Homoseksualiteit in het Reformatorisch Dagblad: bespreekbaar, maar vijandbeeld dominant

Homoseksualiteit is bespreekbaar in het Reformatorisch Dagblad. Neutraliteit en journalistieke onafhankelijkheid ontbreken echter in de berichtgeving over homo's . Dat blijkt uit onderzoek van masterstudent Thomas de Man.

De acceptatie van homoseksualiteit en lhbt-personen neemt al jaren gestaag toe. Ook onder protestantse nederlanders groeit de acceptatie. Toch denken zij twee keer negatiever over homoseksualiteit dan gemiddeld. Hoe wordt homoseksualiteit gerepresenteerd in het Reformatorisch Dagblad? Dat is de vraag waarmee een masterstudent van de Universiteit van Amsterdam aan de slag is gegaan. Het Reformatorisch Dagblad is een toonaangevend en gezaghebbend medium onder (orthodox) protestantse Nederlanders.

Moraliteit en conflict lopen als een rode draad door de representatie van homoseksualiteit in die krant. In veel van de berichtgeving wordt gewezen op de (on)Bijbelse moraal als het gaat over homoseksualiteit. De journalisten van het Reformatorisch Dagblad schrijven artikelen met in het achterhoofd leefregels en opvattingen volgens de christelijke leer. Hiermee komt de journalistieke onafhankelijkheid van de krant in het geding. De artikelen van de krant zijn doorspekt met ideologische opvattingen, moraal en emotie.

In het onderzoek ligt de nadruk op een periode waarin homoseksualiteit binnen de kerk veelvuldig aan bod kwam. Dit gebeurde na het uitkomen van de nashvilleverklaring. Een document - vertaalt uit het Engels - waarin homoseksualiteit en het homohuwelijk worden afgewezen. Het Reformatorisch Dagblad laat zich gelden als discussieplatform voor verschillende (christelijke) meningen over het onderwerp homoseksualiteit en de kerk. Lhb-personen zijn zichtbaar in de krant, maar worden bijna nooit aan het woord gelaten. Er wordt vooral over de groep gesproken.

De manier waarop er gesproken wordt over lhb-personen verschilt per bericht, maar uit de analyse van het onderzoek komt een beeld naar voren waarin een vijandbeeld en stereotyperingen centraal staan. Als het gaat om vijandbeeld wordt homoseksualiteit in het Reformatorisch Dagblad geregeld als uitwas van de seculiere maatschappij gepresenteerd. Stereotypen gaan veelal over de levensstijl van homomannen. De spanning zit 'm in de vrees vanuit de kerk om een steeds marginalere plek te krijgen binnen de samenleving en het Bijbelse denken langzaam maar zeker te verliezen. Het toe eigenen van (christelijk) slachtofferschap valt hierbij op.

Het Reformatorisch Dagblad staat voor de verdediging van een relatieve kleine groep streng-religieuze Nederlanders die liberale waarden ‘opgedrongen’ krijgt. In artikelen presenteert de krant zich dan als beschermer van het traditionele huwelijk

1 en conservatieve normen en waarden. Er komen teksten voorbij waarin harde bewoordingen vallen en zelfs oorlogstaal. Het gaat in zekere zin over het voortbestaan van de kerk en dat is voor de journalisten van het Reformatorisch Dagblad en de achterban van levensbelang. Het woordgebruik past bij de urgentie die wordt gevoeld.

Ook binnen de kerk blijkt men flink van mening te verschillen over de omgang met homoseksualiteit in de kerk. Uit het onderzoek blijkt dat er - ondanks het sterke 'wij zij' frame - geen eenduidige lijn te zijn vanuit de kerk. Volledige afwijzing van homo's wordt niet veel gezien, maar acceptatie daarentegen ook niet. Uit de onderzochte artikelen van de krant komt naar voren dat de discussie moeilijk en gevoelig blijft binnen de kerkelijke gemeenschap.

Toch wordt er ook getracht toenadering te zoeken. Ook dit komt voort uit ideologische drijfveren: de gedachte van naastenliefde. De manier van leven wordt niet geaccepteerd, maar de gedachte is dat ook homo’s god nodig hebben en hun leven en het de taak is van goede christenen hen naar het juiste pad te leiden. Hier komt de onevenwichtige machtsrelatie naar voren. Respect en zichtbaarheid kan alleen worden verdiend door aanpassing aan de christelijke heteronormativiteit.

Het bestaan van homoseksualiteit en seksuele minderheden wordt niet (meer) verzwegen. Uit het onderzoek blijkt dat er bij tijd en wijle ruimte is voor verschillende standpunten en meningen over homoseksualiteit, het wel of niet inzegenen van homohuwelijken en de omgang met christelijke homo's. Toch is de manier waarop wordt gesproken over homoseksualiteit met regelmaat afwijzend en soms zelfs dreigend. Als we de berichtgeving van het Reformatorisch Dagblad als blauwdruk nemen, blijft de emancipatie van homoseksuelen binnen de gereformeerde gemeenschap uiterst fragiel. De krant is gezaghebbend binnen de achterban. Met berichtgeving waar emotie en ideologie leidend zijn, wordt een verbetering van de sociale positie van lhb-personen doelbewust tegengehouden.

2 Dankwoord

geduldig wachten, zorgvuldige begeleiding, grillige student.

3 ‘Krachten bundelen tegen de afbraak van de christelijke beschaving’

Onderzoek naar de representatie van homoseksualiteit in het Reformatorisch Dagblad

Masterscriptie Journalistiek en media Scriptiebegeleider: dr. Pauline van Romondt Vis Universiteit van Amsterdam

8 mei 2020

Auteur: Thomas de Man Studentnummer: 10000878 Woordaantal: 18220

4 Inhoudsopgave

1 Inleiding

2 Theorie 2.1 Wat is representatie? 2.2 Hoe werkt verschil? 2.3 Vormen van representatie 2.4 Wat is framing?

3 Methoden 3.1 De krant 3.2 Analyse 3.3 Verzamelen 3.4 Operationalisatie

4 Resultaten 4.1 Moraliteitsframe 4.2 Conflictframe 4.3 Verantwoordelijkheidsframe

5 Conclusie

6 Bibliografie

7 Bijlagen

1 Inleiding

5 Begin 2019 zorgt de Nashvilleverklaring voor veel beroering in de Nederlandse samenleving en in het medialandschap. De verklaring werd opgesteld door Amerikaanse gelovigen en is met een vertaling ook het milieu van orthodox- protestants Nederland binnengekomen. Onder meer praktiserende homoseksualiteit en het huwelijk tussen mensen van het gelijke geslacht worden afgewezen. Honderden prominente figuren uit de kerkelijke wereld, waaronder voorgangers, hoogleraren en politici, ondertekenden de verklaring. Deze steun leidt tot een storm van kritiek in de seculiere media en zwengelt een uitgebreide discussie aan in het Reformatorisch Dagblad. Deze krant is gelieerd aan de gereformeerde kerken en bedient een strenggelovige lezersgroep (Bakker & Scholten, 2014: 16-17). Het Reformatorisch Dagblad laat zich in de weken die volgen gelden als discussieplatform voor een onderwerp dat gevoelig ligt bij de achterban. Het maakt nieuwsgierig naar de manier waarop homoseksualiteit gerepresenteerd wordt in het Reformatorisch Dagblad.

De acceptatie van homo- en biseksualiteit is de laatste jaren sterk toegenomen. In 2018 stond 73 procent van de bevolking positief tegenover homo- en biseksualiteit. Een stijging van 20 procent ten opzichte van 2006 (Sociaal en Cultureel Planbureau, 2018). Nederlanders met een protestantse levensovertuiging denken twee keer negatiever over anders geaarden dan gemiddeld (Sociaal en Cultureel Planbureau, 2018). Volgens onderzoeker David Bos hangt de acceptatie van homoseksualiteit in hoge mate samen met religiositeit. ‘Bijna acht op de tien die religie zeer belangrijk vinden, staat er negatief tegenover’ (Bos, 7). Het protestantisme is onder te verdelen in verschillende stromingen. Schattingen van het aantal orthodox-protestantse christenen in Nederland lopen uiteen van een half miljoen tot 1,5 miljoen (Keulemans, 2017). Het Reformatorisch Dagblad bedient een streng-gelovige achterban voor wie het dagblad een belangrijke informatiebron is. Isolement van seculiere invloeden draagt bij aan de instandhouding van de normen en waarden. Onder de gereformeerde bevolking wordt dan ook minder media geconsumeerd (Visscher, 2016). Televisie kijken is in veel gevallen taboe. Maar de nieuwe generatie refo’s is aan een inhaalslag bezig: ongeveer driekwart van hen kijkt af en toe naar de televisie en ongeveer een kwart doet dit dagelijks (ibid.). De diversiteit aan media die gereformeerden tot zich krijgen blijft beperkt en daarom is het relevant te onderzoeken wat deze informatie precies behelst. Uit onderzoek van

6 Barbara Oomen et al. (2009, in Bos, 34) komt naar voren dat 67 procent van de lezers van het Reformatorisch Dagblad homoseksuele gevoelens niet accepteert (Bos, 34). Wel gaf ruim een op de vier respondenten aan dat ze homoseksualiteit in de laatste vijf jaar meer zijn gaan accepteren, ‘al hadden of hielden ze moeite met de uitingen daarvan’ (33). In dit onderzoek wil ik kijken naar de manier waarop seksuele minderheden worden gerepresenteerd in een uitgesproken christelijk dagblad.

Met de oprukkende homo-emancipatie in het achterhoofd is het nuttig om het huidige discours - en eventuele verschuivingen - rondom homoseksualiteit te onderzoeken binnen het toonaangevende Reformatorisch Dagblad. Om een zo’n evenwichtig mogelijk beeld te krijgen, wil ik in dit onderzoek de focus leggen op de termen homoseksualiteit en lhb-personen (lesbisch, homo, bi). Ik heb voor deze afbakening gekozen omdat er er tussen verschillende letters van de gangbare afkorting lhbti verschillen zitten in zichtbaarheid en in mate van emancipatie. ‘Onderzoek naar LHBT gaat vaker over LHB dan over T, terwijl juist deze laatste groep mogelijk het verst van de samenleving af staat’ (Kuyper & Vanden Berghe, 4). De emancipatie en zichtbaarheid van transgenders is de laatste jaren pas op gang aan het komen. Omdat er nog niet veel onderzoek is naar de representatie van seksuele minderheden in Nederlandse dagbladen, lijkt mij het goed om allereerst naar de representatie van homoseksualiteit te kijken. Het dominante beeld als het gaat om homoseksualiteit onder christenen is liefde tussen twee mannen. Ik weet uit de journalistiek dat er in veel gevallen steeds beter wordt nagedacht over beeldvorming en framing van minderheidsgroepen. Dat geldt voor kranten als de Volkskrant en NRC Handelsblad. In mijn stage bij NRC is er verschillende keren in groepsverband gesproken over de manier waarop lhbt-personen in de krant worden gerepresenteerd. Natuurlijk gaat dit nog niet altijd goed, maar het gesprek wordt gevoerd.

Voor er gesproken kan worden over eventuele veranderingen in de representatie van homoseksualiteit in het Reformatorisch Dagblad, moet eerst worden vastgesteld op wat voor manier seksuele minderheden gerepresenteerd worden in de krant. Welke frames van toepassing zijn op de berichtgeving en zien we terugkerende stereotyperingen in de berichtgeving? Dit onderzoek ik aan de hand van een frame-analyse. De inductieve methode van Baldwin van Gorp (2007a) zal hierbij leidend zijn. Artikelen uit het Reformatorisch Dagblad in de periode oktober 2018 tot

7 en met januari 2019 vormen het corpus. Met enige regelmaat ontstaat er ophef over de berichtgeving van seksuele minderheden in of via christelijke dagbladen. Zo kreeg het Reformatorisch Dagblad kritiek op het verspreiden van een flyer waarin twee zoenende mannen stonden afgebeeld. Door het koppel was een groot rood kruis getekend. Het was geen eigen actie van de krant, maar een uiting van de actiegroep Gezin in Gevaar. Toch kwam het verspreiden van de flyer de krant op veel kritiek te staan.

De media hebben een ‘symbolische macht’ of de macht om ‘realiteit te construeren’ (Dyer, 2002: 16 & Merskin, 2010: 335). William J. Earnest (2002) stelt het volgende: ‘Homoseksualiteit heeft het obstakel van onzichtbaarheid in veel culturele en media-instellingen overwonnen. Toch zijn homoseksuelen nog steeds schijnbaar onzichtbaar voor één grote groep Amerikanen: evangelische christenen’. Het mediagebruik van de gereformeerde gemeenschap in Nederland blijft beperkt tot een paar media waaronder het Reformatorisch Dagblad. Ik denk dat het daarom relevant is om de representatie van homoseksualiteit binnen de informatievoorziening van (orthodox) protestanten in Nederland nader te bekijken, aangezien representatie in de media belangrijk is voor de acceptatie van minderheden. ‘Degenen die de media beheersen, controleren de discoursen van een samenleving over zichzelf ' (Denzin, 1996, p. 319). Allen en Bruce (2017: 226) schrijven dat de manier waarop individuen en groepen worden gerepresenteerd in de media effect heeft op de manier waarop ze worden gezien door de maatschappij. McInroy en Craig (2015) laten zien dat mensen (trans en niet-trans) hun informatie op vlak van transseksualiteit uit de media halen. Ik denk dat dit ook het geval is voor andere seksuele minderheden. Met name als we het hebben over groepen waar homoseksualiteit minder geaccepteerd en bespreekbaar is. Daarbij wonen de lezers van het Reformatorisch Dagblad vaker in de provincie. Hierdoor is het waarschijnlijk dat zij minder in aanraking komen met zichtbare homoseksualiteit, iets wat in de grote steden meer het geval is. Natuurlijk zijn het niet enkel de media die het beeld en de opvattingen over seksuele minderheden bepalen. Maar als we inzoomen op de invloed van het Reformatorisch Dagblad lijkt de krant er wel degelijk een rol in te spelen. Uit het onderzoek van Oomen et al. (2009, in Bos, 34) wordt lezers van het Reformatorisch Dagblad gevraagd naar factoren die hun mening over homoseksualiteit hebben doen veranderen. Allereerst was dit ‘gesprekken met mensen om mij heen’ gevolgd door ‘de discussie in christelijke kranten’, ‘de discussie in kerkelijke kring’ en ‘de algemene maatschappelijke

8 discussie’. Dit toont aan dat media en in dit geval een krant als het Reformatorisch Dagblad een machtspositie heeft als het gaat over de representatie van minderheden en beïnvloeden ze de acceptatie van deze.

2. Theorie

In dit hoofdstuk worden verschillende concepten besproken die van toepassing zijn voor dit onderzoek naar de representatie van seksuele minderheden in het Reformatorisch Dagblad. Allereerst het begrip dat ook terugkomt in de hoofdvraag van het onderzoek: representatie. Na dit besproken te hebben, volgt een verkenning van het concept ‘verschil’. Wat is dat? En hoe komt het tot uiting? Vervolgens kijk ik naar een aantal vormen van representatie: symbolische tenietdoening en stereotypen. Het hoofdstuk wordt afgesloten met het concept ‘framing’.

2.1 Wat is representatie?

Taal bestaat uit tekens en symbolen die ideeën, gevoelens of concepten representeren. Mensen gebruiken taal om de wereld om hen heen in kaart te brengen en die beter te kunnen begrijpen. Stuart Hall refereert naar taal als een systeem van representatie (Hall, 1997: 1). Representatie is essentieel als het gaat om het uitwisselen en produceren van betekenis tussen mensen uit dezelfde cultuur. Het is de productie van betekenis door middel van taal. Zaken (gebeurtenissen, objecten, mensen) krijgen betekenis door de manier waarop ze worden gerepresenteerd en geïnterpreteerd (Hall, 1997: 3). De betekenis van iets, zegt Hall, wordt door allerlei zaken beïnvloed. Wat voelen we voor iets? Waar wordt het voor gebruikt? Welke verhalen vertellen we erover? (Hall, 1997: 3) Representatie in de media is het vangen van een realiteit - in content - en het produceren van betekenis (Orgad, 2012: 17). Zichtbaarheid in de media is een manier om erkenning te bewerkstelligen en macht uit te oefenen (2012: 5). Shani Orgad stelt dat representaties in de media mensen informeren en hun beeld vormen over hoe ze de wereld zien en ook hoe ze zichzelf en anderen zien. Daarbij benadrukt ze het belang van die representaties: ‘Ze hebben een enorme kracht en verstrekkende gevolgen voor het leven van ons en anderen’ (8). Dwight Brooks & Lisa Hébert (2006) geven aan dat representaties door de media van belang zijn, omdat we in een tijd leven

9 waarin media grote invloed hebben op wat de samenleving van betekenis vindt (297). De sociale realiteit wordt mede bepaald door de redactionele keuzes van redacties - welke onderwerpen er worden uitgepikt om over te schrijven en aandacht voor te genereren. Volgens Elfriede Fürsich (2010) zijn het enkel onderwerpen die worden opgepikt door de media die het potentieel hebben om mensen buiten hun eigen ervaring en leefwereld te doen denken (1). In die zin kunnen media, waaronder print, naast het schetsen van de realiteit ook bepaalde opvattingen of levenswijzen normaliseren (3). Orgad zegt hierover: ‘Het vergroten van het aandeel concurrerende opvattingen is de sleutel tot meer ruimdenkendheid van mensen’ (6). Maar dit geldt volgens de onderzoeker vooral voor opvattingen of ideeën waar mensen zelf minder bekend mee zijn. Toch is het niet gemakkelijk opvattingen van mensen bij te sturen via de media, want de manier waarop ‘de ander’ gerepresenteerd wordt, ligt vast in werkwijzen die al lange tijd worden gehanteerd. Dit maakt het moeilijk om de representatie van een groep te veranderen (15).

Hall en Orgad (18 - 23) zijn het eens over twee manieren van het benaderen van representatie: constructionistisch en reflecterend. Volgens Hall (1997: 25) is er nog een derde benadering, namelijk de doelbewuste (intentional) aanpak. In de reflecterende benadering wordt de media als een soort spiegel gezien waarin de realiteit door middel van taal kan worden nagebootst. Representatie heeft hierbij invloed op de werkelijkheid. Bij de doelbewuste aanpak zet een (schrijvend) journalist precies op papier wat hij of zij wil overbrengen. Het gaat dan om betekenis die de schrijver er zelf aan heeft gegeven. Volgens Hall gaat dit niet op omdat taal een constante dialoog is tussen mensen in een samenleving. Woorden krijgen niet enkel betekenis voor de zender, maar ook voor de ontvanger (25). De ontvanger kan een geschreven tekst op een andere manier interpreteren dan de schrijver heeft bedoeld. Michel Foucault benadert representatie op een discursieve manier. Hierbij ligt de focus meer op discours en minder op taal (Hall, 1997: 44). ‘Relaties van macht, niet relaties van betekenis, waren zijn grootste zorg.’(43). Een discours is een manier om naar kennis te verwijzen of een manier om kennis van een bepaald onderwerp te construeren door verschillende ideeën, beelden en gebruiken over een onderwerp uit te lichten en te bespreken. Representatie construeert betekenis en discours verbindt hier een perspectief aan vast. De focus van Foucault ligt meer op het effect van de boodschap dan op de boodschap zelf (zoals wel het geval is bij de andere genoemde benaderingen). Het dominante discours wordt uiteindelijk

10 de gestandaardiseerde opvatting van een bepaald onderwerp in een samenleving. Deze ontstaat uit een gecreëerd beeld van verschillende betekenissen. En zoals gezegd is dit lastig te veranderen als het beeld eenmaal staat.

In deze thesis ligt de focus op de constructivistische benadering. Hierbij wordt uitgegaan dat iedere representatie een construct is. In het onderzoek naar nieuwsberichten kan worden gesteld dat een bericht geconstrueerd wordt door de journalist. Hij of zij bepaalt de opbouw en het taalgebruik van het stuk. Zo kunnen sommige gebeurtenissen worden uitgelicht of worden versimpeld om het leesbaar te houden. Daarbij leest de ontvanger de tekst waarschijnlijk op een andere manier dan de schrijver voor ogen had. Stuart Hall verwijst naar dit principe als decoding/ encoding. Encoding is de productie van een boodschap door bijvoorbeeld een schrijvend journalist en decoding is de manier waarop de boodschap wordt begrepen en geïnterpreteerd door de lezer (Hall, 1973). Een nieuwsbericht is een werkelijkheid, maar in die zin niet de enige werkelijkheid. Volgens Shani Orgad scheppen representaties in de media een beeld van de wereld dat ervoor zorgt dat mensen dichter bij elkaar komen en gedachten over de mogelijkheid om een ander soort leven te leiden op een nieuwe plek stimuleren (Orgad, 2012: 8). Maar gewezen moet worden op het verschil tussen positieve en negatieve representatie. De strijd die wordt geleverd tussen verschillende groepen over de representatie wordt door Hall aangeduid als politics of representation (8). Hij stelt dat representatie meer functioneert als een dialoog dan als een vaststaand gegeven. Hij ziet representatie dus wel als iets dat veranderlijk is. Deze dialoog wordt vormgegeven door gedeelde opvattingen en cultuur die aan verandering onderhevig kunnen zijn (Hall, 1997: 10). Er is ook kritiek op mediarepresentaties. Vaak gestoeld op de notie dat representaties in de media de werkelijkheid behoren te weerspiegelen, maar zich voornamelijk bezighouden met de gemeenschappen die hun media consumeren en met wat zij willen lezen, horen of zien (2012: 19). Een representatie, stelt Orgad, is verbonden aan ‘specifieke culturele omstandigheden’ die enkel begrepen kan worden met de juiste culturele kennis (22). En als een representatie past bij de gedeelde opvattingen van een groep mensen kan er wel een dialoog worden gevoerd over dit beeld, maar zal dit in de praktijk toch lastig zijn om te verschuiven. De Gay & Lesbian Alliance Against Defamation houdt sinds twee decennia bij hoeveel homopersonages er te zien zijn in Amerikaanse (televisie)series. Waar in 2005 ongeveer 2 procent van de personages werd aangeduid als lhbt-er, was dit in het laatste onderzoek 10 procent. (GLAAD, 2005, 2019). Dat de representatie aanzienlijk

11 is toegenomen zegt weinig of het soort representatie van seksuele minderheden, in dit geval op de Amerikaanse televisie. Cedric C. Clark (1969) formuleerde vier fasen van representatie om onderscheid aan te kunnen brengen. Allereerst is er non- representatie. Dit geldt als er geen lhbt-personages aanwezig zijn in de media. Wat volgt is ridicule: seksuele minderheden zijn aanwezig maar worden op een ridicule manier neergezet. Regulatie is de derde fase: homopersonages zien we terug, maar in beperkte mate en alleen in specifieke rollen die sociaal geaccepteerd worden. De laatste fase is respect: lhbt-personages komen terug in verschillende soorten rollen - positief en negatief (Clark, 18-22). In een later deel over stereotyping zal verder worden ingegaan over de manier van representatie van seksuele minderheden in de media, specifiek televisieseries.

In de Nederlandse samenleving is het discours van homoseksualiteit in de laatste decennia radicaal veranderd. Tot 1971 was er een wet die homoseksuele relaties onder de 21 jaar strafbaar stelde. Precies dertig jaar later volgde het eerste homohuwelijk. Het Sociaal en Cultureel Planbureau (2018) vraagt Nederlanders jaarlijks naar hun opvattingen over homoseksualiteit en ziet de acceptatie ieder jaar verder stijgen: in 2006 was 53 procent van de ondervraagden positief over homoseksualiteit, in 2018 was dit gestegen tot 74 procent. Protestantse Nederlanders denken (minstens) twee keer zo negatief over homoseksualiteit. Negatieve associaties met homoseksualiteit nemen toe naarmate mensen religie belangrijker vinden: ‘Bijna acht op de tien die religie zeer belangrijk vinden, staat er negatief tegenover’ (Bos, 7). Het discours van homoseksualiteit onder protestanten hangt samen met wat de Bijbel leert over het onderwerp. Zo wordt het in het Joodse wetboek Leviticus mannen verboden om het bed te delen met andere mannen. Mannen die zich hieraan schuldig maken, behoren volgens de tekst de doodstraf te krijgen. Als het gaat over de acceptatie van homoseksualiteit binnen het christendom, wordt geregeld naar deze passage in Leviticus verwezen als argument voor het afwijzen van andersgeaarden. Een relevant gegeven voor dit onderzoek aangezien er wordt gekeken naar de representatie van seksuele minderheden in een dagblad met een nadrukkelijk christelijk stempel. Het is goed om de achtergrond en oorsprong van de afwijzing te snappen.

2.2 Hoe werkt ‘verschil’?

12 Stuart Hall schrijft dat betekenis afhankelijk is van de verschillen tussen tegenovergestelden. ‘Zonder verschil kan betekenis niet bestaan’ (1997: 234). Door middel van binaire tegenstellingen (zwart/wit, homo/hetero) is het mogelijk diversiteit te vangen binnen twee extremen (235). Zonder homoseksualiteit is er geen heteroseksualiteit en andersom. Ons begrip van homoseksualiteit komt uit de vergelijking met heteroseksualiteit. Er is altijd een machtsrelatie tussen de twee polen in een binaire tegenstelling. Toch, zegt Hall, is het risico dat verschillen worden gesimplificeerd door de tweedelige structuur (235). ‘Begrippen zoals ‘verschil’ en ‘de ander’ zijn gecompliceerd en impliceren niet altijd alleen negativiteit’ (Casey et al, 2008: 103). Volgens Mikhail Bakhtin ontstaat betekenis door het verschil tussen participanten in elke dialoog. ‘De ander’ is essentieel voor betekenis (Hall, 235). Hall schrijft dat een zwakte van de theorie van Bakhtin is dat een enkele groep nooit compleet de leiding kan hebben als het gaat om het geven van betekenis: ‘Wat het betekent om Brits, Russisch of Jamaican te zijn, kan niet enkel door de Britten, Russen of Jamaicans worden bepaald, maar is een onderhandeling tussen deze groepen en de groepen die zijn als anders beschouwen’ (236). Stanley Cohen (1973) beschrijft het concept ‘morele paniek’ dat ontstaat als ‘de ander’ gezien wordt als bedreiging voor de stabiliteit van de samenleving zoals deze is ingericht. Het proces waarin de media (kan ook de de politiek zijn) een groep neerzet als bedreiging en deze vervolgens marginaliseren wordt ook wel ‘othering’ genoemd. Volgens Shani Orgad kunnen verschillen tussen mensen resulteren in othering. De ander wordt dan neergezet als een outsider en wordt buiten de bekende categorieën van de mens geplaatst (Orgad, 2012: 54). Orgad stelt dat kennis over de ander essentieel is om te begrijpen wie je zelf bent. ‘We hebben anderen nodig om onszelf te snappen en te definiëren, omdat de kennis over onszelf voornamelijk voortkomt uit de notie van wat wij niet zijn’ (53). ‘Symbolische grenzen staan centraal in alle culturen. Het markeren van verschil leidt tot het sluiten van rangen, het versterken van de cultuur en het stigmatiseren en verdrijven van alles dat wordt gedefinieerd als onzuiver, abnormaal. Paradoxaal genoeg maakt dit ‘verschil’ echter ook krachtig en aantrekkelijk. Juist omdat het taboe is en de culturele orde bedreigt. Dus wat sociaal perifeer is, is vaak symbolisch gecentreerd’ (Hall, 1997: 237). In de huidige digitale wereld is de ander dichterbij dan ooit, schrijft Orgad. Door technologische mogelijkheden is het mogelijk om ‘intimiteit op afstand’ te ervaren (2012: 78). Deze mogelijkheden zorgen ervoor dat beelden die bepaalde groepen niet snel zouden bereiken dat nu wel doen. Dit zou voor zowel toenadering als afstand kunnen zorgen. Het markeren van de ander is de basis van een

13 symbolische rangschikking die we cultuur noemen (Du Gay et al. in Hall, 1997: 236). Zo’n culturele rangschikking met symbolische grenzen kan goed gedijen als dingen op een duidelijke manier in te delen zijn. Als dat niet kan en culturele codes worden gebroken, tast dit de gecreëerde stabiliteit van een cultuur aan (236).

2.3 Vormen van representatie

Symbolic Annihilation De term symbolic annihilation of symbolische tenietdoening (Gerbner, 1976) verwijst naar een ondervertegenwoordiging of algehele afwezigheid van specifieke groepen in de media. Tuchman (1978) beschrijft dit fenomeen als een proces waarbij media groepen mensen, die minder sociale waarde toegekend krijgen, weglaten, veroordelen of bagatelliseren. Hierdoor wordt een symbolisch oordeel uitgesproken over de (lagere) positie van die mensen. Zoals opgeschreven in de eerste passage van dit hoofdstuk is zichtbaarheid in de media volgens Shani Orgad een manier om erkenning te bewerkstelligen en macht uit te oefenen (Orgad, 2012: 5). Tuchman schrijft in het essay Women’s Depiction by the Mass Media dat onderrepresentatie van vrouwen in de media het gebrek aan macht van die groep blootleggen. Zoals representatie in de media de maatschappelijke positie van een groep erkent, zo wijzen onderrepresentatie (bagatelliseren en bespotten) van een groep op symbolische tenietdoening. Meer recent schrijven Tuchman en Merskin (1998: 335) dat gewaardeerde sociale groepen veel in de media te zien zijn, terwijl niet-gewaardeerde groepen worden weggelaten. Hierdoor kunnen lezers/kijkers niet snel te weten komen over kenmerken en bijdragen van die groep aan de maatschappij. Het weglaten van groepen uit de media geeft de boodschap af over hoe mensen zich wel en niet behoren te gedragen in de maatschappij. Of hoe ze er wel of niet moeten uitzien (Klein & Kenneth, 2009). Kielwasser en Wolf stellen dat ‘symbolische tenietdoening van homoseksuele jongeren op televisie, en massamedia in het algemeen bijdragen aan sociale isolatie’. Ze verwijzen naar de zwijgspiraaltheorie van Noelle-Neumann (1974). Deze theorie gaat uit van media die veel macht hebben en ervoor zorgen dat hetgeen dat afwijkt wordt ontmoedigd

(Kielwasser & Wolf, 1992: 352).

Stereotyping Richard Dyer (1977) maakt een onderscheid tussen ‘typing’ en ‘stereotyping’ (33-35). Typing is essentieel in de productie van betekenis en wordt

14 gebruikt om de wereld in kaart te brengen. Zoals eerder in dit hoofdstuk benoemd, meent Stuart Hall dat betekenis niet kan bestaan zonder verschil (Hall, 1997: 234). Stereotyping verkleint en verdeelt verschil op in essenties. Het wordt gebruikt om de sociale en symbolische hiërarchie in stand te houden en komt vooral voor wanneer er grote verschillen in macht bestaan. Volgens Dyer wordt het ingezet om duidelijke grenzen te vormen over definities en te bepalen wat is toegestaan en wie wel en wie niet binnen die grenzen vallen (Dyer, 2002: 16). Als het gaat om macht, geldt in het geval van stereotyping niet enkel fysieke of economische macht, maar juist symbolische macht. De macht om iemand of iets op een bepaalde manier te representeren. Het belang van stereotypering is om de de hegemonie van een bepaalde groep vast te stellen (Merskin, 2010: 335). Het begrijpen van een stereotype vergt kennis van ingewikkelde sociale structuren en de bijbehorende discoursen (2002: 13).

Stereotypen zorgen ervoor dat een afwijkende groep door middel van het uitvergroten van bepaalde kenmerken buiten de dominante norm wordt geplaatst. Er wordt een overdreven beeld gecreëerd, de verschillen zijn meestal klein. Stereotyping is een belangrijk onderdeel van symbolisch geweld. Walter Lippmann (1922) omschreef stereotypen als foto’s in het hoofd van mensen die fungeren als een soort houvast om te snappen hoe de wereld in elkaar steekt (Merskin, 2010: 335). Het stereotyperend afbeelden van minderheden zorgt ervoor dat deze groepen als het ware worden ontmenselijkt (Merskin, 2010: 336). Lippmann: ‘Wat mensen doen (in gedachte, daad of emotie) is minder gebaseerd op directe ervaring van de buitenwereld dan op de foto's in onze hoofden.' (Kielwasser & Wolf, 1992: 353). Deze uitspraak geeft het belang aan van zowel stereotypering als symbolische tenietdoening. Bij het laatste is het aantal beelden in iemands hoofd over een bepaalde groep beperkt of niet bestaand. Bij stereotypering zijn de beelden uitvergroot en veelal onwaar. In het artikel van Kielwasser en Wolf wordt ingegaan op de relatie tussen homoseksuelen en de media. Dyer noemt die relatie uniek aangezien homoseksuelen geïsoleerd opgroeien in een heteronormatieve wereld waarin ze zowel op afstand staan van heteroseksuelen als van andere homoseksuelen - tot ze uit de kast komen. Daarom, zegt Dyer, is representatie in de media belangrijk voor seksuele minderheden. ‘Zodat we informatie en ideeën over onszelf gepresenteerd krijgen’ (Dyer in Kielwasser & Wolf, 1992: 353). In een heteronormatieve maatschappij moeten seksuele minderheden zich aanpassen aan de heteroseksuele meerderheid. Dat ze vervolgens minder in beeld zijn of

15 negatief worden gerepresenteerd hangt hiermee samen. Heteronormativiteit verwijst naar heteroseksualiteit als onbevraagde en gestandaardiseerde manier van zijn (Buikema en Plate, 95). Seksuele minderheden zijn veelal onzichtbaar naar de buitenwereld toe, daarom is zichtbaarheid in de media van belang. Onderzoekers Raley en Lucas keken specifiek naar de manier waarop seksuele minderheden in televisieseries werden neergezet en of daarbij sprake is van stereotypering. De twee maakten hierbij gebruik van het model van Clark. Van non-representatie was geen sprake, omdat de onderzoekers enkel naar series keken waar ten minste één personage in voorkwam die zich identificeerde als lhbt. De resultaten lieten zien dat grappen over seksualiteit meestal door de lhbt-personages zelf werden gemaakt. Dit valt onder de tweede fase van Clark: ridicule. Onderzoekers Fouts en Inch (2005) deden hetzelfde maar dan met sitcoms. Dit type komedieserie werkt vaak met stereotypering. De conclusie van onderzoek was dat homoseksuelen weinig voorkwamen in de 22 sitcoms die werden geanalyseerd. En als er wel lhbt personages in voorkwamen leunden deze sterk op stereotyperingen. Net als bij het onderzoek van Raley en Lucas bleek ook dat de aanwezige homoseksuele personages geregeld grappen maakten over hun eigen seksualiteit. Dit soort grappen benadrukten de verschillen tussen de homoseksuele personages en de heteroseksuele personages. Hiermee werd een duidelijk norm neergezet. Grappen maken hoeft natuurlijk niet problematisch te doen. Een beetje zelfspot is gezond. Toch zegt onderzoek Giselinde Kuipers dat humor - bijvoorbeeld in sitcoms - bij de kijkers ook kan zorgen voor negatieve gevoelens zoals verwardheid en je buitengesloten voelen. Discoursen in de samenleving bepalen wat wel en niet grappig gevonden wordt. Een ‘grappig’ stereotype van een homoseksueel oefent een vorm van macht uit over deze groep. In plaats van dat het serieus wordt genomen en geaccepteerd wordt als deel van de samenleving, wordt erover gelachen en het op die manier buitengesloten (Kuipers, 220-223). Uit onderzoek van Matthew Shugart (2003) komt naar voren dat homoseksualiteit in Amerikaanse televisieseries vaak op dezelfde manier worden neergezet: de homoman als vrouwelijk en de lesbische vrouw als mannelijk. Frederik Dhaenens (2013) schrijft dat homoseksuele mannen vaker als slachtoffers worden geportretteerd en juist minder vaak als bijvoorbeeld een koppel met kinderen (Dhaenens, 2013: 311), terwijl representatie van regenbooggezinnen kan bijdragen aan normalisatie. Als kanttekening moet worden gezegd dat een deel van deze onderzoeken naar representatie in televisie gedateerd kunnen zijn aangezien veranderingen in televisieland en de publieke opinie elkaar snel opvolgen.

16 2.4 Wat is framing? Framing is de meest gebruikte theorie in het communicatiewetenschappelijk onderzoek. Al het onderzoek over representatie in de media krijgt het stempel framingonderzoek. Het wordt daarom ook wel een ‘passe-partout term’ genoemd (Van Gorp, 2006a: 246). Om erachter te komen hoe homoseksualiteit wordt gerepresenteerd in het Reformatorisch Dagblad kan worden gezocht naar veel voorkomende frames in de teksten. Een frame is een concept dat niet makkelijk is uit te leggen, omdat de definities uiteenlopen. Maar de literatuur is het relatief eens over het gegeven dat een frame ervoor zorgt dat zowel (media)makers als ontvangers de wereld op een bepaalde manier kunnen organiseren. Modigliani en Gamson (1989: 3) beschrijven frames als een soort ‘interpretatie-pakketjes’ die een onderwerp of gebeurtenis betekenis geven. Het frame zien ze als een centraal idee waarmee een boodschap beter kan worden begrepen en men kan laten zien wat ermee op het spel staat (3). Daarnaast laat een frame zien waar de controverse zit bij een bepaald onderwerp (1987: 143). Bij framing worden bepaalde kenmerken uit een artikel of item uitgelicht of juist verkleind. Dit wordt gedaan om een waargenomen vorm van de realiteit weer te geven, vaak met een specifieke culturele bril op. Stereotiepe beschrijvingen in een tekst kunnen verwijzen naar een frame als alomvattend idee. Sommige onderzoekers zien nieuws- of mediaframes als een onderdeel van selectie en productie van nieuws. Volgens Todd Gitlin worden frames gebruikt om informatie in te delen en te classificeren (1980: 7). Robert M. Entman stelt dat nieuwsframes op twee manieren bestaan: ‘Als principes die we mentaal hebben opgeslagen en als karakteristieken van een tekst’ (1991: 7). Nieuwsframes worden geproduceerd en zitten verborgen in trefwoorden, concepten, afbeeldingen, symbolen, metaforen (7). Een frame werkt door het herhalen en versterken van een bepaalde associatie. Het maakt het lastiger voor de lezer om tegenovergestelde informatie op een onafhankelijke manier mee te kunnen nemen in het interpreteren van een nieuwsbericht. Entman noemt vier verschillende functies die frames kunnen hebben: ze kunnen worden gebruik om situaties te definiëren en te duiden, oplossingen voor te stellen, een moreel oordeel uit te spreken, of aan te geven waar de verantwoordelijkheden liggen. Het geven van betekenis gebeurt door het zwaartepunt op bepaalde onderdelen van de tekst te plaatsen. Deze komen hierdoor meer prominent naar voren en kunnen zo sneller reactie uitlokken bij de ontvangers (55). Frames hebben daarmee invloed op de publieke opinie. De media hebben elke dag een bereik van miljoenen mensen. Een

17 groot deel van de bevolking haalt de kennis die ze hebben over de wereld uit de berichtgeving in de media. Dit beeld komt overeen met het onderzoek (Oomen et al. 2009, in Bos, 34) onder lezers van het Reformatorisch Dagblad dat wordt aangehaald in de inleiding. Hieruit blijkt de discussie in de christelijke dagbladen meespeelt in meningsvorming over het onderwerp homoseksualiteit.

Van Gorp deelt in de tekst The Constructionist Approach to Framing: Bringing Culture Back In zes karakteristieken van frames waar onderzoek rekening mee dient te houden (2007: 62). Allereerst is een frame vaak gelieerd aan cultuur. Dit maakt het moeilijk om de constructie van een frame in een nieuwstekst te analyseren, omdat het frame een natuurlijk gegeven lijkt. In de constructie van een nieuwsbericht heeft een journalist in veel gevallen zelf ook niet in de gaten dat hij of zij aan het framen is in een tekst. Volgens Van Gorp is een frame als je deze zo beziet een uitnodiging of een prikkel om een tekst op een bepaalde manier te lezen (63). Daarbij verandert een frame in de loop van de tijd nauwelijks of heel langzaam. Toch is het framingproces dynamisch (64), want het blijft een constante onderhandeling tussen makers en ontvangers. Er komen nieuwe frames bij die soms andere frames vervangen (64). De theorie wordt naast media-onderzoek ook geregeld gebruikt in de politiek. De manier waarop ontvangers een nieuwsbericht duiden wordt veelal gezien als deel van het framingproces. Entman stelt dat er vier categorieën zijn in dit proces: communicator, tekst, ontvanger, cultuur (1993: 53). De Vreese onderscheid frame-building en frame-setting. De eerste gaat over de opbouw van het frame in een bericht, de tweede gaat over de manier waarop een frame wordt ontvangen door het publiek en over de gevolgen. Een (schrijvend) journalist begint al met het proces van framen wanneer hij of zij tot een onderwerp komt. De journalist moet kiezen wat er opgenomen wordt in het stuk en wat niet. Selectie en constructie horen bij het journalistieke proces (Van Gorp, 2006a: 248). Volledige onbevooroordeeldheid kun je dan ook niet verwachten. De cultuur waar iemand toebehoort bestaat volgens Entman uit veelgebruikte frames (1993: 53). Media kunnen ook worden gebruikt door ‘framesponsors’ om een frame aan te koppelen. Volgens Van Gorp is dit framen via de media in plaats van framen door de media (2006a: 246). Een voorbeeld hiervan is de stichting ‘Gezin in Gevaar’ die een anti- homo flyer liet afdrukken in het Reformatorisch Dagblad. In dit onderzoek wordt met name gekeken naar framing door de media en de opbouw van frames. Er wordt gekeken naar de manier waarop de journalisten van het Reformatorisch Dagblad seksuele minderheden neerzetten in de berichtgeving en niet naar de wijze waarop

18 minderheden zichzelf presenteren en profileren. In teksten waar seksuele minderheden zelf aan het woord komen - wat niet vaak het geval is - kunnen deze manieren van framen door elkaar lopen waardoor framesponsors niet helemaal buiten beschouwing wordt gelaten.

Als het gaat om analyseren van frames in het nieuws zijn er twee soorten benaderingen: inductief en deductief (Semetko & Valkenburg, 2000: 94). De inductieve benadering behelst een open vizier en een losse definitie van de frames. Deze manier kan veel verschillende manieren van framing blootleggen maar is ook arbeidsintensief. De deductieve benadering is meer toegespitst en afgebakend. Voor de analyse moet er al een duidelijk idee zijn van het soort framing waar men naar op zoek is. Deze benadering kan gemakkelijk worden gekopieerd en toegepast worden op grote schaal (2000: 95). In eerdere onderzoeken zijn Semetko & Valkenburg gestuit op een vijftal frames die veel voorkomend zijn binnen de journalistiek, namelijk: verantwoordelijkheid, conflict, moraliteit, economische gevolgen en human interest 2000: 93). De onderzoekers zijn tot deze selectie gekomen na het analyseren van 2601 nieuwsverhalen in kranten en 1522 nieuwsverhalen in televisieprogramma’s (93). Drie van deze frames vormen in het fundament van dit onderzoek. In het volgende hoofdstuk zal hier verder toelichting op worden gegeven.

Samenvattend In dit hoofdstuk zijn verschillende concepten aan bod gekomen die relevant zijn in het onderzoek dat volgt. Vastgesteld is dat representatie essentieel is bij het uitwisselen en produceren van betekenis tussen mensen uit dezelfde cultuur. Representatie in de media is het vangen van een realiteit en het produceren van betekenis. Volgens Shani Orgad is zichtbaarheid in de media een manier om erkenning te bewerkstelligen en macht uit te oefenen. Minderheden hebben belang bij mediarepresentaties: zij zijn vaak minder zichtbaar in de samenleving en de manier waarop ze terugkomen in de media bepaalt voor een belangrijk deel wat voor beeld mensen vormen over die groep. Dit dominante perspectief in een samenleving wordt een discours genoemd. Het discours van homoseksualiteit in Nederland is de afgelopen decennia radicaal veranderd. Van strafbaarheid en taboe naar acceptatie door het merendeel van de bevolking. Onder protestanten is minder acceptatie en hangt het discours samen met wat de bijbel leert over het onderwerp. In dit onderzoek wordt uitgegaan van de constructieve benadering op

19 representatie: een nieuwsbericht wordt geconstrueerd door een journalist. Hij of zij bepaalt de opbouw en het taalgebruik van het stuk. Het proces waarin de media een (minderheids)groep neerzet als bedreiging en deze vervolgens marginaliseren wordt ook wel ‘othering’ genoemd. En het markeren van die ander is een manier van symbolische rangschikking die cultuur wordt genoemd. Als groepen bewust worden weggelaten uit de media hebben we te maken met symbolische tenietdoening (Gebner). Volgens de onderzoekers Kielwasser en Wolf kan het negeren van homoseksuele jongeren op televisie bijdragen aan sociale isolatie van deze groep. Framing zorgt ervoor dat mediamakers en ontvangers de wereld op een bepaalde manier kunnen organiseren. Het verleent betekenis aan de werkelijkheid. Volgens Van Gorp is een frame een uitnodiging of een prikkel om een tekst op een bepaalde manier te lezen. Een (nieuws)frame werkt door het herhalen en versterken van een bepaalde associatie en zitten verborgen in trefwoorden, concepten, afbeeldingen, symbolen en metaforen. Het werkt ook middels stereotiepe beschrijvingen die het verschil tussen groepen terugbrengen naar de essentie. Frames kunnen veel invloed hebben op de publieke opinie. Het is een concept dat belangrijk is in dit onderwerp aangezien er gebruikt zal worden gemaakt van een framinganalyse. In het volgende hoofdstuk worden de methoden uiteengezet en het corpus besproken. Ook wordt de manier van analyseren behandeld.

3 Methoden

In dit hoofdstuk wordt uiteengezet hoe het corpus tot stand is gekomen. Dit gebeurt door te beschrijven welke zoektermen zijn gebruikt voor het verzamelen van de artikelen. Ook komen de tijdspanne en selectie van de artikelen aan bod. Verder zal ik verantwoording afleggen over mijn rol als onderzoeker en de manier van analyse. Het onderzoek wordt gedaan met behulp van een kwalitatieve frame-analyse aan de hand van de methode van Baldwin van Gorp (2006, 2007).

3.1 De Krant Allereerst over de krant : waarom heb ik voor het Reformatorisch Dagblad gekozen? En wat is het (lezers)profiel van deze krant? Om deze vragen te beantwoorden

20 gebruik ik informatie uit de Communicatiekaart van Nederland van Bakker en Scholten (2019). Het Reformatorisch Dagblad is een krant met een ‘protestants- christelijk signatuur’ (Bakker & Scholten, 2019: 17). Het medium bedrijft christelijke journalistiek en bedient een (streng)-gelovige achterban. De Erdee Groep, waar het Reformatorisch Dagblad onder valt, heeft als missie ‘actief het woord van god te laten horen en nieuws en informatie te leveren zodat u zich een reëel beeld van de werkelijkheid kunt vormen’ (Erdee Media Groep, 2020). Media die de ‘apologetische discussie met de samenleving stimuleert en de interactie tussen de verschillende delen van de doelgroep en een platform biedt voor meningsvorming’ (2020). En volgens het bedrijf vinden alle journalistieke activiteiten van de merken plaats ‘binnen de kaders van de Bijbel en belijdenis en passen bij een reformatorische levensstijl’ (2020). Gelet op het lezersprofiel valt op dat het Reformatorisch Dagblad relatief veel jonge lezers heeft. En vergeleken met andere kranten ook veel lezers uit de lagere welstandsgroepen (2014: 23). In 2017 had het Reformatorisch Dagblad 41 duizend abonnees. De gelijknamige pagina op Facebook heeft 20 duizend likes en de website heeft volgens het medium een bereik van 500 duizend unieke bezoekers per maand. Het Reformatorisch Dagblad heeft een site met een paywall. Om de artikelen online te kunnen lezen moet worden betaald. De oplagecijfers van Nederlandse kranten nemen gestaag af. Naast het aantal lezers, daalde ook de dekkingsgraad van de kranten. Ofwel: het bereiken van mensen door middel van een krant wordt moeilijker. Hierdoor wordt het effect van kranten op de publieke opinie minder groot (23). Wel is het zo dat het Reformatorisch Dagblad één van de kranten is die de minste lezers verloor (Bakker & Scholten, 2014: 16). Het Reformatorisch Dagblad is goed voor een aandeel van 1 procent in de krantenmarkt (28). Daarmee is de positie van de krant landelijk gezien marginaal. Maar binnen eigen kring neemt de krant een fundamentele positie in. De krant bereikt dagelijks 149 duizend mensen van 13 jaar en ouder. Dat is ongeveer de helft van het aantal bevindelijke gereformeerden in Nederland (Boele, 2020). Het Reformatorisch Dagblad besteed veel aandacht aan binnenlands nieuws uit de kleine kernen en het kerkelijk leven in binnen- en buitenland. Gereformeerden in Nederland leven, meer dan andere groepen, in hun eigen bubbel. Het Reformatorisch Dagblad deed in 2016 onderzoek naar mediagebruik binnen reformatorische kring. Van de jongeren kijk driekwart “wel eens” naar de televisie en ongeveer een kwart doet dit dagelijks, terwijl de rest van Nederland gemiddeld drie uur televisie per dag kijkt (Mediamonitor, 2017). Er wordt voornamelijk naar actualiteitenprogramma’s gekeken, maar ook naar amusement zoals de Rijdende

21 Rechter en Boer Zoekt Vrouw (Visser, 2016). De nieuwe generatie kijkt voornamelijk televisie via de computer. Een televisietoestel in huis is vaak nog taboe. Iets meer dan een kwart van de ondervraagden refo jongeren heeft een abonnement op streamingdienst Netflix (Visser, 2016). Toch lijkt het in de huidige digitale wereld moeilijker te worden voor orthodox-protestanten om weg te blijven van populaire cultuur en (seculiere) media in het algemeen.

3.2 Analyse Om de representatie van seksuele minderheden en homoseksualiteit in kaart te brengen, ga ik in de analyse op zoek naar frames in de nieuwsartikelen. Framing verwijst naar de manier waarop journalisten hun berichtgeving brengen en naar de manier waarop een boodschap wordt ontvangen (Van Gorp, 2006: 247). Het is niet altijd makkelijk een frame te lokaliseren. Met behulp van een framebundel (Van Gorp, 2007b: 14), die bestaat uit framing devices, reasoning devices en een cultureel fenomeen, zijn ze gemakkelijker op te sporen. De framebundels die Van Gorp in zijn methode aanhaalt, geven houvast in het doen van onderzoek naar framing. Door een frame uit elkaar te halen en de onderlinge link tussen de verschillende onderdelen uit te leggen, denk ik dat dit de betrouwbaarheid ten goede zal komen. Volgens Van Gorp zijn framebundels instrumenten om frames op logische wijze op te sporen (2007b: 14). Voorbeelden van framing devices zijn: woordkeuze, beeldkeuze, metaforen, argumenten, stereotiepe beschrijvingen. Deze middelen verwijzen naar een frame als alomvattend idee (Van Gorp, 2006: 249). En ze maken een frame herkenbaar in de tekst. Reasoning devices slaan op de oorzaak, definitie, verantwoordelijkheid of oplossing van een probleem. Ze hoeven niet nadrukkelijk genoemd te worden in een tekst maar kunnen ook impliciet naar voren komen. Dan is er nog een cultureel fenomeen waar naar wordt verwezen. Dat gaat vaak om een stereotype of een mythisch element (Van Gorp, 2006b, p. 62). In dit onderzoek wordt een inductieve strategie toegepast op de frame-analyse. Dat betekent dat het bronmateriaal eerst onderzocht zal worden op framing en reasoning devices en vervolgens worden de relevante frames verder onderzocht. De gevonden artikelen worden achter elkaar gezet, waarbij de datum leidend is. Vervolgens wordt voor ieder artikel gekeken naar het soort artikel, het aantal woorden en in welk katern het is verschenen. Ieder artikel wordt zorgvuldig gelezen (close reading) om zo de framing devices te kunnen filteren. De frames worden opgetekend en ingedeeld in positief, negatief, neutraal en gelabeld op de groep naar wie het frame is gericht. Nu is er overzicht om te kijken naar het

22 overkoepelende frame en de bijhorende reasoning device. Op wat voor manier worden seksuele minderheden neergezet in artikelen? En worden er (on)bewust verbanden gelegd met bijvoorbeeld een ideologie of een stereotypering Valkenburg en Semetko kwamen via onderzoek uit op een vijftal frames die dominant zijn in nieuwsverhalen. In het theoretisch kader zijn deze frames al kort aangestipt. Drie van de frames van Semetko en Valkenburg komen in dit onderzoek nadrukkelijk naar voren en vormen hiermee de kern van de resultaten. Het gaat om het conflictframe, moraliteitsframe en verantwoordelijkheidsframe. De benadering van dit onderzoek is indicatief, omdat er weinig literatuur te vinden is over representatie van homoseksualiteit in christelijke dagbladen. Toch passen de afgebakende frames van Semetko en Valkenburg goed bij de gevonden resultaten uit dit onderzoek. De nadrukkelijk aanwezige ideologie van het Reformatorisch Dagblad komt terug in een groot deel van de onderzochte nieuwsverhalen, dit zorgt ervoor dat de standaardframes over moraliteit en conflict in zo goed als alle artikelen voorkomen.

In een nieuwsbericht is onderscheid te maken tussen de nieuwsfeiten (core facts) en onderdelen die worden gebruikt om te framen (Van Gorp, 2006: 249). Het produceren van een frame, stelt Van Gorp, gebeurt mogelijk al voor het schrijven van een nieuwsartikel. In het voorwerk kan een onderwerp op een bepaalde manier in het gedachteproces worden meegenomen. Zonder een letter op papier te hebben, kan een onderwerp van te voren al worden ingekaderd (2006: 249). Van Gorp beschouwt frames als een ‘macrostructuur die deel uitmaakt van een cultuur’(248). Volgens Van Gorp speelt de interpretatie van de wetenschapper hierin een rol. Frames zijn geen vast gegeven, maar komen tot stand door de belevingswereld en cultuur van de maker. Het zijn constructies die aan interpretatie onderhevig zijn en dat kan de betrouwbaarheid van frame-onderzoek aantasten. Om met de inductieve methode aan de slag te gaan, is het van belang dat de onderzoeker met ‘een open geest via analyse en interpretatie van bronmateriaal de frames in kaart brengt’ (Van Gorp, 2006: 251). En moet de frame-analyse streven naar ‘een optimaal evenwicht tussen validiteit en betrouwbaarheid’ (Van Gorp, 2007a: 15). Een obstakel in de inductieve strategie is de ideologische bril die de onderzoeker op heeft. Opvattingen, culturele achtergrond en gevoel bij het onderwerp kan zorgen dat er vooringenomen naar het bronmateriaal wordt gekeken. Daarom is het zaak om elke stap te beargumenteren en genoeg bronmateriaal te verzamelen. In het analyseren zal ik me bewust moeten zijn van

23 mijn rol. Mijn interpretatie van een tekst speelt mee in het lokaliseren van eventuele frames. Daarom is het belangrijk om een dossier op te bouwen en bewijs te verzamelen van terugkerende frames en de betekenis daarvan. Wat wordt er precies bedoeld met een zin, kenmerk of omschrijving? Misschien is het een onbewuste geplaatste stereotypering van de journalist. Dan is het interessant om te kijken of het terugkomt in andere artikelen. In de analyse is het de taak van de wetenschapper om de geanalyseerde artikelen constant met elkaar te blijven vergelijken. Dit heeft als doel de eigen interpretatie van de wetenschapper afzijdig te houden. En frames, die herhaaldelijk terugkeren, voor zichzelf te laten spreken (Van Gorp, 2007a: 15). En daarbij wordt steeds gezocht naar andere ideeën en gegevens die gevonden frames wel of niet bevestigen (15).

3.3 Operationalisatie Er zijn verschillende afkortingen die worden gebruikt om seksuele minderheden aan te duiden. Hier is geen duidelijke consensus over. In de Nederlandse media is het meestal lhbt(-personen) of lhbti. Belangenorganisatie COC gebruikt LHBTI. Grote kranten zoals de Volkskrant, de Telegraaf en het AD zijn niet consistent in het gebruik van een afkorting voor seksuele minderheden en gebruiken zowel lhbt als lhbti. Dat blijkt uit de resultaten van het zoeken op verschillende termen in de online databases van de kranten. Soms wordt er ook gebruik gemaakt van het woord queer. Onder deze term valt een ieder die buiten de heteronorm valt of zich daartegen afzet. Er zit veel verschil in zichtbaarheid binnen de letters van de lhbti- gemeenschap. Daarom wil ik in dit onderzoek de focus leggen op lhb. Er ontstaat op deze manier meer ruimte om specifieker te kijken naar de representatie van homoseksualiteit. En omdat er nog niet veel onderzoek is gedaan naar representatie van seksuele minderheden in (christelijke) dagbladen in Nederland, is dit naar mijn mening een goed startpunt. De hoop is om met dit onderzoek een eerste beeld van die representatie vast te stellen, waarna er ruimte ontstaat voor vervolgonderzoek. Dat kan bijvoorbeeld zijn naar de representatie van transpersonen in christelijke dagbladen.

3.4 Verzamelen Voor het verzamelen van de artikelen uit het Reformatorisch Dagblad maak ik gebruik van de database LexisNexis. Deze database maakt het mogelijk door middel van trefwoorden te zoeken in gepubliceerde artikelen van (internationale) dagbladen. Voor de verzameling van het corpus heb ik drie trefwoorden ingezet:

24 homoseksualiteit, homo, lhbt. Dit zijn grotendeels neutrale termen die moeten bijdragen aan een evenwichtig corpus waarmee de frames kunnen worden opgespoord. Deze trefwoorden zorgen voor een goede basis om de representatie van seksuele minderheden - specifiek homo’s - te onderzoeken. Voor de samenstelling van het corpus heb ik gekozen voor een tijdspanne van zes maanden: van augustus 2018 tot en met januari 2019. Met name de laatste twee maanden zijn interessant, omdat de Nashvilleverklaring in deze periode in het Nederlands werd vertaald en voor veel beroering zorgde. De discussie rondom dit onderwerp is interessant voor mijn analyse, omdat het de framing rondom homoseksualiteit duidelijk blootlegt. In totaal leverde de zoekopdracht 129 resultaten op. Bij het maken van die selectie houd ik rekening met het dubbelen van artikelen (sommigen artikelen komen meerdere keren langs met enkel een andere kop). Ook zijn artikelen weggelaten waar een zoekterm wel zijdelings in het artikel voorkomt maar het onderwerp een andere is. Artikelen die niet over homoseksualiteit gaan zijn niet meegenomen in het onderzoek. Uiteindelijk zijn er 80 artikelen geselecteerd die samen het corpus vormen.

4 Resultaten

In dit hoofdstuk worden de resultaten van de analyse uiteengezet. Aan de hand van passages uit de artikelen worden frames die geregeld voorkomen zorgvuldig besproken. Ook de framing devices en reasoning devices die bij de frames horen komen aan bod. Drie hoofdframes komen bovendrijven in dit onderzoek: moraliteitsframe, conflictframe en verantwoordelijkheidsframe. Onder deze frames vallen verschillende subframes: levensstijl (moraliteit), homo als dader (moraliteit), traditionele huwelijk hooghouden (moraliteit), kerk versus seculiere maatschappij (conflict) en discussie binnen de kerk (conflict). De frames lopen soms in elkaar over en vertonen op bepaalde vlakken gelijkenissen, dit zal worden benoemd en uitgelegd zal worden hoe de frames van elkaar verschillen. Wanneer er gerefereerd wordt naar een passage uit een artikel, zal het bijbehorende artikel worden aangeduid met een cijfer tussen haakjes. Dit kan vervolgens worden opgezocht in de bijlagen. Framing devices in geciteerde passages worden voor de leesbaarheid als dikgedrukt aangeduid. Gezegd moet worden dat LexisNexis als tool beperkingen

25 heeft: zo laat het geen afbeeldingen zien en heb je geen zekerheid dat alle artikelen worden gevonden. Een vergelijking met de database van de website van het Reformatorisch Dagblad laat zien dat de hoeveelheid artikelen in LexisNexis overeen lijkt te komen met de artikelen op de website van de krant.

Het Reformatorisch Dagblad is opgedeeld in katernen. Niet alleen in de papieren krant, maar ook online kun je terugvinden in welk katern een artikel is verschenen. Dat is vrij gangbaar voor een dagblad: katernen als binnenland, buitenland en opinie zijn te vinden in zo goed als alle landelijke kranten. Het is niet verwonderlijk dat het katern Kerk een belangrijke deel is van het Reformatorisch Dagblad. Op de website heet het katern ‘Kerk en religie’. Kerkelijk nieuws uit binnen- en buitenland komt hier aan bod. Dit katern blijkt de meeste artikelen te publiceren over homoseksualiteit. Het verschil met de andere katernen is aanzienlijk, zie de bovenstaande tabel. In het corpus zitten ook opinieartikelen, drie keer stond er een opiniestuk op de voorpagina. Dat is relevant aangezien een artikel op de voorpagina op andere wijze zal worden gelezen dan een artikel in het opiniekatern. Op de voorpagina heeft een bericht meer gewicht. De maanden januari en november zijn goed voor vijftig van de tachtig artikelen. Januari was de maand van de Nashvilleverklaring en in november ging het veelvuldig over het standpunt van de Protestantse Kerk Nederland (PKN) als het gaat om het inzegenen van homohuwelijken. De kerkleiders kwamen in deze maand bijeen om te praten of het kerkelijk onderscheid tussen homoseksuele en heteroseksuele relaties moet verdwijnen. Uiteindelijk besloot de PKN de kerkorde niet aan te passen.

26

Gezien de aantallen artikelen die zijn gevonden lijkt er op het eerste gezicht geen sprake te zijn van symbolische tenietdoening (Gerbner, 1976). Er is geen (opvallende) afwezigheid van seksuele minderheden in het Reformatorisch Dagblad. In een aantal van de onderzochte maanden is het eerder een hot issue: een onderwerp waar flink over wordt geschreven en gediscussieerd in de krant. Toch wil dit niet zeggen dat er geen sprake is van symbolische tenietdoening op een andere manier. De toon en de manier waarop lhb-personen worden neergezet in de artikelen kan wel degelijk wijzen op een kwalitatieve vorm van symbolische tenietdoening. Als een groep keer op keer negatief wordt neergezet tast dit de sociale waarde van mensen aan. De voorbeelden die later in dit hoofdstuk volgen, laten zien dat er in een substantieel deel van de artikelen op negatieve wijze wordt geschreven over seksuele minderheden. Zo wordt er een symbolisch oordeel geveld over de (lagere) positie van een sociale groep in de maatschappij (Tuchman, 1978). Het conflictframe komt het vaakst voor. Soms speelt het conflict zich af tussen christenen en de seculiere samenleving; soms speelt de discussie binnen de kerk zelf. Het moraliteitsframe is als aparte categorie minder groot dan het conflictframe, maar moraliteit is een factor in alle soorten framing in dit onderzoek. Niet altijd als hoofdframe, soms ook in combinatie met een ander frame. Zo draait conflict in alle gevallen om moraliteit, het verschil van mening is keer op keer terug te voeren op (on)juist gedrag. Moraliteit in een belangrijk thema in het geloof. Opvattingen over correct gedrag stroken niet met opvattingen die bestaan onder seculieren. De journalisten van het Reformatorisch Dagblad schrijven artikelen met Bijbelteksten in hun achterhoofd. Bij deze teksten horen bepaalde voorschriften en leefregels die haaks staan met heersende opvattingen van de seculiere samenleving over non-

27 traditionele vormen van liefde. Het verantwoordelijkheidsframe komt het minst vaak voor en is ook niet onderverdeeld in subcategorieën. Kenmerkend is de betrokkenheid vanuit de kerk met de zorg voor homoseksuelen. In veel artikelen zit een handelperspectief: lezers krijgen voorgeschoteld hoe ze over een bepaald onderwerp zouden moeten denken en homoseksuelen worden geschoold in correct gedrag en leefwijze. Dat wordt niet altijd nadrukkelijk gedaan, soms gaat het subtiel of zelfs onbewust. Als het gaat over conflict dan is de kerk veelal de tegenstander van de seculiere maatschappij. Christenen en de kerk worden neergezet als underdog in die strijd. In veel teksten wordt benadrukt om vanuit de kerk met één stem te blijven spreken - op een onderwerp als het homohuwelijk - om zo verdere polarisatie binnen de eigen gemeenschap te voorkomen. Naastenliefde is een belangrijk begrip binnen het christelijk geloof, het komt geregeld omhoog in teksten: men wil lhbt-ers zien als medemensen en ze opvangen en ondersteunen, maar wel op bepaalde voorwaarden.

4.1 Moraliteitsframe Moraliteit is een belangrijk thema binnen het geloof. De christelijke leer kent veel leefregels, die staan opgeschreven in de Bijbel. Aangezien de journalistiek van het Reformatorisch Dagblad plaatsvindt ‘binnen de kaders van de Bijbel en belijdenis’ is het naar verwachting dat moraliteit een belangrijk frame is in dit onderzoek. Semetko en Valkenburg schrijven dat er bij deze vorm van framing veel aandacht voor ‘goed’ of ‘correct’ gedrag is in de berichtgeving (2000: 96). Deze manier van framen valt voor veel journalisten lastig te rijmen met de notie van onafhankelijke berichtgeving. Het gebeurt daarom vaak impliciet of door middel van het selecteren van quotes die passen bij opvattingen van de journalist. Als het gaat over de representatie van homoseksualiteit in het Reformatorisch Dagblad kunnen we onderscheid maken tussen drie typen subframes. Het gaat om ‘levensstijl van de homo’, ‘homo als dader’ en ‘hooghouden van het traditionele huwelijk’. Bij ‘levensstijl’ wordt de manier van leven van de homoseksuele man in twijfel getrokken. Er is sprake van generalisering vaak door een gebrek aan kennis over de diversiteit aan mensen en levensstijlen binnen die groep. Het frame ‘dader’ komt voor als in een tekst het gedrag van ‘de homo’ wordt beschouwd als schadelijke voor andere delen de samenleving. En het frame ‘huwelijk’ waarbij het verbond tussen één man en één vrouw als fundament van de samenleving wordt beschouwd. Het belang van traditie staat centraal. Van de tachtig artikelen die zijn

28 onderzocht in de analyse, is er bij negentien een moraliteitsframe gevonden. Ik laat per subtype laten zien hoe dit frame in zijn werk gaat.

4.1.1 Het framen van de levensstijl ‘Hoe zijn deze mannen te bewegen tot een gezondere levensstijl?’

De levensstijl van homoseksuele mannen is een onderwerp dat met regelmaat terugkomt. In de artikelen worden vraagtekens geplaatst bij de manier waarop deze mannen leven. Er is vrijwel altijd sprake van stereotyperingen wanneer er wordt geschreven over de homoseksuele man en zijn levensstijl. Het begrip ‘othering’ is van toepassing, aangezien er vooral ‘over de homo’ wordt geschreven in plaats van ‘door de homo’. Er is weinig kennis, begrip en uitwisseling van ervaringen om daadwerkelijk een goed beeld te geven van de diversiteit aan levensstijlen van homoseksuele mannen. Daarom komt het beeld van losbandig en zeer seksueel naar voren. Dit gedrag wordt vervolgens afgekeurd en veroordeeld op basis van christelijke moraliteit.

Het nummer achter het artikel correspondeert met de nummers in de bijlage.

Een voorbeeld is het artikel ‘Huisarts is geen pillenautomaat’ (1). In dit stuk wordt een geschil naar voren gebracht tussen arts en patiënt. De patiënt is in dit geval een homoseksuele man die PrEP wil gaan gebruiken om een hiv-infectie te voorkomen. Het artikel is opgebouwd in de vorm van een rubriek met drie onderdelen: geschil, standpunten, oordeel. Om te beginnen spreekt er uit de kop van het artikel een

29 oordeel, het is niet neutraal. In het stuk staan de volgende passages:

‘Toch zal elke arts per verzoek een professionele afweging willen maken. Tuchtrechtelijk gezien is dat ook een juiste instelling.’

‘Hiv-bestrijders en de GGD zitten over deze groep al jaren met de handen in het haar.’

‘... Hoe zijn deze mannen te bewegen tot een gezondere levensstijl?’

‘Sommige experts wijzen op het risico van een averechts effect dat kan optreden wanneer de gebruikers ervan zich zo beschermd wanen dat ze in een nog extremer gedrag vervallen.’

‘De klacht is daarmee ongegrond en de patiënt moet kiezen: aankloppen bij de GGD en anders geen pil. Drammen of de tuchtrechter erbij halen, heeft, kortom, geen zin, en terecht. Een huisarts is immers geen pillenautomaat.’

In dit artikel staan wisselende seksuele contacten gelijk aan extreem gedrag. En in het eerste deel van het stuk wordt de professionaliteit en autoriteit van de arts benadrukt. Hierdoor staat de patiënt nog voor het geschil aan bod is gekomen met 1-0 achter. Met het medicijn PrEP zou het aantal contacten wel eens kunnen toenemen en dus het gedrag ‘nog extremer’ worden. De klager wordt neergezet als veroorzaker van zijn eigen leed. Hij heeft immers al die wisselende contacten. ‘Drammen’ heeft geen zin. De redactionele keuzes van de journalist komen duidelijk naar voren. Hij laat zijn morele oordeel over de zaak duidelijk blijken en ook de veroorzaker van het probleem: de man en zijn extreme gedrag. Framing devices in de vorm van bijvoeglijke naamwoorden (nog extremer, professionele, gezondere) versterken het beeld. Ook het handelperspectief als reasoning device komt in dit verhaal boven drijven. Pas je levensstijl aan: minder seks.

Soms gaat het verder dan alleen het veroordelen van wisselende sekspartners. In ‘Kerkvader Augustinus verwierp homoseksualiteit uit zijn jeugd’ (38) wordt een verschenen artikel uit een vakschrift besproken en wordt homoseksualiteit an sich als verkeerde levensstijl beschreven.

‘Als student in Carthago kwam hij terecht in ,,een warboel van schandelijke liefdes", zo schrijft de beroemde kerkvader.’

30 ‘Hij noemt het zelf nadrukkelijk lust.’

‘Achteraf zegt hij dat hij zo ,,de bronader van de vriendschap" bezoedelde ,,met de modder van de begeerte." Een ,,helse begeerte" waarin hij ,,gevangen" zat.’

De schrijver van het stuk stuurt homoseksualiteit de kant op van lust in plaats van liefde. Homoseksualiteit wordt neergezet als een levensstijl die mensen zichzelf aanmeten; een levensstijl die zorgt voor ongelukkigheid. Woorden als ‘helse’, ‘gevangen’ en ‘modder van begeerte’ geven sterk richting als het gaat om het morele en emotionele oordeel van de activiteiten. De framing devices zijn extreem aangezet om de weerzinwekkendheid van de daad te onderschrijven. Zo wordt liefde en seks omgezet naar iets vuils en ongewenst. Sterker nog: geaardheid als iets waar je in gevangen zit en niet uit kan komen. De schrijver van het stuk reageert op de uitspraken van een onderzoeker die de tekst over Augustinus schreef voor een vakblad. Hij reageert op uitspraken van de onderzoeker met teksten als ‘dat is nogal wat’ en ‘voorbijgaande homo-erotiek dus?’ Hij geeft hiermee indirect ook zijn eigen oordeel af, omdat hij het antwoord al in een bepaalde richting duwt. In het artikel ‘Op weg van stress naar stilte’ (78) wordt een boek besproken van John Lapré:

‘Ontregelend voor orthodoxe lezers is mogelijk dat Lapré in zijn boek zelf zegt dat hij homo is en een partner heeft. Omdat hij dat zelf enthousiast vermeldt, mag ik in deze bespreking daar even op ingaan.’

‘Ik constateer dat een relatie/huwelijk van homo’s ook in Bijbelgetrouwe kring steeds vaker en ook in alle openheid gewoon gevonden gaat worden. …Hierbij zullen de gedachten van lezers ongetwijfeld verschillende kanten op gaan.’

De manier van leven van de schrijver van het boek, “dat hij zo enthousiast vermeldt”, wordt door de journalist veroordeeld. En dan niet op een directe manier, maar door het betrekken van de lezer. Door het woord ‘ontregelend’ te gebruiken stuurt de journalist de lezers een bepaalde kant op (handelperspectief). Zij zullen vast en zeker een mening hebben over de levensstijl van Lapré. Dit legt zowel een handelperspectief als moreel oordeel van de journalist bloot. Het hebben van een mening of vellen van een oordeel over homoseksuelen lijkt vanzelfsprekend te zijn voor journalisten van het Reformatorisch Dagblad. Dit komt overeen met een passage uit het eerste artikel: ‘... Hoe zijn deze mannen te bewegen tot een gezondere levensstijl? (1)’ Iemands geaardheid wordt geregeld uitgelegd als levensstijl. De homoseksuele man wordt snel gekoppeld aan wisselende contacten

31 en lust. Een levensstijl die vervolgens veroordeeld wordt vanuit de christelijke moraal. Dat een wild seksleven voor veel mannen niet de standaard is, wordt achterwege gelaten. Er wordt een beeld geschetst van homoseksualiteit en de levensstijl die hierbij zou horen en daar wordt in de artikelen aan vastgehouden. Ook als het niet de eigen woorden zijn van de journalist kan er sprake zijn van framing door middel van het selecteren van quotes. ‘Het lijkt het er zelfs op dat homoseksualiteit in de mode is, en deze mentaliteit beïnvloedt de kerk op tot op zekere hoogte’ (27). Als het gaat over de levensstijl van homoseksuelen is er een belangrijk onderscheid in de teksten van het Reformatorisch Dagblad: het verschil tussen de praktiserende homo en de celibataire homo. De praktiserende homo heeft seks en de celibataire kiest bewust voor onthouding. Seks is een rode draad in de beschrijvingen van de levensstijl van homoseksuelen in het Reformatorisch Dagblad. De homoseksuele levensstijl die door de kerk getolereerd en soms zelf omarmd wordt is die van seksuele onthouding.

‘Hij kwam in opspraak nadat hij had gezegd dat praktiserende homo's volgens de Koran de doodstraf moesten krijgen.’ (33)

Ook al wordt er in dit korte nieuwsbericht over de dood van een islamitisch geestelijke niet direct een moreel oordeel gegeven over praktiserende homo’s, het feit dat het er bij wordt gezegd geeft aan dat er onderscheid wordt gemaakt tussen wel en niet praktiseren.

‘De Duitse Bond van Vrije Evangelische Gemeenten (FeG) heeft deze week nieuwe richtlijnen gepubliceerd over homoseksualiteit. Daarin worden andersgeaarde mensen gevraagd celibatair te leven.’ (42)

Door de woordkeuze (gevraagd) klinkt het in eerste instantie als een redelijk voorstel van de Duitse kerk. Al is dit zonder twijfel een zeer vergaand verzoek dat inbreuk doet op iemands privéleven. De celibataire levensstijl is in dit geval de enige acceptabele levenswijze voor homoseksuelen. De framing devices in dit stuk laten doorschemeren dat de journalist moreel gezien op dezelfde lijn zit. Wat regelmatig terugkomt in de teksten zijn uitspraken die rieken naar discriminatie gevolgd door het letterlijk afstand nemen van discriminatie tegen homoseksuelen. Maar het vervolgens dan niet concreet maken. ‘Duitse kerk spreekt zich uit tegen homopraxis ... Zij erkennen dat homoseksuelen in hun gemeenten in het verleden gediscrimineerd werden. “Daartegen willen wij onze stem verheffen”.’ (42) Dit is een

32 manier waarop kerken hun eigen beleid verdedigen tegen christelijke moraal zoals naastenliefde die hier moeilijk mee is te rijmen. Deze tweespalt zien we bij meerdere frames terugkomen.

4.1.2 Het framen van de homo als dader ‘Deze mentaliteit beïnvloedt het leven van de kerk’

Als we het hebben over ‘levensstijl’ dan gaat het om verwijzingen naar de gedragingen van een individu of een groep. Bij het framen van de homo als dader gaat het over moreel (verwerpelijk) gedrag dat van invloed is op andere elementen in de samenleving, bijvoorbeeld de kerk. Dit frame komt voor in drie artikelen. Dat is minder dan het vorige frame, maar dat heeft vooral te maken met het specifieke karakter van het frame dat in deze passage wordt besproken. Het eerste artikel waar dit frame goed naar voren komt is een achtergrondverhaal in de kerkbijlage met als kop ‘Paus wil homo’s weren uit gewijd ambt’ (30).

‘In onze samenleving lijkt het er nota bene op dat homoseksualiteit in de mode is en deze mentaliteit beïnvloedt op een of andere manier ook het leven van de kerk.’

‘Die mensen mogen nooit of te nimmer een schandaal veroorzaken door een dubbelleven te leiden, aldus Franciscus in het interviewboek.’

Naast het neerzetten van de vermeende levensstijl van homoseksuelen wordt hier ook gesuggereerd dat homo’s niet alleen zichzelf maar het gehele leven van de kerk beïnvloeden. Dit is een uitspraak van de paus en daarom zeer gewichtig. De homoseksuelen zouden als veroorzaker (reasoning device) worden aangewezen bij een eventueel kerkelijk schandaal. Waar bij ‘levensstijl’ oordelen werden ingezet out of best interest voor de homo, is het bij dit frame veel meer in het straatje ‘over zichzelf afgeroepen’ en van een bedreigend kaliber. De uitspraak ‘mogen geen schandaal veroorzaken’ refereert naar priesters binnen de kerk: bijvoorbeeld omdat ze er een clandestiene relatie op nahouden of misbruik plegen. Er worden geen vragen gesteld bij het systeem waarin de mannen zich bevinden maar er wordt enkel stilgestaan het onjuiste gedrag van de homoseksuele priesters. Een misstap van hen is immers een schandaal wat de gehele kerk treft. Hier wordt het signatuur van het Reformatorisch Dagblad goed zichtbaar. De redactionele keuzes die worden gemaakt door de journalist, zijn ingegeven door morele opvattingen en de ideologie waar de krant voor staat.

33 Het moraliteitsframe ‘levensstijl’ en ‘dader’ gaan in meerdere artikelen samen. De onderliggende gedachte is dan dat homo’s zich een zekere levensstijl aanmeten en dat deze verkeerd is. Op deze manier krijgen ze ook het stempel dader. Vooral als ze zelf kiezen om als praktiserend homoseksueel door het leven te gaan. In ‘Vrijheid van geweten’ (72) heeft de hoofdredactie van het Reformatorisch Dagblad commentaar op een rechterlijke uitspraak in Groot-Brittannië. Een banketbakker aldaar weigerde een taart te bakken met de slagzin: Support gay marriage. In dit artikel wordt de uitspraak van het gerechtshof gevierd en is de christen het slachtoffer van een homoseksueel die tracht zijn overtuiging op te leggen aan de banketbakker middels het bakken van een taart.

‘Het is opvallend dat Daniel McArthur, de manager van Asher's Bakery, zich steeds met sympathie over de klager heeft geuit... Daarin geeft de Noord-Ierse bakker het goede voorbeeld.’

In deze passage zet de hoofdredactie de homoseksuele klager neer als dader. De banketbakker is daarentegen het sympathieke slachtoffer. Dit zien we geregeld terugkomen: de christen als slachtoffer van de oprukkende seculiere maatschappij. Homoseksuelen zijn de personificatie van dit secularisme. Later bespreek ik een conflictframe dat ingaat op de vaak sterk neergezette tegenstelling van christenen versus seculiere maatschappij, In het achtergrondstuk ‘Wij wilden homo's in de kerk niet uitsluiten’ (63) wordt geschreven over “zovele commotie” die de Nashvilleverklaring teweegbrengt in Nederland. In dit stuk wordt het narratief waarin homoseksuelen het slachtoffer zijn van een volgens sommigen stigmatiserende en discriminerende Nashvilleverklaring omgedraaid: de ondertekenaars van de verklaring zijn het slachtoffer van “de agressiviteit van de homobeweging”.

4.1.3 Het traditionele huwelijk hooghouden ‘Vasthouden aan Bijbels huwelijk’

Het huwelijksinstituut is een pijler binnen het christelijk geloof. We hebben het dan over de verbintenis tussen één man en één vrouw. In de artikelen wordt verschillende keren gerefereerd naar het traditionele huwelijk en het idee dat alleen een huwelijk tussen man en vrouw correct is. Dit frame werkt op het benadrukken van de lange geschiedenis van het traditionele huwelijk - een Bijbels instituut. Het wordt beschouwd als de norm en een traditie waar niet aan getornd mag worden,

34 aangezien het al duizenden jaren zo gaat. In het achtergrondstuk ‘Synode houdt eerste vergaderdag’ (6) wordt een kerkelijke vergadering van Nederlands hervormde gemeenten in de Verenigde Staten besproken. De kop die gebruikt is voor het artikel in de krant verschilt van de kop die op de website heeft gestaan, namelijk: ‘Synoderapport wil vasthouden aan Bijbels huwelijk.’

Deze (online) kop legt de nadruk op het Bijbels huwelijk als norm. Het huwelijk wordt bewust ‘Bijbels’ genoemd om het een soort heilige status te geven. Met deze kop wordt gesuggereerd dat de connectie met de Bijbel wordt losgelaten als andere soorten verbintenissen worden goedgekeurd. ‘Na bespreking heeft de synode het rapport goedgekeurd en zich daarmee unaniem uitgesproken tegen alle vormen van intieme omgang buiten het Bijbelse huwelijk om.’In de tekst blijft de schrijver gebruik maken van de term ‘Bijbels huwelijk’. Het wordt neergezet als de norm. Buiten dit vastgestelde kader is geen (of weinig) ruimte voor andere vormen van intimiteit en daar is ook geen twijfel over (“unaniem”). Deze uitspraak gaat daarmee verder dan het niet willen sluiten van homohuwelijken. Ook vormen van intimiteit die niet plaatsvinden tussen mannen en vrouwen worden afgekeurd. Door het gewicht van een uitspraak van de synode kun je het rapport zien als handelperspectief: voorschriften voor christenen over wat wel en niet acceptabel is.

Het traditionele huwelijk gaat niet alleen om de trouwerij, maar ook over de gezinsvorm die volgt. De hoofdredactie van het Reformatorische Dagblad spreekt zich geregeld uit over gevoelige onderwerpen door middel van een hoofdredactioneel commentaar. In ‘Kinderwens’ (11) gaat de krant in op de definitie van het gezin en de mogelijkheid voor homokoppels een draagmoeder in te zetten voor hun kinderwens. Voor het Reformatorisch Dagblad kunnen dit alleen gezinnen zijn met een vader en een moeder.

‘De lhbt-beweging zal deze mijlpaal ongetwijfeld toejuichen.’

De woordkeuze is interessant, omdat het een subtiele vorm van argwaan blootlegt van de hoofdredactie jegens de lhbt-beweging. Alsof zij eropuit zijn de boel dwars te zitten. Ook in de passages die volgen zit een subtiele vorm van ongeloof, twijfel en ironie. De hoofdredactie geeft met deze bewoording duidelijk blijk van een emotioneel oordeel.

35 ‘Volgens onderzoekers zouden kinderen van homokoppels immers nog gelukkiger zijn dan kinderen in een traditioneel gezin?’

‘Vooropgesteld: het is wat overdreven om te doen alsof er sprake is van een grote doorbraak.’

Deze alternatieve gezinsvorm wordt eerst neergezet als een kleine verandering, "overdreven om te doen alsof het een grote doorbraak is" en wordt vervolgens toegeschreven aan de agenda van de homolobby en uiteindelijk als ondermijning van het traditionele gezin.

‘Plat gezegd: het gezin is hier verworden tot een gelegenheidscoalitie, ouderschap is een van de belangrijke projecten en het kind is er het product van.’

De beslissing van een homokoppel een kind te nemen wordt van emotionele beslissing omgezet naar iets zakelijks, zonder gevoel. In de passage die volgt komt de hoofdredactie hier schoorvoetend op terug, maar het idee is dan al in de hoofden van de lezers geplant. En dat gebeurt vaker: een radicale stelling poneren en deze vervolgens op halfslachtige wijze terugnemen. Maar de eerdere tekst blijft staan en wordt gelezen.

‘Natuurlijk denkt het betreffende homokoppel niet zo, maar in de praktijk worden de grote ethische vragen rond het kind ondergeschikt gemaakt aan de wensen en belangen van de ouders.’

‘Allerlei alternatieve samenlevingsvormen, buitenhuwelijkse relaties en kinderen, echtscheidingen, latrelaties en paren van gelijk geslacht doen ernstig inbreuk op de vorm die God zo zegenrijk heeft ingesteld: een huwelijk als hechte levenslange band tussen één man en één vrouw.’

Het argument van de hoofdredactie is uiteindelijk terug te voeren naar het hooghouden van het traditionele huwelijk, een Bijbels instituut. Daar zit een handelsperspectief in: men moet zo denken en doen als de Bijbel voorschrijft en ook een sterk emotioneel en moreel oordeel. Alles wat afwijkt moet worden bestreden. Een derde voorbeeld van dit subtype moraliteitsframe komt voor in het artikel ‘Roemeens referendum mislukt’ (74). Dit artikel gaat over een Roemeens referendum waarin wordt voorgesteld om vast te leggen in de grondwet dat een huwelijk enkel een verbond tussen één man en één vrouw kan zijn.

36 ‘Uit opiniepeilingen is duidelijk dat driekwart van alle Roemenen achter het klassieke huwelijk staat.’

‘Gewone wetten gaan nog steeds uit van klassieke huwelijk’

Met klassiek wordt de norm aangeduid, het huwelijk zoals het hoort. Het is een framing device dat sterk tot de verbeelding spreekt. Klassiek, traditioneel, normaal. Woorden die verwijzen naar de manier waarop iets altijd wordt gedaan. Zoals het hoort. In een nieuwsbericht als dit, is het framen subtiel. Er wordt niet zoals bij een opiniestuk of commentaar luid en duidelijk kenbaar gemaakt hoe er wordt gedacht over een bepaald onderwerp. Maar ook bij een kort nieuwsbericht als dit valt een sentiment op te maken uit slechts enkele woorden. Het is dan ook een krant waar journalisten - meer dan bij andere kranten - delen hoe ze naar de wereld kijken. En zeer waarschijnlijk met dezelfde christelijke blik onderwerpen beoordelen.

Als het gaat over moraliteit en homoseksualiteit in het Reformatorisch Dagblad dan is het framen van levensstijl veruit het meest voorkomend. Er wordt geregeld een moreel en/of emotioneel oordeel uitgesproken door de krant of door een journalist over de manier van leven van homoseksuelen. Hierbij valt men vaak in generalisaties en stereotyperingen over met name losbandigheid. Volgens Richard Dyer worden stereotyperingen gebruikt om de sociale en symbolische hiërarchie in stand te houden en komt het vooral voor wanneer er grote verschillen in macht bestaan (1977: 33-35). Het gaat dan niet enkel om fysieke of economische macht, maar juist symbolische macht. De macht om iemand of iets op een bepaalde manier te representeren - homoseksuele mannen met een losbandige levensstijl (Merskin, 2010: 335). Het framen van het huwelijk en van de homo als dader komen we ook tegen, maar minder vaak. Als het gaat over het huwelijk dan werkt het framen vooral op het benadrukken van traditie en wat geldt als de norm binnen de kerk en het christelijk geloof. Waarom zou dat moeten worden veranderd, vraagt men zich af. Bij het framen van de homo als dader wordt er vooral over het negatief beïnvloeden van de kerk. In dit frame worden homoseksuelen soms behoorlijk hard weggezet. Dit komt overeen met de conflictframe ‘kerk versus seculiere maatschappij’ die later in de resultaten aan bod komt.

4.2 Conflictframe

37 Eén van de meest voorkomende frames in nieuwsmedia is volgens Semetko en Valkenburg het conflictframe (95). Bij dit frame worden twee of meer actoren tegenover elkaar gezet. Een onderwerp wordt dan geportretteerd als conflict. Het doel van dit frame, zeggen Semetko en Valkenburg, is om lezers bij de les te houden en de aandacht vast te houden. Er komen twee duidelijke conflictframes naar boven in dit onderzoek: ‘kerk versus seculiere maatschappij’ en ‘discussie binnen de kerk’ (over homoseksualiteit). Deze eerste is het meest voorkomende frame van dit onderzoek. Maar ook het frame ‘discussie binnen de kerk’ zien we geregeld terugkomen. Het Reformatorisch Dagblad bedient een orthodox-protestantse achterban, maar binnen de kerkelijke gemeenschap zijn soms grote verschillen in opvattingen en omgang als het gaat om kwesties zoals het homohuwelijk en homoseksuele christenen in de kerk. Omdat dit vaak in zachtere bewoording wordt behandeld, spreken we hier van discussie, maar ook hier is sprake van conflict. In de onderzochte artikelen van het Reformatorisch Dagblad zijn zo goed als alle gevallen van conflict gecombineerd met (Bijbelse) moraliteit. Er zijn twee overkoepelende actoren in het conflict: christenen (of de kerk) en de seculiere samenleving. Als levendig voorbeeld van het seculiere leven worden geregeld homoseksuelen naar voren gebracht. De homo is dan de personificatie van het doorgeslagen liberalisme en individualisme. Ook komt conflict terug in het beschermen van het traditionele huwelijk dat onder vuur zou liggen van de seculiere maatschappij.

4.2.1 Kerk versus seculiere maatschappij ‘Krachten bundelen tegen de afbraak van de christelijke beschaving’

38 Binnen dit frame valt op dat er geregeld harde bewoordingen langskomen. Meer dan bij de andere frames. Er wordt niet geschuwd het conflict aan te gaan en dit kenbaar te maken. Een voorbeeld van zo’n artikel is ‘Hoge zuurgraad in afscheidsbrief van liberale voorman’ (5). Alleen al de keuze voor de woorden ‘hoge zuurgraad’ is zeer uitgesproken en stuurt aan op frictie. De journalist schrijft in het stuk over de VVD-voorman die zich uitschrijft bij de Rooms-Katholieke kerk. Publiekelijk uitschrijven middels een open brief is pijnlijk voor de kerk - wat de toon van het stuk kan verklaren.

‘Dijkhoff voert al langer een kruistocht tegen kerken.’

Het gebruik van de term ‘kruistocht’ is treffend in deze context. Deze beeldspraak (strijd tegen de kerken) maakt het voor het Ref. Dagblad nieuwswaardig. Plots is het verworden tot een aanval tegen de kerken en niet alleen de uitschrijving van één individu. Ook legt de tekst duidelijk een moreel conflict bloot tussen in dit geval een seculiere politicus en de kerk. ‘Daar ligt de kern van Dijkhoffs probleem. Hij is in zijn opvattingen veel moderner geworden dan de kerk leert.’ Dijkhoff wordt neergezet als personificatie van de seculiere maatschappij en vijand van de kerk. Het is niet de kerk met een probleem, maar Dijkhoff zelf. Hij is te modern geworden in zijn denkbeelden. Het conflict is duidelijk: een tegenstelling in opvattingen en denkbeelden.

Het inzegenen van een huwelijk tussen twee mensen van hetzelfde geslacht is een onderwerp waar levendig over wordt geschreven. Bij de volgende tekst ligt de nadruk meer op conflict en minder op moraliteit. In het artikel ’Ds. Mensink: PKN nadert kruispunt’ (9) wordt een predikant gevraagd of het onderscheid tussen homoseksuele en heteroseksuele relaties moet verdwijnen. Er wordt gekozen voor quotes die een negatief beeld schetsen van de toekomst als de kerk meegaat in het accepteren van "alle mogelijke seksuele varianten". Het stuk eindigt met quotes die oproepen tot bescherming van christelijke waarden en een handelperspectief: kerken moeten een eigen koers varen.

‘De predikant uit Elburg merkt op dat rond homoseksualiteit in de huidige tijd een ideologische sfeer hangt. ,,Het seculiere denken heeft seksualiteit tot identiteitsbepalend verheven, en dwingt ons dus alle mogelijke seksuele varianten te aanvaarden omdat we anders ménsen afwijzen.’

39 ‘Ds. Mensink stelt dat de kerk zich moet afvragen ,,in hoeverre wij een knieval maken voor de geest van de wereld als we homoseksuele relaties gelijkstellen aan het Bijbelse huwelijk en dat op dezelfde wijze inzegenen.’

Wat sterk naar voren komt is het conflict tussen kerk en ‘het seculiere denken’. Termen als ‘dwingen’ en ‘een knieval maken’ zetten het conflict op scherp en suggereren dat de kerk aan de verliezende hand is. In de kop is ook gekozen voor een quote met het woord ‘kruispunt’. De urgentie van het probleem wordt sterk kenbaar gemaakt door de journalist en de geïnterviewde. Deze alarmerende toon past bij de manier waarop dit conflict in de krant naar voren wordt gebracht. Het gaat in zekere zin over het voortbestaan van de kerk en dat is voor de journalisten van het Ref. Dagblad en de achterban zeer belangrijk. Het woordgebruik past bij de urgentie die wordt gevoeld. Soms valt er ook een andere toon te bespeuren. In het korte nieuwsbericht ‘India haalt homoseksualiteit uit wetboek van strafrecht’ (3) wordt geschreven over een uitspraak van het hooggerechtshof in dat land wat heeft besloten seks tussen personen van hetzelfde geslacht niet langer als strafbaar aan te merken. De journalist schrijft over een “historische uitspraak”. De nadruk wordt gelegd op 'achterhaalde' wetgeving en moderne maatschappij die verandering voorstaat. Dat is de context die de journalist bij de gebeurtenis geeft.

‘Het vonnis uit 2013 volgde op de uitspraak van een lagere rechter in New Delhi in 2009 dat de wet niet meer van deze tijd was en niet strookte met de constitutie.’

In hetzelfde artikel rept de journalist ook over “homoseksueel verkeer” en noemt hij seks tussen mensen van hetzelfde geslacht in één zin met seks met dieren. De artikelen geven dus niet altijd een eenduidig beeld.

Soms zijn er meerdere frames aanwezig in een tekst. Onderwerpen die gaan over de rechten van seksuele minderheden, worden in de krant geregeld omschreven als ‘debat’ of ‘discussie’. Het wordt beschreven als punt van discussie, terwijl deze rechten in Nederland al jarenlang zijn vastgelegd in de grondwet. Ook worden dit soort onderwerpen betrokken op christenen, ofschoon het gaat over de rechten van mensen die zich als lhbt identificeren en niet over de seksuele identiteit van heteroseksuelen in de kerk. Het is een discussie waar voor de kerk of christenen iets op het spel staat. De kerk vreest dat het iets te verliezen heeft, namelijk de normen en waarden gestoeld op de bijbel.

40 ‘Het is de zoveelste stap in het debat over onze geslachtelijke en seksuele identiteit, samengevat als het lhbt-debat.’

‘Op het belangrijke front van het lhbt-debat willen we waakzaam, duidelijk en onverschrokken zijn, schouder aan schouder.’

‘Omdat niet alleen het "doen" zondig is, maar ook het "zijn" het directe gevolg is van de gebrokenheid van deze wereld na Genesis 3. Als gevolg daarvan is er veel verdriet, strijd en eenzaamheid in hun leven.’

In deze laatste passage worden homoseksuelen zowel als dader en slachtoffer neergezet. Het conflict lijkt dan wat minder heftig te worden aangezet, omdat de christen zich verplaatst in de ander en het slachtofferschap gedeeld lijkt te worden met de homo. Maar de conclusie is dat ‘de ander’ slachtoffer is van zijn eigen identiteit. En dus lijkt het geen vraag wat het goede en wat het kwade is. Net zoals we eerder de vergelijking tussen seksuele relaties tussen mensen van het gelijke geslacht en seks met dieren zagen, worden er vaker dit soort vergelijkingen geponeerd.

‘Of zijn kerken geroepen zich opnieuw uit te spreken wanneer nieuwe thema's aan de orde zijn, zoals de opmars van het nazisme of groeiende acceptatie van homoseksualiteit?’

De schrijver kiest om in deze passage uit het opiniestuk ‘Kerkelijk belijden in de 21e eeuw’ (29) een vergelijking te maken tussen de opmars van het nazisme en de groeiende acceptatie van homoseksualiteit. Al gaat hij hier niet dieper op in, de vergelijking is gemaakt en de lezer zal onbewust een associatie aanleggen tussen de twee termen. Zo’n soort vergelijking (reasoning device) komt geregeld voor in de onderzochte artikelen.

‘Zij stellen dat de kerken in Nederland bezig zijn te buigen voor de gedachte dat homoseksualiteit ook binnen de kerken aanvaardbaar moet zijn.’

De schrijver verwijst in hetzelfde artikel naar uitspraken van ondertekenaars van de verklaring ‘Homoseksualiteit vraagt om hernieuwd belijden’. De tekst “buigen voor de gedachte” is woordgebruik dat de schrijver uitkiest om te verwijzen naar een (verliezend) conflict tussen in zijn ogen de Bijbelse en onbijbelse wereld. Ook kiest hij niet voor de term ‘accepteren’ maar ‘aanvaarden’ als het gaat om een

41 verandering in houding ten opzichte van homoseksualiteit. Dat staat meer voor iets in de trant van: we doen het, maar het gaat niet van harte. Met slechts een paar van deze woorden (framing devices) laat de schrijver zijn ongenoegen met het onderwerp van homoseksualiteit duidelijk doorschemeren.

‘Is de wil van mensen leidend of de wil van God? Uiteindelijk is dit de vraag van alle vragen… Het is ook deze vraag die de zondige mens steeds opnieuw is blijven opwerpen, en die het hart vormt van alle ketterijen van alle eeuwen.’

De vraag die de schrijver hier poneert is retorisch. De achterban van de krant is streng-christelijk. Voor hen is het antwoord op deze vraag klip en klaar. Voor de oorzaak van het probleem dat hier wordt geschetst, het afwijken van de leefregels in de bijbel, wordt hier indirect verwezen naar de seculiere maatschappij. Deze maakt niet god, maar de mens leidend. De schrijver verwerkt hier een sterk moreel en emotioneel oordeel in en geeft een handelperspectief: volg de wil van god en ga niet uit van de wil van de mens of de leidende stroming in de huidige maatschappij. Door de woorden ‘zondige’ en ‘ketterijen’ wordt het verschil tussen goed en slecht nogmaals benadrukt. Het betreft weer een combinatie van moraliteit en conflict. Het conflict ontstaat door een verschil in moraal, een verschil in geloof. Wel of geen geloof.

‘Het on-Bijbelse denken over homoseksualiteit is een uiting van oprukkende genderideologie, die de scheppingsorde tot op het bot aantast.’

On-Bijbels denken staat hier tegenover de standaard voor het Reformatorisch Dagblad, de Bijbel als leidraad. Hier wordt homoseksualiteit direct aangepakt. Vaker gaat dit meer op indirecte wijze. Homoseksualiteit als gevolg van de ‘oprukkende genderideologie’ wat weer terugverwijst op het secularisme als de kern van het probleem. Homoseksualiteit wordt hier daadwerkelijk neergezet als gevaar voor de scheppingsorde en in dat aspect voor alle christenen die hierin geloven. De lezers wordt op onsubtiele wijze vertelt hoe zij moeten denken over dit onderwerp.

De Nashvilleverklaring is voer geweest voor een scala aan (reactieve) artikelen in de weken die volgden op de Nederlandse vertaling van het document en de beroering die het veroorzaakte in de samenleving. Van de gevonden artikelen hebben er zeven het woord Nashville in de kop. De verklaring heeft veel losgemaakt in Nederland maar zeker ook in het Reformatorisch Dagblad. ‘Nashvilleverklaring’ (36) is een commentaarstuk van de hoofdredactie:

42 ‘Nu de stofwolken van 'Nashville' langzaam optrekken, kijken we elkaar in de gereformeerde gezindte ontredderd aan. Wat is er gebeurd? Hoe kon dit zó ontsporen?’

Deze introductie geeft weer hoe geschokt de krant is geweest na de enorme stroom reacties die volgde op het uitkomen van de Nasvilleverklaring. Niet alleen uit seculiere hoek maar ook binnen de kerk was veel discussie. Het laat ook zien hoezeer de krant en de achterban in een bubbel zit. De verbazing over het feit dat een groot deel van Nederland (zeer) kritisch reageert op de verklaring die ondertekend is door representanten van kerken, docenten, politici toont aan dat er weinig binding is met het seculiere deel van de maatschappij. De hoofdredacteur voelt zich genoodzaakt tekst en uitleg te geven.

‘Had het RD de verklaring niet tegen kunnen houden?

Waarom was er zo'n scherp commentaar?

Is de hoofdredactie het dan niet eens met 'Nashville'?’

En waar zijn de verhalen van homo's die vóór de verklaring zijn?’

Het laat ook de spagaat zien waarin orthodoxe christenen zich bevinden: enerzijds mee willen doen met de maatschappij terwijl er anderzijds fundamenteel verschillend wordt gedacht op veel aspecten. In een ander artikel (64) gaat het Reformatorisch Dagblad in gesprek met één van de grondleggers van de Nashvilleverklaring.

‘De verklaring is een protest tegen de morele revolutie die zonder bloedvergieten de hele westerse wereld op zijn kop zet.’

Het (moreel) conflict tussen kerk en de seculiere maatschappij wordt hier nadrukkelijk neergezet. De grondlegger noemt homoseksualiteit als onderdeel van een morele revolutie, vergelijkbaar met andere gewelddadige revoluties in de geschiedenis, alleen deze is zonder bloedvergieten. Ook benadrukt hij de lange geschiedenis van de leefregels van het christendom. Door het geven van deze context (reasoning device) probeert hij meer gewicht te geven aan deze regels. In het stuk wordt door de geïnterviewden en journalist verschillende manieren over homoseksualiteit geschreven, bijvoorbeeld als: homoseksuele levenswijze; deze gerichtheid; homoseksuele gevoelens. Dit soort framing devices suggereren dat er sprake is van een keuze (in plaats van te kiezen voor termen als geaardheid en

43 seksualiteit) als het gaat om de seksuele geaardheid van een persoon. Het stuk stelt de ‘zondigheid’ van homoseksualiteit gelijk aan andere manieren waarop mensen zondigen waaronder seks buiten het huwelijk voor heteroseksuelen. Het handelsperspectief dat wordt gegeven is het uiteindelijke punt wat de geïnterviewden willen maken: “de enige weg, de weg van Jezus Christus.”

4.2.2 Discussie binnen de kerk ‘Bang voor verdere polarisatie in Protestantse Kerk’

Kenmerken van conflict zijn bij dit frame minder nadrukkelijk aanwezig dan bij het vorige conflictframe. Hier ligt de focus meer op verschillende standpunten binnen de kerk. De Protestantse Kerk bestaat uit diverse bloedgroepen die het niet met elkaar eens zijn als het gaat over onderwerpen zoals homoseksualiteit en het openstellen van het huwelijk. Ook binnen de (orthodox) religieuze gemeenschap zijn veel verschillende stemmen en meningen. Het Reformatorisch Dagblad laat zien een platform te zijn voor een divers pallet aan opvattingen binnen eigen gemeenschap. Het onderwerp homoseksualiteit mag met recht een splijtzwam worden genoemd. De vraag die keer op keer terugkomt, gaat over de richting die de gelovigen op willen met de kerk: behoudend of modern? Een voorbeeld van een artikel met dit frame is het nieuwsbericht ‘GKV-predikant pleit voor homohuwelijk’(2). Er wordt een bijeenkomst besproken waarin een predikant van een vrijgemaakte gereformeerde kerk (GKV) de uitspraak doet dat hij vindt dat homo’s met elkaar moeten kunnen trouwen.

‘De vrijgemaakt gereformeerde predikant Jan-Peter Kruiger vindt dat homo’s met elkaar moeten kunnen trouwen.’

‘Vinden’ dat homo’s met elkaar moeten kunnen trouwen is iets anders dan pleiten voor het homohuwelijk. Pleiten is in dit geval een framing device van de krant. Het is interessant om te benoemen dat het Reformatorisch Dagblad deze uitspraak nieuwswaardig genoeg vindt voor een nieuwsbericht. Het geeft aan hoe dominant de discussie is binnen eigen gemeenschap. Maar ook het woord ‘vindt’ is een framing device. Dit benadrukt dat het om een mening van een individu gaat. Een mening terwijl het homohuwelijk voor de wet is gelijkgesteld. Het legt de focus op de verschillen binnen de kerk.

44 ‘Binnen de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV) bestaat discussie over de omgang met homorelaties... De GKV-synode stelde in 2017 een studiedeputaatschap in. Dat stelt een rapport op voor de synode in 2020.’

Conflict wordt in dit geval besproken als discussie en uitgevochten in rapporten en in een studiedeputaatschap. Hoewel partijen het niet eens zijn met elkaar, wordt er door de krant gekozen voor een verzachtende toon. Dat ziet we bij dit frame geregeld terugkomen; het lijkt te duiden op angst voor een splitsing in de kerk omwille van dit onderwerp. Soms is de lijn tussen discussie en conflict dun en lopen de twee type subframes door elkaar. Bijvoorbeeld in het achtergrondartikel ‘PKN blijft verdeeld over homokwestie’ (8). Dit stuk gaat in op de verschillende visies die bestaan als het gaat om zegenen van andere levensverbintenissen. In de kop wordt het woord ‘kwestie’ gebruikt. Dit geeft aan dat het om een moeilijk onderwerp gaat waar discussie over bestaat. De alternatieve kop die gebruikt is in de krant of online laat dit zien:

‘Synodebestuur bang voor verdere polarisatie in Protestantse Kerk’

Bij het lezen van woorden als “bang” en “verdere polarisatie” lijkt het conflictframe in dit artikel verder te gaan dan alleen discussie. De verschillende partijen binnen de kerk staan lijnrecht tegenover elkaar als je dit leest. Het is een discussie die al een tijd speelt binnen de PKN en telkens opnieuw de kop opsteekt.

‘Synodeleden zouden zich, voor besluitvorming, moeten afvragen of de hernieuwde discussie… die gemeenschap dient, of de kloof binnen de kerk over dit onderwerp alleen maar vergroot.’

De nadruk in het stuk wordt gelegd op de diepe verdeeldheid binnen de kerk en in deze laatste passage wordt er door de journalist een handelsperspectief gegeven: ga de discussie niet opnieuw aan. Dit wordt ook ingegeven door angst voor verdere splitsing van de kerk op dit onderwerp. De vraag is of het zin heeft de discussie voor de zoveelste keer opnieuw leven in te blazen als de gelovigen er toch niet uit lijken te komen.

‘Hiermee wordt de klem van overduidelijke Schriftwoorden ontweken, vaak onder druk van de assertieve homolobby.’

In deze passage zit zowel conflict binnen de kerk als conflict tussen kerk en seculiere maatschappij, waar in dit geval de “assertieve” homolobby voor staat. Assertief is

45 hier een framing device en ook “overduidelijk” waarmee wordt aangegeven dat er weinig twijfel over mogelijk is.

De Nashvilleverklaring heeft tot veel commotie gezorgd ook binnen de kerk. ‘Communicatie rondom Nashville had beter gekund’ (50) is een bericht dat de voorpagina van het Reformatorisch Dagblad heeft gehaald. Die verklaring is in dit bericht de veroorzaker en er wordt context gegeven bij de gebeurtenis, maar Nashville wordt in de kern, ondanks gemaakte fouten, wel onderschreven. De woorden “had beter gekund” in de kop geven ten dele een fout toe in de communicatie maar een volwaardige schuldbekentenis is het niet. In die zin is het een interessante keuze dat de krant kiest voor het framen van deze quote en het vervolgens op de voorpagina plaatsen. Het voelt als een halfbakken schuldbekentenis waarvan de krant weet dat ze die moeten plaatsen, maar niet geheel toegeven. Dat dit het geval is blijkt wel uit de volgende passage waarin de Nashvilleverklaring wordt verdedigd met een argument dat we regelmatig hebben zien langskomen: traditie. Een visie die al eeuwen gevolgd wordt en daarom niet zomaar aan de kant kan worden gezet is de redenatie.

‘De Nashvilleverklaring verwoordt de visie op huwelijk en seksualiteit zoals die alle eeuwen door op grond van de Bijbel is beleden, aldus de initiatiefnemers.’

Het volwaardig mens zijn van homoseksuelen wordt in de krant geregeld benoemd: ‘Niet voor niets schreven we in ons nawoord dat zij die bij zichzelf een homoseksuele gerichtheid herkennen, mogen weten in de christelijke gemeente een volwaardige plaats te hebben.’ Dit geeft aan dat de achterliggende discussie wel degelijk gaat over het gelijkheidsbeginsel omdat deze associatie keer op keer wordt gemaakt.

Iets anders wat de krant geregeld toepast is excuses maken en deze vervolgens (deels) terugnemen of er een disclaimer bij geven. ‘Sommigen hebben het document gelezen alsof met de juiste aanpak een homoseksuele gerichtheid 'genezen' kan worden. Of dat het erkennen of uitspreken van het homoseksueel gericht-zijn zonde is. Dat was en is onze intentie niet. Want hoewel wij een homoseksuele praktijk afwijzen, wij aanvaarden onze homoseksuele medemens.”

Ook wordt hier de associatie met het genezen van homoseksualiteit gemaakt. Het is volgens de werkgroep niet hun intentie, maar de link is gelegd en kan niet meer worden teruggenomen. De homoseksuele praktijk wordt afgewezen en vervolgens wordt de homo als mens wel “aanvaard”. Bij de volgende passage volgt een

46 aanmoediging voor onthouding door een vrij algemeen statement tegen homohaat en discriminatie:

‘Daarom verdienen homoseksuele broeders en zusters die in onthouding leven alle liefde en steun en respect." Tegelijkertijd verwerpt de verklaring homohaat en discriminatie (8).’

Deze constructie komt vaker terug in de teksten: een handelperspectief of aanval op gelijke behandeling gevolgd door een verzachting om het minder als een aanval te doen lijken. Het geeft aan hoe ingewikkeld de discussie is binnen de kerk. En hoe nauw de formulering komt. Er is geen eenduidige lijn: volledige acceptatie of volledige afwijzing is geen sprake van. Het blijft steeds op een verwarrende manier door elkaar heen lopen. Het framen is dan ook lastig omdat de boodschappers in veel gevallen zelf niet duidelijk hebben wat ze precies willen overbrengen.

In een deel van de berichten wordt actief opgeroepen om één lijn aan te houden in de discussie over de Nashvilleverklaring. Een voorbeeld is het artikel ‘VGS: Met één stem blijven spreken’ (65), een nieuwsbericht in de sectie ‘kerk’. In het bericht wordt de eenheid van de kerk benadrukt en de moderne maatschappij neergezet als actor die zorgt voor tweedeling. Hier worden de twee subtypen conflictframe samen gebruikt.

‘De Nashvilleverklaring zoals die er nu ligt, omvat de ,,heldere Bijbelse lijn zoals we die al jaren hanteren", zegt de VGS-bestuurder.’

‘Overigens vind ik de klassieke lijn zoals we die altijd gehanteerd hebben -,,We wijzen niet de andersgeaarde mens af; wel de praxis"-, in de Nashvilleverklaring iets minder terug.’

In het korte bericht wordt twee keer min of meer hetzelfde gezegd. Met framing devices als “helder” en “klassieke” wordt het argument van traditie en de lange geschiedenis van het christendom ook in dit artikel gebruikt om de Nashvilleverklaring te verdedigen. En ook hier bindt de geïnterviewde een beetje in door te zeggen “we wijzen niet af” om vervolgens wel duidelijk te maken dat de praxis niet wordt geaccepteerd. Er wordt hiermee ook een handelsperspectief gegeven door een woordvoerder van de gemeenschap: ‘dit is onze lijn en zo moet je denken.’

47 Het gevonden conflictframe in de artikelen van het Reformatorisch Dagblad is op te delen in twee typen. Bij het frame ‘kerk versus seculiere maatschappij’ lijkt er in de tekst soms op dat er een religieuze oorlog wordt uitgevochten. Een uitgesproken vijandbeeld en en het toe-eigenen van slachtofferschap vallen hierbij op. Homoseksualiteit is voor het Reformatorisch Dagblad een van de duidelijkste uitwassen van de seculiere samenleving en wordt veelvuldig als voorbeeld aangehaald. Er wordt gestreden tegen het ‘on-bijbelse denken’. Hoe die strijd precies gevoerd moet worden is niet altijd duidelijk. Dat blijkt uit het tweede conflictframe waar er discussie plaatsvindt binnen eigen kerk. Het Reformatorisch Dagblad geeft ruimte aan verschillende stemmen binnen de kerk. De vraag der vragen is dan: wat voor kerk willen we zijn: behoudend of modern?

4.3 Verantwoordelijkheidsframe

‘Onze houding tegenover deze medemensen’

Het verantwoordelijkheidsframe is een derde frame dat naar voren komt tijdens het analyseren van de artikelen. Het frame komt terug in 12 van de 80 artikelen. Kenmerkend is de betrokkenheid vanuit de kerk met de zorg voor homoseksuelen. De homo wordt neergezet als slachtoffer en de kerk/christenen nemen de verantwoordelijkheid op zich om deze mensen de ‘juiste weg’ te wijzen. Het verantwoordelijkheidsframe in het Reformatorisch Dagblad heeft te maken met het idee van christelijke barmhartigheid en naastenliefde. Christenen dienen op te komen voor zwakkeren en goed te doen voor de medemens. ‘Je zult je naaste liefhebben als jezelf’ (Lev. 19:18) staat hoog in het vaandel binnen het christelijk geloof. In het geval van homoseksuelen wordt de manier van leven meestal niet geaccepteerd, maar past het binnen het idee van christelijke barmhartigheid om deze mensen naar het christendom te leiden.

‘Voor iedereen een plek onder de regenboog’ (18) is een ingezonden brief van minister Ingrid van Engelshoven. In de brief doet de minister van emancipatie een beroep op christelijke naastenliefde en vraagt begrip voor de lhbt-gemeenschap.

‘Ik ben niet gelovig, maar het moet daar vast fijn zijn onder die regenboog. Zo fijn dat je het ieder ander ook zou gunnen. Met een ander woord heet dat naastenliefde.’

48 De minister probeert de betrokkenheid van christenen met homoseksuele naasten aan te moedigen. Zo’n verzoek raakt een gevoelige snaar en laat ook de tweespalt zien waarin de kerk (en de krant) zich bevindt als het gaat om de omgang met homoseksualiteit. Enerzijds past de homoseksuele praktijk niet binnen de christelijke leefregels, anderzijds wordt christenen vanuit het geloof opgedragen mensen die het moeilijk hebben te ondersteunen.

In het achtergrondartikel ‘De pijn van christelijke homo's bij de verklaring’ (52) wordt ingezoomd op het perspectief van homoseksuelen als het gaat om de Nashvilleverklaring. Het gebeurt niet vaak dat homoseksuelen of belangengroepen voor homo’s uitgebreid aan bod komen in het Reformatorisch Dagblad. In het artikel wordt een lans gebroken voor christelijke homojongeren, maar enkel voor de groep die het evangelie volgt (en zelf ook niet blij is met zijn of haar geaardheid). De focus ligt op slachtofferschap in combinatie met de oproep voor christelijke barmhartigheid. Pas als de homoseksuele christen de leefregels opvolgt en nederig is, komt hij of zij in aanmerking voor medeleven en acceptatie van de kerk.

‘Ik ben zeker niet blij met mijn homo-zijn, ben er ook niet trots op. Wel geloof ik nu dat ik voor Gods aangezicht mag bestaan, mét mijn homo-zijn, en dat ik niet buiten Gods bereik ben. Bevrijdend en troostend.’

‘Ik deel de zorg dat de Bijbelse visie in de kerk steeds meer wordt losgelaten. Met de kritiek uit de wereld op de verklaring doe ik dus niet mee. Maar het onderwerp homoseksualiteit leent zich niet voor statements. Daarvoor is het veel te ingewikkeld, te kwetsbaar. Laten we het gesprek blijven zoeken, in gehoorzaamheid aan de Schrift.’

Op de voorpagina van de krant verscheen op 8 januari 2019 het bericht ‘Hoe nu verder, na alle ophef?’ (56). Hierin wordt teruggeblikt op alle commotie rond de Nashvilleverklaring. Ook wordt de vraag gesteld welke richting de christelijke gemeenschap op moet met dit onderwerp. Het stuk begint met het framen van de samenleving als overgevoelig op vlak van homoseksualiteit. Vervolgens wordt er een handelperspectief gegeven aan kerken om het onderwerp homoseksualiteit onderling op te pakken. Het verantwoordelijkheidsframe zit ‘m in het neerzetten van homoseksuelen als een kwetsbare groep die pijn lijden door de verklaring; hiervoor verantwoordelijkheid nemen en eventueel iets tegen te doen. ‘Hiermee is het Evangelie niet gediend’, schrijft Prof. Kater. Zoals eerder aangestipt, wordt ook hier

49 een verantwoordelijkheidsframe neergezet met behulp van christelijke waarden zoals barmhartigheid en naastenliefde.

‘Prof. Kater: ,,Eigenlijk vind ik ,,hoe nu verder" niet de juiste vraag. Die suggereert dat we wéér verder moeten. Even wat repareren om ons ergste gezichtsverlies te herstellen en dan vinden we weer een nieuwe route. Maar misschien moesten we eerst maar eens een poosje zwijgen voor Gods aangezicht. En dat bedoel ik niet vroom, of in de zin van wegkruipertje doen, want dan wordt het nog tactiek. Nee, zwijgen. Omdat we kwetsbare mensen, hoe onbedoeld dan ook, pijn hebben gedaan, en zo de verkondiging van het Evangelie niet hebben gediend.’

5 Conclusie

Het discours van homoseksualiteit in Nederland is de afgelopen decennia in rap tempo veranderd. Vandaag de dag accepteert het merendeel van de bevolking homoseksualiteit, maar onder protestanten is de acceptatie lager (Sociaal en Cultureel Planbureau) en hangt het discours samen met voorschriften uit de Bijbel. Het Reformatorisch Dagblad is een toonaangevend medium binnen de orthodox- protestantse gemeenschap. In dit onderzoek is onderzocht hoe homoseksualiteit wordt gerepresenteerd in die krant. Representatie in de media is het vangen van een realiteit en het produceren van betekenis (Orgad, 2012: 17). Er is uitgegaan van een constructieve benadering op representatie waarbij wordt gesteld dat journalisten nieuwsberichten construeren (Orgad, 2012: 18-23). Met behulp van framebundels is geprobeerd framing van homoseksualiteit op te sporen. Zo’n bundel bestaat uit framing devices, reasoning devices en een cultureel fenomeen (Van Gorp, 2007b: 14). Framing kan mediamakers helpen de wereld op een bepaalde manier te organiseren. Volgens Robert M. Entman (1993: 53-55) kunnen nieuwsframes verschillende functies hebben: situaties definiëren en duiden, oplossingen voorstellen, morele oordelen uitspreken en verantwoordelijkheden aanwijzen. In het onderzoek zijn tachtig artikelen geanalyseerd met een tijdspanne van zes maanden.

Uit de analyse zijn drie grote frames naar voren gekomen: moraliteitsframe, conflictframe en verantwoordelijkheidsframe. Veel van de framing is terug te herleiden naar een combinatie van moraliteit en conflict (moreel conflict). De journalisten van het Reformatorisch Dagblad schrijven artikelen met de Bijbel in het

50 achterhoofd. Leefregels en voorschriften uit het christelijk geloof gaan niet altijd samen met heersende opvattingen uit de seculiere maatschappij of met de (veronderstelde) levenswijze van homoseksuelen. Semetko en Valkenburg schrijven dat er bij het moraliteitsframe veel aandacht voor ‘goed’ of ‘correct’ gedrag is in de berichtgeving (2000: 96). In veel van de gevonden artikelen wordt de levensstijl van met name homoseksuele mannen op stereotype wijze neergezet en afgekeurd. Hierbij valt men vaak in generalisaties en stereotyperingen over met name losbandigheid. Volgens Richard Dyer worden stereotyperingen ingezet om duidelijke grenzen te vormen over definities en te bepalen wat is toegestaan en wie wel en wie niet binnen die grenzen vallen. Het gaat dan met name om symbolische macht (2002: 16). Ook wordt er voornamelijk over de homo gesproken in plaats van met hen. Het gevolg is dat er te weinig kennis, begrip en uitwisseling van ervaringen is om een goed beeld te geven over de diversiteit aan levensstijlen van homoseksuele mannen.

Het gevonden conflictframe is op te delen in twee typen. Bij het frame ‘kerk versus seculiere maatschappij’ is er sprake van een uitgesproken vijandbeeld en en het toe-eigenen van slachtofferschap. Homoseksualiteit is voor het Reformatorisch Dagblad een van de duidelijkste uitwassen van de seculiere samenleving en wordt veelvuldig als voorbeeld aangehaald. Stanley Cohen (1973) beschrijft het concept ‘morele paniek’ dat ontstaat als ‘de ander’ gezien wordt als bedreiging voor de stabiliteit van de samenleving zoals deze is ingericht. De samenleving is in dit geval een wereld gebaseerd op christelijke normen en waarden. Conflict is er niet alleen tussen de kerk en de buitenwereld. In het Reformatorisch Dagblad kom je ook verschillende stemmen binnen de kerk tegen die elkaar bestrijden. Conflict wordt in dit geval besproken als discussie en uitgevochten in rapporten en studiedagen. Hoewel partijen het niet eens zijn met elkaar wordt er door de krant gekozen voor een verzachtende toon. Waar dit mee te maken lijkt te hebben is angst voor een splitsing in de kerk omwille van het onderwerp homoseksualiteit. Een eenduidige lijn als het gaat over de representatie van lhb-mensen is er niet. Er is geen sprake van volledige afwijzing, maar ook niet van acceptatie. Het framen is dan ook lastig, omdat de boodschappers in veel gevallen zelf niet duidelijk hebben wat ze precies willen vertellen. Het geeft aan hoe ingewikkeld deze discussie is binnen de kerk.

Het gevonden verantwoordelijkheidsframe heeft te maken met het idee van christelijke barmhartigheid en naastenliefde. In dit frame wordt juist toenadering

51 gezocht naar andersdenkenden. Dit wordt gedaan vanuit het idee dat christenen dienen op te komen voor zwakkeren en goed te doen voor de medemens. De manier van leven van homoseksuelen wordt niet geaccepteerd, maar aan christenen de taak ze naar het juiste pad te leiden. Het verantwoordelijkheidsframe toont een onevenwichtige machtsrelatie: respect en zichtbaarheid kunnen alleen worden verdiend door aanpassing aan christelijke heteronormativiteit.

In dit onderzoek ligt de nadruk op een periode waarin homoseksualiteit binnen de kerk veelvuldig aan bod kwam. Dit gebeurde na het uitkomen van de nashvilleverklaring. De Nederlandse vertaling van het document ging gepaard met veel ophef in de samenleving. Het Reformatorisch Dagblad gaat deze discussie niet uit de weg en laat zich in deze periode gelden als discussieplatform waar verschillende stemmen een podium krijgen. Bij het aanhouden van een kwantitatieve wijze, is er geen sprake van symbolische tenietdoening (Gebner, 1976). Het bestaan van homoseksualiteit en seksuele minderheden wordt niet (meer) verzwegen. Er wordt levendig gediscussieerd in de krant. Maar dat wil niet zeggen dat er geen sprake is van symbolische tenietdoening op een kwalitatieve wijze. De manier waarop wordt gesproken over homoseksualiteit is geregeld dreigend en afwijzend. De krant staat voor de verdediging van een minderheid die liberale waarden ‘opgedrongen’ krijgt. In artikelen presenteert de krant zich als beschermer van het traditionele huwelijk en conservatieve normen en waarden. De alarmerende toon die wordt gebruikt past bij het narratief dat de krant volgt over de dominantie van de seculiere samenleving. In zekere zin gaat het over het voortbestaan van de kerk en dat is voor de journalisten van het Reformatorisch Dagblad en de achterban van levensbelang. Het woordgebruik past bij de urgentie die wordt gevoeld. In ogenschouw nemend dat de achterban van het Reformatorisch Dagblad de krant als primair medium beschouwt, heeft het dagblad veel invloed op de constructie van de sociale werkelijkheid van haar lezers. Het keer op keer negatief neerzetten van lhb-personen tast de sociale waarde van deze groep aan en maakt de emancipatie binnen de nog moeilijker dan deze al is. Interessant voor toekomstig onderzoek zou kunnen zijn om te zien of homoseksualiteit in eerdere jaren minder aan bod kwam of misschien zelfs werd verzwegen.

In het medialandschap is het Reformatorisch Dagblad een opvallende speler. Andere dagbladen hebben soms ook een uitgesproken signatuur, maar

52 journalistieke onafhankelijkheid weegt in de meeste gevallen zwaarder dan ideologie. Bij het Reformatorisch Dagblad is dit twijfelachtig, met name als het gaat over homoseksualiteit - een onderwerp dat gevoelig ligt. Moraliteit en emoties overstijgen de journalistieke onafhankelijkheid geregeld. Dit gebeurt niet alleen bij langere achtergrond- en opiniestukken, maar ook bij korte nieuwsberichten valt een sentiment op te maken uit slechts enkele woorden. Het blijkt een krant te zijn waar journalisten in hun schrijven geregeld openlijk delen hoe ze naar de wereld kijken en vanuit dezelfde christelijke blik een (hard) oordeel vellen.

Literatuur

Bakker, P & Scholten, O. Communicatiekaart van Nederland. Boom Uitgevers Amsterdam. 2019.

Boele, Aliene. Visie onderzoekt de refowereld. Evangelische Omroep. Web. 2020.

Bos, David. De aard, de daad, en het Woord. Een halve eeuw opinie- en besluitvorming over homoseksualiteit in protestants Nederland. Sociaal en Cultureel Planbureau. 2010.

Brooks, Dwight & Hébert, Lisa. Gender, Race, and Media Representation. The SAGE Handbook of Gender and Communication. P. 297-317. Sage Publications. 2006.

Buikema, Rosemarie & Plate, Liedeke. Handboek genderstudies in media, kunst en cultuur. Coutinho. 2015.

Casey, Bernadette et al. Television Studies: The Key Concepts. Routledge. 2008.

Clark, Cedric C. “Television and Social Controls: Some Observation of the Portrayal of Ethnic Minorities.” Television Quarterly 9, no. 2: 18-22. 1969.

Cohen, Stanley. Folk Devils and Moral Panics. Routledge. 1973.

Dhaenens, Frederik. Teenage queerness: negotiating heteronormativity in the representation of gay teenagers in Glee. 304-317. Journal of Youth Studies. 2012.

53 Dyer, Richard. Gays and Film. British Film Institute. 1977.

Dyer, Richard. The Matter of Images: Essays on representation. Routledge. 2002.

Entman, Robert. Framing: Toward clarification of a fractured paradigm. Journal of Communication. Volume 43, Issue 4: 51-58. 1993.

Entman, Robert. Framing U.S. Coverage of International News: Contrasts in Narratives of the KAL and Iran Air Incidents. Volume 41, Issue 4: 6-27. 1991. Journal of Communication. 1991.

Erdee Media Groep. Onze Missie - bewogen en betrokken. Web. 2020.

Fouts, Gregory & Inch, Rebecca. Homosexuality in TV situation comedies: Characters and verbal comments. Journal of homosexuality. Volume 49 (1): 35-45. 2005.

Fürsich, Elfriede. Media and the representation of Others. International Social Science Journal. Volume 61, Issue 199: 1-18. 2010.

Gamson, William A., & Modigliani, Andre. The changing culture of affirmative action. In R. G. Braungart & M. M. Braungart (eds.). Research in political sociology. Volume 3: 137-177. 1987.

Gamson, William A., & Modigliani, Andre. Media discourse and public opinion on nuclear power: A constructionist approach. American Journal of Sociology, Volume 95: 1–37. 1989.

Gay & Lesbian Alliance Against Defamation. Where We Are on TV Report: 2005 - 2006 Season.

Gay & Lesbian Alliance Against Defamation. Where We Are on TV Report: 2019.

Gerbner, George ; Gross, Larry. Living With Television: The Violent Profile. Journal of Communication. 172-194. 1976.

54 Gitlin, Todd. The whole world is watching: Mass media in the making & unmaking of the new left. Berkeley: University of California Press. 1980.

Van Gorp, Baldwin. Framing en het interpreteren van nieuws. Antwerpen: Universiteit Antwerpen. 2004.

Van Gorp, Baldwin. (2006a). Een constructivistische kijk op het concept framing. Tijdschrift voor Communicatiewetenschap, 34(3), 246-256.

Van Gorp, Baldwin. (2006b). Framing asiel: Indringers en slachtoffers in de pers. Leuven: acco.

Van Gorp, Baldwin. (2007a). Het reconstrueren van frames via inductieve inhoudsanalyse: uitgangspunten en procedures. KWALON, Volume 12(2): 13-18.

Van Gorp, Baldwin. (2007b), The Constructionist Approach to Framing: Bringing Culture Back In. Journal of Communication, Volume 57: 60-78.

Hall, Stuart. Encoding and Decoding in the Television Discourse. Centre for Contemporary Cultural Studies. University of Birmingham. 1-22. 1973.

Hall, Stuart. Representation: Cultural Representations and Signifying Practices. Sage Publications. 1997.

Hall, Stuart; Du Gay, Paul. Questions of Cultural Identity. Sage Publications. 2011.

Keulemans, Maarten. Nederland telt meer intolerante christenen dan intolerante moslims - klopt dit wel? De Volkskrant. 2017.

Kielwasser, Alfred P & Wolf, Michella A. Mainstream television, adolescent homosexuality, and significant silence. Critical Studies in Mass Communication. Volume 9, Issue 4: 350-373. 1992.

Klein Hugo & Shiffman, Kenneth S. Underrepresentation and Symbolic Annihilation of Socially Disenfranchised Groups (“Out Groups”) in Animated Cartoons. Howard Journal of Communications, Volume 20(4): 50-72. 2009.

55 Kuipers, Giselinde. “Humor Styles and Symbolic Boundaries,” Journal of Literary Theory 3, no. 2: 220-223. 2009.

Mediamonitor. Het gebruik van lineaire en non-lineaire diensten in Nederland. 2017.

Nelson, Thomas E. ; Clawson, Rosalee A. ; Oxley, Zoe M. Media Framing of a Civil Liberties Conflict and Its Effect on Tolerance. The American Political Science Review. 567-583. 1997.

Noelle-Neumann, Elisabeth. The Spiral of Silence A Theory of Public Opinion. Journal of Communication, Volume 24, Issue 2. 43-51. 1974.

Orgad, Shani. Media representation and the global imagination. Polity Press, Cambridge, 2012

Merskin, Debra. Sending up signals: A survey of Native American media use and representation in the mass media. Howard Journal of Communications, Volume 9(4): 333–345. 1998.

Merskin, Debra. Media, Minorities, and Meaning. Peter Lang Publishing Inc. 2010.

Raley, Amber & Lucas, Jennifer. Stereotype or success? Prime-time television's portrayals of gay male, lesbian, and bisexual characters. Journal of Homosexuality. Volume 51: 19-38. 2006.

Semetko, Holli A & Valkenburg, Patti M. Framing European Politics: A Content Analysis of Press and Television News. Journal of Communication, Volume 50: 93-109. 2000.

Shugart, Mattthew. Presidentialism, Elections and Representation. Journal of Theoretical Politics. Volume 15, Issue 1.: 67-91. 2003.

Scheufele, Dietram A. Framing as a Theory of Media Effects. Journal of Communication. Volume 49, Issue 1: 103-122. 1999.

56 Sociaal en Cultureel Planbureau. Nederlanders steeds positiever over homoseksualiteit en genderdiversiteit. 2018.

Tuchman, Gaye. Making News: A Study in the Construction of Reality. The Free Press, New York, 1978.

De Vreese, Claes H. (2005), “News framing: Theory and typology”, Information Design Journal & Document Design. Volume 13, Issue 1: 51-62. 2005.

Visscher, J. De nieuwe refo en mediagebruik. Reformatorisch Dagblad. 2006.

De Wever, Robin. Voor miljoenen christenen brengt Trump het einde der tijden dichterbij. Trouw. 22 mei 2018.

Bijlagen

1 september 2018 zaterdag

(1) Huisarts is geen pillenautomaat

BYLINE: Jakko Gunst SECTION: GEZOND; Blz.9 LENGTH: 805 woorden

1. geschil

Een huisarts om medicijnen vragen, is tegenwoordig niet het meeste werk. Veel patiënten beschikken over een laptop, tablet of iPhone en een digitale aanvraag is zo gedaan. Toch zal elke arts per verzoek een professionele afweging willen maken. Tuchtrechtelijk gezien is dat ook een juiste instelling.

Er zijn meerdere manieren waarop een patiënt zijn huisarts kan vragen om een medicijn. Een voorbeeld van een beleefd verzoek zou kunnen zijn: „Kunt u mij misschien een antibioticum voorschrijven? Ik ben bang dat ik een ontsteking heb.” Dat zo’n beschaafde aanvraag bepaald geen gemeengoed is, merkt een vrouwelijke arts, werkzaam in Noord-Nederland. Ze krijgt te maken met een patiënt die als homo met wisselende seksuele contacten tot de risicogroep van mogelijke hiv-patiënten behoort.

Hiv-bestrijders en de GGD zitten over deze groep al jaren met de handen in het haar. Hoe valt het aantal nieuwe besmettingen omlaag te krijgen en hoe zijn deze mannen te bewegen tot een gezondere levensstijl?

57 In de homowereld wordt al jaren gesproken over het ‘wondermiddel’ Pre-Expositie Profylaxe, afgekort PrEP; een virusremmer in de vorm van een pil die veelal onder de merknaam Truvada op de markt wordt gebracht.

Over het voorschrijven van deze pil wordt verschillend gedacht. Sommige experts wijzen op het risico van een averechts effect dat kan optreden wanneer de gebruikers ervan zich zo beschermd wanen dat ze in een nog extremer gedrag vervallen. Het maakt het voorschrijven allesbehalve tot een formaliteit. Hoe dat ook zij, van de patiënt ontvangt de huisarts op zekere dag via een e-consult een verzoek. De strekking daarvan luidt: ik wil PrEP gaan gebruiken, dus graag een receptje uitschrijven a.u.b. Ook zijn partner heeft belangstelling voor het medicijn, voegt hij eraan toe.

Voor de huisarts is gehoor geven aan het verzoek geen kwestie van even doen. Het gaat, zo schat zij in, niet alleen om gevoelige, maar ook specialistische materie. Omdat het verstrekken van PrEP voor haar nieuw is, besluit zij in overleg met de andere collega’s uit de praktijk eerst informatie in te winnen bij de hoofdvestiging van de GGD in haar regio. Daar bestaat, anders dan in haar huisartsenpraktijk, al de nodige ervaring met het onder toezicht toedienen van PrEP, zo hoort ze. Eigenlijk gaat het om een toediening in de vorm van een wetenschappelijk onderzoek aan zeventien patiënten. Binnen twee maanden start de GGD met een nieuwe groep.

Na opnieuw met collega’s te hebben overlegd, staat het besluit van de arts vast. Ze zal niet ingaan op het verzoek om de PrEP-pil voor te schrijven. Wel wil ze alles doen wat nodig is om ervoor te zorgen dat de patiënt op tijd kan instromen in de GGD- groep, zoals het aanvragen van bloedonderzoek en het afnemen van een test op seksueel overdraagbare aandoeningen.

2. standpunten

Getuigt het optreden van de huisarts van voldoende zorgvuldigheid en respect? Eerder het tegendeel, vindt de patiënt. Hij verwijst naar de website van de GGD, die volgens hem duidelijke taal spreekt en aangeeft dat de pil gewoon kan worden voorgeschreven.

Op de site attendeert de dienst huisartsen erop dat ze te maken kunnen krijgen met vragen over de pil. „Mocht je geïnteresseerd zijn in het voorschrijven, bekijk dan de landelijke richtlijn”, staat er verder. En: „Je kunt PrEP voorschrijven in samenwerking met de GGD.”

Duidelijke taal, oordeelt de man. Hij voegt eraan toe dat er op internet ook voor potentiële gebruikers zoals hij meer dan genoeg informatie voorhanden is. Kortom, hij weet waar hij aan begint.

Alles bij elkaar vindt hij de weigering van de arts voldoende reden om haar voor de tuchtrechter te dagen. In zijn klaagschrift stelt hij dat hij door die weigering het risico loopt een ernstig virus op te lopen en als gevolg daarvan „psychische druk” ervaart.

3. oordeel

58 Ook de tuchtraad vindt de informatie op de GGD-website van belang, met name de landelijke richtlijn die is vastgesteld door de Nederlandse vereniging van hiv- behandelaren. Die leidraad benadrukt echter dat het voorschrijven van de PrEP-pil met de nodige voorzorgsmaatregelen dient te zijn omgegeven, precies de redenering die ook de huisarts volgde.

Letterlijk noemt de leidraad het uitschrijven van recepten zelfs het werk van terzake deskundige huisartsen. Welnu, zo oordeelt het tuchtcollege, de arts nam dat ter harte en concludeerde daarna met recht en reden dat het haar aan de vereiste bevoegdheid en bekwaamheid ontbrak. Dat getuigt, zo luidt de uitspraak, juist van zorgvuldigheid, evenals de inspanningsbereidheid van de arts om de patiënt over te dragen aan de GGD.

De klacht is daarmee ongegrond en de patiënt moet kiezen: aankloppen bij de GGD en anders geen pil. Drammen of de tuchtrechter erbij halen, heeft, kortom, geen zin, en terecht. Een huisarts is immers geen pillenautomaat.

4 september 2018 dinsdag

(2) GKV-predikant pleit voor homohuwelijk

BYLINE: Redactie kerk

SECTION: KERK; Blz.14

LENGTH: 133 woorden

EDE. De vrijgemaakt gereformeerde predikant Jan-Peter Kruiger vindt dat homo’s met elkaar moeten kunnen trouwen. Dat zei hij maandag tijdens een caféavond van het platform NieuwLicht in Ede, waarvan het ND verslag deed. Volgens ds. Kruiger is de hoofdlijn van de Bijbel „dat seks binnen het huwelijk thuishoort. Alle seks buiten het huwelijk is gedoe. Dus, homo’s moeten trouwen”, zo zei hij. De avond was een vervolg op een uitzending van het EO-programma NieuwLicht.

Binnen de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV) bestaat discussie over de omgang met homorelaties en de toelating van samenlevende homo’s tot bijvoorbeeld het avondmaal en de kerkelijke ambten. De GKV-synode stelde in 2017 een studiedeputaatschap in. Dat stelt een rapport op voor de synode in 2020.

6 september 2018 donderdag

(3) India haalt homoseksualiteit uit wetboek van strafrecht

BYLINE: Redactie buitenland SECTION: BUITENLAND; Blz.6

59 LENGTH: 339 woorden

NEW DELHI. Het Indiase hooggerechtshof heeft donderdag in een historische uitspraak bepaald dat homoseksueel verkeer niet langer als misdrijf in het Aziatische land kan worden bestempeld.

De uitspraak zet een vonnis uit 2013 aan de kant. Daarin werd een wet uit het koloniale tijdperk herbevestigd die bepaalt dat seksueel verkeer tussen mensen van hetzelfde geslacht of seks met dieren een „onnatuurlijk vergrijp” is. Op overtreding van de wet stond een gevangenisstraf van maximaal tien jaar.

Het vonnis uit 2013 volgde op de uitspraak van een lagere rechter in New Delhi in 2009 dat de wet niet meer van deze tijd was en niet strookte met de constitutie. Na protesten van politieke, sociale en religieuze groeperingen besloot het hooggerechtshof echter de wet in stand te houden.

De wet is een van de oudste ter wereld waarin homoseksueel verkeer strafbaar wordt gesteld. De Indiase regering en de rechterlijke macht zijn altijd huiverig geweest om die regel af te schaffen. De afgelopen jaren is er in de Indiase samenleving echter een groeiende roep geweest om homoseksualiteit uit het wetboek van strafrecht te halen. Vooral de intensieve campagne van de homolobby lijkt nu effect te hebben gesorteerd.

„Het strafbaar stellen van vleselijke gemeenschap is irrationeel, willekeurig en overduidelijk in strijd met de grondwet”, verklaarde opperrechter Dipak Misra bij het voorlezen van het vonnis.

Activisten die zich buiten het gerechtsgebouw hadden verzameld vierden feest nadat de uitspraak bekend was gemaakt.

Oppositie

Hoewel de publieke opinie in de grote steden in India voornamelijk voor het schrappen van het verbod was, blijft de oppositie in de conservatieve religieuze gemeenschappen in plattelandsgebieden onverminderd groot.

Het zal dus naar verwachting wel even duren voordat de uitspraak van het hof in die gebieden doordringt en daadwerkelijk effect zal hebben.

De uitspraak van het hooggerechtshof is overigens definitief en kan niet meer op een hoger juridisch niveau worden aangevochten.

17 september 2018 maandag

(4) ,,Gebedshuis zo nodig sluiten"

BYLINE: Redactie binnenland

60 SECTION: BINNENLAND; Blz.13 LENGTH: 394 woorden

HIGHLIGHT: AMSTERDAM. De Amsterdamse burgemeester Halsema wil in het ,,aller-, alleruiterste geval" gebedshuizen kunnen sluiten. Bijvoorbeeld als er haatpreken worden gehouden. Juristen reageren kritisch. Strafrechtadvocaat Anis Boumanjal acht het ,,een kansloze exercitie."

Halsema deed haar uitspraken vrijdagavond in Het gesprek met de burgemeester op de Amsterdamse tv-zender AT5. Ze zette daarin haar visie op de deradicaliseringsaanpak van de stad uiteen. Letterlijk zei ze: ,,Als een imam een aantal keren afschuwelijke preken houdt over dat vrouwen onderdanig moeten zijn en homoseksualiteit misdadig is, wil je kunnen optreden tegen zo'n moskee. Het is heel rigoureus, en je doet het alleen in het uiterste geval, maar dan wil je zo'n moskee kunnen sluiten."

Jurist Teunis van Kooten -vorig jaar gepromoveerd op een onderzoek naar de positie van kerken in de neutrale staat- zei maandag in het Nederlands Dagblad dat de Amsterdamse burgemeester met haar pleidooi juridisch over de schreef gaat. ,,Halsema wil ingrijpen in de vrije ruimte van gebedshuizen, terwijl je volgens de Grondwet juist daar meer vrijheid hebt om te zeggen wat je wilt. Ook al komt dat niet overeen met de heersende norm." Volgens de jurist wordt de grens van die vrijheid pas bereikt als er sprake is van een oproep tot haat of geweld.

Fokko Oldenhuis, honorair hoogleraar religie en recht aan de Rijksuniversiteit Groningen, toonde zich maandag in dagblad Trouw eveneens kritisch. Volgens hem was de uitspraak dat een vrouw onderdanig moet zijn aan haar man vroeger een gangbare opvatting in christelijke kring, die ook nu nog wel klinkt in sommige behoudende gemeenschappen. ,,Dat is geen reden om de tent te sluiten. Dan kun je de halve Veluwe wel op slot doen."

Strafrechtadvocaat Anis Boumanjal noemde het streven van Halsema maandag in de Volkskrant ,,een kansloze exercitie." Hij wijst erop dat ,,drie fundamentele grondbeginselen in de democratische rechtstaat" Halsema in de weg staan: het recht op verenigen, het recht op vrijheid van godsdienst en het recht op vrijheid van meningsuiting. ,,Hoe frustrerend het ook kan zijn en hoe onsmakelijk je het ook mag vinden, het (herhaaldelijk) door een imam prediken dat homoseksualiteit misdadig zou zijn en dat vrouwen onderdanig moeten zijn, is, als hij daarbij niet aanzet tot geweld, onvoldoende om tot sluiting van de moskee over te gaan. Deze grondrechten bestaan juist met de notie dat mensen er andere ideeën op na mogen houden en deze ook mogen uitspreken."

18 september 2018 dinsdag

(5) Hoge zuurgraad in afscheidsbrief van liberale voorman

BYLINE: Gerard Vroegindeweij

61 SECTION: BINNENLAND; Blz.5

LENGTH: 403 woorden

HIGHLIGHT: VVD-fractievoorzitter Dijkhoff heeft maandag door middel van een open brief afscheid genomen van de Rooms-Katholieke Kerk. Daarbij zijn kanttekeningen te plaatsen. Maar zijn opmerkingen geven ook te denken.

Dijkhoff voert al langer een kruistocht tegen kerken. Tijdens een VVD-congres in mei haalt de liberaal stevig uit naar kerken. ,,We willen de kerken niet verbieden, maar het is goed dat ze geleerd hebben een toontje lager te zingen."

Wim Eijk, aartsbisschop van Utrecht, de hoogste roomse geestelijke in ons land, haalt deze woorden van Dijkhoff zaterdag aan in een interview met de Gelderlander. Eijk, die ook kardinaal is, noemt de VVD'er een ,,kleinzielige hyperindividualist." Eijk neemt het Dijkhoff verder kwalijk dat hij het geloof wil terugdringen tot achter de voordeur. De aartsbisschop, die bekendstaat als streng in de leer, benadrukt dat Dijkhoff meer oog zou moeten hebben voor de sociale functie van kerken. ,,De meeste vrijwilligers komen uit kerkelijke hoek. Dat is de participatiesamenleving die de overheid zo graag wil."

Maandag reageert Dijkhoff met een open brief waarin hij ingaat op de uitlatingen van de aartsbisschop. De brief kenmerkt zich door een hoge zuurgraad. Dat begint al met de aanhef: ,,Geachte heer Eijk, vooruit: Monseigneur." Verder verwijt de liberaal de kerk dat ze ,,deze lieve mensen zelf vakkundig uw kerk uitgejaagd heeft." Ook het slot is scherp: ,,In de naam van de moeder, de dochter en de heilige liefde."

Heel apart is dat de brief op de website van de VVD staat. De partij ziet immers het liefst religie achter de voordeur verdwijnen. Dijkhoff krijgt op Twitter veel kritiek. Gemeten naar de VVD-normen geeft het geen pas dat de liberale voorman zijn privémening als een politiek statement op de VVD-website presenteert.

De brief komt hard aan. Maar tegelijk erkent Dijkhoff dat hij allang op de drempel stond: ,,Rooms ben ik allang niet meer, maar Brabants katholiek voel ik me wel."

Uit de brief van Dijkhoff blijkt verder dat hij moeite heeft met het standpunt van de Rooms-Katholieke Kerk over homoseksualiteit en geslachtsgemeenschap buiten het huwelijk. Daar ligt de kern van Dijkhoffs probleem. Hij is in zijn opvattingen veel moderner geworden dan de kerk leert.

Toch geeft de brief van Dijkhoff ook reden tot nadenken. Waarom zijn de kerken in de achterliggende decennia zo leeggelopen? Eijk schuift het op mensen die wegblijven en niet meer betalen. Dijkhoff had graag wat meer zelfreflectie gezien bij de kerkleider. Dat is natuurlijk nooit verkeerd. Niet voor Eijk. En niet voor Dijkhoff.

Gemeten naar de VVD-normen geeft brief van Dijkhoff geen pas.

62 20 september 2018 donderdag

(6) Synode NRC houdt eerste vergaderdag

BYLINE: Ds. E. Hakvoort

SECTION: KERK; Blz.3

LENGTH: 565 woorden

HIGHLIGHT: In Grand Rapids vergadert de generale synode van de Netherlands Reformed Congregations. De eerste van twee impressies.

Impressie

De generale synode van de Netherlands Reformed Congregations (NRC) in Noord- Amerika is woensdag begonnen. Traditiegetrouw vindt de vergadering van de NRC -zusterkerk van de Gereformeerde Gemeenten- plaats in het kerkgebouw van de gemeente van Grand Rapids Covell Avenue.

Vanuit heel Noord-Amerika waren afgevaardigden en ambtsdragers naar Grand Rapids gereisd om de synode bij te wonen. Wanneer men ter vergelijking in Nederland zo'n 200 kilometer moeten reizen voor een vergadering dan wordt dat geacht een grote afstand te zijn. In Noord-Amerika worden binnenlandse reizen van soms wel meer dan twintig keer zo ver afgelegd voor het bijwonen van de synode.

Namens de roepende kerk van Lynden (Washington) opende ds. P. van Ruitenburg als consulent de synodevergadering. Hij mediteerde over Psalm 42:6 en 12 en sprak over de ,,verlossingen Zijns aangezichts" (vs. 6) alsmede over de ,,verlossingen mijns aangezichts" (vs. 12). Hij heette vervolgens alle afgevaardigden hartelijk welkom en memoreerde alle bijzondere gebeurtenissen sinds de laatste synodevergadering.

Het moderamen werd door stemming verkozen. Ds. J. den Hoed (Franklin Lakes) werd verkozen als preses en ds. P. van Ruitenburg (Chilliwack) als tweede voorzitter. Eerste scriba werd ds. E. Hakvoort (Norwich, Canada), en tweede scriba ouderling J. van Brugge (Norwich, Canada), terwijl als quaestor ouderling W. Greendyk (Grand Rapids Beckwith Avenue) werd verkozen.

Ds. G. J. N. Moens bracht vervolgens des hartelijke groeten over namens de zusterkerken in Nederland. Hij sprak van de goede broederlijke band alsmede van de gemeenschappelijke zorg die er is over een deel van de jeugd. Hij sprak de hartelijke wens uit dat de band bestendigd mag worden en de vergadering in de gunst des Heeren mag zijn.

Eveneens hartelijke groeten werden overgebracht door ds. M. A. Rojas namens de Iglesia Reformada de Bolivia. Deze kerken zijn ontstaan uit het zendingswerk. Ds. Rojas sprak zijn dank uit aan het zendingsdeputaatschap voor alle hulp en de leiding die werd en nog wordt gegeven. Hij gaf aan dat dezelfde zorgen die

63 gevonden worden in zowel Noord-Amerika als in Bolivia, veroorzaakt worden door de hardigheid des harten en dat waarachtige bekering noodzakelijk is.

Tijdens de eerste synodedag werden er diverse rapporten behandeld. Het zendingsrapport sprak over de goede voortgang van het zendingswerk in Bolivia en in het bijzonder in de nieuwe locaties Lujan en Tarija. Gods Woord mag nu worden gebracht in vijf plaatsten in verschillende delen van Bolivia. Opgemerkt werd dat de Heere Zijn Kerk over het rond der aarde heeft en het zendingswerk kennelijk gezegend wordt. Ds. E. M. Maljaars hoopt, nu hij zijn taalstudie heeft afgerond, zijn taak op zich te nemen in de stad Tarija, een stad dicht bij de Argentijnse grens, met ongeveer 250.000 inwoners.

De classis West heeft op verzoek van de vorige generale synode een rapport opgesteld over (homo)seksualiteit. Na bespreking heeft de synode het rapport goedgekeurd en zich daarmee unaniem uitgesproken tegen alle vormen van intieme omgang buiten het Bijbelse huwelijk om.

In de vacature van wijlen ds. P. L. Bazen in het curatorium werd verkozen ds. A. A. Brugge van Lethbridge. In de vacatures voor ouderlingen werden verkozen de ouderlingen M. C. Blom (Grand Rapids) en S. Sweetman (Franklin Lakes).

Synoderapport wil vasthouden aan Bijbels huwelijk

29 september 2018 zaterdag

(7) Roemeens hof verdedigt homohuwelijk

BYLINE: Redactie buitenland

SECTION: BUITENLAND; Blz.6

LENGTH: 114 woorden

HIGHLIGHT: BOEKAREST. Het hoogste Roemeense rechtsorgaan heeft bepaald dat homoparen dezelfde familierechten hebben als heteroseksuele stellen. Die uitspraak komt vlak voor een nationaal referendum op 6 en 7 oktober, dat het homohuwelijk in Roemenië juist onmogelijk wil maken.

Het constitutioneel hof is van oordeel dat homo's en hetero's hetzelfde moeten worden behandeld. Man-man- en vrouw-vrouwhuwelijken hebben recht op ,,het profijt van wettelijke en juridische erkenning van hun rechten en plichten", aldus het hof.

Hetzelfde hof gaf een paar weken geleden groen licht voor een referendum over een grondwetsherziening, dat vast wil leggen dat mannen alleen met vrouwen mogen trouwen. Nu is er in het bewuste artikel sprake van echtparen, zonder geslachtsaanduiding.

64 Het referendum is een initiatief van een actiegroep die 3 miljoen handtekeningen heeft verzameld. De uitslag is bindend als minstens 30 procent van de stemgerechtigden komt opdagen.

3 november 2018 zaterdag

(8) PKN blijft verdeeld over homokwestie

BYLINE: Wim van Egdom

SECTION: KERK; Blz.18

LENGTH: 720 woorden

HIGHLIGHT: Het blijkt ook 14 jaar na de kerkvereniging onmogelijk om in de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) met een eenduidige visie te komen op het huwelijk en op het zegenen van andere levensverbintenissen.

De kwestie van het inzegenen van relaties tussen mensen van hetzelfde geslacht was al tijdens het zogenoemde SoW-proces, dat in 2004 resulteerde in de vorming van de PKN, een heet hangijzer. De visie op het huwelijk en het zegenen van andere levensverbintenissen staat nu opnieuw ter discussie.

Het afgelopen jaar heeft een commissie, bestaande uit synode- en moderamenleden, gestudeerd op de ordinanties 5.3 en 5.4 van de protestantse kerkorde. De eerste ordinantie stelt dat het huwelijk tussen man en vrouw in een kerkdienst wordt ingezegend. De tweede zegt dat, indien gemeenten dit willen, andere levensverbintenissen in de kerk gezegend kunnen worden.

Verleden jaar vroegen enkele classes en individuele gemeenteleden de generale synode het verschil tussen zegenen en inzegenen op te heffen, zodat het huwelijk tussen man en vrouw en levensverbintenissen tussen mensen van hetzelfde geslacht gelijkgeschakeld zouden worden.

Tijdens de synodevergadering van november 2017 lag er een voorstel van het moderamen op tafel om de tekst van de betreffende ordinanties niet aan te passen, maar opnieuw het onderlinge gesprek over dit onderwerp te zoeken. Een reden voor het synodebestuur om de tekst van de ordinanties ongemoeid te laten, is de diepe verdeeldheid binnen de Protestantse Kerk over het op grond van de Bijbel wel of niet toestaan van relaties tussen mensen van hetzelfde geslacht.

De bijdrage ter synode van een celibatair levende homo en een lesbische predikant, die wel ruimte ziet voor relaties tussen mensen van hetzelfde geslacht, maakte diepe indruk op de synodeleden. Vanwege de emoties besloot het synodebestuur het voorliggende voorstel terug te trekken en in november 2018 met een nieuw voorstel over de kwestie te komen.

65 Het synodebestuur heeft vrijdag een nota van twaalf pagina's over de kwestie gepubliceerd. Daarin wordt een besluitsvoorstel gepresenteerd om de huidige tekst van ordinantie 5.3 en 5.4 te handhaven, maar er wel een soort leesregel aan toe te voegen. Daarin wordt uitgesproken dat de kerkorde in de betreffende ordinanties geen waardeoordeel geeft ,,over de seksuele geaardheid van haar leden noch over het huwelijk of andere levensverbintenissen." Ook wordt in die verklaring uitgesproken dat de termen ,,inzegenen" en ,,zegenen" eenzelfde liturgische lading hebben.

Mocht de synode op 15 of 16 november echter vinden dat deze leesregel niet ver genoeg gaat, dan doet het synodebestuur een voorstel om de tekst van de betreffende ordinanties te wijzigen. Ze doet dat min of meer onder protest, omdat ze vindt dat de huidige ordinanties tot nu toe goed gewerkt hebben in de over deze kwestie verdeelde kerk. Daarbij zal een nieuwe tekst van de betreffende ordinanties door de classes besproken moeten worden (considereren). Het moderamen is bang dat de polarisatie in de Protestantse Kerk hierdoor alleen maar vergroot zal worden.

De belangrijkste wijziging in de tekst van de ordinanties zou, in het geval de synode een tekstwijziging wil, de uitspraak zijn dat ,,een huwelijk of een levensverbintenis tussen twee (volwassen) personen" als een ,,verbond van liefde en trouw voor Gods aangezicht in een trouwdienst (in)gezegend kan worden." Feitelijk worden het huwelijk tussen man en vrouw en andere levensverbintenissen met deze wijziging op één lijn gezet.

Het verschil tussen de term zegenen of inzegenen acht het moderamen niet groot. Het geeft de voorkeur aan de term zegenen omdat de term inzegenen nergens in de Bijbel voorkomt.

In alle voorstellen blijft de plaatselijke gemeente autonoom in de beslissing om alleen het huwelijk tussen man en vrouw te zegenen of om ook ruimte te geven aan het zegenen van levensverbintenissen tussen mensen van hetzelfde geslacht.

Het voorliggende voorstel laat zien dat de kwestie van het inzegenen van huwelijken en levensverbintenissen de PKN nog steeds tot op het bot verdeelt. In de nota die het synodebestuur nu gepubliceerd heeft, wordt veelvuldig het belang van de kerkelijke gemeenschap benadrukt. Synodeleden zouden zich, voor besluitvorming, moeten afvragen of de hernieuwde discussie over het zegenen van levensverbintenissen tussen mensen van hetzelfde geslacht die gemeenschap dient, of de kloof binnen de kerk over dit onderwerp alleen maar vergroot.

Synodebestuur bang voor verdere polarisatie in Protestantse Kerk

9 november 2018 vrijdag

(9) Ds. Mensink: PKN nadert kruispunt

BYLINE: Redactie kerk

66 SECTION: KERK; Blz.2

LENGTH: 451 woorden

HIGHLIGHT: ELBURG. De leden van de generale synode van de Protestantse Kerk in Nederland spreken volgende week in Doorn over het huwelijk en de inzegening daarvan in de kerkdienst. ,,De kerk nadert een kruispunt", aldus ds. A. J. Mensink donderdag in De Waarheidsvriend.

,,Moet het huidige onderscheid tussen heteroseksuele en homoseksuele relaties verdwijnen, en dus ook het onderscheid tussen inzegenen en zegenen?" zo vat de voorzitter van het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond binnen de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) het vraagstuk samen waarover het volgende week gaat. Hij wijst erop dat in de Nederlandse Hervormde Kerk al tussen 2001 en 2004 een discussie is gevoerd over homoseksualiteit en relaties. ,,Dat die discussie op dat moment gevoerd werd, heeft naar twee kanten een schadelijke keerzijde gehad. Enerzijds gaf het synodebesluit om ook homoseksuele relaties te zegenen bij velen de doorslag om zich niet te laten meenemen in de Protestantse Kerk. Anderzijds is de kerkelijke en pastorale bezinning op homoseksualiteit onder een oneigenlijke druk gevoerd." Volgens ds. Mensink is die bezinning ,,ook kerkbreed" nog niet afgerond.

Ideologische sfeer

De predikant uit Elburg merkt op dat rond homoseksualiteit in de huidige tijd een ideologische sfeer hangt. ,,Het seculiere denken heeft seksualiteit tot identiteitsbepalend verheven, en dwingt ons dus alle mogelijke seksuele varianten te aanvaarden omdat we anders ménsen afwijzen. En dat doe je niet. Zeker in de kerk niet, waar wij niemand uitsluiten op grond van zijn of haar identiteit, geslacht, ras of afkomst."

Ds. Mensink stelt dat de kerk zich moet afvragen ,,in hoeverre wij een knieval maken voor de geest van de wereld als we homoseksuele relaties gelijkstellen aan het Bijbelse huwelijk en dat op dezelfde wijze inzegenen."

Hij noemt het ,,beangstigend" dat de meerderheid van de synode het moderamen heeft gedwongen om met een voorstel te komen dat ,,nog verder gaat" dan de huidige ordinanties.

,,Wordt de kerk in haar denken gelijkvormig aan de wereld, dan wordt zij met duisternis geslagen en verliest zij haar licht voor God en deze wereld. In die zin is de komende synodevergadering een kairos, een beslissend moment, om al dan niet Jezus als Kurios te belijden als haar enige Heere en Koning."

Wat ds. Mensink betreft is de tijd voorbij dat de kerk in haar definitie van het huwelijk kan aansluiten bij wat de Nederlandse overheid in het Burgerlijk Wetboek bepaalt. ,,In de toekomst liggen allerlei varianten open van wat een huwelijk kan

67 zijn. Tegenover de maatschappelijke ontbinding die hiermee gepaard gaat, zal de kerk blijven spreken over het huwelijk van man en vrouw als heilzame ordening van de samenleving, als heilzame bedding voor de opvoeding en het ontwikkelen van identiteit van een nieuwe generatie. We zijn er goed mee, als we de inzettingen van de Heere liefhebben en bewaren."

,,We zijn er goed mee als we de inzettingen van de Heere liefhebben en bewaren"

10 november 2018 zaterdag

(10) Verplicht les over lhbti in Schotland

BYLINE: ANP

SECTION: BUITENLAND; Blz.9

LENGTH: 110 woorden

EDINBURGH. Scholen in Schotland moeten verplicht lesgeven over de rechten van lesbiennes, homo- en biseksuelen, transgenders en interseksuelen (lhbti). The Guardian schrijft dat Schotland daarmee het eerste land is waar lhbti-lessen worden ingevoerd.

De Schotse ministers namen alle aanbevelingen over van een werkgroep die geleid werd door een belangengroepering voor de lhbti-gemeenschap.

Op openbare scholen moet voortaan les worden gegeven over onder meer de geschiedenis van lhbti-bewegingen, gelijkheid en het ontdekken van identiteit. Daarnaast moeten leraren homofobie en transfobie tegengaan.

De Schotse vicepremier John Swinney liet weten het van vitaal belang te vinden ,,dat het curriculum even divers is als de jonge mensen die op onze scholen leren". Ook Jordan Daly van de belangenvereniging is verheugd. ,,Dit is een monumentale overwinning voor onze campagne en een historisch moment."

14 november 2018 woensdag

(11) Kinderwens

BYLINE: Hoofdredactie

SECTION: KERK; Blz.3

LENGTH: 490 woorden

Commentaar

68 Het gezin is de hoeksteen van de samenleving. Met die slogan bondt ooit de KVP en later het CDA de strijd aan tegen de individualisering. Maar ja, wat is de definitie van een gezin? Het CDA rekte dat in de jaren negentig van de vorige eeuw op tot een huishouden, ongeacht of het paar gehuwd was. De huidige D66-minister Van Engelshoven denkt ruimer en stelt dat regenbooggezinnen ook gezinnen zijn. Het gaat daarbij niet om relaties waarbij de partners uiteenlopende politieke kleuren hebben maar om paren van gelijk geslacht, al of niet met kinderen.

De Staatscommissie Herijking ouderschap stelde in 2016 vast dat de Nederlandse bevolking steeds toleranter wordt ten aanzien van nieuwe gezinsvormen. Een nieuwe stap daarin is dat homokoppels vanaf 2019 hun kinderwens in vervulling kunnen laten gaan met een draagmoeder.

De lhbt-beweging zal deze mijlpaal ongetwijfeld toejuichen. Volgens onderzoekers zouden kinderen van homokoppels immers nog gelukkiger zijn dan kinderen in een traditioneel gezin? Wat wil je nog meer? Eindelijk een kind van jezelf, waarbij je niet naar Cyprus of Canada hoeft om een draagmoeder te vinden.

Vooropgesteld: het is wat overdreven om te doen alsof er sprake is van een grote doorbraak. Het gaat om twee ivf-klinieken die nu hun deuren openzetten voor homostellen met een kinderwens. De juridische haken en ogen rond de relatie van deze wensouders met hun kind blijven nog onopgelost. De keerzijde is wel dat zo'n stap als deze de roep om passende wetgeving weer aanzwengelt. Als de ouders dat zelf niet doen, zorgen de media daar wel voor. De volgende stappen zijn al in beeld: kinderen van twee vrouwen zonder dat er een man aan te pas komt.

Dat daarbij de bezwaren tegen draagmoederschap onderbelicht blijven, past bij de agenda van de eerder genoemde lhbt-beweging. Plat gezegd: het gezin is hier verworden tot een gelegenheidscoalitie, ouderschap is een van de belangrijke projecten en het kind is er het product van. Natuurlijk denkt het betreffende homokoppel niet zo, maar in de praktijk worden de grote ethische vragen rond het kind ondergeschikt gemaakt aan de wensen en belangen van de ouders.

Niet geheel los daarvan is er een veel fundamenteler bezwaar. Allerlei alternatieve samenlevingsvormen, buitenhuwelijkse relaties en kinderen, echtscheidingen, latrelaties en paren van gelijk geslacht doen ernstig inbreuk op de vorm die God zo zegenrijk heeft ingesteld: een huwelijk als hechte levenslange band tussen één man en één vrouw. Dat is de bedding voor liefde, trouw, seksualiteit, voortplanting en opvoeding, onder de regenboog van Zijn verbond. Het gezin is niet alleen de hoeksteen of cel van de samenleving maar -met eerbied gezegd- Gods bouwsteen voor de mensheid, al vanaf de schepping. Hij opent en sluit de baarmoeder.

Hoofdredactie

Gezin is meer dan bouwsteen van de samenleving

14 november 2018 woensdag

69 (12) "Trump van de Tropen" vooral controversieel

BYLINE: Richard Donk

SECTION: BUITENLAND; Blz.6

LENGTH: 828 woorden

HIGHLIGHT: In Brazilië neemt over enkele weken een voormalige legerkapitein zijn intrek in het presidentiële paleis. Nog voor zijn officiële aantreden kan Jair Bolsonaro alvast één etiket worden opgeplakt: controversieel.

Dat Jair Bolsonaro het ooit tot 38e president van het grootste land van Zuid-Amerika zou schoppen, lag niet bepaald in de lijn der verwachting. Hoewel hij sinds 1988 politiek actief was -eerst als gemeenteraadslid van Rio de Janeiro en vanaf 1991 als federaal Congreslid- stond hij in die periode vooral bekend als een grijze muis. Van de 200 wetsvoorstellen die hij als volksvertegenwoordiger indiende, haalden het er maar twee.

Tijdens zijn militaire carrière bleek echter al dat zijn plannen verder reikten dan een staat van dienst in het leger. Bolsonaro studeerde in 1977 af aan de militaire academie en diende als officier bij de paratroepen. Bij een test vertoonde hij ,,tekenen van excessieve ambitie om financieel en economisch succesvol te zijn."

De Braziliaan zette zich als officier in voor verhoging van de soldij. Dat kwam hem zelfs op arrestatie te staan, toen hij zijn handtekening zette onder een document waarin werd geklaagd over de lage lonen voor soldaten. Ook tijdens zijn parlementaire periode verdedigde hij de belangen van het leger. Dat leverde hem een stevige electorale basis in de strijdkrachten op.

Militaire dictatuur

Bolsonaro betoonde zich echter niet alleen een voorvechter van het huidige Braziliaanse leger, hij prees ook bij herhaling de militaire dictatuur die het land tussen 1964 en 1985 kende. Dat tijdperk, waarin duizenden Brazilianen werden opgepakt en gemarteld, omschreef hij als een ,,glorieuze periode." Tijdens een tv-interview in 1999 zei hij zelfs: ,,Ik ben voorstander van marteling - dat weet u."

Het zou niet bij die omstreden uitspraken blijven. Vooral sinds zijn kandidaatstelling voor het presidentschap liet hij zich onder andere uiterst kritisch over homoseksualiteit en immigratie uit. Hij joeg met diverse laatdunkende opmerkingen ook veel vrouwen tegen zich in het harnas.

Toch wist hij tijdens de presidentsverkiezingen van 28 oktober ruim 55 procent van de stemmen binnen te halen. Die winst verkreeg hij vooral door in te spelen op de diepgewortelde gevoelens van onvrede in de Braziliaanse samenleving. Misdaad en geweld vieren hoogtij in het Zuid-Amerikaanse land, ondanks pogingen van de

70 vorige regering om met name de drugscriminaliteit in de grote steden aan te pakken.

,,Veiligheid is onze prioriteit; het is urgent", schreef Bolsonaro vorige maand op Twitter. ,,De mensen hebben banen en onderwijs nodig. Maar dat heeft geen zin als ze nog steeds worden beroofd als ze onderweg zijn naar hun werk; het is zinloos als de drugshandel aan de poorten van onze scholen blijft bestaan."

Daarom belooft Bolsonaro veiligheid, maar dan wel op zijn eigen manier. Met keiharde hand zal hij de openbare orde handhaven, daarover laat hij geen misverstand bestaan. In de eerste plaats door de politie. ,,Een agent die niet doodt, is geen agent", stelde hij vorig jaar. Maar ook de burgers zelf wil hij inschakelen om de welig tierende misdaad een halt toe te roepen. De wapenwetgeving moet worden versoepeld, zodat ,,elke burger die een wapen in huis wil hebben en aan bepaalde voorwaarden voldoet, er een moet kunnen hebben."

Om zijn veiligheidsbeleid gestalte te geven, heeft Bolsonaro onlangs rechter Sergio Moro tot minister van Justitie benoemd. De jurist verwierf in Brazilië bekendheid door het leiden van "Operatie Autowassen", een grootschalig onderzoek naar fraude en corruptie. Moro kreeg de nodige kritiek op die operatie omdat die politiek gemotiveerd zou zijn en vooral linkse politici op de korrel zou nemen. Immers, een van de grootste 'slachtoffers' van die schoonmaakactie was de voormalige linkse president Luiz Inacio da Silva, die twaalf jaar cel kreeg wegens corruptie.

Op economisch terrein weet Bolsonaro zich van de steun van veel zakenlui verzekerd. Zij verwelkomen zijn onvoorwaardelijke promotie van de vrijemarkteconomie.

Populistische stijl

Braziliaanse evangelicals, die ruim 22 procent van de bevolking uitmaken, zijn vooralsnog content met zijn conservatieve ideeën op het gebied van ethische kwesties als abortus en homohuwelijk. Jongeren voelen zich aangesproken door zijn directe manier van spreken en zijn plannen om het in zijn ogen vastgeroeste politieke establishment flink door elkaar te schudden.

Zijn populistische stijl, zijn veelvuldig gebruik van Twitter en zijn slogan "Brazilië Eerst" hebben Jair Bolsonaro inmiddels de bijnaam "Trump van de Tropen" opgeleverd. Vanaf 1 januari zal blijken of hij daadwerkelijk in staat is zijn land een andere richting op te duwen.

Bijna was het overigens niet eens zo ver gekomen. Op 6 september werd Bolsonaro tijdens een verkiezingsbijeenkomst door iemand uit het publiek neergestoken. Hij werd in kritieke toestand in het ziekenhuis opgenomen en geopereerd. Hoewel hij door die aanslag niet meer in staat was verder campagne te voeren, liep zijn populariteit in de peilingen alleen maar verder op. Met een klinkende overwinning op 28 oktober als gevolg.

Braziliaanse evangelicals content met conservatieve opvattingen Bolsonaro

71 14 november 2018 woensdag

(13) Knutselen aan de DNA-code

BYLINE: Bart van den Dikkenberg

SECTION: TECHNIEK; Blz.4

LENGTH: 1568 woorden

HIGHLIGHT: De term CRISPR/Cas is de laatste maanden geregeld in het nieuws. Nee, het gaat niet over een nieuwe krokante aardappelsnack. Wat is het wel? En wat kunnen wetenschappers ermee? tekst Bart van den Dikkenberg beeld iStock

De term CRISPR/Cas is de laatste maanden geregeld in het nieuws. Nee, het gaat niet over een nieuwe krokante aardappelsnack. Wat is het wel? En wat kunnen wetenschappers ermee?

Minister (Landbouw) maakte eind vorige maand bekend dat ze aan de slag wil met een ,,lichte vorm" van genetische modificatie. Haar ministerie gaat met bedrijven, boeren en de Universiteit Wageningen onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om te experimenteren met de zogeheten CRISPR/Cas-methode. Opmerkelijk, want het Europese Hof van Justitie gooide onlangs de deur juist dicht voor deze populaire techniek, door die te bestempelen als genetische manipulatie.

Met name de Nederlandse en Duitse landbouwsector vechten die beslissing aan. Met CRISPR/Cas kunnen veredelingsbedrijven gewassen heel gemakkelijk resistenter maken tegen ziekten en plaaginsecten. Dat is belangrijk, omdat de EU ook het gebruik van bestrijdingsmiddelen steeds meer aan banden legt.

Kastomaat

Het gaat met name om de CRISPR/Cas9-methode (zie "Knippen en plakken"). Die biedt voor de land- en tuinbouw ongekende mogelijkheden. Biotechnologen kunnen gewassen verbeteren door zwakke stukken DNA eruit te knippen en die te vervangen door 'gezond' soorteigen DNA. Of bijvoorbeeld wilde tomaten razendsnel ombouwen tot rijkdragende kastomaten.

De wilde gelige kerstomaatjes die Zuid-Amerikanen 2500 jaar geleden teelden, staan aan de basis van het brede tomatenassortiment van vandaag de dag. Maar met CRISPR/Cas9 verloopt die veredeling veel sneller. Een Braziliaans team paste zo onlangs het DNA van een wilde tomatensoort aan. De vrij kleine vruchten kregen daardoor een vijf keer hoger gehalte aan de helderrode kleurstof lycopeen. De Chinees Cao Xu knutselde met zijn team aan een ander deel van het DNA van de wilde tomaat. Zij wisten het vitamine C-gehalte in de bladeren sterk op te schroeven.

72 Het team van Zachary Lippman, hoogleraar en onderzoeksleider aan Cold Spring Harbor Laboratory (VS), heeft op dezelfde manier ananaskersen geschikt gemaakt voor grootschalige teelt.

Via klassieke veredeling -door het kruisen van gewassen- kost het jaren om zo'n resultaat te bereiken; in het lab een paar uur. Deze techniek had de mensheid duizenden jaren van kruisen en veredelen kunnen besparen, schreven de onderzoekers vorige maand in het tijdschrift Nature Biotechnology.

Reparatiemechanisme

Hoewel wetenschappers veel kunnen met de CRISPR/Cas9-methode, is deze niet foutloos of probleemloos. Uit een eerdere publicatie in juli in Nature Biotechnology blijkt dat het DNA-reparatiemechanisme na afloop van de modificatie soms hele stukken 'gezond' DNA weggooit.

Ook zijn er onderzoeken gepubliceerd waaruit blijkt dat het Cas9-eiwit het DNA verknipt op plaatsen waar het niet hoort. De redactie van Nature Methods trok een van die onderzoeken in april echter weer in.

Maar ook daaraan wordt gewerkt. Wetenschappers van de University of Texas (VS) publiceerden in augustus in het tijdschrift Molecular Cell de eerste resultaten met de CRISPR/Cas12a-methode. Deze is nog preciezer en effectiever dan de veelgebruikte CRISPR/Cas9-methode. Simpelweg doordat het Cas12a-eiwit minder knipfouten maakt dan Cas9.

,,Al met al is CRISPR/Cas9 een enorm belangrijk stuk gereedschap geworden. Vooral in het medische onderzoek", stelde Joseph Jacobson, hoogleraar moleculaire machines aan het Amerikaanse Massachusetts Institute of Technology (MIT), in oktober in het tijdschrift Science Advances (Zie "Aanpak van ziekten"). ,,En de techniek zal op termijn ook grote gevolgen hebben voor de landbouw, de teelt van biobrandstoffen en voedselveiligheid."

Zendingswerk

Om het Nederlandse onderzoek naar CRISPR/Cas van de grond te krijgen, heeft minister Schouten nog heel wat zendingswerk te doen binnen de EU. Met het huidige Europese verbod is er geen enkele ruimte voor experimenten zoals minister Schouten voorstelt, verklaarde jurist Kai Purnhagen van Wageningen Universiteit vorige week. ,,Die techniek kunnen we de komende tien jaar wel vergeten", stelde directeur Jan van Hoogen van aardappelhandel Agrico zaterdag op de website akkerwijzer.nl.

De tijd dringt. Veredelingsbedrijven verplaatsen hun onderzoeksafdelingen naar landen buiten Europa, of overwegen dat. Wageningen Universiteit loopt daardoor onderzoeksopdrachten mis met de veredelingstechniek CRISPR/Cas. Purnhagen ziet nog één lichtpuntje: ,,Wellicht zou Nederland vrijstelling kunnen krijgen van die wetgeving als de met CRISPR/Cas ontwikkelde producten niet in het milieu of op de voedselmarkt terecht komen."

73 ,,Via klassieke veredeling kost het jaren om resultaat te bereiken; in het lab een paar uur"

Knippen en plakken

Met de CRISPR/Cas9-methode kunnen biotechnologen tamelijk eenvoudig de DNA- code veranderen. Wetenschappers keken die af van een truc die bacteriën gebruiken om virussen te slim af te zijn. Virussen gebruiken bacteriën om zich voort te planten: ze brengen hun DNA in de bacterie en gebruiken die om nog meer virussen te produceren.

Zo'n 40 procent van de bacteriën kan dit virus-DNA herkennen met behulp van een soort ingebouwde databank. Dat werkt als volgt: in het bacterie-DNA zijn stukjes virus-DNA ingebouwd die de bacterie heeft bewaard van virusaanvallen. Deze worden geflankeerd door zogeheten palindroom-DNA, stukjes DNA-code die alleen zijn bedoeld om het virus-DNA te onderscheiden van het eigen bacterie-DNA. Hier komt de naam CRISPR vandaan: Clustered Regularly Interspaced Short Palindromic Repeats - een enorme DNA-bibliotheek van steeds dezelfde stukjes eigen DNA met daartussen stukjes opgeslagen virus-DNA.

Herkent de bacterie ingebracht virus-DNA, dan zet deze een verdedigingsmechanisme in om dat vervolgens te vernietigen. Dat gaat als volgt: de bacterie reproduceert een stukje van het opgeslagen virus-DNA. Dat stukje hecht zich aan een eiwit dat in staat is om een knip aan te brengen in het DNA, het zogeheten Cas9. Op het moment dat het gereproduceerde stukje bacterie-DNA koppelt aan het virus-DNA, knipt Cas9 het virus-DNA in tweeën, en maakt het onschadelijk.

Het lukte wetenschappers in 2013 om Cas9 zo aan te passen dat elk gewenst stukje DNA eraan geplakt kan worden. Met CRISPR/Cas9 kunnen genetici heel gericht een stukje DNA verwijderen om daar vervolgens een stukje nieuw DNA tussen te plaatsen.

Aanpak van ziekten

CRISPR/Cas9 is niet alleen geschikt voor het aanpassen van planten-DNA, ook op dieren wordt de methode volop toegepast. Zo genas een team van het Royal Veterinary College in Londen in 2010 al Cavalier King Charles Spaniels van spierzwakte die op termijn hart- en longfalen zou veroorzaken.

Het tijdschrift Science meldde onlangs dat honden zijn genezen van spierdystrofie. ,,Toen we voor het eerst over CRISPR lazen, besloten we de proef op de som te nemen bij een van de lastigste spierziektes. In cellen van patiënten werkte de methode. Daarna hebben we die getest bij muizen. Vervolgens vroegen we ons af of het ook bij een groter dier zou werken", laat teamleider Eric Olson van het Southwestern Medical Center van de University of Texas weten. De resultaten zijn volgens de Amerikaan veelbelovend. En wat op grote dieren werkt, kan op termijn ook worden gebruikt om chronische ziekten bij mensen te genezen.

74 Zelfs besmettelijke ziekten als malaria kunnen met CRISPR/Cas9 worden aangepakt. Het team van parasitoloog Andrea Crisanti van het Imperial College Londen maakte in het lab een volledige populatie muggenvrouwtjes (anopheles gambiae) onvruchtbaar. Het duurt zo'n 7 tot 11 generaties tot alle vrouwtjesmuggen in een populatie onvruchtbaar zijn geworden. De aanpak van de mug kan jaarlijks zo'n half miljoen Afrikaanse en Aziatische malariaslachtoffers schelen. De Britse wetenschappers publiceerden het onderzoek in september in Nature Biotechnology.

De modificatiemethode biedt ook perspectief voor bijvoorbeeld meer dan 3000 genetisch bepaalde ziekten die worden veroorzaakt door slechts één verkeerd geplaatste letter in de DNA-code, zoals kleurenblindheid of de ziekte van Huntington. Wanneer wetenschappers in staat zijn die ene letter te vervangen, kunnen ze dus heel wat erfelijke ziekten genezen.

Ethische dilemma's

De bijna onbegrensde mogelijkheden van CRISPR/Cas9 zullen ongetwijfeld nieuwe ethische dilemma's opwerpen. Dat begint al met het gesleutel aan en vervolgens de vernietiging van menselijke embryo's.

Op termijn zullen ethische barrières worden geslecht. Wat te denken van het feit dat muizen zijn geboren uit twee vaders? Al eerder waren er muisjes uit twee moeders ter wereld gekomen.

Voor de voortplanting van zoogdieren zijn in principe een mannelijke en een vrouwelijke geslachtscel nodig. Wanneer deze samensmelten ontstaat niet alleen een embryo, maar treedt ook een cascade aan gebeurtenissen op. Innesteling, placentavorming en groei komen op gang. Voor sommige gebeurtenissen komt een gen uit de zaadcel tot expressie, voor andere een gen dat zich in de eicel bevindt.

Chinese onderzoekers voegden met CRISPR/Cas9 aan een spermacel de speciale genen van een eicel toe. Samen met een spermacel transplanteerden ze de gemodificeerde spermacel in een lege eicel. Van de duizend embryo's hielden ze tenslotte twaalf levende muisjes over, die maximaal 48 uur leefden.

Als deze voortplantingstechniek op termijn probleemloos werkt bij dieren, zal deze wellicht ook beschikbaar komen voor mensen. Homo- en lesbostellen kunnen dan 'eigen' kinderen krijgen.

14 november 2018 woensdag

(14) Eenheid gewenst in lhbt-debat

SECTION: FORUM; Blz.6

LENGTH: 1416 woorden

75 HIGHLIGHT: In het debat over homoseksualiteit is niet alleen uiterste zorgvuldigheid gewenst, maar ook helderheid en beslistheid, bepleiten ondergetekenden. Laten we met elkaar een hecht front én een getuigende gemeenschap vormen in een wereld waarin dat wat God ons heeft gegeven steeds meer als willekeurige menselijke constructies wordt gezien.

Juist wanneer we denken dat het dieptepunt zo ongeveer zal zijn bereikt, blijkt het altijd nog gekker te kunnen. Op de Nederlandse TV was onlangs een programma te zien waarin een Engelse arts, Javid Abdelmoneim -bekend van Artsen zonder Grenzen en van verschillende optredens in de media- duidelijk maakte dat er ,,geen verschillen tussen jongens en meisjes" zijn. Wij ouders en leraren leggen kinderen een bepaalde identiteit op, maar die is cultureel bepaald.

Dr. Abdelmoneim mocht zijn gang gaan om het Engelse schoolklasje "genderneutraal" te krijgen, en ja hoor, binnen enkele weken waren de ,,kinderen m/ v" al ,,zelfbewuster en ruimdenkender".

Het is de zoveelste stap in het debat over onze geslachtelijke en seksuele identiteit, samengevat als het lhbt-debat. Wat er in deze discussie op het spel staat, gaan we pas goed zien wanneer we deze zien in het perspectief dat C. S. Lewis heeft beschreven. In zijn boek "De afschaffing van de mens" beschreef Lewis de ontwikkeling van de ene wereld naar een nieuwe. In de eerste wereld werd God erkend als Schepper. Als onze Schepper gaf Hij ons ook Zijn wet, die ons leven heilzaam begrenst. Hij schiep ons als man en vrouw en schonk ons het huwelijk als een veilige plaats voor onze seksuele behoeften en verlangens. Wat God schonk was een heilzaam gegeven, en de mens voegde zich daarin.

Die wereld heeft plaats gemaakt voor de nieuwe wereld, waarin al die vroegere gegevenheden menselijke creaties en constructies zijn geworden, die we naar eigen believen kunnen definiëren en herdefiniëren.

Wat een man of vrouw is, staat niet meer (definitief) vast. Wat een huwelijk is, kunnen we gemakkelijk een nieuwe inhoud geven: niet alleen meer voor één man en één vrouw, maar ook "opengesteld" voor "personen van gelijk geslacht".

Eigen natuur

Ten diepste gaat het hier dus om het niet willen erkennen van onze eigen natuur als door God geschapen en gegeven. De nieuwe wereld is on- en tegennatuurlijk. Abraham Kuyper beschreef deze ontwikkeling in zijn Stonelezingen over het calvinisme als volgt: ,,Het modernisme rust niet voordat het van de vrouw een man, van de man een vrouw heeft gemaakt, en, alle onderscheid nivellerend, het leven doodt door het onder de ban van de eenvormigheid te leggen." Paulus plaatst deze ontwikkeling nadrukkelijk in eschatologisch perspectief (Rom. 1:31; 2 Tim. 3:1-5).

Wanneer we de huidige discussie in dit licht zien, heeft dit onzes inziens twee consequenties. De eerste is niet echt nieuw, maar verdient wel meer dan voorheen onze uitdrukkelijke aandacht. Het gaat hier om de manier waarop we omgaan met

76 mensen die in hun leven geconfronteerd worden met het gegeven dat zij anders geaard zijn. Zij onderkennen hun homoseksuele gevoelens en worstelen daarmee. Omdat niet alleen het "doen" zondig is, maar ook het "zijn" het directe gevolg is van de gebrokenheid van deze wereld na Genesis 3. Als gevolg daarvan is er veel verdriet, strijd en eenzaamheid in hun leven.

Het behoeft, als het goed is, nauwelijks te worden gezegd, maar ons gedrag, onze woorden, onze toon en onze hele houding tegenover deze medemensen kan alleen maar voortvloeien uit diepe bewogenheid en zorg. Dit des te meer wanneer wij ons herinneren dat hier ook zaken van de laatste ernst aan de orde zijn, als het van "zijn" tot "doen" komt: Paulus schrijft immers dat onder andere ,,zij die bij mannen liggen het Koninkrijk Gods niet zullen beërven" (1 Kor. 6:10).

Publieke debat

De tweede consequentie betreft het publieke debat. We moeten daar niet naïef in zijn. Activisten uit de lhbt-gemeenschap zullen niet rusten voordat de christelijke, afwijzende houding tegenover homoseksualiteit en genderneutraliteit zal zijn overwonnen en ieder mens ieder ander mens, hoe geaard ook, als gewoon een andere, gelijkwaardige mogelijkheid erkent. En activisten uit deze hoek weten ook dat ze deze strijd met steeds kleine stapjes vooruit moeten winnen. Daarom moeten we hier beslist en ondubbelzinnig zijn. Want uiteindelijk gaat het hier ook om onze verhouding tot de Bijbel. Als we de Bijbel dankbaar als het Woord van God ontvangen, en als gezaghebbend op alle terreinen van het leven (en Bijbel en Woord Gods dus niet gaan onderscheiden, om de mogelijkheid te creëren om wat de Bijbel over bepaalde onderwerpen zegt -zoals schepping en homoseksualiteit- als tijdgebonden te zien), dan kunnen en mogen we niet anders.

Praktisch betekent dit dat wij niet willen meegaan in de tendens om te stellen dat er vanuit een eenheid des geloofs verschillende visies op homoseksualiteit mogelijk zijn. We willen waarschuwen voor de tendens om van een afwijzing de stap eerst naar pastorale oplossingen te zetten en ten slotte naar de volledige aanvaarding van homoseksuele relaties. We kunnen en willen dus ook niet meegaan in de gedachtegang dat er in het geloof niets mis mee kan zijn als twee mensen van hetzelfde geslacht, twee mannen, twee vrouwen, van elkaar houden. Ook onze liefde wordt immers door Gods wet genormeerd. Een homo-"huwelijk" is geen huwelijk, en we moeten dat dus ook niet zo willen noemen. Net zo min als twee partners die een "homohuwelijk" met elkaar aangaan echtgenoten worden en zo zouden kunnen worden genoemd. Waar het Woord van God zo helder spreekt, mogen wij geen verhullende formuleringen hanteren.

Ruis

Ondergetekenden hechten eraan deze visie eensgezind en publiekelijk te onderstrepen omdat er in het recente verleden enige ruis is ontstaan. Die ruis was het gevolg van de nog vers in het geheugen liggende ophef rond de folder van de stichting Gezin in Gevaar die eind maart als bijlage bij het RD werd verspreid. In de discussie die daarop allerwegen volgde, een heel voorjaar en een hele zomer lang,

77 heeft de hoofdredacteur van het RD dingen gezegd, en hebben anderen daar weer op gereageerd, in de krant, in kerkelijke bladen, op weblogs.

Daarbij ging het, uiteindelijk, om het spanningsveld tussen duidelijkheid en zorgvuldigheid. In het RD heeft de hoofdredacteur een briefwisseling gevoerd en zijn artikelen verschenen waarin sterk de nadruk lag op zorgvuldigheid en bewogenheid in het omgaan met jongeren met homoseksuele gevoelens. Daardoor kan -ongewild en onbedoeld- de indruk zijn ontstaan dat het RD tegenwoordig een meer tolerante positie inneemt ten opzichte van homoseksualiteit dan in het verleden. Ds. De Vries vond dat de gekozen verwoording misverstanden opriep en miste daarin de vereiste duidelijkheid. De grote zorgen over verschuivingen binnen de gereformeerde gezindte, waarbij er steeds meer acceptatie is van deze relaties, brachten hem tot een aantal scherpe uitspraken hierover.

Inmiddels hebben alle betrokkenen bij elkaar gezeten, elkaar in de ogen gekeken, treurnis over gekozen formuleringen uitgesproken, en alle kwesties open en eerlijk tegenover elkaar uitgesproken. Aan het einde van de avond was er geen enkele twijfel meer, bij wie dan ook, over de intenties van de uitspraken en de reacties, en over de diepe eensgezindheid waarin we in deze discussie staan en over de lijn die we in dit debat moeten volgen.

Onverschrokken

En zo willen we met elkaar verder. Niet alleen in de eerlijkheid en openheid van de omgang met elkaar, maar ook in het met elkaar vasthouden aan de waarheid van het Woord van God over ons leven. Op het belangrijke front van het lhbt-debat willen we waakzaam, duidelijk en onverschrokken zijn, schouder aan schouder. We hopen van harte dat ouders, scholen, kerken en andere media met ons van de relevantie en urgentie van deze strijd overtuigd zijn, evenmin concessies zullen willen doen, en naast de duidelijkheid die in het publieke debat nodig is ook de voorzichtigheid, liefde en zorgvuldigheid aan de dag zullen leggen in onze omgang met medemensen. In het diepste besef dat ook wij slechts overeind blijven als we met ons volle gewicht steunen op de Bijbel, op het Woord van God.

Dr. Steef de Bruijn, hoofdredacteur Reformatorisch Dagblad; Mr. Diederik van Dijk, lid van de Eerste Kamer voor de SGP; Dr. Bart Jan Spruyt, docent cultuur en maatschappij, Driestar hogeschool; Dr. Piet de Vries, docent Bijbelse theologie en hermeneutiek, seminarium Hersteld Hervormde Kerk; Dr. Wim de Vries, commissaris Erdee Media Groep.

16 november 2018 vrijdag

(15) PKN handhaaft artikelen over huwelijk en homozegen

BYLINE: Van onze verslaggever

SECTION: KERK; Blz.2

78 LENGTH: 785 woorden

HIGHLIGHT: De Protestantse Kerk in Nederland (PKN) heeft donderdag besloten de kerkorde niet aan te passen inzake het zegenen van het huwelijk tussen man en vrouw en van andere levensverbintenissen.

Op de synodetafel in Doorn lag donderdag een nota van twaalf pagina's over de kwestie die de kerk sterk verdeelt. Het afgelopen jaar heeft een commissie, bestaande uit synode- en moderamenleden, gestudeerd op de ordinanties 5.3 en 5.4 van de protestantse kerkorde. De eerste ordinantie stelt dat het huwelijk tussen man en vrouw in een kerkdienst wordt ingezegend. De tweede zegt dat, indien gemeenten dit willen, andere levensverbintenissen in de kerk gezegend kunnen worden.

Het moderamen (synodebestuur) stelde in de nota voor de huidige tekst van ordinantie 5.3 en 5.4 te handhaven, maar er wel een soort leesregel aan toe te voegen. Daarin wordt uitgesproken dat de kerkorde in de betreffende ordinanties geen waardeoordeel geeft ,,over de seksuele geaardheid van haar leden noch over het huwelijk of andere levensverbintenissen." Ook wordt in die verklaring uitgesproken dat de termen ,,inzegenen" en ,,zegenen" eenzelfde liturgische lading hebben.

Omdat er in de kerk zo verschillend wordt gedacht over het huwelijk en over relaties tussen mensen van gelijk geslacht, had het moderamen nog een plan B opgesteld. Mocht de synode vinden dat deze leesregel niet ver genoeg gaat, dan doet het synodebestuur een voorstel om de tekst van de betreffende ordinanties te wijzigen. Met deze wijziging worden het huwelijk tussen man en vrouw en andere levensverbintenissen min of meer op één lijn gezet.

Stootje

Tijdens de bespreking bleken de 72 aanwezige synodeleden sterk verdeeld. Maar volgens ds. H. Jansen (Winsum) ,,kan de kerk wel tegen een stootje" en moet de discussie gewoon gevoerd worden.

Ouderling G. van Tol (Zwolle) zei te hopen dat er in de kerk plaats blijft voor verschillende opvattingen. Ds. I. Pluim (Sittard) vond dat iedereen de zegen mag ontvangen. ,,We hebben een zegenende God."

Ds. M. J. Tekelenburg (Reeuwijk) wilde meer aandacht voor de Bijbelteksten die over huwelijk en homoseksualiteit gaan. Hij wenste de huidige regelingen in ordinantie 5.3 en 5.4 te handhaven. ,,Op dit moment hebben we niets beters."

Ook dr. H. Wevers (generale raad van advies) wilde de huidige tekst handhaven. ,,Bij twijfel niet inhalen. Maar ook bij ons is er ambivalentie, omdat we ook binnen de raad verschillend denken.

79 Verandering van de kerkorde zal alleen maar verliezers opleveren, dacht ouderling- kerkrentmeester C. A. de Vries (Ede). Hij vond dat er verder gesproken moet worden over de ,,heiligheid en veiligheid" in de kerk.

Ds. Tekelenburg vroeg even later aandacht voor gemeenten die ,,blij" zullen zijn als de huidige artikelen gehandhaafd blijven, ,,maar die ook bij de verklarende teksten het gevoel zullen hebben dat hier heel grote stappen worden gezet, namelijk in de gelijkschakeling van het huwelijk en van relaties van mensen van gelijk geslacht." Hij vraagt ook aandacht voor homo's die bewust geen relatie aangaan.

Scriba dr. R. de Reuver pleitte voor een modus vivendi. ,,Lokale gemeenten beslissen zelf of ze huwelijken van mensen van hetzelfde geslacht zegenen of inzegenen. De term maakt me niet zo heel veel uit. Het gaat erom dat we een gastvrije kerk zijn, waarin mensen kunnen ademen, onder de zegen van God."

De meerderheid van de synodeleden -39 van de 72 stemmen- schaarde zich uiteindelijk achter het eerste voorstel van het moderamen.

De plaatselijke gemeente blijft autonoom in de beslissing om alleen het huwelijk tussen man en vrouw te zegenen of om ook ruimte te geven aan het zegenen van levensverbintenissen tussen mensen van hetzelfde geslacht.

Dr. De Reuver: ,,Laten we niet zeggen dat die of die nu verloren heeft. Het gaat om het gesprek en om de zegen waaruit we allen moeten leven."

De gemeenten krijgen een brief waarin het synodebesluit wordt toegelicht.

,,Zegenen of inzegenen: de term maakt me niet zo heel veel uit"

Gereformeerde Bond: Gesprek blijven voeren

Drs. P. J. Vergunst, algemeen secretaris van de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk in Nederland, is ,,dankbaar" voor de uitslag van de stemming en voor de wijze waarop het moderamen met het thema is omgegaan. ,,Tegelijk ging ik donderdag niet blij naar huis. Want het gaat niet om de uitslag van een stemming, maar om hoe de kerk het huwelijk als een instelling van God in onze kantelende cultuur blijft beschermen en hoe ze in de gebrokenheid van het leven hetero- en homoseksuelen pastoraal nabij is. In de kerk kan dat niet anders dan binnen de kaders van de beloften en geboden van God, de weg waarin Zijn zegen ontvangen wordt."

Vergunst vindt het ,,moeilijk" om de verscheidenheid en diversiteit in denken en beleven in de kerk ,,allereerst als rijkdom" te zien. ,,Ondertussen zal de Gereformeerde Bond vanuit zijn roeping voor de kerk ook over dit thema het gesprek blijven zoeken."

16 november 2018 vrijdag

80 (16) Kerken Tholen in protest tegen regenboogvlag

BYLINE: Redactie regio

SECTION: REGIO; Blz.12

LENGTH: 301 woorden

HIGHLIGHT: THOLEN. Tweeëntwintig reformatorische kerken in Tholen roepen de gemeente deze week op om af te zien van het jaarlijks hijsen van de regenboogvlag. Ook protesteren de kerken tegen mogelijke openstelling van servicewinkels op zondag.

De kerken uiten hun bezwaren tegen recente raadsbesluiten in een paginagrote advertentie in het lokale nieuwsblad Eendrachtbode. Het is een zeldzaamheid dat Thoolse kerken samen zo'n boodschap in de pers verspreiden.

Het voortaan jaarlijks hijsen van de regenboogvlag op 11 oktober op Coming Out Day (een dag waarop tolerantie jegens homo's wordt bepleit) staat ,,haaks op de Bijbelse normen en waarden", stellen de kerken. ,,Vanzelfsprekend zijn we als gezamenlijke kerken tegen elke vorm van discriminatie; elke Thoolse inwoner moet zich veilig en sociaal geaccepteerd kunnen voelen. Als kerken dragen we daar actief aan bij. De boodschap achter de regenboogvlag gaat echter veel verder dan de boodschap tegen discriminatie. De regenboogvlag ademt de boodschap van progressiviteit. Daarnaast propageert deze vlag een gelijkheid die ingaat tegen de Bijbelse scheppingsorde. Gods Woord leert ons geen andere relatie dan die tussen man en vrouw. De regenboog heeft voor ons juist een heel andere betekenis. Dat dit Bijbelse teken van Gods trouw tegenover onze ontrouw hiervoor wordt gebruikt, betreuren wij."

Openstelling van winkels op zondag gaat in tegen het vierde gebod, betogen de kerken. ,,Dit gebod vraagt ons te rusten van ons werk en ons te richten op de dienst van God. De Heere heeft geen slaven van de mens gemaakt. De zondag is een geschenk om te koesteren in deze jachtige en onrustige tijd."

De recente raadsbesluiten geven reden tot zorgen, aldus ds. P. D. den Haan vrijdag desgevraagd. Hij is predikant van de gereformeerde gemeente te Tholen, een van de kerken achter de advertentie. ,,De eer van God is onze drijfveer om samen met andere kerken te protesteren." ● Protest reformatorische kerken Tholen tegen regenboogvlag. ● Ds. Den Haan: Recente raadsbesluiten geven reden tot zorg.

17 november 2018 zaterdag

(17) Werken aan veilige kerk voor homo

BYLINE: Van onze verslaggever

81 SECTION: KERK; Blz.4

LENGTH: 918 woorden

HIGHLIGHT: Kan een kerk die geen ruimte ziet voor homoseksuele relaties een veilige plek zijn voor homo's en lesbiennes? Ja, betoogt dr. J. Hoek. ,,Helderheid en openheid zijn te allen tijde beter dan dubbelzinnigheid en mistigheid."

Dr. Hoek was vrijdag een van de sprekers op de studiedag "Homoseksualiteit en de kerk. Verschillende visies, één geloof". De bijeenkomst in Nijkerk, georganiseerd door onder meer het platform AKZ+, werd door ruim 500 mensen bezocht.

Dr. Hoek, emeritus hoogleraar gereformeerde spiritualiteit en hoogleraar systematische theologie aan de Evangelische Theologische Faculteit in Leuven, sprak over "Samen christen zijn in één gemeente", naar aanleiding van Romeinen 14 en 15. Hij begon met het voorlezen van een ,,indrukwekkende brief" van een homoseksueel gemeentelid die hij in 1982 als predikant anoniem ontving en die sprak van diepe eenzaamheid. De man voelde zich in de kerk buitengesloten en door haar in de steek gelaten.

Vragen over homoseksualiteit hebben in alle kerkelijke gemeenten een diepgaande en brede bezinning nodig, zei dr. Hoek. Hij wil die plaatsen in het bredere kader van een christelijke levensstijl. ,,Dan komt seksualiteit in het algemeen aan de orde en blijft niemand buiten schot. Immers, of we nu hetero zijn of homo, we staan allen voor de roeping om in een verseksualiseerde cultuur zo om te gaan met het geschenk van de seksualiteit dat het naar Gods wil en tot Zijn eer is."

Leerdienst

Als het specifiek over de visie op homoseksualiteit gaat, is transparantie belangrijk, zei dr. Hoek. ,,Kerken moeten zich duidelijk en betrouwbaar uitspreken over homoseksualiteit. Het gaat om openheid in bescheidenheid, bewogenheid en betrokkenheid", aldus de theoloog. Hij riep kerkenraden op niet te wachten met de bezinning tot zich een pastorale situatie voordoet. Ook suggereerde hij een leerdienst te wijden aan teksten die soms te snel worden toegepast op gemeenteleden met een homoseksuele geaardheid, zoals Romeinen 1.

Een gemeente die helder communiceert dat het huwelijk als verbintenis van man en vrouw voor haar dé weg is die de Schepper bedoelt, kan een veilige kerk voor homo's zijn, zei dr. Hoek. In de praktijk gebeurt het echter te vaak ,,dat zo'n standpunt de oprechte openheid voor degene die anders denkt blokkeert." Hij riep op te zien op de grote Pastor, Jezus Christus, Die ,,geen enkele twijfel laat bestaan over Zijn visie op huwelijk en seksualiteit, maar Die in warme liefde uitreikt naar alle mensen die op Zijn pad komen."

Dagvoorzitter Ad de Boer vroeg dr. Hoek wat zijn visie betekent als iemand met een homoseksuele relatie toegang tot het avondmaal vraagt. Dr. Hoek: ,,De Heere Jezus

82 Christus kijkt Petrus diep in de ogen en zegt: Simon, zoon van Jonas, heb je Mij lief? Als dat er is, wie zouden wij dan zijn om de weg naar de tafel des Heeren te versperren?"

Spannende vraag

Ook de hervormde emeritus predikant dr. W. Dekker sprak over het omgaan met verschillende visies op homoseksualiteit in de kerk. Hij zei dat ,,de eenheid van Gods kerk ons vele malen meer waard moet zijn dan ons gelijk in deze kwestie." Naar aanleiding van Romeinen 14 en 15 merkte hij op: ,,Een spannende vraag is of het ook ons zal lukken als christenen die heel verschillende gedachten over homoseksuele relaties hebben eensgezind de God en Vader van onze Heere Jezus Christus te verheerlijken."

Verschillende visies op homoseksualiteit zijn voor dr. Dekker niet kerkscheidend. ,,Het is veel meer een kwestie waar we nog lang met elkaar over zullen moeten spreken." Het huwelijk van man en vrouw noemde hij ,,een uniek geschenk dat we in deze tijd niet hoog genoeg kunnen houden." Tegelijk stelde hij dat homoseksuele relaties in liefde en trouw in de Bijbel niet voorkomen. ,,We staan voor nieuwe vragen, zoals de gemeente in het Nieuwe Testament voor nieuwe vragen kwam te staan."

In een aantal dubbellezingen kwamen verschillende visies op exegese en hermeneutiek naar voren. Prof. dr. M. J. Kater, hoogleraar aan de Theologische Universiteit Apeldoorn, legde een verband tussen Romeinen 1, 8 en 12. ,,We ontmoeten elkaar in de wereld van Romeinen 1. Er is geen onderscheid. We staan er allemaal gelijk voor, voor Gods aangezicht."

Volgens dr. Kater zijn ,,dwarse Bijbelteksten" niet bedoeld om mensen kopje onder te duwen. Hij sprak van een wereld waarin wordt gestreden, met Christus gestorven en met Hem opgestaan. ,,Leer mij duizendwerven, in Uw kruisdood meegekruisigd sterven, en herboren, opgestaan, achter U ten hemel gaan!"

Ds. J. M. Mudde, Nederlands gereformeerd predikant in Haarlem, beaamde dat homoseksuelen en heteroseksuelen allemaal schuldig voor God staan en zijn aangewezen op Jezus Christus. Diverse Bijbelgedeelten over de omgang tussen mensen van hetzelfde geslacht zijn volgens hem echter niet zonder meer toe te passen op homoseksuele christenen in deze tijd.

Gezinnen

Vijf panelleden vertelden hoe zij omgaan met hun homoseksuele gerichtheid. Ine Wildschut zei ervan overtuigd te zijn dat een homoseksuele relatie niet past bij Gods plan met haar leven. Ze gaf aan dat mensen met een homoseksuele gerichtheid de kerk hard nodig hebben en sprak de hoop uit dat gezinnen zich over hen zullen ontfermen.

Ze noemde als voorbeeld het contact met een echtpaar van wie een van beiden uit het buitenland komt. ,,Ze hebben een kleintje voor wie ik echt een oma mag zijn.

83 Dat is een verrijking die de gemeente mag geven aan mensen die alleen staan in de kerk."

Panellid Herman van Wijngaarden noemde de Bijbelse visie op het ongehuwd zijn onderbelicht. ,,In het laatste gedeelte van Mattheüs 19 komt Jezus tot een verrassende opwaardering van het single blijven."

19 november 2018 maandag

(18) Voor iedereen een plek onder de regenboog

BYLINE: Ingrid van Engelshoven

SECTION: OPINIE; Blz.18

LENGTH: 558 woorden

HIGHLIGHT: Als we het er samen over eens zijn, gelovig en niet gelovig, hetero en homo, dat het fijn is onder de regenboog, laten we er dan voor zorgen dat er een plek is voor iedereen.

Ik ben getrouwd met mijn man en samen hebben we een dochter. Twee mooie gebeurtenissen in mijn leven waar ik nog iedere dag blij mee ben. En door deze feiten is er ook een plek voor mij ,,onder de regenboog van Zijn verbond". Althans dat doet het hoofdredactioneel commentaar in het Reformatorisch Dagblad (14-11) mij geloven.

Ik ben niet gelovig, maar het moet daar vast fijn zijn onder die regenboog. Zo fijn dat je het ieder ander ook zou gunnen. Met een ander woord heet dat naastenliefde.

De beeldspraak met een regenboog spreekt mij aan. De banen in alle kleuren maken het tot een kleurrijk en divers geheel. En het is niet voor niets dat de regenboog sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw het symbool is voor de homobeweging die uitgroeide tot de lhbti-gemeenschap. Een symbool voor de diversiteit van samenleven en liefde in alle vormen, of je nou homo, lesbisch, bi of hetero bent. En of je kinderen hebt of niet.

Regenbooggezinnen zijn ook gezinnen. En het is dus fijn onder die regenboog, er is plek voor iedereen. En iedereen is daar gelijk; dat is geen vanzelfsprekendheid, maar iets dat we moeten blijven bevechten.

Stap dichterbij

De gelijkheid kwam deze week weer een stap dichterbij. Het wordt voor homokoppels met een kinderwens mogelijk om met een ivf-behandeling en een draagmoeder hun wens in vervulling te laten gaan in Nederland. Het wordt terecht gezien als een grote stap voorwaarts.

84 Maar zo niet volgens de hoofdredactie van het Reformatorisch Dagblad. Volgens de krant is alleen een huwelijk tussen man en vrouw de enige juiste vorm. Al het andere, wat onze samenleving zo mooi en divers maakt, wordt op één hoop geveegd en telt niet mee. ,,Allerlei alternatieve samenlevingsvormen, buitenhuwelijkse relaties en kinderen, echtscheidingen, latrelaties en paren van gelijk geslacht doen ernstig inbreuk op de vorm die God zo zegenrijk heeft ingesteld: een huwelijk als hechte levenslange band tussen één man en één vrouw." Ik heb de datum van de krant nog eens bekeken, maar het was echt een editie van november 2018.

Schrikbeeld

En dan één van de laatste zinnen uit het commentaar: God ,,opent en sluit de baarmoeder" deed me direct denken aan "May the Lord open" uit de populaire serie "The Handmaids' Tale". De serie schetst een beeld van een christelijk, totalitair regime geleid door de mannelijke elite. Een prachtige maar verontrustende serie. Een schrikbeeld. Dus laat ik van het goede van de mens uitgaan, deze verwijzing zal puur toeval zijn.

Als we het er samen over eens zijn, gelovig en niet gelovig, hetero en homo, dat het fijn is onder de regenboog, laten we er dan voor zorgen dat er een plek is voor iedereen.

De auteur is minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

,,Iedereen is daar gelijk; dat is geen vanzelfsprekendheid, maar iets dat we moeten blijven bevechten"

Draagmoederschap

Het hoofdredactioneel commentaar van 14 november, onder het kopje "Kinderwens", gaat in op gezinsvorming. Daarbij wordt vermeld dat de huidige D66- minister Van Engelshoven stelt dat regenbooggezinnen ook gezinnen zijn.

Het commentaar behelst kritiek op het feit dat twee ivf-klinieken nu hun deuren openzetten voor homostellen met een kinderwens.

Minister Van Engelshoven maakt in een artikel op deze pagina's kritische kanttekeningen bij dit commentaar. RD-hoofdredacteur Steef de Bruijn reageert op haar artikel.

19 november 2018 maandag

(19) Regenboog is veilig maar niet vrijblijvend

BYLINE: Steef de Bruijn

SECTION: OPINIE; Blz.18

85 LENGTH: 771 woorden

HIGHLIGHT: Een groot deel van de lezers van het RD heeft waarschijnlijk nooit gehoord van "The Handmaid's Tale", de tv-serie waarnaar minister Van Engelshoven in haar ingezonden artikel verwijst. Daarin gaat het over christelijke fundamentalisten die de macht gegrepen hebben in de Verenigde Staten.

Omdat het geboortecijfer in het land sterk is gedaald, worden de weinige vruchtbare vrouwen als slavinnen toegevoegd aan een onvruchtbaar stel. Zo'n handmaid wordt maandelijks door de man verkracht met het doel kinderen te baren, die ze daarna moet afstaan.

De serie suggereert een doembeeld waarin christenen deze vrouwen als ondergeschikten beschouwen, als wandelende baarmoeders. Een van hun standaard begroetingen is: "May the Lord open", moge God openen, als een gebed om vruchtbaarheid.

Laat ik de minister geruststellen: ik kende de hele tv-serie niet. Het zinnetje in het commentaar, ,,God opent en sluit de baarmoeder", verwees dus niet naar "The Handmaid's Tale", maar naar de Bijbel. Gods Woord bevat geen enkele aanleiding om vrouwen als tweederangs mensen te beschouwen. De Bijbel spreekt wel over een duidelijke rolverdeling tussen man en vrouw, maar beiden zijn naar Gods beeld geschapen en er is geen sprake van meer- of minderwaardigheid. Integendeel zelfs, God noemt de man hulpbehoevend (Gen. 2:18), benadrukt zijn afhankelijkheid van zijn vrouw (Gen. 2:24) en plaatst vrouwen juist op een voetstuk (Spr. 31:10ev). Dat de man het hoofd van de vrouw is, betekent voor hem geen heersende, maar dienende taak. Het is aannemelijk dat vrouwen in Israël destijds een stuk beter af waren dan in de buurlanden.

De vele verwijzingen naar de Bijbel in deze tv-serie raken daarom kant noch wal. Het kwalijke eraan is dat ze een geheel incorrect frame vormen van het christelijk gedachtengoed. Ik ga er maar van uit dat de minister die stereotypering niet bedoelde toen ze naar deze antichristelijke tv-serie verwees. Zij is van harte welkom om zich van het tegendeel te vergewissen.

Ik zie juist een heel ander doembeeld naar boven komen uit "The Handmaid's Tale". Daar blijkt uit dat het levensgevaarlijk is wanneer liefde, seksualiteit en voortplanting onderling ontkoppeld worden en los raken van de veilige band van het traditionele huwelijk. In de werkelijke samenleving van 2018 zijn het niet die fundamentalistische christenen die dat doen, maar (neo)liberalen. Dat zou minister Van Engelshoven aan het denken moeten zetten, eer ze een lans breekt voor draagmoederschap. Zij ziet het als een stap naar meer gelijkheid als homokoppels een kind kunnen krijgen via ivf en een draagmoeder. In het commentaar van vorige week hebben we erop gewezen dat er alle reden is tot bezorgdheid over het kind, dat hierbij een product wordt. Natuurlijk bedoelt het desbetreffende homostel dat niet zo, maar in de praktijk worden de grote ethische vragen rond het kind ondergeschikt gemaakt aan de wensen en belangen van de ouders.

86 Anders dan de minister ga ik niet uit van het goede in de mens. Het welzijn van onze samenleving vraagt om duidelijke normen, ook rond relaties. We kennen ze ter bescherming van minderjarigen en wilsonbekwamen of ter voorkoming van polygamie. Het verleden leert ons echter dat zulke kaders niet veilig zijn als ze ontleend worden aan de stem van het volk.

De Bijbel biedt een autonome maatstaf om tot deze normen te komen, ook als het gaat om het streven naar gelijkheid. De regenboog is daarbij inderdaad een goede metafoor. Helaas heeft de homobeweging dit Bijbelse symbool gekaapt en van zijn diepe betekenis ontdaan. De regenboog laat veelkleurigheid zien en ten opzichte van Gods genade zijn inderdaad alle mensen gelijk. De regenboog is een teken van Gods trouw en genade, maar volgde op Gods straf op de zonde.

De boog bevat daarom de oproep tot ieder om naar Zijn geboden te leven. Vanuit Gods genade bezien, verkondigt de boog wel gelijkheid voor ieder, man of vrouw, homo of hetero, maar dat betekent nog geen vrijblijvendheid. God ziet ernaar uit dat zondaren tot Hem komen en het eeuwige leven mogen hebben, maar verlangt ook van hen dat ze leven naar Zijn wil. Gendergelijkheid, draagmoederschap en de kinderwens van homostellen passen daar niet binnen.

Tegelijkertijd laten deze vragen een stuk nood zien waar de christelijke gemeenschap niet omheen kan. Dat homo's ook behoefte hebben aan contact, vriendschap, tederheid, intimiteit, relaties en kinderen is vanzelfsprekend. Dit geldt overigens ook voor singles en kinderloze echtparen. We kunnen daarop echter geen antwoord geven dat de kaders van Gods regenboog te buiten gaat: intieme relaties horen alleen binnen het traditionele huwelijk. Een christen beseft dat dit voor hen een kruis is, wil daarom binnen die leefregels zo royaal als mogelijk zijn en hen als een volwaardig lid van de christelijke gemeenschap beschouwen.

De auteur is hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad.

Regenboog is veilig maar niet vrijblijvend

20 november 2018 dinsdag

(20) Geduld

BYLINE: ds. J. Belder

SECTION: MENS; Blz.3

LENGTH: 424 woorden

Column

Wij reisden per spoor naar Amsterdam. Een bevriende collega van onbesproken rechtzinnige signatuur en ik, om deel te nemen aan een debat over "kerk en homoseksualiteit". Het werd een leerzame ontmoeting.

87 Na lang en veel luisteren dorst ik ook iets te zeggen. Een jonge kittige PKN-domina, vergezeld van haar vrouw, keek mij onthutst en geringschattend aan. Op militante toon besliste zij dat ik met mijn folkloristisch standpunt niet in haar kerk hoorde.

Jaren later schoof ik aan in een samenspreking. Weer over homoseksuele relaties. Met knikkende knieën had ik de uitnodiging aanvaard. Een prachtkans om te pleiten voor een heilige en veilige kerk. Ook voor anders geaarden. Welwillend werd ik aangehoord. De debatleider manoeuvreerde daarna behendig om mij heen, zodat ik de verdere avond de rol van Piet Snot vervulde.

Ik moest aan dat alles denken toen vorige week de synode van de PKN vergaderde en opnieuw het hete hangijzer "zegenen en inzegenen" van relaties uit de koelkast kwam. Volgens de aanhangers van de moderne optiek zijn homoseksuelen nu eenmaal zo geschapen en dus door God gewild. Waarom zouden ze dan ook niet met elkaar mogen trouwen en de zegen van God ontvangen? Het moderamen voelde haarfijn aan dat het in dezen spitsroeden lopen was. Er zou zomaar een volgende uitstroom van betrokken kerkleden kunnen plaatsvinden. Het zocht naar een compromis. Niet tot ieders tevredenheid. Een eerwaarde ijveraar liet in Trouw weten te popelen om het thema weer op de agenda van de aprilsynode te krijgen. Weg met dat onderscheid tussen homo- en heterorelaties dat nu nog alleen op papier gehandhaafd blijft. Dan die orthodoxen er maar uit.

Gelijktijdig speelde buiten de deuren van de synodevergadering een andere kwestie. Homomannen hoeven zich met hun kinderwens niet langer te behelpen met adoptie. Twee klinieken zijn hen met enig kunst- en vliegwerk graag ter wille. Wel zelf eicel en leenbuik meebrengen. Een hoogleraar plaatste ethische kanttekeningen en bezigde het woord "consumptieartikel". Dat heeft hij geweten. Niettemin zal de tijd ons leren wat het doet met een kind dat straks op zoek gaat naar zijn biologische ouders en dan ontdekt: ik ben twee keer afgestaan. Eerst door mijn moeder die haar eicel doneerde. Daarna verbleef ik negen maanden in de buik van een wildvreemde, om uiteindelijk terecht te komen bij twee papa's.

Kunt u niet meekomen in deze ontwikkelingen? Een PKN-synodelid drong vorige week in de krant aan op geduld met orthodoxen. Ze komen echt wel. Alleen met vertraging. Wie weet...

21 november 2018 woensdag

(21) Lhbt'er ervaart meer negativiteit dan hetero

SECTION: BINNENLAND; Blz.4

LENGTH: 91 woorden

DEN HAAG (ANP). Hoewel de leefsituatie van lesbiennes, homo's, biseksuelen en transgenders (lhbt) op een aantal terreinen is verbeterd, is hun situatie nog steeds slechter dan die van heteroseksuelen. Dat concludeerde het Sociaal en Cultureel Planbureau woensdag in de lhbt-monitor. Lhbt'ers maakten in 2017 niet meer

88 geweld mee dan hetero's, maar ervaren wel meer negativiteit in hun leven dan hetero's. Zo heeft 30 procent van de lhbt'ers ervaring met respectloos gedrag op straat door onbekenden, tegenover 24 procent van de hetero's.

26 november 2018 maandag

(22) Taiwan verwerpt homohuwelijk

BYLINE: Redactie buitenland

SECTION: BUITENLAND; Blz.6

LENGTH: 260 woorden

HIGHLIGHT: TAIPEI. Taiwan heeft tijdens de lokale verkiezingen in een referendum tegen het homohuwelijk gestemd. 70 procent van de stemmers vond dat alleen een man en een vrouw moeten kunnen trouwen.

Aanleiding voor het referendum was de uitspraak van het Taiwanese hooggerechtshof dat een verbod op het homohuwelijk verwierp. Dat gebeurde in mei vorig jaar, na een jarenlange campagne van homorechtenadvocaten. De overheid kreeg twee jaar de tijd om dit wettelijk te regelen.

Tegenstanders van het homohuwelijk dienden in augustus een petitie in die ervoor moest zorgen dat er in elk geval een aparte wet komt voor homo-relaties. Zij vinden dat dit niet moet worden opgenomen in de bestaande wet over het traditionele huwelijk. Alleen zo kunnen familiewaarden worden beschermd, vinden ze.

De verwachting is dat de regering binnenkort met nieuwe voorstellen komt om koppels van gelijke seksen met elkaar te verbinden, bijvoorbeeld door middel van een samenlevingscontract.

Nederlaag regeringspartij -> Opvallend dat dit de laatste alinea is (TdM).

De lokale verkiezingen resulteerden verder in een bittere nederlaag voor de regerende partij DPP (Democratische Progressieve Partij), die onafhankelijkheid nastreeft. De Taiwanese president Tsai Ing-wen kondigde haar aftreden als DPP- partijleider aan.

De oppositiepartij Kwomintang (Chinese Nationale Partij) won in zeker vijftien van de 22 steden en regio's waar werd gekozen. De partij heeft laten weten naar een betere relatie met China te willen streven.

De stembusgang toont volgens Peking aan dat er ,,een sterke drang is bij de landgenoten in Taiwan om de voordelen te delen van vreedzame ontwikkeling over de Straat van Taiwan heen", meldde het Chinese persbureau Xinhua. De parlementsverkiezingen in Taiwan staan voor het jaar 2020 op de agenda.

26 november 2018 maandag

89 (23) Geen extra bescherming homo

BYLINE: Redactie politiek

SECTION: BINNENLAND; Blz.15

LENGTH: 177 woorden

HIGHLIGHT: ZWOLLE. In de nieuwe beginselverklaring van de ChristenUnie komt geen passage waarin extra bescherming van het homohuwelijk is opgenomen.

Dat heeft het ChristenUnie congres zaterdag uitgesproken door een amendement van een twaalftal leden af te wijzen. Tijdens de stemming bleek dat 314 leden tegen stemden en 114 voor. 74 aanwezigen onthielden zich.

De eerste indiener, Walter Brands, verklaarde dat hij geen bezwaren heeft tegen het huwelijk tussen mensen van hetzelfde geslacht. ,,De bestaande formulering zou ertoe kunnen leiden dat alleen het huwelijk tussen man en vrouw wordt beschermd en alle overige samenlevingsvormen niet", aldus Brands.

Partijvoorzitter Adema stelde dat er spanning zit in dit thema. De overheid dient -nu het er is- ook het homohuwelijk te beschermen, net als andere samenlevingsvormen. ,,Dat staat ook in de beginselverklaring", aldus Adema.

Toch adviseerde het partijbestuur tegen het voorstel te stemmen omdat het ideaal van de partij een huwelijk is tussen man en vrouw. ,,Dit amendement stelt het huwelijk tussen man en vrouw en mensen van hetzelfde geslacht te veel op een lijn. Als de partij dat zou aanvaarden, zou dat een principiële koerswijziging zijn."

28 november 2018 woensdag

(24) Ongemakkelijke waarheid

BYLINE: Mr. D. J. H. van Dijk SECTION: OPINIE; Blz.19 LENGTH: 687 woorden

Politiek en Maatschappij

Een poosje terug schreef ik met enkele broeders in het Reformatorisch Dagblad een artikel over homoseksuele relaties en het lhbt-debat. Het stuk kende twee hoofdelementen. Bewogenheid met de homoseksuele medemens én op grond van de Bijbel een afwijzing van homoseksuele relaties. Het is de eeuwenoude, christelijke visie op homoseksualiteit. C. S. Lewis zou dit scharen onder het onversneden christendom, dat gedurende vrijwel de gehele christelijke traditie gemeengoed is geweest. Nu deze visie onder vuur ligt, zelfs binnen kerken, is het geboden om

90 daarvoor op gepaste momenten op te komen. Dit dient te gebeuren met een houding die zich kenmerkt door 3 B's: bewogen, beslist en biddend.

Toch voelde ik mij na de desbetreffende publicatie leeg, vermoeid en somber. Het valt niet altijd mee om bij jezelf te achterhalen waar zo'n knagend gevoel vandaan komt. Is het angst om ondubbelzinnig op te komen voor Gods Woord? Benauwd dat mensen misprijzend naar je zullen kijken? Dat zou zomaar kunnen. Ik ben van karakter een dramatische piekeraar en zeker geen held.

Maar misschien is het ervaren ongemak er vooral omdat je schrijft over medemensen die worstelen met intense gevoelens die jezelf niet kent. Je blijft dus zelf buiten schot en dat geeft zomaar iets ongemakkelijks aan je boodschap, ook al geloof je daar zelf van harte in. Je roept anderen op een zwaar kruis te dragen dat je zelf niet meetorst. Dan is het allemaal weer eens goed gezegd, maar kan het toch een goedkoop effect hebben.

Bovendien, voor je het weet, straal je uit dat jij als hetero beter bent dan een homoseksueel. Moreel net iets zuiverder dan die ander. Alsof ik niet evenzeer als ieder ander, en waarschijnlijk veel meer, moet leven van genade. We zijn allen van dezelfde lap gescheurd en mijn dagelijkse zonden bepalen mij voortdurend bij deze werkelijkheid.

Daarnaast riep het artikel ontzettend boze en heftige reacties op. Dat verbaast niet, maar je vraagt je wel af wat nu de vrucht ervan is. Werkt het niet averechts? Lokt het niet veel spot uit?

De naam van onze Schepper werd in vele reacties besmeurd en voor velen is het een onderstreping dat het christelijk-reformatorisch geloof een onbarmhartig verhaal vormt. Dat is het laatste wat je wilt overbrengen. We geloven dat God Zijn geboden niet geeft om ons te bezeren, maar om ons op de goede weg te leiden. Dat wil je overbrengen. Maar hoe kun je vanuit de Bijbel homoseksuele relaties afwijzen en tegelijkertijd geborgenheid en veiligheid bieden aan mensen met homoseksuele gevoelens? Dat blijkt moeilijk te zijn. Als ergens onze gebrokenheid en onvolkomenheid zichtbaar worden, dan is het wel in het bij elkaar houden van deze schijnbaar onverenigbare noties.

Het meeste ongemak zit echter elders. Tweeduizend jaar geleden werd er door de Farizeeën een vrouw bij Jezus gebracht die betrapt was op overspel (Joh. 8). Die moet toch zeker gestenigd worden, zo vragen de godsdienstige leiders aan Jezus. De omstanders kijken nieuwsgierig toe. Vervolgens vindt er dat raadselachtige tafereel plaats. Jezus geeft geen antwoord, maar schrijft in het zand.

Er is veel nagedacht over wat Jezus schreef op dat moment. We zullen het nooit weten, want de Bijbel houdt dit verborgen. Ik denk echter dat Jezus niets bijzonders schreef. Door in het zand te schrijven, bereikte Christus iets anders. De aandacht werd verlegd van die vrouw en die Farizeeën naar Christus. Niet de beklaagde stond meer centraal, niet de aanklagers, niet de omstanders, maar Jezus trok alle ogen naar Zich toe.

91 Hierin ligt uiteindelijk mijn knagende ongemak besloten. De diepste wens van de schrijvers van het genoemde artikel bereik je niet via opiniepagina's, hoezeer het ook geboden is om geregeld publiek het gezag van de Bijbel op alle levensterreinen te belijden. Die wens is dat we allen, voor het eerst en steeds weer opnieuw, alleen nog maar Christus zien. Want alleen wie op Christus ziet, buigt voor Gods Woord. En alleen wie voor Gods Woord buigt, ziet op Christus.

De auteur is directeur van de NPV en senator voor de SGP.

Werkt het niet averechts? Lokt het niet veel spot uit?

30 november 2018 vrijdag

(25) In Katwijk worden de kerken leger en de koren grijzer

BYLINE: Johannes Visscher

SECTION: REGIO; Blz.14

LENGTH: 1671 woorden

HIGHLIGHT: Kerken en koren. Dat is Katwijk. Maar: de kerken worden leger, de koren vergrijzen. En er zijn serieuze plannen om een missionair werker naar de vissersplaats te halen.

Het is geel en het gaat terug in de tijd. Oplossing: de bus naar Katwijk. Het Katwijkse D66-raadslid Ralf Boland (32) kan het raadseltje, dat hij hoorde van een moppentapper uit buurgemeente Noordwijk, maar matig waarderen. ,,Katwijk is zo veel meer dan een conservatief-christelijk vissersdorp waar de mensen op zondag naar de kerk gaan", zegt Boland in het gemeentehuis, waar schilderijen met zeegezichten de wanden sieren.

Hij noemt de werklust van de Kattekers, zoals Katwijkers ook worden genoemd. ,,Een Noordwijker met een bloemenbedrijf zei dat hij graag Katwijkers in dienst heeft. Ze houden zich aan afspraken, werken hard en klagen niet."

Voetbalclubs

Het water van de Noordzee kan de christelijke signatuur van Katwijk niet wegwassen. Onder de gemeente Katwijk (65.000 inwoners) vallen Katwijk, Rijnsburg en Valkenburg. Met 17 van de 33 zetels hebben CDA, ChristenUnie en SGP een raadsmeerderheid. Samen met GemeenteBelangen vormen die partijen het college. Het vissersdorp in de Randstad telt onder meer vijf hervormde kerken, met tien predikantsplaatsen (vijf Gereformeerde Bond, vijf confessioneel) en twee hersteld hervormde gemeenten. Voetbalclubs laten de grasmat zondags onberoerd. Winkels zijn dan dicht.

92 ,,Bijzonder dat christelijke partijen hier de meerderheid hebben", zegt Cobie van Egmond (25), de kinderwagen met daarin haar dochtertje voortduwend. De liefde dreef haar naar Katwijk. Een paar jaar geleden studeerde ze nog in Groningen. ,,Vergeleken met het bruisende Groningen is Katwijk burgerlijk en christelijk. Op zondag gaat het kerkvolk over straat. Mensen zijn betrokken op elkaar, familiebanden zijn sterk", zegt de vrijgemaakt gereformeerde moeder.

Zeker in Katwijk aan Zee (18.000 inwoners) ,,leven in verhouding veel mensen in afhankelijkheid van God." Zo zegt SGP-fractievoorzitter Wouter-Jan Vroegindeweij (46), gestoken in donkergrijs pak achter zijn antieke bureau op zijn advocatenkantoor, waar een schilderij van de Bijbelse Rebekka hangt. ,,Die afhankelijkheid heeft mede te maken met onze visserijhistorie. Er zijn nogal wat Katwijkse zeelieden verdronken. Vrouwen en kinderen hoopten en baden dat hun man en vader zou terugkeren van zee."

Regenboogvlag

Ondanks alle kerkelijkheid sluimert de onrust in Katwijk, zeker binnen het behoudende volksdeel. Menigeen klaagt dat het christelijke karakter van de vissersplaats onder druk staat.

Tekenend is een recente discussie in de raad over het ophangen van de regenboogvlag aan het gemeentehuis. Die wappert daar voortaan jaarlijks op 11 oktober, op Coming Out Day, bedoeld om tolerantie jegens homo's te bevorderen. Alleen CU en SGP (elk 5 zetels) stemden tegen het vlagvertoon.

Drammen. Dat woord gebruikt CU-fractievoorzitter Ton de Vries -grijs baardje, ruitjesblouse- om zijn afkeuring te laten blijken over de wens om de regenboogvlag op te hangen. ,,Die vlag is niet neutraal. Achter de beweging die de vlag promoot, gaat een geest schuil die een gevaar vormt voor Bijbelse principes over gezin en man-vrouwverhouding. Als wij de VBOK-vlag op het gemeentehuis ophangen, zullen de voorstanders van de regenboogvlag in het geweer komen", zegt de CU- voorman in zijn woonkamer. Daar meldt een schoolbord: ,,Gisteren is een herinnering, vandaag is een geschenk, morgen is in Gods hand."

De regenboogvlag vraagt niet alleen aandacht voor wat mensen belangrijk vinden of wat hen overkwam, zegt D66-raadslid Boland, voorvechter van het ophangen van die vlag aan het gemeentehuis. ,,De vlag zegt meer, het gaat over identiteit van mensen. Nederlanders moeten in vrijheid kunnen leven, zichzelf kunnen zijn."

Koor

Op haar vingers telt Anneke Klok (56) het na: ,,Ik ken in Katwijk nog zo'n vijf gezinnen van tien of meer kinderen." Zij en haar man Jan (58), aannemer en leverancier van onder meer kozijnen, kregen twaalf kinderen. Eén overleed drie weken na de geboorte.

Sinds 2004 zingen Jan en Anneke Klok, tien van hun kinderen en enkele andere familieleden in hun familiekoor Ichthus, in de volksmond het Klokkenkoor. ,,We willen

93 tot eer van God zingen", zegt moeder. ,,Tegelijk zijn de repetities gezellig. Zingen verstevigt de onderlinge band."

Eens per veertien dagen oefent het koor in de Ichthuskerk. ,,Er moet gepresteerd worden. We zingen niet zomaar makkelijke huis-tuin-en-keukenversjes." Op het programma staan onder meer de Jeruzalem Passion en liederen als "U die mij geschapen hebt" of "U tilt mij op".

Eiland

Bij de familie Klok, een Gereformeerde Bondsgezin, borrelt zorg over het christelijk karakter van Katwijk al snel naar boven. Kerken worden leger, koren vergrijzen, zondagsscholen en jeugdverenigingen lijden vaak een kwijnend bestaan, klinkt het in de woonkamer.

,,Katwijk een hervormd bolwerk? Was het maar zo", zegt moeder Klok. ,,Ook hier rukt de viering van Halloween op. Er zijn zelfs kerkmensen die eraan meedoen. Ook hier in Katwijk zie je wel doodskoppen voor de ramen en kruisen in de tuin."

Nemen we Gods geboden nog serieus, vraagt het echtpaar zich af. De sfeer op menige bruiloft in kerkelijke kring doet moeder verdriet. ,,'s Middags vraagt een bruidspaar in de kerk om Gods zegen. Maar kan de Heere er 's avonds ook bij zijn?" Haar man, ouderling bij de hervormde wijkgemeente De Noord: ,,Ik word erg verdrietig van de ontwikkelingen in Katwijk. Gaan hier ook kerken dicht, als God het niet verhoedt?"

Moeder: ,,Op zondagmiddag passen de mensen die nu nog verspreid zitten over vijf kerken in twee kerkgebouwen." Toch wil het echtpaar niet in mineur eindigen. ,,God is getrouw, ondanks onze ontrouw. Hij wil nog steeds werken in zondaarsharten. Op Hem is onze hoop gericht."

Kinderwagens

Ds. P. den Ouden, sinds 2011 hersteld hervormd predikant in Katwijk, deelt de zorgen over tanende kerkgang. ,,Aangrijpend genoeg zakt het kerkelijk leven in Katwijk in. Zeker behoudende bonders zijn daar heel bezorgd over. Een halve eeuw geleden waren complete straten in Katwijk hervormd. Bij een doopdienst in een bomvolle kerk stonden dertig kinderwagens geparkeerd. Dat is allemaal verleden tijd." Ook de ontwikkelingen in eigen hersteld hervormde kring stemmen hem niet gerust. ,,De betrokkenheid van gemeenteleden neemt eerder af dan toe."

Dat koren vergrijzen, ziet ook geboren Katteker Mart Glasbergen (72), koorkenner en zegsman van Mannenzanggroep Sion. De honderd zangers van ,,geestelijke liederen in eenvoud" zijn doorgaans de zestig gepasseerd.

In zijn pastorie aan de rand van de duinen schudt ds. J. B. Alblas, predikant van de hervormde wijkgemeente Ichthus, zijn hoofd. Nee, betoogt hij, alle hervormde kerkgangers passen op een zondagmiddag niet in twee van de vijf bedehuizen. ,,Katwijk is nog steeds een hervormd bolwerk.

94 Wel loopt het aantal trouwe kerkgangers terug, zeker in de middag. Al is die afname niet fors", zegt ds. Alblas, die gerekend wordt tot de confessionelen en achttien jaar in Katwijk staat.

In 2015 telde de Protestantse Kerk in Nederland in Katwijk aan Zee 15.000 leden. In 2017 daalde dat tot 14.500. Vanouds kent Katwijk aan Zee veel hervormde "kaartenbak-leden". Van ingeschreven leden gaat pakweg eenderde regelmatig naar de kerk.

Om niet-kerkelijken en randkerkelijken te bereiken, heeft hervormd Katwijk serieuze plannen om een werker van de missionaire organisatie IZB aan te stellen.

Echtscheiding

Meer dan vroeger komt de ,,gebrokenheid van het leven" aan de oppervlakte. ,,Toen mijn vrouw hier achttien jaar geleden op een christelijke basisschool ging werken, waren er nog geen drie kinderen op de hele school van wie de ouders waren gescheiden. Nu telt elk van de acht groepen wel drie kinderen voor wie dat geldt. Ook onder gelovigen weten man en vrouw vaak niet liefdevol samen te blijven leven. Dat vind ik schrikbarend."

Ondanks zijn zorgen houdt ds. Alblas hoop. ,,Katwijkers zingen graag. Daarin proef ik iets van de afhankelijkheid van God. Een bruidspaar geeft bijvoorbeeld het geliefde lied "Lichtstad met uw paar'len poorten" op. Geen rouw meer. Geen tranen. Om kippenvel van te krijgen. Zo'n lied geeft mij de mogelijkheid om in zo'n trouwdienst in de preek ook randkerkelijken tot Christus te brengen."

,,Katwijk een hervormd bolwerk? Was het maar zo", zegt Anneke Klok, moeder van een groot gezin

Het is in Katwijk spannend rond de zondag

Hoe lang houden we de winkels op zondag nog gesloten in Katwijk? Die vraag houdt menig christelijke Katwijker bezig, weet Cor de Mooy. Hij is journalist bij huis- aan-huisblad Katwijk Speciaal. Veel Katwijkers mogen ,,behoudend zijn qua geloof en politiek", intussen zwakt het christelijk karakter van de vissersplaats af, zegt hij.

Zondagsrust is een hot item in familiebadplaats Katwijk. Nu nog mogen toeristen zondags gratis hun auto's kwijt in de oude dorpskern. Op zomerse dagen staan de straten langs het strand mudvol.

De SGP verzet zich tegen betaald parkeren op zondag. De CU is eventueel bereid om groen licht te geven voor betaald parkeren op zondag, waarbij ambtenaren de regels handhaven. ,,Veelzeggend is dat zo'n item dus voor de CU geen heilig huisje meer is", zegt journalist De Mooy.

CU-voorman De Vries: ,,Gratis parkeren op zondag trekt veel dagjesmensen. Er ontstaat dan overlast doordat auto's schots en scheef in de oude dorpskern zijn geparkeerd. Daar willen wij tegen optreden."

95 Dat de gemeente op zondag parkeergeld gaat verdienen, vindt De Vries ,,niet zo'n punt." Wel zegt hij zich te blijven verzetten tegen winkelopenstelling op zondag. ,,Een collectieve rustdag is een groot goed."

Zoals elke gemeente heeft ook Katwijk hoofdpijndossiers. Op één staat de komst van een nieuwe bibliotheek annex cultuurhuis. Na jarenlange discussies besloot de raad recent een streep te zetten door het plan om het complex in de oude dorpskern te bouwen. Dit onder meer vanwege forse kostenoverschrijdingen.

Katwijk groeit. Een omvangrijk project is de bouw van 5000 woningen de komende jaren op de plek van de voormalige vliegbasis Valkenburg. Een staaltje bouwkunst is de parkeergarage (650 auto's) die enkele jaren geleden onder de Katwijkse duinen is aangelegd. Het complex dient ook als kustversterking.

30 november 2018 vrijdag

(26) Bekering

SECTION: BOEKEN; Blz.14

LENGTH: 821 woorden

Verschenen

Bundel met 52 ,,eenvoudige en aansprekende" meditaties over de waarachtige bekering. Ds. A. J. Gunst, emeritus predikant in de Gereformeerde Gemeenten, wijst er in deze overdenkingen op dat bekering Gods werk is en dat Christus alleen voor Zijn Kerk de enige Toevlucht voor tijd en eeuwigheid is. De bijdragen kunnen per week worden gelezen, persoonlijk of in gezinsverband. Ze zijn ook geschikt om bijvoorbeeld bij een weekopening of -sluiting te gebruiken. Er is rekening gehouden met het kerkelijk jaar.

De enige Toevlucht, ds. A. J. Gunst; uitg. Den Hertog; 170 blz.; (EURO) 14,90.

Waar geloof

,,Er is misschien geen enkele waarheid waarover meer dwalingen zijn verkondigd dan over het geloof waardoor de ziel zalig wordt", schrijft de Engelse baptistenpredikant C. H. Spurgeon (1834-1892) in de inleiding van "Een waar geloof". Die constatering is voor hem de aanleiding geweest voor het schrijven van dit boekje. Hij wilde ,,zoekers" verder helpen. Spurgeon zet uiteen wat een waar geloof is en wat het betekent in Christus gerechtvaardigd te zijn. Hij begint en eindigt met de woorden uit Johannes 3:18: ,,Die in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld."

Bijbelstudie

Het laatste Bijbelboek van het Oude Testament, Maleachi, is bijzonder vanwege de vorm. Het is een twistgesprek tussen God en degenen die onbewogen blijven onder

96 Zijn Woord. De profeet Maleachi wijst hen op de naderende "dag des Heeren". Ds. A. A. Brugge, predikant van de Netherlands Reformed Congretation in Lethbridge, schreef over Maleachi een Bijbelstudieboekje voor persoonlijk gebruik en voor gebruik in verenigingsverband. Het is het vierde deel in de "Serie Kleine Profeten", die uitgegeven wordt in samenwerking met de Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten.

Hoopvol leven

Wesley Hill, assisstent-professor Biblical Studies aan de Trinity School for Ministry in Ambridge (Verenigde Staten), schreef ,,gedachten over christelijke trouw en homoseksualiteit." Hill gaat in op drie belangrijke kwesties: Wat is Gods wil voor seksualiteit? Hoe moeten (christelijke) homo's omgaan met hun eenzaamheid als intimiteit uitgesloten is? Hoe kunnen zij Gods genade ervaren om met hun gevoelens om te gaan? Hill ondersteunt zijn betoog met de verhalen van Henri Nouwen en Gerard Manley Hopkins, die beiden christen en celibatair homo waren.

Hoopvol leven, Wesley Hill; uitg. Van Wijnen; 176 blz.; (EURO) 19,95.

Hooglied

Koning Sálomo bejubelt in het Hooglied de overweldigende liefde van Christus jegens Zijn bruidskerk. Als vrucht van de ingestorte liefde Gods is de bruid vervuld met wederliefde jegens Hem. In deze bundel bepreekt de predikant van de gereformeerde gemeente in Nederland te Barneveld in tien preken zeven uitspraken van de bruid en een vraag van de dochters van Jeruzalem. De predikant verbindt daar telkens ,,de indringende en onderzoekende vraag" aan wie hen dit kan nazeggen. Geschikt voor persoonlijk gebruik en voor de leesdiensten.

Christus hogelijk aangeprezen, ds. J. Roos; uitg. Gebr. Koster; 194 blz. (EURO) 16,90.

(Levens)vragen

Bundel met een selectie van 52 vragen en antwoorden die in De Saambinder, het weekblad van de Gereformeerde Gemeenten, werden gepubliceerd. Ds. B. Labee, predikant van de gereformeerde gemeente in Veenendaal, denkt vanuit Bijbels perspectief met de vraagstellers na over vragen die er leven op het gebied van bijvoorbeeld de prediking, het gebed en de sacramenten. Hij geeft daarbij geen uitvoerige exegetische of ethische beschouwingen, maar ,,eenvoudige antwoorden die hopelijk richting geven aan de vraagstellers."

Wat zegt de Schrift?, ds. B. Labee; uitg. Gebr. Koster; 111 blz.; (EURO) 14,90.

Dagboek

De hervormde predikant Izaäk Kievit (1887-1954), die lange tijd in Baarn stond, nam een vooraanstaande positie in in hervormd-gereformeerde kring. Hij was als eindredacteur verbonden aan het Gereformeerd Weekblad. De meditaties die hij hiervoor schreef zijn de bron van het Bijbels dagboek "Het levende brood". De stukjes

97 zijn gekozen zonder de oorspronkelijke tekst en context geweld aan te doen. Er is tevens rekening gehouden met het kerkelijk jaar; voor iedere dag is ook een Schriftlezing toegevoegd.

Het levende brood, ds. I. Kievit; uitg. Den Hertog; 381 blz.; (EURO) 18,50.

Dagboek

Bijbels dagboek, samengesteld uit meditaties en preken van ds. E. Venema (1922-2003). Veelal is gekozen voor vervolgstof, waarbij verschillende geschiedenissen uit zowel het Oude als het Nieuwe Testament aan bod komen. De predikant, eerst verbonden aan de Christelijke Gereformeerde Kerken en vanaf 1970 werkzaam in de Gereformeerde Gemeenten, benadrukt de noodzaak om op Gods leerschool gebracht te worden en door de Heilige Geest onderwezen te worden. Er is rekening gehouden met het kerkelijk jaar.

Op Gods leerschool, ds. E. Venema; uitg. De Ramshoorn; 372 blz.; (EURO) 17,95.

3 december 2018 maandag

(27) Paus: Homo lijkt in RKK in de mode

BYLINE: ANP

SECTION: KERK; Blz.3

LENGTH: 99 woorden

ROME. Paus Franciscus maakt zich zorgen over homoseksuelen in de Rooms- Katholieke Kerk. ,,Het lijkt het er zelfs op dat homoseksualiteit in de mode is, en deze mentaliteit beïnvloedt de kerk op tot op zekere hoogte." De uitspraken zijn afkomstig uit het boek "La fuerza de la vocación" (De kracht van de roeping). Het Duitse persbureau DPA beschikt over een voorpublicatie van het boek van Fernando Prado. ,,In het gewijde leven en in het priesterlijke leven heeft dit soort genegenheid geen plaats", aldus de paus. Eerder liet Franciscus zich genuanceerder uit over homoseksualiteit.

6 december 2018 donderdag

(28) ,,Hernieuwd belijden rond homoseksualiteit"

BYLINE: Redactie kerk

SECTION: KERK; Blz.3

LENGTH: 202 woorden

98 HIGHLIGHT: EDE. ,,De kerken in Nederland zijn meer en meer bezig te buigen voor de gedachte dat homoseksualiteit ook binnen de kerken aanvaardbaar moet zijn." De dertien ondertekenaars van de verklaring "Homoseksualiteit vraagt om hernieuwd belijden" maken zich ,,zorgen over deze ontwikkeling."

,,Hiermee wordt de klem van overduidelijke Schriftwoorden ontweken, vaak onder druk van de assertieve homolobby", aldus de verklaring, een initiatief van de Nederlands gereformeerde missioloog en Bijbelvertaler drs. Kees van der Ziel.

Een duidelijke Bijbelse positiekeuze is geboden, schrijft Van der Ziel, lid van de Nederlands gereformeerde kerk de Pelgrim in Ede. De verklaring formuleert daartoe vijf stellingen. ,,De stem van de Belijdende Kerk zoals die klonk in de zogeheten Barmer Thesen, in verzet tegen de natuurlijke theologie, mag ons tot voorbeeld zijn."

De tweede stelling luidt: ,,Wij geloven en omarmen het leven door en het kruis dragen met Christus als de sleutel voor alle pastoraat. Dit belijden gaat in tegen een theologie die volledige levensvervulling in het hier en nu najaagt. Daarom verdienen homoseksuele broeders en zusters die in onthouding leven alle liefde en steun en respect." Tegelijkertijd verwerpt de verklaring homohaat en discriminatie (stelling 4).

De ondertekenaars -onder wie dr. P. de Vries, prof. dr. G. Vleugels (Leuven) en dr. B. J. Spruyt- rekenen zich tot de ,,reformatorische en bijbelgetrouwe evangelische kring."

8 december 2018 zaterdag

(29) Kerkelijk belijden in de 21e eeuw

BYLINE: Laurens van der Tang

SECTION: TOEGESPITST; Blz.5

LENGTH: 1012 woorden

HIGHLIGHT: Op veel plaatsen werd de afgelopen weken de Synode van Dordrecht herdacht. Daarbij ging het vaak over de Dordtse Leerregels. Terecht, want die zijn vol zeggingskracht, zelfs na 400 jaar. Ze behoren tot onze belangrijke belijdenisgeschriften. Maar zijn ze ook voldoende?

Toegespitst

Waarschijnlijk niet volgens de ondertekenaars van de verklaring "Homoseksualiteit vraagt om hernieuwd belijden" (RD 6-12). Zij stellen dat de kerken in Nederland bezig zijn te buigen voor de gedachte dat homoseksualiteit ook binnen de kerken aanvaardbaar moet zijn. De dertien ondertekenaars, onder wie dr. P. de Vries en dr. B. J. Spruyt, maken zich hierover zorgen. Zij vinden daarom dat de stem van de belijdende kerk over dit onderwerp moet klinken, zoals die ook klonk toen de zogeheten Barmer Thesen in 1934 werden opgesteld door de Bekennende Kirche.

99 De ondertekenaars stellen hiermee impliciet een belangrijke vraag aan de orde. Is het voor kerken vandaag voldoende om zich te beroepen op de klassieke belijdenisgeschriften? Of zijn kerken geroepen zich opnieuw uit te spreken wanneer nieuwe thema's aan de orde zijn, zoals de opmars van het nazisme of groeiende acceptatie van homoseksualiteit?

Sommigen zijn van mening dat hernieuwd belijden niet nodig is, omdat alle grote vragen over het verstaan van de Bijbel in het verleden al eens aan de orde zijn geweest, en de klassieke belijdenisgeschriften hiervan de weerslag vormen.

Ietsisten

Daar valt iets voor te zeggen. Neem de Dordtse Leerregels. Zoals bekend gaan die hoofdzakelijk over de soevereiniteit van God. Daarmee gaan ze over de grote vraag waar het altijd weer over gaat: is God God of is de mens dat? Is de wil van mensen leidend of de wil van God? Uiteindelijk is dit de vraag van alle vragen. Het was de slang die deze vraag in het paradijs op subtiele wijze introduceerde. Het betekende de val van de mens dat hij als God wilde zijn, en dus niet langer wilde accepteren dat God God was. Het is ook deze vraag die de zondige mens steeds opnieuw is blijven opwerpen, en die het hart vormt van alle ketterijen van alle eeuwen. En het is uiteindelijk ook de grote vraag van onze postmoderne agnostische eeuw, die bevolkt wordt door "ietsisten". De grondige doordenking van juist deze vraag maakt dat de Dordtse Leerregels bijzonder actueel zijn.

Maar geven klassieke belijdenisgeschriften zoals de Dordtse Leerregels daarmee ook voldoende antwoord op de grote ingrijpende vragen van ons tijdsgewricht? Verwoorden ze voldoende het belijden van de kerk in een tijd waarin sprake is van totale omkering van alle waarden, en waarin bovendien de kerken van de Reformatie zelf sterk beïnvloed worden door de geest van de tijd?

Het stellen van deze vraag kan argwaan oproepen. Alsof hiermee gemorreld wordt aan de autoriteit van de klassieke belijdenisgeschriften. Daar gaat het echter niet om. De Dordtse Leerregels hebben, evenals de andere Formulieren van Enigheid, niet voor niets een grote, gezaghebbende plaats verworven. Het valt moeilijk in te zien hoe ze verbeterd zouden kunnen worden. Soms wordt opgemerkt dat onze vaders veel helder licht bezaten, en dat wij walmende nachtpitjes zijn. Daar zit veel waars in.

Tegelijk wordt de kerk van onze eeuw ontegenzeggelijk geconfronteerd met nieuwe fundamentele ontwikkelingen. Het on-Bijbelse denken over homoseksualiteit is een uiting van oprukkende genderideologie, die de scheppingsorde tot op het bot aantast. Ook andere recente ontwikkelingen gaan dwars tegen Gods Woord in: de verafgoding van wetenschap als enige kenbron van objectieve waarheid, de verheerlijking van ongebreidelde individuele vrijheid als grondrecht, de ontkenning van absolute normen en waarden, de aantasting van de beschermwaardigheid van het menselijk leven, het geloof in schepping door evolutie, enzovoort.

100 Het is uiteraard niet zo dat er rond deze onderwerpen geen bezinning plaatsvindt. Er verschijnen allerlei artikelen, rapporten en boeken. In commissies, deputaatschappen en stichtingen en op hogescholen en universiteiten wordt grondig nagedacht. Maar het belijden van de kerken van de Reformatie is fragmentarisch geworden, en meest doen zij er het zwijgen toe. De kerkelijke verdeeldheid speelt hierin ongetwijfeld een rol. De noodzaak om te belijden, lijkt vooral 'uitbesteed' te zijn aan maatschappelijke organisaties of individuele opinieleiders.

Helder getuigenis

De vraag of kerken de plicht hebben tot hernieuwd belijden mag echter niet zomaar verdrongen worden. Dat wordt te meer duidelijk wanneer de ontstaansgeschiedenis van onze belijdenisgeschriften nagegaan wordt. De Nederlandse Geloofsbelijdenis ontstond omdat Guido de Brès zich gedrongen voelde om het belijden van de kerk van de Reformatie te verdedigen tegen de wederdopers. De Dordtse Leerregels werden geformuleerd door het debat met de modernen van de 16e en 17e eeuw, waardoor kerk en maatschappij verscheurd dreigden te worden. In die omstandigheden wist de kerk zich geroepen tot een helder getuigenis. Ze kon niet langer zwijgen. Ze moest spreken. Alleen zo kon de Naam van de HEERE geheiligd worden.

De kerken van de Reformatie stelden hun belijden dus op schrift, net zoals de vroege christelijke kerk dat had gedaan, dwars tegen de geest van de tijd in. Het gaat er in onze eeuw daarom niet om of we in staat zijn om een nieuw klassiek belijdenisgeschrift op te stellen dat zich kan meten met de belijdenisgeschriften die we al hebben, om dan als reformatorische kerken met elkaar te besluiten om dit geschrift voortaan achter in onze Bijbeltjes op te nemen als vierde Formulier van Enigheid. En het gaat er al helemaal niet om de drie bestaande Formulieren van Enigheid te vervangen of aan te passen. Dat zou van hoogmoed getuigen. Bovendien, God bepaalt welke geschriften de tand van de tijd doorstaan en welke niet.

Wel gaat het erom Gods Naam getrouw te belijden, steeds opnieuw. In het "Examen van tolerantie" van Holtius en Comrie worden drie redenen genoemd waarom belijdenisgeschriften noodzakelijk zijn: om de onschuld van het belasterde christendom te bewijzen, om de innerlijke welstand en vrede van de kerk te bevorderen en om opkomende ketterijen te bestrijden.

De vraag welke van deze redenen anno 2018 aanwezig zijn, is urgent. In 1618 sprak de kerk duidelijke taal. De kerk van 2018 lijkt haar tong verloren te hebben.

De kerk van de Reformatie kon niet zwijgen

10 december 2018 maandag

(30) Paus wil homo's weren uit gewijd ambt

101 BYLINE: Ewout Kieckens

SECTION: KERK; Blz.3

LENGTH: 585 woorden

HIGHLIGHT: Paus Franciscus wil dat homoseksuelen geen priester, pater of non worden. Daarmee lijkt een einde te komen aan de vermeende pauselijke openheid ten opzichte van homoseksuelen.

Homoseksuele priesters, paters, nonnen en andere religieuzen die zich niet aan het celibaat houden, zouden uit het gewijde ambt moeten treden. Dat laat paus Franciscus optekenen in het interviewboek met de titel "De kracht van de roeping", over de roeping van broeders en zusters in religieuze orden, dat afgelopen week in Italië verscheen. ,,Het is beter als homoseksuele priesters en religieuzen het ambt verlaten dan dat zij een dubbelleven leiden."

Het is een ,,vergissing" om te geloven dat homoseksualiteit ,,niet zo slecht" is en dat het alleen een vorm van genegenheid is, zegt Franciscus. ,,In het gewijde leven en in het priesterlijke leven heeft dit soort genegenheid geen plaats. Daarom beveelt de kerk aan dat mensen met deze gewortelde neiging niet worden aanvaard in het ambt."

Mode

Kandidaten voor het priesterschap en voor het zogenaamde gewijde leven (kloosterlingen) moeten op homoseksualiteit worden gescreend. ,,We moeten veeleisend zijn. In onze samenleving lijkt het er nota bene op dat homoseksualiteit in de mode is en deze mentaliteit beïnvloedt op een of andere manier ook het leven van de kerk", zegt de paus in een lang interview tegen Fernando Prado, een Spaanse geestelijke die het interview heeft verwerkt tot een boek.

De paus zegt dat de Rooms-Katholieke Kerk de mate waarin homoseksualiteit voorkomt bij de geestelijkheid mogelijk heeft onderschat. ,,Bij het opleiden van onze mensen moeten we er grote zorg aan besteden" dat de kandidaten rijp zijn en weten wat hun gevoelens zijn. ,,Als we dat niet doen, komen de problemen later vanzelf."

De pauselijke woorden lijken haaks te staan op zijn uitspraak van vijf jaar geleden. Op de vraag hoe hij stond ten opzichte van homoseksuele priesters, zei paus Franciscus in 2013: ,,Als iemand homo is en de Heer zoekt met een goede wil, wie ben ik dan om te oordelen?"

Geen ommezwaai

The Advocate, het Amerikaanse magazine voor de lgbt-gemeenschap, riep hierom Franciscus nota bene in 2013 uit tot Persoon van het Jaar. Maar volgens Thomas Reese van de National Catholic Reporter, een progressief rooms-katholiek weekblad, maakt de paus geen ommezwaai. ,,In het interview zegt hij tegen

102 homopriesters dat wat hij altijd tegen heteroseksuele priesters heeft gezegd: Houd je aan het celibaat of treed uit."

Het feit dat sommige priesters en gewijde mannen en vrouwen in een religieuze orde er een (clandestiene) relatie op nahouden, is in de ogen van de paus een gruwel. ,,Die mensen mogen nooit of te nimmer een schandaal veroorzaken door een dubbelleven te leiden", aldus Franciscus in het interviewboek.

De rooms-katholieke leider lijkt echter geen onderscheid (meer) aan te brengen tussen praktiserende homoseksuele geestelijken en mannen en vrouwen die (alleen) een homoseksuele aanleg hebben, zoals te doen gebruikelijk was in de kerk.

Vereisten

Voor de rest gaat het boek in op de vereisten van een goede broeder of zuster.

Volgens de paus is de belangrijkste ,,gave" om een goed onderscheidingsvermogen te hebben. De paus noemt onder andere Peter Faber, een Franse jezuïet uit de zestiende eeuw, als een voorbeeld om na te volgen. ,,Faber had een groot onderscheidingsvermogen. Hij was een man die te voet overal heen ging."

Faber reisde onder meer naar Nederland en Duitsland om te bemiddelen tijdens de ontluikende Reformatie. Hij deed dat, zoals de paus omschreef, met grote openheid en naastenliefde - in een tijd dat protestanten ketters werden genoemd.

19 december 2018 woensdag

(31) Nieuwe website voor christenhomo

BYLINE: Redactie binnenland

SECTION: BINNENLAND; Blz.13

LENGTH: 229 woorden

HIGHLIGHT: GOUDA. Een nieuwe website wil jonge christenhomo's terzijde staan ,,in de zoektocht naar een begaanbaar pad bij de navolging van Jezus Christus."

De site, vernieuwd.com, is deze week gelanceerd door vier mensen met verschillende kerkelijke achtergronden, zegt mede-initiatiefnemer Gert Lemkes.

De website bevat ervaringsverhalen van homoseksuele christenen en gaat in op wat de Bijbel zegt over seksualiteit, homoseksualiteit en genderdysforie. De makers dragen uit dat het voor mensen met ,,sterke" homoseksuele gevoelens mogelijk is Jezus te volgen. Ze spreken van een weg die alles te maken heeft met ,,een leven in overgave, in verbondenheid met Jezus én met andere gelovigen."

103 Volgens Lemkes, die als biseksueel steeds sterkere homoseksuele gevoelens kreeg, was er behoefte aan een website die een orthodox-christelijk geluid laat horen. De makers wijzen erop dat ,,dezelfde God Die heeft bepaald dat seksualiteit slechts plaats mag vinden tussen een man en een vrouw in een huwelijk, de God van volmaakte heiligheid en liefde is."

De woordvoerder erkent dat het initiatief overeenkomsten vertoont met de christelijke organisatie Hart van Homo's. ,,We bedienen misschien een iets anders doelgroep", aldus Lemkes, die op zondag meeleeft met een huisgroep en daarnaast betrokken is bij een interkerkelijke gebedsgroep in zijn woonplaats Gouda. Hij neemt ook deel aan een Bijbelstudiegroep van Hart van Homo's.

Vernieuwd.com heeft vooralsnog geen plannen om naast de website andere activiteiten op te zetten.

24 december 2018 maandag

(32) In Litouwen wappert het blauw van de Europese Unie

BYLINE: Floris Akkerman

SECTION: BUITENLAND; Blz.11

LENGTH: 687 woorden HIGHLIGHT: Ruim 28 jaar geleden wapperde het communistische rood in Litouwen, nu zie je overal het blauw van de Europese Unie. In Visaginas, de meest Russische stad van Litouwen, lijkt de bevolking zich daarbij neer te leggen.

Dmitri Lisjtsjenko loopt langs het gemeentehuis van Visaginas. Ze leven daar nog in de Sovjet-Unie, knikt hij die kant op. ,,E-mails beantwoorden ze niet." Het Litouwse Visaginas, in het noordoosten van het land, is een jonge stad uit 1975, gebouwd voor Sovjetarbeiders die in de nieuwe kerncentrale kwamen te werken. Visaginas is zo ingericht dat je te voet in tien minuten overal kunt zijn.

Lisjtsjenko (28) beschouwt zichzelf als Russisch. Maar met zijn Litouwse EU-paspoort reist hij eenvoudig de wereld rond. Zijn hart kiest voor Rusland, maar zijn verstand zegt wat anders.

Hij noemt Visaginas niet Russisch, al zullen de Litouwers dat wel zo zien, glimlacht Lisjtsjenko. De stad is een mix van culturen uit de Sovjet-Unie, legt hij uit tijdens zijn stadsrondleiding. De oorspronkelijke bewoners, van boven de veertig, hebben een andere levensstijl dan de Litouwers die in de EU opgroeien. Ze hebben de communistische genen nog in zich, verklaart Lisjtsjenko, en hebben weinig op met homoseksualiteit, kosmopolitisme en de Engelse taal.

Het communisme zelf ligt op de schroothoop. Nadat Litouwen zich in maart 1990 afscheidde van de Sovjet-Unie kwam er een andere wereld voor in de plaats. Het

104 land werd lid van de Europese Unie en de NAVO. De antenne staat niet meer afgesteld op Moskou, maar op de westerse hoofdsteden Brussel en Washington. Accepteren de 18.500 inwoners van Visaginas, van wie ruim 52 procent etnische Russen, deze nieuwe verhoudingen?

Kerncentrale

De EU heeft zet de toon in de stad. Nu zie je in Visaginas, en in de rest van het land, borden met de vlag van de Europese Unie. Ze staan in Visaginas bij culturele centra, naast een openbaar toilet bij het meer en bij een speeltuin, alle gefinancierd met Europees geld. De verouderde kerncentrale, banenmotor van de stad, sloot in 2009. Dat was een voorwaarde om toe te kunnen treden tot de EU.

De bevolking roerde zich amper. Ongeveer vijftig mensen verzetten zich tegen de sluiting van de centrale, herinnert Lisjtsjenko zich. ,,Het zit niet in de Slavische volksaard om in opstand te komen tegen de overheid. In onze cultuur zeg je niets. Je kijkt televisie, je drinkt alcohol en zit thuis." Slaven volgen de overheid, wil Lisjtsjenko zeggen. Dit keer is dat Litouwen, aan het handje van de EU.

Een ander voorbeeld van Lisjtsjenko: niemand ging in 2014 de straat op met pro- Russische vlaggen om aansluiting te eisen bij Rusland toen Moskou het Oekraïense schiereiland de Krim annexeerde.

Litouwen kent minder etnische Russen dan de andere Baltische landen Estland en Letland. Acht procent van de bevolking is Russisch, vertelt Boguslavas Gruzevskis (56) van het Litouws Sociaal Onderzoekscentrum in de hoofdstad Vilnius. Ten tijde van de Sovjet-Unie verhuisden ze minder massaal deze kant op, omdat Litouwen voor de indus- trie de eigen bevolking inzette, legt hij uit. Degenen die zich niet thuis voelden in het onafhankelijke Litouwen vertrokken naar Rusland. ,,Uit angst voor Litouws nationalisme."

In Visaginas roken Igor Juris (36) en Dmitri Podobed (26) buiten een sigaret naast de ingang van winkelcentrum Domino. Aan de overkant komt een nieuw filiaal van de Lidl, de Duitse supermarkt. Juris noemt zichzelf stalinist en prijst de industrialisatie onder de vroegere Sovjetleider. En die doden onder Stalins regime? De aantallen worden overdreven, zegt hij. En zo ging dat nu eenmaal in die tijd. Net als de moordpartijen tijdens godsdienstoorlogen, vergelijkt hij luchtig.

Ideaal

Hij is stalinist, maar Litouwen als onderdeel van Rusland kan Juris niet bekoren. Poetin laat zijn oren hangen naar Russische oligarchen, luidt zijn argument. De EU is hem te afhankelijk van de Verenigde Staten en te kapitalistisch, en de NAVO te agressief. Een onafhankelijk socialistisch Litouwen heeft zijn voorkeur. De Sovjet-Unie was ideaal geweest.

Hij beseft dat terugkeer naar de Sovjet-Unie er niet inzit. ,,Litouwen is al te Europees geworden, zeker de jonge generatie."

105 Dit is het eerste deel in een serie artikelen over Litouwen. Donderdag deel 2: massale emigratie.

,,Litouwen is te Europees geworden voor een terugkeer naar de Sovjet-Unie"

27 december 2018 donderdag

(33) Abdullah Haselhoef

SECTION: REDACTIE; Blz.45

LENGTH: 61 woorden

Regillio Frank Haselhoef (1968- 10 juni 2018) werd geboren in Paramaribo. Haselhoef maakte naam als islamitisch geestelijk verzorger. Hij kwam in opspraak nadat hij had gezegd dat praktiserende homo's volgens de Koran de doodstraf moesten krijgen. Later bood hij hiervoor excuses aan. In 2016 werd Haselhoef veroordeeld wegens fraude. Hij kwam om door een auto-ongeluk.

27 december 2018 donderdag

(34) Oproep om verklaring over relaties te tekenen

BYLINE: Redactie kerk

SECTION: KERK; Blz.3

LENGTH: 401 woorden

HIGHLIGHT: Nederlandse voorgangers doen er goed aan om zich te verbinden aan de inhoud van de Nashville-verklaring, een in Amerika opgesteld document over huwelijk en seksualiteit.

Dat vinden predikant en docent dr. P. de Vries en evangelist Arjan Baan. Zij zijn een actie gestart om voorgangers hun handtekening te laten plaatsen onder de Nashville-verklaring. De twee hebben een Nederlandstalige versie ervan opgesteld en willen daarmee ,,aansluiten bij een internationale beweging om duidelijk een Bijbelse positie in te nemen."

In 2019 moet de verklaring gepresenteerd worden op een studiedag. Nu al is duidelijk dat meer dan 200 predikanten en voorgangers uit de breedte van het Nederlandse protestantisme de actie steunen.

Zuidelijke Baptisten

106 De Nashville-verklaring is in 2017 in de Verenigde Staten opgesteld tijdens de jaarlijkse conferentie van de commissie voor ethiek en godsdienstvrijheid van de Zuidelijke Baptistenconventie in Nashville, Tennessee. De tekst ervan werd na afloop van de conferentie in augustus 2017 gepubliceerd. De verklaring over huwelijk en seksualiteit wil een eenduidig geluid laten horen rond thema's als homoseksualiteit, genderneutraliteit en transgenderisme.

De Nashville-verklaring is in de Verenigde Staten inmiddels ondertekend door 22.000 mensen, waaronder prominente evangelicale voorgangers als John Piper, John F. MacArthur, James Packer, Albert Mohler, Don Carson en Kevin DeYoung.

In Nederland werken meerdere organisaties en personen in de gereformeerde gezindte aan bezinning op en meningsvorming over de omgang met seksuele diversiteit.

De Vereniging voor Gereformeerd Schoononderwijs (VGS) wil begin 2019 komen met een visienota over seksuele diversiteit. Deze maand belegde de organisatie een voorbereidingsbijeenkomst.

Ook de Gereformeerde Gemeenten (GG) kwamen deze maand met een notitie, uitgegeven door het deputaatschap diaconale en maatschappelijke zorg (DMZ). Daarin laten predikanten, zoals de notitie het stelt, Bijbels licht schijnen ,,op seksuele diversiteit, toegespitst op homoseksualiteit, transgenderisme en genderneutraliteit." De notitie is toegezonden aan alle kerkenraden binnen de GG.

Gesprek en studiedag

Begin december verscheen ook de verklaring "Homoseksualiteit vraagt om hernieuwd belijden" van de Nederlands gereformeerde missioloog drs. Kees van der Ziel. Daarnaast was er een rondetafelgesprek van de SGP-fractie in de Tweede Kamer en was er in november een studiedag "Homoseksualiteit en de kerk. Verschillende visies, één geloof".

Steun van meer dan 200 predikanten en voorgangers voor initiatief

28 december 2018 vrijdag

(35) Na bezinning door kerken pas visie op gender- ideologie

BYLINE: Arnold Huijgen en Maarten Kater

SECTION: OPINIE; Blz.22

LENGTH: 1161 woorden

HIGHLIGHT: Het christelijk huwelijk als de exclusieve, levenslange verbintenis van één man en één vrouw moet worden hooggehouden. Gender-ideologie daarentegen moet worden bekritiseerd. Dat is reden voor gezamenlijke bezinning, over kerkmuren

107 heen. Maar een snel, klip-en-klaar statement voor de bezinning uit, zoals de zogenaamde Nashvilleverklaring is, leidt alleen maar tot brokken.

Onlangs viel te lezen dat de uitdagingen waarvoor homoseksualiteit de kerken stelt, zou vragen om een nieuw belijden (RD 16-12). Hoewel er inderdaad grote uitdagingen zijn en op de achtergrond fundamentele vragen spelen, zouden wij toch voorzichtig willen zijn om de grote woorden "nieuw belijden" te gebruiken. Daardoor raakt de term "belijden" aan inflatie onderhevig.

De vergelijking van de vragen rond homoseksualiteit met het belijden van de Duitse kerk in de Barmer Thesen, ten tijde van het nazisme, lijkt ons dan ook te vergaand. Inhoudelijk blijven de teksten ook achter bij de diepgang van het gereformeerde belijden.

Exclusieve verbintenis

Intussen krijgen tal van predikanten per e-mail de vraag om de zogenaamde "Nashville declaration" over homoseksualiteit te onderschrijven (RD 27-12). Die verklaring neemt stelling voor het christelijk huwelijk en tegen ,,het aannemen van een transgender- of homoseksuele identiteit", aangezien deze niet ,,overeenkomt met Gods heilige bedoelingen in schepping en verlossing".

Nu lijkt het ons van groot belang om in onze tijd de waarde van het christelijk huwelijk als de exclusieve, levenslange verbintenis van één man en één vrouw hoog te houden. De genderideologie, die alle biologische en andere verschillen tussen man en vrouw wil uitwissen, verdient stevige christelijke kritiek.

Toch zullen wij deze verklaring niet tekenen. We hebben geaarzeld om daarmee naar buiten te treden. Toch doen we dat, met het oog op predikanten die niet weten wat ze ermee aan moeten en met het oog op hun gemeenteleden. Vier overwegingen geven de doorslag.

Schuldbelijdenis

- Ten eerste mist de genoemde Nashvilleverklaring de nodige pastorale gevoeligheid. Deze verklaring lijkt te suggereren dat homoseksuelen kunnen genezen. Is gewogen tot welke nood, zelfs wanhoop, deze suggestie die homoseksuele broeders en zusters kan brengen?

Wie als reformatorisch christen ontdekt homoseksueel te zijn, kan zich toch al zo enorm eenzaam voelen. Durven mensen hun geaardheid nog ter sprake te brengen? Dat is nu al een enorm moeilijk punt. En nu verenigt de gereformeerde gezindte zich (zo lijken de opstellers te beogen) rond een statement, een verklaring, tegen homoseksuelen en transgenders.

De verklaring hanteert een opvatting over homoseksualiteit die voorbijgaat aan de ingewikkelde discussie over "nature" (aanleg) en "nurture" (opvoeding). De omschrijving van homoseksualiteit als het ,,aannemen van een identiteit" doet geen

108 recht aan de nood van velen die helemaal niets aan te nemen hebben, maar homoseksueel gericht zijn.

- Een tweede overweging: het is nogal gemakkelijk om vooral de zonden van een ànder te belijden. Heteroseksuele mannen, vaak met bevoorrechte en invloedrijke posities in de kerk, verenigen zich rond een statement dat homoseksuele mannen en vrouwen aanspreekt.

SGP-senator Diederik van Dijk gaf eerlijk uiting aan zijn aarzeling op dit punt (RD 28-11). Zal het effect niet zijn dat homoseksuele mensen nog eerder dan nu al het geval is de kerk zullen verlaten? Op zijn minst zullen tonen van schuldbelijdenis aangeslagen moeten worden over hoe de kerk in het verleden met homoseksuele broeders en zusters is omgegaan.

Luisteren naar de Schrift

- De derde overweging is de belangrijkste. Het Nashvillestatement lijkt een radicaal heldere oplossing te bieden voor een complex probleem, maar mist de theologische diepgang en nuance die nodig zijn.

Neem nu het vijfde artikel van 'Nashville', waarin wordt gesteld dat ,,de verschillen tussen mannelijke en vrouwelijke geslachtsorganen integraal onderdeel zijn van Gods doel voor ons zelfverstaan."

Dat is niet de toonhoogte van de Bijbel, van het Hooglied. Het is ook niet de taal van een confessie, maar van een beleidsdocument. De Schrift gaat er dan ook niet bij open: het verbaast niet dat het oorspronkelijke document geen enkele verwijzing naar een Bijbeltekst bevatte. Eerlijk luisteren naar de Schrift is echter een eerste vereiste.

- Ten vierde is het te voorziene effect van dit soort verklaringen dat er een sjibbolet bij komt. Christelijk Nederland had er al geen gebrek aan.

Uiteraard is het niet de bedoeling van de opstellers om verdeeldheid te zaaien, maar juist om tot eenheid op te roepen. Maar als die eenheid niet kerkelijk is, maar de vorm krijgt van een handtekeningenactie, gaat daar een effect van uit. Denk aan de druk op mensen die nog niet tekenden. Want wie de verklaring krijgt, kijkt eerst naar de lijst namen onderaan. Dat lijkt ons geen goede manier van doen onder christenen.

Als er dan helder en in geval van nood belijdend gesproken moet worden, is dat juist een kerkelijke zaak en geen particulier initiatief. De ware eenheid is christelijk gezien immers een kerkelijke eenheid.

Verootmoediging

Te vrezen is dat het probleem dieper zit. Ook de kerk raakt geïnfecteerd met wat in onze samenleving al langer woedt: de extremen krijgen de meeste aandacht. Je moet zo helder en consequent mogelijk zijn in je standpunt. Populisten gedijen er

109 wel bij. De werkelijkheid is echter vaak complexer. Daarom hoeven we nog niet met meel in de mond te spreken, maar wel met uiterste voorzichtigheid, voordat we met grote woorden over belijden en afwijzen maximale duidelijkheid willen scheppen.

In dat licht baart het zorgen dat de Vroege Kerk de belijdenis aangaande Christus verwoordde, de Reformatie de genadeleer in confessies vastlegde, terwijl wij in deze eeuw kennelijk niet verder komen dan ethische statements over anderen. Dat is geen vooruitgang.

Ook wij vinden dat het christelijk huwelijk hooggehouden moet worden en dat genderideologie daarentegen bekritiseerd moet worden. Dat is reden voor gezamenlijke bezinning, over kerkmuren heen. Wie weet leidt dat tot een gezamenlijke uitkomst. Maar een snel, klip-en-klaar statement voor de bezinning uit leidt tot brokken.

Zou het kunnen dat de behoefte aan statements ermee te maken heeft dat we de Schrift niet meer tegen onszelf in lezen, maar met onszelf mee? Waar is in dit alles de gestalte van de gebroken en verslagen geest, van het besef van onze schuld, omdat we wel over het christelijk huwelijk gesproken hebben, maar er zo weinig van hebben laten zien? Waar is de verootmoediging omdat het ons maar niet lukt aan onze jongeren duidelijk te maken waarom het leven naar Gods geboden een vreugde is?

Lofzang

De dichter van Psalm 119 ging uitgebreid zingen van Gods wet, want niets is zo goed als het gaan van de weg van Gods geboden. Zolang we de toon van die lofzang, die ook in onze belijdenis schuilt, niet weten te treffen, past enige terughoudendheid. Het zou maar zo kunnen blijken dat we de breuk op het lichtste helen en dichtsmeren waar de echte pijn zit: dat ook wij, en ook kerkelijke leiders, zelf te weinig vanuit Christus leven.

De auteurs zijn hoogleraar systematische theologie respectievelijk hoogleraar praktische theologie aan de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA).

Verklaring van Nashville mist de theologische diepgang en nuance die noodzakelijk zijn

19 januari 2019 zaterdag

(36) Nashvilleverklaring

BYLINE: Steef de Bruijn

SECTION: BINNENLAND; Blz.4

LENGTH: 416 woorden

110 van de hoofdredactie

Nu de stofwolken van 'Nashville' langzaam optrekken, kijken we elkaar in de gereformeerde gezindte ontredderd aan. Wat is er gebeurd? Hoe kon dit zó ontsporen? Was er niemand die dit tegen kon houden?

In de verschillende media verschenen reconstructies. Dat is goed journalistiek gebruik: rond aanslagen, calamiteiten en andere dieptepunten zet je de feiten op een rij en vertel je de lezer hoe de vork in de steel zit.

Deze week was niet alleen de Brexit aan de beurt, maar ook de Nashvilleverklaring. Vrijwel alle dagbladen deden daaraan mee, woensdag kwam de Groene Amsterdammer nog - maar het Reformatorisch Dagblad ontbrak in dat rijtje. Waarom? Onze redactie ontving diverse hele en halve reconstructies, maar plaatste die niet. Waarom niet, valt er iets te verbergen? En heeft de lezer er geen recht op te weten wat er achter de schermen bij het RD gebeurde? Veel lezers hebben ons er vragen over gesteld.

Waarom is het opinieartikel van de hoogleraren dr. Kater en dr. Huijgen geplaatst?

Had het RD de verklaring niet tegen kunnen houden?

Waarom was er zo'n scherp commentaar?

Is de hoofdredactie het dan niet eens met 'Nashville'?

En waar zijn de verhalen van homo's die vóór de verklaring zijn?

Begrijpelijke vragen. En volstrekt terecht dat ze gesteld worden. Ook de leden van de Nashvillewerkgroep stellen deze vragen aan mij. Eerder deze week heb ik de werkgroep gevraagd om hierover met mij in gesprek te gaan. Voor zo'n gesprek heb ik vrijdag een hartelijke uitnodiging gekregen. En als je in gesprek gaat, dan betekent dat ook dat je geen reconstructie gaat maken van alles wat er gebeurd is via de media. Daarom zullen we de komende weken in onze columns en op de opiniepagina zulke terugblikken niet plaatsen.

Wie de ophef na 'Nashville' overziet, kan niet anders dan concluderen dat de naam des Heeren hierdoor gesmaad wordt. Dan lacht de duivel erom als christenen rollebollend over straat gaan en elkaar verwijten maken.

Bij deze zaak ligt het front niet in de eerste plaats tussen Bijbelgetrouwe christenen onderling, maar gaat het veel meer om een strijd met het denken waarin het zelfbeschikkingsrecht centraal staat en waarin het christelijke huwelijk tussen één man en één vrouw, als het exclusieve verbond waarbinnen seksualiteit een plaats heeft, onder vuur ligt. Laat er geen enkele twijfel over bestaan dat de (hoofd)redactie de intentie van de werkgroep om daar stelling tegen te nemen volledig deelt.

Steef de Bruijn

111 21 januari 2019 maandag

(37) Orthodoxe Joden: Stop lhbt-lessen

BYLINE: ANP

SECTION: BUITENLAND; Blz.7

LENGTH: 79 woorden

HIGHLIGHT: LONDEN. Ultra-orthodoxe joodse leraren en ouders in Engeland waarschuwen dat hun scholen ondergronds gaan als de overheid doorgaat met voorlichting over homoseksuele relaties en geslachtsveranderingen.

Dat schreef The Guardian dit weekend. De Britse krant liet leden van de Charedische stroming binnen de joodse gemeenschap aan het woord. Ze waarschuwden dat ze hun kinderen thuis zelf les gaan geven als er geen verandering komt in het overheidsbeleid.

Volgens cijfers die vorige week door het Institute for Jewish Policy Research (JPR) zijn gepubliceerd, volgen er meer dan 20.000 kinderen onderwijs op ultra-orthodoxe scholen die gefinancierd worden door de staat.

23 januari 2019 woensdag

(38) ,,Kerkvader Augustinus verwierp homosekualiteit uit zijn jeugd"

BYLINE: Klaas van der Zwaag

SECTION: KERK; Blz.16

LENGTH: 599 woorden

HIGHLIGHT: Augustinus wordt wel gezien als de eerste moderne mens. In het jongste nummer van het vaktijdschrift "Augustiniana" stelt prof. dr. J. van Oort dat de kerkvader een tijdlang homo-erotische gevoelens had. En dat hij ze afzwoer.

Prof. Van Oort, emeritus van de Universiteit Utrecht en de Radboud Universiteit Nijmegen, analyseert in zijn deze maand verschenen artikel de "Confessiones" ("Belijdenissen" of "Lofprijzingen"). Daarin geeft Augustinus (354-430) zijn levensverhaal. Als student in Carthago kwam hij terecht in ,,een warboel van schandelijke liefdes", zo schrijft de beroemde kerkvader.

Lust

112 ,,Hij bedoelt daarmee niet dat hij achter de meisjes aanzat, zoals vaak wordt gedacht", zegt prof. Van Oort. ,,Duidelijk meldt hij dat het zijn mannelijke vrienden betrof. Het was ook niet slechts platonische liefde. Augustinus wilde ook genieten van het lichaam van wie hem beminde. Hij noemt het zelf nadrukkelijk ,,lust." Achteraf zegt hij dat hij zo ,,de bronader van de vriendschap" bezoedelde ,,met de modder van de begeerte." Een ,,helse begeerte" waarin hij ,,gevangen" zat."

Dat is nogal wat.

,,Het is nog lang niet alles. Hier gaat het kennelijk over wisselende homo-erotische verliefdheden die hem als student als het ware overvielen. Augustinus weet zich erdoor ,,gegeseld met gloeiende ijzeren zwepen van jaloezie, argwaan, angst, drift en twist." Later, terug in zijn geboorteplaats Thagaste, heeft hij ook een soort vaste vriend. Die vriendschap is voor hem ,,heerlijker dan alle heerlijkheden" die hij toen kende. Als die vriend vroegtijdig dood gaat, is hij ontroostbaar."

Maar gaat het hier wel om verliefdheid?

,,Jazeker, Augustinus is zo ongeveer de grootste literator van zijn tijd. Hij zegt dit in een fijnzinnige toespeling. Augustinus vergelijkt zijn vriendschap met die van Orestes en Pylades. Iedereen die de literatuur kende, wist dat die twee de archetypen waren van een homostel. Dat was in zijn tijd en cultuur absoluut niet gebruikelijk: vele filosofen, denk aan Plotinus, waren volkomen asceet."

Later was Augustinus getrouwd en had hij een zoon. Voorbijgaande homo-erotiek dus?

,,Daar lijkt het wel op. In diezelfde passages in de "Lofprijzingen" zegt Augustinus onverbloemd hoe hij er achteraf over denkt. Letterlijk is zijn mening dat het in homoseksualiteit gaat om ,,schandelijke handelingen die ingaan tegen de natuur." Naar zijn stellige mening heeft God de mensen zo niet geschapen. Hij beschouwt homoseksualiteit als ondermijning van de maatschappij."

Was er in zijn tijd een soort homolobby?

,,Veel antieke literatuur propageerde homo-erotiek. Maar kennelijk nooit zo fanatiek als vandaag. Op de tweede vrijdag van december was het in Nederland Paarse Vrijdag. Een zekere Robbe, een kind van twaalf, kwam 's morgens vroeg al op de radio vertellen dat hij nu wist dat hij homo was. Dat werd de hele dag herhaald in het NOS-journaal en 's avonds uitgebreid in het Jeugdjournaal. Zulke staatspropaganda -zogenaamd neutraal, maar wel door ons allen betaald- kwam in de oudheid niet voor."

Christenen waren altijd tegen homoseksuele praxis?

,,Het antwoord kan kort zijn. Dat behoeft helemaal geen ingewikkelde hermeneutiek van Bijbelteksten die duidelijk zijn. Net als in het jodendom is homoseksualiteit in het christendom -en ook in de islam- altijd afgewezen. Je ziet dat bijvoorbeeld bij Paulus, in het vroeg-christelijke document Didache -dat simpelweg

113 joodse ethiek overneemt- en bij christelijke denkers als Aristides, Justinus de Martelaar, Cyprianus, Basilius de Grote, Chrysostomus én Augustinus.

Aan die historische feiten verandert niemand iets. Ook niet iemand als de gevierde filosoof Michel Foucault, die een invloedrijke geschiedenis van de seksualiteit schreef, en ook aandacht aan Augustinus besteedde."

,,De homolobby was in de oudheid niet zo fanatiek als vandaag"

23 januari 2019 woensdag

(39) SGP-wethouder blijft aan na fel Nashvilledebat

BYLINE: Ben Provoost

SECTION: REGIO; Blz.15

LENGTH: 445 woorden

HIGHLIGHT: SGP'er J. W. Rouwendal blijft wethouder in Leidschendam-Voorburg. Ondanks het minderheidsstandpunt dat hij twee weken geleden innam toen het college zich uitsprak tegen de Nashvilleverklaring.

Dat was de uitkomst van een dinsdagavond gehouden debat in de gemeenteraad.

Twee weken geleden sprak de coalitie van VVD, CDA, PvdA en CU-SGP -die leunt op 18 van de 35 zetels- zich uit tegen de Nashvilleverklaring. Het voltallig gemeentebestuur ventileerde toen dat inhoud en toon van deze verklaring ,,niet past binnen ons lokale beleid. Het college heeft daarom besloten afstand te nemen van de Nashvilleverklaring. Ter zake dit laatste besluit heeft wethouder Rouwendal een minderheidsstandpunt ingenomen."

Rouwendal moest zich hiervoor dinsdagavond verantwoorden. De oppositie rook bloed. Ze probeerde een wig te drijven tussen wethouder Rouwendal en de rest van het college en zelfs zijn eigen CU-SGP. Daarbij werden persoonlijke aanvallen niet geschuwd.

Fractievoorzitter Frank Rozenberg van GBLV/Gemeentebelangen -met negen zetels de grootste oppositiepartij- zei dat hij veel waardering had voor CU-SGP- fractievoorzitter Kees Verschoor die de Nashvilleverklaring ,,hardvochtig" en ,,polariserend" vindt.

Regenboogstad

Vervolgens suggereerde hij dat in het gezin Verschoor geslikt zou moeten worden als een van de kinderen zou verklaren homo te zijn, maar dat hij ,,zich niet durft voor te stellen hoe dat zou gaan binnen het gezin Rouwendal."

114 Leidschendam-Voorburg is een regenboogstad en wil koploper zijn op het gebied van homorechten. In het coalitieakkoord zijn daarover afspraken gemaakt.

Volgens Jeroen van Rossem (GroenLinks) is de handtekening van Rouwendal onder dit akkoord niets waard als hij niet openlijk afstand neemt van de Nashvilleverklaring.

De collegepartijen maakten het Rouwendal niet moeilijk. Philip van Veller (VVD) verweet Van Rossem dat hij Rouwendal woorden in de mond legde die hij niet had gezegd en verzocht hem vanwege de gevoeligheid van het debat ,,scherp en goed te formuleren."

Hij wees erop dat gelijkwaardigheid voor iedereen een groot goed is. Ook herinnerde hij het GroenLinks-raadslid eraan dat Rouwendal niet heeft gezegd dat hij vindt wat de Nashvilleverklaring stelt. ,,Zijn handtekening staat niet onder de Nashvilleverklaring maar onder het coalitieakkoord. Dat is voor mij het belangrijkste."

In de beantwoording van de vragen gaf Rouwendal aan dat het college nooit reageert op verklaringen die het lokale beleid niet raken en dat dat voor hem de reden was dat nu ook niet te doen.

Hij onderstreepte nog steeds achter het coalitieakkoord te staan. Op Rozenbergs vraag of hij homoseksualiteit zonde vindt, antwoordde Rouwendal dat dit een vraag is naar zijn persoonlijke overtuiging waar hij als wethouder geen verantwoording van aflegt.

Wethouder: College reageert nooit op verklaringen die lokale beleid niet raken

23 januari 2019 woensdag

(40) ,,Christen, zorg voor begrip"

BYLINE: Lieke Pippel

SECTION: BUITENLAND; Blz.13

LENGTH: 143 woorden

BRUSSEL. Zorg dat een ander begrip voor je standpunt heeft. Dat was dinsdag het advies van Johann Honders en Floris Wagenaar aan de deelnemers van het Brussels Beraad.

Ook is het volgens hen belangrijk om als christenen ,,sterke gemeenschappen te bouwen" en de ,,noodzakelijke vrijheden te verdedigen." Deze drie aanbevelingen zouden ervoor moeten zorgen dat in de toekomst christenen hun standpunten publiekelijk goed kunnen uiten.

Het betrekken van een buitenstaander in het formuleren van je standpunt is volgens Jan Otte, bestuurslid van scholengemeenschap Jacobus Fruytier, noodzakelijk om te voorkomen dat anderen je mening verkeerd interpreteren.

115 Zo liet hij in 2012 een verklaring van zijn scholengemeenschap over homoseksualiteit lezen door een Amsterdamse collega. ,,Als buitenstaander begreep hij wat wij bedoelden. Dat is de bevestiging."

23 januari 2019 woensdag

(41) CDA vaart voor het eerst mee bij Pride

SECTION: BINNENLAND; Blz.4

LENGTH: 92 woorden

AMSTERDAM (RD). Het CDA gaat voor het eerst meedoen aan de Pride Amsterdam. Dat laat homobelangenorganisatie COC dinsdag weten. De partij vaart mee in een boot met VVD, D66, SP en PvdA. Eerder voeren de partijen ieder met een eigen bootje mee. De partijen zeggen dat ze willen laten zien als één blok achter lesbiennes, homo- en biseksuelen, transgenders en interseksuelen (lhbti) te staan. D66'er Vera Bergkamp, die het voortouw nam om zich gezamenlijk in te schrijven voor de grachtenparade, had ,,al lang de wens om samen deel te nemen."

23 januari 2019 woensdag

(42) Duitse kerk spreekt zich uit tegen homopraxis

BYLINE: Redactie kerk

SECTION: KERK; Blz.2

LENGTH: 137 woorden

HIGHLIGHT: WITTEN. De Duitse Bond van Vrije Evangelische Gemeenten (FeG) heeft deze week nieuwe richtlijnen gepubliceerd over homoseksualiteit. Daarin worden andersgeaarde mensen gevraagd celibatair te leven.

De Bijbel gaat uit van een levenslange verbintenis tussen één man en één vrouw, stelt de bond in het document.

Achtergrond van de publicatie zijn de maatschappelijke veranderingen op dit punt. In Duitsland kunnen sinds oktober 2017 mensen van hetzelfde geslacht met elkaar in het huwelijk treden.

De Evangelische Kerk in Duitsland heeft voorzien in liturgische handelingen om homoseksuele stellen de zegen mee te geven. De zogenoemde "Freikirche" wijzen dit af. Ook een duurzame homoseksuele relatie in liefde en trouw is volgens deze kerken in tegenspraak met het Bijbelse principe.

Zij erkennen dat homoseksuelen in hun gemeenten in het verleden gediscrimineerd werden. ,,Daartegen willen wij onze stem verheffen."

116 Tot de Bond van Vrije Evangelische Gemeenten behoren 482 gemeenten met ongeveer 42.000 kerkleden.

18 januari 2019 vrijdag

(43) In het land van de ,,vreemde tuymelgeest"

BYLINE: Bart Jan Spruyt

SECTION: BOEKEN; Blz.9

LENGTH: 970 woorden

HIGHLIGHT: De commotie rondom de Nashvilleverklaring leert ons niet alleen veel over de Nederlandse samenleving en politiek, maar ook over de christelijke wereld. ,,Hier en daar werd de vlag gestreken door hem opzichtig te hijsen."

Spruyt

Als we het -na alle commotie over de zogeheten Nashvilleverklaring- al niet wisten, dan weten we het nu. Maar we hadden het al lang kunnen weten.

Dr. W. Aalders (1909-2005) schreef in zijn boek "Burger van twee werelden" (uit 1972!): ,,Door die tuimelgeest, de geest van negatie en afbraak die de wereld voortzweept van revolutie naar revolutie, zijn wij in de uitzichtloze situatie terecht gekomen waarin staat en samenleving zich nu bevinden. Restloos opgebrand zijn niet alleen de kostbare resten van het vroegchristelijke en middeleeuwse corpus christianum, maar ook zelfs de "scintillae et rudera" (vonkjes en overblijfselen) van de oorspronkelijke Godskennis.

Vandaar de wetteloosheid, de anarchie, de misdaad, de seksuele uitbarsting, de abortus, het druggebruik, de godslastering, de genotzucht. (...) Het na-christelijke Europa is dieper gezonken dan de heidenen eertijds. Het leeft uit het beginsel van de ontkenning. Zijn kracht en vreugde ligt in afbraak en protest. Zijn wezen is (hoe scherp heeft Luther dat gezien) de ondankbaarheid."

Op het bureau van dr. W. Aalders lag jarenlang een boekje: het geschrift van C. S. Lewis over "De afschaffing van de mens". Dat boekje is één lange toelichting op de stelling dat een vrouw die van haar man scheidt niet opnieuw maagd wordt. Een cultuur die heidens was en daarna door het christelijk geloof werd geheiligd, keert na een keuze tégen het christelijk geloof en de genade niet naar het heidendom en de natuur terug, maar kiest voor het on- en tegennatuurlijke. Wie onze tijd en het geding met de lhbti-ideologie wil begrijpen, kan niet om dit boekje heen.

Oude rekening

Dat is ons geding met de wereld om ons heen. Misschien komen hier en daar als vanzelf herinneringen boven aan de woorden die Dietrich Bonhoeffer aan die

117 relatie heeft gewijd. Hij sprak van de noodzaak van de "disciplina arcani", een vroegchristelijk begrip dat betekent dat kennis van de mysteriën van het christelijk geloof op een bepaald moment -wanneer die alleen maar onbegrip, spot en blasfemie oproepen- beter niet meer publiekelijk kan worden gedeeld.

De Nashvillekwestie heeft onze ogen niet alleen geopend voor de staat van onze samenleving, maar ook voor de politiek. Onze overheid werpt zich meer op als een bevrijder van godsdienst dan als een beschermer van de godsdienstvrijheid.

Hoe komt dat? vroeg Trouw-commentator Hans Goslinga zich vorige week af. ,,Is dat louter een misverstand of moedwil om een oude rekening te vereffenen uit de tijd dat Nederland nog overwegend christelijk was en de kerken een bevoogdende rol speelden? Zulk revanchisme zou haaks staan op de geest van de Culturele Revolutie, die nu juist werd aangedreven door weerstand tegen aanpassing aan een bestaande orde. De individuele expressievrijheid die daarvan het gevolg was kan, nu zij dominant is geworden, gemakkelijk verkeren in druk op burgers en bevolkingsgroepen zich aan de nieuwe moraal aan te passen."

Toon

'Nashville' heeft ons echter niet alleen veel over samenleving en politiek geleerd (als we dat al niet wisten), maar ook over de christelijke wereld. Velen hadden moeite met de "toon" van de verklaring. Zelfs nadat zij inmiddels hadden begrepen, of konden weten, dat de verklaring bedoeld was als de onderlegger voor een conferentie, en dat daar de verdere bezinning en de definitieve vaststelling van de tekst en de ondertekening en publicatie zouden plaatsvinden.

Anderen distantieerden zich echter nadrukkelijk van de inhoud. Ik heb het dan over mensen die graag meer ruimte binnen de kerk willen zien voor tolerantie ten opzichte van homoseksualiteit. Dat wisten we al, en de verklaring was nu juist bedoeld als een getuigenis tegen deze tendens, die zich openbaarde in de discussie (opgerakeld oor Op Goed Gerucht) in de Protestantse Kerk in Nederland over het zegenen dan wel inzegenen van het homohuwelijk (en in de op deze discussie gevolgde open brief), en in bijdragen op de studiedag in Nijkerk in november vorig jaar. De verklaring is een behoudend protest tegen de liberale radicalisering in de protestantse kerken.

Scheidslijn

Teleurstellender nog, wat mij betreft, was het doen en spreken van mensen die ik niet voor aanhangers van die radicalisering houd, maar die in alle commotie toch wel heel voorzichtigjes hebben gereageerd. Aalders had het over een tuimelgeest, en ontleende die uitdrukking aan een gedicht van Cats: ,,(...) den vreemden tuymelgeest/ die overal het hert der vromen maeckt bevreesd."

Was het vrees die SGP-burgemeesters de vlag deed strijken door hem opzichtig te hijsen? Is het vrees die sommigen inspireert om een pastorale benadering te doen overvloeien in een acceptatie van homorelaties? Ineens realiseer je je dan dat de

118 scheidslijn in het debat inmiddels dwars door de gereformeerde gezindte, ook in engere zin, loopt. Net als bij de discussie over schepping en evolutie. Je zou je nog kunnen afvragen of beide fronten met elkaar te maken hebben.

Misschien mag ik nog een keer naar dr. Aalders verwijzen, als een vraag aan ons allen. Nederland, schrijft Aalders in genoemd boek, is lange tijd een oase, een Elim, geweest. Christenen hadden vrijheid en kregen subsidie. Het gevaar is dan dat we het nomadenkarakter van het geloof vergeten en in plaats van een pelgrim een "wereldse bourgeois" worden. Christenen worden nu uit de oasen van het verleden gevoerd, zwalkend een zee op waar we alleen op kompas kunnen varen. ,,De beslissende vraag die op ons afkomt, is of wij niet verleerd zijn om nomadenchristenen te zijn, en om op kompas te varen. Zijn wij er door de bevoorrechting van een rijk verleden niet te verwend voor?"

Tot slot graag nog dit. Als iemand karaktervol zijn rug heeft rechtgehouden, in debat en in de media, dan was het . Chapeau!

De scheidslijn in het debat loopt dwars door de gereformeerde gezindte 16 januari 2019 woensdag

(44) HHS geeft verklaring uit rond 'Nashville'

BYLINE: Redactie kerk

SECTION: KERK; Blz.17

LENGTH: 353 woorden

HIGHLIGHT: AMSTERDAM. Het Hersteld Hervormd Seminarium (HHS) aan de Vrije Universiteit Amsterdam heeft zich woensdagavond in een verklaring uitgesproken over de steun die docenten van het HHS hebben gegeven aan de Nederlandse versie van de Nashvilleverklaring over (homo-)seksualiteit.

,,Zaterdag 4 januari is de Nederlandse tekst van de zogenoemde Nashvilleverklaring met naschrift publiek gemaakt", aldus de verklaring, die ondertekend is door de docenten van het HHS. ,,Ook docenten van het Hersteld Hervormd Seminarium hebben hun steun aan dit initiatief gegeven. Twee van hen hebben dat gedaan met de expliciete verwijzing naar hun functie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam."

In het ontstane debat over 'Nashville' is de Vrije Universiteit ook betrokken geraakt, schrijven de docenten, ,,met alle gevolgen van dien voor het college van bestuur, het faculteitsbestuur, collega's, studenten en het ministerie van Onderwijs. Het is nooit onze intentie geweest om genoemde betrokkenen hiermee schade te doen. We hebben dit ook uitgesproken naar het faculteitsbestuur."

In de Bijbel geeft God ons Zijn prachtige en unieke scheppingsorde, aldus het seminarium verder. ,,Hij stelde het huwelijk in als een levenslang verbond tussen één man en één vrouw, waarbij trouw en liefde centraal staan en waarbinnen

119 seksualiteit wordt ontvangen en beleefd. De Nashvilleverklaring geeft een samenvatting van deze Bijbelse waarden en gaat hiermee in het spoor van een eeuwenlange bestaande kerkelijke visie. In de Nashvilleverklaring wordt onder meer het aangaan van homoseksuele en lesbische relaties afgewezen."

De docenten van het HHS schrijven ten slotte zich ervan bewust te zijn ,,dat de in de Nashvilleverklaring gedeelde overtuiging in onze plurale samenleving niet vanzelfsprekend is. Christelijke tolerantie betekent voor ons niet dat we onze eigen overtuiging relativeren, maar dat wij het feit accepteren dat er andere overtuigingen zijn. Vanuit onze christelijke levensovertuiging onderschrijven wij de boodschap van Nashville, maar hebben wij vertegenwoordigers van andere levensovertuigingen lief, ongeacht religie, seksuele oriëntatie of levensbeschouwing."

De Vrije Universiteit liet vrijdag desgevraagd weten een ,,stevig en duidelijk gesprek" te hebben gevoerd met de HHS-docenten prof. dr. W. van Vlastuin en dr. P. de Vries naar aanleiding van (uitlatingen rond) de Nashvilleverklaring.

16 januari 2019 woensdag

(45) Docent moet zijn leerling leiden tot het geloof

BYLINE: Ds. P. den Ouden

SECTION: OPINIE; Blz.22

LENGTH: 1259 woorden

HIGHLIGHT: De school is geen verlengstuk van de staat, maar van de kerk. Jongeren moeten toegerust worden om als levende, toegewijde christenen hun plaats in deze maatschappij in te nemen.

Wat is er mooier dan omgaan met jongeren. Jongeren die op zoek zijn. Die nog open zijn en spontaan. Jongeren die kritisch zijn en je uitdagen en je dwingen om na te denken en zelf te onderzoeken. Wat is er mooier dan een bijdrage te mogen leveren om jongeren te vormen voor het leven? Een docent heeft goud in handen. Een voorrecht en een verantwoordelijkheid.

Welke missie heeft de christelijke docent? Een school is geen bekeringsinstituut. En toch is dit het belangrijkste: onze jongeren tot Christus leiden. Die overtuiging moet heel het onderwijs en de omgang met de jongeren doortrekken.

Wij hebben onze jongeren niet in de eerste plaats klaar te stomen voor de maatschappij, maar wij hebben allereerst de opdracht om hen te vormen tot leerjongeren, discipelen van Christus. Als dat niet meer onze drive is, heeft het christelijk onderwijs geen bestaansrecht meer. Klaarstomen voor de maatschappij doen ze op een openbare school evengoed. Die christelijke identiteit is iets wat heel ons onderwijs moet doortrekken.

120 Dat kan alleen als wij als mensen voor de klas persoonlijk uit de omgang met Christus mogen leven. Onze leerlingen zullen het absoluut merken aan onze woorden en aan ons leven. Want als ze niet leeft, wordt de identiteit een fossiel, een lege huls. En ik kan het jongeren niet kwalijk nemen als ze daarop afknappen.

Het behoort zeker tot de verantwoordelijkheid van een christelijke school om op te leiden voor een diploma. Een school moet vanuit Bijbels perspectief invulling geven aan burgerschapsvorming, sociale integratie en allerlei vaardigheden. In de complexe samenleving waarin onze jongeren opgroeien, is daar dringend behoefte aan. Maar het is in de geschiedenis te vaak gebeurd dat de school door de overheid werd gebruikt om een politieke agenda uit te voeren. De school is geen verlengstuk van de staat, maar van de kerk. Jongeren moeten toegerust worden om als levende, toegewijde christenen hun plaats in deze maatschappij in te nemen, als een zoutend zout. Als mannen en vrouwen die God willen dienen en van Zijn liefde getuigen.

Tijdbetrokken

Om jongeren toe te rusten voor deze maatschappij is het belangrijk dat opvoeders weten wat er in deze samenleving aan de hand is. De christelijke opvoeding is geen tijdloze, maar tijdbetrokken opvoeding. Onze tijd stelt zijn eigen vragen en daarop moeten we ook eigentijdse antwoorden geven. Ik denk aan de genderdiscussie, de visie op huwelijk en gezin, homoseksualiteit. Het geloof in maakbaarheid en vooruitgang. De ideologie van de zelfontplooiing. De belevingscultuur.

Dan gaat het maar niet om de fenomenen, maar om het denken dat erachter schuilgaat. Dat moet ontmaskerd worden. Wij moeten de jongeren helpen om dat te doorzien en daarop als antwoord een Bijbelse visie te ontwikkelen.

Wij en onze jongeren moeten niet alleen in de gaten hebben wat er met de wereld om ons heen aan de hand is, maar ook wat er met onszelf aan de hand is. Ik denk aan het boek "De slag om het hart" van Herman Paul. Paul schrijft dat de secularisatie heeft te maken met ons hart, met onze verlangens. Waar gaan onze verlangens naar uit? We kunnen zondag aan zondag trouw in de kerk zitten en ondertussen veel meer geseculariseerd zijn dan wij denken. Ook wij zijn gevoelig voor zelfontplooiing, de droom van hoe we graag zouden willen zijn.

Gestolde vormen

Om onze jongeren toe te rusten, staan wij gelukkig niet met lege handen. Wij hebben goud in handen. Allereerst bedoel ik daarmee Gods Woord, en daarnaast de christelijke traditie in de meest brede betekenis.

Om het goud van Gods Woord te kunnen doorgeven, is het allereerst van belang dat wij als opvoeders zelf daarbij leven. En dat begint heel eenvoudig met dagelijks de tijd nemen om voor onszelf de Bijbel open te doen. We kunnen het goud van Gods Woord pas doorgeven als het door onze eigen handen en door ons eigen hart is heen gegaan. Jongeren voelen het feilloos aan of wij bij deze dingen leven of dat

121 het voor ons gestolde vormen zijn. Besef dat we grote kansen hebben, maar ook grote verantwoordelijkheden.

Ik wil daarbij vooral de aandacht vestigen op de praktijk van het christenleven. Jongeren zitten niet te wachten op theorie en theologie. Ze hebben er vooral dringend behoefte aan dat ze geholpen worden om de Bijbel door te vertalen naar de alledaagse praktijk. Laat aan hen zien dat Gods Woord geen juk is, maar zinvol, heilzaam, zegenrijk.

Katholieke traditie

Nu nog dat andere goud dat we hebben, het goud van de christelijke traditie. Ik zou liever zeggen: de katholieke traditie. We staan in de brede stroom van de kerk van alle eeuwen en plaatsen. We hebben een brede en lange en diepe erfenis, waar we onze God niet dankbaar genoeg voor kunnen zijn. Een traditie die al 2000 jaar lang haar waarde en waarheid heeft bewezen.

Je zou de traditie mogen beschouwen als een verlenging van je geheugen. Mijn leven is maar kort. Daarom zijn mijn kennis, ervaring en inzicht maar beperkt. Maar nu mag ik vanuit de traditie de kennis, de inzichten en de ervaringen tot mij nemen van al die generaties voor mij. We hebben allemaal de boeken nodig die de karakteristieke vergissingen van onze tijd corrigeren. Dat wil zeggen: oude boeken. Alle hedendaagse auteurs delen tot op zekere hoogte in de hedendaagse manier van denken, ook diegenen die zich er het meest tegen lijken te verzetten. Niemand ontkomt daaraan. Lewis zegt: Het enige wat hiertegen een beetje helpt, is gedurig je gedachten laten schoonwaaien door de zeebries der eeuwen.

We beschikken over volle schuren. Van de middeleeuwse Anselmus van Canterbury met zijn filosofische denkkracht tot Amy Carmichael, die een kindertehuis in India stichtte. Van graaf Von Zinzendorf tot Groen van Prinsterer. Of denk aan de Russische schrijver Dostojewski, die in zijn roman "De gebroeders Karamazov" op een ongeëvenaarde wijze het probleem van goed en kwaad aan de orde stelt. Aan docenten de taak om de leerlingen daarin in te leiden en in te wijden.

Denkers, dichters, schrijvers, kunstenaars. Allemaal hebben ze een steentje, en sommigen een grote steen, bijgedragen aan de christelijke traditie. En dan niet alleen de werken die ze hebben nagelaten, ook hun levensverhaal is vaak boeiend en leerzaam. Ik kan het van harte aanbevelen om van tijd tot tijd eens een stevige biografie te lezen.

Het gaat erom dat we in de traditie ontdekken wat tijdloos, waardevol en kostbaar is en dat in de situatie van onze tijd op een zelfstandige, creatieve wijze leren toepassen. Die traditie maakt bescheiden en mild en bewaart voor kortzichtige scherpslijperij.

Kracht

Schrijvers uit het verleden helpen bij het ontwikkelen van idealen. Ik geloof dat onze jongeren dat weer nodig hebben: idealen. Iets wat het leven de moeite waard

122 maakt. Wat aan het leven kracht en richting geeft. In deze cynische tijd, waarin niets meer waarde heeft en het leven zonder enig doel is.

Nee, het zijn niet allemaal succesverhalen. Christus volgen is nooit vanzelf gegaan. Maar om uit te delen, om wat te zeggen te hebben, moeten we zelf wel innemen. We moeten dus iets, eigenlijk moet ik zeggen, veel hebben om door te geven. Daarom moeten we veel lezen. Om zelf geestelijk fit te blijven en iets te bieden te hebben.

We hebben wat door te geven! We zijn het ook aan de leerlingen verplicht, als we hen niet met lege handen en een lege ziel straks de deur uit willen laten gaan. Geef gij hun te eten.

Dit artikel is gebaseerd op een lezing die de auteur hield op de bezinningsdag van het Calvijn College in Goes, op 7 januari.

Schrijvers uit het verleden helpen bij het ontwikkelen van idealen

15 januari 2019 dinsdag

(46) Ophef in H.-I.-Ambacht om regenboogvlag

BYLINE: Redactie regio

SECTION: REGIO; Blz.13

LENGTH: 484 woorden

HIGHLIGHT: HENDRIK-IDO-AMBACHT. Twee raadsleden van de SGP-ChristenUnie zijn maandagavond weggegaan uit een raadsvergadering in Hendrik-Ido-Ambacht toen daar een regenboogvlag werd ontvouwd. Dat leidde tot ophef op sociale media.

Het incident had plaats nadat de gemeenteraad met 13 tegen 10 stemmen een motie van D66 aanvaardde om afstand te nemen van de Nashvilleverklaring en voortaan op coming-outdag (11 oktober) de regenboogvlag op of bij het gemeentehuis te hijsen. SGP-CU en CDA stemden tegen dit initiatief.

,,Het agendapunt werd afgerond en toen kwam opeens de fractievoorlichter van D66 met een cadeau voor de burgemeester: een grote regenboogvlag", zegt SGP- fractieleider Platschorre. Burgemeester Heijkoop nam het cadeau in ontvangst. ,,Er werd een foto gemaakt waarbij twee van onze fractieleden prominent in beeld waren. Collega Boudewijn en ik zijn toen opgestapt om uit beeld te verdwijnen", zegt Platschorre.

De SGP-voorman zegt zich verbaasd te hebben over de actie van D66. ,,Hun punt was gemaakt, moest dit er dan nog bij? Dit was een polariserende actie. Met uitzondering van D66, die onze reactie respectloos noemde, toonden

123 collegaraadsleden er na afloop van de vergadering begrip voor dat we zijn weggegaan. De vergadering werd direct daarna afgesloten, dus we hebben onze plaats ook niet meer ingenomen."

Polarisatie

Platschorre zegt dat het verlaten van de raadsvergadering niet uit gebrek aan respect gebeurde. Hij noemt het vooral storend dat de ophef over dit incident meer aandacht krijgt dan de inhoud van het debat. ,,Ik heb erop gewezen dat doelgroepenbeleid eerder als een vergrootglas werkt en een negatief effect heeft. Ook wordt met het hijsen van de regenboogvlag geen recht gedaan aan alle andere mensen die gediscrimineerd worden. De regenboogvlag zal in onze ogen eerder verdeeldheid en polarisatie oproepen. Zeker ook gezien het feit dat in de Bijbel aan de regenboog een heel andere betekenis gegeven wordt. Het is namelijk het teken van Gods liefde en geduld met mensen."

Platschorre wees er in zijn stemverklaring op dat liefde het centrale thema van het christelijk geloof is. ,,Liefde voor God en onze medemens. Liefde voor God uit zich onder andere in liefde voor Zijn naam en Zijn dag. Daarnaast betekent liefde voor onze medemens dat we iedereen behandelen zoals je graag zelf behandeld zou willen worden. Voor ons houdt dit in respect, geduld, vriendelijkheid, gastvrijheid en eerlijkheid."

,,De gedachtenwisseling was met onderling respect verlopen", zegt de SGP'er. ,,Dat, en de inhoud van wat er is gezegd, wordt nu overschaduwd door ophef over een incident."

Aangifte

In Alblasserdam hebben een moeder en haar zoon, die homoseksueel is, maandag aangifte gedaan tegen wethouder Verheij (SGP) omdat hij zich achter de Nashvilleverklaring schaarde. ,,Wij ervaren dit als een klap in het gezicht van de lhbt- gemeenschap en beschouwen dit als het aanzetten tot haat, discriminatie en zelfs geweld", schreven ze in een open brief aan het college en alle raadsfracties. ● SGP-raadsleden H.I. Ambacht storen zich aan D66-actie na debat. ● Alblasserdamse en zoon doen aangifte tegen wethouder.

15 januari 2019 dinsdag

(47) Opgemerkt

SECTION: OPINIE; Blz.20

LENGTH: 1001 woorden

Opgemerkt

124 Nashvilleverklaring (VII)

De intolerantie is ten opzichte van Bijbelgetrouwe christenen, en nog belangrijker: ook ten opzichte van (het Woord van) onze God en Schepper, tot een gevaarlijk dieptepunt gedaald. Het schokkende is dat een groot deel van de kerk zich hierin laat meevoeren.

Ik voel verdriet en verontwaardiging omdat de werkgroep achter de Nashvilleverklaring, die profetisch wilde spreken gezien alles wat er leeft in maatschappij en kerk, ook zo breed vanuit de kerk onder vuur is komen liggen. In plaats van warme ondersteuning te bieden, lijkt een groot deel van de christenen de werkgroep (en ondertekenaars) niet te steunen, maar op een wat subtielere manier dan de wereld dat doet evengoed aan te vallen en te veroordelen. Het is toch onbegrijpelijk dat SGP-burgemeesters, in plaats van steun uit te spreken aan SGP-fractieleider Van der Staaij, instemmen met het hijsen van de regenboogvlag?

We zijn inzake huwelijk en (homo)seksualiteit veel verder afgedwaald van het Bijbelse getuigenis dan ooit voor mogelijk werd gehouden. We mogen hopen dat de verontwaardiging in de wereld en die in de kerk ten diepste niet op hetzelfde neerkomen, zoals pijnlijk duidelijk werd op een spandoek bij een demonstratie: "Hun God is niet mijn baas!"

Onze tijd is als die van Noach. We worden opgeroepen tot waakzaamheid en gehoorzaamheid en ook tot profetisch spreken. Ongeacht wat het ons kost! De Heere mocht een herleving geven in onze persoonlijke levens, in onze kerken en in ons land. Die gaat altijd samen met intense gebrokenheid, schuldbelijdenis en gebed. Het is ons verlangen dat dát onder christenen weer gevonden wordt. Waakzaamheid en heiligheid vanuit een hartelijke verbondenheid aan onze Heere en Heiland, met een verlangen naar de komst van Zijn Koninkrijk.

T. van den Brink

Veenendaal

Nashvilleverklaring (VIII)

Allereerst is respect op zijn plaats voor SGP-fractieleider Kees van der Staaij, die direct na publicatie in het 'hol van de leeuw' de opstellers van de Nashvilleverklaring niet in het openbaar wilde afvallen. Maar al te graag hadden de seculiere media gezien dat er een knieval gedaan zou zijn. Het is waar, zoals Moens, Janse en anderen aangegeven hebben, dat er hier en daar echt wel wat op de inhoud en de communicatie aan te merken valt. Maar wie de intentie en de diepere gedachtegang achter de Nashvilleverklaring in het oog houdt, kan hier echt wel achter staan.

Bedroevend is het te meer als direct daarna in het commentaar van de hoofdredactie van het RD (,,stop de verklaring even terug in de kast"), door RD- columnisten en door SGP-burgemeesters afbreuk gedaan wordt aan de diepere intentie van de verklaring. Ze vallen degenen die hun nek hebben durven uitsteken

125 in het openbaar af, tot groot vermaak van de buitenwereld. Dat de samenleving op deze proteststem kribbig reageert, hoeft niemand te verbazen. Het blijkt maar weer, zoals een columnist in Elsevier opmerkte, dat juist diegenen die als "tolerant" te boek staan erg intolerant zijn.

E. Lodewijk

Alblasserdam

Nashvilleverklaring (IX)

Naar aanleiding van de commotie rond de Nashvilleverklaring kwam er een verstandig advies in het hoofdredactioneel commentaar, onder de kop "Profeet én herder" (RD 8-1). Ik wil dat advies van harte ondersteunen. Alleen als er wederzijds respect is, is samenleven mogelijk, juist in een gebroken wereld.

Zou ik ook mogen vragen om terughoudend te zijn met het woord "homolobby"? Nog minder dan de gereformeerde gezindte vormen homoseksuelen een homogene groep. Een dergelijke aanduiding kan een gemakkelijke bodem zijn voor homohaat, doordat de homoseksueel niet wordt gezien als mens, maar als lid van een duivels pact.

Met elkaar spreken van mens tot mens is beter dan elkaar met schotschriften bestoken. Het is te gemakkelijk om een vijandbeeld op te richten. Elkaar met wederzijds respect begroeten en ontmoeten, is moeilijk als je elkaar onrein verklaart.

Ook voor mij is het moeilijk om te zeggen: Ik heb u nog immer lief, ook al maak ik als homoseksueel geen deel meer uit van uw gezindte. Ik kijk daarom liever naar de positieve dingen: het feit dat mijn vader liefdevol verzorgd wordt in Beth San. Ik heb u lief. Dank daarvoor.

Ronald de Bruijn

's-Gravenhage

Nashvilleverklaring (X)

De Nashvilleverklaring is tot een "sjibboleth" geworden in kerkelijk Nederland (Richt. 12:6). Predikanten en theologen haasten zich om zich te distantiëren van de inhoud. Om een paar (drog)redenen te noemen: de verklaring is Amerikaans, niet wetenschappelijk onderbouwd, mist een pastorale toonzetting. De ondertekenaars moeten voor het gerecht, aldus de intolerantie van het 'tolerante' volksdeel.

Maar hoe pastoraal is Johannes de Doper in Mattheüs 3:7, waar hij de Farizeeën en Sadduceeën bestempelt als adderengebroed? Vervolgens lezen we in Mattheüs 23:33 hoe de Heere Jezus deze theologen toevoegt: ,,Slangen, adderengebroed, hoe zou u aan de veroordeling tot de hel ontkomen?" Dat was duidelijk een schot voor de boeg. Dat is de Nashvilleverklaring ook. Wanneer velen Gods Woord aan hun laars lappen en daardoor hun oordeel tegemoetgaan, dan zou het harteloos

126 zijn hen niet te waarschuwen voor het onheil dat hun wacht. Dat beoogt, mijns inziens, genoemde verklaring.

De boodschap moet helder zijn (dat is de Bijbel ook): je bent vóór of tégen Christus, er is geen nuancering mogelijk. Wanneer evenwel de goddeloze zich bekeert van al zijn zonden die hij gedaan heeft, Gods verordeningen in acht neemt, recht en gerechtigheid doet, ,,zal hij zeker in leven blijven, hij zal niet sterven" (Ez. 18:21).

Er valt ook niet te sjoemelen met Gods Woord. Lees Openbaring 22:19. Bij predikanten en theologen die zoveel misbaar maken over de verklaring vraag ik mij af: Wordt de Bijbel nog letterlijk als Woord van God genomen? Heeft ze nog gezag? De Bijbel geeft mij duidelijke richtlijnen over hoe ik als navolger Gods moet leven. Voor de ondertekenaars: er is niets nieuws onder de zon; Maarten Luther moest onderduiken op de Wartburg. Hij had te veel gezegd.

G. Siemons

Steenwijk

11 januari 2019 vrijdag

(48) Predikant gaat niet voor in Gorkum

BYLINE: Redactie kerk

SECTION: KERK; Blz.2

LENGTH: 438 woorden

HIGHLIGHT: GORINCHEM. Dr. M. Klaassen, hervormd predikant te Arnemuiden, zal zondagmorgen niet voorgaan in de Grote Kerk in Gorinchem. Aanleiding vormt de commotie rond de Nashvilleverklaring over huwelijk en (homo-)seksualiteit.

,,De kerkenraad van de wijkgemeente Grote Kerk in Gorinchem heeft besloten dat in onze gebruikelijke kerkdienst op zondagmorgen 13 januari 2019, gastpredikant ds. M. Klaassen uit Arnemuiden niet voor zal gaan", luidt het in een verklaring op de website van de wijkgemeente.

In Gorinchem was ophef ontstaan toen enkele inwoners erachter kwamen dat ,,de 'Nashville-dominee'" -zoals dr. Klaassen inmiddels wel wordt aangeduid- zondag zou voorgaan in de Grote Kerk. Hoewel dit een gewone dienst betrof, was het idee dat hij specifiek kwam spreken over de Nashvilleverklaring. De predikant trad op als woordvoerder van de werkgroep hierachter. De inwoners startten daarop de internetpetitie "Dominee Maarten Klaassen willen wij niet in Gorinchem", die 228 keer werd ondertekend.

Desgevraagd wilde de Arnemuidense predikant vrijdag onderstrepen dat het kerkenraadsbesluit ,,in goed overleg" tot stand is gekomen. ,,Ik was bereid om in

127 Gorinchem voor te gaan, maar er was bijvoorbeeld een vreedzame demonstratie bij de kerk gepland, met regenboogvlaggen. Voor een kerkdienst zijn rust en orde heel belangrijk, dan moet je geen onrust en spanning hebben. In goed overleg is toen besloten dat er een andere gastpredikant zou voorgaan. Een preekbeurt voor later dit jaar blijft gewoon staan."

Op Twitter reageerde dr. René de Reuver, scriba van de Protestantse Kerk in Nederland, ook op 'Gorinchem': ,,In de kerk is iedereen welkom! Ook ds. Klaassen cs. Niet in de valkuil van de Nashvilleverklaring vallen; elkaar uitsluiten, maar lokaal, in veilige ruimte, het gesprek zoeken."

Stevig gesprek

De Vrije Universiteit Amsterdam (VU) heeft donderdag een ,,stevig en duidelijk gesprek" gevoerd met dr. P. de Vries, docent aan het Hersteld Hervormd Seminarium aan de VU. Dat liet woordvoerder Niels Stet vrijdagmorgen weten.

In een toelichting tegenover het AD maandag naar aanleiding van de Nashvilleverklaring had dr. De Vries de ,,genderideologie" vergeleken met de nazi- ideologie. Dinsdag liet de VU weten ,,geschokt" te zijn door deze vergelijking.

VU-woordvoerder Stet wilde vrijdag niets zeggen over de inhoud van het gesprek met dr. De Vries en de ,,passende maatregelen" die al dan niet getroffen zijn. ,,Wij doen nooit uitspraken over de uitkomsten van gesprekken tussen werkgever en werknemer."

Prof. dr. W. van Vlastuin, rector van het seminarium, wilde evenmin iets kwijt. ,,Wij hebben in het gesprek afgesproken hier geen mededelingen over te doen, dus daar houd ik mij aan." Ook met prof. Van Vlastuin, die de Nashvilleverklaring eveneens ondertekende, is een ,,stevig en duidelijk gesprek" gevoerd, aldus de VU- woordvoerder

11 januari 2019 vrijdag

(49) Christen Biblebelt ,,van dezelfde lap gescheurd"

BYLINE: Bert Monster en Johannes Visscher

SECTION: BINNENLAND; Blz.10

LENGTH: 2054 woorden

HIGHLIGHT: Van Katwijk tot Rijssen. Van Urk tot Kapelle. Het Reformatorisch Dagblad portretteerde afgelopen weken twaalf plaatsen uit de achterban. Een nabeschouwing met twee reformatorische kenners van de Biblebelt, dr. Chris Janse en dr. John Exalto.

128 Ooit bracht Janse (75) zijn auto naar een garage in Barneveld. ,,Rond Biddag moet u de zomerbanden erom doen en rond Dankdag de winterbanden", liet een automonteur hem weten. ,,Zoiets zul je in Amsterdam niet horen", lacht de socioloog en oud-hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad. Hij wil er mee zeggen dat mensen gauw merken dat ze in een Biblebeltgemeente vertoeven.

Wat viel u op aan de artikelenreeks over de Biblebelt?

Janse: ,,Plaatsen in de Biblebelt zijn economisch bepaald niet zwak. De regio Barneveld-Veenendaal en Genemuiden en Urk doen het bijvoorbeeld goed. Die plekken liggen nu eenmaal niet in zwakkere randgebieden zoals Noordoost- Groningen. Van belang is ook dat de gereformeerde traditie zich kenmerkt door arbeidzaamheid en spaarzaamheid."

John Exalto (41), docent historische pedagogiek aan de Vrije Universiteit Amsterdam en verbonden aan het Dutch Bible Belt Netwerk: ,,Ik krijg het idee dat kerkelijke bewoners van Biblebeltgemeenten vaak een alliantie vormen met niet-gelovigen. Neem Bunschoten of Genemuiden. Kerkelijke en niet-kerkelijke mensen daar hebben in veel gevallen een ondernemersgeest. Die twee groepen versterken elkaar."

Diverse Biblebeltplaatsen, zoals Veenendaal, Katwijk en Urk, zijn procentueel gezien minder kerkelijk dan dertig jaar geleden. Hoe taxeert u dat?

Janse: ,,Ook in de Biblebelt gaat de ontkerkelijking door. Zij het vertraagd. In het midden en aan de linkerkant van de PKN gaat kerkverlating het snelst. In Bunschoten vormen de gereformeerd-vrijgemaakten een soort volkskerk. Twintig jaar geleden al lieten kerkgangers daar gemakkelijk de tweede dienst schieten voor een belangrijke voetbalwedstrijd. In een plaats als Rijssen fungeert de gereformeerde gemeente als volkskerk. De randkerkelijken blijven daar vaak lang bij aangesloten, want de grote stroom gaat nu eenmaal ook. In bijvoorbeeld Utrecht of Den Helder zouden die minder betrokken kerkleden waarschijnlijk al zijn afgehaakt."

Zijn we in een tijd beland dat die randkerkelijken ook in Biblebeltgemeenten gaan afhaken?

Janse: ,,Ja. Zaken die je veertig jaar geleden aantrof in de Gereformeerde Kerken synodaal zie je nu ook in bevindelijk gereformeerde kring. Mensen die twintig jaar geleden zondags trouw twee keer naar de kerk gingen, slaan nu af en toe over."

Exalto: ,,De RD-artikelenserie maakt duidelijk dat ook de Biblebelt te maken heeft met de moderniteit. Ook reformatorische mensen kiezen vaker dan vroeger voor waar ze zich zelf goed bij voelen."

In nogal wat Biblebeltplaatsen proberen CU en SGP de zondagsrust te bewaken. Is dat een achterhoedegevecht?

Janse: ,,Feit is dat in steeds meer gemeenten de winkels op zondag open gaan. Voor de CU en in sterkere mate de SGP is zondagsrust een wezenlijk punt. In

129 coalitieonderhandelingen moeten die partijen zich op dit punt fors opstellen. ,,Jongens, deze zaak is voor ons van groot belang." Leg het hoofd niet te snel in de schoot. We moeten echter wel bedenken dat de SGP niet alleen een zondagsrustpartij is. Ook op het terrein van bijvoorbeeld de zorg voor kwetsbaren kan de partij iets betekenen.

Gemeentelijke fusies zijn minder gunstig voor Biblebeltplaatsen. Doordat Rijssen en Holten samengingen, werd het profiel van de gemeente Rijssen minder behoudend. Zoiets geldt ook voor het conservatieve Ouddorp dat na twee herindelingen opging in de gemeente Goeree-Overflakkee. Rond 1970 debatteerde de Tweede Kamer nog over de vraag of een samenvoeging van gemeenten op het Zeeuwse eiland Tholen gezien de kerkelijke verhoudingen verstandig was. Dit omdat Oud-Vossemeer minder orthodox was dan streng-christelijke dorpen als Stavenisse en Scherpenisse."

Exalto: ,,De koopzondag is in Biblebeltgemeenten een belangrijke kwestie. Een belangrijke vraag daarbij is wel: Bieden christelijke politieke partijen, ook als ze in een Biblebeltgemeente de meerderheid hebben, voldoende ruimte aan andersdenkenden? In Veenendaal kreeg een niet-kerkelijke inwoner in het verleden de indruk dat hij als heiden werd weggezet. Wil je als christen je mening opleggen aan een ander? Of wil je dat iedereen naast elkaar kan leven?

De SGP claimt: ,,Onze Bijbelse standpunten zijn goed voor iedereen." Het lastige is dat bijvoorbeeld de CU daar minder stellig in staat, terwijl die zich ook baseert op de Bijbel. Zeker de lijn van de SGP kan in een Biblebeltgemeente spanning opleveren en vraagt balanceerkunst van christenpolitici. Zeker als ze deel uitmaken van het college. Een wethouderszetel is geen preekstoel. Het is goed als SGP'ers ook op zakelijke terreinen hun steentje bijdragen. Zie de complimenten die SGP- wethouder Verheij in Alblasserdam krijgt, omdat hij een betrouwbaar bestuurder is en de financiën daar op orde heeft."

Janse: ,,Politiek bedrijven is een kwestie van drang en dwang. Gemeentebestuurders maken keuzes als het gaat om de vraag hoeveel subsidie bepaalde clubs krijgen. Dan gaat het er in Amsterdam nu eenmaal anders aan toe dan in Barneveld.

Winkelopenstelling op zondag toestaan, is geen neutrale zaak. Je kunt wel zeggen: iedereen is dan vrij om te doen of laten wat hij wil, maar er zijn wel economische mechanismen. Zondagsopenstelling benadeelt ondernemers die niet op zondag willen werken."

Exalto: ,,Lokale krachtsverhoudingen spelen een grote rol. Als in Nunspeet de meerderheid van de bevolking vindt dat de winkels zondags gesloten blijven, kan ik me goed voorstellen dat christelijke partijen ook voor die lijn kiezen. Een opmerkelijk citaat in de RD-serie komt van een Nunspeets raadslid van oppositiepartij PvdA- GroenLinks. Hij zegt: ,,Ik heb de indruk dat christenen hier soms niet doorhebben wat er in de wereld gebeurt. Je moet elkaar wel respecteren, er moet ook ruimte zijn voor andere levensovertuigingen." Ik kan me wel iets bij de klacht van die man

130 voorstellen. Besef dat je leeft in een wereld met verschillende opvattingen. Daarmee zeg ik niet dat je in Nunspeet de winkels op zondag moet openen.

Denk in dit verband aan de commotie rond de Nashvilleverklaring. Wat je er verder ook van vindt, dat statement zie ik toch als een grandioze onderschatting van wat zoiets in deze tijd doet. Een predikant in een dorpspastorie heeft een heel andere positie dan een Kamerlid."

Janse: ,,Veel mensen in de Biblebelt hebben inderdaad niet zo door hoe geweldig hoog de seculiere wereld de afwijzing van homoseksualiteit en genderdifferentiatie opneemt. Maar andersom geldt ook: De buitenwacht beseft lang niet altijd wat er in de Biblebelt leeft. Die Nashvilleverklaring was vrij fors en niet altijd even zorgvuldig geformuleerd. Je moet in dit soort gevoelige kwesties grote voorzichtigheid betrachten. Maar wees ook niet te benauwd. Blijf vriendelijk, maar ga niet opzij. Het is goed om zo af en toe heel duidelijk te benoemen wat voor onze kring op grond van de Bijbel wezenlijk is. Iets soortgelijks doen we ook tijdens de Mars voor het Leven. Wie kwaad wil worden, die wordt dan maar kwaad. Je moet je af en toe manifesteren in de publieke ruimte."

Exalto: ,,Maar dan maakt het wel verschil hóe je het zegt. Ik hoor nu allerlei ondertekenaars zaken in eigen woorden toelichten. Die woorden komen dan weer niet overeen met het document dat uit het Engels is vertaald. Die Nashvilleverklaring is zo offensief, zo provocerend en roept zo veel misverstanden op dat ze de dialoog niet heeft bevorderd, om het zacht uit te drukken."

Janse: ,,Als die Nashvilleverklaring iets vriendelijker was opgesteld, was de reactie van de buitenwacht niet veel anders geweest."

Exalto: ,,Dat weet ik niet."

Vlag

Het al dan niet ophangen van de regenboogvlag op het gemeentehuis op bijvoorbeeld Coming Out Day speelt in diverse Biblebeltgemeenten, bleek in de RD- artikelenserie. Die vlag zou homo-emancipatie moeten bevorderen. In orthodox- christelijke kring wordt de regenboogvlag vaak gekoppeld aan de homolobby. Diverse SGP-burgemeesters spraken zich de afgelopen dagen uit tegen de Nashvilleverklaring. Een van hen is SGP-burgemeester Van Belzen van Barendrecht, die ook een regenboogvlag ophing.

Zou een SGP-burgemeester zo'n vlag moeten ophangen op het gemeentehuis?

Exalto: ,,Dat zal voor veel SGP-burgemeesters een heel ingewikkelde kwestie zijn. Hoe zijn de reacties als de burgemeester zo'n regenboogvlag niet wil ophangen? Wordt die weigering dan opgevat als het afwijzen van homo's? Ik zou zeggen: Ja, hang als burgemeester die vlag op, want je vertegenwoordigt de hele lokale samenleving. Als SGP-burgemeester moet je wel vaker dingen doen waar je niet zo veel zin in hebt. Denk aan de ontvangst van Sinterklaas. Je hebt nu eenmaal zelf naar dit ambt gesolliciteerd."

131 Janse: ,,Een SGP-burgemeester moet die regenboogvlag niet ophangen. Die moet de vrijheid hebben om dat niet te doen. Zo'n handeling heeft een politiek-religieuze lading. In Biblebeltgemeenten vertegenwoordig je daarmee ook niet de hele bevolking. Die SGP-burgemeester moet tijdens de sollicitatieprocedure duidelijk maken dat hij dat soort dingen niet ziet zitten."

Exalto: ,,Zou u als burgemeester zo'n vlag in ontvangst nemen?"

Janse: ,,Het puur in ontvangst nemen van een regenboogvlag vind ik een ander verhaal. Het zou bot zijn om die niet aan te pakken. Maar stop hem vervolgens in een kast. Dat zal best botsingen geven. Maar ik weet niet of het een goed teken is als je als SGP-burgemeester nooit eens botst met anderen. Want dan hebben ze waarschijnlijk weinig van je identiteit gemerkt."

Exalto: ,,Ik denk dat het omgaan met diversiteit in de maatschappij voor de reformatorische kring een razend moeilijk proces is."

Nogal wat Biblebeltgemeenten worstelen met christelijke jongeren die zich te buiten gaan aan drank en soms ook drugs. Wat vindt u daarvan?

Exalto: ,,Het duidt erop dat we als christenen van dezelfde lap zijn gescheurd. In de Biblebelt spelen op dat terrein dezelfde processen als daarbuiten. Het is dus niet alleen maar wij tegenover zij. Dat bijvoorbeeld reformatorische jongeren drugs gebruiken, vind ik nogal zorgwekkend."

Janse: ,,In Biblebeltgemeenten wonen relatief veel jongeren, veel meer dan in bijvoorbeeld Bloemendaal en Laren. En jeugdigen zorgen nu eenmaal vaker voor overlast dan 45-plussers. Daarom is er in de Biblebelt tijdens oudjaar relatief veel overlast. In reformatorische kring wordt, net als daarbuiten, te makkelijk alcohol gedronken. Vanouds is daar te weinig tegen gewaarschuwd."

Exalto: ,,Al eeuwenlang zoeken ook in orthodox-christelijke kring jongeren hoe dan ook een uitlaatklep. Zeker op het platteland. Door bijvoorbeeld veel te drinken. Dat soort processen verander je niet zomaar. Hoe predikanten daar ook tegen in opstand komen."

Naastenliefde

Een van de ,,meest opmerkelijke aspecten" van de RD-artikelenserie vindt Exalto het hulpbetoon in diverse Biblebeltplaatsen. ,,Denk aan het feit dat Urk relatief veel pleegkinderen opvangt en nogal wat aan goede doelen geeft. En in een zogeheten deelcafé in Hardinxveld-Giessendam worden minderbedeelden geholpen. Mooi is ook dat een reformatorische kerk in Kapelle asielzoekers helpt. In dit soort hechte gemeenschappen is plaats voor naastenliefde. Ik vind dat het meest positieve punt van de RD-artikelenserie. Laat de Biblebeltgemeenten het beste van zichzelf delen met de ander."

Janse: ,,Doordat veel zorgtaken op het bordje van gemeenten terechtkwamen, helpen kerken ook nogal eens niet-kerkelijke bewoners van hun dorp."

132 Bewoners van de Biblebelt zijn niet altijd positief over vreemdelingen.

Janse: ,,Op macroniveau zeggen veel mensen in reformatorische kring en ook anderen: ,,We hebben al vluchtelingen genoeg in ons land, er moeten er niet meer bij." Op microniveau gaat het er vaak heel anders aan toe. Dan klinkt het: Onze vluchteling in ons dorp, waar we zulk fijne contacten mee hebben, is zo'n aardige kerel. Die mag niet worden uitgezet. Want die is heel anders dan al die andere vluchtelingen."

Exalto: ,,Mooi vond ik het verhaal in de RD-serie over een reformatorische schooldirecteur in Alblasserdam die lessen over diversiteit organiseert, nadat zijn leerlingen vervelend deden tegen een man met een donkere huidskleur. Een sterk optreden van die directeur."

10 januari 2019 donderdag

(50) ,,Communicatie rondom Nashville had beter gekund"

BYLINE: Arie de Heer

SECTION: VOORPAGINA; Blz.1

LENGTH: 574 woorden

HIGHLIGHT: De communicatie rondom de publicatie van de Nederlandstalige versie van de Nashvilleverklaring over (homo)seksualiteit ,,had beter gekund." Dat schrijft de werkgroep achter de verklaring in een donderdag uitgebracht persbericht.

De Nashvilleverklaring verwoordt de visie op huwelijk en seksualiteit zoals die alle eeuwen door op grond van de Bijbel is beleden, aldus de initiatiefnemers. ,,Die visie willen we blijvend uitdragen." Dat de verklaring als een ,,antihomodocument" is gelezen, ,,betreuren" zij echter. ,,Niet voor niets schreven we in ons nawoord dat zij die bij zichzelf een homoseksuele gerichtheid herkennen, mogen weten in de christelijke gemeente een volwaardige plaats te hebben. In dat nawoord werd door ons onder meer schuld beleden voor het feit dat de pastorale zorg vaak onder de maat is geweest."

De verwoording in de verklaring ,,kon op sommige punten aanleiding geven tot misverstanden", schrijft de werkgroep verder. ,,Dat trekken wij ons aan. Sommigen hebben het document gelezen alsof met de juiste aanpak een homoseksuele gerichtheid 'genezen' kan worden. Of dat het erkennen of uitspreken van het homoseksueel gericht-zijn zonde is. Dat was en is onze intentie niet. Want hoewel wij een homoseksuele praktijk afwijzen, wij aanvaarden onze homoseksuele medemens."

De initiatiefnemers merken verder op dat de lijst met ondertekenaars ,,op onzorgvuldige wijze tot stand gekomen en gepubliceerd" is. ,,Het had niet mogen gebeuren dat er mensen op stonden die daar niet expliciet toestemming voor

133 hadden gegeven." Zij zien daarom ,,voorlopig af van het publiceren van ondertekenaars."

Het voornemen is ,,ons eerst te richten op een studiedag waarop we met predikanten en voorgangers de Nashvilleverklaring nader bespreken. Als er meer te melden is, laten wij van ons horen."

Het persbericht lijkt minder ver te gaan dan initiatiefnemer Arjan Baan deze week deed. Zo vroeg hij ,,vergeving" voor de harde kanten in de Nashvilleverklaring en de onduidelijkheden die deze oproept.

Ds. M. van Reenen, woordvoerder van de werkgroep donderdag: ,,Deze woorden zijn vanuit emotie gesproken. Ook wij zijn geraakt door alles wat ons document heeft opgeroepen. Daarom zeggen we: zo hebben we het niet bedoeld. Aan de andere kant: lees ook het gehéle document. We schrijven daarom in onze persverklaring ook niet dat we de Nashvilleverklaring terugnemen. We willen nu eerst tijd nemen voor bezinning."

Dr. M. Klaassen sprak in Trouw over een ,,nadere verklaring."

,,We willen gaan werken aan een verklaring in jip-en-janneketaal. Omdat we gemerkt hebben dat de theologische taal die nu gebruikt is gemakkelijk verschillend kan worden verstaan."

Het wachten is nu op de studiedag. Is daar al een datum voor geprikt?

,,Ik verwacht dat we die na het winterwerk zullen beleggen."

De publicatie van de verklaring heeft enorme effecten gehad. Om maar íéts te noemen: in Gorinchem is nu een petitie gestart tegen de komst van dr. M. Klaassen zondag.

,,Ik wil daar niet teveel over zeggen. Laten we als alle stof is neergedaald eens goed overdenken wat er nu echt allemaal is gebeurd."

Zou uit dit alles ook nog iets goeds kunnen voortkomen?

,,Dat kan niet anders. We hebben fouten gemaakt, maar ik heb in deze dagen de ondersteuning en leiding van de Heere meer kennelijk dan ooit in mijn leven ervaren. Het is echt een gewetenszaak geweest om op te komen voor de eer van de Heere."

Ds. C. Sonnevelt, predikant van de gereformeerde gemeente te Alblasserdam, heeft zich ,,om persoonlijke redenen" teruggetrokken als werkgroeplid. Hij wilde geen nadere toelichting geven.

Zie ook pagina 4 en 10.

,,We willen in alle stilte gaan werken aan een verklaring in jip-en-janneketaal"

134 9 januari 2019 woensdag

(51) Voorlopig geen namen meer openbaar

BYLINE: Redactie kerk

SECTION: KERK; Blz.16

LENGTH: 363 woorden

HIGHLIGHT: APELDOORN. De werkgroep die de Nederlandse vertaling van de Nashvilleverklaring over (homo)seksualiteit heeft verzorgd, publiceert voorlopig geen handtekeningen meer op haar website.

Dat zei ds. M. van Reenen, een van de initiatiefnemers van de verklaring, woensdag desgevraagd. De werkgroep vergaderde dinsdagmiddag over het vervolg op 'Nashville' na alle ophef. ,,Zorgvuldigheid gaat nu voor alles. We benaderen de komende dagen wel predikanten, maar publiceren de handtekeningen vooralsnog niet."

Na een petitie tegen de Nashvilleverklaring over (homo)seksualiteit is op internet nu ook een petitie "Begrip voor de Nashvilleverklaring" gestart. Met de petitie wil initiatiefnemer Marcel Bas de opstellers en ondertekenaars ervan een hart onder de riem steken. In een toelichting schrijft hij onder meer dat de verklaring ,,in lijn is met de Bijbel en Gods plan voor de mens, dat veel van de negatieve kritiek op de verklaring en haar ondertekenaars onbillijk is en dat haar ondertekenaars vanuit onze bevolking alle steun verdienen voor hun actie."

Nazi-ideologie

Dr. P. de Vries, als docent verbonden aan het Hersteld Hervormd Seminarium (HHS) van de Vrije Universiteit (VU) Amsterdam, heeft tegenover de VU ,,spijt betuigd" voor de vergelijking die hij maandag tegenover het Algemeen Dagblad maakte tussen de genderideologie en de nazi-ideologie. Dat maakte de universiteit dinsdagmiddag bekend.

Dr. De Vries is een van de initiatiefnemers van de Nederlandse vertaling. In een toelichting tegenover het AD zei hij: ,,Er wordt te weinig onderwijs gegeven over wat de Bijbel zegt over het huwelijk en seksualiteit. We moeten ons geluid laten horen. Toen de nazi-ideologie zich opdrong, zwegen de kerken. Nu dringt de genderideologie zich op en zwijgen de kerken weer te vaak."

De vergelijking met de nazi-ideologie heeft de VU ,,geschokt en eerlijk gezegd zijn we dat nog steeds", schrijft de universiteit in een verklaring. ,,Onze collega heeft inmiddels spijt betuigd en het faculteitsbestuur zal in een aanstaand pittig gesprek passende maatregelen aankondigen. Het mag duidelijk zijn dat er een grens is overschreden."

135 Dr. De Vries wilde dinsdagavond desgevraagd geen reactie geven op de verklaring van de VU. ● Petitie als steun in de rug voor ondertekenaars 'Nashville' gestart. ● Dr. P. de Vries betuigt tegenover VU spijt over gebruikte vergelijking.

9 januari 2019 woensdag

(52) De pijn van christelijke homo's bij de verklaring

BYLINE: Anne Vader

SECTION: KERK; Blz.16

LENGTH: 656 woorden

HIGHLIGHT: ,,Terug bij af", is de docent op een reformatorische school die homojongeren begeleidt. ,,De opstellers van de Nashvilleverklaring doen mensen pijn", zegt ook Herman van Wijngaarden van Hart van Homo's.

Jarenlang had de man gebeden of zijn homogevoelens weg mochten gaan. Pijnlijk, vond hij de Nashvilleverklaring. ,,Omdat mijn strijd daarin niet wordt erkend", zo vertelde hij Van Wijngaarden. Hart van Homo's, die zich richt op homoseksuele jongeren uit reformatorische en evangelische kerken, ontving veel positieve reacties op haar keuze de verklaring niet te tekenen. De organisatie ziet het huwelijk als een verbondsrelatie tussen één man en één vrouw, maar mist in het document ,,de pastorale toon." Met een aantal artikelen is ze het oneens.

Wat betekent deze verklaring voor christelijke homojongeren?

,,Een collega van Hart van Homo's sprak maandag op een reformatorische school een docent die homoseksuele jongeren begeleidt. Voor hem was het een zwarte dag. Hij probeerde jongeren die in kast zitten stap voor stap te helpen hun homo-zijn te erkennen. ,,Wat moet ik nu?" vroeg hij ontredderd. ,,Ik ben terug bij af."

Deze verklaring laat homojongeren in de kou staan. De kracht van het Evangelie zou genoeg zijn om je gevoelens achter je te laten. Dan laat je het wel uit je hoofd om uit de kast te komen. Schadelijk. Het kostte mij als middelbare scholier bakken energie om mezelf overeind te houden. Ik ben zeker niet blij met mijn homo-zijn, ben er ook niet trots op. Wel geloof ik nu dat ik voor Gods aangezicht mag bestaan, mét mijn homo-zijn, en dat ik niet buiten Gods bereik ben. Bevrijdend en troostend."

U hebt er zelf voor gekozen om celibatair te leven. Wat deed de verklaring met u?

,,Ik word er vooral boos van. Hoe kun je zomaar deze statements de wereld in sturen, zonder toelichting over wat je bedoelt? Ik heb me geprobeerd voor te stellen wat de opstellers heeft bezield, en wie hierbij is gebaat. Maar ik snap het werkelijk niet.

136 SGP-leider Kees van der Staaij en dr. M. Klaassen vertellen steeds: ,,We bedoelen dit en dat." Maar dat staat er niet! Dus dan moet je het ook niet zo opschrijven. De opstellers doen hier mensen pijn mee. Overigens ga ik wel uit van hun goede bedoelingen. Het is geen kwade opzet, maar gewoon dom.

Ik deel de zorg dat de Bijbelse visie in de kerk steeds meer wordt losgelaten. Met de kritiek uit de wereld op de verklaring doe ik dus niet mee. Maar het onderwerp homoseksualiteit leent zich niet voor statements. Daarvoor is het veel te ingewikkeld, te kwetsbaar. Laten we het gesprek blijven zoeken, in gehoorzaamheid aan de Schrift."

Hoe moet een gekwetste jongere in gesprek met zijn predikant als die de verklaring heeft getekend?

,,Dat hangt ervan af of die persoon al goed contact heeft met zijn dominee over dit onderwerp. Heb je dat niet, dan zou ik niet het gesprek aangaan om hem op andere gedachten te brengen. Dat kost je te veel energie. Zoek liever contact met anderen of doe je verhaal bij ons. Ondertekenaars hebben in ieder geval geen uitnodiging gedaan van: Kom bij mij als je ermee zit."

Rechtsgeleerde Fokko Oldenhuis zei dinsdag dat christelijke homo-organisaties moeten eisen dat de opstellers artikel 7 en 12 intrekken en anders naar de rechter moeten stappen. Ze moeten dit niet aan het COC overlaten.

,,Dat gaan wij niet doen. Ik ben niet blij met de verklaring en vind het dom dat de opstellers dit gedaan hebben. Maar het blijven wel onze broeders. Wij willen niet op deze manier de strijd met hen aangaan. We gaan gewoon door met ons werk."

Hoe nu verder?

,,Stop de verklaring terug in de kast en denk erover na. Ik zou het mooi vinden als opstellers toegeven: Dit was een beetje dom. Hoe erg is het om dat te erkennen?

Amerika kent nauwelijks onderscheid tussen persoon en praxis. Dat is een duidelijke aanwijzing dat je zo'n verklaring niet zomaar kunt droppen in de Nederlandse context. De uitspraken zijn veel te simpel. Bovendien is het een illusie om te denken dat je iets over homoseksualiteit kunt zeggen zonder dat de wereld meekijkt."

,,Zwarte dag" voor docent op refoschool die homojongeren begeleidt: ,,Ik ben terug bij af", zei hij ontredderd

(53) Christelijke homo's: slag in ons gezicht

BYLINE: Redactie kerk

SECTION: KERK; Blz.16

137 LENGTH: 99 woorden

HIGHLIGHT: AMSTERDAM. Christelijke jongerenorganisaties die zich inzetten voor homo's en transgenders ervaren de Nashvilleverklaring als ,,een slag in ons gezicht."

ChristenQueer en het Landelijk KoördinatiePunt groepen kerk en homoseksualiteit (LKP) lieten dinsdag in een reactie weten de verklaring ,,intens" pijnlijk te vinden.

Tegelijk geven ze aan de mening van de ondertekenaars van de Nashvilleverklaring te respecteren. ,,Wij staan op om te laten zien dat geloof en een andere seksuele oriëntatie dan wel genderidentiteit hand in hand kunnen gaan. Wij staan met deze verklaring op om naast het geluid van de Nashvilleverklaring een ander geluid te laten horen dat oog heeft voor de realiteit van lhbt'ers met een christelijke achtergrond."

9 januari 2019 woensdag

(54) College voor mensenrechten krijgt 300 reacties

BYLINE: Redactie kerk

SECTION: KERK; Blz.17

LENGTH: 356 woorden

HIGHLIGHT: Het College voor de Rechten van de Mens heeft tot nu toe ruim 300 meldingen gekregen van mensen die hun zorg uitspreken over de Nashvilleverklaring.

Persvoorlichter Femke Risch gaf woensdagmorgen desgevraagd aan dat de reacties nog steeds binnenstromen.

Er ontstond zondag commotie over de verklaring over (homo)seksualiteit. Het college had maandagmorgen al ruim honderd klachten ontvangen. Vervolgens kwamen er daar nog eens ongeveer honderd meldingen per dag bij.

Het college zal de inhoud van de klachten nader onderzoeken. Nu al is duidelijk dat het vooral gaat om uitingen van bezorgdheid. Ook het college zelf is bezorgd over de verklaring, omdat deze ieders recht ,,inperkt" om ,,veilig zichzelf te kunnen zijn." Tegelijkertijd, stelt de organisatie, heeft iedereen in Nederland het recht op vrijheid van meningsuiting en vrijheid van godsdienst. ,,Wanneer dit echter tot gevolg heeft dat mensen worden uitgesloten op school of op de werkvloer omdat zij bijvoorbeeld lhbti zijn, is dat verboden volgens de gelijkebehandelingswetgeving."

Zondig

,,De vraag is: zijn deze uitingen kwetsend en schokkend, of zelfs beledigend?", zegt collegevoorzitter Adriana van Dooijeweert woensdag in Trouw. ,,Het zou kunnen blijken dat het voor een groep mensen een belediging is wanneer wordt gezegd

138 dat hun manier van leven zondig is." Volgens Van Dooijeweert kan alleen de rechter die vraag beantwoorden. Op de website van de organisatie staat dat het college de vinger aan de pols houdt en kijkt of de verklaring leidt tot uitsluiting van mensen of groepen.

Thomas Mertens, hoogleraar rechtsfilosofie in Nijmegen, ziet geen reden om de vrijheid van meningsuiting in te perken, zegt hij in hetzelfde artikel. ,,Hier lijkt mij toch vooral de boodschap: wij christenen zijn in de verdrukking en we houden vast aan onze waarheid. Dat is mijn waarheid niet en ook niet die van vele anderen, maar ze mogen het van mij zeggen. En van de rechter ook, vermoed ik. Het is een gevecht van een groep die zich in de verdrukking voelt in deze seculiere tijd en die waarschijnlijk nog steeds de openstelling van het huwelijk voor mensen van het gelijke geslacht betreurt. Wat dat betreft is er sprake van gegriefde gevoelens aan beide kanten."

,,Er is sprake van gegriefde gevoelens aan beide kanten"

9 januari 2019 woensdag

(55) Opgemerkt

SECTION: OPINIE; Blz.20

LENGTH: 938 woorden

Opgemerkt

Nashvilleverklaring (I)

Ik onderteken de Nashvilleverklaring niet. Is deze verklaring dan niet Bijbelgetrouw? Daar zit mijn pijn niet. Mijn pijn zit hierin, dat er aan een ander Bijbels aspect voorbij wordt gegaan. Zou één van de ondertekenaars een vader zijn met een kind dat strijd heeft met homoseksuele gevoelens? Weten de ondertekenaars iets van deze worsteling?

Want ik mis in deze verklaring de innerlijke bewogenheid met de homoseksuele medemens. Het hebben van een kind met deze gevoelens, dat heb ik, geeft meer invoelingsvermogen voor deze medemensen. Maakt dat mijn Bijbelse opvatting over homoseksualiteit anders? Nee, want ik reken mijzelf tot de Bijbelgetrouwe christenen. Ook al levert dat thuis soms felle en scherpe discussies op.

Anderen hebben ook de vinger gelegd bij het gebrek aan pastorale bewogenheid. Blijkbaar worden er, gelet op het artikel "Eenheid én duidelijkheid nodig rond scheppingsorde" (RD 2-1), nu mooie woorden gebruikt met betrekking tot de pastorale bewogenheid. ,,Niet alleen de mond van de profeet, maar ook het hart van een herder."

139 Natuurlijk hebben de herder-ondertekenaars een hart. Maar is die bewogenheid bij het ondertekenen van deze verklaring dan niet in hun hart opgekomen? Blijkbaar niet, hun herdersmond heeft gezwegen.

Het lijkt nu net of we met de Nashvilleverklaring iets bijzonders hebben gevonden. Is het omdat die uit Amerika komt? Wat voegt de verklaring eigenlijk toe? Er ligt al een duidelijk rapport, met gelukkig een pastorale kant: het rapport "Homoseksualiteit en homoseksuele relaties" van de CGK, uit 2013.

Gezien alle reacties zijn de eenheid en de duidelijkheid er niet groter op geworden. Daarom onderteken ik hem niet. Bezint eer ge begint!

Ds. W. Schinkelshoek, Ede

Nashvilleverklaring (II)

Ik wil mijn waardering en respect uitspreken voor de predikanten Huijgen en Kater, voor hun openheid met betrekking tot het niét tekenen van de Nashvilleverklaring, getuige hun artikel "Na bezinning door kerken pas visie op genderideologie" (RD 28-12).

Welk effect zal deze verklaring met handtekeningenlijst hebben? Als er over twee weken aan de RD-lezers wordt gevraagd waarover het ging, denk ik dat het antwoord zal zijn: die predikanten wijzen homo's, hun geaardheid en de praktisering daarvan af; hun argumentatie heb ik niet begrepen; oh ja, ze waren vergeten dat het over personen ging, dus ze hadden er nog gauw een pastoraal nawoord bij geschreven (dat nagekomen naschrift werd ook separaat aangekondigd; RD 5-1).

Een handtekeningenactie alsof het om de plofkip bij de buurtsuper gaat. Het effect voor de homofiele medechristen weet ik uit mijn privékring: wéér afwijzing door de kerk.

Het effect in ruimere kring is inmiddels bekend: Nederland zet christenen weg als homohaters. En nog meer christelijke homo's zullen hun kerk vaarwel zeggen, omdat ze hun predikant niet meer in vertrouwen durven nemen.

Onze gemeenschappelijke zondeval heeft ervoor gezorgd dat er een groep mensen is ontstaan met een andere geaardheid, waar zij ook niet om hebben gevraagd. Dan past geen handtekeningenactie door hetero-mannen die wel eens even zullen zeggen hoe de vork in de steel zit. Inmiddels weet ik van predikanten die uit pastorale overwegingen hun naam weer hebben laten schrappen.

Als vanzelf werden mijn gedachten getrokken naar het verhaal van de vrome Farizeeërs die een vrouw, in overspel gegrepen, bij de Heere Jezus brachten. Het verhaal liep totaal anders dan ze hadden verwacht.

De innerlijke ontferming die Christus met de medemens had, mis ik uiterst pijnlijk in het statement en bij de handtekeningzetters.

140 Eric Ebbers, Apeldoorn

Nashvilleverklaring (III)

Bij het artikel van prof. Huijgen en prof. Kater over de Nashvilleverklaring(RD 28-12) wil ik enkele kanttekeningen plaatsen.

Deze verklaring wil duidelijkheid bieden op ethische gebieden, waarover onder (reformatorische) christenen veel verwarring is. Het gaat onder meer over het monogame huwelijk, homoseksuelen en transgenders. De vraag is natuurlijk welke positie wij als gereformeerde gezindte moeten innemen op grond van Schrift en belijdenis. De Nashvilleverklaring kunnen we zien als een serieuze poging daartoe.

Beide hoogleraren hadden niet de moed om dit principiële stuk te ondertekenen. Ze missen te veel de Bijbelse noties van barmhartigheid en invoelingsvermogen. Van de veertien artikelen gaan de laatste vier echter duidelijk over Gods barmhartigheid en genade voor de grootste der zondaren. Maar hier wringt de schoen: de analyse van de tijdgeest en de benoeming van de zonden komen te hard over.

Ik begrijp dit best, maar waarom zouden we vanuit een bewogen hart de zonden niet glashelder mogen benoemen? Dat is toch Bijbels? Johannes de Doper noemt de Farizeeën ,,adderengebroed" (Matth. 3:7). De Heere Jezus spreekt de Schriftgeleerden en Farizeeën aan als ,,geveinsden" en ,,witgepleisterde graven" (Matth. 23:27-28). In Joh. 8:1-11 toont Hij Zijn barmhartigheid jegens een overspelige vrouw met de woorden: ,,Ga heen en zondig niet meer." God toont bewogenheid, maar zegt ook dat we moeten stoppen met de zonde.

Dit is het probleem van onze tijd: we zijn heel lief voor elkaar, maar het kost ons veel moeite om daar ook de consequenties aan te verbinden en de zonde te benoemen. Ik ben het in principe eens met beide hoogleraren, maar een teveel aan invoelingsvermogen kan de zaak waarom het gaat versluieren. Beiden durven de zonde wel te benoemen (dat gaven ze duidelijk aan). De algemene tendens in discussies loopt echter uit in een wazig schemergebied.

We moeten ook oog hebben voor een overdreven empathie, die kan leiden tot een doorgeslagen tolerantie.

W. Kok, Veenendaal

8 januari 2019 dinsdag

(56) Hoe nu verder, na alle ophef?

BYLINE: Arie de Heer

SECTION: VOORPAGINA; Blz.1

141 LENGTH: 647 woorden

HIGHLIGHT: Zelden zal een publieke verklaring zo veel commotie hebben opgeroepen als de Nashvilleverklaring over (homo)seksualiteit de afgelopen dagen. Hoe nu verder? Dr. Maarten Klaassen, lid van de informele werkgroep achter de verklaring, en prof. dr. Maarten Kater, die de verklaring eind december ontraadde, reageren.

Dát de Nederlandse vertaling van de Nashvilleverklaring tot enige reuring zou leiden, daar had dr. Klaassen ,,wel een beetje rekening mee gehouden. Maar in déze mate heeft het me toch verrast."

De hervormde predikant uit Arnemuiden trad maandag op als woordvoerder van de werkgroep achter de verklaring. ,,Ik heb Trouw te woord gestaan, de NOS twee keer, 3FM, en verder een heleboel telefoontjes en mailtjes gehad. Het was hectisch."

Studiedag

De commotie laat zien ,,hoe extreem gevoelig dit onderwerp in onze samenleving is geworden", zegt dr. Klaassen. ,,Blijkbaar hebben we een open zenuw geraakt. Je merkt ook dat het begrippenkader rond huwelijk en seksualiteit compleet anders is geworden. Homoseksualiteit is voor veel mensen in Europa een optie naast andere opties geworden. Ik heb geprobeerd uit te leggen dat de kerk dit standpunt twintig eeuwen heeft ingenomen, en dat ook de Rooms-Katholieke Kerk er zo over denkt. Maar je bent al heel snel antihomo. En je krijgt te horen dat de kerk er niet in zijn geheel zo over denkt."

Was de ophef te voorkomen geweest, als de verklaring bijvoorbeeld niet de suggestie had gewekt dat homoseksuele en transgendergevoelens op zichzelf al zondig zijn en mensen hiervan genezen kunnen worden? Dr. Klaassen: ,,Dat punt kwam inderdaad regelmatig terug. En ik weerspreek ook niet dat er soms verandering mogelijk is - maandag heb ik het voorbeeld van Rosaria Butterfield genoemd. Maar dat gebeurt lang niet altijd. Achteraf denk ik ook: dat hadden we misschien in een toelichting moeten verwoorden. Het stáát ook niet zo expliciet in de verklaring, maar mensen interpreteerden de zinnen hierover wel zo."

Hoe nu verder? ,,Waarschijnlijk weten we na vanmiddag meer. In een eerder stadium is een studiedag genoemd, waarop in een aantal lezingen met elkaar van gedachten kan worden gewisseld. Heel jammer vind ik het bijvoorbeeld ook dat deze verklaring binnen de gereformeerde gezindte zo veel verdeeldheid heeft opgeroepen. Dat er een vervolg moet komen, staat voor mij dus vast."

Zwijgen

Prof. Kater wil ,,geen grote woorden gebruiken, en al helemaal niet zeggen: Zie je wel, hier hadden we nu voor gewaarschuwd. Want ik ben er gewoon van slag van." Samen met zijn collega prof. dr. Arnold Huijgen schreef hij eind december een opinieartikel in het Reformatorisch Dagblad. De christelijke gereformeerde hoogleraren waarschuwden voor te snelle ,,klip-en-klaar statements" rond

142 (homo)seksualiteit en de ,,genderideologie." Op dat moment liep de handtekeningenactie voor de Nederlandse vertaling van de Nashvilleverklaring al. De beide christelijke gereformeerde hoogleraren voorzagen ,,brokken" en pleitten eerst voor een ,,gezamenlijke bezinning, over kerkmuren heen."

Zaterdag verscheen de verklaring toch, voorzien van een naschrift. Vrijwel meteen stak de storm op - in politiek, kerk en media. Prof. Kater: ,,Eigenlijk vind ik ,,hoe nu verder" niet de juiste vraag. Die suggereert dat we wéér verder moeten. Even wat repareren om ons ergste gezichtsverlies te herstellen en dan vinden we weer een nieuwe route. Maar misschien moesten we eerst maar eens een poosje zwijgen voor Gods aangezicht. En dat bedoel ik niet vroom, of in de zin van wegkruipertje doen, want dan wordt het nog tactiek. Nee, zwijgen. Omdat we kwetsbare mensen, hoe onbedoeld dan ook, pijn hebben gedaan, en zo de verkondiging van het Evangelie niet hebben gediend."

De hoogleraar denkt niet dat het tumult met een enigszins anders geformuleerde verklaring te voorkomen was geweest. ,,Nee. Daarvoor is deze verklaring toch te Amerikaans. In Amerika heeft het document óók tot polarisatie geleid, en hier zie je precies hetzelfde gebeuren. Deze thematiek leent zich niet voor statements. Je verootmoedigt je ook niet door middel van een statement, dat doe je in de binnenkamer. En dan denk ik dat we als kerken al genoeg aan onszelf hebben."

8 januari 2019 dinsdag

(57) Profeet én herder

BYLINE: Hoofdredactie

SECTION: KERK; Blz.3

LENGTH: 492 woorden

Commentaar

,,Ongelooflijk onbarmhartig", zei minister Van Engelshoven maandagavond op tv tegen SGP-fractieleider Van der Staaij. Zijn naam stond onder de Nashvilleverklaring. De minister vat in twee woorden samen wat een groot deel van de Nederlandse samenleving nu onmiddellijk denkt bij dit ,,antihomopamflet", zoals het intussen in de media heet. Ook al is dat volstrekt onterecht, toch lopen er nu 234 Nederlandse predikanten, politici en andere voormannen rond met het stigma van homohater. Handtekeningen verzamel je tegen plofkippen, niet tegen homo's, zo werd er gezegd.

Is dat iets om je zorgen over te maken? Ja en nee. De werkgroep die de vertaling en verspreiding van de Nashvilleverklaring voor z'n verantwoording nam, stelde in een toegevoegd naschrift: ,,Wij hebben de mond van een profeet nodig, maar ook het hart van een herder." Profeten spraken meestal geen zalvende woorden en

143 maakten zich in hun omgeving niet geliefd. Zo hoeven christenen ook geen blad voor de mond te nemen in hun verzet tegen de gangbare ideologie achter seksuele diversiteit. Die verdient het om met alle kracht bestreden te worden als een list van satan die de paradijsbloem van het huwelijk niet alleen wil knakken maar het liefst volledig wil uitrukken. Als het verzet van christenen hiertegen even krachtig was geweest als dat van de homobeweging, was het mogelijk zo ver niet gekomen. Beschamend om te constateren dat media kennelijk verbaasd zijn over een christelijk volksdeel dat moeite heeft met homorelaties.

Toch is er nu alle reden om je zorgen te maken. Wie met zo'n verklaring naar buiten komt, is niet alleen verantwoordelijk voor de boodschap zelf maar ook voor de gevolgen ervan. Vooraf was al duidelijk dat de Nashvilleverklaring doordesemd was van Amerikaanse opvattingen rond homoseksualiteit en genderneutraliteit. Het onderscheid tussen de homoseksuele gerichtheid en het in de praktijk brengen daarvan is er niet in terug te vinden. Er staan diverse begrippen in die voor meerderlei uitleg vatbaar zijn. Homo's lezen deze tekst zo dat ze ook hun gerichtheid niet mogen accepteren en dat je van je homoseksualiteit kunt genezen.

Het naschrift van de werkgroep moest dienen om aan al deze vragen tegemoet te komen. Maandag bleek echter dat dit een mislukte poging is. In het naschrift klopte wel het hart van de herder, maar dat was niet terug te horen in de mond van de profeet.

Christenen moeten met twee woorden spreken, niet met twee tongen. Er is maar één advies: stop deze verklaring even terug in de kast. Verzamel nu geen handtekeningen. Ga eerst wenen op de puinhopen. Beleg dan een studiedag; die is hard nodig. Eerst luisteren, goed nadenken en pas dan spreken. En denk dan na over de vraag of je nog wel handtekeningen moet verzamelen of dat het niet veel beter is het gesprek aan te gaan, zowel in eigen kring als met de samenleving.

Hoofdredactie

Naschrift Nashvilleverklaring kon beeld van onbarmhartigheid niet voorkomen

8 januari 2019 dinsdag

(58) 'Nashville' beroert ook Den Haag

BYLINE: Addy de Jong

SECTION: KERK; Blz.4

LENGTH: 677 woorden

HIGHLIGHT: In het tumult over de Nashvilleverklaring is het, althans op radio en tv, vooral SGP-leider Van der Staaij die voor de voorstanders van het document de

144 kastanjes uit het vuur haalt. Toch richten coalitiepolitici hun pijlen minder op hem dan op de verklaring zelf.

Als een politiek statement was de Nederlandse vertaling van de Nashvilleverklaring niet primair bedoeld. Toch kreeg de kwestie maandag meteen óók politieke kantjes. Al was het maar doordat minister Van Engelshoven (D66, OCW) zich er kritisch over uitliet. En doordat in de rij ondertekenaars de naam voorkwam van SGP-Kamerlid Van der Staaij.

Op social media fungeerde híj daardoor al snel als de kop van Jut. Tegelijk was het juist de SGP-leider die in de audiovisuele media de hoofdstrekking van 'Nash-ville' verdedigde en toelichtte.

,,Verrast"

Wel legde hij aan het begin van de avond in het EO-radioprogramma Dit is de dag uit dat hij zijn handtekening niet actief onder de Nederlandse vertaling van het document had gezet. ,,Er is geen formeel moment geweest van: nu ga ik dat document eens ondertekenen. Nee, vanuit een eerdere uitlating van mij -een mail waarin ik had aangegeven dat ik me in de strekking van de Nashvilleverklaring kon vinden- is door de mensen van het Nederlandse comité gezegd: okay, dan zetten we jouw naam er ook onder. Waar ik ook zelf door verrast werd", bekende de SGP- leider.

Toch leidde die gang van zaken bij hem niet tot een terugtrekkende beweging. ,,Vervolgens heb ik gedacht: ik ga er nu niet flauw van weglopen. Dan leg ik liever uit waarom ik die eerste reactie op hoofdlijnen heb gegeven."

Genezen

Verder gaf hij later op de avond in de talkshow van Eva Jinek aan dat zijns inziens in de verklaring niet gelezen moet worden dat mensen van hun homoseksualiteit kunnen genezen. ,,Dat staat er niet. Ja, dat bepáálde verlangens gedood kunnen worden, is een algemene christelijke waarde. Maar dat betekent niet dat je kunt zeggen: als je even bidt dan komt het wel goed."

Bijval kreeg de SGP-leider in het Haagse circuit van niemand. De ideologisch nog het dichtst bij hem staande politicus, CU-voorman Segers, liet op Facebook weten dat híj de verklaring niet heeft ondertekend omdat hij ,,niet inziet hoe homo's, binnen en buiten de kerk, met deze verklaring geholpen worden."

Meer direct in de aanval ging GL-Kamerlid Ellemeet. ,,Waar Kees van der Staaij achter zou moeten staan, is de grondwet", twitterde de parlementariër. Ver ging ook PvdD-Kamerlid Van Kooten, die op twitter zowel de verklaring zelf als het ondertekenen daarvan als ,,walgelijk" bestempelde.

Diverse politici, zoals VVD-Kamerlid Yesilgöz, PvdA-Kamerlid Ploumen en oud- staatssecertaris Klijnsma, tekenden de door oud-D66-Kamerlid Van der Ham geïnitieerde Liefdesverklaring: een uit tien artikelen bestaand document, waarin

145 onder meer staat dat ,,het van belang is de vrijheid te verdedigen om lief te hebben naar eigen wens."

De meest concrete politieke actie was die van de Kamerleden Krol (50PLUS), Bergkamp (D66), Yesilgöz (VVD), Özütok (GL) en Van den Hul (PvdA). Zij stelden het kabinet schriftelijke vragen en willen van de regering onder meer weten ,,of zij in gesprek gaat met de ondertekenaars van het pamflet." Ook zijn zij benieuwd ,,hoe het kabinet kijkt naar de verwijzing naar onder meer Leviticus 20 vers 13", waar staat dat ,,een man die met een andere man slaapt, zeker gedood moet worden."

Opvallend was tenslotte dat politici in de hoogste regionen van de coalitie wel de Nashvilleverklaring zelf bekritiseerden, maar 'ondertekenaar' Van der Staaij relatief met rust lieten. Buma (CDA) liet zich sowieso niet tot commentaar verleiden. VVD- fractievoorzitter Dijkhoff in NRC: ,,Ik ben het niet eens met de inhoud, maar je mag dit wel zeggen."

Zou die terughoudendheid ermee te maken kunnen hebben dat de coalitie beseft dat men de SGP na de Statenverkiezingen wel eens hard nodig kan krijgen? Of voelt men simpelweg aan dat Van der Staaij, hoewel blijvend bij zijn steun, wel degelijk enige verlegenheid kent met bepaalde formuleringen uit het manifest? Het is immers ook niet voor niets dat zijn partijgenoot Bisschop in De Telegraaf liet optekenen dat híj de verklaring vooralsnog niet ondertekent, maar zich er pas achter wil scharen als er in christelijke kring, door middel van een of meer studiedagen, verder over is nagedacht?

8 januari 2019 dinsdag

(59) Juristen niet eens over strafbaarheid

BYLINE: Ben Provoost

SECTION: KERK; Blz.5

LENGTH: 655 woorden

HIGHLIGHT: De rechtsgeleerden Fokko Oldenhuis en Matthijs de Blois denken verschillend over de vraag of de Nashvilleverklaring kan leiden tot een veroordeling. Centraal daarbij staan de artikelen 7 en 12 waarin staat of je homo mag zijn en of dat je daarvan kunt genezen.

Fokko Oldenhuis, hoogleraar recht en religie in Groningen, denkt dat het openbaar ministerie niet snel een strafzaak zal beginnen tegen de opstellers van de Nashvilleverklaring. Maar de burgerlijke rechter kan wel tekst van artikel 7 en 12 wel onzorgvuldig noemen.

146 Jurist dr. Matthijs de Blois acht de kans heel klein dat de civiele rechter de opstellers van de verklaring terugfluit. ,,We hebben in Nederland vrijheid van godsdienst en vrijheid van meningsuiting.

Het lijkt mij heel vergaand dat de rechter delen van de verklaring verbiedt", zei De Blois. Hij kon maar kort reageren omdat hij op het punt stond in het vliegtuig te stappen.

De pijnpunten zitten volgens Oldenhuis in de artikelen 7 en 12. De jurist leest daarin dat de opstellers vinden dat je in de ogen van God homo mag zijn en dat je van je geaardheid kunt genezen. Met een verwijzing naar een oude zaak zegt hij dat het in deze omstandigheden niet ter zake doet dat de intentie van de opstellers en ondertekenaars nooit is geweest dit te zeggen.

,,Evangelistenechtpaar Goeree zei eind jaren 80 dat de Joden de Tweede Wereldoorlog aan zichzelf hadden te wijten en riepen iedereen op zich te bekeren. Als je dat zegt, in een kerk of op straat, dan mag dat. Maar het paar verspreidde zijn boodschap ook ongevraagd via de brievenbussen. Het Centrum Informatie Documentatie Israël (CIDI) spande een privaatrechtelijke procedure aan en won. Daarnaast kwam er een strafrechtelijke procedure. De rechter veroordeelde het echtpaar om de vlugschriften die zij in de bus deden. De rechter zei toen geen boodschap te hebben aan het argument van de advocaat dat hun intentie goed was. Ondanks je goede bedoelingen kan je boodschap dus voor misverstaan aanleiding geven en daarmee onrechtmatig zijn. Een parallel met de Nashvilleverklaring is dat voor de verspreiding ervan bewust is gebruikgemaakt van de moderne brievenbus, namelijk internet."

Een rechter, zegt Oldenhuis, zal bij zijn afweging rekening houden met het gegeven dat er reformatorische homo's zijn die, nu hun onwaardigheid zo scherp wordt neergezet, zich van het leven zouden kunnen beroven omdat de kerk waarvan ze lid zijn ook zegt dat je geen homo mag zijn.

De hoogleraar zegt dat hij ontzet is over de tekst van de artikelen 7 en 12 en hoopt dat het niet zover hoeft te komen dat het document onder druk van de rechter van tafel moet. Een sleutelrol is volgens hem weggelegd voor christelijke homo- organisaties. ,,Ze moeten naar de opstellers toegaan en eisen dat ze artikel 7 en 12 terugtrekken. Willen de opstellers dat niet, dan moeten juist zij, niet het COC, de burgerrechter vragen om een oordeel te vellen. Ik kan me voorstellen dat de rechter de verklaring onzorgvuldig acht. Voor homo's die worstelen met hun geaardheid zal dat genoegdoening zijn."

Zeer kwalijk vindt de hoogleraar dat de als jurist geschoolde politicus Kees van der Staaij er geen afstand van heeft genomen. ,,Ik vind dat Van der Staaij op één dag alle respect heeft verloren dat hij in al die jaren heeft opgebouwd. Hoe jammer is dat! Hij zegt de strekking te onderschrijven, maar uit zijn bewoordingen maandag in het radioprogramma Dit is de Dag en het televisieprogramma Jinek blijkt dat hij de precieze formuleringen niet goed tot zich heeft laten doordringen, want die gaan

147 veel te ver. Hij ziet het document als debatstuk, maar dat is absoluut niet de intentie van de opstellers.

Hij kan het ook niet eens zijn met artikel 7 en 12, want dat strijdt met zijn pleidooi voor zorgvuldige omgang met christelijke homo's die worstelen met hun geaardheid. In de Kamer zegt hij ook niet dat hij het eens is met de strekking van een wet en de artikelen van de wet laat voor wat het is." Van der Staaij doet er volgens hem verstandig aan afstand te nemen van de specifieke artikelen. ,,Je dwingt respect af als je ergens op terugkomt."

,,Christelijke homo-organisaties hebben sleutelrol bij rechtsgang tegen Nashvilleverklaring"

8 januari 2019 dinsdag

(60) Hart van Homo's tekent verklaring niet

SECTION: KERK; Blz.5

LENGTH: 89 woorden

DRIEBERGEN (RD). Hart van Homo's, een stichting die zich richt op homoseksuele jongeren uit onder meer de reformatorische kerken, ondertekent de Nashvilleverklaring niet. Dat liet zij maandag weten. ,,Vooropgesteld zij dat ook wij het huwelijk zien als een levenslange verbondsrelatie tussen één man en één vrouw", aldus de stichting. Ze mist echter de ,,pastorale toon" in de verklaring. Bovendien suggereert die dat homoseksuele of transgendergevoelens ,,op zich zondig zijn en dat ze door bekering veranderd kunnen worden."

8 januari 2019 dinsdag

(61) Verklaring krijgt volop aandacht in Nederlandse media

BYLINE: Redactie kerk

SECTION: KERK; Blz.4

LENGTH: 275 woorden

HIGHLIGHT: APELDOORN. In de media is veel aandacht voor 'Nashville'. Van verschillende kanten klinkt kritiek op de verklaring. Diverse vertegenwoordigers uit kerk en politiek namen er afstand van.

148 "Christenen verdeeld over homoverklaring", kopt het Nederlands Dagblad. Volgens het commentaar van de krant is de Nashvilleverklaring ,,als een stuk illegaal, geïmporteerd, levensgevaarlijk vuurwerk voortijdig ontploft in het gezicht van de Nederlandse distributeurs."

Het commentaar van Trouw meent dat de Nederlandse Nashvilleverklaring de orthodox-protestantse homo,,een heel eind verder het eenzame duister van de kast in duwt."

De Telegraaf publiceert een interview met theoloog Wouter Beinema, zelf homo en afkomstig uit een reformatorisch milieu. ,,Het is bijna een oorlogsverklaring", aldus Beinema over de Nashvilleverklaring. ,,Dit is de taal van polarisatie en stemmingmakerij." Beinema vreest dat christelijke homojongeren zich niet meer veilig zullen voelen in de kerk.

Op Twitter is een stroom tweets ontstaan onder #nashvilleverklaring. Lijsttrekker Willem van Hartskamp van de SGP in Drenthe nam maandag in een tweet afstand van de verklaring. ,,Ik heb dat uitdrukkelijk op persoonlijke titel gedaan", aldus Van Hartskamp tegen RTV Drenthe. ,,Ik vind het weinig pastoraal."

Ruim 75 procent van de Nederlanders vindt dat iedereen die de Nashvilleverklaring ondertekent ,,medeplichtig is aan het oproepen tot discriminatie van homoseksuelen en transgenders", aldus het tv-programma Hart van Nederland op basis van een eigen peiling.

In Trouw nuanceren dr. P. de Vries en dr. M. Klaassen, mede-initiatiefnemers van de Nederlandse Nashvilleverklaring, de stelling dat mensen met een homoseksuele identiteit zich niet zo mogen positioneren. ,,We willen mensen er zeker niet van weerhouden om uit de kast te komen", aldus dr. Klaassen.

8 januari 2019 dinsdag

(62) Voorloper 'Nashville' riep minder weerstand op

BYLINE: Wim Kranendonk

SECTION: KERK; Blz.7

LENGTH: 590 woorden

HIGHLIGHT: De burgemeester van Nashville vindt het geen reclame dat de verklaring over huwelijk en homoseksualiteit de naam van zijn stad draagt. ,,We hebben niks met het intolerante gedachtegoed van dit stuk." Jonge evangelicalen ook steeds minder, blijkt uit onderzoek.

149 De oppositie tegen de Nashville Declaration is opmerkelijk als men die vergelijkt met haar voorloper: het Danvers Statement. Dat werd in 1988 opgesteld door de Council on Biblical Manhood and Womanhood (CBMW). Deze raad keerde zich tegen het feminisme dat toentertijd ook binnen de kerken steeds meer invloed kreeg.

Achter de oprichting van de organisatie zat de theoloog Wayne Grudem, die zich zorgen maakte over de gedachte dat sinds de komst van Christus het onderscheid tussen man en vrouw had afgedaan en de man dus niet langer een leidende rol in het huwelijk zou mogen hebben.

De CBMW benadrukte dat man en vrouw beiden een verschillende taak hadden en binnen het huwelijk elkaar aanvulden waarbij de man nog steeds het hoofd van het gezin bleef. Die visie legde de organisatie vast in een document dat de geschiedenis inging als het Danvers Statement. Vanuit feministische hoek werd wel afwijzend op de publicatie van deze verklaring gereageerd. Maar meer ingetogen dan op het verschijnen van de Nashvilleverklaring.

In de loop van de jaren verschoof de focus van de CBMW van het feminisme naar de emancipatie van homoseksuelen en transgenders. Daarom nam de organisatie in 2017 het initiatief tot het opstellen van een nieuwe verklaring, die als spoedig de instemming kreeg van ongeveer 150 leidende figuren uit de evangelicale wereld.

Tot de eerste ondertekenaars behoorden Russell Moore, voorzitter van de ethische commissie van de Zuidelijke Baptisten, Albert Mohler, president van het baptistenseminarie in Louisville, de inmiddels overleden dr. R. C. Sproul van Ligonier Ministries, dr. James Dobson van de organisatie Focus on the Family en de ook in Nederland bekende theologen dr. J. I. Packer en John Piper.

Zij wilden met hun handtekening duidelijk maken dat zaken als het homohuwelijk en acceptatie van transseksuelen ,,geen moreel neutrale zaken" zijn. Dobson zei in een toelichting dat in Amerika het gezin zodanig in het nauw dreigt te komen dat de verdediging daarvan minstens zo belangrijk is als de oorlog tegen het terrorisme.

Kort na het verschijnen van de Nashville Declaration publiceerde een groep Amerikaanse theologen en voorgangers een tegenverklaring onder de titel "Christians United". Daarin noemden zij de seksuele diversiteit een ,,perfecte weergave van de grootheid van Gods scheppingswerk." Ondertekenaars behoorden vooral tot de zogenoemde "mainline churches", die doorgaans een liberaler standpunt innemen aangaande homorelaties.

Opvallend was wel dat volgens het gezaghebbende onderzoekinstituut Pew Research Center 51 procent van de jongere evangelicals deze liberalere verklaring steunden. Zij vinden dat de homoseksuele levenswijze geaccepteerd moet worden. ,,Onder evangelicale millennials is sprake van een verschuiving. Zij nemen afstand van de traditionele opvattingen in hun kerken", schreef Pew in een toelichting.

150 Een aantal critici legt er de vinger bij dat veel ondertekenaars wel pleiten voor de reinheid van het huwelijk, terwijl ze tegelijkertijd president Donald Trump steunen ,,die zich op seksueel gebied keer op keer te buiten gaat. Dat is hypocriet", zegt Skye Jethani, predikant in Chicago.

Scott Sauls, predikant van de Christ Presbyterian Church in Nashville, is gematigder. ,,Met de strekking van de verklaring ben ik het eens. Maar de toon doet de kerk geen goed. Daardoor staan christenen die worstelen met deze gevoelens in de kou. En het gesprek met de homolobby is al helemaal onmogelijk geworden."

Tegenverklaring: Diversiteit perfecte weergave van grootheid schepping

8 januari 2019 dinsdag

(63) ,,Wij wilden homo's in de kerk niet uitsluiten"

BYLINE: Wim Kranendonk

SECTION: KERK; Blz.6

LENGTH: 890 woorden

HIGHLIGHT: Dat de Nashvilleverklaring in Nederland zovele commotie teweegbrengt, verbaast de eerste ondertekenaars van de Amerikaanse verklaring niet. Ook zij hadden te maken met forse tegenwind.

Over de bedoeling van de verklaring die in 2017 in Nashville werd opgesteld en ondertekend is dr. Albert Mohler, één van de belangrijkste opinieleiders van de evangelicals in de VS, helder. ,,Onze zorg was en is dat de oude Bijbelse visie op huwelijk en seksualiteit, zoals de christelijke kerken die al 2000 jaar belijden, met een forse zwaai van tafel wordt geveegd. De verklaring is een protest tegen de morele revolutie die zonder bloedvergieten de hele westerse wereld op zijn kop zet."

Mohler maakt duidelijk dat de insteek het behoud van het huwelijk was. ,,Daarbinnen mag de gave van seksualiteit worden beleefd. Consequentie is dat we homoseksuele verbintenissen afwijzen. Tekenend voor de huidige cultuur is dat de kernboodschap, namelijk het behoud van het huwelijk, in de discussie nauwelijks aandacht krijgt. In de discussie gaat het nog alleen maar over homoseksualiteit." Hij verklaart dat door ,,de agressiviteit van de homobeweging. Maar als die spreekt mogen christenen niet zwijgen."

Dr. Kevin DeYoung, sinds ruim een jaar predikant van de presbyteriaanse Christ Covenant Church in Matthews (North Carolina), was een van de adviseurs bij het opstellen van de Nashvilleverklaring. Hij is toch wel enigermate verbaasd over de commotie die in Nederland is ontstaan over de verklaring. ,,Dat er een aanklacht tegen een christelijk politicus wordt ingediend omdat zijn naam onder de verklaring

151 staat, is wel schokkend. Zoiets zou in Amerika niet direct gebeuren. De vrijheid van meningsuiting en van godsdienst worden hier nog steeds als bijna onaantastbaar gezien."

Zowel Mohler als DeYoung benadrukt dat de Nashvilleverklaring niet geschreven is vanuit haat jegens homo's. ,,Het is niet fair om dat erin te leggen," zegt DeYoung. ,,Net als hetero's zijn homo's mensen, schepselen van God. Daar zetten we een dikke streep onder. Maar dat wil niet zeggen dat er voor deze twee groepen verschillende normen gelden. De Bijbel is duidelijk: seksualiteit is een gave die alleen binnen het huwelijk beleefd kan en mag worden. Het huwelijk is een verbintenis tussen een man en een vrouw die ze voor het leven aangaan."

Niet isoleren

Dat die stellingname beperkingen oplegt aan de levensstijl van homoseksuelen, is volgens Mohler duidelijk. ,,Inderdaad biedt de Bijbel geen ruimte die tegemoet komt aan de seksuele verlangens van homoseksuelen. Maar vergeet niet dat de Bijbel ook geen ruimte biedt aan die verlangens van ongehuwden. Dat wordt vandaag de dag voor het gemak vergeten. Ook die mensen hebben hun strijd als ze vasthouden aan de Bijbel. Die verbiedt ook hetero's om buiten het huwelijk seksuele omgang te hebben."

DeYoung, auteur van het boek "Wat de Bijbel werkelijk leert over homoseksualiteit", waarschuwt dat christenen niet eenzijdig de verlangens van homoseksuelen moet veroordelen. ,,De Heidelbergse Catechismus, die ik zeer waardeer, zegt dat ieder mens, dus hetero en homo, boze lusten heeft en daartegen moet strijden. Het is dus te gemakkelijk om alleen maar afkeurend te spreken over homoseksuelen. Dan kent men zijn eigen hart en zijn eigen aard niet. Ieder mens heeft een zondige geaardheid. Dat is de harde Bijbelse realiteit."

Het onderscheid dat door Nederlandse theologen wel wordt gemaakt tussen homofilie (de geaardheid) en homoseksualiteit (de praktische uitleving) wordt volgens de twee Amerikaanse theologen in de VS nauwelijks gebruikt. Beiden vinden het ook een theoretisch onderscheid. ,,Daarmee isoleer je de seksuele verlangens van de identiteit van homoseksuelen. Alsof ze die verlangens kunnen uitsluiten. Het punt is dat die verlangens volgens de Bijbel niet bevredigd kunnen worden", zegt Mohler.

Zowel in de gemeente van DeYoung als op het seminarie van Mohler zijn er homoseksuelen. ,,Ze weten zich ook hartelijke welkom", zegt DeYoung. ,,Dat ze die oriëntatie hebben is ook in de gemeente bekend. Daar wordt ook met hen over gesproken, zowel in de omgang tussen de leden als in het pastoraat. Het is niet waar dat homo's hun identiteit in de kerk alleen maar stiekem kunnen beleven. Homo's zijn ook bij ons in de kerk veilig. Er zijn er zelfs die zich daar veiliger voelen dan in hun seculiere werkomgeving."

Dat de Nashvilleverklaring te weinig pastoraal zou zijn, begrijpen DeYoung en Mohler deels. ,,De toonzetting is inderdaad scherp. Dat komt omdat het stuk een statement

152 is in de richting van de homolobby. Binnen de Amerikaanse context was dat hard nodig. Maar wie het stuk eerlijk leest, ziet dat de mens die naar Gods gebod wil leven binnen de christelijke gemeente welkom is", zegt Mohler.

Geen genezing

Dat de verklaring suggereert dat genezing van homoseksualiteit mogelijk zou zijn, vindt Mohler te ver gaan. ,,Er zijn inderdaad voorbeelden van mensen die hun homoseksuele levenswijze verlaten hebben. Vaak zijn dat mensen die in hun puberteit onder invloed van vrienden of anderen kozen voor deze manier van leven. Maar er zijn ook mensen die vanaf hun prilste jeugd deze gerichtheid hebben. Het gaat me echt te ver om te stellen dat die daarvan kunnen loskomen."

Mohler benadrukt dat kerken en christenen naast mensen met homoseksuele gevoelens moeten staan. ,,Het was ook niet de bedoeling van de Nashville Declaration om deze mensen uit te sluiten; wel om hen te wijzen op de enige weg, de weg van Jezus Christus. Dan kunnen ze in hun alleen-zijn toch gelukkig zijn."

7 januari 2019 maandag

(64) 'Nashville' leidt tot commotie

BYLINE: Van onze redacteuren

SECTION: VOORPAGINA; Blz.1

LENGTH: 599 woorden

HIGHLIGHT: In de politiek en media is met verbazing en afkeuring gereageerd op de Nashvilleverklaring over (homo)seksualiteit die zaterdag verscheen. Minister Van Engelshoven (Emancipatie) sprak op Twitter van ,,stappen terug in de tijd" en ,,nog een lange weg te gaan."

Honderden voorgangers uit met name de gereformeerde gezindte ondertekenden de Nederlandse versie van de "Gezamenlijke verklaring over Bijbelse seksualiteit". Ook SGP-leider Van der Staaij en -senator Van Dijk behoren tot de ondertekenaars. Het kwam hen op veel kritiek van collega's te staan. De ambassadeur van de Gay Pride, Francis van Broekhuizen, heeft aangifte gedaan tegen Van der Staaij.

Ook vanuit kerkelijke hoek kwam kritiek. Dr. René de Reuver, scriba van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN), noemt de Nashvilleverklaring op de site van de PKN ,,pastoraal onverantwoord." Theoloog des Vaderlands prof. dr. Stefan Paas sprak op Twitter van ,,Publieke stoerdoenerij ten koste van kwetsbare mensen."

SGP-leider Van der Staaij blijft ondanks alle kritiek voluit achter zijn ondertekening staan. ,,Ik kan me vinden in de strekking ervan. De verklaring geeft op een actueel en veelbesproken de klassiek-christelijke noties weer over relaties en seksualiteit.

153 Deze noties worden over grenzen van kerken en landen gedeeld." Wel benadrukt hij dat hij het ,,bijzonder waardevol" vindt dat het nawoord op de Nederlandse versie ,,terethemacht de grote verantwoordelijkheid benadrukt voor een zorgvuldige omgang met mensen die indringende vragen hebben bij hun seksuele gerichtheid en geslacht." Die noties vormen voor hem ,,een essentiële aanvulling op de verklaring."

De commotie heeft ds. M. van Reenen, een van de initiatiefnemers van de Nederlandstalige versie van de verklaring, ,,nogal verbijsterd", liet hij maandag desgevraagd weten. ,,We wisten dat dit een kwetsbaar onderwerp is, maar dat het zo -zeg maar- viraal zou gaan, heeft ons nogal overrompeld. We vinden het ook wel spijtig dat Kees van der Staaij nu de kop van Jut wordt."

Veel kritiek komt er op het feit dat in het document ,,wordt gesuggereerd dat genezing voor homoseksualiteit mogelijk is", zoals het ANP het formuleerde. ,,Terug de kast in", concludeerde dagblad Trouw. Ds. Van Reenen: ,,Dat is te simplistisch uitgedrukt. Wel houden wij de mogelijkheid van genezing open. We zeggen ook niet: ,,Terug de kast in", maar: ,,Ga niet bovenop die kast staan om het te propageren."

Had de werkgroep achter de verklaring met de kennis van nu het document misschien liever niet gepubliceerd? Ds. Van Reenen: ,,Dat wil ik niet zeggen, integendeel. Juist de afgelopen dagen ben ik vanuit Gods Woord bemoedigd. De commotie laat júíst zien hoe het op dit vlak ligt. Deze dingen móéten in het huidige tijdsgewricht gezegd worden."

"Op goed gerucht"

Drs. P. J. Vergunst, algemeen secretaris van de Gereformeerde Bond in de PKN, liet maandag weten dat hij de inténtie van de Nashvilleverklaring ,,beslist" onderschrijft, ,,in het protest tegen de genderideologie, waarbij ondertekenaars wellicht aangemoedigd zijn door een gevoel van machteloosheid over de snelle ontwikkelingen in Nederland. In die zin is de verklaring opgeroepen door de publieke reactie van honderden predikanten van "Op goed gerucht" na de laatste synode, waarin benadrukt werd dat het homohuwelijk in hun kerk geen enkel probleem is."

Toch besloot Vergunst het document niet te ondertekenen. ,,Ik heb de initiatiefnemers half december laten weten dat ik de toon hier en daar te vierkant vind. Daarbij neem ik afstand van de suggestie dat als je oprecht christen bent, homofiele gevoelens kunnen verdwijnen, van de suggestie dat mensen bewust een transgender- of homoseksuele identiteit aannemen. De gebrokenheid van het leven blijft echter ook voor een christen."

7 januari 2019 maandag

(65) VGS: Met één stem blijven spreken

154 BYLINE: Redactie kerk

SECTION: KERK; Blz.3

LENGTH: 197 woorden

HIGHLIGHT: RIDDERKERK. ,,Ik hoop dat we in de huidige discussie rond de Nashvilleverklaring als gereformeerde gezindte met één stem blijven spreken", zegt Pieter Moens, bestuursvoorzitter van de Vereniging voor Gereformeerd Schoolonderwijs (VGS) in Ridderkerk.

,,Een interne discussie hierover helpt ons -SGP-voorman Van der Staaij, maar ook anderen in het publieke domein, onder wie ikzelf- niet, aldus Moens.

De Nashvilleverklaring zoals die er nu ligt, omvat de ,,heldere Bijbelse lijn zoals we die al jaren hanteren", zegt de VGS-bestuurder. ,,Heel blij ben ik wel met het naschrift dat bij de Nederlandse vertaling is gekomen. Het doet denken aan de Visienota homoseksualiteit die we als VGS in 2008 uitbrachten. Minister Plasterk gebruikte in zijn reactie daarop de woorden liefdevol en zorgvol. Overigens vind ik de klassieke lijn zoals we die altijd gehanteerd hebben -,,We wijzen niet de andersgeaarde mens af; wel de praxis"-, in de Nashvilleverklaring iets minder terug.

Uit de ontstane ophef leidt Moens af dat er ,,in het huidige debat geen enkele ruimte meer lijkt voor nuance. Je bent het óf met alles eens óf je bent homofoob."

De Vrije Universiteit Amsterdam liet maandag via Twitter weten dat ze ,,graag een academisch debat voert over de meest uiteenlopende onderwerpen. De Nashville verklaring is geen debat, maar een statement waar we als universiteit die haar diversiteit waardeert verre van blijven", aldus de VU.

5 januari 2019 zaterdag

(66) Ervaren oma Pelosi zwaait hamer in Huis

BYLINE: Wim Kranendonk

SECTION: BUITENLAND; Blz.11

LENGTH: 823 woorden

HIGHLIGHT: In Washington is een nieuwe politieke werkelijkheid. Hadden tot voor kort de Republikeinen de meerderheid in beide kamers van het Congres, nu zijn de Democraten de baas in het Huis van Afgevaardigden. Trump zal moeten dealen met de oppositie en vooral met haar leider, Nancy Pelosi, een ervaren oma in de politiek.

Ondanks het feit dat de nieuwe voorzitter van het Huis van Afgevaardigden eind maart 79 hoopt te worden, heeft ze nog een spankracht en werktempo waar

155 midden veertigers soms jaloers op zijn. Pelosi maakt geregeld dagen van zestien uur en begrijpt niet dat collega's 's avonds na tien uur geen stukken meer lezen.

Ervaren is ze ook. Pelosi is inmiddels 37 jaar actief in de politiek. Na haar studie politieke wetenschappen trouwde ze in 1963 met Paul Pelosi en wijdde ze de eerste vijftien jaar van haar huwelijk volledig aan de verzorging en opvoeding van haar vijf kinderen. Eind jaren zeventig werd ze actief in de Democratische Partij. In 1987 werd ze voor het twaalfde district van Californië, San Francisco, gekozen als lid van het Huis van Afgevaardigden. En daar zit ze nog steeds.

Deze week werd Nancy Pelosi met 220 tegen 192 stemmen gekozen als voorzitter van het Huis van Afgevaardigden. Daarmee behaalde ze in tweeërlei zin een opvallend succes. Ze was na haar verkiezing in 2006 al de geschiedenis ingegaan als de eerste vrouwelijke voorzitter van het Huis. Maar ze is een van de weinigen uit de Amerikaanse geschiedenis die deze machtige positie voor de tweede maal wist te bemachtigen.

Tweede succes was dat ze, ondanks forse kritiek binnen haar eigen partij op haar persoon, het toch voor elkaar wist te krijgen gekozen te worden als voorzitter. Uiteindelijk stemden slechts vijftien partijgenoten niet op haar. Zelfs een aantal jongere Democraten, zoals de uitgesproken progressieve nieuwkomer Alexandra Ocasio-Cotrez, steunde haar uiteindelijk. Het verlangen van sommige Democraten naar een andere politieke stijl en leiding moest het kennelijk afleggen tegen het besef dat het beter was dat een doorgewinterde politica het tegen Trump opnam dan een nieuwkomer. En zo is Nancy Pelosi nu, na de president en de vicepresident, de derde machtigste in Amerika.

Dat ze de nominatie won, is deels ook te verklaren door het bindend vermogen waar Pelosi om bekend staat. Zij mijdt haar critici niet, maar gaat met hen aan tafel. Sommigen weet ze te paaien met beloftes, anderen slaat ze uit het veld met haar schijnbaar onuitputtelijke arsenaal aan argumenten. ,,Wie met haar in debat gaat, verliest uiteindelijk altijd; óf omdat ze haar gelijk bewijst, óf omdat je als gesprekspartner doodmoe wordt van de eindeloze stroom aan feiten, voorbeelden en tegenargumenten", schrijft haar ex-medewerker John Lawrence.

Nancy Pelosi is wars van progressief activisme. Ze is rooms-katholiek en staat bekend als gematigd progressief. Wel is ze uitgesproken voorstander van het recht op abortus en steunt ze de homo- en transgenderlobby in hun strijd voor emancipatie. In het verleden was ze pertinent tegen de Irakoorlog en voor de legalisering van marihuana. Toch waren het niet zozeer haar standpunten die haar binnen de partij gezien maakten, maar vooral haar gave om tegengestelde meningen bij elkaar te brengen. Daardoor zorgde ze er in 2009 voor dat de Democratische gelederen gesloten bleven, zodat de zorgwet van Obama (Obamacare) door het Huis van Afgevaardigden kwam.

President Trump feliciteerde donderdag Pelosi met haar verkiezing. Maar of dat van harte is, valt te betwijfelen. In december had hij een ontmoeting met haar en Chuck Schumer, de voorzitter van de Democraten in de Senaat. Doel van het gesprek was

156 de Democraten te winnen voor het idee van de bouw van de muur langs de grens met Mexico. Als de president het nog niet wist, weet hij sindsdien dat Pelosi een geduchte tegenstander is. Ze waarschuwde de president dat de dreigende sluiting van de overheid omdat er geen overeenstemming is over de begroting, niets anders is dan een ,,Trump shutdown." En de muur zette ze weg als een ,,plannetje van de president waarmee hij zijn mannelijkheid wil onderstrepen." Toen de president haar hierom ,,zwak" noemde, wees ze hem er kalm op dat ze de winnaar was van de verkiezingen voor het Huis van Afgevaardigden.

Toch is Pelosi niet degene die direct aan wil aansturen op een harde confrontatie met, of op een afzetting van de president. Partijgenoten die daarop aandringen, snoert ze de mond. Zoals ze ook in 2006 deed toen er Democraten waren die een procedure wilden beginnen tegen George W. Bush vanwege vermeende malversaties rond de Irakoorlog. Zeker wil Pelosi laten kijken naar de belastingaangifte van Trump. Maar pas als speciaal aanklager Mueller overtuigend bewijs op tafel legt, wil ze een impeachmentprocedure steunen. Voorlopig zoekt ze samenwerking met de Repu-blikeinen op punten waar het kan: de verbetering van de infrastructuur en wetgeving op gebied van de prijzen van geneesmiddelen. In een gesprek zei ze deze week dat het haar niet primair gaat om het vertrek van de president, maar om herstel van het gezag van de grondwet. Als het kan, wil ze onderhandelen met Trump, maar daarvoor zal ze zeker haar geloofsbrieven niet verbranden.

Voorlopig zoekt Pelosi de samenwerking met de Republikeinen waar ze kan

29 oktober 2018 maandag

(67) Jongerensynode RKK zet deuren op een kier

BYLINE: Ewout Kieckens

SECTION: KERK; Blz.17

LENGTH: 631 woorden

HIGHLIGHT: Het slotdocument van de synode over jongeren in Vaticaanstad, die zondag werd afgesloten, pleit voor de opname van vrouwen in de besluitvormingsstructuur van de Rooms-Katholieke Kerk (RKK). Ook wordt er -voorzichtig- een opening gemaakt in de richting van homoseksuele kerkleden.

Het gebeurde vermoedelijk niet eerder in de eeuwenoude geschiedenis van het Vaticaan: bisschoppen die op een synode in het bedaarde Vaticaanstad vurig worden toegejuicht. De veelvuldige bijval kwam van de dertig jongeren die als toehoorder -en kennelijk ook als toejuicher- deelnamen aan de 'jongerensynode' die deze maand in het Vaticaan plaatshad. Op een gegeven moment kwam paus Franciscus naar de jongeren toe om hen nog eens aan te vuren om de

157 vergaderende bisschoppen te blijven aanmoedigen. De synode ging immers om hen.

Vragenlijst

In de aanloop naar de bisschoppensynode hadden zo'n 100.000 jongeren een onlinevragenlijst ingevuld die ging over het belang van de kerk in hun leven (,,Wat moet de Katholieke Kerk dringend doen", was een vraag). Uit Uganda kwamen trouwens de meeste ingevulde vragenlijsten terug.

Het resultaat van de vragenlijst vormde een belangrijke grondslag voor het werkdocument van de synode. Op basis van dit document werd de afgelopen maand gediscussieerd door 267 bisschoppen uit de gehele wereld. Namens de Nederlandse bisschoppen nam de Roermondse hulpbisschop Everard de Jong deel. Zaterdag eindigde de synode met het stemmen over de definitieve tekst. Alle 167 paragrafen werden met grote meerderheid aangenomen.

Het resultaat is een voorzichtige opening naar vrouwen en (jonge) homoseksuelen. ,,Er bestaat in veel christelijke gemeenschappen al een begeleidingstraject in het geloof voor homoseksuele personen. De synode beveelt aan om met dergelijke initiatieven verder te gaan", vermeldt het document. Over dit punt waren overigens 65 deelnemers het niet eens (de paragraaf met de meeste tegenstanders). ,,Het document erkent dat ,,de seksuele moraal (van de RKK, red.) vaak leidt tot misverstanden en vervreemding van de kerk, omdat er vaak wordt geoordeeld en veroordeeld."

De synodetekst spreekt niet over de zogenoemde lgbt, een acroniem dat staat voor lesbisch, homoseksueel, biseksueel en transseksueel. In de eerste versie van het slotdocument, dat dinsdag aan de deelnemers was uitgereikt met als doel tot een consensustekst te komen, stond deze afkorting wel. Dat was niet eerder vertoond. Maar de term lgbt haalde uiteindelijk het slotdocument niet. ,,De synode bevestigt opnieuw dat God van elke persoon houdt en dat geldt ook voor de kerk, en hernieuwt haar inzet tegen elke vorm van discriminatie en seksueel geweld", staat er nu in het document te lezen.

De synode kwam wat betreft de rol van de vrouw tot de volgende tekst: ,,Er is ook bij jongeren behoefte aan een grotere erkenning en waardering van vrouwen in de samenleving en in de kerk. Veel vrouwen spelen een onvervangbare rol in christelijke gemeenschappen, maar op veel plaatsen is het moeilijk om hun ruimte te geven in besluitvormingsprocessen." De synode beveelt op dit punt aan om ,,iedereen bewuster te maken van de urgentie van een onontkoombare verandering."

De synode had plaats op een moment waarop de RKK onder zware druk staat. Telkens duiken er nieuwe zaken van seksueel misbruik op. In het slotdocument wordt het probleem, dat juist jongeren treft, niet ontkend: ,,De synode erkent dat het aanpakken van misbruik in al zijn aspecten, met de onmisbare hulp van jongeren, werkelijk een kans is voor een baanbrekende hervorming."

158 Aan de vooravond van de synode publiceerde de grootjury van de Amerikaanse staat Pennsylvania een onderzoeksrapport over seksueel misbruik in de RKK dat veel stof deed opwaaien. Tegelijkertijd werd de paus binnen de top van de kerk aangevallen.

In de RKK is sprake van oppositie tegen paus Franciscus, die te veel zijn oren zou laten hangen naar de wensen van de moderne samenleving. Het synodedocument zal zijn tegenstanders vermoedelijk niet blij stemmen.

Slotdocument bevat voorzichtige openingen richting vrouwen en homo's

27 oktober 2018 zaterdag

(68) ,,Christen moet opkomen voor traditionele gezin"

BYLINE: Gijsbert Wolvers

SECTION: BINNENLAND; Blz.4

LENGTH: 569 woorden

HIGHLIGHT: De linkse agenda tegen het gezin zal ineenstorten, omdat deze tegen de mensheid ingaat. Dat gaat dertig, veertig jaar duren. Maar we mogen geen een of twee generaties verloren laten gaan. Christenen moeten nu opstaan om op te komen voor het traditionele gezin.

Dat betoogde de Duitse journaliste Birgit Kelle vrijdag in Doorn tijdens een internationale conferentie van het Wetenschappelijk Instituut voor de SGP over "Family first!" (Het gezin eerst). Bij de conferentie waren naast Nederlanders veel mensen uit Oost-Europa aanwezig.

Kelle is in Duitsland en Europa woordvoerder van diverse organisaties die zich opwerpen voor traditionele gezinnen en voor moeders die voor hun kinderen zorgen. Zij tipte een aantal problemen aan van gezinnen in Europa: veel echtscheidingen, een te laag geboortecijfer om de bevolking op peil te houden.

In de media en de politiek wordt er negatief gekeken naar christenen en conservatieven: ,,Dat is uit de middeleeuwen; er is geen noodzaak meer voor de christelijke waarden over het gezin."

Problemen

Kelle schetste de problemen van conservatieve christenen. ,,We hebben geen sterke lobby in de politiek. Conservatieve partijen zijn niet zo sterk meer en zijn zelf ook van mening veranderd over het gezin. Linkse en groene partijen kwamen op in verschillende Europese landen. Zij zeggen veel te doen voor het gezin, maar geven een andere definitie aan dat begrip."

159 Bovendien waren de meeste politici dertig, veertig jaar geleden getrouwde mannen. Kelle: ,,Nu is er een nieuw type politici: niet getrouwd, geen echtgenoot, geen ouder. Maar die nieuwe politieke generatie leeft anders dan de meerderheid waarvoor zij spreekt: de traditionele mensen in gezinnen. Van de kinderen in Europa leeft 80 procent bij hun getrouwde ouders."

Niet alleen de politici maar ook de pers is traditioneel links. ,,Linkse, groene, jonge mensen gaan werken bij de media. De progressieven weten het wel: zij zitten in de top van de media, de politiek en de kerk. Wij sliepen en worden nu wakker."

Veel West-Europeanen hebben hun geloof verloren. Kelle: ,,Als alles goed gaat, heb je geen religie nodig. Ook de kerken zelf zijn geen verdediger van de ouderwetse waarden meer. Ik ben allang blij als de kerk in Duitsland míj niet bestrijdt. Conservatieve organisaties krijgen geen steun, niet ideologisch en niet met geld, terwijl de kerken veel belastinggeld krijgen. Het is David tegen Goliath."

Bij de Europese instellingen wordt niet gesproken over gezinspolitiek, aldus de journaliste. ,,Een gezin bestaat uit individuen. Het gaat om vrouwen- en kinderrechten, gendergelijkheid: vrouwen moeten het gezin uit. Abortus wordt een ,,mensenrecht voor vrouwen." Vrouwen zijn vooral werknemers. Je discrimineert als je tegen het homohuwelijk bent. De lhbt-lobby spreekt mooie woorden over liefde. Ondertussen heeft zij het frame veranderd: zij zijn tolerant, wij zijn intolerant."

Oplossingen

Kelle adviseerde conservatieven om gebruik te maken van de door linkse mensen bepleite diversiteit. ,,Daardoor is er ruimte genoeg voor verschillende opinies. Gebruik de term tolerantie als tweerichtingsverkeer. Anders is er sprake van intolerantie."

Ook moeten conservatieve mensen positief spreken en schrijven over gezinnen. ,,Als je de media bekijkt en leest, verdwijnt het traditionele gezin uit de Europese samenleving omdat je het niet ziet. We zien de uitzonderingen: de singles, gescheiden mensen, homostellen. Maar wíj zijn de meerderheid."

Verder moeten conservatieven van de verdediging in de aanval gaan. ,,Linkse en groene politici vallen ons aan. We moeten leren van hun strategie."

,,De linksen zitten in de top van media, politiek en kerk. En wij sliepen"

23 oktober 2018 dinsdag

(69) Lucht geklaard, maar verschil in aanpak blijft

BYLINE: Gerard ten Voorde

SECTION: BINNENLAND; Blz.14

160 LENGTH: 817 woorden

HIGHLIGHT: De lucht is geklaard. De rooms-katholieke actiegroep Civitas Christiana en het Reformatorisch Dagblad hebben -na grote spanningen- misverstanden uit de weg geruimd over beider visie op huwelijk en homoseksualiteit.

Een groot deel van de homolobby in Nederland en veel RD-lezers vallen eind maart over een flyer van Gezin in Gevaar, een campagne van Civitas Christiana. In de campagne zet de rooms-katholieke actiegroep een rood kruis door twee zoenende mannen uit de reclameposters van pakkenbedrijf Suitsupply.

De ophef is groot. Ook het RD krijgt ervan langs, omdat de flyer werd verspreid bij deze krant. Na alle commotie neemt de krant ,,nadrukkelijk" afstand van de gewraakte foto en staakt de Civitascampagne. ,,Een groot deel van Nederland schilderde ons af als homovijandig", aldus RD-hoofdredacteur Steef de Bruijn.

Geen knieval

Civitas Christiana legt het stopzetten van de reclamecampagne uit als een knieval voor de machtige homolobby. In een digitale rondzendbrief eind augustus aan 5000 RD-abonnees stelt de organisatie zelfs dat het RD ,,toenadering" zoekt tot de homolobby. Tussen krant en actiegroep ontstaan grote spanningen.

Civitas roept in de rondzendbrief op een petitie te tekenen om hoofdredacteur De Bruijn op zijn schreden te laten terugkeren. ,,Hij voert de krokodil van de homobeweging in de hoop dat deze hem niet zal opeten", meent Civitasvoorzitter Hugo Bos. ,,De homolobby zal het RD echter niet sparen, omdat deze een totalitaire ideologie kent." Onderhandelen met een krokodil heeft volgens hem geen nut. ,,Het is een gevaarlijk beest, die je moet afschieten. Voor je het weet, word je opgegeten."

Het RD staat niet voor een slechte koers, benadrukt Bos. ,,Maar in de strijd voor het behoud van de christelijke beschaving hebben we alle krachten nodig." Als er iemand verslapt, is het volgens hem de taak van de actiegroep die persoon daarop aan te spreken. Ook publiekelijk met een rondzendbrief? ,,Ja, ik vind van wel. Deze discussie speelt zich publiekelijk af."

De rondzendbrief heeft ,,helaas" nogal wat verwarring veroorzaakt in de RD- achterban, constateert hoofdredacteur De Bruijn. ,,We hebben vele tientallen reacties gekregen en mensen zegden hun abonnement op. Lezers meenden dat het RD opgeschoven was. Er waren zelfs mensen die dachten dat ik samenwoon met een man en zich afvroegen hoe ik dan nog leiding kan geven aan het RD." Civitas heeft de rondzendbrief deze week van haar site verwijderd.

Aanstootgevend

De Bruijn benadrukt geen afstand te hebben genomen van de campagne van Gezin in Gevaar. ,,We hebben van meet af aan aangegeven dat het RD daar

161 achter staat. Want het traditionele huwelijk, zoals God het bedoeld heeft, als een unieke relatie tussen één man en één vrouw, staat onder druk."

Civitas Chritiana en RD verschillen echter van mening over het rode kruis door de foto van de twee zoenende mannen. Voor Bos is de foto een ,,integraal onderdeel" van de campagne. ,,Een christen met homoseksuele neigingen moet blij zijn dat wij aanstootgevende posters proberen te weren uit het publieke domein."

Volgens De Bruijn kan het kruis door de foto worden uitgelegd alsof de krant niet alleen homorelaties afwijst, maar ook de mensen zelf. ,,Ik wil best aannemen dat Civitas Christiana dat niet heeft bedoeld, maar we hadden de mogelijkheid dat deze suggestie zou ontstaan moeten voorkomen."

Het RD bevindt zich in een lastige positie, legt de hoofdredacteur uit. ,,Wij moeten bij twee klippen vandaan blijven. Aan de ene kant willen we homo's die celibatair leven en christelijke jongeren die met deze gevoelens worstelen een hart onder de riem steken en een weg wijzen die past bij het leven naar Gods wil."

Tegelijkertijd wil De Bruijn ,,absoluut geen" water bij de wijn doen in zijn opvatting over seksualiteit. ,,Gods Woord wijst homoseksuele relaties en andere seksuele relaties buiten het huwelijk ondubbelzinnig af." Bos erkent dat de Bruijn dit Bijbelse standpunt in publicaties ,,correct" heeft weergegeven.

Niet opgeschoven

De misverstanden tussen beide organisaties zijn deels terug te voeren op de verschillende aanpak. Het RD kiest voor ,,een waardige, integere aanpak", zegt De Bruijn. Civitas is een actiegroep die de confrontatie van de homolobbybeweging niet uit de weg gaat. ,,Wij zijn strijders", verklaart Bos. Tegen de homolobby bijvoorbeeld.

Civitas Christiana en RD hebben misverstanden besproken en uit de wereld geholpen. Bos is daar ,,oprecht" blij mee. ,,Minder dan de helft van Nederland is nog religieus. Er is alle reden om onze krachten te bundelen tegen de afbraak van de christelijke beschaving."

Ook De Bruijn is blij dat er een ,,verhelderend gesprek" heeft plaatsgevonden. ,,We verschillen in aanpak. Ik heb moeite met de harde confrontatie van Civitas. Ik vind het niet christelijk om mensen zo te bruuskeren."

De hoofdredacteur bestrijdt ,,ten stelligste" dat het RD in principieel opzicht opschuift. De Bruijn pakt er een groot artikel uit 1972 over dit onderwerp bij. ,,We schrijven daar exact hetzelfde als op dit moment. Er is absoluut geen sprake van een hellend vlak bij het RD."

23 oktober 2018 dinsdag

(70) Civitas en RD ruimen misverstand uit de weg

162 BYLINE: Redactie binnenland

SECTION: BINNENLAND; Blz.14

LENGTH: 304 woorden

HIGHLIGHT: APELDOORN. De actiegroep Civitas Christiana en het RD zeggen in een gezamenlijke verklaring misverstanden uit de weg te hebben geruimd. In april ontstond er onderlinge spanning over een met de krant meegestuurde flyer van Civitas tegen homo-erotische reclameposters.

De twee partijen stellen in de maandag bekendgemaakte verklaring dat er een basis is gelegd voor wederzijds vertrouwen. Campagneleider Hugo Bos van Civitas Christiana en RD-hoofdredacteur Steef de Bruijn zeggen in een reactie blij te zijn dat de problemen zijn opgelost.

Eind maart ontstond er commotie over een flyer van Gezin in Gevaar, een campagne van Civitas Christiana. De rooms-katholieke actiegroep zette op de flyer een kruis door twee zoenende mannen op een homo-erotische reclameposter van pakkenbedrijf Suitsupply.

De ophef zorgde voor ,,veel spanning" tussen Civitas en RD. Bos stuurde eind augustus een rondzendbrief naar 5000 RD-abonnees die in maart zijn petitie hadden ondertekend. In de brief riep hij op in actie te komen tegen de RD-hoofdredacteur. De Bruijn zou zich volgens Civitas op ,,een hellend vlak" bevinden in zijn standpunt over homoseksualiteit, wat ook zou blijken uit een briefwisseling in het RD met John Lapré, een christen met een homorelatie. De hoofdredacteur weerspreekt dit, maar wijst erop nadrukkelijk oog te willen hebben voor christelijke homo's die worstelen met hun gevoelens. Civitas heeft de rondzendbrief van haar site verwijderd.

RD en Civitas stellen ,,geheel onafhankelijk van elkaar te zijn en te verschillen van elkaar", ook als het gaat om de benadering van thema's als huwelijk, gezin en homoseksualiteit. Beide herkennen elkaar in het belang van het verdedigen van het traditionele huwelijk en gezin. ,,Krant en actiegroep beschouwen het traditionele gezin en huwelijk tussen één man en één vrouw als een door God gegeven instelling, dat onder vuur ligt van de LHBT-beweging, van overheidsmaatregelen en door culturele veranderingen." ● Civitas Christiana en RD ruimen in gesprek misverstand uit de weg. ● Rood kruis door homo-erotische folder leidde tot grote ophef.

15 oktober 2018 maandag

(71) Eerste homo-optocht in Lublin

SECTION: BUITENLAND; Blz.6

163 LENGTH: 73 woorden

De Poolse politie trad zaterdag grootschalig op om een mars voor gelijke rechten voor homoseksuelen in Lublin te beschermen. Het gemeentebestuur had eerst geprobeerd deze optocht van zo'n 1500 mensen te voorkomen, maar dat stuitte op verzet van de rechter. Toen besloot de burgemeester de betoging toch maar te laten plaatsvinden. De politie gebruikte traangas en waterkanonnen tegen tegendemonstranten. beeld EPA, Wojtek Jargio

11 oktober 2018 donderdag

(72) Vrijheid van geweten

BYLINE: Hoofdredactie

SECTION: KERK; Blz.3

LENGTH: 488 woorden

Commentaar

Het duurde meer dan vier jaar. Maar uiteindelijk raakte de Britse rechter ervan overtuigd dat de christelijke banketbakker in Noord-Ierland het maken van die ene taart niet weigerde omdat de klant homoseksueel zou zijn. Hij wees de order af vanwege de slagzin: "Support gay marriage".

Asher's Bakery had de zaak bij twee lagere rechtbanken verloren. Maar het hooggerechtshof in Londen maakte woensdag klip-en-klaar duidelijk: de homoseksuele klant mag bij Asher's de hele toonbank leeg kopen, maar hij kan niet verlangen dat de zaak meewerkt aan het verspreiden van een boodschap die tegen het geweten van de eigenaar in gaat.

Asher's is een winkelketen in Noord-Ierland die is genoemd naar de aartsvader Aser. Jakob prijst zijn zoon in Genesis 49 voor diens ,,koninklijke lekkernijen."

Voor de vrijheid van het geweten en de vrijheid van meningsuiting is dit een zeer belangrijk vonnis. In eerdere uitspraken leek het erop dat christenen die aan het klassieke huwelijk vasthouden, verplicht kunnen worden mee te werken aan het uitdragen van een boodschap die botst met hun overtuiging. Verzet daartegen zou dan een vorm van discriminatie zijn. Terecht heeft het Britse hooggerechtshof afgerekend met die redenering. Een onderneming mag nooit klanten weigeren op grond van bijvoorbeeld ras, geslacht of seksuele oriëntatie. Maar een ondernemer mag wel orders weigeren die in strijd zijn met het eigen beleid.

De uitspraak van woensdag in de Noord-Ierse zaak sluit aan bij hoe het Amerikaanse hooggerechtshof dit voorjaar oordeelde over een bakker die geen bruidstaart voor een homobruiloft wilde maken. In Nederland gaf het Nederlandse

164 College voor de Rechten van de Mens een leverancier van promotieartikelen gelijk toen hij geen handdoek wilde drukken met een wervende tekst voor een homo- evenement.

Dat dit vraagstuk zich in veel landen voordoet, is logisch. Sinds de wetgever de openstelling van het huwelijk heeft aanvaard als een vorm van gelijkberechtiging, komen tal van nieuwe vragen op. Het vasthouden aan het klassieke huwelijk van man en vrouw kan immers worden uitgelegd als een vorm van discriminatie. Het is goed dat de rechter in dit soort kwesties ruimte geeft aan de vrijheid van geweten.

Het is opvallend dat Daniel McArthur, de manager van Asher's Bakery, zich steeds met sympathie over de klager heeft geuit. ,,We hebben hem eerder bediend en we zullen hem met plezier weer bedienen", zo zei McArthur in een uitspraak die door veel media is opgepikt.

Daarin zit een belangrijk signaal, om niet te zeggen een getuigenis. Rechters kunnen wel de grenzen van de vrijheid aangeven, maar christenen moeten die vrijheid zelf gaan invullen. McArthur gaat hen dan voor door te zeggen: Ik heb mijn medemens lief en wil hem graag dienen, zonder onderscheid te maken. Daarin geeft de Noord- Ierse bakker het goede voorbeeld.

Hoofdredactie

Noord-Ierse bakker geeft voorbeeld door zijn naaste in liefde te dienen

9 oktober 2018 dinsdag

(73) Regenboogvlag voor SGP-burgemeester

BYLINE: Ben Provoost

SECTION: REGIO; Blz.15

LENGTH: 807 woorden

HIGHLIGHT: De Nunspeetse PvdA/GroenLinksfractie heeft maandagavond een regenboogvlag overhandigd aan burgemeester Breunis van de Weerd (SGP). De partij wil dat deze donderdag wordt gehesen op Coming-Outdag. Van de Weerd vindt dat de raad hierover moet beslissen. De twee grootste fracties, SGP en Gemeentebelang, zijn tegen.

,,Ik kom liever in de kist dan uit de kast." Dat zei een ,,gereformeerde jongere" tegen vertegenwoordigers van PvdA/GroenLinks, aldus burgerraadslid Sander Kouwenberg van deze partij. Het wordt volgens hem tijd dat homo-emancipatie op de raadsagenda komt, want het geval staat niet op zichzelf.

165 ,,Afgelopen maanden kregen we verontrustende signalen uit de Nunspeetse lhbt- gemeenschap. Op scholen is ,,homo" een populair scheldwoord en wordt er gecensureerde seksuele voorlichting gegeven. Op het werk en binnen kerken worden homo's gepest." Kouwenberg zegt dat hem zo'n vijftien ,,schrijnende gevallen" ter ore zijn gekomen. Het stoort hem ook dat er in Nunspeet nog steeds ,,weigerambtenaren" zijn.

Het aanbieden van de regenboogvlag is voor PvdA/GroenLinks ,,allereerst een statement." ,,We willen uitstralen dat we er als fractie willen zijn voor de lhbt- gemeenschap. Het is raar dat de gemeenteraad nog nooit heeft gesproken over dit onderwerp. Tegelijk is dit voor ons het startsein om onze zorgen over te brengen. We zullen de wethouder vragen of hij de omvang van dit probleem in kaart wil brengen."

Te laat

Het is uitgesloten dat de vlag donderdag, op Coming-Outdag, van het Nunspeetse gemeentehuis wappert. De raad moet hierover beslissen en vóór donderdag is er geen raadsvergadering meer. Kouwenberg zegt dat zijn fractie niet wist dat erover gestemd moest worden. ,,Daar waren we nu te laat voor. Maar we zijn allang blij dat de burgemeester de vlag toch nog in ontvangst wilde nemen." PvdA/GroenLinks hoopt dat de vlag nu bij een school of het lokale theater wordt gehesen.

Burgemeester Van de Weerd vindt het bij zijn ambt horen om de vlag te accepteren. ,,Ik ben burgemeester van alle burgers." Het is volgens hem echter niet aan het college om te besluiten de vlag donderdag wel of niet te hijsen. ,,We moeten hier zorgvuldig mee omgaan. Daarom moet de raad hierover beslissen."

Als er binnenkort over gestemd wordt, is het de vraag of een raadsmeerderheid hier voor is. De twee grootste partijen -SGP en Gemeentebelang, samen goed voor 13 van de 21 zetels- zijn tegen. Beide partijen herkennen zich niet in de ,,verontrustende signalen" die PvdA/GroenLinks zegt te hebben gekregen. Burgemeester Van de Weerd kent één voorbeeld ,,uit islamitische hoek."

Fractievoorzitter Harm Jan Polinder stelt dat de SGP tegen elke vorm van discriminatie is. Maar extra aandacht besteden aan een bepaalde groep vindt hij onnodig. Want er zijn volgens hem geen cijfers die de beweringen van PvdA/ GroenLinks staven. Onjuist is, aldus Polinder, de suggestie dat Nunspeet ,,weigerambtenaren" heeft. ,,Ik neem aan dat hij hiermee ambtenaren bedoelt die geen homohuwelijken willen sluiten. Die heeft Nunspeet niet meer. De laatste stopte enkele jaren terug."

Andere betekenis

Nog een reden voor de SGP'er om tegen het hijsen van de vlag te zijn, is dat hij de regenboog een andere betekenis toekent. ,,De regenboog staat niet voor Coming- Outdag, maar voor de trouw van God na de zondvloed."

166 Fractievoorzitter Martin Mol van Gemeentebelang vindt het prima dat de PvdA/ GroenLinks aandacht vraagt voor de lhbt-gemeenschap. ,,Maar wat ons betreft hoeft dat niet met speciaal vlagvertoon." Mol noemt het hijsen van een regenboogvlag symboolpolitiek en geeft aan dat voor zijn fractie het gelijkheidsbeginsel leidend is. ,,Elke burger is gelijk, ongeacht religie of geaardheid. Er gaat geen dag voorbij of het is wel de dag van dit of de dag van dat. Moet je dan elke keer een andere vlag hijsen? Wij vinden van niet."

Provinciehuizen

Op de gemeentehuizen van Krimpen aan den IJssel en Kapelle zal donderdag voor het eerst de regenboogvlag worden gehesen. In Kapelle volgt er, op verzoek van de ChristenUnie, in 2019 een ,,startbijeenkomst" voor lhbt'ers. ,,Voor mij hoeft die vlag niet", licht fractievoorzitter Pierre Kruizinga toe. ,,Acceptatie groeit niet aan vlaggenmasten. Maar we moeten er wel wat mee als mensen zich voor de trein werpen omdat ze zich geen raad weten met hun geaardheid, of als ze worden uitgescholden."

Voor het eerst wappert de regenboogvlag ook van het provinciehuis in Middelburg. Het provinciebestuur besloot dat vorige week. Alleen SGP-gedeputeerde Harry van der Maas is tegen. Dat betekent dat donderdag, behalve in Friesland, alle provinciehuizen de regenboogvlag uitsteken.

LHBT Netwerk Zeeland zou graag in alle Zeeuwse gemeenten regenboogvlaggen zien, maar Schouwen-Duiveland, Tholen en Reimerswaal doen niet mee. Frappant is de opstelling van Leefbaar Schouwen-Duiveland. Hoewel de fractie een homo en een lesbienne binnen de gelederen heeft, stemde ze tegen. Zo'n vlag één dag per jaar voegt niets toe, aldus de PZC vorige week. ,,Alle Nederlanders zijn wat hen betreft gelijk en daar hebben we al een vlag voor: onze nationale driekleur."

Grootste partijen herkennen zich niet in discriminatie van Nunspeetse lhbt'ers 8 oktober 2018 maandag

(74) Roemeens referendum mislukt

BYLINE: Redactie buitenland

SECTION: BUITENLAND; Blz.10

LENGTH: 287 woorden

HIGHLIGHT: BOEKAREST. Het Roemeens referendum met het doel in de grondwet vast te leggen dat het huwelijk een relatie is van ,,man en vrouw", is mislukt. Onduidelijk is of het parlement de grondwet sowieso aanpast.

Hoewel de ruim 18 miljoen kiesgerechtigden twee dagen de tijd hadden hun stem uit te brengen, werd de vereiste opkomst van 30 procent bij lange na niet gehaald. Vijf uur voor het sluiten van de stemlokalen had pas 15,21 procent zich gemeld, toen

167 ze zondagavond dichtgingen was dat volgens de kiesraad gegroeid tot 20,41 procent.

De volksraadpleging was een initiatief van de Coalitie voor de Familie, die wil voorkomen dat het huwelijk wordt opengesteld voor homoseksuelen. Momenteel spreekt de grondwet van ,,echtgenoten" om een getrouwd stel aan te duiden.

De Coalitie voor de Familie haalde eerder 3 miljoen handtekeningen op om dit referendum mogelijk te maken. Ze wilde dat Roemenië zich zou aansluiten bij veertien andere landen in Oost-Europa, die in de afgelopen jaren de grondwet hebben aangepast. Uit opiniepeilingen is duidelijk dat driekwart van alle Roemenen achter het klassieke huwelijk staat. De gewone wet op het huwelijk laat nu trouwens ook geen huwelijk van mensen van gelijk geslacht toe.

Omdat er niet voldoende kiezers kwamen opdagen, is de uitslag van de stemming niet geldig. Vrijdag voorspelde een peilingsbureau nog een opkomst van 34 procent, met negen van de tien stemmers voor de aanpassing van de grondwet.

Tegenstanders van het voorstel hadden opgeroepen om het referendum te boycotten. Daaronder bevonden zich (internationale) mensenrechtengroepen, zoals Amnesty International en de homobeweging ILGA Europe. Zij zagen in het voorstel een bedreiging voor de rechten van homoseksuelen. Binnen de Europese Unie hebben vijftien landen het huwelijk wel opengesteld voor homo's. ● Opkomst in referendum blijft steken op 20 procent. ● Gewone wetten gaan nog steeds uit van klassieke huwelijk.

6 oktober 2018 zaterdag

(75) Roemenen stemmen over status huwelijk

BYLINE: Evert van Vlastuin

SECTION: BUITENLAND; Blz.11

LENGTH: 1096 woorden

HIGHLIGHT: De Roemeense kiezer kan deze zaterdag en zondag naar de stembus om het huwelijk in de grondwet vast te leggen als een verbond tussen man en vrouw. Nu spreekt de wet alleen van ,,echtgenoten." De conservatieven vrezen dat dit te vaag is.

Het lijdt geen enkele twijfel wat de gemiddelde Roemeen denkt over homorelaties. Vorig jaar nog meldde het Amerikaanse Pew Research Center op basis van een peiling dat 74 procent van de bevolking tegen de openstelling van het huwelijk voor mensen van gelijk geslacht is. Binnen het parlement is er ook maar één partij die de grondwet wil laten zoals die is. De rest is voor aanpassing.

168 Toch is het referendum geen gelopen race. De conservatieven zijn bang dat er niet genoeg mensen naar de stembus komen. Van de 18 miljoen kiezers moet 30 procent (ruim 5 miljoen) zijn stem uitbrengen. Om iedereen een kans te geven, kan er twee dagen gestemd worden. Voorstanders van het homohuwelijk noemen dit manipulatie van de spelregels.

Christelijke beschaving

De stemming zaterdag en zondag vloeit voort uit een actie van de Coalitie voor het Gezin (Coalitia pentru Familie). Die verzamelde 3 miljoen handtekeningen voor een referendum. De aanpassing van de grondwet is volgens het platform nodig om ,,de waarheid van onze christelijke beschaving te bewaren."

De Roemeens-Orthodoxe Kerk onderschrijft dat. ,,Wij moeten de nieuwe gezinsmodellen tegenwerken", zei patriarch Daniel in de campagne. ,,Daarin is de natuurlijke eenheid van man en vrouw slechts een van de opties."

Een van de woordvoerders van de Coalitie voor het Gezin, pastor Cristian Ionescu, zegt in een filmpje dat de nieuwe gezinsmodellen zich niet met Gods wet verdragen. ,,Niet stemmen of nee stemmen betekent dat je instemt met hen die God willen verwijderen uit onze instellingen, onze gezinnen en uit onze harten."

Overbodig

Enkele rechtsgeleerden hebben gesteld dat aanpassing van de grondwet overbodig is. In het burgerlijk wetboek is het huwelijk al omschreven als relatie van man en vrouw; een wijziging van de grondwet voegt daar niets aan toe. Voorstanders reageren daar weer op door te zeggen dat de grondwet grotere symbolische waarde heeft en dat een wijziging ook voorkomt dat het burgerlijk wetboek in de toekomst makkelijk wordt aangepast.

Mensenrechtengroepen vinden de aanpassing bedenkelijk. Veel van deze organisaties zien de openstelling van het huwelijk als een logisch uitvloeisel van de gelijkberechtiging van alle mensen. Als de aanpassing wordt aangenomen, ,,laat dit zien dat het land is losgeraakt van de liberaliseringsgolf rond homorechten in het Westen", aldus Paul Ivan, een Roemeen die werkt bij het European Policy Center in Brussel.

De lhbt-gemeenschap in Roemenië roept op tot een boycot van de volksraadpleging. Blijkbaar ziet men weinig kans om een meerderheid te halen. Als de opkomst onder de 30 procent blijft, is de uitslag in ieder geval niet geldig.

De internationale homobeweging ILGA Europe noemt de stemming gevaarlijk. ,,Roemenië heeft de verantwoordelijkheid om alle burgers te beschermen - hetero en homo", aldus Arpi Avetisyan. De beperking van de omschrijving van het gezin tot een vader en moeder met kinderen is ,,behoorlijk onzorgvuldig", omdat er tegenwoordig veel meer soorten gezinnen zijn. ,,De diversiteit van gezinnen wordt wel erkend door Europese gerechtshoven."

169 Amnesty International (AI) schaart zich aan de kant van de homobeweging. De aanpassing is een ,,breuk met internationale mensenrechten", zegt de organisatie. Daarnaast vreest AI dat dit besluit drempelverlagend werkt voor discriminatie en zelfs geweld tegen homo's in de hand kan werken.

Dat laatste is niet denkbeeldig. Als het gaat over geweld tegen homo's staat Roemenië er -net als diverse andere Oost-Europese landen- ronduit slecht voor. In de index van de 28 EU-lidstaten van ILGA Europe staat Roemenië op plaats 25.

,,Aanpassing grondwet nodig om christelijke beschaving te bewaren"

Het huwelijk en de EU

De Europese Unie doet niet aan huwelijkswetgeving. Dat is een taak voor de 28 lidstaten. Toch zijn landen ook niet helemaal vrij om te beslissen als het gaat om huwelijk en gezin. Deze zomer bepaalde het Europees Hof van Justitie in Luxemburg bijvoorbeeld dat Roemenië homo's die in andere EU-lidstaten zijn getrouwd wel moet erkennen als wettig gehuwd.

Deze uitspraak geldt ook voor alle andere lidstaten. Landen die alleen het klassieke huwelijk kennen, krijgen via de achterdeur dus toch met het homohuwelijk te maken. Dit vonnis bracht de procedure rond het Roemeense referendum in een stroomversnelling.

Eind vorige week sprak het Roemeense grondwettelijk hof uit dat homokoppels dezelfde rechten dienen te hebben als andere stellen. De vraag is wat dit precies betekent. Dat kan worden opgevat als een bevestiging van de Europese uitspraak, maar voorstanders van het homohuwelijk leggen de uitspraak nog ruimer uit en zeggen dat het homohuwelijk ook in Roemenië moeten kunnen worden gesloten.

Dat het huwelijk in de EU een nationale zaak is, betekent ook niet dat Brussel zich niet met homorechten bemoeit. Integendeel: deze hebben voor veel EU-instellingen hoge prioriteit. De vicevoorzitter van de Europese Commissie, de Nederlander , maakt er bijvoorbeeld geen geheim van dat het homohuwelijk volgens hem overal zou moeten worden toegestaan.

Het Roemeense referendum geeft daarnaast spanning binnen de partijfamilies in het Europees Parlement. Vanuit de Socialistische fractie is een duidelijk signaal gegeven aan de sociaaldemocratische partij PSD van premier Viorica Dancila. In de Liberale fractie wordt de Roemeense stemming als een stap terug gezien. Beide groepen maken zich sterk voor de rechten van lhbt'ers in de EU.

Opvallend is hoe West-Europese media over de volksraadpleging in Roemenië schrijven. Veel kranten zien het niet als een versterking van het klassieke huwelijk, maar zoeken er een homo-onvriendelijk motief achter. The Independent spreekt over het ,,verbod op het homohuwelijk" en de Wiener Zeitung rept van een ,,omstreden" en ,,homofobe" stemming.

Homohuwelijk wereldwijd in 28 landen erkend

170 Wereldwijd hebben 28 landen het huwelijk opengesteld voor mensen van gelijk geslacht. Daarvan liggen er vijftien in Europa.

Het aantal landen dat het homohuwelijk erkent, groeit nog steeds. Maar ook het aantal landen dat het klassieke huwelijk in de grondwet heeft vastgelegd neemt toe. Dat zijn er in Europa in elk geval al veertien, en mogelijk sluit Roemenië zich daar dus als vijftiende bij aan.

Nederland was in 2001 wereldwijd het eerste land dat het homohuwelijk invoerde. De landen die voor het homohuwelijk zijn liggen in West-Europa, en de meer traditionele landen in Oost-Europa. Deze scheiding valt samen met andere verschillen in visie, bijvoorbeeld op de rol van de kerk in de samenleving en de mate waarin immigranten welkom zijn.

11 augustus 2018 zaterdag

(76) „Ernstig dat PVV’er Dille zich bedreigd wist door moslims”

BYLINE: Johannes Visscher

SECTION: BINNENLAND; Blz.4

LENGTH: 710 woorden

Ontgoocheld blijft de Haagse gemeenteraad achter nadat deze week PVV- raadslid Willie Dille (53) zichzelf van het leven beroofde. CU/SGP-raadslid Pieter Grinwis: „Dat ze zich bedreigd wist door moslims vind ik buitengewoon ernstig.”

Met raadsels omgeven is de dood van Dille. Daags voor haar dood zette de vermagerde vrouw een filmpje op Facebook. Daarin vertelt ze dat ze wordt bedreigd door moslims. Ook beweert ze dat ze op 15 maart 2017, de dag van de Tweede Kamerverkiezingen, is „ontvoerd, verkracht en mishandeld door moslims, omdat ze graag wilden dat ik mijn mond zou houden in de Haagse gemeenteraad.”

Ze beschuldigt in het filmpje haar mederaadslid Arnoud van Doorn ervan achter die vermeende misdrijven te zitten. „Hij haat mij intens.” Van Doorn meldde, voordat bekend was dat Dille suïcide had gepleegd, dat hij overwoog aangifte van smaad en laster te doen. Vrijdag twitterde Van Doorn een vakantiefoto vanuit Marokko met de tekst: „Nederland, de media en de haatpolitici kunnen even de pot op.”

Dille wilde geen aangifte doen en wenste geen bemoeienis van de politie, meldden de gemeente Den Haag en het openbaar ministerie vrijdag. Vooralsnog doet Justitie geen verder onderzoek. Het CDA en de PvdA in de raad bepleiten een onderzoek naar de rol van betrokken instanties.

171 Van Doorn en Dille waren voorheen collega’s bij de PVV. Van Doorn werd moslim en zit nu namens de islamitische Partij van de Eenheid (1 van de 45 zetels) in de raad. De politicus werd in 2015 in hoger beroep veroordeeld voor onder meer het lekken van geheime stukken en het verkopen van hennep aan minderjarigen.

Raadslid Pieter Grinwis van de CU/SGP (1 zetel) ervaart „verdriet en onmacht” over Dilles dood. „Tijdens de laatste raadsvergadering voor het zomerreces oogde ze vrolijk. Ik ken haar als een vrouw met humor en met hart voor kwetsbare kinderen.”

Hij wil „niet speculeren” over de beschuldigingen van Dille aan het adres van haar opponent Van Doorn. „Ik denk dat Dille het mysterie meeneemt in haar graf.”

In ieder geval neemt Grinwis haar noodkreet over bedreigingen uit islamitische kring serieus. „Veel raadsleden krijgen van alles naar hun hoofd geslingerd. In mijn omgeving hoor ik dat verwensingen nog een paar graadjes erger zijn als het om PVV’ers gaat. Dat vind ik triest. Dreigementen gaan je niet in de koude kleren zitten.”

Resoluut wijst Grinwis de redering van de hand dat PVV’ers vanwege hun uithalen naar de islam bedreigingen over zichzelf afroepen. „De manier van politiek bedrijven van de PVV is de mijne niet, maar we kennen vrijheid van meningsuiting. Natuurlijk is het niet leuk voor moslims dat ze door PVV’ers telkens in een hoek worden gezet. Maar dat mag voor die moslims nooit reden zijn politici te bedreigen of zelfs aan te vallen.”

Het geeft te denken dat mensen „frank en vrij” kunnen spotten met Jezus, maar dat ze in de problemen komen als ze bijvoorbeeld de profeet Mohammed op de hak nemen, stelt Grinwis. „Het staat buiten kijf dat de islam geweld soms legitimeert. De meeste aanslagen van de afgelopen jaren zijn islamitisch geïnspireerd.”

Hekel

Ook politicoloog en PVV-watcher dr. Chris Aalberts gaat ervan uit dat Dille doelwit was van bedreigingen. „Elke PVV’er is besmet en wordt door velen met de nek aangekeken. Een hoop mensen, niet alleen extremistische moslims, hebben een gloeiende hekel aan de PVV. Ik kan me voorstellen dat Dille zich onveilig voelde, al kan in haar hoofd wel een voorstelling van zaken zijn ontstaan die geen recht doet aan de werkelijkheid.”

Hij wil niet beweren dat Van Doorn te maken heeft met een kennelijke ontvoering en verkrachting van Dille. Wel is de PVV-kenner ervan overtuigd dat er tussen Dille en Van Doorn een „persoonlijke vete” bestond. „Ze werkten samen in de PVV. Als je elkaar dan later als tegenstanders ziet in de raad, geeft dat wrijving.”

Aalberts verzet zich eveneens tegen de gedachte dat PVV’ers een voedingsbodem creëren voor dreigementen uit islamitische hoek. „De wet staat beledigen en islamkritiek toe. Als moslims zich beledigd voelen, kunnen ze aangifte doen. De rechter bepaalt de grenzen. Tegen linkse mensen zeg ik vaak: Ik vind het wel fijn dat

172 de PVV er bijvoorbeeld de vinger bij legt dat de islam niet zo liberaal omspringt met homo’s.”

10 augustus 2018 vrijdag

(77) Scherpe kritiek op geloof van Mike Pence

BYLINE: Wim Kranendonk

SECTION: BUITENLAND; Blz.9

LENGTH: 882 woorden

„Amerikanen, pas op. Als je Trump afzet, krijg je Pence. Dat is nog erger. Dan wordt de kleptocratie, waar graaien de norm is, vervangen door theocratie, dat in de praktijk heilige terreur betekent”, waarschuwde de Amerikaanse, progressieve auteur Frank Bruni deze week. Een felle aanval op „een integere vicepresident”.

Voor conservatieve kiezers in de VS is het een geruststellend tafereel; voor progressieven een schrikbeeld: Pence staande achter president Trump terwijl die achter zijn bureau in de Oval Office zit.

Nog steeds is Pence een ankerpunt voor evangelicals. Hij staat voor Bijbelse waarden en normen. Hij kan president Trump bijsturen als dat nodig is – en dat is vaker dan de evangelicals lief is.

Sommige evangelicals hopen zelfs dat Pence inderdaad op enig moment het heft in handen krijgt. Er zijn er die hardop zeggen op Trump te hebben gestemd om de Bijbelvaste Pence aan een machtige positie te helpen. En in hun achterhoofd zit: als Trump tussentijds of aan het einde van zijn ambtstermijn vertrekt, kan Pence hem opvolgen.

Afkeer

Progressieven daarentegen hebben vanaf dag één hun afkeer jegens de vicepresident laten blijken. Toen Trump hem koos als running mate waren de linkse media in de VS er als de kippen bij om uitgebreid te vertellen wat een verschrikkelijk mens die Pence wel was: tegen abortus, tegen het homohuwelijk, tegen de genderagenda van Obama, tegen Obamacare enzovoort. Door hen werd gesuggereerd dat Pence op politiek terrein niets positiefs had bereikt – als lid van het Congres, noch als gouverneur van de staat Indiana. De tactiek van de linkse journalisten was duidelijk: de naam van Pence moest worden besmeurd. Want je moest er toch niet aan denken dat hij invloed in het Witte Huis zou krijgen.

Pence maakt er geen geheim van dat hij overtuigd christen is. Opgegroeid in een rooms-katholiek gezin is hij later samen met zijn vrouw overgegaan naar een Bijbelgetrouwe, evangelicale megakerk. Voor hem is de Bijbel norm voor het hele

173 leven. „Je bent christen thuis, op straat, in je werk en je vrije tijd”, zei hij in een toespraak.

Allereerst christen

In allerlei interviews vertelt Pence vrijmoedig dat hij dagelijks ruim de tijd neemt voor Bijbellezen en gebed; dat hij een trouwe kerkganger is en dat Gods gebod ook moet doorwerken in het maatschappelijk leven. Bekend is zijn uitspraak: „Ik ben allereerst christen, daarna conservatief en ten slotte Republikein.”

Juist die vaste christelijke levensovertuiging is ook nu voor progressieve Amerikanen weer de steen des aanstoots. Frank Bruni schreef deze week in The New York Times dat Trump minder gevaarlijk is dan zijn vicepresident. „Pence is er diep van overtuigd dat hij een goddelijke opdracht heeft. Hij heeft de vaste wil om de hele natie te ordenen naar zijn geloofsmodel: een achterlijke, repressieve versie van het christendom.”

Bruni staat niet alleen in zijn kritiek. Eind augustus publiceert een tweetal journalisten, Michael D’Antonio en Peter Eisner, een biografie van Pence waarin zij naar eigen zeggen de ware aard van hem blootleggen. „Pence is een religieuze zeloot”, stelt D’Antonio in een interview met The New York Times. „Hij zal niet rusten voordat hij zijn morele inzichten heeft opgelegd aan de samenleving. Desnoods met dwang.”

Geesteszieke

Uit de voorpublicatie van de biografie van D’Antonio en Eisner blijkt dat zij geen nieuwe feiten aandragen. Ze fulmineren tegen zijn abortusstandpunt, tegen zijn afwijzing van het homohuwelijk en zijn steun aan het christelijk onderwijs. Breed wordt uitgemeten dat Pence denkt dat homoseksualiteit te genezen valt – een gedachte die bij Amerikaanse evangelicals niet echt uitzonderlijk is.

De aanvallen van Bruni en van het journalistenduo zijn geen incident. In februari zei schrijfster Joy Behar in een talkshow al dat Pence leed aan een geestesziekte omdat hij beweert tijdens het Bijbellezen en bidden soms Gods stem te horen. „Zeggen dat jij tot Jezus spreekt is één ding, beweren dat Jezus tot jou spreekt, is nog iets anders. Dan ben je geestelijk niet in orde.”

Opvallend is wel dat verschillende Amerikaanse media nu de publieke opinie lijken te willen mobiliseren tegen Pence. Waarom? D’Antonio laat daar geen misverstand over bestaan. „Uiteindelijk prefereer ik Trump omdat hij geen verborgen agenda heeft. Je weet dat het hem gaat om zichzelf, zijn eigen imago. Pence gaat het niet om zichzelf, maar om een hoger, allesomvattend ideaal dat onze persoonlijke vrijheid zal raken.”

Pence is erger

Jeff Taylor, politicoloog aan Dordt College in Sioux Center, duidt de kritiek op Pence als een actie van progressieve opinieleiders om de positie van Pence bij voorbaat te ondergraven, mocht die tussentijds Trump moeten opvolgen. „Het is lang niet zeker

174 of dit gaat gebeuren. We weten nog niet wat er uit het onderzoek van Mueller tegen Trump komt. De ”smoking gun” is nog steeds niet gevonden. Maar linkse krachten in ons land willen ten koste van alles voorkomen dat een conservatieve christen het in ons land voor het zeggen krijgt. Dat vinden ze erger dan een president waarvan je niet zeker weet of hij de waarheid spreekt. Pence is integer. Dat geven zijn tegenstanders zonder meer toe. Zorgelijk vinden ze dat hij zijn geloof serieus neemt. Daarom wordt nu zwaar geschut in stelling gebracht.”

2 augustus 2018 donderdag

(78) Op weg van stress naar stilte

BYLINE: Nico van der Voet

SECTION: VRIJE PAGINA; Blz.13

LENGTH: 667 woorden

John Lapré heeft een mooi boek geschreven. Ik heb hierboven de ondertitel gezet, ”Op weg van stress naar stilte”, want die vind ik de inhoud beter typeren dan de eigenlijke titel, ”Stoppen met moeten”.

De doelgroep van het boek is breed: iedereen die van hot naar her rent, druk is met van alles en nog wat en tegelijk verlangt naar rust. In onze tijd en cultuur moeten we zo veel. De lat ligt hoog. Iedereen speelt zijn eigen wedstrijd om ook nog als eerste te eindigen. Dat legt zo veel druk op mensen. Wie verlangt naar stilte en innerlijke rust wordt door Lapré meegenomen om die te ontdekken.

Sinds een jaar of tien kennen we het woord ”onthaasten”. Dit boek gaat over christelijk onthaasten. Wie de tijd neemt om stil te worden voor God, zal echte rust vinden. Wie de weg gaat die Jezus wijst, gaat vanuit het stille verlangen van zijn hart leven.

John Lapré schrijft over het persoonlijk en in gemeenschap stil worden voor God. De hoofdstukken luiden: Confronterende stilte; Als stilte de adem beneemt; Bezielende stilte; Innerlijke rust in een onrustige wereld; De kerk een oase van rust?

Nadenkend over de kerk en kerkdiensten schrijft Lapré: „De christelijke geloofsgemeenschap is er niet om mensen door een programma te loodsen (daar hoef je niet christelijk voor te zijn), maar om hen in de tegenwoordigheid van God te brengen. Dáár ligt de focus. De tegenwoordigheid van God ontstaat waar het menselijke hart wordt geraakt, in al zijn kwetsbaarheid, pijn en verlangen. Door het woord, door de muziek, maar zeker ook door de stilte geven we God de kans zijn shalom te verspreiden.”

175 De auteur pleit voor een stilterevolutie en vindt dat de protestanten maar een hoop onrustig gepraat en soms te harde muziek in de wereld brengen. Als protestant kan hij jaloers zijn op de stilte die in de Rooms-Katholieke Kerk meer gevierd wordt. Overal zijn mensen die worstelen met klachten vanwege herrie, drukte en hoge verwachtingen. Velen nemen de toevlucht tot yoga en mindfulness. Dat zou niet nodig moeten zijn als mensen in hun zoektocht naar zingeving de rust van God in de kerken zouden kunnen vinden.

Het boek van Lapré is meditatief, spiritueel. De auteur grijpt terug op Gods Woord. Hij geeft eigen inzichten en ervaringen door. Hij sluit in zijn denken ook aan bij diverse andere schrijvers, van wie ik alleen Henri Nouwen noem. Nouwen is voor hem een voorbeeld in theologie en levenswandel. Ook hij vond zijn rust bij God, bij Wie hij al zijn pijn kwijt kon. Hij koos bewust voor stilte en rust in zijn leven.

John Lapré zou met dit boek lezers zomaar kunnen ontregelen. Het klopt namelijk wat hij zegt. Wij zijn druktemakers die daarover zuchten en toch niet de moed hebben om bij God onze rust te zoeken en ons leven daarop aan te passen.

Lapré verrast nog meer. Hij is beroepsmilitair. Dat is bijzonder. Schrijft een militair zulk soort boeken? Als je zo iemand al in het leger vindt, dan moet hij wel de geestelijk verzorger zijn. Dus niet. Ontregelend voor orthodoxe lezers is mogelijk dat Lapré in zijn boek zelf zegt dat hij homo is en een partner heeft. Omdat hij dat zelf enthousiast vermeldt, mag ik in deze bespreking daar even op ingaan.

Over de relatie tussen kerk en lhbt’ers, God en homoseksualiteit heeft hij eerder een boek geschreven (”De veilige kerk”, Heerenveen, 2017). In zijn nieuwe boek pleit Lapré opnieuw voor een kerk van stilte, rust én veiligheid. Het zou zomaar kunnen dat zijn nieuwe boek daar nog meer aan bijdraagt. Twee predikanten bevelen het van harte aan: de gereformeerde ds. Jos Douma en de evangelische ds. Wieger Sikkema. Ik constateer dat een relatie/huwelijk van homo’s ook in Bijbelgetrouwe kring steeds vaker en ook in alle openheid gewoon gevonden gaat worden. Lapré is er God dankbaar voor. Hierbij zullen de gedachten van lezers ongetwijfeld verschillende kanten op gaan.

2 augustus 2018 donderdag

(79) „Dat een pastor woorden inslikt, past niet in VS”

BYLINE: Wim Kranendonk

SECTION: BUITENLAND; Blz.12

LENGTH: 1140 woorden

De godsdienstvrijheid in Amerika staat onder druk, is het gevoelen van de regering- Trump. Een speciale werkgroep moet nu van justitieminister Sessions de verdediging van „het voornaamste grondrecht” een extra impuls geven.

176 „Een gevaarlijke beweging, door velen niet opgemerkt, bedreigt onze godsdienstvrijheid en holt die ook uit”, zei Sessions begin deze week. „Daar moeten we tegen in actie komen en dat moeten we een halt toeroepen.”

Een nieuwe werkgroep, de Religious Liberty Task Force (RLTF), moet gaan zorgen dat overheden en rechters de vrijheid van godsdienst beschermen. De RLTF gaat erop toezien dat zij de richtlijnen die de regering-Trump vorig jaar november opstelde, met voortvarendheid implementeren. Sessions: „We hebben deze extra richtlijnen nodig omdat in ons land mensen vanwege hun godsdienstige overtuiging soms worden gediscrimineerd en zelfs veroordeeld.”

In zijn toespraak van maandag vertelde de minister dat er op dit moment 24 civiele procedures lopen waarin het draait om discriminatie vanwege het geloof. Daarnaast liggen er nog ruim negentig aangiftes wegens discriminatie te wachten op behandeling.

Volgens Sessions zijn bijna alle zaken een erfenis van de regering-Obama. „Onder de vorige president zijn veranderingen doorgevoerd, waarvan we nu de nadelige effecten zien.” Hij wees op de bezwaren van nonnen tegen de verplichting om via de ziektekostenverzekering mee te betalen aan abortiva. Verder laakte hij de vragen die senatoren recent aan een voorgedragen kandidaat-rechter stelden over haar godsdienstige opvattingen. „Terwijl de wet dit expliciet verbiedt.”

Ook herinnerde Sessions aan het proces dat een bakker uit Colorado Springs moest doormaken omdat hij geweigerd had een bruidstaart voor een homopaar te maken. In bedekte termen toonde de minister zich maandag dankbaar dat het hooggerechtshof de aanklacht tegen deze man had afgewezen, al is daarmee de kous nog niet helemaal af.

„Het is inmiddels zover gekomen dat rechters denken dat moraliteit niet het fundament voor de wetgeving kan zijn, dat predikanten bang zijn om vanaf de kansel te zeggen wat zij als hun missie zien, en waar actiegroepen een groep of kerk kunnen labelen als haatgroep – uitsluitend omdat ze een bepaalde religieuze overtuiging hebben en daar consequenties aan verbinden”, zei Sessions. Hij beloofde dat de regering-Trump dit niet langer zal tolereren.

De president zelf onderstreepte dit toen hij in januari schreef: „Geen Amerikaan, of hij nu non, verpleegkundige, bakker of eigenaar van een bedrijf is, mag gedwongen worden te kiezen tussen zijn geloof en gehoorzaamheid aan de wetten van dit land.” Dat handhaving van godsdienstvrijheid topprioriteit van de regering moet zijn, staat voor Sessions buiten kijf: „De vrijheid van godsdienst is het eerste en belangrijkste grondrecht in ons land en wordt bovendien ook nog eens extra beschermd door het grondwettelijk recht op vrije meningsuiting. Als Amerika de godsdienstvrijheid niet langer serieus neemt, dan verkwanselt ze haar constitutie. Als je wilt weten hoe mensen denken over democratie, dan moet je nagaan hoe ze staan tegenover de vrijheid van godsdienst”, aldus Sessions.

177 Zorgpunt van de regering-Trump is dat de ene rechter de vrijheid van godsdienst strikter begrenst dan de andere. Vandaar de richtlijnen die vorig najaar zijn uitgegeven. Daarin staat expliciet dat ieder het recht heeft om zijn geloof te belijden en op grond van zijn overtuiging actie te ondernemen, werk te doen of daar juist van af te zien. Concreet zou door deze regel de taartenbakker uit Colorado Springs al in een veel eerder stadium vrijuit zijn gegaan.

Het nieuws over het instellen van de werkgroep is bij Amerikaanse evangelicals positief ontvangen. „Dit is een historische en positieve stap. We mogen dankbaar zijn dat de regering-Trump de vrijheid van godsdienst en van geweten zo serieus neemt”, zegt de baptist Mat Staver. Staver is verbonden aan de organisatie Liberty Counsel, die diverse rechtszaken rond godsdienstvrijheid heeft gevoerd.

Progressieve groepen in de VS denken daar totaal anders over. Zij vrezen dat met name de rechten van homoseksuelen in het gedrang komen. „Sessions geeft met dit besluit een vrijbrief om homoseksuelen te discrimineren”, zegt Sarah Warbelow van de organisatie Human Rights Campaign. „In de achterliggende anderhalf jaar hebben Donald Trump, Mike Pence en Jeff Sessions zich vooral ingespannen om in naam van de godsdienstvrijheid de rechten van homo’s in te perken en uit te wissen.”

Ook organisaties die strijden voor vrouwenemancipatie zijn uitgesproken negatief over het instellen van de RLTF. „Geen misverstand. Deze taskforce is een poging van extremisten om mensen de zorg en diensten waar ze recht op hebben, af te nemen,” zegt de organisatie Naral Pro-Choice, die zich inspant voor het recht op abortus.

Cal Jillson, hoogleraar politicologie aan de Southern Methodist University in Dallas, beoordeelt het besluit van de regering-Trump om extra aandacht aan vrijheid van godsdienst te besteden „genuanceerd.” Deels beschouwt hij het als een methode van de president om het vertrouwen bij de conservatieve evangelicals te behouden. „Hij heeft in zijn verkiezingscampagne belooft om de bedreiging van godsdienstvrijheid te keren. Dat was een belangrijke reden voor evangelicals om op hem te stemmen. Die belofte komt hij na.”

Jillson zit wel met de vraag of Trump zelf echt bezorgd is over de vrijheid van godsdienst. „Vicepresident Pence en minister Sessions zijn dat wel. Maar Trump? In ontmoetingen met wereldleiders speelt het thema van de godsdienstvrijheid nauwelijks een rol. Maar goed, positief is dat Trump zijn belofte nakomt”, aldus de politicoloog.

Ook als het gaat om de noodzaak tot het instellen van een taskforce heeft Jillson gemengde gevoelens. „Er is zeker sprake van discussie over de godsdienstvrijheid, maar we moeten wel goed in de gaten hebben dat religieuze groepen in ons land veel vrijheden hebben. Iedere geloofsgemeenschap kan hier in vrijheid samenkomen. Geen predikant of priester wordt een strobreed in de weg gelegd. Kerken kunnen hun gang gaan en elke profeet mag zijn eigen sekte stichten. Dat is elders op de wereld wel anders.”

178 Tegelijk ziet hij in de maatschappij dingen gebeuren die bijvoorbeeld orthodoxe christenen en instellingen in het nauw kunnen drijven. Jillson wijst op de kwestie van het toelatingsbeleid van onderwijsinstellingen. „In verschillende staten komt de accreditatie van universiteiten en colleges in gevaar omdat ze de oude, traditionele visie op het huwelijk aanhangen. Als een universiteit geen kamer op haar campus wil verhuren aan een ongetrouwd stel of aan een homopaar, heb je in sommige staten als universiteitsbestuur een groot probleem. Dat is zorgwekkend. Of deze werkgroep daar echt iets aan kan doen, zal afhangen van het mandaat.”

5 oktober 2018 vrijdag

(80) Christen in Arnhem tobt met moslimextremist

BYLINE: Johannes Visscher

SECTION: BINNENLAND; Blz.12

LENGTH: 1226 woorden

HIGHLIGHT: In Arnhem zit de schrik erin. De stad is thuisbasis van de zeven jonge moslimmannen die vorige week werden opgepakt. Zij zouden een grote terreuraanslag hebben beraamd. Hoe reageren Arnhemse christenen daarop?

Misprijzend klonken ze, verontwaardigd ook. Op een snikhete dag deze zomer lieten Marokkaanse jongens bij een supermarkt in de Arnhemse wijk Malburgen-West hun afkeuring blijken over de schaarse kleding van Nederlandse vrouwen. De islamitische jongens schakelden zelfs over van het Arabisch op het Nederlands. Om zo de vrouwen en andere omstanders deelgenoot te maken van hun ongenoegen.

,,Zo'n voorval maakt duidelijk dat nogal wat moslims in Nederland zich geen raad weten met de vrije, westerse levensstijl", zegt Daniël Becker (41). Hij is in Arnhem raadslid voor de ChristenUnie en was getuige van het tafereel in zijn woonwijk. ,,Die vervreemding voelen ze ook bij de Gay Pride of, zoals hier in Arnhem, de aanleg van een Gaybrapad. Dat is een zebrapad in regenboogkleuren dat de homo- acceptatie moet bevorderen. Die zaken stroken totaal niet met de ideeën over seksualiteit in bijvoorbeeld Marokkaanse kringen."

Het CU-raadslid, afkomstig uit Gereformeerde Bondskringen en sinds enkele jaren aangesloten bij de Russisch-Orthodoxe Kerk, kan zich ,,eerlijk gezegd" best wat voorstellen bij het onbehagen van moslims. ,,In zekere zin deel ik hun conservatieve opvattingen. Ook ik vind dat er in onze samenleving qua zedelijkheid echt iets mis is. Het is zeer onwenselijk dat jongeren voor het huwelijk met elkaar naar bed gaan. Als ik dat zeg tegen niet-christenen, kijken ze me raar aan."

De frustratie onder moslimjongeren over westerse mores, waarschuwt Becker, kan ertoe leiden dat ze zich afkeren van de samenleving. En zich terugtrekken binnen een clubje gelijkgezinden. In huiskamerbijeenkomsten waar haat tegen het Westen wordt gepredikt. En uiteindelijk terreurplannen worden beraamd. ,,Natuurlijk wordt

179 niet iedere jongen van 14 die zijn neus ophaalt voor de schaarse kleding van een meisje meteen een jihadist, maar onbehagen over de westerse visie op zedelijkheid kan wel degelijk leiden tot gevaarlijk radicalisme."

Syrië

De Arnhemse Irakees Hardi N. (34) worstelde met de westerse moraal. De man zou leider zijn van de vorige week opgerolde jihadistische terreurgroep. Donderdag werd bekend dat de zeven verdachten nog zeker twee weken vast blijven zitten. Ze hadden wapens en ingrediënten voor bommen in bezit. N. is veroordeeld voor een poging om deel te nemen aan de gewapende jihad in Syrië.

Arnhem houdt een groep van ongeveer 25 geradicaliseerde moslims al een tijdlang intensief in de gaten. De zeven mannen behoren tot die groep, zei de Arnhemse burgemeester Marcouch deze week tegen het AD. Hij roemt het programma waarin onder meer gemeente, politie en jongerenwerkers sinds 2012 geradicaliseerde jongeren volgen.

Extremistische inwoners van de Gelderse hoofdstad -in twee derde van de gevallen jonger dan 24 jaar- kampen met allerlei problemen. Dat concludeerden criminologen van Bureau Beke in 2016 in hun rapport "Radicalisering in de gemeente Arnhem". Ze bestudeerden 42 dossiers van (mogelijk) geradicaliseerde Arnhemmers. Dan blijkt dat ruim de helft van deze groep psychische en maatschappelijke hulp krijgt; 64 procent komt uit een gebroken dan wel wanordelijk gezin.

Armoede

Arnhem tobt met problemen. Het werkloosheidspercentage lag er vorig jaar op 6,1 procent, tegenover een landelijk gemiddelde van 4,9. In de Gelderse stad krijgt 10,2 procent van de huishoudens bijstandsuitkeringen. Landelijk is dat 5,6 procent.

Waarom trekt Arnhem jihadistische types? ,,Onze stad kent duidelijk een tweedeling", zegt Becker. ,,In het noorden wonen de welgestelden in hun mooie huizen. Elders zijn tal van problemen. In achterstandswijken als Presikhaaf, Malburgen en Vredenburg heerst veel armoede, werkloosheid van generatie op generatie, uitzichtloosheid. Die wijken kennen 120 nationaliteiten. Zo'n 40 procent van de bevolking is er allochtoon. Als moslims het gevoel hebben dat ze geen volwaardige plaats in de samenleving hebben, worden ze op zichzelf teruggeworpen. Dat kan leiden tot extremisme."

Conservatief

Doordat nogal wat moslimjongeren thuis een totaal andere moraal meekrijgen dan op straat, dreigen sommigen te ontsporen, merkt Becker. ,,Er zijn moslimjongeren die helemaal losgaan. Tot verdriet van hun ouders gaan ze bijvoorbeeld naar waterpijpcafés waar ze verkeerde vrienden treffen en seksuele verhoudingen hebben met allerlei vriendinnetjes. Een andere groep jongeren wordt juist heel conservatief, kiest een importbruid met dezelfde ideeën en houdt zich afzijdig van de Nederlandse samenleving."

180 Van het grootste belang is kwetsbare moslimjongeren perspectief te bieden, benadrukt de CU-politicus. ,,Feit is dat moslimjongeren actief worden gediscrimineerd, ook op de arbeidsmarkt. Ik vind dat bedrijven juist islamitische jongeren een stageplek of een baan moeten aanbieden. Geef ze een kans, geef ze toekomst. Waardering is zeker voor moslimjongeren essentieel. Als ze te horen krijgen dat ze niks presteren, is dat tegen het zere been. Ze voelen zich al snel in hun eer aangetast."

Kan het zijn dat sommige radicale moslimjongeren spugen op het Westen en spotten met projecten om hen bij de samenleving te betrekken? ,,Ja, die kans bestaat zeker. In die gevallen is repressie noodzakelijk. Daaronder versta ik onder meer het nauwgezet in de gaten houden van radicaliserende moslimjongeren. Waarbij bijvoorbeeld de wijkagent elke avond even aanbelt bij zo'n jongere. ,,Gaat alles goed met je?" Laat zo'n radicaal maar weten dat de autoriteiten hem in beeld hebben. Belangrijk is ook om te volgen wat zo'n moslim voor extreme dingen roept op sociale media. Zodat de politie zo nodig kan ingrijpen."

Ontmoeten

Ds. C. Hamstra, predikant van de Koepelkerk (,,christelijke gemeente") in Arnhem, wijst erop dat het belangrijk is dat ,,bevolkingsgroepen elkaar ontmoeten." Zo zou je kunnen voorkomen dat moslims radicaliseren. Tegelijk beseft hij dat het niet eenvoudig is om tijdig extremisten in de kraag te vatten. ,,Zij bespreken hun slechte plannen niet op straat, maar in de beslotenheid van huiskamerbijeenkomsten."

,,Moslims voelen vervreemding bij schaarse kleding vrouwen en bij Gay Pride"

,,Christen ziet moslim als vijand"

Laat een jeugdvereniging van een kerk of synagoge een uitstapje maken naar de jeugdclub van een moskee. En andersom. Zo blijven bevolkingsgroepen in Arnhem in gesprek. Daardoor kun je wellicht voorkomen dat bijvoorbeeld moslims het radicale pad op gaan.

Dat pleidooi komt van Rick Jansen (59), leidinggevende bij Villa Klarendal, een christelijke wijkgemeenschap in Arnhem. Jansen, die zelf met tientallen moslims in de stad contact heeft, is blij dat de autoriteiten tijdig een terreurcel oprolden. ,,Dat is te danken aan contacten die de politie, maar ook scholen en jongeren- en welzijnswerkers, hebben met de islamitische gemeenschap."

Ook bij menig christen signaleert Jansen angst voor moslims. ,,Veel christenen zien moslims als vijand. Als mensen voor wie je bang moet zijn. Maar bedenk dat niet iedere moslim met baard of met een djellaba naar Syrië wil afreizen. Intussen voelen moslims die met zo'n lang gewaad over straat lopen, zich wel vaak met de nek aangekeken."

Vraag een moslimbuurman op visite. Drink een kop koffie met elkaar, adviseert hij. ,,Het is mooi om van vijandige denkbeelden af te komen." Wat als extremistische

181 moslims haat jegens het Westen en christenen aan de dag leggen? ,,Dat is een lastige. Ik zou bijna zeggen: Dan is het een verloren race."

182