18 Voor U gelezen in PP en FD maart 2019

‘Platformwerkers kunnen vallen onder verplichtstelling Stipp’

Digitale platforms die vraag en aanbod van arbeid bij elkaar brengen, zijn soms te vergelijken met een uitzendbureau. Werknemers die via deze platforms voor een ander werken, zouden kunnen vallen onder de verplichtstelling van pensioenfonds Stipp.

Dat stelt Jaap van Slooten, hoogleraar arbeidsrecht aan de UvA en advocaat bij Stibbe. Hij sprak onlangs op een pensioenbijeenkomst op de VU in .

Van Slooten: ‘Sommige platforms helpen actief bij het ter beschikking stellen van een arbeidskracht aan een derde. Als het platform een arbeidsovereenkomst met die arbeidskracht blijkt te hebben en die derde oefent toezicht en leiding uit, dan kunnen ze aan uitzending doen.’

Voorwaarde voor een eventuele verplichtstelling is dus wel dat platformwerkers worden gekwalificeerd als werknemers. Dat is nu nog zelden het geval.

‘Soms nu al sprake van uitzending’

De belangenvereniging voor uitzendbureaus ABU meent dat er nu soms al sprake is van uitzending en geeft het platform voor horecawerkers Temper als voorbeeld.

‘Dergelijke organisaties zijn vaak niet meer dan oude wijn in nieuwe zakken. Het is maar zeer de vraag of er bij deze platforms niet sprake is van een uitzendovereenkomst met alle bijbehorende rechten en plichten,’ stelt de organisatie op haar website.

Van Slooten wijst erop dat deze horecawerkers door de Belastingdienst als zzp’er worden gezien daarom niet als uitzendkracht worden beschouwd.

Zelfstandigen of werknemers? Volgens onderzoeksbureau SEO zijn op dit moment zo’n 34.000 mensen in Nederland te kwalificeren als platformwerker: ze komen via een app of website aan hun opdrachten. In ruil voor die dienst wordt een commissie gerekend.

Die platformwerkers werken in de regel als zelfstandige en vallen daarom niet onder verplichtstelling van een pensioenfonds. Vorige maand bepaalde de kantonrechter echter dat Deliveroo-koeriers als werknemers gekwalificeerd moeten worden. Daardoor zouden ze mogelijk onder de verplichtstelling van pensioenfonds Vervoer vallen. Van Slooten sluit niet uit dat de koeriers in theorie ook onder andere branches zouden kunnen vallen, waaronder de uitzendsector.

Pensioenfonds Stipp geeft aan dat het platformmedewerkers niet bij het fonds kan betrekken, vanwege het ontbreken van de verplichtstelling voor zelfstandigen.

‘Zolang niet duidelijk is of er sprake is van een arbeidsrelatie, is er geen sprake van een verplicht pensioen. Alleen de sociale partners kunnen daar verandering in brengen door pensioen ook voor zelfstandigen verplicht te stellen’, zegt Paul Citroen, voorzitter van Stipp.

Volgens de ABU worden platformmedewerkers vaak ‘ten onrechte’ gezien als zelfstandige. Maar Stipp klopt op dit moment niet op de deur bij platforms. Citroen: ‘Zolang er geen juridische uitspraken liggen hierover, hebben we geen handelingsperspectief.’

Van Slooten denkt dat er in andere sectoren wel eens een zaak zou kunnen komen. ‘De recente uitspraak in de zaak-Deliveroo is een goed voorbeeld. Ik kan me voorstellen dat bijvoorbeeld bpf Vervoer daar nu gaat proberen premies te innen.’

Eerder zeiden pensioenjuristen in Pensioen Pro dat pensioenfonds Vervoer beter niet te lang wachten kan met het innen van pensioenpremies voor Deliveroo- bezorgers die eerder een arbeidscontract hadden.

Raad van State vindt verlengen hersteltermijn onverantwoord

Een langere hersteltermijn voor pensioenfondsen om kortingen te voorkomen is onverantwoord, vindt de Raad van State. Voor GroenLinks en 50Plus is dat geen reden voor het intrekken van hun initiatiefwet die de hersteltermijn met twee jaar verlengt.

Gisteren maakten Kamerleden Paul Smeulders (GroenLinks) en (50Plus) bekend dat zij samen optrekken om de hersteltermijn van pensioenfondsen te verlengen. Beiden hadden los van elkaar een initiatiefvoorstel ingediend om de termijn op te rekken van vijf jaar (zes meetmomenten) naar zeven jaar (acht meetmomenten). Van Rooijen heeft zijn voorstel gisteren ingetrokken en verdedigt nu samen met Smeulders diens voorstel.

De Raad van State (RvS) is zeer kritisch over een langere hersteltermijn. In zijn advies noemt het dit ‘niet verantwoord’. De raad wijst daarbij op ‘het vele uitstel’ dat al is verleend. Bovendien draagt uitstel niet bij aan een waardevast pensioen. ‘Wat op korte termijn een oplossing lijkt, kan op langere termijn ingrijpender nadelen tot gevolg hebben.’

Het advies aan de Kamer is om het voorstel niet in behandeling te nemen.

Het oordeel van de RvS is volgens verwachting. Twee jaar geleden plaatste de raad al vraagtekens bij de huidige hersteltermijn. Bij onvoorwaardelijk korten na zes meetmomenten is moeilijk vol te houden dat pensioenfondsen 'adequaat en tijdig’ reageren op een dekkingstekort, aldus de raad toen.

Het genoemde advies van de RvS gaat over het ingetrokken voorstel van Van Rooijen, maar Smeulders zegt in een toelichting dat de kritieke op het, nu gezamenlijke, voorstel in essentie hetzelfde is. Er zijn accentverschillen, vanwege de andere toelichting.

Hij werkt op dit moment samen met Van Rooijen aan antwoord op het advies. Dat zal nader ingaan op, wat in elk geval voor GroenLinks, de belangrijkste motivatie is: het voorkomen van kortingen als een stelselhervorming aanstaande is. ‘We vinden niet uit te leggen dat je in aanloop naar een pensioenakkoord gaat korten’, stelt Smeulders. ‘Dat is funest voor het draagvlak. We willen ook niet dat de vakbonden met het mes op de keel moeten onderhandelen, omdat de kortingen boven de markt hangen. De Raad van State zegt dat het juist goed is dat er druk op blijft staan, omdat er dan mogelijk sneller een deal komt.’

Het FD sprak gisteren met Van Rooijen, over zijn ervaringen in de politiek en het pensioendossier. Het volledige interview leest u hierna

50Plus: 'Als de pensioenkortingen doorgaan staan wij zo op vijftien zetels'

Martin van Rooijen, 'lijsttrekker' van 50Pus voor de Eerste Kamer, is niet voor het eerst op verkiezingscampagne. Hij ging ook in de Statenverkiezingen van 1974 de boer op. Hij was toen net staatssecretaris van Financiën. ' zei tegen mij: Martin, we gaan de belastingen verlagen', herinnert hij zich. 'Toen ik dat tegen mijn ambtenaren zei reageerden ze: maar mijnheer Van Rooijen, we hebben na de oorlog nog nooit de belastingen verlaagd. We weten niet hoe dat moet.'

Praten met Martin van Rooijen is vaak een combinatie van felle uithalen naar de hedendaagse politiek en nostalgie over het kabinet-Den Uyl, waarin hij als jongste bewindsman ooit (31, toen nog voor de KVP) plaatsnam.

Inmiddels is het Tweede Kamerlid op 76-jarige leeftijd de oudste fulltime politicus in Den Haag. Hij is vastbesloten er ten minste vier jaar in de senaat aan toe te voegen.

'Die belastingverlaging ging toen tussentijds in, op 1 juli, een halsbrekende toer. Nu kan de Belastingdienst niks meer. Daarna hebben we de belastingen nog drie keer verlaagd. Linkse kabinetten regeren rechts en rechtse links. Kijk maar naar Rutte. Die wordt steeds linkser'.

Van Rooijen wil niet het beeld oproepen dat het 'vroeger allemaal prima was en nu niet'. Toch is de terugkeer naar de Kamer hem niet meegevallen de afgelopen twee jaar. Vooral de opstelling van het 'motorblok', de coalitie die met 76 zetels haar wil oplegt in de Kamer, zit hem dwars. 'Eigenlijk functioneert de Tweede Kamer helemaal niet. Kijk naar de dividendbelasting. Als Unilever niet gebeld had, was de afschaffing gewoon doorgegaan. Alles is dichtgetimmerd en alles van de oppositie wordt weggestemd'.

Telefoon uit het Torentje

Dat gaat veranderen na 27 mei, als de nieuwe Eerste Kamer aantreedt waarin de coalitie haar meerderheid waarschijnlijk verliest. Bij het klimaatbeleid werd dat vorige week al duidelijk, toen het kabinet de eisen van de oppositie inwilligde om een CO2-heffing voor de industrie in te voeren en de energierekening voor huishoudens te verlagen.

Gaat dat ook bij de pensioenen lukken? 'Als GroenLinks niet de tien of elf zetels levert die nodig zijn en de PvdA niet aanhaakt omdat ze de FNV niet wil laten vallen, dan gaat Rutte mij bellen', daar is Van Rooijen van overtuigd.

‘Als we naar pensioenen en belastingen kijken, zitten Forum en wij dicht bij elkaar’

Hij schetst zelfs een scenario waarin hij met drie of vier 50Plus-zetels de coalitie kan helpen aan de benodigde meerderheid samen met de SGP, de regionale OSF en Forum voor Democratie. 'Iedereen kijkt alleen maar over links. Maar het kan ook over rechts of over het midden. Dat wordt heel boeiend. Als we naar pensioenen en belastingen kijken, zitten Forum en wij dicht bij elkaar'.

Van Rooijen heeft eerder meegemaakt hoe dat mechanisme werkt toen D66 tegen het Belastingplan 2016 stemde. Daardoor was er geen meerderheid meer in de Eerste Kamer. De 50PLUS-senator kreeg een telefoontje. Vanuit het Torentje.

'Rutte belde mij, ik was net aan het fietsen in Noordwijk. “Martin, kunnen we even koffiedrinken over het Belastingplan”. Hij had vijf stemmen nodig.' Ook de regionale OSF en de Partij voor de Dieren lieten zich paaien. 'Zij wilden iets voor Omroep Friesland en met slachten, wij wilden de verlaging van de ouderenkorting ongedaan maken.'

Uiteindelijk ging D66 alsnog door de bocht vanwege een 'zoethoudertje' over kolencentrales en gemeentelijke belastingen. Dat handjeklap wordt straks hervat, verwacht Van Rooijen. 'Dat zal wel moeten. De Eerste Kamer wordt een soort marktplein'. Wet Hillen

Van Rooijen schreef geschiedenis in de Tweede Kamer toen hij eind 2017 de afschaffing van de Wet Hillen, die woningeigenaren met een afgeloste hypotheek grotendeels vrijstelt van bijtelling van het eigen woningforfait, wilde vertragen. Zijn 'filibuster', bedoeld om de besluitvorming een jaar uit te stellen, duurde tot diep in de nacht.

Hij verloor het pleit. 'Nee, dat doet me eigenlijk niks', zegt hij daarover. 'Het is net als een voetbalwedstrijd die je verliest. En ik wist dat ik ging verliezen.' Van Rooijen bereikte wel 'in de marge' dat de oorspronkelijke overgangstermijn van twintig jaar werd opgerekt naar 30 jaar, volgens zijn zeggen na een telefoontje met minister van Financiën . 'Hoekstra was in de Eerste Kamer een maatje van mij', zegt Van Rooijen die daar regelmatig samen met hem optrok.

Zijn terugkeer naar de Senaat heeft niet alleen privéredenen, omdat hij met zijn vrouw onder andere meer wil genieten van zijn zeven kleinkinderen. 'Ik heb daar ook meer invloed. Hier heb ik dus niks te vertellen. Ik werk me twee jaar te pletter en ik weet dat ik alles verlies. Ze gunden me niks. Alles van 50Plus is met die 76 zetels afgestemd. Tragisch'.

Oorlog

Voor Van Rooijen zijn de komende verkiezingen een 'referendum over het pensioenstelsel', over 'pensioenfondsen die schatrijk zijn maar arm gerekend worden', afschaffing van de doorsneepremie die €60 mrd kost en als excuus wordt gebruikt 'om het hele stelsel overboord te gooien'.

'Ik heb al gezegd: over mijn lijk. Dan ga ik naar Straatsburg en Luxemburg wegens onteigening. Dat wordt oorlog'. Het zijn volgens hem De Nederlandsche Bank, de minister van Financiën en het Centraal Planbureau die in de pensioendiscussie de dienst uitmaken.

'We worden geregeerd door de trojka. Zelfs bij zachte pensioenaanspraken moet de rekenrente volgens Knot (president van toezichthouder DNB) 1% blijven, waar de rendementen 7% zijn. Terwijl altijd werd beweerd dat de rekenrente risicoloos moest zijn omdat de aanspraken hard waren'.

D66 en ChristenUnie vindt hij 'jongerenpartijen'. Maar dat CDA en VVD ook niets aan die rekenrente willen doen, vindt hij onbegrijpelijk. 'Daar gaan ze nu voor betalen. Als die kortingen doorgaan? Staan we zo op 15 zetels'. Cv

1942 Geboren in Drunen 1964 Rijksbelastingacademie, 1967 Doctoraal bedrijfseconomie, Economische Hogeschool Rotterdam 1965 Inspecteur Rijksbelastingen 1968 Shell, afdeling fiscale zaken 1973 Staatssecretaris van Financiën 1977 Lid Tweede Kamer 1980 Shell, Londen en hoofd kolendivisie, directeur Maasvlakte Coal Terminal 1984 Financieel directeur Nederlandse Aardolie Maatschappij 1986 Directeur public affairs, Shell Nederland 1989 Partner, Coopers & Lybrand 1989 Voorzitter sectie betaald voetbal, KNVB 1995-1996 Lid college van toezicht sociale verzekeringen 2001-heden Managementconsultant 2003-heden Voorzitter Koninklijke Nederlandse Atletiek Unie 2005-2015 College Sanering Zorginstellingen 2010-2011 Voorzitter raad van bestuur GGZ Bergen op Zoom 2012-2017 Voorzitter Koepel Verenigingen van Gepensioneerden 2015-2017 Lid Eerste Kamer 2017-heden Lid Tweede Kamer

Analyse | Verlies coalitie heeft beperkt invloed op pensioenhervorming

De coalitie raakt in mei haar meerderheid kwijt in de Eerste Kamer. Voor de hervorming van het pensioenstelsel maakt dat per saldo weinig uit, omdat het kabinet daarvoor sowieso breed draagvlak zoekt. Dat is en blijft een lastige opdracht.

Die conclusie valt te trekken uit de voorlopige uitslag van de verkiezingen voor de Provinciale Staten gisteren. De leden van de Provinciale Staten kiezen eind mei de Eerste Kamer. Volgens de laatste prognose krijgen regeringspartijen VVD (12, was 13), CDA (9, was 12), D66 (6, was 10) en ChristenUnie (4, was 3) dan 31 van de 75 zetels, tegen 38 nu.

Voor een meerderheid hebben zij vanaf dan altijd de steun van één of meerdere oppositiepartijen nodig. De voorspellingen laten zien dat drie partijen het kabinet aan een meerderheid kunnen helpen: grote winnaar Forum voor Democratie (FvD, 12 zetels, was 0 in 2015), GroenLinks (8, was 4) of PvdA (7, was 8).

Het is de vraag of de verschuivingen in de senaat groot genoeg zijn om de pensioenhervormingen echt te beïnvloeden. Voor hervorming van het pensioenstelsel was een ‘gewone’ meerderheid al onvoldoende, zo heeft het kabinet zelf aangegeven. De hervorming loopt tot ver na de huidige kabinetsperiode door, zei minister Koolmees van Sociale Zaken vorige maand in de Kamer. Daarom is breed politiek draagvlak nodig, aldus de minister. Ook Kamerlid van coalitiepartij VVD benadrukte dat.

Het kabinet kan hervormingen dus sowieso alleen doorzetten met ruime steun in Tweede en Eerste Kamer. De verschuivingen in de senaat maken de opdracht om samenwerking te zoeken met de oppositie hoogstens lastiger.

Van de grote winnaar, FvD, zal het kabinet het niet moeten hebben. Zo keert de partij zich tot nu toe tegen hervorming van het pensioenstelsel. Het was één van de partijen die in januari het initiatiefvoorstel steunde van Martin van Rooijen (50Plus) om de rekenrente te verhogen, net als de PVV, de SP, 50Plus en Denk.

Hervorming

Daarmee zijn dit partijen die weinig tot niets voelen voor een hervorming. Samen krijgen zij straks, als de voorspellingen kloppen, 23 van de 75 zetels in de senaat. Nu zijn dat er 20. Dat is een verschil, maar geen aardverschuiving. Ter vergelijking: in de Tweede Kamer hebben zij 43 zetels, 29% van het totaal. In de Eerste Kamer zijn de voorspelde 23 zetels goed voor 31%,

Voor politiek draagvlak moet het kabinet het hebben van GroenLinks, PvdA en SGP. De laatste partij was onder het vorige kabinet van VVD en PvdA deel van de ‘constructieve oppositie’, samen met D66 en ChristenUnie (zie kader). Dit blok gaat van 14 naar 18 zetels, dankzij de grote winst van GroenLinks.

Bronnen: Eerste en Tweede Kamer/media

PvdA-leider heeft verschillende keren laten weten met het kabinet te willen praten. GroenLinks was altijd voor hervorming, maar begon na de Kamerverkiezingen in 2017 te twijfelen. De partij heeft zijn standpunt nog niet in beton gegoten. Voor Paul Smeulders, pensioenwoordvoerder in de Tweede Kamer, is vooral belangrijk dat fondsen niet hoeven te korten zolang de onderhandelingen tussen sociale partners lopen. Partijleider heeft ruim voor de verkiezingen aangegeven dat met GroenLinks best te praten valt, als de partij daar wat voor terugkrijgt.

Zowel GroenLinks als de PvdA kijkt bij de pensioenhervormingen goed naar de vakbeweging. De FNV heeft in een eerste reactie laten weten dat de uitslagen grote onvrede onder bevolking laten zien over het kabinetsbeleid. En verbindt daar de conclusie aan dat het kabinet beter moet luisteren. Als de vakbonden hun poot stijf houden, dan is de situatie na de verschuivingen in de senaat feitelijk hetzelfde en hebben de verkiezingen maar beperkt invloed op de pensioenhervorming.

Constructieve oppositie Het vorige kabinet van VVD en PvdA had nooit een meerderheid in de Eerste Kamer. Het wist in 2013 bijvoorbeeld met steun van D66, ChristenUnie en SGP afspraken te maken over verlaging van de pensioenopbouw.

Britten ‘going Dutch’ met plannen voor cdc- regeling

De Britse regering wil het voor werkgevers mogelijk maken om een collectieve premieregeling te starten. Het ministerie van Werk en Pensioenen heeft een voorstel gedaan, onder andere na een lobby van postbedrijf Royal Mail en een vakbond.

Diverse Britse media schreven begin deze week dat het VK met dit plan Nederland achternagaat, omdat cdc-regelingen hier al langer bestaan. Deskundigen gaan er echter van uit dat het nog enkele jaren kan duren voordat de Britse wetgeving helemaal rond is.

Het ministerie van Werk en Pensioenen heeft zijn ideeën voor cdc gebaseerd op een voorstel van Royal Mail en de vakbond voor werknemers in de communicatiesector, die al langer steggelden over een nieuwe pensioenregeling. Het ministerie hield het afgelopen jaar ook een consultatieronde, waar circa zeventig partijen hun mening gaven over cdc.

Volgens Guy Opperman, staatssecretaris voor Pensioenen en financiële insluiting, zei dat de consultatie liet zien dat er een groeiende belangstelling bestaat voor cdc onder werkgevers en commerciële pensioenuitvoerders. Partijen die in de toekomst willen overstappen naar een cdc-regeling, moeten hiervoor toestemming vragen aan de toezichthouder (The Pensions Regulator).

Het ministerie geeft in zijn rapport van afgelopen maandag aan zelf geen voorstander te zijn van buffers binnen een cdc-regeling. Zonder buffers worden de pensioenen van deelnemers elk jaar aangepast aan de actuele financiële situatie van het pensioenfonds.

De beleidsmakers erkennen dat dit werknemers en gepensioneerden minder zekerheid geeft over hun (te verwachten) pensioenuitkering. De opzet zou echter transparanter zijn en kritiek voorkomen dat het fonds geld oppot ten nadele van de huidige deelnemers. Toch zal het ministerie partijen die wel buffers wensen niet dwarsbomen.

Communicatie

Het ministerie wijst erop dat het bij cdc-regelingen erg belangrijk is dat er duidelijk met deelnemers wordt gecommuniceerd. Vooral over de situatie waarin een pensioen wordt gekort of juist opgehoogd. Dat zal een belangrijk onderdeel van de wetgeving worden.

Opperman zei dat de nieuwe wetgeving er zo snel mogelijk komt, afhankelijk van de beschikbare tijd van het parlement. Dit maakte een voorganger van Opperman, Steve Webb, enigszins sceptisch over het te verwachten tempo. ‘Zelfs bij Royal Mail kan het nog enkele jaren duren voordat de cdc-regeling is ingevoerd.’

In het VK zijn de pensioenregelingen tot nu toe defined benefit of defined contribution. Bij cdc betaalt een werkgever net als bij een dc-regeling een vaste pensioenpremie voor zijn personeel. Hij is echter niet meer verantwoordelijk voor de hoogte van de pensioenuitkering, zoals bij db het geval is.

Toch is niet iedereen ervan overtuigd dat cdc een goed alternatief is voor het VK. Op de website Financial Reporter zei pensioendirecteur Steven Cameron van Aegon dat hij er niet van overtuigd is dat ‘going Dutch’ in zijn algemeenheid goed is voor het VK.

Hij noemde als nadelen dat het pensioeninkomen ineens terug kan vallen en de mogelijkheid van subsidiëring van de ene door de andere generatie. Ook wees hij erop dat cdc-regelingen deelnemers geen keuzes rond beleggingen bieden en dat het wellicht ook niet langer een optie is om geld uit de pensioenpot op te kunnen nemen. Deze keuzemogelijkheid is erg populair gebleken onder Britten.

Congres | ‘Veel punten uit Koolmeesbrief niet controversieel’

Pensioenfondsen bereiden zich volgens Jacqueline Lommen, pensioenstrateeg bij State Street, al actief voor op een stelselwijziging. De beschikbare- premieregeling van Shell is een mogelijke blauwdruk voor een nieuw stelsel.

‘Het is vooral een kwestie van luisteren naar wat je niet hoort', betoogde Lommen vorige week op het Pensioen Pro Focuscongres in Hilversum. ‘Met name de vakbonden zijn tegen de door de minister voorgestelde stelselwijzigingen. Voor de pensioensector zijn zeven van de tien voorstellen in de Koolmees-brief in feite niet controversieel.’

Ook in de Tweede Kamer worden veel van de plannen van de minister breed gedragen, aldus Lommen.

Volgens Lommen bestaat er brede consensus, dat collectieve risicodeling de basis van een nieuw stelsel moet blijven, maar dat het flexibeler moet. ‘We willen af van het keurslijf van dekkingsgraden en vast pensioen. Dat kan door deelnemers gecontroleerd meer risico te laten lopen. Als je een rivier meer ruimte geeft en gecontroleerd laat overstromen, zijn minder hoge dijken nodig. Voor rivieren is dat al overheidsbeleid. Naar zo’n situatie moeten we voor het pensioenstelsel ook toe.’

Maatwerk

Waar politiek en pensioenfondsen het volgens Lommen ook over eens zijn, is dat er meer maatwerk nodig is in het pensioencontract. ‘Het pensioenstelsel moet persoonlijker, begrijpelijker en met meer keuzevrijheid voor deelnemers. Dat zorgt ook voor een groter draagvlak.’ Tegen maatwerk in beleggingsbeleid hebben bonden zich overigens fel gekeerd.

‘Het ABP sorteert met het meer inzicht geven in persoonlijke pensioenvermogens al voor op een stelselwijziging’, zei Lommen verder. Een jaar geleden stelde ze al tegen Pensioen Pro, dat pensioenfondsen er goed aan zouden doen nu alvast na te denken over de gevolgen van persoonlijke pensioenpotten voor hun beleggingsbeleid.

Wel controversieel De drie punten uit het Koolmees-plan die volgens Lommen wel controversieel zijn, hebben betrekking op de aow-leeftijd, het invaren van bestaande aanspraken naar een nieuw pensioencontract en het afschaffen van de doorsneesystematiek.

Onder de niet-controversiële punten schaart ze, naast maatwerk beleggingsbeleid, ook uitbreiding van de wet verbeterde premieregeling, de lumpsum, communiceren over persoonlijke pensioenvermogens, verbreden reikwijdte stelsel, verbeteren nabestaandenpensioen en commissie parameters.

Blauwdruk

Wat Lommen betreft is de huidige beschikbare-premieregeling van het Shell Pensioenfonds een mogelijke blauwdruk voor een nieuw contract. ‘Bij Shell zie je persoonlijk pensioenvermogen gevolgd door een geleidelijke overdracht rondom pensioendatum naar een collectieve pot met een levenslange variabele uitkering. Daar gaan we waarschijnlijk naartoe.’

De grote uitvoeringsorganisaties doen bovendien al ervaring op met zulke nieuwe regelingen, stipt Lommen aan. ‘PGGM, Centraal Beheer APF en Achmea Pensioenservices en TKP zijn bijvoorbeeld al betrokken bij dc-regelingen. Die ervaring kunnen ze gebruiken bij de stelselherziening.’

Regeling Shell

Het Shell pensioenfonds heeft drie lifecycle-profielen (neutraal, defensief en offensief) ingedeeld in vier ‘administratieve’ portefeuilles: return, rente, match 1 en match 2. Bij de eerste portefeuille ligt de nadruk op het nastreven van rendement op de lange termijn. De laatste drie portefeuilles geven voorrang aan het afdekken van renterisico. Als de deelnemer ouder wordt, belegt de deelnemer bij Shell steeds meer in rente, match 1 en match 2.

Congres | Pensioenfondsen worden stelseldiscussie beu

Het almaar voortdurende publieke debat over de vernieuwing van het pensioenstelsel begint pensioenfondsen tot wanhoop te drijven. ‘We zijn zo langzamerhand beroerd geworden van die hele stelseldiscussie en we zijn daarom opgehouden erover te praten’, verzuchtte Jim Schuyt, voorzitter van het pensioenfonds voor de Woningcorporaties. ‘We zien ‘t wel’, zei hij, tijdens een afsluitende paneldiscussie tussen pensioenfondsbestuurders op het Focuscongres van Pensioen Pro, vorige week in Hilversum. Hij benadrukte dat zijn fonds wel bezig was zich voldoende wendbaar te maken.

Ook Karin Merkus, bestuurslid en voorzitter van de beleggingscommissie bij metaalfonds PMT, onderstreepte dat pensioenfondsen niet te veel moeten wachten op een mogelijke stelselwijziging of nieuwe parameters voor rendementsverwachtingen. ‘We moeten gewoon doorgaan met besturen op basis van onze specifieke achterban’, stelde ze. Ze gaf aan zich wel zorgen te maken over de dreigende rechtenkorting bij PMT en de vraag of de sector alle veranderingen wel aan kan.

‘Je moet uiteraard wel blijven kijken naar risico’s zoals . En goede investment beliefs helpen daarbij’, tekende Merkus aan. Volgens haar is het metaalfonds niet ongerust over potentiële korte-termijnproblemen, zoals een handelsoorlog tussen de VS en China en de financiële situatie in Italië.

Vertrouwen

Alle paneldeelnemers maakten duidelijk dat (verbeteren van) het vertrouwen van de deelnemers in hun pensioenfonds de rode draad was in wat de besturen bezighoudt.

Volgens Schuyt hecht pensioenfonds Woningcorporaties er daarom sterk aan om te luisteren naar de deelnemers. ‘Omdat ze niet kunnen vertrekken, moet je extra veel werk maken van binding met je achterban.’

Schuyt zei dat zijn fonds ernaar streefde om in 2021 ruim 80% van de deelnemers en 95% van de werkgevers zover te krijgen, dat ze echt bij pensioenfonds Woningcorporaties willen zitten. Hij meende overigens dat de deelnemers eigenlijk alleen maar geïnteresseerd zijn in de dekkingsgraad en indexatie en nauwelijks in beleggingsrisico’s of kosten.

Deskundigheid en kosten

Volgens Margreet Teunissen, voorzitter van De Nationale APF en het pensioenfonds Openbare Bibliotheken, kunnen fondsbesturen de regie houden door onder meer deskundige professionele mensen aan te nemen, zelf stresstesten te doen en eigen normen te stellen en die ook na te leven. Otto Hulst, bestuurslid van het pensioenfonds van Kas Bank noemde de beheersing van de relatief hoge kosten van kleinere pensioenfondsen als een zorgpunt. ‘Je moet je afvragen of je als fonds zelfstandig moet blijven.’

De vier hete hangijzers voor Rutte III na de verkiezingen

De coalitie raakt na de Provinciale Statenverkiezingen haar meerderheid in de Eerste Kamer vermoedelijk kwijt. En dat betekent: zakendoen met oppositiepartijen die hun huid duur zullen verkopen. Een overzicht van vier hete hangijzers voor Rutte III.

Klimaat

Met een minutieus voorbereide meesterzet leek het kabinet vorige week zijn klimaatbeleid te redden. De energielasten voor burgers gaan omlaag en er komt toch een nationale CO2-heffing voor de meest vervuilende bedrijven. Precies waar de linkse oppositie om vroeg.

De ommezwaai van de coalitie las dan ook als een open uitnodiging aan GroenLinks en PvdA om de rol van gedoogpartner te pakken als Rutte III straks zijn meerderheid kwijt is in de Eerste Kamer. Toch moet de coalitie waken voor al te veel optimisme.

De steun van links zal afhangen van de precieze uitwerking van de voorstellen waarmee het kabinet de uitstoot van CO2 fors wil reduceren. Klaver kroop, als fractievoorzitter van de grootste linkse oppositiepartij, afgelopen donderdag tijdens een klimaatdebat in de Tweede Kamer direct in zijn nieuwe rol als gedoger. Hij pleit na de verkiezingen voor nieuwe onderhandelingen over het klimaatbeleid, een ‘klimaatformatie’. De regeringspartijen zien hier niets in.

Ook binnen de coalitie zelf kan de klimaataanpak nog tot spanningen leiden. Hoe gaat bijvoorbeeld de achterban van de VVD en het CDA reageren op de nieuwe politieke werkelijkheid waarin GroenLinks invloed uitoefent op het klimaatbeleid van het kabinet?

De klimaatsceptische partijen Forum voor Democratie en PVV, belangrijke electorale concurrenten van met name de VVD, proberen alvast onrust te zaaien onder de liberale kiezersschare met de slogan 'een stem op de VVD, is een stem op GroenLinks’.

Luchtvaart

Oppositievoeren loont, moet GroenLinks-leider Jesse Klaver hebben gedacht. Afgelopen zaterdag, een paar dagen na de klimaatdraai van het kabinet, zei Klaver in het AD dat hij er alles aan wil doen om de geplande opening van Lelystad Airport in 2020 tegen te houden.

Met deze stellingname probeert GroenLinks de spanningen in de coalitie over het vakantievliegveld in de Flevolandse polder te vergroten. Eigenlijk is alleen de VVD enthousiast over Lelystad Airport. De andere drie coalitiepartijen CDA, D66 en ChristenUnie stellen harde voorwaarden aan opening: het vliegveld mag alleen dienen als overloopluchthaven voor vakantievluchten van het nu overvolle Schiphol.

En daar knelt het. Van de Europese Commissie mag het kabinet nieuwe maatschappijen de toegang niet zomaar weigeren op Lelystad Airport.

Achter de discussie over de vakantieluchthaven schuilt een breder meningsverschil in de coalitie over de toekomst van de luchtvaart: is er ruimte voor groei, en onder welke voorwaarden dan, of moet de sector een pas op de plaats maken? Daar is nog geen gezamenlijk antwoord op gevonden.

In de Eerste Kamer is de coalitie niet afhankelijk van steun van GroenLinks om Lelystad Airport te openen, zij kan ook aankloppen bij PVV en Forum. 'Maar ik geloof nooit dat D66 en ChristenUnie met steun van rechts dit vliegveld erdoor duwen', zei Klaver in het AD.

Arbeidsmarkt

Het kabinet gokt erop dat er nog vóór de verkiezing van de nieuwe senatoren in mei gestemd gaat worden in de Eerste Kamer over de nieuwe arbeidsmarktwet van minister van Sociale Zaken. Dat is het streven, maar zeker is het niet.

En dan nog: als de coalitie snel haar zin doordrukt op dit dossier legt dat misschien een zware hypotheek op de toekomstige samenwerking in een nieuw samengestelde senaat. Het wetsvoorstel om flexbanen aan banden te leggen, haalde het in de Tweede Kamer slechts met de hakken over de sloot. Naast de coalitiepartijen stemden alleen SGP en Forum voor Democratie voor. Links kan zich goed vinden in sommige voorstellen, zoals het recht op ontslagvergoeding vanaf dag één en hogere ww-premies voor tijdelijke contracten, maar uiteindelijk heeft de linkse oppositie tegengestemd omdat de wet het mogelijk maakt werknemers makkelijker te ontslaan. Ook het plafond op de ontslagvergoeding is een 'no-go', want oudere werknemers moeten meer geld kunnen meekrijgen. Daarin volgen zij de lijn van de bonden.

50Plus, maar ook PVV, zijn het met hen eens. Met de steun van FVD en SGP zou het wetsvoorstel in een nieuwe senaat het volgens de laatste peilingen ook halen. Maar de vraag is hoeveel goodwill er dan overblijft om de pensioenen te tackelen, waar de coalitie links echt nodig zal hebben.

Pensioenen

De toekomst van de pensioenen blijft de gemoederen in Den Haag bezighouden. Maandag organiseerden de vakbonden pensioenacties in het hele land: voor een waardevast pensioen, tijdelijke bevriezing van de AOW- leeftijd op 66 jaar en het schrappen van de boete op vroegpensioen.

De acties moesten duidelijk maken wat er op het spel staat na het klappen van de onderhandelingen over hervormingen van het pensioenstelsel vorig jaar november. De acties zijn opgeschort, maar de grieven blijven.

Koolmees zette kwaad bloed gezet met zijn aankondiging alvast zonder de sociale partners aan de slag te gaan met voorbereidende wetgeving. Toch benadrukt de minister keer op keer ook de noodzaak van een breed draagvlak. Zonder steun op links zal Koolmees de bonden niet meekrijgen.

De urgentie neemt toe naarmate de kortingen die voor miljoenen deelnemers dreigen, steeds dichterbij komen. Niet voor niets spelen 50Plus en GroenLinks zich daags voor de stembusgang in de kijker met een initiatiefwet om de kortingen op te schorten. Federal Reserve verhoogt de rente dit jaar niet meer, verlaagt balansafbouw

De Federal Reserve zal naar verwachting dit jaar de rente niet meer verhogen. Verder gaat de centrale bank de balans afbouw halveren van $30 naar $15 mrd per maand en zal per september de balans afbouw stoppen. Dat maakte het beleidscomité van het Amerikaanse stelsel van centrale banken woensdag bekend.

Deze beslissingen nam de Fed op basis van de nieuwe economische prognoses. De Fed verwacht dat de economie minder hard zal groeien dan in december nog werd voorzien en stelde ook de inflatieverwachtingen iets naar beneden bij. De werkloosheidsverwachtingen gingen licht omhoog naar 3,9% in 2021. Besloten werd het belangrijkste tarief te handhaven in een bandbreedte tussen 2,25% en 2,5%.

Zorgenkindjes

Het zijn relatief kleine aanpassingen in de verwachtingen. De economie van de Verenigde Staten draait nog steeds goed, na de zeer sterke prestaties in 2018. Maar er zijn nog externe bedreigingen die boven de markt hangen. Fed- voorzitter Jerome Powell noemde in de persconferentie expliciet China en Europa als zorgenkindjes. Powell verwacht overigens geen recessie in Europa, net zoals de Europese Centrale Bank dat niet denkt.

Met deze maatregelen rondt de Fed de U-bocht af die in december werd ingezet. In oktober van het vorige jaar verwachtte de centrale bank nog dat de economie zou moeten worden afgeremd met een aantal renteverhogingen boven het neutrale niveau. In december dacht men maximaal nog twee rentestappen te maken van 25 basispunten in 2019. Nu zijn de renteverhogingen voor dit jaar voorlopig helemaal van tafel. De leden van het beleidscomité verwachten nog wel een stap in 2020 te kunnen maken.

Een soortgelijk verloop is ook te zien in de afbouw van de balans. In de crisisjaren had de Fed voor $4600 mrd aan staats- en hypotheekobligaties aangekocht om de economie te stimuleren. Sinds 2017 werden aflossende obligaties gedeeltelijk niet meer vervangen door nieuwe aankopen. In oktober vorig jaar zei Powell nog dat de afbouw nog tot nader orde op de automatische piloot door zou blijven gaan.

Afbouw

Ook werd bekendgemaakt dat de afbouw van $30 mrd per maand, vanaf mei zal worden teruggeschroefd naar $15 mrd per maand en dat de afbouw daarna wordt gestaakt. Aflossende hypotheekobligaties zullen wel vervangen door staatsobligaties, zodat de centrale bank uiteindelijk voornamelijk staatsobligaties in portefeuille zal hebben. De maatregelen waren ingrijpender dan de markt had verwacht. Aandelenkoersen stegen aanvankelijk, maar de vreugde ebde al snel weer weg. De Amerikaanse tienjaarsrente hield de daling wel vast en ook de daling van de dollar tegen de euro bleef bestendig. Tegen het sluiten van Wall Street kostte een euro $1,1437. Dat is 0,7% meer dan voor het rentebesluit. FvD wil bestuurders ‘met aantoonbare ervaring in financiële wereld’

In besturen van pensioenfondsen is geen plaats meer voor ‘politieke baantjesjagers’, vindt Forum voor Democratie. De partij wil professionals met aantoonbare, internationale ervaring in de financiële wereld.

Dat is één van de standpunten van de partij voor ouderen en pensioen. Forum voor Democratie (FvD) haalde vorige week de meeste stemmen bij de verkiezingen voor de Provinciale Staten en is zodoende straks de grootste fractie in de senaat.

‘Geen politieke baantjesjagers meer in de besturen van pensioenfondsen maar professionals met aantoonbare (internationale) ervaring in de financiële wereld’, staat er letterlijk bij de standpunten. Het impliceert dat FvD vindt dat onder anderen voorzitter Corien Wortmann van ABP en bestuurder van PME op een verkeerde plek zitten.

Beiden werkten in de politiek en missen ervaring in de financiële wereld. Wortmann was voor ze begon bij ABP tien jaar lid van het Europees Parlement voor het CDA. Vermeij zat in de Tweede Kamer voor de PvdA en was de pensioenwoordvoerder voor die partij.

Op Facebook noemt FvD de benoeming van Vermeij bij PME een voorbeeld van de ‘baantjescarroussel van het partijkartel’.

Verder vindt FvD dat pensioenfondsen meer moeten beleggen in Nederland en wil de partij onder geen beding dat Europa iets te zeggen heeft over de Nederlandse pensioenen.

Daarnaast is duidelijk dat FvD is tegen hervorming van het pensioenstelsel zoals het kabinet wil. Zo steunde de partij een motie van (PVV) die oproept ‘de voorgenomen pensioenhervormingen van tafel te halen en te komen met een reële rekenrente voor pensioenfondsen’. Ook stemde de partij voor het initiatiefvoorstel van Martin van Rooijen (50Plus) voor een bodem in de rekenrente. De AOW-leeftijd moet naar 66 jaar stelt FvD (zie kader).

Frentrop

Paul Frentrop, lid van de raad van toezicht van pensioenfonds Architectenbureaus en van 2008 tot 2010 hoofd corporate governance bij ABP, staat zesde op de FvD- kandidatenlijst voor de Eerste Kamer. Hij wil pas ingaan op de standpunten ná de verkiezingen voor de senaat op 27 mei. Voor die tijd staat zijn benoeming nog niet vast. Frentrop verwijst naar voorlichter Jeroen de Vries, nummer drie op de kandidatenlijst, voor informatie. De Vries was de afgelopen dagen niet bereikbaar.

AOW op 66 In radioprogramma “Dit is de dag” gingen FNV-bestuurder en bijzonder hoogleraar pensioenrecht Herman Kappelle afgelopen vrijdag in gesprek over 66 jaar als AOW-leeftijd. Elzinga zei dat 66 jaar voor de vakbonden een harde eis is.

Een vraag was of het na de verkiezingen makkelijker is om te onderhandelen, omdat Forum voor Democratie, de grote winnaar, ook AOW met 66 jaar wil. Volgens Elzinga is er voor en na de verkiezingen voor de Provinciale Staten niet zo veel veranderd. Er is namelijk breed draagvlak nodig voor pensioenhervormingen, omdat die zich uitstrekken over een lange tijd. ‘Zoiets moet altijd met een heel breed maatschappelijk en breed politiek draagvlak.

Jonge deelnemer laat zich nauwelijks leiden door informatie op maat

Jonge deelnemers die informatie anders gepresenteerd krijgen laten zich daardoor nauwelijks sturen. Oudere deelnemers lijken zich wel te laten sturen door informatie op maat, blijkt uit een onderzoek bij ASR door Netspar.

Om deelnemers niet te bedelven onder informatie en te voorkomen dat ze de weg kwijtraken op de site van pensioenregelingen, zoeken pensioenuitvoerders naar manieren hun deelnemers de weg te wijzen naar passende informatie. Een manier is de informatie toe te spitsen op hun leeftijd of hun status (gepensioneerd, slaper of actief). Netspar heeft onderzocht of informatie gerelateerd aan de leeftijd werknemers helpt door de bomen het bos te zien.

De onderzoekers hebben in samenwerking met ASR bekeken in hoeverre het aanpassen van de structuur van pensioeninformatie deelnemers helpt bij het vinden van passende informatie. Het experiment werd uitgevoerd onder 8563 nieuwe deelnemers aan een pensioenregeling van ASR.

Deze groep is verdeeld in drie subgroepen op basis van leeftijd. De jongeren zijn 18 tot en met 34 jaar, de middelbare leeftijd is vanaf 35 tot en met 54 jaar en de oudere werknemers zijn 55-plussers.

Afgestemd op leeftijd

De helft kreeg een algemene, niet leeftijdsgebonden opsomming te zien bij het inloggen en de andere helft communicatie afgestemd op de leeftijd. Zo kregen jongeren een foto met vrolijke leeftijdsgenoten en een keuzemenu dat was toegesneden op hun situatie. Bij deze groep was het idee dat ze bijvoorbeeld niets hebben aan informatie over keuzes die je maakt op het moment dat je met pensioen gaat. Jongeren hebben meer aan een algemene uitleg hoe de regeling in elkaar steekt.

De onderzoekers hadden nog twee andere informatiedoelen geformuleerd die relevanter zijn voor middelbare en oudere deelnemers. Middelbare deelnemers zouden bijvoorbeeld baat hebben bij informatie over in hoeverre ze goed op weg zijn bij de opbouw van hun pensioen. Ouderen zullen doorgaans meer willen weten over de keuzemogelijkheden die ze hebben.

Uit de respons blijkt wederom dat het heel lastig is deelnemers te activeren. Slechts 5% nam de moeite op de pensioensite in te loggen. Het maakte niet uit of ze algemene of specifieke informatie ontvingen. De resultaten gaan alleen over deze relatief kleine groep.

Bij de jongeren had het soort informatie geen invloed op hun navigatiegedrag. Degenen die inlogden op de site met informatie op maat gingen niet vaker naar de relevante delen van de site dan de andere jongeren.

Een mogelijke verklaring is volgens de onderzoekers dat jongeren geneigd zijn beslissingen over pensioenzaken uit te stellen omdat de gevolgen nog erg ver weg liggen. ‘Wellicht hebben jongeren ook minder motivatie om zich te verdiepen in hun pensioensituatie waardoor ze niet op relevante informatie klikken’, aldus onderzoeker Milena Dinkova (CPB en Universiteit Utrecht).

Bij middelbare en oudere deelnemers had de presentatie van de informatie op de site wel effect. Die informatie op maat leidt ertoe dat ze vaker op relevante informatie klikken. Toch werkt het niet in alle gevallen. Bij deelnemers van middelbare leeftijd lukte het niet ze een duwtje te geven richting ‘heb ik al voldoende opgebouwd?’.

Het onderzoek is behalve door Dinkova ook uitgevoerd door Sanne Elling, Adriaan Kalwij en Leo Lentz. Alle onderzoekers waren tijdens het onderzoek verbonden aan Universiteit Utrecht. Kabinet onderzoekt gevolgen van rechtszekerheid pensioenopgave

In overleg met pensioenuitvoerders, DNB en AFM gaat het kabinet onderzoeken wat het in de praktijk betekent als deelnemers rechtszekerheid kunnen ontlenen aan hun pensioenopgave. Een vraag is of dit kan botsen met het pensioenreglement.

Dat staat in een brief van minister Koolmees van Sociale Zaken aan de Tweede Kamer. Hij licht hierin toe welke stappen het kabinet zet om tegemoet te komen aan de wens dat deelnemers rechtszekerheid kunnen ontlenen aan hun opgave. De Kamer nam met grote meerderheid een motie aan die dit vraagt. Zo wil de Kamer voorkomen dat pensioenuitvoerders bedragen kunnen terugvorderen van deelnemers. ABP gaat dat doen bij zevenhonderd gepensioneerden.

Op dit moment is het pensioenreglement leidend, aldus Koolmees. ‘Een deelnemer ontleent zijn aanspraak op pensioen of recht op een pensioenuitkering niet aan informatie, maar uitsluitend aan het pensioenreglement.’ Hij maakt dit op uit rechtspraak. Als voorbeeld noemt de minister een recente uitspraak van het gerechtshof in Den Haag (zie kader). Het betekent onder meer dat een uitvoerder eventueel te veel uitbetaald pensioen mag (en moet) terugvorderen. Anders zijn de overige deelnemers de dupe.

Aan de andere kant vindt Koolmees het belangrijk dat deelnemers correcte informatie krijgen. Sterker: dat zijn uitvoerders wettelijk verplicht. De vraag is of die norm deelnemers voldoende beschermt, schrijft de minister. Hij gaat dit uitzoeken.

Verder gaat Koolmees in overleg met uitvoerders, DNB en AFM onderzoeken wat het voor de praktijk betekent als deelnemers absolute rechtszekerheid kunnen ontlenen aan informatie van hun uitvoerder. Kamerlid Roald van der Linde vreest dat dit leidt tot disclaimers op pensioenopgaves. ‘Dat is nu juist wat je niet wilt.’

Ook gaat de minister praten met Ombudsman Pensioenen Henriëtte de Lange over de groeiende juridisering: steeds vaker komen geschillen voor de rechter. Koolmees is benieuwd wat hiertegen kan worden gedaan.

Opgave vroegpensioen

PMT mocht van het gerechtshof in Den Haag een pensioenuitkering verlagen, nadat het in een aanvraagformulier voor vroegpensioen hogere bedragen had genoemd dan waar de deelnemer recht op had.

De ‘vermelde bedragen stroken immers niet met de pensioenaanspraken’ waarop de deelnemer volgens het reglement recht heeft, aldus het hof. ‘Gesteld noch gebleken is dat het pensioenreglement de mogelijkheid biedt het pensioen te verhogen indien de pensioenuitvoerder (PMT) onjuiste (te hoge) bedragen vermeldt op het aanvraagformulier voor vroegpensioen.’

Overigens vordert PMT bedragen die het zeven maanden lang te veel heeft betaald niet terug.

Marktoverzicht | Belegd vermogen apf’en stijgt naar bijna €10 mrd

Vooral Stap en Het Nederlandse Pensioenfonds zagen hun belegd vermogen in 2018 fors groeien. Centraal Beheer heeft de hoogste nieuwe premie- instroom. De apf’en hebben voor dit jaar nog geen grote nieuwe klanten bekendgemaakt, maar volgens hen zit er genoeg in het vat.

Dat blijkt uit door Pensioen Pro opgevraagde gegevens bij vijf apf’en, per 1 januari 2019. In vergelijking met een jaar eerder steeg het totale belegd vermogen van Stap, het Nederlandse Pensioenfonds (Hnpf), De Nationale APF, Centraal Beheer APF en Volo van €4,9 mrd naar €9,8 mrd. Het aantal deelnemers groeide van bijna 44.000 naar 94.000. Vooral Stap en Hnpf groeiden hard.

Vijf pensioenfondsen

Veel van de nieuwe aanwas was begin vorig jaar al bekend, maar bleek nog niet uit de cijfers per 1 januari 2018. De contracten met diverse pensioenfondsen waren weliswaar getekend, maar de officiële overdracht moest nog plaatsvinden. Dit was bijvoorbeeld het geval bij de fondsen Douwe Egberts (€1,8 mrd) en Sanoma (€600 mln) die naar Stap gingen en Arcadis (€1,1 mrd) dat verhuisde naar Hnpf.

De transfers van Ballast Nedam (€1 mrd) naar Stap en Cindu (€165 mln) naar Centraal Beheer werden later in 2018 bekendgemaakt. Met deze vijf pensioenfondsen is de totale toename van het belegd vermogen met €4,8 mrd grotendeels verklaard. Naast pensioenfondsen hebben de apf’en vorig jaar ook werkgevers binnengehaald in hun standaardkringen. Bij Centraal Beheer APF ging het bijvoorbeeld om 548 werkgevers die 13.000 deelnemers vertegenwoordigen. Geen concrete toezeggingen 2019

In tegenstelling tot bij het vorige onderzoek, kunnen de apf’en nu geen concrete toezeggingen voor 2019 melden. Wel maakte het opf van Randstad (€1,1 mrd) onlangs bekend dat het een apf heeft geselecteerd om de opgebouwde pensioenen naar over te hevelen. Pensioenfonds ANWB (€1,5 mrd) heeft ook aangekondigd dat het naar een apf wil.

Toch rijst de vraag of de apf-markt dit jaar net zo hard zal groeien als in de eerste jaren.

Apf’en positief over nabije toekomst

Apf’en zelf zijn positief over de (nabije) toekomst. Arnout Korteweg, uitvoerend bestuurslid bij De Nationale APF: ‘Wij hebben het afgelopen jaar circa dertig informatieverzoeken gekregen van pensioenfondsen die overwegen over te stappen naar een apf. Daar zitten ook een paar fondsen tussen met meer dan €2 mrd belegd vermogen. Als tien van die dertig fondsen uiteindelijk voor een apf kiezen, dan kan de markt in korte tijd zomaar verdubbelen.’

Hnpf ziet ook dat steeds meer grotere opf’en de overstap naar een apf onderzoeken. Centraal Beheer APF zegt dat er op dit moment ‘veel’ zogeheten ‘request for information’ en ‘request for proposals’ lopen. Het apf zegt te verwachten dat het op korte termijn nieuwe toetreders bekend kan maken.

Onduidelijkheid is rem

Volgens Korteweg houdt onduidelijkheid over het nieuwe pensioenstelsel diverse opf’en tegen om definitief over te stappen naar een apf. Ook is het aantal gremia dat meebeslist over de toekomst van een pensioenfonds groot, waardoor de besluitvorming langer duurt dan verwacht of zelfs wordt uitgesteld. De Nationale APF dacht in 2018 een klant met €300 mln vermogen te kunnen toevoegen, maar de besluitvorming is nog steeds niet afgerond.

Bij De Nationale kwam het totale belegd vermogen per 1 januari 2019 (€960 mln) zelfs wat lager uit dan een jaar eerder. Volgens Korteweg komt dit omdat er in de eigen kring van Unisys geen premie-inkomsten zijn, maar alleen pensioenuitkeringen plaatsvinden. Hierdoor daalt het belegd vermogen in deze kring. Volgens het bestuurslid is het voor de vitaliteit van een apf belangrijk dat er voldoende nieuwe premie-instroom is.

Nieuwe premie-instroom van belang Ook de andere apf’en wijzen op het belang van premie-inkomsten voor hun continuïteit en toekomstbestendigheid. Hnpf zegt dat de uitvoeringskosten bij een lage premiestroom voornamelijk worden gedekt uit een voorziening voor toekomstige uitvoeringskosten. Bij een hoge premiestroom dragen werknemers ook bij aan de uitvoeringskosten.

Pensioen Pro vroeg dit jaar ook naar de verwachte premie-inkomsten voor 2019. De uitkomsten vindt u in de grafiek.

Gerard Frankema, directeur bij Stap, nuanceert het belang van de premiestroom. ‘Premie-inkomsten zijn van belang, maar het apf is ook een toekomstbestendige oplossing voor gesloten opf’en. Voor de financiële stabiliteit van zowel het apf als een collectiviteitskring is het wel belangrijk dat een kring een minimale omvang heeft. Een fonds met circa €350 mln belegd vermogen kan alsnog interessant zijn als het een jong deelnemersbestand heeft met substantiële premiesom.’

Kostendekkend?

Hoe staan de apf’en er financieel voor? Draaien ze inmiddels kostendekkend? Frankema zegt dat dit bij Stap, bij de huidige €5,8 mrd aan belegd vermogen, nog niet het geval is. ‘De organisatie van Stap is ingericht op basis van de verwachte groei van het aantal collectiviteitskringen.’

Korteweg vertelt dat De Nationale APF zo’n €4 mrd tot €5 mrd aan belegd vermogen nodig heeft om break-even te spelen. Van dat bedrag zit het apf nog een eind af met de huidige €960 mln, maar Korteweg denkt dat het apf binnen afzienbare tijd het benodigde vermogen kan binnenhalen. Hnpf gaat ervan uit dat het apf een omvang van €6 mrd tot €7 mrd nodig heeft om kostendekkend te draaien. ‘Dit vergt langere tijd.’ Centraal Beheer is onduidelijk over of het al dan niet verlieslatend is.

Opheffen Volo lijkt kwestie van tijd

Vorig jaar verhuisden voor het eerst werkgevers van het ene naar het andere apf. Centraal Beheer hengelde vlak voor jaareinde uitvaartonderneming Yarden en Afvalstoffen-Terminal Moerdijk binnen, die daarvoor bij Delta Llloyd APF zaten. Delta Lloyd APF is in liquidatie.

Volo, dat vorig jaar te horen kreeg dat PGGM de samenwerking op termijn wil beëindigen, heeft nog wel steeds zijn klanten Ortec en Jan Huysman (ADM Cocoa) binnenboord. Toch lijkt het een kwestie van tijd voordat het apf wordt opgeheven. ‘Een overgang van onze klanten en deelnemers naar een andere pensioenuitvoerder en liquidatie van Volo Pensioen is de mogelijkheid die we momenteel onderzoeken’, laat voorzitter Erik Goris per e-mail weten. Nieuwe pensioenacties als Koolmees niet beweegt op AOW-leeftijd

Zonder een toezegging van het kabinet dat de AOW-leeftijd minder hard gaat stijgen, lijkt kans op hervatting van pensioenonderhandelingen klein.

In de polder klonk de afgelopen weken — bijna wanhopig — de oproep aan vakbonden om 'na de acties en de verkiezingen terug aan tafel te komen' voor een pensioenakkoord. Maar de ontmoeting van de voorzitters van de vakbonden FNV, CNV en VCP maandag met minister Koolmees van Sociale Zaken is géén doorstart van de pensioenonderhandelingen, bezweren de bonden en het ministerie.

De bijeenkomst — waarin de bonden hun eisen voor een nieuw pensioenstelsel nog eens op tafel leggen — is wel het eerste treffen na de landelijke pensioenacties van vorige week. En na de Provinciale Statenverkiezingen, waarbij het kabinet zijn meerderheid en de Eerste Kamer verloor. 'De voorzitters willen symbolisch nog een signaal aan Koolmees afgeven', zegt pensioenonderhandelaar Tuur Elzinga van FNV.

Eigenlijk zouden de bonden vorige week maandag op het Malieveld hun pensioeneisen aan de minister overhandigen. Duizenden politieagenten, ambulancemedewerkers en brandweerlieden uit het hele land waren daarvoor maandagochtend op weg naar Den Haag.

Door de aanslag in een tram in Utrecht ging dat niet door. De pensioenacties werden voor de rest van de dag afgeblazen. Maar, benadrukken de vakbonden, er waren wel 'veertigduizend mensen' in actie voor pensioen en AOW, met werkonderbrekingen, stakingen op het spoor en demonstraties.

Bevriezing AOW-leeftijd

'Nu is het aan de minister om aan te geven in welke mate hij tegemoet komt aan ons ultimatum', zegt CNV-voorzitter Arend van Wijngaarden. FNV, CNV en VCP eisen in de eerste plaats een tijdelijke bevriezing van de AOW-leeftijd op 66 jaar voor vijf jaar. In de tussentijd kunnen dan vroegpensioenregelingen worden gemaakt voor mensen die eerder dan de AOW-leeftijd willen stoppen.

En daarvoor moet de rvu-heffing, de 'boete op vroegpensioen', van tafel. Ten tweede willen zij een waardevast pensioen en tot slot dat alle werkenden mee kunnen doen. Als Koolmees niet reageert op het ultimatum, dan komt er nieuwe actiedag eind mei, kondigt CNV'er Van Wijngaarden vast aan.

Maar wat het kabinet huiverig maakt, is dat er al heel veel bewogen is. De plannen die in november op tafel lagen, lijken nauwelijks nog op het voorstel voor persoonlijk pensioen dat is opgenomen in het regeerakkoord. Bovendien, ook met een toezegging dat de AOW-leeftijd in een gematigder tempo stijgt, is de handtekening van de bonden onder een pensioenakkoord nog niet binnen. Ook de compensatie voor de afschaffing voor de doorsneesystematiek is een 'heel wezenlijk punt', zegt CNV-voorman Van Wijngaarden. Aankloppen bij oppositie

Bij de actievoerders van vorige week stond AOW op 66 boven aan het verlanglijstje. Bijna iedereen droeg buttons met '66' erop. Om de vakbonden terug aan tafel te krijgen moet het kabinet vooral op dit punt tegemoetkomen. Dat betekent vooral financiering toezeggen buiten de begroting van Sociale Zaken. Minister Hoekstra van Financiën moet ook meedoen.

Sinds de verkiezingen van vorige week is het politieke draagvlak om iets te doen aan de stijging van de AOW-leeftijd wel groter geworden. Het kabinet zal voor een meerderheden in de Tweede Kamer moeten aankloppen bij oppositiepartijen die allemaal pleiten om oudere werknemers te ontzien.

PvdA en GroenLinks hebben zich de afgelopen maanden achter de vakbonden geschaard, maar zitten dichter op de lijn van het kabinet dan op het eerste gezicht het geval lijkt. PvdA-leider Lodewijk Asscher meldde zich woensdagavond meteen als potentiële zakenpartner. Ook met GroenLinks valt best te praten.

Weinig inbreng

Van de andere partijen heeft Koolmees weinig te verwachten. SP, PVV en 50Plus zijn tegen de stijging van de AOW-leeftijd en willen met het pensioenstelsel een hele andere kant op dan Koolmees. Alleen vakbond FNV hecht mogelijk nog aan de steun van de SP voor een pensioenakkoord, omdat de partij populair is bij het kader en een deel van de achterban.

Grote winnaar Forum voor Democratie heeft tot nog toe weinig enthousiasme aan de dag gelegd voor hervorming van het pensioenstelsel, zoals het kabinet dat wil. De partij ontbrak het afgelopen jaar bij pensioendebatten en Kamercommissies over het onderwerp, maar stemde regelmatig mee met SP, PVV en 50Plus op pensioenonderwerpen. Zoals bij een motie voor een hogere rekenrente en tegen pensioenhervormingen, begin deze maand.

Overgang op lifecycles kan op meerdere manieren

Het kabinet wil dat pensioenfondsen gaan werken met lifecycles. De invulling daarvan kan met een harde scheiding tussen return- en matchingpotten, maar ook door de regels voor korting en indexatie leeftijdsafhankelijk te maken.

Minister Koolmees schrijft in zijn brief aan de Tweede Kamer van februari dit jaar dat pensioenuitvoerders moeten gaan werken met ‘meerdere collectieve beleggingsmixen met verschillende risicoprofielen’. Naarmate de leeftijd van deelnemers stijgt, kan het risico zo geleidelijk worden verlaagd, door geld van de return- naar de matchingportefeuille over te hevelen. Het kabinet denkt dat het beter is zo, omdat de beleggingen dan meer in lijn zijn met ‘de leeftijdssamenstelling en de risicohouding van de deelnemers’, aldus de brief.

Pionier Nedlloyd

Op dit moment beleggen bijna alle Nederlandse pensioenfondsen nog in één collectieve beleggingsmix. Het Nedlloyd Pensioenfonds is een van de weinige, die al werken met een lifecyclepatroon.

Die regeling werd in 2015 min of meer uit nood geboren, toen werkgever Maersk af wilde van de bestaande cdc-regeling. De actieven sparen bij Nedlloyd nu in een individueel dc-potje.

In de default-lifecycle blijven werknemers tot hun 45e voor 100% belegd in aandelen. Daarna wordt stapsgewijs afgebouwd tot 40% aandelen en 60% obligaties op pensioenleeftijd. Fondsdirecteur Frans Dooren: ‘Dat is dezelfde assetmix als in het db-fonds van Nedlloyd. Op pensioendatum kan vermogen daardoor één op één worden overgezet.’

‘Als pensioendeelnemers al genoeg vermogen hebben opgebouwd, kunnen ze ervoor kiezen al op de pensioendatum, of zelfs eerder, volledig over te gaan naar de portefeuille van het pensioenfonds’, gaat Dooren verder. Door eerder in te kopen ‘zijn de deelnemers veel minder afhankelijk geworden van één conversiemoment op pensioendatum en het risico van een lage rente bij inkoop.’ Een nadeel van de scheiding tussen de opbouw- en uitkeringsfase is, dat het inkopen van pensioen duur kan uitvallen. Dooren: ‘Deelnemers die een pensioen inkopen bij het fonds, moeten dat doen tegen de dekkingsgraad van dat moment. Als de dekkingsgraad hoog is, is dat redelijk duur. Maar je krijgt er dan wel een grotere kans op indexatie bij.’

Deelnemers zijn volgens Dooren meer dan tevreden met de regeling, maar toch stopt die eind dit jaar. De uitvoeringskosten zijn in verhouding tot het aantal deelnemers (480 actieven) te hoog. Het is nog niet bekend of het lifecycle- principe bij een nieuwe uitvoerder behouden blijft.

Carve-out

Het opsplitsen van fondsen in een ‘oud’ en een ‘jong’ fonds, oftewel een carve- out, is ook een mogelijkheid, maar is wel ‘een heel extreme vorm van de lifecycle- gedachte’, zegt Wichert Hoekert van Willis Towers Watson (WTW).

De Federatie van Philips Verenigingen van Gepensioneerden (FPVG) stelde twee jaar geleden iets dergelijks voor. De FPVG wilde het Philips Pensioenfonds opsplitsen in een fonds voor actieven en een fonds voor gepensioneerden en slapers. De gepensioneerden vonden dat met een splitsing beter recht kon worden gedaan aan de belangen van de verschillende groepen.

Die carve-out kwam er nooit, maar inmiddels denkt de gepensioneerdenvereniging aan een andere variant: een splitsing in een fonds voor de opgebouwde rechten en een fonds voor nieuwe opbouw. Voorzitter Roel Fonville: ‘Zo kun je voor jongeren in het nieuwe fonds agressiever beleggen, en je voor ouderen richten op indexatie.’

Een echte carve-out, waarbij gepensioneerden en slapers apart worden gezet van de actieven, is onder de huidige regelgeving lastig te realiseren, zegt Hoekert van WTW.

‘Volgens de pensioenwet moeten slapers tenminste evenveel indexatie krijgen als gepensioneerden. In de praktijk moet je beide groepen hetzelfde risicoprofiel geven. Slapers kunnen niet mee met de actieven bij een splitsing. Dat is voor hen niet ideaal. Op dat punt zouden de Pensioenwet en de fiscale regelgeving moeten worden aangepast.’

Voor gepensioneerden is een carve-out ook niet zo aantrekkelijk, als ze misschien lijkt. Het beleggingsbeleid zal voor de gesloten en afnemende groep gepensioneerden steeds defensiever moeten worden, waardoor het voor indexatie beschikbare overrendement naar verwachting afneemt.

Daarnaast is het de vraag of gepensioneerden bij splitsing een evenredig deel van het eigen vermogen van het fonds kunnen meekrijgen. Jongeren hebben voor een veel langere periode indexatie nodig dan ouderen, en zouden daardoor een groter deel van het eigen vermogen toegewezen kunnen krijgen dan ouderen.

De discussie over wat een evenwichtige verdeling van het eigen vermogen is, kan voor het fondsbestuur ingewikkeld worden.

Buy-out

Een alternatief is het onderbrengen van de bestaande verplichtingen van een pensioenfonds bij een verzekeraar. Dat is vooral een interessante optie voor oude fondsen die te weinig actieven hebben om op termijn zelfstandig voort te bestaan.

Hoekert: ‘Die hebben daar wel belangstelling voor. Een dekkingsgraad van 100% is daarbij voldoende om een nominale uitkering in te kopen. Sommige verzekeraars bieden dat zelfs voor minder dan 100% aan. Er zijn heel wat fondsen die daar nu mee bezig zijn.’

Papieren lifecycle

Maar in een lifecycle-systeem hoeft niet per se een harde scheiding te worden aangebracht tussen een ‘return-pot’ en ’matching-pot’. Een lifecycle-element kan ook worden ingebouwd, door bij goede rendementen jongeren meer indexatie toe te kennen dan ouderen, en aan de andere kant ouderen juist meer bescherming tegen kortingen te geven.

‘Stel dat je als fonds 6% rendement haalt, dan geef je jongere deelnemers anderhalf keer zoveel indexatie, en ouderen bijvoorbeeld tweederde. Als het rendement negatief is, dan geldt het omgekeerde’, illustreert Hoekert. Volgens Haagse bronnen wordt ook op het ministerie van Sociale Zaken gekeken naar deze 'papieren variant' van de lifecycles.

Maar ook bij deze optie moeten de Pensioenwet en het fiscaal kader worden aangepast. Nu heeft iedere deelnemer in een pensioenfonds recht op eenzelfde indexatie, omdat het risicoprofiel voor iedereen gelijk is. Indexatie is bovendien gemaximeerd op 3%. Uiteindelijk is het verschil tussen zo’n papieren lifecycle en volledig individuele lifecycles volgens Agnes Joseph, actuaris bij Achmea Pensioenservices, in de praktijk ook niet zo groot. ‘De individuele lifecycles tellen uiteindelijk ook op tot één collectieve beleggingspot en die beleggen we ook als zodanig. Wij bouwen individuele lifecycles meestal op uit vier verschillende beleggingsportefeuilles. Diezelfde portefeuilles worden ook gebruikt voor de opbouw van collectieve beleggingspotten bij DB-regelingen.’

‘Lifecycle-beleggen geeft lagere opbrengst’

Dooren van pensioenfonds Nedlloyd vindt de individuele lifecycle-regeling een verbetering ten opzichte van collectief beleggen. ‘Het is vooral een verbetering voor jongeren. Die zijn in een collectief systeem vanwege de gepensioneerden niet volledig belegd in de returnportefeuille, en lopen daardoor rendement mis.’

Maar niet iedereen is het daarmee eens. Beleggen volgens een lifecycle- patroon waarbij jongeren veel risico nemen en ouderen juist minder klinkt inderdaad logisch, zegt Willem Noordman, hoofd pensioen bij de FNV. Maar in de huidige collectieve pensioenregelingen zit al een impliciet lifecycle-element, waarbij ouderen minder risico lopen dan jongeren. Een voorbeeld daarvan is dat pensioenkortingen worden uitgesmeerd over meerdere jaren.

Noordman: ‘Op basis van de bestandssamenstelling van het fonds wordt het risiconiveau van de totale portefeuille vastgesteld. Dat komt erop neer dat het fonds precies zoveel risico neemt als alle deelnemers gezamenlijk op een verstandige wijze aankunnen.’

De invoering van individuele lifecycles is een onnodige verandering, die bovendien de intergenerationele solidariteit aantast, vindt Noordman. En dat leidt op de lange termijn tot lagere beleggingsopbrengsten voor iedereen, zegt hij, verwijzend naar een onderzoek dat het Centraal Planbureau in november vorig jaar publiceerde. Volgens dat onderzoek kunnen tweedepijlerpensioenen onder het collectieve contract voor de generatie die in 2018 werd geboren tot 8% hoger uitvallen dankzij intergenerationele risicodeling.

‘In een collectief systeem kun je de risicocapaciteit van jongeren die nog geen of nog maar beperkt pensioen opbouwen volledig gebruiken door het pensioenvermogen van ouderen als onderpand in te zetten. De beleggingshorizon van een fonds is langer dan in een individueel systeem, en dat levert extra rendement op.’ Wichert Hoekert van WTW denkt dat de meerwaarde van inter-generationele risicodeling bij een goede invoering van lifecycle-beginselen in uitkeringsovereenkomsten toch grotendeels behouden kan blijven.

‘De risico’s blijven gedeeld worden tussen generaties, inclusief toekomstige generaties, en voor zover de meerwaarde van intergenerationele risicodeling afneemt, zou dat gecompenseerd moeten worden door de meerwaarde van een risicoprofiel dat beter aansluit bij de risicohouding.’

Invaarproblemen

De overstap naar een lifecycle-stelsel blijf tot slot lastig. Joseph: ‘Invaren van oude rechten zal moeilijk zijn. Als je meerdere beleggingspotten maakt, moet je het bestaande vermogen gaan toewijzen aan de verschillende groepen. En wat doe je met de buffers en hoe verdeel je die? Daar zijn rekenregels voor nodig.’

Mede vanwege die invaarproblemen hebben ondernemings-pensioenfondsen zoals Shell bij een overstap van een db- naar een dc-regeling in het verleden vrijwel allemaal besloten deopgebouwde rechten en de nieuwe rechten van elkaar te scheiden.

De invaarproblematiek moet wel in samenhang worden bezien met andere wijzigingen zoals de afschaffing van de doorsneesystematiek, vindt Joseph. ‘Je moet alle grote wijzigingen in aanvullend pensioen in samenhang bekijken. De minister moet dat proces in goede banen leiden.’

Pensioenfondsen scoren beroerd op nieuwe meetlat duurzaam beleggen

Het duurzaam beleggingsbeleid van pensioenfondsen is onvoldoende en blijft achter bij dat van verzekeraars en banken. Dat stellen de onderzoekers achter het nieuwe ‘Eerlijk Pensioenlabel’. Fondsen zijn kritisch op de methode en zeggen dat niet al het beleid is meegenomen.

Een rapport vol enen, tweeën en drieën: de tien grootste Nederlandse pensioenfondsen komen er bekaaid vanaf in het ‘Eerlijk Pensioenlabel’, opgesteld in opdracht van Amnesty International, Milieudefensie, Oxfam Novib, Pax en World Animal Protection, dat vandaag voor het eerst verscheen. Het beleid van de fondsen werden beoordeeld op negen esg-terreinen: arbeids- en mensenrechten, belastingen, corruptie, dierenwelzijn, gelijkheid van man en vrouw, gezondheid, klimaatverandering en natuur. Ook werd gekeken naar de beleggingen in vijf ‘risicosectoren’: mijnbouw, olie en gas, voeding, wapens en bouw/vastgoed. Tot slot is er een criterium ‘transparantie en verantwoording’.

Alleen op dat laatste worden over een brede linie voldoendes gehaald. Van de inhoudelijke deelscores zijn die op mensenrechten, arbeidsrechten en wapens nog het best: drieën en vieren. In het totaaloordeel scoren PME en PFZW het beste, met een 2,8. PFZW haalt met een acht op arbeidsrechten de enige inhoudelijk voldoende, volgens de meetlat.

Een voorbehoud is, dat alleen het openbaar gemaakte beleid is beoordeeld.

De totaalscores van de deelnemende fondsen. Beeld: website Eerlijk Pensioenlabel.

‘Het duurzaam beleggingsbeleid bij pensioenfondsen is onvoldoende. Het zit duidelijk nog in een beginstadium’, oordeelt projectmanager Cor Oudes, werkzaam bij PAX (vroeger Pax Christi). ‘Op veel terreinen is er helemaal geen beleid, zoals dierenwelzijn, natuur, eerlijke belastingen of landrechten voor inheemse bevolking. Op andere terreinen is de invulling vaak nogal ‘‘hoog over’’. Het VN Global Compact voor arbeidsrechten geeft bijvoorbeeld slechts een minimumstandaard. En de sdg’s, die veel fondsen onderschrijven, zijn zinvol, maar vaag. Ze behoeven uitwerking. Alleen als dat gebeurd is, worden punten toegekend.’

De scores van alle tien fondsen, zoals ABP, Detailhandel, Vervoer en PME, staan sinds gisteravond op een website. ‘We hopen dat deelnemers fondsen aanspreken en dat het tot verbetering leidt.’

Ontnuchterend De lage scores zijn ontnuchterend, omdat pensioenfondsen zelf al jaren veel werk zeggen te maken van duurzaam beleggen. In reacties tonen zij zich verbaasd en verdedigen ze hun beleid. Ze wijzen onder meer op hoge scores in andere ranglijsten, zoals die van VBDO, waar ABP en PFZW vorig jaar de maximale vijf sterren kregen, of van ‘Principles for Responsible Investment’ van de VN, waar PMT ‘al jaren de hoogst mogelijke scores haalt’, aldus dit fonds in een reactie.

Volgens de onderzoekers van Eerlijk Pensioenlabel is hun meetlat van een andere aard. ‘VBDO kijkt sterk naar het proces. Wij toetsen aan inhoudelijke criteria’, zegt Oudes. VBDO meet fondsen op vier punten: bestuur, beleid, implementatie en verantwoording.

Iets dergelijks geldt voor PRI, aldus Oudes. ‘Is er beleid, voor hoeveel vermogen geldt dat, is er screening, is er engagement, hoe praat men met stakeholders? PRI beoordeelt dat soort dingen. Als je daar hoog scoort, heb je een goede gereedschapskist. Maar waar ga je dan aan klussen? Daar kijken wij naar.’

‘Doelen niet overdreven’

De methodologie is ontwikkeld door onderzoeksbureau Profundo, samen met de vijf genoemde maatschappelijke organisaties. Het zijn geen onhaalbare doelen, gebaseerd op zweverige idealen van ‘goede-doelenclubs’, benadrukt Oudes. ‘Veel komt voort uit bestaande internationale afspraken en verdragen. Als je die in het beleid opneemt, kom je al tot een acht.’

Bovendien wordt de methode al geruime tijd toegepast bij de Eerlijke Bankwijzer (sinds 2009) en de Eerlijke Verzekeringswijzer (sinds 2013). Daarbij was FNV ook altijd betrokken – al heeft de vakbond zich bij de pensioenfondsmeting teruggetrokken, omdat het ‘niet als slager het eigen vlees wil keuren’, aldus Oudes.

Verzekeraars en banken halen betere cijfers, zo valt na te lezen op de overkoepelende site ‘Eerlijke Geldwijzer’. Onder de banken halen Triodos en Volksbank achten en negens, maar ook de scores van ABN Amro en ING, tussen vier en acht, overtreffen die van de fondsen. Onder de verzekeraars krijgen ASR en Vivat hoge cijfers en Aegon en Allianz lage, maar ook die laatsten eindigen hoger dan de onderzochte pensioenfondsen.

Internationale afspraken Waar zit dit hem nu in? Onderzoeker Margreet Simons van Profundo heeft een lange lijst beschikbaar van internationale afspraken – op niveau van regeringen of internationale sectoren – die bij verzekeraars en banken wel vaak gevolgd worden, maar niet of nauwelijks door pensioenfondsen.

Een voorbeeld zijn de ‘five freedoms’ voor dieren, die bepalen dat ze vrij moeten zijn van honger dorst, pijn en stress en natuurlijk gedrag moeten kunnen vertonen. Het VN-wapenhandelsverdrag, dat dient om te voorkomen dat geëxporteerde wapens bij genocide en oorlogsmisdagen gebruikt worden. De codes van de Wereldgezondheidsorganisatie voor tabak en gebruik van antibiotica. De conventie van Montreal voor ozon- beschadigende stoffen en die van Rotterdam voor handel in chemische stoffen. Het Unesco-verdrag voor werelderfgoed en het Cites-verdrag voor bescherming van bedreigde dieren en planten. EU-richtlijnen tegen het witwassen van geld. De IFC Performance Standards, die toezien op gezonde arbeidsomstandigheden, klachtenprocedures voor werknemers en afwezigheid van discriminatie van migranten.

Het onderschrijven van al dit soort afspraken was een hoofdcriterium, naast inhoudelijke eisen van de organisaties zelf.

ABP ziet ‘mismatch’

Pensioen Pro vroeg ABP, PFZW, PMT en BPL om een reactie. De eerste drie reageerden uitgebreid en inhoudelijk, BPL zegt het rapport nog te bestuderen.

ABP spreekt van een ‘mismatch’ tussen de methodologie van het Eerlijk Pensioenlabel en de benadering van ABP. ‘Eerlijk Pensioenlabel focust op uitsluiten en vereist expliciete verwijzingen in het beleid naar liefst 392 gedetailleerde criteria.’ Goede scores zijn vaak alleen mogelijk, door veel producten en activiteiten uit te sluiten, denkt het fonds.

ABP richt zich op ‘insluiting’ van bedrijven die wel duurzaam zijn en engagement met achterblijvers, aldus het fonds. ‘Onze resultaten hierbij – zoals bijvoorbeeld bij Shell – zijn niet bekeken. De gehanteerde methodiek beoordeelt het duurzaamheidsbeleid van ABP in feite niet.’

Volgens Oudes hoeven fondsen de gestelde criteria niet per se te gebruiken voor uitsluiting. ‘Engagement mag ook, bij sommige criteria is dat beter. Maar daar heb je ook principes bij nodig en die willen wij dus gepubliceerd zien.’

Impactbeleggingen niet beoordeeld PMT en PFZW zeggen dat ze bewust hebben gekozen voor een beperkt aantal thema’s, in overleg met de deelnemers. Voor het overige volgen ze ‘gangbare standaarden’, zoals die van de VN. Die benadering benadeelt de fondsen in het breed opgezette Eerlijk Pensioenlabel, zeggen ze.

‘Prioritering is prima’, reageert Oudes. ‘Maar dat is geen vrijbrief om de andere thema’s te laten liggen. Onze lijst is breed, maar is ook al het product van prioritering. Het zijn de gevoeligste esg-thema’s wereldwijd.’

Impactbeleggingen zijn ook bewust niet beoordeeld, gaat Oudes verder. ‘Daar wordt veel tijd in gestoken en er wordt veel over gecommuniceerd. Het wekt al snel de indruk, dat men goed bezig is. Maar het gebeurt met een beperkt deel van de portefeuille. Wij kijken liever naar de normen die gelden voor álle beleggingen.’

Verwachten de vijf organisaties niet te veel details? Oudes, fel: ‘Dat kan je wel zeggen, maar aan de andere van de streep lijden mensen onder onvoldoende drinkwater, worden ze geraakt door klimaatverandering of bestookt met wapens. Dus nee, het is niet te gedetailleerd, vinden wij.’

Alleen openbaar beleid

Een tweede klacht van fondsen is, dat niet al het beleid is meegenomen. Deels is dat, omdat het niet online staat. PFZW noemt het beleid voor ‘duurzame belastingen’ als voorbeeld. ABP zet de criteria voor het ‘insluitingsbeleid’ niet online. ‘Dat is om afvink-gedrag bij bedrijven te voorkomen.’

De organisatie geeft deze beperking van de methode toe. Oudes: ‘Het zou mooi zijn, als inderdaad blijkt dat er nog veel beleid in een lade ligt, dat niet openbaar is.’ Er lijkt dus een quick-win mogelijk voor pensioenfondsen. Eerlijk Pensioenlabel belooft de scores geregeld bij te werken. ‘We moeten een modus operandi vinden met pensioenfondsen over aanlevering van updates in het beleid.’

Met het argument van ABP tegen openbare criteria is het Oudes het niet eens. ‘Het lijkt me goed om juist een openbaar signaal af te geven met de criteria. Op afvinkgedrag kan het fonds zelf controleren.’

Volgens ABP is overigens ook een aantal documenten die wél gepubliceerd staan, niet goed meegenomen of beoordeeld. In zijn reactie belooft het fonds verder, dat het ‘graag de uitdaging aangaat nog transparanter te zijn.’ Beleid versus praktijk

Tot slot is een vraag, of al het beleid en het ‘onderschrijven van principes’ ook echt in de praktijk wordt gebracht. De banken kunnen wel de ‘vijf vrijheden’ voor dieren onderschrijven, evenals witwasrichtlijnen: in de praktijk financieren ze toch bioindustrie en er zijn witwas-schandalen, zoals in september vorig jaar bij ING.

‘Inderdaad blijkt de praktijk soms wat minder mooi dan het beleid’, geeft Oudes toe. ‘Dat blijkt ook de praktijkonderzoeken die we hebben gedaan bij banken en verzekeraars.’ Het uitgangspunt is een lijst bedrijven, waarvan bekend is dat ze fout zitten volgens de criteria, aldus Oudes. Vervolgens wordt gekeken of daarin belegd wordt, of aan geleend wordt. Bij banken en verzekeraars werd zo de beleggingspraktijk bij onder meer klimaat, arbeidsrechten en wapenhandel onderzocht. ‘Een ook bij pensioenfondsen gaan we praktijkonderzoek doen.’

Ook al blijft de praktijk soms achter – ‘sommige banken doen inderdaad meer met de vijf dierenvrijheden dan andere’ – is het beleid wel het begin van alles, aldus Oudes. ‘Je moet iets hebben om je op te richten.’

Hij hoopt dat de scores van fondsen verbeteren. ‘Ik was wat verbaasd en verontrust dat fondsen lagere scores haalden dan de andere financials. Een verklaring hebben we niet echt. Misschien speelt de druk van ons label wel mee. Dat bestaat al langer voor banken en verzekeraars. Zij scoorden in het begin ook veel lager dan nu. Daarna is dat verbeterd, door meer openbaarheid én door aanpassingen van het beleid.’

‘Lage score klimaat niet te begrijpen’

PFZW zegt een aantal lage scores niet te snappen. ‘Bij klimaat wordt de ambitieuze doelstelling van PFZW geprezen, maar toch een twee uitgedeeld. Hetzelfde bij Gezondheid, ondanks positieve feedback over onze medicijnendialoog, het uitsluiten van tabak en het onderschrijven van de IFC Performance Standards. De enige verbetersuggestie is compliance met internationale standaarden voor de productie, handel en het gebruik van chemische stoffen.’ Het is lastig te beoordelen waar de tweeën op gebaseerd zijn en welk verschil de verbetersuggestie zou maken, aldus het fonds.

Een blik bij de verzekeraars geeft een aanwijzing. ASR krijgt een zeven voor klimaatbeleid, vanwege beleid tegen investeringen in teerzandolie, het transformeren van veengrond en gebieden met een hoge koolstofvoorraad voor landbouw, beleid over productie van biomassa en over lobby tegen klimaatmaatregelen, reductie- en rapportage-eisen aan bedrijven plus toeleveranciers en geen investeringen in bedrijven die meer dan 30% van hun omzet uit steen- of bruinkool halen.

Achmea heeft een negen voor gezondheid. Bedrijven moeten toezien op veilige en gezonde werkomstandigheden. Ze moeten het voorzorgprincipe toepassen om de veiligheid bij de productie te garanderen. Tabak wordt uitgesloten. Er is beleid voor betaalbare medicijnen in ontwikkelingslanden. Bedrijven moeten zich houden aan internationale standaarden over de productie, handel, gebruik en afval van schadelijke en giftige stoffen. Bedrijven moeten gezondheidscriteria opnemen in hun inkoopbeleid.

PFZW heeft overigens ook de enige inhoudelijke voldoende: een acht bij arbeidsrechten. Dat komt vooral doordat het fonds, naast het VN Global Compact, dat het recht op cao bevat en dwang- en kinderarbeid verbiedt, ook de IFC Performance Standards voor arbeidsrechten volgt. Die bevatten arbeidsnormen voor gezondheid en veiligheid, gelijke behandeling van migrantenarbeid, klachtenprocedures voor werknemers en integratie van arbeidsnormen in de bedrijfsvoering en het inkoopbeleid.

Eerlijk Pensioenlabel laat weten dat alle fondsen een uitgebreide Excel-sheet hebben gekregen met alle precieze criteria, de beoordeling en de beoordeelde beleidsstukken.