In memoriam ESB (1939–2018)

uud Lubbers was een briljant was meestal te danken aan de vinding- student economie. We waren rijkheid van Den Uyl: tactiek, bruggen jaargenoten in , we slaan, andere formuleringen kiezen, Rbegonnen in 1957, maar hij was eerder compromissen voorstellen, tijdrekken klaar want hij moest aan het werk. Niet en – bovenal – kennis van zaken ten- dat hij zich in die jaren alleen met stude- toonspreiden. Ik ben ervan overtuigd ren had beziggehouden. Integendeel, hij dat Lubbers, toen hij eenmaal premier was actief in het studentenleven, onder werd, diens voorbeeld heeft gevolgd en meer als praeses van Sanctus Laurentius. vervolmaakt. Toen moest hij zelf leiding Ik was in dat jaar praeses van S.S.R., geven aan kabinetten die een langdurige­ en onze jaargenoten en crisis het hoofd moesten bieden. Ik Neelie Kroes waren dat van het RSC en was daar getuige van in Lubbers III en de RVSV. Samen vormden we de Rot- bewonderde zijn aanpak: meedenken,­ terdamse studentenraad – die werd toen managen en soms een fait accompli nog niet via verkiezingen samengesteld. scheppen. Zo leidt men een kabinet als Twintig jaar later kwamen we men slechts primus inter pares is. elkaar weer tegen in een aantal opeenvolgende kabinetten, drie Om anderen voor voldongen feiten te stellen was niet moge- daarvan onder zijn leiding. Het was geen Rotterdamse maffia, lijk gedurende de tweede helft van het kabinet-Den Uyl, toen we want we dachten over tal van zaken verschillend. Maar omtrent de gevolgen van de oliecrisis min of meer te boven waren geko- de relatie tussen economie en politiek deelden we dezelfde uit- men en (linkse) hervormingsvoorstellen de hoofdmoot van de gangspunten, want we hadden een uitstekende Rotterdamse agenda uitmaakten: een grondpolitiek die ruimte bood aan het opleiding met elkaar gemeen: Lambers, Witteveen, Koyck, publieke belang, grotere invloed voor ondernemings­raden bin- Tinbergen, Sanders, Drion, Van Doorn en anderen. Het waren nen de bedrijven, de invoering van een vermogensaanwasdeling leermeesters met verschillende disciplines, want de studie eco- en een selectieve sturing van particuliere­ investeringen. Al deze nomie was in die tijd niet alleen diepgaand, maar ook breed: beoogde hervormingen raakten Lubbers’ werkterrein. En al is er bedrijfseconomie, micro-economie en macro-economie, con- uiteindelijk niet veel hervormd, Lubbers dacht mee, niet tegen. junctuur en structuur, geldwezen en handelspolitiek, boekhou- Lubbers wist zijn intellectuele interesse politiek te vertalen, den en wiskunde, naast ook nog rechten, filosofie, geschiede- dat wil zeggen beleidsmatig, over partijpolitieke grenzen heen. nis, sociologie en geografie. Het waren geen keuzevakken, maar Wat dat betreft bleef hij zijn Rotterdamse opleiding getrouw, onderdeel van een totaalbenadering van het begrip ‘economie’. ook wanneer het ging om internationaal beleid. De term ‘globa- Lubbers genoot daarvan want hij had een brede belangstelling lisering’ was nog niet in zwang gekomen, maar het verschijnsel en hij heeft er zijn hele politieke carrière van geprofiteerd. diende zich aan en vereiste een beleidsmatig antwoord. Lubbers Die carrière begon in 1973 als lid van het kabinet-Den deed creatief mee aan internationale discussies over de door Uyl. Formateur Burger zocht een progressieve en liefst jonge ontwikkelingslanden voorgestelde Nieuwe Internationale Eco- KVP’er als van Economische Zaken. Een andere jaar- nomische Orde, werkte in onderhandelingen binnen de UNC- genoot, Piet de Ruiter, toen inmiddels Tweede Kamerlid voor TAD constructief mee aan hervorming van de internationale de PvdA en tot kort daarvoor hoofdredacteur van ESB, was de grondstoffenpolitiek en nam initiatieven tot herstructurering eerste die opperde Ruud Lubbers te benaderen. Het klikte tus- van de Nederlandse economie om ontwikkelingslanden meer sen hem en Den Uyl. De rest is geschiedenis. exportmogelijkheden te bieden. Al deze initiatieven kwamen Ik maakte hem mee in dat kabinet en gedurende de eer- in de verdrukking na de internationale schuldencrisis van 1982 ste maanden stelde Lubbers zich voorzichtig op. Na de oliecri- en werden ten grave gedragen na de opkomst van het neoli- sis van oktober 1973 kon hij zich laten gelden als crisismanager beralisme, tien jaar later. Maar Ruud Lubbers bleef de ideeën met betrekking tot de energievoorraden en het energiegebruik, daarachter getrouw en ging zich na zijn premierschap vanuit de en als medevormgever van een geïntegreerd sociaal en econo- universiteit en het maatschappelijk middenveld bezighouden misch beleid, inclusief begrotings-, werkgelegenheids- en inko- met vraagstukken rond de globalisering en de slachtoffers daar- mensbeleid, om de crisis het hoofd te bieden. In de discussies van: vluchtelingen en de aarde zelf. Hij was een econoom in de daarover kon het behoorlijk botsen, niet langs partijpolitieke wezenlijke betekenis van het woord. lijnen, maar tussen kabinetsleden met verschillende beleids­ JAN PRONK prioriteiten, bijvoorbeeld tussen Lubbers en Boersma. Maar Emeritus hoogleraar aan het Instituut voor Sociale Studies van de we kwamen er altijd uit, zij het vaak pas diep in de nacht. Dat Erasmus Universiteit Rotterdam en voormalig minister van OSW en VROM

144 Jaargang 103 (4759) 15 maart 2018