zaterdag 05.02.2011 CAPILLA FLAMENCA 20.00 Concertzaal scène & HERMESensemble

19.15 Inleiding door Kevin Voets Chiaroscuro Biografieën Programma en uitvoerders

Het vocaal-instrumentale ensemble HERMESensemble is een Antwerps collectief Capilla Flamenca: Jacquet de Mantua (1483-1559) Capilla Flamenca (BE) is gespecialiseerd in voor hedendaagse muziek en kunst. Het Marnix De Cat: contratenor Audi dulcis amica mea polyfonie uit de 15e en 16e eeuw en staat repertoire en de uitvoeringspraktijk van Tore Denys: tenor garant voor een transparant en authentiek de klassieke avant-garde vormen steeds Lieven Termont: bariton Loco ad Elevationem klankbeeld. Dit is een rechtstreeks gevolg het startpunt van de producties, maar het Dirk Snellings: bas en artistieke leiding van de aandacht die het ensemble besteedt ensemble verlegt zijn artistieke grenzen Salvatore Sciarrino aan de historische, poëtische en technische door confrontaties aan te gaan met oude HERMESensemble: Ommagio a Burri, voor fluit, basklarinet aspecten van polyfoon musiceren. De vocale muziek, pop- en wereldmuziek, en met andere Karin Defleyt: fluit en viool (1997) kern van vier mannenstemmen wordt per disciplines zoals (muziek)theater, beeldende Peter Merckx: basklarinet Tre notturni brillanti – Scorrevole e animato, project aangevuld met een ‘alta capella’ kunst, video, film en multimedia. Veel van Orsolya Horvàth: viool voor altviool van blaasinstrumenten, een ‘bassa capella’ de concerten hebben een expliciet visueel Marc Tooten: altviool van snaarinstrumenten, een orgel en/of karakter, zoals de projecten met historische Gaetan La Mela: percussie (1445-na 1516) bijkomende zangers. In de producties van pelicules. Vaak vinden ze plaats op bijzondere, Anima mea — Capilla Flamenca gaat het polyfone repertoire passende locaties. HERMESensemble is in niet zelden een ontmoeting aan met andere residentie in AMUZ en wordt ondersteund Loco Introitus: Quam pulchra es Adriaan Willaert (ca.1490-1562) genres en kunstdisciplines. door de Vlaamse Gemeenschap. Ave Regina caelorum Salvatore Sciarrino (1947) Appendice alla perfezione, Loco Deo gratias: Tota pulchra es voor percussie (1986) Salvatore Sciarrino Gregoriaans Ai limiti della notte, voor altviool (1979) Quam pulchra es La malinconia, voor viool en altviool (1981)

John Pyamour (fl.1418) Gregoriaans Quam pulchra es Tota pulchra es

John Dunstable (ca.1390-1453) Gaspar van Weerbeke Quam pulchra es Tota pulchra es

Johannes Prioris (fl.1485-1512) (ca.1450-1517) Quam pulchra es Tota pulchra es

Loco Alleluia Salvatore Sciarrino Let me die before I wake, voor klarinet (1982) Salvatore Sciarrino Hermes voor fluit (1984) fl. = floruit (bloeiperiode) Tre notturni brillanti – Di volo, voor altviool (1974-75)

VOX

Uw applaus krijgt kleur dankzij de bloemen van Bloemblad. Chiaroscuro

Met de term ‘chiaroscuro’ wordt de schilder­ compromisloze virtuositeit en refereert daarbij op andere sonore aspecten, waarna oude De polyfone schrijfwijze zal onder invloed stijl getypeerd van Michelangelo Merisi da graag aan voorbeelden uit de klassieke muziek nieuw kan klinken. van de Bourgondisch-Franse componisten Caravaggio (1571-1610). Caravaggio blonk muziek. Zijn werken voor soloviool of de wel toenemen. Zo weten de composities uit in het weergeven van contrasten door nocturnes voor soloaltviool (Tre Notturni Capilla Flamenca selecteerde voor deze van Gaspar van Weerbeke, Heinrich Isaac en een verfijnd spel van licht en donker en trok Brillanti en Ai limiti della notte) refereren confrontatie een aantal a-capellacomposities Johannes Prioris een mooie balans te vinden daarmee de Italiaanse barokke schilderkunst in technisch opzicht en globale structuur voor vocaal kwartet uit de 15e en 16e eeuw tussen polyfonie en consonantie. Enkele mee op gang. Zo’n spel van contrasten vormt aan de solocapriolen van Niccolò Paganini die refereren aan het Hooglied van koning van deze componisten spelen de ambigue het uitgangspunt voor HERMESensemble (1782-1840), hoewel de klanktextuur en het Salomon, een van de meest sensuele passages liefdessymboliek uit op een ander niveau, door en Capilla Flamenca om een kleurrijke muzikale materiaal geheel en al Sciarrino is. uit de Schrift. Via een al dan niet omfloerste een Latijnse cantus firmus te koppelen aan confrontatie aan te gaan tussen solistisch werk Ook in zijn solowerken voor fluit (bijvoorbeeld beeldspraak, vaak in superlatieven, creëert Franse hoofse chansonteksten. Zo ontstaat van de Italiaanse eigentijdse toonschilder Hermes) en klarinet (Let me die before I wake) een anonieme auteur een sfeer van slapen het genre van motet-chanson, dat vooral Salvatore Sciarrino en een selectie polyfone analyseert hij de instrumenten zelf in hun en ontwaken, van zoeken, vinden en verliezen aan het Bourgondische hof van Margareta liederen uit de 15e en 16e eeuw. materiële structuren. Hij speelt voortdurend van de geliefden. Ontstaan in de 5e of van Oostenrijk zeer geliefd was en dat de met de klanken van de kleppen, effecten 4e eeuw voor Christus, vertoont dit Hooglied (onmogelijke) hoofse en vergeestelijkte liefde Salvatore Sciarrino (°1947) is de meest door overblazen en dubbelklanken, zelfs verwantschap met de Oudegyptische tussen Maria en de mens op een bijzondere vooraanstaande Italiaanse componist. Met in die mate dat het instrument opnieuw (Soemerische) liefdeslyriek. Het geheel wordt wijze in de verf zet. De combinatie van Belles name zijn originele, conceptuele benadering wordt uitgevonden. In het laatstgenoemde echter al vroeg beschouwd als een allegorie sur toutes met Tota pulchra es zorgt voor een van de muziek betekent een revolutie in werk bewijst Sciarrino bovendien dat van de liefde van God voor zijn volk. interessante multitekstuele interactie: een de hedendaagse muziek en schriftuur. Hij virtuositeit evenzeer in extreme verstilling en hoogtepunt van laatgotisch en tegelijkertijd is een uitgesproken grafisch componist: ingetogenheid kan werken, zoals in het duo Engelse componisten hebben een humanistisch geïnspireerd vakmanschap. zijn partituren beginnen steevast met een voor strijkers La Malinconia. onmiskenbare sleutelrol gespeeld bij het uitvoerige explicitatie van een arsenaal aan tot stand komen van het groeiende succes Kenmerkend aan de werken op basis van nieuwe notatietechnieken om specifieke Maar naast de talloze technische innovaties van Hoogliedzettingen. Opvallend is dat tal teksten uit het Hooglied is dat, ondanks muzikale effecten te bekomen. Gefascineerd in de muziektaal van Sciarrino is vooral zijn van bekende en minder bekende Engelse de stilistische verscheidenheid, steeds veel door de hedendaagse schilderkunst, conceptuele opvatting van een muziekstuk componisten (Forest, Leonel, Plummer, Power, aandacht uitgaat naar de tekstexpressie en bijvoorbeeld het abstracte werk van de ‘arte heel bijzonder. Zeker in zijn solo- en solistische Pyamour, Stone) meerdere Hoogliedmotetten, retoriek. Daardoor kunnen die composities povera’-schilder Alberto Burri (1915-1995), werken beschouwt hij elk stuk als een stilistisch vaak uiteenlopend van aard, op dikwijls als progressief voor hun tijd worden zoekt Sciarrino naar een erg persoonlijke zelfstandig levend wezen. Sciarrino werkt muziek hebben gezet. Het driestemmige beschouwd. Dat geldt met name voor de expressie, waarbij de textuur van de klank heel een biologische manier van componeren uit, Quam pulchra es – het enige werk dat latere werken van de Fransman Jacquet de belangrijk is. Hij experimenteert volop met waarbij een muziekstuk geboren wordt en we van John Pyamour kennen – wordt Mantua en de Vlaming Adriaan Willaert, extreme stilte en bestudeert instrumenten om sterft en in zijn levensloop voorzien wordt gekenmerkt door soepele duo’s en een beiden in Italië actief. De componisten nieuwe klanken en timbres te bekomen en die van een eigen adem – letterlijk aanwezig in haast niet-imiterend contrapunt. Het is weten sonoriteit te combineren met een zeer te integreren in zijn werken. Een ode aan het zijn soli voor blazers – en een hartslag en interessant om dit motet te vergelijken met syntactisch opgebouwde, zeer vloeiende werk van Alberto Burri is het trio Ommagio a bloedsomloop in vaak grillige ritmestructuren. het gelijknamige meesterwerk van John polyfonie, waarbij per zinsdeel een muzikale Burri (1995). Dit zorgt ook bij de luisteraar voor een nieuwe Dunstable dat expressief is in al zijn eenvoud. gedachte imiterend wordt uitgewerkt. perceptie van muziek, een soort zoölogische Erg uitnodigend klinkt het retorisch perfect Sciarrino is erg precies in zijn omschrijvingen ervaring van vreemde klankwezens. En het is getimede rustpunt op het woord veni (kom, Kevin Voets en bijna elke compositie brengt in hoge precies deze alternatieve perceptie die in een mijn geliefde!). mate een eigen idioom met zich mee, dat muziekprogramma een confrontatie met oude, ontzettend veeleisend is voor de vertolker. polyfone muziek zo interessant maakt, omdat De consonante vroege Engelse zettingen Vaak vraagt het maanden studie om één er zo een heel nieuwe luisterervaring van deze zullen het Hooglied, dat inhoudelijk steeds in werk onder de knie te krijgen. Bovendien muziek ontstaat. Sciarrino’s solo’s “bevrijden” een zoete, minnelijke sfeer verloopt, ook in eist Sciarrino zeker in zijn solowerken een als het ware het oor en vestigen de aandacht latere tijden blijven kenmerken. Johannes Prioris (ca.1460-1514)

De biografi sche gegevens over het leven Agricola en Johannes Prioris tot de derde van Johannes (Jan of Jean) Prioris zijn niet generatie (tot ca.1520). Of Prioris een leerling alleen uiterst schaars maar bovendien ook van Ockeghem was, zoals Fétis beweert in veelal tegenstrijdig en hoogst twijfelachtig. zijn Biographie universelle des musiciens, is Momenteel is alleen zeker dat hij tenminste twijfelachtig. Het is echter niet onwaarschijnlijk van 1503 tot 1512 verbonden was aan de dat hij in 1503 Ockeghem opvolgde als ‘maître kapel van het Franse hof tijdens het bewind de chapelle’ van de Franse hofkapel. In zijn van Louis XII en dat hij werd vermeld als beroemde Déploration naar aanleiding van kapelmeester in 1503 en 1507. In La Musique de dood van de componist Jehan Baconnier aux Pays-Bas avant le XIXe siècle beweert vernoemt de dichter Guillaume Crétin Prioris Edmond Vander Straeten dat Prioris’ naam als een van de opvolgers van Ockeghem, de verlatijnsing van ‘De Veurste’ of ‘De Vorste’ en omschrijft hem als ‘nostre bon père et (naar de stad Vorst) zou zijn, maar dit wordt maistre’. door Rene Vannes in zijn Dictionnaire des musiciens (Compositeurs) als pure fantasie Dat Prioris een tijdlang in Italië verbleef, bestempeld. Nochtans nemen erudiete waarschijnlijk in Rome in dienst van een naslagwerken zoals de New Grove of Musik of andere kardinaal, is zo goed als zeker, in Geschichte und Gegenwart deze bewering want veel van zijn werk is alleen in Italiaanse over. manuscripten te vinden. Prioris’ muziek getuigt van vindingrijkheid en een gedragen Tot nog niet zo lang geleden waren alle compositorisch meesterschap. Bij auteurs auteurs het er wel over eens dat Prioris een zoals Crétin, Jehan Daniel en François Rabelais tijdlang organist was aan de Sint-Pieterskerk in stond hij hoog aangeschreven en behoort hij Rome. De vermelding dat ‘D. Priori organistae tot de geprezen componisten in het tweede Muziekfragment van Johannes Prioris uit het Liedboek van Margareta van Oostenrijk. cum famulo suo’ in 1491 twee dukaten ontving deel van Pierre Moulu’s motet Mater fl oreat. voor diensten in de Sint-Pieter, zou inderdaad op Prioris kunnen duiden. Vrij recent werd Johan Huys echter ontdekt dat deze vermelding ‘D(omino) Prioris, 1491’ ene Johannes Brunet betreft, die inderdaad ‘Prior’ was (C. Reynolds, Musical Careers, Ecclesiastical Benefi ces and the Example of Joh. Brunet, 1984).

Door de stijl van zijn missen en motetten en het feit dat hij hoogstwaarschijnlijk een Vlaming was, wordt Prioris tot de Vlaamse polyfonisten gerekend. Die worden door zowat alle musicologen ingedeeld in generaties. Zo behoren Guillaume Dufay en Gilles Binchois tot de eerste generatie (tot ca.1470), en Antoine Busnois tot de tweede (tot ca.1495) en Heinrich Isaac, , Alexander Gezongen teksten

Quam Pulchra es Audi dulcis amica mea

Quam pulchra es Hoe mooi ben je en hoe bekoorlijk, Audi dulcis amica mea, Luister, mijn lieve vriendin, et quam decora carissima in deliciis! mijn liefste, voor alle geneugten! Auribus percipe verba oris mei, neig je oren naar mijn woorden. statura tua assimilata est palmae, Je figuur is als een palm zo slank, Nigra es sed formosa, Donker ben je, maar welgevormd, ubera tua botris, je borsten zijn als druiventrossen, et macula non est in te. en vlekkeloos is jouw verschijning. Caput tuum ut Carmelus, je hoofd is als de Karmelberg, Ideo amore tuo langueo, Daarom smacht ik van liefde tot jou Collum tuum sicut turris eburnean. je hals als een ivoren toren. Et quia tribulor ad te confugio: en zoek ik in kwelling troost bij jou. Exaudi deprecor orationem meam, Verhoor, zo smeek ik, mijn bede: Veni dilecte mi, Kom, mijn beminde, Veni plena gratiae in mulieribus. kom, jij, vol van gratie onder de vrouwen, Egrediamur in agrum, laat ons naar het veld gaan en zien Descende in hortum meum daal af naar mijn tuin, Et videamus si flores fructus parturierunt of de bloemen zwanger zijn van zaad, Ubi flores et lilia. waar er bloemen zijn en lelies. Si floreant (floruerunt) mala punica, of de granaatbomen in bloei staan. Veni dilecta mea et coronaberis, Kom, mijn beminde, en word gekroond. Ibi dabo tibi ubera mea. Daar bied ik je mijn borsten aan. Speciosa nimis, Jij, bevallig buitenmate, Alleluia. Alleluja. Intra in cubiculum meum treed binnen in mijn bruidsvertrek. Et quoniam spes mea es tu, Daar jij mijn verwachting bent, Gregoriaans, John Dunstable & John Pyamour In te speravi, heb ik mijn hoop gesteld op jou. Fiat super me misericordia tua. Laat jouw gunst over mij komen.

Jacquet de Mantua Quam Pulchra es

Quam pulchra es, Hoe mooi ben je, Amica mea, mijn vriendin, Suavis et decora! hoe lief en bekoorlijk! Oculi tui columbarum absque eo, Je ogen zijn als duivenogen, Quod intrinsecus latet. buiten dat wat binnen schuilgaat.

Johannes Prioris Anima mea liquefacta est Tota pulchra es

Anima mea liquefacta est Mijn hart werd week, Tota pulchra es, Volmaakt schoon ben jij, mijn vriendin, Ut dilectus meus locutus est. toen mijn beminde begon te spreken. Amica mea et macula non est in te. en vlekkeloos is jouw verschijning. Quesivi et non inveni illum Ik zocht naar hem en vond hem niet Favus distillans labia tua, Druipende honingraat je lippen, Vocavi et non respondit mihi ik riep hem en hij gaf geen antwoord. Mel et lac sub lingua tua; honing en melk onder je tong; Invenerunt me, Zo vonden mij, Odor unguentorum tuorum de geur van je balsems custodes civitatis de wachters van de stad Super omnia aromata. gaat alle reukwerk te boven. percusserunt me, zij ranselden mij et vulneraverunt me. en sloegen mij wonden. Jam enim hiems transiit, Nu is immers de winter voorbij, Tulerunt pallium meum Zij rukten mijn mantel af, Imber abiit et recessit. de slagregen over en verdreven. custodes murorum. de wachters van de muren. Flores apparuerunt, De bloemen zijn weer verschenen, Filiae Jerusalem, Dochters van Jeruzalem, Vineae florentes de bloeiende wijngaarden geuren nunciate dilecto (meo) meld aan mijn beminde Odorem dederunt en de roep van de tortel weerklinkt quia amore langueo. dat ik smacht van liefde. Et vox turturis audita est over onze landstreek. In terra nostra Sta op, haast je, Gaspar van Weerbeke Surge propera, mijn vriendin, Amica mea en kom van de Libanon, Et veni de Libano, kom en word gekroond. veni coronaberis. Ave, regina caelorum Gregoriaans, Gaspar van Weerbeke, Ave Regina coelorum, Gegroet, koningin van de hemel, Heinrich Isaac Ave Domina Angelorum, gegroet, vorstin van de engelen. Domina Angelorum Wees gegroet, heilige wortelstok, Salve radix sancta, waaruit het licht der wereld ontsprong. Ex qua mundo lux est orta, Verheug u, glorierijke maagd, Gaude Virgo gloriosa, bevallig boven alle vrouwen. Super omnes speciosa, Heil zij u, o wonderschone, Vale, valde decora bid altijd voor ons Et pro nobis semper tot Christus. Christum exora, Amen. Amen

Adriaan Willaert In de kijker

Stile Antico © Harmonia Mundi Huelgas Ensemble za 26.02.11 / 20.00 / Concertzaal wo 01.06.11 / 20.00 / Concertzaal Stile Antico / Monteverdi & Palestrina Huelgas Ensemble / Notre Dame Het jonge Stile Antico verzoent een intense, Samen met de gotische gewelven van de nu al befaamde koorklank met een grote Notre-Damekathedraal bereikte de muziek vrijheid voor elke individuele stem. Deze in de late 12e eeuw ongekende hoogten. zangers moeten wel de ideale uitvoerders Zo staan de zangmeesters Leoninus en zijn van Monteverdi’s weelderige Missa Perotinus geboekstaafd als de oudste ‘In illo tempore’, die ze treffend combineren bekende polyfoniecomponisten. Met zijn met psalmmotetten van Palestrina. onovertroffen dynamiek reconstrueert Een liefdevol eerbetoon aan de serene het Huelgas Ensemble de monumentale renaissancepolyfonie. muziek van de Ars Antiqua.

In het Concertgebouwcafé kunt u gezellig nagenieten met cultuurliefhebbers en mogelijk ontmoet u er ook de artiesten.

Cover: Capilla Flamenca © Miel Pieters