Onteigening in De Gemeenten Heumen En Mook En Middelaar
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Onteigening in de gemeenten Heumen en Mook en Middelaar VW «Onteigeningswet» gemeente Heumen blijkt dat de volgen- geen grond ter onteigening behoeft te de belanghebbenden schriftelijk en/of worden aangewezen; Verbetering Maasbandijk mondeling zienswijzen naar voren heb- 16. de heer Th.P.M. Kesseler, eigenaar ben gebracht: van de onroerende zaak met Besluit van 20 maart 1998, nr. 1. de heer L.H.J. Janssen, eigenaar van grondplannummer 1045; 98.001439 houdende aanwijzing van de onroerende zaken met de 17. de heer J.P.M. Janssen- onroerende zaken ter onteigening ten grondplannummers 1182 een 1185; Bouwmeester, eigenaar van de onroe- algemenen nutte 2. de heer L.P.G. de Wildt, eigenaar van rende zaken met de grondplannum- de onroerende zaak met grondplan- mers 1046, 1047 en 1064. Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin nummer 1154; der Nederlanden, Prinses van Oranje- 3. de heer G.F.A. Kesseler, namens de Overwegingen Nassau, enz. enz. enz. maatschap G.F.A. en G.P.A. Kesseler, Ingevolge voornoemd artikel 62 van de eigenares van de onroerende zaak met onteigeningswet juncto artikel 27 van Beschikken bij dit besluit op het ver- het grondplannummer 1800; de Wet op de waterkering kan, zonder zoek van de Dijkstoel van het 4. de heer W. van Lent, namens voorafgaande verklaring bij de wet dat Polderdistrict Groot Maas en Waal van Kwekerij De Molen B.V., eigenares van het algemeen nut onteigening vordert, 11 november 1997, nr. 9703294, tot de onroerende zaak met grondplan- onteigening plaatsvinden onder meer aanwijzing van onroerende zaken ter nummer 1207; ten behoeve van de aanleg en verbete- onteigening ingevolge artikel 62 van de 5. de heer W.H. van Rens, namens het ring van dijken. onteigeningswet juncto artikel 27 van Gilde St. Salvator Mundi Nederasselt, Diverse reclamanten hebben zowel de Wet op de waterkering, ten behoeve eigenaar van de onroerende zaak met mondeling als schriftelijk bezwaar van de verbetering van de Maasbandijk, grondplannummer 1177; gemaakt tegen de onderhoudsstroken gedeelte beginnend nabij de spoorbrug 6. de heer G.F.A. Kesseler, eigenaar van die in het dijkverbeteringsplan van het Molenhoek te Mook (dijkpaal -4,70) en de onroerende zaken met de werk en het plan van onteigening zijn eindigend vlak na de brug over de Maas grondplannummers 1041, 1042, 1091 en opgenomen. van de rijksweg Nijmegen-Grave te 1092; Opgemerkt wordt dat het dijkverbete- Nederasselt (dijkpaal 126,6), met 7. de heer B.A. Broekman, eigenaar van ringsplan op de meeste plaatsen voor- bijkomende werken, in de gemeenten de onroerende zaak met grondplan- ziet in onderhoudsstroken aan beide Heumen en Mook en Middelaar. nummer 1038; zijden van de dijk. Deze stroken moeten Onze Minister van Verkeer en 8. de heer J.M.M. Hermens, namens de stabiliteit van de dijk garanderen en Waterstaat heeft de beslissing op het mevrouw M.G.H. Noordman, eigenares zijn noodzakelijk om de primaire func- verzoek voorgedragen bij brief van 13 van de onroerende zaken met de tie van de dijk, te weten de bescher- maart 1998, nr. HKW/RI 1998/2071, grondplannummers 1067 en 1070, als- ming van het achterliggende gebied Hoofdkantoor van de Waterstaat, mede namens de heer H.A. van Vliet; tegen het water, optimaal te kunnen Stafafdeling Bestuurlijk-Juridische 9. de heer H.J.M. Gerrits, namens de waarborgen. Waar mogelijk zijn de Zaken. Maatschap H.J.M. Gerrits en P.J.J. stroken geïntegreerd in dijktechnische Overeenkomstig artikel 27 van de Wet Gerrits, eigenares van de onroerende ingrepen, zoals stabiliteitsbermen, op de waterkering heeft een door de zaken met de grondplannummers 1086, pipingbermen en kleidekverbeteringen. minister, voornoemd, benoemde com- 1087, 1096, 1098 en 1101; De eigendom van de gronden biedt het missie in de gemeenten Mook en 10. de heer J.H.F. Arts, eigenaar van de Polderdistrict de meeste waarborgen Middelaar en Heumen een hoorzitting onroerende zaken met de grondplan- om nu en in de toekomst de veiligheid gehouden om de zienswijze van nummers 1099 en 1165; tegen overstromingen te kunnen garan- belanghebbenden tegen de voorgeno- 11. de heer M.C.J. Schel, eigenaar van deren. In die situatie is het Polderdis- men onteigening en het plan van het de onroerende zaken met de trict niet afhankelijk van de medewer- werk aan te horen, nadat voor zoveel grondplannummers 1137, 1138, 1140 en king van derden, hetgeen bijvoorbeeld nodig aan de artikelen 11 en 12 van de 1141; wel het geval is bij het vestigen van een wet was voldaan. 12. de heer A.P.T.M. Kersten, eigenaar erfdienstbaarheid. Daarbij moet wor- De commissie is overeenkomstig artikel van de onroerende zaak met den aangetekend dat aan het gebruik 63 van de onteigeningswet bijgestaan grondplannummer 1056; en onderhoud van de gronden zodanig door een lid van het bestuur van het 13. de heer P.J.M. van Casteren, van wie stringente voorwaarden zullen worden Polderdistrict Groot Maas en Waal. geen grond ter onteigening behoeft te verbonden, dat verwerving van de Uit het verslag van de zitting in de worden aangewezen; gronden door het Polderdistrict in de gemeente Mook en Middelaar blijkt dat 14. de heer M.A.M. Derks, eigenaar van rede ligt. De stroken moeten toeganke- in deze gemeente geen zienswijzen de onroerende zaken met de lijk zijn voor machines, voor het uitvoe- naar voren zijn gebracht. grondplannummers 1164 en 1168; ren van dijktechnische herstel- en Uit het verslag van de zitting in de 15. de heer A.F.C.T. Pauwels, van wie onderhoudswerken en voor het maaien Uit: Staatscourant 1998, nr. 68 / pag. 12 1 en afvoeren van gras/hooi. Ook mogen minnelijk overleg. Op basis van uitge- Distelverordening. Ten aanzien van het er geen standaardgrassen groeien, mag voerde taxaties is aan alle betrokkenen tweede aspect wordt opgemerkt dat ter er geen bemesting plaatsvinden en mag tenminste één keer een bod uitge- plaatse van de eigendom van reclamant geen gebruik worden gemaakt van bracht. Dit heeft in een aantal gevallen de onderhoudsstroken op de stabili- onkruidbestrijdingsmiddelen. Onder wel en in een aantal gevallen (nog) niet teitsberm zijn gelegd. Er wordt een deze omstandigheden dienen de gron- tot minnelijke overeenstemming geleid. grasmat aangelegd en door het gras op den naar Ons oordeel ter onteigening Onder deze omstandigheden kon naar de taluds zal er geen wateroverlast te worden aangewezen. Overigens zul- Ons oordeel in redelijkheid worden optreden. len de onderhoudsstroken, nadat het overgegaan tot de start van de Reclamant sub 4 heeft zijn twijfels geuit Polderdistrict deze in eigendom heeft administratieve onteigeningsprocedure, over de uitgevoerde taxatie en gewe- verworven, in de meeste gevallen weer om zo te verzekeren dat de verzoeker zen op het hekwerk dat daarbij verge- op basis van overeenkomsten (onder om onteigening tijdig de beschikking ten is. Dit hekwerk moet verplaatst daaraan te verbinden voorwaarden) in kan krijgen over de benodigde gron- worden en reclamant heeft gevraagd gebruik aan de voormalige eigenaren den. Het minnelijk overleg met de recla- wie dat gaat betalen. Ter zitting van de worden gegeven. manten en de overige eigenaren/recht- commissie is gebleken dat het hekwerk Door enkele reclamanten is ook gewe- hebbenden zal overigens worden door de verzoeker om onteigening of zen op het feit dat tegen de opname voortgezet. Dit overleg, dan wel het door een door reclamant voorgedragen van de onderhoudsstroken in het dijk- minnelijk overleg dat ingevolge artikel bedrijf kan worden verplaatst. De kos- verbeteringsplan beroepen zijn inge- 17 van de onteigeningswet aan de ten van de verplaatsing zullen voor steld bij de Afdeling bestuursrecht- gerechtelijke procedure vooraf zal moe- rekening van de verzoeker komen. spraak van de Raad van State. ten gaan, zal mogelijk tot een voor par- Deze heeft toegezegd hierover een Opgemerkt wordt dat deze beroepen tijen aanvaardbare oplossing kunnen brief naar reclamant te sturen. niet in de weg behoeven te staan aan leiden. Reclamant sub 5 heeft naar voren de aanwijzing van de gronden ter ont- De hoogte van de geboden schadeloos- gebracht dat men moeite heeft met de eigening. Op grond van de Wet op de stelling staat in het kader van de admi- te plaatsen afrastering. Men wil gebruik waterkering kan de onteigeningsproce- nistratieve onteigeningsprocedure niet kunnen maken van het weiland (ver- dure parallel aan de procedure voor de ter beoordeling. De bepaling daarvan koop van hooi). De verzoeker om ontei- totstandkoming van het dijkverbete- geschiedt, bij het ontbreken van minne- gening heeft de bereidheid uitgespro- ringsplan worden gevoerd. Op grond lijke overeenstemming, in het kader van ken om in overleg te zoeken naar een van artikel 29, eerste lid, van de Wet op de gerechtelijke onteigeningsproce- oplossing op maat. de waterkering kan de dagvaarding in dure. Reclamant sub 6 heeft naar voren het kader van de gerechtelijke onteige- Ten aanzien van de eventuele compen- gebracht dat in de grond, die tijdelijk ningsprocedure reeds geschieden nadat satie in de vorm van vervangende nodig is voor de dijkverbetering, een het dijkverbeteringsplan door gedepu- grond, wordt opgemerkt dat de ontei- verontreiniging is geconstateerd. De teerde staten is goedgekeurd. De belan- geningswet daartoe niet verplicht. grond moet niet worden afgevoerd gen van de betrokken grondeigena- Ingevolge artikel 40 van de wet vormt maar na uitvoering van de werkzaam- ren/rechthebbenden worden de schadeloosstelling een volledige ver- heden worden teruggeplaatst. Ten aan- gewaarborgd door artikel 29, tweede goeding voor alle schade die de ontei- zien hiervan is gebleken dat een milieu- lid, van de Wet op de waterkering, gende rechtstreeks en noodzakelijk adviesbureau reeds een onderzoek waarin is bepaald dat de onteigenings- door het verlies van zijn goed lijdt. De heeft uitgevoerd naar de omvang en de rechter de onteigening niet uitspreekt mogelijkheid tot het aanbieden van mate van de verontreiniging. De ver- dan nadat het dijkverbeteringsplan vervangende grond kan wel onderwerp zoeker om onteigening heeft aangege- onherroepelijk is geworden.