148 David Bailly, "Fort Bon Peintre En Pourtraicts Et En Vie Coye" 1) Door J. BRUYN (Amsterdam) INLEIDING. Ange Tijd I

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

148 David Bailly, bon en et en vie David Bailly, "fort peintre pourtraicts coye" 1) door J. BRUYN (Amsterdam) INLEIDING. ange tijd is David Bailly een vrijwel legendarische figuur geweest, en N dat is hij nog enigszins. Zijn betekenis en invloed zijn bekend uit de handboeken, maar een duidelijke voorstelling van zijn werk bestaat niet. In het onderstaande moge, na een kort overzicht van de bronnen van onze kennis, getracht worden tot een kritisch verantwoord beeld van den schilder en zijn werk te komen. Afgezien van een prijzende vermelding in Arnoldus Buchelius' Res Pictoriae (tussen 1619 en '39) ) is Jan Jansz. Orlers 3) de eerste, die Bailly's geschilderde en getekende portretten bespreekt en een reeks biographische bijzonderheden mededeelt, waarop alle latere levensbeschrijvingen terug- gaan. Het enige andere authentieke bericht is het in de ondertitel geciteerde onderschrift van 1649. Na de uiterst beknopte (maar daarom nog niet altijd precieze) mededelingen van Simon van Leeuwen J) en Sandrart,5) en de waarde- loze tirades bij De is het vooral Houbraken i) die Orlers' gegevens haasr letterlijk maar in de weinige afwijkingen onnauwkeurig of onjuist overneemt. En in deze versie doen zij dan de ronde bij de verschillende 18de-eeuwse biographen, bij wie zij, nooit met enig aanschouwd kunstwerk in verband gebracht, een geisoleerd en steeds vervagend bestaan lijden 11). Fiorillo 9), wiens biographie slechts de reeds gemaakte vergissingen samenvat, weet echter hieraan weer een hem bekend schilderij te verbinden, dat zich in de verzameling van de universiteit te G6ttingen bevond en nog bevindt. De grote 19de-eeuwse lexica beijveren zich de traditionele levensbeschrijving te 1) Uit het onderschrift van het door Coenrad Waumans gegraveerde zelfportret, voorkomend in Image de divers hommes desprit sublime, uitgegeven in 1649 door Jean Meyssens te Antwerpen, en in De Bie's Gulden Cabinet, 1661. Uitgegeven door Dr G. J. Hoogewerff en J. Q. van Regteren Altena, 's-Gravenhage 1928, blz. 63 en 66. a) Beschrijvinge der Stad Leyden, 2de druk 1643, blz. 371-372. 4) Korte Besgryving Van het Lugdunum Batavorum Nu Leyden, 1672, blz. 189. 5) Teutsche Academie, ed. Peltzer, München 1925, blz. 190. '') Het Gulden Cabinet, Lier 1661, blz. 270. ) Groote Schouwburgh I, 1718, blz. 118. Vgl. Dr Corn. Hofstede de Groot: Arnold Houbraken und seine Groote Schouburgh, Haag 1893, blz. 389. Campo Weyerman: Levensbeschryvinghen I, 1729, blz. 369. Descamps: La vie des peintres I, Paris 1753, blz. 389. 9) Geschichte der zeichnenden Kiinste in Deutschland und den vereinigten Niederlanden III, Hannover 1818, blz. 97 en 106. 148 emenderen en tevens een beeld van het werk te geven, beide pogingen voor- alsnog zonder veel succes 1 ). Terwijl in verschillende Nederlandse veilingen in die jaren getekende portretten en een enkel schilderij van Bailly voorkomen, is het een stuk in Frans bezit, dat in de litteratuur wordt ingevoerd en het uitgangspunt wordt van de meeste aandacht, die op den kunstenaar valt: in 1860 beschrijft Paul MantZ2 ) een gesigneerd en 1651 gedateerd Vanitas-stilleven met figuur (afb. 15), dat in 1874 te Lille geexposeerd en in de Gazette des Beaux-Arts gereproduceerd wordt :3). Deze houtgravure was reeds, met een redelijk betrouwbare, direct aan Orlers ontleende levensbeschrijving, gepubliceerd door Charles Blanc 4). In de levensdata had inmiddels W. I. C. Rammelman Elsevier meer klaarheid gebracht met op archivalia steunende mededelingen J ), waarop Bredius' publicatie van documenten betreffende het Leidse gilde nog ettelijke aanvullingen leverde 6). De gangbare kunsthistorische voorstelling wordt dan, behalve door de toenemende bekendheid met door en naar Bailly vervaardigde portretten ), vooral bepaald door een door Bredius gepubliceerd document 11), waaruit blijkt dat de als schilders van vanitas-stillevens bekende Harmen en Pieter Steenwyck, neven van Bailly, zijn leerlingen zijn geweest. Hieruit volgde de conclusie, dat Bailly met de stillevens, die hij inderdaad moet hebben ge- schilderd 9), omstreeks 1625-'30 het voorbeeld zou hebben geleverd aan een aantal dan te Leiden werkzame schilders, niet alleen aan de Steenwycks, maar ook aan Jan Davidsz. de Heem, Pieter Potter, en zelfs min of meer aan den jongen Rembrandt. Deze op goede gronden maar nauwelijks op een aanschouwelijk beeld van Bailly's oeuvre gefundeerde hypothese heeft sinds- dien algemeen ingang gevonden10). Maar het is niet verwonderlijk, dat met de toenemende belangstelling voor de processen van overgang en wording, die het begin van de 17de eeuw kenmerken, het gemis aan zichtbare uitgangs- punten zich sterker heeft doen gevoelen. Toen deze regelen reeds merendeels 1) Brulliot, Nagler, Immerzeel, Le Blanc, Kramm etc. 2) Collections d'amateurs I, Le cabinet de M. A. Dumont a Cambrai, Gazette des Beaux-Arts VIII, 1860 (4), blz. 306. 3) Alfred Darcel: Exposition de Lille, ibidem XVI, 1874 (2), blz. 486. 4) Histoire des peintres, Ecole hollandaise II, 1864, appendice blz. 3. 5) Navorscher 1871, blz. 351-352. 6) De boeken van het Leidsche St. Lucasgilde, Obreen's Archief V, 1882 83, blz. 172 e.v. 7) Vgl. Wilhelm Martin: Het leven en de werken van Gerard Dou, Leiden 1901, blz. 26: "De eerste moderne portretschilder trad eerst op in David Bailly, dien we eigenlijk den leider kunnen noemen van de schilders, die zich omstreeks 1630 te Leiden ontwikkelden" enz. 8) De schilders Pieter en Harmen Steenwyck, Oud-Holland VIII, 1890, blz. 146. 9) Vgl. Meyssens' onderschrift van 1649 en de volgende door Bredius (Oud-Holland 1890, 148) mee- gedeelde posten: "een collation, geschildert van Pieter van Veen ofte van Davit Bailly" (Delftse inventaris van 1645); "een stilleven van D. Bailly" (nalatenschap van Gerrit van Hoogeveen te Leiden, 1665). Vgl. A. P. A. Vorenkamp: Bijdrage tot de geschiedenis van het Hollandsch stilleven in de 17de eeuw, Leiden blz. 101. - Prof. Dr W. Martin: De Hollandsche Schilderkunst in de 17de eeuw I, Amsterdam 1933, - 1935, blz. 415, 420. - Dr R. van Luttervelt: Schilders van het stilleven, Naarden 1947, blz. 39 e.v. Ingvar Bergstr6m: Hollandskt stillebenmaleri, G6teborg 1947, biz. 166 e.v., 180 e.v. 149 geschreven waren, verscheen een artikel van Kjell Bostr6m 1 ), die zich reeds eerder met de componenten van het Hollandse stilleven had beziggehouden 2) . Hoewel Bostr6m, uitgaande van gedeeltelijk hetzelfde materiaal, reeds tot een aantal conclusies kwam, die hier herhaald zullen moeten worden, mogen toch de bredere opzet en de op het kritieke punt afwijkende uitkomst de onverkorte publicatie van het onderstaande rechtvaardigen. Nieuwe gegevens bevatten de aantekeningen van Dr A. Bredius en Dr C. Hofstede de Groot, die zich in het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie te 's-Graven- hage bevinden (geciteerd respectievelijk als aant. Bredius en aant. H. d. G.). Voorts ben ik dank verschuldigd aan de eigenaren van verschillende werken voor de bereidwilligheid, waarmee zij reproductie van hun bezittingen toe- stonden, en aan de velen, die mij door het verschaffen van inlichtingen en photo's behulpzaam waren. I LEVENSLOOP Uit het 28 December 1577 te Leiden gesloten huwelijk van den uit Antwerpen afkomstigen Pieter Bailly met Willempje Wolphaerdsdr van Noordwijk werd in 1584 .) David Bailly geboren. Daar de Leidse doop- boeken uit deze jaren ontbreken, is Orlers de enige bron, waaruit wij het geboortejaar, zoals trouwens het hele verloop van Bailly's leven, leren kennen. Deze schijnt echter, te oordelen naar de vele bijzonderheden die hij mee- deelt, wel over authentieke gegevens van den schilder zelf te hebben be- schikt. Den vader, "die in zijn leven een Constich Schrijver geweest is", ont- moeten wij in deze hoedanigheid bij de intocht van Prins Maurits in Leiden in 1594, wanneer hij in grote Romeinse letters een patriottisch gelegenheids- vers schrijft boven de "arc triumphael" en het toneel bij de St. Antoniespoort. Tevens blijkt hij bij die gelegenheid het tekenen enigszins machtig te zijn; immers van de 60 voet hoge obelisk, die midden in het Rapenburg voor het prinselijk logement was opgericht, biedt hij burgemeesteren een tekening aan 4). Geen wonder dus, dat hij de artistieke neigingen, waarvan de jonge 1) David Baillys stilleben, Konsthistorisk Tidskrift XVIII, 1949, biz. 99-110. 2) Kring Caravaggios efterfoljd i hollandsk stillebenkonst, Konsthistorisk Tidskrift XIII, 1944, blz. 1-16. De hier gegeven voorstelling van Caravaggio's invloed is niet onaanvechtbaar. B) Volgens opgaven in documenten was Bailly 10 Maart 1627 omtrent 40, 18 December 1638 omtrent 52 jaren oud. Waaruit zou volgen, dat hij tussen half Maart en half December 1586 zou zijn geboren. Enige homonymen stichten de nodige verwarring: 1583 84 moet een David Bailly (of Baille), zoon van Franchoys B., geboren zijn, later evenals zijn vader in de lakennijverheid werkzaam; in 1618 en tegen 1655 overlijden personen van dezelfde naam, die niet met den kunstenaar identiek zijn (gegevens uit aant. Bredius). Elsevier, Navorscher XIII, 1863, 231. Vgl. voorts het door Pieter Bailly in 1597 vervaardigde op- schrift boven het linkerpoortje in de voorgevel van het Leidse raadhuis (Dr E. H. ter Kuile: Nederlandsche Monumenten VII, 1: Leiden en Westelijk Rijnland, 's-Gravenhage 1944, 53). 150 David volgens de gebruiken der kunstenaarsbiographie reeds vroeg blijk gaf, niet tegenwerkte: hij "liet hem eerst eenigen tijt by hem selven, ende sonder eenigen Meester de selve Konst by der hant nemen; ende by gelegentheyt comende opte Winckel vanden cunstigen Plaetsnijder Iaeques de Geyn, heeft hy lust gecregen omme het Graef-yser inde handt te nemen, ende heni in de Const te oeffenen ontrent een Iaer".... Dat Pieter Bailly als eerste en De Gheyn als tweede leermeester te beschouwen zou zijn, zoals algemeen aangenomen wordt, blijkt uit deze passage niet. Zeker is slechts, dat er van De Gheyn, die zich tegen 1597 te Leiden vestigde, een stimulerende invloed is uitgegaan; maar in hoeverre hij zich met David's opleiding heeft bemoeid, kan men slechts gissen. Om de picturale ambities van den jongen Bailly te ontwikkelen werd Adriaen Verburgh uitgekozen, "een expert Chirurgijn, ende goet Schilder, alhoewel dat hy by hem selven geleert hadde" .- voor ons niet meer dan een naam.
Recommended publications
  • Evolution and Ambition in the Career of Jan Lievens (1607-1674)
    ABSTRACT Title: EVOLUTION AND AMBITION IN THE CAREER OF JAN LIEVENS (1607-1674) Lloyd DeWitt, Ph.D., 2006 Directed By: Prof. Arthur K. Wheelock, Jr. Department of Art History and Archaeology The Dutch artist Jan Lievens (1607-1674) was viewed by his contemporaries as one of the most important artists of his age. Ambitious and self-confident, Lievens assimilated leading trends from Haarlem, Utrecht and Antwerp into a bold and monumental style that he refined during the late 1620s through close artistic interaction with Rembrandt van Rijn in Leiden, climaxing in a competition for a court commission. Lievens’s early Job on the Dung Heap and Raising of Lazarus demonstrate his careful adaptation of style and iconography to both theological and political conditions of his time. This much-discussed phase of Lievens’s life came to an end in 1631when Rembrandt left Leiden. Around 1631-1632 Lievens was transformed by his encounter with Anthony van Dyck, and his ambition to be a court artist led him to follow Van Dyck to London in the spring of 1632. His output of independent works in London was modest and entirely connected to Van Dyck and the English court, thus Lievens almost certainly worked in Van Dyck’s studio. In 1635, Lievens moved to Antwerp and returned to history painting, executing commissions for the Jesuits, and he also broadened his artistic vocabulary by mastering woodcut prints and landscape paintings. After a short and successful stay in Leiden in 1639, Lievens moved to Amsterdam permanently in 1644, and from 1648 until the end of his career was engaged in a string of important and prestigious civic and princely commissions in which he continued to demonstrate his aptitude for adapting to and assimilating the most current style of his day to his own somber monumentality.
    [Show full text]
  • TEFAF New York Fall 2017 Stand 95 TEFAF New York — Fall 2017
    TEFAF New York Fall 2017 Stand 95 TEFAF New York — fall 2017 October 27 2pm – 9pm VIP preview " 28 noon – 8pm " 29 noon – 6pm The Park Avenue Armory " 30 noon – 8pm 643 Park Avenue, at 67th Street, " 31 noon – 8pm New York City, 10065 NY November 1 noon – 6pm visit us at stand 95 Extensive descriptions and images available on request. All offers are without engagement and subject to prior sale. All items in this list are complete and in good condition unless stated otherwise. Any item not agreeing with the description may be returned within one week after receipt. Prices are us dollars ($). Postage and insurance are not included. VAT is charged at the standard rate to all EU customers. EU customers: please quote your VAT number when placing orders. Preferred mode of payment: in advance, wire transfer or bankcheck. Arrange- ments can be made for MasterCard and VisaCard. Ownership of goods does not pass to the purchaser until the price has been paid in full. General conditions of sale are those laid down in the ILAB Code of Usages and Customs, which can be viewed at: <http://www.ilab.org/eng/ilab/code.html> New customers are requested to provide references when ordering. Tuurdijk 16 3997 ms ‘t Goy – Houten The Netherlands Phone: +31 (0)30 6011955 Fax: +31 (0)30 6011813 E-mail: [email protected] Web: www.forumrarebooks.com www.forumislamicworld.com front cover no. 15 back cover no. 14 v 1.01 · 18 Oct 2017 The most important source for the Philippines and the Moluccas in the early colonial period, with matter relating to Sir Francis Drake and American voyages 1.
    [Show full text]
  • Portraits As Objects Within Seventeenth-Century Dutch Vanitas Still Life
    University of Amsterdam Graduate school of Humanities – Faculty of Humanities Arts and Culture – Dutch Art (Masters) Author: Rukshana Edwards Supervisor: Dr. E.E. P. Kolfin Second reader: Dr. A.A. Witte Language: English Date: December 1, 2015 Portraits as Objects within Seventeenth-Century Dutch Vanitas Still Life Abstract This paper is mainly concerned with the seventeenth-century Dutch vanitas still life with special attention given to its later years in 1650 – 1700. In the early period, there was significant innovation: It shaped the characteristic Dutch art of the Golden Age. The research focuses on the sub-genre of the vanitas still life, particularly the type which includes as part of its composition a human face, a physiognomic likeness by way of a print, painted portrait, painted tronie, or a sculpture. This thesis attempts to utilize this artistic tradition as a vehicle to delve into the aspects of realism and iconography in Dutch seventeenth-century art. To provide context the introduction deals with the Dutch Republic and the conditions that made this art feasible. A brief historiography of still life and vanitas still life follows. The research then delves into the still life paintings with a portrait, print or sculpture, with examples from twelve artists, and attempts to understand the relationships that exist between the objects rendered. The trends within this subject matter revolve around a master artist, other times around a city such as Haarlem, Leiden or country, England. The research looks closely at specific paintings of different artists, with a thematic focus of artist portraits, historical figures, painted tronies, and sculpture within the vanitas still life sub-genre.
    [Show full text]
  • Jan Steen: the Drawing Lesson
    Jan Steen THE DRAWING LESSON Jan Steen THE DRAWING LESSON John Walsh GETTY MUSEUM STUDIES ON ART Los ANGELES For my teacher Julius S. Held in gratitude Christopher Hudson, Publisher Cover: Mark Greenberg, Managing Editor Jan Steen (Dutch, 1626-1679). The Drawing Lesson, circa 1665 (detail). Oil on panel, Mollie Holtman, Editor 49.3 x 41 cm. (i93/s x i6î/4 in.). Los Angeles, Stacy Miyagawa, Production Coordinator J. Paul Getty Museum (83.PB.388). Jeffrey Cohen, Designer Lou Meluso, Photographer Frontispiece: Jan Steen. Self-Portrait, circa 1665. © 1996 The J. Paul Getty Museum Oil on canvas, 73 x 62 cm (283/4 x 243/ in.). 17985 Pacific Coast Highway 8 Amsterdam, Rijksmuseum (sK-A-383). Malibu, California 90265-5799 All works of art are reproduced (and photographs Mailing address: provided) courtesy of the owners unless other- P.O. BOX 2112 wise indicated. Santa Monica, California 90407-2112 Typography by G & S Typesetting, Inc., Library of Congress Austin, Texas Cataloging-in-Publication Data Printed by Typecraft, Inc., Pasadena, California Walsh, John, 1937- Bound by Roswell Bookbinding, Phoenix, Jan Steen : the Drawing lesson / John Walsh, Arizona p. cm.—(Getty Museum studies on art) Includes bibliographic references. ISBN 0-89326-392-4 1. Steen, Jan, 1626-1679 Drawing lesson. 2. Steen, Jan, 1626-1679—Criticism and interpretation. I. Title. II. Series. ND653.S8A64 1996 759.9492—dc20 96-3913 CIP CONTENTS Introduction i A Familiar Face 5 Picturing the Workshop 27 The Training of a Painter 43 Another Look Around 61 Notes on the Literature 78 Acknowledgments 88 Final page folds out, providing a reference color plate of The Drawing Lesson INTRODUCTION In a spacious vaulted room a painter leans over to correct a drawing by one of his two pupils, a young boy and a beautifully dressed girl, who look on [FIGURE i and FOLDOUT].
    [Show full text]
  • Ijdelheid Der Ijdelheden T En Leeg Palet
    Leiden is een stad van verf. Wie van ver komt, wordt getroffen door haar schilderachtige silhouet. Maar dat is niet alles. Gedurende de afgelopen eeuwen woonden en werkten enkele van ‘s werelds beste en beroemdste schilders in de stad en hielden haar een Cornelis Engebrechtsz. spiegel voor. Ze gaven haar een gezicht. Wekelijks neemt onno blom een schilderij van Kruisiging van Christus een Leidse schilder uit de collectie van De Lakenhal onder de loep. ca. 1510 Deze week: Vanitas - stilleven met zelfportret van de jonge schilder door David Bailly Lucas van Leyden Het laatste oordeel 1526 - 1527 s IJdelheid der ijdelheden t en leeg palet. Een prent van een der, maar liet hem zelf de techniek van het aanzien. Hij trouwde – rijkelijk laat – op luitspeler. Een schildersstok. tekenen ontdekken. Maar het bloed kroop 3 mei 1642 met Agneta van Swanenburg, a EEen tafel. Een fl uit. Een handvol waar het niet gaan kon. Toen hij bij toeval overigens geen directe verwante van de fa- dukaten. Een fl uit. Een bisamappel. Een in het atelier van Jacques de Gheyn terecht- meuze schildersfamilie. In 1648 was Bailly d mes met een ivoren heft. Een omgevallen, kwam, kon hij het niet laten om ‘het Graef- één van de oprichters van het Lukas Gilde, lege roemer. Drie zeepbellen. Een gesno- yser inde handt te nemen’. dat in Leiden de belangen van de schilders ten kaars in een koperen kandelaar. Een Vervolgens nam Jacques de Gheyn, een moest beschermen. In 1650 werd hij door Isaac Claesz. van lange parelketting. Een uurwerk met een begenadigd tekenaar en graveur, de schil- het gilde uitverkoren als voorman.
    [Show full text]
  • To the Exhibition Catalogue
    -the banishment of ... 48, 191, 191, 196, 236, 268, 299, Conus imperialis L. 416, 416 (fig. 112b) 300, 302, 306, ... waiting for Abraham 132, portrayal HOMER 134, 318, 378, 378 of ... 192, figure identified as ... 132, 191, 192 -Aristotle contemplating the bust of... 27, 28, 134, 171, HAID, Johann Gottfried 134 378, ... as painted by A. de Gelder 38, figure identified -prints by... as ... teaching his pupils 134, ... dictating to scribes Man in Armour (after Rembrandt) 134, 134 (fig. 15a), 318, 319, 378, 379,... reciting versus 326, 327, Portrait 136 of ... copy after late Hellinistic original, Boston 378, 378 Hairy War 128 (fig. 97a) HALL, Bernard 18 -books by... HALS, Frans (also Francis)18, 44, 149, 150, 153, 187, Odyssey 340, 440 200, 286, 322 HONTHORST, Gerrit van 126, 160, 214, 222, 284 -broad manner of ... 184 -paintings by... -paintings by... Violinist with a Glass Amsterdam 214, 214 (fig. 33a) The Evangelist Luke Odessa 162 HONTHORST, Willem van 284 The Evangelist Matthew Odessa 161, 162, 162 (fig. HOOCH, Carel de 110, 114 22b), 286 HOOCH, Pieter de 146, 279 Corporalship of Captain Reynier Reael and Lieutenant HOOFT, Pieter Cornelisz Cornelis Michiels Blaeuw (with Pieter Codde) -plays by... Amsterdam 150, 152 (fig. 19c), 153 Geeraerdt van Velsen 170 Married Couple in a Garden ( Isaac Massa and Beatrix HOOFT, W D van der Laan ) Haarlem 240 -plays by... Portrait of a Man Cambridge 183, 184, 184 (fig. 28c) Heden-daeghsche Verlooren Soon 396 Portrait of a Standing Man Edinburgh 150, 152 (fig. HOOGEWERFF G J 134, 378 19b), 153 HOOGH, de Portrait of a Woman Edinburgh 153 -collection of ..
    [Show full text]
  • Gerardus Joannes Vossius (1577-1649)
    Gerardus Joannes Vossius (1577-1649) C.S.M. Rademaker bron C.S.M. Rademaker, Gerardus Joannes Vossius (1577-1649). W.E.J. Tjeenk Willink, Zwolle 1967 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/rade001gera01_01/colofon.php © 2010 dbnl / C.S.M. Rademaker t.o.III GERARDUS JOANNES VOSSIUS IN 1625 Dit portret, geschilderd door David Bailly, is eigendom van de Remonstrantse Gemeente te Amsterdam Foto Rijksmuseum Amsterdam C.S.M. Rademaker, Gerardus Joannes Vossius (1577-1649) XI Voorwoord Kleine oorzaken kunnen merkwaardige gevolgen hebben. Een toevallige blik op de valvae van het Historisch Instituut van de Nijmeegse Universiteit wekte mijn belangstelling voor Vossius. De Letterenfaculteit van de Universiteit van Amsterdam schreef een prijsvraag uit en vroeg om een biografische schets van Gerardus Joannes Vossius. Er ontstond een vaag plan, dat echter niet verder werd gerealiseerd dan een eerste kennismaking met het onderwerp. De tijd verstreek en het plan werd vergeten. In 1959 schreef de Amsterdamse Letterenfaculteit echter weer een prijsvraag uit en weer was het onderwerp leven en werken van Gerardus Joannes Vossius. Het eens gemaakte en weer vergeten plan nam nu concrete vormen aan en zo ontstond een schets over leven en werken van Vossius. Deze schets werd heel kort vóór het verstrijken van de inzendtermijn naar Amsterdam gezonden. In januari 1961 werd het antwoord bekroond en werd mij van verschillende kanten het advies gegeven de schets uit te werken. Het resultaat van enkele jaren werken is deze studie. De behandeling van veel onderwerpen wordt bemoeilijkt door gebrek aan gegevens, maar ook een teveel aan materiaal kan de benadering van een onderwerp in de weg staan.
    [Show full text]
  • A Quest for Beauty and Meaning
    The Flourishing of Truth and Beauty Dutch seventeenth-century still-life painting in its socio-historical context - RMA thesis- Full name: Eva Tjitske Jansen Student number: 3354385 Date and place of birth: 21-04-1990, Arnhem Institution: Utrecht University; Faculty of Humanities Research master ‘Art History of the Low Countries in its European context’ Deadline: August 2013 Supervisor: Prof. dr. Peter Hecht Second reader: Drs. Hilbert Lootsma Department of History and Art History 1 CONTENTS Introduction p. 3 I Still-life painting around 1620 1.1. The main types of still life 1.1.1 Flower and fruit pieces…………………………………………………… p. 6 1.1.2 Breakfast- and banquet pieces……………………………………….. p. 8 1.1.3 Vanitas pieces…………………………………………………………………. P. 9 1.2. Socio-historical context 1.2.1 Historical introduction: politics and economics……………….. p. 11 1.2.2 The contemporary conception of art………………………………. p. 12 1.2.3 The contemporary art market………………………………………… p. 14 1.2.4 Interior fashions…………………………………………………………….. p. 16 1.3. Conclusion…………………………………………………………………………………… p. 17 II Still-life painting around 1650 2.1. The main types of still life 2.1.1 Flower and fruit pieces…………………………………………………… p. 19 2.1.2 Pronkstillevens……………………………………………………………….. p. 21 2.1.3 Vanitas pieces…………………………………………………………………. p. 24 2.1.4 Game pieces…………………………………………………………………… p. 25 2.1.5 Trompe l’oeil pieces……………………………………………………….. p. 26 2.1.6. Fish pieces……………………………………………………………………… p. 28 2.2. Socio-historical context 2.2.1 Historical introduction: politics and economics……………… p. 29 2.2.2 The contemporary conception of art…………………………….. p. 31 2.2.3 The contemporary art market………………………………………… p. 33 2.2.4 Interior fashions……………………………………………………………… p.
    [Show full text]
  • Gerrit Dou's Violin Player: Music and Painting in the Artist's Studio In
    GERRIT DOU ’S VIOLIN PLAYER : MUSIC AND PAINTING IN THE ARTIST ’S STUDIO IN SEVENTEENTH -CENTURY DUTCH GENRE PAINTING By Jana Finkel A thesis submitted to the Department of Art In conformity with the requirements for the degree of Master of Arts Queen’s University Kingston, Ontario, Canada September, 2008 Copyright © Jana Finkel, 2008 Abstract This study is an examination of Gerrit Dou’s Violin Player (1653, Liechtenstein, Vaduz Castle, Princely Collection). The painting is a visual testimony to Dou’s manual skills and trompe l’oeil manner of painting in his own innovative fijnschilder painting style. The composition incorporates and reinvents devices from a variety of sources from portraiture, genre painting, and emblem literature, such as the arched niche window framing the violinist. The work demonstrates the connection between music and painting in the relationship between the violinist and the background setting of an artist’s workshop. Through an iconographic analysis of works depicting the artist in the studio by Dou and his contemporaries the correlation between music playing and painting becomes evident. In this context, this relationship acts as an important device in fashioning the painter’s image as an elevated and scholarly artist and brings to light the power of music as a mode of inspiration for the painter in the studio. Additionally, tobacco smoking, which appears in many seventeenth-century Dutch self-portraits, in the context of the studio, was also perceived as an inspirational tool for the artist, thus contrasting with smoking in genre scenes of the lower classes as a symbol of waste and idleness.
    [Show full text]
  • Sources and Literature
    Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/42754 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Tolsma, Marijke Title: Van icones tot effigies : de in 1609 in boekvorm uitgegeven portrettencollectie van Leidse geleerden en haar navolgers Issue Date: 2016-09-07 Bronnen en literatuur Het gebruik van hoofdletters en u/v/w/ is genormaliseerd. Bij oude drukken is telkens de Short Title Catalogue, Netherlands (STCN) en de Short Title Catalogus Vlaanderen (STCV) geraad- pleegd voor de naam van uitgevers en drukkers. Alle plaatsnamen zijn weergegeven in hun huidige, Nederlandse vormen. Beherende instellingen AHM Academisch Historisch Museum, Leiden BLL British Library, London ELO Erfgoed Leiden en Omstreken, Leiden FSL Folger Shakespeare Library, New York GBA Gelderland Bibliotheek, Arnhem HABW Herzog August Bibliothek, Wolfenbüttel KB Koninklijke Bibliotheek, Den Haag MCC Museum Catharijneconvent, Utrecht ONA Oud Notarieel Archief PPL Peace Palace Library, Den Haag RKD RKD Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag RPKA Rijksprentenkabinet, Amsterdam Bronnen en literatuur 317 RMA Rijksmuseum, Amsterdam RMRL Rijksmuseum Research Library, Amsterdam SHL Senate House Library, London StaBi Staats Bibliothek, Berlijn Thysius Bibliotheca Thysiana (Universitaire Bibliotheken Leiden), Leiden UBA Universiteitsbibliotheek, Amsterdam UBL Universitaire Bibliotheken Leiden, Leiden UCL University of Chicago Library, Chicago PUBLICATIES van der Aa: zie Les vrays pourtraits en Effigies. Academia Groningana 1654 [Van Lamsweerde], Effigies & Vitae Professorum Academiae Groningana et Omlandiae. Groningen 1654. ADB R. von Liliencron en F.X. Wegele, Allgemeine Deutsche Biographie. Leipzig 1875-1912. Album Studiosorum W.N. Du Rieu, Album Studiosorum Academiae Lugduno Batavae 1575-1875. Den Haag 1875. Album Scholasticum C.A. Siegenbeek van Heukelom-Lamme (samenst.), met medewerking van O.C.D.
    [Show full text]