Chamber Orchestra of Europe olv. Lorenza Borrani concertmeester

Dénes Várjon piano Izabella Simon piano

do 6 feb 2020 / Grote podia / Blauwe zaal 20 uur / pauze ca. 21.05 uur / einde 22.20 uur inleiding Stephan Weytjens / 19.15 uur / Blauwe foyer 2019-2020 ken uw klassiekers

Anima Eterna Brugge olv. Jos van Immerseel vr 27 sep 2019 Le Concert Olympique olv. Jan Caeyers zo 8 dec 2019 Chamber Orchestra of Europe olv. Lorenza Borrani concertmeester do 6 feb 2020 Kammerorchester Basel olv. Heinz Holliger za 14 mrt 2020 Le Concert Olympique olv. Jan Caeyers za 25 apr 2020 teksten programmaboekje Stephan coördinatie programmaboekje deSingel Chamber Orchestra of Europe Weytjens D/2020/5.497/017 Lorenza Borrani concertmeester Dénes Várjon piano Izabella Simon piano Clara Andrada de la Calle fluit

Johann Sebastian Bach (1685-1750) Brandenburgs Concerto nr 5 in D, BWV1050 24’ Allegro Adagio - Affettuoso Allegro

Ludwig van Beethoven (1770-1827) Concerto voor piano en orkest nr 4 in G, opus 58 33’ Allegro moderato Andante con moto Rondo: Vivace

pauze

Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791) Serenade nr 6 in D, KV239 ‘Serenata Notturna’ 13’ Marcia (maestoso) Minuetto Rondeau (Allegretto - Adagio - Allegro)

Concerto voor twee piano’s in Es, KV365 27’ Allegro Andante Rondo: Allegro

Gelieve uw GSM uit te schakelen Concertvleugels Met bijzondere dank aan Ortwin Moreau voor het stemmen en het onderhoud van de De inleidingen kan u achteraf beluisteren via concertvleugels van deSingel desingel.be Moreau Pianoservice / Kapucinessenstraat 32 / 2000 Selecteer hiervoor voorstelling / concert / Antwerpen / +32 (0)486 83 63 98 tentoonstelling van uw keuze. moreau-pianoservice.be Johann Sebastian Bach Brandenburgs Concerto nr 5 in D, BWV1050 De zes Brandenburgse Concerten danken hun beroemde bijnaam, die overigens pas uit de 19de eeuw dateert, aan het feit dat Johann Sebastian Bach ze in 1721 heeft opge- dragen aan Christian Ludwig, de markgraaf van Brandenburg. Bij zijn bundel partituren voegde Bach een onderdanig geformuleerde brief toe. Daaruit is af te leiden dat de markgraaf tijdens een eerdere ontmoeting met Bach interesse getoond had in zijn muziek, en daarbij de wens geuit had om in de toekomst composities van zijn hand te mogen ontvangen. Of de ‘Six concerts avec plusieurs instruments’, zoals Bach zijn concerten zelf noemde, ooit aan het Brandenburgse hof uitgevoerd zijn, is onwaarschijnlijk. Met hun rijke en veelkleurige bezetting en hun hoge technische eisen aan de uitvoerders waren de stukken wellicht te hoog gegre- pen voor het ensemble van de markgraaf. Dat vermoeden wordt trouwens bevestigd door het feit dat Bachs partitu- ren in het midden van de negentiende eeuw volstrekt onaangeroerd, dus zonder enige aantekeningen van uitvoerders, werden teruggevonden in de hofbibliotheek. Dat Bachs concerten nooit aan het Brandenburgse hof werden gespeeld, betekent niet dat ze tijdens zijn leven nooit weerklonken zouden hebben. Integendeel, Bach had de werken immers niet speciaal voor het Brandenburgse hof geschreven. Zij vormen een compilatie van composi- ties die Bach in de loop der jaren voor eigen gebruik had geschreven en die ook in andere handschriften zijn overgeleverd. Sommige concerten had Bach reeds in Weimar geschreven, waar hij van 1708 tot 1717 gewerkt had. Andere waren in de jaren nadien aan het hof van Köthen ontstaan. Zijn fascinatie voor de Italiaanse concertovorm had Bach tijdens zijn verblijf in Weimar ontwikkeld. Daar had hij ijverig partituren bestudeerd van Italiaanse componisten als Antonio Vivaldi, Tomaso Albinoni, en Alessandro en Benedetto Marcello. Door hun concerten te bewerken voor orgel en klavecimbel had hij zich de Italiaanse stijlprincipes volledig eigen gemaakt, zonder ooit een voet in Italië gezet te hebben. Geïnspireerd door de Italiaanse voorbeelden, waagde Bach zich ook aan het componeren van nieuwe concerten waarin hij de Italiaanse stijlkenmerken volledig naar zijn hand zette. Binnen die categorie vormen de zes Titelpagina manuscript van de Brandenburgse Concerto’s van Bach. Brandenburgse Concerten de onbetwiste hoogtepunten.

6 7 Aan de Italiaanse modellen herinnert onder andere de solisten is er in Bachs Vijfde Brandenburgs Concerto overkoepelende concertvorm: een (overwegend) driedelig echter maar weinig te merken. De viool en de fluit staan in vormschema, waarbij een lyrisch middendeel geflankeerd de schaduw van het klavier, dat duidelijk de show steelt. wordt door twee levendige buitendelen. Intern worden de Die solo-rol voor de klavierpartij, die vanavond overigens afzonderlijke bewegingen gekenmerkt door een constante niet op een klavecimbel maar op een vleugelpiano wordt afwisseling van het tutti-ensemble met een concertino van gespeeld, was in Bachs tijd heel opmerkelijk. Binnen de enkele solisten, een principe dat Bach ontleende van het barokke ensemblemuziek vervulde een klavierinstrument Italiaanse concerto grosso. Het tutti-ensemble neemt immers per definitie een begeleidende rol: die van conti- daarbij in de regel het refrein of ritornello voor zijn rekening, nuo-instrument. In de openingsmaten van het concerto is terwijl het solistengroepje de tussenliggende episodes het klavier nog steeds als continuo-instrument te horen. speelt. Weldra neemt het klavier echter het voortouw in een aantal Eigenschappen die Bachs Brandenburgse Concerten solo’s en duwt het de andere twee solisten als het ware echter van de composities van zijn tijdgenoten onderschei- naar de achtergrond. Uitgebreide solopassages zijn in dit den, zijn onder andere de originele instrumentencombina- Vijfde Brandenburgs Concerto trouwens enkel voor het ties - voor elk van de zes concerten koos Bach een heel klavier weggelegd en niet voor de andere twee solisten. Op eigen samenstelling - de zeer virtuoze schrijfwijze, de het einde van de eerste beweging wordt het hele ensem- veelgelaagde en complexe polyfone texturen, en niet in de ble zelfs een tijdlang helemaal stilgelegd, waarna het laatste plaats Bachs originele omgang met de Italiaanse klavier met virtuoos passagespel een virtuoze solocadenza vormprincipes. In plaats van de passages van het tutti-en- van maar liefst vierenzestig maten ten beste geeft. Het is semble en de solodelen duidelijk van elkaar te scheiden, zonder meer een baanbrekend moment in de muziekge- zoals het geval was in de concerten van Vivaldi en zijn schiedenis: de definitieve verzelfstandiging van het klavier tijdgenoten, kiest Bach er bijvoorbeeld voor om deze als solo-instrument binnen de orkestmuziek, die het pad segmenten te verweven tot een continu voortschrijdend effende voor de pianoconcerten van Mozart, Beethoven en geheel, een onophoudelijke muziekstroom waarin de talloze andere componisten. solisten en het tutti-ensemble gebruik maken van hetzelfde Na de openingsbeweging volgt een expressieve trage melodische materiaal. beweging, ‘Affettuoso’ (‘met veel gevoel’), in feite een trio voor viool, traverso en klavier. Zoals de eerste beweging is Binnen de reeks van zes Brandenburgse Concerten geldt ook dit langzame deel in de ritornellovorm geschreven: een het Brandenburgse Concerto nr 5 in D-groot, BWV1050 als terugkerend refrein wordt afgewisseld met tussenliggende een van de modernste. Tegenover het tutti-ensemble solo-episodes. Het klavier vervult daarbij afwisselend de rol plaatst Bach hier een concertino van drie solo-instrumen- van continuo- en van solo-instrument. De derde en laatste ten: viool, traverso en klavecimbel. De traverso of ‘flûte beweging is een lichtvoetige gigue, een levendige dans- traversière’ (dwarsfluit) was omstreeks 1720 nog een vorm die wij vooral kennen als de typische slotbeweging modern instrument. Tijdens zijn Weimarer jaren en ook van de barokke suite. De afzonderlijke instrumenten zetten nog tijdens zijn eerste jaren in Köthen schreef Bach nog om beurt het thema in, zoals in een fuga. Wat de vorm systematisch de blokfluit voor. De traverso is trouwens betreft, opteert Bach dit keer niet voor de ritornello- maar nergens terug te vinden in Bachs overige Brandenburgse voor de ‘da capo’-vorm (ABA): een driedelig vormschema, Concerten. met twee identieke buitendelen en daartussen een Vernieuwender nog dan de keuze voor de solo-instrumen- middendeel in een kleine tertstoonaard. ten is de merkwaardige hiërarchie die Bach in dit concerto oplegt aan de drie solisten. De traditie van het concerto grosso schreef voor dat de solisten als gelijkwaardige Ludwig van Beethoven spelers werden behandeld: de solisten wedijverden met Concerto voor piano en orkest nr 4 in G, opus 58 elkaar en kregen om de beurt de kans voor het voetlicht te Ludwig van Beethovens vijf pianoconcerten ontstonden treden. Van een dergelijke gelijkwaardigheid van de allemaal in de periode 1793 tot 1809. Vergeleken met zijn

9 strijkkwartetten, symfonieën en pianosonates zijn de pianoconcerto’s dus binnen een vrij beperkte tijdspanne ontstaan. Dat Beethoven na 1809 geen enkel pianoconcer- to meer voltooid heeft, is te verklaren door zijn toenemen- de gehoorproblemen, die hem ertoe dwongen zijn solisten- carrière vaarwel te zeggen. Het Concerto voor piano en orkest nr 4 in G-groot, opus 58 (1806) is Beethovens voorlaatste concerto voor piano en orkest, en het laatste concerto dat hij zelf als solist uitvoerde.

Beethoven stelde zijn concerto voor het eerst voor in maart 1807, in het Weense paleis van zijn mecenas prins Lobkowitz, tijdens één van twee concerten die hij gereser- veerd had voor de creatie van eigen werk. Ook Beethovens Vierde Symfonie en zijn Coriolanus-ouverture werden er voor het eerst gepresenteerd. De eerste publieke uitvoe- ring van het Pianoconcerto vond pas in december 1808 plaats, in het Theater an der Wien, tijdens een legenda- risch, meer dan vier uur durend concert. Tot de andere Gravure van het Theater an der Wien © Historisches Museum der Stadt Wien werken op het rijkgevulde programma behoorden zijn Vijfde en Zesde Symfonie, de concertaria ‘Ah! Perfido’, enkele bewegingen uit de Mis in C-groot, een improvisatie, openingsmotief van Beethovens Vijfde Symfonie, al is het en de speciaal voor deze avond geschreven ‘Chorfantasie’, subtiele en zachte karakter hier helemaal anders dan in dat opus 80. Het aanwezige publiek was die avond getuige van heroïsche orkestwerk. Tijdens de hele openingsbeweging het allerlaatste publieke optreden van Beethoven als solist laat Beethoven de rust overheersen, om na een uitgebrei- aan de piano. de solocadenza te besluiten met een groots crescendo voor piano en het orkest. Nadat Beethoven in zijn Pianoconcerto nr 3 (1803) een heroïsche concertostijl ontwikkeld had, die zich reeds Het lyrische middendeel, ‘Andante con moto’, is uitgewerkt duidelijk onderscheidde van zijn voorbeeld W.A. Mozart, als een dialoog van de piano en strijkers. Aanvankelijk koos hij in zijn Pianoconcerto nr 4 voor een uitgesproken verschijnen de solist en het ensemble als tegenpolen. De serene en lyrische aanpak. Die ingetogen sfeer blijkt ook strijkers spelen onverstoorbaar unisono en staccato, in een uit de instrumentatie van het werk: pas in de laatste gepunteerde ritmiek (lang-kort), en worden telkens beant- beweging worden trompetten en pauken toegevoegd. Ook woord door de poëtische ‘molto cantabile’ en ‘molto Beethovens aanpak van de klassieke concertovorm is espressivo’ pianopartij, in een zachte, gedempte dynamiek. origineel. Zo begint de openingsbeweging, ‘Allegro Op deze uitgesponnen dialoog van de piano en de strijkers moderato’, niet met een uitgebreide orkestinleiding, zoals volgt een indringende, cadenza-achtige trillerpassage in de traditie het voorschreef, maar wel met een zachte de solopartij. Daarna lijken de tegenstellingen definitief (‘dolce’), meditatieve frase van de solist die door het orkest overwonnen: de agressieve staccato’s van de strijkers pianissimo wordt beantwoord met een verrassende maken plaats voor milde harmonieën en zij verzoenen zich harmonische wending. Het basismotief van de openings- met de solopartij in enkele betoverende slotmaten. Sedert beweging is van een opvallende eenvoud en drukt zijn de 19de eeuw wordt deze tweede beweging graag vergele- stempel op de hele eerste beweging. Het motief, dat ken met de antieke mythe van Orpheus die ertoe in staat gekenmerkt wordt door een toonherhaling, is afgeleid uit was de wilde dieren en de furies met zijn zangerige lierspel dezelfde ritmische basisgedachte als het beroemde tot bedaren te brengen.

10 11 Wolfgang Amadeus Mozart met zijn zus Maria Anna (Nannerl) en zijn vader Leopold. Aan de muur het portret van de overleden moeder. Schilderij van Johann Nepomuk della Croce, ca. 1780. Zonder onderbreking gaat de tweede beweging over in de in een balzaal uitgevoerd - eerder laat op de avond, zoals finale, een briljant ‘Rondo Vivace’, waarin de trompetten en de titel ‘nachtelijke serenade’ suggereert. pauken aan het orkest worden toegevoegd. Vergeleken met de twee vorige delen sluit deze krachtige finale aan bij De bezetting van Mozarts ‘Serenata Notturna’ herinnert de meer traditiegebonden sfeer van Beethovens vroegere aan het barokke concerto grosso. Een solistengroepje pianoconcerten. Het thema van de finale wordt eerst samengesteld uit twee violen, altviool en contrabas wisselt pianissimo voorgesteld door de strijkers, waarna het door af met een tutti-ensemble van strijkers, met de cello als de piano wordt overgenomen en door het tutti-orkest wordt basstem en pauken - verrassend genoeg zonder de bevestigd. De belangrijkste thematische ideeën van deze trompetten - als ritmische ondersteuning. Zoals we van een slotbeweging groeien uit korte, ritmische figuren die in het serenade mogen verwachten is de schrijfwijze eenvoudig: rondothema vervat zitten. Nu en dan wordt de stuwende helder afgebakende frases, transparante texturen, eenvou- ritmiek even onderbroken door delicate cantilenepassages, dige harmonieën, een luchtig en opgewekt karakter, en maar solist en orkest besluiten het concerto eensgezind vele herhalingen maken de muziek licht verteerbaar voor met een wervelende slotclimax. de luisteraar.

De vorm van het werk is, zeker voor een serenade, opval- Wolfgang Amadeus Mozart lend beknopt gehouden: er zijn slechts drie compacte Serenade nr 6 in D, KV239 ‘Serenata notturna’ bewegingen. De openingsbeweging ‘Marcia. Maestoso’ De serenade was in de 18de eeuw een populair genre dat vervult tegelijk de functie van inleidende mars. Enkele het midden hield tussen een symfonie en een orkestsuite. solo’s voor pauken en pizzicato-strijkers zorgen voor Verwante composities waren het divertimento, de notturno verrassende klankeffecten. Als tweede beweging volgt een of de cassation, stuk voor stuk werken die gespeeld gracieus menuet, een van de meest typische onderdelen werden tijdens huwelijken, huldigingen, recepties, banket- van de 18de-eeuwse serenade. Een opgewekt rondo doet ten en andere feestelijkheden. Dergelijke werken waren dienst als feestelijke afsluiter. Een volks refrein, dat zich niet bestemd voor een publiek van aandachtige toehoor- meteen in het hoofd van de luisteraar nestelt, wordt ders of kenners, maar dienden vooral ter vermaak van de afgelost met een bont allegaartje van volkse dansmelodie- feestvierders. In de regel werden serenades avonds ën, met ergens in het midden een schijnbaar verdwaald, uitgevoerd, bij voorkeur in de openlucht. Voor de bezetting pseudo-hoogdravend ‘Adagio’. De terugkeer van het refrein bestonden er geen vaste richtlijnen. Sommige serenades wordt in de partituur geregeld voorafgegaan door een waren voor blazers geschreven, andere voor strijkers of generale pauze. Misschien een uitnodiging aan de muzi- zelfs voor een heel symfonisch orkest. Ook wat de vorm kanten om daar telkens de eigen muzikale verbeelding betreft, was het genre flexibel. De meeste serenades helemaal de vrije loop te laten in geïmproviseerde waren samengesteld uit drie tot tien lichte dansbewegin- cadenza’s. gen. Ter inleiding werd gewoonlijk een mars gespeeld, waarop de muzikanten al stappend het podium konden betreden. Wolfgang Amadeus Mozart Concerto voor twee piano’s in Es, KV365 Mozart schreef heel wat werken die tot deze ‘Unterhaltungs- Drie jaar na de ‘Serenata Notturna’, ontstond Mozarts musik’ gerekend kunnen worden, met name tijdens het Concerto voor twee piano’s in Es-groot, KV365 (1779). Dit eerste deel van zijn loopbaan, toen hij nog in zijn geboorte- werk is op een heel andere leest geschoeid dan de stad Salzburg werkte. Een van die werken was de serenade. Het is dan ook niet voor de balzaal geschreven Serenade nr 6 in D, KV239 ‘Serenata notturna’, een maar bestemd voor het aandachtige concertpubliek. compositie die Mozart in januari 1776 schreef. Bovendien hebben wij hier te maken met één van de eerste Vermoedelijk was het werk bestemd om uitgevoerd te composities die tot Mozarts rijpe stijl worden gerekend. worden tijdens een carnavalsfeest in Salzburg, en werd het Die nieuwe maturiteit wordt vaak in verband gebracht met

14 15 Mozarts ervaringen tijdens een reis die hij van 1777 tot heid schreef Mozart het werk om het uit te voeren samen 1779 samen met zijn moeder ondernam. Het was een met zijn oudere zus Maria Anna, beter bekend als Nannerl. bewogen reis, die erg bepalend zou worden voor de jonge In hun kindertijd hadden Wolfgang en Nannerl vaak samen Mozart, zowel op persoonlijk als op muzikaal vlak. opgetreden tijdens concerttournees, gezeten aan één of aan twee klavieren. Inmiddels waren de wonderkinderen Ervan overtuigd dat er in Salzburg in feite geen grote volwassen geworden, maar het virtuoze samenspel uit hun toekomst voor hem was weggelegd, liet de eenentwintigja- jeugd moet ongetwijfeld een natuurlijke inspiratie geleverd rige Mozart het hof van de aartsbisschop achter zich om hebben voor Wolfgang om vele jaren later dit concerto voor op zoek te gaan naar een interessantere betrekking. Zijn hen beiden te componeren. reis bracht hem via München en Augsburg naar de muziekcentra Mannheim en Parijs. Mozart deed tijdens Zoals de traditie het voorschreef, bestaat het concerto uit deze reis heel wat muzikale indrukken op. Zo bezocht hij drie afzonderlijke bewegingen. De lyrische openingsbewe- het excellente orkest van Mannheim, beroemd om zijn ging ‘Allegro’ begint met een uitgebreide orkestinleiding, ijzeren discipline, zijn gebruik van het orkestcrescendo en waarin als het waren de rode loper wordt uitgerold voor de de rijke blazersklank, en maakte hij kennis met de compo- twee solisten. In een niet aflatende dialoog van de solisten, nisten die aan het hof verbonden waren. Maar ook op blijven de rijke muzikale invallen elkaar in hoog tempo persoonlijk vlak liet de anderhalf durende reis ongetwijfeld opvolgen. De muzikale motieven en thema’s worden sporen na: er was Mozarts speelse affaire met zijn nichtje tussen de twee piano’s heen en weer gekatapulteerd, Maria Anna Thekla (‘das Bäsle’) in Augsburg, zijn oprechte, terwijl het orkest, zeker in vergelijking met Mozarts andere maar onbeantwoorde liefde voor de jonge zangeres Aloisia pianoconcerten, een eerder bescheiden en ondersteunen- Weber in Mannheim, het overlijden van zijn moeder in de rol vervult. Zoals we van een broer en een zus mogen Parijs na een wekenlange ziekte, en niet te vergeten de verwachten, wacht de ene solist zelden geduldig af tot de ontgoocheling over de afwijzing aan de verschillende andere zijn thema volledig heeft uitgespeeld. In plaats hoven. Op aandringen van zijn vader keerde Mozart daarvan valt de ene solist de andere voortdurend in de noodgedwongen terug naar Salzburg waar hij in januari rede door diens muzikale zinnen in zijn plaats af te maken. 1779 zijn engagement aan het aartsbisschoppelijk hof weer Dat de twee pianisten twee perfect gelijkwaardige solopar- opnam. De inmiddels drieëntwintigjarige componist was tijen toebedeeld krijgen, geeft aan dat Nannerl als pianiste echter meer dan ooit vastbesloten om zijn eigen weg in te zeker niet moest onderdoen voor haar geniale jongere slaan. Slechts twee jaar zou het duren eer Mozart definitief broer. met Salzburg zou breken, om een nieuw leven te beginnen als freelance-musicus in de metropool Wenen. Het tweede deel, ‘Andante’, onderscheidt zich van de eerste beweging door zijn traag tempo en melancholisch Het is in de werken uit die laatste jaren in Salzburg, net karakter. Naast de solisten treden hier vooral de blazers op vóór zijn Weense periode, dat er een nieuwe volwassen de voorgrond met pastorale solopassages. De harmoni- Mozart tevoorschijn lijkt te treden. Een van de eerste sche en melodische rijkdom die dit middendeel typeren, werken die met die nieuwe maturiteit geassocieerd staan in dienst van een warme gevoelsexpressie, die reeds worden, is het Concerto voor twee piano’s, KV365, het duidelijk vooruitwijst naar de latere werken uit Mozarts laatste pianoconcerto dat Mozart vóór zijn verhuis naar Weense periode. Tot besluit van het concerto volgt een Wenen voltooide en, afgezien van het zogenaamde energiek ‘Rondo’. Met zijn meeslepend refrein, niet aflaten- ‘Lodron-concerto’ voor drie piano’s, KV242 (1776), tevens de ritmische drive, verrassende wendingen en sprankelen- het enige concerto van Mozart waarin hij meer dan één de virtuositeit, biedt deze opgewekte finale een ware piano voorschrijft. uitbarsting van speelvreugde.

Over de ontstaansgeschiedenis van het Concerto voor twee piano’s is weinig bekend, maar naar alle waarschijnlijk-

16 17 Chamber Orchestra of Europe Chamber Orchestra of Europe met Emanuel Ax, Lisa Batiashvili, Het Chamber Orchestra of Europe Joshua Bell, Rudolf Buchbinder, Lorenza Borrani concertmeester werd opgericht in 1981, door een Renaud Capuçon, Alan Gilbert, Daniel groep jonge muzikanten van het Harding, François Leleux, Jan Lisiecki, viool fluit Jeugdorkest van de Europese Unie. Andrew Manze, Francesco Maia Cabeza Clara Andrada Als ze de leeftijd van 23 jaar bereikten, Piemontesi, Matthias Pintscher, Sophie Besançon moesten ze dat orkest verlaten, maar Izabella Simon, Denés Varjon, Yuja Fiona Brett hobo ze wilden graag samen blijven spelen. Wang en Joshua Weilerstein. Ralph De Souza Olivier Stankiewicz Liefst op het hoogst mogelijke profes- Daarnaast heeft het orkest meer dan Florian Geldsetzer Rachel Frost sionele niveau. De toenmalige dirigent 250 opnames gemaakt, voor alle grote Sylwia Konopka van het Jeugdorkest, , platenmaatschappijen. Ze hebben een Hans Liviabella klarinet steunde hen met de oprichting en groot aantal prijzen in de wacht Stefano Mollo Andreas Sunden werd toen ook de artistieke leider van gesleept, waaronder drie Peter Olofsson Julien Chabod het nieuwe orkest. Dertien van die Gramophone Record of the Year Joseph Rappaport originele leden horen ook vandaag awards en twee Grammys. Ze waren Gabrielle Shek fagot nog bij het zestigtal muzikanten dat de ook het eerste orkest om zelf een Henriette Scheytt Higinio Arrué kern van het gezelschap vormt. Alle platenlabel te beginnen: COE Records, Martin Walch Christopher Gunia leden van het orkest, dat bestaat uit dat momenteel verdeeld wordt door Elizabeth Wexler een vijftiental nationaliteiten, hebben Sanctuary/Universal Records. Mats Zetterqvist hoorn daarnaast succesvolle carrières als Benoit de Barsony soloist of als orkestlid. Hun uiteenlo- coeurope.org altviool Beth Randell pende culturele achtergronden en Pascal Siffert liefde voor muziek vormen het hart Claudia Hofert trompet van het Chamber Orchestra of Europe. Lorenza Borrani Riikka Repo David Elton Het orkest treedt geregeld op in grote De Italiaanse violiste Lorenza Borrani Dorle Sommer Julian Poore Europese steden, maar ook in de werd geboren in 1983, in Firenze. Op Stephen Wright Verenigde Staten en Azië. Daarnaast haar vijfde ging ze naar de Scuola di pauken heeft het sterke banden met het Musica di Fiesole, omdat ze trompet cello Louis Sauvêtre Lucerne Festival en met de grote wilde spelen. De school vond dat Richard Lester concertzalen van Europa, waaronder instrument echter niet geschikt voor Korbinian Bubenzer de Philharmonie de Paris, het haar en met zachte dwang koos ze Kate Gould Concertgebouw in Amsterdam, de dan maar voor de viool. Voor haar Richard Rózsa Kölner Philharmonie, de Philharmonie debuutconcert in 1995 voert ze het Luxembourg en het Festspielhaus in Concerto voor twee violen, BWV1043 contrabas Baden-Baden. Doorheen de jaren van Bach uit, samen met Pavel Enno Senft heeft het orkest opgetreden met vele Vernikov, onder directie van Rick Stotijn grote namen in de muziekwereld. Emmanuel Krivine. Daarna gaat ze Vooral met de dirigenten Claudio naar de Kunstuniversität te Graz, in Abbado en Oostenrijk en studeert ze onder Boris hadden ze een innige relatie. Kuschnir. In 2003 wordt ze lid van het Momenteel werken ze nauw samen Symphonica Toscanini, onder dirigent met , Yannick Nézet- . Tussen 2005 en 2008 Séguin en Sir András Schiff, die ook speelt ze bij l’Orchestra Mozart allemaal erelid zijn van het gezelschap. Bologna. Ondertussen staat ze in 2007 Dit seizoen werkt het orkest samen mee aan de wieg van het dirigentloze

18 19 orkestcollectief Spira Mirabilis. Hun het Concours Géza Anda te Zürich, Simon vaak aan op prestigieuze Union Youth Orchestra. Sinds 2005 voornaamste doel is studie en tijd met een uitvoering van Bartóks Derde festivals, zoals het Ittingen Festival in speelt ze bij het Chamber Orchestra spenderen om zoveel mogelijk te Pianoconcerto. In 1997 wint hij de Zwitserland, het Prussia Cove Festival of Europe, waar ze sinds 2011 eerste leren over elke partituur, waarmee ze Franz Liszt Prijs, de Sándor Veress in Engeland, het Maribor Festival in fluitiste is. Daarnaast is ze ook fluit- de routineuze benadering van concer- Prize én de Bartók-Pásztory Award van Slovenië en het Marlboro Festival in soliste bij het hr-Sinfonieorchester ten met weinig repetitietijd in vraag de Hongaarse overheid. Várjon is een Vermont in de Verenigde Staten. Als Frankfurt. Verder werkte ze onder stellen. Sinds 2008 is ze eerste violiste graag geziene gast in zalen zoals de soliste speelde ze met internationale andere met het London Symphony bij het Chamber Orchestra of Europe. New Yorkse Carnegie Hall, de ensembles zoals Kremerata Baltica, Orchestra, het London Philharmonic Borrani speelde met het Luzerner Londense Wigmore Hall en het Wiener Camerata Bern en Camerata Zürich, Orchestra, het Rotterdams Sinfonieorchester, het European Konzerthaus. Hij trad ook op op de naast een groot aantal Hongaarse Philharmonisch Orkest, Sveriges Union Youth Orchestra, het Mahler Salzburger Festspiele, het Davos orkesten. Daarnaast speelde ze ook Radio Symfoniorkester, Asia Chamber Orchestra, de Filarmonica Festival, het Ruhr Piano Festival, de Sir met muzikanten zoals Heinz Holliger, Philharmonic Orchestra en de della Scala, het Bayerischs Rundfunk András Schiff’s Ittingen Whitsun Steven Isserlis, Miklós Perényi, Bamberger Symphoniker, onder Orchester, het Freiburger Barock- concerten en het Pianofestival in Christoph Richter, Radovan Vlatkovic, leiding van dirigenten als Nikolaus orchester, Det Norske Kammer- Luzern. ZIjn vaste kamermuziekpart- Sylvia Sass, Andrea Rost, Ruth Ziesak Harnoncourt, Valery Gergiev, Sir Colin orchester, het Scottish Chamber ners zijn Steven Isserlis, Tabea en Hanno Müller-Brachmann. En dan Davis, Bernard Haitink, Vladimir Orchestra, het Australian Chamber Zimmermann, Kim Kashkashian, Jörg zijn er natuurlijk de vele quatre-mains Ashkenazy en Lorin Maazel. Haar Orchestra en Orchestre Widmann, Leonidas Kavakos, András en duetten met haar echtgenoot. Ze voorkeur gaat uit naar kamermuziek Philharmonique de Radio France. Schiff, Heinz Holliger, Miklós Perényi, nam ook platen op met hem en met en ze treedt geregeld op als lid van het Naast haar werk als muzikant en Joshua Bell. Hij werkt regelmatig Sylvia Sass en Andrea Rost. Na een Hindemith Wind Quintet. Maar ook dirigent geeft Borrani vioollessen aan samen met orkesten als Budapest succesvol concert in het 92Y Cultural met ensembles zoals het Auryn het Scuola di Musica di Fiesole. Festival Orchestra, Tonhalle Orchester, & Community Center in New York Quartet, het Miró Wind Quintet, Plural Berliner Rundfunkorchester, St. werd ze in 2010 uitgenodigd als Ensemble, Trio Arbós en het Dúo Borrani bespeelt een Santo Serafino Petersburg Philharmonic Orchestra, gastdocent aan het prestigieuze Bard Neopercusión. Andrada is professor (Venetië, 1745). Chamber Orchestra of Europe, College. In 2015 startte ze met een aan het Conservatorio Superior de Russian National Orchestra, concertreeks voor kinderen, waarbij Aragón. Ze gaf masterclasses aan het Kremerata Baltica, Academy of St. gefocust wordt op klassieke muziek. Royal College of Music in Londen, Dénes Várjon Martin in the Fields. Hij speelt vaak Buchmann Mehta School of Music in De Hongaarse pianist Dénes Várjon duoconcerten met zijn echtgenote, de izabellasimon.com Tel Aviv) en aan het Conservatorio werd geboren in Boedapest, in 1968. pianiste Izabella Simon, waarmee hij Superior de Música Musikene in Hij begint pas op z’n zevende piano te ook kamermuziekfestivals organiseert. Baskenland. spelen, maar hij was altijd al gefasci- Recent was er nog het Kamara.hu Clara Andrada de la Calle neerd door dat instrument. Tot z’n 2018 festival aan de Franz Liszt Fluitiste Clara Andrada de la Calle clara-andrada.com elfde oefent hij echter niet vaak en Muziekacademie. Hij geeft zelf ook les werd geboren in de Spaanse stad blijft pianospelen een hobby. Maar aan die academie, waar hij ook zijn Salamanca in 1982. Ze studeerde bij dan wordt muziek het belangrijkste in eerste muzikale stappen zette. Pablo Sagredo en Magdalena zijn leven. Hij doet een ingangsexa- Martínez. Met een beurs kon ze haar men en wordt toegelaten tot de studies verderzetten aan het conser- voorbereidende lessen aan de Franz Izabella Simon vatorium van Genève, bij Emmanuel Liszt Muziekacademie. Op z’n zestien- Pianiste Izabella Simon, de echtgeno- Pahud en José-Daniel Castellon. de gaat hij écht aan de academie te van Dénes Várjon, studeerde ook Daarna ging ze naar het London Royal studeren en krijgt hij les van Sándor aan de Franz Liszt Muziekacademie College of Music, waar ze les kreeg Falvai, György Kurtág en Ferenc van Boedapest. Ook zij kreeg les van van Jaime Martín. Spelen als orkestlid Rados. In 1991 studeert hij af en in oa. György Kurtág en Ferenc Rados. leerde ze bij het Joven Orquesta datzelfde jaar wint hij de eerste prijs in Nadat ze haar diploma behaalt, treedt Nacional de España en het European

20 21 Binnenkort in deSingel Paul Lewis & Steven Osborne piano vierhandig

Gabriel Fauré Igor Stravinsky Dolly Suite, opus 56 Trois pièces faciles Francis Poulenc Maurice Ravel Sonate Ma mère l’oye Claude Debussy Six épigraphes antiques Petite suite

Steven Osborne © Benjamin Ealovega

Paul Lewis © Josep Molina wo 12 feb 2020 / 20 uur / Blauwe zaal € 27, 22 (basis) / € 22, 17 (-25/65+) / € 10 (-19 jaar) gratis inleiding Adeline Boeckaert / 19.15 uur / Blauwe foyer deSingel is een kunstinstelling van de Vlaamse Overheid mediasponsors