Een Gids Door Het 'Authentieke'
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
EEN GIDS DOOR HET ‘AUTHENTIEKE’ NEDERLAND HET GEBRUIK VAN HET BEGRIP ‘AUTHENTICITEIT’ IN NEDERLANDS- EN ENGELSTALIGE REISGIDSEN Anouk Pouwels S4484800 Masterscriptie ‘Tourism and Culture’ Radboud Universiteit Begeleider: Dr. Floris Meens 15 juni 2018 1 SAMENVATTING De authenticiteitsindustrie draait overuren, omdat in deze technologisch gemedieerde en gecommercialiseerde wereld steeds meer toeristen verlangen naar ‘authentieke’ en ‘echte’ ervaringen. Reisgidsen spelen een actieve rol in het sturen van toeristen bij het bevredigen van dit verlangen. Zo is het taalgebruik van de auteurs bepalend voor de manier waarop toeristen de desbetreffende locaties ervaren. Dit talige aspect van het begrip ‘authenticiteit’ blijkt echter onderbelicht te zijn de wetenschappelijke discussies. Dit onderzoek is dan ook uitgevoerd met het doel om meer kennis te verwerven wat betreft de manier waarop toeristen worden gestuurd door het taalgebruik in reisgidsen bij het bevredigen van hun verlangen naar ‘authenticiteit’. Hiervoor is de volgende onderzoeksvraag opgesteld: Hoe worden ‘authenticiteit’ en aanverwante begrippen gebruikt om locaties, objecten, producten, gedragingen, ondervindingen en individuen in Nederland te beschrijven in Nederlands- en Engelstalige reisgidsen gepubliceerd tussen het jaar 2002 en 2018? Om een antwoord te kunnen geven op deze onderzoeksvraag is een kwantitatieve en kwalitatieve discourseanalyse uitgevoerd. Hoewel ‘authenticiteit’ een belangrijk fenomeen is in de toeristenbranche en als zodanig wordt omschreven in de historiografie, blijkt uit het onderzoek dat de auteurs het begrip erg spaarzaam aangewend hebben, omdat het beschouwd wordt als een besmette term. Gezien het feit de aanverwante begrippen, daarentegen, met regelmaat worden toegepast, kan worden gesteld dat dit beladen begrip door de auteurs wordt omzeild door middel van het gebruik van verwante adjectieven. Daarnaast staat, voornamelijk, ‘object-gerelateerde authenticiteit’ centraal in de reisgidsen. Dit terwijl de afgelopen jaren ‘existentiële authenticiteit’ de overhand heeft in wetenschappelijke werken. Op basis hiervan kan worden gesteld dat ‘object-gerelateerde authenticiteit’ een grotere rol blijkt te spelen in de toeristenbranche dan wordt gesteld in de wetenschap. Tot slot wordt het ‘authentieke’ Nederland voornamelijk in verband gebracht met het onderwerp water en zijn het, hoofdzakelijk, de Nederlandse auteurs die zich focussen op dit fenomeen. 2 INHOUDSOPGAVE INTRODUCTIE p. 4 H1 THEORETISCH KADER p. 9 1.1 Toerisme en authenticiteit p. 9 1.2 De taalkundige representatie van authenticiteit p. 11 1.3 Methodologie p. 13 1.4 Corpus p. 16 H2 KWANTITATIEF ONDERZOEK p. 29 2.1 Totaal aantal frequenties van de geanalyseerde begrippen p. 29 2.2 Het begrip ‘authenticiteit’ p. 32 2.3 Het semantische veld van het begrip ‘authenticiteit’ p. 34 H3 KWALITATIEF ONDERZOEK p. 45 3.1 Het begrip ‘authenticiteit’ p. 45 3.2 Het semantische veld van het begrip ‘authenticiteit’ p. 47 CONCLUSIE p. 64 BIBLIOGRAFIE p. 67 BIJLAGEN p. 70 3 INTRODUCTIE “Vlak boven Amsterdam liggen vier fraaie en authentieke vissersplaatsen aan het IJsselmeer: Marken, Monnickendam, Volendam en Edam.” “In hotel De Kromme Raake, het kleinste hotel van Nederland, in Eenrum, overnacht u in een authentieke bedstede.” “De werf is nog steeds in vol bedrijf. Hij is niet toegankelijk, maar wel van diverse kanten zichtbaar en interessant als schouwspel, want op de werf worden nog steeds houten schepen op authentieke wijze gebouwd en hersteld.” De bovenstaande zinnen, geciteerd uit de reisgidsen Wat & Hoe Reisgids Nederland, Capitool Reisgidsen Nederland en Nederland voor Nop, laten zien dat verschillende Nederlandse plaatsen, voorwerpen en gedragingen door de toeristenbranche worden bestempeld als ‘authentiek’. Gedurende de afgelopen 50 jaar is het begrip ‘authenticiteit’ onder de loep genomen in verschillende academische disciplines en hebben wetenschappers getracht dit fenomeen beter te begrijpen. Zij hebben vastgesteld dat mensen verlangen naar authenticiteit, het ongerepte, het primitieve en het natuurlijke. Volgens Pine en Gilmore, schrijvers van de baanbrekende bestseller De Beleveniseconomie, waarin zij beargumenteren dat in de huidige Westerse economie de geassocieerde beleving met een product of dienst centraal staat, is deze zoektocht naar authenticiteit een reactie op een sterk technologisch gemedieerde, gecommercialiseerde en sociaal geconstrueerde realiteit (Pine & Gilmore 2007). Met de opkomst van begrippen als ‘fake-news’ en ‘post-truth’, die gemeengoed werden tijdens de campagne van Donald Trump en tijdens de discussies over de Brexit, maar ook door het idee dat we leven in een ‘fake world’, zijn mensen tegenwoordig onzeker over wat de werkelijkheid is en dat maakt onderzoek naar dit fenomeen relevanter dan ooit tevoren (Lovell & Bull 2018). Ook in Nederland zijn toeristen op zoek naar ‘authentieke’ ervaringen, terwijl er tegelijkertijd volop wordt gediscussieerd over wat nu ‘typisch’ Nederlands is. Koningin Máxima suggereerde in 2007 dat dé Nederlandse identiteit niet bestaat en volgens Hans Boutellier, hoogleraar veiligheid en veerkracht aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, zit Nederland in een echte identiteitscrisis (Salm 2017). Ryanne van Dorst, presentatrice van het nieuwe BNNVARA-programma Holland!, probeert hier iets aan te doen door op zoek te gaan naar ‘de Nederlandse identiteit’. 4 Ondanks deze onzekerheid heeft de stad Haarlem onlangs haar slogan veranderd in ‘Authentic Haarlem’ en worden er ‘authentieke stadstours’ aangeboden in Amsterdam. De toeristische sector maakt dus gebruik van het feit dat mensen behoefte hebben aan authenticiteit. Dit gegeven zal in deze scriptie centraal staan en in het bijzonder de manier waarop toeristen worden gestuurd door de toeristenbranche bij het bevredigen van hun verlangen naar authenticiteit. Het woord ‘authenticiteit’ is al in gebruik vanaf de 16e eeuw, maar een merkwaardig gegeven is dat vanaf de jaren ’70 van de vorige eeuw dit gebruik proportioneel toeneemt, zo blijkt uit de Ngram Viewer van de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren, de digitale collectie van alle teksten die behoren tot de Nederlandse letterkunde, taalkunde en cultuurgeschiedenis van de vroegste tijd tot het heden. Ook het bijvoeglijke naamwoord ‘authentiek’ kent een fluctuerend verloop: in de decennia na 1930 duikt het woord steeds meer op, echter neemt het gebruik ervan af in 2005, waarna het aantal weer toeneemt na het jaar 2011. Deze gegevens laten zien dat het gebruik van de woorden ‘authenticiteit’ en ‘authentiek’ aan verandering onderhevig is. In aanvulling op bovenstaande alinea zal in deze scriptie gekeken worden naar het gebruik en de recente historische ontwikkeling van het gebruik van het woord ‘authenticiteit’ en aanverwante begrippen. De internationale wetenschappelijke discussie over het begrip ‘authenticiteit’ is al gaande sinds de eerste helft van de vorige eeuw. Het begrip is echter pas centraal komen te staan in toerismestudies toen socioloog Dean MacCannell, hoogleraar aan de Universiteit van California, het in de jaren zeventig introduceerde om de motivatie en de ervaring van de toerist te beschrijven. MacCannell is vooral bekend geworden door zijn idee over ‘staged authenticity’: dat wat de toerist daadwerkelijk tegen komt bij zijn zoektocht naar authenticiteit, is vaak helemaal niet authentiek, maar in scène gezet (MacCannell 1973). Deze uitspraak heeft de afgelopen vijftig jaar vele discussies opgeleverd. Enkele wetenschappers betogen dat plaatsen of voorwerpen zelf een zekere authenticiteit kunnen bezitten. Zo verwijst Erik Cohen, hoogleraar aan de faculteit Sociologie en Antropologie van de Hebreeuwse Universiteit van Jerusalem, naar authenticiteit als ‘flow of life’, waarbij het gaat om plaatsen, objecten of gedragingen die niet zichtbaar of onzichtbaar zijn aangetast door het toerisme: “it is authentic, precisely because it is not an attraction” (Cohen 2007, 76). Anderen opperen juist dat dit aan de perceptie of ervaringen van de toeristen zelf ligt. Zo zijn Yvette Reisinger, hoogleraar toerisme aan de Internationale Universiteit van Florida, en Carol Steiner, filosofisch consulent, van mening dat authenticiteit niet objectief is, maar verbonden aan een zoektocht naar het authentieke Zelf (Reisinger & Steiner 2005). Ning Wang, onderzoeker aan de Sun Yat-Sen 5 Universiteit in Guangdong, vertaalt dit geschil naar object-gerelateerde en subject-gerelateerde authenticiteit (Wang 1999). Verschillende wetenschappers hebben voortgeborduurd op bovenstaande theorieën over het fenomeen ‘authenticiteit’. Enkelen hebben geanalyseerd welke ervaringen bij toeristen een gevoel van authenticiteit oproepen; hieruit blijkt dat dit het gevolg kan zijn van interactie met de lokale bevolking (Conran 2006), maar ook van het zich moeten aanpassen aan andere culturele omstandigheden (Yu Wang 2007). Andere onderzoekers hebben geprobeerd grip te krijgen op de percepties van toeristen met betrekking tot het authenticiteitsgehalte van locaties. Zo zijn er verschillende gradaties van authentiek naar niet-authentiek (MacCannell 1973, Cohen 1979 & Lovell 2013), waarbij ieder stadium een andere emotie kan oproepen (Eco 1986). Deze onderzoeken reflecteren het feit dat authenticiteit niet bestempeld kan worden als een vaststaand gegeven. Het is immers een sociaal culturele talige constructie: “[it] is negotiable, relative and subject to social trends” (Knudsen & Waade 2010, 10). Ideeën over wat bestempeld kan worden als authentiek zijn aan verandering