DORP ZUID-BEIJERLAND

Leden van de Gemeenteraad van Korendijk te Piershil Zuid-Beijerland, 15 oktober 2014 Geachte leden van de Raad,

Betr.: Startdocument Brede MER windturbinelocaties in Korendijk

Achter deze brief vindt u de tekst van onze inspraak gisteravond in onverkorte versie, zoals we die zonder tijdslimiet hadden willen uitspreken. Met deze inspraak reageren wij schriftelijk op het startdocument, de opdracht voor de Brede MER.

Naar aanleiding van de commissievergadering gisteravond willen wij nog benadrukken dat wij de op verzoek van de gemeente ingestelde dorpsvereniging i.o. zijn en niet zijn verbonden aan de Actiegroep tegen windturbines aan de zuidrand/Comité Zuidrand (groep dr. De Vos).

Wij zijn blij dat de heer Aan de Wiel (die wij er overigens nooit van hebben verdacht noch beschuldigd in de gemeenteraad uit persoonlijk belang te handelen!) het voorstel heeft gedaan om de lijnopstelling op locatie 50 naast de clusteropstelling (locatie G) te laten onderzoeken. Om de afweging helemaal zuiver te kunnen maken, zou de lijnopstelling op locatie 50 met én zonder het geïnundeerde deel van plan Swaneblake onderzocht moeten worden. Dus ook zoals de situatie nu in werkelijkheid is. Op papier zijn alle ontwerpen immers nog aan te passen. Als u het belangrijk vindt om nu al rekening te houden met een mogelijke toekomstige ontwikkeling van het plan Swaneblake langs de kreek vanaf het Spui naar Piershil is het ook belangrijk om te weten wat de beperkingen en de kansen van windturbines op deze locatie zouden kunnen zijn. Windenergie en andere duurzame energiebronnen zouden hier op een innovatieve manier gecombineerd kunnen worden met duurzaam bouwen. De compensatiegelden voor de turbines zouden in de groene landschappelijke inrichting kunnen worden gestoken. Dan zou Swaneblake betaalbaarder en in meerdere opzichten een bezienswaardigheid kunnen worden.

Voorts stellen wij voor per locatie de ramingen voor te verwachten planschade in het onderzoek mee te nemen. Deze kosten kunnen de keuze van de voorkeurslocatie aanzienlijk beïnvloeden.

Zoals uit de inspraak blijkt, vinden wij het onjuist dat u door vooraf politieke keuzes te maken zelf studielocaties voor het onderzoek hebt geselecteerd. Terwijl juist een onafhankelijk en gedegen onderzoek u inzicht en handvatten moet geven om een goede belangenafweging te kunnen maken. Bovendien heeft u dan als gemeente objectieve uitslagen in handen, waarmee u sterk staat om de voor de meeste mensen onwelgevallige boodschap te brengen en te verklaren.

Met vriendelijke groet, Dorpsvertegenwoordiging Zuid-Beijerland c.c.: College van B & W Korendijk

Jan van der Bie - Jelle Boeijinga - Marieke Franken - Johan Groenendijk - Cees Lagendijk Alie Plas - Wildine Postma - Henk Smith - Ger Snijders - Willy Spaan - Maurice Willemse

1

DORP ZUID-BEIJERLAND Inspraak raadscommissievergadering gemeente Korendijk 14.10.14 Dorpsvertegenwoordiging Zuid-Beijerland – mw. W.M. Spaan

Voorzitter, leden van de Raad,

Wij zijn niet de actiegroep Tegen windturbines aan de zuidrand. Ik vertegenwoordig de dorpsvereniging Zuid-Beijerland, en wij willen onze zorgen uitspreken over de gang van zaken rond de plaatsing van windturbines in de gemeente.

Wij geven onze reactie op het proces en de inhoud van het Startdocument voor de Brede MER: Notitie Reikwijdte en Detailniveau.

Het proces De gemeente heeft jaren de gelegenheid gehad om samen met andere Hoeksche Waardse gemeenten de minst schadelijke locaties voor windturbines in ons Nationaal Landschap te bepalen. Die tijd is ook niet benut om in de eigen gemeente locaties te onderzoeken en af te wegen en door voorlichting en bewustmaking onder de bevolking draagvlak voor duurzame energie te creëren. U liet de locatiekeuze aan de provincie Zuid-Holland over. Sinds 30 januari 2013 weet u dat de gemeente Korendijk de verplichting heeft om 15 megawatt binnen de gemeentegrenzen te plaatsen, waarvoor de provincie locatie 50 in de polder Klein Piershil aan het Spui als minst schadelijke locatie aanwees. U besloot formeel daarmee accoord te gaan. Pas later, onder druk van de actiegroep tegen windturbines aan het Spui en hun aanhang, trekt u voor de gemeenteraadsverkiezingen uw eerder genomen besluit terug met als argument, dat locatie 50 niet goed onderzocht zou zijn. Pas een jaar daarna laat u zelf onderzoek naar „betere‟ locaties doen. Gedeputeerde Staten waarschuwden de raad ruim een jaar na de aanwijzing, dat als Korendijk niet aan de aanwijzing meewerkt alle leges en andere inkomsten die uit windenergiewinning voortvloeien aan de gemeente Korendijk voorbijgaan. Desondanks besloot u om niet mee te werken aan de provinciale aanwijzing van locatie 50, en riskeert u daarmee de inkomsten die de gemeentekas broodnodig heeft. Desalniettemin gokt de gemeente er in de begroting voor volgend jaar op, dat er toch wel inkomsten uit windenergie te verdienen zullen zijn en wordt de begroting met € 200.000 aan leges opgepoetst, terwijl de provincie deze en andere inkomsten juist wil onthouden als niet vlot wordt meegewerkt aan locatie 50.

De hele gang van zaken maakt op ons geen solide en evenwichtige indruk. Het had allemaal voorkomen kunnen worden als er veel eerder serieus onderzoek naar mogelijke zoeklocaties was gedaan. Tegen een onderzoek naar de minst schadelijke locatie in de gemeente hebben wij als Zuid-Beijerlanders namelijk geen enkel bezwaar, mits dat onderzoek onafhankelijk, rechtvaardig en gedegen wordt uitgevoerd, zoals dat van het door ons gekozen gemeentebestuur verwacht mag worden. Van de actievoerderige en partijdige houding van sommige raadsleden en van de populistische en klungelige aanpak van de Quick Scan zijn wij erg geschrokken. Ook bepaalde formuleringen in de opgaven voor de MER duiden niet op een objectief en zorgvuldig vergelijkend onderzoek.

2

Enkele punten uit het Startdocument:

1.2 Toepassen van de MER-methodiek zonder formele MER-procedure: Als wij het goed begrijpen, kan iedereen op de Brede MER reageren, maar daar hoeft niets mee gedaan te worden. Er is sprake van een formeel niet bestaand onderzoek, dat nergens aan hoeft te voldoen, ook niet als het gaat om inspraak of beroep. Enerzijds is het dus een onderzoek voor de Bühne om aan actievoerders en belangengroepen tegemoet te komen, maar waarover wij ons niet druk hoeven te maken. Anderzijds is het een spoedonderzoek dat al over een maand klaar moet zijn, en waarvan de uitkomsten: “voeding geven aan de discussie met Provinciale Staten over de voorkeurslocatie”. Dat laatste is de reden dat wij in Zuid-Beijerland toch alert en kritisch blijven.

2.3 Quick Scan Het is bekend dat op de Zuid-Hollandse eilanden de turbines in lijnopstelling langs de randen moeten komen. Dat geldt in het bijzonder voor het Nationaal Landschap Hoeksche Waard, waarvan „de openheid van de polders een kernkwaliteit‟ is. Toch ging het onderzoeksbureau 16 locaties “identificeren als mogelijke windturbinelocaties”. Daarvan liggen 12 locaties middenin de polders. Van tevoren kon je zien dat er slechts 4 locaties aan de randen relevant zouden zijn.

Bewonersavonden en bewonersenquête - Op de bewonersavonden waren voornamelijk tegenstanders van locatie 50 aanwezig. Van Zuid-Beijerland werden op beide avonden slechts 3 inwoners inclusief onze eigen vertegenwoordiger geteld. Men kan dan niet schrijven: “dat de onderzochte locaties met de inwoners van Korendijk zijn besproken”. - Op verzoek van die beperkte groep bewoners is besloten om “van Natura 2000- en Stiltegebieden geen harde belemmeringen te maken”. De bewoners kunnen de wet- en regelgeving niet veranderen of buiten spel zetten. De wet is duidelijk en de structuurvisie van de provincie ook: niet in of bij Natura 2000-gebieden, tenzij er geen alternatief is en er dwingende redenen zijn. - De enquête die is gehouden voldeed niet aan de eisen die aan een deugdelijk onderzoek worden gesteld, en de enquête was niet representatief voor de bevolking van de gemeente Korendijk. De helft van de ingevulde enquêtes was afkomstig van buiten de HW (de overkant van het Spui) en het overgrote deel van de andere helft kwam uit de noordrand. De eenzijdige herkomst van de enquêtes wordt in het startdocument verzwegen. - De 9 locaties die worden meegenomen in de MER zijn bepaald door die uiterst gebrekkige enquête en door de aanwezigen op de bewonersavonden te laten kiezen. Zij mochten (in de praktijk onbeperkt) met stickers op een plattegrond aangeven welke locaties zij het beste vonden. Ik weet niet of deze mensen alle hoeken van de gemeente kennen, maar u begrijpt dat vrijwel niemand locatie 50 heeft beplakt en dat „not in my backyard‟ het motto was. Deze verkiezing was even willekeurig als lachwekkend. Maar de uitkomst stuurt wel het komende onderzoek aan!

1.4 Van 9 naar 6 locaties Heel merkwaardig vinden wij het, dat de raad na anderhalf jaar “een onafhankelijk en deskundig onderzoek” naar de minst slechte locatie laat doen en dan vooruitlopend daarop zelf al keuzes gaat maken.

3

- U schrapt bij voorbaat locatie F-west de lijnopstelling tussen de Hitsertse Kaai en de Nieuwendijk in de Eendragtspolder te Zuid-Beijerland. Met de motivering “de ongestoorde noordelijke horizon van Tiengemeten”. Als gemeenteraad van Korendijk zou u naar onze mening breder en verder moeten kijken dan de horizon gezien vanuit Tiengemeten, dan zou u zien dat de gehele zuidrand van de Eendragtspolder in Zuid-Beijerland en Goudswaard vanaf de oostelijke grens met Numansdorp een zeldzame, (decennia lang) zorgvuldig bewaakte(!) en nog steeds onvervuilde horizon over de buitendijkse natuurgebieden (de Oosterse en Westerse Laagjes) en het gehele weidse estuarium van het heeft. Alle bijzondere (internationale) natuurwaarden en landschappelijke kwaliteiten gelden evenzeer voor locatie F-oost (tussen de Hitsertse Kaai en Numansdorp) als voor de rest van de zuidrand en het Haringvliet. Ook wekt deze formulering de indruk dat de “noordelijke horizon” voor incidentele bezoekers van Tiengemeten belangrijker wordt gevonden dan de zuidelijke horizon voor permanente inwoners van Zuid-Beijerland. Een politieke keuze met een mankerende motivering. Behandel dan beide locaties gelijkwaardig en laat ze allebei onderzoeken.

Locatie 50 - De aanwijzing van locatie 50 aan het Spui vond u “onvoldoende gemotiveerd door de provincie genomen zonder dat een locatieafweging heeft plaatsgevonden”. Toch laat u de gewraakte lijnopstelling op locatie 50 niet onderzoeken, maar wel is er een clusteropstelling op locatie G uit de lucht komen vallen, waarvan u van tevoren weet dat het niet wenselijk is turbines in een open polder te zetten. In het startdocument wordt beweerd dat er te weinig ruimte voor een lijnopstelling langs de Spuidijk zou zijn in verband met het ontwerp voor Swaneblake.

Swaneblake Het ontwerp voor Swaneblake ligt eigenlijk in de vroegere Piershilse Noordpolder en niet in Klein Piershil. Het project bevindt zich nog slechts in het visiestadium. Voor zover bekend is er nog steeds geen financiering noch wettelijke ruimte voor de ontwikkeling van dit kostbare uitbreidingsplan. De rode uitbreidingscontouren van Nieuw-Beijerland en Piershil, waarbinnen wel gebouwd mag worden, zijn vastgelegd en bevinden zich ver van locatie 50/G. Op zichzelf is het een goed idee om het gebied rond de Piershilse haven te verbeteren. Permanente woningen rond de haven in het centrum liggen ver weg van een lijnopstelling langs het Spui. Maar volgens dit ontwerp zou er richting Spui ook een zeer waterrijk recreatiegebied met een even kwetsbare als kostbare open verbinding naar de getijdenrivier komen. Dat is een utopie! We weten dat de meeste raadsleden in deze tijd van zeespiegelstijging, klimaatverandering, extremer weer en dijkverzwaring juist tegen het in de polder binnenlaten van buitenwater zijn. In dit geval wordt er ook nog in die polder gewoond.

Wij begrijpen dan ook absoluut niet waarom de gemeenteraad de lijnopstelling niet laat onderzoeken! De buitengewoon onaangename indruk die wij hiervan krijgen is tweeërlei: 1. U vindt een weinig realistische toekomstfantasie met veel vakantiehuisjes in een geïnundeerde polder, veel belangrijker dan het belang van uw

4

eigen inwoners (uw kiezers), die al eeuwenlang in veel dichter bevolkte polders wonen. En/of: 2. U gebruikt Swaneblake als drogreden om de tegenstanders van locatie 50 hun zin te geven en deze locatie niet te hoeven onderzoeken.

Locatie F-oost Volgens dit startdocument zou locatie F-oost (aan de oostkant van de Eendragtspolder tussen de Buitendijk en de Schenkeldijk in Zuid-Beijerland) “al zijn opgenomen in de structuurvisie van Korendijk in het verlengde van de bestaande windturbines A29/Numansdorp”. Beide beweringen zijn onjuist: 1. In de structuurvisie uit 2003 van Korendijk wordt een hele rij kleine molens getekend buitendijks in de gorzen langs het Haringvliet – van „het Scheid‟ met Numansdorp tot aan de Nieuwendijk toe – “als mogelijke locatie voor windenergie in lijnopstelling”, maar over windenergie en turbinelocaties is in uw structuurvisie 2003-2020 helemaal niets geschreven, wel in de structuurvisie van de provincie. In de provinciale structuurvisie wordt in Korendijk alleen gesproken van locatie 50 als gewenste locatie. Dit dient correct vermeld te worden. 2. Anders dan vermeld zouden de windturbines op locatie F helemaal niet “in lijn komen te staan met de reeds aanwezige rij kleinere windmolens (in de grote Westerse polder) in Numansdorp”, maar schuin binnendijks in de Eendragtspolder, die hier op het oostelijke einde op z‟n smalst is en waar een lint vrijwel aaneengesloten historische dijkboerderijen ligt.

Hiermee kom ik op de manier waarop de bewoning is beschreven: Er wordt vermeld bij locatie F-oost “aan de Schenkeldijk zijn relatief weinig woningen aanwezig”, terwijl Zuid-Beijerland het langste dijkdorp in de Hoeksche Waard is, waarvan de bebouwing vanaf de grens met Numansdorp vrijwel aaneengesloten langs de Eendragtspolder doorloopt tot de grens met Piershil. Bij locatie A staat: “in de nabijheid van locatie A bevinden zich relatief weinig burgerwoningen”, terwijl er aan de kant van de Leenheerenpolder slechts één dijkhuis aan de West- of Hollaarsdijk staat. Bij locatie 50 of G in de nagenoeg onbewoonde polder Klein Piershil wordt helemaal niets over bewoning vermeld.

Uit dit alles blijkt dat de vier locaties aan de randen die er toedoen op subjectieve wijze helemaal niet of niet gelijkwaardig voor nader onderzoek worden voorgedragen.

Tot slot nog een vaststelling die de geloofwaardigheid van een onafhankelijk onderzoek helemaal onderuit haalt: Het is bekend dat Ecofys een dochter is van Eneco, waarin ook de gemeente Korendijk belangen heeft. Bovendien heeft Eneco al met agrariërs in Zuid-Beijerland onderhandeld over plaatsing.

1. Economische motieven, die zowel op locatie F-west en -oost als op 50/G (met een concurrerende energieleverancier) een rol spelen, worden nergens vermeld. 2. Hoe kan men hier in ernst spreken van een „onafhankelijk‟ onderzoek?

Volgende maand stemt u over dit startdocument. Wij verzoeken u dringend de opgaven objectiever te laten stellen en locatie 50 met de lijnopstelling in het onderzoek mee te nemen.

5