzondere karakter van het gebied

‘Het is spectaculair, indrukwekkend!’

Er bestaat veel enthousiasme over de Oostvaardersplassen en de schoonheid ervan. Vrijwel alle geïnterviewden waren het er ook over eens dat de Oostvaardersplassen een heel bijzonder gebied is. Voor de vogelaars is dit het meest duidelijk. Nergens in Nederland kunnen zij zoveel vogels bekijken als hier. Het gebied heeft voor hen dan ook een duidelijke meerwaarde ten opzichte van andere gebieden van Staatsbosbeheer

72 Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

en van andere terreinbeheerders. Men heeft er graag een flinke autorit voor over om juist dit gebied te bezoeken.

‘Wij nodigen graag vrienden en kennissen uit naar Almere te komen en met ons mee te gaan met een excursie. Wij willen graag anderen van dit prachtige gebied laten genieten. Het is ook elke keer weer een groot succes’

Maar ook voor de geïnterviewde recreanten die om een andere reden naar het gebied kwamen, bijvoorbeeld om te fietsen, voegt het speciale karakter duidelijk iets toe aan de beleving. Vooral de uitgestrektheid en de grote aantallen grote grazers worden door hen gewaardeerd. De Oostvaardersplassen is voor hen meer dan zomaar een leuk groengebied nabij de stad. De natuur is voor hen weliswaar vaak ‘decor’, maar wel van een heel bijzondere aard. Anderen komen specifiek naar het gebied om van het uitzicht te genieten en naar de grote grazers te gaan kijken. De enorme aantallen grazers overtreffen nogal eens de verwachtingen. Mensen vinden dit erg indrukwekkend, maar hebben daar soms gemengde gevoelens bij: ‘is dit wel natuurlijk?’ De excursies zijn voor de mensen die daaraan deelnemen een goede en interessante manier om de natuur te beleven en uitleg te krijgen over het gebied en waarom het zo bijzonder is.

‘Nu kwamen we echt voor de grazers, het is in de zomer niet echt vogeltijd, en ook straks met de bronst gaan we weer. In de winter willen we nog eens terugkomen voor de vogels’

‘Het was echt bijzonder hoe dicht we bij de dieren konden komen met de kar. De koeien en paarden stoorden zich nauwelijks aan ons. Het was ook mooi om te zien dat de herten wat gevoeliger waren, die vluchtten steeds een stukje weg’

Verder vinden vrijwel alle geïnterviewden het een waarde op zichzelf dat de natuur volop ruimte krijgt in dit gebied. Het is goed dat er een gebied is van een grote omvang waar we als mensen vanaf blijven, zo is de redenering. Ook de ongereptheid spreekt aan.

‘Het is beslist de moeite waard om hier een eind voor te rijden’

‘Het gebied voldeed helemaal aan mijn verwachtingen’

Er zijn overigens ook verschillende geïnterviewden die niet alleen de Oostvaardersplassen een bijzonder mooi natuurgebied vinden, maar ook veel andere natuurgebieden zeer waarderen om de schoonheid. In de natuur is voor hen eigenlijk altijd wel iets moois te beleven. De ene keer zijn dat dieren, de andere keer het landschap of de rust.

‘Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en het Flevolandschap geven ons in Flevoland heel veel om van te genieten! We zijn er erg blij mee!’

6.4 Recreatieve toegankelijkheid

‘Er worden volop excursies gegeven, dus wij hebben niks te klagen’

De geïnterviewde excursiegangers geven eigenlijk alle aan er geen bezwaar tegen te hebben dat de bezoeker een groot deel van het gebied niet in kan. Voor de meeste mensen geldt dat er best gebieden mogen zijn waar de natuur met rust gelaten wordt en het natuurbelang voorop staat. ‘De mens verpest al genoeg’, zo zeggen sommigen. Staatsbosbeheer legt het ook goed uit. Als tweede belangrijk argument geeft men aan dat de recreatiemogelijkheden eigenlijk erg goed zijn: leuke excursies en

Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum 73 Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005 observatiepunten. Ook de mogelijkheden voor wandelen en fietsen worden door het merendeel nog prima gevonden. Hoewel vooral wat betreft fietsen sommige mensen het wel leuk zouden vinden als daar meer mogelijkheden voor zouden zijn. Mensen die in de buurt van de Oostvaardersplassen wonen noemen meestal ook het feit dat er in de omgeving voldoende gebieden zijn waar je volop in kunt.En verder speelt er voor sommige geïnterviewden mee dat er juist door de rust in het gebied grote kuddes kunnen zijn, waar bezoekers ook redelijk dichtbij kunnen komen. Er zijn heel bijzondere excursies mogelijk.

‘Het is geen probleem dat je niet overal in kunt, sterker nog, het is volkomen terecht. Natuur mag ook een eigen plekje hebben’

Voor een aantal mensen is juist de (uitgebreide) mogelijkheid voor excursies ideaal. Dat geldt voor enkele oudere respondenten of mensen met oudere familieleden. Als je slecht ter been bent, is het een goede mogelijkheid om toch in de natuur te kunnen recreëren. Aandachtspunt is wel de bolderkar, die is namelijk weinig geschikt voor beklimming door mindervaliden.

Ook voor de geïnterviewden in het veld geldt dat er veel begrip is voor de beperkte toegankelijkheid. De recreatiemogelijkheden van de Oostvaardersplassen zoals die er nu zijn passen prima bij de wensen van de fanatieke vogelaar en de gelegenheidsvogelaar. Vrijwel alle geïnterviewde vogelaars vinden het goed dat het gebied is afgesloten voor publiek. Daarvoor geven ze twee redenen. Het gebied is zo beter te beleven. Veel vogelsoorten zijn volgens deze mensen namelijk erg verstoringgevoelig en bij verstoring zullen ze verdwijnen of zich op verder afgelegen plekken van het gebied terugtrekken. Maar ook geeft het grootste deel van de geïnterviewden aan de natuur niet te willen verstoren. Het idee dat er een grootschalig natuurgebied voor bijzondere natuur is gereserveerd, wordt ook hier door velen gewaardeerd. In het fotoboek zijn enkele opmerkingen genoteerd over eventuele extra wandelmogelijkheden.

Dat er in de loop der jaren meer observatiemogelijkheden bij zijn gekomen wordt als zeer positief gezien. De observatiehutten werken goed. Doordat je via een hut een beetje afgeschermd bent van de natuur kan je veel betere observaties doen. Je komt dichter bij interessante vogels en je verstoort ze niet, waardoor je ze rustig kunt observeren. Dat je daarmee meer toeschouwer dan deelnemer van de natuur bent, wordt door de vogelaar niet kwalijk gevonden.

‘Van de hutten en de heuvels maken we dankbaar gebruik. De hutten zijn bovendien een ideale slechtweervoorziening. Zo kunnen we met regen toch heerlijk recreëren en midden in de natuur zijn’

Ook geïnterviewde niet-vogelaars waarderen de aanwezigheid van observatiehutten. Zij vinden het bijvoorbeeld leuk om een opvallende soort als de lepelaar te zien. Daarbij komt dat zij vaak geen goede verrekijkers hebben, waardoor ze voor de waarneming van bijzondere soorten juist op de hutten zijn aangewezen. Zij geven ook aan graag de grazers van dichterbij te willen zien. Ook deze categorie geïnterviewden vindt het goed dat het terrein is afgesloten voor publiek. Zij vinden het prima dat dit gebied in de eerste plaats ‘van de natuur is’ en geven aan dat er - gelukkig - genoeg andere gebieden zijn om te recreëren, ook in de directe omgeving. Van de geïnterviewde excursiegangers heeft een aantal nog nooit gebruik gemaakt van de observatiehutten, maar deze mensen vinden het zeker interessant dat de mogelijkheid bestaat.

‘Probeer eens een vlonderpad aan te leggen in en langs de rietranden. In Zweden is dat ook en je loopt dan tussen de vogels door. Door gewenning is er niet zoveel verstoring’

74 Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

6.5 De beleving van ‘natuurontwikkeling’

Doordat de geïnterviewde bezoekers van de Oostvaardersplassen vaak meer dan gemiddeld ‘deskundig’ zijn en relatief veel van natuur weten, hebben ze vaak ook interesse voor de dynamiek en ontwikkeling van het gebied. En daar weten ze ook veel over te vertellen. Voor een deel gaat het dan om waarnemingen van (vogel)soorten die vroeger in het gebied voorkwamen en soorten die er nu voorkomen. Maar ook gaat het om waarnemingen van ontwikkelingen van het landschap. Bijvoorbeeld dat bepaalde delen van het terrein droger of natter worden, dat bepaalde terreindelen verruigen, of dat de bomen in het terrein verdwijnen en het gebied open van karakter wordt.

‘Al jaren kom ik naar de Oostvaardersplassen om vogels te kijken en de ontwikkeling van het gebied te volgen. Ik hoop dat de runderen, paarden en herten meer ruimte krijgen en dat het mogelijk wordt om ook in de bossen grote grazers te zien. De bossen zullen hierdoor naar mijn idee veel gevarieerder worden. Ook de (introductie van de) bever zal een geweldige positieve invloed op het gebied hebben! Uiteindelijk hoop ik dat ik kan meemaken dat herten en zwijnen uit de Veluwe vrij naar dit gebied kunnen komen. Dan is de Oostvaardersplassen een ‘echt’ natuurgebied!’

Veel geïnterviewden, zeker de vogelaars die vaak komen, zeggen waar te nemen dat het gebied opener wordt. Vooral bij gesprekken op de Praambult kwam dit ter sprake. Onderaan de Praambult is duidelijk te zien dat de bomen het afleggen. Dit wordt door geïnterviewden in verband gebracht met de grazers, want aan de andere kant van de bult staan de bomen er wel goed bij. De sterfte van bomen – en een grote hoeveelheid dood hout – wordt door de geïnterviewden die deze ontwikkeling zelf signaleren veelal niet gewaardeerd. Veel geïnterviewden geven aan dat ze het jammer vinden dat het gebied opener van karakter wordt. Het liefst zien ze een afwisseling van open stukken en bos. Ook in verschillende telefonische interviews werd het verband grazers en schade aan de bomen gelegd. In en rond de observatiehutten klinken ook andere geluiden. Daar geven mensen aan dat het gebied verruigt met veel rietgroei bij de hutten. Dit gaat ten koste van het zicht. Ook de opgaande bomen langs de Knardijk beperken het zicht op de plassen.

Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum 75 Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

Het beheer van niet-ingrijpen kan op waardering van vrijwel alle geïnterviewden rekenen, maar er zijn wel kritische kanttekeningen. De ongereptheid en natuurlijkheid worden erg gewaardeerd. Mensen beseffen dat het moeilijk is een dergelijke vorm van beheer in Nederland toe te passen. Zij geven aan dat de beheerder dan ook niet erg principieel in het toepassen van het concept hoeft te zijn. Wat interessant is bij de meer ‘deskundige’ bezoekers is dat zij opmerken dat niet alles even ongerept is – en zeker niet ongerept is ontstaan. Zo wisten geïnterviewden te vertellen dat er eilandjes voor de observatiehutten zijn aangelegd en dat er sleedoorns zijn aangeplant (maar onmiddellijk door de grazers zijn weggevreten). Ook wordt volgens sommigen het waterpeil tegenwoordig gereguleerd: Het valt in ieder geval op dat er vroeger meer slikplaatjes waren waar veel steltlopers op voorkwamen en sommige daarvan nu verdwenen zijn onder water. Zo kwamen er bij de Oostvaardersdijk veel meer vogels voor die nu volgens sommige geïnterviewden – jammer genoeg – zijn verdwenen. Voor de vogelaar mag dit wel weer verbeterd worden. Wellicht kan het waterpeil (weer) lager gezet worden - hoewel hij beseft dat het een afweging met andere belangen is, zoals moerasvegetatie en de visstand. Recentelijk zijn er parkeerhavens gerealiseerd op de Oostvaardersdijk. Dat wordt gewaardeerd, maar geïnterviewde vogelaars vinden het dus jammer dat zij bij deze dijk tegenwoordig minder bijzondere waarnemingen doen.

De natuur is grillig – en dat heb je te accepteren, aldus de geïnterviewden. Bijvoorbeeld de observatiehut ‘Zeearend’ is op dit moment eigenlijk te ver van de waterplas af. Daardoor zie je de watervogels van te ver. Dat komt doordat de plas ervoor is dichtgegroeid met ruigte en riet. Dat moet je dan accepteren. Een ander observatiescherm is volledig dichtgegroeid met riet. Daar zou je wel in moeten grijpen – zo geven meerdere bezoekers aan.

De niet-kenners hebben een veel minder goed uitgewerkt beeld van hoe het gebied zich heeft ontwikkeld en hoe het er in de toekomst uit zou kunnen zien. Dit geldt bijvoorbeeld voor de geïnterviewde excursiegangers. Deze niet-kenners vinden het meestal ook minder interessant, al vinden ze het wel goed en interessant dat Staatsbosbeheer er over vertelt. Bijvoorbeeld een item bij het NOS-journaal medio augustus 2005, over uitbreiding van de natte, robuuste natuur in Nederland, werd in de gesprekken veel aangehaald en positief ontvangen.

‘Wij gaan heel graag mee met excursies, omdat je dan wat leert over de natuur, over hoe het beheerd wordt en je leert bijvoorbeeld vogels en paddestoelen herkennen. Als je dan zelf gaat recreëren, zie je meer, omdat je weet wat je ziet.

76 Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

6.6 Grote grazers

Bij navraag blijkt dat diverse geïnterviewden flexibel met ‘niet-ingrijpen’ zouden willen omgaan. Bij het onderwerp begrazing wordt door sommigen aangegeven dat er ingegrepen mag worden en dat de omvang van de kudde gereduceerd mag worden. De discussies van de laatste tijd over de aantallen dieren volgen de meeste mensen met belangstelling. Het grote aantal beesten lijkt sommigen geen natuurlijke situatie. Volgens anderen leidt het tot een soort boerderijgevoel. De omvang lijkt wel een doel op zich te zijn, waardoor het minder lijkt op begrazing als beheermiddel van het gebied. Deze stelling wordt onderbouwd met de constatering dat het gebied opener wordt, wat niet in hun toekomstbeeld past van parklandschap. Dat veel bomen geschild worden, valt veel mensen op en dat kan volgens hen geen goed teken zijn. Soms geven mensen aan dat ze het idee hebben dat het met de begrazing niet gaat volgens het plan van Staatsbosbeheer. Staatsbosbeheer zou dan best de omvang van de kudde mogen beperken, zodat het landschap wel wordt zoals men dat beoogt.

‘Ik volg de discussies over de omvang van de kuddes met veel belangstelling. De hoeveelheid dieren zit mijzelf namelijk wel dwars. Ik heb het idee dat het niet natuurlijk kan zijn’

Sommige geïnterviewden geven aan moeite te hebben met grootschalige sterfte van grazers, daar waar anderen er geen moeite mee hebben. Grootschalige sterfte wordt als ‘onnatuurlijk’ ervaren. Staatsbosbeheer zou dan moeten ingrijpen. Voor sommigen betekent dat kuddes verkleinen door afschot, anderen zien mogelijkheden in het bijvoeren van de dieren bij ernstig voedseltekort. Bij enkele sterfgevallen zou dat volgens de meeste mensen nog niet nodig zijn. Mensen die voor ingrijpen pleiten geven vaak aan dat het niet klopt in de Oostvaardersplassen: er ontbreken predatoren en er staat een hek omheen. Daarom is het volgens hen niet terecht te spreken van ‘dat hoort bij de natuur’ en voedseltekort de regulerende factor laten zijn. Een verbinding met de Veluwe wordt soms genoemd als een belangrijke verbetering van de situatie.

‘De boswachters zeggen dat de natuur de aantallen reguleert. Maar is dat wel een goed argument?’

‘Ik vind dat er een roedel wolven moet komen. Dan is er veel beter een natuurlijke selectie, want wolven zijn de dokters van een natuurgebied. Dat weet iedereen. Nu voel je – en zie je – aan de dieren een soort luiheid en zwakte en is er geen vitaliteit, kracht en alertheid’.

Overigens zijn de genoemde kritische geluiden eerder uitzondering dan regel. Bij de geïnterviewde excursiegangers zijn er gemiddeld meer kritische geluiden gehoord dan bij de geïnterviewden in het veld. Wat duidelijk een rol speelt, is dat de meeste geïnterviewden zichzelf niet deskundig genoeg vinden ten aanzien van het thema grote grazers en omvang van kuddes. Zij vinden het bij uitstek een thema waar ‘de deskundige’ over moet beslissen. Zij geven aan vertrouwen te hebben in Staatsbosbeheer als beheerder van het terrein. Of geven aan dat het beheer zoals het plaatsvindt hen in ieder geval erg aanspreekt. Een aantal geïnterviewden stelt kritische kanttekeningen bij het feit dat er zo’n ophef over wordt gemaakt in de media en de politiek.

‘Ik heb er geen problemen mee dat er soms dieren doodgaan van de honger. Dat hoort toch bij de natuur? Die dieren hebben bovendien een schitterend leven gehad, daar is dus ook niks zieligs aan’’

Dat er kadavers blijven liggen vinden de geïnterviewden geen probleem. Vaak wordt genoemd dat andere soorten er baat bij hebben. Bijvoorbeeld het tot voor kort voorkomen van een monniksgier wordt met het grote aantal kadavers in verband

Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum 77 Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005 gebracht. Sommigen vinden wel dat het zo moet zijn dat de kadavers – door de natuur – in korte tijd moeten zijn opgeruimd. Als kadavers lang blijven liggen wordt dat bezwaarlijk (‘onnatuurlijk’) gevonden. Bij grote sterfte van de grazers zou dat het geval kunnen zijn.

Grote grazers en toegankelijkheid Op dit moment zijn er voor de recreant geen mogelijkheden om tussen de grote grazers te wandelen. Over de vraag of dit een interessante optie zou zijn voor de recreatie in de toekomst verschillen de meningen nogal. Veel mensen hebben er ook gemengde gevoelens bij. De ene groep lijkt het een heel interessante optie. Deze mensen zijn ook niet zo bang voor de risico’s en/of willen het risico er best bij nemen. De meeste van deze mensen geven echter wel aan dat wandelen onder begeleiding hen het meest voor de hand liggend lijkt en het beste. Ook wordt geconstateerd dat ook in andere natuurgebieden grazers gecombineerd worden met recreatie, hoewel dat duidelijk beperktere aantallen dieren betreft. Het is belangrijk dat de beheerder goed voorlicht en dat er ‘betreden op eigen risico’geldt. De andere groep heeft geen behoefte aan recreatie tussen de grazers. Daarbij speelt vooral mee dat ze het eng vinden. Of ze vinden dat het voor andere mensen gevaarlijk is en dat mensen die er niet goed mee om weten te gaan dan gevaarlijk situaties kunnen creëren. Een andere reden die duidelijk een rol speelt is de verstoring van de dieren. Ook zijn er nu al goede mogelijkheden om de dieren te zien.

‘Ik ga in het boerengebied ook niet tussen de koeien lopen. Dat vind ik niet nodig en een beetje eng. En nogmaals: de dieren hebben hun rust nodig, daar moet je geen wandelaars doorheen sturen’

78 Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

7 CONCLUSIES EN REFLECTIE

In dit hoofdstuk staan de belangrijkste conclusies uit de studie bijeen. Vrijwel steeds gaat het hierbij om feiten. Daarnaast biedt dit hoofdstuk ruimte voor reflectie. Deze meer beschouwende teksten, onderwerpen die ter overweging aan Staatsbosbeheer worden voorgelegd, staan in kaders.

De algemene indruk van bezoekers over recreatie in de Oostvaardersplassen is overwegend positief. Bezoekers zijn tevreden over de recreatiemogelijkheden en drukken zich enthousiast uit als het gaat over de natuurwaarden en de bijzondere karakteristieken van de Oostvaardersplassen. Dat blijkt zowel uit de uitkomsten van de enquête, als uit de interviews met bezoekers.

Recreanten komen vooral om van het uitzicht en de vogels te genieten. Voor de Het onderzoek biedt geen inzicht in bezoekers die gebruik maken van de de beweegredenen van mensen die het excursies geldt dat zij ook voor de grote gebied niet bezoeken. Spreekt dit type grazers komen. Het zijn ook deze natuurgebied hen niet aan? Biedt het aspecten, vooral de vogels (34%), de gebied te weinig interessante ongereptheid/ wildernis (27%) en de grote recreatiemogelijkheden? Zijn er grazers (18%), die bijzonder worden mogelijkheden voor Staatsbosbeheer gevonden. Ongeveer éénderde van de om hen wel voor het gebied te bezoekers vindt de Oostvaardersplassen interesseren? Of hebben zij überhaupt een unieke belevenis die je nergens anders geen interesse in natuur? Interessante in Nederland vindt. De overige tweederde vragen voor een eventuele vindt de Oostvaardersplassen ‘gewoon’ een vervolgstudie. mooi natuurgebied.

Tevredenheid en waardering van gebied en voorzieningen

De toegankelijkheid van de Oostvaardersplassen is beperkt. Het gebied is in principe afgesloten voor publiek en voornamelijk vanaf dijken en fietspaden (Jan van den Boschpad) rondom het gebied te bekijken. Er zijn wel initiatieven om de beleefbaarheid van het gebied te vergroten. Zo is er een informatiecentrum gerealiseerd en zijn er op verschillende plekken vogelkijkhutten (6) of – schermen geplaatst. Deze hutten liggen meestal een stukje het gebied in, en zijn dan met een wandelpad te bereiken (maximale wandelroutes van 5km). Verder zijn er diverse uitkijkpunten gerealiseerd, zoals de Jan van den Boschbult en de grote Praambult, met eenvoudige voorzieningen als parkeergelegenheid, informatiepanelen en een bankje. Ook zijn andere delen van het gebied te bezoeken, maar dan onder begeleiding (excursies). In de gesprekken met bezoekers geven mensen aan het te waarderen dat er excursies georganiseerd worden, en het dus mogelijk is om als bezoeker in het gebied te komen.

Een deel van de enquête gaat in op de De ‘kijkbulten’ zijn een populaire tevredenheid over de voorzieningen en de voorziening, zowel voor fanatieke waardering van het gebied. Hiertoe is de vogelaars als voor ‘het grote bestaande systematiek voor basismonitoring publiek’. Het zijn pleisterplaatsen Recreatie van Staatsbosbeheer gehanteerd. voor fietsers. Met name voor die Respondenten zijn over vrijwel alle aspecten laatste groep is het belangrijk dat ze in de Oostvaardersplassen tevreden. Alleen ook prettig kunnen verpozen op zo’n het aantal zitbanken scoort onder de plek. Een flink aantal zitbankjes past tevredenheidsnorm. Sterke punten van de daarbij. Oostvaardersplassen zijn de goede bereikbaarheid, de afwisseling in bos en

Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum 79 Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

open ruimte, het ontbreken van loslopende honden en voldoende veiligheid. Over de eerder genoemde zitbanken, het aantal mensen dat men tegenkomt, de mate van overlast door omgevingslawaai en het aantal fietspaden zijn bezoekers minder tevreden.

Het blijkt dat het merendeel van de bezoekers (87%) vanuit de woonplaats Veel bezoekers (87%) geven aan dat zij naar het gebied is gekomen. Zij brengen het (erg) belangrijk vinden dat zij geen gemiddeld 2,5 uur in het gebied door. last hebben van omgevingslawaai. Bijna de helft van de bezoekers komt uit Ongeveer de helft van de bezoekers is de provincie Flevoland. Daarnaast komt tevreden met de situatie hieromtrent op een groot deel (1/3) van de bezoekers uit dit moment. Het is zaak dat dit niet West Nederland. verslechtert. Een eventuele uitbreiding van de activiteiten van vlieghaven Er is veel sprake van herhaalbezoek in Lelystad zal het belang van de de Oostvaardersplassen. Uit de recreanten schaden. enquêteresultaten blijkt dat 1 op de 5 respondenten het afgelopen jaar de Oostvaardersplassen slechts één of twee keer bezocht, de rest heeft het gebied vaker bezocht. Ongeveer eenderde van de respondenten komt zelfs minimaal één keer maand, waarvan 10% (vrijwel) wekelijks. De belangrijkste activiteiten zijn ‘van het uitzicht genieten’, wandelen, fietsen en natuurstudie (‘vogels kijken’).

Het merendeel van de bezoekers komt alleen of met zijn tweeën naar de Oostvaardersplassen. Ook de enquête in het bezoekerscentrum laat zien dat bezoekers vooral met partner of vrienden komen en minder in gezins- of familieverband.

Een natuurbelevenis, dat is wat Staatsbosbeheer de recreant in de Oostvaardersplassen wil bieden. De natuurbeleving kan verder worden geoptimaliseerd. Over een spoorlijn heen kijken naar het gebied is niet echt optimaal. Een grote, dichte kijkhut zoals de Zeearend geeft ook niet het gevoel dat je deel bent van de natuur.

Uit de enquête en uit de interviews blijkt niet dat mensen vinden dat ze te veel toeschouwer zijn en zich te weinig kunnen ‘onderdompelen’ in de natuur. Maar feitelijk is de natuurbeleving nu wel vooral toeschouwen; van buiten het gebied of vanuit een bolderkar. Wellicht zijn er, uiteraard binnen grenzen, mogelijkheden om het onderdeel zijn van de natuur te versterken.

Uit de enquête blijkt dat 70% van de bezoekers het belangrijk tot zeer belangrijk vindt dat zij weinig anderen tegenkomen. Als Staatsbosbeheer toe wil naar een hogere mate van openstelling (meer paden door het gebied, meer excursies) moet er daarom voor worden gewaakt dat het zicht van andere recreanten niet te veel wordt verstoord.

Concepten voor recreatie in begeleidnatuurlijke gebieden

In 1997 is er een visie ontwikkeld voor recreatief medegebruik van grootschalige ‘wilde’ natuurgebieden (begeleid-natuurlijke gebieden). In deze visie zijn drie inrichting- en beheerconcepten uitgewerkt (kijknatuur, natuurpark en zwerfnatuur). Het beheerconcept van de Oostvaardersplassen ligt tussen ‘kijknatuur’ en ‘natuurpark’ in. De beleving vanaf de randen speelt weliswaar de hoofdrol in de Oostvaardersplassen, maar er zijn ook mogelijkheden voor recreatie in het gebied zelf (beperkte wandelmogelijkheden en excursies). Een opengesteld deel van het gebied aan de Lelystadzijde, met als belangrijk onderdeel het informatiecentrum, fungeert op dit moment als entreezone van het concept ‘natuurpark’. Deze entreezone komt in

80 Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

sfeer redelijk overeen met het kerngebied, maar het betreft vooral droge gedeelten en de grote grazers lopen er in veel mindere mate. De rest van het gebied is afgesloten of alleen onder begeleiding te bezoeken. Voor het concept ‘natuurpark’ kan de oppervlakte die onder begeleiding te bezoeken is wellicht wat beperkt genoemd worden. Voor de toekomst bestaan er plannen voor een duidelijk etalagegebied (Oostvaardersveld). Ook de overige randgebieden worden sterker bij de Oostvaardersplassen betrokken. In deze plannen lijkt het concept ‘natuurpark’ sterker uitgewerkt en verder verdiept dan in de huidige situatie.

Toegankelijkheid / openstelling

In de aanvullende vragen van de enquête is gevraagd naar de mening van bezoekers over de beperkte toegankelijkheid van het gebied. Respondenten zijn over het algemeen goed op de hoogte dat het gebied grotendeels is afgesloten voor publiek (90%). En ze geven aan dat zij dat prima vinden. Zij hebben begrip voor de argumenten van Staatsbosbeheer (32%), vinden dat het gebied er juist bijzonder door wordt (25%) of zijn tevreden met de huidige recreatiemogelijkheden (21%). Ook in de gesprekken met bezoekers blijkt er draagvlak te zijn voor de beperkte toegankelijkheid. De meeste mensen geven aan dat er best gebieden mogen zijn waar de natuur met rust gelaten wordt en voorop staat.

Specifieke bezoekers, die sterk vertegenwoordigd zijn in de Oostvaardersplassen, zijn de vogelliefhebbers. De huidige recreatiemogelijkheden via observatiehutten en bulten/ verhogingen passen prima bij de wensen deze doelgroep. Zij verwachten dat veel vogelsoorten bij verstoring zullen verdwijnen of zich op verder afgelegen plekken van het gebied zullen terugtrekken. In de hutten zijn de vogels van dichterbij ongestoord waar te nemen, wat ook voor de recreant zonder telescoop voordeel biedt.

In de Oostvaardersplassen (Fluitbos) is sprake van tijdelijke afsluitingen en beperkte toegankelijkheid van normaal wel opengestelde terreindelen, wanneer de situatie daarom vraagt. Dat speelt vooral in de winter, wanneer de dieren te maken hebben met voedselgebrek en zich terugtrekken in bosdelen waar nog wel voedsel te vinden is. Staatsbosbeheer wil de dieren dan rust gunnen en sluit die bosdelen dan af. Ook hiervoor is draagvlak onder bezoekers, want 94% van de respondenten geeft aan dat de dieren ook recht op hun rust hebben – en dat het prima is dat bepaalde terreindelen daarvoor tijdelijk worden afgesloten.

Ongeveer éénderde van de respondenten Er kan niet geconcludeerd worden dat geeft aan dat zij het in het algemeen de bezoekers van de belangrijk vinden dat men overal in een Oostvaardersplassen per sé tegen een natuurgebied mag komen. 24% daarvan hogere toegankelijkheid zijn. Waar het zegt dat de natuur niet afgesloten hoort te hen om gaat is dat de belangrijke worden voor de mens (een principiële waarden behouden blijven. Wellicht stellingname, zo lijkt het) en 10% wil alles liggen er nog onbenutte kansen om die zien en veel recreatiemogelijkheden waarden te behouden en tegelijkertijd hebben. Voor de Oostvaardersplassen geeft de openstelling te verhogen. slechts 4% aan dat de recreatiemogelijkheden door het afsluiten van grote terreindelen te beperkt zijn. Blijkbaar neemt de Oostvaardersplassen een uitzonderingspositie in en zijn er sterke argumenten om het gebied voor publiek af te sluiten. Ook kan het zo zijn dat de bezoekers het gebied met bijvoorbeeld de kijkhutten en georganiseerde excursies niet echt als afgesloten ervaren.

Tot slot valt over openstelling/ toegankelijkheid nog op te merken dat er in de nabije omgeving wel opengestelde bossen liggen. Het Kotterbos en de Hollandse Hout (randgebieden van de Oostvaardersplassen) worden ook wel tot het gebied gerekend

Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum 81 Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

en zijn goed toegankelijk voor recreatie. Tussen Almere-Buiten en de Oostvaardersplassen ligt een toegankelijke groenzone (Fluitbos, ca 140 ha) en rondom Almere en Lelystad liggen verschillende goed toegankelijke recreatie- en groengebieden, zoals Pampushout, Almerehout en Geldersehout. Bezoekers die in de buurt van de Oostvaardersplassen wonen noemen vaak het feit dat er in de omgeving voldoende gebieden zijn waar je volop in kunt. Dit maakt dat zij gemakkelijker genoegen nemen met een lage toegankelijkheid van de Oostvaardersplassen.

Natuurontwikkeling

Er is in de gesprekken met bezoekers gekeken of de natuurontwikkeling – met begeleid-natuurlijk beheer – ook iets toevoegt aan de beleving van bezoekers. De indruk is dat dat voor een groot deel van de bezoekers zo is.

Veel bezoekers geven in de gesprekken blijk van brede interesse in de natuur in de Oostvaardersplassen en het beheer. Zij hebben vaak veel achtergrondkennis, komen regelmatig naar het gebied en zijn in zekere zin ‘deskundig’. Ze brengen (natuur)waarnemingen met elkaar in verband en gaan op zoek naar mogelijke verklaringen. Kortom, ze doen aan natuurstudie. Die natuurstudie is belangrijk bij de beleving van natuurontwikkeling.

Natuurontwikkeling kan je beleven door – over meerdere jaren - verschillen in landschap en natuur (bijvoorbeeld verschillende soorten) waar te nemen. Daarvoor moet je een gebied meerdere keren bezoeken, liefst over meerdere jaren. Daarnaast moet je een vergelijking kunnen maken (om een ontwikkeling waar te nemen). Dat is vooral weggelegd voor mensen die actief met het onderscheiden en benoemen van soorten bezig zijn en die het interessant vinden om daar mogelijke verklaringen voor te bedenken.

De indruk uit de gesprekken kan gekoppeld worden aan de uitkomsten van de enquête. De benodigde ‘ingrediënten’ voor het beleven van natuurontwikkeling zijn aanwezig: de respondenten zijn ‘deskundig’ en zij komen regelmatig naar het gebied. Dat blijkt onder andere uit het bekend zijn met de wetland status en de wijze van beheer van de Oostvaardersplassen (niet-ingrijpen, begrazing door grote grazers). Respondenten geven aan daarvan goed op de hoogte te zijn (gemiddeld circa 85%). Eerder is al aangegeven dat vier van de vijf respondenten het gebied meerdere keren per jaar bezoekt.

Begrazing

Bezoekers zijn overwegend positief over de aanwezigheid van grote grazers. Een groot deel van de respondenten (58%) geeft daarvoor als belangrijkste argument dat het goed is voor de natuurontwikkeling. Een iets kleiner deel (32%) geeft als belangrijkste argument aan dat ze interessant zijn voor bezoekers en dat ze iets toevoegen aan de natuurbeleving. Slechts een klein deel van de respondenten oordeelt om verschillende redenen minder positief over de aanwezigheid van grazers in de Oostvaardersplassen (7%).

Voor het begrazingsbeheer is redelijk veel belangstelling, blijkt uit de gesprekken. Er zijn onder geïnterviewde bezoekers ook kritische geluiden over het beleid van Staatsbosbeheer ten aanzien van de grote grazers. Het gaat daarbij vooral om de grootte van de kudde (met als mogelijk veronderstelde gevolgen de grootschalige sterfte onder de beesten en het afsterven van bomen). Toch vinden de meeste geïnterviewden het beheer door grote grazers bij uitstek een thema waar ‘de

82 Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

deskundige’ over moet beslissen. Zij geven daarbij aan vertrouwen te hebben in Staatsbosbeheer als beheerder van het terrein.

In de enquête is een vraag opgenomen of Er is een behoefte om de grazers beter men graag tussen de grote grazers zou te kunnen waarnemen en beleven. Dit willen wandelen of fietsen. Een groot vraagt erom om de mogelijkheden deel van de respondenten zou dat wel hiertoe te inventariseren. Denk willen (77%), waarvan 48% dat op eigen bijvoorbeeld aan observatiehutten op gelegenheid zou willen en de plekken waar de grazers vaak komen bijbehorende risico’s op onberekenbaar of aan wandelexcursies naar de gedrag van de grazers op de koop grazers. Overigens biedt ook het toeneemt. 29% van de respondenten wil etalagegebied straks wellicht alleen onder begeleiding tussen de mogelijkheden voor een betere grazers lopen en 23% heeft geen observatie van de grazers. behoefte om zich tussen de grote grazers te begeven. Vrij wandelen/ fietsen tussen de grote grazers is dus niet voor alle bezoekers wenselijk. In de gesprekken geven mensen aan de grazers eng te vinden of dat zij zich zorgen maken of andere recreanten wel goed met de situatie om kunnen gaan. Wandelen/ fietsen onder begeleiding van een gids komt aan genoemde problemen tegemoet.

Kadavers

Bijna driekwart van de respondenten (72%) vindt het goed dat kadavers van edelherten blijven liggen. Het belangrijkste argument hiervoor is het belang voor ecosysteem met de bijzondere soorten die er op af komen (62%). Ook geven respondenten aan dat het hoort bij de natuur en de beleving van natuur (28%). Een klein deel (8%) vindt dit slecht en gebruikt daarvoor verschillende argumenten. Onder andere gevaar voor gezondheid van mensen en dieren en de overlast (stank) worden genoemd. In de gesprekken wordt een link gelegd naar wat ‘natuurlijk’ is. Het moet wel zo zijn dat de kadavers – door de natuur – in korte tijd moeten zijn opgeruimd. Als kadavers lang blijven liggen, bijvoorbeeld bij grootschalige sterfte, wordt dat bezwaarlijk (‘onnatuurlijk’) gevonden.

Terugkoppeling naar de recreatievisie van Staatsbosbeheer

Tot slot worden de bevindingen van het onderzoek in het kader van de recreatievisie van Staatsbosbeheer geplaatst (Thuis bij Staatbosbeheer; natuurlijk!). De focus ligt hierbij op de doelgroepen die in deze landelijke recreatievisie zijn benoemd. Dit is in z’n geheel een meer beschouwende tekst.

In de visie van Staatsbosbeheer wordt aandacht gegeven aan verschillende doelgroepen. Zo zijn er drie motiefcategorieën onderscheiden: rust- en ruimtezoekers, kennis- en inspiratiezoekers en inspanning- en avontuurzoekers. De eerste twee komen ruimschoots aan hun trekken in de Oostvaardersplassen, de laatste nauwelijks (in het Kotterbos zijn wel mogelijkheden voor de sportieve recreant). Het gebied biedt in potentie uitgelezen mogelijkheden voor spanning en uitdaging. Uiteraard moet er wel voor worden gewaakt dat aanbod voor de inspanning- en avontuurzoekers niet (te veel) ten koste gaat van het aanbod voor de andere motiefgroepen en van de natuur. Het is echter op zijn minst de moeite waard om serieus naar de mogelijkheden voor deze groep te kijken.

Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum 83 Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

Ook minder-validen zijn benoemd als doelgroep in de landelijke visie van Staatsbosbeheer. Excursies met bus(je) of bolderkar passen heel goed bij deze groep. Over de bolderkar zijn echter klachten; de kar is lastig toegankelijk voor ouderen en minder-validen. Wellicht zijn aanpassingen mogelijk. De observatiehutten in de Oostvaardersplassen zijn op dit moment niet of nauwelijks bereikbaar voor minder- validen. Wellicht dat er een hut dichtbij de verharde weg gemaakt kan worden zodat ook mindervaliden deze voorziening kunnen gebruiken, of dat enkele (delen van) paden beter geschikt gemaakt kunnen worden. Ook kinderen zijn als doelgroep genoemd in de visie. De Oostvaardersplassen is, met name vanwege de grote grazers, voor kinderen een spectaculair gebied. Dit biedt goede mogelijkheden voor edutainment, bijvoorbeeld voor schoolgroepen. Het gebied is bovendien dichtbij voor scholen uit Almere en Lelystad, maar bijvoorbeeld ook uit Amsterdam en omgeving. Het bezoekerscentrum in de Oostvaardersplassen, maar ook het te realiseren natuurbelevingcentrum bij Almere kunnen hierbij een rol spelen. Voor kinderen kunnen ook excursies interessant zijn. De huidige wandelexcursies en bolderkarexcursies zijn echter wat aan de lange kant voor kinderen. Anders dan in veel andere natuurgebieden worden de Oostvaardersplassen minder in gezinsverband bezocht op dit moment.

In deze studie is de bekendheid van de Oostvaardersplassen niet onderzocht. Niettemin is het wel goed om hier iets over te melden. De onderzoekers hebben de indruk dat het gebied bij de natuurvorsers (de vogelaars voorop) een enorme bekendheid geniet en dat bij ‘het grote publiek’ de naamsbekendheid weliswaar groot is, maar dat het unieke karakter bij hen nog niet zo bekend is. Als Staatsbosbeheer wil dan kan deze markt beter worden aangeboord met promotie en marketing over dit karakter en de daaraan gekoppelde natuurbelevings- en recreatiemogelijkheden. Dit is overigens niet uitsluitend een kwestie van publiciteit. Ook het product vraagt dan aandacht: Kan de natuurbeleving intenser? Kan het aanbod worden verbreed zodat de verblijfsduur toeneemt en een bezoek aan de Oostvaardersplassen een volwaardig dagje uit wordt? En zodat ook gezinnen meer dan nu hun weg weten te vinden naar de Oostvaardersplassen?

Staatsbosbeheer wil voor de Oostvaardersplassen een breder publiek bereiken dan het huidige publiek. Tevredenheid van het huidige publiek over de recreatiemogelijkheden en begrip voor de beperkte openstelling, zoals in dit onderzoek onderzocht, is voor de organisatie dan ook geen reden om ‘stil te zitten’.

84 Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

BIJLAGE 1 DE ENQUETE

Recreatieonderzoek 2005

Naam gebied: Oostvaardersplassen Volgnummer enquête: Datum uitgifte enquête: Locatie uitgifte enquête:

Wanneer in deze enquête wordt gesproken over de Oostvaardersplassen, worden ook de randzones van het gebied bedoeld, zoals het Fluitbos, en het Oostvaardersveld.

1) Met welk vervoermiddel bent u naar de Oostvaardersplassen gegaan? Auto

(Indien u meerdere vervoermiddelen heeft gebruikt, dan het Fiets vervoermiddel aangeven waarmee de grootste afstand is afgelegd) Te voet Paard Motorfiets Anders, nl...... ……………….……………..

2) Wat is de postcode van uw woonplaats? (alleen de cijfers invullen)

3) Bent u vanuit uw woonplaats naar de Oostvaardersplassen gegaan? ja nee

Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum 85 Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

4) Hoe laat bent u aangekomen in de Oostvaardersplassen? ……………..…………………….uur

5) Hoeveel tijd heeft u bij benadering in de Oostvaardersplassen doorgebracht? ……………..…………………….uur

6) Welke activiteiten heeft u in de Oostvaardersplassen verricht? (meerdere antwoorden zijn mogelijk) wandeling langer dan 1 uur ATB-/mountainbike-fietsen natuurstudie wandeling korter dan 1 uur paardrijden excursie toerfietsen hond uitlaten van uitzicht genieten trimmen/joggen luieren/zitten/zonnen anders, nl .....………………. racefietsen picknicken

7) Van welke voorzieningen heeft u vandaag in de Oostvaardersplassen gebruik gemaakt? (meerdere antwoorden zijn mogelijk) parkeerplaats gemarkeerde wandelroute informatiebord/-paneel fietspad zitbank observatiehut of -scherm ruiterpad picknickbank anders, nl...... ………………. uitkijkpunt informatiecentrum

8) Kunt u bij benadering aangeven hoe vaak u het afgelopen jaar in de Oostvaardersplassen nu voor het eerst bent geweest? ...... ………… keer

9) In welke seizoenen bezoekt u de Oostvaardersplassen? (meerdere antwoorden zijn mogelijk) alle seizoenen lente herfst zomer winter

10) Kunt u aangeven wat voor u de belangrijkste reden is om dit gebied te bezoeken? (s.v.p. één reden opgeven)

86 Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

11) Hoe belangrijk vindt u in het algemeen de volgende zaken in verband met bos- en natuurterreinen? (1 = zeer onbelangrijk, 2 = onbelangrijk, 3 = geen oordeel, 4 = belangrijk, 5 = zeer belangrijk) Alle bezoekers: 1 2 3 4 5 a. Goede bereikbaarheid van een bos- of natuurgebied b. Afwisseling in bos en open ruimte c. Afwisseling in boomsoorten, struiken en planten d. Weinig mensen tegenkomen in een bos- of natuurgebied e. Geen overlast van omgevingslawaai f. Geen overlast van loslopende honden g. Voldoende veiligheid in een bos- of natuurgebied h. Informatie via panelen over het terrein dat wordt bezocht i. Voldoende parkeergelegenheid j. Voldoende zitbanken k. Goede zitbanken

Alleen wandelaars: l. Voldoende wandelmogelijkheden m. Goede gemarkeerde wandelpaden

Alleen fietsers: n. Voldoende fietspaden o. Goede fietspaden

12) De volgende uitspraken gaan over de Oostvaardersplassen Bent u het met deze uitspraken eens? (1 = zeer oneens, 2 = oneens, 3 = geen oordeel, 4 = eens, 5 = zeer eens) Alle bezoekers: 1 2 3 4 5 a. Dit gebied is vanuit mijn vertrekplaats goed bereikbaar b. Er is in dit gebied voldoende afwisseling in bos en open ruimte c. Dit gebied heeft voldoende afwisseling in boomsoorten, struiken en planten d. Ik vind dat ik in dit gebied weinig mensen tegen kom e. Ik heb in dit gebied geen last van omgevingslawaai f. Ik heb in dit gebied geen last van loslopende honden g. Ik voel me voldoende veilig in dit gebied. h. Ik krijg voldoende informatie via panelen over dit gebied. i. Er is in dit gebied voldoende parkeergelegenheid j. Er zijn in dit gebied voldoende zitbanken k. Goede zitbanken l. Er is dit gebied een goed informatiecentrum m. Er zijn in dit gebied voldoende excursies n. Er zijn in dit gebied goede excursies o. Er zijn in dit gebied voldoende uitkijkpunten, observatiehutten en -schermen p. Er zijn in dit gebied goede uitkijkpunten, observatiehutten en -schermen

Alleen wandelaars: q. Er zijn in dit gebied voldoende wandelmogelijkheden r. Er zijn in dit gebied goede gemarkeerde wandelpaden

Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum 87 Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

Alleen fietsers: s. Er zijn in dit gebied voldoende fietspaden t. Er zijn in dit gebied goede fietspaden

Wij zouden graag willen weten waar u uw informatie over het gebied 'Oostvaardersplassen' vandaan haalt.

13) Hoe komt u aan: A. Algemene informatie over het gebied (meerdere antwoorden zijn mogelijk) websites/internet tijdschriften landelijke TV vrienden/kennissen/familie regionale en lokale TV anders, regionale en lokale kranten nl……………………………………………………………………… … heb ik niet

13) Hoe komt u aan: B Informatie wat er zoal te doen is en wanneer (meerdere antwoorden zijn mogelijk) websites/internet informatie van Staatsbosbeheer in het gebied zelf (infocentrum, TV boswachters etc) kranten anders, nl tijdschriften ……………………………………………………………………… vrienden/kennissen/familie …… heb ik niet

13) Hoe komt u aan: C Informatie over hoe Staatsbosbeheer het gebied beheert (meerdere antwoorden zijn mogelijk) websites/internet infopanelen in het gebied TV tijdens excursies of gesprekken met medewerkers van kranten Staatsbosbeheer tijdschriften anders, nl vrienden/kennissen/familie ……………………………………………………………… informatiecentrum van heb ik niet Staatsbosbeheer

14) Hoe belangrijk vindt u het in het algemeen dat u overal mag komen in een natuurgebied? (graag 1 antwoord aanruisen) Heel belangrijk, ik wil alles zien en veel recreatiemogelijkheden hebben Heel belangrijk, ik vind dat natuur niet afgesloten hoort te worden voor de mens Niet zo belangrijk, als ik op een aantal plaatsen kan recreëren in een gebied ben ik tevreden Niet zo belangrijk, want ik begrijp/vind dat de natuur soms met rust gelaten moet worden

Staatsbosbeheer stelt om verschillende redenen de Oostvaardersplassen niet geheel open voor het publiek. Zo gaat het beheer van het gebied uit van zoveel mogelijk ongerepte natuur, maar ook rust voor dieren, waarbij rust voor de vele vogels een grote rol speelt. Daarnaast speelt de veiligheid voor bezoekers ook een rol.

88 Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

15) Wist u dat u grote delen van de Oostvaardersplassen afgesloten zijn voor recreatie, Ja althans, niet zonder begeleiding (excursies) bezocht kunnen worden? Nee

16) Wat vindt u hiervan? (Graag 1 antwoord aankruisen) ik ben tevreden met de huidige recreatiemogelijkheden dat maakt het gebied juist bijzonder ik heb begrip voor de argumenten van Staatsbosbeheer mogelijkheden tot recreatie zijn hierdoor te beperkt hierdoor zijn bijzondere excursies en observatiemogelijkheden mogelijk anders, namelijk…………………………………………… geen mening

Soms worden gebiedsdelen die normaal gesproken wel opengesteld zijn tijdelijk voor het publiek afgesloten. Dit geldt bijvoorbeeld in barre winterse omstandigheden. Dieren trekken zich soms terug in kleine gebieden waar nog voedsel te vinden is, zoals het Fluitbos. Staatsbosbeheer wil ze daar rust geven.

17) Wat vindt u hiervan? (Graag 1 antwoord aankruisen) Goed, de dieren hebben ook recht op hun rust. Slecht, deze delen moeten te allen tijde toegankelijk blijven voor recreatie (grote delen zijn al niet toegankelijk) Maakt mij niet uit Anders, namelijk……………………………………………

De Oostvaardersplassen is een voor Nederland groot natuurgebied. In de Oostvaardersplassen kan de natuur vrijwel ongestoord haar gang gaan. Natuurlijke processen worden gestimuleerd en er wordt zo min mogelijk door de mens ingegrepen. Grote grazers (diverse soorten; runderen, paarden, edelherten) beheren de natuur. Ook komen er vele - vaak zeldzame- vogelsoorten voor.

18) Wist u dat de natuur zoveel mogelijk haar gang kan gaan in het gebied, dus zonder menselijk ingrijpen? Ja, helemaal Niet echt, maar wel eens iets over gehoord Nee, helemaal niet

19) Welke rol speelt de bijzondere aard van de Oostvaardersplassen voor u, bij uw keuze om het gebied te bezoeken? (Graag 1 antwoord aankruisen) grote rol enigszins een rol het gebied is gewoon bij mij in de buurt de keuze voor de Oostvaardersplassen is willekeurig

20) Welke omschrijving past volgens u het beste bij de Oostvaardersplassen? (Graag 1 antwoord aankruisen) Een unieke belevenis, dit vind je nergens anders in Nederland Mooi natuurgebied Een weinig bijzonder natuurgebied, gewoon een gebied om te kunnen recreëren (door naar vraag 22) Natuurgebied waar weinig te beleven valt i.v.m. de lage toegankelijkheid (door naar vraag 22)

Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum 89 Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

21) Wat maakt de Oostvaardersplassen voor u vooral bijzonder? (Graag 1 antwoord aankruisen) Grote grazers (runderen, paarden, edelherten) Vogels Plantensoorten Groot(s)heid, weidsheid Wildernis, ongereptheid, echte natuur met weinig ingrepen mens Anders, namelijk………………………

De Oostvaardersplassen is een 'wetland', ofwel een internationaal waardevol moerasland.

22) Bent u er zich van bewust dat de Oostvaardersplassen vooral voor water- en moerasvogels een zeer belangrijk gebied is en internationaal hoog aangeschreven staat? Ja, daar ben ik van op de hoogte Niet echt, maar wel eens iets over gehoord Nee, daar ben ik helemaal niet van op de hoogte

In de Oostvaardersplassen lopen vele ‘grote grazers’ (Heckrunderen, Konikpaarden, edelherten) rond. Zij zorgen voor een natuurlijke begrazing waarmee ze grote stukken van de natuur openhouden en voor een afwisselend landschap zorgen. Hierdoor komen veel plant- en diersoorten voor.

23) Waarom vindt u de aanwezigheid juist goed of slecht? (Graag 1 antwoord aankruisen) Interessant voor bezoekers, voegt iets toe aan de natuurbeleving Goed voor de natuurontwikkeling Vervelend, want is schadelijk voor de natuur (bomen e.d.) Jammer, het is kunstmatig, het geeft een beetje een ‘dierentuingevoel’ Jammer, hierdoor is de toegankelijkheid beperkt (om risico's te vermijden) Ik vind deze dieren gevaarlijk/eng Maakt mij niet uit Anders, namelijk…

Mede vanwege de risico’s die er zijn op onberekenbaar (‘wild’) gedrag van de grote grazers, zijn de Oostvaardersplassen slechts beperkt toegankelijk. In het buitenland, maar ook op de Veluwe, is een ontmoeting met grote dieren van dichtbij mogelijk. Wilde natuur kan soms risico’s met zich meebrengen, maar zelf erdoorheen wandelen of onder leiding van een ervaren gids kan ook heel ‘spannend’ zijn. Een goede voorlichting hoe om te gaan met de risico’s van ‘wilde dieren’ is dan wel belangrijk.

24) Zou u in de Oostvaardersplassen graag de mogelijkheid willen hebben om tussen de grote grazers te wandelen/fietsen, ook al betekent dat dan dat er beperkte risico's zijn op onberekenbaar gedrag van deze dieren? Ja Nee Alleen onder leiding van een gids

90 Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

De ‘grote grazers’ in de Oostvaardersplassen krijgen zoveel mogelijk de ruimte om natuurlijk te leven en te sterven. Alleen in barre omstandigheden grijpt Staatsbosbeheer in door dieren af te schieten om lijden te voorkomen. Kadavers van dode dieren (alleen edelherten) blijven liggen.

25) Wist u dit? Ja, daar ben ik van op de hoogte Niet echt, maar wel eens iets over gehoord Nee, daar ben ik helemaal niet van op de hoogte

26) Wat vindt u ervan dat kadavers van edelherten blijven liggen? Goed Maakt mij niet uit Slecht

27) Waarom vindt u dit goed of slecht? (Graag 1 antwoord aankruisen) Het hoort bij de natuur en de beleving van de natuur Het is belangrijk voor het ecosysteem, er komen bijzondere soorten op af (bijvoorbeeld vossen, grote roofvogels) Het ziet er vies uit en/of het stinkt Het is gevaarlijk voor de gezondheid van bezoekers Het is gevaarlijk voor de gezondheid van andere dieren Dergelijke natuur en natuurbeleving past niet (meer) in Nederland Anders, namelijk…………………………………………..

28) Kunt u hieronder invullen wat de leeftijden zijn van de groepsleden waarmee u in het gebied was? Leeftijd Aantal personen Leeftijd Aantal personen 0 – 12 jaar ….. personen 36 – 49 jaar ….. personen 13 – 20 jaar ….. personen 50 – 64 jaar ….. personen 21 – 35 jaar ….. personen 65 en ouder ….. personen

29) Als u nog vragen of opmerkingen heeft, dan kunt u deze hieronder kwijt. (Bijvoorbeeld ten aanzien van de recreatiemogelijkheden, het beheer in de Oostvaardersplassen of over dit onderzoek)

Hartelijk dank voor uw medewerking! Wilt u de enquête binnen één week terugsturen in bijgevoegde antwoordenvelop naar: DIMENSUS Beleidsonderzoek Antwoordnummer 10971 4800 WB Breda

Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum 91 Recreatie in de Oostvaardersplassen anno 2005

BIJLAGE 2 BRONNEN

Geïnterviewden:

Dhr. H. Breeveld Boswachter VPR Oostvaardersplassen

Mw. W. Kloen Beheerder informatiecentrum Oostvaardersplassen

Dhr. F. Boersma Staatsbosbeheer Programmadirecteur Vastgoed, programmamanager Oostvaardersplassen

Mw. L. Bronkhorst Gebiedsontwikkeling, Regio Oost

Dhr. A. de Gelder Directeur Vogelbescherming, voormalig regiohoofd Staatsbosbeheer, regio Flevoland-Overijssel

De belangrijkste bronnen:

Abma. R. (2003). De recreant als subject. Over de natuurbeleving als basis voor de beeldvorming van natuur. Stageonderzoek Staatsbosbeheer

Schuiling, L. (2004). Wat wilde recreant in de natuur? Recreatieonderzoek verbindingszone Flevoland. Afstudeeronderzoek

SEO (1998). Natuurlijk vermogen. Een empirische studie naar de economische waardering van natuurgebieden in het algemeen en de Oostvaardersplassen in het bijzonder

Staatsbosbeheer (2003). Basiskartering Recreatie 2002. Oostvaardersplassen, Fluitbos, Voltherbroek, Ommerschans, Meppelerdiep

Staatsbosbeheer (2002). Basiskartering Recreatie 2001. Boswachterij Staphort, Boswachterij Hardenberg, Horsterwold. Lutterzand, Oldematen, Paasloo, Oostvaardersveld

Staatsbosbeheer regio Flevoland-Overijssel (2003). Kader recreatieve ontwikkeling Oostvaardersplassen 2003-2005.

Staatsbosbeheer (2005). Achtergrond- en tevredenheidsonderzoek bezoekerscentra Staatsbosbeheer regio Oost.

Staatsbosbeheer (2002). Uitwerkingsplan 2000-2010 Oostvaardersplassen

Staatsbosbeheer. Diverse jaarverslagen VPR, Oostvaardersplassen

Staatsbosbeheer. Diverse folders en brochures

Stichting Natuur en Milieu (2005). Nederland kan zo mooi zijn. Onderzoek naar de beleving van 52 gebieden door omwonenden.

Stichting Recreatie (G. Elzinga en E. Hoogendam), (1997). Nieuwe wildernis: uitdaging of gevaar? Recreatie in begeleid-natuurlijke gebieden.

92 Stichting Recreatie, Kennis en Innovatiecentrum