<<

WATERSTAAT EN WATERSCHAPPEN IN NOORD-GRON1NGEN TUSSEN

1200 EN 1250 Kees Meinardi n de middeleeuwen gingen de bewoners gend antwoord is ook nu nog niet te geven. behalve de Groningers, ook andere inwo- I van Noord- hun land inde- ners van Hunsingo. Emo noemt Humster- len en afsluiten van de zee. Het verhaal van Emo en Menko land, Middag en . Niets kon de Zij maakten kultuurgrond van de In 1231 kregen Uthusenses (waarschijn- Eenrumers en hun bondgenoten weerhou- kwelders om hun dorpen. Veel weten we lijk inwoners van ) en Ernerenses den; ze verwoestten een aantal dorpen en niet van die tijd en van die mensen. Echte (vermoedelijk inwoners van Eenrum) on- ze verbrandden de kerk van . De geschreven geschiedenis begint eigenlijk in enigheid over een eiland. daar ingemetselde kluizenaar kwam om. de dertiende eeuw, toen de grote kloosters De gezworenen bij de Opstalboom - In 1232 trokken de Hunsingoërs op- tot bloei kwamen. De monniken uit die een vergadering die te Aurich (Oost-Fries- nieuw Fivelgo binnen en ze verbrandden kloosters hielden soms kronieken bij. land) bijeenkwam en die rechtsmacht had opnieuw een dorp. Later in hetzelfde jaar De abten Emo en Menko van het over een groot deel van het kustgebied van vielen de Hunsingoërs nog een keer Wester- klooster Wittewierum schreven zo'n kroniek de Waddenzee - hadden dit eiland aan de emden binnen; die keer werden ze echter over een groot deel van de dertiende eeuw. Uithuizers toegewezen. Heel Fivelgo koos smadelijk verslagen. Menko vertelt verder Daarin staat een boeiend, maar raadselach- de zijde van de Uithuizers toen de Eenru- dat beide partijen in 1250 vrede sloten. tig verhaal over een jarenlange strijd tussen mers weigerden te gehoorzamen aan de uit- De voorwaarden waren dat de Eenrumers twee dorpen - en later zelfs tussen Hunsingo spraak. De Eenrumers kregen echter hulp een vierde van het eiland kregen, hoewel zij en Fivelgo - om een eiland. Behalve dat van de Stad-Groningers. Groningers plus zich -zoals Menko zegt- eerst de helft wil- Emo en Menko een nogal vage aanduiding Eenrumers bleken voor de Fivelgoërs te den toeeigenen. De Uithuizers kregen drie- van plaatsen geven, laten ze ook het motief sterk te zijn in de slag op 19 juli 1231. vierde deel van het eiland. De zaak eindigt in het duister. Latere lezers hebben zich Emo zegt dat daarop de Eenrumers be- ermee dat Hunsingoërs en Fivelgoërs geza- meermalen het hoofd gebroken over de be- vreesd werden; zij groeven de oude gracht menlijk de stad gingen bevechten en ver- schrijving van de twist, maar een bevredi- van de zeer oude tweedracht door tot aan sloegen. de zee. Op het eerste gezicht vallen in deze De aansluiting van Helwerder Maar op het Op 7 augustus 1231 keerde de kans, de geschiedenis een aantal vraagpunten op: Usquerder Maar naar het oosten. Fivelgoërs dempten de gracht, trokken 1 Bedoelt Emo met de Uthusenses en de erover en joegen hun tegenstanders op de Ernerenses (of Enerenses) inderdaad Het Helwerder Maar vanaf Helwerder Til vlucht. Op 10 september gingen de Een- inwoners van Uithuizen en Eenrum en naar het westen gezien. rumers weer in de aanval. Deze keer hielpen als dat zo is, hoe is het dan te verklaren,

dat twee zover van elkaar gelegen In de dertiende eeuw bestonden de land waarschijnlijk bij individuele land- dorpen ruzie krijgen om een eiland? grote waterschappen - Winsumer en Schap- eigenaren (volgens het recht van opstrek) 2 Lag Uithuizen in die tijd in Fivelgo en halster Zijlvest en het Zijlvest van de Drie en niet bij de gemeenschap. De zorg voor - hoe liep dan wel de grens tussen Delfzijlen - nog niet, maar vermoedelijk al de waterstaat hoorde wel bij de gemeen- Hunsingo en Fivelgo? wel de kleinere waaruit ze zijn opgebouwd. schap en was bovendien een zaak van 3 Wat is het eiland waarom werd ' Deze kleinere eenheden noemde men in levensbelang. gevochten en waarom was de strijd zo Groningen schepperijen. In het begin toen Tenslotte verdwijnt ook de moeilijk- fel? men nog niet al het tussengelegen land had heid over de begrenzingen van Hunsingo en 4 Welke waterloop wordt bedoeld als Emo ontgonnen, lagen deze schepperijen als Fivelgo als we die gebieden niet opvatten het over de oude gracht heeft? eilanden naast elkaar. Daarom heeft Emo als bestuurskundige eenheden met vaste met het eiland zeer waarschijnlijk een grenzen, maar als afwaterings-eenheden. Haast iedereen die zijn mening over schepperij tussen Eenrum en Uithuizen Fivelgo en Hunsingo zijn dan de delen vragen heeft gegeven, is uitgegaan van een bedoeld en dan met name de schepperij van het Groninger kleigebied die respektie- twist om het bezit van het eiland. De oplos- (met uitzondering van het velijk op de Fivel en op de Hunze afwater- sing van het raadsel is echter dat de beide onderdeel Menkeweer). De waterloop Oude den. Zo was het vroeger en zo is het nu dorpen niet strijden om het eigendom van Delte deelt de schepperij Warffum onge- nog, behalve dat de taak van de Fivel al het eiland, maar om het zijlrecht. veer in 2 helften en moet daarom vrijwel vroeg is overgenomen door het Damster- Het eiland is een gebied waarvan de zeker de oude gracht zijn waarover Emo diep en die van de Hunze door het rechtstreekse uitwateringen naar zee dicht spreekt. De naam Delte of Delft betekent Reitdiep. Het is zeker, dat de schepperij slibden en dat nu in 1231 de keus heeft om trouwens ook gegraven kanaal (gracht). Uithuizen in de 13e eeuw nog op de te wateren door de zijl (uitwateringssluis) Met de hier gegeven uitleg van de tekst Fivelboezem loosde. Pas in 1454 wordt van het waterschap Uithuizen of door de wordt duidelijk waarom de strijd zo fel was deze schepperij ingelaten in het Winsumer- zijl van het waterschap Eenrum, Gezien het en trouwens ook waarom dorpen strijd en Schaphalster Zijlvest en gaat dan tot kanalenstelsel in Noord-Groningen is het voerden en niet individuen. Nog te Hunsingo behoren. In de dertiende eeuw aannemelijk dat beide dorpen eens een zijl ontginnen land was waarschijnlijk in de lagen dus zowel Uithuizen als Usquert nog op het buitenwater hebben gehad; waarvan dertiende eeuw overvloedig aanwezig en in Fivelgo. In deze zin had de stad de afwateringsgebieden bijna of helemaal nauwelijks de moeite waard om voor te Groningen weinig met de strijd te maken; aan elkaar grensden. vechten; verder lag de aanspraak op nieuw de stad ligt noch in Hunsingo, noch in

Het Rasquerder Maar ten zuiden van Warffum.

13 waterloop zeewering

Fivelgo. De voorgaande redenering wint beschouwing kan blijven. De noordelijke door Emo vertelde geschiedenis maakt aan- nog aan kracht als we in detail de situatie waren de Usquerder Wester-eed en drie niel nemelijk dat de schepperij Warffum deze in de afzonderlijke gebieden bekijken. nader aangeduide eden. De drie niet zijlen op het noorden na 1200 definitief benoemde waren waarschijnlijk een Wad- moest opgeven. De schepperij Warffum (= het eiland) werder eed, een zijl-eed oostelijk van De Eenrumers probeerden de natuur De schepperij Warffum besloeg de Warffum (Oostervalge, WarffumerkloosterJ terug te draaien toen zij de oude gracht (= gehele gemeente Warffum, een deel van de en een zij leed westelijk van Warffum (Wes- ( = Oude Delte) weer opgroeven. Ze deden gemeente en een deel van de tervalge en Breede). het waarschijnlijk niet om een verdedi- gemeente Usquert, waarbij de noordgrens In oude tijden loosde het noordelijk gingsgracht aan te leggen, maar om het lag bij d? toenmalige kustlijn van de deel van de schepperij Warffum gebied opnieuw op zee te laten afwateren. Waddenzee (dus niet noordelijker dan de ongetwijfeld via een eigen zijl rechtstreeks Op deze manier zou inderdaad tenminste de Olddijk). De oostgrens was de weg van naar zee; de zuid-noord richting van de helft van het omstreden eiland Hunsingo Usquert naar . tochtsloten in dit gebied wijzen daar blijven behoren. Deze opzet mislukte echter Kooper (1939) vermeldt, dat de schepperij duidelijk op. Het in onbruik raken van een om dezelfde reden die het ook tegenwoordig verdeeld was in vijf zogenaamde zijl-eden, zijl door dichtslibbing kwam veel voor nog moeilijk maakt om een kunstmatige uit- waarvan het zuidelijke Menkeweer buiten langs de Noordkust van Groningen. De gang naar zee voor dichtslibben te behoeden. 14 Bij de vrede in 1250 moet het eiland een derde evenwijdig kanaal, dat is de Del- hebben gelegen; het dorp Uithuizermeedeh toch afwateren "om de zuid" via Uithuizen te vanaf de aansluiting van het Koks Maar heeft een kerk die uit ongeveer 1250 dateert en Eenrum. De Uithuizers krijgen drie van de naar het zuiden. Gezien de situatie lijkt het Deze kerk ligt bijzonder excentrisch ten vier delen en dit moeten zijn geweest: redelijk om aan te nemen dat dit kanaal in westen van het huidige dorp en zal daarom Usquerder Wester-eed, Wadwerd en dezelfde tijd-omstreeks 1250-is gegraven. misschien niet ver van de toenmalige Oostervalge. Slechts de zijl-eed Wester- Rottum kon via dit kanaal weer naar het buitendijk gebouwd zijn. Hieruit volgt met valge-Breede (het vierde deel) gaat via westen afwateren, na dit waarschijnlijk redelijke zekerheid dat de zeewering tijdens Eenrum afwateren. Het aardige is, dat we de vroeger al eens op de Oude Delte te hebben de twist ongeveer het beloop van de huidige uitkomst van de verdeling in 1250 zelfs nu sedaan. weg tussen en nog in het terrein (of op kaarten) terug Een laatste vraag over het omstreden volgde en dat de buitenzijl bij de brug over kunnen vinden. ,- eiland is waar de noordgrens lag in het begin het Meedster Maar (de Papentil) lag. Het vroegere afvoerstelsel van de schep- van de dertiende eeuw. Er zijn een aantal Het is merkwaardig dat Emo de perij Uithuizen bestond uit de vrijwel kaars- mogelijke belopen van de dijk, die in die tijd schepperij niet noemt, hoewel die rechte waterloop die in het verlengde van de zeekering was. De Olddijk komt echter toch een gemeenschappelijk belang met Uit- Meedster Maar - Oude Maar ligt en die het meest in aanmerking. De meeste van de huizen moet hebben gehad bij de zijl in het gevormd wordt door Helwerder Maar, watergangen die het water van de schepperij Meedster Maar. Het Meedster Maar vormt gedeelte Usquerder Maar, gedeelte Oude Warffum afvoerden hebben ten noorden van namelijk de grens tussen beide schepperijen. Delte (of eigenlijk de verbinding tussen Oude de Olddijk een vervolg in de vorm van Misschien moeten we hieruit konkluderen dat Delte en Usquerder Maar). Slechts drie kromme sloten. Dit betekent dat zij na aan- Uithuizen de zijl heeft aangelegd en daarna watergangen sluiten vanuit het noorden aan leg van de Olddijk nog een tijdlang via zijlen ook beheerde. De reden zou kunnen zijn dat op het laatste stuk van dit kanaal (wat er ook in deze dijk naar het noorden hebben afge- de Uithuizers veruit de grootste winst aan op wijst dat het noordelijke gebied vroeger waterd; de kromme sloten moeten gezien bedijkt land behaalden bij de aanleg van zijl naar het noorden afwaterde). Deze watergan- worden als afvoergeulen in de kwelder ten en dijk. noorden van de Olddijk. Toen het af te gen zijn het Usquerder Maar voor de afwa- De dijk die door Uithuizermeeden liep voeren water in 1250 naar het zuiden ging tering van Usquerder Wester-eed, de en verder langs de Oldenzijlster wég, had een moet de Olddijk ten noorden van de Tjuchem Tocht voor de afwatering van logisch vervolg naar het zuiden in de dijk die schepperij Warffum er dus al gelegen heb- Wadwerder Eed en de Oude Delte voor de langs de Dijkumerweg heeft gelegen. In feite ben. afwatering van Oostervalge en via de Lange buigt de Uithuizerdijk zelfs wat terug naar Tocht eveneens van Wadwerder Eed (westzij- het westen om aan te kunnen sluiten. Hieruit de). Uit alles blijkt dat de drie aan Uithuizen De schepperij Uithuizen mogen we afleiden dat de Dijkumerdijk al toegewezen delen inderdaad enige tijd via het De zijl van de schepperij Uithuizen bestond en ook de zeewering vormde tijdens Meedster Maar hun water naar zee hebben waarop het eiland zou afwateren, zal ten de aanleg van de Uithuizerdijk voor 1250. geloosd. zuidoosten van het dorp Uithuizen hebben Zijlen, zoals die in het Meedster Maar nodig Voor de realisering van de afwatering gelegen. Immers het dorp Oldenzijl, met een waren, kon men vermoedelijk pas maken van het vierde deel naar de schepperij Een- kerk uit het begin van de dertiende eeuw, rond 1200 en we mogen daarom redelijker- rum is eea aansluiting gemaakt van de Ou- dankt zijn naam en waarschijnlijk ook zijn wijs aannemen dat beide dijken de zeedijk de Weer en van het Warffumer Maar op bestaan aan een zijl, die niet anders dan in vormden in het begin van de dertiende eeuw. het Rasquerder Maar. Voor deze aanslui- het Meedster Maar kan hebben gelegen. Deze was toen nog niet ingedijkt. ting heeft men waarschijnlijk de evenwijdig oude zijl heeft vermoedelijk gelegen in de aan elkaar lopende zuidelijke delen van dijk tussen de dorpen Uithuizen en Oldenzijl. De omgeving van Oude Weer en Warffumer Maar moeten Ten tijde van de twist zullen er echter De streek rond Bedum is waarschijnlijk graven. Naast deze twee kanalen ligt nog waarschijnlijk al een nieuwere dijk en zijl een van de eerst ontgonnen gebieden in de 15 provincie. Het verkavelingsblok ten-oosten waardoor het betwiste eiland eventueel kon hadden zich blijkbaar in het begin van de van het Boterdiep reikt zelfs tot voorbij lozen (en in 1250 ook gedeeltelijk ging lozen). dertiende eeilw al georganiseerd in water- Onderdendam en wordt doorsneden door het Waar lag deze zijl en in welke dijk? schappen, die de afwatering van grote kanaal Middelstum- (de Delf). Het lijkt mij, dat de zeedijk rond gebieden verzorgden. Bij onenigheid over Nergens anders loopt dit oude kanaal door Eenrum ten tijde van de twist vanaf het eiland vroeg men eerst een uitspraak een blijkbaar nog oudere verkaveling. , westelijk van Eenrum liep tot van de gezworenen bij de Opstalboom. de boerderij Den Oever, daar omhoog naar Toen de uitspraak van dit hoge De schepperij Eenrum het oosten en dan ten noorden van Saaksum- rechtskollege niet werd gehoorzaamd In de eerste fase van de strijd ofti het huizen aansloot op de Olddijk bij Den ondersteunden de Fivelgoërs om wille van • eiland, wanneer heel Fivelgo al de Uithuizers Andel. Zoals eerder is beredeneerd lag de het recht de Uithuizers; het is tenminste helpt, staan de Eenrumers er nog alleen voor, Olddijk al tijdens de twist aan de noordgrens moeilijk in te zien welk materieel voordeel behalve dan dat ze de machtige steun van van de schepperij Warffum; de dijk rond zij bij de strijd hadden. Hoewel de strijd Groningen krijgen. We kunnen hieruit de Eenrum is de logische voortzetting van deze lang duurde, wist men uiteindelijk toch konklusie trekken dat de noordelijke loop dijk in westelijke richting. vrede te sluiten en een regeling te treffen. van de Hunze (Kromme Raken, Pieterbuur- Gezien de situatie lijken de voorwaarden ster Maar, Westernielandse Maar) in die tijd Noord-Groningen in het begin van de van de vrede heel redelijk te zijn geweest. nog onbelemmerd naar zee stroomde. Er dertiende eeuw. Ook maatschappelijk verkeerde Noord- waren geen dijken of zijlen op zijn weg. Bij een uitleg van de tekst van Emo en Groningen in een overgang. Emo en Immers elke zijl in de Hunze zou Menko is het mogelijk om de situatie in het Menko noemen in hun verhaal wel dorpen, automatisch de buitenzijl zijn, maar tegelij- midden van de dertiende eeuw voor een groot maar nauwelijks individuen. Dit betekent kertijd ook een gemeenschappelijke zaak gebied gedetailleerd te beschrijven. De eerste waarschijnlijk dat in de dorpen nog geen voor Eenrum en de Marne. Pas later gaan de helft van de dertiende eeuw was een tussen- uitgesproken hoofdelingen (borgheren) inwoners van de Marne zich met de strijd stadium in de ontwikkeling van het zeekleige- heersten. Ook de kloosters - die weinig bemoeien en dan tegelijk met andere delen bied van Noord-Groningen. De tijd waarin later zo'n belangrijke rol in de waterschap- van Hunsingo, die ook niet direkt bij de zaak iedere terp of ieder dorp geheel zelfstandig pen zouden spelen - waren niet bij de strijd betrokken zijn. was op waterstaatsgebied en als een eiland in betrokken, behalve dan als toeschouwers. Het is aannemelijk, dat het afvoerstelsel de nog niet ontgonnen kwelder lag, is van de schepperij (het waterschap) Eenrum voorbij. Grote aaneengesloten gebieden zijn bestond uit: Zuidelijk deel Warffumer Maar al omgeven door een ringdijk; alleen de Literatuur - Rasquerder Maar - Kanaal tot Lutke belangrijkste zeeboezems zijn nog niet Emo en Menko, kroniek van de abdij Bloemhof (e Saaksum - Baaiemer Maar. De ouderdom ingedijkt. De Fivelboezem behoorde nog WiKewierum, vertaald door W. Zuidema en J. Dou- grotendeels tot de Waddenzee en ook de ma, Gronigen 1974. van het eerste stuk tot Rasquert is te Formsma IV. J., (1966), De oorlog lussen de Erneren- herkennen aan zijn kromme loop, die de Hunze stond nog in open verbinding met de ses en de Uthusense in de dertiende eeuw, Groningse invloed van het getij verraadt. Het Ras- zee. Niet lang na de twist zullen opnieuw Volks Almanak. querder Maar buigt naar het westen af, als- grote stukken kwelder worden bedijkt en Kooper J. (1939), Het waterstaatsverleden van de pro- of oostelijker monden dichtgeslibt en verla- ontstaan de grote waterschappen zoals vincie Groningen, Groningen. Winsumer-en Schaphalster Zijlvest, Schou- Kloppenburg D. (1942), Een merkwaardige oorkonde ten zijn. Waarschijnlijk heeft men toen ook betreffende Hunzego in de dertiende eeuw, Tijdschrift de laatste natuurlijke monding (Andelster werzijlvest en het Zijlvest van de drie Delf- Kon. Ned. Aard. Gen. Maar?) verstopt raakte, een verbinding zijlen. Van Veen J. (1930), De Fivel en hare verzanding, gemaakt met het Baaiemer Maar; het gebied Tijdschrift Kon. Ned. Aard. Gen. ging daardoor op de Hunze lozen. In dit Orde in de samenleving laatste Maar moet dus de zijl hebben gelegen Ir. K. Meinardi is als hydroloog werkzaam bij het De inwoners van Uithuizen en Eenrum Rijks Instituut voor Drinkwatervoorziening.