Essen En Bouwlandkampen Op Het Oost-Nederlands Plateau

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Essen En Bouwlandkampen Op Het Oost-Nederlands Plateau Essen en bouwlandkampen op het Oost-Nederlands Plateau Een interdisciplinaire studie naar hun opbouw en ontstaansgeschiedenis (1500-1832) J.J. (Joris) Ernst Essen en bouwlandkampen op het Oost-Nederlands Plateau Een interdisciplinaire studie naar hun opbouw en ontstaansgeschiedenis (1500-1832) Auteur: ing. J.J. (Joris) Ernst Lichtenvoorde, februari 2017 Masterscriptie Landschapsgeschiedenis Faculteit der Letteren, Rijksuniversiteit Groningen Scriptiebegeleider: prof. dr. ir. M. (Theo) Spek Tweede lezer: dr. J.F. (Jeroen) Benders Essen en bouwlandkampen op het Oost-Nederlands Plateau Een interdisciplinaire studie naar hun opbouw en ontstaansgeschiedenis (1500-1832) Auteur: ing. J.J. (Joris) Ernst Lichtenvoorde, februari 2017 Masterscriptie Landschapsgeschiedenis Faculteit der Letteren, Rijksuniversiteit Groningen Scriptiebegeleider: prof. dr. ir. M. (Theo) Spek Tweede lezer: dr. J.F. (Jeroen) Benders Voorwoord Mijn keuze om voor het Oost-Nederlands Plateau te kiezen kwam niet uit de lucht vallen. Telkens als ik vanuit Lichtenvoorde via Vragender richting Winterswijk fietste moest ik de rand van het Oost-Nederland Plateau op ‘klimmen’. Eenmaal in Winterswijk aangekomen was ik geïntrigeerd naar het kleinschalige cultuurlandschap en wilde meer weten te weten komen over de agrarische geschiedenis van dit gebied. Voor sommigen leek het een gewaagde keuze om het onderwerp essen en bouwlandkampen te kiezen. Hét onderwerp waar prof. dr. ir. Spek uitvoerig aandacht aan heeft besteed in zijn proefschrift Het Drentse Esdorpenlandschap. Maar dat viel reuze mee, juist dit onderwerp heeft mij door zijn ervaring verder gebracht dan ik in eerste instantie had gedacht, waarvoor mijn dank. Een aantal personen in het bijzonder ben ik een dankwoord verschuldigd. Dr. Pieter Ketner wil ik bedanken voor het kritisch doorlezen van mijn concepten. Als oud docent verbonden aan de Wageningen Universiteit wist hij op kritische, maar opbouwende wijze mijn werkstuk bij te schaven. Mijn oud Dienst Landelijk Gebied collega’s; ing. Danny Meus die op de meest vreemde GIS vragen toch altijd weer een passende aanpak wist te verzinnen. Louis Lansink heeft meegeholpen met het bodemkundig veldwerk en de interpretatie. Ook ing. Gerard Buitink, mijn voormalige gebiedsmanager, wil ik bedanken. Hij vond het namelijk een goed idee om deze opleiding te starten en heeft zich hiervoor ingezet. Daarnaast wil ik mijn werkgever het Ministerie van Economische Zaken bedanken, die het mede mogelijk heeft gemaakt. Daarnaast nog dank aan een aantal mensen die mij hebben geholpen bij mijn onderzoek. Archivaris dhr. P. Meerdink van het Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers, die zeer hulpvaardig was om mijn diverse vragen te beantwoorden. De heer drs. J.B. te Voortwis die mij waardevolle archieftoegangen heeft aangereikt aanvullend op zijn publicatie Winterswijk onder het vergrootglas. Ing. K. Meinderts, beleidsmedewerker van de gemeente Winterswijk voor de GIS dataset van de cultuurhistorische atlas van Winterswijk. De heren van de Wageningen Universiteit ing. F. de Vries en ing. G.J. Maas voor het beschikbaar stellen van de detail geomorfologische kaart en de boordata-set in GIS. Dr. A.H.G. Schaars en drs. L. Maas auteurs van de boerderij- en veldnamen uitgaven, die mij hebben geholpen om verklaringen voor de veldnamen te achterhalen en te interpreteren. Maar zeker ook de grondeigenaren waar ik veldbodemkundig onderzoek mocht doen. Tot slot wil ik mijn ouders bedanken, die mijn eindconcept aandachtig hebben gelezen en goede tips hebben gegeven. Maar zeker ook mijn vriendin Ingvild die mij heeft gesteund om deze studie te doen en veel geduld heeft gehad in de vele uren die ik op mijn studeerkamer heb doorgebracht. Inhoudsopgave H1 Inleiding ......................................................................................................................................................... 1 1.1 Aanleiding tot het onderzoek ................................................................................................................... 1 1.2 Stand van onderzoek ................................................................................................................................ 2 1.2.1 Open akkercomplexen in Nederland ................................................................................................. 2 1.2.2 Onderzoek naar essen en bouwlandkampen op het Oost-Nederlands Plateau ............................... 5 1.3 Afbakening van het onderzoek ............................................................................................................... 12 1.3.1 Gebied ............................................................................................................................................. 12 1.3.2 Tijdvak.............................................................................................................................................. 13 1.3.3 Thema .............................................................................................................................................. 14 1.4 Probleemstelling en onderzoeksvragen ................................................................................................. 14 1.4.1 Probleemstelling .............................................................................................................................. 14 1.4.2 Onderzoeksthema’s en onderzoeksvragen ..................................................................................... 15 1.5 Bronnen en methoden ........................................................................................................................... 16 H2 Ruimtelijk en historisch kader: hoofdlijnen van de landschaps- en bewoningsgeschiedenis van het Oost- Nederlands Plateau .......................................................................................................................................... 17 2.1 Inleiding .................................................................................................................................................. 17 2.2 Geogenese .............................................................................................................................................. 17 2.2.1 Ligging en ontstaan van het Oost-Nederlands Plateau ................................................................... 17 2.2.2 Genese van het reliëf op het Oost-Nederlands Plateau .................................................................. 18 2.3 Geologische dwarsdoorsnede van het Westelijk dekzandgebied naar het Oost-Nederlands Plateau .. 20 2.4 Geomorfologie en hoofdlandschappen.................................................................................................. 22 2.4.1 Inleiding ........................................................................................................................................... 22 2.4.2 Hoofdlandschappen ........................................................................................................................ 22 2.5 Prehistorische landschapsontwikkeling ................................................................................................. 27 2.6 De Middeleeuwen .................................................................................................................................. 30 2.7 De Nieuwe Tijd, de agrarische bedrijfsvoering in het Oost-Nederlands (dek)zandlandschap in de periode 1500-1832 ....................................................................................................................................... 32 2.7.1 Inleiding ........................................................................................................................................... 32 2.7.2 Stand van onderzoek ....................................................................................................................... 32 2.7.3 Agrarische bedrijfsvoering 1500-1832 ............................................................................................ 34 2.8 De Moderne Tijd ..................................................................................................................................... 35 2.8.1 De Statistieke beschrijving van Gelderland 1808, Kwartier van Zutphen ....................................... 36 2.9 Het 19e eeuwse cultuurlandschap op het Oost-Nederlands Plateau ..................................................... 38 2.9.1 Inleiding ........................................................................................................................................... 38 2.9.2 Historische landschappen ............................................................................................................... 38 2.10 Conclusies ............................................................................................................................................. 39 H3 Essen en bouwlandkampen op het Oost-Nederlands Plateau ................................................................... 41 3.1 Inleiding .................................................................................................................................................. 41 3.2 Bodemkundige en geomorfologische ligging van de bouwlanden ........................................................ 41 3.2.1 Bodemkundige classificatie van plaggengronden ........................................................................... 41 3.2.2 Bodemtypen met cultuurdekken op het Oost-Nederlands Plateau ................................................ 43 3.2.3 Geomorfologische
Recommended publications
  • Meervoudig Duurzaam Landgebruik Winterswijk, Kennisoverdracht En Publiciteit
    Meervoudig Duurzaam Landgebruik Winterswijk, kennisoverdracht en publiciteit Publicaties, rapporten, nieuwsbrieven en artikelen over MDL Winterswijk in jaren 1998-2002 H. Korevaar & P. van Loenen Rapport 60 Meervoudig Duurzaam Landgebruik Winterswijk, kennisoverdracht en publiciteit Publicaties, rapporten, nieuwsbrieven en artikelen over MDL Winterswijk in jaren 1998 - 2002 H. Korevaar & P. van Loenen Provincie Gelderland, Arnhem Plant Research International B.V., Wageningen januari 2003 Rapport 60 © 2003 Wageningen, Plant Research International B.V. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Plant Research International B.V. Exemplaren van dit rapport kunnen bij de (eerste) auteur worden besteld. Bij toezending wordt een factuur toegevoegd; de kosten (incl. verzend- en administratiekosten) bedragen € 20 per exemplaar. Informatie: H. Korevaar G.M. Kiljan Plant Research International B.V. Provincie Gelderland, Afd. Landelijk Gebied Postbus 16, 6700 AA Wageningen Postbus 9090, 6800 GX Arnhem Tel. : 0317 - 47 58 70 Tel. : 026 - 359 95 23 Fax : 0317 - 42 31 10 Fax : 026 - 359 95 10 E-mail : [email protected] E-mail : [email protected] Inhoudsopgave pagina Voorwoord 1 1. Inleiding 3 1.1 Beleidscontext 3 1.2 Visie op meervoudig duurzaam landgebruik 3 1.3 Doelstelling van programma MDL 4 2. Projectstructuur van DTO en MDL 5 2.1 DTO (programma Duurzame Technologische Ontwikkeling) 5 2.2 DTO-KOV (programma Duurzame Technologische Ontwikkeling Kennisoverdracht en –Verankering) 5 2.3 MDL (programma Meervoudig Duurzaam Landgebruik) 6 3.
    [Show full text]
  • Meer Mee-Doen
    Meer Mee-Doen Regelingen bijzondere bijstand en minimabeleid Sociale Dienst Oost Achterhoek 03-2015 Deze brochure geeft de belangrijkste informatie maar is natuurlijk niet volledig. Voor meer informatie kunt u terecht op www.sdoa.nl uitgave 03-2015 | Regelingen bijzondere bijstand en minimabeleid pagina 3 Bijzondere noodzakelijke uitgaven kunnen doen en meedoen met maatschappelijke activiteiten; dat moet mogelijk zijn voor iedereen. Ook als u een laag inkomen heeft. De Sociale Dienst Oost Achterhoek spant zich in om u financieel te helpen waar dat nodig en mogelijk is. Daarvoor zijn allerlei regelingen van kracht die kunnen verschillen afhankelijk van de gemeente waar u woont. Deze folder geeft de belangrijkste regelingen weer. pagina 4 Regelingen bijzondere bijstand en minimabeleid | uitgave 03-2015 Kom ik in aanmerking voor bijzondere bijdragen? Iedere aanvraag voor bijzondere bijstand wordt apart beoordeeld, maar er zijn natuurlijk algemene richtlijnen. Die hebben te maken met uw leeftijd (heeft u de pensioengerechtigde leeftijd al bereikt?), met uw gezinssituatie (woont u alleen of gezamenlijk, heeft u kinderen waarvoor u moet zorgen?) en met uw inkomen. Via onderstaand overzicht kunt u van te voren al redelijk inschatten of u wel of niet recht heeft op regelingen voor bijzondere bijstand. De genoemde norminkomens wijzigen tweemaal per jaar. Kijk voor de actuele bedragen voor de zekerheid op www.sdoa.nl. Bent u getrouwd of woont u samen en bent u tussen de 21 en de pensioengerechtigde leeftijd? Dan hebt u, als uw gezamenlijk inkomen beneden de € 1.509,- ligt, waarschijnlijk recht op één of meerdere regelingen. Bent u alleenstaande ouder tussen de 21 en de pensioengerechtigde leeftijd? Dan hebt u met een inkomen beneden de € 1.336,- (dit is inclusief de alleenstaande ouderkop), waarschijnlijk recht op één of meerdere regelingen.
    [Show full text]
  • Onderzoek ICT En Informatievoorziening
    Inspelen op de digitale revolutie in gemeente Winterswijk Informatietechnologie als strategische hulpbron voor het realiseren van maatschappelijke opgaven Colofon Dit onderzoek is uitgevoerd door de Rekenkamercommissie Aalten, Oost Gelre, Winterswijk. De rekenkamercommissie stemt geregeld af met een raadswerkgroep (bestaande uit twee raadsleden per gemeente) over de selectie van onderwerpen, de opzet van onderzoeken en de rapportagevorm. Directeur van de rekenkamercommissie is dr. Igno Pröpper. Hij voerde dit onderzoek uit met drs. Bart Litjens. Dit onderzoek is uitgevoerd op verzoek van de gemeenteraad van Winterswijk. Voor het onderzoek is een raadswerkgroep ingesteld bestaande uit de volgende raadsleden: dhr. Tom de Graaff mevr. Ruth van der Meulen dhr. André van Nijkerken dhr. Jeroen Rensen dhr. Frank Roerdinkholder dhr. Fränklin Vlam dhr. Ubel Zuiderveld De raadswerkgroep werd ondersteund door mevr. Floor Jansen van de raadsgriffie. De rekenkamercommissie bedankt alle betrokkenen voor hun bijdrage aan dit onderzoek, met name de diverse gesprekspartners en de ICT-organisatie voor het verstrekken van informatie en gegevens. Winterswijk, 24 oktober 2017 Leeswijzer DEEL I: DE KERN Dit deel bevat de belangrijkste resultaten van het onderzoek in de vorm van conclusies en aanbevelingen. Ook tref je hier de doel- en vraagstelling aan. DEEL II: VERKENNING EN BEVINDINGEN Dit deel bestaat uit de verkenning van de ICT-ontwikkelingen de bevindingen van het onderzoek. DEEL III: DE BIJLAGEN Dit deel bevat de onderzoeksopzet, een overzicht
    [Show full text]
  • From Winterswijk to Wisconsin: Emigration from the Achterhoek to the United States in the Nineteenth Century
    From Winterswijk to Wisconsin: Emigration from the Achterhoek to the United States in the nineteenth century Introduction Winterswijk is a small village in the eastern part of the Netherlands, in the province of Gelderland. It is likely that nobody in Wisconsin would ever have heard about it, if not for a single historical phenomenon: in the nineteenth century, a significant part of the population emigrated to the United States and many of these emigrants ended up in Wisconsin. This article will explore the reasons why so many people left, how they traveled and where they ended up. Figure 1: Location of Winterswijk and the neighboring towns of Aalten, Bredevoort and Dinxperlo1 Agricultural history of Winterswijk To understand why the emigration wave hit exactly in the Winterswijk area, we have to understand some of its history. Winterswijk has long been a rural community. Some of the farms that exist today, appear in historical records as early as the 11th century.2 Until the French occupation in 1795, many inhabitants were serfs. They were bound to the land and worked the farms of the landlords. They also had to perform services for the lord, including de-icing the castle moat, letting the lord's pigs roam the forests for acorns, providing food and water for the lord's hunting party and cutting wood for the lord's kitchen. In return, they had the right to work the farm and the lord provided protection for them. They also had to submit to strict serf laws. In general, serfs were only expected to marry other serfs that belonged to the same estate.
    [Show full text]
  • Integraal Veiligheidsplan Achterhoek Oost 2019-2022
    Integraal Veiligheidsplan Achterhoek Oost 2019 tot en met 2022 Voorwoord Het veiligheidsbeleid van een gemeente wordt niet alleen door de gemeente zelf opgesteld. Dat is de reden dat dit plan een Integraal Veiligheidsplan heet. De veiligheid in een gemeente kan immers niet alleen door de gemeente gewaarborgd worden. Daar zijn allerlei anderen bij nodig, denk aan organisaties zoals de politie en de brandweer. Maar het meest belangrijk zijn onze inwoners. Om te zorgen voor een veilige leef- en werkomgeving is het belangrijk dat zoveel mogelijk mensen meedoen. Dat kan door elkaar te helpen als het even niet meer gaat, elkaar aan te spreken in de dagelijkse omgang, of door de politie te bellen als je een situatie niet vertrouwt. In het Integrale Veiligheidsplan kan de gemeente natuurlijk niet bepalen wat haar inwoners doen. Daarom is dit plan beperkt tot dat wat de gemeente zelf kan en waarbij zij kan samenwerken met andere (overheids)organisaties. Dit gaat dan om allerlei onderwerpen. Denk aan het terugdringen van fietsendiefstal, het verbeteren van het veiligheidsgevoel van onze inwoners, zorgdragen voor een veilig uitgaansklimaat of ondernemers helpen hun werk veilig te kunnen uitvoeren. Dit plan is bedoeld voor de periode van 2019 tot en met 2022. In de afgelopen vier jaar hebben de gemeenten Aalten, Berkelland, Oost Gelre en Winterswijk intensief samengewerkt in hun integrale veiligheidsbeleid. De aanleiding was de vorming van één politieteam voor de vier gemeenten. Samen met de teamchef van de politie en de officier van justitie kunnen de vier burgemeesters in de veiligheidsdriehoek bepalen welke prioriteiten in deze jaren voor alle partijen gelden.
    [Show full text]
  • Cycling in the Netherlands Cycling in the Netherlands Index
    Cycling in the Netherlands Cycling in the Netherlands Index Foreword (initial) 6 Chapter 4: Practical measures 45 4.1 Spatial policy: nearby destinations 48 Chapter 1: Cycling in the Netherland 7 Example N Houten: spatial structure aimed at slow traffic 47 1.1 Bicycle use in the Netherlands 10 4.2 Road infrastructure for cyclists 48 1.2 Dutch bicycle use in a European perspective 11 Example O Zwolle: Independent bicycle network 49 1.3 Bicycle ownership and theft 14 Example P Veenendaal: Systematic 300 metre mesh width 51 1.4 Bicycles and traffic safety 14 Example Q Zwolle: the city of bicycle lanes 53 1.5 Bicycle policy works 16 Example R Bicycle highway between Breda and Etten-Leur 55 Example S Bicycle street Oss municipality 56 4.3 Good bicycle parking facilities 58 Chapter 2: The Dutch approach in brief 17 Example T Bicycle parking in Utrecht 57 2.1 Objectives of bicycle policy 19 Example U Free guarded parking in Apeldoorn 57 2.2 Municipal bicycle policy: traditionally at the core 19 4.4 Tackling bicycle theft 60 Example A Groningen: consistent policy 21 Example V Winterswijk: winner of the best approach to bicycle theft 59 Example B Amsterdam: complex organisation and comprehensive bicycle policy 23 Example W Innovative approach in Amsterdam 59 2.3 Provinces and urban areas: decentralised directors 26 4.5. Education, information and enforcement 62 Example C Zeeland: bicycle Action Plan 25 Example X Province of Brabant Traffic Safety Label 61 Example D Gelderland: broad and progressive bicycle policy 25 2.4 The state: support for decentralised
    [Show full text]
  • 7000 Gemeenten Achterhoek
    WAAR WERKEN INWONERS VAN... DE ACHT ACHTERHOEKSE GEMEENTEN IN 2013 percentages Aalten 52,8 Aalten 11,3 Oude IJsselstreek 8,5 Winterswijk BERKELLAND Berkelland 45,1 Berkelland 7,4 Oost Gelre 5,7 Enschede, Haaksbergen BRONCKHORST Bronckhorst OOST 36,1 Bronckhorst GELRE 20,1 Doetinchem WINTERSWIJK 10,4 Zutphen Doetinchem DOETINCHEM 58,5 Doetinchem 5,6 Arnhem MONTFER- OUDE AALTEN 5,6 Oude IJsselstreek LAND IJSSELSTREEK Montferland 35,5 Montferland 18,8 Doetinchem 10,9 Arnhem Oost Gelre 57,6 Oost Gelre ACHTERHOEK OPGESPLITST IN 8,0 Winterswijk 6,4 Doetinchem Doetinchem e.o. Winterswijk e.o. richting Enschede Oude IJsselstreek 48,7 Oude IJsselstreek 22,7 Doetinchem 5,2 Montferland richting Zutphen Winterswijk Borculo 63,6 Winterswijk Vorden BERKELLAND 11,8 Oost Gelre 4,6 Aalten Kranenburg Ruurlo WAAR WINKELEN (mode en luxe Wichmond Beltrum artikelen) INWONERS VAN ... Baak Aalten 23,4 Doetinchem 14,6 Winterswijk 14,5 Aalten Berkelland BRONCKHORST Mariënvelde 21,4 Berkelland OOST 10,0 Oost Gelre 8,5 Hengelo (O) Zieuwent GELRE Bronckhorst 28,9 Doetinchem Harreveld 15,0 Zutphen WINTERSWIJK 9,8 Bronckhorst Doetinchem Loil DOETINCHEM 36,3 Doetinchem 12,9 Arnhem 9,1 Oude IJsselstreek Didam Montferland 27,0 Doetinchem MONTFER- AALTEN 25,0 Arnhem OUDE 10,2 Zevenaar LAND IJSSELSTREEK Oost Gelre Babberich 18,6 Doetinchem 15,8 Oost Gelre Dinxperlo 14,2 Winterswijk Oude IJsselstreek 31,5 Doetinchem 15,6 Oude IJsselstreek 11,3 Arnhem Winterswijk 30,3 Winterswijk 12,1 Oost Gelre 11,8 Berkelland WAAR WERKEN INWONERS VAN... DE ACHT ACHTERHOEKSE GEMEENTEN IN 2013 percentages Aalten 52,8 Aalten 11,3 Oude IJsselstreek 8,5 Winterswijk BERKELLAND Berkelland 45,1 Berkelland 7,4 Oost Gelre 5,7 Enschede, Haaksbergen BRONCKHORST Bronckhorst OOST 36,1 Bronckhorst GELRE 20,1 Doetinchem WINTERSWIJK 10,4 Zutphen Doetinchem DOETINCHEM 58,5 Doetinchem 5,6 Arnhem MONTFER- OUDE AALTEN 5,6 Oude IJsselstreek LAND IJSSELSTREEK Montferland 35,5 Montferland 18,8 Doetinchem 10,9 Arnhem Oost Gelre 57,6 Oost Gelre ACHTERHOEK OPGESPLITST IN 8,0 Winterswijk 6,4 Doetinchem Doetinchem e.o.
    [Show full text]
  • Voor Sneltrein Achterhoek Is Nog Maar 6 Km Dubbelspoor Nodig
    Ing. 26 oktober 2017 PS2017-656 2017-014809 Aan: de leden van Provinciale Staten van Gelderland PS 13 december 2017 t.k.n. aan Gedeputeerde Staten Van: Datum: 26 oktober 2017 Voor sneltrein Achterhoek is nog maar 6 km dubbelspoor nodig Opnieuw willen GS niet investeren voor sneltreinen in de Achterhoek (de Gelderlander 18 oktober 2017). Na de verdubbeling Didam-Zevenaar is er nog maar een beetje geld over, verdubbeling van De Huet-Wehl. Echter: juist daar is het niet echt nodig. Voor sneltreinen is juist wel dubbelspoor nodig tussen Wehl en Didam. Dan kunnen daar sneltreinen en stoptreinen elkaar tegenkomen en op volle snelheid passeren. Flinke tijdwinst en meer comfort De gewenste sneltrein is voor de reizigers uit Winterswijk, Aalten, Varsseveld, Terborg, Gaanderen en omliggende dorpen (Lichtenvoorde, Dinxperlo, Gendringen, Ulft, ’s-Heerenberg enz.), kortom voor de hele Zuid-Oost Achterhoek een comfortabele snelle verbinding. De sneltrein zal 7 keer minder stoppen en een kwartier eerder in Arnhem zijn. De trein rijdt van Winterswijk als stoptrein tot Doetinchem, en wordt daar gesplitst. Het voorste treinstel rijdt non- stop door naar Arnhem, het achterste deel gaat verder als stoptrein. De reistijd vanaf Winterswijk naar Arnhem gaat van 68 naar 55 minuten, vanaf Doetinchem van 35 naar 20. Elders in Nederland wel Op andere regionale treintrajecten is dankzij flinke investeringen de gemiddelde snelheid van de treinen omhoog gegaan. Nijmegen-Venlo 69 km/uur en Groningen-Leeuwarden 66 (stoptrein) en 93 (sneltrein). Op Winterswijk-Arnhem is het slechts 57 km/uur. Opnieuw worden in het westen vele miljoenen geïnvesteerd (“spoorboekloos rijden”) maar voor 6 km spoor in de Liemers en een ongelijkvloerse spoorkruising bij Velperpoort is geen geld.
    [Show full text]
  • Rapport Commissie Dolman
    Advies uitgebracht aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Archief Philip Staal door het Adviescollege besteding vierde tranche Den Haag, 1 juli 1999 1 Inhoud 1. Voorgeschiedenis 2 2. Bestedingskader 2 3. Adviescollege 3 4. Aanvragen 4 5. Algemene beschouwingen 5 6. Beoordelingsnormen 6 7. Overwegingen 6 8. Aanbevolen bijdragen 10 - Boeken 10 - Films 12 - Bibliotheken en studiecentra 13 - Musea 13 - Cultuur en onderwijs 14 - Synagogen 15 - Begraafplaatsen 16 - Gedenktekens 17 - Zorg 18 - Websites 19 9. Niet aanbevolen projecten 19 - Boeken 19 - Films 21 - Bibliotheken en studiecentra 23 - Musea 24 - Cultuur en onderwijs 25 - Synagogen 30 - Begraafplaatsen 31 - Gedenktekens 33 - Zorg 34 - Websites 35 - Overige categorieën 36 2 1. Voorgeschiedenis Archief Philip Staal Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn grote hoeveelheden monetair goud in beslag ge- nomen door nazi-Duitsland. Een groot deel van dit goud is na de oorlog door de westerse geallieerden teruggevonden. In december 1945 bereikten zij een akkoord over de resti-tutie van het teruggevonden goud. Dit goud werd ondergebracht in de zogenoemde goudpool van de Tripartite Goudcommissie (TGC), waarin de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk waren vertegenwoordigd. De TGC, die zich in sep-tember 1998 heeft opgeheven, had als taak de claims van de beroofde landen te be-oordelen en op basis van erkende claims een evenredig deel van de goudpool toe te kennen. De TGC heeft drie keer aan Nederland goud teruggegeven. De opbrengst van dit goud heeft een monetaire bestemming gekregen. De TGC heeft in september 1997 medegedeeld te willen overgaan tot uitdeling van de vierde, tevens laatste, tranche van de goudpool.
    [Show full text]
  • Water Retention in the Catchment of the Groenlose Slinge
    Water Retention in the Catchment of the Groenlose Slinge Niek Klein Wolterink s1959727 Start assignment: 04-06-2020 End assignment: 19-06-2020 Coordinator UT: dr. ir. M.J. Booij Coordinator WRIJ: ir. ing. R. Engelbertink Preface This paper will conclude my Bachelor Civil Engineering at the faculty of Engineering Technology (ET) at the University of Twente. During this study, the effects of climate change on the hydrological cycles of the Netherlands became more prominent. This grasped my interest and led to the decision of going after a bachelor’s thesis that would contribute to adapting to the effect of a changing climate on water systems. During my mountain biking trips around my hometown of Aalten it occurred to me that this part of the Achterhoek, with its large aquifers and little rain, does suffer from drier summers. With this knowledge in mind, I contacted Waterschap Rijn en IJssel, the Water Authority that determines and implements policies in the area that I had in mind. As it turned out, Waterschap Rijn en IJssel (WRIJ) were just as interested in this matter as I was, and a match was found. WRIJ wanted to understand the hydrological system in the upper reaches of the Groenlose Slinge better and liked to know what could be done to overcome the problems with a declining groundwater table, high peak discharges and a (too) small base discharge. This assignment was an exact match with what I was searching for. The cooperation led to this report, the report is directed at policy makers for the project area.
    [Show full text]
  • Natuurpotentie Willinks Weust Resultaten Van Een Ecopedologisch Onderzoek
    Natuurpotentie Willinks Weust Resultaten van een Ecopedologisch onderzoek Bas van Delft, Fokke Brouwer, Maarten van der Werff en Rolf Kemmers Dit onderzoek is uitgevoerd binnen het kader van een opdracht van Dienst Landelijk Gebied Gelderland Projectcode 5237725Ĉ01 Natuurpotentie Willinks Weust Resultaten van een Ecopedologisch onderzoek Bas van Delft, Fokke Brouwer, Maarten van der Werff en Rolf Kemmers Alterra Centrum Bodem Alterra Wageningen UR Wageningen, 2010 Referaat Bas van Delft, Fokke Brouwer, Maarten van der Werff en Rolf Kemmers, 2010. Natuurpotentie WIllinks Weust; Resultaten van een Ecopedologisch onderzoek. Wageningen, Alterra, AlterraĈNatuurpotenties Willinks Weust.doc. 141 blz.; 50 fig.; 19 tab.; 49 ref. Voor 6 percelen in Natura2000 gebied zijn de potenties voor natuurontwikkeling onderzocht. Daarnaast is in 3 transecten van in totaal 11 peilbuizen het ecohydrologisch functioneren van het gebied onderzocht en zijn adviezen gegeven over de mogelijkheden de inrichting te verbeteren. Door de ligging op de overgang van het Muschelkalkeiland en een erosiegeul in die in de ondergrond van Bontzandsteen is uitgesleten heeft het gebied een bijzondere geologische en hydrologische uitgangspositie. Het erosiedal is opgevuld met verspoelde zanden. Het gebied is echter ook sterk verdroogd door diepe ontwateringsloten, met name in het erosiedal en op de overgang naar het plateau. Ook de steengroeve aan de noordkant van het gebied heeft in een overgangzone een verdrogende invloed. Inrichting van de percelen en herstel van de hydrologie bieden goede mogelijkheden de natuurwaarden in het gebied te herstellen en versterken. Trefwoorden: Ecohydrologie, Ecopedologie, Natuurontwikkeling, Fosfaat, Willinks Weust © 2010 Alterra Wageningen UR, Postbus 47; 6700 AA Wageningen; Nederland Telefoon 0317 48 07 00; fax 0317 41 90 00; eĈmail [email protected] Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Alterra Wageningen UR.
    [Show full text]
  • Oude Sporen, Nieuwe Verbindingen Verdwenen Spoorwegen Als Inspiratie Voor Hernieuwde Landschapsverbindingen in De Achterhoek
    OUDE SPOREN, NIEUWE VERBINDINGEN Verdwenen spoorwegen als inspiratie voor hernieuwde landschapsverbindingen in de Achterhoek LAREN LOCHEM NEEDE ZUTPHEN BORCULO EIBERGEN VORDEN RUURLO HENGELO (G) GROENLO DOESBURG ZELHEM LICHTENVOORDE ANGERLO WINTERSWIJK WEHL DOETINCHEM DIDAM VARSSEVELD WESTERVOORT DUIVEN ZEVENAAR AALTEN ZEDDAM ULFT GENDRINGEN ‘S HEERENBERG DINXPERLO LOBITH Waarom de Achterhoek? Uitgangspunt voor dit project is de Achter- hoek in ruime zin, dus inclusief Liemers. Wij hebben gekozen voor de volgende begren- ING zing: de IJssel in het westen, de Duitse grens in het oosten, de provinciegrens met Overijs- V sel in het noorden en de Rijn in het zuiden. De Achterhoek is een erg geschikt gebied om het door ons gekozen spoorweg- thema uit te werken omdat de afname van het aantal spoorwegen er zo drastisch was. Afbeelding 1.: Stoomtram op de brug over de Oude IJssel Thans is er nog maar één verbinding: tussen in Zutphen, begin twintigste eeuw. Fotograaf onbekend. Arnhem, Winterswijk en Zutphen. Ooit be- vonden zich hier echter vele spoor- en tram- wegen van verschillende maatschappijen. Daardoor zijn er ook nog heel wat relicten, toponiemen en verhalen die herinneren aan deze voormalige verbindingen. Maar ook vanuit een landelijk perspectief is de terug- gang in spoorwegen juist in de Achterhoek enorm. Bovendien kent de Achterhoek een grote diversiteit in landschapstypen en -ele- menten en waren hier vroeger veel nijverhe- den en industrieën. Deze regionale kwalitei- ten van spoorwegerfgoed, landschappelijke diversiteit en economische en creatieve be- drijvigheid zijn relevant voor de uitwerkings- mogelijkheden van ons idee. Creatieve kwaliteit in de Achterhoek Uit de vele sites, initiatieven (zoals exposities), amateurspeurders en andere spoorweghob- byisten blijkt dat spoorwegerfgoed ook lo- kaal en regionaal op veel belangstelling kan rekenen.
    [Show full text]