Interview Kees Neggers

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Interview Kees Neggers Kees Neggers, internationaal baanbrekend vanuit Surfnet ‘Het was voortdurend spitsroeden lopen’ Kees Neggers vond na een loopbaan van 16 jaar in de schaduw bij Surfnet zijn plek om op grote schaal technisch te gaan innoveren, tot en met de recente opname in de Internet Hall of Fame. Bij nagenoeg alle belangrijke internationale wetenschapsnetwerken was hij betrokken. Loopbaan 1947, 20 juli geboren te Breda 1972 Elektrotechnisch Ingenieur TU/e 1972-1973 Luchtmacht Afdeling Wetenschappelijk Onderzoek 1974-1975 Wetenschappelijk ambtenaar TU/e Elektrotechniek 1975-1980 Beleidsmedewerker Rekencentrum Rijksuniversiteit Groningen 1980-1984 Directielid Rekencentrum Rijksuniversiteit Groningen 1984-1988 Directielid Rekencentrum Katholieke Universiteit Nijmegen 1988-2012 Directielid Surfnet 2012-heden Strategisch Adviseur Surf Verder 1984-1994 Directeur Nederland en bestuurslid EARN (European Academic and Research Network) 1986-1994 Bestuurslid RARE (Réseaux Associés pour la Recherche Européenne) 1995-2001 Bestuurslid TERENA (Trans-European Research and Education Networking Association – Opvolger RARE) 1990-2012 European Co-Chair CCIRN (Coordinating Committee for Intercontinental Research Networking) 1991-1994 Initiatiefnemer en voorzitter netwerk Ebone 1992-1998 Betrokken bij opzet Ripe NCC 1998-2000 Charter member RIPE NCC Executive Board 2000-2008 Chairman Ripe NCC Executive Board 1992-1996 Charter member Board of Trustees Internet Society 1997 Betrokken bij opzet Isoc.nl 1994-1998 Betrokken bij opzet Ams-Ix 1998-2004 Bestuur Internet Society 2001-heden Voorzitter GLIF (Global Lambda Integrated Facility) 2002 Met Boudewijn Nederkoorn ICT Personality of the Year 2002 2008-heden vertegenwoordiger e-IRG (e-Infrastructure Reflection Group) 2012 Officier in de Orde van Oranje Nassau 2013 Opgenomen in Internet Hall of Fame 1 Foto’s: Frank Groeliken Tekst: Peter Olsthoorn 2 U heeft ongeveer 30 jaar internet in Europa van nabij meegemaakt. Welke lijn ziet u? Kees Neggers: “De jaren 1982, 1992 en 2002 zijn voor mij revolutionaire ijkpunten. In 1982 is EUnet opricht, in 1992 hebben we Ebone gelanceerd als eerste Europese IP backbone-netwerk. En in 2002 Netherlight, het eerste open schakelpunt in Europa voor lichtpaden, snelle directe optische verbindingen. Ook de Surfnet backbone was vanaf 2002 volledig optisch.” U trekt de lijn niet door: ontbrak in 2012 een markante gebeurtenis, behalve uw pensionering bij Surfnet. Of herkennen we die doorbraak niet? Of was het dat China groter werd op internet dan bakermat VS? “De technische ontwikkeling van internet is evolutionair geworden, in plaats van in de revolutionaire stappen die ik noemde. Nu is TCP/IP een algemeen geaccepteerd protocol, maar in de beginjaren moest dat echt nog bevochten worden tegenover Osi.” De opzet van EUnet in 1982 vanuit Amsterdam ging totaal aan u voorbij? “Ja, ik bouwde nog aan netwerken vanuit het rekencentrum van de Universiteit Groningen. Ons belangrijkste doel was het realiseren van toegang op afstand op een centrale machine voor de hele campus. EUnet is opgezet door computerwetenschappers en niet door de universitaire rekencentra. Ik ging in ’84 naar Nijmegen omdat die universiteit ambitieuze plannen had met netwerken. Nijmegen werd ook het Nederlandse centrum van het Europese netwerk Earn van IBM- computers met VM-besturing. Nijmegen liep voorop. IBM schonk een computer en een internationale verbinding.” Toen kwam in 1984 met het Informatica Stimuleringsplan van de overheid Surfnet zoetjesaan in beeld…. “De Nederlandse overheid is vanaf 1984 ICT voor de academische wereld gaan stimuleren. In de voorfase van Surfnet kreeg elke universiteit eerst een koppeling naar het Earn knooppunt in Nijmegen. Vooral om te tonen wat er mogelijk was met datanetwerken maar ook om gebruikers snel van dienst te kunnen zijn. Echter, spoedig kwam, gestuurd door monopolies van de PTT’s, de missive dat, Surfnet en andere Europese en ook Amerikaanse datanetten op Osi- standaarden gebaseerd moesten zijn. Dat model was opgezet onder de vleugels van de International Telecom Union, de VN van de PTT’s. Een bolwerk van jewelste. Wetenschapsnetten bestonden niet. Dus één van onze eerste projecten was een X.400 e-mail dienst onder Osi opzetten. We hoefden het IBM-net niet op te doeken. De Nederlandse overheid heeft ons gelukkig altijd toegestaan om dienstverlening boven standaardisatie te stellen.” 3 Earn van IBM waren lijntjes van 9.600 bits tussen universiteiten. Heel weinig. Lag het er alleen voor de show, de pr? “Met Earn kon je e-mailen, bestanden sturen en chatten. De capaciteitsbehoefte was nog zeer beperkt, want ik heb nooit congestie gemerkt in die eerste fase. Serieus. Een handvol mensen gebruikte die faciliteiten. Maar het kon tenminste en het werd zichtbaar.” Al aansluitingen op bureaus van wetenschappers? “Nee, in die tijd waren gebruikers best bereid om nog even naar een ander gebouw te gaan om daar op de computer te mailen of bestanden uit te wisselen. Zo bijzonder was het nog. Pc’s waren er amper. Grootste behoefte vormde de toegang op afstand tot centrale computers binnen campussen. Eerst ontstonden er dus lokale netwerken, zoals in Groningen, met soms toegang vanaf werkplekken. Dat werd ook gebruikt voor het bijwonen op afstand voor bijvoorbeeld practica.” Jullie tuigden tussen universiteiten ook een Decnet op met Digital, de grote concurrent van IBM? “Surf werkte in de vroegste jaren vanaf 1986 samen met vier bedrijven: PTT, IBM, Digital en Philips. Digital leverde voor een spotprijs Vax machines van Digital die via Datanet van de PTT werden verbonden. Philips probeerde samen met PTT zijn Sopho-netwerk gebaseerd op Osi te slijten.In de ogen van de PTT ging dat vooral om het onderling verbinden van Sopho digitale telefooncentrales. Overigens nooit goed van de grond gekomen.” Waarom mislukte Philips? Daar zijn vele redenen voor te geven. Philips en PTT hielden in Nijmegen een proef om een Sopho-switch lokaal op te tuigen, maar die bleek niet opgewassen tegen Ethernet. PTT speelde met Philips de kaart van ISDN. PTT dacht dat ze met breedband ISDN, een digitale telefooncentrale en op elk bureau toestellen met een spraak- en datakanaal verbonden met de pc heel Surfnet eigenlijk overbodig kon maken.” IBM en Dec waren favoriet? “Aanvankelijk wel. Een volgende belangrijke stap was in 1986 in Amsterdam de oprichting van Rare, de organisatie van researchnetwerken in Europa. Surf-initiatiefnemer Hans Rosenberg gaf daar 100.000 Ecu [voorloper Euro] voor. Dat was een bijzonder handige zet, want zo werd Amsterdam het Europese centrum voor researchnetwerken.” 4 Wat waren de voordelen? “Nederland had met netwerken een achterstand op Engeland, Duitsland en Scandinavië. Europa was toen nog heel klein en Amsterdam lag centraal. We haalde kennis en zichtbaarheid binnen. Het heeft absoluut gewerkt om zaken hier te versnellen. Zo kon ik direct penningmeester en later voorzitter van Rare worden vanwege de Nederlandse financiering.” Maar ook Rare was onderworpen aan Europese druk met Osi-standaarden. “Dat was onontkoombaar, want de industrie werd geleid door bijzonder krachtige PTT’s, zoals Deutsche Telekom en France Telecom. Daar konden we in de beginjaren onmogelijk omheen. In 1987 startte Eurekaproject Cosine. De Nederlander Peter Tindemans ging dat leiden. Rare maakte de specificaties daarvoor. We kregen daarvoor 30 miljoen Ecu van de Europese Commissie.” Nederland had met u als penningmeester een dikke vinger in de pap met bestedingen “Cosine vereiste een grote club mensen, met werkgroepen voor elk onderdeel van het netwerk. Binnen no-time zat er in Amsterdam een enorme projectorganisatie. Het betekende onvoorwaardelijke steun betuigen aan de Osi-standaarden. Maar Tindemans en zijn collega Karel Vietsch hebben altijd het netwerk vooropgesteld zolang Osi nog niet in praktijk was gebracht. We mochten dus doorgaan met IBM en Dec en met internet gaan flirten.” Maar toch niet openlijk? “Als we er maar bij zeiden dat het interim zaken waren, bla-bla-bla. In lokale netwerken van universiteiten kwam de Ethernet–standaard met Unix-computers op, die beter paste bij internet dan de telefooncentrales en X.25 transportnetten van de PTT’s en de netwerken van IBM en Dec.” Toch gingen jullie met een zak geld van de overheid eerst verder met een eigen X.25 netwerk. “We moesten wel, maar we konden eenvoudig aantonen dat het Datanet van PTT veel te traag was. We kregen dus toestemming van de overheid en PTT voor een eigen netwerk. Maar dat moest dan ook X.25 zijn, volgens de Osi-standaard, anders kon je in die monopolietijd geen verbinding van PTT krijgen. Ook IBM had, voordat ze de internationale huurlijnen kregen, vooraf moeten beloven Earn binnen enkele jaren over X.25 te laten lopen.” 5 Wat was de eerste activiteit van Surfnet in 1988 en 1989? “Boudewijn en ik begonnen januari 1988 met zijn tweetjes in een kamertje van Surf in Utrecht met de opzet van een eigen organisatie in plaats van een projectgroep met inhuurkrachten. Al snel kwamen Erik Huizer, Erik-Jan Bos en Victor Reijs binnen, die sleutelrollen gingen vervullen. Zij werkten in Cosine-verband ook mee aan het internationale X.25 interconnect netwerk en aan toepassingen op basis van het Osi-model zoals X.400 mail, X.500 Directory services en Ftam bestandsoverdracht. Osi was sturend, ondanks dat de vraag naar internet binnen universiteiten snel sterker werd.” Dat ging niet echt soepel in elkaar over? “Nee, die voorfase met gebruikers die snel nieuwe diensten wilden en de subsidie-eisen vanuit de overheden met Osi vormden een spagaat van jewelste. De Europese en nationale overheden gaven ons nu eenmaal veel geld voor Cosine en Osi, terwijl gebruikers ook buiten hun instelling met het lokaal steeds populairdere internet wilden werken. We moesten officieel het Osi-spoor blijven volgen, maar in 1989 waren er nog steeds geen specificaties. Daar konden we niet langer op wachten. Dus boden we vanaf mei 1989 ook internet aan onze gebruikers aan. We kregen geen strobreed in de weg gelegd. We moesten wel internet over X.25 aanbieden. Dat werkte prima.” 6 Volgens Ted Lindgreen bleven jullie achter met internet en de informatica- afdelingen van de universiteiten kregen internet via NLnet en het CWI.
Recommended publications
  • Preliminary Programme
    TERENA NETWORKING CONFERENCE 2012 21 - 24 May, Reykjavik, Iceland PRELIMINARY PROGRAMME ‘NETWORKING TO SERVICES’ BITS & WIRES SUPPORTING COLLABORATION SOCIAL & SECURE INFRASTRUCTURE & SERVICES USING THE STUFF The TERENA Networking Conference 2012 is organised by TERENA, the Trans-European Research and Education Networking Association and hosted by the Icelandic National Research and Education Network (RHNET) and the University of Iceland. FOLLOW #TNC2012 tnc2012.terena.org PRELIMINARY CONFERENCE PROGRAMME The full programme for TNC2012, including the latest changes and updates can be found at: tnc2012.terena.org/schedule ‘NETWORKING TO SERVICES’ Networking in research and education today means much more than simply moving bits and bytes from place-to-place. The services deployed on top of the network are now more crucial than ever before, and social contact enables more effective international collaboration for both service providers and users. In 2011, networks became the central component of a digital ecosystem that is transforming research, education, teaching and human interaction on all levels. The conference will focus on network technologies, infrastructures and services that support research and education, examining the following areas: bits & wires, supporting collaboration, infrastructure & services, social & secure, and using the stuff. The conference programme is composed of four parallel tracks with presentations of selected papers and talks by invited speakers. Each day, there will be a plenary session in which prominent experts will deliver keynote presentations. Keynotes will set the theme for the conference and introduce the topics that will be discussed in more detail in the parallel sessions. The conference sessions will be streamed live and will be archived for future reference.
    [Show full text]
  • Particulate Matter Levels in Portugal (Mainland and Islands). a Preliminary Study for Outdoor/Indoor Environment in Basic Schools
    Proceedings of Clima 2007 WellBeing Indoors Particulate matter levels in Portugal (mainland and islands). A preliminary study for outdoor/indoor environment in basic schools. Issmat R. Khan1, Maria do Carmo Freitas1, Adriano M.G. Pacheco2 1Reactor-ITN, Technological and Nuclear Institute, E.N. 10, 2686-953 Sacavém, Portugal 2CERENA-IST, Technical University of Lisbon, Av. Rovisco Pais 1, 1049-001 Lisboa, Portugal Corresponding email: [email protected] SUMMARY This study deals with Particle Matter (PM) levels below 2.5 µm (PM2.5) in Portugal and shows that US EPA (United States Environmental Protection Agency) directive is exceeded in a few places. PM2.5 total mass concentration measured in several places located in Portugal mainland and islands and the outskirts are quite well correlated for a few sites. Results show that it is important to determine the elemental composition of PM2.5, and to develop an epidemiological study in Portugal to find a possible association between PM2.5 levels, sources and morbidity/mortality. However, the results imply that a source-oriented evaluation of PM health effects needs to take into account the uncertainty associated with the spatial representativity of the species measured at a few sampling stations. For that purpose the survey using biomonitors may contribute positively. INTRODUCTION Several reports revealed significant correlations between PM levels and increased respiratory and cardiovascular diseases, and mortality [1]. Understanding and controlling air pollution becomes then important but difficult, because the emission inventories and transport models are problematic in the evaluation of particulate atmospheric pollution. In South European regions, such as Portugal, in addition to anthropogenic sources, the ambient aerosol has an important contribution from natural dust, due to local emissions from bare soil, and an influence of episodic African dust transport outbreaks [2].
    [Show full text]
  • Report on the World Summit on the Information Society Stocktaking
    International Telecommunication Union Report on the World Summit on the Information Society Stocktaking Printed in Switzerland Geneva, 2008 2008 International Telecommunication Union RRepporrt oonn tthhee WWoorrlldd SSuummmmiitt onn tthhee IInnfforrmaattioonn Soocciieettyy SSttoocckkttaakkiinngg 2008 The 2008 edition of the WSIS stocktaking report acknowledges the tremendous involvement of governments, international organizations, business and civil society entities and others in providing information on ongoing projects and initiatives to the WSIS Stocktaking Information System. Most of the data contained in this report are extracted from the WSIS stocktaking database available at www.itu.int/wsis/stocktaking/index.html The report was prepared through the collaborative efforts of the ITU team, comprising Onder Cetinkaya, Christopher Clark, Simon De Nicola, Vanessa Gray, François-Gaël Jaboulay, Youlia Lozanova, Isabelle Lucas, Kerstin Ludwig, Lucy Macdermot, Mike Nxele, Hilary Platman, Jaroslaw Ponder, Ana Dory Rodriguez Rodriguez, Nicolas Stauble, Christine Sund, Regina Valiullina and Oyuna Umuralieva. Special thanks are attributed to the Ministry of Internal Affairs and Communications (MIC) (Japan) for providing financial assistance in the WSIS stocktaking process. DISCLAIMER Information contained in this publication is provided by multiple stakeholders that contributed to the WSIS stocktaking information system and do not engage ITU. The designations employed in this report, including web links, do not imply expression of any opinion whatsoever on the part of ITU concerning the legal status of any country, territory, city or area, or concerning the delimitations of its frontiers or boundaries. The mention of specific companies or of certain products does not imply that they are endorsed or recommended by ITU in preference to others of a similar nature that are not mentioned.
    [Show full text]
  • (HLEG) Global Strategic Report
    © ITU 2008 International Telecommunication Union Place des Nations, 1211 Geneva, Switzerland. First printing 2008 Legal Notice The information contained in this publication has been contributed by members of the High-Level Experts Group (HLEG) on the basis of information that is publicly available. Neither ITU nor any person acting on its behalf is responsible for any use that might be made of the information contained in this Report. ITU is not responsible for the content or the external websites referred to in this Report. The views expressed in this publication are those of the authors only and do not reflect in any way the official views of ITU or its membership or engage the ITU in any way. Denominations and classifications employed in this publication do not imply any opinion on the part of the ITU concerning the legal or other status of any territory or any endorsement or acceptance of any boundary. No part of this publication may be reproduced, except as authorized by written permission and provided that the source is acknowledged. Persons interested in quoting this publica- tion should first seek permission from: [email protected]. Acknowledgements Introduction Contributing authors: GCA Secretariat and all work area leaders. Chapter 1: Strategic Report WA1 Main author & editor: Stein Schjolberg, Chief Judge, Moss District Court, Norway. Contributing authors: Dr. Marco Gercke, Senior Researcher University of Cologne, Germany: Section 1.6 (except 1.6.1.6. and 1.6.3.3.), Section 1.7 (except 1.7.8.), Section 1.10 (except 1.10.2) and co-author of Section 1.1.
    [Show full text]
  • NSF Cooperative Agreement No. ANI-9730202 June 2001 Quarterly Status Report
    National Science Foundation, Directorate for Computer Information Science and Engineering Division of Advanced Networking Infrastructure & Research (ANIR) NSF Cooperative Agreement No. ANI-9730202 June 2001 Quarterly Status Report Submitted July 17, 2001 Tom DeFanti, Maxine Brown, Andy Johnson, Dan Sandin, Jason Leigh, Andy Schmidt, Laura Wolf Electronic Visualization Laboratory University of Illinois at Chicago Linda Winkler Argonne National Laboratory Jim Williams, Stephen Peck Indiana University Table of Contents A. Summary of Technical Activities 1 A.1. Euro-Link Network Status and Institutions 1 A.2. Engineering Services 2 A.3. NOC Services 3 B. Euro-Link Performance Analysis Tools 4 C. Accomplishments 6 C.1. Meetings 6 C.2. Publications 9 C.3. Software Releases 9 D. Collaboration Activities 9 E. Problems 10 F. Any Proposed Changes in Future Plans 10 G. Summary of Award Expenditures (April-June) 10 A. Summary of Technical Activities A.1. Euro-Link Network Status and Institutions A.1.a. CERN STAR TAP engineers are setting up direct BGP peering between UIC/EVL and CERN in order to run RUDP bandwidth tests over CERN’s 100Mbps link. See Section B.1.c. Reliable Blast UDP. CERN is preparing a proposal (DataTAG: Research and Technological Development for a Trans-Atlantic Grid) to the European Union (EU) for a high-speed research link between CERN and StarLight, in addition to the existing 155Mbps circuit they plan to upgrade to 622Mbps by April 2002. Euro-LinkSM Quarterly Status Report, June 2001 1 A.1.b. IUCC Hank Nussbacher of IUCC asked Euro-Link participants if they would allow the NOC to SNMP poll their routers to make the STAR TAP Weather Map <http://hydra.uits.iu.edu/startap-atm/> more informative.
    [Show full text]
  • Design and Optimization of Optical Grids and Clouds
    Ontwerp en optimalisatie van optische grids en clouds Design and Optimization of Optical Grids and Clouds Jens Buysse Promotoren: prof. dr. ir. C. Develder, prof. dr. ir. B. Dhoedt Proefschrift ingediend tot het behalen van de graad van Doctor in de Ingenieurswetenschappen: Computerwetenschappen Vakgroep Informatietechnologie Voorzitter: prof. dr. ir. D. De Zutter Faculteit Ingenieurswetenschappen en Architectuur Academiejaar 2012 - 2013 ISBN 978-90-8578-591-0 NUR 986 Wettelijk depot: D/2013/10.500/24 Universiteit Gent Faculteit Ingenieurswetenschappen en Architectuur Vakgroep Informatietechnologie Promotoren: prof. dr. ir. Chris Develder prof. dr. ir. Bart Dhoedt Universiteit Gent Faculteit Ingenieurswetenschappen en Architectuur Vakgroep Informatietechnologie Gaston Crommenlaan 8 bus 201, B-9050 Gent, Belgie¨ Tel.: +32-9-331.49.00 Fax.: +32-9-331.48.99 Dit werk kwam tot stand in het kader van een specialisatiebeurs van het IWT-Vlaanderen (Instituut voor de aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie in Vlaanderen). Proefschrift tot het behalen van de graad van Doctor in de Ingenieurswetenschappen: Computerwetenschappen Academiejaar 2012-2013 Weten waar Abraham zijn mosterd haalt Op het moment van schrijven, zit ik aan een klein tafeltje te mijmeren aan een raam met zicht op de op dit moment nog besneeuwde bergtoppen van Alpe d’Huez; Lady d’Arbanville van Cat Stevens speelt op de achtergrond. Over twee weken geef ik de presentatie op de publieke verdediging en dat doet me nadenken: hoe ben ik tot dit punt geraakt? Herinneringen aan leuke maar ook minder leuke momenten doen de revue: hoe ik trots na een vergadering in Barcelona belde naar Emma om te zeggen dat ik met mijn voeten in de Middellandse zee stond, maar ook de nacht waar ik verwoed en uitgeteld resultaten van de cluster haalde om te beseffen dat er nog steeds een foutje in de programmatuur zat.
    [Show full text]
  • TERENA COMPENDIUM of National Research and Education Networks in Europe 2009 Edition
    TERENA COMPENDIUM of National Research and Education Networks in Europe 2009 Edition ISSN: 1569 - 4496 www.terena.org/compendium © TERENA 2010 All rights reserved Parts of the report may be freely copied, unaltered, provided that the original source is acknowledged and copyright preserved. Editor: Bert van Pinxteren Text, tables and graphs: John Dyer, Bert van Pinxteren, Brook Schofield Database and website: Christian Gijtenbeek Proofreading and correction: Rob Stuart, LocuMotio.nl Design and production: Omdesign, OmDesign.nl Printing: Druckhaus Cramer Paper: Recy Satin Price: € 25 (excl. postage and packing) For further information or to place an order, please contact: TERENA Secretariat Singel 468 D 1017 AW Amsterdam, Netherlands Email: [email protected] The research leading to these results has received funding from the European Community’s Seventh Framework Programme (FP7/2007-2013) under grant agreement n° 238875, relating to the project ‘Multi-Gigabit European Research and Education Network and Associated Services (GN3)’. TERENA is solely responsible for this publication, which does not represent the opinion of the European Community; nor is the European Community responsible for any use that may be made of the data appearing herein. TERENA COMPENDIUM of National Research and Education Networks in Europe 2009 Edition www.terena.org/compendium TERENA Compendium of National Research and Education Networks In Europe / Contents CONTENTS Introduction 4 4.5 Congestion 53 Summary of key findings 5 4.6 IPv6 54 1 Basic information 9 5
    [Show full text]
  • Terena Compendium
    TERENA COMPENDIUM of National Research and Education Networks in Europe 2010 Edition www.terena.org/compendium © TERENA 2010 All rights reserved Parts of this report may be freely copied, unaltered, provided that the original source is acknowledged and copyright preserved. Editor: Bert van Pinxteren Text, tables and graphs: Bert van Pinxteren, Harman Korte Database and website: Christian Gijtenbeek Proofreading and correction: Rob Stuart, LocuMotio.nl Design and production: Omdesign, Omdesign.nl Printing: Hellendoorn Paper: Recy Satin Price: €25 (excl. postage and packing) For further information or to place an order, please contact: TERENA Secretariat Singel 468 D 1017 AW Amsterdam, Netherlands Email: [email protected] The research leading to these results has received funding from the European Community’s Seventh Framework Programme (FP7/2007-2013) under grant agreement n° 238875, relating to the project ‘Multi- Gigabit European Research and Education Network and Associated Services (GN3)’. O RS F G TERENA is solely responsible for this publication, A É E A Y N which does not represent the opinion of the European 0 T Community; nor is the European Community 1 responsible for any use that may be made of the data 2 00 10 appearing herein. 0 20 TERENA COMPENDIUM of National Research and Education Networks in Europe 2010 Edition www.terena.org/compendium ISSN: 1569 - 4496 TERENA Compendium of National Research and Education Networks In Europe / Contents CONTENTS Introduction 4 4.3 Traffic growth, 2003-2009 48 Key findings: a brief
    [Show full text]
  • Our Supporterss
    Our Supporterss onors are a key part of Internet PLATINUM CONTRIBUTORS Society’s vital community of supporters. As a result of their contributions, advances have been made in Internet security and resiliency, regional connectivity and global outreach, fellowship and educational opportunities, and a growing number of projects bringing Internet access to local communities. These achievements are concrete examples of the impact donors can have in supporting our mission to ensure the “Internet is for everyone”. If your name has been inadvertently omitted or incorrectly spelled, please accept the Internet Society’s sincere apologies and contact us at [email protected] so we may correct your record. INSTITUTIONAL DONORS (*INTERNET SOCIETY ORGANIZATION MEMBERS) .au DomainAdminstration Ltd (.auDA) .CO Internet S.A.S.* 21st Century Fox* 21Vianet Group Inc. A10 Networks Adobe Systems Incorporated* ADVA Optical Networking NA Inc.* Afilias* African Telecommunications Union (ATU)* African Union Commission AFRINIC Ltd.* Akamai International, B.V. Alcatel-Lucent International* Amazon Amsterdam Internet Exchange (AMS-IX)* Angola Cables, S.A* APNIC Pty. Ltd* Applications Communications Network (ACOnet)* Internet Society Annual Report 2014 | 31 APTLD (Asia Pacific Top Level Domain Association)* Gibtelecom* ARIN (American Registry for Internet Numbers)* Go6 Institute* Asia Pacific Internet Association (APIA) Google, Inc.* Association for Computing Machinery* Hitachi, Ltd.* AT&T Services, Inc.* Huawei Technologies, Inc.* L’Autorité de Régulation
    [Show full text]
  • Update on TERENA Activities Outline
    23rd APAN Meeting Manila, The Philippines January 23rd, 2007 dr. Catalin Meirosu Project Development Officer [email protected] www.terena.org Update on TERENA activities Outline › What is TERENA ? › Yearly Overview of European NREN activities – the Compendium › Global Lambda Integrated Facility - GLIF › Mobility and roaming – eduroam › Server Certificate Service – SCS › Next-generation collaboration services › Involvement in EU-funded projects Slide 2 What is TERENA ? › The Trans-European Research and Education Networking Association › From the legal point of view, a not-for-profit association incorporated under Dutch law › Networking the Networkers › A global player in the research and education environment › Technical Programme, Task Forces › TERENA Secretariat – located in Amsterdam › 15 staff › Role in coordinating activities › Technical support for task forces Slide 3 The TERENA Compendium › Since 2001, the reference on networks for research and education › The 2006 edition in numbers: › 86 pages › 58 NRENs interviewed in EU and EFTA countries › www.terena.org/compendium › Contact: Bert van Pinxteren (pinxteren _at_ terena.org) Slide 4 Compendium 2006 – Findings (1/2) › Steady increase in the number of universities connected at Gigabit speeds › High increase in the number of schools and primary education institutes connected › Steady traffic growth rates Slide 5 Compendium 2006 – Findings (2/2) › Many NRENs deploying dark fibre (including cross- border deployment examples) › Diversified service portofolios: › CSIRTs › PKI › Grids
    [Show full text]
  • Presentatie Surfnet
    TF-CSIRT Activity Update Gorazd Božič [email protected] Based on materials provided by TERENA TF-CSIRT © TERENA 2005 TF-CSIRT • TERENA Task Force: – Operation defined by Terms of Reference – Two years recurring lifecycle with review – Members and non-members of TERENA – No membership fee, just travel & hotel costs – Active participation by members – Success depends on members’ commitment – TERENA plays role of professional facilitator: • Secretarial tasks • Logistical support © TERENA 2005 TF-CSIRT way of working • Meeting every four months • Venue rotates among members who volunteer to host • Two days: –1st day for seminars and presentations –2nd day for Task Force official meeting • Evening in-between: social event organised by the hosting member • Contacts between meetings provided by mailing list and project groups © TERENA 2005 Deliverables and Projects • Trusted Introducer Service & Directory • RIPE IRT object • Clearing House for Incident Handling Tools • Assistance to new CSIRTs • Incident Handling Procedures • Vulnerability and Exploit Description and Exchange Format WG © TERENA 2005 Recent activities • New TI (Trusted Introducer) services • RTIR working group • Interaction with ENISA (European Network and Information Security Agency) © TERENA 2005 Questions? September 2000, Paris, France January 2001, Barcelona, Spain May 2001, Ljubljana, Slovenia September 2001, Manchaster, United Kingdom January 2002, Stockholm, Sweden May 2002, Copenhagen, Denmark September 2002, Syros, Greece January 2003, Zagreb, Croatia May 2003, Warsaw, Poland September 2003, Amsterdam, Netherlands January 2004, Madrid, Spain May 2004, Hamburg, Germany September 2004, Valetta, Malta January 2005, London, United Kingdom May 2005, Zürich, Switzerland September 2005, Lisbon, Portugal http://www.terena.nl/tech/task-forces/tf-csirt © TERENA 2005.
    [Show full text]
  • Target 3: Connect All Scientific and Research Centres with Icts1
    CONNECT ALL SCIENTIFIC AND RESEARCH CENTRES WITH ICTs Target 3: Connect all scientific and research centres with ICTs Target 3: Connect all scientific and research 1 centres with ICTs Executive summary In today’s information society, the ways in which knowledge is created, processed, diffused and applied have been revolutionized – in part through rapid developments in ICTs (UNESCO, 2013). While the ICT revolution has not occurred at a uniform pace in all regions, to a large extent it has led to the creation of dynamic networks, cross-border collaborative processes, and internationalization of research and higher education. In line with the goal of making the benefits of ICTs available for all, Target 3 aims to connect all scientific and research centres with ICTs. The ICTs defined by the Target 3 indicators include broadband Internet2 and connections to national research and education networks (NRENs). Data from multiple sources indicate that the target of “all” scientific and research centres has not been achieved, although significant progress has been made according to the three indicators for Target 3. Indicator 3.1 focuses on connecting scientific and research centres with broadband Internet. Where data were available, connectivity was found to be high – typically 100 per cent – but there were a few countries that have yet to achieve this target. The conclusions that can be drawn from Indicator 3.1 were limited because of the low data availability and it is recommended that this indicator be removed. Indicator 3.2 measures whether a country has one or more NRENs and what their bandwidth is. Significant progress has been made in increasing the total number of NRENs, regional NRENs and countries with a NREN.
    [Show full text]