Geerdink Binnenwerk Handel DEF.Indd

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Geerdink Binnenwerk Handel DEF.Indd Over het algemeen wordt aangenomen dat broodschrijverij in Nederland pas in de achttiende eeuw opkwam en in de negen- tiende eeuw een rol van betekenis ging spelen. Voorbeelden Nina Geerdink van financiële vergoeding voor literair werk in de Gouden Eeuw zijn schaars, en dichters beweerden zelf bij hoog en laag dat ze enkel voor de eer dichtten. Nina Geerdink laat in dit ) boek zien dat er wel degelijk voordeel te behalen viel voor zeventiende-eeuwse dichters. Centraal staat het dichterschap van de katholieke Amster- dammer Jan Vos (1610 -1667). Vos was glazenmaker van beroep en als schouw burghoofd betrokken bij het reilen en zeilen van dichters & verdiensten het stedelijke toneel. Zijn gedichten speelden een centrale rol 1610 -1667 in een patronage relatie met de Amsterdamse regentenelite die maakte dat het hem niet alleen als dichter voor de wind ging, maar ook als schouwburg hoofd, glazenmaker en katholiek. Nina Geerdink De sociale verankering van het dichterschap Jan Vos ( 9 789087 042790 Dichters en verdiensten Dichters en verdiensten De sociale verankering van het dichterschap van Jan Vos (1610-1667) Nina Geerdink Hilversum Verloren 2012 Deze publicatie kwam mede tot stand dankzij financiële steun van de J.E. Jurriaanse Stich- ting, de Dr. C. Louise Thijssen-Schoute Stichting, Boekenfonds Elisabeth Grent/F.J.A.M. van der Helm. Afbeelding op het omslag: Jan de Bray, Portrait of the Poet Jan Vos, 1679. William Benton Museum of Art, University of Connecticut. isbn 978-90-8704-279-0 Tevens verschenen als proefschrift aan de Vrije Universiteit Amsterdam. ©2012 Nina Geerdink & Uitgeverij Verloren Torenlaan 25, 1211 ja Hilversum www.verloren.nl Omslagontwerp: Frank Stienen Typografie: Rombus, Hilversum Druk: Wilco, Amersfoort Brochage: Van Strien, Dordrecht No part of this book may be reproduced in any form without written permission from the publisher. Inhoudsopgave Voorwoord 9 Inleiding 11 1 Tussen dichters en regenten 31 1.1 Onder dichters 32 1.1.1 De ongeletterde glazenmaker 32 1.1.2 Onder bescherming van Van Baerle 34 1.1.3 In contact met Van Baerles lettervrienden 37 1.2 Onder regenten 41 1.2.1 In contact met de regerende elite 41 1.2.2 Patronage: wederzijdse belangen 42 1.2.3 Op de schouders van de lettervrienden 45 2 De stadsdichter 47 2.1 Lokaal patriottisme 48 2.1.1 De lofdichter 48 2.1.2 De politiek commentator 54 2.1.3 De vertoningenmaker 65 2.2 Profilering als stadsdichter 68 2.2.1 Dichterschap en stadsbelang 69 2.2.2 Dichterschap en patronage 72 3 De huisdichter 78 3.1 Vos en de familie Huydecoper 79 3.2 De rol van de huisdichter 84 3.2.1 Ondersteuning van Huydecopers ‘gezinspolitiek’ 85 3.2.2 Dichterlijk vermaak 86 3.3 Duale profilering: huisdichterschap en stadsdichterschap 93 6 inhoudsopgave 4 De theaterman 98 4.1 De organisatie van de schouwburg 99 4.1.1 De schouwburghoofden 99 4.1.2 Het burgemeestersbelang 100 4.1.3 Vos als schouwburghoofd 101 4.2 Profilering als ‘theaterman’ 105 4.2.1 De poëtica van het nut 107 4.2.2 Woord en beeld 111 4.2.3 Reclame voor het schouwburgrepertoire 117 4.3 De rol van de godshuisregenten 121 4.3.1 Gedichten voor godshuisregenten 121 4.3.2 De ‘coup’ van Van Fornenbergh 123 4.3.3 De nieuwe schouwburg en de Inwyding (1665) 125 5 De glazenmaker 129 5.1 Vos als glazenmaker 130 5.1.1 Wat deed een glazenmaker? 130 5.1.2 Vos’ positie als glazenmaker 132 5.2 Een profijtelijk imago 135 5.2.1 De dichtende glazenmaker: het verrassingseffect 136 5.2.2 De glazenmakende dichter: eenvoud als waarborg 137 5.3 Dichten tot profijt van de glazenmakerswinkel 143 5.3.1 Nieuwbouw in Amsterdam 143 5.3.2 Patronagethematiek 145 5.3.3 Verzoek in dichtvorm 148 6 De verdraagzame katholiek 150 6.1 Vos als katholiek in Amsterdam: de praktijk van tolerantie 150 6.2 Religieuze thema’s in de poëzie van Vos 153 6.2.1 Goede Vrydagh (1650) 153 6.2.2 Gedichten bij schilderijen 156 6.2.3 Positiebepaling in religieuze debatten 161 6.3 Gedichten voor katholieken 166 6.3.1 Gedichten voor het katholieke gezin 167 6.3.2 Lof voor priesters 167 6.3.3 De katholieke elite 172 7 Vos en Vondel 176 7.1 Vrienden of vijanden? 177 7.1.1 Historiografie 177 7.1.2 Dichterlijk contact 178 inhoudsopgave 7 7.2 Het dichterschap van Vos en Vondel: een vergelijking 181 7.2.1 Internationaal versus lokaal 183 7.2.2 Schilders en regenten 186 7.2.3 Visueel spektakel 194 7.2.4 Profilering, provocatie en pacificatie 199 7.3 De strategie van Vos 204 Besluit 210 Literatuur 215 Summary 240 Samenvatting 244 Bijlagen 248 Register 261 Voorwoord In dit boek gaat het vaak over de manier waarop de zeventiende-eeuwse dichter Jan Vos zich- zelf profileerde. De name dropping en de omgang met conventies in zijn gedichten zie ik als strategische uitingen voor het onderhouden van relaties en het creëren van een positief zelf- beeld. Dat maakt het schrijven van dit voorwoord er niet makkelijker op: wie mijn boek leest, zal voelsprieten ontwikkelen voor strategie en zelfrepresentatie. De lezer zal dit voorwoord toetsen aan de ongeschreven regels van het uiterst conventionele genre, en de genoemde na- men zien als personen met wie ik mij publiekelijk wil afficheren. Nu geldt voor alle hier ge- noemde personen dat die publieke connectie mij inderdaad enkel goed kan doen, maar ik noem ze omdat ze me de afgelopen jaren hebben bijgestaan bij het uitvoeren van mijn pro- motieonderzoek, omdat ze met enthousiasme mijn verhalen aangehoord hebben of omdat ze voor de nodige afleiding gezorgd hebben. Aan de conventies heb ik me met uitzondering van deze eerste alinea maar zoveel mogelijk gehouden, wat mijn dank en waardering niet minder oprecht maakt. In de eerste plaats wil ik mijn promotor Johan Koppenol bedanken. Ik krijg regelma- tig te horen dat ik het maar getroffen heb met hem. Ik kan zijn reputatie hier enkel beves- tigen: Johan heeft mij met open armen ontvangen aan de Vrije Universiteit en mij in alle vrijheid onderzoek laten doen, mij met raad en daad terzijde staand als dat nodig was. Alsof dat nog niet genoeg was, kreeg ik er in de loop van de tijd ook nog een geweldige copromo- tor bij, Nelleke Moser. Haar scherpe blik is het eindresultaat zeer ten goede gekomen. Ook de andere VU-collega’s wil ik bedanken voor hun betrokkenheid, enkelen in het bijzonder. De koffiemomenten met Ton van Strien waren altijd leuk en leerzaam, en ik waardeer ook zeer zijn bereidheid om vele hoofdstukken en artikelen in wording kritisch te lezen en van com- mentaar te voorzien. Mijn kamergenoten zorgden voor afwisseling, aanspraak en gezelligheid. Zonder Eric Akkerman was er geen database geweest en had ik veel minder efficiënt kunnen werken. Sander Bax, slechts kort VU-collega, heeft mijn eerste maanden – toen ik verstopt zat op de vijftiende verdieping – zeer veraangenaamd en is altijd betrokken gebleven bij mijn boek. Ook buiten de VU hebben velen zich betrokken getoond. Niet ongenoemd mag blijven Momus, de kritische god die in de personen van Inge Broekman, Judith Brouwer, Feike Dietz, Roeland Harms en Helmer Helmers vele verbeteringen voor zijn rekening mag nemen. Riet Schenkeveld-van der Dussen nam de moeite om af te reizen naar Barchem en voorzag het daar gepresenteerde hoofdstuk over Vos en Vondel van waardevol commentaar. Eric Jan Sluijter be- keek de stukken over Vos en de schilderkunst. Tijdens de laatste grote redactieronde heb ik veel 10 voorwoord gehad aan het commentaar van Gerard Bouwmeester, Erik de Bruin en Ellen Leijten. Uiteraard ben ik alleen zelf verantwoordelijk voor het eindresultaat. Zeer waardevol waren de contacten met de Huizingapromovendi, van wie ik een bijzon- dere afsplitsing graag expliciet noem: de ‘Gentse Vrienden’ Arjen Dijkstra, Ron Gruijters, Tim Nicolaije, Lieke Stelling en Matthijs Wieldraaijer. Mijn Utrechtse collega’s (en voormalige docenten) Els Stronks, Arie Gelderblom en Marijke Meijer Drees hebben mij regelmatig onder- wijsonderdak geboden en meegedacht en meegelezen. De vertraging die mijn promotie door de docentaanstelling aan de Radboud Universiteit opgelopen heeft, is het onder andere dankzij de warme ontvangst van de collega’s daar meer dan waard geweest. Ik stel het zeer op prijs dat Uitgeverij Verloren, waar ik met veel plezier gewerkt heb voor ik aan mijn promotieonderzoek begon, mijn boek heeft willen uitgeven. Lief en leed kon ik de afgelopen jaren delen met vrienden en familieleden, die bovendien voor de nodige afleiding zorgden. Ook hen kan ik niet allemaal noemen, maar zij mogen zich vertegenwoordigd weten door mijn paranimfen Marij Hillen en Sabine van Sleeuwen, vrien- din en zusje, die ik heel dankbaar ben dat ze naast mij willen staan tijdens de verdediging. Opgegroeid in twee huizen vol boeken, met een opa die neerlandicus was en dichter, en een stiefvader die een antiquariaat heeft, hoeft de richting die ik gekozen heb misschien niet te verbazen. De grootste stimulans is mijn moeder geweest: doordat ze mij van jongs af aan mee nam naar musea en mij vermoeide (zo ervoer ik dat toen …) met historische anekdotes, doordat ze mij aanspoorde het onderste uit de kan te halen tijdens mijn studie en daarna tijdens mijn promotietraject, en natuurlijk doordat ze het goede voorbeeld heeft gegeven. Als laatste bedank ik, geheel volgens de conventies, Frank. Een rare conventie in dit geval, want aan het proefschrift heb je, behalve het omslag en de website, niet direct zoveel bijgedra- gen. Dat wil echter niet zeggen dat ik om andere redenen niet heel erg blij met je ben.
Recommended publications
  • 00 Voorwerk Diss
    Met recht en rekenschap : de ambtenaren bij het Hof van Holland en de Haagse Rekenkamer in de Habsburgse Tijd (1483-1558) Braake, S. ter Citation Braake, S. ter. (2007, November 21). Met recht en rekenschap : de ambtenaren bij het Hof van Holland en de Haagse Rekenkamer in de Habsburgse Tijd (1483-1558). Retrieved from https://hdl.handle.net/1887/12449 Version: Not Applicable (or Unknown) Licence agreement concerning inclusion of doctoral thesis in the License: Institutional Repository of the University of Leiden Downloaded from: https://hdl.handle.net/1887/12449 Note: To cite this publication please use the final published version (if applicable). Bijlagen Bijlage 1 Chronologie Gewestelijke instellingen in Den Haag (1483-1558) Proloog: 1477: dood van Karel de Stoute; Maria van Bourgondië vaardigt het Groot Privilege uit in ruil voor steun van de verschillende gewesten tegen de invallen van Frankrijk 1480: nieuwe instructie voor het Hof van Holland 1482: dood van Maria van Bourgondië; Maximiliaan van Habsburg wordt regent voor de minderjarige Filips de Schone 1483-1515: Stadhouderschap van Jan van Egmond, uiteindelijk gedeeld met zijn neef Floris van Egmond. Kabeljauwse netwerken domineren het Hof van Holland en Den Haag. 1483: einde Utrechtse oorlog 1488-1490: Jonker Frans-oorlogen 1491-1492: Opstand van het Kaas- en Broodvolk 1494: meerderjarigverklaring Filips de Schone 1495: hervorming van de Rekenkamer 1505: grote kosten door oorlog met Gelre en tweede reis naar Spanje van Filips de Schone 1506: dood van Filips de Schone 1507-1515: eerste regentschap van Margareta van Oostenrijk 1510: hervorming van de Raad met de herintroductie van een president (Nicolaas Evera- erts) en gelijkschakeling van de wedden van edelen en niet edelen 1515: meerderjarigverklaring latere Karel V; nieuwe instructie voor het Hof van Holland; significante herbezetting van de vorstelijke ambten 1515-1522: Stadhouderschap van Hendrik van Nassau.
    [Show full text]
  • Rembrandt: a Milestone of Portraiture
    Artistic Narration: A Peer Reviewed Journal of Visual & Performing Art ISSN (P): 0976-7444 (e): 2395-7247 Vol. VIII. 2016 IMPACT Factor - 3.9651 Rembrandt: a Milestone of Portraiture Syed Ali Jafar Assistant Professor Dept. of Painting, D.S. College, Aligarh. Email: [email protected] Abstract When we talk about portraiture, the name of Dutch painter Rembrandt comes suddenly in our mind who was born in 1607 and studied art in the studio of a well known portrait painter Pieter Lastman in Amsterdam. Soon after learning all the basics of art, young Rembrandt established himself as a portrait painter along with a reputation as an etcher (print maker). As a result, young and energetic Rembrandt established his own studio and began to apprentice budding artist almost his own age. In 1632, Rembrandt married to Saskia van Ulyenburg, a cousin of a well known art dealer who was not in favour of this love marriage. Anyhow after the marriage, Rembrandt was so happy but destiny has written otherwise, his beloved wife Saskia was died just after giving birth to the son Titus. Anyhow same year dejected Rembrandt painted his famous painting „Night Watch‟ which pull down the reputation of the painter because Rembrandt painted it in his favourite dramatic spot light manner which was discarded by the officers who had commissioned the painting. Despite having brilliant qualities of drama, lighting scene and movement, Rembrandt was stopped to obtain the commission works. So he stared to paint nature to console himself. At the same time, Hendrickje Stoffels, a humble woman who cared much to child Titus, married Rembrandt wise fully and devoted her to reduce the tide of Rembrandt‟s misfortune.
    [Show full text]
  • Geuzen En Glippers  Oktoberlezingen
    Geuzen en glippers Oktoberlezingen Redactie: Prof. P.G.J. van Sterkenburg Dr. F.S. Gaastra Dr. D.J. Noordam Geuzen en glippers. Dr. R.P. Fagel Goed en fout tijdens het beleg van Leiden L.M.M. Heruer De Oktoberlezingen worden georganiseerd door de October-Vereeniging en het Instituut voor Geschiedenis van de Universiteit Leiden. Deze lezingen wor- den jaarlijks gehouden op de zondag voorafgaande aan drie oktober. De eerste Louis Sicking lezing vond plaats op september in Stedelijk Museum de Lakenhal in Leiden. Voor de Oktoberlezing wordt ieder jaar een spreker uitgenodigd, die op zijn of haar eigen manier naar het beleg van Leiden zal kijken. Oktoberlezingen: : R.P. Fagel, Leids beleg en ontzet door Spaanse ogen. : J.A.F. de Jongste, Om de religie of om de vrijheid. Spanningen tussen stadhuis en kerk na het beleg. : D.J. Noordam, De historische optochten van de October-Vereeniging. :W. Otterspeer, De lezende Pallas. Het dubbeltalent van de Leidse universiteit. : S. Groenveld. ‘Van vyanden und vrienden bedroevet’. De gevolgen van het Oktoberlezing beleg van Leiden voor de omgeving van de stad. : B. de Vries, De eerste October-feesten: volksvertier of vermaak voor de bur- gerij? : L. Sikking, Geuzen en Glippers. Goed en fout tijdens het beleg van Leiden Sdu Uitgevers, Den Haag Vormgeving omslag: Wim Zaat, Moerkapelle Zetwerk: Holland Graphics, Amsterdam Print en afwerking: Drukkerij Aktief, Den Haag Geuzen en glippers. Goed en fout tijdens het beleg van Leiden ‘Iedereen weet, dat de geest in de stad zelf alles behalve één van vastbesloten ver- zet tot het uiterste is geweest. Men heeft ons in de afgeloopen jaren op October herinnerd aan de benaming glippers, en daaraan wel onaangename associaties verbonden.
    [Show full text]
  • Neerlandica Extra Muros. Jaargang 44
    Neerlandica extra Muros. Jaargang 44 bron Neerlandica extra Muros. Jaargang 44. Rozenberg Publishers, Amsterdam 2006 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_nee005200601_01/colofon.php © 2015 dbnl i.s.m. 1 [Neerlandica extra Muros - februari 2006] Sera de Vriendt ........... Enkele kenmerken van het Brussels Vlaams 1. Inleiding Brussel is niet alleen de hoofdstad van België. Het is ook, naast Vlaanderen en Wallonië, een van 's lands drie gewesten. Dit gewest (Brussel in de ruime betekenis van het woord) bestaat uit negentien gemeenten, Brussel (stricto sensu) plus achttien voorsteden, en telt ongeveer een miljoen inwoners. Wat meer dan een vierde van dit totaal aantal inwoners is buitenlander: volgens R. Janssens (2001) 28.5%, waarvan 14.65% uit EU-landen en 13.86% uit niet-EU-landen. Het talrijkst zijn de Marokkanen, gevolgd door de Fransen, Italianen, Spanjaarden, Turken, Portugezen, etc. De studie van Janssens bevat tal van interessante gegevens over de talen die in Brussel gesproken worden. We beperken ons hier tot de twee voornaamste landstalen, het Frans en het Nederlands (het ligt voor de hand dat de buitenlanders ook hun eigen taal spreken, Arabisch, Berbers, Spaans, etc.; heel wat Brusselaars spreken ook Engels). Van de ondervraagde inwoners (al dan niet Belgen) verklaarde 95.6% goed tot uitstekend Frans te spreken. Slechts een derde, 33.3%, verklaarde goed tot uitstekend Nederlands te spreken. Hierbij kunnen de volgende opmerkingen gemaakt worden: - Om allerlei redenen moeten deze cijfers enigszins gerelativeerd worden. Het gaat om ‘gerapporteerde kennis’ en het is dus niet uitgesloten dat de ene milder en de ander strenger geweest is in zijn evaluatie van wat een taal ‘goed spreken’ is.
    [Show full text]
  • Evolution and Ambition in the Career of Jan Lievens (1607-1674)
    ABSTRACT Title: EVOLUTION AND AMBITION IN THE CAREER OF JAN LIEVENS (1607-1674) Lloyd DeWitt, Ph.D., 2006 Directed By: Prof. Arthur K. Wheelock, Jr. Department of Art History and Archaeology The Dutch artist Jan Lievens (1607-1674) was viewed by his contemporaries as one of the most important artists of his age. Ambitious and self-confident, Lievens assimilated leading trends from Haarlem, Utrecht and Antwerp into a bold and monumental style that he refined during the late 1620s through close artistic interaction with Rembrandt van Rijn in Leiden, climaxing in a competition for a court commission. Lievens’s early Job on the Dung Heap and Raising of Lazarus demonstrate his careful adaptation of style and iconography to both theological and political conditions of his time. This much-discussed phase of Lievens’s life came to an end in 1631when Rembrandt left Leiden. Around 1631-1632 Lievens was transformed by his encounter with Anthony van Dyck, and his ambition to be a court artist led him to follow Van Dyck to London in the spring of 1632. His output of independent works in London was modest and entirely connected to Van Dyck and the English court, thus Lievens almost certainly worked in Van Dyck’s studio. In 1635, Lievens moved to Antwerp and returned to history painting, executing commissions for the Jesuits, and he also broadened his artistic vocabulary by mastering woodcut prints and landscape paintings. After a short and successful stay in Leiden in 1639, Lievens moved to Amsterdam permanently in 1644, and from 1648 until the end of his career was engaged in a string of important and prestigious civic and princely commissions in which he continued to demonstrate his aptitude for adapting to and assimilating the most current style of his day to his own somber monumentality.
    [Show full text]
  • Holding the Museum in the Palm of Your Hand Susan Hazan
    Holding the Museum in the Palm of your Hand Susan Hazan Introduction: the quintessence of the museum Google Art Project and Europeana: background Transmitting tangibility; the essence of the embodied gallery and the physical object Disseminating intangibility; the descriptive qualities of textural metadata Web 1.0 versus Web 2.0 scenarios Conclusion: the loss and the gain Introduction: the quintessence of the museum When we visit a library or archive, we typically expect to find printed material, books, publications and documents. However, when we go to a museum – either in person or online – we expect a very different kind of experience. The physical museum invites us to discover exceptional and often extraordinary kinds of objects, and accordingly, when these very same objects are delivered online, they are managed very differently from the way books are managed by libraries, or the way that archives manage hierarchal documents. As the footprint of the physical museum, an online museum is therefore orchestrated to convey the singular and often spectacular nature of the objects, as well as the very quintessence of the physical museum. This means that as objects, and works of art make their screen debut, the website needs to communicate not only the physicality of the objects but also to signify - in some way - the embodied space of the gallery. As if we have just passed through the physical front door of the museum, the electronic portal signifies entrance to the online museum, setting up the collections accordingly. Objects are not simply displayed as clutches of atomized objects, but are arranged in thematic order – as a collection or exhibition – according to a chronological logic, historical narrative, provenance, or according to artists or schools of art, just in the same way that they are presented in the physical museum1.
    [Show full text]
  • Best Landmarks in Amsterdam"
    "Best Landmarks in Amsterdam" Created by: Cityseeker 20 Locations Bookmarked De Nieuwe Kerk "Spectacular Architecture" The Nieuwe Kerk is a 15th-century building, partly destroyed and refurbished after several fires. Located in the bustling Dam Square area of the city, this historic church has held a prominent place in the country's political and religious affairs over the centuries. It has been the venue for coronations of kings and queens, and also plays host to an array of by Dietmar Rabich exhibitions, concerts and cultural events. Admire its Gothic architecture, splendid steeples, glass-stained windows and ornate detailing. +31 20 638 6909 www.nieuwekerk.nl [email protected] Dam Square, Amsterdam Royal Palace of Amsterdam "The Royal Residence" Amsterdam's Royal Palace is the crown jewel of the city's cache of architectural marvels from the Dutch Golden Age. The palace was originally constructed in the 17th Century as the new Town Hall, designed by Jacob van Campen as a symbol of the Netherlands' far-reaching influence and its hefty stake in global commerce at that time. The palace by Diego Delso is an embodiment of opulence and lavish taste, generously adorned with marble sculptures, vivid frescoes and sparkling chandeliers that illuminate rooms of palatial proportions. Within, are numerous symbolic representations of the country's impressive economic and civic power in the realm of world politics in the 17th Century, including a larger-than-life statue of Atlas. In 1806, Louis Napoleon, brother of Napoleon Bonaparte, was named King Louis I of Holland, transforming the former Town Hall into his Royal Palace.
    [Show full text]
  • Jaarverslag Kunst Kopen Met Ronald De Leeuw Puberen in De 17E Eeuw
    OOG Tijdschrift van het Rijksmuseum nr.1/2008 Rijksmuseum het van Tijdschrift Oog in oog met kunst en geschiedenis OTijdschrift van het Rijksmuseumog nr.1/2008 PIERRE BOKMA ‘IK KIJK NIET MEER, IK ZIE’ Jaarverslag Kunst kopen met Ronald de Leeuw Puberen in de 17e eeuw VAN TEGENWOORDIG2007 2e JAARGANG nr.1/2008 € 5,75 1031114_coverdefnwZB.indd 1 29-01-08 17:43:48 1 Jaarverslag 2007 i Het Nieuwe Rijksmuseum: vergunningen luiden nieuwe fase in Op 13 december 2007 werd in de Philipsvleugel van het Rijks- gemeentelijke commissie voor Welstand en Monumenten is de Het museumgebouw en de tuin geboord. Daar lopen straks onzichtbaar de leidingen die het Rijksmuseum Amsterdam, het Instituut Collectie Nederland en museum de tentoonstelling Karel du Jardin geopend. Niet monumentenvergunning in 2007 verleend. Tegelijkertijd gaf het Meer dan 950.000 bezoekers kwamen in 2007 naar de presenta- klimaat in het museum regelen met lucht van de juiste tempe- de Universiteit van Amsterdam alle aanwezige kennis op het Het Nieuwe alleen hoofddirecteur Ronald de Leeuw hield een toespraak. Dagelijks Bestuur van Oud-Zuid ook de milieuvergunning af. Die tie in de Philipsvleugel van De Meesterwerken. Daar worden tijdens ratuur en vochtigheidsgraad. Die wordt aangevoerd vanuit een gebied van restauratie en conservering van (kunst)voorwerpen. Ook Egbert de Vries, voorzitter van het Dagelijks Bestuur van regelt aan welke voorwaarden het bouwplan moet voldoen op het de sluiting van het hoofdgebouw de topstukken uit de Gouden energiering die ondergronds rond het hoofdgebouw loopt. Cruz y Ortiz hebben vaak ontwerpen gemaakt voor bestaan- het Amsterdamse stadsdeel Oud-Zuid, kwam aan het woord.
    [Show full text]
  • Retired Members Section
    Retired Members Section REMS Visit to Holland 18 April Arrive at Hotel in Noordwijk aan Zee Coach from Schiphol (15:00) or train to Leiden, bus 40 to Noordwijk aan Zee 19 April ESTEC, ESTEC space museum, Keukenhof Coach hotel to ESTEC & Keukenhof, gardens service bus to Noordwijk aan Zee 20 April Floriade Coach there and back 21 April Parade at Noordwijk, Valkenburg am Meer 10.30 Coach to museum then Zaanse narrow gauge museum Zaanse Schans Schans, return by public transport 22 April Amsterdam Coach to Amsterdam, return by public transport 23 April Depart Coach to Schiphol (departing at 10:00) If you are planning your own diversions http://www.9292.nl/en/ is a good web site (in English) for planning your bus and train travel. Local information on Noordwijk. Hotel is at flag C. I’ll provisional book a table for us on the first night for 19.30 at Mimmo. The blue bus sign is the nearest bus stop and is the “Parallel Boulevard” Noordwijk aan Zee stop. The red dots are restaurants / cafes. Visitor Center Noordwijk De Grent 8 2202 EK Noordwijk (t) +31 (0)71 - 361 93 21; (f) +31 (0)71 - 361 53 88; (e) [email protected] (w) www.noordwijk.info Hours of business: Monday to Friday: 09:30 - 17:00 hrs, Sat & Sun: 10:00 - 14:00 hrs Banks in Noordwijk do not all have the same hours of business. The majority of banks are open: Mondays: 13:00 - 16:00 hrs, Tuesday to Friday: 10:00 - 17:00 hrs Most banks are closed during the weekend.
    [Show full text]
  • Publication 1746 1.Pdf
    Omslagillustratie: Maarten Luther, Condemnatio doctrinalis librorum Martini Lutheri, per quosdam Magistros nostros Lovanienses & Colonienses, facta. Responsio Lutheriana ad eandem condemnationem [Doctrinaire veroordeling van de boeken van Maarten Luther, uitgesproken door zekere theologen van Leuven en Keulen. Wederwoord van Luther op deze veroordeling], Wittenberg: Melchior Lotter, 1520. ( © KU Leuven, Universiteitsbibliotheek, Handschriften en Kostbare Werken, CaaA815) Religie, hervorming en controverse in de zestiende-eeuwse Nederlanden In memoriam Jan Roegiers (1944-2013) Vlaams-Nederlandse Vereniging voor Nieuwe Geschiedenis Publicaties van de Vlaams-Nederlandse Vereniging voor Nieuwe Geschiedenis 1. Adel en macht. Politiek, cultuur en economie, Guido Marnef en René Vermeir (red.), Maastricht, Shaker Publishing 2004. 2. Tussen Munster & Aken. De Nederlandse Republiek als grote mogendheid (1648-1748), Simon Groenveld, Maurits Ebben en Raymond Fagel (red.), Maastricht, Shaker Publishing 2005. 3. Oorlog & Samenleving in de Nieuwe Tijd, Raymond Fagel en David Onnekink (red.), Maastricht, Shaker Publishing 2005. 4. Staatsvorming onder Bourgondiërs en Habsburgers. Theorie en praktijk, Jac Geurts en Hugo de Schepper (red.), Maastricht, Shaker Publishing 2006. 5. Hoge rechtspraak in de Oude Nederlanden, Hugo de Schepper en René Vermeir (red.), Maastricht, Shaker Publishing 2006. 6 De Scheldedelta als verbinding en scheiding tussen Noord en Zuid, 1500-1800, Maurits Ebben en Simon Groenveld (red.), Maastricht, Shaker Publishing 2007. 7 Filips
    [Show full text]
  • Lees De Lezing Terug
    Omslag 2009:Omslag Leiden 2007 1-9-2009 13:45 Pagina 1 Het Leids Ontzet in 1574 is een mijlpaal in onze vader- landse geschiedenis. Tot op de dag van vandaag wordt dit jaarlijks op 3 oktober uitbundig gevierd met hutspot, haring en wittebrood. Toch was er toentertijd niet voor Maurits Ebben alle Leidenaren aanleiding tot feest. Er waren onder hen ook verliezers. Dat Leiden de kant van Willem van Oranje koos, betekende dat de rooms-katholieke godsdienst werd verboden. De Leidse katholieken verloren hun ker- ken, de kloosters hun eigendommen en vele geestelijken hun functies en inkomsten. Wat hebben de nieuwe Winnaars en verliezers machthebbers met de kerkelijke goederen gedaan? En in het bijzonder: hoe is men in Leiden omgegaan met Kerkelijke goederen de verdeling van het kerkelijk bezit? Daaraan is tot nu toe weinig aandacht besteed. In dit boekje laat Maurits Ebben zien dat de nieuwe en het beleg en ontzet ge re formeerde kerk een van de winnaars was die van de herverdeling van katholieke eigendommen profiteerde, van Leiden echter in mindere mate dan men in eerste instantie zou verwachten. Er waren namelijk nog meer winnaars en zij wisten een groter deel van het kerkelijk bezit te ver- werven. Primavera Pers Binnenwerkproef4:drie oktoberlezing1a.qxd 1-9-2009 14:38 Pagina 1 Winnaars en verliezers Kerkelijke goederen en het beleg en ontzet van Leiden Binnenwerkproef4:drie oktoberlezing1a.qxd 1-9-2009 14:38 Pagina 2 3 Oktoberlezingen Redactie: Dr. E.S. van Eyck van Heslinga Dr. R.P. Fagel Prof. dr. J. Pollmann De 3 Oktoberlezingen worden georganiseerd door de 3 October Vereeniging en het Instituut Geschiedenis van de Universiteit Leiden.
    [Show full text]
  • The European Towns in Braun & Hogenberg's Town Atlas, 1572-1617
    Belgeo Revue belge de géographie 3-4 | 2008 Formatting Europe – Mapping a Continent Mapping the towns of Europe: The European towns in Braun & Hogenberg’s Town Atlas, 1572-1617 Cartographie des villes d’Europe: Les villes européennes dans l’Atlas des Villes de Braun et Hogenberg, 1572-1617 Peter van der Krogt Electronic version URL: http://journals.openedition.org/belgeo/11877 DOI: 10.4000/belgeo.11877 ISSN: 2294-9135 Publisher: National Committee of Geography of Belgium, Société Royale Belge de Géographie Printed version Date of publication: 31 December 2008 Number of pages: 371-398 ISSN: 1377-2368 Electronic reference Peter van der Krogt, “Mapping the towns of Europe: The European towns in Braun & Hogenberg’s Town Atlas, 1572-1617”, Belgeo [Online], 3-4 | 2008, Online since 22 May 2013, connection on 05 February 2021. URL: http://journals.openedition.org/belgeo/11877 ; DOI: https://doi.org/10.4000/ belgeo.11877 This text was automatically generated on 5 February 2021. Belgeo est mis à disposition selon les termes de la licence Creative Commons Attribution 4.0 International. Mapping the towns of Europe: The European towns in Braun & Hogenberg’s Town A... 1 Mapping the towns of Europe: The European towns in Braun & Hogenberg’s Town Atlas, 1572-1617 Cartographie des villes d’Europe: Les villes européennes dans l’Atlas des Villes de Braun et Hogenberg, 1572-1617 Peter van der Krogt This article is based upon the research for Koeman’s Atlantes Neerlandici, vol. IV: The Town Atlases, in preparation, scheduled for publication late 2009. Introduction “The Civitates is one of the great books of the World, (...) a wonderful compendium of knowledge of life in Europe in the sixteenth century, (...) it gives a visual printed record of mediaeval Europe, and is one of the most valuable sources remaining to the student and historian of these periods” (R.V.Tooley)1.
    [Show full text]