‘Alles valt nu samen in de vier zonder’

‘Onze tegenstanders kwamen over de finish en zagen ons bekvechten. Terwijl we juist dik hadden gewonnen’

Hij zette een punt achter zijn loopbaan voor de Olympische Spelen in Athene. Hij had het helemaal gehad. Vriend Matthijs Vellenga haalde hem over om de draad weer op te pakken. Samen met Jan-Willem Gabriels en Gijs Vermeulen gaan zij met dé Holland vier zonder stuurman naar . Sportweek legt Cirkel tien stellingen voor.

Tekst: Marco Post / Fotografie: René Bouwman

1. De ziekte van Pfeiffer was een keerpunt in mijn loopbaan “Ik wil het geen keerpunt noemen, maar wel de eerste ontmoeting met mijn grens. Voor mijn ziekte in 1999 had ik die grens nog nooit gevonden. Voor mijn gevoel was er altijd ruimte om nog meer te presteren. Nog meer uit je lijf te halen. Meer was altijd beter in die periode. Na mijn ziekte veranderde dat drastisch. Ik had de zware variant van de ziekte van pfeiffer, kon bijna niets doen, maar na twee maanden was het over. Kon ik weer gaan trainen. Ik ging slimmer met mijn lichaam om en pakte meer rust. Ik wist nu waar mijn grens lag en tot hoe ver ik kon gaan. Dat is een goede les geweest. “Mijn allereerste wedstrijd na mijn ziekte roeide ik in de skiffhead in . Het voelde heerlijk om in je eentje over het water te snellen, geweldig. Bovendien won ik de race. Het deed me wel wat, want de skiffhead is een klassiek onderdeel in de roeisport.”

2. Ik heb mijn teamgenoten vlak voor Athene 2004 in de steek gelaten “Ja. Ik heb de mannen in de steek gelaten, want ik ben opgestapt. Het gevoel was weg in de dubbel vier. In die zin ben ik dan ook niet het prototype van een echte topsporter. Ik heb er niet alles voor over om tot een bepaalde prestatie te komen. Ik had het vlak voor de Olympische Spelen niet naar mijn zin, we presteerden niet goed en dan is het voor mij klaar. Je kunt het allemaal wel voor lief nemen en evengoed voor de gouden medaille gaan, maar daar had ik geen behoefte aan. “De relatie met de roeiers en coach Jan Klerks speelde daar ook een grote rol in. Diederik Simon en Michiel Bartman stonden lijn recht tegenover Klerks. Dat schoot bij mij in het verkeerde keelgat. Ik vind dat de relatie tussen de sporter en de coach heel belangrijk is. De klik moet er zijn. Ik gedij juist heel goed bij een type coach als Jan Klerks. Hij is iemand die zichzelf ziet als een instrument van de roeier zelf. Hij kan zich wegcijferen en is niet de persoon die tien centimeter verwijderd van je oor staat te schreeuwen dat je harder moet. Als mensen dat bij mij gaan doen ga ik juist over mijn grens heen. Ik heb iemand nodig die rust brengt. “Mijn teamgenoten reageerde prima op mijn beslissing om te stoppen. Het is juist vervelender als je niets zegt en doorgaat, maar niet voor de volledige honderd procent. Maar ik had het helemaal gehad met de roeisport. Ik besloot zelfs om een punt achter mijn loopbaan te zetten. Ik pakte mijn andere grote passie weer op, mijn studie geneeskunde. Ik heb mijn tijd nuttig besteed, want ik mag mezelf nu arts noemen. Na mijn carrière ga ik daar zeker in verder. Ik kom het zwarte gat niet tegen, haha.”

3. Ik kan een goede coach worden “Nee. Dat denk ik niet. Ik heb helemaal geen ambitie om later coach te worden. Het klopt wel nadat ik bekend maakte om te stoppen in 2004 een tijdje aan de slag ben gegaan als coach. Het was leuk om te doen, maar ik merkte dat ik er niet goed in was. Ik heb er geen oog voor en ik mis het inlevingsvermogen om te accepteren dat roeien toch wel heel moeilijk is. Ik kan mijn niet in mensen verplaatsen die voor het eerst gaan roeien, dat vind ik lastig. Voor jezelf is het natuurlijk vanzelfsprekend. Irritaties ontstaan dan al heel snel. Het komt er op neer dat ik er geen geduld voor heb.”

4. Matthijs Vellenga is mijn reddende engel “Nou. Matthijs speelde wel een belangrijke rol in mijn terugkeer in de roeisport. Hij is een goede vriend van mij en hij vond het van iedereen het allerergste dat ik was gestopt. Matthijs had sterk de wens om samen af te trainen in de twee zonder stuurman. Na anderhalf jaar kreeg ik een belletje van hem en heeft hij mij over de streep getrokken. De trainingen gingen al gauw serieus, hoewel het niet echt klikte in de twee zonder. Je komt weer terug in het roeiwereldje en het is coach Mark Emke geweest die ons uiteindelijk naar de vier zonder stuurman heeft gehaald. “Gelijk al de eerste wedstrijd die wij in Nederland roeide wonnen we zo dominant. Twee weken later in de wereldbeker eindigde we op de vierde plaats, maar op een ongunstige baan. Wij hadden veel meer wind tegen dan onze concurrenten. Vanaf dat moment ontstond er iets tussen Gijs Vermeulen, Jan-Willem Gabriels, Matthijs Vellenga en ik. “Emke speelt daarin ook een sleutelrol. Hij is rechttoe rechtaan en heeft veel meer pieken en dalen in zijn gemoedstoestand vergeleken met mijn oude coach Klerks. Het belangrijkste is echter dat hij ons vertrouwen heeft gegeven. Dat betaalt zich nu uit.”

5. Ik ben veeleisend “Dat ben ik ook. Op sportief gebied wil ik voor het hoogste gaan. Niet erom heen draaien. Het is zwart of wit. Dat hebben we alle vier wel moet ik zeggen. We zijn nooit tevreden en daar wordt onze coach wel eens gek van. “Tijdens mijn studie geneeskunde was ik net zo veeleisend als in het roeien. Ik had geen hekel aan studenten die een hoger cijfer dan mij haalden. Je moet het zo zien. Het gaat om echte mensen die ziek zijn. Ik vind dan niet dat je voor een zesje kunt studeren. Als je er alles aan gedaan hebt en je haalt een zes. Ok. Het gaat om verantwoordelijkheid. Ik wil later niet in het ziekenhuis staan aan het bed en mijn verontschuldigingen aanbieden aan de patiënt: „Ik ben niet zo‟n goede arts, want daarnaast heb ik altijd geroeid‟. Dat heb ik altijd sterk gevoeld. Het is geen doorsnee kantoorbaan. Levens staan op het spel. “Ik heb onder andere aan een onderzoeksprojectgroep meegedaan in Utrecht en dat kon ik eenvoudig combineren met het roeien. Na de Olympische Spelen ga ik een opleiding voor interne geneeskunde volgen. Ik weet wel wat ik wil na mijn sportloopbaan.”

6. Goede sfeer tussen vier mannen creeëren is onzin, je moet gewoon hard roeien “Dat vind ik dus geen onzin. Je kunt moeilijk sfeer creeëren, dat wordt al gauw kunstmatig. Sfeer moet er gewoon zijn. Ik heb in het verleden bij ploegen geroeid waar de sfeer ontzettend goed was, maar dat we niet hard genoeg roeide voor de medailles. Ik heb ook ploegen meegemaakt waar we heel hard roeide, maar waar het heel onrustig was. Je moet de juiste karakters bij elkaar hebben en voor mij valt in de vier zonder stuurman nu alles samen. “Het gebeurt vrij vaak dat toeschouwers die onze trainingen bekijken denken dat de vier zonder niet langer meer bestaat. Wij durven elkaar de waarheid te vertellen en dat gaat nogal op een luidde manier. Daarna is het ook uit de wereld. Dat helpt enorm. Ik weet nog dat we een halve finale roeide tijdens het wereldkampioenschap in Japan. Die race domineerden wij zo ongelofelijk goed. We kwamen over de finish en toen brak er meteen een scheldkanonnade uit. Dat ging dan over kleine dingetjes die beter konden. Onze tegenstanders kwamen over de finish en zagen ons bekvechten. Terwijl we juist dik hadden gewonnen. “We zijn zo gepassioneerd en na de finish komt dan de ontlading en gooien we alles eruit. Dat komt omdat we nooit tevreden zijn, het kan altijd beter. Emke gaat door ook perfect mee om. Hij moet alleen de boel af en toe een beetje temperen, maar hij gelooft in ons.”

7. Ik ben de baas in de boot “In de race geef ik de bevelen aan. Gijs geeft het tempo aan en de twee in het midden van de boot moeten alleen maar hard roeien. Het grappige is wel dat wij ons hele raceplan al vooraf hebben gerepeteerd. Dat zit in ons hoofd. Daarom reageren we ook totaal niet op wat onze concurrenten doen in de wedstrijd. We blijven bij het wedstrijdplan waar we vertrouwen in hebben. “Dat plan heeft in de loop der jaren moet groeien. Het is inderdaad lastig als jouw concurrenten voor je uit roeien. Gelukkig hebben we wel de bescherming dat we altijd snel van start gaan. We hebben vaak andere manieren uitgeprobeerd in de wedstrijd, maar dan zie je toch weer dat we terugvallen op ons oude plan. “Ik ben geen tiran in de boot die alleen maar schreeuwt. Dat geeft juist een paniekerige sfeer. Heel zakelijk geef ik de calls aan. We brengen de boot als het ware op een zo snel mogelijk manier naar de eerste duizend meter, want in de tweede duizend meter begint de race pas. Per 250 meter voeren wij de snelheid op. Ik geef die momenten aan en op de laatste 250 meter zetten we de eindsprint in.”

8. Dé Holland acht is een waardeloos onderdeel in de roeisport “Daar ben ik het niet mee eens, maar als je kijkt naar de niveauverschillen. Hoe kleiner de bootnummers worden hoe hoger het niveau wordt van de individuele roeier. Bij dé Holland acht kleeft er een soort spektakel aan vast. Het gaat hard en daarom krijgen ze meer aandacht dan de vier bijvoorbeeld. “Je merkt wel dat dé acht een opleidingsplek is voor roeiers. Negen van de tien top skiffeurs in de wereld momenteel zijn vroeger allemaal in dé acht begonnen. Hardheid in het racen moet je gewoon leren. In de skiff vaar je alleen en als je daar niet lekker in je vel zit is het gebeurd. In dé acht zit je met een grote groep en daar zijn er nog zeven anderen die het oppakken als je minder in je vel zit.”

9. Wij pakken goud in Beijing “Ik hoop het wel, maar er is absoluut geen garantie. We hebben de afgelopen vier jaar van negen ploegen in de wereld verloren. In principe kun je dus ook negende worden in Beijing. De breedte van het veld is heel groot. Er zijn wel zes of zeven boten die voor een medaille kunnen varen. “Natuurlijk. Onze voorbereiding liep lekker. We haalden zilver in Luzern achter Australië en in Poznan haalden we goud, maar toen deden de Australiërs niet mee. De Britten hebben veel blessures gehad dit seizoen, maar blijven voor mij nog steeds de grote favoriet voor het goud. Nieuw-Zeeland, die vorig jaar wereldkampioen werd, heeft het dit jaar ook nog niet laten zien. “Maar je moet eerlijk zijn. We hebben dit jaar wel de World Cup gewonnen. Wij gaan voor het goud. Dat is ook ons doel. Anders moet je niet gaan, maar ik ga het succes van dé spelen niet ophangen aan goud. Dat is niet de goede manier om daar te komen. Wij willen onze beste race ooit varen in de halve finale en de finale. Als dat dan goud inhoudt zou dat mooi zijn.”

10. Roeien zal nooit een televisiesport worden “De race tussen Oxford en Cambridge in Engeland bewijst dat het wel een televisiesport kan worden. Daar wordt zoveel aandacht aan besteed. Ik denk dat het belangrijk is dat je naar minder verschillende boottypes terug gaat. Er is wel eens geroepen dat alleen dé Holland acht en de skiff over moeten blijven. De beste ploeg en de beste individuele sporter. Daar is wel wat voor te zeggen. “Daarnaast denk ik dat alleen het zware mannen roeien de enige tak van de sport is waar de mensen voor warm zullen lopen. Het lichte roeien is toch een zwakte bod en het vrouwen roeien is gewoon te klein en het niveau is te laag. Het gaat minder hard en ziet er niet spectaculair uit. “Meer camera‟s zouden ook zeker helpen, maar daar is veel geld voor nodig. Ik denk dat je ook het hele randgebeuren erom heen moet filmen. Roeien heeft toch een bepaalde sfeer. Een sport van jonge gezonde mensen, een buitensport en een studentensport. Daar kun je wel wat mee doen.”

Dilemma’s van Cirkel Rookverbod in de horeca’s “Een dikke plus. Helemaal fantastisch. Ik rook zelf niet en voor mij is het een stuk aantrekkelijker geworden om naar de kroeg te gaan.”

Obama of McCain “Dan kies ik voor Obama. Hij komt op mij socialer over dan de republikeinen. Een man met charisma en iemand die op de rem trapt in de verwoestende kruistocht die Amerika op dit moment over de wereld maakt. Ik kan niet achter de buitenlandse politiek staan die is gebaseerd op olie en weinig goed bedoelde humanitaire acties. Obama heeft natuurlijk ook de nodige grote bedrijven achter zich die hem geld hebben gegeven. Ik kies voor Obama omdat ik geloof dat hij ook in het land zelf gaat investeren, de armoede bijvoorbeeld.”

Wie moet de Nederlandse vlag dragen “Ik heb gehoord dat collega roeier Diederik Simon in het rijtje staat van kandidaten. Dan kies ik hem. Hij heeft één keer goud en twee keer zilver gehaald op de Olympische Spelen. Een ongelofelijke prestatie, maar wat hij nu heeft geflikt met dé Holland acht. Een compleet nieuw team gesmeed en wederom dé spelen gehaald. Dat vind ik net zo knap.”

Profiel Geert Cirkel Geboren : 20 oktober 1978 Geboorteplaats : Dordrecht Woonplaats : Amsterdam Lengte : 1 meter 98 Gewicht : 91 kilo Sport : Roeien Onderdeel : Holland vier zonder stuurman Teamgenoten : Jan-Willem Gabriels, Gijs Vermeulen, Matthijs Vellenga Coach : Mark Emke

Erelijst 2004 Winnaar Oude Vier Varsity 2003 Nederlands Kampioen 4+ en 2+ 2002 Nederlands Kampioen 4- en 2+ 2000 Winnaar Skiffhead Nederlands Kampioen 8+ Winnaar Oude Vier Varsity 1999 Nederlands Kampioen 8+ Winnaar Oude Vier Varsity 1998 Nederlands Kampioen 4+ en 8+ 1997 Nederlands Kampioen 4-, 4+ en 8+ 1995 – 1996 Lid Koninklijke Dordtsche

Belangrijkste roeifeiten internationaal:

2008 Wereldbeker München (GER) 4de Wereldbeker Luzern (CH) Zilver Wereldbeker Poznan (P) Goud

2007 Wereldbeker Linz M4-, Zilver Wereldbeker Amsterdam M4-, Zilver Wereldbeker Luzern M4-, Goud Winnaar Worldcup klassement M4- Wereldkampioenschap Munchen M4-, Brons

2006 Wereldbeker München M4-, Brons Winnaar Stewards Cup, Henley Royal Regatta Wereldbeker Luzern M4-, Zilver Wereldkampioenschap Eton M4-, Brons

2005 Wereldbeker Eton M4-, 4 de Wereldbeker Luzern M4-, Zilver Wereldkampioenschap Gifu, Zilver

2003 Wereldbeker Milaan M4x, Brons Wereldbeker Luzern M4x, Zilver Wereldkampioenschap Milaan M4x, 12 de

2002 Wereldbeker Hazewinkel M2-, 8 de Wereldbeker München M2-, 5 de Wereldkampioenschap Sevilla M4-, 5 de

2001 Wereldbeker Sevilla M4x, Goud Wereldbeker München M4x, Brons Wereldkampioenschap Luzern M4x, Zilver

2000 Olympische Spelen M8+, 8 ste 1997 Wereldkampioenschap Aiguebelette M8+, 7 de 1996 Wereldkampioenschap Junioren JM2-, 11 de