Hoofdstuk 5 1940 DE PERSLEIDER
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Dr. Tobie Goedewaagen (1895-1980): een leven lang nationaal-socialist van Berkel, A.B. Publication date 2012 Link to publication Citation for published version (APA): van Berkel, A. B. (2012). Dr. Tobie Goedewaagen (1895-1980): een leven lang nationaal- socialist. Dikus Waanders. General rights It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Disclaimer/Complaints regulations If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible. UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl) Download date:02 Oct 2021 Hoofdstuk 5 1940 DE PERSLEIDER Unsere lieben Feinde Eén dag voor de Duitse inval, op 9 mei 1940, was Goedewaagen benoemd tot hoofdredac- teur van De Waag.1 Bestuursvoorzitter Wigersma deed er mededeling van in het betreffen- de nummer: ‘In verband met andere werkzaamheden acht ik het gewenscht de leiding van de redactie van De Waag aan een jongeren kracht over te dragen. Met instemming der an- dere redacteuren heb ik daartoe benoemd: Dr. T. Goedewaagen (…)’.2 Het blad, dat zich vóór de oorlog al sterk georiënteerd had op de Duitse en Italiaanse voorbeelden, richtte zich nu nog sterker op het nationaal-socialisme. Goedewaagen opende zijn eerste nummer als hoofdredacteur met een van nationale mythe, bloed en bodem doordrenkt artikel.3 Te- gelijkertijd bleef het uitgangspunt ‘onafhankelijk van elke politieke partij’ nog hoog in het vaandel staan. Maar Goedewaagen zocht, samen met redacteuren als H.C. (Bob) van Maasdijk, Pieter Jan van Megchelen en Johan Carp, de grenzen van die partijloosheid op. Toch beschouwde menigeen ‘de Waagmensen als NSB-ers in smoking, dus minder gevaar- lijk dan echte NSB-ers’.4 Vóór mei 1940 was niemand van het stichtingsbestuur of de redac- tie lid van de NSB, behalve Goedewaagen zelf en Johan Carp, die geheim lid was.5 De aanval op Nederland in de vroege ochtenduren van 10 mei 1940 was, ondanks de mobilisatie, onverwacht. Nederland was niet alleen materieel en militair onvoldoende voorbereid op deze oorlog, maar met name psychologisch hakte de ‘overval’ door het buur- land erin.6 De Nederlandse bevolking had ruim een eeuw vrede gekend en was ondanks de dreigende voortekenen niet in staat geweest zich in te stellen op een overheersing door een vreemde mogendheid. De regering had hardnekkig vastgehouden aan de neutraliteitspoli- tiek die in 1914 nog voldoende soelaas had geboden tegen actieve deelname aan de Eerste Wereldoorlog. Ook Goedewaagen toonde zich uit het lood geslagen. Hij had als student de Eerste Wereldoorlog meegemaakt en was opgegroeid met de politiek van neutraliteit. Zijn hoop dat Nederland buiten de oorlog zou blijven, ‘vervloog in de bittere morgenuren van de tiende mei’.7 1 Goedewaagens salaris als hoofdredacteur zal vermoedelijk niet minder zijn geweest dan dat van zijn voorganger drs. C.C. Küpfer, die in juli 1938 een salaris van f 400 per maand ontving. NIOD Waag 174 inv.no. 3, Brief Wi- gersma aan Küpfer (1 juli 1938). 2 B. Wigersma, ‘Mededeeling’, De Waag jrg. 4 no. 19 (9 mei 1940) blz. 227. Vanaf dit nummer werd in de kopregel vermeld ‘hoofdredacteur: T. Goedewaagen’ – voor die tijd stond zo’n vermelding er niet. 3 Goedewaagen, ‘Nederland onder den Meiboom’, De Waag, jrg. 4 no.19 (9 mei 1940) blz. 225 (voorpagina). 4 Als geciteerd bij: Fraenkel-Verkade, Correspondentie van Mr. M.M. Rost van Tonningen, blz. 183. 5 Over geheim lidmaatschap Carp: Fraenkel-Verkade, Correspondentie van Mr. M.M. Rost van Tonningen, blz. 183. 6 Konrad Kwiet, Rijkscommissariaat Nederland. Mislukte poging tot vestiging van een nationaal-socialistische orde (Baarn 1969) blz. 36. 7 Goedewaagen, Hoe ik nationaal-socialist werd en was, blz 64. 143 De eerste oorlogsdagen beleefden de kersverse hoofdredacteur en zijn vrouw thuis in Haarlem. Hij voelde zich onzeker, niet zozeer over de afloop van de oorlog als wel over de houding die hij zelf moest aannemen. Waren zijn Duitse vrienden nu ineens vijanden ge- worden? Maar dan toch ‘unsere lieben Feinde’! Tegelijkertijd voelde hij, ondanks alle ideologie, een gevoel van solidariteit met zijn eigen landgenoten, schreef hij later. In die verwarring werden hij en Truus tot hun verbijstering op 12 mei onverwacht gearresteerd en naar de Ripperdakazerne in Haarlem gebracht, waar de cavalerie was gehuisvest. ‘Ik had nooit aan mijn “nederlandse betrouwbaarheid” getwijfeld,’ schreef Goedewaagen. ‘Dat de overheid dat wel deed, griefde mij diep.’8 Goedewaagen werd vermoedelijk gearresteerd vanwege de bevindingen van de Centrale Inlichtingendienst na een onderzoek naar de mogelijke risi- co’s van De Waag voor het landsbelang in januari 1940.9 De internering van Goedewaagen en duizenden andere politiek verdachte personen had alles te maken met de psychologische schok die de Duitse aanval bij de bevolking teweeg had gebracht. Het kwam tot massale arrestaties van verdachte nationaal-socialisten, in wie men de ‘verraders’ vermoedde en van wie er velen op de arrestatielijsten van de Centrale Inlichtingendienst stonden.10 Bovendien gaf de snelle opmars de bevolking het gevoel dat de vijand uit het niets kwam. De wildste geruchten over als Nederlanders vermomde Duit- se soldaten en een Duitse ‘Vijfde Colonne’ deden de ronde en leidden tot nog meer arresta- ties.11 Met zo’n tweehonderd andere verdachten zat Goedewaagen vijf dagen opgesloten in een kleine ruimte, onder druk van de wildste geruchten wat er met hen zou gaan gebeuren. Ze werden in onzekerheid gelaten over familieleden, ondergingen onbeschoftheden en pesterijen van de bewakers en werden met de dood bedreigd.12 Ondertussen was Koningin Wilhelmina met haar gezin op dringend advies van opper- bevelhebber Generaal Winkelman (maar tegen haar zin) gevlucht naar Engeland. Dat was een gebeurtenis die niet alleen bij de NSB-ers gevoelens opriep van woede en verbittering. Brede lagen van de bevolking waren in de eerste dagen van de bezetting verbijsterd over deze daad en voelden zich in de steek gelaten.13 Goedewaagen stelde later dat de Oranjes zich met deze stap definitief buitenspel hadden gezet.14 Eén dag later, op 15 mei 1940 te- kende Winkelman de capitulatie en werd hij geïnstalleerd als plaatsvervanger van Konin- gin Wilhelmina. Zijn doel was om in overleg met de Duitse militaire instanties het staat- 8 Goedewaagen, Hoe ik nationaal-socialist werd en was, blz 64. 9 NA, Centrale Inlichtingendienst 1919-1940 (CID), toegang 2.13.70, inv.no. 1576, doc.no. 01181b, Geheim inlich- tingenrapport over De Waag (15 januari 1940). 10 L. de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog 3, mei 1940 (Den Haag 1970) blz. 196. De arresta- ties gingen uit van de in 1938 door de procureur-generaal opgestelde arrestatielijst ‘van al degenen die onbe- trouwbaar geacht werden’. Vgl. L. de Jong, De Duitse Vijfde Colonne in de Tweede Wereldoorlog (Arnhem/Amsterdam 1953) blz. 100, waar gesproken wordt over ‘arrestatieploegen’ en ‘politie-auto’s’. 11 De Jong, De Duitse Vijfde Colonne, blz. 95-100. 12 De Jong, Het Koninkrijk 3, blz. 196-200. Vgl. Goedewaagen, ‘Terreur in Nederland’, De Waag, jrg. 4 no’s. 20-21 (23 mei 1940) blz. 244-245. 13 Kwiet, Rijkscommissariaat Nederland, blz. 38. 14 Zie onder meer NIOD, Archief College Secretarissen-generaal (CSG) toegang 216, inv.no. 3g, Notulen secreta- rissen-generaal no.85 (30 september 1941). 144 kundige en economische leven weer op gang te brengen. In feite kwam het erop neer dat het Nederlandse bestuur aanbleef en de bevolking weer gewoon aan het werk ging.15 Goedewaagen en Truus werden op 17 mei vrijgelaten. De vernedering van de arrestatie en de spanning van de internering misten hun uitwerking niet: ‘Ik was als toeschouwer de kazerne binnengegaan. Ik kwam er als activist weer uit.’16 Eenmaal thuis hadden ze hun kleren weggesmeten, ‘Weg met die Ripperda-jurk, weg met die Ripperda-broek, weg met die Ripperda-schoenen!’17 Een week later, intussen teruggekeerd op de burelen van De Waag, schreef hij opgewonden onder de titel ‘Terreur in Nederland’ in zijn blad: ‘(…) wij zijn nieuwe menschen geworden! (…) Opgesloten als landverraders, zijn wij, steeds met den grooteren moed en het grooter leed onzer landverdedigers voor den geest, in stille oogenblikken tot een kracht gerijpt, die vaderland en volk ten goede dienen zal. Sterker, dan vele jaren van propaganda door het woord hebben vijf dagen van gezamenlijk geleden mishandeling een hecht legioen van vastbeslo- tenen gemaakt, die elkaar herkennen, als zij elkaar in de oogen kijken.’18 De traumatische ervaring haalde het laatste restje terughoudendheid bij Goedewaagen weg. Niet als landverraders maar als Geuzen betitelde hij zichzelf en zijn duizenden mede- geïnterneerden. Vanaf nu was hij vastbesloten om aan de nationaal-socialistische opbouw van Nederland actief bij te dragen. Dat hij tot een kleine minderheid behoorde, deerde hem niet in het minst. Hij voelde het als zijn roeping in de wereld – ‘kortom heel mijn ideologie was (…) nu op de drempel der realisering komen te staan’.19 De eerste weken van de bezetting werden gekenmerkt door onzekerheid over de staats- rechtelijke plannen van de bezettende macht. Winkelman was nu de ‘hoogste vertegen- woordiger van het Nederlandsche Regeeringsgezag’, zoals de kranten hem hadden aange- kondigd, en in die korte periode van zijn gezag werden cruciale keuzes gemaakt over de houding van de Nederlandse regering en bevolking tegenover de bezetters.