Oerwoudgeluiden, Racistische Teksten of Spreekkoren? Een Onderzoek Naar Het Televisiediscours Over Twee Supportersincidenten in Het Nederlands Voetbal
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Universiteit Utrecht Masterscriptie Interculturele Communicatie Oerwoudgeluiden, racistische teksten of spreekkoren? Een onderzoek naar het televisiediscours over twee supportersincidenten in het Nederlands voetbal Naam Jeroen de Wijs Studentnummer 5688590 Track Nederlands Begeleider Mevr. drs. E.N. Besamusca Tweede lezer Mevr. dr. Roos Beerkens Datum 5 mei 2017 J.A. de Wijs Oerwoudgeluiden, racistische teksten of spreekkoren? “Spelers worden beïnvloed Mensen worden beïnvloed Spelers worden weer door mensen beïnvloed” Johan Cruijff, 1947 - 2016 Omslagafbeelding: HEIN – KNVB Onderzoekt oerwoudgeluiden ADO (Hein de Kort / Comichouse.nl) 2 J.A. de Wijs Oerwoudgeluiden, racistische teksten of spreekkoren? Voorwoord Leerzaam en waardevol: zo zou ik het schrijfproces van deze scriptie willen omschrijven. De kneepjes van het academisch denken en schrijven, het proces van feedback ontvangen en verwerken en nieuwe inzichten verwerven. De totstandkoming van een scriptie is geen makkelijk proces, maar wel één waar ik bij het schrijven van dit voorwoord met veel plezier op terugkijk. Het schrijven van de scriptie is weliswaar mijn eigen verantwoordelijk geweest, de beste inzichten heb ik gekregen in de scriptiebeenkomsten. De feedback van Emmeline, Hannah, Danielle en Vivianne was nuttig en heeft ervoor gezorgd dat deze scriptie in zijn huidige vorm bestaat. De maatschappelijke discussies die we zo nu en dan gevoerd hebben maakten de bijeenkomsten tot momenten waar ik plezierig aan terugdenk. Nu ben ik nooit snel tevreden en wellicht ietwat perfectionistisch, dus helemaal tevreden met deze scriptie zal ik nooit zijn. Het kan namelijk altijd beter. Toch heeft het schrijven van de scriptie een leerzame en waardevolle ervaring opgeleverd, die ik niet snel zal vergeten. Deze ervaring neem ik dan ook graag mee in de rest van mijn leven. 3 J.A. de Wijs Oerwoudgeluiden, racistische teksten of spreekkoren? Abstract Al meer dan 35 jaar is racisme in het voetbal onderwerp van gesprek. Twee supportersincidenten uit 2016 tonen aan dat racisme in het Nederlands voetbal nog altijd aan de orde van de dag is: Ajax-speler Riechedly Bazoer was het mikpunt van Haagse supporters tijdens ADO Den Haag – Ajax, voetballer Pernely Biya kreeg tijdens een amateurwedstrijd racistische verwensingen naar zijn hoofd. In een context waarbij nieuwe generaties voetballers en een steeds multicultureler karakter het Nederlandse voetbal hebben gevormd, is er meer aandacht gekomen voor thema’s als ras en etniciteit (Kassimeris, 2009; Müller e.a., 2007) en geven media discussies over dergelijke onderwerpen vorm (Sterkenburg e.a., 2012; 2010). Met name de televisie heeft een invloedrijke positie om publieke debatten te construeren (Hermes & Reesink, 2003; Van Dijk, 1996). Dit onderzoek heeft het discours over twee supportersincidenten in kaart gebracht, door de berichtgeving over deze incidenten op televisie te onderzoeken. Met theoretische benaderingen uit onder meer mediastudies (Hermes & Reesink, 2003) sluit dit onderzoek aan bij discoursanalytisch onderzoek (Van Dijk, 2015; 2000). Middels een inhoudelijke analyse in navolging van Dörnyei (2007), een kritische discoursanalyse geïnspireerd op Fairclough (2003) en een sprekerspositie-analyse gestoeld op wetenschappelijk gepubliceerd werk van Koole & Ten Thije (1994), heeft deze scriptie interessante inzichten opgeleverd. Een inhoudelijke analyse presenteerde twee hoofdthema’s uit het discours: gebeurtenissen rond het veld en manieren van reageren, waarbij reacties op de supportersincidenten in een maatschappelijke context werden besproken. Een kritische discoursanalyse heeft zowel de tekstuele als discursieve laag van het discours blootgelegd. Manieren van lexicalisering hebben aangetoond dat de supportersincidenten op diverse manieren werden beschreven en eigenschappen die werden toegewezen aan lexicalisaties lieten zien dat spreken over racisme in sommige gevallen werd vermeden. Onderzoek naar verwijzingen hebben aangetoond dat refereren aan externe donkere sprekers, door direct rapporteren, slechts enkele keren plaatsvond. Een sprekerspositie-analsyse heeft uitgewezen dat de donkere voetballer zich zelden zelf als gerepresenteerd voetballer ziet en de vrijwel volledige afwezigheid van de gerepresenteerd supporter liet zien dat het debat over racistische supportersincidenten redelijk eenzijdig is verlopen. 4 J.A. de Wijs Oerwoudgeluiden, racistische teksten of spreekkoren? Inhoudsopgave 1. Inleiding.......................................................................................................................................6 2. Contextueel kader........................................................................................................................7 2.1 Supportersincidenten...................................................................................................................................7 2.1.1. Casus Bazoer.......................................................................................................................................7 2.1.2. Casus Biya...........................................................................................................................................8 2.2. Racistisch supportersgedrag in context.......................................................................................................10 2.2.1. Racisme.............................................................................................................................................10 2.2.2. Ras en etniciteit ter discussie...........................................................................................................10 2.2.3. Nieuwe generatie voetballers...........................................................................................................12 2.2.4. Discriminatie en racisme in het voetbal...........................................................................................12 2.3. Relevantie...................................................................................................................................................13 3. Theoretisch kader......................................................................................................................15 3.1. Beeldvorming.............................................................................................................................................15 3.1.1. De macht en rol van televisie...........................................................................................................15 3.1.2. De invloed van sportmedia...............................................................................................................16 3.2. Inhoudsanalyse...................................................................................................................................17 3.3. Discoursanalyse.........................................................................................................................................18 3.3.1. Discoursonderzoek..........................................................................................................................18 3.3.2. Kritische discoursanalyse..................................................................................................................19 3.4. Sprekerspositie-analyse..............................................................................................................................21 3.5. Vraagstelling...............................................................................................................................................21 4. Corpus & methode.....................................................................................................................22 4.1. Onderzoeksmateriaal..................................................................................................................................22 4.2. Analysemethoden.......................................................................................................................................24 4.2.1. Methodische triangulatie.................................................................................................................24 4.2.2. Inhoudsanalyse.................................................................................................................................25 4.2.3. Kritische discoursanalyse.................................................................................................................26 4.2.4. Sprekerspositie-analyse....................................................................................................................27 5. Resultaten..................................................................................................................................28 5.1. Inhoudsanalyse...........................................................................................................................................28 5.1.1. Kwalitatieve benadering...................................................................................................................28 5.1.1.1. Gebeurtenissen rond het veld.........................................................................................28 5.1.1.2. Manieren van reageren..................................................................................................30 5.1.2. Kwantitatieve benadering.................................................................................................................34 5.2. Kritische discoursanalyse............................................................................................................................36