Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België (Insecta, Orthoptera)
Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique (Insecta, Orthoptera)
Kris Decleer1 Hendrik Devriese2 Kurt Hofmans3 Koen Lock4 Brigitte Barenbrug5 Dirk Maes1
SALTABEL, sprinkhanenwerkgroep van de Benelux
i.s.m.
Instituut voor Natuurbehoud Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen
Rapport I.N.2000/10
Augustus 2000
1 Instituut voor Natuurbehoud, Kliniekstraat 25, 1070 Brussel 2 Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen, Dep. Entomologie, Vautierstraat 29, 1000 Brussel 3 Centre Marie Victorin, Rue des Ecoles 21, 5670 Vierves-sur-Viroin 4 Universiteit Gent, Laboratorium voor Milieutoxicologie en Aquatische Ecologie, J. Plateaustraat 22, 9000 Gent 5 Cercles des Naturalistes de Belgique, Section ENTOMOS, Rue Roche Madoux 4, 5670 Vierves-sur-Viroin
Colofon
Tekst / Texte Kris Decleer, Hendrik Devriese, Kurt Hofmans, Koen Lock, Dirk Maes
Tekening voorpagina / Dessin première page Harry Wijnhoven (Gryllus campestris : Veldkrekel, Le Grillon des champs)
Eindredactie en lay-out / Rédaction définitive et mise en page Kris Decleer, Sophie Vanroose, Dirk Maes
Druk / Impression Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Departement LIN AAD, Afd. Logistiek – Digitale drukkerij
Oplage / Tirage 300 ex.
Wijze van citeren / Citation Decleer, K., Devriese, H., Hofmans, K., Lock, K., Barenbrug, B. & Maes D., 2000. Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België (Insecta, Orthoptera). Werkgroep Saltabel i.s.m. I.N. en K.B.I.N., Rapport Instituut voor Natuurbehoud 2000/10, Brussel, 76 p. / Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique (Insecta, Orthoptera). Groupe de travail Saltabel e.c.a. I.N. et I.R.S.N.B., Rapport Instituut voor Natuurbehoud 2000/10, Bruxelles, 76 p.
D/2000/3241/216 ISBN 90-403-0119-0 NUGI 825
Kostprijs / Prix d'achat Gratis voor Saltabel-medewerkers / gratuit pour collaborateurs de Saltabel Overige / autres : 200 BEF (4,95 €)
Hoe bestellen ? / Comment faire une commande ? Stuur een briefje of e-mailbericht naar / poste une lettre ou un e-mail à - Instituut voor Natuurbehoud, Helen Blow, Kliniekstraat 25, 1070 Brussel ([email protected]) - Saltabel p/a K.B.I.N., Dept. Entomologie, Vautierstraat 29, 1000 Brussel ([email protected])
Instituut voor Natuurbehoud, Brussel
Instituut voor Natuurbehoud Kliniekstraat 25, B-1070 Brussel E-mail : [email protected] Internet : http://www.instnat.be Tel. +32 (0)2 558 18 11 Fax. +32 (0)2 558 18 05
Inhoud / Table de matières
Woord vooraf / Préface...... 5
Materiaal en methode / Matériel et méthode ...... 7
Verzoek om medewerking /Appel aux collaborateurs...... 8
Lijst van waarnemers / Liste d’observateurs ...... 9
Checklist van de sprinkhanen en krekels in België / Liste synoptique des criquets, sauterelles et grillons en Belgique.. 10
Voorlopige kaartjes en bespreking van de soorten / Cartes provisoires et discussion des espèces:
Sabelsprinkhanen - Tettigoniidae - Sauterelles Sikkelsprinkhaan – Phaneroptera falcata (PODA, 1761) – Le Phanéroptère commun...... 11 Zaagsprinkhaan – Barbitistes serricauda (FABRICIUS, 1798) – Le Barbitiste des bois ...... 12 Struiksprinkhaan – Leptophyes punctatissima (BOSC, 1792) – La Sauterelle ponctuée...... 13 Boomsprinkhaan – Meconema thalassinum (DEGEER, 1773) – La Sauterelle des chênes ...... 14 Zuidelijke boomsprinkhaan – Meconema meridionale (COSTA, 1860) – Le Méconème fragile...... 15 Gewoon spitskopje – Conocephalus dorsalis (LATREILLE, 1804) – Le Conocéphale des roseaux ...... 16 Zuidelijk spitskopje – Conocephalus discolor (THUNBERG, 1815) – Le Conocéphale bigarré ...... 17 Grote groene sabelsprinkhaan – Tettigonia viridissima (LINNAEUS, 1758) – La Grande sauterelle verte...... 18 Kleine groene sabelsprinkhaan – Tettigonia cantans (FUESSLY, 1775) – La Sauterelle cymbalière...... 19 Wrattenbijter – Decticus verrucivorus (LINNAEUS, 1758) – Le Dectique verrucivore...... 20 Kleine wrattenbijter – Gampsocleis glabra (HERBST, 1786) – Le Dectique des brandes...... 21 Duinsabelsprinkhaan – Platycleis albopunctata (GOEZ, 1778) – La Decticelle chagrinée...... 22 Dobbelsteensprinkhaan – Platycleis tessellata (CHARPENTIER, 1825) – La Decticelle carroyée ...... 23 Heidesabelsprinkhaan – Metrioptera brachyptera (LINNAEUS, 1761) – La Decticelle des bruyères ...... 24 Lichtgroene sabelsprinkhaan – Metrioptera bicolor (PHILIPPI, 1830) – La Decticelle bicolore...... 25 Greppelsprinkhaan – Metrioptera roeselii (HAGENBACH, 1822) – La Decticelle bariolée...... 26 Bramensprinkhaan – Pholidoptera griseoaptera (DEGEER, 1773) – La Decticelle cendrée...... 27 Zadelsprinkhaan – Ephippiger ephippiger (SERVILLE, 1831) – L’Ephippigère des vignes...... 28
Krekels - Gryllidae - Grillons Veldkrekel – Gryllus campestris (LINNAEUS, 1758) – Le Grillon des champs ...... 29 Huiskrekel – Acheta domesticus (LINNAEUS, 1758) – Le Grillon domestique...... 30 Boskrekel – Nemobius sylvestris (BOSC, 1792) – Le Grillon des bois ...... 31 Boomkrekel – Oecanthus pellucens (SCOPOLI, 1763) – Le Grillon d’Italie ...... 32
Veenmollen - Gryllotalpidae - Courtilières Veenmol – Gryllotalpa gryllotalpa (LINNAEUS, 1758) – La Courtilière commune ...... 33
Doornsprinkhanen - Tetrigidae - Tétrix Zeggedoorntje – Tetrix subulata (LINNAEUS, 1758) – Le Tétrix subulé...... 34 Zanddoorntje – Tetrix ceperoi (BOLIVAR, 1887) – Le Tétrix des vasières...... 35 Gewoon doorntje – Tetrix undulata (SOWERBY, 1806) – Le Tétrix des clairières ...... 36 Bosdoorntje – Tetrix bipunctata (LINNAEUS, 1758) – Le Tétrix calcicole ...... 37 Kalkdoorntje – Tetrix tenuicornis (SAHLBERG, 1893) – Le Tétrix des carrières ...... 38
Echte veldsprinkhanen - Acrididae - Acridides Rosevleugel – Calliptamus italicus (LINNAEUS, 1758) – Le Criquet italien ...... 39 Klappersprinkhaan – Psophus stridulus (LINNAEUS, 1758) – Le Criquet stridulant ...... 40 Europese treksprinkhaan – Locusta migratoria (LINNAEUS, 1758) – Le Criquet migrateur ...... 41 Blauwvleugelsprinkhaan – Oedipoda caerulescens (LINNAEUS, 1758) – L’Oedipode bleue...... 42 Roodvleugelsprinkhaan – Oedipoda germanica (LATREILLE, 1804) – L'Oedipode rouge...... 43 Kiezelsprinkhaan – Sphingonotus caerulans (LINNAEUS, 1767) – L’Oedipode azurée...... 44 Moerassprinkhaan – Stethophyma grossum (LINNAEUS, 1758) – Le Criquet ensanglanté...... 45 Gouden sprinkhaan – Chrysochraon dispar (GERMAR, 1835) – Le Criquet des clairières...... 46 Kleine goudsprinkhaan – Euthystira brachyptera (OCSKAY, 1826) – Le Criquet des genévriers...... 47 Zoemertje – Stenobothrus lineatus (PANZER, 1796) – Le Criquet ligné...... 48 Schavertje – Stenobothrus stigmaticus (RAMBUR, 1839) – Le Sténobothre nain ...... 49 Wekkertje – Omocestus viridulus (LINNAEUS, 1758) – Le Criquet verdelet ...... 50
Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 3 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10
Negertje – Omocestus rufipes (ZETTERSTEDT, 1821) – Le Criquet noir-ébène ...... 51 Steppesprinkhaan – Chorthippus vagans (EVERSMANN, 1848) – Le Criquet des pins...... 52 Bruine sprinkhaan – Chorthippus brunneus (THUNBERG, 1815) – Le Criquet duettiste ...... 53 Ratelaar – Chorthippus biguttulus (LINNAEUS, 1758) – Le Criquet mélodieux ...... 54 Snortikker – Chorthippus mollis (CHARPENTIER, 1825) – Le Criquet des jachères ...... 55 Kustsprinkhaan – Chorthippus albomarginatus (DEGEER, 1773) – Le Criquet marginé ...... 56 Weidesprinkhaan – Chorthippus dorsatus (ZETTERSTEDT, 1821) – Le Criquet verte-échine ...... 57 Krasser – Chorthippus parallelus (ZETTERSTEDT, 1821) – Le Criquet des pâtures ...... 58 Zompsprinkhaan – Chorthippus montanus (CHARPENTIER, 1825) – Le Criquet palustre ...... 59 Knopsprietje – Myrmeleotettix maculatus (THUNBERG, 1815) – Le Gomphocère tacheté...... 60 Rosse sprinkhaan – Gomphocerripus rufus (LINNAEUS, 1758) – Le Gomphocère roux ...... 61
Status van de sprinkhanen en krekels met voorlopige "rode lijst" / Statut des sauterelles, grillons et criquets avec une "liste rouge" provisoire België / Belgique ...... 62 Vlaanderen / Flandre ...... 64 Wallonië / Wallonie...... 66 het Brussels Gewest / La Région de Bruxelles-Capitale ...... 68 Samenvatting van de ontwerp rode lijsten / Résumé des listes rouges provisoires ...... 69
Synthese van de kaartgegevens / Synthèse des données cartographiques Aantal soorten per 5x5 km hok / Nombre d'espèces par carré 5x5 km...... 70 "Hot spots" : hokken met meer dan 10 soorten / "Hot spots" : Carrés avec plus de 10 espèces...... 72 "Zwarte gaten" : hokken met 0, resp. 1-5 soorten / "Trous noirs" : Carrés avec 0 ou 1-5 espèces...... 74
UTM raster 10x10 km voor België / Carrés UTM 10x10 km en Belgique...... 75
Index...... 76
4 Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10 Woord vooraf
Deze tweede verspreidingsatlas van de Belgische sprinkhanen is ongetwijfeld een nieuwe mijlpaal voor de kennis van de sprinkhanenfauna in Vlaanderen en Wallonië. Ze komt ongeveer 15 jaar nadat de interesse voor sprinkhanen een serieuze impuls kreeg met het verschijnen van moderne, gemakkelijk toegankelijke determinatiesleutels, zoals de KNNV-uitgave "Krekels en sprinkhanen in de Benelux" (Duijm & Kruseman, 1983) en de Jeugdbondstabel van Leo Beukeboom (1986). Niet toevallig werd kort daarna in 1988 SALTABEL, de Sprinkhanenwerkgroep van de Benelux, boven de doopvont gehouden en publiceerde Hendrik Devriese de eerste verspreidingskaartjes aan de hand van een schat aan overwegend oude verspreidingsgegevens van Belgische sprinkhanen uit diverse museumcollecties en oude literatuur. Dezelfde auteur heeft de verdienste dat ook voor het Waalse landsgedeelte een specifieke en eenvoudige determinatiesleutel beschikbaar kwam (1993). Daarmee was een degelijke basis gelegd voor het verdere sprinkhanenonderzoek in Vlaanderen en Wallonië.
Jarenlang werden door tientallen vrijwilligers sprinkhanenwaarnemingen genoteerd en bij verschillende SALTABEL- medewerkers van het eerste uur (Hendrik Devriese, Kurt Hofmans, Koen Lock en Kris Decleer) gecentraliseerd. Vooral leden van de Jeugdbond voor Natuurstudie en Milieubescherming en Jeunes et Nature waren erg bedrijvig in het verzamelen van gegevens. Een lijst van alle waarnemers is in deze atlas opgenomen. Aan allen een woord van dank, met speciale vermelding van Frans Verstraeten die, in extremis, nog een karrenvracht recente en zeer interessante gegevens voor de provincie Limburg aanleverde.
Door gebrek aan professionele ondersteuning bleef de opmaak van één centrale, digitale gegevensbank en een actualisatie van de eerste verspreidingsatlas te lang uit. Met de financiële en logistieke steun van het Instituut voor Natuurbehoud van de Vlaamse Gemeenschap kwam hier uiteindelijk verandering in. Er is nu een degelijke en gebruiksvriendelijke ACCESS-database van de Belgische sprinkhanen op het Instituut beschikbaar met bijna 20.000 records. Meerdere personen hebben aan de totstandkoming ervan essentieel bijgedragen, maar een speciaal woord van dank dient hier toch gericht aan Brigitte Barenbrug (én het Centre Marie Victorin voor de logistieke ondersteuning), Sophie Vanroose, Els Mullie, Carine Wils, Tony Van Tilborgh en Gert Van Spaendonk. Voor de aanmaak van de verspreidingskaarten en de "rode lijsten" was Dirk Maes de onmisbare technische schakel in het geheel.
Sprinkhanen behoren ondertussen tot de meest populaire insectengroepen. Het zijn grote dieren en je komt ze op vele plaatsen en vaak in grote aantallen tegen. Bovendien hebben ze een interessante ecologie en worden ze in toenemende mate gebruikt als bio-indicatoren voor allerlei toepassingen in het natuurbehoud (terreinevaluatie, beheersplanning, rode lijsten,…). De hoop bestaat dat met deze verspreidingsatlas de interesse voor deze dieren nog verder zal toenemen en dat binnen afzienbare tijd de atlas opnieuw kan geactualiseerd worden, vooral met betrekking tot de minder algemene soorten en de regio's waarvan nog maar weinig gegevens bekend zijn. We kijken op dat moment ook uit naar een analyse van de eerste gedetailleerde verspreidingskaarten voor Nederland en België samen.
Goede vangst en signaleer ons alvast uw waarnemingen die in de atlas ontbreken !
De auteurs
Préface
Ce nouvel atlas de distribution des Orthoptères de Belgique représente sans doute une nouvelle étape dans la connaissance de la faune des criquets et sauterelles de Wallonie et de Flandre. Il est publié environ 15 ans après le réveil de l'étude des Orthoptères suite à la publication de clés de détermination modernes et faciles en langue néerlandaise, tels que les "Krekels en sprinkhanen in de Benelux" (Duijm & Kruseman, 1983) et le "Jeugdbondstabel" de Leo Beukeboom (1986). Il n'est point fortuit que le groupe de travail SALTABEL ait été créé en 1988 et que Hendrik Devriese ait publié la même année les premières cartes de répartition des Orthoptères belges, principalement sur base de données anciennes de collection et de la littérature. Le même auteur a également le mérite d'avoir publié en 1993 le premier tableau de détermination facile et spécifique en langue française. Ces faits ont permi de jeter la base de l'étude des Orthoptères en Flandre et en Wallonie.
Pendant de longues années des dizaines de volontaires ont noté leurs observations d'Orthoptères et les ont centralisées chez les premiers collaborateurs de SALTABEL (Hendrik Devriese, Kurt Hofmans, Koen Lock et Kris Decleer). Les membres de Jeunes et Nature et du Jeugdbond voor Natuurstudie en Milieubescherming ont été spécialement actifs dans la récolte de connées. Une liste de tous les observateurs est repris dans cet atlas. A tous nous exprimons notre reconnaissance, et particulièrement à Frans Verstraeten qui a encore envoyé à la dernière minute une longue liste de données extrêmement intéressantes de la province du Limbourg.
Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 5 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10
L'absence d'encadrement professionnel spécialisé a retardé la création d'une base de données centrale et l'actualisation de l'atlas provisoire. Grâce à l'aide financière et logistique de l'Instituut voor Natuurbehoud de la Communauté flamande cette situation a changé. Il existe maintenant à cette institution une base de données ACCESS de bonne qualité et conviviale sur les Orthoptères de Belgique contenant 20.000 données. Plusieurs personnes ont collaboré à cette réalisation, mais il faut mentionner spécialement Brigitte Barenbrug (et le Centre Marie Victorin pour son assistance logistique), Sophie Vanroose, Els Mullie, Carine Wils, Tony Van Tilborgh et Gert Van Spaendonk. La préparation des cartes de distribution et des listes rouges n'a été possible grâce au travail technique de Dirk Maes.
Les Orthoptères sont de plus en plus un groupe d'insectes très populaire. Il s'agit d'insectes de grande taille qu'on peut rencontrer en beaucoup d'endroits et en grand nombre. En outre, leur écologie est d'un grand intérêt, ce qui permet de les utiliser comme bio-indicateurs dans de nombreuses applications de la conservation de la nature (évaluation de terrains, planification de la gestion, listes rouges,...). Il est à espérer que cet atlas pourra encore ravivre l'intérêt des naturalistes pour ces insectes. Ceci permettra d'actualiser l'atlas dans quelques années, surtout en ce qui concerne la répartition des espèces peu communes et dans les régions encore peu prospectées. Nous guettons également la première analyse des cartes de distribution détaillées qui existent maintenant pour la Belgique et les Pays-Bas.
Bonne capture et envoyez-nous déjà vos données qui manquent dans l'atlas !
Les auteurs
6 Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10 Materiaal en methode Matériel et méthode
De gegevens die de basis vormen voor deze atlas, Les données formant la base pour cet atlas, ont été werden verzameld door de werkgroep Saltabel. Het rassemblées par le groupe de travail Saltabel. Il s'agit : betreft: • des données des collections de l'Institut royal de • de gegevens uit de verzamelingen van het Sciences Naturelles de Belgique à Bruxelles et de Koninklijk Belgisch Instituut voor la Faculté de Sciences Agronomiques de l'Etat à Natuurwetenschappen te Brussel en de Faculté de Gembloux; Sciences Agronomiques de l'Etat te Gembloers ; • les observations et données de collection envoyées • de waarnemingen en collectiegegevens die werden au groupe de travail, soit par les membres, soit par opgestuurd naar de werkgroep, zowel door leden d'autres personnes. Un nombre très important de als door andere personen. Een groot aantal données proviennent du projet Orthoptères du gegevens is afkomstig van het Sprinkhanenproject "Jeugdbond voor Natuurstudie en Milieu- van de Jeugdbond voor Natuurstudie en bescherming". Milieubescherming. • les données de la littérature n'ont été recherchées • de literatuurgegevens werden niet systematisch que partiellement, pour ne pas retarder encore plus opgezocht, om de publicatie van de atlas niet nog la publication de l'atlas. meer te vertragen. Cet atlas reprend toutes les données qui étaient en Deze atlas bevat alle gegevens die de werkgroep possession du groupe de travail le 15 octobre 1999. Saltabel in haar bezit had op 15 oktober 1999. Les données reçues plus tard n'ont été repris Gegevens die later werden ontvangen, werden exceptionnellement si elles complétaient uitzonderlijk nog opgenomen indien ze een belangrijke significativement les cartes de répartition. Les auteurs aanvulling vormden voor de verspreidingskaarten. De ont analysé systématiquement toutes les données et un auteurs hebben alle gegevens kritisch onderzocht en petit nombre de données douteuses a été exclue. Il een klein aantal twijfelachtige gegevens werd niet in de s'agit essentiellement d'observations faites loin de l'aire atlas opgenomen. Meestal betreft het waarnemingen de répartition connue et qui n'ont pas été confirmées. van soorten ver buiten het gekende Les données provenant des collections, pour lesquelles verspreidingsgebied, en die niet of onvoldoende une erreur d'étiquetage était vraisemblable, ont bevestigd konden worden. Ook werden également été écartées. Elles comprennent des collectiegegevens weggelaten, waarvan kan données qui avaient été reprises dans l'atlas de 1988 aangenomen worden dat de vindplaatsetiketten niet (H. Devriese - 1988. Saltatoria Belgica. Voorlopige correct waren. Hiertoe horen o.m. een aantal gegevens verspreidingsatlas van de sprinkhanen en krekels van die nog opgenomen waren in de atlas uit 1988 (H. België, K.B.I.N.). Toutes ces données figurent dans Devriese - 1988. Saltatoria Belgica. Voorlopige les archives du groupe de travail. verspreidingsatlas van de sprinkhanen en krekels van België, K.B.I.N.). Deze gegevens zijn evenwel nog Dans l'atlas quelques espèces importées, dont on sait aanwezig in de archieven van de werkgroep Saltabel. qu'elles ne se reproduisent pas à l'extérieur, n'ont pas été reprises. Il s'agit, entre autres, de Tachycines In de atlas werden enkele geïmporteerde soorten asynamorus (la sauterelle des serres), Anacridium weggelaten, waarvan geweten is dat ze zich niet aegyptium (le criquet égyptien), Gryllomorpha buitenshuis kunnen voortplanten. Het betreft hier o.m. dalmatina (le grillon de Dalmatie) et Gryllus Tachycines asynamorus (kassprinkhaan), Anacridium bimaculatus (le grillon provençal). aegyptium (Egyptische sprinkhaan), Gryllomorpha dalmatina (stomme krekel) en Gryllus bimaculatus (zuidelijke veldkrekel).
Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 7 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10
Verzoek om medewerking Appel aux collaborateurs
Deze atlas draagt nog steeds het adjectief "voorlopig". Cet atlas porte encore l'appellation "provisoire". En Er zijn inderdaad nog meer waarnemingen nodig om effet, il faut encore beaucoup plus de données pour een juist beeld te krijgen van de verspreiding van de obtenir une image fidèle de la répartition de la plupart meeste soorten. des espèces.
De auteurs weten dat er nog heel wat gegevens Les auteurs savent que de nombreuses données, se genoteerd zijn in waarnemingsboekjes of opgeslagen in trouvant dans les carnets d'excursion ou dans les bases databases die hun weg nog niet hebben gevonden naar de données, n'ont pas encore trouvé leur chemin vers le de werkgroep. Daarnaast zijn er nog vele witte groupe de travail. En outre, il existe encore beaucoup vlekken op de kaart, die nog niet bezocht zijn. Een blik de taches blanches sur les cartes n'ayant pas été op het kaartje van Chorthippus parallelus (de Krasser) visitées. La carte de Chorthippus parallelus montre geeft onmiddellijk de slecht onderzochte streken weer: très clairement les régions peu étudiées : le sud de la het zuiden van West-Vlaanderen, de zuidelijke province de Flandre occidentale, la Campine Kempen, West-Brabant, Haspengouw en de méridionale, l'ouest du Brabant, la Hesbaye et les Luxemburgse Ardennen. Maar ook in de reeds beter Ardennes luxembourgeoises. Même dans les régions onderzochte streken is het aantal waarnemingen nog mieux prospectées, le nombre d'observations est encore ontoereikend. insuffisant.
Vandaar deze oproep: stuur uw waarnemingen op naar De là notre appel : envoyez vos données au groupe de de werkgroep (Saltabel, p/a Koninklijk Belgisch travail (Saltabel, c/o Institut royal de Sciences Instituut voor Natuurwetenschappen, departement Naturelles de Belgique, département Entomologie, Rue Entomologie, Vautierstraat 29, 1000 Brussel), of naar Vautier 29, 1000 Bruxelles) ou à un des auteurs. Il est één van de auteurs. Bij voorkeur in préférable de les noter dans les carnets d'observation waarnemingsboekjes die de werkgroep gratis opstuurt, que le groupe de travail vous envoie gratuitement, mais maar alle andere vormen worden ook aanvaard. Met n'importe quelle autre forme est acceptée. Avec ces deze nieuwe gegevens hopen we over een paar jaar een données, nous espérons pouvoir publier dans quelques definitieve atlas te kunnen publiceren. années un atlas définitif.
Met de geleidelijke opwarming van ons klimaat Le chauffement graduel de notre climat permettra wachten wellicht nog een aantal nieuwe soorten voor probablement de découvrir encore d'autres espèces en de Belgische fauna op ontdekking: o.a. Myrmecophilus Belgique : e.a. Myrmecophilus acervorum (fourmigril), acervorum (Mierenkrekel),Omocestus haemorrhoidalis Omocestus haemorrhoidalis (criquet rouge-queue), (Bruin schavertje), Chorthippus apricarius Chorthippus apricarius (criquet des adrets). Des (Locomotiefje)… Gesprekken met oudere personen conversations avec des personnes agées peuvent kunnen waardevolle oude gegevens opleveren van fournir de précieuses données anciennes sur des opvallende soorten als Gryllus campestris espèces remarquables comme Gryllus campestris (Le (Veldkrekel), Gryllotalpa gryllotalpa (Veenmol) of Grillon des champs), Gryllotalpa gryllotalpa (La Oedipoda caerulescens (Blauwvleugelsprinkhaan) Courtilière commune) of Oedipoda caerulescens (herkenning via het voorleggen van een foto is hierbij (L'Oedipode bleue) (il est à conseiller de leur présenter een aangewezen techniek). une photo des espèces).
Alle waarnemingen dienen bij voorkeur voorzien van Toutes les observations doivent comporter de de bijhorende UTM-code van het 1x1 km-hok of préférence les coordonnées UTM (1x1 km ou au moins minstens 5x5 km-hok. Medewerkers die veel in een 5x5 km). Les collaborateurs qui prospectent bepaalde streek inventariseren kunnen gratis een zwart- régulièrement une même région peuvent obtenir wit kopie bekomen van de topografische kaart schaal gratuitement une copie noir et blanc de la carte 1/50.000 met UTM-opdruk. Richt uw vraag naar: Kris topographique au 1:50.000ième avec coordonnées Decleer, Instituut voor Natuurbehoud, Kliniekstraat 25, UTM. Veuillez faire votre demande auprès de Kris 1070 Brussel (of e-mail naar [email protected]) Decleer, Instituut voor Natuurbehoud, Kliniekstraat 25, met vermelding van uw adres en de betreffende 1070 Bruxelles (ou e-mail [email protected]) gemeente(n) of kaartnummer(s). avec mention de votre adresse et la carte ou commune concernée.
8 Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10 Lijst van waarnemers / Liste d’observateurs
Achterkamp Bart Depraetere S. Laudelout Slabbaert Wim Adam R. Dessart Paul Laurent C. Smets Mathieu Adriaens Tim Detry Roland Laurent N. Smeulders Frans Alderweireldt Marc Devriese Rik Lays P. Speybroeck Jeroen Alexis R. Dewitte T. Lebrun M. Speyer Anrys P. Dewyspelaere Joost Lecalvez R. Thijs Nobby Baert Léon Dochy Olivier Lechanir Titeux Hugues Barenbrug Brigitte Doucet J.L. Lecherlier Touijan Mohamed Baugnée Jean-Yves Duhayon A. Leclercq V. Triticum L. Beukeboom Leo Dupont R. Lecocq J.F. Van Brussel Didier Boccart J.M. Durinck Paul Le Roi A. Van Buggenum Harry Bockstael C. Durwael Leen Lock Koen Van de Meutter Frank Bonte Dries Duvivier D. Luxen Jan Van den Hove K.-A. Boosten Guy Duym Thijs Maelfait Jean-Pierre Van den Noortgate G. Boussauw Kobe Dyck Willy Maes Dirk van der Wielen Pierre Breeuwer Hans Evrard Magis Noël Van Egdom R. Brosens Ingrid Fauville Elisabeth Maréchal F. Van Hout Jaak Bruggeman Chris Filippini Emmanuel Marlier X. Van Landuyt Wouter Brunson A. Gaasbeek Henk Matheve Hans Van Looi Lieve Bultot Jacques Genot Cédric Mennes Ruth Van Looy Chris Ceuppens F. Georges Ph. Meyermans Filip Van Vlierden Guy Christiaens Ivo Goethals Valérie Nalmpontidid S. Vandendriessche Bob Claeys Rudy Goffart Philippe Odé Boudewijn Vandenhaute Marc Clesse Gosseries Axel Paepe Luc Vanderhaeghe Floris Codinet B. Grootaert Patrick Paquay Marc Vannieuwenhuyse Roland Collard J. Guelinckx Robin Peeters J.P. Verbeke Willy Collin Gysels Jos Perret D. Vercoutere Bart Cools Jacques Haghebaert Guy Pevenage S. Verhaeghe Dries Cools Olivier Heirman Johan Pinseel Joris Verhaeghe Floris Coppens N. Hendrickx R. Planchon Michel Verhaeghe Ward Cordaro Jean Herman Alain Plennevaux Ph. Verhelst Geert Coucke Wim Hermans André Poelman Verleysen L. Coulonval J.L. Hiduegi Franck Pollet Marc Verloove Filip Couvreur Jean-Marc Hofmans Kurt Pontegnie Michaël Verrycken Frans Crommelinck Georges Huyghe Pottier Marcel Verschaeren Veerle De Beelde Tom Huysecom Joëlle Pylyser M. Verscheure Christine De Bruyn Luc Jacob Jean-Paul Quoillin Verschoore Koen De Cock M. Jacobs John Raemakers Ivo Verschraegen Wim De Knijf Geert Jacobs Maarten Raskin C. Versonnen Bram De Maeyer Janssens Bram Rasmont J. Verstraeten Frank De Pauw Willem Keppens M. Rauw K.H. Verstraeten Frans Deck Fabian Kleukers Roy Reemer Menno Vervoort Luc Decleer Kris Kuijken Eckhart Romain Michael Vreysen F. Dekoninck Wouter Kurstjens Gijs Sansdrap Anne Walravens Eric Delescaille Laget Hannes Schaerlaekens Jan Walravens Michèle Deligny C. Laleman Rik Schepens Filip Waumans Filip Demol Th. Lambert O. Schmitz Sophie Wieringa Jan Denis Ph Lambrechts Jorg Segers Hendrik Willems Wim
Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 9 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10
Checklist van de sprinkhanen en krekels in België / Liste synoptique des criquets, sauterelles et grillons en Belgique1
Sabelsprinkhanen – Tettigoniidae – Sauterelles 1. Sikkelsprinkhaan – Phaneroptera falcata (PODA, 1761) – Le Phanéroptère commun 2. Zaagsprinkhaan – Barbitistes serricauda (FABRICIUS, 1798) – Le Barbitiste des bois 3. Struiksprinkhaan – Leptophyes punctatissima (BOSC, 1792) – La Sauterelle ponctuée 4. Boomsprinkhaan – Meconema thalassinum (DEGEER, 1773) – La Sauterelle des chênes 5. Zuidelijke boomsprinkhaan – Meconema meridionale (COSTA, 1860) – Le Méconème fragile 6. Gewoon spitskopje – Conocephalus dorsalis (LATREILLE, 1804) – Le Conocéphale des roseaux 7. Zuidelijk spitskopje – Conocephalus discolor (THUNBERG, 1815) – Le Conocéphale bigarré 8. Grote groene sabelsprinkhaan – Tettigonia viridissima (LINNAEUS, 1758) – La Grande sauterelle verte 9. Kleine groene sabelsprinkhaan – Tettigonia cantans (FUESSLY, 1775) – La Sauterelle cymbalière 10. Wrattenbijter – Decticus verrucivorus (LINNAEUS, 1758) – Le Dectique verrucivore 11. Kleine wrattenbijter – Gampsocleis glabra (HERBST, 1786) – Le Dectique des brandes 12. Duinsabelsprinkhaan – Platycleis albopunctata (GOEZ, 1778) – La Decticelle chagrinée 13. Dobbelsteensprinkhaan – Platycleis tessellata (CHARPENTIER, 1825) – La Decticelle carroyée 14. Heidesabelsprinkhaan – Metrioptera brachyptera (LINNAEUS, 1761) – La Decticelle des bruyères 15. Lichtgroene sabelsprinkhaan – Metrioptera bicolor (PHILIPPI, 1830) – La Decticelle bicolore 16. Greppelsprinkhaan – Metrioptera roeselii (HAGENBACH, 1822) – La Decticelle bariolée 17. Bramensprinkhaan – Pholidoptera griseoaptera (DEGEER, 1773) – La Decticelle cendrée 18. Zadelsprinkhaan – Ephippiger ephippiger (SERVILLE, 1831) – L’Ephippigère des vignes Krekels – Gryllidae – Grillons 19. Veldkrekel – Gryllus campestris (LINNAEUS, 1758) – Le Grillon des champs 20. Huiskrekel – Acheta domesticus (LINNAEUS, 1758) – Le Grillon domestique 21. Boskrekel – Nemobius sylvestris (BOSC, 1792) – Le Grillon des bois 22. Boomkrekel – Oecanthus pellucens (SCOPOLI, 1763) – Le Grillon d’Italie Veenmollen – Gryllotalpidae – Courtilières 23. Veenmol – Gryllotalpa gryllotalpa (LINNAEUS, 1758) – La Courtilière commune Doornsprinkhanen – Tetrigidae – Tétrix 24. Zeggedoorntje – Tetrix subulata (LINNAEUS, 1758) – Le Tétrix subulé 25. Zanddoorntje – Tetrix ceperoi (BOLIVAR, 1887) – Le Tétrix des vasières 26. Gewoon doorntje – Tetrix undulata (SOWERBY, 1806) – Le Tétrix des clairières 27. Bosdoorntje – Tetrix bipunctata (LINNAEUS, 1758) – Le Tétrix calcicole 28. Kalkdoorntje – Tetrix tenuicornis (SAHLBERG, 1893) – Le Tétrix des carrières Echte veldsprinkhanen – Acrididae – Acridides 29. Rosevleugel – Calliptamus italicus (LINNAEUS, 1758) – Le Criquet italien 30. Klappersprinkhaan – Psophus stridulus (LINNAEUS, 1758) – Le Criquet stridulant 31. Europese treksprinkhaan – Locusta migratoria (LINNAEUS, 1758) – Le Criquet migrateur 32. Blauwvleugelsprinkhaan – Oedipoda caerulescens (LINNAEUS, 1758) – L’Oedipode bleue 33. Roodvleugelsprinkhaan – Oedipoda germanica (LATREILLE, 1804) – L'Oedipode rouge 34. Kiezelsprinkhaan – Sphingonotus caerulans (LINNAEUS, 1767) – L’Oedipode azurée 35. Moerassprinkhaan – Stethophyma grossum (LINNAEUS, 1758) – Le Criquet ensanglanté 36. Gouden sprinkhaan – Chrysochraon dispar (GERMAR, 1835) – Le Criquet des clairières 37. Kleine goudsprinkhaan – Euthystira brachyptera (OCSKAY, 1826) – Le Criquet des genévriers 38. Zoemertje – Stenobothrus lineatus (PANZER, 1796) – Le Criquet ligné 39. Schavertje – Stenobothrus stigmaticus (RAMBUR, 1839) – Le Sténobothre nain 40. Wekkertje – Omocestus viridulus (LINNAEUS, 1758) – Le Criquet verdelet 41. Negertje – Omocestus rufipes (ZETTERSTEDT, 1821) – Le Criquet noir-ébène 42. Steppesprinkhaan – Chorthippus vagans (EVERSMANN, 1848) – Le Criquet des pins 43. Bruine sprinkhaan – Chorthippus brunneus (THUNBERG, 1815) – Le Criquet duettiste 44. Ratelaar – Chorthippus biguttulus (LINNAEUS, 1758) – Le Criquet mélodieux 45. Snortikker – Chorthippus mollis (CHARPENTIER, 1825) – Le Criquet des jachères 46. Kustsprinkhaan – Chorthippus albomarginatus (DEGEER, 1773) – Le Criquet marginé 47. Weidesprinkhaan – Chorthippus dorsatus (ZETTERSTEDT, 1821) – Le Criquet verte-échine 48. Krasser – Chorthippus parallelus (ZETTERSTEDT, 1821) – Le Criquet des pâtures 49. Zompsprinkhaan – Chorthippus montanus (CHARPENTIER, 1825) – Le Criquet palustre 50. Knopsprietje – Myrmeleotettix maculatus (THUNBERG, 1815) – Le Gomphocère tacheté 51. Rosse sprinkhaan – Gomphocerripus rufus (LINNAEUS, 1758) – Le Gomphocère roux
1 Niet inheemse, af en toe geïmporteerde soorten / espèces non-indigènes, importées de temps en temps : Tachycines asynamorus, Anacridium aegyptium, Gryllomorpha dalmatina, Gryllus bimaculatus.
10 Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10 Sikkelsprinkhaan Le Phanéroptère commun Phaneroptera falcata (PODA, 1761)
Habitat Habitat De sikkelsprinkhaan is vooral te vinden in droge biotopen Le phanéroptère commun affectionne surtout les biotopes zoals kalkgraslanden (xerobromion en mesobromion), secs: pelouses calcaires (xerobromion et mesobromion), heidevelden, droge weiden met struikgewas, bermen, les landes, les pelouses xériques à arbustes, les bord des kapvlakten, steenkoolterrils, verlaten akkers en routes, les coupes forestières, les terrils, les champs ruigtekruidenvegetaties. Zelden ook in vochtige biotopen. abandonnés et les friches. Rarement dans les biotopes Gewoonlijk in vrij hoge en dichte kruidenvegetaties met humides. Généralement dans la végétation assez haute et verspreid staande struiken. dense à arbustes.
Verspreiding Distribution Vrij algemeen in Lotharingen en in de valleien in het Espèce assez commune en Lorraine et dans les vallées du zuiden van het land. Daarnaast ook verschillende sud du pays. Egalement sur plusieurs sites dans le vindplaatsen in Henegouwen, de Ardennen, de Kempen Hainaut, en Ardenne, en Campine et dans le Brabant. Il y en Brabant. Vijftien jaar geleden was P. falcata nog een a quinze ans, P. falcata était une rareté, qu'on ne grote zeldzaamheid, die beperkt was tot het zuiden van rencontrait uniquement dans l'extrême sud de la Lorraine Lotharingen en enkele plaatsen in de Viroinvallei. et à quelques endroits dans la vallée du Viroin. Depuis Sindsdien heeft de soort zich snel noordelijk uitgebreid en lors, l'espèce s'est répandue vers le nord et elle a déjà bereikt ze reeds het noordoosten van het land. Momenteel atteint le nord-est du pays. Actuellement, il n'y a pas zijn er nog geen meldingen uit het noordwesten. Te encore d'observations du nord-ouest. A suivre. volgen. Remarques Opmerkingen L'espèce se fait remarquer par son vol semblable à celui Een soort die opvalt door z'n vlinderachtige vlucht. Het d'un papillon. La stridulation est très faible et est produite geluid is zeer onopvallend en wordt vooral 's avonds en 's préférentiellement le soir et la nuit. L'espèce n'est adulte nachts voortgebracht. Is slechts laat in het seizoen (eind que tardivement (fin août). augustus) adult.
#
# # # ## # ## # # # # # # # # # ## # # # #
# #
# # t/m 1950 ### # ### r 1951-1980 #### #S 1981-1990 # vanaf 1990
# # ## # #
Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 11 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10
Zaagsprinkhaan Le Barbitiste des bois Barbitistes serricauda (FABRICIUS, 1798)
Habitat Habitat De zaagsprinkhaan bewoont struiken en bomen - vooral Le barbitiste des bois fréquente surtout les arbustes et les eiken en hazelaars - langs warme loofbosranden. In de arbres - préférentiellement les chênes et les noisetiers - le valleien van de Viroin en de Molignée komt de soort long des lisières des forêts de feuillus. Dans la vallée du daarentegen voor in thermofiele Buxusvegetaties op steile Viroin et de la Molignée, l'espèce se trouve par contre rotsachtige zuidhellingen. Ook werd ze aangetroffen in dans les végétations thermophiles de buis sur les pentes oude steengroeven, in mesofiele kalkgraslanden en op rocailleuses exposées au sud. Elle est également signalée kaalslagen, zowel op kalk als op zure bodem. dans les anciennes carrières, les pelouses calcaires mésophiles, les coupes forestières, aussi bien sur sol Verspreiding calcaire que sur sol acide. Een zeldzame soort die in ons land beperkt is tot het zuiden. De meeste vindplaatsen zijn bekend uit de Distribution kalkbanden van Calestienne en Condroz terwijl ook Une espèce rare, confinée dans le sud du pays. La plupart enkele vindplaatsen in Lotharingen en de Ardennen des sites connus se trouvent dans les bandes calcaires de liggen. Het zeer verbrokkelde verspreidingspatroon van la Calestienne et du Condroz, quelques autres se trouvant deze weinig mobiele soort doet vermoeden dat ze vroeger en Lorraine et dans les Ardennes. L'aire de répartition très algemener was of dat ze zeer slecht geïnventariseerd is. découpée pour une espèce peu mobile fait penser qu'elle était plus commune autrefois ou qu'elle n'a pas bien été Opmerkingen inventoriée. B. serricauda is moeilijk te inventariseren: ze houdt zich gewoonlijk op in bomen of struiken en brengt een Remarques moeilijk hoorbaar geluid voort. Ze kan vooral door B. serricauda est difficile à inventorier: elle se tient kloppen of slepen gevonden worden. Tijdens de généralement dans les arbres et les buissons et sa eiafzetting ook op de grond. Het inventariseren met stridulation est à peine audible. Elle peut être recherchée behulp van een bat-detector zou ook goede resultaten au parapluie ou au filet. Pendant la ponte également à opleveren. Adulten komen vroeg in het seizoen (vooral même le sol. L'inventoriage à l'aide d'un détecteur de juli) voor. chauve-souris permettrait également de la découvrir. Les adultes se montrent tôt dans la saison (surtout juillet).
#
r #S # t/m 1950 #S r 1951-1980 # #S 1981-1990 # # vanaf 1990 # #
# #S # #
12 Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10 Struiksprinkhaan La Sauterelle ponctuée Leptophyes punctatissima (BOSC, 1792)
Habitat Habitat De struiksprinkhaan komt voor in allerlei biotopen met La sauterelle ponctuée fréquente divers biotopes à verspreid staande struiken of bomen zoals bosranden, arbustes et arbres tels que les lisières des forêts, les haies, hagen, struwelen, parken en tuinen. Ze is ook wel te les fourrés, les parcs et les jardins. Elle peut être vinden midden in bos en in ruigtekruidenvegetaties. rencontrée aussi bien en pleine forêt que dans les friches.
Verspreiding Distribution In vrijwel het hele land algemeen, maar vrij zeldzaam in Espèce commune dans la plus grande partie du pays, mais de Ardennen. assez rare en Ardenne.
Opmerkingen Remarques Voor een menselijk oor is deze soort vrijwel onhoorbaar, La stridulation est à peine audible, mais à l'aide d'un doch met behulp van een bat-detector (40 kHz) is het détecteur de chauve-souris (40 kHz) les accents doux sont getik gemakkelijk te herkennen. Andere faciles à reconnaître. Elle peut également être inventoriée inventarisatiemethodes zijn kloppen en slepen van à l'aide du parapluie ou du filet. L'espèce se rencontre struiken en ruigtekruiden. De soort wordt regelmatig in fréquemment dans les jardins. tuinen aangetroffen.
# # # #S #S # #S # ## # r # # #S # # ### #S # #S # # # # ## ## # # ##S#S # # # # # # # # ##S ## # ## # #S # #S # # # #S #S # #S #S #S# #S r #S #S #S #S # #S # # #S #S #S#S##S#S#S #S# #S #S #S #S # #S #S #S #S # #S #S #S #S#S #S # ##S #S#S#S # # #S#S#S #S #S #S #S##S # #S ## #S ##S # ##S##S # #S ##### #S #S #S ##S##S # #S #S #S #S # ###S###S #S# ## #S # # # # #S #S ##S#S#S #S#S # # #S # #S#S#S#S#S #S #S# #S #S # #S#S #S# #S #S #S #S #S #S #S #S #S# #S #S # #S # t/m 1950 # #S#S# # # ####S#S#S # r 1951-1980 r#S#S##S #S # # #S 1981-1990 #S#S # vanaf 1990 # #S # #S# # # ##S ## #S ##
Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 13 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10
Boomsprinkhaan La Sauterelle des chênes Meconema thalassinum (DEGEER, 1773)
Habitat Habitat De boomsprinkhaan komt vooral voor op loofbomen, La sauterelle des chênes fréquente surtout les arbres à waarbij bomen met een rijke entomofauna de voorkeur riche entomofaune, car l'espèce est carnivore. Elle est genieten, daar de soort carnivoor is. De soort is vooral avant toute commune le long des drèves, mais également algemeen in dreven, maar ook langs bosranden, in dans les lisières des forêts, dans les arbustes et même dans verspreid staande struiken en ook in parken en tuinen. les parcs et les jardins.
Verspreiding Distribution In het hele land algemeen. Espèce commune dans tout le pays.
Opmerkingen Remarques Vrij moeilijk te inventariseren omdat het geluid vrijwel L'espèce est difficile à inventorier à cause de l'absence de onhoorbaar is (mannetjes trommelen met de achterpoot op stridulation (les mâles tambourinent sur les branches et takken of bladeren; wijfjes maken volstrekt geen geluid). sur les feuilles avec les pattes postérieures; les femelles ne Het gemakkelijkst is de soort aan te treffen door te font pas de bruit). L'espèce peut être rencontrée le plus kloppen op boomtakken, waarbij vooral zomereiken facilement en frappant les branches des arbres, surtout les dikwijls succes opleveren. De soort kan laat in de herfst chênes. Elle se montre jusqu'en automne, les femelles nog worden waargenomen, wijfjes tot in november, pouvant être rencontrées au mois de novembre en pondant wanneer ze eieren leggen in de spleten van de schors van leurs œufs dans les fentes de l'écorce des arbres. La nuit, dreefbomen. 's Nachts komt de soort op licht af en is l'espèce est attirée par la lumière et elle entre dans les daardoor vaak in huizen aan te treffen. Ook te vinden na maisons. On peut la rencontrer facilement après les een storm wanneer de dieren uit de bomen zijn gewaaid. orages, quand les insectes sont tombées des arbres.
# ## # ## #S r #S # #S # # #S r # # #S # # #S #S# # r# # # # # # #S #S## # # # # ## ## ## r #S # # ## #S # # # ##S #S # #S ## # # # #S # # ## # # #S#S # # #S # # ##S # # # # #S#S #S # # r#S###S # # # # ####S #S##S #S # # #S # #S #S # # #S#S #S #S #S # #S# # #S # ###S #S#S # # # # #S #S#S #S # #S ###S#S #S#S #S #S#S#S#Sr #S#S#S##S##S #S #S# #S ## # #S#S #S #S#S # # #S##S #S # # #S##S#S #S#Sr ##S # ####S#S# #S#S# ##S # # r# ## # #S#S #S#S # #S #S #S #S #S#S#S # #S#S# #S ##S #S #S#S #S r #S # #S #S # #S #S #S# r #S # #S #S# #S # t/m 1950 # #S# # #S#S ###S#S#S #S #S r 1951-1980 #S #S## ##S #S 1981-1990 # # # vanaf 1990 # # ## # # #S #S r r##S #S
14 Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10 Zuidelijke boomsprinkhaan Le Méconème fragile Meconema meridionale (COSTA, 1860)
Habitat Habitat De Zuidelijke boomsprinkhaan bewoont dezelfde Le méconème fragile a été trouvé en Belgique sur un biotopen als de boomsprinkhaan. In België werd de soort parking le long de l'autoroute. Aux Pays-Bas, il a été evenwel alleen nog maar aangetroffen op een parking signalé dans des endroits chauds: les murs d'immeubles à langs de autosnelweg. In Nederland zijn populaties coté de parcs urbains. beperkt tot het stedelijk milieu (parken, tuinen, muren). Distribution Verspreiding Espèce rencontrée jusqu'à présent uniquement à Aische- Tot nu toe slechts éénmaal gevonden in Aische-en-Refail en-Refail (1995). (1995). Remarques Opmerkingen L'espèce a été découverte récemment en Belgique. Il Pas recent in België ontdekt. Vermits deze zuidelijke n'est pas clair si l'espèce se trouve en Europe soort gereduceerde vleugels heeft wordt vermoed dat onze septentrionale dans les milieux urbains à cause du streken op passieve wijze gekoloniseerd worden via microclimat plus chaud, ou si elle y profite plus du fait autoverkeer. Het is niet duidelijk of de soort zich in het que des déplacements passifs par l'homme sont plus noorden enkel kan voortplanten in stedelijke milieus faciles dans des régions à population dense. L'espèce vanwege het warmere microklimaat, of dat de ressemble fortement aux juvéniles de M. thallassinum. waarnemingskans er gewoon groter is doordat er meer Elle se caractérise par les élytres possédant aussi bien des mensen (én auto's) aanwezig zijn. De soort lijkt door de nervures longitudinales que des nervures transversales. korte vleugels op juvenielen van M. thalassinum, maar is ervan te onderscheiden door de aanwezigheid van zowel lengte-adertjes als dwarsadertjes in de voorvleugels en een opvallende geelwitte streep over het achterlijf, het halsschild en de kop.
#
# t/m 1950 r 1951-1980 #S 1981-1990 # vanaf 1990
Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 15 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10
Gewoon spitskopje Le Conocéphale des roseaux Conocephalus dorsalis (LATREILLE, 1804)
Habitat Habitat Het gewoon spitskopje leeft in allerlei vochtige biotopen Le conocéphale des roseaux fréquente les biotopes met een hoge, dichte begroeiing van russen, zeggen, humides à végétation haute de joncs, carex, graminées et grassen en ruigtekruiden. De meest typische vindplaatsen hautes herbes. Les sites les plus typiques sont les prairies zijn verruigde natte graslanden, pitrusweiden, humides abandonnées, les prairies à joncs, les bords des perceelsranden van natte graslanden, grachtkanten en prairies humides, des fossés et des ruisseaux. Grâce à beekoevers. In dichte rietvegetaties komt de soort l'humidité élevée de mer, l'espèce habite également les nauwelijks voor. Dankzij de hoge luchtvochtigheid kan de dunes sèches à Oyat à la côte. soort ook in het droge helmduin aan de kust aangetroffen worden. Distribution Espèce assez commune au nord du sillon Sambre-Meuse, Verspreiding mais généralement en petites populations. Au sud de Vrij algemeen ten noorden van Samber en Maas, doch Sambre et Meuse elle est limitée à quelques vallées, mais meestal in kleine populaties. Ten zuiden van Samber en à nouveau plus commune en Lorraine. Maas beperkt tot enkele valleien, maar opnieuw algemener in Lotharingen. Remarques L'espèce peut être rencontrée par captures à la main dans Opmerkingen les milieux favorables. La stridulation est très discrète et De soort kan best worden opgespoord door handvangsten ne peut être entendue qu'à petite distance. L'espèce peut in het geschikte biotoop. Het geluid is nogal stil en être confondue avec C. discolor, et il est préférable de onopvallend en alleen van op een paar meter afstand te vérifier l'identification sur des insectes capturés. A l'aide horen. Verwarring is mogelijk met C. discolor, die vaak d'un détecteur de chauve-souris elle peut être découverte in gelijkaardige biotopen voorkomt, waardoor controle in facilement. de hand aangewezen is. Met behulp van een bat-detector goed op te sporen.
# ## # # # # # #S #S # #S ##S ##S#S # ##S#S # # ##S #S ## # #S #S #S ##S ### # ## # ## # # # #S # ## ## r##S#S # #S ##S #S #S # # ##S#S#S #S #S #S # # # ## #S#####S # # # # # # # ## # #### # ##### #S# # ### # #S# ##S #S#S#S #S # # ####### ### ## #S#S ## #S #S##S ###S ## ## #S # #S#S #S # # ##S ## # #S#S#S# # ##S#S # # ## #S### # # #S#S# #S #S # # # # # # # # #S # # # # # #S #S # # # r #S # #S#S #S#S #S # ## # #S #S # # # ## # # # ## # t/m 1950 # ##S r 1951-1980 # # # #S 1981-1990 # vanaf 1990 # # # #S## ## # #S#S # # # ## #S
16 Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10 Zuidelijk spitskopje Le Conocéphale bigarré Conocephalus discolor (THUNBERG, 1815)
Habitat Habitat Het zuidelijk spitskopje komt voor in droge tot natte, open Le conocéphale bigarré fréquente les biotopes ouverts terreinen waar ruigten aanwezig zijn. Aan de kust in secs ou humides à parties rudérales. A la côte l'espèce se moerassen en ruige, niet verstoorde duinen, in het tient dans les marécages et les dunes rudérales non binnenland vooral in greppels, ongemaaide graslanden en perturbées. A l'intérieur du pays elle affectionne avant moerassen. Erg typisch is het voorkomen op niet tout les fossés, les prairies non fauchées et les marécages. gemaaide randen van hooilanden en wegbermen. Elle se tient plus particulièrement sur les bords non fauchés des prairies. Verspreiding Verspreid over het westen en het zuiden van het land. Distribution Twintig jaar geleden was C.discolor enkel bekend van de Espèce répandue à l'ouest et au sud du pays. Il y a vingt Westhoekduinen (De Panne) en het uiterste zuiden van ans C. discolor était uniquement signalé dans les dunes du België. De laatste 10 jaar is de soort echter fors aan het Westhoek (La Panne) et dans l'extrême sud de la uitbreiden in noordoostelijke richting. Alleen van de Belgique. Depuis une dizaine d'années, l'espèce est en provincies Antwerpen, Vlaams- en Waals-Brabant en train de se répandre en direction nord-est. Elle n'a pas Luik zijn er nog geen vondsten. Ook in Limburg is er encore été signalée dans les provinces d'Anvers, du slechts één waarneming langsheen de Maas. Brabant flamand, du Brabant wallon et de Liège. Au Limbourg elle n'a été rencontrée qu'une seule fois, le long Opmerkingen de la Meuse. Vermits verwarring mogelijk is met C.dorsalis (én zeker met de langvleugelige vorm ervan) is het aangewezen de Remarques soort in de hand te determineren of mits een goede visuele Etant donné que l'espèce peut être confondue avec C. observatie. Het geluid is iets harder dan van C. dorsalis en dorsalis (surtout dans sa phase macropoère), il est daardoor is de soort iets gemakkelijker auditief op te conseillé de déterminer l'espèce en la capturant ou sur sporen. base d'une observation visuelle. La stridulation est un peu plus forte que celle de C. dorsalis, ce qui permet de la repérer un peu plus facilement.
# # # ### ## # # # ## # # # # ## # # ### ## # ### # # # # # # # # # # ### # #### # ## # ## #
# ### # t/m 1950 ## ## # ## # r 1951-1980 ## # #S# S# 1981-1990 # # vanaf 1990 r # ## # ## S# # ## # # ## ## ## ##
Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 17 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10
Grote groene sabelsprinkhaan La Grande sauterelle verte Tettigonia viridissima (LINNAEUS, 1758)
Habitat Habitat De grote groene sabelsprinkhaan komt op allerlei plaatsen La grande sauterelle verte fréquente les endroits à met een wat hogere vegetatie voor, zoals ruigten, végétation haute: friches, fourrés, champs et arbres struwelen, akkers en vrijstaande bomen. De soort is een solitaires. L'espèce est anthropophile. Elle préfère les sols cultuurvolger. Ze heeft vrij droge grond nodig om haar secs pour la ponte de ses œufs et dans les terrains humides eitjes af te zetten en lijkt in moerassige terreinen enkel elle reste limitée aux bords. aan de randen voor te komen. Distribution Verspreiding L'espèce est commune dans tout le pays, sauf en Ardenne, De soort is in vrijwel het hele land algemeen, maar vrij où elle est assez rare. zeldzaam in de Ardennen. Remarques Opmerkingen T. viridissima émet sa stridulation caractéristique de midi T. viridissima laat haar luide kenmerkende zang horen jusque tard dans la nuit, de fin juillet à fin septembre. Le van 's middags tot laat in de nacht van eind juli tot eind matin elle se tient dans la végétation basse, mais en cours september. 's Morgens is de soort te vinden in lage de journée elle grimpe dans les arbustes et les arbres. vegetatie, maar naargelang de dag vordert, klimt ze in struiken en bomen.
# ### ### ##S ### # #S # # #S #### ## ### #S # #S#S##S r # # #S#S #S # ## ### r# r # # # #S## ## r # #S#S# ### ## #### # ##S# ### #S # # # #S ##S#S ##S#S #S## #S # # #S ### #### #S# ## # r #S#S## ## ## ###### #S # #### ##S###S #### # ### # ## ### ##S#S #S ####### r #S ##S # #S#S # ### #S # # ## ##S # ### ## # #S# # # # ## #### #S#S #S ## ### ## # # #####S # ###S # ## # # ####### # ## # ####S##S #S### # #S # #S ## r## # # # # ### # # #S # # ##S ###S # ## #S ## #S##S ###S # ##S #S #S# r#S#S### # # # #S ##S#S #S #S #S #S #S # # #S#S #S ##S #S#S# #S#S#S # #S #S#S#S #S# #S### ## r # ##S #S#S####S ## ## # ##### #S #S#S#S #S # # #S### #S### #S#### #####S##S #S#S##S####S##S#S##S ####S# #S#S#S # #S ## #S #S #####S#S##S###S #S # # # #S##r #S#S#S#S#S#S#S #S ## ##S # # #S#S#S#S#S#S#S###S#S# ##S# #S# #####S##S# ##S#S ##S##S # # #S ##S#S ##S#S# #S # # #S#S#S# ##S#S # # t/m 1950 ## # ### ###S#### #S #S####S#S ###S## #S r 1951-1980 #S #S### # #S #S 1981-1990 # ## #S #S #S # vanaf 1990 # # ## # #S # #S# # #S ### #S ##S# # # # #S# #S#S###S ## # #S # ####S#S#S#S ###S#S###S ##
18 Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10 Kleine groene sabelsprinkhaan La Sauterelle cymbalière Tettigonia cantans (FUESSLY, 1775)
Habitat Habitat De kleine groene sabelsprinkhaan bewoont bomen, La sauterelle cymbalière se tient sur les arbres, dans les struikgewas en ruige, hoge vegetatie. Heel wat fourrés et dans la végétation rudérale haute. Beaucoup de vindplaatsen bevinden zich aan de rand van bossen of sites se trouvent à la lisière de forêts ou le long des langs boswegen. Blijkbaar geeft de soort de voorkeur aan chemins forestiers. Apparemment, l'espèce préfère les enigszins vochtige plaatsen. endroits un peu humides.
Verspreiding Distribution De soort is beperkt tot enkele valleien in de Ardennen en L'aire de distribution est limitée à quelques vallées en Lotharingen: Lesse, Lomme, Semois en hun zijbeken. De Ardennes et en Lorraine: Lesse, Lomme, Semois et leurs soort werd pas in de loop van de jaren tachtig voor het affluents. L'espèce a été découverte en Belgique dans les eerst in België aangetroffen. années 80.
Opmerkingen Remarques T. cantans is gemakkelijk te inventariseren dank zij de T. cantans est facile à inventorier à cause du chant très opvallende zang van het mannetje. Bij mooi weer is de remarquable du mâle. Par bon temps, ce chant est très zang eenvoudig te onderscheiden van die van T. différent de celui de T. viridissima, mais par temps froid viridissima, maar bij koud weer is verwarring mogelijk. les deux peuvent être confondus. L'espèce est localement De soort komt plaatselijk in zeer grote aantallen voor très abondante le long des lisières des forêts, chaque langs bosranden, waarbij elk dier op een paar meter animal se trouvant à quelques mètres de distance des afstand zit van de andere. T. viridissima en T. cantans autres. T. viridissima et T. cantans semblent s'exclure lijken elkaar grotendeels uit te sluiten en er is een sterk mutuellement et il est possible que T. cantans soit en train vermoeden dat de soort haar areaal ten koste van T. de se répandre au dépens de T. viridissima. viridissima uitbreidt.
# t/m 1950 #S # ##S r 1951-1980 # # # # #S #S 1981-1990 # # vanaf 1990 ### #S ##r## ## ## # #S# #S# #S#S ##
Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 19 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10
Wrattenbijter Le Dectique verrucivore Decticus verrucivorus (LINNAEUS, 1758)
Habitat Habitat De wrattenbijter bewoont overwegend droge plaatsen met Le dectique verrucivore fréquente surtout les pelouses schraal grasland of heide. Vroeger in ons land ook in de sèches et les landes. Elle se tenait autrefois également duinen en op kalkgraslanden. Cruciaal is de aanwezigheid dans les dunes et les pelouses calcaires. Pour la survie van een gevarieerde vegetatiestructuur met een d'une population la présence d'une végétation à structure afwisseling van open plekjes en wat hogere en dichtere variée avec alternation de parties ouvertes et de végétation vegetatie. plus dense est cruciale.
Verspreiding Distribution De wrattenbijter komt enkel nog voor op een paar Le dectique est actuellement limité à quelques endroits plaatsen in de bovenloop van de Semois. Vroeger ook in dans le bassin supérieur de la Semois. Autrefois de kustduinen en op een vrij groot aantal plaatsen, également dans les dunes de la côte et sur un nombre verspreid over het hele land. De soort is in heel West- assez important de sites répartis sur tout le territoire. Europa met uitsterven bedreigd. L'espèce est menacée de disparition dans toute l'Europe occidentale. Opmerkingen Hoewel het om een grote opvallende soort gaat, kunnen Remarques kleine geïsoleerde populaties misschien nog over het Bien qu'il s'agisse d'une espèce grande, il n'est pas exclu hoofd gezien zijn. Op onverwachte plekken kan de soort que de petites populations soient encore trouvées. Elle nog opduiken: in Nederland, bijvoorbeeld, komt de peut se tenir à des endroits inattendus: aux Pays-Bas la grootste relictpopulatie voor in een op het eerste gezicht plus grande population se rencontre sur les berges d'un banaal ogende kanaalberm; elders is ze ook waargenomen canal; ailleurs elle être observée dans des champs arides. op schrale akkeronkruidakkertjes.
# #
# #S # #
# # #
#S # #
# r
# t/m 1950 r 1951-1980 # # #S 1981-1990 # # vanaf 1990 r
# #
# #S#S # # #S
#S
20 Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10 Kleine wrattenbijter Le Dectique des brandes Gampsocleis glabra (HERBST, 1786)
Habitat Habitat De kleine wrattenbijter bewoont droge, warme, grazige Le dectique des brandes fréquente les endroits plekken in de heide. xérothermiques à graminées au milieu des landes.
Verspreiding Distribution De soort is uitgestorven in België en was vroeger enkel L'espèce a disparu de Belgique. Elle avait été observée à bekend van Lanklaar (1888) en Zwartberg (1951). Lanklaar (au 19ième siècle) et à Zwartberg (en 1951).
Opmerkingen Remarques In Nederland werd recent nog een populatie ontdekt op Aux Pays-Bas une population a été découverte récemment een militair domein (meded. R. Kleukers). Ook in de sur un terrain militaire (comm. R. Kleukers). Il faudrait Limburgse Kempen dienen zulke terreinen verder également prospecter ces sites en Campine limbourgeoise. onderzocht te worden.
# r
# t/m 1950 r 1951-1980 #S 1981-1990 # vanaf 1990
Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 21 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10
Duinsabelsprinkhaan La Decticelle chagrinée Platycleis albopunctata (GOEZ, 1778)
Habitat Habitat De duinsabelsprinkhaan leeft in de kustduinen in vrij L'habitat préféré de la decticelle chagrinée est constitué grote populaties. Ook in steile, stenige of rotsachtige naar par les dunes de la côte. Localement elle peut également het zuiden gerichte kalkgraslanden met verspreid staande être abondante dans les pelouses calcaires pierreuses ou struikjes kan de soort soms vrij talrijk zijn. In andere rocheuses exposées au sud. Elle est beaucoup plus rare biotopen is ze heel wat zeldzamer: steile wegbermen, dans d'autres biotopes: les bords des routes en pente raide, verlaten steengroeven, heidevelden (doch in de Kempen is les anciennes carrières, les landes (mais en Campine elle a ze verdwenen). De soort komt veruit het meest op een disparu). L'espèce se tient avant tout sur substrat calcaire zand- en kalksubstraat voor. ou sablonneux.
Verspreiding Distribution Algemeen langs de kust. Plaatselijk vrij zeldzaam in de Espèce commune le long de la côte. Localement assez Maas-, Viroin-, Lesse- en Ourthevallei. In Lotharingen rare dans les vallées de la Meuse, du Viroin, de la Lesse et zeldzaam en zeer zeldzaam in de Ardennen. Elders de l'Ourthe. Rare en Lorraine, rarissime en Ardenne. ontbrekend. Ailleurs complètement absente.
Opmerkingen Remarques De zang van P. albopunctata is vrij goed hoorbaar en Le chant de P. albopunctata est facilement repérable et ne eigenlijk enkel met die van de heidesabelsprinkhaan te peut être confondu qu'avec celui de Metrioptera verwarren. Het best kan de soort geïnventariseerd worden brachyptera. L'espèce peut être inventoriée en parcourant door dwars door zijn biotoop te lopen. Hij is zeer moeilijk son biotope. Elle est extrêmement difficile à capturer te vangen omdat hij verschillende meters ver springt en parce qu'elle saute plusieurs mètres et se dissimule dans hij zich, eenmaal neergekomen, snel onder kleine les broussailles - dans les dunes dans les mottes d'oyat. Il doornstruikjes of in de duinen onder helmgraspollen s'agit d'une espèce précoce, qui atteint son maximum au verstopt. De duinsabelsprinkhaan is een vroege soort die mois de juillet, mais qui peut également être rencontrée in juli al haar top bereikt, maar nog tot in oktober kan jusqu'en octobre. aangetroffen worden.
# # #S #
# # ####S ##
# #
#
## # # #S #S # #S # #S # # # # t/m 1950 ##S#S r 1951-1980 ## #S 1981-1990 # vanaf 1990 # #S
#
#
22 Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10 Dobbelsteensprinkhaan La Decticelle carroyée Platycleis tessellata (CHARPENTIER, 1825)
Habitat Habitat De dobbelsteensprinkhaan bewoont allerlei zeer droge La decticelle carroyée fréquente des endroits très warme milieus. chauds et secs.
Verspreiding Distribution Uitgestorven. De soort is in 1958 éénmalig Disparue. Autrefois l'espèce a été signalée une fois de aangetroffen in het uiterste zuiden van België te Rouvroy, près de Torgny (1958). Rouvroy nabij Torgny. Remarques Opmerkingen L'espèce ressemble P. albopunctata, mais elle est plus Te onderscheiden van P.albopunctata door o.a. de petite et les élytres n'atteignent pas le genou des pattes geringere grootte en de kortere vleugels die de postérieures. achterknie niet bereiken.
# t/m 1950 r 1951-1980 #S 1981-1990 # vanaf 1990
r
Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 23 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10
Heidesabelsprinkhaan La Decticelle des bruyères Metrioptera brachyptera (LINNAEUS, 1761)
Habitat Habitat De heidesabelsprinkhaan leeft hoofdzakelijk in La decticelle des bruyères se tient avant tout dans les heidevelden. Zowel natte als vrij droge heide komen in landes. Les landes sèches et humides sont habitées, mais aanmerking, maar ook in een dichte monotone Molinia- elle est également fréquente dans les prairies à Molinie. grasmat is deze soort niet zeldzaam. Ze ontbreekt ook Elle ne manque presque jamais dans les tourbières hautes. vrijwel nooit in hoogveengebieden. In andere biotopen in Ailleurs elle est beaucoup plus rare: dans les pelouses ons land is ze heel wat zeldzamer: in mesofiele calcaires mésophiles de la vallée du Viroin; dans la kalkgraslanden in de Viroinstreek, in ruige grasvegetaties végétation rudérale le long des chemins de fer, dans des langs spoorwegen, in oude steengroeven en zelfs langs anciennes carrières et même sous les fils barbelés des prikkeldraden. prairies.
Verspreiding Distribution Het hoofdareaal valt in ons land samen met de L'aire de répartition coïncide avec celle des landes à verspreiding van heidevelden: Kempen, Hoge Venen en bruyère: la Campine, les Hautes Fagnes et quelques autre nog enkele kleinere verspreid liggende heiderelicten. relicts de landes dispersés sur le territoire. Elle n'est pas Daarnaast is de soort ook niet zeldzaam in de rare dans la vallée du Viroin. Viroinvallei. In de provincie West-Vlaanderen ondertussen vermoedelijk uitgestorven door het Remarques verdwijnen van het habitat. L'espèce se fait remarquer moins facilement que les autres espèces du genre à cause de sa stridulation moins forte. Opmerkingen L'utilisation d'un détecteur de chauve-souris est une bonne Een soort die door z'n zwakke zang veel minder opvalt méthode d'inventoriage. La stridulation peut être dan de twee andere soorten uit het genus Metrioptera. Het confondue uniquement avec celle de P. albopunctata, gebruik van een bat-detector is een goede mais elle est plus rapide. L'espèce se dissimule dans la waarnemingsmethode. Het geluid is enkel te verwarren bruyère ou dans les broussailles. Elle est difficile à met dat van de duinsabelsprinkhaan, maar is veel sneller. capturer, même au filet. L'espèce semble en régression. Stopt zich weg in heide- of doornstruiken. Is daarom niet makkelijk te vangen en ook niet makkelijk te slepen. De soort lijkt achteruit te gaan.
# ##S #S#### #r#S #S # ## ## # ## # ##S## # #S # # # # #S # #S #S #S #S#### # ## #S ### # ##### # ## # #
#
## # # # # #### # ### # #S # # #S# ## ## #S # # # t/m 1950 #S#S ###S#S # r 1951-1980 ###S #S #S 1981-1990 # # vanaf 1990
r #S# r
24 Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10 Lichtgroene sabelsprinkhaan La Decticelle bicolore Metrioptera bicolor (PHILIPPI, 1830)
Habitat Habitat De lichtgroene sabelsprinkhaan is een typische soort van La decticelle bicolore est typiquement liée aux prairies vrij hoge en dichte grasvegetaties die goed geëxponeerd relativement hautes et denses qui sont bien exposées: zijn: mesofiele kalkgraslanden, wegbermen, hoge grassen pelouses calcaires mésophiles, bords des routes, prairies op spoorwegbermen, slecht onderhouden weiden op mal entretenues sur pente, sous le fil barbelé dans les hellingen, plaatsen langs prikkeldraden, ruigten op prairies, friches,... Elle disparaît relativement vite si le verlaten akkers,... Ze verdwijnt vrij snel als de grasmat gazon devient court de façon homogène. homogeen kort wordt.
Verspreiding Distribution De soort is beperkt tot het zuiden van het land. Daar is ze L'espèce est limitée au sud du pays. Elle y est répandue vooral verspreid in de valleien van Maas en sommige van dans les vallées de la Meuse et des affluants qui traversent haar bijrivieren in de Calestienne en de Condroz en in la Calestienne et le Condroz et en Lorraine. Elle est plus Lotharingen. Wat zeldzamer in de Fagne en Famenne en rare en Fagne-Famenne et rare en Ardenne. een stuk zeldzamer in de Ardennen. Remarques Opmerkingen M. bicolor se fait remarquer par sa stridulation. Elle est M. bicolor valt snel op door zijn zang. Deze is duidelijk moins forte que celle de T. viridissima: il s'agit d'un bruit minder hard dan die van de grote groene sabelsprinkhaan: métallique, dont les syllabes sont difficiles à distinguer. het is een metaalachtig geluid waarvan de onderlinge Sur base de cette stridulation, elle est facilement repérable syllaben slecht hoorbaar zijn. Voortgaand op het geluid is dans la végétation et facile à reconnaître par sa couleur de soort ook vrij makkelijk in de kruidvegetatie terug te verte. L'espèce a été signalée très tardivement en Belgique vinden en aan zijn grasgroene kleur te herkennen. Het (1945) et s'est répandue fortement par la suite (grâce à sa betreft een soort die pas laat in ons land ontdekt werd forme macroptère assez fréquente). (1945) en die zich daarna sterk heeft uitgebreid (via de macroptere vorm).
#
# # # # # #S # # #S # # #S#S #S ### # # t/m 1950 #S## ### ## ####S ##S# r 1951-1980 #S###S ## #S #S #S 1981-1990 # # vanaf 1990 # # # # # #S #S # #S #S# # # ##S ##S
Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 25 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10
Greppelsprinkhaan La Decticelle bariolée Metrioptera roeselii (HAGENBACH, 1822)
Habitat Habitat De greppelsprinkhaan komt voor in halfhoge, matig La decticelle bariolée se tient dans la végétation semi- voedselrijke, maar steeds vrij dichte vegetaties. Vooral haute, assez nitrophile et dense. Elle peut être rencontrée aan te treffen in niet jaarlijks gemaaide bermen, in avant tout sur les bords de route non fauchés, dans les grachtkanten, op dijken en in verruigde graslanden. fossés, sur les berges des rivières et dans les prairies mal entretenues. Verspreiding In het noorden van Oost- en West-Vlaanderen sluit de Distribution verspreiding goed aan bij de Nederlandse hoofdpopulaties Dans le nord des Flandres, l'aire de distribution rejoint en is ze op tal van plaatsen aangetroffen, doch meestal in celle, beaucoup plus importante de Zélande aux Pays-Bas. kleine aantallen. Ook in het uiterste zuiden van Elle n'y est pas rare, mais jamais abondante. Egalement Luxemburg lijkt de soort iets talrijker. Elders in België is dans l'extrême sud de la province de Luxembourg. de soort sporadisch gevonden op vrij ver van elkaar Ailleurs l'espèce a été rencontrée à divers endroits voorkomende populaties. dispersés sur le territoire.
Opmerkingen Remarques Doordat de soort een nogal verborgen levenswijze heeft in L'espèce se tient préférentiellement cachée dans la de dichte vegetatie, is het meestal de zang die de aandacht végétation dense, ce qui fait qu'elle est avant tout trekt. Het is een onopvallend klankloos gezoem, dat découverte par son chant. Il s'agit d'un bourdonnement slechts af en toe wordt onderbroken en slechts van kortbij doux, interrompu de temps à autres et peu fort. L'espèce te horen is. De soort is vermoedelijk aan het uitbreiden, est probablement en expansion, comme aux Pays-Bas et net zoals in Nederland en Groot-Brittannië. en Angleterre.
#S #S # ## ## # #S # #S # #S #S#S # #S # # # # # # #S#S #
# #
# # #S#
#
# t/m 1950 # r 1951-1980 # # #S# #S 1981-1990 # vanaf 1990
# # # # ##S ##S### #
26 Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10 Bramensprinkhaan La Decticelle cendrée Pholidoptera griseoaptera (DEGEER, 1773)
Habitat Habitat De bramensprinkhaan is vooral te vinden in bosranden, La decticelle cendrée fréquente principalement les lisières struwelen en ruige bermen. De mannetjes zitten vooral op des forêts, les brousailles et les talus rudéraux. Les mâles braamstruiken of op andere planten met grote bladeren. se tiennent avant tout sur les ronces ou sur d'autres plantes De wijfjes vindt men op dezelfde plaatsen, maar ook à grandes feuilles. Les femelles, par contre, se trouvent regelmatig op de bodem of in gras. également à même le sol ou dans l'herbe.
Verspreiding Distribution Een algemene soort die echter vrij zeldzaam is in de Une espèce commune, qui est pourtant rare en Ardenne, Ardennen, de Kempen, de polders en zandig Vlaanderen. en Campine, dans les polders et en Flandre sablonneuse. In de leemstreek en de vallei van de Maas en haar Dans la région limoneuse et dans la vallée de la Meuse et bijrivieren is het één van de meest algemene soorten. de ses confluents il s'agit d'une des espèces les plus communes. Opmerkingen P. griseoaptera is gemakkelijk te inventariseren door de Remarques stridulatie van het mannetje die bestaat uit een korte strofe P. griseoaptera est facile à inventorier grâce à sa "sri". Rivaliseergeluiden komen ook voor en kunnen de stridulation composée d'une strophe courte "sri". Des waarnemer soms in verwarring brengen. De chants en duet, qui peuvent dérouter l'observateur. bramensprinkhaan is een soort die tot laat in de herfst kan L'espèce se montre parfois très tard en automne. gevonden worden.
#S # # # #S # #S # #S #S # # #S # #S # # ### # ## # # ## #S # ## # ## ##S #S#S ##### # ### ## ## ## # ## # # # ## # ## # r# ##S # ## ## # ### ## ## # # # #S ###S#S # #### ## ## ##### #S##S#S #S #### # ### ##S #### ### # ## #S# ## #S#### r # ## ###S # ##S #S#S ## #S # # # #S#S#S#S#S ## ##S#S#S###S#S #S#S#S #S #S## ####S #S #S#S # # #S#S# #S #S #S###S #S #S#S#S#S#S # # #S #S#S# #S## ##S#S#S# #S#S####S#S## #S ##S #S#S #S###S #S#S#Sr###S#S# ##S#S# ######S#S#S #S ###S##S #### # # #S#### #S##S#S #S#S##S # # #S#S#S#S#S # ###S # # #### #S#S #S# #S#S#S #S## #S # # #S# # #S # #S#S #S#S## ##S##S#S #S## ##S #S#S# #S #S#S#S ###S #S ##S #S ##S####S###S# #S#S #S#S #S ###S#S #r #S #S # ##S#S#S#S# #S###### # t/m 1950 #S # # ## # ###S # #S #####S#S### ## ## r 1951-1980 #S### # # #S##S # #S 1981-1990 #S #S # vanaf 1990 # # #S# #Sr ## # # # # # #S # # #### #S # ####S #S ## #S### ##
Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 27 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10
Zadelsprinkhaan L’Ephippigère des vignes Ephippiger ephippiger SERVILLE, 1831
Habitat Habitat De zadelsprinkhaan bewoont droge, warme heidevelden L'Ephippigère des vignes fréquente les landes sèches, met verspreid staande struiken (eik, berk, den, jeneverbes, chaudes à arbustes (chêne, bouleau, pin, genévrier, braam, ...). De soort is er te vinden op de struiken, zowel ronces,...). Elle peut être rencontrée sur les arbustes, aussi laag tegen de grond als hoger. bien tout près du sol que beaucoup plus haut.
Verspreiding Distribution Zeer lokaal, enkel in de Limburgse Kempen, in een Espèce très locale, uniquement en Campine smalle strook van Genk tot Maasmechelen. Daarnaast is limbourgeoise, dans une bande étroite de Genk à er nog een enigszins geïsoleerde vindplaats in Zolder. Het Maasmechelen. Egalement un site plus isolé à Zolder. verspreidingsgebied in België sluit aan bij het areaal in L'aire de distribution en Belgique rejoint celle du Nederlands Limburg. Limbourg hollandais.
Opmerkingen Remarques De soort valt op door zijn zeer luide stridulatie ("ti-zi"). L'espèce se fait remarquer par sa stridulation très forte Dikwijls roepen twee mannetjes alternerend vanuit nabij ("ti-zi"). Régulièrement deux mâles stridulent en liggende struiken. Ook de wijfjes kunnen striduleren. Op alternance dans des arbustes avoisinants. Les femelles het heetst van de dag is de soort evenwel zwijgzaam. De stridulent également. Les insectes restent silencieux soort is laat (augustus) adult. pendant les heures les plus chaudes de la journée. Elle est adulte relativement tard (août).
#### r ### ### #
# t/m 1950 r 1951-1980 #S 1981-1990 # vanaf 1990
28 Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10 Veldkrekel Le Grillon des champs Gryllus campestris LINNAEUS, 1758
Habitat Habitat Veldkrekels leven doorgaans in kleine populaties in Le grillon des champs vit généralement en petites warme en droge biotopen op zandige bodems, zoals colonies dans des biotopes xérothermiques, tels que les schrale graslanden, wegbermen, heideterreinen, pelouses arides, les bords des routes, les landes à bruyère, kapvlakten en schrale onkruidakkertjes. Bij verstoring les coupes forestières et les champs. Quand on les trekken ze zich terug in een holletje. dérange, ils se cachent dans un petit terrier.
Verspreiding Distribution De populaties zijn grotendeels teruggetrokken tot Noord- Les populations se trouvent surtout au Limbourg en Midden-Limburg. In de Antwerpse Kempen, het NO septentrional et moyen. En Campine anversoise, le nord- van Oost-Vlaanderen, Brabant, Namen en Luik komt de est de la Flandre occidentale, le Brabant, Namur et Liège soort enkel nog in enkele schaarse relictpopulaties voor. se trouvent encore quelques populations reliquaires. Dans In het uiterste zuiden van Luxemburg lijkt de soort l'extrême sud de Luxembourg elle est un peu plus opnieuw iets talrijker. In West-Vlaanderen en commune. Elle paraît avoir disparu de Flandre occidentale Henegouwen is G. campestris vermoedelijk uitgestorven. et du Hainaut.
Opmerkingen Remarques De soort kan niet verward worden met andere G. campestris ne peut être confondue avec aucune autre sprinkhanen. Doordat de soort volwassen is en striduleert espèce indigène. Du fait que l'espèce est adulte et stridule van mei tot begin juli, wordt ze nogal eens over het hoofd de mai à début juillet, elle est souvent oubliée lors des gezien tijdens inventarisaties tijdens het inventoriages de criquets et sauterelles. Pendant les mois sprinkhanenhoogseizoen. Op dat ogenblik zijn enkel d'août et septembre, on rencontre uniquement des kleine larven te vinden. juvéniles.
# ## #S ## r #S # ## # ## # #### #S # ## # ## # ######## # ## ###### # # # #S # #### # # # # # ## # # # # # # # # # # ## # # # # # # # # # # #S # #S # r # #
# # # # # # t/m 1950 # #S r 1951-1980 # #S 1981-1990 # vanaf 1990 # # # # # # # ##S# # #S
Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 29 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10
Huiskrekel Le Grillon domestique Acheta domesticus (LINNAEUS, 1758)
Habitat Habitat De huiskrekel is een synantrope soort: ze is vooral te Le grillon domestique est une espèce synanthrope qui vit vinden in stedelijke milieus zoals bij huizen, op dans des milieux urbains près des maisons, sur les dèpôts stortplaatsen, in verwarmde stallen, bakkerijen en d'immondices, dans les étables chauffées, les composthopen. boulangeries, les tas de compost.
Verspreiding Distribution De soort is vrij algemeen in dichtbevolkte streken. Espèce assez commune dans les régions à population dense. Opmerkingen Doordat de huiskrekel vooral binnenshuis leeft op warme Remarques plaatsen, zijn inventarisaties niet evident en is het L'inventoriage de cette espèce qui vit dans les bâtiments verspreidingsbeeld niet volledig. De soort is zelden n'est pas évident et son aire de distribution n'est pas buitenshuis te vinden, en dan meestal op stortplaatsen, encore bien connue. L'espèce se montre rarement à waar gistend afval voldoende warmte oplevert voor deze l'extérieur, préférentiellement sur des terrains van oorsprong tropische soort. Het is niet duidelijk of de d'immondices, où les déchets en fermentation fournissent soort de laatste jaren achteruit gaat, dan wel stabiel blijft. suffisamment de chaleur pour la survie de cette espèce d'origine tropicale. Il n'est pas du tout clair si l'espèce est en régression ou si elle reste stable.
# # # # r r # #S#S #S # r r ## #S#S # #S # # # # # # ## ## ## # # ## r # #S # # # r # # # # # # # #S #S #S #S# #S # # #S # #S #S# #S # #S #S # # #S # #S #S #S # #S # #S#S #S #S#S#S #S # #S #S # #S #S #S #S #S #S #S #S #S#S # #S # #S #S #S#S #S#S #S # # #S #S #S # #S #S #S#S # # t/m 1950 # r 1951-1980 # #S # #S #S 1981-1990 # # vanaf 1990 #S #S #S r # r #S #S r
30 Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10 Boskrekel Le Grillon des bois Nemobius sylvestris (BOSC, 1792)
Habitat Habitat De boskrekel is een typische soort van warme, zonnige Le grillon des bois préfère les lisières des forêts bosranden. Ze kan hierbij in vele verschillende biotopen thermophiles. Il peut être rencontré dans un grand nombre worden aangetroffen: vooral in kalkgraslanden, de biotopes: avant tout dans les pelouses calcaires, les steengroeven en heidevelden, maar ook langs bospaden, carrières, les landes à bruyère, mais également le long des in open plekken in het bos, langs wegen, spoorwegbermen chemins forestiers, dans les clairières, sur les bords de en in tuinen. routes et de chemins de fer et dans les jardins.
Verspreiding Distribution N. sylvestris is vrij algemeen in het zuiden van het land, N. sylvestris est assez commune dans le sud du pays, aussi zowel in de Calestienne, de Fagne-Famenne, Lotharingen bien sur la Calestienne, en Fagne-Famenne, en Lorraine et als in de Condroz. Elders is ze zeldzaam (Kempen, dans le Condroz. Elle est beaucoup plus rare ailleurs Ardennen, Leemstreek) of ontbreekt ze. (Campine, Ardennes, région limoneuse) ou elle y est absente. Opmerkingen De zang van de boskrekel is vrij goed hoorbaar en wordt Remarques zowel overdag als 's nachts voortgebracht. De Le chant de N. sylvestris est facile à entendre, aussi bien aanwezigheid van de boskrekel is dan ook vrij pendant la journée que pendant la nuit. La présence du gemakkelijk vast te stellen op basis van de zang. Wil men grillon des bois est dès lors facile à constater sur base du de soort terugvinden, dan is gewoonlijk wat meer geduld chant. Les grillons sont, par contre, très difficiles à nodig. De zang is niet gemakkelijk te lokaliseren en trouver. La localisation de l'insecte produisant le chant est dikwijls zit de krekel dichter dan wordt vermoed. De difficile et il se trouve régulièrement beaucoup plus boskrekel moet gezocht worden op de grond onder dorre proche qu'on pourrait supposer. Il faut chercher l'espèce à bladeren. même le sol dans les feuilles mortes.
#S## # # ### ### ### # ### ## # ## # # ## # # # #S # # # # #S # # # # # ## # # #S # ## #S ## # # # # # # #S # #S# #S #S #S # # #S # #S #S # #S # # t/m 1950 #S# # # # ## #S #S # ###S#S## ## r 1951-1980 ### ## #S#S#S # #S 1981-1990 #S#S
# vanaf 1990 # # #S # # # ## # # # # #S# # # #S#S##S# # ##S#S#S r #S## #
Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 31 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10
Boomkrekel Le Grillon d’Italie Oecanthus pellucens (SCOPOLI, 1763)
Habitat Habitat De boomkrekel is in ons land aangetroffen in een Le grillon d'Italie a été signalé en Belgique sur une mesofiel kalkgrasland, een xerofiel kalkgrasland op een pelouse calcaire mésophile, sur une pelouse calcaire steile rotshelling, een wijngaard, een ruderaal terreintje xérique sur pente rocheuse, dans une vigne, sur un terrain met bijvoet, een verlaten spoorweg en een terrastuintje vague avec Artemisia, sur un chemin de fer abandonné et met doornstruiken. In het buitenland wordt de soort dans un jardin à végétation haute. A l'étranger l'espèce a aangetroffen in ruderale terreinen langs rivierlopen, été rencontrée dans les terrains rudéraux le long des kalkgraslanden, oude steengroeven, wijngaarden en rivières, sur les pelouses calcaires, dans les carrières wegbermen. abandonnées, dans les vignes et au bord des routes.
Verspreiding Distribution Van de boomkrekel zijn tot hier toe slechts zeven Jusqu'à présent le grillon d'Italie a été trouvé à 7 endroits, vindplaatsen bekend waarvan er vier in de Calestienne dont 4 sur la Calestienne: Dourbes, Treignes, Vierves-sur- gelegen zijn: Dourbes, Treignes, Vierves-sur-Viroin en Viroin et Feschaux. Les trois autres se trouvent en Feschaux. De andere liggen in Lotharingen (Torgny), in Lorraine (Torgny), dans le Brabant (Bruxelles) et en Brabant (Brussel) en één in de Ardennen (Bouillon - 19de Ardenne (Bouillon - 19ième siècle). eeuw). Remarques Opmerkingen Le grillon d'Italie est facile à inventorier. Son chant porte De boomkrekel is gemakkelijk te inventariseren. Het très loin, surtout s'il est émis en groupe. Il peut être geluid is een mooi helder trilletje dat vrij ver draagt als entendu du coucher du soleil jusque tard dans la nuit, het in koor wordt voortgebracht. Van zonsondergang tot même par temps de pluie. A l'exception d'une seule, toute een stuk in de nacht zijn ze zangactief, ook bij regen. Op les observations datent des dix dernières années et elles één na zijn alle waarnemingen uit de jaren 1990 en ze cadrent avec l'expansion de l'espèce vers le nord. kaderen in de opmars van de soort naar het noorden. Toch Cependant l'espèce paraît avoir quelques difficultés à schijnt de soort het moeilijk te hebben om zich definitief s'établir définitivement, car plusieurs populations ont te vestigen, aangezien enkele populaties na één jaar disparu après une année. alweer verdwenen zijn.
#S
#
# t/m 1950 # # r 1951-1980 # #S 1981-1990 # vanaf 1990
#
#
32 Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10 Veenmol La Courtilière commune Gryllotalpa gryllotalpa (LINNAEUS, 1758)
Habitat Habitat De veenmol heeft een ondergrondse levenswijze in La courtilière commune vit dans le sol dans les prairies et graslanden en moestuinen, met een voorkeur voor les jardins, avec une préférence pour les sols humides et vochtige en humusrijke bodems. humifères.
Verspreiding Distribution Het zwaartepunt van de recente verspreiding ligt op de Le centre de distribution se trouve à la frontière des grens van de provincies Antwerpen en Brabant in de provinces d'Anvers et de Brabant dans la "Vallée zogenaamde "Vlaamse vallei". Elders is de soort recent flamande". Ailleurs elle a été rencontrée récemment sur aangetroffen op een verspreid aantal plaatsen in un nombre de sites plus ou moins isolés dans les Antwerpen, Limburg, Luxemburg en Waals-Brabant. provinces d'Anvers, du Limbourg et du Brabant Wallon.
Opmerkingen Remarques Door de nachtelijke levenswijze is de huidige Le mode de vie nocturne est la raison de la sous- verspreiding wellicht sterk onderschat. De dieren maken estimation de la distribution. Les courtilières stridulent 's nachts een doordringend snorrend geluid en éénmaal pendant la nuit et le chant, qui consiste en un gekend, kan dit nieuwe populaties op het spoor brengen. bourdonnement très fort, peut permettre de découvrir d'autres populations.
#
r r # # r # r #S # r # # #Sr # # #### ## ## #S# # # # #S # # r # #S # # # # #S # r # #S r r r #S
# t/m 1950 r 1951-1980
#S 1981-1990 # # vanaf 1990 r
r #S #S # #S #S r
Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 33 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10
Zeggedoorntje Le Tétrix subulé Tetrix subulata (LINNAEUS, 1758)
Habitat Habitat Het zeggedoorntje bewoont natte plekken met schaarse Le tétrix subulé fréquente les endroits humides à vegetatie zoals sloten, oevers van plassen en kale plekken végétation éparse tels que les fossés, les bords des mares in moerassen. Soms kunnen zwervende exemplaren et les endroits découverts dans les marécages. Des waargenomen worden op droge plaatsen zoals exemplaires errants peuvent être observés à des endroits kalkgraslanden, dijken en wegbermen. plus secs, sur les pelouses calcaires, les digues et les bords de route. Verspreiding De soort is verspreid over het hele land, maar zeldzaam in Distribution West-Vlaanderen en in de Ardennen. L'espèce est distribuée dans tout le pays, mais elle est rare en Flandre occidentale et en Ardenne. Opmerkingen T. subulata is de enige Tetrix-soort waarvan zeer frequent Remarques de langvleugelige als de kortvleugelige vorm kan T. subulata est la seule espèce des Tetrigidés qui présente waargenomen worden. à la fois la forme macroptère et la forme brachyptère en nombre élevé.
# ### # # #S # # #S #S #Sr # # # # #S # # # # # # #S # # # #S # # # # # # # # # # ### ## # ### # # # # # # #S# # # ## ##S# ## # # # ##S # # # # # # # #S # ## # #S # #S #S# # # ## # ## # # # ## # # # # # #S # # # ### # #S## #S # # ## # # # r#S # #S # # #S #S# #S #S # #S # r # #S # # # # #S#S r r # r ##S#S #S#S #S##r # #S #S # #S r #S # #S # ## #S r #S #S#S # #S##S #S r r # #S #S #S # r # #S # ##S#S # #S # # rr #S # t/m 1950 #S ## ### # # ####S#S# r#S #S r 1951-1980 #S ##S ## # # r # # #S 1981-1990 #
# vanaf 1990 # #S # # r #S # #S #S # #S # # #S#S #S #S # r# #S
34 Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10 Duindoorntje Le Tétrix des vasières Tetrix ceperoi (BOLIVAR, 1887)
Habitat Habitat Het duindoorntje bewoont natte pioniervegetaties zoals Le tétrix des vasières colonise les végétations pionnières vochtige duinpannen, oevers van plassen en kale plekken telles que les pannes humides des dunes, les bords de in moerassen. Ze komt ook voor op plaatsen met brak mares et les endroits découverts dans les marécages. Elle water. peut être rencontrée dans des endroits à eau saumâtre.
Verspreiding Distribution De soort is vrij algemeen aan de kust. Voorts is ze L'espèce est assez commune à la côte. Par ailleurs elle est zeldzaam in de rest van Vlaanderen (vooral in West- rare en Flandre (surtout dans les provinces de Flandre Vlaanderen en Limburg). Er is ook één oudere occidentale et du Limbourg). Il y a également une donnée waarneming uit de Calestienne (Winenne). De soort breidt plus ancienne de la Calestienne (Winenne). En Europe in West-Europa uit. occidentale, l'espèce est en expansion.
Opmerkingen Remarques T. ceperoi is een pioniersoort die onverwacht kan T. ceperoi est une espèce pionnière qui peut apparaître opduiken op allerlei natte plaatsen. Ze is enkel te aux endroits humides. Elle ne peut être confondue avec T. verwarren met T. subulata of langvleugelige T. undulata. subulata ou avec des T. undulata macroptères. Elle peut Hiervan is ze te onderscheiden door de kleinere être distinguée par les dimensions plus petites, les bords afmetingen, de golvende randen van de middenfemur, de ondulés des fémurs médians, l'angle dans la carène knik in de bovenkiel van de achterfemur en de smallere supérieure des fémurs postérieurs et par le vertex plus vertex. étroit.
#S #S # # #S# # # # #S #S # # # # # # # # # # # #S
# t/m 1950 r r 1951-1980 #S 1981-1990 # vanaf 1990
Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 35 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10
Gewoon doorntje Le Tétrix des clairières Tetrix undulata (SOWERBY, 1806)
Habitat Habitat Het gewoon doorntje bewoont allerlei plekken met Le tétrix des clairières fréquente les endroits à végétation schaarse vegetatie. Het is vooral algemeen op vochtige éparse. Il est avant tout commun sur sol humide dans les plekken zoals dopheidevegetaties, moerassen, oevers van landes humides à bruyère, les marécages, le bord des vijvers en plassen, sloten en open plekken aan boswegen, étangs et des mares, les fossés et les chemins forestiers à begroeid met Tengere rus. Soms is het zeer talrijk op Jonc épars. Parfois il est très abondant sur des sites plus droge plekken zoals kaalslagen en kalkgraslanden. secs comme les coupes forestières et les pelouses calcaires. Verspreiding In het hele land algemeen. Distribution Commun dans tout le pays. Opmerkingen Langvleugelige exemplaren worden gemakkelijk verward Remarques met Tetrix subulata. Ze komen vooral voor op de Les exemplaires macroptères peuvent facilement être kalkgraslanden tussen Samber en Maas. Alle Tetrix- confondus avec Tetrix subulata. Cette forme se rencontre soorten zijn het gemakkelijkst te vinden in de lente (april- surtout sur les pelouses calcaires de l'entre Sambre et mei), wanneer ze relatief vochtige plekken opzoeken om Meuse. Toutes les espèces de Tetrigidés se montrent le hun eieren te leggen. Tijdens de rest van het jaar zijn ze plus au printemps (avril-mai), quand elles recherchent les ook ver van hun legplaatsen te vinden. endroits humides pour pondre. Le reste de l'année elles se dispersent assez loin de ces endroits.
## # # #S ### #S # # #S # # # ### ##S # # # ##S# #S# #S #S ## ##S### ## ##S## #S #S ### # #S ##S##S#S # # ## # #S #S # # # # # #S #S#S#S # # # # # # # ## # #### # ##S# #S # # # # # # # # # #### # # #S # ###S ##S # #S # # # #S # ## # # #S #S ## # #S r ##S r # # # r# # # # # ## # #S #S # ## #S #S#S##S #S ## # #### # ###r # # # # ## ## rr# # # r#rr #S# #S#S## #S #S # ## # r # r #S #S#S#S#S#S #S r ## #S#S #S#S# ##S##S# r # r #S # ##S#S # # #### r # #S#S#Sr#S #S##Sr#S#S#S #Sr #S ##S #S#S #S# #S# #S # #####S#S #S# r r #S ## #r r#S #S##S#S#S #S#S #S r r# # # #S #S #S #S## #S# #S# #S # # #S#S # #S #S#Sr #S#S #S # # # r #S #S#S r#S##S rr # #S # #S #S##S##S #S #S # #Sr ##S #S # #S# #S # #S#S#S # #S #S#S# #S # #r #S # # # t/m 1950 #S ##S#S # ## r##r#S# # r #S #S####S## ### # r 1951-1980 #S##S#S## # # #S # #S # # ##S #S#S #S 1981-1990 #S r #S #S #S # vanaf 1990 #S # #S r # # # #S ## ##S#S#r## # # r ## r r# #S #S#S#S # # ##S#S r##S# r #S
36 Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10 Bosdoorntje Le Tétrix calcicole Tetrix bipunctata (LINNAEUS, 1758)
Habitat Habitat Het bosdoorntje bewoont zeer droge, warme plaatsen met Le tétrix calcicole fréquente les endroits très secs à schaarse vegetatie: kalkgraslanden met rotsen végétation éparse: pelouses calcaires rocheuses (xerobromion) en steen- en zandgroeven. Vermoedelijk (xerobromion), carrières et sablonnières. Probablement kwam ze vroeger ook op de heide voor. Meestal is er in était-elle autrefois présente sur les landes à bruyère. de onmiddellijke omgeving van de vindplaatsen bos of Généralement les sites sont bordés de bois ou de struikgewas. broussailles.
Verspreiding Distribution De soort komt enkel voor op de kalkgraslanden van de L'espèce n'est présente que sur les pelouses calcaires de la Calestienne en in zandgroeven in Lotharingen. In de 19e Calestienne et dans les sablonnières de la Lorraine. Au eeuw werd ze ook éénmaal gevonden in de Kempen 19ième siècle elle a été trouvée une seule fois en Campine (Postel). (Postel).
Opmerkingen Remarques In de Calestienne (en de Kempen) komt de boreo-alpiene Dans la Calestienne (et en Campine) vit la sous-espèce subspecies T. bipunctata bipunctata voor, in Lotharingen boréo-alpine T. bipunctata bipunctata, en Lorraine la de Midden-Europese T. bipunctata kraussi. T. bipunctata sous-espèce médio-européenne T. bipunctata kraussi. T. is een moeilijke soort, gemakkelijk te verwarren met T. bipunctata est difficile à déterminer; elle peut être tenuicornis (heeft veel smallere antennes en langere confondue avec T. tenuicornis (qui possède des antennes vleugels) en T. undulata (heeft iets smallere antennes, plus fines et des ailes plus longues) et avec T. undulata grotere ogen en een pronotum met een minder spitse (qui possède des antennes plus fines, des yeux plus grands voorrand). Het verdient aanbeveling steeds een exemplaar et un pronotum à bord antérieur moins saillant). Il van alle soorten Tetrigidae te verzamelen en onder de convient de capturer un exemplaire de toutes les espèces stereomicroscoop te determineren. de Tetrigidés et de les déterminer sous le binoculaire.
#
#S # # t/m 1950 # ####S# # r 1951-1980 # r #S 1981-1990 # vanaf 1990
r#S # #
Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 37 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10
Kalkdoorntje Le Tétrix des carrières Tetrix tenuicornis SAHLBERG, 1893
Habitat Habitat Het kalkdoorntje bewoont droge tot vrij vochtige plekken Le tétrix des carrières colonise les endroits secs ou peu met schaarse vegetatie. Het meest algemeen is het aan de humides à végétation éparse. Elle est commune en bas des benedenzijde van kalkgraslanden, maar ook in droge pelouses calcaires, mais également dans le lit sec des rivierbeddingen met grind, kalk- en krijtgroeven, rivières, dans les carrières de calcaire et de chaux, sur les braakliggende terreinen en op open plekken in het bos. friches et dans les clairières des bois. La plupart du temps Meestal is het gebonden aan kalkbodems. elle affectionne les sols calcaires.
Verspreiding Distribution T. tenuicornis is algemeen in de Calestienne. Voorts komt T. tenuicornis est commune en Calestienne. Elle est ze lokaal verspreid voor in de Condroz en Lotharingen. également localement répandue dans le Condroz et en De overige vindplaatsen liggen verspreid in Henegouwen, Lorraine. Les autres sites se partagent entre les provinces Brabant, de Sint-Pietersberg en de Maasvallei. De soort is du Hainaut et du Brabant, la Montagne-Saint-Pierre et la zeer sterk achteruitgegaan in de omgeving van Brussel, vallée de la Meuse limbourgeoise. Elle a presque waar ze in de negentiende eeuw veel werd gevonden. complètement disparu des environs de Bruxelles, où elle était assez commune au dix-neuvième siècle. Opmerkingen T. tenuicornis komt net als andere Tetrix-soorten soms Remarques voor in zeer kleine populaties en kan gemakkelijk over T. tenuicornis se rencontre comme les autres espèces de het hoofd worden gezien. Tetrigidés en populations très petites et, par conséquent, elle peut être ratée lors d'inventoriages.
# # # # # # # ## # # # # # # # # #S #
#S # # #S # #S#S #S #Sr # #S #Sr #S # #S #S #S#S # #S #S #S #S #
# t/m 1950 #S #S# ###S### ### r 1951-1980 ## #S 1981-1990 # # vanaf 1990
# #S #S #S#S #S #
38 Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10 Rosevleugel Le Criquet italien Calliptamus italicus (LINNAEUS, 1758)
Habitat Habitat De Italiaanse sprinkhaan bewoonde in ons land een Le criquet italien vivait autrefois en Belgique sur une kalkgrasland in een verlaten steengroeve. In het pelouse calcaire dans une ancienne carrière. A l'étranger buitenland bewoont de soort allerlei zeer droge en zeer elle fréquente des milieux très xérothermes. warme plaatsen. Distribution Verspreiding Disparue. Jusqu'au début du vingtième siècle à Torgny. Uitgestorven. Tot het begin van de twintigste eeuw in Torgny.
# t/m 1950 r 1951-1980 #S 1981-1990 # vanaf 1990
#
Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 39 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10
Klappersprinkhaan Le Criquet stridulant Psophus stridulus (LINNAEUS, 1758)
Habitat Habitat De klappersprinkhaan bewoont allerlei zeer droge Le criquet stridulant fréquente les endroits très secs à plaatsen met lage, open vegetatie. végétation basse.
Verspreiding Distribution Uitgestorven. De soort is in 1862 aangetroffen te Lanaken Disparu. Autrefois l'espèce a été signalée de Lanaken en in 1951 op een niet nader bepaalde plaats in de (1862) et d'un site non-precisé en province de Limbourg provincie Limburg. (1951).
#
# t/m 1950 r 1951-1980 #S 1981-1990 # vanaf 1990
40 Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10 Europese treksprinkhaan Le Criquet migrateur Locusta migratoria (LINNAEUS, 1758)
Habitat Habitat De treksprinkhaan bewoonde in ons land heidegebieden. Le criquet migrateur vivait autrefois dans les landes. Uit de schaarse informatie kan afgeleid worden dat de L'information très sommaire disponible laisse supposer soort vooral langsheen vochtige plekken voorkwam. qu'il y fréquentait les endroits humides.
Verspreiding Distribution Uitgestorven. Vroeger kwam de solitaire fase enkel voor Espèce disparue. Autrefois la phase solitaire était in de Kempen (laatste vangst: Oud-Turnhout, 1944). De uniquement connue en Campine (dernière capture: Oud- zwermende (gregaire) fase werd in de negentiende eeuw Turnhout, 1944). La phase grégaire a été observée au dix- overal in het land waargenomen tijdens uitbraken vanuit neuvième siècle dans tout le pays, les insectes provenant de Donauvallei. de pullulations dans la vallée de la Danube.
Opmerkingen Remarques De populaties in de Kempen zijn waarschijnlijk enige Les populations de Campine provenaient probablement de eeuwen geleden ontstaan uit zwermen van trekkende nuées de criquets qui ont rejoint l'Europe occidentale à dieren, die West-Europa bereikten vanuit Zuid-Europa. partir du bassin méditerranéen il y a plusieurs siècles.
#
#
#
# # # # # # #
# #
# # #
# t/m 1950 r 1951-1980 #S 1981-1990 # vanaf 1990
Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 41 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10
Blauwvleugelsprinkhaan L’Oedipode bleue Oedipoda caerulescens (LINNAEUS, 1758)
Habitat Habitat De blauwvleugel bewoont zeer droge plaatsen met lage, L'Oedipode bleue fréquente les endroits secs à végétation open vegetatie: duinen, heide, schraal grasland, basse et ouverte: dunes, landes, pelouses arides, pelouses kalkgrasland (xerobromion) en rotsen. Veel recente calcaires (xerobromion) et rochers. Beaucoup de sites vindplaatsen bevinden zich op door mensen geschapen récents se trouvent sur des terrains créés par l'homme terreinen zoals mijnterrils, steen- en zandgroeven en comme les terrils des charbonnages, les carrières et spoorwegbermen. sablonnières et les berges de chemins de fer.
Verspreiding Distribution De belangrijkste concentraties van vindplaatsen bevinden La plus grande concentration de sites se trouve à la côte, zich aan de kust, in de Limburgse Kempen, de en Campine limbourgeoise, dans le bassin des steenkoolbekkens van Henegouwen en Luik, de charbonnages du Hainaut et de Liège, dans la vallée de la Maasvallei en Lotharingen. Daarbuiten komt de soort Meuse et en Lorraine. Ailleurs l’espèce se trouve surtout vooral in stadsgebieden voor (Brugge, Tienen, dans des régions urbaines (Bruges, Tirlemont, Bruxelles). Schaarbeek). Remarques Opmerkingen L'Oedipode bleue est une espèce remarquable, qui ne peut De blauwvleugel is een opvallende verschijning, die enkel être confondue avec Sphingonotus caerulans. Elle ne kan verward worden met de kiezelsprinkhaan. De dieren stridule pas, mais elle peut être observée facilement quand maken geen geluid, maar worden gemakkelijk opgemerkt elle s'envole, dévoilant ses ailes bleues. wanneer ze opgejaagd worden en in een flits hun blauwe achtervleugels laten zien.
#
# # # # # r # # # # # #S# rr # # ### ## ## # ## # ### ##### # ###### # # # # # # # # # # #S # # r ##S ## #S# ## # # # ## # #S # # ## #S #S #S r # #S####S ###S#S # # #S #S #S #S ##S #S # #S #S #S # # # t/m 1950 # ## r #S #S #S #S # r 1951-1980 ##S #S 1981-1990 # # vanaf 1990 r # #S rr# # # r# # # # ##
42 Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10 Roodvleugelsprinkhaan L’Oedipode rouge Oedipoda germanica (LATREILLE, 1804)
Habitat Habitat De roodvleugelsprinkhaan bewoont zeer droge, L'Oedipode rouge fréquente les endroits pierreux et zonnige, rotsachtige plaatsen met weinig vegetatie. rocailleux à végétation clairsemée, notamment sur les versants abrupts exposés au sud. Verspreiding Eén exemplaar werd verzameld op een steile Distribution rotshelling te Nismes (1984). Un seul individu a été collecté à flanc d'un site rocheux à Nismes (1984). Opmerkingen Het gaat wellicht om een verdwaald exemplaar. Meer Remarques individuen zijn op de vindplaats, ondanks zeer frequent Il s'agit probablement d'un insecte égaré. Malgré de bezoek, nooit aangetroffen. In het noordelijk deel van nombreuses recherches, d'autres exemplaires n'ont plus zijn oorspronkelijk areaal in West-Europa is de soort été rencontrés au même endroit. Dans la partie nord de gedurende de laatste eeuw quasi overal verdwenen. son aire de distribution, l'espèce a pratiquement Opletten voor verwarring met de Rosevleugel. complètement disparu de ses sites au dix-neuvième siècle. Le criquet italien possède également des ailes rouges, mais beaucoup plus pâles et sans bande noire.
# t/m 1950 #S r 1951-1980 #S 1981-1990 # vanaf 1990
Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 43 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10
Kiezelsprinkhaan L’Oedipode azurée Sphingonotus caerulans (LINNAEUS, 1767)
Habitat Habitat De kiezelsprinkhaan is in ons land slechts in twee L'Oedipode azurée a été rencontrée en Belgique dans biotooptypen aangetroffen : een verlaten spoorweg en een deux biotopes: un chemin de fer abandonné et une verlaten kalksteengroeve. Telkens betreft het plaatsen met carrière de calcaire à l'abandon. Dans ces deux biotopes, zeer spaarzame begroeiing en een zeer waterdoorlatende le sol est très perméable et est composé de gravier. La bodem. In het buitenland is de soort ook gekend van végétation y est presque absente. A l'étranger l'espèce zandgebieden en grindoevers van rivieren. fréquente également les terrains sablonneux et les berges à gravier des rivières. Verspreiding S. caerulans werd nog maar zeer recent in ons land Distribution ontdekt. De eerste populatie werd gevonden in augustus S. caerulans a été découvert en Belgique très récemment. 1998 in de kalkband van de Calestienne. De tweede La première population a été observée en août 1998 dans populatie werd hetzelfde jaar ontdekt op een la Calestienne. La deuxième population a été découverte industrieterrein in Lotharingen. un peu plus tard (septembre 1998) sur un terrain industriel en Lorraine. Opmerkingen Ondanks z'n opvallend blauw gekleurde vleugels is S. Remarques caerulans geen gemakkelijk te inventariseren soort. Ze is Malgré ses ailes colorées S. caerulans n'est pas facile à enkel bij zeer warm weer actief. Bovendien is het een inventorier. Elle est active par temps très chaud. Elle uitstekende vlieger die secondenlang in de lucht kan vole très bien, se dirigeant de gauche à droite. Elle peut blijven van links naar rechts vliegend. Ze is vrij facilement être confondue avec O. caerulescens, dont elle gemakkelijk van de verwante O. caerulescens te se distingue par l'absence d'une bande noire sur les ailes et onderscheiden, door het ontbreken van de zwarte band op par le pronotum concave. de achtervleugels en door het concave halsschild.
# t/m 1950 # r 1951-1980 #S 1981-1990 # vanaf 1990
44 Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10 Moerassprinkhaan Le Criquet ensanglanté Stethophyma grossum (LINNAEUS, 1758)
Habitat Habitat Natte hooilanden, open zeggenmoeras en licht begraasde, L'habitat préférentiel du criquet ensanglanté (ou criquet natte graslanden (vaak met pitrusruigte) vormen het belge) est constitué par les prairies de fauche humides, les favoriete biotoop van de moerassprinkhaan. In de zomer cariçaies, les prairies humides (souvent avec jonc épars). kunnen sommige van deze graslanden er eerder droog Bien que certaines de ces prairies semblent être assez uitzien, maar in het winterhalfjaar zijn ze kletsnat. sèches en été, elles sont généralement très humides en Uitzonderlijk is de soort ook in natte heiden aangetroffen. hiver. Exceptionnellement, l’espèce a été trouvée dans des landes humides. Verspreiding In Vlaanderen hoofdzakelijk beperkt tot beekvalleien in Distribution het Kempisch district. In Wallonië is de soort op talrijke En Flandre, l’espèce est essentiellement limitée aux plaatsen aangetroffen in het zuiden van de provincies vallées en Campine. En Wallonie l’espèce a été trouvé Namen en Luxemburg. Elders komen geïsoleerde dans un grand nombre de sites du sud des provinces de populaties voor. Namur et de Luxembourg. Ailleurs des populations isolées peuvent être rencontrées. Opmerkingen De moerassprinkhaan is de grootste nog levende Remarques inheemse veldsprinkhaan. Een populatie wordt meestal Stethophyma grossum est le plus grand des criquets vivant ontdekt dank zij het tikkende geluid van de mannetjes, die encore dans notre pays. Une population peut être trouvée ook zeer goed vliegen. De wijfjes zijn daarentegen grâce au 'déclics' émis par les mâles, qui en plus de cela, plompe dieren, die weinig mobiel zijn. volent très bien. Les femelles sont grandes et peu mobiles.
# r # # # r# ### # #S# # r # # # # r # ##S # # r # #S # # # # # # # ### # # # #
#
# #S #S # ## # # t/m 1950 ## # ## # # r 1951-1980 # # #S # ##S #S 1981-1990 # # # # # vanaf 1990 # # # ##### # ## #S ## #r#S # # ## ### # #S # #S # ##
Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 45 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10
Gouden sprinkhaan Le Criquet des clairières Chrysochraon dispar (GERMAR, 1835)
Habitat Habitat De gouden sprinkhaan leeft vooral in vochtige tot matig Le criquet des clairières fréquente les terrains humides ou vochtige terreinen, met halfopen en halfhoge vegetatie op modérément humides à végétation ouverte et semi-haute matig voedselarme tot voedselarme bodems. Het betreft sur sol assez pauvre. Son habitat est constitué par des zowel kalkgraslanden, hooilanden, wegbermen, pelouses calcaires, des prairies de fauche, des bords de veenmoerassen en ruderale vegetatie. Wanneer de chemins, des marais fangeux et des friches. Dans les vegetatie gemaaid wordt en weinig structuur heeft komt prairies fauchées sans beaucoup de structure, l’espèce est de soort enkel in de perceelsranden of grachtkanten voor. limitée aux bords et aux fossés.
Verspreiding Distribution Ten zuiden van Samber en Maas is de soort algemeen. Au sud du sillon Sambre et Meuse l’espèce est commune. Ten noorden ervan is de verspreiding meer verbrokkeld, Au nord elle présente une distribution discontinue, avec met een concentratie in de noordelijke helft van Oost- en une concentration de sites dans la partie nord des West-Vlaanderen. Elders zeldzaam. Flandres. Ailleurs elle est rare.
Opmerkingen Remarques Visuele waarnemingen bieden gemakkelijk uitsluitsel Les observations visuelles sont toujours convaincantes over de determinatie. De wijfjes zijn meestal lichtbruin pour la détermination. Les femelles ont généralement une gekleurd, maar af en toe komen ook paarse dieren voor. couleur brune, mais on peut également rencontrer des De mannetjes zijn daarentegen steeds metaalgroen. Soms exemplaires mauves. Les mâles ont toujours une couleur worden langvleugelige dieren aangetroffen. De soort werd verte métallisée. On peut parfois rencontrer des pas na de tweede wereldoorlog in ons land ontdekt. exemplaires macroptères. L’espèce n'a été trouvée en Belgique qu'après la deuxième guerre mondiale.
# #S #S # # #S # # # # #S # # # # # # #S##S # # ## ## # # # # # # # # # # #S # # ## # # #### # ## #S ### #S #S ## # # #S #S # ##S #S# # ## ##### # # # # ##### #S # #S#S #S ## # #S #S#S#S#S #S## #S# # # t/m 1950 ### ###r## # #####S#S####S#### #S# r 1951-1980 ##S### ##S # #S #S##S #S #S# #S #S 1981-1990 #S #S#S # #S ## # vanaf 1990 ##S# # # # #S ##S # #S ##### # # ## ## ##S##S## # # ###S# ####S#S ###S#S### ##
46 Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10 Kleine goudsprinkhaan Le Criquet des genévriers Euthystira brachyptera (OCSKAY, 1826)
Habitat Habitat De kleine goudsprinkhaan komt in heidevelden en Le Criquet des Genévriers fréquente les landes à bruyère kalkgraslanden voor in Lotharingen. Met name mesofiele et les pelouses calcaires en Lorraine. Les pelouses kalkgraslanden met een vrij hoge en dichte grasmat zijn in calcaires mésophiles à végétation assez dense sont trek; rotsachtige kalkgraslanden worden gemeden. l'habitat préférentiel, tandis que les sols rocheux sont évités. Verspreiding E. brachyptera komt in ons land uitsluitend in Distribution Lotharingen voor. Het verspreidingsgebied in België is E. brachyptera est limité en Belgique à la Lorraine. de noordelijke uitloper van een groot gebied in Noord- L'aire de distribution est la partie la plus septentrionale Frankrijk. d'un grand domaine en Lorraine française et en Champagne. Opmerkingen Een gemakkelijk te inventariseren soort. Ze brengt een Remarques zacht sissend geluid voor dat moeilijk met andere soorten Il s'agit d'une espèce facile à inventorier. Elle émet une te verwarren is. Bovendien is het één van de vroegst faible stridulation bourdonnée très spécifique. Il s'agit zingende soorten. Eind juni is deze typisch zang te horen. également d'une des espèces les plus précoces, chantant Haar uiterlijk is zeer kenmerkend door haar mooie groene déjà vers la fin juin. Morphologiquement elle est surtout kleur. Vooral de vrouwtjes zijn een opvallende caractérisée par la couleur verte métallisée, les femelles verschijning met hun roze vleugelstompjes. possédant de petits élytres roses.
# t/m 1950 r 1951-1980 #S 1981-1990 # vanaf 1990
# #S #S #
Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 47 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10
Zoemertje Le Criquet ligné Stenobothrus lineatus (PANZER, 1796)
Habitat Habitat Het voorkeurbiotoop van het zoemertje in België zijn de L'habitat préférentiel du criquet ligné est constitué par les kalkgraslanden, en in het bijzonder kalkgraslanden met pelouses calcaires, surtout celles à végétation herbeuse een open en hoofdzakelijk korte grasmat. Daarnaast kan ouverte. L’espèce fréquente également les pelouses het zoemertje ook worden aangetroffen in droge, op zink- calaminaires, les carrières abandonnées et les landes à en loodgraslanden, in verlaten steengroeven en op bruyère. heidevelden. Distribution Verspreiding Répartie sur les bandes calcaires de la Calestienne et du Verspreid in de kalkbanden van Calestienne en Condroz, Condroz, surtout dans les vallées. Egalement signalée de vooral in de valleien van de rivieren. Is ook gekend van quelques endroits en Lorraine et en Ardenne. Elle est enkele vindplaatsen in Lotharingen en de Ardennen. De présente sur la Montagne Saint-Pierre et à un seul endroit soort is aanwezig op de Sint-Pietersberg en op een enkele en Campine limbourgeoise. Elle se raréfie sur plusieurs de plaats in de Limburgse Kempen. Ze gaat sterk achteruit ses sites. op verschillende van haar huidige vindplaatsen. Remarques Opmerkingen Stenobothrus lineatus émet une stridulation très typique. Het zoemertje heeft een zeer kenmerkend geluid. Deze Elle commence à chanter tôt dans la saison (juillet) et elle soort gaat reeds vroeg in het jaar aan het zingen (juli) en peut être observée jusqu'en octobre. Morphologiquement, kan geïnventariseerd worden tot in oktober. Ook elle et reconnaissable à la tâche blanche sur les élytres, en morfologisch is deze soort gemakkelijk te herkennen en combinaison avec les carènes courbées du pronotum. dan vooral aan de duidelijk witte vlek op de voorvleugels in combinatie met de gebogen halskielen.
#S #
# #
#S
# # # # # # ##S #S # #S # # # r #S # # # # t/m 1950 #S##S ### # #S##S#S # ### #S r 1951-1980 #S### #S #S 1981-1990 #S#S # vanaf 1990 # #S # #
# #S#
#
48 Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10 Schavertje Le Sténobothre nain Stenobothrus stigmaticus (RAMBUR, 1839)
Habitat Habitat De grootste populaties van S. stigmaticus bevinden zich Les plus grandes populations du Sténobothre nain se in dolomietkalkgraslanden en de zinkgraslanden van de rencontrent sur les pelouses sur dolomie et sur les Maasvallei. Verder is de soort bekend van droge pelouses calaminaires de la Vallée de la Meuse. Une heideterreinen. Ook leeft er nog steeds een populatie in de population est également signalée d'un complexe de Belgische kustduinen. Verschillende kleine populaties landes xérothermiques vivant dans une lande mésophile. zijn bekend van schiefergraslandjes in weiland of langs Une seule population vit dans les dunes de la côte. wegbermen. Plusieurs petites populations sont signalées des pelouses sur schistes au milieu de prairies ou le long des chemins. Verspreiding S. stigmaticus heeft een sterk verbrokkelde verspreiding. Distribution De meeste vindplaatsen komen uit de Condroz en de S. stigmaticus a une répartition morcelée. La plupart des Famenne. Daarnaast komt het schavertje op enkele sterk sites connus se trouvent dans le Condroz et en Famenne. geïsoleerde vindplaatsen voor in Lotharingen, zandig Ailleurs elle vit sur des sites très isolés en Lorraine, en Vlaanderen, de kustduinen en NO-Limburg. Op Flandre sabloneux, dans les dunes de la cote et en verschillende plaatsen heeft deze soort de neiging om Campine. Sur beaucoup de ses sites elle est menacée. sterk terug te lopen. Remarques Opmerkingen S. stigmaticus est une espèce particulièrement petite, qui a Het schavertje is een zeer kleine sprinkhaan, die une stridulation très douce, ressemblant à un sifflement, bovendien zeer onopvallend striduleert. Het geluid is een mais facile à manquer lors d'inventoriages. L'espèce klein zacht sissertje dat zeer gemakkelijk over het hoofd affectionne les végétations rases et ouvertes. wordt gezien. De soort leeft gewoonlijk in vrij open en vrij korte vegetaties.
# # #
# #
# r
#
# #
# # #
# t/m 1950 # #S r 1951-1980 r #S 1981-1990 # vanaf 1990
#
Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 49 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10
Wekkertje Le Criquet verdelet Omocestus viridulus (LINNAEUS, 1758)
Habitat Habitat Het wekkertje heeft een voorkeur voor vrij vochtige tot Le criquet verdelet affectionne la végétation haute fraîche natte, hoge vegetatie. Dikwijls is de soort aan te treffen in ou humide. L'espèce se tient souvent dans les touffes de Pijpestrootje- of Pitrusbulten. Ook is ze algemeen in molinie et de jonc épars. Elle est également commune hoogveen, in open plekken in het bos of langs dans les tourbières hautes, dans les clairières et le long slootkanten. Ze kan ook in begraasde weide worden des fossés. Elle peut être observée également dans les gevonden, voor zover de beweiding niet te intensief is. prairies, à condition que le pâturage n'y soit pas trop Ook op de plateaus in de Kalkstreek komt ze af en toe intensif. Sur les plateaux de la région calcaire elle se voor, voor zover er voldoende hoge vegetatie is, en dan trouve parfois sur les parties exposées au nord à meestal op de noordhellingen. végétation haute.
Verspreiding Distribution De soort is algemeen in de Ardennen. Voorts komt ze L’espèce est commune en Ardenne. Elle est assez bien verspreid voor in de Kempen, de Kalkstreek en de présente sur une grande partie de la Campine, de la région Lorraine. Daarbuiten is de soort zeldzaam. calcaire et de Lorraine. Ailleurs elle est rare.
Opmerkingen Remarques Een vroege soort, die reeds vanaf begin juni adult is. In de Une espèce précoce, qui est déjà adulte au début du mois Ardennen koloniseert de soort zeer snel open plekken in de juin. En Ardenne, elle colonise très vite les clairières. het bos. De zang kan enkel verward worden met die van Son chant ne peut être confondu qu'avec celui de O. O. rufipes. rufipes.
# # # #S # # # ## # # ## # # # #S # # #S # ##S #S #S#S# # # # ## # #S # #
#
# # # # #S r ##S #S #S r# # ## #S#S #S ## # # ######S# ###S # #S # # # # ### #S# # ### #S### #S#S #S #S #S # # # # # #S ### # #S # #S #S # # ####S# #S ####S# # # # t/m 1950 #S#S# # r #### ####S # #### r 1951-1980 # ### # # #S##S # # #S # #S #S 1981-1990 #S #S#S # # #S # vanaf 1990 # # # # ##S# # ## # ##### # # ####S # # #S # # # ##S # #S#S # #
50 Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10 Negertje Le Criquet noir-ébène Omocestus rufipes (ZETTERSTEDT, 1821)
Habitat Habitat Het negertje houdt van droge, goed geëxponeerde Le criquet noir-ébène affectionne les biotopes secs, bien biotopen en houdt zich daar gewoonlijk niet ver van de exposés et se cantonne généralement près des lisières des bosrand op. De soort is veruit het meest frequent forets. L’espèce est commune et abondante sur les aangetroffen op mesofiele kalkgraslanden met een vrij pelouses calcaires, préférentiellement celles de type hoge en dichte grasvegetatie. Op rotsachtige, schaars mésophile à végétation graminée assez haute et dense. Sur begroeide graslanden is de soort opvallend zeldzamer. sol rocheux à végétation éparse elle est beaucoup plus Daarnaast vinden we O. rufipes vrij algemeen in verlaten rare. Elle se tient également dans les carrières, de steengroeven met een duidelijke voorkeur voor kalk, préférence les carrières de calcaire, dans les landes à heidevelden, weg- en spoorwegbermen, warme open bruyère, aux bords des routes et des chemins de fer, dans plekken in het bos of langs brede boswegen. Tot slot is les clairières chaudes des forets ou le long des chemins het negertje ook in de kustduinen aangetroffen. forestiers. Elle a également été signalée dans les dunes de la côte. Verspreiding O. rufipes komt vooral voor in het zuiden van het land in Distribution de valleien van de Maas en haar zijrivieren, in O. rufipes vit surtout dans le sud du pays dans les vallées Lotharingen en de Ardennen (vooral de Hoge Venen). Ze de la Meuse et de ses affluents, en Lorraine et en Ardenne is ook vrij algemeen in de Kempen. Elders komt ze enkel (surtout dans les Hautes Fagnes). Elle est également voor in heiderelicten in Zandig Vlaanderen (de enige assez commune en Campine. Ailleurs elle habite recente waarneming nabij Brugge is bovendien slecht uniquement les landes isolées dans les Flandres et dans le gedocumenteerd), de Westhoekduinen en Henegouwen. Hainaut.
Opmerkingen Remarques Het negertje is een opvallend mooie veldsprinkhaan die Le criquet noir-ébène est une belle espèce facile à gemakkelijk in het veld te herkennen is. Ook de zang is reconnaître. Son chant est très typique en ne peut être kenmerkend en enkel te verwarren met die van het confondu qu'avec celui de O. viridulus. Il en diffère par wekkertje. De belangrijkste verschillen zijn het snelle les premières strophes plus rapides, par la fin soudaine et begin en het plotse einde, naast het feit dat de zang een par le fait qu'il dure moins longtemps. stuk korter is.
r # #S# ## ##S ### # # # # ## #S ### # #S ### # # #S####### ## #Sr #### # ##### # ##### # # # # # #S # r #S #S #S# ## #S # # #S #r #S # #S # #S#S # #S r # #S # # ## # #S# #S # #S # #S # # # #S #S # # #S # t/m 1950 #S#S# # ## ###S#S # r#S# #S r 1951-1980 r #S#S## # #S 1981-1990 # # vanaf 1990
# # r #S # ##S #S #
Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 51 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10
Steppesprinkhaan Le Criquet des pins Chorthippus vagans (EVERSMANN, 1848)
Habitat Habitat De steppesprinkhaan komt in ons land vrijwel uitsluitend Le criquet des pins se trouve en Belgique uniquement sur voor op rotsachtige, zeer goed geëxponeerde hellingen. les pentes rocheuses bien exposées. L'espèce affectionne Belangrijk is de aanwezigheid van kleine struiken. De la présence de petits buissons. La nature du sol n'a pas soort kan zowel op kalk-, schiefer- als op zandgesteente d'importance et on trouve l’espèce aussi bien sur calcaire, worden aangetroffen. Ook bekend van verlaten que sur schiste ou sur grès. Elle habite également les steengroeven. Er zijn in ons land geen vindplaatsen carrières abandonnées. En Belgique il n'y a pas de sites bekend van heidevelden, waar dat in onze buurlanden wel connus sur sable, contrairement aux pays avoisinants. het geval is. Distribution Verspreiding L'aire de distribution de C. vagans est limitée au sud du Het verspreidingsgebied van C. vagans is volledig beperkt pays. La plupart des sites se trouvent dans la vallée de la tot de zuidelijke helft van het land. Verspreid in de Meuse et de ses affluents. Quelques sites isolés se Maasvallei en haar bijrivieren. Daarnaast liggen nog trouvent en Haute Ardenne. Absente de Lorraine. enkele geïsoleerde vindplaatsen in de Ardennen. Opvallend is het ontbreken van C. vagans in Lotharingen. Remarques C. vagans a un chant très typique, qu'il n'émet que par Opmerkingen beau temps. Il s'agit d'une stridulation extrêmement C. vagans heeft een zeer kenmerkende zang die bijna longue (jusqu'à 20 s.) et bien audible. La capture de C. uitsluitend bij gunstige weersomstandigheden wordt vagans est très difficile, car l'espèce se cache dans les voortgebracht. Het is één van de langste strofen onder de buissons. veldsprinkhanen (dikwijls meer dan 20 s.) en is vrij goed hoorbaar. Het vangen van C. vagans is allesbehalve eenvoudig daar ze de gewoonte heeft om zich in of onder een (doorn)struikje weg te stoppen.
# #S # # #S #S # #S # #S #S # # t/m 1950 # #S # r 1951-1980 ##S # #S 1981-1990 #S # vanaf 1990
52 Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10 Bruine sprinkhaan Le Criquet duettiste Chorthippus brunneus (THUNBERG, 1815)
Habitat Habitat De bruine sprinkhaan komt in een grote verscheidenheid Le criquet duettiste fréquente un grand nombre de aan biotopen voor, zoals bermen, bosranden, kaalkappen biotopes : les bords des routes, les lisières des forêts, les en open naaldbossen. Dikwijls wordt de soort gevonden coupes forestières et les forêts à conifères ouverts. op plaatsen met zeer weinig vegetatie, zoals steen- en Régulièrement on rencontre l’espèce dans des endroits zandgroeven, akkerranden, braakliggende grond en pas découverts : dans les carrières et les sablonnières, au bord gekapt bos. Af en toe is ze te vinden in tuintjes of tijdens des champs, dans les friches et les coupes forestières. Elle warme dagen midden in dorpen op het asfalt. peut également être rencontrée dans les jardins ou sur l'asphalte au milieu des villages. Verspreiding In het hele land algemeen. Distribution Espèce commune dans tout le pays. Opmerkingen Gemakkelijk te verwarren met C. biguttulus en C. mollis Remarques maar hiervan te onderscheiden door het geluid: "bzz". De L'espèce est facile à confondre avec C. biguttulus et C. soort is één van de beste kolonisatoren en vliegt zeer mollis. Elle se distingue par sa stridulation : "bzz". goed. Op vele plaatsen zijn de populaties van C. brunneus L'espèce colonise très vite les biotopes adéquats et elle vrij klein. vole très bien. Les populations de C. brunneus sont généralement assez petites.
# ### ### ###S## # # #S#### # # ## #####S#S # # # ##S# #S # # ##S #### # ## #S # # # #S # ## ## # # # #S#S #S##S #S # ### #S # # # #S ##S #S#S# # # ## #S#S# ##S # ##S ## # ## ##### # #S # # ##S ## #### #S ### ###S # # ## #S##S #S ###S## #### ## # # #S #S# # ## #### # ### # #S#S # ####S# # ### # # # # #S # # # # ## # # #S##S ##S ## # #S##S # # # # # # #S## ## # ## # # ###S # # ## # # # ##S#S ## #Sr###S # # #S####S# # #S #S#S #S ###S#S # #S #S### ## # #S# #S #S # #S#### # r ###S # ###### # #S #S # # ##S##### ## ## ####S# #S #S # #S #S #S# ### # ###S # #S r # # #S### #S## # #S #S ##S # # ## # #S#S# #S## # # # # #S #S#S #S #### # # #S #S ## #S# # #S # # r## ## # t/m 1950 # #S#S## # # ##r #S #####S # #S#### #S##S r 1951-1980 r##S### # # # # #S##S # # #S #S 1981-1990 #S #S # #S # vanaf 1990 #S # ##S# # # # # # #S ###S #S#S##### # ### # r #S#S#S#S# #####S# #####S ##S#S # ##
Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 53 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10
Ratelaar Le Criquet mélodieux Chorthippus biguttulus (LINNAEUS, 1758)
Habitat Habitat De ratelaar is aan te treffen in tal van biotopen zoals Le criquet mélodieux fréquente un grand nombre de bermen, bosranden, graslanden en ruderale terreinen. In biotopes : les bords des routes, les lisières des forêts, les de duinen is het één van de meest talrijke soorten. Ook op pelouses et les terrains rudéraux. Dans les dunes, il s'agit de heide, op droge wegbermen en andere warme plekken d'une des espèces les plus abondantes. Egalement très zeer algemeen. commune sur les landes à bruyère, et dans tous les autres biotopes secs et chauds. Verspreiding In het hele land algemeen, behalve op leem- en kleigrond. Distribution Commun dans tout le pays, sauf sur sol limoneux ou Opmerkingen argileux. Gemakkelijk te verwarren met C. brunneus en C. mollis, maar hiervan te herkennen door het ratelende geluid "t t t t Remarques tr tr trrrrrrrr". Op plaatsen waar grote populaties L'espèce peut facilement être confondue avec C. brunneus voorkomen (meestal extreem warme biotopen met et C. mollis, mais elle se distingue par la stridulation "t t t schaarse vegetatie) vormt de zang van de vele mannetjes t tr tr trrrrrrrrr". Dans des habitats chauds à végétation op warme dagen een zuiders aandoend gezoem. De soort clairsemée, le chant d'une grande population donne, lors is niet zo'n goede kolonisator als de bruine sprinkhaan, de journées chaudes, l'ambiance méridionale. L'espèce ne maar kan toch plotseling verschijnen op plaatsen waar hij colonise pas aussi vite que C. brunneus, mais elle peut tevoren niet voorkwam. apparaître sur des sites où elle n'était pas connue auparavant.
#
#S#S## # # # #S #S # # # ###S# ###S #S## #S# #S # # # #S #S# # # # #### #S # # # # #S# ## # #S # ## #S ## #### #S# ##S# #S#S #S#S #S # #S# #S ##S#S ##S#S ####S#S # # # # #S#S ##S ####S #S## ## # #S ## ## # # ##### # ### #S # #### ## r #S # ## ####### # # #S ## # ####### # ## # r # # ##S# # # ## # # # # #S# # ## # ### #S ##S # ### # ### # # # ## # #S # # # # # # #S## r# # #S ## #S # ## # #S#S ### # #S #S# #S # # #S#S## #S # #Sr #S #S##S# # # ##S #S#S #S## # # #### # # #S #S#S ### #S# ## # #S #S #S# ### ## #S #S # #S# # #S # #S # # ##S# # #S #S#S #S #S# # #S #S## # # #S# ## # # #S # # # ###S## # #S # #S ## #S#S # #S#S#S # # # # # # t/m 1950 # #S##S ## ## #####S#S r#### r 1951-1980 r#S#S### # # # # # #S 1981-1990 # # vanaf 1990 # # # #S # # # # # # # #S## # # # #S r#### ## # ##
54 Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10 Snortikker Le Criquet des jachères Chorthippus mollis (CHARPENTIER, 1825)
Habitat Habitat De snortikker komt vooral voor in droge heideterreinen. Le criquet des jachères affectionne les landes sèches. De meest typische plaats vormen enigszins beschutte, L'habitat milieu le plus typique est constitué par les grazige plaatsen. Ook langs wegbermen op zandgrond endroits à graminées, plus ou moins abrités. Il se tient komt de soort voor. également le long des routes sur sol sablonneux.
Verspreiding Distribution Algemeen in de Kempen. Daarbuiten is C. mollis lokaal Commune en Campine. Ailleurs C. mollis est très locale ook te vinden in heiderelicten en op landduinen. sur les reliquats de landes et sur les dunes dans l'intérieur du pays. Opmerkingen De snortikker is zeer gemakkelijk te verwarren met C. Remarques biguttulus en C. brunneus, die dikwijls op dezelfde plaats C. mollis est facile à confondre avec C. biguttulus et C. voorkomen. Het gemakkelijkst is hij hiervan te brunneus, qui fréquentent les même habitats. La onderscheiden door het geluid dat bestaat uit het meilleure caractéristique est la stridulation qui est afwisselend snorren en tikken "zzz tk zzz tk zzztk". composé par des déclics et des bourdonnements: "zzz tk Zonder de zang is determinatie specialistenwerk of slechts zzz tk zzz tk". Sans cette stridulation, l'identification est mogelijk mits ervaring. très délicate et demande beaucoup d'expérience.
#S #S #S #S#S ## #S#S ## #S # #S # # ##S #S # ##S # # # ## ###S# # #S #S #S ###S# #S #S #S r ## ## # # # #
# #
# t/m 1950 r 1951-1980 #S 1981-1990 # vanaf 1990
Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 55 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10
Kustsprinkhaan Le Criquet marginé Chorthippus albomarginatus (DEGEER, 1773)
Habitat Habitat De kustsprinkhaan komt vooral voor in dichte, lage tot Le criquet marginé affectionne avant toute la végétation halfhoge grazige vegetaties. In het binnenland worden dense, basse ou mi-haute. A l'intérieur du pays elle vochtige milieus geprefereerd; aan de kust kan de soort préfère les milieux humides, à la côte elle fréquente dank zij de hogere luchtvochtigheid ook in drogere également les milieux secs dans les dunes, grâce à milieus zoals duinen overleven. l'humidité ambiante.
Verspreiding Distribution Vrij algemeen in de kustregio. Verspreid in Noord- en Espèce assez commune dans la région côtière, distribuée Midden-Limburg, de Fagne en Famenne en Lotharingen. dans le Limbourg septentrional et central, en Fagne Famenne et en Lorraine. Opmerkingen Te verwarren met C. dorsatus, doch vooral de wijfjes zijn Remarques met hun witgerande voorvleugel en de rechte kielen van L'espèce peut être confondue avec C. dorsatus, mais les het halsschild vrij gemakkelijk te herkennen. femelles sont faciles à reconnaître grâce au bord blanc de l'élytre et aux carènes droites du pronotum.
# r#S #
# # ## ## # # ##S ## # # ## # ## # #S ## # # #
#
#
#S # # # ## #S # t/m 1950 # ## #S # r 1951-1980 # #S 1981-1990 # vanaf 1990
# # # # # # # # ##
56 Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10 Weidesprinkhaan Le Criquet verte-échine Chorthippus dorsatus (ZETTERSTEDT, 1821)
Habitat Habitat De weidesprinkhaan werd tot nu toe gevonden op Le criquet verte-échine a été rencontré sur des pentes de kalkhellingen, spoorwegbermen en vochtige hooilanden, côtes calcaires, sur les bas-côtés des chemins de fer et maar waarschijnlijk is de soort in een grotere dans les prairies de fauche humides, mais elle habite verscheidenheid aan biotopen aan te treffen. probablement encore d'autres milieux.
Verspreiding Distribution Enkel met zekerheid aangetroffen in Lotharingen, daar Uniquement signalée avec certitude de Lorraine, où elle plaatselijk vrij algemeen. est assez commune.
Opmerkingen Remarques Pas recent ontdekt in Torgny. Later werd de soort op Récemment découverte à Torgny. Depuis lors elle a été meerdere plaatsen en biotopen in de omgeving gevonden. rencontrée à plusieurs endroits et biotopes dans les De soort is waarschijnlijk in opmars. Te verwarren met C. environs de ce village. L'espèce est probablement en albomarginatus, maar is hiervan te onderscheiden door de expansion. Elle peut être confondue avec C. rechte radiusader in de voorvleugel, de flauw gebogen albomarginatus, mais elle en diffère par la veine radiale zijkielen van het halsschild en de voorvleugels die reiken droite, les carènes du pronotum faiblement courbées et tot voorbij de achterknie. Verschilt van de langvleugelige par les élytres qui atteignent le genou des pattes vorm van C. parallelus door de lichtbruin gekleurde knie postérieures. Elle diffère de la forme macroptère de C. (bij C. parallelus bijna zwart). parallelus par le genou du fémur postérieur brun clair (noir chez parallelus).
# t/m 1950 r 1951-1980 #S 1981-1990 # vanaf 1990
# ##
Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 57 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10
Krasser Le Criquet des pâtures Chorthippus parallelus (ZETTERSTEDT, 1821)
Habitat Habitat De krasser bewoont niet te droge, door de mens Le criquet des pâtures fréquente les biotopes influencés beïnvloede biotopen zoals bermen, weilanden en par l'homme, qui ne sont pas trop xériques : les bords des hooilanden. Eigenlijk bewoont de soort ongeveer alle routes, les prairies et les pelouses. En fait, l’espèce habite open plekken waar voldoende gras groeit. Ze komt ook pratiquement chaque biotope à graminées. Elle se trouve geregeld in parken en tuinen voor, vooral wanneer het également dans les jardins et les parcs, surtout si l'herbe gras niet te kort gemaaid is. n'est pas coupée trop basse.
Verspreiding Distribution C. parallelus is de meest algemene veldsprinkhaan van C. parallelus est le criquet le plus commun de Belgique. Il België. De soort ontbreekt bijna nergens, behalve zeer n'est pratiquement nulle part absent, sauf à des endroits plaatselijk op extreem droge of volledig beboste plaatsen. trop secs ou complètement boisés. La carte de répartition Het verspreidingskaartje geeft dan ook eerder een beeld indique plutôt les endroits prospectés que la vraie van de inventarisatie-inspanning dan van de werkelijke distribution. verspreiding. Remarques Opmerkingen Il existe une forme macroptère rare, qui peut être Er komt af en toe een langvleugelige vorm voor, die dan confondue avec C. montanus, C. dorsatus et même avec verward kan worden met C. montanus, C. dorsatus en C. albomarginatus. Elle se distingue des deux dernières zelfs met C. albomarginatus. Van beide laatste soorten is par le genou noir des fémurs postérieurs. Généralement de soort evenwel gemakkelijk te onderscheiden door de les animaux sont de couleur verte, mais il existe zwarte knie. De overheersende kleurvorm is groen. également des animaux de coloration brune, mauve et Regelmatig komen ook bruine, paarse of gelige jaune. exemplaren voor.
## ### ### ## # ##### #S #S## # # #S ### ###### ###S#S## # ## #S ## ###S#S #S #S ##S# ### #S# ## # ### ##S # #S#S# # #### ## ## # ## ## ##S#S ###S##S #S # #S# #S ##S#S #####S # # # ##S####S#####S # #S # ##S #r ###S #S## ## ## # # ## # # #####S # #### #S### #S## ##### #S# ### r #S#S## #S ###S## # ####### # ###S # ####S #S##S ## ### # ### ## r#S r# #S# #S# ####S# ### ### ## #S r##S#S# # # ##### ## ## # ## # # #S ###S#S#S##S#### # ##S######## #S#S#S# # ##S#S## # # # # #### #S#S # # #S#S #S# #S## ### ###### ## # #S# #S###S #S # # # ## #S#S ## #S # # #S ###S#S #S#S#S#S##S#S# #S#Sr #S#S#S####S# # #S ###S#S# # ##S# #S#S##S #S#S ###S# #S## #S #S #S #S#S #S# #S#S# #S#S##S#S#S#S#S #S ##S #S #S #S#S#S####S### ##S #S#S####S #S#S#S###S ######S # ##### #S##S#S #S #S#S##S##S #####S##S #S###S ##S##### #S## ##S#S#S #S#S##S##S###S#S#S#S## #S# # ### #S #r ######S#S#S##S#S##S#S#S #S##S#S #S # #S #S #S### #S# # ###S#S ##S###S#S# # # #S #Sr #S ##S # # #S # #S #S#S#S#S#S #S ###S#S# # ### ###### #S ######S #S#S# # #S#S # ##S#S##### r # #S #S#S # #S #S # #S #S#S ####S#S# #S#S## #S#S#S#S#S# # # #S### # # # # t/m 1950 ##S# #S#S## ####S## # #S #S #S####S#S### ##r #S#S r 1951-1980 #S##S### ## # #S # #S # #S 1981-1990 ##S #S #S # #S#S #S #S # r ##S ##S # vanaf 1990 #S ## # # #S# # # ##S # ###S #S#S##### #S ##S ####S #S ###S# #S#S#S##S# ####r# r#### ###S#S # ##
58 Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10 Zompsprinkhaan Le Criquet palustre Chorthippus montanus (CHARPENTIER, 1825)
Habitat Habitat De zompsprinkhaan bewoont mesotrofe, natte tot Le criquet palustre fréquente les prairies mésotrophes vochtige graslanden, doorgaans op venige bodem. Hij humides, généralement sur sol tourbeux. Il affectionne les heeft een voorkeur voor plekken met een open en lage tot endroits à végétation basse au semi-haute, assez ouverte. halfhoge vegetatie. De meeste vindplaatsen hebben een La plupart des sites sont gérés extensivement. extensief beheer. Distribution Verspreiding Il y a une concentration de sites récents et anciens en De meeste vindplaatsen bevinden zich in de Kempen en Campine et dans les Hautes Fagnes. Ailleurs elle est rare in en om de Hoge Venen. Daarbuiten zeldzaam en et en régression. achteruitgaand. Remarques Opmerkingen C. montanus peut être confondu avec C. parallelus. Les Verwarring is goed mogelijk met de zeer algemene C. mâles se distinguent par l'aile postérieure un peu plus parallelus. De mannetjes verschillen door hun langere longue (tenir l'insecte contre la lumière pour le voir) et achtervleugel (het dier tegen het licht houden!) en door de par la stridulation plus forte. Les femelles se distinguent luidere zang. De wijfjes verschillen door hun langere de C. parallelus par les élytres plus longs et par la tarière voorvleugels en lange eilegkleppen. Ook van de un peu plus longue. Les exemplaires macroptères de C. zompsprinkhaan zijn langvleugelige exemplaren gekend, montanus et de C. parallelus ne peuvent être distingués die nagenoeg niet van C. parallelus te onderscheiden zijn. avec certitude.
# # #S #S #S # r # ## #S ##### #S #S## # # #S# # #S ## # ## # ##
#
# # # # ### # # # r #
# t/m 1950 # r 1951-1980 # #S 1981-1990 # vanaf 1990
Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 59 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10
Knopsprietje Le Gomphocère tacheté Myrmeleotettix maculatus (THUNBERG, 1815)
Habitat Habitat Het knopsprietje bewoont zeer droge plaatsen met lage, Le gomphocère tacheté fréquente les endroits très secs à open vegetatie: duinen, heide, schraal grasland, végétation basse et ouverte: dunes, landes, pelouses kaalslagen. De hoogste dichtheden zijn te vinden op met maigres, coupes forestières. Les plus grandes densités mossen, korstmossen en buntgras begroeide zandgronden. s'observent sur des terrains sablonneux à mouses, lichens Ook op open plekken tussen de heide en op kaalslagen et à Corynéphore. Egalement très commun dans les zeer algemeen. Op kalkgraslanden schaarser. Alhoewel endroits découverts au milieu des landes et dans les het een soort van droge plaatsen is, wordt ze ook coupes forestières. Plus rarement sur les pelouses aangetroffen aan de rand van veenmoerassen, waar die calcaires. Bien qu'il s'agisse d'une espèce de milieux secs, overgaan in drogere vegetatie. elle habite également le bord des fagnes, sur les parties les moins humides. Verspreiding Algemeen in de kustduinen, de Kempen en de Ardennen. Distribution Elders lokaal, dikwijls op geïsoleerde plaatsen met Commun dans les dunes de la côte, en Campine et en geschikte bodem en vegetatie. Grotendeels ontbrekend in Ardenne. Ailleurs local, souvent sur des sites isolés sur de Leemstreek, daar enkel op enkele zandontsluitingen. sol et végétation adéquate. Absent de la région limoneuse, sauf sur affleurements de sable. Opmerkingen Het knopsprietje is een goede kolonisator van nieuwe Remarques biotopen. Vooral op kaalslagen is het knopsprietje samen M. maculatus colonise très vite des milieux nouvellement met de bruine sprinkhaan de eerste bewoner. créés et sur coupes forestières elle est, avec le C. brunneus, un des premiers habitants.
## # #S#S#S # #S #S## # # #S r #S #S ## #S # #S ## #S #S # # # # ### # #S#S # # # # ### ##S #S# #### # #S ## # #S###S # #S ## # ## #S ###### ## # rr ## #S###### # #S #S #S ###### #### ### #
# # ##S # # # # r #S## # #S ## # # # ## #S #r # # # ### # # #S # #S # # # # r # #S #S # # ## # #S #S ##S##S #S # # t/m 1950 # #S#S# # ## # ##S#S #### r 1951-1980 ## # # # #S 1981-1990 # # vanaf 1990 #S # # ## # r# # # # # #S r #S
60 Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10 Rosse sprinkhaan Le Gomphocère roux Gomphocerripus rufus (LINNAEUS, 1758)
Habitat Habitat De rosse sprinkhaan leeft in verschillende warme Le gomphocère roux fréquente plusieurs biotopes chauds biotooptypes met een vrij dicht grasvegetatie, bij voorkeur à végétation dense, généralement à petite distance des dicht bij de bosrand. De soort is zonder twijfel het best lisières des forêts. L’espèce est assez commune sur les vertegenwoordigd op mesofiele kalkgraslanden. pelouses calcaires mésophiles. Les sols calcaires rocheux Xerotherme, rotsachtige kalkgraslanden daarentegen zijn et xérothermes sont moins appréciés. Elle se tient veel minder in trek. Daarnaast komt ze voor langs weg- également le long des routes et des chemins de fer, dans en spoorwegbermen, in verlaten steengroeven, in les carrières abandonnées, dans les prairies bordant les weilanden waar deze grenzen aan een warme en droge bois, sur coupes forestières, dans les jardins, dans les bosrand, op kaalslagen, in tuintjes, verlaten akkers en friches et même dans les clairières des forêts et le long andere ruderale plaatsen, maar zelfs op open plekken in des chemins forestiers. bossen en langs boswegen. Distribution Verspreiding G. rufus est bien représenté en Calestienne, surtout dans G. rufus is het best vertegenwoordigd in de Calestienne - la vallée du Viroin, où il est localement commun. vooral in de Viroinvallei, waar ze plaatselijk zeer L'espèce peut également être abondante en Lorraine et en algemeen is. Ook in Lotharingen en in de Fagne en Fagne-Famenne. Dans le Condroz et en Ardenne elle est Famenne komt de soort vrij algemeen voor. In de moins commune. Egalement dans les Fourons. Il semble Condroz en de Ardennen is ze minder verbreid. In que G. rufus est en train d'étendre son air de distribution. Vlaanderen enkel in de Voerstreek. G. rufus lijkt zich nog uit te breiden. Remarques G. rufus est facile à inventorier grâce à son chant fort et Opmerkingen son activité remarquable. L'espèce se tient assez haut G. rufus is een gemakkelijk te inventariseren sprinkhaan dans la végétation et également sur les buissons. door de goed hoorbare zang en een opvallende activiteit. De soort houdt zich vrij hoog in de kruidvegetatie op en ook dikwijls in struiken.
# # #
# # r # # # # # # #S # #S # # t/m 1950 #S# # #S ####S r 1951-1980 ### #S 1981-1990 # # vanaf 1990 # # # #S #S #S # r# # # ##
Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 61 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10
Status van de sprinkhanen en krekels in België / Statut des sauterelles, grillons et criquets en Belgique
Aantal 5x5 km hokken / status / statut (*) Nombre de carrés de 5x5 km <1950 1951-1980 1981-1990 1991-1999 Acheta domesticus 20 15 68 45 Barbitistes serricauda 3 1 4 6 Calliptamus italicus 1 0 0 0 U Chorthippus albomarginatus 10 3 13 41 Chorthippus biguttulus 49 27 158 266 Chorthippus brunneus 53 30 200 321 Chorthippus dorsatus 0 0 1 3 Chorthippus mollis 5 1 23 28 Chorthippus montanus 17 2 13 26 Chorthippus parallelus 66 55 472 465 Chorthippus vagans 2 0 12 9 Chrysochraon dispar 9 12 99 146 Conocephalus discolor 3 3 7 92 Conocephalus dorsalis 21 8 109 164 Decticus verrucivorus 21 4 6 0 U? Ephippiger ephippiger 2 1 3 10 Euthystira brachyptera 1 1 3 2 Gampsocleis glabra 1 1 0 0 U Gomphocerippus rufus 9 4 16 24 Gryllus campestris 43 5 14 63 Gryllotalpa gryllotalpa 18 20 14 21 Leptophyes punctatissima 19 8 149 108 Locusta migratoria 15 0 0 0 U Meconema meridionale 0 0 0 1 ? Meconema thalassinum 27 19 161 125 Metrioptera bicolor 2 3 34 43 Metrioptera brachyptera 16 6 45 70 Metrioptera roeselii 5 3 18 33 Myrmeleotettix maculatus 36 18 77 121 Nemobius sylvestris 29 7 56 82 Oecanthus pellucens 1 0 1 5 Oedipoda caerulescens 38 19 47 70 Oedipoda germanica 0 0 1 0 U Omocestus rufipes 25 11 59 77 Omocestus viridulus 41 13 90 122 Phaneroptera falcata 1 2 3 45 Pholidoptera griseoaptera 25 16 271 283 Platycleis albopunctata 12 2 21 20 Platycleis tessellata 0 1 0 0 U Psophus stridulus 1 1 0 0 U Sphingonotus caerulans 0 0 0 1 Stenobothrus lineatus 20 5 30 22 Stenobothrus stigmaticus 8 2 4 6 Stethophyma grossum 20 8 21 70 Tetrix bipunctata 1 2 9 10 Tetrix ceperoi 4 2 8 13 Tetrix subulata 62 29 89 125 Tetrix tenuicornis 17 7 34 24 Tetrix undulata 84 92 233 217 Tettigonia cantans 0 2 18 23 Tettigonia viridissima 41 36 317 373 Aantal soorten / nombre d'espèces 45 43 44 44 Tot. : 51 Aantal onderzochte hokken / nombre de 254 246 716 760 Tot.: 1068 carrés inventoriés (max. : 1377=100% (18,4%) (17,9%) (52%) (55,2%) (77,6%)
62 Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10 Aantal records (hokken) / nombre de 905 509 3033 3823 Tot. : 8270 données (carrés) (10,9%) (6,2%) (36,7%) (46,2%) (100%) Aantal records (waarnemingen) / nombre 1533 740 7171 8656 Tot.:18.100 de données (observations) (8,5%) (4,1%) (39,6%) (47,8%) (100%)
(*) U : uitgestorven / disparu ; ? : onvoldoende gekend / pas suffisamment d'information.
Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 63 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10
Status van de sprinkhanen en krekels in Vlaanderen / Statut des sauterelles, grillons et criquets en Flandre
Aantal 5x5 km hokken / Ontwerp rode Nombre de carrés de 5x5 km lijst-status / statut liste-rouge <1950 1951-1980 1981-1990 1991-1999 provisoire (*) Acheta domesticus 7 7 9 27 ? Chorthippus albomarginatus 6 3 9 22 Z Chorthippus biguttulus 17 10 71 142 NB Chorthippus brunneus 19 8 68 150 NB Chorthippus mollis 5 1 23 26 K Chorthippus montanus 8 1 13 20 K Chorthippus parallelus 21 13 137 235 NB Chrysochraon dispar 2 1 10 17 Z Conocephalus discolor 1 1 1 37 NB Conocephalus dorsalis 19 7 87 120 NB Decticus verrucivorus 7 0 1 0 U Ephippiger ephippiger 2 1 3 10 Z Gampsocleis glabra 1 1 0 0 U Gomphocerippus rufus 1 0 0 1 MUB Gryllus campestris 20 4 6 49 Z Gryllotalpa gryllotalpa 11 9 6 19 B Leptophyes punctatissima 4 3 14 43 Z Locusta migratoria 10 0 33 0 U Meconema thalassinum 10 7 25 67 NB Metrioptera brachyptera 9 2 13 43 Z Metrioptera roeselii 4 3 46 14 K Myrmeleotettix maculatus 16 9 5 70 NB Nemobius sylvestris 4 0 9 26 Z Oedipoda caerulescens 20 5 16 33 K Omocestus rufipes 6 2 10 49 Z Omocestus viridulus 5 0 0 24 K Phaneroptera falcata 0 0 0 16 NB Pholidoptera griseoaptera 5 6 38 111 NB Platycleis albopunctata 7 1 8 7 B Psophus stridulus 1 1 0 0 U Stenobothrus lineatus 3 0 1 1 MUB Stenobothrus stigmaticus 3 0 1 3 B Stethophyma grossum 14 6 8 23 K Tetrix bipunctata 1 0 0 0 U Tetrix ceperoi 4 1 8 13 K Tetrix subulata 31 3 23 78 NB Tetrix tenuicornis 3 0 0 9 B Tetrix undulata 40 11 65 108 NB Tettigonia viridissima 16 18 94 192 NB Aantal soorten / nombre d'espèces 38 29 32 34 Tot. : 39 Aantal onderzochte hokken / nombre de 113 74 226 370 Tot. : 461 carrés inventoriés (max. = 634 = 100%) (17,8%) (11,7%) (35,6%) (58,3%) (72,7%) Aantal records (hokken) / nombre de 365 146 861 1806 Tot : 3178 données (carrés) (11,5%) 4,6% 27,1% 56,8% (100%) Aantal records (waarnemingen) / nombre 575 190 1338 4288 Tot. : 6391 de données (observations) (9%) (3%) (20,9%) (67,1%) (100%)
(*) U : uitgestorven / disparu; MUB : met uitsterven bedreigd / menacé d'extinction ; B : bedreigd / en danger ; K : kwetsbaar / vulnerable ; A : achteruitgaand / en régression ; Z : zeldzaam / rare ; NB : momenteel niet bedreigd / actuellement pas menacé ; ? : onvoldoende gekend / pas suffisamment d'information. Rode-lijstsoorten / espèces de la liste rouge : Ex,MUB,B,K
64 Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10 De categorieën van de voorlopige Rode lijst worden bepaald zoals in onderstaande tabel / Les catégories de la liste rouge provisoire ont été déterminées comme dans le tableau suivant.
Zeldzaamheid (% van het aantal onderzochte hokken) / Rareté (% des carrés inventoriés)
0-2,5% 2,5-5% 5-15% 15-25% 25-50% 50-100%
≥ -60% MUB B K A A MNB -30-60% B B K A MNB MNB on où gang of
t -15-30% K K K MNB MNB MNB
on après 1990 < -15% Z Z Z MNB MNB MNB erui gang na 1990 / gressi t
é Z Z MNB MNB MNB MNB
ht ≥ +15% c R
A ≥ +60% Z MNB MNB MNB MNB MNB voorui
progressi
Opmerking : Bij de berekeningen is verondersteld dat populaties na 1990 ook aanwezig waren voor 1990 (behalve voor Phaneroptera falcata en Conocephalus discolor) Remarque : Pour les calculs il a été supposé que les populations après 1990 étaient également présentes avant 1990 (à l'exception de Phaneroptera falcata et Conocephalus discolor)
Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 65 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10
Status van de sprinkhanen en krekels in Wallonië / Statut des sauterelles, grillons et criquets en Wallonie Aantal 5x5 km hokken / Ontwerp rode Nombre de carrés de 5x5 km lijst-status / statut liste-rouge <1950 1951-1980 1981-1990 1991-1999 provisoire (*) Acheta domesticus 7 8 58 18 ? Barbitistes serricauda 3 1 4 6 Z Calliptamus italicus 1 0 0 0 U Chorthippus albomarginatus 4 0 4 19 NB Chorthippus biguttulus 27 17 86 122 NB Chorthippus brunneus 30 21 128 167 NB Chorthippus dorsatus 0 0 1 3 Z Chorthippus mollis 0 0 0 2 MUB Chorthippus montanus 8 1 0 6 K Chorthippus parallelus 41 41 331 226 NB Chorthippus vagans 2 0 12 9 Z Chrysochraon dispar 7 11 89 129 NB Conocephalus discolor 2 2 6 55 NB Conocephalus dorsalis 2 1 19 40 NB Decticus verrucivorus 13 4 5 0 U? Euthystira brachyptera 1 1 3 2 B Gomphocerippus rufus 8 4 16 23 NB Gryllus campestris 18 1 8 14 K Gryllotalpa gryllotalpa 4 10 7 2 MUB Leptophyes punctatissima 13 4 133 64 A? Locusta migratoria 5 0 0 0 U Meconema meridionale 0 0 0 1 ? Meconema thalassinum 16 10 122 55 NB Metrioptera bicolor 2 3 34 43 NB Metrioptera brachyptera 7 4 20 27 NB Metrioptera roeselii 1 0 5 19 NB Myrmeleotettix maculatus 20 9 31 50 NB Nemobius sylvestris 25 7 51 56 NB Oecanthus pellucens 1 0 0 5 Z Oedipoda caerulescens 18 14 38 36 NB Oedipoda germanica 0 0 1 0 U Omocestus rufipes 19 9 43 28 K Omocestus viridulus 35 13 80 98 NB Phaneroptera falcata 1 2 3 28 NB Pholidoptera griseoaptera 19 10 230 168 NB Platycleis albopunctata 5 1 13 13 Z Platycleis tessellata 0 1 0 0 U Sphingonotus caerulans 0 0 0 1 MUB Stenobothrus lineatus 17 5 29 21 K Stenobothrus stigmaticus 5 2 3 3 MUB Stethophyma grossum 5 2 13 47 NB Tetrix bipunctata 0 2 9 10 Z Tetrix ceperoi 0 1 0 0 U Tetrix subulata 26 26 65 42 K Tetrix tenuicornis 9 7 34 16 B Tetrix undulata 43 80 165 106 NB Tettigonia cantans 0 2 18 23 NB Tettigonia viridissima 19 17 219 174 NB Aantal soorten / nombre d'espèces 39 37 40 42 Tot. : 48 Aantal onderzochte hokken / nombre de 139 171 491 387 Tot. : 616 carrés inventoriés (max.: 802 = 100%) (17,3%) (21,3%) (61,2%) (48,3%) (76,8%) Aantal records (hokken) / nombre de 489 355 2137 1977 Tot. : 4958 donées (carrés) (9,9%) (7,1%) (43,1%) (39,9) (100%) Aantal records (waarnemingen) / nombre 732 523 5649 4302 Tot. : 11.206 de données (observations) (6,5%) (4,7%) (50,4%) (38,4%) (100%) 66 Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10 (*) U : uitgestorven / disparu; MUB : met uitsterven bedreigd / menacé d'extinction ; B : bedreigd / en danger ; K : kwetsbaar / vulnerable ; A : achteruitgaand / en régression ; Z : zeldzaam / rare ; NB : momenteel niet bedreigd / actuellement pas menacé ; ? : onvoldoende gekend / pas suffisamment d'information. Rode-lijstsoorten / espèces de la liste rouge : Ex,MUB,B,K
De categorieën van de voorlopige Rode lijst worden bepaald zoals in onderstaande tabel / Les catégories de la liste rouge provisoire ont été déterminées comme dans le tableau suivant.
Zeldzaamheid (% van het aantal onderzochte hokken) / Rareté (% des carrés inventoriés)
0-2,5% 2,5-5% 5-15% 15-25% 25-50% 50-100%
≥ -60% MUB B K A A MNB -30-60% B B K A MNB MNB on où gang of
t -15-30% K K K MNB MNB MNB
on après 1990 < -15% Z Z Z MNB MNB MNB erui gang na 1990 / gressi t
é Z Z MNB MNB MNB MNB
ht ≥ +15% c R
A ≥ +60% Z MNB MNB MNB MNB MNB voorui
progressi
Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 67 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10
Status van de sprinkhanen en krekels in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest / Statut des sauterelles, grillons et criquets dans la Région de Bruxelles-Capitale
Aantal 5x5 km hokken / Ontwerp rode Nombre de carrés de 5x5 km lijst-status / statut liste-rouge provisoire (*) <1950 1951-1980 1981-1990 1991-1999 Acheta domesticus 6 0 1 0 ? Chorthippus biguttulus 5 0 1 2 ? Chorthippus brunneus 5 2 6 4 NB Chorthippus montanus 1 0 0 0 U Chorthippus parallelus 5 2 7 4 NB Conocephalus dorsalis 0 0 4 4 NB Decticus verrucivorus 1 0 0 0 U Gryllus campestris 5 0 0 0 U Gryllotalpa gryllotalpa 3 1 1 0 U? Leptophyes punctatissima 2 2 3 1 ? Meconema thalassinum 1 2 7 3 NB Oecanthus pellucens 0 0 1 0 ? Oedipoda caerulescens 0 0 0 1 ? Omocestus viridulus 1 0 0 0 U? Phaneroptera falcata 0 0 0 1 ? Pholidoptera griseoaptera 1 1 5 5 NB Stethophyma grossum 1 0 0 0 U Tetrix subulata 6 0 1 5 NB Tetrix tenuicornis 6 0 0 0 U Tetrix undulata 1 1 4 4 NB Tettigonia viridissima 6 2 6 7 NB Aantal soorten / nombre d'espèces 17 8 13 12 Tot. : 21 Aantal onderzochte hokken / nombre 8 6 7 8 Tot.: 9 de carrés inventoriés (max.: 15=100%) (53,3%) (40%) (46,7%) (53,3%) (60%) Aantal records (hokken) / nombre de 56 13 48 42 Tot. : 159 données (carrés) (35,2%) (8,2%) (30,2%) (26,4%) (100%) Aantal records (waarnemingen) / 119 17 152 61 Tot.: 349 nombre de données (observations) (34,1%) (4,9%) (43,5%) (17,5%) (100%)
(*) U : uitgestorven / disparu; MUB : met uitsterven bedreigd / menacé d'extinction ; B : bedreigd / en danger ; K : kwetsbaar / vulnerable ; A : achteruitgaand / en régression ; Z : zeldzaam / rare ; NB : momenteel niet bedreigd / actuellement pas menacé ; ? : onvoldoende gekend / pas suffisamment d'information. Rode-lijstsoorten / espèces de la liste rouge : Ex,MUB,B,K
68 Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10 Samenvatting van de ontwerp rode lijsten / Résumé des listes rouges provisoires
Aantal soorten / Nombre d'espèces Vlaanderen Wallonië Brussel la Flandre la Wallonie Bruxelles Categorieën / Catégories % % % Uitgestorven / disparu 5 12,8 5 10,4 5 23,8 Mogelijk uitgestorven / extinction possible 1 2,1 2 9,5 Met uitsterven bedreigd / menacé d'extinction 2 5,1 4 8,3 Bedreigd / en danger 4 10,3 2 4,2 Kwetsbaar / vulnerable 7 17,9 5 10,4 Achteruitgaand / en régression 1 2,1 Zeldzaam / rare 8 20,5 6 12,5 Momenteel niet bedreigd / actuellement pas menacé 12 30,8 22 45,8 8 38,1 Onvoldoende gekend / pas suffisamment d'information 1 2,6 2 4,2 6 28,6 Totaal aantal soorten / Nombre d'espèces totale 39 100 48 100 21 100 Aantal rode-lijstsoorten / Nombre d'espèces de la liste rouge 18 46,2 17 35,4 7 33,3
Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 69 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10
Aantal soorten per 5x5 km hok / Nombre d'espèces par carré 5x5 km
Periode 1981-1999
4 9 3 7 5 4 5 5 6 8 6 3 8 6 7 1 1 10 7 4 9 2 7 2 2 1 3 5 5 11 5 5 5 8 4 3 10 3 6 6 10 5 8 14 1 5 4 3 3 6 1 2 1 3 3 4 3 7 6 1 7 2 1 6 13 8 6 7 13 11 7 1 3 2 4 2 1 3 2 3 7 8 4 1 3 6 1 10 6 12 1 17 8 3 5 9 9 3 3 5 1 9 8 14 5 2 3 5 1 3 5 6 6 4 2 7 4 1 1 7 1 1 6 4 13 2 3 12 1 8 3 3 12 14 6 7 9 9 4 1 8 11 8 11 5 9 1 4 7 1 5 2 4 7 1 6 7 6 4 14 4 1 1 7 5 5 4 4 11 13 10 17 3 2 4 2 2 5 11 5 6 1 4 5 6 5 7 9 7 6 7 8 1 1 3 12 15 10 1 1 1 11 11 16 18 7 6 8 8 17 8 6 2 2 3 2 7 2 4 2 10 6 7 3 4 6 8 1 8 8 6 1 1 6 5 6 10 10 2 14 6 5 14 13 11 18 7 3 1 9 8 11 9 6 8 6 3 6 9 9 6 1 1 7 8 6 2 1 13 19 8 12 17 16 6 9 11 8 3 10 1 10 7 5 7 4 2 3 6 9 1 3 6 1 6 15 7 13 14 4 1 7 3 6 1 8 8 8 2 1 2 3 3 1 9 3 3 8 2 5 3 9 1 5 3 3 5 6 6 15 5 4 1 1 9 4 7 3 6 9 4 2 8 12 5 3 1 5 2 5 7 10 8 1 1 3 1 2 3 6 1 1 4 3 6 5 4 5 4 4 4 3 1 2 9 8 9 4 2 7 1 9 5 9 2 1 9 1 6 1 1 2 5 6 1 1 7 5 7 5 2 1 8 11 5 1 5 6 1 7 7 3 1 2 1 7 14 2 5 6 1 6 2 2 2 5 4 5 9 2 7 6 2 6 2 5 6 3 6 7 1 5 1 2 5 1 2 5 6 2 11 4 3 4 6 1 2 2 4 8 7 1 6 7 7 4 9 8 5 6 5 6 1 2 4 2 7 8 9 4 6 8 1 2 3 3 4 1 4 3 3 4 3 4 2 2 2 9 4 2 3 4 4 7 4 6 14 4 4 4 6 2 6 1 7 3 4 3 3 8 1 4 1 6 5 1 5 8 6 8 7 8 2 3 3 3 232 4 3 9 9 9 14 6 8 6 1 4 7 3 1 1 2 4 3 4 9 4 5 3 12 11 3 2 2 7 5 5 18 13 5 3 5 3 11 7 5 7 10 7 4 8 10 10 11 9 1 7 5 4 2 1 5 2 3 3 4 10 6 7 8 2 7 17 6 9 1 4 10 9 977 8 11 1 6 6 3 1 8 7 15 14 7 16 4 4 4 6 10 2 6 5 5 5 8 4 4 10 5 5 4 4 4 9 1 10 13 1 418 1 02 1 5 1 6 11 9 7 10 4 3 7 3 4 6 6 5 10 4 2 5 6 6 2 3 6 9 6 3610 6 5 5 2 6 2 2 14 3 3 3 7 6 11 7 5 3 4 3 6 5 242 17 10 9 2 3 1 5 1 1 1 1 2 2 2 8 6 3 1 3 2 17 11 4 6 7 1 1 1 7 11 2 1 539 6 34 1 2 1 4 5 9 4 10 5 3 15 2 20 2 7 2 12 4 5 2 3 6 8 6 7 10 3 1 1 1 4 3 8 3 18 5 4 15 3 4 5 689 3 4 7 1 1 3 3 6 8 4 8 6 6 15 1 1 1 9 14 7 1 1 8 1 2 6 1 2 1 2 2 5 2 9 1 7 15 21 18 11 11 12 6 21 15 3 4 3 2 4 2 1 12 24 25 24 21 12 11 5 4 6 20 19 7 10 2 2 4 2 2 1 3 9 12 20 32 23 2 8 7 2 12 1 2 1 1 2 1 3 1 7 15 10 1 2 5 3 11 1 3 5 4 1 1 3 1 4 8 1 1 14 2 1 2 4 1 3 1 7 4 1 1 10 4 7 1 5 5 7 1 9 1 10 3 4 14 1 2 5 4 4 2 6 8 5 15 13 8 8 1 2 12 1 1 3 7 15 16 2 2 1 2 1 20 6 5 12 1 8 9 16 14 4 6 1 11 10 7 22 10 18 2 3 12 10 19 14 5 3 2 3 9 19 9 7 9 13 7 29 14
70 Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10 Aantal soorten per 5x5 km hok / Nombre d'espèces par carré 5x5 km
Periode 1991-1999
4 9 3 7 5 4 5 5 4 5 1 3 8 6 7 1 1 8 4 6 2 7 2 3 5 4 5 5 4 2 4 3 9 3 6 6 1 7 7 1 5 4 3 2 1 1 3 3 3 3 2 2 1 3 12 2 6 7 12 11 7 1 4 1 2 2 3 7 7 4 1 1 5 1 1 12 1 17 8 3 3 9 9 2 3 8 3 12 5 2 2 5 1 1 5 3 1 3 3 1 1 1 1 1 6 4 13 2 1 12 1 3 3 12 4 1 4 8 1 1 5 4 7 8 8 1 4 7 1 5 1 4 6 1 5 6 4 12 1 1 7 1 2 5 4 4 10 2 1 11 9 17 2 4 1 7 5 4 5 6 5 6 6 7 6 7 6 1 1 12 1 10 11 12 19 7 6 8 4 17 8 4 14 9 1 1 2 2 2 4 2 4 2 9 6 7 3 4 2 8 1 8 8 3 1 1 6 9 7 2 2 6 5 14 10 7 18 7 3 9 8 11 9 5 7 6 3 6 9 8 1 7 3 2 1 13 19 7 12 17 13 6 8 11 2 8 10 7 5 7 4 3 4 1 1 5 1 6 15 7 13 8 4 1 7 3 4 8 8 8 2 1 2 3 2 6 1 4 1 4 2 8 1 5 3 2 5 6 5 14 5 4 1 1 9 4 7 3 4 9 4 6 9 5 4 7 10 8 1 1 3 1 2 3 6 1 4 1 6 5 4 5 4 4 4 3 4 3 7 2 2 6 5 9 2 1 8 1 6 1 1 1 5 6 1 7 5 6 4 3 8 4 4 5 1 5 7 3 1 1 1 6 9 2 3 6 8 6 5 4 7 6 1 6 1 5 4 1 5 1 1 1 2 3 2 2 11 4 4 5 5 7 1 3 4 1 6 4 4 3 8 8 4 1 7 1 2 2 3 1 3 2 1 4 3 3 4 4 5 1 5 2 1 2 4 1 4 2 2 4 1 1 5 1 131 1 8 4 15 6 541 7 1 1 7 1 1 7 3 1 3 1 16 12 4 10 4 3 5 84 5 8 10 10 9 2 4 2 1 2 2 4 1 5 14 6 6 1 4 8 665 8 11 6 6 3 8 7 14 13 10 2 2 5 2 4 3 5 1 1 5 1 4 6 4 11 418 1 01 3 2 11 9 3 4 3 2 5 5 1 1 1 3 4 6 2 4 10 3 2 6 2 11 1 5 5 1 3 2 1 1 3 1 8 5 9 4 1 1 3 9 10 7 5 5 2 1 239 6 34 3 2 8 3 9 1 1 3 9 9 4 5 8 5 6 9 3 1 3 2 5 3 9 1 629 14 1 6 3 15 1 1 6 9 6 1 1 7 1 1 6 1 2 1 1 4 8 3 5 16 15 11 11 11 5 16 14 2 4 1 1 9 19 24 15 4 10 5 4 2 19 13 7 8 1 1 1 2 7 16 32 17 1 8 6 2 10 1 1 1 1 3 1 12 1 1 2 10 1 1 1 12 2 1 1 6 4 1 9 2 7 1 3 5 7 5 1 7 1 2 14 1 5 4 2 1 4 5 15 13 8 8 1 10 1 2 5 11 16 1 1 17 6 2 9 1 7 8 6 1 11 10 6 21 1 9 2 12 7 15 8 1 1 9 16 1 1 9 11 4 24 13
Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 71 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10
"Hot spots" : hokken met meer dan 10 soorten / "Hot spots" : carrés avec plus de 10 espèces
Periode 1981-1999
11 14 13 13 11 12 17 14 13 12 12 14 11 11 14 11 13 17 11 12 15 11 11 16 18 17 14 14 13 11 18 11 13 11 19 12 17 16 15 13 14 15 12
11 14 11
14 14 12 11 18 13 11 11 17 11 15 14 16 13 11 14 11 17 17 11 11 15 20 12 18 15 15 14 15 21 18 11 11 12 21 15 12 24 25 24 21 12 11 20 19 12 20 32 23 12 15 11 14
14 15 13 12 15 16 20 12 16 14 11 22 18 12 19 14 19 13 29 14
72 Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10 "Hot spots" : hokken met meer dan 10 soorten / "Hot spots" : carrés avec plus de 10 espèces
Periode 1991-1999
12 12 11 12 17 12 13 12 12 12 11 17 14 12 11 12 19 17 14 18 11 11 13 19 12 17 13 15 13 14
11
15 16 12 14 11 14 13 11 11 11
15 16 15 11 11 11 16 14 19 24 15 19 13 16 32 17 12 12
14 15 13 11 16 17 11 21 12 15 16 11 24 13
Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 73 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10
"Zwarte gaten" : hokken met 0, resp. 1-5 soorten / "Trous noirs" : carrés sans données et avec 1-5 espèces
# # Periode 1981-1999 # # # # # # #### # # # ## # ## # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # ## ## # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # ## # ### # # # # # # # # ## # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # ## # ##### # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # ## ## # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # ##### # # # ####### # # ### # # # # # # ### # # #### # # # # ## ## ### ## ## # # # # # ### # # # # # # # # ### # # # # # # # # # # # # # # # # # ## # # # # # # # # # # # ##### # ## ## # # # # # # # # # # # #### # # # ## ## # # # # # # # # # # # # # ## # # # # # # ##### ### # # # # # # # # # # ## # # ## ## # # # # # # # # # # # # # # ### # # # # # # ## # # # # # # # # # # # #### # # # # # # # # # # # # # ### # # # # # # # # # # # # # # # # ## ### # # # # # # # # # # # # # # # # #### # # ### # # # # # # # # # # ## # # # #### # # # # # # # ### # # # # # # # # # # # # # ## # # # # # ### # # ## # # # ## # ## # # # # # # # # # # # # # #### # # # # # # # ## ## ## # # # # # # # # # # # # # # ## # # # # # ## # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # ## # # # ## # # # # # # # # # # ### # # # ## # ### # ### # ## # # # # ## # # # ## # # # # # # # # # # # # # # # # ##### # # # ## ## # # # # # # # # # # # # # # # # ###### # # # # # # # ## # ### # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # 0 soorten # # # ## # ### # # # # ## # ## # # # # # # # # # # # # 1 - 5 soorten # # ### # ### # # # # # # # # # # # # # # ## # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # #### # # # # # # # # # # # # # # # ## # ## # # # ## # # # # # # # ### # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # #
Periode 1991-1999 # # # # # # # # #### # # # # # # ## # ### # # # # ##### # # # # # # # # # # # # # # ## # # # # # # # # # # ## # # # # # #### # # # # # # ## # # # # # # # # # ## # ### # # # # # # # # # # # ## # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # # ## ## # # # # # # # # # ## # ###### # # # # # # # # # # # # # # # # ## ### # # # # # # # # # ##### # # # # # # # # # # # # # ### # # # # # # # # # # # # ## ##### ######## # # # # ### # # ## # # # # ### # # # # ###### ## ###### # # # # # # # # ### ## # # ### ### # ## # # # # # # # # ### # # # # # # # # # # # # # # # # ## # # # ###### # # # # # # # # #### ### # #### # # # # # # ## # # # # # # # # # # # ## # #### # # # # # # # # # # # # # ####### # ### ## # ## # # # # # # # #### # # # # # # # # ### # # # # ### # # # # ### #### ## #### # # # # # # # # # # # # ### ##### # # # # # ## # # # # # # # # # # ## ###### #### # # # # # # # # ## ####### #### # # # ## # # # # # # #### ## #### ## # # # # # # # # # ######## # # ##### # ######## # # # # # # # # # # ## # # ### ### # # # # ### ## # #### # # # # ## #### ##### # # # # # # # # # # ## # ## # ## ## ## ## # ### # # # # # # # ### # ## # ## # # # # # ## ## # # # # # # # # # ## # # # # ## # # # # # # # ## # # ### ## # # # # # # # # # # # # # ## # # #### ## # # # ### ### # # # # # # ## # # # # # # # ### # # ######## # # ### # ### ## # # # ## ## ############# ## ### # # # # ##### ### # ## # # # # # # ### # #### # # ## # # ###### # # ##### ## # # # ### # # ## # # # ### # # # # ### # #### # # # # # # # # # ## # # # ## # 0 soorten # # # # # # # # ## # ### ## # ## #### # # # # # # # # # # ## # 1 - 5 soorten ### # # ### # ### # # # # # # # # ## # # # # # ### # ## # # ## # ## ########## # ###### #### # # # # # # # ####### # #### # # # # # # # ### # # # # # # # # ## # # # # # # # # # # # ## ## # # # # ## # ### # # # # # # # # # # ## # # # ## # # # #
74 Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10 UTM-raster 10x10 km voor België / Carrés UTM 10x10 km en Belgique
ET90 FT00 FT10 FT20 FT30 FT40
ES19 ES29 ES89 ES99 FS09 FS19 FS29 FS39 FS49
DS98 ES08 ES18 ES28 ES38 ES48 ES58 ES78 ES88 ES98 FS08 FS18 FS28 FS38 FS48 FS58 FS68 FS78 DS77 DS87 DS97 ES07 ES17 ES27 ES37 ES47 ES57 ES67 ES77 ES87 ES97 FS07 FS17 FS27 FS37 FS47 FS57 FS67 FS77 FS87 FS97 DS66 DS76 DS86 DS96 ES06 ES16 ES26 ES36 ES46 ES56 ES66 ES76 ES86 ES96 FS06 FS16 FS26 FS36 FS46 FS56 FS66 FS76 FS86 FS96 DS65 DS75 DS85 DS95 ES05 ES15 ES25 ES35 ES45 ES55 ES65 ES75 ES85 ES95 FS05 FS15 FS25 FS35 FS45 FS55 FS65 FS75 FS85 FS95 DS74 DS84 DS94 ES04 ES14 ES24 ES34 ES44 ES54 ES64 ES74 ES84 ES94 FS04 FS14 FS24 FS34 FS44 FS54 FS64 FS74 FS84 FS94 DS73 DS83 DS93 ES03 ES13 ES23 ES33 ES43 ES53 ES63 ES73 ES83 ES93 FS03 FS13 FS23 FS33 FS43 FS53 FS63 FS73 FS83 FS93 DS72 DS82 DS92 ES02 ES12 ES22 ES32 ES42 ES52 ES62 ES72 ES82 ES92 FS02 FS12 FS22 FS32 FS42 FS52 FS62 FS72 FS82 FS92 GS02 KB92 GS12 KB82 DS81 DS91 ES11 ES21 ES31 ES41 ES51 ES61 ES71 ES81 ES91 FS01 FS11 FS21 FS31 FS41 FS51 FS61 FS71 FS81 FS91 GS01 KB91 LB01 GS11 KB81 ES10 ES20 ES30 ES40 ES50 ES60 ES70 ES80 ES90 FS00 FS10 FS20 FS30 FS40 FS50 FS60 FS70 FS80 FS90 GS00 KB90 LB00 GS10KB80 ER19 ER29 ER39 ER49 ER59 ER69 ER79 ER89 ER99 FR09 FR19 FR29 FR39 FR49 FR59 FR69 FR79 FR89 FR99 GR09 KA99 LA09 LA19 GR19 KA89 ER48 ER58 ER68 ER78 ER88 ER98 FR08 FR18 FR28 FR38 FR48 FR58 FR68 FR78 FR88 FR98 GR08 KA98 LA08 LA18 GR18KA88 ER47 ER57 ER67 ER77 ER87 ER97 FR07 FR17 FR27 FR37 FR47 FR57 FR67 FR77 FR87 FR97 GR07 KA97 LA07 LA17 GR17 KA87 ER86 ER96 FR06 ER19A ER19B FR16 FR26 FR36 FR46 FR56 FR66 FR76 FR86 FR96 GR06 KA96 LA06 GR16 KA86 ER85 ER95 FR05 FR15 FR25 FR35 FR45 FR55 FR65 FR75 FR85 FR95 GR05 KA95 GR15 KA85 ER19C ER19D ER84 ER94 FR04 FR14 FR24 FR34 FR44 FR54 FR64 FR74 FR84 FR94 GR04
ER83 ER93 FR03 FR13 FR23 FR33 FR43 FR53 FR63 FR73 FR83 FR93 GR03
FR32 FR42 FR52 FR62 FR72 FR82 FR92 GR02
FR31 FR41 FR51 FR61 FR71 FR81 FR91 GR01
FR50 FR60 FR70 FR80 FR90 GR00GR10
FQ69 FQ79 FQ89 FQ99 GQ09
FQ78 FQ88
Index
In de index wordt enkel verwezen naar de besprekingen van de bedreigde soorten.
Nederlandse namen Des noms français Wetenschappelijke namen
Blauwvleugelsprinkhaan 42 Barbitiste des bois 12 Acheta domesticus 30 Boomkrekel 32 Conocéphale bigarré 17 Barbitistes serricauda 12 Boomsprinkhaan 14 Conocéphale des roseaux 16 Calliptamus italicus 39 Bosdoorntje 37 Courtilière commune 33 Chorthippus albomarginatus 56 Boskrekel 31 Criquet des clairières 46 Chorthippus biguttulus 54 Bramensprinkhaan 27 Criquet des genévriers 47 Chorthippus dorsatus 57 Bruine sprinkhaan 53 Criquet des jachères 55 Chorthippus mollis 55 Dobbelsteensprinkhaan 23 Criquet des pâtures 58 Chorthippus montanus 59 Duinsabelsprinkhaan 22 Criquet des pins 52 Chorthippus parallelus 58 Europese treksprinkhaan 41 Criquet duettiste 53 Chorthippus vagans 52 Gewoon doorntje 36 Criquet ensanglanté 45 Chorthipus brunneus 53 Gewoon spitskopje 16 Criquet italien 39 Chrysochraon dispar 46 Gouden sprinkhaan 46 Criquet ligné 48 Conocephalus discolor 17 Greppelsprinkhaan 26 Criquet marginé 56 Conocephalus dorsalis 16 Grote groene sabelsprinkhaan 18 Criquet mélodieux 54 Decticus verrucivorus 20 Heidesabelsprinkhaan 24 Criquet migrateur 41 Ephippiger ephippiger 28 Huiskrekel 30 Criquet noir-ébène 51 Euthystira brachyptera 47 Kalkdoorntje 38 Criquet palustre 59 Gampsocleis glabra 21 Kiezelsprinkhaan 44 Criquet stridulant 40 Gomphocerripus rufus 61 Klappersprinkhaan 40 Criquet verdelet 50 Gryllotalpa gryllotalpa 33 Kleine goudsprinkhaan 47 Criquet verte-échine 57 Gryllus campestris 29 Kleine groene sabelsprinkhaan 19 Decticelle bariolée 26 Leptophyes punctatissima 13 Kleine wrattenbijter 21 Decticelle bicolore 25 Locusta migratoria 41 Knopsprietje 60 Decticelle carroyée 23 Meconema meridionale 15 Krasser 58 Decticelle cendrée 27 Meconema thalassinum 14 Kustsprinkhaan 56 Decticelle chagrinée 22 Metrioptera bicolor 25 Lichtgroene sabelsprinkhaan 25 Decticelle des bruyères 24 Metrioptera brachyptera 24 Moerassprinkhaan 45 Dectique des brandes 21 Metrioptera roeselii 26 Negertje 51 Dectique verrucivore 20 Myrmeleotettix maculatus 60 Ratelaar 54 Ephippigère des vignes 28 Nemobius sylvestris 31 Roodvleugelsprinkhaan 43 Gomphocère roux 61 Oecanthus pellucens 32 Rosevleugel 39 Gomphocère tacheté 60 Oedipoda caerulescens 42 Rosse sprinkhaan 61 Grande sauterelle verte 18 Oedipoda germanica 43 Schavertje 49 Grillon d’Italie 32 Omocestus rufipus 51 Sikkelsprinkhaan 11 Grillon des bois 31 Omocestus viridulus 50 Snortikker 55 Grillon des champs 29 Phaneroptera falcata 11 Steppesprinkhaan 52 Grillon domestique 30 Pholidoptera griseoaptera 27 Struiksprinkhaan 13 Méconème fragile 15 Platycleis albopunctata 22 Veenmol 33 Oedipode azurée 44 Platycleis tessellata 23 Veldkrekel 29 Oedipode bleue 42 Psophus stridulus 40 Weidesprinkhaan 57 Oedipode rouge 43 Sphingonotus caerulans 44 Wekkertje 50 Phanéroptère commun 11 Stenobothrus lineatus 48 Wrattenbijter 20 Sauterelle cymbalière 19 Stenobothrus stigmaticus 49 Zaagsprinkhaan 12 Sauterelle des chênes 14 Stethophyma grossum 45 Zadelsprinkhaan 28 Sauterelle ponctuée 13 Tetrix bipunctata 37 Zanddoorntje 35 Sténobothre nain 49 Tetrix ceperoi 35 Zeggedoorntje 34 Tétrix calcicole 37 Tetrix subulata 34 Zoemertje 48 Tétrix des carrières 38 Tetrix tenuicornis 38 Zompsprinkhaan 59 Tétrix des clairières 36 Tetrux undulata 36 Zuidelijk spitskopje 17 Tétrix des vasières 35 Tettigonia cantans 19 Zuidelijke boomsprinkhaan 15 Tétrix subulé 34 Tettigonia viridissima 18
Voorlopige atlas en "rode lijst" van de sprinkhanen en krekels van België, Rapport I.N. 2000/10 76 Atlas et "liste rouge" provisoire des sauterelles, grillons et criquets de Belgique, Rapport I.N. 2000/10
Het Instituut voor Natuurbehoud
Het Instituut voor Natuurbehoud (IN) is een wetenschappelijke instelling van de Vlaamse Gemeenschap; het telt momenteel een 90-tal medewerkers.
Het werd op 1 maart 1986 operationeel met als algemene taakstelling: "alle passende wetenschappelijke studies, onderzoekingen en werkzaam heden uit te voeren in verband met het natuurbehoud, inzonderheid met het oog op het uitwerken van actiemiddelen en wetenschappelijke criteria tot het voeren van een beleid inzake natuurbehoud; hiertoe verzamelt het alle nuttige documentatie, onderneemt het de nodige studies en onderzoekingen, richt enquêtes in en zorgt voor de overdracht van de verworven kennis aan de bevoegde overheden..."
Het onderzoek heeft vooral betrekking op diverse aspecten van de biodiversiteit, meer bepaald de inventarisatie, monitoring en ecologie van planten- en diersoorten, populaties en levensgemeenschappen in relatie tot hun omgeving. In het landschapsecologisch onderzoek gaat de aandacht vooral naar ecohydrologie, habitatfragmentatie en ecosysteemprocessen. De wetenschappelijke kennis ligt aan de basis van referentiekaders (zoals Rode Lijsten van diverse taxonomische groepen), karteringen van het natuurlijk milieu (zoals de Biologische waarderingskaart, BWK) en gebiedsgerichte acties inzake natuurontwikkeling, - herstel en -beheer. Dit beoogt het beleidsmatig inpassen van ruimtelijke en kwalitatieve noden van natuurbehoud in landinrichting, ruimtelijke planning, integraal waterbeheer en milieubeheer. Toepassingen liggen o.m. in de sfeer van het afbakenen van ecologische netwerken en gebieden van internationale betekenis en soortbeschermingsplannen.
Het Instituut is betrokken bij verschillende regionale, nationale en internationale onderzoeksprogramma's en netwerken. Daarnaast is er nauwe samenwerking met universiteiten en andere wetenschappelijke instellingen in binnen- en buitenland.
Adviesverlening is een belangrijke taak van het Instituut. Deze gebeurt zowel ten behoeve van het Kabinet van de bevoegde Minister, de Vlaamse Hoge Raad voor Natuurbehoud, de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen, AMINAL, AHROM en andere entiteiten van de Vlaamse Gemeenschap.
In opdracht van derden kunnen via het Eigen Vermogen specifieke studies, karteringen en expertises worden uitgevoerd, waarvoor tijdelijke contractuele medewerkers kunnen worden aangetrokken.
Het Instituut voor Natuurbehoud publiceert rapporten en mededelingen in een eigen reeks. De bibliotheek biedt een ruim aanbod van tijdschriften en referentiewerken inzake milieu en natuur. Daarnaast biedt het Instituut diverse informatie aan via internet.
Adres : Kliniekstraat 25, B-1070 Brussel Tel. (+32) 02/558.18.11 – Fax. (+32) 02/558.18.05 E-mail [email protected] – website : http://www.instnat.be